ZANKER ZKV1530 Handleiding

Categorie
Vaatwassers
Type
Handleiding
Gebruiks-
aanwijzing
Afwasmachine
User manual
Dishwasher
Notice
d'utilisation
Lave-vaisselle
Benutzer-
information
Geschirrspül-
maschine
ZKV1530
Inhoud
Veiligheidsvoorschriften _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 2
Bedieningspaneel _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 3
Afwasprogramma's _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 5
Bediening van het apparaat _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 6
De waterontharder instellen _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 6
Gebruik van zout voor de afwasautomaat _ _ _ _ _ _ 7
Gebruik van glansspoelmiddel _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 8
De afwasautomaat inruimen _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 8
Gebruik van vaatwasmiddelen _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 10
Een afwasprogramma selecteren en starten _ _ _ _ 11
Onderhoud en reiniging _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 12
Problemen oplossen _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 13
Technische gegevens _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 15
Milieubescherming _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 15
Montage _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 16
Aansluiting aan de waterleiding _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 16
Aansluiting aan het elektriciteitsnet _ _ _ _ _ _ _ _ _ 17
Wijzigingen voorbehouden.
Veiligheidsvoorschriften
Lees voor uw eigen veiligheid en correcte werking
van het apparaat eerst deze handleiding aan-
dachtig door, alvorens het apparaat te installeren. Be-
waar deze instructies altijd bij het apparaat, zelfs wan-
neer u deze verplaatst of verkoopt. Gebruikers moeten
volledig op de hoogte zijn van de bediening en veilig-
heidsfuncties van het apparaat.
Gebruik conform de voorschriften
• Het apparaat is uitsluitend ontworpen voor huishou-
delijk gebruik.
• Gebruik het apparaat alleen om huishoudelijk keu-
kengerei dat geschikt is voor afwasmachines,
schoon te maken.
• Doe geen oplosmiddelen in het apparaat. Pas op
voor explosiegevaar.
• Plaats de messen en alle voorwerpen met scherpe
punten met de punt naar beneden in de bestek-
mand. Als dat niet past, leg ze dan horizontaal op
het bovenrek.
• Gebruik alleen merkproducten voor afwasmachines
(afwasmiddel, zout, glansspoelmiddel).
• Als u de deur opent als het apparaat in werking is,
kan er hete stoom ontsnappen. Gevaar voor brand-
wonden.
• Neem geen serviesgoed uit de afwasmachine voor-
dat het afwasprogramma is afgelopen.
• Haal, als het afwasprogramma is afgelopen, de stek-
ker uit het stopcontact en draai de waterkraan dicht.
• Alleen een bevoegde servicemonteur mag dit appa-
raat repareren. Gebruik alleen originele reserveon-
derdelen.
• Voer de reparaties niet zelf uit om letsel en schade
aan het apparaat te voorkomen. Neem altijd contact
op met onze service-afdeling.
Algemene veiligheid
• Mensen (met inbegrip van kinderen) met beperkte li-
chamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens
of gebrek aan ervaring en kennis mogen dit apparaat
niet gebruiken. Zij moeten onder toezicht staan of in-
structies krijgen over het gebruik van dit apparaat
van iemand die verantwoordelijk is voor hun veilig-
heid.
• Volg de veiligheidsinstructies van de afwasmiddelfa-
brikant op om brandwonden aan ogen, mond en keel
te voorkomen.
• Drink geen water uit de afwasmachine. Er kan af-
wasmiddel in uw apparaat achtergebleven zijn.
• Sluit de deur altijd als u het apparaat niet gebruikt
om letsel te voorkomen. Bovendien struikelt u zo niet
over de deur.
• Ga niet op de open deur zitten of staan.
Veiligheid van kinderen
• Alleen volwassenen mogen dit apparaat gebruiken.
Kinderen moeten in de gaten gehouden worden om
te voorkomen dat zij met het apparaat gaan spelen.
• Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van
kinderen. Gevaar voor verstikking.
• Bewaar alle afwasmiddelen op een veilge plaats.
Laat kinderen de afwasmiddelen niet aanraken.
• Houd kinderen uit de buurt van de afwasmachine als
de deur open staat.
2
Installatie
• Controleer of het apparaat niet is beschadigd tijdens
het vervoer. Sluit een beschadigd apparaat niet aan.
Neem, indien nodig, contact op met de leverancier.
• Verwijder de verpakking vóór de eerste ingebruikne-
ming.
• Een gekwalificeerd en bekwaam persoon moet de
elektrische installatie uitvoeren.
• Een gekwalificeerd en bekwaam persoon moet het
loodgieterswerk uitvoeren.
• Wijzig de specificaties van dit product niet en veran-
der dit product niet. Gevaar voor letsel en schade
aan het apparaat.
• Het apparaat niet gebruiken:
– als de hoofdkabel of waterslangen beschadigd
zijn,
– als het bedieningspaneel, werkblad of plint zoda-
nig beschadigd zijn, dat u bij het inwendige van
het apparaat kan komen.
Neem contact op met onze service-afdeling.
• Boor niet in de zijkanten van het apparaat om scha-
de aan de hydraulische en elektrische onderdelen te
voorkomen.
Waarschuwing! Volg nauwkeurig de instructies
op voor de elektrische en wateraansluitingen.
Bedieningspaneel
31 2
4
5
A B
1
Aan/Uit-toets
2
Toets uitgestelde start
3
Toets programmakeuze/annuleren / (RESET)
4
Indicatielampjes
5
Programmalampjes
Indicatielampjes
Programma bezig:
– gaat aan als u een afwasprogramma kiest,
– blijft aan gedurende het afwasprogramma,
– gaat uit aan het einde van het afwasprogramma.
Gaat aan als een wasprogramma is afgelopen. Hulp-
functies:
• Niveau van de waterontharder.
• In-/uitschakelen van de geluidssignalen.
• Er klinkt een geluidssignaal als het apparaat een
storing heeft.
3
Indicatielampjes
1)
Het indicatielampje gaat aan wanneer het zoutreservoir
moet worden bijgevuld. Zie hoofdstuk 'Gebruik van
zout voor de vaatwasser'.
Het indicatielampje voor zout kan enkele uren aanblij-
ven nadat u het reservoir heeft gevuld. Dit heeft geen
ongewenst effect op de werking van het apparaat.
1) Wanneer het zoutreservoir leeg is, gaat het bijbehorende indicatielampje niet aan als er een wasprogramma loopt.
Toets programmakeuze/annuleren
Gebruik de toets programmakeuze/annuleren voor de-
ze handelingen:
• Het instellen van het afwasprogramma. Zie hoofd-
stuk 'Een afwasprogramma selecteren en starten '.
• Het instellen van de waterontharder. Zie hoofdstuk
'De waterontharder instellen'.
• Het in-/uitschakelen van de geluidssignalen. Zie
hoofdstuk 'Geluidssignalen'.
• Het annuleren van een lopend afwasprogramma. Zie
hoofdstuk 'Een afwasprogramma selecteren en star-
ten '.
Toets uitgestelde start
Gebruik de toets uitgestelde start om de start van het
wasprogramma te beginnen met een interval van 3 uur.
Zie het hoofdstuk 'Een afwasprogramma selecteren en
starten '.
Instelmodus
Het apparaat staat in de instelmodus als alle program-
macontrolelampjes uit zijn en het lampje Einde pro-
gramma knippert.
Het apparaat moet in de instelmodus staan voor de vol-
gende handelingen:
– Selecteren van een afwasprogramma.
– Het waterontharderniveau instellen.
– In- of uitschakelen van de geluidssignalen.
Als een programmalampje aan is, annuleer dan het
programma om terug te keren naar de instelmodus. Zie
het hoofdstuk 'Een afwasprogramma selecteren en
starten'.
Programmalampjes A en B
In aanvulling op de keuze van het bijbehorende afwas-
programma, hebben deze lampjes extra functies:
• Op welke stand de waterontharder is ingesteld.
• In- en uitschakelen van de geluidssignalen.
Geluidssignalen
U kunt een geluidssignaal waarnemen:
• Aan het einde van het wasprogramma.
• Als het apparaat een storing heeft.
Activering van de geluidssignalen is fabrieksmatig inge-
steld.
De geluidssignalen kunnen worden uitgeschakeld aan
de hand van de volgende stappen:
1. Schakel het apparaat in.
2. Zorg dat het apparaat in de instelmodus staat.
3. Houd de toets programmakeuze/annuleren inge-
drukt totdat het programmalampje A gaat knippe-
ren en programmalampje B continu gaat branden.
4. Druk nogmaals op de toets programmakeuze/an-
nuleren.
– Programmalampjes A gaat branden.
– Het programma-indicatielampje B begint te
knipperen.
5. Wacht tot programmalampje A uit gaat.
– Het programma-indicatielampje B blijft knippe-
ren.
– Het controlelampje Einde gaat branden.
Er klinken geluidssignalen.
6. Druk nogmaals op de toets programmakeuze/an-
nuleren.
– Het controlelampje Einde gaat uit.
De geluidssignalen gaan uit.
7. Schakel het apparaat uit om de handeling op te
slaan.
De geluidssignalen kunnen worden ingeschakeld aan
de hand van de volgende stappen:
1. Voer de bovengenoemde procedure uit totdat het
controlelampje Einde gaat branden.
4
Afwasprogramma's
Wasprogramma's
Programma
Mate van ver-
vuiling
Soort serviesgoed Beschrijving programma
Sterk vervuild
Serviesgoed, be-
stek, potten en
pannen
Voorwas
Hoofdwas tot 70 °C
2 tussentijdse spoelgangen
Laatste spoelgang
Drogen
Normaal ver-
vuild
Serviesgoed, be-
stek, potten en
pannen
Voorwas
Hoofdwas tot 65 °C
2 tussentijdse spoelgangen
Laatste spoelgang
Drogen
1)
Normaal of licht
vervuild
Serviesgoed en be-
stek
Hoofdwas tot 65 °C
Laatste spoelgang
2)
Normaal ver-
vuild
Serviesgoed en be-
stek
Voorwas
Hoofdwas tot 50 °C
1 tussentijdse spoelgang
Laatste spoelgang
Drogen
Alles
Gedeeltelijke lading
(later op de dag
verder te vullen)
1 koude spoelgang (om te voorkomen dat
voedselresten kunnen aankoeken).
Voor dit programma hoeft geen afwasmid-
del gebruikt te worden.
1) Dit is het perfecte dagelijkse programma om een niet volledige lading te reinigen. Ideaal voor een familie van 4 personen die
alleen het serviesgoed en het bestek van de ochtend- en avondmaaltijd in de machine wil laden.
2) Testprogramma voor testinstanties. Zie voor testgegevens het aparte informatieblad.
Verbruikswaarden
Programma Programmaduur
(in minuten)
Energieverbruik
(in kWh)
Waterverbruik
(in liter)
85-95 1,8-2,0 22-25
105-115 1,5-1,7 23-25
30 0,9 9
130-140 1,0-1,2 14-16
12 0,1 5
De druk en de temperatuur van het water, de va-
riaties in stroomtoevoer en de hoeveelheid ser-
viesgoed kunnen deze waarden veranderen.
5
Bediening van het apparaat
Zie de volgende instructies voor elke stap van de pro-
cedure:
1. Controleer of het niveau van de waterontharder
juist is voor de waterhardheid in uw omgeving.
Stel, indien nodig, de waterontharder in.
2. Vul het zoutreservoir met zout voor afwasmachi-
nes.
3. Vul het glansmiddeldoseerbakje met glansmiddel.
4. Plaats bestek en serviesgoed in de afwasmachi-
ne.
5. Stel het juiste programma in voor het type lading
en mate van vervuiling.
6. Vul het afwasmiddeldoseerbakje met de juiste
hoeveelheid afwasmiddel.
7. Start het afwasprogramma.
Als u afwasmiddeltabletten gebruikt, zie hoofdstuk
'Gebruik van vaatwasmiddelen '.
De waterontharder instellen
De waterontharder verwijdert mineralen en zouten van
de watertoevoer. Mineralen en zouten kunnen een ne-
gatieve invloed hebben op de werking van het appa-
raat.
De waterhardheid wordt gemeten in de volgende gelijk-
waardige schalen:
• Duitse graden (dH°).
• Franse graden (°TH).
• mmol/l (millimol per liter - een internationale eenheid
voor de hardheid van water).
•Clarke.
Stel de waterontharder af op de waterhardheid in uw
omgeving. Neem, indien nodig, contact op met het lo-
kale waterschap.
Waterhardheid Instelling waterhardheid
°dH °TH mmol/l Clarke handmatig elektronisch
51 - 70 91 - 125 9,1 - 12,5 64 - 88 2 10
43 - 50 76 - 90 7,6 - 9,0 53 - 63 2 9
37 - 42 65 - 75 6,5 - 7,5 46 - 52 2 8
29 - 36 51 - 64 5,1 - 6,4 36 - 45 2 7
23 - 28 40 - 50 4,0 - 5,0 28 - 35 2 6
19 - 22 33 - 39 3,3 - 3,9 23 - 27 2 5
15 - 18 26 - 32 2,6 - 3,2 18 - 22 1 4
11 - 14 19 - 25 1,9 - 2,5 13 - 17 1 3
4 - 10 7 - 18 0,7 - 1,8 5 - 12 1 2
< 4 < 7 < 0,7 < 5
1
1)
1
1)
1) Geen zout nodig.
U moet de waterontharder handmatig en elektro-
nisch instellen.
Handmatige afstelling
Het apparaat in in de fabriek ingesteld op stand 2.
6
1 2
Zet de schakelaar op
stand 1 of 2.
Elektronische aanpassing
De waterontharder is fabrieksmatig ingesteld op ni-
veau 5.
1. Schakel het apparaat in.
2. Zorg dat het apparaat in de instelmodus staat.
3. Druk op de toets programmakeuze/annuleren en
houd deze ingedrukt.
4. Laat de toets programmakeuze/annuleren los na-
dat het programmalampje A gaat knipperen en
programmalampje B continu gaat branden.
5. Wacht tot programmalampje B uit gaat.
– Het programma-indicatielampje A begint te
knipperen.
– Het controlelampje einde programma begint te
knipperen.
6. Druk een keer op de toets programmakeuze/annu-
leren.
– Het programma-indicatielampje A begint te
knipperen.
– De instelfunctie van de waterontharder is geac-
tiveerd.
– Het lampje 'einde programma' knippert om het
niveau van de waterontharder aan te geven.
Voorbeeld: 5 keer knipperen, pauze, 5 keer
knipperen, pauze, enz... = niveau 5.
7. Druk een keer op de toets programmakeuze/annu-
leren om de stand van de waterontharder te ver-
hogen.
8. Druk op de aan-/uit-toets om de handeling op te
slaan.
Gebruik van zout voor de afwasautomaat
Let op! Gebruik alleen afwasmachinezout. Zout
dat niet geschikt is voor afwasmachines,
veroorzaakt schade aan de waterontharder.
1
2
3
Vul het zoutreservoir met
1 liter water (alleen bij
het eerste gebruik).
4
7
5
6
Het is normaal dat er water uit het zoutreservoir
stroomt wanneer u zout bijvult.
Zorg dat er geen zout buiten het zoutreservoir te-
rechtkomt. Zout dat achterblijft, beschadigt het re-
servoir. Aangeraden wordt een afwasprogramma direct
te starten nadat u het zoutreservoir hebt gevuld. Dit
voorkomt corrosie als gevolg van gemorst zout.
Wanneer u de waterontharder elektronisch instelt op ni-
veau 1, blijft het zoutcontrolelampje niet branden.
Gebruik van glansspoelmiddel
Let op! Gebruik alleen merkglansmiddelen voor
afwasmachines.
Volg deze stappen om het glansmiddeldoseerbakje te
vullen:
1 2
M
A
X
1
2
3
4
+
3
4
M
A
X
1
2
3
4
+
5
Vul tot de glansmiddelin-
dicator ( B) helder wordt.
Let op! Vul het glansmiddeldoseerbakje nooit
met andere middelen (bijv. afwasmachinereini-
gingsmiddel, vloeibaar afwasmiddel). Dit kan het ap-
paraat beschadigen.
De glansmiddeldosering afstellen
M
A
X
1
2
3
4
+
De glansmiddelkeuze-
knop is in de fabriek in-
gesteld op stand 3.
Om de dosering te verho-
gen of te verlagen, raad-
pleegt u "Problemen op-
lossen".
De afwasautomaat inruimen
Handige aanwijzingen en tips
Let op! Gebruik het apparaat alleen voor
huishoudelijk keukengerei dat geschikt is voor
afwasmachines.
Gebruik het apparaat niet om voorwerpen die water
kunnen opnemen (sponzen, huishouddoekjes, enz.) te
reinigen.
• Volg deze stappen voordat u serviesgoed en bestek
laadt:
8
– Verwijder alle voedselresten en vuil
– Laat aangebakken voedselresten eerst inweken.
• Volg deze stappen terwijl u serviesgoed en bestek
laadt:
– Plaats holle voorwerpen (bijv. kopjes, glazen en
pannen) met de opening naar beneden.
– Zorg er voor dat het water niet in het reservoir of
een diepe pan kan verzamelen.
– Zorg er voor dat serviesgoed en bestek niet in
elkaar liggen.
– Zorg er voor dat serviesgoed en bestek elkaar
niet overlappen.
– Zorg er voor dat glazen andere glazen niet aanra-
ken.
– Leg kleine voorwerpen in de bestekmand.
• Voorwerpen van kunststof en pannen met teflon
hebben de neiging waterdruppels vast te houden.
Voorwerpen van kunststof drogen niet zo goed als
porselein en stalen voorwerpen.
• Leg lichte voorwerpen in het bovenrek. Zorg er voor
dat de voorwerpen niet verschuiven.
Let op! Zorg er voor dat de sproeiarmen vrij
kunnen ronddraaien voordat u een
afwasprogramma start.
Waarschuwing! Sluit altijd de deur nadat u het
apparaat vult of leeg haalt. Een geopende deur
kan gevaarlijk zijn.
1
Rangschik dekschalen
en grote deksels langs
de rand van het onder-
rek.
2
1 2
Gebruik de bestekroosters. Als de afmetingen van
het bestek het gebruik van de bestekroosters
voorkomen, verwijder ze dan.
1
Rangschik alle voorwer-
pen zo dat het water er
aan alle kanten bij kan
komen.
2
Klap de kopjesrekken op
voor langere voorwerpen.
Plaats borden in het achterste deel van het bo-
venrek. Kantel ze voorover.
De hoogte van het bovenrek aanpassen
Als u grote borden in het onderrek plaatst, moet u eerst
het bovenrek in de hoogste stand zetten.
Maximale hoogte van de borden
bovenrek onderrek
Bovenste stand 20 cm 31 cm
Onderste stand 24 cm 27 cm
Volg deze stappen om het bovenrek in de bovendste
stand te zetten:
1. Trek het rek tot de aanslag naar buiten.
2. Til beide kanten voorzichtig op totdat het mecha-
nisme vastklikt en het rek stabiel is.
9
1
Volg deze stappen om het bovenrek in de onderste
stand te zetten:
1. Trek het rek tot de aanslag naar buiten.
2. Til de beide kanten naar boven.
3. Houd het mechanisme vast en laat het dan lang-
zaam terugzakken.
Let op!
• Til het rek nooit aan één kant op. Dit geldt ook
voor het laten zakken.
• Als het rek zich in de bovenste stand bevindt,
kunt u geen kopjes op het kopjesrek plaatsen.
Gebruik van vaatwasmiddelen
Gebruik alleen afwasmiddelen (poeder, vloeibaar
of tablet) die geschikt zijn voor afwasmiddelen.
Volg de gegevens op de verpakking op:
• Dosering aanbevolen door de fabrikant.
• Aanbevelingen omtrent opslag.
Gebruik niet meer dan de juiste hoeveelheid af-
wasmiddel om het milieu te sparen.
1
2
3
Vul het afwasmiddelbakje
( A) met afwasmiddel.
4
Als u een wasprogramma
gebruikt met een voor-
wasfase, doet u ook af-
wasmiddel in het voor-
wasdoseerbakje ( B).
5
6
Gebruik van afwasmiddeltabletten
Doe het afwasmiddeltablet in het afwasmiddeldoseer-
bakje ( A).
Afwasmiddeltabletten bevatten:
• afwasmiddel
• glansmiddel
• andere schoonmaakmiddelen.
10
Volg deze stappen om afwasmiddeltabletten te gebrui-
ken:
1. Zorg er voor dat de afwasmiddeltabletten geschikt
zijn voor de waterhardheid in uw omgeving. Zie de
instructies van de fabrikant.
2. Stel het laagste niveau in voor de waterhardheid
en de glansmiddeldosering.
Het is niet nodig om het zoutreservoir en het
glansmiddeldoseerbakje te vullen.
Volg deze stappen als de droogresultaten niet naar
wens zijn:
1. Vul het glansmiddeldoseerbakje met glansmiddel.
2. Stel de dosering van het glansmiddel in op stand
2.
Volg deze stappen om opnieuw afwasmiddelpoeder
te gebruiken:
1. Vul het zoutreservoir en het glansmiddeldoseer-
bakje.
2. Stel de waterontharder in op het hoogste niveau.
3. Draai een wasprogramma zonder serviesgoed.
4. Stel de waterontharder af. Zie hoofdstuk 'De wa-
terontharder instellen'.
5. Stel de glansmiddeldosering af.
Verschillende merken afwasmiddel hebben een
ander oplostraject. Sommige afwasmiddeltablet-
ten geven niet het beste reinigingsresultaat tijdens kor-
te wasprogramma's. Gebruik lange wasprogramma's
als u afwasmiddeltabletten gebruikt om het afwasmid-
del volledig te verwijderen.
Een afwasprogramma selecteren en starten
Selecteer het afwasprogramma met de deur
enigszins geopend. Het afwasprogramma start
pas nadat u de deur gesloten hebt. Tot dat moment
kunnen de instellingen nog worden gewijzigd.
Voer deze handelingen uit om een afwasprogramma in
te stellen en te starten:
1. Schakel het apparaat in.
2. Zorg dat het apparaat in de instelmodus staat.
3. Druk nogmaals op de toets programmakeuze/an-
nuleren om het afwasprogramma in te stellen. Zie
het hoofdstuk "Wasprogramma's".
– Het programmalampje gaat branden.
4. Sluit de deur.
– Het wasprogramma start automatisch.
Wanneer het afwasprogramma wordt uitgevoerd,
kunt u het programma niet wijzigen. Annuleer het
afwasprogramma.
Waarschuwing! Onderbreek of annuleer een
afwasprogramma alleen als dit nodig is.
Let op! Open de deur voorzichtig. Er kan hete
stoom vrijkomen.
Annuleren van een afwasprogramma
1. Druk op de toets programmakeuze/annuleren en
houd deze ca. 3 seconden ingedrukt.
– Het programmalampje gaat uit.
– Het controlelampje einde programma begint te
knipperen.
2. Laat de toets programmakeuze/annuleren los om
het afwasprogramma te annuleren.
Nu kunt u de volgende stappen uitvoeren:
1. Het apparaat uitschakelen.
2. Een nieuw afwasprogramma selecteren.
Vul het afwasmiddelbakje met afwasmiddel voordat u
een nieuw afwasprogramma instelt.
Een afwasprogramma onderbreken
Open de deur.
• Het programma stopt.
Sluit de deur.
• Het programma gaat verder vanaf het punt dat het
was onderbroken.
Een afwasprogramma selecteren en starten met
uitgestelde start
1. Druk op de Aan-/uittoets.
2. Een afwasprogramma selecteren.
11
– Het programmalampje gaat branden.
3. Druk op de toets uitgestelde start.
– Het controlelampje uitgestelde start gaat bran-
den.
4. Sluit de deur.
– Het aftellen van de uitgestelde start begint.
– Nadat het aftelproces voltooid is, wordt het af-
wasprogramma automatisch gestart.
Open de deur niet tijdens het aftellen om te voor-
komen dat het aftellen wordt onderbroken. Wan-
neer u de deur opnieuw sluit, wordt het aftellen hervat
vanaf het moment van afbreken.
De "uitgestelde start" annuleren:
1. Open de deur.
2. Druk op de toets uitgestelde start.
– Het controlelampje van de uitgestelde start
gaat uit.
3. Sluit de deur.
– Het programma start direct.
Einde van het afwasprogramma
Schakel het apparaat onder de volgende omstandighe-
den uit:
• Het apparaat stopt automatisch.
• De geluidssignalen voor het programma-einde zijn
hoorbaar.
1. Open de deur.
– Het controlelampje Einde gaat branden.
– Het programmalampje blijft branden.
2. Druk op de Aan-/uittoets.
3. Wanneer u de deur van de afwasautomaat een
paar minuten op een kier laat staan voordat u het
serviesgoed uit de machine haalt, bereikt u betere
droogresultaten.
Laat de borden afkoelen voordat u deze uit het appa-
raat neemt. Hete borden zijn gevoelig voor beschadi-
gingen.
De lading verwijderen
• Verwijder eerst voorwerpen van het onderrek en dan
van het bovenrek.
• Er kan water liggen aan de zijkanten en op de deur
van het apparaat. Roestvrij staal koelt sneller af dan
borden.
Onderhoud en reiniging
Waarschuwing! Schakel het apparaat uit voordat
u de filters schoon maakt.
De filters reinigen
Belangrijk! Gebruik het apparaat niet zonder filters.
Zorg er voor dat de filters juist zijn geplaatst. Onjuiste
plaatsing veroorzaakt slechte wasresultaten en schade
aan het apparaat.
1
2
Maak de filters A, B en C
schoon onder stromend
water.
12
3
Draai, om de filters B en
C te verwijderen, het
handvat een kwartslag
naar links.
4
Verwijder het platte filter
A uit de bodem van het
apparaat.
5
Plaats het platte filter A
terug in de bodem van
het apparaat. Plaats het
platte filter juist terug on-
der de twee geleiders D.
6
Zet het filtersysteem op
zijn plaats. Draai, om het
filtersysteem te vergren-
delen, het handvat naar
rechts totdat het op zijn
plaats vastklikt.
Belangrijk! Verwijder de sproeiarmen niet.
Als de openingen in de sproeiarmen verstopt raken,
verwijdert u de achterblijvende delen met een coctail-
prikkertje.
Schoonmaken van de buitenkant
Reinig de buitenoppervlakken van de machine en het
bedieningspaneel met een vochtige zachte doek. Ge-
bruik alleen neutrale afwasmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes of oplosmiddelen
(aceton, trichloroethyleen enz).
Voorzorgsmaatregelen bij vorst
Let op! Installeer het apparaat niet op een plek
waar de temperatuur onder de 0 °C komt. De
fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade door
vorst.
Als dit niet mogelijk is, leeg het apparaat en sluit de
deur. Haal de watertoevoerslagn los en verwijder het
water in de watertoevoerslang.
Problemen oplossen
Het apparaat start of stopt niet tijdens de werking.
Als er een storing optreedt, probeer dan eerst zelf een
oplossing voor het probleem te vinden. Als u het pro-
bleem zelf niet kunt oplossen, neem dan contact op
met de klantenservice.
Let op! Schakel het apparaat uit en voer de
hieronder voorgestelde corrigerende handelingen
uit.
13
Storingscode en storing Mogelijke oorzaak en oplossing
• voortdurend knipperen van het con-
trolelampje programma bezig
• onderbroken geluidssignaal
• 1 keer knipperen van het controle-
lampje Einde
Het apparaat wordt niet gevuld met wa-
ter
.
• De waterkraan is verstopt of aangezet met kalkaanslag.
Maak de waterkraan schoon.
• De waterkraan is dicht.
Draai de waterkraan open.
• Het filter in de wateraanvoerslang is verstopt.
Maak het filter schoon.
• De aansluiting van de wateraanvoerslang is niet correct. De slang
kan zijn verbogen of geknikt.
Zorg dat de aansluiting altijd correct is.
• voortdurend knipperen van het con-
trolelampje programma bezig
• onderbroken geluidssignaal
• 2 keer knipperen van het controle-
lampje Einde
Het apparaat voert het water niet af.
• De gootsteenafvoer is geblokkeerd.
Ontstop de gootsteenafvoer.
• De aansluiting van de waterafvoerslang is niet correct. De slang
kan zijn verbogen of geknikt.
Zorg dat de aansluiting altijd correct is.
• voortdurend knipperen van het con-
trolelampje programma bezig
• onderbroken geluidssignaal
• 3 keer knipperen van het controle-
lampje Einde
Anti-overstromingsinrichting werkt
• Draai de waterkraan dicht en neem contact op met onze service-
afdeling.
Het programma begint niet • De deur van het apparaat is niet gesloten.
Sluit de deur.
• De stekker is niet aangesloten.
Steek de stekker in het stopcontact.
• De zekering in de meterkast is doorgebrand.
Vervang de zekering.
• Toets uitgestelde start is ingesteld.
Annuleer de uitgestelde start om het programma direct te starten.
Schakel het apparaat na de controle in. Het programma
gaat verder vanaf het punt waar het werd onderbroken.
Als het probleem opnieuw optreedt, neem dan contact
op met onze service-afdeling.
Deze gegevens zijn nodig om u snel en correct te kun-
nen helpen:
• Model (mod.)
• Productnummer (PNC)
• Serienummer (S.N.)
Zie voor deze gegevens het typeplaatje.
Schrijf de benodigde gegevens hier op:
Modelomschrijving: ..........
Productnummer: ..........
Serienummer: ..........
14
De schoonmaakresultaten zijn slecht
De borden zijn niet schoon • Het geselecteerde afwasprogramma is niet geschikt voor het type lading
en mate van vervuiling.
• De rekken zijn niet goed ingedeeld, zodat het water er niet aan alle kanten
bij kan.
• De sproeiarmen kunnen niet vrij draaien als gevolg van een onjuiste plaat-
sing van het serviesgoed.
• De filters zijn vuil of niet juist geplaatst.
• Er is te weinig of geen afwasmiddel gebruikt.
Er zitten kalkresten op de borden • Het zoutreservoir is leeg.
• De waterontharder is ingesteld op het verkeerde niveau.
• De dop van het zoutreservoir zit niet goed dicht.
Het serviesgoed is nat en dof • Er is geen glansmiddel gebruikt.
• Het glansmiddeldoseerbakje is leeg.
De glazen en borden vertonen
strepen, melkachtige vlekken of
een blauwzweem
• Verminder de glansmiddeldosering.
Opgedroogde waterdruppels op
de glazen en de borden
• Verhoog de dosering van het glansmiddel.
• Het afwasmiddel kan de oorzaak zijn.
Technische gegevens
Afmetingen Breedte cm 59,6
Hoogte cm 81,8-87,8
Diepte cm 55,5
Elektrische aansluiting - Voltage -
Totale vermogen - Zekering
Informatie over de elektrische aansluiting is te vinden op het typeplaatje
aan de binnenrand van de deur van de afwasmachine.
Leidingwaterdruk Minimaal 0,5 bar (0,05 MPa)
Maximaal 8 bar (0,8 MPa)
Capaciteit Aantal couverts 12
Milieubescherming
Het symbool op het product of op de verpakking
wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag
worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij
een verzamelpunt waar elektrische en elektronische
apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit
product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt
u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu
die zich zouden kunnen voordoen in geval van
verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere
informatie over het recyclen van dit product, kunt u
contact opnemen met de gemeente, de
gemeentereiniging of de winkel waar u het product hebt
gekocht.
15
De verpakkingsmaterialen zijn milieuvriendelijk en her-
bruikbaar. De kunststofonderdelen zijn gemarkeerd,
bijv. >PE<, >PS<, enz. Gooi het verpakkingsmateriaal
in de daarvoor bedoelde container bij uw plaatselijke af-
valdienst.
Waarschuwing! Volg de volgende procedure om
het apparaat weg te gooien:
• Trek de stekker uit het stopcontact.
• Snijd de hoofdkabels en stekkers af en gooi ze weg.
• Verwijder het slot van de deur. Dit voorkomt dat kin-
deren zichzelf in het apparaat insluiten en zo hun le-
ven in gevaar brengen.
Montage
Waarschuwing! Zorg dat de stekker tijdens de
installatie niet is aangesloten.
Belangrijk! Volg de instructies op de bijgesloten
sjabloon voor:
• Inbouw van het apparaat.
• Installeer het meubelpaneel.
• Sluit de watertoevoer en waterafvoer aan.
Installeer het apparaat onder een aanrecht (keukenblad
of gootsteen).
Als reparatie nodig is, moet het apparaat eenvoudig be-
reikbaar zijn voor de monteur.
Plaats het apparaat naast een waterkraan en een af-
voer.
Er zijn geen verdere openingen voor de ontluchting van
de afwasmachine vereist, maar alleen om de watertoe-
voer- en afvoerslang en het aansluitsnoer door te laten.
De afwasmachine is voorzien van stelvoetjes voor het
instellen van de hoogte.
Zorg er bij het op zijn plaats schuiven van de machine
voor dat de watertoevoerslang, de afvoerslang en het
aansluitsnoer niet zijn geknikt of worden platgedrukt.
Bevestigen van het apparaat aan de aangrenzende
keukenmeubelen
Zorg er daarom voor dat het aanrecht waaronder de
machine geplaatst wordt, stevig bevestigd is aan een
vaste structuur (aangrenzende keukenunits, kasten,
wand).
Het apparaat waterpas afstellen
Zorg er voor dat het apparaat waterpas staat, zodat de
deur goed kan sluiten en afgedicht is. Als het apparaat
waterpas staat, mag de deur de zijkanten van het keu-
kenkastje niet raken. Als de deur niet juist sluit, draai
dan de afstelbare pootjes losser of vaster totdat het ap-
paraat waterpas staat.
Aansluiting aan de waterleiding
Watertoevoerslang
Sluit het apparaat aan een hete (max. 60°) of koude
watertoevoer aan.
Gebruik een heet watertoevoer om het energieverbruik
te verminderen, als het hete water door alternatieve,
milieuvriendelijkere energiebronnen geproduceerd
wordt (bijv. zonne- of fotovoltaïsche panelen en wind).
Sluit de watertoevoerslang aan op een waterkraan met
een externe schroefdraad van 3/4".
Let op! Gebruik geen aansluitslangen van een
oud apparaat.
De waterdruk moet zich binnen de grenzen bevinden
(zie hoofdstuk "Technische gegevens"). Zorg er voor
dat uw waterleidingbedrijf u de gemiddelde leidingwa-
terdrukwaarden in uw omgeving geeft.
Zorg er voor dat er geen deuken in de watertoevoers-
lang zitten en dat de slang niet is geknakt of ingedeukt.
Draai de toevoerslang naar links of rechts voor de in-
stallatie. Plaats de sluitmoer op de juiste manier om
waterlekkage te voorkomen.
Let op! Sluit het apparaat niet aan nieuwe
leidingen aan of aan leidingen die lang niet zijn
gebruikt. Laat het water enkele minuten stromen en
sluit dan de toevoerslang pas aan.
Watertoevoerslang met veiligheidsklep
De elektriciteitskabel en de veiligheidsklep bevinden
zich in de dubbelwandige watertoevoerslang. De water-
16
toevoerslang bevindt zich alleen onder druk als het wa-
ter loopt. Als er een lekkage in de watertoevoerslang
zit, onderbreekt de veiligheidsklep het stromende wa-
ter.
Waarschuwing!
Gevaarlijke span-
ning
Pas op als u de watertoevoerslang aansluit:
• Dompel de watertoevoerslang of de veiligheidsklep
niet in water.
• Als de watertoevoerslang of de veiligheidsklep be-
schadigd is, trek dan onmiddellijk de stekker uit het
stopcontact.
• Laat de watertoevoerslang met de veiligheidsklep al-
leen door onze service-afdeling vervangen.
Afvoerslang
1
Sluit de waterafvoerslang
aan op een sifon onder
de gootsteen.
2
De afvalwateraansluiting
moet zich op een hoogte
bevinden van maximaal
60 cm vanaf de bodem
van de afwasmachine.
3
4
De binnendiameter mag niet kleiner zijn dan de diame-
ter van de slang.
Verwijder het kunststofmembraan (A) als u de wateraf-
voerslang op een sifon onder de gootsteen aansluit. Als
u het membraan niet verwijdert, kunnen voedselresten
een verstopping in de slang veroorzaken.
Let op! Zorg er voor dat de waterkoppelingen
stevig vast zitten om waterlekkage te voorkomen.
Aansluiting aan het elektriciteitsnet
Waarschuwing! De fabrikant is niet
verantwoordelijk, als u deze
veiligheidsmaatregelen niet opvolgt.
Aard het apparaat volgens de veiligheidsmaatregelen.
Zorg er voor dat het aangegeven voltage en het type
stroom op het typeplaatje overeenkomen met het
voltage en stroomtype van uw lokale stroomleverancier.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig
stopcontact.
17
Gebruik geen meerwegspluggen, connectors en
verlengsnoeren. Gevaar voor brand.
Vervang de hoofdkabels niet zelf. Neem contact op met
de service-afdeling.
Zorg er voor dat de stekker toegankelijk is na de
installatie.
Trek niet aan de kabel om het apparaat los te halen.
Trek altijd aan de stekker zelf.
18

Documenttranscriptie

Gebruiksaanwijzing User manual Notice d'utilisation Benutzerinformation Afwasmachine Dishwasher Lave-vaisselle Geschirrspülmaschine ZKV1530 Inhoud Veiligheidsvoorschriften _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 2 Bedieningspaneel _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 3 Afwasprogramma's _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 5 Bediening van het apparaat _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 6 De waterontharder instellen _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 6 Gebruik van zout voor de afwasautomaat _ _ _ _ _ _ 7 Gebruik van glansspoelmiddel _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 8 De afwasautomaat inruimen _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 8 Gebruik van vaatwasmiddelen _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 10 Een afwasprogramma selecteren en starten _ _ _ _ Onderhoud en reiniging _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ Problemen oplossen _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ Technische gegevens _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ Milieubescherming _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ Montage _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ Aansluiting aan de waterleiding _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ Aansluiting aan het elektriciteitsnet _ _ _ _ _ _ _ _ _ 11 12 13 15 15 16 16 17 Wijzigingen voorbehouden. Veiligheidsvoorschriften Lees voor uw eigen veiligheid en correcte werking van het apparaat eerst deze handleiding aandachtig door, alvorens het apparaat te installeren. Bewaar deze instructies altijd bij het apparaat, zelfs wanneer u deze verplaatst of verkoopt. Gebruikers moeten volledig op de hoogte zijn van de bediening en veiligheidsfuncties van het apparaat. Gebruik conform de voorschriften • Het apparaat is uitsluitend ontworpen voor huishoudelijk gebruik. • Gebruik het apparaat alleen om huishoudelijk keukengerei dat geschikt is voor afwasmachines, schoon te maken. • Doe geen oplosmiddelen in het apparaat. Pas op voor explosiegevaar. • Plaats de messen en alle voorwerpen met scherpe punten met de punt naar beneden in de bestekmand. Als dat niet past, leg ze dan horizontaal op het bovenrek. • Gebruik alleen merkproducten voor afwasmachines (afwasmiddel, zout, glansspoelmiddel). • Als u de deur opent als het apparaat in werking is, kan er hete stoom ontsnappen. Gevaar voor brandwonden. • Neem geen serviesgoed uit de afwasmachine voordat het afwasprogramma is afgelopen. • Haal, als het afwasprogramma is afgelopen, de stekker uit het stopcontact en draai de waterkraan dicht. • Alleen een bevoegde servicemonteur mag dit apparaat repareren. Gebruik alleen originele reserveonderdelen. 2 • Voer de reparaties niet zelf uit om letsel en schade aan het apparaat te voorkomen. Neem altijd contact op met onze service-afdeling. Algemene veiligheid • Mensen (met inbegrip van kinderen) met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of gebrek aan ervaring en kennis mogen dit apparaat niet gebruiken. Zij moeten onder toezicht staan of instructies krijgen over het gebruik van dit apparaat van iemand die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. • Volg de veiligheidsinstructies van de afwasmiddelfabrikant op om brandwonden aan ogen, mond en keel te voorkomen. • Drink geen water uit de afwasmachine. Er kan afwasmiddel in uw apparaat achtergebleven zijn. • Sluit de deur altijd als u het apparaat niet gebruikt om letsel te voorkomen. Bovendien struikelt u zo niet over de deur. • Ga niet op de open deur zitten of staan. Veiligheid van kinderen • Alleen volwassenen mogen dit apparaat gebruiken. Kinderen moeten in de gaten gehouden worden om te voorkomen dat zij met het apparaat gaan spelen. • Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen. Gevaar voor verstikking. • Bewaar alle afwasmiddelen op een veilge plaats. Laat kinderen de afwasmiddelen niet aanraken. • Houd kinderen uit de buurt van de afwasmachine als de deur open staat. Installatie • Controleer of het apparaat niet is beschadigd tijdens het vervoer. Sluit een beschadigd apparaat niet aan. Neem, indien nodig, contact op met de leverancier. • Verwijder de verpakking vóór de eerste ingebruikneming. • Een gekwalificeerd en bekwaam persoon moet de elektrische installatie uitvoeren. • Een gekwalificeerd en bekwaam persoon moet het loodgieterswerk uitvoeren. • Wijzig de specificaties van dit product niet en verander dit product niet. Gevaar voor letsel en schade aan het apparaat. • Het apparaat niet gebruiken: – als de hoofdkabel of waterslangen beschadigd zijn, – als het bedieningspaneel, werkblad of plint zodanig beschadigd zijn, dat u bij het inwendige van het apparaat kan komen. Neem contact op met onze service-afdeling. • Boor niet in de zijkanten van het apparaat om schade aan de hydraulische en elektrische onderdelen te voorkomen. Waarschuwing! Volg nauwkeurig de instructies op voor de elektrische en wateraansluitingen. Bedieningspaneel A 1 2 5 B 4 3 1 Aan/Uit-toets 2 Toets uitgestelde start 3 Toets programmakeuze/annuleren / (RESET) 4 Indicatielampjes 5 Programmalampjes Indicatielampjes Programma bezig: – gaat aan als u een afwasprogramma kiest, – blijft aan gedurende het afwasprogramma, – gaat uit aan het einde van het afwasprogramma. Gaat aan als een wasprogramma is afgelopen. Hulpfuncties: • Niveau van de waterontharder. • In-/uitschakelen van de geluidssignalen. • Er klinkt een geluidssignaal als het apparaat een storing heeft. 3 Indicatielampjes 1) Het indicatielampje gaat aan wanneer het zoutreservoir moet worden bijgevuld. Zie hoofdstuk 'Gebruik van zout voor de vaatwasser'. Het indicatielampje voor zout kan enkele uren aanblijven nadat u het reservoir heeft gevuld. Dit heeft geen ongewenst effect op de werking van het apparaat. 1) Wanneer het zoutreservoir leeg is, gaat het bijbehorende indicatielampje niet aan als er een wasprogramma loopt. Toets programmakeuze/annuleren Gebruik de toets programmakeuze/annuleren voor deze handelingen: • Het instellen van het afwasprogramma. Zie hoofdstuk 'Een afwasprogramma selecteren en starten '. • Het instellen van de waterontharder. Zie hoofdstuk 'De waterontharder instellen'. • Het in-/uitschakelen van de geluidssignalen. Zie hoofdstuk 'Geluidssignalen'. • Het annuleren van een lopend afwasprogramma. Zie hoofdstuk 'Een afwasprogramma selecteren en starten '. Toets uitgestelde start Gebruik de toets uitgestelde start om de start van het wasprogramma te beginnen met een interval van 3 uur. Zie het hoofdstuk 'Een afwasprogramma selecteren en starten '. Instelmodus Het apparaat staat in de instelmodus als alle programmacontrolelampjes uit zijn en het lampje Einde programma knippert. Het apparaat moet in de instelmodus staan voor de volgende handelingen: – Selecteren van een afwasprogramma. – Het waterontharderniveau instellen. – In- of uitschakelen van de geluidssignalen. Als een programmalampje aan is, annuleer dan het programma om terug te keren naar de instelmodus. Zie het hoofdstuk 'Een afwasprogramma selecteren en starten'. Programmalampjes A en B In aanvulling op de keuze van het bijbehorende afwasprogramma, hebben deze lampjes extra functies: • Op welke stand de waterontharder is ingesteld. 4 • In- en uitschakelen van de geluidssignalen. Geluidssignalen U kunt een geluidssignaal waarnemen: • Aan het einde van het wasprogramma. • Als het apparaat een storing heeft. Activering van de geluidssignalen is fabrieksmatig ingesteld. De geluidssignalen kunnen worden uitgeschakeld aan de hand van de volgende stappen: 1. Schakel het apparaat in. 2. Zorg dat het apparaat in de instelmodus staat. 3. Houd de toets programmakeuze/annuleren ingedrukt totdat het programmalampje A gaat knipperen en programmalampje B continu gaat branden. 4. Druk nogmaals op de toets programmakeuze/annuleren. – Programmalampjes A gaat branden. – Het programma-indicatielampje B begint te knipperen. 5. Wacht tot programmalampje A uit gaat. – Het programma-indicatielampje B blijft knipperen. – Het controlelampje Einde gaat branden. Er klinken geluidssignalen. 6. Druk nogmaals op de toets programmakeuze/annuleren. – Het controlelampje Einde gaat uit. De geluidssignalen gaan uit. 7. Schakel het apparaat uit om de handeling op te slaan. De geluidssignalen kunnen worden ingeschakeld aan de hand van de volgende stappen: 1. Voer de bovengenoemde procedure uit totdat het controlelampje Einde gaat branden. Afwasprogramma's Wasprogramma's Programma Mate van vervuiling Soort serviesgoed Sterk vervuild Serviesgoed, bestek, potten en pannen Voorwas Hoofdwas tot 70 °C 2 tussentijdse spoelgangen Laatste spoelgang Drogen Normaal vervuild Serviesgoed, bestek, potten en pannen Voorwas Hoofdwas tot 65 °C 2 tussentijdse spoelgangen Laatste spoelgang Drogen Normaal of licht vervuild 1) 2) Normaal vervuild Beschrijving programma Serviesgoed en be- Hoofdwas tot 65 °C stek Laatste spoelgang Voorwas Hoofdwas tot 50 °C Serviesgoed en be1 tussentijdse spoelgang stek Laatste spoelgang Drogen 1 koude spoelgang (om te voorkomen dat Gedeeltelijke lading voedselresten kunnen aankoeken). (later op de dag Voor dit programma hoeft geen afwasmidverder te vullen) del gebruikt te worden. Alles 1) Dit is het perfecte dagelijkse programma om een niet volledige lading te reinigen. Ideaal voor een familie van 4 personen die alleen het serviesgoed en het bestek van de ochtend- en avondmaaltijd in de machine wil laden. 2) Testprogramma voor testinstanties. Zie voor testgegevens het aparte informatieblad. Verbruikswaarden Programma Programmaduur (in minuten) Energieverbruik (in kWh) Waterverbruik (in liter) 85-95 1,8-2,0 22-25 105-115 1,5-1,7 23-25 30 0,9 9 130-140 1,0-1,2 14-16 12 0,1 5 De druk en de temperatuur van het water, de variaties in stroomtoevoer en de hoeveelheid serviesgoed kunnen deze waarden veranderen. 5 Bediening van het apparaat Zie de volgende instructies voor elke stap van de procedure: 1. Controleer of het niveau van de waterontharder juist is voor de waterhardheid in uw omgeving. Stel, indien nodig, de waterontharder in. 2. Vul het zoutreservoir met zout voor afwasmachines. 3. Vul het glansmiddeldoseerbakje met glansmiddel. 4. Plaats bestek en serviesgoed in de afwasmachine. 5. 6. 7. Stel het juiste programma in voor het type lading en mate van vervuiling. Vul het afwasmiddeldoseerbakje met de juiste hoeveelheid afwasmiddel. Start het afwasprogramma. Als u afwasmiddeltabletten gebruikt, zie hoofdstuk 'Gebruik van vaatwasmiddelen '. De waterontharder instellen De waterontharder verwijdert mineralen en zouten van de watertoevoer. Mineralen en zouten kunnen een negatieve invloed hebben op de werking van het apparaat. De waterhardheid wordt gemeten in de volgende gelijkwaardige schalen: • Duitse graden (dH°). • Franse graden (°TH). • mmol/l (millimol per liter - een internationale eenheid voor de hardheid van water). • Clarke. Stel de waterontharder af op de waterhardheid in uw omgeving. Neem, indien nodig, contact op met het lokale waterschap. Waterhardheid °dH °TH mmol/l Clarke handmatig elektronisch 51 - 70 91 - 125 9,1 - 12,5 64 - 88 2 10 43 - 50 76 - 90 7,6 - 9,0 53 - 63 2 9 37 - 42 65 - 75 6,5 - 7,5 46 - 52 2 8 29 - 36 51 - 64 5,1 - 6,4 36 - 45 2 7 23 - 28 40 - 50 4,0 - 5,0 28 - 35 2 6 19 - 22 33 - 39 3,3 - 3,9 23 - 27 2 5 15 - 18 26 - 32 2,6 - 3,2 18 - 22 1 4 11 - 14 19 - 25 1,9 - 2,5 13 - 17 1 3 4 - 10 7 - 18 0,7 - 1,8 5 - 12 1 2 <4 <7 < 0,7 <5 1 1) 1 1) 1) Geen zout nodig. U moet de waterontharder handmatig en elektronisch instellen. Handmatige afstelling Het apparaat in in de fabriek ingesteld op stand 2. 6 Instelling waterhardheid 5. 6. 1 2 Zet de schakelaar op stand 1 of 2. Elektronische aanpassing De waterontharder is fabrieksmatig ingesteld op niveau 5. 1. Schakel het apparaat in. 2. Zorg dat het apparaat in de instelmodus staat. 3. Druk op de toets programmakeuze/annuleren en houd deze ingedrukt. 4. Laat de toets programmakeuze/annuleren los nadat het programmalampje A gaat knipperen en programmalampje B continu gaat branden. 7. 8. Wacht tot programmalampje B uit gaat. – Het programma-indicatielampje A begint te knipperen. – Het controlelampje einde programma begint te knipperen. Druk een keer op de toets programmakeuze/annuleren. – Het programma-indicatielampje A begint te knipperen. – De instelfunctie van de waterontharder is geactiveerd. – Het lampje 'einde programma' knippert om het niveau van de waterontharder aan te geven. Voorbeeld: 5 keer knipperen, pauze, 5 keer knipperen, pauze, enz... = niveau 5. Druk een keer op de toets programmakeuze/annuleren om de stand van de waterontharder te verhogen. Druk op de aan-/uit-toets om de handeling op te slaan. Gebruik van zout voor de afwasautomaat Let op! Gebruik alleen afwasmachinezout. Zout dat niet geschikt is voor afwasmachines, veroorzaakt schade aan de waterontharder. 1 2 3 Vul het zoutreservoir met 1 liter water (alleen bij het eerste gebruik). 4 7 Het is normaal dat er water uit het zoutreservoir stroomt wanneer u zout bijvult. Zorg dat er geen zout buiten het zoutreservoir terechtkomt. Zout dat achterblijft, beschadigt het reservoir. Aangeraden wordt een afwasprogramma direct te starten nadat u het zoutreservoir hebt gevuld. Dit voorkomt corrosie als gevolg van gemorst zout. 6 5 Wanneer u de waterontharder elektronisch instelt op niveau 1, blijft het zoutcontrolelampje niet branden. Gebruik van glansspoelmiddel Let op! Gebruik alleen merkglansmiddelen voor afwasmachines. Vul tot de glansmiddelindicator ( B) helder wordt. Volg deze stappen om het glansmiddeldoseerbakje te vullen: AX + M 1 2 4 3 5 1 2 Let op! Vul het glansmiddeldoseerbakje nooit met andere middelen (bijv. afwasmachinereinigingsmiddel, vloeibaar afwasmiddel). Dit kan het apparaat beschadigen. De glansmiddeldosering afstellen + A M X 1 2 3 4 AX + M 1 3 4 2 3 4 De glansmiddelkeuzeknop is in de fabriek ingesteld op stand 3. Om de dosering te verhogen of te verlagen, raadpleegt u "Problemen oplossen". De afwasautomaat inruimen Handige aanwijzingen en tips Let op! Gebruik het apparaat alleen voor huishoudelijk keukengerei dat geschikt is voor afwasmachines. 8 Gebruik het apparaat niet om voorwerpen die water kunnen opnemen (sponzen, huishouddoekjes, enz.) te reinigen. • Volg deze stappen voordat u serviesgoed en bestek laadt: – Verwijder alle voedselresten en vuil – Laat aangebakken voedselresten eerst inweken. • Volg deze stappen terwijl u serviesgoed en bestek laadt: – Plaats holle voorwerpen (bijv. kopjes, glazen en pannen) met de opening naar beneden. – Zorg er voor dat het water niet in het reservoir of een diepe pan kan verzamelen. – Zorg er voor dat serviesgoed en bestek niet in elkaar liggen. – Zorg er voor dat serviesgoed en bestek elkaar niet overlappen. – Zorg er voor dat glazen andere glazen niet aanraken. – Leg kleine voorwerpen in de bestekmand. • Voorwerpen van kunststof en pannen met teflon hebben de neiging waterdruppels vast te houden. Voorwerpen van kunststof drogen niet zo goed als porselein en stalen voorwerpen. • Leg lichte voorwerpen in het bovenrek. Zorg er voor dat de voorwerpen niet verschuiven. Let op! Zorg er voor dat de sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien voordat u een afwasprogramma start. Waarschuwing! Sluit altijd de deur nadat u het apparaat vult of leeg haalt. Een geopende deur kan gevaarlijk zijn. 1 2 Gebruik de bestekroosters. Als de afmetingen van het bestek het gebruik van de bestekroosters voorkomen, verwijder ze dan. 1 Rangschik alle voorwerpen zo dat het water er aan alle kanten bij kan komen. 2 Klap de kopjesrekken op voor langere voorwerpen. Plaats borden in het achterste deel van het bovenrek. Kantel ze voorover. De hoogte van het bovenrek aanpassen Als u grote borden in het onderrek plaatst, moet u eerst het bovenrek in de hoogste stand zetten. Maximale hoogte van de borden bovenrek 1 Rangschik dekschalen en grote deksels langs de rand van het onderrek. 2 onderrek Bovenste stand 20 cm 31 cm Onderste stand 24 cm 27 cm Volg deze stappen om het bovenrek in de bovendste stand te zetten: 1. Trek het rek tot de aanslag naar buiten. 2. Til beide kanten voorzichtig op totdat het mechanisme vastklikt en het rek stabiel is. 9 1. 2. 3. Trek het rek tot de aanslag naar buiten. Til de beide kanten naar boven. Houd het mechanisme vast en laat het dan langzaam terugzakken. Let op! • Til het rek nooit aan één kant op. Dit geldt ook voor het laten zakken. • Als het rek zich in de bovenste stand bevindt, kunt u geen kopjes op het kopjesrek plaatsen. 1 Volg deze stappen om het bovenrek in de onderste stand te zetten: Gebruik van vaatwasmiddelen Gebruik alleen afwasmiddelen (poeder, vloeibaar of tablet) die geschikt zijn voor afwasmiddelen. Volg de gegevens op de verpakking op: • Dosering aanbevolen door de fabrikant. • Aanbevelingen omtrent opslag. Gebruik niet meer dan de juiste hoeveelheid afwasmiddel om het milieu te sparen. 1 4 3 Vul het afwasmiddelbakje Als u een wasprogramma gebruikt met een voor( A) met afwasmiddel. wasfase, doet u ook afwasmiddel in het voorwasdoseerbakje ( B). 2 5 6 Gebruik van afwasmiddeltabletten Doe het afwasmiddeltablet in het afwasmiddeldoseerbakje ( A). Afwasmiddeltabletten bevatten: • afwasmiddel • glansmiddel • andere schoonmaakmiddelen. 10 Volg deze stappen om afwasmiddeltabletten te gebruiken: 1. Zorg er voor dat de afwasmiddeltabletten geschikt zijn voor de waterhardheid in uw omgeving. Zie de instructies van de fabrikant. 2. Stel het laagste niveau in voor de waterhardheid en de glansmiddeldosering. Het is niet nodig om het zoutreservoir en het glansmiddeldoseerbakje te vullen. Volg deze stappen als de droogresultaten niet naar wens zijn: 1. Vul het glansmiddeldoseerbakje met glansmiddel. 2. Stel de dosering van het glansmiddel in op stand 2. 2. 3. 4. 5. Stel de waterontharder in op het hoogste niveau. Draai een wasprogramma zonder serviesgoed. Stel de waterontharder af. Zie hoofdstuk 'De waterontharder instellen'. Stel de glansmiddeldosering af. Verschillende merken afwasmiddel hebben een ander oplostraject. Sommige afwasmiddeltabletten geven niet het beste reinigingsresultaat tijdens korte wasprogramma's. Gebruik lange wasprogramma's als u afwasmiddeltabletten gebruikt om het afwasmiddel volledig te verwijderen. Volg deze stappen om opnieuw afwasmiddelpoeder te gebruiken: 1. Vul het zoutreservoir en het glansmiddeldoseerbakje. Een afwasprogramma selecteren en starten Selecteer het afwasprogramma met de deur enigszins geopend. Het afwasprogramma start pas nadat u de deur gesloten hebt. Tot dat moment kunnen de instellingen nog worden gewijzigd. Voer deze handelingen uit om een afwasprogramma in te stellen en te starten: 1. Schakel het apparaat in. 2. Zorg dat het apparaat in de instelmodus staat. 3. Druk nogmaals op de toets programmakeuze/annuleren om het afwasprogramma in te stellen. Zie het hoofdstuk "Wasprogramma's". – Het programmalampje gaat branden. 4. Sluit de deur. – Het wasprogramma start automatisch. Wanneer het afwasprogramma wordt uitgevoerd, kunt u het programma niet wijzigen. Annuleer het afwasprogramma. Waarschuwing! Onderbreek of annuleer een afwasprogramma alleen als dit nodig is. Let op! Open de deur voorzichtig. Er kan hete stoom vrijkomen. Annuleren van een afwasprogramma 1. Druk op de toets programmakeuze/annuleren en houd deze ca. 3 seconden ingedrukt. – Het programmalampje gaat uit. – Het controlelampje einde programma begint te knipperen. 2. Laat de toets programmakeuze/annuleren los om het afwasprogramma te annuleren. Nu kunt u de volgende stappen uitvoeren: 1. Het apparaat uitschakelen. 2. Een nieuw afwasprogramma selecteren. Vul het afwasmiddelbakje met afwasmiddel voordat u een nieuw afwasprogramma instelt. Een afwasprogramma onderbreken Open de deur. • Het programma stopt. Sluit de deur. • Het programma gaat verder vanaf het punt dat het was onderbroken. Een afwasprogramma selecteren en starten met uitgestelde start 1. Druk op de Aan-/uittoets. 2. Een afwasprogramma selecteren. 11 3. 4. – Het programmalampje gaat branden. Druk op de toets uitgestelde start. – Het controlelampje uitgestelde start gaat branden. Sluit de deur. – Het aftellen van de uitgestelde start begint. – Nadat het aftelproces voltooid is, wordt het afwasprogramma automatisch gestart. Open de deur niet tijdens het aftellen om te voorkomen dat het aftellen wordt onderbroken. Wanneer u de deur opnieuw sluit, wordt het aftellen hervat vanaf het moment van afbreken. De "uitgestelde start" annuleren: 1. 2. 3. Open de deur. Druk op de toets uitgestelde start. – Het controlelampje van de uitgestelde start gaat uit. Sluit de deur. – Het programma start direct. • Het apparaat stopt automatisch. • De geluidssignalen voor het programma-einde zijn hoorbaar. 1. Open de deur. – Het controlelampje Einde gaat branden. – Het programmalampje blijft branden. 2. Druk op de Aan-/uittoets. 3. Wanneer u de deur van de afwasautomaat een paar minuten op een kier laat staan voordat u het serviesgoed uit de machine haalt, bereikt u betere droogresultaten. Laat de borden afkoelen voordat u deze uit het apparaat neemt. Hete borden zijn gevoelig voor beschadigingen. De lading verwijderen • Verwijder eerst voorwerpen van het onderrek en dan van het bovenrek. • Er kan water liggen aan de zijkanten en op de deur van het apparaat. Roestvrij staal koelt sneller af dan borden. Einde van het afwasprogramma Schakel het apparaat onder de volgende omstandigheden uit: Onderhoud en reiniging Waarschuwing! Schakel het apparaat uit voordat u de filters schoon maakt. De filters reinigen Belangrijk! Gebruik het apparaat niet zonder filters. Zorg er voor dat de filters juist zijn geplaatst. Onjuiste plaatsing veroorzaakt slechte wasresultaten en schade aan het apparaat. 12 1 2 Maak de filters A, B en C schoon onder stromend water. Belangrijk! Verwijder de sproeiarmen niet. Als de openingen in de sproeiarmen verstopt raken, verwijdert u de achterblijvende delen met een coctailprikkertje. 3 Draai, om de filters B en C te verwijderen, het handvat een kwartslag naar links. 4 Verwijder het platte filter A uit de bodem van het apparaat. Schoonmaken van de buitenkant Reinig de buitenoppervlakken van de machine en het bedieningspaneel met een vochtige zachte doek. Gebruik alleen neutrale afwasmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes of oplosmiddelen (aceton, trichloroethyleen enz). Voorzorgsmaatregelen bij vorst Let op! Installeer het apparaat niet op een plek waar de temperatuur onder de 0 °C komt. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade door vorst. Als dit niet mogelijk is, leeg het apparaat en sluit de deur. Haal de watertoevoerslagn los en verwijder het water in de watertoevoerslang. 5 Plaats het platte filter A terug in de bodem van het apparaat. Plaats het platte filter juist terug onder de twee geleiders D. 6 Zet het filtersysteem op zijn plaats. Draai, om het filtersysteem te vergrendelen, het handvat naar rechts totdat het op zijn plaats vastklikt. Problemen oplossen Het apparaat start of stopt niet tijdens de werking. Als er een storing optreedt, probeer dan eerst zelf een oplossing voor het probleem te vinden. Als u het probleem zelf niet kunt oplossen, neem dan contact op met de klantenservice. Let op! Schakel het apparaat uit en voer de hieronder voorgestelde corrigerende handelingen uit. 13 Storingscode en storing Mogelijke oorzaak en oplossing • voortdurend knipperen van het controlelampje programma bezig • onderbroken geluidssignaal • 1 keer knipperen van het controlelampje Einde Het apparaat wordt niet gevuld met water . • De waterkraan is verstopt of aangezet met kalkaanslag. Maak de waterkraan schoon. • De waterkraan is dicht. Draai de waterkraan open. • Het filter in de wateraanvoerslang is verstopt. Maak het filter schoon. • De aansluiting van de wateraanvoerslang is niet correct. De slang kan zijn verbogen of geknikt. Zorg dat de aansluiting altijd correct is. • voortdurend knipperen van het controlelampje programma bezig • onderbroken geluidssignaal • 2 keer knipperen van het controlelampje Einde Het apparaat voert het water niet af. • De gootsteenafvoer is geblokkeerd. Ontstop de gootsteenafvoer. • De aansluiting van de waterafvoerslang is niet correct. De slang kan zijn verbogen of geknikt. Zorg dat de aansluiting altijd correct is. • voortdurend knipperen van het controlelampje programma bezig • onderbroken geluidssignaal • 3 keer knipperen van het controlelampje Einde Anti-overstromingsinrichting werkt • Draai de waterkraan dicht en neem contact op met onze serviceafdeling. Het programma begint niet • De deur van het apparaat is niet gesloten. Sluit de deur. • De stekker is niet aangesloten. Steek de stekker in het stopcontact. • De zekering in de meterkast is doorgebrand. Vervang de zekering. • Toets uitgestelde start is ingesteld. Annuleer de uitgestelde start om het programma direct te starten. Schakel het apparaat na de controle in. Het programma gaat verder vanaf het punt waar het werd onderbroken. Als het probleem opnieuw optreedt, neem dan contact op met onze service-afdeling. Deze gegevens zijn nodig om u snel en correct te kunnen helpen: • Model (mod.) 14 • Productnummer (PNC) • Serienummer (S.N.) Zie voor deze gegevens het typeplaatje. Schrijf de benodigde gegevens hier op: Modelomschrijving: .......... Productnummer: .......... Serienummer: .......... De schoonmaakresultaten zijn slecht De borden zijn niet schoon • Het geselecteerde afwasprogramma is niet geschikt voor het type lading en mate van vervuiling. • De rekken zijn niet goed ingedeeld, zodat het water er niet aan alle kanten bij kan. • De sproeiarmen kunnen niet vrij draaien als gevolg van een onjuiste plaatsing van het serviesgoed. • De filters zijn vuil of niet juist geplaatst. • Er is te weinig of geen afwasmiddel gebruikt. Er zitten kalkresten op de borden • Het zoutreservoir is leeg. • De waterontharder is ingesteld op het verkeerde niveau. • De dop van het zoutreservoir zit niet goed dicht. Het serviesgoed is nat en dof • Er is geen glansmiddel gebruikt. • Het glansmiddeldoseerbakje is leeg. De glazen en borden vertonen strepen, melkachtige vlekken of een blauwzweem • Verminder de glansmiddeldosering. Opgedroogde waterdruppels op de glazen en de borden • Verhoog de dosering van het glansmiddel. • Het afwasmiddel kan de oorzaak zijn. Technische gegevens Afmetingen Breedte cm 59,6 Hoogte cm 81,8-87,8 Diepte cm 55,5 Elektrische aansluiting - Voltage Totale vermogen - Zekering Informatie over de elektrische aansluiting is te vinden op het typeplaatje aan de binnenrand van de deur van de afwasmachine. Leidingwaterdruk Minimaal 0,5 bar (0,05 MPa) Maximaal 8 bar (0,8 MPa) Capaciteit Aantal couverts 12 Milieubescherming Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt u contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het product hebt gekocht. 15 De verpakkingsmaterialen zijn milieuvriendelijk en herbruikbaar. De kunststofonderdelen zijn gemarkeerd, bijv. >PE<, >PS<, enz. Gooi het verpakkingsmateriaal in de daarvoor bedoelde container bij uw plaatselijke afvaldienst. Waarschuwing! Volg de volgende procedure om het apparaat weg te gooien: • Trek de stekker uit het stopcontact. • Snijd de hoofdkabels en stekkers af en gooi ze weg. • Verwijder het slot van de deur. Dit voorkomt dat kinderen zichzelf in het apparaat insluiten en zo hun leven in gevaar brengen. Montage Waarschuwing! Zorg dat de stekker tijdens de installatie niet is aangesloten. Zorg er bij het op zijn plaats schuiven van de machine voor dat de watertoevoerslang, de afvoerslang en het aansluitsnoer niet zijn geknikt of worden platgedrukt. Belangrijk! Volg de instructies op de bijgesloten sjabloon voor: • Inbouw van het apparaat. • Installeer het meubelpaneel. • Sluit de watertoevoer en waterafvoer aan. Bevestigen van het apparaat aan de aangrenzende keukenmeubelen Zorg er daarom voor dat het aanrecht waaronder de machine geplaatst wordt, stevig bevestigd is aan een vaste structuur (aangrenzende keukenunits, kasten, wand). Installeer het apparaat onder een aanrecht (keukenblad of gootsteen). Als reparatie nodig is, moet het apparaat eenvoudig bereikbaar zijn voor de monteur. Plaats het apparaat naast een waterkraan en een afvoer. Er zijn geen verdere openingen voor de ontluchting van de afwasmachine vereist, maar alleen om de watertoevoer- en afvoerslang en het aansluitsnoer door te laten. De afwasmachine is voorzien van stelvoetjes voor het instellen van de hoogte. Het apparaat waterpas afstellen Zorg er voor dat het apparaat waterpas staat, zodat de deur goed kan sluiten en afgedicht is. Als het apparaat waterpas staat, mag de deur de zijkanten van het keukenkastje niet raken. Als de deur niet juist sluit, draai dan de afstelbare pootjes losser of vaster totdat het apparaat waterpas staat. Aansluiting aan de waterleiding Watertoevoerslang Sluit het apparaat aan een hete (max. 60°) of koude watertoevoer aan. Gebruik een heet watertoevoer om het energieverbruik te verminderen, als het hete water door alternatieve, milieuvriendelijkere energiebronnen geproduceerd wordt (bijv. zonne- of fotovoltaïsche panelen en wind). Sluit de watertoevoerslang aan op een waterkraan met een externe schroefdraad van 3/4". Let op! Gebruik geen aansluitslangen van een oud apparaat. De waterdruk moet zich binnen de grenzen bevinden (zie hoofdstuk "Technische gegevens"). Zorg er voor 16 dat uw waterleidingbedrijf u de gemiddelde leidingwaterdrukwaarden in uw omgeving geeft. Zorg er voor dat er geen deuken in de watertoevoerslang zitten en dat de slang niet is geknakt of ingedeukt. Draai de toevoerslang naar links of rechts voor de installatie. Plaats de sluitmoer op de juiste manier om waterlekkage te voorkomen. Let op! Sluit het apparaat niet aan nieuwe leidingen aan of aan leidingen die lang niet zijn gebruikt. Laat het water enkele minuten stromen en sluit dan de toevoerslang pas aan. Watertoevoerslang met veiligheidsklep De elektriciteitskabel en de veiligheidsklep bevinden zich in de dubbelwandige watertoevoerslang. De water- toevoerslang bevindt zich alleen onder druk als het water loopt. Als er een lekkage in de watertoevoerslang zit, onderbreekt de veiligheidsklep het stromende water. Waarschuwing! Gevaarlijke spanning 3 Pas op als u de watertoevoerslang aansluit: • Dompel de watertoevoerslang of de veiligheidsklep niet in water. • Als de watertoevoerslang of de veiligheidsklep beschadigd is, trek dan onmiddellijk de stekker uit het stopcontact. • Laat de watertoevoerslang met de veiligheidsklep alleen door onze service-afdeling vervangen. 4 De binnendiameter mag niet kleiner zijn dan de diameter van de slang. Verwijder het kunststofmembraan (A) als u de waterafvoerslang op een sifon onder de gootsteen aansluit. Als u het membraan niet verwijdert, kunnen voedselresten een verstopping in de slang veroorzaken. Let op! Zorg er voor dat de waterkoppelingen stevig vast zitten om waterlekkage te voorkomen. Afvoerslang 2 1 Sluit de waterafvoerslang De afvalwateraansluiting moet zich op een hoogte aan op een sifon onder bevinden van maximaal de gootsteen. 60 cm vanaf de bodem van de afwasmachine. Aansluiting aan het elektriciteitsnet Waarschuwing! De fabrikant is niet verantwoordelijk, als u deze veiligheidsmaatregelen niet opvolgt. Aard het apparaat volgens de veiligheidsmaatregelen. Zorg er voor dat het aangegeven voltage en het type stroom op het typeplaatje overeenkomen met het voltage en stroomtype van uw lokale stroomleverancier. Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig stopcontact. 17 Gebruik geen meerwegspluggen, connectors en verlengsnoeren. Gevaar voor brand. Vervang de hoofdkabels niet zelf. Neem contact op met de service-afdeling. 18 Zorg er voor dat de stekker toegankelijk is na de installatie. Trek niet aan de kabel om het apparaat los te halen. Trek altijd aan de stekker zelf.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68

ZANKER ZKV1530 Handleiding

Categorie
Vaatwassers
Type
Handleiding