Yamaha RX-V365 de handleiding

Categorie
AV-ontvangers
Type
de handleiding
Let op-i Nl
1
Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit uw
toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te lezen.
Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er later nog eens
iets in kunt opzoeken.
2
Installeer deze geluidsinstallatie op een goed geventileerde, koele,
droge, schone plek – uit de buurt van direct zonlicht, warmtebronnen,
trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg voor een ventilatieruimte van
tenminste 30 cm aan de bovenkant, 20 cm aan de rechter- en
linkerkant, en 20 cm aan de achterkant van dit toestel.
3
Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische apparatuur,
motoren of transformatoren om storend gebrom te voorkomen.
4
Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge temperatuurswisselingen
van koud naar warm en plaats het toestel niet in een omgeving met
een hoge vochtigheidsgraad (bijv. in een ruimte met een
luchtbevochtiger) om te voorkomen dat zich binnenin het toestel
condens vormt, wat zou kunnen leiden tot elektrische schokken,
brand, schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel.
5
Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel kunnen
vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende of spattende
vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet bovenop dit toestel:
Andere componenten, daar deze schade kunnen veroorzaken en/
of de afwerking van dit toestel kunnen doen verkleuren.
Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand, schade
aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen veroorzaken.
Voorwerpen met vloeistoffen, aangezien deze kunnen vallen en
de vloeistof elektrische schokken voor de gebruiker en/of schade
aan dit toestel kan veroorzaken.
6
Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz. zodat de
koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur binnenin het
toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand, schade aan het toestel
en/of persoonlijk letsel.
7
Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle
aansluitingen gemaakt zijn.
8
Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is geplaatst. Het
kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden tot schade.
9
Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen en/of
snoeren.
10
Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de stekker
zelf trekken, niet aan het snoer.
11
Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen; dit kan
de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone, droge doek.
12
Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik van dit
toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is gevaarlijk en kan
leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel.
Yamaha aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige schade
veroorzaakt door gebruik van dit toestel met een ander voltage dan
hetgeen aangegeven staat.
13
Om schade door blikseminslag te voorkomen, dient u de stekker uit
het stopcontact te halen wanneer het onweert.
14
Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of het te
repareren. Neem contact op met erkend Yamaha servicepersoneel
wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie behoeft. Probeer in geen
geval de behuizing open te maken.
15
Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken (bijv.
vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen.
16
Installeer dit toestel in de buurt van een stopcontact op een plek waar
u de stekker gemakkelijk kunt bereiken.
17
Lees het hoofdstuk "Oplossen van problemen" over veel
voorkomende vergissingen bij de bediening vóór u de conclusie trekt
dat het toestel een storing of defect vertoont.
18
Voor u dit toestel verplaatst, dient u op
ASTANDBY/ON
te
drukken om dit toestel uit (standby) te schakelen en de stekker uit het
stopcontact te halen.
19
VOLTAGE SELECTOR (Alleen modellen voor Azië en Algemene
modellen)
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit toestel moet
worden ingesteld op de ter plekke gebruikte netspanning VOORDAT
u de stekker in het stopcontact steekt. De voltages zijn:
....................................110-120/220-240 V, 50/60 Hz wisselstroom
20
De batterijen mogen niet worden blootgesteld aan hitte, zoals door
zonlicht, vuur of iets dergelijks.
21
Een te hoge geluidsdruk (volume) van een oortelefoon of
hoofdtelefoon kan leiden tot gehoorschade.
22
Vergewis u bij het vervangen van de batterijen ervan dat u batterijen
van hetzelfde type gebruikt. Er kan gevaar op explosie bestaan als de
batterijen onjuist vervangen worden.
Let op: Lees het volgende voor u dit toestel in gebruik neemt.
WAARSCHUWING
OM HET RISICO VAN BRAND OF ELEKTRISCHE
SCHOKKEN TE VERMINDEREN, STEL DIT
TOESTEL NIET BLOOT AAN REGEN OF VOCHT.
Zolang dit toestel is aangesloten op het stopcontact, is de
stroomvoorziening niet afgesloten, ook niet wanneer u het
toestel uitschakelt met
ASTANDBY/ON
. In deze
staat is dit toestel ontworpen om slechts een zeer kleine
hoeveelheid stroom te gebruiken.
Let op-ii Nl
Let op: Lees het volgende voor u dit toestel in gebruik neemt.
Beperkte garantie voor de Europese Economische Ruimte en Zwitserland
Hartelijk dank dat u een Yamaha-product hebt gekozen. In het onwaarschijnlijke geval dat uw Yamaha-product tijdens de garantie dient te worden
gerepareerd, dient u contact op te nemen met de dealer bij wie u het hebt gekocht. Indien u moeilijkheden ervaart, gelieve dan contact op te nemen met de
vertegenwoordiging van Yamaha in uw land. U vindt de gegevens op onze website (http://www.yamaha-hifi.com/ of http://www.yamaha-uk.com/ voor
inwoners van het V.K.).
Er wordt gegarandeerd dat het product vrij is van gebreken in fabricage en materialen voor een periode van twee jaren te rekenen vanaf de originele
aankoop. Yamaha zorgt ervoor, met inachtneming van onderstaande voorwaarden, dat een product dat gebreken vertoont wordt gerepareerd of dat om het
even welke onderdelen worden gerepareerd of vervangen (naar goeddunken van Yamaha) zonder kosten voor de onderdelen of werkuren. Yamaha behoudt
zich het recht voor om een product te vervangen door een gelijkaardig met dezelfde eigenschappen en waarde, indien een model niet meer leverbaar is of het
onrendabel is dit te repareren.
Voorwaarden
1. De originele factuur of de kassabon (met vermelding van de aankoopdatum, de productcode en de naam van de dealer) MOET worden gevoegd bij het
product dat gebreken vertoont, samen met een verklaring waaruit het gebrek blijkt. Ingeval van afwezigheid van dit duidelijk aankoopbewijs, behoudt
Yamaha zich het recht voor om gratis service te weigeren en kan het product op kosten van de klant worden teruggezonden.
2. Het product MOET zijn gekocht bij een ERKENDE Yamaha dealer binnen de Europese Economische Ruimte (EEA) of Zwitserland.
3. Het product mag geen wijzigingen of veranderingen hebben ondergaan, tenzij deze schriftelijk door Yamaha werden toegestaan.
4. Het volgende is van garantie uitgesloten:
a. Regelmatig onderhoud of reparaties of vervanging van onderdelen vanwege normale slijtage.
b. Schade die voortkomt uit:
(1) Reparaties uitgevoerd door de klant zelf of een ongemachtigde derde.
(2) Een onjuiste verpakking of oneigenlijk gebruik wanneer het product door de klant wordt verstuurd. Het is belangrijk te weten dat het de
verantwoordelijkheid is van diegene die het product terugstuurt dat het product adequaat is ingepakt wanneer hij of zij het product terugstuurt met
het oog op reparatie.
(3) Oneigenlijk gebruik, met inbegrip van maar niet beperkt tot (a) verzuim om het product voor normale doeleinden te gebruiken of te gebruiken
overeenkomstig de instructies van Yamaha met betrekking tot eigenlijk gebruik, onderhoud en opslag, en (b) installatie of gebruik van het product
op een manier die niet overeenkomt met de van toepassing zijnde technische of veiligheidsnormen in de landen van gebruik.
(4) Ongevallen, blikseminslag, waterschade, brandschade, een onjuiste ventilatie, lekkende batterijen of een oorzaak die buiten de controle van
Yamaha ligt.
(5) Gebreken aan het systeem waarin het product wordt ingebouwd en/of onverenigbaarheid met derde producten.
(6) Gebruik van een product dat in de Europese Economische Ruimte en/of Zwitserland werd ingevoerd, maar niet door Yamaha, en dat niet voldoet
aan de technische of veiligheidsnormen van het land van gebruik en/of de standaardspecificaties van producten die door Yamaha in de Europese
Economische Ruimte en/of Zwitserland worden verkocht.
(7) Producten die niet AV (audiovisueel) gerelateerd zijn.
(De producten die onderworpen zijn aan de “Yamaha AV garantievoorwaarden” worden gedefinieerd op onze website:
http://www.yamaha-hifi.com/ of http://www.yamaha-uk.com/ voor inwoners van het V.K.)
5. Indien de garantie verschilt tussen het land van aankoop en het land van gebruik, zal de garantie van het land van gebruik van toepassing zijn.
6. Yamaha kan niet aansprakelijk worden gesteld voor verlies of beschadiging, hetzij rechtstreeks of onrechtstreeks of anders, behalve voor de reparatie of
vervanging van het product.
7. Maak kopieën van douaneformulieren of gegevens omdat Yamaha niet aansprakelijk kan worden gesteld voor om het even welke wijzigingen aan of
verlies van dergelijke formulieren en gegevens.
8. Deze garantie heeft noch invloed op de statutaire rechten van klanten die van toepassing zijn binnen het kader van de nationale wetgevingen, noch op de
rechten van klanten ten opzichte van de dealer die voortkomen uit hun overeenkomst tot verkoop/aankoop.
Informatie voor gebruikers van inzameling en verwijdering van oude apparaten en gebruikte
batterijen
Deze tekens op de producten, verpakkingen en/of bijgaande documenten betekent dat gebruikte
elektrische en elektronische producten en batterijen niet mogen worden gemengd met algemeen
huishoudelijk afval.
Breng alstublieft voor de juiste behandeling, herwinning en hergebruik van oude producten en
gebruikte batterijen deze naar daarvoor bestemde verzamelpunten, in overeenstemming met uw
nationale wetgeving en de instructies 2002/96/EC en 2006/66/EC.
Door deze producten en batterijen juist te rangschikken, helpt u het redden van waardevolle
rijkdommen en voorkomt u mogelijke negatieve effecten op de menselijke gezondheid en de omgeving,
welke zich zou kunnen voordoen door ongepaste afvalverwerking.
Voor meer informatie over het inzamelen en hergebruik van oude producten en batterijen kunt u contact
opnemen met uw plaatselijke gemeente, uw afvalverwerkingsbedrijf of het verkooppunt waar u de
artikelen heeft gekocht.
[Informatie over verwijdering in ander landen buiten de Europese Unie]
Deze symbolen zijn alleen geldig in de Europese Unie. Mocht u artikelen weg willen gooien, neem dan
alstublieft contact op met uw plaatselijke overheidsinstantie of dealer en vraag naar de juiste manier
van verwijderen.
Opmerking bij het batterij teken (onderkant twee tekens voorbeelden):
Dit teken wordt mogelijk gebruikt in combinatie met een chemisch teken. In dat geval voldoet het aan
de eis en de richtlijn, welke is opgesteld voor het betreffende chemisch product.
1 Nl
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE APPENDIX
VOORBEREIDINGEN
BASISBEDIENING
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Kenmerken ..............................................................2
Meegeleverde accessoires.......................................... 2
Functioneel overzicht..............................................3
Voorpaneel................................................................. 3
Display voorpaneel ....................................................4
Afstandsbediening .....................................................5
Achterpaneel .............................................................. 6
Snelstartgids ............................................................7
L
Voorbereiding van de afstandsbediening .............8
Verbindingen...........................................................9
Luidsprekers opstellen ............................................... 9
Aansluiten van luidsprekers.......................................9
Aansluiten van videocomponenten.......................... 10
Aansluiten van andere componenten .......................13
Gebruiken van de VIDEO AUX aansluitingen
op het voorpaneel................................................. 14
Aansluiten van de FM en AM antennes................... 15
Aansluiten van het netsnoer..................................... 15
De stroom in- of uitschakelen.................................. 15
Optimaliseren van de luidsprekerinstellingen
voor uw kamer (YPAO) ...................................16
Gebruiken van AUTO SETUP ................................ 16
Weergave ...............................................................18
Basisprocedure.........................................................18
Aanvullende werkingen ........................................... 19
De SCENE sjablonen selecteren ..........................22
Selecteer het gewenste SCENE-sjabloon ................ 22
Originele SCENE sjablonen creëren........................24
Geluidsveldprogramma's .....................................25
Selecteren van geluidsveldprogramma's.................. 25
FM/AM afstemmen...............................................27
Overzicht.................................................................. 27
FM/AM afstemmingbewerkingen............................ 27
FM/AM zenders vooraf instellen............................. 27
Radio Data Systeem ontvangst (alleen voor
modellen uit Europa en Rusland)....................29
Tonen van Radio Data Systeem informatie ............. 29
Selecteren van een Radio Data Systeem
programmatype (PTY SEEK stand) .................... 29
Gebruiken van de dataservice voor verbetering
van het gebruik van andere netwerken (EON) .... 30
Ingestelde menu .................................................... 31
Het ingestelde menu gebruiken................................ 32
1 SOUND MENU.................................................... 32
2 INPUT MENU...................................................... 34
3 OPTION MENU ................................................... 35
Geavanceerde setup.............................................. 37
Oplossen van problemen...................................... 38
Woordenlijst.......................................................... 43
Technische gegevens............................................. 44
Index ...................................................................... 45
INHOUD
INLEIDING
VOORBEREIDINGEN
BASISBEDIENING
GEAVANCEERDE BEDIENING
AANVULLENDE INFORMATIE
Over deze handleiding
y geeft een bedieningstip aan.
Sommige handelingen kunnen zowel worden uitgevoerd met de
toetsen op het voorpaneel als met de afstandsbediening. Als de naam
van een toets op de afstandsbediening verschilt van die op het
voorpaneel, zal de naam van de betreffende toets op de
afstandsbediening tussen haakjes vermeld worden.
Deze handleiding is gedrukt voordat uw toestel geproduceerd werd.
Daarom kunnen ontwerp en specificaties gewijzigd zijn als gevolg
van verbeteringen, enz. Als de handleiding en het product van elkaar
verschillen, heeft het product de prioriteit.
"ASTANDBY/ON" o "eDVD" (voorbeeld) geeft de naam aan
van een onderdeel op het voorpaneel of de afstandsbediening.
Raadpleeg het "Functioneel overzicht" op pagina 3.
2 Nl
INLEIDING
Ingebouwde 5-kanaals eindversterker
Minimum RMS uitgangsvermogen
(1 kHz, 0,9% THD, 6 Ω)
Voor: 100 W/ch
Midden: 100 W
Surround: 100 W/ch
Verschillende ingang/uitgang connectors
HDMI (IN x 2, OUT x 1), Component video (IN x 3, OUT x
1), Samengestelde video (IN x 3, OUT x 2), Coaxiaal digitale
audio (IN x 1), Optische digitale audio (IN x 2), Analoge
audio (IN x 9, OUT x 2)
Luidspreker uitgang (5-kanaals), Subwoofer uitgang
Discrete multikanaal ingang (6-kanaals)
SCENE selecteer functie
Vooraf ingestelde SCENE-sjablonen voor verschillende
situaties
SCENE-sjabloon aanpasmogelijkheid
Geluidsveldprogramma's
Zelf ontwikkelde Yamaha-technologie voor de creatie van
surroundvelden
De Compressed Music Enhancer stand
SILENT CINEMA™
Decoders en DSP-circuits
Dolby Digital decoder
Dolby Pro Logic/Dolby Pro Logic II decoder
DTS-decoder
Virtual CINEMA DSP
SILENT CINEMA™
Verfijnde FM/AM ontvanger
40 willekeurige en gemakkelijk toegankelijke
voorkeuzezenders
Automatisch voorprogrammeren
HDMI™ (High-Definition Multimedia Interface)
HDMI interfacevoor standaard, verbeterde of high-definition
video (bevat 1080p videosignaaltransmissie)
Overige kenmerken
192-kHz/24-bits D/A converter
Slaaptimer
Cinema en muziek nachtluisterstanden
Afstandsbedieningmogelijkheid
Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories.
"Dolby", "Pro Logic", en het dubbele D-symbool zijn
handelsmerken van Dolby Laboratories.
Vervaardigd onder licentie volgens V.S. Patentnrs.:
5,451,942;5,956,674;5,974,380;5,978,762;6,487,535 en
andere Amerikaanse en internationale uitgegeven en in
behandeling zijnde patenten. DTS is een geregistreerd
handelsmerk en de DTS logo's en het symbool zijn
handelsmerken van DTS, Inc. © 1996-2007 DTS, Inc.
Alle rechten voorbehouden.
"HDMI", het "HDMI"-logo en "High-Definition
Multimedia Interface" zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
"SILENT CINEMA" is een handelsmerk van Yamaha
Corporation.
Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad
ontvangen hebt.
Afstandsbediening
Batterijen (2) (AAA, R03, UM-4)
AM ringantenne
FM binnenantenne
Optimalisatie-microfoon
Kenmerken
Meegeleverde accessoires
3 Nl
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE APPENDIX
VOORBEREIDIN
GEN
BASISBEDIENIN
G
GEAVANCEERD
E BEDIENING
A STANDBY/ON
Zet het toestel aan of zet het in de standby (Zie bladzijde 15).
B PHONES aansluiting
Sluit aan op een hoofdtelefoon (Zie bladzijde 20).
C SPEAKERS
Zet de set met voor-luidsprekers die zijn aangesloten op FRONT
A of FRONT B luidsprekeraansluitingen (Zie bladzijde 19) aan
of uit.
D EDIT PRESET/TUNING
De afstemfunctie instellen op (Zie bladzijde 27).
E A/B/C/D/E
Selecteert de voorkeuzegroep (A naar E) (Zie bladzijde 28).
F PRESET/TUNING l / h
Stemt handmatig of automatisch af op radiostations en selecteer
een voorkeuzegroep (Zie bladzijde 27).
G BAND
Selecteert de ontvangstband van FM en AM (Zie bladzijde 27).
H MEMORY
Legt een station vast waar u op heeft afgestemd als een
voorkeuzestation (Zie bladzijde 27).
I TUNING AUTO/MAN'L
Selecteert een afstemmethode uit automatisch of handmatig
afstemmen (Zie bladzijde 27).
J SCENE 1/2/3/4
Roept een signaalbron en een geluidsveldprogramma aan die
aan elke SCENE-toets zijn aangewezen (Zie bladzijde 22).
K TONE CONTROL
Selecteert "BASS" en "TREBLE" om de frequentie van de tonen
af te stemmen (Zie bladzijde 20).
L PROGRAM l / h
Selecteert van geluidsveldprogramma (Zie bladzijde 25).
M STRAIGHT
Activeert de"STRAIGHT" stand. (Zie bladzijde 26).
N INPUT l / h
Selecteert een signaalbron (Zie bladzijde 18).
O NIGHT
Selecteert de nachtluisterstand (Zie bladzijde 20).
P VOLUME-bediening
Stelt het volumeniveau van dit apparaat af (Zie bladzijde 18).
Q VIDEO (VIDEO AUX)-aansluiting
Kan worden aangesloten op een gameconsole of een
videocamera met gebruik van een composiet videokabel (Zie
bladzijde 14).
R AUDIO L/R (VIDEO AUX)-aansluitingen
Kan worden aangesloten op een gameconsole of een
videocamera met gebruik van analoge audiokabels (Zie
bladzijde 14).
S PORTABLE (VIDEO AUX)-aansluiting
Kan worden aangesloten op een audiocomponent (zoals een
iPod) (Zie bladzijde 14).
T OPTIMIZER MIC-aansluiting
Kan worden aangesloten op een meegeleverde
optimalisatiemicrofoon (Zie bladzijde 16).
U Display voorpaneel
Toont informatie over de operationele status van dit apparaat
(Zie bladzijde 18).
Functioneel overzicht
Voorpaneel
OPTIMIZER
MIC
PHONES
SILENT
CINEMA
TONE
CONTROL
PROGRAM
STRAIGHT
INPUT
VIDEO
AUDIO
PORTABLE
VIDEO
AUX
VOLUME
EFFECT
l
h
l
h
SCENE
STANDBY
/ON
1
NIGHT
2
3
4
SPEAKERS
PRESET/TUNING
EDIT
A/B/C/D/E
PRESET/TUNING
l
h
BAND
MEMORY
TUNING
AUTO/MAN'L
A
C D G H T
K OL N
IU PE F
J Q SB RM
4 Nl
Functioneel overzicht
a Decoderindicator
Licht op wanneer één van de decoders van dit toestel in werking
is.
b ENHANCER indicator
Licht op wanneer de Compressed Music Enhancer functie is
geselecteerd (Zie bladzijde 25).
c VIRTUAL indicator
Licht op wanneer Virtuele CINEMA DSP actief is (Zie
bladzijde 26).
d SILENT CINEMA indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten en er een
geluidsveldprogramma is geselecteerd (Zie bladzijde 26).
e Signaalbron indicators
De corresponderende cursor licht op om aan te geven welke
signaalbron op dit moment is geselecteerd.
f YPAO indicator
Licht op wanneer u de "AUTO SETUP" doet en wanneer de via
de "AUTO SETUP" ingestelde luidsprekerinstellingen zonder
wijzigingen worden gebruikt (Zie bladzijde 16).
g Tuner (radio) indicators
Licht op wanneer dit toestel in de FM of AM afstemfunctie staat
(Zie bladzijde 27).
h MUTE indicator
Knippert terwijl de MUTE functie is ingeschakeld (Zie
bladzijde 20).
i VOLUME niveauindicator
Geeft het huidige volumeniveau aan.
j PCM indicator
Licht op wanneer het apparaat PCM (Pulse Code Modulatie)
digitale audiosignalen reproduceert.
k Hoofdtelefoon indicator
Licht op als de hoofdtelefoons zijn aangesloten (Zie
bladzijde 20).
l SP A B indicators
Licht op volgens de set van geselecteerde voor-luidsprekers (Zie
bladzijde 18).
m NIGHT indicator
Licht op wanneer u de nachtluisterstand selecteert (Zie
bladzijde 20).
n CINEMA DSP indicator
Licht op wanneer u een geluidsveldprogramma selecteert (Zie
bladzijde 26).
o Multi-informatie display
Toont de naam van het huidige geluidsveldprogramma en andere
gegevens bij het invoeren of wijzigen van instellingen.
p Radio Data Systeem indicators (alleen voor
modellen uit Europa en Rusland)
PTY HOLD
Licht op wanneer dit toestel in de PTY SEEK-functie staat (Zie
bladzijde 29).
PS, PTY, RT en CT
Deze lichten op aan de hand van de beschikbare informatie voor
het Radio Data Systeem.
•EON
Licht op wanneer er EONgegevens beschikbaar zijn.
q SLEEP indicator
Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld (Zie
bladzijde 21).
r Ingangskanaal en luidspreker indicators
LFE indicator
Licht op wanneer de invoersignalen het LFE signaal bevatten.
Indicators ingangskanalen
Deze geven aan uit welke kanalen het huidige digitale
ingangssignaal bestaat.
Display voorpaneel
DVR DVD CD
V-AUX DTV/CBL
MD/CD-R
TUNER
q
PL
q
PL
ENHANCER
SILENT CINEMA
NIGHT
AUTO
YPAO
PRESET
PSHOLD RT
EON
PTYPTY
TUNED
MUTE
VOLUME
MEMORY
SLEEP
VIRTUAL
PCM
A B
SP
mS
ft
dB
LFE
LCR
SL SR
q
DIGITAL
t
dB
STEREO
CT
ab c d feghi
jklmnoqr
p
LFE
LCR
SL SR
LFE indicator
Indicators ingangskanalen
5 Nl
Functioneel overzicht
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE APPENDIX
VOORBEREIDIN
GEN
BASISBEDIENIN
G
GEAVANCEERD
E BEDIENING
a Infraroodvenster
Hiervandaan worden de infraroodsignalen verzonden (Zie
bladzijde 8).
b STANDBY ( )
Zet dit apparaat in standby (Zie bladzijde 15).
c POWER ( )
Zet dit toestel aan (Zie bladzijde 15).
d SCENE 1/2/3/4
Roept een signaalbron en een geluidsveldprogramma aan die
aan elke SCENE-toets zijn aangewezen (Zie bladzijde 22).
e Ingangskeuzetoetsen
Stelt de signaalbron op elke bron in (Zie bladzijde 18).
f MULTI CH IN
Stelt de signaalbron in op MULTI CH IN (Zie bladzijde 19).
g VOLUME +/
Stelt het volumeniveau van dit apparaat af (Zie bladzijde 18).
h MUTE
Dempen van audioweergave. Druk opnieuw op deze toets om de
audioweergave te hervatten (Zie bladzijde 20).
i PRESET l / h
Stemt handmatig of automatisch af op radiostations en selecteer
een voorkeuzestationnummer (1 tot en met 8) (Zie bladzijde 27).
j A/B/C/D/E
Selecteert de voorkeuzegroep (A tot E) (Zie bladzijde 28).
k MENU
Geeft het ingestelde menu weer op de display van het
voorpaneel (Zie bladzijde 32).
l SLEEP
Stelt de slaaptimer in (Zie bladzijde 21).
m LEVEL
Selecteert de luidspreker die u wilt afstellen (Zie bladzijde 20).
n AUDIO SEL
Selecteert een selectiefunctie voor de audio-ingang voor elke
signaalbron (Zie bladzijde 19).
o Cursors (l / h / n / k) / ENTER
Druk op de cursors om naar het ingestelde menu te navigeren
(Zie bladzijde 32).
Druk op ENTER om een selectie in het ingestelde menu te
bevestigen (Zie bladzijde 32).
p NIGHT
Selecteert de nachtluisterstand (Zie bladzijde 20).
q RETURN
Keert terug naar het voorgaande menuniveau in de ingestelde
menustand (Zie bladzijde 32).
r SUR.DECODE
Selecteert een decoder uit vier decoders (Zie bladzijde 26).
s DISPLAY
Is niet beschikbaar voor dit toestel.
t STRAIGHT
Activeert de "STRAIGHT" stand (Zie bladzijde 26).
u PROG l / h
Selecteert het geluidsveldprogramma (Zie bladzijde 25).
v ENHANCER
Stelt het geluidsveldprogramma in op de "Music Enh. 2ch" of
"Music Enh. 5ch" (Zie bladzijde 25).
w INFO/Radio data systeembesturing
Bedient het Radio Data Systeem met vier toetsen (INFO/EON/
MODE (PTY-SEEK)/START (PTY-SEEK)) (Zie bladzijde 29).
Afstandsbediening
STANDBY
SCENE
POWER
CD
DVD
A/B/C/D/E
PRESET
SLEEP
LEVEL
MENU
AUDIO SEL
NIGHT
RETURN
SUR.DECODE
STRAIGHT
INFO EON
PTY
MODE
PROG
ENHANCER
DISPLAY
ENTER
MUTE
DVR
V-AUX
DTV/CBL
MD/CD-R
TUNER
MULTI CH IN
1234
VOLUME
START
SEEK
a
b
d
g
k
s
p
t
h
c
f
l
n
r
v
j
m
q
e
i
u
w
o
6 Nl
Functioneel overzicht
a COMPONENT VIDEO aansluitingen
Kan worden aangesloten op Y, PB/CB en PR/CR-aansluitingen
op uw videocomponenten met de component videokabels (Zie
bladzijde 11).
DVD ingangsaansluitingen
DTV/CBL ingangsaansluitingen
DVR ingangsaansluitingen
MONITOR OUT-uitgangaansluitingen
b HDMI-aansluitingen
Kan worden aangesloten op HDMI uitgang/ingang-
aansluitingen op uw externe componenten met HDMI-kabels
(Zie bladzijde 11).
HDMI DVD-aansluitingen
HDMI DTV/CBL-aansluitingen
HDMI OUT uitgangaansluiting
c VIDEO aansluitingen
Kan worden aangesloten op videoaansluitingen op uw
videocomponenten met composiet videokabels (Zie
bladzijde 11).
DVD ingangsaansluiting
DTV/CBL ingangsaansluiting
DVR IN aansluiting
DVR OUT aansluiting
MONITOR OUT-aansluiting
d ANTENNA aansluitingen
Kan worden aangesloten op meegeleverde FM en AM-antennes
(Zie bladzijde 15).
e SPEAKERS-aansluitingen
Kan op elke luidspreker worden aangesloten (Zie bladzijde 9).
FRONT A L/R
FRONT B L/R
SURROUND L/R
CENTER
f DIGITAL INPUT-aansluitingen
Kan worden aangesloten op DIGITAL-uitgangaansluitingen op
uw digitale audiocomponenten met Coaxiaal/Optisch digitale
audiokabels.
Deze invoeraansluitingen ondersteunen PCM, Dolby Digital en
DTS bitstream (Zie bladzijde 10).
COAXIAL (DVD)
OPTICAL (DTV/CBL)
OPTICAL (CD)
g MULTI CH INPUT aansluitingen
Verbind de uitgangsaansluitingen van uw multiformaat-speler of
externe decoder met de analoge audiokabels (Zie bladzijde 14).
FRONT L/R-aansluiting
SURROUND L/R-aansluiting
CENTER-aansluiting
SUBWOOFER-aansluiting
h AUDIO aansluitingen
Kan worden aangesloten op de audiouitgang/ingang-
aansluitingen op uw componenten met analoge audiokabels (Zie
bladzijde 10).
DVD L/R-aansluiting
DTV/CBL L/R-aansluiting
DVR IN L/R-aansluiting
DVR OUT L/R-aansluiting
CD L/R-aansluiting
IN (PLAY) L/R-aansluiting
OUT (REC) L/R-aansluiting
i SUBWOOFER OUTPUT-aansluiting
Kan worden aangesloten op een subwoofer met een analoge
audiokabel (Zie bladzijde 9).
j Netsnoer
Kan worden aangesloten op een stopcontact (Zie bladzijde 15).
Achterpaneel
DIGITAL INPUT
COMPONENT VIDEO
VIDEO
AUDIO
MULTI CH INPUT
HDMI
ANTENNA
SPEAKERS
DVD
OPTICAL
DVD
SURROUND
CENTER
FRONT B
FRONT A
DVR
SURROUND
FRONT
CENTER
SUBWOOFER
DTV/CBL
DVD
DVR
FM
AM
GND
IN
OUT
DTV/CBL
DVD
DVR
CD
OUTPUT
SUB
WOOFR
IN
OUT
MD/
CD-R
IN
(PLAY)
OUT
(REC)
DTV/CBL
DTV/CBL
MONITOR
OUT
MONITOR
OUT
CD
P
R
P
B
Y
DVD
COAXIAL
DTV/
CBL
OUT
UNBAL.
f g h i
d eb ca
j
7 Nl
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE APPENDIX
VOORBEREIDIN
GEN
BASISBEDIENIN
G
GEAVANCEERD
E BEDIENING
De volgende stappen beschrijven de eenvoudigste manier op dit apparaat te bedienen. Zie de bijbehorende pagina's voor
meer informatie over de werking en de instellingen.
In de volgende stappen heeft u de volgende onderdelen
nodig die niet worden meegeleverd in de verpakking van
dit toestel.
Luidsprekers
Wij raden magnetisch afgeschermde luidsprekers
aan.
Voor-luidspreker ................................ x 2
Er zijn ten minste twee voor-luidsprekers nodig
om het afspelen te starten.
Midden-luidspreker ............................ x 1
Surround-luidspreker ........................ x 2
Actieve subwoofer ................................. x 1
Kies een actieve subwoofer met een RCA -
ingangsaansluiting.
Luidsprekerkabel ................................... x 5
Subwooferkabel ...................................... x 1
Kies een mono RCA kabel.
DVD-speler .............................................. x 1
Kies een DVD-speler met een coaxiaal digitale
audio uitgangsaansluiting en met een composiet
video uitgangsaansluiting.
Beeldscherm............................................ x 1
Kies een TV, projector of ander beeldscherm met
een composiet video ingangsaansluiting.
Videokabel .............................................. x 2
Kies een RCA composiet videokabel.
Coaxiaal digitale audiokabel ................. x 1
Stel uw luidsprekers op in uw kamer en sluit ze aan op dit
toestel.
Sluit uw TV, DVD-speler of andere componenten aan.
Sluit het stroomsnoer aan en zet het apparaat aan.
Selecteer het component dat is aangesloten in stap 3 als
een signaalbron en start de weergave.
Snelstartgids
Stap 1: Controleer de onderdelen Stap 2: Instellen van uw luidsprekers
Luidsprekers opstellen b. 9
Aansluiten van luidsprekers b. 9
Stap 3: Uw onderdelen aansluiten
Aansluiten van een beeldscherm of projector b. 12
Aansluiten van audio- en videocomponenten b. 13
Aansluiten van een multiformaat-speler of externe
decoder b. 14
Gebruiken van de VIDEO AUX aansluitingen op het
voorpaneel
b. 14
Aansluiten van de FM en AM antennes b. 15
Stap 4: Het toestel inschakelen
Aansluiten van het netsnoer b. 15
De stroom in- of uitschakelen b. 15
Stap 5: Selecteer de signaalbron en start
de weergave
Basisprocedure b. 18
Selecteer de SCENE-sjablonen b. 22
De geluidsveldprogramma's aanpassen b. 25
Beeldscherm
Linker voor-
luidspreker
Midden-
luidspreker
DVD-speler
Linker surround-
luidspreker
Rechter surround-
luidspreker
Subwoofer
Rechter voor-
luidspreker
8 Nl
VOORBEREIDINGEN
1 Verwijder de klep van het batterijvak.
2 Doe de vier meegeleverde batterijen (AAA,
R03, UM-4) in het vak met de polen de goede
kant op (+ en –), zoals aangegeven in het
batterijvak.
3 Klik de klep van het batterijvak weer terug op
zijn plaats.
Opmerkingen
Verwissel alle batterijen wanneer u het volgende merkt:
het bereik van de afstandsbediening wordt minder.
Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar (alkali
en gewone batterijen bijvoorbeeld). Lees de informatie op de
verpakking aandachtig door, want de verschillende soorten
batterijen kunnen erg op elkaar lijken.
Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk
weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan en
zorg ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het
batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet.
Gooi batterijen nooit samen met gewoon huishoudelijk afval weg;
neem bij het weggooien van batterijen de plaatselijk geldende
regelgeving in acht.
De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal
uit.
U moet de afstandsbediening goed op de
afstandsbedieningssensor op dit toestel richten.
a Infraroodvenster
Hiervandaan worden de infraroodsignalen verzonden.
Richt dit venster op de component die u wilt bedienen.
Opmerkingen
Mors geen water of andere vloeistoffen op de afstandsbediening.
Laat de afstandsbediening niet vallen.
Laat de afstandsbediening niet liggen en bewaar hem niet op de volgende
plekken:
zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad
plekken waar de temperatuur hoog kan worden, zoals bij de
verwarming of kachel
zeer koude plekken
stoffige plekken
Voorbereiding van de afstandsbediening
Inzetten van batterijen in de
afstandsbediening
1
3
2
Gebruiken van de afstandsbediening
30º 30º
Ongeveer 6 m
9 Nl
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE APPENDIX
VOORBEREIDINGEN
BASISBEDIENIN
G
GEAVANCEERD
E BEDIENING
Hieronder ziet u de door ons aanbevolen opstelling van de
luidsprekers. Met deze opstelling profiteert u optimaal van
CINEMA DSP en multikanaals audio.
Linker en rechter voor-luidsprekers (FL en FR)
De voor-luidsprekers worden gebruikt voor weergave van
het hoofdkanaal plus effecten. Plaats deze luidsprekers op
gelijke afstand van de ideale luisterplek. De afstanden van
deze luidsprekers tot het beeldscherm moeten ook gelijk
zijn.
Midden-luidspreker (C)
De midden-luidspreker is voor weergave van het
middenkanaal (dialoog, vocalen enz.). Als het om de een
of andere reden niet mogelijk is om een midden-
luidspreker te gebruiken, kunt u ook zonder. De beste
resultaten krijgt u echter met een volledig systeem.
Linker en rechter surround-luidsprekers (SL en
SR)
De surround-luidsprekers worden gebruikt voor
omhullende surroundweergave en effecten.
Subwoofer (SW)
Een subwoofer met ingebouwde eindversterker, zoals het
Yamaha Active Servo Processing Subwoofer System,
zorgt niet alleen voor een effectieve versterking van de
lage tonen in sommige of alle kanalen, maar ook voor een
natuurgetrouwe hi-fi (high fidelity) reproductie van het
LFE (lage frequentie effecten) kanaal in Dolby Digital en
DTS-geluidsmateriaal. De opstelling van de subwoofer is
niet zo belangrijk, want de zeer lage tonen zijn niet erg
richtingsgevoelig. U kunt de subwoofer het beste in de
buurt van de voor-luidsprekers plaatsen. Richt hem een
beetje naar het midden van de ruimte om weerkaatsing via
de wanden te verminderen.
Let erop dat u de linker (L), en rechter (R) kanalen, "+"
(rood) en "–" (zwart) op de juiste manier aansluit. Als de
verbindingen niet goed goed zijn, zal dit toestel de
signaalbronnen niet correct kunnen weergeven.
5.1-kanaals luidsprekeraansluiting
Verbindingen
Luidsprekers opstellen
60˚
30˚
FL
FR
C
SL
SR
SR
80˚
SL
SW
Aansluiten van luidsprekers
Let op
Gebruik luidsprekers met de aangegeven impedantie
zoals is afgebeeld op het achterpaneel van dit
apparaat.
Voordat u de luidsprekers aansluit, moet u ervoor
zorgen dat de stekker niet in het stopcontact is
gestoken.
Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en
zorg ervoor dat ze geen contact maken met de
metalen onderdelen van het toestel. Hierdoor kunnen
het toestel en/of de luidsprekers beschadigd raken.
Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als
dergelijke luidsprekers toch uw beeldscherm storen,
zet de luidsprekers dan verder bij het beeldscherm
vandaan.
LRLR
LR
HDMI
VIDEO
AUDIO OUTPUT
ANTENNA
SPEAKERS
B
L
D
DTV/CBL
SURROUND CENTER FRONT B
FRONT A
MONITOR
OUT
MD/
CD-R
SUB
WOOFER
OUT
(REC)
IN
(PLAY)
DVR
B
L DVR CD
IN
OUT
IN
OUT
AM
GND
FM
75
UNBAL.
a b
c
d
f
g
e
h
10 Nl
Verbindingen
* U kunt de voor-luidsprekers selecteren van de voor-luidsprekers (A) en
de voor-luidsprekers (B) door herhaaldelijk op CSPEAKERS
drukken Zie bladzijde 19 voor meer informatie.
Sluit luidsprekerkabels aan op elke
luidspreker
De kabels zijn verschillend gekleurd of gevormd,
misschien een streep, groef of ribbels. Sluit de gestreepte
(gegroefde enz.) draad aan op de "+" (rode) aansluitingen
van uw luidspreker. Verbind de gewone draad met de "–"
(zwarte) aansluitingen.
Voordat u de SPEAKERS aansluit op de
aansluiting
Een luidsprekersnoer bestaat uit twee geïsoleerde draden
naast elkaar.
Verwijder ongeveer 10 mm van de isolatie van het
uiteinde van elk van de luidsprekerdraden en
draai vervolgens de blootliggende draadjes
netjes in elkaar om kortsluiting te voorkomen.
Aansluiten op de FRONT A-aansluitingen
1 Draai de knop los.
2 Steek het blote eind van de luidsprekerdraad
in de gleuf op de aansluiting.
3
Draai de knop weer om de draad vast te zetten.
Aansluiten op de FRONT B, CENTER, en
SURROUND-aansluitingen
1 Duw het lipje naar onderen.
2 Steek het blote eind van de luidsprekerdraad
in het gat op de aansluiting.
3
Laat het lipje weer los om de draad vast te zetten.
Audio-aansluitingen en stekkers
Luidsprekers
Aansluitingen op dit
toestel
a Voor-luidspreker (A)
Rechts*
FRONT A (R)
b Voor-luidspreker (A) Links* FRONT A (L)
c Rechter
surroundluidspreker
SURROUND (R)
d Linker surroundluidspreker SURROUND (L)
e Midden-luidspreker CENTER
f Voor-luidspreker (B)
Rechts*
FRONT B (R)
g Voor-luidspreker (B) Links* FRONT B (L)
h Subwoofer SUBWOOFER
10 mm
Aansluiten van videocomponenten
Informatie over aansluitingen en stekkers
1
2
3
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
COAXIAL
DIGITAL AUDIO
AUDIO
OPTICAL
DIGITAL AUDIO
R
L
C
O
R
L
(Wit) (Rood) (Oranje)
Linker en rechter
analoge
audiostekkers
Coaxiaal digitale
audiostekker
Optisch digitale
audiostekker
11 Nl
Verbindingen
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE APPENDIX
VOORBEREIDINGEN
BASISBEDIENIN
G
GEAVANCEERD
E BEDIENING
AUDIO aansluitingen
Voor conventionele analoge audiosignalen via linker en
rechter analoge audiokabels. Verbind de rode stekkers met
de rechter en de witte stekkers met de linker aansluitingen.
COAXIAL aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via coaxiaal digitale
audiokabels.
OPTICAL aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via optisch digitale
audiokabels.
Opmerkingen
U kunt de digitale aansluitingen gebruiken voor PCM, Dolby Digital, en
DTS bitstreams ingangsignalen. Alle digitale ingangsaansluitingen zijn
compatibel met digitale signalen met een bemonsteringsfrequentie tot 96
kHz.
Dit apparaat verwerkt digitale en analog signalen onafhankelijk van
elkaar. Digitale signalen die binnenkomen via de digitale aansluitingen
worden niet uitgezonden via de analoge AUDIO OUT (REC)-
aansluiting.
Video-aansluitingen en stekkers
VIDEO aansluitingen
Voor conventionele composiet videosignalen die worden
overgebracht via composiet videokabels.
COMPONENT VIDEO aansluitingen
Voor component videosignalen, in luminantie (Y) en
chrominatie (P
B, PR) gescheiden videosignalen die
worden doorgegeven via aparte draden in component
videokabels.
U kunt beelden weergeven door het beeldscherm en het
videobroncomponent aan te sluiten op dit apparaat met
HDMI-aansluitingen.
Op dat moment worden audio/videosignalen uitgezonden
via het aangesloten component (zoals een DVD-speler,
etc.), alleen uitgezonden via het aangesloten beeldscherm
als dit apparaat is aangezet en is ingesteld op de
signaalbron (DVD of DTV/CBL).
Welke audio/videosignalen kunnen worden weergegeven
hangt mede af van de specificaties van het aangesloten
beeldscherm. Raadpleeg de handleidingen van alle
aangesloten componenten.
HDMI aansluiting en stekker
y
We raden u aan een in de handel verkrijgbare HDMI kabel te gebruiken
die korter is dan 5 meter en die duidelijk voorzien is van het HDMI-logo.
Gebruik een conversiekabel (HDMI aansluiting DVI aansluiting) om
dit toestel aan te sluiten op andere DVI-apparatuur.
U kunt het audiosignaaluitvoer bij de AUDIO OUT
(REC)-aansluiting opnemen met gebruik van
opnamecomponenten.
Opmerking
Controleer de regelingen met betrekking tot het auteursrecht in uw land
voor u opnamen gaat maken van CD's, radio, enz. Opnemen van
auteursrechtelijk beschermd materiaal kan inbreuk maken op de op het
materiaal rustende rechten.
VIDEO
COMPONENT VIDEO
Y P
B
P
R
PB
Y
P
R
V
(Geel) (Blauw) (Rood)(Groen)
Composiet
videostekker
Component
videostekkers
PR
P
B
Y
P
R
P
B
Y
COMPONENT
VIDEO
VIDEO
Stroomschema videosignalen voor MONITOR OUT
Ingang
Uitgang
(MONITOR OUT)
Informatie over HDMI™
Audiosignalen die binnenkomen via de HDMI-
aansluiting worden niet uitgezonden via een
luidsprekeraansluiting, maar via het aangesloten
beeldscherm. Om te genieten van het geluid van
luidsprekers die op dit apparaat zijn aangesloten,
maak naast de HDMI-aansluiting ook een analoge
of digitale aansluiting (Zie bladzijde 13).
het volume van het aangesloten beeldscherm
dempen.
De AUDIO OUT REC-aansluiting gebruiken
HDMI
HDMI-stekker
12 Nl
Verbindingen
Opmerking
Als u het beeldscherm uitschakelt dat verbonden is met de HDMI OUT aansluiting via een DVI aansluiting, is het mogelijk dat de verbinding mislukt. In
een dergelijk geval zal de HDMI indicator onregelmatig knipperen.
Aansluiten van een beeldscherm of projector
Zorg ervoor dat de stekkers van zowel dit
toestel als die van de andere apparatuur uit het
stopcontact gehaald zijn.
LR
L
R
VIDEO
MULTI CH INPUT
DIGITAL INPUT
OUTPUT
ANTENNA
SP
E
1
2
3
DVD
DVD
COAXIAL
OPTICAL
CD
DTV/CBL
DTV/
CBL
SURROUND C
E
MONITOR
OUT
SUB
WOOFER
DVR
FRONT CENTER
SUBWOOFER
SURROUND
IN
OUT
AM
GND
FM
75
UNBAL.
HDMI
DVDOUT DTV/CBL
COMPONENT VIDEO
DVD DTV/CBL DVR
MONITOR
OUT
Y
P
R
P
B
V
P
R
P
B
Y
LR
MD/
CD-R
OUT
(REC)
IN
(PLAY)
L
R
AUDIO
DVD DTV/CBL DVR CD
IN
OUT
TV (of projector)
Component
video-ingang
Video-
ingang
Audio-
uitgang
HDMI-
ingang
Aanbevolen verbindingen Alternatieve verbindingen
13 Nl
Verbindingen
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE APPENDIX
VOORBEREIDINGEN
BASISBEDIENIN
G
GEAVANCEERD
E BEDIENING
Dit toestel bezit drie typen audio-aansluitingen, twee typen video-aansluitingen en HDMI aansluitingen. U kunt de
aansluitingsmethode kiezen afhankelijk van de te verbinden component.
Aansluitingsvoorbeeld (aansluiten van een DVD-speler)
Voor audio- en videoverbindingen gebruikte aansluitingen
Aanbevolen verbindingen worden aangegeven met (*). Bij het aansluiten van een opnamecomponent dient u additionele
verbindingen voor het opnemen te maken (signaaloverdracht van dit toestel naar de opnamecomponent).
y
U kunt ook gebruik maken van de VIDEO AUX aansluitingen (Zie
bladzijde 14) op het voorpaneel om een extra component aan te sluiten.
Om de posities van de "aansluitingen op dit apparaat" in de volgende
tabel te bevestigen, raadpleegt u "Achterpaneel" in "Functioneel
overzicht" op pagina 6.
Aansluiten van andere componenten
Aansluiten van audio- en videocomponenten
R
L
R
L
R
COMPONENT VIDEO
HDMI
VIDEO
AUDIOMULTI CH INPUT
DIGITAL INPUT
OUTPUT
ANTENNA
1
2
3
DVD DTV/CBL DVR
DVD
DVD
COAXIAL
OPTICAL
CD
DTV/CBL
DTV/
CBL
DVDOUT DTV/CBL
S
U
MONITOR
OUT
MD/
CD-R
SUB
WOOFER
OUT
(REC)
IN
(PLAY)
DVR
DVD
FRONT CENTER
SUBWOOFER
SURROUND
DTV/CBL DVR CD
IN
OUT
IN
OUT
MONITOR
OUT
AM
GND
FM
75
UNBAL.
Y
P
R
P
B
P
R
P
B
Y
L
R
C
V
Component-
uitgang
Audio-uitgang
Video-uitgang
Coaxiale-uitgang
HDMI-uitgang
Aanbevolen verbindingen
Alternatieve verbindingen
Zorg ervoor dat de stekkers van zowel dit
toestel als die van de andere apparatuur uit het
stopcontact gehaald zijn.
Component Signaaltype Aansluitingen op component Aansluitingen op dit toestel
DVD-speler of Blu-ray
Disc-speler
Video HDMI-uitgang* HDMI (DVD)*
Component-uitgang COMPONENT VIDEO (DVD)
Video-uitgang (tulpstekker) VIDEO (DVD)
Audio Optische-uitgang* COAXIAL (DVD)*
Audio-uitgang (analoog) AUDIO (DVD)
Kastje met convertor en
decoder
Video HDMI-uitgang* HDMI (DTV/CBL)*
Component-uitgang COMPONENT VIDEO (DTV/CBL)
Video-uitgang (tulpstekker) VIDEO (DTV/CBL)
Audio Optische-uitgang* OPTICAL (DTV/CBL)*
Analoge-uitgang (analoog) AUDIO (DTV/CBL)
14 Nl
Verbindingen
Opmerkingen
Zorg ervoor dezelfde type video-aansluitingen te maken als die voor uw TV als de videoconversie niet ingeschakeld is. Als u bijvoorbeeld uw TV heeft
verbonden met de VIDEO MONITOR OUT aansluiting van dit toestel, dan dient u uw andere component te verbinden met de VIDEO aansluitingen.
Controleer de regelingen met betrekking tot het auteursrecht in uw land voor u opnamen gaat maken van CD's, radio, enz. Opnemen van auteursrechtelijk
beschermd materiaal kan inbreuk maken op de op het materiaal rustende rechten.
Om een digitale verbinding te maken met een andere component dan degene die standaard is toegewezen aan elke DIGITAL INPUT of DIGITAL
OUTPUT aansluiting, configureer de "INPUT ASSIGN" instelling (Zie bladzijde 34).
Er kunnen alleen analoge audiosignalen die worden weergegeven via de AUDIO OUT (REC)-aansluiting worden opgenomen met opnamecomponenten.
Daardoor kunnen Digitale signalen die binnenkomen via de DIGITAL INPUT-aansluitingen, of analoge signalen die binnenkomen via de MULTI CH
INPUT-aansluitingen, worden weergegeven bij de analoge AUDIO OUT (REC)-aansluiting voor opname.
Dit toestel is voorzien van 6 extra ingangsaansluitingen
(FRONT L/R, SURROUND L/R, CENTER en
SUBWOOFER) voor gescheiden multikanaals
ingangssignalen van een multiformaat-speler, externe
decoder, of geluidsprocessor. Verbind de
uitgangsaansluitingen van uw multiformaat-speler of
externe decoder met de MULTI CH INPUT aansluitingen.
Let er goed op dat u de linker- en rechteruitgangen
verbindt met de linker en rechter ingangsaansluitingen
voor zowel de voor- als de surroundkanalen.
Opmerkingen
Wanneer u het component dat is verbonden met de MULTI CH INPUT-
aansluitingen selecteert als signaalbron (Zie bladzijde 19), zal dit toestel
automatisch de digitale geluidsveldprocessor uitschakelen en zult u geen
geluidsveldprogramma's kunnen selecteren.
Dit toestel is niet in staat de via de MULTI CH INPUT aansluitingen
binnenkomende signalen zo te herschikken dat er wordt gecompenseerd
voor eventueel in uw systeem ontbrekende luidsprekers. Daarom bevelen
we u aan een 5.1-kanaals luidsprekersysteem aan te sluiten voor u
gebruik maakt van deze functie.
Er kunnen geen opnamen gemaakt worden van een signaalbron die is
aangesloten op de MULTI CH INPUT aansluitingen van dit toestel.
Gebruik de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel
als u een spelcomputer of een videocamera wilt aansluiten
op dit toestel. Om de bronsignalen via deze aansluitingen
weer te geven, selecteer "V-AUX" als de ingangsbron.
Opmerking
De audiosignalen die worden ontvangen bij de PORTABLE mini-
aansluiting hebben prioriteit op de degenen die worden ontvangen bij de
AUDIO L/R-aansluitingen.
DVD-recorder Video HDMI-uitgang* HDMI (DVR)*
Video uitgang (tulpstekker) VIDEO (DVR IN)
Audio Audio-uitgang (analoog)* AUDIO (IN (PLAY))*
Opname van audio Audio-ingang (analoog)* AUDIO (OUT (REC))*
Opname van video Video ingang (tulpstekker)* VIDEO (DVR OUT)*
CD-speler Audio Coaxiale uitgang* OPTICAL (CD)*
Audio-uitgang (analoog) AUDIO (CD)
MD- of CD-recorder Audio Audio-uitgang (analoog)* AUDIO (IN (PLAY))*
Opname van audio Audio-ingang (analoog)* AUDIO (OUT (REC))*
Component Signaaltype Aansluitingen op component Aansluitingen op dit toestel
Aansluiten van een multiformaat-speler of
externe decoder
L
R
L
R
MULTI CH INPUT
1
2
3
DVD
COAXIAL
CD
DTV/
CBL
DVD
FRONT CENTER
SUBWOOFER
SURROUND
DTV/CBL DV
R
IN
L
R
L
R
Voorkanaal uitgang
Surround uitgang
Subwoofer uitgang
Middenkanaal uitgang
Multi-formaat speler of externe
decoder
Gebruiken van de VIDEO AUX
aansluitingen op het voorpaneel
Let op
U moet het volume van dit toestel en de andere
componenten laag zetten voor u de aansluitingen gaat
maken.
15 Nl
Verbindingen
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE APPENDIX
VOORBEREIDINGEN
BASISBEDIENIN
G
GEAVANCEERD
E BEDIENING
Dit toestel wordt geleverd met zowel een FM als een AM
binnenantenne. Normaal gesproken zorgen deze antennes
voor een voldoende sterke ontvangst. Verbind de antennes
op de juiste manier met de bijbehorende aansluitingen.
Opmerkingen
De AM ringantenne moet niet te dicht bij dit toestel geplaatst worden.
Een goed geïnstalleerde buitenantenne geeft een betere ontvangst dan een
binnenantenne. Als u last heeft van een slechte ontvangst, kunt u een
buitenantenne installeren. Vraag bij uw dichtstbijzijnde erkende Yamaha
dealer of service-centrum naar de mogelijkheden met buitenantennes.
De AM ringantenne moet altijd aangesloten blijven, zelfs als er een AM
buitenantenne op dit toestel is aangesloten.
Aansluiten van de draad van de AM ringantenne
In elkaar zetten van de meegeleverde AM
ringantenne
Opmerking
De types meegeleverde AM-ringantenne verschillen afhankelijk van de
modellen.
Als alle verbindingen zijn gemaakt, steekt u de stekker in
het stopcontact.
Druk op ASTANDBY/ON (of cPOWER) om dit
apparaat aan te zetten.
y
Wanneer u dit toestel aan zet, zal het 4 tot 5 seconden duren voor het
toestel geluid kan reproduceren.
Druk op ASTANDBY/ON (of bSTANDBY) om
dit apparaat uit te zetten.
Opmerking
Wanneer het toestel uit (standby) staat, verbruikt het nog steeds een heel
klein beetje stroom zodat er gereageerd kan worden op de
infraroodsignalen van de afstandsbediening.
Aansluiten van de FM en AM antennes
D
EO
ANTENNA
R
SURR
O
AUDIO OUT
P
DVR
CD
S
N
OUT
DVR
AM
GND
FM
UNBAL.
75
N OUT
MONITOR
OUT
MD/
CD-R
OUT
(REC)
IN
(PLAY)
AM-buitenantenne
Gebruik 5 tot 10 meter met
plastic geïsoleerd draad dat
u bijvoorbeeld uit een raam
naar buiten spant.
AM-
ringantenne
(meegeleverd)
FM-
binnenantenne
(meegeleverd)
Optische uitgang
Voor de grootst mogelijke veiligheid en zo min
mogelijk storing dient u de antenne GND-
aansluiting goed te aarden. Een goede aarding
wordt bijvoorbeeld verzorgd door een metalen
staaf die in vochtige grond gedreven is.
Doe het
hendeltje open
Inbrengen Doe het hendeltje
weer dicht
Aansluiten van het netsnoer
De stroom in- of uitschakelen
Aan zetten van dit toestel
Zet dit apparaat in standby
Netsnoer
Naar het stopcontact
16 Nl
Dit apparaat heeft een Yamaha Parametric Acoustic Optimizer (YPAO). Met de YPAO, stelt dit apparaat automatisch de
signaalkenmerken van uw luidsprekers af op basis van luidsprekerstanden, luidsprekerprestaties en akoestische kenmerken
van de ruimte. We raden aan om eerst de uitgangskarakteristieken met de YPAO af te stellen als u dit apparaat gebruikt.
y
Begininstellingen worden aangegeven met een (*) in elk van de volgende
parameters.
1 Controleer de volgende controlepunten.
Controleer de volgende controlepunten voordat u de
automatische setup start.
Alle luidsprekers en de subwoofer moeten goed
zijn aangesloten.
Er mag geen hoofdtelefoon zijn aangesloten op dit
toestel.
Dit toestel is ingeschakeld.
Een eventueel aangesloten subwoofer moet worden
ingeschakeld en het volume moet ongeveer
halverwege (of iets lager) worden ingesteld.
FRONT A luidsprekers moeten zijn geselecteerd
als het voor-luidsprekersysteem (Zie bladzijde 19).
De kamer moet voldoende stil zijn.
De crossoverfrequentie voor de aangesloten
subwoofer moet op de maximum stand worden
ingesteld.
2 Verbind de meegeleverde optimalisatie-
microfoon met de OPTIMIZER MIC
aansluiting op het voorpaneel.
"SETUP•••••AUTO" verschijnt op de display van het
voorpaneel.
3 Plaats de optimalisatie-microfoon op uw
normale luisterplek op een vlak en
horizontaal oppervlak met de omni-
directionele microfoonkop naar boven.
y
Wij raden u aan om een statief (enz.) te gebruiken om de
optimalisatie-microfoon vast te zetten op dezelfde hoogte als waar
uw oren zich zouden bevinden wanneer u op uw luisterplek zit. U
kunt de optimalisatiemicrofoon vastzetten op het statief (enz.) met
behulp van de statiefschroef.
4 Druk op ol / h om "AUTO" te selecteren.
Opmerking
"RELOAD" of "UNDO" zijn alleen beschikbaar als u eerder
"AUTO SETUP" heeft uitgevoerd en de resultaten heeft bevestigd.
5 Druk op oENTER om de instelprocedure te
laten beginnen.
Dit toestel begint met de automatische
instelprocedure (setup). Er worden luide testtonen
geproduceerd via de diverse luidsprekers tijdens de
audio instelprocedure. Nadat alle instellingen
("INITIALIZING", "WIRING/LEVEL",
"DISTANCE", "SIZE") achtereenvolgens zijn
voltooid, verschijnt "FINISH" op de display van het
voorpaneel.
y
Druk op ok om de automatische setup te annuleren.
Optimaliseren van de luidsprekerinstellingen voor uw kamer (YPAO)
Opmerkingen
Wij wijzen u erop dat het normaal is dat tijdens de
automatische "AUTO SETUP" procedure luide
testtonen worden geproduceerd. Laat kleine kinderen
tijdens deze procedure niet de kamer betreden.
Om de beste resultaten te bereiken moet u ervoor
zorgen dat de ruimte zo stil mogelijk is tijdens de
"AUTO SETUP" procedure. Als er teveel andere
geluiden zijn, is het mogelijk dat de resultaten
tegenvallen.
Gebruiken van AUTO SETUP
VOLUME
MIN
MAX
MIN MAX
CROSSOVER
HIGH CUT
Besturing van een subwoofer (voorbeeld)
Keuze Functie
AUTO* Laat automatisch de gehele "AUTO SETUP"
procedure uitvoeren.
RELOAD Laadt de laatste "AUTO SETUP" instellingen
opnieuw en overschrijft de voorgaande
instellingen.
UNDO Maakt de laatste "AUTO SETUP" instellingen
ongedaan en herstelt de voorgaande
instellingen.
DEFAULT Zet de "AUTO SETUP" parameters weer terug
naar de begininstellingen van de fabriek.
Optimalisatie-microfoon
17 Nl
Optimaliseren van de luidsprekerinstellingen voor uw kamer (YPAO)
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE APPENDIX
VOORBEREIDINGEN
BASISBEDIENIN
G
GEAVANCEERD
E BEDIENING
Opmerkingen
Voer geen handelingen uit met dit toestel terwijl de automatische
setup bezig is.
Wij raden u aan de kamer te verlaten terwijl dit toestel de auto
setup uitvoert. Het duurt ongeveer 3 minuten voordat het apparaat
de automatische instelprocedure heeft voltooid.
6 Als alle metingen succesvol zijn voltooid,
verschijnt "FINISH" op het de display van het
voorpaneel.
Het resultaat van de automatische set voor elke
luidspreker verschijnt in volgorde op de display van
het voorpaneel.
y
Om de resultaten van de automatische setup opnieuw weer te
geven, drukt u herhaaldelijk op lk / n.
Opmerkingen
Indien u "RELOAD" in stap 4 selecteert, worden er geen testtonen
uitgezonden.
Indien er een fout optreedt tijdens de "AUTO:CHECK" procedure,
wordt de instelprocedure geannulleerd en verschijnt een
foutscherm. Voor informatie, zie "Als er een foutscherm
verschijnt" op pagina 17.
Als dit apparaat mogelijke problemen detecteert tijdens de "AUTO
SETUP" procedure, verschijnt "WARNING" en worden de
waarschuwingsberichten weergegeven nadat dit apparaat het
resultaat van de automatische setup weergeeft. Voor meer
informatie raadpleegt u het "AUTO SETUP" hoofdstuk in
"Oplossen van problemen" op pagina 41.
Het resultaat van de afstandsmeting kan langer zijn dan de
feitelijke afstand afhankelijk van de karakteristieken van uw
subwoofer.
7 Druk op ol / h om "SET" of "CANCEL" te
selecteren.
8 Druk op oENTER om uw selectie te
bevestigen.
"AUTO SETUP" verschijnt op de display van het
voorpaneel.
9 Druk op kMENU om "SET MENU" af te
sluiten.
10 Ontkopppel de optimalisatiemicrofoon van
dit apparaat.
De optimalisatie-microfoon is niet goed bestand
tegen warmte. Houd deze uit de zon en plaats hem
niet bovenop dit toestel.
y
Als u veranderingen aanbrengt in de aangesloten luidsprekers, de
opstelling van de luidsprekers of de inrichting van uw
luisterruimte, moet u "AUTO SETUP" opnieuw uitvoeren om uw
systeem opnieuw te optimaliseren.
Als u de resultaten van de automatische setup in detail wilt
controleren of handmatig de parameters wilt afstellen, gebruikt u
"MANUAL SETUP" (Zie bladzijde 32).
Als er een foutscherm verschijnt
Als dit apparaat potentiële problemen detecteert,
verschijnt er een foutmelding op de display van het
voorpaneel tijdens de automatische setup.
Voor meer informatie over elk foutbericht, kijkt u bij het
"AUTO SETUP" hoofdstuk in "Oplossen van problemen"
op pagina 41.
Een paar seconden later verschijnen de volgende keuzes.
Druk op ol / h om "RETRY" of "EXIT" te selecteren
en druk dan op oENTER.
Indien "WARNING" verschijnt
Wanneer dit toestel potentiële problemen detecteert tijdens
de automatische setup procedure, verschijnt er
"WARNING" op de display van het voorpaneel na het
resultaat van elke luidspreker. Bekijk de
waarschuwingsboodschappen om uw
luidsprekerinstellingen te corrigeren.
Opmerking
Waarschuwingen verschillen van fouten in die zin dat waarschuwingen
niet de automatische instelprocedure annuleren.
Druk op on om gedetailleerde informatie over de
waarschuwing weer te geven.
De gedetailleerde informatie over de waarschuwing wordt
weergegeven en de indicatoren van niet toepasbare
luidsprekers knipperen op de display van het voorpaneel.
y
Voor meer informatie over elk waarschuwingsbericht, kijkt u bij het
"AUTO SETUP" hoofdstuk in "Oplossen van problemen" op pagina 41.
Keuze Functie
SET* Bevestigt de "AUTO SETUP" resultaten.
CANCEL Annuleert de "AUTO SETUP" resultaten.
FL: 3.3m +2
De afstand tussen de luidsprekerafstand
en de luisterplek
Het resultaat van het
afstemmen van het
volumeniveau
Speaker
FL/FR: Links/rechts voor
C: Midden
SL/SR: Links/rechts surround
SW: Subwoofer
Keuze Functie
RETRY* Start de "AUTO SETUP" opnieuw.
EXIT Wordt afgesloten van de "AUTO SETUP"
procedure.
PHASE REVERSED
LFE
LCR
SL SR
Knippert
18 Nl
BASISBEDIENING
1 Zet de externe componenten (TV, DVD-speler,
etc.) die zijn aangesloten op dit toestel, aan.
2 Druk herhaaldelijk op CSPEAKERS om de
voor-luidspreker te selecteren die u wenst.
De respectievelijke luidsprekerindicators zullen
oplichten op het display op het voorpaneel.
3 Druk herhaaldelijk op NINPUT l / h (orf
druk op de ingangselectietoetsen (e)) om de
gewenste signaalbron te selecteren.
De naam van de geselecteerde signaalbron wordt een
paar seconden lang op het display op het voorpaneel
getoond.
4 Start de weergave op de geselecteerde
component of stem af op een zender.
Opmerkingen
Raadpleeg de handleiding van de betreffende component.
Zie bladzijde 27 voor details omtrent het afstemmen (FM/AM).
y
Om het uitgangsniveau van elke luidspreker in te stellen, Zie
bladzijde 20.
5 Verdraai PVOLUME (of druk op gVOLUME
+/–) om het volume op het gewenste niveau in
te stellen.
y
Zie bladzijde 20 om het uitgangsniveau van elke luidspreker in te
stellen.
Dit heeft geen effect op het AUDIO OUT (REC) niveau.
U kunt he beginvolumeniveau en het maximale volumeniveau
instellen (Zie bladzijde 34).
6 Druk op LPROGRAM l / h (of druk
herhaaldelijk op uPROG l / h) om het
gewenste geluidveldprogramma te
selecteren.
De naam van het geselecteerde geluidveldprogramma
verschijnt op het display op het voorpaneel.
Zie bladzijde 22 voor meer informatie over
geluidveldprogramma's.
Opmerkingen
Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak, niet alleen op
basis van de naam van het programma.
Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het toestel
automatisch het laatst met die signaalbron gebruikte
geluidsveldprogramma instellen.
Er kunnen geen geluidsveldprogramma's worden geselecteerd wanneer
de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen
is geselecteerd als signaalbron (Zie bladzijde 19).
Wanneer PCM signalen met een bemonsteringsfrequentie van meer dan
48 kHz binnenkomen, wordt dit apparaat automatisch ingesteld op de
stand "STRAIGHT" (Zie bladzijde 26).
Om informatie over de huidig geselecteerde signaalbron weer te geven
op de display op het voorpaneel, kijkt u op Zie bladzijde 21 voor meer
informatie.
Weergave
Let op
U moet zeer voorzichtig zijn wanneer u DTS
gecodeerde CD's gaat afspelen. Als u een DTS
gecodeerde CD afspeelt op een CD-speler die niet
geschikt is voor DTS-weergave, zult u alleen een
ongewenst geruis of lawaai horen dat uw luidsprekers
kan beschadigen. Controleer of uw CD-speler geschikt
is voor DTS gecodeerde CD's. Controleer ook het
geluidsniveau van uw CD-speler voor u een DTS
gecodeerde CD gaat afspelen.
Basisprocedure
INPUT:DVD
DVR DVD CD
V-AUX DTV/CBL
MD/CD-R
TUNER
Beschikbare signaalbron
Op dit moment geselecteerde signaalbron
Movie Dramatic
Op dit moment geselecteerd geluidsveldprogramma
19 Nl
Weergave
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE APPENDIX
VOORBEREIDIN
GEN
BASISBEDIENING
GEAVANCEERD
E BEDIENING
Gebruik de volgende functies om een ingangaansluiting of
signaalbron te selecteren.
De voor-luidsprekerset selecteren
Druk herhaaldelijk op CSPEAKERS om de
actieve voor-luidsprekerset die is aangesloten op
de FRONT A of FRONT B
luidsprekeraansluitingen te wijzigen of zet de
voor-luidsprekers uit.
De actieve voor-luidsprekerset wordt als volgt gewijzigd:
Opmerking
Zet het volumeniveau van dit apparaat uit voordat u de voor-
luidsprekerinstelling schakelt.
De Zone B functie gebruiken
Wanneer u "FRONT B" instelt op "ZONE B" (Zie
bladzijde 32), dan kunt u de luidsprekers gebruiken die
zijn aangesloten op FRONT B luidsprekeraansluitingen in
een andere ruimte (Zone B).
Druk herhaaldelijk op CSPEAKERS op het
voorpaneel om de Zone B luidsprekers aan of uit
te zetten.
Wanneer u de Zone B luidsprekers aanzet, worden alle
luidsprekers in de hoofdruimte gedempt.
Opmerkingen
U kunt niet zowel de hoofdruimte en de Zone B luidsprekers
tegelijkertijd aanzetten.
Indien u CINEMA DSP geluidsveldprogramma selecteert en de Zone B
luidsprekers aanzet, dan wordt Virtual CINEMA DSP automatisch
aangezet (Zie bladzijde 26).
Het selecteren van het component dat is
aangesloten op de MULTI CH INPUT
aansluitingen als signaalbron
Gebruik deze functie om het component te selecteren dat
is aangesloten op de MULTI CH INPUT aansluitingen
(Zie bladzijde 14) als de signaalbron.
Druk herhaaldelijk op NINPUT l / h (of druk op
fMULTI CH IN) om "MULTI CH" te selecteren.
"MULTI CH" verschijnt op de display van het voorpaneel.
y
U kunt de multikanaal ingangsinstellingen configureren met "MULTI
CH" (Zie bladzijde 35).
Opmerkingen
Geluidsveldprogramma's, of de nachtluisterstand, etc. kunnen niet geselecteerd
worden wanneer "MULTI CH" geselecteerd is als de ingangsbron.
Als er gebruik wordt gemaakt van hoofdtelefoons, dan worden geluiden
alleen uitgezonden via de linker en rechter voorkanalen.
Selecteren van audio ingangsaansluitingen
(AUDIO SELECT)
Gebruik deze functie (selecteren van audio ingangsaansluitingen) om
over te schakelen naar een andere ingangsaansluiting dan de
toegewezen aansluiting wanneer er twee of meer aansluitingen
beschikbaar zijn voor de signaalbron in kwestie.
y
In de meeste gevallen raden we u aan de selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting op "AUTO" te laten staan.
U kunt de standaard selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting van dit toestel
zelf bepalen via "AUDIO SELECT" in "OPTION MENU" (Zie bladzijde 36).
1 Druk herhaaldelijk op NINPUT l / h (orf
druk op de ingangselectietoetsen (e)) om de
gewenste signaalbron te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op nAUDIO SEL om de
gewenste audio ingangaansluiting
selectieinstelling te selecteren.
y
U kunt de instelling voor de selectiefunctie voor de audio-
ingangsaansluitingen configureren in "AUDIO SELECT".
Opmerking
Deze functie is niet beschikbaar als er geen digitale
ingangsaansluiting is toegewezen aan de geselecteerde
ingangsbron in "INPUT ASSIGN" (Zie bladzijde 34).
Gids met inhoud
Wanneer u wilt... Zie bladzijde
Regelen van de klankkleur van de
voor-luidsprekers
20
Parameters van
geluidsveldprogramma's bewerken
26
s' Nachts genieten van de bronnen
met een breed dynamisch bereik
20
Het gebruiken van hoofdtelefoons 20
Selecteer een decoder om bronnen
mee af te spelen
26
Zet dit apparaat automatisch in
standby
21
Aanvullende werkingen
Inganginstellingfuncties gebruiken
FRONT A FRONT B
OFF
Keuze Functie
AUTO Ingangssignalen worden automatisch
geselecteerd in deze volgorde:
(1) Digitale signalen
(2) Analoge signalen
ANALOG Er zullen alleen analoge signalen
worden geselecteerd. Als er geen
analoge signalen binnenkomen, zal er
geen geluid worden weergegeven.
A.SEL:AUTO
DVR DVD CD
V-AUX DTV/CBL
MD/CD-R
TUNER
Geselecteerde instelling voor audio-ingangsaansluiting
20 Nl
Weergave
Gebruik de volgende functies om de geluidsweergave of
het luidsprekerniveau aan te passen.
Uitschakelen van de geluidsweergave
Druk op
h
MUTE
op de afstandsbediening om de
geluidsweergave tijdelijk uit te schakelen. Druk nog
eens op
h
MUTE
om de geluidsweergave te hervatten.
y
U kunt ook PVOLUME verdraaien (of drukken op gVOLUME +/–)
om de geluidsweergave weer te hervatten.
U kunt het dempingsniveau configureren door gebruik te maken van
"MUTE TYP." in "SOUND MENU" (Zie bladzijde 34).
De MUTE indicator knippert op het voorpaneel wanneer de
geluidsweergave tijdelijk is uitgeschakeld en verdwijnt wanneer de
geluidsweergave weer wordt hervat.
Toonregeling
Hiermee kunt u de balans tussen de lage en hoge tonen
regelen voor de linker en rechtervoorkanalen.
Druk herhaaldelijk op KTONE CONTROL om
"BASS" of "TREBLE" te selecteren en druk op
LPROGRAM l / h om het bijbehorende
frequentiereactieniveau aan te passen.
Instelbereik: –10 dB tot +10 dB
Elke keuze wordt als volgt gedefinieerd.
Opmerkingen
De luidsprekerr en hoofdtelefooninstellingen worden apart opgeslagen.
Als u de hoge of lage tonen teveel versterkt of verzwakt, is het mogelijk
dat de toonkleur van de surround-luidsprekers niet meer overeenkomt
met die van de linker en rechter voor-luidsprekers.
Dit heeft geen invloed op opgenomen materiaal.
Instellen luidsprekerniveau
U kunt het uitgangsniveau van de luidsprekers instellen
terwijl u naar muziek aan het luisteren bent. Dit is ook
mogelijk wanneer u een signaal dat via de MULTI CH
INPUT aansluitingen binnenkomt afspeelt.
Opmerking
Deze handeling overschrijft de niveau-instellingen die zijn gemaakt in
"SP LEVEL" (Zie bladzijde 33).
1
Druk herhaaldelijk op
m
LEVEL
tot u de
luidspreker geselecteerd heeft die u wilt instellen.
y
Wanneer u op mLEVEL op de afstandsbediening heeft gedrukt,
kunt u de gewenste luidspreker ook selecteren met ok / n.
Welke luidsprekerkanalen er beschikbaar zijn hangt af van de
luidsprekerinstellingen.
2 Druk op ol / h op de afstandsbediening
(of druk op FPRESET/TUNING l / h) om
het uitgangsniveau (volume) van de
luidsprekers te regelen.
Instelbereik: –10,0 dB tot +10,0 dB
Gebruik de volgende functies om verschillende nuttige
functies waarmee dit apparaat is uitgerust, te gebruiken.
y
Begininstellingen worden aangegeven met een (*) in elk van de volgende
parameters.
Gebruiken van hoofdtelefoons
U kunt een hoofdtelefoon met een analoge stereostekker
aansluiten op de PHONES aansluiting op het voorpaneel.
y
Wanneer u een geluidsveldprogramma selecteert, zal de SILENT
CINEMA functie automatisch worden ingeschakeld (Zie bladzijde 26).
Opmerkingen
Wanneer u een hoofdtelefoon aansluit, zullen er geen signalen worden
gereproduceerd via de luidspreker-aansluitingen.
Alle Dolby Digital en DTS audiosignalen worden teruggemengd naar de
linker en rechter hoofdtelefoonkanalen.
De nachtluisterstand selecteren
De nachtluisterstanden zijn ontwikkeld om de
luistermogelijkheid bij lage volumes of 's nachts te verbeteren.
1 Druk herhaaldelijk op ONIGHT (of druk op
pNIGHT) om "NIGHT:CINEMA" of
"NIGHT:MUSIC" te selecteren.
Elke keuze wordt als volgt gedefinieerd.
y
De NIGHT indicator licht op op de display op het voorpaneel als
de nachtluisterstand is geselecteerd.
Gebruiken van audiofuncties
Keuze Functie
BASS Past de reactie van de lage tonen aan.
TREBLE Past de reactie van de hoge tonen aan.
Keuze Beschrijving
FRONT L Linker voor-luidspreker
FRONT R Rechter voor-luidspreker
CENTER Midden-luidspreker
SWFR Subwoofer
SUR.L Linker surround-luidspreker
SUR.R Rechter surround-luidspreker
Gebruik optionele functies
Keuze Functie
NIGHT:CINEMA
Vernauwt het dynamische bereik van
filmsoundtracks en maakt het makkelijker
om dialoog te horen bij lagere volumes.
NIGHT:MUSIC Behoudt het luistergemak voor alle
geluiden.
NIGHT OFF Schakelt deze functie uit.
21 Nl
Weergave
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE APPENDIX
VOORBEREIDIN
GEN
BASISBEDIENING
GEAVANCEERD
E BEDIENING
2 Druk op ol / h om het effectniveau aan te
passen terwijl "NIGHT:CINEMA" of
"NIGHT:MUSIC" wordt weergegeven op de
display op het voorpaneel.
Elke keuze wordt als volgt gedefinieerd.
y
"NIGHT:CINEMA" en "NIGHT:MUSIC" afstellingen worden
apart opgeslagen.
Opmerkingen
U kunt de nachtluisterstanden in de volgende gevallen niet gebruiken:
wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT
aansluitingen is geselecteerd als signaalbron.
wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting zit.
Wanneer de bemonsteringsfrequentie van de signaalbronnen hoger is
dan 48 kHz.
Het effect van de nachtluisterstanden kan variëren, afhankelijk van de
signaalbron en de surroundgeluidsinstellingen die u gebruikt.
Weergeven van de ingangsbroninformatie
(SIGNAL INFO)
U kunt de formattering, de bemonsteringsfrequentie, het
aantal kanalen en eventuele signaleringsgegevens (vlag)
van het huidige ingangssignaal laten zien.
1 Druk op kMENU op de afstandsbediening.
"AUTO SETUP" verschijnt op de display van het
voorpaneel.
2 Druk herhaaldelijk op ok / n om "SIGNAL
INFO" te selecteren en druk dan op
oENTER.
3 Druk op ok / nom de weergegeven
informatie te veranderen.
De volgende informatie over de signaalbron
verschijnt op de display van het voorpaneel.
4 Druk op kMENU op de afstandsbediening
om opnieuw "SET MENU" af te sluiten.
Gebruiken van de slaaptimer
Met deze functie kunt dit apparaat zichzelf uit (standby)
laten schakelen na een door u bepaalde tijd. Deze
slaaptimer is bijvoorbeeld handig wanneer u gaat slapen
terwijl uw installatie nog aan het spelen of opnemen is.
Druk herhaaldelijk op lSLEEP om de
tijdsperiode in te stellen.
De slaaptimerinstelling wijzigt als volgt.
De SLEEP indicator zal oplichten op de display van het
voorpaneel en het display keert terug naar het
geselecteerde geluidsveldprogramma.
Annuleren van de slaaptimer
Druk herhaaldelijk op lSLEEP op de
afstandsbediening om "SLEEP OFF" te selecteren.
y
Als u de hoofdzone op de standby-stand instelt, wordt de slaaptimer
automatisch geannuleerd.
Videobronnen in de achtergrond afspelen
U kunt videobeelden van een videobron combineren met
geluid van een audiobron. Zo kunt u bijvoorbeeld naar
klassieke muziek luisteren terwijl u op uw beeldscherm
kijkt naar mooie landschapsopnamen.
Gebruik de ingangskeuzetoetsen (e) op de
afstandsbediening om de gewenste videobron te
selecteren en kies vervolgens de audiobron.
Keuze Functie
MIN Past het effectniveau langzaam aan.
MID* Past het effectniveau gematigd aan.
MAX Past het effectniveau aanzienlijk aan.
;AUTO SETUP
Keuze Beschrijving
FORMAT Signaalformattering.
SAMPLING Het aantal metingen per seconden van
een continu signaal om discrete
signalen te kunnen maken.
CHANNEL Aantal bronkanalen in het
ingangssignaal (voor/surround/LFE).
BITRATE Het aantal bits aan gegevens dat per
seconde een bepaald meetpunt
passeert.
FLAG Signalering (vlag) die zijn gedoceerd
in DTS, Dolby Digital, of PCM
signalen en die dit toestel in staat stel
automatisch van decoder te wisselen.
SLEEP 120min SLEEP 90min
SLEEP 60minSLEEP 30minSLEEP OFF
DVD DVR V-AUX
MULTI CH IN
TUNER
MD/CD-RCD
DTV/CBL
Audiobronnen
Videobronnen
22 Nl
Door simpelweg te drukken op de SCENE-toets kunt u uw
favoriete signaalbron en geluidsveldprogramma oproepen
volgens het SCENE-sjabloon dat is toegewezen aan de
SCENE-toets. De SCENE-sjablonen zijn gebouwde
combinaties van signaalbronnen en
geluidsveldprogramma's.
Dit apparaat is uitgerust met 12 vooraf ingestelde SCENE-
sjablonen voor verschillende situaties. De volgende
SCENE-sjablonen worden toegewezen aan de
respectievelijke SCENE-toetsen in de
standaardinstellingen.
Opmerkingen
*1 U moet van tevoren een kabel-tv of een satelliettuner op dit apparaat
aansluiten. Zie bladzijde 13 voor informatie.
*2 U dient van te voren de meegeleverde FM en AM antennes op dit
apparaat aan te sluiten. Zie bladzijde 15 voor informatie.
*3 U dient af te stemmen op het gewenste radiostation. Zie pagina's 27 tot
28 voor informatie over afstemmen.
*4 Voor de best mogelijke ontvangst, richt u de aangesloten AM
ringantenne of past u de stand van het eind van de binnen FM-antenne
aan.
Indien u gebruik wilt maken van de SCENE-sjablonen,
dan kunt u de gewenste SCENE-sjablonen uit het SCENE-
sjabloonarchief selecteren en de sjablonen aan de
geselecteerde SCENE-toetsen op het voorpaneel van de
afstandsbediening toewijzen.
1 Houd de gewenste JSCENE (of dSCENE)-
toets gedurende drie seconden ingedrukt.
De MEMORY indicator op het voorpaneel begint te
knipperen en de naam van het huidig toegewezen
SCENE-sjabloon verschijnt op de display op het
voorpaneel.
2 Druk op NINPUT l / h (of druk op ol / h)
om het gewenste sjabloon te selecteren.
3 Druk opnieuw op de JSCENE (of dSCENE)
toets om de selectie te bevestigen.
De MEMORY indicator stopt met knipperen en het
SCENE sjabloon dat is geselecteerd wordt
toegewezen aan de toets.
y
Om de procedure te annuleren, drukt u op qRETURN.
De SCENE sjablonen selecteren
Standaard
SCENE-toets
De naam van het SCENE-sjabloon en
de beschrijving ervan
SCENE 1
DVD Movie Viewing
signaalbron: DVD
geluidsveldprogramma: STRAIGHT
Voor als u een DVD wilt afspelen.
SCENE 2
Music Disc Listening
signaalbron: DVD
geluidsveldprogramma: 2ch Stereo
Voor als u wilt luisteren naar een muziek-
CD vanaf de aangesloten DVD -speler.
SCENE 3
TV Viewing *1
signaalbron: DTV/CBL
geluidsveldprogramma: STRAIGHT
Voor als u een televisieprogramma wilt
bekijken.
SCENE 4
Radio Listening *2, *3, *4
signaalbron: TUNER
geluidsveldprogramma: Music Enh. 5ch
Voor als u wilt luisteren naar een
muziekprogramma vanaf het FM
radiostation.
Selecteer het gewenste SCENE-
sjabloon
1
Selecteer het gewenste SCENE-sjabloon
SCENE-sjabloonarchief (beeld)
Wijs het gewenste
SCENE-sjabloon
toe aan de
SCENE-toets
DVD Movie View
DVD Viewing
23 Nl
De SCENE sjablonen selecteren
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE APPENDIX
VOORBEREIDIN
GEN
BASISBEDIENING
GEAVANCEERD
E BEDIENING
De volgende tabellen geven de vooraf ingestelde SCENE-sjabloonbeschrijvingen. Selecteere de bijbehorende SCENE-
sjablonen voor de gewenste bron. De afbeeldingen van de SCENE-toets in de volgende tabel geven aan dat de SCENE-
sjablonen in die cellen zijn toegewezen aan de respectievelijke SCENE-toetsen.
U kunt ook uw oorspronkelijke SCENE-sjablonen creëren door de vooraf ingestelde SCENE-sjablonen te bewerken. Zie
bladzijde 24 voor informatie.
Videobronnen (DVD video, Opgenomen video)
Muziekschijven (CD, SA-CD of DVD-Audio)
Radioprogramma's
TV programma's
Video games
Welk SCENE-sjabloon wilt u selecteren?
SCENE-sjabloon Signaalbron Afspeelstand Kenmerken
DVD Viewing DVD STRAIGHT
Selecteer dit SCENE-sjabloon als u algemene
inhoud op uw DVD-speler afspeelt.
DVD Movie Viewing DVD Movie Dramatic
Selecteer dit SCENE-sjabloon als u films op uw
DVD-speler afspeelt.
DVD Live Viewing DVD Pop/Rock
Selecteer dit SCENE-sjabloon als u van een live
muziekvideo wilt genieten op uw DVD-speler.
DVR Viewing DVR Movie Dramatic
Selecteer dit SCENE-sjabloon als u films afspeelt
op uw digitale videorecorder.
SCENE-sjabloon Signaalbron Afspeelstand Kenmerken
Music Disc Listening DVD 2ch Stereo
Selecteer dit SCENE-sjabloon als u
muziekschijven op uw DVD-speler afspeelt.
Disc Listening DVD 5ch Stereo
Selecteer dit SCENE-sjabloon als u
muziekbronnen als achtergrondmuziek op uw
DVD-speler afspeelt.
CD Listening CD 5ch Stereo
Selecteer dit SCENE-sjabloon als u een
muziekbron als achtergrondmuziek op uw CD-
speler afspeelt.
CD Music Listening CD 2ch Stereo
Selecteer dit SCENE-sjabloon als u
muziekschijven op uw CD-speler afspeelt.
SCENE-sjabloon Signaalbron Afspeelstand Kenmerken
Radio Listening TUNER Music Enh. 5ch
Selecteer dit SCENE-sjabloon als u geniet van FM
of AM radioprogramma's.
SCENE-sjabloon Signaalbron Afspeelstand Kenmerken
TV Viewing DTV/CBL STRAIGHT
Selecteer dit SCENE-sjabloon als u geniet van TV-
programma's.
TV Sports Viewing DTV/CBL TV Sports
Selecteer dit SCENE-sjabloon als u geniet van
sportprogramma's op TV.
SCENE-sjabloon Signaalbron Afspeelstand Kenmerken
Game Playing V-AUX Game
Selecteer dit SCENE-sjabloon als u videogames
speelt.
1
2
4
3
24 Nl
De SCENE sjablonen selecteren
U kunt uw originele SCENE-sjablonen creëren door elke
SCENE-toets. Raadpleeg de vooraf ingestelde 12 SCENE-
sjablonen om de originele SCENE-sjablonen te creëren.
Gebruik deze functie om de vooraf ingestelde SCENE-
sjablonen aan te passen.
1 Houd de gewenste dSCENE-toets drie
seconden ingedrukt.
De MEMORY indicator op het voorpaneel begint te
knipperen.
Opmerking
Als het SCENE-sjabloon dat u wilt aanpassen niet is toegewezen
aan een dSCENE toets, druk dan herhaaldelijk op ol / h om
het gewenste SCENE sjabloon op te roepen (Zie bladzijde 22).
2 Druk op ok / n om de gewenste parameter te
selecteren uit het SCENE-sjabloon en dan op
ol / h om de gewenste waarde van de
geselecteerde parameter te selecteren.
U kunt de volgende parameters voor een SCENE-
sjabloon aanpassen:
Het signaalbroncomponent
De actieve geluidsveldprogramma's of STRAIGHT
stand
De nachtluisterstandinstelling (Zie bladzijde 20)
SYSTEM: houdt de huidige nachtluisterstand.
CINEMA: zet de nachtluisterstand op de
CINEMA-stand.
MUSIC: zet de nachtluisterstand op de
MUSIC-stand.
3 Druk opnieuw op de iSCENE-toets om de
bewerking te bevestigen.
y
Een sterretjesteken (*) verschijnt bij de naam van het originele SCENE-
sjabloon.
Om de procedure te annuleren, drukt u op qRETURN.
Opmerkingen
U kunt een aangepast SCENE-sjabloon voor elke dSCENE-toets
creëren, en als u een ander aangepast SCENE-sjabloon creëert, dan
overschrijft dit apparaat het oude aangepaste SCENE-sjabloon voor een
nieuwe.
Het aangepaste SCENE-sjabloon is alleen beschikbaar voor de
toegewezen dSCENE-toets.
Originele SCENE sjablonen creëren
De vooraf ingestelde SCENE-sjablonen
aanpassen
: DVD Viewing
: DVD
SCENE
INPUT
SCENE : DVD Viewing
1
Selecteer het gewenste
SCENE-sjabloon
Creëer een origineel
SCENE-sjabloon
SCENE-sjabloonarchief
(beeld)
Wijs het gewenste
SCENE-sjabloon toe aan
de SCENE-toets
1
3 seconden
1
25 Nl
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE APPENDIX
VOORBEREIDIN
GEN
BASISBEDIENING
GEAVANCEERD
E BEDIENING
Dit toestel is uitgerust met diverse zeer precieze digitale
decoders waarmee u kunt profiteren van multikanaals
weergave van vrijwel elke stereo of multikanaals
geluidsbron. Dit toestel is tevens voorzien van een
Yamaha digitale geluidsveldprogramma (DSP) processor
met een aantal geluidsveldprogramma's waarmee u uw
luister-ervaring een extra dimensie kunt geven.
Druk op LPROGRAM l / h (of druk
herhaaldelijk op uPROG l / h repeatedly).
De naam van het geselecteerde geluidsveldprogramma
verschijnt op het display van het voorpaneel.
Opmerkingen
Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het toestel
automatisch het laatst met die signaalbron gebruikte
geluidsveldprogramma instellen.
Er kunnen geen geluidsveldprogramma's worden geselecteerd wanneer
de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen
is geselecteerd als signaalbron (Zie bladzijde 19).
Wanneer PCM signalen met een bemonsteringsfrequentie van meer dan
48 kHz binnenkomen, wordt dit apparaat automatisch ingesteld op de
stand "STRAIGHT" (Zie bladzijde 26).
y
Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak, niet alleen op
basis van de naam van het programma zelf.
U kunt "Music Enh. 2ch" en "Music Enh. 5ch" door herhaaldelijk te
drukken op vENHANCER.
y
Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw eigen smaak, niet alleen op basis van de naam van het programma oid.
Welke geluidsveldparameters er beschikbaar zijn hangt mede af van de luidsprekerinstellingen.
Geluidsveldprogramma's
Selecteren van
geluidsveldprogramma's
Beschrijvingen van geluidsveldprogramma's
Categorie Programma Kenmerken
MUSIC
Pop/Rock CINEMA DSP verwerking. Dit programma presenteert een beeld van pop, rock, of een jazz live
concert. Het geluidsveld reproduceert de ruimtelijkheid van een massief paviljoen met een nadruk
op de levendigheid van de vocalen op het podium en de solo-instrumenten en de beat van de ritme-
instrumenten.
Hall CINEMA DSP verwerking. Dit geluidsveld is geschikt voor klassieke en orkestmuziek. Het
programma gebruikt verzamelde gegevens in een grote concerthal in München. U kunt genieten
van delicate en prachtige natrillingen in een majestueuze atmosfeeer.
Jazz CINEMA DSP verwerking. Dit geluidsveld is geschikt voor jazz en fusiontmuziek.
Het gebruikt gegevens die zijn verzameld in een beroemde jazzclub in New York. U kunt genieten
van heldere natrillingen.
ENTERTAIN
Game CINEMA DSP verwerking. U kunt genieten van dynamische en spannende geluidseffecten als u
games speelt. Het programma laat u de diepte en het driedimensionale surroundinggeluid voelen in
het veld waar u speelt en biedt u bioscoopachtige surroundinggeluidseffecten voor de filmscènes.
TV Sports CINEMA DSP verwerking. U kunt genieten van sportrelais die in stereo worden uitgezonden en
een diversiteit aan shows met een live geluidsomgeving. Voor sportrelais, komen de stemmen van
de commentatoren en omroepers duidelijk vanuit het midden; het gejuich en de atmosfeer in het
stadium verspreidt met een comfortabel bereik en u kunt zich voelen alsof u in het stadion bent.
MOVIE
Movie Spacious CINEMA DSP verwerking. he geluidsveld is geschikt voor films met een nadruk op spectaculaire
geluidseffecten en past perfect bij een breedbeeldscherm. Het programma reproduceert een breed
dynamisch bereik voor minimale geluidseffecten op krachtige geluiden.
Movie Dramatic CINEMA DSP verwerking. Dit geluidsveld is ook geschikt voor films met een nadruk op
driedimensionale geluidseffecten. Het bestuurt de trilling op matige wijze, maar reproduceert een
geluidseffect en een achtergrondmuziek op een zachte, driedimensionale manier met duidelijkheid
en een centrumoriëntatie van stemmen als centrale figuren.
STEREO
2ch Stereo Brengt meerkanaals bronnen terug tot 2 kanalen of speelt 2 kanaalsbronnen zoals deze zijn.
5ch Stereo CINEMA DSP verwerking. Het gebruik van dit programma verhoogt het luisterstandbereik. Dit is
een geluidsveld dat geschikt is voor achtergrondmuziek bij feestjes.
ENHANCER
Music Enh. 2ch
Music Enh. 5ch
Selecteer deze programma's voor het afspelen van compressie-artefacten (zoals het MP3-formaat)
in 2 kanalen of 5 kanalen stereo. Dit programma verbetert uw luisterervaring door de ontbrekende
harmonie in een compressie-artefact te regenereren.
26 Nl
Geluidsveldprogramma's
Selecteren van decoders voor 2-kanaals
bronnen (surround decoderfunctie)
Signalen die binnenkomen via 2 kanaalsbronnen kunnen
ook worden afgespeeld op multikanalen.
Druk herhaaldelijk op rSUR. DECODE om een
decoder te selecteren.
U kunt de uit de volgende decoders kiezen afhankelijk van
het type materiaal dat wordt afgespeeld en uw
persoonlijke voorkeuren.
Geluidveldparameters bewerken
Hoewel u kunt genieten van een goede geluidskwaliteit
met de oorspronkelijke fabrieksinstellingen, kunt u enkele
van de parameters veranderen zodat deze beter passen bij
de ingangsbron of uw luisterruimte.
1 Druk onder het luisteren op ok / n om de
gewenste parameter te selecteren.
2 Druk op ol / h om de parameterwaarde te
wijzigen.
Opmerking
U kunt parameterwaarden niet wijzigen als "MEM.GUARD" in
"OPTION MENU" is ingesteld op "ON" (Zie bladzijde 35).
y
Begininstellingen worden aangegeven met een (*) in elk van de volgende
parameters.
Voor Pop/Rock, Hall, Jazz, Game, TV Sports,
Movie Spacious en Movie Dramatic:
Voor PRO LOGIC II Muziek:
Voor Music Enh. 2ch en Music Enh. 5ch
Gebruik van geluidsveldprogramma's zonder
surround-luidsprekers (Virtual CINEMA DSP)
Virtual CINEMA DSP stelt u in staat te profiteren van de
CINEMA DSP geluidsveldprogramma's zonder surround-
luidsprekers. Wanneer u "SUR. L/R" instelt op "NONE"
(Zie bladzijde 33), wordt Virtual CINEMA DSP
automatisch geactiveerd als u een CINEMA DSP
geluidsveldprogramma selecteert (Zie bladzijde 25).
Luisteren naar multikanaals materiaal en
geluidsveldprogramma's met een
hoofdtelefoon (SILENT CINEMA)
SILENT CINEMA stelt u in staat naar multikanaals
materiaal of filmsoundtracks te luisteren met een normale
hoofdtelefoon. SILENT CINEMA wordt automatisch
ingeschakeld wanneer u hoofdtelefoons in de PHONES
aansluiting doet terwijl u luistert naar de CINEMA DSP
geluidsveldprogramma's (Zie bladzijde 25).
y
Indien het is ingeschakeld zal de SILENT CINEMA indicator oplichten
op de display van het voorpaneel.
Genieten van niet verwerkte signaalbronnen
(rechte decodeerstand)
Wanneer het toestel in de "STRAIGHT" stand staat,
worden 2-kanaals stereobronnen alleen weergegeven via
de linker en rechter voor-luidsprekers. Multikanaals
materiaal zal rechtstreeks via de diverse kanalen worden
weergegeven zonder verdere toevoeging van effecten.
Druk op MSTRAIGHT (of op tSTRAIGHT) om
"STRAIGHT" te selecteren.
"STRAIGHT" verschijnt op de display van het
voorpaneel.
Uitschakelen van de "STRAIGHT" stand
Druk op MSTRAIGHT (of tSTRAIGHT) zodat
"STRAIGHT" verdwijnt van het display op het
voorpaneel.
STANDARD Functie
PRO LOGIC Dolby Pro Logic verwerking voor elk
bronmateriaal
PLII Movie Dolby Pro Logic II verwerking voor
filmbronnen
PLII Music Dolby Pro Logic II verwerking voor
muziekbronnen
PLII Game Dolby Pro Logic II verwerking voor
gamebronnen
DSP-niveau DSP LEVEL
Functie: Past het effectniveau aan.
Keuzes: MIN, MID*, MAX
Panorama PANORAMA
Functie: Stuurt stereosignalen naar de surround-
luidsprekers zowel als naar de voor-
luidsprekers voor een omhullend effect.
Keuzes: OFF*, ON
Afmeting DIMENSION
Functie: Zorgt voor een gelijkmatige aanpassing van
het geluidsveld naar voren of naar achteren.
Instelbereik: –3 (richting de achterkant) to +3 (richting de
voorkant), begininstelling is STD
(standaard).
Middenbreedte CT WIDTH
Functie: Past het middenbeeld in van alle drie de
voor-luidsprekers in verschillende mate. Een
grotere waarde past het middenkanaal aan in
de richting van de linker en rechter voor-
luidsprekers.
Instelbereik: 0 (het middenkanaal wordt alleen
weergegeven via de midden-luidspreker) t/m
7 (het middenkanaal wordt alleen
weergegeven via de linker en rechter voor-
luidsprekers) begininstelling is 3.
Effectniveau
Functie: Past het effectniveau aan.
Keuzes: LOW, HIGH*
27 Nl
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE APPENDIX
VOORBEREIDIN
GEN
BASISBEDIENING
GEAVANCEERD
E BEDIENING
U kunt gebruik maken van twee afstemfuncties om op een
gewenste FM/AM zender af te stemmen:
Frequentie-afstemfunctie
U kunt de frequentie van de gewenste FM/AM zender
automatisch of manueel opzoeken of specificeren (zie
"FM/AM afstemmingbewerkingen"op deze pagina).
Automatische afstemfunctie
U kunt de gewenste FM/AM zender van tevoren instellen
en de zender vervolgens oproepen door de
voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer te specificeren
(zie "Selecteren van voorkeuzezenders" op pagina 28).
Opmerking
Voor de best mogelijke ontvangst, richt u de aangesloten AM ringantenne
of past u de stand van het eind van de binnen FM-antenne aan.
1 Druk herhaaldelijk op NINPUT l / h zodat
"TUNER" wordt weergegeven op de display
van het voorpaneel.
2 Druk op GBAND om de ontvangstband (FM
of AM) te selecteren.
3 Om automatisch naar een station te zoeken,
drukt u op ITUNING AUTO/MAN'L zodat
de AUTO indicator oplicht op de display op
het voorpaneel. Om handmatig naar een
station te zoeken, drukt u opnieuw op
ITUNING AUTO/MAN'L zodat de AUTO
indicator verdwijnt van de display op het
voorpaneel.
Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display
van het voorpaneel, dan kunt u niet handmatig/
automatisch afstemmen. Druk op DEDIT
PRESET/TUNING om de dubbele punt (:) uit te
schakelen.
4 Druk één keer op FPRESET/TUNING l / h
om het automatisch afstemmen te laten
beginnen. Druk herhaaldelijk op FPRESET/
TUNING l / h om handmatig op het
gewenste station af te stemmen.
Wanneer het toestel is afgestemd op een zender, zal
de TUNED indicator oplichten en zal de frequentie
waarop is afgestemd worden getoond op het display.
FPRESET/TUNING h om af te stemmen op
een hogere frequentie.
Om af te stemmen op een lagere frequentie, drukt u
op FPRESET/TUNING l.
Opmerking
Als het signaal van de zender waar u op wilt afstemmen te zwak is,
moet u er met de hand op afstemmen.
Gebruik deze functie om maximaal 40 zenders op te slaan
(A1 t/m E8: 8 voorkeuzezenders in elk van 5
voorkeuzegroepen). Stel de gewenste zenders van tevoren
in op dit toestel met behulp van de automatische of
manuele instelling van voorkeuzezenders.
U kunt gebruik maken van de automatische afstemfunctie
voor voorkeuzezenders om tot maximaal 40 FM zenders
met sterke signalen op volgorde op te slaan.
1 Druk herhaaldelijk op NINPUT l / h zodat
"TUNER" wordt weergegeven op de display
van het voorpaneel.
2 Druk op GBAND om "FM" als
ontvangstband te selecteren.
3 Houd HMEMORY tenminste 3 seconden
ingedrukt.
Het voorkeuzenummer alsook de MEMORY en
AUTO indicators gaan knipperen. Na ongeveer 5
seconden zal de automatische
voorprogrammeerstatus beginnen vanaf de huidige
frequentie naar hogere frequenties.
Wanneer het automatisch voorprogrammeren klaar is,
zal de frequentie voor de laatst
voorgeprogrammeerde zender op het display getoond
worden.
y
U kunt de voorkeuze zendergroep en het voorkeuze zendernummer
selecteren waar het eerste ontvangststation zal worden opgeslagen door te
drukken op
E
A/B/C/D/E
en dan op
F
PRESET/TUNING
l
/
h
.
FM/AM afstemmen
Overzicht
FM/AM afstemmingbewerkingen
AUTO
A
AM
1440
kHz
Licht op tijdens automatisch afstemmen
Geen dubbele punt (:)
FM/AM zenders vooraf instellen
Automatisch vooraf instellen van station
AUTO
MEMORY
A1:FM 87.50MHz
Knippert
Knippert
28 Nl
FM/AM afstemmen
Opmerkingen
Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder een bepaald
nummer zullen worden gewist wanneer u een andere zender onder dat
voorkeuzenummer opslaat.
Alleen FM zenders met een voldoende sterke ontvangst worden
opgeslagen bij het automatisch voorprogrammeren. Als u een zwakkere
zender wilt opslaan, dient u hierop met de hand af te stemmen zoals
beschreven in "Manuele instelling van voorkeuzezenders" op pagina 28.
Alleen Radio Data Systeem zenders worden automatisch opgeslagen bij
het automatisch voorprogrammeren (Alleen Europese modellen).
Gebruik deze functie om de FM of AM zenders manueel
op te slaan.
1 Afstemmen op een zender.
Zie bladzijde 27 voor gebruiksinstructies.
2 Druk op HMEMORY.
De MEMORY indicator knippert ongeveer 30
seconden lang op het display op het voorpaneel.
3 Druk herhaaldelijk op EA/B/C/D/E en
FPRESET/TUNING l / h om een
voorkeuzegroep en voorkeuzenummer te
selecteren (A1 tot E8) terwijl de MEMORY
indicator knippert.
Controleer of de dubbele punt (:) inderdaad verschijnt
op het display van het voorpaneel.
Om een hogere voorkeuzegroep en -nummer te
selecteren, druk op FPRESET/TUNING h.
Om een lagere voorkeuzegroep en -nummer te
selecteren, druk op FPRESET/TUNING l.
4 Druk op HMEMORY terwijl de MEMORY
indicator knippert.
De radioband en de frequentie voor deze zender
verschijnen op het display, samen met de door u
geselecteerde voorkeuzegroep en het
voorkeuzenummer.
U kunt op de gewenste zender afstemmen door
eenvoudigweg het voorkeuzenummer waaronder die
zender is opgeslagen te selecteren.
1 Druk herhaaldelijk op EA/B/C/D/E (of jA/B/
C/D/E) om de gewenste voorkeuzegroep (A
tot E) te selecteren.
De letter van de voorkeuzegroep verschijnt op het
display op het voorpaneel en verandert met elke druk
op de toets.
2 Druk op FPRESET/TUNING l / h (of
iPRESET l / h) om het gewenste
voorkeuzenummer (1 tot 8) te selecteren.
De voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer
verschijnen op het display op het voorpaneel, samen
met de radioband en de frequentie.
U kunt twee voorkeuzezenders met elkaar van plaats laten
wisselen. In het voorbeeld hieronder ziet u hoe u
voorkeuzezender "E1" en "A5" van plaats kunt laten
verwisselen.
1 Selecteer voorkeuzezender "E1" met gebruik
van EA/B/C/D/E en FPRESET/TUNING l
/ h.
Zie "Selecteren van voorkeuzezenders" op deze
pagina.
2 Houd DEDIT PRESET/TUNING tenminste
3 seconden ingedrukt.
"E1" en de MEMORY indicator knippert op het
display van het voorpaneel.
3 Seleceer voorkeuzezender "A5" met gebruik
van EA/B/C/D/E en FPRESET/TUNING l
/ h.
"A5" en de MEMORY indicator knippert op het
display van het voorpaneel.
Zie "Selecteren van voorkeuzezenders" op deze
pagina.
4 Druk opnieuw op DEDIT PRESET/
TUNING.
"EXCHANGE E1-A5" zal op het display op het
voorpaneel verschijnen wanneer de twee
voorkeuzezenders van plaats wisselen.
Manuele instelling van voorkeuzezenders
Selecteren van voorkeuzezenders
TUNED
MEMORY
:
C3
AM
630
kHz
Knippert
Voorkeuzegroep en nummer
TUNED
:
C3
AM
630
kHz
De weergegeven zender is opgeslagen als C3.
Als u deze handeling uitvoert met de
afstandsbediening, drukt u op eTUNER om
"TUNER" als signaalbron te selecteren.
Omwisselen van voorkeuzezenders
MEMORY
:
A5
FM
90.50
MHz
Knippert
Knippert
29 Nl
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE APPENDIX
VOORBEREIDIN
GEN
BASISBEDIENING
GEAVANCEERD
E BEDIENING
Radio Data Systeem is een systeem voor gegevensoverdracht dat door FM zenders in een groot aantal landen worden
gebruikt. Dit toestel kan verschillende Radio Data Systeem gegevens ontvangen, zoals PS (programma service), PTY
(programma type), RT (radio tekst), CT (klok tijd) en EON (Enhanced Other Networks - Verbeterde service andere
netwerken) wanneer er wordt afgestemd op Radio Data Systeem zenders.
Gebruik deze functie om de 4 types Radio Data Systeem
informatie weer te laten geven: PS (programmaservice),
PTY (programmatype), RT (radio tekst) en CT (klok tijd).
De bijbehorende indicators lichten op, op de display van
het voorpaneel (Zie bladzijde 4).
Opmerkingen
De Radio Data Systeem weergavefunctie varieert afhankelijk van het
huidige programmazender.
Het kan even duren voor dit toestel alle Radio Data Systeem gegevens
heeft ontvangen van de zender in kwestie.
Als de signalen niet goed genoeg kunnen worden ontvangen, is het
mogelijk dat dit toestel geen gebruik kan maken van de Radio Data
Systeem gegevens.
Bij slechte ontvangst kunt u op ITUNING AUTO/MAN'L op het
voorpaneel drukken zodat de AUTO indicator verdwijnt van het display
op het voorpaneel.
1 Stem af op de gewenste Radio Data Systeem
zender.
y
Wij raden u aan om af te stemmen op Radio Data Systeem zenders
met behulp van de automatische voorprogrammeerfunctie (Zie
bladzijde 27).
U kunt ook met de PTY SEEK functie afstemmen op de gewenste
voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem zender.
2 Druk herhaaldelijk op wINFO op de
afstandsbediening om de gewenste Radio
Data Systeem weergavefunctie te selecteren.
Gebruik deze functie om het gewenste radioprogramma te
selecteren uit alle voorgeprogrammeerde Radio Data
Systeem zenders door middel van het programmatype.
y
Gebruik de automatische voorprogrammeerfunctie om Radio Data
Systeem zenders voor te programmeren (Zie bladzijde 27).
1 Druk op eTUNER op de afstansbediening
om "TUNER" te selecteren als signaalbron.
2 Druk op wPTY SEEK MODE op de
afstandsbediening om dit toestel in de PTY
SEEK functie te zetten.
De naam van het geselecteerde programmatype of
"NEWS" zal gaan knipperen op de display van het
voorpaneel.
y
Om de PTY SEEK stand te annuleren, dient u nog eens op wPTY
SEEK MODE op de afstandsbediening te drukken.
3 Druk op iPRESET l / h op de
afstandsbediening om het gewenste
programmatype te selecteren.
De afstandsbediening van het geselecteerde
programmatype verschijnt op de display van het
voorpaneel.
Radio Data Systeem ontvangst
(alleen voor modellen uit Europa en Rusland)
Tonen van Radio Data Systeem
informatie
Keuze Functie
PS Geeft de naam van het ontvangen
Radio Data Systeem programma weer
dat momenteel wordt ontvangen.
PTY Geeft het type van het ontvangen
Radio Data Systeem programma weer
dat momenteel wordt ontvangen.
RT Geeft de informatie van het ontvangen
Radio Data Systeem programma weer
dat momenteel wordt ontvangen.
CT Geeft de huidige tijd weer.
CTRTPTYPS
Frequentiedisplay
Selecteren van een Radio Data
Systeem programmatype (PTY SEEK
stand)
Programmatype Beschrijving
NEWS Nieuws
AFFAIRS Actualiteiten
INFO Algemene informatie
SPORT Sports
EDUCATE Educatief
DRAMA Drama
CULTURE Cultuur
SCIENCE Wetenschap
VARIED Licht amusement
POP M Populaire muziek
ROCK M Rock muziek
M.O.R. M Middle-of-the-road muziek (easy-
listening)
30 Nl
Radio Data Systeem ontvangst (alleen voor modellen uit Europa en Rusland)
4 Druk op wPTY SEEK START op de
afstandsbediening om alle
voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem
zenders af te zoeken.
De naam van het geselecteerde programmatype en de
PTY HOLD indicator licht op op de display van het
voorpaneel.
y
Om het zoeken naar geschikte zenders te annuleren, dient u nog
eens op wPTY SEEK START op de afstandsbediening te
drukken.
Opmerking
Druk opnieuw op wPTY SEEK START om te blijven zoeken
naar een andere zender dat hetzelfde programma uitzendt.
Deze functie stelt u in staat te profiteren van de EON
(Enhanced Other Networks) gegevensservice van het
Radio Data Systeem netwerk. Wanneer u één van de 4
Radio Data Systeem programmatypes (NEWS, AFFAIRS,
INFO, of SPORT) heeft geselecteerd, zal dit toestel
automatisch een bepaalde tijd lang alle beschikbare
voorkeuzezenders afzoeken die EON gegevens uitzenden
naar een programma van het geselecteerde type. Wanneer
de geplande EON service begint, zal dit toestel
automatisch overschakelen naar de lokale zender die de
EON gegevens uitzendt en vervolgens terugschakelen naar
de nationale zender wanneer de EON gegevens ophouden.
Opmerkingen
U kunt deze functie alleen gebruiken wanneer de EON gegevensservice
beschikbaar is.
De EON indicator zal alleen oplichten op de display van het voorpaneel
wanneer de EON gegevensservice ontvangen wordt van een Radio Data
Systeem zender.
1 Stem af op de gewenste Radio Data Systeem
zender.
2 Controleer of de EON indicator brandt op de
display van het voorpaneel.
Als de EON indicator niet oplicht op de display, dient
u af te stemmen op een ander Radio Data Systeem
programma waarbij de EON indicator wel gaat
branden.
3 Druk herhaaldelijk op wEON op de
afstandsbediening om één van de 4 Radio
Data Systeem programmatypes (NEWS,
AFFAIRS, INFO of SPORT) te selecteren.
De naam van het geselecteerde programmatype
verschijnt op de display van het voorpaneel.
y
Om de EON functie te annuleren, drukt u herhaaldelijk op wEON
op de afstandsbediening tot de naam van het programmatype
verdwijnt en "EON OFF" verschijnt op de display van het
voorpaneel.
LIGHT M Licht klassiek
CLASSICS Klassiek
OTHER M Overige muziek
Gebruiken van de dataservice voor
verbetering van het gebruik van
andere netwerken (EON)
Programmatype Beschrijving
31 Nl
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE APPENDIX
VOORBEREIDIN
GEN
BASISBEDIENIN
G
GEAVANCEERDE
BEDIENING
GEAVANCEERDE BEDIENING
U kunt de volgende parameters gebruiken in het ingestelde menu om een diversiteit aan systeeminstellingen af te stellen en de
manier waarop dit apparaat werkt aan te passen. Wijzig de begininstellingen om de behoeften van de luisteromgeving weer te geven.
Via deze functie kunt u automatisch de luidspreker- en systeeminstellingen wijzigen (Zie bladzijde 16).
Via deze functie kunt u met de hand de luidspreker- en systeeminstellingen wijzigen.
Geluidmenu 1 SOUND MENU
Gebruik dit menu om handmatig de luidsprekerinstellingen af te stellen, de kwaliteit en de toon van het geluid dat door het systeem wordt weergegeven
te veranderen of vertragingen in de verwerking van het videosignaal te compenseren als u gebruik maakt van LCD-beeldschermen of projectors.
Ingangmenu 2 INPUT MENU
Gebruik dit menu om handmatig de ingangaansluitingen opnieuw aan te wijzen, selecteer de ingangstand of herbenoem de signaalbron.
Optiemenu 3 OPTION MENU
Gebruik dit menu om handmatig de optionele systeemparameters aan te passen.
Met deze functie kunt u informatie over het audiosignaal controleren (Zie bladzijde 21).
Ingestelde menu
Auto setup AUTO SETUP
Handmatige setup MANUAL SETUP
Parameter Kenmerken
Bladz
ijde
A)SPEAKER SET Selecteer het formaat van elke luidspreker, de lage signaaltonen van de luidsprekers, de crossover-
frequentie en de locatie van de voor-luidsprekers die zijn aangesloten op de FRONT B uitgangen.
32
B)SP LEVEL Stelt het uitgangsniveau van elke luidspreker in. 33
C)SP DISTANCE Stelt de afstand van elke luidspreker in. 33
D)CENTER GEQ Regelt de klankkleur (toon) van de midden-luidsprekers. 33
E)LFE LEVEL Stelt het uitgangsniveau van het LFE kanaal voor Dolby Digital of DTS signalen in. 34
F)D.RANGE Stelt het dynamische bereik van Dolby Digital ofr DTS signalen in. 34
G)AUDIO SET
Stelt het dempniveau, de audiovertragingsinstellingen, het maximale volumeniveau en het aanvangsvolumeniveau in.
34
Parameter Kenmerken
Bladz
ijde
A)INPUT ASSIGN Wijst de ingangaansluitingen op dit apparaat aan volgens het gebruikte component. 34
B)INPUT RENAME Wijzigt de naam van de signaalbron. 34
C)VOLUME TRIM Stelt het uitgangsvolume van elke aansluiting in. 35
D)DECODER MODE Selecteert de decoderstand voor de bronnen die zijn aangesloten op de DIGITAL INPUT-aansluitingen op
de achterkant van dit apparaat.
35
E)MULTI CH SET Selcteer welke videosignaalbron als achtergrond worden weergegeven bij weergave van signalen die
binnenkomen via de MULTI CH INPUT aansluitingen.
35
Parameter Kenmerken
Bladz
ijde
A)DISPLAY SET Past de helderheid van de display van het voorpaneel aan. 35
B)MEMORY GUARD Vergrendelt de parameters van het geluidsveldprogramma en andere ingestelde menu-instellingen. 35
C)AUDIO SELECT Instellen van de standaard selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting voor signaalbronnen die zijn
verbonden met de DIGITAL INPUT aansluitingen wanneer u dit toestel aan zet.
36
D)PARAM. INI Zet alle parameters van de geluidsveldprogramma's in op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen. 36
Signaalinformatie SIGNAL INFO
32 Nl
Ingestelde menu
Gebruik de afstandsbediening voor toegang en afstelling
van elke parameter.
y
U kunt de parameters van het ingestelde menu wijzigen terwijl het
apparaat geluid reproduceert.
1 Druk op kMENU op de afstandsbediening.
"AUTO SETUP" verschijnt op de display van het
voorpaneel.
2 Druk op ok / n om "MANUAL SETUP" te
selecteren.
3 Druk op oENTER om naar "MANUAL
SETUP" te gaan.
"1 SOUND MENU" verschijnt op de display van het
voorpaneel.
4 Druk herhaaldelijk op ok / n en druk op
oENTER voor toegang tot het gewenste
menu.
De volgende menu's verschijnen op de display van
het voorpaneel als u herhaaldelijk drukt op ok / n.
5 Druk herhaaldelijk op ok / n en druk op
oENTER voor toegang tot het gewenste
submenu.
Herhaal deze stap om te navigeren naar de items
die u wilt afstellen.
Om naar het vorige menuniveau terug te keren,
druk op qRETURN.
6 Druk op ok / n om de gewenste parameter
te selecteren en druk vervolgens op ol / h
om de parameteriwaarden te wijzigen.
Druk op oh om de ingestelde waarde te
verhogen.
Druk op ol om de ingestelde waarde te
verlagen.
7 Druk op kMENU om het ingestelde menu af
te sluiten.
Gebruik dit menu om handmatig de luidsprekerinstellingen af te
stelen of de vertraging van de verwerking van het videosignaal te
compenseren als u LCD-beeldschermen of projectors gebruikt.
y
Begininstellingen worden aangegeven met een (*) in elk van de volgende
parameters.
Gebruik deze functie om met de hand de luidspreker-
instellingen wijzigen.
FRONT B luidspreker-instelling FRONT B
Gebruik deze functie om de locatie van de voor-luidsprekers die
zijn aangesloten op de FRONT B-aansluitingen, te selecteren.
Opmerkingen
Indien u hoofdtelefoons aansluit op de PHONES-aansluiting op dit apparaat,
wordt het geluid uitgezonden vanaf beide hoofdtelefoons, en de FRONT B-
aansluitingen terwijl "FRONT B" wordt ingesteld op "ZONE B".
Als een DSP-programma wordt geselecteerd als "FRONT B" is ingesteld
op "ZONE B", dan gaat dit apparaat automatisch naar de Virtual
CINEMA DSP-stand (Zie bladzijde 26).
Voor-luidsprekers, Midden-luidsprekers,
Surround links/rechts-luidsprekers
FRONT, CENTER, SUR. LR
Selecteer "LARGE (LRG)" of "SMALL (SML)"
afhankelijk van het formaat van uw luidspreker. Selecteer
"NONE" als de Midden-luidspreker of Surround
luidspreker niet is aangesloten.
Begininstelling:
FRONT: "LARGE"
CENTER: "SML"
SUR. LR: "SML"
Opmerkingen
Als "BASS OUT" is ingesteld op "FRONT" op deze pagina, dan kunt u
uitsluitend "LARGE" in "FRONT" kiezen. Indien "FRONT" van te voren
is ingesteld op een andere instelling dan "LARGE" dan wijzigt dit
apparaat de waarde automatisch naar "LARGE".
Indien u "NONE" in "CENTER" selecteert, worden signalen voor het
middenkanaal naar de linker en rechter voor-luidsprekers gestuurd.
Wanneer u "NONE" in "SUR. LR", dit apparaat keert automatisch in de
Virtual CINEMA DSP-stand (Zie bladzijde 26).
LFE/Weergave lage tonen BASS OUT
Gebruik deze functie om de luidsprekers te selecteren die de
LFE (Lage Frequentie Effecten) en de lage tonen weergeven.
y
Als u niet tevreden bent met de door uw luidsprekers geproduceerde lage
tonen, kunt u deze instellingen aanpassen aan uw voorkeuren.
Het ingestelde menu gebruiken
MANUAL SETUP
.
1 SOUND MENU
1 SOUND MENU
2 INPUT MENU
3 OPTION MENU
1 SOUND MENU
Luidsprekerinstellingen A)SPEAKER SET
Keuze Voorwaarde
FRONT* Wanneer FRONT B-luidsprekers zich in de
hoofdruimte bevinden.
ZONE B Wanneer FRONT B-luidsprekers zich in een andere
ruimte bevinden. Deze instelling dempt alle
luidsprekers in de hoofdruimte als FRONT B wordt
geselecteerd door CSPEAKERS.
Wooferdoorsnede van een luidspreker is 16 cm of
groter: LARGE (LRG)
Wooferdoorsnede van een luidspreker is kleiner dan
16 cm: SMALL (SML)
33 Nl
Ingestelde menu
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE APPENDIX
VOORBEREIDIN
GEN
BASISBEDIENIN
G
GEAVANCEERDE
BEDIENING
LFE uitgangssignalen
Uitgang lage frequentiesignalen
Opmerkingen
*1 Produceert de lage frequentiesignalen van de voorkanalen en andere
luidsprekers die zijn ingesteld op "SML" of "NONE".
*2 Produceren altijd de lage frequentiesignalen van de voorkanalen.
*3 Produceren de lage frequentiesignalen als de afmetingen van de
luidsprekers zijn ingesteld op "LARGE" (of "LRG").
*4 Produceert de lage frequentiesignalen van de luidsprekers die zijn
ingesteld op "SML".
Crossover CROSSOVER
Gebruik deze functie om een crossoverfrequentie van alle
luidsprekers te selecteren die zijn ingesteld op "SML" (of
"SMALL") of op "NONE" in "SPEAKER SET" (zie
pagina's 31 en 32).
Keuzes: 40Hz, 60Hz, 80Hz*, 90Hz, 100Hz, 110Hz,
120Hz, 160Hz, 200Hz
Opmerking
Alle frequenties onder de geselecteerde frequentie zullen naar de
subwoofer worden gedirigeerd of naar de luidsprekers die zijn ingesteld
op "LRG" (of "LARGE") in "SPEAKER SET" (zie pagina's 31 en 32).
Subwoofer fase SWFR PHASE
Als de lage tonen niet of onduidelijk worden weergegeven,
kunt u hiermee de fase van uw subwoofer omschakelen.
Via deze functie kunt u de het uitgangsniveau van elke
luidspreker handmatig aanpassen.
Instelbereik: –10 dB tot 0 dB* tot +10 dB
Instelstap: 1 dB
Opmerkingen
Welke luidsprekerkanalen er beschikbaar zijn hangt mede af van de
luidsprekerinstellingen.
Dit heeft geen invloed op opgenomen materiaal.
Met deze functie kunt u met de hand de afstand van elke
luidspreker tot de luisterplek invoeren en zo de vertraging
voor het bijbehorende kanaal instellen. Alle geluiden
worden afgesteld om tegelijkertijd bij de luisterpositie te
arriveren, ongeacht de afstand van elk van de luidsprekers.
Apparaat UNIT
Luidsprekerafstanden
Instelbereik: 0,30 t/m 24,00 m (10 bis 80,0 ft)
Instelstap: 0,10 m (0,5 ft)
Begininstelling:
FRONT L/FRONT R/SWFR: 3,00 m (10,0 ft)
CENTER: 2,60 m (8,5 ft)
SUR. L/SUR. R: 2,40 m (8,0 ft)
Opmerking
Welke luidsprekerkanalen er beschikbaar zijn hangt mede af van de
luidsprekerinstellingen.
Gebruik deze functie om de ingebouwde 5-frequentieband
(100Hz, 300Hz, 1kHz, 3kHz en 10kHz) grafische
equalizer af te stellen op een middenkanaal zodat
deklankkleur van de midden-luidsprekers overeenkomen
met die van de voor-luidsprekers.
Instelbereik: –6,0 dB tot 0 dB* tot +6,0 dB
Instelstap: 0,5 dB
y
Druk op ok / n om een frequentieband te selecteren en ol / h om de
geselecteerde frequentieband af te stellen.
U kunt instellen terwijl u luistert naar de huidige bron of testtoon.
Hierna volgt een voorbeeld waarbij "100Hz" is
geselecteerd als frequentieband.
Keuze Subwoofer
Voor-
luidsprekers
Overige
luidsprekers
BOTH* Uitgang Geen uitgang Geen uitgang
SWFR Uitgang Geen uitgang Geen uitgang
FRONT Geen uitgang Uitgang Geen uitgang
Keuze Subwoofer
Voor-
luidsprekers
Overige
luidsprekers
BOTH**1 *2 *3
SWFR *4 *3 *3
FRONT Geen uitgang *1 *3
Keuze Functie
NRM* Keert de fase van uw subwoofer niet om.
REV Keert de fase voor uw subwoofer om.
Luidsprekerniveau B)SP LEVEL
SP LEVEL Ingestelde luidspreker
FL Linker voor-luidspreker
FR Rechter voor-luidspreker
C Midden-luidspreker
SL Linker surround-luidspreker
SR Rechter surround-luidspreker
SWFR Subwoofer
Luidsprekerafstand C)SP DISTANCE
Keuze Voorwaarde
meters* Waneer u de afstanden van de luidsprekers in meters
instelt.
feet Waneer u de afstanden van de luidsprekers in feet
instelt.
SP DISTANCE Ingestelde luidspreker
FRONT L Linker voor-luidspreker
FRONT R Rechter voor-luidspreker
CENTER Midden-luidspreker
SUR. L Linker surround-luidspreker
SUR. R Rechter surround-luidspreker
SWFR Subwoofer
Grafische equalizer midden
D)CENTER GEQ
100Hz--||-- 0
34 Nl
Ingestelde menu
Testtoon TEST
Gebruik deze functie om instellingen te maken voor
"CENTER GEQ" terwijl u luistert naar een testtoon.
Deze functie stelt u in staat het volume (uitgangsniveau)
van het LFE (Lage Frequentie Effect) kanaal aan te passen
aan de capaciteit van uw subwoofer of hoofdtelefoon.
Instelbereik: –20 dB tot 0 dB*
Instelstap: 1 dB
Luidspreker LFE SP LFE
Stelt het LFE niveau van de luidspreker af.
Hoofdtelefoon LFE HP LFE
Stelt het LFE niveau van de hoofdtelefoon af.
Opmerkingen
Afhankelijk van de instellingen van "BASS OUT" (Zie bladzijde 32), is
het mogelijk dat sommige signalen niet via de SUBWOOFER OUTPUT
aansluitingen worden gereproduceerd.
Het LFE kanaal zorgt voor de weergave van speciale effecten met zeer
lage tonen die alleen aan bepaalde passages worden toegevoegd.
Deze instelling is effectief wanneer het ingangssignaal het LFE kanaal
bevat.
Via deze functie kunt u instellen hoeveel het dynamisch
bereik moet worden gecomprimeerd voor uw luidsprekers
of uw hoofdtelefoon. Deze instelling is alleen effectief als
dit apparaat Dolby Digital en DTS signalen decodeert.
Dynamisch bereik van de luidspreker
SP D.R
Instellen luidsprekercompressie.
Dynamisch bereik van de hoofdtelefoon
HP D.R
Stelt de hoofdtelefooncompressie in.
Gebruik deze functie om de algehele audio-instellingen
van dit apparaat mee in te stellen.
Demptype MUTE TYP.
U kunt zelf bepalen hoeveel het volume verlaagd moet
worden wanneer u deze functie gebruikt (Zie bladzijde 20).
Audiovertraging A.DELAY
Gebruik deze functie om de geluidsuitvoer te vertragen en
te synchroniseren met het videobeeld. Dit kan bij bepaalde
LCD-beeldschermen of projectors nodig zijn.
Instelbereik: 0 ms* tot 160 ms
Instelstap: 1 ms
Maximum volume MAX VOL.
Gebruik deze functie om het maximum volumeniveau in
te stellen ongeacht het originele volumebereik. Deze
functie is nuttig om te voorkomen dat er hele harde
geluiden worden weergegeven.
Instelbereik: +16 dB*, +10 dB tot –30 dB
Instelstap: 5 dB
Opmerking
De "MAX VOL." instelling krijgt voorrang boven de instelling voor "INI
VOL". Als bijvoorbeeld "INI.VOL." is ingesteld op –20 dB en "MAX
VOL." is ingesteld op –30 dB, dan wordt het volumeniveau automatisch
ingesteld op –30 dB wanneer u de volgende keer het toestel weer aan zet.
Beginvolume INI.VOL.
Gebruik deze functie om in te stellen wat het volume moet
worden wanneer dit toestel aan wordt gezet.
Keuzes: Off*, –80 dB tot +16 dB
Instelstap: 1 dB
Opmerking
De "MAX VOL." instelling krijgt voorrang boven de instelling voor
"INI. VOL".
Gebruik dit menu om de ingangaansluitingen opnieuw aan
te wijzen, selecteer de ingangstand of herbenoem de
signaalbron.
y
Begininstellingen worden aangegeven met een (*) in elk van de volgende
parameters.
U kunt de ingangsaansluitingen toewijzen aan andere
componenten als de begininstellingen van dit toestel niet
overeenkomen met uw voorkeuren.
Keuzes: CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL, V-AUX, DVR
Begininstelling:
IN (1) (COAXIAL-aansluiting): DVD
IN (2) (OPTICAL (DTV/CBL)-aansluiting): DTV/
CBL
IN (3) (OPTICAL (CD)-aansluiting): CD
Opmerkingen
U kunt niet vaker dan één keer een specifiek item selecteren.
U kunt niet dezelfde signaalbron toewijzen aan zowel "IN (2)" en "IN (3)".
Als u bijvoorbeeld "CD" toewijst aan "IN (2)", "––" verschijnt in "IN (3)".
Wanneer de ingangaansluitingen opnieuw zijn toegewezen, kunt u de
bijbehorende component selecteren met gebruik van NINPUT l / h
(of de ingangselectietoetsen (e) oo de afstandsbediening).
Met deze functie kunt u de namen van de ingangsbronnen
veranderen zoals die op het display van het voorpaneel
verschijnen.
Keuze Functie
OFF* Stopt de testtoon en geeft het huidige weer.
ON
Produceert de testtonen van de midden en linker luidsprekers.
Laagfrequentie effectniveau
E)LFE LEVEL
Dynamisch bereik F)D.RANGE
Keuze Functie
MIN Stelt het dynamisch bereik in op een beperkte waarde.
STD
Stelt het dynamisch bereik in op een gemiddelde waarde.
MAX* Behoudt het grootste dynamische bereik.
Audioinstellingen G)AUDIO SET
Keuze Functie
FULL* Schakelt alle geluidsweergave tijdelijk uit.
-20dB Verlaagt het huidige volume met 20 dB.
2 INPUT MENU
Invoeraanwijzing A)INPUT ASSIGN
Ingangnaam B)INPUT RENAME
35 Nl
Ingestelde menu
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE APPENDIX
VOORBEREIDIN
GEN
BASISBEDIENIN
G
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Het volgende is een voorbeeld waarbij "DVD" is
hernoemd in "My DVD".
1 Druk op een van de invoerselectietoetsen (e)
of fMULTI CH IN om de signaalbron te
selecteren waar u de naam van wilt wijzigen.
2 Druk op ol / h op de afstandsbediening
om de "_" (onderstreept) onder de spatie of
het teken te plaatsen dat u wilt bewerken.
3 Kies met ok / n het teken dat u wilt
gebruiken en ga vervolgens met ol / h
naar de volgende spatie.
Opmerkingen
U kunt maximaal 8 tekens gebruiken voor elke signaalbron.
Druk op on om de tekens als volgt te laten veranderen, of druk op
ok om deze reeks in omgekeerde volgorde te doorlopen:
A tot Z, een spatie, 0 tot 9, een spatie, a tot z, een spatie, symbolen
(#, *, –, +, etc.)
4 Herhaal de stappen 1 t/m 3 als u de namen
voor elke signaalbron wilt veranderen.
5 Druk op kMENU om "INPUT RENAME" af te
sluiten.
Gebruik deze functie om het niveau van de
signaalweergave bij elke aansluiting aan te passsen. Dit
komt van pas wanneer u wilt vermijden dat het volume
plotseling verandert wanneer u overschakelt naar een
andere signaalbron.
Druk op een van de invoerselectietoetsen (e) of
vMULTI CH IN om de signaalbron te
selecteren waarvan u het niveau van wilt
wijzigen.
Keuzes: CD, TUNER, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL,
V-AUX, DVR, MULTI CH IN
Instelbereik: –6,0 tot 0,0* tot +6,0 dB
Instelstap: 1,0 dB
Decoderselectiestand
Met deze functie kunt u een bepaalde decoderfunctie
standaard instellen voor de signaalbronnen die zijn
aangesloten op de DIGITAL INPUT aansluitingen.
DTS decoder voorkeurinstelling
BGV BGV
Gebruik deze functie om te kiezen welke videosignaalbron
als achtergrond zal worden weergegeven bij weergave van
signalen die binnenkomen van de MULTI CH INPUT
aansluitingen.
Keuzes: LAST*, DVR, V-AUX, DTV/CBL, DVD
y
Selecteer "LAST" om dit apparaat automatisch de laatst geselecteerde
videbron als achtergrond videobron te selecteren.
Gebruik dit menu om de optionele systeemparameters aan
te passen.
y
Begininstellingen worden aangegeven met een (*) in elk van de volgende
parameters.
Dimmer DIMMER
Hiermee kunt u de helderheid van de display op het
voorpaneel instellen.
Instelbereik: –4 tot 0*
Instelstap: 1
Druk op ol pm de display van het voorpaneel te
dimmen.
Druk op oh pm de display van het voorpaneel
helderder te maken.
Geheugenbeveiliging MEM.GUARD
Met deze functie kunt u voorkomen dat de DSP
programma parameterwaarden en andere
systeeminstellingen per abuis gewijzigd worden.
Opmerking
Wanneer "MEM.GUARD" is ingesteld op "ON", kunt u geen andere
ingestelde menu-onderdelen selecteren en aanpassen.
Volume trimmen C)VOLUME TRIM
Decoderstand D)DECODER MODE
Keuze Functie
AUTO* Detecteert automatisch het type ingangssignaal en
selecteert de juiste decoderfunctie.
LAST Selecteert automatisch de laatste decoderstand die
werd gebruikt met de signaalbron in kwestie.
DVR
p
DVD CD
V-AUX DTV/CBL
MD/CD-R
TUNER
DVD My DVD
Keuze Functie
AUTO* Detecteert automatisch het type ingangssignaal en
selecteert de juiste ingangstand.
DTS Hiermee kunt u een DTS-CD afspelen.
Multikanaals ingangsetup
E)MULTI CH SET
3 OPTION MENU
Weergaveinstellingen A)DISPLAY SET
Geheugenbeveiliging B)MEMORY GUARD
Keuze Functie
OFF* Schakelt de "MEM.GUARD" functie uit.
ON Beschermt:
geluidsveldprogrammaparameters
alle ingestelde menu-onderdelen
SCENE-sjabloonparameters
36 Nl
Ingestelde menu
Gebruik deze functie om de standaard audio
ingangaansluiting selectieinstelling voor de
signaalbronnen toe te wijzen.
Gebruik deze functie om alle parameters van de
geluidsveldprogramma's in te stellen op de
oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
Opmerkingen
U kunt niet automatisch naar de vorige parameterinstellingen terugkeren
als u eenmaal de parameters van het geluidsveldprogramma heeft
geïnitialiseerd.
U kunt niet apart individuele geluidsveldprogramma's initialiseren.
Audioselectie C)AUDIO SELECT
Keuze Functie
AUTO* Detecteert automatisch het type ingangssignaal en
selecteert de juiste ingangstand.
LAST Selecteert automatisch de laatste ingangaansluiting
voor de aangesloten signaalbron (Zie bladzijde 19).
Parameterinitialisatie D)PARAM. INI
Keuze Functie
NO* Annuleert de parameterinitialisatie en keert terug naar
het vorige menuniveau.
YES Zet alle geluidsveldparameters in op de
oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
37 Nl
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE APPENDIX
VOORBEREIDIN
GEN
BASISBEDIENIN
G
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Dit toestel heeft extra menu's die worden getoond op het display op het voorpaneel. Het uitgebreide instelmenu biedt
aanvullende handelingen om de manier waarop dit toestel functioneert aan te passen. Verander de begininstellingen
(aangeduid met (*) in de volgende parameter) op basis van uw voorkeuren van uw luisteromgeving.
Opmerkingen
Alleen
A
STANDBY/ON,
L
PROGRAM l / h en
M
STRAIGHT zijn effectief als u het uitgebreide instelmenu gebruikt.
Er kunnen geen andere handelingen worden verricht terwijl u het
uitgebreide instelmenu aan het gebruiken bent.
Het uitgebreide instelmenu is alleen beschikbaar via de display op het
voorpaneel.
1 Druk op
A
STANDBY/ON op het voorpaneel
om dit toestel in standby te zetten.
2 Houd
K
TONE CONTROL ingedrukt en druk
dan op
A
STANDBY/ON om het apparaat
aan te zetten.
Het toestel wordt ingeschakeld, en het uitgebreide
instelmenu zal verschijnen op de display van het
voorpaneel.
3 Druk op
L
PROGRAM l / h om de
parameter te selecteren die u wilt aanpassen.
De naam van de geselecteerde parameter verschijnt
op het display op het voorpaneel.
4 Druk herhaaldelijk op
M
STRAIGHT om de
geselecteerde parameterinstelling te
wijzigen.
5 Druk op
A
STANDBY/ON om uw selectie te
bevestigen en zet dit toestel in standby.
y
De gewijzigde instellingen worden van kracht zodra u dit toestel de
volgende keer aan zet.
Initialiseren PRESET
Met deze functie kunt u alle parameters van dit toestel
terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
Keuzes: CANCEL*, RESET
Selecteer "CANCEL" om geen parameters van dit
apparaat te resetten.
Selecteer "RESET" om parameters van dit apparaat te
resetten.
Opmerking
De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden weer van kracht wanneer
het toestel de volgende keer wordt ingeschakeld.
Geavanceerde setup
38 Nl
AANVULLENDE INFORMATIE
Raadpleeg de tabel hieronder wanneer het toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder vermeld
staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het toestel dan uit (standby), haal de stekker uit het
stopcontact en neem contact op met uw dichtstbijzijnde Yamaha dealer of servicecentrum.
Algemeen
Oplossen van problemen
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Het toestel gaat niet
aan, of gaat direct
weer uit (standby)
zodra de stroom
wordt ingeschakeld.
Het netsnoer of de stekker is niet of niet
goed aangesloten.
Sluit het netsnoer op de juiste manier aan.
De beveiliging is in werking getreden. Controleer of alle luidsprekerbedrading, op het toestel
en op de luidsprekers zelf, op de juiste manier is
aangesloten en dat de draden geen contact maken met
andere dingen dan de bijbehorende aansluitingen.
9
Het toestel heeft blootgestaan aan een
sterke, externe elektrische schok
(bijvoorbeeld een blikseminslag of een
ontlading van statische elektriciteit).
Zet het toestel uit (standby), haal de stekker uit het
stopcontact, wacht 30 seconden voor u de stekker
weer terug doet en probeer het toestel vervolgens
weer gewoon te gebruiken.
Geen geluid In- of uitgangskabels niet op de juiste
manier aangesloten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het probleem
niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels.
10-13
Er is geen juiste audio
ingangsaansluitingselectie ingesteld.
Stel een juiste audio ingangsaansluitingselectie in. 36
Er is geen geschikte signaalbron
geselecteerd.
Selecteer een juist ingangsignaal met
N
INPUT l /
h op het voorpaneel (of de signaalselectietoetsen
(e) op de afstandsbediening).
18, 19
De luidsprekers zijn niet goed aangesloten.
Sluit de luidsprekers op de juiste manier aan. 9
De voor-luidsprekers die moeten worden
gebruikt, zijn niet goed geselecteerd.
Selecteer de voor-luidsprekers met CSPEAKERS.19
Het volume staat uit. Zet het volume hoger.
De geluidsweergave is tijdelijk
uitgeschakeld.
Druk op hMUTE of gVOLUME +/– op de
afstandsbediening om de geluidsweergave te
herstellen en het volume te kunnen regelen.
20
Er worden signalen van een broncomponent
ontvangen die dit toestel niet kan weergeven,
zoals van een CD-ROM.
Gebruik een signaalbron waarvan de signalen wel
door dit toestel kunnen worden gereproduceerd.
Audiosignalen die binnenkomen via de
HDMI-aansluiting worden niet uitgezonden
via een luidsprekeraansluiting.
Maak naast de HDMI-aansluiting ook een analoge of
digitale aansluiting.
De instelling van de aangesloten
component is onjuist.
Volg de handleiding van de apparatuur in kwestie en
maak de vereiste instelling.
Het geluid valt
plotseling uit.
De beveiliging is in werking getreden
vanwege kortsluiting enz.
Controleer of de luidsprekerbedrading nergens kortsluiting
maakt en zet vervolgens het toestel weer aan.
De slaaptimer heeft het toestel uitgeschakeld. Zet het toestel aan en speel de gewenste signaalbron weer af.
De geluidsweergave is tijdelijk
uitgeschakeld.
Druk op
h
MUTE
of
g
VOLUME +/–
op de
afstandsbediening om de geluidsweergave te hervatten.
20
Er klinkt alleen geluid
uit de luidspreker aan
één kant.
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het probleem
niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels.
10-14
Onjuiste instellingen in "SP LEVEL". Pas de "SP LEVEL" instellingen aan. 33
39 Nl
Oplossen van problemen
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE APPENDIX
VOORBEREIDIN
GEN
BASISBEDIENIN
G
GEAVANCEERD
E BEDIENING
Er wordt alleen flink
geluid geproduceerd
door de midden-
luidspreker.
Wanneer er een mono bronsignaal wordt
weergegeven met een CINEMA DSP programma,
zal dit signaal via het middenkanaal worden
weergegeven, terwijl alleen eventuele door het
programma toegevoegde effecten via de voor- en
surround-luidsprekers worden geproduceerd.
Er klinkt geen geluid
uit de midden-
luidspreker.
"CENTER" in "SPEAKER SET" wordt
ingesteld op "NONE".
Zet "CENTER" op "SML" of "LRG". 32
Sommige geluidsveldprogramma's geven geen
geluiden weer van de middenluidspreker.
Probeer een ander geluidsveldprogramma. 25
Er klinkt geen geluid
uit de surround-
luidsprekers.
"SUR. LR" in "SPEAKER SET" is
ingesteld op "NONE".
Stel "SUR. LR" in op "SML" of "LRG". 32
Dit toestel staat in de "STRAIGHT" stand
en er wordt mono materiaal weergegeven.
Druk op
M
STRAIGHT
op het voorpaneel zodat
"STRAIGHT" van het display op het voorpaneel verdwijnt.
26
Er klinkt geen geluid
uit de subwoofer.
"BASS OUT" in "SPEAKER SET" is
ingesteld op "FRONT" terwijl er een Dolby
Digital of DTS-signaal wordt weergegeven.
Zet "BASS OUT" op "SWFR" of "BOTH". 32
"BASS OUT" in "SPEAKER SET" is
ingesteld op "SWFR" of "FRONT" als een
2-kanaals bron wordt afgespeeld.
Zet "BASS OUT" op "BOTH". 32
De bron bevat geen zeer lage bastonen.
Dolby Digital of DTS-
geluidsbronnen kunnen
niet worden afgespeeld.
(De Dolby Digital of DTS
indicator op de display
van het voorpaneel licht
niet op.)
Het aangesloten component is niet correct
ingesteld voor het produceren van Dolby
Digital of DTS digitale signalen.
Volg de handleiding van de apparatuur in kwestie en
maak de vereiste instellingen.
De selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting staat op "ANALOG".
Zet de selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting op "AUTO".
19
U hoort een zeker
gebrom.
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Sluit de audiokabels stevig en op de juiste manier aan.
Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat
er iets mis is met de kabels.
Het volume kan niet
worden verhoogd, of
het geluid klinkt
vervormd.
U probeert het volumeniveau hoger in te
stellen dan het maximale volumeniveau.
Stel de "MAX VOL." instelling af. 34
De op de AUDIO OUT (REC) aansluiting van
dit toestel aangesloten component staat uit.
Zet de betreffende component aan.
Geluidseffecten
worden niet
opgenomen.
Het is niet mogelijk door het toestel
toegevoegde effecten op te nemen met
aangesloten opname-apparatuur.
Er kan niet worden
opgenomen door analoge
opname-apparatuur die is
aangesloten op de AUDIO
OUT (REC) aansluiting.
De signaalbron is niet aangesloten op de
analoge AUDIO IN aansluitingen van dit
toestel.
Sluit de signaalbron aan op de analoge AUDIO IN
aansluitingen.
13
De
geluidsveldparameter
s en sommige andere
instellingen van dit
toestel kunnen niet
worden gewijzigd.
"MEM.GUARD" in "OPTION MENU" is
ingesteld op "ON".
Zet "MEM.GUARD" op "OFF". 35
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
40 Nl
Oplossen van problemen
Tuner
Het toestel
functioneert niet naar
behoren.
De interne microcomputer is vastgelopen
door een externe elektrische schok
(bijvoorbeeld blikseminslag of ontlading
van statische elektriciteit) of door een te
laag voltage van de stroomvoorziening.
Haal de stekker uit het stopcontact en doe hem na
ongeveer 30 seconden weer terug.
"CHECK SP WIRES"
verschijnt op de display
van het voorpaneel.
De luidsprekerbedrading maakt
kortsluiting.
Controleer of alle luidsprekerkabels op de juiste
manier zijn aangesloten.
9
U ondervindt storing van
digitale of andere
apparatuur die
radiogolven gegenereert.
Dit toestel staat te dicht bij de digitale of
hoogfrequente apparatuur.
Zet het toestel verder bij dergelijke apparatuur
vandaan.
De beeldweergave
wordt gestoord.
De videobron maakt gebruik van
gescramblede of gecodeerde signalen om
kopiëren tegen te gaan.
Het toestel gaat
plotseling uit
(standby).
De interne temperatuur is te hoog opgelopen en
de oververhittingsbeveiliging is in werking
getreden.
Wacht ongeveer 1 uur tot het toestel afgekoeld is voor
u het weer aan zet.
Virtual CINEMA DSP
is niet ingesteld.
"MULTI CH" is geselecteerd als signaalbron.
Selecteer een andere signaalbron dan "MULTI CH". 18
Hoofdtelefoons zijn aangesloten op de
PHONES aansluiting.
Haal de stekker van de hoofdtelefoon uit de
PHONES-aansluiting.
Dit apparaat bevindt zich in de "5ch
Stereo" stand.
Ga uit de "5ch Stereo"-stand. 25
SILENT CINEMA is
niet ingesteld.
"MULTI CH" is geselecteerd als signaalbron.
Selecteer een andere signaalbron dan "MULTI CH". 18
Het toestel is in de "2ch Stereo",
"STRAIGHT" of "Music Enh. 2ch"-stand.
Verlaat de "2ch Stereo", "STRAIGHT" of "Music
Enh. 2ch"-stand.
25
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
FM
Veel ruis in de FM
stereo-ontvangst.
Dit probleem is inherent aan FM
stereo-uitzendingen wanneer de zender
te ver weg is of het ontvangstsignaal
dat binnenkomt via de antenne niet
sterk genoeg is.
Controleer de aansluitingen van de antenne. 15
Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige
FM antenne.
Stem met de hand af. 27
Er is vervorming en ook een
betere FM antenne zorgt niet
voor een betere ontvangst.
U ondervindt interferentie doordat
hetzelfde signaal op verschillende
manieren ontvangen wordt.
Verander de opstelling van de antenne zodat u
van deze interferentie geen last meer hebt.
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
Het radiosignaal is te zwak. Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige
FM antenne.
Stem met de hand af. 27
Er kan niet langer worden
afgestemd op eerder
voorgeprogrammeerde
zenders.
Het toestel is te lang zonder stroom
geweest.
Selecteren van voorkeuzezenders. 27
"...WAIT" of "CT WAIT"
verschijnt op het
voorpaneel
De signaalsterkte wordt verzwakt als
dit toestel Radio Data
Systeemgegevens ontvangt.
Controleer de aansluitingen van de antenne. 15
Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige
FM antenne.
Stem met de hand af. 27
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
41 Nl
Oplossen van problemen
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE APPENDIX
VOORBEREIDIN
GEN
BASISBEDIENIN
G
GEAVANCEERD
E BEDIENING
AUTO SETUP
Voor AUTO SETUP
Tijdens AUTO SETUP
AM
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
Het signaal is te zwak of de antenne is
los.
Controleer de aansluitingen van de AM ringantenne
en stel deze zo op dat u de beste ontvangst verkrijgt.
Stem met de hand af. 27
U hoort doorlopend
gekraak en gesis.
Geluiden die het gevolg zijn van bliksem,
TL-verlichting, motoren, thermostaten en
andere elektrische apparatuur.
Gebruik een buitenantenne en een goede aarding.
Dit kan in sommige gevallen helpen, maar het blijft
moeilijk om alle storingsbronnen te elimineren.
U hoort gezoem en gefluit.
Er wordt in de buurt van het toestel een
TV gebruikt.
Zet dit toestel verder bij de TV vandaan.
Foutmelding Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Connect MIC! De optimalisatie-microfoon is niet
aangesloten.
Verbind de meegeleverde optimalisatie-microfoon met
de OPTIMIZER MIC aansluiting op het voorpaneel.
16
Unplug HP! Er is een hoofdtelefoon aangesloten. Maak de hoofdtelefoon los.
Foutmelding Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
NO FRONT L SP Er worden geen L/R voorkanaalsignalen
gedetecteerd.
Controleer de aansluitingen van de L/R voor-
luidsprekers.
9
NO FRONT R SP
NO SUR.L SP Er wordt geen signaal voor een
surroundkanaal gedetecteerd.
Controleer de aansluitingen van de surround-
luidspreker.
9
NO SUR.R SP
NOISY Teveel geluiden op de achtergrond. Probeer de "AUTO SETUP" onder stille
omstandigheden.
Zet lawaaiige elektrische apparatuur zoals air-
conditioners uit, of zet ze uit de buurt van de
optimalisatie-microfoon.
NO MIC De optimalisatie-microfoon is losgeraakt
tijdens de "AUTO SETUP" procedure.
Verbind de meegeleverde optimalisatie-microfoon met
de OPTIMIZER MIC aansluiting op het voorpaneel.
16
USER CANCEL De "AUTO SETUP" procedure is
geannuleerd door iets wat de gebruiker
gedaan heeft.
Doe de "AUTO SETUP" nog eens. 16
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
42 Nl
Oplossen van problemen
Na AUTO SETUP
Opmerkingen
Als de "ERROR" of "WARNING" schermen verschijnen, dient u de oorzaak van het probleem op te sporen en te corrigeren en vervolgens de "AUTO
SETUP" opnieuw uit te voeren.
Als een waarschuwingsbericht "PHASE REVERSED" verschijnt, worden correcties uitgevoerd, maar deze zijn mogelijk niet optimaal.
Als een waarschuwingsbericht "DISTANCE ERROR" of "LEVEL ERROR" verschijnt, worden er geen correcties uitgevoerd.
Afstandsbediening
Resetten van het systeem
Met deze functie kunt u alle parameters van dit toestel terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen. Voor meer
informatie over het resetten van het systeem, zie "Initialiseren" in "Geavanceerde setup" op pagina 37.
Waarschuwing Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
PHASE REVERSED De polariteit van de luidspreker is niet
correct. Deze melding kan, afhankelijk van
de luidspreker in kwestie, ook verschijnen
wanneer deze toch correct is aangesloten.
Controleer de polariteit van de
luidsprekeraansluitingen (+ of –).
9
DISTANCE ERROR De afstand tussen de luidspreker die het
dichtste bij staat en de luidspreker die het
verste weg is, bevindt zich buiten het
instelbare bereik.
Zet de luidspreker dichter bij de luisterplek.
LEVEL ERROR Er is teveel volumeverschil tussen de
luidsprekers. (Er is geen niveaucorrectie
uitgevoerd.)
Indien "SWFR:TOO LOUD" of "SWFR:TOO LOW"
verschijnt, dient u het weergavevolume van de
subwoofer af te stellen.
16
Verander de opstelling van de luidsprekers zodat alle
luidsprekers in vergelijkbare omstandigheden verkeren.
Controleer de aansluitingen van de luidspreker. 9
Gebruik luidsprekers van vergelijkbare kwaliteit.
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
De afstandsbediening
werkt niet of niet naar
behoren.
Te ver weg of onder te scherpe hoek
gebruikt.
De afstandsbediening werkt binnen een maximaal
bereik van 6 m en binnen een hoek van 30 graden ten
opzichte van loodrecht op het voorpaneel.
8
Direct zonlicht of sterke verlichting (vooral
van TL lampen enz.) valt op de sensor voor
de afstandsbediening van dit toestel.
Stel het toestel anders op.
De batterijen raken leeg. Vervang alle batterijen. 8
Ook als de juiste afstandsbedieningscode
is ingesteld is het mogelijk dat bepaalde
modellen niet goed reageren op de
afstandsbediening.
43 Nl
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE APPENDIX
VOORBEREIDIN
GEN
BASISBEDIENIN
G
GEAVANCEERD
E BEDIENING
Audio-informatie
Dolby Digital
Dolby Digital is een digitaal surroundsysteem met volledig van elkaar
gescheiden multikanaals audio. Met 3 voorkanalen (links, midden en
rechts), en 2 surround-stereokanalen biedt Dolby Digital in totaal 5
audiokanalen met het volle frequentiebereik. Met een extra kanaal
speciaal voor de zeer lage tonen, het zogenaamde LFE (Lage Frequentie
Effect) kanaal, biedt dit systeem in totaal 5.1 kanalen (het LFE kanaal
wordt als 0.1 kanaal geteld). Door 2-kanaals stereo voor de surround-
luidsprekers te gebruiken is er een betere weergave van bewegende
geluidsbronnen en een beter algeheel surroundeffect mogelijk dan bij
Dolby Surround. Het grote dynamische bereik (van het zachtste tot het
hardste geluid dat nog kan worden weergegeven) van de 5 kanalen met
het volle frequentiebereik en de precieze plaatsing van het geluid door
de digitale verwerking biedt de luisteraar een ongehoord realistische
weergave. Met dit toestel kunt u zelf kiezen wat voor weergave u wilt
horen, van mono tot 5.1 kanaals weergave, u vraagt, wij draaien.
Dolby Pro Logic II
Dolby Pro Logic II is een verbeterde decoderingstechniek voor de grote
hoeveelheid aan bestaand Dolby Surround materiaal. Deze nieuwe
technologie maakt gescheiden 5-kanaals weergave mogelijk met 2
voorkanalen, links en rechts, 1 middenkanaal en 2 surroundkanalen,
links en rechts, in plaats van slechts 1 surroundkanaal bij conventionele
Pro Logic weergave. Er zijn drie standen beschikbaar: Een "Music
mode" voor muziekbronnen, "Movie mode" voor filmbronnen en een
"Game mode" voor gamebronnen.
Dolby Surround
Dolby Surround maakt gebruik van een 4-kanaals analoog
opnamesysteem voor de reproductie van realistische en dynamische
geluidseffecten: 2 voorkanalen, links en rechts (stereo), een
middenkanaal voor gesproken tekst (mono) en een surroundkanaal
voor speciale geluidseffecten (mono). Het surroundkanaal
reproduceert geluid binnen een nauw begrensd frequentiebereik.
Dolby Surround wordt veel gebruikt op videobanden en laserdiscs en
ook wel bij TV- en kabelprogramma's. De in dit toestel ingebouwde
Dolby Pro Logic decoder maakt gebruik van een digitale
signaalverwerking die automatisch het volume van de verschillende
kanalen stabiliseert om de richtingsgevoeligheid en de weergave van
bewegende geluidsbronnen te verbeteren.
DTS Digital Surround
DTS digitale surroundweergave is ontwikkeld om de analoge
filmsoundtracks te vervangen door een 5.1-kanaals digitale soundtrack
en is over de hele wereld bezig aan een opmars in de bioscoop. DTS, Inc.
heeft tevens een thuisbioscoopsysteem ontwikkeld zodat u gewoon thuis
kunt profiteren van de verbluffende DTS digitale surroundweergave. Dit
systeem produceert een vrijwel vervormingsvrije weergave via 5.1
kanalen (dat wil zeggen; links en rechts, midden, 2 surround, en een LFE
0.1 kanaal als subwoofer voor in totaal 5.1 kanalen).
LFE 0.1 kanaal
Dit kanaal reproduceert de zeer lage bastonen. Het frequentiebereik
voor dit kanaal is 20 Hz t/m 120 Hz. Dit kanaal wordt meestal als 0.1
geteld omdat niet het volledige frequentiebereik wordt weergegeven,
zoals de andere 5 kanalen in een Dolby Digital of DTS 5.1-
kanaalssystemen.
PCM (Lineair PCM)
Lineair PCM is een signaalformaat voor het ongecomprimeerd
digitaliseren, opnemen en overbrengen van analoge audiosignalen. Dit
wordt gebruikt als opnamemethode van CD's en DVD audio. Het
PCM systeem maakt gebruik van een techniek waarmee het analoge
signaal zeer vaak per seconde wordt gemeten. De afkorting staat voor
"Puls Code Modulatie", het analoge signaal wordt gecodeerd als
pulsjes en dan gemoduleerd voor opname.
Bemonsteringsfrequentie en aantal kwantisatiebits
Bij het digitaliseren van een analoog audiosignaal wordt het aantal
keren dat het signaal per seconde wordt gemeten de
bemonsteringsfrequentie genoemd en de gedetailleerdheid waarmee
het geluid in een numerieke waarde wordt omgezet, het aantal
kwantisatiebits. Het frequentiebereik dat kan worden weergegeven is
gebaseerd op de bemonsteringsfrequentie, terwijl het dynamisch
bereik, het verschil tussen het zachtste en het hardste geluid, bepaald
wordt door het aantal kwantisatiebits. In principe is het zo dat hoe
hoger de bemonsteringsfrequentie is, hoe groter het aantal tonen is dat
kan worden weergegeven, en hoe hoger het aantal kwantisatiebits is,
hoe precieser het geluidsniveau kan worden gereproduceerd.
Geluidsveldprogramma informatie
CINEMA DSP
Daar de Dolby Surround en DTS systemen oorspronkelijk bedoeld
waren voor de bioscoop, werken deze systemen het best in een
theatrale ruimte met een heleboel luidsprekers opgesteld voor het
maximale akoestische effect. Maar de omstandigheden bij mensen
thuis, de afmetingen van de kamer, het materiaal waar de muur van
gemaakt is, het aantal luidsprekers enz., zijn zo verschillend, dat de
weergave ook anders wordt. Op basis van een schat aan feitelijk
gemeten gegevens, gebruikt Yamaha CINEMA DSP de Yamaha
originele DSP technologie om Dolby Pro Logic, Dolby Digital en
DTS systemen te combineren, om de audiovisuele ervaring van een
bioscoop in de luisterruimte van uw eigen huis te leveren.
SILENT CINEMA
Yamaha heeft een natuurlijk en realistisch DSP
geluidsveldprogramma ontwikkeld voor hoofdtelefoons. Voor elk
apart geluidsveldprogramma zijn parameters voor weergave via een
hoofdtelefoon opgenomen zodat alle geluidsveldprogramma's
natuurgetrouw kunnen worden weergegeven.
Virtual CINEMA DSP
Yamaha heeft een Virtual CINEMA DSP geluidsveldprogramma
ontwikkeld dat u ook zonder surround-luidsprekers in staat stelt te
profiteren van DSP geluidsveld surroundeffecten door middel van
virtuele surround-luidsprekers. U kunt Virtual CINEMA DSP zelfs
gebruiken op een minimaal systeem met slechts twee luidsprekers
zonder midden-luidspreker.
Video informatie
Component videosignaal
In een component video systeem wordt het videosignaal gescheiden in
een Y signaal voor de luminantie en in PB en PR signalen voor de
kleuren. Dit systeem zorgt voor een betere kleurweergave omdat elk
van deze signalen onafhankelijk is van de andere. Componentsignalen
worden ook wel "kleurverschilsignalen" genoemd omdat het
luminantiesignaal wordt afgetrokken van het kleursignaal. U heeft een
monitor met component ingangsaansluitingen nodig om component
videosignalen te kunnen weergeven.
Composiet videosignaal
Een composiet videosignaal bestaat uit alle drie de basiselementen
van het videobeeld: kleur, helderheid en synchronisatiegegevens. Een
composiet video-aansluiting op een videocomponent geeft deze drie
elementen gecombineerd door.
Woordenlijst
44 Nl
AUDIO GEDEELTE
Minimum RMS uitgangsvermogen voor, midden,surround
1 kHz, 0,9% THD, 6 Ω .................................................. 100 W/ch
Maximum vermogen (JEITA)
1 kHz, 10% THD, 6 Ω ....................................................135 W/ch
MAX vermogen per kanaal
1 kHz, 0,7% THD, 4 Ω ......................................... 105 W of meer
IEC vermogen
1 kHz, 0,1% THD, 6 Ω ........................................... 90 W of meer
Dynamisch vermogen
(IHF, 6/4/2 Ω) ....................................................... 105/130/150 W
Dynamisch bereik
8 Ω ..................................................................................... 0,41 dB
Frequentierespons
CD, etc. tot Voor ................................ 10 Hz tot 100 kHz, 0/–3 dB
V-AUX tot Voor ................................... 10 Hz tot 20 kHz, 0/–3 dB
Totale harmonische vervorming
CD, etc. (2ch stereo) naar Front SP OUT, 1 kHz, 50 W/6 Ω
.......................................................................... 0,06% of minder
Signaal-ruis verhouding (IHF-A netwerk)
CD, etc. (STEREO) Invoer verkort
250 mV................................................................ 100 dB of meer
200 mV.................................................................. 98 dB of meer
Restruis (IHF-A netwerk)
L/R voor ............................................................ 170 µV of minder
Kanaalscheiding
CD, etc. Invoer 5.1 kΩ verkort (1 kHz/10 kHz)
................................................................... 60 dB/45 dB of meer
Toonregeling
BASS versterking/drempel ................................... ±10 dB/100 Hz
TREBLE versterking/drempel ............................... ±10 dB/20 Hz
Opgegeven vermogen/impedantie hoofdtelefoonaansluiting
CD, etc. (1 kHz, 200 mV, 8 Ω).................................... 0.4 V/470 Ω
Ingangsgevoeligheid/ingangsimpedantie
CD, enz. ................................................................. 200 mV/47 kΩ
MULTI CH INPUT ............................................... 200 mV/47 kΩ
Maximum ingangsignaal
CD, enz. 1 kHz, 0,5%THD (EFFECT ON) ............. 2,0 V of meer
Gemeten Uitgangsvoltage/Uitgangsimpedantie
AUDIO OUT (REC) ............................................. 200 mV/1,2 kΩ
SUBWOOFER OUTPUT
(2ch Stereo en FRONT SP: SMALL) ....................... 4 V/1,2 kΩ
Filterkarakteristieken (fc=40/60/80/90/100/110/120/160/200 Hz)
H.P.F. (Voor, Midden, Surround) .................................. 12 dB/oct.
L.P.F. (Subwoofer) ........................................................ 24 dB/oct.
VIDEO GEDEELTE
Signaalniveau
Composiet ................................................................. 1 Vp-p/75 Ω
Component ................... 1 Vp-p/75 Ω (Y), 0,7 Vp-p/75 Ω (PB/PR)
Maximum ingangsniveau Video ........................... 1,5 Vp-p of meer
Signaal tot ruisratio .................................................... 50 dB of meer
Frequentierespons (MONITOR OUT)
Componentsignaal .................................. 5 Hz tot 60 MHz, –3 dB
FM GEDEELTE
Afstembereik ................................................ 87,50 tot 108,00 MHz
50 dB Rustgevoeligheid (IHF, 100% mod.)
Mono ................................................................. 2,8 µV (20,2 dBf)
Signaal-ruis verhouding (IHF)
Mono/Stereo ............................................................. 73 dB/70 dB
Harmonische vervorming (1 kHz)
Mono/Stereo ................................................................ 0,5%/0,5%
AM GEDEELTE
Afstembereik .........................................................531 tot 1611 kHz
ALGEMEEN
Stroomvoorziening ................................................230 V AC, 50 Hz
Stroomverbruik .......................................................................240 W
Standby stroomverbruik ...........................................................0,8 W
Afmetingen (B x H x D)................................... 435 x 151 x 318 mm
Gewicht ................................................................................... 8,0 kg
* Technische gegevens kunnen zonder kennisgeving gewijzigd worden.
Technische gegevens
45 Nl
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Numerieken
1 SOUND MENU ....................................31, 32
2 INPUT MENU ......................................31, 34
2ch Stereo .......................................................25
3 OPTION MENU ...................................31, 35
5ch Stereo .......................................................25
A
A)DISPLAY SET ...........................................35
A)INPUT ASSIGN ........................................34
A)SPEAKER SET ..........................................32
A.DELAY ......................................................34
A/B/C/D/E, voorpaneel ....................................3
Aansluiten op de CENTER-aansluitingen .....10
Aansluiten op de COMPONENT
VIDEO aansluitingen ................................10
Aansluiten op de
FRONT A-aansluitingen ...........................10
Aansluiten op de
FRONT B-aansluitingen ...........................10
Aansluiten op de HDMI-aansluitingen ..........11
Aansluiten op de
SURROUND-aansluitingen ......................10
Aansluiten van audiocomponenten ................13
Aansluiten van de AM antennes ....................15
Aansluiten van de FM antennes .....................15
Aansluiten van het netsnoer ...........................15
Aansluiten van luidsprekers .............................9
Aansluiten van videocomponenten ................13
Achterpaneel ....................................................6
AFFAIRS, Radio Data Systeem
programmatype ..........................................29
Afmeting ........................................................26
Afstandsbediening ............................................5
AM afstembewerking .....................................27
ANTENNA aansluitingen ................................6
AUDIO aansluitingen .................................6, 10
Audio aansluitingen .......................................10
AUDIO L/R (VIDEO AUX)-aansluitingen,
voorpaneel ...................................................3
AUDIO SEL, afstandsbediening ......................5
AUDIO SELECT ...........................................19
audio-ingangaansluitingen selecteren ............19
Audio-instellingen ..........................................34
Audiokabelstekkers ........................................10
Audioselectie ..................................................36
Audiovertraging .............................................34
AUTO SETUP .........................................16, 31
Auto setup ......................................................31
AUTO SETUP, Foutbericht ...........................41
Automatisch voorprogrammeren ...................27
Automatische afstembewerking .....................27
B
B)INPUT RENAME ......................................34
B)MEMORY GUARD ...................................35
B)SP LEVEL ..................................................33
BAND, voorpaneel ...........................................3
BASS OUT .....................................................32
Beginvolume ..................................................34
BGV ...............................................................35
C
C)AUDIO SELECT .......................................36
C)SP DISTANCE ...........................................33
C)VOLUME TRIM ........................................35
CD Listening ..................................................23
CD Music Listening .......................................23
CENTER ........................................................32
CINEMA DSP indicator ..................................4
CLASSICS, Radio Data Systeem
programmatype ..........................................29
COMPONENT VIDEO aansluitingen .......6, 11
Connect MIC!, Autosetup foutbericht ............41
CROSSOVER ................................................33
Crossover ........................................................33
CT WIDTH .................................................... 26
CT, Radio Data Systeem informatie .............. 29
CULTURE, Radio Data Systeem
programmatype ......................................... 29
Cursors/ENTER, afstandsbediening ................5
D
D)CENTER GEQ .......................................... 33
D)DECODER MODE ................................... 35
D)PARAM. INI ............................................. 36
De luidsprekerinstelling optimaliseren ..........16
De MULTI CH INPUT
aansluitingen aansluiten ............................14
De MULTI CH INPUT component
selecteren als signaalbron ......................... 19
De nachtluisterstand selecteren ......................20
De VIDEO AUX aansluitingen gebruiken .... 14
Decoderindicator .............................................. 4
Decoderselectiestand .....................................35
Decoderstand ................................................. 35
Demptype ....................................................... 34
DIGITAL AUDIO COAXIAL
aansluitingen ............................................. 10
DIGITAL AUDIO OPTICAL
aansluitingen ............................................. 10
DIGITAL INPUT COAXIAL toewijzing ..... 34
DIGITAL INPUT-aansluitingen ......................6
DIMENSION ................................................. 26
DIMMER ....................................................... 35
Dimmer .......................................................... 35
Disc Listening ................................................ 23
Display voorpaneel ......................................3, 4
DISPLAY, afstandsbediening .......................... 5
DISTANCE ERROR, Autosetup fout
bericht ....................................................... 42
DRAMA, Radio Data Systeem
programmatype ......................................... 29
DSP LEVEL .................................................. 26
DSP niveau .................................................... 26
DTS decoder voorkeurinstelling ....................35
DVD Live Viewing ........................................23
DVD Movie Viewing .................................... 23
DVD Viewing ................................................ 23
DVR Viewing ................................................ 23
Dynamisch bereik .......................................... 34
Dynamisch bereik hoofdtelefoon ................... 34
Dynamisch bereik luidspreker .......................34
E
E)LFE LEVEL ...............................................34
E)MULTI CH SET ........................................35
EDIT PRESET/TUNING, voorpaneel .............3
EDUCATE, Radio Data Systeem
programmatype ......................................... 29
Een CD-speler aansluiten .............................. 13
Een DVD-recorder aansluiten ........................ 13
Een DVD-speler aansluiten ...........................13
Een MD-recorder/CD-recorder aansluiten ....13
Een TV aansluiten ..........................................12
ENHANCER indicator ....................................4
ENHANCER, afstandsbediening .....................5
EON ................................................................. 4
EON gegevensservice, Radio Data Systeem
informatie afstembewerking ..................... 30
EON, Radio Data Systeem informatie ...........29
F
F)D.RANGE ..................................................34
FM afstembewerking ..................................... 27
FRONT .......................................................... 32
FRONT B .......................................................32
FRONT B luidsprekerinstelling ..................... 32
G
G)AUDIO SET .............................................. 34
Game Playing ................................................. 23
Gebruiken van de afstandsbediening ...............8
Gebruiken van hoofdtelefoons ...................... 20
Geheugenbeveiliging ..................................... 35
Geluidmenu ................................................... 31
Geluidsveldprogramma's ............................... 25
Geluidveldparameters bewerken ................... 26
Genieten van 2 kanaalsbronnen met
gebruik van de standaard decoders ........... 26
Grafische equalizer midden ........................... 33
H
Hall ................................................................ 25
Handmatig voorprogrammeren ..................... 28
Handmatige afstembewerking ....................... 27
Handmatige setup .......................................... 31
HDMI ............................................................ 11
HDMI aansluiting en HDMI stekker ............. 11
HDMI-aansluitingen ........................................ 6
Het toestel inschakelen .................................. 15
Het toestel uitschakelen ................................. 15
Hoofdtelefoon indicator .................................. 4
Hoofdtelefoon LFE ....................................... 34
HP D.R .......................................................... 34
HP LFE .......................................................... 34
I
Indicators ingangskanalen ............................... 4
INFO, Radio Data Systeem
programmatype ......................................... 29
INFO/Radio data systeembesturing,
afstandsbediening ....................................... 5
Infraroodvenster .............................................. 8
infraroodvenster, afstandsbediening ................ 5
Ingangmenu ................................................... 31
Ingangnaam ................................................... 34
Ingangskanaal en luidspreker indicators ......... 4
Ingangskeuzetoetsen, afstandsbediening ......... 5
Ingestelde menu ............................................. 31
INI.VOL. ....................................................... 34
Initialiseren .................................................... 37
INPUT, voorpaneel ......................................... 3
Instellen luidsprekerniveau ........................... 20
Invoeraanwijzing ........................................... 34
Inzetten van batterijen in de
afstandsbediening ....................................... 8
J
Jazz ................................................................ 25
K
Kloktijd, Radio Data Systeem
informatie ................................................. 29
L
Laagfrequentie effectniveau .......................... 34
LEVEL ERROR, Autosetup fout
bericht ....................................................... 42
LEVEL, afstandsbediening ............................. 5
LFE indicator ................................................... 4
LFE/Weergave lage tonen ............................. 32
LIGHT M, Radio Data Systeem
informatie ................................................. 29
Links/rechts surround luidsprekers ............... 32
Luidspreker LFE ........................................... 34
Luidsprekerafstand ........................................ 33
Luidsprekerafstanden .................................... 33
Luidsprekerinstellingen ................................. 32
Luidsprekerniveau ......................................... 33
Luidsprekers opstellen ..................................... 9
Luisteren naar multikanaals materiaal en
geluidsveld programma’s met een
hoofdtelefoon ............................................ 26
Luisteren naar onverwerkte
ingangsignalen .......................................... 26
Index
46 Nl
Index
M
M.O.R. M, Radio Data Systeem
programmatype ......................................... 29
MANUAL SETUP ........................................ 31
MAX VOL. .................................................... 34
Maximum volume ......................................... 34
Meegeleverde accessoires ................................ 2
MEM.GUARD .............................................. 35
MEMORY, voorpaneel ................................... 3
MENU, afstandsbediening ............................... 5
Middenbreedte ............................................... 26
Midden-luidspreker ....................................... 32
Movie Dramatic ............................................. 25
Movie Spacious ............................................. 25
MULTI CH IN, afstandsbediening .................. 5
MULTI CH INPUT aansluitingen ................... 6
Multi-informatie display .................................. 4
Multikanaals ingangsetup .............................. 35
Music Disc Listening ..................................... 23
Music Enh. 2ch .............................................. 25
Music Enh. 5ch .............................................. 25
MUTE indicator ............................................... 4
MUTE TYP. .................................................. 34
MUTE, afstandsbediening ............................... 5
N
Nachtluistermodus ......................................... 20
Netsnoer ........................................................... 6
NEWS, Radio Data Systeem
programmatype ......................................... 29
NIGHT indicator .............................................. 4
NIGHT, afstandsbediening .............................. 5
NIGHT, voorpaneel ......................................... 3
NO FRONT L SP, Autosetup fout
bericht ....................................................... 41
NO FRONT R SP, Autosetup fout
bericht ....................................................... 41
NO MIC, Autosetup foutbericht .................... 41
NO SUR.L SP, Autosetup foutbericht ........... 41
NO SUR.R SP, Autosetup foutbericht .......... 41
NOISY, Autosetup fout bericht ..................... 41
O
Omwisselen van voorkeuzezenders ............... 28
Oplossen van problemen ............................... 38
Optiemenu ..................................................... 31
Optimalisatie-microfoon ................................ 16
Optimalisatiemicrofoon, Auto setup ............. 16
OPTIMIZER MIC-aansluiting,
Auto setup ................................................. 16
OPTIMIZER MIC-aansluiting,
voorpaneel ................................................... 3
Originele SCENE sjablonen creëren ............. 24
OTHER M, Radio Data Systeem
informatie .................................................. 29
P
PANORAMA ................................................ 26
Panorama ....................................................... 26
Parameterinitialisatie ..................................... 36
PCM indicator ................................................. 4
PHASE REVERSED, Autosetup fout
bericht ....................................................... 42
PHONES-aansluiting, voorpaneel ................... 3
POP M, Radio Data Systeem informatie ....... 29
Pop/Rock ....................................................... 25
PORTABLE (VIDEO AUX)-aansluitingen,
voorpaneel ................................................... 3
POWER, afstandsbediening ............................ 5
PRESET ......................................................... 37
PRESET/TUNING, voorpaneel ....................... 3
PROG, afstandsbediening ................................ 5
PROGRAM, voorpaneel .................................. 3
Programmaservice, Radio Data Systeem
informatie .................................................. 29
Programmatype, Radio Data Systeem
informatie .................................................. 29
PS, PTY, RT en CT ......................................... 4
PTY HOLD ....................................................29
PTY SEEK stand ............................................29
PTY, Radio Data Systeem informatie ............29
R
Radio Data Systeem afstembewerking ...........29
Radio Data Systeem indicators ........................4
Radio Listening ..............................................23
Radiotekst, Radio Data Systeem
informatie ..................................................29
Rechte decodeerstand .....................................26
Resetten van het systeem ...............................37
RETURN, afstandsbediening ...........................5
ROCK M, Radio Data Systeem
informatie ..................................................29
RT, Radio Data Systeem informatie ..............29
S
SCENE ...........................................................22
SCENE 1/2/3/4, afstandsbediening ..................5
SCENE 1/2/3/4, voorpaneel .............................3
SCIENCE, Radio Data Systeem
programmatype ..........................................29
Selecteer de SCENE-sjablonen ......................22
Selecteren van voorkeuzezenders ..................28
Selectie, Radio Data Systeem
programmatype ..........................................29
Signaalbron indicators ......................................4
Signaalbroninformatie ....................................21
Signaalinformatie ...........................................31
SIGNAL INFO ...............................................21
SILENT CINEMA .........................................26
SILENT CINEMA indicator ............................4
Slaaptimer ......................................................21
SLEEP indicator ...............................................4
SLEEP, afstandsbediening ...............................5
SP A B indicators .............................................4
SP D.R ............................................................34
SP LFE ...........................................................34
SPEAKERS, voorpaneel ..................................3
SPEAKERS-aansluitingen ...............................6
SPORT, Radio Data Systeem
programmatype ..........................................29
STANDBY, afstandsbediening ........................5
STANDBY/ON, voorpaneel ............................3
STRAIGHT, afstandsbediening .......................5
STRAIGHT, voorpaneel ..................................3
Subwoofer fase ...............................................33
SUBWOOFER OUTPUT-aansluiting .............6
SUR. LR .........................................................32
SUR.DECODE, afstandsbediening ..................5
SWFR PHASE ...............................................33
T
Technische gegevens ......................................44
TEST ..............................................................34
Testtoon ..........................................................34
Toestel ............................................................33
TONE CONTROL, voorpaneel .......................3
Toonregeling ..................................................20
Tuner (radio) indicators ....................................4
TUNING AUTO/MAN'L, voorpaneel .............3
TV Sports .......................................................25
TV Sports Viewing ........................................23
TV Viewing ....................................................23
U
Uitschakelen van de geluidsweergave ...........20
UNIT ..............................................................33
Unplug HP!, Autosetup foutbericht ...............41
USER CANCEL, Autosetup fout
bericht ........................................................41
V
VARIED, Radio Data Systeem
programmatype ..........................................29
Verbeterd gegevensservice andere netwerken,
Radio Data Systeem afstembewerking ......30
VIDEO (VIDEO AUX)-aansluitingen,
voorpaneel ................................................... 3
VIDEO aansluitingen ................................ 6, 11
Video aansluitingen .......................................11
Videobronnen in de achtergrond
afspelen ..................................................... 21
Videokabelstekkers ........................................ 11
Virtual CINEMA DSP ................................... 26
VIRTUAL indicator ........................................ 4
VOLUME +/-, afstandsbediening .................... 5
VOLUME niveauindicator .............................. 4
Volume Trimmen .......................................... 35
VOLUME-besturing, voorpaneel .................... 3
Vooraf ingestelde SCENE-sjablonen ............ 23
Voor-luidsprekers .......................................... 32
Voorpaneel ....................................................... 3
W
Weergave-instellingen ................................... 35
Y
Yamaha Parametric Room Acoustic
Optimizer .................................................. 16
YPAO ............................................................ 16
YPAO (Yamaha Parametric Room
Acoustic Optimizer) .................................. 16
YPAO indicator ............................................... 4
Z
Zet dit apparaat in standby ............................. 15
Zone B ........................................................... 19
"ASTANDBY/ON" of
"eDVD" (voorbeeld) geeft de
naam aan van een onderdeel op het
voorpaneel of de
afstandsbediening. Raadpleeg het
"Functioneel overzicht" op
pagina 3.

Documenttranscriptie

Let op: Lees het volgende voor u dit toestel in gebruik neemt. 1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er later nog eens iets in kunt opzoeken. 2 Installeer deze geluidsinstallatie op een goed geventileerde, koele, droge, schone plek – uit de buurt van direct zonlicht, warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg voor een ventilatieruimte van tenminste 30 cm aan de bovenkant, 20 cm aan de rechter- en linkerkant, en 20 cm aan de achterkant van dit toestel. 3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te voorkomen. 4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad (bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel. 5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel kunnen vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet bovenop dit toestel: – Andere componenten, daar deze schade kunnen veroorzaken en/ of de afwerking van dit toestel kunnen doen verkleuren. – Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand, schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen veroorzaken. – Voorwerpen met vloeistoffen, aangezien deze kunnen vallen en de vloeistof elektrische schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel kan veroorzaken. 6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz. zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel. 7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle aansluitingen gemaakt zijn. 8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden tot schade. 9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen en/of snoeren. 10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de stekker zelf trekken, niet aan het snoer. 11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen; dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone, droge doek. 12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel. Yamaha aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige schade veroorzaakt door gebruik van dit toestel met een ander voltage dan hetgeen aangegeven staat. 13 Om schade door blikseminslag te voorkomen, dient u de stekker uit het stopcontact te halen wanneer het onweert. 14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of het te repareren. Neem contact op met erkend Yamaha servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken. 15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken (bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen. 16 Installeer dit toestel in de buurt van een stopcontact op een plek waar u de stekker gemakkelijk kunt bereiken. 17 Lees het hoofdstuk "Oplossen van problemen" over veel voorkomende vergissingen bij de bediening vóór u de conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont. 18 Voor u dit toestel verplaatst, dient u op ASTANDBY/ON te drukken om dit toestel uit (standby) te schakelen en de stekker uit het stopcontact te halen. 19 VOLTAGE SELECTOR (Alleen modellen voor Azië en Algemene modellen) De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte netspanning VOORDAT u de stekker in het stopcontact steekt. De voltages zijn: ....................................110-120/220-240 V, 50/60 Hz wisselstroom 20 De batterijen mogen niet worden blootgesteld aan hitte, zoals door zonlicht, vuur of iets dergelijks. 21 Een te hoge geluidsdruk (volume) van een oortelefoon of hoofdtelefoon kan leiden tot gehoorschade. 22 Vergewis u bij het vervangen van de batterijen ervan dat u batterijen van hetzelfde type gebruikt. Er kan gevaar op explosie bestaan als de batterijen onjuist vervangen worden. WAARSCHUWING OM HET RISICO VAN BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN, STEL DIT TOESTEL NIET BLOOT AAN REGEN OF VOCHT. Zolang dit toestel is aangesloten op het stopcontact, is de stroomvoorziening niet afgesloten, ook niet wanneer u het toestel uitschakelt met ASTANDBY/ON. In deze staat is dit toestel ontworpen om slechts een zeer kleine hoeveelheid stroom te gebruiken. Let op-i Nl Let op: Lees het volgende voor u dit toestel in gebruik neemt. Informatie voor gebruikers van inzameling en verwijdering van oude apparaten en gebruikte batterijen Deze tekens op de producten, verpakkingen en/of bijgaande documenten betekent dat gebruikte elektrische en elektronische producten en batterijen niet mogen worden gemengd met algemeen huishoudelijk afval. Breng alstublieft voor de juiste behandeling, herwinning en hergebruik van oude producten en gebruikte batterijen deze naar daarvoor bestemde verzamelpunten, in overeenstemming met uw nationale wetgeving en de instructies 2002/96/EC en 2006/66/EC. Door deze producten en batterijen juist te rangschikken, helpt u het redden van waardevolle rijkdommen en voorkomt u mogelijke negatieve effecten op de menselijke gezondheid en de omgeving, welke zich zou kunnen voordoen door ongepaste afvalverwerking. Voor meer informatie over het inzamelen en hergebruik van oude producten en batterijen kunt u contact opnemen met uw plaatselijke gemeente, uw afvalverwerkingsbedrijf of het verkooppunt waar u de artikelen heeft gekocht. [Informatie over verwijdering in ander landen buiten de Europese Unie] Deze symbolen zijn alleen geldig in de Europese Unie. Mocht u artikelen weg willen gooien, neem dan alstublieft contact op met uw plaatselijke overheidsinstantie of dealer en vraag naar de juiste manier van verwijderen. Opmerking bij het batterij teken (onderkant twee tekens voorbeelden): Dit teken wordt mogelijk gebruikt in combinatie met een chemisch teken. In dat geval voldoet het aan de eis en de richtlijn, welke is opgesteld voor het betreffende chemisch product. Beperkte garantie voor de Europese Economische Ruimte en Zwitserland Hartelijk dank dat u een Yamaha-product hebt gekozen. In het onwaarschijnlijke geval dat uw Yamaha-product tijdens de garantie dient te worden gerepareerd, dient u contact op te nemen met de dealer bij wie u het hebt gekocht. Indien u moeilijkheden ervaart, gelieve dan contact op te nemen met de vertegenwoordiging van Yamaha in uw land. U vindt de gegevens op onze website (http://www.yamaha-hifi.com/ of http://www.yamaha-uk.com/ voor inwoners van het V.K.). Er wordt gegarandeerd dat het product vrij is van gebreken in fabricage en materialen voor een periode van twee jaren te rekenen vanaf de originele aankoop. Yamaha zorgt ervoor, met inachtneming van onderstaande voorwaarden, dat een product dat gebreken vertoont wordt gerepareerd of dat om het even welke onderdelen worden gerepareerd of vervangen (naar goeddunken van Yamaha) zonder kosten voor de onderdelen of werkuren. Yamaha behoudt zich het recht voor om een product te vervangen door een gelijkaardig met dezelfde eigenschappen en waarde, indien een model niet meer leverbaar is of het onrendabel is dit te repareren. Voorwaarden 1. De originele factuur of de kassabon (met vermelding van de aankoopdatum, de productcode en de naam van de dealer) MOET worden gevoegd bij het product dat gebreken vertoont, samen met een verklaring waaruit het gebrek blijkt. Ingeval van afwezigheid van dit duidelijk aankoopbewijs, behoudt Yamaha zich het recht voor om gratis service te weigeren en kan het product op kosten van de klant worden teruggezonden. 2. Het product MOET zijn gekocht bij een ERKENDE Yamaha dealer binnen de Europese Economische Ruimte (EEA) of Zwitserland. 3. Het product mag geen wijzigingen of veranderingen hebben ondergaan, tenzij deze schriftelijk door Yamaha werden toegestaan. 4. Het volgende is van garantie uitgesloten: a. Regelmatig onderhoud of reparaties of vervanging van onderdelen vanwege normale slijtage. b. Schade die voortkomt uit: (1) Reparaties uitgevoerd door de klant zelf of een ongemachtigde derde. (2) Een onjuiste verpakking of oneigenlijk gebruik wanneer het product door de klant wordt verstuurd. Het is belangrijk te weten dat het de verantwoordelijkheid is van diegene die het product terugstuurt dat het product adequaat is ingepakt wanneer hij of zij het product terugstuurt met het oog op reparatie. (3) Oneigenlijk gebruik, met inbegrip van maar niet beperkt tot (a) verzuim om het product voor normale doeleinden te gebruiken of te gebruiken overeenkomstig de instructies van Yamaha met betrekking tot eigenlijk gebruik, onderhoud en opslag, en (b) installatie of gebruik van het product op een manier die niet overeenkomt met de van toepassing zijnde technische of veiligheidsnormen in de landen van gebruik. (4) Ongevallen, blikseminslag, waterschade, brandschade, een onjuiste ventilatie, lekkende batterijen of een oorzaak die buiten de controle van Yamaha ligt. (5) Gebreken aan het systeem waarin het product wordt ingebouwd en/of onverenigbaarheid met derde producten. (6) Gebruik van een product dat in de Europese Economische Ruimte en/of Zwitserland werd ingevoerd, maar niet door Yamaha, en dat niet voldoet aan de technische of veiligheidsnormen van het land van gebruik en/of de standaardspecificaties van producten die door Yamaha in de Europese Economische Ruimte en/of Zwitserland worden verkocht. (7) Producten die niet AV (audiovisueel) gerelateerd zijn. (De producten die onderworpen zijn aan de “Yamaha AV garantievoorwaarden” worden gedefinieerd op onze website: http://www.yamaha-hifi.com/ of http://www.yamaha-uk.com/ voor inwoners van het V.K.) 5. Indien de garantie verschilt tussen het land van aankoop en het land van gebruik, zal de garantie van het land van gebruik van toepassing zijn. 6. Yamaha kan niet aansprakelijk worden gesteld voor verlies of beschadiging, hetzij rechtstreeks of onrechtstreeks of anders, behalve voor de reparatie of vervanging van het product. 7. Maak kopieën van douaneformulieren of gegevens omdat Yamaha niet aansprakelijk kan worden gesteld voor om het even welke wijzigingen aan of verlies van dergelijke formulieren en gegevens. 8. Deze garantie heeft noch invloed op de statutaire rechten van klanten die van toepassing zijn binnen het kader van de nationale wetgevingen, noch op de rechten van klanten ten opzichte van de dealer die voortkomen uit hun overeenkomst tot verkoop/aankoop. Let op-ii Nl INHOUD INLEIDING GEAVANCEERDE BEDIENING Ingestelde menu .................................................... 31 Meegeleverde accessoires.......................................... 2 Het ingestelde menu gebruiken................................ 32 1 SOUND MENU.................................................... 32 2 INPUT MENU...................................................... 34 3 OPTION MENU ................................................... 35 Functioneel overzicht.............................................. 3 Voorpaneel................................................................. 3 Display voorpaneel .................................................... 4 Afstandsbediening ..................................................... 5 Achterpaneel .............................................................. 6 Snelstartgids ............................................................ 7 L Voorbereiding van de afstandsbediening ............. 8 Verbindingen ........................................................... 9 Optimaliseren van de luidsprekerinstellingen voor uw kamer (YPAO) ...................................16 Gebruiken van AUTO SETUP ................................ 16 Over deze handleiding • y geeft een bedieningstip aan. • Sommige handelingen kunnen zowel worden uitgevoerd met de toetsen op het voorpaneel als met de afstandsbediening. Als de naam van een toets op de afstandsbediening verschilt van die op het voorpaneel, zal de naam van de betreffende toets op de afstandsbediening tussen haakjes vermeld worden. • Deze handleiding is gedrukt voordat uw toestel geproduceerd werd. Daarom kunnen ontwerp en specificaties gewijzigd zijn als gevolg van verbeteringen, enz. Als de handleiding en het product van elkaar verschillen, heeft het product de prioriteit. • "ASTANDBY/ON" o "eDVD" (voorbeeld) geeft de naam aan van een onderdeel op het voorpaneel of de afstandsbediening. Raadpleeg het "Functioneel overzicht" op pagina 3. Weergave ...............................................................18 Basisprocedure......................................................... 18 Aanvullende werkingen ........................................... 19 De SCENE sjablonen selecteren ..........................22 Selecteer het gewenste SCENE-sjabloon ................ 22 Originele SCENE sjablonen creëren........................ 24 Geluidsveldprogramma's ..................................... 25 AANVULLENDE INFORMATIE Selecteren van geluidsveldprogramma's.................. 25 GEAVANCEERDE BEDIENING BASISBEDIENING Oplossen van problemen...................................... 38 Woordenlijst.......................................................... 43 Technische gegevens............................................. 44 Index ...................................................................... 45 BASISBEDIENING Luidsprekers opstellen ............................................... 9 Aansluiten van luidsprekers....................................... 9 Aansluiten van videocomponenten .......................... 10 Aansluiten van andere componenten ....................... 13 Gebruiken van de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel................................................. 14 Aansluiten van de FM en AM antennes................... 15 Aansluiten van het netsnoer ..................................... 15 De stroom in- of uitschakelen .................................. 15 AANVULLENDE INFORMATIE VOORBEREIDINGEN VOORBEREIDINGEN Geavanceerde setup.............................................. 37 INLEIDING Kenmerken .............................................................. 2 FM/AM afstemmen...............................................27 Overzicht.................................................................. 27 FM/AM afstemmingbewerkingen............................ 27 FM/AM zenders vooraf instellen ............................. 27 Radio Data Systeem ontvangst (alleen voor modellen uit Europa en Rusland)....................29 Tonen van Radio Data Systeem informatie ............. 29 Selecteren van een Radio Data Systeem programmatype (PTY SEEK stand) .................... 29 Gebruiken van de dataservice voor verbetering van het gebruik van andere netwerken (EON) .... 30 APPENDIX Nederlands 1 Nl INLEIDING Kenmerken Ingebouwde 5-kanaals eindversterker ◆ Minimum RMS uitgangsvermogen (1 kHz, 0,9% THD, 6 Ω) Voor: 100 W/ch Midden: 100 W Surround: 100 W/ch "HDMI", het "HDMI"-logo en "High-Definition Multimedia Interface" zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC. Verschillende ingang/uitgang connectors ◆ HDMI (IN x 2, OUT x 1), Component video (IN x 3, OUT x 1), Samengestelde video (IN x 3, OUT x 2), Coaxiaal digitale audio (IN x 1), Optische digitale audio (IN x 2), Analoge audio (IN x 9, OUT x 2) ◆ Luidspreker uitgang (5-kanaals), Subwoofer uitgang ◆ Discrete multikanaal ingang (6-kanaals) SCENE selecteer functie ◆ Vooraf ingestelde SCENE-sjablonen voor verschillende situaties ◆ SCENE-sjabloon aanpasmogelijkheid Geluidsveldprogramma's ◆ Zelf ontwikkelde Yamaha-technologie voor de creatie van surroundvelden ◆ De Compressed Music Enhancer stand ◆ SILENT CINEMA™ Decoders en DSP-circuits ◆ ◆ ◆ ◆ ◆ Dolby Digital decoder Dolby Pro Logic/Dolby Pro Logic II decoder DTS-decoder Virtual CINEMA DSP SILENT CINEMA™ Verfijnde FM/AM ontvanger ◆ 40 willekeurige en gemakkelijk toegankelijke voorkeuzezenders ◆ Automatisch voorprogrammeren HDMI™ (High-Definition Multimedia Interface) ◆ HDMI interfacevoor standaard, verbeterde of high-definition video (bevat 1080p videosignaaltransmissie) Overige kenmerken ◆ ◆ ◆ ◆ 192-kHz/24-bits D/A converter Slaaptimer Cinema en muziek nachtluisterstanden Afstandsbedieningmogelijkheid Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories. "Dolby", "Pro Logic", en het dubbele D-symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories. Vervaardigd onder licentie volgens V.S. Patentnrs.: 5,451,942;5,956,674;5,974,380;5,978,762;6,487,535 en andere Amerikaanse en internationale uitgegeven en in behandeling zijnde patenten. DTS is een geregistreerd handelsmerk en de DTS logo's en het symbool zijn handelsmerken van DTS, Inc. © 1996-2007 DTS, Inc. Alle rechten voorbehouden. 2 Nl "SILENT CINEMA" is een handelsmerk van Yamaha Corporation. Meegeleverde accessoires Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad ontvangen hebt. ❏ ❏ ❏ ❏ ❏ Afstandsbediening Batterijen (2) (AAA, R03, UM-4) AM ringantenne FM binnenantenne Optimalisatie-microfoon Functioneel overzicht Voorpaneel C D E F G H T I P INLEIDING U VOLUME OPTIMIZER MIC EDIT PRESET/TUNING l A/B/C/D/E PRESET/TUNING h BAND MEMORY VOORBEREIDIN GEN SPEAKERS TUNING AUTO/MAN'L SCENE 1 PHONES TONE CONTROL PROGRAM l STANDBY /ON 2 l EFFECT VIDEO B K L STANDBY/ON M PHONES aansluiting C SPEAKERS VOLUME-bediening Q VIDEO (VIDEO AUX)-aansluiting PRESET/TUNING l / h Kan worden aangesloten op een gameconsole of een videocamera met gebruik van een composiet videokabel (Zie bladzijde 14). R S MEMORY Legt een station vast waar u op heeft afgestemd als een voorkeuzestation (Zie bladzijde 27). I TUNING AUTO/MAN'L PORTABLE (VIDEO AUX)-aansluiting Kan worden aangesloten op een audiocomponent (zoals een iPod) (Zie bladzijde 14). T OPTIMIZER MIC-aansluiting Kan worden aangesloten op een meegeleverde optimalisatiemicrofoon (Zie bladzijde 16). Selecteert de ontvangstband van FM en AM (Zie bladzijde 27). H AUDIO L/R (VIDEO AUX)-aansluitingen Kan worden aangesloten op een gameconsole of een videocamera met gebruik van analoge audiokabels (Zie bladzijde 14). Stemt handmatig of automatisch af op radiostations en selecteer een voorkeuzegroep (Zie bladzijde 27). BAND S Stelt het volumeniveau van dit apparaat af (Zie bladzijde 18). Selecteert de voorkeuzegroep (A naar E) (Zie bladzijde 28). G R U Display voorpaneel Toont informatie over de operationele status van dit apparaat (Zie bladzijde 18). APPENDIX Selecteert een afstemmethode uit automatisch of handmatig afstemmen (Zie bladzijde 27). J SCENE 1/2/3/4 Roept een signaalbron en een geluidsveldprogramma aan die aan elke SCENE-toets zijn aangewezen (Zie bladzijde 22). K AANVULLENDE INFORMATIE F PORTABLE Selecteert de nachtluisterstand (Zie bladzijde 20). De afstemfunctie instellen op (Zie bladzijde 27). A/B/C/D/E Q P Zet de set met voor-luidsprekers die zijn aangesloten op FRONT A of FRONT B luidsprekeraansluitingen (Zie bladzijde 19) aan of uit. E J NIGHT Sluit aan op een hoofdtelefoon (Zie bladzijde 20). EDIT PRESET/TUNING O AUDIO GEAVANCEERD E BEDIENING B N O Zet het toestel aan of zet het in de standby (Zie bladzijde 15). D VIDEO AUX NIGHT h BASISBEDIENIN G A INPUT STRAIGHT h SILENT CINEMA A 4 3 TONE CONTROL Selecteert "BASS" en "TREBLE" om de frequentie van de tonen af te stemmen (Zie bladzijde 20). L PROGRAM l / h M STRAIGHT N INPUT l / h Selecteert van geluidsveldprogramma (Zie bladzijde 25). Nederlands Activeert de"STRAIGHT" stand. (Zie bladzijde 26). Selecteert een signaalbron (Zie bladzijde 18). 3 Nl Functioneel overzicht Display voorpaneel a b c d DVR t VIRTUAL ENHANCER e V-AUX DTV/CBL f g MD/CD-R DVD TUNER h CD YPAO AUTO TUNED STEREO MEMORY PRESET PTY HOLD PS PTY RT CT EON SLEEP MUTE SP SILENT CINEMA NIGHT AB q DIGITAL q PL ft q PL mS dB PCM j a k l m Decoderindicator n p Licht op wanneer één van de decoders van dit toestel in werking is. b VIRTUAL indicator Licht op wanneer Virtuele CINEMA DSP actief is (Zie bladzijde 26). d SILENT CINEMA indicator Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten en er een geluidsveldprogramma is geselecteerd (Zie bladzijde 26). e Signaalbron indicators De corresponderende cursor licht op om aan te geven welke signaalbron op dit moment is geselecteerd. f YPAO indicator Licht op wanneer u de "AUTO SETUP" doet en wanneer de via de "AUTO SETUP" ingestelde luidsprekerinstellingen zonder wijzigingen worden gebruikt (Zie bladzijde 16). g Tuner (radio) indicators Licht op wanneer dit toestel in de FM of AM afstemfunctie staat (Zie bladzijde 27). h MUTE indicator Knippert terwijl de MUTE functie is ingeschakeld (Zie bladzijde 20). i VOLUME niveauindicator j PCM indicator Geeft het huidige volumeniveau aan. Licht op wanneer het apparaat PCM (Pulse Code Modulatie) digitale audiosignalen reproduceert. k Hoofdtelefoon indicator Licht op als de hoofdtelefoons zijn aangesloten (Zie bladzijde 20). l SP A B indicators Licht op volgens de set van geselecteerde voor-luidsprekers (Zie bladzijde 18). m NIGHT indicator Licht op wanneer u de nachtluisterstand selecteert (Zie bladzijde 20). n CINEMA DSP indicator Licht op wanneer u een geluidsveldprogramma selecteert (Zie bladzijde 26). o Multi-informatie display Toont de naam van het huidige geluidsveldprogramma en andere gegevens bij het invoeren of wijzigen van instellingen. 4 Nl p VOLUME dB LFE L C R SL SR q r Radio Data Systeem indicators (alleen voor modellen uit Europa en Rusland) • PTY HOLD Licht op wanneer dit toestel in de PTY SEEK-functie staat (Zie bladzijde 29). • PS, PTY, RT en CT Deze lichten op aan de hand van de beschikbare informatie voor het Radio Data Systeem. • EON Licht op wanneer er EONgegevens beschikbaar zijn. ENHANCER indicator Licht op wanneer de Compressed Music Enhancer functie is geselecteerd (Zie bladzijde 25). c o i q SLEEP indicator Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld (Zie bladzijde 21). r Ingangskanaal en luidspreker indicators LFE L C R SL SR LFE indicator Indicators ingangskanalen • LFE indicator Licht op wanneer de invoersignalen het LFE signaal bevatten. • Indicators ingangskanalen Deze geven aan uit welke kanalen het huidige digitale ingangssignaal bestaat. Functioneel overzicht Afstandsbediening n a o POWER • Druk op de cursors om naar het ingestelde menu te navigeren (Zie bladzijde 32). • Druk op ENTER om een selectie in het ingestelde menu te bevestigen (Zie bladzijde 32). c b SCENE d 1 CD 2 3 4 MD/CD-R TUNER MULTI CH IN f DVD DTV/CBL DVR p NIGHT q RETURN Selecteert de nachtluisterstand (Zie bladzijde 20). V-AUX Keert terug naar het voorgaande menuniveau in de ingestelde menustand (Zie bladzijde 32). VOLUME g MUTE i A/B/C/D/E PRESET SLEEP j MENU AUDIO SEL m NIGHT o ENTER RETURN DISPLAY SUR.DECODE PROG STRAIGHT n p s r ENHANCER r SUR.DECODE s DISPLAY t STRAIGHT u PROG l / h v ENHANCER Selecteert een decoder uit vier decoders (Zie bladzijde 26). Is niet beschikbaar voor dit toestel. Activeert de "STRAIGHT" stand (Zie bladzijde 26). Selecteert het geluidsveldprogramma (Zie bladzijde 25). Stelt het geluidsveldprogramma in op de "Music Enh. 2ch" of "Music Enh. 5ch" (Zie bladzijde 25). v INFO EON MODE PTY SEEK START w INFO/Radio data systeembesturing Infraroodvenster Hiervandaan worden de infraroodsignalen verzonden (Zie bladzijde 8). b STANDBY ( ) Zet dit apparaat in standby (Zie bladzijde 15). c ) AANVULLENDE INFORMATIE POWER ( Zet dit toestel aan (Zie bladzijde 15). d SCENE 1/2/3/4 Roept een signaalbron en een geluidsveldprogramma aan die aan elke SCENE-toets zijn aangewezen (Zie bladzijde 22). e Ingangskeuzetoetsen f MULTI CH IN g VOLUME +/– h MUTE GEAVANCEERD E BEDIENING Bedient het Radio Data Systeem met vier toetsen (INFO/EON/ MODE (PTY-SEEK)/START (PTY-SEEK)) (Zie bladzijde 29). a BASISBEDIENIN G LEVEL h k l VOORBEREIDIN GEN e Cursors (l / h / n / k) / ENTER INLEIDING Selecteert een selectiefunctie voor de audio-ingang voor elke signaalbron (Zie bladzijde 19). STANDBY q t u w AUDIO SEL Stelt de signaalbron op elke bron in (Zie bladzijde 18). Stelt de signaalbron in op MULTI CH IN (Zie bladzijde 19). Stelt het volumeniveau van dit apparaat af (Zie bladzijde 18). APPENDIX Dempen van audioweergave. Druk opnieuw op deze toets om de audioweergave te hervatten (Zie bladzijde 20). i PRESET l / h Stemt handmatig of automatisch af op radiostations en selecteer een voorkeuzestationnummer (1 tot en met 8) (Zie bladzijde 27). j A/B/C/D/E k MENU Selecteert de voorkeuzegroep (A tot E) (Zie bladzijde 28). l SLEEP m LEVEL Nederlands Geeft het ingestelde menu weer op de display van het voorpaneel (Zie bladzijde 32). Stelt de slaaptimer in (Zie bladzijde 21). Selecteert de luidspreker die u wilt afstellen (Zie bladzijde 20). 5 Nl Functioneel overzicht Achterpaneel a b c d e ANTENNA OUT DTV/CBL DVR CENTER FRONT B HDMI COMPONENT VIDEO DVD SPEAKERS SURROUND DTV/CBL DVD MONITOR OUT AM PR GND DIGITAL INPUT VIDEO PB DVD DTV/CBL DVR IN OUT MONITOR OUT FM UNBAL. OPTICAL CD Y MULTI CH INPUT DTV/ CBL FRONT SURROUND CENTER DVD DTV/CBL AUDIO DVR IN CD OUT MD/ OUT IN (PLAY) CD-R (REC) OUTPUT SUB WOOFR DVD COAXIAL FRONT A SUBWOOFER f a g h COMPONENT VIDEO aansluitingen i f Kan worden aangesloten op Y, PB/CB en PR/CR-aansluitingen op uw videocomponenten met de component videokabels (Zie bladzijde 11). • DVD ingangsaansluitingen • DTV/CBL ingangsaansluitingen • DVR ingangsaansluitingen • MONITOR OUT-uitgangaansluitingen b c d g h ANTENNA aansluitingen SPEAKERS-aansluitingen Kan op elke luidspreker worden aangesloten (Zie bladzijde 9). • FRONT A L/R • FRONT B L/R • SURROUND L/R • CENTER 6 Nl AUDIO aansluitingen Kan worden aangesloten op de audiouitgang/ingangaansluitingen op uw componenten met analoge audiokabels (Zie bladzijde 10). • DVD L/R-aansluiting • DTV/CBL L/R-aansluiting • DVR IN L/R-aansluiting • DVR OUT L/R-aansluiting • CD L/R-aansluiting • IN (PLAY) L/R-aansluiting • OUT (REC) L/R-aansluiting Kan worden aangesloten op meegeleverde FM en AM-antennes (Zie bladzijde 15). e MULTI CH INPUT aansluitingen Verbind de uitgangsaansluitingen van uw multiformaat-speler of externe decoder met de analoge audiokabels (Zie bladzijde 14). • FRONT L/R-aansluiting • SURROUND L/R-aansluiting • CENTER-aansluiting • SUBWOOFER-aansluiting VIDEO aansluitingen Kan worden aangesloten op videoaansluitingen op uw videocomponenten met composiet videokabels (Zie bladzijde 11). • DVD ingangsaansluiting • DTV/CBL ingangsaansluiting • DVR IN aansluiting • DVR OUT aansluiting • MONITOR OUT-aansluiting DIGITAL INPUT-aansluitingen Kan worden aangesloten op DIGITAL-uitgangaansluitingen op uw digitale audiocomponenten met Coaxiaal/Optisch digitale audiokabels. Deze invoeraansluitingen ondersteunen PCM, Dolby Digital en DTS bitstream (Zie bladzijde 10). • COAXIAL (DVD) • OPTICAL (DTV/CBL) • OPTICAL (CD) HDMI-aansluitingen Kan worden aangesloten op HDMI uitgang/ingangaansluitingen op uw externe componenten met HDMI-kabels (Zie bladzijde 11). • HDMI DVD-aansluitingen • HDMI DTV/CBL-aansluitingen • HDMI OUT uitgangaansluiting j i SUBWOOFER OUTPUT-aansluiting Kan worden aangesloten op een subwoofer met een analoge audiokabel (Zie bladzijde 9). j Netsnoer Kan worden aangesloten op een stopcontact (Zie bladzijde 15). Snelstartgids De volgende stappen beschrijven de eenvoudigste manier op dit apparaat te bedienen. Zie de bijbehorende pagina's voor meer informatie over de werking en de instellingen. Stap 1: Controleer de onderdelen Beeldscherm Linker voorluidspreker Rechter voorluidspreker Subwoofer Rechter surroundluidspreker ❏ Voor-luidspreker ................................ x 2 Er zijn ten minste twee voor-luidsprekers nodig om het afspelen te starten. ❏ Luidsprekerkabel ................................... x 5 ❏ Subwooferkabel ...................................... x 1 Kies een mono RCA kabel. ❏ Beeldscherm............................................ x 1 Kies een TV, projector of ander beeldscherm met een composiet video ingangsaansluiting. ❏ Coaxiaal digitale audiokabel ................. x 1 Linker surroundluidspreker • Luidsprekers opstellen • Aansluiten van luidsprekers ☞b. 9 ☞b. 9 Stap 3: Uw onderdelen aansluiten Sluit uw TV, DVD-speler of andere componenten aan. • Aansluiten van een beeldscherm of projector ☞b. 12 • Aansluiten van audio- en videocomponenten ☞b. 13 • Aansluiten van een multiformaat-speler of externe decoder ☞b. 14 • Gebruiken van de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel ☞b. 14 • Aansluiten van de FM en AM antennes ☞b. 15 Stap 4: Het toestel inschakelen AANVULLENDE INFORMATIE ❏ Videokabel .............................................. x 2 Kies een RCA composiet videokabel. DVD-speler GEAVANCEERD E BEDIENING ❏ DVD-speler .............................................. x 1 Kies een DVD-speler met een coaxiaal digitale audio uitgangsaansluiting en met een composiet video uitgangsaansluiting. Middenluidspreker BASISBEDIENIN G ❏ Midden-luidspreker ............................ x 1 ❏ Surround-luidspreker ........................ x 2 ❏ Actieve subwoofer ................................. x 1 Kies een actieve subwoofer met een RCA ingangsaansluiting. VOORBEREIDIN GEN ❏ Luidsprekers Wij raden magnetisch afgeschermde luidsprekers aan. Stel uw luidsprekers op in uw kamer en sluit ze aan op dit toestel. INLEIDING In de volgende stappen heeft u de volgende onderdelen nodig die niet worden meegeleverd in de verpakking van dit toestel. Stap 2: Instellen van uw luidsprekers Sluit het stroomsnoer aan en zet het apparaat aan. • Aansluiten van het netsnoer • De stroom in- of uitschakelen ☞b. 15 ☞b. 15 Selecteer het component dat is aangesloten in stap 3 als een signaalbron en start de weergave. ☞b. 18 ☞b. 22 ☞b. 25 7 Nl Nederlands • Basisprocedure • Selecteer de SCENE-sjablonen • De geluidsveldprogramma's aanpassen APPENDIX Stap 5: Selecteer de signaalbron en start de weergave VOORBEREIDINGEN Voorbereiding van de afstandsbediening Inzetten van batterijen in de afstandsbediening 1 3 Gebruiken van de afstandsbediening De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal uit. U moet de afstandsbediening goed op de afstandsbedieningssensor op dit toestel richten. 2 30º 1 Verwijder de klep van het batterijvak. 2 Doe de vier meegeleverde batterijen (AAA, R03, UM-4) in het vak met de polen de goede kant op (+ en –), zoals aangegeven in het batterijvak. a 30º Ongeveer 6 m Infraroodvenster Hiervandaan worden de infraroodsignalen verzonden. Richt dit venster op de component die u wilt bedienen. Opmerkingen 3 Klik de klep van het batterijvak weer terug op zijn plaats. Opmerkingen • Verwissel alle batterijen wanneer u het volgende merkt: – het bereik van de afstandsbediening wordt minder. • Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar. • Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar (alkali en gewone batterijen bijvoorbeeld). Lees de informatie op de verpakking aandachtig door, want de verschillende soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken. • Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan en zorg ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet. • Gooi batterijen nooit samen met gewoon huishoudelijk afval weg; neem bij het weggooien van batterijen de plaatselijk geldende regelgeving in acht. 8 Nl • Mors geen water of andere vloeistoffen op de afstandsbediening. • Laat de afstandsbediening niet vallen. • Laat de afstandsbediening niet liggen en bewaar hem niet op de volgende plekken: – zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad – plekken waar de temperatuur hoog kan worden, zoals bij de verwarming of kachel – zeer koude plekken – stoffige plekken Verbindingen Luidsprekers opstellen Aansluiten van luidsprekers FL C FR SL SR 60˚ SL 80˚ SR ■ 5.1-kanaals luidsprekeraansluiting f e g SPEAKERS ANTENNA D SURROUND R L DTV/CBL HDMI CENTER FRONT B L R AM GND VIDEO BL DVR IN MONITOR OUT OUT FM 75 UNBAL. BL DVR IN AUDIO OUT CD IN MD/ OUT (PLAY) CD-R (REC) OUTPUT SUB WOOFER R FRONT A h a L b APPENDIX Subwoofer (SW) Een subwoofer met ingebouwde eindversterker, zoals het Yamaha Active Servo Processing Subwoofer System, zorgt niet alleen voor een effectieve versterking van de lage tonen in sommige of alle kanalen, maar ook voor een natuurgetrouwe hi-fi (high fidelity) reproductie van het LFE (lage frequentie effecten) kanaal in Dolby Digital en DTS-geluidsmateriaal. De opstelling van de subwoofer is niet zo belangrijk, want de zeer lage tonen zijn niet erg richtingsgevoelig. U kunt de subwoofer het beste in de buurt van de voor-luidsprekers plaatsen. Richt hem een beetje naar het midden van de ruimte om weerkaatsing via de wanden te verminderen. d AANVULLENDE INFORMATIE Linker en rechter surround-luidsprekers (SL en SR) De surround-luidsprekers worden gebruikt voor omhullende surroundweergave en effecten. c GEAVANCEERD E BEDIENING Midden-luidspreker (C) De midden-luidspreker is voor weergave van het middenkanaal (dialoog, vocalen enz.). Als het om de een of andere reden niet mogelijk is om een middenluidspreker te gebruiken, kunt u ook zonder. De beste resultaten krijgt u echter met een volledig systeem. BASISBEDIENIN G Linker en rechter voor-luidsprekers (FL en FR) De voor-luidsprekers worden gebruikt voor weergave van het hoofdkanaal plus effecten. Plaats deze luidsprekers op gelijke afstand van de ideale luisterplek. De afstanden van deze luidsprekers tot het beeldscherm moeten ook gelijk zijn. Let op • Gebruik luidsprekers met de aangegeven impedantie zoals is afgebeeld op het achterpaneel van dit apparaat. • Voordat u de luidsprekers aansluit, moet u ervoor zorgen dat de stekker niet in het stopcontact is gestoken. • Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en zorg ervoor dat ze geen contact maken met de metalen onderdelen van het toestel. Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd raken. • Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als dergelijke luidsprekers toch uw beeldscherm storen, zet de luidsprekers dan verder bij het beeldscherm vandaan. VOORBEREIDINGEN SW 30˚ Let erop dat u de linker (L), en rechter (R) kanalen, "+" (rood) en "–" (zwart) op de juiste manier aansluit. Als de verbindingen niet goed goed zijn, zal dit toestel de signaalbronnen niet correct kunnen weergeven. INLEIDING Hieronder ziet u de door ons aanbevolen opstelling van de luidsprekers. Met deze opstelling profiteert u optimaal van CINEMA DSP en multikanaals audio. Nederlands 9 Nl Verbindingen Luidsprekers Aansluitingen op dit toestel a Voor-luidspreker (A) Rechts* FRONT A (R) b Voor-luidspreker (A) Links* FRONT A (L) c Rechter surroundluidspreker SURROUND (R) d Linker surroundluidspreker SURROUND (L) e Midden-luidspreker CENTER f Voor-luidspreker (B) Rechts* FRONT B (R) g Voor-luidspreker (B) Links* FRONT B (L) h Subwoofer SUBWOOFER * U kunt de voor-luidsprekers selecteren van de voor-luidsprekers (A) en de voor-luidsprekers (B) door herhaaldelijk op CSPEAKERS drukken Zie bladzijde 19 voor meer informatie. ■ ■ Aansluiten op de FRONT A-aansluitingen 2 1 Rood: positief (+) Zwart: negatief (–) 3 1 Draai de knop los. 2 Steek het blote eind van de luidsprekerdraad in de gleuf op de aansluiting. 3 Draai de knop weer om de draad vast te zetten. ■ Aansluiten op de FRONT B, CENTER, en SURROUND-aansluitingen Sluit luidsprekerkabels aan op elke luidspreker Rood: positief (+) Zwart: negatief (–) De kabels zijn verschillend gekleurd of gevormd, misschien een streep, groef of ribbels. Sluit de gestreepte (gegroefde enz.) draad aan op de "+" (rode) aansluitingen van uw luidspreker. Verbind de gewone draad met de "–" (zwarte) aansluitingen. ■ Voordat u de SPEAKERS aansluit op de aansluiting Een luidsprekersnoer bestaat uit twee geïsoleerde draden naast elkaar. Verwijder ongeveer 10 mm van de isolatie van het uiteinde van elk van de luidsprekerdraden en draai vervolgens de blootliggende draadjes netjes in elkaar om kortsluiting te voorkomen. 10 mm 1 Duw het lipje naar onderen. 2 Steek het blote eind van de luidsprekerdraad in het gat op de aansluiting. 3 Laat het lipje weer los om de draad vast te zetten. Aansluiten van videocomponenten Informatie over aansluitingen en stekkers Audio-aansluitingen en stekkers DIGITAL AUDIO DIGITAL AUDIO L R COAXIAL OPTICAL (Wit) (Rood) (Oranje) L R C AUDIO O Linker en rechter Coaxiaal digitale Optisch digitale analoge audiostekker audiostekker audiostekkers 10 Nl Verbindingen AUDIO aansluitingen Voor conventionele analoge audiosignalen via linker en rechter analoge audiokabels. Verbind de rode stekkers met de rechter en de witte stekkers met de linker aansluitingen. OPTICAL aansluitingen Voor digitale audiosignalen via optisch digitale audiokabels. COMPONENT VIDEO Y PB PR VIDEO (Geel) (Groen) (Blauw) (Rood) ■ HDMI aansluiting en stekker Y PB Component videostekkers Composiet videostekker HDMI-stekker PR COMPONENT VIDEO aansluitingen Voor component videosignalen, in luminantie (Y) en chrominatie (PB, PR) gescheiden videosignalen die worden doorgegeven via aparte draden in component videokabels. • We raden u aan een in de handel verkrijgbare HDMI kabel te gebruiken die korter is dan 5 meter en die duidelijk voorzien is van het HDMI-logo. • Gebruik een conversiekabel (HDMI aansluiting ↔ DVI aansluiting) om dit toestel aan te sluiten op andere DVI-apparatuur. De AUDIO OUT REC-aansluiting gebruiken U kunt het audiosignaaluitvoer bij de AUDIO OUT (REC)-aansluiting opnemen met gebruik van opnamecomponenten. Opmerking PR COMPONENT PB VIDEO Y Uitgang (MONITOR OUT) PR APPENDIX • Controleer de regelingen met betrekking tot het auteursrecht in uw land voor u opnamen gaat maken van CD's, radio, enz. Opnemen van auteursrechtelijk beschermd materiaal kan inbreuk maken op de op het materiaal rustende rechten. Stroomschema videosignalen voor MONITOR OUT Ingang AANVULLENDE INFORMATIE VIDEO aansluitingen Voor conventionele composiet videosignalen die worden overgebracht via composiet videokabels. y GEAVANCEERD E BEDIENING HDMI V BASISBEDIENIN G Video-aansluitingen en stekkers U kunt beelden weergeven door het beeldscherm en het videobroncomponent aan te sluiten op dit apparaat met HDMI-aansluitingen. Op dat moment worden audio/videosignalen uitgezonden via het aangesloten component (zoals een DVD-speler, etc.), alleen uitgezonden via het aangesloten beeldscherm als dit apparaat is aangezet en is ingesteld op de signaalbron (DVD of DTV/CBL). Welke audio/videosignalen kunnen worden weergegeven hangt mede af van de specificaties van het aangesloten beeldscherm. Raadpleeg de handleidingen van alle aangesloten componenten. VOORBEREIDINGEN Opmerkingen • U kunt de digitale aansluitingen gebruiken voor PCM, Dolby Digital, en DTS bitstreams ingangsignalen. Alle digitale ingangsaansluitingen zijn compatibel met digitale signalen met een bemonsteringsfrequentie tot 96 kHz. • Dit apparaat verwerkt digitale en analog signalen onafhankelijk van elkaar. Digitale signalen die binnenkomen via de digitale aansluitingen worden niet uitgezonden via de analoge AUDIO OUT (REC)aansluiting. Audiosignalen die binnenkomen via de HDMIaansluiting worden niet uitgezonden via een luidsprekeraansluiting, maar via het aangesloten beeldscherm. Om te genieten van het geluid van luidsprekers die op dit apparaat zijn aangesloten, – maak naast de HDMI-aansluiting ook een analoge of digitale aansluiting (Zie bladzijde 13). – het volume van het aangesloten beeldscherm dempen. INLEIDING COAXIAL aansluitingen Voor digitale audiosignalen via coaxiaal digitale audiokabels. Informatie over HDMI™ PB Y Nederlands VIDEO 11 Nl Verbindingen Aansluiten van een beeldscherm of projector Zorg ervoor dat de stekkers van zowel dit toestel als die van de andere apparatuur uit het stopcontact gehaald zijn. Opmerking • Als u het beeldscherm uitschakelt dat verbonden is met de HDMI OUT aansluiting via een DVI aansluiting, is het mogelijk dat de verbinding mislukt. In een dergelijk geval zal de HDMI indicator onregelmatig knipperen. TV (of projector) Component video-ingang Videoingang HDMIingang Y PB Audiouitgang PR V R L SPE ANTENNA OUT DVD DVD SURROUND R L DTV/CBL CE HDMI COMPONENT VIDEO DTV/CBL DVR MONITOR OUT AM PR GND VIDEO DIGITAL INPUT PB DVD DVR DTV/CBL IN MONITOR OUT OUT FM 75 UNBAL. OPTICAL Y CD 3 MULTI CH INPUT FRONT DTV/ CBL 2 SURROUND DVD CENTER L DTV/CBL DVR IN L AUDIO OUT CD IN MD/ OUT (PLAY) CD-R (REC) OUTPUT SUB WOOFER DVD 1 R R COAXIAL SUBWOOFER Aanbevolen verbindingen 12 Nl Alternatieve verbindingen Verbindingen Aansluiten van andere componenten Aansluiten van audio- en videocomponenten ■ Aansluitingsvoorbeeld (aansluiten van een DVD-speler) VOORBEREIDINGEN ANTENNA OUT DVD SU R DTV/CBL HDMI DVD COMPONENT VIDEO DTV/CBL DVR MONITOR OUT AM PR GND VIDEO DIGITAL INPUT PB DVD DTV/CBL DVR IN MONITOR OUT OUT FM 75 UNBAL. OPTICAL Y CD 3 MULTI CH INPUT SURROUND DVD CENTER DTV/CBL AUDIO DVR IN L CD OUT IN MD/ OUT (PLAY) CD-R (REC) OUTPUT BASISBEDIENIN G FRONT DTV/ CBL 2 SUB WOOFER L DVD 1 R R COAXIAL SUBWOOFER L R V HDMI-uitgang C Aanbevolen verbindingen Alternatieve verbindingen Zorg ervoor dat de stekkers van zowel dit toestel als die van de andere apparatuur uit het stopcontact gehaald zijn. Component Video Audio Video Audio Aansluitingen op dit toestel HDMI-uitgang* HDMI (DVD)* Component-uitgang COMPONENT VIDEO (DVD) Video-uitgang (tulpstekker) VIDEO (DVD) Optische-uitgang* COAXIAL (DVD)* Audio-uitgang (analoog) AUDIO (DVD) HDMI-uitgang* HDMI (DTV/CBL)* Component-uitgang COMPONENT VIDEO (DTV/CBL) Video-uitgang (tulpstekker) VIDEO (DTV/CBL) Optische-uitgang* OPTICAL (DTV/CBL)* Analoge-uitgang (analoog) AUDIO (DTV/CBL) 13 Nl Nederlands Kastje met convertor en decoder Aansluitingen op component APPENDIX DVD-speler of Blu-ray Disc-speler Signaaltype • U kunt ook gebruik maken van de VIDEO AUX aansluitingen (Zie bladzijde 14) op het voorpaneel om een extra component aan te sluiten. • Om de posities van de "aansluitingen op dit apparaat" in de volgende tabel te bevestigen, raadpleegt u "Achterpaneel" in "Functioneel overzicht" op pagina 6. AANVULLENDE INFORMATIE ■ Voor audio- en videoverbindingen gebruikte aansluitingen Aanbevolen verbindingen worden aangegeven met (*). Bij het aansluiten van een opnamecomponent dient u additionele verbindingen voor het opnemen te maken (signaaloverdracht van dit toestel naar de opnamecomponent). y GEAVANCEERD E BEDIENING Coaxiale-uitgang Video-uitgang PR Audio-uitgang PB Componentuitgang Y INLEIDING Dit toestel bezit drie typen audio-aansluitingen, twee typen video-aansluitingen en HDMI aansluitingen. U kunt de aansluitingsmethode kiezen afhankelijk van de te verbinden component. Verbindingen Component Signaaltype DVD-recorder Aansluitingen op component Video CD-speler MD- of CD-recorder HDMI-uitgang* Aansluitingen op dit toestel HDMI (DVR)* Video uitgang (tulpstekker) VIDEO (DVR IN) Audio Audio-uitgang (analoog)* AUDIO (IN (PLAY))* Opname van audio Audio-ingang (analoog)* AUDIO (OUT (REC))* Opname van video Video ingang (tulpstekker)* VIDEO (DVR OUT)* Audio Coaxiale uitgang* OPTICAL (CD)* Audio-uitgang (analoog) AUDIO (CD) Audio Audio-uitgang (analoog)* AUDIO (IN (PLAY))* Opname van audio Audio-ingang (analoog)* AUDIO (OUT (REC))* Opmerkingen • Zorg ervoor dezelfde type video-aansluitingen te maken als die voor uw TV als de videoconversie niet ingeschakeld is. Als u bijvoorbeeld uw TV heeft verbonden met de VIDEO MONITOR OUT aansluiting van dit toestel, dan dient u uw andere component te verbinden met de VIDEO aansluitingen. • Controleer de regelingen met betrekking tot het auteursrecht in uw land voor u opnamen gaat maken van CD's, radio, enz. Opnemen van auteursrechtelijk beschermd materiaal kan inbreuk maken op de op het materiaal rustende rechten. • Om een digitale verbinding te maken met een andere component dan degene die standaard is toegewezen aan elke DIGITAL INPUT of DIGITAL OUTPUT aansluiting, configureer de "INPUT ASSIGN" instelling (Zie bladzijde 34). • Er kunnen alleen analoge audiosignalen die worden weergegeven via de AUDIO OUT (REC)-aansluiting worden opgenomen met opnamecomponenten. Daardoor kunnen Digitale signalen die binnenkomen via de DIGITAL INPUT-aansluitingen, of analoge signalen die binnenkomen via de MULTI CH INPUT-aansluitingen, worden weergegeven bij de analoge AUDIO OUT (REC)-aansluiting voor opname. Aansluiten van een multiformaat-speler of externe decoder Dit toestel is voorzien van 6 extra ingangsaansluitingen (FRONT L/R, SURROUND L/R, CENTER en SUBWOOFER) voor gescheiden multikanaals ingangssignalen van een multiformaat-speler, externe decoder, of geluidsprocessor. Verbind de uitgangsaansluitingen van uw multiformaat-speler of externe decoder met de MULTI CH INPUT aansluitingen. Let er goed op dat u de linker- en rechteruitgangen verbindt met de linker en rechter ingangsaansluitingen voor zowel de voor- als de surroundkanalen. CD 3 MULTI CH INPUT FRONT DTV/ CBL 2 SURROUND DVD CENTER L DTV/CBL DVR IN L DVD 1 R Opmerkingen • Wanneer u het component dat is verbonden met de MULTI CH INPUTaansluitingen selecteert als signaalbron (Zie bladzijde 19), zal dit toestel automatisch de digitale geluidsveldprocessor uitschakelen en zult u geen geluidsveldprogramma's kunnen selecteren. • Dit toestel is niet in staat de via de MULTI CH INPUT aansluitingen binnenkomende signalen zo te herschikken dat er wordt gecompenseerd voor eventueel in uw systeem ontbrekende luidsprekers. Daarom bevelen we u aan een 5.1-kanaals luidsprekersysteem aan te sluiten voor u gebruik maakt van deze functie. • Er kunnen geen opnamen gemaakt worden van een signaalbron die is aangesloten op de MULTI CH INPUT aansluitingen van dit toestel. Gebruiken van de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel Gebruik de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel als u een spelcomputer of een videocamera wilt aansluiten op dit toestel. Om de bronsignalen via deze aansluitingen weer te geven, selecteer "V-AUX" als de ingangsbron. R COAXIAL SUBWOOFER Middenkanaal uitgang R Subwoofer uitgang L Surround uitgang R Voorkanaal uitgang L Multi-formaat speler of externe decoder 14 Nl Let op U moet het volume van dit toestel en de andere componenten laag zetten voor u de aansluitingen gaat maken. Opmerking • De audiosignalen die worden ontvangen bij de PORTABLE miniaansluiting hebben prioriteit op de degenen die worden ontvangen bij de AUDIO L/R-aansluitingen. Verbindingen Aansluiten van de FM en AM antennes Opmerkingen Aansluiten van het netsnoer Als alle verbindingen zijn gemaakt, steekt u de stekker in het stopcontact. • De AM ringantenne moet niet te dicht bij dit toestel geplaatst worden. • Een goed geïnstalleerde buitenantenne geeft een betere ontvangst dan een binnenantenne. Als u last heeft van een slechte ontvangst, kunt u een buitenantenne installeren. Vraag bij uw dichtstbijzijnde erkende Yamaha dealer of service-centrum naar de mogelijkheden met buitenantennes. • De AM ringantenne moet altijd aangesloten blijven, zelfs als er een AM buitenantenne op dit toestel is aangesloten. Netsnoer VOORBEREIDINGEN L AM-buitenantenne AMringantenne (meegeleverd) Gebruik 5 tot 10 meter met plastic geïsoleerd draad dat u bijvoorbeeld uit een raam naar buiten spant. Naar het stopcontact DEO N DVR OUT FMbinnenantenne (meegeleverd) MONITOR OUT AM GND FM R SURRO 75 UNBAL. Aan zetten van dit toestel Druk op ASTANDBY/ON (of cPOWER) om dit apparaat aan te zetten. DVR OUT OUTP CD IN MD/ OUT (PLAY) CD-R (REC) S Optische uitgang Aansluiten van de draad van de AM ringantenne Doe het hendeltje open Inbrengen Doe het hendeltje weer dicht Zet dit apparaat in standby Druk op ASTANDBY/ON (of bSTANDBY) om dit apparaat uit te zetten. Opmerking • Wanneer het toestel uit (standby) staat, verbruikt het nog steeds een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd kan worden op de infraroodsignalen van de afstandsbediening. APPENDIX In elkaar zetten van de meegeleverde AM ringantenne AANVULLENDE INFORMATIE Voor de grootst mogelijke veiligheid en zo min mogelijk storing dient u de antenne GNDaansluiting goed te aarden. Een goede aarding wordt bijvoorbeeld verzorgd door een metalen staaf die in vochtige grond gedreven is. • Wanneer u dit toestel aan zet, zal het 4 tot 5 seconden duren voor het toestel geluid kan reproduceren. GEAVANCEERD E BEDIENING y AUDIO N BASISBEDIENIN G De stroom in- of uitschakelen ANTENNA INLEIDING Dit toestel wordt geleverd met zowel een FM als een AM binnenantenne. Normaal gesproken zorgen deze antennes voor een voldoende sterke ontvangst. Verbind de antennes op de juiste manier met de bijbehorende aansluitingen. Opmerking • De types meegeleverde AM-ringantenne verschillen afhankelijk van de modellen. Nederlands 15 Nl Optimaliseren van de luidsprekerinstellingen voor uw kamer (YPAO) Dit apparaat heeft een Yamaha Parametric Acoustic Optimizer (YPAO). Met de YPAO, stelt dit apparaat automatisch de signaalkenmerken van uw luidsprekers af op basis van luidsprekerstanden, luidsprekerprestaties en akoestische kenmerken van de ruimte. We raden aan om eerst de uitgangskarakteristieken met de YPAO af te stellen als u dit apparaat gebruikt. Opmerkingen • Wij wijzen u erop dat het normaal is dat tijdens de automatische "AUTO SETUP" procedure luide testtonen worden geproduceerd. Laat kleine kinderen tijdens deze procedure niet de kamer betreden. • Om de beste resultaten te bereiken moet u ervoor zorgen dat de ruimte zo stil mogelijk is tijdens de "AUTO SETUP" procedure. Als er teveel andere geluiden zijn, is het mogelijk dat de resultaten tegenvallen. 3 Plaats de optimalisatie-microfoon op uw normale luisterplek op een vlak en horizontaal oppervlak met de omnidirectionele microfoonkop naar boven. Optimalisatie-microfoon Gebruiken van AUTO SETUP y • Begininstellingen worden aangegeven met een (*) in elk van de volgende parameters. 1 Controleer de volgende controlepunten. Controleer de volgende controlepunten voordat u de automatische setup start. • Alle luidsprekers en de subwoofer moeten goed zijn aangesloten. • Er mag geen hoofdtelefoon zijn aangesloten op dit toestel. • Dit toestel is ingeschakeld. • Een eventueel aangesloten subwoofer moet worden ingeschakeld en het volume moet ongeveer halverwege (of iets lager) worden ingesteld. • FRONT A luidsprekers moeten zijn geselecteerd als het voor-luidsprekersysteem (Zie bladzijde 19). • De kamer moet voldoende stil zijn. • De crossoverfrequentie voor de aangesloten subwoofer moet op de maximum stand worden ingesteld. VOLUME MIN MAX y • Wij raden u aan om een statief (enz.) te gebruiken om de optimalisatie-microfoon vast te zetten op dezelfde hoogte als waar uw oren zich zouden bevinden wanneer u op uw luisterplek zit. U kunt de optimalisatiemicrofoon vastzetten op het statief (enz.) met behulp van de statiefschroef. 4 Keuze CROSSOVER HIGH CUT MIN Verbind de meegeleverde optimalisatiemicrofoon met de OPTIMIZER MIC aansluiting op het voorpaneel. "SETUP•••••AUTO" verschijnt op de display van het voorpaneel. Functie AUTO* Laat automatisch de gehele "AUTO SETUP" procedure uitvoeren. RELOAD Laadt de laatste "AUTO SETUP" instellingen opnieuw en overschrijft de voorgaande instellingen. UNDO Maakt de laatste "AUTO SETUP" instellingen ongedaan en herstelt de voorgaande instellingen. DEFAULT Zet de "AUTO SETUP" parameters weer terug naar de begininstellingen van de fabriek. Opmerking MAX • "RELOAD" of "UNDO" zijn alleen beschikbaar als u eerder "AUTO SETUP" heeft uitgevoerd en de resultaten heeft bevestigd. Besturing van een subwoofer (voorbeeld) 2 Druk op ol / h om "AUTO" te selecteren. 5 Druk op oENTER om de instelprocedure te laten beginnen. Dit toestel begint met de automatische instelprocedure (setup). Er worden luide testtonen geproduceerd via de diverse luidsprekers tijdens de audio instelprocedure. Nadat alle instellingen ("INITIALIZING", "WIRING/LEVEL", "DISTANCE", "SIZE") achtereenvolgens zijn voltooid, verschijnt "FINISH" op de display van het voorpaneel. y • Druk op ok om de automatische setup te annuleren. 16 Nl Optimaliseren van de luidsprekerinstellingen voor uw kamer (YPAO) 10 Opmerkingen 6 y FL: 3.3m +2 ■ Als er een foutscherm verschijnt Als dit apparaat potentiële problemen detecteert, verschijnt er een foutmelding op de display van het voorpaneel tijdens de automatische setup. Voor meer informatie over elk foutbericht, kijkt u bij het "AUTO SETUP" hoofdstuk in "Oplossen van problemen" op pagina 41. Een paar seconden later verschijnen de volgende keuzes. Druk op ol / h om "RETRY" of "EXIT" te selecteren en druk dan op oENTER. Keuze y • Om de resultaten van de automatische setup opnieuw weer te geven, drukt u herhaaldelijk op lk / n. Start de "AUTO SETUP" opnieuw. EXIT Wordt afgesloten van de "AUTO SETUP" procedure. Druk op ol / h om "SET" of "CANCEL" te selecteren. Keuze Bevestigt de "AUTO SETUP" resultaten. CANCEL Annuleert de "AUTO SETUP" resultaten. Druk op oENTER om uw selectie te bevestigen. "AUTO SETUP" verschijnt op de display van het voorpaneel. PHASE REVERSED LFE L C R SL SR Knippert y • Voor meer informatie over elk waarschuwingsbericht, kijkt u bij het "AUTO SETUP" hoofdstuk in "Oplossen van problemen" op pagina 41. Druk op kMENU om "SET MENU" af te sluiten. Nederlands 9 SET* Druk op on om gedetailleerde informatie over de waarschuwing weer te geven. De gedetailleerde informatie over de waarschuwing wordt weergegeven en de indicatoren van niet toepasbare luidsprekers knipperen op de display van het voorpaneel. APPENDIX 8 Functie Opmerking • Waarschuwingen verschillen van fouten in die zin dat waarschuwingen niet de automatische instelprocedure annuleren. AANVULLENDE INFORMATIE 7 ■ Indien "WARNING" verschijnt Wanneer dit toestel potentiële problemen detecteert tijdens de automatische setup procedure, verschijnt er "WARNING" op de display van het voorpaneel na het resultaat van elke luidspreker. Bekijk de waarschuwingsboodschappen om uw luidsprekerinstellingen te corrigeren. GEAVANCEERD E BEDIENING RETRY* Opmerkingen • Indien u "RELOAD" in stap 4 selecteert, worden er geen testtonen uitgezonden. • Indien er een fout optreedt tijdens de "AUTO:CHECK" procedure, wordt de instelprocedure geannulleerd en verschijnt een foutscherm. Voor informatie, zie "Als er een foutscherm verschijnt" op pagina 17. • Als dit apparaat mogelijke problemen detecteert tijdens de "AUTO SETUP" procedure, verschijnt "WARNING" en worden de waarschuwingsberichten weergegeven nadat dit apparaat het resultaat van de automatische setup weergeeft. Voor meer informatie raadpleegt u het "AUTO SETUP" hoofdstuk in "Oplossen van problemen" op pagina 41. • Het resultaat van de afstandsmeting kan langer zijn dan de feitelijke afstand afhankelijk van de karakteristieken van uw subwoofer. Functie BASISBEDIENIN G Speaker Het resultaat van het FL/FR: Links/rechts voor afstemmen van het C: Midden volumeniveau SL/SR: Links/rechts surround SW: Subwoofer • Als u veranderingen aanbrengt in de aangesloten luidsprekers, de opstelling van de luidsprekers of de inrichting van uw luisterruimte, moet u "AUTO SETUP" opnieuw uitvoeren om uw systeem opnieuw te optimaliseren. • Als u de resultaten van de automatische setup in detail wilt controleren of handmatig de parameters wilt afstellen, gebruikt u "MANUAL SETUP" (Zie bladzijde 32). VOORBEREIDINGEN Als alle metingen succesvol zijn voltooid, verschijnt "FINISH" op het de display van het voorpaneel. Het resultaat van de automatische set voor elke luidspreker verschijnt in volgorde op de display van het voorpaneel. De afstand tussen de luidsprekerafstand en de luisterplek Ontkopppel de optimalisatiemicrofoon van dit apparaat. De optimalisatie-microfoon is niet goed bestand tegen warmte. Houd deze uit de zon en plaats hem niet bovenop dit toestel. INLEIDING • Voer geen handelingen uit met dit toestel terwijl de automatische setup bezig is. • Wij raden u aan de kamer te verlaten terwijl dit toestel de auto setup uitvoert. Het duurt ongeveer 3 minuten voordat het apparaat de automatische instelprocedure heeft voltooid. 17 Nl BASISBEDIENING Weergave Let op U moet zeer voorzichtig zijn wanneer u DTS gecodeerde CD's gaat afspelen. Als u een DTS gecodeerde CD afspeelt op een CD-speler die niet geschikt is voor DTS-weergave, zult u alleen een ongewenst geruis of lawaai horen dat uw luidsprekers kan beschadigen. Controleer of uw CD-speler geschikt is voor DTS gecodeerde CD's. Controleer ook het geluidsniveau van uw CD-speler voor u een DTS gecodeerde CD gaat afspelen. 5 Verdraai PVOLUME (of druk op gVOLUME +/–) om het volume op het gewenste niveau in te stellen. Basisprocedure 1 Zet de externe componenten (TV, DVD-speler, etc.) die zijn aangesloten op dit toestel, aan. 2 Druk herhaaldelijk op CSPEAKERS om de voor-luidspreker te selecteren die u wenst. De respectievelijke luidsprekerindicators zullen oplichten op het display op het voorpaneel. 3 Druk herhaaldelijk op NINPUT l / h (orf druk op de ingangselectietoetsen (e)) om de gewenste signaalbron te selecteren. De naam van de geselecteerde signaalbron wordt een paar seconden lang op het display op het voorpaneel getoond. Beschikbare signaalbron DVR V-AUX DTV/CBL DVD MD/CD-R y • Zie bladzijde 20 om het uitgangsniveau van elke luidspreker in te stellen. • Dit heeft geen effect op het AUDIO OUT (REC) niveau. • U kunt he beginvolumeniveau en het maximale volumeniveau instellen (Zie bladzijde 34). 6 Druk op LPROGRAM l / h (of druk herhaaldelijk op uPROG l / h) om het gewenste geluidveldprogramma te selecteren. De naam van het geselecteerde geluidveldprogramma verschijnt op het display op het voorpaneel. Zie bladzijde 22 voor meer informatie over geluidveldprogramma's. Movie Dramatic TUNER CD INPUT:DVD Op dit moment geselecteerd geluidsveldprogramma Opmerkingen Op dit moment geselecteerde signaalbron 4 Start de weergave op de geselecteerde component of stem af op een zender. Opmerkingen • Raadpleeg de handleiding van de betreffende component. • Zie bladzijde 27 voor details omtrent het afstemmen (FM/AM). y • Om het uitgangsniveau van elke luidspreker in te stellen, Zie bladzijde 20. 18 Nl • Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak, niet alleen op basis van de naam van het programma. • Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het toestel automatisch het laatst met die signaalbron gebruikte geluidsveldprogramma instellen. • Er kunnen geen geluidsveldprogramma's worden geselecteerd wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (Zie bladzijde 19). • Wanneer PCM signalen met een bemonsteringsfrequentie van meer dan 48 kHz binnenkomen, wordt dit apparaat automatisch ingesteld op de stand "STRAIGHT" (Zie bladzijde 26). • Om informatie over de huidig geselecteerde signaalbron weer te geven op de display op het voorpaneel, kijkt u op Zie bladzijde 21 voor meer informatie. Weergave ■ Gids met inhoud Wanneer u wilt... Zie bladzijde 20 Parameters van geluidsveldprogramma's bewerken 26 s' Nachts genieten van de bronnen met een breed dynamisch bereik 20 Het gebruiken van hoofdtelefoons 20 Selecteer een decoder om bronnen mee af te spelen 26 Zet dit apparaat automatisch in standby 21 y Gebruik de volgende functies om een ingangaansluiting of signaalbron te selecteren. De voor-luidsprekerset selecteren FRONT B Selecteren van audio ingangsaansluitingen (AUDIO SELECT) Gebruik deze functie (selecteren van audio ingangsaansluitingen) om over te schakelen naar een andere ingangsaansluiting dan de toegewezen aansluiting wanneer er twee of meer aansluitingen beschikbaar zijn voor de signaalbron in kwestie. y • In de meeste gevallen raden we u aan de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting op "AUTO" te laten staan. • U kunt de standaard selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting van dit toestel zelf bepalen via "AUDIO SELECT" in "OPTION MENU" (Zie bladzijde 36). 1 Druk herhaaldelijk op NINPUT l / h (orf druk op de ingangselectietoetsen (e)) om de gewenste signaalbron te selecteren. 2 Druk herhaaldelijk op nAUDIO SEL om de gewenste audio ingangaansluiting selectieinstelling te selecteren. OFF DVR • U kunt niet zowel de hoofdruimte en de Zone B luidsprekers tegelijkertijd aanzetten. • Indien u CINEMA DSP geluidsveldprogramma selecteert en de Zone B luidsprekers aanzet, dan wordt Virtual CINEMA DSP automatisch aangezet (Zie bladzijde 26). MD/CD-R TUNER CD Geselecteerde instelling voor audio-ingangsaansluiting Keuze Functie AUTO Ingangssignalen worden automatisch geselecteerd in deze volgorde: (1) Digitale signalen (2) Analoge signalen ANALOG Er zullen alleen analoge signalen worden geselecteerd. Als er geen analoge signalen binnenkomen, zal er geen geluid worden weergegeven. y Nederlands Opmerkingen DVD APPENDIX Druk herhaaldelijk op CSPEAKERS op het voorpaneel om de Zone B luidsprekers aan of uit te zetten. Wanneer u de Zone B luidsprekers aanzet, worden alle luidsprekers in de hoofdruimte gedempt. DTV/CBL A.SEL:AUTO Opmerking • Zet het volumeniveau van dit apparaat uit voordat u de voorluidsprekerinstelling schakelt. ■ De Zone B functie gebruiken Wanneer u "FRONT B" instelt op "ZONE B" (Zie bladzijde 32), dan kunt u de luidsprekers gebruiken die zijn aangesloten op FRONT B luidsprekeraansluitingen in een andere ruimte (Zone B). V-AUX AANVULLENDE INFORMATIE FRONT A ■ GEAVANCEERD E BEDIENING Druk herhaaldelijk op CSPEAKERS om de actieve voor-luidsprekerset die is aangesloten op de FRONT A of FRONT B luidsprekeraansluitingen te wijzigen of zet de voor-luidsprekers uit. De actieve voor-luidsprekerset wordt als volgt gewijzigd: Opmerkingen • Geluidsveldprogramma's, of de nachtluisterstand, etc. kunnen niet geselecteerd worden wanneer "MULTI CH" geselecteerd is als de ingangsbron. • Als er gebruik wordt gemaakt van hoofdtelefoons, dan worden geluiden alleen uitgezonden via de linker en rechter voorkanalen. BASISBEDIENING Inganginstellingfuncties gebruiken • U kunt de multikanaal ingangsinstellingen configureren met "MULTI CH" (Zie bladzijde 35). VOORBEREIDIN GEN Aanvullende werkingen ■ Druk herhaaldelijk op NINPUT l / h (of druk op fMULTI CH IN) om "MULTI CH" te selecteren. "MULTI CH" verschijnt op de display van het voorpaneel. INLEIDING Regelen van de klankkleur van de voor-luidsprekers Het selecteren van het component dat is aangesloten op de MULTI CH INPUT aansluitingen als signaalbron Gebruik deze functie om het component te selecteren dat is aangesloten op de MULTI CH INPUT aansluitingen (Zie bladzijde 14) als de signaalbron. • U kunt de instelling voor de selectiefunctie voor de audioingangsaansluitingen configureren in "AUDIO SELECT". Opmerking • Deze functie is niet beschikbaar als er geen digitale ingangsaansluiting is toegewezen aan de geselecteerde ingangsbron in "INPUT ASSIGN" (Zie bladzijde 34). 19 Nl Weergave y Gebruiken van audiofuncties • Wanneer u op mLEVEL op de afstandsbediening heeft gedrukt, kunt u de gewenste luidspreker ook selecteren met ok / n. • Welke luidsprekerkanalen er beschikbaar zijn hangt af van de luidsprekerinstellingen. Gebruik de volgende functies om de geluidsweergave of het luidsprekerniveau aan te passen. ■ Uitschakelen van de geluidsweergave 2 Druk op hMUTE op de afstandsbediening om de geluidsweergave tijdelijk uit te schakelen. Druk nog eens op hMUTE om de geluidsweergave te hervatten. y • U kunt ook PVOLUME verdraaien (of drukken op gVOLUME +/–) om de geluidsweergave weer te hervatten. • U kunt het dempingsniveau configureren door gebruik te maken van "MUTE TYP." in "SOUND MENU" (Zie bladzijde 34). • De MUTE indicator knippert op het voorpaneel wanneer de geluidsweergave tijdelijk is uitgeschakeld en verdwijnt wanneer de geluidsweergave weer wordt hervat. ■ Toonregeling Hiermee kunt u de balans tussen de lage en hoge tonen regelen voor de linker en rechtervoorkanalen. Druk herhaaldelijk op KTONE CONTROL om "BASS" of "TREBLE" te selecteren en druk op LPROGRAM l / h om het bijbehorende frequentiereactieniveau aan te passen. Instelbereik: –10 dB tot +10 dB Elke keuze wordt als volgt gedefinieerd. Keuze Functie BASS Past de reactie van de lage tonen aan. TREBLE Past de reactie van de hoge tonen aan. Opmerkingen Gebruik optionele functies Gebruik de volgende functies om verschillende nuttige functies waarmee dit apparaat is uitgerust, te gebruiken. y • Begininstellingen worden aangegeven met een (*) in elk van de volgende parameters. ■ ■ Instellen luidsprekerniveau U kunt het uitgangsniveau van de luidsprekers instellen terwijl u naar muziek aan het luisteren bent. Dit is ook mogelijk wanneer u een signaal dat via de MULTI CH INPUT aansluitingen binnenkomt afspeelt. Gebruiken van hoofdtelefoons U kunt een hoofdtelefoon met een analoge stereostekker aansluiten op de PHONES aansluiting op het voorpaneel. y • Wanneer u een geluidsveldprogramma selecteert, zal de SILENT CINEMA functie automatisch worden ingeschakeld (Zie bladzijde 26). Opmerkingen • Wanneer u een hoofdtelefoon aansluit, zullen er geen signalen worden gereproduceerd via de luidspreker-aansluitingen. • Alle Dolby Digital en DTS audiosignalen worden teruggemengd naar de linker en rechter hoofdtelefoonkanalen. ■ De nachtluisterstand selecteren De nachtluisterstanden zijn ontwikkeld om de luistermogelijkheid bij lage volumes of 's nachts te verbeteren. 1 • De luidsprekerr en hoofdtelefooninstellingen worden apart opgeslagen. • Als u de hoge of lage tonen teveel versterkt of verzwakt, is het mogelijk dat de toonkleur van de surround-luidsprekers niet meer overeenkomt met die van de linker en rechter voor-luidsprekers. • Dit heeft geen invloed op opgenomen materiaal. Druk op ol / h op de afstandsbediening (of druk op FPRESET/TUNING l / h) om het uitgangsniveau (volume) van de luidsprekers te regelen. Instelbereik: –10,0 dB tot +10,0 dB Druk herhaaldelijk op ONIGHT (of druk op pNIGHT) om "NIGHT:CINEMA" of "NIGHT:MUSIC" te selecteren. Elke keuze wordt als volgt gedefinieerd. Keuze Functie NIGHT:CINEMA Vernauwt het dynamische bereik van filmsoundtracks en maakt het makkelijker om dialoog te horen bij lagere volumes. NIGHT:MUSIC Behoudt het luistergemak voor alle geluiden. NIGHT OFF Schakelt deze functie uit. Opmerking • Deze handeling overschrijft de niveau-instellingen die zijn gemaakt in "SP LEVEL" (Zie bladzijde 33). 1 Druk herhaaldelijk op mLEVEL tot u de luidspreker geselecteerd heeft die u wilt instellen. Keuze Beschrijving FRONT L Linker voor-luidspreker FRONT R Rechter voor-luidspreker CENTER Midden-luidspreker SWFR Subwoofer SUR.L Linker surround-luidspreker SUR.R Rechter surround-luidspreker 20 Nl y • De NIGHT indicator licht op op de display op het voorpaneel als de nachtluisterstand is geselecteerd. Weergave 2 Keuze Keuze Functie Past het effectniveau langzaam aan. MID* Past het effectniveau gematigd aan. MAX Past het effectniveau aanzienlijk aan. y FORMAT Signaalformattering. SAMPLING Het aantal metingen per seconden van een continu signaal om discrete signalen te kunnen maken. CHANNEL Aantal bronkanalen in het ingangssignaal (voor/surround/LFE). BITRATE Het aantal bits aan gegevens dat per seconde een bepaald meetpunt passeert. FLAG Signalering (vlag) die zijn gedoceerd in DTS, Dolby Digital, of PCM signalen en die dit toestel in staat stel automatisch van decoder te wisselen. • "NIGHT:CINEMA" en "NIGHT:MUSIC" afstellingen worden apart opgeslagen. Opmerkingen ■ 1 Druk op kMENU op de afstandsbediening. "AUTO SETUP" verschijnt op de display van het voorpaneel. Druk op kMENU op de afstandsbediening om opnieuw "SET MENU" af te sluiten. ■ Gebruiken van de slaaptimer Met deze functie kunt dit apparaat zichzelf uit (standby) laten schakelen na een door u bepaalde tijd. Deze slaaptimer is bijvoorbeeld handig wanneer u gaat slapen terwijl uw installatie nog aan het spelen of opnemen is. Druk herhaaldelijk op lSLEEP om de tijdsperiode in te stellen. De slaaptimerinstelling wijzigt als volgt. SLEEP 120min SLEEP OFF ;AUTO SETUP 3 Druk herhaaldelijk op ok / n om "SIGNAL INFO" te selecteren en druk dan op oENTER. Druk op ok / nom de weergegeven informatie te veranderen. De volgende informatie over de signaalbron verschijnt op de display van het voorpaneel. SLEEP 30min SLEEP 60min De SLEEP indicator zal oplichten op de display van het voorpaneel en het display keert terug naar het geselecteerde geluidsveldprogramma. Annuleren van de slaaptimer Druk herhaaldelijk op lSLEEP op de afstandsbediening om "SLEEP OFF" te selecteren. y • Als u de hoofdzone op de standby-stand instelt, wordt de slaaptimer automatisch geannuleerd. Gebruik de ingangskeuzetoetsen (e) op de afstandsbediening om de gewenste videobron te selecteren en kies vervolgens de audiobron. CD DTV/CBL DVR MULTI CH IN Audiobronnen Nederlands DVD MD/CD-R TUNER APPENDIX ■ Videobronnen in de achtergrond afspelen U kunt videobeelden van een videobron combineren met geluid van een audiobron. Zo kunt u bijvoorbeeld naar klassieke muziek luisteren terwijl u op uw beeldscherm kijkt naar mooie landschapsopnamen. AANVULLENDE INFORMATIE 2 SLEEP 90min GEAVANCEERD E BEDIENING Weergeven van de ingangsbroninformatie (SIGNAL INFO) U kunt de formattering, de bemonsteringsfrequentie, het aantal kanalen en eventuele signaleringsgegevens (vlag) van het huidige ingangssignaal laten zien. 4 BASISBEDIENING • U kunt de nachtluisterstanden in de volgende gevallen niet gebruiken: – wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron. – wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting zit. – Wanneer de bemonsteringsfrequentie van de signaalbronnen hoger is dan 48 kHz. • Het effect van de nachtluisterstanden kan variëren, afhankelijk van de signaalbron en de surroundgeluidsinstellingen die u gebruikt. VOORBEREIDIN GEN MIN Beschrijving INLEIDING Druk op ol / h om het effectniveau aan te passen terwijl "NIGHT:CINEMA" of "NIGHT:MUSIC" wordt weergegeven op de display op het voorpaneel. Elke keuze wordt als volgt gedefinieerd. V-AUX Videobronnen 21 Nl De SCENE sjablonen selecteren Door simpelweg te drukken op de SCENE-toets kunt u uw favoriete signaalbron en geluidsveldprogramma oproepen volgens het SCENE-sjabloon dat is toegewezen aan de SCENE-toets. De SCENE-sjablonen zijn gebouwde combinaties van signaalbronnen en geluidsveldprogramma's. Dit apparaat is uitgerust met 12 vooraf ingestelde SCENEsjablonen voor verschillende situaties. De volgende SCENE-sjablonen worden toegewezen aan de respectievelijke SCENE-toetsen in de standaardinstellingen. Standaard SCENE-toets Selecteer het gewenste SCENEsjabloon Indien u gebruik wilt maken van de SCENE-sjablonen, dan kunt u de gewenste SCENE-sjablonen uit het SCENEsjabloonarchief selecteren en de sjablonen aan de geselecteerde SCENE-toetsen op het voorpaneel van de afstandsbediening toewijzen. Selecteer het gewenste SCENE-sjabloon De naam van het SCENE-sjabloon en de beschrijving ervan SCENE 1 DVD Movie Viewing – signaalbron: DVD – geluidsveldprogramma: STRAIGHT Voor als u een DVD wilt afspelen. SCENE 2 Music Disc Listening – signaalbron: DVD – geluidsveldprogramma: 2ch Stereo Voor als u wilt luisteren naar een muziekCD vanaf de aangesloten DVD -speler. SCENE 3 TV Viewing *1 – signaalbron: DTV/CBL – geluidsveldprogramma: STRAIGHT Voor als u een televisieprogramma wilt bekijken. SCENE 4 Radio Listening *2, *3, *4 – signaalbron: TUNER – geluidsveldprogramma: Music Enh. 5ch Voor als u wilt luisteren naar een muziekprogramma vanaf het FM radiostation. 1 SCENE-sjabloonarchief (beeld) 1 Houd de gewenste JSCENE (of dSCENE)toets gedurende drie seconden ingedrukt. De MEMORY indicator op het voorpaneel begint te knipperen en de naam van het huidig toegewezen SCENE-sjabloon verschijnt op de display op het voorpaneel. DVD Movie View 2 Druk op NINPUT l / h (of druk op ol / h) om het gewenste sjabloon te selecteren. DVD Viewing Opmerkingen *1 U moet van tevoren een kabel-tv of een satelliettuner op dit apparaat aansluiten. Zie bladzijde 13 voor informatie. *2 U dient van te voren de meegeleverde FM en AM antennes op dit apparaat aan te sluiten. Zie bladzijde 15 voor informatie. *3 U dient af te stemmen op het gewenste radiostation. Zie pagina's 27 tot 28 voor informatie over afstemmen. *4 Voor de best mogelijke ontvangst, richt u de aangesloten AM ringantenne of past u de stand van het eind van de binnen FM-antenne aan. Wijs het gewenste SCENE-sjabloon toe aan de SCENE-toets 3 Druk opnieuw op de JSCENE (of dSCENE) toets om de selectie te bevestigen. De MEMORY indicator stopt met knipperen en het SCENE sjabloon dat is geselecteerd wordt toegewezen aan de toets. y • Om de procedure te annuleren, drukt u op qRETURN. 22 Nl De SCENE sjablonen selecteren Welk SCENE-sjabloon wilt u selecteren? ■ Videobronnen (DVD video, Opgenomen video) SCENE-sjabloon DVD Viewing DVD STRAIGHT DVD Movie Viewing DVD Movie Dramatic Selecteer dit SCENE-sjabloon als u films op uw DVD-speler afspeelt. DVD Live Viewing DVD Pop/Rock Selecteer dit SCENE-sjabloon als u van een live muziekvideo wilt genieten op uw DVD-speler. DVR Viewing DVR Movie Dramatic 2 Kenmerken Music Disc Listening DVD 2ch Stereo Selecteer dit SCENE-sjabloon als u muziekschijven op uw DVD-speler afspeelt. Disc Listening DVD 5ch Stereo Selecteer dit SCENE-sjabloon als u muziekbronnen als achtergrondmuziek op uw DVD-speler afspeelt. CD Listening CD 5ch Stereo Selecteer dit SCENE-sjabloon als u een muziekbron als achtergrondmuziek op uw CDspeler afspeelt. CD Music Listening CD 2ch Stereo Selecteer dit SCENE-sjabloon als u muziekschijven op uw CD-speler afspeelt. SCENE-sjabloon Signaalbron Afspeelstand Kenmerken Radio Listening TUNER Music Enh. 5ch Selecteer dit SCENE-sjabloon als u geniet van FM of AM radioprogramma's. Signaalbron Afspeelstand Kenmerken TV Viewing DTV/CBL STRAIGHT Selecteer dit SCENE-sjabloon als u geniet van TVprogramma's. TV Sports Viewing DTV/CBL TV Sports Selecteer dit SCENE-sjabloon als u geniet van sportprogramma's op TV. Signaalbron Afspeelstand AANVULLENDE INFORMATIE Afspeelstand GEAVANCEERD E BEDIENING Signaalbron TV programma's SCENE-sjabloon 3 Video games SCENE-sjabloon Game Playing V-AUX Game APPENDIX ■ Selecteer dit SCENE-sjabloon als u films afspeelt op uw digitale videorecorder. Radioprogramma's 4 ■ Selecteer dit SCENE-sjabloon als u algemene inhoud op uw DVD-speler afspeelt. Muziekschijven (CD, SA-CD of DVD-Audio) SCENE-sjabloon ■ Kenmerken BASISBEDIENING ■ Afspeelstand VOORBEREIDIN GEN 1 Signaalbron INLEIDING De volgende tabellen geven de vooraf ingestelde SCENE-sjabloonbeschrijvingen. Selecteere de bijbehorende SCENEsjablonen voor de gewenste bron. De afbeeldingen van de SCENE-toets in de volgende tabel geven aan dat de SCENEsjablonen in die cellen zijn toegewezen aan de respectievelijke SCENE-toetsen. U kunt ook uw oorspronkelijke SCENE-sjablonen creëren door de vooraf ingestelde SCENE-sjablonen te bewerken. Zie bladzijde 24 voor informatie. Kenmerken 23 Nl Nederlands Selecteer dit SCENE-sjabloon als u videogames speelt. De SCENE sjablonen selecteren Originele SCENE sjablonen creëren 2 U kunt uw originele SCENE-sjablonen creëren door elke SCENE-toets. Raadpleeg de vooraf ingestelde 12 SCENEsjablonen om de originele SCENE-sjablonen te creëren. De vooraf ingestelde SCENE-sjablonen aanpassen • Het signaalbroncomponent • De actieve geluidsveldprogramma's of STRAIGHT stand • De nachtluisterstandinstelling (Zie bladzijde 20) – SYSTEM: houdt de huidige nachtluisterstand. – CINEMA: zet de nachtluisterstand op de CINEMA-stand. – MUSIC: zet de nachtluisterstand op de MUSIC-stand. Gebruik deze functie om de vooraf ingestelde SCENEsjablonen aan te passen. Selecteer het gewenste SCENE-sjabloon Druk op ok / n om de gewenste parameter te selecteren uit het SCENE-sjabloon en dan op ol / h om de gewenste waarde van de geselecteerde parameter te selecteren. U kunt de volgende parameters voor een SCENEsjabloon aanpassen: Creëer een origineel SCENE-sjabloon SCENE : DVD Viewing 3 Druk opnieuw op de iSCENE-toets om de bewerking te bevestigen. SCENE : DVD Viewing INPUT : DVD SCENE-sjabloonarchief (beeld) 1 1 Wijs het gewenste SCENE-sjabloon toe aan de SCENE-toets 1 Houd de gewenste dSCENE-toets drie seconden ingedrukt. De MEMORY indicator op het voorpaneel begint te knipperen. 1 3 seconden Opmerking • Als het SCENE-sjabloon dat u wilt aanpassen niet is toegewezen aan een dSCENE toets, druk dan herhaaldelijk op ol / h om het gewenste SCENE sjabloon op te roepen (Zie bladzijde 22). 24 Nl y • Een sterretjesteken (*) verschijnt bij de naam van het originele SCENEsjabloon. • Om de procedure te annuleren, drukt u op qRETURN. Opmerkingen • U kunt een aangepast SCENE-sjabloon voor elke dSCENE-toets creëren, en als u een ander aangepast SCENE-sjabloon creëert, dan overschrijft dit apparaat het oude aangepaste SCENE-sjabloon voor een nieuwe. • Het aangepaste SCENE-sjabloon is alleen beschikbaar voor de toegewezen dSCENE-toets. Geluidsveldprogramma's Selecteren van geluidsveldprogramma's y • Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak, niet alleen op basis van de naam van het programma zelf. • U kunt "Music Enh. 2ch" en "Music Enh. 5ch" door herhaaldelijk te drukken op vENHANCER. Beschrijvingen van geluidsveldprogramma's • Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw eigen smaak, niet alleen op basis van de naam van het programma oid. • Welke geluidsveldparameters er beschikbaar zijn hangt mede af van de luidsprekerinstellingen. Categorie STEREO Hall CINEMA DSP verwerking. Dit geluidsveld is geschikt voor klassieke en orkestmuziek. Het programma gebruikt verzamelde gegevens in een grote concerthal in München. U kunt genieten van delicate en prachtige natrillingen in een majestueuze atmosfeeer. Jazz CINEMA DSP verwerking. Dit geluidsveld is geschikt voor jazz en fusiontmuziek. Het gebruikt gegevens die zijn verzameld in een beroemde jazzclub in New York. U kunt genieten van heldere natrillingen. Game CINEMA DSP verwerking. U kunt genieten van dynamische en spannende geluidseffecten als u games speelt. Het programma laat u de diepte en het driedimensionale surroundinggeluid voelen in het veld waar u speelt en biedt u bioscoopachtige surroundinggeluidseffecten voor de filmscènes. TV Sports CINEMA DSP verwerking. U kunt genieten van sportrelais die in stereo worden uitgezonden en een diversiteit aan shows met een live geluidsomgeving. Voor sportrelais, komen de stemmen van de commentatoren en omroepers duidelijk vanuit het midden; het gejuich en de atmosfeer in het stadium verspreidt met een comfortabel bereik en u kunt zich voelen alsof u in het stadion bent. Movie Spacious CINEMA DSP verwerking. he geluidsveld is geschikt voor films met een nadruk op spectaculaire geluidseffecten en past perfect bij een breedbeeldscherm. Het programma reproduceert een breed dynamisch bereik voor minimale geluidseffecten op krachtige geluiden. Movie Dramatic CINEMA DSP verwerking. Dit geluidsveld is ook geschikt voor films met een nadruk op driedimensionale geluidseffecten. Het bestuurt de trilling op matige wijze, maar reproduceert een geluidseffect en een achtergrondmuziek op een zachte, driedimensionale manier met duidelijkheid en een centrumoriëntatie van stemmen als centrale figuren. 2ch Stereo Brengt meerkanaals bronnen terug tot 2 kanalen of speelt 2 kanaalsbronnen zoals deze zijn. 5ch Stereo CINEMA DSP verwerking. Het gebruik van dit programma verhoogt het luisterstandbereik. Dit is een geluidsveld dat geschikt is voor achtergrondmuziek bij feestjes. Music Enh. 2ch Music Enh. 5ch Selecteer deze programma's voor het afspelen van compressie-artefacten (zoals het MP3-formaat) in 2 kanalen of 5 kanalen stereo. Dit programma verbetert uw luisterervaring door de ontbrekende harmonie in een compressie-artefact te regenereren. 25 Nl Nederlands ENHANCER CINEMA DSP verwerking. Dit programma presenteert een beeld van pop, rock, of een jazz live concert. Het geluidsveld reproduceert de ruimtelijkheid van een massief paviljoen met een nadruk op de levendigheid van de vocalen op het podium en de solo-instrumenten en de beat van de ritmeinstrumenten. APPENDIX MOVIE Pop/Rock AANVULLENDE INFORMATIE ENTERTAIN Kenmerken GEAVANCEERD E BEDIENING MUSIC Programma BASISBEDIENING y VOORBEREIDIN GEN Druk op LPROGRAM l / h (of druk herhaaldelijk op uPROG l / h repeatedly). De naam van het geselecteerde geluidsveldprogramma verschijnt op het display van het voorpaneel. Opmerkingen • Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het toestel automatisch het laatst met die signaalbron gebruikte geluidsveldprogramma instellen. • Er kunnen geen geluidsveldprogramma's worden geselecteerd wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (Zie bladzijde 19). • Wanneer PCM signalen met een bemonsteringsfrequentie van meer dan 48 kHz binnenkomen, wordt dit apparaat automatisch ingesteld op de stand "STRAIGHT" (Zie bladzijde 26). INLEIDING Dit toestel is uitgerust met diverse zeer precieze digitale decoders waarmee u kunt profiteren van multikanaals weergave van vrijwel elke stereo of multikanaals geluidsbron. Dit toestel is tevens voorzien van een Yamaha digitale geluidsveldprogramma (DSP) processor met een aantal geluidsveldprogramma's waarmee u uw luister-ervaring een extra dimensie kunt geven. Geluidsveldprogramma's ■ Selecteren van decoders voor 2-kanaals bronnen (surround decoderfunctie) Signalen die binnenkomen via 2 kanaalsbronnen kunnen ook worden afgespeeld op multikanalen. Druk herhaaldelijk op rSUR. DECODE om een decoder te selecteren. U kunt de uit de volgende decoders kiezen afhankelijk van het type materiaal dat wordt afgespeeld en uw persoonlijke voorkeuren. STANDARD Dolby Pro Logic verwerking voor elk bronmateriaal PLII Movie Dolby Pro Logic II verwerking voor filmbronnen Dolby Pro Logic II verwerking voor muziekbronnen PLII Game Dolby Pro Logic II verwerking voor gamebronnen ■ Geluidveldparameters bewerken Hoewel u kunt genieten van een goede geluidskwaliteit met de oorspronkelijke fabrieksinstellingen, kunt u enkele van de parameters veranderen zodat deze beter passen bij de ingangsbron of uw luisterruimte. 1 Druk onder het luisteren op ok / n om de gewenste parameter te selecteren. 2 Druk op ol / h om de parameterwaarde te wijzigen. Opmerking • U kunt parameterwaarden niet wijzigen als "MEM.GUARD" in "OPTION MENU" is ingesteld op "ON" (Zie bladzijde 35). CT WIDTH Functie: Past het middenbeeld in van alle drie de voor-luidsprekers in verschillende mate. Een grotere waarde past het middenkanaal aan in de richting van de linker en rechter voorluidsprekers. Instelbereik: 0 (het middenkanaal wordt alleen weergegeven via de midden-luidspreker) t/m 7 (het middenkanaal wordt alleen weergegeven via de linker en rechter voorluidsprekers) begininstelling is 3. Functie PRO LOGIC PLII Music Middenbreedte Voor Music Enh. 2ch en Music Enh. 5ch Effectniveau Functie: Past het effectniveau aan. Keuzes: LOW, HIGH* ■ Gebruik van geluidsveldprogramma's zonder surround-luidsprekers (Virtual CINEMA DSP) Virtual CINEMA DSP stelt u in staat te profiteren van de CINEMA DSP geluidsveldprogramma's zonder surroundluidsprekers. Wanneer u "SUR. L/R" instelt op "NONE" (Zie bladzijde 33), wordt Virtual CINEMA DSP automatisch geactiveerd als u een CINEMA DSP geluidsveldprogramma selecteert (Zie bladzijde 25). ■ Luisteren naar multikanaals materiaal en geluidsveldprogramma's met een hoofdtelefoon (SILENT CINEMA) SILENT CINEMA stelt u in staat naar multikanaals materiaal of filmsoundtracks te luisteren met een normale hoofdtelefoon. SILENT CINEMA wordt automatisch ingeschakeld wanneer u hoofdtelefoons in de PHONES aansluiting doet terwijl u luistert naar de CINEMA DSP geluidsveldprogramma's (Zie bladzijde 25). y y • Begininstellingen worden aangegeven met een (*) in elk van de volgende parameters. • Indien het is ingeschakeld zal de SILENT CINEMA indicator oplichten op de display van het voorpaneel. Voor Pop/Rock, Hall, Jazz, Game, TV Sports, Movie Spacious en Movie Dramatic: ■ DSP-niveau DSP LEVEL Functie: Past het effectniveau aan. Keuzes: MIN, MID*, MAX Voor PRO LOGIC II Muziek: Panorama Functie: Keuzes: Afmeting PANORAMA Stuurt stereosignalen naar de surroundluidsprekers zowel als naar de voorluidsprekers voor een omhullend effect. OFF*, ON DIMENSION Functie: Zorgt voor een gelijkmatige aanpassing van het geluidsveld naar voren of naar achteren. Instelbereik: –3 (richting de achterkant) to +3 (richting de voorkant), begininstelling is STD (standaard). 26 Nl Genieten van niet verwerkte signaalbronnen (rechte decodeerstand) Wanneer het toestel in de "STRAIGHT" stand staat, worden 2-kanaals stereobronnen alleen weergegeven via de linker en rechter voor-luidsprekers. Multikanaals materiaal zal rechtstreeks via de diverse kanalen worden weergegeven zonder verdere toevoeging van effecten. Druk op MSTRAIGHT (of op tSTRAIGHT) om "STRAIGHT" te selecteren. "STRAIGHT" verschijnt op de display van het voorpaneel. Uitschakelen van de "STRAIGHT" stand Druk op MSTRAIGHT (of tSTRAIGHT) zodat "STRAIGHT" verdwijnt van het display op het voorpaneel. FM/AM afstemmen 4 Overzicht ■ Frequentie-afstemfunctie U kunt de frequentie van de gewenste FM/AM zender automatisch of manueel opzoeken of specificeren (zie "FM/AM afstemmingbewerkingen"op deze pagina). Opmerking • Als het signaal van de zender waar u op wilt afstemmen te zwak is, moet u er met de hand op afstemmen. Opmerking FM/AM afstemmingbewerkingen Druk herhaaldelijk op NINPUT l / h zodat "TUNER" wordt weergegeven op de display van het voorpaneel. 2 Druk op GBAND om de ontvangstband (FM of AM) te selecteren. 3 Automatisch vooraf instellen van station U kunt gebruik maken van de automatische afstemfunctie voor voorkeuzezenders om tot maximaal 40 FM zenders met sterke signalen op volgorde op te slaan. 1 Druk herhaaldelijk op NINPUT l / h zodat "TUNER" wordt weergegeven op de display van het voorpaneel. 2 Druk op GBAND om "FM" als ontvangstband te selecteren. 3 Houd HMEMORY tenminste 3 seconden ingedrukt. Het voorkeuzenummer alsook de MEMORY en AUTO indicators gaan knipperen. Na ongeveer 5 seconden zal de automatische voorprogrammeerstatus beginnen vanaf de huidige frequentie naar hogere frequenties. Licht op tijdens automatisch afstemmen AUTO A AM 1440 kHz Geen dubbele punt (:) APPENDIX Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display van het voorpaneel, dan kunt u niet handmatig/ automatisch afstemmen. Druk op DEDIT PRESET/TUNING om de dubbele punt (:) uit te schakelen. Knippert AUTO AANVULLENDE INFORMATIE Om automatisch naar een station te zoeken, drukt u op ITUNING AUTO/MAN'L zodat de AUTO indicator oplicht op de display op het voorpaneel. Om handmatig naar een station te zoeken, drukt u opnieuw op ITUNING AUTO/MAN'L zodat de AUTO indicator verdwijnt van de display op het voorpaneel. Gebruik deze functie om maximaal 40 zenders op te slaan (A1 t/m E8: 8 voorkeuzezenders in elk van 5 voorkeuzegroepen). Stel de gewenste zenders van tevoren in op dit toestel met behulp van de automatische of manuele instelling van voorkeuzezenders. GEAVANCEERD E BEDIENING 1 FM/AM zenders vooraf instellen BASISBEDIENING • Voor de best mogelijke ontvangst, richt u de aangesloten AM ringantenne of past u de stand van het eind van de binnen FM-antenne aan. VOORBEREIDIN GEN ■ Automatische afstemfunctie U kunt de gewenste FM/AM zender van tevoren instellen en de zender vervolgens oproepen door de voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer te specificeren (zie "Selecteren van voorkeuzezenders" op pagina 28). INLEIDING U kunt gebruik maken van twee afstemfuncties om op een gewenste FM/AM zender af te stemmen: Druk één keer op FPRESET/TUNING l / h om het automatisch afstemmen te laten beginnen. Druk herhaaldelijk op FPRESET/ TUNING l / h om handmatig op het gewenste station af te stemmen. Wanneer het toestel is afgestemd op een zender, zal de TUNED indicator oplichten en zal de frequentie waarop is afgestemd worden getoond op het display. • FPRESET/TUNING h om af te stemmen op een hogere frequentie. • Om af te stemmen op een lagere frequentie, drukt u op FPRESET/TUNING l. MEMORY A1:FM 87.50MHz Knippert y • U kunt de voorkeuze zendergroep en het voorkeuze zendernummer selecteren waar het eerste ontvangststation zal worden opgeslagen door te drukken op EA/B/C/D/E en dan op FPRESET/TUNING l / h. 27 Nl Nederlands Wanneer het automatisch voorprogrammeren klaar is, zal de frequentie voor de laatst voorgeprogrammeerde zender op het display getoond worden. FM/AM afstemmen Opmerkingen • Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder een bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een andere zender onder dat voorkeuzenummer opslaat. • Alleen FM zenders met een voldoende sterke ontvangst worden opgeslagen bij het automatisch voorprogrammeren. Als u een zwakkere zender wilt opslaan, dient u hierop met de hand af te stemmen zoals beschreven in "Manuele instelling van voorkeuzezenders" op pagina 28. • Alleen Radio Data Systeem zenders worden automatisch opgeslagen bij het automatisch voorprogrammeren (Alleen Europese modellen). Als u deze handeling uitvoert met de afstandsbediening, drukt u op eTUNER om "TUNER" als signaalbron te selecteren. 1 Druk herhaaldelijk op EA/B/C/D/E (of jA/B/ C/D/E) om de gewenste voorkeuzegroep (A tot E) te selecteren. De letter van de voorkeuzegroep verschijnt op het display op het voorpaneel en verandert met elke druk op de toets. 2 Druk op FPRESET/TUNING l / h (of iPRESET l / h) om het gewenste voorkeuzenummer (1 tot 8) te selecteren. De voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer verschijnen op het display op het voorpaneel, samen met de radioband en de frequentie. Manuele instelling van voorkeuzezenders Gebruik deze functie om de FM of AM zenders manueel op te slaan. 1 Afstemmen op een zender. Zie bladzijde 27 voor gebruiksinstructies. 2 Druk op HMEMORY. De MEMORY indicator knippert ongeveer 30 seconden lang op het display op het voorpaneel. 3 Druk herhaaldelijk op EA/B/C/D/E en FPRESET/TUNING l / h om een voorkeuzegroep en voorkeuzenummer te selecteren (A1 tot E8) terwijl de MEMORY indicator knippert. Controleer of de dubbele punt (:) inderdaad verschijnt op het display van het voorpaneel. • Om een hogere voorkeuzegroep en -nummer te selecteren, druk op FPRESET/TUNING h. • Om een lagere voorkeuzegroep en -nummer te selecteren, druk op FPRESET/TUNING l. Omwisselen van voorkeuzezenders U kunt twee voorkeuzezenders met elkaar van plaats laten wisselen. In het voorbeeld hieronder ziet u hoe u voorkeuzezender "E1" en "A5" van plaats kunt laten verwisselen. 1 Selecteer voorkeuzezender "E1" met gebruik van EA/B/C/D/E en FPRESET/TUNING l / h. Zie "Selecteren van voorkeuzezenders" op deze pagina. 2 Houd DEDIT PRESET/TUNING tenminste 3 seconden ingedrukt. "E1" en de MEMORY indicator knippert op het display van het voorpaneel. 3 Seleceer voorkeuzezender "A5" met gebruik van EA/B/C/D/E en FPRESET/TUNING l / h. "A5" en de MEMORY indicator knippert op het display van het voorpaneel. Zie "Selecteren van voorkeuzezenders" op deze pagina. Knippert TUNED C3 : AM MEMORY 630 kHz Voorkeuzegroep en nummer 4 Druk op HMEMORY terwijl de MEMORY indicator knippert. De radioband en de frequentie voor deze zender verschijnen op het display, samen met de door u geselecteerde voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer. Knippert MEMORY TUNED C3 : AM A5 : FM 90.50MHz 630 kHz Knippert De weergegeven zender is opgeslagen als C3. Selecteren van voorkeuzezenders U kunt op de gewenste zender afstemmen door eenvoudigweg het voorkeuzenummer waaronder die zender is opgeslagen te selecteren. 28 Nl 4 Druk opnieuw op DEDIT PRESET/ TUNING. "EXCHANGE E1-A5" zal op het display op het voorpaneel verschijnen wanneer de twee voorkeuzezenders van plaats wisselen. Radio Data Systeem ontvangst (alleen voor modellen uit Europa en Rusland) Tonen van Radio Data Systeem informatie Gebruik deze functie om de 4 types Radio Data Systeem informatie weer te laten geven: PS (programmaservice), PTY (programmatype), RT (radio tekst) en CT (klok tijd). De bijbehorende indicators lichten op, op de display van het voorpaneel (Zie bladzijde 4). Gebruik deze functie om het gewenste radioprogramma te selecteren uit alle voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem zenders door middel van het programmatype. Opmerkingen • Gebruik de automatische voorprogrammeerfunctie om Radio Data Systeem zenders voor te programmeren (Zie bladzijde 27). Druk op eTUNER op de afstansbediening om "TUNER" te selecteren als signaalbron. 2 Stem af op de gewenste Radio Data Systeem zender. Druk op wPTY SEEK MODE op de afstandsbediening om dit toestel in de PTY SEEK functie te zetten. De naam van het geselecteerde programmatype of "NEWS" zal gaan knipperen op de display van het voorpaneel. y y • Wij raden u aan om af te stemmen op Radio Data Systeem zenders met behulp van de automatische voorprogrammeerfunctie (Zie bladzijde 27). • U kunt ook met de PTY SEEK functie afstemmen op de gewenste voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem zender. Druk herhaaldelijk op wINFO op de afstandsbediening om de gewenste Radio Data Systeem weergavefunctie te selecteren. PS PTY RT 3 Druk op iPRESET l / h op de afstandsbediening om het gewenste programmatype te selecteren. De afstandsbediening van het geselecteerde programmatype verschijnt op de display van het voorpaneel. CT Programmatype Frequentiedisplay Keuze PS RT Geeft het type van het ontvangen Radio Data Systeem programma weer dat momenteel wordt ontvangen. Geeft de informatie van het ontvangen Radio Data Systeem programma weer dat momenteel wordt ontvangen. Geeft de huidige tijd weer. Nieuws AFFAIRS Actualiteiten INFO Algemene informatie SPORT Sports EDUCATE Educatief DRAMA Drama CULTURE Cultuur SCIENCE Wetenschap VARIED Licht amusement POP M Populaire muziek ROCK M Rock muziek M.O.R. M Middle-of-the-road muziek (easylistening) 29 Nl Nederlands CT Geeft de naam van het ontvangen Radio Data Systeem programma weer dat momenteel wordt ontvangen. NEWS APPENDIX PTY Functie Beschrijving AANVULLENDE INFORMATIE 2 • Om de PTY SEEK stand te annuleren, dient u nog eens op wPTY SEEK MODE op de afstandsbediening te drukken. GEAVANCEERD E BEDIENING 1 1 BASISBEDIENING • De Radio Data Systeem weergavefunctie varieert afhankelijk van het huidige programmazender. • Het kan even duren voor dit toestel alle Radio Data Systeem gegevens heeft ontvangen van de zender in kwestie. • Als de signalen niet goed genoeg kunnen worden ontvangen, is het mogelijk dat dit toestel geen gebruik kan maken van de Radio Data Systeem gegevens. • Bij slechte ontvangst kunt u op ITUNING AUTO/MAN'L op het voorpaneel drukken zodat de AUTO indicator verdwijnt van het display op het voorpaneel. y VOORBEREIDIN GEN Selecteren van een Radio Data Systeem programmatype (PTY SEEK stand) INLEIDING Radio Data Systeem is een systeem voor gegevensoverdracht dat door FM zenders in een groot aantal landen worden gebruikt. Dit toestel kan verschillende Radio Data Systeem gegevens ontvangen, zoals PS (programma service), PTY (programma type), RT (radio tekst), CT (klok tijd) en EON (Enhanced Other Networks - Verbeterde service andere netwerken) wanneer er wordt afgestemd op Radio Data Systeem zenders. Radio Data Systeem ontvangst (alleen voor modellen uit Europa en Rusland) Programmatype 4 Beschrijving LIGHT M Licht klassiek CLASSICS Klassiek OTHER M Overige muziek Druk op wPTY SEEK START op de afstandsbediening om alle voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem zenders af te zoeken. De naam van het geselecteerde programmatype en de PTY HOLD indicator licht op op de display van het voorpaneel. y • Om het zoeken naar geschikte zenders te annuleren, dient u nog eens op wPTY SEEK START op de afstandsbediening te drukken. Opmerking • Druk opnieuw op wPTY SEEK START om te blijven zoeken naar een andere zender dat hetzelfde programma uitzendt. Gebruiken van de dataservice voor verbetering van het gebruik van andere netwerken (EON) Deze functie stelt u in staat te profiteren van de EON (Enhanced Other Networks) gegevensservice van het Radio Data Systeem netwerk. Wanneer u één van de 4 Radio Data Systeem programmatypes (NEWS, AFFAIRS, INFO, of SPORT) heeft geselecteerd, zal dit toestel automatisch een bepaalde tijd lang alle beschikbare voorkeuzezenders afzoeken die EON gegevens uitzenden naar een programma van het geselecteerde type. Wanneer de geplande EON service begint, zal dit toestel automatisch overschakelen naar de lokale zender die de EON gegevens uitzendt en vervolgens terugschakelen naar de nationale zender wanneer de EON gegevens ophouden. Opmerkingen • U kunt deze functie alleen gebruiken wanneer de EON gegevensservice beschikbaar is. • De EON indicator zal alleen oplichten op de display van het voorpaneel wanneer de EON gegevensservice ontvangen wordt van een Radio Data Systeem zender. 1 Stem af op de gewenste Radio Data Systeem zender. 2 Controleer of de EON indicator brandt op de display van het voorpaneel. Als de EON indicator niet oplicht op de display, dient u af te stemmen op een ander Radio Data Systeem programma waarbij de EON indicator wel gaat branden. 30 Nl 3 Druk herhaaldelijk op wEON op de afstandsbediening om één van de 4 Radio Data Systeem programmatypes (NEWS, AFFAIRS, INFO of SPORT) te selecteren. De naam van het geselecteerde programmatype verschijnt op de display van het voorpaneel. y • Om de EON functie te annuleren, drukt u herhaaldelijk op wEON op de afstandsbediening tot de naam van het programmatype verdwijnt en "EON OFF" verschijnt op de display van het voorpaneel. GEAVANCEERDE BEDIENING Ingestelde menu Auto setup AUTO SETUP Via deze functie kunt u automatisch de luidspreker- en systeeminstellingen wijzigen (Zie bladzijde 16). Handmatige setup INLEIDING U kunt de volgende parameters gebruiken in het ingestelde menu om een diversiteit aan systeeminstellingen af te stellen en de manier waarop dit apparaat werkt aan te passen. Wijzig de begininstellingen om de behoeften van de luisteromgeving weer te geven. MANUAL SETUP ■ Geluidmenu 1 SOUND MENU Gebruik dit menu om handmatig de luidsprekerinstellingen af te stellen, de kwaliteit en de toon van het geluid dat door het systeem wordt weergegeven te veranderen of vertragingen in de verwerking van het videosignaal te compenseren als u gebruik maakt van LCD-beeldschermen of projectors. Parameter Kenmerken Bladz ijde Selecteer het formaat van elke luidspreker, de lage signaaltonen van de luidsprekers, de crossoverfrequentie en de locatie van de voor-luidsprekers die zijn aangesloten op de FRONT B uitgangen. 32 B)SP LEVEL Stelt het uitgangsniveau van elke luidspreker in. 33 C)SP DISTANCE Stelt de afstand van elke luidspreker in. 33 D)CENTER GEQ Regelt de klankkleur (toon) van de midden-luidsprekers. 33 E)LFE LEVEL Stelt het uitgangsniveau van het LFE kanaal voor Dolby Digital of DTS signalen in. 34 Stelt het dynamische bereik van Dolby Digital ofr DTS signalen in. 34 G)AUDIO SET Stelt het dempniveau, de audiovertragingsinstellingen, het maximale volumeniveau en het aanvangsvolumeniveau in. 34 ■ Ingangmenu 2 INPUT MENU Gebruik dit menu om handmatig de ingangaansluitingen opnieuw aan te wijzen, selecteer de ingangstand of herbenoem de signaalbron. Parameter Kenmerken Bladz ijde Wijst de ingangaansluitingen op dit apparaat aan volgens het gebruikte component. 34 B)INPUT RENAME Wijzigt de naam van de signaalbron. 34 C)VOLUME TRIM Stelt het uitgangsvolume van elke aansluiting in. 35 D)DECODER MODE Selecteert de decoderstand voor de bronnen die zijn aangesloten op de DIGITAL INPUT-aansluitingen op de achterkant van dit apparaat. 35 E)MULTI CH SET Selcteer welke videosignaalbron als achtergrond worden weergegeven bij weergave van signalen die binnenkomen via de MULTI CH INPUT aansluitingen. 35 AANVULLENDE INFORMATIE A)INPUT ASSIGN GEAVANCEERDE BEDIENING F)D.RANGE BASISBEDIENIN G A)SPEAKER SET VOORBEREIDIN GEN Via deze functie kunt u met de hand de luidspreker- en systeeminstellingen wijzigen. ■ Optiemenu 3 OPTION MENU Gebruik dit menu om handmatig de optionele systeemparameters aan te passen. Kenmerken Bladz ijde A)DISPLAY SET Past de helderheid van de display van het voorpaneel aan. 35 B)MEMORY GUARD Vergrendelt de parameters van het geluidsveldprogramma en andere ingestelde menu-instellingen. 35 C)AUDIO SELECT Instellen van de standaard selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting voor signaalbronnen die zijn verbonden met de DIGITAL INPUT aansluitingen wanneer u dit toestel aan zet. 36 D)PARAM. INI Zet alle parameters van de geluidsveldprogramma's in op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen. 36 Nederlands Signaalinformatie APPENDIX Parameter SIGNAL INFO Met deze functie kunt u informatie over het audiosignaal controleren (Zie bladzijde 21). 31 Nl Ingestelde menu Het ingestelde menu gebruiken Gebruik de afstandsbediening voor toegang en afstelling van elke parameter. y • U kunt de parameters van het ingestelde menu wijzigen terwijl het apparaat geluid reproduceert. 1 2 Druk op kMENU op de afstandsbediening. "AUTO SETUP" verschijnt op de display van het voorpaneel. Druk op ok / n om "MANUAL SETUP" te selecteren. . MANUAL SETUP 1 SOUND MENU Gebruik dit menu om handmatig de luidsprekerinstellingen af te stelen of de vertraging van de verwerking van het videosignaal te compenseren als u LCD-beeldschermen of projectors gebruikt. y • Begininstellingen worden aangegeven met een (*) in elk van de volgende parameters. Luidsprekerinstellingen Gebruik deze functie om met de hand de luidsprekerinstellingen wijzigen. ■ FRONT B luidspreker-instelling FRONT B Gebruik deze functie om de locatie van de voor-luidsprekers die zijn aangesloten op de FRONT B-aansluitingen, te selecteren. Keuze 3 Druk op oENTER om naar "MANUAL SETUP" te gaan. "1 SOUND MENU" verschijnt op de display van het voorpaneel. Wanneer FRONT B-luidsprekers zich in de hoofdruimte bevinden. ZONE B Wanneer FRONT B-luidsprekers zich in een andere ruimte bevinden. Deze instelling dempt alle luidsprekers in de hoofdruimte als FRONT B wordt geselecteerd door CSPEAKERS. Opmerkingen Druk herhaaldelijk op ok / n en druk op oENTER voor toegang tot het gewenste menu. De volgende menu's verschijnen op de display van het voorpaneel als u herhaaldelijk drukt op ok / n. 1 SOUND MENU 2 INPUT MENU 3 OPTION MENU 5 6 7 Voorwaarde FRONT* 1 SOUND MENU 4 A)SPEAKER SET Druk herhaaldelijk op ok / n en druk op oENTER voor toegang tot het gewenste submenu. • Herhaal deze stap om te navigeren naar de items die u wilt afstellen. • Om naar het vorige menuniveau terug te keren, druk op qRETURN. Druk op ok / n om de gewenste parameter te selecteren en druk vervolgens op ol / h om de parameteriwaarden te wijzigen. • Druk op oh om de ingestelde waarde te verhogen. • Druk op ol om de ingestelde waarde te verlagen. Druk op kMENU om het ingestelde menu af te sluiten. • Indien u hoofdtelefoons aansluit op de PHONES-aansluiting op dit apparaat, wordt het geluid uitgezonden vanaf beide hoofdtelefoons, en de FRONT Baansluitingen terwijl "FRONT B" wordt ingesteld op "ZONE B". • Als een DSP-programma wordt geselecteerd als "FRONT B" is ingesteld op "ZONE B", dan gaat dit apparaat automatisch naar de Virtual CINEMA DSP-stand (Zie bladzijde 26). ■ Voor-luidsprekers, Midden-luidsprekers, Surround links/rechts-luidsprekers FRONT, CENTER, SUR. LR Selecteer "LARGE (LRG)" of "SMALL (SML)" afhankelijk van het formaat van uw luidspreker. Selecteer "NONE" als de Midden-luidspreker of Surround luidspreker niet is aangesloten. Begininstelling: FRONT: "LARGE" CENTER: "SML" SUR. LR: "SML" Wooferdoorsnede van een luidspreker is 16 cm of groter: LARGE (LRG) Wooferdoorsnede van een luidspreker is kleiner dan 16 cm: SMALL (SML) Opmerkingen • Als "BASS OUT" is ingesteld op "FRONT" op deze pagina, dan kunt u uitsluitend "LARGE" in "FRONT" kiezen. Indien "FRONT" van te voren is ingesteld op een andere instelling dan "LARGE" dan wijzigt dit apparaat de waarde automatisch naar "LARGE". • Indien u "NONE" in "CENTER" selecteert, worden signalen voor het middenkanaal naar de linker en rechter voor-luidsprekers gestuurd. • Wanneer u "NONE" in "SUR. LR", dit apparaat keert automatisch in de Virtual CINEMA DSP-stand (Zie bladzijde 26). ■ LFE/Weergave lage tonen BASS OUT Gebruik deze functie om de luidsprekers te selecteren die de LFE (Lage Frequentie Effecten) en de lage tonen weergeven. y • Als u niet tevreden bent met de door uw luidsprekers geproduceerde lage tonen, kunt u deze instellingen aanpassen aan uw voorkeuren. 32 Nl Ingestelde menu LFE uitgangssignalen Keuze Opmerkingen Voorluidsprekers Subwoofer Overige luidsprekers Uitgang Geen uitgang Geen uitgang SWFR Uitgang Geen uitgang Geen uitgang FRONT Geen uitgang Uitgang Geen uitgang Uitgang lage frequentiesignalen Luidsprekerafstand C)SP DISTANCE Met deze functie kunt u met de hand de afstand van elke luidspreker tot de luisterplek invoeren en zo de vertraging voor het bijbehorende kanaal instellen. Alle geluiden worden afgesteld om tegelijkertijd bij de luisterpositie te arriveren, ongeacht de afstand van elk van de luidsprekers. Voorluidsprekers Overige luidsprekers BOTH* *1 *2 *3 SWFR *4 *3 *3 Keuze FRONT Geen uitgang *1 *3 meters* Waneer u de afstanden van de luidsprekers in meters instelt. feet Waneer u de afstanden van de luidsprekers in feet instelt. Opmerkingen UNIT Voorwaarde ■ Luidsprekerafstanden Instelbereik: 0,30 t/m 24,00 m (10 bis 80,0 ft) Instelstap: 0,10 m (0,5 ft) Begininstelling: FRONT L/FRONT R/SWFR: 3,00 m (10,0 ft) CENTER: 2,60 m (8,5 ft) SUR. L/SUR. R: 2,40 m (8,0 ft) SP DISTANCE Ingestelde luidspreker FRONT L Linker voor-luidspreker Rechter voor-luidspreker CENTER Midden-luidspreker • Alle frequenties onder de geselecteerde frequentie zullen naar de subwoofer worden gedirigeerd of naar de luidsprekers die zijn ingesteld op "LRG" (of "LARGE") in "SPEAKER SET" (zie pagina's 31 en 32). SUR. L Linker surround-luidspreker SUR. R Rechter surround-luidspreker SWFR Subwoofer Keuze Functie NRM* Keert de fase van uw subwoofer niet om. REV Keert de fase voor uw subwoofer om. Luidsprekerniveau B)SP LEVEL SP LEVEL Ingestelde luidspreker Linker voor-luidspreker FR Rechter voor-luidspreker C Midden-luidspreker SL Linker surround-luidspreker SR Rechter surround-luidspreker SWFR Subwoofer D)CENTER GEQ Gebruik deze functie om de ingebouwde 5-frequentieband (100Hz, 300Hz, 1kHz, 3kHz en 10kHz) grafische equalizer af te stellen op een middenkanaal zodat deklankkleur van de midden-luidsprekers overeenkomen met die van de voor-luidsprekers. Instelbereik: –6,0 dB tot 0 dB* tot +6,0 dB Instelstap: 0,5 dB y • Druk op ok / n om een frequentieband te selecteren en ol / h om de geselecteerde frequentieband af te stellen. • U kunt instellen terwijl u luistert naar de huidige bron of testtoon. Hierna volgt een voorbeeld waarbij "100Hz" is geselecteerd als frequentieband. 100Hz--||-- Nederlands FL Grafische equalizer midden APPENDIX Via deze functie kunt u de het uitgangsniveau van elke luidspreker handmatig aanpassen. Instelbereik: –10 dB tot 0 dB* tot +10 dB Instelstap: 1 dB Opmerking • Welke luidsprekerkanalen er beschikbaar zijn hangt mede af van de luidsprekerinstellingen. AANVULLENDE INFORMATIE FRONT R Opmerking ■ Subwoofer fase SWFR PHASE Als de lage tonen niet of onduidelijk worden weergegeven, kunt u hiermee de fase van uw subwoofer omschakelen. GEAVANCEERDE BEDIENING ■ Crossover CROSSOVER Gebruik deze functie om een crossoverfrequentie van alle luidsprekers te selecteren die zijn ingesteld op "SML" (of "SMALL") of op "NONE" in "SPEAKER SET" (zie pagina's 31 en 32). Keuzes: 40Hz, 60Hz, 80Hz*, 90Hz, 100Hz, 110Hz, 120Hz, 160Hz, 200Hz Apparaat BASISBEDIENIN G *1 Produceert de lage frequentiesignalen van de voorkanalen en andere luidsprekers die zijn ingesteld op "SML" of "NONE". *2 Produceren altijd de lage frequentiesignalen van de voorkanalen. *3 Produceren de lage frequentiesignalen als de afmetingen van de luidsprekers zijn ingesteld op "LARGE" (of "LRG"). *4 Produceert de lage frequentiesignalen van de luidsprekers die zijn ingesteld op "SML". ■ VOORBEREIDIN GEN Subwoofer Keuze INLEIDING BOTH* • Welke luidsprekerkanalen er beschikbaar zijn hangt mede af van de luidsprekerinstellingen. • Dit heeft geen invloed op opgenomen materiaal. 0 33 Nl Ingestelde menu ■ Testtoon TEST Gebruik deze functie om instellingen te maken voor "CENTER GEQ" terwijl u luistert naar een testtoon. Keuze Functie OFF* Stopt de testtoon en geeft het huidige weer. ON Produceert de testtonen van de midden en linker luidsprekers. Laagfrequentie effectniveau E)LFE LEVEL Deze functie stelt u in staat het volume (uitgangsniveau) van het LFE (Lage Frequentie Effect) kanaal aan te passen aan de capaciteit van uw subwoofer of hoofdtelefoon. Instelbereik: –20 dB tot 0 dB* Instelstap: 1 dB ■ Luidspreker LFE SP LFE Stelt het LFE niveau van de luidspreker af. ■ Hoofdtelefoon LFE HP LFE Stelt het LFE niveau van de hoofdtelefoon af. Opmerkingen • Afhankelijk van de instellingen van "BASS OUT" (Zie bladzijde 32), is het mogelijk dat sommige signalen niet via de SUBWOOFER OUTPUT aansluitingen worden gereproduceerd. • Het LFE kanaal zorgt voor de weergave van speciale effecten met zeer lage tonen die alleen aan bepaalde passages worden toegevoegd. • Deze instelling is effectief wanneer het ingangssignaal het LFE kanaal bevat. Dynamisch bereik F)D.RANGE Via deze functie kunt u instellen hoeveel het dynamisch bereik moet worden gecomprimeerd voor uw luidsprekers of uw hoofdtelefoon. Deze instelling is alleen effectief als dit apparaat Dolby Digital en DTS signalen decodeert. Keuze Functie MIN Stelt het dynamisch bereik in op een beperkte waarde. STD Stelt het dynamisch bereik in op een gemiddelde waarde. MAX* Behoudt het grootste dynamische bereik. ■ Dynamisch bereik van de luidspreker Instellen luidsprekercompressie. Dynamisch bereik van de hoofdtelefoon HP D.R Stelt de hoofdtelefooncompressie in. G)AUDIO SET Gebruik deze functie om de algehele audio-instellingen van dit apparaat mee in te stellen. ■ Demptype MUTE TYP. U kunt zelf bepalen hoeveel het volume verlaagd moet worden wanneer u deze functie gebruikt (Zie bladzijde 20). Keuze Functie FULL* Schakelt alle geluidsweergave tijdelijk uit. -20dB Verlaagt het huidige volume met 20 dB. 34 Nl ■ Maximum volume MAX VOL. Gebruik deze functie om het maximum volumeniveau in te stellen ongeacht het originele volumebereik. Deze functie is nuttig om te voorkomen dat er hele harde geluiden worden weergegeven. Instelbereik: +16 dB*, +10 dB tot –30 dB Instelstap: 5 dB Opmerking • De "MAX VOL." instelling krijgt voorrang boven de instelling voor "INI VOL". Als bijvoorbeeld "INI.VOL." is ingesteld op –20 dB en "MAX VOL." is ingesteld op –30 dB, dan wordt het volumeniveau automatisch ingesteld op –30 dB wanneer u de volgende keer het toestel weer aan zet. ■ Beginvolume INI.VOL. Gebruik deze functie om in te stellen wat het volume moet worden wanneer dit toestel aan wordt gezet. Keuzes: Off*, –80 dB tot +16 dB Instelstap: 1 dB Opmerking • De "MAX VOL." instelling krijgt voorrang boven de instelling voor "INI. VOL". 2 INPUT MENU Gebruik dit menu om de ingangaansluitingen opnieuw aan te wijzen, selecteer de ingangstand of herbenoem de signaalbron. y • Begininstellingen worden aangegeven met een (*) in elk van de volgende parameters. Invoeraanwijzing A)INPUT ASSIGN U kunt de ingangsaansluitingen toewijzen aan andere componenten als de begininstellingen van dit toestel niet overeenkomen met uw voorkeuren. SP D.R ■ Audioinstellingen ■ Audiovertraging A.DELAY Gebruik deze functie om de geluidsuitvoer te vertragen en te synchroniseren met het videobeeld. Dit kan bij bepaalde LCD-beeldschermen of projectors nodig zijn. Instelbereik: 0 ms* tot 160 ms Instelstap: 1 ms Keuzes: CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL, V-AUX, DVR Begininstelling: IN (1) (COAXIAL-aansluiting): DVD IN (2) (OPTICAL (DTV/CBL)-aansluiting): DTV/ CBL IN (3) (OPTICAL (CD)-aansluiting): CD Opmerkingen • U kunt niet vaker dan één keer een specifiek item selecteren. • U kunt niet dezelfde signaalbron toewijzen aan zowel "IN (2)" en "IN (3)". Als u bijvoorbeeld "CD" toewijst aan "IN (2)", "–––" verschijnt in "IN (3)". • Wanneer de ingangaansluitingen opnieuw zijn toegewezen, kunt u de bijbehorende component selecteren met gebruik van NINPUT l / h (of de ingangselectietoetsen (e) oo de afstandsbediening). Ingangnaam B)INPUT RENAME Met deze functie kunt u de namen van de ingangsbronnen veranderen zoals die op het display van het voorpaneel verschijnen. Ingestelde menu Het volgende is een voorbeeld waarbij "DVD" is hernoemd in "My DVD". DVR 1 DTV/CBL pDVD MD/CD-R TUNER CD My DVD Druk op een van de invoerselectietoetsen (e) of fMULTI CH IN om de signaalbron te selecteren waar u de naam van wilt wijzigen. Druk op ol / h op de afstandsbediening om de "_" (onderstreept) onder de spatie of het teken te plaatsen dat u wilt bewerken. 3 Kies met ok / n het teken dat u wilt gebruiken en ga vervolgens met ol / h naar de volgende spatie. Druk op kMENU om "INPUT RENAME" af te sluiten. C)VOLUME TRIM ■ BGV BGV Gebruik deze functie om te kiezen welke videosignaalbron als achtergrond zal worden weergegeven bij weergave van signalen die binnenkomen van de MULTI CH INPUT aansluitingen. Keuzes: LAST*, DVR, V-AUX, DTV/CBL, DVD y • Selecteer "LAST" om dit apparaat automatisch de laatst geselecteerde videbron als achtergrond videobron te selecteren. D)DECODER MODE ■ Decoderselectiestand Met deze functie kunt u een bepaalde decoderfunctie standaard instellen voor de signaalbronnen die zijn aangesloten op de DIGITAL INPUT aansluitingen. AUTO* Detecteert automatisch het type ingangssignaal en selecteert de juiste decoderfunctie. LAST Selecteert automatisch de laatste decoderstand die werd gebruikt met de signaalbron in kwestie. y • Begininstellingen worden aangegeven met een (*) in elk van de volgende parameters. Weergaveinstellingen A)DISPLAY SET ■ Dimmer DIMMER Hiermee kunt u de helderheid van de display op het voorpaneel instellen. Instelbereik: –4 tot 0* Instelstap: 1 • Druk op ol pm de display van het voorpaneel te dimmen. • Druk op oh pm de display van het voorpaneel helderder te maken. Geheugenbeveiliging B)MEMORY GUARD ■ Geheugenbeveiliging MEM.GUARD Met deze functie kunt u voorkomen dat de DSP programma parameterwaarden en andere systeeminstellingen per abuis gewijzigd worden. Keuze Functie OFF* Schakelt de "MEM.GUARD" functie uit. ON Beschermt: – geluidsveldprogrammaparameters – alle ingestelde menu-onderdelen – SCENE-sjabloonparameters Opmerking • Wanneer "MEM.GUARD" is ingesteld op "ON", kunt u geen andere ingestelde menu-onderdelen selecteren en aanpassen. 35 Nl Nederlands Functie Gebruik dit menu om de optionele systeemparameters aan te passen. APPENDIX Druk op een van de invoerselectietoetsen (e) of vMULTI CH IN om de signaalbron te selecteren waarvan u het niveau van wilt wijzigen. Keuzes: CD, TUNER, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL, V-AUX, DVR, MULTI CH IN Instelbereik: –6,0 tot 0,0* tot +6,0 dB Instelstap: 1,0 dB Keuze Multikanaals ingangsetup E)MULTI CH SET AANVULLENDE INFORMATIE Gebruik deze functie om het niveau van de signaalweergave bij elke aansluiting aan te passsen. Dit komt van pas wanneer u wilt vermijden dat het volume plotseling verandert wanneer u overschakelt naar een andere signaalbron. Decoderstand Hiermee kunt u een DTS-CD afspelen. GEAVANCEERDE BEDIENING Herhaal de stappen 1 t/m 3 als u de namen voor elke signaalbron wilt veranderen. Volume trimmen DTS BASISBEDIENIN G 5 Functie Detecteert automatisch het type ingangssignaal en selecteert de juiste ingangstand. 3 OPTION MENU Opmerkingen • U kunt maximaal 8 tekens gebruiken voor elke signaalbron. • Druk op on om de tekens als volgt te laten veranderen, of druk op ok om deze reeks in omgekeerde volgorde te doorlopen: A tot Z, een spatie, 0 tot 9, een spatie, a tot z, een spatie, symbolen (#, *, –, +, etc.) 4 Keuze AUTO* VOORBEREIDIN GEN 2 DTS decoder voorkeurinstelling INLEIDING DVD V-AUX ■ Ingestelde menu Audioselectie C)AUDIO SELECT Gebruik deze functie om de standaard audio ingangaansluiting selectieinstelling voor de signaalbronnen toe te wijzen. Keuze Functie AUTO* Detecteert automatisch het type ingangssignaal en selecteert de juiste ingangstand. LAST Selecteert automatisch de laatste ingangaansluiting voor de aangesloten signaalbron (Zie bladzijde 19). Parameterinitialisatie D)PARAM. INI Gebruik deze functie om alle parameters van de geluidsveldprogramma's in te stellen op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen. Keuze Functie NO* Annuleert de parameterinitialisatie en keert terug naar het vorige menuniveau. YES Zet alle geluidsveldparameters in op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen. Opmerkingen • U kunt niet automatisch naar de vorige parameterinstellingen terugkeren als u eenmaal de parameters van het geluidsveldprogramma heeft geïnitialiseerd. • U kunt niet apart individuele geluidsveldprogramma's initialiseren. 36 Nl Geavanceerde setup Dit toestel heeft extra menu's die worden getoond op het display op het voorpaneel. Het uitgebreide instelmenu biedt aanvullende handelingen om de manier waarop dit toestel functioneert aan te passen. Verander de begininstellingen (aangeduid met (*) in de volgende parameter) op basis van uw voorkeuren van uw luisteromgeving. • Alleen ASTANDBY/ON, LPROGRAM l / h en MSTRAIGHT zijn effectief als u het uitgebreide instelmenu gebruikt. • Er kunnen geen andere handelingen worden verricht terwijl u het uitgebreide instelmenu aan het gebruiken bent. • Het uitgebreide instelmenu is alleen beschikbaar via de display op het voorpaneel. Druk op ASTANDBY/ON op het voorpaneel om dit toestel in standby te zetten. 3 Druk op LPROGRAM l / h om de parameter te selecteren die u wilt aanpassen. De naam van de geselecteerde parameter verschijnt op het display op het voorpaneel. 4 Druk herhaaldelijk op MSTRAIGHT om de geselecteerde parameterinstelling te wijzigen. 5 Druk op ASTANDBY/ON om uw selectie te bevestigen en zet dit toestel in standby. GEAVANCEERDE BEDIENING Houd KTONE CONTROL ingedrukt en druk dan op ASTANDBY/ON om het apparaat aan te zetten. Het toestel wordt ingeschakeld, en het uitgebreide instelmenu zal verschijnen op de display van het voorpaneel. BASISBEDIENIN G 2 Opmerking • De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden weer van kracht wanneer het toestel de volgende keer wordt ingeschakeld. VOORBEREIDIN GEN 1 ■ Initialiseren PRESET Met deze functie kunt u alle parameters van dit toestel terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen. Keuzes: CANCEL*, RESET • Selecteer "CANCEL" om geen parameters van dit apparaat te resetten. • Selecteer "RESET" om parameters van dit apparaat te resetten. INLEIDING Opmerkingen AANVULLENDE INFORMATIE y • De gewijzigde instellingen worden van kracht zodra u dit toestel de volgende keer aan zet. APPENDIX Nederlands 37 Nl AANVULLENDE INFORMATIE Oplossen van problemen Raadpleeg de tabel hieronder wanneer het toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder vermeld staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het toestel dan uit (standby), haal de stekker uit het stopcontact en neem contact op met uw dichtstbijzijnde Yamaha dealer of servicecentrum. ■ Algemeen Probleem Het toestel gaat niet aan, of gaat direct weer uit (standby) zodra de stroom wordt ingeschakeld. Geen geluid Het geluid valt plotseling uit. Er klinkt alleen geluid uit de luidspreker aan één kant. 38 Nl Oorzaak Oplossing Zie bladzijde Het netsnoer of de stekker is niet of niet goed aangesloten. Sluit het netsnoer op de juiste manier aan. — De beveiliging is in werking getreden. Controleer of alle luidsprekerbedrading, op het toestel en op de luidsprekers zelf, op de juiste manier is aangesloten en dat de draden geen contact maken met andere dingen dan de bijbehorende aansluitingen. 9 Het toestel heeft blootgestaan aan een sterke, externe elektrische schok (bijvoorbeeld een blikseminslag of een ontlading van statische elektriciteit). Zet het toestel uit (standby), haal de stekker uit het stopcontact, wacht 30 seconden voor u de stekker weer terug doet en probeer het toestel vervolgens weer gewoon te gebruiken. — In- of uitgangskabels niet op de juiste manier aangesloten. Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels. Er is geen juiste audio ingangsaansluitingselectie ingesteld. Stel een juiste audio ingangsaansluitingselectie in. Er is geen geschikte signaalbron geselecteerd. Selecteer een juist ingangsignaal met N INPUT l / h op het voorpaneel (of de signaalselectietoetsen (e) op de afstandsbediening). De luidsprekers zijn niet goed aangesloten. Sluit de luidsprekers op de juiste manier aan. 9 De voor-luidsprekers die moeten worden gebruikt, zijn niet goed geselecteerd. Selecteer de voor-luidsprekers met CSPEAKERS. 19 Het volume staat uit. Zet het volume hoger. — De geluidsweergave is tijdelijk uitgeschakeld. Druk op hMUTE of gVOLUME +/– op de afstandsbediening om de geluidsweergave te herstellen en het volume te kunnen regelen. 20 Er worden signalen van een broncomponent ontvangen die dit toestel niet kan weergeven, zoals van een CD-ROM. Gebruik een signaalbron waarvan de signalen wel door dit toestel kunnen worden gereproduceerd. — Audiosignalen die binnenkomen via de HDMI-aansluiting worden niet uitgezonden via een luidsprekeraansluiting. Maak naast de HDMI-aansluiting ook een analoge of digitale aansluiting. — De instelling van de aangesloten component is onjuist. Volg de handleiding van de apparatuur in kwestie en maak de vereiste instelling. — De beveiliging is in werking getreden vanwege kortsluiting enz. Controleer of de luidsprekerbedrading nergens kortsluiting maakt en zet vervolgens het toestel weer aan. — De slaaptimer heeft het toestel uitgeschakeld. Zet het toestel aan en speel de gewenste signaalbron weer af. — De geluidsweergave is tijdelijk uitgeschakeld. Druk op hMUTE of gVOLUME +/– op de afstandsbediening om de geluidsweergave te hervatten. 20 Bedrading niet op de juiste manier aangesloten. Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels. 10-14 Onjuiste instellingen in "SP LEVEL". Pas de "SP LEVEL" instellingen aan. 10-13 36 18, 19 33 Oplossen van problemen Probleem Oorzaak Oplossing Zie bladzijde Wanneer er een mono bronsignaal wordt weergegeven met een CINEMA DSP programma, zal dit signaal via het middenkanaal worden weergegeven, terwijl alleen eventuele door het programma toegevoegde effecten via de voor- en surround-luidsprekers worden geproduceerd. Er klinkt geen geluid uit de middenluidspreker. "CENTER" in "SPEAKER SET" wordt ingesteld op "NONE". Zet "CENTER" op "SML" of "LRG". 32 Sommige geluidsveldprogramma's geven geen geluiden weer van de middenluidspreker. Probeer een ander geluidsveldprogramma. 25 Er klinkt geen geluid uit de surroundluidsprekers. "SUR. LR" in "SPEAKER SET" is ingesteld op "NONE". Stel "SUR. LR" in op "SML" of "LRG". 32 Dit toestel staat in de "STRAIGHT" stand en er wordt mono materiaal weergegeven. Druk op M STRAIGHT op het voorpaneel zodat "STRAIGHT" van het display op het voorpaneel verdwijnt. 26 Er klinkt geen geluid uit de subwoofer. "BASS OUT" in "SPEAKER SET" is ingesteld op "FRONT" terwijl er een Dolby Digital of DTS-signaal wordt weergegeven. Zet "BASS OUT" op "SWFR" of "BOTH". 32 "BASS OUT" in "SPEAKER SET" is ingesteld op "SWFR" of "FRONT" als een 2-kanaals bron wordt afgespeeld. Zet "BASS OUT" op "BOTH". 32 INLEIDING Er wordt alleen flink geluid geproduceerd door de middenluidspreker. Zet de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting op "AUTO". 19 U hoort een zeker gebrom. Bedrading niet op de juiste manier aangesloten. Sluit de audiokabels stevig en op de juiste manier aan. Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels. — Het volume kan niet worden verhoogd, of het geluid klinkt vervormd. U probeert het volumeniveau hoger in te stellen dan het maximale volumeniveau. Stel de "MAX VOL." instelling af. 34 De op de AUDIO OUT (REC) aansluiting van dit toestel aangesloten component staat uit. Zet de betreffende component aan. — Geluidseffecten worden niet opgenomen. Het is niet mogelijk door het toestel toegevoegde effecten op te nemen met aangesloten opname-apparatuur. Er kan niet worden opgenomen door analoge opname-apparatuur die is aangesloten op de AUDIO OUT (REC) aansluiting. De signaalbron is niet aangesloten op de analoge AUDIO IN aansluitingen van dit toestel. Sluit de signaalbron aan op de analoge AUDIO IN aansluitingen. 13 De geluidsveldparameter s en sommige andere instellingen van dit toestel kunnen niet worden gewijzigd. "MEM.GUARD" in "OPTION MENU" is ingesteld op "ON". Zet "MEM.GUARD" op "OFF". 35 Nederlands De selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting staat op "ANALOG". APPENDIX — AANVULLENDE INFORMATIE Volg de handleiding van de apparatuur in kwestie en maak de vereiste instellingen. GEAVANCEERD E BEDIENING Het aangesloten component is niet correct ingesteld voor het produceren van Dolby Digital of DTS digitale signalen. BASISBEDIENIN G Dolby Digital of DTSgeluidsbronnen kunnen niet worden afgespeeld. (De Dolby Digital of DTS indicator op de display van het voorpaneel licht niet op.) VOORBEREIDIN GEN De bron bevat geen zeer lage bastonen. 39 Nl Oplossen van problemen Oorzaak Het toestel functioneert niet naar behoren. De interne microcomputer is vastgelopen door een externe elektrische schok (bijvoorbeeld blikseminslag of ontlading van statische elektriciteit) of door een te laag voltage van de stroomvoorziening. Haal de stekker uit het stopcontact en doe hem na ongeveer 30 seconden weer terug. — "CHECK SP WIRES" verschijnt op de display van het voorpaneel. De luidsprekerbedrading maakt kortsluiting. Controleer of alle luidsprekerkabels op de juiste manier zijn aangesloten. 9 U ondervindt storing van digitale of andere apparatuur die radiogolven gegenereert. Dit toestel staat te dicht bij de digitale of hoogfrequente apparatuur. Zet het toestel verder bij dergelijke apparatuur vandaan. — De beeldweergave wordt gestoord. De videobron maakt gebruik van gescramblede of gecodeerde signalen om kopiëren tegen te gaan. Het toestel gaat plotseling uit (standby). De interne temperatuur is te hoog opgelopen en de oververhittingsbeveiliging is in werking getreden. Wacht ongeveer 1 uur tot het toestel afgekoeld is voor u het weer aan zet. — Virtual CINEMA DSP is niet ingesteld. SILENT CINEMA is niet ingesteld. ■ Oplossing Zie bladzijde Probleem "MULTI CH" is geselecteerd als signaalbron. Selecteer een andere signaalbron dan "MULTI CH". 18 Hoofdtelefoons zijn aangesloten op de PHONES aansluiting. Haal de stekker van de hoofdtelefoon uit de PHONES-aansluiting. — Dit apparaat bevindt zich in de "5ch Stereo" stand. Ga uit de "5ch Stereo"-stand. 25 "MULTI CH" is geselecteerd als signaalbron. Selecteer een andere signaalbron dan "MULTI CH". 18 Het toestel is in de "2ch Stereo", "STRAIGHT" of "Music Enh. 2ch"-stand. Verlaat de "2ch Stereo", "STRAIGHT" of "Music Enh. 2ch"-stand. 25 Tuner FM 40 Nl Oplossing Zie bladzijde Probleem Oorzaak Veel ruis in de FM stereo-ontvangst. Dit probleem is inherent aan FM stereo-uitzendingen wanneer de zender te ver weg is of het ontvangstsignaal dat binnenkomt via de antenne niet sterk genoeg is. Controleer de aansluitingen van de antenne. 15 Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige FM antenne. — Stem met de hand af. 27 Er is vervorming en ook een betere FM antenne zorgt niet voor een betere ontvangst. U ondervindt interferentie doordat hetzelfde signaal op verschillende manieren ontvangen wordt. Verander de opstelling van de antenne zodat u van deze interferentie geen last meer hebt. — Er kan niet automatisch worden afgestemd op de gewenste zender. Het radiosignaal is te zwak. Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige FM antenne. — Stem met de hand af. 27 Er kan niet langer worden afgestemd op eerder voorgeprogrammeerde zenders. Het toestel is te lang zonder stroom geweest. Selecteren van voorkeuzezenders. 27 "...WAIT" of "CT WAIT" verschijnt op het voorpaneel De signaalsterkte wordt verzwakt als dit toestel Radio Data Systeemgegevens ontvangt. Controleer de aansluitingen van de antenne. 15 Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige FM antenne. — Stem met de hand af. 27 Oplossen van problemen Probleem Er kan niet automatisch worden afgestemd op de gewenste zender. Het signaal is te zwak of de antenne is los. U hoort doorlopend gekraak en gesis. U hoort gezoem en gefluit. Zie bladzijde Controleer de aansluitingen van de AM ringantenne en stel deze zo op dat u de beste ontvangst verkrijgt. — Stem met de hand af. 27 Geluiden die het gevolg zijn van bliksem, TL-verlichting, motoren, thermostaten en andere elektrische apparatuur. Gebruik een buitenantenne en een goede aarding. Dit kan in sommige gevallen helpen, maar het blijft moeilijk om alle storingsbronnen te elimineren. — Er wordt in de buurt van het toestel een TV gebruikt. Zet dit toestel verder bij de TV vandaan. — AUTO SETUP Voor AUTO SETUP Foutmelding Oorzaak Oplossing Zie bladzijde De optimalisatie-microfoon is niet aangesloten. Verbind de meegeleverde optimalisatie-microfoon met de OPTIMIZER MIC aansluiting op het voorpaneel. 16 Unplug HP! Er is een hoofdtelefoon aangesloten. Maak de hoofdtelefoon los. — Tijdens AUTO SETUP Foutmelding NO FRONT L SP NO SUR.L SP NO SUR.R SP NOISY Oplossing Zie bladzijde Controleer de aansluitingen van de L/R voorluidsprekers. 9 Er wordt geen signaal voor een surroundkanaal gedetecteerd. Controleer de aansluitingen van de surroundluidspreker. 9 Teveel geluiden op de achtergrond. Probeer de "AUTO SETUP" onder stille omstandigheden. — Zet lawaaiige elektrische apparatuur zoals airconditioners uit, of zet ze uit de buurt van de optimalisatie-microfoon. — NO MIC De optimalisatie-microfoon is losgeraakt tijdens de "AUTO SETUP" procedure. Verbind de meegeleverde optimalisatie-microfoon met de OPTIMIZER MIC aansluiting op het voorpaneel. 16 USER CANCEL De "AUTO SETUP" procedure is geannuleerd door iets wat de gebruiker gedaan heeft. Doe de "AUTO SETUP" nog eens. 16 AANVULLENDE INFORMATIE Er worden geen L/R voorkanaalsignalen gedetecteerd. GEAVANCEERD E BEDIENING NO FRONT R SP Oorzaak BASISBEDIENIN G Connect MIC! VOORBEREIDIN GEN ■ Oplossing INLEIDING AM Oorzaak APPENDIX Nederlands 41 Nl Oplossen van problemen Na AUTO SETUP Waarschuwing Oorzaak Oplossing Zie bladzijde PHASE REVERSED De polariteit van de luidspreker is niet correct. Deze melding kan, afhankelijk van de luidspreker in kwestie, ook verschijnen wanneer deze toch correct is aangesloten. Controleer de polariteit van de luidsprekeraansluitingen (+ of –). 9 DISTANCE ERROR De afstand tussen de luidspreker die het dichtste bij staat en de luidspreker die het verste weg is, bevindt zich buiten het instelbare bereik. Zet de luidspreker dichter bij de luisterplek. — LEVEL ERROR Er is teveel volumeverschil tussen de luidsprekers. (Er is geen niveaucorrectie uitgevoerd.) Indien "SWFR:TOO LOUD" of "SWFR:TOO LOW" verschijnt, dient u het weergavevolume van de subwoofer af te stellen. 16 Verander de opstelling van de luidsprekers zodat alle luidsprekers in vergelijkbare omstandigheden verkeren. — Controleer de aansluitingen van de luidspreker. 9 Gebruik luidsprekers van vergelijkbare kwaliteit. — Opmerkingen • Als de "ERROR" of "WARNING" schermen verschijnen, dient u de oorzaak van het probleem op te sporen en te corrigeren en vervolgens de "AUTO SETUP" opnieuw uit te voeren. • Als een waarschuwingsbericht "PHASE REVERSED" verschijnt, worden correcties uitgevoerd, maar deze zijn mogelijk niet optimaal. • Als een waarschuwingsbericht "DISTANCE ERROR" of "LEVEL ERROR" verschijnt, worden er geen correcties uitgevoerd. ■ Afstandsbediening Probleem De afstandsbediening werkt niet of niet naar behoren. Oorzaak Oplossing Zie bladzijde Te ver weg of onder te scherpe hoek gebruikt. De afstandsbediening werkt binnen een maximaal bereik van 6 m en binnen een hoek van 30 graden ten opzichte van loodrecht op het voorpaneel. 8 Direct zonlicht of sterke verlichting (vooral van TL lampen enz.) valt op de sensor voor de afstandsbediening van dit toestel. Stel het toestel anders op. — De batterijen raken leeg. Vervang alle batterijen. 8 Ook als de juiste afstandsbedieningscode is ingesteld is het mogelijk dat bepaalde modellen niet goed reageren op de afstandsbediening. ■ Resetten van het systeem Met deze functie kunt u alle parameters van dit toestel terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen. Voor meer informatie over het resetten van het systeem, zie "Initialiseren" in "Geavanceerde setup" op pagina 37. 42 Nl Woordenlijst ■ Audio-informatie Dolby Digital Dolby Surround LFE 0.1 kanaal Dit kanaal reproduceert de zeer lage bastonen. Het frequentiebereik voor dit kanaal is 20 Hz t/m 120 Hz. Dit kanaal wordt meestal als 0.1 geteld omdat niet het volledige frequentiebereik wordt weergegeven, zoals de andere 5 kanalen in een Dolby Digital of DTS 5.1kanaalssystemen. PCM (Lineair PCM) SILENT CINEMA Yamaha heeft een natuurlijk en realistisch DSP geluidsveldprogramma ontwikkeld voor hoofdtelefoons. Voor elk apart geluidsveldprogramma zijn parameters voor weergave via een hoofdtelefoon opgenomen zodat alle geluidsveldprogramma's natuurgetrouw kunnen worden weergegeven. Virtual CINEMA DSP Yamaha heeft een Virtual CINEMA DSP geluidsveldprogramma ontwikkeld dat u ook zonder surround-luidsprekers in staat stelt te profiteren van DSP geluidsveld surroundeffecten door middel van virtuele surround-luidsprekers. U kunt Virtual CINEMA DSP zelfs gebruiken op een minimaal systeem met slechts twee luidsprekers zonder midden-luidspreker. ■ Video informatie Component videosignaal In een component video systeem wordt het videosignaal gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en in PB en PR signalen voor de kleuren. Dit systeem zorgt voor een betere kleurweergave omdat elk van deze signalen onafhankelijk is van de andere. Componentsignalen worden ook wel "kleurverschilsignalen" genoemd omdat het luminantiesignaal wordt afgetrokken van het kleursignaal. U heeft een monitor met component ingangsaansluitingen nodig om component videosignalen te kunnen weergeven. Composiet videosignaal Een composiet videosignaal bestaat uit alle drie de basiselementen van het videobeeld: kleur, helderheid en synchronisatiegegevens. Een composiet video-aansluiting op een videocomponent geeft deze drie elementen gecombineerd door. Nederlands Lineair PCM is een signaalformaat voor het ongecomprimeerd digitaliseren, opnemen en overbrengen van analoge audiosignalen. Dit wordt gebruikt als opnamemethode van CD's en DVD audio. Het PCM systeem maakt gebruik van een techniek waarmee het analoge signaal zeer vaak per seconde wordt gemeten. De afkorting staat voor "Puls Code Modulatie", het analoge signaal wordt gecodeerd als pulsjes en dan gemoduleerd voor opname. APPENDIX DTS digitale surroundweergave is ontwikkeld om de analoge filmsoundtracks te vervangen door een 5.1-kanaals digitale soundtrack en is over de hele wereld bezig aan een opmars in de bioscoop. DTS, Inc. heeft tevens een thuisbioscoopsysteem ontwikkeld zodat u gewoon thuis kunt profiteren van de verbluffende DTS digitale surroundweergave. Dit systeem produceert een vrijwel vervormingsvrije weergave via 5.1 kanalen (dat wil zeggen; links en rechts, midden, 2 surround, en een LFE 0.1 kanaal als subwoofer voor in totaal 5.1 kanalen). Daar de Dolby Surround en DTS systemen oorspronkelijk bedoeld waren voor de bioscoop, werken deze systemen het best in een theatrale ruimte met een heleboel luidsprekers opgesteld voor het maximale akoestische effect. Maar de omstandigheden bij mensen thuis, de afmetingen van de kamer, het materiaal waar de muur van gemaakt is, het aantal luidsprekers enz., zijn zo verschillend, dat de weergave ook anders wordt. Op basis van een schat aan feitelijk gemeten gegevens, gebruikt Yamaha CINEMA DSP de Yamaha originele DSP technologie om Dolby Pro Logic, Dolby Digital en DTS systemen te combineren, om de audiovisuele ervaring van een bioscoop in de luisterruimte van uw eigen huis te leveren. AANVULLENDE INFORMATIE DTS Digital Surround CINEMA DSP GEAVANCEERD E BEDIENING Dolby Surround maakt gebruik van een 4-kanaals analoog opnamesysteem voor de reproductie van realistische en dynamische geluidseffecten: 2 voorkanalen, links en rechts (stereo), een middenkanaal voor gesproken tekst (mono) en een surroundkanaal voor speciale geluidseffecten (mono). Het surroundkanaal reproduceert geluid binnen een nauw begrensd frequentiebereik. Dolby Surround wordt veel gebruikt op videobanden en laserdiscs en ook wel bij TV- en kabelprogramma's. De in dit toestel ingebouwde Dolby Pro Logic decoder maakt gebruik van een digitale signaalverwerking die automatisch het volume van de verschillende kanalen stabiliseert om de richtingsgevoeligheid en de weergave van bewegende geluidsbronnen te verbeteren. Geluidsveldprogramma informatie BASISBEDIENIN G Dolby Pro Logic II is een verbeterde decoderingstechniek voor de grote hoeveelheid aan bestaand Dolby Surround materiaal. Deze nieuwe technologie maakt gescheiden 5-kanaals weergave mogelijk met 2 voorkanalen, links en rechts, 1 middenkanaal en 2 surroundkanalen, links en rechts, in plaats van slechts 1 surroundkanaal bij conventionele Pro Logic weergave. Er zijn drie standen beschikbaar: Een "Music mode" voor muziekbronnen, "Movie mode" voor filmbronnen en een "Game mode" voor gamebronnen. ■ VOORBEREIDIN GEN Dolby Pro Logic II Bij het digitaliseren van een analoog audiosignaal wordt het aantal keren dat het signaal per seconde wordt gemeten de bemonsteringsfrequentie genoemd en de gedetailleerdheid waarmee het geluid in een numerieke waarde wordt omgezet, het aantal kwantisatiebits. Het frequentiebereik dat kan worden weergegeven is gebaseerd op de bemonsteringsfrequentie, terwijl het dynamisch bereik, het verschil tussen het zachtste en het hardste geluid, bepaald wordt door het aantal kwantisatiebits. In principe is het zo dat hoe hoger de bemonsteringsfrequentie is, hoe groter het aantal tonen is dat kan worden weergegeven, en hoe hoger het aantal kwantisatiebits is, hoe precieser het geluidsniveau kan worden gereproduceerd. INLEIDING Dolby Digital is een digitaal surroundsysteem met volledig van elkaar gescheiden multikanaals audio. Met 3 voorkanalen (links, midden en rechts), en 2 surround-stereokanalen biedt Dolby Digital in totaal 5 audiokanalen met het volle frequentiebereik. Met een extra kanaal speciaal voor de zeer lage tonen, het zogenaamde LFE (Lage Frequentie Effect) kanaal, biedt dit systeem in totaal 5.1 kanalen (het LFE kanaal wordt als 0.1 kanaal geteld). Door 2-kanaals stereo voor de surroundluidsprekers te gebruiken is er een betere weergave van bewegende geluidsbronnen en een beter algeheel surroundeffect mogelijk dan bij Dolby Surround. Het grote dynamische bereik (van het zachtste tot het hardste geluid dat nog kan worden weergegeven) van de 5 kanalen met het volle frequentiebereik en de precieze plaatsing van het geluid door de digitale verwerking biedt de luisteraar een ongehoord realistische weergave. Met dit toestel kunt u zelf kiezen wat voor weergave u wilt horen, van mono tot 5.1 kanaals weergave, u vraagt, wij draaien. Bemonsteringsfrequentie en aantal kwantisatiebits 43 Nl Technische gegevens AUDIO GEDEELTE • Minimum RMS uitgangsvermogen voor, midden,surround 1 kHz, 0,9% THD, 6 Ω .................................................. 100 W/ch • Maximum vermogen (JEITA) 1 kHz, 10% THD, 6 Ω ....................................................135 W/ch • MAX vermogen per kanaal 1 kHz, 0,7% THD, 4 Ω ......................................... 105 W of meer • IEC vermogen 1 kHz, 0,1% THD, 6 Ω ........................................... 90 W of meer • Dynamisch vermogen (IHF, 6/4/2 Ω) ....................................................... 105/130/150 W • Dynamisch bereik 8 Ω ..................................................................................... 0,41 dB • Frequentierespons CD, etc. tot Voor ................................ 10 Hz tot 100 kHz, 0/–3 dB V-AUX tot Voor ................................... 10 Hz tot 20 kHz, 0/–3 dB • Totale harmonische vervorming CD, etc. (2ch stereo) naar Front SP OUT, 1 kHz, 50 W/6 Ω .......................................................................... 0,06% of minder • Signaal-ruis verhouding (IHF-A netwerk) CD, etc. (STEREO) Invoer verkort 250 mV................................................................ 100 dB of meer 200 mV.................................................................. 98 dB of meer • Restruis (IHF-A netwerk) L/R voor ............................................................ 170 µV of minder • Kanaalscheiding CD, etc. Invoer 5.1 kΩ verkort (1 kHz/10 kHz) ................................................................... 60 dB/45 dB of meer • Toonregeling BASS versterking/drempel ................................... ±10 dB/100 Hz TREBLE versterking/drempel ............................... ±10 dB/20 Hz • Gemeten Uitgangsvoltage/Uitgangsimpedantie AUDIO OUT (REC) ............................................. 200 mV/1,2 kΩ SUBWOOFER OUTPUT (2ch Stereo en FRONT SP: SMALL) ....................... 4 V/1,2 kΩ • Filterkarakteristieken (fc=40/60/80/90/100/110/120/160/200 Hz) H.P.F. (Voor, Midden, Surround) .................................. 12 dB/oct. L.P.F. (Subwoofer) ........................................................ 24 dB/oct. VIDEO GEDEELTE • Signaalniveau Composiet ................................................................. 1 Vp-p/75 Ω Component ................... 1 Vp-p/75 Ω (Y), 0,7 Vp-p/75 Ω (PB/PR) • Maximum ingangsniveau Video ........................... 1,5 Vp-p of meer • Signaal tot ruisratio .................................................... 50 dB of meer • Frequentierespons (MONITOR OUT) Componentsignaal .................................. 5 Hz tot 60 MHz, –3 dB FM GEDEELTE • Afstembereik ................................................ 87,50 tot 108,00 MHz • 50 dB Rustgevoeligheid (IHF, 100% mod.) Mono ................................................................. 2,8 µV (20,2 dBf) • Signaal-ruis verhouding (IHF) Mono/Stereo ............................................................. 73 dB/70 dB • Harmonische vervorming (1 kHz) Mono/Stereo ................................................................ 0,5%/0,5% AM GEDEELTE • Afstembereik .........................................................531 tot 1611 kHz ALGEMEEN • Stroomvoorziening ................................................230 V AC, 50 Hz • Stroomverbruik ....................................................................... 240 W • Opgegeven vermogen/impedantie hoofdtelefoonaansluiting CD, etc. (1 kHz, 200 mV, 8 Ω).................................... 0.4 V/470 Ω • Standby stroomverbruik ........................................................... 0,8 W • Ingangsgevoeligheid/ingangsimpedantie CD, enz. ................................................................. 200 mV/47 kΩ MULTI CH INPUT ............................................... 200 mV/47 kΩ • Gewicht ................................................................................... 8,0 kg • Afmetingen (B x H x D) ................................... 435 x 151 x 318 mm • Maximum ingangsignaal CD, enz. 1 kHz, 0,5%THD (EFFECT ON) ............. 2,0 V of meer * 44 Nl Technische gegevens kunnen zonder kennisgeving gewijzigd worden. Index ■ Numerieken 1 SOUND MENU ....................................31, 32 2 INPUT MENU ......................................31, 34 2ch Stereo .......................................................25 3 OPTION MENU ...................................31, 35 5ch Stereo .......................................................25 ■ A ■ B B)INPUT RENAME ......................................34 B)MEMORY GUARD ...................................35 B)SP LEVEL ..................................................33 BAND, voorpaneel ...........................................3 BASS OUT .....................................................32 Beginvolume ..................................................34 BGV ...............................................................35 ■ C D D)CENTER GEQ .......................................... 33 D)DECODER MODE ................................... 35 D)PARAM. INI ............................................. 36 De luidsprekerinstelling optimaliseren .......... 16 De MULTI CH INPUT aansluitingen aansluiten ............................ 14 De MULTI CH INPUT component selecteren als signaalbron ......................... 19 De nachtluisterstand selecteren ...................... 20 De VIDEO AUX aansluitingen gebruiken .... 14 Decoderindicator .............................................. 4 Decoderselectiestand ..................................... 35 Decoderstand ................................................. 35 Demptype ....................................................... 34 DIGITAL AUDIO COAXIAL aansluitingen ............................................. 10 DIGITAL AUDIO OPTICAL aansluitingen ............................................. 10 DIGITAL INPUT COAXIAL toewijzing ..... 34 DIGITAL INPUT-aansluitingen ...................... 6 DIMENSION ................................................. 26 DIMMER ....................................................... 35 Dimmer .......................................................... 35 Disc Listening ................................................ 23 Display voorpaneel ...................................... 3, 4 DISPLAY, afstandsbediening .......................... 5 DISTANCE ERROR, Autosetup fout bericht ....................................................... 42 DRAMA, Radio Data Systeem programmatype ......................................... 29 DSP LEVEL .................................................. 26 DSP niveau .................................................... 26 DTS decoder voorkeurinstelling .................... 35 DVD Live Viewing ........................................ 23 DVD Movie Viewing .................................... 23 DVD Viewing ................................................ 23 DVR Viewing ................................................ 23 Dynamisch bereik .......................................... 34 Dynamisch bereik hoofdtelefoon ................... 34 Dynamisch bereik luidspreker ....................... 34 ■ E E)LFE LEVEL ............................................... 34 E)MULTI CH SET ........................................ 35 EDIT PRESET/TUNING, voorpaneel ............. 3 EDUCATE, Radio Data Systeem programmatype ......................................... 29 Een CD-speler aansluiten .............................. 13 Een DVD-recorder aansluiten ........................ 13 Een DVD-speler aansluiten ........................... 13 Een MD-recorder/CD-recorder aansluiten .... 13 Een TV aansluiten .......................................... 12 ENHANCER indicator .................................... 4 ENHANCER, afstandsbediening ..................... 5 EON ................................................................. 4 EON gegevensservice, Radio Data Systeem informatie afstembewerking ..................... 30 EON, Radio Data Systeem informatie ........... 29 ■ F F)D.RANGE .................................................. 34 FM afstembewerking ..................................... 27 FRONT .......................................................... 32 FRONT B ....................................................... 32 FRONT B luidsprekerinstelling ..................... 32 ■ G ■ H Hall ................................................................ 25 Handmatig voorprogrammeren ..................... 28 Handmatige afstembewerking ....................... 27 Handmatige setup .......................................... 31 HDMI ............................................................ 11 HDMI aansluiting en HDMI stekker ............. 11 HDMI-aansluitingen ........................................ 6 Het toestel inschakelen .................................. 15 Het toestel uitschakelen ................................. 15 Hoofdtelefoon indicator .................................. 4 Hoofdtelefoon LFE ....................................... 34 HP D.R .......................................................... 34 HP LFE .......................................................... 34 ■ I Indicators ingangskanalen ............................... 4 INFO, Radio Data Systeem programmatype ......................................... 29 INFO/Radio data systeembesturing, afstandsbediening ....................................... 5 Infraroodvenster .............................................. 8 infraroodvenster, afstandsbediening ................ 5 Ingangmenu ................................................... 31 Ingangnaam ................................................... 34 Ingangskanaal en luidspreker indicators ......... 4 Ingangskeuzetoetsen, afstandsbediening ......... 5 Ingestelde menu ............................................. 31 INI.VOL. ....................................................... 34 Initialiseren .................................................... 37 INPUT, voorpaneel ......................................... 3 Instellen luidsprekerniveau ........................... 20 Invoeraanwijzing ........................................... 34 Inzetten van batterijen in de afstandsbediening ....................................... 8 ■ J Jazz ................................................................ 25 ■ K Kloktijd, Radio Data Systeem informatie ................................................. 29 ■ L Laagfrequentie effectniveau .......................... 34 LEVEL ERROR, Autosetup fout bericht ....................................................... 42 LEVEL, afstandsbediening ............................. 5 LFE indicator ................................................... 4 LFE/Weergave lage tonen ............................. 32 LIGHT M, Radio Data Systeem informatie ................................................. 29 Links/rechts surround luidsprekers ............... 32 Luidspreker LFE ........................................... 34 Luidsprekerafstand ........................................ 33 Luidsprekerafstanden .................................... 33 Luidsprekerinstellingen ................................. 32 Luidsprekerniveau ......................................... 33 Luidsprekers opstellen ..................................... 9 Luisteren naar multikanaals materiaal en geluidsveld programma’s met een hoofdtelefoon ............................................ 26 Luisteren naar onverwerkte ingangsignalen .......................................... 26 G)AUDIO SET .............................................. 34 Game Playing ................................................. 23 Gebruiken van de afstandsbediening ............... 8 45 Nl Nederlands C)AUDIO SELECT .......................................36 C)SP DISTANCE ...........................................33 C)VOLUME TRIM ........................................35 CD Listening ..................................................23 CD Music Listening .......................................23 CENTER ........................................................32 CINEMA DSP indicator ..................................4 CLASSICS, Radio Data Systeem programmatype ..........................................29 COMPONENT VIDEO aansluitingen .......6, 11 Connect MIC!, Autosetup foutbericht ............41 CROSSOVER ................................................33 Crossover ........................................................33 ■ Gebruiken van hoofdtelefoons ...................... 20 Geheugenbeveiliging ..................................... 35 Geluidmenu ................................................... 31 Geluidsveldprogramma's ............................... 25 Geluidveldparameters bewerken ................... 26 Genieten van 2 kanaalsbronnen met gebruik van de standaard decoders ........... 26 Grafische equalizer midden ........................... 33 AANVULLENDE INFORMATIE A)DISPLAY SET ...........................................35 A)INPUT ASSIGN ........................................34 A)SPEAKER SET ..........................................32 A.DELAY ......................................................34 A/B/C/D/E, voorpaneel ....................................3 Aansluiten op de CENTER-aansluitingen .....10 Aansluiten op de COMPONENT VIDEO aansluitingen ................................10 Aansluiten op de FRONT A-aansluitingen ...........................10 Aansluiten op de FRONT B-aansluitingen ...........................10 Aansluiten op de HDMI-aansluitingen ..........11 Aansluiten op de SURROUND-aansluitingen ......................10 Aansluiten van audiocomponenten ................13 Aansluiten van de AM antennes ....................15 Aansluiten van de FM antennes .....................15 Aansluiten van het netsnoer ...........................15 Aansluiten van luidsprekers .............................9 Aansluiten van videocomponenten ................13 Achterpaneel ....................................................6 AFFAIRS, Radio Data Systeem programmatype ..........................................29 Afmeting ........................................................26 Afstandsbediening ............................................5 AM afstembewerking .....................................27 ANTENNA aansluitingen ................................6 AUDIO aansluitingen .................................6, 10 Audio aansluitingen .......................................10 AUDIO L/R (VIDEO AUX)-aansluitingen, voorpaneel ...................................................3 AUDIO SEL, afstandsbediening ......................5 AUDIO SELECT ...........................................19 audio-ingangaansluitingen selecteren ............19 Audio-instellingen ..........................................34 Audiokabelstekkers ........................................10 Audioselectie ..................................................36 Audiovertraging .............................................34 AUTO SETUP .........................................16, 31 Auto setup ......................................................31 AUTO SETUP, Foutbericht ...........................41 Automatisch voorprogrammeren ...................27 Automatische afstembewerking .....................27 CT WIDTH .................................................... 26 CT, Radio Data Systeem informatie .............. 29 CULTURE, Radio Data Systeem programmatype ......................................... 29 Cursors/ENTER, afstandsbediening ................ 5 Index ■ M M.O.R. M, Radio Data Systeem programmatype ......................................... 29 MANUAL SETUP ........................................ 31 MAX VOL. .................................................... 34 Maximum volume ......................................... 34 Meegeleverde accessoires ................................ 2 MEM.GUARD .............................................. 35 MEMORY, voorpaneel ................................... 3 MENU, afstandsbediening ............................... 5 Middenbreedte ............................................... 26 Midden-luidspreker ....................................... 32 Movie Dramatic ............................................. 25 Movie Spacious ............................................. 25 MULTI CH IN, afstandsbediening .................. 5 MULTI CH INPUT aansluitingen ................... 6 Multi-informatie display .................................. 4 Multikanaals ingangsetup .............................. 35 Music Disc Listening ..................................... 23 Music Enh. 2ch .............................................. 25 Music Enh. 5ch .............................................. 25 MUTE indicator ............................................... 4 MUTE TYP. .................................................. 34 MUTE, afstandsbediening ............................... 5 ■ N Nachtluistermodus ......................................... 20 Netsnoer ........................................................... 6 NEWS, Radio Data Systeem programmatype ......................................... 29 NIGHT indicator .............................................. 4 NIGHT, afstandsbediening .............................. 5 NIGHT, voorpaneel ......................................... 3 NO FRONT L SP, Autosetup fout bericht ....................................................... 41 NO FRONT R SP, Autosetup fout bericht ....................................................... 41 NO MIC, Autosetup foutbericht .................... 41 NO SUR.L SP, Autosetup foutbericht ........... 41 NO SUR.R SP, Autosetup foutbericht .......... 41 NOISY, Autosetup fout bericht ..................... 41 ■ O Omwisselen van voorkeuzezenders ............... 28 Oplossen van problemen ............................... 38 Optiemenu ..................................................... 31 Optimalisatie-microfoon ................................ 16 Optimalisatiemicrofoon, Auto setup ............. 16 OPTIMIZER MIC-aansluiting, Auto setup ................................................. 16 OPTIMIZER MIC-aansluiting, voorpaneel ................................................... 3 Originele SCENE sjablonen creëren ............. 24 OTHER M, Radio Data Systeem informatie .................................................. 29 ■ P PANORAMA ................................................ 26 Panorama ....................................................... 26 Parameterinitialisatie ..................................... 36 PCM indicator ................................................. 4 PHASE REVERSED, Autosetup fout bericht ....................................................... 42 PHONES-aansluiting, voorpaneel ................... 3 POP M, Radio Data Systeem informatie ....... 29 Pop/Rock ....................................................... 25 PORTABLE (VIDEO AUX)-aansluitingen, voorpaneel ................................................... 3 POWER, afstandsbediening ............................ 5 PRESET ......................................................... 37 PRESET/TUNING, voorpaneel ....................... 3 PROG, afstandsbediening ................................ 5 PROGRAM, voorpaneel .................................. 3 Programmaservice, Radio Data Systeem informatie .................................................. 29 Programmatype, Radio Data Systeem informatie .................................................. 29 PS, PTY, RT en CT ......................................... 4 46 Nl Radio Data Systeem afstembewerking ...........29 Radio Data Systeem indicators ........................4 Radio Listening ..............................................23 Radiotekst, Radio Data Systeem informatie ..................................................29 Rechte decodeerstand .....................................26 Resetten van het systeem ...............................37 RETURN, afstandsbediening ...........................5 ROCK M, Radio Data Systeem informatie ..................................................29 RT, Radio Data Systeem informatie ..............29 VIDEO (VIDEO AUX)-aansluitingen, voorpaneel ................................................... 3 VIDEO aansluitingen ................................ 6, 11 Video aansluitingen ....................................... 11 Videobronnen in de achtergrond afspelen ..................................................... 21 Videokabelstekkers ........................................ 11 Virtual CINEMA DSP ................................... 26 VIRTUAL indicator ........................................ 4 VOLUME +/-, afstandsbediening .................... 5 VOLUME niveauindicator .............................. 4 Volume Trimmen .......................................... 35 VOLUME-besturing, voorpaneel .................... 3 Vooraf ingestelde SCENE-sjablonen ............ 23 Voor-luidsprekers .......................................... 32 Voorpaneel ....................................................... 3 ■ ■ PTY HOLD ....................................................29 PTY SEEK stand ............................................29 PTY, Radio Data Systeem informatie ............29 ■ R S SCENE ...........................................................22 SCENE 1/2/3/4, afstandsbediening ..................5 SCENE 1/2/3/4, voorpaneel .............................3 SCIENCE, Radio Data Systeem programmatype ..........................................29 Selecteer de SCENE-sjablonen ......................22 Selecteren van voorkeuzezenders ..................28 Selectie, Radio Data Systeem programmatype ..........................................29 Signaalbron indicators ......................................4 Signaalbroninformatie ....................................21 Signaalinformatie ...........................................31 SIGNAL INFO ...............................................21 SILENT CINEMA .........................................26 SILENT CINEMA indicator ............................4 Slaaptimer ......................................................21 SLEEP indicator ...............................................4 SLEEP, afstandsbediening ...............................5 SP A B indicators .............................................4 SP D.R ............................................................34 SP LFE ...........................................................34 SPEAKERS, voorpaneel ..................................3 SPEAKERS-aansluitingen ...............................6 SPORT, Radio Data Systeem programmatype ..........................................29 STANDBY, afstandsbediening ........................5 STANDBY/ON, voorpaneel ............................3 STRAIGHT, afstandsbediening .......................5 STRAIGHT, voorpaneel ..................................3 Subwoofer fase ...............................................33 SUBWOOFER OUTPUT-aansluiting .............6 SUR. LR .........................................................32 SUR.DECODE, afstandsbediening ..................5 SWFR PHASE ...............................................33 ■ W Weergave-instellingen ................................... 35 ■ Y Yamaha Parametric Room Acoustic Optimizer .................................................. 16 YPAO ............................................................ 16 YPAO (Yamaha Parametric Room Acoustic Optimizer) .................................. 16 YPAO indicator ............................................... 4 ■ Z Zet dit apparaat in standby ............................. 15 Zone B ........................................................... 19 T Technische gegevens ......................................44 TEST ..............................................................34 Testtoon ..........................................................34 Toestel ............................................................33 TONE CONTROL, voorpaneel .......................3 Toonregeling ..................................................20 Tuner (radio) indicators ....................................4 TUNING AUTO/MAN'L, voorpaneel .............3 TV Sports .......................................................25 TV Sports Viewing ........................................23 TV Viewing ....................................................23 ■ U Uitschakelen van de geluidsweergave ...........20 UNIT ..............................................................33 Unplug HP!, Autosetup foutbericht ...............41 USER CANCEL, Autosetup fout bericht ........................................................41 ■ V VARIED, Radio Data Systeem programmatype ..........................................29 Verbeterd gegevensservice andere netwerken, Radio Data Systeem afstembewerking ......30 "ASTANDBY/ON" of "eDVD" (voorbeeld) geeft de naam aan van een onderdeel op het voorpaneel of de afstandsbediening. Raadpleeg het "Functioneel overzicht" op pagina 3.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244

Yamaha RX-V365 de handleiding

Categorie
AV-ontvangers
Type
de handleiding