De vermogensniveaus en de speciale functies die voor
de kookzones ingesteld waren voordat de
kinderbeveiligingsfunctie ingeschakeld werd blijven en
kunnen niet veranderd worden. Als de
kinderbeveiligingsfunctie ingeschakeld wordt als er
geen kookzone ingeschakeld is wordt de kookplaat
uitgeschakeld.
Als de kookplaat weer ingeschakeld wordt dan is de
kinderbeveiligingsfunctie nog ingeschakeld. Om de
kinderbeveiligingsfunctie uit te schakelen moet u 3
seconden lang op de toets drukken. Als de
kookplaat door stroomuitval uitschakelt dan wordt
daardoor ook de kinderbeveiligingsfunctie
uitgeschakeld en wordt bij het opnieuw inschakelen
van de kookplaat niet opnieuw ingeschakeld.
4. Kookbehoudfunctie (sudderen)
Door de kookbehoudfunctie wordt op de gekozen
kookzone automatisch een temperatuur ingesteld
waarop het water in de pan op een minimum aan de
kook gehouden wordt.
Voor een optimale kooktijd wordt geadviseerd om
het kookpunt met de snelkookfunctie te bereiken en
daarna de kookbehoudfunctie in te schakelen om het
op een minimum aan de kook te houden.
Kookbehoudfunctie in- en uitschakelen
De kookbehoudfunctie wordt ingeschakeld door op
de toets . te drukken. Om deze functie te
kunnen gebruiken moet de kookzone op één van de
niveaus ingeschakeld zijn of moet er een speciale
functie van de kookzone ingeschakeld zijn.
Om de functie uit te schakelen moet u de toetsen +
en - gelijktijdig indrukken.
5. Snelkookfunctie
Door de snelkookfunctie wordt de kookzone tijdelijk
op een hogere temperatuur dan die van niveau 9
ingesteld. Hierdoor kan water sneller aan de kook
gebracht worden.
Snelkookfunctie in- en uitschakelen
Deze functie kan op elke kookzone ingeschakeld
worden door op de toets te drukken als de
kookzone op een vermogensniveau ingesteld is of als
er een speciale functie op deze kookzone
ingeschakeld is. De snelkookfunctie kan slechts op 2
kookzones (één aan de rechter- en één aan de
linkerkant) tegelijk gebruikt worden.
LET OP: als deze functie in combinatie met een
andere kookzone aan dezelfde kant van de
kookplaat gebruikt wordt kan de kookplaat al
naargelang de ingestelde vermogensniveaus
lawaaierig worden.
LET OP: als de snelkookfunctie op de kookzone met
de grootste diameter (210 mm) die overkomt met de
zone met het grootste vermogen toegepast moet
worden, wordt het vermogensniveau van de kleine
kookzone linksvoor (145 mm) automatisch
verminderd, zodat deze nog wel voor het koken
gebruikt kan worden. Om de snelkookfunctie op de
grote kookzone op het maximale vermogen te
gebruiken, adviseren wij om de kookzone linksvoor
niet te gebruiken. Om de functie uit te schakelen
moet u op de toets - van de gekozen zone drukken
en het vermogensniveau verlagen of moet u de
toetsen + en - gelijktijdig indrukken.
6. Timerfunctie
De timerfunctie kan als minutenteller, zonder
gekoppeld te zijn aan een bepaalde kookzone,
gebruikt worden maar ook voor de programmering
van de werking van een kookzone.
Timerfunctie in- en uitschakelen
Om de timerfunctie als minutenteller te gebruiken
moet de toets op de balk met de speciale
functies ingedrukt worden. Daarna wordt de tijd
ingesteld door op de toetsen + en - op de timerbalk
te drukken. De maximaal instelbare tijd is 99 minuten.
Na afloop van de ingestelde tijd wordt er een
langdurig geluidssignaal afgegeven.
Om het geluidssignaal uit te schakelen moet u op
drukken. Om de timerfunctie te gebruiken om een
kookzone te programmeren moet de kookzone op
een vermogensniveau ingesteld zijn of moet één van
de speciale functies ingesteld zijn: snelkookfunctie,
opwarmfunctie of warmhoudfunctie. Door op de
timertoets te drukken knippert het display op de
timerbalk. Nadat er een kookzone gekozen is en op
de toets + of - gedrukt is, gaat er een lampje in één
van de vier hoeken van het timerdisplay aan om de
gekozen kookzone aan te geven. De gewenste tijd
wordt ingesteld door op de toetsen + en - op de
timerbalk te drukken. Het display houdt na een paar
seconden op met knipperen, wat betekent dat de
programmering van die kookzone beëindigd is. Nu
kan er een andere kookzone geprogrammeerd
worden. Alle kookzones kunnen onafhankelijk van
elkaar geprogrammeerd worden. De
geprogrammeerde kookzones worden gekenmerkt
door een lampje boven het timersymbool. De lampjes
in de hoeken van het display van de timerbalk geven
aan bij welke kookzone de op het display
weergegeven tijd hoort. Normaal wordt de tijd van
de kortste programmering getoond. Als er een
kookzone gekozen wordt dan geeft het display van de
timerbalk de tijd aan die voor deze zone ingesteld is.
Om de timerfunctie uit te schakelen moet u de
toetsen + en - gelijktijdig indrukken.
Gebruik van de speciale functies en uitgebreid gebruik van de
kookplaat
6