Bauknecht GSF OEKO TW-WS de handleiding

Type
de handleiding
Gebruiksaanwijzing
Voor het gebruik:Aansluitingen
Algemene voorzorgsmaatregelen en adviezen
Het zoutreservoir vullen
Het doseerbakje van het spoelglansmiddel vullen
Het doseerbakje van het afwasmiddel vullen
Reiniging en onderhoud
Voor het gebruik:Aansluitingen
1. Verwijderen van de
verpakking en controles
Controleer, nadat u de ver-
pakking heeft verwijderd, of
de afwasmachine tijdens het
transport niet beschadigd is
en of de deur perfect sluit.
Wend u in geval van twijfel
tot een vakman of tot de ver-
koper.
• Het verpakkingsmateriaal
(plastic zakken enz.) moet
buiten het bereik van kinde-
ren gehouden worden, want
het zou een bron van geva-
ren kunnen vormen.
2. Aansluiting op het elektri-
citeitsnet en op de water-
leiding
Alle aansluitingen op de wa-
terleiding en op het elektrici-
teitsnet moeten worden uit-
gevoerd door gekwalificeerd
personeel, aan de hand van
de aanwijzingen van de fa-
brikant en conform de gel-
dende plaatselijke
veiligheidsvoorschriften (zie
ook de bijgevoegde installa-
tieaanwijzingen).
Gebruik de afwasmachine
uitsluitend in het huishouden
en voor de doeleinden waar-
voor ze bestemd is.
Gebruik de afwasmachine
niet als zij beschadigd is tij-
dens het transport. Wend u
tot de Servicedienst of tot de
verkoper.
(zie de afzonderlijke
installatieaanwijzingen)
3. Toevoer en afvoer van het
water:
Neem de geldende
voorschriften van het water-
leidingbedrijf in acht.
Controleer of de watertoe-
voer- en afvoerslangen niet
gevouwen of afgekneld zijn.
Als de slangen niet lang ge-
noeg zijn, wend u dan tot de
Servicedienst of de verkoper.
De toevoerslang moet veilig
en hermetisch op de water-
kraan worden aangesloten.
De temperatuur van het toe-
gevoerde water is afhankelijk
van het model: toevoerslang
met de aanduiding: “25° C
Max”: Maximumtemperatuur
25° C.
Alle andere modellen: maxi-
mumtemperatuur 60° C.
Vergewis u er op het
moment van installatie van
dat het afvoerwater zonder
problemen weg kan stromen
(verwijder indien nodig ook
het netje in de sifon van de
wasbak).
Bevestig de afvoerslang aan
de sifon met een klemband-
je, zodat hij niet los kan ra-
ken.
Alleen voor apparaten met
waterstopsysteem: als de
aanwijzingen voor de instal-
latie in acht worden
genomen, kan het waterstop-
systeem voorkomen dat er
water uit de machine
stroomt, dat schade zou kun-
nen aanrichten in uw
woning.
4. Elektrische aansluiting:
Neem de geldende normen
van het elektriciteitsbedrijf in
acht.
De voedingsspanning staat
vermeld op het plaatje dat
rechts op de binnenkant van
de deur is aangebracht.
De aarding van het apparaat
is wettelijk verplicht.
Gebruik geen verlengsnoeren
of meervoudige adapters.
Haal de stekker uit het stop-
contact voordat u
onderhoudswerkzaamheden
gaat verrichten.
De voedingskabel mag uit-
sluitend worden vervangen
door gekwalificeerde techni-
ci.
Algemene voorzorgsmaatregelen en adviezen
1. Verpakking
Het verpakkingsmateriaal is
voor 100% recyclebaar en
draagt het recyclingsym-
bool .
2. Energie en water bespa-
ren
Spoel de vaat niet af onder
stromend water.
Gebruik de afwasmachine
uitsluitend wanneer ze volle-
dig beladen is of selecteer, als
er slechts een korf vol is, het
afwasprogramma met halve
lading (indien beschikbaar).
Als er milieuvriendelijke
energiebronnen ter beschik-
king staan, zoals verwarming
met zonnepanelen, warmte-
pompen of centrale verwar-
ming, dient de afwasmachine
te worden aangesloten op de
leiding voor warm water, met
een temperatuur van hoog-
stens 60° C. Verzeker u ervan
dat de watertoevoerleiding
van het juiste type is. Zie het
hoofdstuk “Aansluitingen”
van deze
Gebruiksaanwijzing.
3. Afdanken
Het apparaat is vervaardigd
van recyclebaar materiaal. Bij
het afdanken van de machi-
ne dienen de plaatselijke
voorschriften voor afvalver-
werking te worden gevolgd.
Maak de afwasmachine in elk
geval onbruikbaar door de
voedingskabel door te snij-
den.
4. Kinderbeveiliging
Laat kinderen niet met de af-
wasmachine spelen.
Bewaar het afwasmiddel, het
spoelglansmiddel en het zout
op een droge plaats, buiten
bereik van kinderen.
5. Algemene adviezen
De geopende deur kan alleen
het gewicht van de
uitgeschoven korf dragen,
met inbegrip van de vaat.
Leun niet op de open deur
en ga er niet op zitten of
staan: de afwasmachine
zou kunnen kantelen!
Gebruik geen oplosmiddelen
in de wasruimte: dit veroor-
zaakt ontploffingsgevaar!
Gebruik uitsluitend
afwasmiddelen, spoelglans-
middelen en regenereerzou-
ten die specifiek bedoeld zijn
voor afwasmachines.
Schakel het apparaat altijd
uit voor reinigings- of onder-
houdswerkzaamheden en
draai de waterkraan dicht.
Doet er zich een storing voor,
schakel de afwasmachine dan
uit en draai de waterkraan
dicht.
Als de kabel waarmee het
apparaat op het elektriciteits-
net is aangesloten, moet
worden vervangen, een
soortgelijk exemplaar gebrui-
ken (verkrijgbaar bij de Servi-
cedienst). De kabel dient te
worden vervangen door een
gespecialiseerd technicus.
Schakel aan het einde van
het programma de afwasma-
chine uit en draai de water-
kraan dicht.
6. Alleen voor apparaten die
voorzien zijn van een wa-
terstopsysteem:
In de watertoevoerslang en
in de plastic doos bevinden
zich elektrische onderdelen.
Snijd de slang dus niet door
en dompel de doos niet on-
der in water. Als de slang ka-
pot is, moet de machine on-
middellijk uitgezet worden.
CE conformiteitsverklaring
Dit apparaat is ontworpen,
vervaardigd en verkocht in
overeenstemming met de
volgende richtlijnen:
73/23/EEG
89/336/EEG
93/68/EEG
Capaciteit: 12 couverts.
Het zoutreservoir vullen
Als het water harder is dan 1-
2 (gemiddelde hardheid),
dient u, voordat u de afwas-
machine gebruikt, het reser-
voir te vullen met regenere-
erzout (vraag bij uw water-
leidingbedrijf naar de hard-
heid van het water in uw
omgeving of controleer de
laatste waterrekening). Als
de hardheidsgraad van het
water niet overeenkomt met
stand 3 (instelling bij aflever-
ing) of als de waterhardheid
veranderd is:
Draai de keuzeknop op de
goede stand.
Stel de hardheidsgraad van
het water in door de keuze-
knop (indien aanwezig) aan
de binnenkant van de deur
(linksboven) met behulp van
een schroevendraaier op de
goede stand te draaien. Zet
de keuzeknop op de stand
die wordt aangegeven in de
volgende tabel:
Bij een waterhardheid van 1
(zacht) hoeft u geen zout te
gebruiken.
Het zoutreservoir vullen
Let op: gebruik alleen zout
voor afwasmachines!
Vullen van het zoutreservoir
met ongeschikte substanties,
zoals afwasmiddel, heeft on-
herstelbare schade voor het
onthardingssysteem tot ge-
volg.
1. Trek de onderste korf naar
buiten.
2. Schroef de dop los door hem
naar links te draaien.
3. Alleen voor het eerste
gebruik van de afwasmachi-
ne: vul het waterreservoir tot
de rand.
4. Vul het zoutreservoir tot de
rand (met de trechter);
gebruik de eerste keer min.
1,5 kg en max. 2 kg en roer
met de steel van een lepel.
5. Schroef de dop vast door
hem naar rechts te draaien.
6. Breng de onderste korf aan.
7. Start onmiddellijk
na het vul-
len van het zoutreservoir een
afwasprogramma (voorspoe-
len is niet voldoende), zodat
de naar buiten komende
zoutoplossing meteen wordt
geëlimineerd.
Controleer regelmatig het
niveau van het regenereer-
zout.
Stan-
den
0
1
2
3
4
5
6
Hardheids
-graad
1 zacht
1-2 gemiddeld
2 gemiddeld
3 gemiddeld-hard
4 dura
4 zeer hard
4
buitengewoon hard
Duitse
graden
°dH
0 - 5
6 - 10
11 - 15
16 - 21
22 - 28
29 - 35
36 - 60
Franse
graden
°fH
0 - 9
10 - 18
19 - 27
28 - 37
38 - 50
51 - 63
64 - 107
Indicator van het zoutni-
veau
De afwasmachine is voorzien
van een elektrische indicator
of een optische indicator voor
het zoutniveau (afhankelijk
van het model).
Elektrische indicator:
Het controlelampje op het
bedieningspaneel gaat bran-
den wanneer het zoutreser-
voir moet worden gevuld.
Optische indicator:
Wanneer het zoutreservoir
voldoende gevuld is, is de
vlotter goed zichtbaar in het
venstertje van de dop.
De vlotter daalt en is niet
meer zichtbaar wanneer het
zoutreservoir moet worden
gevuld.
Het doseerbakje van het spoelglansmiddel vullen
Het spoelglansmiddel bevor-
dert het drogen van de vaat
door het water beter weg te
laten stromen, zodat er geen
strepen of vlekken achterblij-
ven. Vul het doseerbakje
voor het eerste gebruik van
de afwasmachine.
Het doseerbakje van het
spoelglansmiddel vullen:
Gebruik uitsluitend
spoelglansmiddel voor afwas-
machines.
1. Druk op de toets A om de
deksel te openen (zie teke-
ning).
2. Giet het spoelglansmiddel in
de opening tot aan de stip-
pellijn “Max” (ca. 100 ml).
Neem
gemorst
spoelglansmiddel onmiddel-
lijk af. Zodoende wordt ver-
meden dat er te veel schuim
ontstaat, waardoor minder
goed wordt afgewassen.
3. Sluit de deksel.
Controleer vervolgens regel-
matig het niveau van het
spoelglansmiddel.
De hoeveelheid
spoelglansmiddel instel-
len:
Fabrieksinstelling: stand 4.
Als u niet tevreden bent over
het afwas- of droogresultaat,
kunt u de dosis spoelglans-
middel veranderen.
Controleer vervolgens regel-
matig het niveau van het
spoelglansmiddel.
1. Druk op de toets A om de
deksel te openen (zie teke-
ning).
2. Als de vaat strepen vertoont,
de dosis spoelglansmiddel
met een munt of een derge-
lijk voorwerp lager zetten
(stand 1-3).
Als de vaat niet helemaal
droog is, de dosis hoger zet-
ten (stand 5-6).
3. Sluit de deksel.
Indicator van het
spoelglansmiddelniveau:
Optische indicator:
licht spoelglansmiddel toe
voegen
donker voldoende
spoelglansmiddel
Aanvullende elektrische
indicator (indien aanwezig):
Het controlelampje op
het bedieningspaneel gaat
branden wanneer er spoel-
glansmiddel moet worden
toegevoegd.
AA
Het doseerbakje van het
afwasmiddel vullen:
Gebruik alleen wasmiddelen
voor afwasmachines.
V
ul het doseerbakje van het
afwasmiddel pas vlak voordat
u een afwasprogramma start.
1. Druk op de toets (A) om het
deksel te openen.
2. Doe het wasmiddel in het do-
seerbakje.
Voor programma’s met voor-
spoelen:
Giet 2/3 van de aanbevolen
hoeveelheid in het grote
vak (C).
Giet 1/3 ervan in het kleine
vak (B).
V
oor programma’s zonder
voorspoelen:
Giet de hele hoeveelheid
wasmiddel in het grote vak.
Als er op de verpakking do-
ses van meer dan 45 ml
(maximumcapaciteit van het
grote vak) worden aangege-
ven, moet de resterende hoe-
veelheid in het kleine vak
worden gedaan.
V
oor programma’s met de
geactiveerde extra functie
“Halve lading” (indien
beschikbaar): gebruik een
kleinere hoeveelheid afwas-
middel.
3. Sluit de deksel.
Het doseerbakje van het afwasmiddel vullen
Voor het wasmiddel heeft de
machine een klein vak (B) en
een groot vak (C).
Gebruik niet meer wasmiddel
dan wordt aangegeven, om
niet bij te dragen aan milieu-
vervuiling. De benodigde
hoeveelheid product verschilt
van merk tot merk.
Als er wasmiddelen in tablet-
ten worden gebruik, dient u
zich nauwgezet te houden
aan de aanwijzingen die
door de fabrikant worden
gegeven.
Wasmiddelen van de “nieu-
we generatie” bevatten en-
zymen en leveren de beste
resultaten op bij gebruik van
de bioprogramma’s. Deze
programma’s zijn echter ook
geschikt voor alle andere af-
wasmiddelen.
B
C
A
Reiniging en onderhoud
Schakel voordat u reinigings-
of onderhoudswerkzaamhe-
den gaat verrichten het ap-
paraat uit en draai de water-
kraan dicht.
Reinigen van de
buitenkant:
Gebruik voor het reinigen
van de buitenkant een voch-
tige doek en een neutraal
schoonmaakmiddel. Gebr
uik
geen schuurmiddelen.
Reinigen van de
binnenkant van de afwa-
smachine:
Maak regelmatig de afdich-
ting en de rand van de deur
schoon met een vochtige
doek.
Bovenste sproeiarm:
1. Draai de moer (A) los (door
hem naar links te draaien) en
haal de sproeiarm weg door
hem omlaag te trekken (B).
2. Spoel de gaatjes af.
3. Monteer de sproeiarm terug
door hem midden op de pen
van de rotor te zetten en
vast te klikken.
4. Draai de moer vast (door
hem naar rechts te draaien).
Controleer of de moer goed
is vastgedraaid (u dient een
klik te horen).
De sproeiarm moet onge-
hinderd kunnen draaien.
Onderste sproeiarm:
1. Druk de twee klemmen
waarmee de sproeiarm is
vastgezet naar binnen (C) en
haal de arm weg door hem
op te tillen (D).
2. Spoel de gaatjes af.
3. Monteer de onderste
sproeiarm terug door hem
midden op de pen van de ro-
tor te zetten.
4. Druk de arm omlaag, totdat
hij vast komt te zitten.
5. Controleer of de klemmen
goed op hun plaats zitten (u
moet een klik horen).
De sproeiarm moet onge-
hinderd kunnen draaien.
AA
BB
CC CC
DD
Reiniging en onderhoud
Reiniging van de zeven: 1. Draai de centrale, grove zeef
naar links en haal hem uit de
bodem (E).
2. Draai de fijnmazige zeef he-
lemaal los en haal hem uit de
centrale, grove zeef (F); let
op de holten in de onderkant
van de zeef.
3. Haal de fijnmazige zeef eruit
(G).
4. Maak regelmatig alle zeven
onder stromend water
schoon en controleer of er
geen onzuiverheden in de
afwasmachine zijn achterge-
bleven.
5. Monteren:
Schuif de fijnmazige zeef in
de centrale, grove zeef en
bevestig hem. (let op de hol-
ten in de onderkant van de
zeef).
Breng de zeefgroep aan en
bevestig hem door hem naar
rechts te draaien. Controleer
of de zeven goed zijn aange-
bracht.
Voor goede afwasresulta-
ten is het belangrijk dat
de zeven goed worden
aangebracht.
F
GG
EE
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8

Bauknecht GSF OEKO TW-WS de handleiding

Type
de handleiding