AEG ILB84443CB Handleiding

Type
Handleiding
USER
MANUAL
NL Gebruiksaanwijzing
Kookplaat
ILB84443CB
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat je voor dit AEG-product hebt gekozen. We hebben het gecreëerd om
jarenlang onberispelijke prestaties te leveren, met innovatieve technologieën die het
leven eenvoudiger maken – functies die je wellicht niet op gewone apparaten aantreft.
Neem een paar minuten de tijd om het beste uit het apparaat te halen.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, service- en reparatie-
informatie:
www.aeg.com/support
Registreer je product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor je apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE EN SERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met onze erkende servicedienst, zorg er dan voor dat u de
volgende gegevens tot uw beschikking hebt: Model, PNC, serienummer.
De informatie vindt u op het typeplaatje.
Waarschuwingen en veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE............................................................................................2
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN...................................................................................5
3. INSTALLATIE..................................................................................................................7
4. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT.......................................................................... 9
5. DAGELIJKS GEBRUIK................................................................................................. 11
6. AANWIJZINGEN EN TIPS............................................................................................ 15
7. ONDERHOUD EN REINIGING.....................................................................................18
8. PROBLEEMOPLOSSING............................................................................................. 18
9. TECHNISCHE GEGEVENS..........................................................................................20
10. ENERGIEZUINIGHEID............................................................................................... 21
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie
en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor verwondingen of schade die voortvloeit
uit de onjuiste installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de
2 NEDERLANDS
instructies altijd op een veilige, toegankelijke plek voor
toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare personen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar
en ouder en door mensen met een beperkt lichamelijk,
zintuiglijk of verstandelijk vermogen of een gebrek aan
ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of
instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van
het apparaat en indien zij de gevaren begrijpen. Kinderen
jonger dan 8 jaar en personen met zware en complexe
beperkingen dienen altijd uit de buurt van het apparaat te
worden gehouden, tenzij ze voortdurend onder toezicht
staan.
Laat kinderen niet spelen met het apparaat.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het
op passende wijze weg.
WAARSCHUWING: Houd kinderen en huisdieren uit de
buurt van het apparaat als die in werking is of afkoelt.
Makkelijk toegankelijke onderdelen worden heet tijdens het
gebruik.
Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient dit te
worden geactiveerd.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
1.2 Algemene veiligheid
WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U dient te
voorkomen de verwarmingselementen aan te raken.
WAARSCHUWING: Onbewaakt koken op een fornuis met
vet of olie kan gevaarlijk zijn en tot brand leiden.
Probeer NOOIT om een brand te blussen met water.
Schakel het apparaat uit en bedek dan de vlam, bv. met
een deksel of een vuurdeken.
LET OP: Het apparaat mag niet van stroom worden
voorzien door een extern schakelapparaat, zoals een
NEDERLANDS 3
tijdklok, of aangesloten worden op een circuit dat door het
elektriciteitsbedrijf regelmatig aan en uit wordt geschakeld.
LET OP: Het kookproces moet bewaakt worden. Een kort
kookproces moet voortdurend bewaakt worden.
WAARSCHUWING: Brandgevaar: Bewaar geen
voorwerpen op de kookplaten.
Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op de kookplaat worden geplaatst,
aangezien ze heet kunnen worden.
Gebruik het apparaat niet voordat u het in de ingebouwde
structuur installeert.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te
maken.
Schakel het kookplaatelement uit na elk gebruik met de
bedieningstoetsen. Vertrouw niet op de pandetector.
Als de glaskeramische / glazen oppervlakte gebarsten is,
schakel het apparaat dan uit en trek de stekker uit het
stopcontact. In het geval het apparaat direct op de stroom is
aangesloten met een aansluitdoos, verwijdert u de zekering
om het apparaat van de stroom te halen. Neem in beide
gevallen contact op met de erkende servicedienst.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon
deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te
voorkomen.
WAARSCHUWING: Gebruik alleen kookplaatbeschermers
die door de fabrikant van het kookapparaat zijn ontworpen
of door de fabrikant van het apparaat in de
gebruiksinstructies als geschikt zijn aangegeven of
kookplaatbeschermers die in het apparaat zijn
geïntegreerd. Het gebruik van ongeschikte
kookplaatbeschermers kan ongelukken veroorzaken.
4 NEDERLANDS
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Installatie
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende
installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of schade
aan het apparaat.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Volg de installatie-instructies die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Houd de minimumafstand naar andere
apparaten en units in acht.
Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten
schoeisel.
Dicht de oppervlakken af met kit om te
voorkomen dat ze gaan opzetten door
vocht.
Bescherm de bodem van het apparaat
tegen stoom en vocht.
Installeer het apparaat niet naast een
deur of onder een raam. Dit voorkomt dat
heet kookgerei van het apparaat valt als
de deur of het raam wordt geopend.
Elk apparaat heeft koelventilatoren op de
bodem.
Als het apparaat gemonteerd wordt boven
een lade:
Leg geen kleine dingen of papier
dewelke kunnen binnengezogen
worden, omdat ze de koelventilatoren
kunnen beschadigen of het
koelsysteem kunnen belemmeren.
Houd een minimumafstand van 2 cm
tussen de bodem van het apparaat en
de zaken die u in de lade bewaart.
Verwijder de afscheidingspanelen die in
de kast onder het apparaat zijn
geïnstalleerd.
2.2 Aansluiting aan het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd elektromonteur
worden gemaakt.
Dit apparaat moet worden aangesloten op
een geaard stopcontact.
Verzeker u ervan dat de stekker uit het
stopcontact is getrokken, voordat u welke
werkzaamheden dan ook uitvoert.
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de netstroom.
Zorg ervoor dat het apparaat correct is
geïnstalleerd. Losse en onjuiste
stroomkabels of stekkers (indien van
toepassing) kunnen ervoor zorgen dat de
contactklem te heet wordt.
Gebruik de juiste stroomkabel.
Voorkom dat de stroomkabels verstrikt
raken.
Zorg ervoor dat er een schokbescherming
wordt geïnstalleerd.
Gebruik het klem om spanning op het
snoer te voorkomen.
Zorg ervoor dat de stroomkabel of stekker
(indien van toepassing) het hete apparaat
of heet kookgerei niet aanraakt als u het
apparaat op de nabijgelegen
contactdozen aansluit.
Gebruik geen adapters met meerdere
stekkers en verlengkabels.
Zorg dat u de hoofdstekker (indien van
toepassing) of kabel niet beschadigt.
Neem contact op met onze service-
afdeling of een elektromonteur om een
beschadigde hoofdkabel te vervangen.
De schokbescherming van delen onder
stroom en geïsoleerde delen moet op zo'n
manier worden bevestigd dat het niet
zonder gereedschap kan worden
verplaatst.
Steek de stekker pas in het stopcontact
als de installatie is voltooid. Zorg ervoor
dat het netsnoer na installatie bereikbaar
is.
NEDERLANDS 5
Als het stopcontact los zit, mag u de
stekker niet in het stopcontact steken.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd aan
de stekker.
Gebruik enkel correcte
isolatievoorzieningen:
stroomonderbrekers, zekeringen
(schroefzekeringen moeten uit de houder
worden verwijderd), aardlekschakelaars
en contactgevers.
De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor het
apparaat volledig van het lichtnet
afgesloten kan worden. Het
isolatieapparaat moet een contactopening
hebben met een minimale breedte van 3
mm.
2.3 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel,
brandwonden of elektrische
schokken.
Verwijder voor gebruik (indien van
toepassing) de verpakking, labels en
beschermfolie.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor
(binnenshuis) huishoudelijk gebruik.
De specificatie van dit apparaat niet
wijzigen.
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen
niet geblokkeerd worden.
Laat het apparaat tijdens de werking niet
onbeheerd achter.
Zet de kookzone op "uit" na elk gebruik.
Vertrouw niet alleen op de pandetector.
Leg geen bestek of pannendeksels op de
kookzones. Deze kunnen heet worden.
Gebruik het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
Gebruik het apparaat niet als werkblad of
als opslagoppervlak.
Als het oppervlak van het apparaat
gebarsten is, haal dan onmiddellijk de
stekker uit het stopcontact. Dit voorkomt
elektrische schokken.
Gebruikers met een pacemaker moeten
een afstand van minimaal 30 cm bewaren
van de inductiekookzones als het
apparaat in werking is.
Als u eten in de hete olie doet, kan het
spatten.
WAARSCHUWING!
Risico op brand en explosie
Wanneer ze verwarmd worden, kunnen
vetten en oliën ontvlambare dampen
afgeven. Houd vlammen of verwarmde
voorwerpen uit de buurt van vetten en
oliën als u ermee kookt.
De dampen die erg hete olie vrijkomen,
kunnen spontane ontbranding
veroorzaken.
Gebruikte olie die voedselresten kan
bevatten, kan brand veroorzaken bij een
lagere temperatuur dan olie die voor de
eerste keer wordt gebruikt.
Plaats geen ontvlambare producten of
artikelen die vochtig zijn met ontvlambare
producten in, bij of op het apparaat.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het
apparaat.
Zet geen heet kookgerei op het
bedieningspaneel.
Leg geen hete deksel op het glazen
oppervlak van de kookplaat.
Laat kookgerei niet droogkoken.
Laat geen voorwerpen of kookgerei op het
apparaat vallen. Het oppervlak kan
beschadigen.
Activeer de kookzones niet met lege
pannen of zonder pannen erop.
Geen aluminiumfolie op het apparaat
leggen.
Pannen van gietijzer, aluminium of met
beschadigde bodems kunnen krassen
veroorzaken in het glas / glaskeramiek. Til
deze voorwerpen altijd op als u ze moet
verplaatsen op het kookoppervlak.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd om
mee te koken. Het mag niet worden
gebruikt voor andere doeleinden, zoals
het verwarmen van een kamer.
2.4 Onderhoud en reiniging
Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
Schakel het apparaat uit en laat het
afkoelen voordat u het schoonmaakt.
Gebruik geen waterstralen en stoom om
het apparaat te reinigen.
6 NEDERLANDS
Maak het apparaat schoon met een
vochtige zachte doek. Gebruik alleen
neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik
geen schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
2.5 Service
Neem contact op met de erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat. Gebruik alleen originele
reserveonderdelen.
Met betrekking tot de lamp(en) in dit
product en reservelampen die afzonderlijk
worden verkocht: Deze lampen zijn
bedoeld om bestand te zijn tegen extreme
fysieke omstandigheden in huishoudelijke
apparaten, zoals temperatuur, trillingen,
vochtigheid, of zijn bedoeld om informatie
te geven over de operationele status van
het apparaat. Ze zijn niet bedoeld voor
gebruik in andere toepassingen en zijn
niet geschikt voor verlichting in
huishoudelijke ruimten.
2.6 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
Neem contact met uw plaatselijke
overheid voor informatie m.b.t. correcte
afvalverwerking van het apparaat.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af
en gooi het weg.
3. INSTALLATIE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
3.1 Voor montage
Voordat u de kookplaat installeert, dient u de
onderstaande informatie van het typeplaatje
te noteren. Het typeplaatje bevindt zich
onderop de kookplaat.
Serienummer ...........................
3.2 Ingebouwde kookplaten
Inbouwkookplaten mogen alleen worden
gebruikt nadat zij ingebouwd zijn in geschikte
inbouwunits of werkbladen die aan de
normen voldoen.
3.3 Aansluitkabel
De kookplaat wordt geleverd met een
aansluitkabel.
Voor het vervangen van een beschadigde
voedingskabel, gebruik je het kabeltype:
H05V2V2-F dat een temperatuur van
90°C of hoger weerstaat. De enkele draad
moet een diameter hebben van minimaal
2,5 mm². Neem contact op met onze
serviceafdeling. Het aansluitsnoer mag
alleen worden vervangen door een
gekwalificeerde elektricien.
WAARSCHUWING!
Alle elektrische aansluitingen
moeten worden uitgevoerd door
een gekwalificeerde elektricien.
LET OP!
Boor of soldeer de
draaduiteinden niet. Het is
verboden.
LET OP!
Sluit de kabel niet aan zonder de
huls voor het kabeluiteinde.
3.4 Montage
Als je de kookplaat onder een kap installeert,
raadpleeg je de installatie-instructies van de
afzuigkap voor de minimumafstand tussen de
apparaten.
NEDERLANDS 7
min.
50mm
min.
500mm
Als het apparaat boven een lade wordt
geïnstalleerd, kan de ventilatie van de
kookplaat de artikelen die zich in de lade
bevinden tijdens het bereidingsproces
opwarmen.
Bekijk de videotutorial "De installatie van uw
AEG inductiekookplaat - werkblad".
www.youtube.com/electrolux
www.youtube.com/aeg
How to install your AEG
Induction Hob - Worktop installation
8 NEDERLANDS
4. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
4.1 Indeling kookoppervlak
1 1 1
2
1
1
Inductiekookzone
2
Bedieningspaneel
4.2 Bedieningspaneel lay-out
7 852 43
9
1
12 1011
6
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. De displays, indicatielampjes en geluiden
tonen welke functies worden gebruikt.
Tip‐
toets
Functie Opmerking
1
AAN/UIT De kookplaat in- en uitschakelen.
2
Blokkering / Kinderbeveiligingsin‐
richting
Het bedieningspaneel vergrendelen/ontgrendelen.
3
Pauzeren De functie in- en uitschakelen.
4
Bridge De functie in- en uitschakelen.
5
- Kookstanddisplay De kookstand weergeven.
6
- Timerindicatie voor de kookzones Geeft aan voor welke zone u de tijd instelt.
7
- Timerdisplay De tijd in minuten weergeven.
8
Hob²Hood De handmatige modus van functie in- en uitschakelen.
NEDERLANDS 9
Tip‐
toets
Functie Opmerking
9
- Om de kookzone te selecteren.
10
/
- De tijd verlengen of verkorten.
11
PowerBoost Het inschakelen van de functie.
12
- Bedieningsstrip Het instellen van de kookstand.
4.3 Kookstanddisplays
Scherm Beschrijving
De kookzone is uitgeschakeld.
-
De kookzone wordt gebruikt.
Pauzeren werkt.
Automatisch opwarmen werkt.
PowerBoost werkt.
+ cijfer
Er is een storing.
/ /
OptiHeat Control (3-staps restwarmte-indicator): doorgaan met koken / warmhoud‐
stand / restwarmte.
Blokkering / Kinderbeveiligingsinrichting werkt.
Het kookgerei is niet geschikt of te klein, of er is geen kookgerei op de kookzone ge‐
plaatst.
Automatische uitschakeling werkt.
4.4 OptiHeat Control (3-staps
restwarmte-indicator)
WAARSCHUWING!
/ / / / Zolang het lampje
aan staat, bestaat er een risico
op brandwonden door
restwarmte.
De inductiekookzones creëren de voor het
kookproces benodigde warmte direct in de
bodem van de pan. Het glaskeramiek wordt
verwarmd door de warmte van het kookgerei.
De indicatielampjes
/ / / / verschijnt
als een kookzone heet is. De aanduidingen
tonen het niveau van de restwarmte voor de
kookzones die je momenteel gebruikt.
Het indicatielampje kan ook verschijnen:
voor de aangrenzende kookzones, zelfs
als je ze niet gebruikt,
als heet kookgerei op de koude kookzone
wordt geplaatst,
als de kookplaat is uitgeschakeld, maar
de kookzone nog heet is.
Het indicatielampje verdwijnt als de
kookzone is afgekoeld.
10 NEDERLANDS
5. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
5.1 In- of uitschakelen
Raak 1 seconde aan om de kookplaat in–
of uit te schakelen.
5.2 Automatische uitschakeling
De functie schakelt de kookplaat
automatisch uit als:
alle kookzones zijn uitgeschakeld,
u de kookstand niet instelt nadat u de
kookplaat hebt ingeschakeld,
u iets hebt gemorst of iets langer dan 10
seconden op het bedieningspaneel hebt
gelegd (een pan, doek, etc.). Er klinkt een
geluidssignaal en de kookplaat wordt
uitgeschakeld. Verwijder het voorwerp of
reinig het bedieningspaneel.
De kookplaat te heet wordt (bijvoorbeeld
als een steelpan droog kookt). De
kookzone moet afgekoeld zijn voordat u
de kookplaat weer kunt gebruiken.
u ongeschikte pannen gebruikt. Het
symbool gaat branden en na 2
minuten schakelt de kookzone
automatisch uit.
u een kookzone niet uitschakelt of de
kookstand verandert. Na een tijdje gaat
aan en schakelt de kookplaat uit.
De verhouding tussen kookstand en de
tijd waarna de kookplaat uitschakelt:
Warmte-instelling De kookplaat wordt
uitgeschakeld na
, 1 - 3
6 uur
4 - 7 5 uur
8 - 9 4 uur
10 - 14 1,5 uur
5.3 De kookstand
Voor het instellen of wijzigen van de
kookstand:
Raak de bedieningsstrip aan bij de juiste
kookstand of beweeg uw vinger langs de
bedieningsstrip totdat u de jusite kookstand
heeft bereikt.
5.4 Het gebruik van de kookzones
Plaats het kookgerei in het midden van de
gekozen kookzone. Inductiekookzones
passen zich tot op zekere hoogte
automatisch aan de afmeting van het
kookgerei aan.
U kunt met groot kookgerei op twee
kookzones tegelijkertijd koken. Het kookgerei
dient het midden van beide zones te
bedekken maar niet voorbij de
gebiedsmarkering komen. Als het kookgerei
tussen beide middenzones wordt geplaatst,
wordt de functie Bridge niet geactiveerd.
5.5 Bridge
De functie werkt als de pan de
middelpunten van beide zones
bedekt.
NEDERLANDS 11
Deze functie verbindt twee linker kookzones
en deze werken dan samen als één
kookzone.
Stel eerst de kookstand in voor een van de
linker kookzones.
De functie inschakelen: Raak aan. Raak
één van de bedieningssensors aan om de
kookstand in te stellen of te wijzigen.
De functie uitschakelen: Raak
aan. De
kookzones werken onafhankelijk.
5.6 Automatisch opwarmen
Activeer deze functie om in een kortere tijd
een gewenste kookstand te krijgen. Als het
aan staat, werkt de zone in het begin op de
hoogste kookstand en gaat daarna verder
met koken op de gewenste kookstand.
Om de functie in werking te
stellen moet de kookzone koud
zijn.
Om de functie voor een kookzone in te
schakelen: raak aan ( gaat aan). Raak
meteen de gewenste kookstand aan. Na 3
seconden gaat branden.
De functie uitschakelen: wijzig de
kookstand.
5.7 PowerBoost
Deze functie maakt meer vermogen
beschikbaar voor de inductiekookzones. De
functie kan voor een beperkte tijdsduur voor
uitsluitend de inductiekookzone worden
geactiveerd. Daarna wordt de
inductiekookzone automatisch
teruggeschakeld naar de hoogste kookstand.
Zie het hoofdstuk 'Technische
gegevens'.
Om de functie voor een kookzone in te
schakelen: raak aan. gaat aan.
De functie uitschakelen: wijzig de
kookstand.
5.8 Timer
Timer met aftelfunctie
U kunt deze functie gebruiken om de lengte
van één kooksessie in te stellen.
Stel eerst de warmtestand voor de kookzone
in en dan de functie.
Om de kookzone in te stellen: tik
herhaaldelijk op totdat het lampje van een
kookzone verschijnt.
Om de functie te activeren: tik op
van
de timer om de tijd in te stellen (00 - 99
minuten). Als het lampje van de kookzone
gaat knipperen, wordt de tijd afgeteld.
Om de resterende tijd te zien: tik op om
de kookzone in te stellen. Het indicatielampje
van de kookzone begint te knipperen. Op het
display wordt de resterende tijd
weergegeven.
Om de tijd te wijzigen: tik op om de
kookzone in te stellen. Tik op
of .
Om de functie te deactiveren: tik op om
de kookzone in te stellen en tik vervolgens
op . De resterende tijd telt terug tot 00. Het
indicatielampje van de kookzone verdwijnt.
Als de aftelling beëindigd is,
klinkt er een geluidssignaal en
knippert 00. De kookzone wordt
uitgeschakeld.
Om de functie te stoppen: tik op .
CountUp Timer
Gebruik deze functie om in de gaten te
houden hoe lang de kookzone werkt.
Om de kookzone in te stellen: tik
herhaaldelijk op totdat het lampje van een
kookzone verschijnt.
Om de functie te activeren: tik op van
de timer. verschijnt. Als het lampje van de
kookzone gaat knipperen, wordt de tijd
opgeteld. Het display schakelt tussen en
de getelde tijd (in minuten).
Om in de gaten te houden hoelang de
kookzone werkt: tik op om de kookzone
in te stellen. Het indicatielampje van de
kookzone begint te knipperen. De display
geeft aan hoe lang de zone werkt.
Om de functie te deactiveren: tik op en
tik vervolgens op of . Het
indicatielampje van de kookzone verdwijnt.
12 NEDERLANDS
Kookwekker
U kunt deze functie gebruiken wanneer de
kookplaat is ingeschakeld maar de
kookzones niet werken. De warmtestand op
het display toont .
Om de functie te activeren: tik op en tik
vervolgens op
of van de timer om de
tijd in te stellen. Als de tijd verstreken is,
klinkt er een geluidssignaal en knippert 00.
Om de functie te stoppen: tik op .
De functie heeft geen invloed op
de werking van de kookzones.
5.9 Pauzeren
Deze functie stelt alle kookzones die werken
in op de laagste warmtestand.
Als de functie in werking is, zijn alle andere
symbolen op de bedieningspanelen
vergrendeld.
De functie stopt de timerfunctie niet.
Tik op
om de functie in te schakelen.
gaat aan.De warmte-instelling wordt
verlaagd naar 1.
Voor het uitschakelen van de functie raakt
u aan. De voorgaande warmteinstelling
gaat aan.
5.10 Blokkering
U kunt het bedieningspaneel vergrendelen
terwijl de kookzones in werking zijn. Hiermee
wordt voorkomen dat de kookstand per
ongeluk wordt veranderd.
Stel eerst de kookstand in.
De functie inschakelen: raak
aan.
gaat gedurende 4 seconden aan. De timer
blijft aan.
De functie uitschakelen: Raak aan. De
vorige kookstand gaat aan.
Als u de kookplaat uitzet, stopt u
deze functie ook.
5.11 Kinderbeveiligingsinrichting
Deze functie voorkomt dat de kookplaat
onbedoeld wordt gebruikt.
Om de functie te activeren: activeer de
kookplaat met . Stel geen warmteinstelling
in. Raak 4 seconden aan. gaat aan.
Schakel de kookplaat uit met .
Om de functie te deactiveren: activeer de
kookplaat met
. Stel geen warmteinstelling
in. Raak 4 seconden aan. gaat aan.
Schakel de kookplaat uit met .
Om de functie voor slechts één
kooksessie te onderdrukken: activeer de
kookplaat met . gaat aan. Raak 4
seconden aan. Stel de kookstand in binnen
10 seconden. U kunt de kookplaat bedienen.
Als u de kookplaat uitschakelt met , treedt
de functie weer in werking.
5.12 OffSound Control (De geluiden
in- en uitschakelen)
Schakel de kookplaat uit. Raak 3
seconden aan. Het display gaat aan en uit.
Raak 3 seconden aan. of gaat
branden. Raak van de timer aan om één
van het volgende te kiezen:
- de signalen zijn uit
- de signalen zijn aan
Om uw keuze te bevestigen moet u wachten
tot de kookplaat automatisch uitschakelt.
Als de functie op
staat, kunt u de geluiden
alleen horen als:
u
aanraakt
Kookwekker naar beneden komt
Timer met aftelfunctie naar beneden komt
u iets op het bedieningspaneel plaatst.
5.13 Energiebeperking
De kookplaat is standaard op het hoogst
mogelijke vermogensniveau ingesteld.
Verlagen of verhogen van de
vermogensstand:
1. Schakel de kookplaat uit.
2. Druk op en houd gedurende 3
seconden ingedrukt. Het display gaat aan
en uit.
3. Druk op en houd gedurende 3
seconden ingedrukt. of verschijnt.
NEDERLANDS 13
4. Druk op . P46 verschijnt.
5. Druk op / / van de timer om het
vermogensniveau in te stellen.
Vermogensniveaus
Zie het hoofdstuk 'Technische gegevens'.
LET OP!
Zorg ervoor dat het gekozen
vermogen aansluit op de
zekeringenkast in huis.
P46 — 4600 W
P15 — 1500 W
P20 — 2000 W
P25 — 2500 W
P30 — 3000 W
P35 — 3500 W
P40 — 4000 W
5.14 Stroommanagement
Als er meerdere zones actief zijn en het
verbruikte vermogen de beperking van de
stroomtoevoer overschrijdt, verdeelt deze
functie het beschikbare vermogen tussen alle
kookzones. De kookplaat regelt de warmte-
instellingen om de zekeringen van de
huisinstallatie te beschermen.
Als de kookplaat de limiet van maximaal
vermogen bereikt (zie het typeplaatje),
wordt het vermogen van de kookzones
automatisch verlaagd.
De warmte-instelling van de gekozen
kookzone heeft altijd prioriteit. Het
resterende vermogen wordt verdeeld
tussen de eerder geactiveerde kookzones
in omgekeerde volgorde van selectie.
De warmte-instelling van de verlaagde
zones verandert tussen de eerst
geselecteerde warmte-instelling en de
verlaagde kookstand.
Wacht totdat het display stopt met
knipperen of verlaag de kookstand van de
laatst geselecteerde kookzone. De
kookzones blijven werken met de
verlaagde kookstand. Wijzig indien nodig
de warmte-instellingen van de kookzones
handmatig.
5.15 Hob²Hood
Het is een geavanceerde automatische
functie die de kookplaat op een speciale
afzuigkap aansluit. Zowel de kookplaat als de
afzuigkap heeft een infraroodontvanger. De
snelheid van de ventilator wordt automatisch
bepaald op basis van de modusinstelling en
de temperatuur van de heetste pan op de
kookplaat. U kunt de ventilator van de
kookplaat handmatig bedienen.
Voor de meeste afzuigkappen
wordt het
afstandsbedieningssysteem
uitgeschakeld. Inschakelen
voordat u de functie gebruikt. Zie
voor meer informatie de
gebruikershandleiding van de
afzuigkap.
De functie automatisch bedienen
Stel de automatische modus in op H1 – H6
om de functie automatisch te bedienen. De
kookplaat wordt oorspronkelijk ingesteld op
H5.De afzuigkap reageert als u de kookplaat
in gebruik neemt. De kookplaat herkent de
temperatuur van de pannen automatisch en
stelt de snelheid van de ventilator erop af.
Automatische modi
Automa‐
tische
verlich‐
ting
Koken
1)
Bakken
2)
Modus H0 Uit Uit Uit
Modus H1 Aan Uit Uit
Modus
H2
3)
Aan Ventilator‐
snelheid 1
Ventilator‐
snelheid 1
Modus H3 Aan Uit Ventilator‐
snelheid 1
Modus H4 Aan Ventilator‐
snelheid 1
Ventilator‐
snelheid 1
Modus H5 Aan Ventilator‐
snelheid 1
Ventilator‐
snelheid 2
Modus H6 Aan Ventilator‐
snelheid 2
Ventilator‐
snelheid 3
1)
De kookplaat detecteert het kookproces en
activeert de ventilatorsnelheid overeenkomstig
de automatische modus.
2)
De kookplaat detecteert het bakproces en ac‐
tiveert de ventilatorsnelheid overeenkomstig de
automatische modus.
3)
Deze modus activeert de ventilator en de ver‐
lichting en reageert niet op de temperatuur.
14 NEDERLANDS
De automatische modus veranderen
1. Schakel het apparaat uit.
2. Raak 3 seconden aan. Het display
gaat aan en uit.
3. Raak 3 seconden aan.
4. Raak een paar keer aan tot aan
gaat.
5. Raak van de timer aan om een
automatische modus te selecteren.
Schakel de automatische modus
van de functie uit om de
kookplaat direct te bedienen op
het kookplaatpaneel.
Als u stopt met koken en de
kookplaat uitschakelt, kan de
ventilator nog even blijven
werken. Daarna schakelt het
systeem de ventilator
automatisch uit en wordt
voorkomen dat u de ventilator
per ongeluk de komende 30
seconden activeert.
De ventilatorsnelheid handmatig bedienen
U kunt de functie ook handmatig bedienen.
Raak daartoe
aan als de kookplaat actief
is. Dit schakelt de automatische bediening
van de functie uit zodat u de
ventilatorsnelheid handmatig kunt
veranderen. Als u op drukt, wordt de
ventilatorsnelheid met één verhoogd. Als u
een intensief niveau bereikt en weer op
drukt, stelt u de ventilatorsnelheid in op 0
waardoor de afzuigkapventilator uitschakelt.
Om de ventilator weer te starten met
ventilatorsnelheid 1, raakt u
aan.
Schakel de kookplaat uit en
weer aan om de automatische
bediening van de functie te
activeren.
De verlichting activeren
U kunt de kookplaat instellen om de
verlichting automatisch te activeren als u de
kookplaat aan zet. Zet daarvoor de
automatische modus op H1 – H6.
De verlichting van de afzuigkap
gaat uit 2 minuten nadat u de
kookplaat heeft uitgeschakeld.
6. AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
6.1 Pannen
Voor inductiekookzones creëert
een sterk elektromagnetisch veld
de hitte in de pannen zeer snel.
Gebruik de inductiekookzones met geschikte
pannen.
De bodem van de pannen moet zo dik en
vlak mogelijk zijn.
Zorg ervoor dat bodems schoon en droog
zijn voordat de pannen op de kookplaat
worden gezet.
Schuif of wrijf de pan niet over het
keramische glas, om krassen te
voorkomen.
Panmaterialen
goed: gietijzer, staal, geëmailleerd staal,
roestvrij staal, meerlaagse bodem
(aangemerkt als geschikt door de
fabrikant).
niet goed: aluminium, koper, messing,
glas, keramiek, porselein.
Een pan is geschikt voor een
inductiekookplaat als:
water op de hoogste kookstand binnen
korte tijd wordt verwarmd,
een magneet op de onderkant van het
kookgerei plakt.
Afmetingen van pannen
Inductiekookzones passen zich tot op
zekere hoogte automatisch aan de
afmetingen van pannen aan.
De efficiëntie van de kookzone hangt
samen met de diameter van de pan.
Pannen met een diameter kleiner dan het
minimum ontvangen slechts een deel van
NEDERLANDS 15
het vermogen dat door de kookzone wordt
gegenereerd.
Gebruik zowel om veiligheidsredenen als
voor optimale kookresultaten geen
pannen groter dan aangegeven in de
kookzonespecificaties. Zorg ervoor dat
pannen tijdens het koken niet dicht bij het
bedieningspaneel blijven. Dit kan invloed
hebben op de werking van het
bedieningspaneel of onbedoeld de
kookplaatfuncties activeren.
Raadpleeg de technische
gegevens.
6.2 Lawaai tijdens gebruik
Als u dit hoort:
kraakgeluid: de pan is gemaakt van
verschillende materialen (een sandwich-
constructie).
fluitend geluid: bij gebruik van een
kookzone met een hoge kookstand en als
het kookgerei is gemaakt van
verschillende materialen (een sandwich-
constructie).
zoemend geluid: als u hoge kookstanden
gebruikt.
klikken: er treedt elektrische schakeling
op.
sissend, brommend: de ventilator werkt.
Deze geluiden zijn normaal en hebben
niets met een defect te maken.
6.3 Öko Timer (Eco-timer)
Om energie te besparen schakelt het
verwarmingselement van de kookzone
eerder uit dan het signaal van de timer met
aftelfunctie klinkt. Het verschil in werkingstijd
hangt af van het niveau van de kookstand en
de tijd dat u kookt.
6.4 Voorbeelden van
kooktoepassingen
De correlatie tussen de kookstand en het
stroomverbruik van de kookzone is niet
lineair. Wanneer u de kookstand verhoogt, is
dit niet proportioneel met de toename in
stroomverbruik van de kookzone. Het
betekent dat een kookzone op de medium
kookstand minder dan de helft van het
vermogen gebruikt.
De gegevens in de volgende
tabel dienen slechts als richtlijn.
Warmte-instel‐
ling
Gebruik om: Tijd
(min)
Tips
- 1
Bereide gerechten warmhouden. zoals no‐
dig
Een deksel op het kookgerei doen.
1 - 3 Hollandaisesaus, smelten: boter, cho‐
colade, gelatine.
5 - 25 Van tijd tot tijd mengen.
1 - 3 Stollen: luchtige omeletten, gebakken
eieren.
10 - 40 Met deksel bereiden.
3 - 5 Zachtjes aan de kook brengen van rijst
en gerechten op melkbasis, reeds be‐
reide gerechten opwarmen.
25 - 50 Voeg minimaal twee keer zo veel
vocht toe als rijst en roer gerechten op
melkbasis halverwege de procedure
door.
5 - 7 Stomen van groenten, vis en vlees. 20 - 45 Voeg een paar eetlepels vocht toe.
7 - 9 Aardappelen stomen. 20 - 60 Gebruik max. ¼ l water voor 750 g
aardappelen.
7 - 9 Bereiden van grotere hoeveelheden
voedsel, stoofschotels en soepen.
60 - 150 Tot 3 l vloeistof plus ingrediënten.
16 NEDERLANDS
Warmte-instel‐
ling
Gebruik om: Tijd
(min)
Tips
9 - 12 Lichtjes braden: kalfsoester, cordon
bleu van kalfsvlees, koteletten, risso‐
les, worstjes, lever, roux, eieren, pan‐
nenkoeken, donuts.
zoals no‐
dig
Halverwege de bereidingstijd omdraai‐
en.
12 - 13 Door-en-door gebraden, opgebakken
aardappelen, lendenbiefstukken,
steaks.
5 - 15 Halverwege de bereidingstijd omdraai‐
en.
14 Aan de kook brengen van water, pasta koken, aanbraden van vlees (goulash, stoofvlees),
frituren van friet.
Aan de kook brengen van grote hoeveelheden water. PowerBoost is geactiveerd.
6.5 Praktische tips voor Hob²Hood
Wanneer je de kookplaat gebruikt met de
functie:
Bescherm het paneel van de afzuigkap
tegen direct zonlicht.
Plaats geen halogeenlicht op het paneel
van de afzuigkap.
Dek het bedieningspaneel van de
afzuigkap niet af.
Onderbreek het signaal tussen de
kookplaat en de afzuigkap niet
(bijvoorbeeld met een hand, een
handgreep van een pan of een grote pan).
Zie de afbeelding.
De afzuigkap in de afbeelding is slechts
een voorbeeld.
Andere op afstand bediende
apparaten kunnen het signaal
hinderen. Gebruik dergelijke
apparaten niet in de buurt van
de kookplaat terwijl Hob²Hood
ingeschakeld is.
Afzuigkappen met de Hob²Hood-functie
Voor het volledige assortiment afzuigkappen
dat met deze functie werkt, raadpleeg je
onze website van de consument. De AEG-
afzuigkappen die met deze functie werken
moeten het symbool hebben .
NEDERLANDS 17
7. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
7.1 Algemene informatie
Maak de kookplaat na ieder gebruik
schoon.
Gebruik altijd kookgerei met een schone
bodem.
Krassen of donkere vlekken op de
oppervlakte hebben geen invloed op de
werking van de kookplaat.
Gebruik een specifiek schoonmaakmiddel
voor het oppervlak van de kookplaat.
Gebruik een speciale schraper voor de
glazen plaat.
7.2 De kookplaat schoonmaken
Verwijder direct: gesmolten kunststof,
plastic folie, suiker en suikerhoudend
voedsel, anders kan dit schade aan de
kookplaat veroorzaken. Doe voorzichtig
om brandwonden te voorkomen. Gebruik
de speciale schraper op de glazen plaat
en verwijder resten door het blad over het
oppervlak te schuiven.
Verwijder nadat de kookplaat
voldoende is afgekoeld: kalk- en
waterkringen, vetspatten en metaalachtig
glanzende verkleuringen. Reinig de
kookplaat met een vochtige doek en een
beetje niet-schurend reinigingsmiddel.
Droog de kookplaat na reiniging af met
een zachte doek.
Verkleuring glanzende metalen
verwijderen: reinig het glazen oppervlak
met een doek en een oplossing van water
met azijn.
8. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
8.1 Wat moet je doen als ...
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Je kunt de kookplaat niet inscha‐
kelen of bedienen.
De kookplaat is niet aangesloten op
een stopcontact of niet goed geïn‐
stalleerd.
Controleer of de kookplaat goed aan‐
gesloten is op het lichtnet.
De zekering is doorgeslagen. Verzeker je ervan dat de zekering de
oorzaak van de storing is. Als de zeke‐
ringen keer op keer doorslaan, neem
je contact op met een erkende installa‐
teur.
Stel gedurende 10 seconden geen
kookstand in.
Schakel de kookplaat opnieuw in en
stel de kookstand binnen 10 seconden
in.
Je hebt 2 of meer sensorvelden te‐
gelijkertijd aangeraakt.
Raak slechts één sensorveld aan.
Pauzeren is in werking. Raadpleeg ‘Dagelijks gebruik’.
18 NEDERLANDS
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Water of vetvlekken op het bedie‐
ningspaneel.
Reinig het bedieningspaneel.
Er klinkt een geluidssignaal en de
kookplaat wordt uitgeschakeld.
Als de kookplaat wordt uitge‐
schakeld, klinkt er een geluids‐
signaal.
Je hebt iets op een of meer sensor‐
velden geplaatst.
Verwijder het voorwerp van de sensor‐
velden.
De kookplaat wordt uitgescha‐
keld.
Je hebt iets op het sensorveld ge‐
plaatst .
Verwijder het voorwerp van het sen‐
sorveld.
De restwarmte-indicator gaat niet
aan.
De zone is niet heet omdat deze
slechts kortstondig is gebruikt, of de
sensor is beschadigd.
Als de zone voldoende lang gebruikt is
om heet te zijn, neem je contact op
met een erkende servicedienst.
Hob²Hood werkt niet. Je hebt het bedieningspaneel afge‐
dekt.
Verwijder het voorwerp van het bedie‐
ningspaneel.
Je maakt gebruik van een hele hoge
pan die het signaal blokkeert.
Gebruik een kleinere pan, verander
van kookzone of bedien de afzuigkap
handmatig.
Automatisch opwarmen werkt
niet.
De zone is heet. Laat de zone voldoende afkoelen.
De hoogste kookstand is ingesteld. De hoogste kookstand heeft hetzelfde
vermogen als de functie.
De kookstand schakelt tussen
twee niveaus.
Stroommanagement is in werking. Raadpleeg ‘Dagelijks gebruik’.
De sensorvelden worden heet. De pan is te groot of je plaatst deze
te dicht bij de bedieningsknoppen.
Plaats grotere pannen indien mogelijk
op de achterste kookzones.
Er klinkt geen geluidsignaal wan‐
neer je de tiptoetsen van het be‐
dieningspaneel aanraakt.
De signalen zijn uit. Schakel de geluiden in. Raadpleeg
‘Dagelijks gebruik’.
gaat aan.
Kinderbeveiligingsinrichting of Blok‐
kering werkt.
Raadpleeg ‘Dagelijks gebruik’.
gaat aan.
Er staat geen pan op de zone. Plaats een pan op de zone.
De pan is niet geschikt. Gebruik geschikte pannen. Zie 'Aan‐
wijzingen en tips'.
De diameter van de bodem van de
pan is te klein voor de zone.
Gebruik pannen met de juiste afmetin‐
gen. Raadpleeg de technische gege‐
vens.
en een getal gaan branden.
Er is een fout opgetreden in de
kookplaat.
Schakel de kookplaat uit en schakel
deze na 30 seconden weer in. Wan‐
neer weer verschijnt, trek je de
stekker van de kookplaat uit het stop‐
contact. Steek de stekker van de kook‐
plaat er na 30 seconden weer in. Als
het probleem zich blijft voordoen,
neem je contact op met een erkende
servicedienst.
NEDERLANDS 19
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Je kunt een constant piepgeluid
horen.
De elektrische aansluiting is ver‐
keerd.
Trek de stekker van de kookplaat uit
het stopcontact. Laat de installatie
controleren door een erkende elektri‐
cien.
8.2 Als je geen oplossing kunt
vinden...
Als je niet zelf het probleem kunt verhelpen,
neem dan contact op met je verkoper of een
erkende serviceafdeling. Geef de gegevens
op het typeplaatje. Geef ook de driecijferige
code voor het glaskeramiek (bevindt zich in
de hoek van het glazen oppervlak) en een
foutmelding die gaat branden. Zorg ervoor
dat je de kookplaat correct gebruikt. Als dit
niet het geval is, is het onderhoud van een
servicemonteur of dealer niet gratis, ook
tijdens de garantieperiode. De informatie
over garantieperiode en geautoriseerde
servicecentra vind je in het garantieboekje.
9. TECHNISCHE GEGEVENS
9.1 Typeplaatje
Model ILB84443CB PNC-productnummer 949 597 806 00
Type 62 D4A 01 AA 220-240 V 50-60 Hz
Inductie 4.6 kW Gemaakt in Duitsland
Serienr. ................ 4.6 kW
AEG
9.2 Specificatie kookzones
Kookzone Nominaal ver‐
mogen (max
warmte-instel‐
ling) [W]
PowerBoost [W] PowerBoost
maximale duur
[min]
Diameter kookge‐
rei [mm]
Linksvoor 2300 3200 10 125 - 210
Linksachter 2300 3200 10 125 - 210
Middenvoor 1400 2500 4 125 - 145
Rechtsachter 2300 3400 10 205 - 240
Het vermogen van de kookzones kan binnen
een bepaalde kleine marge verschillen van
de gegevens in de tabel. Dit kan veranderen
afhankelijk van het materiaal en de
afmetingen van het kookgerei.
Gebruik voor optimale kookresultaten alleen
kookgerei met een diameter die niet groter is
dan vermeld in de tabel.
20 NEDERLANDS
10. ENERGIEZUINIGHEID
10.1 Productinformatie
Modelnummer ILB84443CB
Type kookplaat Inbouwkookplaat
Aantal kookzones 4
Verwarmingstechnologie Inductie
Diameter van ronde kookzones (Ø) Linksvoor
Linksachter
Middenvoor
Rechtsachter
21,0 cm
21,0 cm
14,5 cm
24,0 cm
Energieverbruik per kookzone (EC electric cooking) Linksvoor
Linksachter
Middenvoor
Rechtsachter
179,6 Wh / kg
177,0 Wh / kg
180,2 Wh / kg
174,6 Wh / kg
Energieverbruik van de kookplaat (EC electric hob) 177,9 Wh / kg
* Voor Europese Unie volgens EU 66/2014. Voor Belarus volgens STB 2477-2017, Annex A. Voor Oekraïne vol‐
gens 742/2019.
EN 60350-2 - Huishoudelijke elektrische kookapparaten - deel 2: Kookplaten - Methoden voor het meten van
prestaties
De energiemetingen betreffende het kookgebied worden geïdentificeerd door de markeringen van de respectie‐
velijke kookzones.
10.2 Energiebesparing
U kunt elke dag energie besparen tijdens het
koken door de onderstaande tips te volgen.
Warm alleen de hoeveelheid water op die
u nodig heeft.
Doe indien mogelijk altijd een deksel op
de pan.
Zet uw kookgerei op de kookzone voordat
u deze activeert.
Zet kleiner kookgerei op kleinere
kookzones.
Plaats het kookgerei precies in het
midden van de kookzone.
Gebruik de restwarmte om het eten warm
te houden of te smelten.
11. MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte
afvalcontainer om het te recycleren.
Bescherm het milieu en de volksgezondheid
en recycleer op een correcte manier het afval
van elektrische en elektronische apparaten.
Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval. Breng
het product naar het milieustation bij u in de
buurt of neem contact op met de gemeente.
NEDERLANDS 21
*
22
23
www.aeg.com/shop
867358917-A-032021
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24

AEG ILB84443CB Handleiding

Type
Handleiding