Yamaha RX-N600 de handleiding

Categorie
AV-ontvangers
Type
de handleiding
1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit
uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te
lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er
later nog eens iets in kunt opzoeken.
2 Installeer dit toestel op een goed geventileerde, koele, droge,
schone plek – uit direct zonlicht, uit de buurt van
warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg voor
een ventilatieruimte van tenminste 30 cm ruimte aan de
bovenkant, 20 cm aan de rechter- en linkerkant en 20 cm aan
de achterkant van dit toestel.
3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische
apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te
voorkomen.
4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge
temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het
toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad
(bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te
voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat
zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan
dit toestel en/of persoonlijk letsel.
5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel
kunnen vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende
of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet
bovenop dit toestel:
Andere componenten, daar deze schade kunnen
veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen
doen verkleuren.
Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand,
schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen
veroorzaken.
Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische
schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel
kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het
toestel terecht komt.
6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz.
zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur
binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand,
schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel.
7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle
aansluitingen gemaakt zijn.
8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is
geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden tot
schade.
9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen
en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de
stekker zelf trekken, niet aan het snoer.
11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen;
dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone,
droge doek.
12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik
van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is
gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of
persoonlijk letsel. YAMAHA aanvaardt geen
aansprakelijkheid voor enige schade veroorzaakt door gebruik
van dit toestel met een ander voltage dan hetgeen aangegeven
staat.
13 Om schade door blikseminslag te voorkomen dient u de
stekker uit het stopcontact te halen en een eventueel
aangesloten buitenantenne los te koppelen van dit toestel
wanneer het onweert.
14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of
het te repareren. Neem contact op met erkend YAMAHA
servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie
behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken.
15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken
(bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen.
16 Installeer dit toestel in de buurt van een stopcontact op een
plek waar u de stekker gemakkelijk kunt bereiken.
17 Lees het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” over
veel voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de
conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont.
18 Voor u dit toestel gaat verplaatsen dient u MASTER ON/OFF
in te drukken zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om
dit toestel uit te schakelen, waarna u de stekker uit het
stopcontact moet halen.
19 VOLTAGE SELECTOR
(Alleen voor Algemene modellen)
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit
toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte
netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt.
De geschikte voltages zijn als volgt:
Mogelijke voltages: 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz
wisselstroom
LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK
NEEMT.
WAARSCHUWING
OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF
ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN,
MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL
BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN.
De stroomvoorziening van dit toestel is niet afgesloten
zolang de stekker in het stopcontact zit, ook al is het
toestel zelf uitgeschakeld. In deze staat is dit toestel
ontworpen om slechts een zeer kleine hoeveelheid
stroom te gebruiken.
Alleen voor klanten in Nederlands
Bij dit product zijn batterijen geleverd.
Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet
weggooien maar inleveren als KCA.
1 Nl
Nederlands
VOORBEREDINGEN
INLEIDING
BASISBEDIENING
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
GEAVANCEERDE
BEDIENING
AANVULLENDE
INFORMATIE
KENMERKEN ...................................................... 2
VAN START .......................................................... 3
Meegeleverde accessoires......................................... 3
Inzetten van batterijen in de afstandsbediening........ 3
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES........ 4
Voorpaneel................................................................ 4
Afstandsbediening .................................................... 6
Display voorpaneel ................................................... 9
Achterpaneel........................................................... 11
AANSLUITINGEN ............................................. 12
Luidsprekers opstellen............................................ 12
Aansluiten van luidsprekers.................................... 13
Informatie over aansluitingen en stekkers .............. 16
Stroomschema audio- en videosignalen ................. 17
Aansluiten van een TV ........................................... 18
Aansluiten van een DVD-speler, een DVD-recorder,
een videorecorder of een STB (Set Top Box) ......... 19
Aansluiten van een CD-speler, een MD-speler
of cassettedeck.................................................... 21
Aansluiten van een YAMAHA iPod universeel dock ........
22
Aansluiten op het netwerk ...................................... 23
Aansluiten van een multiformaat-speler,
externe decoder of geluidsprocessor .................. 24
Aansluiten van een spelcomputer, een videocamera
of een draagbare audiospeler .............................. 24
Aansluiten van de FM en AM antennes ................. 25
Aansluiten van het netsnoer.................................... 26
Instellen van de luidspreker-impedantie................. 27
Aan en uit zetten van dit toestel.............................. 28
BASIS SETUP...................................................... 29
WEERGAVE ....................................................... 32
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES .......... 34
Gebruiken van het SILENT CINEMA ................... 34
Tijdelijk uitschakelen van de geluidsweergave ......... 34
Selecteren van de nacht-luisterfunctie .................... 34
Selecteren van de ingangsfunctie............................ 35
Gebruiken van de slaaptimer .................................. 35
Instellen luidsprekerniveaus ................................... 36
Selecteren van de Compressed Music Enhancer functie
....... 37
Selecteren van de MULTI CH INPUT component...... 38
Luisteren naar multikanaals materiaal met 2-kanaals
stereoweergave ................................................... 39
Luisteren naar onbewerkte weergave ..................... 39
Luisteren naar pure hi-fi stereoweergave ............... 39
GEBRUIKEN VAN VIDEOFUNCTIES........... 40
Tonen van informatie over de signaalbron............. 40
Selecteren van de OSD (in-beeld display) weergavefunctie
..... 41
Afspelen van video op de achtergrond ................... 41
LUISTEREN NAAR SURROUNDWEERGAVE ...... 42
Luisteren naar multikanaals materiaal met
6.1-kanaals surroundweergave ........................... 42
Genieten van surroundweergave van 2-kanaals materiaal
..... 43
Gebruiken van het Virtual CINEMA DSP ............. 44
OPNEMEN........................................................... 45
FM/AM AFSTEMMEN....................................... 46
Automatisch afstemmen ......................................... 46
Handmatig afstemmen ............................................ 47
Automatisch voorprogrammeren ............................ 48
Handmatig voorprogrammeren............................... 49
Selecteren van voorkeuzezenders ........................... 50
Omwisselen van voorkeuzezenders........................ 51
AFSTEMMEN OP RADIO DATA SYSTEEM
ZENDERS
(ALLEEN MODELLEN VOOR EUROPA) ..... 53
Selecteren van een Radio Data Systeem programma
...... 53
Gebruiken van het Radio Data Systeem netwerk ....... 54
Tonen van Radio Data Systeem informatie............ 55
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S ................... 57
Selecteren van geluidsveldprogramma’s ................ 57
Beschrijvingen geluidsveldprogramma’s ............... 58
Veranderen van geluidsveldparameter
instellingen ......................................................... 60
SET MENU ........................................................... 66
Gebruiken van het SET MENU.............................. 68
1 SOUND MENU................................................... 69
2 INPUT MENU..................................................... 74
3 NET/USB MENU................................................ 76
4 OPTION MENU.................................................. 78
GEAVANCEERDE SETUP................................ 81
KENMERKEN VAN DE
AFSTANDSBEDIENING................................ 84
Bedienen van dit toestel, een TV of andere
componenten ...................................................... 84
Instellen van afstandsbedieningscodes ................... 86
Instellen van archiefcodes....................................... 87
Terugzetten van alle afstandsbedieningscodes ....... 88
GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN
(MULTI-ZONE)............................................... 89
Aansluiten Zone 2................................................... 89
Bediening Zone 2.................................................... 90
GEBRUIKEN VAN EEN iPod®......................... 92
iPod bediening ........................................................ 92
GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB
FUNCTIES........................................................ 94
Uw weg vinden in de netwerk en USB menu’s...... 94
Gebruiken van een PC server of YAMAHA
MCX-2000.......................................................... 96
Gebruiken van de Internetradio .............................. 97
Gebruiken van USB geheugenapparatuur of een
draagbare audiospeler met een USB aansluiting
..... 98
RESETTEN VAN HET SYSTEEM ................... 99
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN.................... 100
WOORDENLIJST ............................................. 107
Audio informatie................................................... 107
Video informatie................................................... 109
Geluidsveldprogramma informatie....................... 109
TECHNISCHE GEGEVENS............................ 110
INHOUDSOPGAVE
INLEIDING
VOORBEREDINGEN
BASISBEDIENING
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
GEAVANCEERDE BEDIENING
AANVULLENDE INFORMATIE
KENMERKEN
2 Nl
Ingebouwde 6-kanaals eindversterker
Minimum RMS uitgangsvermogen
(20 Hz t/m 20 kHz, 0,06% THV, 8 )
Voor: 95 W + 95 W
Midden: 95 W
Surround: 95 W + 95 W
Surround Achter: 95 W
Geluidsveldprogramma’s
Zelf ontwikkelde YAMAHA technologie voor de creatie van
geluidsvelden
Dolby Digital/Dolby Digital EX decoder
DTS/DTS-ES Matrix 6.1, Discrete 6.1, DTS Neo:6, DTS 96/24
decoder
Dolby Pro Logic/Dolby Pro Logic II/Dolby Pro Logic IIx
decoder
Virtual CINEMA DSP
SILENT CINEMA
Verfijnde AM/FM tuner
40 Willekeurig en gemakkelijk toegankelijke
voorkeuzezenders
Automatisch voorprogrammeren
Wijzigen van voorkeuzezenders (Bewerken
voorkeuzezenders)
Radio Data Systeem
(Alleen modellen voor Europa)
Radio Data Systeem afstemmogelijkheden
iPod bediening mogelijk
DOCK aansluiting voor een YAMAHA iPod universeel dock
(aansluitsokkel) (zoals de los verkrijgbare YDS-10), met
ondersteuning voor iPod apparatuur met een iPod (Click and
Wheel), iPod nano en iPod mini
Netwerkfuncties
LAN poort voor aansluiting op een PC en een YAMAHA
MCX-2000, of voor toegang tot Internetradio via een LAN
DHCP automatische of handmatige netwerkconfiguratie
USB functies
USB poort voor aansluiting van USB geheugenapparatuur of
een draagbare audiospeler met een USB aansluiting
Overige kenmerken
192-kHz/24-bits D/A converter
OSD (in-beeld display) menu’s waarmee u dit toestel optimaal
kunt aanpassen aan uw eigen audio/videosysteem
6 extra ingangsaansluitingen voor gescheiden multikanaals
signalen
S-video in-/uitgangsaansluitingen
Component video in-/uitgangsaansluitingen (3
COMPONENT VIDEO IN en 1 MONITOR OUT)
Digitale videosignaal conversie (composiet video S-video
component video) voor de monitor uitgang
Optisch en coaxiaal digitale audio-aansluitingen
Slaaptimer
Middernacht luisterfuncties voor film en muziek
Afstandsbediening met voorgeprogrammeerde
afstandsbedieningscodes, verlichte ingangskeuzetoetsen en
bedieningsmogelijkheden voor een iPod (geplaatst in een
YAMAHA iPod universeel dock verbonden met de DOCK
aansluiting)
Zone 2 aangepaste installatie mogelijk
Mogelijkheid tot schakelen tussen een eerste ruimte en een
Zone 2 met behulp van ZONE CONTROL
Compressed Music Enhancer stand ter verbetering van de
weergavekwaliteit van ongewenste compressieverschijnselen
(zoals kunnen voorkomen bij MP3) tot het niveau van een
hoogwaardige stereo-installatie
MPEG Layer-3 audio coderingstechnologie gebruikt onder
licentie van Fraunhofer IIS en Thomson.
Dit toestel maakt gebruik van programmatuur die gelicenseerd
wordt onder de GNU General Public License en de GNU Lesser
General Public License.
Windows XP, Windows Media Audio, Windows Media Connect
zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van
Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere
landen.
KENMERKEN
V
ervaar
di
g
d
i
n
li
cent
i
e van
D
o
lb
y
Laboratories.
“Dolby”, “Pro Logic”, en het dubbele-D
symbool zijn handelsmerken van Dolby
Laboratories.
G
e
f
a
b
r
i
ceer
d
on
d
er
li
cent
i
e van D
i
g
i
ta
l
Theater Systems, Inc. “DTS”, “DTS-ES”,
“NEO:6” en “DTS 96/24” zijn
handelsmerken van Digital Theater Systems,
Inc. Copyright 1996, 2003 Digital Theater
Systems, Inc. Alle rechten voorbehouden.
iPod
®
“i
Po
d”
i
s een
h
an
d
e
l
smer
k
van
A
pp
l
e
Computer, Inc., geregistreerd in de V.S. en
andere landen.
D
eze rece
i
ver
bi
e
d
t on
d
ersteun
i
ng voor
netwerkverbindingen.
“S
ILENT
C
INEM
A”
i
s een
h
an
d
e
l
smer
k
van
YAMAHA CORPORATION.
VAN START
3 Nl
INLEIDING
Nederlands
Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad
ontvangen hebt.
1 Verwijder de klep van het batterijvak.
2 Doe de twee meegeleverde batterijen
(AA, R6, UM-3) in het vak met de polen
(+ en –) de goede kant op zoals aangegeven
in het batterijvak.
3 Klik de klep van het batterijvak weer terug op
zijn plaats.
Verwissel alle batterijen wanneer u het volgende merkt:
het bereik van de afstandsbediening wordt minder.
de TRANSMIT indicator knippert niet of wordt zwakker.
Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar
(alkali en gewone batterijen bijvoorbeeld). Lees de informatie
op de verpakking aandachtig door, want de verschillende
soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken.
Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk
weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan
en zorg ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het
batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet.
Gooi batterijen nooit samen met gewoon huishoudelijk afval
weg; neem bij het weggooien van batterijen de plaatselijk
geldende regelgeving in acht.
Als de afstandsbediening langer dan 2 minuten zonder
batterijen zit, of als er lege batterijen in zitten, zal het geheugen
gewist worden. Wanneer het geheugen gewist is, dient u nieuwe
batterijen in de afstandsbediening te doen en moet u eventueel
gewiste afstandsbedieningscodes opnieuw programmeren.
VAN START
Meegeleverde accessoires
Over deze handleiding
y geeft een bedieningstip aan.
Sommige handelingen kunnen zowel worden uitgevoerd met
de toetsen op het voorpaneel als met de afstandsbediening.
Als de naam van een toets op de afstandsbediening verschilt
van die op het voorpaneel, zal de naam van de betreffende
toets op de afstandsbediening tussen haakjes vermeld
worden.
Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd
werd. Daarom kunnen ontwerp en specificaties gewijzigd
zijn als gevolg van verbeteringen enz. Als de handleiding en
het product van elkaar verschillen, heeft het product de
prioriteit.
TV MUTE TV INPUT
MUTE
AMP
SOURCE
TV
MENUTITLE
SET MENU
LEVEL
DISPLAYRETURN
BAND
SRCH MODE
ON SCREENDAB MEMORY
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
REC
AUDIO
USB
NET RADIO
PC/MCX
STEREO
1
EFFECT
VOLUME
TV VOL TV CH
TRANSMITCODE SET
STANDBY
POWER
POWERPOWER
CD
AVTV
MULTI CH IN
SLEEP
CD-R
DVD DTV
MD
DOCK USB
CBL
NET
TUNER
V-AU X DV R
STANDARD
5
SPEAKERS
9
MUSIC
2
SELECT
6
ENHANCER
0
ENTERTAIN
3
EXTD SUR.
7
NIGHT
10
MOVIE
4
DIRECT ST.
8
STRAIGHT
ENT.
FREQ/TEXT EONSTARTPTY SEEKMODE
Afstandsbediening
Batterijen (2)
(AA, R6, UM-3)
FM binnenantenne
(Modellen voor de V.S., Canada,
China en Algemene modellen)
AM ringantenne
FM binnenantenne
(Modellen voor Europa,
Australië en Korea)
Inzetten van batterijen in de
afstandsbediening
Opmerkingen
1
3
2
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
4 Nl
1 MASTER ON/OFF
Zet dit toestel aan of uit (zie bladzijde 28).
2 MAIN ZONE ON/OFF
Zet de eerste ruimte aan of uit (standby) (zie bladzijde 28).
Wanneer het toestel uit (standby) staat, verbruikt het nog steeds
een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd kan worden op
de infraroodsignalen van de afstandsbediening.
Wanneer u dit toestel aan zet, zal het 4 a 5 seconden duren voor
het toestel geluid kan reproduceren.
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF naar
binnen, in de ON stand is gedrukt.
3 Sensor voor de afstandsbediening
Ontvangt de signalen van de afstandsbediening
(zie bladzijde 8).
4 Display voorpaneel
Hierop wordt informatie getoond over de bediening en de
toestand waarin het toestel zich bevindt (zie bladzijde 9).
5 A/B/C/D/E, NEXT
Hiermee kunt u één van de 5 voorkeuzegroepen
selecteren (A t/m E) wanneer de “TUNER” (radio) is
geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 49).
Selecteert het luidsprekerkanaal waarvan u het
uitgangsniveau wilt instellen wanneer de “TUNER”
niet geselecteerd is als signaalbron (zie bladzijde 36).
6 PRESET/TUNING l / h, LEVEL +/–
Hiermee kunt u één van de 8 voorkeuzenummers (1 t/m
8) wanneer de “TUNER” (radio) is geselecteerd als
signaalbron. De dubbele punt (:) zal verschijnen op het
display op het voorpaneel (zie bladzijde 50).
Selecteert de afstemfrequentie wanneer u “TUNER”
heeft geselecteerd als signaalbron. De dubbele punt (:)
zal niet verschijnen op het display op het voorpaneel
(zie bladzijde 46).
Hiermee kunt u het niveau instellen van het
luidsprekerkanaal dat u heeft geselecteerd met NEXT
wanneer de “TUNER” niet is geselecteerd als
signaalbron (zie bladzijde 36).
7 MEMORY (MAN’L/AUTO FM)
Hiermee kunt u een zender in het geheugen opslaan. Houd
deze toets tenminste 3 seconden ingedrukt om het
automatisch voorprogrammeren te laten beginnen (zie
bladzijde 48).
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Voorpaneel
ZONE 2
ON/OFF
ZONE
CONTROL
NEXTEDIT
EFFECT
MEMORY
FM/AM
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
PROGRAM
l PRESET/TUNING h
TUNING MODE
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
SPEAKERSPHONES
MAIN ZONE
MASTER
SILENT CINEMA
BA
MULTI CH
INPUT
VOLUME
INPUT
ON OFF
LEVEL
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
ON/OFF
VIDEO L AUDIO R
USBVIDEO AUX
M
3145687
IJKGFD
A
L
BC
2
EH
90
Opmerkingen
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
5 Nl
INLEIDING
Nederlands
8 TUNING MODE (AUTO/MAN’L)
Hiermee schakelt u heen en weer tussen automatisch
afstemmen (AUTO indicator aan) en handmatig
afstemmen (AUTO indicator uit) (zie bladzijde 46).
9 ZONE 2 ON/OFF
Hiermee zet u Zone 2 aan of uit (standby)
(zie bladzijde 90).
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF naar binnen,
in de ON stand is gedrukt.
0 ZONE CONTROL
Hiermee kunt u de te bedienen zone heen en weer
schakelen tussen de eerste ruimte en Zone 2
(zie bladzijde 90).
y
Wanneer Zone 2 is geselecteerd, zal de ZONE2 indicator
ongeveer 5 seconden knipperen op het display op het voorpaneel.
Voer de gewenste handeling uit terwijl de indicator aan het
knipperen is.
A VOLUME
Hiermee kunt u het volume (uitgangsniveau) van alle
audiokanalen tegelijk instellen.
y
Dit heeft geen invloed op het AUDIO OUT (REC) niveau.
B PHONES (SILENT CINEMA) aansluiting
Produceert audiosignalen waarnaar u ongestoord kunt
luisteren via een hoofdtelefoon (zie bladzijde 34).
Wanneer u een hoofdtelefoon aansluit, zullen er geen signalen
worden gereproduceerd via de SUBWOOFER OUTPUT
aansluiting of de luidspreker-aansluitingen.
Alle Dolby Digital en DTS audiosignalen worden
teruggemengd naar de linker en rechter hoofdtelefoonkanalen.
C SPEAKERS A/B
Met elke druk op de bijbehorende toets zet u de set voor-
luidsprekers aangesloten op de FRONT A en/of B
aansluitingen op het achterpaneel aan of uit.
D PRESET/TUNING, EDIT
•Hiermee schakelt u PRESET/TUNING l / h heen en
weer tussen voorkeuzezenders en gewoon afstemmen.
Hiermee kunt u de toewijzing van voorkeuzezenders
wijzigen (zie bladzijde 51).
E STRAIGHT (EFFECT)
Hiermee zet u de geluidsveldprogramma’s aan of uit.
Wanneer “STRAIGHT” is geselecteerd, zullen 2-kanaals
of multikanaals ingangssignalen direct, onveranderd
worden weergegeven via de bijbehorende luidsprekers,
zonder enig toegevoegd effect (zie bladzijde 39).
F FM/AM
Hiermee kunt u heen en weer schakelen tussen de
radiobanden FM en AM (MG) wanneer de “TUNER”
(radio) is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 46).
G PROGRAM keuzeknop
Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren of de
weergave van de lage/hoge tonen regelen samen met
TONE CONTROL (zie bladzijde 33).
H TONE CONTROL
Regelt de lage/hoge tonen balans tussen de linker en
rechter voor-luidsprekers, samen met PROGRAM
(zie bladzijde 33).
I INPUT MODE
Hiermee kunt u het toestel uitsluitend instellen op digitale
of analoge ingangssignalen, of het toestel automatisch het
soort ingangssignaal laten bepalen wanneer een
component zowel digitaal als analoog op dit toestel is
aangesloten (zie bladzijde 35).
J INPUT keuzeknop
Selecteer de gewenste signaalbron.
K MULTI CH INPUT
Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT
aansluitingen verbonden signaalbron (zie bladzijde 38).
De signaalbron die is verbonden met de MULTI CH INPUT
aansluitingen zal voorrang krijgen over een met INPUT op het
voorpaneel (of met de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening) geselecteerde signaalbron.
L VIDEO AUX aansluitingen
Via deze audio- en video ingangsaansluitingen kunt u een
externe signaalbron zoals een spelcomputer, een
videocamera of draagbare audiospeler aansluiten
(zie bladzijde 24).
y
Om de signalen die via deze aansluitingen binnenkomen weer te
geven, dient u “V-AUX” in te stellen als signaalbron.
De audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting op
het achterpaneel hebben voorrang boven de via de VIDEO AUX
aansluitingen binnenkomende signalen.
M USB poort
Hierop kan USB geheugenapparatuur of een draagbare
audiospeler met een USB aansluiting worden aangesloten
(zie bladzijde 98).
Opmerking
Opmerkingen
Opmerking
Opmerking
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
6 Nl
In dit hoofdstuk worden de functies van de toetsen op de
bij dit toestel behorende afstandsbediening beschreven.
Zie “KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING”
op bladzijde 84 als u andere componenten wilt kunnen
bedienen.
De bedieningsfuncties van de afstandsbedieningstoetsen in het grijze
gedeelte hieronder hangen af van de stand van de component-
keuzeschakelaar. Zet de component-keuzeschakelaar op AMP om dit
toestel te bedienen. Om de TUNER te kunnen bedienen, dient u de
component-keuzeschakelaar op SOURCE te zetten en vervolgens op
TUNER te drukken om de “TUNER” (radio) als signaalbron te selecteren.
Bedienen van dit toestel
Zet de component-keuzeschakelaar op AMP om dit toestel
te bedienen.
1 Infrarood venster
Hiervandaan worden de infraroodsignalen verzonden.
Richt dit venster op de component die u wilt bedienen
(zie bladzijde 8).
2 CODE SET
Hiermee kunt u afstandsbedieningscodes instellen
(zie bladzijde 86).
3 Ingangskeuzetoetsen
Selecteer de signaalbron die u wilt bedienen.
De met de geselecteerde signaalbron corresponderende
ingangskeuzetoets licht ongeveer 5 seconden lang op nadat u op
een toets op de afstandsbediening heeft gedrukt om aan te geven
welke component er bediend wordt.
4 Toetsen voor de geluidsveldprogramma’s
Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren
(zie bladzijde 57).
Gebruik SELECT om 2-kanaals materiaal met
surroundweergave weer te geven (zie bladzijde 43).
Gebruik EXTD SUR. om te schakelen tussen 5.1- en
6.1-kanaals weergave van multikanaals materiaal
(zie bladzijde 42).
Gebruik DIRECT ST. om 2-kanaals bronmateriaal
weer te geven in hi-fi stereo (zie bladzijde 39).
5 SPEAKERS
Hiermee kunt u de set voor-luidsprekers aangesloten op de
FRONT A en/of B aansluitingen op het achterpaneel aan
of uit zetten. Druk herhaaldelijk op deze toets om de
instelling als volgt te wijzigen:
6 ENHANCER
Hiermee zet u de Compressed Music Enhancer
weergavefunctie aan of uit (zie bladzijde 37).
7 LEVEL
Hiermee kunt u een luidsprekerkanaal selecteren om het
uitgangsniveau in te stellen (zie bladzijde 36).
8 Cursortoetsen u / d / j / i, ENTER
Hiermee kunt u de parameters van de
geluidsveldprogramma’s of de “SET MENU” parameters
selecteren en instellen.
9 RETURN
Hiermee keert u terug naar het vorige menu bij
instellingen via het “SET MENU”.
Afstandsbediening
Opmerking
TV MUTE TV INPUT
MUTE
AMP
SOURCE
TV
MENUTITLE
SET MENU
LEVEL
DISPLAYRETURN
BAND
SRCH MODE
ON SCREENDAB MEMORY
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
REC
AUDIO
USB
NET RADIO
PC/MCX
STEREO
1
EFFECT
VOLUME
TV VOL TV CH
TRANSMITCODE SET
STANDBY
POWER
POWERPOWER
CD
AVTV
MULTI CH IN
SLEEP
CD-R
DVD DTV
MD
DOCK USB
CBL
NET
TUNER
V-AUX DVR
STANDARD
5
SPEAKERS
9
MUSIC
2
SELECT
6
ENHANCER
0
ENTERTAIN
3
EXTD SUR.
7
NIGHT
10
MOVIE
4
DIRECT ST.
8
STRAIGHT
ENT.
FREQ/TEXT EONSTARTPTY SEEKMODE
K
0
A
B
C
D
F
E
G
H
I
J
1
2
3
4
5
6
8
9
7
L
M
Opmerking
A aan B aan
A en B uit
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
7 Nl
INLEIDING
Nederlands
0 TRANSMIT indicator
Knippert wanneer de afstandsbediening infraroodsignalen
aan het uitzenden is.
A STANDBY
Hiermee zet u dit toestel uit (standby) (zie bladzijde 28).
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het
voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
B POWER
Hiermee zet u dit toestel aan (zie bladzijde 28).
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het
voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
C SLEEP
Hiermee kunt u de slaaptimer instellen (zie bladzijde 35).
D MULTI CH IN
Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT
aansluitingen verbonden signaalbron bij gebruik van een
externe decoder enz. (zie bladzijde 38).
E VOLUME +/
Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume.
F Component-keuzeschakelaar
Hiermee bepaalt u de bedieningsfunctie van de toetsen in
het grijze gedeelte.
AMP
Hiermee bedient u dit toestel.
SOURCE
Bedient de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde
component (zie bladzijde 85).
TV
Bedient de TV die is toegewezen aan DTV/CBL of
(zie bladzijde 84).
Voor het instellen van de afstandsbedieningscodes voor andere
componenten, zie bladzijde 86.
Wanneer u afstandsbedieningscodes instelt voor zowel DTV/
CBL als (zie bladzijde 86), wordt voorrang gegeven aan de
voor DTV/CBL ingestelde code.
G MUTE
Deze toets schakelt de geluidsweergave tijdelijk uit. Druk
nog eens op deze toets om de geluidsweergave op het
oorspronkelijke volume voort te zetten (zie bladzijde 34).
H STRAIGHT (EFFECT)
Hiermee zet u de geluidsveldprogramma’s aan of uit.
Wanneer “STRAIGHT” is geselecteerd, zullen 2-kanaals
of multikanaals ingangssignalen direct, onveranderd
worden weergegeven via de bijbehorende luidsprekers,
zonder enig toegevoegd effect (zie bladzijde 39).
I NIGHT
Hiermee kunt u de nacht-luisterfuncties aan of uit zetten
(zie bladzijde 34).
J SET MENU
Opent het “SET MENU” (zie bladzijde 68).
K DISPLAY
Selecteert de in-beeld display (OSD) functie voor
weergave op uw beeldscherm (zie bladzijde 41).
L Netwerk en USB ingangskeuzetoetsen
Selecteren van de sub-signaalbron voor NET/USB (zie bladzijde 94).
PC/MCX
Selecteert een PC server of YAMAHA MCX-2000 als
sub-signaalbron voor NET/USB.
NET RADIO
Selecteren van Internetradio als sub-signaalbron voor NET/USB.
USB
Selecteert USB geheugenapparatuur of een draagbare
USB audiospeler als sub-signaalbron voor NET/USB.
Druk op NET/USB om “NET/USB” als signaalbron te selecteren
voor u op één van de netwerk en USB ingangskeuzetoetsen drukt
zoals hierboven staat aangegeven om de corresponderende sub-
signaalbron voor NET/USB te selecteren.
Wanneer u één van de netwerk en USB ingangskeuzetoetsen indrukt, zal
het materiaal dat eerder werd weergegeven voor de corresponderende
sub-signaalbron voor NET/USB automatisch worden weergegeven.
M
Toetsen voor Radio Data Systeem radio-ontvangst
(Alleen modellen voor Europa)
FREQ/TEXT
Hiermee kunt u het Radio Data Systeem display instellen
op weergave van de PS, PTY, RT, of CT functie (als de
zender in kwestie de corresponderende diensten
aanbiedt) en het frequentiedisplay (zie bladzijde 56).
PTY SEEK MODE
Hiermee zet u dit toestel in de PTY SEEK functie
(zie bladzijde 53).
PTY SEEK START
Begint het zoeken naar een geschikte zender nadat u
het gewenste programmatype heeft geselecteerd in de
PTY SEEK functie (zie bladzijde 54).
EON
Hiermee kunt u het programmatype selecteren
(NEWS, AFFAIRS, INFO, of SPORT) waarop u
automatisch af wilt laten stemmen (zie bladzijde 55).
Opmerking
Opmerking
Opmerkingen
Opmerkingen
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
8 Nl
Bedienen van de TUNER functies
Zet de component-keuzeschakelaar op SOURCE en druk
dan op TUNER om de “TUNER” (radio) als signaalbron
te selecteren.
4 Cijfertoetsen
Gebruik de cijfertoetsen 1 t/m 8 om een voorkeuzezender
te selecteren.
7 BAND
Hiermee schakelt u heen en weer tussen de radiobanden
FM en AM (MG).
8 Cursortoetsen u / d / j / i
Gebruik j / i om een voorkeuzegroep (A t/m E) te
selecteren en u / d om een voorkeuzenummer (1 t/m 8)
te selecteren (zie bladzijde 50).
De opdrukken “DAB MEMORY” en “SRCH MODE” zijn niet
van toepassing op dit model.
Gebruiken van de afstandsbediening
De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal
uit.
U moet de afstandsbediening goed op de
afstandsbedieningssensor op dit toestel richten.
Mors geen water of andere vloeistoffen op de
afstandsbediening.
Laat de afstandsbediening niet vallen.
Laat de afstandsbediening niet liggen en bewaar hem niet op de
volgende plekken:
zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad
plekken waar de temperatuur hoog kan worden, zoals bij de
verwarming of kachel
zeer koude plekken
stoffige plekken
Opmerking
Opmerkingen
ZONE 2
ON/OFF
ZONE
CONTROL
NEXTEDIT
EFFECT
MEMORY
FM/AM
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
PROGRAM
l PRESET/TUNING h
TUNING MODE
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
SPEAKERSPHONES
MAIN ZONE
MASTER
SILENT CINEMA
BA
MULTI CH
INPUT
VOLUME
INPUT
ON OFF
LEVEL
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
ON/OFF
VIDEO L AUDIO R
USBVIDEO AUX
30 30
TV MUTE TV INPUT
MUTE
AMP
SOURCE
TV
MENUTITLE
SET MENU
LEVEL
DISPLAYRETURN
BAND
SRCH MODE
ON SCREENDAB MEMORY
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
REC
AUDIO
USB
NET RADIO
PC/MCX
STEREO
1
EFFECT
VOLUME
TV VOL TV CH
TRANSMITCODE SET
STANDBY
POWER
POWERPOWER
CD
AVTV
MULTI CH IN
SLEEP
CD-R
DVD DTV
MD
DOCK USB
CBL
NET
TUNER
V-AUX DVR
STANDARD
5
SPEAKERS
9
MUSIC
2
SELECT
6
ENHANCER
0
ENTERTAIN
3
EXTD SUR.
7
NIGHT
10
MOVIE
4
DIRECT ST.
8
STRAIGHT
ENT.
FREQ/TEXT EONSTARTPTY SEEKMODE
Ongeveer 6 m
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
9 Nl
INLEIDING
Nederlands
1 Decoder indicators
Wanneer één van de decoders van dit toestel in werking is,
zal de bijbehorende indicator oplichten.
2 ENHANCER indicator
Licht op wanneer de Compressed Music Enhancer functie
is ingeschakeld (zie bladzijde 37).
3 Geluidsveld indicators
Lichten op om aan te geven welke DSP geluidsvelden er
in werking zijn.
4 VIRTUAL indicator
Licht op wanneer Virtual CINEMA DSP in werking is (zie
bladzijde 44).
5 Signaalbron indicators
De corresponderende cursor licht op om aan te geven
welke signaalbron op dit moment is geselecteerd.
6 DOCK indicator
Licht op wanneer u uw iPod in een YAMAHA iPod
universeel dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10) doet
indien deze is verbonden met de DOCK aansluiting van
dit toestel (zie bladzijde 22).
7 SILENT CINEMA indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten en
er een geluidsveldprogramma is geselecteerd
(zie bladzijde 34).
8 CINEMA DSP indicator
Licht op wanneer u een CINEMA DSP
geluidsveldprogramma selecteert (zie bladzijde 58).
9 AUTO indicator
Licht op wanneer dit toestel in de automatische
afstemfunctie staat (zie bladzijde 46).
0 TUNED indicator
Licht op wanneer dit toestel is afgestemd op een zender
(zie bladzijde 46).
A STEREO indicator
Licht op wanneer het toestel een sterk FM stereosignaal
ontvangt en de AUTO indicator brandt.
B MEMORY indicator
Knippert ten teken dat een zender opgeslagen kan worden
(zie bladzijde 48).
C VOLUME niveauaanduiding
Geeft het huidige volumeniveau aan.
D PCM indicator
Licht op wanneer dit toestel PCM (pulscode modulatie)
digitale audiosignalen weergeeft.
Display voorpaneel
p
DVR
p
DVD
p
CD
p
V-AUX
p
DTV/CBL
p
MD/CD-R
p
TUNER
p
NET
USB
96
24
q PL
q EX
q PL
ENHANCER
MATRIX DISCRETE
SILENT CINEMA
ZONE2 NIGHT
DOCK
STANDARD
AUTO
PSHOLD RT
EON
PTYPTY
TUNED
MUTE
VOLUME
MEMORY
SLEEP
VIRTUAL
PCM
q PL x
A B
SP
mS
ft
dB
96/24
HiFi DSP
LFE
LCR
SL SB SR
q
DIGITAL
t
dB
STEREO
CT
2
H
EI
GJK LNMPO
Q
D
F
13 45 768 B
0A9C
(Alleen modellen voor Europa)
DSP aanwezigheidsgeluidsveld
Luisterplek
Linker surround DSP
geluidsveld
Rechter surround
DSP geluidsveld
Achter surround DSP geluidsveld
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
10 Nl
E STANDARD indicator
Licht op wanneer het “SUR. STANDARD” of “SUR.
ENHANCED” programma is geselecteerd.
F SP A B indicators
Lichten op om aan te geven welke set voor-luidsprekers is
geselecteerd.
G Hoofdtelefoon indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten.
H ZONE2 indicator
Licht op wanneer Zone 2 in werking is (zie bladzijde 90).
I NIGHT indicator
Licht op wanneer u een nacht-luisterfunctie selecteert
(zie bladzijde 34).
J HiFi DSP indicator
Licht op wanneer u een HiFi DSP geluidsveldprogramma
selecteert (zie bladzijde 59).
K Multifunctioneel display
Toont de naam van het huidige geluidsveldprogramma en
andere gegevens bij het invoeren of wijzigen van
instellingen.
L SLEEP indicator
Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld
(zie bladzijde 35).
M MUTE indicator
Knippert wanneer de MUTE functie (tijdelijk uitschakelen
geluidsweergave) is ingeschakeld (zie bladzijde 34).
N 96/24 indicator
Licht op wanneer dit toestel een DTS 96/24 signaal
ontvangt.
O Indicators ingangskanalen
Deze geven aan uit welke kanalen het huidige digitale
ingangssignaal bestaat.
P LFE indicator
Licht op wanneer het ingangssignaal een LFE signaal
bevat.
Q Radio Data Systeem indicators
(Alleen modellen voor Europa)
De corresponderende indicator zal oplichten om aan
het soort Radio Data Systeem gegevens aan te geven.
EON
Licht op wanneer er EON gegevens worden
ontvangen.
PTY HOLD
Licht op wanneer er gezocht wordt naar Radio Data
Systeem zenders in de PTY SEEK functie.
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
11 Nl
INLEIDING
Nederlands
1 Aansluitingen voor video-apparatuur
Zie de bladzijden 18 en 19 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
2 Aansluitingen voor audio-apparatuur
Zie bladzijde 21 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
3 MULTI CH INPUT aansluitingen
Zie bladzijde 24 voor meer informatie over deze aansluitingen.
4 ZONE 2 OUTPUT aansluitingen
Zie bladzijde 89 voor meer informatie over deze aansluitingen.
Deze aansluitingen produceren uitsluitend analoge signalen.
5 SUBWOOFER OUTPUT aansluiting
Zie bladzijde 13 voor meer informatie over deze
aansluiting.
6 DIGITAL OUTPUT aansluiting
Zie bladzijde 21 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
7 DIGITAL INPUT aansluitingen
Zie de bladzijden 19 en 21 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
8 DOCK aansluiting
Hierop kunt u een YAMAHA iPod universeel dock
(zoals de los verkrijgbare YDS-10) aansluiten, waar u uw
iPod in kunt doen.
Zie bladzijde 22 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
9 LAN poort
Hierop kunt u een netwerkkabel aansluiten voor
verbinding met uw netwerk.
Zie bladzijde 23 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
0 COMPONENT VIDEO aansluitingen
Zie de bladzijden 18 en 19 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
A REMOTE aansluitingen
Zie bladzijde 89 voor details.
B CONTROL OUT aansluiting
Dit is een bedieningsaansluiting voor aangepaste
installaties.
C Antenne-aansluitingen
Zie bladzijde 25 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
D Luidspreker-aansluitingen
Zie bladzijde 13 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
E AC OUTLET(S)
Hiermee kunt u eventueel andere audiovisuele
componenten van stroom voorzien.
Zie bladzijde 26 voor details.
VOLTAGE SELECTOR
(Alleen voor Algemene modellen)
Zie bladzijde 26 voor details.
Achterpaneel
AUDIO AUDIO OUTPUT DIGITAL INPUT
DVD DVD
COAXIAL
DTV/CBLMD/CD-RMD/CD-R
SUB
WOOFER
SUB
WOOFER
SURROUND
FRONT ZONE 2
OUT
(REC)
IN
(PLAY)
MD/
CD-R
CD
DVD
MONITOR OUT
DTV/
CBL
DVD
DVR
COMPONENT VIDEO
P
RPBY
FM ANT
75
UNBAL.
AM
ANT
GND
TUNER SPEAKERS
LANDOCK
DTV/CBL
IN OUT
DVR DVD DTV/CBL
IN OUT
DVR
CENTER
DIGITAL
OUTPUT
MULTI CH INPUT
VIDEO S VIDEO
MONITOR
OUT
MONITOR
OUT
FRONT
A
B
OUTIN
REMOTE CONTROL
OUT
+12V
15mA MAX.
SURROUND
CENTER
SURROUND BACK
PRPBY
OPTICAL OPTICAL
9 07654321
ABC
DE
8
Opmerking
AANSLUITINGEN
12 Nl
Hieronder ziet u de standaard ITU-R
*
opstelling van de
luidsprekers. Met deze opstelling profiteert u optimaal van
CINEMA DSP en multikanaals audio.
*
ITU-R is de aanduiding voor de afdeling radiocommunicatie
van de ITU (International Telecommunication Union).
Linker en rechter voor-luidsprekers (FL en FR)
De voor-luidsprekers worden gebruikt voor weergave van
het hoofdkanaal plus effecten. Plaats deze luidsprekers op
gelijke afstand van de ideale luisterplek. De afstanden van
deze luidsprekers tot het beeldscherm moeten ook gelijk
zijn.
Midden-luidspreker (C)
De midden-luidspreker is voor weergave van het
middenkanaal (dialoog, vocalen enz.). Als het om de een
of andere reden niet mogelijk is om een midden-
luidspreker te gebruiken, kunt u ook zonder. De beste
resultaten krijgt u echter met een volledig systeem. Plaats
de midden-luidspreker midden tussen de voor-luidsprekers
en zo dicht mogelijk bij het beeldscherm, bijvoorbeeld
direct erboven of eronder.
Linker en rechter surround-luidsprekers
(SL en SR)
De surround-luidsprekers worden gebruikt voor
omhullende surroundweergave en effecten. Plaats deze
luidsprekers achter uw luisterplek, een beetje naar binnen
gericht en ongeveer 1,8 m van de vloer.
Surround achter-luidspreker (SB)
De surround achter-luidspreker geeft een aanvulling op de
surround-luidsprekers en zorgt voor realistischer
overgangen van voor naar achter. Plaats deze luidspreker
direct achter de luisterplek en op dezelfde hoogte als de
surround-luidsprekers.
Subwoofer (SW)
Een subwoofer met ingebouwde eindversterker, zoals het
YAMAHA Active Servo Processing Subwoofer System,
zorgt niet alleen voor een effectieve versterking van de
lage tonen in sommige of alle kanalen, maar ook voor een
natuurgetrouwe hi-fi (high fidelity) stereo reproductie van
het LFE (lage frequentie effecten) kanaal in Dolby Digital
en DTS geluidsmateriaal. De opstelling van de subwoofer
is niet zo belangrijk, want de zeer lage tonen zijn niet erg
richtingsgevoelig. U kunt de subwoofer het beste in de
buurt van de voor-luidsprekers plaatsen. Richt hem een
beetje naar het midden van de ruimte om weerkaatsing via
de wanden te verminderen.
AANSLUITINGEN
Luidsprekers opstellen
SW
FR
FL
SB
SL
SR
C
60˚
30˚
SB
FL
FR
C
SL
SR
SR
80˚
SL
1,8 m
13 Nl
AANSLUITINGEN
Nederlands
VOORBEREIDINGEN
Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen, “+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit. Als de
aansluitingen niet kloppen, zal er geen geluid worden weergegeven via de luidsprekers en als de polariteit van de
luidspreker-aansluitingen niet correct is, zal de weergave onnatuurlijk klinken met te weinig lage tonen.
U moet het toestel uit zetten voor u de luidsprekers gaat aansluiten (zie bladzijde 28).
Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en zorg ervoor dat ze geen contact maken met de
metalen onderdelen van het toestel. Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd
raken.
Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als dergelijke luidsprekers toch uw beeldscherm
storen, zet de luidsprekers dan verder bij het beeldscherm vandaan.
Als u luidsprekers van 6 Ohm gebruikt, moet u “SP IMP.” op “6MIN” zetten voor u dit toestel in
gebruik neemt (zie bladzijde 27). Als voor-luidsprekers kan ook gebruik gemaakt worden van 4 Ohm
luidsprekers (zie bladzijde 82).
Een luidsprekersnoer bestaat uit twee geïsoleerde draden naast elkaar. De kabels zijn verschillend gekleurd of gevormd, misschien een
streep, groef of ribbels. Sluit de afwijkend gestreepte (gegroefde enz.) draad aan op de “+” (rode) aansluitingen van dit toestel en uw
luidspreker. Verbind de gewone draad met de “–” (zwarte) aansluitingen.
Aansluiten van luidsprekers
Opmerking
LET OP
OUTPUT
SUB
WOOFER
SPEAKERS
FRONT
A
B
SURROUND
CENTER SURROUND BACK
1 2 4 57
63
Subwoofer
Midden-luidspreker
Voor-luidsprekers (A)
Surround
achter-luidspreker
LinksRechts
LinksRechts
Surround-luidsprekers
Voor-
luidsprekers (B)
15 Nl
AANSLUITINGEN
Nederlands
VOORBEREIDINGEN
Aansluiten van de luidsprekerkabel
1 Verwijder ongeveer 10 mm van de isolatie
van het uiteinde van elk van de
luidsprekerdraden en draai vervolgens de
blootliggende draadjes netjes in elkaar om
kortsluiting te voorkomen.
2 Maak de knop los.
3 Steek een ontbloot draadeind in het gat aan
de zijkant van de aansluiting.
4 Draai de draad vervolgens met de knop weer
vast.
Gebruik van bananenstekkers
(behalve modellen voor Europa)
Een bananenstekker is een enkelpolige elektrische
verbinding die vaak gebruikt wordt voor het aansluiten
van luidsprekerkabels.
1 Maak de knop vast.
2 Steek de bananenstekker in de bijbehorende
aansluiting.
10 mm
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
Bananenstekker
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
16 Nl
AANSLUITINGEN
Audio-aansluitingen
Dit toestel heeft drie soorten audio-aansluitingen. Welke
aansluiting u nodig heeft hangt af van de audio-
aansluitingen van uw andere apparatuur.
AUDIO aansluitingen
Voor conventionele analoge audiosignalen via linker en
rechter analoge audiokabels. Verbind de rode stekkers met
de rechter en de witte stekkers met de linker aansluitingen.
DIGITAL AUDIO COAXIAL aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via coaxiaal digitale
audiokabels.
DIGITAL AUDIO OPTICAL aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via optisch digitale
audiokabels.
U kunt de digitale aansluitingen gebruiken voor PCM, Dolby
Digital en DTS ingangssignalen. Wanneer u een bepaalde
component zowel met de COAXIAL als met de OPTICAL
aansluiting verbindt, zal het via de COAXIAL aansluiting
binnenkomende signaal voorrang krijgen. Alle digitale
ingangsaansluitingen zijn geschikt voor digitale signalen met
een bemonsteringsfrequentie van 96 kHz.
Trek het kapje van de optische aansluiting voor u er de optische
glasvezelkabel op aansluit. Gooi het stofkapje niet weg.
Wanneer u de optische aansluiting niet gebruikt, dient u het
stofkapje er weer op te doen. Dit kapje beschermt de aansluiting
tegen stof.
Video-aansluitingen
Dit toestel heeft drie soorten video-aansluitingen. Welke
aansluiting u nodig heeft hangt af van de
ingangsaansluitingen van uw beeldscherm.
VIDEO aansluitingen
Voor conventionele composiet videosignalen die worden
overgebracht via composiet videokabels.
S VIDEO aansluitingen
Voor S-video signalen, in luminantie (Y) en kleur (C)
gescheiden videosignalen die worden doorgegeven via
aparte draden in speciale S-videokabels.
COMPONENT VIDEO aansluitingen
Voor component videosignalen, in luminantie (Y) en kleur
(P
B, PR) gescheiden videosignalen die worden
doorgegeven via aparte draden in speciale component
videokabels.
y
Wanneer “VIDEO CONV.” op “ON” (zie bladzijde 78) is
ingesteld, zullen videosignalen die binnenkomen via de VIDEO
en S VIDEO aansluitingen worden omgezet en naar keuze
kunnen worden gereproduceerd via de VIDEO, S VIDEO en
COMPONENT VIDEO aansluitingen.
Informatie over aansluitingen en stekkers
VIDEO S VIDEO
COMPONENT VIDEO
Y P
B
P
R
PB
Y
P
R
S
V
COAXIAL
DIGITAL AUDIO
AUDIO
OPTICAL
DIGITAL AUDIO
R
L
C
O
R
L
Linker en
rechter
analoge
audiostekkers
Optisch
digitale
audiostekker
Coaxiaal
digitale
audiostekker
Composiet
videostekker
S-videostekker Component
videostekkers
Informatie over audio-aansluitingen en stekkers Video-aansluitingen en stekkers
(Rood)(Wit) (Oranje) (Geel) (Groen) (Blauw) (Rood)
Opmerkingen
17 Nl
AANSLUITINGEN
Nederlands
VOORBEREIDINGEN
Stroomschema audiosignalen voor AUDIO OUT (REC)
In dit toestel is de verwerking van digitale signalen gescheiden van de verwerking van analoge signalen. Daarom kunnen audiosignalen
die binnenkomen via de analoge ingangsaansluitingen ook alleen via de analoge AUDIO OUT (REC) uitgangsaansluitingen worden
weergegeven. Op dezelfde manier zullen via de DIGITAL INPUT (OPTICAL of COAXIAL) ingangsaansluitingen binnenkomende
audiosignalen alleen via de DIGITAL OUTPUT uitgangsaansluiting kunnen worden weergegeven.
Stroomschema videosignalen voor MONITOR OUT
Als er tegelijkertijd videosignalen binnenkomen via de COMPONENT VIDEO, S VIDEO en VIDEO aansluitingen wanneer “VIDEO
CONV.” is ingesteld op “ON”, geldt deze volgorde wat betreft de voorrang die aan de ingangssignalen gegeven zal worden:
COMPONENT VIDEO > S VIDEO > VIDEO
Stroomschema audio- en videosignalen
Opmerking
Opmerking
DIGITAL AUDIO
OPTICAL
DIGITAL AUDIO
COAXIAL
AUDIO
RLRL
Digitaal uitgangssignaal
Uitgang
AUDIO OUT (REC)
Ingang
Analoog uitgangssignaal
Digitale audio
Analoge audio
S VIDEO
VIDEO
COMPONENT
VIDEO
Y P
B
P
R
Y P
B
P
R
Door
Uitgang
(MONITOR OUT)
Ingang
Videoconversie wanneer “VIDEO CONV.” is ingesteld op “ON” (zie bladzijde 78)
Analoge video
18 Nl
AANSLUITINGEN
Verbind uw TV met de VIDEO MONITOR OUT aansluiting, de S VIDEO MONITOR OUT aansluiting of de
COMPONENT VIDEO MONITOR OUT aansluitingen van dit toestel.
Sluit dit toestel of de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen
de componenten gemaakt zijn.
Aansluiten van een TV
LET OP
VIDEO S VIDEO
MONITOR
OUT
MONITOR
OUT
MONITOR OUT
COMPONENT VIDEO
PRPBY
PRPB
V
S
Y
TV
S-video ingang
Component video ingang
Video ingang
19 Nl
AANSLUITINGEN
Nederlands
VOORBEREIDINGEN
Sluit uw DVD-speler, DVD-recorder, videorecorder of STB (set-top box; een kastje bovenop de TV) aan via dezelfde
soort video-aansluitingen als welke u gebruikt heeft voor uw TV (zie bladzijde 18). Een zogenaamde STB kan
bijvoorbeeld een kabel-tv ontvanger of satellietontvanger zijn.
Sluit dit toestel of de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen
de componenten gemaakt zijn.
Wanneer “VIDEO CONV.” is ingesteld op “OFF” (zie bladzijde 78) moet u hetzelfde soort video-aansluitingen gebruiken als u
gebruikt heeft om uw TV aan te sluiten (zie bladzijde 18). Als u bijvoorbeeld uw TV heeft verbonden met de VIDEO MONITOR
OUT aansluiting van dit toestel, dan dient u uw andere component te verbinden met de VIDEO aansluitingen.
Wanneer “VIDEO CONV.” is ingesteld op “ON” (zie bladzijde 78), worden de omgezette videosignalen alleen gereproduceerd via de
MONITOR OUT aansluitingen. Wanneer u iets wilt opnemen moet u gebruik maken van hetzelfde soort video-aansluitingen tussen
alle betrokken componenten.
Om een digitale verbinding te maken met een andere component dan de component die standaard is toegewezen aan de DIGITAL
INPUT of DIGITAL OUTPUT aansluiting, dient u de corresponderende instelling te selecteren voor “OPTICAL OUT”, “OPTICAL
IN”, of “COAXIAL IN” bij “I/O ASSIGNMENT” (zie bladzijde 74).
Wanneer u uw DVD-speler zowel met de DIGITAL INPUT (OPTICAL) als met de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting
verbindt, zal het via de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen.
Aansluiten van een DVD-speler
Aansluiten van een DVD-speler, een DVD-recorder, een videorecorder of
een STB (Set Top Box)
Opmerkingen
LET OP
AUDIO DIGITAL INPUT
DVD DVD
COAXIAL
DVD DVD
VIDEO S VIDEO
OPTICAL
DVD
COMPONENT VIDEO
P
RPBY
S
P
RPBY
V
C
LR
O
DVD-speler
Optische audio
uitgang
Coaxiale audio uitgang
Video uitgang
Audio uitgang
S-Video uitgang
Component video uitgang
20 Nl
AANSLUITINGEN
Aansluiten van een DVD-recorder of videorecorder
Aansluiten van een STB
AUDIO
IN OUT
DVR
IN OUT
DVR
VIDEO S VIDEO
DVR
COMPONENT VIDEO
PRPBY
V
S
V
LR LR
PRPBY
S
DVD-recorder of
videorecorder
Audio ingang
Audio uitgang
Video ingang
Video uitgang
Component video uitgang
S-video ingang
S-Video uitgang
AUDIO DIGITAL INPUT
DTV/CBL
DTV/CBL DTV/CBL
VIDEO S VIDEO
OPTICAL
DTV/
CBL
COMPONENT VIDEO
P
RPBY
S
P
RPBY
V
LR
O
Kabel TV of
satellietontvanger
Optische audio
uitgang
Component video uitgang
Video uitgang
Audio uitgang
S-Video uitgang
21 Nl
AANSLUITINGEN
Nederlands
VOORBEREIDINGEN
Sluit uw CD-speler, MD-speler of cassettedeck aan via analoge en/of digitale aansluitingen.
Sluit dit toestel of de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen
de componenten gemaakt zijn.
Om een digitale verbinding te maken met een andere component dan de component die standaard is toegewezen aan de DIGITAL
INPUT of DIGITAL OUTPUT aansluiting, dient u de corresponderende instelling te selecteren voor “OPTICAL OUT”, “OPTICAL
IN”, of “COAXIAL IN” bij “I/O ASSIGNMENT” (zie bladzijde 74).
Aansluiten van een CD-speler, een MD-speler of cassettedeck
Opmerking
LET OP
AUDIO DIGITAL INPUT
MD/CD-RMD/CD-R
OUT
(REC)
IN
(PLAY)
MD/
CD-R
CD
DIGITAL
OUTPUT
OPTICAL OPTICAL
LR
LR LR
O
O
CD-speler
MD-recorder of
cassettedeck
Audio uitgang
Audio uitgang
Audio ingang
Optische audio uitgang
Optische audio ingang
22 Nl
AANSLUITINGEN
Dit toestel is voorzien van een DOCK aansluiting op het achterpaneel waarop u een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare
YDS-10) kan worden aangesloten voor uw iPod, zodat u uw iPod kunt bedienen met de meegeleverde afstandsbediening. Verbind een YAMAHA
iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) met de DOCK aansluiting op het achterpaneel van dit toestel met de speciaal daarvoor
bedoelde kabel. Wanneer deze verbinding tot stand is gebracht, kunt u uw iPod in uw YAMAHA iPod universeel dock plaatsen.
Sluit dit toestel of de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen
de componenten gemaakt zijn.
Alleen iPod apparatuur met een iPod (Click and Wheel), iPod nano en iPod mini worden ondersteund.
U heeft een YAMAHA iPod universeel dock (aansluitsokkel) (zoals een los verkrijgbare YDS-10) en de speciaal daarvoor bedoelde
kabel nodig die geschikt zijn voor de DOCK aansluiting van dit toestel.
Sluit geen iPod accessoires (zoals een hoofdtelefoon, een afstandsbediening met draad of een FM zender) aan op uw iPod wanneer
deze in een YAMAHA iPod universeel dock zit (zoals een los verkrijgbare YDS-10).
Wanneer uw iPod geplaatst wordt in een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) die is aangesloten op de
DOCK aansluiting van dit toestel, zal dit toestel de signaaloverdracht met uw iPod beginnen.
Wanneer uw iPod niet correct of stevig genoeg geplaatst is in een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) die is aangesloten
op de DOCK aansluiting van dit toestel, is het mogelijk dat de audio- en/of videosignalen daarvan niet naar behoren kunnen worden weergegeven.
Wanneer de verbinding tussen uw iPod en dit toestel tot stand is gebracht, zal de melding “iPod connected” verschijnen op het display
op het voorpaneel en zal de DOCK indicator daar ook oplichten. Als de verbinding tussen uw iPod en dit toestel mislukt, zal er een
melding van die strekking verschijnen op het display op het voorpaneel. Voor een complete lijst van meldingen met betrekking tot deze
verbindingen, verwijzen we u naar het iPod deel in het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” op bladzijde 104.
Alleen analoge audio- en videosignalen van uw iPod worden geaccepteerd door de DOCK aansluiting, en de analoge audiosignalen
kunnen voor opname worden gereproduceerd via de analoge AUDIO OUT (REC) aansluitingen.
De batterij van uw iPod wordt automatisch opgeladen wanneer uw iPod geplaatst is in een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een
los verkrijgbare YDS-10) verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel, zolang dit toestel aan staat.
Afhankelijk van het type iPod, is het mogelijk dat u een iPod adapter zoals meegeleverd met uw YAMAHA iPod universeel dock
(zoals een los verkrijgbare YDS-10) in de uitsparing zult moeten passen voor uw iPod erin past.
Aansluiten van een YAMAHA iPod universeel dock
Opmerkingen
LET OP
DOCK
YAMAHA iPod universeel dock
(zoals een los verkrijgbare YDS-10)
iPod
23 Nl
AANSLUITINGEN
Nederlands
VOORBEREIDINGEN
Om dit toestel aan te sluiten op uw netwerk dient u het ene uiteinde van een netwerkkabel (CAT-5 of hoger
geclassificeerde zg. ‘straight’ kabel met rechtstreekse doorverbinding) in de LAN poort van dit toestel te steken en het
andere uiteinde in één van de LAN poorten van uw router die ondersteuning biedt voor de DHCP (Dynamic Host
Configuration Protocol) serverfunctie. Het volgende schema toont een aansluitvoorbeeld waarin dit toestel is aangesloten
op één van de LAN poorten van een router met 4 poorten. Om te kunnen luisteren naar muziekbestanden op uw PC en
YAMAHA MCX-2000 of naar Internetradio, moet elk van de apparaten in kwestie correct aangesloten zijn.
Als de DHCP serverfunctie van uw router uitgeschakeld is, zult u de netwerkinstellingen met de hand moeten configureren(zie
bladzijde 76).
Aansluiten op het netwerk
Opmerking
LAN
WAN
LAN
Router
PC
Modem
YAMAHA MCX-2000
Internet
YAMAHA MCX-C15
YAMAHA MCX-A10
(met los verkrijgbare
luidsprekers)
Netwerkkabel
24 Nl
AANSLUITINGEN
Dit toestel is voorzien van 6 extra ingangsaansluitingen (FRONT
L/R, CENTER, SURROUND L/R en SUBWOOFER) voor
gescheiden multikanaals ingangssignalen van een multiformaat-
speler, externe decoder of sound processor. Verbind de
uitgangsaansluitingen van uw multiformaat-speler, externe
decoder of geluidsprocessor met de MULTI CH INPUT
aansluitingen. Let er goed op dat u de linker en rechter uitgangen
verbindt met de linker en rechter ingangsaansluitingen voor
zowel de voor- als de surroundkanalen.
Sluit dit toestel of de andere componenten pas
aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen
tussen de componenten gemaakt zijn.
Wanneer u MULTI CH INPUT als signaalbron selecteert (zie
bladzijde 38), zal dit toestel automatisch de digitale
geluidsveldprocessor uitschakelen en zult u geen
geluidsveldprogramma’s kunnen selecteren.
Dit toestel is niet in staat de via de MULTI CH INPUT
aansluitingen binnenkomende signalen zo te herschikken dat er
wordt gecompenseerd voor eventueel in uw systeem
ontbrekende luidsprekers. Daarom bevelen we u aan tenminste
een 5.1-kanaals luidsprekersysteem aan te sluiten voor u
gebruik maakt van deze functie.
Wanneer u een hoofdtelefoon gebruikt, zullen alleen de signalen
die binnenkomen via de FRONT L/R aansluitingen worden
gereproduceerd via de PHONES aansluiting.
Gebruik de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel
als u een spelcomputer, een videocamera of een draagbare
audiospeler wilt aansluiten op dit toestel.
U moet het volume van dit toestel en de andere
componenten uit zetten voor u de aansluitingen
gaat maken.
De audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting
hebben voorrang boven de via de VIDEO AUX aansluitingen
binnenkomende signalen.
Aansluiten van een multiformaat-
speler, externe decoder of
geluidsprocessor
Opmerkingen
LET OP
SUB
WOOFER
SURROUND
FRONT
CENTER
MULTI CH INPUT
L R L R
Multiformaat-speler,
externe decoder of
geluidsprocessor
Voorkanaal uitgang
Surroundkanaal
uitgang
Subwoofer uitgang
Middenkanaal uitgang
Aansluiten van een spelcomputer,
een videocamera of een draagbare
audiospeler
Opmerking
LET OP
V
ZONE 2
ON/OFF
ZONE
CONTROL
NEXTEDIT
EFFECT
MEMORY
FM/AM
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
PROGRAM
l PRESET/TUNING h
TUNING MODE
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
SPEAKERSPHONES
MAIN ZONE
MASTER
SILENT CINEMA
BA
MULTI CH
INPUT
VOLUME
INPUT
ON OFF
LEVEL
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
ON/OFF
VIDEO L AUDIO R
USBVIDEO AUX
VIDEO L AUDIO R
VIDEO AUX
LR
Spelcomputer,
videocamera of draagbare
audiospeler
Audio uitgang
Video uitgang
25 Nl
AANSLUITINGEN
Nederlands
VOORBEREIDINGEN
Dit toestel wordt geleverd met zowel een FM als een AM
binnenantenne. Normaal gesproken zorgen deze antennes
voor een voldoende sterke ontvangst. Verbind de antennes
op de juiste manier met de bijbehorende aansluitingen.
U moet de afstemstap (alleen Algemene modellen) van de tuner
aanpassen aan de ruimte tussen zendfrequenties in uw gebied
(zie bladzijde 83).
De AM ringantenne moet niet te dicht bij dit toestel geplaatst
worden.
De AM ringantenne moet altijd aangesloten blijven, zelfs als er
een AM buitenantenne op dit toestel is aangesloten.
Een goed geïnstalleerde buitenantenne geeft een betere
ontvangst dan een binnenantenne. Als u last heeft van een
slechte ontvangst, kunt u een buitenantenne installeren. Vraag
bij uw dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of service-
centrum naar de mogelijkheden met buitenantennes.
Aansluiten van de AM ringantenne
1 Maak de AM ringantenne gebruiksklaar.
2 Houd het lipje van de AM ANT aansluiting
ingedrukt.
3 Steek één van de draden van de AM
ringantenne in de AM ANT aansluiting.
4 Laat het lipje van de AM ANT aansluiting los
zodat dit terugveert.
5 Herhaal de stappen 2 t/m 4 en sluit de andere
draad aan op de GND aansluiting.
y
Wanneer u de AM ringantenne op de juiste manier heeft
aangesloten op dit toestel, kunt u de AM ringantenne zo draaien
dat u de beste ontvangst bereikt voor uw favoriete AM zenders.
Aansluiten van de FM en AM antennes
Opmerkingen
FM ANT
75
UNBAL.
AM
ANT
GND
TUNER
AM ringantenne
(meegeleverd)
Aarde
(GND aansluiting)
Voor de grootst mogelijke
veiligheid en zo min mogelijk
storing dient u de antenne
GND aansluiting goed te
aarden. Een goede aarding
wordt bijvoorbeeld verzorgd
door een metalen staaf die in
vochtige grond gedreven is.
FM binnenantenne
(meegeleverd)
AM buitenantenne
Gebruik 5 tot 10 meter met plastic
geïsoleerd draad dat u bijvoorbeeld
uit een raam naar buiten spant.
26 Nl
AANSLUITINGEN
Pas wanneer alle verbindingen tot stand zijn gebracht kunt u de stekker in het stopcontact steken.
VOLTAGE SELECTOR
(Alleen voor Algemene modellen)
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van
dit toestel moet worden ingesteld op de ter
plekke gebruikte netspanning VOOR u de stekker
in het stopcontact steekt. Onjuiste instelling van
de VOLTAGE SELECTOR kan dit toestel
beschadigen en kan brandgevaar opleveren.
Draai de VOLTAGE SELECTOR met de klok mee
of er tegenin naar de correcte stand met een
gewone schroevendraaier.
Mogelijke voltages: 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz
wisselstroom
AC OUTLET(S) (SWITCHED)
Modellen voor Australië ............... 1 Netstroomaansluiting
Modellen voor Korea ..................................................Geen
Overige modellen...................... 2 Netstroomaansluitingen
Met behulp van deze netstroomaansluiting(en) kunt u
daarop aangesloten componenten van stroom voorzien.
Verbind de netsnoeren van uw andere apparatuur met deze
netstroomaansluiting(en). Deze aansluiting(en) worden
van stroom voorzien wanneer de eerste ruimte of Zone 2 is
ingeschakeld. De stroomvoorziening voor deze
aansluiting(en) wordt echter afgesloten wanneer de eerste
ruimte en Zone 2 zijn uitgeschakeld, of wanneer
MASTER ON/OFF op het voorpaneel ingedrukt wordt en
losgelaten zodat deze naar buiten komt, in de OFF stand.
Voor informatie omtrent het maximale vermogen of het
totale stroomverbruik voor de componenten die op deze
aansluiting(en) kunnen worden aangesloten, zie
“TECHNISCHE GEGEVENS” op bladzijde 110.
Aansluiten van het netsnoer
AC OUTLETS
Naar het stopcontact
(Modellen voor de V.S.)
LET OP
230-
240V
VOLTAGE
SELECTOR
Aanduiding voltage
Geheugen back-up
De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de
opgeslagen gegevens verloren gaan wanneer het toestel
uit (standby) staat. Wanneer echter de stekker uit het
stopcontact gehaald wordt of de stroomvoorziening om
een andere reden langer dan een week onderbroken
wordt, zullen de opgeslagen gegevens verloren gaan.
27 Nl
AANSLUITINGEN
Nederlands
VOORBEREIDINGEN
Als u luidsprekers van 6 Ohm gebruikt, moet u
“SP IMP.” op “6
MIN” zetten VOOR u dit toestel in
gebruik neemt. Als voor-luidsprekers kan ook
gebruik gemaakt worden van 4 Ohm luidsprekers.
1 Controleer of het toestel uit staat.
Zie bladzijde 28 voor details omtrent het aan en uit
zetten van dit toestel.
2
Houd STRAIGHT (EFFECT) op het voorpaneel
ingedrukt en druk vervolgens MASTER ON/OFF naar
binnen in de ON stand om dit toestel in te schakelen.
Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide setup
menu zal verschijnen op het display op het voorpaneel.
3 Verdraai PROGRAM op het voorpaneel en
selecteer “SP IMP.”.
De volgende aanduidingen zullen op het display op
het voorpaneel verschijnen.
4 Druk herhaaldelijk op STRAIGHT (EFFECT)
op het voorpaneel om en selecteer “6MIN”.
De volgende aanduidingen zullen op het display op
het voorpaneel verschijnen.
5 Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel
nog eens in zodat deze naar buiten komt in
de OFF stand om de nieuwe instelling op te
slaan en dit toestel uit te schakelen.
De gewijzigde instelling wordt van kracht zodra u dit toestel de
volgende keer aan zet.
Instellen van de luidspreker-impedantie
LET OP
ZONE 2
ON/OFF
ZONE
CONTROL
NEXTEDIT
EFFECT
MEMORY
FM/AM
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
PROGRAM
l PRESET/TUNING h
TUNING MODE
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
SPEAKERSPHONES
MAIN ZONE
MASTER
SILENT CINEMA
BA
MULTI CH
INPUT
VOLUME
INPUT
ON OFF
LEVEL
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
ON/OFF
VIDEO L AUDIO R
USBVIDEO AUX
32,4
2,5
(Modellen voor de
ZONE 2
ON/OFF
ZONE
CONTROL
NEXTEDIT
EFFECT
MEMORY
FM/AM
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
PROGRAM
l PRESET/TUNING h
TUNING MODE
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
SPEAKERSPHONES
MAIN ZONE
MASTER
SILENT CINEMA
BA
MULTI CH
INPUT
VOLUME
INPUT
ON OFF
LEVEL
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
ON/OFF
VIDEO L AUDIO R
USBVIDEO AUX
32,4
2,5
EFFECT
STRAIGHT
MASTER
ON OFF
Houd
ingedrukt
PROGRAM
SP IMP.-8 MIN
Opmerking
EFFECT
STRAIGHT
SP IMP.-6 MIN
MASTER
ON OFF
28 Nl
AANSLUITINGEN
Wanneer alle aansluitingen gemaakt zijn, kunt u dit toestel aan zetten.
Aan zetten van dit toestel
Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel naar
binnen in de ON stand om dit toestel aan te
zetten.
Druk op MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel
(of STANDBY op de afstandsbediening) om de eerste
ruimte uit (standby) te zetten.
Druk nog eens op MAIN ZONE ON/OFF op het
voorpaneel (of op POWER op de afstandsbediening)
om de eerste ruimte weer in te schakelen.
MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel en POWER en
STANDBY op de afstandsbediening werken alleen wanneer
MASTER ON/OFF naar binnen is gedrukt in de ON stand.
y
Voor details omtrent het aan en uit zetten van Zone 2, zie
bladzijde 90.
Uit zetten van dit toestel
Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel nog
eens in zodat deze naar buiten komt in de OFF
stand om dit toestel uit te schakelen.
Aan en uit zetten van dit toestel
ZONE 2
ON/OFF
ZONE
CONTROL
NEXTEDIT
EFFECT
MEMORY
FM/AM
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
PROGRAM
l
PRESET/TUNING
h
TUNING MODE
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
SPEAKERSPHONES
MAIN ZONE
MASTER
SILENT CINEMA
BA
MULTI CH
INPUT
VOLUME
INPUT
ON OFF
LEVEL
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
ON/OFF
VIDEO L AUDIO R
USBVIDEO AUX
AMP
SOURCE
TV
VOLUME
TV VOL TV CH
TRANSMITCODE SET
STANDBY
POWER
POWERPOWER
CD
AVTV
MULTI CH IN
SLEEP
CD-R
DVD DTV
MD
DOCK USB
CBL
NET
TUNER
V-AU X D VR
MASTER ON/OFF
MAIN ZONE ON/OFF
STANDBY
POWER
Opmerking
MASTER
ON OFF
Voorpaneel
ON/OFF
MAIN ZONE
STANDBY
Voorpaneel Afstandsbediening
of
ON/OFF
MAIN ZONE
POWER
Voorpaneel
of
Afstandsbediening
MASTER
ON OFF
Voorpaneel
BASIS SETUP
29 Nl
Nederlands
VOORBEREIDINGEN
De “BASIC SETUP” is handig wanneer u uw systeem snel en met minimale inspanningen klaar voor gebruik wilt
maken.
U moet uw hoofdtelefoon losmaken van het toestel.
Als u het toestel met de hand nog preciezer wilt instellen, kunt u de gedetailleerde instellingen van het “SOUND MENU”
(zie bladzijde 69) gebruiken.
Wijzigen van instellingen via de “BASIC SETUP” zorgt ervoor dat alle met de hand via het “SOUND MENU” gewijzigde instellingen
zullen worden teruggezet (zie bladzijde 69).
De begininstellingen voor elk van de parameters worden vet aangegeven.
Druk op RETURN op de afstandsbediening om terg te keren naar het vorige menuniveau.
1 Zet de component-keuzeschakelaar op AMP.
2 Druk op SET MENU om de “SET MENU” te
openen.
Het eerste “SET MENU” scherm zal op het in-beeld
display verschijnen.
3 Druk op u / d en selecteer “BASIC SETUP”.
4 Druk op ENTER om de “BASIC SETUP” te
openen.
Het volgende scherm zal op het in-beeld display
verschijnen.
5 Druk op u / d, selecteer “ROOM” en druk
vervolgens op j / i om de gewenste instelling
te selecteren.
Selecteer de afmetingen van de ruimte waarin uw
luidsprekers staan opgesteld. In het algemeen worden
de afmetingen van de kamer als volgt gedefinieerd:
Keuzes: S, M, L
[Modellen voor de V.S. en Canada]
S (klein) 16 x 13ft, 200ft
2
(4,8 x 4,0m, 20m
2
)
M (midden) 20 x 16ft, 300ft
2
(6,3 x 5,0m, 30m
2
)
L (groot) 26 x 19ft, 450ft
2
(7,9 x 5,8m, 45m
2
)
[Overige modellen]
S (klein) 3,6 x 2,8m, 10m
2
M (midden) 4,8 x 4,0m, 20m
2
L (groot) 6,3 x 5,0m, 30m
2
BASIS SETUP
Opmerkingen
AMP
SOURCE
TV
VOLUME
TV VOL TV CH
TRANSMITCODE SET
STANDBY
POWER
POWERPOWER
CD
AVTV
MULTI CH IN
SLEEP
CD-R
DVD DTV
MD
DOCK USB
CBL
NET
TUNER
V-AU X D VR
MENUTITLE
SET MENU
LEVEL
DISPLAYRETURN
BAND
SRCH MODE
ON SCREENDAB MEMORY
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
REC
AUDI O
STEREO
1
EFFECT
STANDARD
5
SPEAKERS
9
MUSIC
2
SELECT
6
ENHANCER
0
ENTERTAIN
3
EXTD SUR.
7
NIGHT
10
MOVIE
4
DIRECT ST.
8
STRAIGHT
ENT.
1
3-12
2,13
AMP
SOURCE
TV
MENU
SET MENU
SRCH MODE

SET MENU
.;BASICSETUP
;MANUALSETUP
.;SIGNAL INFO
[ ]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
p
p
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
;BASIC SETUP
.ROOM: S >M L
SUBWOOFER;;;;YES
SPEAKERS;;;;6spk
SETUP:>OK CANCEL
[]/[]:Up/Down
[<]/[>]:Select
p
p
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
;BASIC SETUP
.ROOM: S >M L
SUBWOOFER;;;;YES
SPEAKERS;;;;6spk
SETUP:>OK CANCEL
[]/[]:Up/Down
[<]/[>]:Select
p
p
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
30 Nl
BASIS SETUP
6 Druk op d, selecteer “SUBWOOFER” en
druk vervolgens op j / i om de gewenste
instelling te selecteren.
Keuzes: YES, NONE
Selecteer “YES” als u een subwoofer in uw
systeem heeft.
Selecteer “NONE” als u geen subwoofer in uw
systeem heeft.
7 Druk op d, selecteer “SPEAKERS” en kies
vervolgens met j / i het aantal luidsprekers
dat is aangesloten op dit toestel.
8 Druk op d, selecteer “SETUP” en druk
vervolgens op j / i om de gewenste instelling
te selecteren.
Keuzes: OK, CANCEL
Selecteer “OK” om de gewijzigde instellingen
definitief te maken.
Selecteer “CANCEL” om de instelfunctie te
verlaten zonder wijzigingen aan te brengen.
y
U kunt ook op SET MENU drukken om de setup procedure
te annuleren.
9 Druk op ENTER om uw keuze te bevestigen.
Als u bij stap 8 “OK” selecteert, zult u twee keer om
beurten uit elk van de luidsprekers een testtoon horen.
“CHECK:Test Tone” zal een paar seconden op het in-
beeld display getoond worden, gevolgd door
“CHECK OK?”.
y
Controleer de luidsprekerverbindingen (zie bladzijde 13) en
wijzig indien nodig de “SPEAKERS” instellingen in stap 7.
Keuze Display Luidsprekers
2spk
L/R voor
3spk
L/R voor, midden
4spk
L/R voor, L/R surround
5spk
L/R voor, midden, L/R surround
6spk
L/R voor, midden, L/R surround,
surround achter
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
;BASIC SETUP
ROOM: S >M L
.SUBWOOFER;;;;YES
SPEAKERS;;;;6spk
SETUP:>OK CANCEL
[]/[]:Up/Down
[<]/[>]:Select
p
p
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
;BASIC SETUP
ROOM: S >M L
SUBWOOFER;;;;YES
.SPEAKERS;;;;6spk
SETUP:>OK CANCEL
[]/[]:Up/Down
[<]/[>]:Select
p
p
LL C R
SL SB SR
LL C R
SL SB SR
LL CR
SL SB SR
LL C R
SL SB SR
LL C R
SL SB
SB
SR
LL C R
SL SB SR
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
;BASIC SETUP
ROOM: S >M L
SUBWOOFER;;;;YES
SPEAKERS;;;;6spk
. SETUP:>OK CANCEL
[]/[]:Up/Down
[<]/[>]:Select
p
p
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
;BASIC SETUP
ROOM: S >M L
SUBWOOFER;;;;YES
SPEAKERS;;;;6spk
SETUP:>OK CANCEL
.CHECK:Test Tone
[<]/[>]:Select
;BASIC SETUP
ROOM: S >M L
SUBWOOFER;;;;YES
SPEAKERS;;;;6spk
SETUP:>OK CANCEL
.CHECK OK?;;;;YES
[<]/[>]:Select
31 Nl
BASIS SETUP
Nederlands
VOORBEREIDINGEN
10 Druk op j / i om de gewenste instelling te
selecteren.
Keuzes: YES, NO
Selecteer “YES” om de setup procedure af te
sluiten als de testtoon via elk van de luidsprekers
goed klonk.
Selecteer “NO” om door te gaan naar het
instelmenu voor het uitgangsniveau van de
verschillende luidsprekers in stap 12 om de
uitgangsniveaus van de luidsprekers op elkaar af te
stemmen.
11 Druk op ENTER om uw keuze te bevestigen.
Als u bij stap 10 “YES” heeft geselecteerd, is
daarmee de setup procedure afgesloten en zal het
display terugkeren naar het eerste “SET MENU”
scherm.
Als u bij stap 10 “NO” heeft gekozen, zal het
instelscherm voor het niveau van de luidsprekers
op het display op het voorpaneel verschijnen.
12 Druk op u / d om een luidspreker te
selecteren en gebruik vervolgens j / i om de
juiste balans in te stellen.
De geselecteerde luidspreker en de linker voor-
luidspreker (of de linker surround-luidspreker) geven
om de beurt de testtoon weer.
Druk op i om de ingestelde waarde te verhogen.
Druk op j om de ingestelde waarde te verlagen.
Selecteer “FR” om de balans tussen de linker en de
rechter voor-luidsprekers in te stellen.
Selecteer “C” om de balans tussen de linker voor-
luidspreker en de midden-luidspreker in te stellen.
Selecteer “SL” om de balans tussen de linker voor-
luidspreker en de linker surround-luidspreker in te
stellen.
Selecteer “SB” om de balans tussen de linker
surround-luidspreker en de surround achter-
luidspreker in te stellen.
Selecteer “SR” om de balans tussen de linker
surround-luidspreker en de rechter surround-
luidspreker in te stellen.
Selecteer “SWFR” om de balans tussen de linker
voor-luidspreker en de subwoofer in te stellen.
13 Druk op SET MENU om de “BASIC SETUP” te
verlaten.
;BASIC SETUP
ROOM: S >M L
SUBWOOFER;;;;YES
SPEAKERS;;;;6spk
SETUP:>OK CANCEL
.CHECK OK?;;;;YES
[<]/[>]:Select
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH

.FR;;;;;;;;;;
 C;;;;;;;;;;
SL;;;;;;;;;;
;BASIC SETUP
-__________+
MENU
SET MENU
SRCH MODE
WEERGAVE
32 Nl
U moet zeer voorzichtig zijn wanneer u DTS gecodeerde CD’s gaat afspelen. Als u een DTS
gecodeerde CD afspeelt op een CD-speler die niet geschikt is voor DTS-weergave, zult u alleen een
ongewenst geruis of lawaai horen dat zelfs uw luidsprekers kan beschadigen. Controleer of uw CD-
speler geschikt is voor DTS gecodeerde CD’s. Controleer ook het geluidsniveau van uw CD-speler
voor u een DTS gecodeerde CD gaat afspelen.
1 Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
2 Druk op SPEAKERS A of B op het voorpaneel
(of zet de component-keuzeschakelaar op
AMP en druk vervolgens herhaaldelijk op
SPEAKERS op de afstandsbediening) om de
gewenste set voor-luidsprekers in te
schakelen.
Met elke druk op SPEAKERS A of B zet u de
bijbehorende set voor-luidsprekers aan of uit.
3 Gebruik INPUT op het voorpaneel (of druk op
één van de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening) om de gewenste
signaalbron te selecteren.
De naam van de geselecteerde signaalbron wordt een
paar seconden lang op het display op het voorpaneel
en op het in-beeld display getoond.
Om multikanaals materiaal met surroundweergave weer te
geven dient u de broncomponent via een digitale
aansluiting met dit toestel te verbinden en dient u de
ingangsfunctie in te stellen op “AUTO” of “DTS”
(zie bladzijde 35).
Zie bladzijde 42 voor details over surroundweergave.
4 Start de weergave op de geselecteerde
broncomponent of stem af op een zender.
Raadpleeg de handleiding van de betreffende
component.
Zie bladzijde 46 voor details omtrent het
afstemmen.
WEERGAVE
LET OP
ZONE 2
ON/OFF
ZONE
CONTROL
NEXTEDIT
EFFECT
MEMORY
FM/AM
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
PROGRAM
l
PRESET/TUNING
h
TUNING MODE
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
SPEAKERSPHONES
MAIN ZONE
MASTER
SILENT CINEMA
BA
MULTI CH
INPUT
VOLUME
INPUT
ON OFF
LEVEL
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
ON/OFF
VIDEO L AUDIO R
USBVIDEO AUX
66,7 32 5
TV MUTE TV INPUT
MUTE
AMP
SOURCE
TV
VOLUME
TV VOL TV CH
TRANSMITCODE SET
STANDBY
POWER
POWERPOWER
CD
AVTV
MULTI CH IN
SLEEP
CD-R
DVD DTV
MD
DOCK USB
CBL
NET
TUNER
V-AU X D VR
TV MUTE TV INPUT
MUTE
MENUTITLE
SET MENU
LEVEL
DISPLAYRETURN
BAND
SRCH MODE
ON SCREENDAB MEMORY
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
REC
AUDIO
DISC SKIP
STEREO
1
EFFECT
STANDARD
5
SPEAKERS
9
MUSIC
2
SELECT
6
ENHANCER
0
ENTERTAIN
3
EXTD SUR.
7
NIGHT
10
MOVIE
4
DIRECT ST.
8
STRAIGHT
ENT.
7
5
2
3
2
SPEAKERS
BA
SPEAKERS
9
AMP
SOURCE
TV
Voorpaneel
Afstandsbediening
of
Opmerkingen
CD
MULTI CH IN
SLEEP
CD-R
DVD DTV
MD
DOCK USB
CBL
NET
TUNER
V-AUX DVR
INPUT
Voorpaneel Afstandsbediening
of
DVR
p
DVD CD
V-AUX DTV/CBL
MD/CD-R
TUNER
NET
USB
VOLUME
A
SP
dB
LR
DVD AUTO
Op dit moment geselecteerde
signaalbron
Op dit moment
geselecteerde
ingangsfunctie
Beschikbare signaalbronnen
33 Nl
WEERGAVE
Nederlands
BASISBEDIENING
5 Verdraai VOLUME op het voorpaneel (of druk
op VOLUME +/– op de afstandsbediening) om
het volume op het gewenste niveau in te
stellen.
6 Druk herhaaldelijk op TONE CONTROL op
het voorpaneel, kies tussen “TREBLE” (hoge
tonen) en “BASS” (lage tonen) en verdraai
vervolgens PROGRAM om de gekozen tonen
te versterken of te verzwakken.
Selecteer “TREBLE” om de weergave van de hoge
tonen te regelen.
Selecteer “BASS” om de weergave van de lage
tonen te regelen.
De instellingen voor de luidsprekers en die voor de
hoofdtelefoon worden apart opgeslagen.
Wanneer “TONE BYPASS” op “AUTO” staat
(zie bladzijde 73) en “BASS” en “TREBLE” op 0 dB
worden gezet, zal het audiosignaal automatisch de
toonregelingsschakelingen van dit toestel onveranderd
passeren.
Als u de hoge of lage tonen teveel versterkt of verzwakt, is
het mogelijk dat de toonkleur van de voor-luidsprekers
niet meer overeenkomt met die van de andere luidsprekers.
TONE CONTROL zal niet werken wanneer de “DIRECT
STEREO” functie (zie bladzijde 39) is ingeschakeld of
wanneer de component die is verbonden met de MULTI
CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron
(zie bladzijde 38).
7 Verdraai PROGRAM op het voorpaneel
(of druk op één van de
geluidsveldprogrammatoetsen op de
afstandsbediening) om het gewenste
geluidsveldprogramma te selecteren.
De naam van het geselecteerde
geluidsveldprogramma zal verschijnen op het display
op het voorpaneel en op het in-beeld display.
Zie bladzijde 58 voor details over
geluidsveldprogramma’s.
Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak,
niet alleen op basis van de naam van het programma.
Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het
toestel automatisch het laatst met die signaalbron
gebruikte geluidsveldprogramma instellen.
Er kunnen geen geluidsveldprogramma’s worden
geselecteerd wanneer de component die is verbonden met
de MULTI CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als
signaalbron (zie bladzijde 38).
Signalen met een hogere bemonsteringsfrequentie dan
48 kHz (met uitzondering van DTS 96/24 signalen) zullen
worden teruggebracht tot 48 kHz, waarna er
geluidsveldprogramma’s op kunnen worden toegepast.
Om informatie te laten weergeven op het in-beeld display
over de op dit moment geselecteerde signaalbron, zie
bladzijde 40 voor details.
Opmerkingen
VOLUME
VOLUME
of
Afstandsbediening
Voorpaneel
TONE CONTROL
PROGRAM
DVR
p
DVD CD
V-AUX DTV/CBL
MD/CD-R
TUNER
NET
USB
VOLUME
A
SP
dB
LR
TREBLE 0dB
Opmerkingen
PROGRAM
STEREO
1
EFFECT
STANDARD
5
SPEAKERS
9
MUSIC
2
SELECT
6
ENHANCER
0
ENTERTAIN
3
EXTD SUR.
7
NIGHT
10
MOVIE
4
DIRECT ST.
8
STRAIGHT
ENT.
Voorpaneel
of
Afstandsbediening
DVR
p
DVD CD
V-AUX DTV/CBL
MD/CD-R
TUNER
NET
USB
VOLUME
A
SP
dB
LR
TV Sports
Op dit moment
geselecteerde
geluidsveldprogramma
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
34 Nl
SILENT CINEMA stelt u in staat naar multikanaals
materiaal of filmsoundtracks, inclusief Dolby Digital en
DTS materiaal, te luisteren met een normale
hoofdtelefoon. SILENT CINEMA wordt automatisch
ingeschakeld wanneer u een hoofdtelefoon aansluit op de
PHONES aansluiting terwijl u luistert met de CINEMA
DSP of HiFi DSP geluidsveldprogramma’s (zie
bladzijde 58). Indien ingeschakeld zal de SILENT
CINEMA indicator oplichten op het display op het
voorpaneel.
SILENT CINEMA treedt niet in werking wanneer de
component die is verbonden met de MULTI CH INPUT
aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 38).
SILENT CINEMA werkt niet wanneer de “DIRECT STEREO”
(zie bladzijde 39), “2ch Stereo” (zie bladzijde 39) of
“STRAIGHT” functie (zie bladzijde 39) is geselecteerd.
Druk op MUTE op de afstandsbediening om de
geluidsweergave tijdelijk uit te schakelen. Druk
nog eens op MUTE om de geluidsweergave te
hervatten.
y
U kunt ook VOLUME op het voorpaneel of VOLUME +/– op
de afstandsbediening gebruiken om de geluidsweergave te
hervatten.
U kunt instellen hoe ver het volume verlaagd wordt via de
“MUTING TYPE” parameter in het “SOUND MENU” (zie
bladzijde 73)
De MUTE indicator knippert op het voorpaneel wanneer de
geluidsweergave tijdelijk is uitgeschakeld en verdwijnt wanneer
de geluidsweergave weer wordt hervat.
Als u een andere signaalbron of een ander geluidsveldprogramma
inschakelt met de afstandsbediening terwijl de geluidsweergave
tijdelijk uitgeschakeld is, zal het toestel de geluidsweergave
hervatten.
De middernacht luisterfuncties zijn ontworpen om bij lage volumes,
bijvoorbeeld wanneer u ’s nachts wilt luisteren, toch alles te kunnen
verstaan. Kies “NIGHT:CINEMA” of “NIGHT:MUSIC”
afhankelijk van wat voor materiaal u gaat afspelen.
1 Zet de component-keuzeschakelaar op AMP
en druk vervolgens herhaaldelijk op NIGHT
op de afstandsbediening om te kiezen tussen
“NIGHT:CINEMA” of “NIGHT:MUSIC”.
Keuzes: NIGHT:CINEMA, NIGHT:MUSIC, OFF
Selecteer “NIGHT:CINEMA” wanneer u naar een
film gaat kijken om het dynamisch bereik van de
soundtrack te verminderen en de gesproken tekst
beter verstaanbaar te maken bij lagere volumes.
Selecteer “NIGHT:MUSIC” wanneer u naar
muziek wilt luisteren om alle geluiden beter
verstaanbaar te maken.
Selecteer “OFF” als u deze functie niet wilt gebruiken.
y
Wanneer er een nacht-luisterfunctie is geselecteerd, zal de
NIGHT indicator oplichten op het display op het voorpaneel.
2
Druk op
j
/
i
op de afstandsbediening om het
effectniveau te regelen terwijl
“NIGHT:CINEMA” of “NIGHT:MUSIC” wordt
aangegeven op het display op het voorpaneel.
Keuzes: MIN, MID, MAX
Selecteer “MIN” voor minimale compressie.
Selecteer “MID” voor standaard compressie.
Selecteer “MAX” voor maximale compressie.
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
Gebruiken van het SILENT CINEMA
Opmerkingen
Tijdelijk uitschakelen van de
geluidsweergave
Opmerking
MUTE
Selecteren van de nacht-
luisterfunctie
NIGHT
10
AMP
SOURCE
TV
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
Afstandsbediening
Effect.Lvl:MID
35 Nl
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
Nederlands
BASISBEDIENING
y
De “NIGHT:CINEMA” en “NIGHT:MUSIC” instellingen
worden apart opgeslagen.
In de volgende gevallen kunt u de nacht-luisterfuncties
niet gebruiken:
wanneer de “DIRECT STEREO” functie (zie
bladzijde 39) is ingeschakeld.
wanneer de component die is verbonden met de MULTI
CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron
(zie bladzijde 38).
– wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting zit.
Hoe groot het effect is van de nachtluisterfuncties hangt
mede af van het weergegeven materiaal en van uw
instellingen voor surroundweergave.
Dit toestel is uitgerust met allerlei ingangsaansluitingen. U kunt
als volgt bepalen wat voor ingangssignalen u wilt gebruiken.
y
In de meeste gevallen raden we u aan gewoon “INPUT MODE”
op “AUTO” te zetten.
U kunt de standaard ingangsfunctie van dit toestel zelf bepalen via de
“INPUT MODE” parameter in het “INPUT MENU” (zie bladzijde 75).
Om DTS gecodeerde CD’s weer te kunnen geven bij gebruik
van een digitale audioverbinding, moet u “INPUT MODE”
instellen op “DTS”.
Ook wanneer u een digitale verbinding tot stand heeft gebracht
tussen dit toestel en de speler in kwestie is het mogelijk dat
DTS materiaal niet correct gedecodeerd kan worden.
1 Verdraai INPUT op het voorpaneel en
selecteer de gewenste signaalbron.
2
Druk herhaaldelijk op INPUT MODE op het voorpaneel
om de gewenste ingangsfunctie te selecteren.
AUTO Ingangssignalen worden automatisch
geselecteerd in deze volgorde:
(1) Digitale signalen
(2) Analoge signalen
DTS Alleen DTS gecodeerde digitale
signalen zullen worden geselecteerd.
Als er geen DTS signalen
binnenkomen, zal er geen geluid
worden weergegeven.
ANALOG Er zullen alleen analoge signalen
worden geselecteerd. Als er geen
analoge signalen binnenkomen, zal er
geen geluid worden weergegeven.
Wanneer “INPUT MODE” is ingesteld op “AUTO”, zal dit
toestel automatisch overschakelen naar de juiste decoder
indien er een Dolby Digital of DTS signaal wordt
gedetecteerd.
Met deze functie kunt het toestel zichzelf uit (standby)
laten schakelen na een door u bepaalde tijd. Deze
slaaptimer is bijvoorbeeld handig wanneer u gaat slapen
terwijl uw installatie nog aan het spelen of opnemen is. De
slaaptimer schakelt ook automatisch de op de AC
OUTLET(S) netstroomaansluitingen aangesloten externe
apparatuur uit (zie bladzijde 26).
1 Druk op één van de ingangskeuzetoetsen op
de afstandsbediening om de gewenste
signaalbron te selecteren.
2 Start de weergave op de geselecteerde
broncomponent of stem af op een zender.
Raadpleeg de handleiding van de betreffende
component.
Zie bladzijde 46 voor details omtrent het
afstemmen.
Opmerkingen
Selecteren van de ingangsfunctie
Opmerkingen
INPUT
INPUT MODE
DVR
p
DVD CD
V-AUX DTV/CBL
MD/CD-R
TUNER
NET
USB
VOLUME
A
SP
dB
LR
DVD AUTO
Op dit moment
geselecteerde signaalbron
Op dit moment geselecteerde
ingangsfunctie
Beschikbare signaalbronnen
Opmerking
Gebruiken van de slaaptimer
CD
MULTI CH IN
SLEEP
CD-R
DVD DTV
MD
DOCK USB
CBL
NET
TUNER
V-AUX DVR
36 Nl
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
3 Druk herhaaldelijk op SLEEP op de
afstandsbediening om de gewenste tijd in te
stellen.
Met elke druk op SLEEP zal het display op het
voorpaneel als volgt veranderen.
De SLEEP indicator knippert terwijl u de tijd voor de
slaaptimer aan het instellen bent. De SLEEP indicator
zal oplichten op het display op het voorpaneel en het
display keert terug naar het geselecteerde
geluidsveldprogramma.
4 Druk op net zo vaak op SLEEP op de
afstandsbediening tot “SLEEP OFF” op het
display op het voorpaneel verschijnt.
De SLEEP indicator gaat uit en de melding “SLEEP
OFF” zal na een paar seconden verdwijnen van het
display op het voorpaneel.
y
U kunt de slaaptimer ook annuleren door met MAIN ZONE
ON/OFF op het voorpaneel (of STANDBY op de
afstandsbediening) de eerste ruimte van het toestel uit
(standby) te zetten.
U kunt het uitgangsniveau van de luidsprekers instellen
terwijl u naar muziek aan het luisteren bent. Dit is ook
mogelijk wanneer u een signaal dat via de MULTI CH
INPUT aansluitingen binnenkomt afspeelt.
Deze handeling overschrijft de niveau-instellingen die zijn
gemaakt via de “BASIC SETUP” (zie bladzijde 29) en
“SPEAKER LEVEL” (zie bladzijde 71) methodes.
1 Zet de component-keuzeschakelaar op AMP
en druk vervolgens net zo vaak op LEVEL op
de afstandsbediening tot u de luidspreker die
u wilt instellen heeft geselecteerd.
Druk op “FRONT L” om het uitgangsniveau
(volume) van de linker voor-luidspreker te regelen.
Druk op “CENTER” om het uitgangsniveau
(volume) van de midden-luidspreker te regelen.
Druk op “FRONT R” om het uitgangsniveau
(volume) van de rechter voor-luidspreker te
regelen.
Druk op “SUR. R” om het uitgangsniveau
(volume) van de rechter surround-luidspreker te
regelen.
Druk op “SUR. B” om het uitgangsniveau
(volume) van de surround achter-luidspreker te
regelen.
Druk op “SUR. L” om het uitgangsniveau (volume)
van de linker surround-luidspreker te regelen.
Druk op “SWFR” om het uitgangsniveau (volume)
van de subwoofer te regelen.
y
Wanneer u op LEVEL op de afstandsbediening heeft
gedrukt, kunt u de gewenste luidspreker ook selecteren met
u / d.
SLEEP
SLEEP 90min
SLEEP 60minSLEEP 30minSLEEP OFF
SLEEP 120min
DVR DVD
p
CD
V-AUX DTV/CBL
MD/CD-R
TUNER
NET
USB
VOLUME
SLEEP
A
SP
dB
LR
SLEEP 120min
Knippert
DVR DVD
p
CD
V-AUX DTV/CBL
MD/CD-R
TUNER
NET
USB
VOLUME
SLEEP
A
SP
dB
LR
STRAIGHT
Licht op
SLEEP
DVR DVD
p
CD
V-AUX DTV/CBL
MD/CD-R
TUNER
NET
USB
VOLUME
A
SP
dB
LR
SLEEP OFF
Instellen luidsprekerniveaus
Opmerking
TV MUTE TV INPUT
MUTE
AMP
SOURCE
TV
MENUTITLE
SET MENU
LEVEL
DISPLAYRETURN
BAND
SRCH MODE
ON SCREENDAB MEMORY
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
REC
AUDIO
DISC SKIP
STEREO
1
EFFECT
VOLUME
TV VOL TV CH
STANDARD
5
SPEAKERS
9
MUSIC
2
SELECT
6
ENHANCER
0
ENTERTAIN
3
EXTD SUR.
7
NIGHT
10
MOVIE
4
DIRECT ST.
8
STRAIGHT
ENT.
2
3
1
1
AMP
SOURCE
TV
TITLE
LEVEL
BAND
37 Nl
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
Nederlands
BASISBEDIENING
2 Druk op j / i op de afstandsbediening om het
uitgangsniveau (volume) van de luidspreker
te regelen.
Druk op i om de ingestelde waarde te verhogen.
Druk op j om de ingestelde waarde te verlagen.
Instelbereik: –10 dB t/m +10 dB
y
Deze handeling kan ook worden uitgevoerd met de
bedieningsorganen op het voorpaneel. Druk herhaaldelijk op
NEXT op het voorpaneel om het luidsprekerkanaal te selecteren
waarvan u het uitgangsniveau wilt instellen en gebruik vervolgens
LEVEL op het voorpaneel om het uitgangsniveau te regelen.
Compressie-artefacten (zoals bij MP3) ontstaan
onvermijdelijk door compressiemethoden waarbij
gegevens verloren gaan omdat bijvoorbeeld de
geluidssignalen opnieuw worden bemonsterd met een
lagere bitsnelheid en geluiden die voor mensen
onhoorbaar zijn worden verwijderd. De Compressed
Music Enhancer functie van dit toestel verbetert de
geluidsweergave door de vanwege deze zogenaamde
compressie-artefacten ontbrekende harmonische signalen
te regenereren. Op deze manier wordt gecompenseerd
voor de soms vlakke weergave als gevolg van het verlies
in het gecomprimeerde bestand van zowel de hoogste als
de laagste tonen, hetgeen de algehele geluidskwaliteit van
uw systeem ten goede komt.
De Compressed Music Enhancer functie is geschikt voor PCM
signalen (48 kHz), analoge 2-kanaals materiaal en
muziekgegevens die binnenkomen via de USB poort of de LAN
poort.
De Compressed Music Enhancer functie werkt niet samen met
de geluidsveldprogramma’s.
Wanneer de Compressed Music Enhancer functie is
ingeschakeld terwijl er een ongeschikt signaal wordt
weergegeven, zal de melding “Not Available” op het display op
het voorpaneel en op het in-beeld display verschijnen.
Wanneer de signaalbron wordt omgeschakeld naar één met een
ongeschikt signaal terwijl de Compressed Music Enhancer
functie is ingeschakeld, zal de Compressed Music Enhancer
functie automatisch worden uitgeschakeld en zal het betreffende
signaal worden weergegeven als 2-kanaals of 6-kanaals stereo.
y
De ENHANCER indicator op het display op het voorpaneel licht
op wanneer één van de Compressed Music Enhancer functies is
ingeschakeld.
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
Selecteren van de Compressed
Music Enhancer functie
Opmerkingen
38 Nl
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
1
Zet de component-keuzeschakelaar op AMP en
druk vervolgens herhaaldelijk op ENHANCER
op de afstandsbediening om de gewenste
Compressed Music Enhancer functie te kiezen.
Het volgende scherm zal verschijnen op het in-beeld
display en de ENHANCER indicator zal oplichten op
het display op het voorpaneel.
Keuzes: 2ch Enhancer, 6ch Enhancer, Off (eerder
geselecteerd geluidsveldprogramma)
Selecteer “2ch Enhancer” voor weergave met compensatie
voor compressie-artefacten in 2-kanaals stereo.
Selecteer “6ch Enhancer” voor weergave met compensatie
voor compressie-artefacten in 6-kanaals stereo.
Selecteer Off (eerder geselecteerd
geluidsveldprogramma) om de Compressed Music
Enhancer functie uit te zetten.
y
U kunt ook schakelen tussen “2ch Enhancer” en “6ch
Enhancer” door op j / i op de afstandsbediening te drukken
wanneer de pijl links van “2ch Enhancer” of “6ch Enhancer”
in het in-beeld display staat.
2 Druk één keer op d en vervolgens op j / i op
de afstandsbediening om het gewenste
effectniveau te selecteren.
Keuzes: HIGH, LOW
Selecteer “HIGH” voor een hoog effectniveau.
Selecteer “LOW” voor een laag effectniveau.
Zet het effectniveau op “HIGH” of “LOW” aan de hand van
de eigenschappen van het bronsignaal. Het is mogelijk dat
de hoge tonen van bepaalde signalen teveel benadrukt
worden. Zet het effectniveau in een dergelijk geval op
“LOW”.
Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT
aansluitingen verbonden signaalbron (zie bladzijde 24).
Druk op MULTI CH INPUT op het voorpaneel (of
op MULTI CH IN op de afstandsbediening) zodat
“MULTI CH INPUT” verschijnt op het display op
het voorpaneel.
Wanneer “MULTI CH INPUT” wordt getoond op het display, kan
er geen andere signaalbron worden weergegeven. Als u met
INPUT (of één van de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening) een andere signaalbron wilt selecteren, druk
dan eerst op MULTI CH INPUT (of MULTI CH IN op de
afstandsbediening) zodat de melding “MULTI CH INPUT”
verdwijnt van het display op het voorpaneel.
Opmerking
ENHANCER
0
MUSIC ENHANCER
. 2ch Enhancer
LOW >HIGH
ENHANCER
AMP
SOURCE
TV
Licht op
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
MUSIC ENHANCER
2ch Enhancer
. LOW >HIGH
Selecteren van de MULTI CH
INPUT component
Opmerking
MULTI CH
INPUT
MULTI CH IN
Voorpaneel
Afstandsbediening
of
MULTI CH INPUT
39 Nl
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
Nederlands
BASISBEDIENING
U kunt multikanaals materiaal laten terugbrengen tot 2
kanalen voor weergave als 2-kanaals stereo.
Zet de component-keuzeschakelaar op AMP en
druk herhaaldelijk op STEREO op de
afstandsbediening om “2ch Stereo” te selecteren.
y
U kunt een subwoofer gebruiken met dit programma wanneer “LFE/
BASS OUT” is ingesteld op “SWFR” of “BOTH” (zie bladzijde 70).
U kunt de “2ch Stereo” functie ook selecteren door PROGRAM
op het voorpaneel te verdraaien.
Wanneer het toestel in de “STRAIGHT” stand staat,
worden 2-kanaals stereobronnen alleen weergegeven via
de linker en rechter voor-luidsprekers. Multikanaals
materiaal zal rechtstreeks via de diverse kanalen worden
weergegeven zonder verdere toevoeging van effecten.
1
Zet de component-keuzeschakelaar op AMP en
druk vervolgens op STRAIGHT op de
afstandsbediening om “STRAIGHT” te selecteren.
2
Om de “STRAIGHT” functie uit te schakelen dient
u nog eens op STRAIGHT op de
afstandsbediening te drukken zodat “STRAIGHT”
verdwijnt van het display op het voorpaneel.
Eventuele geluidseffecten worden nu weer ingeschakeld.
y
U kunt de “STRAIGHT” functie ook selecteren door op
STRAIGHT (EFFECT) op het voorpaneel te drukken.
De “DIRECT STEREO” functie laat bronsignalen alle
decoders en DSP processors van dit toestel onveranderd
passeren zodat u kunt profiteren van pure hi-fi weergave
van 2-kanaals PCM en analoge bronsignalen.
Zet de component-keuzeschakelaar op AMP en
druk vervolgens op DIRECT ST. op de
afstandsbediening om “DIRECT STEREO” te
selecteren.
Om onverwacht lawaai te voorkomen mag u geen DTS
gecodeerde CD’s afspelen in de “DIRECT STEREO” stand.
Wanneer er multikanaals signalen (Dolby Digital of DTS)
binnenkomen in deze stand, zal het toestel automatisch
overschakelen naar de corresponderende analoge signaalbron.
Wanneer “DTS” is geselecteerd als ingangsfunctie
(zie bladzijde 35) zal er geen geluid worden weergegeven.
Er zal geen geluid worden weergegeven via de subwoofer.
De “TONE CONTROL” (zie bladzijde 33) en “SOUND
MENU” (zie bladzijde 69) instellingen (behalve voor de
instelling van de luidsprekerniveaus) staan buiten werking.
Het display op het voorpaneel wordt automatisch donkerder.
y
U kunt de “DIRECT STEREO” functie ook selecteren door
PROGRAM op het voorpaneel te verdraaien.
Luisteren naar multikanaals
materiaal met 2-kanaals
stereoweergave
Luisteren naar onbewerkte
weergave
STEREO
1
AMP
SOURCE
TV
2ch Stereo
EFFECT
STRAIGHT
ENT.
AMP
SOURCE
TV
STRAIGHT
Luisteren naar pure hi-fi
stereoweergave
Opmerkingen
AMP
SOURCE
TV
DIRECT ST.
8
DIRECT STEREO
GEBRUIKEN VAN VIDEOFUNCTIES
40 Nl
U kunt de formattering, de bemonsteringsfrequentie, het
aantal kanalen en eventuele signaleringsgegevens (vlag)
van het huidige ingangssignaal laten zien.
1 Zet de component-keuzeschakelaar op AMP
en druk vervolgens op SET MENU op de
afstandsbediening.
Het eerste “SET MENU” scherm zal op het in-beeld
display verschijnen.
2 Druk herhaaldelijk op d om “SIGNAL INFO
te selecteren en druk dan op ENTER.
De volgende informatie over de signaalbron zal op
het in-beeld display verschijnen.
Signaalformattering FORMAT
De formattering van het signaal wordt getoond.
Wanneer het toestel geen digitaal signaal kan
detecteren, wordt er automatisch overgeschakeld naar
analoog.
Display status: Analog, Digital, DolbyD, DTS, MP3,
PCM, WMA, ---
“---” verschijnt wanneer dit toestel geen enkel signaal kan
detecteren.
Bemonsteringsfrequentie SAMPLING
Het aantal metingen per seconden van een continu
signaal om een digitaal signaal te kunnen maken.
Display status: 8kHz, 11kHz, 12kHz, 16kHz,
22.05kHz, 24kHz, 32kHz, 44.1kHz,
48kHz, 64kHz, 88.2kHz, 96kHz, ---
“---” verschijnt wanneer dit toestel de
bemonsteringsfrequentie niet kan detecteren.
Kanaal CHANNEL
Aantal bronkanalen in het ingangssignaal (voor/
surround/LFE). Bijvoorbeeld een multikanaals
soundtrack met 3 voorkanalen, 2 surroundkanalen en
een LFE kanaal, zal worden getoond als “3/2/0.1”.
“---” verschijnt wanneer er geen bronkanalen beschikbaar
zijn.
Bitsnelheid BITRATE
Het aantal bits aan gegevens dat per seconde een
bepaald meetpunt passeert.
“---” verschijnt wanneer dit toestel de bitsnelheid niet kan
detecteren.
Vlag FLAG
Signalering (vlag) die in DTS, Dolby Digital of PCM
signalen is meegecodeerd en die dit toestel in staat
stelt automatisch van decoder te wisselen.
3 Druk nog eens op SET MENU op de
afstandsbediening om het “SET MENU” te
verlaten.
GEBRUIKEN VAN VIDEOFUNCTIES
Tonen van informatie over de
signaalbron

SET MENU
.;BASICSETUP
;MANUALSETUP
.;SIGNAL INFO
[ ]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
p
p
AMP
SOURCE
TV
MENU
SET MENU
SRCH MODE
;SIGNAL INFO
FORMAT PCM
SAMPLING 48kHz
CHANNEL 2/0/---
BITRATE ---
FLAG NONE
 [RETURN]:Exit

A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Opmerking
MENU
SET MENU
SRCH MODE
41 Nl
GEBRUIKEN VAN VIDEOFUNCTIES
Nederlands
BASISBEDIENING
U kunt de bedieningsinformatie voor dit toestel laten
weergeven op een beeldscherm. Als u de “SET MENU”
en geluidsveldprogramma parameter instellingen op een
beeldscherm laat weergeven, kunt u gemakkelijker de
beschikbare mogelijkheden en instellingen overzien dan
op het display op het voorpaneel.
1 Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
2
Zet de component-keuzeschakelaar op AMP
en druk vervolgens herhaaldelijk op DISPLAY
op de afstandsbediening om heen en weer te
schakelen tussen de verschillende
weergavefuncties van het in-beeld display.
De weergavefunctie van het in-beeld display zal als
volgt veranderen.
Volledige weergave
Toont de volledige geluidsveldprogramma parameter
instellingen en de inhoud van het display op het
voorpaneel.
Verkorte weergave
Laat eventjes beneden aan het scherm de inhoud van
het display op het voorpaneel zien telkens wanneer
het toestel bediend wordt.
Display uit
Er wordt geen informatie weergegeven, met
uitzondering van het “SET MENU” scherm.
y
U kunt een grijze achtergrond laten weergeven achter het in-beeld
display wanneer er geen videosignaal binnenkomt door “GRAY
BACK” in het “OPTION MENU” op “AUTO” te zetten (zie
bladzijde 79).
Het signaal voor het in-beeld display wordt niet gereproduceerd
via de DVR OUT aansluitingen en wordt dus ook niet
opgenomen.
U moet “VIDEO CONV.” in het “OPTION MENU” instellen
op “ON” (zie bladzijde 78) om het in-beeld display te laten
weergeven.
Om het in-beeld display te laten weergeven bij component
videosignalen die worden gereproduceerd via de
COMPONENT VIDEO MONITOR OUT aansluitingen, dient u
het in-beeld display in te stellen op volledige weergave.
Wanneer “GRAY BACK” in het “OPTION MENU” is ingesteld
op “OFF” (zie bladzijde 79), is het, afhankelijk van de
eigenschappen van de beelden, mogelijk dat het in-beeld
display niet correct zal worden weergegeven.
U kunt videobeelden van een videobron combineren met
geluid van een audiobron. Zo kunt u bijvoorbeeld naar
klassieke muziek luisteren terwijl u op uw beeldscherm
kijkt naar mooie landschapsopnamen.
Gebruik de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening om de gewenste videobron te
selecteren en kies vervolgens de audiobron.
y
Als u wilt luisteren naar een signaalbron die is aangesloten op de
MULTI CH INPUT aansluitingen terwijl u naar andere
videobeelden kijkt, moet u eerst de videobron selecteren en
vervolgens op MULTI CH INPUT op het voorpaneel (of MULTI
CH IN op de afstandsbediening) drukken om de component die is
verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen te selecteren
als signaalbron (zie bladzijde 38).
Selecteren van de OSD (in-beeld
display) weergavefunctie
DISPLAY
ON SCREEN
AMP
SOURCE
TV
Volledige weergave
Verkorte weergave
Display uit
P02 MUSIC
. Pop/Rock
DSP LEVEL;;;;0dB
P.INIT.DLY;;21ms
P.ROOM SIZE;;1.0
S.INIT.DLY;;25ms
S.ROOM SIZE;;1.0
P02 MUSIC
Pop/Rock
Volledige Verkorte weergave
Opmerkingen
Afspelen van video op de
achtergrond
MULTI CH IN
SLEEP
CD CD-R
DVD DTV
MD
DOCK USB
CBL
TUNER
V-AUX
DVR
CD CD-R
DVD DTV
MD
CBL
NET
TUNER
V-AUX DVR
Audiobronnen
Videobronnen
LUISTEREN NAAR SURROUNDWEERGAVE
42 Nl
Als u een surround achter-luidspreker heeft aangesloten,
kunt u via deze functie profiteren van 6.1-kanaals
weergave van multikanaals signaalbronnen met behulp
van de Dolby Pro Logic IIx, Dolby Digital EX of DTS-ES
decoder.
1 Zet de component-keuzeschakelaar op AMP
en druk herhaaldelijk op EXTD SUR. op de
afstandsbediening om heen en weer te
schakelen tussen 5.1- of 6.1-kanaals
weergave.
2 Om een decoder te selecteren, dient u
herhaaldelijk op j / i te drukken wanneer
“PLIIxMusic” (enz.) wordt getoond.
Automatisch AUTO
Wanneer er een speciale code (vlag) die door dit toestel
kan worden herkend in het ingangssignaal aanwezig is, zal
het toestel zelf de optimale decoder voor weergave via 6.1
kanalen selecteren.
Als het toestel de ‘vlag’ niet kan herkennen of als het
signaal geen ‘vlag’ bevat, kan er niet automatisch via 6.1
kanalen worden weergegeven.
Decoders
Afhankelijk van de formattering van het weergegeven
materiaal kunt u kiezen uit de volgende decoders.
Uit OFF
Er worden geen decoders gebruikt om 6.1 kanalen te
creëren.
Sommige discs met 6.1-kanaals materiaal hebben geen aparte
signalering (vlag) die dit toestel automatisch kan detecteren.
Wanneer u een dergelijke disc met 6.1-kanaals materiaal
afspeelt, dient u met de hand een decoder (“PLIIxMusic”,
“EX/ES” of “EX”) te kiezen.
In de volgende gevallen is 6.1-kanaals weergave niet mogelijk,
ook al wordt EXTD SUR. ingedrukt:
wanneer “CENTER SP” (zie bladzijde 70), “SUR. L/R SP”
(zie bladzijde 70) of “SUR. B SP” (zie bladzijde 70) op
“NONE” staat.
wanneer de met de MULTI CH INPUT aansluitingen
verbonden signaalbron wordt weergegeven.
wanneer het weergegeven materiaal geen linker en rechter
surroundsignalen bevat.
wanneer er een Dolby Digital KARAOKE signaalbron wordt
weergegeven.
wanneer de “2ch Stereo” (zie bladzijde 39) of “DIRECT
STEREO” (zie bladzijde 39) functie is ingeschakeld.
Wanneer dit toestel uit wordt gezet, zal deze instelling
terugkeren naar “AUTO”.
De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt wanneer
“SUR. B SP” op “NONE” is ingesteld (zie bladzijde 70).
LUISTEREN NAAR SURROUNDWEERGAVE
Luisteren naar multikanaals
materiaal met 6.1-kanaals
surroundweergave
EXTD SUR.
7
AMP
SOURCE
TV
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
Decoder Functies
PLIIxMusic
Voor weergave van Dolby Digital of
DTS signalen via 6.1 kanalen met de Pro
Logic IIx muziekdecoder.
EX/ES
Voor weergave van Dolby Digital of
DTS signalen via 6.1 kanalen met de
Dolby Digital EX of DTS-ES decoder.
EX
Voor weergave van Dolby Digital of
DTS signalen via 6.1 kanalen met de
Dolby Digital EX decoder.
Opmerkingen
43 Nl
LUISTEREN NAAR SURROUNDWEERGAVE
Nederlands
BASISBEDIENING
Ingangssignalen afkomstig van 2 kanaals bronnen kunnen
ook via meerdere kanalen worden weergegeven.
1 Zet de component-keuzeschakelaar op AMP
en druk vervolgens herhaaldelijk op
STANDARD op de afstandsbediening om
heen en weer te schakelen tussen de “SUR.
STANDARD” en “SUR. ENHANCED”
programma’s, of druk op MOVIE en selecteer
het “MOVIE THEATER” programma.
2 Druk herhaaldelijk op SELECT op de
afstandsbediening om de gewenste decoder
te selecteren.
U kunt kiezen uit de volgende functies, afhankelijk
van het materiaal dat wordt afgespeeld en uw
persoonlijke voorkeuren.
y
U kunt ook een decoder kiezen met j / i op de
afstandsbediening terwijl het decodertype op het display op
het voorpaneel wordt getoond.
De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt wanneer
“SUR. B SP” op “NONE” is ingesteld (zie bladzijde 70).
Genieten van surroundweergave
van 2-kanaals materiaal
AMP
SOURCE
TV
STANDARD
5
MOVIE
4
of
SELECT
6
SUR. STANDARD Functies
PRO LOGIC
Dolby Pro Logic verwerking voor
elk bronmateriaal
PLII Movie
Dolby Pro Logic II verwerking voor
filmmateriaal
PLII Music
Dolby Pro Logic II verwerking voor
muziekmateriaal
PLII Game
Dolby Pro Logic II verwerking voor
spelmateriaal
PLIIx Movie
Dolby Pro Logic IIx verwerking
voor filmmateriaal
PLIIx Music
Dolby Pro Logic IIx verwerking
voor muziekmateriaal
PLIIx Game
Dolby Pro Logic IIx verwerking
voor spelmateriaal
Neo:6 Cinema
DTS verwerking voor filmmateriaal
Neo:6 Music
DTS verwerking voor
muziekmateriaal
SUR. ENHANCED
of
MOVIE THEATER
Functies
PRO LOGIC
Dolby Pro Logic verwerking voor
elk bronmateriaal
PLII Movie
Dolby Pro Logic II verwerking voor
filmmateriaal
PLIIx Movie
Dolby Pro Logic IIx verwerking
voor filmmateriaal
Neo:6 Cinema
DTS verwerking voor filmmateriaal
Opmerking
44 Nl
LUISTEREN NAAR SURROUNDWEERGAVE
Virtual CINEMA DSP stelt u in staat te profiteren van de
CINEMA DSP programma’s zonder surround-
luidsprekers. Dit programma maakt virtuele luidsprekers
om het oorspronkelijke geluidsveld te reproduceren.
Als u “SUR. L/R SP”
op “NONE” (zie bladzijde 70)
instelt, zal Virtual CINEMA DSP automatisch worden
ingeschakeld wanneer u een CINEMA DSP
geluidsveldprogramma selecteert (zie bladzijde 58).
In de volgende gevallen zal Virtual CINEMA DSP niet in
werking treden, ook al staat “SUR. L/R SP” op “NONE”
(zie bladzijde 70):
wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH
INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron
(zie bladzijde 38).
wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting zit.
wanneer de “DIRECT STEREO” (zie bladzijde 39), “2ch
Stereo” (zie bladzijde 39) of “STRAIGHT” functie
(zie bladzijde 39) is geselecteerd.
Gebruiken van het Virtual CINEMA
DSP
Opmerking
OPNEMEN
45 Nl
Nederlands
BASISBEDIENING
Opname-instellingen en andere handelingen dienen te worden verricht op de opname-apparatuur. Raadpleeg eventueel de
handleidingen van de betreffende componenten.
Het DTS signaal bestaat uit een digitale bitstroom. Als u probeert digitale opnamen te maken van de
DTS bitstroom, zal er slechts ruis worden opgenomen. Als u dit toestel wilt gebruiken om DTS
materiaal op te nemen, moet u een aantal dingen in gedachten houden en dient u de volgende
instellingen te verrichten. Om DTS gecodeerde DVD’s en CD’s (bij gebruik van een digitale
audioverbinding) af te kunnen spelen op een speler die geschikt is voor DTS, dient u de handleiding
van de speler te volgen en deze zo in te stellen dat de speler een analoog signaal produceert.
Wanneer dit toestel uit (standby) staat, kunt u niet opnemen tussen op dit toestel aangesloten componenten.
De TONE CONTROL instellingen (zie bladzijde 33), het ingestelde VOLUME, de luidsprekerniveaus (zie bladzijde 71) en de
geluidsveldprogramma’s (zie bladzijde 58) hebben geen invloed op het opgenomen materiaal.
Er kunnen geen opnamen gemaakt worden van een signaalbron die is aangesloten op de MULTI CH INPUT aansluitingen van dit toestel.
S-video en composiet videosignalen worden gescheiden verwerkt door dit toestel. Daarom kunt u bij het opnemen of kopiëren van
videosignalen van een videobron die alleen is aangesloten op een S-video aansluiting (of alleen op een composiet video-aansluiting)
alleen een S-videosignaal (of alleen een composiet videosignaal) opnemen met uw videorecorder.
Digitale signalen die binnenkomen via de DIGITAL INPUT aansluitingen worden niet ten behoeve van uw opnamen gereproduceerd
via de analoge AUDIO OUT (REC) aansluitingen. Op dezelfde manier worden analoge signalen die binnenkomen via de AUDIO IN
aansluitingen niet gereproduceerd via de DIGITAL OUTPUT aansluiting. Als uw signaalbron alleen digitaal (of alleen analoog) is
aangesloten, kunt u dus ook alleen maar digitale (of alleen analoge) signalen daarvan opnemen.
Een bepaalde signaalbron wordt niet gereproduceerd via hetzelfde OUT (REC) kanaal.
Controleer de regelingen met betrekking tot het auteursrecht in het gebied waar u zich bevindt voor u opnamen gaat maken van CD’s,
radio enz. Opnemen van auteursrechtelijk beschermd materiaal kan inbreuk maken op de op het materiaal rustende rechten.
Audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting kunnen via de analoge AUDIO OUT (REC) uitgangsaansluitingen worden
weergegeven en opgenomen.
y
Maak een test-opname voor u aan de echte opname begint.
1 Zet alle aangesloten componenten aan.
2 Gebruik INPUT op het voorpaneel (of druk op
één van de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening) om de signaalbron
waarvan u wilt opnemen te selecteren.
3 Start de weergave op de geselecteerde
broncomponent of stem af op een zender.
4
Start de opname op de opnemende component.
OPNEMEN
Opmerkingen
Als u videomateriaal weergeeft met gescramblede (verhaspelde) of gecodeerde signalen die moeten voorkomen dat
het materiaal gekopieerd wordt, is het mogelijk dat deze signalen de weergave zelf storen.
LET OP
ZONE 2
ON/OFF
ZONE
CONTROL
NEXTEDIT
EFFECT
MEMORY
FM/AM
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
PROGRAM
l PRESET/TUNING h
TUNING MODE
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
SPEAKERSPHONES
MAIN ZONE
MASTER
SILENT CINEMA
BA
MULTI CH
INPUT
VOLUME
INPUT
ON OFF
LEVEL
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
ON/OFF
VIDEO L AUDIO R
USBVIDEO AUX
2
2
INPUT
CD
MULTI CH IN
SLEEP
CD-R
DVD DTV
MD
DOCK USB
CBL
NET
TUNER
V-AUX DVR
of
Voorpaneel Afstandsbediening
FM/AM AFSTEMMEN
46 Nl
Er zijn twee manieren om af te stemmen op een zender: automatisch en handmatig. Automatisch afstemmen gaat goed
wanneer u sterke signalen ontvangt en er weinig storing is. Als het signaal van de zender waar u op wilt afstemmen te
zwak is, moet u er met de hand op afstemmen. U kunt ook maximaal 40 zenders (A1 t/m E8: 8 voorkeuzezenders in 5
groepen) automatisch of met de hand voorprogrammeren. U kunt voorgeprogrammeerde zenders gemakkelijk weer
oproepen en indien gewenst twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen.
Stel de aangesloten FM en AM antennes zo op dat u de beste ontvangst verkrijgt.
Automatisch afstemmen gaat goed wanneer u sterke
signalen ontvangt en er weinig storing is.
1 Verdraai INPUT en selecteer “TUNER” (radio)
als signaalbron.
2 Druk op FM/AM om de radioband te kiezen.
“FM” of “AM” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
3 Druk op TUNING MODE (AUTO/MAN’L) zodat
de AUTO indicator op het display oplicht.
Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display,
kunt u niet afstemmen. Druk op PRESET/TUNING
om de dubbele punt (:) uit te schakelen.
4 Druk één keer op PRESET/TUNING l / h om
het automatisch afstemmen te laten
beginnen.
Wanneer het toestel is afgestemd op een zender, zal
de TUNED indicator oplichten en zal de frequentie
waarop is afgestemd worden getoond op het display.
Druk op h om af te stemmen op een hogere
frequentie.
Druk op l om af te stemmen op een lagere
frequentie.
FM/AM AFSTEMMEN
Opmerking
Automatisch afstemmen
ZONE 2
ON/OFF
ZONE
CONTROL
NEXTEDIT
EFFECT
MEMORY
FM/AM
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
PROGRAM
l
PRESET/TUNING
h
TUNING MODE
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
SPEAKERSPHONES
MAIN ZONE
MASTER
SILENT CINEMA
BA
MULTI CH
INPUT
VOLUME
INPUT
ON OFF
LEVEL
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
ON/OFF
VIDEO L AUDIO R
USBVIDEO AUX
3 312 4
INPUT
Voorpaneel
FM/AM
of
AM
FM
TUNING MODE
AUTO/MAN'L
DVR DVD CD
V-AUX DTV/CBL
MD/CD-R
p
TUNER
NET
USB
AUTO TUNED
VOLUME
A
SP
dB
LR
A AM 1440 kHz
Licht opGeen dubbele punt (:)
EDIT
PRESET/TUNING
DVR DVD CD
V-AUX DTV/CBL
MD/CD-R
p
TUNER
NET
USB
AUTO TUNED
VOLUME
A
SP
dB
LR
A AM 1530 kHz
LEVEL
l PRESET/TUNING h
Licht op
47 Nl
FM/AM AFSTEMMEN
Nederlands
BASISBEDIENING
Als het signaal van de zender waar u op wilt afstemmen te
zwak is, moet u er met de hand op afstemmen.
Handmatig afstemmen op een FM zender zal automatisch de
ontvangst naar mono overschakelen om de kwaliteit van de
ontvangst te verbeteren.
1 Verdraai INPUT en selecteer “TUNER” (radio)
als signaalbron.
2 Druk op FM/AM om de radioband te kiezen.
“FM” of “AM” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
3 Druk op TUNING MODE (AUTO/MAN’L) zodat
de AUTO indicator van het display verdwijnt.
Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display,
kunt u niet afstemmen. Druk op PRESET/TUNING
om de dubbele punt (:) uit te schakelen.
4 Druk op PRESET/TUNING l / h om met de
hand af te stemmen op de gewenste zender.
Houd de toets ingedrukt om de frequentie doorlopend
te laten veranderen.
Handmatig afstemmen
Opmerking
ZONE 2
ON/OFF
ZONE
CONTROL
NEXTEDIT
EFFECT
MEMORY
FM/AM
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
PROGRAM
l
PRESET/TUNING
h
TUNING MODE
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
SPEAKERSPHONES
MAIN ZONE
MASTER
SILENT CINEMA
BA
MULTI CH
INPUT
VOLUME
INPUT
ON OFF
LEVEL
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
ON/OFF
VIDEO L AUDIO R
USBVIDEO AUX
3 312 4
INPUT
Voorpaneel
FM/AM
of
AM
FM
TUNING MODE
AUTO/MAN'L
DVR DVD CD
V-AUX DTV/CBL
MD/CD-R
p
TUNER
NET
USB
TUNED
VOLUME
A
SP
dB
LR
A AM 1440 kHz
Geen dubbele punt (:)
EDIT
PRESET/TUNING
LEVEL
l PRESET/TUNING h
48 Nl
FM/AM AFSTEMMEN
U kunt maximaal 40 zenders (A1 t/m E8: 8
voorkeuzezenders in 5 groepen) automatisch of met de
hand voorprogrammeren. U kunt vervolgens gemakkelijk
via de bijbehorende voorkeuzenummers afstemmen op de
voorgeprogrammeerde zenders.
1 Verdraai INPUT en selecteer “TUNER” (radio)
als signaalbron.
2 Druk op FM/AM en selecteer “FM” als de
radioband.
“FM” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
3 Houd MEMORY (MAN’L/AUTO FM) tenminste
3 seconden ingedrukt.
Het voorkeuzenummer alsook de MEMORY en
AUTO indicators gaan knipperen. Na ongeveer 5
seconden zal het automatisch voorprogrammeren
beginnen vanaf de huidige frequentie naar hogere
frequenties.
Wanneer het automatisch voorprogrammeren klaar is,
zal de frequentie voor de laatst
voorgeprogrammeerde zender op het display getoond
worden.
y
U kunt het voorkeuzenummer opgeven waar u het toestel
wilt laten beginnen met het opslaan van FM zenders en/of
vanwaar het afstemmen naar lagere frequenties zal
beginnen. Zie voor details “Mogelijkheden automatisch
voorprogrammeren” op bladzijde 49.
Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder
een bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een
andere zender onder dat voorkeuzenummer opslaat.
Als er niet meer dan 40 (E8) zenders ontvangen kunnen
worden, zal het automatisch voorprogrammeren stoppen
nadat alle beschikbare zenders zijn opgeslagen.
Alleen FM zenders met een voldoende sterke ontvangst
worden opgeslagen bij het automatisch
voorprogrammeren. Als u een zwakkere zender wilt
opslaan, dient u hierop met de hand af te stemmen zoals
beschreven onder “Handmatig voorprogrammeren” op
bladzijde 49.
Automatisch voorprogrammeren
ZONE 2
ON/OFF
ZONE
CONTROL
NEXTEDIT
EFFECT
MEMORY
FM/AM
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
PROGRAM
l
PRESET/TUNING
h
TUNING MODE
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
SPEAKERSPHONES
MAIN ZONE
MASTER
SILENT CINEMA
BA
MULTI CH
INPUT
VOLUME
INPUT
ON OFF
LEVEL
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
ON/OFF
VIDEO L AUDIO R
USBVIDEO AUX
132
INPUT
Voorpaneel
FM/AM
FM
Opmerkingen
DVR DVD CD
V-AUX DTV/CBL
MD/CD-R
p
TUNER
NET
USB
AUTO TUNED
VOLUME
MEMORY
A
SP
dB
LR
A1:FM 87.50MHz
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
Knippert
Knippert
49 Nl
FM/AM AFSTEMMEN
Nederlands
BASISBEDIENING
Mogelijkheden automatisch
voorprogrammeren
U kunt het voorkeuzenummer opgeven waar u het toestel
wilt laten beginnen met het opslaan van FM zenders en/of
vanwaar het afstemmen naar lagere frequenties zal
beginnen.
Voer eerst de stappen 1 t/m 3 onder “Automatisch
voorprogrammeren” op bladzijde 48 uit.
Druk op A/B/C/D/E en vervolgens op
PRESET/TUNING l / h om het
voorkeuzenummer te selecteren waaronder de
eerste zender zal worden opgeslagen.
Het automatisch voorprogrammeren stopt wanneer
voorkeuzenummer E8 bereikt is.
Druk op PRESET/TUNING zodat de dubbele
punt (:) verdwijnt van het display op het
voorpaneel en druk vervolgens op
PRESET/TUNING l om af te stemmen naar
lagere frequenties.
U kunt ook met de hand maximaal 40 zenders (A1 t/m E8:
8 zenders in 5 groepen) voorprogrammeren.
1
Stem automatisch of met de hand af op een zender.
Zie de bladzijden 46 en 47 voor aanwijzingen over
hoe u moet afstemmen op een zender.
Wanneer het toestel is afgestemd op een zender zal de
bijbehorende frequentie op het display op het
voorpaneel getoond worden.
2 Druk op MEMORY (MAN’L/AUTO FM).
De MEMORY indicator knippert ongeveer 5
seconden lang op het display op het voorpaneel.
3 Druk, terwijl de MEMORY indicator knippert,
net zo vaak op A/B/C/D/E tot u de gewenste
voorkeuzegroep (A t/m E) heeft geselecteerd.
De letter van de geselecteerde groep zal nu
verschijnen. Controleer of de dubbele punt (:)
inderdaad verschijnt op het display.
Opmerking
NEXT
A/B/C/D/E
LEVEL
l PRESET/TUNING h
EDIT
PRESET/TUNING
l PRESET/TUNING h
LEVEL
Handmatig voorprogrammeren
ZONE 2
ON/OFF
ZONE
CONTROL
NEXTEDIT
EFFECT
MEMORY
FM/AM
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
PROGRAM
l
PRESET/TUNING
h
TUNING MODE
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
SPEAKERSPHONES
MAIN ZONE
MASTER
SILENT CINEMA
BA
MULTI CH
INPUT
VOLUME
INPUT
ON OFF
LEVEL
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
ON/OFF
VIDEO L AUDIO R
USBVIDEO AUX
43 2,5
DVR DVD CD
V-AUX DTV/CBL
MD/CD-R
p
TUNER
NET
USB
TUNED
VOLUME
A
SP
dB
LR
A AM 630 kHz
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
Knippert
NEXT
A/B/C/D/E
DVR DVD CD
V-AUX DTV/CBL
MD/CD-R
p
TUNER
NET
USB
TUNED
VOLUME
MEMORY
A
SP
dB
LR
C :AM 630 kHz
Voorkeuzegroep
Knippert
Dubbele punt (:)
50 Nl
FM/AM AFSTEMMEN
4 Druk op PRESET/TUNING l / h om het
gewenste voorkeuzenummer (1 t/m 8) te
selecteren terwijl de MEMORY indicator nog
aan het knipperen is.
Druk op h om een hoger voorkeuzenummer te
selecteren.
Druk op l om een lager voorkeuzenummer te
selecteren.
5 Druk op MEMORY (MAN’L/AUTO FM) terwijl
de MEMORY indicator knippert.
De radioband en de frequentie voor deze zender
verschijnen op het display, samen met de door u
geselecteerde voorkeuzegroep en het
voorkeuzenummer. De MEMORY indicator zal van
het display op het voorpaneel verdwijnen.
6 Herhaal de stappen 1 t/m 5 om andere
zenders op te slaan.
Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder
een bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een
andere zender onder dat voorkeuzenummer opslaat.
De soort ontvangst (stereo of mono) wordt samen met de
frequentie van de zender opgeslagen.
U kunt op de gewenste zender afstemmen door
eenvoudigweg het voorkeuzenummer waaronder die
zender is opgeslagen te selecteren.
y
Wanneer u de afstandsbediening gebruikt, dient u de component-
keuzeschakelaar op SOURCE te zetten en vervolgens op TUNER
te drukken om de “TUNER” (radio) als signaalbron te selecteren.
1 Druk op A/B/C/D/E op het voorpaneel
(of A/B/C/D/E op de afstandsbediening) om
de gewenste voorkeuzegroep (A t/m E) te
selecteren.
De letter van de voorkeuzegroep verschijnt op het
display op het voorpaneel en verandert met elke druk
op de toets.
Opmerkingen
LEVEL
l PRESET/TUNING h
DVR DVD CD
V-AUX DTV/CBL
MD/CD-R
p
TUNER
NET
USB
TUNED
VOLUME
MEMORY
A
SP
dB
LR
C3:AM 630 kHz
Voorkeuzenummer
Knippert
DVR DVD CD
V-AUX DTV/CBL
MD/CD-R
p
TUNER
NET
USB
TUNED
VOLUME
A
SP
dB
LR
C3:AM 630 kHz
De getoonde zender is opgeslagen als C3.
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
Selecteren van voorkeuzezenders
ZONE 2
ON/OFF
ZONE
CONTROL
NEXTEDIT
EFFECT
MEMORY
FM/AM
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
PROGRAM
l
PRESET/TUNING
h
TUNING MODE
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
SPEAKERSPHONES
MAIN ZONE
MASTER
SILENT CINEMA
BA
MULTI CH
INPUT
VOLUME
INPUT
ON OFF
LEVEL
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
ON/OFF
VIDEO L AUDIO R
USBVIDEO AUX
2
1
MENUTITLE
SET MENU
LEVEL
DISPLAYRETURN
BAND
SRCH MODE
ON SCREENDAB MEMORY
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
REC
STEREO
1
EFFECT
STANDARD
5
SPEAKERS
9
MUSIC
2
SELECT
6
ENHANCER
0
ENTERTAIN
3
EXTD SUR.
7
NIGHT
10
MOVIE
4
DIRECT ST.
8
STRAIGHT
ENT.
2
1
NEXT
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
of
Voorpaneel
Afstandsbediening
51 Nl
FM/AM AFSTEMMEN
Nederlands
BASISBEDIENING
2 Druk op PRESET/TUNING l / h op het
voorpaneel (of PRESET/CH u / d op de
afstandsbediening) om het gewenste
voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren.
De voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer
verschijnen op het display op het voorpaneel, samen
met de radioband en de frequentie.
U kunt twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen.
In het voorbeeld hieronder ziet u hoe u voorkeuzezender
“E1” van plaats kunt laten wisselen met “A5”.
1 Selecteer voorkeuzezender “E1” met
A/B/C/D/E en PRESET/TUNING l / h.
Zie “Selecteren van voorkeuzezenders” op
bladzijde 50.
2 Houd EDIT tenminste 3 seconden ingedrukt.
De “E1” en MEMORY indicators zullen gaan
knipperen op het display op het voorpaneel.
LEVEL
l PRESET/TUNING h
DVR DVD CD
V-AUX DTV/CBL
MD/CD-R
p
TUNER
NET
USB
TUNED
VOLUME
A
SP
dB
LR
E1:FM 87.50MHz
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
of
Voorpaneel
Afstandsbediening
Omwisselen van voorkeuzezenders
ZONE 2
ON/OFF
ZONE
CONTROL
NEXTEDIT
EFFECT
MEMORY
FM/AM
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
PROGRAM
l
PRESET/TUNING
h
TUNING MODE
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
SPEAKERSPHONES
MAIN ZONE
MASTER
SILENT CINEMA
BA
MULTI CH
INPUT
VOLUME
INPUT
ON OFF
LEVEL
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
ON/OFF
VIDEO L AUDIO R
USBVIDEO AUX
2,4 1,3
EDIT
PRESET/TUNING
DVR DVD CD
V-AUX DTV/CBL
MD/CD-R
p
TUNER
NET
USB
TUNED
VOLUME
MEMORY
A
SP
dB
LR
E1:FM 87.50MHz
Knippert
Knippert
52 Nl
FM/AM AFSTEMMEN
3 Selecteer voorkeuzezender “A5” met
A/B/C/D/E en PRESET/TUNING l / h.
De “A5” en MEMORY indicators zullen gaan
knipperen op het display op het voorpaneel.
Zie “Selecteren van voorkeuzezenders” op
bladzijde 50.
4 Druk nog eens op EDIT.
“EDIT E1–A5” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen wanneer de twee voorkeuzezenders van
plaats wisselen.
DVR DVD CD
V-AUX DTV/CBL
MD/CD-R
p
TUNER
NET
USB
TUNED
VOLUME
MEMORY
A
SP
dB
LR
A5:FM 90.60MHz
NEXT
A/B/C/D/E
LEVEL
l PRESET/TUNING h
Knippert
Knippert
DVR DVD CD
V-AUX DTV/CBL
MD/CD-R
p
TUNER
NET
USB
TUNED
VOLUME
A
SP
dB
LR
EDIT E1-A5
EDIT
PRESET/TUNING
AFSTEMMEN OP RADIO DATA SYSTEEM ZENDERS (ALLEEN MODELLEN VOOR EUROPA)
53 Nl
Nederlands
BASISBEDIENING
Het Radio Data Systeem (alleen modellen voor Europa) is een systeem voor gegevensoverdracht dat door FM zenders in
een groot aantal landen worden gebruikt. De Radio Data Systeem functies worden verzorgd door zenders in een netwerk.
Dit toestel is geschikt voor verschillende soorten Radio Data Systeem gegevens, zoals PS (Programma Service naam),
PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst), CT (Klok-tijd), EON (Enhanced Other Networks; Verbeterde service andere
netwerken) wanneer er wordt afgestemd op Radio Data Systeem zenders.
Met deze functie kunt u één van de 15 Radio Data
Systeem programmatypes selecteren en het toestel onder
alle beschikbare voorkeuzezenders laten zoeken naar
programma’s van het gewenste type.
1 Druk op TUNER op de afstandsbediening en
selecteer “TUNER” als signaalbron.
2 Druk op PTY SEEK MODE op de
afstandsbediening om dit toestel in de PTY
SEEK functie te zetten.
De naam van het geselecteerde programmatype of
“NEWS” zal gaan knipperen op het display op het
voorpaneel.
y
Om de PTY SEEK functie te annuleren, dient u nog eens op
PTY SEEK MODE op de afstandsbediening te drukken.
3 Druk op PRESET/CH u / d op de
afstandsbediening om het gewenste
programmatype te selecteren.
De naam van het geselecteerde programmatype zal
verschijnen op het display op het voorpaneel.
AFSTEMMEN OP RADIO DATA SYSTEEM ZENDERS
(ALLEEN MODELLEN VOOR EUROPA)
Selecteren van een Radio Data
Systeem programma
AMP
SOURCE
TV
VOLUME
TV VOL TV CH
TRANSMITCODE SET
STANDBY
POWER
POWERPOWER
CD
AVTV
MULTI CH IN
SLEEP
CD-R
DVD DTV
MD
DOCK USB
CBL
NET
TUNER
V-AU X D VR
MENUTITLE
SET MENU
LEVEL
DISPLAYRETURN
BAND
SRCH MODE
ON SCREENDAB MEMORY
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
REC
AUDIO
USBNET RADIOPC/MCX
EFFECT
9010
ENT.
FREQ/TEXT
EONSTARTMODE PTY SEEK
1
2
3
4
TUNER
STARTMODE PTY SEEK
NEWS
Knippert
Programmatype Beschrijving
NEWS
Nieuws
AFFAIRS
Actualiteiten
INFO
Algemene informatie
SPORT
Sport
EDUCATE
Educatief
DRAMA
Theater
CULTURE
Cultuur
SCIENCE
Wetenschap
VARIED
Licht amusement
POP M
Populaire muziek
ROCK M
Rock muziek
M.O.R. M
Middle-of-the-road muziek
(easy-listening)
LIGHT M
Licht klassiek
CLASSICS
Klassiek
OTHER M
Overige muziek
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
POP M
Licht op
54 Nl
AFSTEMMEN OP RADIO DATA SYSTEEM ZENDERS (ALLEEN MODELLEN VOOR EUROPA)
4 Druk op PTY SEEK START op de
afstandsbediening om alle
voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem
zenders af te zoeken.
Het geselecteerde programmatype blijft knipperen op
het display op het voorpaneel en de PTY HOLD
indicator licht op terwijl het toestel naar een
geschikte zender zoekt.
y
Om het zoeken naar geschikte zenders te annuleren, dient u
nog eens op PTY SEEK START op de afstandsbediening te
drukken.
Het toestel stopt met zoeken zodra er een zender gevonden
wordt die een programma van het geselecteerde type
uitzendt.
Als u niet tevreden bent met de gevonden zender, kunt u
nog eens op PTY SEEK START drukken om te zoeken
naar een andere zender met een programma van het
gewenste type.
Deze functie stelt u in staat te profiteren van de EON
(Enhanced Other Networks) gegevensservice van het
Radio Data Systeem netwerk. Wanneer u één van de 4
Radio Data Systeem programmatypes (NEWS, AFFAIRS,
INFO of SPORT) heeft geselecteerd, zal dit toestel
automatisch een bepaalde tijd lang alle beschikbare
voorkeuzezenders afzoeken die EON gegevens uitzenden
naar een programma van het geselecteerde type. Wanneer
de geplande EON service begint, zal dit toestel
automatisch overschakelen naar de lokale zender die de
EON gegevens uitzendt en vervolgens terugschakelen naar
de landelijke zender wanneer de EON gegevens
ophouden.
U kunt deze functie alleen gebruiken wanneer de EON
gegevensservice beschikbaar is.
De EON indicator zal alleen oplichten op het display op het
voorpaneel wanneer de EON gegevensservice ontvangen wordt
van een Radio Data Systeem zender.
1 Druk op TUNER op de afstandsbediening en
selecteer “TUNER” als signaalbron.
2 Controleer of de EON indicator brandt op het
display op het voorpaneel.
Als de EON indicator niet oplicht op het display,
dient u af te stemmen op een ander Radio Data
Systeem programma waarbij de EON indicator wel
gaat branden.
Opmerkingen
STARTMODE PTY SEEK
POP M
PTY HOLD
Knippert Licht op
Gebruiken van het Radio Data
Systeem netwerk
Opmerkingen
MENUTITLE
SET MENU
LEVEL
DISPLAYRETURN
BAND
SRCH MODE
ON SCREENDAB MEMORY
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
REC
AUDIO
USBNET RADIOPC/MCX
EFFECT
9010
ENT.
FREQ/TEXT
EONSTARTMODE PTY SEEK
1
3
TUNER
55 Nl
AFSTEMMEN OP RADIO DATA SYSTEEM ZENDERS (ALLEEN MODELLEN VOOR EUROPA)
Nederlands
BASISBEDIENING
3 Druk herhaaldelijk op EON op de
afstandsbediening om het gewenste
programmatype (NEWS, AFFAIRS, INFO of
SPORT) te selecteren.
De naam van het geselecteerde programmatype zal
verschijnen op het display op het voorpaneel.
y
Om de EON functie te annuleren dient u net zo vaak op
EON op de afstandsbediening te drukken tot de naam van
het programmatype verdwijnt en de malding “EON OFF”
verschijnt op het display op het voorpaneel.
Gebruik deze functie om de 4 types Radio Data Systeem
informatie weer te laten geven: PS (Programmaservice),
PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst) en CT (Klok
Tijd). De corresponderende indicators zullen oplichten op
het display op het voorpaneel.
U kunt deze Radio Data Systeem functies alleen selecteren
wanneer de corresponderende indicators oplichten op het
display op het voorpaneel. Het kan even duren voor dit toestel
alle Radio Data Systeem gegevens heeft ontvangen van de
zender in kwestie.
U kunt alleen de door de zender aangeboden Radio Data
Systeem functies selecteren.
Als de signalen niet goed genoeg kunnen worden ontvangen, is
het mogelijk dat dit toestel geen gebruik kan maken van de
Radio Data Systeem gegevens. De “RT” functie in het bijzonder
vergt een grote hoeveelheid gegevens en het is daarom mogelijk
dat deze functie niet beschikbaar is zelfs wanneer de andere
Radio Data Systeem functies wel beschikbaar zijn.
Bij slechte ontvangst kunt u op TUNING MODE (AUTO/
MAN’L) op het voorpaneel drukken zodat de AUTO indicator
verdwijnt van het display op het voorpaneel.
Als het signaal externe storing ondervindt terwijl dit toestel de
Radio Data Systeem gegevens aan het ontvangen is, kan de
ontvangst onverwacht onderbroken worden en kan de melding
“...WAIT” verschijnen op het display op het voorpaneel.
Wanneer de “RT” functie wordt geselecteerd, kan dit toestel
maximaal 64 alfanumerieke tekens, inclusief het trema, aan
programmagegevens op het display tonen. Tekens die niet
kunnen worden weergegeven worden vervangen door een “_”
(onderstreping).
Als de ontvangst wordt onderbroken wanneer de “CT” functie is
geselecteerd, zal “CT WAIT” verschijnen op het display op het
voorpaneel.
1 Druk op TUNER op de afstandsbediening en
selecteer “TUNER” als signaalbron.
EON
NEWS
Licht op
Tonen van Radio Data Systeem
informatie
Opmerkingen
MENUTITLE
SET MENU
LEVEL
DISPLAYRETURN
BAND
SRCH MODE
ON SCREENDAB MEMORY
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
REC
AUDIO
USBNET RADIOPC/MCX
EFFECT
9010
ENT.
FREQ/TEXT
EONSTARTMODE PTY SEEK
1
2
TUNER
56 Nl
AFSTEMMEN OP RADIO DATA SYSTEEM ZENDERS (ALLEEN MODELLEN VOOR EUROPA)
2 Druk herhaaldelijk op FREQ/TEXT op de
afstandsbediening om de gewenste Radio
Data Systeem weergavefunctie te selecteren.
Selecteer “PS” om de naam van het ontvangen
Radio Data Systeem programma weer te laten
geven.
Selecteer “PTY” om het type van het ontvangen
Radio Data Systeem programma weer te laten
geven.
Selecteer “RT” om eventuele tekstgegevens voor
het ontvangen Radio Data Systeem programma
weer te laten geven.
Selecteer “CT” om de tijd op dit moment weer te
laten geven.
FREQ/TEXT
CTRTPTYPS
Frequentiedisplay
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
57 Nl
Nederlands
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Wat het meeste bijdraagt aan de rijke, volle tonen van een live voorstelling, zijn de ingewikkelde weerkaatsingen via de
wanden van de ruimte. Naast het feit dat deze weerkaatsingen het geluid verlevendigen, vertellen ze ons ook waar de
muzikanten zich bevinden, hoe groot de ruimte is waar we in zitten en welke vorm deze heeft.
Onderdelen van een geluidsveld
Naast de door de muzikanten geproduceerde geluiden die onze oren direct bereiken zijn er twee verschillende soorten
weerkaatsingen die samen onze waarneming van het geluid bepalen.
Vroege weerkaatsingen
Deze reflecties bereiken onze oren zeer snel (50 ms tot 100 ms na het directe geluid) en zijn slechts door één enkel
oppervlak weerkaatst (bijvoorbeeld door het plafond of een muur). Deze vroege weerkaatsingen maken het direct
waargenomen geluid voor ons helderder.
Natrillingen
Deze worden veroorzaakt door weerkaatsingen via meer dan één oppervlak (bijvoorbeeld via de muren en het plafond)
en zijn zo talrijk dat ze samensmelten tot een bijna doorlopende nagalm. Deze natrillingen zijn niet richtinggevoelig en
maken het directe geluid in onze waarneming minder helder.
Het directe geluid, de vroege weerkaatsingen en de natrillingen samen helpen ons bij het bepalen van onze indruk van de
grootte en de vorm van de ruimte en het is deze informatie die door de digitale geluidsveld processor wordt
gereproduceerd bij het samenstellen van het geluidsveld.
Als u in de kamer waar u altijd naar uw muziek luistert de juiste vroege weerkaatsingen en natrillingen zou kunnen
maken, zou u uw eigen akoestische luisterparadijs kunnen bouwen. U zou de akoestiek van uw kamer kunnen veranderen
in die van een concertzaal, een dansvloer of in die van vrijwel elke ruimte die u zich zou kunnen indenken. Deze kunst
om zelf geluidsvelden samen te stellen is precies wat YAMAHA nu heeft bereikt met de digitale geluidsveld processor.
Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak, niet alleen op basis van de naam van het programma.
Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het toestel automatisch het laatst met die signaalbron gebruikte
geluidsveldprogramma instellen.
Er kunnen geen geluidsveldprogramma’s worden geselecteerd wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT
aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 38).
Signalen met een hogere bemonsteringsfrequentie dan 48 kHz (met uitzondering van DTS 96/24 signalen) zullen worden
teruggebracht tot 48 kHz, waarna er geluidsveldprogramma’s op kunnen worden toegepast.
Bediening via het voorpaneel
Verdraai PROGRAM op het voorpaneel.
De naam van het geselecteerde geluidsveldprogramma zal
verschijnen op het display op het voorpaneel en op het in-
beeld display.
Afstandsbediening
Zet de component-keuzeschakelaar op AMP en
druk vervolgens op één van de
geluidsveldprogrammatoetsen op de
afstandsbediening.
De naam van het geselecteerde geluidsveldprogramma zal
verschijnen op het display op het voorpaneel en op het in-
beeld display.
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Selecteren van geluidsveldprogramma’s
Opmerkingen
ZONE 2
ON/OFF
ZONE
CONTROL
NEXTEDIT
EFFECT
MEMORY
FM/AM
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
PROGRAM
l PRESET/TUNING h
TUNING MODE
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
SPEAKERSPHONES
MAIN ZONE
MASTER
SILENT CINEMA
BA
MULTI CH
INPUT
VOLUME
INPUT
ON OFF
LEVEL
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
ON/OFF
VIDEO L AUDIO R
USBVIDEO AUX
PROGRAM keuzeknop
TV MUTE TV INPUT
MUTE
AMP
SOURCE
TV
PRESET/CH
STEREO
1
EFFECT
VOLUME
TV VOL TV CH
STANDARD
5
SPEAKERS
9
MUSIC
2
SELECT
6
ENHANCER
0
ENTERTAIN
3
EXTD SUR.
7
NIGHT
10
MOVIE
4
DIRECT ST.
8
STRAIGHT
ENT.
AMP
Toetsen voor de
geluidsveldprogramma’s
58 Nl
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Dit toestel is uitgerust met diverse zeer precieze digitale decoders waarmee u kunt profiteren van multikanaals weergave
van vrijwel elke stereo of multikanaals geluidsbron. Dit toestel is tevens voorzien van een YAMAHA digitale
geluidsveldprogramma (DSP) processor met een aantal geluidsveldprogramma’s waarmee u uw luister-ervaring een extra
dimensie kunt geven.
y
De YAMAHA CINEMA DSP functies zijn geheel compatibel met alle Dolby Digital, DTS en Dolby Surround bronnen. Zet “INPUT
MODE” op “AUTO” (zie bladzijde 35) zodat dit toestel automatisch kan overschakelen naar de juiste digitale decoder voor het
binnenkomende ingangssignaal.
De DSP geluidsveldprogramma’s van dit toestel zijn natuurgetrouwe reproducties van echte akoestische omgevingen, samengesteld
aan de hand van exacte metingen verricht in de betreffende ruimtes, concertzalen, bioscopen enz., zelf. Op deze manier kunt u de
variaties waarnemen in de weerkaatsingen van voren, achteren, links en rechts.
Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak, niet alleen op basis van de naam van het programma.
Voor film/video bronnen
U kunt kiezen uit de volgende geluidsvelden wanneer u film- of videomateriaal afspeelt. De met “MULTI” aangeduide
geluidsvelden kunnen worden gebruikt met multikanaals signaalbronnen, zoals DVD, digitale TV enz. De met “2-CH”
aangeduide kunnen worden gebruikt met 2-kanaals (stereo) bronnen zoals TV programma’s, videobanden enz.
y
Verdraai PROGRAM op het voorpaneel (of zet de component-keuzeschakelaar op AMP en druk dan op één van de
geluidsveldprogrammatoetsen op de afstandsbediening) om het gewenste geluidsveldprogramma te selecteren (zie bladzijde 57).
Beschrijvingen geluidsveldprogramma’s
Opmerkingen
Toets
afstandsbediening
Geluidsveldprogramma Kenmerken Bronnen
1
STEREO
2ch Stereo
Brengt multikanaals materiaal terug tot 2 kanalen of geeft 2-kanaals materiaal
onveranderd weer.
MULTI
2-CH
2
MUSIC
Pop/Rock
CINEMA DSP verwerking. Dit programma creëert een enthousiaste atmosfeer
waarin u zich middenin een echt jazz of rock concert kunt wanen.
3
ENTERTAINMENT
TV Sports
CINEMA DSP verwerking. Dit programma reproduceert de geluidsomgeving
van een grote concertzaal met behulp van het surround geluidsveld om de
weergave van allerlei TV programma’s, zoals nieuws, licht amusement,
muziekprogramma’s of sportprogramma’s, te verbeteren.
ENTERTAINMENT
Mono Movie
CINEMA DSP verwerking. Dit programma reproduceert mono videobronnen
(zoals oude films) met een optimaal natrillingsniveau om het geluid meer diepte
te geven, alleen met behulp van het zogenaamde aanwezigheidsgeluidsveld.
ENTERTAINMENT
Game
CINEMA DSP verwerking. Dit programma voegt een diepe en ruimtelijke
dimensie toe aan de geluidsweergave van videospelletjes.
59 Nl
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Nederlands
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Voor muziekmateriaal
U kunt kiezen uit de volgende geluidsvelden bij weergave van muziek, zoals CD’s, FM/AM uitzendingen, cassettes enz.
y
Verdraai PROGRAM op het voorpaneel (of zet de component-keuzeschakelaar op AMP en druk dan op één van de
geluidsveldprogrammatoetsen op de afstandsbediening) om het gewenste geluidsveldprogramma te selecteren (zie bladzijde 57).
4
MOVIE THEATER
Spectacle
CINEMA DSP verwerking. Dit programma reproduceert tot in de details het
extreem brede geluidsveld van een 70-mm bioscoop, hetgeen zowel de video-
als de geluidsweergave ongelofelijk realistisch maakt. Dit is ideaal voor Dolby
Surround, Dolby Digital of DTS gecodeerd videomateriaal; vooral voor groots
opgezette films.
MULTI
2-CH
MOVIE THEATER
Sci-Fi
CINEMA DSP verwerking. Dit programma zorgt voor duidelijke weergave van
gesproken tekst en geluidseffecten in een vorm die opgang doet in science
fiction films, zodat er een weidse cinematische ruimte wordt gecreëerd temidden
van de koude stilte. U kunt zo beter genieten van science fiction films in een
virtuele geluidsruimte met Dolby Surround, Dolby Digital of DTS gecodeerd
materiaal dat gebruik maakt van de meest geavanceerde technieken.
MOVIE THEATER
Adventure
CINEMA DSP verwerking. Dit programma reproduceert de geluidsweergave
van de nieuwste 70-mm en multikanaals filmsoundtracks zoals weergegeven in
de nieuwste bioscopen, waarbij de natrillingen van het geluidsveld zelf zoveel
mogelijk worden onderdrukt.
MOVIE THEATER
General
CINEMA DSP verwerking. Dit programma is bedoeld voor de reproductie van
70-mm films en films met multikanaals soundtracks en wordt gekenmerkt door
een zacht en weids geluidsveld.
5
SUR. STANDARD
Standaard verwerking voor de geselecteerde decoder.
SUR. ENHANCED
Verbeterde verwerking voor de geselecteerde decoder.
Toets
afstandsbediening
Geluidsveldprogramma Kenmerken Bronnen
Toets
afstandsbediening
Geluidsveldprogramma Kenmerken Bronnen
1
STEREO
2ch Stereo
Voor weergave van 2-kanaals bronmateriaal.
2-CH
STEREO
6ch Stereo
Voor weergave van 2-kanaals bronmateriaal met alle luidsprekers via 6.1
kanalen, waarmee een groter geluidsveld geproduceerd wordt; ideaal voor
achtergrondmuziek bij feesten en partijen enz.
2
MUSIC
Hall in Vienna
HiFi DSP verwerking. Dit programma reproduceert een klassieke doosvormige
concertzaal met ongeveer 1700 stoelen. De zuilen en ingewikkelde versieringen
zorgen voor zeer complexe reflecties en voor een volle en rijke geluidsweergave.
MULTI
2-CH
MUSIC
The Bttm Line
HiFi DSP verwerking. Dit programma reproduceert het geluidsveld vlak voor
het podium in “The Bottom Line”, de befaamde New Yorkse jazz club met 300
zitplaatsen.
MUSIC
The Roxy Thtr
HiFi DSP verwerking. Dit programma reproduceert de dynamische rock-sound
van “The Roxy Theatre”, één van de vetste rock clubs in L.A. De virtuele
luisterplek bevindt zich iets links van het midden van de zaal.
3
ENTERTAINMENT
Disco
HiFi DSP verwerking. Dit programma bootst de akoestiek na van een
wervelende disco in het hart van een grote stad en geeft een geconcentreerde en
energieke weergave.
5
SUR. STANDARD
Standaard verwerking voor de geselecteerde decoder.
SUR. ENHANCED
Verbeterde verwerking voor de geselecteerde decoder.
60 Nl
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
U kunt een goede geluidskwaliteit bereiken met de
fabrieksinstellingen. U hoeft deze begininstellingen niet te
veranderen, maar u kunt dat wel doen wanneer u de
weergave beter wilt proberen aan te passen aan de
specifieke omstandigheden in uw kamer.
Gebruik de “PARAM. INI” functie in het “OPTION MENU”
om de parameters voor alle geluidsveldprogrammafs in een
groep terug te zetten op de begininstellingen (zie bladzijde 80).
Wanneer u een geluidsveldparameter instelt op een andere
waarde dan de fabrieksinstelling, zal er een sterretje (asterisk; *)
bij de parameternaam op het in-beeld display verschijnen.
U kunt de ingestelde waarden voor geluidsveldparameters niet
veranderen wanneer “MEMORY GUARD” in het “OPTION
MENU” is ingesteld op “ON” (zie bladzijde 79). Als u toch
parameterwaarden wilt wijzigen, dient u “MEMORY GUARD”
op “OFF” in te stellen.
y
Voor details over de functie en het mogelijke instelbereik voor
elk van de geluidsveldparameters, zie bladzijde 61.
Herhaal de stappen 3 en 4 indien u nog andere parameters voor
dit geluidsveldprogramma wilt veranderen.
Voor sommige geluidsveldprogrammafs zijn zoveel parameters
beschikbaar dat deze meer dan één scherm van het in-beeld
display beslaan. Druk in een dergelijk geval op u / d om door
de verschillende schermen te balderen.
•Als u j / i ingedrukt houdt bij het wijzigen van de waarde van
een geluidsveldparameter, zal de oorspronkelijke
fabrieksinstelling kort op het display op het voorpaneel worden
getoond.
1 Zet de component-keuzeschakelaar op AMP.
2 Zet het beeldscherm aan en druk op de
afstandsbediening op DISPLAY.
Het volgende scherm zal op het in-beeld display
verschijnen.
3 Druk net zo vaak op één van de toetsen voor
de geluidsveldprogramma’s tot u het
geluidsveldprogramma dat u wilt instellen
geselecteerd heeft.
4 Druk op u / d om de gewenste
geluidsveldparameter te selecteren en
vervolgens op j / i om de ingestelde waarde
te veranderen.
Druk op i om de ingestelde waarde te verhogen.
Druk op j om de ingestelde waarde te verlagen.
Veranderen van
geluidsveldparameter instellingen
Opmerkingen
TV MUTE TV INPUT
MUTE
MENUTITLE
SET MENU
LEVEL
DISPLAYRETURN
BAND
SRCH MODE
ON SCREENDAB MEMORY
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
REC
AUDI O
STEREO
1
EFFECT
STANDARD
5
SPEAKERS
9
MUSIC
2
SELECT
6
ENHANCER
0
ENTERTAIN
3
EXTD SUR.
7
NIGHT
10
MOVIE
4
DIRECT ST.
8
STRAIGHT
ENT.
2
4
1
3
AMP
SOURCE
TV
DISPLAY
ON SCREEN
P02 MUSIC
. Pop/Rock
DSP LEVEL;;;;0dB
P.INIT.DLY;;21ms
P.ROOM SIZE;;1.0
S.INIT.DLY;;25ms
S.ROOM SIZE;;1.0
Geluidsveldprogramma categorie
Geluidsveldparameters Geluidsveldparameter
waarden
Cursor
STEREO
1
EFFECT
STANDARD
5
SPEAKERS
9
MUSIC
2
SELECT
6
ENHANCER
0
ENTERTAIN
3
EXTD SUR.
7
NIGHT
10
MOVIE
4
DIRECT ST.
8
STRAIGHT
ENT.
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
61 Nl
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Nederlands
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Beschrijvingen geluidsveldparameters
U kunt de waarden van bepaalde parameters van de digitale geluidsveldprogramma’s wijzigen om de weergave aan te
passen aan de omstandigheden in uw kamer. Niet alle onderstaande parameters gelden voor alle programma’s.
y
Voor details met betrekking tot het veranderen van ingestelde waarden voor geluidsveldparameters, zie bladzijde 60.
Geluidsveldparameter Kenmerken
DSP LEVEL
DSP niveau. Regelt het niveau van alle DSP effectgeluiden binnen een klein bereik. Afhankelijk
van de akoestiek in uw kamer wilt u mogelijk het DSP effectniveau verhogen of verlagen ten
opzichte van het niveau van de directe weergave.
Instelbereik: –6 dB t/m +3 dB
INIT.DLY
P.INIT.DLY
S.INIT.DLY
SB INI.DLY
Aanvankelijke vertraging. Aanwezigheids-, surround- en surround-achter aanvankelijke
vertraging. Wijzigt de schijnbare afstand tot de geluidsbron door het verschil te regelen tussen
het moment dat de luisteraar het directe geluid hoort en wanneer hij of zij de eerste weerkaatsing
daarvan hoort. Hoe kleiner de ingestelde waarde, hoe dichter de geluidsbron zich bij het
weerkaatsende oppervlak lijkt te bevinden. Hoe groter deze waarde, hoe verder weg het lijkt.
Gebruik een kleine waarde voor een kleine kamer. Gebruik een grotere waarde voor een grote
kamer.
Instelbereik: 1 t/m 99 ms (INIT.DLY och P.INIT.DLY)
1 t/m 49 ms (S.INIT.DLY och SB INI.DLY)
Brongeluid
Vroege
weerkaatsingen
Tijd
Tijd
Tijd
Vertraging
Vertraging
Vertraging
Geluidsbron
Weerkaatsend
oppervlak
Niveau
Kleine waarde = 1 ms Grote waarde = 99 ms
Niveau
Niveau
62 Nl
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
ROOM SIZE
P.ROOM SIZE
S.ROOM SIZE
SB ROOM SIZE
Kamergrootte. Aanwezigheids-, surround- en surround-achter kamerafmetingen. Deze
parameter regelt de schijnbare afmetingen van het surround geluidsveld. Hoe groter deze
waarde, hoe groter het surround geluidsveld wordt. Omdat geluid keer op keer wordt weerkaatst
in een ruimte, zal de tijd tussen het oorspronkelijk gereflecteerde geluid en elke volgende
weerkaatsing langer worden naarmate de ruimte groter is. Door de tijd tussen de weerkaatsingen
te regelen, kunt u bepalen hoe groot de virtuele ruimte lijkt. Door de waarde van deze parameter
te veranderen van een naar twee, zal de schijnbare lengte van de ruimte verdubbeld worden.
Instelbereik: 0,1 t/m 2,0
LIVENESS
S.LIVENESS
SB LIVENESS
Levendigheid. Surround en surround-achter levendigheid. Deze parameter regelt de reflectiviteit
van de virtuele wanden van de ruimte door de mate waarin de vroege weerkaatsingen in kracht
afnemen te veranderen. De vroege weerkaatsingen van een geluidsbron worden sneller zwakker
in een ruimte met geluidabsorberende wanden dan in een ruimte met wanden die juist veel geluid
weerkaatsen. Een ruimte met geluidabsorberende oppervlakken wordt ook wel akoestisch
“dood” genoemd, terwijl een ruimte met oppervlakken die veel geluid weerkaatsen “levendig”
genoemd wordt. Via deze parameter kunt u de mate waarin de vroege weerkaatsingen
wegsterven en dus de “levendigheid” van de ruimte regelen.
Instelbereik: 0 t/m 10
Geluidsveldparameter Kenmerken
Niveau
Niveau
Niveau
Tijd Tijd Tijd
Brongeluid
Vroege
weerkaatsingen
Kleine waarde = 0,1
Grote waarde = 2,0
Geluidsbron
Brongeluid
Niveau
Niveau
Niveau
Dood
Levendig
Tijd
Tijd Tijd
Weinig weerkaatst
geluid
Veel weerkaatst
geluid
Kleine waarde = 0 Grote waarde = 10
63 Nl
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Nederlands
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
REV.TIME
Natriltijd. Deze parameter regelt hoe lang het duurt voordat de dichte natrillingen verzwakt zijn
met 60 dB bij 1 kHz. Hierdoor worden de schijnbare afmetingen van de akoestische omgeving
over een zeer groot bereik veranderd. Stel een lengere natriltijd in voor “dode” bronnen en
luisterplekken en een kortere natriltijd voor “levendige” bronnen en ruimtes.
Instelbereik: 1,0 t/m 5,0 s
REV.DELAY
Beginvertraging natrillingen. Deze parameter regelt het tijdverschil tussen het begin van het
directe geluid en het begin van de natrillingen. Hoe groter deze waarde, hoe later de natrillingen
zullen beginnen. Als de natrillingen later beginnen, krijgt u het gevoel dat u zich in een ruimere
akoestische omgeving bevindt.
Instelbereik: 0 t/m 250 ms
Geluidsveldparameter Kenmerken
Natrillingen
Natrillingen
60 dB 60 dB 60 dB
Brongeluid
REV.TIME
REV.TIME
REV.TIME
Geluidsbron
Korte
natrillingen
Lange
natrillingen
Kleine waarde = 1,0 s Grote waarde = 5,0 s
Vroege
weerkaatsingen
(dB)
60 dB
Niveau
Brongeluid
Natrillingen
REV.TIME
REV.DELAY
Tijd
64 Nl
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
REV.LEVEL
Niveau natrillingen. Deze arameter regelt het volume van de natrillingen. Hoe groter deze
waarde, hoe sterker de natrillingen zullen zijn.
Instelbereik: 0 t/m 100%
2ch Stereo
DIRECT
2-kanaals stereo direct. Passeert de decoders en DSP processors van dit toestel voor pure hi-fi
stereoweergave van 2-kanaals analoog bronmateriaal.
Keuzes: AUTO, OFF
y
De “AUTO” instelling laat het signaal alleen de decoders en DSP processors passeren wanneer
“BASS” en “TREBLE” op 0 dB zijn ingesteld (zie bladzijde 33).
Wanneer er multi-kanaals signalen (Dolby Digital en DTS) binnenkomen, zullen deze worden
teruggemengd naar 2 kanalen en worden weergegeven via de linker en rechter voor-
luidsprekers.
In de volgende gevallen zullen de lage tonen voor de linker en rechter voor-luidsprekers
omgeleid worden naar de subwoofer:
“LFE/BASS OUT” is ingesteld op “BOTH” (zie bladzijde 70).
– “FRONT SP” is ingesteld op “SMALL” (zie bladzijde 69) en “LFE/BASS OUT” is ingesteld
op “SWFR” (zie bladzijde 70).
6ch Stereo
CT LEVEL
SL LEVEL
SR LEVEL
SB LEVEL
6-kanaals stereo midden, links surround, rechts surround en surround achter niveaus. Regelt het
volumeniveau voor elk kanaal in de 6-kanaals stereo weergavefunctie.
Instelbereik: 0 t/m 100%
Geluidsveldparameter Kenmerken
Brongeluid
Niveau
REV. LEVEL
Tijd
65 Nl
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Nederlands
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
y
De “PRO LOGIC IIx Music”, “PRO LOGIC II Music” en “DTS Neo:6 Music” parameters kunnen alleen worden ingesteld wanneer
“SUR. STANDARD” is geselecteerd. Zet de component-keuzeschakelaar op AMP en druk vervolgens herhaaldelijk op STANDARD op
de afstandsbediening om “SUR. STANDARD” te selecteren (zie bladzijde 43).
PRO LOGIC IIx Music
PRO LOGIC II Music
PANORAMA
Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music panorama. Stuurt stereosignalen naar de surround-
luidsprekers zowel als naar de voor-luidsprekers voor een omhullend effect.
Keuzes: OFF, ON
PRO LOGIC IIx Music
PRO LOGIC II Music
DIMENSION
Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music dimension. Zorgt voor een graduele aanpassing van
het geluidsveld naar voren of naar achteren.
Instelbereik: –3 (naar achteren) t/m +3 (naar voren)
Begininstelling: STD (standaard)
PRO LOGIC IIx Music
PRO LOGIC II Music
CENTER WIDTH
Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music middenbreedte. Plaatst de weergave voor het
middenkanaal helemaal op de midden-luidspreker of verdeelt deze over de linker en rechter
voor-luidsprekers. Een grotere waarde verdeelt het middenkanaal meer over de linker en rechter
voor-luidsprekers.
Instelbereik: 0 (geluid voor het middenkanaal wordt alleen maar weergegeven via de midden-
luidspreker) t/m 7 (het middenkanaal wordt helemaal via de linker en rechter voor-
luidsprekers weergegeven)
Begininstelling: 3
DTS Neo:6 Music
C.IMAGE
DTS Neo:6 Music middenbeeld. Regelt het volume van de linker en rechter voorkanalen in
samenhang met het middenkanaal om het middenkanaal meer of minder overheersend te maken.
Instelbereik: 0,0 t/m 1,0
Begininstelling: 0,3
Geluidsveldparameter Kenmerken
SET MENU
66 Nl
Met behulp van het “SET MENU” (instelmenu) kunt u allerlei systeeminstellingen wijzigen en kunt u de manier waarop
het toestel werkt aanpassen aan uw voorkeuren. Verander de begininstellingen (hieronder vet gedrukt aangeduid) op basis
van uw specifieke systeem en uw voorkeuren.
Basis setup BASIC SETUP
Deze functie is handig wanneer u uw systeem snel en met minimale inspanningen klaar voor gebruik wilt maken
(zie bladzijde 29).
Handmatige setup MANUAL SETUP
Via deze functie kunt u met de hand de luidspreker- en systeeminstellingen wijzigen.
Geluidsmenu 1 SOUND MENU
Via dit menu kunt u met de hand alle luidspreker-instellingen wijzigen, de kwaliteit en de toonkleur van de weergave van
uw systeem aanpassen of compenseren voor eventueel vertraagde videoweergave bij gebruik van LCD monitoren of
projectoren.
Ingangsmenu 2 INPUT MENU
Via dit menu kunt u met de hand de in- en uitgangsaansluitingen toewijzen aan andere apparatuur, de ingangsfunctie
wijzigen of een signaalbron een andere naam geven.
SET MENU
Parameter Kenmerken Bladzijde
A)SPEAKER SET
Selecteren van de afmetingen van de luidsprekers, de luidsprekers voor weergave van lage
tonen en de crossover frequentie.
69
B)SPEAKER LEVEL
Instellen van het uitgangsniveau van elke luidspreker.
71
C)SP DISTANCE
Instellen van de vertraging voor elke luidspreker.
72
D)CENTER GEQ
Instellen van de klankkleur (toon) van de midden-luidspreker.
72
E)LFE LEVEL
Instellen van het uitgangsniveau van het LFE kanaal bij Dolby Digital of DTS signalen.
72
F)DYNAMIC RANGE
Instellen van het dynamisch bereik bij Dolby Digital of DTS signalen.
73
G)AUDIO SET
Aanpassen van de volume-afname bij de MUTE functie, de audiovertraging en de instellingen
voor het passeren van de toonregeling.
73
Parameter Kenmerken Bladzijde
A)I/O ASSIGNMENT
Toewijzen van in- en uitgangsaansluitingen van dit toestel aan de daarmee verbonden
componenten.
74
B)INPUT MODE
Selecteren van de begininstelling van de ingangsfunctie voor de signaalbron.
75
C)INPUT RENAME
Hiermee kunt u een signaalbron een andere naam geven.
75
D)VOLUME TRIM
Instellen van het uitgangsniveau van elke aansluiting.
76
67 Nl
SET MENU
Nederlands
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Netwerk en USB menu 3 NET/USB MENU
Via dit menu kunt u met de hand de netwerk en USB systeeminstellingen wijzigen.
Optiemenu 4 OPTION MENU
Via dit menu kunt u met de hand de optionele systeeminstellingen wijzigen.
Signaalinformatie SIGNAL INFO
Met deze functie kunt u informatie over het audiosignaal controleren (zie bladzijde 40).
Parameter Kenmerken Bladzijde
A)NETWORK
Automatisch of handmatig configureren van de netwerkinstellingen.
76
B)PLAY STYLE
Regelen van de weergavestijl.
77
C)INFORMATION
Tonen van de netwerk systeeminformatie.
78
Parameter Kenmerken Bladzijde
A)DISPLAY SET
Instellen van de helderheid van het display en het omzetten van videosignalen. Instellen van de
weergavetijd voor het in-beeld display (OSD) en de scrollfunctie voor het display op het
voorpaneel.
78
B)MEMORY GUARD
Vergrendelen van instellingen voor de geluidsveldprogramma’s en andere “SET MENU”
instellingen.
79
C)PARAM. INI
Initialiseren van de instellingen voor een groep geluidsveldprogramma’s.
80
D)MULTI ZONE SET
Specificeert de locatie van de luidsprekers die zijn aangesloten op de SPEAKERS B
aansluitingen.
80
68 Nl
SET MENU
Gebruik de afstandsbediening om de menu’s te openen en
de instellingen te verrichten.
y
U kunt de “SET MENU” parameters wijzigen terwijl het toestel
geluid aan het weergeven is.
Als u op een geluidsveldtoets drukt terwijl u bezig bent in het
“SET MENU”, zal het “SET MENU” worden geannuleerd.
Herhaal de volgende procedure om de diverse instellingen te
selecteren en te wijzigen.
Druk op RETURN om terug te keren naar het vorige
menuniveau.
U kunt sommige “SET MENU” parameters niet wijzigen terwijl
“NIGHT:CINEMA” of “NIGHT:MUSIC” is geselecteerd als
nacht-luisterfunctie (zie bladzijde 34).
1 Zet de component-keuzeschakelaar op AMP
en druk vervolgens op SET MENU om het
“SET MENU” te openen.
Het eerste “SET MENU” scherm zal op het in-beeld
display verschijnen.
2 Druk op u / d en selecteer “MANUAL
SETUP”.
3 Druk op ENTER om de “MANUAL SETUP” te
openen.
Het “MANUAL SETUP” scherm zal op het in-beeld
display verschijnen.
4 Druk herhaaldelijk op u / d om het gewenste
menu te selecteren en druk op ENTER om het
te openen.
De volgende schermen zijn voorbeelden waarin het
“SOUND MENU” wordt geselecteerd.
Gebruiken van het SET MENU
Opmerking
TV MUTE TV INPUT
MUTE
AMP
SOURCE
TV
STEREO
VOLUME
TV VOL TV CH
CD
AVTV
MULTI CH IN
SLEEP
CD-R
DVD DTV
MD
DOCK USB
CBL
NET
TUNER
V-A UX DV R
MUSIC ENTERTAIN MOVIE
MENUTITLE
SET MENU
LEVEL
DISPLAYRETURN
BAND
SRCH MODE
ON SCREENDAB MEMORY
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
REC
STEREO
1
EFFECT
STANDARD
5
SPEAKERS
9
MUSIC
2
SELECT
6
ENHANCER
0
ENTERTAIN
3
EXTD SUR.
7
NIGHT
10
MOVIE
4
DIRECT ST.
8
STRAIGHT
ENT.
1
2-6
1,7
MENU
SET MENU
SRCH MODE

SET MENU
.;BASICSETUP
;MANUALSETUP
.;SIGNAL INFO
[ ]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
p
p
AMP
SOURCE
TV

SET MENU
;BASICSETUP
.;MANUALSETUP
.;SIGNAL INFO
[ ]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
p
p
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
;MANUAL SETUP
.1SOUNDMENU
2INPUTMENU
3NET/USBMENU
4OPTIONMENU
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
p
p
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
.A)SPEAKERSET
B)SPEAKERLEVEL
C)SPDISTANCE
D)CENTER GEQ
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
1 SOUND
MENU 1/2
p
p
.E)LFE LEVEL
F)DYNAMIC RANGE
G)AUDIO SET

[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
1 SOUND
MENU 2/2
p
p
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
69 Nl
SET MENU
Nederlands
GEAVANCEERDE
BEDIENING
5 Druk herhaaldelijk op u / d om het gewenste
submenu te selecteren en druk op ENTER
om het te openen.
Het volgende scherm is een voorbeeld waarin
“SPEAKER LEVEL” wordt geselecteerd.
6 Druk op u / d om de gewenste parameter te
selecteren en vervolgens op j / i om de
instelling te wijzigen.
Druk op i om de ingestelde waarde te verhogen.
Druk op j om de ingestelde waarde te verlagen.
7 Druk op SET MENU om de “SET MENU” te
verlaten.
Via dit menu kunt u met de hand luidspreker-instellingen
wijzigen of compenseren voor vertraging in de
videoweergave bij gebruik van LCD monitoren of
projectoren.
Luidspreker-instellingen A)SPEAKER SET
Via dit menu kunt u met de hand de luidspreker-
instellingen wijzigen.
y
Als u niet tevreden bent met de door uw luidsprekers
geproduceerde lage tonen, kunt u deze instellingen aanpassen aan
uw voorkeuren.
Voor-luidsprekers FRONT SP
Keuzes: SMALL, LARGE
Selecteer “SMALL” (klein) als u kleine voor-
luidsprekers heeft die niet goed in staat zijn lage tonen
weer te geven. De lage tonen in de signalen voor de
linker en rechter voor-luidsprekers zullen nu naar de bij
“LFE/BASS OUT” geselecteerde luidsprekers
gedirigeerd worden (zie bladzijde 70).
Selecteer “LARGE” (groot) als u grote voor-
luidsprekers heeft die goed in staat zijn lage tonen weer
te geven. Alle signalen voor de linker en rechter
voorkanalen worden naar de linker en rechter voor-
luidsprekers gedirigeerd.
Als “LFE/BASS OUT” is ingesteld op “FRNT” (zie bladzijde 70),
zullen eventuele LFE signalen in Dolby Digital of DTS
bronsignalen, de lage tonen in de linker en rechter voorkanalen, en
de lage tonen voor andere luidsprekers die zijn ingesteld op
“SML” (of “SMALL”) allemaal gedirigeerd worden naar de linker
en rechter voor-luidsprekers, ongeacht de “FRONT SP” instelling.
Geheugen back-up
De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de
opgeslagen gegevens verloren gaan wanneer het toestel
uit (standby) staat. Wanneer echter de stekker uit het
stopcontact gehaald wordt of de stroomvoorziening om
een andere reden langer dan een week onderbroken
wordt, zullen de opgeslagen gegevens verloren gaan.

.FL;;;;;;;;;;
FR;;;;;;;;;;
 C;;;;;;;;;;
B)SPEAKER
LEVEL
-__________+
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
MENU
SET MENU
SRCH MODE
1 SOUND MENU
Opmerking
.A)SPEAKERSET
B)SPEAKERLEVEL
C)SPDISTANCE
D)CENTER GEQ
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
1 SOUND
MENU 1/2
p
p
.E)LFE LEVEL
F)DYNAMIC RANGE
G)AUDIO SET

[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
1 SOUND
MENU 2/2
p
p
  SMALL>LARGE
FRONT SP
70 Nl
SET MENU
Midden-luidspreker CENTER SP
Keuzes: NONE, SML, LRG
Selecteer “NONE” (geen) als u geen midden-
luidspreker heeft aangesloten. De signalen voor het
middenkanaal zullen naar de linker en rechter voor-
luidsprekers worden gestuurd.
Selecteer “SML” (klein) als u een kleine midden-
luidspreker heeft die niet goed in staat is lage tonen
weer te geven. De lage tonen uit het middenkanaal
zullen naar de luidsprekers worden gedirigeerd die zijn
geselecteerd bij “LFE/BASS OUT”.
Selecteer “LRG” (groot) als u een grote midden-
luidspreker heeft die goed in staat is lage tonen weer te
geven. Alle signalen voor het middenkanaal worden
naar de midden-luidspreker gedirigeerd.
Linker/rechter surround-luidsprekers
SUR. L/R SP
Keuzes: NONE, SML, LRG
Selecteer “NONE” (geen) als u geen surround-
luidsprekers heeft aangesloten. Hiermee zet u het
toestel in de Virtual CINEMA DSP stand
(zie bladzijde 44) en zal “SUR. B SP” automatisch op
“NONE” (geen) worden ingesteld.
Selecteer “SML” (klein) als u kleine linker en rechter
surround-luidsprekers heeft die niet goed in staat zijn
lage tonen weer te geven. De lage tonen in de linker en
rechter surroundkanalen zullen naar de bij “LFE/BASS
OUT” geselecteerde luidsprekers gedirigeerd worden.
Selecteer “LRG” (groot) als u grote linker en rechter
surround-luidsprekers heeft die goed in staat zijn lage
tonen weer te geven. Het hele toonbereik van het
surroundkanaal zal naar de linker en rechter surround-
luidsprekers worden gestuurd.
Surround achter-luidsprekers SUR. B SP
Keuzes: NONE, SML, LRG
Selecteer “NONE” (geen) als u geen surround schter-
luidspreker heeft aangesloten. De signalen voor het
surround-achterkanaal zullen naar de linker en rechter
surround-luidsprekers worden gestuurd.
Selecteer “SML” (klein) als u een kleine surround
achter-luidspreker heeft die niet goed in staat is lage
tonen weer te geven. De lage tonen uit het surround-
achterkanaal worden gedirigeerd naar de luidsprekers
die u heeft geselecteerd bij “LFE/BASS OUT”.
Selecteer “LRG” (groot) als u een grote surround
achter-luidspreker heeft die goed in staat is lage tonen
weer te geven. Alle signalen voor het surround-
achterkanaal worden naar de surround achter-
luidspreker gedirigeerd.
Lage tonen weergave LFE/BASS OUT
Gebruik deze functie om de luidsprekers te selecteren die
de LFE (Lage Frequentie Effecten) en de lage tonen
weergeven.
Keuzes: SWFR, FRNT, BOTH
Selecteer “SWFR” (subwoofer) als u een subwoofer
aangesloten heeft. Zowel de LFE signalen als de lage
tonen in de signalen voor andere luidsprekers die zijn
ingesteld op “SML” (of “SMALL”) worden naar de
subwoofer gedirigeerd.
Selecteer “FRNT” (voor) als u geen subwoofer heeft
aangesloten. De LFE signalen, de lage tonen in de
linker en rechter voorkanalen, en de lage tonen voor
andere luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of
“SMALL”) zullen allemaal gedirigeerd worden naar de
linker en rechter voor-luidsprekers, ongeacht de
“FRONT SP” instelling (zie bladzijde 69).
Selecteer “BOTH” (beide) als u een subwoofer
aangesloten heeft. De lage tonen worden voor elke
signaalbron weergegeven door de subwoofer. Zowel de
LFE signalen als de lage tonen in de signalen voor
andere luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of
“SMALL”) worden naar de subwoofer gedirigeerd. De
lage tonen in de linker en rechter voorkanalen zullen
naar de linker en rechter voor-luidsprekers en de
subwoofer worden gedirigeerd, ongeacht de “FRONT
SP” instelling (zie bladzijde 69).
NONE>SMLLRG
CENTER SP
NONE>SMLLRG
SUR. L/R SP
 NONE>SML LRG
SUR. B SP
SWFRFRNT>BOTH
LFE/BASS OUT
71 Nl
SET MENU
Nederlands
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Crossover CROSSOVER
Met deze functie kunt u een crossover frequentie instellen
voor alle luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of
“SMALL”) of op “NONE” via “SPEAKER SET”
(zie de bladzijden 69 en 70). Alle frequenties onder de
geselecteerde frequentie zullen naar de subwoofer worden
gedirigeerd of naar de luidsprekers die zijn ingesteld op
“LRG” (of “LARGE”) via “SPEAKER SET”
(zie de bladzijden 69 en 70).
Keuzes: 40Hz, 60Hz, 80Hz, 90Hz, 100Hz, 110Hz,
120Hz, 160Hz, 200Hz
Subwooferfase SUBWOOFER PHASE
Als de lage tonen niet of onduidelijk worden
weergegeven, kunt u hiermee de fase van uw subwoofer
omschakelen.
Keuzes: NORMAL, REVERSE
Selecteer “NORMAL” als u de fase voor uw
subwoofer niet wilt omkeren.
Selecteer “REVERSE” om de fase voor uw subwoofer
om te keren.
Luidsprekerniveau B)SPEAKER LEVEL
Deze functie stelt u in staat met de hand de balans te
bepalen tussen het volume (luidsprekerniveau) van de
linker voor- of linker surround-luidspreker en elk van de
bij “SPEAKER SET” (zie bladzijde 69) geselecteerde
luidsprekers.
Instelbereik: –10,0 t/m +10,0 dB
Instelstap: 1,0 dB
Begininstelling: 0 dB
Selecteer “FL” om de balans voor de linker voor-
luidspreker in te stellen.
Selecteer “FR” om de balans voor de rechter voor-
luidspreker in te stellen.
Selecteer “C” om de balans voor de midden-
luidspreker in te stellen.
Selecteer “SL” om de balans voor de linker surround-
luidspreker in te stellen.
Selecteer “SR” om de balans voor de rechter surround-
luidspreker in te stellen.
Selecteer “SB” om de balans voor de surround achter-
luidspreker in te stellen.
Selecteer “SWFR” om de balans voor de subwoofer in
te stellen.
“C”, “SL”, “SR”, “SB” en “SWFR” kunnen niet worden ingesteld
indien “CENTER SP” (zie bladzijde 70), “SUR. L/R SP”
(zie bladzijde 70), “SUR. B SP” (zie bladzijde 70) en
“LFE/BASS OUT” (zie bladzijde 70) zijn ingesteld op “NONE”.
FREQ;;;80Hz
CROSSOVER
>NORMALREVERSE
02ASUBWOOFER PHASE
Opmerking

.FL;;;;;;;;;;
FR;;;;;;;;;;
 C;;;;;;;;;;
B)SPEAKER
LEVEL
-__________+
72 Nl
SET MENU
Luidsprekerafstand C)SP DISTANCE
Met deze functie kunt u met de hand de afstand van elke
luidspreker tot de luisterplek invoeren en zo de vertraging
voor het bijbehorende kanaal instellen. In het ideale geval
zouden alle luidsprekers op dezelfde afstand van de
luisterplek moeten staan. Maar in de meeste gevallen is dat
praktisch gezien niet mogelijk. Daarom moet de weergave
van luidsprekers die eigenlijk te dichtbij staan heel eventjes
vertraagd worden, zodat het geluid van alle luidsprekers op
hetzelfde moment op de luisterplek arriveert.
Eenheid UNIT
Keuzes: meters (m), feet (ft)
Begininstelling:
[Modellen voor de V.S. en Canada]: feet (ft)
[Overige modellen]: meters (m)
Selecteer “meters” om de afstanden van de
luidsprekers in meters in te kunnen voeren.
Selecteer “feet” om de afstanden van de luidsprekers in
feet (voeten) in te kunnen voeren.
Luidsprekerafstanden
Instelbereik: 0,3 t/m 24,00 m (1.0 t/m 80.0 ft)
Instelstap: 0,10 m (0.5 ft)
Selecteer “FRONT L” om de afstand voor de linker
voor-luidspreker in te stellen.
Begininstelling: 3,00 m (10.0 ft)
Selecteer “FRONT R” om de afstand voor de rechter
voor-luidspreker in te stellen.
Begininstelling: 3,00 m (10.0 ft)
Selecteer “CENTER” om de afstand voor de midden-
luidspreker in te stellen.
Begininstelling: 3,00 m (10.0 ft)
Selecteer “SUR. L” om de afstand voor de linker
surround-luidspreker in te stellen.
Begininstelling: 3,00 m (10.0 ft)
Selecteer “SUR. R” om de afstand voor de rechter
surround-luidspreker in te stellen.
Begininstelling: 3,00 m (10.0 ft)
Selecteer “SUR. B” om de afstand voor de surround
achter-luidspreker in te stellen.
Begininstelling: 2,10 m (7.0 ft)
Selecteer “SWFR” om de afstand voor de subwoofer in
te stellen.
Begininstelling: 3,00 m (10.0 ft)
“CENTER”, “SUR.L”, “SUR.R”, “SUR.B” en “SWFR” kunnen
niet worden ingesteld indien “CENTER SP” (zie bladzijde 70),
“SUR. L/R SP” (zie bladzijde 70), “SUR. B SP” (zie bladzijde 70)
en “LFE/BASS OUT” (zie bladzijde 70) zijn ingesteld op “NONE”.
Grafische equalizer voor het
middenkanaal
D)CENTER GEQ
Met deze functie kunt u de geluidsweergave via het middenkanaal
zo aanpassen met de ingebouwde 5-banden (100Hz, 300Hz, 1kHz,
3kHz en 10kHz) grafische equalizer, dat de toonkwaliteit van de
middenluidspreker overeenkomt met die van de voorluidsprekers.
U kunt de instelling verrichten terwijl u naar de huidige
signaalbron luistert, of luisterend naar een testtoon.
Instelbereik: –6 t/m +6 dB
Instelstap: 0,5 dB
Begininstelling: 0 dB
Testtoon TEST
Keuzes: OFF, ON
Selecteer “OFF” om de testtoon te stoppen en de op dit
moment geselecteerde signaalbron weer te laten geven.
Selecteer “ON” om de linker voor- en de midden-luidspreker
een testtoon te laten produceren en stel aan de hand daarvan
de toonkwaliteit van de midden-luidspreker in.
y
Druk op u / d om een frequentieband te selecteren en op j / i
om de geselecteerde frequentieband in te stellen.
Niveau Lage Frequentie Effecten
E)LFE LEVEL
Deze functie stelt u in staat het volume (uitgangsniveau) van het
LFE (Lage Frequentie Effect) kanaal aan te passen aan de capaciteit
van uw subwoofer of hoofdtelefoon. Het LFE kanaal zorgt voor de
weergave van speciale effecten met zeer lage tonen bij bepaalde
passages. Deze instelling treedt alleen in werking bij weergave
wanneer dit toestel Dolby Digital of DTS signalen decodeert.
Instelbereik: –20 t/m 0 dB
Instelstap: 1 dB
Luidspreker SPEAKER
Stelt het LFE luidsprekerniveau in.
Hoofdtelefoon HEADPHONE
Stelt het LFE hoofdtelefoonniveau in.
Afhankelijk van de instellingen bij “LFE/BASS OUT
(zie bladzijde 70) is het mogelijk dat sommige signalen niet via
de SUBWOOFER OUTPUT aansluiting worden gereproduceerd.
Opmerking
. UNIT;;;;;;meters
FRONTL;;;;3.00m
FRONTR;;;;3.00m
CENTER;;;;;3.00m
[]/[]:Up/Down
[<]/[>]:Adjust
C)SP
DISTANCE
p
p
Opmerking
.TEST>OFFON

100Hz ;;;;;; 0dB
300Hz ;;;;;; 0dB
1kHz ;;;;;; 0dB
3kHz ;;;;;; 0dB
10kHz ;;;;;; 0dB
[]/[]:Up/Down
[<]/[>]:Adjust
D)CENTER GEQ
-______+
p
p
.SPEAKER;;;;;;0dB
HEADPHONE;;;;0dB
[]/[]:Up/Down
[<]/[>]:Adjust
E)LFE
LEVEL
p
p
73 Nl
SET MENU
Nederlands
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Dynamisch bereik F)DYNAMIC RANGE
Via deze functie kunt u instellen hoeveel het dynamisch
bereik moet worden gecomprimeerd voor uw luidsprekers
of uw hoofdtelefoon. Deze instelling treedt alleen in
werking wanneer dit toestel Dolby Digital of DTS
signalen decodeert.
Luidspreker SP
Stelt de compressie voor de luidsprekers in.
Hoofdtelefoon HP
Stelt de compressie voor de hoofdtelefoon in.
Keuzes: MIN, STD, MAX
Selecteer “MIN” (minimum) als u regelmatig bij een
laag volume wilt luisteren.
Selecteer “STD” (standaard) voor algemeen gebruik.
Selecteer “MAX” (maximum) om het grootste
dynamische bereik te behouden.
Audio instellingen G)AUDIO SET
Hiermee kunt algemene audio instellingen voor dit toestel
wijzigen.
Tijdelijk uit of lager zetten van het geluid
MUTING TYPE
U kunt zelf bepalen hoeveel het volume verlaagd moet
worden wanneer u deze functie gebruikt (zie bladzijde 34).
Keuzes: FULL, –20dB
Selecteer “FULL” om de geluidsweergave helemaal te
stoppen.
Selecteer “–20dB” om het huidige volume met 20 dB
te verlagen.
Audio vertraging AUDIO DELAY
U kunt de geluidsweergave vertragen zodat deze
synchroon loopt met de videobeelden. Dit is soms nodig
bij gebruik van bepaalde LCD monitors of projectoren.
Instelbereik: 0 t/m 160 ms
Instelstap: 1 ms
Passeren toonregeling TONE BYPASS
U kunt de geluidssignalen de schakelingen voor de
toonregeling helemaal laten negeren wanneer “TREBLE”
en “BASS” op 0 dB zijn ingesteld (zie bladzijde 33).
Keuzes: AUTO, OFF
Selecteer “AUTO” als u de schakelingen voor de
toonregeling wilt laten negeren om een zo puur
mogelijke weergave te verkrijgen.
Selecteer “OFF” als u niet wilt dat de toonregeling
helemaal genegeeerd wordt.
.SP:MINSTD>MAX
HP:MINSTD>MAX
[]/[]:Up/Down
[<]/[>]:Select
F)DYNAMIC RANGE
p
p
.MUTING TYPE;FULL
AUDIO DELAY;;0ms
TONE BYPASS;AUTO
[]/[]:Up/Down
[<]/[>]:Select
G)AUDIO SET
p
p
74 Nl
SET MENU
Via dit menu kunt u de in-/uitgangsaansluitingen
toewijzen aan andere apparatuur, de ingangsfunctie
wijzigen of een signaalbron een andere naam geven.
Toewijzen van in-/uitgangsaansluitingen
A)I/O ASSIGNMENT
U kunt de in-/uitgangsaansluitingen toewijzen aan andere
componenten als de begininstellingen van dit toestel niet
overeenkomen met uw voorkeuren. Wijzig de volgende
instellingen om de respectievelijke aansluitingen toe te
wijzen aan andere apparatuur en uiteindelijk meer
componenten te kunnen aansluiten.
Wanneer de in-/uitgangsaansluitingen opnieuw zijn
toegewezen, kunt u de daarbij behorende component
selecteren als signaalbron met INPUT op het voorpaneel
(of met de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening).
Voor de COMPONENT VIDEO aansluitingen
A, B en C
CMPNT-V INPUT [A]
CMPNT-V INPUT [B]
CMPNT-V INPUT [C]
Keuzes: [A] DVD, DTV/CBL, V-AUX, DVR
[B] DVD, DTV/CBL, V-AUX, DVR
[C] DVD, DTV/CBL, V-AUX, DVR
Voor OPTICAL OUTPUT aansluiting 1
OPTICAL OUT (1)
Keuzes: CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL, V-AUX,
DVR
Voor de OPTICAL INPUT aansluitingen 2, 3 en 4
OPTICAL IN (2)
OPTICAL IN (3)
OPTICAL IN (4)
Keuzes: (2) CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL, V-AUX,
DVR
(3) CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL, V-AUX,
DVR
(4) CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL, V-AUX,
DVR
Voor de COAXIAL INPUT aansluiting 5
COAXIAL IN (5)
Keuzes: (5) CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL, V-AUX,
DVR
U kunt een bepaalde naam maar één keer gebruiken voor een
bepaald soort aansluiting.
Wanneer u een bepaalde component zowel met de DIGITAL
INPUT (COAXIAL) als met de DIGITAL INPUT (OPTICAL)
aansluiting verbindt, zal het via de DIGITAL INPUT
(COAXIAL) aansluiting binnenkomende signaal voorrang
krijgen.
2 INPUT MENU
.A)I/OASSIGNMENT
B)INPUTMODE
C)INPUTRENAME
D)VOLUME TRIM
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter

2
INPUT
MENU
p
p
.[A];;;;;DVD
(DVD)
[B];;;;;DTV/CBL
(DTV/CBL)
[C];;;;; DVR
( DVR )

CMPNT-V
INPUT
.(1);;;;;MD/CD-R
(MD/CD-R )

OPTICAL
OUT
Opmerkingen
.(2);;;;;MD/CD-R
(MD/CD-R)
(3);;;;; DVD
(DVD )
(4);;;;;DTV/CBL
(DTV/CBL )

OPTICAL
IN
.(5);;;;; DVD
( DVD )

COAXIAL
IN
75 Nl
SET MENU
Nederlands
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Ingangsfunctie B)INPUT MODE
Gebruik deze functie om de “INPUT MODE” van dit
toestel terug te zetten op “AUTO” (zie bladzijde 35)
ongeacht de vorige instelling of om de laatste
ingangsfunctie op te roepen (“AUTO”, “DTS”, of
“ANALOG”) die gebruikt werd met de signaalbron in
kwestie zodra u dit toestel inschakelt.
Keuzes: AUTO, LAST
Selecteer “AUTO” om “INPUT MODE” terug te zetten
op “AUTO” (zie bladzijde 35) ongeacht de vorige
instelling zodra u dit toestel aan zet. Ingangssignalen
worden door dit toestel automatisch geselecteerd in
deze volgorde:
(1) Digitale signalen
(2) Analoge signalen
Selecteer “LAST” om het toestel automatisch de
ingangsfunctie (“AUTO”, “DTS”, of “ANALOG”) in
te laten schakelen die het laatst met de signaalbron in
kwestie gebruikt is.
Signaalbronnen nieuwe namen geven
C)INPUT RENAME
Met deze functie kunt u de namen van de signaalbronnen
zoals die op het in-beeld display op het voorpaneel
verschijnen veranderen.
1 Druk op één van de ingangskeuzetoetsen op
de afstandsbediening om de signaalbron
waarvan u de naam wilt veranderen te
selecteren.
2 Druk op j / i op de afstandsbediening om de
“_” (onderstreping) onder de spatie of het
teken dat u wilt bewerken te plaatsen.
3 Kies met u / d het teken dat u wilt gebruiken
en ga vervolgens met j / i naar het volgende
teken.
U kunt maximaal 8 tekens gebruiken voor elke
signaalbron.
Druk op d om de tekens als volgt te laten veranderen, of
druk op u om deze reeks in omgekeerde volgorde te
doorlopen:
A t/m Z, spatie, 0 t/m 9, spatie, a t/m z, spatie, symbolen
(#, *, +, –, enz.)
4 Herhaal de stappen 1 t/m 3 als u de namen
van andere signaalbronnen wilt veranderen.
5 Druk nog eens op ENTER op de
afstandsbediening om de “INPUT RENAME”
functie af te sluiten.
>AUTOLAST
[<]/[>]:Select
[ENTER]:Return

B)INPUT
MODE
DVD-> DVD
[<]/[>]:Position
[]/[]:Chara.

C)INPUT
RENAME
p
p
CD
MULTI CH IN
SLEEP
CD-R
DVD DTV
MD
DOCK USB
CBL
NET
TUNER
V-AUX DVR
Opmerkingen
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
76 Nl
SET MENU
Volume trim D)VOLUME TRIM
Met deze functie kunt u het niveau van de ingangssignalen
voor elk van de ingangsaansluitingen op elkaar
afstemmen. Dit komt van pas wanneer u wilt vermijden
dat het volume plotseling verandert wanneer u
overschakelt naar een andere signaalbron.
Keuzes: CD, MD/CD-R, TUNER, DVD, DTV/CBL,
V-AUX, DOCK, DVR, PC/MCX, USB, NET
RADIO, MULTI CH IN
Instelbereik: –6,0 t/m 6,0 dB
Instelstap: 1,0 dB
Begininstelling: 0,0 dB
Via dit menu kunt u de netwerk en USB
systeeminstellingen wijzigen.
Netwerkinstellingen A)NETWORK
Gebruik deze functie om de netwerkparameters
(IP adres enz.) te bekijken of deze met de hand te
wijzigen.
Het scherm hierboven is slechts een voorbeeld.
DHCP DHCP
Wanneer deze parameter is ingesteld op “ON”, worden
netwerkparameters voor “IP”, “SUBNET”, “GATEWAY”,
“DNS (P)” en “DNS (S)” verkregen van een router met
ingeschakelde DHCP weergegeven. Als de DHCP
serverfunctie niet beschikbaar is, dient u deze instelling
“OFF” te zetten om de netwerkinstellingen met de hand te
kunnen configureren.
Keuzes: ON, OFF
IP adres IP
Gebruik deze parameter om het aan dit toestel toegewezen
IP adres te specificeren. Deze waarde mag niet hetzelfde
zijn als een die reeds gebruikt wordt voor andere
apparatuur in het beoogde netwerk.
Subnet masker SUBNET
Gebruik deze parameter om het aan dit toestel toegewezen
subnet masker te specificeren.
y
In de meeste gevallen kan de waarde voor het subnet masker
worden ingesteld op “255.255.255.0”.
Default gateway GATEWAY
Gebruik deze parameter om het IP adres van de standaard
toegewezen gateway te specificeren.
 DVD
DVD-> 0.0dB
[<]/[>]:Adjust
[RETURN]:Exit

D)VOLUME TRIM
3 NET/USB MENU
Opmerking
.A)NETWORK
B)PLAY STYLE
C)INFORMATION
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter

3
NET/USB
MENU
p
p
. DHCP ON
IP 192.168.000.002
SUBNET 255.255.255.000
GATEWAY 192.168.000.001
DNS (P) 192.168.000.001
DNS (S) 000.000.000.000
SET >CANCEL
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter

A)NETWORK
p
p
77 Nl
SET MENU
Nederlands
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Primaire DNS server DNS (P)
Secundaire DNS server DNS (S)
Gebruik deze parameter om de IP adressen van de
primaire en secundaire DNS (Domain Name System)
servers te specificeren.
Als u slechts één DNS adres heeft, vul dit dan in bij “DNS (P)”.
Als u twee of meer DNS adressen heeft gekregen, vul er dan één
in bij “DNS (P)” en een ander bij “DNS (S)”.
1 Druk op u / d op de afstandsbediening tot u
het gewenste menu geselecteerd heeft, en
druk vervolgens op ENTER om de gewenste
netwerkparameter te selecteren en in te
voeren.
Wanneer “DHCP” is ingesteld op “ON”, kunt u geen andere
netwerkinstellingen meer selecteren of instellen. Om de
andere parameters te kunnen specificeren moet u eerst
“DHCP” op “OFF” instellen.
2
Om de parameter te specificeren drukt u
herhaaldelijk op
u
/
d
om het cijfer te
veranderen en kiest u het te veranderen cijfer
met
j
/
i
.
3 Druk op ENTER om uw instelling te
bevestigen.
4 Herhaal de stappen 1 t/m 3 om alle
networkparameters in te stellen.
5 Selecteer “SET” en druk vervolgens op
ENTER om de instelling af te sluiten.
Als u uw externe netwerkconfiguratie heeft gewijzigd, is het
mogelijk dat u de netwerkinstellingen daaraan zult moeten
aanpassen.
y
U kunt de netwerkinstellingen van dit toestel terugzetten op de
fabrieksinstellingen door middel van “N-RESET” in het
geavanceerde instellingenmenu (zie bladzijde 82).
Weergavestijlen B)PLAY STYLE
Met deze functie kunt u de weergavestijl aanpassen aan
uw persoonlijke voorkeur. U kunt muziekstukken in een
willekeurige volgorde laten weergeven, of een bepaald
muziekstukken of een reeks muziekstukken laten
herhalen.
Herhaalde weergave REPEAT
Met deze functie kunt u dit toestel een muziekstuk of een
reeks muziekstukken laten herhalen.
Keuzes: OFF, SINGLE, ALL
Selecteer “OFF” om deze functie uit te schakelen.
Selecteer “SINGLE” om dit toestel één muziekstuk te
laten herhalen.
Selecteer “ALL” om dit toestel een reeks
muziekstukken te laten herhalen.
Wanneer “REPEAT” op een andere instelling dan “OFF” staat,
zal de letter “R” oplichten in de rechter bovenhoek van het
weergavestatus scherm terwijl het muziekstuk of de
muziekstukken worden herhaald.
Als “REPEAT” is ingesteld op “SINGLE”, zal deze worden
teruggezet op “OFF” wanneer zowel de eerste ruimte als
Zone 2 worden uitgeschakeld.
Willekeurige weergave SHUFFLE
Met deze functie kunt u dit toestel muziekstukken of
albums in willekeurige volgorde laten weergeven.
Keuzes: OFF, ON
Selecteer “OFF” om deze functie uit te schakelen.
Selecteer “ON” om dit toestel muziekstukken of
albums in willekeurige volgorde te laten weergeven.
Wanneer “SHUFFLE” op “ON” staat, zal de letter “S” oplichten
in de rechter bovenhoek van het weergavestatus scherm terwijl de
muziekstukken of albums in willekeurige volgorde worden
weergegeven.
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Opmerkingen
Opmerking
.REPEAT;;;;;;;OFF
SHUFFLE;;;;;;OFF
[]/[]:Up/Down
[<]/[>]:Select

B)PLAY STYLE
p
p
78 Nl
SET MENU
Netwerkinformatie C)INFORMATION
Gebruik deze functie om de netwerk-systeeminformatie te
kunnen bekijken.
Het scherm hierboven is slechts een voorbeeld.
MAC (Media Access Control) adres
MAC ADDRESS
Deze informatie geeft het MAC adres weer dat is
toegewezen aan dit toestel.
Status STATUS
Deze informatie geeft de status van de huidige verbinding
met het netwerk weer.
Display status: 10BASE-T, 100BASE-TX,
FULL-DUPLEX, HALF-DUPLEX,
NO LINK
“NO LINK” verschijnt wanneer er geen verbinding met het
netwerk is gemaakt.
Via dit menu kunt u de optionele systeeminstellingen
wijzigen.
Display instellingen A)DISPLAY SET
Dimmer DIMMER
Hiermee kunt u de helderheid van het display op het
voorpaneel instellen.
Instelbereik: –
4 t/m 0
Instelstap: 1
Druk op j om het display op het voorpaneel te
dimmen.
Druk op i om het display op het voorpaneel helderder
te maken.
Video conversie VIDEO CONV.
Gebruik deze functie om in te stellen of videosignalen die
binnenkomen via de VIDEO en S VIDEO aansluitingen
moeten worden omgezet.
Keuzes: ON, OFF
Selecteer “ON” om composiet en S-videosignalen om
te zetten en in voorkomende gevallen op te waarderen
naar component videosignalen.
Selecteer “OFF” om geen signalen om te laten zetten.
De geconverteerde videosignalen worden alleen gereproduceerd
via de MONITOR OUT aansluitingen. Wanneer u een
videobron wilt opnemen moet u gebruik maken van hetzelfde
soort video-aansluitingen tussen alle betrokken componenten.
Wanneer composiet video- of S-videosignalen van een
videorecorder worden omgezet naar component videosignalen,
kan de beeldkwaliteit achteruitgaan, afhankelijk van uw
videorecorder.
U moet “VIDEO CONV.” instellen op “ON” om het in-beeld
display te laten weergeven.
Onconventionele signalen die binnenkomen via de composiet
video of S-video aansluitingen kunnen niet worden omgezet of
worden mogelijk niet correct gereproduceerd. Zet in dergelijke
gevallen “VIDEO CONV.” op “OFF”.
Opmerking
Opmerking
 MAC ADDRESS
XX:XX:XX:XX:XX:XX
STATUS
10BASE-T
FULL-DUPLEX
[ENTER]:Return

C)INFORMATION
4 OPTION MENU
Opmerkingen
.A)DISPLAYSET
B)MEMORYGUARD
C)PARAM.INI
D)MULTI ZONESET
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter

4
OPTION
MENU
p
p
.DIMMER;;;;;;;;;0
VIDEOCONV.;;;ON
OSD SHIFT;;;;;;0
GRAY BACK;;;AUTO
[]/[]:Up/Down
[<]/[>]:Select

A)DISPLAY
SET
p
p
.ON SCREEN;;;;10s
FL SCROLL;;;CONT

[]/[]:Up/Down
[<]/[>]:Select

A)DISPLAY
SET
p
p
79 Nl
SET MENU
Nederlands
GEAVANCEERDE
BEDIENING
OSD (in-beeld display) vershuiven OSD SHIFT
Hiermee kunt u de verticale positie van het OSD (in-beeld
display) instellen.
Instelbereik: –5 (naar boven) t/m +5 (naar beneden)
Instelstap: 1
Begininstelling: 0
Druk op j om het in-beeld display hoger op het scherm
weer te geven.
Druk op i om het in-beeld display lager op het scherm
weer te geven.
Grijze achtergrond GRAY BACK
Met deze functie kunt u een grijze achtergrond weer laten
geven achter het in-beeld display wanneer er geen
videosignaal binnenkomt.
Keuzes: AUTO, OFF
Selecteer “AUTO” om een grijze achtergrond weer te
laten geven achter het in-beeld display wanneer er geen
videosignaal binnenkomt.
Selecteer “OFF” om geen achtergrond te laten zien
achter het in-beeld display.
Afhankelijk van de binnenkomende signalen of de
systeeminstelling van uw beeldscherm (NTSC of PAL), is het
mogelijk dat het in-beeld display niet correct kan worden
weergegeven. Zet in dergelijke gevallen “GRAY BACK” op
“OFF”.
Zelfs wanneer “GRAY BACK” is ingesteld op “OFF”, is het,
afhankelijk van de eigenschappen van de beelden, mogelijk dat
het in-beeld display niet correct zal worden weergegeven.
Weergavetijd in-beeld display ON SCREEN
Via deze functie kunt u bepalen hoe lang het iPod menu of
NET/USB menu nog moet worden weergegeven op het in-
beeld display (OSD) nadat u een handeling heeft
uitgevoerd.
Keuzes: ON, 10s, 30s
Select “ON” om het in-beeld display voortdurend te
laten weergeven tijdens een handeling.
Selecteer “10s” om het in-beeld display 10 seconden
nadat u een handeling heeft verricht uit te schakelen.
Selecteer “30s” om het in-beeld display 30 seconden
nadat u een handeling heeft verricht uit te schakelen.
Scrollen over het display op het voorpaneel
FL SCROLL
Gebruik deze functie om te bepalen of de informatie
(zoals de songtitel of de naam van een kanaal) volledig
over het display op het voorpaneel moet worden
weergegeven door eroverheen te blijven bewegen, of dat
alleen de eerste 14 letters en cijfers daarvan weergegeven
moeten worden nadat de volledige naam of titel één keer
over het dp is geschoven wanneer “DOCK” of
“NET/USB” is geselecteerd als signaalbron.
Keuzes: CONT, ONCE
Selecteer “CONT” om de bedieningsstatus doorlopend
weer te laten geven op het display op het voorpaneel.
Selecteer “ONCE” om de bedieningsstatus met de
eerste 14 alfanumerieke tekens op het display op het
voorpaneel te laten zien.
Geheugen beveiliging B)MEMORY GUARD
Met deze functie kunt u voorkomen dat de DSP
programma instellingen en andere systeeminstellingen per
abuis gewijzigd worden.
Keuzes: OFF, ON
Selecteer “OFF” om de “MEMORY GUARD” functie
uit te schakelen.
Kies “ON” om de inhoud van het geheugen te
beveiligen:
DSP programma instellingen
alle “SET MENU” onderdelen
alle luidsprekerniveaus
Wanneer “MEMORY GUARD” is ingesteld op “ON”, kunt u
geen andere “SET MENU” items meer selecteren of instellen.
Opmerkingen
Opmerking
>OFFON
[<]/[>]:Select
[ENTER]:Return

B)MEMORY
GUARD
80 Nl
SET MENU
Parameters initialiseren C)PARAM. INI
Met deze functie kunt u de instellingen voor alle
geluidsveldprogramma’s in een programmagroep tegelijk
initialiseren. Wanneer u een geluidsveldprogrammagroep
initialiseert, zullen alle gewijzigde instellingen voor de
programma’s in die groep worden teruggezet op hun
beginwaarden.
Druk op de corresponderende toetsen voor de
geluidsveldprogramma’s op de afstandsbediening om het
geluidsveldprogramma
dat u wilt initialiseren te
selecteren.
Een asterisk (*) verschijnt links naast namen van
programma’s waarvan de begininstellingen gewijzigd zijn.
Keuzes: STEREO, MUSIC, ENTERTAINMENT,
MOVIE THEATER, STANDARD
U kunt de eerder ingestelde waarden niet meer automatisch
terughalen nadat u een geluidsveldprogrammagroep heeft
geïnitialiseerd.
U kunt geen individuele geluidsveldprogramma’s initialiseren.
U kunt geen geluidsveldprogrammagroepen initialiseren
wanneer de “MEMORY GUARD” beveiliging is ingesteld op
“ON” (zie bladzijde 79).
Zone instelling D)MULTI ZONE SET
Via deze instelling kunt u de locatie aangeven van de
luidsprekers die zijn verbonden met de SPEAKERS B
aansluitingen van dit toestel.
Instelling luidsprekerset B SP B
Met deze functie kunt u bepalen waar de voor-luidsprekers
die zijn verbonden met de SPEAKERS B aansluitingen
zich bevinden.
Keuzes: FRONT, ZONE B
Selecteer “FRONT” om de SPEAKERS A en B set aan
of uit te zetten wanneer de met de SPEAKERS B
aansluitingen verbonden luidsprekers zich in uw eerste
luisterruimte bevinden.
Selecteer “ZONE B” als de met de SPEAKERS B
aansluitingen verbonden luidsprekers zich in een
andere ruimte (zone) bevinden. Als SPEAKERS A
wordt uitgeschakeld en SPEAKERS B wordt
ingeschakeld, zullen alle luidsprekers in de eerste
luisterruimte, inclusief de subwoofer, worden
uitgeschakeld en zal er alleen via de SPEAKERS B
aansluitingen geluid worden weergegeven.
Als u een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting van dit
toestel doet, zal het geluid worden weergegeven via zowel de
hoofdtelefoon als de SPEAKERS B aansluitingen wanneer
“SP B” is ingesteld op “ZONE B”.
Als er een DSP programma is ingeschakeld wanneer “SP B” op
“ZONE B” is ingesteld, zal het toestel automatisch in de Virtual
CINEMA DSP stand gaan (zie bladzijde 44).
Opmerkingen
STEREO
*MUSIC
ENTERTAINMENT
MOVIE THEATER
*STANDARD
Press DSP key

C)PARAM.
INI
Opmerkingen
.SPB;;;;;;;FRONT

[<]/[>]:Select
[ENTER]:Return

D)MULTI ZONE
SET
GEAVANCEERDE SETUP
81 Nl
Nederlands
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Dit toestel heeft extra menu’s die worden getoond op het display op het voorpaneel. Het uitgebreide instelmenu biedt
aanvullende handelingen om de manier waarop dit toestel functioneert aan te passen. Verander de begininstellingen
(hieronder vet gedrukt aangeduid) op basis van uw specifieke systeem en uw voorkeuren.
De nieuwe instellingen zullen in werking treden wanneer u de volgende keer MASTER ON/OFF naar binnen in de ON stand drukt om
dit toestel in te schakelen (zie bladzijde 28).
Alleen MASTER ON/OFF, STRAIGHT (EFFECT) en PROGRAM functioneren terwijl u het uitgebreide instelmenu gebruikt.
Er kunnen geen andere handelingen worden verricht terwijl u het uitgebreide instelmenu aan het gebruiken bent.
Het uitgebreide instelmenu is alleen beschikbaar via het display op het voorpaneel.
1 Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel
nog eens in zodat deze naar buiten komt in
de OFF stand om dit toestel uit te schakelen.
2 Houd STRAIGHT (EFFECT) op het
voorpaneel ingedrukt en druk vervolgens
MASTER ON/OFF naar binnen in de ON stand
om dit toestel in te schakelen.
Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide
setup menu zal verschijnen op het display op het
voorpaneel.
3 Verdraai PROGRAM op het voorpaneel en
selecteer de parameter waarvoor u de
instelling wilt wijzigen.
De naam van de geselecteerde parameter verschijnt
op het display op het voorpaneel.
Zie bladzijde 82 voor een complete lijst met alle
beschikbare parameters.
4 Druk herhaaldelijk op STRAIGHT (EFFECT)
op het voorpaneel om de geselecteerde
instelling te wijzigen.
5 Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel
nog eens in zodat deze naar buiten komt in
de OFF stand om de nieuwe instelling op te
slaan en dit toestel uit te schakelen.
y
De gewijzigde instellingen worden van kracht zodra u dit toestel
de volgende keer aan zet.
GEAVANCEERDE SETUP
Opmerkingen
ZONE 2
ON/OFF
ZONE
CONTROL
NEXTEDIT
EFFECT
MEMORY
FM/AM
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
PROGRAM
l PRESET/TUNING h
TUNING MODE
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
SPEAKERSPHONES
MAIN ZONE
MASTER
SILENT CINEMA
BA
MULTI CH
INPUT
VOLUME
INPUT
ON OFF
LEVEL
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
ON/OFF
VIDEO L AUDIO R
USBVIDEO AUX
1-2,5 2,4 3
MASTER
ON OFF
MASTER
ON OFF
EFFECT
STRAIGHT
Houd
ingedrukt
PROGRAM
SP IMP.-8 MIN
Op dit moment
geselecteerde
parameterinstelling
Op dit moment
geselecteerde parameter
EFFECT
STRAIGHT
MASTER
ON OFF
82 Nl
GEAVANCEERDE SETUP
Luidsprekerimpedantie SP IMP.
Gebruik deze functie om de luidsprekerimpedantie van het
toestel aan te passen aan die van uw luidsprekers.
Keuzes: 8MIN, 6MIN
Selecteer “8ΩMIN” om de luidsprekerimpedantie in te
stellen op 8 .
Selecteer “6MIN” om de luidsprekerimpedantie in te
stellen op 6 .
*
Modellen voor Canada kunnen niet tegelijkertijd gebruik
maken van twee gescheiden luidsprekersystemen (A en B)
wanneer “SP IMP.” is ingesteld op “8MIN”.
Fabrieksinstellingen PRESET
Met deze functie kunt u alle parameters van dit toestel
terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen
(zie bladzijde 99).
Keuzes: CANCEL, RESET
Select “CANCEL” om de instellingen van dit toestel
niet terug te zetten.
Select “RESET” om de instellingen van dit toestel
terug te zetten.
Deze instelling zet alle parameters van dit toestel terug,
inclusief de “SET MENU” parameters. De parameters voor het
uitgebreide instelmenu zullen echter niet worden teruggezet.
De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden weer van kracht
wanneer het toestel de volgende keer wordt ingeschakeld.
Netwerk resetten N-RESET
Met deze functie kunt u alle netwerkinstellingen van dit
toestel (zie bladzijde 76) terugzetten op de
oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
Keuzes: CANCEL, RESET
Select “CANCEL” om de netwerkinstellingen van dit
toestel niet terug te zetten.
Select “RESET” om de netwerkinstellingen van dit
toestel terug te zetten.
De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden weer van kracht
wanneer het toestel de volgende keer wordt ingeschakeld.
Wanneer de netwerkinstellingen teruggezet zijn, zal “DHCP” in
het “NET/USB MENU” automatisch worden ingesteld op
“ON” (zie bladzijde 76) en zal de geregistreerde client ID van
dit toestel op uw YAMAHA MCX-2000 worden gewist
(zie bladzijde 96).
Afstandsbediening AMP ID REMOTE AMP
Hiermee stelt u het AMP ID nummer van dit toestel in
voor herkenning van afstandsbedieningssignalen
(zie bladzijde 87).
Keuzes: ID1, ID2
Selecteer “ID1” wanneer de AMP ID-archiefcode voor
de afstandsbediening is ingesteld op “00001”.
Selecteer “ID2” wanneer de AMP ID-archiefcode voor
de afstandsbediening is ingesteld op “00002”.
U moet de corresponderende AMP-archiefcode voor de
afstandsbediening instellen op de afstandsbediening
(zie bladzijde 87).
SP IMP. Luidspreker Impedantieniveau
8ΩMIN
Vo o r
Als u één set (A of B)
gebruikt, moet de
impedantie van elk van de
luidsprekers 8 of hoger
zijn.
Als u twee sets (A en B)
gebruikt, moet de
impedantie van elk van de
luidsprekers 16 of hoger
zijn.
*
Midden
De impedantie van elk van
de luidsprekers moet 8 of
hoger zijn.
Surround
Surround Achter
6MIN
Vo o r
Als u één set (A of B)
gebruikt, moet de
impedantie van elk van de
luidsprekers 4 of hoger
zijn.
Als u twee sets (A en B)
gebruikt, moet de
impedantie van elk van de
luidsprekers 8 of hoger
zijn.
Midden
De impedantie van elk van
de luidsprekers moet 6 of
hoger zijn.
Surround
Surround Achter
Opmerkingen
Opmerkingen
Opmerking
83 Nl
GEAVANCEERDE SETUP
Nederlands
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Afstandsbediening TUNER ID
REMOTE TUN
Hiermee stelt u het TUNER ID nummer van dit toestel in
voor herkenning van afstandsbedieningssignalen
(zie bladzijde 87).
Keuzes: ID1, ID2
Selecteer “ID1” wanneer de TUNER ID-archiefcode
voor de afstandsbediening is ingesteld op “81916”.
Selecteer “ID2” wanneer de TUNER ID-archiefcode
voor de afstandsbediening is ingesteld op “81917”.
U moet de corresponderende TUNER-archiefcode voor de
afstandsbediening instellen op de afstandsbediening
(zie bladzijde 87).
Afstemstap tuner TU
(Alleen voor Algemene modellen)
Hiermee kunt u de afstemstap van de tuner aanpassen aan
de ruimte tussen zendfrequenties in uw gebied.
Keuzes: AM10/FM100, AM9/FM50
Selecteer “AM10/FM100” voor Noord, Midden en
Zuid Amerika.
Selecteer “AM9/FM50” voor alle andere gebrieden.
Opmerking
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
84 Nl
Naast dit toestel kan de afstandsbediening ook andere audiovisuele componenten van YAMAHA en van andere
fabrikanten aansturen. Om uw TV of andere componenten te kunnen bedienen, moet u de juiste afstandsbedieningscodes
voor de diverse signaalbronnen instellen (zie bladzijde 86).
Bedienen van dit toestel
Zet de component-keuzeschakelaar op AMP om dit toestel
te bedienen.
*1
Deze toetsen bedienen altijd alleen dit toestel, ongeacht de
stand van de component-keuzeschakelaar.
*2
Deze toetsen bedienen dit toestel alleen wanneer de
component-keuzeschakelaar op AMP staat.
Bedienen van een TV
Zet de component-keuzeschakelaar op TV om uw TV te
bedienen. Om uw TV te kunnen bedienen moet u de juiste
afstandsbedieningscode instellen voor DTV/CBL of
(zie bladzijde 86). Wanneer u afstandsbedieningscodes
instelt voor zowel DTV/CBL als , wordt voorrang
gegeven aan de voor DTV/CBL ingestelde code.
*1
Deze toetsen bedienen altijd uw TV, ongeacht de stand van de
component-keuzeschakelaar.
*2
Deze toetsen bedienen uw TV alleen wanneer de component-
keuzeschakelaar op TV staat. Zie voor details de “Digitale TV/
Kabel TV” kolom op bladzijde 85.
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Bedienen van dit toestel, een TV of andere componenten
Opmerkingen
TV MUTE TV INPUT
MUTE
AMP
SOURCE
TV
MENUTITLE
SET MENU
LEVEL
DISPLAYRETURN
BAND
SRCH MODE
ON SCREENDAB MEMORY
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
REC
AUDIO
USB
NET RADIO
PC/MCX
STEREO
1
EFFECT
VOLUME
TV VOL TV CH
TRANSMITCODE SET
STANDBY
POWER
POWERPOWER
CD
AVTV
MULTI CH IN
SLEEP
CD-R
DVD DTV
MD
DOCK USB
CBL
NET
TUNER
V-AU X DV R
STANDARD
5
SPEAKERS
9
MUSIC
2
SELECT
6
ENHANCER
0
ENTERTAIN
3
EXTD SUR.
7
NIGHT
10
MOVIE
4
DIRECT ST.
8
STRAIGHT
ENT.
FREQ/TEXT EONSTARTPTY SEEKMODE
*1
*2
Opmerkingen
Afstandsbediening Digitale TV/ Kabel TV
TV POWER Hiermee schakelt u de stroom in of uit.
TV VOL +/–
Hiermee verhoogt of verlaagt u het
volume.
TV CH +/– Wijzigt het kanaalnummer.
TV MUTE
Deze toets schakelt de geluidsweergave
tijdelijk uit.
TV INPUT Wijzigt de signaalbron.
TV MUTE TV INPUT
MUTE
AMP
SOURCE
TV
MENUTITLE
SET MENU
LEVEL
DISPLAYRETURN
BAND
SRCH MODE
ON SCREENDAB MEMORY
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
REC
AUDIO
USB
NET RADIO
PC/MCX
STEREO
1
EFFECT
VOLUME
TV VOL TV CH
TRANSMITCODE SET
STANDBY
POWER
POWERPOWER
CD
AVTV
MULTI CH IN
SLEEP
CD-R
DVD DTV
MD
DOCK USB
CBL
NET
TUNER
V-AU X DV R
STANDARD
5
SPEAKERS
9
MUSIC
2
SELECT
6
ENHANCER
0
ENTERTAIN
3
EXTD SUR.
7
NIGHT
10
MOVIE
4
DIRECT ST.
8
STRAIGHT
ENT.
FREQ/TEXT EONSTARTPTY SEEKMODE
*1
*2
85 Nl
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Nederlands
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Bedienen van andere componenten
Zet de component-keuzeschakelaar op SOURCE om
andere componenten geselecteerd met de
ingangskeuzetoetsen, of de blanco toets rechts van
MD/CD-R te kunnen bedienen. U moet voor elke
signaalbron de juiste afstandsbedieningscode instellen (zie
bladzijde 86). De volgende tabel toont de functies van de
bedieningstoetsen voor het bedienen van andere
componenten die zijn toegewezen aan de
ingangskeuzetoetsen, en de blanco toets rechts van
MD/CD-R. Het is mogelijk dat sommige toetsen niet het
verwachte effect hebben op de geselecteerde component.
*1
Deze toets werkt alleen wanneer de originele afstandsbediening van de component in kwestie een POWER (aan/uit) toets heeft.
*2
Deze toetsen bedienen uw videorecorder of DVD-recorder alleen wanneer u de juiste afstandsbedieningscode instelt voor DVR (zie
bladzijde 86).
*3
Wanneer u deze toets gebruikt om opnamen te maken van een signaalbron, dient u deze tweemaal in te drukken om storingen te
voorkomen.
*4
Houd de toets ingedrukt om terug of vooruit te zoeken.
*5
Houd de toets ingedrukt om uw favoriete Internetradiozenders op te slaan via bladwijzers (zie bladzijde 97).
*6
Deze toetsen werken niet wanneer de Internetradio is geselecteerd als de sub-signaalbron voor NET/USB.
TV MUTE TV INPUT
MUTE
AMP
SOURCE
TV
STEREO
1
VOLUME
TV VOL TV CH
TRANSMITCODE SET
STANDBY
POWER
POWERPOWER
CD
AVTV
MULTI CH IN
SLEEP
CD-R
DVD DTV
MD
DOCK USB
CBL
NET
TUNER
V-A UX D VR
MUSIC
2
ENTERTAIN
3
MOVIE
4
UU
U
MENUTITLE
SET MENU
LEVEL
DISPLAYRETURN
BAND
SRCH MODE
ON SCREENDAB MEMORY
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
REC
AUDIO
USB
NET RADIO
PC/MCX
STEREO
1
EFFECT
STANDARD
5
SPEAKERS
9
MUSIC
2
SELECT
6
ENHANCER
0
ENTERTAIN
3
EXTD SUR.
7
NIGHT
10
MOVIE
4
DIRECT ST.
8
STRAIGHT
ENT.
FREQ/TEXT EONSTARTPTY SEEKMODE
2
3
4
7
9
5
6
8
1
Afstandsbediening
DVD-speler/
recorder
Videorecorder
Digitale TV/
Kabel TV
LD/CD-speler
MD/CD-
recorder
Tuner
iPod
®
PC/MCX-2000/
Internetradio/
USB
1 AV POWER
Aan/uit *1 Aan/uit *1 Aan/uit *2 Aan/uit *1 Aan/uit *1
2 1-9, 0, +10
Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen
Voorkeuzezenders
(1-8)
3 TITLE
Titel Band Bladwijzer *5
4 PRESET/CH
u
Hoger
VCR volgende
kanaal
Hoger
Volgende
voorkeuzezender
(1-8)
Hoger Hoger
PRESET/CH
d
Lager
VCR vorige
kanaal
Lager
Vo r i g e
voorkeuzezender
(1-8)
Lager Lager
A/B/C/D/E j Links Links
Vorige
voorkeuzezender
(A-E)
Vorige menu Vorige menu
A/B/C/D/E i Rechts Rechts
Volgende
voorkeuzezender
(A-E)
Volgende menu Volgende menu
ENTER Enter Enter Volgende menu Volgende menu
5 RETURN
Terug Terug
6 REC
Disc overslaan
(speler)
Rec (opname) *3
Rec *3 Rec *2*3
Disc overslaan
(CD-speler)
Rec *3
Selecteer
PC/MCX
p Weergave Weergave Weergave *2 Weergave Weergave Weergave Weergave
w Terug zoeken Terug zoeken
Terug zoeken *2
Terug zoeken Terug zoeken
Terug zoeken *4
Selecteer NET
RADIO
f Vooruit zoeken Vooruit zoeken
Vooruit zoeken *2
Vooruit zoeken Vooruit zoeken
Vooruit zoeken *4
Selecteer USB
AUDIO Audio Audio Audio *2
Geluid
(LD-speler)
e Pauze Pauze Pauze *2 Pauze Pauze Pauze
b Terug springen Terug springen
Terug springen *2
Terug springen Terug springen Terug springen
Terug springen *6
a
Vooruit
springen
Vooruit
springen
Vooruit
springen *2
Vooruit
springen
Vooruit
springen
Vooruit
springen
Vooruit
springen *6
s Stop Stop Stop *2 Stop Stop Stop Stop
7 ENT.
Titel/Index Enter Enter
Hoofdstuk/Tijd
(LD-speler)
Index (CD-speler)
Index
8 MENU
Menu Menu Vorige menu Vorige menu
9 DISPLAY
Display Display Display Display Display Display Display
Opmerkingen
86 Nl
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Om uw TV of andere componenten te kunnen bedienen,
moet u de juiste afstandsbedieningscodes voor de diverse
signaalbronnen instellen. Raadpleeg de “LIJST MET
AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van
deze handleiding voor een complete lijst met de
beschikbare afstandsbedieningscodes.
De volgende tabel toont de standaard ingestelde
component in de “Archief (componentencategorie)”
kolom en de afstandsbedieningscode voor elk van de
signaalbronnen.
Standaardinstellingen afstandsbedieningscodes
Het is mogelijk dat u uw specifieke YAMAHA component niet
kunt bedienen, ook al is er een YAMAHA
afstandsbedieningscode voorgeprogrammeerd. Probeer in een
dergelijk geval een andere YAMAHA afstandsbedieningscode in
te stellen.
y
De blanco toets is de toets rechts naast MD/CD-R.
1 Druk op een ingangskeuzetoets, op of op
de blanco toets rechts van MD/CD-R om de
component die u wilt instellen te selecteren.
2 Druk met een balpen of iets dergelijks CODE
SET in.
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening
knippert twee keer.
3 Voer met de cijfertoetsen (0 t/m 9) de vijf
cijfers van de afstandsbedieningscode voor
de component in kwestie in.
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening
knippert twee keer, waarna de
afstandsbedieningscode voor de geselecteerde
component zal zijn ingesteld.
y
Om een eerder voor de geselecteerde component ingestelde
afstandsbedieningscode te wissen, dient u code “9980” in te
voeren.
Als er meerdere codes zijn voor de fabrikant van uw
component, probeer ze dan één voor één tot u de juiste
gevonden heeft.
Als u bij stap 3 niet binnen 30 seconden op een toets drukt, zal
de insteprocedure worden geannuleerd. Herhaal in een dergelijk
geval de instelprocedure.
Instellen van
afstandsbedieningscodes
Signaalbron
Archief
Componenten
(categorie)
Fabrikant
Standaard
code
CD CD YAMAHA 61907
MD/CD-R MD YAMAHA 70888
DVD DVD YAMAHA 40539
DTV/CBL
TUNER TUNER YAMAHA 81916
V-AUX /
DOCK
OTHER AUDIO
ACCESSORIES
(iPod)
YAMAHA 81981
DVR DVR YAMAHA 51544
NET/USB
OTHER AUDIO
ACCESSORIES
(NET/USB)
YAMAHA 81982
––
Blanco toets
TAPE YAMAHA 70524
Opmerking
Opmerkingen
CD
MULTI CH IN
SLEEP
CD-R
DVD DTV
MD
DOCK USB
CBL
NET
TUNER
V-AUX DVR
TRANSMIT
CODE SET
Knippert
STEREO
1
EFFECT
STANDARD
5
SPEAKERS
9
MUSIC
2
SELECT
6
ENHANCER
0
ENTERTAIN
3
EXTD SUR.
7
NIGHT
10
MOVIE
4
DIRECT ST.
8
STRAIGHT
ENT.
TRANSMIT
Knippert
87 Nl
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Nederlands
GEAVANCEERDE
BEDIENING
U kunt verschillende YAMAHA receivers of versterkers in
dezelfde ruimte tegelijkertijd bedienen met de
meegeleverde afstandsbediening. Stel de juiste
archiefcode in om de gewenste component te selecteren en
te bedienen met de meegeleverde afstandsbediening.
Instellen van AMP ID archiefcodes voor
de afstandsbediening
Selecteer één van de volgende codes om de AMP ID
archiefcode van de afstandsbediening voor de component
die u wilt gebruiken in te stellen.
1 Druk met een balpen of iets dergelijks CODE
SET in.
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening
knippert twee keer.
2 Gebruik de cijfertoetsen om de code “00001”
of “00002” in te voeren.
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening
knippert twee keer, waarna de AMP ID archiefcode
zal zijn ingesteld.
*1
Instelling van de afstandsbediening
*2
Instelling van dit toestel (zie bladzijde 82)
U moet de corresponderende AMP ID-archiefcode voor de
dit toestel instellen via de uitgebreide setup
(zie bladzijde 82).
Wanneer u verschillende YAMAHA receivers/versterkers
gebruikt is het mogelijk dat u de andere componenten ook
bedient met de standaardcode voor de afstandsbediening.
Stel in een dergelijk geval één vd alternatieve codes in om
dit toestel apart te kunnen bedienen.
Instellen van TUNER ID archiefcodes
voor de afstandsbediening
Selecteer één van de volgende codes om de TUNER ID
archiefcode van de afstandsbediening voor de component
die u wilt gebruiken in te stellen.
1 Druk op TUNER om de “TUNER” (radio) als
signaalbron te selecteren.
2 Druk met een balpen of iets dergelijks CODE
SET in.
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening
knippert twee keer.
3 Gebruik de cijfertoetsen om de code “81916”
of “81917” in te voeren.
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening
knippert twee keer, waarna de TUNER ID
archiefcode zal zijn ingesteld.
*1
Instelling van de afstandsbediening
*2
Instelling van dit toestel (zie bladzijde 83)
U moet de corresponderende TUNER ID-archiefcode voor
de dit toestel instellen via de uitgebreide setup
(zie bladzijde 83).
Wanneer u verschillende YAMAHA receivers/versterkers
gebruikt is het mogelijk dat u de andere componenten ook
bedient met de standaardcode voor de afstandsbediening.
Stel in een dergelijk geval één vd alternatieve codes in om
dit toestel apart te kunnen bedienen.
Instellen van archiefcodes
AMP ID
archiefcode *1
Functie
Afstandsbediening
AMP ID *2
00001
(begininstelling)
Bedienen van het toestel
met de standaardcode.
ID1
(begininstelling)
00002
Om het toestel te
gebruiken met een
alternatieve code.
ID2
Opmerkingen
TRANSMIT
CODE SET
Knippert
STEREO
1
EFFECT
STANDARD
5
SPEAKERS
9
MUSIC
2
SELECT
6
ENHANCER
0
ENTERTAIN
3
EXTD SUR.
7
NIGHT
10
MOVIE
4
DIRECT ST.
8
STRAIGHT
ENT.
TRANSMIT
Knippert
TUNER ID
archiefcode *1
Functie
Afstandsbediening
TUNER ID *2
81916
(begininstelling)
Bedienen van het toestel
met de standaardcode.
ID1
(begininstelling)
81917
Om het toestel te
gebruiken met een
alternatieve code.
ID2
Opmerkingen
TUNER
TRANSMIT
CODE SET
Knippert
STEREO
1
EFFECT
STANDARD
5
SPEAKERS
9
MUSIC
2
SELECT
6
ENHANCER
0
ENTERTAIN
3
EXTD SUR.
7
NIGHT
10
MOVIE
4
DIRECT ST.
8
STRAIGHT
ENT.
TRANSMIT
Knippert
88 Nl
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Met deze functie kunt u alle eerder ingestelde
afstandsbedieningscodes terugzetten op de
fabrieksinstellingen.
1 Druk met een balpen of iets dergelijks CODE
SET in.
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening
knippert twee keer.
2 Gebruik de cijfertoetsen om de code “9981”
in te voeren.
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening
knippert twee keer, waarna alle eerder ingestelde
afstandsbedieningscodes zullen worden gewist en
teruggezet op de fabrieksinstellingen.
y
Als u na stap 2 niet binnen 30 seconden op een toets drukt,
zal het wissen worden geannuleerd. Herhaal in een dergelijk
geval de procedure voor het wissen.
Terugzetten van alle
afstandsbedieningscodes
TRANSMIT
CODE SET
Knippert
STEREO
1
EFFECT
STANDARD
5
SPEAKERS
9
MUSIC
2
SELECT
6
ENHANCER
0
ENTERTAIN
3
EXTD SUR.
7
NIGHT
10
MOVIE
4
DIRECT ST.
8
STRAIGHT
ENT.
TRANSMIT
Knippert
GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE)
89 Nl
Nederlands
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Dit toestel stelt u in staat uw audiosysteem in meerdere ruimten (multi-zone) te gebruiken. De Zone 2 functie maakt het
mogelijk dit toestel zo in te stellen dat er verschillende signaalbronnen worden weergegeven in de belangrijkste
luisterruimte en in een tweede ruimte (Zone 2). Met de meegeleverde afstandsbediening kunt u dit toestel ook vanuit de
andere ruimte bedienen.
Om ook in een andere ruimte gebruik te kunnen maken van dit toestel heeft u de volgende extra apparatuur nodig:
Een infrarood ontvanger in de tweede ruimte.
Een infrarood zender in de eerste ruimte. Deze zender brengt de infraroodsignalen van de afstandsbediening in de
tweede ruimte over naar de eerste ruimte (naar een CD-speler of DVD-speler, bijvoorbeeld).
Een versterker en luidsprekers in de tweede ruimte.
y
Omdat er allerlei manieren zijn waarop dit toestel aangesloten en gebruikt kan worden in een installatie met weergave in meerdere
ruimten, raden we u aan uw dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of service-centrum te raadplegen omtrent de Zone 2
aansluitingen die het best zouden voldoen aan uw wensen.
Sommige YAMAHA modellen kunnen direct worden verbonden met de REMOTE aansluitingen van dit toestel. Als u een dergelijk
product heeft, is het mogelijk dat u geen infraroodzender nodig heeft. Er kunnen maximaal 6 YAMAHA componenten worden
aangesloten op de hieronder aangegeven manier.
Gebruik in meerdere ruimten en Zone 2 aansluitingen
Wanneer u de eerste ruimte niet hoeft te gebruiken, kunt u deze met MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel uitschakelen.
Om onverwacht lawaai te voorkomen mag u IN GEEN GEVAL de Zone 2 functie gebruiken met DTS gecodeerde CD’s.
GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE)
Er kunnen alleen analoge signalen gebruikt worden in de tweede ruimte (zone). Een signaalbron waarnaar u ook in de
tweede ruimte wilt kunnen luisteren moet via de analoge AUDIO IN ingangsaansluitingen op dit toestel zijn
aangesloten.
Aansluiten Zone 2
Opmerkingen
REMOTE OUTREMOTE OUTREMOTE OUT REMOTE OUT
REMOTE INREMOTE INREMOTE IN
REMOTE IN
Dit toestel
YAMAHA
component
YAMAH A
component
Infraroodontvanger
REMOTE OUT
AUDIO IN
VIDEO IN
MONITOR OUT
SP OUT
REMOTE IN
ZONE 2 OUTPUT
MAIN ZONE
ZONE 2
Infraroodzender
DVD-speler
Versterker
Afstandsbediening
Infraroodontvanger
Tweede ruimteEerste ruimte
Dit toestel
90 Nl
GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE)
U kunt Zone 2 selecteren en bedienen met de
bedieningstoetsen op het voorpaneel of op de
afstandsbediening. De beschikbare mogelijkheden zijn als
volgt:
Selecteren van de signaalbron voor Zone 2
Afstemmen op FM of AM wanneer “TUNER” is
geselecteerd als de signaalbron voor Zone 2
(zie bladzijde 46)
U kunt luisteren naar de muziek op uw iPod indien
deze is geplaatst in een YAMAHA iPod univereel dock
(zoals de los verkrijgbare YDS-10) verbonden met de
DOCK aansluiting van dit toestel, en met “V-AUX”
geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 92)
y
Het volume en de toonweergave kunnen niet worden geregeld
voor Zone 2. Regel het volume met de regelaar op de versterker in
Zone 2.
U moet elk van deze stappen afronden terwijl de ZONE2
indicator knippert op het display op het voorpaneel. Doet u dat
niet, dan zal de Zone 2 functie automatisch worden geannuleerd
en keert het toestel terug naar de normale gebruiksfunctie.
Herhaal in een dergelijk geval de Zone 2 instelprocedure.
De Zone 2 bediening werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF
op het voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
Bediening Zone 2 via het voorpaneel
1 Kies ZONE 2 ON/OFF om Zone 2 in te
schakelen.
y
ZONE 2 ON/OFF werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF
op het voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
2 Druk op ZONE CONTROL om Zone 2 te
kunnen bedienen.
De ZONE2 indicator knippert ongeveer 5 seconden
lang op het display op het voorpaneel.
3 Verdraai INPUT om de gewenste signaalbron
te selecteren terwijl de ZONE2 indicator
knippert op het display op het voorpaneel.
4 Druk op ZONE 2 ON/OFF om Zone 2 uit
(standby) te zetten.
Bediening Zone 2
Opmerkingen
ZONE 2
ON/OFF
ZONE
CONTROL
ZONE2
Knippert
INPUT
ZONE 2
ON/OFF
91 Nl
GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE)
Nederlands
GEAVANCEERDE
BEDIENING
De afstandsbediening in de stand voor
Zone 2 zetten
De afstandsbediening staat oorspronkelijk in de stand voor de
bediening van de eerste ruimte. Om Zone 2 te kunnen bedienen
met de afstandsbediening, moet eerst de afstandsbediening in de
stand voor Zone 2 zetten.
1 Druk met een balpen of iets dergelijks CODE
SET in.
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening
knippert twee keer.
2 Gebruik de cijfertoetsen om de code “9992”
in te voeren.
Bediening Zone 2 via de
afstandsbediening
De afstandsbediening staat oorspronkelijk in de stand voor de
eerste ruimte en de TRANSMIT indicator op de
afstandsbediening is uit wanneer de afstandsbediening in de
stand voor de eerste ruimte staat.
Wanneer de afstandsbediening in de stand voor Zone 2 staat,
kunt u de POWER, STANDBY, MUTE en de
ingangskeuzetoetsen gebruiken voor de bediening van Zone 2.
De andere toetsen van de afstandsbediening blijven echter
gereserveerd voor de bediening van de eerste ruimte.
De afstandsbediening gaat in de volgende gevakkeb
automatisch uit de stand voor Zone 2:
wanneer u niet binnen 10 seconden nadat u de
afstandsbediening op Zone 2 heeft gezet een handeling
uitvoert.
wanneer u op de afstandsbediening op een andere toets dan
POWER, STANDBY, MUTE of de ingangskeuzetoetsen
drukt.
1 Houd POWER of STANDBY ingedrukt en druk
dan op om de afstandsbediening in de
Zone 2 stand te zetten.
Druk op POWER wanneer de eerste ruimte is
ingeschakeld.
Druk op STANDBY wanneer de eerste ruimte is
uitgeschakeld.
De TRANSMIT indicator op de afstandsbediening
licht op wanneer de afstandsbediening in de Zone 2
stand wordt gezet.
2 Kies POWER om Zone 2 in te schakelen.
3 Druk op één van de ingangskeuzetoetsen om
de gewenste signaalbron voor Zone 2 te
selecteren.
y
Om de geluidsweergave in Zone 2 tijdelijk uit te schakelen,
dient u op de afstandsbediening op MUTE te drukken. Druk
nog eens op MUTE om de geluidsweergave in Zone 2 te
hervatten.
4 Druk op STANDBY om Zone 2 uit (standby) te
zetten.
Opmerking
Opmerkingen
TRANSMIT
CODE SET
Knippert
STEREO
1
EFFECT
STANDARD
5
SPEAKERS
9
MUSIC
2
SELECT
6
ENHANCER
0
ENTERTAIN
3
EXTD SUR.
7
NIGHT
10
MOVIE
4
DIRECT ST.
8
STRAIGHT
ENT.
TRANSMIT
Knippert
TRANSMIT
POWER
Licht op
Houd
ingedrukt
STANDBY
of
POWER
CD
MULTI CH IN
SLEEP
CD-R
DVD DTV
MD
DOCK USB
CBL
NET
TUNER
V-AUX DVR
MUTE
STANDBY
GEBRUIKEN VAN EEN IPOD®
92 Nl
Wanneer uw iPod is geplaatst in een YAMAHA iPod univereel dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10) verbonden met
de DOCK aansluiting van dit toestel (zie bladzijde 22), kunt met de meegeleverde afstandsbediening de weergave van uw
iPod regelen. U kunt de Compressed Music Enhancer functie van dit toestel gebruiken om de geluidskwaliteit van
gecomprimeerde digitale audiobestanden (zoals MP3) op uw iPod te verbeteren (zie bladzijde 37).
Alleen iPod apparatuur met een iPod (Click and Wheel), iPod nano en iPod mini worden ondersteund.
Afhankelijk van het model of de softwareversie van uw iPod is het mogelijk dat sommige functies daarmee niet compatibel zijn.
y
Voor een commplete lijst met afstandsbedieningsfuncties voor uw iPod, verwijzen we u naar de “iPod” kolom onder “Bedienen van
andere componenten” op bladzijde 85.
Voor een complete lijst met statusmeldingen die op het display op het voorpaneel en het in-beeld display kunnen verschijnen verwijzen
we u naar het “iPod” gedeelte in het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” op bladzijde 104.
U kunt uw iPod gebruiken wanneer “V-AUX” is
geselecteerd als signaalbron. U kunt uw iPod bedienen via
het in-beeld display van dit toestel (menufunctie) of
zonder dit hulpmiddel (eenvoudige
afstandsbedieningsfunctie).
Bedienen van een iPod met de
eenvoudige afstandsbedieningsfunctie
U kunt de basisfuncties van uw iPod (weergave, stop,
overslaan enz.) uitvoeren met de meegeleverde
afstandsbediening, zonder gebruik te maken van het in-
beeld display van dit toestel.
y
U kunt de op uw iPod opgeslagen foto’s of videoclips bekijken.
U kunt de bediening ook uitvoeren met de bedieningsorganen
op uw iPod.
Bedienen van een iPod met de
menufunctie
U kunt de meer geavanceerde functies van uw iPod
uitvoeren met de meegeleverde afstandsbediening met
behulp van het in-beeld display van dit toestel. De naam
van het weergegeven muziekstuk zal op het display op het
voorpaneel worden weergegeven in overeenstemming met
de “FL SCROLL” instelling in het “OPTION MENU” (zie
bladzijde 79). U kunt via het in-beeld display ook door de
muziekstukken op uw iPod bladeren. U kunt bovendien
instellingen voor uw iPod aanpassen aan uw persoonlijke
voorkeuren.
U kunt de bediening niet uitvoeren met de bedieningsorganen
op uw iPod.
Het YAMAHA logo zal verschijnen op het display van uw iPod.
Sommige tekens kunnen niet worden weergegeven op het
display op het voorpaneel of in het in-beeld display van dit
toestel. Dergelijke tekens worden vervangen door een “_”
(onderstreping).
De “Setup” parameters kunnen alleen worden gewijzigd via het
in-beeld display. Druk op ENTER op de afstandsbediening om
heen en weer te schakelen tussen de “Setup” instellingen.
U kunt niet met het in-beeld display bladeren door eventueel op
uw iPod opgeslagen foto’s of videoclips. U moet in plaats
daarvan de bedieningsorganen op uw iPod gebruiken om de
gewenste foto of videoclip te selecteren.
GEBRUIKEN VAN EEN iPod
®
Opmerkingen
iPod bediening
Opmerkingen
93 Nl
GEBRUIKEN VAN EEN iPod®
Nederlands
GEAVANCEERDE
BEDIENING
1 Druk op DISPLAY op de afstandsbediening.
Het volgende scherm zal op het in-beeld display
verschijnen.
2 Druk op u / d / j / i op de afstandsbediening
om het iPod menu te bedienen en druk
vervolgens op ENTER om het geselecteerde
muziekstuk weer te laten geven.
Keuzes: Playlists (speellijsten), Artists (artiesten),
Albums (albums), Songs (songs), Genres
(genres), Composers (componisten)
Playlists > Songs
Artists > Albums > Songs
Albums > Songs
Songs
Genres > Artists > Albums > Songs
Composers > Albums > Songs
Setup > Shuffle, Repeat
Willekeurige weergave Shuffle
Met deze functie kunt u dit toestel muziekstukken of
albums in willekeurige volgorde laten weergeven.
Keuzes: Off, Songs, Albums
Selecteer “Off ” om deze functie uit te schakelen.
Selecteer “Songs” om dit toestel muziekstukken in
willekeurige volgorde te laten weergeven.
Selecteer “Albums” om dit toestel albums in
willekeurige volgorde te laten weergeven.
Wanneer “Shuffle” op een andere instelling dan “Off ” staat, zal
de letter “S” oplichten in de rechter bovenhoek terwijl de
muziekstukken of albums in willekeurige volgorde worden
weergegeven.
Herhaalde weergave Repeat
Met deze functie kunt u dit toestel een muziekstuk of een
reeks muziekstukken laten herhalen.
Keuzes: Off, One, All
Selecteer “Off ” om deze functie uit te schakelen.
Selecteer “One” om dit toestel één muziekstuk te laten
herhalen.
Selecteer “All” om dit toestel een reeks muziekstukken
te laten herhalen.
Wanneer “Repeat” op een andere instelling dan “Off ” staat, zal de
letter “R” oplichten in de rechter bovenhoek terwijl het
muziekstuk of de muziekstukken worden herhaald.
>
>
>
>
>
>
>
Playlists
Artists
Albums
Songs
Genres
Composers
Setup
iPod Top
DISPLAY
ON SCREEN
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
Opmerking
Opmerking
GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB FUNCTIES
94 Nl
Dit toestel is uitgerust met netwerk en USB functies die u in staat stellen te luisteren naar WAV (uitsluitend PCM
formaat), MP3 en WMA bestanden die zijn opgeslagen op uw PC, YAMAHA MCX-2000, USB geheugenapparatuur of
draagbare USB audiospeler, en die u toegang geven tot Internetradio.
De YAMAHA MCX-2000 is mogelijk niet verkrijgbaar in bepaalde locaties.
Voor verdere details over netwerkaansluitingen dient u tevens de handleidingen van uw netwerkapparatuur te raadplegen. Raadpleeg
indien nodig ook technische referentiewerken.
Het is mogelijk dat sommige WAV, MP3 en WMA bestanden niet weergegeven kunnen worden of veel ruis of storing bevatten.
y
Voor een commplete lijst met afstandsbedieningsfuncties voor de netwerk en USB functies verwijzen we u naar de “PC/MCX-2000/
Internetradio/USB” kolom in “Bedienen van andere componenten” op bladzijde 85.
Voor een complete lijst met statusmeldingen die op het display op het voorpaneel en het in-beeld display kunnen verschijnen verwijzen
we u naar het “Netwerk en USB” gedeelte in het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” op bladzijde 105.
Het volgende schema laat de opbouw van het netwerk en USB menu zien.
*
Alleen de beschikbare PC servers en MCX-2000 apparaten worden getoond.
GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB FUNCTIES
Opmerkingen
Uw weg vinden in de netwerk en USB menu’s
Opmerking
NET/USB
PC/MusicCAST
(MCX-2000)
Artists
Albums
Songs
Genres
Popular Stations
New Stations
USB
Recall Play
Server* Playlists
Internet Radio
Bestanden/Mappen
Help
Locations
Podcasts
Bookmarks
Genres
Selecteren van een muziekstuk via een speellijst.
Laat dit toestel de weergave oproepen van een MCX-2000 of andere cliënt.
Raadpleeg voor details de handleiding van de MCX-2000.
Selecteren van een muziekstuk op genre. Bovendien kunt u voor een
bepaald genre ook een album selecteren (alleen voor de MCX-2000).
Selecteren van een muziekstuk op album.
Selecteren van een muziekstuk op artiest. Bovendien kunt u voor een
bepaalde artiest ook een album selecteren (alleen voor de MCX-2000).
Selecteren van een Internetradiozender die is opgenomen in de lijst met “Bookmarks”
(zie bladzijde 97).
Selecteren van een Internetradiozender of een Podcast dienst op locatie.
Zendt stembegeleiding uit over diverse onderwerpen met betrekking tot de gerelateerde
Internetservice.
Selecteren van een bestand door het bladeren door mappen.
Selecteren van een Internetradiozender of een Podcast dienst op genre.
Selecteren van een Internetradiozender uit zenders die zojuist met een programma begonnen
zijn.
Selecteren van een Internetradiozender uit een lijst met populaire zenders.
Selecteren van een Podcast dienst op locatie of genre.
Direct selecteren van een muziekstuk.
95 Nl
GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB FUNCTIES
Nederlands
GEAVANCEERDE
BEDIENING
De volgende procedure laat de basisstappen zien voor het
navigeren, het bladeren, door de netwerk en USB menu’s.
Zie de bladzijden 96 en 97 voor details over elke sub-
signaalbron.
“Please wait” kan verschijnen wanneer de communicatie tijd kost.
Dit duidt niet op een storing aan uw systeem. U zult gewoon even
geduld moeten oefenen.
1 Zet de component-keuzeschakelaar op
SOURCE en druk vervolgens op NET/USB op
de afstandsbediening om “NET/USB” als
signaalbron te selecteren.
De cursor links van de NET/USB indicator zal
oplichten op het display op het voorpaneel en het
eerder weergegeven materiaal voor de
corresponderende su-signaalbron voor NET/USB zal
automatisch worden weergegeven.
2 Druk op MENU op de afstandsbediening om
het NET/USB hoofdmenu weer te laten
geven.
Het volgende scherm zal op het in-beeld display
verschijnen.
Als er een ander scherm op het in-beeld display
verschijnt, dient u net zo vaak op MENU op de
afstandsbediening te drukken tot het NET/USB
hoofdmenu verschijnt.
3 Druk op u / d om de gewenste sub-
signaalbron te selecteren en druk vervolgens
op i of ENTER.
y
U kunt de gewenste sub-signaalbron ook selecteren door op
de corresponderende toets op de afstandsbediening te
drukken (zie bladzijde 7).
4 Druk op u / d / j / i op de afstandsbediening
om het gewenste muziekstuk of de gewenste
Internetradiozender te selecteren.
Druk op u / d om het gewenste menu te
selecteren.
Druk op i om het gewenste menu te openen.
Druk op j om terug te keren naar het vorige
menuniveau.
y
•“i” in de rechter hoek van een menuregel geeft aan dat er
een submenu beschikbaar is op het volgende menuniveau.
U kunt op ENTER of MENU drukken om het
geselecteerde menu te openen of om terug te keren naar
het vorige menuniveau.
5 Druk op ENTER om het geselecteerde
muziekstuk weer te laten geven of om te
luisteren naar de geselecteerde zender.
Opmerking
USB
NET
DVR DVD CD
V-AUX DTV/CBL
MD/CD-R
TUNER
p
NET
USB
VOLUME
A
SP
dB
LR
PC/MCX
AMP
SOURCE
TV
Licht op
>
>
>
PC/MusicCAST
Internet Radio
USB
1/3
NET/USB Top
MENU
SET MENU
SRCH MODE
96 Nl
GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB FUNCTIES
Gebruik deze functie om te luisteren naar
muziekbestanden die zijn opgeslagen op uw PC of
YAMAHA MCX-2000. De MCX-2000 is een
muziekserver die het concept volgt van YAMAHA’s
exclusieve MusicCAST, een digitaal muzieksysteem voor
weergave via een persoonlijk netwerk.
1 Installeer Windows Media Connect 2.0 op uw
PC, of registreer dit toestel op uw YAMAHA
MCX-2000.
Raadpleeg “Installeren van Windows Media
Connect 2.0 op uw PC” op bladzijde 96 en
“Registreren van dit toestel op de YAMAHA
MCX-2000” op bladzijde 97.
Deze procedure hoeft u alleen de eerste keer uit te
voeren.
2 Zet uw PC of MCX-2000 aan.
De PC server of MCX-2000 wordt toegevoegd aan de
serverlijst op het submenu van PC/MusicCAST.
3 Selecteer de gewenste server or MusicCAST
om de weergave te laten beginnen.
De YAMAHA MCX-2000 is mogelijk niet verkrijgbaar in
bepaalde locaties.
U kunt dit toestel aansluiten op maximaal 4 PC servers en op 1
MCX-2000 en elke server moet zijn aangesloten op hetzelfde
subnet als dit toestel.
Het is mogelijk dat sommige WAV, MP3 en WMA bestanden op
uw PC niet weergegeven kunnen worden of veel ruis of storing
bevatten.
(Alleen voor de MCX-2000) Bestanden met een asterisk (*) zijn
niet omgezet naar MP3 formaat. U kunt dergelijke bestanden
niet onmiddellijk afspelen, behalve wanneer u de “Receive
PCM Stream” instelling voor dit toestel instelt op “ON” op
MCX-2000. Raadpleeg voor details de handleiding van de
MCX-2000.
y
Terwijl er een muziekstuk wordt weergegeven, zal de verstreken
tijd onderaan het in-beeld display worden aangegeven.
U kunt met b / a vooruit/terug springen en met h / s
de weergave starten/stoppen, onafhankelijk van het menu in het
in-beeld display.
U kunt de instellingen voor herhaalde en willekeurige weergave
bepalen via de “PLAY STYLE” parameters in het “NET/USB
MENU” (zie bladzijde 77).
U kunt instellen of de bedieningsstatus doorlopend over het
display op het voorpaneel moet lopen of maar één keer en
vervolgens alleen moet worden aangeduid met de eerste 14
tekens via de “FL SCROLL” instelling in het “OPTION
MENU” (zie bladzijde 79).
Installeren van Windows Media Connect
2.0 op uw PC
Met Windows Media Connect 2.0 kunt u de op uw PC
opgeslagen audiobestanden weergeven. Raadpleeg voor
details de documentatie van Windows Media Connect 2.0.
1 Installeer Windows Media Connect 2.0 op uw
PC.
U kunt het installatieprogramma voor Windows
Media Connect 2.0 downloaden van de Microsoft
website.
2 Zet uw PC aan en deel een map op de PC met
anderen.
De 'gedeelde' map wordt toegevoegd aan de
serverlijst op het submenu van PC/MusicCAST.
Het is mogelijk dat bepaalde beveiligingssoftware op uw PC
(antivirussoftware, firewall enz.) de toegang van dit toestel tot
uw PC blokkeert. Maak in een dergelijk geval de juiste
instellingen in de betreffende beveiligingssoftware.
Als u een PC gebruikt met Windows XP Professional en de PC
inlogt op een domein, is het mogelijk dat u geen verbinding zult
kunnen krijgen met de PC server. Log in een dergelijk geval in
op de lokale machine in plaats van het domein.
Gebruiken van een PC server of
YAMAHA MCX-2000
Opmerkingen
Opmerkingen
97 Nl
GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB FUNCTIES
Nederlands
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Registreren van dit toestel op de
YAMAHA MCX-2000
U moet dit toestel registreren op uw YAMAHA
MCX-2000 zodat dit toestel kan worden herkend door uw
YAMAHA MCX-2000. Raadpleeg voor details de
handleiding van uw YAMAHA MCX-2000.
1 Zet dit toestel uit.
2 Zet uw YAMAHA MCX-2000 in de “Auto
Config” stand.
3 Zet dit toestel aan.
De MCX-2000 wordt toegevoegd aan de serverlijst
op het submenu van PC/MCX.
De cliënt ID van dit toestel verschijnt in het in-
beeld display van uw YAMAHA MCX-2000
(als CL-XXXXX), en hiermee is de automatische
configuratieprocedure ten einde.
Het laatste deel van de cliënt ID van dit toestel is hetzelfde als
de laatste 5 cijfers van het MAC adres van dit toestel. Voor
details over het MAC adres, zie bladzijde 78.
Om de geregistreerde cliënt ID van dit toestel te wissen dient u
de “Manual Config” stand van uw YAMAHA MCX-2000 te
gebruiken (raadpleeg de handleiding van uw MCX-2000) en de
“N-RESET” instelling in het geavanceerde instellingenmenu
van dit toestel op “RESET” te zetten (zie bladzijde 82).
De cliënt bedieningsfuncties van MusicCAST zijn niet
beschikbaar met betrekking tot dit toestel, met uitzondering van
“View Play Info”, “Receive PCM Stream” en “Edit Client title”.
Vermijd het gebruik van deze functies, want deze zullen de
weergave op dit toestel stoppen.
Gebruik deze functie om naar Internetradiozenders te
luisteren. Dit toestel maakt gebruik van de vTuner service
voor Internetradiozenders, speciaal aangepast voor dit
toestel, met een database van meer dan 2000 radiozenders.
Bovendien kunt u uw favoriete zenders opslaan door
middel van ‘bladwijzers’.
Deze service kan zonder kennisgeving worden opgeheven.
Het is mogelijk dat sommige Internetradiozenders niet kunnen
worden weergegeven, ook al worden ze geselecteerd in het NET
RADIO menu.
Om naar de Internetradio te kunnen luisteren, moet dit toestel
aangesloten zijn op uw netwerk (zie bladzijde 23).
Een smalband internetverbinding (bijv. 56K modem, ISDN) zal
geen goede resultaten opleveren en daarom bevelen we een
breedbandaansluiting aan (bijv. een kabelmodem, xDSL
modem, enz.). Neem voor gedetailleerde informatie hieromtrent
contact op met uw internet service-provider.
y
U kunt met h / s de weergave starten/stoppen, onafhankelijk
van het menu in het in-beeld display.
Een “Podcast” is een soort Internetradioprogramma en er zijn
een aantal Podcast programma's beschikbaar op het Internet.
Een Podcast is geen doorlopende voorstelling. Dat wil zeggen
dat dit toestel de weergave zal stoppen wanneer de Podcast is
afgelopen.
Het is mogelijk dat bepaalde beveligingsvoorzieningen (zoals
een firewall) de toegang van dit toestel tot Internetradiozenders
blokkeert. Maak in een dergelijk geval de juiste
beveligingsinstellingen.
Opslaan van uw favoriete
Internetradiozenders met behulp van
bladwijzers
Gebruik deze functie om snel uw favoriete
Internetradiozender op te kunnen zoeken.
Houd TITLE op de afstandsbediening ingedrukt
terwijl u luistert naar de gewenste
Internetradiozender.
De opgeslagen Internetradiozender wordt toegevoegd aan
de “Bookmarks” lijst (zie bladzijde 94).
y
Om een opgeslagen zender te verwijderen van de lijst, dient u dit
item te selecteren in het eerste niveau van de “Bookmarks” lijst
en dan op de afstandsbediening TITLE ingedrukt te houden.
Opmerkingen
Gebruiken van de Internetradio
Opmerkingen
98 Nl
GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB FUNCTIES
Gebruik deze functie om te kunnen luisteren naar WAV
(alleen PCM formaat), MP3 en WMA bestanden op USB
geheugenapparatuur of draagbare USB audiospelers die
zijn aangesloten op de USB poort op het voorpaneel van
dit toestel.
Dit toestel biedt ondersteuning voor USB massa-
opslagapparaten die gebruik maken van FAT 16 of FAT 32.
Alleen de eerste partitie wordt weergegeven in het in-beeld
display. U kunt geen bestanden selecteren in andere partities.
Er kunnen maximaal 8 mapniveaus met 500 muziekbestanden
per map worden herkend.
Het is mogelijk dat sommige apparaten niet naar behoren
functioneren, ook al voldoen ze aan de eisen.
Het is mogelijk dat sommige WAV, MP3 en WMA bestanden
niet weergegeven kunnen worden of veel ruis of storing
bevatten.
Wanneer u USB geheugenapparatuur of een draagbare USB
audiospeler aansluit, kan het ongeveer 10 seconden duren voor
het apparaat herkend wordt.
y
Terwijl er een muziekstuk wordt weergegeven, zal de verstreken
tijd onderaan het in-beeld display worden aangegeven.
U kunt met b / a vooruit/terug springen en met h / s
de weergave starten/stoppen, onafhankelijk van het menu in het
in-beeld display.
U kunt de instellingen voor herhaalde en willekeurige weergave
bepalen via de “PLAY STYLE” parameters in het “NET/USB
MENU” (zie bladzijde 77).
U kunt instellen of de bedieningsstatus doorlopend over het
display op het voorpaneel moet lopen of maar één keer en
vervolgens alleen moet worden aangeduid met de eerste 14
tekens via de “FL SCROLL” instelling in het “OPTION
MENU” (zie bladzijde 79).
Gebruiken van USB
geheugenapparatuur of een
draagbare audiospeler met een
USB aansluiting
Opmerkingen
RESETTEN VAN HET SYSTEEM
99 Nl
Nederlands
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Met deze functie kunt u alle parameters van dit toestel terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
Deze procedure zet alle parameters van dit toestel terug, inclusief de “SET MENU” parameters. De parameters voor het uitgebreide
instelmenu zullen echter niet worden teruggezet.
De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden weer van kracht wanneer het toestel de volgende keer wordt ingeschakeld.
y
Om het resetten halverwege te onderbreken zonder wijzigingen aan te brengen, kunt u op MASTER ON/OFF op het voorpaneel drukken
zodat de knop naar buiten komt in de OFF stand.
1 Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel
nog eens in zodat deze naar buiten komt in
de OFF stand om dit toestel uit te schakelen.
2 Houd STRAIGHT (EFFECT) op het
voorpaneel ingedrukt en druk vervolgens
MASTER ON/OFF naar binnen in de ON stand
om dit toestel in te schakelen.
Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide
setup menu zal verschijnen op het display op het
voorpaneel.
3 Verdraai PROGRAM op het voorpaneel en
selecteer “PRESET”.
4 Druk herhaaldelijk op STRAIGHT (EFFECT)
op het voorpaneel en selecteer “RESET”.
y
Selecteer “CANCEL” om de reset procedure te annuleren
zonder wijzigingen aan te brengen.
5 Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel in
zodat deze naar buiten komt in de OFF stand
om uw keuze te bevestigen en dit toestel uit
te schakelen.
RESETTEN VAN HET SYSTEEM
Opmerkingen
ZONE 2
ON/OFF
ZONE
CONTROL
NEXTEDIT
EFFECT
MEMORY
FM/AM
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
PROGRAM
l PRESET/TUNING h
TUNING MODE
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
SPEAKERSPHONES
MAIN ZONE
MASTER
SILENT CINEMA
BA
MULTI CH
INPUT
VOLUME
INPUT
ON OFF
LEVEL
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
ON/OFF
VIDEO L AUDIO R
USBVIDEO AUX
3
1-2,5 2,4
MASTER
ON OFF
EFFECT
STRAIGHT
MASTER
ON OFF
Houd
ingedrukt
PROGRAM
PRESET-CANCEL
EFFECT
STRAIGHT
PRESET-RESET
MASTER
ON OFF
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
100 Nl
Raadpleeg de tabel hieronder wanneer het toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder vermeld
staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het toestel dan uit (standby), haal de stekker uit het
stopcontact en neem contact op met uw dichtstbijzijnde YAMAHA dealer of servicecentrum.
Algemeen
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Het toestel gaat niet
aan, of gaat direct
weer uit (standby)
zodra de stroom
wordt ingeschakeld.
Het netsnoer of de stekker is niet of niet
goed aangesloten.
Sluit het netsnoer op de juiste manier aan.
De instelling voor de
luidsprekerimpedantie is niet correct.
Stel de luidsprekerimpedantie in zodat deze
overeenkomt met die van uw luidsprekers.
27
De beveiliging is in werking getreden. Controleer of alle luidsprekerbedrading, op het toestel
en op de luidsprekers zelf, op de juiste manier is
aangesloten en dat de draden geen contact maken met
andere dingen dan de bijbehorende aansluitingen.
13
Het toestel heeft blootgestaan aan een
sterke, externe elektrische schok
(bijvoorbeeld een blikseminslag of een
ontlading van statische elektriciteit).
Zet het toestel uit (standby), haal de stekker uit het
stopcontact, wacht 30 seconden voor u de stekker
weer terug doet en probeer het toestel vervolgens
weer gewoon te gebruiken.
Geen geluid In- of uitgangskabels niet op de juiste
manier aangesloten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het
probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis
is met de kabels.
18-24
“INPUT MODE” is ingesteld op “DTS”
of “ANALOG”.
Zet “INPUT MODE” op “AUTO”.
35
Er is geen geschikte signaalbron
geselecteerd.
Selecteer een geschikte signaalbron met INPUT op
het voorpaneel (of de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening) of met MULTI CH INPUT op het
voorpaneel (of MULTI CH IN op de
afstandsbediening).
32, 38
De luidsprekers zijn niet goed
aangesloten.
Sluit de luidsprekers op de juiste manier aan.
13
De te gebruiken voor-luidsprekers zijn
niet op de juiste manier geselecteerd.
Selecteer de set voor-luidsprekers met SPEAKERS A
of B op het voorpaneel of SPEAKERS op de
afstandsbediening.
32
Het volume staat uit. Zet het volume hoger.
De geluidsweergave is tijdelijk
uitgeschakeld.
Druk op MUTE of VOLUME +/– op de
afstandsbediening om de geluidsweergave te
herstellen en het volume te kunnen regelen.
34
“INPUT MODE” is ingesteld op
“ANALOG” terwijl er DTS gecodeerd
materiaal wordt weergegeven.
Zet “INPUT MODE” op “AUTO” of “DTS”.
35
Er worden signalen van een
broncomponent ontvangen die dit toestel
niet kan weergeven, zoals van een
CD-ROM.
Gebruik een signaalbron waarvan de signalen wel
door dit toestel kunnen worden gereproduceerd.
Geen beeld Er wordt gebruik gemaakt van
verschillende types video-aansluitingen
voor de in- en uitgang van het
beeldsignaal.
Zet “VIDEO CONV.” op “ON”.
78
101 Nl
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Nederlands
AANVULLENDE
INFORMATIE
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Het geluid valt
plotseling uit.
De beveiliging is in werking getreden
vanwege kortsluiting enz.
Controleer of de luidsprekerimpedantie correct is
ingesteld.
27, 82
Controleer of de luidsprekerbedrading nergens
kortsluiting maakt en zet vervolgens het toestel weer
aan.
De slaaptimer heeft het toestel
uitgeschakeld.
Zet het toestel aan en speel de gewenste signaalbron
weer af.
De geluidsweergave is tijdelijk
uitgeschakeld.
Druk op MUTE of VOLUME +/– op de
afstandsbediening om de geluidsweergave te
hervatten.
34
Er klinkt alleen geluid
uit de luidspreker aan
één kant.
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het
probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis
is met de kabels.
13
Onjuiste balans ingesteld via “SPEAKER
LEVEL”.
Wijzig de “SPEAKER LEVEL” instellingen.
71
Er wordt alleen flink
geluid geproduceerd
door de midden-
luidspreker.
Wanneer er een mono bronsignaal wordt
weergegeven met een CINEMA DSP
programma, zal dit signaal via het
middenkanaal worden weergegeven,
terwijl alleen eventuele door het
programma toegevoegde effecten via de
voor- en surround-luidsprekers worden
geproduceerd.
Er klinkt geen geluid
uit de midden-
luidspreker.
“CENTER SP” in het “SET MENU” staat
op “NONE”.
Zet “CENTER SP” op “SML” of “LRG”.
70
Eén van de HiFi DSP programma’s
(uitgezonderd “6ch Stereo”) is
geselecteerd.
Probeer een ander geluidsveldprogramma.
57
Er klinkt geen geluid
uit de surround-
luidsprekers.
“SUR. L/R SP” in het “SET MENU” staat
op “NONE”.
Zet “SUR. L/R SP” op “SML” of “LRG”.
70
Dit toestel staat in de “STRAIGHT” stand
en er wordt mono materiaal weergegeven.
Druk op STRAIGHT (EFFECT) op het voorpaneel
zodat “STRAIGHT” van het display op het
voorpaneel verdwijnt.
39
Er klinkt geen geluid
uit de surround
achter-luidspreker.
“SUR. L/R SP” in het “SET MENU” is
ingesteld op “NONE” en “SUR. B SP” is
automatisch ingesteld op “NONE”.
Zet “SUR. L/R SP” en “SUR. B SP” op “SML” of
“LRG”.
70
“SUR. B SP” in het “SET MENU” staat
op “NONE”.
Zet “SUR. B SP” op “SML” of “LRG”.
70
Er klinkt geen geluid
uit de subwoofer.
“LFE/BASS OUT” staat op “FRNT” in
het “SET MENU” terwijl er een Dolby
Digital of DTS signaal wordt
weergegeven.
Zet “LFE/BASS OUT” op “SWFR” of “BOTH”.
70
“LFE/BASS OUT” in het “SET MENU”
staat op “SWFR” of “FRNT” terwijl er
een 2-kanaals bronsignaal wordt
weergegeven.
Zet “LFE/BASS OUT” op “BOTH”.
70
Het bronsignaal bevat geen zeer lage
tonen.
102 Nl
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Er kunnen geen Dolby
Digital of DTS bronnen
worden weergegeven.
(De Dolby Digital of DTS
indicator op het display
op het voorpaneel licht
niet op.)
De aangesloten component is niet correct
ingesteld voor het produceren van Dolby
Digital of DTS digitale signalen.
Volg de handleiding van de apparatuur in kwestie en
maak de vereiste instellingen.
“INPUT MODE” is ingesteld op
“ANALOG”.
Zet “INPUT MODE” op “AUTO” of “DTS”.
35
U hoort een zeker
gebrom.
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Sluit de audiokabels stevig en op de juiste manier aan.
Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat
er iets mis is met de kabels.
Het volume kan niet
worden verhoogd, of
het geluid klinkt
vervormd.
De op de AUDIO OUT (REC)
aansluitingen van dit toestel aangesloten
component staat uit.
Zet de betreffende component aan.
Geluidseffecten
worden niet
opgenomen.
Het is niet mogelijk door het toestel
toegevoegde effecten op te nemen met
aangesloten opname-apparatuur.
Er wordt niet
opgenomen door
digitale opname-
apparatuur die is
aangesloten op de
DIGITAL OUTPUT
aansluiting van dit
toestel.
De signaalbron is niet aangesloten op de
DIGITAL INPUT aansluitingen van dit
toestel.
Sluit de signaalbron aan op de DIGITAL INPUT
aansluitingen.
19, 21
Sommige componenten kunnen geen
Dolby Digital of DTS bronmateriaal
opnemen.
Er kan niet worden
opgenomen door
analoge opname-
apparatuur die is
aangesloten op de
AUDIO OUT (REC)
aansluitingen.
De signaalbron is niet aangesloten op de
analoge AUDIO IN aansluitingen van dit
toestel.
Sluit de signaalbron aan op de analoge AUDIO IN
aansluitingen.
21
De geluidsveldparameters
en sommige andere
instellingen van dit toestel
kunnen niet worden
gewijzigd.
“MEMORY GUARD” in het “SET
MENU” staat op “ON”.
Zet “MEMORY GUARD” op “OFF”.
79
Het toestel
functioneert niet naar
behoren.
De interne microcomputer is vastgelopen
door een externe elektrische schok
(bijvoorbeeld blikseminslag of ontlading
van statische elektriciteit) of door een te
laag voltage van de stroomvoorziening.
Haal de stekker uit het stopcontact en doe hem na
ongeveer 30 seconden weer terug.
“CHECK SP WIRES”
zal op het display op
het voorpaneel
verschijnen.
De luidsprekerbedrading maakt
kortsluiting.
Controleer of alle luidsprekerkabels op de juiste
manier zijn aangesloten.
13
U ondervindt storing
van digitale of andere
apparatuur die
radiogolven
gegenereert.
Dit toestel staat te dicht bij de digitale of
hoogfrequente apparatuur.
Zet het toestel verder bij dergelijke apparatuur
vandaan.
De beeldweergave
wordt gestoord.
De videobron maakt gebruik van
gescramblede of gecodeerde signalen om
kopiëren tegen te gaan.
Het toestel gaat
plotseling uit
(standby).
De interne temperatuur is te hoog
opgelopen en de oververhittingsbeveiliging
is in werking getreden.
Wacht ongeveer 1 uur tot het toestel afgekoeld is voor
u het weer aan zet.
103 Nl
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Nederlands
AANVULLENDE
INFORMATIE
Tuner
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
FM
Veel ruis in de FM
stereo-ontvangst.
Dit probleem is inherent aan FM
stereo-uitzendingen wanneer de zender
te ver weg is of het ontvangstsignaal
dat binnenkomt via de antenne niet
sterk genoeg is.
Controleer de aansluitingen van de antenne.
25
Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige
FM antenne.
Stem met de hand af.
47
Er is vervorming en ook
een betere FM antenne
zorgt niet voor een
betere ontvangst.
U ondervindt interferentie doordat
hetzelfde signaal op verschillende
manieren ontvangen wordt.
Verander de opstelling van de antenne zodat
u van deze interferentie geen last meer hebt.
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
Het radiosignaal is te zwak. Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige
FM antenne.
Stem met de hand af.
47
Er kan niet langer
worden afgestemd op
eerder
voorgeprogrammeerde
zenders.
Het toestel is te lang zonder stroom
geweest.
Programmeer zenders voor.
48, 49
AM
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
Het signaal is te zwak of de antenne is
los.
Controleer de aansluitingen van de AM
ringantenne en stel deze zo op dat u de beste
ontvangst verkrijgt.
Stem met de hand af.
47
U hoort doorlopend
gekraak en gesis.
Deze geluiden kunnen het gevolg zijn
van bliksem, TL verlichting, motoren,
thermostaten en andere elektrische
apparatuur.
Gebruik een buitenantenne en een goede
aarding. Dit kan in sommige gevallen helpen,
maar het blijft moeilijk om alle
storingsbronnen te elimineren.
U hoort gezoem en
gefluit.
Er wordt in de buurt van het toestel een
TV gebruikt.
Zet dit toestel verder bij de TV vandaan.
104 Nl
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Afstandsbediening
iPod
Wanneer er iets mis gaat met de gegevensoverdracht zonder dat er een melding verschijnt op het display op het voorpaneel of het in-
beeld display, dient u de aansluiting van uw iPod te controleren (zie bladzijde 22).
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
De afstandsbediening
werkt niet of niet naar
behoren.
Te ver weg of onder te scherpe hoek
gebruikt.
De afstandsbediening werkt binnen een maximaal
bereik van 6 m en binnen een hoek van 30 graden ten
opzichte van loodrecht op het voorpaneel.
8
Direct zonlicht of sterke verlichting (vooral
van TL lampen enz.) valt op de sensor voor
de afstandsbediening van dit toestel.
Stel het toestel anders op.
De batterijen raken leeg. Vervang alle batterijen.
3
De afstandsbedieningscode is niet goed
ingesteld.
Stel de afstandsbedieningscode op de juiste manier in met behulp
van de “LIJST MET AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het
eind van deze handleiding.
86
Stel een andere afstandsbedieningscode in voor dezelfde fabrikant
met behulp van de “LIJST MET
AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van deze
handleiding.
86
De archiefcode van de afstandsbediening
en de afstandsbedienings-ID van dit
toestel komen niet overeen.
Zorg ervoor dat de afstandsbedienings-ID van dit
toestel overeenkomt met de archiefcode van de
afstandsbediening.
82, 87
Ook als de juiste afstandsbedieningscode is ingesteld
is het mogelijk dat bepaalde modellen niet goed
reageren op de afstandsbediening.
Opmerking
Statusmelding Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijd
e
Loading...
Dit toestel is bezig de verbinding met uw
iPod te herkennen.
Dit toestel is bezig songlijsten over te
nemen van uw iPod.
Connect error
Er is een probleem met het signaal dat dit
toestel ontvangt van uw iPod.
Zet dit toestel uit en sluit uw YAMAHA iPod
universeel dock opnieuw aan op de DOCK
aansluiting van dit toestel.
22
Probeer uw iPod te resetten.
Unknown type
De gebruikte iPod wordt niet ondersteund
door dit toestel.
Alleen iPod apparatuur met een iPod (Click and
Wheel), iPod nano en iPod mini worden ondersteund.
iPod connected
Uw iPod is correct geplaatst in een YAMAHA
iPod univereel dock (zoals de los verkrijgbare
YDS-10) verbonden met de DOCK aansluiting
van dit toestel, en de verbinding tussen uw iPod
en dit toestel is correct tot stand gebracht.
Disconnected
Uw iPod is verwijderd uit uw YAMAHA
iPod universeel dock (zoals de los
verkrijgbare YDS-10), verbonden met de
DOCK aansluiting van dit toestel.
Plaats uw iPod terug in uw YAMAHA iPod
universeel dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10),
verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel.
22
Unable to play
Dit toestel kan de op dit moment op uw iPod
opgeslagen muziekstukken niet weergeven.
Controleer of de muziekstukken op uw iPod
inderdaad weergegeven kunnen worden.
Sla andere muziekbestanden op uw iPod op die wel
kunnen worden weergegeven.
105 Nl
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Nederlands
AANVULLENDE
INFORMATIE
Netwerk en USB
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
De PC server/MCX-2000/
Internetradio functioneert
niet naar behoren.
Het IP adres is niet correct ingesteld. Zet de DHCP serverfunctie van de router aan
(ON). Of voer met de hand de vereiste
instellingen uit aan de hand van de huidige
gebruiksomgeving.
76
De netwerkkabel is niet aangesloten. Sluit deze op de juiste manier aan.
23
De muziek op de PC
server kan niet worden
weergegeven.
Op de PC is Windows Media Connect 2.0
nog niet geïnstalleerd.
Installeer Windows Media Connect 2.0 op de PC.
De muziek is opgenomen in een
bestandsindeling of formattering die niet met dit
toestel kan worden weergegeven. Dit toestel kan
geen andere muziekbestanden weergeven dan
WMA, MP3 en WAV (PCM formaat) bestanden.
Vergeet ook niet dat het toestel soms toch niet in
staat zal zijn bepaalde muziekbestanden weer te
geven, ook al zijn deze opgeslagen in WMA,
MP3 of WAV formaat.
Kies muziek die is opgeslagen in een formaat dat
compatibel is met dit toestel.
De muziek is auteursrechtelijk
beschermd.
Dit toestel kan geen auteursrechtelijk beschermd
materiaal weergeven.
Geen verbinding met
Windows Media Connect
2.0.
De Windows XP PC logt in op een
domein.
Log in op de lokale machine in plaats van het
domein.
Geen verbinding met de
MusicCAST server.
U probeert verbinding te krijgen met de
MCX-1000. De MusicCAST server die
verbonden kan worden met dit toestel is
de MCX-2000.
Gebruik een MCX-2000 of de PC server.
De automatische configuratie wordt niet
uitgevoerd.
Voer “Auto Configure” uit.
96
Er kan geen Internetradio
worden weergegeven.
De firewall van het netwerkapparaat is
ingeschakeld. Er kan alleen Internetradio worden
weergegeven wanneer het signaal de door elke
zender gespecificeerde poort passeert. Het
poortnummer hangt af van de radiozender zelf.
Controleer de firewall-instellingen van het
netwerkapparaat in kwestie.
De verbinding met het internet is
verbroken.
Controleer de configuratie van het
netwerkapparaat en zoek vervolgens verbinding
met uw provider.
De muziekbestanden en
mappen op het USB
apparaat kunnen niet
worden bekeken.
De muziekbestanden en mappen staan op
andere geheugenlocaties dan de primaire
FAT partitie.
Plaats muziekbestanden en mappen in de correcte
FAT partitie.
U probeert dieper dan 8 mapniveaus te
bekijken of een map met meer dan 500
bestanden.
Wijzig de gegevensstructuur op uw USB
apparaat.
Het USB apparaat kan niet
worden herkend.
Het aangesloten USB apparaat is geen
USB massa opslag USB
geheugenapparaat of draagbare USB
audiospeler.
Dit toestel kan alleen USB massa opslag USB
geheugenapparaten of draagbare USB audiospelers
herkennen. Vergeet ook niet dat het toestel toch niet in
staat kan blijken te zijn bepaalde USB apparaten te
herken, ook al zijn dit ogenschijnlijk geschikte
apparaten zoals hierboven vermeld.
98
Sommige apparaten kunnen makkelijker herkend
worden wan u ze aansluit voor u dit toestel aan zet.
28
De melding
“Disconnected”
(Niet aangesloten)
verschijnt ook al is er wel
degelijk een USB
apparaat aangesloten.
Dit toestel heeft het USB apparaat
herkend als niet geschikt voor aansluiting
op het toestel.
Zet dit toestel uit en dan weer aan.
28
106 Nl
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Statusmelding Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Please wait
Dit toestel is bezig de verbinding met uw
netwerk te herkennen.
Dit duidt niet op een storing aan uw systeem. U
zult gewoon even geduld moeten oefenen.
Dit toestel is bezig de verbinding met uw
USB geheugenapparaat of draagbare
USB audiospeler te herkennen.
Dit duidt niet op een storing aan uw systeem. U
zult gewoon even geduld moeten oefenen.
Please wait
(Starting Server)
Dit toestel is bezig de MCX-2000 in te
schakelen die uit (standby) is gezet.
Wacht ongeveer 20 seconden.
Connect error
Er is een probleem met het signaal dat dit
toestel ontvangt van uw netwerk.
Controleer de verbindingen tussen dit toestel en
de LAN poort van uw router of hub.
23
Zorg ervoor dat uw router correct is aangesloten
en is ingeschakeld. Zorg er ook voor dat uw
modem op de juiste manier is aangesloten en is
ingeschakeld wanneer u naar de Internetradio wilt
luisteren.
23
Disconnected
Uw USB geheugenapparaat of draagbare
USB audiospeler is niet meer aangesloten
op de USB poort van dit toestel.
Controleer de verbindingen tussen dit toestel en
uw USB geheugenapparaat of draagbare USB
audiospeler.
De eerder op dit toestel aangesloten PC
server of MCX-2000 bestaat niet meer.
Sluit dit toestel aan op een beschikbare PC server
of MCX-2000.
96
Er is een probleem met het signaal dat dit
toestel ontvangt van uw USB
geheugenapparaat of draagbare USB
audiospeler.
Zet dit toestel uit en sluit uw USB
geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler
opnieuw aan op de USB poort van dit toestel.
28
Probeer uw USB geheugenapparaat of draagbare
USB audiospeler te resetten.
Access error
Dit toestel krijgt geen toegang tot uw
USB geheugenapparaat of draagbare
USB audiospeler.
Probeer een ander USB geheugenapparaat of
andere draagbare USB audiospeler.
Er is een probleem met het signaal dat dit
toestel ontvangt van uw USB
geheugenapparaat of draagbare USB
audiospeler.
Zet dit toestel uit en sluit uw USB
geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler
opnieuw aan op de USB poort van dit toestel.
28
Probeer uw USB geheugenapparaat of draagbare
USB audiospeler te resetten.
Unable to play
Dit toestel kan de op dit moment op uw
PC opgeslagen muziekstukken niet
weergeven.
Zorg ervoor dat Windows Media Connect 2.0
correct is geïnstalleerd op uw PC.
Controleer of de op uw PC opgeslagen
muziekstukken inderdaad weergegeven kunnen
worden (MP3, WMA en WAV).
Sla andere geschikte muziekbestanden
(MP3, WMA en WAV) op uw PC op die wel
kunnen worden weergegeven.
Het netwerk kan tijdelijk overbelast zijn,
hetgeen de weergave stoort of
onmogelijk maakt.
Probeer een netwerk te installeren dat exclusief
voor dit toestel bedoeld is, gescheiden van het
algemene netwerk.
List updated
De lijst met materiaal dat is opgeslagen
op uw PC server of MCX-2000 is
bijgewerkt.
Bookmark ON
De gewenste Internetradiozender is
toegevoegd aan de “Bookmarks” lijst.
Bookmark OFF
De opgeslagen Internetradiozender is
verwijderd van de “Bookmarks” lijst.
WOORDENLIJST
107 Nl
Nederlands
AANVULLENDE
INFORMATIE
Dolby Digital
Dolby Digital is een digitaal surroundsysteem met
volledig van elkaar gescheiden multikanaals audio. Met 3
voorkanalen (links, midden en rechts), en 2 surround-
stereokanalen biedt Dolby Digital in totaal 5 audiokanalen
met het volle frequentiebereik. Met een extra kanaal
speciaal voor de zeer lage tonen, het zogenaamde LFE
(Lage Frequentie Effect) kanaal, biedt dit systeem in totaal
5.1 kanalen (het LFE kanaal wordt als 0.1 kanaal geteld).
Door 2-kanaals stereo voor de surround-luidsprekers te
gebruiken is er een betere weergave van bewegende
geluidsbronnen en een beter algeheel surroundeffect
mogelijk dan bij Dolby Surround. Het grote dynamische
bereik (van het zachtste tot het hardste geluid dat nog kan
worden weergegeven) van de 5 kanalen met het volle
frequentiebereik en de precieze plaatsing van het geluid
door de digitale verwerking biedt de luisteraar een
ongehoord realistische weergave. Met dit toestel kunt u
zelf kiezen wat voor weergave u wilt horen, van mono tot
5.1 kanaals weergave, u vraagt, wij draaien.
Dolby Digital EX
Dolby Digital EX creëert 6 kanalen met het volledige
frequentiebereik van 5.1-kanaals bronmateriaal. Dit wordt
bereikt met een matrix decoder die 3 surroundkanalen
samenstelt uit de gegevens voor de 2 surroundkanalen uit
de oorspronkelijke opnamen. Voor de beste resultaten
moet Dolby Digital EX gebruikt worden met
filmsoundtracks die zijn opgenomen in Dolby Digital
Surround EX. Met dit extra kanaal krijgt u een meer
dynamische en realistische weergave van bewegende
geluidsbronnen, vooral bij zogenaamde “fly-over” en “fly-
around” effecten.
Dolby Pro Logic II
Dolby Pro Logic II is een verbeterde decoderingstechniek
voor de grote hoeveelheid aan bestaand Dolby Surround
materiaal. Deze nieuwe technologie maakt gescheiden 5-
kanaals weergave mogelijk met 2 voorkanalen, links en
rechts, 1 middenkanaal en 2 surroundkanalen, links en
rechts, in plaats van slechts 1 surroundkanaal bij
conventionele Pro Logic weergave. Er zijn drie standen
beschikbaar: een “Music” stand voor muziek, een
“Movie” stand voor films en een “Game” stand voor
spelletjes.
Dolby Pro Logic IIx
Dolby Pro Logic IIx is een nieuwe technologie die
gescheiden multikanaals weergave mogelijk maakt van 2-
kanaals of multikanaals bronmateriaal. Er zijn drie
standen beschikbaar: een “Music” stand voor muziek, een
“Movie” stand voor films (alleen 2-kanaals materiaal) en
een “Game” stand voor spelletjes.
Dolby Surround
Dolby Surround maakt gebruik van een 4-kanaals analoog
opnamesysteem voor de reproductie van realistische en
dynamische geluidseffecten: 2 voorkanalen, links en
rechts (stereo), een middenkanaal voor gesproken tekst
(mono) en een surroundkanaal voor speciale
geluidseffecten (mono). Het surroundkanaal reproduceert
geluid binnen een nauw begrensd frequentiebereik. Dolby
Surround wordt veel gebruikt op videobanden en
laserdiscs en ook wel bij TV en kabelprogramma’s. De in
dit toestel ingebouwde Dolby Pro Logic decoder maakt
gebruik van een digitale signaalverwerking die
automatisch het volume van de verschillende kanalen
stabiliseert om de richtingsgevoeligheid en de weergave
van bewegende geluidsbronnen te verbeteren.
DTS 96/24
DTS 96/24 biedt een ongekend hoog niveau
audiokwaliteit voor multikanaals weergave van DVD-
Video en is volledig compatibel met alle vroegere DTS
decoders. “96” refereert aan de 96 kHz
bemonsteringsfrequentie (vergeleken met een normale
waarde van 48 kHz). “24” refereert aan de gebruikte
codelengte van 24 bits. DTS 96/24 biedt een
geluidskwaliteit die vergelijkbaar is met die van de
originele 96/24 masteropnamen, en 96/24 5.1-kanaals
weergave met video van hoge kwaliteit voor
muziekprogramma’s zowel als speelfilms op DVD-Video.
DTS (Digital Theater Systems) Digital
Surround
DTS digitale surroundweergave is ontwikkeld om de
analoge filmsoundtracks te vervangen door een 6.1-
kanaals digitale soundtrack en is over de hele wereld bezig
aan een opmars in de bioscoop. Digital Theater Systems
Inc. heeft tevens een thuisbioscoopsysteem ontwikkeld
zodat u gewoon thuis kunt profiteren van de verbluffende
DTS digitale surroundweergave. Dit systeem produceert
een vrijwel vervormingsvrije weergave via 6.1 kanalen
(dat wil zeggen; links en rechts voor, midden, links en
rechts surround, en een LFE (subwoofer) kanaal dat als
0.1 geteld wordt voor in totaal 5.1 kanalen). Dit toestel is
uitgerust met een DTS-ES decoder die 6.1-kanaals
weergave mogelijk maakt door uit bestaand 5.1-kanaals
bronmateriaal een surround-achterkanaal te destilleren.
ITU-R
ITU-R is de radio-communicatie afdeling van de ITU
(International Telecommunication Union). De ITU-R
beveelt een standaard luidspreker-opstelling aan die vaak
wordt gebruikt in professionele luisterruimtes, in het
bijzonder bij het masteren van opnamen.
WOORDENLIJST
Audio informatie
108 Nl
WOORDENLIJST
LFE 0.1 kanaal
Dit kanaal reproduceert de zeer lage tonen. Het
frequentiebereik voor dit kanaal is 20 Hz t/m 120 Hz. Dit
kanaal wordt meestal als 0.1 geteld omdat niet het
volledige frequentiebereik wordt weergegeven, zoals de
andere 5/6 kanalen in een Dolby Digital of DTS 5.1/6.1-
kanaals systeem.
MP3
Eén van de audiocompressietechnieken gebruikt voor
MPEG. Deze methode maakt gebruik van een
onomkeerbare compressietechniek die een hoge
compressie bereikt door onder andere audiogegevens voor
geluiden die niet meer onderscheiden kunnen worden door
het menselijk oor te verwijderen. Deze techniek maakt het
mogelijk de hoeveelheid gegevens tot ongeveer 1/11 te
verminderen (bij 128 kbps) terwijl de geluidskwaliteit
vergelijkbaar blijft met die van een muziek-CD.
Neo:6
Neo:6 bewerkt conventioneel 2-kanaals bronmateriaal
voor 6-kanaals weergave met een speciale decoder.
Hierdoor wordt weergave mogelijk met kanalen met het
volle bereik en met een verbeterde kanaalscheiding, zoals
bij weergave van digitale signalen met gescheiden
kanalen. Er zijn twee standen beschikbaar: een “Music”
stand voor muziek en een “Cinema” stand voor films.
PCM (Lineair PCM)
Lineair PCM is een signaalformaat voor het
ongecomprimeerd digitaliseren, opnemen en overbrengen
van analoge audiosignalen. Dit wordt gebruikt als
opnamemethode van CD’s en DVD audio. Het PCM
systeem maakt gebruik van een techniek waarmee het
analoge signaal zeer vaak per seconde wordt gemeten. De
afkorting staat voor “Puls Code Modulatie”, het analoge
signaal wordt gecodeerd als pulsjes en dan gemoduleerd
voor opname.
Bemonsteringsfrequentie en aantal
kwantisatiebits
Bij het digitaliseren van een analoog audiosignaal wordt
het aantal keren dat het signaal per seconde wordt gemeten
de bemonsteringsfrequentie genoemd en de
gedetailleerdheid waarmee het geluid in een numerieke
waarde wordt omgezet, het aantal kwantisatiebits. Het
frequentiebereik dat kan worden weergegeven is
gebaseerd op de bemonsteringsfrequentie, terwijl het
dynamisch bereik, het verschil tussen het zachtste en het
hardste geluid, bepaald wordt door het aantal
kwantisatiebits. In principe is het zo dat hoe hoger de
bemonsteringsfrequentie is, hoe groter het aantal tonen is
dat kan worden weergegeven, en hoe hoger het aantal
kwantisatiebits is, hoe precieser het geluidsniveau kan
worden gereproduceerd.
WAV
Standaard Windows audiobestandsindeling waarbij
geluidssignalen direct worden omgezet in digitale
gegevens. De bestandsindeling specificeert geen aparte
compressiemethode (codering) zodat in principe de
gewenste methode erop kan worden toegepast. Standaard
is deze bestandsindeling compatibel met PCM signalen
(ongecomprimeerd) en met sommige
compressiemethoden, waaronder ADPCM.
WMA
Een door Microsoft Corporation ontwikkelde
compressiemethode. Deze methode maakt gebruik van
een onomkeerbare compressietechniek die een hoge
compressie bereikt door onder andere audiogegevens voor
geluiden die niet meer onderscheiden kunnen worden door
het menselijk oor te verwijderen. Deze techniek maakt het
mogelijk de hoeveelheid gegevens tot ongeveer 1/22 te
verminderen (bij 64 kbps) terwijl de geluidskwaliteit
vergelijkbaar blijft met die van een muziek-CD.
109 Nl
WOORDENLIJST
Nederlands
AANVULLENDE
INFORMATIE
Component videosignaal
In een component video systeem wordt het videosignaal
gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en in PB
en P
R signalen voor de kleuren. Dit systeem zorgt voor een
betere kleurweergave omdat elk van deze signalen
onafhankelijk is van de andere. Componentsignalen
worden ook wel “kleurverschilsignalen” genoemd omdat
het luminantiesignaal wordt afgetrokken van het
kleursignaal. U heeft een monitor met component
ingangsaansluitingen nodig om component videosignalen
te kunnen weergeven.
Composiet videosignaal
Een composiet videosignaal bestaat uit alle drie de
basiselementen van het videobeeld: kleur, helderheid en
synchronisatiegegevens. Een composiet video-aansluiting
op een videocomponent geeft deze drie elementen
gecombineerd door.
S-videosignaal
In een S-video systeem wordt het videosignaal dat
normaal via een enkele kabel zou worden doorgegeven
gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en een C
signaal voor de kleur en doorgegeven via speciale S-video
aansluitingen. Gebruik van een S VIDEO aansluiting
vermindert signaalverslechtering bij lange verbindingen
en zorgt voor een betere beeldkwaliteit.
CINEMA DSP
Omdat de Dolby Surround en DTS systemen
oorspronkelijk bedoeld waren voor de bioscoop, werken
deze systemen het best in een theatrale ruimte met een
heleboel luidsprekers opgesteld voor het maximale
akoestische effect. Maar de omstandigheden bij mensen
thuis, de afmetingen van de kamer, het materiaal waar de
muur van gemaakt is, het aantal luidsprekers enz., zijn zo
verschillend, dat de weergave ook anders wordt. Op basis
van een massa in het echt gemeten gegevens maken nu de
YAMAHA CINEMA DSP programma’s gebruik van de
origineel door YAMAHA ontwikkelde
geluidsveldentechnologie om in combinatie met Dolby
Pro Logic, Dolby Digital en DTS systemen te komen tot
een zo goed mogelijke benadering in uw huiskamer van de
audiovisuele ervaring die tot nog toe alleen in de bioscoop
gerealiseerd kon worden.
SILENT CINEMA
YAMAHA heeft een natuurlijk en realistisch DSP
geluidsveldprogramma ontwikkeld voor hoofdtelefoons.
Voor elk apart geluidsveld zijn parameters voor weergave
via een hoofdtelefoon opgenomen zodat alle
geluidsveldprogramma’s natuurgetrouw kunnen worden
weergegeven.
Virtual CINEMA DSP
YAMAHA heeft een Virtual CINEMA DSP
geluidsveldprogramma ontwikkeld dat u ook zonder
daadwerkelijke surround-luidsprekers in staat stelt te
profiteren van DSP surroundeffecten door middel van
virtuele surround-luidsprekers. U kunt Virtual CINEMA
DSP zelfs gebruiken op een minimaal systeem met slechts
twee luidsprekers zonder midden-luidspreker.
Video informatie Geluidsveldprogramma informatie
TECHNISCHE GEGEVENS
110 Nl
AUDIO GEDEELTE
Minimum RMS uitgangsvermogen voor, midden, surround,
surround-achter
20 Hz t/m 20 kHz, 0,06% THV, 8 .................................... 95 W
Maximum bruikbaar uitgangsvermogen (JEITA)
[Modellen voor China, Korea en Algemene modellen]
1 kHz, 10% THV, 8 ........................................................ 135 W
Dynamisch vermogen (IHF)
8/6/4/2 ....................................................... 130/165/195/240 W
Maximum uitgangsvermogen [Modellen voor Europa]
1 kHz, 0,7% THV, 4 ......................................................... 145 W
IEC uitgangsvermogen [Modellen voor Europa]
1 kHz, 0,06% THV, 8 ..................................................... 105 W
Dempingsfactor
20 Hz t/m 20 kHz, 8 ............................................... 120 of meer
Maximum ingangsvoltage
CD, enz. (1 kHz, 0,5% THV) ................................... 2,2 V of meer
Frequentierespons
CD, enz. ............................................... 10 Hz t/m 100 kHz, –3 dB
V-AUX .................................................. 10 Hz t/m 20 kHz, –3 dB
Totale harmonische vervorming
CD, enz. naar L/R voor (20 Hz t/m 20 kHz, 50 W, 8 Ω)
.......................................................................... 0,06% of minder
Signaal-ruis verhouding (IHF-A netwerk)
CD, enz. (250 mV) naar L/R voor ........................ 100 dB of meer
Restruis (IHF-A netwerk)
L/R voor ............................................................ 150 µV of minder
Kanaalscheiding (1 kHz/10 kHz)
CD (5,1 k afgesloten) naar L/R voor ........ 60 dB/45 dB of meer
Toonregeling (L/R voor)
BASS versterking/drempel ...................................... ±10 dB/60 Hz
TREBLE versterking/drempel .............................. ±10 dB/20 kHz
Hoofdtelefoon uitgangsvermogen ............................ 150 mV/100
Ingangsgevoeligheid/ingangsimpedantie
CD, enz. ................................................................. 200 mV/47 k
MULTI CH INPUT ............................................... 200 mV/47 k
Opgegeven Uitgangsvoltage/Uitgangsimpedantie
OUT (REC) ........................................................... 200 mV/1,2 k
SUBWOOFER ............................................................ 4 V/1,2 k
ZONE 2 OUT ....................................................... 200 mV/1,2 k
Volumeregeling ................. Geluid uit/–80 dB t/m +16 dB/1 dB stap
VIDEO GEDEELTE
Videoformaat (Grijze achtergrond)
[Modellen voor de V.S., Canada, Korea en Algemene modellen]
............................................................................................ NTSC
[Overige modellen] .................................................................PAL
Videoformaat (Videoconversie) ..................................... NTSC/PAL
Opgegeven ingangsvoltage
Composiet ..................................................................1 Vp-p/75
S-video (Y) .................................................................1 Vp-p/75
S-video (C) ..........................................................0,286 Vp-p/75
Component (Y) ..........................................................1 Vp-p/75
Component (PB, PR) .................................................0,7 Vp-p/75
Signaal-ruis verhouding ............................................ 50 dB of meer
Frequentierespons (MONITOR OUT)
Component ............................................... 5 Hz t/m 60 MHz, –3 dB
FM GEDEELTE
Afstembereik
[Modellen voor de V.S. en Canada] .............. 87,5 t/m 107,9 MHz
[Algemene modellen] ............. 87,5/87,50 t/m 108,0/108,00 MHz
[Overige modellen] ................................... 87,50 t/m 108,00 MHz
Bruikbare gevoeligheid (IHF) .............................. 1,0 µV (11,2 dBf)
Signaal-ruis verhouding (IHF)
Mono/Stereo ............................................................. 76 dB/70 dB
Harmonische vervorming (1 kHz)
Mono/Stereo ................................................................ 0,2%/0,3%
Stereoscheiding (1 kHz) ......................................................... 42 dB
Frequentierespons ........................... 20 Hz t/m 15 kHz, +0,5, –2 dB
AM GEDEELTE
Afstembereik
[Modellen voor de V.S. en Canada] .................. 530 t/m 1710 kHz
[Algemene modellen] ....................... 530/531 t/m 1710/1611 kHz
[Overige modellen] ........................................... 531 t/m 1611 kHz
Bruikbare gevoeligheid ..................................................... 300 µV/m
ALGEMEEN
Stroomvoorziening
[Modellen voor de V.S. en Canada]
.......................................................... 120 V, 60 Hz wisselstroom
[Modellen voor Australië] .................. 240 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor China] ....................... 220 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor Korea] ....................... 220 V, 60 Hz wisselstroom
[Modellen voor Europa] ..................... 230 V, 50 Hz wisselstroom
[Algemene modellen] ............. 110/120/220/230240 V, 50/60 Hz
wisselstroom
Stroomverbruik
[Modellen voor de V.S. en Canada] ....................... 350 W/440 VA
[Overige modellen] ............................................................. 360 W
Stroomverbruik Uit (standby) ................................ 0,1 W of minder
Netstroomaansluitingen
[Modellen voor Australië] ........................... 1 (100 W maximum)
[Modellen voor de V.S., Canada en China]
........................................................ 2 (Totaal 100 W maximum)
[Modellen voor Europa en Algemene modellen]
.......................................................... 2 (Totaal 50 W maximum)
Afmetingen (b x h x d) .................................... 435 x 171 x 393 mm
Gewicht ................................................................................. 11,7 kg
GPL/LGPL
Dit product maakt gebruik van softwarecode die onderworpen is
aan de GNU General Public License (GPL) of GNU Lesser
General Public License (LGPL). Kopiëren, verspreiden of
wijzigen van deze softwarecode geschiedt onder GPL of LGPL
licentievoorwaarden. De broncode is beschikbaar via de volgende
website:
http://www.global.yamaha.com/download/
De broncode is ook beschikbaar op opslagmedia (zoals CD-
ROM) tegen kostprijs.
Contactinformatie:
AV products division YAMAHA CORPORATION,
10-1 Nakazawa-cho, Hamamatsu 430-8650, Japan
In principe wordt de broncode 3 jaar lang na de datum van
aankoop aangeboden.
TECHNISCHE GEGEVENS

Documenttranscriptie

LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK NEEMT. 1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er later nog eens iets in kunt opzoeken. 2 Installeer dit toestel op een goed geventileerde, koele, droge, schone plek – uit direct zonlicht, uit de buurt van warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg voor een ventilatieruimte van tenminste 30 cm ruimte aan de bovenkant, 20 cm aan de rechter- en linkerkant en 20 cm aan de achterkant van dit toestel. 3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te voorkomen. 4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad (bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel. 5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel kunnen vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet bovenop dit toestel: – Andere componenten, daar deze schade kunnen veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen doen verkleuren. – Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand, schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen veroorzaken. – Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het toestel terecht komt. 6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz. zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel. 7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle aansluitingen gemaakt zijn. 8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden tot schade. 9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen en/of snoeren. 10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de stekker zelf trekken, niet aan het snoer. 11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen; dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone, droge doek. 12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel. YAMAHA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige schade veroorzaakt door gebruik van dit toestel met een ander voltage dan hetgeen aangegeven staat. 13 Om schade door blikseminslag te voorkomen dient u de stekker uit het stopcontact te halen en een eventueel aangesloten buitenantenne los te koppelen van dit toestel wanneer het onweert. 14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of het te repareren. Neem contact op met erkend YAMAHA servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken. 15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken (bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen. 16 Installeer dit toestel in de buurt van een stopcontact op een plek waar u de stekker gemakkelijk kunt bereiken. 17 Lees het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” over veel voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont. 18 Voor u dit toestel gaat verplaatsen dient u MASTER ON/OFF in te drukken zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om dit toestel uit te schakelen, waarna u de stekker uit het stopcontact moet halen. 19 VOLTAGE SELECTOR (Alleen voor Algemene modellen) De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt. De geschikte voltages zijn als volgt: Mogelijke voltages: 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom WAARSCHUWING OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN, MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN. De stroomvoorziening van dit toestel is niet afgesloten zolang de stekker in het stopcontact zit, ook al is het toestel zelf uitgeschakeld. In deze staat is dit toestel ontworpen om slechts een zeer kleine hoeveelheid stroom te gebruiken. Alleen voor klanten in Nederlands Bij dit product zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA. INHOUDSOPGAVE KENMERKEN ...................................................... 2 VAN START .......................................................... 3 Meegeleverde accessoires......................................... 3 Inzetten van batterijen in de afstandsbediening........ 3 BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES........ 4 Automatisch afstemmen ......................................... Handmatig afstemmen ............................................ Automatisch voorprogrammeren ............................ Handmatig voorprogrammeren............................... Selecteren van voorkeuzezenders ........................... Omwisselen van voorkeuzezenders........................ 46 47 48 49 50 51 AFSTEMMEN OP RADIO DATA SYSTEEM ZENDERS (ALLEEN MODELLEN VOOR EUROPA) ..... 53 Selecteren van een Radio Data Systeem programma...... 53 Gebruiken van het Radio Data Systeem netwerk ....... 54 Tonen van Radio Data Systeem informatie ............ 55 VOORBEREDINGEN AANSLUITINGEN ............................................. 12 WEERGAVE ....................................................... 32 GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES .......... 34 GEBRUIKEN VAN VIDEOFUNCTIES........... 40 Tonen van informatie over de signaalbron ............. 40 Selecteren van de OSD (in-beeld display) weergavefunctie ..... 41 Afspelen van video op de achtergrond ................... 41 Luisteren naar multikanaals materiaal met 6.1-kanaals surroundweergave ........................... 42 Genieten van surroundweergave van 2-kanaals materiaal ..... 43 Gebruiken van het Virtual CINEMA DSP ............. 44 OPNEMEN........................................................... 45 SET MENU ........................................................... 66 Gebruiken van het SET MENU.............................. 1 SOUND MENU................................................... 2 INPUT MENU..................................................... 3 NET/USB MENU................................................ 4 OPTION MENU.................................................. 68 69 74 76 78 GEAVANCEERDE SETUP................................ 81 KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING................................ 84 Bedienen van dit toestel, een TV of andere componenten ...................................................... Instellen van afstandsbedieningscodes ................... Instellen van archiefcodes....................................... Terugzetten van alle afstandsbedieningscodes ....... 84 86 87 88 GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE) ............................................... 89 Aansluiten Zone 2................................................... 89 Bediening Zone 2.................................................... 90 GEBRUIKEN VAN EEN iPod®......................... 92 iPod bediening ........................................................ 92 GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB FUNCTIES........................................................ 94 Uw weg vinden in de netwerk en USB menu’s...... Gebruiken van een PC server of YAMAHA MCX-2000.......................................................... Gebruiken van de Internetradio .............................. Gebruiken van USB geheugenapparatuur of een draagbare audiospeler met een USB aansluiting ..... 94 96 97 98 RESETTEN VAN HET SYSTEEM ................... 99 AANVULLENDE INFORMATIE OPLOSSEN VAN PROBLEMEN .................... 100 WOORDENLIJST ............................................. 107 Audio informatie................................................... 107 Video informatie................................................... 109 Geluidsveldprogramma informatie....................... 109 TECHNISCHE GEGEVENS............................ 110 1 Nl Nederlands LUISTEREN NAAR SURROUNDWEERGAVE ...... 42 GEAVANCEERDE BEDIENING AANVULLENDE INFORMATIE Gebruiken van het SILENT CINEMA ................... 34 Tijdelijk uitschakelen van de geluidsweergave ......... 34 Selecteren van de nacht-luisterfunctie .................... 34 Selecteren van de ingangsfunctie............................ 35 Gebruiken van de slaaptimer .................................. 35 Instellen luidsprekerniveaus ................................... 36 Selecteren van de Compressed Music Enhancer functie ....... 37 Selecteren van de MULTI CH INPUT component...... 38 Luisteren naar multikanaals materiaal met 2-kanaals stereoweergave ................................................... 39 Luisteren naar onbewerkte weergave ..................... 39 Luisteren naar pure hi-fi stereoweergave ............... 39 Selecteren van geluidsveldprogramma’s ................ 57 Beschrijvingen geluidsveldprogramma’s ............... 58 Veranderen van geluidsveldparameter instellingen ......................................................... 60 GEAVANCEERDE BEDIENING BASISBEDIENING GELUIDSVELDPROGRAMMA’S ................... 57 GELUIDSVELDPROGRAMMA’S BASIS SETUP...................................................... 29 GELUIDSVELDPROGRAMMA’S BASISBEDIENING Luidsprekers opstellen ............................................ 12 Aansluiten van luidsprekers.................................... 13 Informatie over aansluitingen en stekkers .............. 16 Stroomschema audio- en videosignalen ................. 17 Aansluiten van een TV ........................................... 18 Aansluiten van een DVD-speler, een DVD-recorder, een videorecorder of een STB (Set Top Box) ......... 19 Aansluiten van een CD-speler, een MD-speler of cassettedeck.................................................... 21 Aansluiten van een YAMAHA iPod universeel dock ........ 22 Aansluiten op het netwerk ...................................... 23 Aansluiten van een multiformaat-speler, externe decoder of geluidsprocessor .................. 24 Aansluiten van een spelcomputer, een videocamera of een draagbare audiospeler .............................. 24 Aansluiten van de FM en AM antennes ................. 25 Aansluiten van het netsnoer.................................... 26 Instellen van de luidspreker-impedantie................. 27 Aan en uit zetten van dit toestel.............................. 28 VOORBEREDINGEN Voorpaneel................................................................ 4 Afstandsbediening .................................................... 6 Display voorpaneel ................................................... 9 Achterpaneel ........................................................... 11 FM/AM AFSTEMMEN....................................... 46 INLEIDING INLEIDING KENMERKEN KENMERKEN Ingebouwde 6-kanaals eindversterker Netwerkfuncties ◆ Minimum RMS uitgangsvermogen (20 Hz t/m 20 kHz, 0,06% THV, 8 Ω) Voor: 95 W + 95 W Midden: 95 W Surround: 95 W + 95 W Surround Achter: 95 W ◆ LAN poort voor aansluiting op een PC en een YAMAHA MCX-2000, of voor toegang tot Internetradio via een LAN ◆ DHCP automatische of handmatige netwerkconfiguratie Geluidsveldprogramma’s ◆ Zelf ontwikkelde YAMAHA technologie voor de creatie van geluidsvelden ◆ Dolby Digital/Dolby Digital EX decoder ◆ DTS/DTS-ES Matrix 6.1, Discrete 6.1, DTS Neo:6, DTS 96/24 decoder ◆ Dolby Pro Logic/Dolby Pro Logic II/Dolby Pro Logic IIx decoder ◆ Virtual CINEMA DSP ◆ SILENT CINEMA™ Verfijnde AM/FM tuner ◆ 40 Willekeurig en gemakkelijk toegankelijke voorkeuzezenders ◆ Automatisch voorprogrammeren ◆ Wijzigen van voorkeuzezenders (Bewerken voorkeuzezenders) Radio Data Systeem (Alleen modellen voor Europa) ◆ Radio Data Systeem afstemmogelijkheden iPod bediening mogelijk ◆ DOCK aansluiting voor een YAMAHA iPod universeel dock (aansluitsokkel) (zoals de los verkrijgbare YDS-10), met ondersteuning voor iPod apparatuur met een iPod (Click and Wheel), iPod nano en iPod mini Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories. “Dolby”, “Pro Logic”, en het dubbele-D symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories. Gefabriceerd onder licentie van Digital Theater Systems, Inc. “DTS”, “DTS-ES”, “NEO:6” en “DTS 96/24” zijn handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc. Copyright 1996, 2003 Digital Theater Systems, Inc. Alle rechten voorbehouden. iPod® “iPod” is een handelsmerk van Apple Computer, Inc., geregistreerd in de V.S. en andere landen. MPEG Layer-3 audio coderingstechnologie gebruikt onder licentie van Fraunhofer IIS en Thomson. 2 Nl USB functies ◆ USB poort voor aansluiting van USB geheugenapparatuur of een draagbare audiospeler met een USB aansluiting Overige kenmerken ◆ 192-kHz/24-bits D/A converter ◆ OSD (in-beeld display) menu’s waarmee u dit toestel optimaal kunt aanpassen aan uw eigen audio/videosysteem ◆ 6 extra ingangsaansluitingen voor gescheiden multikanaals signalen ◆ S-video in-/uitgangsaansluitingen ◆ Component video in-/uitgangsaansluitingen (3 COMPONENT VIDEO IN en 1 MONITOR OUT) ◆ Digitale videosignaal conversie (composiet video ↔ S-video → component video) voor de monitor uitgang ◆ Optisch en coaxiaal digitale audio-aansluitingen ◆ Slaaptimer ◆ Middernacht luisterfuncties voor film en muziek ◆ Afstandsbediening met voorgeprogrammeerde afstandsbedieningscodes, verlichte ingangskeuzetoetsen en bedieningsmogelijkheden voor een iPod (geplaatst in een YAMAHA iPod universeel dock verbonden met de DOCK aansluiting) ◆ Zone 2 aangepaste installatie mogelijk ◆ Mogelijkheid tot schakelen tussen een eerste ruimte en een Zone 2 met behulp van ZONE CONTROL ◆ Compressed Music Enhancer stand ter verbetering van de weergavekwaliteit van ongewenste compressieverschijnselen (zoals kunnen voorkomen bij MP3) tot het niveau van een hoogwaardige stereo-installatie Deze receiver biedt ondersteuning voor netwerkverbindingen. “SILENT CINEMA” is een handelsmerk van YAMAHA CORPORATION. Dit toestel maakt gebruik van programmatuur die gelicenseerd wordt onder de GNU General Public License en de GNU Lesser General Public License. Windows XP, Windows Media Audio, Windows Media Connect zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. VAN START VAN START Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad ontvangen hebt. Afstandsbediening CODE SET POWER TV AV STANDBY SLEEP CD-R MULTI CH IN CBL DTV TUNER DVR NET DOCK V-AUX 3 POWER MD CD 1 AM ringantenne TRANSMIT POWER DVD Inzetten van batterijen in de afstandsbediening INLEIDING Meegeleverde accessoires 2 USB AMP SOURCE TV VOL TV CH VOLUME TV MUTE TV INPUT MUTE MUSIC ENTERTAIN TV STEREO MOVIE 1 2 3 4 STANDARD SELECT EXTD SUR. DIRECT ST. 5 6 7 8 SPEAKERS ENHANCER NIGHT STRAIGHT 9 0 ENT. 10 EFFECT PRESET/CH SET MENU LEVEL TITLE MENU SRCH MODE BAND FM binnenantenne (Modellen voor de V.S., Canada, China en Algemene modellen) 1 Verwijder de klep van het batterijvak. 2 Doe de twee meegeleverde batterijen (AA, R6, UM-3) in het vak met de polen (+ en –) de goede kant op zoals aangegeven in het batterijvak. 3 Klik de klep van het batterijvak weer terug op zijn plaats. ENTER A/B/C/D/E RETURN DISPLAY DAB MEMORY ON SCREEN REC AUDIO PC/MCX NET RADIO FREQ/TEXT MODE USB PTY SEEK START EON Batterijen (2) (AA, R6, UM-3) FM binnenantenne (Modellen voor Europa, Australië en Korea) Over deze handleiding • Verwissel alle batterijen wanneer u het volgende merkt: – het bereik van de afstandsbediening wordt minder. – de TRANSMIT indicator knippert niet of wordt zwakker. • Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar. • Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar (alkali en gewone batterijen bijvoorbeeld). Lees de informatie op de verpakking aandachtig door, want de verschillende soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken. • Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan en zorg ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet. • Gooi batterijen nooit samen met gewoon huishoudelijk afval weg; neem bij het weggooien van batterijen de plaatselijk geldende regelgeving in acht. • Als de afstandsbediening langer dan 2 minuten zonder batterijen zit, of als er lege batterijen in zitten, zal het geheugen gewist worden. Wanneer het geheugen gewist is, dient u nieuwe batterijen in de afstandsbediening te doen en moet u eventueel gewiste afstandsbedieningscodes opnieuw programmeren. Nederlands • y geeft een bedieningstip aan. • Sommige handelingen kunnen zowel worden uitgevoerd met de toetsen op het voorpaneel als met de afstandsbediening. Als de naam van een toets op de afstandsbediening verschilt van die op het voorpaneel, zal de naam van de betreffende toets op de afstandsbediening tussen haakjes vermeld worden. • Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd werd. Daarom kunnen ontwerp en specificaties gewijzigd zijn als gevolg van verbeteringen enz. Als de handleiding en het product van elkaar verschillen, heeft het product de prioriteit. Opmerkingen 3 Nl BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES Voorpaneel 1 3 2 4 5 6 7 8 A 9 0 VOLUME ZONE 2 ON/OFF ZONE CONTROL MASTER PRESET/TUNING FM/AM EDIT ON A/B/C/D/E l PRESET/TUNING h MEMORY TUNING MODE NEXT LEVEL MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L OFF PROGRAM INPUT MAIN ZONE PHONES SPEAKERS A B STRAIGHT TONE CONTROL MULTI CH INPUT INPUT MODE VIDEO AUX VIDEO ON/OFF L AUDIO USB R EFFECT SILENT CINEMA B C DE F G H 1 MASTER ON/OFF Zet dit toestel aan of uit (zie bladzijde 28). 2 MAIN ZONE ON/OFF Zet de eerste ruimte aan of uit (standby) (zie bladzijde 28). Opmerkingen • Wanneer het toestel uit (standby) staat, verbruikt het nog steeds een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd kan worden op de infraroodsignalen van de afstandsbediening. • Wanneer u dit toestel aan zet, zal het 4 a 5 seconden duren voor het toestel geluid kan reproduceren. • Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF naar binnen, in de ON stand is gedrukt. 3 Sensor voor de afstandsbediening Ontvangt de signalen van de afstandsbediening (zie bladzijde 8). 4 Display voorpaneel Hierop wordt informatie getoond over de bediening en de toestand waarin het toestel zich bevindt (zie bladzijde 9). I J K L M 5 A/B/C/D/E, NEXT • Hiermee kunt u één van de 5 voorkeuzegroepen selecteren (A t/m E) wanneer de “TUNER” (radio) is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 49). • Selecteert het luidsprekerkanaal waarvan u het uitgangsniveau wilt instellen wanneer de “TUNER” niet geselecteerd is als signaalbron (zie bladzijde 36). 6 PRESET/TUNING l / h, LEVEL +/– • Hiermee kunt u één van de 8 voorkeuzenummers (1 t/m 8) wanneer de “TUNER” (radio) is geselecteerd als signaalbron. De dubbele punt (:) zal verschijnen op het display op het voorpaneel (zie bladzijde 50). • Selecteert de afstemfrequentie wanneer u “TUNER” heeft geselecteerd als signaalbron. De dubbele punt (:) zal niet verschijnen op het display op het voorpaneel (zie bladzijde 46). • Hiermee kunt u het niveau instellen van het luidsprekerkanaal dat u heeft geselecteerd met NEXT wanneer de “TUNER” niet is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 36). 7 MEMORY (MAN’L/AUTO FM) Hiermee kunt u een zender in het geheugen opslaan. Houd deze toets tenminste 3 seconden ingedrukt om het automatisch voorprogrammeren te laten beginnen (zie bladzijde 48). 4 Nl BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES 8 TUNING MODE (AUTO/MAN’L) Hiermee schakelt u heen en weer tussen automatisch afstemmen (AUTO indicator aan) en handmatig afstemmen (AUTO indicator uit) (zie bladzijde 46). Opmerking Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF naar binnen, in de ON stand is gedrukt. 0 ZONE CONTROL Hiermee kunt u de te bedienen zone heen en weer schakelen tussen de eerste ruimte en Zone 2 (zie bladzijde 90). y Wanneer Zone 2 is geselecteerd, zal de ZONE2 indicator ongeveer 5 seconden knipperen op het display op het voorpaneel. Voer de gewenste handeling uit terwijl de indicator aan het knipperen is. A VOLUME Hiermee kunt u het volume (uitgangsniveau) van alle audiokanalen tegelijk instellen. y Dit heeft geen invloed op het AUDIO OUT (REC) niveau. B PHONES (SILENT CINEMA) aansluiting Produceert audiosignalen waarnaar u ongestoord kunt luisteren via een hoofdtelefoon (zie bladzijde 34). Opmerkingen • Wanneer u een hoofdtelefoon aansluit, zullen er geen signalen worden gereproduceerd via de SUBWOOFER OUTPUT aansluiting of de luidspreker-aansluitingen. • Alle Dolby Digital en DTS audiosignalen worden teruggemengd naar de linker en rechter hoofdtelefoonkanalen. C SPEAKERS A/B Met elke druk op de bijbehorende toets zet u de set voorluidsprekers aangesloten op de FRONT A en/of B aansluitingen op het achterpaneel aan of uit. D PRESET/TUNING, EDIT • Hiermee schakelt u PRESET/TUNING l / h heen en weer tussen voorkeuzezenders en gewoon afstemmen. • Hiermee kunt u de toewijzing van voorkeuzezenders wijzigen (zie bladzijde 51). F FM/AM Hiermee kunt u heen en weer schakelen tussen de radiobanden FM en AM (MG) wanneer de “TUNER” (radio) is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 46). INLEIDING 9 ZONE 2 ON/OFF Hiermee zet u Zone 2 aan of uit (standby) (zie bladzijde 90). E STRAIGHT (EFFECT) Hiermee zet u de geluidsveldprogramma’s aan of uit. Wanneer “STRAIGHT” is geselecteerd, zullen 2-kanaals of multikanaals ingangssignalen direct, onveranderd worden weergegeven via de bijbehorende luidsprekers, zonder enig toegevoegd effect (zie bladzijde 39). G PROGRAM keuzeknop Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren of de weergave van de lage/hoge tonen regelen samen met TONE CONTROL (zie bladzijde 33). H TONE CONTROL Regelt de lage/hoge tonen balans tussen de linker en rechter voor-luidsprekers, samen met PROGRAM (zie bladzijde 33). I INPUT MODE Hiermee kunt u het toestel uitsluitend instellen op digitale of analoge ingangssignalen, of het toestel automatisch het soort ingangssignaal laten bepalen wanneer een component zowel digitaal als analoog op dit toestel is aangesloten (zie bladzijde 35). J INPUT keuzeknop Selecteer de gewenste signaalbron. K MULTI CH INPUT Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT aansluitingen verbonden signaalbron (zie bladzijde 38). Opmerking De signaalbron die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen zal voorrang krijgen over een met INPUT op het voorpaneel (of met de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening) geselecteerde signaalbron. L VIDEO AUX aansluitingen Via deze audio- en video ingangsaansluitingen kunt u een externe signaalbron zoals een spelcomputer, een videocamera of draagbare audiospeler aansluiten (zie bladzijde 24). y Om de signalen die via deze aansluitingen binnenkomen weer te geven, dient u “V-AUX” in te stellen als signaalbron. Opmerking De audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting op het achterpaneel hebben voorrang boven de via de VIDEO AUX aansluitingen binnenkomende signalen. 5 Nl Nederlands M USB poort Hierop kan USB geheugenapparatuur of een draagbare audiospeler met een USB aansluiting worden aangesloten (zie bladzijde 98). BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES Afstandsbediening In dit hoofdstuk worden de functies van de toetsen op de bij dit toestel behorende afstandsbediening beschreven. Zie “KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING” op bladzijde 84 als u andere componenten wilt kunnen bedienen. Opmerking De bedieningsfuncties van de afstandsbedieningstoetsen in het grijze gedeelte hieronder hangen af van de stand van de componentkeuzeschakelaar. Zet de component-keuzeschakelaar op AMP om dit toestel te bedienen. Om de TUNER te kunnen bedienen, dient u de component-keuzeschakelaar op SOURCE te zetten en vervolgens op TUNER te drukken om de “TUNER” (radio) als signaalbron te selecteren. 1 2 0 CODE SET A TRANSMIT POWER POWER TV AV STANDBY POWER B MD CD SLEEP CD-R 3 DVD DTV TUNER DVR NET DOCK V-AUX SOURCE VOLUME 4 5 6 7 TV MUTE TV INPUT MUTE MUSIC ENTERTAIN MOVIE 1 2 3 4 STANDARD SELECT EXTD SUR. DIRECT ST. 5 6 7 8 SPEAKERS ENHANCER NIGHT STRAIGHT 9 0 ENT. 10 EFFECT PRESET/CH LEVEL SET MENU TITLE MENU 3 Ingangskeuzetoetsen Selecteer de signaalbron die u wilt bedienen. Opmerking De met de geselecteerde signaalbron corresponderende ingangskeuzetoets licht ongeveer 5 seconden lang op nadat u op een toets op de afstandsbediening heeft gedrukt om aan te geven welke component er bediend wordt. H F I J A aan B aan SRCH MODE BAND A en B uit 8 ENTER A/B/C/D/E 9 2 CODE SET Hiermee kunt u afstandsbedieningscodes instellen (zie bladzijde 86). 5 SPEAKERS Hiermee kunt u de set voor-luidsprekers aangesloten op de FRONT A en/of B aansluitingen op het achterpaneel aan of uit zetten. Druk herhaaldelijk op deze toets om de instelling als volgt te wijzigen: E TV STEREO 1 Infrarood venster Hiervandaan worden de infraroodsignalen verzonden. Richt dit venster op de component die u wilt bedienen (zie bladzijde 8). G USB TV CH Zet de component-keuzeschakelaar op AMP om dit toestel te bedienen. 4 Toetsen voor de geluidsveldprogramma’s Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren (zie bladzijde 57). – Gebruik SELECT om 2-kanaals materiaal met surroundweergave weer te geven (zie bladzijde 43). – Gebruik EXTD SUR. om te schakelen tussen 5.1- en 6.1-kanaals weergave van multikanaals materiaal (zie bladzijde 42). – Gebruik DIRECT ST. om 2-kanaals bronmateriaal weer te geven in hi-fi stereo (zie bladzijde 39). D AMP TV VOL C MULTI CH IN CBL ■ Bedienen van dit toestel RETURN DISPLAY DAB MEMORY ON SCREEN K REC AUDIO PC/MCX NET RADIO FREQ/TEXT MODE USB PTY SEEK START EON L M 6 ENHANCER Hiermee zet u de Compressed Music Enhancer weergavefunctie aan of uit (zie bladzijde 37). 7 LEVEL Hiermee kunt u een luidsprekerkanaal selecteren om het uitgangsniveau in te stellen (zie bladzijde 36). 8 Cursortoetsen u / d / j / i, ENTER Hiermee kunt u de parameters van de geluidsveldprogramma’s of de “SET MENU” parameters selecteren en instellen. 9 RETURN Hiermee keert u terug naar het vorige menu bij instellingen via het “SET MENU”. 6 Nl BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES 0 TRANSMIT indicator Knippert wanneer de afstandsbediening infraroodsignalen aan het uitzenden is. Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt. I NIGHT Hiermee kunt u de nacht-luisterfuncties aan of uit zetten (zie bladzijde 34). B POWER Hiermee zet u dit toestel aan (zie bladzijde 28). J SET MENU Opent het “SET MENU” (zie bladzijde 68). Opmerking Opmerking Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt. C SLEEP Hiermee kunt u de slaaptimer instellen (zie bladzijde 35). D MULTI CH IN Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT aansluitingen verbonden signaalbron bij gebruik van een externe decoder enz. (zie bladzijde 38). E VOLUME +/– Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume. F Component-keuzeschakelaar Hiermee bepaalt u de bedieningsfunctie van de toetsen in het grijze gedeelte. AMP Hiermee bedient u dit toestel. SOURCE Bedient de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde component (zie bladzijde 85). TV Bedient de TV die is toegewezen aan DTV/CBL of (zie bladzijde 84). Opmerkingen • Voor het instellen van de afstandsbedieningscodes voor andere componenten, zie bladzijde 86. • Wanneer u afstandsbedieningscodes instelt voor zowel DTV/ CBL als (zie bladzijde 86), wordt voorrang gegeven aan de voor DTV/CBL ingestelde code. G MUTE Deze toets schakelt de geluidsweergave tijdelijk uit. Druk nog eens op deze toets om de geluidsweergave op het oorspronkelijke volume voort te zetten (zie bladzijde 34). INLEIDING A STANDBY Hiermee zet u dit toestel uit (standby) (zie bladzijde 28). H STRAIGHT (EFFECT) Hiermee zet u de geluidsveldprogramma’s aan of uit. Wanneer “STRAIGHT” is geselecteerd, zullen 2-kanaals of multikanaals ingangssignalen direct, onveranderd worden weergegeven via de bijbehorende luidsprekers, zonder enig toegevoegd effect (zie bladzijde 39). K DISPLAY Selecteert de in-beeld display (OSD) functie voor weergave op uw beeldscherm (zie bladzijde 41). L Netwerk en USB ingangskeuzetoetsen Selecteren van de sub-signaalbron voor NET/USB (zie bladzijde 94). PC/MCX Selecteert een PC server of YAMAHA MCX-2000 als sub-signaalbron voor NET/USB. NET RADIO Selecteren van Internetradio als sub-signaalbron voor NET/USB. USB Selecteert USB geheugenapparatuur of een draagbare USB audiospeler als sub-signaalbron voor NET/USB. Opmerkingen • Druk op NET/USB om “NET/USB” als signaalbron te selecteren voor u op één van de netwerk en USB ingangskeuzetoetsen drukt zoals hierboven staat aangegeven om de corresponderende subsignaalbron voor NET/USB te selecteren. • Wanneer u één van de netwerk en USB ingangskeuzetoetsen indrukt, zal het materiaal dat eerder werd weergegeven voor de corresponderende sub-signaalbron voor NET/USB automatisch worden weergegeven. M Toetsen voor Radio Data Systeem radio-ontvangst (Alleen modellen voor Europa) FREQ/TEXT Hiermee kunt u het Radio Data Systeem display instellen op weergave van de PS, PTY, RT, of CT functie (als de zender in kwestie de corresponderende diensten aanbiedt) en het frequentiedisplay (zie bladzijde 56). PTY SEEK MODE Hiermee zet u dit toestel in de PTY SEEK functie (zie bladzijde 53). EON Hiermee kunt u het programmatype selecteren (NEWS, AFFAIRS, INFO, of SPORT) waarop u automatisch af wilt laten stemmen (zie bladzijde 55). 7 Nl Nederlands PTY SEEK START Begint het zoeken naar een geschikte zender nadat u het gewenste programmatype heeft geselecteerd in de PTY SEEK functie (zie bladzijde 54). BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES ■ Bedienen van de TUNER functies ■ Gebruiken van de afstandsbediening Zet de component-keuzeschakelaar op SOURCE en druk dan op TUNER om de “TUNER” (radio) als signaalbron te selecteren. De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal uit. U moet de afstandsbediening goed op de afstandsbedieningssensor op dit toestel richten. 4 Cijfertoetsen Gebruik de cijfertoetsen 1 t/m 8 om een voorkeuzezender te selecteren. 7 BAND Hiermee schakelt u heen en weer tussen de radiobanden FM en AM (MG). VOLUME ZONE 2 ON/OFF ZONE CONTROL MASTER FM/AM PRESET/TUNING EDIT ON A/B/C/D/E l PRESET/TUNING h NEXT LEVEL MEMORY MAN'L/AUTO FM TUNING MODE AUTO/MAN'L OFF PROGRAM INPUT MAIN ZONE PHONES 8 Cursortoetsen u / d / j / i Gebruik j / i om een voorkeuzegroep (A t/m E) te selecteren en u / d om een voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren (zie bladzijde 50). SPEAKERS A B STRAIGHT TONE CONTROL INPUT MODE MULTI CH INPUT VIDEO AUX VIDEO ON/OFF L AUDIO USB R EFFECT SILENT CINEMA 30 30 CODE SET POWER Ongeveer 6 m TRANSMIT POWER TV AV CD CD-R STANDBY POWER MD SLEEP MULTI CH IN CBL DVD DTV TUNER DOCK USB V-AUX DVR NET TV VOL TV CH VOLUME AMP Opmerking SOURCE TV TV MUTE STEREO TV INPUT MUTE MUSIC ENTERTAIN MOVIE 1 2 3 4 STANDARD SELECT EXTD SUR. DIRECT ST. 5 6 7 8 SPEAKERS ENHANCER NIGHT STRAIGHT 9 0 ENT. 10 EFFECT De opdrukken “DAB MEMORY” en “SRCH MODE” zijn niet van toepassing op dit model. PRESET/CH SET MENU LEVEL TITLE MENU SRCH MODE BAND ENTER A/B/C/D/E RETURN DISPLAY DAB MEMORY ON SCREEN REC AUDIO PC/MCX NET RADIO FREQ/TEXT MODE USB PTY SEEK START EON Opmerkingen • Mors geen water of andere vloeistoffen op de afstandsbediening. • Laat de afstandsbediening niet vallen. • Laat de afstandsbediening niet liggen en bewaar hem niet op de volgende plekken: – zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad – plekken waar de temperatuur hoog kan worden, zoals bij de verwarming of kachel – zeer koude plekken – stoffige plekken 8 Nl BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES Display voorpaneel 1 5 6 7 8 9 0 A DOCK VIRTUAL STANDARD SP SILENT CINEMA A B ZONE2 NIGHT HiFi DSP PTY HOLD PS PTY RT CT EON SLEEP q PL mS dB E F G H I J K 1 Decoder indicators Wanneer één van de decoders van dit toestel in werking is, zal de bijbehorende indicator oplichten. 2 ENHANCER indicator Licht op wanneer de Compressed Music Enhancer functie is ingeschakeld (zie bladzijde 37). 3 Geluidsveld indicators Lichten op om aan te geven welke DSP geluidsvelden er in werking zijn. DSP aanwezigheidsgeluidsveld Luisterplek Rechter surround DSP geluidsveld Achter surround DSP geluidsveld 4 VIRTUAL indicator Licht op wanneer Virtual CINEMA DSP in werking is (zie bladzijde 44). 5 Signaalbron indicators De corresponderende cursor licht op om aan te geven welke signaalbron op dit moment is geselecteerd. 6 DOCK indicator Licht op wanneer u uw iPod in een YAMAHA iPod universeel dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10) doet indien deze is verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel (zie bladzijde 22). L C R SL SB SR L M N Q Linker surround DSP geluidsveld dB MUTE 96/24 LFE ft PCM D VOLUME AUTO TUNED STEREO MEMORY q DIGITAL q PL x q PL C B pDVR pV-AUX pDTV/CBL pDVD pMD/CD-R pTUNER pCD pNET USB 96 24 MATRIX DISCRETE ENHANCER q EX 4 INLEIDING t 2 3 O P (Alleen modellen voor Europa) 7 SILENT CINEMA indicator Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten en er een geluidsveldprogramma is geselecteerd (zie bladzijde 34). 8 CINEMA DSP indicator Licht op wanneer u een CINEMA DSP geluidsveldprogramma selecteert (zie bladzijde 58). 9 AUTO indicator Licht op wanneer dit toestel in de automatische afstemfunctie staat (zie bladzijde 46). 0 TUNED indicator Licht op wanneer dit toestel is afgestemd op een zender (zie bladzijde 46). A STEREO indicator Licht op wanneer het toestel een sterk FM stereosignaal ontvangt en de AUTO indicator brandt. B MEMORY indicator Knippert ten teken dat een zender opgeslagen kan worden (zie bladzijde 48). C VOLUME niveauaanduiding Geeft het huidige volumeniveau aan. D PCM indicator Licht op wanneer dit toestel PCM (pulscode modulatie) digitale audiosignalen weergeeft. Nederlands 9 Nl BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES E STANDARD indicator Licht op wanneer het “SUR. STANDARD” of “SUR. ENHANCED” programma is geselecteerd. F SP A B indicators Lichten op om aan te geven welke set voor-luidsprekers is geselecteerd. G Hoofdtelefoon indicator Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten. H ZONE2 indicator Licht op wanneer Zone 2 in werking is (zie bladzijde 90). I NIGHT indicator Licht op wanneer u een nacht-luisterfunctie selecteert (zie bladzijde 34). J HiFi DSP indicator Licht op wanneer u een HiFi DSP geluidsveldprogramma selecteert (zie bladzijde 59). K Multifunctioneel display Toont de naam van het huidige geluidsveldprogramma en andere gegevens bij het invoeren of wijzigen van instellingen. L SLEEP indicator Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld (zie bladzijde 35). M MUTE indicator Knippert wanneer de MUTE functie (tijdelijk uitschakelen geluidsweergave) is ingeschakeld (zie bladzijde 34). N 96/24 indicator Licht op wanneer dit toestel een DTS 96/24 signaal ontvangt. O Indicators ingangskanalen Deze geven aan uit welke kanalen het huidige digitale ingangssignaal bestaat. P LFE indicator Licht op wanneer het ingangssignaal een LFE signaal bevat. Q Radio Data Systeem indicators (Alleen modellen voor Europa) De corresponderende indicator zal oplichten om aan het soort Radio Data Systeem gegevens aan te geven. EON Licht op wanneer er EON gegevens worden ontvangen. PTY HOLD Licht op wanneer er gezocht wordt naar Radio Data Systeem zenders in de PTY SEEK functie. 10 Nl BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES Achterpaneel 1 2 AUDIO 45 6 MULTI CH INPUT OUTPUT 7 DIGITAL OUTPUT CENTER MD/CD-R DIGITAL INPUT MD/CD-R DVD DTV/CBL 8 9 DOCK LAN DVD Y IN MD/ OUT (PLAY) CD-R (REC) CD FRONT SURROUND SUB WOOFER ZONE 2 SUB WOOFER OPTICAL OPTICAL 0 INLEIDING AUDIO 3 PB PR Y PB PR COAXIAL DVR DVD DTV/ CBL DVD DTV/CBL IN DVR OUT VIDEO TUNER AM ANT GND MONITOR OUT DVD DTV/CBL IN DVR OUT S VIDEO MONITOR OUT MONITOR OUT COMPONENT VIDEO SPEAKERS FM ANT 75Ω UNBAL. SURROUND FRONT A REMOTE IN OUT CONTROL OUT +12V 15mA MAX. B CENTER A B C SURROUND BACK D 1 Aansluitingen voor video-apparatuur Zie de bladzijden 18 en 19 voor meer informatie over deze aansluitingen. 2 Aansluitingen voor audio-apparatuur Zie bladzijde 21 voor meer informatie over deze aansluitingen. 3 MULTI CH INPUT aansluitingen Zie bladzijde 24 voor meer informatie over deze aansluitingen. 4 ZONE 2 OUTPUT aansluitingen Zie bladzijde 89 voor meer informatie over deze aansluitingen. E 9 LAN poort Hierop kunt u een netwerkkabel aansluiten voor verbinding met uw netwerk. Zie bladzijde 23 voor meer informatie over deze aansluitingen. 0 COMPONENT VIDEO aansluitingen Zie de bladzijden 18 en 19 voor meer informatie over deze aansluitingen. A REMOTE aansluitingen Zie bladzijde 89 voor details. Deze aansluitingen produceren uitsluitend analoge signalen. B CONTROL OUT aansluiting Dit is een bedieningsaansluiting voor aangepaste installaties. 5 SUBWOOFER OUTPUT aansluiting Zie bladzijde 13 voor meer informatie over deze aansluiting. C Antenne-aansluitingen Zie bladzijde 25 voor meer informatie over deze aansluitingen. 6 DIGITAL OUTPUT aansluiting Zie bladzijde 21 voor meer informatie over deze aansluitingen. D Luidspreker-aansluitingen Zie bladzijde 13 voor meer informatie over deze aansluitingen. 7 DIGITAL INPUT aansluitingen Zie de bladzijden 19 en 21 voor meer informatie over deze aansluitingen. E AC OUTLET(S) Hiermee kunt u eventueel andere audiovisuele componenten van stroom voorzien. Zie bladzijde 26 voor details. Opmerking Nederlands 8 DOCK aansluiting Hierop kunt u een YAMAHA iPod universeel dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10) aansluiten, waar u uw iPod in kunt doen. Zie bladzijde 22 voor meer informatie over deze aansluitingen. ■ VOLTAGE SELECTOR (Alleen voor Algemene modellen) Zie bladzijde 26 voor details. 11 Nl AANSLUITINGEN AANSLUITINGEN Luidsprekers opstellen Hieronder ziet u de standaard ITU-R* opstelling van de luidsprekers. Met deze opstelling profiteert u optimaal van CINEMA DSP en multikanaals audio. * ITU-R is de aanduiding voor de afdeling radiocommunicatie van de ITU (International Telecommunication Union). FL Midden-luidspreker (C) De midden-luidspreker is voor weergave van het middenkanaal (dialoog, vocalen enz.). Als het om de een of andere reden niet mogelijk is om een middenluidspreker te gebruiken, kunt u ook zonder. De beste resultaten krijgt u echter met een volledig systeem. Plaats de midden-luidspreker midden tussen de voor-luidsprekers en zo dicht mogelijk bij het beeldscherm, bijvoorbeeld direct erboven of eronder. FR C 30˚ SL Linker en rechter voor-luidsprekers (FL en FR) De voor-luidsprekers worden gebruikt voor weergave van het hoofdkanaal plus effecten. Plaats deze luidsprekers op gelijke afstand van de ideale luisterplek. De afstanden van deze luidsprekers tot het beeldscherm moeten ook gelijk zijn. SR 60˚ SL 80˚ Linker en rechter surround-luidsprekers (SL en SR) De surround-luidsprekers worden gebruikt voor omhullende surroundweergave en effecten. Plaats deze luidsprekers achter uw luisterplek, een beetje naar binnen gericht en ongeveer 1,8 m van de vloer. SR SB FR SW FL SR C SL SB 1,8 m 12 Nl Surround achter-luidspreker (SB) De surround achter-luidspreker geeft een aanvulling op de surround-luidsprekers en zorgt voor realistischer overgangen van voor naar achter. Plaats deze luidspreker direct achter de luisterplek en op dezelfde hoogte als de surround-luidsprekers. Subwoofer (SW) Een subwoofer met ingebouwde eindversterker, zoals het YAMAHA Active Servo Processing Subwoofer System, zorgt niet alleen voor een effectieve versterking van de lage tonen in sommige of alle kanalen, maar ook voor een natuurgetrouwe hi-fi (high fidelity) stereo reproductie van het LFE (lage frequentie effecten) kanaal in Dolby Digital en DTS geluidsmateriaal. De opstelling van de subwoofer is niet zo belangrijk, want de zeer lage tonen zijn niet erg richtingsgevoelig. U kunt de subwoofer het beste in de buurt van de voor-luidsprekers plaatsen. Richt hem een beetje naar het midden van de ruimte om weerkaatsing via de wanden te verminderen. AANSLUITINGEN Aansluiten van luidsprekers Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen, “+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit. Als de aansluitingen niet kloppen, zal er geen geluid worden weergegeven via de luidsprekers en als de polariteit van de luidspreker-aansluitingen niet correct is, zal de weergave onnatuurlijk klinken met te weinig lage tonen. LET OP Opmerking VOORBEREIDINGEN • U moet het toestel uit zetten voor u de luidsprekers gaat aansluiten (zie bladzijde 28). • Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en zorg ervoor dat ze geen contact maken met de metalen onderdelen van het toestel. Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd raken. • Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als dergelijke luidsprekers toch uw beeldscherm storen, zet de luidsprekers dan verder bij het beeldscherm vandaan. • Als u luidsprekers van 6 Ohm gebruikt, moet u “SP IMP.” op “6ΩMIN” zetten voor u dit toestel in gebruik neemt (zie bladzijde 27). Als voor-luidsprekers kan ook gebruik gemaakt worden van 4 Ohm luidsprekers (zie bladzijde 82). Een luidsprekersnoer bestaat uit twee geïsoleerde draden naast elkaar. De kabels zijn verschillend gekleurd of gevormd, misschien een streep, groef of ribbels. Sluit de afwijkend gestreepte (gegroefde enz.) draad aan op de “+” (rode) aansluitingen van dit toestel en uw luidspreker. Verbind de gewone draad met de “–” (zwarte) aansluitingen. Voor-luidsprekers (A) Rechts Links Surround-luidsprekers Rechts Links 1 2 4 5 Subwoofer 7 OUTPUT SUB WOOFER SPEAKERS FRONT SURROUND A B CENTER SURROUND BACK Nederlands 3 6 Voorluidsprekers (B) Midden-luidspreker Surround achter-luidspreker 13 Nl AANSLUITINGEN ■ Aansluiten van de luidsprekerkabel ■ Gebruik van bananenstekkers (behalve modellen voor Europa) 1 Een bananenstekker is een enkelpolige elektrische verbinding die vaak gebruikt wordt voor het aansluiten van luidsprekerkabels. Verwijder ongeveer 10 mm van de isolatie van het uiteinde van elk van de luidsprekerdraden en draai vervolgens de blootliggende draadjes netjes in elkaar om kortsluiting te voorkomen. Bananenstekker 10 mm 2 VOORBEREIDINGEN 1 Maak de knop vast. Maak de knop los. Rood: positief (+) Zwart: negatief (–) Rood: positief (+) Zwart: negatief (–) 2 3 Steek een ontbloot draadeind in het gat aan de zijkant van de aansluiting. 4 Draai de draad vervolgens met de knop weer vast. Steek de bananenstekker in de bijbehorende aansluiting. Nederlands 15 Nl AANSLUITINGEN Informatie over aansluitingen en stekkers Informatie over audio-aansluitingen en stekkers DIGITAL AUDIO DIGITAL AUDIO L R COAXIAL OPTICAL (Wit) (Rood) (Oranje) L R C AUDIO Linker en Coaxiaal rechter digitale analoge audiostekker audiostekkers Video-aansluitingen en stekkers VIDEO (Geel) O Optisch digitale audiostekker V COMPONENT VIDEO Y PB PR S VIDEO (Groen) S Composiet S-videostekker videostekker Y (Blauw) (Rood) PB PR Component videostekkers ■ Audio-aansluitingen ■ Video-aansluitingen Dit toestel heeft drie soorten audio-aansluitingen. Welke aansluiting u nodig heeft hangt af van de audioaansluitingen van uw andere apparatuur. Dit toestel heeft drie soorten video-aansluitingen. Welke aansluiting u nodig heeft hangt af van de ingangsaansluitingen van uw beeldscherm. AUDIO aansluitingen Voor conventionele analoge audiosignalen via linker en rechter analoge audiokabels. Verbind de rode stekkers met de rechter en de witte stekkers met de linker aansluitingen. VIDEO aansluitingen Voor conventionele composiet videosignalen die worden overgebracht via composiet videokabels. DIGITAL AUDIO COAXIAL aansluitingen Voor digitale audiosignalen via coaxiaal digitale audiokabels. DIGITAL AUDIO OPTICAL aansluitingen Voor digitale audiosignalen via optisch digitale audiokabels. Opmerkingen • U kunt de digitale aansluitingen gebruiken voor PCM, Dolby Digital en DTS ingangssignalen. Wanneer u een bepaalde component zowel met de COAXIAL als met de OPTICAL aansluiting verbindt, zal het via de COAXIAL aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen. Alle digitale ingangsaansluitingen zijn geschikt voor digitale signalen met een bemonsteringsfrequentie van 96 kHz. • Trek het kapje van de optische aansluiting voor u er de optische glasvezelkabel op aansluit. Gooi het stofkapje niet weg. Wanneer u de optische aansluiting niet gebruikt, dient u het stofkapje er weer op te doen. Dit kapje beschermt de aansluiting tegen stof. 16 Nl S VIDEO aansluitingen Voor S-video signalen, in luminantie (Y) en kleur (C) gescheiden videosignalen die worden doorgegeven via aparte draden in speciale S-videokabels. COMPONENT VIDEO aansluitingen Voor component videosignalen, in luminantie (Y) en kleur (PB, PR) gescheiden videosignalen die worden doorgegeven via aparte draden in speciale component videokabels. y Wanneer “VIDEO CONV.” op “ON” (zie bladzijde 78) is ingesteld, zullen videosignalen die binnenkomen via de VIDEO en S VIDEO aansluitingen worden omgezet en naar keuze kunnen worden gereproduceerd via de VIDEO, S VIDEO en COMPONENT VIDEO aansluitingen. AANSLUITINGEN Stroomschema audio- en videosignalen ■ Stroomschema audiosignalen voor AUDIO OUT (REC) Ingang Uitgang AUDIO OUT (REC) DIGITAL AUDIO COAXIAL Digitale audio L R L R Analoge audio AUDIO VOORBEREIDINGEN DIGITAL AUDIO OPTICAL Digitaal uitgangssignaal Analoog uitgangssignaal Opmerking In dit toestel is de verwerking van digitale signalen gescheiden van de verwerking van analoge signalen. Daarom kunnen audiosignalen die binnenkomen via de analoge ingangsaansluitingen ook alleen via de analoge AUDIO OUT (REC) uitgangsaansluitingen worden weergegeven. Op dezelfde manier zullen via de DIGITAL INPUT (OPTICAL of COAXIAL) ingangsaansluitingen binnenkomende audiosignalen alleen via de DIGITAL OUTPUT uitgangsaansluiting kunnen worden weergegeven. ■ Stroomschema videosignalen voor MONITOR OUT Ingang Y PB Uitgang (MONITOR OUT) PR Y PB PR COMPONENT VIDEO Analoge video S VIDEO VIDEO Door Videoconversie wanneer “VIDEO CONV.” is ingesteld op “ON” (zie bladzijde 78) Opmerking 17 Nl Nederlands Als er tegelijkertijd videosignalen binnenkomen via de COMPONENT VIDEO, S VIDEO en VIDEO aansluitingen wanneer “VIDEO CONV.” is ingesteld op “ON”, geldt deze volgorde wat betreft de voorrang die aan de ingangssignalen gegeven zal worden: COMPONENT VIDEO > S VIDEO > VIDEO AANSLUITINGEN Aansluiten van een TV Verbind uw TV met de VIDEO MONITOR OUT aansluiting, de S VIDEO MONITOR OUT aansluiting of de COMPONENT VIDEO MONITOR OUT aansluitingen van dit toestel. LET OP Sluit dit toestel of de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen de componenten gemaakt zijn. Y VIDEO MONITOR OUT MONITOR OUT MONITOR OUT S VIDEO V COMPONENT VIDEO S Y PB PR S-video ingang Component video ingang Video ingang TV 18 Nl PB PR AANSLUITINGEN Aansluiten van een DVD-speler, een DVD-recorder, een videorecorder of een STB (Set Top Box) Sluit uw DVD-speler, DVD-recorder, videorecorder of STB (set-top box; een kastje bovenop de TV) aan via dezelfde soort video-aansluitingen als welke u gebruikt heeft voor uw TV (zie bladzijde 18). Een zogenaamde STB kan bijvoorbeeld een kabel-tv ontvanger of satellietontvanger zijn. LET OP Sluit dit toestel of de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen de componenten gemaakt zijn. • Wanneer “VIDEO CONV.” is ingesteld op “OFF” (zie bladzijde 78) moet u hetzelfde soort video-aansluitingen gebruiken als u gebruikt heeft om uw TV aan te sluiten (zie bladzijde 18). Als u bijvoorbeeld uw TV heeft verbonden met de VIDEO MONITOR OUT aansluiting van dit toestel, dan dient u uw andere component te verbinden met de VIDEO aansluitingen. • Wanneer “VIDEO CONV.” is ingesteld op “ON” (zie bladzijde 78), worden de omgezette videosignalen alleen gereproduceerd via de MONITOR OUT aansluitingen. Wanneer u iets wilt opnemen moet u gebruik maken van hetzelfde soort video-aansluitingen tussen alle betrokken componenten. • Om een digitale verbinding te maken met een andere component dan de component die standaard is toegewezen aan de DIGITAL INPUT of DIGITAL OUTPUT aansluiting, dient u de corresponderende instelling te selecteren voor “OPTICAL OUT”, “OPTICAL IN”, of “COAXIAL IN” bij “I/O ASSIGNMENT” (zie bladzijde 74). • Wanneer u uw DVD-speler zowel met de DIGITAL INPUT (OPTICAL) als met de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting verbindt, zal het via de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen. VOORBEREIDINGEN Opmerkingen ■ Aansluiten van een DVD-speler DVD-speler S O AUDIO C Coaxiale audio uitgang V Optische audio uitgang L S-Video uitgang R Component video uitgang Video uitgang Audio uitgang Y PR PB DIGITAL INPUT DVD DVD OPTICAL COAXIAL Y DVD PB PR DVD DVD VIDEO S VIDEO COMPONENT VIDEO Nederlands 19 Nl AANSLUITINGEN ■ Aansluiten van een DVD-recorder of videorecorder AUDIO Y PB PR DVR DVR OUT IN COMPONENT VIDEO L V V S S-video ingang R S-Video uitgang L Video uitgang Audio ingang Audio uitgang R DVR OUT S VIDEO Video ingang IN VIDEO S Y PB PR Component video uitgang DVD-recorder of videorecorder ■ Aansluiten van een STB Kabel TV of satellietontvanger S O AUDIO Optische audio uitgang V S-Video uitgang L Video uitgang R Audio uitgang Component video uitgang Y PB PR DIGITAL INPUT DTV/CBL Y PB PR OPTICAL DTV/ CBL DTV/CBL VIDEO 20 Nl DTV/CBL S VIDEO COMPONENT VIDEO AANSLUITINGEN Aansluiten van een CD-speler, een MD-speler of cassettedeck Sluit uw CD-speler, MD-speler of cassettedeck aan via analoge en/of digitale aansluitingen. LET OP Sluit dit toestel of de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen de componenten gemaakt zijn. Opmerking CD-speler Audio uitgang L AUDIO DIGITAL OUTPUT MD/CD-R MD/ OUT OPTICAL (PLAY) CD-R (REC) O Audio uitgang R L R L Audio ingang Optische audio ingang IN CD DIGITAL INPUT MD/CD-R OPTICAL O Optische audio uitgang R VOORBEREIDINGEN Om een digitale verbinding te maken met een andere component dan de component die standaard is toegewezen aan de DIGITAL INPUT of DIGITAL OUTPUT aansluiting, dient u de corresponderende instelling te selecteren voor “OPTICAL OUT”, “OPTICAL IN”, of “COAXIAL IN” bij “I/O ASSIGNMENT” (zie bladzijde 74). MD-recorder of cassettedeck Nederlands 21 Nl AANSLUITINGEN Aansluiten van een YAMAHA iPod universeel dock Dit toestel is voorzien van een DOCK aansluiting op het achterpaneel waarop u een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) kan worden aangesloten voor uw iPod, zodat u uw iPod kunt bedienen met de meegeleverde afstandsbediening. Verbind een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) met de DOCK aansluiting op het achterpaneel van dit toestel met de speciaal daarvoor bedoelde kabel. Wanneer deze verbinding tot stand is gebracht, kunt u uw iPod in uw YAMAHA iPod universeel dock plaatsen. LET OP Sluit dit toestel of de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen de componenten gemaakt zijn. Opmerkingen • Alleen iPod apparatuur met een iPod (Click and Wheel), iPod nano en iPod mini worden ondersteund. • U heeft een YAMAHA iPod universeel dock (aansluitsokkel) (zoals een los verkrijgbare YDS-10) en de speciaal daarvoor bedoelde kabel nodig die geschikt zijn voor de DOCK aansluiting van dit toestel. • Sluit geen iPod accessoires (zoals een hoofdtelefoon, een afstandsbediening met draad of een FM zender) aan op uw iPod wanneer deze in een YAMAHA iPod universeel dock zit (zoals een los verkrijgbare YDS-10). • Wanneer uw iPod geplaatst wordt in een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) die is aangesloten op de DOCK aansluiting van dit toestel, zal dit toestel de signaaloverdracht met uw iPod beginnen. • Wanneer uw iPod niet correct of stevig genoeg geplaatst is in een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) die is aangesloten op de DOCK aansluiting van dit toestel, is het mogelijk dat de audio- en/of videosignalen daarvan niet naar behoren kunnen worden weergegeven. • Wanneer de verbinding tussen uw iPod en dit toestel tot stand is gebracht, zal de melding “iPod connected” verschijnen op het display op het voorpaneel en zal de DOCK indicator daar ook oplichten. Als de verbinding tussen uw iPod en dit toestel mislukt, zal er een melding van die strekking verschijnen op het display op het voorpaneel. Voor een complete lijst van meldingen met betrekking tot deze verbindingen, verwijzen we u naar het iPod deel in het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” op bladzijde 104. • Alleen analoge audio- en videosignalen van uw iPod worden geaccepteerd door de DOCK aansluiting, en de analoge audiosignalen kunnen voor opname worden gereproduceerd via de analoge AUDIO OUT (REC) aansluitingen. • De batterij van uw iPod wordt automatisch opgeladen wanneer uw iPod geplaatst is in een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel, zolang dit toestel aan staat. • Afhankelijk van het type iPod, is het mogelijk dat u een iPod adapter zoals meegeleverd met uw YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) in de uitsparing zult moeten passen voor uw iPod erin past. iPod YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) DOCK 22 Nl AANSLUITINGEN Aansluiten op het netwerk Om dit toestel aan te sluiten op uw netwerk dient u het ene uiteinde van een netwerkkabel (CAT-5 of hoger geclassificeerde zg. ‘straight’ kabel met rechtstreekse doorverbinding) in de LAN poort van dit toestel te steken en het andere uiteinde in één van de LAN poorten van uw router die ondersteuning biedt voor de DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol) serverfunctie. Het volgende schema toont een aansluitvoorbeeld waarin dit toestel is aangesloten op één van de LAN poorten van een router met 4 poorten. Om te kunnen luisteren naar muziekbestanden op uw PC en YAMAHA MCX-2000 of naar Internetradio, moet elk van de apparaten in kwestie correct aangesloten zijn. Opmerking YAMAHA MCX-2000 YAMAHA MCX-C15 Internet WAN YAMAHA MCX-A10 (met los verkrijgbare luidsprekers) VOORBEREIDINGEN Als de DHCP serverfunctie van uw router uitgeschakeld is, zult u de netwerkinstellingen met de hand moeten configureren(zie bladzijde 76). PC LAN Modem Router Netwerkkabel LAN Nederlands 23 Nl AANSLUITINGEN Aansluiten van een multiformaatspeler, externe decoder of geluidsprocessor Dit toestel is voorzien van 6 extra ingangsaansluitingen (FRONT L/R, CENTER, SURROUND L/R en SUBWOOFER) voor gescheiden multikanaals ingangssignalen van een multiformaatspeler, externe decoder of sound processor. Verbind de uitgangsaansluitingen van uw multiformaat-speler, externe decoder of geluidsprocessor met de MULTI CH INPUT aansluitingen. Let er goed op dat u de linker en rechter uitgangen verbindt met de linker en rechter ingangsaansluitingen voor zowel de voor- als de surroundkanalen. Aansluiten van een spelcomputer, een videocamera of een draagbare audiospeler Gebruik de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel als u een spelcomputer, een videocamera of een draagbare audiospeler wilt aansluiten op dit toestel. LET OP U moet het volume van dit toestel en de andere componenten uit zetten voor u de aansluitingen gaat maken. Opmerking LET OP Sluit dit toestel of de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen de componenten gemaakt zijn. De audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting hebben voorrang boven de via de VIDEO AUX aansluitingen binnenkomende signalen. Opmerkingen PRESET/TUNING FM/AM l PRESET/TUNING h A/B/C/D/E EDIT NEXT LEVEL MEMORY MAN'L/AUTO FM TUNING MODE AUTO/MAN'L OFF PROGRAM INPUT MAIN ZONE PHONES SPEAKERS A B STRAIGHT TONE CONTROL INPUT MODE MULTI CH INPUT VIDEO AUX VIDEO ON/OFF EFFECT SILENT CINEMA VIDEO AUX VIDEO V L L AUDIO R R CENTER L R Multiformaat-speler, externe decoder of geluidsprocessor 24 Nl Spelcomputer, videocamera of draagbare audiospeler SUB WOOFER Middenkanaal uitgang R SURROUND Subwoofer uitgang L Surroundkanaal uitgang Voorkanaal uitgang FRONT ZONE CONTROL MASTER ON Audio uitgang MULTI CH INPUT VOLUME ZONE 2 ON/OFF Video uitgang • Wanneer u MULTI CH INPUT als signaalbron selecteert (zie bladzijde 38), zal dit toestel automatisch de digitale geluidsveldprocessor uitschakelen en zult u geen geluidsveldprogramma’s kunnen selecteren. • Dit toestel is niet in staat de via de MULTI CH INPUT aansluitingen binnenkomende signalen zo te herschikken dat er wordt gecompenseerd voor eventueel in uw systeem ontbrekende luidsprekers. Daarom bevelen we u aan tenminste een 5.1-kanaals luidsprekersysteem aan te sluiten voor u gebruik maakt van deze functie. • Wanneer u een hoofdtelefoon gebruikt, zullen alleen de signalen die binnenkomen via de FRONT L/R aansluitingen worden gereproduceerd via de PHONES aansluiting. L AUDIO USB R AANSLUITINGEN Aansluiten van de FM en AM antennes Dit toestel wordt geleverd met zowel een FM als een AM binnenantenne. Normaal gesproken zorgen deze antennes voor een voldoende sterke ontvangst. Verbind de antennes op de juiste manier met de bijbehorende aansluitingen. 2 Houd het lipje van de AM ANT aansluiting ingedrukt. 3 Steek één van de draden van de AM ringantenne in de AM ANT aansluiting. 4 Laat het lipje van de AM ANT aansluiting los zodat dit terugveert. 5 Herhaal de stappen 2 t/m 4 en sluit de andere draad aan op de GND aansluiting. Opmerkingen VOORBEREIDINGEN • U moet de afstemstap (alleen Algemene modellen) van de tuner aanpassen aan de ruimte tussen zendfrequenties in uw gebied (zie bladzijde 83). • De AM ringantenne moet niet te dicht bij dit toestel geplaatst worden. • De AM ringantenne moet altijd aangesloten blijven, zelfs als er een AM buitenantenne op dit toestel is aangesloten. • Een goed geïnstalleerde buitenantenne geeft een betere ontvangst dan een binnenantenne. Als u last heeft van een slechte ontvangst, kunt u een buitenantenne installeren. Vraag bij uw dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of servicecentrum naar de mogelijkheden met buitenantennes. AM ringantenne (meegeleverd) FM binnenantenne (meegeleverd) TUNER AM ANT GND FM ANT 75Ω UNBAL. Aarde (GND aansluiting) AM buitenantenne Gebruik 5 tot 10 meter met plastic geïsoleerd draad dat u bijvoorbeeld uit een raam naar buiten spant. Voor de grootst mogelijke veiligheid en zo min mogelijk storing dient u de antenne GND aansluiting goed te aarden. Een goede aarding wordt bijvoorbeeld verzorgd door een metalen staaf die in vochtige grond gedreven is. ■ Aansluiten van de AM ringantenne 1 y Wanneer u de AM ringantenne op de juiste manier heeft aangesloten op dit toestel, kunt u de AM ringantenne zo draaien dat u de beste ontvangst bereikt voor uw favoriete AM zenders. Maak de AM ringantenne gebruiksklaar. Nederlands 25 Nl AANSLUITINGEN Aansluiten van het netsnoer Pas wanneer alle verbindingen tot stand zijn gebracht kunt u de stekker in het stopcontact steken. (Modellen voor de V.S.) AC OUTLETS Naar het stopcontact ■ VOLTAGE SELECTOR (Alleen voor Algemene modellen) LET OP De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt. Onjuiste instelling van de VOLTAGE SELECTOR kan dit toestel beschadigen en kan brandgevaar opleveren. Draai de VOLTAGE SELECTOR met de klok mee of er tegenin naar de correcte stand met een gewone schroevendraaier. Mogelijke voltages: 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom VOLTAGE SELECTOR 230240V 26 Nl Aanduiding voltage ■ AC OUTLET(S) (SWITCHED) Modellen voor Australië ............... 1 Netstroomaansluiting Modellen voor Korea ..................................................Geen Overige modellen...................... 2 Netstroomaansluitingen Met behulp van deze netstroomaansluiting(en) kunt u daarop aangesloten componenten van stroom voorzien. Verbind de netsnoeren van uw andere apparatuur met deze netstroomaansluiting(en). Deze aansluiting(en) worden van stroom voorzien wanneer de eerste ruimte of Zone 2 is ingeschakeld. De stroomvoorziening voor deze aansluiting(en) wordt echter afgesloten wanneer de eerste ruimte en Zone 2 zijn uitgeschakeld, of wanneer MASTER ON/OFF op het voorpaneel ingedrukt wordt en losgelaten zodat deze naar buiten komt, in de OFF stand. Voor informatie omtrent het maximale vermogen of het totale stroomverbruik voor de componenten die op deze aansluiting(en) kunnen worden aangesloten, zie “TECHNISCHE GEGEVENS” op bladzijde 110. Geheugen back-up De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de opgeslagen gegevens verloren gaan wanneer het toestel uit (standby) staat. Wanneer echter de stekker uit het stopcontact gehaald wordt of de stroomvoorziening om een andere reden langer dan een week onderbroken wordt, zullen de opgeslagen gegevens verloren gaan. AANSLUITINGEN Instellen van de luidspreker-impedantie LET OP 4 Als u luidsprekers van 6 Ohm gebruikt, moet u “SP IMP.” op “6ΩMIN” zetten VOOR u dit toestel in gebruik neemt. Als voor-luidsprekers kan ook gebruik gemaakt worden van 4 Ohm luidsprekers. Druk herhaaldelijk op STRAIGHT (EFFECT) op het voorpaneel om en selecteer “6ΩMIN”. De volgende aanduidingen zullen op het display op het voorpaneel verschijnen. STRAIGHT 2,5 (Modellen voor de EFFECT VOORBEREIDINGEN VOLUME ZONE 2 ON/OFF ZONE CONTROL MASTER PRESET/TUNING FM/AM EDIT ON A/B/C/D/E l PRESET/TUNING h NEXT LEVEL MEMORY MAN'L/AUTO FM TUNING MODE AUTO/MAN'L OFF PROGRAM INPUT MAIN ZONE PHONES SPEAKERS A B STRAIGHT TONE CONTROL INPUT MODE MULTI CH INPUT VIDEO AUX VIDEO ON/OFF L AUDIO SP IMP.-6 MIN USB R EFFECT SILENT CINEMA 5 2,4 3 1 2 Controleer of het toestel uit staat. Zie bladzijde 28 voor details omtrent het aan en uit zetten van dit toestel. Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel nog eens in zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om de nieuwe instelling op te slaan en dit toestel uit te schakelen. MASTER ON Houd STRAIGHT (EFFECT) op het voorpaneel ingedrukt en druk vervolgens MASTER ON/OFF naar binnen in de ON stand om dit toestel in te schakelen. Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide setup menu zal verschijnen op het display op het voorpaneel. OFF Opmerking De gewijzigde instelling wordt van kracht zodra u dit toestel de volgende keer aan zet. Houd ingedrukt MASTER STRAIGHT EFFECT 3 ON OFF Verdraai PROGRAM op het voorpaneel en selecteer “SP IMP.”. De volgende aanduidingen zullen op het display op het voorpaneel verschijnen. PROGRAM Nederlands SP IMP.-8 MIN 27 Nl AANSLUITINGEN Aan en uit zetten van dit toestel Wanneer alle aansluitingen gemaakt zijn, kunt u dit toestel aan zetten. MASTER ON/OFF CODE SET STANDBY TRANSMIT POWER POWER TV AV CD CD-R STANDBY POWER POWER VOLUME ZONE 2 ON/OFF ZONE CONTROL MD SLEEP MULTI CH IN CBL MASTER PRESET/TUNING FM/AM EDIT ON A/B/C/D/E l PRESET/TUNING h NEXT LEVEL MEMORY TUNING MODE MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L PROGRAM PHONES SPEAKERS A B STRAIGHT DTV TUNER V-AUX DVD DVR NET TV VOL TV CH VOLUME DOCK OFF USB INPUT MAIN ZONE TONE CONTROL INPUT MODE MULTI CH INPUT VIDEO AUX VIDEO ON/OFF L AUDIO USB R AMP EFFECT SILENT CINEMA SOURCE TV MAIN ZONE ON/OFF ■ Aan zetten van dit toestel ■ Uit zetten van dit toestel Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel naar binnen in de ON stand om dit toestel aan te zetten. Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel nog eens in zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om dit toestel uit te schakelen. MASTER MASTER ON ON OFF • Druk op MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel (of STANDBY op de afstandsbediening) om de eerste ruimte uit (standby) te zetten. MAIN ZONE STANDBY ON/OFF of Voorpaneel Afstandsbediening • Druk nog eens op MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel (of op POWER op de afstandsbediening) om de eerste ruimte weer in te schakelen. MAIN ZONE POWER ON/OFF Voorpaneel of Afstandsbediening Opmerking MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel en POWER en STANDBY op de afstandsbediening werken alleen wanneer MASTER ON/OFF naar binnen is gedrukt in de ON stand. y Voor details omtrent het aan en uit zetten van Zone 2, zie bladzijde 90. 28 Nl OFF Voorpaneel Voorpaneel BASIS SETUP BASIS SETUP De “BASIC SETUP” is handig wanneer u uw systeem snel en met minimale inspanningen klaar voor gebruik wilt maken. Opmerkingen STEREO CODE SET TRANSMIT POWER POWER TV AV CD CD-R STANDBY POWER MD SLEEP DTV DOCK 1 V-AUX DVR ENTERTAIN 3 4 EXTD SUR. DIRECT ST. 5 6 7 8 SPEAKERS ENHANCER NIGHT STRAIGHT 9 0 10 ENT. EFFECT PRESET/CH TUNER LEVEL SET MENU USB TITLE MENU SRCH MODE BAND NET ENTER AMP A/B/C/D/E SOURCE TV VOL TV CH 4 MOVIE 2 SELECT MULTI CH IN CBL DVD MUSIC 1 STANDARD VOLUME RETURN DISPLAY DAB MEMORY ON SCREEN 2,13 3-12 Druk op ENTER om de “BASIC SETUP” te openen. Het volgende scherm zal op het in-beeld display verschijnen. ;BASIC SETUP PRESET/CH REC TV VOORBEREIDINGEN • U moet uw hoofdtelefoon losmaken van het toestel. • Als u het toestel met de hand nog preciezer wilt instellen, kunt u de gedetailleerde instellingen van het “SOUND MENU” (zie bladzijde 69) gebruiken. • Wijzigen van instellingen via de “BASIC SETUP” zorgt ervoor dat alle met de hand via het “SOUND MENU” gewijzigde instellingen zullen worden teruggezet (zie bladzijde 69). • De begininstellingen voor elk van de parameters worden vet aangegeven. • Druk op RETURN op de afstandsbediening om terg te keren naar het vorige menuniveau. AUDIO .ROOM: S >M L SUBWOOFER;;;;YES SPEAKERS;;;;6spk SETUP:>OK CANCEL ENTER A/B/C/D/E p []/[]:Up/Down [<]/[>]:Select Zet de component-keuzeschakelaar op AMP. 5 AMP SOURCE TV Druk op u / d, selecteer “ROOM” en druk vervolgens op j / i om de gewenste instelling te selecteren. PRESET/CH 2 .;BASICSETUP ;MANUALSETUP .;SIGNAL INFO SET MENU MENU SRCH MODE 3 p p [ ]/[]:Up/Down [ENTER]:Enter Druk op u / d en selecteer “BASIC SETUP”. ENTER A/B/C/D/E []/[]:Up/Down [<]/[>]:Select p SET MENU  ;BASIC SETUP .ROOM: S >M L SUBWOOFER;;;;YES SPEAKERS;;;;6spk SETUP:>OK CANCEL p Druk op SET MENU om de “SET MENU” te openen. Het eerste “SET MENU” scherm zal op het in-beeld display verschijnen. p 1 Selecteer de afmetingen van de ruimte waarin uw luidsprekers staan opgesteld. In het algemeen worden de afmetingen van de kamer als volgt gedefinieerd: Keuzes: S, M, L [Modellen voor de V.S. en Canada] S (klein) 16 x 13ft, 200ft2 (4,8 x 4,0m, 20m2) M (midden) 20 x 16ft, 300ft2 (6,3 x 5,0m, 30m2) L (groot) 26 x 19ft, 450ft2 (7,9 x 5,8m, 45m2) [Overige modellen] S (klein) 3,6 x 2,8m, 10m2 M (midden) 4,8 x 4,0m, 20m2 L (groot) 6,3 x 5,0m, 30m2 PRESET/CH ENTER Nederlands A/B/C/D/E 29 Nl BASIS SETUP 6 Druk op d, selecteer “SUBWOOFER” en druk vervolgens op j / i om de gewenste instelling te selecteren. PRESET/CH 8 Druk op d, selecteer “SETUP” en druk vervolgens op j / i om de gewenste instelling te selecteren. PRESET/CH ;BASIC SETUP ROOM: S >M L .SUBWOOFER;;;;YES SPEAKERS;;;;6spk SETUP:>OK CANCEL ENTER ;BASIC SETUP ROOM: S >M L SUBWOOFER;;;;YES SPEAKERS;;;;6spk . SETUP:>OK CANCEL ENTER A/B/C/D/E A/B/C/D/E p p 7 []/[]:Up/Down [<]/[>]:Select p p []/[]:Up/Down [<]/[>]:Select Keuzes: YES, NONE • Selecteer “YES” als u een subwoofer in uw systeem heeft. • Selecteer “NONE” als u geen subwoofer in uw systeem heeft. Keuzes: OK, CANCEL • Selecteer “OK” om de gewijzigde instellingen definitief te maken. • Selecteer “CANCEL” om de instelfunctie te verlaten zonder wijzigingen aan te brengen. Druk op d, selecteer “SPEAKERS” en kies vervolgens met j / i het aantal luidsprekers dat is aangesloten op dit toestel. U kunt ook op SET MENU drukken om de setup procedure te annuleren. y 9 PRESET/CH Druk op ENTER om uw keuze te bevestigen. ;BASIC SETUP PRESET/CH ROOM: S >M L SUBWOOFER;;;;YES .SPEAKERS;;;;6spk SETUP:>OK CANCEL ENTER ENTER A/B/C/D/E p A/B/C/D/E 30 Nl p []/[]:Up/Down [<]/[>]:Select Keuze Display Luidsprekers 2spk L C R SL SB SR L/R voor 3spk L C R SL SB SR L/R voor, midden 4spk L C R SL SB SR L/R voor, L/R surround 5spk L C R SL SB SR L/R voor, midden, L/R surround 6spk L C R SL SB SR L/R voor, midden, L/R surround, surround achter Als u bij stap 8 “OK” selecteert, zult u twee keer om beurten uit elk van de luidsprekers een testtoon horen. “CHECK:Test Tone” zal een paar seconden op het inbeeld display getoond worden, gevolgd door “CHECK OK?”. ;BASIC SETUP ;BASIC SETUP ROOM: S >M L SUBWOOFER;;;;YES SPEAKERS;;;;6spk SETUP:>OK CANCEL .CHECK:Test Tone ROOM: S >M L SUBWOOFER;;;;YES SPEAKERS;;;;6spk SETUP:>OK CANCEL .CHECK OK?;;;;YES [<]/[>]:Select [<]/[>]:Select y Controleer de luidsprekerverbindingen (zie bladzijde 13) en wijzig indien nodig de “SPEAKERS” instellingen in stap 7. BASIS SETUP 10 Druk op j / i om de gewenste instelling te selecteren. 12 ;BASIC SETUP PRESET/CH ROOM: S >M L SUBWOOFER;;;;YES SPEAKERS;;;;6spk SETUP:>OK CANCEL .CHECK OK?;;;;YES ENTER A/B/C/D/E Druk op u / d om een luidspreker te selecteren en gebruik vervolgens j / i om de juiste balans in te stellen. De geselecteerde luidspreker en de linker voorluidspreker (of de linker surround-luidspreker) geven om de beurt de testtoon weer. • Druk op i om de ingestelde waarde te verhogen. • Druk op j om de ingestelde waarde te verlagen. [<]/[>]:Select PRESET/CH 11 ENTER A/B/C/D/E • Selecteer “FR” om de balans tussen de linker en de rechter voor-luidsprekers in te stellen. • Selecteer “C” om de balans tussen de linker voorluidspreker en de midden-luidspreker in te stellen. • Selecteer “SL” om de balans tussen de linker voorluidspreker en de linker surround-luidspreker in te stellen. • Selecteer “SB” om de balans tussen de linker surround-luidspreker en de surround achterluidspreker in te stellen. • Selecteer “SR” om de balans tussen de linker surround-luidspreker en de rechter surroundluidspreker in te stellen. • Selecteer “SWFR” om de balans tussen de linker voor-luidspreker en de subwoofer in te stellen. Druk op ENTER om uw keuze te bevestigen. PRESET/CH ENTER A/B/C/D/E • Als u bij stap 10 “YES” heeft geselecteerd, is daarmee de setup procedure afgesloten en zal het display terugkeren naar het eerste “SET MENU” scherm. • Als u bij stap 10 “NO” heeft gekozen, zal het instelscherm voor het niveau van de luidsprekers op het display op het voorpaneel verschijnen. ;BASIC SETUP -__________+ .FR;;;;;;;;;;  C;;;;;;;;;; SL;;;;;;;;;; 13 VOORBEREIDINGEN Keuzes: YES, NO • Selecteer “YES” om de setup procedure af te sluiten als de testtoon via elk van de luidsprekers goed klonk. • Selecteer “NO” om door te gaan naar het instelmenu voor het uitgangsniveau van de verschillende luidsprekers in stap 12 om de uitgangsniveaus van de luidsprekers op elkaar af te stemmen. Druk op SET MENU om de “BASIC SETUP” te verlaten. SET MENU MENU SRCH MODE Nederlands 31 Nl WEERGAVE WEERGAVE LET OP U moet zeer voorzichtig zijn wanneer u DTS gecodeerde CD’s gaat afspelen. Als u een DTS gecodeerde CD afspeelt op een CD-speler die niet geschikt is voor DTS-weergave, zult u alleen een ongewenst geruis of lawaai horen dat zelfs uw luidsprekers kan beschadigen. Controleer of uw CDspeler geschikt is voor DTS gecodeerde CD’s. Controleer ook het geluidsniveau van uw CD-speler voor u een DTS gecodeerde CD gaat afspelen. 3 VOLUME ZONE 2 ON/OFF ZONE CONTROL Gebruik INPUT op het voorpaneel (of druk op één van de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening) om de gewenste signaalbron te selecteren. MASTER PRESET/TUNING FM/AM A/B/C/D/E l PRESET/TUNING h NEXT LEVEL EDIT ON MEMORY TUNING MODE MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L OFF PROGRAM INPUT MAIN ZONE PHONES SPEAKERS A B STRAIGHT TONE CONTROL INPUT MODE MULTI CH INPUT VIDEO AUX VIDEO ON/OFF L AUDIO MD USB INPUT R SLEEP EFFECT SILENT CINEMA CD CD-R DVD 2 6,7 6 3 TV MUTE CODE SET STEREO TRANSMIT POWER POWER TV AV STANDBY CD 3 2 MUSIC ENTERTAIN MULTI CH IN CBL 2 3 4 SELECT EXTD SUR. DIRECT ST. 5 6 7 8 TUNER 2 SPEAKERS ENHANCER NIGHT STRAIGHT 9 0 V-AUX 7 Voorpaneel SET MENU TITLE NET MENU SRCH MODE BAND VOLUME TV NET Afstandsbediening Beschikbare signaalbronnen A/B/C/D/E SOURCE TV CH USB DVR ENTER AMP TV VOL TUNER De naam van de geselecteerde signaalbron wordt een paar seconden lang op het display op het voorpaneel en op het in-beeld display getoond. EFFECT USB DVR DOCK ENT. 10 PRESET/CH LEVEL DOCK MOVIE 1 STANDARD DTV V-AUX SLEEP CD-R DTV MUTE POWER MD DVD 5 TV INPUT MULTI CH IN CBL of 5 RETURN DISPLAY DAB MEMORY ON SCREEN REC AUDIO DISC SKIP TV MUTE TV INPUT MUTE NET USB DVR V-AUX DTV/CBL pDVD MD/CD-R TUNER CD VOLUME SP A DVD 1 2 Zet het beeldscherm dat is aangesloten op dit toestel aan. Op dit moment geselecteerde signaalbron Druk op SPEAKERS A of B op het voorpaneel (of zet de component-keuzeschakelaar op AMP en druk vervolgens herhaaldelijk op SPEAKERS op de afstandsbediening) om de gewenste set voor-luidsprekers in te schakelen. Met elke druk op SPEAKERS A of B zet u de bijbehorende set voor-luidsprekers aan of uit. Voorpaneel of AMP SPEAKERS SOURCE 9 TV Afstandsbediening 32 Nl L R Op dit moment geselecteerde ingangsfunctie Opmerkingen • Om multikanaals materiaal met surroundweergave weer te geven dient u de broncomponent via een digitale aansluiting met dit toestel te verbinden en dient u de ingangsfunctie in te stellen op “AUTO” of “DTS” (zie bladzijde 35). • Zie bladzijde 42 voor details over surroundweergave. 4 SPEAKERS A B dB AUTO Start de weergave op de geselecteerde broncomponent of stem af op een zender. • Raadpleeg de handleiding van de betreffende component. • Zie bladzijde 46 voor details omtrent het afstemmen. WEERGAVE 5 Verdraai VOLUME op het voorpaneel (of druk op VOLUME +/– op de afstandsbediening) om het volume op het gewenste niveau in te stellen. VOLUME of Verdraai PROGRAM op het voorpaneel (of druk op één van de geluidsveldprogrammatoetsen op de afstandsbediening) om het gewenste geluidsveldprogramma te selecteren. De naam van het geselecteerde geluidsveldprogramma zal verschijnen op het display op het voorpaneel en op het in-beeld display. Zie bladzijde 58 voor details over geluidsveldprogramma’s. Afstandsbediening Voorpaneel 6 VOLUME 7 PROGRAM Druk herhaaldelijk op TONE CONTROL op het voorpaneel, kies tussen “TREBLE” (hoge tonen) en “BASS” (lage tonen) en verdraai vervolgens PROGRAM om de gekozen tonen te versterken of te verzwakken. Voorpaneel PROGRAM TONE CONTROL STEREO MUSIC ENTERTAIN MOVIE 1 2 3 4 STANDARD SELECT EXTD SUR. DIRECT ST. 5 6 7 8 SPEAKERS ENHANCER NIGHT STRAIGHT 9 0 10 BASISBEDIENING of ENT. EFFECT Afstandsbediening NET USB DVR V-AUX DTV/CBL pDVD MD/CD-R TUNER CD VOLUME SP A TREBLE dB 0dB L R • Selecteer “TREBLE” om de weergave van de hoge tonen te regelen. • Selecteer “BASS” om de weergave van de lage tonen te regelen. Opmerkingen • De instellingen voor de luidsprekers en die voor de hoofdtelefoon worden apart opgeslagen. • Wanneer “TONE BYPASS” op “AUTO” staat (zie bladzijde 73) en “BASS” en “TREBLE” op 0 dB worden gezet, zal het audiosignaal automatisch de toonregelingsschakelingen van dit toestel onveranderd passeren. • Als u de hoge of lage tonen teveel versterkt of verzwakt, is het mogelijk dat de toonkleur van de voor-luidsprekers niet meer overeenkomt met die van de andere luidsprekers. • TONE CONTROL zal niet werken wanneer de “DIRECT STEREO” functie (zie bladzijde 39) is ingeschakeld of wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 38). NET USB DVR V-AUX DTV/CBL pDVD MD/CD-R TUNER CD VOLUME SP A TV Sports dB L R Op dit moment geselecteerde geluidsveldprogramma Opmerkingen 33 Nl Nederlands • Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak, niet alleen op basis van de naam van het programma. • Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het toestel automatisch het laatst met die signaalbron gebruikte geluidsveldprogramma instellen. • Er kunnen geen geluidsveldprogramma’s worden geselecteerd wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 38). • Signalen met een hogere bemonsteringsfrequentie dan 48 kHz (met uitzondering van DTS 96/24 signalen) zullen worden teruggebracht tot 48 kHz, waarna er geluidsveldprogramma’s op kunnen worden toegepast. • Om informatie te laten weergeven op het in-beeld display over de op dit moment geselecteerde signaalbron, zie bladzijde 40 voor details. GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES Gebruiken van het SILENT CINEMA SILENT CINEMA stelt u in staat naar multikanaals materiaal of filmsoundtracks, inclusief Dolby Digital en DTS materiaal, te luisteren met een normale hoofdtelefoon. SILENT CINEMA wordt automatisch ingeschakeld wanneer u een hoofdtelefoon aansluit op de PHONES aansluiting terwijl u luistert met de CINEMA DSP of HiFi DSP geluidsveldprogramma’s (zie bladzijde 58). Indien ingeschakeld zal de SILENT CINEMA indicator oplichten op het display op het voorpaneel. Selecteren van de nachtluisterfunctie De middernacht luisterfuncties zijn ontworpen om bij lage volumes, bijvoorbeeld wanneer u ’s nachts wilt luisteren, toch alles te kunnen verstaan. Kies “NIGHT:CINEMA” of “NIGHT:MUSIC” afhankelijk van wat voor materiaal u gaat afspelen. 1 Zet de component-keuzeschakelaar op AMP en druk vervolgens herhaaldelijk op NIGHT op de afstandsbediening om te kiezen tussen “NIGHT:CINEMA” of “NIGHT:MUSIC”. Opmerkingen AMP • SILENT CINEMA treedt niet in werking wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 38). • SILENT CINEMA werkt niet wanneer de “DIRECT STEREO” (zie bladzijde 39), “2ch Stereo” (zie bladzijde 39) of “STRAIGHT” functie (zie bladzijde 39) is geselecteerd. NIGHT SOURCE 10 TV Keuzes: NIGHT:CINEMA, NIGHT:MUSIC, OFF • Selecteer “NIGHT:CINEMA” wanneer u naar een film gaat kijken om het dynamisch bereik van de soundtrack te verminderen en de gesproken tekst beter verstaanbaar te maken bij lagere volumes. • Selecteer “NIGHT:MUSIC” wanneer u naar muziek wilt luisteren om alle geluiden beter verstaanbaar te maken. • Selecteer “OFF” als u deze functie niet wilt gebruiken. Tijdelijk uitschakelen van de geluidsweergave Druk op MUTE op de afstandsbediening om de geluidsweergave tijdelijk uit te schakelen. Druk nog eens op MUTE om de geluidsweergave te hervatten. y Wanneer er een nacht-luisterfunctie is geselecteerd, zal de NIGHT indicator oplichten op het display op het voorpaneel. MUTE y • U kunt ook VOLUME op het voorpaneel of VOLUME +/– op de afstandsbediening gebruiken om de geluidsweergave te hervatten. • U kunt instellen hoe ver het volume verlaagd wordt via de “MUTING TYPE” parameter in het “SOUND MENU” (zie bladzijde 73) • De MUTE indicator knippert op het voorpaneel wanneer de geluidsweergave tijdelijk is uitgeschakeld en verdwijnt wanneer de geluidsweergave weer wordt hervat. 2 Druk op j / i op de afstandsbediening om het effectniveau te regelen terwijl “NIGHT:CINEMA” of “NIGHT:MUSIC” wordt aangegeven op het display op het voorpaneel. PRESET/CH ENTER A/B/C/D/E Opmerking Als u een andere signaalbron of een ander geluidsveldprogramma inschakelt met de afstandsbediening terwijl de geluidsweergave tijdelijk uitgeschakeld is, zal het toestel de geluidsweergave hervatten. Afstandsbediening Effect.Lvl:MID Keuzes: MIN, MID, MAX • Selecteer “MIN” voor minimale compressie. • Selecteer “MID” voor standaard compressie. • Selecteer “MAX” voor maximale compressie. 34 Nl GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES y AUTO Ingangssignalen worden automatisch geselecteerd in deze volgorde: (1) Digitale signalen (2) Analoge signalen Alleen DTS gecodeerde digitale signalen zullen worden geselecteerd. Als er geen DTS signalen binnenkomen, zal er geen geluid worden weergegeven. Er zullen alleen analoge signalen worden geselecteerd. Als er geen analoge signalen binnenkomen, zal er geen geluid worden weergegeven. De “NIGHT:CINEMA” en “NIGHT:MUSIC” instellingen worden apart opgeslagen. Opmerkingen DTS • In de volgende gevallen kunt u de nacht-luisterfuncties niet gebruiken: – wanneer de “DIRECT STEREO” functie (zie bladzijde 39) is ingeschakeld. – wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 38). – wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting zit. • Hoe groot het effect is van de nachtluisterfuncties hangt mede af van het weergegeven materiaal en van uw instellingen voor surroundweergave. ANALOG Opmerking Wanneer “INPUT MODE” is ingesteld op “AUTO”, zal dit toestel automatisch overschakelen naar de juiste decoder indien er een Dolby Digital of DTS signaal wordt gedetecteerd. Selecteren van de ingangsfunctie Dit toestel is uitgerust met allerlei ingangsaansluitingen. U kunt als volgt bepalen wat voor ingangssignalen u wilt gebruiken. • In de meeste gevallen raden we u aan gewoon “INPUT MODE” op “AUTO” te zetten. • U kunt de standaard ingangsfunctie van dit toestel zelf bepalen via de “INPUT MODE” parameter in het “INPUT MENU” (zie bladzijde 75). Opmerkingen • Om DTS gecodeerde CD’s weer te kunnen geven bij gebruik van een digitale audioverbinding, moet u “INPUT MODE” instellen op “DTS”. • Ook wanneer u een digitale verbinding tot stand heeft gebracht tussen dit toestel en de speler in kwestie is het mogelijk dat DTS materiaal niet correct gedecodeerd kan worden. 1 Gebruiken van de slaaptimer Met deze functie kunt het toestel zichzelf uit (standby) laten schakelen na een door u bepaalde tijd. Deze slaaptimer is bijvoorbeeld handig wanneer u gaat slapen terwijl uw installatie nog aan het spelen of opnemen is. De slaaptimer schakelt ook automatisch de op de AC OUTLET(S) netstroomaansluitingen aangesloten externe apparatuur uit (zie bladzijde 26). 1 Verdraai INPUT op het voorpaneel en selecteer de gewenste signaalbron. Druk op één van de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening om de gewenste signaalbron te selecteren. MD CD SLEEP CD-R MULTI CH IN CBL DVD INPUT DTV DOCK V-AUX 2 2 Druk herhaaldelijk op INPUT MODE op het voorpaneel om de gewenste ingangsfunctie te selecteren. INPUT MODE BASISBEDIENING y TUNER USB DVR NET Start de weergave op de geselecteerde broncomponent of stem af op een zender. • Raadpleeg de handleiding van de betreffende component. • Zie bladzijde 46 voor details omtrent het afstemmen. Beschikbare signaalbronnen NET USB DVR V-AUX DTV/CBL pDVD MD/CD-R TUNER CD VOLUME SP A AUTO Nederlands DVD dB L R Op dit moment Op dit moment geselecteerde geselecteerde signaalbron ingangsfunctie 35 Nl GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES 3 Druk herhaaldelijk op SLEEP op de afstandsbediening om de gewenste tijd in te stellen. Met elke druk op SLEEP zal het display op het voorpaneel als volgt veranderen. SLEEP Instellen luidsprekerniveaus U kunt het uitgangsniveau van de luidsprekers instellen terwijl u naar muziek aan het luisteren bent. Dit is ook mogelijk wanneer u een signaal dat via de MULTI CH INPUT aansluitingen binnenkomt afspeelt. Opmerking Deze handeling overschrijft de niveau-instellingen die zijn gemaakt via de “BASIC SETUP” (zie bladzijde 29) en “SPEAKER LEVEL” (zie bladzijde 71) methodes. SLEEP 120min AMP SLEEP 90min SOURCE TV VOL TV CH VOLUME 1 TV SLEEP OFF SLEEP 30min SLEEP 60min De SLEEP indicator knippert terwijl u de tijd voor de slaaptimer aan het instellen bent. De SLEEP indicator zal oplichten op het display op het voorpaneel en het display keert terug naar het geselecteerde geluidsveldprogramma. TV MUTE TV INPUT MUTE STEREO MUSIC ENTERTAIN 1 2 3 4 STANDARD SELECT EXTD SUR. DIRECT ST. 5 6 7 8 SPEAKERS ENHANCER NIGHT STRAIGHT 9 0 10 MOVIE ENT. EFFECT 1 PRESET/CH LEVEL SET MENU TITLE MENU BAND SRCH MODE ENTER 3 A/B/C/D/E NET USB DVR V-AUX DTV/CBL DVD MD/CD-R TUNER pCD VOLUME SLEEP SLEEP 120min REC dB L V-AUX DTV/CBL DVD MD/CD-R SP A TUNER pCD 1 VOLUME SLEEP STRAIGHT 2 DISC SKIP R Knippert DVR DISPLAY ON SCREEN AUDIO SP A NET USB RETURN DAB MEMORY Zet de component-keuzeschakelaar op AMP en druk vervolgens net zo vaak op LEVEL op de afstandsbediening tot u de luidspreker die u wilt instellen heeft geselecteerd. dB L R AMP Licht op SOURCE LEVEL TV BAND TITLE 4 Druk op net zo vaak op SLEEP op de afstandsbediening tot “SLEEP OFF” op het display op het voorpaneel verschijnt. SLEEP NET USB DVR V-AUX DTV/CBL DVD MD/CD-R TUNER pCD VOLUME SP A SLEEP OFF dB L R De SLEEP indicator gaat uit en de melding “SLEEP OFF” zal na een paar seconden verdwijnen van het display op het voorpaneel. y U kunt de slaaptimer ook annuleren door met MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel (of STANDBY op de afstandsbediening) de eerste ruimte van het toestel uit (standby) te zetten. 36 Nl • Druk op “FRONT L” om het uitgangsniveau (volume) van de linker voor-luidspreker te regelen. • Druk op “CENTER” om het uitgangsniveau (volume) van de midden-luidspreker te regelen. • Druk op “FRONT R” om het uitgangsniveau (volume) van de rechter voor-luidspreker te regelen. • Druk op “SUR. R” om het uitgangsniveau (volume) van de rechter surround-luidspreker te regelen. • Druk op “SUR. B” om het uitgangsniveau (volume) van de surround achter-luidspreker te regelen. • Druk op “SUR. L” om het uitgangsniveau (volume) van de linker surround-luidspreker te regelen. • Druk op “SWFR” om het uitgangsniveau (volume) van de subwoofer te regelen. y Wanneer u op LEVEL op de afstandsbediening heeft gedrukt, kunt u de gewenste luidspreker ook selecteren met u / d. GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES 2 Druk op j / i op de afstandsbediening om het uitgangsniveau (volume) van de luidspreker te regelen. • Druk op i om de ingestelde waarde te verhogen. • Druk op j om de ingestelde waarde te verlagen. Instelbereik: –10 dB t/m +10 dB PRESET/CH ENTER A/B/C/D/E y Compressie-artefacten (zoals bij MP3) ontstaan onvermijdelijk door compressiemethoden waarbij gegevens verloren gaan omdat bijvoorbeeld de geluidssignalen opnieuw worden bemonsterd met een lagere bitsnelheid en geluiden die voor mensen onhoorbaar zijn worden verwijderd. De Compressed Music Enhancer functie van dit toestel verbetert de geluidsweergave door de vanwege deze zogenaamde compressie-artefacten ontbrekende harmonische signalen te regenereren. Op deze manier wordt gecompenseerd voor de soms vlakke weergave als gevolg van het verlies in het gecomprimeerde bestand van zowel de hoogste als de laagste tonen, hetgeen de algehele geluidskwaliteit van uw systeem ten goede komt. Opmerkingen • De Compressed Music Enhancer functie is geschikt voor PCM signalen (48 kHz), analoge 2-kanaals materiaal en muziekgegevens die binnenkomen via de USB poort of de LAN poort. • De Compressed Music Enhancer functie werkt niet samen met de geluidsveldprogramma’s. • Wanneer de Compressed Music Enhancer functie is ingeschakeld terwijl er een ongeschikt signaal wordt weergegeven, zal de melding “Not Available” op het display op het voorpaneel en op het in-beeld display verschijnen. • Wanneer de signaalbron wordt omgeschakeld naar één met een ongeschikt signaal terwijl de Compressed Music Enhancer functie is ingeschakeld, zal de Compressed Music Enhancer functie automatisch worden uitgeschakeld en zal het betreffende signaal worden weergegeven als 2-kanaals of 6-kanaals stereo. BASISBEDIENING Deze handeling kan ook worden uitgevoerd met de bedieningsorganen op het voorpaneel. Druk herhaaldelijk op NEXT op het voorpaneel om het luidsprekerkanaal te selecteren waarvan u het uitgangsniveau wilt instellen en gebruik vervolgens LEVEL op het voorpaneel om het uitgangsniveau te regelen. Selecteren van de Compressed Music Enhancer functie y De ENHANCER indicator op het display op het voorpaneel licht op wanneer één van de Compressed Music Enhancer functies is ingeschakeld. Nederlands 37 Nl GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES 1 Zet de component-keuzeschakelaar op AMP en druk vervolgens herhaaldelijk op ENHANCER op de afstandsbediening om de gewenste Compressed Music Enhancer functie te kiezen. Het volgende scherm zal verschijnen op het in-beeld display en de ENHANCER indicator zal oplichten op het display op het voorpaneel. AMP ENHANCER SOURCE Selecteren van de MULTI CH INPUT component Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT aansluitingen verbonden signaalbron (zie bladzijde 24). Druk op MULTI CH INPUT op het voorpaneel (of op MULTI CH IN op de afstandsbediening) zodat “MULTI CH INPUT” verschijnt op het display op het voorpaneel. 0 TV MULTI CH INPUT MULTI CH IN of Voorpaneel Afstandsbediening MUSIC ENHANCER . 2ch Enhancer LOW >HIGH ENHANCER MULTI CH INPUT Licht op Keuzes: 2ch Enhancer, 6ch Enhancer, Off (eerder geselecteerd geluidsveldprogramma) • Selecteer “2ch Enhancer” voor weergave met compensatie voor compressie-artefacten in 2-kanaals stereo. • Selecteer “6ch Enhancer” voor weergave met compensatie voor compressie-artefacten in 6-kanaals stereo. • Selecteer Off (eerder geselecteerd geluidsveldprogramma) om de Compressed Music Enhancer functie uit te zetten. y U kunt ook schakelen tussen “2ch Enhancer” en “6ch Enhancer” door op j / i op de afstandsbediening te drukken wanneer de pijl links van “2ch Enhancer” of “6ch Enhancer” in het in-beeld display staat. 2 Druk één keer op d en vervolgens op j / i op de afstandsbediening om het gewenste effectniveau te selecteren. PRESET/CH MUSIC ENHANCER . ENTER 2ch Enhancer LOW >HIGH A/B/C/D/E Keuzes: HIGH, LOW • Selecteer “HIGH” voor een hoog effectniveau. • Selecteer “LOW” voor een laag effectniveau. Opmerking Zet het effectniveau op “HIGH” of “LOW” aan de hand van de eigenschappen van het bronsignaal. Het is mogelijk dat de hoge tonen van bepaalde signalen teveel benadrukt worden. Zet het effectniveau in een dergelijk geval op “LOW”. 38 Nl Opmerking Wanneer “MULTI CH INPUT” wordt getoond op het display, kan er geen andere signaalbron worden weergegeven. Als u met INPUT (of één van de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening) een andere signaalbron wilt selecteren, druk dan eerst op MULTI CH INPUT (of MULTI CH IN op de afstandsbediening) zodat de melding “MULTI CH INPUT” verdwijnt van het display op het voorpaneel. GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES Luisteren naar multikanaals materiaal met 2-kanaals stereoweergave U kunt multikanaals materiaal laten terugbrengen tot 2 kanalen voor weergave als 2-kanaals stereo. Zet de component-keuzeschakelaar op AMP en druk herhaaldelijk op STEREO op de afstandsbediening om “2ch Stereo” te selecteren. AMP Luisteren naar pure hi-fi stereoweergave De “DIRECT STEREO” functie laat bronsignalen alle decoders en DSP processors van dit toestel onveranderd passeren zodat u kunt profiteren van pure hi-fi weergave van 2-kanaals PCM en analoge bronsignalen. Zet de component-keuzeschakelaar op AMP en druk vervolgens op DIRECT ST. op de afstandsbediening om “DIRECT STEREO” te selecteren. STEREO SOURCE 1 AMP TV DIRECT ST. SOURCE 8 TV y • U kunt een subwoofer gebruiken met dit programma wanneer “LFE/ BASS OUT” is ingesteld op “SWFR” of “BOTH” (zie bladzijde 70). • U kunt de “2ch Stereo” functie ook selecteren door PROGRAM op het voorpaneel te verdraaien. Luisteren naar onbewerkte weergave Wanneer het toestel in de “STRAIGHT” stand staat, worden 2-kanaals stereobronnen alleen weergegeven via de linker en rechter voor-luidsprekers. Multikanaals materiaal zal rechtstreeks via de diverse kanalen worden weergegeven zonder verdere toevoeging van effecten. 1 Zet de component-keuzeschakelaar op AMP en druk vervolgens op STRAIGHT op de afstandsbediening om “STRAIGHT” te selecteren. DIRECT STEREO Opmerkingen • Om onverwacht lawaai te voorkomen mag u geen DTS gecodeerde CD’s afspelen in de “DIRECT STEREO” stand. • Wanneer er multikanaals signalen (Dolby Digital of DTS) binnenkomen in deze stand, zal het toestel automatisch overschakelen naar de corresponderende analoge signaalbron. Wanneer “DTS” is geselecteerd als ingangsfunctie (zie bladzijde 35) zal er geen geluid worden weergegeven. • Er zal geen geluid worden weergegeven via de subwoofer. • De “TONE CONTROL” (zie bladzijde 33) en “SOUND MENU” (zie bladzijde 69) instellingen (behalve voor de instelling van de luidsprekerniveaus) staan buiten werking. • Het display op het voorpaneel wordt automatisch donkerder. BASISBEDIENING 2ch Stereo y U kunt de “DIRECT STEREO” functie ook selecteren door PROGRAM op het voorpaneel te verdraaien. AMP STRAIGHT SOURCE ENT. TV EFFECT STRAIGHT 2 Nederlands Om de “STRAIGHT” functie uit te schakelen dient u nog eens op STRAIGHT op de afstandsbediening te drukken zodat “STRAIGHT” verdwijnt van het display op het voorpaneel. Eventuele geluidseffecten worden nu weer ingeschakeld. y U kunt de “STRAIGHT” functie ook selecteren door op STRAIGHT (EFFECT) op het voorpaneel te drukken. 39 Nl GEBRUIKEN VAN VIDEOFUNCTIES GEBRUIKEN VAN VIDEOFUNCTIES Signaalformattering FORMAT De formattering van het signaal wordt getoond. Wanneer het toestel geen digitaal signaal kan detecteren, wordt er automatisch overgeschakeld naar analoog. Display status: Analog, Digital, DolbyD, DTS, MP3, PCM, WMA, --- Tonen van informatie over de signaalbron U kunt de formattering, de bemonsteringsfrequentie, het aantal kanalen en eventuele signaleringsgegevens (vlag) van het huidige ingangssignaal laten zien. 1 Opmerking Zet de component-keuzeschakelaar op AMP en druk vervolgens op SET MENU op de afstandsbediening. Het eerste “SET MENU” scherm zal op het in-beeld display verschijnen. “---” verschijnt wanneer dit toestel geen enkel signaal kan detecteren. Bemonsteringsfrequentie SAMPLING Het aantal metingen per seconden van een continu signaal om een digitaal signaal te kunnen maken. Display status: 8kHz, 11kHz, 12kHz, 16kHz, 22.05kHz, 24kHz, 32kHz, 44.1kHz, 48kHz, 64kHz, 88.2kHz, 96kHz, --- AMP SET MENU SOURCE MENU SRCH MODE TV Opmerking “---” verschijnt wanneer dit toestel de bemonsteringsfrequentie niet kan detecteren. SET MENU  .;BASICSETUP ;MANUALSETUP .;SIGNAL INFO Kanaal CHANNEL Aantal bronkanalen in het ingangssignaal (voor/ surround/LFE). Bijvoorbeeld een multikanaals soundtrack met 3 voorkanalen, 2 surroundkanalen en een LFE kanaal, zal worden getoond als “3/2/0.1”. 2 p p [ ]/[]:Up/Down [ENTER]:Enter Opmerking Druk herhaaldelijk op d om “SIGNAL INFO” te selecteren en druk dan op ENTER. De volgende informatie over de signaalbron zal op het in-beeld display verschijnen. PRESET/CH PRESET/CH ENTER ENTER A/B/C/D/E “---” verschijnt wanneer er geen bronkanalen beschikbaar zijn. Bitsnelheid BITRATE Het aantal bits aan gegevens dat per seconde een bepaald meetpunt passeert. Opmerking “---” verschijnt wanneer dit toestel de bitsnelheid niet kan detecteren. A/B/C/D/E Vlag FLAG Signalering (vlag) die in DTS, Dolby Digital of PCM signalen is meegecodeerd en die dit toestel in staat stelt automatisch van decoder te wisselen. ;SIGNAL INFO FORMAT PCM SAMPLING 48kHz CHANNEL 2/0/--BITRATE --FLAG NONE  [RETURN]:Exit  3 Druk nog eens op SET MENU op de afstandsbediening om het “SET MENU” te verlaten. SET MENU MENU SRCH MODE 40 Nl GEBRUIKEN VAN VIDEOFUNCTIES Selecteren van de OSD (in-beeld display) weergavefunctie U kunt de bedieningsinformatie voor dit toestel laten weergeven op een beeldscherm. Als u de “SET MENU” en geluidsveldprogramma parameter instellingen op een beeldscherm laat weergeven, kunt u gemakkelijker de beschikbare mogelijkheden en instellingen overzien dan op het display op het voorpaneel. Zet het beeldscherm dat is aangesloten op dit toestel aan. 2 Zet de component-keuzeschakelaar op AMP en druk vervolgens herhaaldelijk op DISPLAY op de afstandsbediening om heen en weer te schakelen tussen de verschillende weergavefuncties van het in-beeld display. De weergavefunctie van het in-beeld display zal als volgt veranderen. AMP SOURCE DISPLAY ON SCREEN TV Volledige weergave U kunt een grijze achtergrond laten weergeven achter het in-beeld display wanneer er geen videosignaal binnenkomt door “GRAY BACK” in het “OPTION MENU” op “AUTO” te zetten (zie bladzijde 79). Opmerkingen • Het signaal voor het in-beeld display wordt niet gereproduceerd via de DVR OUT aansluitingen en wordt dus ook niet opgenomen. • U moet “VIDEO CONV.” in het “OPTION MENU” instellen op “ON” (zie bladzijde 78) om het in-beeld display te laten weergeven. • Om het in-beeld display te laten weergeven bij component videosignalen die worden gereproduceerd via de COMPONENT VIDEO MONITOR OUT aansluitingen, dient u het in-beeld display in te stellen op volledige weergave. • Wanneer “GRAY BACK” in het “OPTION MENU” is ingesteld op “OFF” (zie bladzijde 79), is het, afhankelijk van de eigenschappen van de beelden, mogelijk dat het in-beeld display niet correct zal worden weergegeven. Afspelen van video op de achtergrond U kunt videobeelden van een videobron combineren met geluid van een audiobron. Zo kunt u bijvoorbeeld naar klassieke muziek luisteren terwijl u op uw beeldscherm kijkt naar mooie landschapsopnamen. Gebruik de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening om de gewenste videobron te selecteren en kies vervolgens de audiobron. MD Verkorte weergave CD SLEEP CD-R MULTI CH IN CBL DVD Display uit Verkorte weergave Laat eventjes beneden aan het scherm de inhoud van het display op het voorpaneel zien telkens wanneer het toestel bediend wordt. Display uit Er wordt geen informatie weergegeven, met uitzondering van het “SET MENU” scherm. P02 DTV DOCK V-AUX Volledige weergave Toont de volledige geluidsveldprogramma parameter instellingen en de inhoud van het display op het voorpaneel. BASISBEDIENING 1 y TUNER USB DVR Audiobronnen NET Videobronnen y Als u wilt luisteren naar een signaalbron die is aangesloten op de MULTI CH INPUT aansluitingen terwijl u naar andere videobeelden kijkt, moet u eerst de videobron selecteren en vervolgens op MULTI CH INPUT op het voorpaneel (of MULTI CH IN op de afstandsbediening) drukken om de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen te selecteren als signaalbron (zie bladzijde 38). MUSIC Pop/Rock DSP LEVEL;;;;0dB P.INIT.DLY;;21ms P.ROOM SIZE;;1.0 S.INIT.DLY;;25ms S.ROOM SIZE;;1.0 Volledige P02 Nederlands . MUSIC Pop/Rock Verkorte weergave 41 Nl LUISTEREN NAAR SURROUNDWEERGAVE LUISTEREN NAAR SURROUNDWEERGAVE Luisteren naar multikanaals materiaal met 6.1-kanaals surroundweergave Als u een surround achter-luidspreker heeft aangesloten, kunt u via deze functie profiteren van 6.1-kanaals weergave van multikanaals signaalbronnen met behulp van de Dolby Pro Logic IIx, Dolby Digital EX of DTS-ES decoder. 1 Zet de component-keuzeschakelaar op AMP en druk herhaaldelijk op EXTD SUR. op de afstandsbediening om heen en weer te schakelen tussen 5.1- of 6.1-kanaals weergave. AMP EXTD SUR. SOURCE 7 TV 2 Om een decoder te selecteren, dient u herhaaldelijk op j / i te drukken wanneer “PLIIxMusic” (enz.) wordt getoond. PRESET/CH ENTER A/B/C/D/E Automatisch AUTO Wanneer er een speciale code (vlag) die door dit toestel kan worden herkend in het ingangssignaal aanwezig is, zal het toestel zelf de optimale decoder voor weergave via 6.1 kanalen selecteren. Als het toestel de ‘vlag’ niet kan herkennen of als het signaal geen ‘vlag’ bevat, kan er niet automatisch via 6.1 kanalen worden weergegeven. 42 Nl Decoders Afhankelijk van de formattering van het weergegeven materiaal kunt u kiezen uit de volgende decoders. Decoder Functies Voor weergave van Dolby Digital of PLIIxMusic DTS signalen via 6.1 kanalen met de Pro Logic IIx muziekdecoder. EX/ES Voor weergave van Dolby Digital of DTS signalen via 6.1 kanalen met de Dolby Digital EX of DTS-ES decoder. EX Voor weergave van Dolby Digital of DTS signalen via 6.1 kanalen met de Dolby Digital EX decoder. Uit OFF Er worden geen decoders gebruikt om 6.1 kanalen te creëren. Opmerkingen • Sommige discs met 6.1-kanaals materiaal hebben geen aparte signalering (vlag) die dit toestel automatisch kan detecteren. Wanneer u een dergelijke disc met 6.1-kanaals materiaal afspeelt, dient u met de hand een decoder (“PLIIxMusic”, “EX/ES” of “EX”) te kiezen. • In de volgende gevallen is 6.1-kanaals weergave niet mogelijk, ook al wordt EXTD SUR. ingedrukt: – wanneer “CENTER SP” (zie bladzijde 70), “SUR. L/R SP” (zie bladzijde 70) of “SUR. B SP” (zie bladzijde 70) op “NONE” staat. – wanneer de met de MULTI CH INPUT aansluitingen verbonden signaalbron wordt weergegeven. – wanneer het weergegeven materiaal geen linker en rechter surroundsignalen bevat. – wanneer er een Dolby Digital KARAOKE signaalbron wordt weergegeven. – wanneer de “2ch Stereo” (zie bladzijde 39) of “DIRECT STEREO” (zie bladzijde 39) functie is ingeschakeld. • Wanneer dit toestel uit wordt gezet, zal deze instelling terugkeren naar “AUTO”. • De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt wanneer “SUR. B SP” op “NONE” is ingesteld (zie bladzijde 70). LUISTEREN NAAR SURROUNDWEERGAVE Genieten van surroundweergave van 2-kanaals materiaal Ingangssignalen afkomstig van 2 kanaals bronnen kunnen ook via meerdere kanalen worden weergegeven. 1 Zet de component-keuzeschakelaar op AMP en druk vervolgens herhaaldelijk op STANDARD op de afstandsbediening om heen en weer te schakelen tussen de “SUR. STANDARD” en “SUR. ENHANCED” programma’s, of druk op MOVIE en selecteer het “MOVIE THEATER” programma. STANDARD 5 SUR. STANDARD Functies PRO LOGIC Dolby Pro Logic verwerking voor elk bronmateriaal PLII Movie Dolby Pro Logic II verwerking voor filmmateriaal PLII Music Dolby Pro Logic II verwerking voor muziekmateriaal PLII Game Dolby Pro Logic II verwerking voor spelmateriaal PLIIx Movie Dolby Pro Logic IIx verwerking voor filmmateriaal PLIIx Music Dolby Pro Logic IIx verwerking voor muziekmateriaal PLIIx Game Dolby Pro Logic IIx verwerking voor spelmateriaal Neo:6 Cinema DTS verwerking voor filmmateriaal Neo:6 Music DTS verwerking voor muziekmateriaal AMP SOURCE of MOVIE 4 2 Druk herhaaldelijk op SELECT op de afstandsbediening om de gewenste decoder te selecteren. SELECT SUR. ENHANCED of MOVIE THEATER PRO LOGIC Dolby Pro Logic verwerking voor elk bronmateriaal PLII Movie Dolby Pro Logic II verwerking voor filmmateriaal PLIIx Movie Dolby Pro Logic IIx verwerking voor filmmateriaal Neo:6 Cinema DTS verwerking voor filmmateriaal 6 U kunt kiezen uit de volgende functies, afhankelijk van het materiaal dat wordt afgespeeld en uw persoonlijke voorkeuren. y U kunt ook een decoder kiezen met j / i op de afstandsbediening terwijl het decodertype op het display op het voorpaneel wordt getoond. Functies BASISBEDIENING TV Opmerking De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt wanneer “SUR. B SP” op “NONE” is ingesteld (zie bladzijde 70). Nederlands 43 Nl LUISTEREN NAAR SURROUNDWEERGAVE Gebruiken van het Virtual CINEMA DSP Virtual CINEMA DSP stelt u in staat te profiteren van de CINEMA DSP programma’s zonder surroundluidsprekers. Dit programma maakt virtuele luidsprekers om het oorspronkelijke geluidsveld te reproduceren. Als u “SUR. L/R SP” op “NONE” (zie bladzijde 70) instelt, zal Virtual CINEMA DSP automatisch worden ingeschakeld wanneer u een CINEMA DSP geluidsveldprogramma selecteert (zie bladzijde 58). Opmerking In de volgende gevallen zal Virtual CINEMA DSP niet in werking treden, ook al staat “SUR. L/R SP” op “NONE” (zie bladzijde 70): – wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 38). – wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting zit. – wanneer de “DIRECT STEREO” (zie bladzijde 39), “2ch Stereo” (zie bladzijde 39) of “STRAIGHT” functie (zie bladzijde 39) is geselecteerd. 44 Nl OPNEMEN OPNEMEN Opname-instellingen en andere handelingen dienen te worden verricht op de opname-apparatuur. Raadpleeg eventueel de handleidingen van de betreffende componenten. LET OP Het DTS signaal bestaat uit een digitale bitstroom. Als u probeert digitale opnamen te maken van de DTS bitstroom, zal er slechts ruis worden opgenomen. Als u dit toestel wilt gebruiken om DTS materiaal op te nemen, moet u een aantal dingen in gedachten houden en dient u de volgende instellingen te verrichten. Om DTS gecodeerde DVD’s en CD’s (bij gebruik van een digitale audioverbinding) af te kunnen spelen op een speler die geschikt is voor DTS, dient u de handleiding van de speler te volgen en deze zo in te stellen dat de speler een analoog signaal produceert. Opmerkingen BASISBEDIENING • Wanneer dit toestel uit (standby) staat, kunt u niet opnemen tussen op dit toestel aangesloten componenten. • De TONE CONTROL instellingen (zie bladzijde 33), het ingestelde VOLUME, de luidsprekerniveaus (zie bladzijde 71) en de geluidsveldprogramma’s (zie bladzijde 58) hebben geen invloed op het opgenomen materiaal. • Er kunnen geen opnamen gemaakt worden van een signaalbron die is aangesloten op de MULTI CH INPUT aansluitingen van dit toestel. • S-video en composiet videosignalen worden gescheiden verwerkt door dit toestel. Daarom kunt u bij het opnemen of kopiëren van videosignalen van een videobron die alleen is aangesloten op een S-video aansluiting (of alleen op een composiet video-aansluiting) alleen een S-videosignaal (of alleen een composiet videosignaal) opnemen met uw videorecorder. • Digitale signalen die binnenkomen via de DIGITAL INPUT aansluitingen worden niet ten behoeve van uw opnamen gereproduceerd via de analoge AUDIO OUT (REC) aansluitingen. Op dezelfde manier worden analoge signalen die binnenkomen via de AUDIO IN aansluitingen niet gereproduceerd via de DIGITAL OUTPUT aansluiting. Als uw signaalbron alleen digitaal (of alleen analoog) is aangesloten, kunt u dus ook alleen maar digitale (of alleen analoge) signalen daarvan opnemen. • Een bepaalde signaalbron wordt niet gereproduceerd via hetzelfde OUT (REC) kanaal. • Controleer de regelingen met betrekking tot het auteursrecht in het gebied waar u zich bevindt voor u opnamen gaat maken van CD’s, radio enz. Opnemen van auteursrechtelijk beschermd materiaal kan inbreuk maken op de op het materiaal rustende rechten. • Audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting kunnen via de analoge AUDIO OUT (REC) uitgangsaansluitingen worden weergegeven en opgenomen. y Maak een test-opname voor u aan de echte opname begint. Als u videomateriaal weergeeft met gescramblede (verhaspelde) of gecodeerde signalen die moeten voorkomen dat het materiaal gekopieerd wordt, is het mogelijk dat deze signalen de weergave zelf storen. VOLUME ZONE 2 ON/OFF ZONE CONTROL 1 Zet alle aangesloten componenten aan. 2 Gebruik INPUT op het voorpaneel (of druk op één van de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening) om de signaalbron waarvan u wilt opnemen te selecteren. MASTER PRESET/TUNING FM/AM l PRESET/TUNING h A/B/C/D/E EDIT ON NEXT MEMORY LEVEL MAN'L/AUTO FM TUNING MODE AUTO/MAN'L OFF PROGRAM INPUT MAIN ZONE PHONES SPEAKERS A B STRAIGHT TONE CONTROL INPUT MODE MULTI CH INPUT VIDEO AUX ON/OFF VIDEO L AUDIO USB R EFFECT SILENT CINEMA MD SLEEP INPUT CD-R CD 2 CODE SET POWER TV AV STANDBY POWER MD CD 2 V-AUX CD-R DTV DTV TUNER USB DVR NET SLEEP Voorpaneel MULTI CH IN CBL DVD DOCK DVD DOCK TRANSMIT POWER MULTI CH IN CBL of Afstandsbediening TUNER USB DVR NET TV VOL TV CH VOLUME AMP SOURCE 3 Start de weergave op de geselecteerde broncomponent of stem af op een zender. 4 Start de opname op de opnemende component. TV 45 Nl Nederlands V-AUX FM/AM AFSTEMMEN FM/AM AFSTEMMEN Er zijn twee manieren om af te stemmen op een zender: automatisch en handmatig. Automatisch afstemmen gaat goed wanneer u sterke signalen ontvangt en er weinig storing is. Als het signaal van de zender waar u op wilt afstemmen te zwak is, moet u er met de hand op afstemmen. U kunt ook maximaal 40 zenders (A1 t/m E8: 8 voorkeuzezenders in 5 groepen) automatisch of met de hand voorprogrammeren. U kunt voorgeprogrammeerde zenders gemakkelijk weer oproepen en indien gewenst twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen. Opmerking Stel de aangesloten FM en AM antennes zo op dat u de beste ontvangst verkrijgt. Automatisch afstemmen 3 Automatisch afstemmen gaat goed wanneer u sterke signalen ontvangt en er weinig storing is. Druk op TUNING MODE (AUTO/MAN’L) zodat de AUTO indicator op het display oplicht. TUNING MODE AUTO/MAN'L VOLUME ZONE 2 ON/OFF ZONE CONTROL MASTER PRESET/TUNING FM/AM EDIT ON A/B/C/D/E l PRESET/TUNING h NEXT LEVEL MEMORY MAN'L/AUTO FM TUNING MODE NET USB AUTO/MAN'L OFF PROGRAM PHONES SPEAKERS A B STRAIGHT DVR V-AUX DTV/CBL DVD TONE CONTROL INPUT MODE VIDEO ON/OFF L AUDIO VOLUME dB USB R A EFFECT SILENT CINEMA AM 1440 kHz Geen dubbele punt (:) 1 CD AUTO TUNED SP A MULTI CH INPUT VIDEO AUX 3 2 MD/CD-R pTUNER INPUT MAIN ZONE 4 1 3 L R Licht op Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display, kunt u niet afstemmen. Druk op PRESET/TUNING om de dubbele punt (:) uit te schakelen. Verdraai INPUT en selecteer “TUNER” (radio) als signaalbron. PRESET/TUNING EDIT INPUT 4 Voorpaneel 2 Druk op FM/AM om de radioband te kiezen. “FM” of “AM” zal op het display op het voorpaneel verschijnen. FM/AM FM of AM Druk één keer op PRESET/TUNING l / h om het automatisch afstemmen te laten beginnen. Wanneer het toestel is afgestemd op een zender, zal de TUNED indicator oplichten en zal de frequentie waarop is afgestemd worden getoond op het display. • Druk op h om af te stemmen op een hogere frequentie. • Druk op l om af te stemmen op een lagere frequentie. l PRESET/TUNING h LEVEL NET USB DVR V-AUX DTV/CBL DVD MD/CD-R pTUNER CD AUTO TUNED VOLUME SP A A dB AM 1530 kHz Licht op 46 Nl L R FM/AM AFSTEMMEN Handmatig afstemmen 3 Als het signaal van de zender waar u op wilt afstemmen te zwak is, moet u er met de hand op afstemmen. Druk op TUNING MODE (AUTO/MAN’L) zodat de AUTO indicator van het display verdwijnt. TUNING MODE Opmerking AUTO/MAN'L Handmatig afstemmen op een FM zender zal automatisch de ontvangst naar mono overschakelen om de kwaliteit van de ontvangst te verbeteren. NET USB DVR V-AUX DTV/CBL DVD MD/CD-R pTUNER CD TUNED VOLUME SP A A dB AM 1440 kHz L R VOLUME ZONE 2 ON/OFF Geen dubbele punt (:) ZONE CONTROL Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display, kunt u niet afstemmen. Druk op PRESET/TUNING om de dubbele punt (:) uit te schakelen. MASTER PRESET/TUNING FM/AM EDIT ON A/B/C/D/E l PRESET/TUNING h NEXT MEMORY LEVEL MAN'L/AUTO FM TUNING MODE AUTO/MAN'L OFF PROGRAM INPUT MAIN ZONE PHONES SPEAKERS A B STRAIGHT TONE CONTROL INPUT MODE MULTI CH INPUT VIDEO AUX ON/OFF VIDEO L AUDIO USB R EFFECT SILENT CINEMA 1 4 1 3 EDIT Verdraai INPUT en selecteer “TUNER” (radio) als signaalbron. INPUT 4 Druk op PRESET/TUNING l / h om met de hand af te stemmen op de gewenste zender. Houd de toets ingedrukt om de frequentie doorlopend te laten veranderen. BASISBEDIENING PRESET/TUNING 3 2 l PRESET/TUNING h LEVEL Voorpaneel 2 Druk op FM/AM om de radioband te kiezen. “FM” of “AM” zal op het display op het voorpaneel verschijnen. FM/AM FM of AM Nederlands 47 Nl FM/AM AFSTEMMEN Automatisch voorprogrammeren U kunt maximaal 40 zenders (A1 t/m E8: 8 voorkeuzezenders in 5 groepen) automatisch of met de hand voorprogrammeren. U kunt vervolgens gemakkelijk via de bijbehorende voorkeuzenummers afstemmen op de voorgeprogrammeerde zenders. 3 Houd MEMORY (MAN’L/AUTO FM) tenminste 3 seconden ingedrukt. Het voorkeuzenummer alsook de MEMORY en AUTO indicators gaan knipperen. Na ongeveer 5 seconden zal het automatisch voorprogrammeren beginnen vanaf de huidige frequentie naar hogere frequenties. MEMORY MAN'L/AUTO FM VOLUME ZONE 2 ON/OFF ZONE CONTROL Knippert MASTER PRESET/TUNING FM/AM EDIT ON A/B/C/D/E l PRESET/TUNING h MEMORY TUNING MODE NEXT LEVEL MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L OFF PROGRAM INPUT MAIN ZONE PHONES SPEAKERS A B STRAIGHT TONE CONTROL INPUT MODE NET USB MULTI CH INPUT VIDEO AUX VIDEO ON/OFF L AUDIO USB R EFFECT DVR V-AUX DTV/CBL DVD MD/CD-R pTUNER AUTO TUNED CD MEMORY A1:FM 87.50MHz 2 1 VOLUME SP A SILENT CINEMA 13 Verdraai INPUT en selecteer “TUNER” (radio) als signaalbron. dB L R Knippert Wanneer het automatisch voorprogrammeren klaar is, zal de frequentie voor de laatst voorgeprogrammeerde zender op het display getoond worden. y INPUT U kunt het voorkeuzenummer opgeven waar u het toestel wilt laten beginnen met het opslaan van FM zenders en/of vanwaar het afstemmen naar lagere frequenties zal beginnen. Zie voor details “Mogelijkheden automatisch voorprogrammeren” op bladzijde 49. Voorpaneel Opmerkingen 2 Druk op FM/AM en selecteer “FM” als de radioband. “FM” zal op het display op het voorpaneel verschijnen. FM/AM FM 48 Nl • Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder een bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een andere zender onder dat voorkeuzenummer opslaat. • Als er niet meer dan 40 (E8) zenders ontvangen kunnen worden, zal het automatisch voorprogrammeren stoppen nadat alle beschikbare zenders zijn opgeslagen. • Alleen FM zenders met een voldoende sterke ontvangst worden opgeslagen bij het automatisch voorprogrammeren. Als u een zwakkere zender wilt opslaan, dient u hierop met de hand af te stemmen zoals beschreven onder “Handmatig voorprogrammeren” op bladzijde 49. FM/AM AFSTEMMEN ■ Mogelijkheden automatisch voorprogrammeren Handmatig voorprogrammeren U kunt het voorkeuzenummer opgeven waar u het toestel wilt laten beginnen met het opslaan van FM zenders en/of vanwaar het afstemmen naar lagere frequenties zal beginnen. U kunt ook met de hand maximaal 40 zenders (A1 t/m E8: 8 zenders in 5 groepen) voorprogrammeren. Opmerking VOLUME ZONE 2 ON/OFF Voer eerst de stappen 1 t/m 3 onder “Automatisch voorprogrammeren” op bladzijde 48 uit. MASTER PRESET/TUNING FM/AM • Druk op A/B/C/D/E en vervolgens op PRESET/TUNING l / h om het voorkeuzenummer te selecteren waaronder de eerste zender zal worden opgeslagen. Het automatisch voorprogrammeren stopt wanneer voorkeuzenummer E8 bereikt is. NEXT LEVEL l PRESET/TUNING h EDIT LEVEL LEVEL MEMORY MAN'L/AUTO FM PROGRAM PHONES SPEAKERS A B STRAIGHT TUNING MODE AUTO/MAN'L INPUT TONE CONTROL INPUT MODE MULTI CH INPUT VIDEO AUX VIDEO ON/OFF L AUDIO USB R EFFECT SILENT CINEMA 3 4 1 • Druk op PRESET/TUNING zodat de dubbele punt (:) verdwijnt van het display op het voorpaneel en druk vervolgens op PRESET/TUNING l om af te stemmen naar lagere frequenties. PRESET/TUNING NEXT OFF MAIN ZONE 2,5 Stem automatisch of met de hand af op een zender. Zie de bladzijden 46 en 47 voor aanwijzingen over hoe u moet afstemmen op een zender. NET USB DVR V-AUX DTV/CBL DVD MD/CD-R pTUNER CD VOLUME TUNED SP A A dB AM 630 kHz L R Wanneer het toestel is afgestemd op een zender zal de bijbehorende frequentie op het display op het voorpaneel getoond worden. 2 BASISBEDIENING l PRESET/TUNING h l PRESET/TUNING h A/B/C/D/E EDIT ON A/B/C/D/E ZONE CONTROL Druk op MEMORY (MAN’L/AUTO FM). De MEMORY indicator knippert ongeveer 5 seconden lang op het display op het voorpaneel. MEMORY MEMORY MAN'L/AUTO FM Knippert 3 Druk, terwijl de MEMORY indicator knippert, net zo vaak op A/B/C/D/E tot u de gewenste voorkeuzegroep (A t/m E) heeft geselecteerd. De letter van de geselecteerde groep zal nu verschijnen. Controleer of de dubbele punt (:) inderdaad verschijnt op het display. A/B/C/D/E NEXT Knippert DVR V-AUX DTV/CBL DVD MD/CD-R pTUNER TUNED CD MEMORY VOLUME SP A C :AM dB 630 kHz L R Voorkeuzegroep Dubbele punt (:) 49 Nl Nederlands NET USB FM/AM AFSTEMMEN 4 Druk op PRESET/TUNING l / h om het gewenste voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren terwijl de MEMORY indicator nog aan het knipperen is. • Druk op h om een hoger voorkeuzenummer te selecteren. • Druk op l om een lager voorkeuzenummer te selecteren. Selecteren van voorkeuzezenders U kunt op de gewenste zender afstemmen door eenvoudigweg het voorkeuzenummer waaronder die zender is opgeslagen te selecteren. VOLUME ZONE 2 ON/OFF ZONE CONTROL MASTER l PRESET/TUNING h PRESET/TUNING FM/AM l PRESET/TUNING h A/B/C/D/E EDIT ON NEXT LEVEL MEMORY MAN'L/AUTO FM TUNING MODE AUTO/MAN'L OFF PROGRAM INPUT MAIN ZONE PHONES SPEAKERS A B STRAIGHT TONE CONTROL INPUT MODE MULTI CH INPUT VIDEO AUX LEVEL VIDEO ON/OFF L AUDIO USB R EFFECT SILENT CINEMA Knippert NET USB DVR V-AUX DTV/CBL DVD MD/CD-R pTUNER TUNED 1 2 CD MEMORY VOLUME SP A dB C3:AM 630 kHz L R STEREO Voorkeuzenummer MUSIC ENTERTAIN MOVIE 1 2 3 4 STANDARD SELECT EXTD SUR. DIRECT ST. 5 6 7 8 SPEAKERS ENHANCER NIGHT STRAIGHT 9 0 10 ENT. EFFECT PRESET/CH LEVEL 5 Druk op MEMORY (MAN’L/AUTO FM) terwijl de MEMORY indicator knippert. De radioband en de frequentie voor deze zender verschijnen op het display, samen met de door u geselecteerde voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer. De MEMORY indicator zal van het display op het voorpaneel verdwijnen. SET MENU TITLE MENU BAND SRCH MODE 1 ENTER A/B/C/D/E RETURN DISPLAY DAB MEMORY ON SCREEN 2 REC y Wanneer u de afstandsbediening gebruikt, dient u de componentkeuzeschakelaar op SOURCE te zetten en vervolgens op TUNER te drukken om de “TUNER” (radio) als signaalbron te selecteren. MEMORY 1 MAN'L/AUTO FM NET USB DVR V-AUX DTV/CBL DVD MD/CD-R pTUNER CD TUNED VOLUME SP A C3:AM dB 630 kHz L R Druk op A/B/C/D/E op het voorpaneel (of A/B/C/D/E op de afstandsbediening) om de gewenste voorkeuzegroep (A t/m E) te selecteren. De letter van de voorkeuzegroep verschijnt op het display op het voorpaneel en verandert met elke druk op de toets. De getoonde zender is opgeslagen als C3. 6 PRESET/CH A/B/C/D/E Herhaal de stappen 1 t/m 5 om andere zenders op te slaan. Opmerkingen • Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder een bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een andere zender onder dat voorkeuzenummer opslaat. • De soort ontvangst (stereo of mono) wordt samen met de frequentie van de zender opgeslagen. 50 Nl of ENTER NEXT A/B/C/D/E Voorpaneel Afstandsbediening FM/AM AFSTEMMEN 2 Druk op PRESET/TUNING l / h op het voorpaneel (of PRESET/CH u / d op de afstandsbediening) om het gewenste voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren. De voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer verschijnen op het display op het voorpaneel, samen met de radioband en de frequentie. Omwisselen van voorkeuzezenders U kunt twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen. In het voorbeeld hieronder ziet u hoe u voorkeuzezender “E1” van plaats kunt laten wisselen met “A5”. PRESET/CH VOLUME ZONE 2 ON/OFF ZONE CONTROL MASTER PRESET/TUNING l PRESET/TUNING h FM/AM EDIT ON A/B/C/D/E l PRESET/TUNING h NEXT LEVEL PROGRAM of MEMORY MAN'L/AUTO FM TUNING MODE AUTO/MAN'L OFF INPUT MAIN ZONE ENTER PHONES SPEAKERS A B STRAIGHT TONE CONTROL INPUT MODE MULTI CH INPUT VIDEO AUX ON/OFF LEVEL DVR V-AUX DTV/CBL DVD MD/CD-R pTUNER 2,4 E1:FM 87.50MHz 1,3 Selecteer voorkeuzezender “E1” met A/B/C/D/E en PRESET/TUNING l / h. Zie “Selecteren van voorkeuzezenders” op bladzijde 50. 2 Houd EDIT tenminste 3 seconden ingedrukt. De “E1” en MEMORY indicators zullen gaan knipperen op het display op het voorpaneel. VOLUME dB L USB R 1 CD TUNED SP A AUDIO R BASISBEDIENING NET USB L SILENT CINEMA Afstandsbediening Voorpaneel VIDEO EFFECT A/B/C/D/E PRESET/TUNING EDIT Knippert NET USB DVR V-AUX DTV/CBL DVD MD/CD-R pTUNER TUNED CD MEMORY VOLUME SP A E1:FM 87.50MHz dB L R Knippert Nederlands 51 Nl FM/AM AFSTEMMEN 3 Selecteer voorkeuzezender “A5” met A/B/C/D/E en PRESET/TUNING l / h. De “A5” en MEMORY indicators zullen gaan knipperen op het display op het voorpaneel. Zie “Selecteren van voorkeuzezenders” op bladzijde 50. A/B/C/D/E l PRESET/TUNING h NEXT LEVEL Knippert NET USB DVR V-AUX DTV/CBL DVD MD/CD-R pTUNER TUNED CD MEMORY VOLUME SP A dB A5:FM 90.60MHz L R Knippert 4 Druk nog eens op EDIT. “EDIT E1–A5” zal op het display op het voorpaneel verschijnen wanneer de twee voorkeuzezenders van plaats wisselen. PRESET/TUNING EDIT NET USB DVR V-AUX DTV/CBL DVD MD/CD-R pTUNER TUNED CD VOLUME SP A EDIT 52 Nl dB E1-A5 L R AFSTEMMEN OP RADIO DATA SYSTEEM ZENDERS (ALLEEN MODELLEN VOOR EUROPA) AFSTEMMEN OP RADIO DATA SYSTEEM ZENDERS (ALLEEN MODELLEN VOOR EUROPA) Het Radio Data Systeem (alleen modellen voor Europa) is een systeem voor gegevensoverdracht dat door FM zenders in een groot aantal landen worden gebruikt. De Radio Data Systeem functies worden verzorgd door zenders in een netwerk. Dit toestel is geschikt voor verschillende soorten Radio Data Systeem gegevens, zoals PS (Programma Service naam), PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst), CT (Klok-tijd), EON (Enhanced Other Networks; Verbeterde service andere netwerken) wanneer er wordt afgestemd op Radio Data Systeem zenders. Selecteren van een Radio Data Systeem programma Met deze functie kunt u één van de 15 Radio Data Systeem programmatypes selecteren en het toestel onder alle beschikbare voorkeuzezenders laten zoeken naar programma’s van het gewenste type. 9 0 3 Druk op PRESET/CH u / d op de afstandsbediening om het gewenste programmatype te selecteren. De naam van het geselecteerde programmatype zal verschijnen op het display op het voorpaneel. PRESET/CH ENT. 10 EFFECT POWER TRANSMIT POWER PRESET/CH STANDBY POWER LEVEL SET MENU TITLE MENU SRCH MODE BAND TV AV ENTER MD 1 CD SLEEP CD-R RETURN MULTI CH IN V-AUX TUNER ON SCREEN REC USB DVR A/B/C/D/E DISPLAY DAB MEMORY DTV POP M ENTER A/B/C/D/E CBL DVD DOCK 3 BASISBEDIENING CODE SET NET AMP 2 AUDIO PC/MCX FREQ/TEXT NET RADIO MODE USB PTY SEEK START Licht op 4 EON SOURCE TV VOL TV CH VOLUME Programmatype TV 1 Druk op TUNER op de afstandsbediening en selecteer “TUNER” als signaalbron. TUNER 2 Druk op PTY SEEK MODE op de afstandsbediening om dit toestel in de PTY SEEK functie te zetten. De naam van het geselecteerde programmatype of “NEWS” zal gaan knipperen op het display op het voorpaneel. NEWS MODE Beschrijving NEWS Nieuws AFFAIRS Actualiteiten INFO Algemene informatie SPORT Sport EDUCATE Educatief DRAMA Theater CULTURE Cultuur SCIENCE Wetenschap VARIED Licht amusement POP M Populaire muziek ROCK M Rock muziek M.O.R. M Middle-of-the-road muziek (easy-listening) LIGHT M Licht klassiek CLASSICS Klassiek OTHER M Overige muziek PTY SEEK START Knippert y Om de PTY SEEK functie te annuleren, dient u nog eens op PTY SEEK MODE op de afstandsbediening te drukken. Nederlands 53 Nl AFSTEMMEN OP RADIO DATA SYSTEEM ZENDERS (ALLEEN MODELLEN VOOR EUROPA) 4 Druk op PTY SEEK START op de afstandsbediening om alle voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem zenders af te zoeken. Het geselecteerde programmatype blijft knipperen op het display op het voorpaneel en de PTY HOLD indicator licht op terwijl het toestel naar een geschikte zender zoekt. MODE POP M PTY SEEK START Gebruiken van het Radio Data Systeem netwerk Deze functie stelt u in staat te profiteren van de EON (Enhanced Other Networks) gegevensservice van het Radio Data Systeem netwerk. Wanneer u één van de 4 Radio Data Systeem programmatypes (NEWS, AFFAIRS, INFO of SPORT) heeft geselecteerd, zal dit toestel automatisch een bepaalde tijd lang alle beschikbare voorkeuzezenders afzoeken die EON gegevens uitzenden naar een programma van het geselecteerde type. Wanneer de geplande EON service begint, zal dit toestel automatisch overschakelen naar de lokale zender die de EON gegevens uitzendt en vervolgens terugschakelen naar de landelijke zender wanneer de EON gegevens ophouden. PTY HOLD Opmerkingen Knippert Licht op y Om het zoeken naar geschikte zenders te annuleren, dient u nog eens op PTY SEEK START op de afstandsbediening te drukken. • U kunt deze functie alleen gebruiken wanneer de EON gegevensservice beschikbaar is. • De EON indicator zal alleen oplichten op het display op het voorpaneel wanneer de EON gegevensservice ontvangen wordt van een Radio Data Systeem zender. 9 0 ENT. 10 EFFECT CODE SET TRANSMIT PRESET/CH SET MENU LEVEL POWER • Het toestel stopt met zoeken zodra er een zender gevonden wordt die een programma van het geselecteerde type uitzendt. • Als u niet tevreden bent met de gevonden zender, kunt u nog eens op PTY SEEK START drukken om te zoeken naar een andere zender met een programma van het gewenste type. POWER STANDBY TITLE POWER MENU SRCH MODE BAND Opmerkingen TV AV ENTER MD 1 CD SLEEP A/B/C/D/E CD-R MULTI CH IN CBL DVD DTV DOCK V-AUX TUNER RETURN DISPLAY DAB MEMORY ON SCREEN REC USB DVR AUDIO PC/MCX NET AMP FREQ/TEXT NET RADIO MODE USB PTY SEEK START EON 3 SOURCE TV VOL TV CH VOLUME TV 1 Druk op TUNER op de afstandsbediening en selecteer “TUNER” als signaalbron. TUNER 2 54 Nl Controleer of de EON indicator brandt op het display op het voorpaneel. Als de EON indicator niet oplicht op het display, dient u af te stemmen op een ander Radio Data Systeem programma waarbij de EON indicator wel gaat branden. AFSTEMMEN OP RADIO DATA SYSTEEM ZENDERS (ALLEEN MODELLEN VOOR EUROPA) 3 Druk herhaaldelijk op EON op de afstandsbediening om het gewenste programmatype (NEWS, AFFAIRS, INFO of SPORT) te selecteren. De naam van het geselecteerde programmatype zal verschijnen op het display op het voorpaneel. NEWS Tonen van Radio Data Systeem informatie Gebruik deze functie om de 4 types Radio Data Systeem informatie weer te laten geven: PS (Programmaservice), PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst) en CT (Klok Tijd). De corresponderende indicators zullen oplichten op het display op het voorpaneel. Opmerkingen EON Licht op y Om de EON functie te annuleren dient u net zo vaak op EON op de afstandsbediening te drukken tot de naam van het programmatype verdwijnt en de malding “EON OFF” verschijnt op het display op het voorpaneel. 9 0 BASISBEDIENING • U kunt deze Radio Data Systeem functies alleen selecteren wanneer de corresponderende indicators oplichten op het display op het voorpaneel. Het kan even duren voor dit toestel alle Radio Data Systeem gegevens heeft ontvangen van de zender in kwestie. • U kunt alleen de door de zender aangeboden Radio Data Systeem functies selecteren. • Als de signalen niet goed genoeg kunnen worden ontvangen, is het mogelijk dat dit toestel geen gebruik kan maken van de Radio Data Systeem gegevens. De “RT” functie in het bijzonder vergt een grote hoeveelheid gegevens en het is daarom mogelijk dat deze functie niet beschikbaar is zelfs wanneer de andere Radio Data Systeem functies wel beschikbaar zijn. • Bij slechte ontvangst kunt u op TUNING MODE (AUTO/ MAN’L) op het voorpaneel drukken zodat de AUTO indicator verdwijnt van het display op het voorpaneel. • Als het signaal externe storing ondervindt terwijl dit toestel de Radio Data Systeem gegevens aan het ontvangen is, kan de ontvangst onverwacht onderbroken worden en kan de melding “...WAIT” verschijnen op het display op het voorpaneel. • Wanneer de “RT” functie wordt geselecteerd, kan dit toestel maximaal 64 alfanumerieke tekens, inclusief het trema, aan programmagegevens op het display tonen. Tekens die niet kunnen worden weergegeven worden vervangen door een “_” (onderstreping). • Als de ontvangst wordt onderbroken wanneer de “CT” functie is geselecteerd, zal “CT WAIT” verschijnen op het display op het voorpaneel. ENT. 10 EFFECT CODE SET POWER TRANSMIT POWER PRESET/CH STANDBY POWER LEVEL SET MENU TITLE MENU SRCH MODE BAND TV AV ENTER MD 1 CD SLEEP A/B/C/D/E CD-R RETURN MULTI CH IN CBL DISPLAY DAB MEMORY DVD DTV DOCK TUNER ON SCREEN REC USB V-AUX DVR NET TV VOL TV CH VOLUME AUDIO AMP 2 PC/MCX FREQ/TEXT NET RADIO MODE USB PTY SEEK START EON SOURCE TV 1 Druk op TUNER op de afstandsbediening en selecteer “TUNER” als signaalbron. TUNER Nederlands 55 Nl AFSTEMMEN OP RADIO DATA SYSTEEM ZENDERS (ALLEEN MODELLEN VOOR EUROPA) 2 Druk herhaaldelijk op FREQ/TEXT op de afstandsbediening om de gewenste Radio Data Systeem weergavefunctie te selecteren. FREQ/TEXT PS PTY RT CT Frequentiedisplay • Selecteer “PS” om de naam van het ontvangen Radio Data Systeem programma weer te laten geven. • Selecteer “PTY” om het type van het ontvangen Radio Data Systeem programma weer te laten geven. • Selecteer “RT” om eventuele tekstgegevens voor het ontvangen Radio Data Systeem programma weer te laten geven. • Selecteer “CT” om de tijd op dit moment weer te laten geven. 56 Nl GELUIDSVELDPROGRAMMA’S GELUIDSVELDPROGRAMMA’S Wat het meeste bijdraagt aan de rijke, volle tonen van een live voorstelling, zijn de ingewikkelde weerkaatsingen via de wanden van de ruimte. Naast het feit dat deze weerkaatsingen het geluid verlevendigen, vertellen ze ons ook waar de muzikanten zich bevinden, hoe groot de ruimte is waar we in zitten en welke vorm deze heeft. ■ Onderdelen van een geluidsveld Naast de door de muzikanten geproduceerde geluiden die onze oren direct bereiken zijn er twee verschillende soorten weerkaatsingen die samen onze waarneming van het geluid bepalen. Vroege weerkaatsingen Deze reflecties bereiken onze oren zeer snel (50 ms tot 100 ms na het directe geluid) en zijn slechts door één enkel oppervlak weerkaatst (bijvoorbeeld door het plafond of een muur). Deze vroege weerkaatsingen maken het direct waargenomen geluid voor ons helderder. Natrillingen Deze worden veroorzaakt door weerkaatsingen via meer dan één oppervlak (bijvoorbeeld via de muren en het plafond) en zijn zo talrijk dat ze samensmelten tot een bijna doorlopende nagalm. Deze natrillingen zijn niet richtinggevoelig en maken het directe geluid in onze waarneming minder helder. Het directe geluid, de vroege weerkaatsingen en de natrillingen samen helpen ons bij het bepalen van onze indruk van de grootte en de vorm van de ruimte en het is deze informatie die door de digitale geluidsveld processor wordt gereproduceerd bij het samenstellen van het geluidsveld. Als u in de kamer waar u altijd naar uw muziek luistert de juiste vroege weerkaatsingen en natrillingen zou kunnen maken, zou u uw eigen akoestische luisterparadijs kunnen bouwen. U zou de akoestiek van uw kamer kunnen veranderen in die van een concertzaal, een dansvloer of in die van vrijwel elke ruimte die u zich zou kunnen indenken. Deze kunst om zelf geluidsvelden samen te stellen is precies wat YAMAHA nu heeft bereikt met de digitale geluidsveld processor. Opmerkingen • Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak, niet alleen op basis van de naam van het programma. • Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het toestel automatisch het laatst met die signaalbron gebruikte geluidsveldprogramma instellen. • Er kunnen geen geluidsveldprogramma’s worden geselecteerd wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 38). • Signalen met een hogere bemonsteringsfrequentie dan 48 kHz (met uitzondering van DTS 96/24 signalen) zullen worden teruggebracht tot 48 kHz, waarna er geluidsveldprogramma’s op kunnen worden toegepast. ■ Bediening via het voorpaneel GELUIDSVELDPROGRAMMA’S Selecteren van geluidsveldprogramma’s ■ Afstandsbediening AMP AMP SOURCE TV VOL TV CH VOLUME TV VOLUME ZONE 2 ON/OFF ZONE CONTROL TV MUTE TV INPUT MUTE A/B/C/D/E l PRESET/TUNING h MEMORY TUNING MODE STEREO MUSIC ENTERTAIN NEXT LEVEL MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L 1 2 3 4 STANDARD SELECT EXTD SUR. DIRECT ST. MASTER PRESET/TUNING FM/AM EDIT ON MOVIE OFF PROGRAM INPUT MAIN ZONE PHONES SPEAKERS A B STRAIGHT TONE CONTROL INPUT MODE MULTI CH INPUT VIDEO AUX VIDEO ON/OFF L AUDIO USB R 5 6 7 8 SPEAKERS ENHANCER NIGHT STRAIGHT 9 0 Toetsen voor de geluidsveldprogramma’s EFFECT SILENT CINEMA 10 ENT. EFFECT PRESET/CH PROGRAM keuzeknop 57 Nl Nederlands Verdraai PROGRAM op het voorpaneel. De naam van het geselecteerde geluidsveldprogramma zal verschijnen op het display op het voorpaneel en op het inbeeld display. Zet de component-keuzeschakelaar op AMP en druk vervolgens op één van de geluidsveldprogrammatoetsen op de afstandsbediening. De naam van het geselecteerde geluidsveldprogramma zal verschijnen op het display op het voorpaneel en op het inbeeld display. GELUIDSVELDPROGRAMMA’S Beschrijvingen geluidsveldprogramma’s Dit toestel is uitgerust met diverse zeer precieze digitale decoders waarmee u kunt profiteren van multikanaals weergave van vrijwel elke stereo of multikanaals geluidsbron. Dit toestel is tevens voorzien van een YAMAHA digitale geluidsveldprogramma (DSP) processor met een aantal geluidsveldprogramma’s waarmee u uw luister-ervaring een extra dimensie kunt geven. y De YAMAHA CINEMA DSP functies zijn geheel compatibel met alle Dolby Digital, DTS en Dolby Surround bronnen. Zet “INPUT MODE” op “AUTO” (zie bladzijde 35) zodat dit toestel automatisch kan overschakelen naar de juiste digitale decoder voor het binnenkomende ingangssignaal. Opmerkingen • De DSP geluidsveldprogramma’s van dit toestel zijn natuurgetrouwe reproducties van echte akoestische omgevingen, samengesteld aan de hand van exacte metingen verricht in de betreffende ruimtes, concertzalen, bioscopen enz., zelf. Op deze manier kunt u de variaties waarnemen in de weerkaatsingen van voren, achteren, links en rechts. • Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak, niet alleen op basis van de naam van het programma. ■ Voor film/video bronnen U kunt kiezen uit de volgende geluidsvelden wanneer u film- of videomateriaal afspeelt. De met “MULTI” aangeduide geluidsvelden kunnen worden gebruikt met multikanaals signaalbronnen, zoals DVD, digitale TV enz. De met “2-CH” aangeduide kunnen worden gebruikt met 2-kanaals (stereo) bronnen zoals TV programma’s, videobanden enz. y Verdraai PROGRAM op het voorpaneel (of zet de component-keuzeschakelaar op AMP en druk dan op één van de geluidsveldprogrammatoetsen op de afstandsbediening) om het gewenste geluidsveldprogramma te selecteren (zie bladzijde 57). Toets afstandsbediening Geluidsveldprogramma Kenmerken 1 STEREO 2ch Stereo Brengt multikanaals materiaal terug tot 2 kanalen of geeft 2-kanaals materiaal onveranderd weer. 2 MUSIC Pop/Rock CINEMA DSP verwerking. Dit programma creëert een enthousiaste atmosfeer waarin u zich middenin een echt jazz of rock concert kunt wanen. ENTERTAINMENT TV Sports CINEMA DSP verwerking. Dit programma reproduceert de geluidsomgeving van een grote concertzaal met behulp van het surround geluidsveld om de weergave van allerlei TV programma’s, zoals nieuws, licht amusement, muziekprogramma’s of sportprogramma’s, te verbeteren. ENTERTAINMENT Mono Movie CINEMA DSP verwerking. Dit programma reproduceert mono videobronnen (zoals oude films) met een optimaal natrillingsniveau om het geluid meer diepte te geven, alleen met behulp van het zogenaamde aanwezigheidsgeluidsveld. ENTERTAINMENT Game CINEMA DSP verwerking. Dit programma voegt een diepe en ruimtelijke dimensie toe aan de geluidsweergave van videospelletjes. 3 58 Nl Bronnen MULTI 2-CH GELUIDSVELDPROGRAMMA’S Toets afstandsbediening Geluidsveldprogramma Kenmerken MOVIE THEATER Spectacle CINEMA DSP verwerking. Dit programma reproduceert tot in de details het extreem brede geluidsveld van een 70-mm bioscoop, hetgeen zowel de videoals de geluidsweergave ongelofelijk realistisch maakt. Dit is ideaal voor Dolby Surround, Dolby Digital of DTS gecodeerd videomateriaal; vooral voor groots opgezette films. MOVIE THEATER Sci-Fi CINEMA DSP verwerking. Dit programma zorgt voor duidelijke weergave van gesproken tekst en geluidseffecten in een vorm die opgang doet in science fiction films, zodat er een weidse cinematische ruimte wordt gecreëerd temidden van de koude stilte. U kunt zo beter genieten van science fiction films in een virtuele geluidsruimte met Dolby Surround, Dolby Digital of DTS gecodeerd materiaal dat gebruik maakt van de meest geavanceerde technieken. MOVIE THEATER Adventure CINEMA DSP verwerking. Dit programma reproduceert de geluidsweergave van de nieuwste 70-mm en multikanaals filmsoundtracks zoals weergegeven in de nieuwste bioscopen, waarbij de natrillingen van het geluidsveld zelf zoveel mogelijk worden onderdrukt. MOVIE THEATER General CINEMA DSP verwerking. Dit programma is bedoeld voor de reproductie van 70-mm films en films met multikanaals soundtracks en wordt gekenmerkt door een zacht en weids geluidsveld. SUR. STANDARD Standaard verwerking voor de geselecteerde decoder. SUR. ENHANCED Verbeterde verwerking voor de geselecteerde decoder. 4 Bronnen MULTI 2-CH 5 ■ Voor muziekmateriaal U kunt kiezen uit de volgende geluidsvelden bij weergave van muziek, zoals CD’s, FM/AM uitzendingen, cassettes enz. y Toets afstandsbediening 1 2 3 Geluidsveldprogramma Kenmerken STEREO 2ch Stereo Voor weergave van 2-kanaals bronmateriaal. STEREO 6ch Stereo Voor weergave van 2-kanaals bronmateriaal met alle luidsprekers via 6.1 kanalen, waarmee een groter geluidsveld geproduceerd wordt; ideaal voor achtergrondmuziek bij feesten en partijen enz. MUSIC Hall in Vienna HiFi DSP verwerking. Dit programma reproduceert een klassieke doosvormige concertzaal met ongeveer 1700 stoelen. De zuilen en ingewikkelde versieringen zorgen voor zeer complexe reflecties en voor een volle en rijke geluidsweergave. MUSIC The Bttm Line HiFi DSP verwerking. Dit programma reproduceert het geluidsveld vlak voor het podium in “The Bottom Line”, de befaamde New Yorkse jazz club met 300 zitplaatsen. MUSIC The Roxy Thtr HiFi DSP verwerking. Dit programma reproduceert de dynamische rock-sound van “The Roxy Theatre”, één van de vetste rock clubs in L.A. De virtuele luisterplek bevindt zich iets links van het midden van de zaal. ENTERTAINMENT Disco HiFi DSP verwerking. Dit programma bootst de akoestiek na van een wervelende disco in het hart van een grote stad en geeft een geconcentreerde en energieke weergave. SUR. STANDARD Standaard verwerking voor de geselecteerde decoder. SUR. ENHANCED Verbeterde verwerking voor de geselecteerde decoder. Bronnen 2-CH GELUIDSVELDPROGRAMMA’S Verdraai PROGRAM op het voorpaneel (of zet de component-keuzeschakelaar op AMP en druk dan op één van de geluidsveldprogrammatoetsen op de afstandsbediening) om het gewenste geluidsveldprogramma te selecteren (zie bladzijde 57). MULTI 2-CH 5 Nederlands 59 Nl GELUIDSVELDPROGRAMMA’S Veranderen van geluidsveldparameter instellingen 2 U kunt een goede geluidskwaliteit bereiken met de fabrieksinstellingen. U hoeft deze begininstellingen niet te veranderen, maar u kunt dat wel doen wanneer u de weergave beter wilt proberen aan te passen aan de specifieke omstandigheden in uw kamer. Zet het beeldscherm aan en druk op de afstandsbediening op DISPLAY. Het volgende scherm zal op het in-beeld display verschijnen. DISPLAY ON SCREEN Opmerkingen • Gebruik de “PARAM. INI” functie in het “OPTION MENU” om de parameters voor alle geluidsveldprogrammafs in een groep terug te zetten op de begininstellingen (zie bladzijde 80). • Wanneer u een geluidsveldparameter instelt op een andere waarde dan de fabrieksinstelling, zal er een sterretje (asterisk; *) bij de parameternaam op het in-beeld display verschijnen. • U kunt de ingestelde waarden voor geluidsveldparameters niet veranderen wanneer “MEMORY GUARD” in het “OPTION MENU” is ingesteld op “ON” (zie bladzijde 79). Als u toch parameterwaarden wilt wijzigen, dient u “MEMORY GUARD” op “OFF” in te stellen. Geluidsveldprogramma categorie P02 Cursor MUSIC . Pop/Rock DSP LEVEL;;;;0dB P.INIT.DLY;;21ms P.ROOM SIZE;;1.0 S.INIT.DLY;;25ms S.ROOM SIZE;;1.0 Geluidsveldparameters Geluidsveldparameter waarden y • Voor details over de functie en het mogelijke instelbereik voor elk van de geluidsveldparameters, zie bladzijde 61. • Herhaal de stappen 3 en 4 indien u nog andere parameters voor dit geluidsveldprogramma wilt veranderen. • Voor sommige geluidsveldprogrammafs zijn zoveel parameters beschikbaar dat deze meer dan één scherm van het in-beeld display beslaan. Druk in een dergelijk geval op u / d om door de verschillende schermen te balderen. • Als u j / i ingedrukt houdt bij het wijzigen van de waarde van een geluidsveldparameter, zal de oorspronkelijke fabrieksinstelling kort op het display op het voorpaneel worden getoond. TV MUTE CODE SET STEREO POWER TV AV STANDBY POWER SLEEP MD MUSIC ENTERTAIN DTV MOVIE 1 2 3 4 STANDARD SELECT EXTD SUR. DIRECT ST. 5 6 7 8 MULTI CH IN SPEAKERS ENHANCER NIGHT STRAIGHT 9 0 10 4 ENT. TUNER USB PRESET/CH LEVEL DVR 1 NET TITLE SET MENU MENU SRCH MODE BAND AMP ENTER SOURCE TV VOL TV CH A/B/C/D/E VOLUME TV RETURN DISPLAY DAB MEMORY ON SCREEN REC 4 2 AUDIO 1 MUSIC ENTERTAIN 1 2 3 4 STANDARD SELECT EXTD SUR. DIRECT ST. 5 6 7 8 SPEAKERS ENHANCER NIGHT STRAIGHT 9 0 10 MOVIE ENT. 3 EFFECT DOCK V-AUX STEREO EFFECT CD-R CBL DVD MUTE Druk net zo vaak op één van de toetsen voor de geluidsveldprogramma’s tot u het geluidsveldprogramma dat u wilt instellen geselecteerd heeft. TRANSMIT POWER CD TV INPUT 3 Zet de component-keuzeschakelaar op AMP. Druk op u / d om de gewenste geluidsveldparameter te selecteren en vervolgens op j / i om de ingestelde waarde te veranderen. • Druk op i om de ingestelde waarde te verhogen. • Druk op j om de ingestelde waarde te verlagen. PRESET/CH AMP ENTER SOURCE A/B/C/D/E TV 60 Nl GELUIDSVELDPROGRAMMA’S ■ Beschrijvingen geluidsveldparameters U kunt de waarden van bepaalde parameters van de digitale geluidsveldprogramma’s wijzigen om de weergave aan te passen aan de omstandigheden in uw kamer. Niet alle onderstaande parameters gelden voor alle programma’s. y Voor details met betrekking tot het veranderen van ingestelde waarden voor geluidsveldparameters, zie bladzijde 60. Geluidsveldparameter DSP LEVEL Kenmerken DSP niveau. Regelt het niveau van alle DSP effectgeluiden binnen een klein bereik. Afhankelijk van de akoestiek in uw kamer wilt u mogelijk het DSP effectniveau verhogen of verlagen ten opzichte van het niveau van de directe weergave. Instelbereik: –6 dB t/m +3 dB Aanvankelijke vertraging. Aanwezigheids-, surround- en surround-achter aanvankelijke vertraging. Wijzigt de schijnbare afstand tot de geluidsbron door het verschil te regelen tussen het moment dat de luisteraar het directe geluid hoort en wanneer hij of zij de eerste weerkaatsing daarvan hoort. Hoe kleiner de ingestelde waarde, hoe dichter de geluidsbron zich bij het weerkaatsende oppervlak lijkt te bevinden. Hoe groter deze waarde, hoe verder weg het lijkt. Gebruik een kleine waarde voor een kleine kamer. Gebruik een grotere waarde voor een grote kamer. Instelbereik: 1 t/m 99 ms (INIT.DLY och P.INIT.DLY) 1 t/m 49 ms (S.INIT.DLY och SB INI.DLY) Niveau Niveau Brongeluid Vroege weerkaatsingen Niveau INIT.DLY P.INIT.DLY S.INIT.DLY SB INI.DLY Vertraging GELUIDSVELDPROGRAMMA’S Tijd Tijd Tijd Vertraging Vertraging Geluidsbron Weerkaatsend oppervlak Kleine waarde = 1 ms Grote waarde = 99 ms Nederlands 61 Nl GELUIDSVELDPROGRAMMA’S Geluidsveldparameter ROOM SIZE P.ROOM SIZE S.ROOM SIZE SB ROOM SIZE Kenmerken Kamergrootte. Aanwezigheids-, surround- en surround-achter kamerafmetingen. Deze parameter regelt de schijnbare afmetingen van het surround geluidsveld. Hoe groter deze waarde, hoe groter het surround geluidsveld wordt. Omdat geluid keer op keer wordt weerkaatst in een ruimte, zal de tijd tussen het oorspronkelijk gereflecteerde geluid en elke volgende weerkaatsing langer worden naarmate de ruimte groter is. Door de tijd tussen de weerkaatsingen te regelen, kunt u bepalen hoe groot de virtuele ruimte lijkt. Door de waarde van deze parameter te veranderen van een naar twee, zal de schijnbare lengte van de ruimte verdubbeld worden. Tijd Brongeluid Vroege weerkaatsingen Niveau Niveau Niveau Instelbereik: 0,1 t/m 2,0 Tijd Tijd Geluidsbron Kleine waarde = 0,1 LIVENESS S.LIVENESS SB LIVENESS Grote waarde = 2,0 Levendigheid. Surround en surround-achter levendigheid. Deze parameter regelt de reflectiviteit van de virtuele wanden van de ruimte door de mate waarin de vroege weerkaatsingen in kracht afnemen te veranderen. De vroege weerkaatsingen van een geluidsbron worden sneller zwakker in een ruimte met geluidabsorberende wanden dan in een ruimte met wanden die juist veel geluid weerkaatsen. Een ruimte met geluidabsorberende oppervlakken wordt ook wel akoestisch “dood” genoemd, terwijl een ruimte met oppervlakken die veel geluid weerkaatsen “levendig” genoemd wordt. Via deze parameter kunt u de mate waarin de vroege weerkaatsingen wegsterven en dus de “levendigheid” van de ruimte regelen. Instelbereik: 0 t/m 10 Brongeluid Tijd Weinig weerkaatst geluid Kleine waarde = 0 62 Nl Niveau Dood Niveau Niveau Levendig Tijd Tijd Veel weerkaatst geluid Grote waarde = 10 GELUIDSVELDPROGRAMMA’S Geluidsveldparameter REV.TIME Kenmerken Natriltijd. Deze parameter regelt hoe lang het duurt voordat de dichte natrillingen verzwakt zijn met 60 dB bij 1 kHz. Hierdoor worden de schijnbare afmetingen van de akoestische omgeving over een zeer groot bereik veranderd. Stel een lengere natriltijd in voor “dode” bronnen en luisterplekken en een kortere natriltijd voor “levendige” bronnen en ruimtes. Instelbereik: 1,0 t/m 5,0 s Natrillingen Brongeluid Vroege weerkaatsingen 60 dB REV.TIME Geluidsbron 60 dB REV.TIME 60 dB REV.TIME Lange natrillingen Korte natrillingen Kleine waarde = 1,0 s Grote waarde = 5,0 s Beginvertraging natrillingen. Deze parameter regelt het tijdverschil tussen het begin van het directe geluid en het begin van de natrillingen. Hoe groter deze waarde, hoe later de natrillingen zullen beginnen. Als de natrillingen later beginnen, krijgt u het gevoel dat u zich in een ruimere akoestische omgeving bevindt. GELUIDSVELDPROGRAMMA’S Instelbereik: 0 t/m 250 ms Niveau REV.DELAY Natrillingen Brongeluid (dB) 60 dB Natrillingen Tijd REV.DELAY REV.TIME Nederlands 63 Nl GELUIDSVELDPROGRAMMA’S Geluidsveldparameter REV.LEVEL Kenmerken Niveau natrillingen. Deze arameter regelt het volume van de natrillingen. Hoe groter deze waarde, hoe sterker de natrillingen zullen zijn. Niveau Instelbereik: 0 t/m 100% Brongeluid REV. LEVEL Tijd 2ch Stereo DIRECT 2-kanaals stereo direct. Passeert de decoders en DSP processors van dit toestel voor pure hi-fi stereoweergave van 2-kanaals analoog bronmateriaal. Keuzes: AUTO, OFF y • De “AUTO” instelling laat het signaal alleen de decoders en DSP processors passeren wanneer “BASS” en “TREBLE” op 0 dB zijn ingesteld (zie bladzijde 33). • Wanneer er multi-kanaals signalen (Dolby Digital en DTS) binnenkomen, zullen deze worden teruggemengd naar 2 kanalen en worden weergegeven via de linker en rechter voorluidsprekers. • In de volgende gevallen zullen de lage tonen voor de linker en rechter voor-luidsprekers omgeleid worden naar de subwoofer: – “LFE/BASS OUT” is ingesteld op “BOTH” (zie bladzijde 70). – “FRONT SP” is ingesteld op “SMALL” (zie bladzijde 69) en “LFE/BASS OUT” is ingesteld op “SWFR” (zie bladzijde 70). 6ch Stereo CT LEVEL SL LEVEL SR LEVEL SB LEVEL 64 Nl 6-kanaals stereo midden, links surround, rechts surround en surround achter niveaus. Regelt het volumeniveau voor elk kanaal in de 6-kanaals stereo weergavefunctie. Instelbereik: 0 t/m 100% GELUIDSVELDPROGRAMMA’S Geluidsveldparameter Kenmerken PRO LOGIC IIx Music PRO LOGIC II Music PANORAMA Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music panorama. Stuurt stereosignalen naar de surroundluidsprekers zowel als naar de voor-luidsprekers voor een omhullend effect. PRO LOGIC IIx Music PRO LOGIC II Music DIMENSION Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music dimension. Zorgt voor een graduele aanpassing van het geluidsveld naar voren of naar achteren. Keuzes: OFF, ON Instelbereik: –3 (naar achteren) t/m +3 (naar voren) Begininstelling: STD (standaard) PRO LOGIC IIx Music PRO LOGIC II Music CENTER WIDTH Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music middenbreedte. Plaatst de weergave voor het middenkanaal helemaal op de midden-luidspreker of verdeelt deze over de linker en rechter voor-luidsprekers. Een grotere waarde verdeelt het middenkanaal meer over de linker en rechter voor-luidsprekers. Instelbereik: 0 (geluid voor het middenkanaal wordt alleen maar weergegeven via de middenluidspreker) t/m 7 (het middenkanaal wordt helemaal via de linker en rechter voorluidsprekers weergegeven) Begininstelling: 3 DTS Neo:6 Music C.IMAGE DTS Neo:6 Music middenbeeld. Regelt het volume van de linker en rechter voorkanalen in samenhang met het middenkanaal om het middenkanaal meer of minder overheersend te maken. Instelbereik: 0,0 t/m 1,0 Begininstelling: 0,3 De “PRO LOGIC IIx Music”, “PRO LOGIC II Music” en “DTS Neo:6 Music” parameters kunnen alleen worden ingesteld wanneer “SUR. STANDARD” is geselecteerd. Zet de component-keuzeschakelaar op AMP en druk vervolgens herhaaldelijk op STANDARD op de afstandsbediening om “SUR. STANDARD” te selecteren (zie bladzijde 43). GELUIDSVELDPROGRAMMA’S y Nederlands 65 Nl SET MENU SET MENU Met behulp van het “SET MENU” (instelmenu) kunt u allerlei systeeminstellingen wijzigen en kunt u de manier waarop het toestel werkt aanpassen aan uw voorkeuren. Verander de begininstellingen (hieronder vet gedrukt aangeduid) op basis van uw specifieke systeem en uw voorkeuren. ■ Basis setup BASIC SETUP Deze functie is handig wanneer u uw systeem snel en met minimale inspanningen klaar voor gebruik wilt maken (zie bladzijde 29). ■ Handmatige setup MANUAL SETUP Via deze functie kunt u met de hand de luidspreker- en systeeminstellingen wijzigen. Geluidsmenu 1 SOUND MENU Via dit menu kunt u met de hand alle luidspreker-instellingen wijzigen, de kwaliteit en de toonkleur van de weergave van uw systeem aanpassen of compenseren voor eventueel vertraagde videoweergave bij gebruik van LCD monitoren of projectoren. Parameter Kenmerken Bladzijde A)SPEAKER SET Selecteren van de afmetingen van de luidsprekers, de luidsprekers voor weergave van lage tonen en de crossover frequentie. 69 B)SPEAKER LEVEL Instellen van het uitgangsniveau van elke luidspreker. 71 C)SP DISTANCE Instellen van de vertraging voor elke luidspreker. 72 D)CENTER GEQ Instellen van de klankkleur (toon) van de midden-luidspreker. 72 E)LFE LEVEL Instellen van het uitgangsniveau van het LFE kanaal bij Dolby Digital of DTS signalen. 72 F)DYNAMIC RANGE Instellen van het dynamisch bereik bij Dolby Digital of DTS signalen. 73 G)AUDIO SET Aanpassen van de volume-afname bij de MUTE functie, de audiovertraging en de instellingen voor het passeren van de toonregeling. 73 Ingangsmenu 2 INPUT MENU Via dit menu kunt u met de hand de in- en uitgangsaansluitingen toewijzen aan andere apparatuur, de ingangsfunctie wijzigen of een signaalbron een andere naam geven. Parameter Kenmerken Bladzijde A)I/O ASSIGNMENT Toewijzen van in- en uitgangsaansluitingen van dit toestel aan de daarmee verbonden componenten. 74 B)INPUT MODE Selecteren van de begininstelling van de ingangsfunctie voor de signaalbron. 75 C)INPUT RENAME Hiermee kunt u een signaalbron een andere naam geven. 75 D)VOLUME TRIM Instellen van het uitgangsniveau van elke aansluiting. 76 66 Nl SET MENU Netwerk en USB menu 3 NET/USB MENU Via dit menu kunt u met de hand de netwerk en USB systeeminstellingen wijzigen. Parameter Kenmerken Bladzijde A)NETWORK Automatisch of handmatig configureren van de netwerkinstellingen. 76 B)PLAY STYLE Regelen van de weergavestijl. 77 C)INFORMATION Tonen van de netwerk systeeminformatie. 78 Optiemenu 4 OPTION MENU Via dit menu kunt u met de hand de optionele systeeminstellingen wijzigen. Parameter Kenmerken Bladzijde A)DISPLAY SET Instellen van de helderheid van het display en het omzetten van videosignalen. Instellen van de weergavetijd voor het in-beeld display (OSD) en de scrollfunctie voor het display op het voorpaneel. 78 B)MEMORY GUARD Vergrendelen van instellingen voor de geluidsveldprogramma’s en andere “SET MENU” instellingen. 79 C)PARAM. INI Initialiseren van de instellingen voor een groep geluidsveldprogramma’s. 80 D)MULTI ZONE SET Specificeert de locatie van de luidsprekers die zijn aangesloten op de SPEAKERS B aansluitingen. 80 ■ Signaalinformatie SIGNAL INFO Met deze functie kunt u informatie over het audiosignaal controleren (zie bladzijde 40). GEAVANCEERDE BEDIENING Nederlands 67 Nl SET MENU Gebruiken van het SET MENU 2 Gebruik de afstandsbediening om de menu’s te openen en de instellingen te verrichten. TV AV CD CD-R SET MENU DTV TUNER MUSIC ENTERTAIN MOVIE 1 2 3 4 SELECT EXTD SUR. 6 7 8 ENHANCER NIGHT STRAIGHT 9 0 ENTER A/B/C/D/E ENT. 10 EFFECT 1 AMP SOURCE TV VOL TV CH PRESET/CH SET MENU LEVEL TITLE MENU SRCH MODE BAND VOLUME TV ENTER A/B/C/D/E TV MUTE TV INPUT MUTE STEREO MUSIC ENTERTAIN RETURN DISPLAY DAB MEMORY ON SCREEN 1,7 2-6 REC MOVIE [ ]/[]:Up/Down [ENTER]:Enter p NET DIRECT ST. 5 SPEAKERS ;BASICSETUP .;MANUALSETUP .;SIGNAL INFO p USB DVR STEREO STANDARD MULTI CH IN CBL DOCK V-AUX PRESET/CH  SLEEP MD DVD Druk op u / d en selecteer “MANUAL SETUP”. 3 y ;MANUAL SETUP PRESET/CH ENTER p A/B/C/D/E .1SOUNDMENU 2INPUTMENU 3NET/USBMENU 4OPTIONMENU []/[]:Up/Down [ENTER]:Enter p • U kunt de “SET MENU” parameters wijzigen terwijl het toestel geluid aan het weergeven is. • Als u op een geluidsveldtoets drukt terwijl u bezig bent in het “SET MENU”, zal het “SET MENU” worden geannuleerd. • Herhaal de volgende procedure om de diverse instellingen te selecteren en te wijzigen. • Druk op RETURN om terug te keren naar het vorige menuniveau. Druk op ENTER om de “MANUAL SETUP” te openen. Het “MANUAL SETUP” scherm zal op het in-beeld display verschijnen. Opmerking U kunt sommige “SET MENU” parameters niet wijzigen terwijl “NIGHT:CINEMA” of “NIGHT:MUSIC” is geselecteerd als nacht-luisterfunctie (zie bladzijde 34). 1 Zet de component-keuzeschakelaar op AMP en druk vervolgens op SET MENU om het “SET MENU” te openen. Het eerste “SET MENU” scherm zal op het in-beeld display verschijnen. 4 Druk herhaaldelijk op u / d om het gewenste menu te selecteren en druk op ENTER om het te openen. De volgende schermen zijn voorbeelden waarin het “SOUND MENU” wordt geselecteerd. PRESET/CH PRESET/CH ENTER ENTER A/B/C/D/E AMP A/B/C/D/E SET MENU SOURCE MENU SRCH MODE TV 1 SOUND MENU 1/2 SET MENU  1 SOUND MENU 2/2 p .E)LFE LEVEL F)DYNAMIC RANGE G)AUDIO SET  []/[]:Up/Down [ENTER]:Enter p p 68 Nl p p [ ]/[]:Up/Down [ENTER]:Enter p .;BASICSETUP ;MANUALSETUP .;SIGNAL INFO .A)SPEAKERSET B)SPEAKERLEVEL C)SPDISTANCE D)CENTER GEQ []/[]:Up/Down [ENTER]:Enter SET MENU 5 Druk herhaaldelijk op u / d om het gewenste submenu te selecteren en druk op ENTER om het te openen. Het volgende scherm is een voorbeeld waarin “SPEAKER LEVEL” wordt geselecteerd. PRESET/CH 1 SOUND MENU Via dit menu kunt u met de hand luidspreker-instellingen wijzigen of compenseren voor vertraging in de videoweergave bij gebruik van LCD monitoren of projectoren. PRESET/CH 1 SOUND MENU 1/2 ENTER ENTER A/B/C/D/E A/B/C/D/E 1 SOUND MENU 2/2 p .E)LFE LEVEL F)DYNAMIC RANGE G)AUDIO SET  []/[]:Up/Down [ENTER]:Enter p B)SPEAKER LEVEL p p .A)SPEAKERSET B)SPEAKERLEVEL C)SPDISTANCE D)CENTER GEQ []/[]:Up/Down [ENTER]:Enter ■ Luidspreker-instellingen A)SPEAKER SET -__________+ .FL;;;;;;;;;; FR;;;;;;;;;;  C;;;;;;;;;; Via dit menu kunt u met de hand de luidsprekerinstellingen wijzigen. y 6 Druk op u / d om de gewenste parameter te selecteren en vervolgens op j / i om de instelling te wijzigen. • Druk op i om de ingestelde waarde te verhogen. • Druk op j om de ingestelde waarde te verlagen. PRESET/CH Voor-luidsprekers FRONT SP Keuzes: SMALL, LARGE FRONT SP PRESET/CH ENTER   SMALL>LARGE ENTER A/B/C/D/E A/B/C/D/E Druk op SET MENU om de “SET MENU” te verlaten. SET MENU MENU SRCH MODE Geheugen back-up De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de opgeslagen gegevens verloren gaan wanneer het toestel uit (standby) staat. Wanneer echter de stekker uit het stopcontact gehaald wordt of de stroomvoorziening om een andere reden langer dan een week onderbroken wordt, zullen de opgeslagen gegevens verloren gaan. • Selecteer “SMALL” (klein) als u kleine voorluidsprekers heeft die niet goed in staat zijn lage tonen weer te geven. De lage tonen in de signalen voor de linker en rechter voor-luidsprekers zullen nu naar de bij “LFE/BASS OUT” geselecteerde luidsprekers gedirigeerd worden (zie bladzijde 70). • Selecteer “LARGE” (groot) als u grote voorluidsprekers heeft die goed in staat zijn lage tonen weer te geven. Alle signalen voor de linker en rechter voorkanalen worden naar de linker en rechter voorluidsprekers gedirigeerd. GEAVANCEERDE BEDIENING 7 Als u niet tevreden bent met de door uw luidsprekers geproduceerde lage tonen, kunt u deze instellingen aanpassen aan uw voorkeuren. Opmerking Als “LFE/BASS OUT” is ingesteld op “FRNT” (zie bladzijde 70), zullen eventuele LFE signalen in Dolby Digital of DTS bronsignalen, de lage tonen in de linker en rechter voorkanalen, en de lage tonen voor andere luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of “SMALL”) allemaal gedirigeerd worden naar de linker en rechter voor-luidsprekers, ongeacht de “FRONT SP” instelling. Nederlands 69 Nl SET MENU Midden-luidspreker CENTER SP Keuzes: NONE, SML, LRG CENTER SP Surround achter-luidsprekers SUR. B SP Keuzes: NONE, SML, LRG SUR. B SP  NONE>SML LRG NONE>SMLLRG • Selecteer “NONE” (geen) als u geen middenluidspreker heeft aangesloten. De signalen voor het middenkanaal zullen naar de linker en rechter voorluidsprekers worden gestuurd. • Selecteer “SML” (klein) als u een kleine middenluidspreker heeft die niet goed in staat is lage tonen weer te geven. De lage tonen uit het middenkanaal zullen naar de luidsprekers worden gedirigeerd die zijn geselecteerd bij “LFE/BASS OUT”. • Selecteer “LRG” (groot) als u een grote middenluidspreker heeft die goed in staat is lage tonen weer te geven. Alle signalen voor het middenkanaal worden naar de midden-luidspreker gedirigeerd. Linker/rechter surround-luidsprekers SUR. L/R SP Keuzes: NONE, SML, LRG • Selecteer “NONE” (geen) als u geen surround schterluidspreker heeft aangesloten. De signalen voor het surround-achterkanaal zullen naar de linker en rechter surround-luidsprekers worden gestuurd. • Selecteer “SML” (klein) als u een kleine surround achter-luidspreker heeft die niet goed in staat is lage tonen weer te geven. De lage tonen uit het surroundachterkanaal worden gedirigeerd naar de luidsprekers die u heeft geselecteerd bij “LFE/BASS OUT”. • Selecteer “LRG” (groot) als u een grote surround achter-luidspreker heeft die goed in staat is lage tonen weer te geven. Alle signalen voor het surroundachterkanaal worden naar de surround achterluidspreker gedirigeerd. Lage tonen weergave LFE/BASS OUT Gebruik deze functie om de luidsprekers te selecteren die de LFE (Lage Frequentie Effecten) en de lage tonen weergeven. Keuzes: SWFR, FRNT, BOTH SUR. L/R SP LFE/BASS OUT NONE>SMLLRG SWFRFRNT>BOTH • Selecteer “NONE” (geen) als u geen surroundluidsprekers heeft aangesloten. Hiermee zet u het toestel in de Virtual CINEMA DSP stand (zie bladzijde 44) en zal “SUR. B SP” automatisch op “NONE” (geen) worden ingesteld. • Selecteer “SML” (klein) als u kleine linker en rechter surround-luidsprekers heeft die niet goed in staat zijn lage tonen weer te geven. De lage tonen in de linker en rechter surroundkanalen zullen naar de bij “LFE/BASS OUT” geselecteerde luidsprekers gedirigeerd worden. • Selecteer “LRG” (groot) als u grote linker en rechter surround-luidsprekers heeft die goed in staat zijn lage tonen weer te geven. Het hele toonbereik van het surroundkanaal zal naar de linker en rechter surroundluidsprekers worden gestuurd. 70 Nl • Selecteer “SWFR” (subwoofer) als u een subwoofer aangesloten heeft. Zowel de LFE signalen als de lage tonen in de signalen voor andere luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of “SMALL”) worden naar de subwoofer gedirigeerd. • Selecteer “FRNT” (voor) als u geen subwoofer heeft aangesloten. De LFE signalen, de lage tonen in de linker en rechter voorkanalen, en de lage tonen voor andere luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of “SMALL”) zullen allemaal gedirigeerd worden naar de linker en rechter voor-luidsprekers, ongeacht de “FRONT SP” instelling (zie bladzijde 69). • Selecteer “BOTH” (beide) als u een subwoofer aangesloten heeft. De lage tonen worden voor elke signaalbron weergegeven door de subwoofer. Zowel de LFE signalen als de lage tonen in de signalen voor andere luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of “SMALL”) worden naar de subwoofer gedirigeerd. De lage tonen in de linker en rechter voorkanalen zullen naar de linker en rechter voor-luidsprekers en de subwoofer worden gedirigeerd, ongeacht de “FRONT SP” instelling (zie bladzijde 69). SET MENU Crossover CROSSOVER Met deze functie kunt u een crossover frequentie instellen voor alle luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of “SMALL”) of op “NONE” via “SPEAKER SET” (zie de bladzijden 69 en 70). Alle frequenties onder de geselecteerde frequentie zullen naar de subwoofer worden gedirigeerd of naar de luidsprekers die zijn ingesteld op “LRG” (of “LARGE”) via “SPEAKER SET” (zie de bladzijden 69 en 70). Keuzes: 40Hz, 60Hz, 80Hz, 90Hz, 100Hz, 110Hz, 120Hz, 160Hz, 200Hz ■ Luidsprekerniveau B)SPEAKER LEVEL Deze functie stelt u in staat met de hand de balans te bepalen tussen het volume (luidsprekerniveau) van de linker voor- of linker surround-luidspreker en elk van de bij “SPEAKER SET” (zie bladzijde 69) geselecteerde luidsprekers. Instelbereik: –10,0 t/m +10,0 dB Instelstap: 1,0 dB Begininstelling: 0 dB B)SPEAKER LEVEL -__________+ .FL;;;;;;;;;; FR;;;;;;;;;;  C;;;;;;;;;; CROSSOVER FREQ;;;80Hz Subwooferfase SUBWOOFER PHASE Als de lage tonen niet of onduidelijk worden weergegeven, kunt u hiermee de fase van uw subwoofer omschakelen. Keuzes: NORMAL, REVERSE 02ASUBWOOFER PHASE >NORMALREVERSE • Selecteer “NORMAL” als u de fase voor uw subwoofer niet wilt omkeren. • Selecteer “REVERSE” om de fase voor uw subwoofer om te keren. • Selecteer “FL” om de balans voor de linker voorluidspreker in te stellen. • Selecteer “FR” om de balans voor de rechter voorluidspreker in te stellen. • Selecteer “C” om de balans voor de middenluidspreker in te stellen. • Selecteer “SL” om de balans voor de linker surroundluidspreker in te stellen. • Selecteer “SR” om de balans voor de rechter surroundluidspreker in te stellen. • Selecteer “SB” om de balans voor de surround achterluidspreker in te stellen. • Selecteer “SWFR” om de balans voor de subwoofer in te stellen. Opmerking GEAVANCEERDE BEDIENING “C”, “SL”, “SR”, “SB” en “SWFR” kunnen niet worden ingesteld indien “CENTER SP” (zie bladzijde 70), “SUR. L/R SP” (zie bladzijde 70), “SUR. B SP” (zie bladzijde 70) en “LFE/BASS OUT” (zie bladzijde 70) zijn ingesteld op “NONE”. Nederlands 71 Nl SET MENU ■ Luidsprekerafstand C)SP DISTANCE Met deze functie kunt u met de hand de afstand van elke luidspreker tot de luisterplek invoeren en zo de vertraging voor het bijbehorende kanaal instellen. In het ideale geval zouden alle luidsprekers op dezelfde afstand van de luisterplek moeten staan. Maar in de meeste gevallen is dat praktisch gezien niet mogelijk. Daarom moet de weergave van luidsprekers die eigenlijk te dichtbij staan heel eventjes vertraagd worden, zodat het geluid van alle luidsprekers op hetzelfde moment op de luisterplek arriveert. ■ Grafische equalizer voor het middenkanaal D)CENTER GEQ Met deze functie kunt u de geluidsweergave via het middenkanaal zo aanpassen met de ingebouwde 5-banden (100Hz, 300Hz, 1kHz, 3kHz en 10kHz) grafische equalizer, dat de toonkwaliteit van de middenluidspreker overeenkomt met die van de voorluidsprekers. U kunt de instelling verrichten terwijl u naar de huidige signaalbron luistert, of luisterend naar een testtoon. Instelbereik: –6 t/m +6 dB Instelstap: 0,5 dB Begininstelling: 0 dB C)SP DISTANCE D)CENTER GEQ p Eenheid UNIT Keuzes: meters (m), feet (ft) Begininstelling: [Modellen voor de V.S. en Canada]: feet (ft) [Overige modellen]: meters (m) • Selecteer “meters” om de afstanden van de luidsprekers in meters in te kunnen voeren. • Selecteer “feet” om de afstanden van de luidsprekers in feet (voeten) in te kunnen voeren. Testtoon TEST Keuzes: OFF, ON • Selecteer “OFF” om de testtoon te stoppen en de op dit moment geselecteerde signaalbron weer te laten geven. • Selecteer “ON” om de linker voor- en de midden-luidspreker een testtoon te laten produceren en stel aan de hand daarvan de toonkwaliteit van de midden-luidspreker in. y Druk op u / d om een frequentieband te selecteren en op j / i om de geselecteerde frequentieband in te stellen. ■ Niveau Lage Frequentie Effecten E)LFE LEVEL Deze functie stelt u in staat het volume (uitgangsniveau) van het LFE (Lage Frequentie Effect) kanaal aan te passen aan de capaciteit van uw subwoofer of hoofdtelefoon. Het LFE kanaal zorgt voor de weergave van speciale effecten met zeer lage tonen bij bepaalde passages. Deze instelling treedt alleen in werking bij weergave wanneer dit toestel Dolby Digital of DTS signalen decodeert. Instelbereik: –20 t/m 0 dB Instelstap: 1 dB E)LFE LEVEL .SPEAKER;;;;;;0dB HEADPHONE;;;;0dB p []/[]:Up/Down [<]/[>]:Adjust p Luidsprekerafstanden Instelbereik: 0,3 t/m 24,00 m (1.0 t/m 80.0 ft) Instelstap: 0,10 m (0.5 ft) • Selecteer “FRONT L” om de afstand voor de linker voor-luidspreker in te stellen. Begininstelling: 3,00 m (10.0 ft) • Selecteer “FRONT R” om de afstand voor de rechter voor-luidspreker in te stellen. Begininstelling: 3,00 m (10.0 ft) • Selecteer “CENTER” om de afstand voor de middenluidspreker in te stellen. Begininstelling: 3,00 m (10.0 ft) • Selecteer “SUR. L” om de afstand voor de linker surround-luidspreker in te stellen. Begininstelling: 3,00 m (10.0 ft) • Selecteer “SUR. R” om de afstand voor de rechter surround-luidspreker in te stellen. Begininstelling: 3,00 m (10.0 ft) • Selecteer “SUR. B” om de afstand voor de surround achter-luidspreker in te stellen. Begininstelling: 2,10 m (7.0 ft) • Selecteer “SWFR” om de afstand voor de subwoofer in te stellen. Begininstelling: 3,00 m (10.0 ft) 0dB 0dB 0dB 0dB 0dB p .TEST>OFFON -______+ 100Hz ;;;;;; 300Hz ;;;;;; 1kHz ;;;;;; 3kHz ;;;;;; 10kHz ;;;;;; []/[]:Up/Down [<]/[>]:Adjust p p . UNIT;;;;;;meters FRONTL;;;;3.00m FRONTR;;;;3.00m CENTER;;;;;3.00m []/[]:Up/Down [<]/[>]:Adjust Luidspreker SPEAKER Stelt het LFE luidsprekerniveau in. Hoofdtelefoon HEADPHONE Stelt het LFE hoofdtelefoonniveau in. Opmerking “CENTER”, “SUR.L”, “SUR.R”, “SUR.B” en “SWFR” kunnen niet worden ingesteld indien “CENTER SP” (zie bladzijde 70), “SUR. L/R SP” (zie bladzijde 70), “SUR. B SP” (zie bladzijde 70) en “LFE/BASS OUT” (zie bladzijde 70) zijn ingesteld op “NONE”. 72 Nl Opmerking Afhankelijk van de instellingen bij “LFE/BASS OUT” (zie bladzijde 70) is het mogelijk dat sommige signalen niet via de SUBWOOFER OUTPUT aansluiting worden gereproduceerd. SET MENU ■ Dynamisch bereik F)DYNAMIC RANGE ■ Audio instellingen G)AUDIO SET Via deze functie kunt u instellen hoeveel het dynamisch bereik moet worden gecomprimeerd voor uw luidsprekers of uw hoofdtelefoon. Deze instelling treedt alleen in werking wanneer dit toestel Dolby Digital of DTS signalen decodeert. Hiermee kunt algemene audio instellingen voor dit toestel wijzigen. p []/[]:Up/Down [<]/[>]:Select p F)DYNAMIC RANGE .SP:MINSTD>MAX HP:MINSTD>MAX G)AUDIO SET .MUTING TYPE;FULL AUDIO DELAY;;0ms TONE BYPASS;AUTO p p []/[]:Up/Down [<]/[>]:Select Luidspreker SP Stelt de compressie voor de luidsprekers in. Hoofdtelefoon HP Stelt de compressie voor de hoofdtelefoon in. Keuzes: MIN, STD, MAX • Selecteer “MIN” (minimum) als u regelmatig bij een laag volume wilt luisteren. • Selecteer “STD” (standaard) voor algemeen gebruik. • Selecteer “MAX” (maximum) om het grootste dynamische bereik te behouden. Tijdelijk uit of lager zetten van het geluid MUTING TYPE U kunt zelf bepalen hoeveel het volume verlaagd moet worden wanneer u deze functie gebruikt (zie bladzijde 34). Keuzes: FULL, –20dB • Selecteer “FULL” om de geluidsweergave helemaal te stoppen. • Selecteer “–20dB” om het huidige volume met 20 dB te verlagen. Audio vertraging AUDIO DELAY U kunt de geluidsweergave vertragen zodat deze synchroon loopt met de videobeelden. Dit is soms nodig bij gebruik van bepaalde LCD monitors of projectoren. Instelbereik: 0 t/m 160 ms Instelstap: 1 ms GEAVANCEERDE BEDIENING Passeren toonregeling TONE BYPASS U kunt de geluidssignalen de schakelingen voor de toonregeling helemaal laten negeren wanneer “TREBLE” en “BASS” op 0 dB zijn ingesteld (zie bladzijde 33). Keuzes: AUTO, OFF • Selecteer “AUTO” als u de schakelingen voor de toonregeling wilt laten negeren om een zo puur mogelijke weergave te verkrijgen. • Selecteer “OFF” als u niet wilt dat de toonregeling helemaal genegeeerd wordt. Nederlands 73 Nl SET MENU 2 INPUT MENU Via dit menu kunt u de in-/uitgangsaansluitingen toewijzen aan andere apparatuur, de ingangsfunctie wijzigen of een signaalbron een andere naam geven. 2 INPUTMENU   p p .A)I/OASSIGNMENT B)INPUTMODE C)INPUTRENAME D)VOLUME TRIM []/[]:Up/Down [ENTER]:Enter Voor de OPTICAL INPUT aansluitingen 2, 3 en 4 OPTICAL IN (2) OPTICAL IN (3) OPTICAL IN (4) Keuzes: (2) CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL, V-AUX, DVR (3) CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL, V-AUX, DVR (4) CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL, V-AUX, DVR OPTICALIN  .(2);;;;;MD/CD-R (MD/CD-R) (3);;;;; DVD (DVD ) (4);;;;;DTV/CBL (DTV/CBL ) ■ Toewijzen van in-/uitgangsaansluitingen A)I/O ASSIGNMENT U kunt de in-/uitgangsaansluitingen toewijzen aan andere componenten als de begininstellingen van dit toestel niet overeenkomen met uw voorkeuren. Wijzig de volgende instellingen om de respectievelijke aansluitingen toe te wijzen aan andere apparatuur en uiteindelijk meer componenten te kunnen aansluiten. Wanneer de in-/uitgangsaansluitingen opnieuw zijn toegewezen, kunt u de daarbij behorende component selecteren als signaalbron met INPUT op het voorpaneel (of met de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening). Voor de COMPONENT VIDEO aansluitingen A, B en C CMPNT-V INPUT [A] CMPNT-V INPUT [B] CMPNT-V INPUT [C] Keuzes: [A] DVD, DTV/CBL, V-AUX, DVR [B] DVD, DTV/CBL, V-AUX, DVR [C] DVD, DTV/CBL, V-AUX, DVR CMPNT-VINPUT  .[A];;;;;DVD (DVD) [B];;;;;DTV/CBL (DTV/CBL) [C];;;;; DVR ( DVR ) Voor OPTICAL OUTPUT aansluiting 1 OPTICAL OUT (1) Keuzes: CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL, V-AUX, DVR OPTICALOUT  .(1);;;;;MD/CD-R (MD/CD-R ) 74 Nl Voor de COAXIAL INPUT aansluiting 5 COAXIAL IN (5) Keuzes: (5) CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL, V-AUX, DVR COAXIALIN  .(5);;;;; ( DVD DVD ) Opmerkingen • U kunt een bepaalde naam maar één keer gebruiken voor een bepaald soort aansluiting. • Wanneer u een bepaalde component zowel met de DIGITAL INPUT (COAXIAL) als met de DIGITAL INPUT (OPTICAL) aansluiting verbindt, zal het via de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen. SET MENU ■ Ingangsfunctie B)INPUT MODE Gebruik deze functie om de “INPUT MODE” van dit toestel terug te zetten op “AUTO” (zie bladzijde 35) ongeacht de vorige instelling of om de laatste ingangsfunctie op te roepen (“AUTO”, “DTS”, of “ANALOG”) die gebruikt werd met de signaalbron in kwestie zodra u dit toestel inschakelt. Keuzes: AUTO, LAST 2 Druk op j / i op de afstandsbediening om de “_” (onderstreping) onder de spatie of het teken dat u wilt bewerken te plaatsen. PRESET/CH ENTER A/B/C/D/E B)INPUTMODE  >AUTOLAST 3 [<]/[>]:Select [ENTER]:Return • Selecteer “AUTO” om “INPUT MODE” terug te zetten op “AUTO” (zie bladzijde 35) ongeacht de vorige instelling zodra u dit toestel aan zet. Ingangssignalen worden door dit toestel automatisch geselecteerd in deze volgorde: (1) Digitale signalen (2) Analoge signalen • Selecteer “LAST” om het toestel automatisch de ingangsfunctie (“AUTO”, “DTS”, of “ANALOG”) in te laten schakelen die het laatst met de signaalbron in kwestie gebruikt is. ENTER ENTER A/B/C/D/E A/B/C/D/E Opmerkingen • U kunt maximaal 8 tekens gebruiken voor elke signaalbron. • Druk op d om de tekens als volgt te laten veranderen, of druk op u om deze reeks in omgekeerde volgorde te doorlopen: A t/m Z, spatie, 0 t/m 9, spatie, a t/m z, spatie, symbolen (#, *, +, –, enz.) C)INPUT RENAME Met deze functie kunt u de namen van de signaalbronnen zoals die op het in-beeld display op het voorpaneel verschijnen veranderen. Herhaal de stappen 1 t/m 3 als u de namen van andere signaalbronnen wilt veranderen. 5 Druk nog eens op ENTER op de afstandsbediening om de “INPUT RENAME” functie af te sluiten. C)INPUTRENAME p p PRESET/CH 1 Druk op één van de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening om de signaalbron waarvan u de naam wilt veranderen te selecteren. MD CD DTV DOCK A/B/C/D/E SLEEP MULTI CH IN TUNER USB DVR Nederlands V-AUX ENTER CD-R CBL DVD GEAVANCEERDE BEDIENING 4  [<]/[>]:Position []/[]:Chara. PRESET/CH PRESET/CH ■ Signaalbronnen nieuwe namen geven DVD-> DVD Kies met u / d het teken dat u wilt gebruiken en ga vervolgens met j / i naar het volgende teken. NET 75 Nl SET MENU [<]/[>]:Adjust [RETURN]:Exit Via dit menu kunt u de netwerk en USB systeeminstellingen wijzigen. 3 NET/USBMENU   .A)NETWORK B)PLAY STYLE C)INFORMATION []/[]:Up/Down [ENTER]:Enter p D)VOLUME TRIM   DVD DVD-> 0.0dB 3 NET/USB MENU p ■ Volume trim D)VOLUME TRIM Met deze functie kunt u het niveau van de ingangssignalen voor elk van de ingangsaansluitingen op elkaar afstemmen. Dit komt van pas wanneer u wilt vermijden dat het volume plotseling verandert wanneer u overschakelt naar een andere signaalbron. Keuzes: CD, MD/CD-R, TUNER, DVD, DTV/CBL, V-AUX, DOCK, DVR, PC/MCX, USB, NET RADIO, MULTI CH IN Instelbereik: –6,0 t/m 6,0 dB Instelstap: 1,0 dB Begininstelling: 0,0 dB ■ Netwerkinstellingen A)NETWORK Gebruik deze functie om de netwerkparameters (IP adres enz.) te bekijken of deze met de hand te wijzigen. A)NETWORK p p  . DHCP ON IP 192.168.000.002 SUBNET 255.255.255.000 GATEWAY 192.168.000.001 DNS (P) 192.168.000.001 DNS (S) 000.000.000.000 SET >CANCEL []/[]:Up/Down [ENTER]:Enter Opmerking Het scherm hierboven is slechts een voorbeeld. DHCP DHCP Wanneer deze parameter is ingesteld op “ON”, worden netwerkparameters voor “IP”, “SUBNET”, “GATEWAY”, “DNS (P)” en “DNS (S)” verkregen van een router met ingeschakelde DHCP weergegeven. Als de DHCP serverfunctie niet beschikbaar is, dient u deze instelling “OFF” te zetten om de netwerkinstellingen met de hand te kunnen configureren. Keuzes: ON, OFF IP adres IP Gebruik deze parameter om het aan dit toestel toegewezen IP adres te specificeren. Deze waarde mag niet hetzelfde zijn als een die reeds gebruikt wordt voor andere apparatuur in het beoogde netwerk. Subnet masker SUBNET Gebruik deze parameter om het aan dit toestel toegewezen subnet masker te specificeren. y In de meeste gevallen kan de waarde voor het subnet masker worden ingesteld op “255.255.255.0”. Default gateway GATEWAY Gebruik deze parameter om het IP adres van de standaard toegewezen gateway te specificeren. 76 Nl SET MENU Primaire DNS server DNS (P) Secundaire DNS server DNS (S) Gebruik deze parameter om de IP adressen van de primaire en secundaire DNS (Domain Name System) servers te specificeren. ■ Weergavestijlen B)PLAY STYLE Met deze functie kunt u de weergavestijl aanpassen aan uw persoonlijke voorkeur. U kunt muziekstukken in een willekeurige volgorde laten weergeven, of een bepaald muziekstukken of een reeks muziekstukken laten herhalen. Opmerking B)PLAY STYLE Als u slechts één DNS adres heeft, vul dit dan in bij “DNS (P)”. Als u twee of meer DNS adressen heeft gekregen, vul er dan één in bij “DNS (P)” en een ander bij “DNS (S)”.  .REPEAT;;;;;;;OFF SHUFFLE;;;;;;OFF p Druk op u / d op de afstandsbediening tot u het gewenste menu geselecteerd heeft, en druk vervolgens op ENTER om de gewenste netwerkparameter te selecteren en in te voeren. Opmerking Wanneer “DHCP” is ingesteld op “ON”, kunt u geen andere netwerkinstellingen meer selecteren of instellen. Om de andere parameters te kunnen specificeren moet u eerst “DHCP” op “OFF” instellen. 2 Om de parameter te specificeren drukt u herhaaldelijk op u / d om het cijfer te veranderen en kiest u het te veranderen cijfer met j / i. Druk op ENTER om uw instelling te bevestigen. 4 Herhaal de stappen 1 t/m 3 om alle networkparameters in te stellen. 5 Selecteer “SET” en druk vervolgens op ENTER om de instelling af te sluiten. Herhaalde weergave REPEAT Met deze functie kunt u dit toestel een muziekstuk of een reeks muziekstukken laten herhalen. Keuzes: OFF, SINGLE, ALL • Selecteer “OFF” om deze functie uit te schakelen. • Selecteer “SINGLE” om dit toestel één muziekstuk te laten herhalen. • Selecteer “ALL” om dit toestel een reeks muziekstukken te laten herhalen. Opmerkingen • Wanneer “REPEAT” op een andere instelling dan “OFF” staat, zal de letter “R” oplichten in de rechter bovenhoek van het weergavestatus scherm terwijl het muziekstuk of de muziekstukken worden herhaald. • Als “REPEAT” is ingesteld op “SINGLE”, zal deze worden teruggezet op “OFF” wanneer zowel de eerste ruimte als Zone 2 worden uitgeschakeld. Willekeurige weergave SHUFFLE Met deze functie kunt u dit toestel muziekstukken of albums in willekeurige volgorde laten weergeven. Keuzes: OFF, ON • Selecteer “OFF” om deze functie uit te schakelen. • Selecteer “ON” om dit toestel muziekstukken of albums in willekeurige volgorde te laten weergeven. Opmerking Opmerking Als u uw externe netwerkconfiguratie heeft gewijzigd, is het mogelijk dat u de netwerkinstellingen daaraan zult moeten aanpassen. y U kunt de netwerkinstellingen van dit toestel terugzetten op de fabrieksinstellingen door middel van “N-RESET” in het geavanceerde instellingenmenu (zie bladzijde 82). Wanneer “SHUFFLE” op “ON” staat, zal de letter “S” oplichten in de rechter bovenhoek van het weergavestatus scherm terwijl de muziekstukken of albums in willekeurige volgorde worden weergegeven. GEAVANCEERDE BEDIENING 3 []/[]:Up/Down [<]/[>]:Select p 1 Nederlands 77 Nl SET MENU ■ Netwerkinformatie C)INFORMATION Gebruik deze functie om de netwerk-systeeminformatie te kunnen bekijken. 4 OPTION MENU Via dit menu kunt u de optionele systeeminstellingen wijzigen. C)INFORMATION   MAC ADDRESS XX:XX:XX:XX:XX:XX STATUS 10BASE-T FULL-DUPLEX [ENTER]:Return 4 OPTIONMENU   p p .A)DISPLAYSET B)MEMORYGUARD C)PARAM.INI D)MULTI ZONESET []/[]:Up/Down [ENTER]:Enter Opmerking Het scherm hierboven is slechts een voorbeeld. MAC (Media Access Control) adres MAC ADDRESS Deze informatie geeft het MAC adres weer dat is toegewezen aan dit toestel. p []/[]:Up/Down [<]/[>]:Select p “NO LINK” verschijnt wanneer er geen verbinding met het netwerk is gemaakt. A)DISPLAYSET  .ON SCREEN;;;;10s FL SCROLL;;;CONT  p Opmerking A)DISPLAYSET  .DIMMER;;;;;;;;;0 VIDEOCONV.;;;ON OSD SHIFT;;;;;;0 GRAY BACK;;;AUTO []/[]:Up/Down [<]/[>]:Select p Status STATUS Deze informatie geeft de status van de huidige verbinding met het netwerk weer. Display status: 10BASE-T, 100BASE-TX, FULL-DUPLEX, HALF-DUPLEX, NO LINK ■ Display instellingen A)DISPLAY SET Dimmer DIMMER Hiermee kunt u de helderheid van het display op het voorpaneel instellen. Instelbereik: – 4 t/m 0 Instelstap: 1 • Druk op j om het display op het voorpaneel te dimmen. • Druk op i om het display op het voorpaneel helderder te maken. Video conversie VIDEO CONV. Gebruik deze functie om in te stellen of videosignalen die binnenkomen via de VIDEO en S VIDEO aansluitingen moeten worden omgezet. Keuzes: ON, OFF • Selecteer “ON” om composiet en S-videosignalen om te zetten en in voorkomende gevallen op te waarderen naar component videosignalen. • Selecteer “OFF” om geen signalen om te laten zetten. Opmerkingen • De geconverteerde videosignalen worden alleen gereproduceerd via de MONITOR OUT aansluitingen. Wanneer u een videobron wilt opnemen moet u gebruik maken van hetzelfde soort video-aansluitingen tussen alle betrokken componenten. • Wanneer composiet video- of S-videosignalen van een videorecorder worden omgezet naar component videosignalen, kan de beeldkwaliteit achteruitgaan, afhankelijk van uw videorecorder. • U moet “VIDEO CONV.” instellen op “ON” om het in-beeld display te laten weergeven. • Onconventionele signalen die binnenkomen via de composiet video of S-video aansluitingen kunnen niet worden omgezet of worden mogelijk niet correct gereproduceerd. Zet in dergelijke gevallen “VIDEO CONV.” op “OFF”. 78 Nl SET MENU OSD (in-beeld display) vershuiven OSD SHIFT Hiermee kunt u de verticale positie van het OSD (in-beeld display) instellen. Instelbereik: –5 (naar boven) t/m +5 (naar beneden) Instelstap: 1 Begininstelling: 0 • Druk op j om het in-beeld display hoger op het scherm weer te geven. • Druk op i om het in-beeld display lager op het scherm weer te geven. Grijze achtergrond GRAY BACK Met deze functie kunt u een grijze achtergrond weer laten geven achter het in-beeld display wanneer er geen videosignaal binnenkomt. Keuzes: AUTO, OFF • Selecteer “AUTO” om een grijze achtergrond weer te laten geven achter het in-beeld display wanneer er geen videosignaal binnenkomt. • Selecteer “OFF” om geen achtergrond te laten zien achter het in-beeld display. Opmerkingen Scrollen over het display op het voorpaneel FL SCROLL Gebruik deze functie om te bepalen of de informatie (zoals de songtitel of de naam van een kanaal) volledig over het display op het voorpaneel moet worden weergegeven door eroverheen te blijven bewegen, of dat alleen de eerste 14 letters en cijfers daarvan weergegeven moeten worden nadat de volledige naam of titel één keer over het dp is geschoven wanneer “DOCK” of “NET/USB” is geselecteerd als signaalbron. Keuzes: CONT, ONCE • Selecteer “CONT” om de bedieningsstatus doorlopend weer te laten geven op het display op het voorpaneel. • Selecteer “ONCE” om de bedieningsstatus met de eerste 14 alfanumerieke tekens op het display op het voorpaneel te laten zien. ■ Geheugen beveiliging B)MEMORY GUARD Met deze functie kunt u voorkomen dat de DSP programma instellingen en andere systeeminstellingen per abuis gewijzigd worden. Keuzes: OFF, ON • Afhankelijk van de binnenkomende signalen of de systeeminstelling van uw beeldscherm (NTSC of PAL), is het mogelijk dat het in-beeld display niet correct kan worden weergegeven. Zet in dergelijke gevallen “GRAY BACK” op “OFF”. • Zelfs wanneer “GRAY BACK” is ingesteld op “OFF”, is het, afhankelijk van de eigenschappen van de beelden, mogelijk dat het in-beeld display niet correct zal worden weergegeven. [<]/[>]:Select [ENTER]:Return • Selecteer “OFF” om de “MEMORY GUARD” functie uit te schakelen. • Kies “ON” om de inhoud van het geheugen te beveiligen: – DSP programma instellingen – alle “SET MENU” onderdelen – alle luidsprekerniveaus Opmerking Wanneer “MEMORY GUARD” is ingesteld op “ON”, kunt u geen andere “SET MENU” items meer selecteren of instellen. GEAVANCEERDE BEDIENING Weergavetijd in-beeld display ON SCREEN Via deze functie kunt u bepalen hoe lang het iPod menu of NET/USB menu nog moet worden weergegeven op het inbeeld display (OSD) nadat u een handeling heeft uitgevoerd. Keuzes: ON, 10s, 30s • Select “ON” om het in-beeld display voortdurend te laten weergeven tijdens een handeling. • Selecteer “10s” om het in-beeld display 10 seconden nadat u een handeling heeft verricht uit te schakelen. • Selecteer “30s” om het in-beeld display 30 seconden nadat u een handeling heeft verricht uit te schakelen. B)MEMORYGUARD  >OFFON Nederlands 79 Nl SET MENU ■ Parameters initialiseren C)PARAM. INI Met deze functie kunt u de instellingen voor alle geluidsveldprogramma’s in een programmagroep tegelijk initialiseren. Wanneer u een geluidsveldprogrammagroep initialiseert, zullen alle gewijzigde instellingen voor de programma’s in die groep worden teruggezet op hun beginwaarden. Druk op de corresponderende toetsen voor de geluidsveldprogramma’s op de afstandsbediening om het geluidsveldprogramma dat u wilt initialiseren te selecteren. Een asterisk (*) verschijnt links naast namen van programma’s waarvan de begininstellingen gewijzigd zijn. Keuzes: STEREO, MUSIC, ENTERTAINMENT, MOVIE THEATER, STANDARD C)PARAM.INI  STEREO *MUSIC ENTERTAINMENT MOVIE THEATER *STANDARD Press DSP key Opmerkingen • U kunt de eerder ingestelde waarden niet meer automatisch terughalen nadat u een geluidsveldprogrammagroep heeft geïnitialiseerd. • U kunt geen individuele geluidsveldprogramma’s initialiseren. • U kunt geen geluidsveldprogrammagroepen initialiseren wanneer de “MEMORY GUARD” beveiliging is ingesteld op “ON” (zie bladzijde 79). 80 Nl ■ Zone instelling D)MULTI ZONE SET Via deze instelling kunt u de locatie aangeven van de luidsprekers die zijn verbonden met de SPEAKERS B aansluitingen van dit toestel. D)MULTI ZONESET  .SPB;;;;;;;FRONT  [<]/[>]:Select [ENTER]:Return Instelling luidsprekerset B SP B Met deze functie kunt u bepalen waar de voor-luidsprekers die zijn verbonden met de SPEAKERS B aansluitingen zich bevinden. Keuzes: FRONT, ZONE B • Selecteer “FRONT” om de SPEAKERS A en B set aan of uit te zetten wanneer de met de SPEAKERS B aansluitingen verbonden luidsprekers zich in uw eerste luisterruimte bevinden. • Selecteer “ZONE B” als de met de SPEAKERS B aansluitingen verbonden luidsprekers zich in een andere ruimte (zone) bevinden. Als SPEAKERS A wordt uitgeschakeld en SPEAKERS B wordt ingeschakeld, zullen alle luidsprekers in de eerste luisterruimte, inclusief de subwoofer, worden uitgeschakeld en zal er alleen via de SPEAKERS B aansluitingen geluid worden weergegeven. Opmerkingen • Als u een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting van dit toestel doet, zal het geluid worden weergegeven via zowel de hoofdtelefoon als de SPEAKERS B aansluitingen wanneer “SP B” is ingesteld op “ZONE B”. • Als er een DSP programma is ingeschakeld wanneer “SP B” op “ZONE B” is ingesteld, zal het toestel automatisch in de Virtual CINEMA DSP stand gaan (zie bladzijde 44). GEAVANCEERDE SETUP GEAVANCEERDE SETUP Dit toestel heeft extra menu’s die worden getoond op het display op het voorpaneel. Het uitgebreide instelmenu biedt aanvullende handelingen om de manier waarop dit toestel functioneert aan te passen. Verander de begininstellingen (hieronder vet gedrukt aangeduid) op basis van uw specifieke systeem en uw voorkeuren. Opmerkingen • De nieuwe instellingen zullen in werking treden wanneer u de volgende keer MASTER ON/OFF naar binnen in de ON stand drukt om dit toestel in te schakelen (zie bladzijde 28). • Alleen MASTER ON/OFF, STRAIGHT (EFFECT) en PROGRAM functioneren terwijl u het uitgebreide instelmenu gebruikt. • Er kunnen geen andere handelingen worden verricht terwijl u het uitgebreide instelmenu aan het gebruiken bent. • Het uitgebreide instelmenu is alleen beschikbaar via het display op het voorpaneel. 3 VOLUME ZONE 2 ON/OFF ZONE CONTROL MASTER PRESET/TUNING FM/AM EDIT ON A/B/C/D/E l PRESET/TUNING h NEXT LEVEL MEMORY MAN'L/AUTO FM TUNING MODE AUTO/MAN'L OFF PROGRAM INPUT MAIN ZONE PHONES SPEAKERS A B STRAIGHT TONE CONTROL INPUT MODE MULTI CH INPUT VIDEO AUX ON/OFF VIDEO L AUDIO USB R EFFECT SILENT CINEMA Verdraai PROGRAM op het voorpaneel en selecteer de parameter waarvoor u de instelling wilt wijzigen. De naam van de geselecteerde parameter verschijnt op het display op het voorpaneel. Zie bladzijde 82 voor een complete lijst met alle beschikbare parameters. PROGRAM 1-2,5 1 2,4 3 Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel nog eens in zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om dit toestel uit te schakelen. Op dit moment geselecteerde parameterinstelling Op dit moment geselecteerde parameter MASTER SP IMP.-8 MIN ON 2 OFF Houd ingedrukt STRAIGHT EFFECT 4 STRAIGHT EFFECT 5 MASTER ON Druk herhaaldelijk op STRAIGHT (EFFECT) op het voorpaneel om de geselecteerde instelling te wijzigen. OFF GEAVANCEERDE BEDIENING Houd STRAIGHT (EFFECT) op het voorpaneel ingedrukt en druk vervolgens MASTER ON/OFF naar binnen in de ON stand om dit toestel in te schakelen. Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide setup menu zal verschijnen op het display op het voorpaneel. Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel nog eens in zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om de nieuwe instelling op te slaan en dit toestel uit te schakelen. MASTER ON OFF De gewijzigde instellingen worden van kracht zodra u dit toestel de volgende keer aan zet. 81 Nl Nederlands y GEAVANCEERDE SETUP ■ Luidsprekerimpedantie SP IMP. Gebruik deze functie om de luidsprekerimpedantie van het toestel aan te passen aan die van uw luidsprekers. Keuzes: 8ΩMIN, 6ΩMIN • Selecteer “8ΩMIN” om de luidsprekerimpedantie in te stellen op 8 Ω . • Selecteer “6ΩMIN” om de luidsprekerimpedantie in te stellen op 6 Ω . SP IMP. Luidspreker Impedantieniveau Als u twee sets (A en B) gebruikt, moet de impedantie van elk van de luidsprekers 16 Ω of hoger zijn.* ■ Netwerk resetten N-RESET De impedantie van elk van de luidsprekers moet 8 Ω of hoger zijn. Surround Achter Als u één set (A of B) gebruikt, moet de impedantie van elk van de luidsprekers 4 Ω of hoger zijn. Voor Als u twee sets (A en B) gebruikt, moet de impedantie van elk van de luidsprekers 8 Ω of hoger zijn. 6ΩMIN Midden Surround De impedantie van elk van de luidsprekers moet 6 Ω of hoger zijn. Surround Achter * Opmerkingen • Deze instelling zet alle parameters van dit toestel terug, inclusief de “SET MENU” parameters. De parameters voor het uitgebreide instelmenu zullen echter niet worden teruggezet. • De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden weer van kracht wanneer het toestel de volgende keer wordt ingeschakeld. Midden Surround Met deze functie kunt u alle parameters van dit toestel terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen (zie bladzijde 99). Keuzes: CANCEL, RESET • Select “CANCEL” om de instellingen van dit toestel niet terug te zetten. • Select “RESET” om de instellingen van dit toestel terug te zetten. Als u één set (A of B) gebruikt, moet de impedantie van elk van de luidsprekers 8 Ω of hoger zijn. Voor 8ΩMIN ■ Fabrieksinstellingen PRESET Modellen voor Canada kunnen niet tegelijkertijd gebruik maken van twee gescheiden luidsprekersystemen (A en B) wanneer “SP IMP.” is ingesteld op “8ΩMIN”. Met deze functie kunt u alle netwerkinstellingen van dit toestel (zie bladzijde 76) terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen. Keuzes: CANCEL, RESET • Select “CANCEL” om de netwerkinstellingen van dit toestel niet terug te zetten. • Select “RESET” om de netwerkinstellingen van dit toestel terug te zetten. Opmerkingen • De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden weer van kracht wanneer het toestel de volgende keer wordt ingeschakeld. • Wanneer de netwerkinstellingen teruggezet zijn, zal “DHCP” in het “NET/USB MENU” automatisch worden ingesteld op “ON” (zie bladzijde 76) en zal de geregistreerde client ID van dit toestel op uw YAMAHA MCX-2000 worden gewist (zie bladzijde 96). ■ Afstandsbediening AMP ID REMOTE AMP Hiermee stelt u het AMP ID nummer van dit toestel in voor herkenning van afstandsbedieningssignalen (zie bladzijde 87). Keuzes: ID1, ID2 • Selecteer “ID1” wanneer de AMP ID-archiefcode voor de afstandsbediening is ingesteld op “00001”. • Selecteer “ID2” wanneer de AMP ID-archiefcode voor de afstandsbediening is ingesteld op “00002”. Opmerking U moet de corresponderende AMP-archiefcode voor de afstandsbediening instellen op de afstandsbediening (zie bladzijde 87). 82 Nl GEAVANCEERDE SETUP ■ Afstandsbediening TUNER ID REMOTE TUN Hiermee stelt u het TUNER ID nummer van dit toestel in voor herkenning van afstandsbedieningssignalen (zie bladzijde 87). Keuzes: ID1, ID2 • Selecteer “ID1” wanneer de TUNER ID-archiefcode voor de afstandsbediening is ingesteld op “81916”. • Selecteer “ID2” wanneer de TUNER ID-archiefcode voor de afstandsbediening is ingesteld op “81917”. Opmerking U moet de corresponderende TUNER-archiefcode voor de afstandsbediening instellen op de afstandsbediening (zie bladzijde 87). ■ Afstemstap tuner TU (Alleen voor Algemene modellen) Hiermee kunt u de afstemstap van de tuner aanpassen aan de ruimte tussen zendfrequenties in uw gebied. Keuzes: AM10/FM100, AM9/FM50 • Selecteer “AM10/FM100” voor Noord, Midden en Zuid Amerika. • Selecteer “AM9/FM50” voor alle andere gebrieden. GEAVANCEERDE BEDIENING Nederlands 83 Nl KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING Naast dit toestel kan de afstandsbediening ook andere audiovisuele componenten van YAMAHA en van andere fabrikanten aansturen. Om uw TV of andere componenten te kunnen bedienen, moet u de juiste afstandsbedieningscodes voor de diverse signaalbronnen instellen (zie bladzijde 86). Bedienen van dit toestel, een TV of andere componenten ■ Bedienen van dit toestel ■ Bedienen van een TV Zet de component-keuzeschakelaar op AMP om dit toestel te bedienen. Zet de component-keuzeschakelaar op TV om uw TV te bedienen. Om uw TV te kunnen bedienen moet u de juiste afstandsbedieningscode instellen voor DTV/CBL of (zie bladzijde 86). Wanneer u afstandsbedieningscodes instelt voor zowel DTV/CBL als , wordt voorrang gegeven aan de voor DTV/CBL ingestelde code. CODE SET TRANSMIT POWER POWER TV AV STANDBY POWER MD CD SLEEP CD-R MULTI CH IN CBL DVD TUNER DTV DOCK V-AUX USB CODE SET NET DVR AMP *1 POWER TV AV CD CD-R SOURCE TV VOL TV CH TRANSMIT POWER STANDBY MD VOLUME TV SLEEP MULTI CH IN CBL DVD TV MUTE TV INPUT MUTE STEREO MUSIC ENTERTAIN MOVIE 1 2 3 4 STANDARD SELECT EXTD SUR. DIRECT ST. 5 6 7 8 POWER *1 TUNER DTV DOCK USB V-AUX DVR NET TV VOL TV CH VOLUME AMP SPEAKERS ENHANCER 9 0 NIGHT SOURCE STRAIGHT TV ENT. 10 EFFECT PRESET/CH SET MENU LEVEL TITLE MENU BAND SRCH MODE *2 TV MUTE TV INPUT MUTE STEREO MUSIC ENTERTAIN 1 2 3 4 STANDARD SELECT EXTD SUR. DIRECT ST. 5 6 7 8 SPEAKERS ENHANCER NIGHT STRAIGHT 9 0 MOVIE ENTER A/B/C/D/E RETURN DISPLAY DAB MEMORY ON SCREEN REC ENT. 10 AUDIO PC/MCX FREQ/TEXT NET RADIO MODE EFFECT PRESET/CH USB PTY SEEK START SET MENU LEVEL EON TITLE MENU BAND SRCH MODE *2 ENTER A/B/C/D/E RETURN DISPLAY DAB MEMORY ON SCREEN REC AUDIO PC/MCX NET RADIO FREQ/TEXT MODE USB PTY SEEK START EON Opmerkingen *1 Deze toetsen bedienen altijd alleen dit toestel, ongeacht de stand van de component-keuzeschakelaar. *2 Deze toetsen bedienen dit toestel alleen wanneer de component-keuzeschakelaar op AMP staat. Opmerkingen *1 Deze toetsen bedienen altijd uw TV, ongeacht de stand van de component-keuzeschakelaar. Afstandsbediening *2 84 Nl Digitale TV/ Kabel TV TV POWER Hiermee schakelt u de stroom in of uit. TV VOL +/– Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume. TV CH +/– Wijzigt het kanaalnummer. TV MUTE Deze toets schakelt de geluidsweergave tijdelijk uit. TV INPUT Wijzigt de signaalbron. Deze toetsen bedienen uw TV alleen wanneer de componentkeuzeschakelaar op TV staat. Zie voor details de “Digitale TV/ Kabel TV” kolom op bladzijde 85. KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING ■ Bedienen van andere componenten Zet de component-keuzeschakelaar op SOURCE om andere componenten geselecteerd met de ingangskeuzetoetsen, of de blanco toets rechts van MD/CD-R te kunnen bedienen. U moet voor elke signaalbron de juiste afstandsbedieningscode instellen (zie bladzijde 86). De volgende tabel toont de functies van de bedieningstoetsen voor het bedienen van andere componenten die zijn toegewezen aan de ingangskeuzetoetsen, en de blanco toets rechts van MD/CD-R. Het is mogelijk dat sommige toetsen niet het verwachte effect hebben op de geselecteerde component. Afstandsbediening U 1 CODE SET POWER TRANSMIT STANDBY POWER TV AV CD CD-R POWER MD DTV TUNER DVR NET DOCK USB V-AUX AMP SOURCE TV VOL TV CH VOLUME 3 4 5 TV INPUT MUTE MUSIC ENTERTAIN MOVIE 1 2 3 4 Digitale TV/ Kabel TV LD/CD-speler MD/CDrecorder 3 4 STANDARD SELECT EXTD SUR. DIRECT ST. MOVIE 5 6 7 8 SPEAKERS ENHANCER NIGHT STRAIGHT 9 0 ENT. 10 PRESET/CH SET MENU LEVEL TITLE MENU SRCH MODE BAND 7 8 ENTER A/B/C/D/E RETURN DISPLAY DAB MEMORY ON SCREEN 9 REC 6 TV MUTE STEREO Videorecorder ENTERTAIN 2 EFFECT TV DVD-speler/ recorder U MUSIC 1 MULTI CH IN CBL DVD 2 SLEEP U STEREO Tuner AUDIO PC/MCX NET RADIO FREQ/TEXT MODE USB PTY SEEK START iPod® EON PC/MCX-2000/ Internetradio/ USB 1 2 AV POWER Aan/uit *1 Aan/uit *1 Aan/uit *2 Aan/uit *1 Aan/uit *1 1-9, 0, +10 Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen 3 4 TITLE Titel Band Bladwijzer *5 PRESET/CH u Hoger VCR volgende kanaal Hoger Volgende voorkeuzezender Hoger (1-8) Hoger PRESET/CH d Lager VCR vorige kanaal Lager Vorige voorkeuzezender Lager (1-8) Lager A/B/C/D/E j Links Links Vorige voorkeuzezender Vorige menu (A-E) Vorige menu A/B/C/D/E i Rechts Rechts Volgende voorkeuzezender Volgende menu (A-E) Volgende menu Volgende menu Volgende menu 5 6 Voorkeuzezenders (1-8) ENTER Enter Enter RETURN Terug Terug REC Disc overslaan (speler) Rec *3 Rec (opname) *3 Rec *2*3 Disc overslaan (CD-speler) Rec *3 p Weergave Weergave Weergave *2 Weergave Weergave Weergave Weergave w Terug zoeken Terug zoeken Terug zoeken *2 Terug zoeken Terug zoeken Terug zoeken *4 Selecteer NET RADIO f Vooruit zoeken Vooruit zoeken Vooruit zoeken *2 Vooruit zoeken Vooruit zoeken Vooruit zoeken *4 Selecteer USB Selecteer PC/MCX Audio Audio Audio *2 e Pauze Pauze Pauze *2 Pauze Pauze Pauze b Terug springen Terug springen Terug springen *2 Terug springen Terug springen Terug springen Terug springen *6 a Vooruit springen Vooruit springen Vooruit springen *2 Vooruit springen Vooruit springen Vooruit springen Vooruit springen *6 s Stop Stop Stop *2 Stop Stop Stop Stop Enter Hoofdstuk/Tijd (LD-speler) Index Index (CD-speler) Vorige menu Vorige menu Display Display 7 ENT. 8 9 MENU Menu DISPLAY Display Titel/Index Enter Menu Display Display Display Display GEAVANCEERDE BEDIENING AUDIO Geluid (LD-speler) Opmerkingen *1 Deze toets werkt alleen wanneer de originele afstandsbediening van de component in kwestie een POWER (aan/uit) toets heeft. Deze toetsen bedienen uw videorecorder of DVD-recorder alleen wanneer u de juiste afstandsbedieningscode instelt voor DVR (zie bladzijde 86). *3 Wanneer u deze toets gebruikt om opnamen te maken van een signaalbron, dient u deze tweemaal in te drukken om storingen te voorkomen. *4 Houd de toets ingedrukt om terug of vooruit te zoeken. *5 Houd de toets ingedrukt om uw favoriete Internetradiozenders op te slaan via bladwijzers (zie bladzijde 97). *6 Deze toetsen werken niet wanneer de Internetradio is geselecteerd als de sub-signaalbron voor NET/USB. *2 Nederlands 85 Nl KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING Instellen van afstandsbedieningscodes 1 Druk op een ingangskeuzetoets, op of op de blanco toets rechts van MD/CD-R om de component die u wilt instellen te selecteren. Om uw TV of andere componenten te kunnen bedienen, moet u de juiste afstandsbedieningscodes voor de diverse signaalbronnen instellen. Raadpleeg de “LIJST MET AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van deze handleiding voor een complete lijst met de beschikbare afstandsbedieningscodes. MD CD Archief Componenten (categorie) Fabrikant Standaard code CD CD YAMAHA 61907 MD/CD-R MD YAMAHA 70888 DVD DVD YAMAHA 40539 DTV/CBL – – – TUNER TUNER YAMAHA 81916 V-AUX/ DOCK OTHER AUDIO ACCESSORIES (iPod) YAMAHA 81981 DVR DVR YAMAHA 51544 DTV DOCK 2 Standaardinstellingen afstandsbedieningscodes Signaalbron MULTI CH IN CBL DVD V-AUX De volgende tabel toont de standaard ingestelde component in de “Archief (componentencategorie)” kolom en de afstandsbedieningscode voor elk van de signaalbronnen. SLEEP CD-R TUNER USB DVR NET Druk met een balpen of iets dergelijks CODE SET in. De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening knippert twee keer. TRANSMIT CODE SET Knippert 3 Voer met de cijfertoetsen (0 t/m 9) de vijf cijfers van de afstandsbedieningscode voor de component in kwestie in. De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening knippert twee keer, waarna de afstandsbedieningscode voor de geselecteerde component zal zijn ingesteld. STEREO MUSIC ENTERTAIN 1 2 3 MOVIE 4 STANDARD SELECT EXTD SUR. DIRECT ST. 5 6 7 8 SPEAKERS ENHANCER NIGHT STRAIGHT 9 0 TRANSMIT NET/USB Blanco toets OTHER AUDIO ACCESSORIES (NET/USB) YAMAHA – – – TAPE YAMAHA 70524 81982 Opmerking Het is mogelijk dat u uw specifieke YAMAHA component niet kunt bedienen, ook al is er een YAMAHA afstandsbedieningscode voorgeprogrammeerd. Probeer in een dergelijk geval een andere YAMAHA afstandsbedieningscode in te stellen. y De blanco toets is de toets rechts naast MD/CD-R. 86 Nl 10 Knippert ENT. EFFECT y Om een eerder voor de geselecteerde component ingestelde afstandsbedieningscode te wissen, dient u code “9980” in te voeren. Opmerkingen • Als er meerdere codes zijn voor de fabrikant van uw component, probeer ze dan één voor één tot u de juiste gevonden heeft. • Als u bij stap 3 niet binnen 30 seconden op een toets drukt, zal de insteprocedure worden geannuleerd. Herhaal in een dergelijk geval de instelprocedure. KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING ■ Instellen van TUNER ID archiefcodes voor de afstandsbediening Instellen van archiefcodes U kunt verschillende YAMAHA receivers of versterkers in dezelfde ruimte tegelijkertijd bedienen met de meegeleverde afstandsbediening. Stel de juiste archiefcode in om de gewenste component te selecteren en te bedienen met de meegeleverde afstandsbediening. Selecteer één van de volgende codes om de TUNER ID archiefcode van de afstandsbediening voor de component die u wilt gebruiken in te stellen. 1 ■ Instellen van AMP ID archiefcodes voor de afstandsbediening Druk op TUNER om de “TUNER” (radio) als signaalbron te selecteren. TUNER Selecteer één van de volgende codes om de AMP ID archiefcode van de afstandsbediening voor de component die u wilt gebruiken in te stellen. 2 1 Druk met een balpen of iets dergelijks CODE SET in. De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening knippert twee keer. Druk met een balpen of iets dergelijks CODE SET in. De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening knippert twee keer. TRANSMIT CODE SET TRANSMIT CODE SET Knippert Knippert 3 2 Gebruik de cijfertoetsen om de code “00001” of “00002” in te voeren. De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening knippert twee keer, waarna de AMP ID archiefcode zal zijn ingesteld. STEREO MUSIC ENTERTAIN MOVIE 1 2 3 4 STANDARD SELECT EXTD SUR. DIRECT ST. 5 6 7 8 SPEAKERS ENHANCER NIGHT STRAIGHT 9 0 10 Gebruik de cijfertoetsen om de code “81916” of “81917” in te voeren. De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening knippert twee keer, waarna de TUNER ID archiefcode zal zijn ingesteld. STEREO MUSIC ENTERTAIN MOVIE 1 2 3 4 STANDARD SELECT EXTD SUR. DIRECT ST. 5 6 7 8 SPEAKERS ENHANCER NIGHT STRAIGHT 9 0 TRANSMIT TRANSMIT 10 Knippert ENT. EFFECT Knippert ENT. AMP ID archiefcode *1 Functie 00001 Bedienen van het toestel (begininstelling) met de standaardcode. 00002 Afstandsbediening AMP ID *2 ID1 (begininstelling) Om het toestel te gebruiken met een alternatieve code. TUNER ID archiefcode *1 81916 Bedienen van het toestel (begininstelling) met de standaardcode. 81917 ID2 *1 Instelling van de afstandsbediening *2 Instelling van dit toestel (zie bladzijde 82) Functie *1 *2 Afstandsbediening TUNER ID *2 ID1 (begininstelling) Om het toestel te gebruiken met een alternatieve code. ID2 GEAVANCEERDE BEDIENING EFFECT Instelling van de afstandsbediening Instelling van dit toestel (zie bladzijde 83) Opmerkingen Opmerkingen 87 Nl Nederlands • U moet de corresponderende AMP ID-archiefcode voor de dit toestel instellen via de uitgebreide setup (zie bladzijde 82). • Wanneer u verschillende YAMAHA receivers/versterkers gebruikt is het mogelijk dat u de andere componenten ook bedient met de standaardcode voor de afstandsbediening. Stel in een dergelijk geval één vd alternatieve codes in om dit toestel apart te kunnen bedienen. • U moet de corresponderende TUNER ID-archiefcode voor de dit toestel instellen via de uitgebreide setup (zie bladzijde 83). • Wanneer u verschillende YAMAHA receivers/versterkers gebruikt is het mogelijk dat u de andere componenten ook bedient met de standaardcode voor de afstandsbediening. Stel in een dergelijk geval één vd alternatieve codes in om dit toestel apart te kunnen bedienen. KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING Terugzetten van alle afstandsbedieningscodes Met deze functie kunt u alle eerder ingestelde afstandsbedieningscodes terugzetten op de fabrieksinstellingen. 1 Druk met een balpen of iets dergelijks CODE SET in. De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening knippert twee keer. TRANSMIT CODE SET Knippert 2 Gebruik de cijfertoetsen om de code “9981” in te voeren. De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening knippert twee keer, waarna alle eerder ingestelde afstandsbedieningscodes zullen worden gewist en teruggezet op de fabrieksinstellingen. STEREO MUSIC ENTERTAIN 1 2 3 4 STANDARD SELECT EXTD SUR. DIRECT ST. 5 6 7 8 SPEAKERS ENHANCER NIGHT STRAIGHT 9 0 10 MOVIE ENT. TRANSMIT Knippert EFFECT y Als u na stap 2 niet binnen 30 seconden op een toets drukt, zal het wissen worden geannuleerd. Herhaal in een dergelijk geval de procedure voor het wissen. 88 Nl GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE) GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE) Dit toestel stelt u in staat uw audiosysteem in meerdere ruimten (multi-zone) te gebruiken. De Zone 2 functie maakt het mogelijk dit toestel zo in te stellen dat er verschillende signaalbronnen worden weergegeven in de belangrijkste luisterruimte en in een tweede ruimte (Zone 2). Met de meegeleverde afstandsbediening kunt u dit toestel ook vanuit de andere ruimte bedienen. Er kunnen alleen analoge signalen gebruikt worden in de tweede ruimte (zone). Een signaalbron waarnaar u ook in de tweede ruimte wilt kunnen luisteren moet via de analoge AUDIO IN ingangsaansluitingen op dit toestel zijn aangesloten. Aansluiten Zone 2 Om ook in een andere ruimte gebruik te kunnen maken van dit toestel heeft u de volgende extra apparatuur nodig: • Een infrarood ontvanger in de tweede ruimte. • Een infrarood zender in de eerste ruimte. Deze zender brengt de infraroodsignalen van de afstandsbediening in de tweede ruimte over naar de eerste ruimte (naar een CD-speler of DVD-speler, bijvoorbeeld). • Een versterker en luidsprekers in de tweede ruimte. y • Omdat er allerlei manieren zijn waarop dit toestel aangesloten en gebruikt kan worden in een installatie met weergave in meerdere ruimten, raden we u aan uw dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of service-centrum te raadplegen omtrent de Zone 2 aansluitingen die het best zouden voldoen aan uw wensen. • Sommige YAMAHA modellen kunnen direct worden verbonden met de REMOTE aansluitingen van dit toestel. Als u een dergelijk product heeft, is het mogelijk dat u geen infraroodzender nodig heeft. Er kunnen maximaal 6 YAMAHA componenten worden aangesloten op de hieronder aangegeven manier. REMOTE IN REMOTE IN REMOTE OUT Infraroodontvanger REMOTE OUT REMOTE IN REMOTE IN REMOTE OUT YAMAHA component Dit toestel REMOTE OUT YAMAHA component Eerste ruimte GEAVANCEERDE BEDIENING ■ Gebruik in meerdere ruimten en Zone 2 aansluitingen Tweede ruimte ZONE 2 OUTPUT SP OUT Versterker MONITOR OUT DVD-speler Afstandsbediening AUDIO IN VIDEO IN Dit toestel MAIN ZONE ZONE 2 Infraroodontvanger Infraroodzender Nederlands REMOTE OUT REMOTE IN Opmerkingen • Wanneer u de eerste ruimte niet hoeft te gebruiken, kunt u deze met MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel uitschakelen. • Om onverwacht lawaai te voorkomen mag u IN GEEN GEVAL de Zone 2 functie gebruiken met DTS gecodeerde CD’s. 89 Nl GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE) Bediening Zone 2 U kunt Zone 2 selecteren en bedienen met de bedieningstoetsen op het voorpaneel of op de afstandsbediening. De beschikbare mogelijkheden zijn als volgt: • Selecteren van de signaalbron voor Zone 2 • Afstemmen op FM of AM wanneer “TUNER” is geselecteerd als de signaalbron voor Zone 2 (zie bladzijde 46) • U kunt luisteren naar de muziek op uw iPod indien deze is geplaatst in een YAMAHA iPod univereel dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10) verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel, en met “V-AUX” geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 92) 2 Druk op ZONE CONTROL om Zone 2 te kunnen bedienen. De ZONE2 indicator knippert ongeveer 5 seconden lang op het display op het voorpaneel. ZONE CONTROL ZONE2 Knippert 3 y Verdraai INPUT om de gewenste signaalbron te selecteren terwijl de ZONE2 indicator knippert op het display op het voorpaneel. INPUT Het volume en de toonweergave kunnen niet worden geregeld voor Zone 2. Regel het volume met de regelaar op de versterker in Zone 2. Opmerkingen • U moet elk van deze stappen afronden terwijl de ZONE2 indicator knippert op het display op het voorpaneel. Doet u dat niet, dan zal de Zone 2 functie automatisch worden geannuleerd en keert het toestel terug naar de normale gebruiksfunctie. Herhaal in een dergelijk geval de Zone 2 instelprocedure. • De Zone 2 bediening werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt. ■ Bediening Zone 2 via het voorpaneel 1 Kies ZONE 2 ON/OFF om Zone 2 in te schakelen. ZONE 2 ON/OFF y ZONE 2 ON/OFF werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt. 90 Nl 4 Druk op ZONE 2 ON/OFF om Zone 2 uit (standby) te zetten. ZONE 2 ON/OFF GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE) ■ De afstandsbediening in de stand voor Zone 2 zetten 1 Opmerking De afstandsbediening staat oorspronkelijk in de stand voor de bediening van de eerste ruimte. Om Zone 2 te kunnen bedienen met de afstandsbediening, moet eerst de afstandsbediening in de stand voor Zone 2 zetten. 1 Druk met een balpen of iets dergelijks CODE SET in. De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening knippert twee keer. Houd POWER of STANDBY ingedrukt en druk dan op om de afstandsbediening in de Zone 2 stand te zetten. • Druk op POWER wanneer de eerste ruimte is ingeschakeld. • Druk op STANDBY wanneer de eerste ruimte is uitgeschakeld. De TRANSMIT indicator op de afstandsbediening licht op wanneer de afstandsbediening in de Zone 2 stand wordt gezet. POWER Houd ingedrukt TRANSMIT CODE SET TRANSMIT of Knippert 2 Gebruik de cijfertoetsen om de code “9992” in te voeren. STEREO MUSIC ENTERTAIN 2 Kies POWER om Zone 2 in te schakelen. MOVIE 1 2 3 4 STANDARD SELECT EXTD SUR. DIRECT ST. 5 6 7 8 SPEAKERS ENHANCER NIGHT STRAIGHT 9 0 10 Licht op STANDBY ENT. POWER TRANSMIT Knippert EFFECT 3 ■ Bediening Zone 2 via de afstandsbediening Druk op één van de ingangskeuzetoetsen om de gewenste signaalbron voor Zone 2 te selecteren. MD Opmerkingen SLEEP CD-R MULTI CH IN CBL DVD DTV TUNER DOCK V-AUX USB DVR NET y Om de geluidsweergave in Zone 2 tijdelijk uit te schakelen, dient u op de afstandsbediening op MUTE te drukken. Druk nog eens op MUTE om de geluidsweergave in Zone 2 te hervatten. GEAVANCEERDE BEDIENING • De afstandsbediening staat oorspronkelijk in de stand voor de eerste ruimte en de TRANSMIT indicator op de afstandsbediening is uit wanneer de afstandsbediening in de stand voor de eerste ruimte staat. • Wanneer de afstandsbediening in de stand voor Zone 2 staat, kunt u de POWER, STANDBY, MUTE en de ingangskeuzetoetsen gebruiken voor de bediening van Zone 2. De andere toetsen van de afstandsbediening blijven echter gereserveerd voor de bediening van de eerste ruimte. • De afstandsbediening gaat in de volgende gevakkeb automatisch uit de stand voor Zone 2: – wanneer u niet binnen 10 seconden nadat u de afstandsbediening op Zone 2 heeft gezet een handeling uitvoert. – wanneer u op de afstandsbediening op een andere toets dan POWER, STANDBY, MUTE of de ingangskeuzetoetsen drukt. CD MUTE 4 Druk op STANDBY om Zone 2 uit (standby) te zetten. STANDBY Nederlands 91 Nl GEBRUIKEN VAN EEN IPOD® GEBRUIKEN VAN EEN iPod® Wanneer uw iPod is geplaatst in een YAMAHA iPod univereel dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10) verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel (zie bladzijde 22), kunt met de meegeleverde afstandsbediening de weergave van uw iPod regelen. U kunt de Compressed Music Enhancer functie van dit toestel gebruiken om de geluidskwaliteit van gecomprimeerde digitale audiobestanden (zoals MP3) op uw iPod te verbeteren (zie bladzijde 37). Opmerkingen • Alleen iPod apparatuur met een iPod (Click and Wheel), iPod nano en iPod mini worden ondersteund. • Afhankelijk van het model of de softwareversie van uw iPod is het mogelijk dat sommige functies daarmee niet compatibel zijn. y • Voor een commplete lijst met afstandsbedieningsfuncties voor uw iPod, verwijzen we u naar de “iPod” kolom onder “Bedienen van andere componenten” op bladzijde 85. • Voor een complete lijst met statusmeldingen die op het display op het voorpaneel en het in-beeld display kunnen verschijnen verwijzen we u naar het “iPod” gedeelte in het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” op bladzijde 104. iPod bediening U kunt uw iPod gebruiken wanneer “V-AUX” is geselecteerd als signaalbron. U kunt uw iPod bedienen via het in-beeld display van dit toestel (menufunctie) of zonder dit hulpmiddel (eenvoudige afstandsbedieningsfunctie). ■ Bedienen van een iPod met de eenvoudige afstandsbedieningsfunctie U kunt de basisfuncties van uw iPod (weergave, stop, overslaan enz.) uitvoeren met de meegeleverde afstandsbediening, zonder gebruik te maken van het inbeeld display van dit toestel. y • U kunt de op uw iPod opgeslagen foto’s of videoclips bekijken. • U kunt de bediening ook uitvoeren met de bedieningsorganen op uw iPod. 92 Nl ■ Bedienen van een iPod met de menufunctie U kunt de meer geavanceerde functies van uw iPod uitvoeren met de meegeleverde afstandsbediening met behulp van het in-beeld display van dit toestel. De naam van het weergegeven muziekstuk zal op het display op het voorpaneel worden weergegeven in overeenstemming met de “FL SCROLL” instelling in het “OPTION MENU” (zie bladzijde 79). U kunt via het in-beeld display ook door de muziekstukken op uw iPod bladeren. U kunt bovendien instellingen voor uw iPod aanpassen aan uw persoonlijke voorkeuren. Opmerkingen • U kunt de bediening niet uitvoeren met de bedieningsorganen op uw iPod. • Het YAMAHA logo zal verschijnen op het display van uw iPod. • Sommige tekens kunnen niet worden weergegeven op het display op het voorpaneel of in het in-beeld display van dit toestel. Dergelijke tekens worden vervangen door een “_” (onderstreping). • De “Setup” parameters kunnen alleen worden gewijzigd via het in-beeld display. Druk op ENTER op de afstandsbediening om heen en weer te schakelen tussen de “Setup” instellingen. • U kunt niet met het in-beeld display bladeren door eventueel op uw iPod opgeslagen foto’s of videoclips. U moet in plaats daarvan de bedieningsorganen op uw iPod gebruiken om de gewenste foto of videoclip te selecteren. GEBRUIKEN VAN EEN iPod® 1 Druk op DISPLAY op de afstandsbediening. Het volgende scherm zal op het in-beeld display verschijnen. iPod DISPLAY ON SCREEN 2 Top Playlists Artists Albums Songs Genres Composers Setup > > > > > > > Druk op u / d / j / i op de afstandsbediening om het iPod menu te bedienen en druk vervolgens op ENTER om het geselecteerde muziekstuk weer te laten geven. PRESET/CH PRESET/CH ENTER ENTER A/B/C/D/E A/B/C/D/E Keuzes: Playlists (speellijsten), Artists (artiesten), Albums (albums), Songs (songs), Genres (genres), Composers (componisten) • Playlists > Songs • Artists > Albums > Songs • Albums > Songs • Songs • Genres > Artists > Albums > Songs • Composers > Albums > Songs • Setup > Shuffle, Repeat Willekeurige weergave Shuffle Met deze functie kunt u dit toestel muziekstukken of albums in willekeurige volgorde laten weergeven. Keuzes: Off, Songs, Albums • Selecteer “Off ” om deze functie uit te schakelen. • Selecteer “Songs” om dit toestel muziekstukken in willekeurige volgorde te laten weergeven. • Selecteer “Albums” om dit toestel albums in willekeurige volgorde te laten weergeven. Opmerking Wanneer “Shuffle” op een andere instelling dan “Off ” staat, zal de letter “S” oplichten in de rechter bovenhoek terwijl de muziekstukken of albums in willekeurige volgorde worden weergegeven. Herhaalde weergave Repeat Met deze functie kunt u dit toestel een muziekstuk of een reeks muziekstukken laten herhalen. Keuzes: Off, One, All • Selecteer “Off ” om deze functie uit te schakelen. • Selecteer “One” om dit toestel één muziekstuk te laten herhalen. • Selecteer “All” om dit toestel een reeks muziekstukken te laten herhalen. Opmerking Wanneer “Repeat” op een andere instelling dan “Off ” staat, zal de letter “R” oplichten in de rechter bovenhoek terwijl het muziekstuk of de muziekstukken worden herhaald. GEAVANCEERDE BEDIENING Nederlands 93 Nl GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB FUNCTIES GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB FUNCTIES Dit toestel is uitgerust met netwerk en USB functies die u in staat stellen te luisteren naar WAV (uitsluitend PCM formaat), MP3 en WMA bestanden die zijn opgeslagen op uw PC, YAMAHA MCX-2000, USB geheugenapparatuur of draagbare USB audiospeler, en die u toegang geven tot Internetradio. Opmerkingen • De YAMAHA MCX-2000 is mogelijk niet verkrijgbaar in bepaalde locaties. • Voor verdere details over netwerkaansluitingen dient u tevens de handleidingen van uw netwerkapparatuur te raadplegen. Raadpleeg indien nodig ook technische referentiewerken. • Het is mogelijk dat sommige WAV, MP3 en WMA bestanden niet weergegeven kunnen worden of veel ruis of storing bevatten. y • Voor een commplete lijst met afstandsbedieningsfuncties voor de netwerk en USB functies verwijzen we u naar de “PC/MCX-2000/ Internetradio/USB” kolom in “Bedienen van andere componenten” op bladzijde 85. • Voor een complete lijst met statusmeldingen die op het display op het voorpaneel en het in-beeld display kunnen verschijnen verwijzen we u naar het “Netwerk en USB” gedeelte in het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” op bladzijde 105. Uw weg vinden in de netwerk en USB menu’s Het volgende schema laat de opbouw van het netwerk en USB menu zien. NET/USB PC/MusicCAST (MCX-2000) Internet Radio USB Server* Playlists Selecteren van een muziekstuk via een speellijst. Artists Selecteren van een muziekstuk op artiest. Bovendien kunt u voor een bepaalde artiest ook een album selecteren (alleen voor de MCX-2000). Albums Selecteren van een muziekstuk op album. Songs Direct selecteren van een muziekstuk. Genres Selecteren van een muziekstuk op genre. Bovendien kunt u voor een bepaald genre ook een album selecteren (alleen voor de MCX-2000). Recall Play Laat dit toestel de weergave oproepen van een MCX-2000 of andere cliënt. Raadpleeg voor details de handleiding van de MCX-2000. Bookmarks Selecteren van een Internetradiozender die is opgenomen in de lijst met “Bookmarks” (zie bladzijde 97). Locations Selecteren van een Internetradiozender of een Podcast dienst op locatie. Genres Selecteren van een Internetradiozender of een Podcast dienst op genre. New Stations Selecteren van een Internetradiozender uit zenders die zojuist met een programma begonnen zijn. Popular Stations Selecteren van een Internetradiozender uit een lijst met populaire zenders. Podcasts Selecteren van een Podcast dienst op locatie of genre. Help Zendt stembegeleiding uit over diverse onderwerpen met betrekking tot de gerelateerde Internetservice. Bestanden/Mappen Selecteren van een bestand door het bladeren door mappen. Opmerking * Alleen de beschikbare PC servers en MCX-2000 apparaten worden getoond. 94 Nl GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB FUNCTIES De volgende procedure laat de basisstappen zien voor het navigeren, het bladeren, door de netwerk en USB menu’s. Zie de bladzijden 96 en 97 voor details over elke subsignaalbron. 2 Opmerking “Please wait” kan verschijnen wanneer de communicatie tijd kost. Dit duidt niet op een storing aan uw systeem. U zult gewoon even geduld moeten oefenen. 1 Zet de component-keuzeschakelaar op SOURCE en druk vervolgens op NET/USB op de afstandsbediening om “NET/USB” als signaalbron te selecteren. De cursor links van de NET/USB indicator zal oplichten op het display op het voorpaneel en het eerder weergegeven materiaal voor de corresponderende su-signaalbron voor NET/USB zal automatisch worden weergegeven. NET/USB SET MENU MENU Top PC/MusicCAST Internet Radio USB > > > SRCH MODE 1/3 3 AMP USB SOURCE Druk op MENU op de afstandsbediening om het NET/USB hoofdmenu weer te laten geven. Het volgende scherm zal op het in-beeld display verschijnen. Als er een ander scherm op het in-beeld display verschijnt, dient u net zo vaak op MENU op de afstandsbediening te drukken tot het NET/USB hoofdmenu verschijnt. Druk op u / d om de gewenste subsignaalbron te selecteren en druk vervolgens op i of ENTER. NET y TV U kunt de gewenste sub-signaalbron ook selecteren door op de corresponderende toets op de afstandsbediening te drukken (zie bladzijde 7). Licht op 4 pNET USB DVR V-AUX DTV/CBL DVD MD/CD-R TUNER CD VOLUME SP A PC/MCX dB L R Druk op u / d / j / i op de afstandsbediening om het gewenste muziekstuk of de gewenste Internetradiozender te selecteren. • Druk op u / d om het gewenste menu te selecteren. • Druk op i om het gewenste menu te openen. • Druk op j om terug te keren naar het vorige menuniveau. 5 GEAVANCEERDE BEDIENING y • “i” in de rechter hoek van een menuregel geeft aan dat er een submenu beschikbaar is op het volgende menuniveau. • U kunt op ENTER of MENU drukken om het geselecteerde menu te openen of om terug te keren naar het vorige menuniveau. Druk op ENTER om het geselecteerde muziekstuk weer te laten geven of om te luisteren naar de geselecteerde zender. Nederlands 95 Nl GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB FUNCTIES Gebruiken van een PC server of YAMAHA MCX-2000 Gebruik deze functie om te luisteren naar muziekbestanden die zijn opgeslagen op uw PC of YAMAHA MCX-2000. De MCX-2000 is een muziekserver die het concept volgt van YAMAHA’s exclusieve MusicCAST, een digitaal muzieksysteem voor weergave via een persoonlijk netwerk. 1 Installeer Windows Media Connect 2.0 op uw PC, of registreer dit toestel op uw YAMAHA MCX-2000. • Raadpleeg “Installeren van Windows Media Connect 2.0 op uw PC” op bladzijde 96 en “Registreren van dit toestel op de YAMAHA MCX-2000” op bladzijde 97. • Deze procedure hoeft u alleen de eerste keer uit te voeren. 2 Zet uw PC of MCX-2000 aan. De PC server of MCX-2000 wordt toegevoegd aan de serverlijst op het submenu van PC/MusicCAST. 3 Selecteer de gewenste server or MusicCAST om de weergave te laten beginnen. Opmerkingen • De YAMAHA MCX-2000 is mogelijk niet verkrijgbaar in bepaalde locaties. • U kunt dit toestel aansluiten op maximaal 4 PC servers en op 1 MCX-2000 en elke server moet zijn aangesloten op hetzelfde subnet als dit toestel. • Het is mogelijk dat sommige WAV, MP3 en WMA bestanden op uw PC niet weergegeven kunnen worden of veel ruis of storing bevatten. • (Alleen voor de MCX-2000) Bestanden met een asterisk (*) zijn niet omgezet naar MP3 formaat. U kunt dergelijke bestanden niet onmiddellijk afspelen, behalve wanneer u de “Receive PCM Stream” instelling voor dit toestel instelt op “ON” op MCX-2000. Raadpleeg voor details de handleiding van de MCX-2000. y • Terwijl er een muziekstuk wordt weergegeven, zal de verstreken tijd onderaan het in-beeld display worden aangegeven. • U kunt met b / a vooruit/terug springen en met h / s de weergave starten/stoppen, onafhankelijk van het menu in het in-beeld display. • U kunt de instellingen voor herhaalde en willekeurige weergave bepalen via de “PLAY STYLE” parameters in het “NET/USB MENU” (zie bladzijde 77). • U kunt instellen of de bedieningsstatus doorlopend over het display op het voorpaneel moet lopen of maar één keer en vervolgens alleen moet worden aangeduid met de eerste 14 tekens via de “FL SCROLL” instelling in het “OPTION MENU” (zie bladzijde 79). 96 Nl ■ Installeren van Windows Media Connect 2.0 op uw PC Met Windows Media Connect 2.0 kunt u de op uw PC opgeslagen audiobestanden weergeven. Raadpleeg voor details de documentatie van Windows Media Connect 2.0. 1 Installeer Windows Media Connect 2.0 op uw PC. U kunt het installatieprogramma voor Windows Media Connect 2.0 downloaden van de Microsoft website. 2 Zet uw PC aan en deel een map op de PC met anderen. De 'gedeelde' map wordt toegevoegd aan de serverlijst op het submenu van PC/MusicCAST. Opmerkingen • Het is mogelijk dat bepaalde beveiligingssoftware op uw PC (antivirussoftware, firewall enz.) de toegang van dit toestel tot uw PC blokkeert. Maak in een dergelijk geval de juiste instellingen in de betreffende beveiligingssoftware. • Als u een PC gebruikt met Windows XP Professional en de PC inlogt op een domein, is het mogelijk dat u geen verbinding zult kunnen krijgen met de PC server. Log in een dergelijk geval in op de lokale machine in plaats van het domein. GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB FUNCTIES ■ Registreren van dit toestel op de YAMAHA MCX-2000 U moet dit toestel registreren op uw YAMAHA MCX-2000 zodat dit toestel kan worden herkend door uw YAMAHA MCX-2000. Raadpleeg voor details de handleiding van uw YAMAHA MCX-2000. 1 Zet dit toestel uit. 2 Zet uw YAMAHA MCX-2000 in de “Auto Config” stand. 3 Zet dit toestel aan. • De MCX-2000 wordt toegevoegd aan de serverlijst op het submenu van PC/MCX. • De cliënt ID van dit toestel verschijnt in het inbeeld display van uw YAMAHA MCX-2000 (als CL-XXXXX), en hiermee is de automatische configuratieprocedure ten einde. Opmerkingen • Het laatste deel van de cliënt ID van dit toestel is hetzelfde als de laatste 5 cijfers van het MAC adres van dit toestel. Voor details over het MAC adres, zie bladzijde 78. • Om de geregistreerde cliënt ID van dit toestel te wissen dient u de “Manual Config” stand van uw YAMAHA MCX-2000 te gebruiken (raadpleeg de handleiding van uw MCX-2000) en de “N-RESET” instelling in het geavanceerde instellingenmenu van dit toestel op “RESET” te zetten (zie bladzijde 82). • De cliënt bedieningsfuncties van MusicCAST zijn niet beschikbaar met betrekking tot dit toestel, met uitzondering van “View Play Info”, “Receive PCM Stream” en “Edit Client title”. Vermijd het gebruik van deze functies, want deze zullen de weergave op dit toestel stoppen. Gebruiken van de Internetradio Gebruik deze functie om naar Internetradiozenders te luisteren. Dit toestel maakt gebruik van de vTuner service voor Internetradiozenders, speciaal aangepast voor dit toestel, met een database van meer dan 2000 radiozenders. Bovendien kunt u uw favoriete zenders opslaan door middel van ‘bladwijzers’. Opmerkingen • Deze service kan zonder kennisgeving worden opgeheven. • Het is mogelijk dat sommige Internetradiozenders niet kunnen worden weergegeven, ook al worden ze geselecteerd in het NET RADIO menu. • Om naar de Internetradio te kunnen luisteren, moet dit toestel aangesloten zijn op uw netwerk (zie bladzijde 23). • Een smalband internetverbinding (bijv. 56K modem, ISDN) zal geen goede resultaten opleveren en daarom bevelen we een breedbandaansluiting aan (bijv. een kabelmodem, xDSL modem, enz.). Neem voor gedetailleerde informatie hieromtrent contact op met uw internet service-provider. y • U kunt met h / s de weergave starten/stoppen, onafhankelijk van het menu in het in-beeld display. • Een “Podcast” is een soort Internetradioprogramma en er zijn een aantal Podcast programma's beschikbaar op het Internet. Een Podcast is geen doorlopende voorstelling. Dat wil zeggen dat dit toestel de weergave zal stoppen wanneer de Podcast is afgelopen. • Het is mogelijk dat bepaalde beveligingsvoorzieningen (zoals een firewall) de toegang van dit toestel tot Internetradiozenders blokkeert. Maak in een dergelijk geval de juiste beveligingsinstellingen. ■ Opslaan van uw favoriete Internetradiozenders met behulp van bladwijzers Houd TITLE op de afstandsbediening ingedrukt terwijl u luistert naar de gewenste Internetradiozender. De opgeslagen Internetradiozender wordt toegevoegd aan de “Bookmarks” lijst (zie bladzijde 94). GEAVANCEERDE BEDIENING Gebruik deze functie om snel uw favoriete Internetradiozender op te kunnen zoeken. y Om een opgeslagen zender te verwijderen van de lijst, dient u dit item te selecteren in het eerste niveau van de “Bookmarks” lijst en dan op de afstandsbediening TITLE ingedrukt te houden. Nederlands 97 Nl GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB FUNCTIES Gebruiken van USB geheugenapparatuur of een draagbare audiospeler met een USB aansluiting Gebruik deze functie om te kunnen luisteren naar WAV (alleen PCM formaat), MP3 en WMA bestanden op USB geheugenapparatuur of draagbare USB audiospelers die zijn aangesloten op de USB poort op het voorpaneel van dit toestel. Opmerkingen • Dit toestel biedt ondersteuning voor USB massaopslagapparaten die gebruik maken van FAT 16 of FAT 32. • Alleen de eerste partitie wordt weergegeven in het in-beeld display. U kunt geen bestanden selecteren in andere partities. • Er kunnen maximaal 8 mapniveaus met 500 muziekbestanden per map worden herkend. • Het is mogelijk dat sommige apparaten niet naar behoren functioneren, ook al voldoen ze aan de eisen. • Het is mogelijk dat sommige WAV, MP3 en WMA bestanden niet weergegeven kunnen worden of veel ruis of storing bevatten. • Wanneer u USB geheugenapparatuur of een draagbare USB audiospeler aansluit, kan het ongeveer 10 seconden duren voor het apparaat herkend wordt. y • Terwijl er een muziekstuk wordt weergegeven, zal de verstreken tijd onderaan het in-beeld display worden aangegeven. • U kunt met b / a vooruit/terug springen en met h / s de weergave starten/stoppen, onafhankelijk van het menu in het in-beeld display. • U kunt de instellingen voor herhaalde en willekeurige weergave bepalen via de “PLAY STYLE” parameters in het “NET/USB MENU” (zie bladzijde 77). • U kunt instellen of de bedieningsstatus doorlopend over het display op het voorpaneel moet lopen of maar één keer en vervolgens alleen moet worden aangeduid met de eerste 14 tekens via de “FL SCROLL” instelling in het “OPTION MENU” (zie bladzijde 79). 98 Nl RESETTEN VAN HET SYSTEEM RESETTEN VAN HET SYSTEEM Met deze functie kunt u alle parameters van dit toestel terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen. Opmerkingen • Deze procedure zet alle parameters van dit toestel terug, inclusief de “SET MENU” parameters. De parameters voor het uitgebreide instelmenu zullen echter niet worden teruggezet. • De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden weer van kracht wanneer het toestel de volgende keer wordt ingeschakeld. y Om het resetten halverwege te onderbreken zonder wijzigingen aan te brengen, kunt u op MASTER ON/OFF op het voorpaneel drukken zodat de knop naar buiten komt in de OFF stand. 3 Verdraai PROGRAM op het voorpaneel en selecteer “PRESET”. VOLUME ZONE 2 ON/OFF ZONE CONTROL PROGRAM MASTER PRESET/TUNING FM/AM EDIT ON A/B/C/D/E l PRESET/TUNING h NEXT LEVEL MEMORY MAN'L/AUTO FM TUNING MODE AUTO/MAN'L OFF PROGRAM INPUT MAIN ZONE PHONES SPEAKERS A B STRAIGHT TONE CONTROL INPUT MODE MULTI CH INPUT VIDEO AUX ON/OFF VIDEO L AUDIO USB R EFFECT SILENT CINEMA 1-2,5 1 2,4 3 Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel nog eens in zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om dit toestel uit te schakelen. PRESET-CANCEL 4 MASTER ON 2 Druk herhaaldelijk op STRAIGHT (EFFECT) op het voorpaneel en selecteer “RESET”. STRAIGHT OFF EFFECT GEAVANCEERDE BEDIENING Houd STRAIGHT (EFFECT) op het voorpaneel ingedrukt en druk vervolgens MASTER ON/OFF naar binnen in de ON stand om dit toestel in te schakelen. Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide setup menu zal verschijnen op het display op het voorpaneel. PRESET-RESET y Houd ingedrukt STRAIGHT EFFECT Selecteer “CANCEL” om de reset procedure te annuleren zonder wijzigingen aan te brengen. MASTER 5 ON OFF Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel in zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om uw keuze te bevestigen en dit toestel uit te schakelen. MASTER Nederlands ON OFF 99 Nl OPLOSSEN VAN PROBLEMEN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN Raadpleeg de tabel hieronder wanneer het toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder vermeld staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het toestel dan uit (standby), haal de stekker uit het stopcontact en neem contact op met uw dichtstbijzijnde YAMAHA dealer of servicecentrum. ■ Algemeen Probleem Het toestel gaat niet aan, of gaat direct weer uit (standby) zodra de stroom wordt ingeschakeld. Geen geluid Geen beeld 100 Nl Oorzaak Oplossing Zie bladzijde Het netsnoer of de stekker is niet of niet goed aangesloten. Sluit het netsnoer op de juiste manier aan. — De instelling voor de luidsprekerimpedantie is niet correct. Stel de luidsprekerimpedantie in zodat deze overeenkomt met die van uw luidsprekers. 27 De beveiliging is in werking getreden. Controleer of alle luidsprekerbedrading, op het toestel en op de luidsprekers zelf, op de juiste manier is aangesloten en dat de draden geen contact maken met andere dingen dan de bijbehorende aansluitingen. 13 Het toestel heeft blootgestaan aan een sterke, externe elektrische schok (bijvoorbeeld een blikseminslag of een ontlading van statische elektriciteit). Zet het toestel uit (standby), haal de stekker uit het stopcontact, wacht 30 seconden voor u de stekker weer terug doet en probeer het toestel vervolgens weer gewoon te gebruiken. — In- of uitgangskabels niet op de juiste manier aangesloten. Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels. “INPUT MODE” is ingesteld op “DTS” of “ANALOG”. Zet “INPUT MODE” op “AUTO”. Er is geen geschikte signaalbron geselecteerd. Selecteer een geschikte signaalbron met INPUT op het voorpaneel (of de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening) of met MULTI CH INPUT op het voorpaneel (of MULTI CH IN op de afstandsbediening). De luidsprekers zijn niet goed aangesloten. Sluit de luidsprekers op de juiste manier aan. 13 De te gebruiken voor-luidsprekers zijn niet op de juiste manier geselecteerd. Selecteer de set voor-luidsprekers met SPEAKERS A of B op het voorpaneel of SPEAKERS op de afstandsbediening. 32 Het volume staat uit. Zet het volume hoger. — De geluidsweergave is tijdelijk uitgeschakeld. Druk op MUTE of VOLUME +/– op de afstandsbediening om de geluidsweergave te herstellen en het volume te kunnen regelen. 34 “INPUT MODE” is ingesteld op “ANALOG” terwijl er DTS gecodeerd materiaal wordt weergegeven. Zet “INPUT MODE” op “AUTO” of “DTS”. 35 Er worden signalen van een broncomponent ontvangen die dit toestel niet kan weergeven, zoals van een CD-ROM. Gebruik een signaalbron waarvan de signalen wel door dit toestel kunnen worden gereproduceerd. — Er wordt gebruik gemaakt van verschillende types video-aansluitingen voor de in- en uitgang van het beeldsignaal. Zet “VIDEO CONV.” op “ON”. 78 18-24 35 32, 38 OPLOSSEN VAN PROBLEMEN Probleem Het geluid valt plotseling uit. Er klinkt alleen geluid uit de luidspreker aan één kant. Oorzaak De beveiliging is in werking getreden vanwege kortsluiting enz. Oplossing Controleer of de luidsprekerimpedantie correct is ingesteld. Zie bladzijde 27, 82 Controleer of de luidsprekerbedrading nergens kortsluiting maakt en zet vervolgens het toestel weer aan. — De slaaptimer heeft het toestel uitgeschakeld. Zet het toestel aan en speel de gewenste signaalbron weer af. — De geluidsweergave is tijdelijk uitgeschakeld. Druk op MUTE of VOLUME +/– op de afstandsbediening om de geluidsweergave te hervatten. 34 Bedrading niet op de juiste manier aangesloten. Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels. 13 Onjuiste balans ingesteld via “SPEAKER LEVEL”. Wijzig de “SPEAKER LEVEL” instellingen. 71 Wanneer er een mono bronsignaal wordt weergegeven met een CINEMA DSP programma, zal dit signaal via het middenkanaal worden weergegeven, terwijl alleen eventuele door het programma toegevoegde effecten via de voor- en surround-luidsprekers worden geproduceerd. Er klinkt geen geluid uit de middenluidspreker. “CENTER SP” in het “SET MENU” staat op “NONE”. Zet “CENTER SP” op “SML” of “LRG”. 70 Eén van de HiFi DSP programma’s (uitgezonderd “6ch Stereo”) is geselecteerd. Probeer een ander geluidsveldprogramma. 57 “SUR. L/R SP” in het “SET MENU” staat op “NONE”. Zet “SUR. L/R SP” op “SML” of “LRG”. 70 Dit toestel staat in de “STRAIGHT” stand en er wordt mono materiaal weergegeven. Druk op STRAIGHT (EFFECT) op het voorpaneel zodat “STRAIGHT” van het display op het voorpaneel verdwijnt. 39 “SUR. L/R SP” in het “SET MENU” is ingesteld op “NONE” en “SUR. B SP” is automatisch ingesteld op “NONE”. Zet “SUR. L/R SP” en “SUR. B SP” op “SML” of “LRG”. 70 “SUR. B SP” in het “SET MENU” staat op “NONE”. Zet “SUR. B SP” op “SML” of “LRG”. 70 “LFE/BASS OUT” staat op “FRNT” in het “SET MENU” terwijl er een Dolby Digital of DTS signaal wordt weergegeven. Zet “LFE/BASS OUT” op “SWFR” of “BOTH”. 70 “LFE/BASS OUT” in het “SET MENU” staat op “SWFR” of “FRNT” terwijl er een 2-kanaals bronsignaal wordt weergegeven. Zet “LFE/BASS OUT” op “BOTH”. 70 Er klinkt geen geluid uit de surroundluidsprekers. Er klinkt geen geluid uit de surround achter-luidspreker. Er klinkt geen geluid uit de subwoofer. Het bronsignaal bevat geen zeer lage tonen. AANVULLENDE INFORMATIE Er wordt alleen flink geluid geproduceerd door de middenluidspreker. Nederlands 101 Nl OPLOSSEN VAN PROBLEMEN Zie bladzijde Probleem Oorzaak Oplossing Er kunnen geen Dolby Digital of DTS bronnen worden weergegeven. (De Dolby Digital of DTS indicator op het display op het voorpaneel licht niet op.) De aangesloten component is niet correct ingesteld voor het produceren van Dolby Digital of DTS digitale signalen. Volg de handleiding van de apparatuur in kwestie en maak de vereiste instellingen. — “INPUT MODE” is ingesteld op “ANALOG”. Zet “INPUT MODE” op “AUTO” of “DTS”. 35 U hoort een zeker gebrom. Bedrading niet op de juiste manier aangesloten. Sluit de audiokabels stevig en op de juiste manier aan. Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels. — Het volume kan niet worden verhoogd, of het geluid klinkt vervormd. De op de AUDIO OUT (REC) aansluitingen van dit toestel aangesloten component staat uit. Zet de betreffende component aan. — Geluidseffecten worden niet opgenomen. Het is niet mogelijk door het toestel toegevoegde effecten op te nemen met aangesloten opname-apparatuur. Er wordt niet opgenomen door digitale opnameapparatuur die is aangesloten op de DIGITAL OUTPUT aansluiting van dit toestel. De signaalbron is niet aangesloten op de DIGITAL INPUT aansluitingen van dit toestel. Er kan niet worden opgenomen door analoge opnameapparatuur die is aangesloten op de AUDIO OUT (REC) aansluitingen. De signaalbron is niet aangesloten op de analoge AUDIO IN aansluitingen van dit toestel. Sluit de signaalbron aan op de analoge AUDIO IN aansluitingen. 21 De geluidsveldparameters en sommige andere instellingen van dit toestel kunnen niet worden gewijzigd. “MEMORY GUARD” in het “SET MENU” staat op “ON”. Zet “MEMORY GUARD” op “OFF”. 79 Het toestel functioneert niet naar behoren. De interne microcomputer is vastgelopen door een externe elektrische schok (bijvoorbeeld blikseminslag of ontlading van statische elektriciteit) of door een te laag voltage van de stroomvoorziening. Haal de stekker uit het stopcontact en doe hem na ongeveer 30 seconden weer terug. — “CHECK SP WIRES” zal op het display op het voorpaneel verschijnen. De luidsprekerbedrading maakt kortsluiting. Controleer of alle luidsprekerkabels op de juiste manier zijn aangesloten. 13 U ondervindt storing van digitale of andere apparatuur die radiogolven gegenereert. Dit toestel staat te dicht bij de digitale of hoogfrequente apparatuur. Zet het toestel verder bij dergelijke apparatuur vandaan. — De beeldweergave wordt gestoord. De videobron maakt gebruik van gescramblede of gecodeerde signalen om kopiëren tegen te gaan. Het toestel gaat plotseling uit (standby). De interne temperatuur is te hoog opgelopen en de oververhittingsbeveiliging is in werking getreden. Wacht ongeveer 1 uur tot het toestel afgekoeld is voor u het weer aan zet. — 102 Nl Sluit de signaalbron aan op de DIGITAL INPUT aansluitingen. 19, 21 Sommige componenten kunnen geen Dolby Digital of DTS bronmateriaal opnemen. OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ■ Tuner FM AM Oplossing Zie bladzijde Probleem Oorzaak Veel ruis in de FM stereo-ontvangst. Dit probleem is inherent aan FM stereo-uitzendingen wanneer de zender te ver weg is of het ontvangstsignaal dat binnenkomt via de antenne niet sterk genoeg is. Controleer de aansluitingen van de antenne. 25 Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige FM antenne. — Stem met de hand af. 47 Er is vervorming en ook een betere FM antenne zorgt niet voor een betere ontvangst. U ondervindt interferentie doordat hetzelfde signaal op verschillende manieren ontvangen wordt. Verander de opstelling van de antenne zodat u van deze interferentie geen last meer hebt. — Er kan niet automatisch worden afgestemd op de gewenste zender. Het radiosignaal is te zwak. Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige FM antenne. — Stem met de hand af. 47 Er kan niet langer worden afgestemd op eerder voorgeprogrammeerde zenders. Het toestel is te lang zonder stroom geweest. Programmeer zenders voor. Er kan niet automatisch worden afgestemd op de gewenste zender. Het signaal is te zwak of de antenne is los. Controleer de aansluitingen van de AM ringantenne en stel deze zo op dat u de beste ontvangst verkrijgt. — Stem met de hand af. 47 48, 49 U hoort doorlopend gekraak en gesis. Deze geluiden kunnen het gevolg zijn van bliksem, TL verlichting, motoren, thermostaten en andere elektrische apparatuur. Gebruik een buitenantenne en een goede aarding. Dit kan in sommige gevallen helpen, maar het blijft moeilijk om alle storingsbronnen te elimineren. — U hoort gezoem en gefluit. Er wordt in de buurt van het toestel een TV gebruikt. Zet dit toestel verder bij de TV vandaan. — AANVULLENDE INFORMATIE Nederlands 103 Nl OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ■ Afstandsbediening Probleem De afstandsbediening werkt niet of niet naar behoren. Oorzaak Oplossing Zie bladzijde Te ver weg of onder te scherpe hoek gebruikt. De afstandsbediening werkt binnen een maximaal bereik van 6 m en binnen een hoek van 30 graden ten opzichte van loodrecht op het voorpaneel. 8 Direct zonlicht of sterke verlichting (vooral van TL lampen enz.) valt op de sensor voor de afstandsbediening van dit toestel. Stel het toestel anders op. — De batterijen raken leeg. Vervang alle batterijen. 3 De afstandsbedieningscode is niet goed ingesteld. Stel de afstandsbedieningscode op de juiste manier in met behulp van de “LIJST MET AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van deze handleiding. 86 Stel een andere afstandsbedieningscode in voor dezelfde fabrikant met behulp van de “LIJST MET AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van deze handleiding. 86 De archiefcode van de afstandsbediening en de afstandsbedienings-ID van dit toestel komen niet overeen. Zorg ervoor dat de afstandsbedienings-ID van dit toestel overeenkomt met de archiefcode van de afstandsbediening. 82, 87 Ook als de juiste afstandsbedieningscode is ingesteld is het mogelijk dat bepaalde modellen niet goed reageren op de afstandsbediening. ■ iPod Opmerking Wanneer er iets mis gaat met de gegevensoverdracht zonder dat er een melding verschijnt op het display op het voorpaneel of het inbeeld display, dient u de aansluiting van uw iPod te controleren (zie bladzijde 22). Statusmelding Loading... Oorzaak Oplossing Zie bladzijd e Dit toestel is bezig de verbinding met uw iPod te herkennen. Dit toestel is bezig songlijsten over te nemen van uw iPod. Connect error Er is een probleem met het signaal dat dit toestel ontvangt van uw iPod. Zet dit toestel uit en sluit uw YAMAHA iPod universeel dock opnieuw aan op de DOCK aansluiting van dit toestel. 22 Probeer uw iPod te resetten. — Alleen iPod apparatuur met een iPod (Click and Wheel), iPod nano en iPod mini worden ondersteund. — Unknown type De gebruikte iPod wordt niet ondersteund door dit toestel. iPod connected Uw iPod is correct geplaatst in een YAMAHA iPod univereel dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10) verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel, en de verbinding tussen uw iPod en dit toestel is correct tot stand gebracht. Disconnected Uw iPod is verwijderd uit uw YAMAHA iPod universeel dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10), verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel. Plaats uw iPod terug in uw YAMAHA iPod universeel dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10), verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel. 22 Unable to play Dit toestel kan de op dit moment op uw iPod opgeslagen muziekstukken niet weergeven. Controleer of de muziekstukken op uw iPod inderdaad weergegeven kunnen worden. — Sla andere muziekbestanden op uw iPod op die wel kunnen worden weergegeven. — 104 Nl OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ■ Netwerk en USB Probleem De PC server/MCX-2000/ Internetradio functioneert niet naar behoren. Oorzaak Oplossing Zie bladzijde 76 De netwerkkabel is niet aangesloten. Sluit deze op de juiste manier aan. 23 Op de PC is Windows Media Connect 2.0 nog niet geïnstalleerd. Installeer Windows Media Connect 2.0 op de PC. — De muziek is opgenomen in een bestandsindeling of formattering die niet met dit toestel kan worden weergegeven. Dit toestel kan geen andere muziekbestanden weergeven dan WMA, MP3 en WAV (PCM formaat) bestanden. Vergeet ook niet dat het toestel soms toch niet in staat zal zijn bepaalde muziekbestanden weer te geven, ook al zijn deze opgeslagen in WMA, MP3 of WAV formaat. Kies muziek die is opgeslagen in een formaat dat compatibel is met dit toestel. — De muziek is auteursrechtelijk beschermd. Dit toestel kan geen auteursrechtelijk beschermd materiaal weergeven. — Geen verbinding met Windows Media Connect 2.0. De Windows XP PC logt in op een domein. Log in op de lokale machine in plaats van het domein. — Geen verbinding met de MusicCAST server. U probeert verbinding te krijgen met de MCX-1000. De MusicCAST server die verbonden kan worden met dit toestel is de MCX-2000. Gebruik een MCX-2000 of de PC server. — De automatische configuratie wordt niet uitgevoerd. Voer “Auto Configure” uit. 96 De firewall van het netwerkapparaat is ingeschakeld. Er kan alleen Internetradio worden weergegeven wanneer het signaal de door elke zender gespecificeerde poort passeert. Het poortnummer hangt af van de radiozender zelf. Controleer de firewall-instellingen van het netwerkapparaat in kwestie. — De verbinding met het internet is verbroken. Controleer de configuratie van het netwerkapparaat en zoek vervolgens verbinding met uw provider. — De muziekbestanden en mappen op het USB apparaat kunnen niet worden bekeken. De muziekbestanden en mappen staan op andere geheugenlocaties dan de primaire FAT partitie. Plaats muziekbestanden en mappen in de correcte FAT partitie. — U probeert dieper dan 8 mapniveaus te bekijken of een map met meer dan 500 bestanden. Wijzig de gegevensstructuur op uw USB apparaat. — Het USB apparaat kan niet worden herkend. Het aangesloten USB apparaat is geen USB massa opslag USB geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler. Dit toestel kan alleen USB massa opslag USB geheugenapparaten of draagbare USB audiospelers herkennen. Vergeet ook niet dat het toestel toch niet in staat kan blijken te zijn bepaalde USB apparaten te herken, ook al zijn dit ogenschijnlijk geschikte apparaten zoals hierboven vermeld. 98 Sommige apparaten kunnen makkelijker herkend worden wan u ze aansluit voor u dit toestel aan zet. 28 Zet dit toestel uit en dan weer aan. 28 De muziek op de PC server kan niet worden weergegeven. Er kan geen Internetradio worden weergegeven. De melding “Disconnected” (Niet aangesloten) verschijnt ook al is er wel degelijk een USB apparaat aangesloten. Dit toestel heeft het USB apparaat herkend als niet geschikt voor aansluiting op het toestel. 105 Nl Nederlands Zet de DHCP serverfunctie van de router aan (ON). Of voer met de hand de vereiste instellingen uit aan de hand van de huidige gebruiksomgeving. AANVULLENDE INFORMATIE Het IP adres is niet correct ingesteld. OPLOSSEN VAN PROBLEMEN Statusmelding Please wait Oorzaak Oplossing Zie bladzijde Dit toestel is bezig de verbinding met uw netwerk te herkennen. Dit duidt niet op een storing aan uw systeem. U zult gewoon even geduld moeten oefenen. — Dit toestel is bezig de verbinding met uw USB geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler te herkennen. Dit duidt niet op een storing aan uw systeem. U zult gewoon even geduld moeten oefenen. — Please wait (Starting Server) Dit toestel is bezig de MCX-2000 in te schakelen die uit (standby) is gezet. Wacht ongeveer 20 seconden. — Connect error Er is een probleem met het signaal dat dit toestel ontvangt van uw netwerk. Controleer de verbindingen tussen dit toestel en de LAN poort van uw router of hub. 23 Zorg ervoor dat uw router correct is aangesloten en is ingeschakeld. Zorg er ook voor dat uw modem op de juiste manier is aangesloten en is ingeschakeld wanneer u naar de Internetradio wilt luisteren. 23 Uw USB geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler is niet meer aangesloten op de USB poort van dit toestel. Controleer de verbindingen tussen dit toestel en uw USB geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler. — De eerder op dit toestel aangesloten PC server of MCX-2000 bestaat niet meer. Sluit dit toestel aan op een beschikbare PC server of MCX-2000. 96 Er is een probleem met het signaal dat dit toestel ontvangt van uw USB geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler. Zet dit toestel uit en sluit uw USB geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler opnieuw aan op de USB poort van dit toestel. 28 Probeer uw USB geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler te resetten. — Dit toestel krijgt geen toegang tot uw USB geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler. Probeer een ander USB geheugenapparaat of andere draagbare USB audiospeler. — Er is een probleem met het signaal dat dit toestel ontvangt van uw USB geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler. Zet dit toestel uit en sluit uw USB geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler opnieuw aan op de USB poort van dit toestel. 28 Probeer uw USB geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler te resetten. — Dit toestel kan de op dit moment op uw PC opgeslagen muziekstukken niet weergeven. Zorg ervoor dat Windows Media Connect 2.0 correct is geïnstalleerd op uw PC. — Controleer of de op uw PC opgeslagen muziekstukken inderdaad weergegeven kunnen worden (MP3, WMA en WAV). — Sla andere geschikte muziekbestanden (MP3, WMA en WAV) op uw PC op die wel kunnen worden weergegeven. — Probeer een netwerk te installeren dat exclusief voor dit toestel bedoeld is, gescheiden van het algemene netwerk. — Disconnected Access error Unable to play Het netwerk kan tijdelijk overbelast zijn, hetgeen de weergave stoort of onmogelijk maakt. List updated De lijst met materiaal dat is opgeslagen op uw PC server of MCX-2000 is bijgewerkt. Bookmark ON De gewenste Internetradiozender is toegevoegd aan de “Bookmarks” lijst. Bookmark OFF De opgeslagen Internetradiozender is verwijderd van de “Bookmarks” lijst. 106 Nl WOORDENLIJST WOORDENLIJST Audio informatie ■ Dolby Digital Dolby Digital is een digitaal surroundsysteem met volledig van elkaar gescheiden multikanaals audio. Met 3 voorkanalen (links, midden en rechts), en 2 surroundstereokanalen biedt Dolby Digital in totaal 5 audiokanalen met het volle frequentiebereik. Met een extra kanaal speciaal voor de zeer lage tonen, het zogenaamde LFE (Lage Frequentie Effect) kanaal, biedt dit systeem in totaal 5.1 kanalen (het LFE kanaal wordt als 0.1 kanaal geteld). Door 2-kanaals stereo voor de surround-luidsprekers te gebruiken is er een betere weergave van bewegende geluidsbronnen en een beter algeheel surroundeffect mogelijk dan bij Dolby Surround. Het grote dynamische bereik (van het zachtste tot het hardste geluid dat nog kan worden weergegeven) van de 5 kanalen met het volle frequentiebereik en de precieze plaatsing van het geluid door de digitale verwerking biedt de luisteraar een ongehoord realistische weergave. Met dit toestel kunt u zelf kiezen wat voor weergave u wilt horen, van mono tot 5.1 kanaals weergave, u vraagt, wij draaien. ■ Dolby Digital EX Dolby Digital EX creëert 6 kanalen met het volledige frequentiebereik van 5.1-kanaals bronmateriaal. Dit wordt bereikt met een matrix decoder die 3 surroundkanalen samenstelt uit de gegevens voor de 2 surroundkanalen uit de oorspronkelijke opnamen. Voor de beste resultaten moet Dolby Digital EX gebruikt worden met filmsoundtracks die zijn opgenomen in Dolby Digital Surround EX. Met dit extra kanaal krijgt u een meer dynamische en realistische weergave van bewegende geluidsbronnen, vooral bij zogenaamde “fly-over” en “flyaround” effecten. ■ Dolby Pro Logic II ■ Dolby Pro Logic IIx ■ DTS 96/24 DTS 96/24 biedt een ongekend hoog niveau audiokwaliteit voor multikanaals weergave van DVDVideo en is volledig compatibel met alle vroegere DTS decoders. “96” refereert aan de 96 kHz bemonsteringsfrequentie (vergeleken met een normale waarde van 48 kHz). “24” refereert aan de gebruikte codelengte van 24 bits. DTS 96/24 biedt een geluidskwaliteit die vergelijkbaar is met die van de originele 96/24 masteropnamen, en 96/24 5.1-kanaals weergave met video van hoge kwaliteit voor muziekprogramma’s zowel als speelfilms op DVD-Video. ■ DTS (Digital Theater Systems) Digital Surround DTS digitale surroundweergave is ontwikkeld om de analoge filmsoundtracks te vervangen door een 6.1kanaals digitale soundtrack en is over de hele wereld bezig aan een opmars in de bioscoop. Digital Theater Systems Inc. heeft tevens een thuisbioscoopsysteem ontwikkeld zodat u gewoon thuis kunt profiteren van de verbluffende DTS digitale surroundweergave. Dit systeem produceert een vrijwel vervormingsvrije weergave via 6.1 kanalen (dat wil zeggen; links en rechts voor, midden, links en rechts surround, en een LFE (subwoofer) kanaal dat als 0.1 geteld wordt voor in totaal 5.1 kanalen). Dit toestel is uitgerust met een DTS-ES decoder die 6.1-kanaals weergave mogelijk maakt door uit bestaand 5.1-kanaals bronmateriaal een surround-achterkanaal te destilleren. ■ ITU-R ITU-R is de radio-communicatie afdeling van de ITU (International Telecommunication Union). De ITU-R beveelt een standaard luidspreker-opstelling aan die vaak wordt gebruikt in professionele luisterruimtes, in het bijzonder bij het masteren van opnamen. 107 Nl Nederlands Dolby Pro Logic IIx is een nieuwe technologie die gescheiden multikanaals weergave mogelijk maakt van 2kanaals of multikanaals bronmateriaal. Er zijn drie standen beschikbaar: een “Music” stand voor muziek, een “Movie” stand voor films (alleen 2-kanaals materiaal) en een “Game” stand voor spelletjes. Dolby Surround maakt gebruik van een 4-kanaals analoog opnamesysteem voor de reproductie van realistische en dynamische geluidseffecten: 2 voorkanalen, links en rechts (stereo), een middenkanaal voor gesproken tekst (mono) en een surroundkanaal voor speciale geluidseffecten (mono). Het surroundkanaal reproduceert geluid binnen een nauw begrensd frequentiebereik. Dolby Surround wordt veel gebruikt op videobanden en laserdiscs en ook wel bij TV en kabelprogramma’s. De in dit toestel ingebouwde Dolby Pro Logic decoder maakt gebruik van een digitale signaalverwerking die automatisch het volume van de verschillende kanalen stabiliseert om de richtingsgevoeligheid en de weergave van bewegende geluidsbronnen te verbeteren. AANVULLENDE INFORMATIE Dolby Pro Logic II is een verbeterde decoderingstechniek voor de grote hoeveelheid aan bestaand Dolby Surround materiaal. Deze nieuwe technologie maakt gescheiden 5kanaals weergave mogelijk met 2 voorkanalen, links en rechts, 1 middenkanaal en 2 surroundkanalen, links en rechts, in plaats van slechts 1 surroundkanaal bij conventionele Pro Logic weergave. Er zijn drie standen beschikbaar: een “Music” stand voor muziek, een “Movie” stand voor films en een “Game” stand voor spelletjes. ■ Dolby Surround WOORDENLIJST ■ LFE 0.1 kanaal Dit kanaal reproduceert de zeer lage tonen. Het frequentiebereik voor dit kanaal is 20 Hz t/m 120 Hz. Dit kanaal wordt meestal als 0.1 geteld omdat niet het volledige frequentiebereik wordt weergegeven, zoals de andere 5/6 kanalen in een Dolby Digital of DTS 5.1/6.1kanaals systeem. ■ MP3 Eén van de audiocompressietechnieken gebruikt voor MPEG. Deze methode maakt gebruik van een onomkeerbare compressietechniek die een hoge compressie bereikt door onder andere audiogegevens voor geluiden die niet meer onderscheiden kunnen worden door het menselijk oor te verwijderen. Deze techniek maakt het mogelijk de hoeveelheid gegevens tot ongeveer 1/11 te verminderen (bij 128 kbps) terwijl de geluidskwaliteit vergelijkbaar blijft met die van een muziek-CD. ■ Neo:6 Neo:6 bewerkt conventioneel 2-kanaals bronmateriaal voor 6-kanaals weergave met een speciale decoder. Hierdoor wordt weergave mogelijk met kanalen met het volle bereik en met een verbeterde kanaalscheiding, zoals bij weergave van digitale signalen met gescheiden kanalen. Er zijn twee standen beschikbaar: een “Music” stand voor muziek en een “Cinema” stand voor films. ■ PCM (Lineair PCM) Lineair PCM is een signaalformaat voor het ongecomprimeerd digitaliseren, opnemen en overbrengen van analoge audiosignalen. Dit wordt gebruikt als opnamemethode van CD’s en DVD audio. Het PCM systeem maakt gebruik van een techniek waarmee het analoge signaal zeer vaak per seconde wordt gemeten. De afkorting staat voor “Puls Code Modulatie”, het analoge signaal wordt gecodeerd als pulsjes en dan gemoduleerd voor opname. 108 Nl ■ Bemonsteringsfrequentie en aantal kwantisatiebits Bij het digitaliseren van een analoog audiosignaal wordt het aantal keren dat het signaal per seconde wordt gemeten de bemonsteringsfrequentie genoemd en de gedetailleerdheid waarmee het geluid in een numerieke waarde wordt omgezet, het aantal kwantisatiebits. Het frequentiebereik dat kan worden weergegeven is gebaseerd op de bemonsteringsfrequentie, terwijl het dynamisch bereik, het verschil tussen het zachtste en het hardste geluid, bepaald wordt door het aantal kwantisatiebits. In principe is het zo dat hoe hoger de bemonsteringsfrequentie is, hoe groter het aantal tonen is dat kan worden weergegeven, en hoe hoger het aantal kwantisatiebits is, hoe precieser het geluidsniveau kan worden gereproduceerd. ■ WAV Standaard Windows audiobestandsindeling waarbij geluidssignalen direct worden omgezet in digitale gegevens. De bestandsindeling specificeert geen aparte compressiemethode (codering) zodat in principe de gewenste methode erop kan worden toegepast. Standaard is deze bestandsindeling compatibel met PCM signalen (ongecomprimeerd) en met sommige compressiemethoden, waaronder ADPCM. ■ WMA Een door Microsoft Corporation ontwikkelde compressiemethode. Deze methode maakt gebruik van een onomkeerbare compressietechniek die een hoge compressie bereikt door onder andere audiogegevens voor geluiden die niet meer onderscheiden kunnen worden door het menselijk oor te verwijderen. Deze techniek maakt het mogelijk de hoeveelheid gegevens tot ongeveer 1/22 te verminderen (bij 64 kbps) terwijl de geluidskwaliteit vergelijkbaar blijft met die van een muziek-CD. WOORDENLIJST Video informatie Geluidsveldprogramma informatie ■ Component videosignaal ■ CINEMA DSP In een component video systeem wordt het videosignaal gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en in PB en PR signalen voor de kleuren. Dit systeem zorgt voor een betere kleurweergave omdat elk van deze signalen onafhankelijk is van de andere. Componentsignalen worden ook wel “kleurverschilsignalen” genoemd omdat het luminantiesignaal wordt afgetrokken van het kleursignaal. U heeft een monitor met component ingangsaansluitingen nodig om component videosignalen te kunnen weergeven. Omdat de Dolby Surround en DTS systemen oorspronkelijk bedoeld waren voor de bioscoop, werken deze systemen het best in een theatrale ruimte met een heleboel luidsprekers opgesteld voor het maximale akoestische effect. Maar de omstandigheden bij mensen thuis, de afmetingen van de kamer, het materiaal waar de muur van gemaakt is, het aantal luidsprekers enz., zijn zo verschillend, dat de weergave ook anders wordt. Op basis van een massa in het echt gemeten gegevens maken nu de YAMAHA CINEMA DSP programma’s gebruik van de origineel door YAMAHA ontwikkelde geluidsveldentechnologie om in combinatie met Dolby Pro Logic, Dolby Digital en DTS systemen te komen tot een zo goed mogelijke benadering in uw huiskamer van de audiovisuele ervaring die tot nog toe alleen in de bioscoop gerealiseerd kon worden. ■ Composiet videosignaal Een composiet videosignaal bestaat uit alle drie de basiselementen van het videobeeld: kleur, helderheid en synchronisatiegegevens. Een composiet video-aansluiting op een videocomponent geeft deze drie elementen gecombineerd door. ■ S-videosignaal In een S-video systeem wordt het videosignaal dat normaal via een enkele kabel zou worden doorgegeven gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en een C signaal voor de kleur en doorgegeven via speciale S-video aansluitingen. Gebruik van een S VIDEO aansluiting vermindert signaalverslechtering bij lange verbindingen en zorgt voor een betere beeldkwaliteit. ■ SILENT CINEMA YAMAHA heeft een natuurlijk en realistisch DSP geluidsveldprogramma ontwikkeld voor hoofdtelefoons. Voor elk apart geluidsveld zijn parameters voor weergave via een hoofdtelefoon opgenomen zodat alle geluidsveldprogramma’s natuurgetrouw kunnen worden weergegeven. ■ Virtual CINEMA DSP YAMAHA heeft een Virtual CINEMA DSP geluidsveldprogramma ontwikkeld dat u ook zonder daadwerkelijke surround-luidsprekers in staat stelt te profiteren van DSP surroundeffecten door middel van virtuele surround-luidsprekers. U kunt Virtual CINEMA DSP zelfs gebruiken op een minimaal systeem met slechts twee luidsprekers zonder midden-luidspreker. AANVULLENDE INFORMATIE Nederlands 109 Nl TECHNISCHE GEGEVENS TECHNISCHE GEGEVENS AUDIO GEDEELTE FM GEDEELTE • Minimum RMS uitgangsvermogen voor, midden, surround, surround-achter 20 Hz t/m 20 kHz, 0,06% THV, 8 Ω .................................... 95 W • Afstembereik [Modellen voor de V.S. en Canada] .............. 87,5 t/m 107,9 MHz [Algemene modellen] ............. 87,5/87,50 t/m 108,0/108,00 MHz [Overige modellen] ................................... 87,50 t/m 108,00 MHz • Maximum bruikbaar uitgangsvermogen (JEITA) [Modellen voor China, Korea en Algemene modellen] 1 kHz, 10% THV, 8 Ω ........................................................ 135 W • Dynamisch vermogen (IHF) 8/6/4/2 Ω ....................................................... 130/165/195/240 W • Maximum uitgangsvermogen [Modellen voor Europa] 1 kHz, 0,7% THV, 4 Ω ......................................................... 145 W • IEC uitgangsvermogen [Modellen voor Europa] 1 kHz, 0,06% THV, 8 Ω ..................................................... 105 W • Dempingsfactor 20 Hz t/m 20 kHz, 8 Ω ............................................... 120 of meer • Maximum ingangsvoltage CD, enz. (1 kHz, 0,5% THV) ................................... 2,2 V of meer • Frequentierespons CD, enz. ............................................... 10 Hz t/m 100 kHz, –3 dB V-AUX .................................................. 10 Hz t/m 20 kHz, –3 dB • Totale harmonische vervorming CD, enz. naar L/R voor (20 Hz t/m 20 kHz, 50 W, 8 Ω) .......................................................................... 0,06% of minder • Signaal-ruis verhouding (IHF-A netwerk) CD, enz. (250 mV) naar L/R voor ........................ 100 dB of meer • Restruis (IHF-A netwerk) L/R voor ............................................................ 150 µV of minder • Kanaalscheiding (1 kHz/10 kHz) CD (5,1 kΩ afgesloten) naar L/R voor ........ 60 dB/45 dB of meer • Toonregeling (L/R voor) BASS versterking/drempel ...................................... ±10 dB/60 Hz TREBLE versterking/drempel .............................. ±10 dB/20 kHz • Hoofdtelefoon uitgangsvermogen ............................ 150 mV/100 Ω • Ingangsgevoeligheid/ingangsimpedantie CD, enz. ................................................................. 200 mV/47 kΩ MULTI CH INPUT ............................................... 200 mV/47 kΩ • Opgegeven Uitgangsvoltage/Uitgangsimpedantie OUT (REC) ........................................................... 200 mV/1,2 kΩ SUBWOOFER ............................................................ 4 V/1,2 kΩ ZONE 2 OUT ....................................................... 200 mV/1,2 kΩ • Volumeregeling ................. Geluid uit/–80 dB t/m +16 dB/1 dB stap VIDEO GEDEELTE • Videoformaat (Grijze achtergrond) [Modellen voor de V.S., Canada, Korea en Algemene modellen] ............................................................................................ NTSC [Overige modellen] ................................................................. PAL • Videoformaat (Videoconversie) ..................................... NTSC/PAL • Opgegeven ingangsvoltage Composiet ..................................................................1 Vp-p/75 Ω S-video (Y) .................................................................1 Vp-p/75 Ω S-video (C) ..........................................................0,286 Vp-p/75 Ω Component (Y) ..........................................................1 Vp-p/75 Ω Component (PB, PR) .................................................0,7 Vp-p/75 Ω • Signaal-ruis verhouding ............................................ 50 dB of meer • Frequentierespons (MONITOR OUT) Component ............................................... 5 Hz t/m 60 MHz, –3 dB 110 Nl • Bruikbare gevoeligheid (IHF) .............................. 1,0 µV (11,2 dBf) • Signaal-ruis verhouding (IHF) Mono/Stereo ............................................................. 76 dB/70 dB • Harmonische vervorming (1 kHz) Mono/Stereo ................................................................ 0,2%/0,3% • Stereoscheiding (1 kHz) ......................................................... 42 dB • Frequentierespons ........................... 20 Hz t/m 15 kHz, +0,5, –2 dB AM GEDEELTE • Afstembereik [Modellen voor de V.S. en Canada] .................. 530 t/m 1710 kHz [Algemene modellen] ....................... 530/531 t/m 1710/1611 kHz [Overige modellen] ........................................... 531 t/m 1611 kHz • Bruikbare gevoeligheid ..................................................... 300 µV/m ALGEMEEN • Stroomvoorziening [Modellen voor de V.S. en Canada] .......................................................... 120 V, 60 Hz wisselstroom [Modellen voor Australië] .................. 240 V, 50 Hz wisselstroom [Modellen voor China] ....................... 220 V, 50 Hz wisselstroom [Modellen voor Korea] ....................... 220 V, 60 Hz wisselstroom [Modellen voor Europa] ..................... 230 V, 50 Hz wisselstroom [Algemene modellen] ............. 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom • Stroomverbruik [Modellen voor de V.S. en Canada] ....................... 350 W/440 VA [Overige modellen] ............................................................. 360 W • Stroomverbruik Uit (standby) ................................ 0,1 W of minder • Netstroomaansluitingen [Modellen voor Australië] ........................... 1 (100 W maximum) [Modellen voor de V.S., Canada en China] ........................................................ 2 (Totaal 100 W maximum) [Modellen voor Europa en Algemene modellen] .......................................................... 2 (Totaal 50 W maximum) • Afmetingen (b x h x d) .................................... 435 x 171 x 393 mm • Gewicht ................................................................................. 11,7 kg GPL/LGPL Dit product maakt gebruik van softwarecode die onderworpen is aan de GNU General Public License (GPL) of GNU Lesser General Public License (LGPL). Kopiëren, verspreiden of wijzigen van deze softwarecode geschiedt onder GPL of LGPL licentievoorwaarden. De broncode is beschikbaar via de volgende website: http://www.global.yamaha.com/download/ De broncode is ook beschikbaar op opslagmedia (zoals CDROM) tegen kostprijs. Contactinformatie: AV products division YAMAHA CORPORATION, 10-1 Nakazawa-cho, Hamamatsu 430-8650, Japan In principe wordt de broncode 3 jaar lang na de datum van aankoop aangeboden.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276
  • Page 277 277
  • Page 278 278
  • Page 279 279
  • Page 280 280
  • Page 281 281
  • Page 282 282
  • Page 283 283
  • Page 284 284
  • Page 285 285
  • Page 286 286
  • Page 287 287
  • Page 288 288
  • Page 289 289
  • Page 290 290
  • Page 291 291
  • Page 292 292
  • Page 293 293
  • Page 294 294
  • Page 295 295
  • Page 296 296
  • Page 297 297
  • Page 298 298
  • Page 299 299
  • Page 300 300
  • Page 301 301
  • Page 302 302
  • Page 303 303
  • Page 304 304
  • Page 305 305
  • Page 306 306
  • Page 307 307
  • Page 308 308
  • Page 309 309
  • Page 310 310
  • Page 311 311
  • Page 312 312
  • Page 313 313
  • Page 314 314
  • Page 315 315
  • Page 316 316
  • Page 317 317
  • Page 318 318
  • Page 319 319
  • Page 320 320
  • Page 321 321
  • Page 322 322
  • Page 323 323
  • Page 324 324
  • Page 325 325
  • Page 326 326
  • Page 327 327
  • Page 328 328
  • Page 329 329
  • Page 330 330
  • Page 331 331
  • Page 332 332
  • Page 333 333
  • Page 334 334
  • Page 335 335
  • Page 336 336
  • Page 337 337
  • Page 338 338
  • Page 339 339
  • Page 340 340
  • Page 341 341
  • Page 342 342
  • Page 343 343
  • Page 344 344
  • Page 345 345
  • Page 346 346
  • Page 347 347
  • Page 348 348
  • Page 349 349
  • Page 350 350
  • Page 351 351
  • Page 352 352
  • Page 353 353
  • Page 354 354
  • Page 355 355
  • Page 356 356
  • Page 357 357
  • Page 358 358
  • Page 359 359
  • Page 360 360
  • Page 361 361
  • Page 362 362
  • Page 363 363
  • Page 364 364
  • Page 365 365
  • Page 366 366
  • Page 367 367
  • Page 368 368
  • Page 369 369
  • Page 370 370
  • Page 371 371
  • Page 372 372
  • Page 373 373
  • Page 374 374
  • Page 375 375
  • Page 376 376
  • Page 377 377
  • Page 378 378
  • Page 379 379
  • Page 380 380
  • Page 381 381
  • Page 382 382
  • Page 383 383
  • Page 384 384
  • Page 385 385
  • Page 386 386
  • Page 387 387
  • Page 388 388
  • Page 389 389
  • Page 390 390
  • Page 391 391
  • Page 392 392
  • Page 393 393
  • Page 394 394
  • Page 395 395
  • Page 396 396
  • Page 397 397
  • Page 398 398
  • Page 399 399
  • Page 400 400
  • Page 401 401
  • Page 402 402
  • Page 403 403
  • Page 404 404
  • Page 405 405
  • Page 406 406
  • Page 407 407
  • Page 408 408
  • Page 409 409
  • Page 410 410
  • Page 411 411
  • Page 412 412
  • Page 413 413
  • Page 414 414
  • Page 415 415
  • Page 416 416
  • Page 417 417
  • Page 418 418
  • Page 419 419
  • Page 420 420
  • Page 421 421
  • Page 422 422
  • Page 423 423
  • Page 424 424
  • Page 425 425
  • Page 426 426
  • Page 427 427
  • Page 428 428
  • Page 429 429
  • Page 430 430
  • Page 431 431
  • Page 432 432
  • Page 433 433
  • Page 434 434
  • Page 435 435
  • Page 436 436
  • Page 437 437
  • Page 438 438
  • Page 439 439
  • Page 440 440
  • Page 441 441
  • Page 442 442
  • Page 443 443
  • Page 444 444
  • Page 445 445
  • Page 446 446
  • Page 447 447
  • Page 448 448
  • Page 449 449
  • Page 450 450
  • Page 451 451
  • Page 452 452
  • Page 453 453
  • Page 454 454
  • Page 455 455
  • Page 456 456
  • Page 457 457
  • Page 458 458
  • Page 459 459
  • Page 460 460
  • Page 461 461
  • Page 462 462
  • Page 463 463
  • Page 464 464
  • Page 465 465
  • Page 466 466
  • Page 467 467
  • Page 468 468
  • Page 469 469
  • Page 470 470
  • Page 471 471
  • Page 472 472
  • Page 473 473
  • Page 474 474
  • Page 475 475
  • Page 476 476
  • Page 477 477
  • Page 478 478
  • Page 479 479
  • Page 480 480
  • Page 481 481
  • Page 482 482
  • Page 483 483
  • Page 484 484
  • Page 485 485
  • Page 486 486
  • Page 487 487
  • Page 488 488
  • Page 489 489
  • Page 490 490
  • Page 491 491
  • Page 492 492
  • Page 493 493
  • Page 494 494
  • Page 495 495
  • Page 496 496
  • Page 497 497
  • Page 498 498
  • Page 499 499
  • Page 500 500
  • Page 501 501
  • Page 502 502
  • Page 503 503
  • Page 504 504
  • Page 505 505
  • Page 506 506
  • Page 507 507
  • Page 508 508
  • Page 509 509
  • Page 510 510
  • Page 511 511
  • Page 512 512
  • Page 513 513
  • Page 514 514
  • Page 515 515
  • Page 516 516
  • Page 517 517
  • Page 518 518
  • Page 519 519
  • Page 520 520
  • Page 521 521
  • Page 522 522
  • Page 523 523
  • Page 524 524
  • Page 525 525
  • Page 526 526
  • Page 527 527
  • Page 528 528
  • Page 529 529
  • Page 530 530
  • Page 531 531
  • Page 532 532
  • Page 533 533
  • Page 534 534
  • Page 535 535
  • Page 536 536
  • Page 537 537
  • Page 538 538
  • Page 539 539
  • Page 540 540
  • Page 541 541
  • Page 542 542
  • Page 543 543
  • Page 544 544
  • Page 545 545
  • Page 546 546
  • Page 547 547
  • Page 548 548
  • Page 549 549
  • Page 550 550
  • Page 551 551
  • Page 552 552
  • Page 553 553
  • Page 554 554
  • Page 555 555
  • Page 556 556
  • Page 557 557
  • Page 558 558
  • Page 559 559
  • Page 560 560
  • Page 561 561
  • Page 562 562
  • Page 563 563
  • Page 564 564
  • Page 565 565
  • Page 566 566
  • Page 567 567
  • Page 568 568
  • Page 569 569
  • Page 570 570
  • Page 571 571
  • Page 572 572
  • Page 573 573
  • Page 574 574
  • Page 575 575
  • Page 576 576
  • Page 577 577
  • Page 578 578
  • Page 579 579
  • Page 580 580
  • Page 581 581
  • Page 582 582
  • Page 583 583
  • Page 584 584
  • Page 585 585
  • Page 586 586
  • Page 587 587
  • Page 588 588
  • Page 589 589
  • Page 590 590
  • Page 591 591
  • Page 592 592
  • Page 593 593
  • Page 594 594
  • Page 595 595
  • Page 596 596
  • Page 597 597
  • Page 598 598
  • Page 599 599
  • Page 600 600
  • Page 601 601
  • Page 602 602
  • Page 603 603
  • Page 604 604
  • Page 605 605
  • Page 606 606
  • Page 607 607
  • Page 608 608
  • Page 609 609
  • Page 610 610
  • Page 611 611
  • Page 612 612
  • Page 613 613
  • Page 614 614
  • Page 615 615
  • Page 616 616
  • Page 617 617
  • Page 618 618
  • Page 619 619
  • Page 620 620
  • Page 621 621
  • Page 622 622
  • Page 623 623
  • Page 624 624
  • Page 625 625
  • Page 626 626
  • Page 627 627
  • Page 628 628
  • Page 629 629
  • Page 630 630
  • Page 631 631
  • Page 632 632
  • Page 633 633
  • Page 634 634
  • Page 635 635
  • Page 636 636
  • Page 637 637
  • Page 638 638
  • Page 639 639
  • Page 640 640
  • Page 641 641
  • Page 642 642
  • Page 643 643
  • Page 644 644
  • Page 645 645
  • Page 646 646
  • Page 647 647
  • Page 648 648
  • Page 649 649
  • Page 650 650
  • Page 651 651
  • Page 652 652
  • Page 653 653
  • Page 654 654
  • Page 655 655
  • Page 656 656
  • Page 657 657
  • Page 658 658
  • Page 659 659
  • Page 660 660
  • Page 661 661
  • Page 662 662
  • Page 663 663
  • Page 664 664
  • Page 665 665
  • Page 666 666
  • Page 667 667
  • Page 668 668
  • Page 669 669
  • Page 670 670
  • Page 671 671
  • Page 672 672
  • Page 673 673
  • Page 674 674
  • Page 675 675
  • Page 676 676
  • Page 677 677
  • Page 678 678
  • Page 679 679
  • Page 680 680
  • Page 681 681
  • Page 682 682
  • Page 683 683
  • Page 684 684
  • Page 685 685
  • Page 686 686
  • Page 687 687
  • Page 688 688
  • Page 689 689
  • Page 690 690

Yamaha RX-N600 de handleiding

Categorie
AV-ontvangers
Type
de handleiding

Andere documenten