Triumph-Adler LP 3335 de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Deze gebruikershandleiding is bedoeld voor model LP 3335.
Deze gebruikershandleiding is bedoeld om u te helpen met het correct
bedienen van het app
araat, voor routineonderhoud en om zo nodig
problemen eenvoudig op te lossen, zodat u het apparaat altijd in goede
staat kunt gebruiken.
Lees deze gebruikershandleiding voordat u het apparaat in gebruik
neemt en bewaar de handleiding in de buurt van het apparaat, zodat
deze direct beschikbaar is.
We bevelen het gebruik van onze eigen merkonderdelen aan. We zijn
niet aansprakelijk voor eventuele schade veroorzaakt door het gebruik
van onderdelen van andere merken in dit apparaat.
Opmerking Deze gebruikershandleiding bevat informatie voor
zowel de inchversie als de metrische versie van dit apparaat.
De inchversies van deze apparaten worden getoond in de
schermen in deze handleiding. Wanneer u de metrische versie
gebruikt, gebruik dan de berichten voor de inchversie alleen als
referentie. In de tekst worden de inchberichten alleen
weergegeven als deze versies alleen qua hoofdlettergebruik
verschillen. Als er zelfs maar een klein verschil in de melding is,
wordt de informatie voor de inchversie vermeld, gevolgd door de
corresponderende informatie voor de metrische versie tussen
haakjes.
i
Inhoud
1 Onderdelen van de machine ...................................................... 1-1
Onderdelen aan de voorkant van de printer ............................ 1-2
Onderdelen aan de achterkant van de printer ......................... 1-2
Bedieningspaneel ....................................................................... 1-3
2 Papier plaatsen ........................................................................... 2-1
Het papier voorbereiden ............................................................ 2-2
Papier in een cassette plaatsen ................................................ 2-2
Papier plaatsen in de multifunctionele lade ............................. 2-5
Papierstopper ............................................................................. 2-6
3 Aansluiten en afdrukken ............................................................ 3-1
Aansluitingen .............................................................................. 3-2
Netwerkinterfaceparameters wijzigen ...................................... 3-4
Een netwerkinterface-statuspagina afdrukken ...................... 3-12
Printerdriver installeren ........................................................... 3-13
Afdrukken .................................................................................. 3-20
Status Monitor .......................................................................... 3-22
Software verwijderen (Windows PC) ...................................... 3-26
4 Onderhoud .................................................................................. 4-1
Algemene informatie .................................................................. 4-2
Vervanging tonercontainer ........................................................ 4-2
Vervanging van het onderhoudspakket ................................... 4-5
De printer reinigen ...................................................................... 4-6
Langdurig niet gebruiken en verplaatsen van de printer ....... 4-9
5 Problemen oplossen .................................................................. 5-1
Algemene richtlijnen .................................................................. 5-2
Problemen met de afdrukkwaliteit ............................................ 5-3
Foutmeldingen ............................................................................ 5-5
Ready-, Data- en Attention-lampjes ........................................ 5-10
Papierstoringen oplossen ....................................................... 5-11
6 Appendix ..................................................................................... 6-1
Specificaties ................................................................................ 6-2
Standaardmilieuvoorwaarden ................................................... 6-4
Index ....................................................................................Index-1
iii
Wettelijke kennisgevingen
en veiligheidsvoorschriften
Lees deze informatie voordat u uw apparaat in gebruik neemt. Dit
hoofdstuk voorziet in informatie over de volgende onderwerpen:
Wettelijke kennisgeving iv
Licentieovereenkomsten v
Veiligheidsinformatie xi
Symbolen xv
Voorzorgsmaatregelen bij de installatie xvi
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik xviii
Over de gebruikershandleiding xx
Conventies in deze handleiding xxi
iv
Wettelijke kennisgeving
Kennisgeving met betrekking tot software
DE SOFTWARE DIE MET DEZE PRINTER WORDT GEBRUIKT, MOET
DE EMULATIEMODUS VAN DE PRINTER ONDERSTEUNEN. De
printer is fabrieksmatig ingesteld op het emuleren van de PCL. De
emulatiemodus kan gewijzigd worden.
Kennisgeving
De informatie in deze handleiding kan zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd. In toekomstige edities kunnen extra
pagina's worden ingevoegd.
Wij vragen de gebruiker om begrip voor technische onnauwkeurigheden
of schrijffouten in de huidige uitgave. Er wordt geen aansprakelijkheid
aanvaard voor ongelukken die gebeuren terwijl de gebruiker de
instructies in deze handleiding volgt. Wij aanvaarden geen
verantwoordelijkheid voor fouten in de firmware van de printer (de
inhoud van het ROM).
Deze handleiding en al het materiaal dat onder het auteursrecht valt en
wordt verkocht of meegeleverd bij of in verband met de verkoop van de
paginaprinter, zijn auteursrechtelijk beschermd. Alle rechten
voorbehouden. Het kopiëren of op een andere manier reproduceren van
de gehele handleiding of gedeelten van de handleiding, of een
willekeurig onderwerp waarop auteursrecht van toepassing is, is
verboden zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van
UTAX GmbH. Elke kopie die van deze handleiding of een
deel daarvan word
t gemaakt, en alles wat onder het auteursrecht valt,
moet dezelfde copyright-vermelding bevatten als het materiaal dat wordt
gekopieerd.
Wat betreft handelsnamen
PRESCRIBE is een gedeponeerd handelsmerk van Kyocera
Corporation. KPDL is een handelsmerk van Kyocera Corporation.
Hewlett-Packard, PCL en PJL zijn gedeponeerde handelsmerken van
Hewlett-Packard Company. Adobe, Acrobat, Flash en PostScript zijn
gedeponeerde handelsmerken van Adobe Systems Incorporated.
Macintosh en Bonjour zijn gedeponeerde handelsmerken van Apple
Computer, Inc. Microsoft en Windows zijn gedeponeerde
handelsmerken van Microsoft Corporation. Microsoft Windows Server is
een handelsmerk van Microsoft Corporation. PowerPC is een
handelsmerk van International Business Machines Corporation.
CompactFlash is een handelsmerk van SanDisk Corporation. ENERGY
STAR is een in de Verenigde Staten gedeponeerd handelsmerk. Alle
overige merk- en productnamen zijn gedeponeerde handelsmerken of
handelsmerken van de respectieve bedrijven.
Dit product is ontwikkeld met behulp van het Workbench Real Time
besturingssysteem en de hulpprogramma's van Wind River Systems.
Dit product bevat UFST™ en MicroType® van Monotype Imaging Inc.
VOORZICHTIG ER WORDT GEEN
AANSPRAKELIJKHEID AANVAARD VOOR SCHADE DIE
IS VEROORZAAKT DOOR ONJUISTE INSTALLATIE.
xi
Veiligheidsinformatie
Laserveiligheid
Deze printer wordt geclassificeerd als een Class 1 laserproduct volgens
de Radiation Performance Standard van het Amerikaanse Department of
Health and Human Services (DHHS), in overeenstemming met de
Radiation Control for Health and Safety Act uit 1968. Dit betekent dat de
printer geen gevaarlijke laserstraling produceert. Omdat de uitgestoten
straling in de printer binnen beschermende behuizing en externe
bedekkingen blijft, kan de laserstraal op geen enkel moment van gebruik
uit de printer ontsnappen.
Laserkennisgeving
Deze printer wordt in de V.S. geclassificeerd in overeenstemming met de
eisen van DHHS 21 CFR Subchapter voor Klasse I (1) laserproducten,
en is elders geclassificeerd als Klasse I laserproduct in
overeenstemming met de eisen van IEC 825.
Radiofrequentiezender
Dit apparaat bevat een zendermodule. De fabrikant (UTAX GmbH)
verklaart dat deze apparatuur (paginaprinter), model
LP 3335 voldoet aan de van toepassing zijnde eisen en andere relevante
bep
alingen conform Directief 1999/5/EC.
Radio Tag Technologie
In sommige landen kan de radiotagtechnologie die in deze apparatuur
gebruikt wordt om de tonercontainer te identificeren, onderworpen zijn
aan autorisatie, en kan het gebruik van deze apparatuur dientengevolge
beperkt zijn.
GEVAAR KLASSE 3B ONZICHTBARE LASERSTRALING
BIJ OPENEN. VERMIJD RECHTSTREEKSE
BLOOTSTELLING AAN STRAAL.
VOORZICHTIG Het gebruik van andere instellingen of
aanpassingen of de uitvoering van andere procedures dan
hierin vermeld, kan leiden tot gevaarlijke blootstelling aan
straling.
xii
Waarschuwingsetiketten
Op de printer bevindt zich een van de volgende etiketten.
CDRH-voorschriften
Het Center for Devices and Radiological Health (CDRH) van de U.S.
Food and Drug Administration heeft voorschriften opgesteld voor
laserproducten op 2 augustus 1976. Deze voorschriften zijn van
toepassing op laserproducten die zijn geproduceerd na 1 augustus
1976. Producten die in de Verenigde Staten op de markt worden
gebracht moeten voldoen aan deze voorschriften. Laserproducten die in
de Verenigde Staten op de markt worden gebracht moeten een label
dragen ten teken van overeenstemming met de CDRH-voorschriften.
Ozonconcentratie
Deze printers genereren ozongas (O
3
), dat zich op de plaats van
installatie kan concentreren en een onplezierige geur kan veroorzaken.
Wij raden u aan de printer niet op een afgesloten plek te zetten waar de
ventilatie wordt geblokkeerd, om zo de concentratie van ozongas te
minimaliseren tot minder dan 0,1 ppm.
Laser in de printer
(Laserstralingwaarschuwing)
Voor Europa, Azië en
andere landen
Voor de V.S. en
Canada
xiii
VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING
NAAR
2004/108/EC, 2006/95/EEC, 93/68/EEC, 1999/5/EC en 2009/125/EC
We verklaren geheel onder eigen verantwoordelijkheid dat het product
waarop deze verklaring betrekking heeft, in overeenstemming is met de
volgende specificaties.
EN55024
EN55022 Klasse B
EN61000-3-2
EN61000-3-3
EN60950-1
EN60825-1
EN300 330-1
EN300 330-2
EN62301
EN ISO 7779
Maschinenlärminformations-Verordnung 3. GPSGV, 06.01.2004: Der
höchste Schalldruckpegel beträgt 70 dB (A) oder weniger gemäß EN
ISO 7779.
EK1-ITB 2000
Das Gerät ist nicht für die Benutzung im unmittelbaren Gesichtsfeld am
Bildschirmarbeitsplatz vorgesehen. Um störende Reflexionen am
Bildschirmarbeitsplatz zu vermeiden, darf dieses Produkt nicht im
unmittelbaren Gesichtsfeld platziert werden.
Bewijs van afstand
UTAX GmbH is niet aansprakelijk tegenover klanten of een andere
persoon of entiteit met betrekkin
g tot verlies of schade direct of indirect
veroorzaakt door of naar zeggen veroorzaakt door apparatuur die door
ons is verkocht of geleverd, inclusief maar niet beperkt tot onderbroken
service, omzetverlies of winstderving, of gevolgschade die het resultaat
is van het gebruik of de bediening van de apparatuur of software.
xiv
Veiligheidsinstructies met betrekking tot het
ontkoppelen van de stroom
Voorzichtig: De stekker is het belangrijkste isolatieapparaat! Andere
schakelaars op het apparaat zijn slechts bedieningsschakelaars en zijn
niet geschikt om het apparaat te isoleren van de voedingsbron.
VORSICHT: Der Netzstecker ist die Hauptisoliervorrichtung! Die
anderen Schalter auf dem Gerät sind nur Funktionsschalter und können
nicht verwendet werden, um den Stromfluß im Gerät zu unterbrechen.
Energiebesparingfunctie
De printer is uitgerust met een slaaptimerfunctie waarbij de printer in een
wachtstand blijft, waarin het stroomverbruik tot een minimum wordt
beperkt als er geen printeraktiviteit is binnen een ingesteld tijdsbestek.
Slaapstand
Deze printer schakelt automatisch na ongeveer 15 minuten in de
slaapstand, nadat de printer voor het laatst gebruikt is. De tijdsduur die
zonder aktiviteit voorbij moet gaan voordat de slaapstand geactiveerd
wordt, kan verlengd worden.
Dubbelzijdig afdrukken
Deze printer heeft dubbelzijdig printen als standaardfunctie. Bij
bijvoorbeeld het afdrukken van twee originelen op een vel papier als
dubbelzijdige afdruk, is het mogelijk om papierverbruik te verminderen.
Hergebruikt papier
Deze printer ondersteunt het gebruik van hergebruikt papier, wat de
belasting op het milieu vermindert. Uw verkoop- of
servicevertegenwoordiger kan u informatie verschaffen over aanbevolen
papiersoorten.
Energy Star (ENERGY STAR
®
) Programma
Als deelnemend bedrijf aan het International Energy Star-programma
hebben wij vastgesteld dat dit product voldoet aan de richtlijnen van het
International Energy Star-programma.
xv
Symbolen
De delen van deze handleiding en onderdelen van het apparaat die zijn
aangeduid met symbolen, bevatten veiligheidswaarschuwingen ter
bescherming van de gebruiker, andere personen en voorwerpen in de
buurt. Ze zijn ook bedoeld voor een correct en veilig gebruik van het
apparaat. De symbolen met hun betekenis worden hieronder
beschreven.
De volgende symbolen geven aan dat het betreffende deel
veiligheidswaarschuwingen bevat. Specifieke aandachtspunten worden
binnenin het symbool aangegeven.
De volgende symbolen geven aan dat het betreffende deel informatie
bevat over niet-toegestane handelingen. Specifieke informatie over de
niet-toegestane handeling staat binnenin het symbool.
De volgende symbolen geven aan dat het betreffende deel informatie
bevat over handelingen die moeten worden uitgevoerd. Specifieke
informatie over de vereiste handeling staat binnenin het symbool.
Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger om een
vervangingsonderdeel te bestellen als de veiligheidswaarschuwingen in
deze gebruikershandleiding onleesbaar zijn of als de handleiding zelf
ontbreekt. (tegen betaling)
GEVAAR: Dit geeft aan dat wanneer u onvoldoende aandacht
besteedt aan of u niet op de juiste wijze houdt aan de
betreffende punten, dit zeer waarschijnlijk zal leiden tot ernstig
letsel of zelfs de dood.
WAARSCHUWING: Dit geeft aan dat wanneer u onvoldoende
aandacht besteedt aan of u niet op de juiste wijze houdt aan
de betreffende punten, dit zou kunnen leiden tot ernstig letsel
of zelfs de dood.
VOORZICHTIG: Dit geeft aan dat wanneer u onvoldoende
aandacht besteedt aan of u niet op de juiste wijze houdt aan
de betreffende punten, dit kan leiden tot lichamelijk letsel of
mechanische beschadiging.
.... [Algemene waarschuwing]
.... [Waarschuwing voor gevaar van elektrische schokken]
.... [Waarschuwing voor hoge temperatuur]
.... [Waarschuwing voor niet-toegestane handeling]
.... [Demontage verboden]
.... [Waarschuwing voor vereiste handeling]
.... [Haal de stekker uit het stopcontact]
.... [Sluit het apparaat altijd aan op een geaard stopcontact]
xvi
Voorzorgsmaatregelen
bij de installatie
Omgeving
Voorzichtig
Plaats het apparaat niet op of in plaatsen die niet stabiel of vlak
zijn. Op dergelijke plaatsen kan het apparaat vallen. Dergelijke
situaties leveren gevaar van lichamelijk letsel of beschadiging van
de apparatuur op.
Plaats het apparaat niet op vochtige of stoffige/vuile locaties.
Reinig de stekker om gevaar van brand en elektrische schokken
te voorkomen, wanneer er stof en vuil op de stekker zijn
terechtgekomen.
Plaats het apparaat niet in de buurt van radiatoren, kachels of
andere warmtebronnen of in de buurt van ontvlambare
voorwerpen, om gevaar van brand te voorkomen.
Laat ruimte vrij, zoals hieronder wordt aangegeven, om het
apparaat koel te houden en het vervangen van onderdelen en
onderhoud te vergemakkelijken. Laat met name rond de
achterklep voldoende ruimte vrij, zodat de lucht de printer makkelijk kan
verlaten.
Overige voorzorgsmaatregelen
Ongunstige omgevingsomstandigheden kunnen van invloed zijn op de
veilige werking en de prestaties van het apparaat. Installeer de printer in
een ruimte met airconditioning (aanbevolen kamertemperatuur: circa
23°C, luchtvochtigheid: circa 60% RH), en vermijd de volgende locaties
wanneer u een plaats voor het apparaat kiest.
• Vermijd plaatsen bij een venster of direct in het zonlicht.
• Vermijd plaatsen met trillingen.
• Vermijd plaatsen met sterke temperatuurschommelingen.
• Vermijd plaatsen met directe blootstelling aan warme of koude lucht.
• Vermijd slecht geventileerde locaties.
300mm
200mm
300mm
500mm
200mm
xvii
Tijdens het afdrukken komt er een kleine hoeveelheid ozon vrij, maar dit
heeft geen nadelige gevolgen voor de gezondheid. Als de printer echter
langere tijd in een slecht geventileerde ruimte wordt gebruikt of wanneer
er een zeer groot aantal kopieën wordt gemaakt, kan de geur
onaangenaam worden. Een juiste omgeving voor afdrukwerk moet goed
geventileerd zijn.
Stroomtoevoer/aarden van het apparaat
Waarschuwing
Gebruik geen stroomtoevoer met een ander voltage dan
aangegeven. Sluit niet meerdere apparaten op één stopcontact
aan. Dergelijke situaties leveren gevaar van brand of elektrische
schokken op.
Steek de stekker stevig in het stopcontact. Als metalen
voorwerpen in contact komen met de pinnen van de stekker, kan
dit brand of elektrische schokken veroorzaken.
Sluit het apparaat altijd aan op een geaard stopcontact, om het
gevaar van brand of elektrische schokken bij kortsluiting te
voorkomen. Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger
als een geaarde aansluiting niet mogelijk is.
Overige voorzorgsmaatregelen
Sluit de stekker aan op het dichtstbijzijnde stopcontact.
Het netsnoer is het belangrijkste middel om de stroomtoevoer af te
sluiten. Zorg ervoor dat het stopcontact zich bevindt/is geïnstalleerd in
de buurt van de apparatuur en goed toegankelijk is.
Gebruik van plastic zakken
Waarschuwing
Houd de plastic zakken die bij het apparaat worden gebruikt uit de
buurt van kinderen. Het plastic kan aan neus en mond vast blijven
zitten en verstikking veroorzaken.
xviii
Voorzorgsmaatregelen
voor gebruik
Waarschuwingen bij het gebruik van het
apparaat
Waarschuwing
Plaats geen metalen voorwerpen of voorwerpen die water
bevatten (vazen, bloempotten, kopjes, enz.) op of in de buurt van
het apparaat. Dit vormt een risico voor brand of elektrische
schokken, mocht het water in het apparaat terechtkomen.
Verwijder geen van de panelen van het apparaat, omdat er dan
kans bestaat op elektrische schokken als gevolg van de hoge
spanning binnen in het apparaat.
Zorg dat het netsnoer niet beschadigd raakt of breekt en probeer
het niet te repareren. Plaats geen zware voorwerpen op het
snoer, trek er niet aan, buig het niet onnodig en veroorzaak geen
andere schade. Dergelijke situaties leveren gevaar van brand of
elektrische schokken op.
Probeer nooit het apparaat of onderdelen ervan te repareren of te
demonteren, omdat er dan gevaar van brand, elektrische
schokken of schade aan de laser bestaat. Als de laserstraal
buiten het apparaat komt, kan deze blindheid veroorzaken.
Als het apparaat uitzonderlijk heet wordt, als er rook uit het
apparaat komt, als er een vreemde geur ontsnapt, of als er zich
een andere ongewone situatie voordoet, bestaat er gevaar van
brand of een elektrische schok. Zet de hoofdstroomschakelaar
onmiddellijk uit ({), zorg ervoor dat u de stekker uit het stopcontact haalt
en neem contact op met uw servicevertegenwoordiger.
Als er schadelijke zaken (paperclips, water, andere vloeistoffen,
enz.) in het apparaat terechtkomen, moet u onmiddellijk de
hoofdstroomschakelaar uitzetten ({). Vervolgens moet u direct
de stekker uit het stopcontact halen, om gevaar van brand of elektrische
schokken te voorkomen. Neem hierna contact op met uw
servicevertegenwoordiger.
Zorg dat u een stekker niet met natte handen in het stopcontact
steekt of eruit haalt, omdat er dan gevaar van elektrische
schokken bestaat.
Neem altijd contact op met uw servicevertegenwoordiger voor
onderhoud of reparatie van interne onderdelen.
Voorzichtig
Trek niet aan het netsnoer wanneer u dit uit het stopcontact haalt.
Als u aan het netsnoer trekt, kunnen de draden breken en bestaat
er gevaar van brand of elektrische schokken. (Pak altijd de
stekker vast wanneer u het netsnoer wilt loskoppelen van het
stopcontact.)
Haal altijd de stekker uit het stopcontact wanneer u het apparaat
verplaatst. Als het netsnoer beschadigd raakt, bestaat er gevaar
van brand of elektrische schokken.
xix
Als het apparaat korte tijd (bijvoorbeeld 's nachts) niet wordt
gebruikt, moet u de stroomschakelaar uitzetten (O). Als het
apparaat langere tijd niet wordt gebruikt (tijdens vakanties, enz.),
haalt u voor de veiligheid de stekker uit het stopcontact.
Houd bij het optillen of verplaatsen het apparaat altijd alleen vast
op de daarvoor bestemde plaatsen.
Verwijder om veiligheidsredenen de stekker altijd uit het
stopcontact bij het reinigen van het apparaat.
Als zich in het apparaat stof ophoopt, bestaat er gevaar van brand
of andere problemen. Het wordt daarom aanbevolen uw
servicevertegenwoordiger te raadplegen met betrekking tot het
reinigen van interne onderdelen. Dit is met name effectief als u dit
laat doen voorafgaande aan een periode van hoge
luchtvochtigheid. Raadpleeg uw servicevertegenwoordiger over de
kosten voor het reinigen van de interne onderdelen in het apparaat.
Overige voorzorgsmaatregelen
Plaats geen zware voorwerpen op het apparaat en zorg dat het apparaat
niet beschadigd raakt.
Open tijdens het afdrukken de bovenste voorklep niet, schakel de
aan/uit-schakelaar niet uit en trek de stekker niet uit het stopcontact.
Neem contact op met de servicevertegenwoordiger wanneer u het
apparaat wilt optillen of verplaatsen.
Raak geen elektrische onderdelen, zoals connectoren of printplaten aan.
Deze kunnen beschadigd raken door statische elektriciteit.
Probeer geen handelingen te verrichten die niet in deze handleiding zijn
beschreven.
Gebruik beschermde interfacekabels.
Voorzichtig
Het gebruik van andere instellingen of aanpassingen of de uitvoering
van andere procedures dan hierin vermeld, kan leiden tot gevaarlijke
blootstelling aan straling.
Waarschuwingen voor de omgang met verbruiksartikelen
Voorzichtig
De tonercontainer mag niet worden verbrand. De vonken kunnen
brandwonden veroorzaken.
Houd de tonercontainer buiten het bereik van kinderen.
Als er onverhoopt toner uit de tonercontainer wordt gemorst, moet
u inademing of inname daarvan voorkomen, evenals contact met
ogen en de huid.
• Als u onverhoeds toner inademt, gaat u naar een plaats met frisse
lucht en gorgelt u met veel water. Neem bij opkomende hoest
contact op met een arts.
• Als u toner binnenkrijgt, spoelt u uw mond met water en drinkt u 1 of
2 glazen water om de inhoud van uw maag te verdunnen. Neem
indien nodig contact op met een arts.
• Als u toner in uw ogen krijgt, spoelt u ze grondig met water. Als de
ogen gevoelig blijven, neemt u contact op met een arts.
• Als u toner op de huid krijgt, wast u deze met water en zeep.
xx
De tonercontainer mag niet open worden gebroken of worden
vernietigd.
Overige voorzorgsmaatregelen
Gooi de tonercontainer na gebruik altijd overeenkomstig de plaatselijke
milieuwetgeving weg.
Bewaar alle verbruiksartikelen in een koele, donkere ruimte.
Als het apparaat langere tijd niet wordt gebruikt, verwijdert u het papier
uit de cassette, legt u dit terug in de oorspronkelijke verpakking en
verzegelt u deze weer.
Over de gebruikershandleiding
Deze gebruikershandleiding bestaat uit de volgende hoofdstukken:
1 Onderdelen van de
machine
In dit hoofdstuk worden de namen van de onderdelen toegelicht.
2 Papier plaatsen
In dit hoofdstuk worden papierspecificaties voor deze printer uitgelegd
en hoe het papier in de cassette of multifunctionele lade geplaatst moet
worden.
3 Afdrukken
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de printerdriver moet installeren,
hoe u moet printen vanaf uw pc, en hoe u de software op de cd-rom
moet gebruiken.
4 Onderhoud
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe de tonercontainer wordt vervangen
en hoe u de printer onderhoudt.
5 Problemen oplossen
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u eventueel optredende
printerproblemen, zoals papierstoringen, oplost.
6 Specificaties
Dit hoofdstuk bevat de specificaties van deze printer.
xxi
Conventies in deze handleiding
In deze handleiding worden de volgende conventies gebruikt.
Conventie Beschrijving Voorbeeld
Cursief
lettertype
Wordt gebruikt om een
sleutelwoord, een woordgroep
of verwijzing naar aanvullende
informatie te benadrukken.
Raadpleeg Problemen met de
afdrukkwaliteit op pagina 5-3.
Vet Wordt gebruikt om
softwareknoppen aan te duiden
Klik op OK om te beginnen met
afdrukken.
Vet tussen
haakjes
Wordt gebruikt om toetsen op
het bedieningspaneel aan te
duiden.
Druk op [GO] om verder te gaan met
afdrukken.
Opmerking Wordt gebruikt om aanvullende,
nuttige informatie over een
functie of toepassing te geven.
Opmerking Haal de
tonercontainer pas uit de doos als
u klaar bent om de container in de
printer te plaatsen.
Belangrijk Wordt gebruikt om belangrijke
informatie te verstrekken.
BELANGRIJK Zorg ervoor dat u de
transferrol (zwart) niet aanraakt tijdens
het reinigen.
Voorzichtig Met deze waarschuwingen
wordt aangegeven dat er als
gevolg van een actie
mechanische beschadiging kan
optreden.
VOORZICHTIGTrek niet te hard aan
het papier, anders scheurt het.
Gescheurde stukjes papier zijn lastig te
verwijderen en kunnen gemakkelijk
over het hoofd worden gezien,
waardoor de storing niet kan worden
opgelost.
Waarschuwing Wordt gebruikt om gebruikers te
wijzen op het gevaar van
lichamelijk letsel.
WAARSCHUWING Als u de printer
wilt verzenden, verwijdert u de
ontwikkelaar en drum, verpakt u deze in
een plastic zak en verzendt u deze
apart van de printer.
Onderdelen van de machine 1-1
1 Onderdelen van de
machine
In dit hoofdstuk worden de onderdelen van de machine en de
toetsen op het bedieningspaneel toegelicht.
Onderdelen aan de voorkant van de printer 1-2
Onderdelen aan de achterkant van de printer 1-2
Bedieningspaneel 1-3
1-2 Onderdelen van de machine
Onderdelen aan de voorkant van de printer
1 Bovenklep
2 Papierstopper
3 Bovenste lade
4 Bedieningspaneel
5 USB-geheugenslot
6 Rechterklep
7 Papiercassette
8 Voorklep
9 Multifunctionele lade
10 Sublade
Onderdelen aan de achterkant van de printer
11 Netwerkaansluiting
12 USB-aansluiting
13 Achterklep
14 Netsnoeraansluiting
15 Aan/uit-schakelaar
1
2
3
4
6
7
8
9
10
5
11
14
12
15
13
Onderdelen van de machine 1-3
Bedieningspaneel
1 Lampjes
2 Berichtenscherm
3 Cursortoetsen
4[GO] toets
5 [Cancel] toets
6[OK] toets
7 [MENU] toets
2
1
3
4
5
6
7
1-4 Onderdelen van de machine
Papier plaatsen 2-1
2 Papier plaatsen
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe het papier in de cassette of de
multifunctionele lade geplaatst moet worden
.
Het papier voorbereiden 2-2
Papier in een cassette plaatsen 2-2
Papier plaatsen in de multifunctionele lade 2-5
2-2 Papier plaatsen
Het papier voorbereiden
Wanneer u het papier uit de verpakking hebt gehaald, waaiert u de
vellen los voordat u het papier plaatst.
Als u papier gebruikt dat gevouwen of gekruld is, strijkt u dit recht
voordat u het plaatst. Als u dit niet doet, kan dit leiden tot een
papierstoring.
Papier in een cassette plaatsen
Er kunnen 250 vellen van 11 × 8 1/2" of A4 papier (80 g/m²) in de
cassette geplaatst worden.
1 Trek de cassette helemaal uit de printer.
2 Stel de breedtegeleiders in op de linker- en rechterkant van de
papiercassette. Druk op de ontgrendelingsknop van de
linkergeleider en schuif de geleiders naar het gewenste
papierformaat.
BELANGRIJK Zorg ervoor dat nietjes en paperclips verwijderd zijn.
BELANGRIJK De cassette ondersteunen wanneer u deze uit de
printer trekt, zodat deze niet uit de printer valt.
Opmerking De papierformaten staan op de cassette
vermeld.
Papier plaatsen 2-3
3 Pas de papierlengtegeleider aan op het gewenste papierformaat.
Als u papier gebruikt dat langer is dan A4, trekt u de extensionele
papiercassette uit door te drukken op de ontgrendelingshendel een
voor een, pas het aan aan het gewenste papierformaat.
4 Plaats het papier in de cassette. Zorg ervoor dat de zijde die moet
worden bedrukt, omlaag wijst en dat het papier niet gevouwen,
gekruld of beschadigd is.
Opmerking Plaats het papier zo dat het niet boven het
driehoekje op de breedtegeleider uitkomt.
2-4 Papier plaatsen
5 Plaats de papiercassette in de sleuf van de printer. Duw de cassette
recht naar voren tot deze niet verder kan.
Er zit een papiermeter aan de linkervoorkant van de papiercassette
die de resterende papiervoorraad aangeeft. Als het papier op is, zal
de wijzer naar beneden gaan naar niveau (leeg).
6 Specificeer het papierformaat en de papiersoort voor de cassette via
het bedieningspaneel. Raadpleeg voor meer informatie de English
Operation Guide.
Papier plaatsen 2-5
Papier plaatsen in de multifunctionele lade
Er kunnen 50 vellen van 11 × 8 1/2" of A4 papier (80 g/m²) in de
multifunctionele lade van dit apparaat geplaatst worden.
1 Trek de multifunctionele lade naar u toe totdat deze stopt.
2 Stel de papiergeleiders in op de multifunctionele lade.
Standaardpapierformaten zijn aangegeven op de multifunctionele
lade. Schuif de papiergeleiders voor standaardpapierformaten naar
het overeenkomende teken.
3 Trek de sublade uit.
4 Leg het papier strak tegen de papiergeleiders en schuif het zo ver
mogelijk naar binnen.
Opmerking Plaats zoveel papier dat het niet boven de tab
van de multifunctionele lade uitkomt.
2-6 Papier plaatsen
Wanneer u een envelop plaatst, doe dit dan met de klep gesloten en
de te bedrukken zijde omhoog. Leg de envelop tegen de geleider
met de klep aan de voorkant of linkerkant tot deze niet verder kan.
5 Specificeer het papierformaat en de papiersoort voor de
multifunctionele lade via het bedieningspaneel. Raadpleeg voor
meer informatie de English Operation Guide.
Papierstopper
Open de papierstopper zoals aangegeven in de afbeelding.
Opmerking Als het papier duidelijk naar een richting gekruld
is, als het bijvoorbeeld al aan een kant bedrukt is, probeer dan
om het papier in tegenovergestelde richting te rollen om de
krul tegen te gaan. Afgedrukte vellen zullen er dan plat
uitkomen.
Juist
Niet juist
Juist
Juist
Niet juist
1
2
Aansluiten en afdrukken 3-1
3 Aansluiten en
afdrukken
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de printer moet opstarten, hoe u
moet printen vanaf uw pc, en hoe u de software op de cd-rom moet
gebruiken.
Aansluitingen 3-2
Netwerkinterfaceparameters wijzigen 3-4
Een netwerkinterface-statuspagina afdrukken 3-12
Printerdriver installeren 3-13
Afdrukken 3-20
Status Monitor 3-22
Software verwijderen (Windows PC) 3-26
3-2 Aansluiten en afdrukken
Aansluitingen
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de printer opstart.
De USB-kabel aansluiten
Volg onderstaande stappen om de USB-kabel aan te sluiten.
1 Sluit de USB-kabel aan op de USB-aansluiting.
2 Sluit het andere einde van de USB-kabel aan op de USB-aansluiting
van de computer.
De netwerkkabel aansluiten
Volg onderstaande stappen om de netwerkkabel aan te sluiten.
1 Verwijder de dop van de printer.
2 Sluit de printer aan op de pc of op uw netwerkapparaat.
Opmerking Gebruik een USB-kabel met een rechthoekige
stekker (type A) en een vierkante stekker (type B). De kabel
wordt apart verkocht.
Opmerking Gebruik beschermde interfacekabels. Deze
kabels worden apart verkocht.
Aansluiten en afdrukken 3-3
Het netsnoer aansluiten
Installeer de printer dichtbij een AC-stopcontact. Als u een verlengsnoer
gebruikt, mag de totale lengte van het netsnoer plus het verlengsnoer
niet meer dan 5 meter zijn.
1 Sluit het netsnoer aan op de netsnoeraansluiting aan de achterkant
van de printer.
2 Sluit het andere einde van het netsnoer aan op een stopcontact.
3 Zet de aan/uit-schakelaar aan ( | ). De printer begint op te warmen.
Opmerking Zorg ervoor dat de printer is uitgeschakeld. Gebruik
alleen het netsnoer dat bij de printer is geleverd.
BELANGRIJK Als u de starttonercontainer plaatst en het
apparaat inschakelt, dan verschijnt even later het bericht
Een
ogenblik(toner toev.)
. Wanneer de printer na het plaatsen
van de toner voor het eerst aangezet wordt, duurt het ongeveer
15 minuten voordat de printer kan gaan afdrukken. Pas als het
[Ready] lampje brandt, is de printerinstallatie voltooid.
3-4 Aansluiten en afdrukken
Netwerkinterfaceparameters wijzigen
Deze printer ondersteunt TCP/IP, TCP/IP (IPv6), NetWare, AppleTalk,
IPP, SSL-server, IPSec-protocollen en Beveiligingsniveau. Raadpleeg
voor meer informatie de English Operation Guide.
TCP/IP, TCP/IP (IPv6) instellingen
1 Druk op [MENU].
2 Druk herhaaldelijk op U of V tot Netwerk > verschijnt.
3 Druk op Z. Telkens als u op U of V drukt, wijzigt de selectie.
Raadpleeg de onderstaande uitleg bij het specificeren van de
instellingen.
Stel dit onderdeel in op Aan wanneer u verbinding maakt met een
netwerk m.b.v. TCP/IP. Submenu bevat onderdelen zoals DHCP,
IP-adres, Subnetmasker, Gateway en Bonjour.
Stel dit onderdeel in op Aan wanneer u verbinding maakt met een
netwerk m.b.v. TCP/IP (IPv6). Submenu bevat onderdelen zoals
RA(Stateless)en DHCPv6.
Opmerking Doe de machine UIT en weer AAN, nadat alle
netwerkinstellingen zijn gedaan. Dit moet om de instellingen van
kracht te maken.
Opmerking Vraag aan uw lokale beheerder of u een IPv4- of
IPv6-netwerk gebruikt. Kies, als u IPv4 gebruikt, het
overeenkomstige menu.
Netwerk >
>TCP/IP
Uit
>TCP/IP (IPv6)
Uit
Aansluiten en afdrukken 3-5
TCP/IP
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe het TCP/IP-protocol in te schakelen.
1 Indien TCP/IP is ingesteld op Uit, gebruik U of V om Aan te
selecteren en druk op [OK].
2 Druk op Z. Telkens als u op U of V drukt, wijzigt de selectie.
3 Geef het onderdeel weer dat u wilt instellen en druk op [OK]. Een
knipperend vraagteken (?) verschijnt terwijl u DHCP en Bonjour
instelt. Een knipperende cursor (_) verschijnt terwijl u IP-adres,
Subnetmasker en Gateway instelt.
4 Druk op U of V om Aan of Uit te selecteren als instelling voor
DHCP en Bonjour.
Druk voor de IP-adres, Subnetmasker en Gateway instelling op
U of V om de knipperende cursor te verplaatsen naar het nummer
dat u wilt wijzigen (000 tot 255). Gebruik Y en Z om de cursor naar
rechts en links te bewegen.
5 Druk op [OK].
6 Druk op [MENU]. Het scherm keert terug naar Klaar.
Opmerking Raadpleeg uw netwerkbeheerder voor de
netwerkadresinstellingen.
>TCP/IP
Aan
>>IP-adres
000.000.000.000
>>Subnetmasker
000.000.000.000
>>Gateway
000.000.000.000
>>DHCP
Uit
>>Bonjour
Uit
>>Subnetmasker
000.000.000.000
3-6 Aansluiten en afdrukken
TCP/IP (IPv6)
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe het TCP/IP (IPv6)-protocol in te
schakelen.
1 Indien TCP/IP (IPv6) is ingesteld op Uit, gebruik U of V om
Aan te selecteren en druk op [OK].
2 Druk op Z. Telkens als u op U of V drukt, wijzigt de selectie.
3 Geef het onderdeel weer dat u wilt instellen en druk op [OK]. Een
knipperend vraagteken (?) verschijnt terwijl u RA(Stateless) en
DHCPv6 instelt.
4 Druk op U of V om Aan of Uit te selecteren als instelling voor
RA(Stateless) en DHCPv6.
5 Druk op [OK].
6 Druk op [MENU]. Het scherm keert terug naar Klaar.
NetWare, AppleTalk, IPP, SSL-server, IPSec en
Beveilig.niveau instellingen
1
Druk op [MENU].
2 Druk herhaaldelijk op U of V tot Beveiliging > verschijnt.
Opmerking Raadpleeg uw netwerkbeheerder voor de
netwerkadresinstellingen.
>TCP/IP (IPv6)
Aan
>>DHCPv6
Uit
>>RA(Stateless)
Uit
>>DHCPv6
?Uit
>>RA(Stateless)
?Uit
Beveiliging >
Aansluiten en afdrukken 3-7
3 Druk op Z. Telkens als u op U of V drukt, wijzigt de selectie.
Raadpleeg de onderstaande uitleg bij het specificeren van de
instellingen.
Als u NetWare, AppleTalk, IPP, SSL-server of IPSec gebruikt
om verbinding te maken met een netwerk, moet u een beheerder-ID
invoeren en op [OK] drukken. Het beheerder-ID is standaard het
numerieke gedeelte van de modelnaam van uw printer "3500".
Als u NetWare, AppleTalk, IPP, SSL-server of IPSec gebruikt
om verbinding te maken met een netwerk, moet u een
beheerderwachtwoord invoeren en op [OK] drukken. Het
beheerderwachtwoord is standaard het numerieke gedeelte van de
modelnaam van uw printer "3500".
Stel dit onderdeel in op Aan wanneer u verbinding maakt met een
netwerk m.b.v. NetWare. In het submenu kan de framemodus
worden geselecteerd uit Auto, 802.3, Ethernet-II, SNAP en
802.2.
AppleTalk moet worden geactiveerd (Aan) om netwerkverbinding
te maken met Macintosh-computers behalve bij Mac OS X 10.6.
Stel dit onderdeel in op Aan wanneer u verbinding maakt met een
netwerk m.b.v. IPP.
Stel dit onderdeel in op Aan wanneer u verbinding maakt met een
netwerk m.b.v. SSL-server. Submenu bevat onderdelen zoals
DES, 3DES, AES, IPP over SSL en HTTPS.
Stel dit onderdeel in op Aan wanneer u verbinding maakt met een
netwerk m.b.v.
IPSec.
Vervolg op de volgende pagina.
ID
_
Wachtwoord
_
>NetWare >
Aan
>AppleTalk
Aan
>IPP
Uit
>SSL-server
Uit
>IPSec
Uit
3-8 Aansluiten en afdrukken
Stel het Beveilig.niveau in op Hoog.
NetWare
In dit gedeelte wordt de procedure voor het inschakelen van NetWare
beschreven.
1 Voer de beheerder-ID en wachtwoord in. Indien NetWare is
ingesteld op Uit, gebruik dan U of V om Aan te selecteren en druk
op [OK].
2 Druk op Z.
3 Druk op [OK]. Er verschijnt een knipperend vraagteken (?). Telkens
als u op U of V drukt, wijzigt de selectie.
4 Geef het onderdeel weer dat u wilt instellen en druk op [OK].
5 Druk op [MENU]. Het scherm keert terug naar Klaar.
>Beveilig.niveau
Hoog
>NetWare >
Aan
>>Frametype
Auto
>>Frametype
?802.3
>>Frametype
?Ethernet-II
>>Frametype
?802.2
>>Frametype
?SNAP
>>Frametype
?Auto
Aansluiten en afdrukken 3-9
AppleTalk
In dit gedeelte wordt de procedure voor het inschakelen van AppleTalk
beschreven.
1 Voer de beheerder-ID en wachtwoord in. Indien AppleTalk is
ingesteld op Uit, gebruik dan U of V om Aan te selecteren.
2 Druk op [OK]. Er verschijnt een knipperend vraagteken (?).
3 Druk opnieuw op [OK].
4 Druk op [MENU]. Het scherm keert terug naar Klaar.
IPP
In dit gedeelte wordt de procedure voor het inschakelen van IPP
beschreven.
1 Voer de beheerder-ID en wachtwoord in. Indien IPP is ingesteld op
Uit, gebruik dan U of V om Aan te selecteren.
2 Druk op [OK]. Er verschijnt een knipperend vraagteken (?).
3 Druk opnieuw op [OK].
4 Druk op [MENU]. Het scherm keert terug naar Klaar.
>AppleTalk
Aan
>AppleTalk
?Aan
>IPP
Aan
>IPP
?Aan
3-10 Aansluiten en afdrukken
SSL-server
In dit gedeelte wordt de procedure voor het inschakelen van de SSL-
server beschreven.
1 Voer de beheerder-ID en wachtwoord in. Indien SSL-server is
ingesteld op Uit, gebruik dan U of V om Aan te selecteren en druk
op [OK].
2 Druk op Z. Telkens als u op U of V drukt, wijzigt de selectie.
3 Geef het onderdeel weer dat u wilt instellen en druk op [OK]. Er
verschijnt een knipperend vraagteken (?).
4 Selecteer Aan of Uit m.b.v. U of V.
5 Druk op [OK].
6 Druk op [MENU]. Het scherm keert terug naar Klaar.
IPSec
In dit gedeelte wordt de procedure voor het inschakelen van IPSec
beschreven.
1 Voer de beheerder-ID en wachtwoord in. Indien IPSec is ingesteld
op Uit, gebruik dan U of V om Aan te selecteren.
2 Druk op [OK]. Er verschijnt een knipperend vraagteken (?).
3 Druk opnieuw op [OK].
4 Druk op [MENU]. Het scherm keert terug naar Klaar.
>SSL-server >
Aan
>>3DES
Uit
>>AES
Uit
>>IPP over SSL
Uit
>>HTTPS
Uit
>>DES
Uit
>>DES
?Uit
>IPSec
Aan
>IPSec
?Aan
Aansluiten en afdrukken 3-11
Beveiligingsniveau
Beveilig.niveau is een menu dat voornamelijk wordt gebruikt door
servicepersoneel voor onderhoudswerk. Klanten hoeven dit menu niet te
gebruiken.
>Beveilig.niveau
Hoog
3-12 Aansluiten en afdrukken
Een netwerkinterface-statuspagina afdrukken
U kunt een statuspagina voor het netwerkinterface afdrukken. De
netwerkstatuspagina toont de netwerkadressen, en andere informatie
onder verschillende netwerkprotocollen over het netwerkinterface.
Aanpassen/Onderhoud
Aanpassen/Onderhoud wordt gebruikt om de afdrukkwaliteit aan te
passen en printeronderhoud uit te voeren.
De beschikbare opties in Aanpassen/Onderhoud zijn de volgende:
• Printer opnieuw starten
• Service
1 Druk op [MENU].
2 Druk herhaaldelijk op U of V tot Aanpassen/Onderhoud >
verschijnt.
3 Druk op Z terwijl Aanpassen/Onderhoud > wordt weergegeven.
4 Druk meermaals op U of V totdat >Service > verschijnt.
5 Druk op Z.
6 Druk meermaals op U of V totdat >>Netwerk afdr.
Statuspagina verschijnt.
7 Druk op [OK]. Er verschijnt een vraagteken (?).
8 Druk op [OK]. Bezig m verwerkn verschijnt en er wordt een
statuspagina afgedrukt.
9 Wanneer het afdrukken is beëindigd, keert het scherm terug naar
Klaar.
BELANGRIJK Service is een menu dat voornamelijk wordt
gebruikt door servicepersoneel voor onderhoudswerk. Klanten
hoeven dit menu niet te gebruiken.
Aanpassen/ >
Onderhoud
>>Netwerk afdr.
Statuspagina ?
Aansluiten en afdrukken 3-13
Printerdriver installeren
Zorg ervoor dat de printer aan staat en op de pc is aangesloten voordat
u de printerdriver vanaf de cd-rom installeert.
De software in Windows installeren
Volg de onderstaande stappen om de printerdriver te installeren als u
deze printer aansluit op een Windows pc. Het voorbeeld toont hoe uw
printer aan te sluiten op een Windows Vista pc.
U kunt de Snelle modus of de Aangepaste modus gebruiken om de
software te installeren.
Snelle modus detecteert automatisch aangesloten printers en installeert
de vereiste software. Gebruik Aangepaste modus als u de printerpoort
wilt specificeren en de te installeren software wilt selecteren.
1 Schakel de computer in en start Windows.
Als het dialoogvenster Wizard Nieuwe hardware gevonden
verschijnt, selecteert u Annuleren.
2 Plaats de cd-rom die met de printer is meegeleverd in het optische
station van de pc. In Windows 7, Windows Server 2008 en Windows
Vista verschijnt mogelijk het venster voor gebruikersaccountbeheer.
Kies Toestaan.
Het installatieprogramma wordt gestart.
3 Kies Gebruiksrechtovereenkomst weergeven en lees de
Gebruiksrechtovereenkomst. Kies Accepteren.
Opmerking In Windows besturingssystemen moet u zijn ingelogd
met beheerdersrechten om de printerdriver te installeren.
Opmerking Indien de software-installatiewizard niet
automatisch start, open dan het cd-romvenster in Windows
Verkenner en dubbelklik op Setup.exe.
3-14 Aansluiten en afdrukken
4 Kies Software installeren.
De software-installatiewizard wordt opgestart.
Vanaf hier verschilt de procedure naargelang uw versie van
Windows en uw verbindingsmethode. Kies de correcte procedure
voor uw verbindingstype.
• Snelle modus
• Aangepaste modus
Snelle modus
In Snelle modus detecteert het installatieprogramma automatisch de
printer wanneer deze aan staat. Gebruik Snelle modus voor
standaard verbindingsmethodes.
1 Selecteer in het selectievenster voor de installatiemethode Snelle
modus. Het venster voor afdruksysteemdetectie verschijnt en het
installatieprogramma detecteert de aangesloten printers. Indien het
installatieprogramma geen afdruksysteem detecteert, controleer dan
of het afdruksysteem is aangesloten via USB of een netwerk en of
het is ingeschakeld. Kies dan Vernieuwen om opnieuw naar een
afdruksysteem te zoeken.
2 Selecteer de printer die u wilt installeren, en kies Volgende.
3 U kunt de afdruksysteemnaam aanpassen in het installatie-
instellingenvenster. Deze naam zal worden weergegeven in het
printervenster en in de printerlijsten weergegeven in applicaties.
Specificeer of u de afdruksysteemnaam wilt delen of het afdruksysteem
als bestaande printer wilt instellen en klik op Volgende.
4 Er verschijnt een venster waarin u de instellingen kunt controleren.
Controleer de instellingen nauwkeurig en kies Installeren.
5 Er verschijnt een melding die zegt dat de printer goed is
geïnstalleerd. Kies Voltooien om de printerinstallatiewizard te
verlaten en terug te keren naar het hoofdmenu van de cd-rom.
Opmerking Hoewel de informatie die wordt weergegeven in
de installatiedialoogvensters in Windows Vista en Windows
7/Windows XP lichtjes verschilt, is de installatieprocedure
hetzelfde.
Opmerking Als de wizard Nieuwe hardware gevonden
verschijnt, kiest u Annuleren. Als er een
waarschuwingsmelding bij hardware-installatie verschijnt,
kiest u Ga door.
BELANGRIJK
Stap 3 verschijnt enkel indien het afdruksysteem is
verbonden via een netwerk. Hij verschijnt niet indien het
afdruksysteem is verbonden via USB ten tijde van de eerste installatie.
Opmerking Als het Windows Beveiliging venster verschijnt,
kies Deze driversoftware installeren.
Aansluiten en afdrukken 3-15
Indien het dialoogvenster voor apparaatinstelling verschijnt nadat u
Voltooien
heeft gekozen, kunt u de instellingen specificeren voor
onderdelen zoals optionele functies die in het afdruksysteem zijn
geïnstalleerd. U kunt ook de apparaatinstellingen specificeren nadat u de
installatie heeft verlaten. Zie voor meer informatie Apparaatinstellingen in
de printerdriver gebruikershandleiding op de cd-rom.
Hiermee is de installatieprocedure van de printerdriver voltooid. Volg
de instructies op het scherm om het systeem opnieuw op te starten,
indien nodig.
3-16 Aansluiten en afdrukken
Aangepaste modus
Gebruik Aangepaste modus als u de printerpoort wilt specificeren en
de te installeren software wilt selecteren.
Als u bijvoorbeeld niet wilt dat op uw computer geïnstalleerde
lettertypes worden vervangen, selecteer dan Aangepaste modus
en vink het Lettertypes selectievakje op het tabblad
Hulpprogramma uit.
1 Selecteer Aangepaste modus.
2 Volg de instructies in het venster van de installatiewizard, selecteer
de softwarepakketten die moeten worden geïnstalleerd en
specificeer de poort, enz.
Zie voor meer informatie Aangepaste installatie in de printerdriver
gebruikershandleiding op de cd-rom.
Aansluiten en afdrukken 3-17
Installatie op een Macintosh
Dit hoofdstuk legt uit hoe de printerdriver op een MAC OS X 10.6-
besturingssysteem geïnstalleerd moet worden.
1 Schakel de printer en de Macintosh in.
2 Plaats de bijgeleverde cd-rom (Product Library) in het cd-
romstation.
3 Dubbelklik op het cd-rom pictogram.
4 Dubbelklik op OS X 10.2 and 10.3 Only, OS X 10.4 Only of OS X
10.5 or higher afhankelijk van uw MAC OS-versie.
5 Dubbelklik op OS X x.x.
6 Het installatieprogramma van de printerdriver start.
7 Kies Bestemming selecteren, Installatietype en installeer
vervolgens de printerdriver zoals aangegeven door de instructies in
de installatiesoftware.
Hiermee is de installatie van de printerdriver voltooid. Specificeer
vervolgens de afdrukinstellingen.
Als er een IP- of AppleTalk-verbinding gebruikt wordt, zijn de
onderstaande instellingen vereist. Indien een USB-verbinding wordt
gebruikt, wordt de printer automatisch herkend en verbonden.
Opmerking Behalve Eenvoudige installatie, omvatten de
Installatietype opties Aangepaste installatie, waarmee u de
te installeren onderdelen kunt specificeren.
BELANGRIJK Voer in het scherm Verificatie de naam en het
wachtwoord in die worden gebruikt voor het besturingssysteem.
3-18 Aansluiten en afdrukken
8 Open Systeemvoorkeuren en kies Afdrukken en Faxen.
9 Klik op het plus-symbool (+) om de geïnstalleerde printerdriver toe te
voegen.
10Kies het IP-icoon voor een IP-verbinding of het AppleTalk-icoon voor
een AppleTalk-verbinding en voer dan het IP-adres en de
printernaam in.
Kiest u het AppleTalk-icoon voor een AppleTalk-verbinding, voer dan
de printernaam in.
Kies het standaardicoon voor een Bonjour-verbinding en selecteer
de printer waarvoor Bonjour verschijnt onder Verbinding.
11Selecteer de geïnstalleerde printerdriver en kies Voeg toe.
Opmerking Het AppleTalk-icoon wordt niet weergegeven bij
Mac OS X 10.6.
Aansluiten en afdrukken 3-19
12Selecteer de beschikbare opties voor de printer en kies Ga door.
13De geselecteerde printer wordt toegevoegd. Hiermee is de
procedure voor de printerinstelling voltooid.
3-20 Aansluiten en afdrukken
Afdrukken
Dit hoofdstuk legt de afdrukpocedure uit vanuit een softwareprogramma.
U kunt de afdrukinstellingen van ieder tabblad specificeren op KX Driver.
KX Driver is opgeslagen op de cd-rom (Product Library). Raadpleeg voor
meer informatie de Printer Driver User Guide op de cd-rom.
Over KX Driver
KX Driver bestaat uit de volgende tabbladen.
Snel afdrukken
Gebruik deze tab om standaard afdrukopties toe te wijzen aan
groepsprofielen die snel en eenvoudig kunnen worden gebruikt.
Basis
Gebruik deze tab om de paginagrootte en de afdrukrichting te
selecteren. Ook de papierbron en dubbelzijdig afdrukken worden
geselecteerd.
Indeling
Gebruik deze om meerdere pagina's per vel te maken. Bevat ook de
schaalfunctie.
Imaging
Selecteer dit tabblad om de afdrukkwaliteit en de instellingen voor
lettertypen en afbeeldingen te wijzigen.
Publiceren
Gebruik deze om omslagen of invoegbladen toe te voegen aan uw
afdrukken. U kunt ook een transparantenset maken met een leeg of
afgedrukt vel daartussen door gebruik te maken van Transparantie-
interleaving.
Geavanceerd
Gebruik deze om watermerken in te stellen en toe te voegen aan uw
afdrukken. Op dit tabblad bevinden zich de PRESCRIBE-commando's
naar de uitvoer bij gebruik van de functie Prologue/Epilogue.
Afdrukken vanuit applicaties
Hieronder worden de stappen beschreven die nodig zijn voor het
afdrukken van een document dat met een applicatie gemaakt is. U kunt
het papierformaat voor de afdrukken selecteren.
1 Plaats het gewenste papier in de papiercassette.
2 Selecteer vanuit de applicatie in het menu Bestand de functie
Afdrukken. Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt.
Opmerking U kunt ook de verschillende instellingen selecteren
door te klikken op Eigenschappen om het dialoogvenster
Eigenschappen te openen.
Aansluiten en afdrukken 3-21
3 Klik op de vervolgkeuzelijst met printernamen. Alle printers die zijn
geïnstalleerd, staan vermeld. Klik op de naam van de printer.
4 Voer bij Aantal exemplaren het aantal afdrukken in dat u wilt maken.
Er kunnen maximaal 999 exemplaren worden afgedrukt. Voor
Microsoft Word wordt aanbevolen dat u op Opties klikt en als
Standaardpapierlade Printerinstellingen gebruiken specificeert.
5 Klik op OK om te beginnen met afdrukken.
3-22 Aansluiten en afdrukken
Status Monitor
De Status Monitor bewaakt de printerstatus en voorziet in een
doorlopend functioneringsrapport. Het stelt u ook in de gelegenheid om
instellingen voor printers te specificeren en te wijzigen die niet in de KX
driver voorkomen.
De Status Monitor wordt automatisch geïnstalleerd tijdens de KX driver
installatie.
Toegang tot de Status Monitor
Gebruik een van onderstaande methodes voor het starten van de Status
Monitor.
• Start wanneer het afdrukken begint:
Wanneer u een printer specificeert en een afdruktaak start, wordt
een Status Monitor gestart voor iedere printernaam. Als een Status
Monitor-start wordt vereist voor meerdere printers, wordt een Status
Monitor gestart voor iedere printer die dat verzoek uitvaardigt.
• Start vanuit KX Driver Eigenschappen:
Kies Afdrukvoorkeuren in het dialoogvenster Eigenschappen.
Selecteer de tab Geavanceerd en kies Status Monitor om het
venster Status Monitor te openen. Kies Status Monitor openen om
de Status Monitor te starten.
Verlaten van de Status Monitor
Gebruik een van onderstaande methodes voor het verlaten van de
Status Monitor.
• Handmatig verlaten:
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de Status Monitor
in de taakbalk en kies Verlaten in het menu, voor het verlaten van
de Status Monitor.
• Automatisch verlaten:
De Status Monitor sluit automatisch na 5 minuten als deze niet wordt
gebruikt.
Schermoverzicht
Het schermoverzicht van de Status Monitor is als volgt.
Pop-upvenster
Als een gebeurtenismelding zich voordoet, verschijnt een pop-
upvenster. Dit venster verschijnt alleen als het 3D-Beeld geopend is op
het bureaublad.
Pop-upvenster
3D-Beeld
Pictogram Status
Monitor
Aansluiten en afdrukken 3-23
3D-Beeld
Dit laat de status van de bewaakte printer zien als een 3D-afbeelding. U
kunt kiezen om het 3D-beeld te laten zien of te verbergen in het
weergegeven menu wanneer u met de rechtermuisknop op het
pictogram van de Status Monitor klikt.
Als een gebeurtenismelding zich voordoet, worden het 3D-beeld en een
geluidsmelding gebruikt om u in kennis te stellen. Raadpleeg voor meer
informatie over de geluidsmelding Instellingen Status Monitor op
pagina 3-24.
Pictogram Status Monitor
Het Status Monitor pictogram wordt weergegeven in het meldingsgebied
van de taakbalk wanneer de Status Monitor loopt. Wanneer u de cursor
over het pictogram beweegt, verschijnt de printernaam.
3-24 Aansluiten en afdrukken
Instellingen Status Monitor
De Status Monitor heeft twee tabbladen waar u instellingen kunt
configureren. Gebruik de Voorkeur functie voor het instellen van de
Status Monitor.
Tabblad geluidsmelding
Het tabblad Gebeurtenismelding bevat de volgende onderdelen.
Gebeurtenismelding inschakelen
Kies in- of uitschakelen van gebeurtenissenbewaking in Gebeurtenissen
beschikbaar.
Geluidsbestand
Een geluidsbestand kan geselecteerd worden als u een kennisgeving
met geluid wilt ontvangen. Kies Bladeren om het geluidsbestand te
zoeken.
Gebruik tekst naar spraak
Kies dit selectievakje om uw tekst in te voeren die u wilt horen tijdens
gebeurtenissen. Hoewel een geluidsbestand niet nodig is, is deze
functie alleen toepasbaar voor Windows XP of later.
Neem de volgende stappen om deze functie te gebruiken.
1 Kies Inschakelen gebeurtenismelding.
2 Selecteer een gebeurtenis of geluidsbestand die gebruikt moet
worden met de optie tekst naar spraak in Beschikbare
gebeurtenissen.
3 Kies Bladeren om de gebeurtenis te melden door een
geluidbestand.
Kies Gebruik tekst naar spraak om tekst die ingegeven is in het
vakje Tekst naar spraak uit te spreken wanneer een gebeurtenis
plaatsvond.
4 Kies om het juist afspelen van het geluid of de tekst te
bevestigen.
BELANGRIJK Uw computer vereist geluidsmogelijkheden zoals een
geluidskaart en luidsprekers om de instellingen op het tabblad
Geluidsmelding te kunnen bevestigen.
Opmerking De beschikbare bestandsopmaak is WAV.
Aansluiten en afdrukken 3-25
Tabblad Uiterlijk
Het tabblad Uiterlijk bevat de volgende onderdelen.
Venster vergroten
Verdubbelt het formaat van het Status Monitor venster.
Altijd op voorgrond
Geeft de Status Monitor bovenop andere geopende vensters.
Transparant
Geeft de Status Monitor als een transparant venster weer.
3-26 Aansluiten en afdrukken
Software verwijderen (Windows PC)
De software kan worden verwijderd m.b.v. de cd-rom (Product Library)
die bij de printer is geleverd.
1 Sluit alle actieve softwareapplicaties af.
2 Plaats de bijgeleverde cd-rom (Product Library) in het cd-romstation.
In Windows 7, Windows Server 2008 en Windows Vista verschijnt
mogelijk het venster voor gebruikersaccountbeheer. Kies Toestaan.
3 Volg de procedure die u heeft gebruikt om de printerdriver te
installeren en kies Software verwijderen. De Uninstaller
wizard versc
hijnt.
4 Selecteer de te verwijderen softwareprogramma's.
5 Kies Verwijderen.
De uninstaller start.
6 Als het scherm Verwijderen voltooid verschijnt, selecteert u
Voltooien.
7 Als het scherm Systeem opnieuw opstarten verschijnt, kiest u of u
uw computer wilt herstarten of niet, en klikt u op Voltooien.
Start de uninstaller door te kiezen start > Alle programma’s >
Product Library verwijderen, en verwijder de
sof
tware.
BELANGRIJK Op Macintosh computers kan de software niet
worden verwijderd m.b.v. de cd-rom (Product Library), omdat de
printerinstellingen worden gespecificeerd m.b.v. een PPD (PostScript
Printer Description) -bestand.
Opmerking Als KMnet Viewer of KM-NET for Direct Printing
is geïnstalleerd, worden voor elke toepassing afzonderlijke
uninstallers gestart. Ga verder met de stappen voor het
verwijderen van elke toepassing volgens de instructies op het
scherm.
Opmerking De software kan verwijderd worden in het
Startmenu.
Onderhoud 4-1
4 Onderhoud
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe de tonercontainer vervangen moet
worden en hoe de printer gereinigd moet worden
.
Algemene informatie 4-2
Vervanging tonercontainer 4-2
Vervanging van het onderhoudspakket 4-5
De printer reinigen 4-6
Langdurig niet gebruiken en verplaatsen van de printer 4-9
4-2 Onderhoud
Algemene informatie
In dit hoofdstuk worden basis onderhoudstaken beschreven die u op de
printer kunt uitvoeren. U kunt de tonercontainer vervangen bij een
bericht op het printerscherm:
De interne onderdelen dienen tevens regelmatig gereinigd te worden.
Vervanging tonercontainer
Het bericht geeft de tonerstatus op twee momenten van het tonergebruik
aan.
• Wanneer de printer te weinig toner krijgt, verschijnt het bericht
Toner laag
. Merk op dat vervanging op dit moment niet altijd nodig
is.
• Als u de bovenstaande status negeert en doorgaat met afdrukken,
dan verschijnt vlak voor de toner op is het bericht
Vervang toner
Reinig printer
. De tonercontainer dient onmiddellijk vervangen
te worden.
Vervang in beide gevallen de tonercontainer.
Hoe vaak moet de tonercontainer worden vervangen
Volgens de ISO/IEC-normen 19798 en met de EcoPrint-functie
uitgeschakeld, kan de tonercontainer 7.200 pagina's afdrukken.
U kunt een statuspagina afdrukken om te controleren hoeveel toner zich
nog in de tonercontainer bevindt. Het gedeelte Tonerniveau op de
statuspagina voor verbruiksartikelen toont een voortgangsbalk, die
ongeveer aangeeft hoeveel toner er nog in de tonercontainer zit.
Starttonercontainer
De tonercontainer die verpakt zit bij de nieuwe printer moet het systeem
vullen wanneer het voor de eerste keer gebruikt wordt. Daardoor kan
slechts 32% van de starttonerkit gebruikt worden om af te drukken. De
bij de printer bijgeleverde tonercontainer kan ongeveer de volgende
aantallen afdrukken: 2.300 pagina's.
Tonerpakketten
Wij raden u aan om voor de beste resultaten alleen originele UTAX
onderdelen en
-voorraad te gebruiken. Indien schade is onstaan door
gebruik van een andere toner dan een originele
UTAX GmbH toner, dan
valt deze schade buiten de garan
tie.
Een nieuw tonerpakket bevat de volgende onderdelen:
• Tonercontainer
• Plastic wegwerpzak voor de oude tonercontainer
• Installatiehandleiding
Opmerking Verzamelen van informatie op geheugenchips - De
geheugenchip die aan de tonercontainer vast zit, is ontwikkeld om
het gemak voor de eindgebruiker te vergroten, om hergebruik van
lege tonercontainers te ondersteunen en om informatie te
verzamelen ter ondersteuning van nieuwe productplanning en -
ontwikkeling. De verzamelde informatie is anoniem - het kan met
niemand in verband gebracht worden en de gegevens worden
vertrouwelijk behandeld.
Onderhoud 4-3
De tonercontainer vervangen
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de tonercontainer vervangt.
1 Open de bovenklep.
2 Draai de vergrendelingshendel in de ontgrendelingsstand. Duw de
vergrendelingshendel in de richting van het pijltje en trek de
tonercontainer naar buiten.
Opmerking Haal de tonercontainer pas uit de doos als u klaar
bent om de container in de printer te plaatsen.
VOORZICHTIG De tonercontainer mag niet worden
verbrand. De vonken kunnen brandwonden veroorzaken.
BELANGRIJK Verwijder tijdens het vervangen van de
tonercontainer opslagmedia en computerbenodigdheden (zoals
diskettes) uit de buurt van de tonercontainer. Zo wordt schade aan de
media door de magnetische lading van de toner vermeden.
BELANGRIJK UTAX GmbH aanvaardt geen
aan
s
prakelijkheid voor schade of problemen die voortkomen uit het
geb
ruik van andere tonercontainers dan de originele
UTAX-
tone
rcontainers. Het is ook aanbevolen om voor een optimale prestatie
alleen
UTAX-tonercontainers te gebruiken die speciaal bedoeld zijn
voor gebruik in uw land of regio. Als een tonercont
ainer voor een ander
land/regio wordt geïnstalleerd, zal de printer stoppen met afdrukken.
Opmerking U hoeft de printer niet uit te zetten voordat u met
het vervangen begint. Gegevens die zich al in het proces van
de printer bevinden, worden verwijderd als u de printer uit zet
.
Opmerking Plaats de oude tonercontainer in de plastic zak
(bij het nieuwe tonerpakket meegeleverd) en gooi de zak later
weg volgens de plaatselijke regels of bepalingen voor het
weggooien van afval.
4-4 Onderhoud
3 Haal de nieuwe tonercontainer uit het tonerpakket. Schud de nieuwe
tonercontainer ten minste 5 keer (zie afbeelding) om de toner
gelijkmatig in de container te verspreiden.
4 Verwijder het etiket van de tonercontainer.
5 Installeer de nieuwe tonercontainer in de printer. Druk stevig op de
bovenkant van de container op de posities waar PUSH (drukken)
wordt aangeduid, totdat u een klik hoort.
6 Draai de vergrendelingshendel in de vergrendelingsstand.
7 Sluit de bovenklep.
Onderhoud 4-5
Vervanging van het onderhoudspakket
Wanneer het apparaat 100.000 pagina’s heeft afgedrukt, verschijnt een
bericht dat aangeeft dat de onderhoudskit moet worden vervangen. Het
onderhoudspakket dient onmiddellijk vervangen te worden.
Neem contact op met uw servicetechnicus voor vervanging van het
onderhoudspakket.
BELANGRIJK Wanneer de tonerafvalbak in de drumeenheid bijna
vol is, verschijnt
Afvaltoner bijna vol. Vervang het
onderhoudspakket.
4-6 Onderhoud
De printer reinigen
Om problemen met de afdrukkwaliteit te voorkomen, moet telkens
wanneer de tonercontainer wordt vervangen, de binnenkant van de
printer worden gereinigd.
1 Open de bovenklep en voorklep.
2 Til de ontwikkelaar samen met de tonercontainer uit de printer.
3 Verwijder de drumeenheid uit de printer door de groene hendels met
beide handen vast te houden.
Ontwikkelaar
Drum-
eenheid
Opmerking De drumeenheid is gevoelig voor licht. Stel de
drumeenheid nooit langer dan vijf minuten bloot aan licht.
Onderhoud 4-7
4 Plaats de drumeenheid plat op een schone, vlakke ondergrond.
5 Gebruik een schone, pluisvrije doek om stof en vuil van de metalen
registratierol te verwijderen.
6 Schuif de laderreiniger (groen) 2 of 3 keer heen en weer om de
laderdraad schoon te maken, en zet het terug in de uitgangspositie
(aangeduid met CLEANER HOME POSITION).
7 Wanneer u klaar bent met reinigen, plaatst u de drumeenheid terug
in de uitgangspositie.
BELANGRIJK Plaats de drumeenheid niet op de zijkant.
BELANGRIJK Zorg ervoor dat u de transferrol (zwart) tijdens
het reinigen niet aanraakt.
BELANGRIJK Verwijder bij de eerste keer schoonmaken de
plakband van de laderreiniger.
Zorg ervoor dat u na het reinigen de laderreiniger in de
uitgangspositie terugzet.
4-8 Onderhoud
8 Plaats de ontwikkelaar terug op zijn positie, en breng de geleiders
aan beide uiteinden in lijn met de sleuven van de printer. Sluit
daarna de voorklep en bovenklep.
9 Gebruik een pluisvrije doek om stof en vuil uit de ventilatieopening
aan de rechterkant van het apparaat te verwijderen.
Ventilatieopening
Onderhoud 4-9
Langdurig niet gebruiken en verplaatsen van
de printer
Langdurig niet gebruiken
Als u de printer voor langere tijd niet gebruikt, verwijdert u het netsnoer
uit het stopcontact.
Wij raden u aan contact met uw dealer op te nemen over de aanvullende
stappen die u moet ondernemen om mogelijke schade te voorkomen,
die kan optreden wanneer de printer de volgende keer gebruikt wordt.
De printer verplaatsen
Wanneer u de printer verplaatst:
• Voorzichtig verplaatsen.
• De printer zo horizontaal mogelijk houden om te voorkomen dat er
toner in de printer terechtkomt.
• Zorg ervoor dat u een servicetechnicus om advies vraagt voordat u
de printer over een lange afstand gaat vervoeren.
WAARSCHUWING Als u de printer wilt verzenden,
verwijdert u de ontwikkelaar en de drumeenheid, verpakt u
deze in een plastic zak en verzendt u deze apart van de
printer.
4-10 Onderhoud
Problemen oplossen 5-1
5 Problemen oplossen
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u printerproblemen kunt oplossen,
foutmeldingen kunt begrijpen en papierstoringen kunt oplossen
.
Algemene richtlijnen 5-2
Problemen met de afdrukkwaliteit 5-3
Foutmeldingen 5-5
Ready-, Data- en Attention-lampjes 5-10
Papierstoringen oplossen 5-11
5-2 Problemen oplossen
Algemene richtlijnen
In de onderstaande tabel staan basisoplossingen voor problemen die bij
de printer kunnen optreden. Voordat u service voor reparatie belt, raden
wij u aan eerst deze tabel te raadplegen om problemen op te lossen.
Tips
Printerproblemen kunnen gemakkelijk worden opgelost met behulp van
onderstaande tips. Wanneer u een probleem tegenkomt dat met de
bovenstaande richtlijnen niet kan worden opgelost, probeert u het
volgende:
• Start de computer, die u gebruikt om afdruktaken naar de printer te
sturen, opnieuw op.
• Zorg ervoor dat u over de nieuwste versie van de printerdriver
beschikt en deze gebruikt. De nieuwste versies van printerdrivers en
hulpprogramma's zijn beschikbaar op:
http://www
.utax.com
• Zorg ervoor
dat de afdrukprocedures in de applicatiesoftware correct
worden opgevolgd. Raadpleeg de documentatie die met de
applicatiesoftware is meegeleverd.
Symptoom Te controleren items Correctie
Afdrukkwaliteit is slecht. – Selecteer de modus halve snelheid met de
printerdriver.
Raadpleeg Problemen met de afdrukkwaliteit op
pagina 5-3.
Tekst ontbreekt op de
Windows-testpagina.
– Dit is een specifiek probleem van Windows. Het is
geen printerprobleem. Het heeft geen invloed op de
printkwaliteit.
Papier is vastgelopen. – Raadpleeg Papierstoringen oplossen op pagina 5-
11.
Er branden geen lampjes
op het bedieningspaneel,
zelfs niet wanneer de
printer aan staat, en de
ventilator maakt geen
geluid.
Controleer of het netsnoer goed op het
stopcontact is aangesloten.
Beide uiteinden van het netsnoer goed vastmaken.
Probeer het netsnoer te vervangen. Raadpleeg de
Installatiehandleiding voor meer informatie.
Controleer of de aan/uit-schakelaar
Aan ( | ) staat.
Raadpleeg de Installatiehandleiding voor meer
informatie.
De printer drukt een
statuspagina af maar de
gegevens van de
computer worden niet
afgedrukt.
Controleer de programmabestanden
en de applicatiesoftware.
Probeer een ander bestand af te drukken of een
andere afdrukopdracht te gebruiken. Als het
probleem zich bij een bepaald bestand of een
specifieke applicatie voordoet, controleert u de
printerinstellingen van de applicatie.
Controleer de interfacekabel. Maak beide uiteinden van de interfacekabel goed
vast. Probeer de printerkabel te vervangen.
Raadpleeg de Installatiehandleiding voor meer
informatie.
Er verschijnt damp in de
buurt van de bovenste
lade.
Controleer of de temperatuur in de
omgeving van de printer laag is of dat
het papier dat is gebruikt vochtig is
geworden.
Afhankelijk van de bedrijfsomgeving van de printer
en de conditie van het papier kan vocht in het
bedrukte papier verdampen door de hitte die
ontstaat tijdens het printen, waardoor er damp uit de
printer komt. In dit geval kunt u zonder problemen
doorgaan met afdrukken.
Om dit te verhelpen verhoogt u de temperatuur in de
ruimte en gebruikt u papier dat is bewaard op een
droge plaats.
Problemen oplossen 5-3
Problemen met de afdrukkwaliteit
In de tabellen en diagrammen van de volgende gedeelten worden
problemen met de afdrukkwaliteit gedefinieerd en vindt u de correcties
die u kunt uitvoeren om de problemen op te lossen. Bij sommige
oplossingen dient u onderdelen van de printer te reinigen of te
vervangen.
Als het probleem niet wordt opgelost door de voorgestelde correctie, belt
u dan een servicevertegenwoordiger.
Afgedrukte resultaten Correctie
Geheel lege afdruk Controleer de tonercontainer.
Open de voorklep en controleer of de tonercontainer goed in de printer
is geplaatst. Raadpleeg Vervanging tonercontainer op pagina 4-2.
Geheel zwarte pagina Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger.
Dropouts, afgedwaalde punten Drumeenheid of ontwikkelaar kunnen beschadigd zijn. Als het
probleem zelfs na het printen van een aantal pagina's niet opgelost is,
bel dan een servicevertegenwoordiger.
Verticale strepen Controleer de tonercontainer en vervang zonodig. Raadpleeg
Vervanging tonercontainer op pagina 4-2.
Maak de laderdraad schoon. Raadpleeg De printer reinigen op
pagina 4-6.
Controleer of de laderreiniger van de drumeenheid in de
oorspronkelijke stand staat. Raadpleeg De printer reinigen op pagina 4-
6.
5-4 Problemen oplossen
Vage of onduidelijke afdrukken Controleer de tonercontainer en vervang zonodig. Raadpleeg
Vervanging tonercontainer op pagina 4-2.
Maak de laderdraad schoon. Raadpleeg De printer reinigen op
pagina 4-6.
Grijze achtergrond Controleer de tonercontainer en vervang zonodig. Raadpleeg
Vervanging tonercontainer op pagina 4-2.
Controleer of de verwerkingseenheid en de drumeenheid goed zijn
geïnstalleerd. Raadpleeg De printer reinigen op pagina 4-6.
Vuil op de bovenrand of achterkant van
het papier
Als het probleem zelfs na het printen van een aantal pagina's niet is
opgelost, maak dan de registratierol schoon. Raadpleeg De printer
reinigen op pagina 4-6.
Als het probleem na het reinigen niet opgelost is, bel dan een
servicevertegenwoordiger.
Afdrukken onvolledig of op verkeerde
plaats
Controleer of de printerinstellingen in de applicatie en de printerdriver
juist zijn.
Controleer of het probleem wordt veroorzaakt door een PRESCRIBE
opdrachtfout. Als dit probleem zich alleen met een bepaald bestand of
programma voordoet, is de meest voor de hand liggende oorzaak een
fout in een opdrachtparameter of een opdrachtschrijffout.
Afgedrukte resultaten Correctie
Problemen oplossen 5-5
Foutmeldingen
In de volgende tabel staan foutmeldingen en onderhoudsberichten die u
zelf kunt corrigeren en uitvoeren.
Indien Call service of Fout.Uit en aan wordt weergegeven, zet u
de printer uit en weer aan om te kijken of de printer zich hersteld heeft.
Als het bericht nog steeds wordt weergegeven, schakelt u de printer uit,
ontkoppelt u het netsnoer en neemt u contact op met uw
servicevertegenwoordiger of erkend servicebedrijf.
Bij sommige fouten hoort u het alarm. Druk op [Cancel] om het alarm uit
te zetten.
Bericht Correctie
Plts pap MF-lade
Het papier in de weergegeven papierbron is op. Plaats papier in de weergegeven bron
(papiercassettes, multifunctionele lade of optionele papierinvoer). Dit bericht wordt om en
om weergegeven met berichten die de printerstatus aangeven, zoals Klaar, Een
ogenblik, en Bezig m verwerkn.
Call service
F###:
F### staat voor een controller-fout (#=0, 1, 2, ...). Bel een servicevertegenwoordiger. De
printer werkt niet wanneer dit bericht wordt weergegeven.
Bel service
## #
#
:0123456
#### staat voor een mechanische fout (#=0, 1, 2, ...). Bel een servicevertegenwoordiger.
De printer werkt niet wanneer dit bericht wordt weergegeven. Het totale aantal afgedrukte
pagina's wordt tevens aangegeven, bijvoorbeeld 0123456.
Data wrdn gewist
Wordt weergegeven wanneer gegevens worden geannuleerd.
Papiercassette #
is leeg
De overeenkomende papiercassette is niet geplaatst. Plaats de cassette. Het
cassettenummer kan 1 (bovenste) tot 4 (onderste) zijn.
Reinig printer
Druk op GO
Reinig de binnenkant van de printer. Raadpleeg De printer reinigen op pagina 4-6.
Dit bericht wordt weergegeven wanneer u de tonercontainer heeft vervangen nadat het
bericht Vervang toner Reinig printer is weergegeven. Druk nadat u de
binnenkant van de printer heeft gereinigd op [GO]. De printer is nu klaar om af te
drukken.
Sluit
bovenklep
De bovenklep van de printer staat open. Sluit de bovenklep van de printer.
USB in gebr.
Dit bericht wordt weergegeven wanneer Appar. verwijd. werd geselecteerd terwijl
een USB-geheugen in gebruik was.
Het vorige scherm wordt opnieuw 1 of 2 seconden weergegeven.
Duplex uit
Druk op GO
U heeft geprobeerd af te drukken met een papierformaat en papiersoort dat niet kan
worden gebruikt voor dubbelzijdig afdrukken. Druk op [GO] om alleen op één kant van
het papier af te drukken.
U kunt een ander papierformaat en soort kiezen door te drukken op U of V. U kunt ook
drukken op [MENU] en de lade-instelling in het menu veranderen, waardoor de fout
automatisch wordt geannuleerd en het afdrukken verder gaat. Tegelijkertijd gaat het
[ATTENTION] lampje aan en het [READY] lampje begint te knipperen.
Fout.Uit en aan
F###
Schakel het apparaat uit en weer in. Als het bericht nog steeds wordt weergegeven,
schakelt u het apparaat uit en neemt u contact op met uw servicevertegenwoordiger of
erkend servicebedrijf.
5-6 Problemen oplossen
Error.Power off.
F000
De printercontroller en het bedieningspaneel kunnen geen data uitwisselen. Schakel de
printer uit en ontkoppel hem van de netvoeding. Neem hierna contact op met uw
servicevertegenwoordiger of erkend servicebedrijf. Zie de achterste pagina van deze
handleiding voor de relevante telefoonnummers.
Formatteringfout
Geheugenkaart
De in de printer geplaatste CF-kaart is niet geformatteerd en kan daarom niet worden
gebruikt om te lezen of schrijven. Volg om een CF-kaart te formatteren de procedure in
het gedeelte Geheugenkaart (Gebruik van de geheugenkaart) in de English Operation
Guide.
Installeer onderh.kit
Vervang de onderhoudskit die op het berichtenscherm wordt weergegeven. De
onderhoudskit dient om de 100.000 afgedrukte pagina's te worden vervangen door een
professionele servicetechnicus. Neem contact op met uw servicetechnicus.
KPDL-fout ##
Druk op GO
Het huidige afdrukproces kan niet worden voortgezet, als gevolg van een KPDL-fout die
in de categorie ## valt. Geef voor het afdrukken van een foutenoverzicht in het
systeemmenu >>Foutenrapport weer en selecteer Aan. Druk op [GO] om verder te
gaan met afdrukken. U kunt ophouden met afdrukken door op [Cancel] te drukken.
Als Auto fout wissen op Aan ingesteld staat, wordt het afdrukken na een vooraf
ingestelde periode automatisch hervat.
Vul pap.cass. #
(A4)
/
(NORMAAL)
De papiercassette met het papierformaat en de papiersoort van de afdruktaak is leeg.
Laad papier in de papiercassette die op de plaats van # wordt weergegeven. Druk op
[GO] om verder te gaan met afdrukken.
Als u vanuit een andere papierbron wilt afdrukken, drukt u op U of V om Gebrk
alternat? weer te geven. U kunt dan de bron voor de papierinvoer wijzigen. Als u een
papierbron heeft geselecteerd en op [MENU] heeft gedrukt, verschijnt Papierinst.>.
Als u op U drukt, verschijnt het menu met de instellingen voor de papiersoort. Druk na
het instellen van de juiste papiersoort op [OK]. Het afdrukken begint nu.
Vul MF Lade
(A4)
/
(NORMAAL)
Er is geen papiercassette in de printer geïnstalleerd die overeenkomt met het
papierformaat en de papiersoort van de afdruktaak. Plaats papier in de multifunctionele
lade. Druk op [GO] om verder te gaan met afdrukken. (Let op: als u papier invoert met
een papierformaat dat niet overeenkomt met het huidige papierformaat van de
multifunctionele lade, kan het papier vastlopen.)
Als u vanuit een andere papierbron wilt afdrukken, drukt u op U of V om Gebrk
alternat? weer te geven. U kunt dan de bron voor de papierinvoer wijzigen. Als u een
papierbron heeft geselecteerd en op [MENU] heeft gedrukt, verschijnt Papierinst.>.
Als u op U drukt, verschijnt het menu met de instellingen voor de papiersoort. Druk na
het instellen van de juiste papiersoort op [OK]. Het afdrukken begint nu.
Lage beveiliging
Dit bericht wordt weergegeven wanneer Laag werd geselecteerd in Beveiligingsniveau.
Geheugen vol
Druk op GO
De totale hoeveelheid door de printer ontvangen gegevens overschrijdt het interne
geheugen van de printer.
Probeer geheugen toe te voegen. Druk op [GO] om verder te gaan met afdrukken. U kunt
ophouden met afdrukken door op [Cancel] te drukken.
Als Auto fout wissen op Aan ingesteld staat, wordt het afdrukken na een vooraf
ingestelde periode automatisch hervat.
Geh.kaart Fout ##
Druk op GO
Er is een fout op de CompactFlash (CF)-kaart opgetreden. Bekijk de foutcode die op de
plaats van ## staat en raadpleeg CompactFlash (CF)-kaart en USB-flashgeheugen
fouten op pagina 5-9. Wilt u de fout op de CF-kaart negeren, dan drukt u op [GO].
Fout geheugenkaart 20
De CompactFlash (CF)-kaart is per ongeluk in en uit de slot van de printer gedaan terwijl
de printer aanstond. Schakel het apparaat uit en weer in.
Bericht Correctie
Problemen oplossen 5-7
Ontwikkeleenheid
ontbreekt
De ontwikkeleenheid is niet geïnstalleerd of niet correct geplaatst. Plaats de
ontwikkeleenheid goed in het apparaat.
Slechts 1 ex.
Druk op GO
Er kan maar één exemplaar worden afgedrukt, omdat de RAM-schijf is uitgeschakeld of
omdat de harde schijf niet is geïnstalleerd. Er is geen ruimte op de RAM-schijf of harde
schijf beschikbaar. Verwijder onnodige bestanden. Druk op [GO] om een foutenoverzicht
af te drukken.
Originele toner
geïnstall.
Wordt weergegeven wanneer de geïnstalleerde toner een origineel
UTAX-product is.
Pap
ierstoring
###################
Er heeft zich een papierstoring voorgedaan. De locatie van de papierstoring wordt
aangegeven op de plaats van #. Raadpleeg Papierstoringen oplossen op pagina 5-11
voor meer informatie.
Fout papierpad
Als er één of meer optionele invoereenheden zijn geïnstalleerd, verschijnt dit bericht als
een van de papierinvoereenheden of de printercassette boven de geselecteerde niet
goed gesloten is.
Data te complex
Druk op GO
De afdruktaak die naar de printer is overgebracht, is te ingewikkeld om op een pagina te
kunnen afdrukken. Druk op [GO] om verder te gaan met afdrukken. (Het kan zijn dat er
op sommige plaatsen automatisch een pagina-einde wordt ingevoegd.).
U kunt ophouden met afdrukken door op [Cancel] te drukken.
Als Auto fout wissen op Aan ingesteld staat, wordt het afdrukken na een vooraf
ingestelde periode automatisch hervat.
RAM-schijffout##
Druk op GO
Er is een fout op de RAM-schijf opgetreden. Bekijk de foutcode die op de plaats van ##
staat en raadpleeg Foutcodes met betrekking tot opslag op pagina 5-9. Wilt u de fout op
de RAM-schijf negeren, dan drukt u op [GO].
Vervang toner
Reinig printer
Toner in de tonercontainer is op. Vervang de tonercontainer met behulp van een nieuwe
tonerset. De printer werkt niet wanneer dit bericht wordt weergegeven.
Toner laag
Vervang de tonercontainer met behulp van een nieuwe tonerset.
Onbekende toner
geïnstall.
Wordt weergegeven wanneer de geïnstalleerde toner geen origineel UTAX-product is.
Installeer een originele UTAX-toner.
Onb
ekendeTonerPC
Dit bericht wordt weergegeven indien de regiospecificatie van de geïnstalleerde
tonercontainer niet overeenkomt met die van de printer. De printer stopt dan met
afdrukken.
Gebruik uitsluitend
UTAX-tonercontainers die specifiek bestemd zijn voor gebruik in uw
land of regio.
Fou
t USB-gehg.##
Druk op GO
Er is een fout opgetreden in het USB-flashgeheugen. Bekijk de foutcode die op de plaats
van ## staat en raadpleeg CompactFlash (CF)-kaart en USB-flashgeheugen fouten op
pagina 5-9. Druk op [GO] om de printer naar de status online te doen terugkeren.
Gebrk alternat?
Pap.cass. 1
Wanneer de cassette geen papier bevat dat overeenkomt met de afdrukgegevens
(papierformaat en -soort), kunt u aan de hand van dit bericht een andere cassette
specificeren om te gebruiken. Een papierbronnummer wordt enkel weergegeven
wanneer een optionele papierinvoereenheid is geïnstalleerd. Raadpleeg om af te
drukken van een andere papierbron het gedeelte Papier invoermodus (Instelling van de
papier invoerbron) in de English Operation Guide.
Bericht Correctie
5-8 Problemen oplossen
Afvaltoner bijna vol
De tonerafvalbak in de drumeenheid is bijna vol. Vervang de onderhoudskit.
ID-fout
De ID of het wachtwoord ingevoerd voor de Beveiliging of Beheerderfunctie is niet
correct. Controleer de ID of het wachtwoord.
Voor meer informatie, raadpleeg het hoofdstuk Beveiliging en Beheer
(Beheerderinstellingen) in de English Operation Guide.
Verkeerd
wachtwoord
Het wachtwoord komt niet overeen met het ingestelde wachtwoord. Voer het correcte
wachtwoord in. Voor meer informatie, raadpleeg het hoofdstuk Beveiliging en Beheer
(Beheerderinstellingen) in de English Operation Guide.
Bericht Correctie
Problemen oplossen 5-9
Foutcodes met betrekking tot opslag
CompactFlash (CF)-kaart en USB-flashgeheugen fouten
Fouten met betrekking tot de RAM-schijf
Code Betekenis
01 De printer ondersteunt de geplaatste CF-kaart niet, of de CF-kaart is defect.
Plaats de correcte CF-kaart.
Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte Geheugenkaart (Gebruik van
de geheugenkaart) in de English Operation Guide.
02 De CF-kaart is niet geïnstalleerd. Controleer nogmaals de vereisten voor het
gebruik van het systeem en de CF-kaart.
03 De CF-kaart is beveiligd tegen schrijven. Controleer de status van de CF-
kaart.
04 Er is onvoldoende ruimte op de CF-kaart. Verwijder onnodige bestanden of
gebruik een nieuwe CF-kaart.
05 Het opgegeven bestand staat niet op de CF-kaart of het USB-
flashgeheugen.
06 Er is onvoldoende printergeheugen om het CF-kaartsysteem te
ondersteunen. Breid het printergeheugen uit.
50 Het USB-flashgeheugen is beveiligd tegen schrijven, of ongeldig. Controleer
de status van het USB-flashgeheugen.
Code Betekenis
01 Formatteringfout. Zet de stroom uit en weer aan.
02 RAM DISK-modus staat Uit. Zet de RAM disk-modus Aan via het
bedieningspaneel.
04 Geen schijfruimte. Verwijder onnodige bestanden.
05 Opgegeven bestand staat niet op schijf.
06 Onvoldoende printergeheugen om het RAM disk-systeem te ondersteunen.
Breid het printergeheugen uit.
5-10 Problemen oplossen
Ready-, Data- en Attention-lampjes
De volgende lampjes gaan branden tijdens normaal gebruik en als de
printer aandacht nodig heeft. Afhankelijk van de status van de verlichting
heeft elk lampje de volgende betekenis:
Lampje Beschrijving
Knipperend. Geeft een fout aan die u kunt oplossen.
Raadpleeg Foutmeldingen op pagina 5-5.
Aan. Geeft aan dat de printer klaar is. De printer drukt de
gegevens die hij ontvangt af.
Uit. [Cancel] werd ingedrukt terwijl Klaar weergegeven
werd. Gegevens kunnen worden ontvangen maar worden
niet afgedrukt. Om het afdrukken te hervatten, drukt u
nogmaals op [Cancel].
Het afdrukken wordt gestopt.
Geeft ook aan dat er papier vastgelopen is, dat de toner op
is, dat de klep open staat enzovoort.
Knipperend. Geeft aan dat er gegevens worden
ontvangen.
Aan. Geeft aan dat ontvangen gegevens worden verwerkt
voordat het afdrukken begint, of dat ontvangen gegevens
worden geschreven naar of gelezen van een
CompactFlash (CF)-kaart, RAM-schijf of USB-
flashgeheugen.
Knipperend. Geeft aan dat de printer klaar is om af te
drukken wanneer Een ogenblik weergegeven wordt.
Geeft ook aan dat de betreffende papiercassette niet
geplaatst is.
Geeft aan dat de printer onderhoud nodig heeft zoals
papier toevoegen, de printer reinigen, de onderhoudskit
vervangen, de tonercontainer voorbereiden of de CF-kaart
formatteren.
Aan.Geeft aan dat er papier vastgelopen is, dat de toner op
is, dat de klep open staat enzovoort. Als in het bericht Druk
op GO staat, druk dan op [GO] om het afdrukken te
hervatten.
De ID of het wachtwoord ingevoerd voor de Beveiligings-,
Beheerders- of Taakaccounting-functie is niet correct.
Controleer de ID of het wachtwoord en voer de juiste ID of
het juiste wachtwoord in.
Problemen oplossen 5-11
Papierstoringen oplossen
Als papier in het papiertransportsysteem is vastgelopen, of als er
helemaal geen papier is doorgevoerd, verschijnt het bericht
Papierstoring met de locatie van de papierstoring (het onderdeel
waarin de papierstoring zich heeft voorgedaan). Status Monitor of
COMMAND CENTER kunnen de plek van de papierstoring lokaliseren
(het onderdeel waar de storing is opgetreden). Verwijder het
vastgelopen papier. Wanneer u het vastgelopen papier heeft verwijderd,
begint de printer weer met afdrukken.
Mogelijke locaties van papierstoringen
Onderstaande figuur laat de papierpaden van de printer zien, inclusief
de optionele papierinvoer. De locaties waar de papierstoringen zich
kunnen voordoen, worden hier tevens weergegeven, waarbij elke locatie
in de onderstaande tabel wordt uitgelegd. Papierstoringen kunnen zich
in meer dan één component langs de papierpaden voordoen.
Papierstoringsbericht Locatie papierstoring Beschrijving Pagina
Papierstoring
MF lade
A Papierstoring in de multifunctionele
lade.
pagina 5-13
Papierstoring
Papiercassette 1
B Papierstoring in een papiercassette.
Het cassettenummer kan 1 zijn.
pagina 5-14
Papierstoring
Duplexeenheid
C Papierstoring binnenin de
duplexeenheid.
pagina 5-15
5-12 Problemen oplossen
Algemene aandachtspunten bij het oplossen van
storingen
Houd rekening met de volgende aandachtspunten wanneer u papier
probeert te verwijderen:
• Als er regelmatig een papierstoring optreedt, kunt u een andere
papiersoort proberen, het papier vervangen door nieuw papier of de
papierstapel omdraaien. Het kan zijn dat de printer problemen
ondervindt als de papierstoringen blijven optreden nadat het papier
is vervangen.
• Of de vastgelopen pagina's gewoon worden gereproduceerd
wanneer het afdrukken wordt hervat, hangt af van de locatie van de
papierstoring.
Papierstoring
Printer
D Papierstoring binnenin de printer pagina 5-16
Papierstoring
Achterklep
E Papierstoring bij de achterklep. pagina 5-18
Papierstoringsbericht Locatie papierstoring Beschrijving Pagina
VOORZICHTIG Trek niet te hard aan het papier, anders
scheurt het. Gescheurde stukjes papier zijn lastig te
verwijderen en kunnen gemakkelijk over het hoofd worden
gezien, waardoor de papierstoring niet kan worden
opgelost.
Problemen oplossen 5-13
Multifunctionele lade
1 Verwijder het papier dat in de multifunctionele lade is vastgelopen.
2 Herlaad de multifunctionele lade. Open en sluit de bovenklep om de
storing te verhelpen en de printer warmt op en hervat afdrukken.
BELANGRIJK Probeer geen papier te verwijderen dat reeds
deels is ingevoerd. Ga verder bij Binnenin de printer op pagina 5-
16.
5-14 Problemen oplossen
Papiercassette/Papierinvoer
1 Trek de cassette of optionele papierinvoer naar buiten.
2 Verwijder het papier dat niet helemaal ingevoerd is.
3 Duw de cassette weer goed naar binnen. De printer warmt op en
gaat verder met afdrukken.
BELANGRIJK Probeer geen papier te verwijderen dat reeds
deels is ingevoerd. Ga verder bij Binnenin de printer op pagina 5-
16.
Opmerking Controleer of het papier goed is geplaatst. Als dit
niet het geval is, plaatst u het papier opnieuw.
Problemen oplossen 5-15
Duplexeenheid
Het papier is in het duplexeenheid vastgelopen. Verwijder het
vastgelopen papier met behulp van onderstaande procedure.
1 Trek de papiercassette helemaal uit de printer.
2 Open de klep van de duplexeenheid aan de voorkant van de printer
en verwijder het vastgelopen papier.
Open de klep van de duplexeenheid aan de achterkant van de
printer en verwijder het vastgelopen papier.
3 Duw de cassette goed terug naar binnen en open en sluit de
bovenklep om de fout op te heffen. De printer warmt op en gaat
verder met afdrukken.
5-16 Problemen oplossen
Binnenin de printer
1 Trek de papiercassette helemaal uit de printer. Verwijder het papier
dat niet helemaal ingevoerd is.
2 Open de bovenklep en voorklep, en til de ontwikkelaar samen met
de tonercontainer uit de printer.
3 Verwijder de drumeenheid uit de printer door de groene hendels met
beide handen vast te houden.
4 Als het papier tussen de rollen is vastgelopen, trekt u het papier in
de normale papierrichting.
BELANGRIJK Probeer geen papier te verwijderen dat reeds
deels is ingevoerd. Ga verder naar stap 2.
VOORZICHTIG De fusereenheid binnen in de printer is
heet. Raak de eenheid niet aan, aangezien dit
brandwonden kan veroorzaken.
Opmerking De drum is gevoelig voor licht. Stel de
drumeenheid nooit langer dan vijf minuten bloot aan licht.
Problemen oplossen 5-17
5 Plaats de drumeenheid terug op zijn positie, en breng de geleiders
aan beide uiteinden in lijn met de sleuven van de printer.
6 Plaats de ontwikkelaar samen met de tonercontainer terug in het
apparaat. Sluit de bovenklep en de voorklep. De printer warmt op en
gaat verder met afdrukken.
5-18 Problemen oplossen
Achterklep
1 Open de achterklep en verwijder het vastgelopen papier door het
naar buiten te trekken.
Als het papier vastgelopen is binnenin de fusereenheid, open dan de
fuserklep en verwijder het papier door het naar buiten te trekken.
2 Sluit de achterklep, en open en sluit de bovenklep om de storing te
op te heffen. De printer warmt op en gaat verder met afdrukken.
VOORZICHTIG De fusereenheid binnenin de printer is
heet. Raak de eenheid niet aan, aangezien dit
brandwonden kan veroorzaken.
Appendix 6-1
6 Appendix
Dit hoofdstuk bevat de volgende informatie over deze printer.
Specificaties 6-2
Standaardmilieuvoorwaarden 6-4
6-2 Appendix
Specificaties
Opmerking Deze specificaties kunnen zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd.
Item Beschrijving
Type Bureaublad
Afdrukmethode Elektrofotografie, laserscan
Papiergewicht Cassette 60 tot 120 g/m² (Duplex: 60 tot 105 g/m²)
Multifunctionele
lade
60 tot 220 g/m²
Papiersoort Cassette Gewoon, voorgedrukt, bankpost, hergebruikt, ruw, briefhoofd, kleur,
voorgeponst, hoge kwaliteit en aangepast 1 tot 8
Multifunctionele
lade
Gewoon, transparant, voorgedrukt, etiketten, bankpost, hergebruikt, ruw,
velijnpapier, briefhoofd, kleur, voorgeponst, envelop, kartonkaart, dik, hoge
kwaliteit en aangepast 1 tot 8
Papierformaat Cassette A4, JIS B5, A5, Folio, Legal, Letter, Oficio II, Statement, Executive, A6, B6, ISO
B5, Envelop C5, 16K, aangepast (105 × 148 tot 216 × 356mm (4-1/8 × 5-13/16
tot 8-1/2 × 14 inch)
Papierinvoer A4, JIS B5, A5, Folio, Legal, Letter, Oficio II, Executive, B6, ISO B5, Envelop
C5, 16K, aangepast (148 × 210 tot 216 × 356mm (5-13/16 × 8-5/16 tot 8-1/2 ×
14 inch)
Multifunctionele
lade
A4, JIS B5, A5, Folio, Legal, Letter, Oficio II, Statement, Executive, A6, B6, ISO
B5, Envelop C5, Envelop #10, Envelop #9, Envelop #6-3/4, Envelop Monarch,
Envelop DL, Hagaki, Ofuku Hagaki, 16K, Yokei 2, Yokei 4, aangepast (70 × 148
tot 216 × 356mm (2-13/16 × 5-13/16 tot 8-1/2 × 14 inch)
Vergrotingsverhouding 25 tot 400%, stappen van 1%
Afdruksnelheid Eenzijdig A4/Letter: 35 ppm/37 ppm
A5: 17 ppm
Dubbelzijdig A4/Letter: 19/20 ppm
Eerste afdruk (A4, invoer vanuit
cassette)
7 seconden of minder
Opwarmtijd (22°C,
60%RH)
Ingeschakeld 19 seconden of minder (230 V AC)
Slaapstand 14 seconden of minder (230 V AC)
Papiercapaciteit Cassette (1 tot 3) 250 vellen (80 g/m², 11 × 8 1/2"/A4 of kleiner)
Multifunctionele
lade
50 vellen (80 g/m², 11 × 8 1/2"/A4 of kleiner)
Capaciteit
uitvoerlade
Eenzijdig 250 vellen (80 g/m²)
Dubbelzijdig 200 vellen (80 g/m²)
Doorlopend afdrukken 1 tot 999 vellen
Resolutie Fijne 1200 modus, snelle 1200 modus, 600 dpi, 300 dpi
Bedrijfsomgeving Temperatuur 10 tot 32,5°C
Vochtigheid 15 tot 80%
Hoogte Maximaal 2.500 m
Verlichting Maximaal 1.500 lux
Appendix 6-3
Controller PowerPC 440F5/500 MHz
Ondersteunde besturingssystemen Microsoft Windows 2000/XP/Vista/7, Windows Server 2003/2008, Mac OS X
10.x
Interface Hi-Speed USB: 1
Netwerk: 1 (10BASE-T/100BASE-TX)
KUIO/LV(W) slot: 1
PDL PRESCRIBE
Emulatie PCL 6, KPDL, KPDL (AUTO), Line Printer, IBM Proprinter, DIABLO 630,
EPSON LQ-850
Geheugen
Standaard
128 MB
Maximaal
1152 MB
Afmetingen (b x d x h) 375 × 393 × 267 mm
Gewicht (zonder tonercontainer) 12 kg
Stroomvereisten 220 tot 240 V AC, 50/60 Hz, 4,2 A
Stroomverbruik
Maximaal
987 W (Europa)
Tijdens afdrukken
553,9 W (Europa)
Tijdens stand-by
11 W (Europa) wanneer de EcoFuser aan staat.
89,3 W (Europa) wanneer de EcoFuser uit staat.
Slaapstand
5,5 W (Europa)
Stroom uit 0 W
Opties Geheugenuitbreiding, papierinvoercassette (250 vellen x 2)
Item Beschrijving
6-4 Appendix
Standaardmilieuvoorwaarden
Dit apparaat voldoet aan de volgende standaardmilieuvereisten.
• Tijd voor overschakelen naar de slaapstand (standaard): 15 minuten
• Dubbelzijdig afdrukken: Standaarduitrusting
• Duurzaam papier voor invoer: papier dat gemaakt is van 100%
hergebruikt papier.
Opmerking Neem contact op met uw verkoper of
servicevertegenwoordiger voor aanbevolen papiersoorten.
Index-1
Index
A
Aan/uit-schakelaar
onderdelen ................................................................1-2
Aangepaste modus
installatiemethode ...................................................3-16
Aansluiting
netsnoer .............................................................3-3, 3-4
USB-kabel ................................................................3-2
Achterklep
onderdelen ................................................................1-2
Algemene problemen
problemen oplossen .................................................5-2
B
Bedieningspaneel
lampjes, toetsen, overzicht .......................................1-3
onderdelen ................................................................1-2
Binnenin de printer
papierstoringen oplossen .......................................5-16
Bovenklep
onderdelen ................................................................1-2
Bovenste lade
onderdelen ................................................................1-2
C
Cassette
papier plaatsen .........................................................2-2
D
De stroom inschakelen ....................................................3-3
Drumeenheid
onderhoud ................................................................4-6
papierstoringen oplossen .......................................5-16
Duplexeenheid
papierstoringen oplossen .......................................5-15
F
Foutmeldingen
in tabel, met correcties .............................................5-5
met betrekking tot de geheugenkaart .......................5-9
met betrekking tot de RAM-schijf ..............................5-9
Fusereenheid
papierstoringen oplossen .......................................5-18
G
Gedeelte achterklep
papierstoringen oplossen ........................................5-18
I
Installatiemethode
aangepaste modus .................................................3-16
snelle modus ..........................................................3-14
L
Laderreiniger ....................................................................4-7
Langdurig niet gebruiken .................................................4-9
Linkerklep 1 .....................................................................1-2
M
Mogelijke locaties van papierstoringen ..........................5-11
Multifunctionele lade
onderdelen ................................................................1-2
papier plaatsen .........................................................2-5
papierstoringen oplossen ........................................5-13
N
Namen
Bedieningspaneel .....................................................1-3
Netsnoer
aansluiting .........................................................3-3, 3-4
Netsnoeraansluiting
onderdelen ................................................................1-2
Netwerkinterfaceparameters
AppleTalk .......................................................3-10, 3-11
O
Onderdelen
aan de achterkant van de printer ..............................1-2
aan de voorkant van de printer .................................1-2
Onderdelen van de machine ............................................1-1
Onderhoud
vervanging tonercontainer, reinigen ..........................4-1
Ontwikkelaar
papierstoringen oplossen ........................................5-16
Optie
Document finisher .....................................................4-6
Index-2
Optionele interfacesleufklep
onderdelen ................................................................1-2
Originele platen
Reinigen ....................................................................5-2
P
Papier
papier plaatsen in de papierinvoer van 3000
vellen .................................................. 2-2, 2-5
Papier plaatsen
cassette .....................................................................2-2
multifunctionele lade .................................................2-5
Papier voorbereiden .........................................................2-2
Papiercassette
onderdelen ................................................................1-2
papierstoringen oplossen ........................................5-14
Papiergeleiders ................................................................2-5
Papierinvoer
papierstoringen oplossen ........................................5-14
Papierlengtegeleider ........................................................2-3
Papiermeter ......................................................................2-4
Papierstopper
onderdelen ................................................................1-2
Papierstoringen oplossen
binnenin de printer ..................................................5-16
duplexeenheid .........................................................5-15
gedeelte achterklep .................................................5-18
multifunctionele lade ...............................................5-13
papiercassette .........................................................5-14
papierinvoer ............................................................5-14
Printer verplaatsen ...........................................................4-9
Printerdriver installeren ..................................................3-13
Mac-besturingssysteem ..........................................3-17
Windows pc .............................................................3-13
Problemen met de afdrukkwaliteit
problemen oplossen ..................................................5-3
Problemen oplossen ........................................................5-1
algemene problemen ................................................5-2
problemen met de afdrukkwaliteit .............................5-3
R
Rechterklep
onderdelen ................................................................1-2
Registratierol
reinigen .....................................................................4-7
Reinigen
laderdraad .................................................................4-7
printer ........................................................................4-6
registratierol ..............................................................4-7
Documentverwerker ..................................................5-3
S
Snelle modus
installatiemethode .................................................. 3-14
Specificaties .................................................................... 6-2
Milieuspecificaties .................................................... 6-4
Standaardmilieuvoorwaarden .......................................... 6-4
Startcontainer
tonercontainer .......................................................... 4-2
Sublade
onderdelen ............................................................... 1-2
T
Tips .................................................................................. 5-2
Tonercontainer
hoe te vervangen ..................................................... 4-3
vervanging ................................................................ 4-2
Tonercontainer vervangen .............................................. 4-3
Tonerpakket
tonercontainer, plastic wegwerpzak, installatie-
handleiding ................................................ 4-2
U
USB-aansluiting
onderdelen ............................................................... 1-2
USB-kabel
aansluiting ................................................................ 3-2
V
Vergrendelingshendel
tonercontainer .......................................................... 4-3
Vervanging
tonercontainer ................................................... 4-2, 4-3
Voorklep
onderdelen ............................................................... 1-2

Documenttranscriptie

Deze gebruikershandleiding is bedoeld voor model LP 3335. Opmerking Deze gebruikershandleiding bevat informatie voor zowel de inchversie als de metrische versie van dit apparaat. De inchversies van deze apparaten worden getoond in de schermen in deze handleiding. Wanneer u de metrische versie gebruikt, gebruik dan de berichten voor de inchversie alleen als referentie. In de tekst worden de inchberichten alleen weergegeven als deze versies alleen qua hoofdlettergebruik verschillen. Als er zelfs maar een klein verschil in de melding is, wordt de informatie voor de inchversie vermeld, gevolgd door de corresponderende informatie voor de metrische versie tussen haakjes. Deze gebruikershandleiding is bedoeld om u te helpen met het correct bedienen van het apparaat, voor routineonderhoud en om zo nodig problemen eenvoudig op te lossen, zodat u het apparaat altijd in goede staat kunt gebruiken. Lees deze gebruikershandleiding voordat u het apparaat in gebruik neemt en bewaar de handleiding in de buurt van het apparaat, zodat deze direct beschikbaar is. We bevelen het gebruik van onze eigen merkonderdelen aan. We zijn niet aansprakelijk voor eventuele schade veroorzaakt door het gebruik van onderdelen van andere merken in dit apparaat. Inhoud 1 Onderdelen van de machine ...................................................... 1-1 Onderdelen aan de voorkant van de printer ............................ 1-2 Onderdelen aan de achterkant van de printer ......................... 1-2 Bedieningspaneel ....................................................................... 1-3 2 Papier plaatsen ........................................................................... 2-1 Het papier voorbereiden ............................................................ 2-2 Papier in een cassette plaatsen ................................................ 2-2 Papier plaatsen in de multifunctionele lade ............................. 2-5 Papierstopper ............................................................................. 2-6 3 Aansluiten en afdrukken ............................................................ 3-1 Aansluitingen .............................................................................. 3-2 Netwerkinterfaceparameters wijzigen ...................................... 3-4 Een netwerkinterface-statuspagina afdrukken ...................... 3-12 Printerdriver installeren ........................................................... 3-13 Afdrukken .................................................................................. 3-20 Status Monitor .......................................................................... 3-22 Software verwijderen (Windows PC) ...................................... 3-26 4 Onderhoud .................................................................................. 4-1 Algemene informatie .................................................................. 4-2 Vervanging tonercontainer ........................................................ 4-2 Vervanging van het onderhoudspakket ................................... 4-5 De printer reinigen ...................................................................... 4-6 Langdurig niet gebruiken en verplaatsen van de printer ....... 4-9 5 Problemen oplossen .................................................................. 5-1 Algemene richtlijnen .................................................................. 5-2 Problemen met de afdrukkwaliteit ............................................ 5-3 Foutmeldingen ............................................................................ 5-5 Ready-, Data- en Attention-lampjes ........................................ 5-10 Papierstoringen oplossen ....................................................... 5-11 6 Appendix ..................................................................................... 6-1 Specificaties ................................................................................ 6-2 Standaardmilieuvoorwaarden ................................................... 6-4 Index .................................................................................... Index-1 i Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsvoorschriften Lees deze informatie voordat u uw apparaat in gebruik neemt. Dit hoofdstuk voorziet in informatie over de volgende onderwerpen: Wettelijke kennisgeving Licentieovereenkomsten Veiligheidsinformatie Symbolen Voorzorgsmaatregelen bij de installatie Voorzorgsmaatregelen voor gebruik Over de gebruikershandleiding Conventies in deze handleiding iv v xi xv xvi xviii xx xxi iii Wettelijke kennisgeving VOORZICHTIG ER WORDT GEEN AANSPRAKELIJKHEID AANVAARD VOOR SCHADE DIE IS VEROORZAAKT DOOR ONJUISTE INSTALLATIE. Kennisgeving met betrekking tot software DE SOFTWARE DIE MET DEZE PRINTER WORDT GEBRUIKT, MOET DE EMULATIEMODUS VAN DE PRINTER ONDERSTEUNEN. De printer is fabrieksmatig ingesteld op het emuleren van de PCL. De emulatiemodus kan gewijzigd worden. Kennisgeving De informatie in deze handleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. In toekomstige edities kunnen extra pagina's worden ingevoegd. Wij vragen de gebruiker om begrip voor technische onnauwkeurigheden of schrijffouten in de huidige uitgave. Er wordt geen aansprakelijkheid aanvaard voor ongelukken die gebeuren terwijl de gebruiker de instructies in deze handleiding volgt. Wij aanvaarden geen verantwoordelijkheid voor fouten in de firmware van de printer (de inhoud van het ROM). Deze handleiding en al het materiaal dat onder het auteursrecht valt en wordt verkocht of meegeleverd bij of in verband met de verkoop van de paginaprinter, zijn auteursrechtelijk beschermd. Alle rechten voorbehouden. Het kopiëren of op een andere manier reproduceren van de gehele handleiding of gedeelten van de handleiding, of een willekeurig onderwerp waarop auteursrecht van toepassing is, is verboden zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van UTAX GmbH. Elke kopie die van deze handleiding of een deel daarvan wordt gemaakt, en alles wat onder het auteursrecht valt, moet dezelfde copyright-vermelding bevatten als het materiaal dat wordt gekopieerd. Wat betreft handelsnamen PRESCRIBE is een gedeponeerd handelsmerk van Kyocera Corporation. KPDL is een handelsmerk van Kyocera Corporation. Hewlett-Packard, PCL en PJL zijn gedeponeerde handelsmerken van Hewlett-Packard Company. Adobe, Acrobat, Flash en PostScript zijn gedeponeerde handelsmerken van Adobe Systems Incorporated. Macintosh en Bonjour zijn gedeponeerde handelsmerken van Apple Computer, Inc. Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. Microsoft Windows Server is een handelsmerk van Microsoft Corporation. PowerPC is een handelsmerk van International Business Machines Corporation. CompactFlash is een handelsmerk van SanDisk Corporation. ENERGY STAR is een in de Verenigde Staten gedeponeerd handelsmerk. Alle overige merk- en productnamen zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van de respectieve bedrijven. Dit product is ontwikkeld met behulp van het Workbench Real Time besturingssysteem en de hulpprogramma's van Wind River Systems. Dit product bevat UFST™ en MicroType® van Monotype Imaging Inc. iv Veiligheidsinformatie Laserveiligheid Deze printer wordt geclassificeerd als een Class 1 laserproduct volgens de Radiation Performance Standard van het Amerikaanse Department of Health and Human Services (DHHS), in overeenstemming met de Radiation Control for Health and Safety Act uit 1968. Dit betekent dat de printer geen gevaarlijke laserstraling produceert. Omdat de uitgestoten straling in de printer binnen beschermende behuizing en externe bedekkingen blijft, kan de laserstraal op geen enkel moment van gebruik uit de printer ontsnappen. Laserkennisgeving Deze printer wordt in de V.S. geclassificeerd in overeenstemming met de eisen van DHHS 21 CFR Subchapter voor Klasse I (1) laserproducten, en is elders geclassificeerd als Klasse I laserproduct in overeenstemming met de eisen van IEC 825. GEVAAR KLASSE 3B ONZICHTBARE LASERSTRALING BIJ OPENEN. VERMIJD RECHTSTREEKSE BLOOTSTELLING AAN STRAAL. VOORZICHTIG Het gebruik van andere instellingen of aanpassingen of de uitvoering van andere procedures dan hierin vermeld, kan leiden tot gevaarlijke blootstelling aan straling. Radiofrequentiezender Dit apparaat bevat een zendermodule. De fabrikant (UTAX GmbH) verklaart dat deze apparatuur (paginaprinter), model LP 3335 voldoet aan de van toepassing zijnde eisen en andere relevante bepalingen conform Directief 1999/5/EC. Radio Tag Technologie In sommige landen kan de radiotagtechnologie die in deze apparatuur gebruikt wordt om de tonercontainer te identificeren, onderworpen zijn aan autorisatie, en kan het gebruik van deze apparatuur dientengevolge beperkt zijn. xi Waarschuwingsetiketten Op de printer bevindt zich een van de volgende etiketten. Laser in de printer (Laserstralingwaarschuwing) Voor Europa, Azië en andere landen Voor de V.S. en Canada CDRH-voorschriften Het Center for Devices and Radiological Health (CDRH) van de U.S. Food and Drug Administration heeft voorschriften opgesteld voor laserproducten op 2 augustus 1976. Deze voorschriften zijn van toepassing op laserproducten die zijn geproduceerd na 1 augustus 1976. Producten die in de Verenigde Staten op de markt worden gebracht moeten voldoen aan deze voorschriften. Laserproducten die in de Verenigde Staten op de markt worden gebracht moeten een label dragen ten teken van overeenstemming met de CDRH-voorschriften. Ozonconcentratie Deze printers genereren ozongas (O3), dat zich op de plaats van installatie kan concentreren en een onplezierige geur kan veroorzaken. Wij raden u aan de printer niet op een afgesloten plek te zetten waar de ventilatie wordt geblokkeerd, om zo de concentratie van ozongas te minimaliseren tot minder dan 0,1 ppm. xii VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING NAAR 2004/108/EC, 2006/95/EEC, 93/68/EEC, 1999/5/EC en 2009/125/EC We verklaren geheel onder eigen verantwoordelijkheid dat het product waarop deze verklaring betrekking heeft, in overeenstemming is met de volgende specificaties. EN55024 EN55022 Klasse B EN61000-3-2 EN61000-3-3 EN60950-1 EN60825-1 EN300 330-1 EN300 330-2 EN62301 EN ISO 7779 Maschinenlärminformations-Verordnung 3. GPSGV, 06.01.2004: Der höchste Schalldruckpegel beträgt 70 dB (A) oder weniger gemäß EN ISO 7779. EK1-ITB 2000 Das Gerät ist nicht für die Benutzung im unmittelbaren Gesichtsfeld am Bildschirmarbeitsplatz vorgesehen. Um störende Reflexionen am Bildschirmarbeitsplatz zu vermeiden, darf dieses Produkt nicht im unmittelbaren Gesichtsfeld platziert werden. Bewijs van afstand UTAX GmbH is niet aansprakelijk tegenover klanten of een andere persoon of entiteit met betrekking tot verlies of schade direct of indirect veroorzaakt door of naar zeggen veroorzaakt door apparatuur die door ons is verkocht of geleverd, inclusief maar niet beperkt tot onderbroken service, omzetverlies of winstderving, of gevolgschade die het resultaat is van het gebruik of de bediening van de apparatuur of software. xiii Veiligheidsinstructies met betrekking tot het ontkoppelen van de stroom Voorzichtig: De stekker is het belangrijkste isolatieapparaat! Andere schakelaars op het apparaat zijn slechts bedieningsschakelaars en zijn niet geschikt om het apparaat te isoleren van de voedingsbron. VORSICHT: Der Netzstecker ist die Hauptisoliervorrichtung! Die anderen Schalter auf dem Gerät sind nur Funktionsschalter und können nicht verwendet werden, um den Stromfluß im Gerät zu unterbrechen. Energiebesparingfunctie De printer is uitgerust met een slaaptimerfunctie waarbij de printer in een wachtstand blijft, waarin het stroomverbruik tot een minimum wordt beperkt als er geen printeraktiviteit is binnen een ingesteld tijdsbestek. Slaapstand Deze printer schakelt automatisch na ongeveer 15 minuten in de slaapstand, nadat de printer voor het laatst gebruikt is. De tijdsduur die zonder aktiviteit voorbij moet gaan voordat de slaapstand geactiveerd wordt, kan verlengd worden. Dubbelzijdig afdrukken Deze printer heeft dubbelzijdig printen als standaardfunctie. Bij bijvoorbeeld het afdrukken van twee originelen op een vel papier als dubbelzijdige afdruk, is het mogelijk om papierverbruik te verminderen. Hergebruikt papier Deze printer ondersteunt het gebruik van hergebruikt papier, wat de belasting op het milieu vermindert. Uw verkoop- of servicevertegenwoordiger kan u informatie verschaffen over aanbevolen papiersoorten. Energy Star (ENERGY STAR®) Programma Als deelnemend bedrijf aan het International Energy Star-programma hebben wij vastgesteld dat dit product voldoet aan de richtlijnen van het International Energy Star-programma. xiv Symbolen De delen van deze handleiding en onderdelen van het apparaat die zijn aangeduid met symbolen, bevatten veiligheidswaarschuwingen ter bescherming van de gebruiker, andere personen en voorwerpen in de buurt. Ze zijn ook bedoeld voor een correct en veilig gebruik van het apparaat. De symbolen met hun betekenis worden hieronder beschreven. GEVAAR: Dit geeft aan dat wanneer u onvoldoende aandacht besteedt aan of u niet op de juiste wijze houdt aan de betreffende punten, dit zeer waarschijnlijk zal leiden tot ernstig letsel of zelfs de dood. WAARSCHUWING: Dit geeft aan dat wanneer u onvoldoende aandacht besteedt aan of u niet op de juiste wijze houdt aan de betreffende punten, dit zou kunnen leiden tot ernstig letsel of zelfs de dood. VOORZICHTIG: Dit geeft aan dat wanneer u onvoldoende aandacht besteedt aan of u niet op de juiste wijze houdt aan de betreffende punten, dit kan leiden tot lichamelijk letsel of mechanische beschadiging. De volgende symbolen geven aan dat het betreffende deel veiligheidswaarschuwingen bevat. Specifieke aandachtspunten worden binnenin het symbool aangegeven. .... [Algemene waarschuwing] .... [Waarschuwing voor gevaar van elektrische schokken] .... [Waarschuwing voor hoge temperatuur] De volgende symbolen geven aan dat het betreffende deel informatie bevat over niet-toegestane handelingen. Specifieke informatie over de niet-toegestane handeling staat binnenin het symbool. .... [Waarschuwing voor niet-toegestane handeling] .... [Demontage verboden] De volgende symbolen geven aan dat het betreffende deel informatie bevat over handelingen die moeten worden uitgevoerd. Specifieke informatie over de vereiste handeling staat binnenin het symbool. .... [Waarschuwing voor vereiste handeling] .... [Haal de stekker uit het stopcontact] .... [Sluit het apparaat altijd aan op een geaard stopcontact] Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger om een vervangingsonderdeel te bestellen als de veiligheidswaarschuwingen in deze gebruikershandleiding onleesbaar zijn of als de handleiding zelf ontbreekt. (tegen betaling) xv Voorzorgsmaatregelen bij de installatie Omgeving Voorzichtig Plaats het apparaat niet op of in plaatsen die niet stabiel of vlak zijn. Op dergelijke plaatsen kan het apparaat vallen. Dergelijke situaties leveren gevaar van lichamelijk letsel of beschadiging van de apparatuur op. Plaats het apparaat niet op vochtige of stoffige/vuile locaties. Reinig de stekker om gevaar van brand en elektrische schokken te voorkomen, wanneer er stof en vuil op de stekker zijn terechtgekomen. Plaats het apparaat niet in de buurt van radiatoren, kachels of andere warmtebronnen of in de buurt van ontvlambare voorwerpen, om gevaar van brand te voorkomen. Laat ruimte vrij, zoals hieronder wordt aangegeven, om het apparaat koel te houden en het vervangen van onderdelen en onderhoud te vergemakkelijken. Laat met name rond de achterklep voldoende ruimte vrij, zodat de lucht de printer makkelijk kan verlaten. 200mm 300mm 300mm 200mm 500mm Overige voorzorgsmaatregelen Ongunstige omgevingsomstandigheden kunnen van invloed zijn op de veilige werking en de prestaties van het apparaat. Installeer de printer in een ruimte met airconditioning (aanbevolen kamertemperatuur: circa 23°C, luchtvochtigheid: circa 60% RH), en vermijd de volgende locaties wanneer u een plaats voor het apparaat kiest. • • • • • xvi Vermijd plaatsen bij een venster of direct in het zonlicht. Vermijd plaatsen met trillingen. Vermijd plaatsen met sterke temperatuurschommelingen. Vermijd plaatsen met directe blootstelling aan warme of koude lucht. Vermijd slecht geventileerde locaties. Tijdens het afdrukken komt er een kleine hoeveelheid ozon vrij, maar dit heeft geen nadelige gevolgen voor de gezondheid. Als de printer echter langere tijd in een slecht geventileerde ruimte wordt gebruikt of wanneer er een zeer groot aantal kopieën wordt gemaakt, kan de geur onaangenaam worden. Een juiste omgeving voor afdrukwerk moet goed geventileerd zijn. Stroomtoevoer/aarden van het apparaat Waarschuwing Gebruik geen stroomtoevoer met een ander voltage dan aangegeven. Sluit niet meerdere apparaten op één stopcontact aan. Dergelijke situaties leveren gevaar van brand of elektrische schokken op. Steek de stekker stevig in het stopcontact. Als metalen voorwerpen in contact komen met de pinnen van de stekker, kan dit brand of elektrische schokken veroorzaken. Sluit het apparaat altijd aan op een geaard stopcontact, om het gevaar van brand of elektrische schokken bij kortsluiting te voorkomen. Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger als een geaarde aansluiting niet mogelijk is. Overige voorzorgsmaatregelen Sluit de stekker aan op het dichtstbijzijnde stopcontact. Het netsnoer is het belangrijkste middel om de stroomtoevoer af te sluiten. Zorg ervoor dat het stopcontact zich bevindt/is geïnstalleerd in de buurt van de apparatuur en goed toegankelijk is. Gebruik van plastic zakken Waarschuwing Houd de plastic zakken die bij het apparaat worden gebruikt uit de buurt van kinderen. Het plastic kan aan neus en mond vast blijven zitten en verstikking veroorzaken. xvii Voorzorgsmaatregelen voor gebruik Waarschuwingen bij het gebruik van het apparaat Waarschuwing Plaats geen metalen voorwerpen of voorwerpen die water bevatten (vazen, bloempotten, kopjes, enz.) op of in de buurt van het apparaat. Dit vormt een risico voor brand of elektrische schokken, mocht het water in het apparaat terechtkomen. Verwijder geen van de panelen van het apparaat, omdat er dan kans bestaat op elektrische schokken als gevolg van de hoge spanning binnen in het apparaat. Zorg dat het netsnoer niet beschadigd raakt of breekt en probeer het niet te repareren. Plaats geen zware voorwerpen op het snoer, trek er niet aan, buig het niet onnodig en veroorzaak geen andere schade. Dergelijke situaties leveren gevaar van brand of elektrische schokken op. Probeer nooit het apparaat of onderdelen ervan te repareren of te demonteren, omdat er dan gevaar van brand, elektrische schokken of schade aan de laser bestaat. Als de laserstraal buiten het apparaat komt, kan deze blindheid veroorzaken. Als het apparaat uitzonderlijk heet wordt, als er rook uit het apparaat komt, als er een vreemde geur ontsnapt, of als er zich een andere ongewone situatie voordoet, bestaat er gevaar van brand of een elektrische schok. Zet de hoofdstroomschakelaar onmiddellijk uit ({), zorg ervoor dat u de stekker uit het stopcontact haalt en neem contact op met uw servicevertegenwoordiger. Als er schadelijke zaken (paperclips, water, andere vloeistoffen, enz.) in het apparaat terechtkomen, moet u onmiddellijk de hoofdstroomschakelaar uitzetten ({). Vervolgens moet u direct de stekker uit het stopcontact halen, om gevaar van brand of elektrische schokken te voorkomen. Neem hierna contact op met uw servicevertegenwoordiger. Zorg dat u een stekker niet met natte handen in het stopcontact steekt of eruit haalt, omdat er dan gevaar van elektrische schokken bestaat. Neem altijd contact op met uw servicevertegenwoordiger voor onderhoud of reparatie van interne onderdelen. Voorzichtig Trek niet aan het netsnoer wanneer u dit uit het stopcontact haalt. Als u aan het netsnoer trekt, kunnen de draden breken en bestaat er gevaar van brand of elektrische schokken. (Pak altijd de stekker vast wanneer u het netsnoer wilt loskoppelen van het stopcontact.) Haal altijd de stekker uit het stopcontact wanneer u het apparaat verplaatst. Als het netsnoer beschadigd raakt, bestaat er gevaar van brand of elektrische schokken. xviii Als het apparaat korte tijd (bijvoorbeeld 's nachts) niet wordt gebruikt, moet u de stroomschakelaar uitzetten (O). Als het apparaat langere tijd niet wordt gebruikt (tijdens vakanties, enz.), haalt u voor de veiligheid de stekker uit het stopcontact. Houd bij het optillen of verplaatsen het apparaat altijd alleen vast op de daarvoor bestemde plaatsen. Verwijder om veiligheidsredenen de stekker altijd uit het stopcontact bij het reinigen van het apparaat. Als zich in het apparaat stof ophoopt, bestaat er gevaar van brand of andere problemen. Het wordt daarom aanbevolen uw servicevertegenwoordiger te raadplegen met betrekking tot het reinigen van interne onderdelen. Dit is met name effectief als u dit laat doen voorafgaande aan een periode van hoge luchtvochtigheid. Raadpleeg uw servicevertegenwoordiger over de kosten voor het reinigen van de interne onderdelen in het apparaat. Overige voorzorgsmaatregelen Plaats geen zware voorwerpen op het apparaat en zorg dat het apparaat niet beschadigd raakt. Open tijdens het afdrukken de bovenste voorklep niet, schakel de aan/uit-schakelaar niet uit en trek de stekker niet uit het stopcontact. Neem contact op met de servicevertegenwoordiger wanneer u het apparaat wilt optillen of verplaatsen. Raak geen elektrische onderdelen, zoals connectoren of printplaten aan. Deze kunnen beschadigd raken door statische elektriciteit. Probeer geen handelingen te verrichten die niet in deze handleiding zijn beschreven. Gebruik beschermde interfacekabels. Voorzichtig Het gebruik van andere instellingen of aanpassingen of de uitvoering van andere procedures dan hierin vermeld, kan leiden tot gevaarlijke blootstelling aan straling. Waarschuwingen voor de omgang met verbruiksartikelen Voorzichtig De tonercontainer mag niet worden verbrand. De vonken kunnen brandwonden veroorzaken. Houd de tonercontainer buiten het bereik van kinderen. Als er onverhoopt toner uit de tonercontainer wordt gemorst, moet u inademing of inname daarvan voorkomen, evenals contact met ogen en de huid. • • • • Als u onverhoeds toner inademt, gaat u naar een plaats met frisse lucht en gorgelt u met veel water. Neem bij opkomende hoest contact op met een arts. Als u toner binnenkrijgt, spoelt u uw mond met water en drinkt u 1 of 2 glazen water om de inhoud van uw maag te verdunnen. Neem indien nodig contact op met een arts. Als u toner in uw ogen krijgt, spoelt u ze grondig met water. Als de ogen gevoelig blijven, neemt u contact op met een arts. Als u toner op de huid krijgt, wast u deze met water en zeep. xix De tonercontainer mag niet open worden gebroken of worden vernietigd. Overige voorzorgsmaatregelen Gooi de tonercontainer na gebruik altijd overeenkomstig de plaatselijke milieuwetgeving weg. Bewaar alle verbruiksartikelen in een koele, donkere ruimte. Als het apparaat langere tijd niet wordt gebruikt, verwijdert u het papier uit de cassette, legt u dit terug in de oorspronkelijke verpakking en verzegelt u deze weer. Over de gebruikershandleiding Deze gebruikershandleiding bestaat uit de volgende hoofdstukken: 1 Onderdelen van de machine In dit hoofdstuk worden de namen van de onderdelen toegelicht. 2 Papier plaatsen In dit hoofdstuk worden papierspecificaties voor deze printer uitgelegd en hoe het papier in de cassette of multifunctionele lade geplaatst moet worden. 3 Afdrukken In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de printerdriver moet installeren, hoe u moet printen vanaf uw pc, en hoe u de software op de cd-rom moet gebruiken. 4 Onderhoud In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe de tonercontainer wordt vervangen en hoe u de printer onderhoudt. 5 Problemen oplossen In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u eventueel optredende printerproblemen, zoals papierstoringen, oplost. 6 Specificaties Dit hoofdstuk bevat de specificaties van deze printer. xx Conventies in deze handleiding In deze handleiding worden de volgende conventies gebruikt. Conventie Beschrijving Voorbeeld Cursief lettertype Wordt gebruikt om een sleutelwoord, een woordgroep of verwijzing naar aanvullende informatie te benadrukken. Raadpleeg Problemen met de afdrukkwaliteit op pagina 5-3. Vet Wordt gebruikt om softwareknoppen aan te duiden Klik op OK om te beginnen met afdrukken. Vet tussen haakjes Wordt gebruikt om toetsen op het bedieningspaneel aan te duiden. Druk op [GO] om verder te gaan met afdrukken. Opmerking Wordt gebruikt om aanvullende, nuttige informatie over een functie of toepassing te geven. Belangrijk Wordt gebruikt om belangrijke informatie te verstrekken. BELANGRIJK Zorg ervoor dat u de transferrol (zwart) niet aanraakt tijdens het reinigen. Voorzichtig Met deze waarschuwingen wordt aangegeven dat er als gevolg van een actie mechanische beschadiging kan optreden. VOORZICHTIGTrek niet te hard aan het papier, anders scheurt het. Gescheurde stukjes papier zijn lastig te verwijderen en kunnen gemakkelijk over het hoofd worden gezien, waardoor de storing niet kan worden opgelost. Waarschuwing Wordt gebruikt om gebruikers te WAARSCHUWING Als u de printer wijzen op het gevaar van wilt verzenden, verwijdert u de lichamelijk letsel. ontwikkelaar en drum, verpakt u deze in Opmerking Haal de tonercontainer pas uit de doos als u klaar bent om de container in de printer te plaatsen. een plastic zak en verzendt u deze apart van de printer. xxi 1 Onderdelen van de machine In dit hoofdstuk worden de onderdelen van de machine en de toetsen op het bedieningspaneel toegelicht. Onderdelen aan de voorkant van de printer Onderdelen aan de achterkant van de printer Bedieningspaneel Onderdelen van de machine 1-2 1-2 1-3 1-1 Onderdelen aan de voorkant van de printer 1 3 2 4 5 6 10 9 8 7 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Bovenklep Papierstopper Bovenste lade Bedieningspaneel USB-geheugenslot Rechterklep Papiercassette Voorklep Multifunctionele lade Sublade Onderdelen aan de achterkant van de printer 11 12 13 15 14 11 12 13 14 15 1-2 Netwerkaansluiting USB-aansluiting Achterklep Netsnoeraansluiting Aan/uit-schakelaar Onderdelen van de machine Bedieningspaneel 1 2 7 3 6 4 5 1 2 3 4 5 6 7 Onderdelen van de machine Lampjes Berichtenscherm Cursortoetsen [GO] toets [Cancel] toets [OK] toets [MENU] toets 1-3 1-4 Onderdelen van de machine 2 Papier plaatsen In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe het papier in de cassette of de multifunctionele lade geplaatst moet worden. Het papier voorbereiden Papier in een cassette plaatsen Papier plaatsen in de multifunctionele lade Papier plaatsen 2-2 2-2 2-5 2-1 Het papier voorbereiden Wanneer u het papier uit de verpakking hebt gehaald, waaiert u de vellen los voordat u het papier plaatst. Als u papier gebruikt dat gevouwen of gekruld is, strijkt u dit recht voordat u het plaatst. Als u dit niet doet, kan dit leiden tot een papierstoring. BELANGRIJK Zorg ervoor dat nietjes en paperclips verwijderd zijn. Papier in een cassette plaatsen Er kunnen 250 vellen van 11 × 8 1/2" of A4 papier (80 g/m²) in de cassette geplaatst worden. 1 Trek de cassette helemaal uit de printer. BELANGRIJK De cassette ondersteunen wanneer u deze uit de printer trekt, zodat deze niet uit de printer valt. 2 Stel de breedtegeleiders in op de linker- en rechterkant van de papiercassette. Druk op de ontgrendelingsknop van de linkergeleider en schuif de geleiders naar het gewenste papierformaat. Opmerking De papierformaten staan op de cassette vermeld. 2-2 Papier plaatsen 3 Pas de papierlengtegeleider aan op het gewenste papierformaat. Als u papier gebruikt dat langer is dan A4, trekt u de extensionele papiercassette uit door te drukken op de ontgrendelingshendel een voor een, pas het aan aan het gewenste papierformaat. 4 Plaats het papier in de cassette. Zorg ervoor dat de zijde die moet worden bedrukt, omlaag wijst en dat het papier niet gevouwen, gekruld of beschadigd is. Opmerking Plaats het papier zo dat het niet boven het driehoekje op de breedtegeleider uitkomt. Papier plaatsen 2-3 5 Plaats de papiercassette in de sleuf van de printer. Duw de cassette recht naar voren tot deze niet verder kan. Er zit een papiermeter aan de linkervoorkant van de papiercassette die de resterende papiervoorraad aangeeft. Als het papier op is, zal de wijzer naar beneden gaan naar niveau (leeg). 6 2-4 Specificeer het papierformaat en de papiersoort voor de cassette via het bedieningspaneel. Raadpleeg voor meer informatie de English Operation Guide. Papier plaatsen Papier plaatsen in de multifunctionele lade Er kunnen 50 vellen van 11 × 8 1/2" of A4 papier (80 g/m²) in de multifunctionele lade van dit apparaat geplaatst worden. 1 Trek de multifunctionele lade naar u toe totdat deze stopt. 2 Stel de papiergeleiders in op de multifunctionele lade. Standaardpapierformaten zijn aangegeven op de multifunctionele lade. Schuif de papiergeleiders voor standaardpapierformaten naar het overeenkomende teken. 3 Trek de sublade uit. 4 Leg het papier strak tegen de papiergeleiders en schuif het zo ver mogelijk naar binnen. Opmerking Plaats zoveel papier dat het niet boven de tab van de multifunctionele lade uitkomt. Papier plaatsen 2-5 Opmerking Als het papier duidelijk naar een richting gekruld is, als het bijvoorbeeld al aan een kant bedrukt is, probeer dan om het papier in tegenovergestelde richting te rollen om de krul tegen te gaan. Afgedrukte vellen zullen er dan plat uitkomen. Juist Niet juist Wanneer u een envelop plaatst, doe dit dan met de klep gesloten en de te bedrukken zijde omhoog. Leg de envelop tegen de geleider met de klep aan de voorkant of linkerkant tot deze niet verder kan. Juist Juist Niet juist 5 Specificeer het papierformaat en de papiersoort voor de multifunctionele lade via het bedieningspaneel. Raadpleeg voor meer informatie de English Operation Guide. Papierstopper Open de papierstopper zoals aangegeven in de afbeelding. 1 2-6 2 Papier plaatsen 3 Aansluiten en afdrukken In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de printer moet opstarten, hoe u moet printen vanaf uw pc, en hoe u de software op de cd-rom moet gebruiken. Aansluitingen Netwerkinterfaceparameters wijzigen Een netwerkinterface-statuspagina afdrukken Printerdriver installeren Afdrukken Status Monitor Software verwijderen (Windows PC) Aansluiten en afdrukken 3-2 3-4 3-12 3-13 3-20 3-22 3-26 3-1 Aansluitingen In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de printer opstart. De USB-kabel aansluiten Volg onderstaande stappen om de USB-kabel aan te sluiten. 1 Sluit de USB-kabel aan op de USB-aansluiting. Opmerking Gebruik een USB-kabel met een rechthoekige stekker (type A) en een vierkante stekker (type B). De kabel wordt apart verkocht. 2 Sluit het andere einde van de USB-kabel aan op de USB-aansluiting van de computer. De netwerkkabel aansluiten Volg onderstaande stappen om de netwerkkabel aan te sluiten. 1 2 Verwijder de dop van de printer. Sluit de printer aan op de pc of op uw netwerkapparaat. Opmerking Gebruik beschermde interfacekabels. Deze kabels worden apart verkocht. 3-2 Aansluiten en afdrukken Het netsnoer aansluiten Installeer de printer dichtbij een AC-stopcontact. Als u een verlengsnoer gebruikt, mag de totale lengte van het netsnoer plus het verlengsnoer niet meer dan 5 meter zijn. Opmerking Zorg ervoor dat de printer is uitgeschakeld. Gebruik alleen het netsnoer dat bij de printer is geleverd. 1 Sluit het netsnoer aan op de netsnoeraansluiting aan de achterkant van de printer. 2 3 Sluit het andere einde van het netsnoer aan op een stopcontact. Zet de aan/uit-schakelaar aan ( | ). De printer begint op te warmen. BELANGRIJK Als u de starttonercontainer plaatst en het apparaat inschakelt, dan verschijnt even later het bericht Een ogenblik(toner toev.) . Wanneer de printer na het plaatsen van de toner voor het eerst aangezet wordt, duurt het ongeveer 15 minuten voordat de printer kan gaan afdrukken. Pas als het [Ready] lampje brandt, is de printerinstallatie voltooid. Aansluiten en afdrukken 3-3 Netwerkinterfaceparameters wijzigen Deze printer ondersteunt TCP/IP, TCP/IP (IPv6), NetWare, AppleTalk, IPP, SSL-server, IPSec-protocollen en Beveiligingsniveau. Raadpleeg voor meer informatie de English Operation Guide. Opmerking Doe de machine UIT en weer AAN, nadat alle netwerkinstellingen zijn gedaan. Dit moet om de instellingen van kracht te maken. Opmerking Vraag aan uw lokale beheerder of u een IPv4- of IPv6-netwerk gebruikt. Kies, als u IPv4 gebruikt, het overeenkomstige menu. TCP/IP, TCP/IP (IPv6) instellingen Netwerk 3-4 > 1 2 Druk op [MENU]. 3 Druk op Z. Telkens als u op U of V drukt, wijzigt de selectie. Raadpleeg de onderstaande uitleg bij het specificeren van de instellingen. Druk herhaaldelijk op U of V tot Netwerk > verschijnt. >TCP/IP Uit Stel dit onderdeel in op Aan wanneer u verbinding maakt met een netwerk m.b.v. TCP/IP. Submenu bevat onderdelen zoals DHCP, IP-adres, Subnetmasker, Gateway en Bonjour. >TCP/IP (IPv6) Uit Stel dit onderdeel in op Aan wanneer u verbinding maakt met een netwerk m.b.v. TCP/IP (IPv6). Submenu bevat onderdelen zoals RA(Stateless)en DHCPv6. Aansluiten en afdrukken TCP/IP In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe het TCP/IP-protocol in te schakelen. >TCP/IP Aan >>DHCP Uit 1 Indien TCP/IP is ingesteld op Uit, gebruik U of V om Aan te selecteren en druk op [OK]. 2 Druk op Z. Telkens als u op U of V drukt, wijzigt de selectie. 3 Geef het onderdeel weer dat u wilt instellen en druk op [OK]. Een knipperend vraagteken (?) verschijnt terwijl u DHCP en Bonjour instelt. Een knipperende cursor (_) verschijnt terwijl u IP-adres, Subnetmasker en Gateway instelt. 4 Druk op U of V om Aan of Uit te selecteren als instelling voor DHCP en Bonjour. >>IP-adres 000.000.000.000 >>Subnetmasker 000.000.000.000 >>Gateway 000.000.000.000 >>Bonjour Uit >>Subnetmasker 000.000.000.000 Druk voor de IP-adres, Subnetmasker en Gateway instelling op U of V om de knipperende cursor te verplaatsen naar het nummer dat u wilt wijzigen (000 tot 255). Gebruik Y en Z om de cursor naar rechts en links te bewegen. Opmerking Raadpleeg uw netwerkbeheerder voor de netwerkadresinstellingen. 5 6 Aansluiten en afdrukken Druk op [OK]. Druk op [MENU]. Het scherm keert terug naar Klaar. 3-5 TCP/IP (IPv6) In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe het TCP/IP (IPv6)-protocol in te schakelen. >TCP/IP (IPv6) Aan >>RA(Stateless) Uit 1 Indien TCP/IP (IPv6) is ingesteld op Uit, gebruik U of V om Aan te selecteren en druk op [OK]. 2 Druk op Z. Telkens als u op U of V drukt, wijzigt de selectie. 3 Geef het onderdeel weer dat u wilt instellen en druk op [OK]. Een knipperend vraagteken (?) verschijnt terwijl u RA(Stateless) en DHCPv6 instelt. 4 Druk op U of V om Aan of Uit te selecteren als instelling voor RA(Stateless) en DHCPv6. >>DHCPv6 Uit >>RA(Stateless) ?Uit >>DHCPv6 ?Uit Opmerking Raadpleeg uw netwerkbeheerder voor de netwerkadresinstellingen. 5 6 Druk op [OK]. Druk op [MENU]. Het scherm keert terug naar Klaar. NetWare, AppleTalk, IPP, SSL-server, IPSec en Beveilig.niveau instellingen Beveiliging 3-6 > 1 2 Druk op [MENU]. Druk herhaaldelijk op U of V tot Beveiliging > verschijnt. Aansluiten en afdrukken 3 Als u NetWare, AppleTalk, IPP, SSL-server of IPSec gebruikt om verbinding te maken met een netwerk, moet u een beheerder-ID invoeren en op [OK] drukken. Het beheerder-ID is standaard het numerieke gedeelte van de modelnaam van uw printer "3500". ID _ Als u NetWare, AppleTalk, IPP, SSL-server of IPSec gebruikt om verbinding te maken met een netwerk, moet u een beheerderwachtwoord invoeren en op [OK] drukken. Het beheerderwachtwoord is standaard het numerieke gedeelte van de modelnaam van uw printer "3500". Wachtwoord _ >NetWare Aan >AppleTalk Aan >IPP Uit >SSL-server Uit >IPSec Uit Druk op Z. Telkens als u op U of V drukt, wijzigt de selectie. Raadpleeg de onderstaande uitleg bij het specificeren van de instellingen. > Stel dit onderdeel in op Aan wanneer u verbinding maakt met een netwerk m.b.v. NetWare. In het submenu kan de framemodus worden geselecteerd uit Auto, 802.3, Ethernet-II, SNAP en 802.2. AppleTalk moet worden geactiveerd (Aan) om netwerkverbinding te maken met Macintosh-computers behalve bij Mac OS X 10.6. Stel dit onderdeel in op Aan wanneer u verbinding maakt met een netwerk m.b.v. IPP. Stel dit onderdeel in op Aan wanneer u verbinding maakt met een netwerk m.b.v. SSL-server. Submenu bevat onderdelen zoals DES, 3DES, AES, IPP over SSL en HTTPS. Stel dit onderdeel in op Aan wanneer u verbinding maakt met een netwerk m.b.v. IPSec. Vervolg op de volgende pagina. Aansluiten en afdrukken 3-7 Stel het Beveilig.niveau in op Hoog. >Beveilig.niveau Hoog NetWare In dit gedeelte wordt de procedure voor het inschakelen van NetWare beschreven. >NetWare Aan >>Frametype Auto >>Frametype ?Auto > 1 Voer de beheerder-ID en wachtwoord in. Indien NetWare is ingesteld op Uit, gebruik dan U of V om Aan te selecteren en druk op [OK]. 2 Druk op Z. 3 Druk op [OK]. Er verschijnt een knipperend vraagteken (?). Telkens als u op U of V drukt, wijzigt de selectie. 4 5 Geef het onderdeel weer dat u wilt instellen en druk op [OK]. >>Frametype ?802.3 >>Frametype ?Ethernet-II >>Frametype ?802.2 >>Frametype ?SNAP 3-8 Druk op [MENU]. Het scherm keert terug naar Klaar. Aansluiten en afdrukken AppleTalk In dit gedeelte wordt de procedure voor het inschakelen van AppleTalk beschreven. >AppleTalk Aan >AppleTalk ?Aan 1 Voer de beheerder-ID en wachtwoord in. Indien AppleTalk is ingesteld op Uit, gebruik dan U of V om Aan te selecteren. 2 Druk op [OK]. Er verschijnt een knipperend vraagteken (?). 3 4 Druk opnieuw op [OK]. Druk op [MENU]. Het scherm keert terug naar Klaar. IPP In dit gedeelte wordt de procedure voor het inschakelen van IPP beschreven. >IPP Aan >IPP ?Aan Aansluiten en afdrukken 1 Voer de beheerder-ID en wachtwoord in. Indien IPP is ingesteld op Uit, gebruik dan U of V om Aan te selecteren. 2 Druk op [OK]. Er verschijnt een knipperend vraagteken (?). 3 4 Druk opnieuw op [OK]. Druk op [MENU]. Het scherm keert terug naar Klaar. 3-9 SSL-server In dit gedeelte wordt de procedure voor het inschakelen van de SSLserver beschreven. >SSL-server Aan >>DES Uit > 1 Voer de beheerder-ID en wachtwoord in. Indien SSL-server is ingesteld op Uit, gebruik dan U of V om Aan te selecteren en druk op [OK]. 2 Druk op Z. Telkens als u op U of V drukt, wijzigt de selectie. 3 Geef het onderdeel weer dat u wilt instellen en druk op [OK]. Er verschijnt een knipperend vraagteken (?). 4 5 6 Selecteer Aan of Uit m.b.v. U of V. >>3DES Uit >>AES Uit >>IPP over SSL Uit >>HTTPS Uit >>DES ?Uit Druk op [OK]. Druk op [MENU]. Het scherm keert terug naar Klaar. IPSec In dit gedeelte wordt de procedure voor het inschakelen van IPSec beschreven. >IPSec Aan >IPSec ?Aan 3-10 1 Voer de beheerder-ID en wachtwoord in. Indien IPSec is ingesteld op Uit, gebruik dan U of V om Aan te selecteren. 2 Druk op [OK]. Er verschijnt een knipperend vraagteken (?). 3 4 Druk opnieuw op [OK]. Druk op [MENU]. Het scherm keert terug naar Klaar. Aansluiten en afdrukken Beveiligingsniveau >Beveilig.niveau Hoog Aansluiten en afdrukken Beveilig.niveau is een menu dat voornamelijk wordt gebruikt door servicepersoneel voor onderhoudswerk. Klanten hoeven dit menu niet te gebruiken. 3-11 Een netwerkinterface-statuspagina afdrukken U kunt een statuspagina voor het netwerkinterface afdrukken. De netwerkstatuspagina toont de netwerkadressen, en andere informatie onder verschillende netwerkprotocollen over het netwerkinterface. Aanpassen/Onderhoud Aanpassen/Onderhoud wordt gebruikt om de afdrukkwaliteit aan te passen en printeronderhoud uit te voeren. De beschikbare opties in Aanpassen/Onderhoud zijn de volgende: • • Printer opnieuw starten Service BELANGRIJK Service is een menu dat voornamelijk wordt gebruikt door servicepersoneel voor onderhoudswerk. Klanten hoeven dit menu niet te gebruiken. Aanpassen/ Onderhoud >>Netwerk afdr. Statuspagina ? 3-12 > 1 2 Druk op [MENU]. Druk herhaaldelijk op U of V tot Aanpassen/Onderhoud > verschijnt. 3 4 5 6 Druk op Z terwijl Aanpassen/Onderhoud > wordt weergegeven. 7 Druk op [OK]. Er verschijnt een vraagteken (?). 8 Druk op [OK]. Bezig m verwerkn verschijnt en er wordt een statuspagina afgedrukt. 9 Wanneer het afdrukken is beëindigd, keert het scherm terug naar Klaar. Druk meermaals op U of V totdat >Service > verschijnt. Druk op Z. Druk meermaals op U of V totdat >>Netwerk afdr. Statuspagina verschijnt. Aansluiten en afdrukken Printerdriver installeren Zorg ervoor dat de printer aan staat en op de pc is aangesloten voordat u de printerdriver vanaf de cd-rom installeert. De software in Windows installeren Volg de onderstaande stappen om de printerdriver te installeren als u deze printer aansluit op een Windows pc. Het voorbeeld toont hoe uw printer aan te sluiten op een Windows Vista pc. Opmerking In Windows besturingssystemen moet u zijn ingelogd met beheerdersrechten om de printerdriver te installeren. U kunt de Snelle modus of de Aangepaste modus gebruiken om de software te installeren. Snelle modus detecteert automatisch aangesloten printers en installeert de vereiste software. Gebruik Aangepaste modus als u de printerpoort wilt specificeren en de te installeren software wilt selecteren. 1 Schakel de computer in en start Windows. Als het dialoogvenster Wizard Nieuwe hardware gevonden verschijnt, selecteert u Annuleren. 2 Plaats de cd-rom die met de printer is meegeleverd in het optische station van de pc. In Windows 7, Windows Server 2008 en Windows Vista verschijnt mogelijk het venster voor gebruikersaccountbeheer. Kies Toestaan. Het installatieprogramma wordt gestart. Opmerking Indien de software-installatiewizard niet automatisch start, open dan het cd-romvenster in Windows Verkenner en dubbelklik op Setup.exe. 3 Aansluiten en afdrukken Kies Gebruiksrechtovereenkomst weergeven en lees de Gebruiksrechtovereenkomst. Kies Accepteren. 3-13 4 Kies Software installeren. De software-installatiewizard wordt opgestart. Vanaf hier verschilt de procedure naargelang uw versie van Windows en uw verbindingsmethode. Kies de correcte procedure voor uw verbindingstype. • • Snelle modus Aangepaste modus Snelle modus In Snelle modus detecteert het installatieprogramma automatisch de printer wanneer deze aan staat. Gebruik Snelle modus voor standaard verbindingsmethodes. 1 Selecteer in het selectievenster voor de installatiemethode Snelle modus. Het venster voor afdruksysteemdetectie verschijnt en het installatieprogramma detecteert de aangesloten printers. Indien het installatieprogramma geen afdruksysteem detecteert, controleer dan of het afdruksysteem is aangesloten via USB of een netwerk en of het is ingeschakeld. Kies dan Vernieuwen om opnieuw naar een afdruksysteem te zoeken. Opmerking Hoewel de informatie die wordt weergegeven in de installatiedialoogvensters in Windows Vista en Windows 7/Windows XP lichtjes verschilt, is de installatieprocedure hetzelfde. 2 Selecteer de printer die u wilt installeren, en kies Volgende. Opmerking Als de wizard Nieuwe hardware gevonden verschijnt, kiest u Annuleren. Als er een waarschuwingsmelding bij hardware-installatie verschijnt, kiest u Ga door. 3 U kunt de afdruksysteemnaam aanpassen in het installatieinstellingenvenster. Deze naam zal worden weergegeven in het printervenster en in de printerlijsten weergegeven in applicaties. Specificeer of u de afdruksysteemnaam wilt delen of het afdruksysteem als bestaande printer wilt instellen en klik op Volgende. BELANGRIJK Stap 3 verschijnt enkel indien het afdruksysteem is verbonden via een netwerk. Hij verschijnt niet indien het afdruksysteem is verbonden via USB ten tijde van de eerste installatie. 4 Er verschijnt een venster waarin u de instellingen kunt controleren. Controleer de instellingen nauwkeurig en kies Installeren. Opmerking Als het Windows Beveiliging venster verschijnt, kies Deze driversoftware installeren. 5 3-14 Er verschijnt een melding die zegt dat de printer goed is geïnstalleerd. Kies Voltooien om de printerinstallatiewizard te verlaten en terug te keren naar het hoofdmenu van de cd-rom. Aansluiten en afdrukken Indien het dialoogvenster voor apparaatinstelling verschijnt nadat u Voltooien heeft gekozen, kunt u de instellingen specificeren voor onderdelen zoals optionele functies die in het afdruksysteem zijn geïnstalleerd. U kunt ook de apparaatinstellingen specificeren nadat u de installatie heeft verlaten. Zie voor meer informatie Apparaatinstellingen in de printerdriver gebruikershandleiding op de cd-rom. Hiermee is de installatieprocedure van de printerdriver voltooid. Volg de instructies op het scherm om het systeem opnieuw op te starten, indien nodig. Aansluiten en afdrukken 3-15 Aangepaste modus Gebruik Aangepaste modus als u de printerpoort wilt specificeren en de te installeren software wilt selecteren. Als u bijvoorbeeld niet wilt dat op uw computer geïnstalleerde lettertypes worden vervangen, selecteer dan Aangepaste modus en vink het Lettertypes selectievakje op het tabblad Hulpprogramma uit. 1 Selecteer Aangepaste modus. 2 Volg de instructies in het venster van de installatiewizard, selecteer de softwarepakketten die moeten worden geïnstalleerd en specificeer de poort, enz. Zie voor meer informatie Aangepaste installatie in de printerdriver gebruikershandleiding op de cd-rom. 3-16 Aansluiten en afdrukken Installatie op een Macintosh Dit hoofdstuk legt uit hoe de printerdriver op een MAC OS X 10.6besturingssysteem geïnstalleerd moet worden. 1 2 Schakel de printer en de Macintosh in. 3 4 Dubbelklik op het cd-rom pictogram. 5 Dubbelklik op OS X x.x. 6 Het installatieprogramma van de printerdriver start. 7 Kies Bestemming selecteren, Installatietype en installeer vervolgens de printerdriver zoals aangegeven door de instructies in de installatiesoftware. Plaats de bijgeleverde cd-rom (Product Library) in het cdromstation. Dubbelklik op OS X 10.2 and 10.3 Only, OS X 10.4 Only of OS X 10.5 or higher afhankelijk van uw MAC OS-versie. Opmerking Behalve Eenvoudige installatie, omvatten de Installatietype opties Aangepaste installatie, waarmee u de te installeren onderdelen kunt specificeren. BELANGRIJK Voer in het scherm Verificatie de naam en het wachtwoord in die worden gebruikt voor het besturingssysteem. Hiermee is de installatie van de printerdriver voltooid. Specificeer vervolgens de afdrukinstellingen. Als er een IP- of AppleTalk-verbinding gebruikt wordt, zijn de onderstaande instellingen vereist. Indien een USB-verbinding wordt gebruikt, wordt de printer automatisch herkend en verbonden. Aansluiten en afdrukken 3-17 8 Open Systeemvoorkeuren en kies Afdrukken en Faxen. 9 Klik op het plus-symbool (+) om de geïnstalleerde printerdriver toe te voegen. 10 Kies het IP-icoon voor een IP-verbinding of het AppleTalk-icoon voor een AppleTalk-verbinding en voer dan het IP-adres en de printernaam in. Kiest u het AppleTalk-icoon voor een AppleTalk-verbinding, voer dan de printernaam in. Opmerking Het AppleTalk-icoon wordt niet weergegeven bij Mac OS X 10.6. Kies het standaardicoon voor een Bonjour-verbinding en selecteer de printer waarvoor Bonjour verschijnt onder Verbinding. 11 Selecteer de geïnstalleerde printerdriver en kies Voeg toe. 3-18 Aansluiten en afdrukken 12 Selecteer de beschikbare opties voor de printer en kies Ga door. 13 De geselecteerde printer wordt toegevoegd. Hiermee is de procedure voor de printerinstelling voltooid. Aansluiten en afdrukken 3-19 Afdrukken Dit hoofdstuk legt de afdrukpocedure uit vanuit een softwareprogramma. U kunt de afdrukinstellingen van ieder tabblad specificeren op KX Driver. KX Driver is opgeslagen op de cd-rom (Product Library). Raadpleeg voor meer informatie de Printer Driver User Guide op de cd-rom. Over KX Driver KX Driver bestaat uit de volgende tabbladen. Snel afdrukken Gebruik deze tab om standaard afdrukopties toe te wijzen aan groepsprofielen die snel en eenvoudig kunnen worden gebruikt. Basis Gebruik deze tab om de paginagrootte en de afdrukrichting te selecteren. Ook de papierbron en dubbelzijdig afdrukken worden geselecteerd. Indeling Gebruik deze om meerdere pagina's per vel te maken. Bevat ook de schaalfunctie. Imaging Selecteer dit tabblad om de afdrukkwaliteit en de instellingen voor lettertypen en afbeeldingen te wijzigen. Publiceren Gebruik deze om omslagen of invoegbladen toe te voegen aan uw afdrukken. U kunt ook een transparantenset maken met een leeg of afgedrukt vel daartussen door gebruik te maken van Transparantieinterleaving. Geavanceerd Gebruik deze om watermerken in te stellen en toe te voegen aan uw afdrukken. Op dit tabblad bevinden zich de PRESCRIBE-commando's naar de uitvoer bij gebruik van de functie Prologue/Epilogue. Afdrukken vanuit applicaties Hieronder worden de stappen beschreven die nodig zijn voor het afdrukken van een document dat met een applicatie gemaakt is. U kunt het papierformaat voor de afdrukken selecteren. Opmerking U kunt ook de verschillende instellingen selecteren door te klikken op Eigenschappen om het dialoogvenster Eigenschappen te openen. 1 2 3-20 Plaats het gewenste papier in de papiercassette. Selecteer vanuit de applicatie in het menu Bestand de functie Afdrukken. Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt. Aansluiten en afdrukken Aansluiten en afdrukken 3 Klik op de vervolgkeuzelijst met printernamen. Alle printers die zijn geïnstalleerd, staan vermeld. Klik op de naam van de printer. 4 Voer bij Aantal exemplaren het aantal afdrukken in dat u wilt maken. Er kunnen maximaal 999 exemplaren worden afgedrukt. Voor Microsoft Word wordt aanbevolen dat u op Opties klikt en als Standaardpapierlade Printerinstellingen gebruiken specificeert. 5 Klik op OK om te beginnen met afdrukken. 3-21 Status Monitor De Status Monitor bewaakt de printerstatus en voorziet in een doorlopend functioneringsrapport. Het stelt u ook in de gelegenheid om instellingen voor printers te specificeren en te wijzigen die niet in de KX driver voorkomen. De Status Monitor wordt automatisch geïnstalleerd tijdens de KX driver installatie. Toegang tot de Status Monitor Gebruik een van onderstaande methodes voor het starten van de Status Monitor. • • Start wanneer het afdrukken begint: Wanneer u een printer specificeert en een afdruktaak start, wordt een Status Monitor gestart voor iedere printernaam. Als een Status Monitor-start wordt vereist voor meerdere printers, wordt een Status Monitor gestart voor iedere printer die dat verzoek uitvaardigt. Start vanuit KX Driver Eigenschappen: Kies Afdrukvoorkeuren in het dialoogvenster Eigenschappen. Selecteer de tab Geavanceerd en kies Status Monitor om het venster Status Monitor te openen. Kies Status Monitor openen om de Status Monitor te starten. Verlaten van de Status Monitor Gebruik een van onderstaande methodes voor het verlaten van de Status Monitor. • • Handmatig verlaten: Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de Status Monitor in de taakbalk en kies Verlaten in het menu, voor het verlaten van de Status Monitor. Automatisch verlaten: De Status Monitor sluit automatisch na 5 minuten als deze niet wordt gebruikt. Schermoverzicht Het schermoverzicht van de Status Monitor is als volgt. Pop-upvenster 3D-Beeld Pictogram Status Monitor Pop-upvenster Als een gebeurtenismelding zich voordoet, verschijnt een popupvenster. Dit venster verschijnt alleen als het 3D-Beeld geopend is op het bureaublad. 3-22 Aansluiten en afdrukken 3D-Beeld Dit laat de status van de bewaakte printer zien als een 3D-afbeelding. U kunt kiezen om het 3D-beeld te laten zien of te verbergen in het weergegeven menu wanneer u met de rechtermuisknop op het pictogram van de Status Monitor klikt. Als een gebeurtenismelding zich voordoet, worden het 3D-beeld en een geluidsmelding gebruikt om u in kennis te stellen. Raadpleeg voor meer informatie over de geluidsmelding Instellingen Status Monitor op pagina 3-24. Pictogram Status Monitor Het Status Monitor pictogram wordt weergegeven in het meldingsgebied van de taakbalk wanneer de Status Monitor loopt. Wanneer u de cursor over het pictogram beweegt, verschijnt de printernaam. Aansluiten en afdrukken 3-23 Instellingen Status Monitor De Status Monitor heeft twee tabbladen waar u instellingen kunt configureren. Gebruik de Voorkeur functie voor het instellen van de Status Monitor. Tabblad geluidsmelding Het tabblad Gebeurtenismelding bevat de volgende onderdelen. BELANGRIJK Uw computer vereist geluidsmogelijkheden zoals een geluidskaart en luidsprekers om de instellingen op het tabblad Geluidsmelding te kunnen bevestigen. Gebeurtenismelding inschakelen Kies in- of uitschakelen van gebeurtenissenbewaking in Gebeurtenissen beschikbaar. Geluidsbestand Een geluidsbestand kan geselecteerd worden als u een kennisgeving met geluid wilt ontvangen. Kies Bladeren om het geluidsbestand te zoeken. Gebruik tekst naar spraak Kies dit selectievakje om uw tekst in te voeren die u wilt horen tijdens gebeurtenissen. Hoewel een geluidsbestand niet nodig is, is deze functie alleen toepasbaar voor Windows XP of later. Neem de volgende stappen om deze functie te gebruiken. 1 2 Kies Inschakelen gebeurtenismelding. 3 Kies Bladeren om de gebeurtenis te melden door een geluidbestand. Selecteer een gebeurtenis of geluidsbestand die gebruikt moet worden met de optie tekst naar spraak in Beschikbare gebeurtenissen. Opmerking De beschikbare bestandsopmaak is WAV. Kies Gebruik tekst naar spraak om tekst die ingegeven is in het vakje Tekst naar spraak uit te spreken wanneer een gebeurtenis plaatsvond. 4 3-24 Kies om het juist afspelen van het geluid of de tekst te bevestigen. Aansluiten en afdrukken Tabblad Uiterlijk Het tabblad Uiterlijk bevat de volgende onderdelen. Venster vergroten Verdubbelt het formaat van het Status Monitor venster. Altijd op voorgrond Geeft de Status Monitor bovenop andere geopende vensters. Transparant Geeft de Status Monitor als een transparant venster weer. Aansluiten en afdrukken 3-25 Software verwijderen (Windows PC) De software kan worden verwijderd m.b.v. de cd-rom (Product Library) die bij de printer is geleverd. BELANGRIJK Op Macintosh computers kan de software niet worden verwijderd m.b.v. de cd-rom (Product Library), omdat de printerinstellingen worden gespecificeerd m.b.v. een PPD (PostScript Printer Description) -bestand. 1 2 Sluit alle actieve softwareapplicaties af. 3 Volg de procedure die u heeft gebruikt om de printerdriver te installeren en kies Software verwijderen. De Uninstaller wizard verschijnt. 4 5 Selecteer de te verwijderen softwareprogramma's. Plaats de bijgeleverde cd-rom (Product Library) in het cd-romstation. In Windows 7, Windows Server 2008 en Windows Vista verschijnt mogelijk het venster voor gebruikersaccountbeheer. Kies Toestaan. Kies Verwijderen. Opmerking Als KMnet Viewer of KM-NET for Direct Printing is geïnstalleerd, worden voor elke toepassing afzonderlijke uninstallers gestart. Ga verder met de stappen voor het verwijderen van elke toepassing volgens de instructies op het scherm. De uninstaller start. 6 Als het scherm Verwijderen voltooid verschijnt, selecteert u Voltooien. 7 Als het scherm Systeem opnieuw opstarten verschijnt, kiest u of u uw computer wilt herstarten of niet, en klikt u op Voltooien. Opmerking De software kan verwijderd worden in het Startmenu. Start de uninstaller door te kiezen start > Alle programma’s > Product Library verwijderen, en verwijder de software. 3-26 Aansluiten en afdrukken 4 Onderhoud In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe de tonercontainer vervangen moet worden en hoe de printer gereinigd moet worden. Algemene informatie Vervanging tonercontainer Vervanging van het onderhoudspakket De printer reinigen Langdurig niet gebruiken en verplaatsen van de printer Onderhoud 4-2 4-2 4-5 4-6 4-9 4-1 Algemene informatie In dit hoofdstuk worden basis onderhoudstaken beschreven die u op de printer kunt uitvoeren. U kunt de tonercontainer vervangen bij een bericht op het printerscherm: De interne onderdelen dienen tevens regelmatig gereinigd te worden. Opmerking Verzamelen van informatie op geheugenchips - De geheugenchip die aan de tonercontainer vast zit, is ontwikkeld om het gemak voor de eindgebruiker te vergroten, om hergebruik van lege tonercontainers te ondersteunen en om informatie te verzamelen ter ondersteuning van nieuwe productplanning en ontwikkeling. De verzamelde informatie is anoniem - het kan met niemand in verband gebracht worden en de gegevens worden vertrouwelijk behandeld. Vervanging tonercontainer Het bericht geeft de tonerstatus op twee momenten van het tonergebruik aan. • • Wanneer de printer te weinig toner krijgt, verschijnt het bericht Toner laag. Merk op dat vervanging op dit moment niet altijd nodig is. Als u de bovenstaande status negeert en doorgaat met afdrukken, dan verschijnt vlak voor de toner op is het bericht Vervang toner Reinig printer. De tonercontainer dient onmiddellijk vervangen te worden. Vervang in beide gevallen de tonercontainer. Hoe vaak moet de tonercontainer worden vervangen Volgens de ISO/IEC-normen 19798 en met de EcoPrint-functie uitgeschakeld, kan de tonercontainer 7.200 pagina's afdrukken. U kunt een statuspagina afdrukken om te controleren hoeveel toner zich nog in de tonercontainer bevindt. Het gedeelte Tonerniveau op de statuspagina voor verbruiksartikelen toont een voortgangsbalk, die ongeveer aangeeft hoeveel toner er nog in de tonercontainer zit. Starttonercontainer De tonercontainer die verpakt zit bij de nieuwe printer moet het systeem vullen wanneer het voor de eerste keer gebruikt wordt. Daardoor kan slechts 32% van de starttonerkit gebruikt worden om af te drukken. De bij de printer bijgeleverde tonercontainer kan ongeveer de volgende aantallen afdrukken: 2.300 pagina's. Tonerpakketten Wij raden u aan om voor de beste resultaten alleen originele UTAX onderdelen en -voorraad te gebruiken. Indien schade is onstaan door gebruik van een andere toner dan een originele UTAX GmbH toner, dan valt deze schade buiten de garantie. Een nieuw tonerpakket bevat de volgende onderdelen: • • • 4-2 Tonercontainer Plastic wegwerpzak voor de oude tonercontainer Installatiehandleiding Onderhoud Opmerking Haal de tonercontainer pas uit de doos als u klaar bent om de container in de printer te plaatsen. De tonercontainer vervangen In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de tonercontainer vervangt. VOORZICHTIG De tonercontainer mag niet worden verbrand. De vonken kunnen brandwonden veroorzaken. BELANGRIJK Verwijder tijdens het vervangen van de tonercontainer opslagmedia en computerbenodigdheden (zoals diskettes) uit de buurt van de tonercontainer. Zo wordt schade aan de media door de magnetische lading van de toner vermeden. BELANGRIJK UTAX GmbH aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade of problemen die voortkomen uit het gebruik van andere tonercontainers dan de originele UTAXtonercontainers. Het is ook aanbevolen om voor een optimale prestatie alleen UTAX-tonercontainers te gebruiken die speciaal bedoeld zijn voor gebruik in uw land of regio. Als een tonercontainer voor een ander land/regio wordt geïnstalleerd, zal de printer stoppen met afdrukken. Opmerking U hoeft de printer niet uit te zetten voordat u met het vervangen begint. Gegevens die zich al in het proces van de printer bevinden, worden verwijderd als u de printer uit zet. 1 Open de bovenklep. 2 Draai de vergrendelingshendel in de ontgrendelingsstand. Duw de vergrendelingshendel in de richting van het pijltje en trek de tonercontainer naar buiten. Opmerking Plaats de oude tonercontainer in de plastic zak (bij het nieuwe tonerpakket meegeleverd) en gooi de zak later weg volgens de plaatselijke regels of bepalingen voor het weggooien van afval. Onderhoud 4-3 4-4 3 Haal de nieuwe tonercontainer uit het tonerpakket. Schud de nieuwe tonercontainer ten minste 5 keer (zie afbeelding) om de toner gelijkmatig in de container te verspreiden. 4 Verwijder het etiket van de tonercontainer. 5 Installeer de nieuwe tonercontainer in de printer. Druk stevig op de bovenkant van de container op de posities waar PUSH (drukken) wordt aangeduid, totdat u een klik hoort. 6 7 Draai de vergrendelingshendel in de vergrendelingsstand. Sluit de bovenklep. Onderhoud Vervanging van het onderhoudspakket Wanneer het apparaat 100.000 pagina’s heeft afgedrukt, verschijnt een bericht dat aangeeft dat de onderhoudskit moet worden vervangen. Het onderhoudspakket dient onmiddellijk vervangen te worden. Neem contact op met uw servicetechnicus voor vervanging van het onderhoudspakket. BELANGRIJK Wanneer de tonerafvalbak in de drumeenheid bijna vol is, verschijnt Afvaltoner bijna vol. Vervang het onderhoudspakket. Onderhoud 4-5 De printer reinigen Om problemen met de afdrukkwaliteit te voorkomen, moet telkens wanneer de tonercontainer wordt vervangen, de binnenkant van de printer worden gereinigd. 1 Open de bovenklep en voorklep. 2 Til de ontwikkelaar samen met de tonercontainer uit de printer. 3 Verwijder de drumeenheid uit de printer door de groene hendels met beide handen vast te houden. Ontwikkelaar Drumeenheid 4-6 Opmerking De drumeenheid is gevoelig voor licht. Stel de drumeenheid nooit langer dan vijf minuten bloot aan licht. Onderhoud 4 Plaats de drumeenheid plat op een schone, vlakke ondergrond. BELANGRIJK Plaats de drumeenheid niet op de zijkant. 5 Gebruik een schone, pluisvrije doek om stof en vuil van de metalen registratierol te verwijderen. BELANGRIJK Zorg ervoor dat u de transferrol (zwart) tijdens het reinigen niet aanraakt. 6 Schuif de laderreiniger (groen) 2 of 3 keer heen en weer om de laderdraad schoon te maken, en zet het terug in de uitgangspositie (aangeduid met CLEANER HOME POSITION). BELANGRIJK Verwijder bij de eerste keer schoonmaken de plakband van de laderreiniger. Zorg ervoor dat u na het reinigen de laderreiniger in de uitgangspositie terugzet. 7 Onderhoud Wanneer u klaar bent met reinigen, plaatst u de drumeenheid terug in de uitgangspositie. 4-7 8 Plaats de ontwikkelaar terug op zijn positie, en breng de geleiders aan beide uiteinden in lijn met de sleuven van de printer. Sluit daarna de voorklep en bovenklep. 9 Gebruik een pluisvrije doek om stof en vuil uit de ventilatieopening aan de rechterkant van het apparaat te verwijderen. Ventilatieopening 4-8 Onderhoud Langdurig niet gebruiken en verplaatsen van de printer Langdurig niet gebruiken Als u de printer voor langere tijd niet gebruikt, verwijdert u het netsnoer uit het stopcontact. Wij raden u aan contact met uw dealer op te nemen over de aanvullende stappen die u moet ondernemen om mogelijke schade te voorkomen, die kan optreden wanneer de printer de volgende keer gebruikt wordt. De printer verplaatsen Wanneer u de printer verplaatst: • • • Voorzichtig verplaatsen. De printer zo horizontaal mogelijk houden om te voorkomen dat er toner in de printer terechtkomt. Zorg ervoor dat u een servicetechnicus om advies vraagt voordat u de printer over een lange afstand gaat vervoeren. WAARSCHUWING Als u de printer wilt verzenden, verwijdert u de ontwikkelaar en de drumeenheid, verpakt u deze in een plastic zak en verzendt u deze apart van de printer. Onderhoud 4-9 4-10 Onderhoud 5 Problemen oplossen In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u printerproblemen kunt oplossen, foutmeldingen kunt begrijpen en papierstoringen kunt oplossen. Algemene richtlijnen Problemen met de afdrukkwaliteit Foutmeldingen Ready-, Data- en Attention-lampjes Papierstoringen oplossen Problemen oplossen 5-2 5-3 5-5 5-10 5-11 5-1 Algemene richtlijnen In de onderstaande tabel staan basisoplossingen voor problemen die bij de printer kunnen optreden. Voordat u service voor reparatie belt, raden wij u aan eerst deze tabel te raadplegen om problemen op te lossen. Symptoom Te controleren items Correctie Afdrukkwaliteit is slecht. – Selecteer de modus halve snelheid met de printerdriver. Raadpleeg Problemen met de afdrukkwaliteit op pagina 5-3. Tekst ontbreekt op de Windows-testpagina. – Dit is een specifiek probleem van Windows. Het is geen printerprobleem. Het heeft geen invloed op de printkwaliteit. Papier is vastgelopen. – Raadpleeg Papierstoringen oplossen op pagina 511. Er branden geen lampjes op het bedieningspaneel, zelfs niet wanneer de printer aan staat, en de ventilator maakt geen geluid. Controleer of het netsnoer goed op het Beide uiteinden van het netsnoer goed vastmaken. stopcontact is aangesloten. Probeer het netsnoer te vervangen. Raadpleeg de Installatiehandleiding voor meer informatie. Controleer of de aan/uit-schakelaar Aan ( | ) staat. Raadpleeg de Installatiehandleiding voor meer informatie. De printer drukt een statuspagina af maar de gegevens van de computer worden niet afgedrukt. Controleer de programmabestanden en de applicatiesoftware. Probeer een ander bestand af te drukken of een andere afdrukopdracht te gebruiken. Als het probleem zich bij een bepaald bestand of een specifieke applicatie voordoet, controleert u de printerinstellingen van de applicatie. Controleer de interfacekabel. Maak beide uiteinden van de interfacekabel goed vast. Probeer de printerkabel te vervangen. Raadpleeg de Installatiehandleiding voor meer informatie. Controleer of de temperatuur in de omgeving van de printer laag is of dat het papier dat is gebruikt vochtig is geworden. Afhankelijk van de bedrijfsomgeving van de printer en de conditie van het papier kan vocht in het bedrukte papier verdampen door de hitte die ontstaat tijdens het printen, waardoor er damp uit de printer komt. In dit geval kunt u zonder problemen doorgaan met afdrukken. Om dit te verhelpen verhoogt u de temperatuur in de ruimte en gebruikt u papier dat is bewaard op een droge plaats. Er verschijnt damp in de buurt van de bovenste lade. Tips Printerproblemen kunnen gemakkelijk worden opgelost met behulp van onderstaande tips. Wanneer u een probleem tegenkomt dat met de bovenstaande richtlijnen niet kan worden opgelost, probeert u het volgende: • • • 5-2 Start de computer, die u gebruikt om afdruktaken naar de printer te sturen, opnieuw op. Zorg ervoor dat u over de nieuwste versie van de printerdriver beschikt en deze gebruikt. De nieuwste versies van printerdrivers en hulpprogramma's zijn beschikbaar op: http://www.utax.com Zorg ervoor dat de afdrukprocedures in de applicatiesoftware correct worden opgevolgd. Raadpleeg de documentatie die met de applicatiesoftware is meegeleverd. Problemen oplossen Problemen met de afdrukkwaliteit In de tabellen en diagrammen van de volgende gedeelten worden problemen met de afdrukkwaliteit gedefinieerd en vindt u de correcties die u kunt uitvoeren om de problemen op te lossen. Bij sommige oplossingen dient u onderdelen van de printer te reinigen of te vervangen. Als het probleem niet wordt opgelost door de voorgestelde correctie, belt u dan een servicevertegenwoordiger. Afgedrukte resultaten Correctie Geheel lege afdruk Controleer de tonercontainer. Open de voorklep en controleer of de tonercontainer goed in de printer is geplaatst. Raadpleeg Vervanging tonercontainer op pagina 4-2. Geheel zwarte pagina Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger. Dropouts, afgedwaalde punten Drumeenheid of ontwikkelaar kunnen beschadigd zijn. Als het probleem zelfs na het printen van een aantal pagina's niet opgelost is, bel dan een servicevertegenwoordiger. Verticale strepen Controleer de tonercontainer en vervang zonodig. Raadpleeg Vervanging tonercontainer op pagina 4-2. Maak de laderdraad schoon. Raadpleeg De printer reinigen op pagina 4-6. Controleer of de laderreiniger van de drumeenheid in de oorspronkelijke stand staat. Raadpleeg De printer reinigen op pagina 46. Problemen oplossen 5-3 Afgedrukte resultaten Correctie Vage of onduidelijke afdrukken Controleer de tonercontainer en vervang zonodig. Raadpleeg Vervanging tonercontainer op pagina 4-2. Maak de laderdraad schoon. Raadpleeg De printer reinigen op pagina 4-6. Grijze achtergrond Controleer de tonercontainer en vervang zonodig. Raadpleeg Vervanging tonercontainer op pagina 4-2. Controleer of de verwerkingseenheid en de drumeenheid goed zijn geïnstalleerd. Raadpleeg De printer reinigen op pagina 4-6. Vuil op de bovenrand of achterkant van Als het probleem zelfs na het printen van een aantal pagina's niet is het papier opgelost, maak dan de registratierol schoon. Raadpleeg De printer reinigen op pagina 4-6. Als het probleem na het reinigen niet opgelost is, bel dan een servicevertegenwoordiger. Afdrukken onvolledig of op verkeerde plaats Controleer of de printerinstellingen in de applicatie en de printerdriver juist zijn. Controleer of het probleem wordt veroorzaakt door een PRESCRIBE opdrachtfout. Als dit probleem zich alleen met een bepaald bestand of programma voordoet, is de meest voor de hand liggende oorzaak een fout in een opdrachtparameter of een opdrachtschrijffout. 5-4 Problemen oplossen Foutmeldingen In de volgende tabel staan foutmeldingen en onderhoudsberichten die u zelf kunt corrigeren en uitvoeren. Indien Call service of Fout.Uit en aan wordt weergegeven, zet u de printer uit en weer aan om te kijken of de printer zich hersteld heeft. Als het bericht nog steeds wordt weergegeven, schakelt u de printer uit, ontkoppelt u het netsnoer en neemt u contact op met uw servicevertegenwoordiger of erkend servicebedrijf. Bij sommige fouten hoort u het alarm. Druk op [Cancel] om het alarm uit te zetten. Bericht Plts pap MF-lade Call service F###: Bel service ####:0123456 Correctie Het papier in de weergegeven papierbron is op. Plaats papier in de weergegeven bron (papiercassettes, multifunctionele lade of optionele papierinvoer). Dit bericht wordt om en om weergegeven met berichten die de printerstatus aangeven, zoals Klaar, Een ogenblik, en Bezig m verwerkn. F### staat voor een controller-fout (#=0, 1, 2, ...). Bel een servicevertegenwoordiger. De printer werkt niet wanneer dit bericht wordt weergegeven. #### staat voor een mechanische fout (#=0, 1, 2, ...). Bel een servicevertegenwoordiger. De printer werkt niet wanneer dit bericht wordt weergegeven. Het totale aantal afgedrukte pagina's wordt tevens aangegeven, bijvoorbeeld 0123456. Wordt weergegeven wanneer gegevens worden geannuleerd. Data wrdn gewist Papiercassette # is leeg Reinig printer Druk op GO De overeenkomende papiercassette is niet geplaatst. Plaats de cassette. Het cassettenummer kan 1 (bovenste) tot 4 (onderste) zijn. Reinig de binnenkant van de printer. Raadpleeg De printer reinigen op pagina 4-6. Dit bericht wordt weergegeven wanneer u de tonercontainer heeft vervangen nadat het bericht Vervang toner Reinig printer is weergegeven. Druk nadat u de binnenkant van de printer heeft gereinigd op [GO]. De printer is nu klaar om af te drukken. De bovenklep van de printer staat open. Sluit de bovenklep van de printer. Sluit bovenklep USB in gebr. Duplex uit Druk op GO Fout.Uit en aan F### Problemen oplossen Dit bericht wordt weergegeven wanneer Appar. verwijd. werd geselecteerd terwijl een USB-geheugen in gebruik was. Het vorige scherm wordt opnieuw 1 of 2 seconden weergegeven. U heeft geprobeerd af te drukken met een papierformaat en papiersoort dat niet kan worden gebruikt voor dubbelzijdig afdrukken. Druk op [GO] om alleen op één kant van het papier af te drukken. U kunt een ander papierformaat en soort kiezen door te drukken op U of V. U kunt ook drukken op [MENU] en de lade-instelling in het menu veranderen, waardoor de fout automatisch wordt geannuleerd en het afdrukken verder gaat. Tegelijkertijd gaat het [ATTENTION] lampje aan en het [READY] lampje begint te knipperen. Schakel het apparaat uit en weer in. Als het bericht nog steeds wordt weergegeven, schakelt u het apparaat uit en neemt u contact op met uw servicevertegenwoordiger of erkend servicebedrijf. 5-5 Bericht Correctie Error.Power off. F000 De printercontroller en het bedieningspaneel kunnen geen data uitwisselen. Schakel de printer uit en ontkoppel hem van de netvoeding. Neem hierna contact op met uw servicevertegenwoordiger of erkend servicebedrijf. Zie de achterste pagina van deze handleiding voor de relevante telefoonnummers. Formatteringfout Geheugenkaart De in de printer geplaatste CF-kaart is niet geformatteerd en kan daarom niet worden gebruikt om te lezen of schrijven. Volg om een CF-kaart te formatteren de procedure in het gedeelte Geheugenkaart (Gebruik van de geheugenkaart) in de English Operation Guide. Installeer onderh.kit Vervang de onderhoudskit die op het berichtenscherm wordt weergegeven. De onderhoudskit dient om de 100.000 afgedrukte pagina's te worden vervangen door een professionele servicetechnicus. Neem contact op met uw servicetechnicus. KPDL-fout ## Druk op GO Het huidige afdrukproces kan niet worden voortgezet, als gevolg van een KPDL-fout die in de categorie ## valt. Geef voor het afdrukken van een foutenoverzicht in het systeemmenu >>Foutenrapport weer en selecteer Aan. Druk op [GO] om verder te gaan met afdrukken. U kunt ophouden met afdrukken door op [Cancel] te drukken. Als Auto fout wissen op Aan ingesteld staat, wordt het afdrukken na een vooraf ingestelde periode automatisch hervat. De papiercassette met het papierformaat en de papiersoort van de afdruktaak is leeg. Laad papier in de papiercassette die op de plaats van # wordt weergegeven. Druk op [GO] om verder te gaan met afdrukken. Als u vanuit een andere papierbron wilt afdrukken, drukt u op U of V om Gebrk alternat? weer te geven. U kunt dan de bron voor de papierinvoer wijzigen. Als u een papierbron heeft geselecteerd en op [MENU] heeft gedrukt, verschijnt Papierinst.>. Als u op U drukt, verschijnt het menu met de instellingen voor de papiersoort. Druk na het instellen van de juiste papiersoort op [OK]. Het afdrukken begint nu. Vul pap.cass. # (A4)/(NORMAAL) Er is geen papiercassette in de printer geïnstalleerd die overeenkomt met het papierformaat en de papiersoort van de afdruktaak. Plaats papier in de multifunctionele lade. Druk op [GO] om verder te gaan met afdrukken. (Let op: als u papier invoert met een papierformaat dat niet overeenkomt met het huidige papierformaat van de multifunctionele lade, kan het papier vastlopen.) Als u vanuit een andere papierbron wilt afdrukken, drukt u op U of V om Gebrk alternat? weer te geven. U kunt dan de bron voor de papierinvoer wijzigen. Als u een papierbron heeft geselecteerd en op [MENU] heeft gedrukt, verschijnt Papierinst.>. Als u op U drukt, verschijnt het menu met de instellingen voor de papiersoort. Druk na het instellen van de juiste papiersoort op [OK]. Het afdrukken begint nu. Vul MF Lade (A4)/(NORMAAL) Dit bericht wordt weergegeven wanneer Laag werd geselecteerd in Beveiligingsniveau. Lage beveiliging De totale hoeveelheid door de printer ontvangen gegevens overschrijdt het interne geheugen van de printer. Probeer geheugen toe te voegen. Druk op [GO] om verder te gaan met afdrukken. U kunt ophouden met afdrukken door op [Cancel] te drukken. Als Auto fout wissen op Aan ingesteld staat, wordt het afdrukken na een vooraf ingestelde periode automatisch hervat. Geheugen vol Druk op GO Geh.kaart Fout Druk op GO ## Fout geheugenkaart 20 5-6 Er is een fout op de CompactFlash (CF)-kaart opgetreden. Bekijk de foutcode die op de plaats van ## staat en raadpleeg CompactFlash (CF)-kaart en USB-flashgeheugen fouten op pagina 5-9. Wilt u de fout op de CF-kaart negeren, dan drukt u op [GO]. De CompactFlash (CF)-kaart is per ongeluk in en uit de slot van de printer gedaan terwijl de printer aanstond. Schakel het apparaat uit en weer in. Problemen oplossen Bericht Ontwikkeleenheid ontbreekt Slechts 1 ex. Druk op GO Correctie De ontwikkeleenheid is niet geïnstalleerd of niet correct geplaatst. Plaats de ontwikkeleenheid goed in het apparaat. Er kan maar één exemplaar worden afgedrukt, omdat de RAM-schijf is uitgeschakeld of omdat de harde schijf niet is geïnstalleerd. Er is geen ruimte op de RAM-schijf of harde schijf beschikbaar. Verwijder onnodige bestanden. Druk op [GO] om een foutenoverzicht af te drukken. Wordt weergegeven wanneer de geïnstalleerde toner een origineel UTAX-product is. Originele toner geïnstall. Papierstoring ################### Fout papierpad Data te complex Druk op GO RAM-schijffout## Druk op GO Vervang toner Reinig printer Er heeft zich een papierstoring voorgedaan. De locatie van de papierstoring wordt aangegeven op de plaats van #. Raadpleeg Papierstoringen oplossen op pagina 5-11 voor meer informatie. Als er één of meer optionele invoereenheden zijn geïnstalleerd, verschijnt dit bericht als een van de papierinvoereenheden of de printercassette boven de geselecteerde niet goed gesloten is. De afdruktaak die naar de printer is overgebracht, is te ingewikkeld om op een pagina te kunnen afdrukken. Druk op [GO] om verder te gaan met afdrukken. (Het kan zijn dat er op sommige plaatsen automatisch een pagina-einde wordt ingevoegd.). U kunt ophouden met afdrukken door op [Cancel] te drukken. Als Auto fout wissen op Aan ingesteld staat, wordt het afdrukken na een vooraf ingestelde periode automatisch hervat. Er is een fout op de RAM-schijf opgetreden. Bekijk de foutcode die op de plaats van ## staat en raadpleeg Foutcodes met betrekking tot opslag op pagina 5-9. Wilt u de fout op de RAM-schijf negeren, dan drukt u op [GO]. Toner in de tonercontainer is op. Vervang de tonercontainer met behulp van een nieuwe tonerset. De printer werkt niet wanneer dit bericht wordt weergegeven. Vervang de tonercontainer met behulp van een nieuwe tonerset. Toner laag Onbekende toner geïnstall. OnbekendeTonerPC Fout USB-gehg.## Druk op GO Gebrk alternat? Pap.cass. 1 Problemen oplossen Wordt weergegeven wanneer de geïnstalleerde toner geen origineel UTAX-product is. Installeer een originele UTAX-toner. Dit bericht wordt weergegeven indien de regiospecificatie van de geïnstalleerde tonercontainer niet overeenkomt met die van de printer. De printer stopt dan met afdrukken. Gebruik uitsluitend UTAX-tonercontainers die specifiek bestemd zijn voor gebruik in uw land of regio. Er is een fout opgetreden in het USB-flashgeheugen. Bekijk de foutcode die op de plaats van ## staat en raadpleeg CompactFlash (CF)-kaart en USB-flashgeheugen fouten op pagina 5-9. Druk op [GO] om de printer naar de status online te doen terugkeren. Wanneer de cassette geen papier bevat dat overeenkomt met de afdrukgegevens (papierformaat en -soort), kunt u aan de hand van dit bericht een andere cassette specificeren om te gebruiken. Een papierbronnummer wordt enkel weergegeven wanneer een optionele papierinvoereenheid is geïnstalleerd. Raadpleeg om af te drukken van een andere papierbron het gedeelte Papier invoermodus (Instelling van de papier invoerbron) in de English Operation Guide. 5-7 Bericht Correctie De tonerafvalbak in de drumeenheid is bijna vol. Vervang de onderhoudskit. Afvaltoner bijna vol ID-fout Verkeerd wachtwoord 5-8 De ID of het wachtwoord ingevoerd voor de Beveiliging of Beheerderfunctie is niet correct. Controleer de ID of het wachtwoord. Voor meer informatie, raadpleeg het hoofdstuk Beveiliging en Beheer (Beheerderinstellingen) in de English Operation Guide. Het wachtwoord komt niet overeen met het ingestelde wachtwoord. Voer het correcte wachtwoord in. Voor meer informatie, raadpleeg het hoofdstuk Beveiliging en Beheer (Beheerderinstellingen) in de English Operation Guide. Problemen oplossen Foutcodes met betrekking tot opslag CompactFlash (CF)-kaart en USB-flashgeheugen fouten Code Betekenis 01 De printer ondersteunt de geplaatste CF-kaart niet, of de CF-kaart is defect. Plaats de correcte CF-kaart. Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte Geheugenkaart (Gebruik van de geheugenkaart) in de English Operation Guide. 02 De CF-kaart is niet geïnstalleerd. Controleer nogmaals de vereisten voor het gebruik van het systeem en de CF-kaart. 03 De CF-kaart is beveiligd tegen schrijven. Controleer de status van de CFkaart. 04 Er is onvoldoende ruimte op de CF-kaart. Verwijder onnodige bestanden of gebruik een nieuwe CF-kaart. 05 Het opgegeven bestand staat niet op de CF-kaart of het USBflashgeheugen. 06 Er is onvoldoende printergeheugen om het CF-kaartsysteem te ondersteunen. Breid het printergeheugen uit. 50 Het USB-flashgeheugen is beveiligd tegen schrijven, of ongeldig. Controleer de status van het USB-flashgeheugen. Fouten met betrekking tot de RAM-schijf Problemen oplossen Code Betekenis 01 Formatteringfout. Zet de stroom uit en weer aan. 02 RAM DISK-modus staat Uit. Zet de RAM disk-modus Aan via het bedieningspaneel. 04 Geen schijfruimte. Verwijder onnodige bestanden. 05 Opgegeven bestand staat niet op schijf. 06 Onvoldoende printergeheugen om het RAM disk-systeem te ondersteunen. Breid het printergeheugen uit. 5-9 Ready-, Data- en Attention-lampjes De volgende lampjes gaan branden tijdens normaal gebruik en als de printer aandacht nodig heeft. Afhankelijk van de status van de verlichting heeft elk lampje de volgende betekenis: Lampje Beschrijving Knipperend. Geeft een fout aan die u kunt oplossen. Raadpleeg Foutmeldingen op pagina 5-5. Aan. Geeft aan dat de printer klaar is. De printer drukt de gegevens die hij ontvangt af. Uit. [Cancel] werd ingedrukt terwijl Klaar weergegeven werd. Gegevens kunnen worden ontvangen maar worden niet afgedrukt. Om het afdrukken te hervatten, drukt u nogmaals op [Cancel]. Het afdrukken wordt gestopt. Geeft ook aan dat er papier vastgelopen is, dat de toner op is, dat de klep open staat enzovoort. Knipperend. Geeft aan dat er gegevens worden ontvangen. Aan. Geeft aan dat ontvangen gegevens worden verwerkt voordat het afdrukken begint, of dat ontvangen gegevens worden geschreven naar of gelezen van een CompactFlash (CF)-kaart, RAM-schijf of USBflashgeheugen. Knipperend. Geeft aan dat de printer klaar is om af te drukken wanneer Een ogenblik weergegeven wordt. Geeft ook aan dat de betreffende papiercassette niet geplaatst is. Geeft aan dat de printer onderhoud nodig heeft zoals papier toevoegen, de printer reinigen, de onderhoudskit vervangen, de tonercontainer voorbereiden of de CF-kaart formatteren. Aan.Geeft aan dat er papier vastgelopen is, dat de toner op is, dat de klep open staat enzovoort. Als in het bericht Druk op GO staat, druk dan op [GO] om het afdrukken te hervatten. De ID of het wachtwoord ingevoerd voor de Beveiligings-, Beheerders- of Taakaccounting-functie is niet correct. Controleer de ID of het wachtwoord en voer de juiste ID of het juiste wachtwoord in. 5-10 Problemen oplossen Papierstoringen oplossen Als papier in het papiertransportsysteem is vastgelopen, of als er helemaal geen papier is doorgevoerd, verschijnt het bericht Papierstoring met de locatie van de papierstoring (het onderdeel waarin de papierstoring zich heeft voorgedaan). Status Monitor of COMMAND CENTER kunnen de plek van de papierstoring lokaliseren (het onderdeel waar de storing is opgetreden). Verwijder het vastgelopen papier. Wanneer u het vastgelopen papier heeft verwijderd, begint de printer weer met afdrukken. Mogelijke locaties van papierstoringen Onderstaande figuur laat de papierpaden van de printer zien, inclusief de optionele papierinvoer. De locaties waar de papierstoringen zich kunnen voordoen, worden hier tevens weergegeven, waarbij elke locatie in de onderstaande tabel wordt uitgelegd. Papierstoringen kunnen zich in meer dan één component langs de papierpaden voordoen. Papierstoringsbericht Locatie papierstoring Beschrijving Pagina A Papierstoring in de multifunctionele lade. pagina 5-13 B Papierstoring in een papiercassette. Het cassettenummer kan 1 zijn. pagina 5-14 C Papierstoring binnenin de duplexeenheid. pagina 5-15 Papierstoring MF lade Papierstoring Papiercassette 1 Papierstoring Duplexeenheid Problemen oplossen 5-11 Papierstoringsbericht Locatie papierstoring Beschrijving Pagina D Papierstoring binnenin de printer pagina 5-16 E Papierstoring bij de achterklep. pagina 5-18 Papierstoring Printer Papierstoring Achterklep Algemene aandachtspunten bij het oplossen van storingen Houd rekening met de volgende aandachtspunten wanneer u papier probeert te verwijderen: VOORZICHTIG Trek niet te hard aan het papier, anders scheurt het. Gescheurde stukjes papier zijn lastig te verwijderen en kunnen gemakkelijk over het hoofd worden gezien, waardoor de papierstoring niet kan worden opgelost. • • 5-12 Als er regelmatig een papierstoring optreedt, kunt u een andere papiersoort proberen, het papier vervangen door nieuw papier of de papierstapel omdraaien. Het kan zijn dat de printer problemen ondervindt als de papierstoringen blijven optreden nadat het papier is vervangen. Of de vastgelopen pagina's gewoon worden gereproduceerd wanneer het afdrukken wordt hervat, hangt af van de locatie van de papierstoring. Problemen oplossen Multifunctionele lade 1 Verwijder het papier dat in de multifunctionele lade is vastgelopen. BELANGRIJK Probeer geen papier te verwijderen dat reeds deels is ingevoerd. Ga verder bij Binnenin de printer op pagina 516. 2 Problemen oplossen Herlaad de multifunctionele lade. Open en sluit de bovenklep om de storing te verhelpen en de printer warmt op en hervat afdrukken. 5-13 Papiercassette/Papierinvoer 1 2 Trek de cassette of optionele papierinvoer naar buiten. Verwijder het papier dat niet helemaal ingevoerd is. BELANGRIJK Probeer geen papier te verwijderen dat reeds deels is ingevoerd. Ga verder bij Binnenin de printer op pagina 516. Opmerking Controleer of het papier goed is geplaatst. Als dit niet het geval is, plaatst u het papier opnieuw. 3 5-14 Duw de cassette weer goed naar binnen. De printer warmt op en gaat verder met afdrukken. Problemen oplossen Duplexeenheid Het papier is in het duplexeenheid vastgelopen. Verwijder het vastgelopen papier met behulp van onderstaande procedure. 1 2 Trek de papiercassette helemaal uit de printer. Open de klep van de duplexeenheid aan de voorkant van de printer en verwijder het vastgelopen papier. Open de klep van de duplexeenheid aan de achterkant van de printer en verwijder het vastgelopen papier. 3 Problemen oplossen Duw de cassette goed terug naar binnen en open en sluit de bovenklep om de fout op te heffen. De printer warmt op en gaat verder met afdrukken. 5-15 Binnenin de printer 1 Trek de papiercassette helemaal uit de printer. Verwijder het papier dat niet helemaal ingevoerd is. BELANGRIJK Probeer geen papier te verwijderen dat reeds deels is ingevoerd. Ga verder naar stap 2. 2 Open de bovenklep en voorklep, en til de ontwikkelaar samen met de tonercontainer uit de printer. 3 Verwijder de drumeenheid uit de printer door de groene hendels met beide handen vast te houden. VOORZICHTIG De fusereenheid binnen in de printer is heet. Raak de eenheid niet aan, aangezien dit brandwonden kan veroorzaken. Opmerking De drum is gevoelig voor licht. Stel de drumeenheid nooit langer dan vijf minuten bloot aan licht. 4 5-16 Als het papier tussen de rollen is vastgelopen, trekt u het papier in de normale papierrichting. Problemen oplossen Problemen oplossen 5 Plaats de drumeenheid terug op zijn positie, en breng de geleiders aan beide uiteinden in lijn met de sleuven van de printer. 6 Plaats de ontwikkelaar samen met de tonercontainer terug in het apparaat. Sluit de bovenklep en de voorklep. De printer warmt op en gaat verder met afdrukken. 5-17 Achterklep 1 Open de achterklep en verwijder het vastgelopen papier door het naar buiten te trekken. VOORZICHTIG De fusereenheid binnenin de printer is heet. Raak de eenheid niet aan, aangezien dit brandwonden kan veroorzaken. Als het papier vastgelopen is binnenin de fusereenheid, open dan de fuserklep en verwijder het papier door het naar buiten te trekken. 2 5-18 Sluit de achterklep, en open en sluit de bovenklep om de storing te op te heffen. De printer warmt op en gaat verder met afdrukken. Problemen oplossen 6 Appendix Dit hoofdstuk bevat de volgende informatie over deze printer. Specificaties Standaardmilieuvoorwaarden Appendix 6-2 6-4 6-1 Specificaties Opmerking Deze specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Item Beschrijving Type Bureaublad Afdrukmethode Elektrofotografie, laserscan Papiergewicht Papiersoort Papierformaat Cassette 60 tot 120 g/m² (Duplex: 60 tot 105 g/m²) Multifunctionele lade 60 tot 220 g/m² Cassette Gewoon, voorgedrukt, bankpost, hergebruikt, ruw, briefhoofd, kleur, voorgeponst, hoge kwaliteit en aangepast 1 tot 8 Multifunctionele lade Gewoon, transparant, voorgedrukt, etiketten, bankpost, hergebruikt, ruw, velijnpapier, briefhoofd, kleur, voorgeponst, envelop, kartonkaart, dik, hoge kwaliteit en aangepast 1 tot 8 Cassette A4, JIS B5, A5, Folio, Legal, Letter, Oficio II, Statement, Executive, A6, B6, ISO B5, Envelop C5, 16K, aangepast (105 × 148 tot 216 × 356mm (4-1/8 × 5-13/16 tot 8-1/2 × 14 inch) Papierinvoer A4, JIS B5, A5, Folio, Legal, Letter, Oficio II, Executive, B6, ISO B5, Envelop C5, 16K, aangepast (148 × 210 tot 216 × 356mm (5-13/16 × 8-5/16 tot 8-1/2 × 14 inch) Multifunctionele lade A4, JIS B5, A5, Folio, Legal, Letter, Oficio II, Statement, Executive, A6, B6, ISO B5, Envelop C5, Envelop #10, Envelop #9, Envelop #6-3/4, Envelop Monarch, Envelop DL, Hagaki, Ofuku Hagaki, 16K, Yokei 2, Yokei 4, aangepast (70 × 148 tot 216 × 356mm (2-13/16 × 5-13/16 tot 8-1/2 × 14 inch) Vergrotingsverhouding 25 tot 400%, stappen van 1% Afdruksnelheid A4/Letter: 35 ppm/37 ppm Eenzijdig A5: 17 ppm Dubbelzijdig A4/Letter: 19/20 ppm Eerste afdruk (A4, invoer vanuit cassette) 7 seconden of minder Opwarmtijd (22°C, Ingeschakeld 60%RH) Slaapstand 19 seconden of minder (230 V AC) Papiercapaciteit Cassette (1 tot 3) 250 vellen (80 g/m², 11 × 8 1/2"/A4 of kleiner) Multifunctionele lade 50 vellen (80 g/m², 11 × 8 1/2"/A4 of kleiner) Eenzijdig 250 vellen (80 g/m²) Dubbelzijdig 200 vellen (80 g/m²) Capaciteit uitvoerlade 14 seconden of minder (230 V AC) Doorlopend afdrukken 1 tot 999 vellen Resolutie Fijne 1200 modus, snelle 1200 modus, 600 dpi, 300 dpi Bedrijfsomgeving 6-2 Temperatuur 10 tot 32,5°C Vochtigheid 15 tot 80% Hoogte Maximaal 2.500 m Verlichting Maximaal 1.500 lux Appendix Item Beschrijving Controller PowerPC 440F5/500 MHz Ondersteunde besturingssystemen Microsoft Windows 2000/XP/Vista/7, Windows Server 2003/2008, Mac OS X 10.x Interface Hi-Speed USB: 1 Netwerk: 1 (10BASE-T/100BASE-TX) KUIO/LV(W) slot: 1 PDL PRESCRIBE Emulatie PCL 6, KPDL, KPDL (AUTO), Line Printer, IBM Proprinter, DIABLO 630, EPSON LQ-850 Geheugen Standaard 128 MB Maximaal 1152 MB Afmetingen (b x d x h) 375 × 393 × 267 mm Gewicht (zonder tonercontainer) 12 kg Stroomvereisten 220 tot 240 V AC, 50/60 Hz, 4,2 A Stroomverbruik Maximaal 987 W (Europa) Tijdens afdrukken 553,9 W (Europa) Tijdens stand-by 11 W (Europa) wanneer de EcoFuser aan staat. 89,3 W (Europa) wanneer de EcoFuser uit staat. Opties Appendix Slaapstand 5,5 W (Europa) Stroom uit 0W Geheugenuitbreiding, papierinvoercassette (250 vellen x 2) 6-3 Standaardmilieuvoorwaarden Dit apparaat voldoet aan de volgende standaardmilieuvereisten. • • • Tijd voor overschakelen naar de slaapstand (standaard): 15 minuten Dubbelzijdig afdrukken: Standaarduitrusting Duurzaam papier voor invoer: papier dat gemaakt is van 100% hergebruikt papier. Opmerking Neem contact op met uw verkoper of servicevertegenwoordiger voor aanbevolen papiersoorten. 6-4 Appendix Index A G Aan/uit-schakelaar onderdelen ................................................................1-2 Gedeelte achterklep papierstoringen oplossen ........................................5-18 Aangepaste modus installatiemethode ...................................................3-16 I Aansluiting netsnoer .............................................................3-3, 3-4 USB-kabel ................................................................3-2 Achterklep onderdelen ................................................................1-2 Algemene problemen problemen oplossen ................................................. 5-2 B Bedieningspaneel lampjes, toetsen, overzicht .......................................1-3 onderdelen ................................................................1-2 Binnenin de printer papierstoringen oplossen ....................................... 5-16 Bovenklep onderdelen ................................................................1-2 Bovenste lade onderdelen ................................................................1-2 C Cassette papier plaatsen ......................................................... 2-2 D De stroom inschakelen .................................................... 3-3 Drumeenheid onderhoud ................................................................4-6 papierstoringen oplossen ....................................... 5-16 Duplexeenheid papierstoringen oplossen ....................................... 5-15 F Foutmeldingen in tabel, met correcties ............................................. 5-5 met betrekking tot de geheugenkaart ....................... 5-9 met betrekking tot de RAM-schijf ..............................5-9 Fusereenheid papierstoringen oplossen ....................................... 5-18 Installatiemethode aangepaste modus .................................................3-16 snelle modus ..........................................................3-14 L Laderreiniger ....................................................................4-7 Langdurig niet gebruiken .................................................4-9 Linkerklep 1 .....................................................................1-2 M Mogelijke locaties van papierstoringen ..........................5-11 Multifunctionele lade onderdelen ................................................................1-2 papier plaatsen .........................................................2-5 papierstoringen oplossen ........................................5-13 N Namen Bedieningspaneel .....................................................1-3 Netsnoer aansluiting .........................................................3-3, 3-4 Netsnoeraansluiting onderdelen ................................................................1-2 Netwerkinterfaceparameters AppleTalk .......................................................3-10, 3-11 O Onderdelen aan de achterkant van de printer ..............................1-2 aan de voorkant van de printer .................................1-2 Onderdelen van de machine ............................................1-1 Onderhoud vervanging tonercontainer, reinigen ..........................4-1 Ontwikkelaar papierstoringen oplossen ........................................5-16 Optie Document finisher .....................................................4-6 Index-1 Optionele interfacesleufklep onderdelen ................................................................1-2 Originele platen Reinigen ....................................................................5-2 P Papier papier plaatsen in de papierinvoer van 3000 vellen .................................................. 2-2, 2-5 Papier plaatsen cassette .....................................................................2-2 multifunctionele lade .................................................2-5 Papier voorbereiden .........................................................2-2 Papiercassette onderdelen ................................................................1-2 papierstoringen oplossen ........................................5-14 Papiergeleiders ................................................................2-5 Papierinvoer papierstoringen oplossen ........................................5-14 Papierlengtegeleider ........................................................2-3 Papiermeter ......................................................................2-4 Papierstopper onderdelen ................................................................1-2 Papierstoringen oplossen binnenin de printer ..................................................5-16 duplexeenheid .........................................................5-15 gedeelte achterklep .................................................5-18 multifunctionele lade ...............................................5-13 papiercassette .........................................................5-14 papierinvoer ............................................................5-14 S Snelle modus installatiemethode .................................................. 3-14 Specificaties .................................................................... 6-2 Milieuspecificaties .................................................... 6-4 Standaardmilieuvoorwaarden .......................................... 6-4 Startcontainer tonercontainer .......................................................... 4-2 Sublade onderdelen ............................................................... 1-2 T Tips .................................................................................. 5-2 Tonercontainer hoe te vervangen ..................................................... 4-3 vervanging ................................................................ 4-2 Tonercontainer vervangen .............................................. 4-3 Tonerpakket tonercontainer, plastic wegwerpzak, installatiehandleiding ................................................ 4-2 U USB-aansluiting onderdelen ............................................................... 1-2 USB-kabel aansluiting ................................................................ 3-2 Printer verplaatsen ...........................................................4-9 V Printerdriver installeren ..................................................3-13 Mac-besturingssysteem ..........................................3-17 Windows pc .............................................................3-13 Vergrendelingshendel tonercontainer .......................................................... 4-3 Problemen met de afdrukkwaliteit problemen oplossen ..................................................5-3 Vervanging tonercontainer ................................................... 4-2, 4-3 Problemen oplossen ........................................................5-1 algemene problemen ................................................5-2 problemen met de afdrukkwaliteit .............................5-3 Voorklep onderdelen ............................................................... 1-2 R Rechterklep onderdelen ................................................................1-2 Registratierol reinigen .....................................................................4-7 Reinigen laderdraad .................................................................4-7 printer ........................................................................4-6 registratierol ..............................................................4-7 Documentverwerker ..................................................5-3 Index-2
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96

Triumph-Adler LP 3335 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor