Inventum GV010 Handleiding

Type
Handleiding
Nederlands
English
3
1. veiligheidsvoorschriften pagina 4
2. product omschrijving pagina 9
3. voor het eerste gebruik pagina 10
4. installatie pagina 10
5. de branders ontsteken en bedienen pagina 14
6. bediening van de multifunctionele oven pagina 15
7. baktips en baktabellen pagina 16
8. reiniging en onderhoud pagina 18
9. storingen en oplossingen pagina 21
Algemene service- en garantievoorwaarden pagina 76
1. safety instructions page 22
2. appliance description page 26
3. before first use page 27
4. installation page 27
5. how to use the burners page 31
6. operating the multi-functional oven page 32
7. baking tips and baking tables page 33
8. cleaning and maintenance page 35
9. problems and solutions page 38
General terms and conditions of service and warranty page 78
Deutsch
1. Sicherheitsvorschriften Seite 39
2. Produktbeschreibung Seite 45
3. Vor der ersten Verwendung Seite 46
4. Installation Seite 46
5. Die Brenner zünden und Bedienen Seite 50
6. Bedienung des Multifunktions-Backofens Seite 51
7. Backtipps und Backtabelle Seite 52
8. Reinigung und Wartung Seite 54
9. Störungen und Maßnahmen zur Behebung Seite 57
Algemeine Service- und Garantiebedingungen Seite 80
Français
1. consignes de sécurité page 58
2. description du produit page 63
3. avant la toute première utilisation page 64
4. installation page 64
5. allumage et commande des brûleurs page 68
6. commande du four multifonction page 69
7. conseils de cuisson et tableau de cuisson page 70
8. nettoyage et entretien page 72
9. pannes et solution page 73
Conditions générales de garantie et service après-vente page 82
Lees eerst de gebruiksaanwijzing aandachtig en geheel
door voordat u het apparaat gaat gebruiken en bewaar
deze zorgvuldig voor latere raadpleging.
• Gebruik dit apparaat uitsluitend voor de in de
gebruiksaanwijzing beschreven doeleinden. Gebruik geen
agressieve reinigingsmiddelen in dit apparaat. Het fornuis is
alleen geschikt voor het bereiden van voedsel. Het apparaat is
niet geschikt voor industrieel of laboratorium gebruik.
WAARSCHUWING: het apparaat en de toegankelijke
delen worden heet tijdens het gebruik. Raak hete delen
niet aan. Houd kinderen jonger dan 8 jaar uit de buurt
tenzij er voortdurend op hen wordt gelet.
• Het apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en
ouder en door personen met beperkte fysieke, zintuiglijke of
mentale vermogens of gebrek aan ervaring of kennis, wanneer zij
het apparaat onder toezicht gebruiken of zijn geïnstrueerd over
het veilige gebruik ervan en zij de daaruit voortkomende gevaren
begrijpen.
• Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
• Het apparaat mag niet door kinderen worden gereinigd of
onderhouden, tenzij dit onder toezicht gebeurt.
• Bewaar geen voorwerpen in kastjes boven of achter het
apparaat die voor kinderen interessant zijn.
• De kookzones worden warm tijdens het gebruik en blijven na
gebruik ook nog een tijd warm. Laat geen kleine kinderen in de
buurt tijdens en vlak na het koken.
Let op: Vloeistoffen en ander voedsel mogen niet opgewarmd
worden in gesloten conservenblikken, omdat deze kunnen
exploderen door de druk.
• Alcoholdampen kunnen vlam vatten. Nooit gerechten
klaar maken die een hoog percentage alcohol bevatten.
Alleen kleine hoeveelheden drank gebruiken met een hoog
alcoholpercentage. De ovendeur voorzichtig openen.
• De buitenzijde van het fornuis kan warm worden nadat het
fornuis langdurig is gebruikt. Dit geldt ook voor de ovendeur. Bij
langdurig gebruik op de maximale temperatuur wordt de ruit
Nederlands
veiligheidsvoorschriften
1
4 Nederlands
Nederlands 5
van de ovendeur heet. Let op als er kinderen in de buurt zijn.
WAARSCHUWING: brandgevaar: laat niets op het fornuis
staan.
WAARSCHUWING
:
koken met vet of olie op een fornuis
zonder toezicht kan gevaarlijk zijn en kan brand tot gevolg
hebben. Probeer NOOIT de brand te blussen met water,
maar zet het apparaat uit en dek de vlammen daarna af
met bijvoorbeeld een deksel of een blusdeken.
• Het fornuis moet regelmatig gereinigd worden en verwijder
voedselresten.
• Wanneer er krassen op de ruit van de ovendeur zitten,
kan dit springen. Geen schraper, scherpe of schurende
schoonmaakmiddelen gebruiken.
• Gebruik het apparaat niet als werkblad. Het apparaat kan
per ongeluk worden ingeschakeld of nog heet zijn, waardoor
voorwerpen kunnen smelten, heet worden of vlam vatten.
• Dek het apparaat nooit af met een doek of iets dergelijks. Als
het apparaat nog heet is of wordt ingeschakeld, bestaat er
brandgevaar.
• Gebruik nooit een hogedruk- of stoomreiniger voor het reinigen
van het fornuis.
• In geval van rook het fornuis uitschakelen en de stekker uit het
stopcontact verwijderen. Houd de ovendeur gesloten om de
vlammen te verstikken.
• Controleer of het apparaat is uitgeschakeld voordat u de lamp
vervangt om het risico op een elektrische schok te vermijden.
• Zet geen toebehoren van de oven op de open ovendeur.
• De bodem van de oven nooit afdekken met aluminiumfolie.
Aluminiumfolie houdt warmte tegen en geeft daardoor slechte
bakresultaten. Bovendien kan het emaille van de ovenbodem
beschadigd raken.
• Het fornuis heeft een ventilator die de ovenmantel koelt. Nadat
de oven is uitgeschakeld, kan deze ventilator nog enige tijd
nadraaien.
• Zorg voor voldoende ventilatie tijdens het gebruik.
• Houd natuurlijke ventilatie-openingen open.
• Bij langdurig gebruik van het fornuis is extra ventilatie
noodzakelijk. Zet bijvoorbeeld een raam open of installeer een
mechanische ventilator.
• Flambeer nooit onder een afzuigkap. Door de hoge vlammen
kan brand ontstaan, ook bij een uitgeschakelde ventilator.
• De branderdelen zijn heet tijdens en direct na het gebruik.
• Vermijd directe aanraking en contact met niet-hittebestendige
materialen.
• Dompel hete branderdeksels en pannendragers nooit onder
in koud water. Door de snelle afkoeling kan het materiaal
beschadigen.
• De afstand van de pan tot een knop of niet-hittebestendige
wand moet altijd groter zijn dan twee centimeter. Bij kleinere
afstanden kunnen door de hoge temperatuur de knoppen of de
wand verkleuren en/of vervormen.
• Gebruik altijd de pannendragers en geschikt kookgerei.
• Plaats de pan altijd op de pannendrager. Het plaatsen van de
pan direct op de branderdeksel kan tot gevaarlijke situaties
leiden.
• Aluminium bakjes of folie zijn niet geschikt als kookgerei. Ze
kunnen inbranden op de branderdeksels en pannendragers.
• Het fornuis kan alleen goed functioneren wanneer de
branderdelen via de geleidingsnokken in elkaar zijn gezet. Zorg
ervoor dat de pannendragers recht tegen elkaar en vlak op de
vangschaal liggen. Alleen op deze manier kunnen de pannen
stabiel geplaatst worden.
• Zorg ervoor dat ovenwanten of pannenlappen niet te dicht bij
de vlam komen.
• De glazen afdekplaat altijd omhoog zetten bij het gebruik van
het kookgedeelte.
De glazen afdekplaat kan door verhitting breken.
Controleer of alle branders uitgeschakeld en afgekoeld zijn
voordat u de afdekplaat sluit.
• Maak de glazen afdekplaat droog als er water opligt, voordat
u deze opent. Doet u dit niet dan kan er vocht in het fornuis
terecht komen.
• De glazen afdekplaat niet als werkblad gebruiken.
• Dit apparaat mag alleen door een erkend installateur worden
aangesloten.
• Defecte onderdelen mogen alleen vervangen worden door
originele onderdelen. Alleen van die onderdelen kan de
fabrikant garanderen dat zij aan de veiligheidseisen voldoen.
• Indien de aansluitkabel beschadigd is, mag deze alleen worden
vervangen door de fabrikant, zijn service-organisatie of
gelijkwaardig gekwalificeerde personen, teneinde gevaarlijke
situaties te voorkomen.
6 Nederlands
• Het apparaat mag niet via een verdeelstekker of verlengsnoer
op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Hiermee kan veilig
gebruik van het apparaat niet worden gewaarborgd.
• Het apparaat moet altijd geaard zijn.
• De wanden en het werkblad rondom het apparaat moeten
minimaal tot 85°C hittebestendig zijn. Ook al wordt het
apparaat zelf niet warm, door de warmte van een hete pan kan
de wand verkleuren of vervormen.
• Het niet schoon houden van het fornuis kan leiden tot slijtage
wat weer effect heeft op de levensduur en kan resulteren in
gevaarlijke situaties.
• Het fornuis is niet geschikt om gebruikt te worden met een
timer of een aparte afstandsbediening.
• Sluit het apparaat alleen aan op wisselstroom, op een
randgeaarde wandcontactdoos, met een netspanning
overeenkomstig met de informatie aangegeven op het
typeplaatje van het apparaat.
• De veiligheid tijdens het gebruik is alleen gegarandeerd als de
montage technisch correct en in overeenstemming met dit
installatievoorschrift is uitgevoerd. De installateur is aansprakelijk
voor schade veroorzaakt door een foutieve montage.
• De gasaansluiting moet voldoen aan de nationale en regionale
veiligheidsvoorschriften. Laat het fornuis daarom aansluiten
door een erkende installateur.
• De elektrische aansluiting mag alleen worden uitgevoerd door
een bevoegde electriciën. Deze is op de hoogte van de nationale
en regionale veiligheidsvoorschriften waaraan de aansluiting
moet voldoen.
• Het fornuis behoort tot beschermingsklasse I en mag alleen
worden gebruikt in combinatie met een geaarde aansluiting. De
fabrikant is niet aansprakelijk voor de ongeschikte werking en de
mogelijke schade veroorzaakt door ongeschikte installaties.
• Het fornuis moet worden aangesloten op een vaste installatie
waarin middelen voor uitschakeling zijn ingebouwd, in
overeenstemming met de voorschriften van de installatie.
• Zorg ervoor dat de voedingskabel niet bekneld raakt tijdens de
installatie of langs scherpe randen loopt. Hij moet zo geplaatst
worden dat er geen hete delen van het fornuis geraakt worden.
• Het aansluitpunt, de wandcontactdoos en/of de stekker moeten
altijd toegankelijk zijn.
Nederlands 7
• Door verkeerde installatie, aansluiting of montage vervalt de
garantie.
• Attentie: elke wijziging in het apparaat, inclusief het vervangen
van de voedingskabel, moet worden uitgevoerd door personeel
van de technische dienst met een specifieke opleiding.
• Dompel het snoer of de stekker nooit onder in water.
• Dit apparaat is uitsluitend geschikt voor huishoudelijk gebruik.
Wanneer het apparaat oneigenlijk gebruikt wordt, kan er bij
eventuele defecten geen aanspraak op schadevergoeding
worden gemaakt en vervalt het recht op garantie.
Als u besluit het apparaat, vanwege een defect, niet
langer te gebruiken, adviseren wij u, nadat u de stekker
uit de wandcontactdoos heeft verwijderd, het snoer af te
knippen.
Huishoudelijke apparaten mogen niet bij het gewone
huisvuil worden gevoegd. Breng het apparaat naar een
speciaal centrum voor gescheiden afvalinzameling van
uw gemeente om op verantwoorde wijze en conform
overheidsbepalingen recycled te worden.
8 Nederlands
Nederlands 9
2
productomschrijving
1. Glazen afdekplaat
2. Normaalbrander
3. Sudderbrander
4. Normaalbrander
5. Sterkbrander
7. Pandrager - 2 stuks
6. Thermostaatlampje van de oven
7. Controlelampje van de oven
8. Gasregelknoppen - links
9. Gasregelknoppen - rechts
10. Temperatuurknop
11. Aan/ uit en ovenfunctieknop
12. Ovendeur
13. Schuiflade
14. Ovenlampje
15. Niveau’s in oven
16. Bakplaat
17. Rooster
14
15
16 17
4
5
10
8
6
2
3
13
12
7
9
11
1
voor het eerste gebruik
3
Voordat u het apparaat voor de eerste maal in gebruik neemt, dient u als volgt te werk te gaan: pak het fornuis voorzichtig
uit en verwijder al het verpakkingsmateriaal en eventuele promotionele stickers. De verpakking (plastic zakken, piepschuim
en karton) buiten het bereik van kinderen houden. Controleer na het uitpakken het apparaat zorgvuldig op uiterlijke schade,
mogelijk ontstaan tijdens transport. Controleer of de spanning overeenkomt met die vermeld staat op het typeplaatje. Voor
de installatie van het fornuis volgt u de instructies in het hoofdstuk INSTALLATIE.
Reinig het fornuis en alle accessoires met warm water en een mild reinigingsmiddel. Goed naspoelen met alleen water en
droog maken.
Verwarm de oven ongeveer 30 minuten op de hoogste temperatuur om alle achtergebleven productieresten, zoals olie, te
verwijderen. U voorkomt hiermee dat er onaangename geuren ontstaan tijdens het bereiden van voedsel.
10 Nederlands
installatie
4
De installatie instructies zijn bestemd voor gekwalificeerde installateurs die het fornuis voor u installeren. Met behulp van
deze instructies kan het fornuis op een zo professioneel mogelijke manier geïnstalleerd en onderhouden worden.
Verzeker u ervan dat de regionale en landelijke distributievoorwaarden (het soort gas en de gasdruk) en de instelling van
het apparaat geschikt zijn, voordat u begint met de installatie.
De instellingsgegevens staan vermeld op de verpakking en op het typeplaatje.
Dit apparaat is niet aangesloten op kanalen voor de afvoer van verbrandingsgassen. Het moet worden geïnstalleerd en
aangesloten volgens de geldende installatievoorschriften. U dient in het bijzonder rekening te houden met de vereisten
voor ventilatie.
OPSTELLING VAN HET FORNUIS
De locatie van het fornuis moet droog en goed gelucht zijn en een goed werkende ventilatie bezitten in overeenstemming
met de geldende technische voorschriften. De geschiktheid van de ruimte voor het opstellen van een gasfornuis wordt
geëvalueerd op basis van volgende rechtsvoorschriften.
De ruimte moet voorzien zijn van een ventilatiesysteem dat verbrandingsgassen die tijdens het verbrandingsproces
ontstaan, naar buiten afvoert. Deze installatie moet bestaan uit een ventilatierooster of een afzuigkap. Afzuigkappen
moeten gemonteerd worden volgens de bijgevoegde gebruikershandleidingen. De opstelling van het fornuis moet een
vrije toegang tot alle bedieningselementen garanderen.
De ruimte moet ook de toevoer van lucht toelaten, die nodig is voor een correcte verbranding van het gas. De
luchttoevoer mag niet minder zijn dan 2m
3
/h voor 1 kW vermogen van de branders. De lucht moet direct van buiten
aangevoerd worden door een kanaal met een doorsnede van min. 100 cm
2
of direct uit aangrenzende ruimtes die
uitgerust zijn met ventilatiekanalen die afvoeren naar buiten.
Als het fornuis intensief en lang gebruikt wordt, kan het noodzakelijk zijn om een raam te openen om de ventilatie te
verbeteren.
Vloeibaar gas is zwaarder dan lucht en heeft daarom de neiging om zich in de onderste niveaus te verzamelen. Ruimtes
waarin flessen met vloeibaar gas geïnstalleerd zijn moeten uitgerust zijn met ventilatiekanalen die vanuit de ruimte naar
buiten leiden en zo het gas kunnen afvoeren in geval van lekken. Om dezelfde reden mogen gasflessen, zowel lege als
gedeeltelijk gevulde, niet geïnstalleerd of bewaard worden in ruimtes die zich onder de grond bevinden (bijv. in kelders).
AFZUIGKAP
min. 600 mm
min. 420 mm
min. 420 mm
min. 700 mm
Nederlands 11
De flessen mogen zich niet dicht bij een warmtebron bevinden (kachel, schouw, oven, enz.), die de temperatuur in de fles
kan verhogen tot meer dan 50ºC.
Het fornuis moet opgesteld worden op een harde, effen ondergrond (niet op een onderstel zetten).
Voordat u het fornuis in gebruik neemt, moet u het waterpas zetten. Dit is vooral belangrijk voor het gelijkmatige
verspreiden van vet in de pan. Hiervoor dienen de regelpootjes die bereikbaar zijn als u de schuiflade er uit haalt.
Regelbereik � 5mm.
MONTAGE VAN DE OMVALBEVEILIGING
De omvalbeveiliging wordt gemonteerd om te voorkomen dat het fornuis
kantelt. Dankzij de omvalbeveiliging tegen het kantelen van
het fornuis voorkomt u dat een kind dat op de openstaande ovendeur klimt
het fornuis laat kantelen.
Fornuis, hoogte 850 mm
A = 60 mm
B = 103 mm
Fornuis, hoogte 900 mm
A = 104 mm
B = 147 mm
A
B
HET FORNUIS AANSLUITEN OP DE GASINSTALLATIE
Opgelet!
Het fornuis moet op een gasinstallatie aangesloten met het soort gas waaraan het fornuis in de fabriek werd
aangepast. Informatie over het soort gas waaraan het fornuis aangepast is, vindt u op het typeplaatje. Het
fornuis mag enkel aangesloten worden door een erkend installateur met de gepaste kwalificaties en enkel een
installateur mag het fornuis aanpassen aan een ander soort gas.
Instructies voor de installateur
De installateur moet:
gekwalificeerd zijn voor het aansluiten van gasinstallaties;
de informatie op het typeplaatje van het fornuis inzake het soort gas waaraan het fornuis aangepast is doorlezen en de
informatie vergelijken met de gasleveringsvoorwaarden op de installatieplaats;
controleren of:
- de ventilatie, d.w.z. de luchtcirculatie in de ruimtes, goed werkt;
- de gasaansluitingen lekvrij zijn;
- alle werkende onderdelen van het fornuis goed functioneren;
- de elektrische installatie kan functioneren samen met een aardingsleiding (nulleiding).
de instellingen van de draaiknoppen voor de gasbranders met behulp van de bijgevoegde regelplaatjes regelen om een
goede werking van de vonkontsteking en de gaslekbeveiliging te garanderen.
Opgelet!
Het fornuis mag enkel door een erkend installateur op een gasfles met vloeibaar gas of een vaste gasinstallatie aangesloten
worden. Hierbij moeten de geldende veiligheidsvoorschriften in acht genomen worden.
Aansluiten op een flexibele stalen leiding
Als het fornuis in overeenstemming met de principes voor klasse 2, subklasse I, geïnstalleerd wordt, dan raden we aan om
bij de aansluiting van het fornuis op de gasinstallatie uitsluitend een elastische metalen leiding te gebruiken, die aan de
geldende nationale voorschriften voldoet. De verbinding die het gas naar het fornuis aanvoert, heeft een G½” schroefdraad.
Voor de aansluiting mogen enkel buizen en koppelingen gebruikt worden, die aan de geldende normen voldoen. De
maximale lengte van de elastische leiding mag niet meer dan 2000 mm bedragen.
Zorg ervoor, dat de aansluiting niet in contact komt met andere beweeglijke delen, die de aansluiting zouden kunnen
beschadigen.
Aansluiten op een onbuigbare installatiebuis
Het fornuis heeft een verbindingsstuk met een G½” schroefdraad. Het fornuis moet zo op de gasinstallatie aangesloten
worden, dat er op geen enkel punt van de installatie en op geen enkel element van het fornuis spanning ontstaat.
Als er een overdreven draaimoment toegepast wordt bij het aandraaien (meer dan 20 Nm), dan kan dit de aansluiting
beschadigen of kan er lekkage ontstaan.
De gasleiding mag de metalen behuizing aan de achterzijde van het fornuis niet raken.
Attentie! Steeds nadat de drukregelaar vervangen wordt, moet het fornuis een technische keuring ondergaan die de
gaskranen en de uitstroombeveiliging omvat.
Opgelet! Na de installatie van het fornuis moet de afdichting van alle aansluitingen gecontroleerd worden met bv.
water met zeep. Er mag geen vuur gebruikt worden om de afdichting te controleren.
HET FORNUIS AANSLUITEN OP DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE
• Het fornuis is in de fabriek aangepast aan voeding met eenfasige wisselstroom (230V 1N~50Hz) en uitgerust
met een aansluitleiding van 3 x 1,5 mm
2
met een lengte van ongeveer 1,5 m met een stekker met aarding.
• Het stopcontact voor aansluiting op de elektrische installatie moet voorzien zijn van een aardingspin en mag
zich niet boven het fornuis bevinden. Het stopcontact voor aansluiting op de elektrische installatie moet ook
na het opstellen van het fornuis bereikbaar zijn voor de gebruiker.
• Voordat u het fornuis aansluit, moet u controleren of:
- de zekering en de elektrische installatie bestand zijn tegen de belasting van de oven,
- de elektrische installatie uitgerust is met een doeltreffend aardingssysteem dat voldoet aan de geldende
normen en voorschriften.
- het stopcontact goed bereikbaar is.
HET OMBOUWEN VAN HET FORNUIS NAAR EEN ANDER SOORT GAS
Het ombouwen van het fornuis naar een ander soort gas mag enkel uitgevoerd worden door een erkend installateur met de
gepaste kwalificaties.
Als het gas waarmee het fornuis gevoed moet worden, verschilt van het gas dat voor het fornuis voorzien is in de
fabrieksversie, d.w.z. G20 / 25 mbar, dan moeten de inspuiters vervangen worden en moet de vlam opnieuw ingesteld
worden.
Om het fornuis om te bouwen naar de verbranding van een ander soort gas, moet u:
de inspuiters vervangen (zie de gastabel hieronder);
de “spaarvlam” instellen.
Opgelet! Het fornuis is door de producent uitgerust met inspuiters die in de fabriek aangepast zijn aan het verbranden van
het gas dat opgegeven is op het typeplaatje.
Gastabel
G25.3/25 mbar* G20/20 mbar G30/30 mbar
DEFENDI branders
Inspuiter
diameter
Inspuiter
markering
Inspuiter
diameter
Inspuiter
markering
Inspuiter
diameter
Inspuiter
markering
1 0.78 mm 78 0.77 mm 77 0.50 mm 50 1 Sudderbrander 1.0 kW
2 1.00 mm 100 0.97 mm 97 0.65 mm 65 2 Normaalbranders 1.75 kW
3 1.32 mm 132 1.29 mm 129 0.87 mm 87 1 Sterkbrander 3.0 kW
Vlam van de brander Omschakeling van aardgas naar vloeibaar gas Omschakeling van vloeibaar gas naar aardgas
Vol
1. Vervang de inspuiter door de juiste inspuiters volgens
de gastabel
1. Vervang de inspuiter door de juiste inspuiters volgens
de gastabel
Spaarzaam
2. Draai de regelmoer lichtjes open en regel de grootte
van de vlam
2. Draai de regelmoer lichtjes open en regel de grootte
van de vlam
Om de instellingen te regelen moeten de gasregelknoppen verwijderd worden.
De toegepaste inspuiters van de gaskookplaat vereisen geen instelling van de basisluchtstroom. Een correcte vlam heeft
binnenin duidelijk blauwgroene kegeltjes.
Een korte, ruisende vlam of een lange, gele, rokende vlam zonder duidelijk afgetekende kegeltjes wijst op een slechte
kwaliteit van het gas in de huisinstallatie of een beschadigde of vervuilde brander. Om de vlam te controleren moet u de
brander ongeveer 10 minuten laten branden met volle vlam en daarna de draaiknop van het ventiel op spaarvlam plaatsen.
De vlam mag niet uitgaan of overspringen naar de branderkoppen.
12 Nederlands
Vervanging van een inspuiter
Draai de inspuiter los met behulp van een speciale dopsleutel 7 en vervang de inspuiter door een
nieuwe die aangepast is aan het soort gas dat gebruikt gaat worden (zie de gastabel).
Opgelet! Het aanpassen van het fornuis aan een ander soort gas dan door de producent aangegeven is op het typeplaatje
van het fornuis, of de aankoop van een fornuis voor een ander soort gas dan het soort dat geïnstalleerd is in de woning, is
uitsluitend een beslissing van de gebruiker - installateur.
Bij fornuizen met beveiliging is een kraan met een gaslekbeveiliging toegepast volgens de
tekening. De kranen moeten ingesteld worden terwijl de brander aan is op de spaarvlam, dit met
behulp van een regelschroevendraaier van 2,5 mm.
Opgelet! Plak na aanpassen van het fornuis een etiketje met een beschrijving van het soort gas waaraan het fornuis is
aangepast, op het fornuis.
Nederlands 13
KEUZE VAN DE JUISTE POTTEN EN PANNEN
Zorg ervoor dat de vlammen onder de pan blijven. Als de vlammen om de pan heen branden, gaat er veel energie verloren
en de handgrepen van de pan kunnen te heet worden.
Gebruik pannen die qua diameter passen bij de branders. Dit vermindert de kooktijd.
Gebruik alleen pannen met een vlakke bodem.
Gebruik de juiste hoeveelheid water voor het koken van voedsel en houd de deksel op de pan.
Het is aangeraden om een pot te kiezen met een diameter van ongeveer 2,5-3 keer groter dan de diameter van de
brander, d.w.z. :
voor de sudderbrander - een diameter van 90 tot 150 mm
voor de normaalbrander - een diameter van 160 tot 220 mm
voor de sterkbrander - een diameter van 200 tot 240 mm en de hoogte van de pan mag niet groter zijn dan de
diameter.
BRANDERS BEDIENEN
Controleer regelmatig of de branders en branderdeksels goed geplaatst zijn. Door een onjuiste plaatsing kan een slechte
ontsteking, ongunstige verbranding of beschadiging van de branderdeksels plaats vinden.
1. gastoevoer dicht
2. grootste vlam
3. kleinste vlam
4. thermokoppel
5. vonkonsteking
Let op: open altijd de glazen afdekplaat bij het gebruik van het kookgedeelte.
In de bedieningsknop zit een automatische vonkontsteking.
Druk de bedieningsknop in en draai deze linksom naar de stand “grootste vlam”
.
Houd de bedieningsknop minimaal 3 seconden goed ingedrukt. De geïntegreerde vonkontsteking zorgt ervoor dat de
brander ontsteekt en gaat branden.
Blijf de bedieningsknop nog 10 seconden ingedrukt houden nadat de vlam aan is om de thermokoppel te activeren.
Anders kan de vlam direct weer uitgaan, omdat de thermokoppel nog niet actief is.
Als de brander na 15 seconden niet brandt, moet u een minuut wachten voordat u de brander opnieuw probeert te
ontsteken.
Als de brander per ongeluk uitgaat, zal de thermokoppel (vlambeveiliging) in de betreffende brander de gastoevoer
afsluiten (door het overkoken van vloeistof, door tocht, geen toevoer van gas, etc.). Geen vlam = geen gas!
Goed instelde branders hebben een helderblauwe vlam met een duidelijk afgetekende kegel binnenin. De keuze van de
grootte van de vlam hangt af van de instelling van de bedieningsknop van de brander.
grote vlam
kleine vlam (zgn. “spaarvlam”)
uit (de gastoevoer is afgesloten)
Afhankelijk van de behoefte kan de grootte van de vlam geleidelijk ingesteld worden.
de branders ontsteken en bedienen
5
slecht goed
3
1
2
slecht goed
Opgelet!
Het is verboden om de vlam in
te stellen tussen de stand uit
en de stand grote vlam
.
14 Nederlands
4
5
De oven beschikt over de volgende functies:
Ovenfunctie Omschrijving
Ovenverlichting
De ovenverlichting is onafhankelijk van de oven in te schakelen. Door de
draaiknop in deze stand te plaatsen wordt de binnenkant van de oven
verlicht.
Snel verwarmen
Het bovenste verwarmingselement, het grillelement en de ventilator zijn
ingeschakeld. Te gebruiken voor het voorverwarmen van de oven.
Ontdooien
Alleen de ventilator is ingeschakeld, er wordt geen enkel
verwarmingselement gebruikt.
Ventilator en supergrill
Als de draaiknop in deze stand staat, wordt de functie supergrill met
ventilator uitgevoerd. Deze functie versnelt het grillproces te versnellen
en geeft meer smaak aan het gerecht. Zorg dat de deur van de oven
gesloten is tijdens de bereiding.
Supergrill
Met de functie Supergrill worden gerechten gegrild terwijl het bovenste
verwarmingselement ook aan is. De functie zorgt voor een hogere
temperatuur in de bovenlaag van de oven, waardoor de gerechten meer
gebruind worden. Voor het grillen van grote porties vlees of gratineren.
Grillelement
Oppervlakkig grillen wordt toegepast om kleine porties vlees te braden:
steaks, schnitzels, vis, toasts, worstjes, ovenschotels te grillen (het
gegrilde gerecht mag niet dikker dan 2-3 cm zijn, tijdens het bakken moet
het omgedraaid worden).
Onderste verwarmingsele-
ment
Bij deze stand is enkel het onderste verwarmingselement aan. Speciaal
voor gebak dat via de onderkant gebakken moet worden (bijv. vochtig
gebak met vruchten).
Boven en onder verwarm-
ingselement
Met deze functie wordt de oven op conventionele wijze verwarmd.
Ideaal om taarten, vlees, vis, brood, pizza te bakken op een enkel niveau
(voorverwarmen en gebruik van donkere bakplaten vereist).
bediening van de multifunctionele oven
6
De multifunctionele oven kan verwarmd worden met behulp van een verwarmingselement bovenaan en onderaan, een
grillelement en een verwarmingselement voor heteluchtcirculatie.
INSCHAKELEN
De oven kan bediend worden met behulp van de draaiknop voor de functie van de oven - draai de draaiknop naar de
gewenste functie om de oven in te stellen – en met behulp van de draaiknop van de temperatuurregelaar – draai de
draaiknop naar de gewenste temperatuur om de oven in te stellen.
UITSCHAKELEN
De oven kan uitgeschakeld worden door de beide knoppen terug te draaien naar de uit-stand [
/ 0 ].
Opgelet! Als er een ovenfunctie ingesteld is, wordt de verwarming (van een verwarmingselement) pas ingeschakeld als de
temperatuur ingesteld is.
Nederlands 15
0
5050
100
150
200
250
16 Nederlands
Ovenfunctie Omschrijving
Hetelucht
Op de stand hetelucht wordt de verwarming van de oven
op gecontroleerde wijze ondersteund met behulp van een
heteluchtventilator die op een centrale plaats in de achterwand van de
ovenruimte gemonteerd is. In vergelijking met een conventionele oven
wordt een lagere baktemperatuur gebruikt.
Deze methode zorgt voor een gelijkmatige spreiding van de warmte rond
de gerechten in de oven.
Boven en onder verwarm-
ingselement met ventilator
Deze functie is het meeste geschikt voor het bakken van cakes. Wanneer
deze functie geselecteerd is, maar de temperatuur staat op 0 dan zal
alleen de ventilator aan zijn. Handig voor het afkoelen van gerechten.
Turbo hetelucht
De hetelucht en het onderste verwarmingselement zijn aan. Dit verhoogt
de temperatuur aan de onderkant van het gerecht. Ideaal voor nat gebak
en pizza.
ECO hetelucht
Deze functie zorgt voor een optimale verwarmingswijze van de oven
welke geschikt is om energie te besparen tijdens het bereiden van
gerechten. De ovenverlichting zal niet functioneren op deze stand.
Het inschakelen van de oven wordt aangegeven met twee lampjes, een thermostaatlampje en een controlelampje.
Het controlelampje rechts naast de klok geeft aan dat de oven ingeschakeld is. Als het thermostaatlampje uit gaat, heeft
de oven de ingestelde temperatuur bereikt. Als het recept aangeeft dat het gerecht in een voorverwarmde oven geplaatst
moet worden, dan mag u dit pas doen als het thermostaatlampje voor de eerste maal uitgaat.
Tijdens de bereiding zal het thermostaatlampje af en toe aan- en uitgaan (de temperatuur in de oven wordt op peil
gehouden). Het controlelampje kan ook branden als u de draaiknop in stand “Verlichting van de oven” plaatst.
HET GEBRUIK VAN DE GRILL
Tijdens het grillproces worden de gerechten verwarmd door een infrarood verwarmingselement.
Zet de draaiknop van de oven op de grillstand
om de grill in te schakelen.
Verwarm de oven ongeveer 5 minuten voor (met gesloten deur).
Plaats de bakplaat met het gerecht op het juiste niveau in de oven.
Sluit de deur van de oven.
Voor de grillfunctie en supergrill moet de temperatuur ingesteld worden op 250°C. Voor de functie grill met
ventilator mag dit maximaal 190°C zijn.
Opgelet! Tijdens het grillen moet de deur van de oven gesloten zijn.
Laat geen kinderen bij de oven in de buurt komen als de grill gebruikt wordt. De buitenkant van de oven kan heet worden.
GEBAK
Gebruik de bijgeleverde bakplaten of het rooster voor het bereiden van gebak.
Gebak kan bereid worden in bakvormen of op bakplaten die op het rooster geplaatst moeten worden. Gebruik donkere
bakvormen omdat deze de warmte beter geleiden en de baktijd verkorten.
Het is af te raden om bakvormen en bakplaten met een licht glimmend oppervlak te gebruiken wanneer u gebruik maakt
van de conventionele verwarmfunctie (boven en onder verwarmingselementen). Bij dit soort bakvormen wordt de
onderkant van het gebak niet goed gebakken.
Bij het gebruik van de hetelucht functie hoeft de oven niet voorverwarmd te worden. Bij het gebruik van een andere
ovenfunctie moet de oven wel voorverwarmd worden voordat het gebak in de oven geplaatst wordt.
Controleer de gaarheid van cake met een houten satéprikker. Als de cake gaar is, blijft het stokje droog en schoon
wanneer u deze erin steekt.
Om te voorkomen dat een cake of taart in zakt, is het aan te raden om het gebak nog ongeveer 5 minuten in de oven te
laten nadat de oven uitgeschakeld is.
De baktemperaturen bij het gebruik van de hetelucht functie zijn normaal gesproken ongeveer 20 tot 30 graden lager dan
bij conventioneel bakken (gebruik van de boven en onder verwarmingselementen).
De gegevens voor gebak in de baktabel zijn ter indicatie en kunnen gecorrigeerd worden volgens uw eigen ervaring en
culinaire smaak.
Indien de informatie in kookboeken duidelijk afwijkt van de waarden in de handleiding van het fornuis, kunt u het beste de
richtlijnen in de handleiding volgen.
baktips en baktabellen
7
Nederlands 17
VLEES BRADEN
In de oven kunnen porties vlees van meer dan 1 kg bereid worden. Kleinere stukken kunnen beter gebakken worden op de
gasbranders van het fornuis.
Gebruik bij het braden van vlees vuurvaste schotels. Ook de handgrepen van deze schotels moeten bestand zijn tegen
hoge temperaturen.
Bij het braden van vlees op het rooster kan er op het laagste niveau een bakplaat met een klein laagje water worden
geplaatst om eventueel bakvocht op te vangen.
Draai het vlees halverwege tijdens de bereidingstijd minstens één keer om. Om het vlees meer smaak te geven, kan het
bakvocht of de saus die ontstaat over het gerecht geschept worden. Dit kan ook met heet, zout water, maar nooit met
koud water.
VERWARMINGSFUNCTIE ECO- HETELUCHT
Bij het gebruik van de functie ECO-hetelucht start een optimale verwarmingswijze van de oven die bedoeld is om energie
te besparen tijdens het bereiden van gerechten.
Het is niet mogelijk om de bereidingstijd te verkorten door een hogere temperatuur in te stellen. Het voorverwarmen van
de oven is niet aan te raden.
Tijdens het bakken geen temperatuurinstellingen aanpassen en de ovendeur gesloten houden.
BAKTABEL bij gebruik van de functie ECO-hetelucht
Gerecht Ovenfunctie
Temperatuur - °C
Niveau
Tijd in minuten
180 - 200 2 - 3 50 - 70
180 - 200 2 50 - 70
190 - 210 2 - 3 45 - 60
200 - 220 2 90 - 120
200 - 220 2 90 - 160
180 - 200 2 80 - 100
BAKTABEL bij gebruik van overige functies
Gerecht Ovenfuncties
Temperatuur - °C
Niveau
Tijd in minuten
160 - 200 2 - 3 30 - 50
160 - 180 2 - 3 20 - 40*
140 - 160 2 - 3 10 - 40*
200 - 230 1 - 3 10 - 20
210 - 220 2 45 - 60
160 - 180 2 - 3 45 - 60
190 2 - 3 60 - 70
Gerecht Ovenfuncties
Temperatuur - °C
Niveau
Tijd in minuten
230-250 4 14 - 18
225 - 250 2 120 - 150
160 - 180 2 120 - 160
160 - 230 2 90 - 120
160 - 190 2 90 - 120
190 2 - 3 70 - 90
160 - 180 2 45 - 60
175 - 190 2 60 - 70
190 - 210 2 40 - 50
170 - 190 3 40 - 50
* kleine gebakjes
Belangrijk! De gegevens in de baktabel zijn ter indicatie en kunnen gecorrigeerd worden volgens uw eigen ervaring en
culinaire smaak.
reiniging en onderhoud
8
Het reinigen en onderhouden van het fornuis heeft een belangrijke invloed op de levensduur en probleemloze werking. Het
fornuis mag niet gereinigd worden met een stoomreiniger of hogedruk reiniger.
Voor de reiniging moet het fornuis uitgeschakeld worden. Let er hierbij op dat alle draaiknoppen in de
uit-stand [
/ 0 ] staan. De oven mag pas gereinigd worden als hij afgekoeld is.
DE GLAZEN AFDEKPLAAT REINIGEN
Reinig de glazen afdekplaat met een glasreiniger. Om de afdekplaat en het kookgedeelte goed te kunnen reinigen, kunt u de
afdekplaat verwijderen.
Open de afdekplaat en houd deze aan beide zijden vast. Trek de afdekplaat recht omhoog.
Monteer na het reinigen de afdekplaat in omgekeerde volgorde.
HET KOOKGEDEELTE REINIGEN
Reinig het kookgedeelte na elk gebruik om deze in een goede conditie te houden. Overgekookte etensresten kunnen gaan
inwerken en zijn moeilijker te verwijderen als ze langere tijd niet verwijderd worden.
Gebruik voor het reinigen van het kookgedeelte een mild reinigingsmiddel zoals afwasmiddel. De losse onderdelen
mogen niet in de vaatwasmachine gereinigd worden. Het materiaal wordt aangetast door het vaatwasmiddel van de
vaatwasmachine.
Om het kookgedeelte eenvoudig te kunnen reinigen, zijn de pannendragers en de branders afneembaar.
Reinig eerst de bedieningsknoppen, branders en pannendragers.
Controleer of de thermokoppel en vonkontsteking schoon zijn. Maak deze eventueel schoon met
een tandenstoker.
Reinig daarna de vangschaal.
Neem alles nog een keer goed af met alleen een vochtige doek en droog het goed na met een zachte
doek.
Plaats de branders terug op de kookplaat. Let daarbij goed op de openingen voor de thermokoppel
en vonkontsteking.
Leg de branderdeksels op de branders.
Plaats de pannendragers terug op de kookplaat. Leg de pannendragers voorzichtig op de vangschaal zonder te schuiven.
Sluit de glazen afdekplaat.
18 Nederlands
HARDNEKKIGE VLEKKEN
Reinig hardnekkige vlekken op de pannendragers en branderdeksels met een vloeibaar reinigingsmiddel en eventueel een
kunststof schuursponsje. Gebruik geen agressieve schurende reinigingsmiddelen of scherpe voorwerpen om de
kookplaat te reinigen.
Hardnekkige vlekken op het roestvaststaal kunt u het beste reinigen met een middel speciaal voor roestvaststaal. Poets
altijd met de structuur van het staal mee om vlekken te voorkomen.
Na verloop van tijd kan er een verkleuring optreden op het oppervlak van het roestvaststaal.
DE OVEN REINIGEN
De oven moet na elk gebruik gereinigd worden. Schakel bij de reiniging de ovenverlichting in, zodat u beter in de ovenruimte
kunt kijken.
De binnenkant van de oven mag enkel met warm water met een beetje afwasmiddel gereinigd worden.
Om de oven eenvoudig te reinigen, kunnen de geleiderails verwijderd worden.
1. Trek voorzichtig de voorste haken los.
2. Trek nu de twee achterste haken los. Neem de geleiderail uit de oven.
3. Steek eerst de twee achterste haken weer in de ovenwand.
4. Bevestig nu de voorste haken en de geleiderail weer vast. Dit geldt voor allebei de kanten.
De oven kan ook gereinigd worden door middel van stoom:
Zet een schaaltje met 250 ml (1 glas) water op een bakplaat op het eerste niveau onder in de oven.
Sluit de deur van de oven.
Zet de oventemperatuur op 50°C en zet de ovenfunctie op onderwarmte
.
Verwarm de oven gedurende 30 minuten op deze stand.
Open de deur van de oven en veeg de binnenkant van de oven met een doek of een zachte spons schoon. Reinig de
binnenkant van de oven daarna met een schone doek of spons en warm water en wat afwasmiddel.
Droog de binnenkant van de oven goed na.
Gebruik geen agressieve schurende reinigingsmiddelen of scherpe voorwerpen om de oven en ovendeur te
reinigen.
ACCESSOIRES
Reinig de losse accessoires zoals de bakplaat en het rooster met warm water en afwasmiddel. Maak alles goed droog
voordat het weer gebruikt wordt.
OVENLAMP VERVANGEN
Om een elektrische schok te vermijden, schakelt u het fornuis volledig uit door de stekker uit het stopcontact te
verwijderen of door de zekering in de groepenkast los te draaien.
Draai het glazen beschermkapje tegen de klok in los. Reinig deze en goed drogen.
Verwissel de ovenlamp voor een soortgelijke lamp (25 W, 230V, E14 fitting en geschikt voor hoge temperaturen
- tot 300°C).
Draai het glazen beschermkapje vast.
Steek de stekker weer in het stopcontact of draai de zekering vast in de groepenkast.
Nederlands 19
3
4
1 2
OVENDEUR DEMONTEREN EN MONTEREN
De ovendeur kan gedemonteerd worden om het schoonmaken van de binnenzijde van de oven en de ovendeur te
vergemakkelijken.
Open de ovendeur en de klap beveiliging op het scharnier naar boven(fig. A). Doe de deur een kleine beetje dicht en til de
deur naar boven en naar buiten op om deze te verwijderen.
Om de deur opnieuw te monteren gaat u omgekeerd te werk. Bij het monteren moet u erop letten dat de uitsparing op het
scharnier correct op de uitstulping van de scharnierhouder geplaatst is. Plaats altijd de beveiliging terug nadat u de deur
terug gemonteerd hebt en druk ze goed aan. Als u de beveiliging niet correct terugplaatst, kan het scharnier beschadigd
raken wanneer u de deur probeert te sluiten.
DEURRUIT VAN DE OVENDEUR DEMONTEREN EN MONTEREN
Om de ovendeur gemakkelijker schoon te maken, kan de binnenste ruit verwijderd worden.
Duw met behulp van een platte schroevendraaier de bovenrand van de deur los, terwijl u hem aan de zijkanten voorzichtig
oplicht (fig. B).
Verwijder de bovenrand van de deur (fig.B, C).
Trek voorzichtig de binnenruit uit de houder (in het onderste deel van de deur) fig. D.
Was de ruit met warm water en een klein beetje afwasmiddel.
Ga omgekeerd te werk om de ruit opnieuw te monteren. Het gladde deel van de ruit moet zich bovenaan bevinden.
Attentie! Druk de bovenlijst van de deur niet gelijktijdig op beide kanten van de deur. Voor een juiste montage van de
bovenlijst van de deur drukt u eerst het linker uiteinde tegen de deur en drukt u vervolgens op het rechter uiteinde tot u
een duidelijke “klik” hoort. Hierna drukt u op het linker uiteinde tot u een duidelijke “klik” hoort.
20 Nederlands
A
B
C
D
1
2
3
1
2
3
1
2
3
9
Bij een storing moet u:
de werkende onderdelen van het fornuis uitschakelen;
de elektrische voeding ontkoppelen;
een reparatie aanvragen;
sommige kleine problemen kan de gebruiker zelf oplossen met behulp van de aanwijzingen in de tabel hieronder.
Controleer opeenvolgend alle punten in de tabel voordat u de onderhouds- of klantendienst contacteert.
Storing Oorzaak Wat te doen
De brander gaat niet aan Vervuilde vlamopeningen Sluit de gastoevoer af en zet alle branders uit.
Ventileer de ruimte. Neem de brander weg en
reinig de vlamopeningen. Blaas ze eventueel
door.
De vonkonsteking steekt het gas
niet aan
Geen stroomtoevoer Controleer de zekering van de groepenkast,
vervang een eventuele doorgebrande
zekering.
Onderbreking in de gastoevoer Open het ventiel van de gastoevoer.
Vervuilde (vette) vonkontsteking Reinig de vonkontsteking.
De draaiknop van de brander is niet
voldoende ingedrukt
Houd de draaiknop ingedrukt totdat er een
volle vlam rond de brander ontstaat.
De vlam gaat uit bij het aansteken
van de brander
De draaiknop van de brander werd
te snel los gelaten
Houd de draaiknop langer ingedrukt in de
stand "grote vlam".
De ovenfuncties werken niet Geen stroomtoevoer Controleer de zekering van de groepenkast,
vervang een eventuele doorgebrande
zekering.
De verlichting van de oven doet
het niet
Het lampje zit los of defect Draai het lampje aan of vervang het
kapotte lampje (zie hoofdstuk Reiniging en
Onderhoud).
storingen en oplossingen
Dit toestel is afgesteld voor de toestelcategorie K (I2K) en is geschikt voor het gebruik van G en G+ distributiegassen volgens
de specificaties zoals die zijn weergegeven in de NTA 8837:2012 Annex D met een Wobbe-index van 43,46 – 45,3 MJ/m3
(droog, 0 °C, bovenwaarde) of 41,23 – 42,98 (droog, 15 °C, bovenwaarde).
Dit toestel kan daarnaast worden omgebouwd en/of opnieuw worden afgeregeld voor de toestelcategorie E (I2E)
Dit houdt derhalve in dat het toestel: “geschikt is voor G+-gas en H-gas, dan wel aantoonbaar geschikt is voor G+-gas
en aantoonbaar geschikt is te maken voor H-gas” in de zin van het “Besluit van 10 mei 2016 tot wijziging van het Besluit
gastoestellen….”
REGELMATIGE CONTROLE
Naast het dagelijkse onderhoud en reiniging van het fornuis moet u ook:
regelmatig de werking van de bediening en de werkende onderdelen van het fornuis controleren. Na het verstrijken van de
garantieperiode moet u ten minste eenmaal per twee jaar een technische controle van het fornuis laten uitvoeren door
een onderhoudsdienst;
de vastgestelde gebreken verhelpen
een regelmatig onderhoud van de werkende onderdelen van het fornuis uitvoeren.
Opgelet!
Alle reparaties en instellingen moeten uitgevoerd worden bij een erkende onderhoudsdienst of door een erkend installateur
met gepaste kwalificaties.
Nederlands 21
Hoe belangrijk service is, hoeven we je niet te vertellen. We ontwikkelen onze producten zodat je er jarenlang
onbezorgd plezier van kan hebben. Ontstaat er toch een probleem, dan vinden we dat je direct een oplossing mag
verwachten. Daarom bieden we je op onze producten een omruilservice, bovenop de rechten en vorderingen die je
op grond van de wet toekomen. Door een product of onderdeel om te ruilen, besparen we je tijd, moeite en kosten.
2 jaar volledige fabrieksgarantie
1. Op alle producten van Inventum krijg je als consument standaard 2 jaar volledige fabrieksgarantie. Binnen deze periode
wordt een defect product of onderdeel altijd gratis omgeruild voor een nieuw exemplaar. Om aanspraak te maken op de 2
jaar volledige fabrieksgarantie, kun je teruggaan naar de winkel waar je het product hebt gekocht of contact opnemen met
de consumentenservice van Inventum via het contactformulier op www.inventum.eu/service-aanvraag.
2. De garantieperiode van 2 jaar begint te lopen op de datum van aankoop van het product.
3. Voor het recht op garantie dien je een kopie van het originele aankoopbewijs te kunnen overleggen.
4. De garantie geldt uitsluitend bij normaal huishoudelijk gebruik van de Inventum producten binnen Nederland.
5 jaar Inventum garantie
1. Op de meeste groot huishoudelijke apparatuur en een selectie klein huishoudelijke producten biedt Inventum de 5
jaar Inventum garantie. Deze 5 jaar Inventum garantie bestaat uit de 2 jaar volledige fabrieksgarantie en daarna 3 jaar
aanvullende garantie. Het enige dat je hoeft te doen voor het recht op 3 jaar aanvullende garantie is het product te
registreren binnen 45 dagen na aankoop. In de volgende paragraaf lees je meer over het registreren van het product.
2. Voor de 5 jaar Inventum garantie geldt dat een defect product of onderdeel gedurende de eerste 2 jaar altijd gratis wordt
omgeruild voor een nieuw exemplaar. Gedurende het 3e tot en met het 5e jaar betaal je alleen de omruilkosten. De
actuele omruilkosten kun je terugvinden op www.inventum.eu/omruilkosten.
3. Om aanspraak te maken op de 5 jaar Inventum garantie kun je teruggaan naar de winkel waar je het product hebt gekocht
of contact opnemen met de consumentenservice van Inventum via het formulier op www.inventum.eu/service-
aanvraag.
4. De garantieperiode van 5 jaar begint te lopen op de datum van aankoop van het product.
5. Voor het recht op garantie dien je een kopie van het originele aankoopbewijs te kunnen overleggen.
6. De garantie geldt uitsluitend bij normaal huishoudelijk gebruik van de Inventum producten binnen Nederland.
Productregistratie
1. De 3 jaar aanvullende garantie is eenvoudig en kosteloos te regelen door het product binnen 45 dagen na aankoop
te registreren via de website www.inventum.eu/garantieregistratie. Wanneer je het product niet binnen 45 dagen na
aankoop hebt geregistreerd, heb je nog tot 2 jaar na aankoop de tijd om dit te regelen. Er zijn dan wel kosten aan deze
registratie verbonden. De eenmalige registratiekosten bedragen € 89,- voor elk afzonderlijk product. Registreren is alleen
mogelijk voor producten waar de 5 jaar Inventum garantie op van toepassing is. Of het product in aanmerking komt voor
de 5 jaar Inventum garantie vind je in de gebruiksaanwijzing van het product en bij de informatie over het product op de
website van Inventum.
2. De garantieperiode begint steeds te lopen vanaf de datum van aankoop van het product. Ook wanneer het product
pas later voor aanvullende garantie wordt geregistreerd, wordt de garantieperiode vanaf de originele aankoopdatum
berekend.
3. De 3 jaar aanvullende garantie kun je alleen aanvragen als je beschikt over een kopie van het originele aankoopbewijs en
het Inventum 5 jaar garantiecertificaat.
Groot huishoudelijke apparatuur
1. Storingen of defecten aan groot huishoudelijke apparatuur (vrijstaand- en inbouw witgoed) kunnen worden gemeld via
het formulier op www.inventum.eu/service-aanvraag, telefonisch bij de consumentenservice van Inventum of via de
winkel waar je de apparatuur hebt gekocht. Het telefoonnummer van de consumentenservice vind je op www.inventum.
eu.
2. Bij gemelde storingen of defecten aan groot huishoudelijke apparatuur heeft Inventum de mogelijkheid om ter plaatse
bij de consument in Nederland een witgoedmonteur het defecte apparaat te laten onderzoeken en vervolgens een
reparatie uit te laten voeren. De consumentenservice van Inventum kan ook besluiten dat het apparaat wordt omgeruild.
3. Als je een storing of defect aan groot huishoudelijke apparatuur meldt in de eerste 2 jaar vanaf de datum van aankoop,
brengt Inventum geen kosten in rekening voor omruilen, voorrijden, onderdelen, materiaalgebruik en arbeidsloon.
4. Als je het product op de hiervoor beschreven wijze hebt geregistreerd op www.inventum.eu/garantie-registratie en je
vervolgens een storing aan groot huishoudelijke apparatuur meldt in het 3e t/m 5e jaar vanaf de datum van aankoop, dan
is de 5 jaar Inventum garantie van toepassing en wordt het apparaat kosteloos gerepareerd of omgeruild. Je bent dan bij
reparatie of omruiling van het apparaat alleen omruilkosten verschuldigd. De actuele omruilkosten kun je terugvinden op
www.inventum.eu/omruilkosten. Indien je het product niet hebt geregistreerd, dan is de 3 jaar aanvullende garantie niet
van toepassing.
algemene service- en garantievoorwaarden
76 Nederlands
Nederlands 77
5. Bij een melding van een storing of defect zal een monteur binnen 1 werkdag contact opnemen voor het maken van een
bezoekafspraak. Bij melding in het weekend of op feestdagen is dit de eerstvolgende werkdag.
6. Indien je een storing of defect meldt via het formulier op www.inventum.eu/service-aanvraag, word je via mobiele
berichten en e-mail op de hoogte gehouden van de voortgang.
7. De garantieperiode begint te lopen op de datum van aankoop van het product.
8. Voor het recht op garantie dien je een kopie van het originele aankoopbewijs en het Inventum 5 jaar garantiecertificaat te
kunnen overleggen.
9. De garantie geldt uitsluitend bij normaal huishoudelijk gebruik van de Inventum producten binnen Nederland.
Storingen of defecten buiten de garantieperiode
1. In geval van storingen of defecten aan klein huishoudelijke apparatuur of groot huishoudelijke apparatuur buiten de
garantieperiode, kan hiervan melding worden gemaakt bij de consumentenservice via het contactformulier www.
inventum.eu/service-aanvraag of door te bellen met de consumentenservice.
2. De consumentenservice kan je vragen het product voor onderzoek of reparatie op te sturen. De kosten van verzending
zijn voor jouw rekening.
3. Aan het onderzoek naar de mogelijkheid tot repareren zijn kosten verbonden. Je moet hier vooraf toestemming voor
geven.
4. Bij groot huishoudelijke apparatuur kan Inventum op jouw verzoek een witgoedmonteur sturen. De voorrijkosten,
onderdeel- en materiaalkosten en arbeidsloon worden dan aan je in rekening gebracht.
5. In geval van opdracht tot reparatie moeten de reparatiekosten vooraf worden voldaan. Bij reparatie door een
witgoedmonteur, dienen de kosten van de reparatie ter plaatse bij de monteur, bij voorkeur via pinbetaling, te worden
afgerekend.
Uitgesloten van garantie
1. De hiervoor genoemde garanties gelden niet in geval van:
• normale slijtage;
• onoordeelkundig of oneigenlijk gebruik;
• onvoldoende onderhoud;
• het niet in acht nemen van de bedienings- en onderhoudsvoorschriften;
• ondeskundige montage of reparatie door derden of door de consument zelf;
• door de consument toegepaste niet originele onderdelen;
• zakelijk of bedrijfsmatig gebruik;
• het serienummer en/of rating-label is verwijderd.
2. Tevens geldt de garantie niet voor normale verbruiksartikelen, zoals:
• kneedhaken, bakblikken, (koolstof)filters, etc.;
• batterijen, lampjes, koolstoffilters, vetfilters enz.;
• externe verbindingskabels;
• glazen accessoires en glazen delen zoals ovendeuren;
• en soortgelijke zaken.
3. Buiten de garantie vallen transportschades, voor zover deze niet door Inventum zijn veroorzaakt. Controleer daarom je
nieuwe apparatuur voordat je deze in gebruik neemt. Als je beschadigingen aantreft, dien je deze binnen 5 werkdagen na
aankoop te melden bij de winkel waar je het product hebt gekocht, of bij de consumentenservice van Inventum via het
contactformulier op de website www.inventum.eu/service-aanvraag. Indien transportschades niet binnen deze termijn
worden gemeld, aanvaardt Inventum geen enkele aansprakelijkheid ter zake.
4. Van garantie en/of vervanging zijn uitgesloten: defecten aan, verlies en beschadiging aan het apparaat als gevolg van een
gebeurtenis die gewoonlijk verzekerd is onder de inboedelverzekering.
Van belang om te weten
1. Vervanging of herstel van een defect product of een onderdeel daarvan leidt niet tot verlenging van de oorspronkelijke
garantietermijn.
2. Vervangen onderdelen, verpakkingsmateriaal en omgewisselde apparaten worden meegenomen door de
witgoedmonteur en worden eigendom van Inventum.
3. Indien een klacht ongegrond is, komen alle kosten die daardoor zijn ontstaan voor rekening van de consument.
4. Na verloop van de garantietermijn worden alle kosten voor herstel of vervanging, inclusief administratie-, verzend- en
voorrijkosten aan de consument in rekening gebracht.
5. Inventum is niet aansprakelijk voor schade die is ontstaan als gevolg van onjuiste inbouwsituaties.
6. Inventum is niet aansprakelijk voor schade veroorzaakt door van buiten het apparaat ontstane oorzaken, tenzij deze
aansprakelijkheid voortvloeit uit dwingendrechtelijke bepalingen.
7. Op deze garantie- en servicevoorwaarden is Nederlands recht van toepassing. Geschillen zullen uitsluitend worden
berecht door de bevoegde Nederlandse rechter.
GV010/02.1118
Wijzigingen en drukfouten voorbehouden/ Änderungen und Druckfehler vorbehalten/
Sous réserve de modification / Modifications and printing errors reserved
persoonlijke verzorgingklein huishoudelijk witgoed inbouwwitgoed vrijstaand
Inventum Huishoudelijke
Apparaten B.V.
Meander 901
6825 MH Arnhem
Tel: 0800-4583688
info@inventum.eu
www.inventum.eu
twitter.com/inventum1908
facebook.com/inventum1908
youtube.com/inventum1908

Documenttranscriptie

Nederlands 1. veiligheidsvoorschriften 2. product omschrijving 3. voor het eerste gebruik 4. installatie 5. de branders ontsteken en bedienen 6. bediening van de multifunctionele oven 7. baktips en baktabellen 8. reiniging en onderhoud 9. storingen en oplossingen Algemene service- en garantievoorwaarden pagina 4 pagina 9 pagina 10 pagina 10 pagina 14 pagina 15 pagina 16 pagina 18 pagina 21 pagina 76 English 1. safety instructions 2. appliance description 3. before first use 4. installation 5. how to use the burners 6. operating the multi-functional oven 7. baking tips and baking tables 8. cleaning and maintenance 9. problems and solutions General terms and conditions of service and warranty page 22 page 26 page 27 page 27 page 31 page 32 page 33 page 35 page 38 page 78 Deutsch 1. Sicherheitsvorschriften 2. Produktbeschreibung 3. Vor der ersten Verwendung 4. Installation 5. Die Brenner zünden und Bedienen 6. Bedienung des Multifunktions-Backofens 7. Backtipps und Backtabelle 8. Reinigung und Wartung 9. Störungen und Maßnahmen zur Behebung Algemeine Service- und Garantiebedingungen Seite 39 Seite 45 Seite 46 Seite 46 Seite 50 Seite 51 Seite 52 Seite 54 Seite 57 Seite 80 Français 1. consignes de sécurité 2. description du produit 3. avant la toute première utilisation 4. installation 5. allumage et commande des brûleurs 6. commande du four multifonction 7. conseils de cuisson et tableau de cuisson 8. nettoyage et entretien 9. pannes et solution Conditions générales de garantie et service après-vente page 58 page 63 page 64 page 64 page 68 page 69 page 70 page 72 page 73 page 82 •3 Nederlands 1 veiligheidsvoorschriften • Lees eerst de gebruiksaanwijzing aandachtig en geheel door voordat u het apparaat gaat gebruiken en bewaar deze zorgvuldig voor latere raadpleging. • Gebruik dit apparaat uitsluitend voor de in de gebruiksaanwijzing beschreven doeleinden. Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen in dit apparaat. Het fornuis is alleen geschikt voor het bereiden van voedsel. Het apparaat is niet geschikt voor industrieel of laboratorium gebruik. • WAARSCHUWING: het apparaat en de toegankelijke delen worden heet tijdens het gebruik. Raak hete delen niet aan. Houd kinderen jonger dan 8 jaar uit de buurt tenzij er voortdurend op hen wordt gelet. • Het apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door personen met beperkte fysieke, zintuiglijke of mentale vermogens of gebrek aan ervaring of kennis, wanneer zij het apparaat onder toezicht gebruiken of zijn geïnstrueerd over het veilige gebruik ervan en zij de daaruit voortkomende gevaren begrijpen. • Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. • Het apparaat mag niet door kinderen worden gereinigd of onderhouden, tenzij dit onder toezicht gebeurt. • Bewaar geen voorwerpen in kastjes boven of achter het apparaat die voor kinderen interessant zijn. • De kookzones worden warm tijdens het gebruik en blijven na gebruik ook nog een tijd warm. Laat geen kleine kinderen in de buurt tijdens en vlak na het koken. • Let op: Vloeistoffen en ander voedsel mogen niet opgewarmd worden in gesloten conservenblikken, omdat deze kunnen exploderen door de druk. • Alcoholdampen kunnen vlam vatten. Nooit gerechten klaar maken die een hoog percentage alcohol bevatten. Alleen kleine hoeveelheden drank gebruiken met een hoog alcoholpercentage. De ovendeur voorzichtig openen. • De buitenzijde van het fornuis kan warm worden nadat het fornuis langdurig is gebruikt. Dit geldt ook voor de ovendeur. Bij langdurig gebruik op de maximale temperatuur wordt de ruit 4 • Nederlands • • • • • • • • • • • • • • • • van de ovendeur heet. Let op als er kinderen in de buurt zijn. WAARSCHUWING: brandgevaar: laat niets op het fornuis staan. WAARSCHUWING: koken met vet of olie op een fornuis zonder toezicht kan gevaarlijk zijn en kan brand tot gevolg hebben. Probeer NOOIT de brand te blussen met water, maar zet het apparaat uit en dek de vlammen daarna af met bijvoorbeeld een deksel of een blusdeken. Het fornuis moet regelmatig gereinigd worden en verwijder voedselresten. Wanneer er krassen op de ruit van de ovendeur zitten, kan dit springen. Geen schraper, scherpe of schurende schoonmaakmiddelen gebruiken. Gebruik het apparaat niet als werkblad. Het apparaat kan per ongeluk worden ingeschakeld of nog heet zijn, waardoor voorwerpen kunnen smelten, heet worden of vlam vatten. Dek het apparaat nooit af met een doek of iets dergelijks. Als het apparaat nog heet is of wordt ingeschakeld, bestaat er brandgevaar. Gebruik nooit een hogedruk- of stoomreiniger voor het reinigen van het fornuis. In geval van rook het fornuis uitschakelen en de stekker uit het stopcontact verwijderen. Houd de ovendeur gesloten om de vlammen te verstikken. Controleer of het apparaat is uitgeschakeld voordat u de lamp vervangt om het risico op een elektrische schok te vermijden. Zet geen toebehoren van de oven op de open ovendeur. De bodem van de oven nooit afdekken met aluminiumfolie. Aluminiumfolie houdt warmte tegen en geeft daardoor slechte bakresultaten. Bovendien kan het emaille van de ovenbodem beschadigd raken. Het fornuis heeft een ventilator die de ovenmantel koelt. Nadat de oven is uitgeschakeld, kan deze ventilator nog enige tijd nadraaien. Zorg voor voldoende ventilatie tijdens het gebruik. Houd natuurlijke ventilatie-openingen open. Bij langdurig gebruik van het fornuis is extra ventilatie noodzakelijk. Zet bijvoorbeeld een raam open of installeer een mechanische ventilator. Flambeer nooit onder een afzuigkap. Door de hoge vlammen kan brand ontstaan, ook bij een uitgeschakelde ventilator. Nederlands • 5 • De branderdelen zijn heet tijdens en direct na het gebruik. • Vermijd directe aanraking en contact met niet-hittebestendige materialen. • Dompel hete branderdeksels en pannendragers nooit onder in koud water. Door de snelle afkoeling kan het materiaal beschadigen. • De afstand van de pan tot een knop of niet-hittebestendige wand moet altijd groter zijn dan twee centimeter. Bij kleinere afstanden kunnen door de hoge temperatuur de knoppen of de wand verkleuren en/of vervormen. • Gebruik altijd de pannendragers en geschikt kookgerei. • Plaats de pan altijd op de pannendrager. Het plaatsen van de pan direct op de branderdeksel kan tot gevaarlijke situaties leiden. • Aluminium bakjes of folie zijn niet geschikt als kookgerei. Ze kunnen inbranden op de branderdeksels en pannendragers. • Het fornuis kan alleen goed functioneren wanneer de branderdelen via de geleidingsnokken in elkaar zijn gezet. Zorg ervoor dat de pannendragers recht tegen elkaar en vlak op de vangschaal liggen. Alleen op deze manier kunnen de pannen stabiel geplaatst worden. • Zorg ervoor dat ovenwanten of pannenlappen niet te dicht bij de vlam komen. • De glazen afdekplaat altijd omhoog zetten bij het gebruik van het kookgedeelte. • De glazen afdekplaat kan door verhitting breken. Controleer of alle branders uitgeschakeld en afgekoeld zijn voordat u de afdekplaat sluit. • Maak de glazen afdekplaat droog als er water opligt, voordat u deze opent. Doet u dit niet dan kan er vocht in het fornuis terecht komen. • De glazen afdekplaat niet als werkblad gebruiken. • Dit apparaat mag alleen door een erkend installateur worden aangesloten. • Defecte onderdelen mogen alleen vervangen worden door originele onderdelen. Alleen van die onderdelen kan de fabrikant garanderen dat zij aan de veiligheidseisen voldoen. • Indien de aansluitkabel beschadigd is, mag deze alleen worden vervangen door de fabrikant, zijn service-organisatie of gelijkwaardig gekwalificeerde personen, teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen. 6 • Nederlands • Het apparaat mag niet via een verdeelstekker of verlengsnoer op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Hiermee kan veilig gebruik van het apparaat niet worden gewaarborgd. • Het apparaat moet altijd geaard zijn. • De wanden en het werkblad rondom het apparaat moeten minimaal tot 85°C hittebestendig zijn. Ook al wordt het apparaat zelf niet warm, door de warmte van een hete pan kan de wand verkleuren of vervormen. • Het niet schoon houden van het fornuis kan leiden tot slijtage wat weer effect heeft op de levensduur en kan resulteren in gevaarlijke situaties. • Het fornuis is niet geschikt om gebruikt te worden met een timer of een aparte afstandsbediening. • Sluit het apparaat alleen aan op wisselstroom, op een randgeaarde wandcontactdoos, met een netspanning overeenkomstig met de informatie aangegeven op het typeplaatje van het apparaat. • De veiligheid tijdens het gebruik is alleen gegarandeerd als de montage technisch correct en in overeenstemming met dit installatievoorschrift is uitgevoerd. De installateur is aansprakelijk voor schade veroorzaakt door een foutieve montage. • De gasaansluiting moet voldoen aan de nationale en regionale veiligheidsvoorschriften. Laat het fornuis daarom aansluiten door een erkende installateur. • De elektrische aansluiting mag alleen worden uitgevoerd door een bevoegde electriciën. Deze is op de hoogte van de nationale en regionale veiligheidsvoorschriften waaraan de aansluiting moet voldoen. • Het fornuis behoort tot beschermingsklasse I en mag alleen worden gebruikt in combinatie met een geaarde aansluiting. De fabrikant is niet aansprakelijk voor de ongeschikte werking en de mogelijke schade veroorzaakt door ongeschikte installaties. • Het fornuis moet worden aangesloten op een vaste installatie waarin middelen voor uitschakeling zijn ingebouwd, in overeenstemming met de voorschriften van de installatie. • Zorg ervoor dat de voedingskabel niet bekneld raakt tijdens de installatie of langs scherpe randen loopt. Hij moet zo geplaatst worden dat er geen hete delen van het fornuis geraakt worden. • Het aansluitpunt, de wandcontactdoos en/of de stekker moeten altijd toegankelijk zijn. Nederlands • 7 • Door verkeerde installatie, aansluiting of montage vervalt de garantie. • Attentie: elke wijziging in het apparaat, inclusief het vervangen van de voedingskabel, moet worden uitgevoerd door personeel van de technische dienst met een specifieke opleiding. • Dompel het snoer of de stekker nooit onder in water. • Dit apparaat is uitsluitend geschikt voor huishoudelijk gebruik. Wanneer het apparaat oneigenlijk gebruikt wordt, kan er bij eventuele defecten geen aanspraak op schadevergoeding worden gemaakt en vervalt het recht op garantie. • Als u besluit het apparaat, vanwege een defect, niet langer te gebruiken, adviseren wij u, nadat u de stekker uit de wandcontactdoos heeft verwijderd, het snoer af te knippen. Huishoudelijke apparaten mogen niet bij het gewone huisvuil worden gevoegd. Breng het apparaat naar een speciaal centrum voor gescheiden afvalinzameling van uw gemeente om op verantwoorde wijze en conform overheidsbepalingen recycled te worden. 8 • Nederlands 2 productomschrijving 1 4 2 3 5 6 7 8 9 10 11 12 13 1. 2. 3. 4. 5. 7. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. Glazen afdekplaat Normaalbrander Sudderbrander Normaalbrander Sterkbrander Pandrager - 2 stuks Thermostaatlampje van de oven Controlelampje van de oven Gasregelknoppen - links Gasregelknoppen - rechts Temperatuurknop Aan/ uit en ovenfunctieknop Ovendeur Schuiflade Ovenlampje Niveau’s in oven Bakplaat Rooster 14 15 16 17 Nederlands • 9 3 voor het eerste gebruik Voordat u het apparaat voor de eerste maal in gebruik neemt, dient u als volgt te werk te gaan: pak het fornuis voorzichtig uit en verwijder al het verpakkingsmateriaal en eventuele promotionele stickers. De verpakking (plastic zakken, piepschuim en karton) buiten het bereik van kinderen houden. Controleer na het uitpakken het apparaat zorgvuldig op uiterlijke schade, mogelijk ontstaan tijdens transport. Controleer of de spanning overeenkomt met die vermeld staat op het typeplaatje. Voor de installatie van het fornuis volgt u de instructies in het hoofdstuk INSTALLATIE. Reinig het fornuis en alle accessoires met warm water en een mild reinigingsmiddel. Goed naspoelen met alleen water en droog maken. Verwarm de oven ongeveer 30 minuten op de hoogste temperatuur om alle achtergebleven productieresten, zoals olie, te verwijderen. U voorkomt hiermee dat er onaangename geuren ontstaan tijdens het bereiden van voedsel. 4 installatie De installatie instructies zijn bestemd voor gekwalificeerde installateurs die het fornuis voor u installeren. Met behulp van deze instructies kan het fornuis op een zo professioneel mogelijke manier geïnstalleerd en onderhouden worden. • Verzeker u ervan dat de regionale en landelijke distributievoorwaarden (het soort gas en de gasdruk) en de instelling van het apparaat geschikt zijn, voordat u begint met de installatie. • De instellingsgegevens staan vermeld op de verpakking en op het typeplaatje. • Dit apparaat is niet aangesloten op kanalen voor de afvoer van verbrandingsgassen. Het moet worden geïnstalleerd en aangesloten volgens de geldende installatievoorschriften. U dient in het bijzonder rekening te houden met de vereisten voor ventilatie. OPSTELLING VAN HET FORNUIS • De locatie van het fornuis moet droog en goed gelucht zijn en een goed werkende ventilatie bezitten in overeenstemming met de geldende technische voorschriften. De geschiktheid van de ruimte voor het opstellen van een gasfornuis wordt geëvalueerd op basis van volgende rechtsvoorschriften. • De ruimte moet voorzien zijn van een ventilatiesysteem dat verbrandingsgassen die tijdens het verbrandingsproces ontstaan, naar buiten afvoert. Deze installatie moet bestaan uit een ventilatierooster of een afzuigkap. Afzuigkappen moeten gemonteerd worden volgens de bijgevoegde gebruikershandleidingen. De opstelling van het fornuis moet een vrije toegang tot alle bedieningselementen garanderen. • De ruimte moet ook de toevoer van lucht toelaten, die nodig is voor een correcte verbranding van het gas. De luchttoevoer mag niet minder zijn dan 2m3/h voor 1 kW vermogen van de branders. De lucht moet direct van buiten aangevoerd worden door een kanaal met een doorsnede van min. 100 cm2 of direct uit aangrenzende ruimtes die uitgerust zijn met ventilatiekanalen die afvoeren naar buiten. min. 700 mm min. 600 mm min. 420 mm min. 420 mm AFZUIGKAP • Als het fornuis intensief en lang gebruikt wordt, kan het noodzakelijk zijn om een raam te openen om de ventilatie te verbeteren. • Vloeibaar gas is zwaarder dan lucht en heeft daarom de neiging om zich in de onderste niveaus te verzamelen. Ruimtes waarin flessen met vloeibaar gas geïnstalleerd zijn moeten uitgerust zijn met ventilatiekanalen die vanuit de ruimte naar buiten leiden en zo het gas kunnen afvoeren in geval van lekken. Om dezelfde reden mogen gasflessen, zowel lege als gedeeltelijk gevulde, niet geïnstalleerd of bewaard worden in ruimtes die zich onder de grond bevinden (bijv. in kelders). 10 • Nederlands De flessen mogen zich niet dicht bij een warmtebron bevinden (kachel, schouw, oven, enz.), die de temperatuur in de fles kan verhogen tot meer dan 50ºC. • Het fornuis moet opgesteld worden op een harde, effen ondergrond (niet op een onderstel zetten). • Voordat u het fornuis in gebruik neemt, moet u het waterpas zetten. Dit is vooral belangrijk voor het gelijkmatige verspreiden van vet in de pan. Hiervoor dienen de regelpootjes die bereikbaar zijn als u de schuiflade er uit haalt. Regelbereik � 5mm. A B MONTAGE VAN DE OMVALBEVEILIGING De omvalbeveiliging wordt gemonteerd om te voorkomen dat het fornuis kantelt. Dankzij de omvalbeveiliging tegen het kantelen van het fornuis voorkomt u dat een kind dat op de openstaande ovendeur klimt het fornuis laat kantelen. Fornuis, hoogte 850 mm A = 60 mm B = 103 mm Fornuis, hoogte 900 mm A = 104 mm B = 147 mm HET FORNUIS AANSLUITEN OP DE GASINSTALLATIE Opgelet! Het fornuis moet op een gasinstallatie aangesloten met het soort gas waaraan het fornuis in de fabriek werd aangepast. Informatie over het soort gas waaraan het fornuis aangepast is, vindt u op het typeplaatje. Het fornuis mag enkel aangesloten worden door een erkend installateur met de gepaste kwalificaties en enkel een installateur mag het fornuis aanpassen aan een ander soort gas. Instructies voor de installateur De installateur moet: • gekwalificeerd zijn voor het aansluiten van gasinstallaties; • de informatie op het typeplaatje van het fornuis inzake het soort gas waaraan het fornuis aangepast is doorlezen en de informatie vergelijken met de gasleveringsvoorwaarden op de installatieplaats; • controleren of: - de ventilatie, d.w.z. de luchtcirculatie in de ruimtes, goed werkt; - de gasaansluitingen lekvrij zijn; - alle werkende onderdelen van het fornuis goed functioneren; - de elektrische installatie kan functioneren samen met een aardingsleiding (nulleiding). • de instellingen van de draaiknoppen voor de gasbranders met behulp van de bijgevoegde regelplaatjes regelen om een goede werking van de vonkontsteking en de gaslekbeveiliging te garanderen. Opgelet! Het fornuis mag enkel door een erkend installateur op een gasfles met vloeibaar gas of een vaste gasinstallatie aangesloten worden. Hierbij moeten de geldende veiligheidsvoorschriften in acht genomen worden. Aansluiten op een flexibele stalen leiding Als het fornuis in overeenstemming met de principes voor klasse 2, subklasse I, geïnstalleerd wordt, dan raden we aan om bij de aansluiting van het fornuis op de gasinstallatie uitsluitend een elastische metalen leiding te gebruiken, die aan de geldende nationale voorschriften voldoet. De verbinding die het gas naar het fornuis aanvoert, heeft een G½” schroefdraad. Voor de aansluiting mogen enkel buizen en koppelingen gebruikt worden, die aan de geldende normen voldoen. De maximale lengte van de elastische leiding mag niet meer dan 2000 mm bedragen. Zorg ervoor, dat de aansluiting niet in contact komt met andere beweeglijke delen, die de aansluiting zouden kunnen beschadigen. Nederlands • 11 Aansluiten op een onbuigbare installatiebuis Het fornuis heeft een verbindingsstuk met een G½” schroefdraad. Het fornuis moet zo op de gasinstallatie aangesloten worden, dat er op geen enkel punt van de installatie en op geen enkel element van het fornuis spanning ontstaat. Als er een overdreven draaimoment toegepast wordt bij het aandraaien (meer dan 20 Nm), dan kan dit de aansluiting beschadigen of kan er lekkage ontstaan. De gasleiding mag de metalen behuizing aan de achterzijde van het fornuis niet raken. Attentie! Steeds nadat de drukregelaar vervangen wordt, moet het fornuis een technische keuring ondergaan die de gaskranen en de uitstroombeveiliging omvat. Opgelet! Na de installatie van het fornuis moet de afdichting van alle aansluitingen gecontroleerd worden met bv. water met zeep. Er mag geen vuur gebruikt worden om de afdichting te controleren. HET FORNUIS AANSLUITEN OP DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE • Het fornuis is in de fabriek aangepast aan voeding met eenfasige wisselstroom (230V 1N~50Hz) en uitgerust met een aansluitleiding van 3 x 1,5 mm2 met een lengte van ongeveer 1,5 m met een stekker met aarding. • Het stopcontact voor aansluiting op de elektrische installatie moet voorzien zijn van een aardingspin en mag zich niet boven het fornuis bevinden. Het stopcontact voor aansluiting op de elektrische installatie moet ook na het opstellen van het fornuis bereikbaar zijn voor de gebruiker. • Voordat u het fornuis aansluit, moet u controleren of: - de zekering en de elektrische installatie bestand zijn tegen de belasting van de oven, - de elektrische installatie uitgerust is met een doeltreffend aardingssysteem dat voldoet aan de geldende normen en voorschriften. - het stopcontact goed bereikbaar is. HET OMBOUWEN VAN HET FORNUIS NAAR EEN ANDER SOORT GAS Het ombouwen van het fornuis naar een ander soort gas mag enkel uitgevoerd worden door een erkend installateur met de gepaste kwalificaties. Als het gas waarmee het fornuis gevoed moet worden, verschilt van het gas dat voor het fornuis voorzien is in de fabrieksversie, d.w.z. G20 / 25 mbar, dan moeten de inspuiters vervangen worden en moet de vlam opnieuw ingesteld worden. Om het fornuis om te bouwen naar de verbranding van een ander soort gas, moet u: • de inspuiters vervangen (zie de gastabel hieronder); • de “spaarvlam” instellen. Opgelet! Het fornuis is door de producent uitgerust met inspuiters die in de fabriek aangepast zijn aan het verbranden van het gas dat opgegeven is op het typeplaatje. Gastabel G25.3/25 mbar* Inspuiter diameter G20/20 mbar Inspuiter markering Inspuiter diameter G30/30 mbar Inspuiter markering Inspuiter diameter Inspuiter markering 1 0.78 mm 78 0.77 mm 77 0.50 mm 50 2 1.00 mm 100 0.97 mm 97 0.65 mm 65 3 1.32 mm 132 1.29 mm 129 0.87 mm 87 Vlam van de brander Omschakeling van aardgas naar vloeibaar gas DEFENDI branders 1 Sudderbrander 1.0 kW 2 Normaalbranders 1.75 kW 1 Sterkbrander 3.0 kW Omschakeling van vloeibaar gas naar aardgas Vol 1. Vervang de inspuiter door de juiste inspuiters volgens de gastabel 1. Vervang de inspuiter door de juiste inspuiters volgens de gastabel Spaarzaam 2. Draai de regelmoer lichtjes open en regel de grootte van de vlam 2. Draai de regelmoer lichtjes open en regel de grootte van de vlam Om de instellingen te regelen moeten de gasregelknoppen verwijderd worden. De toegepaste inspuiters van de gaskookplaat vereisen geen instelling van de basisluchtstroom. Een correcte vlam heeft binnenin duidelijk blauwgroene kegeltjes. Een korte, ruisende vlam of een lange, gele, rokende vlam zonder duidelijk afgetekende kegeltjes wijst op een slechte kwaliteit van het gas in de huisinstallatie of een beschadigde of vervuilde brander. Om de vlam te controleren moet u de brander ongeveer 10 minuten laten branden met volle vlam en daarna de draaiknop van het ventiel op spaarvlam plaatsen. De vlam mag niet uitgaan of overspringen naar de branderkoppen. 12 • Nederlands Vervanging van een inspuiter Draai de inspuiter los met behulp van een speciale dopsleutel 7 en vervang de inspuiter door een nieuwe die aangepast is aan het soort gas dat gebruikt gaat worden (zie de gastabel). Opgelet! Het aanpassen van het fornuis aan een ander soort gas dan door de producent aangegeven is op het typeplaatje van het fornuis, of de aankoop van een fornuis voor een ander soort gas dan het soort dat geïnstalleerd is in de woning, is uitsluitend een beslissing van de gebruiker - installateur. Bij fornuizen met beveiliging is een kraan met een gaslekbeveiliging toegepast volgens de tekening. De kranen moeten ingesteld worden terwijl de brander aan is op de spaarvlam, dit met behulp van een regelschroevendraaier van 2,5 mm. Opgelet! Plak na aanpassen van het fornuis een etiketje met een beschrijving van het soort gas waaraan het fornuis is aangepast, op het fornuis. Nederlands • 13 5 de branders ontsteken en bedienen KEUZE VAN DE JUISTE POTTEN EN PANNEN • Zorg ervoor dat de vlammen onder de pan blijven. Als de vlammen om de pan heen branden, gaat er veel energie verloren en de handgrepen van de pan kunnen te heet worden. • Gebruik pannen die qua diameter passen bij de branders. Dit vermindert de kooktijd. • Gebruik alleen pannen met een vlakke bodem. • Gebruik de juiste hoeveelheid water voor het koken van voedsel en houd de deksel op de pan. • Het is aangeraden om een pot te kiezen met een diameter van ongeveer 2,5-3 keer groter dan de diameter van de brander, d.w.z. : • voor de sudderbrander - een diameter van 90 tot 150 mm • voor de normaalbrander - een diameter van 160 tot 220 mm • voor de sterkbrander - een diameter van 200 tot 240 mm en de hoogte van de pan mag niet groter zijn dan de diameter. slecht goed BRANDERS BEDIENEN Controleer regelmatig of de branders en branderdeksels goed geplaatst zijn. Door een onjuiste plaatsing kan een slechte ontsteking, ongunstige verbranding of beschadiging van de branderdeksels plaats vinden. 1. 2. 3. 4. 5. 1 gastoevoer dicht  grootste vlam kleinste vlam thermokoppel vonkonsteking 4 5 2 3 Let op: open altijd de glazen afdekplaat bij het gebruik van het kookgedeelte. In de bedieningsknop zit een automatische vonkontsteking. • Druk de bedieningsknop in en draai deze linksom naar de stand “grootste vlam” . • Houd de bedieningsknop minimaal 3 seconden goed ingedrukt. De geïntegreerde vonkontsteking zorgt ervoor dat de  brander ontsteekt en gaat branden. • Blijf de bedieningsknop nog 10 seconden ingedrukt houden nadat de vlam aan is om de thermokoppel te activeren. Anders kan de vlam direct weer uitgaan, omdat de thermokoppel nog niet actief is. • Als de brander na 15 seconden niet brandt, moet u een minuut wachten voordat u de brander opnieuw probeert te ontsteken. • Als de brander per ongeluk uitgaat, zal de thermokoppel (vlambeveiliging) in de betreffende brander de gastoevoer afsluiten (door het overkoken van vloeistof, door tocht, geen toevoer van gas, etc.). Geen vlam = geen gas! Goed instelde branders hebben een helderblauwe vlam met een duidelijk afgetekende kegel binnenin. De keuze van de grootte van de vlam hangt af van de instelling van de bedieningsknop van de brander. grote vlam kleine vlam (zgn. “spaarvlam”)  uit (de gastoevoer is afgesloten) Afhankelijk van de behoefte kan de grootte van de vlam geleidelijk ingesteld worden. Opgelet! Het is verboden om de vlam in te stellen tussen de stand uit  en de stand grote vlam . slecht 14 • Nederlands goed  6 bediening van de multifunctionele oven De multifunctionele oven kan verwarmd worden met behulp van een verwarmingselement bovenaan en onderaan, een grillelement en een verwarmingselement voor heteluchtcirculatie. INSCHAKELEN De oven kan bediend worden met behulp van de draaiknop voor de functie van de oven - draai de draaiknop naar de gewenste functie om de oven in te stellen – en met behulp van de draaiknop van de temperatuurregelaar – draai de draaiknop naar de gewenste temperatuur om de oven in te stellen. 0 100 50 0 25 200 0 15 UITSCHAKELEN De oven kan uitgeschakeld worden door de beide knoppen terug te draaien naar de uit-stand [  / 0 ]. Opgelet! Als er een ovenfunctie ingesteld is, wordt de verwarming (van een verwarmingselement) pas ingeschakeld als de temperatuur ingesteld is. De oven beschikt over de volgende functies: Ovenfunctie Omschrijving Ovenverlichting De ovenverlichting is onafhankelijk van de oven in te schakelen. Door de draaiknop in deze stand te plaatsen wordt de binnenkant van de oven verlicht. Snel verwarmen Het bovenste verwarmingselement, het grillelement en de ventilator zijn ingeschakeld. Te gebruiken voor het voorverwarmen van de oven. Ontdooien Alleen de ventilator is ingeschakeld, er wordt geen enkel verwarmingselement gebruikt. Ventilator en supergrill Als de draaiknop in deze stand staat, wordt de functie supergrill met ventilator uitgevoerd. Deze functie versnelt het grillproces te versnellen en geeft meer smaak aan het gerecht. Zorg dat de deur van de oven gesloten is tijdens de bereiding. Supergrill Met de functie Supergrill worden gerechten gegrild terwijl het bovenste verwarmingselement ook aan is. De functie zorgt voor een hogere temperatuur in de bovenlaag van de oven, waardoor de gerechten meer gebruind worden. Voor het grillen van grote porties vlees of gratineren. Grillelement Oppervlakkig grillen wordt toegepast om kleine porties vlees te braden: steaks, schnitzels, vis, toasts, worstjes, ovenschotels te grillen (het gegrilde gerecht mag niet dikker dan 2-3 cm zijn, tijdens het bakken moet het omgedraaid worden). Onderste verwarmingselement Bij deze stand is enkel het onderste verwarmingselement aan. Speciaal voor gebak dat via de onderkant gebakken moet worden (bijv. vochtig gebak met vruchten). Boven en onder verwarmingselement Met deze functie wordt de oven op conventionele wijze verwarmd. Ideaal om taarten, vlees, vis, brood, pizza te bakken op een enkel niveau (voorverwarmen en gebruik van donkere bakplaten vereist). Nederlands • 15 Ovenfunctie Omschrijving Hetelucht Op de stand hetelucht wordt de verwarming van de oven op gecontroleerde wijze ondersteund met behulp van een heteluchtventilator die op een centrale plaats in de achterwand van de ovenruimte gemonteerd is. In vergelijking met een conventionele oven wordt een lagere baktemperatuur gebruikt. Deze methode zorgt voor een gelijkmatige spreiding van de warmte rond de gerechten in de oven. Boven en onder verwarmingselement met ventilator Deze functie is het meeste geschikt voor het bakken van cakes. Wanneer deze functie geselecteerd is, maar de temperatuur staat op 0 dan zal alleen de ventilator aan zijn. Handig voor het afkoelen van gerechten. Turbo hetelucht De hetelucht en het onderste verwarmingselement zijn aan. Dit verhoogt de temperatuur aan de onderkant van het gerecht. Ideaal voor nat gebak en pizza. ECO hetelucht Deze functie zorgt voor een optimale verwarmingswijze van de oven welke geschikt is om energie te besparen tijdens het bereiden van gerechten. De ovenverlichting zal niet functioneren op deze stand. Het inschakelen van de oven wordt aangegeven met twee lampjes, een thermostaatlampje en een controlelampje. Het controlelampje rechts naast de klok geeft aan dat de oven ingeschakeld is. Als het thermostaatlampje uit gaat, heeft de oven de ingestelde temperatuur bereikt. Als het recept aangeeft dat het gerecht in een voorverwarmde oven geplaatst moet worden, dan mag u dit pas doen als het thermostaatlampje voor de eerste maal uitgaat. Tijdens de bereiding zal het thermostaatlampje af en toe aan- en uitgaan (de temperatuur in de oven wordt op peil gehouden). Het controlelampje kan ook branden als u de draaiknop in stand “Verlichting van de oven” plaatst. HET GEBRUIK VAN DE GRILL Tijdens het grillproces worden de gerechten verwarmd door een infrarood verwarmingselement. om de grill in te schakelen. • Zet de draaiknop van de oven op de grillstand • Verwarm de oven ongeveer 5 minuten voor (met gesloten deur). • Plaats de bakplaat met het gerecht op het juiste niveau in de oven. • Sluit de deur van de oven. Voor de grillfunctie en supergrill moet de temperatuur ingesteld worden op 250°C. Voor de functie grill met ventilator mag dit maximaal 190°C zijn. Opgelet! Tijdens het grillen moet de deur van de oven gesloten zijn. Laat geen kinderen bij de oven in de buurt komen als de grill gebruikt wordt. De buitenkant van de oven kan heet worden. 7 baktips en baktabellen GEBAK • Gebruik de bijgeleverde bakplaten of het rooster voor het bereiden van gebak. • Gebak kan bereid worden in bakvormen of op bakplaten die op het rooster geplaatst moeten worden. Gebruik donkere bakvormen omdat deze de warmte beter geleiden en de baktijd verkorten. • Het is af te raden om bakvormen en bakplaten met een licht glimmend oppervlak te gebruiken wanneer u gebruik maakt van de conventionele verwarmfunctie (boven en onder verwarmingselementen). Bij dit soort bakvormen wordt de onderkant van het gebak niet goed gebakken. • Bij het gebruik van de hetelucht functie hoeft de oven niet voorverwarmd te worden. Bij het gebruik van een andere ovenfunctie moet de oven wel voorverwarmd worden voordat het gebak in de oven geplaatst wordt. • Controleer de gaarheid van cake met een houten satéprikker. Als de cake gaar is, blijft het stokje droog en schoon wanneer u deze erin steekt. • Om te voorkomen dat een cake of taart in zakt, is het aan te raden om het gebak nog ongeveer 5 minuten in de oven te laten nadat de oven uitgeschakeld is. • De baktemperaturen bij het gebruik van de hetelucht functie zijn normaal gesproken ongeveer 20 tot 30 graden lager dan bij conventioneel bakken (gebruik van de boven en onder verwarmingselementen). • De gegevens voor gebak in de baktabel zijn ter indicatie en kunnen gecorrigeerd worden volgens uw eigen ervaring en culinaire smaak. • Indien de informatie in kookboeken duidelijk afwijkt van de waarden in de handleiding van het fornuis, kunt u het beste de richtlijnen in de handleiding volgen. 16 • Nederlands VLEES BRADEN • In de oven kunnen porties vlees van meer dan 1 kg bereid worden. Kleinere stukken kunnen beter gebakken worden op de gasbranders van het fornuis. • Gebruik bij het braden van vlees vuurvaste schotels. Ook de handgrepen van deze schotels moeten bestand zijn tegen hoge temperaturen. • Bij het braden van vlees op het rooster kan er op het laagste niveau een bakplaat met een klein laagje water worden geplaatst om eventueel bakvocht op te vangen. • Draai het vlees halverwege tijdens de bereidingstijd minstens één keer om. Om het vlees meer smaak te geven, kan het bakvocht of de saus die ontstaat over het gerecht geschept worden. Dit kan ook met heet, zout water, maar nooit met koud water. VERWARMINGSFUNCTIE ECO- HETELUCHT • Bij het gebruik van de functie ECO-hetelucht start een optimale verwarmingswijze van de oven die bedoeld is om energie te besparen tijdens het bereiden van gerechten. • Het is niet mogelijk om de bereidingstijd te verkorten door een hogere temperatuur in te stellen. Het voorverwarmen van de oven is niet aan te raden. • Tijdens het bakken geen temperatuurinstellingen aanpassen en de ovendeur gesloten houden. BAKTABEL bij gebruik van de functie ECO-hetelucht Gerecht Ovenfunctie Temperatuur - °C Niveau Tijd in minuten 180 - 200 2-3 50 - 70 180 - 200 2 50 - 70 190 - 210 2-3 45 - 60 200 - 220 2 90 - 120 200 - 220 2 90 - 160 180 - 200 2 80 - 100 BAKTABEL bij gebruik van overige functies Gerecht Ovenfuncties Temperatuur - °C Niveau Tijd in minuten 160 - 200 2-3 30 - 50 160 - 180 2-3 20 - 40* 140 - 160 2-3 10 - 40* 200 - 230 1-3 10 - 20 210 - 220 2 45 - 60 160 - 180 2-3 45 - 60 190 2-3 60 - 70 Nederlands • 17 Gerecht Ovenfuncties Temperatuur - °C Niveau Tijd in minuten 230-250 4 14 - 18 225 - 250 2 120 - 150 160 - 180 2 120 - 160 160 - 230 2 90 - 120 160 - 190 2 90 - 120 190 2-3 70 - 90 160 - 180 2 45 - 60 175 - 190 2 60 - 70 190 - 210 2 40 - 50 170 - 190 3 40 - 50 * kleine gebakjes Belangrijk! De gegevens in de baktabel zijn ter indicatie en kunnen gecorrigeerd worden volgens uw eigen ervaring en culinaire smaak. 8 reiniging en onderhoud Het reinigen en onderhouden van het fornuis heeft een belangrijke invloed op de levensduur en probleemloze werking. Het fornuis mag niet gereinigd worden met een stoomreiniger of hogedruk reiniger. Voor de reiniging moet het fornuis uitgeschakeld worden. Let er hierbij op dat alle draaiknoppen in de uit-stand [  / 0 ] staan. De oven mag pas gereinigd worden als hij afgekoeld is. DE GLAZEN AFDEKPLAAT REINIGEN Reinig de glazen afdekplaat met een glasreiniger. Om de afdekplaat en het kookgedeelte goed te kunnen reinigen, kunt u de afdekplaat verwijderen. Open de afdekplaat en houd deze aan beide zijden vast. Trek de afdekplaat recht omhoog. Monteer na het reinigen de afdekplaat in omgekeerde volgorde. HET KOOKGEDEELTE REINIGEN Reinig het kookgedeelte na elk gebruik om deze in een goede conditie te houden. Overgekookte etensresten kunnen gaan inwerken en zijn moeilijker te verwijderen als ze langere tijd niet verwijderd worden. Gebruik voor het reinigen van het kookgedeelte een mild reinigingsmiddel zoals afwasmiddel. De losse onderdelen mogen niet in de vaatwasmachine gereinigd worden. Het materiaal wordt aangetast door het vaatwasmiddel van de vaatwasmachine. Om het kookgedeelte eenvoudig te kunnen reinigen, zijn de pannendragers en de branders afneembaar. • Reinig eerst de bedieningsknoppen, branders en pannendragers. • Controleer of de thermokoppel en vonkontsteking schoon zijn. Maak deze eventueel schoon met een tandenstoker. • Reinig daarna de vangschaal. • Neem alles nog een keer goed af met alleen een vochtige doek en droog het goed na met een zachte doek. • Plaats de branders terug op de kookplaat. Let daarbij goed op de openingen voor de thermokoppel en vonkontsteking. • Leg de branderdeksels op de branders. • Plaats de pannendragers terug op de kookplaat. Leg de pannendragers voorzichtig op de vangschaal zonder te schuiven. • Sluit de glazen afdekplaat. 18 • Nederlands HARDNEKKIGE VLEKKEN Reinig hardnekkige vlekken op de pannendragers en branderdeksels met een vloeibaar reinigingsmiddel en eventueel een kunststof schuursponsje. Gebruik geen agressieve schurende reinigingsmiddelen of scherpe voorwerpen om de kookplaat te reinigen. Hardnekkige vlekken op het roestvaststaal kunt u het beste reinigen met een middel speciaal voor roestvaststaal. Poets altijd met de structuur van het staal mee om vlekken te voorkomen. Na verloop van tijd kan er een verkleuring optreden op het oppervlak van het roestvaststaal. DE OVEN REINIGEN De oven moet na elk gebruik gereinigd worden. Schakel bij de reiniging de ovenverlichting in, zodat u beter in de ovenruimte kunt kijken. De binnenkant van de oven mag enkel met warm water met een beetje afwasmiddel gereinigd worden. Om de oven eenvoudig te reinigen, kunnen de geleiderails verwijderd worden. 1. Trek voorzichtig de voorste haken los. 2. Trek nu de twee achterste haken los. Neem de geleiderail uit de oven. 3. Steek eerst de twee achterste haken weer in de ovenwand. 4. Bevestig nu de voorste haken en de geleiderail weer vast. Dit geldt voor allebei de kanten. 1 2 3 4 De oven kan ook gereinigd worden door middel van stoom: • Zet een schaaltje met 250 ml (1 glas) water op een bakplaat op het eerste niveau onder in de oven. • Sluit de deur van de oven. . • Zet de oventemperatuur op 50°C en zet de ovenfunctie op onderwarmte • Verwarm de oven gedurende 30 minuten op deze stand. • Open de deur van de oven en veeg de binnenkant van de oven met een doek of een zachte spons schoon. Reinig de binnenkant van de oven daarna met een schone doek of spons en warm water en wat afwasmiddel. • Droog de binnenkant van de oven goed na. • Gebruik geen agressieve schurende reinigingsmiddelen of scherpe voorwerpen om de oven en ovendeur te reinigen. ACCESSOIRES Reinig de losse accessoires zoals de bakplaat en het rooster met warm water en afwasmiddel. Maak alles goed droog voordat het weer gebruikt wordt. OVENLAMP VERVANGEN Om een elektrische schok te vermijden, schakelt u het fornuis volledig uit door de stekker uit het stopcontact te verwijderen of door de zekering in de groepenkast los te draaien. • Draai het glazen beschermkapje tegen de klok in los. Reinig deze en goed drogen. • Verwissel de ovenlamp voor een soortgelijke lamp (25 W, 230V, E14 fitting en geschikt voor hoge temperaturen - tot 300°C). • Draai het glazen beschermkapje vast. • Steek de stekker weer in het stopcontact of draai de zekering vast in de groepenkast. Nederlands • 19 OVENDEUR DEMONTEREN EN MONTEREN De ovendeur kan gedemonteerd worden om het schoonmaken van de binnenzijde van de oven en de ovendeur te vergemakkelijken. • Open de ovendeur en de klap beveiliging op het scharnier naar boven(fig. A). Doe de deur een kleine beetje dicht en til de deur naar boven en naar buiten op om deze te verwijderen. • Om de deur opnieuw te monteren gaat u omgekeerd te werk. Bij het monteren moet u erop letten dat de uitsparing op het scharnier correct op de uitstulping van de scharnierhouder geplaatst is. Plaats altijd de beveiliging terug nadat u de deur terug gemonteerd hebt en druk ze goed aan. Als u de beveiliging niet correct terugplaatst, kan het scharnier beschadigd raken wanneer u de deur probeert te sluiten. DEURRUIT VAN DE OVENDEUR DEMONTEREN EN MONTEREN Om de ovendeur gemakkelijker schoon te maken, kan de binnenste ruit verwijderd worden. • Duw met behulp van een platte schroevendraaier de bovenrand van de deur los, terwijl u hem aan de zijkanten voorzichtig oplicht (fig. B). • Verwijder de bovenrand van de deur (fig.B, C). • Trek voorzichtig de binnenruit uit de houder (in het onderste deel van de deur) fig. D. • Was de ruit met warm water en een klein beetje afwasmiddel. • Ga omgekeerd te werk om de ruit opnieuw te monteren. Het gladde deel van de ruit moet zich bovenaan bevinden. Attentie! Druk de bovenlijst van de deur niet gelijktijdig op beide kanten van de deur. Voor een juiste montage van de bovenlijst van de deur drukt u eerst het linker uiteinde tegen de deur en drukt u vervolgens op het rechter uiteinde tot u een duidelijke “klik” hoort. Hierna drukt u op het linker uiteinde tot u een duidelijke “klik” hoort. A B C D 3 2 1 20 • Nederlands 3 3 2 2 1 1 REGELMATIGE CONTROLE Naast het dagelijkse onderhoud en reiniging van het fornuis moet u ook: • regelmatig de werking van de bediening en de werkende onderdelen van het fornuis controleren. Na het verstrijken van de garantieperiode moet u ten minste eenmaal per twee jaar een technische controle van het fornuis laten uitvoeren door een onderhoudsdienst; • de vastgestelde gebreken verhelpen • een regelmatig onderhoud van de werkende onderdelen van het fornuis uitvoeren. Opgelet! Alle reparaties en instellingen moeten uitgevoerd worden bij een erkende onderhoudsdienst of door een erkend installateur met gepaste kwalificaties. 9 storingen en oplossingen Bij een storing moet u: • de werkende onderdelen van het fornuis uitschakelen; • de elektrische voeding ontkoppelen; • een reparatie aanvragen; • sommige kleine problemen kan de gebruiker zelf oplossen met behulp van de aanwijzingen in de tabel hieronder. Controleer opeenvolgend alle punten in de tabel voordat u de onderhouds- of klantendienst contacteert. Storing Oorzaak Wat te doen De brander gaat niet aan Vervuilde vlamopeningen Sluit de gastoevoer af en zet alle branders uit. Ventileer de ruimte. Neem de brander weg en reinig de vlamopeningen. Blaas ze eventueel door. De vonkonsteking steekt het gas niet aan Geen stroomtoevoer Controleer de zekering van de groepenkast, vervang een eventuele doorgebrande zekering. Onderbreking in de gastoevoer Open het ventiel van de gastoevoer. Vervuilde (vette) vonkontsteking Reinig de vonkontsteking. De draaiknop van de brander is niet voldoende ingedrukt Houd de draaiknop ingedrukt totdat er een volle vlam rond de brander ontstaat. De vlam gaat uit bij het aansteken van de brander De draaiknop van de brander werd te snel los gelaten Houd de draaiknop langer ingedrukt in de stand "grote vlam". De ovenfuncties werken niet Geen stroomtoevoer Controleer de zekering van de groepenkast, vervang een eventuele doorgebrande zekering. De verlichting van de oven doet het niet Het lampje zit los of defect Draai het lampje aan of vervang het kapotte lampje (zie hoofdstuk Reiniging en Onderhoud). Dit toestel is afgesteld voor de toestelcategorie K (I2K) en is geschikt voor het gebruik van G en G+ distributiegassen volgens de specificaties zoals die zijn weergegeven in de NTA 8837:2012 Annex D met een Wobbe-index van 43,46 – 45,3 MJ/m3 (droog, 0 °C, bovenwaarde) of 41,23 – 42,98 (droog, 15 °C, bovenwaarde). Dit toestel kan daarnaast worden omgebouwd en/of opnieuw worden afgeregeld voor de toestelcategorie E (I2E) Dit houdt derhalve in dat het toestel: “geschikt is voor G+-gas en H-gas, dan wel aantoonbaar geschikt is voor G+-gas en aantoonbaar geschikt is te maken voor H-gas” in de zin van het “Besluit van 10 mei 2016 tot wijziging van het Besluit gastoestellen….” Nederlands • 21 algemene service- en garantievoorwaarden Hoe belangrijk service is, hoeven we je niet te vertellen. We ontwikkelen onze producten zodat je er jarenlang onbezorgd plezier van kan hebben. Ontstaat er toch een probleem, dan vinden we dat je direct een oplossing mag verwachten. Daarom bieden we je op onze producten een omruilservice, bovenop de rechten en vorderingen die je op grond van de wet toekomen. Door een product of onderdeel om te ruilen, besparen we je tijd, moeite en kosten. 2 jaar volledige fabrieksgarantie 1. Op alle producten van Inventum krijg je als consument standaard 2 jaar volledige fabrieksgarantie. Binnen deze periode wordt een defect product of onderdeel altijd gratis omgeruild voor een nieuw exemplaar. Om aanspraak te maken op de 2 jaar volledige fabrieksgarantie, kun je teruggaan naar de winkel waar je het product hebt gekocht of contact opnemen met de consumentenservice van Inventum via het contactformulier op www.inventum.eu/service-aanvraag. 2. De garantieperiode van 2 jaar begint te lopen op de datum van aankoop van het product. 3. Voor het recht op garantie dien je een kopie van het originele aankoopbewijs te kunnen overleggen. 4. De garantie geldt uitsluitend bij normaal huishoudelijk gebruik van de Inventum producten binnen Nederland. 5 jaar Inventum garantie 1. Op de meeste groot huishoudelijke apparatuur en een selectie klein huishoudelijke producten biedt Inventum de 5 jaar Inventum garantie. Deze 5 jaar Inventum garantie bestaat uit de 2 jaar volledige fabrieksgarantie en daarna 3 jaar aanvullende garantie. Het enige dat je hoeft te doen voor het recht op 3 jaar aanvullende garantie is het product te registreren binnen 45 dagen na aankoop. In de volgende paragraaf lees je meer over het registreren van het product. 2. Voor de 5 jaar Inventum garantie geldt dat een defect product of onderdeel gedurende de eerste 2 jaar altijd gratis wordt omgeruild voor een nieuw exemplaar. Gedurende het 3e tot en met het 5e jaar betaal je alleen de omruilkosten. De actuele omruilkosten kun je terugvinden op www.inventum.eu/omruilkosten. 3. Om aanspraak te maken op de 5 jaar Inventum garantie kun je teruggaan naar de winkel waar je het product hebt gekocht of contact opnemen met de consumentenservice van Inventum via het formulier op www.inventum.eu/serviceaanvraag. 4. De garantieperiode van 5 jaar begint te lopen op de datum van aankoop van het product. 5. Voor het recht op garantie dien je een kopie van het originele aankoopbewijs te kunnen overleggen. 6. De garantie geldt uitsluitend bij normaal huishoudelijk gebruik van de Inventum producten binnen Nederland. Productregistratie 1. De 3 jaar aanvullende garantie is eenvoudig en kosteloos te regelen door het product binnen 45 dagen na aankoop te registreren via de website www.inventum.eu/garantieregistratie. Wanneer je het product niet binnen 45 dagen na aankoop hebt geregistreerd, heb je nog tot 2 jaar na aankoop de tijd om dit te regelen. Er zijn dan wel kosten aan deze registratie verbonden. De eenmalige registratiekosten bedragen € 89,- voor elk afzonderlijk product. Registreren is alleen mogelijk voor producten waar de 5 jaar Inventum garantie op van toepassing is. Of het product in aanmerking komt voor de 5 jaar Inventum garantie vind je in de gebruiksaanwijzing van het product en bij de informatie over het product op de website van Inventum. 2. De garantieperiode begint steeds te lopen vanaf de datum van aankoop van het product. Ook wanneer het product pas later voor aanvullende garantie wordt geregistreerd, wordt de garantieperiode vanaf de originele aankoopdatum berekend. 3. De 3 jaar aanvullende garantie kun je alleen aanvragen als je beschikt over een kopie van het originele aankoopbewijs en het Inventum 5 jaar garantiecertificaat. Groot huishoudelijke apparatuur 1. Storingen of defecten aan groot huishoudelijke apparatuur (vrijstaand- en inbouw witgoed) kunnen worden gemeld via het formulier op www.inventum.eu/service-aanvraag, telefonisch bij de consumentenservice van Inventum of via de winkel waar je de apparatuur hebt gekocht. Het telefoonnummer van de consumentenservice vind je op www.inventum. eu. 2. Bij gemelde storingen of defecten aan groot huishoudelijke apparatuur heeft Inventum de mogelijkheid om ter plaatse bij de consument in Nederland een witgoedmonteur het defecte apparaat te laten onderzoeken en vervolgens een reparatie uit te laten voeren. De consumentenservice van Inventum kan ook besluiten dat het apparaat wordt omgeruild. 3. Als je een storing of defect aan groot huishoudelijke apparatuur meldt in de eerste 2 jaar vanaf de datum van aankoop, brengt Inventum geen kosten in rekening voor omruilen, voorrijden, onderdelen, materiaalgebruik en arbeidsloon. 4. Als je het product op de hiervoor beschreven wijze hebt geregistreerd op www.inventum.eu/garantie-registratie en je vervolgens een storing aan groot huishoudelijke apparatuur meldt in het 3e t/m 5e jaar vanaf de datum van aankoop, dan is de 5 jaar Inventum garantie van toepassing en wordt het apparaat kosteloos gerepareerd of omgeruild. Je bent dan bij reparatie of omruiling van het apparaat alleen omruilkosten verschuldigd. De actuele omruilkosten kun je terugvinden op www.inventum.eu/omruilkosten. Indien je het product niet hebt geregistreerd, dan is de 3 jaar aanvullende garantie niet van toepassing. 76 • Nederlands 5. Bij een melding van een storing of defect zal een monteur binnen 1 werkdag contact opnemen voor het maken van een bezoekafspraak. Bij melding in het weekend of op feestdagen is dit de eerstvolgende werkdag. 6. Indien je een storing of defect meldt via het formulier op www.inventum.eu/service-aanvraag, word je via mobiele berichten en e-mail op de hoogte gehouden van de voortgang. 7. De garantieperiode begint te lopen op de datum van aankoop van het product. 8. Voor het recht op garantie dien je een kopie van het originele aankoopbewijs en het Inventum 5 jaar garantiecertificaat te kunnen overleggen. 9. De garantie geldt uitsluitend bij normaal huishoudelijk gebruik van de Inventum producten binnen Nederland. Storingen of defecten buiten de garantieperiode 1. In geval van storingen of defecten aan klein huishoudelijke apparatuur of groot huishoudelijke apparatuur buiten de garantieperiode, kan hiervan melding worden gemaakt bij de consumentenservice via het contactformulier www. inventum.eu/service-aanvraag of door te bellen met de consumentenservice. 2. De consumentenservice kan je vragen het product voor onderzoek of reparatie op te sturen. De kosten van verzending zijn voor jouw rekening. 3. Aan het onderzoek naar de mogelijkheid tot repareren zijn kosten verbonden. Je moet hier vooraf toestemming voor geven. 4. Bij groot huishoudelijke apparatuur kan Inventum op jouw verzoek een witgoedmonteur sturen. De voorrijkosten, onderdeel- en materiaalkosten en arbeidsloon worden dan aan je in rekening gebracht. 5. In geval van opdracht tot reparatie moeten de reparatiekosten vooraf worden voldaan. Bij reparatie door een witgoedmonteur, dienen de kosten van de reparatie ter plaatse bij de monteur, bij voorkeur via pinbetaling, te worden afgerekend. Uitgesloten van garantie 1. De hiervoor genoemde garanties gelden niet in geval van: • normale slijtage; • onoordeelkundig of oneigenlijk gebruik; • onvoldoende onderhoud; • het niet in acht nemen van de bedienings- en onderhoudsvoorschriften; • ondeskundige montage of reparatie door derden of door de consument zelf; • door de consument toegepaste niet originele onderdelen; • zakelijk of bedrijfsmatig gebruik; • het serienummer en/of rating-label is verwijderd. 2. Tevens geldt de garantie niet voor normale verbruiksartikelen, zoals: • kneedhaken, bakblikken, (koolstof)filters, etc.; • batterijen, lampjes, koolstoffilters, vetfilters enz.; • externe verbindingskabels; • glazen accessoires en glazen delen zoals ovendeuren; • en soortgelijke zaken. 3. Buiten de garantie vallen transportschades, voor zover deze niet door Inventum zijn veroorzaakt. Controleer daarom je nieuwe apparatuur voordat je deze in gebruik neemt. Als je beschadigingen aantreft, dien je deze binnen 5 werkdagen na aankoop te melden bij de winkel waar je het product hebt gekocht, of bij de consumentenservice van Inventum via het contactformulier op de website www.inventum.eu/service-aanvraag. Indien transportschades niet binnen deze termijn worden gemeld, aanvaardt Inventum geen enkele aansprakelijkheid ter zake. 4. Van garantie en/of vervanging zijn uitgesloten: defecten aan, verlies en beschadiging aan het apparaat als gevolg van een gebeurtenis die gewoonlijk verzekerd is onder de inboedelverzekering. Van belang om te weten 1. Vervanging of herstel van een defect product of een onderdeel daarvan leidt niet tot verlenging van de oorspronkelijke garantietermijn. 2. Vervangen onderdelen, verpakkingsmateriaal en omgewisselde apparaten worden meegenomen door de witgoedmonteur en worden eigendom van Inventum. 3. Indien een klacht ongegrond is, komen alle kosten die daardoor zijn ontstaan voor rekening van de consument. 4. Na verloop van de garantietermijn worden alle kosten voor herstel of vervanging, inclusief administratie-, verzend- en voorrijkosten aan de consument in rekening gebracht. 5. Inventum is niet aansprakelijk voor schade die is ontstaan als gevolg van onjuiste inbouwsituaties. 6. Inventum is niet aansprakelijk voor schade veroorzaakt door van buiten het apparaat ontstane oorzaken, tenzij deze aansprakelijkheid voortvloeit uit dwingendrechtelijke bepalingen. 7. Op deze garantie- en servicevoorwaarden is Nederlands recht van toepassing. Geschillen zullen uitsluitend worden berecht door de bevoegde Nederlandse rechter. Nederlands • 77 klein huishoudelijk witgoed vrijstaand witgoed inbouw persoonlijke verzorging Inventum Huishoudelijke Apparaten B.V. Meander 901 6825 MH Arnhem Tel: 0800-4583688 [email protected] www.inventum.eu twitter.com/inventum1908 facebook.com/inventum1908 youtube.com/inventum1908 GV010/02.1118 Wijzigingen en drukfouten voorbehouden/ Änderungen und Druckfehler vorbehalten/ Sous réserve de modification / Modifications and printing errors reserved
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84

Inventum GV010 Handleiding

Type
Handleiding