Stanley SXUP1100XDE de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

138 139
(Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing)
NL © 2017 Nederlands
(Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing)
NL © 2017 Nederlands
NL
1 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
1.1 Het door u aangeschafte apparaat
is geproduceerd door een
toonaangevende fabrikant op
Europees niveau van pompen voor
huishoudelijk gebruik en voor tuinen.
Onze apparaten zijn niet geschikt
voor de typische belastingen van
een commercieel of industrieel
gebruik en voor een continu gebruik.
Een optimaal gebruik van het apparaat
vereist de kennis en navolging van
de aanwijzingen in deze handleiding.
Tijdens het aansluiten, gebruik en
onderhoud van het apparaat moet u
alle mogelijke voorzorgsmaatregelen
treffen voor het waarborgen van
uw eigen veiligheid en die van
de personen in de onmiddellijke
nabijheid. Lees de aanwijzingen
aandachtig door en houdt u zich strikt
aan de veiligheidsvoorschriften omdat
het nalaten ervan de gezondheid
en veiligheid van de personen in
gevaar kan brengen of economische
schade veroorzaken. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor eventuele
schade kan veroorzaakt door een
foutief of oneigenlijk gebruik.
2 VEILIGHEIDSSTICKERS /
INFORMATIESTICKERS
2.1
Houdt u zich aan de op het
apparaat aangebrachte stickers.
Controleer altijd of ze aanwezig en
leesbaar zijn; mocht dit niet het geval
zijn dan moet u ze vervangen en
op dezelfde plek nieuwe stickers
aanbrengen.
Let op - Gevaar
Lees deze gebruiksaanwijzing
vóór het gebruik aandachtig
door.
Pictogram E1.
Verbiedt de
vernietiging van het apparaat als
huishoudafval; hij kan bij aankoop
van een nieuw apparaat weer bij
de distributeur worden ingeleverd.
Vanwege de aanwezigheid van
schadelijke substanties voor de
gezondheid mogen de elektrische
en elektronische delen waarmee
het apparaat is samengesteld niet
opnieuw voor oneigenlijke doeleinden
worden gebruikt.
Pictogram E3.
Geeft aan dat het
apparaat bestemd is voor een
huishoudelijk gebruik.
138 139
(Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing)
NL © 2017 Nederlands
(Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing)
NL © 2017 Nederlands
NL
CE-symbool.
Geeft aan dat het
apparaat voldoet aan de
geldende EU-richtlijnen.
Dit product heeft een
bescherming van isolatieklasse
I. Dit betekent dat hij is uitgerust met
een beschermende aardleiding
(alleen wanneer dit symbool op het
apparaat is aangebracht).
140 141
(Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing)
NL © 2017 Nederlands
(Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing)
NL © 2017 Nederlands
NL
3 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN / OVERIGE RISICO'S
3.1 WAARSCHUWINGEN: NIET TOEGESTAAN
3.1.1 Gevaar voor verwondingen! Het apparaat mag NIET worden gebruikt door kinderen of personen
met beperkte lichamelijke, sensorische of verstandelijke vermogens of zonder ervaring en de
noodzakelijke kennis van het apparaat. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Het reinigen
en onderhoud dat moet worden uitgevoerd door de gebruiker mag niet door kinderen worden
gedaan.
3.1.2 Gevaar voor explosie of vergiftiging! Gebruik in geen geval het apparaat met ontvlambare, giftige
of agressieve vloeistoffen of met vloeistoffen die er de juiste werking van kunnen beïnvloeden.
3.1.3 Gevaar voor verwondingen! Richt de waterstraal niet op personen of dieren.
3.1.4 Gevaar voor elektrocutie! Richt de waterstraal niet op het apparaat, op elektrische onderdelen
ervan of op andere elektrische apparaten.
3.1.5 Gevaar voor kortsluiting! Gebruik het apparaat niet bij slecht weer buiten. Dit geldt niet voor
de dompelpompen, die ook bij regen kunnen worden gebruikt; u moet echter garanderen dat de
stekker (A12) en eventuele aansluitingen van verlengsnoeren beschut zijn tegen waterspatten en
overstromingen.
3.1.6 Gevaar voor verwondingen! Sta niet toe dat het apparaat door kinderen of personen met beperkte
lichamelijke, sensorische of verstandelijke vermogens of hoe dan ook zonder toestemming wordt
gebruikt.
3.1.7 Gevaar voor elektrocutie! Raak de stekker (A12) of het stopcontact niet aan met natte handen.
3.1.8 Gevaar voor elektrocutie en kortsluiting! Als de voedingskabel (A8) beschadigd is moet u hem,
om elk risico te voorkomen, laten vervangen door de fabrikant of door zijn technische servicedienst,
of in ieder geval door een persoon met vergelijkbare kwalicatie.
3.1.9 Ontploffingsgevaar! Gebruik het apparaat niet met een beschadigde zuig- of persleiding.
3.1.10 Gevaar voor verwondingen! Het apparaat moet stabiel worden geplaatst; bij gebruik van het
apparaat vlakbij zwembaden, vijvers of andere open wateren, moet u een minimumafstand
aanhouden van 2 m en het apparaat beschermen tegen het vallen in water of overstromingen.
Dit geldt niet voor de dompelpompen omdat die ondergedompeld in water kunnen worden gebruikt.
3.1.11 Gevaar voor verwondingen! Controleer op de aanwezigheid van het plaatje met de technische
karakteristieken op het apparaat, waarschuw onmiddellijk de dealer indien dit niet het geval is.
Aangezien ze niet te identificeren en potentieel gevaarlijk zijn, mogen apparaten zonder typeplaatje
NIET worden gebruikt.
140 141
(Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing)
NL © 2017 Nederlands
(Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing)
NL © 2017 Nederlands
NL
3.1.12 Ontploffingsgevaar! Het is niet toegestaan om werk uit te voeren op de bedieningskleppen,
veiligheidskleppen of andere beveiligingen, of er de afstellingen van te veranderen.
3.1.13 Gevaar veroorzaakt door warm water! In geval van een defecte pressostaat of bij een ontbrekende
wateraanvoer, kan het nog in het pomphuis (A4) aanwezige water oververhit raken en bij het naar
buiten komen verwondingen veroorzaken.
3.1.14 Gevaar voor verwondingen! Gebruik het apparaat niet zonder toezicht wanneer de mogelijkheid
bestaat dat vreemde bestanddelen het kunnen verstoppen.
3.1.15 Gevaar voor kortsluiting! Verplaats het apparaat niet door aan de stekker (A12), de voedingskabel
(A8) of andere aangesloten elementen te trekken; gebruik alleen de handgreep (A4 b).
3.1.16 Ontploffingsgevaar! Voorkom dat voertuigen over de zuig- of persleiding rijden. Trek niet aan het
apparaat of verplaats hem niet met de zuig- of persleiding.
3.1.17 Gevaar voor verwondingen! Gebruik het apparaat niet wanneer personen of dieren in de
pompvloeistof verblijven of ermee in aanraking kunnen komen.
3.2 WAARSCHUWINGEN: WEL TOEGESTAAN
3.2.1 Gevaar voor kortsluiting! Alle elektriciteitsgeleidende delen moeten worden afgeschermd tegen
waterspatten.
3.2.2 Gevaar voor elektrocutie! Sluit het apparaat alleen aan op een geschikte stroombron conform
de geldende normgevingen (IEC 60364-1). Tijdens het opstarten kan het apparaat netstoringen
veroorzaken. Sluit het apparaat alleen aan op een stopcontact uitgerust met een differentieelschakelaar
met nominale reststroom van maximaal 30 mA. Gebruik uitsluitend verlengsnoeren conform de
geldende normgevingen, goedgekeurd voor gebruik buiten en met een diameter van ten minste gelijk
aan, of groter dan die van de voedingskabel van het apparaat. De elektrische kabels op de kabelhaspel
moeten volledig worden afgerold.
3.2.3 Gevaar! Het apparaat mag nooit drooglopen; vul het pomphuis (A4) altijd eerst met water voor u
hem inschakelt. Ook een korte periode van werking zonder water kan schade veroorzaken.
3.2.4 Gevaar van ongewenste inschakeling! Trek, vóór alle werkzaamheden op het apparaat de stekker
(A12) uit het stopcontact.
3.2.5 Gevaar! Om de veiligheid van het apparaat te waarborgen mag de maximumtemperatuur van de
pompvloeistof nooit hoger zijn dan 35°C. De omgevingstemperatuur mag niet lager zijn dan +5°C.
3.2.6 Gevaar! Het apparaat is niet bestemd voor gebruik met drinkwater of water voor menselijke
consumptie. Het door het apparaat vervoerde water kan worden verontreinigd door het verlies van
smeermiddel.
142 143
(Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing)
NL © 2017 Nederlands
(Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing)
NL © 2017 Nederlands
NL
3.2.7 Gevaar voor verwondingen! Het onderhoud en/of de reparatie van het apparaat of het onderdeel
moeten worden uitgevoerd door gespecialiseerd personeel.
3.2.8 Gevaar voor verwondingen! Blaas de restdruk af voordat u de flexibele leiding loskoppelt van het
apparaat; koppel het apparaat hiervoor los van de elektrische voeding en open een gebruikspunt.
3.2.9 Gevaar voor verwondingen! Controleer vóór het gebruik en met regelmatige tussenpozen de
accessoires en verzeker u ervan dat de onderdelen van het apparaat geen tekens van breuk en/of
slijtage vertonen.
142 143
(Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing)
NL © 2017 Nederlands
(Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing)
NL © 2017 Nederlands
NL
4 ALGEMENE INFORMATIE
4.1 Gebruik van de handleiding
Deze handleiding is een integraal onderdeel van het apparaat; bewaar
hem voor latere raadpleging. Lees de handleiding voor de installatie/
het gebruik aandachtig door. Bij een eigendomsoverdracht is de oude
eigenaar ertoe verplicht om de handleiding aan de nieuwe eigenaar
te overhandigen. Verzeker u ervan dat iedere gebruiker voor de
inbedrijfstelling van het apparaat beschikt over de handleiding en zich
kan informeren over de aanwijzingen voor de veiligheid en het gebruik.
4.2 Levering
Het apparaat wordt geleverd in een kartonnen doos.
Zie voor de samenstelling van de levering fig. 1.
4.2.1 Meegeleverd informatiemateriaal
D1 Gebruiks- en onderhoudshandleiding
D2 Veiligheidsvoorschriften
D3 Garantiebepalingen
4.3 Vernietiging van het verpakkingsmateriaal
De verpakkingsmaterialen vormen geen bedreiging voor het milieu,
maar moeten wel gerecycled of vernietigd worden conform de
geldende normen in het land van gebruik.
5 TECHNISCHE INFORMATIE
5.1 Beoogd gebruik
Deze apparaten zijn geschikt voor het verpompen van schoon water
of vuil water met vaste stoffen in suspensie met een maximale grootte
tot 35 mm (bv. het leegpompen bij overstromingen of voor gebruik
in hemelwateropvangbekkens). Houd rekening met de respectieve
deeltjesgrootte van het gebruikte type apparaat. De deeltjesgrootte
en verdere technische gegevens staan weergegeven in de technische
specificaties van deze handleiding.
Apparaten met een deeltjesgrootte tot 5 mm zijn geschikt voor schoon
water, die vanaf 25 mm zijn geschikt voor vuil water. De aanduiding
van een deeltjesgrootte en/of van vaste stoffen verwijst niet naar zand
of stenen! Het verwijst naar zachte en flexibele elementen (bv. pluizen
of bladeren) die niet in het pomphuis (A4) vastgeklemd raken, en dus
niet de waaier blokkeren en een motorstoring veroorzaken. Als het
niet mogelijk is om vast te stellen of de pompvloeistof zand of stenen
bevat, moet het apparaat alleen onder toezicht worden bediend.
Bij blokkering van de waaier, moet het apparaat onmiddellijk worden
uitgeschakeld en moeten de blokkeringen van de waaier worden
verwijderd met spoelingen met schoon water.
Het apparaat voldoet aan de Europese norm EN 60335-2-41.
5.2 Niet toegestaan gebruik
Het gebruik door personen zonder ervaring of die de instructies in de
handleiding niet hebben gelezen en begrepen, is verboden.
Het gebruik van het apparaat met ontvlambare, explosieve, giftige of
chemisch agressieve vloeistoffen, is verboden.
Het gebruik van het apparaat in mogelijk ontvlambare of explosieve
omgevingen, is verboden.
Het is verboden om wijzigingen aan te brengen aan het apparaat.
Het aanbrengen van wijzigingen doet de garantie vervallen en ontheft
de fabrikant van civielrechtelijke en strafrechtelijke aansprakelijkheid.
Slijpende stoffen of andere stoffen die het materiaal aantasten
vernietigen het apparaat. Deze apparaten zijn niet geschikt voor
gebruik in gepompte vloeistoffen die zand, slib of schurende klei
bevatten. Deze apparaten zijn geschikt voor het transport van water
voor voorzieningen, maar zijn niet geschikt voor het transport van
drinkwater!
Met deze apparaten is het transport van fecaliën niet toegestaan.
De apparaten zijn niet geschikt voor gebruik als pompen voor
fonteinen, filtraatpompen voor tuinvijvers of voor continu gebruik
(bijvoorbeeld in continue hercirculatiemodus in filtersystemen van
zwembaden of voor een industrieel gebruik).
Vermijd het drooglopen van het apparaat of het transport van
vloeistoffen met een gesloten klep!
5.3 Belangrijkste Onderdelen (fig. 1)
A1 Aanzuigrooster
A2 Persaansluiting
A3 Uitlaatstomp
A4 Pomphuis
A4b Handgreep
A5 Vlotterschakelaar
A5b Kabelclip voor vlotterschakelaar
A6 Inklapbare poten (indien aanwezig)
A7 Ontluchtingsopening
A8 Voedingskabel
6 INSTALLATIE
Let op - gevaar!
Tijdens alle werkzaamheden voor de installatie en montage moet het apparaat
losgekoppeld zijn van het elektriciteitsnet (fig. 3).
Let op - gevaar!
Voer, vóór het gebruik, altijd een visuele inspectie uit om te bepalen of
het apparaat, en met name de stekker (A12) en de voedingskabel (A8),
beschadigd zijn. Een beschadigd apparaat mag niet worden gebruikt; in geval
van schade moet u het apparaat laten nakijken door de klantenservice of een
erkende elektricien.
Let op - gevaar!
Het doorsnijden van de voedingskabel (A8) doet de garantie vervallen
en brengt tijdens de reparatie (ook bij reparaties onder garantie) een
installatie tegen betaling met zich mee van een originele voedingskabel
(A8). Gebruik voor de verlenging van de voedingskabel (A8) alleen een
verlengkabel waarvan de diameter ten minste gelijk is aan die van de originele
voedingskabel (A8). Gebruik de voedingskabel (A8) nooit om het apparaat
mee op te tillen of om de stekker (A12) mee uit het stopcontact te trekken.
6.1 Montage van de persleiding
Voordat u de flexibele afvoerleiding monteert moet u de uitlaatstomp
(A3) op maat snijden om de maximaal mogelijke doorstroming in
combinatie met de gebruikte flexibele leiding (fig. 4) te waarborgen.
Een diameter van de flexibele leiding die groter is dan de
deeltjesgrootte van het apparaat is ideaal. Leidingen met kleinere
diameters zullen het debiet drastische verminderen. Schroef de
uitlaatstomp op het pomphuis (A4), en sluit de flexibele persleiding
aan op de uitlaatstomp (A3, afb. 4).
6.2 Ontluchting van het apparaat
Dompel het apparaat schuin in de pompvloeistof om alle lucht uit het
huis (Fig. 5) te laten ontsnappen. Houd het apparaat schuin tot geen
luchtbellen meer verschijnen; het apparaat is dan gereed voor gebruik.
Tussen de boven- en onderzijde van de apparaten van kunststof is een
ontluchtingsopening (A7) aangebracht, die de langzame uitstroming
van de lucht mogelijk maakt. Wanneer alle lucht is ontsnapt, vloeit
water uit dit gat; dit is geen fout, maar een technische noodzaak. Het in
de technische specificaties aangegeven debiet houdt al rekening met
dit verlies!
144 145
(Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing)
NL © 2017 Nederlands
(Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing)
NL © 2017 Nederlands
NL
In de roestvrijstalen apparaten bevindt deze ontluchtingsopening (A7)
zich in het bovenste deel van het apparaat.
6.3 Opmerkingen over de plaats van installatie
Voordat u het apparaat plaatst moet u een installatiekabel vastmaken
aan de handgreep (A4 b) om hem op geschikte wijze te kunnen laten
zakken/ophalen (fig. 6).
Het apparaat wordt bij voorkeur op voldoende afstand van de bodem
in de pompvloeistof opgehangen om het aanzuigen van vaste
bestanddelen van ongeschikte grootte, en bijgevolg de mogelijke
verstopping van het aanzuigrooster (A1) of blokkering van de
waaier (fig. 6) te voorkomen. Als alternatief kan het apparaat ook
iets verhoogd boven de grond worden geplaatst (bv. op bakstenen,
fig. 6). In dit geval wordt echter een grotere hoeveelheid vuildeeltjes
aangezogen die uiteindelijk het apparaat kunnen verstoppen.
Na het uitschakelen van het apparaat stroomt het water in de
leiding in tegengestelde richting; dit kan worden verhinderd door
een terugslagklep. De installatie van een snelle sluiting op een
geschikte plaats voor een scheiding van de leiding vergemakkelijkt
het reinigings- en onderhoudswerk. Wanneer het apparaat wordt
gebruikt in een rioolput of put voor de pompen, moet de grootte van
het opzuiggebied groot genoeg zijn om de normale werking van het
apparaat niet te belemmeren.
Het drijven van de vlotterschakelaar (A5) van het apparaat mag niet
geblokkeerd of belemmerd worden, omdat anders een goede werking
niet kan worden gegarandeerd. Als u er niet zeker van bent dat de
vlotterschakelaar (A5) op reguliere wijze kan worden geactiveerd
of gedeactiveerd, moet het apparaat alleen onder toezicht worden
bediend.
6.4 Veiligheidsmaatregelen
De bediener moet in geval van storingen van het apparaat of van
externe apparaten schade door overstromingen van de ruimten
of door andere oorzaken, met passende maatregelen uitsluiten
(bv. de installatie van een overstromingsbeveiliging, alarmsysteem,
reservepomp, verzameltank en dergelijke), die moeten worden
aangesloten op een afzonderlijk en fail-safe elektrisch circuit.
De beveiligingsmaatregelen moeten worden aangepast aan de
afzonderlijke gebruikssituaties en in staat zijn om de schade
veroorzaakt door waterlekkages te verminderen en/of te voorkomen.
Verder moet de gebruiker er met een spatbeveiliging voor zorgen
dat na een storing het gelekte of spatwater geen schade aanricht.
Het gelekte water moet met een reservepomp of via een afvoer
worden verwijderd. Als alternatief kan een alarmsysteem worden
geïnstalleerd dat in geval van waterlekkage een alarm doet afgaan
en/of voor een noodstop van het apparaat en de watertoevoer zorgt,
voordat de apparatuur of goederen beschadigd raken.
In de ruimten waar de apparaten worden geïnstalleerd bevelen wij
aan om alle apparatuur ca. 5-10 cm hoger te plaatsen om directe
schade door het gelekte water te voorkomen. De fabrikant aanvaardt
geen aansprakelijkheid voor schade als gevolg van het niet naleven
van deze voorschriften.
Let op - gevaar! Drooglopen
Wanneer het apparaat langer dan 5 minuten draait met een gesloten
wateraanzuigpunt, kan het door oververhitting beschadigd raken. Zet het
apparaat uit als de normale waterstroom is onderbroken.
Het drooglopen vernietigt het apparaat, laat het apparaat dus nooit meer dan
10 seconden lang drooglopen.
7 AFSTELLINGEN
7.1 Instellingen vooraf
Het apparaat is klaar voor gebruik en alleen de activering en
deactivering van de vlotterschakelaar (A5) moeten worden afgesteld
aan de hand van het specifieke toepassingsgeval.
7.2 Afstelling van de vlotterschakelaar
Het punt van inschakeling van het apparaat kan worden ingesteld door
het inkorten van de kabel van de vlotterschakelaar in de betreffende
clip (A5 b, fig. 7). Een korte kabel bepaalt een vertraagde activering
en een vervroegde uitschakeling.
7.3 Speciale functies
7.3.1 Variabele basis voor helder of afvoerwater
Bij de multifunctionele modellen kunnen de pootjes van de basis
van het apparaat (A6) worden ingeklapt voor het omschakelen van
het apparaat van de gebruiksmodus voor afvalwater naar die voor
zuiver water. Hierbij zuigt het apparaat water op tot een resterende
hoeveelheid van 5 mm, het kan echter alleen stoffen in suspensie met
een deeltjesgrootte tot max. 5 mm (g. 8) behandelen.
7.3.2 Stop van de vlotterschakelaar (A5)
Bij sommige modellen kan de vlotterschakelaar (A5) in rechtopstaande
positie worden geblokkeerd in een drager (A5 b, g. 10). Bij een
geblokkeerde vlotterschakelaar werkt het apparaat continu, ongeacht
het waterniveau en mag het alleen onder toezicht worden bediend om
het drooglopen ervan te voorkomen.
8 INWERKINGSTELLING EN AANZUIGING
Let op - gevaar!
Tijdens alle werkzaamheden voor de installatie en montage moet het apparaat
losgekoppeld zijn van het elektriciteitsnet (g. 3).
8.1 Inwerkingstelling
Nadat het apparaat is aangesloten zoals beschreven in paragraaf
6, en alle veiligheidsinstructies zijn nagelopen, kunt u de stekker
(A12) in het stopcontact steken. Het apparaat wordt dan automatisch
geactiveerd wanneer het waterniveau de door de vlotterschakelaar
ingestelde hoogte bereikt en weer uitgeschakeld bij het bereiken van
het deactiveringsniveau.
8.2 Het aanzuigen van water
Voor het aanzuigen/starten van het apparaat is een waterniveau van
ongeveer 30-50 mm hoger dan de minimale aangezogen hoeveelheid.
Nadat het apparaat is begonnen met zuigen, is het in staat om te
pompen tot aan de aangegeven minimumhoogte. Het apparaat zuigt
het water via het aanzuigrooster (A1) aan zijn basis, en voert het via
een persleiding die is aangesloten op de uitlaatstomp (A3), naar de
gewenste plaats.
Indien, ondanks een voldoende waterniveau en een werkende motor,
het water niet wordt aangezogen kan er lucht in het pomphuis (A4) zijn
achtergebleven. Ga verder zoals beschreven in punt 6.2 en ontlucht
het systeem opnieuw.
8.3 Het aanzuigen van water
De aangegeven debietwaarden van het apparaat zijn
maximumwaarden, en zullen afnemen bij gebruik van externe
componenten (bv. persleiding, elleboogstukken, verloopstukken,
enz.). Het verdient aanbeveling hier rekening mee te houden bij de
keuze van het apparaat. Het werkelijke debiet voor de specieke
toepassingsgevallen staat weergegeven in de debiettabel (g. 10).
144 145
(Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing)
NL © 2017 Nederlands
(Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing)
NL © 2017 Nederlands
NL
9 ONDERHOUD
Let op - gevaar!
Voor ieder onderhoud en/of tijdens het oplossen van problemen moet u de
stekker (A8) van de voedingskabel uit het stopcontact trekken. Later kunt u
alle onderhouds- en reinigingswerkzaamheden uitvoeren.
9.1 Reiniging
Spoel het apparaat en de externe componenten na ieder gebruik met
schoon water. Verwijder de afzettingen met een waterstraal. Vuil en
klei in het pomphuis (A4) veroorzaken een blokkering van de waaier en
werkingsstoringen als hij later weer in gebruik wordt genomen.
Mocht u deze handelingen zijn vergeten dan kunt u het apparaat een
paar dagen ondergedompeld houden in water met een maximale
temperatuur van 35°C om het vuil op te lossen.
9.2 Controle van de werking
Controleer regelmatig de werking van de vlotterschakelaar (A5) om
problemen te voorkomen.
10 OPSLAG
Het apparaat moet absoluut vorstvrij worden gehouden en,
bij temperaturen van +5°C of lager, gedemonteerd worden en
opgeslagen in een droge en tegen vorst beschutte omgeving.
146 147
(Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing)
NL © 2017 Nederlands
(Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing)
NL © 2017 Nederlands
NL
GARANTIE
De garanties met betrekking tot de in deze handleiding beschreven apparaten veronderstellen het opvolgen en de naleving van alle erin opgenomen
aanwijzingen, in het bijzonder die met betrekking tot het gebruik, de installatie en bediening.
Voor het beschreven product verlenen wij een garantie van 24 maanden (12 maanden voor de professionele verkoop) tegen materiaal- of productiefouten,
gerekend vanaf de datum van aankoop, conform de geldende wetten. Garantieclaims kunnen alleen op vertoon van een bewijs van aankoop worden ingediend.
De garantie geldt niet voor de kosten van demontage en montage van het betrokken apparaat op de plaats van gebruik, voor de reiskosten van het
reparatiepersoneel van en naar de plaats van gebruik en voor de transportkosten.
Klachten waarvan de oorzaken kunnen worden teruggeleid naar een onjuiste installatie of bediening, ontoereikende arbeidsomstandigheden, onvoldoende zorg,
ongeschikt commercieel gebruik of ondeskundige pogingen tot reparatie, evenals de normale slijtage, zijn uitgesloten van de garantie en aansprakelijkheid.
De resulterende kosten, met name die van het testen en de transportkosten, zijn voor rekening van de verzender en/of de bediener van het apparaat.
Dit geldt in het bijzonder ook bij het doorsturen van een garantieverzoek terwijl bij de controle blijkt dat het apparaat perfect werkt en geen gebreken heeft of
dat het probleem niet te wijten is aan materiaal- of productiefouten.
Vóór de terugzending wordt elk product onderworpen aan een strenge technische controle. Garantiereparaties mogen alleen worden uitgevoerd door onze
geautoriseerde klantenservices of bevoegde en erkende werkplaatsen. Reparatiepogingen door de klant of onbevoegde derden tijdens de garantietermijn
zullen de garantie doen vervallen.
Het doorsnijden van de voedingsstekker en/of het inkorten van de voedingskabel doen de garantie vervallen.
Het door ons verleende garantiewerk verlengt de garantieperiode niet, en zijn ook geen reden voor een nieuwe garantieperiode voor de vervangen of
gerepareerde delen. Alle verdere rechten zijn uitgesloten, met name die op kortingen, wijzigingen of schadevergoedingen, maar ook die op indirecte schade
van elke aard.
Neem in geval van een storing contact op met de winkel waar u het product heeft gekocht, samen met het aankoopbewijs.
11 PROBLEMEN OPZOEKEN
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat voert geen water aan
omdat de motor niet werkt
1. Onvoldoende netspanning.
1. Controleer of er netspanning is en of de stekker (A12) goed in
het stopcontact is gestoken.
2. Stekker (A12) verkeerd geplaatst. 2. Steek de stekker (A12) goed in het stopcontact.
3. Differentieelschakelaar getriggerd.
3. Activeer de differentieelschakelaar.
Wordt de differentieelschakelaar wederom getriggerd, dan moet u
een elektricien raadplegen.
4. Waaier geblokkeerd. 4. Verwijder alle mogelijke belemmeringen van de waaier.
5. Schade aan de motor of de condensator. 5. Informeer de leverancier.
Het apparaat voert geen water aan,
hoewel de motor draait
1. Aanzuigrooster (A1) verstopt. 1. Reinig het aanzuigrooster (A1).
2. Geblokkeerde terugslagklep (indien aanwezig). 2. Reinig of vervang de klep (indien aanwezig).
3. Luchtbel in het pomphuis (A4).
3. Houd het apparaat schuin onder water om de lucht uit het
pomphuis (A4) te laten ontsnappen.
Het apparaat voert slechts een
beperkte hoeveelheid water aan
1. Aanzuigrooster (A1) gedeeltelijk verstopt. 1. Reinig het aanzuigrooster (A1).
2. Leiding verstopt. 2. Verwijder de verstopping.
3. Diameter van de persleiding te klein. 3. Gebruik flexibele leidingen van ten minste ø25 mm (1 inch).
4. Punt van uitgang van het water te hoog ten opzichte van
het apparaat.
4. Houd er rekening mee dat de prevalentie ten koste van het
debiet gaat.
Onregelmatige werking
1. Vaste bestanddelen blokkeren de vrije draaiing van de waaier. 1. Verwijder de vreemde bestanddelen.
2. Temperatuur van de vloeistof te hoog.
2. De maximale temperatuur van de getransporteerde vloeistof mag
niet hoger zijn dan 35°C
3. Elektrische spanning buiten de tolerantie.
3. Sluit het apparaat aan op een elektrische installatie die voldoet
aan de vereisten op het etiket.
4. Motor defect. 4. Informeer de leverancier.
Lekkage van water uit het pomphuis
(A4)
1. Het water vloeit uit de ontluchtingsopening (A7) tussen het
boven- en benedendeel.
1. Geen ingreep is vereist, de ontluchtingsopening is technisch
noodzakelijk.
146 147
(Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing)
NL © 2017 Nederlands
(Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing)
NL © 2017 Nederlands
NL
Technische gegevens Eenheid SXUP400PCE SXUP750PTE SXUP750XCE SXUP1100XDE
Spanning V/Hz
230 V ~ 50 Hz 230 V ~ 50 Hz 230 V ~ 50 Hz 230 V ~ 50 Hz
Vermogen W 400 750 750 1100
Max. prevalentie (H
max
) m
8 8 8.5 10.5
Max. debiet (Q
max
) l/h
9000 13500 11000 16500
Max. watertemperatuur (T
max
) °C
35 35 35 35
Max. dompeldiepte m
7 7 7 7
Hoogte restwater mm
5 5 / 32 23 45
Max. deeltjesgrootte Ø mm
5 5 / 30 5 35
Beschermingsklasse
-
Motorisolatie -
Klasse F Klasse F Klasse F Klasse F
Motorbescherming - IPX8 IPX8 IPX8 IPX8
Nettogewicht kg
4.3 5.9 5.9 7.0
Brutogewicht kg
4.7 6.5 6.6 7.7
Diameter aansluitingen mm
25.4 – 31.75 – 38.1 25.4 – 31.75 – 38.1 25.4 – 31.75 25.4 – 31.75 – 38.1
Lengte kabel m
10 10 10 10
Technische wijzigingen voorbehouden!

Documenttranscriptie

1 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN NL 1.1 Het door u aangeschafte apparaat is geproduceerd door een toonaangevende fabrikant op Europees niveau van pompen voor huishoudelijk gebruik en voor tuinen. Onze apparaten zijn niet geschikt voor de typische belastingen van een commercieel of industrieel gebruik en voor een continu gebruik. Een optimaal gebruik van het apparaat vereist de kennis en navolging van de aanwijzingen in deze handleiding. Tijdens het aansluiten, gebruik en onderhoud van het apparaat moet u alle mogelijke voorzorgsmaatregelen treffen voor het waarborgen van uw eigen veiligheid en die van de personen in de onmiddellijke nabijheid. Lees de aanwijzingen aandachtig door en houdt u zich strikt aan de veiligheidsvoorschriften omdat het nalaten ervan de gezondheid en veiligheid van de personen in gevaar kan brengen of economische schade veroorzaken. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor eventuele schade kan veroorzaakt door een foutief of oneigenlijk gebruik. 2 VEILIGHEIDSSTICKERS / INFORMATIESTICKERS 2.1 Houdt u zich aan de op het apparaat aangebrachte stickers. Controleer altijd of ze aanwezig en leesbaar zijn; mocht dit niet het geval zijn dan moet u ze vervangen en op dezelfde plek nieuwe stickers aanbrengen. Let op - Gevaar door. Lees deze gebruiksaanwijzing vóór het gebruik aandachtig Pictogram E1. Verbiedt de vernietiging van het apparaat als huishoudafval; hij kan bij aankoop van een nieuw apparaat weer bij de distributeur worden ingeleverd. Vanwege de aanwezigheid van schadelijke substanties voor de gezondheid mogen de elektrische en elektronische delen waarmee het apparaat is samengesteld niet opnieuw voor oneigenlijke doeleinden worden gebruikt. Pictogram E3. Geeft aan dat het apparaat bestemd is voor een huishoudelijk gebruik. NL © 2017 Nederlands 138 (Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing) CE-symbool. Geeft aan dat het apparaat voldoet aan de geldende EU-richtlijnen. Dit product heeft een bescherming van isolatieklasse I. Dit betekent dat hij is uitgerust met een beschermende aardleiding (alleen wanneer dit symbool op het apparaat is aangebracht). NL NL © 2017 Nederlands 139 (Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing) NL 3 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN / OVERIGE RISICO'S 3.1 WAARSCHUWINGEN: NIET TOEGESTAAN 3.1.1 Gevaar voor verwondingen! Het apparaat mag NIET worden gebruikt door kinderen of personen met beperkte lichamelijke, sensorische of verstandelijke vermogens of zonder ervaring en de noodzakelijke kennis van het apparaat. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Het reinigen en onderhoud dat moet worden uitgevoerd door de gebruiker mag niet door kinderen worden gedaan. 3.1.2 Gevaar voor explosie of vergiftiging! Gebruik in geen geval het apparaat met ontvlambare, giftige of agressieve vloeistoffen of met vloeistoffen die er de juiste werking van kunnen beïnvloeden. 3.1.3 Gevaar voor verwondingen! Richt de waterstraal niet op personen of dieren. 3.1.4 Gevaar voor elektrocutie! Richt de waterstraal niet op het apparaat, op elektrische onderdelen ervan of op andere elektrische apparaten. 3.1.5 Gevaar voor kortsluiting! Gebruik het apparaat niet bij slecht weer buiten. Dit geldt niet voor de dompelpompen, die ook bij regen kunnen worden gebruikt; u moet echter garanderen dat de stekker (A12) en eventuele aansluitingen van verlengsnoeren beschut zijn tegen waterspatten en overstromingen. 3.1.6 Gevaar voor verwondingen! Sta niet toe dat het apparaat door kinderen of personen met beperkte lichamelijke, sensorische of verstandelijke vermogens of hoe dan ook zonder toestemming wordt gebruikt. 3.1.7 Gevaar voor elektrocutie! Raak de stekker (A12) of het stopcontact niet aan met natte handen. 3.1.8 Gevaar voor elektrocutie en kortsluiting! Als de voedingskabel (A8) beschadigd is moet u hem, om elk risico te voorkomen, laten vervangen door de fabrikant of door zijn technische servicedienst, of in ieder geval door een persoon met vergelijkbare kwalificatie. 3.1.9 Ontploffingsgevaar! Gebruik het apparaat niet met een beschadigde zuig- of persleiding. 3.1.10 Gevaar voor verwondingen! Het apparaat moet stabiel worden geplaatst; bij gebruik van het apparaat vlakbij zwembaden, vijvers of andere open wateren, moet u een minimumafstand aanhouden van 2 m en het apparaat beschermen tegen het vallen in water of overstromingen. Dit geldt niet voor de dompelpompen omdat die ondergedompeld in water kunnen worden gebruikt. 3.1.11 Gevaar voor verwondingen! Controleer op de aanwezigheid van het plaatje met de technische karakteristieken op het apparaat, waarschuw onmiddellijk de dealer indien dit niet het geval is. Aangezien ze niet te identificeren en potentieel gevaarlijk zijn, mogen apparaten zonder typeplaatje NIET worden gebruikt. NL © 2017 Nederlands 140 (Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing) 3.1.12 Ontploffingsgevaar! Het is niet toegestaan om werk uit te voeren op de bedieningskleppen, veiligheidskleppen of andere beveiligingen, of er de afstellingen van te veranderen. 3.1.13 Gevaar veroorzaakt door warm water! In geval van een defecte pressostaat of bij een ontbrekende wateraanvoer, kan het nog in het pomphuis (A4) aanwezige water oververhit raken en bij het naar buiten komen verwondingen veroorzaken. 3.1.14 Gevaar voor verwondingen! Gebruik het apparaat niet zonder toezicht wanneer de mogelijkheid bestaat dat vreemde bestanddelen het kunnen verstoppen. 3.1.15 Gevaar voor kortsluiting! Verplaats het apparaat niet door aan de stekker (A12), de voedingskabel (A8) of andere aangesloten elementen te trekken; gebruik alleen de handgreep (A4 b). 3.1.16 Ontploffingsgevaar! Voorkom dat voertuigen over de zuig- of persleiding rijden. Trek niet aan het apparaat of verplaats hem niet met de zuig- of persleiding. 3.1.17 Gevaar voor verwondingen! Gebruik het apparaat niet wanneer personen of dieren in de pompvloeistof verblijven of ermee in aanraking kunnen komen. 3.2 WAARSCHUWINGEN: WEL TOEGESTAAN 3.2.1 Gevaar voor kortsluiting! Alle elektriciteitsgeleidende delen moeten worden afgeschermd tegen waterspatten. 3.2.2 Gevaar voor elektrocutie! Sluit het apparaat alleen aan op een geschikte stroombron conform de geldende normgevingen (IEC 60364-1). Tijdens het opstarten kan het apparaat netstoringen veroorzaken. Sluit het apparaat alleen aan op een stopcontact uitgerust met een differentieelschakelaar met nominale reststroom van maximaal 30 mA. Gebruik uitsluitend verlengsnoeren conform de geldende normgevingen, goedgekeurd voor gebruik buiten en met een diameter van ten minste gelijk aan, of groter dan die van de voedingskabel van het apparaat. De elektrische kabels op de kabelhaspel moeten volledig worden afgerold. 3.2.3 Gevaar! Het apparaat mag nooit drooglopen; vul het pomphuis (A4) altijd eerst met water voor u hem inschakelt. Ook een korte periode van werking zonder water kan schade veroorzaken. 3.2.4 Gevaar van ongewenste inschakeling! Trek, vóór alle werkzaamheden op het apparaat de stekker (A12) uit het stopcontact. 3.2.5 Gevaar! Om de veiligheid van het apparaat te waarborgen mag de maximumtemperatuur van de pompvloeistof nooit hoger zijn dan 35°C. De omgevingstemperatuur mag niet lager zijn dan +5°C. 3.2.6 Gevaar! Het apparaat is niet bestemd voor gebruik met drinkwater of water voor menselijke consumptie. Het door het apparaat vervoerde water kan worden verontreinigd door het verlies van smeermiddel. NL © 2017 Nederlands 141 (Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing) NL 3.2.7 Gevaar voor verwondingen! Het onderhoud en/of de reparatie van het apparaat of het onderdeel moeten worden uitgevoerd door gespecialiseerd personeel. 3.2.8 Gevaar voor verwondingen! Blaas de restdruk af voordat u de flexibele leiding loskoppelt van het apparaat; koppel het apparaat hiervoor los van de elektrische voeding en open een gebruikspunt. 3.2.9 Gevaar voor verwondingen! Controleer vóór het gebruik en met regelmatige tussenpozen de accessoires en verzeker u ervan dat de onderdelen van het apparaat geen tekens van breuk en/of slijtage vertonen. NL NL © 2017 Nederlands 142 (Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing) 4 ALGEMENE INFORMATIE 4.1 Gebruik van de handleiding Deze handleiding is een integraal onderdeel van het apparaat; bewaar hem voor latere raadpleging. Lees de handleiding voor de installatie/ het gebruik aandachtig door. Bij een eigendomsoverdracht is de oude eigenaar ertoe verplicht om de handleiding aan de nieuwe eigenaar te overhandigen. Verzeker u ervan dat iedere gebruiker voor de inbedrijfstelling van het apparaat beschikt over de handleiding en zich kan informeren over de aanwijzingen voor de veiligheid en het gebruik. 4.2 Levering Het apparaat wordt geleverd in een kartonnen doos. Zie voor de samenstelling van de levering fig. 1. 4.2.1 Meegeleverd informatiemateriaal D1 Gebruiks- en onderhoudshandleiding D2 Veiligheidsvoorschriften D3 Garantiebepalingen 4.3 Vernietiging van het verpakkingsmateriaal De verpakkingsmaterialen vormen geen bedreiging voor het milieu, maar moeten wel gerecycled of vernietigd worden conform de geldende normen in het land van gebruik. 5 TECHNISCHE INFORMATIE 5.1 Beoogd gebruik Deze apparaten zijn geschikt voor het verpompen van schoon water of vuil water met vaste stoffen in suspensie met een maximale grootte tot 35 mm (bv. het leegpompen bij overstromingen of voor gebruik in hemelwateropvangbekkens). Houd rekening met de respectieve deeltjesgrootte van het gebruikte type apparaat. De deeltjesgrootte en verdere technische gegevens staan weergegeven in de technische specificaties van deze handleiding. Apparaten met een deeltjesgrootte tot 5 mm zijn geschikt voor schoon water, die vanaf 25 mm zijn geschikt voor vuil water. De aanduiding van een deeltjesgrootte en/of van vaste stoffen verwijst niet naar zand of stenen! Het verwijst naar zachte en flexibele elementen (bv. pluizen of bladeren) die niet in het pomphuis (A4) vastgeklemd raken, en dus niet de waaier blokkeren en een motorstoring veroorzaken. Als het niet mogelijk is om vast te stellen of de pompvloeistof zand of stenen bevat, moet het apparaat alleen onder toezicht worden bediend. Bij blokkering van de waaier, moet het apparaat onmiddellijk worden uitgeschakeld en moeten de blokkeringen van de waaier worden verwijderd met spoelingen met schoon water. Het apparaat voldoet aan de Europese norm EN 60335-2-41. 5.2 Niet toegestaan gebruik Het gebruik door personen zonder ervaring of die de instructies in de handleiding niet hebben gelezen en begrepen, is verboden. Het gebruik van het apparaat met ontvlambare, explosieve, giftige of chemisch agressieve vloeistoffen, is verboden. Het gebruik van het apparaat in mogelijk ontvlambare of explosieve omgevingen, is verboden. Het is verboden om wijzigingen aan te brengen aan het apparaat. Het aanbrengen van wijzigingen doet de garantie vervallen en ontheft de fabrikant van civielrechtelijke en strafrechtelijke aansprakelijkheid. Slijpende stoffen of andere stoffen die het materiaal aantasten vernietigen het apparaat. Deze apparaten zijn niet geschikt voor gebruik in gepompte vloeistoffen die zand, slib of schurende klei bevatten. Deze apparaten zijn geschikt voor het transport van water voor voorzieningen, maar zijn niet geschikt voor het transport van drinkwater! NL © 2017 Nederlands Met deze apparaten is het transport van fecaliën niet toegestaan. De apparaten zijn niet geschikt voor gebruik als pompen voor fonteinen, filtraatpompen voor tuinvijvers of voor continu gebruik (bijvoorbeeld in continue hercirculatiemodus in filtersystemen van zwembaden of voor een industrieel gebruik). Vermijd het drooglopen van het apparaat of het transport van vloeistoffen met een gesloten klep! 5.3 Belangrijkste Onderdelen (fig. 1) A1 Aanzuigrooster A2 Persaansluiting A3 Uitlaatstomp A4 Pomphuis A4b Handgreep A5 Vlotterschakelaar A5b Kabelclip voor vlotterschakelaar A6 Inklapbare poten (indien aanwezig) A7 Ontluchtingsopening A8 Voedingskabel 6 INSTALLATIE Let op - gevaar! Tijdens alle werkzaamheden voor de installatie en montage moet het apparaat losgekoppeld zijn van het elektriciteitsnet (fig. 3). Let op - gevaar! Voer, vóór het gebruik, altijd een visuele inspectie uit om te bepalen of het apparaat, en met name de stekker (A12) en de voedingskabel (A8), beschadigd zijn. Een beschadigd apparaat mag niet worden gebruikt; in geval van schade moet u het apparaat laten nakijken door de klantenservice of een erkende elektricien. Let op - gevaar! Het doorsnijden van de voedingskabel (A8) doet de garantie vervallen en brengt tijdens de reparatie (ook bij reparaties onder garantie) een installatie tegen betaling met zich mee van een originele voedingskabel (A8). Gebruik voor de verlenging van de voedingskabel (A8) alleen een verlengkabel waarvan de diameter ten minste gelijk is aan die van de originele NL voedingskabel (A8). Gebruik de voedingskabel (A8) nooit om het apparaat mee op te tillen of om de stekker (A12) mee uit het stopcontact te trekken. 6.1 Montage van de persleiding Voordat u de flexibele afvoerleiding monteert moet u de uitlaatstomp (A3) op maat snijden om de maximaal mogelijke doorstroming in combinatie met de gebruikte flexibele leiding (fig. 4) te waarborgen. Een diameter van de flexibele leiding die groter is dan de deeltjesgrootte van het apparaat is ideaal. Leidingen met kleinere diameters zullen het debiet drastische verminderen. Schroef de uitlaatstomp op het pomphuis (A4), en sluit de flexibele persleiding aan op de uitlaatstomp (A3, afb. 4). 6.2 Ontluchting van het apparaat Dompel het apparaat schuin in de pompvloeistof om alle lucht uit het huis (Fig. 5) te laten ontsnappen. Houd het apparaat schuin tot geen luchtbellen meer verschijnen; het apparaat is dan gereed voor gebruik. Tussen de boven- en onderzijde van de apparaten van kunststof is een ontluchtingsopening (A7) aangebracht, die de langzame uitstroming van de lucht mogelijk maakt. Wanneer alle lucht is ontsnapt, vloeit water uit dit gat; dit is geen fout, maar een technische noodzaak. Het in de technische specificaties aangegeven debiet houdt al rekening met dit verlies! 143 (Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing) 6.3 6.4 NL In de roestvrijstalen apparaten bevindt deze ontluchtingsopening (A7) zich in het bovenste deel van het apparaat. Opmerkingen over de plaats van installatie Voordat u het apparaat plaatst moet u een installatiekabel vastmaken aan de handgreep (A4 b) om hem op geschikte wijze te kunnen laten zakken/ophalen (fig. 6). Het apparaat wordt bij voorkeur op voldoende afstand van de bodem in de pompvloeistof opgehangen om het aanzuigen van vaste bestanddelen van ongeschikte grootte, en bijgevolg de mogelijke verstopping van het aanzuigrooster (A1) of blokkering van de waaier (fig. 6) te voorkomen. Als alternatief kan het apparaat ook iets verhoogd boven de grond worden geplaatst (bv. op bakstenen, fig. 6). In dit geval wordt echter een grotere hoeveelheid vuildeeltjes aangezogen die uiteindelijk het apparaat kunnen verstoppen. Na het uitschakelen van het apparaat stroomt het water in de leiding in tegengestelde richting; dit kan worden verhinderd door een terugslagklep. De installatie van een snelle sluiting op een geschikte plaats voor een scheiding van de leiding vergemakkelijkt het reinigings- en onderhoudswerk. Wanneer het apparaat wordt gebruikt in een rioolput of put voor de pompen, moet de grootte van het opzuiggebied groot genoeg zijn om de normale werking van het apparaat niet te belemmeren. Het drijven van de vlotterschakelaar (A5) van het apparaat mag niet geblokkeerd of belemmerd worden, omdat anders een goede werking niet kan worden gegarandeerd. Als u er niet zeker van bent dat de vlotterschakelaar (A5) op reguliere wijze kan worden geactiveerd of gedeactiveerd, moet het apparaat alleen onder toezicht worden bediend. Veiligheidsmaatregelen De bediener moet in geval van storingen van het apparaat of van externe apparaten schade door overstromingen van de ruimten of door andere oorzaken, met passende maatregelen uitsluiten (bv. de installatie van een overstromingsbeveiliging, alarmsysteem, reservepomp, verzameltank en dergelijke), die moeten worden aangesloten op een afzonderlijk en fail-safe elektrisch circuit. De beveiligingsmaatregelen moeten worden aangepast aan de afzonderlijke gebruikssituaties en in staat zijn om de schade veroorzaakt door waterlekkages te verminderen en/of te voorkomen. Verder moet de gebruiker er met een spatbeveiliging voor zorgen dat na een storing het gelekte of spatwater geen schade aanricht. Het gelekte water moet met een reservepomp of via een afvoer worden verwijderd. Als alternatief kan een alarmsysteem worden geïnstalleerd dat in geval van waterlekkage een alarm doet afgaan en/of voor een noodstop van het apparaat en de watertoevoer zorgt, voordat de apparatuur of goederen beschadigd raken. In de ruimten waar de apparaten worden geïnstalleerd bevelen wij aan om alle apparatuur ca. 5-10 cm hoger te plaatsen om directe schade door het gelekte water te voorkomen. De fabrikant aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade als gevolg van het niet naleven van deze voorschriften. Let op - gevaar! Drooglopen Wanneer het apparaat langer dan 5 minuten draait met een gesloten wateraanzuigpunt, kan het door oververhitting beschadigd raken. Zet het apparaat uit als de normale waterstroom is onderbroken. Het drooglopen vernietigt het apparaat, laat het apparaat dus nooit meer dan 10 seconden lang drooglopen. NL © 2017 Nederlands 7 AFSTELLINGEN 7.1 Instellingen vooraf Het apparaat is klaar voor gebruik en alleen de activering en deactivering van de vlotterschakelaar (A5) moeten worden afgesteld aan de hand van het specifieke toepassingsgeval. 7.2 Afstelling van de vlotterschakelaar Het punt van inschakeling van het apparaat kan worden ingesteld door het inkorten van de kabel van de vlotterschakelaar in de betreffende clip (A5 b, fig. 7). Een korte kabel bepaalt een vertraagde activering en een vervroegde uitschakeling. 7.3 Speciale functies 7.3.1 Variabele basis voor helder of afvoerwater Bij de multifunctionele modellen kunnen de pootjes van de basis van het apparaat (A6) worden ingeklapt voor het omschakelen van het apparaat van de gebruiksmodus voor afvalwater naar die voor zuiver water. Hierbij zuigt het apparaat water op tot een resterende hoeveelheid van 5 mm, het kan echter alleen stoffen in suspensie met een deeltjesgrootte tot max. 5 mm (fig. 8) behandelen. 7.3.2 Stop van de vlotterschakelaar (A5) Bij sommige modellen kan de vlotterschakelaar (A5) in rechtopstaande positie worden geblokkeerd in een drager (A5 b, fig. 10). Bij een geblokkeerde vlotterschakelaar werkt het apparaat continu, ongeacht het waterniveau en mag het alleen onder toezicht worden bediend om het drooglopen ervan te voorkomen. 8 INWERKINGSTELLING EN AANZUIGING Let op - gevaar! Tijdens alle werkzaamheden voor de installatie en montage moet het apparaat losgekoppeld zijn van het elektriciteitsnet (fig. 3). 8.1 Inwerkingstelling Nadat het apparaat is aangesloten zoals beschreven in paragraaf 6, en alle veiligheidsinstructies zijn nagelopen, kunt u de stekker (A12) in het stopcontact steken. Het apparaat wordt dan automatisch geactiveerd wanneer het waterniveau de door de vlotterschakelaar ingestelde hoogte bereikt en weer uitgeschakeld bij het bereiken van het deactiveringsniveau. 8.2 Het aanzuigen van water Voor het aanzuigen/starten van het apparaat is een waterniveau van ongeveer 30-50 mm hoger dan de minimale aangezogen hoeveelheid. Nadat het apparaat is begonnen met zuigen, is het in staat om te pompen tot aan de aangegeven minimumhoogte. Het apparaat zuigt het water via het aanzuigrooster (A1) aan zijn basis, en voert het via een persleiding die is aangesloten op de uitlaatstomp (A3), naar de gewenste plaats. Indien, ondanks een voldoende waterniveau en een werkende motor, het water niet wordt aangezogen kan er lucht in het pomphuis (A4) zijn achtergebleven. Ga verder zoals beschreven in punt 6.2 en ontlucht het systeem opnieuw. 8.3 Het aanzuigen van water De aangegeven debietwaarden van het apparaat zijn maximumwaarden, en zullen afnemen bij gebruik van externe componenten (bv. persleiding, elleboogstukken, verloopstukken, enz.). Het verdient aanbeveling hier rekening mee te houden bij de keuze van het apparaat. Het werkelijke debiet voor de specifieke toepassingsgevallen staat weergegeven in de debiettabel (fig. 10). 144 (Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing) 9 ONDERHOUD Let op - gevaar! Voor ieder onderhoud en/of tijdens het oplossen van problemen moet u de stekker (A8) van de voedingskabel uit het stopcontact trekken. Later kunt u alle onderhouds- en reinigingswerkzaamheden uitvoeren. 9.1 Reiniging Spoel het apparaat en de externe componenten na ieder gebruik met schoon water. Verwijder de afzettingen met een waterstraal. Vuil en klei in het pomphuis (A4) veroorzaken een blokkering van de waaier en werkingsstoringen als hij later weer in gebruik wordt genomen. Mocht u deze handelingen zijn vergeten dan kunt u het apparaat een paar dagen ondergedompeld houden in water met een maximale temperatuur van 35°C om het vuil op te lossen. 9.2 Controle van de werking Controleer regelmatig de werking van de vlotterschakelaar (A5) om problemen te voorkomen. 10 OPSLAG Het apparaat moet absoluut vorstvrij worden gehouden en, bij temperaturen van +5°C of lager, gedemonteerd worden en opgeslagen in een droge en tegen vorst beschutte omgeving. NL NL © 2017 Nederlands 145 (Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing) 11 PROBLEMEN OPZOEKEN Storing Mogelijke oorzaak Oplossing 1. Controleer of er netspanning is en of de stekker (A12) goed in het stopcontact is gestoken. 2. Stekker (A12) verkeerd geplaatst. 2. Steek de stekker (A12) goed in het stopcontact. 3. Activeer de differentieelschakelaar. Wordt de differentieelschakelaar wederom getriggerd, dan moet u 3. Differentieelschakelaar getriggerd. een elektricien raadplegen. 4. Waaier geblokkeerd. 4. Verwijder alle mogelijke belemmeringen van de waaier. 5. Schade aan de motor of de condensator. 5. Informeer de leverancier. 1. Aanzuigrooster (A1) verstopt. 1. Reinig het aanzuigrooster (A1). 2. Geblokkeerde terugslagklep (indien aanwezig). 2. Reinig of vervang de klep (indien aanwezig). 3. Houd het apparaat schuin onder water om de lucht uit het 3. Luchtbel in het pomphuis (A4). pomphuis (A4) te laten ontsnappen. 1. Aanzuigrooster (A1) gedeeltelijk verstopt. 1. Reinig het aanzuigrooster (A1). 2. Leiding verstopt. 2. Verwijder de verstopping. 3. Diameter van de persleiding te klein. 3. Gebruik flexibele leidingen van ten minste ø25 mm (1 inch). 4. Punt van uitgang van het water te hoog ten opzichte van 4. Houd er rekening mee dat de prevalentie ten koste van het het apparaat. debiet gaat. 1. Vaste bestanddelen blokkeren de vrije draaiing van de waaier. 1. Verwijder de vreemde bestanddelen. 2. De maximale temperatuur van de getransporteerde vloeistof mag 2. Temperatuur van de vloeistof te hoog. niet hoger zijn dan 35°C 3. Sluit het apparaat aan op een elektrische installatie die voldoet 3. Elektrische spanning buiten de tolerantie. aan de vereisten op het etiket. 4. Motor defect. 4. Informeer de leverancier. 1. Het water vloeit uit de ontluchtingsopening (A7) tussen het 1. Geen ingreep is vereist, de ontluchtingsopening is technisch boven- en benedendeel. noodzakelijk. 1. Onvoldoende netspanning. Het apparaat voert geen water aan omdat de motor niet werkt Het apparaat voert geen water aan, hoewel de motor draait Het apparaat voert slechts een beperkte hoeveelheid water aan Onregelmatige werking Lekkage van water uit het pomphuis (A4) NL GARANTIE De garanties met betrekking tot de in deze handleiding beschreven apparaten veronderstellen het opvolgen en de naleving van alle erin opgenomen aanwijzingen, in het bijzonder die met betrekking tot het gebruik, de installatie en bediening. Voor het beschreven product verlenen wij een garantie van 24 maanden (12 maanden voor de professionele verkoop) tegen materiaal- of productiefouten, gerekend vanaf de datum van aankoop, conform de geldende wetten. Garantieclaims kunnen alleen op vertoon van een bewijs van aankoop worden ingediend. De garantie geldt niet voor de kosten van demontage en montage van het betrokken apparaat op de plaats van gebruik, voor de reiskosten van het reparatiepersoneel van en naar de plaats van gebruik en voor de transportkosten. Klachten waarvan de oorzaken kunnen worden teruggeleid naar een onjuiste installatie of bediening, ontoereikende arbeidsomstandigheden, onvoldoende zorg, ongeschikt commercieel gebruik of ondeskundige pogingen tot reparatie, evenals de normale slijtage, zijn uitgesloten van de garantie en aansprakelijkheid. De resulterende kosten, met name die van het testen en de transportkosten, zijn voor rekening van de verzender en/of de bediener van het apparaat. Dit geldt in het bijzonder ook bij het doorsturen van een garantieverzoek terwijl bij de controle blijkt dat het apparaat perfect werkt en geen gebreken heeft of dat het probleem niet te wijten is aan materiaal- of productiefouten. Vóór de terugzending wordt elk product onderworpen aan een strenge technische controle. Garantiereparaties mogen alleen worden uitgevoerd door onze geautoriseerde klantenservices of bevoegde en erkende werkplaatsen. Reparatiepogingen door de klant of onbevoegde derden tijdens de garantietermijn zullen de garantie doen vervallen. Het doorsnijden van de voedingsstekker en/of het inkorten van de voedingskabel doen de garantie vervallen. Het door ons verleende garantiewerk verlengt de garantieperiode niet, en zijn ook geen reden voor een nieuwe garantieperiode voor de vervangen of gerepareerde delen. Alle verdere rechten zijn uitgesloten, met name die op kortingen, wijzigingen of schadevergoedingen, maar ook die op indirecte schade van elke aard. Neem in geval van een storing contact op met de winkel waar u het product heeft gekocht, samen met het aankoopbewijs. NL © 2017 Nederlands 146 (Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing) Technische gegevens Eenheid SXUP400PCE SXUP750PTE SXUP750XCE SXUP1100XDE V/Hz W m l/h °C m mm Ø mm - 230 V ~ 50 Hz 400 8 9000 35 7 5 5 230 V ~ 50 Hz 750 8 13500 35 7 5 / 32 5 / 30 230 V ~ 50 Hz 750 8.5 11000 35 7 23 5 230 V ~ 50 Hz 1100 10.5 16500 35 7 45 35 Motorisolatie Motorbescherming Nettogewicht Brutogewicht Diameter aansluitingen kg kg mm Klasse F IPX8 4.3 4.7 25.4 – 31.75 – 38.1 Klasse F IPX8 5.9 6.5 25.4 – 31.75 – 38.1 Klasse F IPX8 5.9 6.6 25.4 – 31.75 Klasse F IPX8 7.0 7.7 25.4 – 31.75 – 38.1 Lengte kabel m 10 10 10 10 Spanning Vermogen Max. prevalentie (Hmax) Max. debiet (Qmax) Max. watertemperatuur (Tmax) Max. dompeldiepte Hoogte restwater Max. deeltjesgrootte Beschermingsklasse Technische wijzigingen voorbehouden! NL NL © 2017 Nederlands 147 (Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing)
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242

Stanley SXUP1100XDE de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor