50
NL
Het uitvoeren van een was- of
droogcyclus
Snelle programmering
1. HET WASGOED INLADEN. Open de deur. Laad het
wasgoed in en zorg ervoor nooit de laadhoeveelheid te
overschrijden aangegeven in de programmatabel op de
volgende bladzijde.
2. WASMIDDEL DOSEREN.Trek het bakje naar buiten
en doe het wasmiddel in de speciale bakjes, zoals
aangegeven in “Wasmiddelen en wasgoed”.
3. SLUIT DE DEUR.
4. Druk op de toets “Push&Wash+Dry” om het programma
te starten.
Traditionele programmering
1. DE Wasdroogmachine AANZETTEN. Druk optoets
; het controlelampje START/PAUSE wordt groen en
gaat langzaam knipperen.
2. HET WASGOED INLADEN. Open de deur. Laad het
wasgoed in en zorg ervoor nooit de laadhoeveelheid te
overschrijden aangegeven in de programmatabel op de
volgende bladzijde.
3. WASMIDDEL DOSEREN.Trek het bakje naar buiten
en doe het wasmiddel in de speciale bakjes, zoals
aangegeven in “Wasmiddelen en wasgoed”.
4. SLUIT DE DEUR.
5. KIES HET PROGRAMMA.Kiesmetdedraaiknop
PROGRAMMA’a het gewenste programma; hiermee
zijn een temperatuur en een centrifugesnelheid
verbonden die gewijzigd kunnen worden. Op het display
verschijnt de duur van de cyclus.
6. DE WASCYCLUS AANPASSEN. Druk op de speciale
toetsen:
Wijzig de temperatuur en/of de centrifuge. Het
apparaattoontautomatischdemaximaletemperatuur
en centrifuge die voor het ingestelde programma
gelden of de laatst geselecteerde waarden, mits deze
compatibel zijn met het gekozen programma. Door
op de toets te drukken kunt u de temperatuur
langzaamaan verlagen, tot aan de koude wascyclus
“OFF”.Doortedrukkenopdetoets kunt u het
toerental van de centrifuge langzaamaan verlagen, tot
aan nul toe” OFF”.Alsunogmaalsopdetoetsendrukt
zultuopdemaximaaltoegestanewaardenterugkeren.
! Uitzondering: als u het programma 8 selecteert kunt u
de temperatuur tot op 90° instellen.
Het drogen instellen
De eerste keer dat u op de toets drukt zal het apparaat
automatischhetmaximaledroogniveauselecterendatpast
bij het geselecteerde programma. Elke volgende keer dat
u op de toets drukt zal het niveau dalen, waarna ook de
droogtijd, totdat het zal worden uitgesloten, aangegeven
door “OFF”.
Het is mogelijk het drogen in te stellen:
A - Aan de hand van het gewenste droogniveau:
Kast : geschikt voor wasgoed dat direct in de kast kan
worden gelegd, zonder te worden gestreken.
Hanger : ideaal voor die kledingstukken die geen
volledige droging nodig hebben.
Strijk : geschikt voor wasgoed dat naderhand moet worden
gestreken. De overgebleven vochtigheid zal de vouwen
verzachten en het verwijderen ervan vergemakkelijken.
B - Op tijdsbasis: van 210 tot 30 minuten.
Als in een uitzonderlijk geval de lading wasgoed voor
wassenendrogenmeerisdanhettoegestanemaximum
(zie Programmatabel), dan voert u eerst het wassen uit.
Aan het einde hiervan verdeelt u de lading en laadt u
één gedeelte in de trommel. Volg nu de aanwijzingen
voor het uitvoeren van “Alleen drogen”. Herhaal deze
handelingen met de rest van de lading. Aan het einde van
de droogcyclus wordt altijd een afkoeltijd ingezet.
Alleen drogen
Druk op de toets als u het wasgoed alleen wilt drogen.
Nadat u het gewenste programma heeft geselecteerd, dat
compatibel is met het te behandelen wasgoed, kunt u op
de toets drukken. Hiermee sluit u de wasfase uit en
wordtdedroogcyclusgestartmetdemaximaalvoorziene
droogtegraad die bij het gekozen programma kan worden
uitgevoerd. Het is mogelijk de droogtegraad of de droogtijd
te wijzigen door op de toets drogen te drukken. (Deze
optie is niet compatibel met de programma’s 13 en 14).
Een uitgestelde start instellen
Om de uitgestelde start van het gekozen programma
in te stellen drukt u op de betreffendetoetstotdat u de
gewenste vertraging heeft bereikt. Wanneer deze optie
geactiveerd is, wordt op de display het symbool
verlicht. Om de uitgestelde start te verwijderen drukt u op
detoetstotdatophetdisplaydetekst“OFF”verschijnt.
De kenmerken van de cyclus wijzigen.
• Drukopdetoetsomdeoptieteactiveren.Het
controlelampje dat bij de toets hoort gaat aan.
• Druknogmaalsopdeknopomdeoptiete
deactiveren; desbetreffend controlelampje gaat uit.
! Als de geselecteerde optie niet compatibel is met
het ingestelde programma gaat het controlelampje
knipperen en zal de optie niet worden geactiveerd.
! Als de gekozen optie niet compatibel is met een
voorheen ingestelde optie, zal dit worden aangegeven
door het knipperen van het betreffende controlelampje
en door een geluidssignaal (3 pieptonen). Alleen de
tweede optie zal worden geactiveerd en het lampje van
de geactiveerde optie zal aan gaan.
! De opties kunnen van invloed zijn op de aanbevolen
washoeveelheid en/of de duur van de cyclus.
7. HET PROGRAMMA STARTEN. Druk op de toets
START/PAUSE. Het betreffende controlelampje
zal aangaan met een groen licht en de deur wordt
geblokkeerd(hetsymboolDEURGEBLOKKEERD is
aan). Om een programma te wijzigen terwijl de cyclus
bezig is, zet u de Wasdroogmachine in pauzestand door
middel van de toets START/PAUSE (het controlelampje
START/PAUSE gaat langzaam knipperen met een oranje
licht); selecteer daarna de gewenste cyclus en druk
opnieuw op de toets START/PAUSE. Om de deur te
openen terwijl de cyclus bezig is, drukt u op de START/
PAUSEtoets.AlshetsymboolDEURGEBLOKKEERD
uit is kunt u de deur openen. Druk nogmaals op de
START/PAUSE toets om het programma te hervatten
vanaf het punt dat het werd onderbroken.
8. EINDE VAN HET PROGRAMMA. De tekst “END”
verschijnt op het display. Als het symbool DEUR
GEBLOKKEERD uitgaat kunt u de deur openen.
Open het deurtje, laad het wasgoed uit en schakel het
apparaat uit.
! Als u een reeds gestarte wascyclus wilt annuleren moet u
enkele seconden de toets ingedrukt houden. De cyclus
zal worden onderbroken en de Wasdroogmachine gaat uit.