5019 100 55231/A
NL
0
Uit
Ovenlampje
VERWARMINGSFUNCTIE
ONDERWARMTE
Gebruik:
-
Om het bakken van vruchtencakes en
kwarktaarten af te ronden.
-
Om sauzen dikker te maken.
Gebruik de verwarmingsfunctie onderwarmte
gedurende de laatste 10 of 15 minuten van de
bereidingstijd.
STATISCHE FUNCTIE
Gebruik deze functie wanneer al het voedsel zich
op dezelfde steunhoogte bevindt.
-
Verwarm de oven voor tot de gewenste
bereidingstemperatuur en plaats het voedsel erin
zodra het rode indicatielampje van de thermostaat
uitgaat.
-
Voor de statische functie kan de schaal het best
op de tweede steunhoogte worden geplaatst.
VERWARMINGSFUNCTIE
BOVENWARMTE
Gebruik:
-
Om de bovenkant van gerechten een bruin korstje
te geven.
Gebruik de verwarmingsfunctie bovenwarmte
gedurende de laatste 10 of 15 minuten van de
bereidingstijd.
Draai de keuzeknop op het gewenste symbool.
Het ovenlampje gaat aan.
• Draai de thermostaatknop met de klok mee
naar de gewenste temperatuur.
Het rode indicatielampje van de thermostaat gaat
aan
.
• Wanneer de oven op de gewenste temperatuur
is, gaat het rode indicatielampje van de
thermostaat uit.
Einde van de bereidingstijd:
• Zet de knoppen weer op de stand UIT (0 - •).
.
Op het voorpaneel van de oven bevinden zich vier
regelbare knoppen (met de standen 0 tot 6) waarmee u
de warme platen kunt instellen.
BEDIENING
Om de platen te gebruiken, dient u de knop naar de
gewenste temperatuur te draaien (raadpleeg de
aanwijzingen voor de kookplaat).
Opmerking:
steeds wanneer een van de warme platen
in bedrijf is, brandt het gele indicatielampje
op het paneel.
Belangrijk:
• Wanneer u de warme plaat voor het eerst
gebruikt, de plaat ca. 3 minuten op de hoogste
stand (6) laten werken.
• Gebruik de warme platen nooit leeg.
• Wij raden u aan keukengerei met een dikke,
platte bodem gebruiken dat speciaal voor
elektrisch koken is ontworpen.
• De bodem van de potten en pannen moet even
groot zijn als of iets groter zijn dan de warme
plaat.
OVENFUNCTIES
DE OVEN INSCHAKELEN
DE KOOKPLAAT VAN DE OVEN GEBRUIKEN