Na uitschakeling van de kookzone signaleert het display van de zone in kwestie met een
H
dat er restwarmte is.
Deze indicatie wordt weergegeven totdat de temperatuur van de kookzone onder een acceptabel
veiligheidsniveau zakt.
Wanneer de kookplaat wordt uitgeschakeld als de kookzones nog warm zijn, blijft de indicatie
H
zichtbaar
totdat de kookzone voldoende is afgekoeld.
Voor het gebruik van de speciale functies als de kookzone is ingeschakeld, moet op de toets in de balk met
de speciale functies worden gedrukt. Voor een eenvoudig begrip van de werking van het apparaat worden
de niet-toegestane handelingen gesignaleerd door een hard geluidssignaal. De speciale functies snelkoken en
gematigd verwarmen kunnen op elke kookzone afzonderlijk worden ingeschakeld. De speciale functie
gematigd verwarmen wordt met een draaiende beweging op het display van de kookzones waarop de
functie actief is weergegeven.
De functie snelkoken wordt op het display weergegeven door drie horizontale segmenten die oplopend
gaan branden.
Om de speciale functie te wijzigen selecteert u de gewenste kookzone en drukt u op de toets van de nieuw
in te stellen speciale functie.
Gebruik van de speciale functies en geavanceerd gebruik van de
kookplaat
1. Pauzefunctie
Met de pauzefunctie kan de bereiding tijdelijk worden onderbroken, zodat het voedsel niet aanbrandt of
overkookt als gevolg van te lange en ongewenste bereidingen. Bij inschakeling van de pauzefunctie worden
alle werkende kookzones op een warmhoudtemperatuur gezet die overeenstemt met de temperatuur van
de speciale warmhoudfunctie.
Inschakeling en verwijdering van de pauzefunctie
De pauzefunctie wordt ingeschakeld met de toets . De inschakeling wordt gesignaleerd door een
lichtpuntje op de toets. De displays van alle kookzones geven twee knipperende verticale balken weer.
Als de functie gematigd verwarmen op één van de zones was ingesteld, dan zal de warmhoudtemperatuur
van de kookzone overeenstemmen met die van de functie gematigd verwarmen, omdat deze functie een
gematigder bereiding heeft. Om de pauzefunctie te verwijderen moet nogmaals op de pauzetoets worden
gedrukt. De kookzones worden weer in de standen gezet die vóór de inschakeling van de pauzefunctie
golden zodra de pauzefunctie wordt uitgeschakeld. Eventuele tijdsinstellingen die vóór de inschakeling van
de pauzefunctie waren ingesteld, gaan tijdens de gehele duur van de pauzefunctie door met hun telling.
De pauzefunctie wordt na 2 uur automatisch uitgeschakeld. LAAT DE KOOKPLAAT OM GEEN ENKELE
REDEN ONBEWAAKT ACHTER, OOK NIET ALS DE PAUZEFUNCTIE ACTIEF IS.
2. Kinderbeveiligingsfunctie
De kinderbeveiligingsfunctie blokkeert de controle van de kookplaat volledig om te voorkomen dat kinderen
hem kunnen gebruiken.
Inschakeling en verwijdering van de kinderbeveiligingsfunctie
De kinderbeveiligingsfunctie wordt ingeschakeld met de toets . De controle wordt uitgeschakeld met
uitzondering van de kinderbeveiligingstoets en van de aan/uittoets.
De controle wordt geblokkeerd in de condities waarin de kookplaat zich vóór de inschakeling van de
kinderbeveiligingsfunctie bevond. De standen of speciale functies die vóór de inschakeling van de
kinderbeveiligingsfunctie op de kookzones waren ingesteld blijven onveranderd en kunnen niet door de
gebruiker worden gewijzigd.
Als geen van de kookzones werkt, schakelt de kinderbeveiligingsfunctie de kookplaat uit. Als de kookplaat
opnieuw wordt ingeschakeld, blijft de kinderbeveiligingsfunctie gehandhaafd. Druk gedurende 3 sec. op de
toets om hem uit te schakelen. Als de kookplaat uitgaat als gevolg van stroomuitval, dan blijft de
kinderbeveiligingsfunctie niet gehandhaafd zodra de plaat opnieuw wordt ingeschakeld.