Sony DSC-W1 de handleiding

Type
de handleiding
3-091-535-41(1)
Digital Still Camera
Bedienungsanleitung
Bitte lesen Sie diese Anleitung vor Inbetriebnahme der Kamera
sorgfältig durch, und bewahren Sie sie zum späteren Nachschlagen auf.
Gebruiksaanwijzing
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door alvorens u het toestel
gaat bedienen. Bewaar de gebruiksaanwijzing zodat u deze later nog
kunt raadplegen.
DSC-W1/W12
© 2004 Sony Corporation
DE
NL
NL
2
Om het gevaar van brand of
elektrische schokken te voorkomen,
mag het apparaat niet worden
blootgesteld aan regen of vocht.
Om elektrische schokken te
vermijden, mag de behuizing niet
worden geopend. Laat reparaties
uitsluitend door vakkundig
personeel uitvoeren.
Gooi de batterij niet weg maar lever deze in als
klein chemisch afval (KCA).
Dit product is getest volgens de EMC-richtlijn
voor het gebruik van aansluitkabels korter dan 3
meter en voldoet aan de hierin gestelde
voorwaarden.
Let op
Een elektromagnetisch veld van de opgegeven
frequenties kan het beeld en geluid van deze
camera beïnvloeden.
Opmerking
Als door statische elektriciteit of
elektromagnetisme de gegevensoverdracht wordt
onderbroken (of mis gaat), start u het
applicatieprogramma dan opnieuw, of maak de
USB-kabel even los en sluit deze dan weer aan.
In sommige landen en gebieden zijn regels voor
het weggooien van de accu die gebruikt wordt om
dit apparaat van stroom te voorzien. Vraag advies
aan de plaatselijke overheid.
Nederlands
WAARSCHUWING
Voor klanten in Nederland
Informatie voor kopers in
Europa
Opmerking
NL
3
Alvorens u de camera gaat gebruiken
Proefopname
Voordat u een uniek evenement gaat filmen, is het
verstandig om eerst een proefopname te maken,
dit om ervan verzekerd te zijn dat de camera naar
behoren werkt.
Geen schadevergoeding voor
mislukte opnamen
Voor mislukte opnamen door een gebrekkige
werking van uw camera of opnamemedia, enz.
kan geen schadevergoeding worden geëist.
Reservekopieën
Om gegevensverlies te voorkomen, zorgt u dat u
altijd een reservekopie op een disc maakt.
Betreffende de uitwisseling van
beeldgegevens
Deze camera voldoet aan de "Design rule for
Camera File system", de universele normen van
de JEITA (Japan Electronics and Information
Technology Industries Association).
Er worden geen garanties gegeven dat beelden,
welke met deze camera zijn opgenomen,
kunnen worden weergegeven op andere
apparatuur, of dat beelden die met andere
apparatuur zijn opgenomen of gemonteerd,
kunnen worden weergegeven op deze camera.
Auteursrechten
Televisieprogramma’s, films, videobanden en
ander materiaal kunnen beschermd zijn met
auteursrechten. Het zonder toestemming
opnemen van dergelijk materiaal, kan in strijd
zijn met de wetten op de auteursrechten.
Niet met de camera schudden of er
tegenaan stoten
Indien u de camera schudt of er tegenaan stoot,
kan dit leiden tot defecten, mislukte opnamen,
incompatibiliteit met de "Memory Stick" of
aantasting, beschadiging of verlies van
beeldgegevens en geheugeninhoud.
NL
NL
4
LCD-scherm, LCD-zoeker (alleen
modellen met een LCD-zoeker) en
lens
Het LCD-scherm en de LCD-zoeker zijn
vervaardigd met behulp van precisietechnologie
waardoor meer dan 99,99% van de pixels
operationeel is. Soms kunnen er op het LCD-
scherm en in de LCD-zoeker echter kleine
zwarte en/of heldere puntjes (wit, rood, blauw
of groen) permanent zichtbaar zijn. Dit is
normaal en heeft geen enkele invloed op het
opgenomen beeld.
Wees voorzichtig wanneer u de camera bij een
venster of buiten neerzet. Indien het LCD-
scherm, de zoeker of de lens langdurig wordt
blootgesteld aan direct zonlicht, kan dit tot
defecten leiden.
Druk niet hard op het LCD-scherm. Het scherm
kan ongelijkmatig zijn en daardoor een storing
veroorzaken.
In een koude omgeving kunnen de beelden op
het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is
normaal.
De elektrische zoomlens
Deze camera is uitgerust met een elektrische
zoomlens. Wees voorzichtig dat u niet tegen de
lens stoot en er geen kracht op uitoefent.
Maak het venster van de flitser
schoon vóór deze te gebruiken
De hitte die vrijkomt bij het afgaan van de flitser
kan eventueel vuil op het venster van de flitser
doen verbranden of vastbakken waardoor
onvoldoende licht het voorwerp bereikt.
Laat de camera niet nat worden
Bij het maken van opnamen in de regen of
soortgelijke omstandigheden, moet u erop letten
dat de camera niet nat wordt. Water dat de camera
binnendringt, kan een storing veroorzaken die
niet in alle gevallen kan worden verholpen.
Wanneer er condensvorming optreedt, zie dan
blz. 117 en volg de aanwijzingen voor het
verwijderen van de condens alvorens u de camera
gaat gebruiken.
Stel de camera niet bloot aan zand of
stof
Als u de camera in zanderige of stoffige plaatsen
gebruikt, kunnen storingen optreden.
Richt de camera niet naar de zon of
ander fel licht
Dit kan leiden tot onherstelbare beschadiging van
uw ogen. Of het kan een storing van de camera
veroorzaken.
Opmerkingen betreffende de
gebruikslocatie van de camera
Gebruik de camera niet in de buurt van een plaats
waar sterke radiogolven worden gegenereerd of
straling wordt uitgestraald. Het is mogelijk dat de
camera dan niet goed kan opnemen of weergeven.
NL
5
De beelden in deze gebruiksaanwijzing
De foto’s die in deze gebruiksaanwijzing gebruikt
worden als voorbeelden, zijn gereproduceerde
beelden die niet daadwerkelijk met deze camera
zijn opgenomen.
Handelsmerken
is een handelsmerk van
Sony Corporation.
"Memory Stick", , "Memory Stick PRO",
, "Memory Stick Duo",
, "Memory Stick PRO
Duo", , "MagicGate"
en zijn handelsmerken van
Sony Corporation.
Picture Package is een handelsmerk van Sony
Corporation.
Microsoft, Windows, Windows Media en
DirectX zijn wettig gedeponeerde
handelsmerken of handelsmerken van
Microsoft Corporation in de Verenigde Staten
en/of andere landen.
Macintosh, Mac OS, QuickTime, iMac, iBook,
PowerBook, Power Mac en eMac zijn
handelsmerken van Apple Computer, Inc.
Macromedia en Flash zijn wettig gedeponeerde
handelsmerken of handelsmerken van
Macromedia, Inc. in de Verenigde Staten en/of
andere landen.
Intel, MMX, en Pentium zijn wettig gede-
poneerde handelsmerken of handelsmerken van
Intel Corporation.
Alle andere in deze gebruiksaanwijzing
vermelde systeem- en productnamen zijn in het
algemeen handelsmerken of wettig
gedeponeerde handelsmerken van de
betreffende ontwikkelaars of fabrikanten.
Verder zijn in deze gebruiksaanwijzing de
aanduidingen ™ en ® in alle voorkomende
gevallen weggelaten.
Carl Zeiss-lens
Deze camera is uitgerust met een Carl Zeiss-
lens, die scherpe beelden met uitstekend
contrast reproduceert.
De lens van deze camera is geproduceerd
onder een kwaliteitborgingssysteem dat is
gecertificeerd door Carl Zeiss in
overeenstemming met de kwaliteitsnormen
van Carl Zeiss, Duitsland.
NL
6
Inhoud
Alvorens u de camera gaat gebruiken.......3
Onderdelen................................................8
Modusdraaiknop .................................10
Voorbereiden van de batterijen...............11
Opladen van de batterijen .......................11
Plaatsen van de batterijen .......................13
Gebruik van de netspanningsadapter......16
Gebruik van de camera in het
buitenland.......................................16
In- en uitschakelen van de camera..........17
Gebruik van de regelknop.......................17
De datum en tijd instellen .......................18
Plaatsen en verwijderen van een "Memory
Stick"..............................................20
Instellen van het formaat van stilstaand
beeld ...............................................21
Beeldformaat en -kwaliteit......................22
Basisopname van stilstaande beelden
— met automatische regeling.........24
Controleren van het laatst opgenomen
beeld
— Quick Review............................26
Gebruik van de zoomfunctie...............26
Opnemen van close-ups — Macro .....28
Gebruik van de zelfontspanner...........29
Een flitsmodus kiezen........................ 30
Beelden opnemen met de zoeker........ 32
De datum en tijd opnemen op een
stilstaand beeld............................... 33
Opnemen in overeenstemming met de
situatie............................................ 34
Beelden bekijken op het LCD-scherm van
uw camera...................................... 37
Beelden bekijken op een TV-scherm ..... 39
Beelden wissen....................................... 41
Formatteren van een "Memory Stick".... 43
Aanwijzingen voor instelling en bediening
van uw camera ............................... 45
De menu-instellingen wijzigen .......... 45
De onderdelen van het SET UP-scherm
wijzigen.......................................... 46
Kwaliteit van het stilstaand beeld
kiezen............................................. 46
Een map aanmaken of kiezen................. 47
Een nieuwe map aanmaken................ 47
De opnamemap veranderen................ 47
Een automatische scherpstellingsmethode
kiezen..............................................48
Een scherpstel-bereikzoekerframe
kiezen
— AF-bereikzoeker........................48
Een scherpstellingsmethode kiezen
— AF-functie..................................49
De afstand tot het onderwerp instellen
— Scherpstelling vooraf.................50
Opnemen met handmatige sluitertijd en
diafragma instellingen
— Handmatige belichting...............51
Belichting regelen
— EV-afstelling..............................54
Een histogram afbeelden.....................55
Keuze van de lichtmeetfunctie................56
Kleurtinten afstellen
— Witbalans...................................57
Het flitserniveau instellen
— Flitserniveau..............................58
Continu opnemen ....................................59
Opnemen in de Multi Burst-modus
— Multi Burst.................................60
Opnemen met speciale effecten
— Beeldeffect.................................61
Voorbereidingen
Opnemen van stilstaande
beelden
Bekijken van stilstaande
beelden
Stilstaande beelden wissen
Voorafgaand aan
geavanceerde bedieningen
Geavanceerd opnemen van
stilstaande beelden
NL
7
Een map kiezen en beelden weergeven
— Map............................................62
Een deel van een stilstaand beeld
vergroten.........................................63
Een beeld vergroten
— Weergavezoom..........................63
Een vergroot beeld vastleggen
— Trimmen ....................................64
Weergave van opeenvolgende beelden
— Diavoorstelling ..........................64
Stilstaande beelden roteren
— Roteren.......................................65
Beelden opgenomen in de Multi Burst-
modus weergeven...........................65
Continu weergeven .............................66
Frame-voor-frame weergeven.............66
Beelden beveiligen
— Beveiliging.................................67
Beeldformaat veranderen
— Formaat veranderen...................68
Een afdrukmarkering aanbrengen op
beelden
— Afdrukmarkering (DPOF) .........69
Een PictBridge compatibele printer
aansluiten........................................71
Beelden afdrukken.................................. 72
Index-beelden afdrukken........................ 74
Opnemen van bewegende beelden..........77
Bewegende beelden bekijken op het
LCD-scherm...................................78
Bewegende beelden wissen ....................79
Knippen van bewegende beelden ........... 80
Beelden kopiëren naar uw computer
— Voor gebruikers van Windows ...82
Het USB-stuurprogramma installeren....83
De camera aansluiten op de
computer.........................................84
Beelden kopiëren................................85
Bekijken van de beelden op uw
computer.........................................87
Beeldbestand-geheugenlocaties en
bestandsnamen ...............................87
Beeldbestanden bekijken met de camera
nadat ze naar de computer zijn
gekopieerd......................................89
Installeren van "Picture Package".......89
Beelden kopiëren met
"Picture Package" ...........................91
"Picture Package" gebruiken...............92
Beelden kopiëren naar uw computer
— Voor gebruikers van
Macintosh........................................93
"ImageMixer VCD2" gebruiken.........94
Verhelpen van storingen..........................96
Waarschuwingen en meldingen ............106
Zelfdiagnosefunctie...............................108
Aantal beelden dat kan worden opgeslagen
of opnameduur..............................109
Menuonderdelen....................................110
SET UP-onderdelen...............................115
Voorzorgsmaatregelen ..........................117
Over "Memory Stick"............................119
Over nikkel-metaalhydridebatterijen.....121
Over de batterijlader..............................121
Technische gegevens.............................122
Het LCD-scherm...................................124
Index......................................................128
Geavanceerd bekijken van
stilstaande beelden
Stilstaande beelden
bewerken
Stilstaande beelden
afdrukken (PictBridge-printer)
Bewegende beelden
Bekijken van de beelden op
uw computer
Verhelpen van storingen
Aanvullende informatie
Index
NL
8
Onderdelen
Nadere bijzonderheden over de bediening vindt u op de tussen haakjes vermelde bladzijden.
qg
qh
qj
1
2
3
7
4
5
qa
6
q
s
qd
qf
qk
8
9
0
A POWER-knop (17)
B POWER-lampje (17)
C Sluiterknop (25)
D Microfoon
E Zelfontspanner-lampje (29)/
AF-illuminator (31, 115)
F Lens
G RESET-toets (96)
H Luidspreker
I Schroefgang voor statief
J Batterijdeksel (13)
K OPEN-knop (13)
L Flitser (30)
M Zoekervenster
N Busbeschermdeksel/"Memory
Stick"-deksel
O DC IN-aansluitbus (16)
P A/V OUT (MONO)-aansluitbus
(39)
Q Toegangslampje (20)
R DC IN-aansluitbusbeschermdop
(16)
Gebruik een statief met een schroeflengte van
minder dan 5,5 mm. Bij gebruik van langere
schroeven kan de camera niet stevig aan het
statief worden bevestigd en kan de camera
beschadigd raken.
NL
9
A (Display/LCD aan/uit)-toets
(32)
B Zoeker (32)
C LCD-scherm
Voor informatie over de onderdelen
van het LCD-scherm, zie pagina 124
tot 127.
D MENU-toets (45, 110)
E (Beeldformaat/Wis)-toets
(21, 41)
17
8
9
q;
2
3
4
5
6
Vastmaken van de riem
Zelfontspanner
(29)
/
opnamelampje (rood)
(25)
AE/AF-
vergrendellampje
(groen) (25)
(flitserlaad)-lampje
(oranje) (30)
F Regelknop
Menu inschakelen: v/V/b/B/z
(17)/
Menu uitschakelen: / /7/
(30/29/26/28)
Modusdraaiknop "M": Sluitertijd/
diafragmawaarde (51)
G Voor opnemen: Zoomtoetsen (W/
T) (26)
Voor weergeven: /
(Weergavezoom) toets (63)/
(Index) toets (38)
H Modusdraaiknop (10, 110)
I Oog voor polsriem
J (USB)-aansluitbus (84)
NL
10
Modusdraaiknop
Alvorens uw camera te gebruiken, draait u de modusdraaiknop zodat het gewenste merkteken
naast het POWER lampje staat.
(Automatische instelfunctie)
De scherpstelling, belichting en witbalans
worden automatisch ingesteld zodat u
gemakkelijk kunt opnemen. De
beeldkwaliteit is op [Fine] ingesteld
(blz. 46).
P (Geprogrammeerd automatisch
opnemen)
De belichtingsinstellingen worden, net
zoals in de automatische opnamestand,
automatisch ingesteld, maar u kunt
desgewenst de scherpstelling en andere
instellingen veranderen. Bovendien kunt u
verscheidene voorgeprogrammeerde
opnamestanden met behulp van menu’s
instellen (blz. 45 en 110).
M (Opname met handmatige
belichting)
Hiermee kunt u zelf de diafragmawaarde en
de sluitertijd instellen (blz. 51). Bovendien
kunt u verscheidene voorgeprogrammeerde
opnamestanden met behulp van menu’s
instellen (blz. 45 en 110).
(Schemerfunctie)
(Schemer-portretfunctie)
(Kaarslichtfunctie)
(Landschapsfunctie)
(Strandfunctie)
(Zachte-opnamefunctie)
POWER
U kunt eenvoudig doeltreffende beelden
opnemen afhankelijk van de scène (blz. 34).
Bovendien kunt u verscheidene
voorgeprogrammeerde opnamestanden met
behulp van menu’s instellen (blz. 45 en
112).
SET UP (Instellingen)
Hiermee kunt u de instellingen van de
camera veranderen (blz.46 en 115).
(Opnemen van bewegende
beelden)
Hiermee kunt u bewegende beelden
opnemen (blz. 77).
(Weergave/bewerken)
Hiermee kunt u de stilstaande en de
bewegende beelden weergeven en
bewerken (blz.37 en 67).
Voorbereidingen
NL
11
V
oor
b
ere
idi
nge
n
Voorbereiden van de batterijen
U kunt de onderstaande batterijen in deze
camera gebruiken.
Opmerkingen betreffende het
gebruik van alkalibatterijen
Alkalibatterijen hebben een kortere levensduur
dan de bijgeleverde nikkel-
metaalhydridebatterijen. Het is daarom
mogelijk dat de stroomvoorziening wegvalt
terwijl de indicator van de resterende
batterijlading nog voldoende lading aangeeft.
De prestaties van de batterij verschillen sterk
afhankelijk van de fabrikant en het type batterij,
en in sommige gevallen kan de levensduur van
de batterij bijzonder kort zijn. Dit geldt met
name bij lage temperaturen en het kan
onmogelijk zijn op te nemen bij temperaturen
lager dan 5 °C.
Gebruik oude en nieuwe batterijen niet
tezamen.
Bij gebruik van alkalibatterijen geeft de
indicator van de resterende batterijlading niet
de juiste informatie aan.
Als gevolg van de eigenschappen van
alkalibatterijen bestaat er een groot verschil
tussen de beschikbare opnametijd en de
beschikbare weergavetijd. Hierdoor kan de
camera, met de lens uitgeschoven, worden
uitgeschakeld, wanneer u de modusschakelaar
draait. In dat geval vervangt u de batterijen door
nieuwe of laadt u de nikkel-
metaalhydridebatterijen op.
Wij adviseren u de bijgeleverde nikkel-
metaalhydridebatterijen te gebruiken.
Toelaatbare batterijen
HR 15/51:HR6 (AA-formaat) nikkel-
metaalhydridebatterijen (2)
NH-AA-DA (2) (bijgeleverd)
NH-AA-2DA dubbelpak (niet
bijgeleverd), enz.
R6-alkalibatterijen (formaat AA, 2 stuks)
Batterijen die niet kunnen worden
gebruikt
Mangaanbatterijen
Lithiumbatterijen
Nikkel-cadmiumbatterijen
Als u bovenstaande batterijen gebruikt,
kunnen wij de volledige prestaties van de
camera niet garanderen vanwege de
eigenschappen van de camera.
Opladen van de
batterijen
, Plaats nikkel-
metaalhydridebatterijen in de
batterijlader (bijgeleverd) en let
daarbij op de richting van de
polen +/–.
U kunt alkalibatterijen niet opladen met
een batterijlader.
Zorg ervoor dat u de nikkel-
metaalhydridebatterijen, die bij de
camera geleverd werden, oplaadt
alvorens deze te gebruiken.
Sluit de batterijlader aan op een gemakkelijk
bereikbaar stopcontact in de buurt.
Zelfs als het CHARGE-lampje niet aan is, is de
batterijlader niet losgekoppeld van de
netspanningsadapter zolang deze in het
stopcontact zit. Als zich een storing voordoet
tijdens het gebruik van de batterijlader, schakelt
u dan de stroom onmiddellijk uit door de
stekker uit het stopcontact te trekken.
NL
12
, Sluit de batterijlader aan op
een stopcontact met behulp
van het netsnoer.
Het CHARGE-lampje gaat branden
wanneer het opladen begint en gaat uit
wanneer het opladen klaar is.
Voor verdere informatie over de
bijgeleverde batterijlader, zie blz. 121.
Verwijderen van de batterijen
Druk het – uiteinde van de batterij omlaag
om het + uiteinde omhoog te laten komen,
en haal vervolgens de batterij eruit.
Nadat het opladen klaar is, trekt u de stekker
van het netsnoer uit het stopcontact en haalt u
de nikkel-metaalhydridebatterijen uit de
batterijlader.
Oplaadtijd
Dit geeft de tijd aan om geheel lege nikkel-
metaalhydridebatterijen op te laden met
behulp van de bijgeleverde batterijlader in
een omgeving met een kamertemperatuur
van 25 °C.
Het duurt ongeveer 6 uur om de batterijen
volledig op te laden. Het is mogelijk dat het
CHARGE-lampje langer dan 6 uur blijft
branden, maar dit duidt niet op een defect.
Als u de batterijlader gebruikt die bij de
STAMINA "Quick charge" set (niet
bijgeleverd) werd geleverd, zullen de batterijen
sneller worden opgeladen.
Oplaadtijd
Als u twee nikkel-metaalhydridebatterijen
oplaadt: circa 2 uur en 30 minuten
Als u vier nikkel-metaalhydridebatterijen
oplaadt: circa 5 uur
Opmerkingen over de nikkel-
metaalhydridebatterijen
Ten tijde van de aankoop, of nadat de
nikkel-metaalhydridebatterijen
gedurende lange tijd niet zijn gebruikt,
is het mogelijk dat ze niet volledig
opgeladen worden. Dit is een kenmerk
van dit type batterijen en duidt niet op
een defect. Als dit gebeurt, kunt u het
probleem oplossen door de batterijen
herhaaldelijk volledig op te gebruiken
en vervolgens op te laden.
Als de polen van de nikkel-
metaalhydridebatterijen vuil zijn, is het
mogelijk dat de batterijen niet goed worden
opgeladen. Maak de polen van de batterijen en
de contactpunten van de batterijlader af en toe
schoon door deze met een droge doek af te
vegen.
Bewaar de nikkel-metaalhydridebatterijen altijd
in de bijgeleverde batterijendoos. Anders
kunnen metalen voorwerpen de + en –
uiteinden kortsluiten, wat kan leiden tot
verhitting of brand.
Zelfs als nikkel-metaalhydridebatterijen niet
worden gebruikt, zullen ze met de tijd
geleidelijk hun lading verliezen. Wij adviseren
u de batterijen op te laden vlak voordat u ze
gaat gebruiken.
2
CHARGE-lampje
Naar een
stopcontact
Netsnoer
Nikkel-
metaalhydridebatterijen
Oplaadtijd
NH-AA-DA × 2 (bijgeleverd)
circa 6 uur
Voorbereidingen
NL
13
Als u nikkel-metaalhydridebatterijen oplaadt
voordat u de aanwezige lading volledig hebt
opgebruikt, kan de waarschuwingsindicatie
voor zwakke batterijen eerder dan verwacht
verschijnen. Dit heet het "geheugeneffect".*
Als dit probleem zich voordoet, kunt u het
alleen oplossen door de batterijen pas op te
laden nadat de aanwezige lading volledig is
opgebruikt.
* Het "geheugeneffect" duidt op een situatie
waarin de capaciteit van de batterij tijdelijk is
verlaagd.
Om de batterijen volledig op te gebruiken, zet u
de camera in de diavoorstellingsfunctie
(blz. 64) en laat u deze zo staan totdat de
batterijen volledig leeg zijn.
Trek de uitwendige afdichtingslaag er niet af en
beschadig de batterijen niet. Gebruik nooit
batterijen waarvan de afdichtingslaag
gedeeltelijk of geheel is verwijderd, of
batterijen die op een of andere manier zijn open
gemaakt. Hierdoor kunnen lekkage, explosie of
warm worden van de batterijen ontstaan en
bovendien kunnen brandwonden en ander letsel
worden veroorzaakt. Hierdoor kan een storing
in de batterijlader worden veroorzaakt.
Plaatsen van de batterijen
, Open het batterijdeksel.
Druk op V op de OPEN knop en schuif deze
in de richting van de pijl om het deksel te
openen.
, Plaats de batterijen.
Lijk de + en – polen van de batterijen uit
met de + en – merktekens binnenin het
batterijvak.
Van tijd tot tijd moet u al het vuil van de
batterijpolen en de aansluitpunten aan de
binnenkant van het binnendeksel met een droge
doek afvegen. Huidvet en ander vuil op de
polen van de batterijen en de contactpunten
kunnen de levensduur van de batterijen in
belangrijke mate verkorten.
1
2
NL
14
, Sluit het batterijdeksel.
Druk de batterijen omlaag met behulp van
het deksel en sluit het deksel stevig met een
klik.
Verwijderen van de batterijen
Houd de camera vast met het batterijdeksel
omhoog gericht, open vervolgens het
batterijdeksel en haal de batterijen eruit.
Wees voorzichtig dat u de batterijen niet laat
vallen tijdens het openen of sluiten van het
batterijdeksel.
Batterij-restladings-indicatie
(bij gebruik van nikkel-
metaalhydridebatterijen)
Naar mate de lading minder wordt tijdens
het gebruik van de batterij, geeft de batterij-
restladings-indicatie de resterende
batterijlading aan door middel van de
volgende symbolen.
Als het LCD-scherm uit staat, drukt u op
om het in te schakelen.
Het is mogelijk dat deze informatie niet juist
wordt aangegeven vanwege de omstandigheden
waaronder de camera wordt gebruikt en de
toestand van de batterijlading, of vanwege de
omgeving.
Bij gebruik van alkalibatterijen geeft de
indicator van de resterende acculading niet de
juiste informatie aan. Bovendien verschillen de
prestaties sterk afhankelijk van de fabrikant en
het type batterij, en kan de stroomvoorziening
wegvallen terwijl de indicator van de resterende
batterijlading nog voldoende lading aangeeft.
In dat geval vervangt u de batterijen door
nieuwe of laadt u de nikkel-
metaalhydridebatterijen op.
Als de netspanningsadapter (niet bijgeleverd)
wordt gebruikt, wordt de batterij-restladings-
indicatie niet getoond.
3
Batterij-
restlading
sindicatie
Richtlijnen voor de
resterende batterijlading
Voldoende batterijlading
resteert
Batterij is half vol
Batterij zwak, het opnemen/
weergeven zal spoedig
stoppen.
Vervang de huidige batterijen
door volledig opgeladen
batterijen, of laad de huidige
batterijen op.
(De waarschuwingsindicatie
knippert.)
Voorbereidingen
NL
15
Aantal beelden dat kan worden
opgenomen/weergegeven en
levensduur van de batterij
De tabel geeft bij benadering het aantal beelden
(en de bijbehorende levensduur van de batterijen)
aan dat kan worden opgenomen/bekeken wanneer
u beelden opneemt in de normale functie met
volledig opgeladen batterijen (bijgeleverd) bij een
temperatuur van 25 °C. Bij het aantal beelden dat
kan worden opgenomen of bekeken, is rekening
gehouden met het verwisselen van de
bijgeleverde "Memory Stick" indien
noodzakelijk. De werkelijke aantallen kunnen
lager zijn al naar gelang de omstandigheden.
Het batterijvermogen wordt minder naarmate u
de batterij meer gebruikt en naarmate de tijd
verstrijkt (blz. 121).
Opnemen van stilstaande
beelden
Onder gemiddelde omstandigheden
1)
Bij gebruik van Sony alkalibatterijen
1)
Opnemen in de volgende situaties:
De (P. Quality) is ingesteld op [Fine].
Als u iedere 30 seconden eenmaal opneemt
Als de zoom beurtelings tussen de uiterste W-
en T-kant omschakelt
Als de flitser iedere twee keer eenmaal afgaat
Als de stroom iedere tien keer eenmaal aan en
uit gaat
Wanneer [AF Mode] op [Single] staat
De meetmethode is gebaseerd op de CIPA-
norm. (CIPA: Camera & Imaging Products
Association)
Bekijken van stilstaande
beelden
2)
2)
Weergeven van enkelvoudige beelden op
volgorde met tussenpozen van drie seconden
Opnemen van bewegende
beelden
3)
3)
Continu bewegende beelden opnemen met
beeldformaat [160]
Het aantal beelden dat kan worden opgenomen/
weergegeven en de levensduur van de batterij
worden korter onder de volgende
omstandigheden:
Wanneer de omgevingstemperatuur laag is
Wanneer de flitser wordt gebruikt
Wanneer de camera veelvuldig in- en
uitgeschakeld wordt
Wanneer de zoom veelvuldig wordt gebruikt
Wanneer [LCD Backlight] is ingesteld op
[Bright] in de SET UP instellingen
Wanneer [AF Mode] is ingesteld op
[Monitor] in de SET UP instellingen
Wanneer de batterij zwak is
Beeld-
formaat
NH-AA-DA (2) (bijgeleverd)
LCD-
scherm
Aantal
beelden
Levensduur
van batterij
(min.)
5M
Aan Circa 340 Circa 170
Uit Circa 580 Circa 290
VGA
(E-Mail)
Aan Circa 340 Circa 170
Uit Circa 580 Circa 290
Beeld-
formaat
R6-alkalibatterijen
(AA-formaat, 2 stuks, niet
bijgeleverd)
LCD-
scherm
Aantal
beelden
Levensduur
van batterij
(min.)
5M
Aan Circa 70 Circa 35
Uit Circa 150 Circa 75
VGA
(E-Mail)
Aan Circa 70 Circa 35
Uit Circa 150 Circa 75
Beeld-
formaat
NH-AA-DA (2) (bijgeleverd)
Aantal
beelden
Levensduur
van batterij
(min.)
5M Circa 6800 Circa 340
VGA(E-Mail)
Circa 6800 Circa 340
NH-AA-DA (2) (bijgeleverd)
LCD-scherm aan LCD-scherm uit
Circa 170 min. Circa 240 min.
NL
16
Gebruik van de netspanningsadapter
, Open de DC IN-
busbeschermdop en sluit de
netspanningsadapter AC-LS5
(niet bijgeleverd) aan op de DC
IN-aansluitbus van uw camera.
Sluit de gelijkstroomstekker aan met het v
merkteken in de richting van de voorkant
van de camera.
Zorg ervoor dat u de
netspanningsadapter AC-LS5 gebruikt.
Andere netspanningsadapters kunnen
niet worden gebruikt met deze camera.
Sluit de netspanningsadapter aan op een
makkelijk bereikbaar muurstopcontact in de
buurt. Indien er zich tijdens het gebruik van de
adapter een of ander probleem voordoet, trek
dan de stekker onmiddellijk uit het stopcontact.
, Sluit het netsnoer aan op de
netspanningsadapter en
vervolgens op een stopcontact
in de muur.
Nadat het opladen klaar is haalt u de
netspanningsadapter uit de DC IN-aansluitbus
van de camera en trekt u de stekker van het
netsnoer uit het stopcontact.
Het apparaat is niet losgekoppeld van de
netspanning zolang de stekker nog in het
stopcontact zit, ook niet als het apparaat zelf
uitgeschakeld is.
1
DC IN-aansluitbusbeschermdop
Netspannings-
adapter
(niet
bijgeleverd)
Gelijkstroom-
stekker
2
2 Naar het
stopcontact
Netsnoer
1
Gebruik van de camera
in het buitenland
Spanningsbronnen
U kunt uw camera in ieder land of gebied
gebruiken met de batterijlader (bijgeleverd)
of de netspanningsadapter AC-LS5 (niet
bijgeleverd) tussen 100 V tot 240 V
wisselspanning van 50 of 60 Hz. Als de
stekker van de adapter niet in het
stopcontact [b] past, moet u een in de
handel verkrijgbaar verloopstuk [a]
gebruiken.
Gebruik geen elektronische transformator
(reisadapter) omdat deze een defect kan
veroorzaken.
BC-CS2A/CS2B
Voorbereidingen
NL
17
In- en uitschakelen van de camera
, Druk op POWER.
Het POWER-lampje (groen) gaat branden
en de camera is nu ingeschakeld. Wanneer
u de camera voor het eerst inschakelt,
verschijnt het Clock Set-scherm (blz. 18).
Uitschakelen van de camera
Druk opnieuw op POWER. Het POWER-
lampje dooft en de camera is nu
uitgeschakeld.
Laat het lensgedeelte van de camera
niet gedurende een lange tijd
uitgeschoven staan terwijl de batterijen
eruit gehaald zijn, de
netspanningsadapter (niet bijgeleverd)
losgekoppeld is, enz., omdat hierdoor
een storing kan optreden.
Als u de camera inschakelt terwijl de
modusschakelaar in een andere stand staat dan
SET UP of , of als u op de RESET toets
drukt, verschuift de lens. Raak het lensgedeelte
niet aan wanneer deze in werking is.
Automatische
uitschakelingsfunctie
Wanneer u de camera tijdens het opnemen
of bekijken of tijdens het uitvoeren van SET
UP gedurende circa drie minuten niet
bedient, wordt de camera automatisch
uitgeschakeld om de batterij te sparen. De
automatische uitschakelfunctie treedt alleen
in werking als de camera op batterijen
werkt. In de volgende situaties zal de
camera ook niet automatisch worden
uitgeschakeld.
Wanneer u bewegende beelden bekijkt
Wanneer u een diavoorstelling weergeeft
Wanneer u aansluit op de (USB) of
A/V OUT (MONO) aansluiting
POWER
POWER-knop
POWER-lampje
Gebruik van de
regelknop
Om de huidige instellingen van de camera
te veranderen, roept u het menu of het SET
UP-scherm (blz. 46) op en gebruikt u de
regelknop om de veranderingen te maken.
Voor instelling van een menuonderdeel,
drukt u op v/V/b/B op de regelknop, om
het gewenste onderdeel en instelling te
kiezen, en de instelling te realiseren. Voor
instelling van de SET UP-onderdelen, drukt
u op v/V/b/B op de regelknop om het
gewenste onderdeel en instelling te kiezen
en druk daarna op z om de instelling te
realiseren.
2
1
Camera
AF Mode:
Digital Zoom:
Date/Time:
Red Eye Reduction:
AF Illuminator:
Auto Review:
Single
Smart
Off
Off
Auto
Off
SELECT
Cancel
OK
Setup 2
File Number:
USB Connect:
Video Out:
Clock Set:
1
NL
18
De datum en tijd instellen
, Zet de modusdraaiknop op .
U kunt deze procedure ook uitvoeren wanneer
de modusdraaiknop op P, M, , , , ,
, , of .
, Druk op POWER om de camera
in te schakelen.
Het POWER-lampje (groen) gaat branden
en het Clock Set-scherm verschijnt op het
LCD-scherm.
, Kies de gewenste
datumweergave met v/V op de
regelknop en druk daarna op
z.
U hebt de keuze uit [Y/M/D] (jaar/maand/
dag), [M/D/Y] (maand/dag/jaar) en [D/M/
Y] (dag/maand/jaar).
Indien de oplaadbare knoopbatterij (blz. 118),
die de stroom levert voor het opslaan van de
tijdinformatie, ooit bijna leeg raakt, zal
opnieuw het Clock Set-scherm verschijnen.
Wanneer dit gebeurt, moet u de datum en tijd
opnieuw instellen door te beginnen bij stap 3
hierboven.
Om de datum en tijd te
veranderen, zet u de
modusschakelaar op SET UP,
kiest u [Clock Set] in (Setup 2)
(blz. 46 en 116) en voert u de
procedure vanaf stap 3 uit.
1
Modusdraaiknop
2
2
2004
/:
/
1 1
12 00
AM
OK
Cancel
Clock Set
D/M/Y
M/D/Y
Y/M/D
POWER
POWER-knop
3
2004
/:
/
1 1
12 00
AM
2004
/:
/
1 1
12 00
AM
Clock Set
D/M/Y
M/D/Y
Y/M/D
OK
Cancel
Voorbereidingen
NL
19
, Kies het onderdeel (jaar,
maand, dag, uur of minuut) dat
u wilt instellen met b/B op de
regelknop.
Het onderdeel dat u wilt instellen, wordt
aangegeven met v/V.
, Stel de numerieke waarde in
met v/V op de regelknop en
druk daarna op z om de
ingestelde waarde te
bevestigen.
Nadat het cijfer is ingevoerd, gaat v/V naar
het volgende onderdeel. Herhaal stap 4 en
5 totdat alle onderdelen zijn ingesteld.
Indien u bij stap 3 [D/M/Y] hebt gekozen,
wordt de tijd aangegeven volgens het 24-
urensysteem.
Middernacht wordt aangegeven met 12:00 AM,
en midden op de dag met 12:00 PM.
, Kies [OK] met B op de
regelknop en druk daarna op
z.
De datum en tijd worden ingevoerd en de
klok begint te lopen.
Om de instelling van de datum en tijd te
annuleren, kiest u [Cancel] met v/V/b/B op de
regelknop en daarna drukt u op z.
4
2004
/:
/
1 1
12 00
AM
OK
Cancel
Clock Set
D/M/Y
M/D/Y
Y/M/D
5
2005
/:
/
1 1
10 00
AM
OK
Cancel
Clock Set
D/M/Y
M/D/Y
Y/M/D
6
2005
/:
/
1 1
10 30
AM
OK
Cancel
Clock Set
D/M/Y
M/D/Y
Y/M/D
NL
20
Plaatsen en verwijderen van een "Memory Stick"
, Open het deksel van de
aansluiting/"Memory Stick".
Voor verdere informatie over "Memory Stick",
zie blz. 119.
, Breng de "Memory Stick" aan.
Steek een "Memory Stick" helemaal naar
binnen zoals aangegeven totdat deze
vastklikt.
Duw de "Memory Stick" helemaal naar binnen
zodat deze stevig vastzit in de aansluiting. Als
de "Memory Stick" niet juist in de camera is
geplaatst, kan het onmogelijk zijn de beelden
op de "Memory Stick" op te nemen of weer te
geven.
, Sluit het deksel van de
aansluiting/"Memory Stick"
totdat deze dichtklikt.
Verwijderen van een "Memory Stick"
Open het deksel van de aansluiting/
"Memory Stick" en duw vervolgens tegen
de "Memory Stick" zodat deze naar buiten
springt.
Wanneer het toegangslampje brandt,
neemt de camera op of leest deze een
beeld. In deze situatie mag u de
"Memory Stick" nooit verwijderen en
nooit het apparaat uitschakelen. De
gegevens kunnen beschadigd worden.
1
2
Etiketzijde
Kant met
aansluitingen
3
Toegangslampje
O
pnemen van s
til
s
t
aan
d
e
b
ee
ld
e
n
Opnemen van stilstaande beelden
NL
21
Instellen van het formaat van stilstaand beeld
, Zet de modusdraaiknop op
en schakel de camera in.
U kunt deze procedure ook uitvoeren wanneer
de modusdraaiknop op P, M, , , , ,
of .
, Druk op (Beeldformaat).
Het Image Size-instelmenu wordt
afgebeeld.
Voor verdere informatie over het beeldformaat,
zie blz. 22.
, Kies het gewenste
beeldformaat met v/V op de
regelknop.
Het beeldformaat is nu ingesteld.
Nadat u klaar bent met het maken van
instellingen, drukt u op
(Beeldformaat) zodat het instelmenu Image
Size van het LCD-scherm verdwijnt.
De instelling van het beeldformaat die u hier
kiest blijft behouden, zelfs nadat u de camera
uitschakelt.
1
Modusdraaiknop
2
VGA (E-Mail)
1M
3M
3:2
5M
5M
Image Size
3
VGA (E-Mail)
1M
3M
3:2
5M
1M
Image Size
NL
22
Beeldformaat en -kwaliteit
U kunt het beeldformaat (aantal
beeldpunten) en de beeldkwaliteit
(compressieverhouding) kiezen aan de hand
van het soort beelden dat u wilt opnemen.
Het beeldformaat wordt aangegeven door
het aantal pixels (beeldpunten) (horizontaal
× verticaal), waaruit een beeld is
opgebouwd. Bijvoorbeeld, een
beeldformaat van 5M (2592×1944) geeft
aan dat er horizontaal 2592 pixels en
verticaal 1944 pixels zijn. Hoe talrijker het
aantal pixels, des te groter het beeldformaat.
U kunt kiezen uit Fine (hoge) beeldkwaliteit
of Standard (normale) beeldkwaliteit. Bij
elk wordt een andere mate van
comprimeren gebruikt.
Als u Fine kiest, wordt de beeldkwaliteit
verhoogd bij vergroting van het
beeldformaat, echter de gegevensopslag
wordt ook vergroot wat betekent dat u
minder beelden kunt opslaan op de
"Memory Stick". Raadpleeg de tabel aan de
rechterzijde en kies het beeldformaat en de
beeldkwaliteit dat geschikt is voor het soort
beelden dat u wilt opnemen.
Korte beschrijving van het beeldformaat
Onderstaande tekening geeft een overzicht van het beeldformaat met een maximuminstelling
en een minimuminstelling aan.
Voorbeelden m.b.t. beeldformaat
1)
De fabrieksinstelling is [5M]. Dit is de hoogste beeldkwaliteit op deze camera.
2)
De beelden worden opgenomen in dezelfde 3:2 beeldverhouding als fotopapier, briefkaarten, enz.
Beeldformaat Aanwijzingen voor gebruik
5M
1)
(2592×1944)
Voor het opslaan van belangrijke beelden, afdrukken
op A4-formaat, of afdrukken van A5-formaat beelden
met een hoge resolutie
3:2
2)
(2592×1728)
3M (2048×1536)
1M (1280×960) Voor het afdrukken op briefkaartformaat
VGA (E-Mail)
(640×480)
Voor het opnemen van een groot aantal beelden
Voor het verbinden van beelden aan e-mailberichten,
of voor het maken van een homepage
2592
1944
480
640
Grootte weergave: 5M
Beeldformaat: 5M
2592 pixels × 1944 pixels=5.038.848 pixels
Grootte weergave: VGA (E-Mail)
Beeldformaat: VGA
640 pixels × 480 pixels=307.200 pixels
Groter
Kleiner
Opnemen van stilstaande beelden
NL
23
Voorbeelden m.b.t. beeldkwaliteit
Het aantal beelden dat op een "Memory Stick" bewaard kan worden
3)
Het aantal beelden dat kan worden opgeslagen in de instelling Fine (Standard)
4)
wordt
hieronder aangegeven.
(Eenheden: aantal beelden)
3)
Wanneer [REC Mode] op [Normal] staat.
Het aantal beelden dat in andere modi bewaard kan worden, staat vermeld op blz. 109.
4)
Voor verdere informatie over de instelling van de beeldkwaliteit (compressieverhouding), zie blz. 46.
Beeldkwaliteit
(Mate van comprimeren)
Gebruiksadvies
Fine
Voor opnamen of afdrukken met een betere beeldkwaliteit
Standard
Voor het opnemen van een groot aantal beelden
Capaciteit
16MB 32MB 64MB 128MB
MSX-
256
MSX-
512
MSX-1G
Beeldformaat
5M
6
(11)
12
(23)
25
(48)
51
(96)
92
(174)
188
(354)
384
(723)
3:2
6
(11)
12
(23)
25
(48)
51
(96)
92
(174)
188
(354)
384
(723)
3M
10
(18)
20
(37)
41
(74)
82
(149)
148
(264)
302
(537)
617
(1097)
1M
24
(46)
50
(93)
101
(187)
202
(376)
357
(649)
726
(1320)
1482
(2694)
VGA (E-Mail)
97
(243)
196
(491)
394
(985)
790
(1975)
1428
(3571)
2904
(7261)
5928
(14821)
Minimaal comprimeren
(ziet er beter uit)
Maximaal comprimeren
(normaal)
Wanneer beelden die zijn opgenomen met
eerdere Sony modellen worden weergegeven op
deze camera, kan het display anders zijn dan
het werkelijke beeldformaat.
Wanneer de beelden op het LCD-scherm van de
camera worden bekeken, zijn ze allemaal even
groot.
Het aantal opneembare beelden kan variëren,
afhankelijk van de opname-omstandigheden.
Wanneer het aantal resterende beelden om op te
nemen hoger is dan 9.999, verschijnt de
">9999" indicatie op het LCD-scherm.
Het formaat van de beelden kunt u later
veranderen (Beeldformaat-instelfunctie,
blz. 68).
NL
24
Basisopname van stilstaande beelden — met automatische regeling
Op de juiste manier de camera
vasthouden
Wees voorzichtig tijdens het opnemen van
beelden met de camera dat uw vingers niet
de lens, zoeker, flitser, microfoon of het
zelfontspanner-lampje/AF-illuminator
(blz. 8) blokkeren.
, Zet de modusdraaiknop op
en schakel de camera in.
De lensafdekking gaat open wanneer de camera
wordt ingeschakeld.
Raak het lensgedeelte niet aan terwijl de
camera in gebruik is, bijvoorbeeld wanneer u
op POWER drukt om de camera in te schakelen
of wanneer de zoomfunctie werkt (blz. 26).
Deze camera kan nieuwe mappen aanmaken en
mappen selecteren om op de "Memory Stick"
op te slaan (blz. 47).
, Houd de camera stevig met
beide handen vast en
positioneer het onderwerp in
het midden van het
scherpstelframe.
De minimale scherpstelafstand tot het
onderwerp is ongeveer 50 cm. Om
onderwerpen op te nemen die zich dichterbij
bevinden, gebruikt u de close-up (macro)-
opnamefunctie (blz. 28).
Het frame aangegeven op het LCD-scherm laat
het instelbereik van de scherpstelling zien (AF-
bereikzoeker, blz. 48).
1
Modusdraaiknop
2
Opnemen van stilstaande beelden
NL
25
, Houd de sluiterknop tot
halverwege ingedrukt.
De pieptoon klinkt, maar het beeld is nog
niet opgenomen. Wanneer de AE/AF-
vergrendelingsindicatie stopt met
knipperen en continu gaat branden, is de
camera gereed voor opname.
(Het LCD-scherm kan een fractie van een
seconde bevroren worden, afhankelijk van
het onderwerp.)
Als u de sluiterknop loslaat, wordt het opnemen
geannuleerd.
U kunt verder gaan met opnemen, zelfs als de
camera geen pieptoon laat horen, maar er wordt
dan niet goed scherpgesteld.
, Druk de sluiterknop volledig in.
De sluiter maakt een geluid. Het beeld
wordt vastgelegd op de "Memory Stick".
Wanneer het opnamelampje (blz. 9) uit
gaat, kunt u het volgende beeld opnemen.
Als de camera op batterijen werkt en u de
camera enige tijd niet gebruikt tijdens opnemen
of weergeven, wordt de camera automatisch
uitgeschakeld om batterijlading te sparen
(blz. 17).
Automatische scherpstelling
Wanneer u probeert een onderwerp op te
nemen waarop moeilijk scherpgesteld kan
worden, gaat de AE/AF-
vergrendelingsindicatie langzaam
knipperen. Bovendien klinkt de pieptoon
van de AE-vergrendelingsfunctie niet.
Onder de volgende omstandigheden bestaat
de kans dat de automatische scherpstelling
niet werkt. In dergelijke gevallen dient u de
sluiterknop los te laten, een nieuwe
compositie van het beeld te maken en de
scherpstelling opnieuw te regelen.
Het onderwerp is te ver verwijderd van de
camera en te donker.
Er is te weinig contrast tussen het
onderwerp en de achtergrond.
Het onderwerp bevindt zich achter glas,
zoals een raam.
Een snel bewegend onderwerp.
Het onderwerp reflecteert of heeft een
glanzende afwerking, zoals een spiegel of
een lichtgevend lichaam.
Een flitsend onderwerp.
Een onderwerp met tegenlicht.
Er zijn twee automatische
scherpstellingsfuncties: "AF-
bereikzoekerframe" waarbij scherpstelling
plaats vindt d.m.v. de positie en de grootte
van het onderwerp, en de "Automatische
scherpstelling" waarmee de begintijd en
stoptijd van de scherpstelling ingesteld
wordt. Zie blz. 48 voor verdere informatie.
3
96
VGA
FINE
101
F2.830
S
AF
AE/AF
vergrendelingsindicatie
Knippert groen
t
Is aan
4
95
VGA
101
S
AF
NL
26
Controleren van het laatst
opgenomen beeld — Quick Review
, Druk op b (7) op de regelknop.
Om terug te keren naar de normale
opnamemodus, drukt u zachtjes op de
sluiterknop of drukt u opnieuw op b (7).
Het wissen van een foto die op het
LCD-scherm weergegeven wordt
1 Druk op (Wissen).
2 Kies [Delete] met v op de regelknop en
druk daarna op z.
Het beeld wordt gewist.
Als gevolg van de beeldverwerking kan kort na
het begin van de weergave, het beeld er korrelig
uitzien.
10:30
PM
2005 1 1101
-
0029
Review
8/8
101
VGA
RETURN
Gebruik van de zoomfunctie
, Druk op de zoomknoppen om
de gewenste zoomstand voor
de opname te kiezen.
Minimale scherpstelafstand tot het
onderwerp
Circa 50 cm van het lensoppervlak
Het lensgedeelte beweegt wanneer de
zoomfunctie in werking is. Raak het
lensgedeelte niet aan wanneer dit in werking is.
U kunt tijdens het opnemen van bewegende
beelden de zoomvergroting niet
veranderen(blz. 77).
Zoom
Uw camera is uitgerust met zoomfuncties
die het beeld vergroten door middel van
optisch zoomen en twee soorten digitale
bewerking. U kunt het type digitale-
zoomfunctie kiezen uit slimme-
zoomfunctie en precizie-digitale-
zoomfunctie. Als de digitale zoom is
ingesteld, schakelt de zoomfunctie om van
optische zoom naar digitale zoom wanneer
de zoomvergrotingsfactor hoger wordt dan
3×.
Voor gebruik van alleen de optische zoom,
moet [Digital Zoom] op [Off] gezet worden
in de SET UP instellingen (blz. 115). In dat
geval verschijnt het digitale-zoomgebied
niet op de zoom-vergrotingsindicatie op het
LCD-scherm, en is de maximale
zoomvergrotingsfactor 3×. De
vergrotingsmethode en de
zoomvergrotingsfactor verschillen
afhankelijk van het beeldformaat en de
soort zoomfunctie. Kies daarom de
zoomfunctie aan de hand van het doel van
de opname.
Als u op de zoomknop drukt verschijnt de
indicator van de zoomverhouding als volgt
op het LCD-scherm.
T
W
T
W
101 101
96
VGA
S AF
96
VGA
1.1
5.0
S AF
W (groothoek-
opnamen)
T (tele-
opnamen)
Opnemen van stilstaande beelden
NL
27
De indicator van de zoomverhouding verandert
al naar gelang het type zoom.
Optische zoom:
Slimme-zoomfunctie:
Precizie digitale zoom:
Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet
tijdens het gebruik van de digitale zoom. De
of indicaties knipperen en de
automatische scherpstelling werkt met
voorrang op onderwerpen dicht bij het midden
van de zoeker.
Slimme-zoomfunctie
Het beeld wordt nagenoeg zonder
vervorming vergroot. Hiermee kunt u
slimme zoom gevoelsmatig hetzelfde
gebruiken als optische zoom. Om slimme
zoom in te stellen, moet [Digital Zoom] op
[Smart] gezet worden in de SET UP
instellingen (blz. 115). Bij aankoop van de
camera, staat deze ingesteld op slimme
zoom.
De maximale zoomvergrotingsfactor hangt
als volgt af van het gekozen beeldformaat.
Slimme zoom kan niet worden
gebruikt wanneer het beeldformaat
is ingesteld op [5M] of [3:2]. Stel dus
een ander beeldformaat in als u
slimme zoom wilt gebruiken. Bij
aankoop van de camera, staat het
beeldformaat ingesteld op [5M].
Wanneer u de slimme-zoomfunctie gebruikt,
kan het beeld op het LCD-scherm er grof uit
zien. Dit verschijnsel heeft echter geen effect
op het opgenomen beeld.
U kunt slimme zoom niet gebruiken in de Multi
Burst-functie.
Precizie digitale zoom
Alle beeldformaten worden vergroot tot een
maximum van 6×. Met deze functie kunt u
een bepaald deel van het beeld uitknippen
en vergroten, maar de beeldkwaliteit
verslechtert. Om precizie digitale zoom in
te stellen, moet [Digital Zoom] op
[Precision] gezet worden in de SET UP-
instellingen (blz. 115).
De W-kant van deze lijn betreft het optische
zoomgebied en de T-kant van deze lijn
betreft het digitale zoomgebied
Zoom-
vergrotings-
indicatie
Optische zoom
Slimme-
zoomfunctie
m
Beeldformaat Maximale
zoomvergrotingsfactor
3M 3.8×
1M 6.1×
VGA (E-Mail) 12×
Optische zoom Precizie digitale
zoom
m
NL
28
Opnemen van close-ups — Macro
De close-up (macro)-opnamefunctie wordt
gebruikt bij het inzoomen op onderwerpen
zoals bloemen en insecten. Door de zoom
helemaal naar de W-kant te brengen, kunt u
onderwerpen opnemen op een afstand van
minimaal slechts 6 cm. De minimale
scherpstelafstand verschilt afhankelijk van
de zoomvergroting. Daarom bevelen wij
aan op te nemen met de zoom helemaal naar
de W-kant gebracht.
Wanneer de zoom helemaal naar de
W-kant is gebracht:
Circa 6 cm van het lensoppervlak
Wanneer de zoom helemaal naar de
T-kant is gebracht:
Circa 30 cm van het lensoppervlak
, Zet de modusdraaiknop op
en druk op B () op de
regelknop.
Op het LCD-scherm verschijnt (macro-
indicatie).
Indien het menu nog wordt weergegeven, druk
dan eerst op MENU zodat het menu verdwijnt.
U kunt deze procedure ook uitvoeren wanneer
de modusdraaiknop op P, M, , , of
.
, Zorg dat het onderwerp zich
midden in het frame bevindt.
Houd de sluiterknop
halverwege ingedrukt om
scherp te stellen en druk
daarna de sluiterknop
helemaal omlaag.
Terugkeren naar de normale
opname-modus
Druk opnieuw op B ( ) op de regelknop.
De indicatie verdwijnt van het LCD-
scherm.
1
96
VGA
101
S
AF
2
95
VGA
101
S
AF
Opnemen van stilstaande beelden
NL
29
Tijdens het opnemen in de close-up (macro)-
opnamefunctie moet u het LCD-scherm
gebruiken. Wanneer u opneemt met
gebruikmaking van de zoeker, kan het bereik
dat zichtbaar is in de zoeker verschillen van het
werkelijke opnamebereik. Dit komt door de
parallax.
Tijdens het opnemen in de close-up (macro)-
opnamefunctie wordt de scherpte-diepte zeer
gering en het kan voorkomen dat op het gehele
onderwerp is scherpgesteld.
Tijdens het opnemen in de close-up (macro)-
opnamefunctie wordt de snelheid van de
automatische scherpstelling lager om
nauwkeuriger scherp te kunnen stellen op
onderwerpen dichtbij.
Gebruik van de zelfontspanner
, Zet de modusdraaiknop op
en druk op V ( ) op de
regelknop.
De indicatie (zelfontspanner-indicatie)
verschijnt op het scherm.
Indien het menu nog wordt weergegeven, druk
dan eerst op MENU zodat het menu verdwijnt.
U kunt deze procedure ook uitvoeren wanneer
de modusdraaiknop op P, M, , , , ,
, of .
, Zorg dat het onderwerp zich
midden in het frame bevindt.
Houd de sluiterknop
halverwege ingedrukt om
scherp te stellen en druk
daarna de sluiterknop
helemaal omlaag.
Het zelfontspannerlampje (blz. 8) knippert
en een pieptoon klinkt nadat u op de
sluiterknop hebt gedrukt totdat de
zelfontspanner in werking treedt (ongeveer
na 10 seconden).
Om de zelfontspanner halverwege
de procedure uit te schakelen
Druk opnieuw op V ( ) op de regelknop.
De indicatie verdwijnt van het LCD-
scherm.
Indien u de sluiterknop indrukt terwijl u vóór
de camera staat, is de kans aanwezig dat de
scherpstelling en de belichting niet correct
worden geregeld.
1
VGA
101
96
S
AF
2
VGA
FINE
101
96
F2.830
S
AF
NL
30
Een flitsmodus kiezen
, Zet de modusdraaiknop op
en druk herhaaldelijk op v ()
op de regelknop om een
flitsmodus te kiezen.
Bij elke druk op v ( ) verandert de
indicatie als volgt.
Geen indicatie (Automatisch):
De
flitser gaat automatisch af wanneer u beelden
opneemt op een donkere plaats of tegen een
lichtbron in. De fabrieksinstelling is Auto.
(Altijd flitsen): De flitser gaat altijd af,
ongeacht de helderheid van de omgeving.
(Langzame synchro): De flitser
gaat altijd af, ongeacht de helderheid van de
omgeving. In een donkere omgeving is de
sluitertijd lang zodat u de achtergrond die
buiten het bereik van de flitser ligt,
duidelijk kunt opnemen.
(Niet flitsen): De flitser gaat niet af.
VGA
101
96
S
AF
SL
Indien het menu nog wordt weergegeven, druk
dan eerst op MENU zodat het menu verdwijnt.
U kunt deze procedure ook uitvoeren wanneer
de modusdraaiknop op P, M, , of .
De aanbevolen opnameafstand met gebruik van
de flitser is ongeveer 0,2 m tot 3,5 m (W)/0,3 m
tot 2,5 m (T) (Wanneer [ISO] is ingesteld op
[Auto] in de menu-instellingen).
De flitser gaat twee keer af. De eerste keer is de
voorflits, die gebruikt wordt om de hoeveelheid
flitslicht in te stellen en de tweede keer is de
eigenlijke flits, waarbij de opname plaats vindt.
De helderheid van de flitser kunt u, met
(Flash Level) bij de menu-instellingen, regelen
(blz. 58). (U kunt de intensiteit van de flits niet
veranderen wanneer de modusdraaiknop op
staat.)
Wanneer u de (langzame synchro)- of
(niet flitsen)-gebruikt, wordt de sluitertijd
langer op donkere plaatsen, zodat het
verstandig is een statief te gebruiken.
Tijdens het opladen van de flitser knippert het
(flitserlaad)-lampje. Wanneer het laden is
voltooid, gaat het lampje uit.
Deze instelling blijft ook na het uitschakelen
van de camera bewaard.
Opnemen van beelden met
tegenlicht
Als u in de automatische instelfunctie
opneemt met tegenlicht, zal de flitser
automatisch afgaan, zelfs als er voldoende
licht rondom het onderwerp is (daglicht-
synchro).
Voor flitsen
Tijdens flitsen
Afhankelijk van de opnameomstandigheden is
het mogelijk dat met daglicht-synchro niet het
gewenste effect wordt verkregen.
Wanneer u de flitser niet wilt gebruiken, stelt u
de flitserfunctie in op (niet flitsen).
SL
Opnemen van stilstaande beelden
NL
31
Voorkomen dat de ogen van
het onderwerp rood worden
Zet in de SET UP-instellingen (blz. 115)
[Red Eye Reduction] op [On]. De
indicatie verschijnt op het LCD-scherm en
de flitser gaat vóór het opnemen af om het
rode-ogeneffect te verminderen.
Afhankelijk van individuele verschillen, de
afstand tot het onderwerp, het niet opmerken
van de voorflitser door de gefotografeerde
persoon of andere omstandigheden, zal de
functie voor vermindering van het rode-
ogeneffect niet altijd het gewenste resultaat
opleveren.
Als [Red Eye Reduction] is ingesteld op [On],
gaat de flits twee keer of vaker af.
Beelden opnemen met de AF-
illuminator
De AF-illuminator levert vullicht om
gemakkelijker op een onderwerp in een
donkere omgeving te kunnen scherpstellen.
De indicatie verschijnt op het LCD-
scherm en de AF-illuminator werpt rood
licht uit wanneer de sluiterknop halverwege
ingedrukt is totdat de scherpstelling is
vergrendeld.
Als deze functie niet nodig is, stelt u [AF
Illuminator] in op [Off] op het SET UP-
scherm (blz. 115).
Als de AF-illuminator het onderwerp niet
voldoende raakt of als het onderwerp
onvoldoende contrast heeft, kan niet worden
scherpgesteld. (Een afstand van maximaal 3,5
m (W) en 2,5 m (T) wordt aanbevolen.)
De camera kan scherpstellen zolang de AF-
illuminator het onderwerp bereikt, zelfs als het
rode licht iets buiten het midden van het
onderwerp valt.
Wanneer de afstand van de scherpstelling-
voorkeuze is ingesteld (blz. 50), werkt de AF-
verlichting niet.
Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet. De
of indicaties knipperen en de
automatische scherpstelling werkt met
voorrang op onderwerpen dicht bij het midden
van de zoeker.
Het hulplicht voor automatisch scherpstellen
werkt niet wanneer de modusschakelaar in de
stand of staat.
De AF-illuminator zendt zeer helder licht uit.
Ofschoon de veiligheid niet in het gedrang kan
komen, wordt het niet aangeraden om van
dichtbij rechtstreeks in het hulplicht voor
automatisch scherpstellen te kijken.
m
ON
VGA
101
96
ON
FINE
F2.830
S
AF
NL
32
Beelden opnemen met de zoeker
De zoeker is handig voor het geval u
acculading wilt besparen of wanneer het
moeilijk is het beeld te bepalen op het LCD-
scherm.
Bij elke druk op , verandert de indicatie
in de hierna aangegeven volgorde.
Histogram aan
(Histogram aan Beeldinformatie kan ook worden
afgebeeld tijdens weergave.)
r
Indicaties uit
r
LCD-scherm uit
r
Indicaties aan
Het beeld op de zoeker geeft niet het werkelijk
opneembare bereik aan. Dit komt door de
parallax. Om het opneembare bereik te bepalen
gebruikt u het LCD-scherm.
Net als met de AE/AF-vergrendelings-indicatie
op het LCD-scherm, wanneer het AE/AF-
vergrendellampje van het zoekergedeelte stopt
met knipperen en aan blijft, kunt u beginnen
met het opnemen (blz. 25).
Wanneer het LCD-scherm wordt uitgeschakeld:
De digitale-zoomfunctie werkt niet (blz. 27).
[AF Mode] staat op [Single] (blz. 49).
en u op (flitserfunctie)/
(zelfontspannerfunctie)/ (macrofunctie)
drukt, zal het beeld gedurende ongeveer twee
seconden op het LCD-scherm worden
afgebeeld zodat u de instelling kunt
controleren of veranderen.
Tijdens het opnemen/weergeven van
bewegende beelden veranderen de
aanduidingen op het LCD-scherm als volgt:
Indicaties uit t LCD-scherm uit t Indicaties
aan.
Een uitvoerige beschrijving van de indicaties
vindt u op blz. 124.
Een uitvoerige beschrijving van de histogram
vindt u op blz. 55.
Deze instelling blijft ook na het uitschakelen
van de camera bewaard.
Zoeker
VGA
101
96
S AF
S AF
VGA
101
96
S AF
Opnemen van stilstaande beelden
NL
33
De datum en tijd opnemen op een stilstaand beeld
, Zet de modusdraaiknop op
SET UP.
Het SET UP-scherm verschijnt.
De datum en tijd worden niet opgenomen in de
Multi Burst-functie.
Wanneer opnamen worden gemaakt met de
datum en tijd erop geprojecteerd, kunnen de
datum en tijd later niet meer worden
verwijderd.
De datum en tijd verschijnen niet op het LCD-
scherm tijdens het opnemen; in plaats daarvan
verschijnt de indicatie op het LCD-
scherm. De huidige datum en tijd worden in het
rood, alleen tijdens weergave, in de rechter
benedenhoek getoond.
, Kies (Camera) met v op de
regelknop en druk daarna op
B.
Kies [Date/Time] met v/V en
druk daarna op B.
, Kies de instelling van de datum
en tijd met v/V op de regelknop
en druk daarna op z.
Day&Time: Datum, uur en minuten
worden op het beeld geprojecteerd.
Date: Jaar, maand en dag worden op het
beeld geprojecteerd.
Off: Datum en tijd worden niet op het beeld
geprojecteerd.
Wanneer u klaar bent met instellen, zet u de
modusdraaiknop op en maakt u de
opname.
U kunt ook opnamen maken als de
modusschakelaar op P, M, , , , ,
of ingesteld is.
Indien u [Date] kiest, wordt de datum in de
volgorde die werd gekozen bij "De datum en
tijd instellen" (blz. 18) op het beeld
geprojecteerd.
Deze instelling blijft ook na het uitschakelen
van de camera bewaard.
1
2
1
SELECT
Camera
AF Mode:
Digital Zoom:
Date/Time:
Red Eye Reduction:
AF Illuminator:
Auto Review:
Single
Smart
Off
Off
Auto
Off
2
Day&Time
Date
Off
2
1
Camera
AF Mode:
Digital Zoom:
Date/Time:
Red Eye Reduction
:
AF Illuminator:
Auto Review:
3
2
1
PAGE SELECT
Camera
AF Mode:
Digital Zoom:
Date/Time:
Red Eye Reduction
:
AF Illuminator:
Auto Review:
Single
Smart
Day&Time
Off
Auto
Off
NL
34
Opnemen in overeenstemming met de situatie
U kunt opnamen met een beter resultaat
maken door een toepasselijke opnamestand
te kiezen en daarna op de sluiterknop te
drukken.
Schemerfunctie
Hiermee kunt u nachtelijke scènes opnemen
vanaf grote afstand zonder de atmosfeer van
de donkere omgeving te verliezen. De
sluitertijd wordt langer, dus is het gebruik
van een statief aan te bevelen.
Schemer-portretfunctie
Geschikt voor het maken van
portretopnamen op donkere plaatsen. Voor
het maken van scherpe opnamen van
mensen op donkere plaatsen, zonder dat
daarbij de donkere sfeer van de omgeving
verloren gaat. De sluitertijd wordt langer,
dus is het gebruik van een statief aan te
bevelen.
Kaarslichtfunctie
U kunt opnamen maken op feestjes,
kerkdiensten en andere scènes met
kaarslicht, zonder de ambiance van het
kaarslicht te verstoren. De sluitertijd wordt
langer, dus is het gebruik van een statief aan
te bevelen.
Landschapsfunctie
Om alleen de achtergrond scherp te laten
uitkomen, zoals voor landschapsopnamen,
enz.
Opnemen van stilstaande beelden
NL
35
Strandfunctie
Bij het opnemen van scènes aan zee of langs
het meer, wordt met deze functie de blauwe
kleur van het water duidelijk opgenomen.
Zachte-opnamefunctie
Met deze modus kunt u huidskleur
opnemen met heldere en warme tinten
waardoor uw opnamen mooier worden.
Daarnaast geeft het zachte-
scherpstellingseffect een vriendelijke
atmosfeer aan uw portretten van mensen,
bloemen, enz.
, Zet de modusdraaiknop op ,
, , , of .
, Zorg dat het onderwerp zich
midden in het frame bevindt.
Houd de sluiterknop
halverwege ingedrukt om
scherp te stellen en druk
daarna de sluiterknop
helemaal omlaag.
1
Modusdraaiknop
2
98
101
VGA
FINE
S
AF
NL
36
Combinaties voor iedere stand van de modusdraaiknop
Als u opneemt met de modusdraaiknop in de stand , , , , of , ligt de
combinatie van functies, zoals de flitserfunctie, van tevoren vast om de optimale instellingen
voor de scène te verkrijgen. Zie onderstaande tabel.
Met a wordt aangeduid dat de functie naar uw wens ingesteld kan worden.
Functie
Macro
Flitsmodus
AF-
bereikzoe-
kerframe
Scherp-
stelling-
voorkeuze
Witbalans
Burst/Multi
Burst
Modus-
draaiknop
a a
a a a
Auto
Center AF
0.5m/1.0m/
3.0m/7.0m
/
a a a
a
/
a a a a
a a a a a a
SL
Lange sluitertijd NR
De lange sluitertijd-functie NR (lange
sluitertijd) vermindert de ruis op de
opnamen, zodat heldere beelden verkregen
worden. Bij een sluitertijd van 1/6 of langer,
stelt de camera automatisch de functie "NR
slow shutter" in werking en de aanduiding
"NR" verschijnt bij de aanduiding van de
sluitertijd.
Druk de sluiterknop
volledig in.
r
Daarna wordt het scherm
zwart.
r
Tenslotte, nadat
"Processing" is uit
gegaan, is het beeld
opgenomen.
Om de invloed van trillingen te elimineren, is
het gebruik van een statief aan te bevelen.
Wanneer een lange sluitertijd is ingesteld, kan
de verwerking enige tijd duren.
Capturing
Processing
Bekijken van stilstaande beelden
NL
37
Beelden bekijken op het LCD-scherm van
uw camera
De beelden die u met de camera hebt
opgenomen, kunt u bijna onmiddellijk
bekijken op het LCD-scherm. Voor het
bekijken van beelden hebt u de keuze uit de
volgende drie methoden.
Enkel scherm (enkelbeeld)
U kunt de beelden één voor één bekijken
waarbij elk beeld het gehele scherm vult.
Index-scherm (met negen/zestien
beelden)
Op het scherm worden negen of zestien
beelden tegelijk weergegeven, met elk
beeld in een apart vakje op het LCD-
scherm.
Voor verdere informatie over het bekijken van
bewegende beelden, leest u blz. 78.
Een uitvoerige beschrijving van de indicaties
vindt u op blz. 126.
BACK/NEXT VOLUME
VGA
10:30
PM
2005 1 1101
-
0008
8/9
101
SINGLE DISPLAY
SINGLE DISPLAY
Enkel scherm
(enkelbeeld)
Index-scherm (met
negen beelden)
Index-scherm (met
zestien beelden)
Individuele beelden
bekijken
, Zet de modusdraaiknop op
en schakel de camera in.
Het laatst opgenomen beeld in de gekozen
opnamemap (blz. 62) verschijnt op het
LCD-scherm.
Als gevolg van de beeldverwerking kan kort na
het begin van de weergave, het beeld er korrelig
uitzien.
1
BACK/NEXT
10:30
PM
2005 1 1101
-
0008
VOLUME
VGA
8/9
101
B
e
kijk
en van s
til
s
t
aan
d
e
b
ee
ld
e
n
NL
38
, Kies het gewenste stilstaande
beeld met b/B op de
regelknop.
b : Om het vorige beeld te tonen
B : Om het volgende beeld te tonen
2
BACK/NEXT
10:30
PM
2005 1 1101
-
0003
VOLUME
VGA
3/9
101
Een indexscherm bekijken (met negen/zestien beelden)
, Druk eenmaal op (index).
Het display schakelt over naar het index-
scherm (met negen beelden).
Om het volgende (vorige) index-
scherm weer te geven
Druk op v/V/
b/B op de regelknop om het
gele frame omhoog/omlaag/naar links/naar
rechts te verplaatsen.
Terugkeren van het negen-beelden-
indexscherm naar het
enkelbeeldscherm
Druk eenmaal op de T-zoomtoets of druk op
z op de regelknop.
, Druk tweemaal op (index).
Het display schakelt over naar het index-
scherm (met zestien beelden).
Om het volgende (vorige) index-
scherm weer te geven
Druk op v/V/
b/B op de regelknop om het
gele frame omhoog/omlaag/naar links/naar
rechts te verplaatsen.
Terugkeren van het zestien-beelden-
indexscherm naar het
enkelbeeldscherm
Druk tweemaal op de T-zoomtoets of druk
op z op de regelknop.
SINGLE DISPLAY
SINGLE DISPLAY
Bekijken van stilstaande beelden
NL
39
Beelden bekijken op een TV-scherm
, Sluit de A/V-aansluitkabel
(bijgeleverd) aan op de A/V
OUT (MONO) aansluiting van
de camera en de audio/video-
ingangsaansluitingen van de
televisie.
Als uw TV is uitgerust met stereo-
ingangsaansluitbussen, sluit u de
audiostekker (zwart) van de audio/video-
aansluitkabel aan op de linker audio-
aansluitbus.
Schakel zowel uw camera als de TV uit
alvorens u de camera en de TV aansluit met de
A/V-verbindingskabel.
, Schakel de TV in en zet de TV/
Video-schakelaar op "Video".
De naam en locatie van deze schakelaar kan per
TV verschillend zijn. Voor verdere informatie
leest u de gebruiksaanwijzingen van de TV.
, Zet de modusdraaiknop op
en schakel de camera in.
Druk op b/B op de regelknop om het
gewenste beeld te kiezen.
Wanneer u uw camera in het buitenland
gebruikt, kan het noodzakelijk zijn om het
video-uitgangssignaal aan te passen aan dat van
uw TV-systeem (blz. 116).
1
Naar de A/V OUT
(MONO)
aansluiting
A/V-verbindingskabel
2
TV/Video-schakelaar
BACK/NEXT
10:30PM2005 1 1101-0002
VOLUME
3
VGA
2/9
101
NL
40
Beelden bekijken op een TV-scherm
Als u beelden op een TV-scherm wilt
weergeven hebt u een TV nodig met een
video-ingangsaansluitbus en een audio/
video-aansluitkabel (bijgeleverd).
Het kleursysteem van de TV moet
overeenstemmen met dat van uw digitale
stilbeeldcamera. Raadpleeg de
onderstaande lijsten:
NTSC-systeem
Bahama’s, Bolivia, Canada, Chili,
Colombia, Ecuador, Filippijnen, Jamaica,
Japan, Korea, Mexico, Midden-Amerika,
Peru, Suriname, Taiwan, Venezuela, VS,
enz.
PAL-systeem
Australië, België, China, Denemarken,
Duitsland, Finland, Hongarije, Hongkong,
Italië, Koeweit, Maleisië, Nederland,
Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk,
Polen, Portugal, Singapore, Slowakije,
Spanje, Thailand, Tsjechië, Verenigd
Koninkrijk, Zweden, Zwitserland, enz.
PAL-M-systeem
Brazilië
PAL-N-systeem
Argentinië, Paraguay, Uruguay
SECAM-systeem
Bulgarije, Frankrijk, Guiana, Irak, Iran,
Monaco, Oekraïne, Rusland, enz.
Stilstaande beelden wissen
NL
41
Beelden wissen
, Zet de modusdraaiknop op
en schakel de camera in.
Druk op b/B op de regelknop
om het beeld te kiezen dat u
wilt wissen.
Merk op dat het niet mogelijk is gewiste
beelden te herstellen.
, Druk op (Wissen).
Het beeld is nu nog niet gewist.
U kunt een beveiligd beeld niet wissen
(blz. 67).
, Kies [Delete] met v op de
regelknop en druk daarna op
z.
De melding "Access" verschijnt en het
beeld is gewist.
Doorgaan en andere beelden wissen
Geef het beeld dat u wilt wissen weer met
b/B op de regelknop. Kies vervolgens
[Delete] met v en druk daarna op z.
Om het wissen te annuleren
Kies [Exit] met V op de regelknop en druk
daarna op z.
1
BACK/NEXT
10:30
PM
2005 1 1101-0002
2/9
VOLUME
VGA
101
2
Delete
Exit
VGA
2/9
101
BACK/NEXT
3
Delete
Exit
BACK/NEXT
VGA
2/9
101
Stilstaande beelden wisse
n
NL
42
Beelden wissen in de index-modus (met negen beelden/met zestien beelden)
, Terwijl er een index-scherm
(met negen/zestien beelden)
(blz. 38) wordt weergegeven,
drukt u op (Wissen).
Merk op dat het niet mogelijk is gewiste
beelden te herstellen.
, Kies [Select] met b/B op de
regelknop en druk daarna op
z.
, Kies een te wissen beeld met
v/V/b/B op de regelknop en
druk daarna op z.
De (Wissen) indicatie wordt op het
gekozen beeld afgebeeld. Het beeld is nu
nog niet gewist. Herhaal deze stap voor alle
beelden die u wilt wissen.
Om een keuze te annuleren, kies de foto, druk
daarna nogmaals op de z van de regelknop,
zodat de indicatie verdwijnt.
1
Delete
SelectExit
All In This Folder
2
Delete
SelectExit
All In This Folder
3
TO NEXTSELECT
Stilstaande beelden wissen
NL
43
, Druk op (Wissen) en kies
[OK] met B op de regelknop, en
druk daarna op z.
De mededeling "Access " wordt afgebeeld
en beelden met de indicator zijn gewist.
Om het wissen te annuleren
Kies [Exit] met b op de regelknop en druk
daarna op z.
Wissen van alle beelden in de map
Kies [All In This Folder] met B op de
regelknop in stap 2 en druk daarna op z.
Kies [OK] en druk daarna op z. Alle niet-
beveiligde beelden in de map worden
gewist. Om te stoppen met wissen, kiest u
[Cancel] en drukt u daarna op z.
Formatteren van
een "Memory Stick"
, Plaats de "Memory Stick" die u
wilt formatteren in de camera.
De term "formatteren" betekent het
voorbereiden van een "Memory Stick" op het
opnemen van beelden. Dit proces wordt ook
"initialiseren" genoemd.
De "Memory Stick" die met uw camera
geleverd werd en de in de handel verkrijgbare
"Memory Stick" zijn al geformatteerd en
kunnen gelijk gebruikt worden.
U moet zich realiseren, dat bij het
formatteren van een "Memory Stick",
alle gegevens op de "Memory Stick"
permanent gewist worden. Beveiligde
beelden worden ook gewist.
4
Delete Exit OK
1
NL
44
, Zet de modusdraaiknop op
SET UP en schakel de camera
in.
, Kies (Memory Stick Tool)
met v/V op de regelknop.
Kies [Format] met B en druk
daarna op B.
Kies [OK] met v en druk
daarna op z.
Annuleren van het formatteren
Kies [Cancel] met V op de regelknop en
druk daarna op z.
, Kies [OK] met v op de
regelknop en druk daarna op
z.
De melding "Formatting" verschijnt.
Wanneer deze melding verdwijnt is het
formatteren klaar.
2
Modusdraaiknop
3
2
1
Memory Stick Tool
Format:
Create REC. folder:
Change REC. folder:
OK
Cancel
4
Format
All data will be erased
Ready?
OK
Cancel
Voorafgaand aan geavanceerde bedieningen
NL
45
Aanwijzingen voor
instelling en
bediening van uw
camera
Hieronder worden de menu’s en onderdelen
van het SET UP-scherm beschreven zoals
die vaak worden gebruikt.
Een uitvoerige beschrijving van de
modusdraaiknop vindt u op blz. 10.
De menu-instellingen
wijzigen
a Zet de modusdraaiknop op ,
P, M, , , , , , ,
of .
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
De weergegeven onderdelen verschillen per
instelling van de modusschakelaar.
c Druk op b/B op de regelknop
om het onderdeel te kiezen dat
u wilt instellen.
Als de modusdraaiknop is ingesteld op ,
druk op z op de regelknop na keuze van het
onderdeel.
d Druk op v/V op de regelknop
om de gewenste instelling te
kiezen.
De gekozen instelling wordt vergroot
en de instelling wordt ingevoerd.
Bij het verschijnen van de
aanduiding v boven of de
aanduiding V onder het
onderdeel
Sommige onderdelen worden niet op het
scherm getoond. Druk op v/V op de
regelknop om deze onderdelen zichtbaar te
maken.
Om de menuweergave uit te
schakelen
Druk opnieuw op MENU.
Grijs afgebeelde instellingen kunnen niet
worden gekozen.
Voor een gedetailleerde beschrijving van de
menu-onderdelen leest u blz. 110.
Modusdraaiknop
RegelknopMENU
EV
WB
ISO
0EV
0EV
100
200
400
Auto
ISO
WB
ISO
V
oora
f
gaan
d
aan geavanceer
d
e
b
e
di
en
i
nge
n
NL
46
De onderdelen van het SET
UP-scherm wijzigen
a Zet de modusdraaiknop op
SET UP.
Het SET UP-scherm verschijnt.
b Druk op v/V/b/B op de
regelknop om het onderdeel te
kiezen dat u wilt instellen.
De omframing van het gekozen
onderdeel verandert in geel.
c Druk op z op de regelknop om
de instelling in te voeren.
Om de SET UP-schermweergave
uit te schakelen
Zet de modusdraaiknop in een willekeurige
stand behalve SET UP.
Een uitvoerige beschrijving van de SET UP
vindt u op blz. 115.
Kwaliteit van het
stilstaand beeld
kiezen
U kunt de kwaliteit van het stilstaand beeld
kiezen uit [Fine] of [Standard].
a Zet de modusdraaiknop op P,
M, , , , , of .
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies (P. Quality) met b/B,
en kies daarna de gewenste
beeldkwaliteit met v/V.
2
1
SELECT
Camera
AF Mode:
Digital Zoom:
Date/Time:
Red Eye Reduction
:
AF Illuminator:
Auto Review:
Single
Smart
Off
Off
Auto
Off
Cancel
OK
Setup 2
File Number:
USB Connect:
Video Out:
Clock Set:
1
Modusdraaiknop
RegelknopMENU
FINE
Standard
P.Quality
Fine
WB
ISO
Voorafgaand aan geavanceerde bedieningen
NL
47
Een map aanmaken of
kiezen
Uw camera kan meerdere mappen
aanmaken in een "Memory Stick". U kunt
de map kiezen waarin de opgenomen
beelden worden bewaard (opnamemap).
Wanneer u niet een nieuwe map aanmaakt,
wordt de map "101MSDCF" gekozen als de
opnamemap.
U kunt mappen aanmaken tot en met
"999MSDCF".
Maximaal 4.000 beelden kunnen in een map
worden opgeslagen. Wanneer de capaciteit van
de map is opgebruikt, wordt automatisch een
nieuwe map aangemaakt.
Een nieuwe map aanmaken
a Zet de modusdraaiknop op
SET UP.
b Kies (Memory Stick Tool)
met v/V, [Create REC. Folder]
met B/v/V en [OK] met B/v, en
druk vervolgens op z.
Het map-aanmaakscherm verschijnt.
c Kies [OK] met v en druk
daarna op z.
Een nieuwe map wordt aangemaakt
met een nummer volgend op het
hoogste nummer in de "Memory
Stick" en deze map wordt de
opnamemap.
Het aanmaken van een map
annuleren
Kies [Cancel] bij stap 2 of 3.
Nadat u een nieuwe map hebt aangemaakt, kunt
u de nieuwe map niet wissen met de camera.
De beelden worden opgeslagen in de nieuw
aangemaakte map totdat een andere map wordt
aangemaakt of gekozen.
De opnamemap veranderen
a Zet de modusdraaiknop op
SET UP.
b Kies (Memory Stick Tool)
met v/V, [Change REC. Folder]
met B/V, en [OK] met B/v, en
druk vervolgens op z.
Het opnamemap-keuzescherm
verschijnt.
c Kies met b/B de gewenste
map en [OK] met v en druk
daarna op z.
Het veranderen van de
opnamemap annuleren
Kies [Cancel] bij stap 2 of 3.
U kunt de map "100MSDCF" niet kiezen als de
opnamemap (blz. 87).
Het beeld wordt opgeslagen in de nieuw
gekozen map. U kunt de beelden niet
verplaatsen naar een andere map met deze
camera.
Modusdraaiknop
RegelknopMENU
Create REC. Folder
Creating REC. folder 102MSDCF
Ready?
OK
Cancel
BACK/NEXT
Select REC. Folder
Cancel
OK
Folder Name:
102 2/2
Created:
No. Of Files:
2005
102MSDCF
0
111::05:34
AM
NL
48
Een automatische
scherpstellingsmethode
kiezen
U kunt het AF-frame van de bereikzoeker
en de AF-functie instellen.
AF-bereikzoekerframe
Hiermee kunt u de plaats, waarop scherp
gesteld moet worden, in overeenstemming
met de positie en grootte van het onderwerp
kiezen.
AF-functie
Hiermee kunt u de begintijd en stoptijd van
de scherpstelling instellen.
Een scherpstel-
bereikzoekerframe kiezen
— AF-bereikzoeker
Multipoint AF ( )
De camera berekent in vijf gebieden, links,
rechts, boven, onder en in het midden van
het beeld, de afstand, zodat u, zonder
zorgen over de beeldcompositie, de
automatische scherpstelling kunt
gebruiken. Deze functie is handig wanner
het lastig is om scherp te stellen op een
onderwerp, dat zich niet in het midden van
de zoeker bevindt. U kunt de positie
controleren waarop werd scherpgesteld met
behulp van het groene frame.
De fabrieksinstelling is Multipoint AF.
Midden-AF ( )
Deze functie is handig voor het
scherpstellen op een onderwerp dat zich bij
het midden van de zoeker bevindt. Gebruik
deze tezamen met de AF-vergrendelfunctie
om de gewenste beeldcompositie te kunnen
opnemen.
a Zet de modusdraaiknop op P,
M, , , , , , of .
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies 9 (Focus) met b/B, kies
daarna [Multi AF] of [Center
AF] met v/V.
De scherpstelling wordt automatisch
geregeld. De kleur van het AF-
bereikzoekerkader verandert van wit
naar groen.
Multipoint AF
Midden-AF
Wanneer u een film opneemt en Multipoint AF
kiest, wordt de afstand tot het midden van het
scherm bepaald als een gemiddelde, zodat de
automatische scherpstelling zelfs bij een
bepaalde mate van trillingen nog werkt. AF-
bereikzoekerframe is . Midden-AF stelt
automatisch alleen scherp op het gekozen
frame, dus dit is handig als u alleen wilt
scherpstellen op het onderwerp waarop u richt.
Modusdraaiknop
RegelknopMENU
VGA
FINE
98P
101
S AF
AF-
bereikzoeker
frame
Indicatie van AF-frame
van bereikzoeker
VGA
FINE
98
101
P
S AF
AF-
bereikzoeker
frame
Indicatie van AF-frame
van bereikzoeker
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelde
n
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
NL
49
Als u de digitale zoom of de AF-illuminator
gebruikt, wordt met voorrang scherpgesteld op
onderwerpen dicht bij of in het midden van het
frame. In dit geval gaan de aanduidingen of
branden en het AF-bereikzoekerframe
wordt niet getoond.
De keuze van het AF-bereikzoekerframe is
beperkt overeenkomstig de stand van de
modusdraaiknop (blz. 36).
Een
scherpstellingsmethode
kiezen
— AF-functie
Enkelvoudige-AF ( )
Deze functie is handig bij het opnemen van
stilstaande onderwerpen. Er wordt niet
scherpgesteld voordat de sluiterknop tot
halverwege ingedrukt wordt gehouden.
Wanneer de sluiterknop tot halverwege
ingedrukt wordt gehouden en de AF-
vergrendeling voltooid is, wordt de
scherpstelling vergrendeld.
De fabrieksinstelling is enkelvoudige-AF.
AF-bewaking ( )
Door deze functie wordt de tijdsduur,
benodigd voor scherpstelling, korter. De
camera stelt automatisch scherp voordat de
sluiterknop tot halverwege wordt ingedrukt
en vastgehouden, zodat u beelden kunt
samenstellen die al zijn scherpgesteld.
Wanneer de sluiterknop tot halverwege
ingedrukt wordt gehouden en de AF-
vergrendeling voltooid is, wordt de
scherpstelling vergrendeld.
Het acculadingverbruik kan hoger zijn dan in
de enkelvoudige-AF-functie.
a Zet de modusdraaiknop op
SET UP.
b Kies (Camera) met v, [AF
Mode] met B/v, kies de
gewenste functie met B/v/V,
en druk daarna op z.
Wanneer u opneemt met behulp van de zoeker
en met het LCD-scherm uitgeschakeld, werkt
de camera in de enkelvoudige-AF-functie.
S AF
M AF
Camera
Digital Zoom:
Date/Time:
Red Eye Reduction
:
AF Illuminator:
Auto Review:
AF Mode:
Monitor
x
Single
2
1
NL
50
Opnametechnieken
Als u opneemt met het onderwerp aan de rand
van het frame, of als u Midden-AF gebruikt,
kan de camera scherpstellen op het midden in
plaats van op het onderwerp aan de rand van
het frame. In dergelijke gevallen gebruikt u
AF-vergrendeling om op het onderwerp scherp
te stellen, stelt u het beeld opnieuw samen en
neemt u het op.
Stel het beeld zodanig samen dat het
onderwerp zich binnen de AF-bereikzoeker
bevindt en druk de sluiterknop tot halverwege
in.
Wanneer de indicatie van de AE/AF-
vergrendeling stopt met knipperen en aan blijft,
keert u terug naar het volledig samengestelde
beeld en drukt u de sluiterknop helemaal in.
Wanneer u AF-vergrendeling gebruikt kunt u
een onderwerp scherpgesteld opnemen, zelfs
als het aan de rand van het frame ligt.
U kunt het beeld met AF-vergrendeling
samenstellen voordat u de sluiterknop
volledig indrukt.
F2.8 30
VGA
FINE
98P
101
S AF
VGA
FINE
98
101
S AF
P
F2.8 30
AE/AF-vergrendelingsindicatie
AF-bereikzoekerframe
m
De afstand tot het
onderwerp instellen
— Scherpstelling vooraf
Wanneer u een beeld opneemt met een
eerder ingestelde afstand tot het onderwerp,
of wanneer u een onderwerp opneemt door
een net of een ruit, is het moeilijk goed
scherp te stellen met behulp van de
automatische scherpstelling. In dergelijke
gevallen is het gebruik van de
scherpstelling-voorkeuzefunctie handig.
a Zet de modusdraaiknop op P,
M, , , , , , of .
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Modusdraaiknop
RegelknopMENU
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
NL
51
c Kies 9 (Focus) met b/B en
kies daarna met v/V de
afstand tot het onderwerp.
U hebt de keuze uit de volgende
afstandsinstellingen.
0.5m, 1.0m, 3.0m, 7.0m,
(oneindige afstand)
Terugkeren naar automatische
scherpstelling
Kies [Multi AF] of [Center AF] bij stap 3.
De scherpstellingsinformatie is bij benadering
en dient uitsluitend als richtwaarde.
Als u de lens op en neer beweegt, wordt de fout
vergroot.
De keuze van de afstand is beperkt
overeenkomstig de stand van de
modusdraaiknop (blz. 36).
Opnemen met
handmatige sluitertijd
en diafragma
instellingen
— Handmatige belichting
Hiermee kunt u zelf de sluitertijd en de
diafragmawaarde instellen.
Het verschil tussen de ingestelde waarde en
de toepasselijke belichting, berekend door
de camera, wordt op het LCD-scherm
afgebeeld als de EV-waarde (blz. 54). Met
0EV wordt de waarde aangeduid die het
meest geschikt is voor de camera.
a Zet de modusdraaiknop op M.
b Druk op z.
De aanduiding "Set" linksonder in het
LCD-scherm verandert naar "Return"
en de camera neemt de functie
handmatige belichting aan.
c Kies een sluitertijd met v/V.
U kunt een sluitertijd van 1/1000 tot 30
seconden kiezen.
Bij een sluitertijd 1/6 of langer,
verschijnt de aanduiding "NR" voor de
indicatie van de sluitertijd en wordt de
NR-lange-sluitertijdfunctie
automatisch in werking gesteld
(blz. 36).
1.0m
3.0m
0.5m
1.0m
WB
ISO
Multi AF
Focus
Center AF
Modusdraaiknop
Regelknop
Sluiter
250 0
EV
98
FINE
SAF
101
F2.8
VGA
Return
M
NL
52
d Kies een diafragmawaarde met
b/B.
U kunt, afhankelijk van de
zoompositie, uit twee
diafragmawaarden kiezen.
Wanneer de zoom helemaal naar de W-
kant is gebracht: F2.8/F5.6
Wanneer de zoom helemaal naar de T-
kant is gebracht: F5.2/F10
e Neem het beeld op.
Het gebruik van de functies
Quick Review, close-up (macro)
of zelfontspanner, of het
veranderen van de functie flitsen
Na stap 4, druk op z om de instelfunctie
handmatige belichting te annuleren. De
aanduiding "Return" verandert naar "Set".
Het annuleren van de functie
handmatige belichting
Zet de modusdraaiknop op een andere stand
dan M.
Sluitertijden van een seconde of langer worden
aangeduid met ["] zoals 1".
Als de juiste belichting niet kan worden
verkregen nadat de instellingen zijn gemaakt,
knippert de EV waarde op het LCD-scherm als
u de sluiterknop tot halverwege indrukt. U kunt,
in deze situatie, verder gaan met opnemen maar
we raden aan om de instellingen weer te
wijzigen.
De flitser is ingesteld op (altijd flitsen) of
(niet flitsen).
200 0
EV
98
FINE
SAF
101
F2.8
VGA
M
Return
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
NL
53
Belichting
Naast het scherpstellen en andere
instellingen, is het, voor het maken van
goede foto’s, ook belangrijk om de
belichting in te stellen.
Belichting is de hoeveelheid licht die de
CCD van de digitale camera kan
verwerken. Deze waarde verandert en is
afhankelijk van de combinatie van
diafragmawaarde en sluitertijd. Als de
hoeveelheid licht te groot is, wordt het
beeld lichter (wit), en als de hoeveelheid
licht te gering is, wordt het beeld
donkerder. De juiste hoeveelheid licht
wordt aangeduid met "juiste belichting".
De juiste belichting kan gehandhaafd
worden door een kortere sluitertijd te
kiezen bij een kleinere diafragmawaarde, of
een langere sluitertijd bij een grotere
diafragmawaarde.
Instellen met behulp van de
diafragmawaarde
De diafragmawaarde geeft de opening van
de lens aan waardoor het licht de camera
binnenkomt. De grootte van de lensopening
wordt de "diafragmawaarde (F-waarde)"
genoemd.
Openen (kleinere F-waarde)
Het beeld neigt naar
overbelichting (lichter).
Het scherpte-dieptebereik
wordt kleiner.
Sluiten (grotere F-
waarde)
Het beeld neigt naar
onderbelichting
(donkerder).
Het scherptedieptebereik
wordt groter.
Instellen met behulp van de
sluitertijd
De sluitertijd regelt de tijd waarin het licht
de camera binnenkomt.
Korter
Het beeld neigt naar
onderbelichting
(donkerder).
Bewegende onderwerpen
lijken gestopt.
Langer
Het beeld neigt naar
overbelichting (lichter).
Bewegende onderwerpen
lijken te zweven.
Bij een langere sluitertijd
raden wij het gebruik van een statief aan.
Overbelichting
De lensopening vergroten
Een langere sluitertijd
Onderbelichting
De lensopening verkleinen
Een kortere sluitertijd
instellen
Juiste belichting
NL
54
Belichting regelen
— EV-afstelling
U kunt handmatig de door de camera
gekozen belichting bijstellen. Gebruik deze
functie als het onmogelijk is om de juiste
belichting te verkrijgen, bijvoorbeeld als
het contrast (verschil tussen licht en donker)
tussen onderwerp en achtergrond extreem
groot is.
De compensatiewaarde kan in stappen van
1/3EV ingesteld worden tussen +2,0EV en
–2,0EV.
a Zet de modusdraaiknop op P,
, , , , , of .
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies (EV) met b.
De waarde van de aangepaste
belichting wordt afgebeeld.
d Kies de gewenste
belichtingswaarde met v/V.
Regel de belichting terwijl u de
helderheid van de achtergrond
controleert.
Om de automatische belichting
opnieuw te activeren
Kies bij stap 4 [0EV].
Wanneer een onderwerp wordt opgenomen
onder bijzonder heldere of donkere
omstandigheden, of wanneer u de flitser
gebruikt, kan de belichting niet goed worden
ingesteld.
Stel een
hogere
waarde (+)
in
Stel een
hogere
waarde (–)
in
Modusdraaiknop
RegelknopMENU
0EV
0EV
EV
WB
ISO
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
NL
55
Een histogram afbeelden
Een histogram is een grafiek die de
helderheid van een beeld weergeeft. Op de
horizontale as staat de helderheid, en op de
verticale as staat het aantal beeldpunten. De
afgebeelde grafiek geeft een donker beeld
aan wanneer deze links hoger is en geeft een
helder beeld aan wanneer deze rechts hoger
is.
U kunt een histogram gebruiken om de
belichting te controleren als het scherm
moeilijk zichtbaar is tijdens opname en
weergave.
a Zet de modusdraaiknop op P,
, , , , of .
b Druk op om het histogram
af te beelden.
c Stel de belichting in aan de
hand van het histogram.
Het histogram wordt ook afgebeeld wanneer de
modusdraaiknop op of M wordt gezet,
maar u kunt de belichting dan niet instellen.
Het histogram wordt ook afgebeeld wanneer u
op drukt terwijl u een enkelvoudig beeld
weergeeft (blz. 37) of tijdens Quick Review
(blz. 26).
Het histogram wordt niet afgebeeld in de
volgende gevallen:
Wanneer het menu wordt afgebeeld
Tijdens het gebruik van weergavezoom
Bij opname en weergave van bewegende
beelden
verschijnt en het histogram wordt in de
volgende gevallen niet getoond:
Bij opname met digitale zoom
Wanneer het beeldformaat [3:2] is
Bij weergave van beelden die met Multi-
Burst zijn opgenomen
Wanneer u een stilstaand beeld roteert
Het histogram vóór het opnemen geeft het
histogram weer van het beeld dat op dat
moment op het LCD-scherm werd afgebeeld.
Een verschil treedt op in het histogram voor en
nadat u op de sluiterknop drukt. Controleer in
dit geval het histogram tijdens de weergave van
een enkele opname, of tijdens Quick Review.
Met name in de volgende gevallen kan een
groot verschil optreden:
Wanneer de flitser afgaat
Wanneer de sluitertijd lang of kort is
Het histogram wordt misschien niet afgebeeld
voor beelden opgenomen op andere camera’s.
80
8M
4
FINE
101
0
EV
Aantal pixels
Donker
Helder
Helderheid
NL
56
Opnametechnieken
Bij het maken van opnamen stelt de camera
automatisch de belichting in.
Bij opname van een overheersend wit
onderwerp, bijvoorbeeld een onderwerp met
tegenlicht of een sneeuwscène, kan de camera
vaststellen dat het onderwerp licht is en stelt
dan ook een geringere belichting voor het
beeld in. In zulke gevallen, kan het helpen om
de belichting bij te stellen in de + (plus)
richting.
Bij opname van een beeldvullend donker
onderwerp, kan de camera vaststellen dat het
onderwerp donker is en stelt dan ook meer
belichting voor het beeld in. In zulke gevallen,
kan het helpen om de belichting bij te stellen in
de – (min) richting.
Raadpleeg het histogram en stel dusdanig bij
zodat het beeld niet overbelicht (te licht) of
onderbelicht (te donker) is.
Maak verscheidene foto’s met verschillende
belichtingen om de helderheid naar uw zin te
ontdekken.
m
Bijstellen in de + richting
m
Bijstellen in de – richting
Keuze van de
lichtmeetfunctie
Met de lichtmeetfunctie kunt u kiezen welk
gedeelte van het onderwerp gebruikt moet
worden om door meting de belichting vast
te stellen.
Lichtmeting met meerdere
patronen (geen indicatie)
Het beeld wordt opgesplitst in meerdere
velden en voor elk veld afzonderlijk wordt
er een lichtmeting verricht. De camera
beoordeelt de positie van het onderwerp en
de helderheid van de achtergrond, en zorgt
op basis daarvan voor een evenwichtige
belichting.
De fabrieksinstelling is lichtmeting met
meerdere patronen.
Puntmeting ( )
Slechts een klein gedeelte van het
onderwerp wordt gebruikt voor de meting.
Hiermee kunt u opnamen maken van
onderwerpen die niet te donker zijn, zelfs
bij tegenlicht, of de belichting bijstellen van
een onderwerp waarvan het contrast met de
achtergrond groot is.
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
NL
57
a Zet de modusdraaiknop op P,
M, , , , , , of .
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies (Metering Mode) met
b/B en kies daarna met v/V de
gewenste modus.
d Als u [Spot] heeft gekozen in
stap 3, moet het richtmerk
van de puntmeting, een deel
van het onderwerp, waarvan u
een opname wilt maken, raken.
Als u, bij gebruik van puntmeting, wilt
scherpstellen op het lichtmeetpunt, wordt de
instelling 9 (Focus) op [Center AF]
aangeraden (blz. 48).
Kleurtinten afstellen
— Witbalans
U kunt de witbalans in overeenstemming
met de opnameomstandigheden instellen.
De natuurlijke kleur van het onderwerp
wordt beïnvloed door de belichtings-
omstandigheden. Als u de
belichtingsomstandigheden wilt corrigeren,
of als de kleur van de gehele opname een
beetje onnatuurlijk lijkt, adviseren wij u de
witbalans in te stellen.
Auto (Geen indicatie)
Witbalans automatisch regelen. De
fabrieksinstelling is Auto.
(Daglicht)
Buitenshuis opnemen en opnemen van
nachtelijke scènes, neonverlichting,
vuurwerk of zonsopgang, of opnemen net
voor en na zonsondergang
(Bewolkt)
Opnemen onder een bewolkte lucht
(Fluorescerend)
Opnemen onder een fluorescerende
verlichting
Modusdraaiknop
RegelknopMENU
VGA
F2.8250
98
FINE
SAF
101
P
Dradenkruis
van de spot
NL
58
(Gloeilamp)
Plaatsen waar de belichtingsvoorwaarden
snel veranderen
Bij zeer fel licht, zoals in fotostudio’s
a Zet de modusdraaiknop op P,
M, , , , , , of .
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies [WB] (White Bal) met b/B
en kies daarna met v/V de
gewenste instelling.
Terugkeren naar automatische
regeling
Kies bij stap 3 [Auto].
Het is mogelijk dat de witbalans-instelfunctie
niet goed werkt onder fluorescerende lampen
die flikkeren, zelfs niet als (fluorescerend)
is gekozen.
Wanneer de flitser afgaat, wordt de handmatige
instelling geannuleerd en wordt het beeld
opgenomen in de [Auto].
Keuze van de witbalans wordt beperkt door de
scènekeuzefunctie (blz. 36).
Het flitserniveau
instellen
— Flitserniveau
U kunt de hoeveelheid flitserlicht instellen.
a Zet de modusdraaiknop op P,
M, , , of .
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Modusdraaiknop
RegelknopMENU
Modusdraaiknop
RegelknopMENU
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
NL
59
c Kies [ ] (Flash Level) met
b/B en kies daarna met v/V de
gewenste instelling.
+: Dit maakt het flitserniveau hoger
dan normaal.
Normal: Normale instelling.
–: Dit maakt het flitserniveau lager dan
normaal.
Continu opnemen
Deze modus wordt gebruikt voor een
doorlopende opname. Het maximale aantal
foto’s dat u bij een opname kunt schieten, is
afhankelijk van het beeldformaat en de
instellingen van de beeldkwaliteit.
Als de batterijlading achteruit gaat of de
“Memory Stick” vol is, stopt het opnemen,
zelfs als u de sluiterknop ingedrukt houdt.
a Zet de modusdraaiknop op ,
P, M, , of .
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies [Mode] (REC Mode) met
b/B en kies daarna [Burst] met
v/V.
d Neem het beeld op.
Als u op de sluiterknop drukt en deze
ingedrukt houdt, zal de camera het
maximale aantal foto’s na elkaar
opnemen. Zodra u de sluiterknop
loslaat, stopt het opnemen op dat punt.
Wanneer "Recording" verdwijnt, kunt
u het volgende beeld opnemen.
Het maximale aantal continu
opgenomen beelden
(Eenheden: beelden)
Sluiter
Modusdraaiknop
RegelknopMENU
Beeldkwa-
liteit
Fine Standard
Beeld-
formaat
5M 9 15
3:2 9 15
3M 13 24
1M 32 59
VGA (E-Mail) 100 100
NL
60
Om terug te keren naar de
normale modus
Kies bij stap 3 [Normal].
De flitser staat op (niet flitsen).
Als u opneemt met de zelfontspanner, wordt
voor iedere keer dat u op de sluiterknop drukt,
een serie van maximaal vijf beelden
opgenomen.
Wanneer de modusdraaiknop in de stand M
staat, kunt u geen sluitertijden kiezen van 1/6
seconde of langer.
Opnemen in de Multi
Burst-modus
— Multi Burst
In deze modus worden er bij elke druk op de
sluiterknop 16 frames achter elkaar
opgenomen. Dit is handig om bijvoorbeeld
uw sportprestaties te controleren.
a Zet de modusdraaiknop op ,
P, M, , of .
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies [Mode] (REC Mode) met
b/B en kies daarna [Multi
Burst] met v.
d Kies (Interval) met b/B en
kies daarna met v/V het
gewenste frame-interval.
U kunt het frame-interval kiezen uit de
[1/7.5], [1/15] of [1/30].
e Neem het beeld op.
Een continue Burst van 16 frames
wordt opgenomen binnen een enkel
frame (beeldformaat 1M).
U kunt de volgende functies niet gebruiken in
de Multi Burst-modus:
Slimme-zoomfunctie
Flitser
De datum en tijd projecteren
Als de modusdraaiknop op staat, wordt het
frame-interval automatisch ingesteld op [1/30].
Als de modusdraaiknop in de stand M staat,
kunt u de sluitertijd niet langer instellen dan
1/30 seconde.
Zie blz. 65 om beelden opgenomen in de Multi
Burst-modus weer te geven met behulp van
deze camera.
Het aantal beelden dat kan worden opgenomen
in de Multi Burst-modus staat vermeld op
blz. 109.
Sluiter
Modusdraaiknop
RegelknopMENU
M
1/30
1/15
1/7.5
Interval
1/30
Mode PFX
M
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
NL
61
Opnemen met
speciale effecten
— Beeldeffect
U kunt beelden digitaal bewerken om
speciale effecten tot stand te brengen.
a Zet de modusdraaiknop op P,
M, , , , , , of .
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies [PFX] (P. Effect) met b/B
en kies daarna met v/V de
gewenste modus.
d Neem het beeld op.
Om het beeldeffect te annuleren
Kies bij stap 3 [Off].
B&W
Het beeld is
monochroom
(zwart-wit).
Sepia
Het beeld is sepia,
zoals een oude foto.
Modusdraaiknop
RegelknopMENU
Sluiter
NL
62
Een map kiezen en
beelden weergeven
— Map
Kies de map waarin de beelden die u wilt
weergeven zijn opgeslagen.
a Zet de modusdraaiknop op .
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies (Folder) met b en druk
daarna op z.
d Kies de gewenste map met
b/B.
e Kies [OK] met v en druk
daarna op z.
De keuze annuleren
Kies bij stap 5 [Cancel].
Wanneer meerdere mappen zijn
aangemaakt in de "Memory
Stick"
Wanneer het eerste of laatste beeld in de
map wordt weergegeven, verschijnen de
volgende indicaties op het scherm.
: U kunt naar de voorgaande map gaan.
: U kunt naar de volgende map gaan.
: U kunt naar zowel de volgende als
voorgaande map gaan.
Enkelvoudig scherm
Index-scherm (met negen beelden)
Index-scherm (met zestien beelden)
Wanneer er geen beelden zijn opgeslagen in de
map, verschijnt de melding "No file in this
folder".
Modusdraaiknop
RegelknopMENU
BACK/NEXT
Select Folder
Cancel
OK
Folder Name:
102 2/2
Created:
No. Of Files:
2005
102MSDCF
9
111::05:34
AM
VGA
10:30
PM
2005 1 1101-0009
9/9
101
BACK/NEXT VOLUME
SINGLE DISPLAY
SINGLE DISPLAY
Geavanceerd bekijken van stilstaande beelde
n
Geavanceerd bekijken van stilstaande beelden
NL
63
Een deel van een
stilstaand beeld
vergroten
U kunt een deel van een beeld vergroten tot
vijfmaal het oorspronkelijke formaat. U
kunt het vergrote beeld ook vastleggen als
een nieuw bestand.
Een beeld vergroten
Weergavezoom
a Zet de modusdraaiknop in de
stand .
b Geef het beeld dat u wilt
vergroten weer met b/B.
c Druk op (weergavezoom)
om op het beeld in te zoomen.
d Selecteer het gewenste deel
van het beeld met v/V/b/B.
v:Om meer van de bovenkant van het
beeld te zien
V:Om meer van de onderkant van het
beeld te zien
b:Om meer van de linkerkant van het
beeld te zien
B:Om meer van de rechterkant van het
beeld te zien
e Pas het beeldformaat aan met
de / (weergavezoom)
toets.
Om de weergavezoom uit te
schakelen
Druk op z.
U kunt de weergavezoom niet gebruiken voor
bewegende beelden en Multi Burst-beelden.
Als u op de (weergavezoom) drukt terwijl
een niet-vergroot beeld wordt weergegeven,
schakelt het LCD-scherm over op het index-
scherm (blz. 38).
U kunt de beelden die worden weergegeven met
de functie Quick Review (blz. 26) vergroten
door de stappen c t/m e uit te voeren.
Modusdraaiknop
RegelknopMENU
Druk op v
Druk op V
Druk
op b
Druk
op B
NL
64
Een vergroot beeld
vastleggen — Trimmen
a Druk na de weergavezoom op
MENU.
Het menu verschijnt.
b Kies [Trimming] met B en druk
daarna op z.
c Kies het beeldformaat met v/V
en druk daarna op z.
Het beeld wordt opgenomen en na de
opname verschijnt op het LCD-scherm
weer het beeld met het normale
formaat.
Het getrimde beeld wordt opgenomen als het
meest recente bestand in de geselecteerde
opnamemap en het oorspronkelijke beeld blijft
behouden.
De kwaliteit van de getrimde beelden kan iets
lager zijn.
Een beeldformaat van 3:2 kan niet worden
getrimd.
Beelden afgebeeld met Quick Review worden
niet getrimd.
Weergave van
opeenvolgende
beelden
— Diavoorstelling
U kunt de vastgelegde beelden op volgorde
weergeven. Deze functie is handig voor het
controleren van uw beelden of voor
presentaties, enz.
a Zet de modusdraaiknop op .
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies (Slide) met b/B en
druk daarna op z.
Stel de volgende onderdelen in met v/
V/b/B.
Interval
3 sec/5 sec/10 sec/30 sec/1 min
Image
Folder: Geeft alle beelden weer in de
geselecteerde map.
All: Geeft alle beelden weer in de
"Memory Stick".
Repeat
On: Continu herhaalde weergave van
beelden.
Off: Nadat alle beelden zijn
weergegeven, eindigt de
diavoorstelling.
d Kies [Start] met V/B en druk
daarna op z.
De diavoorstelling begint.
Om de instelling van de
diavoorstelling uit te schakelen
Kies bij stap 3 [Cancel].
Om te stoppen met de weergave
van de diavoorstelling
Druk op z, kies [Exit] met B en druk
daarna opnieuw op z.
Om tijdens de diavoorstelling
rechtstreeks naar het volgende/
vorige beeld te gaan
Druk op B (volgende) of b (vorige).
De intervaltijd-instellingen zijn slechts
richtlijnen, dus deze kunnen variëren
afhankelijk van het beeld.
Modusdraaiknop
RegelknopMENU
Geavanceerd bekijken van stilstaande beelden
NL
65
Stilstaande beelden
roteren
— Roteren
U kunt een beeld opgenomen in
portretformaat roteren en weergeven in
landschapsformaat.
a Zet de modusdraaiknop op
en geef het beeld weer dat u
wilt roteren.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies (Rotate) met b/B en
druk daarna op z.
d Kies met v en roteer
vervolgens het beeld met b/B.
e Kies [OK] met v/V en druk
daarna op z.
Stoppen met roteren
Kies bij stap 4 of 5 [Cancel] en druk
daarna op z.
U kunt beveiligde beelden, bewegende beelden
en Multi Burst-beelden niet roteren.
Beelden die met andere camera’s zijn
opgenomen, kunnen soms niet worden
geroteerd.
Wanneer u beelden bekijkt op een computer is
het mogelijk dat, afhankelijk van de software,
de informatie van het roteren van het beeld niet
door de computer wordt herkend.
Beelden opgenomen
in de Multi Burst-
modus weergeven
U kunt Multi Burst-beelden continu
weergeven of deze frame-voor-frame
weergeven. Deze functie wordt gebruikt om
het beeld te controleren.
Wanneer Multi Burst-beelden worden
weergegeven op een computer of op een camera
zonder de Multi Burst-functie, worden de 16
frames die u hebt opgenomen tegelijkertijd
weergegeven als onderdeel van één beeld.
U kunt het Multi Burst-beeld niet knippen.
Modusdraaiknop
Regelknop
MENU
Modusdraaiknop
Regelknop
NL
66
Continu weergeven
a Zet de modusdraaiknop op .
b Kies het Multi Burst-beeld met
b/B.
Het gekozen Multi Burst-beeld wordt
continu weergegeven.
Het weergeven pauzeren
Druk op z. Om het weergeven te hervatten,
drukt u nogmaals op z. Het weergeven
wordt hervat vanaf het frame afgebeeld op
het LCD-scherm.
Frame-voor-frame
weergeven
a Zet de modusdraaiknop op .
b Kies het Multi Burst-beeld met
b/B.
Het gekozen Multi Burst-beeld wordt
continu weergegeven.
c Druk op z wanneer het
gewenste frame wordt
weergegeven.
"Step" verschijnt.
d Draai het frame door met b/B.
B
: Het volgende frame wordt
afgebeeld. Wanneer u
B ingedrukt
houdt, blijven de frames
doordraaien.
b: Het voorgaande frame wordt
afgebeeld. Wanneer u
b ingedrukt
houdt, blijven de frames
achterwaarts doordraaien.
Naar de normale weergave
terugkeren
Druk op z in stap 4. Het weergeven
wordt hervat vanaf het frame afgebeeld op
het LCD-scherm.
Opgenomen beelden wissen
Wanneer u deze functie gebruikt, kunt u
niet alleen bepaalde frames wissen.
Wanneer u beelden wist, worden alle 16
frames tegelijkertijd gewist.
1 Geef het gewenste Multi Burst-beeld
weer dat u wilt wissen.
2 Druk op (Wissen).
3 Kies [Delete] en druk daarna op z.
Alle frames worden gewist.
10:30
PM
2005 1 1101-0014
14/14
101
M
PAUSE BACK/NEXT VOLUME
1M
10:30
PM
2005 1 1101-0014
14/14
101
12/16
M
Step
PLAY FRAME BACK/NEXT VOLUME
1M
Stilstaande beelden bewerken
NL
67
Beelden beveiligen
— Beveiliging
Met deze functie kunt u beelden beveiligen
tegen per ongeluk wissen.
Merk op dat door de "Memory Stick" te
formatteren alle data in de "Memory Stick"
gewist zullen worden, zelfs als de beelden
beveiligd zijn, en niet kunnen worden hersteld.
Het beveiligen van de beelden kan enige tijd
duren.
In de enkelbeeld-modus
a Zet de modusdraaiknop op .
b Laat met b/B het beeld
verschijnen dat u wilt
beveiligen.
c Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
d Kies - (Protect) met b/B en
druk daarna op z.
Het weergegeven beeld is beveiligd.
De indicatie - (beveiliging)
verschijnt op het beeld.
e Om verder te gaan en andere
beelden te beveiligen, kiest u
het gewenste beeld met b/B
en drukt u vervolgens op z.
Om de beveiliging te annuleren
Druk bij stap 4 of 5 opnieuw op z. De
indicatie - verdwijnt.
In de index-modus
(met negen/zestien beelden)
a Zet de modusdraaiknop op
en druk daarna op (index)
om het index-scherm (met
negen beelden) weer te geven.
Druk tweemaal op (index) om het
index-scherm met zestien beelden
weer te geven.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies - (Protect) met b/B en
druk daarna op z.
d Kies [Select] met b/B en druk
daarna op z.
e Kies met v/V/b/B het beeld dat
u wilt beveiligen en druk
daarna op z.
De groene indicatie - verschijnt op
het gekozen beeld.
f Herhaal stap 5 om andere
beelden te beveiligen.
Modusdraaiknop
RegelknopMENU
VGA
101
2/9
Protect
Exit
BACK/NEXT
TO NEXT
MENU
SELECT
Stil
s
t
aan
d
e
b
ee
ld
en
b
ewer
k
e
n
NL
68
g Druk op MENU.
h Kies [OK] met B en druk
daarna op z.
De indicatie - wordt wit. De
geselecteerde beelden zijn beveiligd.
Om de beveiligingsfunctie te
verlaten
Kies bij stap 4 de optie [Cancel] of kies bij
stap 8 de optie [Exit] en druk daarna op z.
Om de beveiliging van
afzonderlijke beelden te
annuleren
Kies het beeld waarvan u de beveiliging
wilt annuleren met
v/V/b/B in stap 5 en
druk daarna op z. De indicatie - wordt
grijs. Herhaal deze procedure voor alle
beelden waarvan u de beveiliging wilt
annuleren. Druk op MENU, kies [OK] en
druk daarna op z.
Alle beelden in een map
beveiligen
Kies bij stap 4 de optie [All In This
Folder] en druk op z. Kies [On] en druk
daarna op z.
De beveiliging van alle beelden
in een map annuleren
Kies bij stap 4 de optie [All In This
Folder] en druk op z. Kies [Off] en druk
daarna op z.
Beeldformaat
veranderen
— Formaat veranderen
U kunt het formaat van een vastgelegd
beeld veranderen en het gewijzigde beeld
opslaan als een nieuw bestand.
U hebt de keuze uit de volgende formaten:
5M, 3M, 1M, VGA
Ook nadat u het formaat hebt veranderd,
blijft het oorspronkelijke beeld bewaard.
a Zet de modusdraaiknop op .
b Laat met b/B het beeld
verschijnen waarvan u het
formaat wilt veranderen.
c Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
d Kies (Resize) met b/B en
druk daarna op z.
e Kies met v/V het gewenste
formaat en druk daarna op z.
Het beeld met het nieuwe formaat
wordt opgenomen en opgeslagen in de
opnamemap als het meest recente
bestand.
Om de verandering van het
formaat te annuleren
Kies bij stap 5 [Cancel].
Voor bewegende beelden of Multi Burst-
beelden kan het formaat niet worden veranderd.
Wanneer u van een klein formaat overschakelt
op een groot formaat, gaat de beeldkwaliteit
achteruit.
Een beeld kan niet naar een beeldformaat van
3:2 worden veranderd.
Wanneer u het formaat van een beeld van 3:2
verandert, worden de zwarte gedeelten aan de
boven- en onderkant weergegeven op het beeld.
Modusdraaiknop
RegelknopMENU
Stilstaande beelden bewerken
NL
69
Een afdrukmarkering
aanbrengen op
beelden
— Afdrukmarkering (DPOF)
U kunt stilstaande beelden, opgenomen met
uw camera, markeren om later af te
drukken. Deze functie is handig wanneer u
beelden in een winkel laat afdrukken of zelf
een printer hebt die voldoet aan de DPOF
(Digital Print Order Format) norm of
compatibel is met PictBridge.
Bewegende beelden kunnen niet worden
voorzien van een afdrukmarkering.
Wanneer u een afdrukmarkering aanbrengt op
beelden die zijn opgenomen in de Multi Burst-
modus, worden alle beelden afgedrukt op één
vel dat is onderverdeeld in 16 panelen.
U kunt het aantal afdrukken niet instellen.
In de enkelbeeld-modus
a Zet de modusdraaiknop op .
b Laat met b/B het beeld dat u
wilt markeren, verschijnen.
c Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
d Kies (DPOF) met b/B en
druk daarna op z.
Op het weergegeven beeld wordt de
markering aangebracht.
e Om verder te gaan en andere
beelden te markeren, geeft u
het gewenste beeld weer met
b/B en drukt u vervolgens op
z.
De afdrukmarkering
verwijderen
Druk bij stap 4 of 5 opnieuw op z. De
indicatie verdwijnt.
In de index-modus (met
negen/zestien beelden)
a Zet de modusdraaiknop op ,
en druk daarna op (index)
om het index-scherm (met
negen beelden) weer te geven.
Druk tweemaal op (index) om het
index-scherm met zestien beelden
weer te geven.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies (DPOF) met B en
druk daarna op z.
d Kies [Select] met b/B en druk
daarna op z.
U kunt de afdrukmarkering niet
aanbrengen op [All In This Folder].
e Kies het beeld dat u wilt
markeren met v/V/b/B en druk
daarna op z.
De groene markering verschijnt
op het gekozen beeld.
Modusdraaiknop
RegelknopMENU
VGA
101
2/9
DPOF
Exit
BACK/NEXT
TO NEXT
MENU
SELECT
NL
70
f Herhaal stap 5 om andere
beelden te markeren.
g Druk op MENU.
h Kies [OK] met B en druk
daarna op z.
De indicatie wordt wit. Het
aanbrengen van de markering is
voltooid.
De afdrukmarkering
verwijderen
Kies het beeld waarvan u de markering wilt
verwijderen met v/V/b/B in stap 5 en
druk daarna op z.
Alle markeringen in een map
opheffen
Kies bij stap 4 [All In This Folder] en druk
daarna op z. Kies [Off] en druk daarna op
z.
Om de functie voor het
aanbrengen van een
afdrukmarkering te verlaten
Kies bij stap 4 [Cancel] of kies bij stap 8
[Exit].
Stilstaande beelden afdrukken (PictBridge-printer)
NL
71
Een PictBridge
compatibele printer
aansluiten
Zelfs als u geen computer hebt, kunt u toch
gemakkelijk de beelden die u met deze
camera hebt opgenomen afdrukken, door de
camera aan te sluiten op een PictBridge-
compatibel printer. Als voorbereiding hoeft
u alleen de USB-verbinding in te stellen op
het SET UP-scherm en de camera aan te
sluiten op de printer met een USB-kabel.
Door een PictBridge-compatibel printer te
gebruiken, kunt u gemakkelijk het index-
blad afdrukken*.
* Afhankelijk van de printer is het mogelijk dat
de index-blad-afdrukfunctie niet beschikbaar is.
Wij adviseren u volledig opgeladen nikkel-
metaalhydridebatterijen of de
netspanningsadapter (niet bijgeleverd) te
gebruiken om te voorkomen dat de
stroomvoorziening wegvalt tijdens het
afdrukken.
De camera voorbereiden
Stel de USB-functie in op de camera om de
camera op de printer te kunnen aansluiten.
a Zet de modusdraaiknop op
SET UP.
b Kies (Setup 2) met V en
kies daarna [USB Connect]
met v/V/B.
c Kies [PictBridge] met B/v en
druk daarna op z.
De USB modus is nu ingesteld.
De camera aansluiten op de
printer
Sluit de (USB) aansluiting van de
camera, met behulp van de bijgeleverde
USB kabel, aan op de USB aansluiting van
de printer en schakel vervolgens de camera
en de printer in.
De camera schakelt over naar de
weergavefunctie, ongeacht de stand van de
modusdraaiknop, en geeft een beeld in de
gekozen weergavemap weer op het LCD-
scherm.
Regelknop
Modusdraaiknop
2
2
1
Setup 2
Video Out:
Clock Set:
File Number:
USB Connect:
PictBridge
Normal
PTP
2
/
9
101
1M
10:30
AM
2005 1 1101-0002
BACK/NEXT VOLUME
Nadat de verbinding
tot stand is gekomen,
verschijnt de
indicatie op het LCD-
scherm.
Printer
Stilstaande beelden afdrukken (PictBridge-printer)
NL
72
Wanneer de [USB Connect] niet
ingesteld is op [PictBridge] in de
SET UP-instellingen
Zelfs als u de camera inschakelt, kunt u de
PictBridge-functie niet gebruiken. Maak de
USB kabel los en stel [USB Connect] in op
[PictBridge] (blz. 71).
Beelden afdrukken
U kunt het beeld kiezen en afdrukken. Stel
de camera in volgens de procedure
beschreven op blz. 71 en sluit de printer
aan.
U kunt bewegende beelden niet afdrukken.
Als een foutmelding wordt ontvangen van de
aangesloten printer, knippert de indicatie
gedurende ongeveer vijf seconden. Controleer
de aangesloten printer.
In de enkelbeeld-modus
a Laat met b/B het beeld
verschijnen dat u wilt
afdrukken.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies (Print) met b/B en
druk daarna op z.
d Kies [This image] met v/V en
druk daarna op z.
Het afdruk-instelscherm verschijnt.
Instelitems die de printer niet ondersteunt,
kunnen niet worden afgebeeld.
e Kies [Quantity] met v/V en
kies het aantal kopieën met
b/B.
U kunt maximaal 20 kopieën kiezen.
Regelknop
MENU
101
2/9
1M
Exit
OK
1
Off
Off
Index
Date
Quantity
Print
Stilstaande beelden afdrukken (PictBridge-printer)
NL
73
f Kies [OK] met V/B en druk
daarna op z.
Het beeld wordt afgedrukt.
Koppel de USB-kabel niet los terwijl
de (USB-kabel niet losmaken)
indicator op het LCD-scherm wordt
afgebeeld.
Het afdrukken annuleren
Kies bij stap 4 [Cancel] of kies bij stap 6
[Exit].
Andere beelden afdrukken
Kies het beeld na stap 6 en kies daarna
[Print] met v.
Alle beelden met een
afdrukmarkering (DPOF)
afdrukken
Kies bij stap 4 [DPOF image]. Van alle
beelden met de afdrukmarkering wordt
het ingestelde aantal kopieën afgedrukt,
ongeacht welk beeld wordt weergegeven.
De datum en tijd op beelden
projecteren
Kies [Date] in stap 5 en kies daarna de
datumvorm met b/B. U kunt kiezen uit
[Day&Time] of [Date]. Als u [Date] kiest,
wordt de datum ingevoegd in de volgorde
ingesteld in "De datum en tijd instellen"
(blz. 18).
Afhankelijk van de printer is het mogelijk
dat deze functie niet beschikbaar is.
In de index-modus (met
negen/zestien beelden)
a Druk op (index) om het
index-scherm (met negen
beelden) weer te geven.
Druk tweemaal op (index) om het
index-scherm met zestien beelden
weer te geven.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies (Print) met B en druk
daarna op z.
d Kies [Select] met b/B en druk
daarna op z.
e Kies met v/V/b/B het beeld dat
u wilt afdrukken en druk
daarna op z.
Op het gekozen beeld verschijnt de
indicatie .
f Herhaal stap 5 om andere
beelden af te drukken.
Exit
Printing
1/3
TO NEXT
MENU
SELECT
NL
74
g Druk op MENU.
Het afdruk-instelscherm verschijnt.
Instelitems die de printer niet ondersteunt,
kunnen niet worden afgebeeld.
h Kies [Quantity] met v/V en
kies het aantal kopieën met
b/B.
U kunt maximaal 20 kopieën kiezen.
Van alle gekozen beelden wordt het
ingestelde aantal afgedrukt.
i Kies [OK] met V/B en druk
daarna op z.
De beelden worden afgedrukt.
Koppel de USB-kabel niet los terwijl
de indicatie op het LCD-scherm
wordt afgebeeld.
Het afdrukken annuleren
Kies bij stap 4 [Cancel] of kies bij stap 9
[Exit].
Alle beelden met een
afdrukmarkering (DPOF)
afdrukken
Kies bij stap 4 [DPOF image]. Van alle
beelden met de afdrukmarkering wordt
het ingestelde aantal kopieën afgedrukt,
ongeacht welk beeld wordt weergegeven.
Alle beelden in de map
afdrukken
Kies bij stap 4 [All In This Folder] en druk
daarna op z.
De datum en tijd op beelden
projecteren
Kies [Date] in stap 8 en kies daarna de
datumvorm met b/B. U kunt kiezen uit
[Day&Time] of [Date]. Als u [Date] kiest,
wordt de datum ingevoegd in de volgorde
ingesteld in "De datum en tijd instellen"
(blz. 18).
Afhankelijk van de printer is het mogelijk
dat deze functie niet beschikbaar is.
Index-beelden
afdrukken
U kunt meerdere beelden naast elkaar
afdrukken. Deze functie wordt de index-
blad-afdrukfunctie genoemd*. U kunt ook
het ingestelde aantal van hetzelfde beeld
naast elkaar als een index-blad afdrukken
(zie dan "In de enkelbeeld-modus"), of u
kunt een groep beelden kiezen om naast
elkaar af te drukken als een index-blad en
het gewenste aantal kopieën afdrukken (zie
dan "In de index-modus (met negen/zestien
beelden)").
Stel de camera in volgens de procedure
beschreven op blz. 71 en sluit de printer
aan.
* Afhankelijk van de printer is het mogelijk dat
de index-blad-afdrukfunctie niet beschikbaar is.
U kunt bewegende beelden niet afdrukken.
Als een foutmelding wordt ontvangen van de
aangesloten printer, knippert de indicatie
gedurende ongeveer vijf seconden. Controleer
de aangesloten printer.
Exit
OK
1
Off
Off
Index
Date
Quantity
Print
Exit
Printing
2/3
Regelknop
MENU
Stilstaande beelden afdrukken (PictBridge-printer)
NL
75
In de enkelbeeld-modus
a Laat met b/B het beeld
verschijnen dat u wilt
afdrukken.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies (Print) met b/B en
druk daarna op z.
d Kies [This image] met v/V en
druk daarna op z.
Het afdruk-instelscherm verschijnt.
Instelitems die de printer niet ondersteunt,
kunnen niet worden afgebeeld.
e Kies [Index] met v en kies
daarna [On] met b/B.
f Kies [Quantity] met v/V en
kies daarna het aantal kopieën
van het beeld dat op het index-
blad moet worden afgedrukt
met b/B.
U kunt maximaal 20 kopieën kiezen. U
kunt de indeling van het gekozen
aantal index-bladen kiezen.
g Kies [OK] met V/B en druk
daarna op z.
Het beeld wordt afgedrukt.
Koppel de USB-kabel niet los terwijl
de (USB-kabel niet losmaken)
indicator op het LCD-scherm wordt
afgebeeld.
Het afdrukken annuleren
Kies bij stap 4 [Cancel] of kies bij stap 7
[Exit].
Andere beelden afdrukken
Kies het beeld na stap 7. Kies [Print] met
v en herhaal daarna de procedure vanaf
stap 4.
Alle beelden met een
afdrukmarkering (DPOF)
afdrukken
Kies bij stap 4 [DPOF image]. Alle
beelden met het merkteken worden
afgedrukt, ongeacht het weergegeven beeld.
De datum en tijd op beelden
projecteren
Kies [Date] in stap 6 en kies daarna de
datumvorm met b/B. U kunt kiezen uit
[Day&Time] of [Date]. Als u [Date] kiest,
wordt de datum ingevoegd in de volgorde
ingesteld in "De datum en tijd instellen"
(blz. 18).
Afhankelijk van de printer is het mogelijk
dat deze functie niet beschikbaar is.
Het is mogelijk dat, afhankelijk van het aantal
beelden, niet alle beelden op één blad passen.
101
2/9
1M
Exit
OK
1
Off
Off
Index
Date
Quantity
Print
Exit
Printing Index
1/1
NL
76
In de index-modus (met
negen/zestien beelden)
a Druk op (index) om het
index-scherm (met negen
beelden) weer te geven.
Druk tweemaal op (index) om het
index-scherm met zestien beelden
weer te geven.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies (Print) met B en druk
daarna op z.
d Kies [Select] met b/B en druk
daarna op z.
e Kies het gewenste beeld met
v/V/b/B en druk daarna op z.
Op het gekozen beeld verschijnt de
indicatie .
f Herhaal stap 5 om andere
beelden af te drukken.
g Druk op MENU.
h Kies [Index] met v en kies
daarna [On] met b/B.
i Kies [Quantity] met v/V en
kies het aantal kopieën dat u
wilt afdrukken met b/B.
U kunt maximaal 20 kopieën kiezen.
j Kies [OK] met V/B en druk
daarna op z.
Het beeld wordt afgedrukt.
Koppel de USB-kabel niet los terwijl
de indicatie op het LCD-scherm
wordt afgebeeld.
Het afdrukken annuleren
Kies bij stap 4 [Cancel] of kies bij stap 0
[Exit].
Alle beelden met een
afdrukmarkering (DPOF)
afdrukken
Kies bij stap 4 [DPOF image]. Alle
beelden met het merkteken worden
afgedrukt, ongeacht het weergegeven beeld.
Alle beelden in de map
afdrukken
Kies bij stap 4 [All In This Folder] en druk
daarna op z.
De datum en tijd op beelden
projecteren
Kies [Date] in stap 9 en kies daarna de
datumvorm met b/B. U kunt kiezen uit
[Day&Time] of [Date]. Als u [Date] kiest,
wordt de datum ingevoegd in de volgorde
ingesteld in "De datum en tijd instellen"
(blz. 18).
Afhankelijk van de printer is het mogelijk
dat deze functie niet beschikbaar is.
TO NEXT
MENU
SELECT
Exit
Printing Index
1/3
Bewegende beelden
NL
77
Opnemen van
bewegende beelden
U kunt met uw camera bewegende beelden
met geluid opnemen.
a Zet de modusdraaiknop op .
b Druk op (Beeldformaat).
Het beeldformaat-instelmenu wordt
afgebeeld.
c Kies het gewenste formaat met
v/V.
U kunt kiezen uit [640(Fine)],
[640(Standard)] en [160].
[640(Fine)] kan alleen worden opgenomen op
"Memory Stick PRO".
d Druk de sluiterknop volledig
in.
"REC" verschijnt op het scherm en de
camera begint met de opname van het
beeld en geluid.
Het opnemen stopt wanneer de
"Memory Stick" vol is.
e Druk de sluiterknop opnieuw
helemaal in om met opnemen
te stoppen.
Indicaties tijdens het opnemen
De indicaties op het scherm worden niet
mee opgenomen.
Bij iedere druk op verandert de status
van het LCD-scherm als volgt: Indicaties
uit t LCD-scherm uit t Indicaties aan.
Er wordt geen histogram weergegeven.
Een uitvoerige beschrijving van de
indicaties vindt u op blz. 125.
Opnemen van close-ups (Macro)
Zet de modusdraaiknop op en volg de
procedure op blz. 28.
Zelfontspanner gebruiken
Zet de modusdraaiknop op en volg de
procedure op blz. 29.
Tijdens het opnemen van bewegende beelden
kunt u de volgende functies niet gebruiken:
De vergrotingsfactor veranderen
Flitser
De datum en tijd projecteren
Als u het beeldformaat instelt op [640(Fine)]
terwijl u de kabel aansluit op de A/V OUT
(MONO) aansluiting, wordt het onderwerp niet
weergegeven op het LCD-scherm. Het LCD-
scherm wordt blauw.
Zie blz. 109 voor de opnametijd in iedere
opnamefunctie.
Modusdraaiknop
Regelknop
Sluiter
REC
00:00:02[00:10:48]
101
STD
640
Bewegende beelde
n
NL
78
Bewegende beelden
bekijken op het LCD-
scherm
U kunt bewegende beelden bekijken op het
LCD-scherm met het geluid uit de
luidspreker.
a Zet de modusdraaiknop op .
b Kies met b/B het gewenste
bewegende beeld.
Bewegende beelden van het formaat
[640(Fine)] of [640(Standard)] worden
op het volledige scherm weergegeven.
Bewegende beelden met het beeldformaat
[160] worden een formaat kleiner
weergegeven.
c Druk op z.
De bewegende beelden en het geluid
worden weergegeven.
Tijdens weergave verschijnt B
(weergave) op het scherm.
Om de weergave te stoppen
Druk opnieuw op z.
Om het volume af te stellen
Druk op v/V om het volume af te stellen.
Om de bewegende beelden
vooruit of terug te spoelen
Druk tijdens het weergeven op B (cue-
weergave) of op b (review-weergave).
Om terug te keren naar normale weergave,
drukt u op z.
Indicaties tijdens het bekijken
van bewegende beelden
Elke keer wanneer u indrukt,
verandert de status van het scherm als volgt:
Indicaties uit t LCD-scherm uit t
Indicaties aan.
Er wordt geen histogram weergegeven.
Een uitvoerige beschrijving van de
indicaties vindt u op blz. 127.
De procedure voor het bekijken van bewegende
beelden op een TV is dezelfde als voor het
bekijken van stilstaande beelden (blz. 39).
Bewegende beelden die zijn opgenomen met
voorgaande Sony-modellen kunnen ook een
formaat kleiner worden weergegeven.
Luidspreker
Regelknop
Modusdraaiknop
10/10
00:00:00
101
10:30PM2005 1 1101
_
0010
STD
640
PLAY BACK/NEXT VOLUME
00:00:03
10:30PM2005 1 1101
_
0010
10/10
101
STD
640
STOP REV/CUE VOLUME
Weergavebalk
Bewegende beelden
NL
79
Bewegende beelden
wissen
Ongewenste bewegende beelden kunt u
wissen.
U kunt beveiligde bewegende beelden niet
wissen.
Merk op dat u gewiste bewegende beelden niet
kunt herstellen.
In de enkelbeeld-modus
a Zet de modusdraaiknop op .
b Geef de bewegende beelden
die u wilt wissen weer met
b/B.
c Druk op (Wissen).
De bewegende beelden zijn op dit
moment nog niet gewist.
d Kies [Delete] met v en druk
daarna op z.
De melding "Access" verschijnt en de
bewegende beelden zijn gewist.
e Om verder te gaan en andere
bewegende beelden te wissen,
geeft u de bewegende beelden
weer die u wilt wissen met b/B
en herhaalt u vervolgens stap
4.
Om te stoppen met wissen
Kies [Exit] bij stap 4 of 5.
In de index-modus (met
negen/zestien beelden)
a Zet de modusdraaiknop op ,
en druk daarna op (index)
om het index-scherm (met
negen beelden) weer te geven.
Druk tweemaal op (index) om het
index-scherm met zestien beelden
weer te geven.
b Druk op (Wissen).
c Kies [Select] met b/B en druk
daarna op z.
d Kies met v/V/b/B de
bewegende beelden die u wilt
wissen en druk daarna op z.
De groene (Wissen) indicator wordt
afgebeeld op de gekozen bewegende
beelden.
De bewegende beelden zijn op dit
moment nog niet gewist.
e Herhaal stap 4 om andere
bewegende beelden te wissen.
Modusdraaiknop
Regelknop
TO NEXTSELECT
NL
80
f Druk op (Wissen).
g Kies [OK] met B en druk
daarna op z.
De melding "Access" verschijnt en de
bewegende beelden zijn gewist.
Om te stoppen met wissen
Kies [Exit] bij stap 3 of 7.
Alle beelden in de map wissen
Kies bij stap 3 [All In This Folder] en druk
daarna op z. Kies [OK] met B en druk
daarna op z. Om te stoppen met wissen,
kiest u [Cancel] met b en daarna drukt u op
z.
Knippen van
bewegende beelden
U kunt bewegende beelden knippen of
overbodige gedeelten wissen. Dit is de
aanbevolen functie om te gebruiken
wanneer de capaciteit van de "Memory
Stick" onvoldoende is, of wanneer u
bewegende beelden als bijlage met uw e-
mailberichten verstuurt.
Merk op dat het oorspronkelijke bewegende
beeld wordt gewist wanneer u erin knipt.
Toewijzen van
bestandsnummers wanneer
bewegende beelden worden
geknipt
De geknipte bewegende beelden krijgen
nieuwe nummers toegewezen en worden in
de gekozen opnamemap opgeslagen als de
meest recente bestanden. De
oorspronkelijke bewegende beelden
worden gewist en dat nummer wordt
overgeslagen.
<Voorbeeld> Knippen van een bewegend
beeld genummerd 101_0002
1
2
3AB
101_0002
101_0004
123 BA
101_0005
13
2
101_0006
101_0004 101_0007
AB
13
2
101_0006
1
2
101_0002
101_0003
3
101_0001
1. Knippen van scène A.
3. Wissen van scènes A en B als deze
overbodig zijn.
2. Knippen van scène B.
4. Alleen de gewenste scènes blijven
over.
Knippunt
Knippunt
Wissen Wissen
Bewegende beelden
NL
81
a Zet de modusdraaiknop op .
b Kies de bewegende beelden
die u wilt knippen met b/B.
c Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
d Kies (Divide) met B, en
druk daarna op z. Kies
vervolgens [OK] met v en druk
daarna op z.
Het weergeven van de bewegende
beelden begint.
e Kies een knippunt.
Druk op de middelste z op het
gewenste knippunt.
Als u het knippunt wilt aanpassen,
drukt u op [c/C] (frame
terugspoelen/vooruit) en past u het
knippunt aan met b/B. Als u een
ander knippunt wilt kiezen, kiest u
[Cancel]. Het weergeven van de
bewegende beelden begint opnieuw.
f Als u een knippunt hebt
gekozen, kiest u [OK] met v/V
en drukt u op z.
g Kies [OK] met v en druk
daarna op z.
De bewegende beelden worden
geknipt.
Het knippen annuleren
Kies [Exit] bij stap 5 of 7. De
bewegende beelden worden weer op het
scherm weergegeven.
U kunt de onderstaande beelden niet knippen.
Stilstaand beeld
Bewegende beelden niet lang genoeg om te
knippen
Beveiligde bewegende beelden
U kunt bestanden niet herstellen nadat u ze hebt
geknipt.
De oorspronkelijke bewegende beelden worden
gewist nadat ze zijn geknipt.
De geknipte bewegende beelden worden
opgenomen als de meest recente bestanden in
de gekozen opnamemap.
Modusdraaiknop
RegelknopMENU
00:00:02
10/10
101
STD
6 40
Divide
Dividing
Point
O K
Cancel
Exit
NL
82
Beelden kopiëren
naar uw computer
— Voor gebruikers van
Windows
Aanbevolen computeromgeving
Besturingssysteem: Microsoft
Windows 98, Windows 98SE, Windows
2000 Professional, Windows Millennium
Edition, Windows XP Home Edition of
Windows XP Professional
Het bovenstaande besturingssysteem dient
in de fabriek te zijn geïnstalleerd. De juiste
werking kan niet worden gegarandeerd in
een computeromgeving die is
opgewaardeerd tot de hierboven beschreven
besturingssystemen of in een
computeromgeving met meerdere
besturingssystemen.
CPU: MMX Pentium 200 MHz of sneller
USB-poort: Standaard geleverd
Beeldscherm: 800 × 600 beeldpunten of
meer
High Color (16-bit kleuren, 65.000 kleuren)
of beter
Deze camera is compatibel met High-Speed
USB (voldoet aan USB 2.0)
Door aan te sluiten via een USB-interface die
compatibel is met Hi-Speed USB (voldoet aan
USB 2.0) wordt overdracht op hoge snelheid
(snelle overdracht) mogelijk.
Indien u twee of meer USB-apparaten tegelijk
op één en dezelfde computer aansluit, zal
bepaalde apparatuur, met inbegrip van uw
camera, al naar gelang het type USB-
apparatuur mogelijk niet werken.
Bij gebruik van een USB-hub kan een juiste
werking niet worden gegarandeerd.
Voor alle bovenstaande aanbevolen
computeromgevingen kan een behoorlijke
werking niet worden gegarandeerd.
USB-modus
Er zijn twee functies voor een USB
verbinding wanneer u aansluit op een
computer: de [Normal] en [PTP]* functie.
De standaardinstelling is de [Normal]-
functie. Dit gedeelte neemt de [Normal]
functie als voorbeeld.
* Compatibel met Windows XP. Indien
aangesloten op een computer, worden alleen de
gegevens in de map, die is geselecteerd door de
camera, gekopieerd naar de computer. Om een
map te kiezen, volgt u de procedure op blz. 62.
Communicatie met uw computer
Na herstel van uw computer vanuit de
Suspend- of Sleep-modus is de kans
aanwezig dat de communicatie tussen uw
camera en uw computer niet op hetzelfde
moment hersteld wordt.
Wanneer uw computer niet is
uitgerust met een USB-poort
Wanneer zowel een USB-poort als een
"Memory Stick"-gleuf niet aanwezig zijn,
kunt u beelden kopiëren via een extern
apparaat. Zie de Sony-website voor
informatie.
http://www.sony.net/
Inhoud van de CD-ROM
x USB-stuurprogramma
Dit stuurprogramma is noodzakelijk om de
camera aan te sluiten op een computer.
Indien u Windows XP gebruikt, hoeft u het
USB-stuurprogramma niet te installeren.
x Picture Package
Deze applicatie wordt gebruikt om de
beelden vanaf de camera gemakkelijk over
te dragen naar een computer. Het stelt u
tevens in staat de diverse functies te
gebruiken.
Bij de installatie van "Picture Package",
wordt tegelijkertijd ook het USB-
stuurprogramma geïnstalleerd.
De vereiste bediening kan al naar gelang uw
besturingssysteem verschillend zijn.
Sluit alle programma’s die op de
computer draaien af alvorens het USB-
stuurprogramma en het
softwareprogramma te installeren.
Bij gebruik van Windows XP of Windows
2000, logt u in als beheerder (Administrator).
Bekijken van de beelden op uw compute
r
Bekijken van de beelden op uw computer
NL
83
Het USB-stuurprogramma
installeren
Indien u Windows XP gebruikt, hoeft u het
USB-stuurprogramma niet te installeren.
Nadat het USB-stuurprogramma eenmaal is
geïnstalleerd, hoeft u het USB-
stuurprogramma niet nogmaals te
installeren.
a Schakel de computer in en
plaats de CD-ROM
(bijgeleverd) in het CD-ROM-
station.
Het installatie-menuscherm wordt
afgebeeld. Indien het niet verschijnt,
dubbelklik dan op (My Computer)
t (PICTUREPACKAGE) in die
volgorde.
Als u het "Picture Package"
softwareprogramma wilt gaan gebruiken,
klikt u op [Picture Package]. Het USB-
stuurprogramma wordt geïnstalleerd nadat
"Picture Package" is geïnstalleerd
(blz. 89).
Als de computer reeds gebruikt
wordt, sluit u alle
softwareprogramma’s af voordat u
het USB-stuurprogramma
installeert.
b Klik op [USB Driver] op het
titelscherm.
Het "InstallShield Wizard"-scherm
verschijnt.
c Klik op [Next].
Het installeren van het USB-
stuurprogramma begint. Nadat het
installeren klaar is, wordt een
mededeling hieromtrent op het scherm
afgebeeld.
d Kies [Yes, I want to restart my
computer now] (Ja, ik wil mijn
computer nu opnieuw
opstarten) en klik daarna op
[Finish].
De computer wordt opnieuw opgestart.
Hierna kunt u de USB-aansluiting tot
stand brengen.
e Haal de CD-ROM eruit.
Sluit uw camera nu nog niet
aan op uw computer.
NL
84
De camera aansluiten op de
computer
a Plaats de "Memory Stick" met
de te kopiëren beelden in de
camera.
Gebruik volledig opgeladen nikkel-
metaalhydridebatterijen of de
netspanningsadapter (niet bijgeleverd). Als u
probeert beeldbestanden te kopiëren terwijl er
slechts weinig lading in de batterijen zit,
kunnen de batterijen leeg raken waardoor het
kopiëren zal mislukken en zelfs de data
verminkt kunnen raken.
b Zet de modusdraaiknop op .
Schakel uw computer en de
camera in.
U kunt deze procedure ook uitvoeren wanneer
de modusdraaiknop op SET UP is ingesteld.
c Sluit de USB-kabel
(bijgeleverd) aan op de (USB)
aansluiting van de camera.
d Sluit de USB-kabel aan op de
computer.
Wanneer u een desktopcomputer gebruikt,
raden wij u aan de USB-kabel aan te sluiten op
de USB-aansluiting op het achterpaneel.
Als u Windows XP gebruikt, verschijnt de
AutoPlay wizard automatisch op het
bureaublad. Ga verder naar blz. 86.
"USB Mode Normal" verschijnt op het
LCD-scherm van de camera. Wanneer
er voor het eerst een USB-verbinding
tot stand wordt gebracht, draait uw
computer automatisch het gebruikte
programma om de camera te
herkennen. Wacht een poosje.
* Tijdens communicatie zijn de
toegangsindicaties rood. Bedien de
computer niet totdat de toegangsindicators
wit zijn geworden.
Als "USB Mode Normal" niet verschijnt in stap
4, druk op MENU, kies [USB Connect] en
stel [Normal] in.
USB Mode
MENU
Switch on
Normal
Toegangsin-
dicaties*
Bekijken van de beelden op uw computer
NL
85
P De USB-kabel loskoppelen, de
"Memory Stick" eruit halen of de
camera uitschakelen tijdens een
USB-verbinding
Voor gebruikers van Windows 2000,
Me of XP
1 Dubbelklik op de taakbalk.
2 Klik op (Sony DSC) en klik daarna
op [Stop].
3 Controleer dat het juiste apparaat wordt
aangegeven in het bevestigingsvenster
en klik op [OK].
4 Klik op [OK].
Stap 4 is niet nodig voor Windows XP
gebruikers.
5 Koppel de USB-kabel los, haal de
"Memory Stick" eruit of schakel de
camera uit.
Voor gebruikers van Windows 98 of
98SE
Controleer dat de toegangsindicaties
(blz. 84) op het LCD-scherm wit zijn en
voer alleen bovenstaande stap 5 uit.
Beelden kopiëren
– Windows 98/98SE/2000/Me
a Dubbelklik op [My Computer]
en dubbelklik daarna op
[Removable Disk].
De inhoud van de "Memory Stick" in
de camera verschijnt.
Dit deel beschrijft een voorbeeld van het
kopiëren van beelden naar de "My Documents"
map.
Wanneer het pictogram "Removable Disk" niet
wordt afgebeeld, zie blz. 86.
Wanneer u Windows XP gebruikt, zie blz. 86.
b Dubbelklik op [DCIM] en
dubbelklik daarna op de map
waarin de beelden zijn
opgeslagen die u wilt
kopiëren.
c Klik met de rechtermuisknop
op het beeldbestand om het
menu af te beelden en kies
daarna [Copy] op het menu.
d Dubbelklik de map [My
Documents], klik met de
rechtermuisknop in het
venster "My Documents" om
het menu af te beelden en kies
daarna [Paste] op het menu.
De beeldbestanden worden naar de
map "My Documents" gekopieerd.
Als een beeld met dezelfde
bestandsnaam reeds bestaat in
de bestemmingsmap
De overschrijven-bevestigingsmelding
wordt afgebeeld. Wanneer u het bestaande
beeld overschrijft met een nieuw beeld,
wordt het oorspronkelijke bestand gewist.
De bestandsnaam veranderen
Voor het kopiëren van een beeldbestand,
zonder overschrijving, moet u de
bestandsnaam in de gewenste naam
wijzigen en daarna het beeldbestand
kopiëren. Merk echter op dat wanneer u de
bestandsnaam verandert, u dat beeld
mogelijk niet meer kan weergeven met de
camera. Als u beelden wilt weergeven met
de camera, voert u de bediening uit op
blz. 89.
Dubbelklik hier
NL
86
Wanneer het pictogram van een
verwisselbare schijf niet wordt
afgebeeld
1 Klik met de rechtermuisknop op [My
Computer] om het menu af te beelden en
klik daarna op [Properties].
Het scherm "System Properties"
(Systeemeigenschappen) verschijnt.
2 Beeld [Device Manager] af.
1 Klik op [Hardware].
2 Klik op [Device Manager].
Voor gebruikers van Windows 98,
98SE en Me is stap 1 overbodig.
Klik op het tabblad [Device
Manager].
3 Als [ Sony DSC] wordt afgebeeld,
gooit u dit weg.
1 Klik met de rechter muistoets op
[ Sony DSC].
2 Klik op [Uninstall].
Het "Confirm Device Removal"
(Bevestigen van verwijderen van
apparaat)-scherm verschijnt.
Voor gebruikers van Windows 98,
98SE en Me, klik op [Remove].
3 Klik op [OK].
Het apparaat is verwijderd.
Probeer nogmaals het USB-
stuurprogramma te installeren met behulp
van de CD-ROM (blz. 83).
– Windows XP
Kopiëren van beelden met
behulp van Windows XP
AutoPlay wizard
a Breng een USB-verbinding tot
stand (blz. 84). Klik op [Copy
pictures to a folder on my
computer using Microsoft
Scanner and Camera Wizard]
(Kopieer beelden naar een
map op mijn computer met
behulp van Microsoft Scanner
en Camera Wizard) en klik
daarna op [OK].
Het "Scanner and Camera Wizard"
(Wizard voor scanner en camera)-
scherm verschijnt.
b Klik op [Next].
De beelden die op de "Memory Stick"
zijn opgeslagen, worden weergegeven.
c Klik in het selectievakje van de
beelden die u niet naar de
computer wilt kopiëren om het
vinkje te verwijderen en klik
daarna op [Next].
Het "Picture Name and Destination"
(Naam en bestemming van beeld)-
scherm verschijnt.
d Kies een naam en bestemming
voor uw beelden en klik
vervolgens op [Next].
Het beeld wordt nu gekopieerd.
Wanneer het kopiëren is voltooid,
verschijnt het scherm "Other Options"
(Overige opties).
e Kies [Nothing. I’m finished
working with these pictures]
(Niets. Ik ben klaar met het
bewerken van deze
afbeeldingen) en klik daarna
op [Next].
Het scherm "Completing the Scanner
and Camera Wizard" (Voltooien van
wizard voor scanner en camera)
verschijnt.
f Klik op [Finish].
De wizard wordt afgesloten.
Om door te gaan met het kopiëren van andere
beelden, volgt u de procedure beschreven onder
P op blz. 85 om de USB-kabel los te koppelen
en weer aan te sluiten. Voer daarna de
procedure vanaf stap 1 opnieuw uit.
Bekijken van de beelden op uw computer
NL
87
Bekijken van de beelden op
uw computer
a Klik op [Start] en klik daarna
op [My Documents].
De inhoud van de map "My
Documents" wordt weergegeven.
Dit hoofdstuk beschrijft de procedure voor het
bekijken van gekopieerde beelden in de map
"My Documents".
Als u niet Windows XP gebruikt, dubbelklikt u
op [My Documents] op het bureaublad.
b Dubbelklik op het gewenste
beeldbestand.
Het beeld wordt weergegeven.
Beeldbestand-geheugenlocaties en bestandsnamen
Beeldbestanden opgenomen met uw camera worden gegroepeerd als mappen in de "Memory
Stick".
Voorbeeld: als u mappen bekijkt onder Windows XP
U kunt geen beelden opnemen in de map "100MSDCF" of de map "MSSONY". De beelden
in deze map zijn alleen beschikbaar voor weergave.
Voor verdere informatie over de map, zie blz. 47 en 62.
Map met daarin beeldgegevens die werden
opgenomen met een camera zonder map-
creëerfunctie
Map met daarin beeldgegevens die werden
opgenomen met uw camera. Als u geen
mappen creëert, is er alleen de map
"101MSDCF"
Map met daarin bewegend-beeldgegevens,
enz., die werden opgenomen met een
camera die niet was uitgerust met de map-
aanmaakfunctie.
NL
88
ssss betekent ieder willekeurig nummer van 0001 t/m 9999.
De numerieke delen van een bestand met bewegende beelden, opgenomen in de bewegende-beeldenfunctie, en het bijbehorende
indexbeeldbestand zijn dezelfde.
Map Bestandsnaam Betekenis van bestand
101MSDCF tot
999MSDCF
DSC0ssss.JPG Stilstaande-beeldbestanden opgenomen in de
Normale modus (blz. 24)
Burst-modus (blz. 59)
Multi Burst-modus (blz. 60)
MOV0ssss.MPG Bewegende-beeldbestanden (blz. 77)
MOV0ssss.THM Index-beeldbestanden tegelijkertijd opgenomen in de bewegend-beeldmodus (blz. 77)
Bekijken van de beelden op uw computer
NL
89
Beeldbestanden bekijken
met de camera nadat ze
naar de computer zijn
gekopieerd
Als een beeldbestand dat naar de computer
is gekopieerd niet meer in een "Memory
Stick" is opgeslagen, kunt u dat beeld
nogmaals op de camera bekijken door het
beeldbestand in de computer te kopiëren
naar een "Memory Stick".
Stap 1 is niet nodig als de bestandsnaam
ingesteld in de camera, niet is veranderd.
Afhankelijk van het beeldformaat kan het
onmogelijk zijn bepaalde beelden weer te
geven.
Als een beeldbestand is verwerkt door de
computer of als het beeldbestand werd
opgenomen door een ander model camera dan
die van u, kunnen wij niet garanderen dat het
beeldbestand kan worden weergegeven.
Als de overschrijven-bevestigingsmelding
wordt afgebeeld, voert u in stap 1 een ander
nummer in.
Als er geen map is, maakt u eerst een nieuwe
map aan met uw camera en kopieert u daarna
het beeldbestand (blz. 47).
a Klik met de rechter muisknop
op het beeldbestand en klik
daarna op [Rename]. Verander
de bestandsnaam in
"DSC0ssss".
Voer een nummer in van 0001 t/m
9999 voor ssss.
De bestandsextensie kan worden afgebeeld,
afhankelijk van de instelling van de computer.
De bestandsextensie voor stilstaande beelden is
JPG, en de bestandsextensie voor bewegende
beelden is MPG. U mag de bestandsextensie
niet veranderen.
b Kopieer het beeldbestand naar
de map "Memory Stick".
1 Klik met de rechter muisknop op
het beeldbestand en klik daarna op
[Copy].
2 Kies en dubbelklik op de map
[DCIM] van de [Removable Disk]
of [Sony MemoryStick] in [My
Computer].
3 Klik met de rechtermuisknop op de
[sssMSDCF] map in de
[DCIM] map en klik op [Paste].
sss staat voor ieder aantal
binnen het bereik van 100 t/m 999.
Installeren van "Picture
Package"
"Picture Package" is alleen voor
Windows computers.
U kunt het programma "Picture Package"
op uw Windows-computer gebruiken voor
het kopiëren, bekijken en bewerken van de
opnamen die u met uw camera hebt
gemaakt. Bij de installatie van "Picture
Package", wordt tegelijkertijd ook het USB-
stuurprogramma geïnstalleerd.
Als de computer reeds gebruikt wordt, sluit u
alle softwareprogramma’s af voordat u "Picture
Package" installeert.
Voor computeromgeving
Zie blz. 82 voor een eenvoudige Windows-
besturingsomgeving. Andere
systeemvereisten zijn als volgt.
Software: Macromedia Flash Player 6.0 of
hoger, Windows Media Player 7.0 of hoger,
DirectX 9.0b of hoger
Geluidskaart: 16-bit stereo geluidskaart
met luidsprekers
Geheugen: 64 MB of meer (128 MB of
meer wordt aanbevolen.)
Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd
voor installatie: circa 200 MB
NL
90
Beeldscherm: Een videokaart uitgerust
met 4 MB VRAM (compatibel met het
Direct Draw-stuurprogramma)
Om automatische diavoorstellingen
(blz. 93) te maken, is een Pentium III
500 MHz of een snellere CPU vereist.
Deze software is geschikt voor DirectX.
Voor gebruik moet "DirectX"
geïnstalleerd zijn.
Voor het gebruik van een schrijver, om
CD-R’s te branden, gelden andere
vereisten.
a Schakel de computer in en
plaats de CD-ROM
(bijgeleverd) in het CD-ROM-
station.
Het installatie-menuscherm wordt
afgebeeld.
Als u het USB-stuurprogramma nog niet
hebt geïnstalleerd (blz. 83), mag u de
camera niet op de computer aansluiten
vóórdat u de "Picture Package"-software
hebt geïnstalleerd (behalve voor Windows
XP).
b Klik op [Picture Package].
Het scherm "Choose Setup Language"
(Kies taal voor installatie) verschijnt.
c Kies de gewenste taal en klik
daarna op [Next].
Deze tekst beschrijft het Engelse scherm.
d Klik op [Next].
Het scherm "License Agreement"
(Licentie overeenkomst) verschijnt.
Lees de overeenkomst aandachtig
door. Als u de voorwaarden van de
overeenkomst accepteert, vinkt u het
selectievakje "I accept the terms of the
license agreement" (ik accepteer
delicentie overeenkomst) aan en klikt u
op [Next].
Bekijken van de beelden op uw computer
NL
91
e Klik op [Next].
f Klik op [Install] op het scherm
"Ready to Install the Program"
(Klaar om het programma te
installeren).
De installatie begint.
Als het scherm "Welcome to setup for
Direct X" (Welkom bij de installatie
van Direct X) wordt afgebeeld nadat
de installatie van het
softwareprogramma klaar is, volgt u de
aanwijzingen op het scherm.
g Controleer dat het
selectievakje "Yes, I want to
restart my computer now" (Ja,
ik wil de computer nu opnieuw
starten) is aangevinkt en klik
daarna op [Finish].
Uw computer start opnieuw op.
De snelkoppelingen van "Picture
Package Menu" en "Picture Package
destination Folder" worden afgebeeld.
h Haal de CD-ROM eruit.
Beelden kopiëren met
"Picture Package"
Sluit de camera aan op de computer
met behulp van de USB-kabel.
"Picture Package" wordt automatisch
opgestart en de beelden worden
automatisch naar de computer gekopieerd.
Nadat de beelden zijn gekopieerd, wordt
"Picture Package Viewer" opgestart en
worden de gekopieerde beelden afgebeeld.
Normaal gesproken worden de mappen
"Picture Package" en "Date" aangemaakt in de
map "My Picture" en worden alle beelden,
opgenomen met de camera, in deze mappen
gekopieerd.
Windows XP is zodanig ingesteld dat de OS
AutoPlay Wizard wordt geactiveerd.
Als u de "OS AutoPlay" uitschakelt, kunt u het
inschakelen opheffen met [Settings] op het
"Picture Package Menu".
Als "Picture Package" de beelden niet
automatisch kan kopiëren, start u "Picture
Package Menu" op en vinkt u [Settings] aan in
[Copy automatically].
NL
92
"Picture Package"
gebruiken
Start "Picture Package Menu"
(beeldakketmenu) op het bureaublad op om
de diverse functies te gebruiken.
Het opstartscherm kan er, afhankelijk van uw
computer, anders uitzien. U kunt de
menuweergave naar wens aanpassen door op
[Settings], rechtsonder op het scherm, te
klikken.
Voor verdere informatie over het
softwareprogramma, klikt u op in de
rechterbovenhoek van ieder scherm om de on-
line Helpfunctie af te beelden.
Beelden bekijken op een
computer
Klik op [Viewing video and pictures on
PC] (Video en beelden bekijken op de PC)
aan de linkerkant van het scherm en klik
daarna op [Viewing video and pictures on
PC] (Video en beelden bekijken op de PC)
in de rechteronderhoek van het scherm.
Het scherm dat gebruikt wordt voor het
bekijken van de beelden, wordt
afgebeeld.
Beelden opslaan op een CD-R
Klik op [Save the images on CD-R]
(Afbeeldingen opslaan op een CD-R) aan
de linkerkant van het scherm en klik daarna
op [Save the images on CD-R]
(Afbeeldingen opslaan op een CD-R) in de
rechteronderhoek van het scherm.
Het scherm dat gebruikt wordt voor het
opslaan van beelden op een CD-R
wordt afgebeeld.
Om beelden op een CD-R op te slaan is
een cd-schrijver nodig. Voor meer
informatie betreffende geschikte
schrijvers, moet u de volgende homepage
van het Pixela User Support Center
raadplegen.
http://www.ppackage.com/
Technische ondersteuning van
"Picture Package" wordt geleverd door
het Pixela User Support Center. Voor
verdere informatie leest u de informatie
die bij de CD-ROM werd geleverd.
Bekijken van de beelden op uw computer
NL
93
Een diavoorstelling maken
Klik op [Automatic Slideshow Producer]
(Automatische diavoorstelling
samensteller) aan de linkerkant van het
scherm en klik daarna op [Automatic
Slideshow Producer] (Automatische
diavoorstelling samensteller) in de
rechteronderhoek van het scherm.
Het scherm dat gebruikt wordt voor het
maken van een diavoorstelling, wordt
afgebeeld.
Beelden kopiëren
naar uw computer
Voor gebruikers van
Macintosh
Aanbevolen computeromgeving
Besturingssysteem: Mac OS 9.1, 9.2,
of Mac OS X (v10.0/v10.1/v10.2/v10.3)
Het bovenstaande besturingssysteem dient
in de fabriek te zijn geïnstalleerd.
USB-poort: Standaard geleverd
Indien u twee of meer USB-apparaten tegelijk
op één en dezelfde computer aansluit, zal
bepaalde apparatuur, met inbegrip van uw
camera, al naar gelang het type USB-
apparatuur mogelijk niet werken.
Bij gebruik van een USB-hub kan een juiste
werking niet worden gegarandeerd.
Voor alle bovenstaande aanbevolen
computeromgevingen kan een behoorlijke
werking niet worden gegarandeerd.
USB-modus
Er zijn twee functies voor een USB
verbinding wanneer u aansluit op een
computer: de [Normal] en [PTP]* functie.
De standaardinstelling is de [Normal]-
functies. Dit gedeelte neemt de [Normal]
functie als voorbeeld.
* Alleen compatibel met Mac OS X. Indien
aangesloten op een computer, worden alleen de
gegevens in de map, die is geselecteerd door de
camera, gekopieerd naar de computer. Om een
map te kiezen, volgt u de procedure op blz. 62.
Communicatie met uw computer
Na herstel van uw computer vanuit de
Suspend- of Sleep-modus is de kans
aanwezig dat de communicatie tussen uw
camera en uw computer niet op hetzelfde
moment hersteld wordt.
Wanneer uw computer niet is
uitgerust met een USB-poort
Wanneer zowel een USB-poort als een
"Memory Stick"-gleuf niet aanwezig zijn,
kunt u beelden kopiëren via een extern
apparaat. Zie de Sony-website voor
informatie.
http://www.sony.net/
NL
94
a Uw camera aansluiten op uw
computer
Nadere bijzonderheden vindt u op blz. 84.
De USB-kabel loskoppelen, de
"Memory Stick" eruit halen of de
camera uitschakelen tijdens een
USB-verbinding
Sleep het pictogram van het station of de
"Memory Stick" en zet het neer op het
"Trash" pictogram, koppel daarna de USB-
kabel los, verwijder de "Memory Stick" of
schakel de camera uit.
Als u Mac OS X v10.0 gebruikt, verwijdert u de
USB-kabel, enz., nadat u de computer hebt
uitgeschakeld.
b Beelden kopiëren
1 Dubbelklik op het nieuw herkende
pictogram op het bureaublad.
De inhoud van de "Memory Stick" in de
camera verschijnt.
2 Dubbelklik op [DCIM].
3 Dubbelklik op de map waarin de beelden
die u hebt gekopieerd, zijn opgeslagen.
4 Sleep de beeldbestanden naar het
pictogram van de harde schijf en zet ze
erop neer.
De beeldbestanden worden naar de
harde schijf gekopieerd.
Voor informatie over de opslaglocatie van de
beelden en de bestandsnamen, leest u blz. 87.
c Bekijken van de beelden op uw
computer
1 Dubbelklik op het pictogram van de
harde schijf.
2 Dubbelklik op het gewenste
beeldbestand in de map waarin de
gekopieerde bestanden zitten.
Het beeldbestand wordt geopend.
"Picture Package" kan niet worden gebruikt op
een Macintosh.
"ImageMixer VCD2"
gebruiken
"ImageMixer VCD2" is alleen voor
Macintosh (Mac OS X (v10.1.5) of
hoger) computers.
Met behulp van "ImageMixer VCD2" op de
CD-ROM die bij de camera werd geleverd,
kunt u een video-CD maken met stilstaande
beelden en bewegende beelden opgeslagen
op de computer. U kunt een imagebestand
maken dat compatibel is met de video-CD -
creëerfunctie van Toast van Roxio (niet
bijgeleverd).
Als de computer reeds gebruikt wordt, sluit u
alle softwareprogramma’s af voordat u
"ImageMixer VCD2" installeert.
Technische ondersteuning van "ImageMixer
VCD2" wordt geleverd door het Pixela User
Support Center. Voor verdere informatie leest u
de informatie die bij de CD-ROM werd
geleverd.
Bekijken van de beelden op uw computer
NL
95
Vereiste computeromgeving
Besturingssysteem: Mac OS X
(v10.1.5 of hoger)
Het bovenstaande besturingssysteem dient
in de fabriek te zijn geïnstalleerd.
CPU: iMac, eMac, iBook, PowerBook,
Power Mac G3/G4-series
Geheugen: 128 MB of meer (256 MB of
meer wordt aanbevolen.)
Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd
voor installatie: circa 250 MB
Grafisch: 1024 × 768 pixels of meer,
32.000 kleuren of meer
QuickTime 4 of hoger moet in de fabriek zijn
geïnstalleerd. (QuickTime 5 wordt aanbevolen.)
Voor alle bovenstaande aanbevolen
computeromgevingen kan een behoorlijke
werking niet worden gegarandeerd.
a Installeren van "ImageMixer
VCD2"
1 Schakel uw computer in.
De displayinstellingen moeten 1024 × 768
punten of meer en 32.000-bits of meer
zijn.
2 Plaats de CD-ROM (bijgeleverd) in het
CD-ROM-station.
3 Dubbelklik op het pictogram CD-ROM.
4 Kopieer het bestand [IMXINST.SIT] in
de map [MAC] naar de vaste schijf.
5 Dubbelklik op het bestand
[IMXINST.SIT] in de
kopieerbestemmingsmap.
6 Dubbelklik op het uitgepakte bestand
[ImageMixer VCD2_Install].
7 Nadat het gebruikersinformatiescherm is
afgebeeld, voert u de gewenste naam en
het wachtwoord in.
De installatie van de software begint.
b Een video-CD maken
1 Open de map [ImageMixer] in
[Application].
2 Klik op [ImageMixer VCD2].
3 Klik op [Video CD].
De videodiscfunctie start op.
U kunt geen DVD-Video disc maken.
4 Selecteer de map waarin de gewenste
bestanden zijn opgeslagen.
1 Selecteer de gewenste map in het
linkerkader en klik daarna op [Add].
De geselecteerde mappen worden
naar het rechterkader verplaatst.
2 Klik op [Next].
5 Stel de menu achtergrond, knoppen,
titels, enz., in en klik daarna op [Next].
Bevestig dat de instellingen
overeenkomstig uw wensen zijn.
6 Bevestig het voorbeeld van het Video-
CD-bestand.
1 Klik in het linkerkader op het
bestand waarvan u een voorbeeld
wilt bekijken.
2 Klik op [B] om een voorbeeld te
bekijken.
7 Klik op [Next] en voer de discnaam en
bestemming in.
De voorbereidingen voor het opslaan
van de bestanden op een CD-R zijn
voltooid.
"ImageMixer VCD2" kan alleen het discimage
maken. Om het imagebestand op een CD-R op
te slaan in het video-CD-formaat, hebt u Toast
van Roxio (niet bijgeleverd) nodig.
NL
96
Verhelpen van
storingen
Indien u problemen ondervindt met de
camera, probeer dan de volgende
oplossingen.
1 Controleer eerst de punten in de
onderstaande tabellen. Indien er
codes "C:ss:ss" op het LCD-
scherm verschijnen, is de
zelfdiagnosefunctie in werking
getreden (blz. 108).
2 Als de camera nog steeds niet juist
werkt, drukt u met een puntig voorwerp
op de RESET-toets op de onderkant van
de camera, en schakelt u daarna de
camera weer in. (Door indrukken van
deze toets gaan alle instellingen inclusief
de datum en tijd verloren.)
3 Mocht het probleem hiermee nog niet
zijn opgelost, raadpleeg dan uw Sony-
dealer of de plaatselijke technische
dienst van Sony.
Batterij en stroomvoorziening
RESET-toets
Symptoom Oorzaak Oplossing
De batterij-
restladingsindicatie is
onjuist of er is volgens de
batterij-
restladingsindicatie nog
voldoende stroom, maar
toch is de stroom spoedig
op.
U hebt de camera in een buitengewoon koude
omgeving gebruikt.
De batterijen zijn leeg.
De batterijpolen of de contactpunten op het
batterijdeksel zijn vuil.
Het geheugeneffect is opgetreden in de nikkel-
metaalhydridebatterijen (blz. 13).
Er is een verandering opgetreden in de
resterende gebruiksduur van de accu.
De batterijen zijn onbruikbaar (blz. 121).
p Zie blz. 117.
p Plaats opgeladen batterijen (blz. 13).
p Veeg enig vuil van de contactpunten met een droge doek
(blz. 13).
p Laad de batterijen alleen op nadat de resterende lading is
opgebruikt om het probleem op te lossen.
p Laad de batterijen alleen op nadat de resterende lading is
opgebruikt zodat de indicator van de resterende batterijlading
goed werkt (blz. 14).
p Vervang de batterijen door nieuwe.
De batterij is te snel leeg. U hebt de camera in een buitengewoon koude
omgeving gebruikt.
De batterijen zijn niet voldoende opgeladen.
De batterijen zijn onbruikbaar (blz. 121).
p Zie blz. 117.
p Laad de batterijen op (blz. 11).
p Vervang de batterijen door nieuwe.
Verhelpen van storingen
Verhelpen van storingen
NL
97
Stilstaande beelden/bewegende beelden opnemen
De camera kan niet
worden ingeschakeld.
De batterijen zijn niet op de juiste wijze
geplaatst.
De netspanningsadapter (niet bijgeleverd) is niet
goed aangesloten.
De batterijen zijn leeg.
De batterijen zijn onbruikbaar (blz. 121).
p Plaats de batterijen op de juiste wijze (blz. 13).
p Sluit de netspanningsadapter goed aan (blz. 16).
p Plaats opgeladen batterijen (blz. 13).
p Vervang de batterijen door nieuwe.
De camera schakelt
plotseling uit.
Als u de camera gedurende ongeveer drie
minuten niet bedient terwijl deze is
ingeschakeld, wordt de camera automatisch
uitgeschakeld om te voorkomen dat de batterijen
leeg raken (blz. 17).
De batterijen zijn leeg.
p Schakel de camera weer in (blz. 17).
p Plaats opgeladen batterijen (blz. 13).
Symptoom Oorzaak Oplossing
Het LCD-scherm wordt
niet ingeschakeld
wanneer de camera wordt
ingeschakeld.
De laatste keer toen u de camera gebruikte werd
deze uitgeschakeld terwijl het LCD-scherm was
uitgeschakeld.
p Schakel het LCD-scherm in (blz. 32).
Het onderwerp is niet
zichtbaar op het LCD-
scherm.
De modusdraaiknop staat op SET UP of . p Stel in op een andere functie dan SET UP of (blz. 10).
Het LCD-scherm wordt
blauw en het onderwerp
wordt niet weergegeven
tijdens het opnemen van
bewegende beelden.
Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fine)]
terwijl een A/V-aansluitkabel is aangesloten op
de A/V OUT (MONO) aansluiting.
p Koppel de audio/video-aansluitkabel los.
p Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan
[640(Fine)].
Het beeld is onscherp. Het onderwerp bevindt zich te dichtbij.
De modusdraaiknop staat in de stand of
bij het opnemen van stilstaande beelden.
De scherpstelling-voorkeuzefunctie is gekozen.
p Neem op in de close-up (macro)-opnamefunctie. Zorg bij het
opnemen dat u de lens verder van het onderwerp positioneert
dan de kortste opnameafstand (blz. 28).
p Stel in op een andere functie dan of (blz. 36).
p Stel de automatische scherpstellingsfunctie in (blz. 50).
Symptoom Oorzaak Oplossing
NL
98
De zoomfunctie werkt
niet.
U kunt de zoomvergroting niet veranderen
tijdens het opnemen van bewegende beelden.
De digitale precisie-
zoomfunctie werkt niet.
[Digital Zoom] is ingesteld op [Smart] of [Off]
in de SET UP-instellingen.
Deze functie kan niet worden gebruikt tijdens
het opnemen van bewegende beelden.
p Stel [Digital Zoom] in op [Precision] (blz. 27, 46 en 115).
De slimme-zoomfunctie
werkt niet.
[Digital Zoom] is ingesteld op [Precision] of
[Off] in de SET UP-instellingen.
•Het
beeldformaat is ingesteld op [5M] of [3:2].
U neemt op in de Multi-Burstmodus.
Deze functie kan niet worden gebruikt tijdens
het opnemen van bewegende beelden.
p Stel [Digital Zoom] in op [Smart] (blz. 27, 46 en 115).
p Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan [5M] en
[3:2] (blz. 21 en 27).
p De smart-zoomfunctie kan niet worden gebruikt in de Multi-
Burstmodus (blz. 27 en 60).
Het beeld is te donker. U filmt een onderwerp met een lichtbron
erachter.
De helderheid van het LCD-scherm is te laag.
p Kies de lichtmeetfunctie (blz. 56).
p Regel de belichting (blz. 53, 54 en 110).
p Regel de helderheid van het LCD-scherm (blz. 116).
Het beeld is te licht. U neemt een onderwerp onder een spot op in een
anderszins donkere omgeving, zoals op een
podium.
De helderheid van het LCD-scherm is te hoog.
p Regel de belichting (blz. 53, 54 en 110).
p Regel de helderheid van het LCD-scherm (blz. 116).
Het beeld is monochroom
(zwart-wit).
[PFX] (P. Effect) staat op [B&W]. p Stel in op een andere functie dan [B&W] (blz. 61).
Bij het filmen van een zeer
helder onderwerp
verschijnen er verticale
strepen.
Dit is een bekend storingsfenomeen. p Dit verschijnsel duidt niet op een storing.
Wanneer u op een
donkere plaats naar het
LCD-scherm kijkt, is het
beeld gestoord.
De camera probeert de zichtbaarheid van het
LCD-scherm te vergroten door het beeld tijdelijk
te verhelderen onder onderbelichte
omstandigheden.
p Dit is niet van invloed op het opgenomen beeld.
Symptoom Oorzaak Oplossing
Verhelpen van storingen
NL
99
De camera kan geen
beelden opnemen.
Er is geen "Memory Stick" geplaatst.
De "Memory Stick" is vol.
De schrijf-beveiligingsschakelaar op de
"Memory Stick" staat in de stand LOCK.
Tijdens het opladen van de flitser kunt u geen
beelden opnemen.
De modusdraaiknop staat in de stand SET UP of
bij het opnemen van stilstaande beelden.
De modusdraaiknop staat bij het opnemen van
bewegende beelden niet op .
Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fine)]
tijdens het opnemen van bewegende beelden.
p Plaats een
"Memory Stick" (blz. 20).
p Wis overbodige beelden opgeslagen op de "Memory Stick"
(blz. 41 en 79).
p Verwissel de
"Memory Stick".
p Schuif het in de opnamestand (blz. 120).
p Stel in op een andere functie dan SET UP of (blz. 10).
p Zet deze op (blz. 77).
p Plaats een "Memory Stick PRO" (blz. 77 en 119).
p Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan
[640(Fine)].
Het opnemen duurt erg
lang.
De lange sluitertijd-functie NR is geactiveerd. p Zie blz. 36.
De flitser werkt niet. De modusdraaiknop staat in de stand , SET
UP of .
De flitser staat op (niet flitsen).
De modusschakelaar staat in de stand of
bij het opnemen van stilstaande beelden.
De modusschakelaar staat in de stand of
bij het opnemen van stilstaande beelden.
[Mode] (REC Mode) is ingesteld op [Burst] of
[Multi Burst].
p Stel in op een andere functie dan , SET UP of (blz. 10).
p Stel de flitser in op automatisch (geen indicatie), (altijd
flitsen) of (langzame synchro) (blz. 30).
p Stel in op een andere functie dan of (blz. 36).
p Stel de flitser in op (altijd flitsen) (blz. 30).
p Stel in op een andere functie dan [Burst] of [Multi Burst].
De close-up (macro)-
opnamefunctie werkt niet.
De modusschakelaar staat in de stand
, of
bij het opnemen van stilstaande beelden.
p Stel in op een andere functie dan , of (blz. 36).
Continu opnemen is niet
mogelijk
De "Memory Stick" is vol.
De batterij-restlading is onvoldoende, u kunt
alleen een enkel beeld opnemen.
p Wis overbodige beelden opgeslagen op de "Memory Stick"
(blz. 41 en 79).
p Plaats opgeladen batterijen.
De ogen van het
onderwerp zijn rood.
p Stel in de SET UP-instellingen [Red Eye Reduction] in op [On]
(blz. 31 en 115).
Symptoom Oorzaak Oplossing
SL
NL
100
Beelden bekijken
De datum en tijd worden
onjuist opgenomen.
De datum en tijd zijn niet juist ingesteld. p Stel de juiste datum en tijd in (blz. 18 en 116).
De F-waarde en de
sluitertijd knipperen
wanneer u de sluiterknop
tot halverwege indrukt.
De belichting is niet goed. p Stel de belichting goed in (blz. 54).
Symptoom Oorzaak Oplossing
Symptoom Oorzaak Oplossing
De camera kan geen
beelden weergeven.
De modusdraaiknop staat niet op .
De map-/bestandsnaam is veranderd op de
computer.
De camera kan een beeldbestand dat van de
vaste schijf van de computer is gekopieerd niet
weergeven als het bestand is bewerkt.
De camera staat in de USB-functie.
p Zet deze op (blz. 37).
p Zie blz. 89.
p Annuleer de USB-communicatie (blz. 85 en 94).
Onmiddellijk nadat de
weergave is begonnen,
ziet het beeld er grof uit.
Als gevolg van de beeldverwerking kan kort na
het begin van de weergave, het beeld er korrelig
uitzien.
p Dit is normaal.
Het beeld verschijnt niet
op het TV-scherm.
Het video-uitgangssignaal van uw camera is bij
de SET UP-instellingen onjuist ingesteld.
De aansluiting is niet goed.
p Verander de instellingen (blz. 46 en 116).
p Controleer de aansluiting (blz. 39).
Het beeld kan niet worden
weergegeven op een
computer.
p Zie blz. 101.
Verhelpen van storingen
NL
101
Beelden wissen/bewerken
Computers
Symptoom Oorzaak Oplossing
De camera kan geen beeld
wissen.
Het beeld is beveiligd.
De schrijf-beveiligingsschakelaar op de
"Memory Stick" staat in de stand LOCK.
p Annuleer de beveiliging (blz. 67).
p Schuif het in de opnamestand (blz. 120).
U hebt per ongeluk een
beeld gewist.
Als u eenmaal een beeld hebt gewist, kunt u dit
niet herstellen.
p Door de markering - (beveiliging) in te stellen, voortkomt u
dat beelden per ongeluk worden gewist (blz. 67).
p We adviseren u de schrijf-beveiliging van de "Memory Stick" in
de stand LOCK te zetten om te voorkomen dat beelden per
ongeluk worden gewist (blz. 120).
De functie voor
verandering van het
formaat werkt niet.
U kunt het beeldformaat van bewegende beelden
en Multi Burst-beelden niet veranderen.
U kunt een
afdrukmarkering (DPOF)
niet afbeelden.
U kunt afdrukmarkeringen (DPOF) niet
afbeelden op bewegende beelden.
Bewegende beelden
kunnen niet worden
geknipt.
De bewegende beelden duren niet lang genoeg
om te knippen.
Beveiligde bewegende beelden kunnen niet
worden geknipt.
Stilstaande beelden kunnen niet worden geknipt.
p Annuleer de beveiliging (blz. 67).
Symptoom Oorzaak Oplossing
U weet niet of het
besturingssysteem van
uw computer compatibel
is.
p Controleer "Aanbevolen computeromgeving" (blz. 82 en 93).
U kunt het USB-
stuurprogramma niet
installeren.
p In Windows 2000 logt u in als Administrator (geautoriseerde
beheerders) (blz. 82).
NL
102
Uw computer herkent de
camera niet.
De camera is uitgeschakeld.
De batterij is zwak.
U gebruikt niet de bijgeleverde USB-kabel.
De USB-kabel is niet stevig aangesloten.
[USB Connect] is niet ingesteld op [Normal] in
de SET UP-instellingen.
De USB-poorten op uw computer zijn behalve
met het toetsenbord, de muis en de camera ook
nog met andere apparatuur verbonden.
De camera is niet rechtstreeks aangesloten op de
computer.
Het USB-stuurprogramma is niet geïnstalleerd.
Uw computer herkent het apparaat niet goed
omdat u de camera hebt aangesloten op de
computer met behulp van een USB-kabel
vóórdat u de "USB Driver" (USB-
stuurprogramma) hebt geïnstalleerd vanaf de
bijgeleverde CD-ROM.
p Schakel de camera in (blz. 17).
p Gebruik de AC netspanningsadapter (niet bijgeleverd) (blz. 16).
p Gebruik de bijgeleverde USB-kabel (blz. 84 en 94).
p Koppel de USB-kabel los van zowel de computer als de camera
en sluit deze vervolgens weer stevig aan. Zorg ervoor dat "USB
Mode" wordt afgebeeld op het LCD-scherm (blz. 84).
p Zet deze op [Normal] (blz. 46 en 116).
p Koppel alle apparatuur van de USB-aansluitingen los, behalve
het toetsenbord en de muis (blz. 82).
p Sluit de camera rechtstreeks aan op de computer en niet via een
USB hub of ander apparaat (blz. 82).
p Installeer het USB-stuurprogramma (blz. 83).
p Verwijder het verkeerd herkende apparaat uit de computer
(blz. 86) en installeer het USB-stuurprogramma (blz. 83).
U kunt geen beelden
kopiëren.
De camera is niet goed aangesloten op uw
computer.
U gebruikt voor het kopiëren niet de procedure
die bij uw besturingssysteem past.
U hebt geprobeerd een opname te maken met
een "Memory Stick" die geformatteerd was met
een computer.
p Sluit de camera en uw computer op de juiste wijze aan door
gebruikmaking van de bijgeleverde USB-kabel (blz. 84).
p Volg de procedure die bij uw besturingssysteem past (blz. 85,
86, 91 en 93).
p Maak een opname met een "Memory Stick" die geformatteerd
is door uw camera.
Na een USB-verbinding
tot stand te hebben
gebracht, start "Picture
Package" niet
automatisch.
p Start "Picture Package Menu" op en controleer [Settings].
p Breng een USB-verbinding tot stand terwijl de computer is
ingeschakeld (blz. 84).
Het beeld kan niet worden
weergegeven op een
computer.
p Als u het programma "Picture Package" gebruikt, moet u op
help rechtsboven in elk scherm klikken.
p Raadpleeg de fabrikant van de computer of de software.
Symptoom Oorzaak Oplossing
Verhelpen van storingen
NL
103
"Memory Stick"
Wanneer u bewegende
beelden op een computer
bekijkt, worden beeld en
geluid onderbroken door
storing.
U geeft de bewegende beelden rechtstreeks
vanaf
de "Memory Stick" weer.
p Kopieer de bewegende beelden naar de harde schijf van uw
computer en geef vervolgens de bewegende beelden vanaf de
harde schijf weer (blz. 85, 86, 91 en 93).
U kunt een beeld niet
afdrukken.
p Controleer de printerinstellingen.
Beelden die al een keer
naar de computer
gekopieerd zijn kunnen
niet door de camera
weergegeven worden.
Naar de verkeerde map gekopieerd. p Kopieer ze naar een beschikbare map, zoals "101MSDCF"
(blz. 89).
Symptoom Oorzaak Oplossing
Symptoom Oorzaak Oplossing
U kunt geen "Memory
Stick" in de camera
plaatsen.
U probeert deze achterstevoren in de camera te
plaatsen.
p Steek deze op de juiste manier in de camera (blz. 20).
U kunt niet opnemen op
een "Memory Stick".
De schrijf-beveiligingsschakelaar op de
"Memory Stick" staat in de stand LOCK.
De "Memory Stick" is vol.
Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fine)]
tijdens het opnemen van bewegende beelden.
p Schuif deze in de opnamestand (blz. 119).
p Wis overbodige beelden opgeslagen op de "Memory Stick" (blz.
41 en 79).
p Plaats een "Memory Stick PRO" (blz. 77 en 119).
p Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan
[640(Fine)].
U kunt een "Memory
Stick" niet formatteren.
De schrijf-beveiligingsschakelaar op de
"Memory Stick" staat in de stand LOCK.
p Schuif deze in de opnamestand (blz. 120).
U hebt een "Memory
Stick" per ongeluk
geformatteerd.
Alle gegevens op de "Memory Stick" worden
gewist bij het formatteren. U kunt deze niet
herstellen.
p We adviseren u de schrijf-beveiligingsschakelaar van de
"Memory Stick" in de stand LOCK te zetten om te voorkomen
dat beelden per ongeluk worden gewist (blz. 120).
NL
104
PictBridge-compatibele printer
Symptoom Oorzaak Oplossing
De verbinding komt niet
tot stand.
De printer is niet compatibel met PictBridge.
De printer is niet ingesteld voor een aansluiting
met de camera.
[USB Connect] is niet ingesteld op [PictBridge]
in de SET UP-instellingen.
De verbinding komt, afhankelijk van de
omstandigheden, niet tot stand.
p Raadpleeg de fabrikant van de printer.
p Controleer of de printer is ingeschakeld en aangesloten kan
worden op de camera.
p Zet deze op [PictBridge] (blz. 116).
p Koppel de USB-kabel los en sluit deze weer aan. Bij het
verschijnen van een foutmelding op de printer, moet u de
handleiding van de printer raadplegen.
U kunt geen beelden
afdrukken.
De camera is niet aangesloten op de printer.
De printer is niet ingeschakeld.
Als u tijdens het afdrukken [Exit] hebt gekozen,
is het mogelijk dat u, afhankelijk van de printer,
het afdrukken niet kunt hervatten.
Bewegende beelden kunnen niet afgedrukt
worden.
Beelden die bewerkt zijn met een computer of
beelden die met een andere camera dan deze zijn
opgenomen, kunnen mogelijk niet afgedrukt
worden.
p Controleer dat de camera en de printer op de juiste wijze zijn
aangesloten met behulp van de USB kabel.
p Schakel de printer in. Voor meer informatie moet u de
handleiding, die u meegeleverd kreeg, raadplegen.
p Koppel de USB-kabel los en sluit deze weer aan. Als u nog
steeds niet kunt afdrukken, moet u de USB kabel losmaken, de
printer uitschakelen en daarna weer inschakelen, en dan weer de
USB-kabel aansluiten.
De afdrukopdracht is
geannuleerd.
U hebt de USB-kabel losgekoppeld voordat de
aanduiding (USB-kabel niet loskoppelen)
verdwenen was.
U kunt in de functie
indexweergave geen
datum invoeren of de
afbeeldingen afdrukken.
De printer heeft deze functies niet.
Afhankelijk van de printer kan de datum niet in
de functie indexweergave ingevoerd worden.
p Raadpleeg de fabrikant of de printer deze functies kan uitvoeren
of niet.
p Raadpleeg de fabrikant van de printer.
"---- -- --" wordt afgedrukt
op de plaats van de
ingevoegde datum.
De datumgegevens zijn niet opgenomen met het
beeld.
p Beelden zonder datumgegevens kunnen niet afgedrukt worden
met de datum ingevoegd. Stel [Date] in op [Off] en druk daarna
af.
Verhelpen van storingen
NL
105
Overige
Symptoom Oorzaak Oplossing
De camera werkt niet. De batterij is zwak. (De indicatie E verschijnt.)
De AC netspanningsadapter (niet bijgeleverd) is
niet goed aangesloten.
p Laad de batterijen op (blz. 11).
p Sluit deze stevig aan op de DC IN-aansluitbus van uw camera
en op een stopcontact (blz. 16).
De camera is wel
ingeschakeld, maar werkt
niet.
De ingebouwde microcomputer werkt niet naar
behoren.
p Haal de batterijen eruit, plaats na één minuut de batterijen er
weer in en schakel de camera in. Als dit niet werkt, drukt u met
een puntig voorwerp op de RESET toets op de onderkant van de
camera en schakelt u de camera weer in. (Hierdoor worden de
datum- en tijdinstellingen, enz., gewist.)
U kunt een indicatie op het
scherm niet herkennen.
p Controleer de indicatie (blz. 124 tot 127).
De lens raakt beslagen. Er is condensvorming opgetreden. p Schakel de camera uit en laat deze ongeveer een uur bij
kamertemperatuur staan zodat het vocht kan verdampen,
alvorens de camera te gebruiken (blz. 117).
De camera wordt warm
wanneer u deze lang
achtereen gebruikt.
p Dit is normaal.
De lens beweegt niet
wanneer u de camera
uitschakelt.
De batterijen zijn leeg. p Vervang deze door opgeladen batterijen (blz. 11 en 13) of
gebruik de netspanningsadapter (niet bijgeleverd) (blz. 16).
NL
106
Waarschuwingen en
meldingen
Op het scherm kunnen de volgende meldingen verschijnen.
Melding Betekenis/Oplossing
No Memory Stick Plaats een "Memory Stick" (blz. 20).
System error Schakel het apparaat uit en daarna weer in (blz. 17).
Memory Stick error De geplaatste "Memory Stick" kan niet in de camera worden gebruikt (blz. 119).
De "Memory Stick" is beschadigd.
De aansluitpunten van de "Memory Stick" zijn vuil.
Plaats de "Memory Stick" op de juiste wijze (blz. 20).
Memory Stick type error De geplaatste "Memory Stick" kan niet in de camera worden gebruikt (blz. 119).
Format error De "Memory Stick" kon niet worden geformatteerd. Formatteer de "Memory Stick" opnieuw (blz. 43).
Memory Stick locked
De schrijf-beveiligingsschakelaar op de "Memory Stick" staat in de stand LOCK. Schuif deze in de opnamestand
(blz. 120).
No memory space
De capaciteit van de "Memory Stick" is ontoereikend. U kunt geen beelden opnemen. Wis overbodige beelden (blz. 41
en 79).
Read only memory
De camera kan geen beelden opnemen op of wissen vanaf deze "Memory Stick".
No file in this folder Er zijn geen beelden opgenomen in deze map.
Folder error Een map met dezelfde eerste drie cijfers van de naam bestaat reeds op de "Memory Stick". (Bijvoorbeeld:
123MSDCF en 123ABCDE) Kies een andere map of maak een nieuwe map aan.
Cannot create more folders De map waarvan de eerste drie cijfers van de naam "999" is, bestaat reeds op de "Memory Stick". U kunt geen
mappen aanmaken.
Cannot record De camera kan geen beelden opnemen in de gekozen map. Kies een andere map (blz. 47).
File error Tijdens weergave van het beeld is er een fout opgetreden.
File protect Het beeld is beveiligd tegen wissen. Schakel de beveiliging uit (blz. 68).
Image size over U geeft een beeld weer met een formaat dat niet kan worden weergegeven op uw camera.
Cannot divide De bewegende beelden zijn niet lang genoeg om onder te verdelen.
Het bestand is geen bewegend beeld.
Verhelpen van storingen
NL
107
Invalid operation U probeert een bestand weer te geven dat werd aangemaakt op een ander apparaat dan deze camera.
De batterij is bijna of volledig uitgeput. Laad de batterijen op (blz. 11). Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden
en het type batterijen, kan deze indicatie knipperen ondanks dat er nog 5 tot 10 minuten batterij-restlading over is.
Camerabewegingen kunnen optreden als gevolg van onvoldoende belichting. Gebruik de flitser, bevestig de camera
op een statief of zet de camera op een andere manier vast.
Turn the power off and on
again
Een probleem met de lens heeft een storing veroorzaakt.
640(Fine) is not available 640(Fine) formaat bewegende beelden kunnen alleen worden opgenomen op een "Memory Stick PRO". Plaats een
"Memory Stick PRO" of stel het beeldformaat anders in dan [640(Fine)].
Enable printer to connect [USB Connect] is ingesteld op [PictBridge], echter de camera is aangesloten op een apparaat dat niet PictBridge-
compatibel is. Controleer het apparaat.
De verbinding komt, afhankelijk van de omstandigheden, niet tot stand. Koppel de USB-kabel los en sluit deze weer
aan. Bij het verschijnen van een foutmelding op de printer, moet u de handleiding van de printer raadplegen.
Connect to device U hebt geprobeerd afdrukken te maken vóórdat de printer was aangesloten. Sluit een printer aan die PictBridge-
compatibel is.
No printable image U hebt geprobeerd om [DPOF image] uit te voeren zonder eerst de aanduiding te controleren.
U hebt geprobeerd [All In This Folder] uit te voeren terwijl een map, waarin alleen maar bewegende beelden
opgeslagen worden, gekozen was. U kunt bewegende beelden niet afdrukken.
Printer busy Aangezien de printer bezig is, kan het geen afdrukopdrachten ontvangen. Controleer de printer.
Paper error Er is een storing met het papier opgetreden, zoals papiertekort, papierophoping, enz. Controleer de printer.
Ink error Er is een storing met de inktvoorziening opgetreden. Controleer de printer.
Printer error De camera ontvangt een storingsmelding van de printer. Controleer de printer, of controleer de foto, die u wilt
afdrukken, op beschadigingen.
Het is mogelijk dat de gegevensoverdracht naar de printer nog niet voltooid is. Koppel de USB-kabel niet los.
Melding Betekenis/Oplossing
NL
108
Zelfdiagnosefunctie
– Indien er een code verschijnt die
met een letter begint
Deze camera beschikt over een
zelfdiagnosefunctie. Met deze functie
wordt de toestand van de camera
weergegeven op het LCD-scherm met een
combinatie van één letter en vier cijfers.
Indien dat gebeurt, raadpleeg dan de
volgend codetabel en probeer de
bijbehorende oplossingen uit. De laatste
twee cijfers (hieronder aangeduid met twee
blokjes ss) verschillen afhankelijk van de
toestand van de camera.
C:32:ss
Zelfdiagnosefunctie
Neem contact op met uw Sony-dealer of de plaatselijke technische dienst van Sony indien u
het probleem niet zelf kunt oplossen, zelfs nadat u meerdere keren de bovenstaande
oplossingen hebt uitgeprobeerd.
Code Oorzaak Remedie
C:32: ss Er is een probleem met de
hardware van de camera.
Schakel het apparaat uit en daarna weer in
(blz. 17).
C:13: ss De camera kan geen gegevens
lezen vanaf of schrijven op de
"Memory Stick".
Plaats de "Memory Stick" meerdere keren
opnieuw.
Er is een ongeformatteerde
"Memory Stick" geplaatst.
Formatteer de "Memory Stick" (blz. 43).
De geplaatste "Memory Stick"
kan niet in deze camera worden
gebruikt, of de gegevens zijn
beschadigd.
Plaats een nieuwe "Memory Stick"
(blz. 20).
E:61: ss
E:91: ss
E:92: ss
Er heeft zich een probleem
voorgedaan dat u zelf niet kunt
oplossen.
Druk op de RESET-toets (blz. 96) onder
op de camera en schakel daarna de camera
opnieuw in.
Aanvullende informatie
NL
109
Aantal beelden dat
kan worden
opgeslagen of
opnameduur
Het aantal beelden dat kan worden
opgeslagen en de opnameduur verschillen,
afhankelijk van de "Memory Stick", het
beeldformaat, en de beeldkwaliteit.
Raadpleeg de tabellen hiernaast wanneer u
een "Memory Stick" kiest.
Het aantal beelden is vermeld in de
volgorde Fine (Standard).
Het aantal beelden dat kan worden
opgeslagen en de opnameduur kunnen
variëren afhankelijk van de
opnameomstandigheden.
Voor de normale opnameduur en het
aantal beelden dat kan worden
opgenomen, zie blz. 23.
Wanneer het aantal resterende beelden
om op te nemen hoger is dan 9.999,
verschijnt de ">9999" indicatie op het
LCD-scherm.
Multi Burst (Eenheden: beelden)
Bewegend beeld
De getallen geven de opnametijd weer. Bij voorbeeld: "1:34:45" betekent "1 uur, 34 minuten,
45 seconden".
Het beeldformaat is als volgt:
640(Fine): 640×480
640(Standard): 640×480
160: 160×112
16MB 32MB 64MB 128MB MSX-256 MSX-512 MSX-1G
1M 24 (46) 50 (93) 101 (187) 202 (376) 357 (649) 726 (1320) 1482 (2694)
16MB 32MB 64MB 128MB MSX-256 MSX-512 MSX-1G
640(Fine)
0:02:57 0:06:02 0:12:20
640(Standard) 0:00:42 0:01:27 0:02:56 0:05:54 0:10:42 0:21:47 0:44:27
160 0:11:12 0:22:42 0:45:39 1:31:33 2:51:21 5:47:05 11:44:22
A
anvu
ll
en
d
e
i
n
f
orma
tie
NL
110
Menuonderdelen
De te wijzigen menuonderdelen kunnen,
afhankelijk van de positie van de
modusschakelaar of de instellingen,
verschillen.
De fabrieksinstellingen zijn aangegeven
met
x
.
Wanneer de modusdraaiknop op staat
Wanneerde modusdraaiknop op P of M
Onderdeel Instelling Beschrijving
Mode (REC Mode) Multi Burst
Burst
x
Normal
Voor opname van een ononderbroken reeks van 16 beelden in een enkele
afbeelding (blz. 60).
Neemt ononderbroken op (blz. 59).
Een beeld met de normale opnamemodus opnemen.
Onderdeel Instelling Beschrijving
(EV)
1)
+2.0EV / +1.7EV / +1.3EV / +1.0EV /
+0.7EV / +0.3EV /
x
0EV / –0.3EV /
–0.7EV / –1.0EV / –1.3EV / –1.7EV /
–2.0EV
De belichting regelen (blz. 54).
9 (Focus)
/ 7.0m / 3.0m / 1.0m / 0.5m / Center
AF /
x
Multi AF
De automatische scherpstellingsmethode kiezen (blz. 48), of de scherpstelling
vooraf instellen (blz. 50).
(Metering mode)
Spot /
x
Multi
Overeenstemmen met de belichting van het onderwerp dat u wilt opnemen
(blz. 56). Het lichtmeetbereik instellen.
WB (White Bal) / / / /
x
Auto De witbalans instellen (blz. 57).
Aanvullende informatie
NL
111
1)
Dit gebeurt niet als de modusschakelaar is ingesteld op M.
ISO
400 / 200 / 100 /
x
Auto
De ISO-gevoeligheid kiezen. Kies een hoog nummer wanneer u op een donkere
plaats of een snel bewegend onderwerp opneemt, of kies een laag nummer om een
hoge beeldkwaliteit te krijgen.
Merk op dat het beeld meer ruis zal vertonen naar mate de ISO-
gevoeligheidswaarde hoger wordt.
(P.Quality)
x
Fine / Standard
Beelden opnemen met fijne/standaard kwaliteit (blz. 46).
Mode (REC Mode) Multi Burst
Burst
x
Normal
Voor opname van een ononderbroken reeks van 16 beelden in een enkele
afbeelding (blz. 60).
Neemt ononderbroken op (blz. 59).
Een beeld met de normale opnamemodus opnemen.
(Interval) 1/7.5 / 1/15 /
x
1/30 Het Multi Burst-interval kiezen (blz. 60). (Deze instelling kan niet worden gemaakt
wanneer [Mode] (REC Mode) op het menu is ingesteld op een andere instelling dan
[Multi Burst].)
(Flash Level)
+ /
x
Normal / –
De hoeveelheid flitserlicht instellen (blz. 58).
PFX (P.Effect)
B&W / Sepia /
x
Off
Speciale beeldeffecten instellen (blz. 61).
(Saturation)
+ /
x
Normal / –
De verzadiging van het beeld instellen. De indicatie verschijnt (behalve
wanneer de instelling Normal is).
(Contrast)
+ /
x
Normal / –
De contrast van het beeld instellen. De indicatie verschijnt (behalve wanneer
de instelling Normal is).
(Sharpness)
+ /
x
Normal / –
De scherpte van het beeld regelen. De indicatie verschijnt (behalve wanneer
de instelling Normal is).
Onderdeel Instelling Beschrijving
M
NL
112
Wanneer de modusdraaiknop op , , , , of staat
1)
De keuze van de instelling is beperkt overeenkomstig de stand van de modusdraaiknop (blz. 36).
2)
Dit gebeurt niet als de modusdraaiknop is ingesteld op , of .
3)
Dit gebeurt niet als de modusdraaiknop is ingesteld op of .
Onderdeel Instelling Beschrijving
(EV) +2.0EV / +1.7EV / +1.3EV / +1.0EV /
+0.7EV / +0.3EV /
x
0EV / –0.3EV /
–0.7EV / –1.0EV / –1.3EV / –1.7EV /
–2.0EV
De belichting regelen (blz. 54).
9 (Focus)
1)
/ 7.0m / 3.0m / 1.0m / 0.5m / Center
AF /
x
Multi AF
De automatische scherpstellingsmethode kiezen (blz. 48), of de scherpstelling
vooraf instellen (blz. 50).
(Metering mode
)
Spot /
x
Multi
Overeenstemmen met de belichting van het onderwerp dat u wilt opnemen
(blz. 56). Het lichtmeetbereik instellen.
WB (White Bal)
1)
/ / / /
x
Auto De witbalans instellen (blz. 57).
ISO Auto [Auto] wordt automatisch gekozen.
(P.Quality)
x
Fine / Standard
Beelden opnemen met fijne/standaard kwaliteit (blz. 46).
Mode (REC Mode)
1)
Multi Burst
Burst
x
Normal
Voor opname van een ononderbroken reeks van 16 beelden in een enkele
afbeelding (blz. 60).
Neemt ononderbroken op (blz. 59).
Een beeld met de normale opnamemodus opnemen.
(Interval)
2)
1/7.5 / 1/15 /
x
1/30 Het Multi Burst-interval kiezen (blz. 60). (Deze instelling kan niet worden gemaakt
wanneer [Mode] (REC Mode) op het menu is ingesteld op een andere instelling dan
[Multi Burst].)
(Flash Level)
3)
+ /
x
Normal / –
De hoeveelheid flitserlicht instellen (blz. 58).
PFX (P.Effect)
B&W / Sepia /
x
Off
Speciale beeldeffecten instellen (blz. 61).
M
Aanvullende informatie
NL
113
Wanneer de modusdraaiknop op staat
Onderdeel Instelling Beschrijving
(EV) +2.0EV / +1.7EV / +1.3EV / +1.0EV /
+0.7EV / +0.3EV /
x
0EV / –0.3EV /
–0.7EV / –1.0EV / –1.3EV / –1.7EV /
–2.0EV
De belichting regelen (blz. 54).
9 (Focus)
/ 7.0m / 3.0m / 1.0m / 0.5m / Center
AF /
x
Multi AF
De automatische scherpstellingsmethode kiezen (blz. 48), of de scherpstelling
vooraf instellen (blz. 50).
(Metering mode)
Spot /
x
Multi
Overeenstemmen met de belichting van het onderwerp dat u wilt opnemen
(blz. 56). Het lichtmeetbereik instellen.
WB (White Bal) / / / /
x
Auto De witbalans instellen (blz. 57).
PFX (P.Effect)
B&W / Sepia /
x
Off
Speciale beeldeffecten instellen (blz. 61).
NL
114
Wanneer de modusdraaiknop op staat
Onderdeel Instelling Beschrijving
(Folder) OK / Cancel De map selecteren waarin zich het beeld bevindt dat u wilt weergeven (blz. 62).
(Protect) Beelden beveiligen tegen per ongeluk wissen, en de beveiliging opheffen (blz. 67).
(DPOF) Afdrukmarkeringen (DPOF) op stilstaande beelden aanbrengen die u wilt
afdrukken, en deze opheffen (blz. 69).
(Print) Voor het afdrukken van beelden met een printer die PictBridge-compatibel is
(blz. 71).
(Slide) Interval
Image
Repeat
Start
Cancel
Het interval voor een diavoorstelling instellen (blz. 64). (Alleen in de
enkelbeeldmodus)
x
3 sec / 5 sec / 10 sec / 30 sec / 1 min
Het bereik van de beelden die u wilt weergeven instellen.
x
Folder / All
De beelden herhaaldelijk weergeven.
x
On / Off
De diavoorstelling laten beginnen.
De diavoorstelling annuleren.
(Resize) 5M / 3M / 1M / VGA / Cancel Het formaat van het opgenomen stilstaande beeld veranderen (blz. 68). (Alleen in
de enkelbeeldmodus)
(Rotate) (links) / (rechts) / OK / Cancel Het stilstaande beeld roteren (blz. 65). (Alleen in de enkelbeeldmodus)
(Divide) OK / Cancel Een bewegend beeld onderverdelen (blz. 80). (Alleen in de enkelbeeldmodus)
Aanvullende informatie
NL
115
SET UP-onderdelen
Zet de modusdraaiknop op SET UP. Het
SET UP-scherm verschijnt.
De fabrieksinstellingen zijn aangegeven
met
x
.
(Camera)
(Memory Stick Tool)
Onderdeel Instelling Beschrijving
AF Mode
x
Single / Monitor
De scherpstellingsfunctie kiezen (blz. 49).
Digital Zoom
x
Smart / Precision / Off
De digitale zoomfunctie kiezen (blz. 26).
Date/time
Day&Time / Date /
x
Off
Bepalen of u de datum of de tijd wilt projecteren op het beeld (blz. 33).
De datum en tijd worden niet ingevoegd in bewegende beelden of in de Multi Burst-
functie. Bovendien verschijnen de datum en tijd alleen tijdens het weergeven en niet
tijdens het opnemen.
Red Eye Reduction
On /
x
Off
Bij gebruik van een flitser het rode-ogeneffect verminderen (blz. 31).
AF Illuminator
x
Auto / Off
Kiezen of een AF-hulpverlichting in het donker wordt gebruikt. Dit helpt wanneer het
moeilijk is scherp te stellen op het onderwerp bij slechte belichting (blz. 31).
Auto Review
On /
x
Off
Kiezen of het opgenomen beeld automatisch wordt weergegeven op het LCD-scherm
onmiddellijk na het opnemen van een stilstaand beeld. Indien ingesteld op [On],
wordt het opgenomen beeld gedurende ongeveer twee seconden weergegeven.
Gedurende deze periode kunt u het volgende beeld niet opnemen.
Onderdeel Instelling Beschrijving
Format OK / Cancel De "Memory Stick" formatteren. Door het formatteren worden alle gegevens op de "Memory Stick"
gewist, inclusief beveiligde beelden (blz. 43).
Create REC. Folder OK / Cancel Een map aanmaken voor het opnemen van beelden (blz. 47).
Change REC. Folder OK / Cancel De map veranderen waarin de opgenomen beelden worden opgeslagen (blz. 47).
NL
116
(Setup 1)
(Setup 2)
Onderdeel Instelling Beschrijving
LCD Backlight
Bright /
x
Normal /
Dark
De helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm kiezen. Door [Bright] te
kiezen, wordt het scherm helder en goed zichtbaar wanneer de camera buiten of op een andere
goed verlichte plek wordt gebruikt, maar ook wordt er dan meer batterijstroom verbruikt. Wordt
alleen afgebeeld wanneer u de camera van stroom voorziet met behulp van de batterijen.
Beep Shutter
x
On
Off
Schakelt het sluitergeluid in dat klinkt als u de sluiterknop indrukt.
Schakelt de pieptoon/het sluitergeluid in die/dat klinkt als u de regelknop/sluiterknop indrukt.
De pieptoon/het sluitergeluid uitschakelen.
Language
De menuonderdelen, waarschuwingen en meldingen afbeelden in de geselecteerde taal.
1
A
2
Onderdeel Instelling Beschrijving
File Number
x
Series
Reset
Nummers toewijzen aan bestanden op volgorde, zelfs als de "Memory Stick" wordt verwisseld
of een andere opnamemap wordt gebruikt.
De nummering terugstellen en opnieuw beginnen bij 0001 iedere keer wanneer de opnamemap
wordt veranderd. (Als de opnamemap een bestand bevat, wordt een nummer hoger dan het
hoogste reeds toegekende nummer toegewezen.)
USB Connect PictBridge / PTP /
x
Normal
Voor het veranderen van de functie USB bij aansluiting van een computer of een PictBridge-
compatibel printer, met behulp van een USB-kabel (blz. 71, 82, 84 en 93).
Video Out NTSC
PAL
Het video-uitgangssignaal instellen op de NTSC-modus (bijvoorbeeld de VS of Japan).
Het video-uitgangssignaal instellen op de PAL-modus (bijvoorbeeld Europa).
Clock Set OK / Cancel Voor het instellen van datum en tijd (blz. 18 en 46).
Aanvullende informatie
NL
117
Voorzorgsmaatregelen
Laat de camera niet liggen op de
volgende plaatsen
In bijzonder hete plaatsen, zoals in een
auto die in de volle zon is geparkeerd. De
behuizing van de camera kan vervormd
raken of hierdoor kan een storing
optreden.
Onder rechtstreeks zonlicht of nabij een
verwarmingsbron. De behuizing van de
camera kan verkleurd of vervormd raken
of hierdoor kan een storing optreden.
Op plaatsen met trillingen
In de buurt van een sterk magnetisch veld
Op zanderige of stoffige plaatsen, dus
wees voorzichtig dat er geen zand of stof
in de camera komt. Hierdoor kan in de
camera een storing optreden en in
bepaalde gevallen kan deze storing niet
worden verholpen.
Reiniging
Het LCD-scherm reinigen
Veeg het schermoppervlak schoon met een
LCD-reinigingsset (niet bijgeleverd) om
vingerafdrukken, stof, enz. te verwijderen.
Reiniging van de lens
Veeg de lens schoon met een zachte doek
om vingerafdrukken, stof, enz. te
verwijderen.
De buitenkant van de camera
reinigen
Maak de buitenkant van de camera schoon
met een zachte doek bevochtigd met water
en veeg het oppervlak daarna droog met een
droge doek. Gebruik de onderstaande
middelen niet omdat deze de afwerking of
de behuizing kunnen beschadigen.
Chemische producten zoals verdunner,
benzine, alcohol, wegwerpdoeken,
insecticiden enz.
Aanraking van de camera met een
bovenstaande stof aan uw handen
Aanraking door rubber of vinyl
gedurende een lange tijd
Bedrijfstemperatuur
Uw camera is ontworpen voor gebruik bij
een temperatuur van 0°C tot 40°C. Het
maken van opnamen op extreem koude of
warme plaatsen met temperaturen die
buiten het bovenstaande bereik vallen, is
niet aan te bevelen.
Condensvorming
Als de camera rechtstreeks van een koude
naar een warme omgeving wordt
overgebracht, of in een zeer vochtige ruimte
wordt neergelegd, kan er vocht condenseren
in of op de behuizing van de camera. Deze
vochtcondensatie kan een storing in de
camera veroorzaken.
Condensvorming treedt gemakkelijk
op wanneer:
De camera van een koude plaats, zoals
een skihelling, naar een goed verwarmde
ruimte wordt overgebracht
De camera bij warm weer vanuit een
kamer of auto met airconditioning mee
naar buiten wordt genomen, enz.
Hoe condensvorming te voorkomen
Wanneer u de camera van een koude naar
een warme ruimte brengt, verpakt u de
camera in een goed gesloten plastic zak en
laat u deze langzaam (ongeveer een uur)
acclimatiseren.
Wanneer er condensvorming
optreedt
Schakel de camera uit en wacht ongeveer
een uur om het vocht te laten verdampen.
Als u probeert om opnamen te maken
terwijl er nog vocht in de lens aanwezig is,
zullen de opgenomen beelden niet helder
zijn.
NL
118
Ingebouwde oplaadbare
knoopbatterij
Deze camera is voorzien van een
ingebouwde oplaadbare knoopbatterij voor
handhaving van de datum en tijd en andere
instellingen, ongeacht of het apparaat is
ingeschakeld of uitgeschakeld.
Deze oplaadbare knoopbatterij wordt
tijdens het gebruik van de camera continu
opgeladen. Indien u de camera echter alleen
voor korte perioden gebruikt, raakt deze
batterij geleidelijk uitgeput. Indien u de
camera helemaal niet gebruikt, is de batterij
na circa één maand volledig uitgeput. In dit
geval dient u de oplaadbare knoopbatterij
altijd op te laden voordat u de camera gaat
gebruiken.
Ook indien deze oplaadbare knoopbatterij
niet wordt opgeladen, kunt u de camera nog
altijd gebruiken zolang u de datum en tijd
niet opneemt.
Oplaadmethode
Plaats opgeladen batterijen of sluit de
camera aan op een stopcontact met behulp
van de AC netspanningsadapter (niet
bijgeleverd) en laat de camera 24 uur of
langer uitgeschakeld liggen.
De interne oplaadbare
knoopbatterij verwijderen
Wanneer u de camera afdankt, moet u de
interne oplaadbare knoopbatterij uit de
camera verwijderen.
Volg de richtlijnen voor klein chemisch
afval wanneer u de oplaadbare
knoopbatterij weggooit.
Met de volgende procedure kunt u de
knoopbatterij eenvoudig verwijderen.
Gereedschap: een platkopschroevendraaier
of een gelijkaardig gereedschap.
Controleer of de camera is uitgeschakeld
voordat u de volgende bewerking uitvoert.
Verwijder ook de netspanningsadapter en
de accu.
a Open het batterijdeksel.
b Steek het gereedschap in de
gleuf, zoals aangegeven in de
afbeelding, en duw het
omhoog in de richting van de
pijl.
Raak de interne oplaadbare
knoopbatterij niet aan tijdens het
gebruik. Wanneer de
knoopbatterij is verwijderd, kunt u
deze niet terugplaatsen.
Houder van de interne
oplaadbare knoopbatterij
Zorg ervoor dat u de batterijhouder
hierbij niet aanraakt.
Aanvullende informatie
NL
119
c Wanneer de houder van de
interne oplaadbare
knoopbatterij los komt en de
knoopbatterij zichtbaar wordt,
pakt u de de houder met uw
vingers vast en trekt u deze in
de richting van de pijl om de
flexibele kabel eraf te
scheuren.
d Steek het gereedschap in de
gleuf, zoals aangegeven in de
afbeelding, en verwijder de
interne oplaadbare
knoopbatterij uit de houder.
Over "Memory Stick"
"Memory Stick" is een compact, draagbaar
IC-opnamemedium met een
gegevenscapaciteit groter dan dat van een
floppy disk.
De typen "Memory Stick" die kunnen
worden gebruikt met deze camera staan
vermeld in de onderstaande tabel. Een
goede werking kan echter niet worden
gegarandeerd voor alle functies van de
"Memory Stick".
1)
Wanneer u een "Memory Stick Duo" wilt
gebruiken met de camera, steekt u het dan in
een Memory Stick Duo-adapter.
2)
"MagicGate Memory Stick" en "Memory
Stick PRO" zijn uitgerust met MagicGate
functies. MagicGate is een
copyrightbeschermingstechnologie die
gebruik maakt van encryptietechnologie.
Opnemen/weergeven van gegevens waarbij
MagicGate functies zijn vereist, kan niet met
deze camera worden uitgevoerd.
3)
Ondersteunt een hoge
gegevensoverdrachtsnelheid via een parallelle
interface.
4)
Bewegende beelden in het beeldformaat
640(Fine) kunnen alleen opgenomen en
weergegeven worden met behulp van
"Memory Stick PRO" of "Memory Stick PRO
Duo".
Als een "Memory Stick" is geformatteerd op
een computer, kan de juiste werking ervan in
deze camera niet worden gegarandeerd.
De lees-/schrijfsnelheid van de gegevens
verschilt afhankelijk van de gebruikte "Memory
Stick" en apparatuur.
"Memory Stick" type
Opnemen/
weergeven
4)
Memory Stick a
Memory Stick Duo
1)
a
Memory Stick Duo
(MagicGate/hoge
gegevensoverdrachtsnel-
heid)
1)
a
2) 3)
MagicGate Memory Stick
a
2)
MagicGate Memory Stick
Duo
1)
a
2)
Memory Stick PRO
a
2) 3)
Memory Stick PRO Duo
1)
a
2) 3)
NL
120
Opmerkingen betreffende de
"Memory Stick" (bijgeleverd)
U kunt geen beelden opnemen, bewerken of
wissen wanneer de
schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand
LOCK staat.
De stand of de vorm van de
schrijfbeveiligingsschakelaar kan verschillend
zijn afhankelijk van de "Memory Stick" die u
gebruikt.
De "Memory Stick" mag niet worden
verwijderd terwijl deze bezig is met het lezen of
wegschrijven van gegevens.
De gegevens kunnen in de volgende gevallen
beschadigd zijn:
wanneer de "Memory Stick" eruit is gehaald
of de camera is uitgeschakeld tijdens het
lezen of schrijven
wanneer de "Memory Stick" wordt gebruikt
op plaatsen met statische elektriciteit of
elektrische ruis
We raden u aan van belangrijke gegevens een
reservekopie te maken.
Bevestig uitsluitend het bijgeleverde etiket op
de voorgeschreven plaats.
Bevestig het bijgeleverde etiket op de
voorgeschreven plaats. Let erop dat het etiket
niet buiten deze plaats steekt.
Wanneer u de "Memory Stick" draagt of
bewaart, plaatst u deze terug in het doosje dat
erbij geleverd werd.
Raak de aansluitpunten van de "Memory Stick"
niet aan met uw hand of een metalen voorwerp.
De "Memory Stick" niet slaan, verbuigen of
laten vallen.
De "Memory Stick" mag niet worden
gedemonteerd of getransformeerd.
Stel de "Memory Stick" niet bloot aan water.
U mag de "Memory Stick" niet gebruiken of
bewaren op de volgende plaatsen:
plaatsen met een hoge temperatuur, zoals in
een hete auto die in de zon is geparkeerd
plaatsen die zijn blootgesteld aan direct
zonlicht
vochtige plaatsen of plaatsen waar corrosieve
middelen aanwezig zijn
Opmerkingen betreffende de
"Memory Stick Duo" (niet
bijgeleverd)
Wanneer u een "Memory Stick Duo" wilt
gebruiken met de camera, steekt u de "Memory
Stick Duo" in een Memory Stick Duo-adapter.
Als u een "Memory Stick Duo" in een
"Memory Stick" compatibel apparaat steekt
zonder een Memory Stick Duo-adapter, is het
mogelijk dat u hem niet meer uit het apparaat
kunt halen.
Wanneer u een "Memory Stick Duo" in een
Memory Stick Duo-adapter steekt, moet u
ervoor zorgen dat de "Memory Stick Duo" in de
juiste richting wordt geplaatst.
Wanneer u een "Memory Stick Duo" gebruikt
in deze camera, die geplaatst is in een Memory
Stick Duo-adapter, moet u ervoor zorgen dat de
"Memory Stick Duo" in de juiste richting wordt
geplaatst. Merk op dat door onjuist gebruik de
camera kan worden beschadigd.
Steek geen Memory Stick Duo-adapter in een
"Memory Stick" compatibel apparaat zonder
dat er een "Memory Stick Duo" in de adapter
zit. Als u dit toch doet, kan een storing in de
camera optreden.
Als u de "Memory Stick Duo" wilt formatteren,
moet u de "Memory Stick Duo" in de Memory
Stick Duo-adapter steken.
Als de "Memory Stick Duo" uitgerust is met
een schrijfbeveiligingsschakelaar, moet u deze
uit de stand Lock halen.
Opmerking betreffende de "Memory
Stick PRO" (niet bijgeleverd)
Een "Memory Stick PRO" met een capaciteit van
maximaal 1GB is getest en goed bevonden voor
gebruik met deze camera.
Aansluiting
Schrijf-
beveiligings-
schakelaar
Plaats van het etiket
Aanvullende informatie
NL
121
Over nikkel-
metaalhydridebatterijen
Effectief gebruik van de
batterijen
De prestaties van de batterijen worden
lager in omgevingen met een lage
temperatuur en onder dergelijke
omstandigheden is de levensduur van de
batterijen korter. Om de batterijen zo lang
mogelijk te kunnen gebruiken, adviseren
wij u de batterijen in hun doosje te
bewaren op een plaats dicht bij uw
lichaam om ze warm te houden, en de
batterijen pas in de camera te plaatsen
vlak voordat u gaat opnemen.
Als u vaak opneemt met gebruikmaking
van de flitser en de zoom, zal de
batterijlading sneller worden verbruikt.
Wij adviseren voldoende
reservebatterijen voor te bereiden voor
twee of drie keer de verwachte
opnameduur en een proefopname te
maken alvorens de camera daadwerkelijk
te gebruiken.
Stel de batterijen niet bloot aan water. De
batterijen zijn niet bestand tegen water.
Levensduur van de batterijen
De levensduur van de batterijen is
beperkt. De capaciteit van de batterijen
neemt geleidelijk af naarmate u deze
meer gebruikt en de tijd verstrijkt.
Wanneer de gebruiksduur van de
batterijen aanzienlijk korter lijkt te zijn
geworden, is het waarschijnlijk dat de
batterijen aan het einde van hun
levensduur zijn gekomen.
De levensduur van de batterijen verschilt
afhankelijk van opslag,
gebruiksomstandigheden en
omgevingsfactoren, en is verschillend
voor iedere batterij.
Over de batterijlader
Laad geen andere batterijen op dan Sony
nikkel-metaalhydridebatterijen in de
batterijlader die bij de camera werd
geleverd. Als u een ander soort batterij
dan de voorgeschreven soort batterijen
probeert op te laden (bijv.
mangaanbatterijen, alkalibatterijen,
lithiumbatterijen of Ni-Cd-batterijen),
kunnen die batterijen gaan lekken,
oververhit raken of exploderen en
daarmee brandwonden of ander letsel
veroorzaken.
Laad volledig opgeladen nikkel-
metaalhydridebatterijen niet nogmaals
op. Anders is er gevaar voor lekkage,
oververhitting, explosie of elektrische
schokken.
Wanneer u batterijen oplaadt met een
hoog vermogen, anders dan de
bijgeleverde batterijen, met de
bijgeleverde batterijlader, is het mogelijk
dat het volledige vermogen van de
batterij niet beschikbaar is.
NL
122
Wanneer het CHARGE-lampje knippert,
kan dit op een batterijfout duiden of op
het feit dat andere dan de voorgeschreven
batterijen zijn geplaatst. Controleer dat
het batterijen van het voorgeschreven
soort zijn. Als de batterijen inderdaad van
het voorgeschreven soort zijn, haalt u alle
batterijen eruit, vervangt u deze door
nieuwe of andere, en controleert u of de
batterijlader goed werkt. Als de
batterijlader goed werkt, kan een
batterijfout zijn opgetreden.
Technische gegevens
x Camera
[Systeem]
Beeldsysteem
9,04 mm (1/1,8 type) kleuren-CCD
Primair kleurfilter
Totaal aantal pixels van de camera
Circa 5 255 000 pixels
Effectief aantal pixels van de camera
Circa 5 090 000 pixels
Lens Carl Zeiss Vario-Tessar
3× zoomlens
f = 7,9 – 23,7 mm (38 – 114 mm
omgerekend naar een 35 mm
fotocamera)
F2.8 – 5.2
Belichtingsregeling
Automatische belichting,
Handmatige belichting, Schemer,
Schemer-portret, Kaarslicht,
Landschap, Strand, Zachte sluiter
Witbalans
Automatisch, Daglicht, Bewolkt,
Fluorescerend, Kaarslicht
Bestandsformaat (voldoet aan DCF)
Stilstaande beelden: Exif Versie 2.2
overeenkomstig JPEG, compatibel
met DPOF
Bewegende beelden: overeenkomstig
MPEG1 (mono)
Opnamemedium
"Memory Stick"
Flitser Aanbevolen afstand (ISO instellen op
Auto):
0,2 m tot 3,5 m (W)
0,3 m tot 2,5 m (T)
[Ingangs- en uitgangsaansluitingen]
A/V OUT (MONO)-aansluitbus (mono)
Mini-aansluiting
Video: 1 Vp-p, 75, asymmetrisch,
negatieve sync
Audio: 327 mV (bij een belasting van
47 k)
Uitgangsimpedantie 2,2 k
USB-aansluitbus
mini-B
USB verbinding
Hi-Speed USB (voldoet aan USB 2.0)
[LCD-scherm]
LCD-scherm
6,2 cm (2,5 type) TFT drive
Totaal aantal beeldpunten
123 200 (560×220) beeldpunten
Aanvullende informatie
NL
123
[Stroomvoorziening, algemeen]
Stroomvoorziening
AA-formaat nikkel-
metaalhydridebatterijen (2), 2,4 V
AC-LS5 netspanningsadapter
(niet bijgeleverd), 4,2 V
Stroomverbruik (tijdens het opnemen met
het LCD-scherm ingeschakeld)
1,4 W
Bedrijfstemperatuur
0 °C tot +40 °C
Opslagtemperatuur
–20 °C tot +60 °C
Afmetingen
91 × 60 × 36,3 mm
(B/H/D, excl. uitstekende delen)
Gewicht Ong. 250 g (incl. 2 batterijen,
"Memory Stick" en polsriem)
Microfoon
Electret-condensatormicrofoon
Luidspreker
Dynamische luidspreker
Exif Print Compatibel
PRINT Image Matching II
Compatibel
PictBridge
Compatibel
x BC-CS2A/CS2B Ni-MH
batterijlader
Voeding 100 tot 240 V wisselstroom, 50/60 Hz
3 W
Uitgangsspanning
AA : 1,4 V gelijkstroom, 400 mA × 2
AAA : 1,4 V gelijkstroom,
160 mA × 2
Bedrijfstemperatuurbereik
0 °C tot +40 °C
Opslagtemperatuurbereik
–20 °C tot +60 °C
Afmetingen
71 × 30 × 91 mm (B/H/D)
Gewicht Circa 90 g
x AC-LS5 netspanningsadapter (niet
bijgeleverd)
Ingangsspanning
100 V tot 240 V wisselstroom,
50/60 Hz, 11 W, 0,16 A tot 0,09 A
Uitgangsspanning
4,2 V gelijkstroom, 1,5 A
Bedrijfstemperatuur
0 °C tot +40 °C
Opslagtemperatuur
–20 °C tot +60 °C
Afmetingen
Circa 48 × 29 × 81 mm
(B/H/D, excl. uitstekende delen)
Gewicht Circa 130 g
x Accessoires
HR6 (AA-formaat) Ni-MH batterijen
(DSC-W1: 2, DSC-W12: 4)
Batterijhouder (DSC-W1: 1, DSC-W12: 2)
BC-CS2A/CS2B Ni-MH Batterijlader (1)
Netsnoer (1)
USB-kabel (1)
A/V-verbindingskabel (1)
Polsriem (1)
"Memory Stick" (32 MB) (1)
CD-ROM (USB-stuurprogramma SPVD-012)
(1)
Gebruiksaanwijzing (1)
Zachte draagtas (alleen DSC-W12) (1)
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
zijn voorbehouden zonder voorafgaande
kennisgeving.
NL
124
Het LCD-scherm
Bij opname van stilstaande beelden
A Opnamemodus-indicatie (59, 60)/
Beeldformaat-indicatie (21)
B Zelfontspanner-indicatie (29)
C AE/AF-vergrendelings-indicatie
(25, 50)
D Batterij-restladings-indicatie (14)
E Witbalans-indicatie (57)/
Modusdraaiknop-indicatie (10)/
Flitsmodus-indicatie (30)/
Indicatie van vermindering van
rode-ogeneffect (31)
F Scherpte-indicatie (111)/
Verzadigings-indicatie (111)/
Contrast-indicatie (111)/
AF-illuminator-indicatie (31, 115)
G Lichtmeetmodus-indicatie (56)/
Beeldeffect-indicatie (61)
H Waarschuwings-indicatie lege
batterij (107)
I Aanduiding instelfunctie
handmatige belichting (51)
J Macro-indicatie (28)
Return
C:32:00
F3.52.5
1/30”
101
VGA
S
AF
+
+2.0EV
1
2
3
4
5
6
qf
qg
qh
qj
qk
7
8
0
9
qa
qs
qd
ql
w;
wa
wd
wf
ws
wg
K AF-functie (49)/Indicatie van AF-
frame van bereikzoeker (48)/
Scherpstelling-voorkeuzewaarde
(50)
L Dradenkruis van de spot
lichtmeting (57)
M Lange sluitertijd NR-indicatie
(36)/Sluitertijd-indicatie
N Multi Burst-intervalindicatie (60)
O Beeldkwaliteitsindicatie (46)
P Opnamemap-indicatie (47)
Q Indicatie van resterend aantal
opneembare beelden (23)
R Resterende-"Memory Stick"-
capaciteit-indicatie
S Zelfdiagnosefunctie (108)/
Datum/tijd-indicatie (33)
T ISO-richtgetalindicatie (111)
U Histogram-indicatie (55)
V Menu/Gidsmenu (45)
W Diafragmawaarde-indicatie (51)/
EV-niveau-indicatie (54)
X Trillingswaarschuwing-indicatie
(107)
Y AF-bereikzoekerframe (48)
Door op de toets MENU te drukken zal het
menu/helpmenu verschijnen/uitgaan.
Verdere belangrijke informatie vindt u
op de tussen haakjes vermelde
bladzijden.
Aanvullende informatie
NL
125
Bij opname van bewegende beelden
A Opnamemodus-indicatie (77)
B Batterij-restladings-indicatie
(14)
C Witbalans-indicatie (57)
D Waarschuwings-indicatie lege
batterij (107)
E Aanduiding lichtmeetfunctie (56)/
Aanduiding beeldeffecten (61)
F Dradenkruis van de spot
lichtmeting (57)
G Macro-indicatie (28)
H Indicatie van AF-frame van
bereikzoeker (48)/Scherpstelling-
voorkeuzewaarde (50)
I Beeldformaat-indicatie (77)
J Indicatie van de opnameduur
[maximale opnameduur] (109)
K Opnamemap-indicatie (47)
L Resterende-"Memory Stick"-
capaciteit-indicatie
M Zelfdiagnosefunctie (108)
N Zelfontspanner-indicatie (29)
O Menu/Gidsmenu (45)
P EV-niveau-indicatie (54)
Q AF-bereik-indicatie (48)
Door op de toets MENU te drukken zal het
menu/helpmenu verschijnen/uitgaan.
101
[
00:28:25
]
00:00:00
STBY
STD
6 40
+
C:32:00
1
2
3
4
5
6
7
8
9
q;
qa
qs
qd
qf
qg
qh
qj
Verdere belangrijke informatie vindt u
op de tussen haakjes vermelde
bladzijden.
NL
126
Bij weergave van stilstaande beelden
A Beeldformaat-indicatie (21)
B
Opnamemodus-indicatie
(59, 60)
C Map-veranderen-indicatie (62)
D Beveiligings-indicatie (67)/
Afdrukmarkerings-indicatie
(DPOF) (69)
E Weergave-indicatie (65)
F Zoomschaal-indicatie (63)/
Beeld-voor-beeld-weergave-
indicatie (66)
G Aanduiding USB-kabel niet
loskoppelen (73)
H EV-niveau-indicatie (54)/
ISO-richtgetal-indicatie (111)
I Map-bestandsnummer (87)
J PictBridge -aansluitings-
indicatie (71)
K Weergavemapindicatie (62)
L Opnamemap-indicatie (47)
M Resterende-"Memory Stick"-
capaciteit-indicatie
N Beeldnummer/Aantal beelden
opgenomen in de gekozen map
O Zelfdiagnosefunctie (108)
P Lichtmeetmodus-indicatie (56)/
Flits-indicatie/Kleurbalans-
indicatie (57)
Q Sluitertijd-indicatie (51)/
Diafragmawaarde-indicatie (51)
R Histogram-indicatie (55)
S Opnamedatum/-tijd van het
weergavebeeld (33)/Menu/
Gidsmenu (45)
Door op de toets MENU te drukken zal het
menu/helpmenu verschijnen/uitgaan.
101
C:32:00
+2.0EV
F3.5100
12/12
VGA
101
1.3
VOLUMEBACK/NEXT
M
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
qa
qs
qd
qg
qf
qh
qj
qk
ql
Verdere belangrijke informatie vindt u
op de tussen haakjes vermelde
bladzijden.
Aanvullende informatie
NL
127
Bij weergave van bewegende beelden
A Beeldformaat-indicatie (78)
B Opnamemodus-indicatie (78)
C Weergave-indicatie (78)
D Volume-indicatie (78)
E Map-veranderen-indicatie (62)
F Weergavemap-indicatie (62)
G Beeldnummer
H Opnamemap-indicatie (47)
I Aantal beelden opgenomen in de
gekozen map
J Resterende-"Memory Stick"-
capaciteit-indicatie
K Teller (78)
L Weergavebeeld (78)
M Weergavebalk (78)
N Menu/Gidsmenu (45)
Door op de toets MENU te drukken zal het
menu/helpmenu verschijnen/uitgaan.
00:00:12
8/8
101
160
DPOF
1
2
3
4
5
6
VOL.
101
7
8
9
0
qa
qs
qd
qf
Verdere belangrijke informatie vindt u
op de tussen haakjes vermelde
bladzijden.
NL
128
Index
Index
A
Aantal beelden die kunnen worden
opgenomen/weergegeven ......... 15, 23, 109
AE .................................................................... 25
AE/AF-vergrendeling ................................ 25, 50
AF-bereikzoekerframe ..................................... 48
AF-bewaking (Monitor) .................................. 49
Afdrukmarkering (DPOF) ............................... 69
AF-functie ....................................................... 49
AF-illuminator ......................................... 31, 115
AF-vergrendeling ............................................. 50
Auto Review .................................................. 115
Automatisch opnemen van stilstaande
beelden ............................................. 10, 48
Automatische instelfunctie .............................. 24
Automatische scherpstelling ...................... 25, 48
Automatische uitschakelingsfunctie ................ 17
A/V-verbindingskabel ...................................... 39
B
Batterij-restladingsindicatie ............................. 14
Beeld vergroten ................................................ 63
Beeldeffect ....................................................... 61
Beelden bekijken op een TV-scherm ............... 39
Beelden bekijken op het LCD-scherm ............ 37
Beelden bekijken op uw computer .................. 87
Beelden kopiëren naar uw
computer .............................. 85, 86, 91, 93
Beeldformaat ............................................. 21, 22
Beeldkwaliteit ............................................ 22, 46
Bestandsnamen ................................................87
Beveiliging .......................................................67
Bewegende beelden bekijken op het
LCD-scherm ...........................................78
Bewegende beelden wissen ............................. 79
Bewolkt ............................................................57
Burst ................................................................. 59
B&W ................................................................61
C
CD-ROM ............................................. 83, 90, 94
Clock Set .................................................. 18, 116
Close-up (macro)-opnamefunctie .................... 28
Condensvorming ............................................ 117
Contrast ..........................................................111
D
Daglicht ...........................................................57
Daglicht-synchro ............................................. 30
Datum en tijd instellen ............................. 18, 115
Diafragmawaarde ............................................. 51
Diavoorstelling ................................................ 64
Digitale zoom .................................................. 26
DPOF ............................................................... 69
E
Enkelvoudig scherm ........................................37
Enkelvoudige-AF (Single) ...............................49
EV-afstelling ....................................................54
F
Flitserniveau ............................................. 58, 111
Flitsmodus ........................................................30
Fluorescerend ...................................................57
Formaat veranderen .........................................68
Formatteren ......................................................43
G
Gebruik van de camera in het buitenland ........16
Gelijkstroomstekker .........................................16
Geprogrammeerd automatisch opnemen .........10
Gloeilamp ........................................................ 58
H
Handmatige belichting .....................................51
Histogram ........................................................ 55
I
ImageMixer VCD2 ..........................................94
In- en uitschakelen ...........................................17
Index-scherm ...................................................37
Installeren ............................................ 83, 89, 95
ISO .................................................................111
J
JPG ...................................................................88
K
Kaarslichtfunctie ..............................................34
Knippen van bewegende beelden ..................... 80
Index
NL
129
L
Landschapsfunctie ............................................34
Lange sluitertijd NR .........................................36
LCD-achtergrondverlichting aan/uit ................32
LCD-achterverlichting ....................................116
Levensduur van de batterijen ....................15, 121
Lichtmeetfunctie ...............................................56
Lichtmeting met meerdere patronen ................56
M
Map .............................................................47, 62
Memory Stick ...........................................43, 119
"Memory Stick" aanbrengen ............................20
Menu-instellingen .....................................45, 110
Midden-AF .......................................................48
Modusdraaiknop ...............................................10
MPG .................................................................88
Multi AF ...........................................................48
Multi Burst .......................................................60
Multipoint AF ...................................................48
N
Netspanningsadapter ........................................16
NTSC-systeem .........................................40, 116
O
Onderverdelen ..................................................80
Oplaadtijd .........................................................12
Opladen van de batterijen .........................11, 121
Opnemen van bewegende beelden ...................77
Opslagbestemming van bestanden ...................87
P
PAL-systeem ............................................ 40, 116
PictBridge ........................................................ 71
Picture Package ............................................... 89
Pieptoon/sluitergeluid .................................... 116
Precizie digitale zoom ..................................... 27
Projecteren van de datum en tijd ..................... 33
PTP .................................................... 82, 93, 116
Q
Quick Review .................................................. 26
R
Regelknop ........................................................ 17
Reiniging ....................................................... 117
RESET-toets .................................................... 96
Resterende opname/weergave-tijd ........... 15, 109
Roteren ............................................................ 65
S
Schemerfunctie ................................................ 34
Schemer-portretfunctie .................................... 34
Schermweergave ...................................... 32, 124
Scherpstellen ................................................... 48
Scherpstelling-voorkeuze ................................ 50
Scherpte ......................................................... 111
Sepia ................................................................ 61
SET UP .................................................... 46, 115
Slimme-zoomfunctie ....................................... 26
Sluitertijd ......................................................... 51
Spot lichtmeting .............................................. 56
Stilstaande beelden wissen .............................. 41
Strandfunctie ................................................... 35
T
Toegangslampje ............................................... 20
Trimmen .......................................................... 64
TV-kleursysteem ..............................................39
U
USB-bus .....................................................71, 84
USB-kabel ................................................. 71, 84
USB-modus ..................................................... 82
USB-stuurprogramma ......................................83
USB-verbinding .........................................71, 84
V
Vermindering van het rode-ogeneffect ............ 31
Verzadiging .................................................... 111
VGA ................................................................. 22
Voorzorgsmaatregelen ...................................117
W
Waarschuwingen en meldingen ..................... 106
Weergavezoom .................................................63
Witbalans ......................................................... 57
Z
Zachte-opname-modus .................................... 35
Zelfdiagnosefunctie .......................................108
Zelfontspanner .................................................29
Zoeker ..............................................................32
Zoom ................................................................ 26
3091535410
Sony Corporation Printed in Japan
Gedrukt op 100% kringlooppapier
met VOC (vluchtige organische
verbinding)-vrije inkt op basis van
plantaardige olie.
Gedruckt auf 100% Recyclingpapier
mit Druckfarbe auf Pflanzenölbasis
ohne VOC (flüchtige organische
Bestandteile).
Auf unserer Kundendienst-Website finden Sie Zusatzinformationen
zu diesem Produkt und Antworten auf häufig gestellte Fragen.
Nadere bijzonderheden over dit product en de antwoorden op vaak
gestelde vragen kunt u vinden op onze klantendienst Website.

Documenttranscriptie

3-091-535-41(1) Digital Still Camera Bedienungsanleitung DE Bitte lesen Sie diese Anleitung vor Inbetriebnahme der Kamera sorgfältig durch, und bewahren Sie sie zum späteren Nachschlagen auf. Gebruiksaanwijzing Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door alvorens u het toestel gaat bedienen. Bewaar de gebruiksaanwijzing zodat u deze later nog kunt raadplegen. DSC-W1/W12 © 2004 Sony Corporation NL Nederlands WAARSCHUWING Om het gevaar van brand of elektrische schokken te voorkomen, mag het apparaat niet worden blootgesteld aan regen of vocht. Om elektrische schokken te vermijden, mag de behuizing niet worden geopend. Laat reparaties uitsluitend door vakkundig personeel uitvoeren. Voor klanten in Nederland Gooi de batterij niet weg maar lever deze in als klein chemisch afval (KCA). NL 2 Informatie voor kopers in Europa Dit product is getest volgens de EMC-richtlijn voor het gebruik van aansluitkabels korter dan 3 meter en voldoet aan de hierin gestelde voorwaarden. Let op Een elektromagnetisch veld van de opgegeven frequenties kan het beeld en geluid van deze camera beïnvloeden. Opmerking Als door statische elektriciteit of elektromagnetisme de gegevensoverdracht wordt onderbroken (of mis gaat), start u het applicatieprogramma dan opnieuw, of maak de USB-kabel even los en sluit deze dan weer aan. Opmerking In sommige landen en gebieden zijn regels voor het weggooien van de accu die gebruikt wordt om dit apparaat van stroom te voorzien. Vraag advies aan de plaatselijke overheid. Alvorens u de camera gaat gebruiken Proefopname Voordat u een uniek evenement gaat filmen, is het verstandig om eerst een proefopname te maken, dit om ervan verzekerd te zijn dat de camera naar behoren werkt. Geen schadevergoeding voor mislukte opnamen Voor mislukte opnamen door een gebrekkige werking van uw camera of opnamemedia, enz. kan geen schadevergoeding worden geëist. Reservekopieën Om gegevensverlies te voorkomen, zorgt u dat u altijd een reservekopie op een disc maakt. Betreffende de uitwisseling van beeldgegevens Niet met de camera schudden of er tegenaan stoten • Deze camera voldoet aan de "Design rule for Camera File system", de universele normen van de JEITA (Japan Electronics and Information Technology Industries Association). • Er worden geen garanties gegeven dat beelden, welke met deze camera zijn opgenomen, kunnen worden weergegeven op andere apparatuur, of dat beelden die met andere apparatuur zijn opgenomen of gemonteerd, kunnen worden weergegeven op deze camera. Indien u de camera schudt of er tegenaan stoot, kan dit leiden tot defecten, mislukte opnamen, incompatibiliteit met de "Memory Stick" of aantasting, beschadiging of verlies van beeldgegevens en geheugeninhoud. Auteursrechten NL Televisieprogramma’s, films, videobanden en ander materiaal kunnen beschermd zijn met auteursrechten. Het zonder toestemming opnemen van dergelijk materiaal, kan in strijd zijn met de wetten op de auteursrechten. NL 3 LCD-scherm, LCD-zoeker (alleen modellen met een LCD-zoeker) en lens • Het LCD-scherm en de LCD-zoeker zijn vervaardigd met behulp van precisietechnologie waardoor meer dan 99,99% van de pixels operationeel is. Soms kunnen er op het LCDscherm en in de LCD-zoeker echter kleine zwarte en/of heldere puntjes (wit, rood, blauw of groen) permanent zichtbaar zijn. Dit is normaal en heeft geen enkele invloed op het opgenomen beeld. • Wees voorzichtig wanneer u de camera bij een venster of buiten neerzet. Indien het LCDscherm, de zoeker of de lens langdurig wordt blootgesteld aan direct zonlicht, kan dit tot defecten leiden. • Druk niet hard op het LCD-scherm. Het scherm kan ongelijkmatig zijn en daardoor een storing veroorzaken. • In een koude omgeving kunnen de beelden op het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is normaal. NL 4 De elektrische zoomlens Deze camera is uitgerust met een elektrische zoomlens. Wees voorzichtig dat u niet tegen de lens stoot en er geen kracht op uitoefent. Stel de camera niet bloot aan zand of stof Als u de camera in zanderige of stoffige plaatsen gebruikt, kunnen storingen optreden. Maak het venster van de flitser schoon vóór deze te gebruiken Richt de camera niet naar de zon of ander fel licht De hitte die vrijkomt bij het afgaan van de flitser kan eventueel vuil op het venster van de flitser doen verbranden of vastbakken waardoor onvoldoende licht het voorwerp bereikt. Dit kan leiden tot onherstelbare beschadiging van uw ogen. Of het kan een storing van de camera veroorzaken. Laat de camera niet nat worden Opmerkingen betreffende de gebruikslocatie van de camera Bij het maken van opnamen in de regen of soortgelijke omstandigheden, moet u erop letten dat de camera niet nat wordt. Water dat de camera binnendringt, kan een storing veroorzaken die niet in alle gevallen kan worden verholpen. Wanneer er condensvorming optreedt, zie dan blz. 117 en volg de aanwijzingen voor het verwijderen van de condens alvorens u de camera gaat gebruiken. Gebruik de camera niet in de buurt van een plaats waar sterke radiogolven worden gegenereerd of straling wordt uitgestraald. Het is mogelijk dat de camera dan niet goed kan opnemen of weergeven. Carl Zeiss-lens Deze camera is uitgerust met een Carl Zeisslens, die scherpe beelden met uitstekend contrast reproduceert. De lens van deze camera is geproduceerd onder een kwaliteitborgingssysteem dat is gecertificeerd door Carl Zeiss in overeenstemming met de kwaliteitsnormen van Carl Zeiss, Duitsland. De beelden in deze gebruiksaanwijzing Handelsmerken • is een handelsmerk van Sony Corporation. • "Memory Stick", • • De foto’s die in deze gebruiksaanwijzing gebruikt worden als voorbeelden, zijn gereproduceerde beelden die niet daadwerkelijk met deze camera zijn opgenomen. • • • • , "Memory Stick PRO", , "Memory Stick Duo", , "Memory Stick PRO , "MagicGate" zijn handelsmerken van Duo", en Sony Corporation. Picture Package is een handelsmerk van Sony Corporation. Microsoft, Windows, Windows Media en DirectX zijn wettig gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. Macintosh, Mac OS, QuickTime, iMac, iBook, PowerBook, Power Mac en eMac zijn handelsmerken van Apple Computer, Inc. Macromedia en Flash zijn wettig gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Macromedia, Inc. in de Verenigde Staten en/of andere landen. Intel, MMX, en Pentium zijn wettig gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Intel Corporation. Alle andere in deze gebruiksaanwijzing vermelde systeem- en productnamen zijn in het algemeen handelsmerken of wettig gedeponeerde handelsmerken van de betreffende ontwikkelaars of fabrikanten. Verder zijn in deze gebruiksaanwijzing de aanduidingen ™ en ® in alle voorkomende gevallen weggelaten. NL 5 Inhoud Alvorens u de camera gaat gebruiken....... 3 Onderdelen................................................ 8 Modusdraaiknop ................................. 10 Voorbereidingen Voorbereiden van de batterijen............... 11 Opladen van de batterijen ....................... 11 Plaatsen van de batterijen ....................... 13 Gebruik van de netspanningsadapter ...... 16 Gebruik van de camera in het buitenland ....................................... 16 In- en uitschakelen van de camera .......... 17 Gebruik van de regelknop....................... 17 De datum en tijd instellen ....................... 18 Opnemen van stilstaande beelden NL 6 Plaatsen en verwijderen van een "Memory Stick" .............................................. 20 Instellen van het formaat van stilstaand beeld ............................................... 21 Beeldformaat en -kwaliteit...................... 22 Basisopname van stilstaande beelden — met automatische regeling......... 24 Controleren van het laatst opgenomen beeld — Quick Review ............................ 26 Gebruik van de zoomfunctie............... 26 Opnemen van close-ups — Macro ..... 28 Gebruik van de zelfontspanner ........... 29 Een flitsmodus kiezen ........................ 30 Beelden opnemen met de zoeker........ 32 De datum en tijd opnemen op een stilstaand beeld............................... 33 Opnemen in overeenstemming met de situatie ............................................ 34 Bekijken van stilstaande beelden Beelden bekijken op het LCD-scherm van uw camera ...................................... 37 Beelden bekijken op een TV-scherm ..... 39 Stilstaande beelden wissen Beelden wissen ....................................... 41 Formatteren van een "Memory Stick" .... 43 Voorafgaand aan geavanceerde bedieningen Aanwijzingen voor instelling en bediening van uw camera ............................... 45 De menu-instellingen wijzigen .......... 45 De onderdelen van het SET UP-scherm wijzigen.......................................... 46 Kwaliteit van het stilstaand beeld kiezen ............................................. 46 Een map aanmaken of kiezen ................. 47 Een nieuwe map aanmaken ................ 47 De opnamemap veranderen................ 47 Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden Een automatische scherpstellingsmethode kiezen..............................................48 Een scherpstel-bereikzoekerframe kiezen — AF-bereikzoeker ........................48 Een scherpstellingsmethode kiezen — AF-functie..................................49 De afstand tot het onderwerp instellen — Scherpstelling vooraf.................50 Opnemen met handmatige sluitertijd en diafragma instellingen — Handmatige belichting...............51 Belichting regelen — EV-afstelling..............................54 Een histogram afbeelden.....................55 Keuze van de lichtmeetfunctie ................56 Kleurtinten afstellen — Witbalans ...................................57 Het flitserniveau instellen — Flitserniveau ..............................58 Continu opnemen ....................................59 Opnemen in de Multi Burst-modus — Multi Burst.................................60 Opnemen met speciale effecten — Beeldeffect.................................61 Geavanceerd bekijken van stilstaande beelden Een map kiezen en beelden weergeven — Map ............................................62 Een deel van een stilstaand beeld vergroten .........................................63 Een beeld vergroten — Weergavezoom ..........................63 Een vergroot beeld vastleggen — Trimmen ....................................64 Weergave van opeenvolgende beelden — Diavoorstelling ..........................64 Stilstaande beelden roteren — Roteren.......................................65 Beelden opgenomen in de Multi Burstmodus weergeven ...........................65 Continu weergeven .............................66 Frame-voor-frame weergeven.............66 Stilstaande beelden bewerken Beelden beveiligen — Beveiliging.................................67 Beeldformaat veranderen — Formaat veranderen ...................68 Een afdrukmarkering aanbrengen op beelden — Afdrukmarkering (DPOF) .........69 Stilstaande beelden afdrukken (PictBridge-printer) Een PictBridge compatibele printer aansluiten........................................ 71 Beelden afdrukken .................................. 72 Index-beelden afdrukken ........................ 74 Bewegende beelden Opnemen van bewegende beelden.......... 77 Bewegende beelden bekijken op het LCD-scherm ................................... 78 Bewegende beelden wissen .................... 79 Knippen van bewegende beelden ........... 80 Bekijken van de beelden op uw computer Beelden kopiëren naar uw computer — Voor gebruikers van Windows ...82 Het USB-stuurprogramma installeren.... 83 De camera aansluiten op de computer......................................... 84 Beelden kopiëren ................................ 85 Bekijken van de beelden op uw computer......................................... 87 Beeldbestand-geheugenlocaties en bestandsnamen ............................... 87 Beeldbestanden bekijken met de camera nadat ze naar de computer zijn gekopieerd ...................................... 89 Installeren van "Picture Package" .......89 Beelden kopiëren met "Picture Package" ...........................91 "Picture Package" gebruiken...............92 Beelden kopiëren naar uw computer — Voor gebruikers van Macintosh........................................93 "ImageMixer VCD2" gebruiken .........94 Verhelpen van storingen Verhelpen van storingen..........................96 Waarschuwingen en meldingen ............106 Zelfdiagnosefunctie ...............................108 Aanvullende informatie Aantal beelden dat kan worden opgeslagen of opnameduur ..............................109 Menuonderdelen....................................110 SET UP-onderdelen...............................115 Voorzorgsmaatregelen ..........................117 Over "Memory Stick"............................119 Over nikkel-metaalhydridebatterijen.....121 Over de batterijlader..............................121 Technische gegevens.............................122 Het LCD-scherm ...................................124 Index Index......................................................128 NL 7 Onderdelen Nadere bijzonderheden over de bediening vindt u op de tussen haakjes vermelde bladzijden. 1 qs 2 qd 3 qf 4 5 qg qh 6 8 9 0 qa NL 8 F G H I J K L M N O P qj 7 A B C D E qk Q R POWER-knop (17) POWER-lampje (17) Sluiterknop (25) Microfoon Zelfontspanner-lampje (29)/ AF-illuminator (31, 115) Lens RESET-toets (96) Luidspreker Schroefgang voor statief Batterijdeksel (13) OPEN-knop (13) Flitser (30) Zoekervenster Busbeschermdeksel/"Memory Stick"-deksel DC IN-aansluitbus (16) A/V OUT (MONO)-aansluitbus (39) Toegangslampje (20) DC IN-aansluitbusbeschermdop (16) • Gebruik een statief met een schroeflengte van minder dan 5,5 mm. Bij gebruik van langere schroeven kan de camera niet stevig aan het statief worden bevestigd en kan de camera beschadigd raken. 1 7 2 8 9 3 Vastmaken van de riem 4 F Regelknop Menu inschakelen: v/V/b/B/z (17)/ Menu uitschakelen: / /7/ (30/29/26/28) Modusdraaiknop "M": Sluitertijd/ diafragmawaarde (51) G Voor opnemen: Zoomtoetsen (W/ T) (26) Voor weergeven: / (Weergavezoom) toets (63)/ (Index) toets (38) H Modusdraaiknop (10, 110) I Oog voor polsriem J (USB)-aansluitbus (84) q; 5 6 A (Display/LCD aan/uit)-toets (32) B Zoeker (32) Zelfontspanner (29)/ opnamelampje (rood) (25) AE/AFvergrendellampje (groen) (25) C LCD-scherm Voor informatie over de onderdelen van het LCD-scherm, zie pagina 124 tot 127. D MENU-toets (45, 110) E (Beeldformaat/Wis)-toets (21, 41) (flitserlaad)-lampje (oranje) (30) NL 9 Modusdraaiknop Alvorens uw camera te gebruiken, draait u de modusdraaiknop zodat het gewenste merkteken naast het POWER lampje staat. U kunt eenvoudig doeltreffende beelden opnemen afhankelijk van de scène (blz. 34). Bovendien kunt u verscheidene voorgeprogrammeerde opnamestanden met behulp van menu’s instellen (blz. 45 en 112). POWER SET UP (Instellingen) Hiermee kunt u de instellingen van de camera veranderen (blz.46 en 115). (Automatische instelfunctie) De scherpstelling, belichting en witbalans worden automatisch ingesteld zodat u gemakkelijk kunt opnemen. De beeldkwaliteit is op [Fine] ingesteld (blz. 46). P (Geprogrammeerd automatisch opnemen) De belichtingsinstellingen worden, net zoals in de automatische opnamestand, automatisch ingesteld, maar u kunt desgewenst de scherpstelling en andere instellingen veranderen. Bovendien kunt u verscheidene voorgeprogrammeerde opnamestanden met behulp van menu’s instellen (blz. 45 en 110). NL 10 M (Opname met handmatige belichting) Hiermee kunt u zelf de diafragmawaarde en de sluitertijd instellen (blz. 51). Bovendien kunt u verscheidene voorgeprogrammeerde opnamestanden met behulp van menu’s instellen (blz. 45 en 110). (Schemerfunctie) (Schemer-portretfunctie) (Kaarslichtfunctie) (Landschapsfunctie) (Strandfunctie) (Zachte-opnamefunctie) (Opnemen van bewegende beelden) Hiermee kunt u bewegende beelden opnemen (blz. 77). (Weergave/bewerken) Hiermee kunt u de stilstaande en de bewegende beelden weergeven en bewerken (blz.37 en 67). Voorbereidingen Voorbereiden van de batterijen Toelaatbare batterijen HR 15/51:HR6 (AA-formaat) nikkelmetaalhydridebatterijen (2) – NH-AA-DA (2) (bijgeleverd) – NH-AA-2DA dubbelpak (niet bijgeleverd), enz. R6-alkalibatterijen (formaat AA, 2 stuks) Batterijen die niet kunnen worden gebruikt Mangaanbatterijen Lithiumbatterijen Nikkel-cadmiumbatterijen Als u bovenstaande batterijen gebruikt, kunnen wij de volledige prestaties van de camera niet garanderen vanwege de eigenschappen van de camera. Opmerkingen betreffende het gebruik van alkalibatterijen • Alkalibatterijen hebben een kortere levensduur dan de bijgeleverde nikkelmetaalhydridebatterijen. Het is daarom mogelijk dat de stroomvoorziening wegvalt terwijl de indicator van de resterende batterijlading nog voldoende lading aangeeft. • De prestaties van de batterij verschillen sterk afhankelijk van de fabrikant en het type batterij, en in sommige gevallen kan de levensduur van de batterij bijzonder kort zijn. Dit geldt met name bij lage temperaturen en het kan onmogelijk zijn op te nemen bij temperaturen lager dan 5 °C. • Gebruik oude en nieuwe batterijen niet tezamen. • Bij gebruik van alkalibatterijen geeft de indicator van de resterende batterijlading niet de juiste informatie aan. • Als gevolg van de eigenschappen van alkalibatterijen bestaat er een groot verschil tussen de beschikbare opnametijd en de beschikbare weergavetijd. Hierdoor kan de camera, met de lens uitgeschoven, worden uitgeschakeld, wanneer u de modusschakelaar draait. In dat geval vervangt u de batterijen door nieuwe of laadt u de nikkelmetaalhydridebatterijen op. Wij adviseren u de bijgeleverde nikkelmetaalhydridebatterijen te gebruiken. Voorbereidingen U kunt de onderstaande batterijen in deze camera gebruiken. Opladen van de batterijen , Plaats nikkelmetaalhydridebatterijen in de batterijlader (bijgeleverd) en let daarbij op de richting van de polen +/–. • U kunt alkalibatterijen niet opladen met een batterijlader. • Zorg ervoor dat u de nikkelmetaalhydridebatterijen, die bij de camera geleverd werden, oplaadt alvorens deze te gebruiken. • Sluit de batterijlader aan op een gemakkelijk bereikbaar stopcontact in de buurt. • Zelfs als het CHARGE-lampje niet aan is, is de batterijlader niet losgekoppeld van de netspanningsadapter zolang deze in het stopcontact zit. Als zich een storing voordoet tijdens het gebruik van de batterijlader, schakelt u dan de stroom onmiddellijk uit door de stekker uit het stopcontact te trekken. NL 11 Oplaadtijd CHARGE-lampje 2 Naar een stopcontact Netsnoer , Sluit de batterijlader aan op een stopcontact met behulp van het netsnoer. Het CHARGE-lampje gaat branden wanneer het opladen begint en gaat uit wanneer het opladen klaar is. Voor verdere informatie over de bijgeleverde batterijlader, zie blz. 121. Verwijderen van de batterijen Druk het – uiteinde van de batterij omlaag om het + uiteinde omhoog te laten komen, en haal vervolgens de batterij eruit. • Nadat het opladen klaar is, trekt u de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en haalt u de nikkel-metaalhydridebatterijen uit de batterijlader. NL 12 Nikkelmetaalhydridebatterijen Oplaadtijd NH-AA-DA × 2 (bijgeleverd) circa 6 uur Dit geeft de tijd aan om geheel lege nikkelmetaalhydridebatterijen op te laden met behulp van de bijgeleverde batterijlader in een omgeving met een kamertemperatuur van 25 °C. • Het duurt ongeveer 6 uur om de batterijen volledig op te laden. Het is mogelijk dat het CHARGE-lampje langer dan 6 uur blijft branden, maar dit duidt niet op een defect. • Als u de batterijlader gebruikt die bij de STAMINA "Quick charge" set (niet bijgeleverd) werd geleverd, zullen de batterijen sneller worden opgeladen. Oplaadtijd Als u twee nikkel-metaalhydridebatterijen oplaadt: circa 2 uur en 30 minuten Als u vier nikkel-metaalhydridebatterijen oplaadt: circa 5 uur Opmerkingen over de nikkelmetaalhydridebatterijen • Ten tijde van de aankoop, of nadat de nikkel-metaalhydridebatterijen gedurende lange tijd niet zijn gebruikt, is het mogelijk dat ze niet volledig opgeladen worden. Dit is een kenmerk van dit type batterijen en duidt niet op een defect. Als dit gebeurt, kunt u het probleem oplossen door de batterijen herhaaldelijk volledig op te gebruiken en vervolgens op te laden. • Als de polen van de nikkelmetaalhydridebatterijen vuil zijn, is het mogelijk dat de batterijen niet goed worden opgeladen. Maak de polen van de batterijen en de contactpunten van de batterijlader af en toe schoon door deze met een droge doek af te vegen. • Bewaar de nikkel-metaalhydridebatterijen altijd in de bijgeleverde batterijendoos. Anders kunnen metalen voorwerpen de + en – uiteinden kortsluiten, wat kan leiden tot verhitting of brand. • Zelfs als nikkel-metaalhydridebatterijen niet worden gebruikt, zullen ze met de tijd geleidelijk hun lading verliezen. Wij adviseren u de batterijen op te laden vlak voordat u ze gaat gebruiken. Plaatsen van de batterijen * Het "geheugeneffect" duidt op een situatie waarin de capaciteit van de batterij tijdelijk is verlaagd. • Om de batterijen volledig op te gebruiken, zet u de camera in de diavoorstellingsfunctie (blz. 64) en laat u deze zo staan totdat de batterijen volledig leeg zijn. • Trek de uitwendige afdichtingslaag er niet af en beschadig de batterijen niet. Gebruik nooit batterijen waarvan de afdichtingslaag gedeeltelijk of geheel is verwijderd, of batterijen die op een of andere manier zijn open gemaakt. Hierdoor kunnen lekkage, explosie of warm worden van de batterijen ontstaan en bovendien kunnen brandwonden en ander letsel worden veroorzaakt. Hierdoor kan een storing in de batterijlader worden veroorzaakt. Voorbereidingen • Als u nikkel-metaalhydridebatterijen oplaadt voordat u de aanwezige lading volledig hebt opgebruikt, kan de waarschuwingsindicatie voor zwakke batterijen eerder dan verwacht verschijnen. Dit heet het "geheugeneffect".* Als dit probleem zich voordoet, kunt u het alleen oplossen door de batterijen pas op te laden nadat de aanwezige lading volledig is opgebruikt. 1 2 , Open het batterijdeksel. , Plaats de batterijen. Druk op V op de OPEN knop en schuif deze in de richting van de pijl om het deksel te openen. Lijk de + en – polen van de batterijen uit met de + en – merktekens binnenin het batterijvak. • Van tijd tot tijd moet u al het vuil van de batterijpolen en de aansluitpunten aan de binnenkant van het binnendeksel met een droge doek afvegen. Huidvet en ander vuil op de polen van de batterijen en de contactpunten kunnen de levensduur van de batterijen in belangrijke mate verkorten. NL 13 Batterij-restladings-indicatie (bij gebruik van nikkelmetaalhydridebatterijen) Naar mate de lading minder wordt tijdens het gebruik van de batterij, geeft de batterijrestladings-indicatie de resterende batterijlading aan door middel van de volgende symbolen. 3 , Sluit het batterijdeksel. Druk de batterijen omlaag met behulp van het deksel en sluit het deksel stevig met een klik. Verwijderen van de batterijen Houd de camera vast met het batterijdeksel omhoog gericht, open vervolgens het batterijdeksel en haal de batterijen eruit. • Wees voorzichtig dat u de batterijen niet laat vallen tijdens het openen of sluiten van het batterijdeksel. NL 14 BatterijRichtlijnen voor de restlading resterende batterijlading sindicatie Voldoende batterijlading resteert Batterij is half vol Batterij zwak, het opnemen/ weergeven zal spoedig stoppen. Vervang de huidige batterijen door volledig opgeladen batterijen, of laad de huidige batterijen op. (De waarschuwingsindicatie knippert.) • Als het LCD-scherm uit staat, drukt u op om het in te schakelen. • Het is mogelijk dat deze informatie niet juist wordt aangegeven vanwege de omstandigheden waaronder de camera wordt gebruikt en de toestand van de batterijlading, of vanwege de omgeving. • Bij gebruik van alkalibatterijen geeft de indicator van de resterende acculading niet de juiste informatie aan. Bovendien verschillen de prestaties sterk afhankelijk van de fabrikant en het type batterij, en kan de stroomvoorziening wegvallen terwijl de indicator van de resterende batterijlading nog voldoende lading aangeeft. In dat geval vervangt u de batterijen door nieuwe of laadt u de nikkelmetaalhydridebatterijen op. • Als de netspanningsadapter (niet bijgeleverd) wordt gebruikt, wordt de batterij-restladingsindicatie niet getoond. De tabel geeft bij benadering het aantal beelden (en de bijbehorende levensduur van de batterijen) aan dat kan worden opgenomen/bekeken wanneer u beelden opneemt in de normale functie met volledig opgeladen batterijen (bijgeleverd) bij een temperatuur van 25 °C. Bij het aantal beelden dat kan worden opgenomen of bekeken, is rekening gehouden met het verwisselen van de bijgeleverde "Memory Stick" indien noodzakelijk. De werkelijke aantallen kunnen lager zijn al naar gelang de omstandigheden. • Het batterijvermogen wordt minder naarmate u de batterij meer gebruikt en naarmate de tijd verstrijkt (blz. 121). Opnemen van stilstaande beelden Onder gemiddelde omstandigheden1) NH-AA-DA (2) (bijgeleverd) Beeld- LCDAantal Levensduur formaat scherm beelden van batterij (min.) Aan Circa 340 Circa 170 5M Uit Circa 580 Circa 290 Aan Circa 340 Circa 170 VGA (E-Mail) Uit Circa 580 Circa 290 R6-alkalibatterijen (AA-formaat, 2 stuks, niet Beeld- bijgeleverd) formaat LCDAantal Levensduur scherm beelden van batterij (min.) Aan Circa 70 Circa 35 5M Uit Circa 150 Circa 75 Aan Circa 70 Circa 35 VGA (E-Mail) Uit Circa 150 Circa 75 • Bij gebruik van Sony alkalibatterijen 1) Opnemen in de volgende situaties: – De (P. Quality) is ingesteld op [Fine]. – Als u iedere 30 seconden eenmaal opneemt – Als de zoom beurtelings tussen de uiterste Wen T-kant omschakelt – Als de flitser iedere twee keer eenmaal afgaat – Als de stroom iedere tien keer eenmaal aan en uit gaat – Wanneer [AF Mode] op [Single] staat De meetmethode is gebaseerd op de CIPAnorm. (CIPA: Camera & Imaging Products Association) Bekijken van stilstaande beelden2) NH-AA-DA (2) (bijgeleverd) Aantal Levensduur beelden van batterij (min.) 5M Circa 6800 Circa 340 VGA(E-Mail) Circa 6800 Circa 340 2) Weergeven van enkelvoudige beelden op volgorde met tussenpozen van drie seconden Opnemen van bewegende beelden3) NH-AA-DA (2) (bijgeleverd) LCD-scherm aan LCD-scherm uit Circa 170 min. Circa 240 min. 3) Voorbereidingen Aantal beelden dat kan worden opgenomen/weergegeven en levensduur van de batterij Continu bewegende beelden opnemen met beeldformaat [160] • Het aantal beelden dat kan worden opgenomen/ weergegeven en de levensduur van de batterij worden korter onder de volgende omstandigheden: – Wanneer de omgevingstemperatuur laag is – Wanneer de flitser wordt gebruikt – Wanneer de camera veelvuldig in- en uitgeschakeld wordt – Wanneer de zoom veelvuldig wordt gebruikt – Wanneer [LCD Backlight] is ingesteld op [Bright] in de SET UP instellingen – Wanneer [AF Mode] is ingesteld op [Monitor] in de SET UP instellingen – Wanneer de batterij zwak is Beeldformaat NL 15 Gebruik van de netspanningsadapter 2 Naar het stopcontact 1 Netspanningsadapter Gelijkstroom- (niet bijgeleverd) stekker DC IN-aansluitbusbeschermdop , Open de DC INbusbeschermdop en sluit de netspanningsadapter AC-LS5 (niet bijgeleverd) aan op de DC IN-aansluitbus van uw camera. Sluit de gelijkstroomstekker aan met het v merkteken in de richting van de voorkant van de camera. • Zorg ervoor dat u de netspanningsadapter AC-LS5 gebruikt. Andere netspanningsadapters kunnen niet worden gebruikt met deze camera. • Sluit de netspanningsadapter aan op een makkelijk bereikbaar muurstopcontact in de buurt. Indien er zich tijdens het gebruik van de adapter een of ander probleem voordoet, trek dan de stekker onmiddellijk uit het stopcontact. NL 16 1 2 Netsnoer , Sluit het netsnoer aan op de netspanningsadapter en vervolgens op een stopcontact in de muur. • Nadat het opladen klaar is haalt u de netspanningsadapter uit de DC IN-aansluitbus van de camera en trekt u de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. • Het apparaat is niet losgekoppeld van de netspanning zolang de stekker nog in het stopcontact zit, ook niet als het apparaat zelf uitgeschakeld is. Gebruik van de camera in het buitenland Spanningsbronnen U kunt uw camera in ieder land of gebied gebruiken met de batterijlader (bijgeleverd) of de netspanningsadapter AC-LS5 (niet bijgeleverd) tussen 100 V tot 240 V wisselspanning van 50 of 60 Hz. Als de stekker van de adapter niet in het stopcontact [b] past, moet u een in de handel verkrijgbaar verloopstuk [a] gebruiken. BC-CS2A/CS2B • Gebruik geen elektronische transformator (reisadapter) omdat deze een defect kan veroorzaken. In- en uitschakelen van de camera Gebruik van de regelknop POWER-knop POWER-lampje , Druk op POWER. Het POWER-lampje (groen) gaat branden en de camera is nu ingeschakeld. Wanneer u de camera voor het eerst inschakelt, verschijnt het Clock Set-scherm (blz. 18). Uitschakelen van de camera Druk opnieuw op POWER. Het POWERlampje dooft en de camera is nu uitgeschakeld. • Laat het lensgedeelte van de camera niet gedurende een lange tijd uitgeschoven staan terwijl de batterijen eruit gehaald zijn, de netspanningsadapter (niet bijgeleverd) losgekoppeld is, enz., omdat hierdoor een storing kan optreden. • Als u de camera inschakelt terwijl de modusschakelaar in een andere stand staat dan SET UP of , of als u op de RESET toets drukt, verschuift de lens. Raak het lensgedeelte niet aan wanneer deze in werking is. Wanneer u de camera tijdens het opnemen of bekijken of tijdens het uitvoeren van SET UP gedurende circa drie minuten niet bedient, wordt de camera automatisch uitgeschakeld om de batterij te sparen. De automatische uitschakelfunctie treedt alleen in werking als de camera op batterijen werkt. In de volgende situaties zal de camera ook niet automatisch worden uitgeschakeld. • Wanneer u bewegende beelden bekijkt • Wanneer u een diavoorstelling weergeeft • Wanneer u aansluit op de (USB) of A/V OUT (MONO) aansluiting Camera 1 2 AF Mode: Digital Zoom: Date/Time: Red Eye Reduction: AF Illuminator: Auto Review: Single Smart Off Off Auto Off SELECT Setup 2 Voorbereidingen Automatische uitschakelingsfunctie POWER File Number: USB Connect: 1 Video Out: OK Clock Set: Cancel Om de huidige instellingen van de camera te veranderen, roept u het menu of het SET UP-scherm (blz. 46) op en gebruikt u de regelknop om de veranderingen te maken. Voor instelling van een menuonderdeel, drukt u op v/V/b/B op de regelknop, om het gewenste onderdeel en instelling te kiezen, en de instelling te realiseren. Voor instelling van de SET UP-onderdelen, drukt u op v/V/b/B op de regelknop om het gewenste onderdeel en instelling te kiezen en druk daarna op z om de instelling te realiseren. NL 17 De datum en tijd instellen Modusdraaiknop Clock Set Clock Set Y/M/D M/D/Y D/M/Y POWER 2004 / 1 / 1 Y/M/D M/D/Y D/M/Y 2004 / 11 / 11 12 : 00 OK AM Cancel 12 : 00 OK AM AM Cancel POWER-knop 2 1 , Zet de modusdraaiknop op . • Om de datum en tijd te veranderen, zet u de modusschakelaar op SET UP, kiest u [Clock Set] in (Setup 2) (blz. 46 en 116) en voert u de procedure vanaf stap 3 uit. 2 • U kunt deze procedure ook uitvoeren wanneer de modusdraaiknop op P, M, , , , , , , of . NL 18 , Druk op POWER om de camera in te schakelen. Het POWER-lampje (groen) gaat branden en het Clock Set-scherm verschijnt op het LCD-scherm. 3 , Kies de gewenste datumweergave met v/V op de regelknop en druk daarna op z. U hebt de keuze uit [Y/M/D] (jaar/maand/ dag), [M/D/Y] (maand/dag/jaar) en [D/M/ Y] (dag/maand/jaar). • Indien de oplaadbare knoopbatterij (blz. 118), die de stroom levert voor het opslaan van de tijdinformatie, ooit bijna leeg raakt, zal opnieuw het Clock Set-scherm verschijnen. Wanneer dit gebeurt, moet u de datum en tijd opnieuw instellen door te beginnen bij stap 3 hierboven. Y/M/D M/D/Y D/M/Y Y/M/D M/D/Y D/M/Y 2004 / 1 / 1 12 : 00 2005 / 1 / OK AM Cancel 4 , Kies het onderdeel (jaar, maand, dag, uur of minuut) dat u wilt instellen met b/B op de regelknop. Het onderdeel dat u wilt instellen, wordt aangegeven met v/V. 1 Y/M/D M/D/Y D/M/Y 2005 / 1 / 10 : 00 OK AM Cancel 5 , Stel de numerieke waarde in met v/V op de regelknop en druk daarna op z om de ingestelde waarde te bevestigen. Nadat het cijfer is ingevoerd, gaat v/V naar het volgende onderdeel. Herhaal stap 4 en 5 totdat alle onderdelen zijn ingesteld. 1 10 : 30 OK AM Cancel Voorbereidingen Clock Set Clock Set Clock Set 6 , Kies [OK] met B op de regelknop en druk daarna op z. De datum en tijd worden ingevoerd en de klok begint te lopen. • Om de instelling van de datum en tijd te annuleren, kiest u [Cancel] met v/V/b/B op de regelknop en daarna drukt u op z. • Indien u bij stap 3 [D/M/Y] hebt gekozen, wordt de tijd aangegeven volgens het 24urensysteem. • Middernacht wordt aangegeven met 12:00 AM, en midden op de dag met 12:00 PM. NL 19 Opnemen van stilstaande beelden Plaatsen en verwijderen van een "Memory Stick" Kant met aansluitingen 1 , Open het deksel van de aansluiting/"Memory Stick". • Voor verdere informatie over "Memory Stick", zie blz. 119. 2 Etiketzijde , Breng de "Memory Stick" aan. Steek een "Memory Stick" helemaal naar binnen zoals aangegeven totdat deze vastklikt. • Duw de "Memory Stick" helemaal naar binnen zodat deze stevig vastzit in de aansluiting. Als de "Memory Stick" niet juist in de camera is geplaatst, kan het onmogelijk zijn de beelden op de "Memory Stick" op te nemen of weer te geven. NL 20 3 Toegangslampje , Sluit het deksel van de aansluiting/"Memory Stick" totdat deze dichtklikt. Verwijderen van een "Memory Stick" Open het deksel van de aansluiting/ "Memory Stick" en duw vervolgens tegen de "Memory Stick" zodat deze naar buiten springt. • Wanneer het toegangslampje brandt, neemt de camera op of leest deze een beeld. In deze situatie mag u de "Memory Stick" nooit verwijderen en nooit het apparaat uitschakelen. De gegevens kunnen beschadigd worden. Instellen van het formaat van stilstaand beeld Modusdraaiknop 5M 5M 5M 3:2 3M 1M VGA (E-Mail) Image Size 1 , Zet de modusdraaiknop op en schakel de camera in. • U kunt deze procedure ook uitvoeren wanneer de modusdraaiknop op P, M, , , , , of . 2 , Druk op 3M 1M 1M VGA (E-Mail) Image Size 3 (Beeldformaat). Het Image Size-instelmenu wordt afgebeeld. • Voor verdere informatie over het beeldformaat, zie blz. 22. , Kies het gewenste beeldformaat met v/V op de regelknop. Opnemen van stilstaande beelden 3:2 Het beeldformaat is nu ingesteld. Nadat u klaar bent met het maken van instellingen, drukt u op (Beeldformaat) zodat het instelmenu Image Size van het LCD-scherm verdwijnt. • De instelling van het beeldformaat die u hier kiest blijft behouden, zelfs nadat u de camera uitschakelt. NL 21 Beeldformaat en -kwaliteit Korte beschrijving van het beeldformaat Onderstaande tekening geeft een overzicht van het beeldformaat met een maximuminstelling en een minimuminstelling aan. 640 1944 NL Grootte weergave: VGA (E-Mail) Beeldformaat: VGA 640 pixels × 480 pixels=307.200 pixels Voorbeelden m.b.t. beeldformaat Beeldformaat 5M1) (2592×1944) Aanwijzingen voor gebruik Groter 2) 3:2 (2592×1728) • Voor het opslaan van belangrijke beelden, afdrukken op A4-formaat, of afdrukken van A5-formaat beelden met een hoge resolutie 3M (2048×1536) 1M (1280×960) VGA (E-Mail) (640×480) 1) 2) 22 Grootte weergave: 5M Beeldformaat: 5M 2592 pixels × 1944 pixels=5.038.848 pixels 2592 480 U kunt het beeldformaat (aantal beeldpunten) en de beeldkwaliteit (compressieverhouding) kiezen aan de hand van het soort beelden dat u wilt opnemen. Het beeldformaat wordt aangegeven door het aantal pixels (beeldpunten) (horizontaal × verticaal), waaruit een beeld is opgebouwd. Bijvoorbeeld, een beeldformaat van 5M (2592×1944) geeft aan dat er horizontaal 2592 pixels en verticaal 1944 pixels zijn. Hoe talrijker het aantal pixels, des te groter het beeldformaat. U kunt kiezen uit Fine (hoge) beeldkwaliteit of Standard (normale) beeldkwaliteit. Bij elk wordt een andere mate van comprimeren gebruikt. Als u Fine kiest, wordt de beeldkwaliteit verhoogd bij vergroting van het beeldformaat, echter de gegevensopslag wordt ook vergroot wat betekent dat u minder beelden kunt opslaan op de "Memory Stick". Raadpleeg de tabel aan de rechterzijde en kies het beeldformaat en de beeldkwaliteit dat geschikt is voor het soort beelden dat u wilt opnemen. • Voor het afdrukken op briefkaartformaat Kleiner • Voor het opnemen van een groot aantal beelden • Voor het verbinden van beelden aan e-mailberichten, of voor het maken van een homepage De fabrieksinstelling is [5M]. Dit is de hoogste beeldkwaliteit op deze camera. De beelden worden opgenomen in dezelfde 3:2 beeldverhouding als fotopapier, briefkaarten, enz. Voorbeelden m.b.t. beeldkwaliteit Beeldkwaliteit (Mate van comprimeren) Gebruiksadvies Minimaal comprimeren • Voor opnamen of afdrukken met een betere beeldkwaliteit (ziet er beter uit) Standard Maximaal comprimeren (normaal) • Voor het opnemen van een groot aantal beelden Het aantal beelden dat op een "Memory Stick" bewaard kan worden 3) Het aantal beelden dat kan worden opgeslagen in de instelling Fine (Standard)4) wordt hieronder aangegeven. (Eenheden: aantal beelden) Capaciteit 16MB 32MB 64MB 128MB MSX256 MSX512 MSX-1G 5M 6 (11) 12 (23) 25 (48) 51 (96) 92 (174) 188 (354) 384 (723) 3:2 6 (11) 12 (23) 25 (48) 51 (96) 92 (174) 188 (354) 384 (723) 3M 10 (18) 20 (37) 41 (74) 82 (149) 148 (264) 302 (537) 617 (1097) 1M 24 (46) 50 (93) 101 (187) 202 (376) 357 (649) 726 (1320) 1482 (2694) VGA (E-Mail) 97 (243) 196 (491) 394 (985) 790 (1975) 1428 (3571) 2904 (7261) 5928 (14821) Beeldformaat 3) 4) Opnemen van stilstaande beelden Fine • Wanneer beelden die zijn opgenomen met eerdere Sony modellen worden weergegeven op deze camera, kan het display anders zijn dan het werkelijke beeldformaat. • Wanneer de beelden op het LCD-scherm van de camera worden bekeken, zijn ze allemaal even groot. • Het aantal opneembare beelden kan variëren, afhankelijk van de opname-omstandigheden. • Wanneer het aantal resterende beelden om op te nemen hoger is dan 9.999, verschijnt de ">9999" indicatie op het LCD-scherm. • Het formaat van de beelden kunt u later veranderen (Beeldformaat-instelfunctie, blz. 68). Wanneer [REC Mode] op [Normal] staat. Het aantal beelden dat in andere modi bewaard kan worden, staat vermeld op blz. 109. Voor verdere informatie over de instelling van de beeldkwaliteit (compressieverhouding), zie blz. 46. NL 23 Basisopname van stilstaande beelden — met automatische regeling Op de juiste manier de camera vasthouden Modusdraaiknop 1 , Zet de modusdraaiknop op en schakel de camera in. Wees voorzichtig tijdens het opnemen van beelden met de camera dat uw vingers niet de lens, zoeker, flitser, microfoon of het zelfontspanner-lampje/AF-illuminator (blz. 8) blokkeren. NL 24 • De lensafdekking gaat open wanneer de camera wordt ingeschakeld. • Raak het lensgedeelte niet aan terwijl de camera in gebruik is, bijvoorbeeld wanneer u op POWER drukt om de camera in te schakelen of wanneer de zoomfunctie werkt (blz. 26). • Deze camera kan nieuwe mappen aanmaken en mappen selecteren om op de "Memory Stick" op te slaan (blz. 47). 2 , Houd de camera stevig met beide handen vast en positioneer het onderwerp in het midden van het scherpstelframe. • De minimale scherpstelafstand tot het onderwerp is ongeveer 50 cm. Om onderwerpen op te nemen die zich dichterbij bevinden, gebruikt u de close-up (macro)opnamefunctie (blz. 28). • Het frame aangegeven op het LCD-scherm laat het instelbereik van de scherpstelling zien (AFbereikzoeker, blz. 48). Automatische scherpstelling VGA FINE 101 VGA 3 30 F2.8 AE/AF vergrendelingsindicatie Knippert groen t Is aan , Houd de sluiterknop tot halverwege ingedrukt. De pieptoon klinkt, maar het beeld is nog niet opgenomen. Wanneer de AE/AFvergrendelingsindicatie stopt met knipperen en continu gaat branden, is de camera gereed voor opname. (Het LCD-scherm kan een fractie van een seconde bevroren worden, afhankelijk van het onderwerp.) • Als u de sluiterknop loslaat, wordt het opnemen geannuleerd. • U kunt verder gaan met opnemen, zelfs als de camera geen pieptoon laat horen, maar er wordt dan niet goed scherpgesteld. S AF 4 , Druk de sluiterknop volledig in. De sluiter maakt een geluid. Het beeld wordt vastgelegd op de "Memory Stick". Wanneer het opnamelampje (blz. 9) uit gaat, kunt u het volgende beeld opnemen. • Als de camera op batterijen werkt en u de camera enige tijd niet gebruikt tijdens opnemen of weergeven, wordt de camera automatisch uitgeschakeld om batterijlading te sparen (blz. 17). Wanneer u probeert een onderwerp op te nemen waarop moeilijk scherpgesteld kan worden, gaat de AE/AFvergrendelingsindicatie langzaam knipperen. Bovendien klinkt de pieptoon van de AE-vergrendelingsfunctie niet. Onder de volgende omstandigheden bestaat de kans dat de automatische scherpstelling niet werkt. In dergelijke gevallen dient u de sluiterknop los te laten, een nieuwe compositie van het beeld te maken en de scherpstelling opnieuw te regelen. • Het onderwerp is te ver verwijderd van de camera en te donker. • Er is te weinig contrast tussen het onderwerp en de achtergrond. • Het onderwerp bevindt zich achter glas, zoals een raam. • Een snel bewegend onderwerp. • Het onderwerp reflecteert of heeft een glanzende afwerking, zoals een spiegel of een lichtgevend lichaam. • Een flitsend onderwerp. • Een onderwerp met tegenlicht. Er zijn twee automatische scherpstellingsfuncties: "AFbereikzoekerframe" waarbij scherpstelling plaats vindt d.m.v. de positie en de grootte van het onderwerp, en de "Automatische scherpstelling" waarmee de begintijd en stoptijd van de scherpstelling ingesteld wordt. Zie blz. 48 voor verdere informatie. Opnemen van stilstaande beelden S AF 101 95 96 NL 25 Controleren van het laatst opgenomen beeld — Quick Review VGA 101 8/8 Review Gebruik van de zoomfunctie W (groothoekopnamen) VGA T W T (teleopnamen) 101 96 VGA T W S AF 101-0029 101 96 5.0 1.1 S AF 2005 1 1 10:30PM RETURN , Druk op b (7) op de regelknop. Om terug te keren naar de normale opnamemodus, drukt u zachtjes op de sluiterknop of drukt u opnieuw op b (7). Het wissen van een foto die op het LCD-scherm weergegeven wordt 1 Druk op (Wissen). 2 Kies [Delete] met v op de regelknop en druk daarna op z. Het beeld wordt gewist. • Als gevolg van de beeldverwerking kan kort na het begin van de weergave, het beeld er korrelig uitzien. NL 26 , Druk op de zoomknoppen om de gewenste zoomstand voor de opname te kiezen. Minimale scherpstelafstand tot het onderwerp Circa 50 cm van het lensoppervlak • Het lensgedeelte beweegt wanneer de zoomfunctie in werking is. Raak het lensgedeelte niet aan wanneer dit in werking is. • U kunt tijdens het opnemen van bewegende beelden de zoomvergroting niet veranderen(blz. 77). Zoom Uw camera is uitgerust met zoomfuncties die het beeld vergroten door middel van optisch zoomen en twee soorten digitale bewerking. U kunt het type digitalezoomfunctie kiezen uit slimmezoomfunctie en precizie-digitalezoomfunctie. Als de digitale zoom is ingesteld, schakelt de zoomfunctie om van optische zoom naar digitale zoom wanneer de zoomvergrotingsfactor hoger wordt dan 3×. Voor gebruik van alleen de optische zoom, moet [Digital Zoom] op [Off] gezet worden in de SET UP instellingen (blz. 115). In dat geval verschijnt het digitale-zoomgebied niet op de zoom-vergrotingsindicatie op het LCD-scherm, en is de maximale zoomvergrotingsfactor 3×. De vergrotingsmethode en de zoomvergrotingsfactor verschillen afhankelijk van het beeldformaat en de soort zoomfunctie. Kies daarom de zoomfunctie aan de hand van het doel van de opname. Als u op de zoomknop drukt verschijnt de indicator van de zoomverhouding als volgt op het LCD-scherm. • De indicator van de zoomverhouding verandert al naar gelang het type zoom. – Optische zoom: – Slimme-zoomfunctie: – Precizie digitale zoom: • Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet tijdens het gebruik van de digitale zoom. De of indicaties knipperen en de automatische scherpstelling werkt met voorrang op onderwerpen dicht bij het midden van de zoeker. m Slimme-zoomfunctie Optische zoom Slimmezoomfunctie Beeldformaat Maximale zoomvergrotingsfactor 3M 3.8× 1M 6.1× VGA (E-Mail) 12× Precizie digitale zoom Optische zoom Precizie digitale zoom Alle beeldformaten worden vergroot tot een maximum van 6×. Met deze functie kunt u een bepaald deel van het beeld uitknippen en vergroten, maar de beeldkwaliteit verslechtert. Om precizie digitale zoom in te stellen, moet [Digital Zoom] op [Precision] gezet worden in de SET UPinstellingen (blz. 115). Opnemen van stilstaande beelden Zoomvergrotingsindicatie Het beeld wordt nagenoeg zonder vervorming vergroot. Hiermee kunt u slimme zoom gevoelsmatig hetzelfde gebruiken als optische zoom. Om slimme zoom in te stellen, moet [Digital Zoom] op [Smart] gezet worden in de SET UP instellingen (blz. 115). Bij aankoop van de camera, staat deze ingesteld op slimme zoom. De maximale zoomvergrotingsfactor hangt als volgt af van het gekozen beeldformaat. m De W-kant van deze lijn betreft het optische zoomgebied en de T-kant van deze lijn betreft het digitale zoomgebied Slimme zoom kan niet worden gebruikt wanneer het beeldformaat is ingesteld op [5M] of [3:2]. Stel dus een ander beeldformaat in als u slimme zoom wilt gebruiken. Bij aankoop van de camera, staat het beeldformaat ingesteld op [5M]. • Wanneer u de slimme-zoomfunctie gebruikt, kan het beeld op het LCD-scherm er grof uit zien. Dit verschijnsel heeft echter geen effect op het opgenomen beeld. • U kunt slimme zoom niet gebruiken in de Multi Burst-functie. NL 27 Opnemen van close-ups — Macro VGA 101 VGA S AF S AF 2 1 De close-up (macro)-opnamefunctie wordt gebruikt bij het inzoomen op onderwerpen zoals bloemen en insecten. Door de zoom helemaal naar de W-kant te brengen, kunt u onderwerpen opnemen op een afstand van minimaal slechts 6 cm. De minimale scherpstelafstand verschilt afhankelijk van de zoomvergroting. Daarom bevelen wij aan op te nemen met de zoom helemaal naar de W-kant gebracht. Wanneer de zoom helemaal naar de W-kant is gebracht: Circa 6 cm van het lensoppervlak Wanneer de zoom helemaal naar de T-kant is gebracht: Circa 30 cm van het lensoppervlak NL 28 , Zet de modusdraaiknop op en druk op B ( ) op de regelknop. Op het LCD-scherm verschijnt indicatie). 101 95 96 (macro- • Indien het menu nog wordt weergegeven, druk dan eerst op MENU zodat het menu verdwijnt. • U kunt deze procedure ook uitvoeren wanneer de modusdraaiknop op P, M, , , of . , Zorg dat het onderwerp zich midden in het frame bevindt. Houd de sluiterknop halverwege ingedrukt om scherp te stellen en druk daarna de sluiterknop helemaal omlaag. Terugkeren naar de normale opname-modus Druk opnieuw op B ( ) op de regelknop. De indicatie verdwijnt van het LCDscherm. Gebruik van de zelfontspanner VGA VGA 101 FINE S AF S AF 1 , Zet de modusdraaiknop op en druk op V ( ) op de regelknop. De indicatie (zelfontspanner-indicatie) verschijnt op het scherm. • Indien het menu nog wordt weergegeven, druk dan eerst op MENU zodat het menu verdwijnt. • U kunt deze procedure ook uitvoeren wanneer de modusdraaiknop op P, M, , , , , , of . 101 96 96 30 F2.8 2 , Zorg dat het onderwerp zich midden in het frame bevindt. Houd de sluiterknop halverwege ingedrukt om scherp te stellen en druk daarna de sluiterknop helemaal omlaag. Opnemen van stilstaande beelden • Tijdens het opnemen in de close-up (macro)opnamefunctie moet u het LCD-scherm gebruiken. Wanneer u opneemt met gebruikmaking van de zoeker, kan het bereik dat zichtbaar is in de zoeker verschillen van het werkelijke opnamebereik. Dit komt door de parallax. • Tijdens het opnemen in de close-up (macro)opnamefunctie wordt de scherpte-diepte zeer gering en het kan voorkomen dat op het gehele onderwerp is scherpgesteld. • Tijdens het opnemen in de close-up (macro)opnamefunctie wordt de snelheid van de automatische scherpstelling lager om nauwkeuriger scherp te kunnen stellen op onderwerpen dichtbij. Het zelfontspannerlampje (blz. 8) knippert en een pieptoon klinkt nadat u op de sluiterknop hebt gedrukt totdat de zelfontspanner in werking treedt (ongeveer na 10 seconden). Om de zelfontspanner halverwege de procedure uit te schakelen Druk opnieuw op V ( ) op de regelknop. De indicatie verdwijnt van het LCDscherm. • Indien u de sluiterknop indrukt terwijl u vóór de camera staat, is de kans aanwezig dat de scherpstelling en de belichting niet correct worden geregeld. NL 29 Een flitsmodus kiezen VGA 101 96 S AF , Zet de modusdraaiknop op en druk herhaaldelijk op v ( ) op de regelknop om een flitsmodus te kiezen. Bij elke druk op v ( ) verandert de indicatie als volgt. NL 30 Geen indicatie (Automatisch): De flitser gaat automatisch af wanneer u beelden opneemt op een donkere plaats of tegen een lichtbron in. De fabrieksinstelling is Auto. (Altijd flitsen): De flitser gaat altijd af, ongeacht de helderheid van de omgeving. SL (Langzame synchro): De flitser gaat altijd af, ongeacht de helderheid van de omgeving. In een donkere omgeving is de sluitertijd lang zodat u de achtergrond die buiten het bereik van de flitser ligt, duidelijk kunt opnemen. (Niet flitsen): De flitser gaat niet af. • Indien het menu nog wordt weergegeven, druk dan eerst op MENU zodat het menu verdwijnt. • U kunt deze procedure ook uitvoeren wanneer de modusdraaiknop op P, M, , of . • De aanbevolen opnameafstand met gebruik van de flitser is ongeveer 0,2 m tot 3,5 m (W)/0,3 m tot 2,5 m (T) (Wanneer [ISO] is ingesteld op [Auto] in de menu-instellingen). • De flitser gaat twee keer af. De eerste keer is de voorflits, die gebruikt wordt om de hoeveelheid flitslicht in te stellen en de tweede keer is de eigenlijke flits, waarbij de opname plaats vindt. • De helderheid van de flitser kunt u, met (Flash Level) bij de menu-instellingen, regelen (blz. 58). (U kunt de intensiteit van de flits niet veranderen wanneer de modusdraaiknop op staat.) • Wanneer u de SL (langzame synchro)- of (niet flitsen)-gebruikt, wordt de sluitertijd langer op donkere plaatsen, zodat het verstandig is een statief te gebruiken. • Tijdens het opladen van de flitser knippert het (flitserlaad)-lampje. Wanneer het laden is voltooid, gaat het lampje uit. • Deze instelling blijft ook na het uitschakelen van de camera bewaard. Opnemen van beelden met tegenlicht Als u in de automatische instelfunctie opneemt met tegenlicht, zal de flitser automatisch afgaan, zelfs als er voldoende licht rondom het onderwerp is (daglichtsynchro). Voor flitsen Tijdens flitsen • Afhankelijk van de opnameomstandigheden is het mogelijk dat met daglicht-synchro niet het gewenste effect wordt verkregen. • Wanneer u de flitser niet wilt gebruiken, stelt u de flitserfunctie in op (niet flitsen). Beelden opnemen met de AFilluminator Zet in de SET UP-instellingen (blz. 115) [Red Eye Reduction] op [On]. De indicatie verschijnt op het LCD-scherm en de flitser gaat vóór het opnemen af om het rode-ogeneffect te verminderen. De AF-illuminator levert vullicht om gemakkelijker op een onderwerp in een donkere omgeving te kunnen scherpstellen. De ON indicatie verschijnt op het LCDscherm en de AF-illuminator werpt rood licht uit wanneer de sluiterknop halverwege ingedrukt is totdat de scherpstelling is vergrendeld. VGA FINE 101 96 ON m S AF • Wanneer de afstand van de scherpstellingvoorkeuze is ingesteld (blz. 50), werkt de AFverlichting niet. • Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet. De of indicaties knipperen en de automatische scherpstelling werkt met voorrang op onderwerpen dicht bij het midden van de zoeker. • Het hulplicht voor automatisch scherpstellen werkt niet wanneer de modusschakelaar in de stand of staat. • De AF-illuminator zendt zeer helder licht uit. Ofschoon de veiligheid niet in het gedrang kan komen, wordt het niet aangeraden om van dichtbij rechtstreeks in het hulplicht voor automatisch scherpstellen te kijken. Opnemen van stilstaande beelden Voorkomen dat de ogen van het onderwerp rood worden 30 F2.8 Als deze functie niet nodig is, stelt u [AF Illuminator] in op [Off] op het SET UPscherm (blz. 115). • Afhankelijk van individuele verschillen, de afstand tot het onderwerp, het niet opmerken van de voorflitser door de gefotografeerde persoon of andere omstandigheden, zal de functie voor vermindering van het rodeogeneffect niet altijd het gewenste resultaat opleveren. • Als [Red Eye Reduction] is ingesteld op [On], gaat de flits twee keer of vaker af. • Als de AF-illuminator het onderwerp niet voldoende raakt of als het onderwerp onvoldoende contrast heeft, kan niet worden scherpgesteld. (Een afstand van maximaal 3,5 m (W) en 2,5 m (T) wordt aanbevolen.) • De camera kan scherpstellen zolang de AFilluminator het onderwerp bereikt, zelfs als het rode licht iets buiten het midden van het onderwerp valt. NL 31 Beelden opnemen met de zoeker Zoeker Histogram aan (Histogram aan Beeldinformatie kan ook worden afgebeeld tijdens weergave.) VGA 101 96 S AF r Indicaties uit De zoeker is handig voor het geval u acculading wilt besparen of wanneer het moeilijk is het beeld te bepalen op het LCDscherm. Bij elke druk op , verandert de indicatie in de hierna aangegeven volgorde. S AF r LCD-scherm uit r Indicaties aan VGA 101 96 S AF NL 32 • Het beeld op de zoeker geeft niet het werkelijk opneembare bereik aan. Dit komt door de parallax. Om het opneembare bereik te bepalen gebruikt u het LCD-scherm. • Net als met de AE/AF-vergrendelings-indicatie op het LCD-scherm, wanneer het AE/AFvergrendellampje van het zoekergedeelte stopt met knipperen en aan blijft, kunt u beginnen met het opnemen (blz. 25). • Wanneer het LCD-scherm wordt uitgeschakeld: – De digitale-zoomfunctie werkt niet (blz. 27). – [AF Mode] staat op [Single] (blz. 49). – en u op (flitserfunctie)/ (zelfontspannerfunctie)/ (macrofunctie) drukt, zal het beeld gedurende ongeveer twee seconden op het LCD-scherm worden afgebeeld zodat u de instelling kunt controleren of veranderen. • Tijdens het opnemen/weergeven van bewegende beelden veranderen de aanduidingen op het LCD-scherm als volgt: Indicaties uit t LCD-scherm uit t Indicaties aan. • Een uitvoerige beschrijving van de indicaties vindt u op blz. 124. • Een uitvoerige beschrijving van de histogram vindt u op blz. 55. • Deze instelling blijft ook na het uitschakelen van de camera bewaard. De datum en tijd opnemen op een stilstaand beeld Camera 2 Camera Single Smart Off Off Auto Off 1 2 AF Mode: Digital Zoom: Date/Time: Red Eye Reduction: AF Illuminator: Auto Review: Camera Day&Time Date Off 1 2 SELECT 1 , Zet de modusdraaiknop op SET UP. Het SET UP-scherm verschijnt. • De datum en tijd worden niet opgenomen in de Multi Burst-functie. • Wanneer opnamen worden gemaakt met de datum en tijd erop geprojecteerd, kunnen de datum en tijd later niet meer worden verwijderd. • De datum en tijd verschijnen niet op het LCDscherm tijdens het opnemen; in plaats daarvan verschijnt de indicatie op het LCDscherm. De huidige datum en tijd worden in het rood, alleen tijdens weergave, in de rechter benedenhoek getoond. AF Mode: Digital Zoom: Date/Time: Red Eye Reduction: AF Illuminator: Auto Review: Single Smart Day&Time Off Auto Off PAGE SELECT 2 , Kies (Camera) met v op de regelknop en druk daarna op B. Kies [Date/Time] met v/V en druk daarna op B. 3 , Kies de instelling van de datum en tijd met v/V op de regelknop en druk daarna op z. Opnemen van stilstaande beelden 1 AF Mode: Digital Zoom: Date/Time: Red Eye Reduction: AF Illuminator: Auto Review: Day&Time: Datum, uur en minuten worden op het beeld geprojecteerd. Date: Jaar, maand en dag worden op het beeld geprojecteerd. Off: Datum en tijd worden niet op het beeld geprojecteerd. Wanneer u klaar bent met instellen, zet u de modusdraaiknop op en maakt u de opname. • U kunt ook opnamen maken als de modusschakelaar op P, M, , , , , of ingesteld is. • Indien u [Date] kiest, wordt de datum in de volgorde die werd gekozen bij "De datum en tijd instellen" (blz. 18) op het beeld geprojecteerd. • Deze instelling blijft ook na het uitschakelen van de camera bewaard. NL 33 Opnemen in overeenstemming met de situatie U kunt opnamen met een beter resultaat maken door een toepasselijke opnamestand te kiezen en daarna op de sluiterknop te drukken. Schemerfunctie Hiermee kunt u nachtelijke scènes opnemen vanaf grote afstand zonder de atmosfeer van de donkere omgeving te verliezen. De sluitertijd wordt langer, dus is het gebruik van een statief aan te bevelen. Schemer-portretfunctie Geschikt voor het maken van portretopnamen op donkere plaatsen. Voor het maken van scherpe opnamen van mensen op donkere plaatsen, zonder dat daarbij de donkere sfeer van de omgeving verloren gaat. De sluitertijd wordt langer, dus is het gebruik van een statief aan te bevelen. Kaarslichtfunctie U kunt opnamen maken op feestjes, kerkdiensten en andere scènes met kaarslicht, zonder de ambiance van het kaarslicht te verstoren. De sluitertijd wordt langer, dus is het gebruik van een statief aan te bevelen. Landschapsfunctie Om alleen de achtergrond scherp te laten uitkomen, zoals voor landschapsopnamen, enz. NL 34 Strandfunctie VGAFINE 101 Modusdraaiknop 98 S AF 1 Zachte-opnamefunctie Met deze modus kunt u huidskleur opnemen met heldere en warme tinten waardoor uw opnamen mooier worden. Daarnaast geeft het zachtescherpstellingseffect een vriendelijke atmosfeer aan uw portretten van mensen, bloemen, enz. , Zet de modusdraaiknop op , , , of . 2 , , Zorg dat het onderwerp zich midden in het frame bevindt. Houd de sluiterknop halverwege ingedrukt om scherp te stellen en druk daarna de sluiterknop helemaal omlaag. Opnemen van stilstaande beelden Bij het opnemen van scènes aan zee of langs het meer, wordt met deze functie de blauwe kleur van het water duidelijk opgenomen. NL 35 Combinaties voor iedere stand van de modusdraaiknop Lange sluitertijd NR Als u opneemt met de modusdraaiknop in de stand , , , , of , ligt de combinatie van functies, zoals de flitserfunctie, van tevoren vast om de optimale instellingen voor de scène te verkrijgen. Zie onderstaande tabel. De lange sluitertijd-functie NR (lange sluitertijd) vermindert de ruis op de opnamen, zodat heldere beelden verkregen worden. Bij een sluitertijd van 1/6 of langer, stelt de camera automatisch de functie "NR slow shutter" in werking en de aanduiding "NR" verschijnt bij de aanduiding van de sluitertijd. Functie Modusdraaiknop Macro AFScherpBurst/Multi Flitsmodus bereikzoe- stelling- Witbalans Burst kerframe voorkeuze — a SL — a a — a a Auto — Center AF 0.5m/1.0m/ 3.0m/7.0m / a a a a / a a a a a a a a a a — Druk de sluiterknop volledig in. — r Capturing Daarna wordt het scherm zwart. • Met a wordt aangeduid dat de functie naar uw wens ingesteld kan worden. r Processing Tenslotte, nadat "Processing" is uit gegaan, is het beeld opgenomen. • Om de invloed van trillingen te elimineren, is het gebruik van een statief aan te bevelen. • Wanneer een lange sluitertijd is ingesteld, kan de verwerking enige tijd duren. NL 36 Bekijken van stilstaande beelden Beelden bekijken op het LCD-scherm van uw camera Enkel scherm (enkelbeeld) Index-scherm (met negen beelden) Individuele beelden bekijken Index-scherm (met zestien beelden) VGA 101 8/9 VGA 101 8/9 BACK/NEXT 101-0008 BACK/NEXT 2005 1 1 10:30PM VOLUME • SINGLE DISPLAY 2005 1 1 10:30PM VOLUME • SINGLE DISPLAY 1 De beelden die u met de camera hebt opgenomen, kunt u bijna onmiddellijk bekijken op het LCD-scherm. Voor het bekijken van beelden hebt u de keuze uit de volgende drie methoden. Enkel scherm (enkelbeeld) U kunt de beelden één voor één bekijken waarbij elk beeld het gehele scherm vult. Index-scherm (met negen/zestien beelden) Op het scherm worden negen of zestien beelden tegelijk weergegeven, met elk beeld in een apart vakje op het LCDscherm. , Zet de modusdraaiknop op en schakel de camera in. • Voor verdere informatie over het bekijken van bewegende beelden, leest u blz. 78. • Een uitvoerige beschrijving van de indicaties vindt u op blz. 126. • Als gevolg van de beeldverwerking kan kort na het begin van de weergave, het beeld er korrelig uitzien. Het laatst opgenomen beeld in de gekozen opnamemap (blz. 62) verschijnt op het LCD-scherm. Bekijken van stilstaande beelden 101-0008 NL 37 Een indexscherm bekijken (met negen/zestien beelden) VGA 101 101-0003 BACK/NEXT 3/9 2005 1 1 10:30PM VOLUME • SINGLE DISPLAY • SINGLE DISPLAY 2 , Kies het gewenste stilstaande beeld met b/B op de regelknop. b : Om het vorige beeld te tonen B : Om het volgende beeld te tonen NL 38 , Druk eenmaal op (index). , Druk tweemaal op (index). Het display schakelt over naar het indexscherm (met negen beelden). Het display schakelt over naar het indexscherm (met zestien beelden). Om het volgende (vorige) indexscherm weer te geven Druk op v/V/b/B op de regelknop om het gele frame omhoog/omlaag/naar links/naar rechts te verplaatsen. Om het volgende (vorige) indexscherm weer te geven Druk op v/V/b/B op de regelknop om het gele frame omhoog/omlaag/naar links/naar rechts te verplaatsen. Terugkeren van het negen-beeldenindexscherm naar het enkelbeeldscherm Druk eenmaal op de T-zoomtoets of druk op z op de regelknop. Terugkeren van het zestien-beeldenindexscherm naar het enkelbeeldscherm Druk tweemaal op de T-zoomtoets of druk op z op de regelknop. Beelden bekijken op een TV-scherm VGA 101 1 A/V-verbindingskabel , Sluit de A/V-aansluitkabel (bijgeleverd) aan op de A/V OUT (MONO) aansluiting van de camera en de audio/videoingangsaansluitingen van de televisie. Als uw TV is uitgerust met stereoingangsaansluitbussen, sluit u de audiostekker (zwart) van de audio/videoaansluitkabel aan op de linker audioaansluitbus. 101-0002 BACK/NEXT 2 TV/Video-schakelaar , Schakel de TV in en zet de TV/ Video-schakelaar op "Video". • De naam en locatie van deze schakelaar kan per TV verschillend zijn. Voor verdere informatie leest u de gebruiksaanwijzingen van de TV. 2005 1 1 10:30PM VOLUME 3 , Zet de modusdraaiknop op en schakel de camera in. Druk op b/B op de regelknop om het gewenste beeld te kiezen. Bekijken van stilstaande beelden Naar de A/V OUT (MONO) aansluiting 2 /9 • Wanneer u uw camera in het buitenland gebruikt, kan het noodzakelijk zijn om het video-uitgangssignaal aan te passen aan dat van uw TV-systeem (blz. 116). • Schakel zowel uw camera als de TV uit alvorens u de camera en de TV aansluit met de A/V-verbindingskabel. NL 39 Beelden bekijken op een TV-scherm Als u beelden op een TV-scherm wilt weergeven hebt u een TV nodig met een video-ingangsaansluitbus en een audio/ video-aansluitkabel (bijgeleverd). Het kleursysteem van de TV moet overeenstemmen met dat van uw digitale stilbeeldcamera. Raadpleeg de onderstaande lijsten: NTSC-systeem Bahama’s, Bolivia, Canada, Chili, Colombia, Ecuador, Filippijnen, Jamaica, Japan, Korea, Mexico, Midden-Amerika, Peru, Suriname, Taiwan, Venezuela, VS, enz. PAL-systeem Australië, België, China, Denemarken, Duitsland, Finland, Hongarije, Hongkong, Italië, Koeweit, Maleisië, Nederland, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Singapore, Slowakije, Spanje, Thailand, Tsjechië, Verenigd Koninkrijk, Zweden, Zwitserland, enz. NL 40 PAL-M-systeem Brazilië PAL-N-systeem Argentinië, Paraguay, Uruguay SECAM-systeem Bulgarije, Frankrijk, Guiana, Irak, Iran, Monaco, Oekraïne, Rusland, enz. Stilstaande beelden wissen Beelden wissen VGA 101 101-0002 BACK/NEXT 101 VOLUME • Merk op dat het niet mogelijk is gewiste beelden te herstellen. 101 Delete Exit BACK/NEXT BACK/NEXT 2 , Druk op 2/9 3 (Wissen). Het beeld is nu nog niet gewist. • U kunt een beveiligd beeld niet wissen (blz. 67). , Kies [Delete] met v op de regelknop en druk daarna op z. De melding "Access" verschijnt en het beeld is gewist. Stilstaande beelden wissen , Zet de modusdraaiknop op en schakel de camera in. Druk op b/B op de regelknop om het beeld te kiezen dat u wilt wissen. 2/9 Delete Exit 2005 1 1 10:30PM 1 VGA VGA 2/9 Doorgaan en andere beelden wissen Geef het beeld dat u wilt wissen weer met b/B op de regelknop. Kies vervolgens [Delete] met v en druk daarna op z. Om het wissen te annuleren Kies [Exit] met V op de regelknop en druk daarna op z. NL 41 Beelden wissen in de index-modus (met negen beelden/met zestien beelden) Delete Exit Delete Select All In This Folder 1 , Terwijl er een index-scherm (met negen/zestien beelden) (blz. 38) wordt weergegeven, drukt u op (Wissen). • Merk op dat het niet mogelijk is gewiste beelden te herstellen. Exit Select All In This Folder 2 , Kies [Select] met b/B op de regelknop en druk daarna op z. SELECT TO NEXT 3 , Kies een te wissen beeld met v/V/b/B op de regelknop en druk daarna op z. De (Wissen) indicatie wordt op het gekozen beeld afgebeeld. Het beeld is nu nog niet gewist. Herhaal deze stap voor alle beelden die u wilt wissen. • Om een keuze te annuleren, kies de foto, druk daarna nogmaals op de z van de regelknop, zodat de indicatie verdwijnt. NL 42 Formatteren van een "Memory Stick" Delete Exit OK , Druk op (Wissen) en kies [OK] met B op de regelknop, en druk daarna op z. De mededeling "Access " wordt afgebeeld en beelden met de indicator zijn gewist. Om het wissen te annuleren Kies [Exit] met b op de regelknop en druk daarna op z. 1 , Plaats de "Memory Stick" die u wilt formatteren in de camera. • De term "formatteren" betekent het voorbereiden van een "Memory Stick" op het opnemen van beelden. Dit proces wordt ook "initialiseren" genoemd. • De "Memory Stick" die met uw camera geleverd werd en de in de handel verkrijgbare "Memory Stick" zijn al geformatteerd en kunnen gelijk gebruikt worden. • U moet zich realiseren, dat bij het formatteren van een "Memory Stick", alle gegevens op de "Memory Stick" permanent gewist worden. Beveiligde beelden worden ook gewist. Stilstaande beelden wissen 4 Wissen van alle beelden in de map Kies [All In This Folder] met B op de regelknop in stap 2 en druk daarna op z. Kies [OK] en druk daarna op z. Alle nietbeveiligde beelden in de map worden gewist. Om te stoppen met wissen, kiest u [Cancel] en drukt u daarna op z. NL 43 Modusdraaiknop Memory Stick Tool Format OK Format: Create REC. folder: Cancel Change REC. folder: All data will be erased 1 Ready? OK Cancel 2 2 , Zet de modusdraaiknop op SET UP en schakel de camera in. 3 , Kies (Memory Stick Tool) met v/V op de regelknop. Kies [Format] met B en druk daarna op B. Kies [OK] met v en druk daarna op z. Annuleren van het formatteren Kies [Cancel] met V op de regelknop en druk daarna op z. NL 44 4 , Kies [OK] met v op de regelknop en druk daarna op z. De melding "Formatting" verschijnt. Wanneer deze melding verdwijnt is het formatteren klaar. Voorafgaand aan geavanceerde bedieningen Aanwijzingen voor instelling en bediening van uw camera Hieronder worden de menu’s en onderdelen van het SET UP-scherm beschreven zoals die vaak worden gebruikt. De menu-instellingen wijzigen a Zet de modusdraaiknop op P, M, , , , , , , of . , b Druk op MENU. Het menu verschijnt. Modusdraaiknop 0EV 0EV WB ISO • De weergegeven onderdelen verschillen per instelling van de modusschakelaar. c Druk op b/B op de regelknop om het onderdeel te kiezen dat u wilt instellen. MENU Regelknop • Een uitvoerige beschrijving van de modusdraaiknop vindt u op blz. 10. De gekozen instelling wordt vergroot en de instelling wordt ingevoerd. Bij het verschijnen van de aanduiding v boven of de aanduiding V onder het onderdeel Sommige onderdelen worden niet op het scherm getoond. Druk op v/V op de regelknop om deze onderdelen zichtbaar te maken. Om de menuweergave uit te schakelen Druk opnieuw op MENU. • Grijs afgebeelde instellingen kunnen niet worden gekozen. • Voor een gedetailleerde beschrijving van de menu-onderdelen leest u blz. 110. 400 200 100 Auto ISO WB ISO • Als de modusdraaiknop is ingesteld op , druk op z op de regelknop na keuze van het onderdeel. Voorafgaand aan geavanceerde bedieningen EV d Druk op v/V op de regelknop om de gewenste instelling te kiezen. NL 45 De onderdelen van het SET UP-scherm wijzigen a Zet de modusdraaiknop op SET UP. Het SET UP-scherm verschijnt. Camera 1 2 AF Mode: Digital Zoom: Date/Time: Red Eye Reduction: AF Illuminator: Auto Review: Kwaliteit van het stilstaand beeld kiezen U kunt de kwaliteit van het stilstaand beeld kiezen uit [Fine] of [Standard]. Single Modusdraaiknop Smart Off Off Auto Off SELECT b Druk op v/V/b/B op de regelknop om het onderdeel te kiezen dat u wilt instellen. De omframing van het gekozen onderdeel verandert in geel. 1 Setup 2 File Number: USB Connect: OK Video Out: Cancel Clock Set: MENU Regelknop a Zet de modusdraaiknop op P, M, , , , , of . c Druk op z op de regelknop om de instelling in te voeren. Om de SET UP-schermweergave uit te schakelen Zet de modusdraaiknop in een willekeurige stand behalve SET UP. NL 46 • Een uitvoerige beschrijving van de SET UP vindt u op blz. 115. b Druk op MENU. Het menu verschijnt. c Kies (P. Quality) met b/B, en kies daarna de gewenste beeldkwaliteit met v/V. Fine FINE Standard P.Quality WB ISO Een map aanmaken of kiezen Modusdraaiknop De opnamemap veranderen a Zet de modusdraaiknop op SET UP. a Zet de modusdraaiknop op SET UP. b Kies (Memory Stick Tool) met v/V, [Create REC. Folder] met B/v/V en [OK] met B/v, en druk vervolgens op z. b Kies (Memory Stick Tool) met v/V, [Change REC. Folder] met B/V, en [OK] met B/v, en druk vervolgens op z. Het map-aanmaakscherm verschijnt. Create REC. Folder Creating REC. folder 102MSDCF Ready? OK Cancel Het opnamemap-keuzescherm verschijnt. Select REC. Folder 102 2/2 Folder Name:102MSDCF No. Of Files: 0 Created: 2005 1 1 1::05:34AM OK Cancel c Kies [OK] met v en druk daarna op z. Een nieuwe map wordt aangemaakt met een nummer volgend op het hoogste nummer in de "Memory Stick" en deze map wordt de opnamemap. MENU Regelknop • Maximaal 4.000 beelden kunnen in een map worden opgeslagen. Wanneer de capaciteit van de map is opgebruikt, wordt automatisch een nieuwe map aangemaakt. Het aanmaken van een map annuleren Kies [Cancel] bij stap 2 of 3. • Nadat u een nieuwe map hebt aangemaakt, kunt u de nieuwe map niet wissen met de camera. • De beelden worden opgeslagen in de nieuw aangemaakte map totdat een andere map wordt aangemaakt of gekozen. BACK/NEXT c Kies met b/B de gewenste map en [OK] met v en druk daarna op z. Het veranderen van de opnamemap annuleren Kies [Cancel] bij stap 2 of 3. • U kunt de map "100MSDCF" niet kiezen als de opnamemap (blz. 87). • Het beeld wordt opgeslagen in de nieuw gekozen map. U kunt de beelden niet verplaatsen naar een andere map met deze camera. Voorafgaand aan geavanceerde bedieningen Uw camera kan meerdere mappen aanmaken in een "Memory Stick". U kunt de map kiezen waarin de opgenomen beelden worden bewaard (opnamemap). Wanneer u niet een nieuwe map aanmaakt, wordt de map "101MSDCF" gekozen als de opnamemap. U kunt mappen aanmaken tot en met "999MSDCF". Een nieuwe map aanmaken NL 47 Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden Een automatische scherpstellingsmethode kiezen Een scherpstelbereikzoekerframe kiezen — AF-bereikzoeker Multipoint AF ( U kunt het AF-frame van de bereikzoeker en de AF-functie instellen. AF-bereikzoekerframe Hiermee kunt u de plaats, waarop scherp gesteld moet worden, in overeenstemming met de positie en grootte van het onderwerp kiezen. AF-functie Hiermee kunt u de begintijd en stoptijd van de scherpstelling instellen. Modusdraaiknop ) De camera berekent in vijf gebieden, links, rechts, boven, onder en in het midden van het beeld, de afstand, zodat u, zonder zorgen over de beeldcompositie, de automatische scherpstelling kunt gebruiken. Deze functie is handig wanner het lastig is om scherp te stellen op een onderwerp, dat zich niet in het midden van de zoeker bevindt. U kunt de positie controleren waarop werd scherpgesteld met behulp van het groene frame. De fabrieksinstelling is Multipoint AF. Midden-AF ( ) Deze functie is handig voor het scherpstellen op een onderwerp dat zich bij het midden van de zoeker bevindt. Gebruik deze tezamen met de AF-vergrendelfunctie om de gewenste beeldcompositie te kunnen opnemen. a Zet de modusdraaiknop op P, M, , , , , , of . b Druk op MENU. MENU NL 48 Regelknop Het menu verschijnt. c Kies 9 (Focus) met b/B, kies daarna [Multi AF] of [Center AF] met v/V. De scherpstelling wordt automatisch geregeld. De kleur van het AFbereikzoekerkader verandert van wit naar groen. Multipoint AF VGAFINE 101 P 98 AFbereikzoeker frame S AF Indicatie van AF-frame van bereikzoeker Midden-AF VGAFINE 101 P 98 AFbereikzoeker frame S AF Indicatie van AF-frame van bereikzoeker • Wanneer u een film opneemt en Multipoint AF kiest, wordt de afstand tot het midden van het scherm bepaald als een gemiddelde, zodat de automatische scherpstelling zelfs bij een bepaalde mate van trillingen nog werkt. AFbereikzoekerframe is . Midden-AF stelt automatisch alleen scherp op het gekozen frame, dus dit is handig als u alleen wilt scherpstellen op het onderwerp waarop u richt. • Als u de digitale zoom of de AF-illuminator gebruikt, wordt met voorrang scherpgesteld op onderwerpen dicht bij of in het midden van het frame. In dit geval gaan de aanduidingen of branden en het AF-bereikzoekerframe wordt niet getoond. • De keuze van het AF-bereikzoekerframe is beperkt overeenkomstig de stand van de modusdraaiknop (blz. 36). Een scherpstellingsmethode kiezen — AF-functie Enkelvoudige-AF (S A F ) AF-bewaking ( M A F ) Door deze functie wordt de tijdsduur, benodigd voor scherpstelling, korter. De camera stelt automatisch scherp voordat de sluiterknop tot halverwege wordt ingedrukt en vastgehouden, zodat u beelden kunt samenstellen die al zijn scherpgesteld. Wanneer de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden en de AFvergrendeling voltooid is, wordt de scherpstelling vergrendeld. • Het acculadingverbruik kan hoger zijn dan in de enkelvoudige-AF-functie. b Kies (Camera) met v, [AF Mode] met B/v, kies de gewenste functie met B/v/V, en druk daarna op z. Camera 1 2 AF Mode: Digital Zoom: Date/Time: Red Eye Reduction: AF Illuminator: Auto Review: xSingle Monitor • Wanneer u opneemt met behulp van de zoeker en met het LCD-scherm uitgeschakeld, werkt de camera in de enkelvoudige-AF-functie. Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden Deze functie is handig bij het opnemen van stilstaande onderwerpen. Er wordt niet scherpgesteld voordat de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden. Wanneer de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden en de AFvergrendeling voltooid is, wordt de scherpstelling vergrendeld. De fabrieksinstelling is enkelvoudige-AF. a Zet de modusdraaiknop op SET UP. NL 49 Opnametechnieken Als u opneemt met het onderwerp aan de rand van het frame, of als u Midden-AF gebruikt, kan de camera scherpstellen op het midden in plaats van op het onderwerp aan de rand van het frame. In dergelijke gevallen gebruikt u AF-vergrendeling om op het onderwerp scherp te stellen, stelt u het beeld opnieuw samen en neemt u het op. Stel het beeld zodanig samen dat het onderwerp zich binnen de AF-bereikzoeker bevindt en druk de sluiterknop tot halverwege in. Wanneer de indicatie van de AE/AFvergrendeling stopt met knipperen en aan blijft, keert u terug naar het volledig samengestelde beeld en drukt u de sluiterknop helemaal in. VGA P FINE 101 98 De afstand tot het onderwerp instellen — Scherpstelling vooraf F2.8 30 S AF AF-bereikzoekerframe AE/AF-vergrendelingsindicatie m VGAFINE 101 P Wanneer u een beeld opneemt met een eerder ingestelde afstand tot het onderwerp, of wanneer u een onderwerp opneemt door een net of een ruit, is het moeilijk goed scherp te stellen met behulp van de automatische scherpstelling. In dergelijke gevallen is het gebruik van de scherpstelling-voorkeuzefunctie handig. 98 Modusdraaiknop S AF F2.8 30 • Wanneer u AF-vergrendeling gebruikt kunt u een onderwerp scherpgesteld opnemen, zelfs als het aan de rand van het frame ligt. • U kunt het beeld met AF-vergrendeling samenstellen voordat u de sluiterknop volledig indrukt. MENU Regelknop a Zet de modusdraaiknop op P, M, , , , , , of . b Druk op MENU. NL 50 Het menu verschijnt. c Kies 9 (Focus) met b/B en kies daarna met v/V de afstand tot het onderwerp. U hebt de keuze uit de volgende afstandsinstellingen. 0.5m, 1.0m, 3.0m, 7.0m, (oneindige afstand) 3.0m 1.0m 1.0m 0.5m Center AF Multi AF Focus WB ISO — Handmatige belichting Hiermee kunt u zelf de sluitertijd en de diafragmawaarde instellen. Het verschil tussen de ingestelde waarde en de toepasselijke belichting, berekend door de camera, wordt op het LCD-scherm afgebeeld als de EV-waarde (blz. 54). Met 0EV wordt de waarde aangeduid die het meest geschikt is voor de camera. Modusdraaiknop Kies [Multi AF] of [Center AF] bij stap 3. • De scherpstellingsinformatie is bij benadering en dient uitsluitend als richtwaarde. • Als u de lens op en neer beweegt, wordt de fout vergroot. • De keuze van de afstand is beperkt overeenkomstig de stand van de modusdraaiknop (blz. 36). Sluiter Regelknop b Druk op z. De aanduiding "Set" linksonder in het LCD-scherm verandert naar "Return" en de camera neemt de functie handmatige belichting aan. c Kies een sluitertijd met v/V. VGA FINE Return SAF 101 98 M 250 F2.8 0 EV U kunt een sluitertijd van 1/1000 tot 30 seconden kiezen. Bij een sluitertijd 1/6 of langer, verschijnt de aanduiding "NR" voor de indicatie van de sluitertijd en wordt de NR-lange-sluitertijdfunctie automatisch in werking gesteld (blz. 36). Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden Terugkeren naar automatische scherpstelling a Zet de modusdraaiknop op M. Opnemen met handmatige sluitertijd en diafragma instellingen NL 51 d Kies een diafragmawaarde met b/B. U kunt, afhankelijk van de zoompositie, uit twee diafragmawaarden kiezen. Wanneer de zoom helemaal naar de Wkant is gebracht: F2.8/F5.6 Wanneer de zoom helemaal naar de Tkant is gebracht: F5.2/F10 VGA FINE Return SAF 101 98 M 200 F2.8 0 EV e Neem het beeld op. Het gebruik van de functies Quick Review, close-up (macro) of zelfontspanner, of het veranderen van de functie flitsen Na stap 4, druk op z om de instelfunctie handmatige belichting te annuleren. De aanduiding "Return" verandert naar "Set". Het annuleren van de functie handmatige belichting Zet de modusdraaiknop op een andere stand dan M. NL 52 • Sluitertijden van een seconde of langer worden aangeduid met ["] zoals 1". • Als de juiste belichting niet kan worden verkregen nadat de instellingen zijn gemaakt, knippert de EV waarde op het LCD-scherm als u de sluiterknop tot halverwege indrukt. U kunt, in deze situatie, verder gaan met opnemen maar we raden aan om de instellingen weer te wijzigen. • De flitser is ingesteld op (altijd flitsen) of (niet flitsen). Belichting Openen (kleinere F-waarde) Naast het scherpstellen en andere instellingen, is het, voor het maken van goede foto’s, ook belangrijk om de belichting in te stellen. Belichting is de hoeveelheid licht die de CCD van de digitale camera kan verwerken. Deze waarde verandert en is afhankelijk van de combinatie van diafragmawaarde en sluitertijd. Als de hoeveelheid licht te groot is, wordt het beeld lichter (wit), en als de hoeveelheid licht te gering is, wordt het beeld donkerder. De juiste hoeveelheid licht wordt aangeduid met "juiste belichting". De juiste belichting kan gehandhaafd worden door een kortere sluitertijd te kiezen bij een kleinere diafragmawaarde, of een langere sluitertijd bij een grotere diafragmawaarde. • Het beeld neigt naar overbelichting (lichter). • Het scherpte-dieptebereik wordt kleiner. De diafragmawaarde geeft de opening van de lens aan waardoor het licht de camera binnenkomt. De grootte van de lensopening wordt de "diafragmawaarde (F-waarde)" genoemd. Sluiten (grotere Fwaarde) • Het beeld neigt naar onderbelichting (donkerder). • Het scherptedieptebereik wordt groter. Instellen met behulp van de sluitertijd De sluitertijd regelt de tijd waarin het licht de camera binnenkomt. Juiste belichting Korter • Het beeld neigt naar onderbelichting (donkerder). • Bewegende onderwerpen lijken gestopt. Langer • Het beeld neigt naar overbelichting (lichter). • Bewegende onderwerpen lijken te zweven. Onderbelichting • De lensopening verkleinen • Een kortere sluitertijd instellen Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden Instellen met behulp van de diafragmawaarde Overbelichting • De lensopening vergroten • Een langere sluitertijd Bij een langere sluitertijd raden wij het gebruik van een statief aan. NL 53 Modusdraaiknop Belichting regelen Regel de belichting terwijl u de helderheid van de achtergrond controleert. — EV-afstelling U kunt handmatig de door de camera gekozen belichting bijstellen. Gebruik deze functie als het onmogelijk is om de juiste belichting te verkrijgen, bijvoorbeeld als het contrast (verschil tussen licht en donker) tussen onderwerp en achtergrond extreem groot is. De compensatiewaarde kan in stappen van 1/3EV ingesteld worden tussen +2,0EV en –2,0EV. Om de automatische belichting opnieuw te activeren Kies bij stap 4 [0EV]. MENU Regelknop a Zet de modusdraaiknop op P, , , , , , of . b Druk op MENU. Het menu verschijnt. c Kies Stel een hogere waarde (–) in Stel een hogere waarde (+) in (EV) met b. De waarde van de aangepaste belichting wordt afgebeeld. 0EV 0EV EV WB NL 54 d Kies de gewenste belichtingswaarde met v/V. ISO • Wanneer een onderwerp wordt opgenomen onder bijzonder heldere of donkere omstandigheden, of wanneer u de flitser gebruikt, kan de belichting niet goed worden ingesteld. Een histogram afbeelden Een histogram is een grafiek die de helderheid van een beeld weergeeft. Op de horizontale as staat de helderheid, en op de verticale as staat het aantal beeldpunten. De afgebeelde grafiek geeft een donker beeld aan wanneer deze links hoger is en geeft een helder beeld aan wanneer deze rechts hoger is. U kunt een histogram gebruiken om de belichting te controleren als het scherm moeilijk zichtbaar is tijdens opname en weergave. Aantal pixels 8M FINE 101 4 Helderheid Donker Helder 0 EV a Zet de modusdraaiknop op P, , , , , of . b Druk op om het histogram af te beelden. c Stel de belichting in aan de hand van het histogram. Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden 80 • Het histogram wordt ook afgebeeld wanneer de modusdraaiknop op of M wordt gezet, maar u kunt de belichting dan niet instellen. • Het histogram wordt ook afgebeeld wanneer u op drukt terwijl u een enkelvoudig beeld weergeeft (blz. 37) of tijdens Quick Review (blz. 26). • Het histogram wordt niet afgebeeld in de volgende gevallen: – Wanneer het menu wordt afgebeeld – Tijdens het gebruik van weergavezoom – Bij opname en weergave van bewegende beelden • verschijnt en het histogram wordt in de volgende gevallen niet getoond: – Bij opname met digitale zoom – Wanneer het beeldformaat [3:2] is – Bij weergave van beelden die met MultiBurst zijn opgenomen – Wanneer u een stilstaand beeld roteert • Het histogram vóór het opnemen geeft het histogram weer van het beeld dat op dat moment op het LCD-scherm werd afgebeeld. Een verschil treedt op in het histogram voor en nadat u op de sluiterknop drukt. Controleer in dit geval het histogram tijdens de weergave van een enkele opname, of tijdens Quick Review. Met name in de volgende gevallen kan een groot verschil optreden: – Wanneer de flitser afgaat – Wanneer de sluitertijd lang of kort is • Het histogram wordt misschien niet afgebeeld voor beelden opgenomen op andere camera’s. NL 55 Opnametechnieken Bij het maken van opnamen stelt de camera automatisch de belichting in. Bij opname van een overheersend wit onderwerp, bijvoorbeeld een onderwerp met tegenlicht of een sneeuwscène, kan de camera vaststellen dat het onderwerp licht is en stelt dan ook een geringere belichting voor het beeld in. In zulke gevallen, kan het helpen om de belichting bij te stellen in de + (plus) richting. Bij opname van een beeldvullend donker onderwerp, kan de camera vaststellen dat het onderwerp donker is en stelt dan ook meer belichting voor het beeld in. In zulke gevallen, kan het helpen om de belichting bij te stellen in de – (min) richting. Keuze van de lichtmeetfunctie Met de lichtmeetfunctie kunt u kiezen welk gedeelte van het onderwerp gebruikt moet worden om door meting de belichting vast te stellen. Lichtmeting met meerdere patronen (geen indicatie) m Bijstellen in de – richting m Bijstellen in de + richting Het beeld wordt opgesplitst in meerdere velden en voor elk veld afzonderlijk wordt er een lichtmeting verricht. De camera beoordeelt de positie van het onderwerp en de helderheid van de achtergrond, en zorgt op basis daarvan voor een evenwichtige belichting. De fabrieksinstelling is lichtmeting met meerdere patronen. Puntmeting ( Raadpleeg het histogram en stel dusdanig bij zodat het beeld niet overbelicht (te licht) of onderbelicht (te donker) is. Maak verscheidene foto’s met verschillende belichtingen om de helderheid naar uw zin te ontdekken. NL 56 ) Slechts een klein gedeelte van het onderwerp wordt gebruikt voor de meting. Hiermee kunt u opnamen maken van onderwerpen die niet te donker zijn, zelfs bij tegenlicht, of de belichting bijstellen van een onderwerp waarvan het contrast met de achtergrond groot is. Modusdraaiknop d Als u [Spot] heeft gekozen in stap 3, moet het richtmerk van de puntmeting, een deel van het onderwerp, waarvan u een opname wilt maken, raken. VGA FINE 101 98 P Dradenkruis van de spot SAF MENU Regelknop b Druk op MENU. Het menu verschijnt. c Kies (Metering Mode) met b/B en kies daarna met v/V de gewenste modus. • Als u, bij gebruik van puntmeting, wilt scherpstellen op het lichtmeetpunt, wordt de instelling 9 (Focus) op [Center AF] aangeraden (blz. 48). — Witbalans U kunt de witbalans in overeenstemming met de opnameomstandigheden instellen. De natuurlijke kleur van het onderwerp wordt beïnvloed door de belichtingsomstandigheden. Als u de belichtingsomstandigheden wilt corrigeren, of als de kleur van de gehele opname een beetje onnatuurlijk lijkt, adviseren wij u de witbalans in te stellen. Auto (Geen indicatie) Witbalans automatisch regelen. De fabrieksinstelling is Auto. (Daglicht) Buitenshuis opnemen en opnemen van nachtelijke scènes, neonverlichting, vuurwerk of zonsopgang, of opnemen net voor en na zonsondergang (Bewolkt) Opnemen onder een bewolkte lucht (Fluorescerend) Opnemen onder een fluorescerende verlichting Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden a Zet de modusdraaiknop op P, M, , , , , , of . 250 F2.8 Kleurtinten afstellen NL 57 (Gloeilamp) • Plaatsen waar de belichtingsvoorwaarden snel veranderen • Bij zeer fel licht, zoals in fotostudio’s Modusdraaiknop MENU b Druk op MENU. Het menu verschijnt. c Kies [WB] (White Bal) met b/B en kies daarna met v/V de gewenste instelling. Terugkeren naar automatische regeling Kies bij stap 3 [Auto]. 58 Het flitserniveau instellen — Flitserniveau U kunt de hoeveelheid flitserlicht instellen. Modusdraaiknop Regelknop a Zet de modusdraaiknop op P, M, , , , , , of . NL • Het is mogelijk dat de witbalans-instelfunctie niet goed werkt onder fluorescerende lampen die flikkeren, zelfs niet als (fluorescerend) is gekozen. • Wanneer de flitser afgaat, wordt de handmatige instelling geannuleerd en wordt het beeld opgenomen in de [Auto]. • Keuze van de witbalans wordt beperkt door de scènekeuzefunctie (blz. 36). MENU Regelknop a Zet de modusdraaiknop op P, M, , , of . b Druk op MENU. Het menu verschijnt. c Kies [ ] (Flash Level) met b/B en kies daarna met v/V de gewenste instelling. +: Dit maakt het flitserniveau hoger dan normaal. Normal: Normale instelling. –: Dit maakt het flitserniveau lager dan normaal. Continu opnemen Deze modus wordt gebruikt voor een doorlopende opname. Het maximale aantal foto’s dat u bij een opname kunt schieten, is afhankelijk van het beeldformaat en de instellingen van de beeldkwaliteit. c Kies [Mode] (REC Mode) met b/B en kies daarna [Burst] met v/V. d Neem het beeld op. Als u op de sluiterknop drukt en deze ingedrukt houdt, zal de camera het maximale aantal foto’s na elkaar opnemen. Zodra u de sluiterknop loslaat, stopt het opnemen op dat punt. Wanneer "Recording" verdwijnt, kunt u het volgende beeld opnemen. Modusdraaiknop Sluiter Beeldkwaliteit Fine Beeldformaat MENU Regelknop • Als de batterijlading achteruit gaat of de “Memory Stick” vol is, stopt het opnemen, zelfs als u de sluiterknop ingedrukt houdt. a Zet de modusdraaiknop op P, M, , of . b Druk op MENU. Het menu verschijnt. 5M 9 15 3:2 9 15 3M 13 24 1M 32 59 VGA (E-Mail) 100 , Standard 100 Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden Het maximale aantal continu opgenomen beelden (Eenheden: beelden) NL 59 Om terug te keren naar de normale modus Kies bij stap 3 [Normal]. • De flitser staat op (niet flitsen). • Als u opneemt met de zelfontspanner, wordt voor iedere keer dat u op de sluiterknop drukt, een serie van maximaal vijf beelden opgenomen. • Wanneer de modusdraaiknop in de stand M staat, kunt u geen sluitertijden kiezen van 1/6 seconde of langer. d Kies M (Interval) met b/B en kies daarna met v/V het gewenste frame-interval. Opnemen in de Multi Burst-modus U kunt het frame-interval kiezen uit de [1/7.5], [1/15] of [1/30]. — Multi Burst In deze modus worden er bij elke druk op de sluiterknop 16 frames achter elkaar opgenomen. Dit is handig om bijvoorbeeld uw sportprestaties te controleren. 1/7.5 1/15 1/30 1/30 Interval Mode Modusdraaiknop M PFX e Neem het beeld op. Een continue Burst van 16 frames wordt opgenomen binnen een enkel frame (beeldformaat 1M). Sluiter MENU Regelknop a Zet de modusdraaiknop op P, M, , of . b Druk op MENU. Het menu verschijnt. c Kies [Mode] (REC Mode) met b/B en kies daarna [Multi Burst] met v. NL 60 , • U kunt de volgende functies niet gebruiken in de Multi Burst-modus: – Slimme-zoomfunctie – Flitser – De datum en tijd projecteren • Als de modusdraaiknop op staat, wordt het frame-interval automatisch ingesteld op [1/30]. • Als de modusdraaiknop in de stand M staat, kunt u de sluitertijd niet langer instellen dan 1/30 seconde. • Zie blz. 65 om beelden opgenomen in de Multi Burst-modus weer te geven met behulp van deze camera. • Het aantal beelden dat kan worden opgenomen in de Multi Burst-modus staat vermeld op blz. 109. Opnemen met speciale effecten Modusdraaiknop — Beeldeffect Sluiter U kunt beelden digitaal bewerken om speciale effecten tot stand te brengen. B&W Het beeld is monochroom (zwart-wit). MENU Het beeld is sepia, zoals een oude foto. a Zet de modusdraaiknop op P, M, , , , , , of . b Druk op MENU. Het menu verschijnt. c Kies [PFX] (P. Effect) met b/B en kies daarna met v/V de gewenste modus. d Neem het beeld op. Om het beeldeffect te annuleren Kies bij stap 3 [Off]. Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden Sepia Regelknop NL 61 Geavanceerd bekijken van stilstaande beelden d Kies de gewenste map met kiezen en b/B. Een map beelden weergeven Enkelvoudig scherm VGA 101 9/9 Select Folder 102 2/2 Folder Name:102MSDCF No. Of Files: 9 Created: 2005 1 1 1::05:34AM — Map Kies de map waarin de beelden die u wilt weergeven zijn opgeslagen. OK Cancel 101-0009 2005 1 1 10:30PM BACK/NEXT VOLUME BACK/NEXT Modusdraaiknop Index-scherm (met negen beelden) e Kies [OK] met v en druk daarna op z. De keuze annuleren Kies bij stap 5 [Cancel]. • SINGLE Wanneer meerdere mappen zijn aangemaakt in de "Memory Stick" MENU Regelknop a Zet de modusdraaiknop op . b Druk op MENU. Het menu verschijnt. c Kies (Folder) met b en druk daarna op z. NL 62 Wanneer het eerste of laatste beeld in de map wordt weergegeven, verschijnen de volgende indicaties op het scherm. : U kunt naar de voorgaande map gaan. : U kunt naar de volgende map gaan. : U kunt naar zowel de volgende als voorgaande map gaan. DISPLAY Index-scherm (met zestien beelden) • SINGLE DISPLAY • Wanneer er geen beelden zijn opgeslagen in de map, verschijnt de melding "No file in this folder". U kunt een deel van een beeld vergroten tot vijfmaal het oorspronkelijke formaat. U kunt het vergrote beeld ook vastleggen als een nieuw bestand. Modusdraaiknop Een beeld vergroten — Weergavezoom a Zet de modusdraaiknop in de stand . e Pas het beeldformaat aan met de / (weergavezoom) toets. b Geef het beeld dat u wilt vergroten weer met b/B. c Druk op (weergavezoom) om op het beeld in te zoomen. d Selecteer het gewenste deel van het beeld met v/V/b/B. Druk op v Om de weergavezoom uit te schakelen Druk op z. Druk op b MENU Druk op B Regelknop Druk op V v: Om meer van de bovenkant van het beeld te zien V: Om meer van de onderkant van het beeld te zien b: Om meer van de linkerkant van het beeld te zien B: Om meer van de rechterkant van het beeld te zien Geavanceerd bekijken van stilstaande beelden Een deel van een stilstaand beeld vergroten • U kunt de weergavezoom niet gebruiken voor bewegende beelden en Multi Burst-beelden. • Als u op de (weergavezoom) drukt terwijl een niet-vergroot beeld wordt weergegeven, schakelt het LCD-scherm over op het indexscherm (blz. 38). • U kunt de beelden die worden weergegeven met de functie Quick Review (blz. 26) vergroten door de stappen c t/m e uit te voeren. NL 63 Een vergroot beeld vastleggen — Trimmen a Druk na de weergavezoom op MENU. Het menu verschijnt. b Kies [Trimming] met B en druk daarna op z. c Kies het beeldformaat met v/V en druk daarna op z. — Diavoorstelling U kunt de vastgelegde beelden op volgorde weergeven. Deze functie is handig voor het controleren van uw beelden of voor presentaties, enz. Modusdraaiknop Het beeld wordt opgenomen en na de opname verschijnt op het LCD-scherm weer het beeld met het normale formaat. • Het getrimde beeld wordt opgenomen als het meest recente bestand in de geselecteerde opnamemap en het oorspronkelijke beeld blijft behouden. • De kwaliteit van de getrimde beelden kan iets lager zijn. • Een beeldformaat van 3:2 kan niet worden getrimd. • Beelden afgebeeld met Quick Review worden niet getrimd. Interval 3 sec/5 sec/10 sec/30 sec/1 min Weergave van opeenvolgende beelden d Kies [Start] met V/B en druk daarna op z. De diavoorstelling begint. Om de instelling van de diavoorstelling uit te schakelen Kies bij stap 3 [Cancel]. Om te stoppen met de weergave van de diavoorstelling MENU Druk op z, kies [Exit] met B en druk daarna opnieuw op z. Regelknop a Zet de modusdraaiknop op . b Druk op MENU. Het menu verschijnt. c Kies (Slide) met b/B en druk daarna op z. NL 64 Image Folder: Geeft alle beelden weer in de geselecteerde map. All: Geeft alle beelden weer in de "Memory Stick". Repeat On: Continu herhaalde weergave van beelden. Off: Nadat alle beelden zijn weergegeven, eindigt de diavoorstelling. Stel de volgende onderdelen in met v/ V/b/B. Om tijdens de diavoorstelling rechtstreeks naar het volgende/ vorige beeld te gaan Druk op B (volgende) of b (vorige). • De intervaltijd-instellingen zijn slechts richtlijnen, dus deze kunnen variëren afhankelijk van het beeld. a Zet de modusdraaiknop op en geef het beeld weer dat u wilt roteren. — Roteren b Druk op MENU. U kunt een beeld opgenomen in portretformaat roteren en weergeven in landschapsformaat. Het menu verschijnt. c Kies (Rotate) met b/B en druk daarna op z. Beelden opgenomen in de Multi Burstmodus weergeven U kunt Multi Burst-beelden continu weergeven of deze frame-voor-frame weergeven. Deze functie wordt gebruikt om het beeld te controleren. d Kies met v en roteer vervolgens het beeld met b/B. e Kies [OK] met v/V en druk daarna op z. Modusdraaiknop Regelknop Geavanceerd bekijken van stilstaande beelden Stilstaande beelden roteren Stoppen met roteren Kies bij stap 4 of 5 [Cancel] en druk daarna op z. Modusdraaiknop MENU Regelknop • U kunt beveiligde beelden, bewegende beelden en Multi Burst-beelden niet roteren. • Beelden die met andere camera’s zijn opgenomen, kunnen soms niet worden geroteerd. • Wanneer u beelden bekijkt op een computer is het mogelijk dat, afhankelijk van de software, de informatie van het roteren van het beeld niet door de computer wordt herkend. • Wanneer Multi Burst-beelden worden weergegeven op een computer of op een camera zonder de Multi Burst-functie, worden de 16 frames die u hebt opgenomen tegelijkertijd weergegeven als onderdeel van één beeld. • U kunt het Multi Burst-beeld niet knippen. NL 65 Continu weergeven a Zet de modusdraaiknop op . b Kies het Multi Burst-beeld met b/B. Het gekozen Multi Burst-beeld wordt continu weergegeven. M 1M 101 101-0014 PAUSE a Zet de modusdraaiknop op Naar de normale weergave terugkeren . b Kies het Multi Burst-beeld met b/B. Het gekozen Multi Burst-beeld wordt continu weergegeven. 14/14 2005 1 1 10:30PM BACK/NEXT Frame-voor-frame weergeven VOLUME Het weergeven pauzeren Druk op z. Om het weergeven te hervatten, drukt u nogmaals op z. Het weergeven wordt hervat vanaf het frame afgebeeld op het LCD-scherm. c Druk op z wanneer het gewenste frame wordt weergegeven. "Step" verschijnt. M 14/14 Step 12/16 101-0014 PLAY 2005 1 1 10:30PM FRAME BACK/NEXT VOLUME d Draai het frame door met b/B. B: Het volgende frame wordt afgebeeld. Wanneer u B ingedrukt houdt, blijven de frames doordraaien. b: Het voorgaande frame wordt afgebeeld. Wanneer u b ingedrukt houdt, blijven de frames achterwaarts doordraaien. NL 66 Opgenomen beelden wissen Wanneer u deze functie gebruikt, kunt u niet alleen bepaalde frames wissen. Wanneer u beelden wist, worden alle 16 frames tegelijkertijd gewist. 1 Geef het gewenste Multi Burst-beeld weer dat u wilt wissen. 2 Druk op 1M 101 Druk op z in stap 4. Het weergeven wordt hervat vanaf het frame afgebeeld op het LCD-scherm. (Wissen). 3 Kies [Delete] en druk daarna op z. Alle frames worden gewist. Stilstaande beelden bewerken Beelden beveiligen — Beveiliging Met deze functie kunt u beelden beveiligen tegen per ongeluk wissen. Modusdraaiknop In de enkelbeeld-modus a Zet de modusdraaiknop op b Laat met b/B het beeld verschijnen dat u wilt beveiligen. Het menu verschijnt. d Kies - (Protect) met b/B en druk daarna op z. Het weergegeven beeld is beveiligd. De indicatie - (beveiliging) verschijnt op het beeld. a Zet de modusdraaiknop op en druk daarna op (index) om het index-scherm (met negen beelden) weer te geven. Druk tweemaal op (index) om het index-scherm met zestien beelden weer te geven. b Druk op MENU. Het menu verschijnt. c Kies - (Protect) met b/B en druk daarna op z. VGA 101 2/9 d Kies [Select] met b/B en druk daarna op z. MENU Regelknop Protect Exit BACK/NEXT • Merk op dat door de "Memory Stick" te formatteren alle data in de "Memory Stick" gewist zullen worden, zelfs als de beelden beveiligd zijn, en niet kunnen worden hersteld. • Het beveiligen van de beelden kan enige tijd duren. e Om verder te gaan en andere beelden te beveiligen, kiest u het gewenste beeld met b/B en drukt u vervolgens op z. Stilstaande beelden bewerken c Druk op MENU. . In de index-modus (met negen/zestien beelden) e Kies met v/V/b/B het beeld dat u wilt beveiligen en druk daarna op z. De groene indicatie - verschijnt op het gekozen beeld. Om de beveiliging te annuleren Druk bij stap 4 of 5 opnieuw op z. De indicatie - verdwijnt. • SELECT MENU TO NEXT f Herhaal stap 5 om andere beelden te beveiligen. NL 67 c Druk op MENU. g Druk op MENU. h Kies [OK] met B en druk daarna op z. De indicatie - wordt wit. De geselecteerde beelden zijn beveiligd. Om de beveiligingsfunctie te verlaten Kies bij stap 4 de optie [Cancel] of kies bij stap 8 de optie [Exit] en druk daarna op z. Om de beveiliging van afzonderlijke beelden te annuleren Beeldformaat veranderen Het menu verschijnt. d Kies (Resize) met b/B en druk daarna op z. — Formaat veranderen U kunt het formaat van een vastgelegd beeld veranderen en het gewijzigde beeld opslaan als een nieuw bestand. U hebt de keuze uit de volgende formaten: 5M, 3M, 1M, VGA Ook nadat u het formaat hebt veranderd, blijft het oorspronkelijke beeld bewaard. Kies bij stap 5 [Cancel]. • Voor bewegende beelden of Multi Burstbeelden kan het formaat niet worden veranderd. • Wanneer u van een klein formaat overschakelt op een groot formaat, gaat de beeldkwaliteit achteruit. • Een beeld kan niet naar een beeldformaat van 3:2 worden veranderd. • Wanneer u het formaat van een beeld van 3:2 verandert, worden de zwarte gedeelten aan de boven- en onderkant weergegeven op het beeld. Alle beelden in een map beveiligen De beveiliging van alle beelden in een map annuleren NL 68 Kies bij stap 4 de optie [All In This Folder] en druk op z. Kies [Off] en druk daarna op z. Het beeld met het nieuwe formaat wordt opgenomen en opgeslagen in de opnamemap als het meest recente bestand. Om de verandering van het formaat te annuleren Modusdraaiknop Kies het beeld waarvan u de beveiliging wilt annuleren met v/V/b/B in stap 5 en druk daarna op z. De indicatie - wordt grijs. Herhaal deze procedure voor alle beelden waarvan u de beveiliging wilt annuleren. Druk op MENU, kies [OK] en druk daarna op z. Kies bij stap 4 de optie [All In This Folder] en druk op z. Kies [On] en druk daarna op z. e Kies met v/V het gewenste formaat en druk daarna op z. MENU Regelknop a Zet de modusdraaiknop op b Laat met b/B het beeld verschijnen waarvan u het formaat wilt veranderen. . Een afdrukmarkering aanbrengen op beelden — Afdrukmarkering (DPOF) a Zet de modusdraaiknop op b Laat met b/B het beeld dat u wilt markeren, verschijnen. c Druk op MENU. Het menu verschijnt. d Kies (DPOF) met b/B en druk daarna op z. Op het weergegeven beeld wordt de markering aangebracht. VGA 101 Modusdraaiknop 2/9 DPOF Exit BACK/NEXT e Om verder te gaan en andere beelden te markeren, geeft u het gewenste beeld weer met b/B en drukt u vervolgens op z. MENU Regelknop • Bewegende beelden kunnen niet worden voorzien van een afdrukmarkering. • Wanneer u een afdrukmarkering aanbrengt op beelden die zijn opgenomen in de Multi Burstmodus, worden alle beelden afgedrukt op één vel dat is onderverdeeld in 16 panelen. • U kunt het aantal afdrukken niet instellen. De afdrukmarkering verwijderen . In de index-modus (met negen/zestien beelden) a Zet de modusdraaiknop op , en druk daarna op (index) om het index-scherm (met negen beelden) weer te geven. Druk tweemaal op (index) om het index-scherm met zestien beelden weer te geven. b Druk op MENU. Het menu verschijnt. c Kies (DPOF) met B en druk daarna op z. d Kies [Select] met b/B en druk daarna op z. Stilstaande beelden bewerken U kunt stilstaande beelden, opgenomen met uw camera, markeren om later af te drukken. Deze functie is handig wanneer u beelden in een winkel laat afdrukken of zelf een printer hebt die voldoet aan de DPOF (Digital Print Order Format) norm of compatibel is met PictBridge. In de enkelbeeld-modus • U kunt de afdrukmarkering niet aanbrengen op [All In This Folder]. e Kies het beeld dat u wilt markeren met v/V/b/B en druk daarna op z. De groene markering op het gekozen beeld. verschijnt Druk bij stap 4 of 5 opnieuw op z. De indicatie verdwijnt. • SELECT MENU TO NEXT NL 69 f Herhaal stap 5 om andere beelden te markeren. g Druk op MENU. h Kies [OK] met B en druk daarna op z. De indicatie wordt wit. Het aanbrengen van de markering voltooid. is De afdrukmarkering verwijderen Kies het beeld waarvan u de markering wilt verwijderen met v/V/b/B in stap 5 en druk daarna op z. Alle markeringen opheffen in een map Kies bij stap 4 [All In This Folder] en druk daarna op z. Kies [Off] en druk daarna op z. Om de functie voor het aanbrengen van een afdrukmarkering te verlaten Kies bij stap 4 [Cancel] of kies bij stap 8 [Exit]. NL 70 Stilstaande beelden afdrukken (PictBridge-printer) De camera voorbereiden Stel de USB-functie in op de camera om de camera op de printer te kunnen aansluiten. Modusdraaiknop Zelfs als u geen computer hebt, kunt u toch gemakkelijk de beelden die u met deze camera hebt opgenomen afdrukken, door de camera aan te sluiten op een PictBridgecompatibel printer. Als voorbereiding hoeft u alleen de USB-verbinding in te stellen op het SET UP-scherm en de camera aan te sluiten op de printer met een USB-kabel. Door een PictBridge-compatibel printer te gebruiken, kunt u gemakkelijk het indexblad afdrukken*. • Wij adviseren u volledig opgeladen nikkelmetaalhydridebatterijen of de netspanningsadapter (niet bijgeleverd) te gebruiken om te voorkomen dat de stroomvoorziening wegvalt tijdens het afdrukken. Sluit de (USB) aansluiting van de camera, met behulp van de bijgeleverde USB kabel, aan op de USB aansluiting van de printer en schakel vervolgens de camera en de printer in. De camera schakelt over naar de weergavefunctie, ongeacht de stand van de modusdraaiknop, en geeft een beeld in de gekozen weergavemap weer op het LCDscherm. Regelknop a Zet de modusdraaiknop op SET UP. * Afhankelijk van de printer is het mogelijk dat de index-blad-afdrukfunctie niet beschikbaar is. De camera aansluiten op de printer b Kies (Setup 2) met V en kies daarna [USB Connect] met v/V/B. 2 c Kies [PictBridge] met B/v en druk daarna op z. Nadat de verbinding tot stand is gekomen, verschijnt de indicatie op het LCDscherm. 1M 101 101-0002 BACK/NEXT 1 Setup 2 File Number: PictBridge USB Connect: PTP Normal Video Out: Clock Set: 2 Stilstaande beelden afdrukken (PictBridge-printer) Een PictBridge compatibele printer aansluiten 2/9 2005 1 1 10:30AM VOLUME Printer De USB modus is nu ingesteld. NL 71 Wanneer de [USB Connect] niet ingesteld is op [PictBridge] in de SET UP-instellingen Zelfs als u de camera inschakelt, kunt u de PictBridge-functie niet gebruiken. Maak de USB kabel los en stel [USB Connect] in op [PictBridge] (blz. 71). Beelden afdrukken U kunt het beeld kiezen en afdrukken. Stel de camera in volgens de procedure beschreven op blz. 71 en sluit de printer aan. MENU In de enkelbeeld-modus a Laat met b/B het beeld verschijnen dat u wilt afdrukken. b Druk op MENU. Het menu verschijnt. c Kies (Print) met b/B en druk daarna op z. d Kies [This image] met v/V en druk daarna op z. Het afdruk-instelscherm verschijnt. 1M 101 Regelknop • U kunt bewegende beelden niet afdrukken. • Als een foutmelding wordt ontvangen van de aangesloten printer, knippert de indicatie gedurende ongeveer vijf seconden. Controleer de aangesloten printer. 2/9 Print Index Off Date Off Quantity 1 Exit OK • Instelitems die de printer niet ondersteunt, kunnen niet worden afgebeeld. e Kies [Quantity] met v/V en kies het aantal kopieën met b/B. U kunt maximaal 20 kopieën kiezen. NL 72 f Kies [OK] met V/B en druk daarna op z. Printing 1/3 Exit Kies [Date] in stap 5 en kies daarna de datumvorm met b/B. U kunt kiezen uit [Day&Time] of [Date]. Als u [Date] kiest, wordt de datum ingevoegd in de volgorde ingesteld in "De datum en tijd instellen" (blz. 18). Afhankelijk van de printer is het mogelijk dat deze functie niet beschikbaar is. In de index-modus (met negen/zestien beelden) a Druk op (index) om het index-scherm (met negen beelden) weer te geven. Druk tweemaal op (index) om het index-scherm met zestien beelden weer te geven. b Druk op MENU. Het menu verschijnt. c Kies (Print) met B en druk daarna op z. Het afdrukken annuleren Kies bij stap 4 [Cancel] of kies bij stap 6 [Exit]. Andere beelden afdrukken Kies het beeld na stap 6 en kies daarna [Print] met v. Alle beelden met een afdrukmarkering (DPOF) afdrukken Kies bij stap 4 [DPOF image]. Van alle beelden met de afdrukmarkering wordt het ingestelde aantal kopieën afgedrukt, ongeacht welk beeld wordt weergegeven. d Kies [Select] met b/B en druk daarna op z. e Kies met v/V/b/B het beeld dat u wilt afdrukken en druk daarna op z. Stilstaande beelden afdrukken (PictBridge-printer) Het beeld wordt afgedrukt. Koppel de USB-kabel niet los terwijl de (USB-kabel niet losmaken) indicator op het LCD-scherm wordt afgebeeld. De datum en tijd op beelden projecteren Op het gekozen beeld verschijnt de indicatie . SELECT MENU TO NEXT f Herhaal stap 5 om andere beelden af te drukken. NL 73 g Druk op MENU. Het afdruk-instelscherm verschijnt. Print Index Off Date Off Quantity 1 Exit OK • Instelitems die de printer niet ondersteunt, kunnen niet worden afgebeeld. h Kies [Quantity] met v/V en kies het aantal kopieën met b/B. U kunt maximaal 20 kopieën kiezen. Van alle gekozen beelden wordt het ingestelde aantal afgedrukt. i Kies [OK] met V/B en druk daarna op z. De beelden worden afgedrukt. Koppel de USB-kabel niet los terwijl de indicatie op het LCD-scherm wordt afgebeeld. Printing 2/3 Het afdrukken annuleren Kies bij stap 4 [Cancel] of kies bij stap 9 [Exit]. Alle beelden met een afdrukmarkering (DPOF) afdrukken Kies bij stap 4 [DPOF image]. Van alle beelden met de afdrukmarkering wordt het ingestelde aantal kopieën afgedrukt, ongeacht welk beeld wordt weergegeven. Alle beelden in de map afdrukken Kies bij stap 4 [All In This Folder] en druk daarna op z. De datum en tijd op beelden projecteren Kies [Date] in stap 8 en kies daarna de datumvorm met b/B. U kunt kiezen uit [Day&Time] of [Date]. Als u [Date] kiest, wordt de datum ingevoegd in de volgorde ingesteld in "De datum en tijd instellen" (blz. 18). Afhankelijk van de printer is het mogelijk dat deze functie niet beschikbaar is. Index-beelden afdrukken U kunt meerdere beelden naast elkaar afdrukken. Deze functie wordt de indexblad-afdrukfunctie genoemd*. U kunt ook het ingestelde aantal van hetzelfde beeld naast elkaar als een index-blad afdrukken (zie dan "In de enkelbeeld-modus"), of u kunt een groep beelden kiezen om naast elkaar af te drukken als een index-blad en het gewenste aantal kopieën afdrukken (zie dan "In de index-modus (met negen/zestien beelden)"). Stel de camera in volgens de procedure beschreven op blz. 71 en sluit de printer aan. * Afhankelijk van de printer is het mogelijk dat de index-blad-afdrukfunctie niet beschikbaar is. MENU Regelknop Exit NL 74 • U kunt bewegende beelden niet afdrukken. • Als een foutmelding wordt ontvangen van de aangesloten printer, knippert de indicatie gedurende ongeveer vijf seconden. Controleer de aangesloten printer. In de enkelbeeld-modus b Druk op MENU. Het menu verschijnt. c Kies (Print) met b/B en druk daarna op z. d Kies [This image] met v/V en druk daarna op z. Het afdruk-instelscherm verschijnt. 1M 101 2/9 U kunt maximaal 20 kopieën kiezen. U kunt de indeling van het gekozen aantal index-bladen kiezen. g Kies [OK] met V/B en druk daarna op z. Het beeld wordt afgedrukt. Koppel de USB-kabel niet los terwijl de (USB-kabel niet losmaken) indicator op het LCD-scherm wordt afgebeeld. Print Index Off Date Off Quantity 1 Exit OK • Instelitems die de printer niet ondersteunt, kunnen niet worden afgebeeld. e Kies [Index] met v en kies daarna [On] met b/B. Printing Index 1/1 Exit Het afdrukken annuleren Kies bij stap 4 [Cancel] of kies bij stap 7 [Exit]. Andere beelden afdrukken Kies het beeld na stap 7. Kies [Print] met v en herhaal daarna de procedure vanaf stap 4. Alle beelden met een afdrukmarkering (DPOF) afdrukken Kies bij stap 4 [DPOF image]. Alle beelden met het merkteken worden afgedrukt, ongeacht het weergegeven beeld. De datum en tijd op beelden projecteren Kies [Date] in stap 6 en kies daarna de datumvorm met b/B. U kunt kiezen uit [Day&Time] of [Date]. Als u [Date] kiest, wordt de datum ingevoegd in de volgorde ingesteld in "De datum en tijd instellen" (blz. 18). Afhankelijk van de printer is het mogelijk dat deze functie niet beschikbaar is. Stilstaande beelden afdrukken (PictBridge-printer) a Laat met b/B het beeld verschijnen dat u wilt afdrukken. f Kies [Quantity] met v/V en kies daarna het aantal kopieën van het beeld dat op het indexblad moet worden afgedrukt met b/B. • Het is mogelijk dat, afhankelijk van het aantal beelden, niet alle beelden op één blad passen. NL 75 In de index-modus (met negen/zestien beelden) h Kies [Index] met v en kies daarna [On] met b/B. a Druk op (index) om het index-scherm (met negen beelden) weer te geven. i Kies [Quantity] met v/V en kies het aantal kopieën dat u wilt afdrukken met b/B. Druk tweemaal op (index) om het index-scherm met zestien beelden weer te geven. b Druk op MENU. Het menu verschijnt. c Kies (Print) met B en druk daarna op z. U kunt maximaal 20 kopieën kiezen. j Kies [OK] met V/B en druk daarna op z. Het beeld wordt afgedrukt. Koppel de USB-kabel niet los terwijl de indicatie op het LCD-scherm wordt afgebeeld. d Kies [Select] met b/B en druk daarna op z. e Kies het gewenste beeld met v/V/b/B en druk daarna op z. Op het gekozen beeld verschijnt de indicatie . Printing Index 1/3 Exit Het afdrukken annuleren Kies bij stap 4 [Cancel] of kies bij stap 0 [Exit]. • SELECT MENU TO NEXT f Herhaal stap 5 om andere beelden af te drukken. NL 76 g Druk op MENU. Alle beelden met een afdrukmarkering (DPOF) afdrukken Kies bij stap 4 [DPOF image]. Alle beelden met het merkteken worden afgedrukt, ongeacht het weergegeven beeld. Alle beelden in de map afdrukken Kies bij stap 4 [All In This Folder] en druk daarna op z. De datum en tijd op beelden projecteren Kies [Date] in stap 9 en kies daarna de datumvorm met b/B. U kunt kiezen uit [Day&Time] of [Date]. Als u [Date] kiest, wordt de datum ingevoegd in de volgorde ingesteld in "De datum en tijd instellen" (blz. 18). Afhankelijk van de printer is het mogelijk dat deze functie niet beschikbaar is. Bewegende beelden d Druk de sluiterknop volledig in. Opnemen van bewegende beelden U kunt met uw camera bewegende beelden met geluid opnemen. "REC" verschijnt op het scherm en de camera begint met de opname van het beeld en geluid. STD 640 101 REC 00:00:02[00:10:48] Modusdraaiknop Sluiter • Het opnemen stopt wanneer de "Memory Stick" vol is. Indicaties tijdens het opnemen Regelknop a Zet de modusdraaiknop op b Druk op . (Beeldformaat). Het beeldformaat-instelmenu wordt afgebeeld. c Kies het gewenste formaat met v/V. U kunt kiezen uit [640(Fine)], [640(Standard)] en [160]. • [640(Fine)] kan alleen worden opgenomen op "Memory Stick PRO". De indicaties op het scherm worden niet mee opgenomen. Bij iedere druk op verandert de status van het LCD-scherm als volgt: Indicaties uit t LCD-scherm uit t Indicaties aan. Er wordt geen histogram weergegeven. Een uitvoerige beschrijving van de indicaties vindt u op blz. 125. Zet de modusdraaiknop op procedure op blz. 29. en volg de • Tijdens het opnemen van bewegende beelden kunt u de volgende functies niet gebruiken: – De vergrotingsfactor veranderen – Flitser – De datum en tijd projecteren • Als u het beeldformaat instelt op [640(Fine)] terwijl u de kabel aansluit op de A/V OUT (MONO) aansluiting, wordt het onderwerp niet weergegeven op het LCD-scherm. Het LCDscherm wordt blauw. • Zie blz. 109 voor de opnametijd in iedere opnamefunctie. Bewegende beelden e Druk de sluiterknop opnieuw helemaal in om met opnemen te stoppen. Zelfontspanner gebruiken Opnemen van close-ups (Macro) Zet de modusdraaiknop op procedure op blz. 28. en volg de NL 77 a Zet de modusdraaiknop op Bewegende beelden bekijken op het LCDscherm U kunt bewegende beelden bekijken op het LCD-scherm met het geluid uit de luidspreker. . b Kies met b/B het gewenste bewegende beeld. Bewegende beelden van het formaat [640(Fine)] of [640(Standard)] worden op het volledige scherm weergegeven. STD 10/10 00:00:00 Modusdraaiknop 101_0010 PLAY 2005 1 1 10:30PM BACK/NEXT VOLUME • Bewegende beelden met het beeldformaat [160] worden een formaat kleiner weergegeven. c Druk op z. Luidspreker Regelknop De bewegende beelden en het geluid worden weergegeven. Tijdens weergave verschijnt B (weergave) op het scherm. STD 640 101 101_0010 STOP 10/10 00:00:03 2005 1 1 10:30PM REV/CUE Weergavebalk VOLUME Om de weergave te stoppen Druk opnieuw op z. Om het volume af te stellen NL 78 Druk tijdens het weergeven op B (cueweergave) of op b (review-weergave). Om terug te keren naar normale weergave, drukt u op z. Indicaties tijdens het bekijken van bewegende beelden 640 101 Om de bewegende beelden vooruit of terug te spoelen Druk op v/V om het volume af te stellen. Elke keer wanneer u indrukt, verandert de status van het scherm als volgt: Indicaties uit t LCD-scherm uit t Indicaties aan. Er wordt geen histogram weergegeven. Een uitvoerige beschrijving van de indicaties vindt u op blz. 127. • De procedure voor het bekijken van bewegende beelden op een TV is dezelfde als voor het bekijken van stilstaande beelden (blz. 39). • Bewegende beelden die zijn opgenomen met voorgaande Sony-modellen kunnen ook een formaat kleiner worden weergegeven. Bewegende beelden wissen Ongewenste bewegende beelden kunt u wissen. Modusdraaiknop In de enkelbeeld-modus a Zet de modusdraaiknop op . b Geef de bewegende beelden die u wilt wissen weer met b/B. c Druk op (Wissen). De bewegende beelden zijn op dit moment nog niet gewist. d Kies [Delete] met v en druk daarna op z. De melding "Access" verschijnt en de bewegende beelden zijn gewist. • U kunt beveiligde bewegende beelden niet wissen. • Merk op dat u gewiste bewegende beelden niet kunt herstellen. a Zet de modusdraaiknop op , en druk daarna op (index) om het index-scherm (met negen beelden) weer te geven. Druk tweemaal op (index) om het index-scherm met zestien beelden weer te geven. b Druk op (Wissen). c Kies [Select] met b/B en druk daarna op z. d Kies met v/V/b/B de bewegende beelden die u wilt wissen en druk daarna op z. De groene (Wissen) indicator wordt afgebeeld op de gekozen bewegende beelden. Bewegende beelden Regelknop e Om verder te gaan en andere bewegende beelden te wissen, geeft u de bewegende beelden weer die u wilt wissen met b/B en herhaalt u vervolgens stap 4. In de index-modus (met negen/zestien beelden) Om te stoppen met wissen Kies [Exit] bij stap 4 of 5. SELECT TO NEXT De bewegende beelden zijn op dit moment nog niet gewist. e Herhaal stap 4 om andere bewegende beelden te wissen. NL 79 f Druk op (Wissen). g Kies [OK] met B en druk daarna op z. De melding "Access" verschijnt en de bewegende beelden zijn gewist. Om te stoppen met wissen Kies [Exit] bij stap 3 of 7. Alle beelden in de map wissen Kies bij stap 3 [All In This Folder] en druk daarna op z. Kies [OK] met B en druk daarna op z. Om te stoppen met wissen, kiest u [Cancel] met b en daarna drukt u op z. Knippen van bewegende beelden U kunt bewegende beelden knippen of overbodige gedeelten wissen. Dit is de aanbevolen functie om te gebruiken wanneer de capaciteit van de "Memory Stick" onvoldoende is, of wanneer u bewegende beelden als bijlage met uw emailberichten verstuurt. Merk op dat het oorspronkelijke bewegende beeld wordt gewist wanneer u erin knipt. Toewijzen van bestandsnummers wanneer bewegende beelden worden geknipt De geknipte bewegende beelden krijgen nieuwe nummers toegewezen en worden in de gekozen opnamemap opgeslagen als de meest recente bestanden. De oorspronkelijke bewegende beelden worden gewist en dat nummer wordt overgeslagen. <Voorbeeld> Knippen van een bewegend beeld genummerd 101_0002 101_0003 101_0001 1 3 2 101_0002 1. Knippen van scène A. 1 A B 2 3 Knippunt 101_0002 2. Knippen van scène B. 101_0004 1 3 A 2 B 101_0005 Knippunt 3. Wissen van scènes A en B als deze overbodig zijn. 101_0004 1 3 101_0007 A 2 Wissen 101_0006 B Wissen 4. Alleen de gewenste scènes blijven over. 1 3 2 101_0006 NL 80 e Kies een knippunt. Druk op de middelste z op het Modusdraaiknop gewenste knippunt. STD 640 101 Divide Dividing Point Regelknop . b Kies de bewegende beelden die u wilt knippen met b/B. c Druk op MENU. Het menu verschijnt. d Kies (Divide) met B, en druk daarna op z. Kies vervolgens [OK] met v en druk daarna op z. Als u het knippunt wilt aanpassen, drukt u op [c/C] (frame terugspoelen/vooruit) en past u het knippunt aan met b/B. Als u een ander knippunt wilt kiezen, kiest u [Cancel]. Het weergeven van de bewegende beelden begint opnieuw. f Als u een knippunt hebt gekozen, kiest u [OK] met v/V en drukt u op z. g Kies [OK] met v en druk daarna op z. • U kunt de onderstaande beelden niet knippen. – Stilstaand beeld – Bewegende beelden niet lang genoeg om te knippen – Beveiligde bewegende beelden • U kunt bestanden niet herstellen nadat u ze hebt geknipt. • De oorspronkelijke bewegende beelden worden gewist nadat ze zijn geknipt. • De geknipte bewegende beelden worden opgenomen als de meest recente bestanden in de gekozen opnamemap. Bewegende beelden a Zet de modusdraaiknop op Kies [Exit] bij stap 5 of 7. De bewegende beelden worden weer op het scherm weergegeven. 10/10 00:00:02 OK Cancel Exit MENU Het knippen annuleren De bewegende beelden worden geknipt. Het weergeven van de bewegende beelden begint. NL 81 Bekijken van de beelden op uw computer Beelden kopiëren naar uw computer — Voor gebruikers van Windows Aanbevolen computeromgeving Besturingssysteem: Microsoft Windows 98, Windows 98SE, Windows 2000 Professional, Windows Millennium Edition, Windows XP Home Edition of Windows XP Professional Het bovenstaande besturingssysteem dient in de fabriek te zijn geïnstalleerd. De juiste werking kan niet worden gegarandeerd in een computeromgeving die is opgewaardeerd tot de hierboven beschreven besturingssystemen of in een computeromgeving met meerdere besturingssystemen. CPU: MMX Pentium 200 MHz of sneller USB-poort: Standaard geleverd Beeldscherm: 800 × 600 beeldpunten of meer High Color (16-bit kleuren, 65.000 kleuren) of beter NL 82 • Deze camera is compatibel met High-Speed USB (voldoet aan USB 2.0) • Door aan te sluiten via een USB-interface die compatibel is met Hi-Speed USB (voldoet aan USB 2.0) wordt overdracht op hoge snelheid (snelle overdracht) mogelijk. • Indien u twee of meer USB-apparaten tegelijk op één en dezelfde computer aansluit, zal bepaalde apparatuur, met inbegrip van uw camera, al naar gelang het type USBapparatuur mogelijk niet werken. • Bij gebruik van een USB-hub kan een juiste werking niet worden gegarandeerd. • Voor alle bovenstaande aanbevolen computeromgevingen kan een behoorlijke werking niet worden gegarandeerd. Wanneer uw computer niet is uitgerust met een USB-poort USB-modus Inhoud van de CD-ROM Er zijn twee functies voor een USB verbinding wanneer u aansluit op een computer: de [Normal] en [PTP]* functie. De standaardinstelling is de [Normal]functie. Dit gedeelte neemt de [Normal] functie als voorbeeld. x USB-stuurprogramma Dit stuurprogramma is noodzakelijk om de camera aan te sluiten op een computer. Indien u Windows XP gebruikt, hoeft u het USB-stuurprogramma niet te installeren. * Compatibel met Windows XP. Indien aangesloten op een computer, worden alleen de gegevens in de map, die is geselecteerd door de camera, gekopieerd naar de computer. Om een map te kiezen, volgt u de procedure op blz. 62. Communicatie met uw computer Na herstel van uw computer vanuit de Suspend- of Sleep-modus is de kans aanwezig dat de communicatie tussen uw camera en uw computer niet op hetzelfde moment hersteld wordt. Wanneer zowel een USB-poort als een "Memory Stick"-gleuf niet aanwezig zijn, kunt u beelden kopiëren via een extern apparaat. Zie de Sony-website voor informatie. http://www.sony.net/ x Picture Package Deze applicatie wordt gebruikt om de beelden vanaf de camera gemakkelijk over te dragen naar een computer. Het stelt u tevens in staat de diverse functies te gebruiken. Bij de installatie van "Picture Package", wordt tegelijkertijd ook het USBstuurprogramma geïnstalleerd. • De vereiste bediening kan al naar gelang uw besturingssysteem verschillend zijn. • Sluit alle programma’s die op de computer draaien af alvorens het USBstuurprogramma en het softwareprogramma te installeren. • Bij gebruik van Windows XP of Windows 2000, logt u in als beheerder (Administrator). Het USB-stuurprogramma installeren b Klik op [USB Driver] op het titelscherm. Indien u Windows XP gebruikt, hoeft u het USB-stuurprogramma niet te installeren. Nadat het USB-stuurprogramma eenmaal is geïnstalleerd, hoeft u het USBstuurprogramma niet nogmaals te installeren. Het "InstallShield Wizard"-scherm verschijnt. c Klik op [Next]. Sluit uw camera nu nog niet aan op uw computer. De computer wordt opnieuw opgestart. Hierna kunt u de USB-aansluiting tot stand brengen. Het installatie-menuscherm wordt afgebeeld. Indien het niet verschijnt, dubbelklik dan op (My Computer) t (PICTUREPACKAGE) in die volgorde. • Als u het "Picture Package" softwareprogramma wilt gaan gebruiken, klikt u op [Picture Package]. Het USBstuurprogramma wordt geïnstalleerd nadat "Picture Package" is geïnstalleerd (blz. 89). • Als de computer reeds gebruikt wordt, sluit u alle softwareprogramma’s af voordat u het USB-stuurprogramma installeert. e Haal de CD-ROM eruit. Het installeren van het USBstuurprogramma begint. Nadat het installeren klaar is, wordt een mededeling hieromtrent op het scherm afgebeeld. Bekijken van de beelden op uw computer a Schakel de computer in en plaats de CD-ROM (bijgeleverd) in het CD-ROMstation. d Kies [Yes, I want to restart my computer now] (Ja, ik wil mijn computer nu opnieuw opstarten) en klik daarna op [Finish]. NL 83 De camera aansluiten op de computer a Plaats de "Memory Stick" met de te kopiëren beelden in de camera. c Sluit de USB-kabel (bijgeleverd) aan op de (USB) aansluiting van de camera. • Als u Windows XP gebruikt, verschijnt de AutoPlay wizard automatisch op het bureaublad. Ga verder naar blz. 86. USB Mode Normal Toegangsindicaties* Switch on d Sluit de USB-kabel aan op de computer. • Gebruik volledig opgeladen nikkelmetaalhydridebatterijen of de netspanningsadapter (niet bijgeleverd). Als u probeert beeldbestanden te kopiëren terwijl er slechts weinig lading in de batterijen zit, kunnen de batterijen leeg raken waardoor het kopiëren zal mislukken en zelfs de data verminkt kunnen raken. b Zet de modusdraaiknop op Schakel uw computer en de camera in. NL "USB Mode Normal" verschijnt op het LCD-scherm van de camera. Wanneer er voor het eerst een USB-verbinding tot stand wordt gebracht, draait uw computer automatisch het gebruikte programma om de camera te herkennen. Wacht een poosje. * Tijdens communicatie zijn de toegangsindicaties rood. Bedien de computer niet totdat de toegangsindicators wit zijn geworden. • Als "USB Mode Normal" niet verschijnt in stap 4, druk op MENU, kies [USB Connect] en stel [Normal] in. . • U kunt deze procedure ook uitvoeren wanneer de modusdraaiknop op SET UP is ingesteld. 84 MENU • Wanneer u een desktopcomputer gebruikt, raden wij u aan de USB-kabel aan te sluiten op de USB-aansluiting op het achterpaneel. P De USB-kabel loskoppelen, de "Memory Stick" eruit halen of de camera uitschakelen tijdens een USB-verbinding Voor gebruikers van Windows 2000, Me of XP 1 Dubbelklik op de taakbalk. 2 Klik op (Sony DSC) en klik daarna op [Stop]. 3 Controleer dat het juiste apparaat wordt aangegeven in het bevestigingsvenster en klik op [OK]. 4 Klik op [OK]. Stap 4 is niet nodig voor Windows XP gebruikers. 5 Koppel de USB-kabel los, haal de "Memory Stick" eruit of schakel de camera uit. Voor gebruikers van Windows 98 of 98SE Controleer dat de toegangsindicaties (blz. 84) op het LCD-scherm wit zijn en voer alleen bovenstaande stap 5 uit. – Windows 98/98SE/2000/Me a Dubbelklik op [My Computer] en dubbelklik daarna op [Removable Disk]. De inhoud van de "Memory Stick" in de camera verschijnt. • Dit deel beschrijft een voorbeeld van het kopiëren van beelden naar de "My Documents" map. • Wanneer het pictogram "Removable Disk" niet wordt afgebeeld, zie blz. 86. • Wanneer u Windows XP gebruikt, zie blz. 86. b Dubbelklik op [DCIM] en dubbelklik daarna op de map waarin de beelden zijn opgeslagen die u wilt kopiëren. c Klik met de rechtermuisknop op het beeldbestand om het menu af te beelden en kies daarna [Copy] op het menu. Als een beeld met dezelfde bestandsnaam reeds bestaat in de bestemmingsmap De overschrijven-bevestigingsmelding wordt afgebeeld. Wanneer u het bestaande beeld overschrijft met een nieuw beeld, wordt het oorspronkelijke bestand gewist. De bestandsnaam veranderen Voor het kopiëren van een beeldbestand, zonder overschrijving, moet u de bestandsnaam in de gewenste naam wijzigen en daarna het beeldbestand kopiëren. Merk echter op dat wanneer u de bestandsnaam verandert, u dat beeld mogelijk niet meer kan weergeven met de camera. Als u beelden wilt weergeven met de camera, voert u de bediening uit op blz. 89. Bekijken van de beelden op uw computer Dubbelklik hier Beelden kopiëren d Dubbelklik de map [My Documents], klik met de rechtermuisknop in het venster "My Documents" om het menu af te beelden en kies daarna [Paste] op het menu. De beeldbestanden worden naar de map "My Documents" gekopieerd. NL 85 Wanneer het pictogram van een verwisselbare schijf niet wordt afgebeeld 1 Klik met de rechtermuisknop op [My Computer] om het menu af te beelden en klik daarna op [Properties]. Het scherm "System Properties" (Systeemeigenschappen) verschijnt. 2 Beeld [Device Manager] af. 1 Klik op [Hardware]. 2 Klik op [Device Manager]. • Voor gebruikers van Windows 98, 98SE en Me is stap 1 overbodig. Klik op het tabblad [Device Manager]. 3 Als [ Sony DSC] wordt afgebeeld, gooit u dit weg. 1 Klik met de rechter muistoets op [ Sony DSC]. 2 Klik op [Uninstall]. Het "Confirm Device Removal" (Bevestigen van verwijderen van apparaat)-scherm verschijnt. • Voor gebruikers van Windows 98, 98SE en Me, klik op [Remove]. 3 Klik op [OK]. Het apparaat is verwijderd. Probeer nogmaals het USBstuurprogramma te installeren met behulp van de CD-ROM (blz. 83). NL 86 – Windows XP Kopiëren van beelden met behulp van Windows XP AutoPlay wizard a Breng een USB-verbinding tot stand (blz. 84). Klik op [Copy pictures to a folder on my computer using Microsoft Scanner and Camera Wizard] (Kopieer beelden naar een map op mijn computer met behulp van Microsoft Scanner en Camera Wizard) en klik daarna op [OK]. Het "Scanner and Camera Wizard" (Wizard voor scanner en camera)scherm verschijnt. b Klik op [Next]. De beelden die op de "Memory Stick" zijn opgeslagen, worden weergegeven. c Klik in het selectievakje van de beelden die u niet naar de computer wilt kopiëren om het vinkje te verwijderen en klik daarna op [Next]. Het "Picture Name and Destination" (Naam en bestemming van beeld)scherm verschijnt. d Kies een naam en bestemming voor uw beelden en klik vervolgens op [Next]. Het beeld wordt nu gekopieerd. Wanneer het kopiëren is voltooid, verschijnt het scherm "Other Options" (Overige opties). e Kies [Nothing. I’m finished working with these pictures] (Niets. Ik ben klaar met het bewerken van deze afbeeldingen) en klik daarna op [Next]. Het scherm "Completing the Scanner and Camera Wizard" (Voltooien van wizard voor scanner en camera) verschijnt. f Klik op [Finish]. De wizard wordt afgesloten. • Om door te gaan met het kopiëren van andere beelden, volgt u de procedure beschreven onder P op blz. 85 om de USB-kabel los te koppelen en weer aan te sluiten. Voer daarna de procedure vanaf stap 1 opnieuw uit. Bekijken van de beelden op uw computer a Klik op [Start] en klik daarna op [My Documents]. De inhoud van de map "My Documents" wordt weergegeven. Beeldbestand-geheugenlocaties en bestandsnamen Beeldbestanden opgenomen met uw camera worden gegroepeerd als mappen in de "Memory Stick". Voorbeeld: als u mappen bekijkt onder Windows XP b Dubbelklik op het gewenste beeldbestand. Map met daarin beeldgegevens die werden opgenomen met een camera zonder mapcreëerfunctie Het beeld wordt weergegeven. Map met daarin beeldgegevens die werden opgenomen met uw camera. Als u geen mappen creëert, is er alleen de map "101MSDCF" Map met daarin bewegend-beeldgegevens, enz., die werden opgenomen met een camera die niet was uitgerust met de mapaanmaakfunctie. • U kunt geen beelden opnemen in de map "100MSDCF" of de map "MSSONY". De beelden in deze map zijn alleen beschikbaar voor weergave. • Voor verdere informatie over de map, zie blz. 47 en 62. Bekijken van de beelden op uw computer • Dit hoofdstuk beschrijft de procedure voor het bekijken van gekopieerde beelden in de map "My Documents". • Als u niet Windows XP gebruikt, dubbelklikt u op [My Documents] op het bureaublad. NL 87 Map Bestandsnaam Betekenis van bestand 101MSDCF tot 999MSDCF DSC0ssss.JPG • Stilstaande-beeldbestanden opgenomen in de – Normale modus (blz. 24) – Burst-modus (blz. 59) – Multi Burst-modus (blz. 60) MOV0ssss.MPG • Bewegende-beeldbestanden (blz. 77) MOV0ssss.THM • Index-beeldbestanden tegelijkertijd opgenomen in de bewegend-beeldmodus (blz. 77) • ssss betekent ieder willekeurig nummer van 0001 t/m 9999. • De numerieke delen van een bestand met bewegende beelden, opgenomen in de bewegende-beeldenfunctie, en het bijbehorende indexbeeldbestand zijn dezelfde. NL 88 Beeldbestanden bekijken met de camera nadat ze naar de computer zijn gekopieerd • Stap 1 is niet nodig als de bestandsnaam ingesteld in de camera, niet is veranderd. • Afhankelijk van het beeldformaat kan het onmogelijk zijn bepaalde beelden weer te geven. • Als een beeldbestand is verwerkt door de computer of als het beeldbestand werd opgenomen door een ander model camera dan die van u, kunnen wij niet garanderen dat het beeldbestand kan worden weergegeven. • Als de overschrijven-bevestigingsmelding wordt afgebeeld, voert u in stap 1 een ander nummer in. • Als er geen map is, maakt u eerst een nieuwe map aan met uw camera en kopieert u daarna het beeldbestand (blz. 47). Voer een nummer in van 0001 t/m 9999 voor ssss. • De bestandsextensie kan worden afgebeeld, afhankelijk van de instelling van de computer. De bestandsextensie voor stilstaande beelden is JPG, en de bestandsextensie voor bewegende beelden is MPG. U mag de bestandsextensie niet veranderen. b Kopieer het beeldbestand naar de map "Memory Stick". 1 Klik met de rechter muisknop op het beeldbestand en klik daarna op [Copy]. 2 Kies en dubbelklik op de map [DCIM] van de [Removable Disk] of [Sony MemoryStick] in [My Computer]. 3 Klik met de rechtermuisknop op de [sssMSDCF] map in de [DCIM] map en klik op [Paste]. sss staat voor ieder aantal binnen het bereik van 100 t/m 999. Installeren van "Picture Package" "Picture Package" is alleen voor Windows computers. U kunt het programma "Picture Package" op uw Windows-computer gebruiken voor het kopiëren, bekijken en bewerken van de opnamen die u met uw camera hebt gemaakt. Bij de installatie van "Picture Package", wordt tegelijkertijd ook het USBstuurprogramma geïnstalleerd. • Als de computer reeds gebruikt wordt, sluit u alle softwareprogramma’s af voordat u "Picture Package" installeert. Voor computeromgeving Zie blz. 82 voor een eenvoudige Windowsbesturingsomgeving. Andere systeemvereisten zijn als volgt. Software: Macromedia Flash Player 6.0 of hoger, Windows Media Player 7.0 of hoger, DirectX 9.0b of hoger Geluidskaart: 16-bit stereo geluidskaart met luidsprekers Geheugen: 64 MB of meer (128 MB of meer wordt aanbevolen.) Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd voor installatie: circa 200 MB Bekijken van de beelden op uw computer Als een beeldbestand dat naar de computer is gekopieerd niet meer in een "Memory Stick" is opgeslagen, kunt u dat beeld nogmaals op de camera bekijken door het beeldbestand in de computer te kopiëren naar een "Memory Stick". a Klik met de rechter muisknop op het beeldbestand en klik daarna op [Rename]. Verander de bestandsnaam in "DSC0ssss". NL 89 Beeldscherm: Een videokaart uitgerust met 4 MB VRAM (compatibel met het Direct Draw-stuurprogramma) • Om automatische diavoorstellingen (blz. 93) te maken, is een Pentium III 500 MHz of een snellere CPU vereist. • Deze software is geschikt voor DirectX. Voor gebruik moet "DirectX" geïnstalleerd zijn. • Voor het gebruik van een schrijver, om CD-R’s te branden, gelden andere vereisten. a Schakel de computer in en plaats de CD-ROM (bijgeleverd) in het CD-ROMstation. b Klik op [Picture Package]. Het scherm "License Agreement" (Licentie overeenkomst) verschijnt. Lees de overeenkomst aandachtig door. Als u de voorwaarden van de overeenkomst accepteert, vinkt u het selectievakje "I accept the terms of the license agreement" (ik accepteer delicentie overeenkomst) aan en klikt u op [Next]. Het scherm "Choose Setup Language" (Kies taal voor installatie) verschijnt. c Kies de gewenste taal en klik daarna op [Next]. Het installatie-menuscherm wordt afgebeeld. • Als u het USB-stuurprogramma nog niet hebt geïnstalleerd (blz. 83), mag u de camera niet op de computer aansluiten vóórdat u de "Picture Package"-software hebt geïnstalleerd (behalve voor Windows XP). NL 90 d Klik op [Next]. • Deze tekst beschrijft het Engelse scherm. e Klik op [Next]. g Controleer dat het selectievakje "Yes, I want to restart my computer now" (Ja, ik wil de computer nu opnieuw starten) is aangevinkt en klik daarna op [Finish]. Uw computer start opnieuw op. Sluit de camera aan op de computer met behulp van de USB-kabel. "Picture Package" wordt automatisch opgestart en de beelden worden automatisch naar de computer gekopieerd. Nadat de beelden zijn gekopieerd, wordt "Picture Package Viewer" opgestart en worden de gekopieerde beelden afgebeeld. De installatie begint. De snelkoppelingen van "Picture Package Menu" en "Picture Package destination Folder" worden afgebeeld. h Haal de CD-ROM eruit. Als het scherm "Welcome to setup for Direct X" (Welkom bij de installatie van Direct X) wordt afgebeeld nadat de installatie van het softwareprogramma klaar is, volgt u de aanwijzingen op het scherm. • Normaal gesproken worden de mappen "Picture Package" en "Date" aangemaakt in de map "My Picture" en worden alle beelden, opgenomen met de camera, in deze mappen gekopieerd. • Windows XP is zodanig ingesteld dat de OS AutoPlay Wizard wordt geactiveerd. Als u de "OS AutoPlay" uitschakelt, kunt u het inschakelen opheffen met [Settings] op het "Picture Package Menu". • Als "Picture Package" de beelden niet automatisch kan kopiëren, start u "Picture Package Menu" op en vinkt u [Settings] aan in [Copy automatically]. Bekijken van de beelden op uw computer f Klik op [Install] op het scherm "Ready to Install the Program" (Klaar om het programma te installeren). Beelden kopiëren met "Picture Package" NL 91 "Picture Package" gebruiken Start "Picture Package Menu" (beeldakketmenu) op het bureaublad op om de diverse functies te gebruiken. • Het opstartscherm kan er, afhankelijk van uw computer, anders uitzien. U kunt de menuweergave naar wens aanpassen door op [Settings], rechtsonder op het scherm, te klikken. • Voor verdere informatie over het softwareprogramma, klikt u op in de rechterbovenhoek van ieder scherm om de online Helpfunctie af te beelden. Technische ondersteuning van "Picture Package" wordt geleverd door het Pixela User Support Center. Voor verdere informatie leest u de informatie die bij de CD-ROM werd geleverd. Beelden bekijken op een computer Klik op [Viewing video and pictures on PC] (Video en beelden bekijken op de PC) aan de linkerkant van het scherm en klik daarna op [Viewing video and pictures on PC] (Video en beelden bekijken op de PC) in de rechteronderhoek van het scherm. Het scherm dat gebruikt wordt voor het bekijken van de beelden, wordt afgebeeld. Beelden opslaan op een CD-R Klik op [Save the images on CD-R] (Afbeeldingen opslaan op een CD-R) aan de linkerkant van het scherm en klik daarna op [Save the images on CD-R] (Afbeeldingen opslaan op een CD-R) in de rechteronderhoek van het scherm. Het scherm dat gebruikt wordt voor het opslaan van beelden op een CD-R wordt afgebeeld. • Om beelden op een CD-R op te slaan is een cd-schrijver nodig. Voor meer informatie betreffende geschikte schrijvers, moet u de volgende homepage van het Pixela User Support Center raadplegen. http://www.ppackage.com/ NL 92 Een diavoorstelling maken Klik op [Automatic Slideshow Producer] (Automatische diavoorstelling samensteller) aan de linkerkant van het scherm en klik daarna op [Automatic Slideshow Producer] (Automatische diavoorstelling samensteller) in de rechteronderhoek van het scherm. Beelden kopiëren naar uw computer — Voor gebruikers van Macintosh Aanbevolen computeromgeving Het scherm dat gebruikt wordt voor het maken van een diavoorstelling, wordt afgebeeld. • Indien u twee of meer USB-apparaten tegelijk op één en dezelfde computer aansluit, zal bepaalde apparatuur, met inbegrip van uw camera, al naar gelang het type USBapparatuur mogelijk niet werken. • Bij gebruik van een USB-hub kan een juiste werking niet worden gegarandeerd. • Voor alle bovenstaande aanbevolen computeromgevingen kan een behoorlijke werking niet worden gegarandeerd. Er zijn twee functies voor een USB verbinding wanneer u aansluit op een computer: de [Normal] en [PTP]* functie. De standaardinstelling is de [Normal]functies. Dit gedeelte neemt de [Normal] functie als voorbeeld. * Alleen compatibel met Mac OS X. Indien aangesloten op een computer, worden alleen de gegevens in de map, die is geselecteerd door de camera, gekopieerd naar de computer. Om een map te kiezen, volgt u de procedure op blz. 62. Communicatie met uw computer Na herstel van uw computer vanuit de Suspend- of Sleep-modus is de kans aanwezig dat de communicatie tussen uw camera en uw computer niet op hetzelfde moment hersteld wordt. Wanneer uw computer niet is uitgerust met een USB-poort Wanneer zowel een USB-poort als een "Memory Stick"-gleuf niet aanwezig zijn, kunt u beelden kopiëren via een extern apparaat. Zie de Sony-website voor informatie. http://www.sony.net/ Bekijken van de beelden op uw computer Besturingssysteem: Mac OS 9.1, 9.2, of Mac OS X (v10.0/v10.1/v10.2/v10.3) Het bovenstaande besturingssysteem dient in de fabriek te zijn geïnstalleerd. USB-poort: Standaard geleverd USB-modus NL 93 a Uw camera aansluiten op uw computer Nadere bijzonderheden vindt u op blz. 84. De USB-kabel loskoppelen, de "Memory Stick" eruit halen of de camera uitschakelen tijdens een USB-verbinding Sleep het pictogram van het station of de "Memory Stick" en zet het neer op het "Trash" pictogram, koppel daarna de USBkabel los, verwijder de "Memory Stick" of schakel de camera uit. • Als u Mac OS X v10.0 gebruikt, verwijdert u de USB-kabel, enz., nadat u de computer hebt uitgeschakeld. b Beelden kopiëren 1 Dubbelklik op het nieuw herkende pictogram op het bureaublad. De inhoud van de "Memory Stick" in de camera verschijnt. 2 Dubbelklik op [DCIM]. 3 Dubbelklik op de map waarin de beelden die u hebt gekopieerd, zijn opgeslagen. 4 Sleep de beeldbestanden naar het pictogram van de harde schijf en zet ze erop neer. De beeldbestanden worden naar de harde schijf gekopieerd. • Voor informatie over de opslaglocatie van de beelden en de bestandsnamen, leest u blz. 87. c Bekijken van de beelden op uw computer 1 Dubbelklik op het pictogram van de harde schijf. 2 Dubbelklik op het gewenste beeldbestand in de map waarin de gekopieerde bestanden zitten. Het beeldbestand wordt geopend. • "Picture Package" kan niet worden gebruikt op een Macintosh. NL 94 "ImageMixer VCD2" gebruiken "ImageMixer VCD2" is alleen voor Macintosh (Mac OS X (v10.1.5) of hoger) computers. Met behulp van "ImageMixer VCD2" op de CD-ROM die bij de camera werd geleverd, kunt u een video-CD maken met stilstaande beelden en bewegende beelden opgeslagen op de computer. U kunt een imagebestand maken dat compatibel is met de video-CD creëerfunctie van Toast van Roxio (niet bijgeleverd). • Als de computer reeds gebruikt wordt, sluit u alle softwareprogramma’s af voordat u "ImageMixer VCD2" installeert. Technische ondersteuning van "ImageMixer VCD2" wordt geleverd door het Pixela User Support Center. Voor verdere informatie leest u de informatie die bij de CD-ROM werd geleverd. Vereiste computeromgeving • QuickTime 4 of hoger moet in de fabriek zijn geïnstalleerd. (QuickTime 5 wordt aanbevolen.) • Voor alle bovenstaande aanbevolen computeromgevingen kan een behoorlijke werking niet worden gegarandeerd. a Installeren van "ImageMixer VCD2" 1 Schakel uw computer in. • De displayinstellingen moeten 1024 × 768 punten of meer en 32.000-bits of meer zijn. 2 Plaats de CD-ROM (bijgeleverd) in het CD-ROM-station. 3 Dubbelklik op het pictogram CD-ROM. 4 Kopieer het bestand [IMXINST.SIT] in de map [MAC] naar de vaste schijf. 5 Dubbelklik op het bestand [IMXINST.SIT] in de kopieerbestemmingsmap. 6 Dubbelklik op het uitgepakte bestand [ImageMixer VCD2_Install]. 7 Nadat het gebruikersinformatiescherm is afgebeeld, voert u de gewenste naam en het wachtwoord in. De installatie van de software begint. b Een video-CD maken 1 Open de map [ImageMixer] in [Application]. 2 Klik op [ImageMixer VCD2]. 3 Klik op [Video CD]. De videodiscfunctie start op. 4 Selecteer de map waarin de gewenste bestanden zijn opgeslagen. 1 Selecteer de gewenste map in het linkerkader en klik daarna op [Add]. De geselecteerde mappen worden naar het rechterkader verplaatst. 2 Klik op [Next]. 5 Stel de menu achtergrond, knoppen, titels, enz., in en klik daarna op [Next]. Bevestig dat de instellingen overeenkomstig uw wensen zijn. 6 Bevestig het voorbeeld van het VideoCD-bestand. 1 Klik in het linkerkader op het bestand waarvan u een voorbeeld wilt bekijken. 2 Klik op [B] om een voorbeeld te bekijken. 7 Klik op [Next] en voer de discnaam en bestemming in. De voorbereidingen voor het opslaan van de bestanden op een CD-R zijn voltooid. Bekijken van de beelden op uw computer Besturingssysteem: Mac OS X (v10.1.5 of hoger) Het bovenstaande besturingssysteem dient in de fabriek te zijn geïnstalleerd. CPU: iMac, eMac, iBook, PowerBook, Power Mac G3/G4-series Geheugen: 128 MB of meer (256 MB of meer wordt aanbevolen.) Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd voor installatie: circa 250 MB Grafisch: 1024 × 768 pixels of meer, 32.000 kleuren of meer • "ImageMixer VCD2" kan alleen het discimage maken. Om het imagebestand op een CD-R op te slaan in het video-CD-formaat, hebt u Toast van Roxio (niet bijgeleverd) nodig. • U kunt geen DVD-Video disc maken. NL 95 Verhelpen van storingen Verhelpen van storingen Indien u problemen ondervindt met de camera, probeer dan de volgende oplossingen. 2 Als de camera nog steeds niet juist werkt, drukt u met een puntig voorwerp op de RESET-toets op de onderkant van de camera, en schakelt u daarna de camera weer in. (Door indrukken van deze toets gaan alle instellingen inclusief de datum en tijd verloren.) 1 Controleer eerst de punten in de onderstaande tabellen. Indien er codes "C:ss:ss" op het LCDscherm verschijnen, is de zelfdiagnosefunctie in werking getreden (blz. 108). 3 Mocht het probleem hiermee nog niet zijn opgelost, raadpleeg dan uw Sonydealer of de plaatselijke technische dienst van Sony. RESET-toets Batterij en stroomvoorziening Symptoom Oorzaak Oplossing De batterijrestladingsindicatie is onjuist of er is volgens de batterijrestladingsindicatie nog voldoende stroom, maar toch is de stroom spoedig op. • U hebt de camera in een buitengewoon koude omgeving gebruikt. • De batterijen zijn leeg. • De batterijpolen of de contactpunten op het batterijdeksel zijn vuil. • Het geheugeneffect is opgetreden in de nikkelmetaalhydridebatterijen (blz. 13). • Er is een verandering opgetreden in de resterende gebruiksduur van de accu. p Zie blz. 117. De batterij is te snel leeg. • U hebt de camera in een buitengewoon koude omgeving gebruikt. • De batterijen zijn niet voldoende opgeladen. • De batterijen zijn onbruikbaar (blz. 121). • De batterijen zijn onbruikbaar (blz. 121). NL 96 p Plaats opgeladen batterijen (blz. 13). p Veeg enig vuil van de contactpunten met een droge doek (blz. 13). p Laad de batterijen alleen op nadat de resterende lading is opgebruikt om het probleem op te lossen. p Laad de batterijen alleen op nadat de resterende lading is opgebruikt zodat de indicator van de resterende batterijlading goed werkt (blz. 14). p Vervang de batterijen door nieuwe. p Zie blz. 117. p Laad de batterijen op (blz. 11). p Vervang de batterijen door nieuwe. Symptoom Oorzaak Oplossing De camera kan niet worden ingeschakeld. • De batterijen zijn niet op de juiste wijze geplaatst. • De netspanningsadapter (niet bijgeleverd) is niet goed aangesloten. • De batterijen zijn leeg. • De batterijen zijn onbruikbaar (blz. 121). p Plaats de batterijen op de juiste wijze (blz. 13). De camera schakelt plotseling uit. p Sluit de netspanningsadapter goed aan (blz. 16). p Plaats opgeladen batterijen (blz. 13). p Vervang de batterijen door nieuwe. • Als u de camera gedurende ongeveer drie p Schakel de camera weer in (blz. 17). minuten niet bedient terwijl deze is ingeschakeld, wordt de camera automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de batterijen leeg raken (blz. 17). • De batterijen zijn leeg. p Plaats opgeladen batterijen (blz. 13). Stilstaande beelden/bewegende beelden opnemen Oorzaak Oplossing Het LCD-scherm wordt niet ingeschakeld wanneer de camera wordt ingeschakeld. • De laatste keer toen u de camera gebruikte werd deze uitgeschakeld terwijl het LCD-scherm was uitgeschakeld. p Schakel het LCD-scherm in (blz. 32). Het onderwerp is niet zichtbaar op het LCDscherm. • De modusdraaiknop staat op SET UP of p Stel in op een andere functie dan SET UP of Het LCD-scherm wordt blauw en het onderwerp wordt niet weergegeven tijdens het opnemen van bewegende beelden. • Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fine)] terwijl een A/V-aansluitkabel is aangesloten op de A/V OUT (MONO) aansluiting. p Koppel de audio/video-aansluitkabel los. p Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan [640(Fine)]. Het beeld is onscherp. • Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. p Neem op in de close-up (macro)-opnamefunctie. Zorg bij het opnemen dat u de lens verder van het onderwerp positioneert dan de kortste opnameafstand (blz. 28). p Stel in op een andere functie dan of (blz. 36). . • De modusdraaiknop staat in de stand of bij het opnemen van stilstaande beelden. • De scherpstelling-voorkeuzefunctie is gekozen. (blz. 10). p Stel de automatische scherpstellingsfunctie in (blz. 50). Verhelpen van storingen Symptoom NL 97 NL 98 Symptoom Oorzaak Oplossing De zoomfunctie werkt niet. • U kunt de zoomvergroting niet veranderen tijdens het opnemen van bewegende beelden. — De digitale precisiezoomfunctie werkt niet. • [Digital Zoom] is ingesteld op [Smart] of [Off] in de SET UP-instellingen. • Deze functie kan niet worden gebruikt tijdens het opnemen van bewegende beelden. p Stel [Digital Zoom] in op [Precision] (blz. 27, 46 en 115). — De slimme-zoomfunctie werkt niet. p Stel [Digital Zoom] in op [Smart] (blz. 27, 46 en 115). • [Digital Zoom] is ingesteld op [Precision] of [Off] in de SET UP-instellingen. • Het beeldformaat is ingesteld op [5M] of [3:2]. p Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan [5M] en [3:2] (blz. 21 en 27). • U neemt op in de Multi-Burstmodus. p De smart-zoomfunctie kan niet worden gebruikt in de MultiBurstmodus (blz. 27 en 60). • Deze functie kan niet worden gebruikt tijdens — het opnemen van bewegende beelden. Het beeld is te donker. • U filmt een onderwerp met een lichtbron erachter. • De helderheid van het LCD-scherm is te laag. p Kies de lichtmeetfunctie (blz. 56). p Regel de belichting (blz. 53, 54 en 110). p Regel de helderheid van het LCD-scherm (blz. 116). Het beeld is te licht. • U neemt een onderwerp onder een spot op in een anderszins donkere omgeving, zoals op een podium. • De helderheid van het LCD-scherm is te hoog. p Regel de belichting (blz. 53, 54 en 110). Het beeld is monochroom (zwart-wit). • [PFX] (P. Effect) staat op [B&W]. p Stel in op een andere functie dan [B&W] (blz. 61). Bij het filmen van een zeer helder onderwerp verschijnen er verticale strepen. • Dit is een bekend storingsfenomeen. p Dit verschijnsel duidt niet op een storing. Wanneer u op een donkere plaats naar het LCD-scherm kijkt, is het beeld gestoord. • De camera probeert de zichtbaarheid van het p Dit is niet van invloed op het opgenomen beeld. LCD-scherm te vergroten door het beeld tijdelijk te verhelderen onder onderbelichte omstandigheden. p Regel de helderheid van het LCD-scherm (blz. 116). Symptoom Oorzaak Oplossing De camera kan geen beelden opnemen. • Er is geen "Memory Stick" geplaatst. • De "Memory Stick" is vol. p Plaats een "Memory Stick" (blz. 20). p Wis overbodige beelden opgeslagen op de "Memory Stick" (blz. 41 en 79). p Verwissel de "Memory Stick". p Schuif het in de opnamestand (blz. 120). • De schrijf-beveiligingsschakelaar op de "Memory Stick" staat in de stand LOCK. • Tijdens het opladen van de flitser kunt u geen beelden opnemen. • De modusdraaiknop staat in de stand SET UP of bij het opnemen van stilstaande beelden. • De modusdraaiknop staat bij het opnemen van bewegende beelden niet op . • Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fine)] tijdens het opnemen van bewegende beelden. — p Stel in op een andere functie dan SET UP of p Zet deze op (blz. 77). p Plaats een "Memory Stick PRO" (blz. 77 en 119). p Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan [640(Fine)]. • De lange sluitertijd-functie NR is geactiveerd. p Zie blz. 36. De flitser werkt niet. • De modusdraaiknop staat in de stand UP of . • De flitser staat op (niet flitsen). p Stel in op een andere functie dan • De modusschakelaar staat in de stand of bij het opnemen van stilstaande beelden. • De modusschakelaar staat in de stand of bij het opnemen van stilstaande beelden. • [Mode] (REC Mode) is ingesteld op [Burst] of [Multi Burst]. , SET UP of (blz. 10). p Stel de flitser in op automatisch (geen indicatie), (altijd flitsen) of SL (langzame synchro) (blz. 30). p Stel in op een andere functie dan of (blz. 36). p Stel de flitser in op (altijd flitsen) (blz. 30). p Stel in op een andere functie dan [Burst] of [Multi Burst]. , of De close-up (macro)• De modusschakelaar staat in de stand bij het opnemen van stilstaande beelden. opnamefunctie werkt niet. p Stel in op een andere functie dan Continu opnemen is niet mogelijk p Wis overbodige beelden opgeslagen op de "Memory Stick" (blz. 41 en 79). p Plaats opgeladen batterijen. • De "Memory Stick" is vol. • De batterij-restlading is onvoldoende, u kunt alleen een enkel beeld opnemen. De ogen van het onderwerp zijn rood. — , of (blz. 36). p Stel in de SET UP-instellingen [Red Eye Reduction] in op [On] (blz. 31 en 115). Verhelpen van storingen Het opnemen duurt erg lang. , SET (blz. 10). NL 99 Symptoom Oorzaak Oplossing De datum en tijd worden onjuist opgenomen. • De datum en tijd zijn niet juist ingesteld. p Stel de juiste datum en tijd in (blz. 18 en 116). De F-waarde en de sluitertijd knipperen wanneer u de sluiterknop tot halverwege indrukt. • De belichting is niet goed. p Stel de belichting goed in (blz. 54). Beelden bekijken NL 100 Symptoom Oorzaak Oplossing De camera kan geen beelden weergeven. • De modusdraaiknop staat niet op . • De map-/bestandsnaam is veranderd op de computer. • De camera kan een beeldbestand dat van de vaste schijf van de computer is gekopieerd niet weergeven als het bestand is bewerkt. • De camera staat in de USB-functie. p Zet deze op p Zie blz. 89. Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen, ziet het beeld er grof uit. • Als gevolg van de beeldverwerking kan kort na het begin van de weergave, het beeld er korrelig uitzien. p Dit is normaal. Het beeld verschijnt niet op het TV-scherm. • Het video-uitgangssignaal van uw camera is bij de SET UP-instellingen onjuist ingesteld. • De aansluiting is niet goed. p Verander de instellingen (blz. 46 en 116). Het beeld kan niet worden weergegeven op een computer. — p Zie blz. 101. (blz. 37). — p Annuleer de USB-communicatie (blz. 85 en 94). p Controleer de aansluiting (blz. 39). Beelden wissen/bewerken Symptoom Oorzaak Oplossing De camera kan geen beeld wissen. • Het beeld is beveiligd. • De schrijf-beveiligingsschakelaar op de "Memory Stick" staat in de stand LOCK. p Annuleer de beveiliging (blz. 67). p Schuif het in de opnamestand (blz. 120). U hebt per ongeluk een beeld gewist. • Als u eenmaal een beeld hebt gewist, kunt u dit niet herstellen. p Door de markering - (beveiliging) in te stellen, voortkomt u dat beelden per ongeluk worden gewist (blz. 67). p We adviseren u de schrijf-beveiliging van de "Memory Stick" in de stand LOCK te zetten om te voorkomen dat beelden per ongeluk worden gewist (blz. 120). De functie voor verandering van het formaat werkt niet. • U kunt het beeldformaat van bewegende beelden — en Multi Burst-beelden niet veranderen. U kunt een afdrukmarkering (DPOF) niet afbeelden. • U kunt afdrukmarkeringen (DPOF) niet afbeelden op bewegende beelden. Bewegende beelden kunnen niet worden geknipt. • De bewegende beelden duren niet lang genoeg — om te knippen. • Beveiligde bewegende beelden kunnen niet p Annuleer de beveiliging (blz. 67). worden geknipt. • Stilstaande beelden kunnen niet worden geknipt. — — Symptoom Oorzaak Oplossing U weet niet of het besturingssysteem van uw computer compatibel is. — p Controleer "Aanbevolen computeromgeving" (blz. 82 en 93). U kunt het USBstuurprogramma niet installeren. — p In Windows 2000 logt u in als Administrator (geautoriseerde beheerders) (blz. 82). Verhelpen van storingen Computers NL 101 Symptoom Oorzaak Oplossing Uw computer herkent de camera niet. • • • • p Schakel de camera in (blz. 17). p Gebruik de AC netspanningsadapter (niet bijgeleverd) (blz. 16). p Gebruik de bijgeleverde USB-kabel (blz. 84 en 94). p Koppel de USB-kabel los van zowel de computer als de camera en sluit deze vervolgens weer stevig aan. Zorg ervoor dat "USB Mode" wordt afgebeeld op het LCD-scherm (blz. 84). p Zet deze op [Normal] (blz. 46 en 116). De camera is uitgeschakeld. De batterij is zwak. U gebruikt niet de bijgeleverde USB-kabel. De USB-kabel is niet stevig aangesloten. • [USB Connect] is niet ingesteld op [Normal] in de SET UP-instellingen. • De USB-poorten op uw computer zijn behalve met het toetsenbord, de muis en de camera ook nog met andere apparatuur verbonden. • De camera is niet rechtstreeks aangesloten op de computer. • Het USB-stuurprogramma is niet geïnstalleerd. • Uw computer herkent het apparaat niet goed omdat u de camera hebt aangesloten op de computer met behulp van een USB-kabel vóórdat u de "USB Driver" (USBstuurprogramma) hebt geïnstalleerd vanaf de bijgeleverde CD-ROM. NL 102 p Koppel alle apparatuur van de USB-aansluitingen los, behalve het toetsenbord en de muis (blz. 82). p Sluit de camera rechtstreeks aan op de computer en niet via een USB hub of ander apparaat (blz. 82). p Installeer het USB-stuurprogramma (blz. 83). p Verwijder het verkeerd herkende apparaat uit de computer (blz. 86) en installeer het USB-stuurprogramma (blz. 83). U kunt geen beelden kopiëren. • De camera is niet goed aangesloten op uw computer. • U gebruikt voor het kopiëren niet de procedure die bij uw besturingssysteem past. • U hebt geprobeerd een opname te maken met een "Memory Stick" die geformatteerd was met een computer. p Sluit de camera en uw computer op de juiste wijze aan door gebruikmaking van de bijgeleverde USB-kabel (blz. 84). p Volg de procedure die bij uw besturingssysteem past (blz. 85, 86, 91 en 93). p Maak een opname met een "Memory Stick" die geformatteerd is door uw camera. Na een USB-verbinding tot stand te hebben gebracht, start "Picture Package" niet automatisch. — — p Start "Picture Package Menu" op en controleer [Settings]. p Breng een USB-verbinding tot stand terwijl de computer is ingeschakeld (blz. 84). Het beeld kan niet worden weergegeven op een computer. — p Als u het programma "Picture Package" gebruikt, moet u op help rechtsboven in elk scherm klikken. p Raadpleeg de fabrikant van de computer of de software. — Symptoom Oorzaak Oplossing Wanneer u bewegende beelden op een computer bekijkt, worden beeld en geluid onderbroken door storing. • U geeft de bewegende beelden rechtstreeks vanaf de "Memory Stick" weer. p Kopieer de bewegende beelden naar de harde schijf van uw computer en geef vervolgens de bewegende beelden vanaf de harde schijf weer (blz. 85, 86, 91 en 93). U kunt een beeld niet afdrukken. — p Controleer de printerinstellingen. Beelden die al een keer naar de computer gekopieerd zijn kunnen niet door de camera weergegeven worden. • Naar de verkeerde map gekopieerd. p Kopieer ze naar een beschikbare map, zoals "101MSDCF" (blz. 89). "Memory Stick" Oorzaak Oplossing U kunt geen "Memory Stick" in de camera plaatsen. • U probeert deze achterstevoren in de camera te plaatsen. p Steek deze op de juiste manier in de camera (blz. 20). U kunt niet opnemen op een "Memory Stick". • De schrijf-beveiligingsschakelaar op de "Memory Stick" staat in de stand LOCK. • De "Memory Stick" is vol. p Schuif deze in de opnamestand (blz. 119). • Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fine)] tijdens het opnemen van bewegende beelden. p Wis overbodige beelden opgeslagen op de "Memory Stick" (blz. 41 en 79). p Plaats een "Memory Stick PRO" (blz. 77 en 119). p Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan [640(Fine)]. U kunt een "Memory Stick" niet formatteren. • De schrijf-beveiligingsschakelaar op de "Memory Stick" staat in de stand LOCK. p Schuif deze in de opnamestand (blz. 120). U hebt een "Memory Stick" per ongeluk geformatteerd. • Alle gegevens op de "Memory Stick" worden gewist bij het formatteren. U kunt deze niet herstellen. p We adviseren u de schrijf-beveiligingsschakelaar van de "Memory Stick" in de stand LOCK te zetten om te voorkomen dat beelden per ongeluk worden gewist (blz. 120). Verhelpen van storingen Symptoom NL 103 PictBridge-compatibele printer Symptoom Oorzaak Oplossing De verbinding komt niet tot stand. • De printer is niet compatibel met PictBridge. • De printer is niet ingesteld voor een aansluiting met de camera. • [USB Connect] is niet ingesteld op [PictBridge] in de SET UP-instellingen. • De verbinding komt, afhankelijk van de omstandigheden, niet tot stand. p Raadpleeg de fabrikant van de printer. p Controleer of de printer is ingeschakeld en aangesloten kan worden op de camera. p Zet deze op [PictBridge] (blz. 116). • De camera is niet aangesloten op de printer. p Controleer dat de camera en de printer op de juiste wijze zijn aangesloten met behulp van de USB kabel. p Schakel de printer in. Voor meer informatie moet u de handleiding, die u meegeleverd kreeg, raadplegen. p Koppel de USB-kabel los en sluit deze weer aan. Als u nog steeds niet kunt afdrukken, moet u de USB kabel losmaken, de printer uitschakelen en daarna weer inschakelen, en dan weer de USB-kabel aansluiten. — U kunt geen beelden afdrukken. • De printer is niet ingeschakeld. • Als u tijdens het afdrukken [Exit] hebt gekozen, is het mogelijk dat u, afhankelijk van de printer, het afdrukken niet kunt hervatten. p Koppel de USB-kabel los en sluit deze weer aan. Bij het verschijnen van een foutmelding op de printer, moet u de handleiding van de printer raadplegen. • Bewegende beelden kunnen niet afgedrukt worden. • Beelden die bewerkt zijn met een computer of — beelden die met een andere camera dan deze zijn opgenomen, kunnen mogelijk niet afgedrukt worden. NL 104 De afdrukopdracht is geannuleerd. • U hebt de USB-kabel losgekoppeld voordat de aanduiding (USB-kabel niet loskoppelen) verdwenen was. — U kunt in de functie indexweergave geen datum invoeren of de afbeeldingen afdrukken. • De printer heeft deze functies niet. p Raadpleeg de fabrikant of de printer deze functies kan uitvoeren of niet. p Raadpleeg de fabrikant van de printer. "---- -- --" wordt afgedrukt op de plaats van de ingevoegde datum. • De datumgegevens zijn niet opgenomen met het beeld. • Afhankelijk van de printer kan de datum niet in de functie indexweergave ingevoerd worden. p Beelden zonder datumgegevens kunnen niet afgedrukt worden met de datum ingevoegd. Stel [Date] in op [Off] en druk daarna af. Overige Symptoom Oorzaak De camera werkt niet. • De batterij is zwak. (De indicatie E verschijnt.) p Laad de batterijen op (blz. 11). • De AC netspanningsadapter (niet bijgeleverd) is p Sluit deze stevig aan op de DC IN-aansluitbus van uw camera niet goed aangesloten. en op een stopcontact (blz. 16). Oplossing De camera is wel ingeschakeld, maar werkt niet. • De ingebouwde microcomputer werkt niet naar behoren. p Haal de batterijen eruit, plaats na één minuut de batterijen er weer in en schakel de camera in. Als dit niet werkt, drukt u met een puntig voorwerp op de RESET toets op de onderkant van de camera en schakelt u de camera weer in. (Hierdoor worden de datum- en tijdinstellingen, enz., gewist.) p Controleer de indicatie (blz. 124 tot 127). De lens raakt beslagen. • Er is condensvorming opgetreden. p Schakel de camera uit en laat deze ongeveer een uur bij kamertemperatuur staan zodat het vocht kan verdampen, alvorens de camera te gebruiken (blz. 117). De camera wordt warm wanneer u deze lang achtereen gebruikt. — p Dit is normaal. De lens beweegt niet wanneer u de camera uitschakelt. • De batterijen zijn leeg. p Vervang deze door opgeladen batterijen (blz. 11 en 13) of gebruik de netspanningsadapter (niet bijgeleverd) (blz. 16). Verhelpen van storingen U kunt een indicatie op het — scherm niet herkennen. NL 105 Waarschuwingen en meldingen Op het scherm kunnen de volgende meldingen verschijnen. Melding Betekenis/Oplossing No Memory Stick • Plaats een "Memory Stick" (blz. 20). System error • Schakel het apparaat uit en daarna weer in (blz. 17). Memory Stick error • • • • Memory Stick type error • De geplaatste "Memory Stick" kan niet in de camera worden gebruikt (blz. 119). Format error • De "Memory Stick" kon niet worden geformatteerd. Formatteer de "Memory Stick" opnieuw (blz. 43). Memory Stick locked • De schrijf-beveiligingsschakelaar op de "Memory Stick" staat in de stand LOCK. Schuif deze in de opnamestand (blz. 120). No memory space • De capaciteit van de "Memory Stick" is ontoereikend. U kunt geen beelden opnemen. Wis overbodige beelden (blz. 41 en 79). De geplaatste "Memory Stick" kan niet in de camera worden gebruikt (blz. 119). De "Memory Stick" is beschadigd. De aansluitpunten van de "Memory Stick" zijn vuil. Plaats de "Memory Stick" op de juiste wijze (blz. 20). Read only memory • De camera kan geen beelden opnemen op of wissen vanaf deze "Memory Stick". No file in this folder • Er zijn geen beelden opgenomen in deze map. Folder error • Een map met dezelfde eerste drie cijfers van de naam bestaat reeds op de "Memory Stick". (Bijvoorbeeld: 123MSDCF en 123ABCDE) Kies een andere map of maak een nieuwe map aan. Cannot create more folders • De map waarvan de eerste drie cijfers van de naam "999" is, bestaat reeds op de "Memory Stick". U kunt geen mappen aanmaken. NL 106 Cannot record • De camera kan geen beelden opnemen in de gekozen map. Kies een andere map (blz. 47). File error • Tijdens weergave van het beeld is er een fout opgetreden. File protect • Het beeld is beveiligd tegen wissen. Schakel de beveiliging uit (blz. 68). Image size over • U geeft een beeld weer met een formaat dat niet kan worden weergegeven op uw camera. Cannot divide • De bewegende beelden zijn niet lang genoeg om onder te verdelen. • Het bestand is geen bewegend beeld. Melding Betekenis/Oplossing Invalid operation • U probeert een bestand weer te geven dat werd aangemaakt op een ander apparaat dan deze camera. • De batterij is bijna of volledig uitgeput. Laad de batterijen op (blz. 11). Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden en het type batterijen, kan deze indicatie knipperen ondanks dat er nog 5 tot 10 minuten batterij-restlading over is. • Camerabewegingen kunnen optreden als gevolg van onvoldoende belichting. Gebruik de flitser, bevestig de camera op een statief of zet de camera op een andere manier vast. Turn the power off and on again • Een probleem met de lens heeft een storing veroorzaakt. 640(Fine) is not available • 640(Fine) formaat bewegende beelden kunnen alleen worden opgenomen op een "Memory Stick PRO". Plaats een "Memory Stick PRO" of stel het beeldformaat anders in dan [640(Fine)]. Enable printer to connect • [USB Connect] is ingesteld op [PictBridge], echter de camera is aangesloten op een apparaat dat niet PictBridgecompatibel is. Controleer het apparaat. • De verbinding komt, afhankelijk van de omstandigheden, niet tot stand. Koppel de USB-kabel los en sluit deze weer aan. Bij het verschijnen van een foutmelding op de printer, moet u de handleiding van de printer raadplegen. Connect to • U hebt geprobeerd afdrukken te maken vóórdat de printer was aangesloten. Sluit een printer aan die PictBridgecompatibel is. device • U hebt geprobeerd om [DPOF image] uit te voeren zonder eerst de aanduiding te controleren. • U hebt geprobeerd [All In This Folder] uit te voeren terwijl een map, waarin alleen maar bewegende beelden opgeslagen worden, gekozen was. U kunt bewegende beelden niet afdrukken. Printer busy • Aangezien de printer bezig is, kan het geen afdrukopdrachten ontvangen. Controleer de printer. Paper error • Er is een storing met het papier opgetreden, zoals papiertekort, papierophoping, enz. Controleer de printer. Ink error • Er is een storing met de inktvoorziening opgetreden. Controleer de printer. Printer error • De camera ontvangt een storingsmelding van de printer. Controleer de printer, of controleer de foto, die u wilt afdrukken, op beschadigingen. • Het is mogelijk dat de gegevensoverdracht naar de printer nog niet voltooid is. Koppel de USB-kabel niet los. Verhelpen van storingen No printable image NL 107 Zelfdiagnosefunctie – Indien er een code verschijnt die met een letter begint Deze camera beschikt over een zelfdiagnosefunctie. Met deze functie wordt de toestand van de camera weergegeven op het LCD-scherm met een combinatie van één letter en vier cijfers. Indien dat gebeurt, raadpleeg dan de volgend codetabel en probeer de bijbehorende oplossingen uit. De laatste twee cijfers (hieronder aangeduid met twee blokjes ss) verschillen afhankelijk van de toestand van de camera. C:32:ss Zelfdiagnosefunctie NL 108 Code Oorzaak Remedie C:32: ss Er is een probleem met de hardware van de camera. • Schakel het apparaat uit en daarna weer in (blz. 17). C:13: ss De camera kan geen gegevens lezen vanaf of schrijven op de "Memory Stick". • Plaats de "Memory Stick" meerdere keren opnieuw. Er is een ongeformatteerde "Memory Stick" geplaatst. • Formatteer de "Memory Stick" (blz. 43). De geplaatste "Memory Stick" kan niet in deze camera worden gebruikt, of de gegevens zijn beschadigd. • Plaats een nieuwe "Memory Stick" (blz. 20). Er heeft zich een probleem voorgedaan dat u zelf niet kunt oplossen. • Druk op de RESET-toets (blz. 96) onder op de camera en schakel daarna de camera opnieuw in. E:61: ss E:91: ss E:92: ss Neem contact op met uw Sony-dealer of de plaatselijke technische dienst van Sony indien u het probleem niet zelf kunt oplossen, zelfs nadat u meerdere keren de bovenstaande oplossingen hebt uitgeprobeerd. Aanvullende informatie Multi Burst Aantal beelden dat kan worden opgeslagen of opnameduur Het aantal beelden dat kan worden opgeslagen en de opnameduur verschillen, afhankelijk van de "Memory Stick", het beeldformaat, en de beeldkwaliteit. Raadpleeg de tabellen hiernaast wanneer u een "Memory Stick" kiest. 16MB 32MB 64MB 128MB 24 (46) 50 (93) 101 (187) 202 (376) MSX-256 MSX-512 MSX-1G 357 (649) 726 (1320) 1482 (2694) Bewegend beeld 640(Fine) 640(Standard) 160 16MB — 0:00:42 0:11:12 32MB — 0:01:27 0:22:42 64MB — 0:02:56 0:45:39 128MB — 0:05:54 1:31:33 MSX-256 MSX-512 MSX-1G 0:02:57 0:06:02 0:12:20 0:10:42 0:21:47 0:44:27 2:51:21 5:47:05 11:44:22 De getallen geven de opnametijd weer. Bij voorbeeld: "1:34:45" betekent "1 uur, 34 minuten, 45 seconden". • Het beeldformaat is als volgt: 640(Fine): 640×480 640(Standard): 640×480 160: 160×112 Aanvullende informatie • Het aantal beelden is vermeld in de volgorde Fine (Standard). • Het aantal beelden dat kan worden opgeslagen en de opnameduur kunnen variëren afhankelijk van de opnameomstandigheden. • Voor de normale opnameduur en het aantal beelden dat kan worden opgenomen, zie blz. 23. • Wanneer het aantal resterende beelden om op te nemen hoger is dan 9.999, verschijnt de ">9999" indicatie op het LCD-scherm. 1M (Eenheden: beelden) NL 109 Menuonderdelen De te wijzigen menuonderdelen kunnen, afhankelijk van de positie van de modusschakelaar of de instellingen, verschillen. De fabrieksinstellingen zijn aangegeven met x. Wanneer de modusdraaiknop op staat Onderdeel Instelling Beschrijving Mode (REC Mode) Multi Burst – Voor opname van een ononderbroken reeks van 16 beelden in een enkele afbeelding (blz. 60). – Neemt ononderbroken op (blz. 59). – Een beeld met de normale opnamemodus opnemen. Burst xNormal Wanneerde modusdraaiknop op P of M Onderdeel Instelling Beschrijving (EV)1) +2.0EV / +1.7EV / +1.3EV / +1.0EV / +0.7EV / +0.3EV / x0EV / –0.3EV / –0.7EV / –1.0EV / –1.3EV / –1.7EV / –2.0EV De belichting regelen (blz. 54). 9 (Focus) / 7.0m / 3.0m / 1.0m / 0.5m / Center AF / xMulti AF De automatische scherpstellingsmethode kiezen (blz. 48), of de scherpstelling vooraf instellen (blz. 50). Spot / xMulti Overeenstemmen met de belichting van het onderwerp dat u wilt opnemen (blz. 56). Het lichtmeetbereik instellen. (Metering mode) WB (White Bal) NL 110 / / / / xAuto De witbalans instellen (blz. 57). Onderdeel Instelling Beschrijving ISO 400 / 200 / 100 / xAuto De ISO-gevoeligheid kiezen. Kies een hoog nummer wanneer u op een donkere plaats of een snel bewegend onderwerp opneemt, of kies een laag nummer om een hoge beeldkwaliteit te krijgen. • Merk op dat het beeld meer ruis zal vertonen naar mate de ISOgevoeligheidswaarde hoger wordt. xFine / Standard Beelden opnemen met fijne/standaard kwaliteit (blz. 46). Multi Burst – Voor opname van een ononderbroken reeks van 16 beelden in een enkele afbeelding (blz. 60). – Neemt ononderbroken op (blz. 59). – Een beeld met de normale opnamemodus opnemen. (P.Quality) Mode (REC Mode) Burst xNormal (Interval) 1/7.5 / 1/15 / x1/30 Het Multi Burst-interval kiezen (blz. 60). (Deze instelling kan niet worden gemaakt wanneer [Mode] (REC Mode) op het menu is ingesteld op een andere instelling dan [Multi Burst].) (Flash Level) + / xNormal / – De hoeveelheid flitserlicht instellen (blz. 58). M B&W / Sepia / xOff Speciale beeldeffecten instellen (blz. 61). (Saturation) + / xNormal / – De verzadiging van het beeld instellen. De wanneer de instelling Normal is). (Contrast) + / xNormal / – De contrast van het beeld instellen. De de instelling Normal is). indicatie verschijnt (behalve wanneer + / xNormal / – De scherpte van het beeld regelen. De de instelling Normal is). indicatie verschijnt (behalve wanneer PFX (P.Effect) 1) Dit gebeurt niet als de modusschakelaar is ingesteld op M. Aanvullende informatie (Sharpness) indicatie verschijnt (behalve NL 111 Wanneer de modusdraaiknop op Onderdeel (EV) 9 (Focus)1) , , ISO (P.Quality) (Flash Level)3) PFX (P.Effect) 1) De staat De belichting regelen (blz. 54). / 7.0m / 3.0m / 1.0m / 0.5m / Center AF / xMulti AF De automatische scherpstellingsmethode kiezen (blz. 48), of de scherpstelling vooraf instellen (blz. 50). Spot / xMulti Overeenstemmen met de belichting van het onderwerp dat u wilt opnemen (blz. 56). Het lichtmeetbereik instellen. / / / / xAuto De witbalans instellen (blz. 57). Auto [Auto] wordt automatisch gekozen. xFine / Standard Beelden opnemen met fijne/standaard kwaliteit (blz. 46). Burst xNormal (Interval)2) of +2.0EV / +1.7EV / +1.3EV / +1.0EV / +0.7EV / +0.3EV / x0EV / –0.3EV / –0.7EV / –1.0EV / –1.3EV / –1.7EV / –2.0EV Mode (REC Mode)1) Multi Burst M , Beschrijving (Metering mode) WB (White Bal)1) , Instelling – Voor opname van een ononderbroken reeks van 16 beelden in een enkele afbeelding (blz. 60). – Neemt ononderbroken op (blz. 59). – Een beeld met de normale opnamemodus opnemen. 1/7.5 / 1/15 / x1/30 Het Multi Burst-interval kiezen (blz. 60). (Deze instelling kan niet worden gemaakt wanneer [Mode] (REC Mode) op het menu is ingesteld op een andere instelling dan [Multi Burst].) + / xNormal / – De hoeveelheid flitserlicht instellen (blz. 58). B&W / Sepia / xOff Speciale beeldeffecten instellen (blz. 61). keuze van de instelling is beperkt overeenkomstig de stand van de modusdraaiknop (blz. 36). gebeurt niet als de modusdraaiknop is ingesteld op , of . 3) Dit gebeurt niet als de modusdraaiknop is ingesteld op of . 2) Dit NL 112 Wanneer de modusdraaiknop op Onderdeel (EV) 9 (Focus) staat Instelling Beschrijving +2.0EV / +1.7EV / +1.3EV / +1.0EV / +0.7EV / +0.3EV / x0EV / –0.3EV / –0.7EV / –1.0EV / –1.3EV / –1.7EV / –2.0EV De belichting regelen (blz. 54). / 7.0m / 3.0m / 1.0m / 0.5m / Center De automatische scherpstellingsmethode kiezen (blz. 48), of de scherpstelling vooraf instellen (blz. 50). AF / xMulti AF Spot / xMulti Overeenstemmen met de belichting van het onderwerp dat u wilt opnemen (blz. 56). Het lichtmeetbereik instellen. (Metering mode) WB (White Bal) PFX (P.Effect) / / / B&W / Sepia / xOff / xAuto De witbalans instellen (blz. 57). Speciale beeldeffecten instellen (blz. 61). Aanvullende informatie NL 113 Wanneer de modusdraaiknop op Onderdeel staat Instelling Beschrijving (Folder) OK / Cancel De map selecteren waarin zich het beeld bevindt dat u wilt weergeven (blz. 62). (Protect) — Beelden beveiligen tegen per ongeluk wissen, en de beveiliging opheffen (blz. 67). (DPOF) — Afdrukmarkeringen (DPOF) op stilstaande beelden aanbrengen die u wilt afdrukken, en deze opheffen (blz. 69). (Print) — Voor het afdrukken van beelden met een printer die PictBridge-compatibel is (blz. 71). (Slide) Interval – Het interval voor een diavoorstelling instellen (blz. 64). (Alleen in de enkelbeeldmodus) x3 sec / 5 sec / 10 sec / 30 sec / 1 min – Het bereik van de beelden die u wilt weergeven instellen. xFolder / All – De beelden herhaaldelijk weergeven. xOn / Off – De diavoorstelling laten beginnen. – De diavoorstelling annuleren. Image Repeat Start Cancel (Resize) NL 114 5M / 3M / 1M / VGA / Cancel (Rotate) (links) / (Divide) OK / Cancel Het formaat van het opgenomen stilstaande beeld veranderen (blz. 68). (Alleen in de enkelbeeldmodus) (rechts) / OK / Cancel Het stilstaande beeld roteren (blz. 65). (Alleen in de enkelbeeldmodus) Een bewegend beeld onderverdelen (blz. 80). (Alleen in de enkelbeeldmodus) SET UP-onderdelen Zet de modusdraaiknop op SET UP. Het SET UP-scherm verschijnt. De fabrieksinstellingen zijn aangegeven met x. (Camera) Onderdeel Instelling Beschrijving AF Mode xSingle / Monitor De scherpstellingsfunctie kiezen (blz. 49). Digital Zoom xSmart / Precision / Off De digitale zoomfunctie kiezen (blz. 26). Date/time Day&Time / Date / xOff Bepalen of u de datum of de tijd wilt projecteren op het beeld (blz. 33). De datum en tijd worden niet ingevoegd in bewegende beelden of in de Multi Burstfunctie. Bovendien verschijnen de datum en tijd alleen tijdens het weergeven en niet tijdens het opnemen. On / xOff Bij gebruik van een flitser het rode-ogeneffect verminderen (blz. 31). AF Illuminator xAuto / Off Kiezen of een AF-hulpverlichting in het donker wordt gebruikt. Dit helpt wanneer het moeilijk is scherp te stellen op het onderwerp bij slechte belichting (blz. 31). Auto Review On / xOff Kiezen of het opgenomen beeld automatisch wordt weergegeven op het LCD-scherm onmiddellijk na het opnemen van een stilstaand beeld. Indien ingesteld op [On], wordt het opgenomen beeld gedurende ongeveer twee seconden weergegeven. Gedurende deze periode kunt u het volgende beeld niet opnemen. (Memory Stick Tool) Onderdeel Instelling Beschrijving Format OK / Cancel De "Memory Stick" formatteren. Door het formatteren worden alle gegevens op de "Memory Stick" gewist, inclusief beveiligde beelden (blz. 43). Create REC. Folder OK / Cancel Een map aanmaken voor het opnemen van beelden (blz. 47). Change REC. Folder OK / Cancel Aanvullende informatie Red Eye Reduction De map veranderen waarin de opgenomen beelden worden opgeslagen (blz. 47). NL 115 1 (Setup 1) Onderdeel Instelling Beschrijving LCD Backlight Bright / xNormal / Dark De helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm kiezen. Door [Bright] te kiezen, wordt het scherm helder en goed zichtbaar wanneer de camera buiten of op een andere goed verlichte plek wordt gebruikt, maar ook wordt er dan meer batterijstroom verbruikt. Wordt alleen afgebeeld wanneer u de camera van stroom voorziet met behulp van de batterijen. Beep Shutter xOn Off – Schakelt het sluitergeluid in dat klinkt als u de sluiterknop indrukt. – Schakelt de pieptoon/het sluitergeluid in die/dat klinkt als u de regelknop/sluiterknop indrukt. – De pieptoon/het sluitergeluid uitschakelen. A Language — De menuonderdelen, waarschuwingen en meldingen afbeelden in de geselecteerde taal. 2 (Setup 2) Onderdeel Instelling Beschrijving File Number xSeries – Nummers toewijzen aan bestanden op volgorde, zelfs als de "Memory Stick" wordt verwisseld of een andere opnamemap wordt gebruikt. – De nummering terugstellen en opnieuw beginnen bij 0001 iedere keer wanneer de opnamemap wordt veranderd. (Als de opnamemap een bestand bevat, wordt een nummer hoger dan het hoogste reeds toegekende nummer toegewezen.) Reset USB Connect NL 116 xNormal Voor het veranderen van de functie USB bij aansluiting van een computer of een PictBridgecompatibel printer, met behulp van een USB-kabel (blz. 71, 82, 84 en 93). Video Out NTSC PAL – Het video-uitgangssignaal instellen op de NTSC-modus (bijvoorbeeld de VS of Japan). – Het video-uitgangssignaal instellen op de PAL-modus (bijvoorbeeld Europa). Clock Set OK / Cancel Voor het instellen van datum en tijd (blz. 18 en 46). PictBridge / PTP / Voorzorgsmaatregelen Laat de camera niet liggen op de volgende plaatsen Condensvorming treedt gemakkelijk op wanneer: • De camera van een koude plaats, zoals een skihelling, naar een goed verwarmde ruimte wordt overgebracht • De camera bij warm weer vanuit een kamer of auto met airconditioning mee naar buiten wordt genomen, enz. Bedrijfstemperatuur Wanneer er condensvorming optreedt Schakel de camera uit en wacht ongeveer een uur om het vocht te laten verdampen. Als u probeert om opnamen te maken terwijl er nog vocht in de lens aanwezig is, zullen de opgenomen beelden niet helder zijn. Uw camera is ontworpen voor gebruik bij een temperatuur van 0°C tot 40°C. Het maken van opnamen op extreem koude of warme plaatsen met temperaturen die buiten het bovenstaande bereik vallen, is niet aan te bevelen. Reiniging Het LCD-scherm reinigen Veeg het schermoppervlak schoon met een LCD-reinigingsset (niet bijgeleverd) om vingerafdrukken, stof, enz. te verwijderen. Reiniging van de lens Veeg de lens schoon met een zachte doek om vingerafdrukken, stof, enz. te verwijderen. Condensvorming Als de camera rechtstreeks van een koude naar een warme omgeving wordt overgebracht, of in een zeer vochtige ruimte wordt neergelegd, kan er vocht condenseren in of op de behuizing van de camera. Deze vochtcondensatie kan een storing in de camera veroorzaken. Hoe condensvorming te voorkomen Wanneer u de camera van een koude naar een warme ruimte brengt, verpakt u de camera in een goed gesloten plastic zak en laat u deze langzaam (ongeveer een uur) acclimatiseren. Aanvullende informatie • In bijzonder hete plaatsen, zoals in een auto die in de volle zon is geparkeerd. De behuizing van de camera kan vervormd raken of hierdoor kan een storing optreden. • Onder rechtstreeks zonlicht of nabij een verwarmingsbron. De behuizing van de camera kan verkleurd of vervormd raken of hierdoor kan een storing optreden. • Op plaatsen met trillingen • In de buurt van een sterk magnetisch veld • Op zanderige of stoffige plaatsen, dus wees voorzichtig dat er geen zand of stof in de camera komt. Hierdoor kan in de camera een storing optreden en in bepaalde gevallen kan deze storing niet worden verholpen. De buitenkant van de camera reinigen Maak de buitenkant van de camera schoon met een zachte doek bevochtigd met water en veeg het oppervlak daarna droog met een droge doek. Gebruik de onderstaande middelen niet omdat deze de afwerking of de behuizing kunnen beschadigen. – Chemische producten zoals verdunner, benzine, alcohol, wegwerpdoeken, insecticiden enz. – Aanraking van de camera met een bovenstaande stof aan uw handen – Aanraking door rubber of vinyl gedurende een lange tijd NL 117 Ingebouwde oplaadbare knoopbatterij De interne oplaadbare knoopbatterij verwijderen Deze camera is voorzien van een ingebouwde oplaadbare knoopbatterij voor handhaving van de datum en tijd en andere instellingen, ongeacht of het apparaat is ingeschakeld of uitgeschakeld. Deze oplaadbare knoopbatterij wordt tijdens het gebruik van de camera continu opgeladen. Indien u de camera echter alleen voor korte perioden gebruikt, raakt deze batterij geleidelijk uitgeput. Indien u de camera helemaal niet gebruikt, is de batterij na circa één maand volledig uitgeput. In dit geval dient u de oplaadbare knoopbatterij altijd op te laden voordat u de camera gaat gebruiken. Ook indien deze oplaadbare knoopbatterij niet wordt opgeladen, kunt u de camera nog altijd gebruiken zolang u de datum en tijd niet opneemt. Wanneer u de camera afdankt, moet u de interne oplaadbare knoopbatterij uit de camera verwijderen. Oplaadmethode Plaats opgeladen batterijen of sluit de camera aan op een stopcontact met behulp van de AC netspanningsadapter (niet bijgeleverd) en laat de camera 24 uur of langer uitgeschakeld liggen. NL 118 Raak de interne oplaadbare knoopbatterij niet aan tijdens het gebruik. Wanneer de knoopbatterij is verwijderd, kunt u deze niet terugplaatsen. Volg de richtlijnen voor klein chemisch afval wanneer u de oplaadbare knoopbatterij weggooit. Met de volgende procedure kunt u de knoopbatterij eenvoudig verwijderen. Gereedschap: een platkopschroevendraaier of een gelijkaardig gereedschap. Controleer of de camera is uitgeschakeld voordat u de volgende bewerking uitvoert. Verwijder ook de netspanningsadapter en de accu. a Open het batterijdeksel. Houder van de interne oplaadbare knoopbatterij b Steek het gereedschap in de gleuf, zoals aangegeven in de afbeelding, en duw het omhoog in de richting van de pijl. Zorg ervoor dat u de batterijhouder hierbij niet aanraakt. c Wanneer de houder van de interne oplaadbare knoopbatterij los komt en de knoopbatterij zichtbaar wordt, pakt u de de houder met uw vingers vast en trekt u deze in de richting van de pijl om de flexibele kabel eraf te scheuren. "Memory Stick" is een compact, draagbaar IC-opnamemedium met een gegevenscapaciteit groter dan dat van een floppy disk. De typen "Memory Stick" die kunnen worden gebruikt met deze camera staan vermeld in de onderstaande tabel. Een goede werking kan echter niet worden gegarandeerd voor alle functies van de "Memory Stick". "Memory Stick" type "MagicGate Memory Stick" en "Memory Stick PRO" zijn uitgerust met MagicGate functies. MagicGate is een copyrightbeschermingstechnologie die gebruik maakt van encryptietechnologie. Opnemen/weergeven van gegevens waarbij MagicGate functies zijn vereist, kan niet met deze camera worden uitgevoerd. 3) Ondersteunt een hoge gegevensoverdrachtsnelheid via een parallelle interface. 4) Bewegende beelden in het beeldformaat 640(Fine) kunnen alleen opgenomen en weergegeven worden met behulp van "Memory Stick PRO" of "Memory Stick PRO Duo". Opnemen/ weergeven4) Memory Stick a Memory Stick Duo1) a Memory Stick Duo (MagicGate/hoge gegevensoverdrachtsnelheid)1) a2) 3) MagicGate Memory Stick a2) MagicGate Memory Stick Duo1) a2) Memory Stick PRO a2) 3) Memory Stick PRO Duo1) a2) 3) 1) Wanneer u een "Memory Stick Duo" wilt gebruiken met de camera, steekt u het dan in een Memory Stick Duo-adapter. • Als een "Memory Stick" is geformatteerd op een computer, kan de juiste werking ervan in deze camera niet worden gegarandeerd. • De lees-/schrijfsnelheid van de gegevens verschilt afhankelijk van de gebruikte "Memory Stick" en apparatuur. Aanvullende informatie d Steek het gereedschap in de gleuf, zoals aangegeven in de afbeelding, en verwijder de interne oplaadbare knoopbatterij uit de houder. 2) Over "Memory Stick" NL 119 Opmerkingen betreffende de "Memory Stick" (bijgeleverd) • U kunt geen beelden opnemen, bewerken of wissen wanneer de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK staat. Aansluiting Schrijfbeveiligingsschakelaar Plaats van het etiket De stand of de vorm van de schrijfbeveiligingsschakelaar kan verschillend zijn afhankelijk van de "Memory Stick" die u gebruikt. NL 120 • De "Memory Stick" mag niet worden verwijderd terwijl deze bezig is met het lezen of wegschrijven van gegevens. • De gegevens kunnen in de volgende gevallen beschadigd zijn: – wanneer de "Memory Stick" eruit is gehaald of de camera is uitgeschakeld tijdens het lezen of schrijven – wanneer de "Memory Stick" wordt gebruikt op plaatsen met statische elektriciteit of elektrische ruis • We raden u aan van belangrijke gegevens een reservekopie te maken. • Bevestig uitsluitend het bijgeleverde etiket op de voorgeschreven plaats. • Bevestig het bijgeleverde etiket op de voorgeschreven plaats. Let erop dat het etiket niet buiten deze plaats steekt. • Wanneer u de "Memory Stick" draagt of bewaart, plaatst u deze terug in het doosje dat erbij geleverd werd. • Raak de aansluitpunten van de "Memory Stick" niet aan met uw hand of een metalen voorwerp. • De "Memory Stick" niet slaan, verbuigen of laten vallen. • De "Memory Stick" mag niet worden gedemonteerd of getransformeerd. • Stel de "Memory Stick" niet bloot aan water. • U mag de "Memory Stick" niet gebruiken of bewaren op de volgende plaatsen: – plaatsen met een hoge temperatuur, zoals in een hete auto die in de zon is geparkeerd – plaatsen die zijn blootgesteld aan direct zonlicht – vochtige plaatsen of plaatsen waar corrosieve middelen aanwezig zijn Opmerkingen betreffende de "Memory Stick Duo" (niet bijgeleverd) • Wanneer u een "Memory Stick Duo" wilt gebruiken met de camera, steekt u de "Memory Stick Duo" in een Memory Stick Duo-adapter. Als u een "Memory Stick Duo" in een "Memory Stick" compatibel apparaat steekt zonder een Memory Stick Duo-adapter, is het mogelijk dat u hem niet meer uit het apparaat kunt halen. • Wanneer u een "Memory Stick Duo" in een Memory Stick Duo-adapter steekt, moet u ervoor zorgen dat de "Memory Stick Duo" in de juiste richting wordt geplaatst. • Wanneer u een "Memory Stick Duo" gebruikt in deze camera, die geplaatst is in een Memory Stick Duo-adapter, moet u ervoor zorgen dat de "Memory Stick Duo" in de juiste richting wordt geplaatst. Merk op dat door onjuist gebruik de camera kan worden beschadigd. • Steek geen Memory Stick Duo-adapter in een "Memory Stick" compatibel apparaat zonder dat er een "Memory Stick Duo" in de adapter zit. Als u dit toch doet, kan een storing in de camera optreden. • Als u de "Memory Stick Duo" wilt formatteren, moet u de "Memory Stick Duo" in de Memory Stick Duo-adapter steken. • Als de "Memory Stick Duo" uitgerust is met een schrijfbeveiligingsschakelaar, moet u deze uit de stand Lock halen. Opmerking betreffende de "Memory Stick PRO" (niet bijgeleverd) Een "Memory Stick PRO" met een capaciteit van maximaal 1GB is getest en goed bevonden voor gebruik met deze camera. Over nikkelmetaalhydridebatterijen Effectief gebruik van de batterijen • De levensduur van de batterijen is beperkt. De capaciteit van de batterijen neemt geleidelijk af naarmate u deze meer gebruikt en de tijd verstrijkt. Wanneer de gebruiksduur van de batterijen aanzienlijk korter lijkt te zijn geworden, is het waarschijnlijk dat de batterijen aan het einde van hun levensduur zijn gekomen. • De levensduur van de batterijen verschilt afhankelijk van opslag, gebruiksomstandigheden en omgevingsfactoren, en is verschillend voor iedere batterij. Over de batterijlader • Laad geen andere batterijen op dan Sony nikkel-metaalhydridebatterijen in de batterijlader die bij de camera werd geleverd. Als u een ander soort batterij dan de voorgeschreven soort batterijen probeert op te laden (bijv. mangaanbatterijen, alkalibatterijen, lithiumbatterijen of Ni-Cd-batterijen), kunnen die batterijen gaan lekken, oververhit raken of exploderen en daarmee brandwonden of ander letsel veroorzaken. • Laad volledig opgeladen nikkelmetaalhydridebatterijen niet nogmaals op. Anders is er gevaar voor lekkage, oververhitting, explosie of elektrische schokken. • Wanneer u batterijen oplaadt met een hoog vermogen, anders dan de bijgeleverde batterijen, met de bijgeleverde batterijlader, is het mogelijk dat het volledige vermogen van de batterij niet beschikbaar is. Aanvullende informatie • De prestaties van de batterijen worden lager in omgevingen met een lage temperatuur en onder dergelijke omstandigheden is de levensduur van de batterijen korter. Om de batterijen zo lang mogelijk te kunnen gebruiken, adviseren wij u de batterijen in hun doosje te bewaren op een plaats dicht bij uw lichaam om ze warm te houden, en de batterijen pas in de camera te plaatsen vlak voordat u gaat opnemen. • Als u vaak opneemt met gebruikmaking van de flitser en de zoom, zal de batterijlading sneller worden verbruikt. • Wij adviseren voldoende reservebatterijen voor te bereiden voor twee of drie keer de verwachte opnameduur en een proefopname te maken alvorens de camera daadwerkelijk te gebruiken. • Stel de batterijen niet bloot aan water. De batterijen zijn niet bestand tegen water. Levensduur van de batterijen NL 121 • Wanneer het CHARGE-lampje knippert, kan dit op een batterijfout duiden of op het feit dat andere dan de voorgeschreven batterijen zijn geplaatst. Controleer dat het batterijen van het voorgeschreven soort zijn. Als de batterijen inderdaad van het voorgeschreven soort zijn, haalt u alle batterijen eruit, vervangt u deze door nieuwe of andere, en controleert u of de batterijlader goed werkt. Als de batterijlader goed werkt, kan een batterijfout zijn opgetreden. NL 122 [Ingangs- en uitgangsaansluitingen] Technische gegevens x Camera [Systeem] Beeldsysteem 9,04 mm (1/1,8 type) kleuren-CCD Primair kleurfilter Totaal aantal pixels van de camera Circa 5 255 000 pixels Effectief aantal pixels van de camera Circa 5 090 000 pixels Lens Carl Zeiss Vario-Tessar 3× zoomlens f = 7,9 – 23,7 mm (38 – 114 mm omgerekend naar een 35 mm fotocamera) F2.8 – 5.2 Belichtingsregeling Automatische belichting, Handmatige belichting, Schemer, Schemer-portret, Kaarslicht, Landschap, Strand, Zachte sluiter Witbalans Automatisch, Daglicht, Bewolkt, Fluorescerend, Kaarslicht Bestandsformaat (voldoet aan DCF) Stilstaande beelden: Exif Versie 2.2 overeenkomstig JPEG, compatibel met DPOF Bewegende beelden: overeenkomstig MPEG1 (mono) Opnamemedium "Memory Stick" Flitser Aanbevolen afstand (ISO instellen op Auto): 0,2 m tot 3,5 m (W) 0,3 m tot 2,5 m (T) A/V OUT (MONO)-aansluitbus (mono) Mini-aansluiting Video: 1 Vp-p, 75Ω, asymmetrisch, negatieve sync Audio: 327 mV (bij een belasting van 47 kΩ) Uitgangsimpedantie 2,2 kΩ USB-aansluitbus mini-B USB verbinding Hi-Speed USB (voldoet aan USB 2.0) [LCD-scherm] LCD-scherm 6,2 cm (2,5 type) TFT drive Totaal aantal beeldpunten 123 200 (560×220) beeldpunten [Stroomvoorziening, algemeen] x BC-CS2A/CS2B Ni-MH batterijlader Voeding 100 tot 240 V wisselstroom, 50/60 Hz 3W Uitgangsspanning AA : 1,4 V gelijkstroom, 400 mA × 2 AAA : 1,4 V gelijkstroom, 160 mA × 2 Bedrijfstemperatuurbereik 0 °C tot +40 °C Opslagtemperatuurbereik –20 °C tot +60 °C Afmetingen 71 × 30 × 91 mm (B/H/D) Gewicht Circa 90 g x AC-LS5 netspanningsadapter (niet bijgeleverd) Ingangsspanning 100 V tot 240 V wisselstroom, 50/60 Hz, 11 W, 0,16 A tot 0,09 A Uitgangsspanning 4,2 V gelijkstroom, 1,5 A Bedrijfstemperatuur 0 °C tot +40 °C Opslagtemperatuur –20 °C tot +60 °C Afmetingen Circa 48 × 29 × 81 mm (B/H/D, excl. uitstekende delen) Gewicht Circa 130 g x Accessoires • HR6 (AA-formaat) Ni-MH batterijen (DSC-W1: 2, DSC-W12: 4) • Batterijhouder (DSC-W1: 1, DSC-W12: 2) • BC-CS2A/CS2B Ni-MH Batterijlader (1) • Netsnoer (1) • USB-kabel (1) • A/V-verbindingskabel (1) • Polsriem (1) • "Memory Stick" (32 MB) (1) • CD-ROM (USB-stuurprogramma SPVD-012) (1) • Gebruiksaanwijzing (1) • Zachte draagtas (alleen DSC-W12) (1) Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens zijn voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving. Aanvullende informatie Stroomvoorziening AA-formaat nikkelmetaalhydridebatterijen (2), 2,4 V AC-LS5 netspanningsadapter (niet bijgeleverd), 4,2 V Stroomverbruik (tijdens het opnemen met het LCD-scherm ingeschakeld) 1,4 W Bedrijfstemperatuur 0 °C tot +40 °C Opslagtemperatuur –20 °C tot +60 °C Afmetingen 91 × 60 × 36,3 mm (B/H/D, excl. uitstekende delen) Gewicht Ong. 250 g (incl. 2 batterijen, "Memory Stick" en polsriem) Microfoon Electret-condensatormicrofoon Luidspreker Dynamische luidspreker Exif Print Compatibel PRINT Image Matching II Compatibel PictBridge Compatibel NL 123 Het LCD-scherm Bij opname van stilstaande beelden 1 2 3 4 5 101 VGA 1/30” C:32:00 ql w; 6 7 8 9 0 qa qs qd + Return S AF A Opnamemodus-indicatie (59, 60)/ Beeldformaat-indicatie (21) B Zelfontspanner-indicatie (29) C AE/AF-vergrendelings-indicatie (25, 50) D Batterij-restladings-indicatie (14) E Witbalans-indicatie (57)/ Modusdraaiknop-indicatie (10)/ Flitsmodus-indicatie (30)/ Indicatie van vermindering van rode-ogeneffect (31) NL 124 qf qg qh qj qk wa ws 2.5 F3.5 +2.0EV wd wf wg F Scherpte-indicatie (111)/ Verzadigings-indicatie (111)/ Contrast-indicatie (111)/ AF-illuminator-indicatie (31, 115) G Lichtmeetmodus-indicatie (56)/ Beeldeffect-indicatie (61) H Waarschuwings-indicatie lege batterij (107) I Aanduiding instelfunctie handmatige belichting (51) J Macro-indicatie (28) K AF-functie (49)/Indicatie van AFframe van bereikzoeker (48)/ Scherpstelling-voorkeuzewaarde (50) L Dradenkruis van de spot lichtmeting (57) M Lange sluitertijd NR-indicatie (36)/Sluitertijd-indicatie N Multi Burst-intervalindicatie (60) O Beeldkwaliteitsindicatie (46) P Opnamemap-indicatie (47) Q Indicatie van resterend aantal opneembare beelden (23) R Resterende-"Memory Stick"capaciteit-indicatie S Zelfdiagnosefunctie (108)/ Datum/tijd-indicatie (33) T ISO-richtgetalindicatie (111) U Histogram-indicatie (55) V Menu/Gidsmenu (45) W Diafragmawaarde-indicatie (51)/ EV-niveau-indicatie (54) X Trillingswaarschuwing-indicatie (107) Y AF-bereikzoekerframe (48) • Door op de toets MENU te drukken zal het menu/helpmenu verschijnen/uitgaan. Verdere belangrijke informatie vindt u op de tussen haakjes vermelde bladzijden. Bij opname van bewegende beelden 1 9 q; qa 2 STD 3 4 640 STBY 101 00:00:00 [00:28:25] 5 C:32:00 qs qd qf + 6 7 8 K Opnamemap-indicatie (47) L Resterende-"Memory Stick"capaciteit-indicatie M Zelfdiagnosefunctie (108) N Zelfontspanner-indicatie (29) O Menu/Gidsmenu (45) P EV-niveau-indicatie (54) Q AF-bereik-indicatie (48) Aanvullende informatie A Opnamemodus-indicatie (77) B Batterij-restladings-indicatie (14) C Witbalans-indicatie (57) D Waarschuwings-indicatie lege batterij (107) E Aanduiding lichtmeetfunctie (56)/ Aanduiding beeldeffecten (61) F Dradenkruis van de spot lichtmeting (57) G Macro-indicatie (28) H Indicatie van AF-frame van bereikzoeker (48)/Scherpstellingvoorkeuzewaarde (50) I Beeldformaat-indicatie (77) J Indicatie van de opnameduur [maximale opnameduur] (109) qg qh qj • Door op de toets MENU te drukken zal het menu/helpmenu verschijnen/uitgaan. Verdere belangrijke informatie vindt u op de tussen haakjes vermelde bladzijden. NL 125 Bij weergave van stilstaande beelden 1 2 3 M 4 5 6 7 8 9 101 1.3 E F G H I J NL 126 K L 12/12 C:32:00 +2.0EV 100 F3.5 BACK/NEXT A B C D 101 VGA Beeldformaat-indicatie (21) Opnamemodus-indicatie (59, 60) Map-veranderen-indicatie (62) Beveiligings-indicatie (67)/ Afdrukmarkerings-indicatie (DPOF) (69) Weergave-indicatie (65) Zoomschaal-indicatie (63)/ Beeld-voor-beeld-weergaveindicatie (66) Aanduiding USB-kabel niet loskoppelen (73) EV-niveau-indicatie (54)/ ISO-richtgetal-indicatie (111) Map-bestandsnummer (87) PictBridge -aansluitingsindicatie (71) Weergavemapindicatie (62) Opnamemap-indicatie (47) VOLUME 0 qa qs qd qf qg qh qj qk ql M Resterende-"Memory Stick"capaciteit-indicatie N Beeldnummer/Aantal beelden opgenomen in de gekozen map O Zelfdiagnosefunctie (108) P Lichtmeetmodus-indicatie (56)/ Flits-indicatie/Kleurbalansindicatie (57) Q Sluitertijd-indicatie (51)/ Diafragmawaarde-indicatie (51) R Histogram-indicatie (55) S Opnamedatum/-tijd van het weergavebeeld (33)/Menu/ Gidsmenu (45) • Door op de toets MENU te drukken zal het menu/helpmenu verschijnen/uitgaan. Verdere belangrijke informatie vindt u op de tussen haakjes vermelde bladzijden. Bij weergave van bewegende beelden 1 2 3 4 5 6 101 160 101 VOL. qs qd qf DPOF Beeldformaat-indicatie (78) Opnamemodus-indicatie (78) Weergave-indicatie (78) Volume-indicatie (78) Map-veranderen-indicatie (62) Weergavemap-indicatie (62) Beeldnummer Opnamemap-indicatie (47) Aantal beelden opgenomen in de gekozen map J Resterende-"Memory Stick"capaciteit-indicatie K L M N Teller (78) Weergavebeeld (78) Weergavebalk (78) Menu/Gidsmenu (45) • Door op de toets MENU te drukken zal het menu/helpmenu verschijnen/uitgaan. Aanvullende informatie A B C D E F G H I 8/8 00:00:12 7 8 9 0 qa Verdere belangrijke informatie vindt u op de tussen haakjes vermelde bladzijden. NL 127 Index Index A Aantal beelden die kunnen worden opgenomen/weergegeven ......... 15, 23, 109 AE .................................................................... 25 AE/AF-vergrendeling ................................ 25, 50 AF-bereikzoekerframe ..................................... 48 AF-bewaking (Monitor) .................................. 49 Afdrukmarkering (DPOF) ............................... 69 AF-functie ....................................................... 49 AF-illuminator ......................................... 31, 115 AF-vergrendeling ............................................. 50 Auto Review .................................................. 115 Automatisch opnemen van stilstaande beelden ............................................. 10, 48 Automatische instelfunctie .............................. 24 Automatische scherpstelling ...................... 25, 48 Automatische uitschakelingsfunctie ................ 17 A/V-verbindingskabel ...................................... 39 B Batterij-restladingsindicatie ............................. 14 Beeld vergroten ................................................ 63 Beeldeffect ....................................................... 61 Beelden bekijken op een TV-scherm ............... 39 Beelden bekijken op het LCD-scherm ............ 37 Beelden bekijken op uw computer .................. 87 Beelden kopiëren naar uw computer .............................. 85, 86, 91, 93 NL 128 Beeldformaat ............................................. 21, 22 Beeldkwaliteit ............................................ 22, 46 Bestandsnamen ................................................ 87 Beveiliging ....................................................... 67 Bewegende beelden bekijken op het LCD-scherm ........................................... 78 Bewegende beelden wissen ............................. 79 Bewolkt ............................................................ 57 Burst ................................................................. 59 B&W ................................................................ 61 C CD-ROM ............................................. 83, 90, 94 Clock Set .................................................. 18, 116 Close-up (macro)-opnamefunctie .................... 28 Condensvorming ............................................ 117 Contrast .......................................................... 111 D Daglicht ........................................................... 57 Daglicht-synchro ............................................. 30 Datum en tijd instellen ............................. 18, 115 Diafragmawaarde ............................................. 51 Diavoorstelling ................................................ 64 Digitale zoom .................................................. 26 DPOF ............................................................... 69 F Flitserniveau ............................................. 58, 111 Flitsmodus ........................................................ 30 Fluorescerend ................................................... 57 Formaat veranderen ......................................... 68 Formatteren ...................................................... 43 G Gebruik van de camera in het buitenland ........ 16 Gelijkstroomstekker ......................................... 16 Geprogrammeerd automatisch opnemen ......... 10 Gloeilamp ........................................................ 58 H Handmatige belichting ..................................... 51 Histogram ........................................................ 55 I ImageMixer VCD2 .......................................... 94 In- en uitschakelen ........................................... 17 Index-scherm ................................................... 37 Installeren ............................................ 83, 89, 95 ISO ................................................................. 111 J JPG ................................................................... 88 E Enkelvoudig scherm ........................................ 37 Enkelvoudige-AF (Single) ............................... 49 EV-afstelling .................................................... 54 K Kaarslichtfunctie .............................................. 34 Knippen van bewegende beelden ..................... 80 L P T Landschapsfunctie ............................................34 Lange sluitertijd NR .........................................36 LCD-achtergrondverlichting aan/uit ................32 LCD-achterverlichting ....................................116 Levensduur van de batterijen ....................15, 121 Lichtmeetfunctie ...............................................56 Lichtmeting met meerdere patronen ................56 PAL-systeem ............................................ 40, 116 PictBridge ........................................................ 71 Picture Package ............................................... 89 Pieptoon/sluitergeluid .................................... 116 Precizie digitale zoom ..................................... 27 Projecteren van de datum en tijd ..................... 33 PTP .................................................... 82, 93, 116 Toegangslampje ............................................... 20 Trimmen .......................................................... 64 TV-kleursysteem .............................................. 39 M Q Map .............................................................47, 62 Memory Stick ...........................................43, 119 "Memory Stick" aanbrengen ............................20 Menu-instellingen .....................................45, 110 Midden-AF .......................................................48 Modusdraaiknop ...............................................10 MPG .................................................................88 Multi AF ...........................................................48 Multi Burst .......................................................60 Multipoint AF ...................................................48 Quick Review .................................................. 26 USB-bus ..................................................... 71, 84 USB-kabel ................................................. 71, 84 USB-modus ..................................................... 82 USB-stuurprogramma ...................................... 83 USB-verbinding ......................................... 71, 84 R V Regelknop ........................................................ 17 Reiniging ....................................................... 117 RESET-toets .................................................... 96 Resterende opname/weergave-tijd ........... 15, 109 Roteren ............................................................ 65 Vermindering van het rode-ogeneffect ............ 31 Verzadiging .................................................... 111 VGA ................................................................. 22 Voorzorgsmaatregelen ................................... 117 N Netspanningsadapter ........................................16 NTSC-systeem .........................................40, 116 O W S Schemerfunctie ................................................ 34 Schemer-portretfunctie .................................... 34 Schermweergave ...................................... 32, 124 Scherpstellen ................................................... 48 Scherpstelling-voorkeuze ................................ 50 Scherpte ......................................................... 111 Sepia ................................................................ 61 SET UP .................................................... 46, 115 Slimme-zoomfunctie ....................................... 26 Sluitertijd ......................................................... 51 Spot lichtmeting .............................................. 56 Stilstaande beelden wissen .............................. 41 Strandfunctie ................................................... 35 Waarschuwingen en meldingen ..................... 106 Weergavezoom ................................................. 63 Witbalans ......................................................... 57 Z Zachte-opname-modus .................................... 35 Zelfdiagnosefunctie ....................................... 108 Zelfontspanner ................................................. 29 Zoeker .............................................................. 32 Zoom ................................................................ 26 Index Onderverdelen ..................................................80 Oplaadtijd .........................................................12 Opladen van de batterijen .........................11, 121 Opnemen van bewegende beelden ...................77 Opslagbestemming van bestanden ...................87 U NL 129 Gedruckt auf 100% Recyclingpapier mit Druckfarbe auf Pflanzenölbasis ohne VOC (flüchtige organische Bestandteile). 3091535410 Gedrukt op 100% kringlooppapier met VOC (vluchtige organische verbinding)-vrije inkt op basis van plantaardige olie. Sony Corporation Printed in Japan Auf unserer Kundendienst-Website finden Sie Zusatzinformationen zu diesem Produkt und Antworten auf häufig gestellte Fragen. Nadere bijzonderheden over dit product en de antwoorden op vaak gestelde vragen kunt u vinden op onze klantendienst Website.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260

Sony DSC-W1 de handleiding

Type
de handleiding

in andere talen

Andere documenten