24
NEDERLANDS
Opmerking: de laserlijn zal alleen waterpas zijn als het
instrument minder dan 5° van de verticale stand afwijkt.
◆ Druk om het instrument uit te zetten de aan/uit-
schakelaar (1) naar beneden.
Selecteren van de werkmodus (fig. D)
De werkmodus staat aangegeven op het display (4).
◆ Voor het detecteren van steunbalken drukt u de
modusselectieknop (3) zover nodig totdat de ‘STUD’-
positie (15) is geselecteerd.
◆ Voor het detecteren van metalen steunbalken,
pijpleidingen, etc., drukt u de modusselectieknop (3) zover
nodig totdat de ‘METAL’-positie (16) is geselecteerd.
Toepassing van de steunbalkdetectiefunctie (fig. D & F)
U kunt deze functie gebruiken voor het detecteren van houten
en metalen steunbalken in gipsplaten van maximaal 19 mm dik.
◆ Selecteer de gewenste werkmodus.
◆ Plaats het instrument vlak tegen de muur zoals weergegeven.
◆ Houd de aan/uit-schakelaar (2) ingedrukt.
De scannerbalken (17) gaan branden en het instrument geeft
één piep tijdens het kalibreren. Nadat de kalibratie is afgerond
(18):
◆ Schuif het instrument langzaam in horizontale richting.
Zorg ervoor dat het instrument niet kantelt of wordt opgetild.
◆ Vertraag als de eerste scannerbalk (17) gaat branden en
schuif het instrument verder tot het instrument een piep
geeft en alle scannerbalken gaan branden.
Dit geeft de positie van één kant van de steunbalk aan.
◆ Markeer deze positie via het gat onder de houder (6).
◆ Beweeg het instrument verder tot de scannerbalken uitgaan.
◆ Beweeg terwijl u de aan/uit-schakelaar (2) nog steeds
ingedrukt houdt het instrument in tegengestelde richting.
◆ Vertraag als de eerste scannerbalk (17) gaat branden en
schuif het instrument verder tot het instrument een piep
geeft en alle scannerbalken gaan branden.
Dit geeft de positie van de andere kant van de steunbalk aan.
◆ Markeer deze positie via het gat onder de houder (6).
Het midden van de steunbalk ligt tussen de twee markeringen.
Toepassing van de metaaldetectiefunctie (fig. D & F)
U kunt deze functie gebruiken voor het opsporen van metalen
pijpen in gipsplaten van maximaal 25 mm dik. U kunt deze
functie tevens gebruiken om te controleren of een in de
steunbalkmodus gedetecteerde steunbalk van metaal is.
◆ Selecteer de gewenste werkmodus.
◆ Plaats het instrument vlak tegen de muur zoals
weergegeven.
◆ Houd de aan/uit-schakelaar (2) ingedrukt.
De scannerbalken (17) gaan branden en het instrument geeft
één piep tijdens het kalibreren. Nadat de kalibratie is afgerond
(18):
◆ Beweeg het instrument langzaam en gelijkmatig over het
oppervlak. Zorg ervoor dat het instrument niet kantelt of
wordt opgetild.
◆ Vertraag als de eerste scannerbalk (17) gaat branden en
schuif het instrument verder tot het instrument een piep
geeft en alle scannerbalken gaan branden.
Dit geeft de positie van een metalen voorwerp aan.
◆ Herhaal na afloop de testprocedure om de werking van
het instrument te controleren.
Toepassing van de bedradingsdetectiefunctie (fig. G)
U kunt deze functie gebruiken voor het detecteren van
electriciteitsbedrading in gipsplaten van maximaal 38 mm dik.
De functie werkt continu in alle detectiemodi.
Waarschuwing! Test het instrument op een bekende
spanningsbron voor gebruik.
◆ Houd het instrument niet in de buurt van het gebied dat u
wilt gaan scannen of een andere spanningsbron.
Statische lading kan detectie aan beide kanten van de
bedrading belemmeren. Dit kan leiden tot onnauwkeurige
resultaten.
◆ Houd de aan/uit-schakelaar (2) ingedrukt.
De rode LED-indicator (5) gaat branden en het instrument
geeft één piep tijdens het kalibreren. Nadat de kalibratie is
afgerond:
◆ Beweeg het instrument langzaam en gelijkmatig over het
oppervlak, in verschillende richtingen. Zorg ervoor dat het
instrument niet kantelt of wordt opgetild.
Wanneer een spanningsbron is gevonden, gaat de rode LED (5)
knipperen.
◆ Herhaal na afloop de testprocedure om de werking van
het instrument te controleren.
Tips voor optimaal gebruik
Detecteren van steunbalken
◆ Controleer het te detecteren gebied op regelmatige
afstanden. Steun- of dwarsbalken liggen gewoonlijk 400
of 600 mm uit elkaar en hebben een breedte van 44 of 47 mm.
Dichter bij elkaar liggende objecten of objecten van een
andere breedte zijn mogelijk geen steun- of dwarsbalken.
Indicatie voor lege accu (fig D)
Het LCD-scherm toont een symbool (19) voor een zwakke accu
wanneer de accu bijna leeg is.
◆ Vervang de accu op tijd
Milieu
Gescheiden inzameling. Dit product mag niet met het
gewone huishoudelijke afval worden weggegooid.