AEG CD780M Handleiding

Categorie
Magnetrons
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

USER
MANUAL
NL Gebruiksaanwijzing
Combimagnetron
BBB8000QB
BFB8000QM
BFB8000QW
BHB8000QM
CD780M
KEK765080M
KMK765080B
KMK765080M
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele
jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker
helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar
minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, onderhouds- en
reparatie-informatie:
www.aeg.com/support
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens bij de
hand hebt: Model, productnummer, serienummer.
De informatie staat op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu‑informatie
Wijzigingen voorbehouden.
2/48
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE...........................................................................5
1.1 De veiligheid van kinderen en kwetsbare personen......................................... 5
1.2 Algemene veiligheid..........................................................................................5
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN.................................................................. 8
2.1 Installatie...........................................................................................................8
2.2 Elektrische aansluiting...................................................................................... 9
2.3 Gebruik............................................................................................................. 9
2.4 Onderhoud en reiniging.................................................................................. 10
2.5 Binnenverlichting............................................................................................ 11
2.6 Service............................................................................................................11
2.7 Afvalverwerking.............................................................................................. 11
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT....................................................... 12
3.1 Algemeen overzicht........................................................................................ 12
3.2 Accessoires.................................................................................................... 12
4. HET IN- EN UITSCHAKELEN VAN DE OVEN............................................ 13
4.1 Bedieningspaneel........................................................................................... 13
4.2 Display............................................................................................................ 14
5. VOOR HET EERSTE GEBRUIK.................................................................. 16
5.1 Eerste reiniging ..............................................................................................16
5.2 Eerste verbinding............................................................................................16
5.3 Draadloze verbinding......................................................................................16
6. DAGELIJKS GEBRUIK................................................................................18
6.1 Instellen: Verwarmingsfuncties....................................................................... 18
6.2 Ga als volgt te werk voor gebruik: Magnetron snel starten.............................18
6.3 Instellen: Kook- En Bakassistent.................................................................... 19
6.4 Verwarmingsfuncties...................................................................................... 19
7. KLOKFUNCTIES..........................................................................................23
7.1 Omschrijving klokfuncties............................................................................... 23
7.2 Instellen: Klokfuncties..................................................................................... 23
8. GA ALS VOLGT TE WERK VOOR GEBRUIK: ACCESSOIRES................26
8.1 Accessoires plaatsen......................................................................................26
9. EXTRA FUNCTIES.......................................................................................27
9.1 Hoe kan ik opslaan:Favorieten....................................................................... 27
9.2 Toetsenblokkering.......................................................................................... 27
9.3 Automatische uitschakeling............................................................................ 27
9.4 Koelventilator.................................................................................................. 28
10. AANWIJZINGEN EN TIPS......................................................................... 29
10.1 Kookadviezen............................................................................................... 29
10.2 Magnetronaanbevelingen ............................................................................ 29
10.3 Voor de magnetron geschikt kookgerei en materialen ................................ 30
10.4 Aanbevolen vermogensinstellingen voor verschillende soorten voedsel......31
10.5 Kooktafels voor testinstituten........................................................................32
11. ONDERHOUD EN REINIGING...................................................................34
11.1 Opmerkingen over schoonmaken.................................................................34
3/48
11.2 Hoe te verwijderen: Inschuifrails/..................................................................34
11.3 Hoe te vervangen: Lamp.............................................................................. 35
12. PROBLEEMOPLOSSING.......................................................................... 36
12.1 Wat te doen in de volgende gevallen............................................................36
12.2 Hoe te beheren: Foutcodes.......................................................................... 37
12.3 Onderhoudsgegevens.................................................................................. 38
13. ENERGIEZUINIGHEID............................................................................... 39
13.1 Energiebesparing..........................................................................................39
14. MENUSTRUCTUUR................................................................................... 40
14.1 Menu.............................................................................................................40
14.2 Submenu voor: Opties.................................................................................. 40
14.3 Submenu voor: Aansluitingen.......................................................................41
14.4 Submenu voor: Instelling.............................................................................. 41
14.5 Submenu voor: Service................................................................................ 41
15. HET IS HEEL GEMAKKELIJK!................................................................. 43
16. GEBRUIK EEN SNELKOPPELING!.......................................................... 45
4/48
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie
en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor verwondingen of schade die voortvloeit
uit de onjuiste installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de
instructies altijd op een veilige, toegankelijke plek voor
toekomstig gebruik.
1.1 De veiligheid van kinderen en kwetsbare personen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar
en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke,
zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan
ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of
instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van
het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen.
Kinderen jonger dan 8 jaar oud en personen met zware en
complexe beperkingen dienen altijd uit de buurt van het
apparaat te worden gehouden, tenzij ze voortdurend onder
toezicht staan.
Laat kinderen niet spelen met het apparaat en mobiele
apparaten met My AEG Kitchen.
Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en
verwijder ze op gepaste wijze.
WAARSCHUWING: Houd kinderen en huisdieren uit de
buurt van het apparaat als het in werking is of afkoelt.
Makkelijk toegankelijke onderdelen worden heet tijdens
gebruik.
Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient dit te
worden geactiveerd.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
1.2 Algemene veiligheid
Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat en
de kabel vervangen.
5/48
WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U dient te
voorkomen de verwarmingselementen aan te raken.
Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of
kookgerei te plaatsen of verwijderen.
Voordat u welke onderhoudshandeling dan ook verricht,
dient u de stekker van het apparaat uit het stopcontact te
trekken.
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat het apparaat is
uitgeschakeld voordat u de lamp vervangt om elektrische
schokken te voorkomen.
Gebruik het apparaat niet voordat u het in de ingebouwde
structuur installeert.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te
maken.
Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of scherpe
metalen schrapers om de glazen deur schoon te maken,
deze kunnen krassen veroorzaken op het oppervlak,
waardoor het glas zou kunnen breken.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze
vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
Schakel het apparaat niet in als het leeg is. Metalen delen in
de ovenruimte kunnen elektrische vonken veroorzaken.
Tijdens bereiding in de magnetron zijn geen metalen
voedselbakjes en drinkbekers toegestaan. Deze vereiste is
niet van toepassing als de fabrikant heeft aangegeven dat
het formaat en de vorm van het metalen voorwerp geschikt
is voor bereiding in de magnetron.
WAARSCHUWING: Als de deur, scharnieren/handgrepen of
deurafdichtingen zijn beschadigd, mag het apparaat niet
worden gebruikt tot hij is gerepareerd door een vakkundig
persoon.
WAARSCHUWING: Alleen een vakkundig persoon kan
onderhouds- of reparatiewerkzaamheden uitvoeren
6/48
VEILIGHEIDSINFORMATIE
waarvoor de afdekking moet worden verwijderd die
beschermd tegen blootstelling aan magnetronenergie.
WAARSCHUWING: Verwarm geen vloeistoffen of andere
levensmiddelen in afgesloten houders. Deze kunnen dan
ontploffen.
Gebruik alleen hulpstukken die geschikt zijn voor gebruik in
de magnetron.
Let bij het opwarmen van voedsel in plastic of papieren
houders op het apparaat vanwege de mogelijkheid tot
zelfontbranding.
Het apparaat is bedoeld voor het opwarmen van voedsel en
dranken. Het drogen van levensmiddelen of kleding en het
opwarmen van warmhoudpads, slippers, sponzen, vochtige
doekjes en dergelijke kan leiden tot letsel, zelfontbranding of
brand.
Als rook wordt waargenomen, zet dan het apparaat uit of
trek de stekker uit het stopcontact en houd de deur gesloten
om vlammen te doven.
Het in de magnetron opwarmen van dranken kan ertoe
leiden dat het langer duurt voordat het kookpunt wordt
bereikt. Pas op als u de houder uit de magnetron haalt.
De inhoud van melkflesjes en potjes babyvoeding moet
worden geroerd of geschud en de temperatuur moet voor
consumptie worden gecontroleerd om brandwonden te
voorkomen.
Eieren in de schaal en hele hardgekookte eieren mogen niet
in het apparaat worden opgewarmd omdat ze dan kunnen
ontploffen, zelfs nadat de magnetronverwarming is
beëindigd.
Het apparaat moet regelmatig worden gereinigd en
voedselresten dienen te worden verwijderd.
Het niet schoonhouden van het apparaat kan leiden tot
beschadigingen aan het oppervlak hetgeen weer een
negatief effect kan hebben op de levensduur van het
apparaat wat weer kan leiden tot een gevaarlijke situatie.
7/48
VEILIGHEIDSINFORMATIE
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Installatie
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
Volg de installatie-instructies die zijn meegeleverd met het apparaat.
Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
Trek het apparaat nooit aan de handgreep van zijn plaats.
Installeer het apparaat op een veilige en geschikte plaats die aan alle installatie-eisen
voldoet.
Houd de minimumafstand naar andere apparaten en units in acht.
Controleer voordat u het apparaat monteert of de ovendeur onbelemmerd opent.
Het apparaat is uitgerust met een elektrisch koelsysteem. Het heeft elektrische stroom
nodig.
De stevigheid van de inbouwkast moet voldoen aan de DIN 68930-norm.
Minimumhoogte kast (Minimumhoogte kast onder
werkblad)
444 (460) mm
Kastbreedte 560 mm
Kastdiepte 550 (550) mm
Hoogte van de voorkant van het apparaat 455 mm
Hoogte van de achterkant van het apparaat 440 mm
Breedte van de voorkant van het apparaat 595 mm
Breedte van de achterkant van het apparaat 559 mm
Diepte van het apparaat 567 mm
Ingebouwde diepte van het apparaat 546 mm
Diepte met open deur 882 mm
Minimumgrootte ventilatieopening. Opening ge‐
plaatst aan de onderkant van de achterzijde
560x20 mm
Lengte netvoedingskabel. Kabel wordt in de rech‐
terhoek van de achterzijde geplaatst
1500 mm
Bevestigingsschroeven 3.5x25 mm
8/48
2.2 Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische schokken.
Alle elektrische aansluitingen moeten door een gediplomeerd elektromonteur worden
gemaakt.
Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact.
Zorg ervoor dat de parameters op het vermogensplaatje overeenkomen met elektrische
vermogen van de netstroom.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen adapters met meerdere stekkers en verlengkabels.
Zorg dat u de netstekker en het netsnoer niet beschadigt. Indien de voedingskabel moet
worden vervangen, dan moet dit gebeuren door onze Klantenservice.
Laat de stroomkabel niet in aanraking komen met de deur van het apparaat of de niche
onder het apparaat, met name niet als deze werkt of als de deur heet is.
De schokbescherming van delen onder stroom en geïsoleerde delen moet op zo'n manier
worden bevestigd dat het niet zonder gereedschap kan worden verplaatst.
Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
Als het stopcontact los zit, mag u de stekker niet in het stopcontact steken.
Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
Gebruik enkel correcte isolatievoorzieningen: stroomonderbrekers, zekeringen
(schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en
contactgevers.
De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat volledig
van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat moet een contactopening
hebben met een minimale breedte van 3 mm.
Dit apparaat wordt geleverd met stekker en netsnoer.
2.3 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brandwonden, elektrische schokken of een explosie.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik.
De specificatie van dit apparaat niet wijzigen.
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd zijn.
Laat het apparaat tijdens het gebruik niet onbeheerd achter.
Schakel het apparaat telkens na gebruik uit.
Wees voorzichtig met het openen van de deur van het apparaat als het apparaat aan staat.
Er kan hete lucht ontsnappen.
Bedien het apparaat niet met natte handen of als het contact maakt met water.
Oefen geen kracht uit op een geopende deur.
Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of aanrecht.
Open de deur van het apparaat voorzichtig. Als u alcoholische toevoegingen gebruikt, kan er
alcohol-luchtmengsel ontstaan.
Houd vonken of open vlammen uit de buurt van het apparaat bij het openen van de deur.
9/48
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten in,
bij of op het apparaat.
Deel uw wifi-wachtwoord niet.
De magnetronfunctie mag niet worden gebruikt om de oven voor te verwarmen.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het apparaat.
Om schade of verkleuring van het email te voorkomen:
leg geen aluminiumfolie op de bodem van de ruimte in het apparaat.
plaats geen water direct in het hete apparaat.
haal vochthoudende schotels en eten uit het apparaat als u klaar bent met koken.
wees voorzichtig bij het verwijderen of bevestigen van accessoires.
Verkleuring van het email of roestvrij staal is niet van invloed op de werking van het
apparaat.
Gebruik een diepe pan voor vochtige taarten. Fruitsappen kunnen permanente vlekken
maken.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te koken. Het mag niet worden gebruikt voor
andere doeleinden, zoals het verwarmen van een kamer.
Alle bereidingen moeten worden uitgevoerd met gesloten ovendeur.
Als het apparaat achter een meubelpaneel gemonteerd is (bijv. een deur), zorg er dan voor
dat de deur nooit gesloten is als het apparaat in werking is. Warmte en vocht kunnen achter
een gesloten meubelpaneel ophopen en schade aan het apparaat, de behuizing of de vloer
veroorzaken. Sluit het meubelpaneel niet tot het apparaat volledig afgekoeld is na gebruik.
2.4 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brand en schade aan het apparaat.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld. Er bestaat een risico dat de glasplaten kunnen
breken.
Vervang direct de glazen deurpanelen als deze beschadigd zijn. Neem contact op met een
erkend servicecentrum.
Wees voorzichtig als u de deur van het apparaat verwijdert. De deur is zwaar!
Zorg ervoor dat de ovenruimte en de deur na elk gebruik worden afgeveegd. Stoom
geproduceerd tijdens de werking van het apparaat condenseert op de wanden en kan roest
veroorzaken.
Reinig het apparaat regelmatig om te voorkomen dat het materiaal van het oppervlak
achteruitgaat.
Vet en voedsel dat in het apparaat achterblijft, kan brand en elektrische vonken veroorzaken
wanneer de magnetronfunctie werkt.
Maak het apparaat schoon met een vochtige zachte doek. Gebruik alleen neutrale
schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of
metalen voorwerpen.
Volg als u een ovenspray gebruikt de aanwijzingen op de verpakking.
10/48
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.5 Binnenverlichting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische schokken.
Met betrekking tot de lamp(en) in dit product en reservelampen die afzonderlijk worden
verkocht: Deze lampen zijn bedoeld om bestand te zijn tegen extreme fysieke
omstandigheden in huishoudelijke apparaten, zoals temperatuur, trillingen, vochtigheid, of
zijn bedoeld om informatie te geven over de operationele status van het apparaat. Ze zijn
niet bedoeld voor gebruik in andere toepassingen en zijn niet geschikt voor verlichting in
huishoudelijke ruimten.
Gebruik alleen lampjes met dezelfde specificaties.
2.6 Service
Neem contact op met de erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat.
Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.
2.7 Afvalverwerking
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling om te voorkomen dat kinderen of huisdieren binnen in het
apparaat vast komen te zitten.
11/48
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Algemeen overzicht
1 2
8
4
3
1
2
3
6
4
5
7
1
Control panel
2
Display
3
Verwarmingselement
4
Magnetrongenerator
5
Lamp
6
Ventilator
7
Inschuifrails, verwijderbaar
8
Inzetniveaus
3.2 Accessoires
Bakrooster
Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
Grill-/braadpan
Voor braden en roosteren of als pan om vet op te
vangen.
12/48
4. HET IN- EN UITSCHAKELEN VAN DE OVEN
4.1 Bedieningspaneel
1 2 3 4
5 6 7
1
Aan / Uit Houd ingedrukt om de oven in- en uitschakelen.
2
Menu Geeft een overzicht van de ovenfuncties.
3
Favorieten Toont overzicht van de favoriete instellingen.
4
Display Toont de huidige instellingen van de oven.
5
Lampschakelaar Om de lamp in en uit te schakelen.
6
Snel opwarmen Om de functie in en uit te schakelen: Snel opwarmen.
7
Magnetron snel
starten
Om de magnetronfunctie in te schakelen (1000 W en 30 secon‐
den).
Druk Verplaatsen
3s
Indrukken en vasthouden
Raak het oppervlak aan met
de vingertop.
Schuif de vingertop over het
oppervlak.
Raak het oppervlak 3 secon‐
den aan.
13/48
4.2 Display
STARTSTART
12:3012:30
150°C
Na het inschakelen toont het display het hoofd‐
scherm met de verwarmingsfunctie en de stan‐
daardtemperatuur.
12
:
34
Als u de oven 2 minuten niet gebruikt, gaat het
display naar stand-by.
11min
12:3012:30
150°C
STOP
Wanneer u kookt, toont het display de ingestel‐
de functies en andere beschikbare opties.
150°C
12:30
15min
START
F DE
C
A B
Het display met het maximum aantal ingestelde
functies.
A. Wi-Fi
B. Dagtijd
C. BEGIN / STOP
D. Temperatuur / Magnetrontimer
E. Verwarmingsfuncties
F. Timer
Indicatielampjes in het display
Basisindicatielampjes - om op het display te navigeren.
Om de tem‐
peratuur in te
stellen.
Om de selec‐
tie/instelling te
bevestigen.
Om één ni‐
veau terug te
gaan in het
menu.
Om de laatste
handeling on‐
gedaan te ma‐
ken.
Om de opties in en uit te
schakelen.
Geluidsalarm functie-indicatielampjes - wanneer de ingestelde bereidingstijd is afgelopen,
klinkt het signaal.
14/48
HET IN- EN UITSCHAKELEN VAN DE OVEN
Indicatielampjes in het display
De functie is ingeschakeld.
De functie is ingeschakeld.
Het koken stopt automatisch.
Het geluidsalarm staat uit.
Indicatielampjes timer
Om de volgende functie in te stellen: Uitgestelde
start.
Om de instelling te annuleren.
Wi-Fi indicatielampje - de oven kan worden aangesloten op wifi.
Wi-Fi verbinding is ingeschakeld.
15/48
HET IN- EN UITSCHAKELEN VAN DE OVEN
5. VOOR HET EERSTE GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
5.1 Eerste reiniging
Stap 1 Stap 2 Stap 3
Verwijder alle accessoires en
verwijderbare inschuifrails uit
de oven.
Maak de oven en de acces‐
soires schoon met een zachte
doek, warm water en een mild
reinigingsmiddel.
Plaats de accessoires en de
verwijderbare inschuifrails in
de oven.
5.2 Eerste verbinding
Het display toont een welkomstbericht na de eerste verbinding.
U moet het volgende instellen: Taal, Helderheid display, Toetstonen, Geluidsvolume, Dagtijd.
5.3 Draadloze verbinding
Om de oven aan te sluiten heeft u het volgende nodig:
Draadloos netwerk met internetverbinding.
Mobiel apparaat verbonden met uw draadloze netwerk.
Download de mobiele app en volg de instructies voor de volgende stappen.
Stap 1 Schakel de oven in.
Stap 2
Druk op: . Selecteer: Instellingen / Aansluitingen.
Stap 3
- schuif of druk om in te schakelen: Wi-Fi.
Stap 4 De draadloze module van de oven start binnen 90 sec.
Neem een kortere weg!
16/48
Frequentie 2,4 GHz WLAN 5 GHz WLAN
2400 - 2483,5 MHz 5150 - 5350 MHz
5470 - 5725 MHz
Protocol IEEE 802.11b DSSS,
802.11g/n OFDM
IEEE 802.11 a/n OFDM
Maximaal vermogen EIRP < 20 dBm (100 mW) EIRP < 22 dBm (200mW)
Wi-Fi-module NIU5-50
Frequentie Bluetooth 2400 - 2483,5 MHz
Protocol LE: DSSS
Maximaal vermogen EIRP < 4 dBm (5 mW)
EU-lidstaten die onder de bepaling van Richtlijn 2014/53/EU vallen: België, Bulgarije, Tsjechië,
Denemarken, Duitsland, Estland, Ierland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Italië, Cyprus,
Letland, Litouwen, Luxemburg, Hongarije, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal,
Roemenië, Slovenië, Slowakije, Finland, Zweden, Noorwegen, Zwitserland, het Verenigd
Koninkrijk, Turkije.
17/48
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
6. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
6.1 Instellen: Verwarmingsfuncties
Stap 1 Haal alle accessoires uit de oven en zet de oven aan.
Stap 2 Druk op het symbool van de verwarmingsfunctie om het submenu te openen.
Stap 3
Selecteer de verwarmingsfunctie en druk op: . Op het display verschijnt: tempe‐
ratuur / magnetronvermogen.
Stap 4
Instellen: temperatuur / magnetronvermogen. Druk op: .
Stap 5
Druk op: .
- druk hierop om de verwarmingsfunctie uit te schakelen.
Stap 6 Schakel de oven uit.
De maximale tijd van de magnetronfuncties is afhankelijk van het door u ingestelde
magnetronvermogen:
MAGNETRONVERMOGEN MAXIMUMTIJD
100 - 600 W 90 minuten
Meer dan 600 W 7 minuten
Doe het op een snellere manier!
6.2 Ga als volgt te werk voor gebruik: Magnetron snel starten
Stap 1
Indrukken en vasthouden: . De magnetron draait 30 seconden.
18/48
Stap 2 Om de bereidingstijd te verlengen:
Druk op de draaitijdwaarde om naar
de tijdinstellingen te gaan. Stel de be‐
reidingstijd in.
Druk op +30 s.
De magnetron kan op elk moment worden ingeschakeld met: Magnetron snel starten.
6.3 Instellen: Kook- En Bakassistent
Elk gerecht in dit submenu heeft een aanbevolen functie en temperatuur. U kunt de tijd en de
temperatuur aanpassen.
Voor sommige gerechten kunt u ook koken met:
Per gewicht
Stap 1 Zet de oven aan.
Stap 2
Druk op: .
Stap 3
Druk op: . Voer in: Kook- En Bakassistent.
Stap 4 Kies een gerecht of een voedseltype.
Stap 5
Druk op: .
Doe het op een snellere manier!
6.4 Verwarmingsfuncties
Standaardverwarmingsfuncties
Verwarmingsfunc‐
tie
Toepassing
Grillen
Voor het roosteren van dunne stukjes voedsel en voor het maken van
toast.
19/48
DAGELIJKS GEBRUIK
Verwarmingsfunc‐
tie
Toepassing
Circulatiegrill
Voor het braden van grotere stukken vlees of gevogelte met botten op
één niveau. Voor gratineren en bruinen.
Hetelucht
Bakken op maximaal twee rekstanden tegelijkertijd en voedsel drogen.
Stel de temperatuur 20 °C tot 40 °C lager in dan voor Boven + onder‐
warmte.
Bevroren gerech‐
ten
Om kant-en-klaar-gerechten (bijv. patat, aardappelpartjes of loempia's)
krokant te maken.
Boven + onder‐
warmte
Voor het bakken en braden op één rekstand.
Pizza-functie
Voor het bakken van pizza. Voor intensieve bruining en een knapperige
bodem.
Onderwarmte
Voor het bakken van taarten met een knapperige bodem en het inmaken
van voedsel.
Speciale verwarmingsfuncties
Verwarmingsfunc‐
tie
Toepassing
Inmaken
Voor het inmaken van groenten (bijv. augurken).
Drogen
Om in plakjes gesneden fruit, groenten en champignons te drogen.
20/48
DAGELIJKS GEBRUIK
Verwarmingsfunc‐
tie
Toepassing
Borden Warmen
Om borden voor het serveren op te warmen.
Deeg Laten Rijzen
Om het rijsproces van gistdeeg te versnellen. Het voorkomt dat het opper‐
vlak van het deeg uitdroogt en houdt het deeg elastisch.
Gratineren
Voor maaltijden als lasagne of aardappelgratin. Voor gratineren en brui‐
nen.
Lage Temperatuur
Garen
Voor het bereiden van mals en sappig braadvlees.
Warm houden
Om het voedsel warm te houden.
Brood bakken
Gebruik deze functie voor brood en broodjes met heel goed professioneel
resultaat qua krokantheid, kleur en bruine korst.
Magnetronverwarmingsfuncties
Verwarmingsfunc‐
tie
Toepassing
Magnetron
Om eten op te warmen en te koken. Het magnetronvermogen varieert van
100 - 1000 W.
Ontdooien
Om vlees, vis, fruit, taarten, brood en boter te ontdooien. Het vermogens‐
bereik is 100 - 200 W.
21/48
DAGELIJKS GEBRUIK
Verwarmingsfunc‐
tie
Toepassing
Opwarmen
Om vooraf bereide maaltijden en delicaat voedsel op te warmen. Het ver‐
mogensbereik is 300 - 700 W.
Vloeistof
Om dranken en soepen op te warmen. Het vermogensbereik is 800 -
1000 W.
Hetelucht + mag‐
netron
Voor het bakken op een ovenniveau. De functie met magnetron-boost.
Boven- en onder‐
warmte + magne‐
tron
Voor het bakken en roosteren op één ovenniveau. De functie met magne‐
tron-boost.
Grill + magnetron
Om gerechten korter te bereiden en tegelijkertijd een bruin korstje te ge‐
ven. De functie met magnetron-boost.
Circulatiegrill +
magnetron
Om grotere stukken vlees op één niveau te roosteren. Voor gratineren en
bruinen. De functie met magnetron-boost.
22/48
DAGELIJKS GEBRUIK
7. KLOKFUNCTIES
7.1 Omschrijving klokfuncties
Klokfunctie Toepassing
Kooktijd De duur van het koken instellen. Maximaal 23 uur 59 min.
Maximum voor gecombineerde functies (magnetron + standaard) is
119 min 59 sec.
Actie beëindigen Voor het instellen wat er gebeurt als de timer stopt met tellen.
Uitgestelde start Om het begin en/of het einde van het koken uit te stellen.
Tijd verlenging Om de kooktijd te verlengen.
Herinnering Om een aftelling in te stellen. Maximum is 23 uur 59 min. Deze functie
heeft geen invloed op de werking van de oven.
Actie beëindigen en Uitgestelde start zijn niet beschikbaar voor magnetronfuncties.
7.2 Instellen: Klokfuncties
De klok instellen
Stap 1 Druk op: Dagtijd.
Stap 2
Stel de tijd in. Druk op: .
De bereidingstijd instellen
Stap 1 Kies een verwarmingsfunctie en stel de temperatuur in.
Stap 2
Druk op: .
Stap 3
Stel de tijd in. Druk op: .
Neem een kortere weg!
23/48
De eindoptie kiezen
Stap 1 Kies de verwarmingsfunctie en stel de temperatuur in.
Stap 2
Druk op: .
Stap 3 Stel de bereidingstijd in.
Stap 4
Druk op: .
Stap 5 Druk op: Actie beëindigen.
Stap 6 Kies uw voorkeur: Actie beëindigen.
Stap 7
Druk op: . Herhaal de actie totdat het hoofdscherm verschijnt.
Het begin van het koken uitstellen
Stap 1 Stel de verwarmingsfunctie en de temperatuur in.
Stap 2
Druk op: .
Stap 3 Stel de bereidingstijd in.
Stap 4
Druk op: .
Stap 5 Druk op: Uitgestelde start.
Stap 6 Kies de waarde.
Stap 7
Druk op: . Herhaal de actie totdat het hoofdscherm verschijnt.
De bereidingstijd verlengen
Wanneer 10% van de bereidingstijd overblijft en het voedsel niet klaar lijkt te zijn, kunt u de berei‐
dingstijd verlengen. U kunt ook de verwarmingsfunctie wijzigen.
Druk op +1min om de bereidingstijd te verlengen.
24/48
KLOKFUNCTIES
De timerinstellingen wijzigen
Stap 1
Druk op: .
Stap 2 Stel de timerwaarde in.
Stap 3
Druk op: .
U kunt de ingestelde tijd tijdens het koken op elk gewenst moment wijzigen.
25/48
KLOKFUNCTIES
8. GA ALS VOLGT TE WERK VOOR GEBRUIK:
ACCESSOIRES
8.1 Accessoires plaatsen
Gebruik uitsluitend geschikt kookgerei en materiaal. Raadpleeg hoofdstuk 'Hints en tips',
kookgerei en materiaal geschikt voor de magnetron.
Een kleine inkeping bovenaan verhoogt de veiligheid. Deze inkepingen voorkomen bovendien
omkanteling. De hoge rand rond het rooster voorkomt dat het kookgerei van het rooster afglijdt.
Bakrooster:
Plaats het rooster tussen de geleidestan‐
gen van de inschuifrailen zorg ervoor dat
de pootjes omlaag wijzen.
Bakplaat /Diepe schaal:
Schuif de plaat tussen de geleidestangen
van de inschuifrail.
Bakrooster, Bakplaat /Diepe schaal:
Plaats de plaat tussen de geleiders van de
inschuifrails en het bakrooster op de gelei‐
ders erboven.
26/48
9. EXTRA FUNCTIES
9.1 Hoe kan ik opslaan:Favorieten
U kunt uw favoriete instellingen opslaan, zoals de verwarmingsfunctie, de bereidingstijd, de
temperatuur of de reinigingsfunctie. U kunt 3 favoriete instellingen opslaan.
Stap 1 Schakel de oven in.
Stap 2 Selecteer de gewenste instelling.
Stap 3
Druk op: . Selecteer: Favorieten.
Stap 4 Selecteer: Huidige instellingen opslaan.
Stap 5
Druk op + om de instelling toe te voegen aan de lijst met: Favorieten. Druk op .
- druk hierop om de instelling te resetten.
- druk hierop om de instelling te annuleren.
9.2 Toetsenblokkering
Deze functie voorkomt dat de verwarmingsfunctie onbedoeld wordt gewijzigd.
Stap 1 Schakel de oven in.
Stap 2 Stel een verwarmingsfunctie in.
Stap 3
, - druk hier tegelijkertijd op om de functie in te schakelen.
Herhaal stap 3 om de functie uit te schakelen.
9.3 Automatische uitschakeling
Om veiligheidsredenen schakelt de oven na bepaalde tijd uit als er een ovenfunctie in werking
is en u geen instellingen wijzigt.
(°C) (u)
30 - 115 12,5
120 - 195 8,5
200 - 230 5,5
De automatische uitschakeling werkt niet met de functies: Binnenverlichting, Eindtijd, Lage
Temperatuur Garen.
27/48
9.4 Koelventilator
Als de oven in werking is, wordt de koelventilator automatisch ingeschakeld om de
oppervlakken van de oven koel te houden. Als u de oven uitschakelt, kan de koelventilator
blijven werken totdat de oven is afgekoeld.
28/48
EXTRA FUNCTIES
10. AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
10.1 Kookadviezen
De temperatuur en kooktijden in de tabellen zijn slechts als richtlijn bedoeld. Deze zijn afhankelijk
van de recepten en de kwaliteit en de hoeveelheid van de gebruikte ingrediënten.
Uw oven kan anders bakken of roosteren dan de oven die u tot nu toe gebruikt heeft. De onder‐
staande tabellen tonen aanbevolen instellingen voor temperatuur, kooktijd en rekstand voor speci‐
fieke soorten voedsel.
Als u voor een speciaal recept de instelling niet kunt vinden, zoek dan naar een soortgelijk recept.
Voor meer kookaanbevelingen kunt u de kooktabellen op onze website raadplegen. Om de Kook‐
hints te vinden, controleer het productnummer op het classificatieplaatje op de voorzijde van het
frame van de binnenkant van de oven.
10.2 Magnetronaanbevelingen
Laten we koken!
Plaats het voedsel op een plaat die zich onderin de magnetronruimte bevindt.
Draai het voedsel halverwege de ontdooi- en bereidingstijd om of roer het door.
Roer vloeibare gerechten zo nu en dan door.
Roer het voedsel voor het opdienen door.
Dek het voedsel voor bereiding en opwarming af.
Ga met de lepel eerst door de fles of het glas bij het verwarmen van dranken om een betere
warmteverdeling te garanderen.
Plaats het voedsel in de oven zonder verpakkingsmateriaal. De verpakte kant-en-klaar-maaltijden
kunnen alleen in de oven worden geplaatst als de verpakking magnetronbestendig is (raadpleeg
de informatie op de verpakking).
29/48
Bereiding met magnetron
Ontdooien in de magnetron
Bereid voedsel afgedekt. Als u een korst wilt,
bereid dan het voedsel zonder het deksel.
Bak de gerechten niet te gaar door het vermo‐
gen en de tijd te hoog in te stellen. Het voedsel
kan uitdrogen, verbranden of brand veroorza‐
ken.
Gebruik de oven niet om eieren of slakken in
hun schelpen te koken, omdat ze kunnen bar‐
sten. Prik het eigeel van gebakken eieren in
voordat ze worden opgewarmd.
Prik voedsel met huid of schil diverse malen in
voordat u het bereidt.
Snij groenten in stukjes van gelijke grootte.
Nadat u de oven uitschakelt, neemt u het voed‐
sel uit en laat u het een aantal minuten staan.
Plaats het bevroren, uitgepakte voedsel op een
klein omgekeerd bord met een bakje eronder of
op een ontdooirek of plastic zeef, zodat de
dooivloeistof kan weglopen.
Verwijder telkens de stukken die zijn ontdooid.
Om groenten en fruit te koken zonder ze eerst
te ontdooien, kunt u een hoger magnetronver‐
mogen gebruiken.
10.3 Voor de magnetron geschikt kookgerei en materialen
Gebruik in de magnetron alleen kookgerei en materiaal dat hiervoor bestemd is. Gebruik
onderstaande tabel als referentie.
Controleer de specificaties van het kookgerei/materiaal voor gebruik.
Kookgerei/materiaal
Ovenbestendig glas en porselein
zonder metalen onderdelen, bijv.
hittebestendig glas
Niet-ovenbestendig glas en por‐
selein onder zilveren, gouden,
platina of metalen laag/versierin‐
gen
X X
Glas en glaskeramiek van oven‐
bestendig/diepvriesbestendig
materiaal
Ovenvaste keramiek en aarde‐
werk zonder kwartz of metalen
onderdelen en metaalhoudend
glazuur
30/48
AANWIJZINGEN EN TIPS
Kookgerei/materiaal
Keramiek, porselein en aarde‐
werk met ongeglazuurde onder‐
kant of met kleine gaatjes, bijv.
op handvaten
X X X
Tot 200 °C hittebestendige
kunststof
X
Karton, papier X X
Huishoudfolie X X
Magnetronfolie X
Ovenschotels gemaakt van me‐
taal, d.w.z. emaille, gietijzer
X X X
Bakblikken, zwarte lak of met si‐
liconen coating
X X X
Bakplaat X X X
Bakrooster X X
Kookgerei voor magnetronge‐
bruik, bijv. pan voor knapperige
gerechten
X X
10.4 Aanbevolen vermogensinstellingen voor verschillende soorten
voedsel
De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn.
700 - 1000 W
Koken van groenten
Dichtschroeien aan het begin
van het kookproces
Verwarmen van vloeistof
31/48
AANWIJZINGEN EN TIPS
500 - 600 W
Eiergerechten koken
Stoofpot sudderen
Een maaltijd op een
bord verwarmen
Ontdooien en verwar‐
men van bevroren
maaltijden
300 - 400 W
Smelten van
kaas, chocolade,
boter
Rijst laten sud‐
deren
Babyvoeding
verwarmen
Koken/verwarmen
van delicaat voed‐
sel
Doorgaan met
koken
100 - 200 W
Ontdooien van brood
Ontdooien van fruit en
gebak
Kaas, room en boter
ontdooien
Ontdooien van vlees,
vis
10.5 Kooktafels voor testinstituten
Aanwijzingen voor testinstituten
Testen volgens IEC 60705.
Gebruik het rooster mits anders aangegeven.
MAGNETRON‐
FUNCTIE
(W)
(kg)
(min)
Biscuitgebak 600 0.475 Onderaan 7 - 9 Draai halverwege
de bereidingstijd
de container 1/4
om.
Gehaktbrood 400 0.9 2 25 - 32 Draai halverwege
de bereidingstijd
de container 1/4
om.
32/48
AANWIJZINGEN EN TIPS
Gebruik het rooster mits anders aangegeven.
MAGNETRON‐
FUNCTIE
(W)
(kg)
(min)
Eiervla 500 1 Onderaan 18 -
Ontdooien van
vlees
200 0.5 Onderaan 7 - 8 Draai het vlees
halverwege de be‐
reidingstijd om.
Maak gebruik van het bakrooster.
COMBI‐
MAGNE‐
TRON‐
FUNCTIE
(W) (°C) (min)
Cake, 0,7
kg
Boven- en
onderwarm‐
te + mag‐
netron
100 200 2 23 - 27 Draai halverwege
de bereidingstijd
de container 1/4
om.
Aardap‐
pelgratin,
1,1 kg
Hetelucht +
magnetron
300 180 2 38 - 42 Draai halverwege
de bereidingstijd
de container 1/4
om.
Kip, 1,1
kg
Circulatie‐
grill + mag‐
netron
400 230 1 35 - 40 Doe het vlees in
een ronde glazen
kom en draai het
halverwege de be‐
reidingstijd om.
33/48
AANWIJZINGEN EN TIPS
11. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
11.1 Opmerkingen over schoonmaken
Reinigings‐
middelen
Maak de voorkant van de oven schoon met een zachte doek, warm water en
een mild reinigingsmiddel.
Gebruik een reinigingsoplossing om metalen oppervlakken te reinigen.
Reinig vlekken met een mild reinigingsmiddel.
Dagelijks ge‐
bruik
Reinig de uitsparing telkens na gebruik. Vetophoping of andere resten kunnen
brand veroorzaken.
Reinig voorzichtig de bovenkant van de oven om resten en vet te verwijderen.
Bewaar het voedsel niet langer dan 20 minuten in de oven. Droog de uitsparing
na elk gebruik met een zachte doek.
Accessoires
Reinig alle accessoires na elk gebruik en laat ze drogen. Gebruik een zachte
doek met warm water en een mild reinigingsmiddel. De accessoires niet in de
afwasmachine reinigen.
Reinig de antiaanbakaccessoires niet met agressieve reinigingsmiddelen of
scherpe voorwerpen.
11.2 Hoe te verwijderen: Inschuifrails/
Verwijder de inschuifrails om de oven te reinigen.
Stap 1 Schakel de oven uit en wacht tot deze afgekoeld is.
Stap 2 Trek de inschuifrails voorzichtig
naar boven toe uit de voorste
ophanging.
2
3
1
Stap 3 Trek de inschuifrail bij de voor‐
kant uit de zijwand.
Stap 4 Trek de inschuifrails uit de ach‐
terste ophanging.
Installeer de inschuifrails in de omgekeerde volgorde.
34/48
11.3 Hoe te vervangen: Lamp
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische schokken.
Het lampje kan heet zijn.
Houd de halogeenlamp altijd met een doek vast om te voorkomen dat er vetrestjes op de
ovenlamp verbranden.
Voordat u de lamp vervangt:
Stap 1 Stap 2 Stap 3
Schakel de oven uit. Wacht tot
de oven afgekoeld is.
Trek de oven uit het stopcon‐
tact.
Plaats een doek op de bodem
van de holte.
Bovenlamp
Stap 1 Draai de glazen afdekking om die te verwijderen.
Stap 2 Reinig het glazen deksel.
Stap 3 Vervang de lamp door een geschikte hittebestendige lamp van 300 °C.
Stap 4 Installeer het glazen deksel.
35/48
ONDERHOUD EN REINIGING
12. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
12.1 Wat te doen in de volgende gevallen...
De oven gaat niet aan of warmt niet op
Mogelijke oorzaak
Oplossing
De oven is niet aangesloten op een stopcon‐
tact of is niet goed geïnstalleerd.
Controleer of de oven goed is aangesloten op
het lichtnet.
De klok is niet ingesteld. Stel de klok in, raadpleeg voor meer informatie
het hoofdstuk "Klokfuncties", Instellen: Klok‐
functies.
De deur is niet goed gesloten. Sluit de deur volledig.
De zekering is doorgeslagen. Ga na of de zekering de oorzaak van het pro‐
bleem is. Als het probleem zich opnieuw voor‐
doet, neem dan contact op met een gekwalifi‐
ceerde elektricien.
Het Kinderslot van de oven is geactiveerd. Raadpleeg het hoofdstuk "Menu", Submenu
voor: Opties.
Componenten moeten worden vervangen
Omschrijving Oplossing
De lamp is opgebrand. Vervang de lamp, raadpleeg voor meer infor‐
matie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging",
Hoe te vervangen: Lamp.
36/48
Problemen met wifisignaal
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Problemen met draadloos netwerksignaal. Controleer uw draadloze netwerk en router.
Herstart de router.
Er is een nieuwe router geïnstalleerd of de rou‐
terconfiguratie is gewijzigd.
Raadpleeg het hoofdstuk "Voor het eerste ge‐
bruik", Draadloze verbinding, om de oven en
het mobiele apparaat opnieuw te configureren.
Het wifinetwerksignaal is zwak. Plaats indien mogelijk de router dichterbij de
oven.
Het draadloze signaal wordt verstoord door
een magnetron in de buurt van de oven.
Schakel de magnetron uit.
12.2 Hoe te beheren: Foutcodes
Wanneer de softwarefout optreedt, geeft het display een foutmelding weer.
In deze sectie vindt u de lijst met problemen die u zelf kunt oplossen.
Code en omschrijving Oplossing
F240, F439 - de aanraakvelden op het display
werken niet goed.
Reinig het oppervlak van het display. Zorg er‐
voor dat er geen vuil op de aanraakvelden zit.
F601 - er is een probleem met het Wi-Fi-sig‐
naal.
Controleer uw netwerkverbinding. Raadpleeg
het hoofdstuk 'Voor het eerste gebruik', Draad‐
loze verbinding.
F604 - de eerste verbinding met Wi-Fi is mis‐
lukt.
Zet de oven uit en aan en probeer het opnieuw.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Voor het eerste ge‐
bruik', Draadloze verbinding.
F908 - het ovensysteem kan geen verbinding
maken met het bedieningspaneel.
Schakel de oven uit en in.
Wanneer een van deze foutmeldingen op het display blijft verschijnen, betekent dit dat een
defect subsysteem mogelijk is uitgeschakeld. Neem in dat geval contact op met uw dealer of
een erkend servicecentrum. Als een van deze fouten optreedt, zal de rest van de ovenfuncties
blijven werken zoals gewoonlijk.
37/48
PROBLEEMOPLOSSING
Code en omschrijving Oplossing
F131 - de temperatuur van de magnetronsen‐
sor is te hoog.
Zet de oven uit en wacht tot deze is afgekoeld.
Zet de oven weer aan.
F602, F603 - Wi-Fi is niet beschikbaar. Schakel de oven uit en in.
12.3 Onderhoudsgegevens
Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem dan contact op met uw verkoper ofeen
erkende serviceafdeling.
De contactgegevens van het servicecentrum staan op het typeplaatje. Het typeplaatje bevindt
zich aan de voorkant van de binnenkant van de oven. Verwijder het typeplaatje niet uit de
ovenruimte.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................
38/48
PROBLEEMOPLOSSING
13. ENERGIEZUINIGHEID
13.1 Energiebesparing
Deze oven bevat functies die u helpen energie te besparen tijdens het dagelijks koken.
Zorg ervoor dat de ovendeur gesloten is als u de oven in werking stelt. Open de ovendeur niet
te vaak tijdens gebruik. Houd het deurrubber schoon en zorg ervoor dat het goed op zijn plaats
vastzit.
Gebruik metalen kookgerei om meer energie te besparen(alleen als u geen magnetronfunctie
gebruikt).
Verwarm de oven indien mogelijk niet voor het koken voor.
Houd de onderbrekingen tussen het bakken zo kort mogelijk als u een aantal gerechten
tegelijkertijd bereidt.
Bereiding met hete lucht
Gebruik indien mogelijk de bereidingsfuncties met hete lucht om energie te besparen.
Restwarmte
Bij sommige ovenfuncties worden, als een programma met tijdselectie (Duur of Einde) in
werking is en de bereidingstijd langer is dan 30 minuten, de verwarmingselementen
automatisch eerder uitgeschakeld.
De lamp en ventilator blijven wel werken. Wanneer u de oven uitschakelt, geeft het display de
restwarmte aan. U kunt die warmte gebruiken om het eten warm te houden.
Wanneer de kookduur langer is dan 30 minuten, verlaag dan de oventemperatuur tot minimaal
3-10 minuten voor het einde van het koken. De restwarmte in de oven zorgt ervoor dat het
gerecht wordt voltooid.
U kunt de restwarmte gebruiken om andere maaltijden op te warmen.
Eten warm houden
Kies de laagst mogelijke temperatuurinstelling om de restwarmte te gebruiken en een maaltijd
warm te houden. Het indicatielampje van de restwarmte of temperatuur verschijnt op het
display.
Koken met de verlichting uitgeschakeld
Schakel de verlichting tijdens het koken uit. Doe het aan als u het nodig heeft.
39/48
14. MENUSTRUCTUUR
14.1 Menu
Druk op om Menu te openen.
Menu-item Applicatie
Kook- En Bakassistent Toont overzicht van de automatische
programma's.
Favorieten Toont overzicht van de favoriete in‐
stellingen.
Opties Om de ovenconfiguratie in te stellen.
Instellingen Aansluitingen Om de netwerkconfiguratie in te stel‐
len.
Instelling Om de ovenconfiguratie in te stellen.
Service Toont de softwareversie en -configu‐
ratie.
14.2 Submenu voor: Opties
Submenu Toepassing
Binnenverlichting Schakelt de lamp in en uit.
Kinderslot Voorkomt accidentele activering van de oven. Wanneer de
optie is ingeschakeld, verschijnt de tekst "Kinderslot" op het
scherm wanneer u de oven inschakelt. Om het ovengebruik
in te schakelen, kiest u de codeletters in alfabetische volg‐
orde.
Snel opwarmen Verkort de opwarmtijd. Het is alleen beschikbaar voor een
aantal ovenfuncties.
Tijdsindicatie Schakelt de klok in en uit.
Digitale klokstijl Wijzigt de indeling van de weergegeven tijdsaanduiding.
40/48
14.3 Submenu voor: Aansluitingen
Submenu Beschrijving
Wi-Fi Om in en uit te schakelen: Wi-Fi.
Bediening op afstand Om de afstandsbediening in en uit te schakelen.
Optie alleen zichtbaar nadat u het volgende inschakelt: Wi-
Fi.
Automatische bediening op af‐
stand
Om de bediening op afstand automatisch te starten na het
indrukken van BEGIN.
Optie alleen zichtbaar nadat u het volgende inschakelt: Wi-
Fi.
Netwerk Om de netwerkstatus en het signaalvermogen van het vol‐
gende te controleren: Wi-Fi.
Vergeet netwerk Om het huidige netwerk uit te schakelen van automatische
verbinding met de oven.
14.4 Submenu voor: Instelling
Submenu Omschrijving
Taal Stel de oventaal in.
Helderheid display Stelt de helderheid van het display in.
Toetstonen Schakelt de toon van de aanraakvelden in en uit. Het is niet
mogelijk om de toon te dempen voor: .
Geluidsvolume Stelt het volume van de belangrijkste tonen en signalen in.
Dagtijd Stelt de huidige tijd en datum in.
14.5 Submenu voor: Service
Submenu Beschrijving
Demofunctie Activerings-/deactiveringscode: 2468
41/48
MENUSTRUCTUUR
Submenu Beschrijving
Softwareversie Informatie over softwareversie.
Terug naar fabrieksinstellingen Herstelt fabrieksinstellingen.
42/48
MENUSTRUCTUUR
15. HET IS HEEL GEMAKKELIJK!
Voorafgaand aan het eerste gebruik moet u het volgende instellen:
Taal
Helderheid dis‐
play
Toetstonen Geluidsvolume Dagtijd
Maak uzelf vertrouwd met de basispictogrammen op het bedieningspaneel en het display:
Aan / Uit Menu Favorieten
Wi-Fi
Timer
/
Start met het gebruik van de oven
Snel starten Zet de oven aan
en begin met ko‐
ken met de stan‐
daardtempera‐
tuur en -tijd van
de functie.
Stap 1 Stap 2 Stap 3
Ingedrukt hou‐
den: .
- selec‐
teer de gewen‐
ste functie.
Druk op:
.
Snel uit Schakel de
oven, elk
scherm of be‐
richt op elk ge‐
wenst moment
uit.
- houd ingedrukt tot de oven uitschakelt.
MW snel star‐
ten
Start de magne‐
tron op elk ge‐
wenst moment
met de stan‐
daardinstellin‐
gen: 30 sec /
1000 W.
Druk op: .
Begin met koken
Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5
- druk hierop om
de oven in te
schakelen.
- selecteer de
verwarmings‐
functie.
- stel de tempe‐
ratuur in.
- druk hierop om
te bevestigen.
- druk hierop om
te beginnen met
koken.
43/48
Leer snel koken
Gebruik de automatische programma’s om snel een gerecht te koken met de standaardin‐
stellingen:
Kook- En
Bakassistent
Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4
Druk op: . Druk op: . Druk op:
Kook- En Bakas‐
sistent.
Kies het gerecht.
Gebruik snelle functies om de kooktijd in te stellen
10% Finish assist
Gebruik 10% Finish assist om extra tijd toe te
voegen wanneer 10% van de bereidingstijd
overblijft.
Druk op +1min om de kooktijd te verlengen.
44/48
HET IS HEEL GEMAKKELIJK!
16. GEBRUIK EEN SNELKOPPELING!
Hier ziet u alle handige snelkoppelingen. U kunt ze ook vinden in de speciale hoofdstukken in
de gebruikershandleiding.
Draadloze verbinding
Instellen: Verwarmingsfuncties
Instellen: Kook- en bakassistent
Instellen: Bereidingstijd
Uitstellen: Begin en einde van het koken
Annuleren: Timer instellen
45/48
17. MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte
afvalcontainer om het te recycleren. Bescherm het milieu en de volksgezondheid en recycleer
op een correcte manier het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi apparaten
gemarkeerd met het symbool niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar
het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
46/48
*
47/48
www.aeg.com/shop
867362053-A-362020
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48

AEG CD780M Handleiding

Categorie
Magnetrons
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor