ZANKER ZKV1530 Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de ZANKER ZKV1530 Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
Gebruiks-
aanwijzing
Afwasmachine
User manual
Dishwasher
Notice
d'utilisation
Lave-vaisselle
Benutzer-
information
Geschirrspülm
aschine
ZKV1530
Inhoud
Veiligheidsinformatie _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 2
Bedieningspaneel _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 3
Wasprogramma's _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 5
Bediening van het apparaat _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 6
De waterontharder instellen _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 6
Gebruik van zout voor de vaatwasser _ _ _ _ _ _ _ 7
Gebruik van glansspoelmiddel _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 8
De vaatwasser inruimen _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 9
Gebruik van vaatwasmiddelen _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 10
Een wasprogramma selecteren en starten _ _ _ _ 11
Onderhoud en reiniging _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 12
Problemen oplossen _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 13
Technische gegevens _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 15
Milieubescherming _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 15
Montage _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 16
Aansluiting aan de waterleiding _ _ _ _ _ _ _ _ _ 16
Aansluiting aan het elektriciteitsnet _ _ _ _ _ _ _ _ 17
Wijzigingen voorbehouden
Veiligheidsinformatie
Lees voor uw eigen veiligheid en correcte werking
van het apparaat eerst deze handleiding aan-
dachtig door, alvorens het apparaat te installeren. Be-
waar deze instructies altijd bij het apparaat, zelfs wan-
neer u deze verplaatst of verkoopt. Gebruikers moeten
volledig op de hoogte zijn van de bediening en veilig-
heidsfuncties van het apparaat.
Gebruik conform de voorschriften
Het apparaat is uitsluitend ontworpen voor huishou-
delijk gebruik.
Gebruik het apparaat alleen om huishoudelijk keu-
kengerei dat geschikt is voor afwasmachines,
schoon te maken.
Doe geen oplosmiddelen in het apparaat. Pas op
voor explosiegevaar.
Plaats de messen en alle voorwerpen met scherpe
punten met de punt naar beneden in de bestek-
mand. Als dat niet past, leg ze dan horizontaal op
het bovenrek.
Gebruik alleen merkproducten voor afwasmachines
(afwasmiddel, zout, glansspoelmiddel).
Als u de deur opent als het apparaat in werking is,
kan er hete stoom ontsnappen. Gevaar voor brand-
wonden.
Neem geen serviesgoed uit de afwasmachine voor-
dat het afwasprogramma is afgelopen.
Haal, als het afwasprogramma is afgelopen, de
stekker uit het stopcontact en draai de waterkraan
dicht.
Alleen een bevoegde servicemonteur mag dit ap-
paraat repareren. Gebruik alleen originele reser-
veonderdelen.
Voer de reparaties niet zelf uit om letsel en schade
aan het apparaat te voorkomen. Neem altijd contact
op met onze service-afdeling.
Algemene veiligheid
Mensen (met inbegrip van kinderen) met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermo-
gens of gebrek aan ervaring en kennis mogen dit
apparaat niet gebruiken. Zij moeten onder toezicht
staan of instructies krijgen over het gebruik van dit
apparaat van iemand die verantwoordelijk is voor
hun veiligheid.
Volg de veiligheidsinstructies van de afwasmiddel-
fabrikant op om brandwonden aan ogen, mond en
keel te voorkomen.
Drink geen water uit de afwasmachine. Er kan af-
wasmiddel in uw apparaat achtergebleven zijn.
Sluit de deur altijd als u het apparaat niet gebruikt
om letsel te voorkomen. Bovendien struikelt u zo niet
over de deur.
Ga niet op de open deur zitten of staan.
Veiligheid van kinderen
Alleen volwassenen mogen dit apparaat gebruiken.
Kinderen moeten in de gaten gehouden worden om
te voorkomen dat zij met het apparaat gaan spelen.
Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van
kinderen. Gevaar voor verstikking.
Bewaar alle afwasmiddelen op een veilge plaats.
Laat kinderen de afwasmiddelen niet aanraken.
2
Houd kinderen uit de buurt van de afwasmachine als
de deur open staat.
Installatie
Controleer of het apparaat niet is beschadigd tijdens
het vervoer. Sluit een beschadigd apparaat niet aan.
Neem, indien nodig, contact op met de leverancier.
Verwijder de verpakking vóór de eerste ingebruik-
neming.
Een gekwalificeerd en bekwaam persoon moet de
elektrische installatie uitvoeren.
Een gekwalificeerd en bekwaam persoon moet het
loodgieterswerk uitvoeren.
Wijzig de specificaties van dit product niet en ver-
ander dit product niet. Gevaar voor letsel en schade
aan het apparaat.
Het apparaat niet gebruiken:
als de hoofdkabel of waterslangen beschadigd
zijn,
als het bedieningspaneel, werkblad of plint zo-
danig beschadigd zijn, dat u bij het inwendige van
het apparaat kan komen.
Neem contact op met onze service-afdeling.
Boor niet in de zijkanten van het apparaat om scha-
de aan de hydraulische en elektrische onderdelen
te voorkomen.
Waarschuwing! Volg nauwkeurig de instructies
op voor de elektrische en wateraansluitingen.
Bedieningspaneel
5
A B
4
132
1 Aan/Uit-toets
2 Toets uitgestelde start
3 Toets programmakeuze/annuleren / (RESET)
4 Indicatielampjes
5 Programmalampjes
3
Indicatielampjes
Programma bezig:
gaat aan als u een afwasprogramma kiest,
blijft aan gedurende het afwasprogramma,
gaat uit aan het einde van het afwasprogramma.
Het indicatielampje gaat aan wanneer het afwaspro-
gramma is afgelopen. Hulpfuncties:
Niveau van de waterontharder.
In-/uitschakelen van de geluidssignalen.
Er klinkt een geluidssignaal als het apparaat een
storing heeft.
Het indicatielampje gaat aan als er zout bijgevuld moet
worden. Zie het hoofdstuk 'Gebruik van zout voor af-
wasmachines'.
Het indicatielampje voor zout blijft enkele uren aan,
maar heeft geen ongewenst effect op de werking van
het apparaat.
Toets programmakeuze/annuleren
Gebruik de toets Programmakeuze/Annuleren voor de
volgende handelingen:
Selecteren van afwasprogramma. Zie het hoofdstuk
'Instellen en starten van een wasprogramma'.
De waterontharder instellen. Lees het hoofdstuk
'Waterontharder instellen'.
In- of uitschakelen van de geluidssignalen. Zie het
hoofdstuk 'Geluidssignalen'.
Een lopend programma annuleren. Zie het hoofd-
stuk 'Instellen en starten van een wasprogramma'.
Toets uitgestelde start
Gebruik de toets uitgestelde start om de start van het
wasprogramma te beginnen met een interval van 3 uur.
Zie het hoofdstuk 'Instellen en starten van een afwas-
programma'.
Instelmodus
Het apparaat staat in de instelmodus als alle program-
macontrolelampjes uit zijn en het lampje Einde pro-
gramma knippert.
Het apparaat moet in de instelmodus staan voor de
volgende handelingen:
Selecteren van een afwasprogramma.
Het waterontharderniveau instellen.
In- of uitschakelen van de geluidssignalen.
Als een programmalampje aan is, annuleer dan het
programma om terug te keren naar de instelmodus. Zie
het hoofdstuk 'Instellen en starten van een afwaspro-
gramma'.
Programmalampjes A en B
In aanvulling op de keuze van het bijbehorende afwas-
programma hebben deze lampjes extra functies:
Op welke stand de waterontharder is ingesteld.
In- en uitschakelen van de geluidssignalen.
Geluidssignalen
U kunt een geluidssignaal waarnemen:
Aan het einde van het wasprogramma.
Als het apparaat een storing heeft.
Activering van de geluidssignalen is fabrieksmatig in-
gesteld.
De geluidssignalen kunnen worden uitgeschakeld aan
de hand van de volgende stappen:
1. Schakel het apparaat in.
2. Zorg dat het apparaat in de instelmodus staat.
3. Houd de toets programmakeuze/annuleren inge-
drukt totdat het programmalampje A gaat knippe-
ren en programmalampje B continu gaat branden.
4. Druk nogmaals op de toets programmakeuze/an-
nuleren.
Programmalampjes A gaat branden.
4
Het programma-indicatielampje B begint te
knipperen.
5. Wacht tot programmalampje A uit gaat.
Het programma-indicatielampje B blijft knippe-
ren.
Het controlelampje Einde gaat branden.
Er klinken geluidssignalen.
6. Druk nogmaals op de toets programmakeuze/an-
nuleren.
Het controlelampje Einde gaat uit.
De geluidssignalen gaan uit.
7. Schakel het apparaat uit om de handeling op te
slaan.
De geluidssignalen kunnen worden ingeschakeld aan
de hand van de volgende stappen:
1. Voer de bovengenoemde procedure uit totdat het
controlelampje Einde gaat branden.
Wasprogramma's
Afwasprogramma's
Programma
Mate van ver-
vuiling
Soort servies-
goed
Beschrijving programma
Sterk vervuild
Serviesgoed, be-
stek, potten en
pannen
Voorwas
Hoofdwas tot 70°C
2 tussentijdse spoelgangen
Laatste spoelgang
Drogen
Normaal ver-
vuild
Serviesgoed, be-
stek, potten en
pannen
Voorwas
Hoofdwas tot 65°C
2 tussentijdse spoelgangen
Laatste spoelgang
Drogen
1)
Normaal of licht
vervuild
Serviesgoed en
bestek
Hoofdwas tot 65°C
Laatste spoelgang
2)
Normaal ver-
vuild
Serviesgoed en
bestek
Voorwas
Hoofdwas tot 50°C
1 tussentijdse spoelgang
Laatste spoelgang
Drogen
Alles
Gedeeltelijke la-
ding (later op de
dag verder te vul-
len)
Eén koude spoelgang (om te voorkomen
dat etensresten aan elkaar plakken).
(Voor dit programma hoeft geen afwasmid-
del gebruikt te worden).
1) Dit is het perfecte dagelijkse programma om een niet volledige lading te reinigen. Ideaal voor een familie van 4 personen die
alleen het serviesgoed en het bestek van de ochtend- en avondmaaltijd in de machine wil laden.
2) Testprogramma voor testinstanties. Zie voor testgegevens het aparte informatieblad.
Verbruikswaarden
Programma Programmaduur
(in minuten)
Energieverbruik
(in kWh)
Waterverbruik
(in liter)
85-95 1,8-2,0 22-25
5
Programma Programmaduur
(in minuten)
Energieverbruik
(in kWh)
Waterverbruik
(in liter)
105-115 1,5-1,7 23-25
30 0,9 9
130-140 1,0-1,2 14-16
12 0,1 5
De druk en de temperatuur van het water, de va- riaties in stroomtoevoer en de hoeveelheid servies-
goed kunnen deze waarden veranderen.
Bediening van het apparaat
Zie de volgende instructies voor elke stap van de pro-
cedure:
1. Controleer of het niveau van de waterontharder
juist is voor de waterhardheid in uw omgeving. Stel,
indien nodig, de waterontharder in.
2. Vul het zoutreservoir met zout voor afwasmachi-
nes.
3. Vul het glansmiddeldoseerbakje met glansmiddel.
4. Plaats bestek en serviesgoed in de afwasmachine.
5. Stel het juiste programma in voor het type lading
en mate van vervuiling.
6. Vul het afwasmiddeldoseerbakje met de juiste hoe-
veelheid afwasmiddel.
7. Start het afwasprogramma.
Als u afwasmiddeltabletten gebruikt, zie hoofd-
stuk 'Gebruik van tabletten'.
De waterontharder instellen
De waterontharder verwijdert mineralen en zouten van
de watertoevoer. Mineralen en zouten kunnen een ne-
gatieve invloed hebben op de werking van het appa-
raat.
De waterhardheid wordt gemeten in de volgende ge-
lijkwaardige schalen:
Duitse graden (dH°).
Franse graden (°TH).
mmol/l (millimol per liter - een internationale eenheid
voor de hardheid van water).
•Clarke.
Stel de waterontharder af op de waterhardheid in uw
omgeving. Neem, indien nodig, contact op met het lo-
kale waterschap.
Waterhardheid Instelling waterhardheid
°dH °TH mmol/l Clarke handmatig elektronisch
51 - 70 91 - 125 9,1 - 12,5 64 - 88 2 10
43 - 50 76 - 90 7,6 - 9,0 53 - 63 2 9
37 - 42 65 - 75 6,5 - 7,5 46 - 52 2 8
29 - 36 51 - 64 5,1 - 6,4 36 - 45 2 7
23 - 28 40 - 50 4,0 - 5,0 28 - 35 2 6
19 - 22 33 - 39 3,3 - 3,9 23 - 27 2 5
15 - 18 26 - 32 2,6 - 3,2 18 - 22 1 4
6
Waterhardheid Instelling waterhardheid
°dH °TH mmol/l Clarke handmatig elektronisch
11 - 14 19 - 25 1,9 - 2,5 13 - 17 1 3
4 - 10 7 - 18 0,7 - 1,8 5 - 12 1 2
< 4 < 7 < 0,7 < 5
1
1)
1
1)
1) Geen zout nodig.
U moet de waterontharder handmatig en elektro-
nisch instellen.
Handmatige afstelling
Het apparaat in in de fabriek ingesteld op stand 2.
1
2
Zet de schakelaar op
stand 1 of 2.
Elektronische aanpassing
De waterontharder is fabrieksmatig ingesteld op
niveau 5
1. Schakel het apparaat in.
2. Zorg dat het apparaat in de instelmodus staat.
3. Druk op de toets programmakeuze/annuleren en
houd deze ingedrukt.
4. Laat de toets programmakeuze/annuleren los na-
dat het programmalampje A gaat knipperen en
programmalampje B continu gaat branden.
5. Wacht tot programmalampje B uit gaat.
Het programma-indicatielampje A begint te
knipperen.
Het controlelampje einde programma begint te
knipperen.
6. Druk een keer op de toets programmakeuze/an-
nuleren.
Het programma-indicatielampje A begint te
knipperen.
De instelfunctie van de waterontharder is geac-
tiveerd.
Het lampje 'einde programma' knippert om het
niveau van de waterontharder aan te geven.
Voorbeeld: 5 keer knipperen, pauze, 5 keer
knipperen, pauze, enz... = niveau 5.
7. Druk een keer op de toets programmakeuze/an-
nuleren om de stand van de waterontharder te ver-
hogen.
8. Druk op de aan-/uit-toets om de handeling op te
slaan.
Gebruik van zout voor de vaatwasser
Let op! Gebruik alleen afwasmachinezout. Zout
dat niet geschikt is voor afwasmachines,
veroorzaakt schade aan de waterontharder.
1 2
7
3
Vul het zoutreservoir met
1 liter water (alleen bij het
eerste gebruik)
4
5
6
Het is normaal dat er water uit het zoutreservoir
stroomt wanneer u zout bijvult.
Zorg dat er geen zout buiten het zoutreservoir
terechtkomt. Zout dat achterblijft, beschadigt het
reservoir. Aangeraden wordt een afwasprogramma di-
rect te starten nadat u het zoutreservoir hebt gevuld.
Dit voorkomt corrosie als gevolg van gemorst zout.
Wanneer u de waterontharder elektronisch instelt op
niveau 1, blijft het zoutcontrolelampje niet branden.
Gebruik van glansspoelmiddel
Let op! Gebruik alleen merkglansmiddelen voor
afwasmachines.
Volg deze stappen om het glansmiddeldoseerbakje te
vullen:
1 2
M
A
X
1
2
3
4
+
3
4
M
A
X
1
2
3
4
+
5
Vul bij wanneer de glans-
middelindicator ( B ) hel-
der wordt.
Let op! Vul het glansmiddeldoseerbakje nooit
met andere middelen (bijv. afwasmachinerei-
nigingsmiddel, vloeibaar afwasmiddel). Dit kan het
apparaat beschadigen.
8
De glansmiddeldosering afstellen
M
A
X
1
2
3
4
+
De glansmiddelkeuze-
knop is in de fabriek in-
gesteld op stand 3.
Om de dosering te ver-
hogen of te verlagen,
raadpleegt u "Problemen
oplossen".
De vaatwasser inruimen
Handige aanwijzingen en tips
Let op! Gebruik het apparaat alleen voor
huishoudelijk keukengerei dat geschikt is voor
afwasmachines.
Gebruik het apparaat niet om voorwerpen die water
kunnen opnemen (sponzen, huishouddoekjes, enz.) te
reinigen.
Volg deze stappen voordat u serviesgoed en bestek
laadt:
Verwijder alle voedselresten en vuil
Laat aangebakken voedselresten eerst inweken.
Volg deze stappen terwijl u serviesgoed en bestek
laadt:
Plaats holle voorwerpen (bijv. kopjes, glazen en
pannen) met de opening naar beneden.
Zorg er voor dat het water niet in het reservoir of
een diepe pan kan verzamelen.
Zorg er voor dat serviesgoed en bestek niet in
elkaar liggen.
Zorg er voor dat serviesgoed en bestek elkaar
niet overlappen.
Zorg er voor dat glazen andere glazen niet aan-
raken.
Leg kleine voorwerpen in de bestekmand.
Voorwerpen van kunststof en pannen met teflon
hebben de neiging waterdruppels vast te houden.
Voorwerpen van kunststof drogen niet zo goed als
porselein en stalen voorwerpen.
Leg lichte voorwerpen in het bovenrek. Zorg er voor
dat de voorwerpen niet verschuiven.
Let op! Zorg er voor dat de sproeiarmen vrij
kunnen ronddraaien voordat u een afwasprogramma
start.
Waarschuwing! Sluit altijd de deur nadat u het
apparaat vult of leeg haalt. Een geopende deur
kan gevaarlijk zijn.
1
Rangschik dekschalen
en grote deksels langs de
rand van het onderrek.
2
1
2
Gebruik de bestekroosters. Als de afmetingen
van het bestek het gebruik van de bestekroosters
voorkomen, verwijder ze dan.
9
1
Rangschik alle voorwer-
pen zo dat het water er
aan alle kanten bij kan
komen.
2
Klap de kopjesrekken op
voor langere voorwer-
pen.
Plaats borden in het achterste deel van het bo-
venrek. Kantel ze voorover.
De hoogte van het bovenrek aanpassen
Als u grote borden in het onderrek plaatst, moet u eerst
het bovenrek in de hoogste stand zetten.
Maximale hoogte van de borden
bovenrek onderrek
Bovenste stand 20 cm 31 cm
Onderste stand 24 cm 27 cm
Volg deze stappen om het bovenrek in de bovendste
stand te zetten:
1. Trek het rek tot de aanslag naar buiten.
2. Til beide kanten voorzichtig op totdat het mecha-
nisme vastklikt en het rek stabiel is.
1
Volg deze stappen om het bovenrek in de onderste
stand te zetten:
1. Trek het rek tot de aanslag naar buiten.
2. Til de beide kanten naar boven.
3. Houd het mechanisme vast en laat het dan lang-
zaam terugzakken.
Let op!
Til het rek nooit aan één kant op. Dit geldt ook
voor het laten zakken.
Als het rek zich in de bovenste stand bevindt, kunt
u geen kopjes op het kopjesrek plaatsen.
Gebruik van vaatwasmiddelen
Gebruik alleen afwasmiddelen (poeder, vloeibaar
of tablet) die geschikt zijn voor afwasmiddelen.
Volg de gegevens op de verpakking op:
Dosering aanbevolen door de fabrikant.
Aanbevelingen omtrent opslag.
Gebruik niet meer dan de juiste hoeveelheid af-
wasmiddel om het milieu te sparen.
1
2
10
3
Vul het afwasmiddelbak-
je (A) met afwasmiddel.
4
Als u een wasprogram-
ma gebruikt met een
voorwasfase, doet u ook
afwasmiddel in het voor-
wasdoseerbakje ( B).
5
6
Gebruik van afwasmiddeltabletten
Doe het afwasmiddeltablet in het afwasmiddeldoseer-
bakje ( A).
Afwasmiddeltabletten bevatten:
afwasmiddel
glansmiddel
andere schoonmaakmiddelen.
Volg deze stappen om afwasmiddeltabletten te gebrui-
ken:
1. Zorg er voor dat de afwasmiddeltabletten geschikt
zijn voor de waterhardheid in uw omgeving. Zie de
instructies van de fabrikant.
2. Stel het laagste niveau in voor de waterhardheid
en de glansmiddeldosering.
Het is niet nodig om het zoutreservoir en het
glansmiddeldoseerbakje te vullen.
Volg deze stappen als de droogresultaten niet
naar wens zijn:
1. Vul het glansmiddeldoseerbakje met glansmiddel.
2. Stel de dosering van het glansmiddel in op stand
2.
Volg deze stappen om opnieuw
afwasmiddelpoeder te gebruiken:
1. Vul het zoutreservoir en het glansmiddeldoseer-
bakje.
2. Stel de waterontharder in op het hoogste niveau.
3. Draai een wasprogramma zonder serviesgoed.
4. Stel de waterontharder af. Zie hoofdstuk 'De wa-
terontharder instellen'.
5. Stel de glansmiddeldosering af.
Verschillende merken afwasmiddel hebben een
ander oplostraject. Sommige afwasmiddeltablet-
ten geven niet het beste reinigingsresultaat tijdens kor-
te wasprogramma's. Gebruik lange wasprogramma's
als u afwasmiddeltabletten gebruikt om het afwasmid-
del volledig te verwijderen.
Een wasprogramma selecteren en starten
Selecteer het afwasprogramma met de deur
enigszins geopend. Het afwasprogramma start
pas nadat u de deur gesloten hebt. Tot dat moment
kunnen de instellingen nog worden gewijzigd.
Voer deze handelingen uit om een afwasprogramma
in te stellen en te starten:
1. Schakel het apparaat in.
2. Zorg dat het apparaat in de instelmodus staat.
3. Druk nogmaals op de toets programmakeuze/an-
nuleren om het afwasprogramma in te stellen. Zie
het hoofdstuk "Wasprogramma's".
Het programmalampje gaat branden.
4. Sluit de deur.
Het wasprogramma start automatisch.
Wanneer het afwasprogramma wordt uitgevoerd,
kunt u het programma niet wijzigen. Annuleer het
afwasprogramma.
Waarschuwing! Onderbreek of annuleer een
afwasprogramma alleen als dit nodig is.
Let op! Open de deur voorzichtig. Er kan hete
stoom vrijkomen.
11
Annuleren van een afwasprogramma
1. Druk op de toets programmakeuze/annuleren en
houd deze ca. 3 seconden ingedrukt.
Het programmalampje gaat uit.
Het controlelampje einde programma begint te
knipperen.
2. Laat de toets programmakeuze/annuleren los om
het afwasprogramma te annuleren.
Nu kunt u de volgende stappen uitvoeren:
1. Het apparaat uitschakelen.
2. Een nieuw afwasprogramma selecteren.
Vul het afwasmiddelbakje met afwasmiddel voordat u
een nieuw afwasprogramma instelt.
Een afwasprogramma onderbreken
Open de deur.
Het programma stopt.
Sluit de deur.
Het programma gaat verder vanaf het punt dat het
was onderbroken.
Een afwasprogramma selecteren en starten
met uitgestelde start
1. Druk op de Aan-/uittoets.
2. Een afwasprogramma selecteren.
Het programmalampje gaat branden.
3. Druk op de toets uitgestelde start.
Het controlelampje uitgestelde start gaat bran-
den.
4. Sluit de deur.
Het aftellen van de uitgestelde start begint.
Nadat het aftelproces voltooid is, wordt het af-
wasprogramma automatisch gestart.
Open de deur niet tijdens het aftellen om te voor-
komen dat het aftellen wordt onderbroken. Wanneer u
de deur opnieuw sluit, wordt het aftellen hervat vanaf
het moment van afbreken.
De "uitgestelde start" annuleren:
1. Open de deur.
2. Druk op de toets uitgestelde start.
Het controlelampje van de uitgestelde start gaat
uit.
3. Sluit de deur.
Het programma start direct.
Einde van het afwasprogramma
Schakel het apparaat onder de volgende omstandig-
heden uit:
Het apparaat stopt automatisch.
De geluidssignalen voor het programma-einde zijn
hoorbaar.
1. Open de deur.
Het controlelampje Einde gaat branden.
Het programmalampje blijft branden.
2. Druk op de Aan-/uittoets.
3. Wanneer u de deur van de afwasautomaat een
paar minuten op een kier laat staan voordat u het
serviesgoed uit de machine haalt, bereikt u betere
droogresultaten.
Laat de borden afkoelen voordat u deze uit het appa-
raat neemt. Hete borden zijn gevoelig voor beschadi-
gingen.
De lading verwijderen
Verwijder eerst voorwerpen van het onderrek en dan
van het bovenrek.
Er kan water liggen aan de zijkanten en op de deur
van het apparaat. Roestvrij staal koelt sneller af dan
borden.
Onderhoud en reiniging
Waarschuwing! Schakel het apparaat uit
voordat u de filters schoon maakt.
De filters reinigen
Belangrijk! Gebruik het apparaat niet zonder filters.
Zorg er voor dat de filters juist zijn geplaatst. Onjuiste
plaatsing veroorzaakt slechte wasresultaten en schade
aan het apparaat.
12
1
2
Maak de filters A, B en C
schoon onder stromend
water.
3
Draai, om de filters B en
C te verwijderen, het
handvat een kwartslag
naar links.
4
Verwijder het platte filter
A uit de bodem van het
apparaat.
5
Plaats het platte filter A
terug in de bodem van
het apparaat. Plaats het
platte filter juist terug on-
der de twee geleiders D.
6
Zet het filtersysteem op
zijn plaats. Draai, om het
filtersysteem te vergren-
delen, het handvat naar
rechts totdat het op zijn
plaats vastklikt.
Belangrijk! Verwijder de sproeiarmen niet.
Als de openingen in de sproeiarmen verstopt raken,
verwijdert u de achterblijvende delen met een coctail-
prikkertje.
Schoonmaken van de buitenkant
Reinig de buitenoppervlakken van de machine en het
bedieningspaneel met een vochtige zachte doek. Ge-
bruik alleen neutrale afwasmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes of oplosmiddelen
(aceton, trichloroethyleen enz).
Voorzorgsmaatregelen bij vorst
Let op! Installeer het apparaat niet op een plek
waar de temperatuur onder de 0 °C komt. De
fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade door
vorst.
Als dit niet mogelijk is, leeg het apparaat en sluit de
deur. Haal de watertoevoerslagn los en verwijder het
water in de watertoevoerslang.
Problemen oplossen
Het apparaat start of stopt niet tijdens de werking. Als er een storing is, probeer dan eerst het probleem
zelf op te lossen. Als u het probleem zelf niet kunt op-
lossen, neem dan contact op met de klantenservice.
13
Storingscode en storing Mogelijke oorzaak en oplossing
Voortdurend knipperen van het con-
trolelampje programma bezig
onderbroken geluidssignaal
1 keer knipperen van het controle-
lampje Einde
Het apparaat wordt niet gevuld met wa-
ter
.
De waterkraan is verstopt of aangezet met kalkaanslag.
Maak de waterkraan schoon.
De waterkraan is dicht.
Draai de waterkraan open.
Het filter in de wateraanvoerslang is verstopt.
Maak het filter schoon.
De aansluiting van de wateraanvoerslang is niet correct. De slang
kan worden gebogen of geknikt.
Zorg dat de aansluiting altijd correct is.
Voortdurend knipperen van het con-
trolelampje programma bezig
onderbroken geluidssignaal
2 keer knipperen van het controle-
lampje Einde
Het apparaat voert het water niet af.
De gootsteenafvoer is geblokkeerd.
Ontstop de gootsteenafvoer.
De aansluiting van de waterafvoerslang is niet correct. De slang
kan worden gebogen of geknikt.
Zorg dat de aansluiting altijd correct is.
Voortdurend knipperen van het con-
trolelampje programma bezig
onderbroken geluidssignaal
3 keer knipperen van het controle-
lampje Einde
Anti-overstromingsinrichting werkt
Draai de waterkraan dicht en neem contact op met onze service-
afdeling.
Het programma begint niet Het apparaat is niet gesloten.
Sluit de deur.
De stekker is niet aangesloten.
Steek de stekker in het stopcontact.
De zekering in de meterkast is doorgebrand.
Vervang de zekering.
Toets uitgestelde start is ingesteld.
Annuleer de uitgestelde start om het programma direct te starten.
Schakel het apparaat na de controle in. Het programma
gaat verder vanaf het punt waar het werd onderbroken.
Als het probleem opnieuw optreedt, neem dan contact
op met onze service-afdeling.
Deze gegevens zijn nodig om u snel en correct te kun-
nen helpen:
Model (mod.)
Productnummer (PNC)
Serienummer (S.N.)
Zie voor deze gegevens het typeplaatje.
Schrijf de benodigde gegevens hier op:
Modelomschrijving: ..........
Productnummer: ..........
Serienummer: ..........
14
De schoonmaakresultaten zijn slecht
De borden zijn niet schoon Het geselecteerde afwasprogramma is niet geschikt voor het type lading
en mate van vervuiling.
De rekken zijn niet goed ingedeeld, zodat het water er niet aan alle kanten
bij kan.
De sproeiarmen kunnen niet vrij draaien als gevolg van een onjuiste
plaatsing van het serviesgoed.
De filters zijn vuil of niet juist geplaatst.
Er is te weinig of geen afwasmiddel gebruikt.
Er zitten kalkresten op de borden Het zoutreservoir is leeg.
De waterontharder is ingesteld op het verkeerde niveau.
De dop van het zoutreservoir zit niet goed dicht.
Het serviesgoed is nat en dof Er is geen glansmiddel gebruikt.
Het glansmiddeldoseerbakje is leeg.
De glazen en borden vertonen
strepen, melkachtige vlekken of
een blauwzweem
Verminder de glansmiddeldosering.
Opgedroogde waterdruppels op
de glazen en de borden
Verhoog de dosering van het glansmiddel.
Het afwasmiddel kan de oorzaak zijn.
Technische gegevens
Afmetingen Breedte cm 59,6
Hoogte cm 81,8-87,8
Diepte cm 55,5
Elektrische aansluiting - Voltage -
Totale vermogen - Zekering
Informatie over de elektrische aansluiting is te vinden op het typeplaatje
aan de binnenrand van de deur van de afwasmachine.
Leidingwaterdruk Minimaal 0,5 bar (0,05 MPa)
Maximaal 8 bar (0,8 MPa)
Capaciteit Aantal couverts 12
Milieubescherming
Het symbool op het product of op de verpakking
wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag
worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij
een verzamelpunt waar elektrische en elektronische
apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit
product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt
u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu
die zich zouden kunnen voordoen in geval van
verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere
informatie over het recyclen van dit product, kunt u
contact opnemen met de gemeente, de
gemeentereiniging of de winkel waar u het product hebt
gekocht.
15
De verpakkingsmaterialen zijn milieuvriendelijk en her-
bruikbaar. De kunststofonderdelen zijn gemarkeerd,
bijv. >PE<, >PS<, enz. Gooi het verpakkingsmateriaal
in de daarvoor bedoelde container bij uw plaatselijke
afvaldienst.
Waarschuwing! Volg de volgende procedure
om het apparaat weg te gooien:
Trek de stekker uit het stopcontact.
Snijd de hoofdkabels en stekkers af en gooi ze weg.
Verwijder het slot van de deur. Dit voorkomt dat kin-
deren zichzelf in het apparaat insluiten en zo hun
leven in gevaar brengen.
Montage
Waarschuwing! Zorg dat de stekker tijdens de
installatie niet is aangesloten.
Belangrijk! Volg de instructies op de bijgesloten
sjabloon voor:
inbouw van het apparaat.
Installeer het meubelpaneel.
Sluit de watertoevoer en waterafvoer aan.
Installeer het apparaat onder een aanrecht (keuken-
blad of gootsteen).
Als reparatie nodig is, moet het apparaat eenvoudig
bereikbaar zijn voor de monteur.
Plaats het apparaat naast een waterkraan en een af-
voer.
Er zijn geen verdere openingen voor de ontluchting van
de afwasmachine vereist, maar alleen om de water-
toevoer- en afvoerslang en het aansluitsnoer door te
laten.
De afwasmachine is voorzien van stelvoetjes voor het
instellen van de hoogte.
Zorg er bij het op zijn plaats schuiven van de machine
voor dat de watertoevoerslang, de afvoerslang en het
aansluitsnoer niet zijn geknikt of worden platgedrukt.
Bevestigen van het apparaat aan de
aangrenzende keukenmeubelen
Zorg er daarom voor dat het aanrecht waaronder de
machine geplaatst wordt, stevig bevestigd is aan een
vaste structuur (aangrenzende keukenunits, kasten,
wand).
Het apparaat waterpas afstellen
Zorg er voor dat het apparaat waterpas staat, zodat de
deur goed kan sluiten en afgedicht is. Als het apparaat
waterpas staat, mag de deur de zijkanten van het keu-
kenkastje niet raken. Als de deur niet juist sluit, draai
dan de afstelbare pootjes losser of vaster totdat het
apparaat waterpas staat.
Aansluiting aan de waterleiding
Watertoevoerslang
Sluit het apparaat aan een hete (max. 60°) of koude
watertoevoer aan.
Gebruik een heet watertoevoer om het energieverbruik
te verminderen, als het hete water door alternatieve,
milieuvriendelijkere energiebronnen geproduceerd
wordt (bijv. zonne- of fotovoltaïsche panelen en wind).
Sluit de watertoevoerslang aan op een waterkraan met
een externe schroefdraad van 3/4".
Let op! Gebruik geen aansluitslangen van een
oud apparaat.
De waterdruk moet zich binnen de grenzen bevinden
(zie hoofdstuk "Technische gegevens"). Zorg er voor
dat uw waterleidingbedrijf u de gemiddelde leidingwa-
terdrukwaarden in uw omgeving geeft.
Zorg er voor dat er geen deuken in de watertoevoers-
lang zitten en dat de slang niet is geknakt of ingedeukt.
Draai de toevoerslang naar links of rechts voor de in-
stallatie. Plaats de sluitmoer op de juiste manier om
waterlekkage te voorkomen.
Let op! Sluit het apparaat niet aan nieuwe
leidingen aan of aan leidingen die lang niet zijn
gebruikt. Laat het water enkele minuten stromen en
sluit dan de toevoerslang pas aan.
Watertoevoerslang met veiligheidsklep
De elektriciteitskabel en de veiligheidsklep bevinden
zich in de dubbelwandige watertoevoerslang. De wa-
tertoevoerslang bevindt zich alleen onder druk als het
water loopt. Als er een lekkage in de watertoevoerslang
16
zit, onderbreekt de veiligheidsklep het stromende wa-
ter.
Waarschuwing!
Gevaarlijke span-
ning
Pas op als u de watertoevoerslang aansluit:
Dompel de watertoevoerslang of de veiligheidsklep
niet in water.
Als de watertoevoerslang of de veiligheidsklep be-
schadigd is, trek dan onmiddellijk de stekker uit het
stopcontact.
Laat de watertoevoerslang met de veiligheidsklep
alleen door onze service-afdeling vervangen.
Afvoerslang
1
Sluit de waterafvoers-
lang aan op een sifon on-
der de gootsteen.
2
De afvalwateraansluiting
moet zich op een hoogte
bevinden van maximaal
60 cm vanaf de bodem
van de afwasmachine.
3 4
De binnendiameter mag niet kleiner zijn dan de dia-
meter van de slang.
Verwijder het kunststofmembraan (A) als u de water-
afvoerslang aan een sifon onder de gootsteen aansluit.
Als u het membraan niet verwijdert, kunnen voedsel-
resten een verstopping in de slang veroorzaken.
Let op! Zorg er voor dat de waterkoppelingen
stevig vast zitten om waterlekkage te voorkomen.
Aansluiting aan het elektriciteitsnet
Waarschuwing! De fabrikant is niet
verantwoordelijk, als u deze
veiligheidsmaatregelen niet opvolgt.
Aard het apparaat volgens de veiligheidsmaatregelen.
Zorg er voor dat het aangegeven voltage en het type
stroom op het typeplaatje overeenkomen met het
voltage en stroomtype van uw lokale
stroomleverancier.
17
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig
stopcontact.
Gebruik geen meerwegspluggen, connectors en
verlengsnoeren. Gevaar voor brand.
Vervang de hoofdkabels niet zelf. Neem contact op met
de service-afdeling.
Zorg er voor dat de stekker toegankelijk is na de
installatie.
Trek niet aan de kabel om het apparaat los te halen.
Trek altijd aan de stekker zelf.
18
1/68