18
neder l ands
4
5
GEMIDDELD RESTEREND
VOCHTGEHALTE * (%)
MAXIMALE CENTRIFUGEERSNELHEID
VAN DE WASMACHINE (r.p.m)
600 800 1000 1200 1400
80
80
100
100
71
70
90
90
62
70
90
80
53
70
90
80
52
70
90
80
Programma’s voor KATOEN
Programma’s voor SYNTHETISCHE STOFFEN
Programma’s voor SYNTHETISCHE STOFFEN
SNEL programma
* Resterend vochtgehalte: de hoeveelheid vocht die nog
in het wasgoed aanwezig is na het centrifugeren
3
Onderhoud
3.1 Schoonmaken van het wasmiddelbakje. Aangeraden
wordt dat eenmaal per maand te doen.
3.2 Het filter schoonmaken. Aangeraden wordt dat eenmaal
per jaar te doen.
Voor reiniging van de buitenzijde moet je geen
schuurmiddelen gebruiken en dien je de machine goed met
een zachte doek droog te maken.
4.1 De wasmachine heeft een ingebouwd meldsysteem dat
elk soort storing detecteert en meldt. Die worden zichtbaar
op het scherm of je wordt daarop geattendeerd doordat er
lampjes op het bedieningspaneel gaan knipperen.
4.1.1 Er stroomt geen water in de wasmachine.
Controleer de watertoevoer, de toevoerkraan of maak het
schoon.
4.1.2 Voert geen water af en centrifugeert niet.
Controleer de staat van het
4.1.3 Centrifugeert niet. Verdeel het wasgoed in de
trommel en selecteer opnieuw centrifugeren.
4.1.4 Treedt niet in werking. Controleer of de deur goed
gesloten is.
4.1.5 Bij alle andere codes. Waarschuw de Technische
Dienst.
4.2 Trillingen of lawaai. Controleer of machine correct
geïnstalleerd is (1.1 en 1.4 van deze handleiding).
4.3 Water in het wasmiddelbakje. Controleer of het
wasmiddelbakje schoon is (3.1).
Meldsysteem
Milieu
Bij het ontwerp van de wasmachine heeft men rekening
gehouden met de bescherming van het milieu. Tijdens het
functioneren van de wasmachine zal/zullen de display en/of
waarschuwingslichtjes ingeschakeld zijn. Wanneer de machine niet
functioneert, zal na ongeveer 20 minuten de display uitschakelen
of zal alleen het waarschuwingslichtje “stop” branden. Om het
scherm te activeren, drukt u op een willekeurige toets of draait u
aan de knop. Verbruikt vermogen in de “uitgeschakelde modus”
en de “niet-uitgeschakelde modus” < 0,5 W.
Respecteer het milieu. Vul de wasmachine tot de voor ieder
programma aanbevolen maximale capaciteit; je bespaart daar
water en energie mee. Sla de voorwas over, wanneer dat maar
mogelijk is. En gebruik niet teveel wasmiddel.
Behandeling van elektrisch en elektronisch afval.
Gooi die apparaten niet weg met het gewone huisvuil.
Breng je wasmachine naar een speciaal inzamelpunt.
Door het recycleren van huishoudelijke apparaten worden
negatieve gevolgen voor gezondheid en milieu voorkomen en
bespaar je energie
en materialen.
Voor meer informatie neem je contact op met de plaatselijke
autoriteiten of met de winkel waar je de wasmachine hebt gekocht.
/ stop” om de machine leeg te maken en de laatste
centrifugeerfase uit te voeren.
2.5 Extra functies:
- Makkelijk strijken
: vermindert de vorming van
kreukels.
- Spoelen plus
: daarmee kunt u de kleren
van kinderen en personen met een gevoelige huid
beschermen.
- Korte was
: aangeraden wordt deze functie
te gebruiken, behalve voor vuile kleding. Met deze functie
kunt u energie en tijd besparen. Bovendien verlengt u er
de levensduur van de kleding mee.
2.6 Uitgestelde start
. Hiermee kunt u het tijdstip van het
begin van de wasgang uitstellen.
2.7 Start of stopzetten van het programma.
2.8 Slot
. Door gedurende 3 seconden de toets
“start/stop” ingedrukt te houden (2.8.1), wordt de
blokkade geactiveerd zodat aanraken door kinderen geen
gevolgen heeft. De functie wordt opgeheven door de
toets nogmaals 3 seconden in te drukken (2.8.2). Bij de
modellen “a” en “d” is het niet mogelijk de wasmachine te
blokkeren.
2.9 Het wassen. U kunt de programmafase controleren.
De resterende tijd kan alleen worden afgelezen bij de
modellen van het type “b”, “c” en “e”.
Aanbevelingen voor gebruik:
- Direct nadat u de wasmachine hebt geïnstalleerd, dient u
die eerst schoon te maken en te controleren of hij correct
functioneert (normaal wassen, zonder wasgoed op 90ºC).
- Gebruik een waszak voor kleine stukken wasgoed:
zakdoeken en ondergoed.
- Alle type
s wasmiddel voor wasmachines kunnen worden
gebruikt. Het gebruik van vloeibare wasmiddelen wordt
aangeraden voor wasprogramma’s bij lage temperatuur
(maximaal 40ºC) voor alle type weefsels. Wasmiddelen in
poedervorm worden afgeraden voor het wassen van wol.
Waarschuwingen bij schoonmaken:
1. Wanneer u, door te drukken op “start/stop”, (
),
de wasmachine stilzet om wasgoed toe toevoegen,
controleer dan of het niveau van het water lager is dan de
deur.
2. Door gebruik van de extra functies makkelijk strijken
( ) en spoelen plus ( ) neemt de wastijd toe.
3. Nadat het wasprogramma beëindigd is, wordt
aangeraden de deur voor ventilatie te openen. Wellicht
moet u 2 minuten wachten voordat dat mogelijk is.