AEG BCK748280M Handleiding

Categorie
Magnetrons
Type
Handleiding
USER
MANUAL
NL Gebruiksaanwijzing
Oven
BCK748280M
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele
jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker
helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar
minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, onderhouds- en
reparatie-informatie:
www.aeg.com/support
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens bij de
hand hebt: Model, productnummer, serienummer.
De informatie staat op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu‑informatie
Wijzigingen voorbehouden.
2/52
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE...........................................................................5
1.1 De veiligheid van kinderen en kwetsbare personen......................................... 5
1.2 Algemene veiligheid..........................................................................................5
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN..................................................................7
2.1 Installatie...........................................................................................................7
2.2 Elektrische aansluiting...................................................................................... 8
2.3 Gebruik............................................................................................................. 8
2.4 Onderhoud en reiniging.................................................................................... 9
2.5 Binnenverlichting.............................................................................................. 9
2.6 Service............................................................................................................10
2.7 Afvalverwerking.............................................................................................. 10
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT....................................................... 11
3.1 Algemeen overzicht........................................................................................ 11
3.2 Accessoires.................................................................................................... 11
4. HET IN- EN UITSCHAKELEN VAN DE OVEN............................................12
4.1 Bedieningspaneel........................................................................................... 12
4.2 Display............................................................................................................ 12
5. VOOR HET EERSTE GEBRUIK.................................................................. 15
5.1 Eerste reiniging ..............................................................................................15
5.2 Eerste verbinding............................................................................................15
5.3 Draadloze verbinding......................................................................................15
5.4 Eerste voorverwarming...................................................................................16
6. DAGELIJKS GEBRUIK................................................................................17
6.1 Instellen: Verwarmingsfuncties....................................................................... 17
6.2 Instellen: Kook- En Bakassistent.................................................................... 17
6.3 Verwarmingsfuncties...................................................................................... 18
6.4 Toelichting van: Warmelucht (vochtig)............................................................20
7. KLOKFUNCTIES..........................................................................................21
7.1 Omschrijving klokfuncties............................................................................... 21
7.2 Instellen: Klokfuncties..................................................................................... 21
8. GA ALS VOLGT TE WERK VOOR GEBRUIK: ACCESSOIRES................24
8.1 Accessoires plaatsen......................................................................................24
8.2 Voedselsensor................................................................................................ 24
9. EXTRA FUNCTIES.......................................................................................27
9.1 Hoe kan ik opslaan:Favorieten....................................................................... 27
9.2 Toetsenblokkering.......................................................................................... 27
9.3 Automatische uitschakeling............................................................................ 27
9.4 Koelventilator.................................................................................................. 28
10. AANWIJZINGEN EN TIPS......................................................................... 29
10.1 Kookadviezen............................................................................................... 29
10.2 Warmelucht (vochtig)....................................................................................29
10.3 Warmelucht (vochtig) - aanbevolen accessoires.......................................... 30
10.4 Kooktafels voor testinstituten........................................................................30
3/52
11. ONDERHOUD EN REINIGING...................................................................33
11.1 Opmerkingen over schoonmaken.................................................................33
11.2 Hoe te verwijderen: Inschuifrails/..................................................................33
11.3 Hoe gebruikt u: Katalytische ventilatorafdekking.......................................... 34
11.4 Verwijderen en installeren: Deur...................................................................34
11.5 Hoe te vervangen: Lamp.............................................................................. 35
12. PROBLEEMOPLOSSING.......................................................................... 37
12.1 Wat te doen in de volgende gevallen............................................................37
12.2 Hoe te beheren: Foutcodes.......................................................................... 38
12.3 Onderhoudsgegevens.................................................................................. 39
13. ENERGIEZUINIGHEID...............................................................................40
13.1 Productinformatie- en productinformatieblad*.............................................. 40
13.2 Energiebesparing..........................................................................................40
14. MENUSTRUCTUUR...................................................................................42
14.1 Menu.............................................................................................................42
14.2 Submenu voor: Opties.................................................................................. 42
14.3 Submenu voor: Aansluitingen.......................................................................43
14.4 Submenu voor: Instelling.............................................................................. 43
14.5 Submenu voor: Service................................................................................ 43
15. HET IS HEEL GEMAKKELIJK!................................................................. 45
16. GEBRUIK EEN SNELKOPPELING!..........................................................47
4/52
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie
en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor verwondingen of schade die voortvloeit
uit de onjuiste installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de
instructies altijd op een veilige, toegankelijke plek voor
toekomstig gebruik.
1.1 De veiligheid van kinderen en kwetsbare personen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar
en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke,
zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan
ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of
instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van
het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen.
Kinderen jonger dan 8 jaar oud en personen met zware en
complexe beperkingen dienen altijd uit de buurt van het
apparaat te worden gehouden, tenzij ze voortdurend onder
toezicht staan.
Laat kinderen niet spelen met het apparaat en mobiele
apparaten met My AEG Kitchen.
Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en
verwijder ze op gepaste wijze.
WAARSCHUWING: Houd kinderen en huisdieren uit de
buurt van het apparaat als het in werking is of afkoelt.
Makkelijk toegankelijke onderdelen worden heet tijdens
gebruik.
Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient dit te
worden geactiveerd.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
1.2 Algemene veiligheid
Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat en
de kabel vervangen.
5/52
WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U dient te
voorkomen de verwarmingselementen aan te raken.
Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of
kookgerei te plaatsen of verwijderen.
Voordat u welke onderhoudshandeling dan ook verricht,
dient u de stekker van het apparaat uit het stopcontact te
trekken.
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat het apparaat is
uitgeschakeld voordat u de lamp vervangt om elektrische
schokken te voorkomen.
Gebruik het apparaat niet voordat u het in de ingebouwde
structuur installeert.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te
maken.
Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of scherpe
metalen schrapers om de glazen deur schoon te maken,
deze kunnen krassen veroorzaken op het oppervlak,
waardoor het glas zou kunnen breken.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze
vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
Om de inschuifrails te verwijderen trekt u eerst de voorkant
van de inschuifrail en dan de achterkant uit de zijwanden.
Installeer de inschuifrails in de omgekeerde volgorde.
Gebruik alleen de vleesthermometer
(kerntemperatuursensor) die voor dit apparaat wordt
aangeraden.
6/52
VEILIGHEIDSINFORMATIE
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Installatie
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
Volg de installatie-instructies die zijn meegeleverd met het apparaat.
Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
Trek het apparaat nooit aan de handgreep van zijn plaats.
Installeer het apparaat op een veilige en geschikte plaats die aan alle installatie-eisen
voldoet.
Houd de minimumafstand naar andere apparaten en units in acht.
Controleer voordat u het apparaat monteert of de ovendeur onbelemmerd opent.
Het apparaat is uitgerust met een elektrisch koelsysteem. Het heeft elektrische stroom
nodig.
De stevigheid van de inbouwkast moet voldoen aan de DIN 68930-norm.
Minimumhoogte kast (Minimumhoogte kast onder
werkblad)
578 (600) mm
Kastbreedte 560 mm
Kastdiepte 550 (550) mm
Hoogte van de voorkant van het apparaat 594 mm
Hoogte van de achterkant van het apparaat 576 mm
Breedte van de voorkant van het apparaat 595 mm
Breedte van de achterkant van het apparaat 559 mm
Diepte van het apparaat 567 mm
Ingebouwde diepte van het apparaat 546 mm
Diepte met open deur 1027 mm
Minimumgrootte ventilatieopening. Opening ge‐
plaatst aan de onderkant van de achterzijde
560 x 20 mm
Lengte netvoedingskabel. Kabel wordt in de rech‐
terhoek van de achterzijde geplaatst
1500 mm
Bevestigingsschroeven 4 x 25 mm
7/52
2.2 Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische schokken.
Alle elektrische aansluitingen moeten door een gediplomeerd elektromonteur worden
gemaakt.
Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact.
Zorg ervoor dat de parameters op het vermogensplaatje overeenkomen met elektrische
vermogen van de netstroom.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen adapters met meerdere stekkers en verlengkabels.
Zorg dat u de netstekker en het netsnoer niet beschadigt. Indien de voedingskabel moet
worden vervangen, dan moet dit gebeuren door onze Klantenservice.
Laat de stroomkabel niet in aanraking komen met de deur van het apparaat of de niche
onder het apparaat, met name niet als deze werkt of als de deur heet is.
De schokbescherming van delen onder stroom en geïsoleerde delen moet op zo'n manier
worden bevestigd dat het niet zonder gereedschap kan worden verplaatst.
Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
Als het stopcontact los zit, mag u de stekker niet in het stopcontact steken.
Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
Gebruik enkel correcte isolatievoorzieningen: stroomonderbrekers, zekeringen
(schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en
contactgevers.
De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat volledig
van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat moet een contactopening
hebben met een minimale breedte van 3 mm.
Dit apparaat wordt geleverd met stekker en netsnoer.
2.3 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brandwonden, elektrische schokken of een explosie.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik.
De specificatie van dit apparaat niet wijzigen.
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd zijn.
Laat het apparaat tijdens het gebruik niet onbeheerd achter.
Schakel het apparaat telkens na gebruik uit.
Wees voorzichtig met het openen van de deur van het apparaat als het apparaat aan staat.
Er kan hete lucht ontsnappen.
Bedien het apparaat niet met natte handen of als het contact maakt met water.
Oefen geen kracht uit op een geopende deur.
Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of aanrecht.
Open de deur van het apparaat voorzichtig. Als u alcoholische toevoegingen gebruikt, kan er
alcohol-luchtmengsel ontstaan.
Houd vonken of open vlammen uit de buurt van het apparaat bij het openen van de deur.
8/52
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten in,
bij of op het apparaat.
Deel uw wifi-wachtwoord niet.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het apparaat.
Om schade of verkleuring van het email te voorkomen:
zet geen kookgerei of andere voorwerpen direct op de bodem van het apparaat.
leg geen aluminiumfolie op de bodem van de ruimte in het apparaat.
plaats geen water direct in het hete apparaat.
haal vochthoudende schotels en eten uit het apparaat als u klaar bent met koken.
wees voorzichtig bij het verwijderen of bevestigen van accessoires.
Verkleuring van het email of roestvrij staal is niet van invloed op de werking van het
apparaat.
Gebruik een diepe pan voor vochtige taarten. Fruitsappen kunnen permanente vlekken
maken.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te koken. Het mag niet worden gebruikt voor
andere doeleinden, zoals het verwarmen van een kamer.
Alle bereidingen moeten worden uitgevoerd met gesloten ovendeur.
Als het apparaat achter een meubelpaneel gemonteerd is (bijv. een deur), zorg er dan voor
dat de deur nooit gesloten is als het apparaat in werking is. Warmte en vocht kunnen achter
een gesloten meubelpaneel ophopen en schade aan het apparaat, de behuizing of de vloer
veroorzaken. Sluit het meubelpaneel niet tot het apparaat compleet is afgekoeld na gebruik.
2.4 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brand en schade aan het apparaat.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld. Er bestaat een risico dat de glasplaten kunnen
breken.
Vervang direct de glazen deurpanelen als deze beschadigd zijn. Neem contact op met een
erkend servicecentrum.
Wees voorzichtig als u de deur van het apparaat verwijdert. De deur is zwaar!
Reinig het apparaat regelmatig om te voorkomen dat het materiaal van het oppervlak
achteruitgaat.
Maak het apparaat schoon met een vochtige zachte doek. Gebruik alleen neutrale
schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of
metalen voorwerpen.
Volg als u een ovenspray gebruikt de aanwijzingen op de verpakking.
Reinig niet het katalytische email met schoonmaakmiddelen.
2.5 Binnenverlichting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische schokken.
9/52
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Met betrekking tot de lamp(en) in dit product en reservelampen die afzonderlijk worden
verkocht: Deze lampen zijn bedoeld om bestand te zijn tegen extreme fysieke
omstandigheden in huishoudelijke apparaten, zoals temperatuur, trillingen, vochtigheid, of
zijn bedoeld om informatie te geven over de operationele status van het apparaat. Ze zijn
niet bedoeld voor gebruik in andere toepassingen en zijn niet geschikt voor verlichting in
huishoudelijke ruimten.
Gebruik alleen lampjes met dezelfde specificaties.
2.6 Service
Neem contact op met de erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat.
Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.
2.7 Afvalverwerking
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling om te voorkomen dat kinderen of huisdieren binnen in het
apparaat vast komen te zitten.
10/52
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Algemeen overzicht
2
7
1
8
4
3
5
6
5
4
3
2
1
1
Control panel
2
Display
3
Opening voor de voedselsensor
4
Verwarmingselement
5
Lamp
6
Ventilator
7
Inschuifrails, verwijderbaar
8
Inzetniveaus
3.2 Accessoires
Bakrooster
Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
Grill-/braadpan
Voor braden en roosteren of als pan om vet op te
vangen.
Voedselsensor
Om de temperatuur binnenin het voedsel te
meten.
11/52
4. HET IN- EN UITSCHAKELEN VAN DE OVEN
4.1 Bedieningspaneel
1 2 3 4
5 6
1
Aan / Uit Houd ingedrukt om de oven in- en uitschakelen.
2
Menu Geeft een overzicht van de ovenfuncties.
3
Favorieten Toont overzicht van de favoriete instellingen.
4
Display Toont de huidige instellingen van de oven.
5
Lampschakelaar Om de lamp in en uit te schakelen.
6
Snel opwarmen Om de functie in en uit te schakelen: Snel opwarmen.
Druk Verplaatsen
3s
Indrukken en vasthouden
Raak het oppervlak aan met
de vingertop.
Schuif de vingertop over het
oppervlak.
Raak het oppervlak 3 secon‐
den aan.
4.2 Display
STARTSTART
12:3012:30
150°C
Na het inschakelen wordt op de display het
hoofdscherm met de verwarmingsfunctie en de
standaardtemperatuur weergegeven.
12/52
12
:
34
Als u de oven 2 minuten niet gebruikt, gaat de
display naar stand-by.
11min
12:3012:30
150°C
STOP
Wanneer u kookt, worden op de display de in‐
gestelde functies en andere beschikbare opties
weergegeven.
150°C
12:30
15min
START
85°C
G F DE
C
A B
De display met het maximumaantal ingestelde
functies.
A. Wi-Fi
B. Dagtijd
C. BEGIN / STOP
D. Temperatuur
E. Verwarmingsfuncties
F. Timer
G. Voedselsensor (alleen geselecteerde mo‐
dellen)
Indicatielampjes op de display
Basisindicatielampjes: om op de display te navigeren.
Om de tem‐
peratuur in te
stellen.
Om de selec‐
tie/instelling te
bevestigen.
Om één ni‐
veau terug te
gaan in het
menu.
Om de laatste
handeling on‐
gedaan te ma‐
ken.
Om de opties in en uit te
schakelen.
Geluidsalarm functie-indicatielampjes: wanneer de ingestelde kooktijd ten einde is, klinkt het
signaal.
De functie is ingeschakeld.
De functie is ingeschakeld.
Het koken stopt automatisch.
Het geluidsalarm staat uit.
Indicatielampjes timer
13/52
HET IN- EN UITSCHAKELEN VAN DE OVEN
De functie instellen: Uitgestelde start.
Om de instelling te annuleren.
Wi-Fi indicatielampje: de oven kan worden aangesloten op wifi.
Wi-Fi verbinding is ingeschakeld.
14/52
HET IN- EN UITSCHAKELEN VAN DE OVEN
5. VOOR HET EERSTE GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
5.1 Eerste reiniging
Stap 1 Stap 2 Stap 3
Verwijder alle accessoires en
verwijderbare inschuifrails uit
de oven.
Maak de oven en de acces‐
soires schoon met een zachte
doek, warm water en een mild
reinigingsmiddel.
Plaats de accessoires en de
verwijderbare inschuifrails in
de oven.
5.2 Eerste verbinding
Het display toont een welkomstbericht na de eerste verbinding.
Je moet het volgende instellen: Taal, Helderheid display, Toetstonen, Geluidsvolume, Dagtijd.
5.3 Draadloze verbinding
Om de oven aan te sluiten heeft u het volgende nodig:
Draadloos netwerk met internetverbinding.
Mobiel apparaat verbonden met uw draadloze netwerk.
Download de mobiele app en volg de instructies voor de volgende stappen.
Stap 1 Schakel de oven in.
Stap 2
Druk op: . Selecteer: Instellingen / Aansluitingen.
Stap 3
- schuif of druk om in te schakelen: Wi-Fi.
Stap 4 De draadloze module van de oven start binnen 90 sec.
Neem een kortere weg!
15/52
Frequentie 2,4 GHz WLAN 5 GHz WLAN
2400 - 2483,5 MHz 5150 - 5350 MHz
5470 - 5725 MHz
Protocol IEEE 802.11b DSSS,
802.11g/n OFDM
IEEE 802.11 a/n OFDM
Maximaal vermogen EIRP < 20 dBm (100 mW) EIRP < 22 dBm (200mW)
Wi-Fi-module NIU5-50
Frequentie Bluetooth 2400 - 2483,5 MHz
Protocol LE: DSSS
Maximaal vermogen EIRP < 4 dBm (5 mW)
EU-lidstaten die onder de bepaling van Richtlijn 2014/53/EU vallen: België, Bulgarije, Tsjechië,
Denemarken, Duitsland, Estland, Ierland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Italië, Cyprus,
Letland, Litouwen, Luxemburg, Hongarije, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal,
Roemenië, Slovenië, Slowakije, Finland, Zweden, Noorwegen, Zwitserland, het Verenigd
Koninkrijk, Turkije.
5.4 Eerste voorverwarming
Warm de lege oven voor het eerste gebruik voor.
Stap 1 Verwijder alle accessoires en verwijderbare inschuifrails uit de oven.
Stap 2
Stel de maximale temperatuur in voor de functie: .
Laat de oven één uur werken.
Stap 3
Stel de maximale temperatuur in voor de functie: .
Laat de oven 15 minuten werken.
De oven kan een vreemde geur en rook afgeven tijdens het voorverwarmen. Zorg ervoor dat
de kamer wordt verlucht.
16/52
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
6. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
6.1 Instellen: Verwarmingsfuncties
Stap 1 Zet de oven aan. In het display verschijnt de standaard verwarmingsfunctie.
Stap 2 Druk op het symbool van de verwarmingsfunctie om het submenu te openen.
Stap 3
Selecteer de verwarmingsfunctie en druk op: . Op het display verschijnt: tempe‐
ratuur .
Stap 4
Instellen: temperatuur . Druk op: .
Stap 5
Druk op: .
Voedselsensor - u kunt de sensor op elk gewenst moment voor of tijdens het koken
aansluiten.
- druk hierop om de verwarmingsfunctie uit te schakelen.
Stap 6 Schakel de oven uit.
Doe het op een snellere manier!
6.2 Instellen: Kook- En Bakassistent
Elk gerecht in dit submenu heeft een aanbevolen functie en temperatuur. U kunt de tijd en de
temperatuur aanpassen.
Voor sommige gerechten kunt u ook koken met:
Per gewicht
Voedselsensor
Tot hoeverre een gerecht wordt gekookt:
Saignant of Minder
Medium
Bien cuit of Meer
Stap 1 Zet de oven aan.
Stap 2
Druk op: .
17/52
Stap 3
Druk op: . Voer in: Kook- En Bakassistent.
Stap 4 Kies een gerecht of een voedseltype.
Stap 5
Druk op: .
Doe het op een snellere manier!
6.3 Verwarmingsfuncties
Standaardverwarmingsfuncties
Verwarmingsfunc‐
tie
Toepassing
Grillen
Voor het roosteren van dunne stukjes voedsel en voor het maken van
toast.
Circulatiegrill
Voor het braden van grotere stukken vlees of gevogelte met botten op
één niveau. Voor gratineren en bruinen.
Hetelucht
Bakken op maximaal drie rekstanden tegelijkertijd en voedsel drogen. Stel
de temperatuur 20 °C tot 40 °C lager in dan voor Boven + onderwarmte.
Bevroren gerech‐
ten
Om kant-en-klaar-gerechten (bijv. patat, aardappelpartjes of loempia's)
krokant te maken.
Boven + onder‐
warmte
Voor het bakken en braden op één rekstand.
18/52
DAGELIJKS GEBRUIK
Verwarmingsfunc‐
tie
Toepassing
Pizza-functie
Voor het bakken van pizza. Voor intensieve bruining en een knapperige
bodem.
Onderwarmte
Voor het bakken van taarten met een knapperige bodem en het inmaken
van voedsel.
Brood bakken
Gebruik deze functie voor brood en broodjes met heel goed professioneel
resultaat qua krokantheid, kleur en bruine korst.
Deeg Laten Rijzen
Om het rijsproces van gistdeeg te versnellen. Het voorkomt dat het opper‐
vlak van het deeg uitdroogt en houdt het deeg elastisch.
Speciale verwarmingsfuncties
Verwarmingsfunc‐
tie
Toepassing
Inmaken
Voor het inmaken van groenten (bijv. augurken).
Drogen
Om in plakjes gesneden fruit, groenten en champignons te drogen.
Borden Warmen
Om borden voor het serveren op te warmen.
Ontdooien
Om voedsel te ontdooien (groenten en fruit). De ontdooitijd hangt af van
de hoeveelheid en dikte van het voedsel.
Gratineren
Voor maaltijden als lasagne of aardappelgratin. Voor gratineren en brui‐
nen.
19/52
DAGELIJKS GEBRUIK
Verwarmingsfunc‐
tie
Toepassing
Lage Temperatuur
Garen
Voor het bereiden van mals en sappig braadvlees.
Warm houden
Om het voedsel warm te houden.
Warmelucht (voch‐
tig)
Deze functie is ontworpen om tijdens de bereiding energie te besparen.
Bij het gebruik van deze functie kan de temperatuur in de ruimte verschil‐
len van de ingestelde temperatuur. De restwarmte wordt gebruikt. Het ver‐
warmingsvermogen kan worden verminderd. Raadpleeg voor meer infor‐
matie het hoofdstuk "Dagelijks gebruik", opmerkingen op: Warmelucht
(vochtig).
6.4 Toelichting van: Warmelucht (vochtig)
Deze functie wordt gebruikt om te voldoen aan de energie-efficiëntieklasse en ecodesign-
vereisten overeenkomstig EU 65/2014 en EU 66/2014. Testen volgens EN 60350-1.
De ovendeur dient tijdens de bereiding gesloten te zijn zodat de functie niet wordt onderbroken
en de oven werkt op de hoogst mogelijke energie-efficiëntie.
Bij gebruik van deze functie gaat de verlichting na 30 seconden automatisch uit.
Zie het hoofdstuk 'Hints and tips’, Warmelucht (vochtig) voor bereidingsinstructies. Zie voor
algemene aanbevelingen voor energiebesparing het hoofdstuk ‘Energie-efficiëntie’,
Energiebesparing.
20/52
DAGELIJKS GEBRUIK
7. KLOKFUNCTIES
7.1 Omschrijving klokfuncties
Klokfunctie Toepassing
Kooktijd De duur van het koken instellen. Maximaal 23 uur 59 min.
Actie beëindigen Voor het instellen wat er gebeurt als de timer stopt met tellen.
Uitgestelde start Om het begin en/of het einde van het koken uit te stellen.
Tijd verlenging Om de kooktijd te verlengen.
Herinnering Om een aftelling in te stellen. Maximum is 23 uur 59 min. Deze functie
heeft geen invloed op de werking van de oven.
7.2 Instellen: Klokfuncties
De klok instellen
Stap 1 Druk op: Dagtijd.
Stap 2
Stel de tijd in. Druk op: .
De bereidingstijd instellen
Stap 1 Kies een verwarmingsfunctie en stel de temperatuur in.
Stap 2
Druk op: .
Stap 3
Stel de tijd in. Druk op: .
Neem een kortere weg!
De eindoptie kiezen
Stap 1 Kies de verwarmingsfunctie en stel de temperatuur in.
21/52
De eindoptie kiezen
Stap 2
Druk op: .
Stap 3 Stel de bereidingstijd in.
Stap 4
Druk op: .
Stap 5 Druk op: Actie beëindigen.
Stap 6 Kies uw voorkeur: Actie beëindigen.
Stap 7
Druk op: . Herhaal de actie totdat het hoofdscherm verschijnt.
Het begin van het koken uitstellen
Stap 1 Stel de verwarmingsfunctie en de temperatuur in.
Stap 2
Druk op: .
Stap 3 Stel de bereidingstijd in.
Stap 4
Druk op: .
Stap 5 Druk op: Uitgestelde start.
Stap 6 Kies de waarde.
Stap 7
Druk op: . Herhaal de actie totdat het hoofdscherm verschijnt.
De bereidingstijd verlengen
Wanneer 10% van de bereidingstijd overblijft en het voedsel niet klaar lijkt te zijn, kunt u de berei‐
dingstijd verlengen. U kunt ook de verwarmingsfunctie wijzigen.
Druk op +1min om de bereidingstijd te verlengen.
De timerinstellingen wijzigen
Stap 1
Druk op: .
22/52
KLOKFUNCTIES
De timerinstellingen wijzigen
Stap 2 Stel de timerwaarde in.
Stap 3
Druk op: .
U kunt de ingestelde tijd tijdens het koken op elk gewenst moment wijzigen.
23/52
KLOKFUNCTIES
8. GA ALS VOLGT TE WERK VOOR GEBRUIK:
ACCESSOIRES
8.1 Accessoires plaatsen
Een kleine inkeping bovenaan verhoogt de veiligheid. Deze inkepingen voorkomen bovendien
omkanteling. De hoge rand rond het rooster voorkomt dat het kookgerei van het rooster afglijdt.
Bakrooster:
Plaats het rooster tussen de geleidestan‐
gen van de inschuifrail.
Bakplaat /Diepe schaal:
Schuif de plaat tussen de geleidestangen
van de inschuifrail.
Bakrooster, Bakplaat /Diepe schaal:
Plaats de plaat tussen de geleiders van de
inschuifrails en het bakrooster op de gelei‐
ders erboven.
8.2 Voedselsensor
Voedselsensor- meet de temperatuur binnenin het voedsel. U kunt het bij elke
verwarmingsfunctie gebruiken.
24/52
Er zijn twee temperaturen om in te stellen:
De oventemperatuur: minimaal 120 °C.
De kerntemperatuur.
Voor de beste kookresultaten:
Ingrediënten moeten op ka‐
mertemperatuur zijn.
Niet gebruiken voor vloei‐
bare gerechten.
Tijdens het koken moet het in de
schaal blijven.
De oven berekent een geschatte bereidingseindtijd. Dit hangt af van de voedselkwaliteit, de
ingestelde ovenfunctie en de temperatuur.
Gebruik: Voedselsensor
Stap 1 Zet de oven aan.
Stap 2 Selecteer de verwarmfunctie en, indien nodig, de oventemperatuur.
Stap 3 Invoegen: Voedselsensor.
Vlees, gevogelte en vis Stoofschotel
Steek de punt van de voedselsensor indien
mogelijk in het midden van het vlees of de
vis, in het dikste gedeelte. Zorg ervoor dat
ten minste 3/4 van de voedselsensor in het
gerecht zit.
Plaats de punt van de voedselsensor precies in
het midden van de ovenschotel. De voedselsen‐
sor moet tijdens het bakken op één plaats wor‐
den gestabiliseerd. Gebruik een solide ingrediënt
om dit voor elkaar te krijgen. Gebruik de rand van
de bakplaat om het siliconen handvat van de
voedselsensor te ondersteunen. De punt van de
voedselsensor mag de bodem van de bakplaat
niet raken. Bedek de voedselsensor met de res‐
terende ingrediënten.
25/52
GA ALS VOLGT TE WERK VOOR GEBRUIK:
ACCESSOIRES
Stap 4 Steek de voedselsensor in het stopcontact aan de voorkant van de oven.
Het display toont de huidige temperatuur van: Voedselsensor.
Stap 5
- druk om de kerntemperatuur van de sensor in te stellen.
Stap 6
- druk om de voorkeursoptie in te stellen:
Geluidsalarm - wanneer het voedsel de kerntemperatuur bereikt, klinkt het signaal.
Geluidsalarm en stop met koken - wanneer het voedsel de kerntemperatuur be‐
reikt, klinkt het signaal en stopt de oven.
Stap 7
Selecteer de optie en druk herhaaldelijk op: om naar het hoofdscherm te gaan.
Stap 8
Druk op: .
Wanneer het voedsel de ingestelde temperatuur bereikt, klinkt het signaal. U kunt er‐
voor kiezen om te stoppen of door te gaan met koken, om er zeker van te zijn dat het
voedsel goed gaar is.
Stap 9 Haal de stekker van de voedselsensor uit het stopcontact en haal de schaal uit de
oven.
WAARSCHUWING!
Er bestaat een risico op brandwonden als de voedselsensor heet wordt.
Wees voorzichtig wanneer u de stekker eruit haalt en de voedingssensor uit
het gerecht haalt.
Doe het op een snellere manier!
26/52
GA ALS VOLGT TE WERK VOOR GEBRUIK:
ACCESSOIRES
9. EXTRA FUNCTIES
9.1 Hoe kan ik opslaan:Favorieten
U kunt uw favoriete instellingen opslaan, zoals de verwarmingsfunctie, de bereidingstijd, de
temperatuur of de reinigingsfunctie. U kunt 3 favoriete instellingen opslaan.
Stap 1 Schakel de oven in.
Stap 2 Selecteer de gewenste instelling.
Stap 3
Druk op: . Selecteer: Favorieten.
Stap 4 Selecteer: Huidige instellingen opslaan.
Stap 5
Druk op + om de instelling toe te voegen aan de lijst met: Favorieten. Druk op .
- druk hierop om de instelling te resetten.
- druk hierop om de instelling te annuleren.
9.2 Toetsenblokkering
Deze functie voorkomt dat de verwarmingsfunctie onbedoeld wordt gewijzigd.
Stap 1 Schakel de oven in.
Stap 2 Stel een verwarmingsfunctie in.
Stap 3
, - druk hier tegelijkertijd op om de functie in te schakelen.
Herhaal stap 3 om de functie uit te schakelen.
9.3 Automatische uitschakeling
Om veiligheidsredenen schakelt de oven na bepaalde tijd uit als er een ovenfunctie in werking
is en u geen instellingen wijzigt.
(°C) (u)
30 - 115 12,5
120 - 195 8,5
200 - 245 5,5
250 - maximum 3
27/52
De automatische uitschakeling werkt niet met de functies: Binnenverlichting,
Voedselsensor,Eindtijd, Lage Temperatuur Garen.
9.4 Koelventilator
Als de oven in werking is, wordt de koelventilator automatisch ingeschakeld om de
oppervlakken van de oven koel te houden. Als u de oven uitschakelt, kan de koelventilator
blijven werken totdat de oven is afgekoeld.
28/52
EXTRA FUNCTIES
10. AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
10.1 Kookadviezen
De temperatuur en kooktijden in de tabellen zijn slechts als richtlijn bedoeld. Deze zijn afhankelijk
van de recepten en de kwaliteit en de hoeveelheid van de gebruikte ingrediënten.
Uw oven kan anders bakken of roosteren dan de oven die u tot nu toe gebruikt heeft. De onder‐
staande tabellen tonen aanbevolen instellingen voor temperatuur, kooktijd en rekstand voor speci‐
fieke soorten voedsel.
Als u voor een speciaal recept de instelling niet kunt vinden, zoek dan naar een soortgelijk recept.
Voor meer kookaanbevelingen kunt u de kooktabellen op onze website raadplegen. Om de Kook‐
hints te vinden, controleer het productnummer op het classificatieplaatje op de voorzijde van het
frame van de binnenkant van de oven.
10.2 Warmelucht (vochtig)
Volg voor de beste resultaten de volgende aanwijzingen op die hieronder in de tabel staan.
(°C) (min)
Zoete broodjes,
16 stuks
bakplaat of lekschaal 180 2 25 - 35
Koninginnen‐
brood (opgerol‐
de cake met
jam)
bakplaat of lekschaal 180 2 15 - 25
Hele vis, 0,2 kg bakplaat of lekschaal 180 3 15 - 25
Koekjes, 16
stuks
bakplaat of lekschaal 180 2 20 - 30
Makarons, 24
stuks
bakplaat of lekschaal 160 2 25 - 35
Muffins, 12 stuks bakplaat of lekschaal 180 2 20 - 30
Hartig gebak, 20
stuks
bakplaat of lekschaal 180 2 20 - 30
29/52
(°C) (min)
Zandkoekjes, 20
stuks
bakplaat of lekschaal 140 2 15 - 25
Taartjes, 8 stuks bakplaat of lekschaal 180 2 15 - 25
10.3 Warmelucht (vochtig) - aanbevolen accessoires
Gebruik de donkere en niet-reflecterende bakjes en schalen. Ze nemen de warmte beter op
dan licht en reflecterend servies.
Pizza pan
Ovenschotel
Ovenschaal‐
tjes
Blik voor flanbodem
Donker, niet-reflecte‐
rend
Diameter van 28 cm
Donker, niet-reflecterend
Diameter van 26 cm
Keramiek
8 cm diameter,
5 cm hoog
Donker, niet-reflecte‐
rend
Diameter van 28 cm
10.4 Kooktafels voor testinstituten
Aanwijzingen voor testinstituten
Testen in overeenstemming met: EN 60350, IEC 60350.
BAKKEN OP ÉÉN NIVEAU. Bakken in een bakblik
(°C) (min)
Biscuittaart zonder vet Hetelucht 140 - 150 35 - 50 2
Biscuittaart zonder vet Boven + onderwarm‐
te
160 35 - 50 2
Appeltaart, 2 blikken
Ø20 cm
Hetelucht 160 60 - 90 2
30/52
AANWIJZINGEN EN TIPS
BAKKEN OP ÉÉN NIVEAU. Bakken in een bakblik
(°C) (min)
Appeltaart, 2 blikken
Ø20 cm
Boven + onderwarm‐
te
180 70 - 90 1
BAKKEN OP ÉÉN NIVEAU. Koekjes
Gebruik de derde rekstand.
(°C) (min)
Zandtaartdeeg / Deegreep‐
jes voor op vlaaien/taarten
Hetelucht 140 25 - 40
Zandtaartdeeg / Deegreep‐
jes voor op vlaaien/taarten,
verwarm de oven voor
Boven + onderwarmte 160 20 - 30
Kleine cakes, 20 stuks per
bakplaat, verwarm de oven
voor
Hetelucht 150 20 - 35
Kleine cakes, 20 stuks per
bakplaat, verwarm de oven
voor
Boven + onderwarmte 170 20 - 30
31/52
AANWIJZINGEN EN TIPS
BAKKEN OP MEERDERE NIVEAUS. Koekjes
(°C) (min)
Zandtaartdeeg / Dee‐
greepjes voor op vlaaien/
taarten
Hetelucht 140 25 - 45 1 / 4
Kleine cakes, 20 stuks
per bakplaat, verwarm de
oven voor
Hetelucht 150 23 - 40 1 / 4
Biscuittaart zonder vet Hetelucht 160 35 - 50 1 / 4
GRILLEN
Verwarm de lege oven 5 minuten voor.
Grill met de maximale temperatuurinstelling.
(min)
Geroosterd brood Grillen 1 - 3 5
Biefstuk, halverwege de be‐
reidingstijd omdraaien
Grillen 24 - 30 4
32/52
AANWIJZINGEN EN TIPS
11. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
11.1 Opmerkingen over schoonmaken
Reinigings‐
middelen
Maak de voorkant van de oven schoon met een zachte doek, warm water en
een mild reinigingsmiddel.
Gebruik een reinigingsoplossing om metalen oppervlakken te reinigen.
Reinig vlekken met een mild reinigingsmiddel. Breng dat middel niet aan op de
katalytische oppervlakken.
Dagelijks ge‐
bruik
Reinig de uitsparing telkens na gebruik. Vetophoping of andere resten kunnen
brand veroorzaken.
Bewaar het voedsel niet langer dan 20 minuten in de oven. Droog de uitsparing
na elk gebruik met een zachte doek.
Accessoires
Reinig alle accessoires na elk gebruik en laat ze drogen. Gebruik een zachte
doek met warm water en een mild reinigingsmiddel. De accessoires niet in de
afwasmachine reinigen.
Reinig de antiaanbakaccessoires niet met agressieve reinigingsmiddelen of
scherpe voorwerpen.
11.2 Hoe te verwijderen: Inschuifrails/
Verwijder de inschuifrails om de oven te reinigen.
Stap 1 Schakel de oven uit en wacht
tot deze afgekoeld is.
Stap 2 Trek de inschuifrail bij de voor‐
kant uit de zijwand.
33/52
Stap 3 Trek de inschuifrail bij de ach‐
terkant uit de zijwand en verwij‐
der deze.
2
1
Stap 4 Installeer de inschuifrails in de
omgekeerde volgorde.
11.3 Hoe gebruikt u: Katalytische ventilatorafdekking
De ventilatorkap is gecoat met een katalytische email. Die absorbeert op de wand opgehoopt
vet tijdens de werking van de oven. Verwarm de lege oven regelmatig om de zelfreinigende
procedure te ondersteunen.
Verkleuring van de katalytische coating heeft geen invloed op de reiniging.
Vóór de katalytische reiniging
Schakel de oven uit en wacht
totdat deze is afgekoeld.
Verwijder alle accessoires uit
de oven en de verwijderbare
inschuifrails.
Reinig de onderkant van de
oven en de glazen deur aan
de binnenkant met warm wa‐
ter, een zachte doek en een
mild reinigingsmiddel.
Reinig de oven met katalytische reiniging
Stap 1 Stap 2 Stap 3
Schakel de oven in.
Stel de functie in: Reinigen in
het menu: Reinigen.
Wanneer de reiniging eindigt
klinkt er een geluidssignaal. De
oven gaat uit.
Wanneer de oven koud is,
reinigt u de ovenruimte met
een natte zachte doek.
11.4 Verwijderen en installeren: Deur
U kunt de deur en de binnenste glasplaten verwijderen om ze te reinigen. U Het aantal
glasplaten verschilt per model.
WAARSCHUWING!
De deur is zwaar.
LET OP!
Behandel het glas voorzichtig, vooral rond de randen van het voorpaneel. Het glas kan
breken.
34/52
ONDERHOUD EN REINIGING
Stap 1 Open de deur volledig.
A
A
Stap 2 Hef en druk de klemhendels
(A) op de twee deurscharnie‐
ren.
Stap 3 Sluit de ovendeur in de eerste openingsstand (in een hoek van ongeveer 70°). Houd
de deur aan beide kanten vast en trek deze onder een opwaartse hoek weg van de
oven. Plaats de ovendeur met de buitenkant omlaag op een zachte doek op een stabi‐
ele ondergrond.
Stap 4 Pak de deurafdekking (B) aan
de bovenkant van de deur
aan beide kanten vast en
druk deze naar binnen om de
klemsluiting te ontgrendelen.
Stap 5 Trek de deurlijst naar voren
om hem te verwijderen.
Stap 6 Houd de glasplaten aan hun
bovenkant vast en trek deze
een voor een omhoog uit de
geleider.
Stap 7 Reinig de glasplaat met een
sopje. Droog de glasplaat
voorzichtig af. Reinig de glas‐
platen niet in de vaatwasser.
Stap 8 Voer na het reinigen de bo‐
venstaande stappen in de
omgekeerde volgorde uit.
Stap 9 Plaats de kleinste glasplaat eerst, daarna de grotere glasplaat en de deur.
Zorg ervoor dat de glasplaten op de juiste manier worden geplaatst, anders kan het
oppervlak van de deur oververhit raken.
11.5 Hoe te vervangen: Lamp
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische schokken.
Het lampje kan heet zijn.
35/52
ONDERHOUD EN REINIGING
Voordat u de lamp vervangt:
Stap 1 Stap 2 Stap 3
Schakel de oven uit. Wacht tot
de oven afgekoeld is.
Trek de oven uit het stopcon‐
tact.
Plaats een doek op de bodem
van de holte.
Bovenlamp
Stap 1 Draai de glazen afdekking om die
te verwijderen.
Stap 2 Reinig het glazen deksel.
Stap 3 Vervang de lamp door een geschikte hittebestendige lamp van 300 °C.
Stap 4 Installeer het glazen deksel.
Zijlamp
Stap 1 Verwijder de linker inschuifrail om
toegang te krijgen tot de lamp.
Stap 2 Gebruik een smal, stomp voorwerp
(bijv. een theelepel) om het glazen
deksel te verwijderen.
Stap 3 Reinig het glazen deksel.
Stap 4 Vervang de lamp door een geschik‐
te hittebestendige lamp van 300 °C.
Stap 5 Installeer het glazen deksel.
Stap 6 Installeer de linker inschuifrail.
36/52
ONDERHOUD EN REINIGING
12. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
12.1 Wat te doen in de volgende gevallen...
De oven gaat niet aan of warmt niet op
Mogelijke oorzaak
Oplossing
De oven is niet aangesloten op een stopcon‐
tact of is niet goed geïnstalleerd.
Controleer of de oven goed is aangesloten op
het lichtnet.
De klok is niet ingesteld. Stel de klok in, raadpleeg voor meer informatie
het hoofdstuk "Klokfuncties", Instellen: Klok‐
functies.
De deur is niet goed gesloten. Sluit de deur volledig.
De zekering is doorgeslagen. Ga na of de zekering de oorzaak van het pro‐
bleem is. Als het probleem zich opnieuw voor‐
doet, neem dan contact op met een gekwalifi‐
ceerde elektricien.
Het Kinderslot van de oven is geactiveerd. Raadpleeg het hoofdstuk "Menu", Submenu
voor: Opties.
Componenten moeten worden vervangen
Omschrijving Oplossing
De lamp is opgebrand. Vervang de lamp, raadpleeg voor meer infor‐
matie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging",
Hoe te vervangen: Lamp.
Een stroomonderbreking zal de reiniging altijd stoppen. Herhaal de reiniging als deze wordt
onderbroken door stroomuitval.
37/52
Problemen met wifisignaal
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Problemen met draadloos netwerksignaal. Controleer uw draadloze netwerk en router.
Herstart de router.
Er is een nieuwe router geïnstalleerd of de rou‐
terconfiguratie is gewijzigd.
Raadpleeg het hoofdstuk "Voor het eerste ge‐
bruik", Draadloze verbinding, om de oven en
het mobiele apparaat opnieuw te configureren.
Het wifinetwerksignaal is zwak. Plaats indien mogelijk de router dichterbij de
oven.
Het draadloze signaal wordt verstoord door
een magnetron in de buurt van de oven.
Schakel de magnetron uit.
12.2 Hoe te beheren: Foutcodes
Wanneer de softwarefout optreedt, geeft het display een foutmelding weer.
In deze sectie vindt u de lijst met problemen die u zelf kunt oplossen.
Code en omschrijving Oplossing
F111 Voedselsensor - is niet correct in het
stopcontact gestoken.
Steek de stekker van Voedselsensor volledig in
het stopcontact.
F240, F439 - de aanraakvelden op het display
werken niet goed.
Reinig het oppervlak van het display. Zorg er‐
voor dat er geen vuil op de aanraakvelden zit.
F601 - er is een probleem met het Wi-Fi-sig‐
naal.
Controleer uw netwerkverbinding. Raadpleeg
het hoofdstuk 'Voor het eerste gebruik', Draad‐
loze verbinding.
F604 - de eerste verbinding met Wi-Fi is mis‐
lukt.
Zet de oven uit en aan en probeer het opnieuw.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Voor het eerste ge‐
bruik', Draadloze verbinding.
F908 - het ovensysteem kan geen verbinding
maken met het bedieningspaneel.
Schakel de oven uit en in.
Wanneer een van deze foutmeldingen op het display blijft verschijnen, betekent dit dat een
defect subsysteem mogelijk is uitgeschakeld. Neem in dat geval contact op met uw dealer of
38/52
PROBLEEMOPLOSSING
een erkend servicecentrum. Als een van deze fouten optreedt, zal de rest van de ovenfuncties
blijven werken zoals gewoonlijk.
Code en omschrijving Oplossing
F602, F603 - Wi-Fi is niet beschikbaar. Schakel de oven uit en in.
12.3 Onderhoudsgegevens
Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem dan contact op met uw verkoper ofeen
erkende serviceafdeling.
De contactgegevens van het servicecentrum staan op het typeplaatje. Het typeplaatje bevindt
zich aan de voorkant van de binnenkant van de oven. Verwijder het typeplaatje niet uit de
ovenruimte.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................
39/52
PROBLEEMOPLOSSING
13. ENERGIEZUINIGHEID
13.1 Productinformatie- en productinformatieblad*
Naam leverancier AEG
Modelidentificatie BCK748280M 944188491
Energie-efficiëntie-index 61,2
Energie-efficiëntieklasse A++
Energieverbruik bij een standaardbelasting, stand boven
+ onderwarmte
1,09 kWh/cyclus
Energieverbruik bij een standaardbelasting, stand hete‐
lucht
0,52 kWh/cyclus
Aantal ruimten 1
Warmtebron Elektriciteit
Volume 71 l
Soort oven Inbouwoven
Massa 36.0 kg
* Voor de Europese Unie overeenkomstig EU-verordeningen 65/2014 en 66/2014.
Voor de Republiek Belarus overeenkomstig STB 2478-2017, aanhangsel G; STB 2477-2017, bij‐
lagen A en B.
Voor Oekraïne overeenkomstig 568/32020.
De energie-efficiëntieklasse is niet van toepassing op Rusland.
EN 60350-1 - Elektrische huishoudelijke kookapparaten - Deel 1: Range-ovens, ovens, stoom‐
ovens en grills - Methoden voor prestatiemeting.
13.2 Energiebesparing
Deze oven bevat functies die u helpen energie te besparen tijdens het dagelijks koken.
Zorg ervoor dat de ovendeur gesloten is als u de oven in werking stelt. Open de ovendeur niet
te vaak tijdens gebruik. Houd het deurrubber schoon en zorg ervoor dat het goed op zijn plaats
vastzit.
Gebruik metalen kookgerei om meer energie te besparen.
Verwarm de oven indien mogelijk niet voor het koken voor.
40/52
Houd de onderbrekingen tussen het bakken zo kort mogelijk als u een aantal gerechten
tegelijkertijd bereidt.
Bereiding met hete lucht
Gebruik indien mogelijk de bereidingsfuncties met hete lucht om energie te besparen.
Restwarmte
Bij sommige ovenfuncties worden, als een programma met tijdselectie (Duur of Einde) in
werking is en de bereidingstijd langer is dan 30 minuten, de verwarmingselementen
automatisch eerder uitgeschakeld.
De lamp en ventilator blijven wel werken. Wanneer u de oven uitschakelt, geeft het display de
restwarmte aan. U kunt die warmte gebruiken om het eten warm te houden.
Wanneer de kookduur langer is dan 30 minuten, verlaag dan de oventemperatuur tot minimaal
3-10 minuten voor het einde van het koken. De restwarmte in de oven zorgt ervoor dat het
gerecht wordt voltooid.
U kunt de restwarmte gebruiken om andere maaltijden op te warmen.
Eten warm houden
Kies de laagst mogelijke temperatuurinstelling om de restwarmte te gebruiken en een maaltijd
warm te houden. Het indicatielampje van de restwarmte of temperatuur verschijnt op het
display.
Koken met de verlichting uitgeschakeld
Schakel de verlichting tijdens het koken uit. Doe het aan als u het nodig heeft.
Warmelucht (vochtig)
Functie is ontworpen om tijdens de bereiding energie te besparen.
Wanneer u deze functie gebruikt, gaat de lamp na 30 seconden automatisch uit. U kunt de
lamp weer inschakelen, maar deze actie vermindert de verwachte energiebesparing.
41/52
ENERGIEZUINIGHEID
14. MENUSTRUCTUUR
14.1 Menu
Druk op om te openen Menu.
Menu-item Toepassing
Kook- En Bakassistent Toont overzicht van de automatische
programma's.
Reinigen Toont overzicht van de schoonmaak‐
programma's.
Favorieten Toont overzicht van de favoriete in‐
stellingen.
Opties Voor het instellen van de ovenconfi‐
guratie.
Instellingen Aansluitingen Om de netwerkconfiguratie in te stel‐
len.
Instelling Voor het instellen van de ovenconfi‐
guratie.
Service Toont de softwareversie en -configu‐
ratie.
14.2 Submenu voor: Opties
Submenu Toepassing
Binnenverlichting Schakelt de lamp in en uit.
Kinderslot Voorkomt accidentele activering van de oven. Wanneer de
optie is ingeschakeld, verschijnt de tekst "Kinderslot" op het
scherm wanneer u de oven inschakelt. Om het ovengebruik
in te schakelen, kiest u de codeletters in alfabetische volg‐
orde.
Snel opwarmen Verkort de opwarmtijd. Het is alleen beschikbaar voor een
aantal ovenfuncties.
Tijdsindicatie Schakelt de klok in en uit.
Digitale klokstijl Wijzigt de indeling van de weergegeven tijdsaanduiding.
42/52
14.3 Submenu voor: Aansluitingen
Submenu Beschrijving
Wi-Fi Om in en uit te schakelen: Wi-Fi.
Bediening op afstand Om de afstandsbediening in en uit te schakelen.
Optie alleen zichtbaar nadat u het volgende inschakelt: Wi-
Fi.
Automatische bediening op af‐
stand
Om de bediening op afstand automatisch te starten na het
indrukken van BEGIN.
Optie alleen zichtbaar nadat u het volgende inschakelt: Wi-
Fi.
Netwerk Om de netwerkstatus en het signaalvermogen van het vol‐
gende te controleren: Wi-Fi.
Vergeet netwerk Om het huidige netwerk uit te schakelen van automatische
verbinding met de oven.
14.4 Submenu voor: Instelling
Submenu Omschrijving
Taal Stel de oventaal in.
Helderheid display Stelt de helderheid van het display in.
Toetstonen Schakelt de toon van de aanraakvelden in en uit. Het is niet
mogelijk om de toon te dempen voor: .
Geluidsvolume Stelt het volume van de belangrijkste tonen en signalen in.
Dagtijd Stelt de huidige tijd en datum in.
14.5 Submenu voor: Service
Submenu Beschrijving
Demofunctie Activerings-/deactiveringscode: 2468
43/52
MENUSTRUCTUUR
Submenu Beschrijving
Softwareversie Informatie over softwareversie.
Terug naar fabrieksinstellingen Herstelt fabrieksinstellingen.
44/52
MENUSTRUCTUUR
15. HET IS HEEL GEMAKKELIJK!
Voorafgaand aan het eerste gebruik moet u het volgende instellen:
Taal
Helderheid dis‐
play
Toetstonen Geluidsvolume Dagtijd
Maak uzelf vertrouwd met de basispictogrammen op het bedieningspaneel en het display:
Aan / Uit Menu Favorieten
Wi-Fi
Timer
Voedsel‐
sensor
/
Start met het gebruik van de oven
Snel starten Zet de oven aan
en begin met ko‐
ken met de stan‐
daardtempera‐
tuur en -tijd van
de functie.
Stap 1 Stap 2 Stap 3
Ingedrukt hou‐
den: .
- selec‐
teer de gewen‐
ste functie.
Druk op:
.
Snel uit Schakel de
oven, elk
scherm of be‐
richt op elk ge‐
wenst moment
uit.
- houd ingedrukt tot de oven uitschakelt.
Begin met koken
Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5
- druk hierop om
de oven in te
schakelen.
- selecteer de
verwarmings‐
functie.
- stel de tempe‐
ratuur in.
- druk hierop om
te bevestigen.
- druk hierop om
te beginnen met
koken.
Leer snel koken
Gebruik de automatische programma’s om snel een gerecht te koken met de standaardin‐
stellingen:
45/52
Leer snel koken
Kook- En
Bakassistent
Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4
Druk op: . Druk op: . Druk op:
Kook- En Bakas‐
sistent.
Kies het gerecht.
Gebruik snelle functies om de kooktijd in te stellen
10% Finish assist
Gebruik 10% Finish assist om extra tijd toe te
voegen wanneer 10% van de bereidingstijd
overblijft.
Druk op +1min om de kooktijd te verlengen.
46/52
HET IS HEEL GEMAKKELIJK!
16. GEBRUIK EEN SNELKOPPELING!
Hier ziet u alle handige snelkoppelingen. U kunt ze ook vinden in de speciale hoofdstukken in
de gebruikershandleiding.
Draadloze verbinding
Instellen: Verwarmingsfuncties
Instellen: Kook- en bakassistent
Instellen: Bereidingstijd
Uitstellen: Begin en einde van het koken
Annuleren: Timer instellen
Ga als volgt te werk voor gebruik: Voedselsensor
47/52
17. MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte
afvalcontainer om het te recycleren. Bescherm het milieu en de volksgezondheid en recycleer
op een correcte manier het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi apparaten
gemarkeerd met het symbool niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar
het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
48/52
*
49/52
50/52
51/52
www.aeg.com/shop
867362197-B-452020
1 / 1

AEG BCK748280M Handleiding

Categorie
Magnetrons
Type
Handleiding