IKEA DWF 415 S (600 270 49) Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
25
INHOUDSOPGAVE NL
VOOR HET GEBRUIK VAN DE AFWASMACHINE
PAGINA
26
MILIEUTIPS
PAGINA
26
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN ADVIEZEN
PAGINA
26
AANSLUITINGEN
PAGINA
27
HET ZOUTRESERVOIR VULLEN
PAGINA
28
HET DOSEERBAKJE VAN HET
SPOELGLANSMIDDEL VULLEN
PAGINA
29
HET DOSEERBAKJE VAN HET AFWASMIDDEL VULLEN
PAGINA
30
REINIGING EN ONDERHOUD
PAGINA
31
Lees voor optimale afwasresultaten aandachtig de gebruiksaanwijzingen en de
beknopte handleiding.
26
1.
Verwijderen van de verpakking en controles
Controleer, nadat u de verpakking heeft
verwijderd, of de afwasmachine tijdens het
transport niet beschadigd is en of de deur
perfect sluit. Wend u in geval van twijfel tot een
vakman of tot de verkoper.
Het verpakkingsmateriaal (plastic zakken enz.)
moet buiten het bereik van kinderen gehouden
worden, want het zou een bron van gevaren
kunnen vormen.
2.
Aansluiting op het elektriciteitsnet en op de
waterleiding
Alle aansluitingen op de waterleiding en op het
elektriciteitsnet moeten worden uitgevoerd door
gekwalificeerd personeel, aan de hand van de
aanwijzingen van de fabrikant en conform de
geldende plaatselijke veiligheidsvoorschriften (zie
ook de bijgevoegde installatieaanwijzingen).
Gebruik de afwasmachine uitsluitend in het
huishouden en voor de doeleinden waarvoor ze
bestemd is.
1.Verpakking
Het verpakkingsmateriaal is voor 100%
recyclebaar en draagt het recyclingsymbool
.
2. Energie en water besparen
Spoel de vaat niet af onder stromend water.
Gebruik de afwasmachine uitsluitend wanneer ze
volledig beladen is of selecteer, als er slechts
een
korf vol is, het afwasprogramma met halve lading
(indien beschikbaar).
Als er milieuvriendelijke energiebronnen ter
beschikking staan, zoals verwarming met
zonnepanelen, warmtepompen of centrale
verwarming, dient de afwasmachine te worden
aangesloten op de leiding voor warm water, met
een temperatuur van hoogstens 60° C. Verzeker u
ervan dat de watertoevoerleiding van het juiste type
is. Zie het hoofdstuk Aansluitingen van deze
Gebruiksaanwijzing.
3. Afdanken
Het apparaat is vervaardigd van recyclebaar
materiaal. Bij het afdanken van de machine
dienen de plaatselijke voorschriften voor
afvalverwerking te worden gevolgd.
Maak de afwasmachine in elk geval
onbruikbaar door de voedingskabel door te
snijden.
1. Kinderbeveiliging
Laat kinderen niet met de afwasmachine spelen.
Bewaar het afwasmiddel, het spoelglansmiddel en
het zout op een droge plaats, buiten bereik van
kinderen.
2. Algemene adviezen:
De geopende deur kan alleen het gewicht van de
uitgeschoven korf dragen, met inbegrip van de
vaat. Leun niet op de open deur en ga er niet op
zitten of staan:
de afwasmachine zou kunnen
kantelen!
Gebruik geen oplosmiddelen in de wasruimte:
dit
veroorzaakt ontploffingsgevaar!
Gebruik uitsluitend afwasmiddelen,
spoelglansmiddelen en regenereerzouten die
specifiek bedoeld zijn voor afwasmachines.
Schakel het apparaat altijd uit voor reinigings- of
onderhoudswerkzaamheden en draai de
waterkraan dicht.
Doet er zich een storing voor, schakel de
afwasmachine dan uit en draai de waterkraan
dicht.
Als de kabel waarmee het apparaat op het
elektriciteitsnet is aangesloten, moet worden
vervangen, een soortgelijk exemplaar gebruiken
(verkrijgbaar bij de Servicedienst). De kabel dient
te worden vervangen door een gespecialiseerd
technicus.
Schakel aan het einde van het programma de
afwasmachine uit en draai de waterkraan dicht.
3. Alleen voor apparaten die voorzien zijn van
een waterstopsysteem:
In de watertoevoerslang en in de plastic doos
bevinden zich elektrische onderdelen. Snijd de slang
dus niet door en dompel de doos niet onder in
water. Als de slang kapot is, moet de machine
onmiddellijk uitgezet worden.
CE conformiteitsverklaring
Dit apparaat is ontworpen, vervaardigd en verkocht in
overeenstemming met de volgende richtlijnen:
73/23/EEG
89/336/EEG
93/68/EEG
Capaciteit: 12 couverts
.
VOOR HET GEBRUIK VAN DE AFWASMACHINE
MILIEUTIPS
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN ADVIEZEN
27
Gebruik de afwasmachine niet als zij beschadigd
is tijdens het transport. Wend u tot de
Servicedienst of tot de verkoper.
(Zie de afzonderlijke installatieaanwijzingen)
Toevoer en afvoer van het water:
Neem de geldende voorschriften van het
waterleidingbedrijf in acht.
Controleer of de watertoevoer- en afvoerslangen
niet gevouwen of afgekneld zijn.
Als de slangen niet lang genoeg zijn, wend u dan
tot de Servicedienst of de verkoper.
De toevoerslang moet veilig en hermetisch op de
waterkraan worden aangesloten.
De temperatuur van het toegevoerde water is
afhankelijk van het model: toevoerslang met de
aanduiding: 25° C Max: Maximumtemperatuur
25° C.
Alle andere modellen: maximumtemperatuur
60° C.
Vergewis u er op het moment van installatie van
dat het afvoerwater zonder problemen weg kan
stromen (verwijder indien nodig ook het netje in
de sifon van de wasbak).
Bevestig de afvoerslang aan de sifon met een
klembandje, zodat hij niet los kan raken.
Alleen voor apparaten met waterstopsysteem: als
de aanwijzingen voor de installatie in acht worden
genomen, kan het waterstopsysteem voorkomen
dat er water uit de machine stroomt, dat schade
zou kunnen aanrichten in uw woning.
Elektrische aansluiting:
Neem de geldende normen van het
elektriciteitsbedrijf in acht.
De voedingsspanning staat vermeld op het plaatje
dat rechts op de binnenkant van de deur is
aangebracht.
De aarding van het apparaat is wettelijk verplicht.
Gebruik geen verlengsnoeren of meervoudige
adapters.
Haal de stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudswerkzaamheden gaat verrichten.
De voedingskabel mag uitsluitend worden
vervangen door gekwalificeerde technici.
AANSLUITINGEN
28
Als de hardheidsgraad van het water gelijk of hoger dan
1-2 is (gemiddelde hardheid), dient u, voordat u de
afwasmachine gebruikt, het reservoir te vullen met
regenereerzout (vraag bij uw waterleidingbedrijf naar de
hardheid van het water in uw omgeving of controleer de
laatste waterrekening).
Als de hardheidsgraad van het water niet
overeenkomt met stand 3 (instelling bij aflevering) of
als de waterhardheid veranderd is:
Draai de keuzeknop op de goede stand.
Stel de hardheidsgraad van het water in door de
keuzeknop (indien aanwezig) aan de binnenkant van
de deur (linksboven) met behulp van een
schroevendraaier op de goede stand te draaien. Zet
de keuzeknop op de stand die wordt aangegeven in
de volgende tabel:
Bij een waterhardheid van 1 (zacht) hoeft u geen zout te
gebruiken.
Het zoutreservoir vullen
Let op:
gebruik alleen zout voor afwasmachines!
Vullen van het zoutreservoir met ongeschikte
substanties, zoals afwasmiddel, heeft
onherstelbare schade voor het
onthardingssysteem tot gevolg.
1.
Trek de onderste korf naar buiten.
2.
Schroef de dop los door hem naar links te
draaien.
3.
Alleen voor het eerste gebruik van de
afwasmachine: vul het waterreservoir tot de
rand.
4.
Vul het zoutreservoir tot de rand (met de trechter);
gebruik de eerste keer min. 1,5 kg en max. 2 kg en
roer met de steel van een lepel.
5.
Schroef de dop vast door hem naar rechts te
draaien.
6.
Breng de onderste korf aan.
7.
Start onmiddellijk na het vullen van het
zoutreservoir een afwasprogramma
(voorspoelen is niet voldoende), zodat de naar
buiten komende zoutoplossing meteen wordt
geëlimineerd.
Controleer regelmatig het niveau van het
regenereerzout.
Indicator van het zoutniveau
De afwasmachine is voorzien van een elektrische
indicator of een optische indicator voor het
zoutniveau (afhankelijk van het model).
Elektrische indicator:
Het controlelampje op het bedieningspaneel
gaat branden wanneer het zoutreservoir moet
worden gevuld.
Optische indicator:
Wanneer het zoutreservoir voldoende gevuld is, is de
vlotter goed zichtbaar in het venstertje van de dop.
De vlotter daalt en is niet meer zichtbaar wanneer
het zoutreservoir moet worden gevuld.
HET ZOUTRESERVOIR VULLEN
Hardheids-
graad
Duitse
graden
°dH
Franse
graden
°fH
Stand
van de
keuzeknop
1 zacht 0 - 5 0 - 9 0
1 - 2 gemiddeld 6 - 10 10 - 18 1
2 gemiddeld 11 - 15 19 - 27 2
3 gemiddeld-hard 16 - 21 28 - 37 3
4 hard 22 - 28 38 - 50 4
4 zeer hard 29 - 35 51 - 63 5
4 buitengewoon
hard
36 - 60 64 - 107 6
29
Het spoelglansmiddel bevordert het drogen van de
vaat door het water beter weg te laten stromen,
zodat er geen strepen of vlekken achterblijven. Vul
het doseerbakje voor het eerste gebruik van de
afwasmachine.
Het doseerbakje van het spoelglansmiddel
vullen:
Gebruik uitsluitend spoelglansmiddel voor
afwasmachines.
1. Druk op de toets
A
om de deksel te openen
(zie tekening).
2. Giet het spoelglansmiddel in de opening tot aan
de stippellijn Max (ca. 100 ml).
Neem gemorst spoelglansmiddel onmiddellijk af.
Zodoende wordt vermeden dat er te veel schuim
ontstaat, waardoor minder goed wordt
afgewassen.
3. Sluit de deksel.
Controleer vervolgens regelmatig het niveau van
het spoelglansmiddel.
De hoeveelheid spoelglansmiddel instellen:
Fabrieksinstelling: stand 4.
Als u niet tevreden bent over het afwas- of
droogresultaat, kunt u de dosis spoelglansmiddel
veranderen.
1. Druk op de toets
A
om de deksel te openen
(zie tekening).
2. Als de vaat strepen vertoont, de dosis
spoelglansmiddel met een munt of een dergelijk
voorwerp lager zetten (stand 1-3).
Als de vaat niet helemaal droog is, de dosis hoger
zetten (stand 5-6).
3. Sluit de deksel.
Indicator van het spoelglansmiddelniveau:
Optische indicator:
licht
= spoelglansmiddel toevoegen .
donker
= voldoende spoelglansmiddel .
Aanvullende elektrische indicator (indien
aanwezig):
Het controlelampje op het bedieningspaneel
gaat branden wanneer er spoelglansmiddel moet
worden toegevoegd.
HET DOSEERBAKJE VAN HET SPOELGLANSMIDDEL VULLEN
30
Voor het wasmiddel heeft de machine een klein
vak en een groot vak .
Gebruik niet meer wasmiddel dan wordt
aangegeven, om niet bij te dragen aan
milieuvervuiling. De benodigde hoeveelheid product
verschilt van merk tot merk.
Als er wasmiddelen in tabletten worden gebruik,
dient u zich nauwgezet te houden aan de
aanwijzingen die door de fabrikant worden gegeven.
Wasmiddelen van de nieuwe generatie bevatten
enzymen en leveren de beste resultaten op bij
gebruik van de bioprogramma's. Deze programma's
zijn echter ook geschikt voor alle andere
afwasmiddelen.
Het doseerbakje van het afwasmiddel vullen:
Gebruik alleen wasmiddelen voor
afwasmachines.
Vul het doseerbakje van het afwasmiddel pas vlak
voordat u een afwasprogramma start.
1. Druk op de toets
A
om het deksel te openen.
2. Doe het wasmiddel in het doseerbakje.
Voor programma's met voorspoelen:
Giet 2/3 van de aanbevolen hoeveelheid in het
grote vak .
Giet 1/3 ervan in het kleine vak .
Voor programma's zonder voorspoelen:
Giet de hele hoeveelheid wasmiddel in het
grote vak. Als er op de verpakking doses van
meer dan 45 ml (maximumcapaciteit van het
grote vak) worden aangegeven, moet de
resterende hoeveelheid in het kleine vak
worden gedaan.
Voor programmas met de geactiveerde
extra
functie
Halve lading/Multizone
(indien
beschikbaar): gebruik een kleinere hoeveelheid
afwasmiddel.
3. Sluit de deksel.
HET DOSEERBAKJE VAN HET AFWASMIDDEL VULLEN
Klein vak
Groot vak
31
Schakel voordat u reinigings- of
onderhoudswerkzaamheden gaat verrichten het
apparaat uit en draai de waterkraan dicht.
Reinigen van de buitenkant:
Gebruik voor het reinigen van de buitenkant
een vochtige doek en een neutraal
schoonmaakmiddel.
Gebruik geen schuurmiddelen.
Reinigen van de binnenkant van de
afwasmachine:
Maak regelmatig de afdichting en de binnenkant
van de deur schoon met een vochtige doek, om
eventuele voedselresten te verwijderen.
Bovenste sproeiarm:
1. Draai de moer (
A
) los (door hem naar links te
draaien) en haal de sproeiarm weg door hem
omlaag te trekken (
B
).
2. Spoel de gaatjes af.
3. Monteer de sproeiarm terug door hem midden
op de pen van de rotor te zetten en vast te
klikken.
4. Draai de moer vast (door hem naar rechts te
draaien).
Controleer of de moer goed is vastgedraaid (u
dient een klik te horen).
De sproeiarm moet ongehinderd kunnen draaien.
Onderste sproeiarm:
1. Druk de twee klemmen waarmee de sproeiarm
is vastgezet naar binnen (
C
) en haal de arm weg
door hem op te tillen (
D
).
2. Spoel de gaatjes af.
3. Monteer de onderste sproeiarm terug door hem
midden op de pen van de rotor te zetten.
4. Druk de arm omlaag, totdat hij vast komt te
zitten.
5. Controleer of de klemmen goed op hun plaats
zitten (u moet een klik horen).
De sproeiarm moet ongehinderd kunnen draaien.
Reiniging van de zeven:
1. Draai de centrale, grove zeef naar links en haal
hem uit de bodem (
E
).
2. Draai de fijnmazige zeef helemaal los en haal hem
uit de centrale, grove zeef
(
F
); let op de holten in
de onderkant van de zeef.
3. Haal de fijnmazige zeef eruit (
G
).
4. Maak regelmatig alle zeven onder stromend
water schoon en controleer of er geen
onzuiverheden in de afwasmachine zijn
achtergebleven.
5. Monteren:
Schuif de fijnmazige zeef in de centrale, grove zeef
en bevestig hem. (let op de holten in de onderkant
van de zeef).
Breng de zeefgroep aan en bevestig hem door
hem naar rechts te draaien. Controleer of de
zeven goed zijn aangebracht.
Activeer de afwasmachine niet zonder dat
de zeven gemonteerd zijn en controleer of
de zeefgroep goed geïnstalleerd is om een
goed wasresultaat te garanderen.
REINIGING EN ONDERHOUD
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7

IKEA DWF 415 S (600 270 49) Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding

Gerelateerde papieren