NL
30
N.B.: voordat u de wasdroogmachine gaat gebruiken moet u
hem met wasmiddel maar zonder wasgoed een wascyclus laten
uitvoeren. Kies het programma van 90° zonder voorwas.
1. DOE DE WASDROOGMACHINE AAN. Druk op de toets
. Alle controlelampjes gaan 1 seconde lang aan, waarna het
controlelampje van de knop aanblijft. Het controlelampje
START/PAUSE zal langzaam gaan knipperen.
2. LAAD HET WASGOED. Open de deur. Laad het wasgoed
in en zorg ervoor nooit de laadhoeveelheid te overschrijden
die wordt aangegeven in de programmatabel op de volgende
bladzijde.
3. WASMIDDEL DOSEREN. Trek het bakje naar buiten en
doe het wasmiddel in de speciale vakjes zoals aangegeven
in “Beschrijving van de wasdroogmachine”.
4. SLUIT DE DEUR.
5. KIES HET PROGRAMMA. Draai de PROGRAMMAKNOP
naar rechts of naar links totdat u het gewenste programma
heeft geselecteerd. Er worden automatisch een temperatuur
en een centrifugesnelheid geselecteerd die naderhand kunnen
worden gewijzigd.
6. DE WASCYCLUS AANPASSEN. Dit kunt u doen met
behulp van de knoppen op het bedieningspaneel:
Wijzigen van de temperatuur.
Het apparaat toont automatisch de maximale temperatuur en
centrifuge die voor het ingestelde programma gelden of de
laatst geselecteerde waarden, mits deze compatibel zijn met
het gekozen programma. Door op de knop te drukken
kunt u de temperatuur langzaamaan verlagen, tot aan de
koude wascyclus ( ). Als u nogmaals op de knoppen
drukt zult u wederom op de maximale waarden terugkeren.
! Uitzondering: als u het programma Katoen selecteert kunt
u de temperatuur tot op 90° instellen.
Het drogen instellen
De eerste keer dat u op de toets drukt zal het apparaat
automatisch het maximale droogniveau selecteren dat past bij
het geselecteerde programma. Elke volgende keer dat u op
de toets drukt zal het niveau dalen, waarna ook de droogtijd,
totdat het zal worden uitgesloten, aangegeven door “ “.
Als u nogmaals op de knoppen drukt zult u wederom op de
maximale waarden terugkeren.
H e t i s m o g e l i j k h e t d r o g e n i n t e s t e l l e n :
A - O p t i j d sb a s i s : v a n 2 0 t ot 18 0 m i n u t e n .
B - Aan de hand van het gewenste droogniveau:
Strijkdroog (L1): geschikt voor wasgoed dat naderhand
moet worden gestreken. De overgebleven vochtigheid zal de
vouwen verzachten en het verwijderen ervan vergemakkelijken.
Hangerdroog (L2): ideaal voor die kledingstukken
d i e g e e n v o l l e d i g e d r o g i n g n o d i g h e b b e n .
Kastdroog (L3): geschikt voor wasgoed dat direct in de
kast kan worden gelegd, zonder te worden gestreken.
Extra droog (L3): geschikt voor wasgoed dat volledig
droog moet zijn, zoals handdoeken en badjassen.
Als in een uitzonderlijk geval de lading wasgoed voor wassen
en drogen meer is dan het toegestane maximum (zie
Programmatabel), dan voert u eerst het wassen uit. Aan het
einde hiervan verdeelt u de lading en laadt u één gedeelte in
de trommel. Volg nu de aanwijzingen voor het uitvoeren van
“Alleen drogen”. Herhaal deze handelingen met de rest van
de lading. Aan het einde van de droogcyclus wordt altijd een
afkoeltijd ingezet.
Alleen drogen
Selecteer met de programmaknop een droogniveau ( - - )
aan de hand van het type materiaal. Het is ook mogelijk het
gewenste niveau of de tijd van het drogen in te stellen met
de toets DROGEN .
Een uitgestelde start instellen.
Druk op de betreffende knop totdat u de gewenste vertraging
bereikt. Tijdens het instellen verschijnt de tijd van de vertraging
samen met het knipperende symbool .
Nadat u de uitgestelde start heeft ingesteld toont het display
het symbool (niet knipperend) en de duur van de cyclus.
Als u één keer op de betreffende knop drukt wordt de
ingestelde vertraging getoond. Om de uitgestelde start te
verwijderen drukt u op de knop totdat op het display de tekst
OFF verschijnt. Het symbool gaat uit.
! Op het moment dat u de knop START/PAUSE indrukt zal de
waarde van de vertraging alleen kunnen worden verminderd.
De eigenschappen van de cyclus
wijzigen.
Druk op de knoppen OPTIES om de wascyclus naar wens
aan te passen.
• Druk op de knop om de optie te activeren. Het desbetreffende
controlelampje gaat aan.
• Druk nogmaals op de knop om de optie te deactiveren. Het
desbetreffende controlelampje gaat uit.
! Als de gekozen optie niet geschikt is voor het ingestelde
programma zal het betreffende controlelampje gaan
knipperen, zal er een geluidssignaal klinken (3 pieptonen) en
zal de optie niet worden geactiveerd.
! Als de geselecteerde optie niet compatibel is met een
optie die daarvòòr is ingesteld, zal het controlelampje van de
eerst geselecteerde optie gaan knipperen en zal alleen de
tweede optie worden geactiveerd. Het controlelampje van
de betreffende knop zal aanblijven.
7. HET PROGRAMMA STARTEN. Druk op de toets START/
PAUSE. Het betreffende controlelampje zal aanblijven
en de deur zal worden geblokkeerd (het controlelampje
DEUR GEBLOKKEERD blijft aanstaan). De symbolen
die horen bij de verschillende wasfases worden tijdens de
cyclus verlicht om aan te geven welke fase bezig is. Om een
programma te wijzigen van een reeds gestarte wascyclus
doet u de wasdroogmachine op pauze met behulp van de
knop START/PAUSE. Selecteer daarna de gewenste cyclus
en druk nogmaals op de knop START/PAUSE. Om de deur
te openen tijdens de wascyclus drukt u op de knop START/
PAUSE. Als het controlelampje DEUR GEBLOKKEERD uit
gaat kunt u de deur openen. Om het programma te hervatten
drukt u opnieuw op de knop START/PAUSE.
8. EINDE VAN HET PROGRAMMA. Wordt aangegeven door
de tekst END. De deur kan gelijk worden geopend. Als het
controlelampje START/PAUSE knippert druk u op de toets om
de wascyclus te beëindigen. Open de deur, laad het wasgoed
uit en schakel de wasdroogmachine uit.
! Als u een reeds gestarte cyclus wilt annuleren houdt u de
knop ingedrukt totdat de cyclus wordt onderbroken en het
apparaat uitgaat.
Het uitvoeren van een was- of
droogcyclus
Sym-
bool
Beschrijving van het Programma
Max. Temp.
(°C)
Max. snel-
heid (toeren
per minuut)
Drogen
Wasmiddel en wasversterkers
Max.
lading
(kg)
Duur-
cyclus
Was-
middel
Wasver-
zachter
Bleek-
middel
Programma’s Katoen
Katoen met voorwas
(Doe het wasmiddel in het speciale vakje).
90° 1400
- 8
Katoen (1): zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed.
60°
(Max. 90°C)
1400
8
Katoen (2): zeer vuile witte en bonte fijne was. 40° 1400
8
Bont Katoen (3) 40° 1400
8
Jeans
40° 800
- 4
Speciale programma’s
Baby: zeer vuile fijne bonte was. 40° 800
4
Gemengd 30': voor het snel opfrissen van niet zo vuil
wasgoed (niet geschikt voor wol, zijde en handwas).
30° 800
- 3,5
Kleurvast Synthetisch 60° 800
4
Zijde: voor zijde, viscose, lingerie. 30° 0 -
- 2
Wol: voor wol, kasjmier, etc. 40° 800
- 2
Droog programma’s
Was & Droog
30° 1400
- 1
Katoen
- -
- - - 6
Synthetisch
- -
- - - 4
Wol
- -
- - - 1,5
Extra programma’s
Spoelen - 1400
-
8
Centrifugeren - 1400
- - - 8
Afpompen - 0 - - - - 8
(*) U kunt de duur van de wasprogramma’s op het
display controleren.