55
Gebruiken van de metronoom
Start het tikken van de metronoom
q Druk op de CLICK toets.
w
Druk op START/STOP om de metronoom te starten.
e Gebruik de Kwartnoot en VOL schuifregelaars
om het volume te regelen.
* De VOL schuifregelaar regelt het algehele volume
van het toestel. Wanneer de VOL regelaar op “0”
staat (helemaal naar beneden), wordt er helemaal
geen geluid geproduceerd.
[Gebruiken van de VIBRATION functie]
r
Houd het VIBRATION trilblok ingedrukt en u zult
voelen dat dit meetrilt in het tempo van de metro-
noom. Wanneer het geluid van de metronoom
wordt uitgeschakeld, blijven alleen VIBRATION en
de knipperende tik-indicator werken.
Gebruik de VIB. schuifregelaar om de hoeveel-
heid trilling te regelen.
Instellen tik-volumes
q Gebruik de schuifregelaars bij q om voor elke
telmaat apart het volume in te stellen. (Zie de
afbeelding hierboven.)
Veranderen van het tempo
z Verdraai de TEMPO draaiknop om het tempo in
te stellen (35 - 300).
[Instellen van het tempo met de cijfertoetsen]
z
Druk op de TYPE TEMPO toets. (Lampje licht op.)
x Voer met de cijfertoetsen de gewenste waarde
voor het tempo in.
c
Druk op START/STOP en de metronoom zal be-
ginnen te tikken in het door u ingevoerde tempo.
v
Druk op de TYPE TEMPO toets om de ingevoerde
instelling weer te annuleren. (Lampje gaat uit.)
* Wanneer het TYPE TEMPO lampje brandt, staan de
cijfertoetsen in de instelfunctie voor het tempo.
Zorg er voor dat het TYPE TEMPO lampje uit is
voor u CLICK, SEARCH of andere functietoetsen
gaat gebruiken.
* Als u het tempo wilt veranderen terwijl de metro-
noom in werking is:
• Als bij stap 3 op START/STOP wordt gedrukt,
zal het tempo onmiddellijk de nieuw ingestelde
waarde volgen (vanaf beat 1).
• Als bij stap 3 op de TYPE TEMPO toets wordt
gedrukt, zal het tempo de nieuw ingestelde
waarde volgen vanaf de eerstvolgende beat.
Veranderen van de BEAT
Druk op de BEAT toets zodat de BEAT waarde in
de linker bovenhoek gaat knipperen. Druk terwijl de
BEAT waarde knippert op de BEAT toets om een
andere waarde tussen 0 en 9 in te stellen. Als de
toets 2 seconden lang niet wordt ingedrukt zal de
waarde op dat moment worden ingevoerd en zal
het normale display terugkeren.
* Wanneer u een BEAT waarde heeft ingesteld, zal de
ACC. toon klinken op de eerste tel van elke maat.
Als u een BEAT waarde van “0” instelt, zal de ACC.
toon niet worden geproduceerd.
[Met BEAT 2 complexe structuren of on-
derverdelingen maken]
Houd de BEAT toets tenminste 2 seconden ingedrukt
zodat de COUNT waarde naast de BEAT waarde gaat
knipperen. Druk terwijl de COUNT waarde knippert op
de BEAT toets om een BEAT 2 waarde tussen – en 9
in te stellen. Als de toets 2 seconden lang niet wordt
ingedrukt zal de waarde op dat moment worden inge-
voerd en zal het normale display terugkeren.
* Met de BEAT 2 instelling kunt u complexe structu-
ren aanbrengen die zich over 2 maten uitstrekken
(onderverdelingen).