Documenttranscriptie
Deze gebruikershandleiding is bedoeld voor model LP 3335.
Opmerking Deze gebruikershandleiding bevat informatie voor
zowel de inchversie als de metrische versie van dit apparaat.
De inchversies van deze apparaten worden getoond in de
schermen in deze handleiding. Wanneer u de metrische versie
gebruikt, gebruik dan de berichten voor de inchversie alleen als
referentie. In de tekst worden de inchberichten alleen
weergegeven als deze versies alleen qua hoofdlettergebruik
verschillen. Als er zelfs maar een klein verschil in de melding is,
wordt de informatie voor de inchversie vermeld, gevolgd door de
corresponderende informatie voor de metrische versie tussen
haakjes.
Deze gebruikershandleiding is bedoeld om u te helpen met het correct
bedienen van het apparaat, voor routineonderhoud en om zo nodig
problemen eenvoudig op te lossen, zodat u het apparaat altijd in goede
staat kunt gebruiken.
Lees deze gebruikershandleiding voordat u het apparaat in gebruik
neemt en bewaar de handleiding in de buurt van het apparaat, zodat
deze direct beschikbaar is.
We bevelen het gebruik van onze eigen merkonderdelen aan. We zijn
niet aansprakelijk voor eventuele schade veroorzaakt door het gebruik
van onderdelen van andere merken in dit apparaat.
Inhoud
1
Onderdelen van de machine ...................................................... 1-1
Onderdelen aan de voorkant van de printer ............................ 1-2
Onderdelen aan de achterkant van de printer ......................... 1-2
Bedieningspaneel ....................................................................... 1-3
2
Papier plaatsen ........................................................................... 2-1
Het papier voorbereiden ............................................................ 2-2
Papier in een cassette plaatsen ................................................ 2-2
Papier plaatsen in de multifunctionele lade ............................. 2-5
Papierstopper ............................................................................. 2-6
3
Aansluiten en afdrukken ............................................................ 3-1
Aansluitingen .............................................................................. 3-2
Netwerkinterfaceparameters wijzigen ...................................... 3-4
Een netwerkinterface-statuspagina afdrukken ...................... 3-12
Printerdriver installeren ........................................................... 3-13
Afdrukken .................................................................................. 3-20
Status Monitor .......................................................................... 3-22
Software verwijderen (Windows PC) ...................................... 3-26
4
Onderhoud .................................................................................. 4-1
Algemene informatie .................................................................. 4-2
Vervanging tonercontainer ........................................................ 4-2
Vervanging van het onderhoudspakket ................................... 4-5
De printer reinigen ...................................................................... 4-6
Langdurig niet gebruiken en verplaatsen van de printer ....... 4-9
5
Problemen oplossen .................................................................. 5-1
Algemene richtlijnen .................................................................. 5-2
Problemen met de afdrukkwaliteit ............................................ 5-3
Foutmeldingen ............................................................................ 5-5
Ready-, Data- en Attention-lampjes ........................................ 5-10
Papierstoringen oplossen ....................................................... 5-11
6
Appendix ..................................................................................... 6-1
Specificaties ................................................................................ 6-2
Standaardmilieuvoorwaarden ................................................... 6-4
Index .................................................................................... Index-1
i
Wettelijke kennisgevingen
en veiligheidsvoorschriften
Lees deze informatie voordat u uw apparaat in gebruik neemt. Dit
hoofdstuk voorziet in informatie over de volgende onderwerpen:
Wettelijke kennisgeving
Licentieovereenkomsten
Veiligheidsinformatie
Symbolen
Voorzorgsmaatregelen bij de installatie
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
Over de gebruikershandleiding
Conventies in deze handleiding
iv
v
xi
xv
xvi
xviii
xx
xxi
iii
Wettelijke kennisgeving
VOORZICHTIG ER WORDT GEEN
AANSPRAKELIJKHEID AANVAARD VOOR SCHADE DIE
IS VEROORZAAKT DOOR ONJUISTE INSTALLATIE.
Kennisgeving met betrekking tot software
DE SOFTWARE DIE MET DEZE PRINTER WORDT GEBRUIKT, MOET
DE EMULATIEMODUS VAN DE PRINTER ONDERSTEUNEN. De
printer is fabrieksmatig ingesteld op het emuleren van de PCL. De
emulatiemodus kan gewijzigd worden.
Kennisgeving
De informatie in deze handleiding kan zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd. In toekomstige edities kunnen extra
pagina's worden ingevoegd.
Wij vragen de gebruiker om begrip voor technische onnauwkeurigheden
of schrijffouten in de huidige uitgave. Er wordt geen aansprakelijkheid
aanvaard voor ongelukken die gebeuren terwijl de gebruiker de
instructies in deze handleiding volgt. Wij aanvaarden geen
verantwoordelijkheid voor fouten in de firmware van de printer (de
inhoud van het ROM).
Deze handleiding en al het materiaal dat onder het auteursrecht valt en
wordt verkocht of meegeleverd bij of in verband met de verkoop van de
paginaprinter, zijn auteursrechtelijk beschermd. Alle rechten
voorbehouden. Het kopiëren of op een andere manier reproduceren van
de gehele handleiding of gedeelten van de handleiding, of een
willekeurig onderwerp waarop auteursrecht van toepassing is, is
verboden zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van
UTAX GmbH. Elke kopie die van deze handleiding of een
deel daarvan wordt gemaakt, en alles wat onder het auteursrecht valt,
moet dezelfde copyright-vermelding bevatten als het materiaal dat wordt
gekopieerd.
Wat betreft handelsnamen
PRESCRIBE is een gedeponeerd handelsmerk van Kyocera
Corporation. KPDL is een handelsmerk van Kyocera Corporation.
Hewlett-Packard, PCL en PJL zijn gedeponeerde handelsmerken van
Hewlett-Packard Company. Adobe, Acrobat, Flash en PostScript zijn
gedeponeerde handelsmerken van Adobe Systems Incorporated.
Macintosh en Bonjour zijn gedeponeerde handelsmerken van Apple
Computer, Inc. Microsoft en Windows zijn gedeponeerde
handelsmerken van Microsoft Corporation. Microsoft Windows Server is
een handelsmerk van Microsoft Corporation. PowerPC is een
handelsmerk van International Business Machines Corporation.
CompactFlash is een handelsmerk van SanDisk Corporation. ENERGY
STAR is een in de Verenigde Staten gedeponeerd handelsmerk. Alle
overige merk- en productnamen zijn gedeponeerde handelsmerken of
handelsmerken van de respectieve bedrijven.
Dit product is ontwikkeld met behulp van het Workbench Real Time
besturingssysteem en de hulpprogramma's van Wind River Systems.
Dit product bevat UFST™ en MicroType® van Monotype Imaging Inc.
iv
Veiligheidsinformatie
Laserveiligheid
Deze printer wordt geclassificeerd als een Class 1 laserproduct volgens
de Radiation Performance Standard van het Amerikaanse Department of
Health and Human Services (DHHS), in overeenstemming met de
Radiation Control for Health and Safety Act uit 1968. Dit betekent dat de
printer geen gevaarlijke laserstraling produceert. Omdat de uitgestoten
straling in de printer binnen beschermende behuizing en externe
bedekkingen blijft, kan de laserstraal op geen enkel moment van gebruik
uit de printer ontsnappen.
Laserkennisgeving
Deze printer wordt in de V.S. geclassificeerd in overeenstemming met de
eisen van DHHS 21 CFR Subchapter voor Klasse I (1) laserproducten,
en is elders geclassificeerd als Klasse I laserproduct in
overeenstemming met de eisen van IEC 825.
GEVAAR KLASSE 3B ONZICHTBARE LASERSTRALING
BIJ OPENEN. VERMIJD RECHTSTREEKSE
BLOOTSTELLING AAN STRAAL.
VOORZICHTIG Het gebruik van andere instellingen of
aanpassingen of de uitvoering van andere procedures dan
hierin vermeld, kan leiden tot gevaarlijke blootstelling aan
straling.
Radiofrequentiezender
Dit apparaat bevat een zendermodule. De fabrikant (UTAX GmbH)
verklaart dat deze apparatuur (paginaprinter), model
LP 3335 voldoet aan de van toepassing zijnde eisen en andere relevante
bepalingen conform Directief 1999/5/EC.
Radio Tag Technologie
In sommige landen kan de radiotagtechnologie die in deze apparatuur
gebruikt wordt om de tonercontainer te identificeren, onderworpen zijn
aan autorisatie, en kan het gebruik van deze apparatuur dientengevolge
beperkt zijn.
xi
Waarschuwingsetiketten
Op de printer bevindt zich een van de volgende etiketten.
Laser in de printer
(Laserstralingwaarschuwing)
Voor Europa, Azië en
andere landen
Voor de V.S. en
Canada
CDRH-voorschriften
Het Center for Devices and Radiological Health (CDRH) van de U.S.
Food and Drug Administration heeft voorschriften opgesteld voor
laserproducten op 2 augustus 1976. Deze voorschriften zijn van
toepassing op laserproducten die zijn geproduceerd na 1 augustus
1976. Producten die in de Verenigde Staten op de markt worden
gebracht moeten voldoen aan deze voorschriften. Laserproducten die in
de Verenigde Staten op de markt worden gebracht moeten een label
dragen ten teken van overeenstemming met de CDRH-voorschriften.
Ozonconcentratie
Deze printers genereren ozongas (O3), dat zich op de plaats van
installatie kan concentreren en een onplezierige geur kan veroorzaken.
Wij raden u aan de printer niet op een afgesloten plek te zetten waar de
ventilatie wordt geblokkeerd, om zo de concentratie van ozongas te
minimaliseren tot minder dan 0,1 ppm.
xii
VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING
NAAR
2004/108/EC, 2006/95/EEC, 93/68/EEC, 1999/5/EC en 2009/125/EC
We verklaren geheel onder eigen verantwoordelijkheid dat het product
waarop deze verklaring betrekking heeft, in overeenstemming is met de
volgende specificaties.
EN55024
EN55022 Klasse B
EN61000-3-2
EN61000-3-3
EN60950-1
EN60825-1
EN300 330-1
EN300 330-2
EN62301
EN ISO 7779
Maschinenlärminformations-Verordnung 3. GPSGV, 06.01.2004: Der
höchste Schalldruckpegel beträgt 70 dB (A) oder weniger gemäß EN
ISO 7779.
EK1-ITB 2000
Das Gerät ist nicht für die Benutzung im unmittelbaren Gesichtsfeld am
Bildschirmarbeitsplatz vorgesehen. Um störende Reflexionen am
Bildschirmarbeitsplatz zu vermeiden, darf dieses Produkt nicht im
unmittelbaren Gesichtsfeld platziert werden.
Bewijs van afstand
UTAX GmbH is niet aansprakelijk tegenover klanten of een andere
persoon of entiteit met betrekking tot verlies of schade direct of indirect
veroorzaakt door of naar zeggen veroorzaakt door apparatuur die door
ons is verkocht of geleverd, inclusief maar niet beperkt tot onderbroken
service, omzetverlies of winstderving, of gevolgschade die het resultaat
is van het gebruik of de bediening van de apparatuur of software.
xiii
Veiligheidsinstructies met betrekking tot het
ontkoppelen van de stroom
Voorzichtig: De stekker is het belangrijkste isolatieapparaat! Andere
schakelaars op het apparaat zijn slechts bedieningsschakelaars en zijn
niet geschikt om het apparaat te isoleren van de voedingsbron.
VORSICHT: Der Netzstecker ist die Hauptisoliervorrichtung! Die
anderen Schalter auf dem Gerät sind nur Funktionsschalter und können
nicht verwendet werden, um den Stromfluß im Gerät zu unterbrechen.
Energiebesparingfunctie
De printer is uitgerust met een slaaptimerfunctie waarbij de printer in een
wachtstand blijft, waarin het stroomverbruik tot een minimum wordt
beperkt als er geen printeraktiviteit is binnen een ingesteld tijdsbestek.
Slaapstand
Deze printer schakelt automatisch na ongeveer 15 minuten in de
slaapstand, nadat de printer voor het laatst gebruikt is. De tijdsduur die
zonder aktiviteit voorbij moet gaan voordat de slaapstand geactiveerd
wordt, kan verlengd worden.
Dubbelzijdig afdrukken
Deze printer heeft dubbelzijdig printen als standaardfunctie. Bij
bijvoorbeeld het afdrukken van twee originelen op een vel papier als
dubbelzijdige afdruk, is het mogelijk om papierverbruik te verminderen.
Hergebruikt papier
Deze printer ondersteunt het gebruik van hergebruikt papier, wat de
belasting op het milieu vermindert. Uw verkoop- of
servicevertegenwoordiger kan u informatie verschaffen over aanbevolen
papiersoorten.
Energy Star (ENERGY STAR®) Programma
Als deelnemend bedrijf aan het International Energy Star-programma
hebben wij vastgesteld dat dit product voldoet aan de richtlijnen van het
International Energy Star-programma.
xiv
Symbolen
De delen van deze handleiding en onderdelen van het apparaat die zijn
aangeduid met symbolen, bevatten veiligheidswaarschuwingen ter
bescherming van de gebruiker, andere personen en voorwerpen in de
buurt. Ze zijn ook bedoeld voor een correct en veilig gebruik van het
apparaat. De symbolen met hun betekenis worden hieronder
beschreven.
GEVAAR: Dit geeft aan dat wanneer u onvoldoende aandacht
besteedt aan of u niet op de juiste wijze houdt aan de
betreffende punten, dit zeer waarschijnlijk zal leiden tot ernstig
letsel of zelfs de dood.
WAARSCHUWING: Dit geeft aan dat wanneer u onvoldoende
aandacht besteedt aan of u niet op de juiste wijze houdt aan
de betreffende punten, dit zou kunnen leiden tot ernstig letsel
of zelfs de dood.
VOORZICHTIG: Dit geeft aan dat wanneer u onvoldoende
aandacht besteedt aan of u niet op de juiste wijze houdt aan
de betreffende punten, dit kan leiden tot lichamelijk letsel of
mechanische beschadiging.
De volgende symbolen geven aan dat het betreffende deel
veiligheidswaarschuwingen bevat. Specifieke aandachtspunten worden
binnenin het symbool aangegeven.
.... [Algemene waarschuwing]
.... [Waarschuwing voor gevaar van elektrische schokken]
.... [Waarschuwing voor hoge temperatuur]
De volgende symbolen geven aan dat het betreffende deel informatie
bevat over niet-toegestane handelingen. Specifieke informatie over de
niet-toegestane handeling staat binnenin het symbool.
.... [Waarschuwing voor niet-toegestane handeling]
.... [Demontage verboden]
De volgende symbolen geven aan dat het betreffende deel informatie
bevat over handelingen die moeten worden uitgevoerd. Specifieke
informatie over de vereiste handeling staat binnenin het symbool.
.... [Waarschuwing voor vereiste handeling]
.... [Haal de stekker uit het stopcontact]
.... [Sluit het apparaat altijd aan op een geaard stopcontact]
Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger om een
vervangingsonderdeel te bestellen als de veiligheidswaarschuwingen in
deze gebruikershandleiding onleesbaar zijn of als de handleiding zelf
ontbreekt. (tegen betaling)
xv
Voorzorgsmaatregelen
bij de installatie
Omgeving
Voorzichtig
Plaats het apparaat niet op of in plaatsen die niet stabiel of vlak
zijn. Op dergelijke plaatsen kan het apparaat vallen. Dergelijke
situaties leveren gevaar van lichamelijk letsel of beschadiging van
de apparatuur op.
Plaats het apparaat niet op vochtige of stoffige/vuile locaties.
Reinig de stekker om gevaar van brand en elektrische schokken
te voorkomen, wanneer er stof en vuil op de stekker zijn
terechtgekomen.
Plaats het apparaat niet in de buurt van radiatoren, kachels of
andere warmtebronnen of in de buurt van ontvlambare
voorwerpen, om gevaar van brand te voorkomen.
Laat ruimte vrij, zoals hieronder wordt aangegeven, om het
apparaat koel te houden en het vervangen van onderdelen en
onderhoud te vergemakkelijken. Laat met name rond de
achterklep voldoende ruimte vrij, zodat de lucht de printer makkelijk kan
verlaten.
200mm
300mm
300mm
200mm
500mm
Overige voorzorgsmaatregelen
Ongunstige omgevingsomstandigheden kunnen van invloed zijn op de
veilige werking en de prestaties van het apparaat. Installeer de printer in
een ruimte met airconditioning (aanbevolen kamertemperatuur: circa
23°C, luchtvochtigheid: circa 60% RH), en vermijd de volgende locaties
wanneer u een plaats voor het apparaat kiest.
•
•
•
•
•
xvi
Vermijd plaatsen bij een venster of direct in het zonlicht.
Vermijd plaatsen met trillingen.
Vermijd plaatsen met sterke temperatuurschommelingen.
Vermijd plaatsen met directe blootstelling aan warme of koude lucht.
Vermijd slecht geventileerde locaties.
Tijdens het afdrukken komt er een kleine hoeveelheid ozon vrij, maar dit
heeft geen nadelige gevolgen voor de gezondheid. Als de printer echter
langere tijd in een slecht geventileerde ruimte wordt gebruikt of wanneer
er een zeer groot aantal kopieën wordt gemaakt, kan de geur
onaangenaam worden. Een juiste omgeving voor afdrukwerk moet goed
geventileerd zijn.
Stroomtoevoer/aarden van het apparaat
Waarschuwing
Gebruik geen stroomtoevoer met een ander voltage dan
aangegeven. Sluit niet meerdere apparaten op één stopcontact
aan. Dergelijke situaties leveren gevaar van brand of elektrische
schokken op.
Steek de stekker stevig in het stopcontact. Als metalen
voorwerpen in contact komen met de pinnen van de stekker, kan
dit brand of elektrische schokken veroorzaken.
Sluit het apparaat altijd aan op een geaard stopcontact, om het
gevaar van brand of elektrische schokken bij kortsluiting te
voorkomen. Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger
als een geaarde aansluiting niet mogelijk is.
Overige voorzorgsmaatregelen
Sluit de stekker aan op het dichtstbijzijnde stopcontact.
Het netsnoer is het belangrijkste middel om de stroomtoevoer af te
sluiten. Zorg ervoor dat het stopcontact zich bevindt/is geïnstalleerd in
de buurt van de apparatuur en goed toegankelijk is.
Gebruik van plastic zakken
Waarschuwing
Houd de plastic zakken die bij het apparaat worden gebruikt uit de
buurt van kinderen. Het plastic kan aan neus en mond vast blijven
zitten en verstikking veroorzaken.
xvii
Voorzorgsmaatregelen
voor gebruik
Waarschuwingen bij het gebruik van het
apparaat
Waarschuwing
Plaats geen metalen voorwerpen of voorwerpen die water
bevatten (vazen, bloempotten, kopjes, enz.) op of in de buurt van
het apparaat. Dit vormt een risico voor brand of elektrische
schokken, mocht het water in het apparaat terechtkomen.
Verwijder geen van de panelen van het apparaat, omdat er dan
kans bestaat op elektrische schokken als gevolg van de hoge
spanning binnen in het apparaat.
Zorg dat het netsnoer niet beschadigd raakt of breekt en probeer
het niet te repareren. Plaats geen zware voorwerpen op het
snoer, trek er niet aan, buig het niet onnodig en veroorzaak geen
andere schade. Dergelijke situaties leveren gevaar van brand of
elektrische schokken op.
Probeer nooit het apparaat of onderdelen ervan te repareren of te
demonteren, omdat er dan gevaar van brand, elektrische
schokken of schade aan de laser bestaat. Als de laserstraal
buiten het apparaat komt, kan deze blindheid veroorzaken.
Als het apparaat uitzonderlijk heet wordt, als er rook uit het
apparaat komt, als er een vreemde geur ontsnapt, of als er zich
een andere ongewone situatie voordoet, bestaat er gevaar van
brand of een elektrische schok. Zet de hoofdstroomschakelaar
onmiddellijk uit ({), zorg ervoor dat u de stekker uit het stopcontact haalt
en neem contact op met uw servicevertegenwoordiger.
Als er schadelijke zaken (paperclips, water, andere vloeistoffen,
enz.) in het apparaat terechtkomen, moet u onmiddellijk de
hoofdstroomschakelaar uitzetten ({). Vervolgens moet u direct
de stekker uit het stopcontact halen, om gevaar van brand of elektrische
schokken te voorkomen. Neem hierna contact op met uw
servicevertegenwoordiger.
Zorg dat u een stekker niet met natte handen in het stopcontact
steekt of eruit haalt, omdat er dan gevaar van elektrische
schokken bestaat.
Neem altijd contact op met uw servicevertegenwoordiger voor
onderhoud of reparatie van interne onderdelen.
Voorzichtig
Trek niet aan het netsnoer wanneer u dit uit het stopcontact haalt.
Als u aan het netsnoer trekt, kunnen de draden breken en bestaat
er gevaar van brand of elektrische schokken. (Pak altijd de
stekker vast wanneer u het netsnoer wilt loskoppelen van het
stopcontact.)
Haal altijd de stekker uit het stopcontact wanneer u het apparaat
verplaatst. Als het netsnoer beschadigd raakt, bestaat er gevaar
van brand of elektrische schokken.
xviii
Als het apparaat korte tijd (bijvoorbeeld 's nachts) niet wordt
gebruikt, moet u de stroomschakelaar uitzetten (O). Als het
apparaat langere tijd niet wordt gebruikt (tijdens vakanties, enz.),
haalt u voor de veiligheid de stekker uit het stopcontact.
Houd bij het optillen of verplaatsen het apparaat altijd alleen vast
op de daarvoor bestemde plaatsen.
Verwijder om veiligheidsredenen de stekker altijd uit het
stopcontact bij het reinigen van het apparaat.
Als zich in het apparaat stof ophoopt, bestaat er gevaar van brand
of andere problemen. Het wordt daarom aanbevolen uw
servicevertegenwoordiger te raadplegen met betrekking tot het
reinigen van interne onderdelen. Dit is met name effectief als u dit
laat doen voorafgaande aan een periode van hoge
luchtvochtigheid. Raadpleeg uw servicevertegenwoordiger over de
kosten voor het reinigen van de interne onderdelen in het apparaat.
Overige voorzorgsmaatregelen
Plaats geen zware voorwerpen op het apparaat en zorg dat het apparaat
niet beschadigd raakt.
Open tijdens het afdrukken de bovenste voorklep niet, schakel de
aan/uit-schakelaar niet uit en trek de stekker niet uit het stopcontact.
Neem contact op met de servicevertegenwoordiger wanneer u het
apparaat wilt optillen of verplaatsen.
Raak geen elektrische onderdelen, zoals connectoren of printplaten aan.
Deze kunnen beschadigd raken door statische elektriciteit.
Probeer geen handelingen te verrichten die niet in deze handleiding zijn
beschreven.
Gebruik beschermde interfacekabels.
Voorzichtig
Het gebruik van andere instellingen of aanpassingen of de uitvoering
van andere procedures dan hierin vermeld, kan leiden tot gevaarlijke
blootstelling aan straling.
Waarschuwingen voor de omgang met verbruiksartikelen
Voorzichtig
De tonercontainer mag niet worden verbrand. De vonken kunnen
brandwonden veroorzaken.
Houd de tonercontainer buiten het bereik van kinderen.
Als er onverhoopt toner uit de tonercontainer wordt gemorst, moet
u inademing of inname daarvan voorkomen, evenals contact met
ogen en de huid.
•
•
•
•
Als u onverhoeds toner inademt, gaat u naar een plaats met frisse
lucht en gorgelt u met veel water. Neem bij opkomende hoest
contact op met een arts.
Als u toner binnenkrijgt, spoelt u uw mond met water en drinkt u 1 of
2 glazen water om de inhoud van uw maag te verdunnen. Neem
indien nodig contact op met een arts.
Als u toner in uw ogen krijgt, spoelt u ze grondig met water. Als de
ogen gevoelig blijven, neemt u contact op met een arts.
Als u toner op de huid krijgt, wast u deze met water en zeep.
xix
De tonercontainer mag niet open worden gebroken of worden
vernietigd.
Overige voorzorgsmaatregelen
Gooi de tonercontainer na gebruik altijd overeenkomstig de plaatselijke
milieuwetgeving weg.
Bewaar alle verbruiksartikelen in een koele, donkere ruimte.
Als het apparaat langere tijd niet wordt gebruikt, verwijdert u het papier
uit de cassette, legt u dit terug in de oorspronkelijke verpakking en
verzegelt u deze weer.
Over de gebruikershandleiding
Deze gebruikershandleiding bestaat uit de volgende hoofdstukken:
1 Onderdelen van de machine
In dit hoofdstuk worden de namen van de onderdelen toegelicht.
2
Papier plaatsen
In dit hoofdstuk worden papierspecificaties voor deze printer uitgelegd
en hoe het papier in de cassette of multifunctionele lade geplaatst moet
worden.
3
Afdrukken
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de printerdriver moet installeren,
hoe u moet printen vanaf uw pc, en hoe u de software op de cd-rom
moet gebruiken.
4
Onderhoud
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe de tonercontainer wordt vervangen
en hoe u de printer onderhoudt.
5
Problemen oplossen
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u eventueel optredende
printerproblemen, zoals papierstoringen, oplost.
6
Specificaties
Dit hoofdstuk bevat de specificaties van deze printer.
xx
Conventies in deze handleiding
In deze handleiding worden de volgende conventies gebruikt.
Conventie
Beschrijving
Voorbeeld
Cursief
lettertype
Wordt gebruikt om een
sleutelwoord, een woordgroep
of verwijzing naar aanvullende
informatie te benadrukken.
Raadpleeg Problemen met de
afdrukkwaliteit op pagina 5-3.
Vet
Wordt gebruikt om
softwareknoppen aan te duiden
Klik op OK om te beginnen met
afdrukken.
Vet tussen
haakjes
Wordt gebruikt om toetsen op
het bedieningspaneel aan te
duiden.
Druk op [GO] om verder te gaan met
afdrukken.
Opmerking
Wordt gebruikt om aanvullende,
nuttige informatie over een
functie of toepassing te geven.
Belangrijk
Wordt gebruikt om belangrijke
informatie te verstrekken.
BELANGRIJK Zorg ervoor dat u de
transferrol (zwart) niet aanraakt tijdens
het reinigen.
Voorzichtig
Met deze waarschuwingen
wordt aangegeven dat er als
gevolg van een actie
mechanische beschadiging kan
optreden.
VOORZICHTIGTrek niet te hard aan
het papier, anders scheurt het.
Gescheurde stukjes papier zijn lastig te
verwijderen en kunnen gemakkelijk
over het hoofd worden gezien,
waardoor de storing niet kan worden
opgelost.
Waarschuwing
Wordt gebruikt om gebruikers te WAARSCHUWING Als u de printer
wijzen op het gevaar van
wilt verzenden, verwijdert u de
lichamelijk letsel.
ontwikkelaar en drum, verpakt u deze in
Opmerking Haal de
tonercontainer pas uit de doos als
u klaar bent om de container in de
printer te plaatsen.
een plastic zak en verzendt u deze
apart van de printer.
xxi
1
Onderdelen van de
machine
In dit hoofdstuk worden de onderdelen van de machine en de
toetsen op het bedieningspaneel toegelicht.
Onderdelen aan de voorkant van de printer
Onderdelen aan de achterkant van de printer
Bedieningspaneel
Onderdelen van de machine
1-2
1-2
1-3
1-1
Onderdelen aan de voorkant van de printer
1
3
2
4
5
6
10
9
8
7
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Bovenklep
Papierstopper
Bovenste lade
Bedieningspaneel
USB-geheugenslot
Rechterklep
Papiercassette
Voorklep
Multifunctionele lade
Sublade
Onderdelen aan de achterkant van de printer
11
12
13
15
14
11
12
13
14
15
1-2
Netwerkaansluiting
USB-aansluiting
Achterklep
Netsnoeraansluiting
Aan/uit-schakelaar
Onderdelen van de machine
Bedieningspaneel
1
2
7
3
6
4
5
1
2
3
4
5
6
7
Onderdelen van de machine
Lampjes
Berichtenscherm
Cursortoetsen
[GO] toets
[Cancel] toets
[OK] toets
[MENU] toets
1-3
1-4
Onderdelen van de machine
2
Papier plaatsen
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe het papier in de cassette of de
multifunctionele lade geplaatst moet worden.
Het papier voorbereiden
Papier in een cassette plaatsen
Papier plaatsen in de multifunctionele lade
Papier plaatsen
2-2
2-2
2-5
2-1
Het papier voorbereiden
Wanneer u het papier uit de verpakking hebt gehaald, waaiert u de
vellen los voordat u het papier plaatst.
Als u papier gebruikt dat gevouwen of gekruld is, strijkt u dit recht
voordat u het plaatst. Als u dit niet doet, kan dit leiden tot een
papierstoring.
BELANGRIJK Zorg ervoor dat nietjes en paperclips verwijderd zijn.
Papier in een cassette plaatsen
Er kunnen 250 vellen van 11 × 8 1/2" of A4 papier (80 g/m²) in de
cassette geplaatst worden.
1
Trek de cassette helemaal uit de printer.
BELANGRIJK De cassette ondersteunen wanneer u deze uit de
printer trekt, zodat deze niet uit de printer valt.
2
Stel de breedtegeleiders in op de linker- en rechterkant van de
papiercassette. Druk op de ontgrendelingsknop van de
linkergeleider en schuif de geleiders naar het gewenste
papierformaat.
Opmerking De papierformaten staan op de cassette
vermeld.
2-2
Papier plaatsen
3
Pas de papierlengtegeleider aan op het gewenste papierformaat.
Als u papier gebruikt dat langer is dan A4, trekt u de extensionele
papiercassette uit door te drukken op de ontgrendelingshendel een
voor een, pas het aan aan het gewenste papierformaat.
4
Plaats het papier in de cassette. Zorg ervoor dat de zijde die moet
worden bedrukt, omlaag wijst en dat het papier niet gevouwen,
gekruld of beschadigd is.
Opmerking Plaats het papier zo dat het niet boven het
driehoekje op de breedtegeleider uitkomt.
Papier plaatsen
2-3
5
Plaats de papiercassette in de sleuf van de printer. Duw de cassette
recht naar voren tot deze niet verder kan.
Er zit een papiermeter aan de linkervoorkant van de papiercassette
die de resterende papiervoorraad aangeeft. Als het papier op is, zal
de wijzer naar beneden gaan naar niveau (leeg).
6
2-4
Specificeer het papierformaat en de papiersoort voor de cassette via
het bedieningspaneel. Raadpleeg voor meer informatie de English
Operation Guide.
Papier plaatsen
Papier plaatsen in de multifunctionele lade
Er kunnen 50 vellen van 11 × 8 1/2" of A4 papier (80 g/m²) in de
multifunctionele lade van dit apparaat geplaatst worden.
1
Trek de multifunctionele lade naar u toe totdat deze stopt.
2
Stel de papiergeleiders in op de multifunctionele lade.
Standaardpapierformaten zijn aangegeven op de multifunctionele
lade. Schuif de papiergeleiders voor standaardpapierformaten naar
het overeenkomende teken.
3
Trek de sublade uit.
4
Leg het papier strak tegen de papiergeleiders en schuif het zo ver
mogelijk naar binnen.
Opmerking Plaats zoveel papier dat het niet boven de tab
van de multifunctionele lade uitkomt.
Papier plaatsen
2-5
Opmerking Als het papier duidelijk naar een richting gekruld
is, als het bijvoorbeeld al aan een kant bedrukt is, probeer dan
om het papier in tegenovergestelde richting te rollen om de
krul tegen te gaan. Afgedrukte vellen zullen er dan plat
uitkomen.
Juist
Niet juist
Wanneer u een envelop plaatst, doe dit dan met de klep gesloten en
de te bedrukken zijde omhoog. Leg de envelop tegen de geleider
met de klep aan de voorkant of linkerkant tot deze niet verder kan.
Juist
Juist
Niet juist
5
Specificeer het papierformaat en de papiersoort voor de
multifunctionele lade via het bedieningspaneel. Raadpleeg voor
meer informatie de English Operation Guide.
Papierstopper
Open de papierstopper zoals aangegeven in de afbeelding.
1
2-6
2
Papier plaatsen
3
Aansluiten en
afdrukken
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de printer moet opstarten, hoe u
moet printen vanaf uw pc, en hoe u de software op de cd-rom moet
gebruiken.
Aansluitingen
Netwerkinterfaceparameters wijzigen
Een netwerkinterface-statuspagina afdrukken
Printerdriver installeren
Afdrukken
Status Monitor
Software verwijderen (Windows PC)
Aansluiten en afdrukken
3-2
3-4
3-12
3-13
3-20
3-22
3-26
3-1
Aansluitingen
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de printer opstart.
De USB-kabel aansluiten
Volg onderstaande stappen om de USB-kabel aan te sluiten.
1
Sluit de USB-kabel aan op de USB-aansluiting.
Opmerking Gebruik een USB-kabel met een rechthoekige
stekker (type A) en een vierkante stekker (type B). De kabel
wordt apart verkocht.
2
Sluit het andere einde van de USB-kabel aan op de USB-aansluiting
van de computer.
De netwerkkabel aansluiten
Volg onderstaande stappen om de netwerkkabel aan te sluiten.
1
2
Verwijder de dop van de printer.
Sluit de printer aan op de pc of op uw netwerkapparaat.
Opmerking Gebruik beschermde interfacekabels. Deze
kabels worden apart verkocht.
3-2
Aansluiten en afdrukken
Het netsnoer aansluiten
Installeer de printer dichtbij een AC-stopcontact. Als u een verlengsnoer
gebruikt, mag de totale lengte van het netsnoer plus het verlengsnoer
niet meer dan 5 meter zijn.
Opmerking Zorg ervoor dat de printer is uitgeschakeld. Gebruik
alleen het netsnoer dat bij de printer is geleverd.
1
Sluit het netsnoer aan op de netsnoeraansluiting aan de achterkant
van de printer.
2
3
Sluit het andere einde van het netsnoer aan op een stopcontact.
Zet de aan/uit-schakelaar aan ( | ). De printer begint op te warmen.
BELANGRIJK Als u de starttonercontainer plaatst en het
apparaat inschakelt, dan verschijnt even later het bericht Een
ogenblik(toner toev.) . Wanneer de printer na het plaatsen
van de toner voor het eerst aangezet wordt, duurt het ongeveer
15 minuten voordat de printer kan gaan afdrukken. Pas als het
[Ready] lampje brandt, is de printerinstallatie voltooid.
Aansluiten en afdrukken
3-3
Netwerkinterfaceparameters wijzigen
Deze printer ondersteunt TCP/IP, TCP/IP (IPv6), NetWare, AppleTalk,
IPP, SSL-server, IPSec-protocollen en Beveiligingsniveau. Raadpleeg
voor meer informatie de English Operation Guide.
Opmerking Doe de machine UIT en weer AAN, nadat alle
netwerkinstellingen zijn gedaan. Dit moet om de instellingen van
kracht te maken.
Opmerking Vraag aan uw lokale beheerder of u een IPv4- of
IPv6-netwerk gebruikt. Kies, als u IPv4 gebruikt, het
overeenkomstige menu.
TCP/IP, TCP/IP (IPv6) instellingen
Netwerk
3-4
>
1
2
Druk op [MENU].
3
Druk op Z. Telkens als u op U of V drukt, wijzigt de selectie.
Raadpleeg de onderstaande uitleg bij het specificeren van de
instellingen.
Druk herhaaldelijk op U of V tot Netwerk
> verschijnt.
>TCP/IP
Uit
Stel dit onderdeel in op Aan wanneer u verbinding maakt met een
netwerk m.b.v. TCP/IP. Submenu bevat onderdelen zoals DHCP,
IP-adres, Subnetmasker, Gateway en Bonjour.
>TCP/IP (IPv6)
Uit
Stel dit onderdeel in op Aan wanneer u verbinding maakt met een
netwerk m.b.v. TCP/IP (IPv6). Submenu bevat onderdelen zoals
RA(Stateless)en DHCPv6.
Aansluiten en afdrukken
TCP/IP
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe het TCP/IP-protocol in te schakelen.
>TCP/IP
Aan
>>DHCP
Uit
1
Indien TCP/IP is ingesteld op Uit, gebruik U of V om Aan te
selecteren en druk op [OK].
2
Druk op Z. Telkens als u op U of V drukt, wijzigt de selectie.
3
Geef het onderdeel weer dat u wilt instellen en druk op [OK]. Een
knipperend vraagteken (?) verschijnt terwijl u DHCP en Bonjour
instelt. Een knipperende cursor (_) verschijnt terwijl u IP-adres,
Subnetmasker en Gateway instelt.
4
Druk op U of V om Aan of Uit te selecteren als instelling voor
DHCP en Bonjour.
>>IP-adres
000.000.000.000
>>Subnetmasker
000.000.000.000
>>Gateway
000.000.000.000
>>Bonjour
Uit
>>Subnetmasker
000.000.000.000
Druk voor de IP-adres, Subnetmasker en Gateway instelling op
U of V om de knipperende cursor te verplaatsen naar het nummer
dat u wilt wijzigen (000 tot 255). Gebruik Y en Z om de cursor naar
rechts en links te bewegen.
Opmerking Raadpleeg uw netwerkbeheerder voor de
netwerkadresinstellingen.
5
6
Aansluiten en afdrukken
Druk op [OK].
Druk op [MENU]. Het scherm keert terug naar Klaar.
3-5
TCP/IP (IPv6)
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe het TCP/IP (IPv6)-protocol in te
schakelen.
>TCP/IP (IPv6)
Aan
>>RA(Stateless)
Uit
1
Indien TCP/IP (IPv6) is ingesteld op Uit, gebruik U of V om
Aan te selecteren en druk op [OK].
2
Druk op Z. Telkens als u op U of V drukt, wijzigt de selectie.
3
Geef het onderdeel weer dat u wilt instellen en druk op [OK]. Een
knipperend vraagteken (?) verschijnt terwijl u RA(Stateless) en
DHCPv6 instelt.
4
Druk op U of V om Aan of Uit te selecteren als instelling voor
RA(Stateless) en DHCPv6.
>>DHCPv6
Uit
>>RA(Stateless)
?Uit
>>DHCPv6
?Uit
Opmerking Raadpleeg uw netwerkbeheerder voor de
netwerkadresinstellingen.
5
6
Druk op [OK].
Druk op [MENU]. Het scherm keert terug naar Klaar.
NetWare, AppleTalk, IPP, SSL-server, IPSec en
Beveilig.niveau instellingen
Beveiliging
3-6
>
1
2
Druk op [MENU].
Druk herhaaldelijk op U of V tot Beveiliging
> verschijnt.
Aansluiten en afdrukken
3
Als u NetWare, AppleTalk, IPP, SSL-server of IPSec gebruikt
om verbinding te maken met een netwerk, moet u een beheerder-ID
invoeren en op [OK] drukken. Het beheerder-ID is standaard het
numerieke gedeelte van de modelnaam van uw printer "3500".
ID
_
Als u NetWare, AppleTalk, IPP, SSL-server of IPSec gebruikt
om verbinding te maken met een netwerk, moet u een
beheerderwachtwoord invoeren en op [OK] drukken. Het
beheerderwachtwoord is standaard het numerieke gedeelte van de
modelnaam van uw printer "3500".
Wachtwoord
_
>NetWare
Aan
>AppleTalk
Aan
>IPP
Uit
>SSL-server
Uit
>IPSec
Uit
Druk op Z. Telkens als u op U of V drukt, wijzigt de selectie.
Raadpleeg de onderstaande uitleg bij het specificeren van de
instellingen.
>
Stel dit onderdeel in op Aan wanneer u verbinding maakt met een
netwerk m.b.v. NetWare. In het submenu kan de framemodus
worden geselecteerd uit Auto, 802.3, Ethernet-II, SNAP en
802.2.
AppleTalk moet worden geactiveerd (Aan) om netwerkverbinding
te maken met Macintosh-computers behalve bij Mac OS X 10.6.
Stel dit onderdeel in op Aan wanneer u verbinding maakt met een
netwerk m.b.v. IPP.
Stel dit onderdeel in op Aan wanneer u verbinding maakt met een
netwerk m.b.v. SSL-server. Submenu bevat onderdelen zoals
DES, 3DES, AES, IPP over SSL en HTTPS.
Stel dit onderdeel in op Aan wanneer u verbinding maakt met een
netwerk m.b.v. IPSec.
Vervolg op de volgende pagina.
Aansluiten en afdrukken
3-7
Stel het Beveilig.niveau in op Hoog.
>Beveilig.niveau
Hoog
NetWare
In dit gedeelte wordt de procedure voor het inschakelen van NetWare
beschreven.
>NetWare
Aan
>>Frametype
Auto
>>Frametype
?Auto
>
1
Voer de beheerder-ID en wachtwoord in. Indien NetWare is
ingesteld op Uit, gebruik dan U of V om Aan te selecteren en druk
op [OK].
2
Druk op Z.
3
Druk op [OK]. Er verschijnt een knipperend vraagteken (?). Telkens
als u op U of V drukt, wijzigt de selectie.
4
5
Geef het onderdeel weer dat u wilt instellen en druk op [OK].
>>Frametype
?802.3
>>Frametype
?Ethernet-II
>>Frametype
?802.2
>>Frametype
?SNAP
3-8
Druk op [MENU]. Het scherm keert terug naar Klaar.
Aansluiten en afdrukken
AppleTalk
In dit gedeelte wordt de procedure voor het inschakelen van AppleTalk
beschreven.
>AppleTalk
Aan
>AppleTalk
?Aan
1
Voer de beheerder-ID en wachtwoord in. Indien AppleTalk is
ingesteld op Uit, gebruik dan U of V om Aan te selecteren.
2
Druk op [OK]. Er verschijnt een knipperend vraagteken (?).
3
4
Druk opnieuw op [OK].
Druk op [MENU]. Het scherm keert terug naar Klaar.
IPP
In dit gedeelte wordt de procedure voor het inschakelen van IPP
beschreven.
>IPP
Aan
>IPP
?Aan
Aansluiten en afdrukken
1
Voer de beheerder-ID en wachtwoord in. Indien IPP is ingesteld op
Uit, gebruik dan U of V om Aan te selecteren.
2
Druk op [OK]. Er verschijnt een knipperend vraagteken (?).
3
4
Druk opnieuw op [OK].
Druk op [MENU]. Het scherm keert terug naar Klaar.
3-9
SSL-server
In dit gedeelte wordt de procedure voor het inschakelen van de SSLserver beschreven.
>SSL-server
Aan
>>DES
Uit
>
1
Voer de beheerder-ID en wachtwoord in. Indien SSL-server is
ingesteld op Uit, gebruik dan U of V om Aan te selecteren en druk
op [OK].
2
Druk op Z. Telkens als u op U of V drukt, wijzigt de selectie.
3
Geef het onderdeel weer dat u wilt instellen en druk op [OK]. Er
verschijnt een knipperend vraagteken (?).
4
5
6
Selecteer Aan of Uit m.b.v. U of V.
>>3DES
Uit
>>AES
Uit
>>IPP over SSL
Uit
>>HTTPS
Uit
>>DES
?Uit
Druk op [OK].
Druk op [MENU]. Het scherm keert terug naar Klaar.
IPSec
In dit gedeelte wordt de procedure voor het inschakelen van IPSec
beschreven.
>IPSec
Aan
>IPSec
?Aan
3-10
1
Voer de beheerder-ID en wachtwoord in. Indien IPSec is ingesteld
op Uit, gebruik dan U of V om Aan te selecteren.
2
Druk op [OK]. Er verschijnt een knipperend vraagteken (?).
3
4
Druk opnieuw op [OK].
Druk op [MENU]. Het scherm keert terug naar Klaar.
Aansluiten en afdrukken
Beveiligingsniveau
>Beveilig.niveau
Hoog
Aansluiten en afdrukken
Beveilig.niveau is een menu dat voornamelijk wordt gebruikt door
servicepersoneel voor onderhoudswerk. Klanten hoeven dit menu niet te
gebruiken.
3-11
Een netwerkinterface-statuspagina afdrukken
U kunt een statuspagina voor het netwerkinterface afdrukken. De
netwerkstatuspagina toont de netwerkadressen, en andere informatie
onder verschillende netwerkprotocollen over het netwerkinterface.
Aanpassen/Onderhoud
Aanpassen/Onderhoud wordt gebruikt om de afdrukkwaliteit aan te
passen en printeronderhoud uit te voeren.
De beschikbare opties in Aanpassen/Onderhoud zijn de volgende:
•
•
Printer opnieuw starten
Service
BELANGRIJK Service is een menu dat voornamelijk wordt
gebruikt door servicepersoneel voor onderhoudswerk. Klanten
hoeven dit menu niet te gebruiken.
Aanpassen/
Onderhoud
>>Netwerk afdr.
Statuspagina ?
3-12
>
1
2
Druk op [MENU].
Druk herhaaldelijk op U of V tot Aanpassen/Onderhoud >
verschijnt.
3
4
5
6
Druk op Z terwijl Aanpassen/Onderhoud > wordt weergegeven.
7
Druk op [OK]. Er verschijnt een vraagteken (?).
8
Druk op [OK]. Bezig m verwerkn verschijnt en er wordt een
statuspagina afgedrukt.
9
Wanneer het afdrukken is beëindigd, keert het scherm terug naar
Klaar.
Druk meermaals op U of V totdat >Service > verschijnt.
Druk op Z.
Druk meermaals op U of V totdat >>Netwerk afdr.
Statuspagina verschijnt.
Aansluiten en afdrukken
Printerdriver installeren
Zorg ervoor dat de printer aan staat en op de pc is aangesloten voordat
u de printerdriver vanaf de cd-rom installeert.
De software in Windows installeren
Volg de onderstaande stappen om de printerdriver te installeren als u
deze printer aansluit op een Windows pc. Het voorbeeld toont hoe uw
printer aan te sluiten op een Windows Vista pc.
Opmerking In Windows besturingssystemen moet u zijn ingelogd
met beheerdersrechten om de printerdriver te installeren.
U kunt de Snelle modus of de Aangepaste modus gebruiken om de
software te installeren.
Snelle modus detecteert automatisch aangesloten printers en installeert
de vereiste software. Gebruik Aangepaste modus als u de printerpoort
wilt specificeren en de te installeren software wilt selecteren.
1
Schakel de computer in en start Windows.
Als het dialoogvenster Wizard Nieuwe hardware gevonden
verschijnt, selecteert u Annuleren.
2
Plaats de cd-rom die met de printer is meegeleverd in het optische
station van de pc. In Windows 7, Windows Server 2008 en Windows
Vista verschijnt mogelijk het venster voor gebruikersaccountbeheer.
Kies Toestaan.
Het installatieprogramma wordt gestart.
Opmerking Indien de software-installatiewizard niet
automatisch start, open dan het cd-romvenster in Windows
Verkenner en dubbelklik op Setup.exe.
3
Aansluiten en afdrukken
Kies Gebruiksrechtovereenkomst weergeven en lees de
Gebruiksrechtovereenkomst. Kies Accepteren.
3-13
4
Kies Software installeren.
De software-installatiewizard wordt opgestart.
Vanaf hier verschilt de procedure naargelang uw versie van
Windows en uw verbindingsmethode. Kies de correcte procedure
voor uw verbindingstype.
•
•
Snelle modus
Aangepaste modus
Snelle modus
In Snelle modus detecteert het installatieprogramma automatisch de
printer wanneer deze aan staat. Gebruik Snelle modus voor
standaard verbindingsmethodes.
1
Selecteer in het selectievenster voor de installatiemethode Snelle
modus. Het venster voor afdruksysteemdetectie verschijnt en het
installatieprogramma detecteert de aangesloten printers. Indien het
installatieprogramma geen afdruksysteem detecteert, controleer dan
of het afdruksysteem is aangesloten via USB of een netwerk en of
het is ingeschakeld. Kies dan Vernieuwen om opnieuw naar een
afdruksysteem te zoeken.
Opmerking Hoewel de informatie die wordt weergegeven in
de installatiedialoogvensters in Windows Vista en Windows
7/Windows XP lichtjes verschilt, is de installatieprocedure
hetzelfde.
2
Selecteer de printer die u wilt installeren, en kies Volgende.
Opmerking Als de wizard Nieuwe hardware gevonden
verschijnt, kiest u Annuleren. Als er een
waarschuwingsmelding bij hardware-installatie verschijnt,
kiest u Ga door.
3
U kunt de afdruksysteemnaam aanpassen in het installatieinstellingenvenster. Deze naam zal worden weergegeven in het
printervenster en in de printerlijsten weergegeven in applicaties.
Specificeer of u de afdruksysteemnaam wilt delen of het afdruksysteem
als bestaande printer wilt instellen en klik op Volgende.
BELANGRIJK Stap 3 verschijnt enkel indien het afdruksysteem is
verbonden via een netwerk. Hij verschijnt niet indien het
afdruksysteem is verbonden via USB ten tijde van de eerste installatie.
4
Er verschijnt een venster waarin u de instellingen kunt controleren.
Controleer de instellingen nauwkeurig en kies Installeren.
Opmerking Als het Windows Beveiliging venster verschijnt,
kies Deze driversoftware installeren.
5
3-14
Er verschijnt een melding die zegt dat de printer goed is
geïnstalleerd. Kies Voltooien om de printerinstallatiewizard te
verlaten en terug te keren naar het hoofdmenu van de cd-rom.
Aansluiten en afdrukken
Indien het dialoogvenster voor apparaatinstelling verschijnt nadat u
Voltooien heeft gekozen, kunt u de instellingen specificeren voor
onderdelen zoals optionele functies die in het afdruksysteem zijn
geïnstalleerd. U kunt ook de apparaatinstellingen specificeren nadat u de
installatie heeft verlaten. Zie voor meer informatie Apparaatinstellingen in
de printerdriver gebruikershandleiding op de cd-rom.
Hiermee is de installatieprocedure van de printerdriver voltooid. Volg
de instructies op het scherm om het systeem opnieuw op te starten,
indien nodig.
Aansluiten en afdrukken
3-15
Aangepaste modus
Gebruik Aangepaste modus als u de printerpoort wilt specificeren en
de te installeren software wilt selecteren.
Als u bijvoorbeeld niet wilt dat op uw computer geïnstalleerde
lettertypes worden vervangen, selecteer dan Aangepaste modus
en vink het Lettertypes selectievakje op het tabblad
Hulpprogramma uit.
1
Selecteer Aangepaste modus.
2
Volg de instructies in het venster van de installatiewizard, selecteer
de softwarepakketten die moeten worden geïnstalleerd en
specificeer de poort, enz.
Zie voor meer informatie Aangepaste installatie in de printerdriver
gebruikershandleiding op de cd-rom.
3-16
Aansluiten en afdrukken
Installatie op een Macintosh
Dit hoofdstuk legt uit hoe de printerdriver op een MAC OS X 10.6besturingssysteem geïnstalleerd moet worden.
1
2
Schakel de printer en de Macintosh in.
3
4
Dubbelklik op het cd-rom pictogram.
5
Dubbelklik op OS X x.x.
6
Het installatieprogramma van de printerdriver start.
7
Kies Bestemming selecteren, Installatietype en installeer
vervolgens de printerdriver zoals aangegeven door de instructies in
de installatiesoftware.
Plaats de bijgeleverde cd-rom (Product Library) in het cdromstation.
Dubbelklik op OS X 10.2 and 10.3 Only, OS X 10.4 Only of OS X
10.5 or higher afhankelijk van uw MAC OS-versie.
Opmerking Behalve Eenvoudige installatie, omvatten de
Installatietype opties Aangepaste installatie, waarmee u de
te installeren onderdelen kunt specificeren.
BELANGRIJK Voer in het scherm Verificatie de naam en het
wachtwoord in die worden gebruikt voor het besturingssysteem.
Hiermee is de installatie van de printerdriver voltooid. Specificeer
vervolgens de afdrukinstellingen.
Als er een IP- of AppleTalk-verbinding gebruikt wordt, zijn de
onderstaande instellingen vereist. Indien een USB-verbinding wordt
gebruikt, wordt de printer automatisch herkend en verbonden.
Aansluiten en afdrukken
3-17
8
Open Systeemvoorkeuren en kies Afdrukken en Faxen.
9
Klik op het plus-symbool (+) om de geïnstalleerde printerdriver toe te
voegen.
10 Kies het IP-icoon voor een IP-verbinding of het AppleTalk-icoon voor
een AppleTalk-verbinding en voer dan het IP-adres en de
printernaam in.
Kiest u het AppleTalk-icoon voor een AppleTalk-verbinding, voer dan
de printernaam in.
Opmerking Het AppleTalk-icoon wordt niet weergegeven bij
Mac OS X 10.6.
Kies het standaardicoon voor een Bonjour-verbinding en selecteer
de printer waarvoor Bonjour verschijnt onder Verbinding.
11 Selecteer de geïnstalleerde printerdriver en kies Voeg toe.
3-18
Aansluiten en afdrukken
12 Selecteer de beschikbare opties voor de printer en kies Ga door.
13 De geselecteerde printer wordt toegevoegd. Hiermee is de
procedure voor de printerinstelling voltooid.
Aansluiten en afdrukken
3-19
Afdrukken
Dit hoofdstuk legt de afdrukpocedure uit vanuit een softwareprogramma.
U kunt de afdrukinstellingen van ieder tabblad specificeren op KX Driver.
KX Driver is opgeslagen op de cd-rom (Product Library). Raadpleeg voor
meer informatie de Printer Driver User Guide op de cd-rom.
Over KX Driver
KX Driver bestaat uit de volgende tabbladen.
Snel afdrukken
Gebruik deze tab om standaard afdrukopties toe te wijzen aan
groepsprofielen die snel en eenvoudig kunnen worden gebruikt.
Basis
Gebruik deze tab om de paginagrootte en de afdrukrichting te
selecteren. Ook de papierbron en dubbelzijdig afdrukken worden
geselecteerd.
Indeling
Gebruik deze om meerdere pagina's per vel te maken. Bevat ook de
schaalfunctie.
Imaging
Selecteer dit tabblad om de afdrukkwaliteit en de instellingen voor
lettertypen en afbeeldingen te wijzigen.
Publiceren
Gebruik deze om omslagen of invoegbladen toe te voegen aan uw
afdrukken. U kunt ook een transparantenset maken met een leeg of
afgedrukt vel daartussen door gebruik te maken van Transparantieinterleaving.
Geavanceerd
Gebruik deze om watermerken in te stellen en toe te voegen aan uw
afdrukken. Op dit tabblad bevinden zich de PRESCRIBE-commando's
naar de uitvoer bij gebruik van de functie Prologue/Epilogue.
Afdrukken vanuit applicaties
Hieronder worden de stappen beschreven die nodig zijn voor het
afdrukken van een document dat met een applicatie gemaakt is. U kunt
het papierformaat voor de afdrukken selecteren.
Opmerking U kunt ook de verschillende instellingen selecteren
door te klikken op Eigenschappen om het dialoogvenster
Eigenschappen te openen.
1
2
3-20
Plaats het gewenste papier in de papiercassette.
Selecteer vanuit de applicatie in het menu Bestand de functie
Afdrukken. Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt.
Aansluiten en afdrukken
Aansluiten en afdrukken
3
Klik op de vervolgkeuzelijst met printernamen. Alle printers die zijn
geïnstalleerd, staan vermeld. Klik op de naam van de printer.
4
Voer bij Aantal exemplaren het aantal afdrukken in dat u wilt maken.
Er kunnen maximaal 999 exemplaren worden afgedrukt. Voor
Microsoft Word wordt aanbevolen dat u op Opties klikt en als
Standaardpapierlade Printerinstellingen gebruiken specificeert.
5
Klik op OK om te beginnen met afdrukken.
3-21
Status Monitor
De Status Monitor bewaakt de printerstatus en voorziet in een
doorlopend functioneringsrapport. Het stelt u ook in de gelegenheid om
instellingen voor printers te specificeren en te wijzigen die niet in de KX
driver voorkomen.
De Status Monitor wordt automatisch geïnstalleerd tijdens de KX driver
installatie.
Toegang tot de Status Monitor
Gebruik een van onderstaande methodes voor het starten van de Status
Monitor.
•
•
Start wanneer het afdrukken begint:
Wanneer u een printer specificeert en een afdruktaak start, wordt
een Status Monitor gestart voor iedere printernaam. Als een Status
Monitor-start wordt vereist voor meerdere printers, wordt een Status
Monitor gestart voor iedere printer die dat verzoek uitvaardigt.
Start vanuit KX Driver Eigenschappen:
Kies Afdrukvoorkeuren in het dialoogvenster Eigenschappen.
Selecteer de tab Geavanceerd en kies Status Monitor om het
venster Status Monitor te openen. Kies Status Monitor openen om
de Status Monitor te starten.
Verlaten van de Status Monitor
Gebruik een van onderstaande methodes voor het verlaten van de
Status Monitor.
•
•
Handmatig verlaten:
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de Status Monitor
in de taakbalk en kies Verlaten in het menu, voor het verlaten van
de Status Monitor.
Automatisch verlaten:
De Status Monitor sluit automatisch na 5 minuten als deze niet wordt
gebruikt.
Schermoverzicht
Het schermoverzicht van de Status Monitor is als volgt.
Pop-upvenster
3D-Beeld
Pictogram Status
Monitor
Pop-upvenster
Als een gebeurtenismelding zich voordoet, verschijnt een popupvenster. Dit venster verschijnt alleen als het 3D-Beeld geopend is op
het bureaublad.
3-22
Aansluiten en afdrukken
3D-Beeld
Dit laat de status van de bewaakte printer zien als een 3D-afbeelding. U
kunt kiezen om het 3D-beeld te laten zien of te verbergen in het
weergegeven menu wanneer u met de rechtermuisknop op het
pictogram van de Status Monitor klikt.
Als een gebeurtenismelding zich voordoet, worden het 3D-beeld en een
geluidsmelding gebruikt om u in kennis te stellen. Raadpleeg voor meer
informatie over de geluidsmelding Instellingen Status Monitor op
pagina 3-24.
Pictogram Status Monitor
Het Status Monitor pictogram wordt weergegeven in het meldingsgebied
van de taakbalk wanneer de Status Monitor loopt. Wanneer u de cursor
over het pictogram beweegt, verschijnt de printernaam.
Aansluiten en afdrukken
3-23
Instellingen Status Monitor
De Status Monitor heeft twee tabbladen waar u instellingen kunt
configureren. Gebruik de Voorkeur functie voor het instellen van de
Status Monitor.
Tabblad geluidsmelding
Het tabblad Gebeurtenismelding bevat de volgende onderdelen.
BELANGRIJK Uw computer vereist geluidsmogelijkheden zoals een
geluidskaart en luidsprekers om de instellingen op het tabblad
Geluidsmelding te kunnen bevestigen.
Gebeurtenismelding inschakelen
Kies in- of uitschakelen van gebeurtenissenbewaking in Gebeurtenissen
beschikbaar.
Geluidsbestand
Een geluidsbestand kan geselecteerd worden als u een kennisgeving
met geluid wilt ontvangen. Kies Bladeren om het geluidsbestand te
zoeken.
Gebruik tekst naar spraak
Kies dit selectievakje om uw tekst in te voeren die u wilt horen tijdens
gebeurtenissen. Hoewel een geluidsbestand niet nodig is, is deze
functie alleen toepasbaar voor Windows XP of later.
Neem de volgende stappen om deze functie te gebruiken.
1
2
Kies Inschakelen gebeurtenismelding.
3
Kies Bladeren om de gebeurtenis te melden door een
geluidbestand.
Selecteer een gebeurtenis of geluidsbestand die gebruikt moet
worden met de optie tekst naar spraak in Beschikbare
gebeurtenissen.
Opmerking De beschikbare bestandsopmaak is WAV.
Kies Gebruik tekst naar spraak om tekst die ingegeven is in het
vakje Tekst naar spraak uit te spreken wanneer een gebeurtenis
plaatsvond.
4
3-24
Kies
om het juist afspelen van het geluid of de tekst te
bevestigen.
Aansluiten en afdrukken
Tabblad Uiterlijk
Het tabblad Uiterlijk bevat de volgende onderdelen.
Venster vergroten
Verdubbelt het formaat van het Status Monitor venster.
Altijd op voorgrond
Geeft de Status Monitor bovenop andere geopende vensters.
Transparant
Geeft de Status Monitor als een transparant venster weer.
Aansluiten en afdrukken
3-25
Software verwijderen (Windows PC)
De software kan worden verwijderd m.b.v. de cd-rom (Product Library)
die bij de printer is geleverd.
BELANGRIJK Op Macintosh computers kan de software niet
worden verwijderd m.b.v. de cd-rom (Product Library), omdat de
printerinstellingen worden gespecificeerd m.b.v. een PPD (PostScript
Printer Description) -bestand.
1
2
Sluit alle actieve softwareapplicaties af.
3
Volg de procedure die u heeft gebruikt om de printerdriver te
installeren en kies Software verwijderen. De Uninstaller
wizard verschijnt.
4
5
Selecteer de te verwijderen softwareprogramma's.
Plaats de bijgeleverde cd-rom (Product Library) in het cd-romstation.
In Windows 7, Windows Server 2008 en Windows Vista verschijnt
mogelijk het venster voor gebruikersaccountbeheer. Kies Toestaan.
Kies Verwijderen.
Opmerking Als KMnet Viewer of KM-NET for Direct Printing
is geïnstalleerd, worden voor elke toepassing afzonderlijke
uninstallers gestart. Ga verder met de stappen voor het
verwijderen van elke toepassing volgens de instructies op het
scherm.
De uninstaller start.
6
Als het scherm Verwijderen voltooid verschijnt, selecteert u
Voltooien.
7
Als het scherm Systeem opnieuw opstarten verschijnt, kiest u of u
uw computer wilt herstarten of niet, en klikt u op Voltooien.
Opmerking De software kan verwijderd worden in het
Startmenu.
Start de uninstaller door te kiezen start > Alle programma’s >
Product Library verwijderen, en verwijder de
software.
3-26
Aansluiten en afdrukken
4
Onderhoud
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe de tonercontainer vervangen moet
worden en hoe de printer gereinigd moet worden.
Algemene informatie
Vervanging tonercontainer
Vervanging van het onderhoudspakket
De printer reinigen
Langdurig niet gebruiken en verplaatsen van de printer
Onderhoud
4-2
4-2
4-5
4-6
4-9
4-1
Algemene informatie
In dit hoofdstuk worden basis onderhoudstaken beschreven die u op de
printer kunt uitvoeren. U kunt de tonercontainer vervangen bij een
bericht op het printerscherm:
De interne onderdelen dienen tevens regelmatig gereinigd te worden.
Opmerking Verzamelen van informatie op geheugenchips - De
geheugenchip die aan de tonercontainer vast zit, is ontwikkeld om
het gemak voor de eindgebruiker te vergroten, om hergebruik van
lege tonercontainers te ondersteunen en om informatie te
verzamelen ter ondersteuning van nieuwe productplanning en ontwikkeling. De verzamelde informatie is anoniem - het kan met
niemand in verband gebracht worden en de gegevens worden
vertrouwelijk behandeld.
Vervanging tonercontainer
Het bericht geeft de tonerstatus op twee momenten van het tonergebruik
aan.
•
•
Wanneer de printer te weinig toner krijgt, verschijnt het bericht
Toner laag. Merk op dat vervanging op dit moment niet altijd nodig
is.
Als u de bovenstaande status negeert en doorgaat met afdrukken,
dan verschijnt vlak voor de toner op is het bericht Vervang toner
Reinig printer. De tonercontainer dient onmiddellijk vervangen
te worden.
Vervang in beide gevallen de tonercontainer.
Hoe vaak moet de tonercontainer worden vervangen
Volgens de ISO/IEC-normen 19798 en met de EcoPrint-functie
uitgeschakeld, kan de tonercontainer 7.200 pagina's afdrukken.
U kunt een statuspagina afdrukken om te controleren hoeveel toner zich
nog in de tonercontainer bevindt. Het gedeelte Tonerniveau op de
statuspagina voor verbruiksartikelen toont een voortgangsbalk, die
ongeveer aangeeft hoeveel toner er nog in de tonercontainer zit.
Starttonercontainer
De tonercontainer die verpakt zit bij de nieuwe printer moet het systeem
vullen wanneer het voor de eerste keer gebruikt wordt. Daardoor kan
slechts 32% van de starttonerkit gebruikt worden om af te drukken. De
bij de printer bijgeleverde tonercontainer kan ongeveer de volgende
aantallen afdrukken: 2.300 pagina's.
Tonerpakketten
Wij raden u aan om voor de beste resultaten alleen originele UTAX
onderdelen en -voorraad te gebruiken. Indien schade is onstaan door
gebruik van een andere toner dan een originele UTAX GmbH toner, dan
valt deze schade buiten de garantie.
Een nieuw tonerpakket bevat de volgende onderdelen:
•
•
•
4-2
Tonercontainer
Plastic wegwerpzak voor de oude tonercontainer
Installatiehandleiding
Onderhoud
Opmerking Haal de tonercontainer pas uit de doos als u klaar
bent om de container in de printer te plaatsen.
De tonercontainer vervangen
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de tonercontainer vervangt.
VOORZICHTIG De tonercontainer mag niet worden
verbrand. De vonken kunnen brandwonden veroorzaken.
BELANGRIJK Verwijder tijdens het vervangen van de
tonercontainer opslagmedia en computerbenodigdheden (zoals
diskettes) uit de buurt van de tonercontainer. Zo wordt schade aan de
media door de magnetische lading van de toner vermeden.
BELANGRIJK UTAX GmbH aanvaardt geen
aansprakelijkheid voor schade of problemen die voortkomen uit het
gebruik van andere tonercontainers dan de originele UTAXtonercontainers. Het is ook aanbevolen om voor een optimale prestatie
alleen UTAX-tonercontainers te gebruiken die speciaal bedoeld zijn
voor gebruik in uw land of regio. Als een tonercontainer voor een ander
land/regio wordt geïnstalleerd, zal de printer stoppen met afdrukken.
Opmerking U hoeft de printer niet uit te zetten voordat u met
het vervangen begint. Gegevens die zich al in het proces van
de printer bevinden, worden verwijderd als u de printer uit zet.
1
Open de bovenklep.
2
Draai de vergrendelingshendel in de ontgrendelingsstand. Duw de
vergrendelingshendel in de richting van het pijltje en trek de
tonercontainer naar buiten.
Opmerking Plaats de oude tonercontainer in de plastic zak
(bij het nieuwe tonerpakket meegeleverd) en gooi de zak later
weg volgens de plaatselijke regels of bepalingen voor het
weggooien van afval.
Onderhoud
4-3
4-4
3
Haal de nieuwe tonercontainer uit het tonerpakket. Schud de nieuwe
tonercontainer ten minste 5 keer (zie afbeelding) om de toner
gelijkmatig in de container te verspreiden.
4
Verwijder het etiket van de tonercontainer.
5
Installeer de nieuwe tonercontainer in de printer. Druk stevig op de
bovenkant van de container op de posities waar PUSH (drukken)
wordt aangeduid, totdat u een klik hoort.
6
7
Draai de vergrendelingshendel in de vergrendelingsstand.
Sluit de bovenklep.
Onderhoud
Vervanging van het onderhoudspakket
Wanneer het apparaat 100.000 pagina’s heeft afgedrukt, verschijnt een
bericht dat aangeeft dat de onderhoudskit moet worden vervangen. Het
onderhoudspakket dient onmiddellijk vervangen te worden.
Neem contact op met uw servicetechnicus voor vervanging van het
onderhoudspakket.
BELANGRIJK Wanneer de tonerafvalbak in de drumeenheid bijna
vol is, verschijnt Afvaltoner bijna vol. Vervang het
onderhoudspakket.
Onderhoud
4-5
De printer reinigen
Om problemen met de afdrukkwaliteit te voorkomen, moet telkens
wanneer de tonercontainer wordt vervangen, de binnenkant van de
printer worden gereinigd.
1
Open de bovenklep en voorklep.
2
Til de ontwikkelaar samen met de tonercontainer uit de printer.
3
Verwijder de drumeenheid uit de printer door de groene hendels met
beide handen vast te houden.
Ontwikkelaar
Drumeenheid
4-6
Opmerking De drumeenheid is gevoelig voor licht. Stel de
drumeenheid nooit langer dan vijf minuten bloot aan licht.
Onderhoud
4
Plaats de drumeenheid plat op een schone, vlakke ondergrond.
BELANGRIJK Plaats de drumeenheid niet op de zijkant.
5
Gebruik een schone, pluisvrije doek om stof en vuil van de metalen
registratierol te verwijderen.
BELANGRIJK Zorg ervoor dat u de transferrol (zwart) tijdens
het reinigen niet aanraakt.
6
Schuif de laderreiniger (groen) 2 of 3 keer heen en weer om de
laderdraad schoon te maken, en zet het terug in de uitgangspositie
(aangeduid met CLEANER HOME POSITION).
BELANGRIJK Verwijder bij de eerste keer schoonmaken de
plakband van de laderreiniger.
Zorg ervoor dat u na het reinigen de laderreiniger in de
uitgangspositie terugzet.
7
Onderhoud
Wanneer u klaar bent met reinigen, plaatst u de drumeenheid terug
in de uitgangspositie.
4-7
8
Plaats de ontwikkelaar terug op zijn positie, en breng de geleiders
aan beide uiteinden in lijn met de sleuven van de printer. Sluit
daarna de voorklep en bovenklep.
9
Gebruik een pluisvrije doek om stof en vuil uit de ventilatieopening
aan de rechterkant van het apparaat te verwijderen.
Ventilatieopening
4-8
Onderhoud
Langdurig niet gebruiken en verplaatsen van
de printer
Langdurig niet gebruiken
Als u de printer voor langere tijd niet gebruikt, verwijdert u het netsnoer
uit het stopcontact.
Wij raden u aan contact met uw dealer op te nemen over de aanvullende
stappen die u moet ondernemen om mogelijke schade te voorkomen,
die kan optreden wanneer de printer de volgende keer gebruikt wordt.
De printer verplaatsen
Wanneer u de printer verplaatst:
•
•
•
Voorzichtig verplaatsen.
De printer zo horizontaal mogelijk houden om te voorkomen dat er
toner in de printer terechtkomt.
Zorg ervoor dat u een servicetechnicus om advies vraagt voordat u
de printer over een lange afstand gaat vervoeren.
WAARSCHUWING Als u de printer wilt verzenden,
verwijdert u de ontwikkelaar en de drumeenheid, verpakt u
deze in een plastic zak en verzendt u deze apart van de
printer.
Onderhoud
4-9
4-10
Onderhoud
5
Problemen oplossen
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u printerproblemen kunt oplossen,
foutmeldingen kunt begrijpen en papierstoringen kunt oplossen.
Algemene richtlijnen
Problemen met de afdrukkwaliteit
Foutmeldingen
Ready-, Data- en Attention-lampjes
Papierstoringen oplossen
Problemen oplossen
5-2
5-3
5-5
5-10
5-11
5-1
Algemene richtlijnen
In de onderstaande tabel staan basisoplossingen voor problemen die bij
de printer kunnen optreden. Voordat u service voor reparatie belt, raden
wij u aan eerst deze tabel te raadplegen om problemen op te lossen.
Symptoom
Te controleren items
Correctie
Afdrukkwaliteit is slecht.
–
Selecteer de modus halve snelheid met de
printerdriver.
Raadpleeg Problemen met de afdrukkwaliteit op
pagina 5-3.
Tekst ontbreekt op de
Windows-testpagina.
–
Dit is een specifiek probleem van Windows. Het is
geen printerprobleem. Het heeft geen invloed op de
printkwaliteit.
Papier is vastgelopen.
–
Raadpleeg Papierstoringen oplossen op pagina 511.
Er branden geen lampjes
op het bedieningspaneel,
zelfs niet wanneer de
printer aan staat, en de
ventilator maakt geen
geluid.
Controleer of het netsnoer goed op het Beide uiteinden van het netsnoer goed vastmaken.
stopcontact is aangesloten.
Probeer het netsnoer te vervangen. Raadpleeg de
Installatiehandleiding voor meer informatie.
Controleer of de aan/uit-schakelaar
Aan ( | ) staat.
Raadpleeg de Installatiehandleiding voor meer
informatie.
De printer drukt een
statuspagina af maar de
gegevens van de
computer worden niet
afgedrukt.
Controleer de programmabestanden
en de applicatiesoftware.
Probeer een ander bestand af te drukken of een
andere afdrukopdracht te gebruiken. Als het
probleem zich bij een bepaald bestand of een
specifieke applicatie voordoet, controleert u de
printerinstellingen van de applicatie.
Controleer de interfacekabel.
Maak beide uiteinden van de interfacekabel goed
vast. Probeer de printerkabel te vervangen.
Raadpleeg de Installatiehandleiding voor meer
informatie.
Controleer of de temperatuur in de
omgeving van de printer laag is of dat
het papier dat is gebruikt vochtig is
geworden.
Afhankelijk van de bedrijfsomgeving van de printer
en de conditie van het papier kan vocht in het
bedrukte papier verdampen door de hitte die
ontstaat tijdens het printen, waardoor er damp uit de
printer komt. In dit geval kunt u zonder problemen
doorgaan met afdrukken.
Om dit te verhelpen verhoogt u de temperatuur in de
ruimte en gebruikt u papier dat is bewaard op een
droge plaats.
Er verschijnt damp in de
buurt van de bovenste
lade.
Tips
Printerproblemen kunnen gemakkelijk worden opgelost met behulp van
onderstaande tips. Wanneer u een probleem tegenkomt dat met de
bovenstaande richtlijnen niet kan worden opgelost, probeert u het
volgende:
•
•
•
5-2
Start de computer, die u gebruikt om afdruktaken naar de printer te
sturen, opnieuw op.
Zorg ervoor dat u over de nieuwste versie van de printerdriver
beschikt en deze gebruikt. De nieuwste versies van printerdrivers en
hulpprogramma's zijn beschikbaar op:
http://www.utax.com
Zorg ervoor dat de afdrukprocedures in de applicatiesoftware correct
worden opgevolgd. Raadpleeg de documentatie die met de
applicatiesoftware is meegeleverd.
Problemen oplossen
Problemen met de afdrukkwaliteit
In de tabellen en diagrammen van de volgende gedeelten worden
problemen met de afdrukkwaliteit gedefinieerd en vindt u de correcties
die u kunt uitvoeren om de problemen op te lossen. Bij sommige
oplossingen dient u onderdelen van de printer te reinigen of te
vervangen.
Als het probleem niet wordt opgelost door de voorgestelde correctie, belt
u dan een servicevertegenwoordiger.
Afgedrukte resultaten
Correctie
Geheel lege afdruk
Controleer de tonercontainer.
Open de voorklep en controleer of de tonercontainer goed in de printer
is geplaatst. Raadpleeg Vervanging tonercontainer op pagina 4-2.
Geheel zwarte pagina
Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger.
Dropouts, afgedwaalde punten
Drumeenheid of ontwikkelaar kunnen beschadigd zijn. Als het
probleem zelfs na het printen van een aantal pagina's niet opgelost is,
bel dan een servicevertegenwoordiger.
Verticale strepen
Controleer de tonercontainer en vervang zonodig. Raadpleeg
Vervanging tonercontainer op pagina 4-2.
Maak de laderdraad schoon. Raadpleeg De printer reinigen op
pagina 4-6.
Controleer of de laderreiniger van de drumeenheid in de
oorspronkelijke stand staat. Raadpleeg De printer reinigen op pagina 46.
Problemen oplossen
5-3
Afgedrukte resultaten
Correctie
Vage of onduidelijke afdrukken
Controleer de tonercontainer en vervang zonodig. Raadpleeg
Vervanging tonercontainer op pagina 4-2.
Maak de laderdraad schoon. Raadpleeg De printer reinigen op
pagina 4-6.
Grijze achtergrond
Controleer de tonercontainer en vervang zonodig. Raadpleeg
Vervanging tonercontainer op pagina 4-2.
Controleer of de verwerkingseenheid en de drumeenheid goed zijn
geïnstalleerd. Raadpleeg De printer reinigen op pagina 4-6.
Vuil op de bovenrand of achterkant van Als het probleem zelfs na het printen van een aantal pagina's niet is
het papier
opgelost, maak dan de registratierol schoon. Raadpleeg De printer
reinigen op pagina 4-6.
Als het probleem na het reinigen niet opgelost is, bel dan een
servicevertegenwoordiger.
Afdrukken onvolledig of op verkeerde
plaats
Controleer of de printerinstellingen in de applicatie en de printerdriver
juist zijn.
Controleer of het probleem wordt veroorzaakt door een PRESCRIBE
opdrachtfout. Als dit probleem zich alleen met een bepaald bestand of
programma voordoet, is de meest voor de hand liggende oorzaak een
fout in een opdrachtparameter of een opdrachtschrijffout.
5-4
Problemen oplossen
Foutmeldingen
In de volgende tabel staan foutmeldingen en onderhoudsberichten die u
zelf kunt corrigeren en uitvoeren.
Indien Call service of Fout.Uit en aan wordt weergegeven, zet u
de printer uit en weer aan om te kijken of de printer zich hersteld heeft.
Als het bericht nog steeds wordt weergegeven, schakelt u de printer uit,
ontkoppelt u het netsnoer en neemt u contact op met uw
servicevertegenwoordiger of erkend servicebedrijf.
Bij sommige fouten hoort u het alarm. Druk op [Cancel] om het alarm uit
te zetten.
Bericht
Plts pap MF-lade
Call service
F###:
Bel service
####:0123456
Correctie
Het papier in de weergegeven papierbron is op. Plaats papier in de weergegeven bron
(papiercassettes, multifunctionele lade of optionele papierinvoer). Dit bericht wordt om en
om weergegeven met berichten die de printerstatus aangeven, zoals Klaar, Een
ogenblik, en Bezig m verwerkn.
F### staat voor een controller-fout (#=0, 1, 2, ...). Bel een servicevertegenwoordiger. De
printer werkt niet wanneer dit bericht wordt weergegeven.
#### staat voor een mechanische fout (#=0, 1, 2, ...). Bel een servicevertegenwoordiger.
De printer werkt niet wanneer dit bericht wordt weergegeven. Het totale aantal afgedrukte
pagina's wordt tevens aangegeven, bijvoorbeeld 0123456.
Wordt weergegeven wanneer gegevens worden geannuleerd.
Data wrdn gewist
Papiercassette #
is leeg
Reinig printer
Druk op GO
De overeenkomende papiercassette is niet geplaatst. Plaats de cassette. Het
cassettenummer kan 1 (bovenste) tot 4 (onderste) zijn.
Reinig de binnenkant van de printer. Raadpleeg De printer reinigen op pagina 4-6.
Dit bericht wordt weergegeven wanneer u de tonercontainer heeft vervangen nadat het
bericht Vervang toner Reinig printer is weergegeven. Druk nadat u de
binnenkant van de printer heeft gereinigd op [GO]. De printer is nu klaar om af te
drukken.
De bovenklep van de printer staat open. Sluit de bovenklep van de printer.
Sluit
bovenklep
USB in gebr.
Duplex uit
Druk op GO
Fout.Uit en aan
F###
Problemen oplossen
Dit bericht wordt weergegeven wanneer Appar. verwijd. werd geselecteerd terwijl
een USB-geheugen in gebruik was.
Het vorige scherm wordt opnieuw 1 of 2 seconden weergegeven.
U heeft geprobeerd af te drukken met een papierformaat en papiersoort dat niet kan
worden gebruikt voor dubbelzijdig afdrukken. Druk op [GO] om alleen op één kant van
het papier af te drukken.
U kunt een ander papierformaat en soort kiezen door te drukken op U of V. U kunt ook
drukken op [MENU] en de lade-instelling in het menu veranderen, waardoor de fout
automatisch wordt geannuleerd en het afdrukken verder gaat. Tegelijkertijd gaat het
[ATTENTION] lampje aan en het [READY] lampje begint te knipperen.
Schakel het apparaat uit en weer in. Als het bericht nog steeds wordt weergegeven,
schakelt u het apparaat uit en neemt u contact op met uw servicevertegenwoordiger of
erkend servicebedrijf.
5-5
Bericht
Correctie
Error.Power off.
F000
De printercontroller en het bedieningspaneel kunnen geen data uitwisselen. Schakel de
printer uit en ontkoppel hem van de netvoeding. Neem hierna contact op met uw
servicevertegenwoordiger of erkend servicebedrijf. Zie de achterste pagina van deze
handleiding voor de relevante telefoonnummers.
Formatteringfout
Geheugenkaart
De in de printer geplaatste CF-kaart is niet geformatteerd en kan daarom niet worden
gebruikt om te lezen of schrijven. Volg om een CF-kaart te formatteren de procedure in
het gedeelte Geheugenkaart (Gebruik van de geheugenkaart) in de English Operation
Guide.
Installeer onderh.kit
Vervang de onderhoudskit die op het berichtenscherm wordt weergegeven. De
onderhoudskit dient om de 100.000 afgedrukte pagina's te worden vervangen door een
professionele servicetechnicus. Neem contact op met uw servicetechnicus.
KPDL-fout
##
Druk op GO
Het huidige afdrukproces kan niet worden voortgezet, als gevolg van een KPDL-fout die
in de categorie ## valt. Geef voor het afdrukken van een foutenoverzicht in het
systeemmenu >>Foutenrapport weer en selecteer Aan. Druk op [GO] om verder te
gaan met afdrukken. U kunt ophouden met afdrukken door op [Cancel] te drukken.
Als Auto fout wissen op Aan ingesteld staat, wordt het afdrukken na een vooraf
ingestelde periode automatisch hervat.
De papiercassette met het papierformaat en de papiersoort van de afdruktaak is leeg.
Laad papier in de papiercassette die op de plaats van # wordt weergegeven. Druk op
[GO] om verder te gaan met afdrukken.
Als u vanuit een andere papierbron wilt afdrukken, drukt u op U of V om Gebrk
alternat? weer te geven. U kunt dan de bron voor de papierinvoer wijzigen. Als u een
papierbron heeft geselecteerd en op [MENU] heeft gedrukt, verschijnt Papierinst.>.
Als u op U drukt, verschijnt het menu met de instellingen voor de papiersoort. Druk na
het instellen van de juiste papiersoort op [OK]. Het afdrukken begint nu.
Vul pap.cass. #
(A4)/(NORMAAL)
Er is geen papiercassette in de printer geïnstalleerd die overeenkomt met het
papierformaat en de papiersoort van de afdruktaak. Plaats papier in de multifunctionele
lade. Druk op [GO] om verder te gaan met afdrukken. (Let op: als u papier invoert met
een papierformaat dat niet overeenkomt met het huidige papierformaat van de
multifunctionele lade, kan het papier vastlopen.)
Als u vanuit een andere papierbron wilt afdrukken, drukt u op U of V om Gebrk
alternat? weer te geven. U kunt dan de bron voor de papierinvoer wijzigen. Als u een
papierbron heeft geselecteerd en op [MENU] heeft gedrukt, verschijnt Papierinst.>.
Als u op U drukt, verschijnt het menu met de instellingen voor de papiersoort. Druk na
het instellen van de juiste papiersoort op [OK]. Het afdrukken begint nu.
Vul MF Lade
(A4)/(NORMAAL)
Dit bericht wordt weergegeven wanneer Laag werd geselecteerd in Beveiligingsniveau.
Lage beveiliging
De totale hoeveelheid door de printer ontvangen gegevens overschrijdt het interne
geheugen van de printer.
Probeer geheugen toe te voegen. Druk op [GO] om verder te gaan met afdrukken. U kunt
ophouden met afdrukken door op [Cancel] te drukken.
Als Auto fout wissen op Aan ingesteld staat, wordt het afdrukken na een vooraf
ingestelde periode automatisch hervat.
Geheugen vol
Druk op GO
Geh.kaart Fout
Druk op GO
##
Fout geheugenkaart 20
5-6
Er is een fout op de CompactFlash (CF)-kaart opgetreden. Bekijk de foutcode die op de
plaats van ## staat en raadpleeg CompactFlash (CF)-kaart en USB-flashgeheugen
fouten op pagina 5-9. Wilt u de fout op de CF-kaart negeren, dan drukt u op [GO].
De CompactFlash (CF)-kaart is per ongeluk in en uit de slot van de printer gedaan terwijl
de printer aanstond. Schakel het apparaat uit en weer in.
Problemen oplossen
Bericht
Ontwikkeleenheid
ontbreekt
Slechts 1 ex.
Druk op GO
Correctie
De ontwikkeleenheid is niet geïnstalleerd of niet correct geplaatst. Plaats de
ontwikkeleenheid goed in het apparaat.
Er kan maar één exemplaar worden afgedrukt, omdat de RAM-schijf is uitgeschakeld of
omdat de harde schijf niet is geïnstalleerd. Er is geen ruimte op de RAM-schijf of harde
schijf beschikbaar. Verwijder onnodige bestanden. Druk op [GO] om een foutenoverzicht
af te drukken.
Wordt weergegeven wanneer de geïnstalleerde toner een origineel UTAX-product is.
Originele toner
geïnstall.
Papierstoring
###################
Fout papierpad
Data te complex
Druk op GO
RAM-schijffout##
Druk op GO
Vervang toner
Reinig printer
Er heeft zich een papierstoring voorgedaan. De locatie van de papierstoring wordt
aangegeven op de plaats van #. Raadpleeg Papierstoringen oplossen op pagina 5-11
voor meer informatie.
Als er één of meer optionele invoereenheden zijn geïnstalleerd, verschijnt dit bericht als
een van de papierinvoereenheden of de printercassette boven de geselecteerde niet
goed gesloten is.
De afdruktaak die naar de printer is overgebracht, is te ingewikkeld om op een pagina te
kunnen afdrukken. Druk op [GO] om verder te gaan met afdrukken. (Het kan zijn dat er
op sommige plaatsen automatisch een pagina-einde wordt ingevoegd.).
U kunt ophouden met afdrukken door op [Cancel] te drukken.
Als Auto fout wissen op Aan ingesteld staat, wordt het afdrukken na een vooraf
ingestelde periode automatisch hervat.
Er is een fout op de RAM-schijf opgetreden. Bekijk de foutcode die op de plaats van ##
staat en raadpleeg Foutcodes met betrekking tot opslag op pagina 5-9. Wilt u de fout op
de RAM-schijf negeren, dan drukt u op [GO].
Toner in de tonercontainer is op. Vervang de tonercontainer met behulp van een nieuwe
tonerset. De printer werkt niet wanneer dit bericht wordt weergegeven.
Vervang de tonercontainer met behulp van een nieuwe tonerset.
Toner laag
Onbekende toner
geïnstall.
OnbekendeTonerPC
Fout USB-gehg.##
Druk op GO
Gebrk alternat?
Pap.cass. 1
Problemen oplossen
Wordt weergegeven wanneer de geïnstalleerde toner geen origineel UTAX-product is.
Installeer een originele UTAX-toner.
Dit bericht wordt weergegeven indien de regiospecificatie van de geïnstalleerde
tonercontainer niet overeenkomt met die van de printer. De printer stopt dan met
afdrukken.
Gebruik uitsluitend UTAX-tonercontainers die specifiek bestemd zijn voor gebruik in uw
land of regio.
Er is een fout opgetreden in het USB-flashgeheugen. Bekijk de foutcode die op de plaats
van ## staat en raadpleeg CompactFlash (CF)-kaart en USB-flashgeheugen fouten op
pagina 5-9. Druk op [GO] om de printer naar de status online te doen terugkeren.
Wanneer de cassette geen papier bevat dat overeenkomt met de afdrukgegevens
(papierformaat en -soort), kunt u aan de hand van dit bericht een andere cassette
specificeren om te gebruiken. Een papierbronnummer wordt enkel weergegeven
wanneer een optionele papierinvoereenheid is geïnstalleerd. Raadpleeg om af te
drukken van een andere papierbron het gedeelte Papier invoermodus (Instelling van de
papier invoerbron) in de English Operation Guide.
5-7
Bericht
Correctie
De tonerafvalbak in de drumeenheid is bijna vol. Vervang de onderhoudskit.
Afvaltoner bijna vol
ID-fout
Verkeerd
wachtwoord
5-8
De ID of het wachtwoord ingevoerd voor de Beveiliging of Beheerderfunctie is niet
correct. Controleer de ID of het wachtwoord.
Voor meer informatie, raadpleeg het hoofdstuk Beveiliging en Beheer
(Beheerderinstellingen) in de English Operation Guide.
Het wachtwoord komt niet overeen met het ingestelde wachtwoord. Voer het correcte
wachtwoord in. Voor meer informatie, raadpleeg het hoofdstuk Beveiliging en Beheer
(Beheerderinstellingen) in de English Operation Guide.
Problemen oplossen
Foutcodes met betrekking tot opslag
CompactFlash (CF)-kaart en USB-flashgeheugen fouten
Code
Betekenis
01
De printer ondersteunt de geplaatste CF-kaart niet, of de CF-kaart is defect.
Plaats de correcte CF-kaart.
Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte Geheugenkaart (Gebruik van
de geheugenkaart) in de English Operation Guide.
02
De CF-kaart is niet geïnstalleerd. Controleer nogmaals de vereisten voor het
gebruik van het systeem en de CF-kaart.
03
De CF-kaart is beveiligd tegen schrijven. Controleer de status van de CFkaart.
04
Er is onvoldoende ruimte op de CF-kaart. Verwijder onnodige bestanden of
gebruik een nieuwe CF-kaart.
05
Het opgegeven bestand staat niet op de CF-kaart of het USBflashgeheugen.
06
Er is onvoldoende printergeheugen om het CF-kaartsysteem te
ondersteunen. Breid het printergeheugen uit.
50
Het USB-flashgeheugen is beveiligd tegen schrijven, of ongeldig. Controleer
de status van het USB-flashgeheugen.
Fouten met betrekking tot de RAM-schijf
Problemen oplossen
Code
Betekenis
01
Formatteringfout. Zet de stroom uit en weer aan.
02
RAM DISK-modus staat Uit. Zet de RAM disk-modus Aan via het
bedieningspaneel.
04
Geen schijfruimte. Verwijder onnodige bestanden.
05
Opgegeven bestand staat niet op schijf.
06
Onvoldoende printergeheugen om het RAM disk-systeem te ondersteunen.
Breid het printergeheugen uit.
5-9
Ready-, Data- en Attention-lampjes
De volgende lampjes gaan branden tijdens normaal gebruik en als de
printer aandacht nodig heeft. Afhankelijk van de status van de verlichting
heeft elk lampje de volgende betekenis:
Lampje
Beschrijving
Knipperend. Geeft een fout aan die u kunt oplossen.
Raadpleeg Foutmeldingen op pagina 5-5.
Aan. Geeft aan dat de printer klaar is. De printer drukt de
gegevens die hij ontvangt af.
Uit. [Cancel] werd ingedrukt terwijl Klaar weergegeven
werd. Gegevens kunnen worden ontvangen maar worden
niet afgedrukt. Om het afdrukken te hervatten, drukt u
nogmaals op [Cancel].
Het afdrukken wordt gestopt.
Geeft ook aan dat er papier vastgelopen is, dat de toner op
is, dat de klep open staat enzovoort.
Knipperend. Geeft aan dat er gegevens worden
ontvangen.
Aan. Geeft aan dat ontvangen gegevens worden verwerkt
voordat het afdrukken begint, of dat ontvangen gegevens
worden geschreven naar of gelezen van een
CompactFlash (CF)-kaart, RAM-schijf of USBflashgeheugen.
Knipperend. Geeft aan dat de printer klaar is om af te
drukken wanneer Een ogenblik weergegeven wordt.
Geeft ook aan dat de betreffende papiercassette niet
geplaatst is.
Geeft aan dat de printer onderhoud nodig heeft zoals
papier toevoegen, de printer reinigen, de onderhoudskit
vervangen, de tonercontainer voorbereiden of de CF-kaart
formatteren.
Aan.Geeft aan dat er papier vastgelopen is, dat de toner op
is, dat de klep open staat enzovoort. Als in het bericht Druk
op GO staat, druk dan op [GO] om het afdrukken te
hervatten.
De ID of het wachtwoord ingevoerd voor de Beveiligings-,
Beheerders- of Taakaccounting-functie is niet correct.
Controleer de ID of het wachtwoord en voer de juiste ID of
het juiste wachtwoord in.
5-10
Problemen oplossen
Papierstoringen oplossen
Als papier in het papiertransportsysteem is vastgelopen, of als er
helemaal geen papier is doorgevoerd, verschijnt het bericht
Papierstoring met de locatie van de papierstoring (het onderdeel
waarin de papierstoring zich heeft voorgedaan). Status Monitor of
COMMAND CENTER kunnen de plek van de papierstoring lokaliseren
(het onderdeel waar de storing is opgetreden). Verwijder het
vastgelopen papier. Wanneer u het vastgelopen papier heeft verwijderd,
begint de printer weer met afdrukken.
Mogelijke locaties van papierstoringen
Onderstaande figuur laat de papierpaden van de printer zien, inclusief
de optionele papierinvoer. De locaties waar de papierstoringen zich
kunnen voordoen, worden hier tevens weergegeven, waarbij elke locatie
in de onderstaande tabel wordt uitgelegd. Papierstoringen kunnen zich
in meer dan één component langs de papierpaden voordoen.
Papierstoringsbericht
Locatie papierstoring
Beschrijving
Pagina
A
Papierstoring in de multifunctionele
lade.
pagina 5-13
B
Papierstoring in een papiercassette.
Het cassettenummer kan 1 zijn.
pagina 5-14
C
Papierstoring binnenin de
duplexeenheid.
pagina 5-15
Papierstoring
MF lade
Papierstoring
Papiercassette 1
Papierstoring
Duplexeenheid
Problemen oplossen
5-11
Papierstoringsbericht
Locatie papierstoring
Beschrijving
Pagina
D
Papierstoring binnenin de printer
pagina 5-16
E
Papierstoring bij de achterklep.
pagina 5-18
Papierstoring
Printer
Papierstoring
Achterklep
Algemene aandachtspunten bij het oplossen van
storingen
Houd rekening met de volgende aandachtspunten wanneer u papier
probeert te verwijderen:
VOORZICHTIG Trek niet te hard aan het papier, anders
scheurt het. Gescheurde stukjes papier zijn lastig te
verwijderen en kunnen gemakkelijk over het hoofd worden
gezien, waardoor de papierstoring niet kan worden
opgelost.
•
•
5-12
Als er regelmatig een papierstoring optreedt, kunt u een andere
papiersoort proberen, het papier vervangen door nieuw papier of de
papierstapel omdraaien. Het kan zijn dat de printer problemen
ondervindt als de papierstoringen blijven optreden nadat het papier
is vervangen.
Of de vastgelopen pagina's gewoon worden gereproduceerd
wanneer het afdrukken wordt hervat, hangt af van de locatie van de
papierstoring.
Problemen oplossen
Multifunctionele lade
1
Verwijder het papier dat in de multifunctionele lade is vastgelopen.
BELANGRIJK Probeer geen papier te verwijderen dat reeds
deels is ingevoerd. Ga verder bij Binnenin de printer op pagina 516.
2
Problemen oplossen
Herlaad de multifunctionele lade. Open en sluit de bovenklep om de
storing te verhelpen en de printer warmt op en hervat afdrukken.
5-13
Papiercassette/Papierinvoer
1
2
Trek de cassette of optionele papierinvoer naar buiten.
Verwijder het papier dat niet helemaal ingevoerd is.
BELANGRIJK Probeer geen papier te verwijderen dat reeds
deels is ingevoerd. Ga verder bij Binnenin de printer op pagina 516.
Opmerking Controleer of het papier goed is geplaatst. Als dit
niet het geval is, plaatst u het papier opnieuw.
3
5-14
Duw de cassette weer goed naar binnen. De printer warmt op en
gaat verder met afdrukken.
Problemen oplossen
Duplexeenheid
Het papier is in het duplexeenheid vastgelopen. Verwijder het
vastgelopen papier met behulp van onderstaande procedure.
1
2
Trek de papiercassette helemaal uit de printer.
Open de klep van de duplexeenheid aan de voorkant van de printer
en verwijder het vastgelopen papier.
Open de klep van de duplexeenheid aan de achterkant van de
printer en verwijder het vastgelopen papier.
3
Problemen oplossen
Duw de cassette goed terug naar binnen en open en sluit de
bovenklep om de fout op te heffen. De printer warmt op en gaat
verder met afdrukken.
5-15
Binnenin de printer
1
Trek de papiercassette helemaal uit de printer. Verwijder het papier
dat niet helemaal ingevoerd is.
BELANGRIJK Probeer geen papier te verwijderen dat reeds
deels is ingevoerd. Ga verder naar stap 2.
2
Open de bovenklep en voorklep, en til de ontwikkelaar samen met
de tonercontainer uit de printer.
3
Verwijder de drumeenheid uit de printer door de groene hendels met
beide handen vast te houden.
VOORZICHTIG De fusereenheid binnen in de printer is
heet. Raak de eenheid niet aan, aangezien dit
brandwonden kan veroorzaken.
Opmerking De drum is gevoelig voor licht. Stel de
drumeenheid nooit langer dan vijf minuten bloot aan licht.
4
5-16
Als het papier tussen de rollen is vastgelopen, trekt u het papier in
de normale papierrichting.
Problemen oplossen
Problemen oplossen
5
Plaats de drumeenheid terug op zijn positie, en breng de geleiders
aan beide uiteinden in lijn met de sleuven van de printer.
6
Plaats de ontwikkelaar samen met de tonercontainer terug in het
apparaat. Sluit de bovenklep en de voorklep. De printer warmt op en
gaat verder met afdrukken.
5-17
Achterklep
1
Open de achterklep en verwijder het vastgelopen papier door het
naar buiten te trekken.
VOORZICHTIG De fusereenheid binnenin de printer is
heet. Raak de eenheid niet aan, aangezien dit
brandwonden kan veroorzaken.
Als het papier vastgelopen is binnenin de fusereenheid, open dan de
fuserklep en verwijder het papier door het naar buiten te trekken.
2
5-18
Sluit de achterklep, en open en sluit de bovenklep om de storing te
op te heffen. De printer warmt op en gaat verder met afdrukken.
Problemen oplossen
6
Appendix
Dit hoofdstuk bevat de volgende informatie over deze printer.
Specificaties
Standaardmilieuvoorwaarden
Appendix
6-2
6-4
6-1
Specificaties
Opmerking Deze specificaties kunnen zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd.
Item
Beschrijving
Type
Bureaublad
Afdrukmethode
Elektrofotografie, laserscan
Papiergewicht
Papiersoort
Papierformaat
Cassette
60 tot 120 g/m² (Duplex: 60 tot 105 g/m²)
Multifunctionele
lade
60 tot 220 g/m²
Cassette
Gewoon, voorgedrukt, bankpost, hergebruikt, ruw, briefhoofd, kleur,
voorgeponst, hoge kwaliteit en aangepast 1 tot 8
Multifunctionele
lade
Gewoon, transparant, voorgedrukt, etiketten, bankpost, hergebruikt, ruw,
velijnpapier, briefhoofd, kleur, voorgeponst, envelop, kartonkaart, dik, hoge
kwaliteit en aangepast 1 tot 8
Cassette
A4, JIS B5, A5, Folio, Legal, Letter, Oficio II, Statement, Executive, A6, B6, ISO
B5, Envelop C5, 16K, aangepast (105 × 148 tot 216 × 356mm (4-1/8 × 5-13/16
tot 8-1/2 × 14 inch)
Papierinvoer
A4, JIS B5, A5, Folio, Legal, Letter, Oficio II, Executive, B6, ISO B5, Envelop
C5, 16K, aangepast (148 × 210 tot 216 × 356mm (5-13/16 × 8-5/16 tot 8-1/2 ×
14 inch)
Multifunctionele
lade
A4, JIS B5, A5, Folio, Legal, Letter, Oficio II, Statement, Executive, A6, B6, ISO
B5, Envelop C5, Envelop #10, Envelop #9, Envelop #6-3/4, Envelop Monarch,
Envelop DL, Hagaki, Ofuku Hagaki, 16K, Yokei 2, Yokei 4, aangepast (70 × 148
tot 216 × 356mm (2-13/16 × 5-13/16 tot 8-1/2 × 14 inch)
Vergrotingsverhouding
25 tot 400%, stappen van 1%
Afdruksnelheid
A4/Letter: 35 ppm/37 ppm
Eenzijdig
A5: 17 ppm
Dubbelzijdig
A4/Letter: 19/20 ppm
Eerste afdruk (A4, invoer vanuit
cassette)
7 seconden of minder
Opwarmtijd (22°C, Ingeschakeld
60%RH)
Slaapstand
19 seconden of minder (230 V AC)
Papiercapaciteit
Cassette (1 tot 3)
250 vellen (80 g/m², 11 × 8 1/2"/A4 of kleiner)
Multifunctionele
lade
50 vellen (80 g/m², 11 × 8 1/2"/A4 of kleiner)
Eenzijdig
250 vellen (80 g/m²)
Dubbelzijdig
200 vellen (80 g/m²)
Capaciteit
uitvoerlade
14 seconden of minder (230 V AC)
Doorlopend afdrukken
1 tot 999 vellen
Resolutie
Fijne 1200 modus, snelle 1200 modus, 600 dpi, 300 dpi
Bedrijfsomgeving
6-2
Temperatuur
10 tot 32,5°C
Vochtigheid
15 tot 80%
Hoogte
Maximaal 2.500 m
Verlichting
Maximaal 1.500 lux
Appendix
Item
Beschrijving
Controller
PowerPC 440F5/500 MHz
Ondersteunde besturingssystemen
Microsoft Windows 2000/XP/Vista/7, Windows Server 2003/2008, Mac OS X
10.x
Interface
Hi-Speed USB: 1
Netwerk: 1 (10BASE-T/100BASE-TX)
KUIO/LV(W) slot: 1
PDL
PRESCRIBE
Emulatie
PCL 6, KPDL, KPDL (AUTO), Line Printer, IBM Proprinter, DIABLO 630,
EPSON LQ-850
Geheugen
Standaard
128 MB
Maximaal
1152 MB
Afmetingen (b x d x h)
375 × 393 × 267 mm
Gewicht (zonder tonercontainer)
12 kg
Stroomvereisten
220 tot 240 V AC, 50/60 Hz, 4,2 A
Stroomverbruik
Maximaal
987 W (Europa)
Tijdens afdrukken 553,9 W (Europa)
Tijdens stand-by
11 W (Europa) wanneer de EcoFuser aan staat.
89,3 W (Europa) wanneer de EcoFuser uit staat.
Opties
Appendix
Slaapstand
5,5 W (Europa)
Stroom uit
0W
Geheugenuitbreiding, papierinvoercassette (250 vellen x 2)
6-3
Standaardmilieuvoorwaarden
Dit apparaat voldoet aan de volgende standaardmilieuvereisten.
•
•
•
Tijd voor overschakelen naar de slaapstand (standaard): 15 minuten
Dubbelzijdig afdrukken: Standaarduitrusting
Duurzaam papier voor invoer: papier dat gemaakt is van 100%
hergebruikt papier.
Opmerking Neem contact op met uw verkoper of
servicevertegenwoordiger voor aanbevolen papiersoorten.
6-4
Appendix
Index
A
G
Aan/uit-schakelaar
onderdelen ................................................................1-2
Gedeelte achterklep
papierstoringen oplossen ........................................5-18
Aangepaste modus
installatiemethode ...................................................3-16
I
Aansluiting
netsnoer .............................................................3-3, 3-4
USB-kabel ................................................................3-2
Achterklep
onderdelen ................................................................1-2
Algemene problemen
problemen oplossen ................................................. 5-2
B
Bedieningspaneel
lampjes, toetsen, overzicht .......................................1-3
onderdelen ................................................................1-2
Binnenin de printer
papierstoringen oplossen ....................................... 5-16
Bovenklep
onderdelen ................................................................1-2
Bovenste lade
onderdelen ................................................................1-2
C
Cassette
papier plaatsen ......................................................... 2-2
D
De stroom inschakelen .................................................... 3-3
Drumeenheid
onderhoud ................................................................4-6
papierstoringen oplossen ....................................... 5-16
Duplexeenheid
papierstoringen oplossen ....................................... 5-15
F
Foutmeldingen
in tabel, met correcties ............................................. 5-5
met betrekking tot de geheugenkaart ....................... 5-9
met betrekking tot de RAM-schijf ..............................5-9
Fusereenheid
papierstoringen oplossen ....................................... 5-18
Installatiemethode
aangepaste modus .................................................3-16
snelle modus ..........................................................3-14
L
Laderreiniger ....................................................................4-7
Langdurig niet gebruiken .................................................4-9
Linkerklep 1 .....................................................................1-2
M
Mogelijke locaties van papierstoringen ..........................5-11
Multifunctionele lade
onderdelen ................................................................1-2
papier plaatsen .........................................................2-5
papierstoringen oplossen ........................................5-13
N
Namen
Bedieningspaneel .....................................................1-3
Netsnoer
aansluiting .........................................................3-3, 3-4
Netsnoeraansluiting
onderdelen ................................................................1-2
Netwerkinterfaceparameters
AppleTalk .......................................................3-10, 3-11
O
Onderdelen
aan de achterkant van de printer ..............................1-2
aan de voorkant van de printer .................................1-2
Onderdelen van de machine ............................................1-1
Onderhoud
vervanging tonercontainer, reinigen ..........................4-1
Ontwikkelaar
papierstoringen oplossen ........................................5-16
Optie
Document finisher .....................................................4-6
Index-1
Optionele interfacesleufklep
onderdelen ................................................................1-2
Originele platen
Reinigen ....................................................................5-2
P
Papier
papier plaatsen in de papierinvoer van 3000
vellen .................................................. 2-2, 2-5
Papier plaatsen
cassette .....................................................................2-2
multifunctionele lade .................................................2-5
Papier voorbereiden .........................................................2-2
Papiercassette
onderdelen ................................................................1-2
papierstoringen oplossen ........................................5-14
Papiergeleiders ................................................................2-5
Papierinvoer
papierstoringen oplossen ........................................5-14
Papierlengtegeleider ........................................................2-3
Papiermeter ......................................................................2-4
Papierstopper
onderdelen ................................................................1-2
Papierstoringen oplossen
binnenin de printer ..................................................5-16
duplexeenheid .........................................................5-15
gedeelte achterklep .................................................5-18
multifunctionele lade ...............................................5-13
papiercassette .........................................................5-14
papierinvoer ............................................................5-14
S
Snelle modus
installatiemethode .................................................. 3-14
Specificaties .................................................................... 6-2
Milieuspecificaties .................................................... 6-4
Standaardmilieuvoorwaarden .......................................... 6-4
Startcontainer
tonercontainer .......................................................... 4-2
Sublade
onderdelen ............................................................... 1-2
T
Tips .................................................................................. 5-2
Tonercontainer
hoe te vervangen ..................................................... 4-3
vervanging ................................................................ 4-2
Tonercontainer vervangen .............................................. 4-3
Tonerpakket
tonercontainer, plastic wegwerpzak, installatiehandleiding ................................................ 4-2
U
USB-aansluiting
onderdelen ............................................................... 1-2
USB-kabel
aansluiting ................................................................ 3-2
Printer verplaatsen ...........................................................4-9
V
Printerdriver installeren ..................................................3-13
Mac-besturingssysteem ..........................................3-17
Windows pc .............................................................3-13
Vergrendelingshendel
tonercontainer .......................................................... 4-3
Problemen met de afdrukkwaliteit
problemen oplossen ..................................................5-3
Vervanging
tonercontainer ................................................... 4-2, 4-3
Problemen oplossen ........................................................5-1
algemene problemen ................................................5-2
problemen met de afdrukkwaliteit .............................5-3
Voorklep
onderdelen ............................................................... 1-2
R
Rechterklep
onderdelen ................................................................1-2
Registratierol
reinigen .....................................................................4-7
Reinigen
laderdraad .................................................................4-7
printer ........................................................................4-6
registratierol ..............................................................4-7
Documentverwerker ..................................................5-3
Index-2