Documenttranscriptie
Dansk (oversat fra original brugsvejledning)
11
Deutsch (übersetzt von den originalanweisungen)
30
English (original instructions)
52
Español (traducido de las instrucciones originales)
70
Français (traduction de la notice d’instructions originale)
91
Italiano (tradotto dalle istruzioni originali)
112
Nederlands (vertaald vanuit de originele instructies)
133
Norsk (oversatt fra de originale instruksjonene)
154
Português (traduzido das instruções originais)
172
Suomi (käännetty alkuperäisestä käyttöohjeesta)
193
Svenska (översatt från de ursprungliga instruktionerna)
211
Türkçe (orijinal talimatlardan çevrilmiştir)
229
Ελληνικά (μετάφραση από τις πρωτότυπες οδηγίες)
249
Copyright DeWALT
B
Nederlands
190 mm (7-1/2") / 184 mm (7-1/4") 54V
SNOERLOZE CIRKELZAAG
DCS575, DCS576, DCS575-XE, DCS576-XE
Hartelijk gefeliciteerd!
U hebt gekozen voor een DeWALT gereedschap. Jarenlange ervaring, grondige productontwikkeling en
innovatie maken DeWALT tot een van de betrouwbaarste partners voor gebruikers van professioneel
gereedschap.
Technische gegevens
Spanning
Type
Accutype
Snelheid zonder druk
Zaagbladdiameter
Maximale snijdiepte
Asgat
Instellen van de afschuinhoek
Gewicht (zonder accu)
VDC
min-1
mm
mm
mm
kg
DCS575
54
1
Li-Ion
5800
190
67
30
57
3,6
DCS575-XE
54
1
Li-Ion
5800
184
64
20
57
3,6
DCS576
54
1
Li-Ion
5800
190
61
30
57
3,7
DCS576-XE
54
1
Li-Ion
5800
184
58
20
57
3,7
94
105
3
–
–
–
94
105
3
–
–
–
<2,5
1,5
–
–
<2,5
1,5
–
–
Lawaaiwaarden en vibratiewaarden (triax-vectorsom) volgens EN60745-2-5.
LPA (emissie geluidsdrukniveau)
dB(A)
LWA (niveau geluidsvermogen)
dB(A)
K (onzekerheid voor het gegeven geluidsniveau)
dB(A)
Vibratie-emissiewaarde ahW =
Onzekerheid K =
m/s2
m/s2
Het vibratie-emissieniveau dat in dit informatieblad
wordt gegeven, is gemeten in overeenstemming met
een gestandaardiseerde test volgens EN60745 en
kan worden gebruikt om het ene gereedschap met
het andere te vergelijken. Het kan worden gebruikt
voor een eerste inschatting van blootstelling.
WAARSCHUWING: Het verklaarde
vibratie-emissieniveau geldt voor de
hoofdtoepassingen van het gereedschap.
Als het gereedschap echter voor andere
toepassingen wordt gebruikt, dan wel
met andere accessoires of slecht wordt
onderhouden, kan de vibratie-emissie
verschillen. Dit kan het blootstellingniveau
aanzienlijk verhogen gedurende de totale
arbeidsduur.
Een inschatting van het
blootstellingniveau aan vibratie dient
ook te worden overwogen wanneer het
gereedschap wordt uitgeschakeld of als
het aan staat maar geen daadwerkelijke
werkzaamheden uitvoert. Dit kan het
blootstellingniveau aanzienlijk verminderen
gedurende de totale arbeidsduur.
Stel aanvullende veiligheidsmaatregelen
op om de operator te beschermen tegen
de effecten van vibratie, zoals: onderhoud
het gereedschap en de accessoires,
houd de handen warm, organisatie van
werkpatronen.
Accu
Accutype
Spanning
Capaciteit
Gewicht
VDC
Ah
kg
DCB546
Li-Ion
18/54
6,0/2,0
1,05
133
Nederlands
Lader
Netspanning
VAC
Accutype
Laadtijd bij benadering min
van accu’s
Gewicht
Zekeringen:
Europa
kg
DCB118
230
18/54 Li-Ion
22 (1,3 Ah) 22 (1,5 Ah) 30 (2,0 Ah)
45 (3,0 Ah) 60 (4,0 Ah) 75 (5,0 Ah)
60 (6,0 Ah)
0,66
230 V-gereedschap
De definities hieronder beschrijven de ernstgraad
voor elk signaalwoord. Gelieve de handleiding te
lezen en op deze symbolen te letten.
GEVAAR: Wijst op een dreigende
gevaarlijke situatie die, indien niet
vermeden, zal leiden tot de dood of
ernstige verwondingen.
WAARSCHUWING: Wijst op een
mogelijk gevaarlijke situatie die, indien niet
vermeden, zou kunnen leiden tot de
dood of ernstige letsels.
VOORZICHTIG: Wijst op een mogelijk
gevaarlijke situatie die, indien niet
vermeden, kan leiden tot kleine of
matige letsels.
PMERKING: Geeft een handeling
O
aan waarbij geen persoonlijk letsel
optreedt die, indien niet voorkomen,
schade aan goederen kan
veroorzaken.
Wijst op risico van een elektrische schok.
Wijst op brandgevaar.
EG-conformiteitsverklaring
RICHTLIJN VOOR MACHINES
SNOERLOZE CIRKELZAAG
DCS575, DCS576
DeWALT verklaart dat deze producten zoals
beschreven onder Technische gegevens in
overeenstemming zijn met: 2006/42/EC,
EN60745-1:2009+A11:2010, EN60745-2-5:2010.
134
De ondergetekende is verantwoordelijk voor de
samenstelling van het technische bestand en legt
deze verklaring af namens DeWALT.
10 ampère, stroomnet
Definities: Veiligheidsrichtlijnen
Deze producten voldoen ook aan de Richtlijn
2014/30/EU en 2011/65/EU. Neem voor meer
informatie contact op met DeWALT via het
volgende adres of kijk op de achterzijde van de
gebruiksaanwijzing.
Markus Rompel
Directeur Engineering
DeWALT, Richard-Slinger-Strase 11,
D-65510, Idstein, Duitsland
21.06.2016
WAARSCHUWING: Lees de
instructiehandleiding om het risico op
letsel te verminderen.
Algemene
veiligheidswaarschuwingen voor
elektrisch gereedschap
WAARSCHUWING: Lees alle
veiligheidswaarschuwingen,
instructies, illustraties en
specificaties die bij dit gereedschap
zijn meegeleverd. Het niet opvolgen
van alle onderstaande instructies kan
leiden tot een elektrische schok, brand
en/of ernstig persoonlijk letsel.
BEWAAR ALLE WAARSCHUWINGEN EN INSTRUCTIES
ALS TOEKOMSTIG REFERENTIEMATERIAAL
De term „elektrisch gereedschap“ in de
waarschuwingen verwijst naar uw (met een snoer) op
de netspanning aangesloten elektrische gereedschap
of naar (draadloos) elektrisch gereedschap met een
accu.
1) VEILIGHEID WERKPLAATS
a) Houd het werkgebied schoon en goed
verlicht. Rommelige of donkere gebieden
zorgen voor ongelukken.
b) Bedien elektrische gereedschappen niet
in een explosieve omgeving, zoals in de
nabijheid van ontvlambare vloeistoffen,
gassen of stof. Elektrische gereedschappen
veroorzaken vonken die het stof of de
dampen kunnen doen ontbranden.
c) Houd kinderen en omstanders op
een afstand terwijl u een elektrisch
gereedschap bedient. Als u wordt afgeleid
kunt u de controle over het gereedschap
verliezen.
Nederlands
2) ELEKTRISCHE VEILIGHEID
a) Stekkers van elektrisch gereedschap
moeten in het stopcontact passen. Pas
de stekker nooit op enige manier aan.
Gebruik geen adapterstekkers samen
met geaard elektrisch gereedschap.
Niet aangepaste stekkers en passende
contactdozen verminderen het risico op een
elektrische schok.
b) Vermijd lichamelijk contact met geaarde
oppervlaktes zoals buizen, radiatoren,
fornuizen en ijskasten. Er bestaat een
verhoogd risico op een elektrische schok als
uw lichaam geaard is.
c) Stel elektrisch gereedschap niet bloot
aan regen of natte omstandigheden.
Als er water in een elektrisch gereedschap
terecht komt, verhoogt dit het risico op een
elektrische schok.
d) Behandel het stroomsnoer voorzichtig.
Gebruik het stroomsnoer nooit om het
elektrische gereedschap te dragen
of te trekken, of de stekker uit het
stopcontact te halen. Houd het snoer
uit de buurt van warmte, olie, scherpe
randen, of bewegende onderdelen.
Beschadigde snoeren of snoeren die in
de war zijn verhogen het risico op een
elektrische schok.
e) Als u een elektrisch gereedschap
buitenshuis gebruikt, gebruikt u een
verlengsnoer dat geschikt is voor
gebruik buitenshuis. Het gebruik van een
verlengsnoer dat geschikt is voor buitenshuis,
vermindert het risico op een elektrische
schok.
f) Als het gebruik van een elektrisch
gereedschap op een vochtige locatie
onvermijdelijk is, gebruikt u een
stroomvoorziening die beveiligd is met
een aardlekschakelaar. Het gebruik van
een aardlekschakelaar vermindert het risico
op een elektrische schok.
3) PERSOONLIJKE VEILIGHEID
a) Blijf alert, kijk wat u doet en gebruik uw
gezonde verstand als u een elektrisch
gereedschap bedient. Gebruik het
gereedschap niet als u vermoeid bent
of onder de invloed van drugs, alcohol
of medicatie bent. Een moment van
onoplettendheid tijdens het bedienen van
elektrische gereedschappen kan leiden tot
ernstig persoonlijk letsel.
b) Gebruik een beschermende uitrusting.
Draag altijd oogbescherming.
Beschermende uitrusting zoals een
c)
d)
e)
f)
g)
h)
stofmasker, antislip veiligheidsschoenen,
een helm, of gehoorbescherming gebruikt in
de juiste omstandigheden zal het risico op
persoonlijk letsel verminderen.
Vermijd onbedoeld starten. Zorg ervoor
dat de schakelaar in de ‚off‘ (uit) stand
staat voordat u het gereedschap
aansluit op de stroombron en/of accu,
het oppakt of ronddraagt. Het ronddragen
van elektrische gereedschappen met uw
vinger op de schakelaar of het aanzetten
van elektrische gereedschappen waarvan de
schakelaar aan staat, zorgt voor ongelukken.
Verwijder alle stelsleutels of
moersleutels voordat u het elektrische
gereedschap aan zet. Een moersleutel
of stelsleutel die in een ronddraaiend
onderdeel van het elektrische gereedschap is
achtergelaten kan leiden tot persoonlijk letsel.
Rek u niet te ver uit. Blijf altijd stevig
en in balans op de grond staan. Dit zorgt
voor betere controle van het elektrische
gereedschap in onverwachte situaties.
Draag geschikte kleding. Draag geen
loszittende kleding of sieraden. Houd
uw haar, kleding en handschoenen uit
de buurt van bewegende onderdelen.
Loszittende kleding, sieraden of lang haar
kunnen door bewegende delen worden
gegrepen.
Als er in apparaten wordt voorzien voor
het aansluiten van stofverwijdering- of
verzamelapparatuur, zorg er dan voor
dat deze correct worden aangesloten
en gebruikt. Het gebruik van een
stofverzamelaar kan aan stof gerelateerde
gevaren verminderen.
Denk niet dat u, doordat u het
gereedschap veel hebt gebruikt,
het allemaal wel weet en dat u de
veiligheidsbeginselen kunt negeren. Een
onvoorzichtige actie kan in een fractie van
een seconde ernstig letsel tot gevolg hebben.
4) GEBRUIK EN VERZORGING VAN ELEKTRISCH
GEREEDSCHAP
a) Forceer het gereedschap niet. Gebruik
het juiste elektrische gereedschap
voor uw toepassing. Het juiste elektrische
gereedschap voert de werkzaamheden beter
en veiliger uit waarvoor het is ontworpen.
b) Gebruik het gereedschap niet als de
schakelaar het niet aan en uit kan
zetten. Ieder gereedschap dat niet met de
schakelaar kan worden bediend is gevaarlijk
en moet worden gerepareerd.
135
Nederlands
c)
d)
e)
f)
g)
h)
Haal de stekker uit het stopcontact en/
of neem de accu, als deze uitneembaar
is, uit het gereedschap voordat u
aanpassingen uitvoert, accessoires
verwisselt, of het elektrisch gereedschap
opbergt. Dergelijke preventieve
veiligheidsmaatregelen verminderen het risico
dat het elektrische gereedschap per ongeluk
opstart.
Bewaar gereedschap dat niet wordt
gebruikt buiten het bereik van kinderen
en laat niet toe dat personen die
onbekend zijn met het elektrische
gereedschap of deze instructies het
gereedschap bedienen. Elektrische
gereedschappen zijn gevaarlijk in handen van
ongetrainde gebruikers.
Onderhoud elektrisch gereedschap
en accessoires goed. Controleer op
verkeerde uitlijning en het grijpen van
bewegende onderdelen, breuk van
onderdelen en andere omstandigheden
die de werking van het gereedschap
nadelig kunnen beïnvloeden. Zorg dat
het gereedschap voor gebruik wordt
gerepareerd als het beschadigd is. Veel
ongelukken worden veroorzaakt door slecht
onderhouden gereedschap.
Houd snijdgereedschap scherp
en schoon. Correct onderhouden
snijdgereedschappen met scherpe
snijdranden lopen minder snel vast en zijn
gemakkelijker te beheersen.
Gebruik het elektrische gereedschap, de
accessoires en gereedschapsonderdelen
enz. in overeenstemming met deze
instructies, waarbij u rekening houdt
met de werkomstandigheden en de
werkzaamheden die dienen te worden
uitgevoerd. Gebruik van het elektrische
gereedschap voor werkzaamheden die
anders zijn dan het bedoelde gebruik, kunnen
leiden tot een gevaarlijke situatie.
Houd de handgrepen en oppervlakken
die u beet pakt, droog, schoon en vrij
van olie en vet. Door gladde handgrepen
en oppervlakken die u beet pakt, kan veilig
werken en bedienen van het gereedschap in
onverwachte situaties onmogelijk worden.
5) GEBRUIK EN VERZORGING VAN GEREEDSCHAP
OP ACCU
a) Gebruik alleen de lader die door de
fabrikant wordt opgegeven. Een lader die
geschikt is voor één accutype, kan een risico
op brand veroorzaken indien gebruikt met
een andere accu.
136
b)
c)
d)
e)
f)
g)
Gebruik elektrische gereedschappen
uitsluitend met speciaal omschreven
accu’s. Gebruik van andere accu’s kan
leiden tot letsel en brandgevaar.
Als de accu niet in gebruik is, dient u
deze uit de buurt te houden van andere
metalen voorwerpen zoals paperclips,
munten, sleutels, spijkers, schroeven of
andere kleine metalen voorwerpen die
een verbinding van het ene contactpunt
met het andere kunnen maken. Het
kortsluiten van de accucontactpunten samen
kan brandwonden of brand veroorzaken.
Als het gereedschap te zwaar wordt
belast, kan er vloeistof uit de accu
lekken; vermijd contact hiermee. Als u
per ongeluk hier toch mee in contact
komt, spoelt u met water. Als de
vloeistof in contact met de ogen komt,
dient u daarnaast medische hulp in te
roepen. Vloeistof afkomstig uit de accu kan
irritatie of brandwonden veroorzaken.
Werken niet met een accu of met
gereedschap dat beschadigd is of
waaraan wijzigingen zijn aangebracht.
Beschadigde of gemodificeerde accu’s
kunnen zich onvoorspelbaar gedragen en dat
kan brand, explosie of een risico van letsel tot
gevolg kan hebben.
Stel een accu of gereedschap niet bloot
aan open vuur of uitzonderlijk hoge
temperaturen. Brand of een temperatuur
boven de 130 ˚ C kan een explosie
veroorzaken.
Volg alle instructies voor het opladen en
laad de accu of het gereedschap niet
op buiten het temperatuurbereik dat in
de instructies wordt opgegeven. Door
op onjuiste wijze opladen of opladen bij een
temperatuur buiten het opgegeven bereik kan
de accu beschadigd raken en het risico van
brand toenemen.
6) SERVICE
a) Zorg dat u gereedschap wordt
onderhouden door een erkende
reparateur die uitsluitend identieke
vervangende onderdelen gebruikt.
Dit zorgt ervoor dat de veiligheid van het
gereedschap blijft gegarandeerd.
b) Probeer nooit beschadigde accu’s te
repareren. De reparaties aan accu’s mogen
alleen worden uitgevoerd door de fabrikant of
door geautoriseerde servicecentra.
Nederlands
AANVULLENDE SPECIFIEKE
VEILIGHEIDSREGELS
Veiligheidsinstructies voor alle
werkzaamheden
a)
GEVAAR: Houd handen uit de buurt
van de snijzone en het blad. Houd uw
tweede hand op de hulphendel of op de
motorbehuizing. Indien beide handen de zaag
vasthouden, kunnen ze gesneden worden door
het blad.
b) Reik niet onder het werkstuk. De
bescherming kan u niet beschermen tegen het
blad onder het werkstuk.
c) Stel de snijdiepte af op de dikte van het
werkstuk. Er moet minder dan een volle tand
van de bladtanden zichtbaar zijn onder het
werkstuk.
d) Houd nooit een werkstuk dat u zaagt, in uw
handen of tegen uw been gedrukt. Zet het
werkstuk vast op een stabiele ondergrond.
Het is belangrijk dat het werkstuk goed wordt
ondersteund zodat blootstelling van het lichaam,
vastlopen van het zaagblad of het verlies van
controle tot een minimum worden beperkt.
e) Houd het gereedschap alleen vast
aan geïsoleerde oppervlakken als u
een handeling uitvoert waarbij het
zaaggereedschap in contact kan komen met
verborgen bedrading. Contact met bedrading
die onder stroom staat, kan metalen onderdelen
van het gereedschap onder stroom zetten en
de gebruiker een elektrische schok geven.
f) Gebruik bij het overlangszagen altijd een
langsgeleider of een geleider met een rechte
rand. Dat verbetert de nauwkeurigheid van
de zaagsnede en vermindert de kans dat het
zaagblad vastloopt.
g) Gebruik altijd zaagbladen van de juiste
omvang en vorm (ruitvormig tegenover rond)
van het asgat. Zaagbladen die niet passen
bij de montagevoorziening van de zaag, zullen
excentrisch lopen, waardoor verlies van controle
ontstaat.
h) Gebruik nooit beschadigde of onjuiste
bladsluitringen of bout. De bladsluitringen en
bout werden speciaal ontworpen voor uw zaag,
voor optimale prestaties en bedieningsveiligheid.
Oorzaken en voorkomen door de
gebruiker van terugslag
– Terugslag is een plotse reactie op een klem
geraakt of verkeerd gericht zaagblad, wat ertoe
leidt dat een niet-bestuurde zaag optilt uit het
werkstuk naar de bediener toe;
– Als het blad klem raakt of stevig vastzit doordat
de snede nauwer wordt, dan blokkeert het blad
en de motorreactie stuurt het werktuig snel
terug naar de bediener;
– Indien het blad gedraaid raakt of verkeerd
gericht in de snede, dan kunnen de tanden
aan het achtereinde van het blad in het
bovenoppervlak van het hout dringen waardoor
het blad uit de opening klimt en terugspringt
naar de bediener.
Terugslag is het gevolg van onjuist gebruik van het
werktuig en/of verkeerde werkomstandigheden
en kan voorkomen worden door de juiste
voorzorgsmaatregelen te nemen, zoals hieronder
aangegeven.
a) Behoud een stevige greep met beide
handen op de zaag en plaats uw armen
zo om de terugslagkrachten te weerstaan.
Plaats uw lichaam aan beide kanten van
het blad, maar niet in lijn met het blad.
Terugslag zou ertoe kunnen leiden dat de zaag
achterwaarts springt, maar terugslagkrachten
kunnen beheerst worden door de bediener
indien passende voorzorgsmaatregelen
genomen worden.
b) Wanneer een schijf vast komt te zitten,
of wanneer het doorslijpen om wat voor
reden dan ook wordt onderbroken, laat de
drukschakelaar dan los en houdt de eenheid
bewegingloos in het materiaal totdat de
schijf volledig tot stilstand komt. Probeer de
eenheid nooit achteruit of uit het werkstuk
te trekken terwijl de schijf in beweging is.
Hierdoor kan terugslag optreden. Onderzoek
waardoor de schijf bleef steken en neem
maatregelen om dat een volgende keer te
voorkomen.
c) Centreer, wanneer u een zaag opnieuw
start in het werkstuk, het zaagblad in de
zaagsnede zodat de zaagtanden niet in
het materiaal vastzitten. Als het zaagblad
is vastgelopen, kan het omhoog komen of
terugslaan uit het werkstuk als de zaag opnieuw
wordt gestart.
d) Ondersteun grote panelen om het risico
dat het blad klem raakt en terugslag te
beperken. Grote panelen hebben de neiging
door te buigen onder hun eigen gewicht. Het
paneel dient aan beide kanten ondersteund te
137
Nederlands
worden, bij de doorslijpplek en in de buurt van
beide uiteinden.
e) Gebruik geen doffe of beschadigde bladen.
Niet gescherpte of onjuist afgestelde bladen
maken enge sneden, wat leidt tot overmatige
wrijving, klemraken van het blad en terugslag.
f) Bladdiepte en sluithendels van hoekafstelling
moeten stevig vastzitten alvorens te snijden.
Indien de bladafstelling verschuift bij het snijden,
dan kan dit leiden tot klemraken en terugslag.
g) Wees bijzonder voorzichtig wanneer u in
bestaande muren of andere verborgen
gedeelten zaagt. Het vooruitstekende zaagblad
kan voorwerpen zagen die terugslag kunnen
veroorzaken.
Veiligheidsinstructies voor
Zagen met een Slingerzaagbladbeschermkap
a) Controleer voor ieder gebruik dat de
onderste zaagbladbeschermkap goed
sluit. Gebruik de zaag niet als de onderste
beschermkap niet vrij beweegt en niet
ogenblikkelijk sluit. Klem of bind de
onderste beschermkap nooit vast in een
geopende stand. Als de zaag komt te vallen,
kan de onderste beschermkap verbogen
raken. Breng de onderste beschermkap met
de terugtrekkende handgreep omhoog en
controleer dat de kap vrij kan bewegen en
onder geen enkele hoek en bij geen enkele
zaagdiepte het zaagblad of een ander onderdeel
raakt.
b) Controleer dat de veer van de onderste
beschermkap goed werkt. Als de
beschermkap en de veer niet goed werken,
moeten zij vóór gebruik worden nagezien.
Mogelijk werkt de onderste beschermkap
traag als gevolg van beschadigde onderdelen,
ingedikte resten van smeermiddelen of
opeenhoping van vuil.
c) De onderste beschermkap moet alleen
met de hand worden teruggetrokken
voor speciale zaagsneden, zoals
ìinvalzaagsnedenî en ìsamengestelde
zaagsnedenî. Breng de onderste
beschermkap omhoog door de handgreep
terug te halen en laat de kap los zodra het
zaagblad in het materiaal dringt. Voor alle
andere zaagwerkzaamheden moet de onderste
beschermkap automatisch functioneren.
d) Let er altijd goed op dat de onderste
beschermkap het zaagblad bedekt voordat
u de zaag op een werkbank of op de vloer
138
zet. Als het zaagblad onbeschermd is kan het
uitlopende zaagblad de zaag naar achteren
laten lopen en kan alles wat de zaag tegenkomt
beschadigd raken. Houd rekening met de tijd
die het zaagblad nodig heeft om tot stilstand te
komen nadat u de schakelaar hebt losgelaten.
Aanvullende veiligheidsvoorschriften
voor cirkelzagen
• Draag oorbeschermers. Blootstelling aan
lawaai kan leiden tot gehoorverlies.
• Draag een stofmasker. Blootstelling aan
stofdeeltjes kan voor ademhalingsproblemen en
mogelijke verwondingen zorgen.
• Gebruik geen bladen met een grotere
of kleiner diameter dan aanbevolen. Zie
de technische gegevens voor de juiste
zaagcapaciteiten. Gebruik enkel de bladen
gespecificeerd in deze handleiding die voldoen
aan EN 847-1.
• Gebruik nooit schurende afsnijwielen.
• Gebruik geen accessoires voor de toevoer
van water.
• Zet het werkstuk met klemmen of op
een andere praktische manier vast en
ondersteun het werkstuk op een stabiele
ondergrond. Wanneer u het werkstuk
vasthoudt met de hand of het tegen uw lichaam
gedrukt houdt, is het instabiel en kunt u de
controle verliezen.
Overige risico’s
Ondanks het toepassen van de relevante
veiligheidsvoorschriften en het toepassen van
veiligheidsapparaten kunnen sommige overige
risico’s niet worden vermeden. Dit zijn:
– Gehoorbeschadiging .
– Risico op persoonlijk letsel door rondvliegende
deeltjes.
– Risico van brandwonden omdat accessoires
tijdens het gebruik heet worden.
– Risico van persoonlijk letsel als gevolg van
langdurig gebruik.
Markering op het gereedschap
De volgende pictogrammen staan op het
gereedschap vermeld:
Lees gebruiksaanwijzing voor gebruik.
Draag gehoorbescherming.
Nederlands
Draag oogbescherming.
POSITIE DATUMCODE (AFB. [FIG.] 1)
De datumcode (Q), die ook het jaar van fabricage
bevat, is binnen in de behuizing geprint.
Voorbeeld:
2016 XX XX
Jaar van fabricage
Belangrijke veiligheidsinstructies
voor alle acculaders
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES: Deze handleiding
bevat belangrijke instructies voor de veiligheid en
voor de bediening van geschikte batterijladers
(raadpleeg Technische Gegevens).
• Lees voordat u de lader gebruikt, alle instructies
en aanwijzingen voor de veiligheid op de lader,
de accu en het product dat de accu gebruikt.
WAARSCHUWING: Gevaar voor
elektrische schok. Laat geen vloeistof in
de lader dringen. Dit zou kunnen leiden
tot een elektrische schok.
AARSCHUWING: Wij adviseren
W
een aardlekschakelaar met een
reststroomwaarde van 30mA of minder
te gebruiken.
VOORZICHTIG: Gevaar voor
brandwonden. Beperk het risico van
letsel, laad alleen oplaadbare accu’s op
van het merk DeWALT. Andere typen
accu’s zouden uit elkaar kunnen springen
en persoonlijk letsel en schade kunnen
veroorzaken.
VOORZICHTIG: Houd toezicht op
kinderen zodat zij niet met het apparaat
kunnen spelen.
PMERKING: Onder bepaalde
O
omstandigheden, wanneer de stekker
van de lader in het stopcontact zit,
kunnen de niet-afgedekte laadcontacten
binnenin de lader door materiaal of
een voorwerp worden kortgesloten.
Bepaalde materialen die geleidend zijn,
zoals, maar niet uitsluitend, staalwol,
aluminiumfolie of een opeenhoping
van metaalachtige deeltjes, kunnen
beter bij de holtes van de lader worden
weggehouden. Trek altijd de stekker uit
het stopcontact wanneer er geen accu in
de lader zit. Trek de stekker van de lader
uit het stopcontact voordat u de lader
gaat reinigen.
• De langste levensduur en de beste
prestaties kunnen worden behaald
wanneer de accu wordt opgeladen
bij een luchttemperatuur van tussen
18° en 24 °C. LAAD de accu NIET op bij een
luchttemperatuur lager dan + 4,5 °C of hoger
dan + 40 °C. Dit is belangrijk en zal ernstige
beschadiging van de accu voorkomen.
• Probeer NIET de accu op te laden met
andere laders dan die in deze handleiding
worden beschreven. De lader en de accu zijn
speciaal voor elkaar ontworpen.
• Deze laders zijn niet bedoeld voor een
andere toepassing dan het opladen van
oplaadbare accu’s van DeWALT. Andere
toepassingen kunnen leiden tot het gevaar van
brand, elektrische schok of elektrocutie.
• Stel de lader niet bloot aan regen of
sneeuw.
• U kunt beter niet aan het snoer trekken
wanneer u de stekker van de lader uit het
stopcontact trekt. Er is dan minder risico
op beschadiging van het snoer en van de
stekker.
• Het is belangrijk dat u het snoer zo plaatst
dat niemand erop kan stappen of erover
kan struikelen, en het snoer niet op een
andere manier kan beschadigen of onder
spanning kan komen te staan.
• Gebruik alleen een verlengsnoer als het
er werkelijk niet anders kan. Gebruik van
een ongeschikt verlengsnoer kan het risico
van brand, elektrische schok of elektrocutie tot
gevolg hebben.
• Plaats niet iets boven op een lader en
plaats de lader niet op een zacht oppervlak
omdat hierdoor de ventilatiesleuven
kunnen worden geblokkeerd en de lader
binnenin veel te heet wordt. Plaats de lader
niet in de buurt van een warmtebron. De lader
wordt geventileerd door sleuven boven en
onder in de behuizing.
• Gebruik de lader niet met een beschadigd
snoer of een beschadigde stekker—laat
deze onmiddellijk vervangen.
• Gebruik de lader niet als er hard op is
geslagen, als de lader is gevallen of op
een andere manier beschadigd is. Breng de
lader naar een erkend servicecentrum.
• Haal de lader niet uit elkaar; breng de lader
naar een erkend servicecentrum wanneer
service of reparatie nodig is. Onjuiste
montage kan leiden tot het risico van een
elektrische schok, elektrocutie of brand.
139
Nederlands
• Als het netsnoer is beschadigd, moet het
onmiddellijk worden vervangen door de
fabrikant, een servicemonteur van de fabrikant
of een dergelijk vakbekwaam persoon, zodat
risico is uitgesloten.
• Trek de stekker van de lader uit het
stopcontact voordat u de lader gaat
schoonmaken. Er is dan minder risico
van een elektrische schok. Het risico is niet
minder wanneer u de accu verwijderd.
• Probeer NOOIT 2 laders op elkaar aan te
sluiten.
• De lader is ontworpen voor de 230V
stroomvoorziening van een woning.
Probeer de lader niet te gebruiken op
een andere spanning. Dit geldt niet voor de
12V-lader.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
Laders
Werking van de lader
Raadpleeg onderstaande indicatoren voor de
laadstatus van de accu.
Laadindicaties: DCB107, DCB112, DCB113, DCB115, DCB118
bezig met opladen
volledig opgeladen
hete/koude accuvertraging*
*DCB107, DCB112, DCB113, DCB115, DCB118:
Het rode lampje blijft knipperen, maar er brandt
ook een geel indicatielampje wanneer de functie
actief is. Wanneer de accu een geschikte
temperatuur heeft bereikt, gaat het gele lampje uit
en hervat de lader de laadprocedure.
De geschikte lader(s) laden niet een kapotte accu
op. Het lampje zal niet of onregelmatig gaan
branden en de lader geeft daarmee aan dat de accu
kapot is.
De lader van het type DCB118 is geschikt
voor accu’s van het type 18V Li-Ion XR en XR
FLEXVOLT™ (DCB180, DCB181, DCB182,
DCB183, DCB183B, DCB184, DCB184B, DCB185
en DCB546).
OPMERKING: Dit kan ook betekenen dat er iets
mis is met de lader.
DeWALT-laders hoeven niet te worden afgesteld
en zijn zo ontworpen dat zij zeer gemakkelijk in
gebruik zijn.
HOT/COLD PACK DELAY (VERTRAGING HETE/KOUDE ACCU)
Een accu opladen (Afb. 1)
1. Steek de lader in een geschikt stopcontact
voordat u de accu insteekt.
2. Plaats de accu (O) in de lader, en let er daarbij
op dat de accu geheel in de lader komt te
zitten. Het rode lampje (opladen) knippert
herhaaldelijk en dat duidt erop dat het
laadproces is gestart.
3. Een volledig opgeladen accu wordt aangegeven
door het rode lampje dat constant AAN blijft.
De accu is nu volledig opgeladen en kan
worden gebruikt of kan in de acculader blijven
zitten. Duw, als u de accu uit de lader wilt
nemen, op de accu-vrijgaveknop (P) op de
accu.
OPMERKING: U kunt maximale prestaties en
levensduur van lithium-ion-accu’s garanderen door
de accu’s volledig op te laden voordat u deze voor
het eerst in gebruik neemt.
140
Als de lader laat zien dat er een probleem is, laat de
lader en de accu dan testen door een geautoriseerd
servicecentrum.
Wanneer de lader waarneemt dat een accu te
warm of te koud is, wordt onmiddellijk een Hot/Cold
Delay gestart en wordt het laden uitgesteld tot de
accu een geschikte temperatuur heeft bereikt. De
lader schakelt dan automatisch over op de acculaadstand. Deze functie waarborgt een maximale
levensduur van de accu.
Een koude accu zal minder snel worden opgeladen
dan een warme accu. De accu zal minder snel
opladen gedurende de gehele laadcyclus en zal niet
op maximumsnelheid gaan opladen, ook niet als de
accu warmer wordt.
De lader DCB118 is voorzien van een interne
ventilator voor het koelen van de accu. De ventilator
gaat automatisch draaien wanneer de accu moet
worden gekoeld. Gebruik de lader nooit als de
ventilator niet goed werkt of als de ventilatiesleuven
zijn geblokkeerd. Zorg ervoor dat er geen
voorwerpen in de lader kunnen komen.
UITSLUITEND LITHIUM-ION-ACCU’S
XR Li-Ion-gereedschap is ontworpen met een
Elektronisch Beveiligingssysteem dat ervoor zorgt
dat de accu niet te veel wordt geladen, niet te heet
wordt of te veel wordt ontladen.
Nederlands
Het product zal automatisch uitgeschakeld worden,
als het elektronisch beschermingssysteem actief
wordt. Als dit gebeurt, zet u de Lithium-ion-accu op
de lader, totdat deze volledig geladen is.
Montage aan de wand
DCB107, DCB112, DCB113, DCB115, DCB118
Deze laders kunnen aan de wand worden
gemonteerd of rechtop op een tafel of
werkoppervlak staan. Plaats bij wandmontage
de accu dichtbij een stopcontact en uit de
buurt van een hoek of andere obstakels die de
doorstroming van lucht kunnen verhinderen. Gebruik
de achterzijde van de lader als sjabloon voor de
plaatsing van de montageschroeven aan de wand.
Monteer de lader stevig met gipsplaatschroeven
(afzonderlijk aan te schaffen), van tenminste
25,4 mm lang waarvan de schroefkop een diameter
heeft van of 7 – 9 mm, in hout geschroefd tot op
een optimale diepte, waarbij ongeveer 5,5 mm
van de schroef uitsteekt. Houd de sleuven aan de
achterzijde van de lader tegenover de uitstekende
schroeven en steek montagesleuven volledig op de
schroeven.
Instructies voor het reinigen van de
lader
WAARSCHUWING: Gevaar voor
elektrische schok. Neem, voordat
u met de reiniging begint, de
stekker van de lader uit het
stopcontact. U kunt stof en vet van
de buitenzijde van de lader verwijderen
met een doek of een zachte, nietmetalen borstel. Gebruik geen water
of schoonmaakmiddelen. Laat nooit
vloeistof in het gereedschap komen;
dompel nooit een onderdeel van het
gereedschap onder in een vloeistof.
Belangrijke veiligheidsinstructies
voor alle accu’s
Als u vervangende accu’s bestelt, zorg er dan voor
dat u het catalogusnummer en voltage vermeldt.
De accu is niet volledig opgeladen als deze
uit de verpakking komt. Voordat u de accu
en oplader gebruikt, dient u de onderstaande
veiligheidsinstructies te lezen. Volg vervolgens de
oplaadprocedures zoals die zijn uitgelegd.
LEES ALLE INSTRUCTIES
• Laad de accu niet op en gebruik deze niet
in een explosieve omgeving, zoals in de
nabijheid van ontvlambare vloeistoffen,
gassen of stof. Wanneer u de accu plaatst
in of verwijdert uit de lader kan het stof of de
damp door een vonk vlamvatten.
• Gebruik nooit geweld bij het plaatsen van
de accu in de lader. Wijzig de accu op geen
enkele manier als deze niet past in een lader
die niet geschikt is, omdat de accu kan
openbarsten waardoor ernstig persoonlijk
letsel kan ontstaan.
• Laad de accu’s alleen op in DeWALT-laders.
• Spat NIET met water en dompel de accu niet
onder in water of andere vloeistoffen.
• Gebruik of bewaar het gereedschap en de
accu niet op plaatsen waar de temperatuur
40 ˚C of meer kan bereiken (bijvoorbeeld in
een schuurtje of een metalen loods in de
zomer).
WAARSCHUWING: Probeer nooit
om welke reden dan ook de accu te
openen. Als de behuizing van de accu
is gescheurd of beschadigd, zet de
accu dan niet in de lader. Klem een
accu niet vast, laat een accu niet vallen,
beschadig een accu niet. Gebruik een
accu of lader waar hard op is geslagen,
die is gevallen, waar overheen is
gereden of die op welke manier dan
ook is beschadigd (dat wil zeggen,
doorboord met een spijker, geraakt
met een hamer, vertrapt) niet. Een
elektrische schok of elektrocutie kan het
gevolg zijn. Breng beschadigde accu’s
terug naar het servicecentrum zodat ze
kunnen worden gerecycled.
WAARSCHUWING: Brandgevaar.
Berg de accu niet op en vervoer
de accu niet op een manier
dat metalen voorwerpen
in contact kunnen komen
met de aansluitpunten van
de accu. Bijvoorbeeld, steek
de accu niet in een schortzak,
broekzakken, gereedschapskisten,
gereedschapsdozen, laden, enz., waar
een losse spijkers, schroeven, sleutels,
enz. liggen.
VOORZICHTIG: Plaats het
gereedschap wanneer het niet in
gebruik is, op z’n zijkant op een
stabiel oppervlak waar het niet
kan vallen of omvallen. Sommige
gereedschappen met grote accu’s
kunnen rechtop staan op de accu maar
kunnen gemakkelijk worden omgegooid.
141
Nederlands
SPECIEKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES VOOR LITHIUM ION
(Li-Ion)
• Verbrand de accu niet, zelfs niet als deze
ernstig beschadigd is of volledig verbruikt.
De accu kan in vuur exploderen. Als lithium ion
accu‘s worden verbrand, komen giftige dampen
en materialen vrij.
• Als de inhoud van de accu in contact met
de huid komt, wast u dit onmiddellijk af met
water en een milde zeep. Als accuvloeistof in
de ogen komt spoelt u 15 minuten met water
in het geopende oog, of totdat de irritatie stopt.
Als medische hulp nodig is dient u te vermelden
dat de accuelektrolyt is samengesteld uit een
mengsel van vloeibare organische carbonaten
en lithiumzouten.
• De inhoud van geopende accucellen kan
irritatie aan de luchtwegen veroorzaken.
Zorg voor frisse lucht. Zoek als de symptomen
aanhouden medische hulp.
WAARSCHUWING: Gevaar voor
brandwonden. Accuvloeistof kan
ontvlambaar zijn als deze aan een vonk
of vlam wordt blootgesteld.
Transport
WAARSCHUWING: Brandgevaar.
Tijdens het transport kunnen
accu’s mogelijk vlam vatten als de
aansluitingen van de accu onbedoeld
in aanraking komen met geleidende
materialen. Controleer dat tijdens het
transport de aansluitingen van de accu
afgeschermd zijn en goed geïsoleerd
van materialen die ermee in contact
kunnen komen en kortsluiting kunnen
veroorzaken.
DeWALT accu’s voldoen aan alle van toepassing
zijn verzendvoorschriften zoals deze zijn bepaald
door de bedrijfstak en door wettelijke normen,
zoals Aanbevelingen voor het Transport van
Gevaarlijke Goederen van de UN; Voorschriften
voor Gevaarlijke Goederen van de International
Air Transport Association (IATA) , Voorschriften
Internationale Maritieme Gevaarlijke Goederen
(IMDG) en de Europese Overeenkomst Betreffende
het Internationale Vervoer van Gevaarlijke Goederen
over de Weg (ADR). Lithium-ion cellen en accu’s zijn
getest in overeenstemming met Hoofdstuk 38.3 van
de Aanbevelingen voor het Transport van Gevaarlijke
Goederen Handleiding van Testen en Criteria.
In de meeste gevallen zal bij de verzending van
een DeWALT-accu deze naar verwachting worden
geclassificeerd als volledig gereguleerd Klasse
9 Gevaarlijk materiaal. Over het algemeen zullen
142
alleen verzendingen die een lithium-ion-accu
bevatten met een energie-classificatie hoger dan
100 Wattuur (Wh), moeten worden verzonden als
volledig gereguleerd Klasse 9. Bij alle lithium-ionaccu’s wordt de Wattuur-classificatie op de accu
vermeld. Verder adviseert DeWALT in verband met
complicaties met de voorschriften, lithium-ion-accu’s
niet als luchtvracht alleen te verzenden, ongeacht de
Wattuur-classificatie. Zendingen van gereedschap
met accu’s (combo-sets) kunnen naar verwachting
per luchtvracht worden verzonden, als de Wattuurclassificatie van de accu niet hoger is dan 100 Wh.
Ongeacht of een verzending wordt geacht een
vrijstelling te hebben of volledig voorgeschreven,
is voor de verantwoordelijkheid van de verzender
de meest recente voorschriften voor verpakking,
labeling/markering en vereisten ten aanzien van
documentatie.
De informatie die in dit hoofdstuk van de handleiding
wordt verstrekt, wordt verstrekt in goed vertrouwen
en wordt geacht nauwkeurig te zijn op het moment
dat het document werd opgesteld. Er wordt echter
geen garantie gegeven, impliciet of expliciet. Het is
voor de verantwoordelijkheid van de koper ervoor te
zorgen dat zijn activiteiten in overeenstemming zijn
met de geldende voorschriften.
DE FLEXVOLT™-ACCU VERVOEREN
De DeWALT FLEXVOLT™-accu heeft twee standen:
Gebruiks- en Transport-.
Stand: Wanneer de FLEXVOLT™-accu op zichzelf
staat of in een DeWALT 18V-product zit, werkt de
accu als een 18V-accu. Wanneer de FLEXVOLT™accu in een 54V- of een 108V-product (twee
54V-accu’s) zit, werkt de accu als een 54V-accu.
Transport-stand: Wanneer de kap op de
FLEXVOLT™-accu is bevestigd, staat de accu in
de transport-stand. Houd de kap op de accu bij
verzending.
In de Transport-stand zijn
reeksen van cellen binnen
in de accu elektrisch van
elkaar geïsoleerd,
waardoor 3 accu’s
ontstaan met een lagere Wattuur-classificatie (Wh),
vergeleken bij 1 accu met een hogere
Wh-classificatie. Door dit grotere aantal van 3
accu’s met een lagere Wattuur- classificatie kan de
accu vrijgesteld zijn van bepaalde voorschriften voor
verzending die worden opgelegd aan accu’s met
een hogere Wattuur-capaciteit.
Wh-classificatie voor VOORBEELD VAN MARKERING
het transport geeft
MET ETIKET GEBRUIK EN
3 x 36 Wh, wat
TRANSPORT
betekent 3 accu’s
van elk 36 Wattuur.
Nederlands
Wh-classificatie van de gebruiksstand geeft 108
Wattuur (betekent 1 accu).
Accu
ied de accu als chemisch afval aan en
B
houd rekening met het milieu.
De accu’s van het type DCB546 kan worden
gebruikt. Raadpleeg de Technische Gegevens
voor meer informatie.
aad DeWALT-accu’s alleen op met de
L
aangewezen DeWALT-laders. Wanneer
u andere accu’s dan de aangewezen
DeWALT-accu’s oplaadt met een
DeWALT-lader dan kunnen deze barsten
of kan dit leiden tot andere gevaarlijke
situaties.
Aanbevelingen voor opslag
Gooi de accu niet in het vuur
ACCUTYPE
De DCS575 en de DCS576 werken op een 54-V
accu.
1. De beste plaats om het apparaat op te bergen
is koel en droog, uit direct zonlicht en niet
in overmatige hitte of koude. Voor optimale
accuprestaties en levensduur bergt u accu’s op
bij kamertemperatuur als deze niet in gebruik
zijn.
2. Wanneer u de accu lange tijd opbergt, kunt u
deze voor optimale resultaten het beste volledig
opgeladen opslaan op een koele, droge plaats
buiten de lader.
OPMERKING: Accu’s kunnen beter niet volledig
ontladen worden opgeslagen. De accu moet voor
gebruik weer worden opgeladen.
Labels op de oplader en accu
Behalve de pictogrammen die in deze handleiding
worden gebruikt, kunnen de volgende
pictogrammen op de labels op de lader en op de
accu staan:
Gebruik: Gebruik zonder transportkap,
Wh-classificatie geeft 108 Wh (1 accu
van 108 Wh).
Transport: Gebruik met transportkap,
Wh-classificatie geeft 3 x 36 Wh (3
accu’s van 36 Wh).
Inhoud van de verpakking
De verpakking bevat:
1 Cirkelzaag
1 Zaagblad cirkelzaag
1 Zaagbladsleutel
1 Langsgeleiding
1 Mondstuk Stofafzuiging
1 Lader (alleen T-modellen)
1 Li-Ion-accu (T1 modellen)
2 Li-Ion-accu’s (T2 modellen)
3 Li-Ion-accu’s (T3 modellen)
Lees gebruiksaanwijzing voor gebruik.
ie Technische gegevens voor de
Z
oplaadtijd.
iet doorboren met geleidende
N
voorwerpen.
Laad geen beschadigde accu‘s op.
Niet blootstellen aan water.
org dat defecte snoeren onmiddellijk
Z
worden vervangen.
Uitsluitend opladen tussen 4 ˚C en 40 ˚C.
1 Gebruiksaanwijzing
• Controleer of het gereedschap, de onderdelen
of accessoires mogelijk zijn beschadigd tijdens
het transport.
• Neem de tijd om deze handleiding grondig door
te lezen en te begrijpen voordat u de apparatuur
gebruikt.
Beschrijving (Afb.1)
WAARSCHUWING: Pas het
gereedschap of een onderdeel ervan
nooit aan. Dit kan schade of persoonlijk
letsel tot gevolg hebben.
A. Aan/Uit-schakelaar
B. Vergrendelknop Aan/Uit-schakelaar
C. Hoofdhandgreep
D. Vergrendeling zaagblad
Alleen voor gebruik binnenshuis.
143
Nederlands
E. Eindkap
F. Hulphandgreep
G. Aanpassingshendel afschuinhoek
H. Aanpassingsmechanisme afschuinhoek
I. LED-werklamp
J. Grondplaat
K. Onderste zaagbladbeschermkap
L. Zaagbladklemschroef
M. Hendel onderste beschermkap
N. Bovenste zaagbladbeschermkap
O. Accu
P. Accuvrijgaveknop
Q. Datumcode
Uw DeWALT oplader is dubbel geïsoleerd
in overeenstemming met EN60335;
daarom is geen aarding nodig.
Als het stroomsnoer is beschadigd, moet
het worden vervangen door een speciaal
geprepareerd snoer dat leverbaar is via het DeWALT
servicecentrum.
Een verlengsnoer gebruiken
U dient geen verlengsnoer te gebruiken, tenzij dit
absoluut noodzakelijk is. Gebruik een goedgekeurd
verlengsnoer dat geschikt is voor de stroominvoer
van uw oplader (zie Technische gegevens). De
minimale geleidergrootte is 1 mm2; de maximale
lengte is 30 m.
R. Rail-afstelmechanisme (0° zagen)
Als u een haspel gebruikt, dient u het snoer altijd
volledig af te rollen.
S. Rail-afstelmechanisme (zagen onder een hoek
van 1 - 45°)
MONTAGE EN AANPASSINGEN
T. Knop ladingmeter (op accu)
GEBRUIKSDOEL
Deze robuuste cirkelzagen zijn ontworpen voor
professionele toepassing bij het zagen van hout.
Zaag geen metaal, kunststof, beton, metselwerk
of vezelcementmateriaal. GEBRUIK DEZE ZAAG
NIET met accessoires voor de toevoer van water.
GEBRUIK DEZE ZAAG NIET met schurende
schijven of bladen. GEBRUIK DEZE ZAAG NIET
bij natte omstandigheden of in de aanwezigheid van
ontvlambare vloeistoffen of gassen.
Deze zagen voor zware toepassingen zijn
professioneel elektrische gereedschap. Laat
kinderen
LAAT GEEN kinderen in contact met het
gereedschap komen. Toezicht is vereist als
onervaren gebruikers dit gereedschap bedienen.
• Dit product is niet bedoeld voor gebruik door
personen (waaronder kinderen) die verminderde
fysieke, sensorische of psychische vermogens
hebben of die het ontbreekt aan ervaring en/
of kennis of bekwaamheden, als dat niet
gebeurt onder toezicht van een persoon die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen
mogen nooit alleen worden gelaten met dit
product zodat ze ermee zouden kunnen spelen.
Elektrische veiligheid
De elektrische motor is slechts voor één voltage
ontworpen. Controleer altijd of het voltage van
de accu overeenkomt met het voltage op het
typeplaatje. Zorg er ook voor dat het voltage
van uw oplader overeenkomt met dat van uw
stroomvoorziening.
144
WAARSCHUWING: Om het gevaar
op ernstig persoonlijk letsel te
verminderen, zet u het gereedschap
uit en ontkoppelt u de accu,
voordat u enige aanpassing maakt
of hulpstukken of accessoires
verwijdert/installeert. Het onbedoeld
opstarten kan letsel veroorzaken.
WAARSCHUWING: gebruik alleen de
accusets en laders van DeWALT.
De accu in het gereedschap zetten
en uit het gereedschap verwijderen
(Afb. 1)
OPMERKING: Voor het beste resultaat is het
belangrijk dat u de accu (O) volledig oplaadt.
DE ACCU IN DE HANDGREEP VAN HET GEREEDSCHAP
INSTALLEREN
1. Houd de accu tegenover de rails (O) in de
handgreep van de lamp (Afb. 1).
2. Schuif de accu in de handgreep totdat de accu
stevig vastzit in het gereedschap en controleer
dat de accu niet los raakt.
DE ACCU UIT HET GEREEDSCHAP HALEN
1. Druk op de accu-ontgrendelknop (P) en trek
de accu stevig uit de handgreep van het
gereedschap.
2. Zet de accu in de lader zoals wordt beschreven
in het ladergedeelte van deze handleiding.
Nederlands
VERMOGENMETER (AFB. 1)
Er zijn DeWALT-accu’s met een vermogenmeter en
deze bestaat uit drie groene LED-lampjes die een
aanduiding geven van de hoeveelheid lading die de
accu nog heeft.
U kunt de vermogenmeter inschakelen door de
knop van de vermogenmeter (T) in te drukken.
Een combinatie van de drie groene LED-lampjes
gaat branden en dat geeft een aanduiding van de
hoeveelheid lading die de accu nog heeft. Wanneer
de lading in de accu onder het bruikbare niveau ligt,
gaat de vermogenmeter niet branden en moet de
accu worden opgeladen.
OPMERKING: De brandstofmeter geeft slechts
een indicatie van de hoeveelheid lading die de
accu nog heeft. De meter geeft geen aanwijzingen
over de functionaliteit van het gereedschap en
is onderhevig aan schommelingen afhankelijk
van productcomponenten, temperatuur en de
toepassing door de eindgebruiker.
Zaagbladen wisselen
HET ZAAGBLAD INSTALLEREN (AFB. 2–5)
1. Neem de accu uit.
2. Trek met de hendel van de onderste
beschermkap (K) de onderste
zaagbladbeschermkap (M) in en plaats het
zaagblad op de zaagas tegen de binnenste
klemring (U), en let er daarbij op dat het
zaagblad in de juiste richting draait (de richting
van de pijl die de rotatie aangeeft op het
zaagblad en de tanden moeten in dezelfde
richting wijzen als die van de rotatiepijl op de
zaag). Ga er niet vanuit dat de afdruk op het
zaagblad altijd naar u toe is gericht wanneer
deze goed is geïnstalleerd. Wanneer u de
onderste zaagbladbeschermkap intrekt voor
het installeren van het zaagblad, controleer
dan de staat en de werking van de onderste
zaagbladbeschermkap zodat u er zeker van
kunt zijn dat deze goed werkt. Controleer dat
deze vrij beweegt en niet het zaagblad of een
ander onderdeel raakt, onder alle hoeken en bij
alle zaagdiepten.
3. Plaats de buitenste klemring (V) op de zaagas
met de schuine zijde naar buiten gericht.
Controleer dat de diameter van 30 mm op de
zaagbladzijde van de klem past in het gat van
30 mm in het zaagblad, zodat het zeker is dat
het zaagblad wordt gecentreerd.
4. Draai met de hand de zaagbladklemschroef (L)
op de zaagas (de schroef heeft rechtse draad
en moet naar rechts worden vastgedraaid).
5. Druk de zaagbladvergrendeling (D) in terwijl u
de zaagas draait met de zaagbladsleutel (W)
die onder het accucompartiment is
opgeborgen, tot de zaagbladvergrendeling
ingrijpt en het zaagblad niet meer draait.
6. Zet de zaagbladklemschroef stevig vast met de
zaagbladsleutel.
OPMERKING: Schakel de
zaagbladvergrendeling nooit in
zolang de zaag loopt, en schakel de
vergrendeling ook nooit in in een poging
het gereedschap te stoppen. Schakel de
zaag nooit in terwijl de asvergrendeling is
ingeschakeld. Dit zal leiden tot ernstige
beschadiging van uw zaag.
HET ZAAGBLAD VERVANGEN (AFB. 2–5)
1. Neem de accu uit.
2. Maak de zaagbladklemschroef (L) los door de
zaagbladvergrendeling (D) in te drukken en
draai de zaagas met de zaagbladsleutel (W), die
onder het accucompartiment is opgeborgen,
totdat de zaagbladvergrendeling ingrijpt en
het zaagblad niet meer draait. Draai met
de zaagbladvergrendeling ingeschakeld de
zaagbladklemschroef met de zaagbladsleutel
naar links (de schroef heeft rechtse draad en
moet naar links worden losgedraaid).
3. Verwijder de zaagbladklemschroef (L) en de
buitenste klemring (V). Verwijder het oude
zaagblad.
4. Haal alle zaagsel weg die zich mogelijk heeft
verzameld in de buurt van de beschermkap
en de klemring en controleer de staat en de
werking van de onderste beschermkap, zoals
eerder is uiteengezet. Breng hier geen smering
aan.
5. Selecteer het juiste zaagblad voor de
toepassing (zie Zaagbladen). Gebruik altijd
zaagbladen van de juiste afmeting (diameter)
met een middengat van de juiste afmeting en
vorm voor de montage op de zaagas. Zorg er
altijd voor dat de maximale aanbevolen snelheid
(tpm) op het zaagblad overeenkomt met of
hoger is dan de snelheid (tpm) van de zaag.
6. Volg stap 1 tot en met 5 onder Het Zaagblad
installeren en let erop dat het zaagblad in de
juiste richting draait.
ONDERSTE ZAAGBLADBESCHERMKAP
WAARSCHUWING: De onderste
zaagbladbeschermkap is een
veiligheidsvoorziening die het risico
van ernstig persoonlijk letsel beperkt.
Gebruik de zaag nooit als de onderste
145
Nederlands
beschermkap ontbreekt, beschadigd
is, verkeerd gemonteerd is of niet goed
werkt. U kunt er niet op vertrouwen dat
de onderste zaagbladbeschermkap
u onder alle omstandigheden
beschermt. Uw veiligheid is afhankelijk
van het opvolgen van de volgende
waarschuwingen en aanwijzingen
voor een veilig gebruik en ook van een
goede werking van de zaag. Controleer
voor ieder gebruik dat de onderste
zaagbladbeschermkap goed sluit. Als
de onderste zaagbladbeschermkap
ontbreekt of niet goed werkt, laat de zaag
dan nazien voordat u het gereedschap
weer gebruikt. De veiligheid en
betrouwbaarheid van het product kunnen
alleen worden gewaarborgd als reparatie,
onderhoud en afregeling worden
uitgevoerd door een geautoriseerd
servicecentrum of een andere
gekwalificeerde service-organisatie,
waarbij altijd identieke vervangende
onderdelen moeten worden gebruikt.
DE ONDERSTE BESCHERMKAP CONTROLEREN (AFB. 1)
1. Zet het gereedschap uit en trek de stekker uit
het stopcontact.
2. Draai de hendel van de onderste beschermkap
(Afb. 1, M) uit de geheel gesloten positie naar
de geheel geopende positie.
3. Laat de hendel los en zie erop toe dat de
beschermkap (K) naar de geheel gesloten
posite terugkeert.
Het gereedschap moet in een officieel erkend
servicecentrum worden nagezien, als de
beschermkap:
• niet terugkeert in de geheel gesloten positie,
• met horten en stoten of langzaam beweegt, of
• contact maakt met het zaagblad of met een
deel van het gereedschap onder alle hoeken en
bij alle zaagdiepten.
ZAAGBLADEN
WAARSCHUWING: Beperk het risico
van oogletsel zoveel mogelijk, gebruik
altijd oogbescherming. Carbide is een
hard maar bros materiaal. Voorwerpen in
het werkstuk, die er niet in horen, zoals
draad of spijkers, kunnen tot gevolg
hebben dat de punt scheurt of breekt.
Werk alleen met de zaag wanneer
een goede zaagbladbeschermkap is
geplaatst. Monteer vóór gebruik het
zaagblad stevig en let op de juiste
draairichting, gebruik altijd een schoon,
scherp zaagblad.
146
WAARSCHUWING: Zaag geen
metaal, kunststof, beton, metselwerk of
vezelcementmateriaal met deze zaag.
190 mm Diameter
Toepassing
Tanden
Snel overlangs
zagen
18
Overlangs zagen
24
Algemene
toepassing
40
184 mm Diameter
Toepassing
Tanden
Overlangs zagen
24
Algemene
toepassing
36
Afwerking
60
Neem, als u hulp nodig hebt bij het gebruik van
zaagbladen, contact op met de DeWALT-dealer ter
plaatse.
Terugslag
Terugslag is een plotselinge reactie op een bekneld,
vastgelopen of verkeerd uitgelijnd zaagblad, waarbij
een zaag zonder controle omhoog komt uit het
werkstuk in de richting van de gebruiker. Wanneer
het zaagblad bekneld raakt of vastloopt doordat
de zaagsnede zich sluit, loopt het zaagblad vast
en wordt de unit door de reactie van de motor snel
in de richting van de gebruiker geduwd. Als het
zaagblad krom wordt of verkeerd uitgelijnd raakt
in de zaagsnede, kunnen de tanden aan achterste
rand van het zaagblad zich in het oppervlak van
het materiaal vreten, waardoor het zaagblad uit de
zaagsnede komt en in de richting van de gebruiker
springt.
Het is waarschijnlijker dat terugslag zich zal
voordoen onder de volgende omstandigheden.
1. ONJUISTE ONDERSTEUNING VAN HET
WERKSTUK
A. Doorzakken of onjuist omhoog brengen
van het af te zagen stuk materiaal kan het
vastklemmen van het zaagblad tot gevolg
hebben en leiden tot terugslag (Afb. 24).
B. Wanneer materiaal wordt doorgezaagd dat
alleen aan de uiteinden wordt ondersteund,
kan dat leiden tot terugslag. Naarmate het
materiaal verzwakt, zakt het door, waardoor
de zaagsnede zich sluit en het zaagblad
klem komt te zitten (Afb. 24).
Nederlands
C. Het afzagen van een vrijdragend of
overhangend stuk materiaal van onderaf
in een verticale richting kan terugslag tot
gevolg hebben. Het vallende afgezaagde
stuk kan een zaagblad afklemmen.
D. Wanneer lange smalle stroken worden
afgezaagd kan dat terugslag tot gevolg
hebben. De af te zagen strook kan
doorzakken waardoor de zaagsnede zich
sluit en het zaagblad bekneld raakt.
E. Het ophalen van de onderste beschermkap
op een oppervlak onder het materiaal dat
wordt gezaagd, kan verminderde controle
van de gebruiker over het gereedschap tot
gevolg hebben. De zaag kan gedeeltelijk uit
de zaagsnede omhoogkomen en daardoor
kan de kans dat het zaagblad wordt
verbogen, toenemen.
2. ONJUISTE INSTELLING VAN DE
ZAAGDIEPTE OP DE ZAAG
U maakt de meest efficiënte zaagsnede als
het zaagblad zo ver uitsteekt dat er slechts
een tand uitsteekt, zoals in Afbeelding 8 wordt
getoond. Zo kan de schoen het zaagblad
ondersteunen en wordt het verbuigen en
knellen in het materiaal tot een minimum
beperkt. Zie het hoofdstuk getiteld Afstelling
zaagdiepte.
3. BUIGING VAN HET ZAAGBLAD
(VERKEERDE UITLIJNING IN DE
ZAAGSNEDE)
A. Wanneer u harder duwt bij het zagen, kan
het zaagblad buigen.
B. Wanneer u probeert de zaag in de
zaagsnede te draaien (probeert terug te
komen op de gemarkeerde lijn) kan dat tot
gevolg hebben dat het zaagblad buigt.
C. Buiten uw macht reiken of de zaag bedienen
in een verkeerde lichaamshouding (uit
evenwicht), kan buigen van het zaagblad tot
gevolg hebben.
D. Het verplaatsen van uw handen of een
andere lichaamshouding aannemen kan
buigen van het zaagblad tot gevolg hebben.
E. Het ondersteunen van de zaag om het
zaagblad vrij te maken, kan verbuigen van
het zaagblad tot gevolg hebben.
4. GEBRUIK VAN BOTTE OF VUILE
ZAAGBLADEN
Bij gebruik van botte zaagbladen wordt de
zaag meer belast. Om dat te goed te maken
zal de gebruiker gewoonlijk harder duwen
waardoor de unit nog meer wordt belast en het
verbuigen van het zaagblad in de zaagsnede
nog erger wordt. Versleten zaagbladen zullen
misschien ook onvoldoende vrije ruimte hebben
waardoor de kans op vastlopen en de belasting
toeneemt.
5. HET OPNIEUW STARTEN VAN EEN
ZAAGSNEDE TERWIJL DE TANDEN
VAN DE ZAAG VASTSTAAN TEGEN HET
MATERIAAL
De zaag moet eerst op volle bedrijfssnelheid
worden gebracht en pas daarna mag een
zaagsnede worden gestart of opnieuw worden
gestart, nadat de unit is gestopt met het
zaagblad in de zaagsnede. Als u de zaag niet
eerst op volle snelheid laat komen, kan dat
leiden tot vastlopen en terugslag.
Alle andere omstandigheden die knellen, vastlopen,
buigen of een verkeerde uitlijning tot gevolg kunnen
hebben, kunnen leiden tot een terugslag. Raadpleeg
de hoofdstukken Aanvullende specifieke
veiligheidsregels voor alle cirkelzagen en
Zaagbladen voor procedures en technieken die het
optreden van terugslag zoveel mogelijk voorkomen.
Zaagdiepteafstelling (Afb. 6–8)
1. Maak de hendel voor de diepteafstelling (X) los
door de hendel omhoog te halen.
2. Zet voor het verkrijgen van de juiste zaagdiepte
het juiste merkteken op de strook voor de
diepteafstelling (AA) tegenover uitsparing (Y) op
de bovenste zaagbladbeschermkap.
3. Zet de diepteafstellingshendel vast.
4. Zet voor de meest efficiënte werking met een
zaagblad met een carbide tip de diepteafstelling
zo, dat ongeveer de helft van een tand onder
het oppervlak van het te zagen hout uitsteekt.
5. In afbeelding 8 wordt een methode getoond
voor het controleren van de juiste zaagdiepte.
Leg een stuk van het materiaal dat u wilt
gaan zagen langs het zaagblad, zoals in de
afbeelding wordt getoond, en kijk hoeveel van
een tand buiten het materiaal steekt.
AFSTELLING VAN DE HENDEL VOOR DE
ZAAGDIEPTEAFSTELLING (AFB. 7)
Misschien wilt u de stand van de hendel voor de
zaagdiepteafstelling (X) wijzigen. De hendel kan na
verloop van tijd losraken en voor het vastzetten de
grondplaat raken.
De hendel vastzetten:
1. Houd de hendel voor de diepteafstelling (X) vast
en draai de moer (Z) los.
147
Nederlands
2. Stel de hendel voor de diepteafstelling af door
de hendel ongeveer 1/8 slag in de gewenste
richting te draaien.
3. Moer weer vastzetten.
Afstelling afschuinhoek (Afb. 1, 9)
U kunt het mechanisme voor de afschuinhoek (H)
afstellen tussen 0° en 57°.
U kunt door gebruik te maken van de markeringen
voor de fijnafstelling op de draaibeugel (AC)
nauwkeurige zaagresultaten bereiken.
1. Maak de hendel voor de aanpassing van de
afschuinhoek (G) los door de hendel omhoog te
halen.
2. Kantel de grondplaat in de gewenste hoek door
de nauwkeurige aanwijzer voor de afschuinhoek
(AB) tegenover het merkteken van de gewenste
hoek op de draaibeugel (AC) te zetten.
3. Zet de hendel voor de aanpassing van de
afschuinhoek vast door de hendel omlaag te
brengen.
Vast punt schuine zaagsnede (Afb. 9)
De DCS575 en de DCS576 zijn uitgerust met
een functie voor de instelling van een vaste punt
voor de afschuinhoek. Wanneer u de grondplaat
kantelt, hoort u een klik en voelt u dat de grondplaat
vastklikt op 22,5 graad en op 45 graden. Zet, als
één van deze standen de gewenste hoek is, de
hendel (G) vast door de hendel omlaag te brengen.
Als u een andere hoek wilt instellen, kantelt u de
grondplaat verder totdat de grove aanwijzer (AD)
van de afschuinhoek of de fijne aanwijzer (AB) van
de afschuinhoek tegenover het gewenste merkteken
staat.
Indicator zaaglengte (Afb. 10)
De markeringen aan de zijkant van de grondplaat
(J) tonen de lengte van de sleuf die in het materiaal
wordt gezaagd bij de volledige zaagdiepte. De
markeringen geven stappen van 5 mm aan.
De Parallelle Langsgeleiding
monteren en afstellen (Afb. 11)
De parallelle langsgeleiding (AF) wordt gebruikt voor
het zagen parallel aan de rand van het werkstuk.
MONTEREN
1. Zet de afstellingsknop van de langsgeleiding
(AE) wat losser zodat de parallelle
langsgeleiding kan passeren.
2. Steek de parallelle langsgeleiding (AF) in de
grondplaat (J), zoals wordt afgebeeld.
148
3. Zet de afstellingsknop van de langsgeleiding
(AE) vast.
AFSTELLEN
1. Draai de afstellingsknop van de langsgeleiding
(AE) los en zet de parallelle langsgeleiding (AF)
op de gewenste breedte.
U kunt de afstelling aflezen van de
schaalverdeling van de langsgeleiding.
2. Zet de afstellingsknop van de langsgeleiding
(AE) vast.
Het mondstuk van de stofafzuiging
monteren (Afb. 1, 6, 12)
De cirkelzagen van het type DCS575/DCS576
worden geleverd met een poort voor stofafzuiging.
DE POORT VOOR STOFAFZUIGING INSTALLEREN
1. Maak de hendel voor de afstelling van de
zaagdiepte (X) helemaal los.
2. Plaats de grondplaat (J) in de laagste positie.
3. Houd de linkerhelft van de poort voor de
stofafzuiging (AG) tegenover de bovenste
zaagbladbeschermkap (N), zoals wordt
afgebeeld. Het is belangrijk dat u de nok in de
uitsparing op het gereedschap steekt. Wanneer
u dit op juiste wijze uitvoert, zal het mondstuk
geheel over de oorspronkelijke diepte van de
zaagsnedeaanwijzer klikken.
4. Zet het rechtergedeelte tegenover het linker.
5. Plaats de schroeven en draai ze stevig vast.
Geleiderailsysteem (DCS576, Afb. 13)
Met behulp van geleiderails, als accessoires
in verschillende lengte verkrijgbaar, kunt u met
de cirkelzaag nauwkeurige, rechte en schone
zaagsneden maken en tegelijkertijd het oppervlak
van het werkstuk beschermen tegen beschadiging.
In combinatie met aan te schaffen accessoires kunt
u met het geleiderailsysteem nauwkeurig onder
een hoek en in verstek zagen en installatiewerk
uitvoeren.
Er zijn klemmen (AJ) leverbaar waarmee u de
geleiderail (AH) kunt vastzetten op het werkstuk
(AI) (Afb. 13). Door middel van deze klemmen (AJ)
kunt u de geleiderail (AH) stevig op het werkstuk
(AI) bevestigen en veilig werken. Wanneer u de
geleiderail eenmaal op de zaaglijn hebt ingesteld
en stevig op het werkstuk hebt bevestigd, zal het
werkstuk niet kunnen verschuiven tijdens het zagen.
BELANGRIJK: De schaalverdeling voor de instelling
van de hoogte is ingesteld voor gebruik van de
zaag zonder een geleiderail. Wanneer u de zaag
op de geleiderail gebruikt, zal het verschil in hoogte
ongeveer 5,0 mm zijn.
Nederlands
DE CIRKELZAAG OP DE GELEIDERAIL (AFB. 1, 14)
U bereikt de beste zaagresultaten wanneer de
ruimte tussen de cirkelzaag en de geleiderail
(Afb. 14, AH) heel klein is. Hoe kleiner deze ruimte
is, des te beter is de afwerking van de zaaglijn op
het werkstuk.
De ruimte kan worden ingesteld met de twee
railaanpassingen (Afb. 1, R, S) voor elk kanaal in
de grondplaat, voor zagen op 0° (R) en voor schuin
afzagen op 1 - 45° (S). De railaanpassingen zijn
precisienokken door middel waarvan de ruimte
tussen het gereedschap en de geleiderail kan
worden verminderd. Wanneer u deze aanpassingen
hebt ingesteld, wordt zijdelingse verplaatsing van
de zaag tijdens het zagen tot een minimum beperkt
terwijl het zagen gelijkmatig kan worden uitgevoerd.
OPMERKING: De aanpassingen zijn in de fabriek
op de minimale ruimte ingesteld en zullen misschien
moeten worden aangepast voordat u met het
gereedschap aan de slag kunt. Volg deze instructies
voor het instellen van de cirkelzaag op de geleiderail.
DENK ERAAN: Stel de railaanpassingen op de
zaag in op de geleiderail.
1. Maak de schroef binnen in de railaanpassing
los zodat aanpassing tussen de zaag en de
geleiderail mogelijk wordt.
2. Trek de onderste beschermkap terug en plaats
het gereedschap op de geleiderail, let er daarbij
op dat het zaagblad in de hoogste positie staat.
3. Draai de aanpassing tot de zaag op de
geleiderail wordt vergrendeld
BELANGRIJK: Controleer dat de zaag stevig
op de rail is bevestigd door te proberen de
zaag naar voren te duwen. Het is belangrijk dat
de zaag niet kan verschuiven.
4. Draai de aanpassing wat naar achteren totdat
de zaag gemakkelijk langs de rail schuift.
5. Houd de railaanpassing op zijn plaats en draai
de schroef weer vast.
OPMERKING: Pas het systeemALTIJD aan voor
gebruik op andere rails.
De railaanpassingen zijn nu zo ingesteld dat
zijdelingse afwijking bij het werken met de zaag op
de geleiderail tot een minimum wordt beperkt.
Voor u met de zaag aan de slag gaat, moet de antisplinterkap (AK) op de geleiderail worden afgesteld.
Raadpleeg De Anti-Splinterkap afstellen.
DE ANTI-SPLINTERKAP AFSTELLEN (AFB. 14)
de geleiderail (AH) is voorzien van een antisplinterkap (AK) die voorafgaand aan het eerste
gebruik moet worden afgesteld.
De anti-splinterkap (AK) bevindt zich aan
weerszijden van de geleiderail (Afb. 14). Het doel
van deze anti-splinterkap is de gebruiker een
zichtbare zaaglijn te geven en het ontstaan tijdens
het zagen van spaanders te beperken langs de
zaagrand van het werkstuk.
BELANGRIJK: Lees ALTIJD de aanwijzingen in
De cirkelzaag instellen op de geleiderail en
volg deze aanwijzingen op voordat u de splinterkap
zaagt!
STAPPEN VOOR HET AFSTELLEN VAN DE ANTISPLINTERKAP (AFB. 15–18
1. Plaats de geleiderail (AH) op een stuk hout
(restant) (AL) met een minimumlengte van
100 mm, dat uitsteekt over het werkstuk.
Bevestig de geleiderail met een klem stevig
op het werkstuk. Zo wordt de nauwkeurigheid
gewaarborgd.
2. Stel de zaag in op een zaagdiepte van 20 mm.
3. Plaats de voorzijde van de zaag op het
overhangende deel van geleiderail, waarbij u
ervoor zorgt dat het zaagblad voor de rand van
de rail is geplaatst (Afb. 16).
4. Schakel de zaag in en zaag de splinterkap
langzaam langs de gehele lengte in één
ononderbroken beweging. De rand van
splinterkap komt nu precies overeen met de
zaagrand van het zaagblad (Afb. 17).
U kunt de anti-splinterkap op de andere zijde van
geleiderail afstellen door de zaag van de rail te halen
en de rail 180° te draaien. Herhaal stap 1 tot en
met 4.
OPMERKING: U kunt, als u dat wilt, de splinterkap
op 45° schuin afzagen, en vervolgens stap 1 tot
en met vier 4 herhalen. Hierdoor is de ene zijde
van de rail geschikt voor parallelle zaagsneden en
de andere zijde van de rail afgesteld op schuine
zaagsneden op 45° (Afb. 18).
OPMERKING: Als de anti-splinter is afgesteld voor
parallelle zaagsneden aan beide zijden, zal, wanneer
de zaag is ingesteld op schuine zaagsneden, het
zaagblad niet langs de rand van de anti-splinterkap
lopen. Dit komt omdat het kantelpunt van het
apparaat niet stationair is en het zaagblad naar
buiten beweegt wanneer de zaag schuin wordt
geplaatst.
Zaagsnede-indicator (Afb. 19–21)
De voorzijde van de zaagschoen heeft een indicator
voor de zaagsnede (AM) voor verticaal zagen en
onder een schuine hoek zagen. Met deze indicator
kunt u de zaag langs zaaglijnen geleiden, die u
op het te zagen materiaal hebt afgetekend. De
zaagsnede-indicator wijst naar de linker (buiten)zijde
149
Nederlands
van het zaagblad, waardoor de sleuf of “zaagsnede”
die door het draaiende zaagblad wordt gezaagd,
rechts van de indicator uitkomt. Leid de zaag
langs de afgetekende zaaglijn zodat de zaagsnede
uitkomt op het restmateriaal. Afbeelding 20 toont
de zaag in de parallelle zaagstand ten opzichte van
de geleiderail. Afbeelding 21 toont de zaag in de
stand voor schuine zaagsneden ten opzichte van de
geleiderail.
OPMERKING: Het werklicht is bedoeld voor het
verlichten van het werkoppervlak in de onmiddellijke
nabijheid en het is niet de bedoeling dat u het licht
gebruikt als zaklantaarn.
Voor ingebruikneming
Ontgrendel het gereedschap door de
vergrendelknop in te drukken.
• Controleer dat de beschermkappen goed zijn
gemonteerd. De zaagbladbeschermkap moet
gesloten zijn.
• Controleer dat het zaagblad draait in de richting
van de pijl op het zaagblad.
• Gebruik geen zeer versleten zaagbladen.
BEDIENING
Instructies voor gebruik
WAARSCHUWING: Houd u altijd
aan de veiligheidsinstructies en van
toepassing zijnde voorschriften.
WAARSCHUWING: Om het gevaar
op ernstig persoonlijk letsel te
verminderen, zet u het gereedschap
uit en ontkoppelt u de accu,
voordat u enige aanpassing maakt
of hulpstukken of accessoires
verwijdert/installeert. Het onbedoeld
opstarten kan letsel veroorzaken.
Juiste positie van de handen
(Afb. 22)
WAARSCHUWING: Om het risico op
ernstig persoonlijk letsel te verminderen,
dient u ALTIJD de handen in de juiste
positie te hebben, zoals afgebeeld.
WAARSCHUWING: Om het risico op
ernstig persoonlijk letsel te verminderen,
houdt u het ALTIJD stevig vast,
anticiperend op een plotseling reactie.
Voor een juiste plaatsing van uw handen zet u één
hand op de hoofdhandgreep (C) en de andere op
de hulphandgreep (F).
LED-werklicht (Afb. 1)
Het LED-werklicht (l) wordt ingeschakeld wanneer u
de aan/uit-schakelaar indrukt. Wanneer u de Aan/
Uit-schakelaar loslaat, blijft het werklicht tot wel 20
seconden lang branden.
150
In- en uitschakelen (Afb. 1)
Om veiligheidsredenen is de Aan/Uit-schakelaar
(A) van uw gereedschap voorzien van een
vergrendelknop (B).
U kunt de machine in werking zetten door op de
Aan/Uit-schakelaar (A) te drukken.
Zodra u de Aan/Uit-schakelaar loslaat wordt de
vergrendelknop automatisch ingeschakeld zodat
wordt voorkomen dat de machine onbedoeld wordt
gestart.
OPMERKING: Schakel het
gereedschap niet IN of UIT wanneer
het zaagblad het werkstuk of andere
materialen raakt.
Ondersteuning van het werkstuk
(Afb. 23–26)
WAARSCHUWING: Beperk het
risico van ernstig persoonlijk
letsel, ondersteun het werkstuk
goed en houd de zaag stevig vast
zodat u niet de controle over het
gereedschap kunt verliezen.
Afbeeldingen 23 en 25 laten de juiste zaagpositie
zien. afbeeldingen 24 and 26 laten een onveilige
werksituatie zien. Handen mogen niet in de buurt
komen van het zaaggebied en het netsnoer wordt
weggeleid van het zaaggebied zodat het niet
bekneld of in de war raakt bij het werken.
Vermijd terugslag, ondersteun ALTIJD boarden plaatmateriaal DICHTBIJ de zaagsnede,
(Afb. 23 en 25). ONDERSTEUN board- of
plaatmateriaal NIET ver van de zaagsnede
verwijderd (Afb. 24 en 26). Houd, wanneer u met
de zaag werkt, het netsnoer uit de buurt van het
zaaggebied en zorg ervoor dat het niet bekneld kan
raken tussen het werkstuk.
TREK ALTIJD DE STEKKER VAN DE ZAAG UIT HET
STOPCONTACT VOORDAT U AANPASSINGEN
UITVOERT! Plaats het werk met de “goede” zijde —
de zijde die er het mooist moet uitzien — omlaag.
De zaag zaagt naar boven, dus splinters zullen te
zien zijn op de zijde van het werkstuk die omhoog
gericht is tijdens het zagen.
Nederlands
Zagen
WAARSCHUWING: Probeer nooit
dit gereedschap te gebruiken door het
ondersteboven op een werkoppervlak
te zetten en het materiaal naar het
gereedschap te voeren. Zet het werkstuk
altijd stevig met klemmen vast en voer
het gereedschap naar het werkstuk,
waarbij u het gereedschap stevig
met beide handen vasthoudt, zoals in
afbeelding 25 wordt getoond.
Plaats het bredere gedeelte van de grondplaat
van de zaag op dat gedeelte van het werkstuk dat
stevig wordt ondersteund, niet op een gedeelte
dat valt wanneer de zaagsnede is voltooid. Als
voorbeeld, illustreert afbeelding 25 de JUISTE
manier voor het afzagen van het uiteinde van een
stuk materiaal. Zet het werk altijd met klemmen
vast. Probeer niet korte stukken materiaal met de
hand vast te houden! Denk er aan dat u vrijdragend
en overhangend materiaal moet ondersteunen. Ga
voorzichtig te werk wanneer u materiaal van onderaf
afzaagt.
Het is belangrijk dat de zaag op volle snelheid draait
voordat het zaagblad het te zagen materiaal raakt.
Wanneer u met zagen begint met het zaagblad
tegen het materiaal dat moet worden gezaagd of
met het zaagblad dat vooruit wordt geduwd in de
zaagsnede, kan dat terugslag tot gevolg hebben.
Duw de zaag naar voren met een snelheid waarbij
het zaagblad zonder veel moeite kan zagen.
Hardheid en taaiheid kunnen variëren, zelfs in
hetzelfde stuk materiaal, en knoestige of vochtige
delen kunnen de zaag zwaar belasten. Duw de
zaag, wanneer dit gebeurt langzamer vooruit,
maar wel zo stevig dat de zaag kan blijven werken
zonder veel verlies van snelheid. Wanneer u de
zaag met geweld voortduwt, kan dat leiden tot ruwe
zaagsneden, terugslag en oververhitting van de
motor. Als het zo is dat uw zaagsnede begint af te
wijken van de zaaglijn, probeer dan niet de zaaglijn
weer te bereiken. Laat de schakelaar los en laat
het zaagblad volledig tot stilstand komen. U kunt
dan de zaag terugtrekken, opnieuw aanleggen en
een nieuwe zaagsnede beginnen enigszins binnen
de verkeerde zaagsnede. U moet in ieder geval
de zaag terugtrekken als u de zaagsnede moet
verplaatsen. Wanneer u met geweld een correctie
probeert uit te voeren binnen de zaagsnede, kan de
zaag vastlopen en dat kan leiden tot terugslag.
LOOPT DE ZAAG VAST, LAAT DE AAN/UITSCHAKELAAR DAN LOS EN TREK DE ZAAG
TERUG UIT DE ZAAGSNEDE. HET IS BELANGRIJK
DAT HET ZAAGBLAD RECHT IN DE ZAAGSNEDE
ZIT EN VRIJ VAN DE ZAAGRAND VOORDAT U
OPNIEUW BEGINT.
Laat de schakelaar los, wanneer u de zaagsnede
voltooit, laat het zaagblad tot stilstand komen en
til vervolgens pas de zaag van het werk. Wanneer
u de zaag optilt, zal de geveerde telescopische
beschermkap zich automatisch onder het zaagblad
sluiten. Denk eraan dat het zaagblad pas is
afgedekt als de beschermkap is gesloten. Reik
niet om welke reden dan ook onder het werk.
Wanneer u de telescopische beschermkap met
de hand moet terugtrekken (zoals dat moet bij het
begin van insteekzagen), doe dat dan altijd met de
terugtrekhendel.
OPMERKING: Let er bij het zagen van dunne
stroken vooral goed op dat de kleine afgezaagde
delen niet binnen de onderste beschermkap
terechtkomen.
INSTEEKZAGEN (AFB. 27)
WAARSCHUWING: Zet de
zaagbladbeschermkap nooit vast in een
opgehaalde stand. Verplaats de zaag
nooit naar achteren bij het insteekzagen.
Hierdoor kan de zaag zich omhoog
werken uit het werkoppervlak en dat kan
leiden tot letsel.
Een insteekzaagsnede is een zaagsnede die wordt
gemaakt in een vloer, wand of een ander vlak
oppervlak.
1. Stel de grondplaat van de zaag zo af dat het
zaagblad op de gewenste diepte zaagt.
2. Kantel de zaag naar voren en laat de voorzijde
van de grondplaat op het te zagen materiaal
rusten.
3. Trek met de hendel van de onderste
beschermkap de onderste beschermkap
omhoog. Laat de achterzijde van de grondplaat
zakken tot de tanden van het zaagblad bijna de
zaaglijn raken.
4. Laat de zaagbladbeschermkap los (door het
contact met het werk kan de kap vrij opengaan
wanneer u de zaagsnede begint). Neem uw
hand van de hendel van de beschermkap en
pak de hulphandgreep (F) stevig vast, zoals
in afbeelding 27 wordt getoond. Plaats uw
lichaam en arm zo dat u weerstand kunt«»
bieden aan terugslag, als deze zich voordoet.
5. Controleer dat het zaagblad niet voordat
u de zaag start contact maakt met het
zaagoppervlak.
6. Start de motor en laat de zaag geleidelijk
zakken tot de grondplaat vlak op het zagen
materiaal rust. Breng de zaag naar voren langs
de zaaglijn tot de zaagsnede is voltooid.
151
Nederlands
7. Laat de aan/uit-schakelaar los en trek het
zaagblad pas uit het materiaal als het zaagblad
geheel tot stilstand is gekomen.
8. Ga aan het begin van iedere nieuwe zaagsnede
steeds weer te werk zoals hierboven wordt
vermeld,
Stofafzuiging (Afb. 30)
WAARSCHUWING: Risico van het
inademen van stof. Beperk het risico
van persoonlijk letsel, draag ALTIJD een
goedgekeurd stofmasker.
Er wordt een stofafzuigpoort (AG) meegeleverd bij
uw gereedschap.
Met de Stofextractieadapter kunt u het gereedschap
op een externe stofzuiger aansluiten met behulp
van het AirLockô-systeem (DWV9000-XJ) of een
standaard 35 mm aansluiting voor een stofzuiger.
WAARSCHUWING: Gebruik ALTIJD
stofafzuiging die ontworpen is in
overeenstemming met de van toepassing
zijnde richtlijnen voor stofemissie bij het
zagen van hout. Slangen van de meeste
gewone stofzuigers passen rechtstreeks
in de stofafzuigingspoort.
ONDERHOUD
Uw DeWALT gereedschap op stroom is ontworpen
om gedurende een lange tijdsperiode te
functioneren met een minimum aan onderhoud. Het
continu naar bevrediging functioneren hangt af van
de juiste zorg voor het gereedschap en regelmatig
schoonmaken.
WAARSCHUWING: Om het gevaar
op ernstig persoonlijk letsel te
verminderen, zet u het gereedschap
uit en ontkoppelt u de accu,
voordat u enige aanpassing maakt
of hulpstukken of accessoires
verwijdert/installeert. Het onbedoeld
opstarten kan letsel veroorzaken.
Aan de lader en de accu kan geen onderhoud
worden verricht.
Smering
In het gereedschap wordt gebruikgemaakt van
zelfsmerende kogellagers en deze hoeven niet
opnieuw te worden gesmeerd. U wordt echter
geadviseerd het gereedschap één keer per jaar naar
een servicecentrum te brengen of op te sturen voor
grondige schoonmaak, inspectie en smering van de
tandwielkast.
152
Reiniging
WAARSCHUWING: Blaas vuil en stof
uit de hoofdbehuizing met droge lucht,
zo vaak u ziet dat vuil zich in en rond
de luchtopeningen ophoopt. Draag
goedgekeurde oogbescherming en een
goedgekeurd stofmasker als u deze
procedure uitvoert.
WAARSCHUWING: Gebruik nooit
oplosmiddelen of andere bijtende
chemicaliën voor het reinigen van
niet-metalen onderdelen van het
gereedschap. Deze chemicaliën kunnen
het materiaal dat in deze onderdelen
is gebruikt verzwakken. Gebruik een
doek die uitsluitend met water en milde
zeep is bevochtigd. Zorg dat er nooit
enige vloeistof in het gereedschap komt;
dompel nooit enig onderdeel van het
gereedschap in een vloeistof.
ONDERSTE BESCHERMKAP
De onderste beschermkap moet altijd vrij
kunnen draaien en sluiten uit een geheel open
of geheel gesloten positie. Controleer altijd of de
beschermkap goed werkt door de kap voorafgaand
aan zaagwerkzaamheden geheel te openen en los
te laten. Als de beschermkap langzaam sluit of niet
geheel sluit, moet de kap worden schoongemaakt
of worden nagezien. Gebruik de zaag pas weer
als de beschermkap goed werkt. Maak de
beschermkap schoon met droge lucht of een zachte
borstel en verwijder alle opgehoopte zaagsel en vuil
uit het pad van de beschermkap en rond de veer
van de beschermkap. Als hiermee het probleem
niet is verholpen, moet het gereedschap worden
nagezien door een erkend servicecentrum.
Afstelling van de grondplaat
(Afb. 5, 28, 29)
Uw grondplaat is in de fabriek zo afgesteld dat het
zaagblad haaks op de grondplaat staat. Als, na
langdurig gebruik, u het zaagblad opnieuw moet
uitlijnen, volg dan onderstaande aanwijzingen:
AFSTELLEN VOOR ZAAGSNEDEN VAN 90 GRADEN
1. Zet de zaag terug in de stand voor 0 graden
2. Plaats de zaag op zijn zijkant en trek de
onderste beschermkap terug.
3. Stel de zaagdiepte in op 51 mm.
Nederlands
4. Maak de hendel voor de aanpassing van
de afschuinhoek los (Afb. 29, G). Plaats
een winkelhaak tegen het zaagblad en de
grondplaat, zoals in afbeelding 28 wordt
getoond.
5. Draai met een steeksleutel (W, Afb. 5) de
instelschroef (AN, Afb. 28) op de grondplaat
tot het zaagblad en de grondplaat beide gelijk
liggen met de winkelhaak. Zet de hendel voor
het aanpassen van de afschuinhoek weer vast.
Optionele accessoires
WAARSCHUWING: Aangezien
accessoires die niet door DeWALT zijn
aangeboden niet met dit product zijn
getest, kan het gebruik van dergelijke
accessoires met dit gereedschap
gevaarlijk zijn. Om het risico op letsel
te verminderen dient u uitsluitend door
DeWALT aanbevolen accessoires met dit
product te gebruiken.
AFSTELLEN VAN DE HENDEL VOOR AANPASSING VAN DE
AFSCHUINHOEK (AFB. 29)
GEBRUIK BIJ DEZE ZAAG GEEN ACCESSOIRES
VOOR DE TOEVOER VAN WATER.
Het kan wenselijk zijn de hendel voor aanpassing
van de afschuinhoek (G) af te stellen. De hendel kan
na verloop van tijd losraken en voor het vastzetten
de grondplaat raken.
VOER EEN VISUELE INSPECTIE UIT VAN CARBIDE
ZAAGBLADEN VOORAFGAAND AAN GEBRUIK
VERVANGEN IN HET GEVAL VAN BESCHADIGING.
De hendel vastzetten:
1. Houd de hendel voor aanpassing van
de afschuinhoek (G) vast en draai de
vergrendelmoer voor de afschuinhoek (AO) los.
2. Stel de hendel voor aanpassing van de
afschuinhoek af door deze 1/8 in de gewenste
richting te draaien.
3. Moer weer vastzetten.
Zaagbladen
Een bot zaagblad maakt dat het zagen inefficiënt
verloopt, de motor wordt overbelast, er uitzonderlijk
veel splinters ontstaan en de mogelijkheid van
de terugslag kan toenemen. Vervang zaagbladen
wanneer het niet langer gemakkelijk is de zaag door
de zaagsnede te duwen, wanneer de motor zwaar
wordt belast of wanneer het zaagblad uitzonderlijk
heet wordt. Het is een goede gewoonte extra
zaagbladen beschikbaar te hebben zodat scherpe
zaagbladen onmiddellijk beschikbaar zijn voor
gebruik. Botte zaagbladen kunnen op veel plaatsen
worden geslepen.
Uitgeharde kit kan van het zaagblad worden
verwijderd met wasbenzine, terpentine of zelfs een
reinigingsmiddel voor de oven. Zaagbladen met
een antihecht-coating kunnen worden gebruikt bij
toepassingen waarbij uitzonderlijk veel materiaal
zich aan het zaagblad hecht, zoals bij onder druk
geïmpregneerd hout.
Neem contact op met uw leverancier voor verdere
informatie over de geschikte accessoires.
Bescherming van het milieu
Gescheiden inzameling. Producten en
batterijen die zijn voorzien van dit symbool,
mogen niet bij het normale huishoudelijke
afval worden weggegooid.
Producten en batterijen bevatten materialen die
kunnen worden teruggewonnen en gerecycled,
zodat de vraag naar grondstoffen afneemt. Recycle
elektrische producten en batterijen volgens de lokale
voorschriften. Nadere informatie is beschikbaar op
www.2helpU.com.
Herlaadbare accu
Deze duurzame accu moet herladen worden als hij
niet krachtig genoeg blijkt tijdens het uitvoeren van
klussen die daarvoor vlot verliepen. Aan het einde
van zijn technische levensduur dient u dit werktuig
weg te gooien met respect voor het milieu:
• Gebruik de accu helemaal op en verwijder deze
vervolgens uit het werktuig.
• Lithium-ion-cellen recyclebaar. Breng ze terug
bij uw leverancier of naar het milieupark bij u in
de buurt. De ingezamelde accu’s zullen worden
gerecycled of op juiste wijze tot afval worden
verwerkt.
153
Belgique et
Luxembourg België
en Luxemburg
DeWALT - Belgium BVBA
Egide Walschaertsstraat 16
2800 Mechelen
Tel: NL 32 15 47 37 63
Tel: FR 32 15 47 37 64
Fax: 32 15 47 37 99
www.dewalt.be
[email protected]
Danmark
DeWALT
Roskildevej 22
2620 Albertslund
Tel:
Fax:
70 20 15 10
70 22 49 10
www.dewalt.dk
[email protected]
Deutschland
DeWALT
Richard Klinger Str. 11
65510 Idstein
Tel:
Fax:
06126-21-1
06126-21-2770
www.dewalt.de
[email protected]
Ελλάς
DeWALT (Ελλάς) Α.Ε.
EΔΡΑ-ΓΡΑΦΕΙΑ : Στράβωνος 7
& Λ. Βουλιαγμένης, Γλυφάδα 166 74, Αθήνα
SERVICE : Ημερος Τόπος 2 (Χάνι Αδάμ) – 193 00
Ασπρόπυργος
Τηλ: 00302108981616
Φαξ: 00302108983570
www.dewalt.gr
[email protected]
España
DeWALT Ibérica, S.C.A.
Parc de Negocios “Mas Blau”
Edificio Muntadas, c/Bergadá, 1, Of. A6
08820 El Prat de Llobregat (Barcelona)
Tel:
Fax:
934 797 400
934 797 419
www.dewalt.es
[email protected]
France
DeWALT
5, allée des Hêtres
BP 30084, 69579 Limonest Cedex
Tel:
Fax:
04 72 20 39 20
04 72 20 39 00
www.dewalt.fr
[email protected]
Schweiz
Suisse
Svizzera
DeWALT
In der Luberzen 42
8902 Urdorf
Tel:
Fax:
044 - 755 60 70
044 - 730 70 67
www.dewalt.ch
[email protected]
Ireland
DeWALT
Calpe House Rock Hill
Black Rock, Co. Dublin
Tel:
Fax:
00353-2781800
00353-2781811
www.dewalt.ie
Italia
DeWALT
via Energypark
20871 Vimercate (MB), IT
Tel:
800-014353
39 039 9590200
www.dewalt.it
Nederlands
DeWALT Netherlands BV
Holtum Noordweg 35
6121 RE BORN, Postbus 83, 6120 AB BORN
Fax:
Tel:
Fax:
39 039 9590313
31 164 283 063
31 164 283 200
www.dewalt.nl
Norge
DeWALT
Postboks 4613, Nydalen
0405 Oslo
Tel:
Fax:
45 25 13 00
45 25 08 00
www.dewalt.no
[email protected]
Österreich
DeWALT
Werkzeug Vertriebsges m.b.H
Oberlaaerstrasse 248, A-1230 Wien
Tel:
Fax:
01 - 66116 - 0
01 - 66116 - 614
www.dewalt.at
[email protected]
Portugal
DeWALT Limited, SARL
Centro de Escritórios de Sintra Avenida
Almirante Gago Coutinho, 132/134, Edifício 14
2710-418 Sintra
Tel:
Fax:
214 66 75 00
214 66 75 80
www.dewalt.pt
[email protected]
Suomi
DeWALT
PL 47
00521 Helsinki
Puh: 010 400 4333
Faksi: 0800 411 340
www.dewalt.fi
[email protected]
Sverige
DeWALT
Box 94
431 22 Mölndal
Tel:
Fax:
www.dewalt.se
[email protected]
Türkiye
KALE Hırdavat ve Makina A.Ş.
Defterdar Mah. Savaklar Cad. No:15
Edirnekapı / Eyüp / İSTANBUL 34050 TÜRKİYE
Tel: 0212 533 52 55
Faks: 0212 533 10 05
www.dewalt.com.tr
United
Kingdom
DeWALT, 210 Bath Road;
Slough, Berks SL1 3YD
Tel:
Fax:
www.dewalt.co.uk
[email protected]
Australia
DeWALT
810 Whitehorse Road Box Hill
VIC 3103 Australia
Tel: Aust 1800 338 002
Tel: NZ 0800 339 258
www.dewalt.com.au
www.dewalt.co.nz
Middle East Africa
DeWALT
P.O. Box - 17164,
Jebel Ali Free Zone (South), Dubai, UAE
Tel:
Fax:
www.dewalt.ae
[email protected]
N486824
031 68 61 60
031 68 60 08
01753-567055
01753-572112
971 4 812 7400
971 4 2822765
07/16