Roland TM-2 de handleiding

Categorie
Muziek drums
Type
de handleiding
Gebruikershandleiding (dit document)
Lees dit eerst. Het legt de basisprincipes uit die u moet
kennen om de TM-2 te gebruiken.
PDF-handleiding (download van internet)
Sound List
Deze lijst geeft een overzicht van de interne geluiden
en eectparameters van TM-2.
Om de PDF-handleiding te verkrijgen
1.
Voer de volgende URL in op uw computer.
http://www.roland.com/manuals/
2.
Kies TM-2” als de productnaam.
Kijk eens wat u kunt doen met de TM-2
Door de TM-2 te gebruiken in combinatie met de afzonderlijk verkochte pads of akoestische drumtriggers, kunt u
gemakkelijk de interne geluiden of uw eigen geluidsbestanden afspelen.
Samen met akoestische drums gebruiken om elektronische geluiden of percussie te spelen
Benadruk een akoestische kick of layer claps op een snare drum
Speel nummers of loops af
Verbind de TM-2 via MIDI met uw V-Drums en speel uw favoriete drumgeluiden (WAV-bestanden)
Engels
Duits
Frans
Italiaans
Spaans
Portugees
Nederlands
Gebruikershandleiding
2
Inhoudsopgave
Hoofdfuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Aan de slag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Batterijen plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Gebruik van de montageplaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Paneelbeschrijvingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Uw apparatuur verbinden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Het toestel in-/uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Pads aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Een kit selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Geluiden (Instrumenten) afspelen . . . . . . . . . . . . . . . 9
Geluidsbestanden afspelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10
De instrumenten bewerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11
Een kiteect gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12
Een naam geven aan een kit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13
Instellingen om een kit/instrument te
kopiëren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13
Algemene instellingen voor de TM-2 . . . . . . . . . . . .14
De fabrieksinstellingen herstellen. . . . . . . . . . . . . . .14
Een back-up opslaan op de SD-kaart . . . . . . . . . . . .15
Aanpassen van de aangesloten pads . . . . . . . . . . . .16
Een SD-kaart formatteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17
Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18
Foutberichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18
Specicaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .19
HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN . . . . . . . . . . . . . .20
BELANGRIJKE OPMERKINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20
Hoofdfuncties
WAV-bestanden afspelen
Naast de interne geluiden, kunt u ook een SD-kaart plaatsen die geluidsbestanden (WAV) bevat en uw favoriete
drumgeluiden, geluidseecten, nummers of loops afspelen.
Een ruim assortiment pads wordt ondersteund
Gebruik de RT-reeks om de TM-2 vanaf akoestische drums te triggeren of gebruik de KD-reeks om te spelen
met een kickpedaal. Gebruik een V-pad met een gaasvel als tweede snare, of verbind een BT-1 balkvormige
triggerpad. U kunt de pads verbinden die het best voldoen aan uw vereisten.
Werking op batterijen
Het apparaat kan worden gebruikt op batterijen, zodat u minder kabels nodig hebt en het snel kunt opstellen.
Lees zorgvuldig de hoofdstukken “HET APPARAAT VEILIG
GEBRUIKEN” en “BELANGRIJKE OPMERKINGEN” (brochure “HET
APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN” en de Gebruikershandleiding
van p. 20). Deze hoofdstukken bevatten belangrijke informatie
over de juiste bediening van het apparaat. Lees daarnaast
de Gebruikershandleiding volledig door zodat u zeker bent
dat u goed weet hoe elke functie van uw nieuwe apparaat
werkt. Bewaar deze handleiding binnen handbereik als handig
naslagwerk.
Copyright ©2014 ROLAND CORPORATION
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag op
enige manier worden gereproduceerd zonder schriftelijke
toestemming van ROLAND CORPORATION.
Voorbereidingen
Basis
Geavanceerd
Andere
3
ENG
JPN
DEU
FRA
ITA
ESL
POR
NLD
Aan de slag
1
2
3
4
5
6
7
Sluit de netstroomadapter aan/Plaats de batterijen
Sluit de netstroomadapter aan. p. 6
U kunt ook batterijen plaatsen. p. 4
Versterkte luidsprekers verbinden p. 6
Verbind uw versterkte luidsprekers of mixer met de OUTPUT-aansluitingen.
U kunt ook luisteren naar het geluid door een hoofdtelefoon aan te sluiten op de
PHONES-aansluiting.
Uw pads/akoestische drumtriggers verbinden p. 7
Verbind uw pads of akoestische drumtriggers met de TRIG
IN-aansluitingen.
Gebruik de bij uw pads geleverde kabels om de verbinding
tot stand te brengen.
Het apparaat inschakelen p. 6
Druk op de knop [ ] (Power).
Geef de instellingen op voor uw pads of akoestische drumtriggers p. 7
Druk op de [SHIFT] + [INST]-knoppen en geef het type van pads of akoestische drumtriggers op die u
hebt aangesloten.
* Als u een akoestische drumtrigger hebt aangesloten, moet u parameters zoals Threshold”, “Curve” en “RetrgCancel”
aanpassen zoals geschikt voor de manier waarop uw drumtrigger is
verbonden en de manier waarop het bovenvel is uitgerekt.
p. 16
Een kit selecteren en het afspelen starten p. 8
Gebruik de [-][+]-knoppen om een kit te selecteren.
Sla op de pads om de kit af te spelen.
Geluidsbestanden afspelen p. 10
Kopieer uw geluidsbestanden (WAV, 44,1 kHz) naar de map Roland/TM-2/WAVE op een SD/
SDHC-kaart en wijs ze toe aan de pads zodat ze eenvoudig kunnen worden afgespeeld.
4
Gebruik van de montageplaat
Door de montageplaat (inbegrepen) te gebruiken samen met de multifunctionele klem (APC-33: afzonderlijk
verkrijgbaar), kunt u de TM-2 bevestigen aan een hi-hat-stand of cimbaalstand.
1. Gebruik de bijgeleverde
schroeven om de bijgeleverde
montageplaat te bevestigen.
U kunt de montageplaat in
een horizontale of verticale
oriëntatie bevestigen.
2. Bevestig de TM-2 met
de multifunctionele
klem.
Verticaal
Horizontaal
3. Bevestig aan een
cimbaalstand of hi-hat-
stand
Verwijder de montageplaat bij het plaatsen of verwijderen van batterijen.
* Gebruik uitsluitend de schroeven die bij de TM-2 zijn geleverd. Als u andere schroeven gebruikt, kan dit defecten veroorzaken.
* Wees voorzichtig dat de regelaars niet beschadigd raken wanneer het apparaat wordt gekanteld.
* U moet het apparaat uitschakelen vooraleer de batterijen te plaatsen of te verwijderen.
p. 6
* Als u het apparaat gebruikt op batterijen, koppel de netstroomadapter dan los van de DC IN-aansluiting.
1.
Open het klepje van het batterijcompartiment dat zich aan de onderkant bevindt.
2.
Plaats oplaadbare Ni-MH-batterijen of alkalinebatterijen (vier AA-batterijen).
1
2
3.
Wijzig de instelling “BATTERY Type zodat deze overeenkomt met
het type batterijen dat u hebt geplaatst. p. 14
De geschatte resterende levensduur van de batterij wordt getoond op het
kitscherm.
* Als u de batterijen verkeerd hanteert, bestaat een risico op explosie of lekkage van
vloeistoen. Zorg ervoor dat u zorgvuldig alle items naleeft met betrekking tot de batterijen,
vermeld in “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN” en “BELANGRIJKE OPMERKINGEN” (brochure
“HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN” en de Gebruikershandleiding van p. 20).
Levensduur van de batterijen (bij
doorlopend gebruik)
Oplaadbare Ni-
MH-batterij
Ong. 6 uren
Alkalinebatterij Ong. 4,5 uren
* De tijd kan verschillen afhankelijk
van de gebruiksomstandigheden,
de batterijen en het type SD-
geheugenkaart dat wordt gebruikt.
Resterende batterijcapaciteit
(bij benadering)
Half
Bijna leeg
Vervang de batterijen
* De indicator wordt niet
getoond als er nog
voldoende resterende
capaciteit is.
Batterijen plaatsen
* Let erop dat u de batterijen
op de juiste manier plaatst.
5
ENG
JPN
DEU
FRA
ITA
ESL
POR
NLD
Paneelbeschrijvingen
* De informatie in deze handleiding bevat illustraties waarin de standaardweergave van het display wordt afgebeeld. Het is echter
mogelijk dat uw apparaat een nieuwere, verbeterde versie van het systeem bevat (bv. met nieuwe geluiden), zodat de weergave op uw
display kan verschillen van de weergave in de handleiding.
[INST]-knop
Toont het scherm om de
instrumenten te bewerken. p. 11
Als u nu de [SHIFT]-knop ingedrukt
houdt en op de [INST]-knop drukt,
verschijnt het instellingenscherm.
p. 14
Display
Wanneer u het apparaat inschakelt, worden het kitnummer en
de naam weergegeven op het display. Als u drukt op de [INST]-
knop dan toont het display parameters en waarden.
Displayinstellingen p. 14
[-] [+]-knoppen
Gebruik deze knoppen om tussen kits te schakelen.
In schermen zoals het scherm Bewerken, gebruikt u
deze knoppen om de parameterwaarden te wijzigen.
[SHIFT]-knop
U krijgt toegang tot verschillende functies door deze
knop te gebruiken in combinatie met andere knoppen.
[VOLUME]-regelaar
Regelt het volume van de OUTPUT-aansluitingen
en PHONES-aansluiting.
TRIG IN [1] [2]-knoppen
Wanneer u op een pad slaat, dan licht de overeenkomstige
TRIG IN [1] [2]-knop op.
Gebruik bij het bewerken van een instrument de TRIG IN
[1] [2]-knoppen om de pad te selecteren waarvan u de
instellingen wil wijzigen. Houd de [SHIFT]-knop ingedrukt en
druk op een TRIG IN-knop om de rand te selecteren. (Bovenvel,
rand
p. 8)
Voorbeeld
Wanneer u op een TRIG IN-knop drukt, zal het instrument geluid
maken zodat u de klank kunt beluisteren. U kunt ook een instelling
aanpassen zodat het geluid niet weerklinkt wanneer u op de knop
drukt.
p. 14
Triggervergrendeling aan/uit
Als u de TRIG IN [1]- of [2]-knop lang ingedrukt houdt, zal het te
bewerken doel niet wijzigen, zelfs wanneer u op de pads slaat.
p. 14
[<] [>]-knoppen
Gebruik deze knoppen om te schakelen tussen
parameters of pagina's.
GELUID UIT
p. 8
DEMPEN p. 8
SD-kaartsleuf
In deze sleuf kunt u een SD-kaart plaatsen.
Duw opnieuw op de SD-kaart om deze uit te werpen.
* Plaats of verwijder nooit een SD-kaart wanneer het apparaat
is ingeschakeld. Als u dit doet, kunt u de gegevens op de SD-
kaart beschadigen.
* Stop de SD-kaart voorzichtig helemaal in de sleuf, totdat deze
stevig op zijn plaats klikt.
[ ] (Power)-knop
Schakelt het apparaat in en uit. Houd de knop ingedrukt totdat
het apparaat in- of uitschakelt. p. 6
6
Uw apparatuur verbinden
Het toestel in-/uitschakelen
PHONES-aansluiting
Sluit hier een hoofdtelefoon op aan.
Zelfs als er een hoofdtelefoon is aangesloten, wordt
het geluid nog steeds uitgevoerd vanaf de OUTPUT-
aansluitingen.
OUTPUT-aansluitingen
Deze aansluitingen zijn voor de uitvoer van het geluid. Sluit hier
versterkte luidsprekers, mixers etc. op aan. Als u monogeluid uitvoert,
verbind dan alleen met de L/MONO-aansluiting.
DC IN-aansluiting
Sluit de bijgeleverde netstroomadapter hier aan.
Als u het apparaat gebruikt op batterijen, koppel de
netstroomadapter dan los van de DC IN-aansluiting.
Als u onvoorziene
stroomonderbrekingen (als
de stekker per ongeluk wordt
uitgetrokken) of overmatige
belasting op de aansluiting
van de DC IN-aansluiting
wilt voorkomen, moet u het
netsnoer verankeren met de
snoerhaak, zoals u kunt zien
in de afbeelding.
TRIG IN 1, 2-aansluitingen
Verbind hier pads (PD-reeks: afzonderlijk verkrijgbaar)
of akoestische drumtriggers (RT-reeks: afzonderlijk
verkrijgbaar).
p. 7
MIDI-aansluitingen (IN, OUT)
Gebruik deze om MIDI-apparaten zoals
V-drums aan te sluiten.
Veiligheidssleuf ( )
http://www.kensington.com/
Stereo-mini-
aansluiting
* Zet het volume altijd op nul en schakel alle apparaten uit voordat u
aansluitingen tot stand brengt om defecten en storingen in apparaten te
voorkomen.
Verbindingsvoorbeelden
PD-128S
Kabels die bij de
pad zijn geleverd
RT-10S
(Onderkant)
1.
Houd de knop [ ] (power) ingedrukt tot het apparaat in- of uitschakelt.
* Nadat u de verbindingen correct hebt gemaakt, dient u de apparaten in te schakelen in de juiste volgorde, eerst de TM-2 en
vervolgens het aangesloten systeem. Het inschakelen in de verkeerde volgorde kan defecten of schade veroorzaken. Bij het
uitschakelen dient het aangesloten systeem eerst te worden uitgeschakeld en pas daarna TM-2.
* Dit apparaat is uitgerust met een beveiligingscircuit. Na het inschakelen van het apparaat, is een kort interval (een paar seconden)
vereist voordat het normaal zal werken.
* Zorg ervoor dat u het volume verlaagt vooraleer het apparaat in of uit te schakelen. Zelfs met het volume op de laagste stand
hoort u mogelijk enig geluid bij het in- of uitschakelen van het apparaat. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
7
ENG
JPN
DEU
FRA
ITA
ESL
POR
NLD
Pads aansluiten
Pads aansluiten
Gebruik de bij uw pads of de akoestische drumtrigger meegeleverde kabels om de verbindingen tot stand te
brengen.
* Hierna worden akoestische drumtriggers drumtriggers” genoemd. We gebruiken de term “pads” als het over drumtriggers gaat.
Aansluitvoorbeelden
Voorbeeld
TRIG IN 1 TRIG IN 2
BOVENVEL RAND BOVENVEL RAND
Gebruik een RT-10K om de akoestische
kick kracht bij te zetten en voeg een PD-
128S als elektronische tweede snare toe
Voeg een KD-7 kicktrigger toe en een BT-1
om frasen te starten
* De Choke-speeltechniek wordt niet ondersteund.
* 3-weg trigger voor CY-15R en CY-13R wordt niet ondersteund.
Padinstellingen
1.
Houd de [SHIFT]-knop ingedrukt en druk op de [INST]-knop.
2.
Druk op de [+]-knop en vervolgens op de [>]-knop.
Het scherm TRIG SETUP–Type verschijnt.
3.
Druk op de TRIG IN [1]- of [2]-knop om de pad te selecteren waarvoor u de instellingen wil
wijzigen.
U kunt ook op een pad slaan om deze te selecteren.
4.
Gebruik de [-] [+]-knoppen om het type pad te selecteren dat is aangesloten.
Als u een drumtrigger aansluit, moet u de parameters dan aanpassen zoals geschikt voor de manier waarop
deze is bevestigd en de manier waarop het bovenvel is uitgerekt. p. 16
5.
Druk enkele malen op de [INST]-knop om terug te keren naar het kitscherm.
De wijzigingen die u maakt worden automatisch opgeslagen.
RT-10K
PD-128S
KD-7
BT-1
Twee pads verbinden met één TRIG IN-aansluiting
Door een verbindingskabel (1/4” stereohoofdtelefoonaansluiting 1/4” hoofdtelefoonaansluiting x 2: afzonderlijk
verkrijgbaar) te gebruiken, kunt u twee pads aansluiten op één TRIG IN-aansluiting. Hiermee kunt u afzonderlijke pads
gebruiken om het bovenvel en de rand te bespelen via één TRIG IN-aansluiting.
* Met deze verbinding zal het slaan op het bovenvel van de pad geen geluid produceren.
Verbindingskabel
(1/4” stereo hoofdtelefoon
1/4” hoofdtelefoon x 2:
afzonderlijk verkrijgbaar)
Bovenvel Rand
Naar TRIG IN 1 of 2
1.
Houd de [SHIFT]-knop ingedrukt en druk op de [INST]-knop.
2.
Druk op de [+]-knop.
Het scherm TRIG SETUP–Input verschijnt.
3.
U kunt de TRIG IN [1] [2]-knoppen gebruiken om TRIG IN-
aansluiting te selecteren die u verbonden hebt met twee pads.
4.
Gebruik de [-] [+]-knoppen om “PADx2” te selecteren.
5.
Druk op de [>]-knop.
Sla op de twee pads om ze te selecteren en geef het
type van elke pad op.
* Een goede werking kan niet verkregen worden
wanneer “BT-1” als type is geselecteerd. Selecteer “BT-1
SENS” als type wanneer u een BT-1 gebruikt.
8
Een kit selecteren
Uw keuze van geluiden (instrumenten) die zijn toegewezen aan de aangesloten pads worden opgeslagen als
een “kit.
Met de TM-2 kunt u gemakkelijk 99 verschillende kits selecteren en afspelen.
KIT 99
KIT 01
EFFECT
BOVENVEL
TRIG IN 1
INST INST
RAND BOVENVEL
TRIG IN 2
INST INST
RAND
Pads
Bovenvel
Rand
Bovenvel
Rand
Een kit selecteren
Onmiddellijk nadat het apparaat is ingeschakeld, verschijnt het “kitscherm” op het display.
* Als een ander scherm wordt getoond, drukt u meerdere keren op de knop [INST] totdat het kitscherm verschijnt.
1.
Druk op de [-] [+]-knoppen.
De geselecteerde kit zal veranderen.
Wanneer u op de pads slaat, hoort u de instrumenten van die kit.
Kitnummer
Kitnaam
Dempen
In het kitscherm kunt u de [<]-knop ingedrukt houden om
de dempfunctie in te schakelen, zodat het slaan op een pad
geen geluid meer produceert. Hierdoor kunt u verhinderen
dat er ongewenst geluid wordt geproduceerd. Druk nogmaals op de [<]-knop om de dempfunctie uit te
schakelen.
Geluid uit
Door gelijktijdig op de [<][>]-knoppen te drukken, kunt u de geluiden stoppen die u momenteel hoort.
Dit is een handige manier om een nummer of een loop te stoppen. Het geluid van een weergalming of
een vertraging zal doorgaan.
Voorbeeld
Door te drukken op de TRIG IN [1]- of [2]-knop kunt u de instrumenten bespelen. Om het geluid van de
rand te selecteren, houdt u de [SHIFT]-knop ingedrukt en drukt u op een TRIG IN [1]- of [2]-knop.
9
ENG
JPN
DEU
FRA
ITA
ESL
POR
NLD
Geluiden (Instrumenten) afspelen
In elke kit kunt u vier instrumenten (inst) toewijzen en ze afspelen vanaf de pads.
KIT 99
KIT 01
EFFECT
BOVENVEL
TRIG IN 1
INST INST
RAND BOVENVEL
TRIG IN 2
INST INST
RAND
Instrumenten toewijzen aan pads
Hier ziet u hoe u de interne instrumenten van de TM-2 kunt toewijzen aan de pads.
1.
Gebruik de [-] [+]-knoppen om een kit te selecteren.
2.
Druk op de [INST]-knop.
Het INST-scherm wordt weergegeven.
3.
Sla op een pad om de pad te selecteren (bovenvel of rand)
waaraan u een instrument wilt toewijzen.
U kunt ook de TRIG IN [1] [2]-knoppen gebruiken om een pad te
selecteren.
4.
Gebruik de [-] [+]-knoppen om het instrument te selecteren
dat u wilt bespelen.
Als de SD-kaart geluidsbestanden bevat, worden de geluidsbestanden
op de SD-kaart na de interne instrumenten getoond. p. 10
Als u op de [-] [+]-knoppen drukt, wordt de mapnaam tijdelijk
bovenaan op het scherm getoond.
MEMO
Door de [SHIFT]-knop ingedrukt te houden en op de [-] [+]-knoppen te drukken, kunt u schakelen tussen de interne
instrumenten (INT) en de SD-kaart (SD). Als er mappen bestaan, kunt u ook tussen mappen schakelen.
5.
Sla op de pads om de geluiden af te spelen.
U kunt instrumenten op dezelfde manier schakelen door op een andere pad te slaan.
U kunt het volume of de toonhoogte wijzigen.
p. 11
U kunt effecten gebruiken om het geluid aan te passen.
p. 12
6.
Druk op de [INST]-knop om terug te keren naar het kitscherm.
De wijzigingen die u maakt worden automatisch opgeslagen.
Instrument
Momenteel
geselecteerde pad
1H TRIG 1 Bovenvel
1R TRIG 1 Rand
2H TRIG 2 Bovenvel
2R TRIG 2 Rand
De instellingen opslaan die u hebt aangepast
De instrumenten die u hebt geïnstalleerd en de instellingen die u hebt bewerkt, worden automatisch opgeslagen.
* Druk op de knop [
] (Power) om het apparaat uit te schakelen.
“NO CARD” en “NO WAVE”
Als de TM-2 geen geluid kan produceren omdat er geen SD-kaart is geplaatst, dan geeft het scherm “NO CARD” aan. Als het
overeenkomstige geluidsbestand niet wordt gevonden op de SD-kaart, dan geeft het scherm “NO WAVE” aan. Er verschijnt een
bevestigingsscherm wanneer u de instrumenten probeert te wijzigen.
10
Geluidsbestanden afspelen
U kunt uw favoriete geluidsbestanden (WAV) afspelen door op
de pads te slaan. U kunt deze gebruiken om drumgeluiden en
geluidseecten, of zelfs nummers of loops te spelen.
Geluidsbestanden op een SD-kaart plaatsen
Voorbereidingen
U hebt het volgende nodig.
Computer: Een computer die kan lezen van of schrijven naar een SD-kaart, zoals een Windows of een Mac.
Mogelijk dient u een SD-kaartlezer afzonderlijk aan te schaen.
SD-kaart of SDHC-kaart
Geluidsbestanden van de geluiden die u wil afspelen
Gebruik uw computer om de geluidsbestanden voor te bereiden en te bewerken volgens deze specicaties.
Formaat Extensies Samplingfrequentie Bitsnelheid Kanalen
WAV .WAV, .wav 44,1 kHz 16-bits Mono, Stereo
1.
Als u een SD-kaart voor het eerst gebruikt, plaatst u de SD-kaart in de TM-2 en formatteert u
deze. p. 17
* Bereid een SD-kaart voor die speciek voor TM-2 is. Als de kaart ook wordt gebruikt met een ander apparaat, werkt deze mogelijk
niet correct met de TM-2.
2.
Plaats de SD-kaart in uw computer.
3.
Zet de geluidsbestanden (WAV) in de map
Roland/TM-2/WAVE op de SD-kaart.
* U kunt één niveau van mappen creëren in de map WAVE
(maximum 300).
* Elke map kan tot 300 geluidsbestanden bevatten.
* Bestandsnamen met tekens van twee bytes (zoals Japans)
worden niet correct weergegeven door de TM-2.
* Als u het bestand een nieuwe naam geeft of verplaatst,
wordt er geen geluid geproduceerd en zal het scherm “NO
WAVE” aangeven. U moet het geluid opnieuw aan de pad
toewijzen.
4.
Plaats de SD-kaart in de SD-kaartsleuf van
de TM-2.
* Plaats of verwijder nooit een SD-kaart wanneer het apparaat is ingeschakeld. Als u dit doet, kunt u de gegevens op de SD-kaart
beschadigen.
* Om geluidsbestanden af te spelen van de SD-kaart, moet de SD-kaart in de TM-2 blijven zitten. Als de SD-kaart niet is geplaatst,
zal het scherm “NO CARD” aangeven.
5.
Wijs geluidsbestanden toe aan pads zoals beschreven in de procedure Geluiden
(Instrumenten) afspelen (p. 9).
Geluidsbestanden kunnen worden toegewezen aan pads en net zoals interne instrumenten worden bewerkt (p.
11).
* Hierna worden interne instrumenten en geluidsbestanden collectief “instrumenten” genoemd.
Roland
Plaats de WAV-bestanden in
deze map.
Mappen op een tweede
niveau of dieper worden
niet herkend. Maak geen
dergelijke mappen.
U kunt mappen maken om
bestanden te organiseren
(tot 300 mappen, tot één
niveau).
TM-2
WAVE
Snares
TweedeSnare
Kicks
My_Wave2.wav
My_Wave1.wav
My_Kick2.wav
My_Kick1.wav
My_Snare1.wav
WAV
* Sommige SD-kaarttypes of SD-kaarten van sommige fabrikanten spelen mogelijk niet correct af
op de TM-2.
* De schrijfbeveiligingsfunctie van de geheugenkaart (LOCK)
De inhoud van de geheugenkaart kan beschermd worden door de schrijfbeveiliging aan te
zetten. Om een kaart tegen schrijven te beveiligen, schuift u de schrijfbeveiligingsschakelaar
aan de zijkant van de geheugenkaart naar de “LOCK”-positie. Hef de schrijfbeveiliging op om
gegevens van de kaart te verwijderen.
Schakelaar voor
schrijfbeveiliging
11
ENG
JPN
DEU
FRA
ITA
ESL
POR
NLD
De instrumenten bewerken
U kunt verschillende instellingen (parameters), zoals het volume en de toonhoogte van de instrumenten,
aanpassen. Dit proces wordt “bewerken” genoemd. U kunt geluidsbestanden op een SD-kaart op dezelfde
manier bewerken.
* Bewerkingen zullen de geluidsbestanden die zich op de SD-kaart bevinden niet wijzigen.
1.
Gebruik de [-] [+]-knoppen om een kit te selecteren.
2.
Druk op de [INST]-knop.
Het INST-scherm wordt weergegeven.
3.
Gebruik de [<] [>]-knoppen om een parameter te selecteren.
Parameter Uitleg
Level Past het volume aan.
Dynmcs
Als u “LINEAR” kiest, wijzigt het volume op natuurlijke wijze volgens de kracht van uw slag. De instellingen
“LOUD 1”–”LOUD 3” maken het eenvoudiger om luide geluiden te produceren. De instelling “MAX” xeert het
geluid op het maximale volume.
Pitch Past de toonhoogte aan.
Pan Past de links/rechts-positie aan.
Loop
Als dit op “ON” staat, wordt het instrument herhaaldelijk weergegeven.
Sla eenmaal op de pad om het geluid te starten en sla nogmaals op de pad om het geluid te stoppen.
Mono/Poly
Met de instelling “POLY” zullen herhaalde slagen op dezelfde pad meerdere geluiden triggeren die over elkaar
worden gespeeld. Met de instelling “MONO” zal een herhaalde slag de momenteel afgespeelde noot stoppen
vooraleer de volgende noot wordt gespeeld, zodat de geluiden niet over elkaar worden afgespeeld. Deze
instelling heeft geen invloed op de manier waarop de andere pads geluid produceren.
* Als u Loop instelt op “ON, dan is deze instelling steeds “MONO.
Oset
Bepaalt het punt in de golfvorm van het instrument vanaf waar het geluid moet
beginnen. Deze instelling kan worden gebruikt om het aanslaggedeelte te gebruiken
of om de latentie van de geluidsproductie te verminderen.
MuteGroup
Meerdere pads waarvan de MuteGroup is ingesteld op hetzelfde nummer, zullen niet gelijktijdig weerklinken.
Als u bijvoorbeeld de pads van frase A en frase B toewijst aan hetzelfde MuteGroup-nummer, zal het triggeren
van frase B na het triggeren van frase A ervoor zorgen dat frase A zal stoppen.
Note#
Speciceert het MIDI-nootnummer van deze pad. Dit nootnummer wordt overgedragen wanneer u op de pad
slaat. Wanneer dit nootnummer wordt ontvangen, produceert de pad een geluid.
EectSend Schakelt het kiteect in of uit voor elke pad.
p. 12
* Overige parameters worden uitgelegd op p. 13.
4.
Sla op een pad om de pad te selecteren (bovenvel of rand) waaraan u een instrument wil toewijzen.
U kunt ook de TRIG IN [1] [2]-knoppen gebruiken om een pad te selecteren.
5.
Gebruik de [-] [+]-knoppen om de waarde te wijzigen.
6.
Druk op de [INST]-knop om terug te keren naar het kitscherm.
Inhoud van het scherm Bewerken
Er staan parameters links
en rechts; gebruik de [<]
[>]-knoppen om ze te
selecteren.
Schermnaam Parameternaam Triggervergrendeling
Waarde
van de
parameter
Druk op de [+]-knop om te
bevestigen/uit te voeren.
Pad wordt bewerkt
1H TRIG 1 Bovenvel
1R TRIG 1 Rand
2H TRIG 2 Bovenvel
2R TRIG 2 Rand
12
Een kiteect gebruiken
U kunt een kiteect gebruiken om het geluid van de instrumenten aan te passen. U kunt kiezen uit talloze types
van eecten die het geluid vervormen, rijker maken of cyclische modulatie toevoegen.
KIT 99
KIT 01
EFFECT
BOVENVEL
TRIG IN 1
INST INST
RAND BOVENVEL
TRIG IN 2
INST INST
RAND
* Eén kit kan slechts één type kiteect gebruiken.
Het eecttype selecteren
Schakel vooraleer u verder gaat, de “EectSend” in van elk instrument waarop u het eect wil toepassen. p. 11
1.
Gebruik de [-] [+]-knoppen om een kit te selecteren.
2.
Druk op de [INST]-knop.
3.
Druk op de [>]-knop om het “KIT EFFECT–Type” te selecteren.
4.
Gebruik de [-] [+]-knoppen om Type te selecteren.
Eecttype
Type Uitleg
THRU Het eect wordt niet toegepast.
DELAY Stereo echo
TAPE ECHO
Een virtuele tape echo die een realistisch bandechogeluid produceert. Dit simuleert het tape echo-gedeelte
van een Roland RE-201 Space Echo.
CHORUS Dit past een choruseect toe.
FLANGER Het anger-eect geeft een voorbijkomend, vliegtuigachtig karakter aan het geluid.
PHASER Een geluid waarvan de fase is verschoven wordt toegevoegd aan het originele geluid en gemoduleerd.
EQUALIZER Dit past de toon aan als een equalizer.
COMP Vlakt hoge niveaus af en versterkt lage niveaus zodat schommelingen in het volume worden afgevlakt.
WAH
Dit produceert een wah-eect door de lter aan te passen in overeenstemming met het volume van de
prestatie.
DIST Dit eect vervormt het geluid om een lange sustain te creëren.
RINGMOD
Dit is een eect dat een amplitudemodulatie (AM) toepast op het ingangssignaal en belachtige geluiden
produceert. U kunt de modulatiefrequentie ook wijzigen in respons op de wijzigingen in het volume van het
geluid dat in het eect wordt gestuurd.
REVERB Voegt galm toe aan het geluid om een akoestische ruimte te simuleren.
5.
Druk op de [>]-knop om een eectparameter te selecteren en gebruik de [-][+]-knoppen om de
waarde aan te passen.
De eectparameters verschillen afhankelijk van het type.
Voor meer details over de parameters ”Sound List” (PDF)
13
ENG
JPN
DEU
FRA
ITA
ESL
POR
NLD
Een naam geven aan een kit
U kunt als volgt een naam toewijzen aan een kit.
1.
Gebruik de [-] [+]-knoppen om een kit te selecteren.
2.
Druk op de [INST]-knop.
3.
Gebruik de [>]-knop om “UTILITY te selecteren en druk op de [+]-knop.
4.
Druk nogmaals op de [+]-knop.
Het scherm KIT NAME wordt weergegeven.
5.
Gebruik de [<][>]-knoppen om een teken te selecteren en
gebruik de [-][+]-knoppen om het teken te wijzigen.
Het geselecteerde teken knippert.
Instellingen om een kit/instrument te kopren
U kunt een kit kopiëren of de volgorde van de kits wijzigen. U kunt de instrumenten ook kopiëren of uitwisselen
tussen de pads.
1.
Druk op de [INST]-knop.
2.
Gebruik de [>]-knop om “UTILITY te selecteren en druk op
de [+]-knop.
Kits kopiëren/uitwisselen
3.
Gebruik de [<] [>]-knoppen om “KIT COPY” of “KIT
EXCHANGE” te selecteren en druk op de [+]-knop.
Het SRC-scherm wordt weergegeven.
4.
Gebruik de [-] [+]-knoppen om de kit met kopieerbron
(uitwisselingsbron) te selecteren.
* Door “EMPTY KIT te selecteren kunt u de kit initialiseren.
5.
Druk op de [>]-knop om toegang te verkrijgen tot het
DST-scherm en gebruik de [-] [+]-knoppen om de kit met
kopieerdoel (uitwisselingsdoel) te selecteren.
6.
Druk op de [>]-knop.
Er wordt een bevestigingsscherm weergegeven.
Druk om de bewerking te annuleren en terug te keren op de [INST]-knop.
7.
Druk op de [+]-knop.
De kit wordt gekopieerd of uitgewisseld.
Instellingen voor het kopiëren/uitwisselen van een instrument
3.
Gebruik de [<] [>]-knoppen om “INST COPY” of “INST
EXCHANGE” te selecteren en druk op de [+]-knop.
Het SRC-scherm wordt weergegeven.
4.
Sla op een pad om het kopieerbron (uitwisselingsbron) te
selecteren.
5.
Druk op de [>]-knop om toegang te verkrijgen tot het
DST-scherm en sla op een pad om het kopieerdoel
(uitwisselingsdoel) te selecteren.
6.
Druk op de [>]-knop.
Er wordt een bevestigingsscherm weergegeven.
Druk om de bewerking te annuleren en terug te keren op de [INST]-knop.
7.
Druk op de [+]-knop.
De instellingen van het instrument worden gekopieerd of uitgewisseld.
14
Algemene instellingen voor de TM-2
Hier ziet u hoe u de algemene instellingen kunt maken die van toepassing zijn op de volledige TM-2, zoals het
display en het MIDI-kanaal.
1.
Houd de [SHIFT]-knop ingedrukt en druk op de [INST]-knop.
2.
Gebruik de [<] [>]-knoppen om “SYSTEM” te selecteren en
druk op de [+]-knop.
3.
Gebruik de [<] [>]-knoppen om een parameter te selecteren
die u wilt bewerken.
4.
Gebruik de [-] [+]-knoppen om een waarde te wijzigen.
* INFO bevat geen bewerkbare waarden.
5.
Druk verschillende keren op de [INST]-knop om terug te
keren naar het kitscherm.
Parameter Uitleg
LCD
Contrast Hiermee wordt het contrast van het display aangepast.
Brightness Hiermee wordt de helderheid van het display aangepast.
BATTERY Type
Stel dit in volgens het type batterijen dat u gebruikt.
ALKALINE: Alkalinebatterij
Ni-MH: Oplaadbare Ni-MH-batterij
AUDIO
Limiter
Als u een begrenzing wil toepassen op de geluidsuitvoer, moet u een drempelwaarde opgeven.
Met de instelling “OFF” wordt de begrenzer niet toegepast. De standaardwaarde is “OFF.
OutGain
Past het uitvoervolume van het geluid aan. Als u deze waarde verhoogt, wordt ook het volume
verhoogd, maar kan het geluid worden vervormd. De standaardwaarde is “0dB.
TRIG SW
TrgPreview
Als dit op “ON” staat, zullen er instrumenten weerklinken wanneer u op de TRIG IN [1] [2]-knoppen
drukt. De standaardwaarde is “ON.
Trig Lock
Als dit op “ON” staat, zal het slaan op een pad het object dat wordt bewerkt, niet wijzigen. De
standaardwaarde is “OFF.
U kunt deze instelling ook in-/uitschakelen door lang te drukken op de TRIG IN [1]- of [2]-knop op
het kitscherm.
MIDI
MIDI Ch Denieert de kanalen voor het verzenden en ontvangen. De standaardwaarde is “10.
PrgChg Rx
Als dit op “ON” staat, zullen binnenkomende berichten voor Program Changes (kitnummer) tussen
de kits schakelen.
PrgChg Tx
Als dit op “ON” staat, wordt een bericht over een Program Change verzonden wanneer u schakelt
tussen kits.
INFO Versie Dit is de systeemversie.
De fabrieksinstellingen herstellen
Dit herstelt de TM-2 naar de originele fabrieksinstellingen.
OPMERKING
Alle interne instellingen van de TM-2 worden gewist.
Als u instellingen hebt die u wilt behouden, maakt u hiervan een back-up op de SD-kaart vooraleer u verder gaat. p. 15
1.
Houd de [SHIFT]-knop ingedrukt en druk op de [INST]-knop.
2.
Gebruik de [<] [>]-knoppen om “FACTORY RESET te
selecteren en druk op de [+]-knop.
Er wordt een bevestigingsscherm weergegeven.
Druk om de bewerking te annuleren en terug te keren op de [INST]-knop.
3.
Druk op de [+]-knop.
Er verschijnt nogmaals een bevestigingsscherm.
4.
Druk op de TRIG IN [2]-knop.
Alle instellingen worden hersteld naar hun fabrieksinstellingen.
15
ENG
JPN
DEU
FRA
ITA
ESL
POR
NLD
Een back-up opslaan op de SD-kaart
Een back-up slaat alle kits, alle instellingen van de TM-2 en de instellingen van de pad en drumtrigger op. Het
is handig om te schakelen tussen back-ups wanneer u speelt met verschillende bands of op verschillende live-
evenementen.
1.
Houd de [SHIFT]-knop ingedrukt en druk op de [INST]-knop.
Een back-up opslaan
2.
Gebruik de [<] [>]-knoppen om “BACKUP SAVE” te
selecteren en druk op de [+]-knop.
3.
Controleer de naam van de back-up en druk op de TRIG IN
[2]-knop als u de naam wilt wijzigen.
Een naam toewijzen “Een naam geven aan een kit” (p. 13) stap 5
Druk na het wijzigen van de naam van de back-up op de [INST]-knop
om terug te keren.
4.
Druk op de [>]-knop.
5.
Gebruik de [-] [+]-knoppen om een opslagbestemming voor
de back-up te selecteren en druk vervolgens op de [>]-knop.
Er wordt een bevestigingsscherm weergegeven.
6.
Druk op de [+]-knop.
De back-up wordt opgeslagen.
Als de back-up al bestaat op de bestemming, dan wordt een bevestigingsbericht getoond. Druk op de [+]-knop
om de bestaande back-up te overschrijven. Als u de bestaande back-up niet wil overschrijven, drukt u op de [<]-
knop om terug te keren.
Een back-up laden
2.
Gebruik de [<] [>]-knoppen om “BACKUP LOAD” te
selecteren en druk op de [+]-knop.
3.
Gebruik de [-] [+]-knoppen om het nummer van de back-up
die u wilt laden, te selecteren.
4.
Druk op de [>]-knop.
Er wordt een bevestigingsscherm weergegeven.
Als u beslist om de back-up niet te laden, drukt u op de [<]-knop om
terug te keren.
OPMERKING
Wanneer u een back-up laadt, worden alle instellingen in de TM-2 gewist.
5.
Druk op de [+]-knop.
De back-up wordt geladen.
Een back-up verwijderen
2.
Gebruik de [<] [>]-knoppen om “BACKUP DELETE” te
selecteren en druk op de [+]-knop.
3.
Gebruik de [-] [+]-knoppen om het nummer van de back-up
die u wilt verwijderen , te selecteren.
4.
Druk op de [>]-knop.
Er wordt een bevestigingsscherm weergegeven.
Als u beslist om de back-up niet te verwijderen, drukt u op de [<]-knop
om terug te keren.
5.
Druk op de [+]-knop.
De back-up wordt verwijderd.
* Alle geheugenkaarten zijn onderhevig aan slijtage. We raden u aan een geheugenkaart niet te beschouwen als een permanent
opslagmedium, maar als een plaats om gegevens tijdelijk op te slaan. We raden u ook aan een back-up van belangrijke gegevens
te maken op andere media, die door uw apparaat worden ondersteund.
16
Aanpassen van de aangesloten pads
Hier ziet u hoe u aangesloten pads of drumtriggers kunt aanpassen.
Als de parameters “Input en Type” correct zijn ingesteld, worden de andere parameters juist ingesteld voor het
opgegeven type. U kunt meer gedetailleerde aanpassingen maken als u dat wenst.
Als u een drumtrigger hebt verbonden, past u parameters zoals Threshold”, “Curve” en “RetrgCancel” aan zodat
ze geschikt zijn voor de manier waarop de drumtrigger is aangesloten en de manier waarop het bovenvel is
uitgerekt. Raadpleeg ook de gebruikershandleiding van uw eenheid van de RT-reeks.
Parameters aanpassen voor elke pad
1.
Houd de [SHIFT]-knop ingedrukt en druk op de [INST]-knop.
2.
Gebruik de [<] [>]-knoppen om TRIGGER SETUP te
selecteren en druk op de [+]-knop.
3.
Gebruik de [<] [>]-knoppen om een parameter die u wilt
bewerken te selecteren.
4.
Gebruik de [-] [+]-knoppen om de waarde te wijzigen.
* Wanneer u op een pad slaat, geeft een parameter kort aan met welke kracht u hebt geslagen.
Parameter Uitleg
Input
Selecteer het type verbinding. Als u de kabel gebruikt die bij de pad is geleverd, kiest u “HEAD&RIM”. Als u een
verbindingskabel (1/4” stereohoofdtelefoonaansluiting
1/4” hoofdtelefoonaansluiting x 2) gebruikt om
twee pads te verbinden, kiest u “PADx2”. p. 7
Type
Speciceert het type pad/drumtrigger dat is verbonden
p. 7
* Als u het type wijzigt, worden de volgende parameters (exclusief XtlkCancel) gewijzigd zodat ze geschikt zijn
voor het geselecteerde type.
* “BT-1 SENS” is een type waarmee u de gevoeligheid kunt verbeteren van zwakkere slagen bij gebruik van
een BT-1. Bij dit type is het echter waarschijnlijk dat een foutieve triggering zal optreden als resultaat van de
omringende vibraties. Omwille van deze reden moet “BT-1” worden geselecteerd bij het uitvoeren van frase
playback en soortgelijke functies.
* “PAD1” en “PAD2” zijn voor generieke pads.
Sens
U kunt de gevoeligheid van de pads/drumtriggers aanpassen aan uw persoonlijke speelstijl. Hiermee
verkrijgt u een meer dynamische controle over het geluidsvolume op basis van hoe hard u speelt. Een hogere
gevoeligheid zorgt ervoor dat de pad een luid volume produceert, zelfs wanneer deze zacht wordt bespeeld.
Een lagere gevoeligheid zorgt ervoor dat de pad een laag volume produceert, zelfs wanneer deze hard wordt
bespeeld.
Threshold
Verhoog deze waarde als de pad ongewenst wordt
getriggerd door omgevingsvibraties. Als deze waarde te
hoog is, zullen zachte slagen geen geluid produceren.
U moet dit instellen op de laagste waarde die geen
ongewenste triggering veroorzaakt.
In het voorbeeld aan de rechterkant klinkt 'B', maar zullen
'A' en 'C' niet klinken.
Curve
Met deze instelling kunt u de relatie bepalen tussen speelsnelheid (slagkracht) en volumewijzigingen.
De standaardinstelling. Dit zorgt voor de meest natuurlijke overeenkomst
tussen speeldynamiek en volumeverandering.
Zacht spelen zorgt voor grotere volumeveranderingen in vergelijking met
de LINEAR-instelling.
Zeer weinig dynamische respons, waardoor het gemakkelijker wordt om
een hoog volumeniveau aan te houden.
Threshold
Slagkracht
Volume
LINEAR
Slagkracht
Volume Volume
LOG2LOG1
Slagkracht
Volume Volume
LOUD2LOUD1
Aanpassen van de aangesloten pads
17
ENG
JPN
DEU
FRA
ITA
ESL
POR
NLD
Parameter Uitleg
RetrgCancel
Deze parameter voorkomt dat één slag twee noten
triggert (retriggering). Aangezien een drumtrigger
een onregelmatige golfvorm creëert, kan het geluid
ook getriggerd worden in punt 'A' op de illustratie. Dit
fenomeen treedt vaker op wanneer de golfvorm uitsterft
en ongewenste triggering wordt voorkomen door de
onregelmatigheid van de golfvorm te detecteren.
Wanneer u doorgaat met het slaan op de pad, zal deze
waarde geleidelijk stijgen tot retriggering niet meer
optreedt. Uitzonderlijk hoge instellingen van deze
parameters zullen gemiste noten veroorzaken tijdens het
spelen.
Rim Gain
Past de randgevoeligheid aan van de volgende pads.
Een hogere waarde zorgt ervoor dat de rand een hoger volume produceert, zelfs wanneer deze zacht wordt
bespeeld.
PD-reeks, PDX-reeks, CY-reeks, RT-10S, PAD1, PAD2
H/R Adjust
Dit past aan hoe eenvoudig slagen op het bovenvel en slagen op de rand kunnen
worden gespeeld op de pads en drumtriggers die hieronder zijn weergegeven
Als het geluid van een randslag wordt getriggerd wanneer u stevig op het bovenvel
slaat, verhoogt u deze waarde. Als het geluid van het bovenvel wordt getriggerd
wanneer u stevig op een rand slaat, verlaagt u deze waarde. Als het geluid van het
bovenvel wordt getriggerd wanneer u zachtjes op de rand slaat, verlaagt u deze waarde.
PD-reeks (exclusief PD-8), PDX-reeks, RT-10S, PAD2
XtlkCancel
Als meerdere pads (of akoestische drums met drumtrigger) op dezelfde stand zijn gemonteerd, kunnen
de vibraties van uw slag ongewenste geluidsproductie door een andere pad (of drumtrigger) veroorzaken
(crosstalk). U kunt deze parameter aanpassen om dergelijke crosstalk te voorkomen. Als bijvoorbeeld pad
B ongewenst wordt getriggerd wanneer u op pad A slaat, verhoogt u de waarde van XtlkCancel van pad B
totdat crosstalk niet meer optreedt. Als deze parameter is ingesteld op een uitzonderlijke hoge waarde, kan
pad B mogelijk niet triggeren als u tegelijk op pad A en pad B slaat.
A:
Retriggeren
Een SD-kaart formatteren
Hier ziet u hoe u een SD-kaart kunt formatteren (initialiseren).
OPMERKING
Wanneer u een SD-kaart formatteert, worden alle gegevens op de SD-kaart gewist.
1.
Houd de [SHIFT]-knop ingedrukt en druk op de [INST]-knop.
2.
Gebruik de [<] [>]-knoppen om “SD CARD FORMAT” te
selecteren en druk op de [+]-knop.
Er wordt een bevestigingsscherm weergegeven.
Druk om de bewerking te annuleren en terug te keren op de [INST]-knop.
3.
Druk op de [+]-knop.
Er wordt opnieuw een bevestigingsscherm weergegeven.
4.
Druk opnieuw op de TRIG IN [2]-knop.
De SD-kaart wordt geformatteerd.
18
Problemen oplossen
Probleem Te controleren items Vereiste handeling Pagina
Problemen met geluid
Geen geluid
Controleer of u geluid hoort via een
hoofdtelefoon.
Als u een geluid hoort via de hoofdtelefoon, dan is
er een probleem met de verbindingskabels of met
de verbonden versterker of luidspreker.
Kan dempen ingeschakeld zijn? Schakel het dempen uit.
p. 8
Een specieke
pad maakt geen
geluid
Kan het instrument “OFF” staan? Wijs een instrument toe.
p. 9
Kan het “Level” van het instrument verlaagd
zijn?
Pas het “Level” van het instrument aan.
p. 11
Is het geluidsbestand mogelijk verwijderd?
Het geluid wordt niet afgespeeld als u het
geluidsbestand hebt verwijderd, verplaatst of de
naam hebt gewijzigd. Wijs een ander instrument toe.
p. 10
Is de pad correct aangesloten?
Is het Type van de pad correct ingesteld?
Controleer de verbindingskabel van de pad.
Stel het Type” van de pad in.
p. 7
Een pad reageert
niet correct.
Problemen met een SD-kaart
Het
geluidsbestand
wordt niet
afgespeeld of
niet getoond
Is de indeling van het geluidsbestand
correct?
Maak het geluidsbestand opnieuw in de correcte
indeling.
p. 10
Bevindt het geluidsbestand zich op de
correcte locatie?
Controleer de locatie van het geluidsbestand.
Kunnen er meer dan 300 geluidsbestanden
zijn in de map?
Zorg dat het aantal geluidsbestanden in een map
300 of lager is. Creëer geen mappen op een tweede
of lagere niveau.
Problemen met MIDI
Geen geluid
Is het MIDI-kanaal correct ingesteld?
Stel de MIDI-kanalen van de TM-2 en het externe
MIDI-apparaat in op dezelfde instelling.
p. 14
Is het nootnummer correct ingesteld? Stel de “Note#” van de pad in.
p. 11
Foutberichten
Bericht Betekenis Vereiste handeling Pagina
SD-kaart
UNSUPPORTED
FORMAT
De indeling van dit geluidsbestand wordt
niet ondersteund.
Controleer de indeling van het geluidsbestand
en de extensie van de bestandsnaam.
p. 10
SD CARD FULL
Op de SD-kaart is niet voldoende ruimte
beschikbaar.
Verwijder onnodige gegevens of gebruik een
andere SD-kaart.
SD CARD BUSY
Gegevens konden niet snel genoeg worden
gelezen/geschreven van/naar de SD-kaart.
Gebruik een andere SD-kaart.
SD CARD LOCKED
De schakelaar voor schrijfbeveiliging van de
SD-kaart is ingesteld op “LOCK.
Verschuif de schakelaar voor schrijfbeveiliging
om de kaart te ontgrendelen.
p. 10
SD CARD ERROR
Het bestand is beschadigd. Het is ook
mogelijk dat de SD-kaart niet correct werkt.
Controleer het bestand en de SD-kaart.
Formatteer de SD-kaart.
p. 17
NO SD CARD Er is geen SD-kaart geplaatst. Plaats een SD-kaart.
p. 5
Batterij
BATTERY LOW
De batterij is leeg.
De TM-2 is gestopt met werken.
Vervang de batterijen. U kunt ook de
netstroomadapter aansluiten.
p. 4
TM-2
SYSTEM ERROR
Er is een probleem opgetreden met het
interne systeem.
Neem contact op met uw handelaar, het
dichtstbijzijnde Roland Service Center of een
bevoegde Roland-verdeler, zoals vermeld op
de pagina “Information”.
19
ENG
JPN
DEU
FRA
ITA
ESL
POR
NLD
Specicaties
Roland TM-2: Trigger Module
Aansluitingen
OUTPUT-aansluitingen (L/MONO, R): 1/4-inch-
telefoonaansluiting
PHONES-aansluiting: Stereo-mini-telefoontype
TRIG IN-aansluiting x 2: 1/4-inch-TRS-telefoontype
MIDI-aansluitingen (IN, OUT)
DC IN-aansluiting
Interface SD/SDHC-geheugenkaart (max. 32 GB)
Voeding
Netstroomadapter,
Oplaadbare Ni-MH-batterij (HR6) of alkalinebatterij (AA, LR6) x 4
Stroomverbruik 400 mA
Verwachte levensduur
van de batterij bij
doorlopend gebruik
Oplaadbare Ni-MH-batterij: Ca. 6 uur (Bij gebruik van batterijen met een capaciteit van 2.000 mAh)
Alkalinebatterij: Ca. 4,5 uren
* De tijd kan verschillen afhankelijk van de gebruiksomstandigheden, de batterijen en het type SD-
geheugenkaart dat wordt gebruikt.
Afmetingen 135 (B) x 130 (D) x 59 (H) mm
Gewicht
(exclusief batterijen en
netstroomadapter)
360 g
Accessoires
Gebruikershandleiding, brochure “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN”, netstroomadapter, montageplaat,
schroef x 2
Opties
(afzonderlijk
verkrijgbaar)
Akoestische drumtriggers: RT-reeks Kicks: KD-reeks
Pads: PD-reeks, PDX-reeks, BT-1 Cimbalen: CY-reeks
* Met het oog op productverbetering kunnen de specicaties en/of het uiterlijk van dit apparaat zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd.
Auteursrechten
De auteursrechten met betrekking tot de inhoud van dit
product (gegevens over golfvormen van het geluid, stijlen,
begeleidingspatronen, frases, audioloops en afbeeldingen) zijn
voorbehouden aan Roland Corporation.
Kopers van dit product mogen deze inhoud gebruiken (behalve
gegevens van nummers zoals demonummers) voor het maken,
spelen, opnemen en distribueren van originele muziekwerken.
Kopers van dit apparaat mogen deze inhoud NIET extraheren in
oorspronkelijke of gewijzigde vorm met het oog op de distributie
van het opgenomen medium van deze inhoud of op het ter
beschikking stellen van deze inhoud op een computernetwerk.
Licenties/Handelsmerken
MMP (Moore Microprocessor Portfolio) verwijst naar
een patentportfolio in verband met de architectuur van
microprocessoren die werd ontwikkeld door Technology Properties
Limited (TPL). Roland heeft deze technologie van de TPL Group
gelicentieerd.
Het SD-logo (
) en het SDHC-logo ( ) zijn handelsmerken van
SD-3C, LLC.
Dit product bevat het eCROS geïntegreerde softwareplatform van
eSOL Co.,Ltd. eCROS is een handelsmerk van eSOL Co., Ltd. in Japan.
Roland en V-Drums zijn gedeponeerde handelsmerken of
handelsmerken van Roland Corporation in de Verenigde Staten en/
of andere landen.
Bedrijfsnamen en productnamen die in dit document worden
genoemd, zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van
hun respectievelijke eigenaren.
20
HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN
Lees dit samen met de brochure “HET APPARAAT VEILIG
GEBRUIKEN”.
WAARSCHUWING
Om het apparaat volledig uit te schakelen, trekt u de
stekker uit het stopcontact
Zelfs wanneer de stroomschakelaar is uitgezet, is de
eenheid niet volledig losgekoppeld van de hoofdvoeding.
Wanneer de stroom volledig moet worden uitgeschakeld,
schakelt u de stroomschakelaar op het apparaat uit en
trekt u vervolgens de stekker uit het stopcontact. Voor deze reden
moet het stopcontact waarop u het netsnoer van het apparaat hebt
aangesloten, binnen bereik en gemakkelijk toegankelijk zijn.
Gebruik alleen de bijgeleverde netstroomadapter met de
juiste spanning
Gebruik alleen de netstroomadapter die bij het apparaat
is geleverd. Controleer of de lijnspanning van het
elektriciteitsnet overeenkomt met de ingangsspanning
die op de netstroomadapter is aangegeven. Andere
netstroomadapters gebruiken mogelijk een andere polariteit of zijn
ontworpen voor een andere spanning. Het gebruik van dergelijke
adapters kan resulteren in schade, defecten of elektrische schok.
OPGELET
Wees voorzichtig met batterijen
Bij ongepast gebruik kunnen batterijen exploderen of
lekken en schade of verwondingen veroorzaken. Lees en
neem de volgende veiligheidsmaatregelen in acht in het
belang van de veiligheid.
Wanneer de eenheid niet zal worden gebruikt gedurende een
langere periode, moet u een back-up maken van alle belangrijke
gegevens en de batterijen verwijderen.
Houd kleine voorwerpen buiten het bereik van kinderen
Houd de onderstaande onderdelen uit de buurt van
kleine kinderen om te voorkomen dat ze deze inslikken.
Inbegrepen onderdelen: Schroeven (p. 4)
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Voeding
Het gebruik van een netstroomadapter wordt aanbevolen
omdat het energieverbruik van het apparaat relatief
hoog is. Als u toch de voorkeur geeft aan batterijen,
raden wij u aan oplaadbare Ni-MH-batterijen
of alkalinebatterijen te gebruiken.
Voeding: Gebruik van batterijen
Als u dit apparaat toch op batterijen wil laten werken, gebruik
dan oplaadbare Ni-MH batterijen of alkaline batterijen.
Als u dit apparaat op batterijen gebruikt, moet u de
netstroomadapter loskoppelen van dit apparaat.
Zelfs wanneer er batterijen zijn geplaatst, wordt het apparaat
uitgeschakeld wanneer u het netsnoer aansluit of loskoppelt van
het stopcontact terwijl het apparaat is ingeschakeld, of wanneer
u de netstroomadapter aansluit of loskoppelt van het apparaat.
Wanneer dit gebeurt, kunnen niet-opgeslagen gegevens
verloren gaan. U moet het apparaat uitschakelen vooraleer
de netstroomadapter of het netsnoer aan te sluiten of los te
koppelen.
Plaatsing
Afhankelijk van het materiaal en de temperatuur van het
oppervlak waarop het apparaat wordt geplaatst, kunnen de
rubberen voetjes verkleuren of een afdruk achterlaten op het
oppervlak.
U kunt een stuk vilt of stof onder de rubberen voetjes plaatsen
om dit te voorkomen. Als u dat doet, moet u ervoor zorgen dat
het apparaat niet per ongeluk verschuift of verplaatst.
Onderhoud
Gebruik een zachte, droge doek of een doek die licht bevochtigd
is met water voor de dagelijkse reiniging van het apparaat.
Gebruik een doek die is bevochtigd met een zachte, niet-
schurende zeepoplossing om hardnekkig vuil te verwijderen.
Veeg vervolgens het apparaat grondig schoon met een zachte,
droge doek.
Herstellingen en gegevens
Vooraleer u het apparaat opstuurt voor reparatie, moet u een
back-up maken van de gegevens die erop zijn opgeslagen. Een
alternatief is dat u de belangrijkste informatie ergens noteert.
Hoewel we alles in het werk stellen om de gegevens die op het
apparaat zijn opgeslagen te behouden tijdens de reparatie, is het
mogelijk dat wij de opgeslagen inhoud niet kunnen herstellen
vanwege een fysieke beschadiging van de geheugensectie.
Roland kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het herstellen
van opgeslagen gegevens die mogelijk verloren gaan.
Extra veiligheidsmaatregelen
Alle gegevens die zijn opgeslagen op het apparaat kunnen
verloren gaan door een storing van het apparaat, een onjuiste
bediening, enz. Probeer u te beschermen tegen onherroepelijk
gegevensverlies en maak er een gewoonte van om regelmatig
back-ups te nemen van de gegevens die u op het apparaat hebt
opgeslagen.
Roland kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het herstellen
van opgeslagen gegevens die mogelijk verloren gaan.
Zet nooit druk op het display en sla er nooit tegen.
Neem de volgende veiligheidsmaatregelen in overweging bij het
hanteren van externe geheugenapparaten. Zorg ook dat u alle
veiligheidsmaatregelen die bij het externe geheugenapparaat
zijn geleverd, zorgvuldig naleeft.
Om schade aan de kaarten als gevolg van statische
elektriciteit te voorkomen, moet u zorgen dat alle statische
elektriciteit van uw eigen lichaam is ontladen voordat u het
apparaat aanraakt.
For the USA
FEDERAL COMMUNICATIONS COMMISSION
RADIO FREQUENCY INTERFERENCE STATEMENT
This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 of the
FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential
installation. This equipment generates, uses, and can radiate radio frequency energy and, if not installed and used in
accordance with the instructions, may cause harmful interference to radio communications. However, there is no guarantee
that interference will not occur in a particular installation. If this equipment does cause harmful interference to radio or
television reception, which can be determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct the
interference by one or more of the following measures:
– Reorient or relocate the receiving antenna.
– Increase the separation between the equipment and receiver.
– Connect the equipment into an outlet on a circuit different from that to which the receiver is connected.
– Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.
This device complies with Part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following two conditions:
(1) this device may not cause harmful interference, and
(2) this device must accept any interference received, including interference that may cause undesired operation.
This equipment requires shielded interface cables in order to meet FCC class B limit.
Any unauthorized changes or modifications not expressly approved by the party responsible for compliance could void the user’s
authority to operate the equipment.
WARNING
This product contains chemicals known to cause cancer, birth defects and other reproductive harm, including lead.
For C.A. US
(
Proposition 65
)
For Canada
CAN ICES-3 (B)/NMB-3 (B)
For Korea
For EU Countries
For China
For the USA
FEDERAL COMMUNICATIONS COMMISSION
RADIO FREQUENCY INTERFERENCE STATEMENT
This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 of the
FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential
installation. This equipment generates, uses, and can radiate radio frequency energy and, if not installed and used in
accordance with the instructions, may cause harmful interference to radio communications. However, there is no guarantee
that interference will not occur in a particular installation. If this equipment does cause harmful interference to radio or
television reception, which can be determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct the
interference by one or more of the following measures:
– Reorient or relocate the receiving antenna.
– Increase the separation between the equipment and receiver.
– Connect the equipment into an outlet on a circuit different from that to which the receiver is connected.
– Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.
This device complies with Part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following two conditions:
(1) this device may not cause harmful interference, and
(2) this device must accept any interference received, including interference that may cause undesired operation.
This equipment requires shielded interface cables in order to meet FCC class B limit.
Any unauthorized changes or modifications not expressly approved by the party responsible for compliance could void the user’s
authority to operate the equipment.
WARNING
This product contains chemicals known to cause cancer, birth defects and other reproductive harm, including lead.
For C.A. US
(
Proposition 65
)
For Canada
CAN ICES-3 (B)/NMB-3 (B)
For Korea
For EU Countries
For China
* 5 1 0 0 0 3 7 4 8 5 - 0 1 *
English
Deutsch
Français
Italiano
Español
Português
Nederlands
* 5 1 0 0 0 3 7 4 8 5 - 0 1 *
English
Deutsch
Français
Italiano
Español
Português
Nederlands
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24

Roland TM-2 de handleiding

Categorie
Muziek drums
Type
de handleiding