Panasonic Lumix DMC-FX30EG-S de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Gebruiksaanwijzing
Digitale Camera
Model Nr. DMC-FX30
VQT1B94
Gelieve deze gebruiksaanwijzing
volledig door te lezen alvorens dit
apparaat in gebruik te nemen.
EG
Web Site: http://www.panasonic-europe.com
Voor Gebruik
2
VQT1B94
Voor Gebruik
Geachte Klant,
Wij willen van de gelegenheid gebruik
maken u te bedanken voor de aanschaf
van deze Panasonic Digitale Fotocamera.
Lees deze handleiding met aandacht en
bewaar hem binnen handbereik voor
toekomstige raadpleging.
Informatie voor Uw
Veiligheid
Neem zorgvuldig het auteursrecht in
acht.
Het opnemen van reeds beschreven
banden of schijven, of ander
gepubliceerd of uitgezonden materiaal,
voor andere doeleinden dan persoonlijk
gebruik, kunnen een overtreding van het
auteursrecht vormen. Zelfs voor privé-
gebruik kan het opnemen van bepaald
materiaal aan beperkingen onderhevig
zijn.
Houdt u er rekening mee dat de huidige
bedieningselementen, de onderdelen, de
menuopties enz. van uw Digitale Camera
enigszins af kunnen wijken van de
illustraties die in deze Handleiding voor
Gebruik opgenomen zijn.
SDHC Logo is een handelsmerk.
Leica is een gedeponeerd handelsmerk
van Leica Microsystems IR GmbH.
Elmarit is een gedeponeerd handelsmerk
van Leica Camera AG.
Andere namen, bedrijfsnamen en
productnamen die in deze handleiding
voorkomen, zijn handelsmerken of
geregistreerde handelsmerken van de
betreffende bedrijven.
WAARSCHUWING:
OM HET RISICO VAN BRAND,
ELEKTRISCHE SCHOK OF
PRODUCTBESCHADIGING TE
VERKLEINEN,
STELT U DIT APPARAAT NIET
BLOOT AAN REGEN, VOCHT,
DRUPPELS OF SPETTERS, EN MAG
U GEEN VOORWERPEN WAARIN
EEN VLOEISTOF ZIT BOVENOP
HET APPARAAT PLAATSEN.
GEBRUIKT U UITSLUITEND DE
AANBEVOLEN ACCESSOIRES.
VERWIJDERT U NIET DE
AFDEKKING (OF HET
ACHTERPANEEL). ER BEVINDEN
ZICH GEEN ONDERDELEN IN HET
APPARAAT DIE DOOR DE
GEBRUIKER MOETEN WORDEN
ONDERHOUDEN. LAAT
ONDERHOUD OVER AAN
VAKBEKWAAM
ONDERHOUDSPERSONEEL.
HET STOPCONTACT MOET IN DE
NABIJHEID VAN HET APPARAAT
GEÏNSTALLEERD WORDEN EN
MAKKELIJK BEREIKBAAR ZIJN.
GEVAAR
Explosiegevaar wanneer de batterij op
onjuiste wijze vervangen wordt.
Vervang alleen door een zelfde soort
batterij of equivalent, die door de
fabrikant aanbevolen worden. Gooi de
gebruikte batterijen weg zoals door de
fabrikant voorgeschreven wordt.
Waarschuwing
Gevaar voor brand, explosie en vuur.
Niet uit elkaar halen, verhitten boven
60 xC of verassen.
Het productidentificatielabel bevindt
zich aan de onderkant van de
apparaten.
Voor Gebruik
3
VQT1B94
Opmerking betreffende lithiumbatterijen
Bij dit product zijn lithiumbatterijen
geleverd. Wanneer deze verbruikt zijn,
mag u deze niet weggooien maar moet u
deze inleveren als klein chemisch afval.
Dit apparaat bevat een lithiumbatterij als
stroomvoorziening voor de klok.
Raadpleeg uw leverancier over het verwijderen
van de lithiumbatterij op het moment dat u het
apparaat aan het einde van de levensduur
vervangt.
Verzekert u ervan dat de ingebouwde
lithiumbatterij door vakbekwaam
servicepersoneel wordt verwijderd.
Alleen voor servicepersoneel:
Verwijder de lithiumbatterij van de Gedrukte
Bedradingsplaat met behulp van de
schroevendraaier etc. zoals het figuur hierboven.
De vorm van de Gedrukte Bedradingsplaat en
de positie van de lithiumbatterij kunnen
verschillen afhankelijk van het model van de
digitale fotocamera.
Schroevendraaier
Printplaat
Lithiumbatterij
Informatie over het weggooien van elektrische en elektronische apparatuur
(particulieren)
Dit symbool betekent in Europa dat gebruikte elektrische en
elektronische producten niet bij het normale huishoudelijke afval
mogen.
Lever deze producten in bij de aangewezen inzamelingspunten, waar
ze gratis worden geaccepteerd en op de juiste manier worden
verwerkt, teruggewonnen en hergebruikt. In Nederland kunt u uw
producten bij uw winkelier inleveren bij de aanschaf van een
vergelijkbaar nieuw product.
Wanneer u dit product op de juiste manier als afval inlevert, spaart u
waardevolle hulpbronnen en voorkomt u potentiële negatieve
gevolgen voor de volksgezondheid en het milieu, die anders kunnen
ontstaan door een onjuiste verwerking van afval. Neem contact op met uw gemeente
voor meer informatie over het dichtstbijzijnde inzamelingspunt of raadpleeg
www.nvmp.nl, www.ictoffice.nl of www.stibat.nl.
Voor zakelijke gebruikers in de Europese Unie
Neem voor het weggooien van elektrische en elektronische apparatuur contact op met
uw leverancier voor verdere informatie.
Informatie over verwijdering van afval in landen buiten de Europese Unie
Dit symbool is alleen geldig in de Europese Unie.
Neem wanneer u dit product wilt weggooien, contact op met de lokale overheid of uw
leverancier en vraag wat de juiste verwijderingsmethode is.
Voor Gebruik
4
VQT1B94
Over de batterijoplader
De batterijlader gaat in stand-by staan als
de AC-adapter wordt gebruikt.
Het primaire circuit is altijd onder
spanning zo lang als de batterijlader op
het net is aangesloten.
Zorgdragen voor de fotocamera
Schud of stoot niet met het toestel.
De camera kan slecht gaan werken, geen
opnamen meer maken of de lens kan
worden beschadigd.
We raden het sterk aan
het toestel niet in uw
broekzak te laten
wanneer u zit en het ook
niet in een volle of te
kleine tas te proppen, etc.
Dit zou schade aan de
LCD-monitor of
persoonlijk letsel tot
gevolg kunnen hebben.
Wees heel voorzichtig op de volgende
plaatsen waar de camera beschadigd kan
raken.
Plaatsen met heel veel zand of stof.
Plaatsen waar water in de camera kan
komen zoals op regendagen of op een
strand.
Als er zeewaterdruppels op het toestel
komen, een droge doek gebruiken om
het toestellichaam voorzichtig af te
drogen.
Over condens (Als de lens bedampt is)
Als de omgeving heel warm is of de
vochtigheidsgraad wijzigt, kan er condens
in de camera komen. Op condens letten
omdat het vlekken op de lens, schimmel
of storing veroorzaakt.
Als er zich condensatie voordoet, het
toestel uitzetten en het ongeveer 2 uren
met rust laten. De mist zal op natuurlijke
wijze verdwijnen wanneer de temperatuur
van het toestel dicht in de buurt komst van
die van de omgevingstemperatuur.
Lees ook de “Voorzorgsmaatregelen
bij het gebruik”. (P100)
Over kaarten die gebruikt kunnen
worden in dit apparaat
U kunt een SD-geheugenkaart, een SDHC-
geheugenkaart en een MultiMediaCard
gebruiken.
Wanneer de term kaart gebruikt wordt in
deze gebruiksaanwijzing verwijst dit naar
de volgende types Geheugenkaarten.
SD-geheugenkaart (8 MB tot 2 GB)
SDHC-geheugenkaart (4 GB)
MultiMediaCard
Meer specifieke informatie over kaarten die
gebruikt kunnen worden met dit apparaat.
U kunt alleen een SDHC-geheugenkaart
gebruiken als u kaarten gebruikt met
4 GB of meer vermogen.
Een 4 GB-geheugenkaart zonder een
SDHC-logo is niet gebaseerd op de SD-
standaard en zal niet in dit product
werken.
Een MultiMediaCard is alleen geschikt
voor stilstaande beelden.
WAARSCHUWING!
OM EEN GOEDE VENTILATIE TE
VERZEKEREN, DIT APPARAAT NIET
IN EEN BOEKENKAST, EEN
INGEBOUWDE KAST OF EEN
ANDERE GESLOTEN RUIMTE
INSTALLEREN OF GEBRUIKEN.
ZORG ERVOOR DAT DE
VENTILATIEWEGEN NIET DOOR
GORDIJNEN OF ANDERE
MATERIALEN WORDEN
AFGESLOTEN, OM GEVAAR VOOR
ELEKTRISCHE SCHOK OF BRAND
TEN GEVOLGE VAN
OVERVERHITTING TE VOORKOMEN.
ZORG DAT DE VENTILATIE-
OPENINGEN VAN HET APPARAAT
NIET GEBLOKKEERD WORDEN
DOOR KRANTEN, TAFELKLEEDJES,
GORDIJNEN, OF IETS DERGELIJKS.
ZET GEEN OPEN VUUR, ZOALS
BRANDENDE KAARSEN, OP HET
APPARAAT.
DOE LEGE BATTERIJEN WEG OP
EEN MILIEUVRIENDELIJKE MANIER.
44
OK
5
VQT1B94
Inhoud
Voor Gebruik
Informatie voor Uw Veiligheid ...................2
Voorbereiding
Standaard accessoires .............................7
Namen van de onderdelen .......................7
Beknopte gebruiksaanwijzingen ...............9
De batterij opladen met de oplader.........10
Over de batterij
(Opladen/Aantal opnamen) .................11
De kaart (optioneel)/batterij in het toestel
doen en eruit halen .............................12
Over het ingebouwde geheugen/
de kaart (optioneel) .............................13
De datum en de tijd instellen
(Klokinstelling).....................................14
• Het veranderen van de
klokinstelling ..................................... 14
De Instelknop..........................................15
Het menu instellen ..................................16
Over het set-up Menu.............................17
LCD-monitor/de LCD-monitor
omschakelen.......................................21
Basiskennis
Opnamen maken ....................................22
Beelden maken met de eenvoudige
functie..................................................24
Beelden maken met de zoom .................26
• De optische zoom gebruiken/De
optische zoom gebruiken (EZ) .........26
• De digitale zoom gebruiken
De zoom verder uitbreiden ...............27
De opnamen controleren (Overzicht)......28
Beelden wissen/afspelen ........................29
Gevorderd (Opnamen maken)
Over de LCD-monitor..............................32
• De afgebeelde informatie wijzigen.... 32
De LCD-monitor helderder maken
(LCD-versterking/Hoge-hoekfunctie)
... 34
Beelden maken met de ingebouwde flits
...35
Opnamen maken met de zelfontspanner
...39
Belichtingscompensatie ..........................40
Beelden maken Auto Bracket .................41
De gevoeligheid aanpassen aan de
beweging van het opgenomen
onderwerp ...........................................42
Close-up’s maken...................................43
Opnamefuncties kiezen die passen bij de
scène die u opneemt
(Scènefuncties) ...................................44
– [PORTRET] ...................................45
– [GAVE HUID].................................45
– [ZELFPORTRET]...........................45
– [LANDSCHAP]...............................46
– [SPORT] ........................................46
– [NACHTPORTRET].......................46
– [NACHTL. SCHAP]........................ 46
– [VOEDSEL]....................................47
– [PARTY].........................................47
– [KAARSLICHT].............................. 47
– [BABY1]/
[BABY2] .........................................48
– [HUISDIER] ...................................48
– [ZONSONDERG.].......................... 49
– [H. GEVOELIGH.].......................... 49
– [STERRENHEMEL]....................... 49
– [VUURWERK]................................50
– [STRAND]......................................50
– [SNEEUW].....................................50
– [LUCHTFOTO]...............................50
– [ONDER WATER].......................... 51
Bewegende beelden ...............................52
De dag van uw vakantie opslaan
waarop u de foto maakt.......................54
De tijd van uw reisbestemming
weergeven (World Time).....................56
Het functiemenu [OPNAME] gebruiken
.....58
• [WITBALANS]
Tinten corrigeren voor meer
natuurlijke opnamen .........................59
• [GEVOELIGHEID]
De lichtgevoeligheid instellen ...........61
6
VQT1B94
• [ASPECTRATIO]
De aspectratio instellen.................... 61
• [FOTO RES.]/[KWALITEIT]
Een beeldresolutie en –kwaliteit
kiezen die overeenkomen met
uw eigen gebruik ..............................62
• [AUDIO OPNAME]
Stilstaande beelden opnemen met
geluid................................................ 63
• [AF MODE]
De scherpstellingsfocusmethode
instellen ............................................ 63
• [STABILISATIE]
Jitter of camerabeweging meten en
compenseren....................................64
• [BURSTFUNCTIE]
Opnamen maken met de
burstfunctie....................................... 65
• [AF ASS. LAMP]
Scherpstellen bij weinig licht wordt
makkelijker ....................................... 66
• [SLUITER LANG]
Heldere opnamen maken op donkere
plekken............................................. 67
• [KLEURFUNCTIE]
Kleureffecten en beeldkwaliteiten
instellen voor opnamen .................... 67
Gevorderd (Afspelen)
Meervoudige schermen afbeelden
(Meervoudig terugspelen) ...................68
Beelden afspelen volgens opnamedatum
(Kalenderplayback) .............................69
De terugspeelzoom gebruiken................70
Bewegende beelden terugspelen/
Beelden met geluid ............................. 71
Stilstaande beelden maken van een
bewegend beeld..................................72
Gebruik van het [AFSPELEN]
functiemenu......................................... 74
• [DIASHOW]
Beelden achtereenvolgens terugspelen
voor een vastgestelde tijd
...................74
• [FAVORIETEN]
Favoriete opnamen instellen ............ 76
• [LCD ROTEREN]/[ROTEREN]
Om het beeld gedraaid af te
beelden.............................................77
• [DATUM AFDR.]
Informatie vastleggen voor een
opname (datumafdruk) ..................... 78
• [DPOF PRINT]
Het af te drukken beeld en het aantal
afdrukken instellen ........................... 80
• [BEVEILIGEN]
Per ongeluk opnamen wissen
voorkomen........................................ 82
• [AUDIO DUB.]
Geluid toevoegen aan opnamen ...... 83
• [NW. RS.]
Een beeld kleiner maken.................. 83
• [BIJSNIJD.]
Een beeld vergroten en bijwerken.... 84
• [ASPECT CONV.]
De aspectratio van een 16:9 beeld
wijzigen............................................. 85
• [KOPIE]
Beeldgegevens kopiëren..................86
• [FORMATEREN]
Het ingebouwde geheugen of een
kaart initialiseren of formatteren ....... 88
Aansluiten op andere
apparatuur
Aansluiten op de PC ............................... 89
Beelden afdrukken.................................. 92
Opnamen terugspelen op een
TV-scherm...........................................96
Overige
Schermdisplay ........................................ 97
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik
.....100
Waarschuwingen op het scherm ..........103
Problemen oplossen.............................105
Aantal mogelijke opnamen en
beschikbare opnametijd ....................110
Specificaties..........................................113
Voorbereiding
7
VQT1B94
Voorbereiding
Standaard accessoires
Controleer of alle accessoires aanwezig
zijn voordat u het toestel gebruikt.
1 Batterijpakket
(In de tekst wordt deze aangeduid als
batterij)
2 Batterijoplader (In de tekst wordt deze
aangeduid als oplader)
3 AC-Kabel
4 USB-Kabel
5 AV-Kabel
6 CD-ROM
7 Draagriem
8 Batterijhouder
Worden de SD-geheugenkaart, de
SDHC-geheugenkaart en de
MultiMediaCard aangeduid als kaart in de
tekst.
De kaart is optioneel.
U kunt opnamen opnemen of
terugspelen met het ingebouwde
geheugen als u geen kaart gebruikt.
(P13)
Raadpleeg uw dealer of het
dichtstbijzijnde servicecentrum als u
meegeleverde accessoires verliest. (U
kunt de accessoires apart aanschaffen.)
Namen van de
onderdelen
1 Flits (P35)
2 Lens (P4, 101)
3 Zelfontspannerlampje (P39)
AF-lamp (P66)
3
12
4
56
7 8
DMW-BCE10E
K1HA08CD0014
K2CQ2CA00006
VFC4090
VYQ3914
DE-A40A
K1HA08CD0013
Bij dit product zijn
batterijen geleverd.
Wanneer deze leeg
zijn, moet u ze niet
weggooien maar
inleveren als KCA.
NL
123
Voorbereiding
8
VQT1B94
4 LCD-monitor (P21, 32, 97)
5 Cursorknoppen
2/Zelfontspannerknop (P39)
4/[REV] knop (P28)
1/Flitsinstelknop (P35)
3/Belichtingscompensatie (P40)/Auto
bracket (P41)/Witbalansafstelling (P60)/
Compensatie achtergrondverlichting in
de eenvoudige functie (P26)
6 Statuslampje (P18, 21)
7 [MENU/SET] knop (P14)
8 [DISPLAY/LCD MODE] knop
(P32, 34)
9 [FUNC] (P58)/Wisknop (P29)
10 Toestel ON/OFF (P14)
11 Zoomhendeltje (P26)
12 Speaker (P71)
13 Microfoon (P52, 63, 83)
14 Ontspanknop (P22, 52)
15 Instelknop (P15)
16 Lusje voor draagriem
17 Objectiefcilinder
18 [AV OUT/DIGITAL] aansluiting
(P89, 92, 96)
19 [DC IN] aansluiting (P89, 92)
Gebruik altijd een originele Panasonic
AC (DMW-AC5E; optioneel).
U kunt de batterij niet in de camera
opladen, ook niet als de AC-adapter
(DMW-AC5E; optioneel) erop aan is
gesloten.
20 Statiefbevestiging
Zet het statief goed vast als u het
toestel erop bevestigt.
21 Kaart/Batterijklep (P12)
22 Vrijgavehendeltje (P12)
In deze gebruiksinstructies wordt het
gebruik van de cursorknop beschreven
met illustraties.
b.v.: Wanneer u op de 4 knop
54
8 96 7
10
12
11
13 14 15
16
17
18
19
20 21
22
Voorbereiding
9
VQT1B94
Beknopte
gebruiksaanwijzingen
Dit is een beknopt overzicht van hoe u
opnamen opneemt en terugspeelt met het
toestel. Bij elke stap controleert u de
pagina's waarnaar verwezen wordt en die
tussen haakjes staan.
1 De batterij opladen. (P10)
De batterij wordt niet opgeladen voor
de verzending. Laad de batterij dus
eerst op.
2 Doe de batterij en de kaart in het
toestel. (
P12
)
Als u geen kaart gebruikt, kunt u
opnamen opnemen of terugspelen
met het ingebouwde geheugen;
(P13). P13 raadplegen als u een kaart
gebruikt.
3 Zet het toestel aan om opnamen
te maken.
Stel de klok in. (P14)
1 Stel de functieknop in op [ ].
2 Druk de ontspanknop in om opnamen
te maken. (P22)
4 Speel de opnamen terug af.
1 Stel de functieknop in op [ ].
2 Kies de opname die u wil bekijken.
(P29)
OFF
ON
Voorbereiding
10
VQT1B94
De batterij opladen
met de oplader
De batterij wordt niet opgeladen voor de
verzending. Laad dus de batterij eerst op.
1 Steek de batterij in de goede
richting.
2 Sluit de AC-kabel aan.
De AC-kabel gaat niet helemaal in de
AC-aansluiting. Er blijft een stukje over
zoals op de afbeelding.
Het laden start als het lampje
[CHARGE] A groen oplicht.
Het laden is gedaan als het lampje
[CHARGE] A uitgaat (na ongeveer
120 minuten).
Als het [CHARGE] lampje knippert,
leest u P11.
3 Maak de batterij los als deze
opgeladen is.
Haal de AC-kabel uit het stopcontact als
de batterij opgeladen is.
De batterij wordt warm na het gebruik/
laden of tijdens het laden. Ook de
fotocamera wordt warm tijdens het
gebruik. Dit is echter geen storing.
Een volle batterij raakt leeg als u deze
lang niet gebruikt. Laad de batterij
opnieuw op.
De batterij kan opgeladen worden zelfs
als deze niet helemaal leeg is.
Gebruik hiervoor de oplader.
Laad de batterij op met de oplader.
De oplader niet uit elkaar halen of er
iets aan wijzigen.
Voorbereiding
11
VQT1B94
Over de batterij
(Opladen/Aantal opnamen)
Levensduur van de batterij
Het aantal opnamen (Volgens
CIPA-standaard in normale beeldfunctie
[])
Opnamevoorwaarden volgens
CIPA-standaard
Temperatuur: 23 °C/
Vochtigheid: 50% wanneer de
LCD-monitor aan staat.
¢
Met een Panasonic SD-geheugenkaart
(16 MB).
De geleverde batterij gebruiken.
Opnemen begint 30 seconden nadat de
fotocamera aangezet is. (Als de optische
beeldstabilisator ingesteld is op
[MODE1].)
Om de 30 seconden opnemen, met volle
flits om de tweede opname.
Het zoomhendeltje van Tele naar Breed of
andersom zetten bij elke opname.
Zet de camera om de 10 opnamen uit en
laat hem uit totdat de batterijen afgekoeld
zijn.
¢ Het aantal foto’s dat u kunt maken,
neemt af in de LCD-versterkingsfunctie
of in de breedhoekfunctie (P34).
CIPA is een afkorting van
[Camera & Imaging Products
Association].
Terugspeeltijd
Het aantal opnamen en de terugspeeltijd
zal variëren afhankelijk van de
werkingsomstandigheden en
opslagcondities van de batterij.
Opladen
Oplaadtijd en aantal mogelijke opnamen
met het optionele batterijpakket
(DMW-BCE10E) zijn dezelfde als
hierboven.
Als het opladen start, brandt de
[CHARGE] aanduiding.
Als het [CHARGE] lampje knippert
Als de batterij te warm of te koud is, zal
het lampje [CHARGE] gaan knipperen en
de laadtijd zal langer duren dan normaal.
De polen op de lader of op de batterij zijn
vuil. Wrijf ze in dit geval schoon met een
droge doek.
Wanneer de bedrijfstijd van de camera
extreem kort wordt zelfs als de batterij
goed opgeladen is, zou de levensduur van
de batterij aan zijn eind kunnen zijn. Koop
een nieuwe batterij.
Opnamecondities
Laad de batterij op bij in een temperatuur
tussen 10 oC en 35 oC. (Dit moet ook de
temperatuur van de batterij zelf zijn.)
De prestatie van de batterij kan tijdelijk
verminderen en de bedrijfstijd kan korter
worden bij lagere temperaturen (b.v.
skiën/snowboarden).
Aantal opnamen
Ongeveer 280 opnamen
(Ongeveer 140 min)
Het aantal opnamen verschilt afhankelijk
van de pauzetijd van de opname.
Als de pauzetijd tussen de opnamen
langer wordt, neemt het aantal
mogelijke opnamen af.
[bijv. Als u om de 2 minuten opnamen
maakt, neemt het aantal mogelijke
opnamen af tot ongeveer 70.]
Terugspeeltijd Ongeveer 300 min
Oplaadtijd Ongeveer 120 min
Voorbereiding
12
VQT1B94
De kaart (optioneel)/
batterij in het toestel
doen en eruit halen
Controleer of het toestel uit staat.
Leg een kaart (optioneel) klaar.
U kunt opnamen maken of terugspelen
met het ingebouwde geheugen als u
geen kaart gebruikt. (P13)
1 Zet de vrijgavehendeltje in de
richting van de pijl en open het
dekseltje op de kaart/batterij.
Altijd echte Panasonic batterijen
gebruiken (DMW-BCE10E).
Bij gebruik van andere accu’s
kunnen wij de kwaliteit van dit
product niet garanderen.
2 Batterij:
Steek de kaart er precies en in de
goede richting in.
Trek de hendel A in de richting
van de pijl om de batterij eruit te
halen.
Kaart:
Duw totdat u een klik hoort en
steek de kaart in de goede
richting erin.
Druk de kaart in totdat u een klik
hoort en trek de kaart er
vervolgens recht uit.
B: Raak de aansluitingen op de
achterkant van de kaart niet aan.
De kaart kan beschadigd worden als ze
niet goed in het toestel zit.
3 1 Sluit de kaart/batterijklep.
2 Zet de vrijgavehendeltje in de
richting van de pijl.
Als u de kaart/batterijklep niet helemaal
kunt sluiten, haalt u de kaart eruit,
controleert u de richting en steekt u
deze er weer in.
Haal de batterij uit het toestel na gebruik.
De batterij opslaan in de batterijhouder
(bijgeleverd).
De batterij niet verwijderen totdat de
LCD-monitor en het statuslampje
(groen) uit zijn gegaan omdat anders
de instellingen verkeerd opgeslagen
kunnen worden.
De geleverde batterij is alleen bedoeld
voor dit toestel. Gebruik de batterij niet
voor andere apparatuur.
Verwijder of plaats geen kaart of
batterij terwijl de camera aan staat. U
kunt hiermee de gegevens in het
ingebouwde geheugen of op de kaart
beschadigen. Wees bijzonder
voorzichtig als u gegevens in
ingebouwde geheugen of op de kaart
leest. (P21)
Wij raden de kaarten van Panasonic
aan.
B
A
Voorbereiding
13
VQT1B94
Over het ingebouwde
geheugen/de kaart
(optioneel)
Het ingebouwde geheugen kan gebruikt
worden als tijdelijke opslagruimte als de
kaart vol wordt.
Ingebouwd geheugen [ ]
U kunt beelden opnemen of afspelen met
het ingebouwde geheugen. (Het
ingebouwde geheugen kan niet gebruikt
worden als er een kaart in het toestel zit.)
Het ingebouwde geheugenvermogen is
ongeveer 27 MB.
De beeldresolutie is vast ingesteld op
QVGA (320k240 pixels) voor
bewegende beelden met het
ingebouwde geheugen geschreven.
(P52)
Kaart [ ]
U kunt opnamen maken of terugspelen
met een kaart.
Kaart (optioneel)
De SD-geheugenkaart,
SDHC-geheugenkaart en MultiMediaCard
zijn klein, lichtgewicht, verwijderbare
externe kaarten. Lees P4 voor informatie
over de kaarten die geschikt zijn voor dit
apparaat.
De SDHC-geheugenkaart is een
geheugenkaartstandaard die bepaald is
door de SD-associatie in 2006 voor hoog
vermogen-geheugenkaarten die meer
dan 2 GB kunnen bevatten.
De lees/schrijfsnelheid van een
SD-geheugenkaart en een
SDHC-geheugenkaart is groot. Beide
types kaarten zijn uitgerust met een
Schrijfbeschermingschakelaar A die het
overschrijven en formatteren van de kaart
tegengaat. (Als de schakelaar naar de
[LOCK]-kant geschoven wordt, is het niet
mogelijk gegevens op de kaart te
schrijven of te wissen en deze te
formatteren. Wanneer de schakelaar naar
de andere kant geschoven wordt, worden
deze functies beschikbaar.)
Dit toestel (compatibel met SDHC) is
compatibel met de SD-geheugenkaarten
die voldoen aan de
SD-geheugenkaartspecificaties en zijn
geformatteerd in FAT12 en FAT16. Het is
ook compatibel met
SDHC-geheugenkaarten die voldoen aan
de SD-geheugenkaartspecificaties en zijn
geformatteerd in FAT32.
U kunt een SDHC-geheugenkaart
gebruiken in toestellen die compatibel zijn
met SDHC-geheugenkaarten maar u kunt
geen SDHC-geheugenkaart gebruiken in
toestellen die alleen compatibel zijn met
SD-geheugenkaarten. (Lees altijd eerst
de gebruiksaanwijzing van het toestel. Als
u uw foto’s laat afdrukken, vraag dit dan
ook eerst aan de fotograaf.)
Gelieve deze informatie op de volgende
website bevestigen.
http://panasonic.co.jp/pavc/global/cs
(Deze site is alleen in het Engels.)
Voor informatie over het aantal
opneembare beelden en de beschikbare
opnametijd voor elke kaart, P110
raadplegen.
We raden het gebruik van Hoge
Snelheid-SD-geheugenkaarten/
SDHC-geheugenkaarten aan wanneer u
bewegende beelden opneemt. (P52)
De gegevens op het ingebouwde
geheugen of de kaart kunnen beschadigd
raken of verloren gaan door
elektromagnetische golven of statische
elektriciteit of omdat het toestel of de
kaart stuk is. We raden aan belangrijke
gegevens op een PC enz. op te slaan.
Formatteer de kaart niet op de PC of
andere apparatuur. Formatteer de kaart
alleen op het toestel zelf zodat er niets
kan mislopen. (P88)
Hou de geheugenkaart buiten het bereik
van kinderen om inslikken ervan te
voorkomen.
2
Voorbereiding
14
VQT1B94
De datum en de tijd
instellen
(Klokinstelling)
Begininstelling
De klok is niet ingesteld zodat het volgende
scherm verschijnt wanneer u het toestel
aanzet.
A: [MENU/SET] knop
B: Cursorknoppen
C: Instelknop
1 Op [MENU/SET] drukken.
2 Druk op 3/4/2/1 om de datum
en de tijd te kiezen.
A: De tijd in uw woongebied
B: De tijd in uw reisbestemmingsgebied
(P55)
2/1: Kies het gewenste onderdeel
.
3/4: De afbeeldingvolgorde voor de
datum en tijd instellen.
: Annuleren zonder de klok in te
stellen.
3 Druk op [MENU/SET] om in te
stellen.
Zet de camera uit nadat u de klok hebt
ingesteld. Zet dan de functieknop op
een opnamefunctie om de camera weer
aan te zetten en controleer of de klok
juist loopt.
Het veranderen van de klokinstelling
1 Op [MENU/SET] drukken.
2 Op 3/4 drukken om [KLOKINST.] te
selecteren. (P58)
3 Op 1 drukken en vervolgens de stappen
2 en 3 uitvoeren om de klok in te stellen.
4 Op [MENU/SET] drukken om het menu
te sluiten.
U kunt de klok ook in het [SET-UP]
menu instellen. (P17)
Wanneer helemaal opgeladen batterijen
in het toestel hebben gezeten gedurende
meer dan 24 uren, wordt de klokinstelling
opgeslagen in het toestel voor ongeveer
3 maanden zelfs als u de batterijen eruit
haalt. Haal de batterijen uit het toestel na
gebruik. (Als u een batterij met
onvoldoende stroom in het toestel doet,
kan ook de tijdspanne die normaal geldt
voor het klokgeheugen korter worden.) In
elk geval worden de klokinstellingen
geannuleerd na deze tijd. In dit geval dient
u de klok opnieuw in te stellen.
U kunt het jaar instellen tussen 2000 en
2099. Er wordt gebruik gemaakt van het
24 uren systeem.
Als de klok niet is ingesteld, zal de
correcte datum niet kunnen worden
afgedrukt als u de datum vastlegt voor
opnamen met de functie [DATUM AFDR.]
(P78) of door een fotograaf door wie u de
opnamen laat afdrukken. (P81)
OFF
ON
AUB KLOK INSTELLEN
KLOKINST.
MENU
D/M/J
JAN
11 2007
..
00 00
:
KLOKINST.
:
:
SELEC INST.
EXIT
MENU
ANNUL
Voorbereiding
15
VQT1B94
De Instelknop
Als u de camera aan zet en dan aan de
keuzeknop draait, kunt u niet alleen
overschakelen van opnemen naar
afspelen en andersom, maar kunt u ook
de macrofunctie kiezen om close-ups te
maken of een scènefunctie kiezen die
past bij de opnamecondities.
Een functie kiezen
Lijn de gewenste functie uit met deel A.
Draai de keuzeknop langzaam maar zeker
op elke functie. (Zet dit niet op delen
zonder functie.)
De bovenstaande pagina B verschijnt op
de LCD-monitor als u aan de keuzeknop
draait. (P20)
De functie die u hebt gekozen, verschijnt
op de LCD-monitor als u de camera aan
zet.
Basiskennis
: Normale opnamefunctie (P22)
Deze functie voor gewoon opnemen
gebruiken.
: Simpele functie (P24)
Dit is de aangeraden functie voor
beginners.
: Terugspeelfunctie (P29)
Deze functie laat het u toe opgenomen
opnamen terug te spelen.
Gevorderd
: Slimme
ISO-gevoeligheidbediening (P42)
Hiermee kunt u de optimale
ISO-gevoeligheid instellen en een sluitertijd
die past bij de bewegingen en de
helderheid van het onderwerp.
: Macrofunctie (P43)
Met deze functie kunt u close-ups maken
van een onderwerp.
: Scènefunctie (P44)
Deze functie laat het u toe opnamen te
maken die afhangen van de
opnamescènes.
: Bewegende beeldenfunctie (P52)
Hiermee kunt u opnamen maken die
passen bij de scène die u opneemt.
: Afdrukfunctie (P92)
Gebruik dit om beelden af te drukken.
NORMALE FOTO
SC
N
SCN
Voorbereiding
16
VQT1B94
Het menu instellen
Menupagina’s op het scherm
afbeelden
Druk op [MENU/SET].
bijvoorbeeld: De eerste van een totaal van
3 pagina’s wordt afgebeeld.
A Menupictogrammen
B Huidige pagina
C Menuonderdelen en instellingen
Draai aan de zoomhendel terwijl u het
menuonderdeel kiest om vlot over te
schakelen naar de vorige/volgende
pagina.
De menupictogrammen en –onderdelen
die op het scherm verschijnen, hangen af
van de stand van de keuzeknop.
Over de menupictogrammen
[OPNAME] keuzemenu (P58):
Dit verschijnt als de keuzeknop op [ ]/
[ ]/[ ]/[ ]/[ ] staat.
[AFSPELEN] keuzemenu (P74):
Dit verschijnt als de keuzeknop op [ ]
staat.
[SCÈNE MODE] menu (P44):
Dit verschijnt als de keuzeknop op [ ]
staat.
[SET-UP] menu (P17):
Dit verschijnt als de keuzeknop op [ ]/
[ ]/[ ]/[ ]/[ ]/[ ] staat.
Menuonderdelen instellen
Het voorbeeld hieronder toont hoe u
[AUDIO OPNAME] instelt als u de
normale beeldfunctie [ ] hebt gekozen.
1 Druk op 3/4 om het
menuonderdeel te kiezen.
Druk op 4 in A om de volgende
pagina te openen.
2 Druk op 1.
3 Druk op 3/4 om het beeld te
kiezen.
4 Druk op [MENU/SET] om in te
stellen.
EXIT
MENU
SELEC
AUTO
GEVOELIGHEID
FOTO RES.
ASPECTRATIO
AWB
WITBALANS
OPNAME
1
/
3
KWALITEIT
EXIT
MENU
SELEC
AUTO
GEVOELIGHEID
FOTO RES.
ASPECTRATIO
AWB
WITBALANS
OPNAME
1
/
3
KWALITEIT
EXIT
MENU
SELEC
OPNAME
2
/
3
AF ASS. LAMP
ON
AF MODE
OFF
BURSTFUNCTIE
STABILISATIE
MODE1
OFF
AUDIO OPNAME
INST.
MENU
SELEC
OPNAME
2
/
3
AF ASS. LAMP
BURSTFUNCTIE
STABILISATIE
OFF
MODE1
ON
AF MODE
ON
OFF
AUDIO OPNAME
OPNAME
2
/
3
AF ASS. LAMP
BURSTFUNCTIE
STABILISATIE
AF MODE
INST.
MENU
SELEC
OFF
MODE1
ON
OFF
AUDIO OPNAME
ON
/SET
MENU
OPNAME
2
/
3
AF ASS. LAMP
ON
BURSTFUNCTIE
STABILISATI E
SELEC
AF MODE
EXIT
MENU
AUDIO OPNAME
OFF
MODE1
ON
Voorbereiding
17
VQT1B94
De menupagina sluiten
Op [MENU/SET] drukken.
Als u de keuzeknop op [ ]/[ ]/
[ ]/[ ]/[ ] zet, kunt u de
menupagina ook sluiten door de
ontspanknop half in te drukken.
Overschakelen naar het [SET-UP]
menu
1 Druk op 2 in een menupagina.
2 Druk op 4 om het
menupictogram [SET-UP] te
kiezen.
3 Druk op 1.
Kies dan een menuonderdeel en stel
het in.
Over het set-up Menu
De onderdelen instellen zoals vereist.
(P17 tot 20 raadplegen voor elk
menuonderdeel.)
[RESETTEN] in het menu kiezen om terug
te keren naar de begininstellingen die u
aantreft bij aankoop. (P20)
[KLOKINST.], [AUTO REVIEW],
[BATT. BESP.] en [BESPARING] zijn
belangrijke onderdelen. Controleer
deze instellingen voordat u ze gebruikt.
[KLOKINST.]
(Datum en tijd wijzigen.)
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
te beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P16)
Datum en tijd wijzigen. (P14)
[AUTO REVIEW]
(De opname afspelen.)
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
te beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P16)
Stel de tijd in die moet verlopen nadat de
opname is gemaakt.
[OFF]
[1SEC.]
[3SEC.]
[ZOOM]: Het beeld verschijnt 1 seconde
lang, wordt dan 4k vergroot en
nog een 1 seconde lang
afgebeeld.
De automatische overzichtsfunctie is niet
geactiveerd in bewegende beeldenfunctie
[].
Wanneer beelden opgenomen zijn in de
eenvoudige functie (P41), burstfunctie
(P65) of auto bracket, wordt de
automatische overzichtsfunctie
geactiveerd ongeacht de instelling op de
automatische overzichtsfunctie. (Het
beeld wordt niet vergroot.)
De automatische overzichtsfunctie wordt
geactiveerd terwijl beelden met geluid
(P63) opgenomen worden ongeacht de
EXIT
MENU
SELEC
AUTO
GEVOELIGHEID
FOTO RES.
KWALITEIT
ASPECTRATIO
AWB
WITBALANS
OPNAME
1
/
3
SET-UP
EXIT
MENU
SELEC
0
P
LCD SCHERM
WERELDTIJD
KLOKINST.
1
/
4
OFF
REISDATUM
RICHTLIJNEN
SET-UP
EXIT
MENU
SELEC
OFF
RICHTLIJNEN
REISDATUM
0
P
LCD SCHERM
WERELDTIJD
1
/
4
KLOKINST.
/SET
MENU
/SET
MENU
Voorbereiding
18
VQT1B94
instelling ervan. (Het beeld wordt niet
vergroot.)
De automatische overzichtsfunctie wordt
uitgeschakeld wanneer auto bracket of
burstfunctie gebruikt wordt, in de
bewegende beeldenfunctie [ ] of
wanneer [AUDIO OPNAME] of
[ZELFPORTRET] in scènefunctie op [ON]
gezet is.
[BATT. BESP.]
(De camera automatisch uit zetten.)
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
te beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P16)
De energiebesparingsfunctie wordt
geactiveerd (het toestel wordt automatisch
uitgezet om de batterijlevensduur te
sparen) als u het toestel net zo lang niet
gebruikt als ingesteld is in de
besparingsfunctie.
[1MIN.], [2MIN.], [5MIN.], [10MIN.], [OFF]
Druk de ontspanknop half in of zet het
toestel uit- en weer aan om de
energiebesparingsfunctie te annuleren.
De energiebesparing is vast ingesteld op
[2MIN.] als u de besparingsfunctie instelt
en op [5MIN.] in de eenvoudige
opnamefunctie [ ].
De energiebesparingsfunctie werkt niet in
de volgende gevallen.
Als u de AC-adapter (DMW-AC5E;
optioneel) gebruikt.
Als u het toestel aansluit op een PC of
een printer.
Als u bewegende beelden opneemt of
afspeelt.
Tijdens een diavoorstelling (P74)
[BESPARING]
(De LCD-monitor automatisch uit laten
gaan.)
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
te beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P16)
Om de batterij te sparen wordt de
LCD-monitor minder helder en gaat deze
automatisch uit als u de camera niet
gebruikt.
[LEVEL 1]: De LCD-monitor gaat uit als
het toestel niet gebruikt wordt
gedurende ongeveer
15 seconden in opnamefunctie.
[LEVEL 2]: De LCD-monitor gaat uit als
het toestel niet gebruikt wordt
gedurende ongeveer
15 seconden in opnamefunctie
of gedurende ongeveer
5 seconden nadat er een beeld
gemaakt is.
[OFF]: Besparingsfunctie kan niet
geactiveerd worden.
De LCD-monitor gaat uit als de flits wordt
opgeladen.
De statusaanduiding licht op als de
LCD-monitor uit wordt gezet. Druk op een
willekeurige knop om de LCD-monitor
weer aan te zetten.
De energiebesparing is vast ingesteld op
[2MIN.].
[De energiebesparingsfunctie is niet
geactiveerd wanneer de AC-adapter
(DMW-AC5E; optioneel) gebruikt wordt.]
De helderheid van de LCD-monitor wordt
niet gereduceerd in de LCD-stroomfunctie
en in de breedhoekfunctie.
De energiebesparingsfunctie werkt niet in
de volgende gevallen.
In de eenvoudige opnamefunctie [ ]
Als u de AC-adapter (DMW-AC5E;
optioneel) gebruikt.
Als er een menupagina op het scherm
staat.
Als de zelfontspanner aan staat.
Als u opnamen maakt van bewegende
beelden.
[WERELDTIJD] (P55)
Druk op [ ] om het [SET-UP] menu te
openen en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P16)
Uw woongebied en reisbestemming in het
buitenland enz. instellen.
[]:Woongebied
/SET
MENU
/SET
MENU
/SET
MENU
Voorbereiding
19
VQT1B94
[]:Reisbestemming
[LCD SCHERM]
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
te beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P16)
De helderheid van de LCD-monitor in
7 stappen aanpassen.
[RICHTLIJNEN]
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
te beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P16)
Stel het patroon van de richtlijnen in die
afgebeeld worden wanneer u beelden
maakt. (P32, 33)
U kunt ook instellen of u de
opnameinformatie en het histogram
afgebeeld wilt hebben wanneer de
richtlijnen afgebeeld worden.
[OPNAME INFO.]: [ON]/[OFF]
[HISTOGRAM]: [ON]/[OFF]
[PATROON]: [ ]/[ ]
[REISDATUM] (P54)
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
te beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P16)
De vertrek- en terugkeerdatum van uw
vakantie instellen.
[SET], [OFF]
[TOON]
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
te beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P16)
Hiermee stelt u een bieptoon in.
[TOONNIVEAU]:
[]:Geen werkingsgeluid
[]:Zacht werkingsgeluid
[]:Hard werkingsgeluid
[PIEPTOON]: / /
[ONTSPANNER]
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
te beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P16)
Hiermee stelt u het sluitergeluid in.
[SHUTTER VOL.]
[]:Geen sluitergeluid
[]:Zacht sluitergeluid
[]:Hard sluitergeluid
[SHUTTER TOON]: / /
[VOLUME]
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
te beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P16)
U kunt het speakervolume regelen in 7
stappen van 6 tot 0.
Als u de camera aansluit op een TV wijzigt
dit het volume van de TV-speakers niet.
[NR.RESET]
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
te beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P16)
Zet het bestandsnummer van de volgende
opname op 0001.
Het mapnummer wordt vernieuwd en het
bestandsnummer start vanaf 0001. (P90)
U kunt een mapnummer tussen 100 en
999 toewijzen.
Wanneer u het mapnummer 999 bereikt,
kunt u niet verder instellen. Wij raden aan
de kaart te formatteren nadat u de
gegevens op een PC of ergens anders
opgeslagen hebt.
Om het mapnummer opnieuw op 100 te
zetten, formatteert u eerst het
ingebouwde geheugen of de kaart (P88)
gebruikt u vervolgens deze functie om het
bestandnummer opnieuw aan te maken.
Er verschijnt een resetscherm voor het
mapnummer. [JA] kiezen om het
mapnummer opnieuw in te stellen.
/SET
MENU
/SET
MENU
/SET
MENU
/SET
MENU
1 2 3
/SET
MENU
1 2 3
/SET
MENU
/SET
MENU
Voorbereiding
20
VQT1B94
[RESETTEN]
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
te beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P16)
De [OPNAME] of [SET-UP]
menu-instellingen worden weer teruggezet
naar de begininstellingen.
[FAVORIETEN] (P76) is vast ingesteld op
[OFF] en [LCD ROTEREN] (P77) is vast
ingesteld op [ON].
Als u de [SET-UP] menu-instellingen
reset, worden ook de volgende
instellingen gereset.
De geboortedatum instellen voor
[BABY1]/[BABY2] (P48) en [HUISDIER]
(P48) in de scènefunctie.
Het aantal dagen dat verstreken is sinds
de vertrekdatum in [REISDATUM]. (P54)
De [WERELDTIJD] (P56) instellen.
Het mapnummer en de klokinstelling
worden niet gewijzigd.
[VIDEO UIT]
(Alleen in de terugspeelfunctie)
(P96)
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
te beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P16)
Stel dit in voor het kleurentelevisiesysteem
in elk land.
[NTSC]: Video-output wordt op NTSC
systeem ingesteld.
[PAL]: Video-output wordt op PAL
systeem ingesteld.
[TV-ASPECT]
(Alleen in de terugspeelfunctie)
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
te beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P16)
Instellen voor het gebruikte TV-type.
[ ]:
Als u aansluit op een 16:9 TV-scherm.
[]:
Als u aansluit op een 4:3 TV-scherm.
[SCÈNEMENU]
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
te beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P16)
De pagina instellen die verschijnt als u de
functieknop op [ ] zet.
[AUTO]: Het [SCÈNE MODE]
menuscherm verschijnt.
[OFF]: De opnamepagina voor de op dat
ogenblik ingestelde scènefunctie
verschijnt.
[KEUZEDISPLAY]
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
te beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P16)
Instellen of u het keuzemenu al dan niet
wenst af te beelden als u de keuzeknop
verzet.
[ON], [OFF]
[TAAL]
Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af
te beelden en het in te stellen onderdeel te
kiezen. (P16)
De taal instellen voor de afbeeldingen op
het scherm.
[ENGLISH], [DEUTSCH], [FRANÇAIS],
[ESPAÑOL], [ITALIANO], [POLSKI],
[ČEŠTINA], [MAGYAR], [NEDERLANDS],
[TÜRKÇE], [PORTUGUÊS], [ ]
Als u per ongeluk een andere taal instelt,
kiest u [ ] in het pictogrammenmenu om
de gewenste taal in te stellen.
/SET
MENU
/SET
MENU
/SET
MENU
/SET
MENU
/SET
MENU
/SET
MENU
Voorbereiding
21
VQT1B94
LCD-monitor/de
LCD-monitor
omschakelen
Paginaweergave in de normale functie
[ ] (op het ogenblik van de aankoop)
1 Opnamefunctie
2 Flitsfunctie (P35)
Als u de ontspanknop half indrukt
terwijl de flits is ingeschakeld, wordt
het flitspictogram rood.
3 AF-zone (P22)
De weergegeven AF-zone is groter
dan normaal als u opnamen maakt in
het donker.
4 Focus (P22)
5 Beeldresolutie (P62)
6 Kwaliteit (P62)
:
Waarschuwing voor beweging
(P24)
7 Batterijaanduiding
• Het lampje wordt rood en knippert als de
batterij bijna leeg is. (Het lampje knippert
als de LCD-monitor wordt uit gezet.)
Laad de batterij op of vervang deze
door een volle.
Dit gebeurt niet als u de camera
gebruikt met de AC-adapter
(DMW-AC5E; optioneel).
8 Aantal opnamen (P110)
9 Opnamestaat
10 Ingebouwd geheugen/Kaart
De kaartaanduiding wordt rood als er
opnamen met het ingebouwde geheugen
worden gemaakt (of met de kaart).
Als u het ingebouwde geheugen
gebruikt
Als u de kaart gebruikt
De volgende handelingen kunnen niet
als het kaartlampje brandt. De kaart of
de gegevens die erop staan, kunnen
worden beschadigd en het toestel kan
slecht beginnen te werken.
Het toestel uitzetten.
De batterij of de kaart (als u die
gebruikt) eruit halen.
Met het toestel schudden of
ermee slaan.
De AC-adapter losmaken.
(DMW-AC5E; optioneel) (Als u een
AC-adapter gebruikt)
Doe de hier beschreven handelingen niet
als u gegevens op de kaart afleest of wist
of als u het ingebouwde geheugen (of de
kaart) formatteert (P88).
De tijd om het ingebouwde geheugen
te openen kan langer zijn dan de tijd
die nodig is voor een kaart.
11 Sluitertijd (P22)
12 Lensopening (P22)
Als de belichting niet goed is, worden
de diafragmawaarde en de sluitertijd
rood. (Deze worden niet rood als de
flits werkt.)
13 Optische beeldstabilisator (P64)
Lees P97 voor informatie over andere
pagina’s op het scherm.
Andere paginaweergave instellen
U kunt overschakelen naar andere
paginaweergaven als u op [DISPLAY] drukt.
U kunt hiermee informatie op het scherm
afbeelden terwijl u opnamen maakt, zoals
de afmetingen van de afbeelding of het
aantal opnamen dat u nog kunt maken, of
opnamen maken zonder informatie op het
scherm. Lees P32 voor meer details.
1112
8
10
9
1/30F2.8
4
3
7
56 712
13
Basiskennis
22
VQT1B94
Basiskennis
Opnamen maken
Het toestel stelt automatisch de sluitertijd
en de lensopening in volgens de helderheid
van het object.
1: Ontspanknop
•Het lampje 3 gaat ongeveer 1 seconde
aan als u het toestel aan zet 2.
1 Houd het toestel voorzichtig vast
met beide handen, houd uw
armen stil en spreid uw benen
een beetje.
A:Flits
B:AF-lamp
C: Als u het toestel verticaal houdt
2 De AF-zone op het punt richten
waarop u scherp wil stellen.
3 De ontspanknop tot de helft
indrukken om scherp te stellen.
Het focuslampje 2 en de witte AF-zone
1 worden groen.
3: Lensopening
4: Sluitertijd
Het focusbereik is 50 cm tot .
Het onderwerp is onscherp in de
volgende gevallen.
Het focuslampje knippert (groen).
De witte AF-zone wordt rood of er is
geen AF-zone.
U hoort 4 focusbieptonen.
Als de afstand buiten het focusbereik
valt, kan het beeld onscherp zijn ook als
het focuslampje groen is.
4 Druk de half ingedrukte
ontspanknop helemaal in om de
opname te maken.
De flits gebruiken
Als de camera bepaalt dat de plaats waar u
de opname maakt te donker is, zal de flits
werken als u de ontspanknop helemaal
indrukt. (Als de flits op AUTO [ ]/
AUTO/Roge-ogenreductie [] staat.)
U kunt de flitsinstellingen aanpassen aan
uw opnamen. (P35)
Als u de ontspanknop indrukt, kan de
LCD-monitor een ogenblik helder of
donker worden maar dit beïnvloedt de
opname niet.
Houd de camera stil terwijl u de
ontspanknop indrukt.
1/30F2.8
Basiskennis
23
VQT1B94
De flits of de AF-lamp niet bedekken met
uw vingers of andere voorwerpen.
De voorkant van de lens niet aanraken.
Belichting (P40)
Als u de normale opnamefunctie [ ]
kiest, wordt de belichting automatisch
aangepast (AE=Auto Exposure). In
bepaalde omstandigheden en afhankelijk
van bijvoorbeeld het achtergrondlicht, kan
de opname echter te donker zijn.
Pas in dit geval de belichting aan om
minder donkere opnamen te maken.
Scherpstellen (P23, 43)
Als u de normale opnamefunctie [ ]
kiest, stelt het toestel automatisch scherp
(AF= Auto Focus). Sommige delen van de
opname kunnen echter onscherp zijn. Het
focusbereik is 50 cm tot .
Als er zowel voorwerpen dichtbij als ver
weg zijn.
Als er vuil of stof op het glas zit tussen
de lens en het voorwerp.
Als er verlichte of schitterende
voorwerpen rondom het object zijn.
Als u opnamen maakt op donkere
plaatsen.
Als het onderwerp snel beweegt.
Als er te weinig contrast in de scène is.
Als het voorwerp heel fel gekleurd is.
Als u close-up’s maakt.
Als het toestel beweegt.
Probeer met de AF/AE-vergrendeling of
de macrofunctie.
Kleuren (P59)
De kleur van het onderwerp hangt af van
het licht eromheen zoals zonlicht of het
licht van halogeenlampen. Het toestel zal
echter automatisch een kleur kiezen die
zo dicht mogelijk een levensechte kleur
benadert. (automatische witbalans)
Stel de witbalans in als u de kleur die u
met de automatische witbalans krijgt,
wil wijzigen.
Wanneer u een object dat zich buiten
de AF-zone bevindt, wenst te nemen
(AF/AE Lock)
Wanneer u een opname maakt van
personen met een compositie zoals het
volgende beeld, zult u het toestel niet
kunnen scherpstellen op het object omdat
de personen buiten de AF-zone vallen.
In dit geval,
1 De AF-zone op het object richten.
2 De ontspanknop half indrukken om
scherp te stellen en de belichting in te
stellen.
De focusaanduiding gaat branden
wanneer het object scherpgesteld is.
3 De ontspanknop half ingedrukt
houden als u het toestel beweegt om het
beeld samen te stellen.
4 De ontspanknop helemaal indrukken.
U kunt herhaaldelijk de AF/AE Lock
proberen voordat u de ontspanknop
volledig indrukt.
7
1/125F4.5
1/125F4.5
Basiskennis
24
VQT1B94
Richtingfunctie
Beelden die opgenomen zijn met een
verticaal gehouden toestel worden verticaal
(gedraaid) teruggespeeld. (Alleen wanneer
[LCD ROTEREN] (P77) ingesteld is op [ON])
Het beeld wordt misschien niet verticaal
afgebeeld als u het gemaakt hebt met een
naar boven of naar beneden gericht toestel.
Bewegende beelden die met een verticaal
gehouden toestel gemaakt zijn worden
niet verticaal afgebeeld.
Golfstoring (camerabeweging)
Op bewegingbeweging letten wanneer u
de ontspanknop indrukt.
Als het toestel beweegt door een
langzame sluitertijd, verschijnt de
bewegingswaarschuwing A.
Wanneer deze waarschuwing verschijnt,
raden wij aan een statief te gebruiken. Als
u geen statief kunt gebruiken, let u goed
op de manier waarop u het toestel
vasthoudt (P22). Het gebruik van de
zelfontspanner voorkomt toestelbeweging
die veroorzaakt wordt door op de
ontspanknop te drukken als u een statief
gebruikt (P39).
De sluitertijd zal vooral in de volgende
gevallen langzamer zijn. Houdt het toestel
stil vanaf het moment dat u de
ontspanknop indrukt totdat het beeld op
het scherm verschijnt. We raden in dit
geval het gebruik van een statief aan.
Langzame synchr./Reductie
rode-ogeneffect (P35)
[NACHTPORTRET] (P46)
[NACHTL. SCHAP] (P46)
[PARTY] (P47)
[KAARSLICHT] (P47)
[STERRENHEMEL] (P49)
[VUURWERK] (P50)
Als de sluitertijd langzamer wordt in
[SLUITER LANG] (P67)
Beelden maken met de
eenvoudige functie
Met deze functie kunnen beginners
gemakkelijker opnamen maken. Alleen de
basisfuncties verschijnen in het menu om
de handelingen eenvoudig te houden.
Basismenu-instellingen
1 Op [MENU/SET] drukken.
2
Op
3/4
drukken om het gewenste
menuonderdeel te kiezen en
vervolgens op
1
drukken.
3 Op 3/4 drukken om de gewenste
instelling te kiezen en vervolgens
op [MENU/SET] drukken.
4 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
• U kunt ook de ontspanknop tot de helft
indrukken om het menu te sluiten.
1/10F2.8
EENVOUDIGE MODE
TOON
KLOKINST.
SELEC INST.
MENU
AUTO REVIEW
E-MAIL
FOTOMODE
ENLARGE
4
"
k
6
"
/10
k
15cm
Basiskennis
25
VQT1B94
Instellingen in de eenvoudige functie
[FOTOMODE]
[AUTO REVIEW]
[TOON]
[KLOKINST.]
Datum en tijd wijzigen. (P14)
•Als
[
4
qk
6
q
/10
k
15cm]
of [ E-MAIL]
is ingesteld in [FOTOMODE], werkt de
extra optische zoom. (P26)
De instellingen voor [TOON] en
[KLOKINST.] in de eenvoudige functie
worden ook toegepast op andere
opnamefuncties.
De instellingen voor [WERELDTIJD]
(P18), [LCD SCHERM] (P19),
[REISDATUM] (P19), [TOON] (P19),
[ONTSPANNER] (P19), [NR.RESET]
(P19) en [TAAL] (P20) in het [SET-UP]
menu worden toegepast op de
eenvoudige functie.
Andere instellingen in de eenvoudige
functie
In de eenvoudige functie worden andere
instellingen als volgt vastgesteld. Voor
meer informatie over elke instelling
raadpleegt u de pagina waarnaar wordt
verwezen.
Focusbereik:
30 cm tot (Tele)
5 cm tot (Breed)
[BATT. BESP.] (P18):
[5MIN.]
[BESPARING] (P18):
[OFF]
Zelfontspanner (P39):
10 seconden
Optische beeldstabilisator (P64):
[MODE2]
[WITBALANS] (P59):
[AWB]
[GEVOELIGHEID] (P61):
De instelling wordt dezelfde als wanneer u
de ISO-gevoeligheid op [ISO800] hebt
ingesteld in de slimme
ISO-gevoeligheidsfunctie [ ]. (P42)
[ASPECTRATIO]/[FOTO RES.]/
[KWALITEIT] (P61, 62):
[ ENLARGE]:
: (7M)/
–[ 4qk6q/10k15cm]:
: (2,5M EZ)/
[ E-MAIL]:
: (0,3M EZ)/
[AF MODE] (P63):
[]
[AF ASS. LAMP] (P66):
[ON]
[ENLARGE]
Geschikt om de opnamen
te vergroten tot 8qk10q
grootte, lettergrootte enz.
[4qk6q/
10k15cm]
Geschikt voor afdrukken
met een normale grootte.
[E-MAIL]
Geschikt voor het versturen
van beelden als bijlage van
een e-mail of om beelden
op websites te plaatsen.
[UIT] Het opgenomen beeld
verschijnt niet automatisch.
[AAN]
Het opgenomen beeld
verschijnt automatisch op het
scherm gedurende ongeveer
1 seconde.
[UIT] Geen werkingsgeluid
[LAAG]
Zacht werkingsgeluid
[HOOG]
Hard werkingsgeluid
Basiskennis
26
VQT1B94
U kunt de volgende functies echter niet
gebruiken.
Hoge-hoekfunctie
Witbalans, fijnafstelling
Belichtingscompensatie
Auto Bracket
[AUDIO OPNAME]
[DIG. ZOOM]
[BURSTFUNCTIE]
[SLUITER LANG]
[KLEURFUNCTIE]
[RICHTLIJNEN]
In de eenvoudige functie kunt u de
volgende functies niet gebruiken.
–[REISDATUM]
[WERELDTIJD]
Compensatie van de achtergrondverlichting
Achtergrondverlichting treedt op wanneer
er licht achter het object is.
In dit geval wordt het onderwerp (zoals een
persoon) donker zodat u met deze functie
het achtergrondlicht compenseert door het
hele beeld lichter te maken.
Druk op 3.
Als de achtergrondlichtcompensatie is
ingeschakeld, [ ] verschijnt de
(aanduiding
“achtergrondlichtcompensatie AAN”
A). Druk opnieuw op 3 om de functie
uit te schakelen.
Wij raden aan om de flits te gebruiken als
u de achtergrondlichtcompensatie
gebruikt. (De flits wordt vast ingesteld op
AAN [ ].)
De flits is vast ingesteld op AUTO/
Rode-ogenreductie [ ] als de
achtergrondcompensatie ingesteld is op
[OFF].
Beelden maken met de
zoom
U kunt mensen en voorwerpen dichterbij
doen lijken en breedhoekopnamen maken
van landschappen met de 3,6k optische
zoom. (35 mm filmcamera-equivalent
28 mm tot 100 mm) Om voorwerpen nog
dichterbij te halen (maximum 5,3k) kiest u
voor de aspectratio’s niet de grootste
beeldafmetingen ( / / ).
Gebruikobject (Tele) om het object
dichterbij te laten lijken
Het zoomhendeltje op Tele zetten.
Gebruik (Breed) om objecten verder
weg te doen lijken
Het zoomhendeltje op Breed zetten.
BACKLIGHT BACKLIGHT
7 7
De optische zoom gebruiken/De
optische zoom gebruiken (EZ)
T
W
T
W
Basiskennis
27
VQT1B94
Beeldresolutie en maximum
zoomvergroting
(±: Beschikbaar, —: Niet beschikbaar)
Het mechanisme van de extra
optische zoom
Wanneer u de beeldresolutie instelt op
[ ] (3M EZ) (3 miljoen pixels), is de 7M
(7 miljoen pixels) CCD-zone samengeperst
naar de centrum 3M (3 miljoen pixels)
-zone, zo een beeld toelatend met een
hoger zoomeffect.
De optische zoom is ingesteld op Breed
(1k) wanneer het toestel aanstaat.
Als u de zoomfunctie gebruikt nadat u op
het object scherpgesteld hebt, stelt u
opnieuw scherpobject.
De objectiefcilinder (P8) wordt
automatisch uit- of ingetrokken afhankelijk
van de zoomstand. Onderbreek de
beweging van de objectiefcilinder niet
terwijl u het zoomhendeltje verplaatst.
In de bewegende beeldenfunctie [ ] is
de zoomuitvergroting vast ingesteld op de
waarde die aan het begin van de opname
ingesteld is.
“EZ” is een afkorting van
“Extra optical Zoom”.
Als u een beeldresolutie instelt die de
extra optische zoom activeert, verschijnt
het pictogram van de extra optische zoom
[ ] op het scherm als u de zoomfunctie
gebruikt.
De zoom zal heel even stoppen met
bewegen dichtbij [W] (1k) als u de extra
optische zoom gebruikt. Dit is geen
storing.
De aangegeven zoomuitvergroting is
correct bij benadering.
In de bewegende beeldenfunctie [ ] en
[H. GEVOELIGH.] in de scènefunctie
werkt de extra optische zoom niet.
Een maximum van 14,3k zoom kan bereikt
worden met de 3,6k optische zoom en de
4k digitale zoom wanneer [DIG. ZOOM]
ingesteld wordt op [ON] in het [OPNAME]
menu. Als er een beeldresolutie gekozen
wordt die de extra optische zoom gebruikt,
kan er een maximum van 21,4k zoom
bereikt worden met de 5,3k extra optische
zoom en de 4k digitale zoom.
Menuhandeling
1 Op [MENU/SET] drukken.
Als u een scènefunctie kiest, kiest u het
[OPNAME] menu ( ) en drukt u op
1.
2 Op 3/4 drukken om [DIG. ZOOM]
te kiezen en vervolgens op 1.
3 Op 4 drukken om [ON] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
Aspect
ratio
(P61)
Beeldresolutie
(P25, 62)
Maximum
zoomuitver-
groting
(Tele)
Geacti-
veerde
optische
zoom
/(7M)
3,6k (6M)
(5,5M)
(5M EZ) 4,3
(3M EZ)
(2M EZ)
(1M EZ)
/
(0,3M EZ)
5,3
/
(2,5M EZ)
(2M EZ)
De digitale zoom gebruiken
De zoom verder uitbreiden
MENU
SLUITER LANG
1
/
8
3
/
3
OPNAME
/SET
MENU
SELEC INST.
KLEURFUNCTIE
KLOKINST.
OFF
ON
DIG. ZOOM
Basiskennis
28
VQT1B94
4 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
U kunt ook de ontspanknop half
indrukken om het menu te sluiten.
Het digitale zoombereik instellen
De zoomaanduiding op het scherm kan
tijdelijk stoppen met bewegen als u het
zoomhendeltje op de uiterste Telestand zet.
U kunt het digitale zoombereik instellen
door het zoomhendeltje continu op Tele te
zetten of het zoomhendeltje één keer los te
laten en het vervolgens weer op Tele te
zetten.
(Als u tegelijkertijd de digitale zoom en de
extra optische zoom [ ] (3M EZ)
gebruikt.)
1 Optische zoom
2 Digitale zoom
3 Geactiveerde optische zoom
De AF-zone (P63) wordt groter als u de
digitale zoom gebruikt. In dit geval kan
ook de stabilisator niet werken.
Voor de digitale zoom geldt dat hoe groter
het beeld is, hoe lager de beeldkwaliteit
wordt.
Wanneer u de digitale zoom gebruikt,
raden wij het gebruik van een statief en de
zelfontspanner (P39) aan om opnamen te
maken.
De aangegeven zoomuitvergroting is
correct bij benadering.
De digitale zoom werkt niet in de volgende
gevallen:
In simpele functie [ ].
In intelligent ISO sensitivity mode [ ].
In [SPORT], [BABY1]/[BABY2],
[HUISDIER] and [H. GEVOELIGH.] in
scene mode.
De opnamen
controleren (Overzicht)
U kunt de opnamen controleren terwijl het
toestel nog in de [OPNAME] functie staat.
1 Op 4 [REV] drukken.
De laatst gemaakte opname verschijnt
10 seconden lang.
Het overzicht wordt geannuleerd
wanneer de ontspanknop tot de helft
ingedrukt wordt of 4 [REV] opnieuw
ingedrukt wordt.
2 Druk op 2/1 om het beeld te
kiezen.
2: De vorige opname terugspelen
1: De volgende opname terugspelen
Het beeld uitvergroten
1 Draai de zoomhendel op [ ] [T].
Het zoomhendeltje op [ ] [T] zetten
voor een 4k vergroting en het
vervolgens nog verder zetten voor een
8k vergroting. Wanneer u het
zoomhendeltje in de richting van [ ]
[W] zet nadat het beeld vergroot is,
wordt de vergroting kleiner.
W
W
W
T
T
T
[OFF]:
[ON]:
OVERZICHT1X
WISSEN
4X
EXIT
OVERZICHT1X
WI
SSEN
4X
EXIT
Basiskennis
29
VQT1B94
2 Op 3/4/2/1 drukken om de
stand te wijzigen.
Als u de uitvergroting of de afbeelding
op het scherm wijzigt of verplaatst,
verschijnt de zoomstandaanduiding A
ongeveer 1 seconde lang.
Het opgenomen beeld wissen tijdens
het overzicht (Snel wissen)
U kunt tijdens het afspelen één beeld,
meerdere beelden of alle beelden wissen.
Lees P29 voor 30 informatie over het
wissen van beelden.
Wanneer [LCD ROTEREN] ingesteld is op
[ON] worden opnamen die gemaakt zijn
met een verticaal gehouden toestel,
verticaal teruggespeeld (gedraaid).
Beelden wissen/
afspelen
De beeldgegevens in het ingebouwde
geheugen wissen of afspelen zonder kaart.
Beeldgegevens op de kaart wissen of
afspelen met kaart. (P13)
Gewiste beelden kunnen niet worden
hersteld. Controleer elk beeld
afzonderlijk en wis dan de beelden die u
niet wenst te behouden.
Opnamen terugspelen
Op 2/1 drukken om het beeld te
kiezen.
2: De vorige opname terugspelen
1: De volgende opname terugspelen
Snel vooruit spoelen/Snel achteruit
spoelen
Houd 2/1 ingedrukt tijdens het
terugspelen.
2: Snel achteruit
1: Snel vooruit
Het bestandsnummer A en het
beeldnummer B wijzigen alleen elk
afzonderlijk. 2/1 loslaten zodra het
nummer van het gewenste terug te
spelen beeld verschijnt om het beeld
terug te spelen.
1X
WISSEN
8X
OVERZICHT4X
10:00 1.DEC.2007
1/3
10:00 1.DEC.2007
1/3
Basiskennis
30
VQT1B94
Als u op 2/1 blijft drukken, neemt het
aantal vooruit of achteruit afgespeelde
beelden toe.
In de functie overzicht terugdraaien in
de opnamefunctie en in meervoudig
terugdraaien, kunnen de opnamen
alleen één voor één verder of
teruggedraaid worden. (P68)
Dit toestel voldoet aan de DCF standaard
“Design rule for Camera File system” van
de “JEITA (Japan Electronics and
Information Technology Industries
Association)”.
Op de LCD-monitor kunnen soms niet alle
details van de opgenomen beelden
verschijnen. Gebruik de terugspeelzoom
(P70) om deze details te bekijken.
Als u opnamen terugspeelt die gemaakt
zijn met andere apparatuur kan de
kwaliteit slechter worden. (De opnamen
worden afgebeeld als [WEERGAVE
THUMBNAIL] op het scherm.)
Als u een mapnaam of bestandnaam op
uw PC wijzigt, kan het onmogelijk worden
deze opnamen op het toestel terug te
spelen.
Als u een bestand wilt terugspelen dat
buiten de standaard valt, dan wordt het
map-/bestandnummer aangegeven met
[—] en kan het scherm zwart worden.
Er kan een rand op het scherm
verschijnen afhankelijk van het object. Dit
wordt “moire” genoemd. Dit is geen
storing.
Een enkel beeld wissen
1 Druk op [ ] terwijl de opname
wordt afgespeeld.
2 Op 3 drukken om [JA] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
Terwijl het beeld gewist wordt,
verschijnt [ ] op het scherm.
Om te wissen [MULTI WISSEN]/
[ALLES ANNULEREN]
1 Twee keer op [ ] drukken.
2 Op 3/4 drukken om
[MULTI WISSEN] of
[ALLES ANNULEREN] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
•[MULTIWISSEN] > stap 3.
[ALLES ANNULEREN] > stap
5.
[ALLES WISSEN BEHALVE ]
(Alleen als [FAVORIETEN] (P76) is
ingesteld) > stap
5.
(U kunt dit niet kiezen als bij geen enkel
beeld [ ] staat.)
DEZE FOTO WISSEN ?
APART WISSEN
MULTI/ALLES
SELEC
INST.
NEE
JA
MENU
/SET
MENU
MULTI/ALLES WISSEN
ANNUL
MULTI WISSEN
ALLES ANNULEREN
SELEC
INST.
MENU
/SET
MENU
Basiskennis
31
VQT1B94
3 Op 2/1 drukken om het beeld te
kiezen en vervolgens op 4
drukken.
(Alleen wanneer u [MULTI WISSEN] kiest)
Herhaal de bovenstaande procedure.
[ ] verschijnt op de gekozen
opnamen. Als u opnieuw op 4 drukt,
wordt de instelling gewist.
Het pictogram [ ] knippert en wordt
rood als het gekozen beeld beveiligd is
en niet gewist kan worden. De
beveiliging annuleren en vervolgens het
beeld wissen. (P82)
4 Op [ ] drukken.
5 Op 3 drukken om [JA] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
(Scherm wanneer [MULTI WISSEN]
gekozen wordt)
Als u beelden wist, kunt u alleen
beelden in het ingebouwde geheugen
of op de kaart wissen. (U kunt niet
tegelijkertijd beelden in het geheugen
en op de kaart wissen).
[ALLE FOTO’S IN HET INTERNE
GEHEUGEN WISSEN ?] of [ALLE
FOTO’S OP DE GEHEUGENKAART
WISSEN ?] verschijnt als u
[ALLES ANNULEREN] gebruikt en
[ALLES WISSEN BEHALVE ?]
verschijnt als u
[ALLES WISSEN BEHALVE ]
gebruikt.
Als u op [MENU/SET] drukt terwijl u
opnamen wist met
[ALLES ANNULEREN] of
[ALLES WISSEN BEHALVE ] zal het
wissen halverwege stoppen.
Het toestel niet uitzetten.
Wanneer u opnamen wist, batterijen
gebruiken met voldoende batterijstroom
(P21) of de AC-adapter (DMW-AC5E;
optioneel) gebruiken.
Het is mogelijk om tot 50 opnamen
tegelijkertijd te wissen [MULTI WISSEN].
Hoe meer opnamen, hoe langer het duurt
ze te wissen.
Als er beveiligde opnamen zijn [ ]
(P82), of opnamen die niet voldoen aan
de DCF-standaard (P30) of op een kaart
staan met de schrijfbescherming op
[LOCK] (P13) worden deze opnamen niet
gewist ook niet als [ALLES ANNULEREN]
of [ALLES WISSEN BEHALVE ]
gekozen worden.
SELEC
MARK./ANNUL.
7
MULTI WISSEN
WISSEN
EXIT
MENU
11
8 9
1210
SELEC
MULTI WISSEN
INST.
MENU
SET
/SET
MENU
ALLE GEMARKEERDE
FOTO'S WISSEN ?
NEE
JA
Gevorderd (Opnamen maken)
32
VQT1B94
Gevorderd (Opnamen maken)
Over de LCD-monitor
A LCD-monitor (LCD)
Druk op [DISPLAY] om te wijzigen.
Wanneer het menuscherm verschijnt,
wordt de [DISPLAY] knop niet
geactiveerd. Tijdens de
terugspeelzoomfunctie (P70), als u
bewegende beelden terugspoelt (P71)
en tijdens een diavoorstelling (P74),
kunt u alleen kiezen tussen “Normaal
display H” of “Non-display J”.
In Eenvoudige functie [ ]
B Normaal display
C Non-display
In opnamefunctie
D Normaal display
E Display met histogram
F Non-display (Opnamerichtlijn)
¢2
G Non-display
¢1 Histogram
¢2 Het patroon van de richtlijnen die
afgebeeld worden door de instelling
[RICHTLIJNEN] in [SET-UP] menu
instellen. (P19) U kunt ook instellen of
u de opnameinformatie en het
histogram wel of niet afgebeeld wilt
hebben wanneer de richtlijnen
afgebeeld worden.
In terugspeelfunctie
H Normaal display
I Display met opname-informatie en
histogram
J Non-display
¢3 Verschijnt als [INST. GEB DATUM] en
[MET LEEFTIJD] ingesteld worden in
[BABY1]/[BABY2] (P48) of [HUISDIER]
(P48) in de scènefunctie voordat u
opneemt.
¢4 De dagen die verstreken zijn sinds de
vertrekdatum verschijnen op het
display als u [REISDATUM] (P54)
ingesteld hebt voordat u opnamen
begon te maken.
In [NACHTPORTRET] (P46),
[NACHTL. SCHAP] (P46),
[STERRENHEMEL] (P49) en
[VUURWERK] (P50) in scènefunctie, is de
richtlijn grijs.
De afgebeelde informatie wijzigen
DISPLAY/LCD MODE
BACKLIGHT
3
F2.8 1/30
ISO
100
AWB
9
mnd.
10
dg.
1/3
1/3
4
10:00 1.DEC.2007
10:00 1.DEC.2007
1E DAG
3
Gevorderd (Opnamen maken)
33
VQT1B94
Opnamerichtlijn
Wanneer u het object uitlijnt op de
horizontale en verticale richtlijnen of het
kruispunt van deze lijnen, kunt u opnamen
maken met goed ontworpen compositie
door de grootte, de helling en de balans
van het object te bekijken.
A []: Dit wordt gebruikt wanneer het
hele scherm verdeeld wordt in
3k3 voor het maken van beelden
met een goed gebalanceerde
samenstelling.
B []: Dit wordt gebruikt wanneer u het
onderwerp precies in het midden
wilt positioneren.
Histogram
Een Histogram is een grafiek die
helderheid langs de horizontale as (zwart
of wit) en het aantal pixels bij elk
helderheidniveau op de verticale as
afbeeld.
Hiermee controleert u snel de belichting
van een beeld.
Het is zeer nuttig als handmatige
afstellingen van de lensopening en
sluitertijd beschikbaar zijn, vooral in die
situaties waar automatische belichting
moeilijk kan zijn wegens oneven
belichting. Met gebruik van de
histogramfunctie zal u de beste prestatie
van het toestel krijgen.
A Wanneer de waarden aan de linkerkant
geconcentreerd zijn, is de opname
onderbelicht.
B Wanneer de waarde gelijkelijk verdeeld
zijn, is de belichting juist en de
helderheid goed uitgebalanceerd.
C Wanneer de waarden aan de
rechterkant geconcentreerd zijn, is de
opname overbelicht.
Voorbeeld van histogram
A Onderbelicht
B Juist belicht
C Overbelicht
¢Histogram
Wanneer u opnamen maakt met de flits
of op donkere plekken, wordt het
histogram oranje afgebeeld omdat het
opgenomen beeld en het histogram
niet met elkaar overeenkomen.
Het histogram is een benadering in de
opnamefunctie.
Het histogram van een beeld zou niet
overeen kunnen komen in opnamefunctie
en terugspeelfunctie.
Het histogram dat afgebeeld wordt in dit
toestel komt niet overeen met
histogrammen die afgebeeld worden door
beeldbewerkende software voor PC’s enz.
Het histogram verschijnt niet in de
eenvoudige functie [ ] of in de
bewegende-beeldenfunctie [ ] en
tijdens het meervoudig terugspelen of de
kalenderterugspeelfunctie en met de
terugspeelzoom.
10:00 1.DEC.2007
F2.8 1/50
ISO
100
AWB
1/3
10:00 1.DEC.2007
F2.8 1/100
ISO
100
AWB
1/3
10:00 1.DEC.2007
F2.8 1/200
ISO
100
AWB
1/3
Gevorderd (Opnamen maken)
34
VQT1B94
Als de functieknop is ingesteld op [ ]
en [ ], kan alleen de
LCD-versterkingsfunctie worden gebruikt.
1 Druk één seconde op
[LCD MODE].
2 Druk op 3/4 om de functie te
kiezen.
3 Op [MENU/SET] drukken.
Het [SPANNING LCD] A of
[GR. KIJKHOEK] B pictogram
verschijnt.
De LCD-monitor helderder maken
(LCD-versterking/Hoge-hoekfunctie)
DISPLAY/LCD MODE
LCD MODE
INST.
SELEC
MENU
LCD
UIT
SPANNING LCD
GR. KIJKHOEK
[]:
[SPANNING LCD]
De LCD-monitor wordt
helderder en
gemakkelijker zichtbaar
tijdens het opnemen ook
buiten.
[]:
[GR. KIJKHOEK]
De LCD-monitor is beter
zichtbaar als u opnamen
maakt met de camera
hoog boven uw hoofd.
Dit is handig als u niet
dicht bij een object kunt
komen omdat er mensen
in de weg staan. (Als u
er recht op kijkt, wordt
het op deze manier wel
moeilijker om iets te
zien.)
[UIT] De LCD-monitor krijgt
weer zijn normale
helderheid.
33
Gevorderd (Opnamen maken)
35
VQT1B94
De Hoge-hoekfunctie of
LCD-versterking uitschakelen
Als u [LCD MODE] indrukt en opnieuw
1 seconde ingedrukt houdt, verschijnt het
scherm van stap
2. Kies [UIT] om de
LCD-versterkingsfunctie of
Hoge-hoekfunctie uit te schakelen.
De Hoge-hoekfunctie wordt ook
geannuleerd als u de camera uitzet of de
energiebesparingsfunctie hebt
ingeschakeld.
U regelt de helderheid van opnamen op
de LCD-monitor terwijl de
LCD-versterkingsfunctie of
hoge-hoekfunctie actief zijn. Daarom
kunnen de objecten op de LCD-monitor er
anders uitzien. Dit heeft echter geen
gevolg voor de opnamen.
De LCD-monitor wordt weer normaal
helder na 30 seconden als u opneemt met
de LCD-versterkingsfunctie. Druk op een
willekeurige knop om de LCD-monitor
weer helder te maken.
Als u niets op de LCD-monitor ziet door
zonlicht of ander licht dat erop schijnt,
raden wij aan het licht af te schermen met
uw hand of iets anders.
De hoge hoekfunctie is niet geactiveerd in
de volgende gevallen.
In Eenvoudige functie [ ]
In terugspeelfunctie [ ]
In de printfunctie [ ]
Terwijl het menuscherm afgebeeld is
Terwijl het terugspeelscherm afgebeeld
is
Beelden maken met de
ingebouwde flits
A: Fotoflits
Deze niet met uw vinger of andere
voorwerpen bedekken.
Naar de geschikte flitsinstelling
schakelen
De flits instellen voor opnamen.
1 Op 1 [ ] drukken.
2 Druk op 3/4 om de functie te
kiezen.
U kunt ook op 1 [ ] drukken om te
selecteren.
Voor informatie over flitsinstellingen die
gekozen kunnen worden, “Beschikbare
flitsinstellingen voor de
opnamefuncties” (P36) raadplegen.
3 Op [MENU/SET] drukken.
U kunt ook de ontspanknop tot de
helft indrukken om het menu te
sluiten.
Het menuscherm verschijnt na
ongeveer 5 seconden. Nu wordt het
geselecteerde item automatisch
ingesteld.
FLITSER
INST.
SELEC
MENU
AUTO/RODE-OG
GEDWONGEN UIT
FLITS ALTIJD AAN
AUTO
LNGZ. SY./RODE-OG
Gevorderd (Opnamen maken)
36
VQT1B94
:AUTO
De flits wordt automatisch geactiveerd
wanneer dit nodig is voor de
opnamecondities.
: AUTO/Rode-ogenreductie
¢1
De flits wordt automatisch geactiveerd
wanneer dit nodig is voor de
opnamecondities.
De flits wordt een keer geactiveerd vóór de
eigenlijke opname om het rode-ogeneffect
(ogen van het object die rood worden op het
beeld) te verminderen en vervolgens opnieuw
geactiveerd voor de eigenlijke opname.
Gebruik deze functie wanneer u
opnamen maakt van personen in slecht
belichte omstandigheden.
: Vast ingesteld op AAN
De flits wordt altijd geactiveerd ongeacht de
opnamecondities.
Gebruik deze functie wanneer uw
object achtergrondbelichting heeft of
onder fluorescent licht staat.
: Flits vast ingesteld op AAN/
Rode-ogenreductie
¢1
De flitsinstelling is alleen vast
ingesteld op AAN/Rode-ogenreductie
wanneer u [PARTY] (P47) of
[KAARSLICHT] (P47) in de
scènefunctie instelt.
: Langzame synchr/Reductie
rode-ogeneffect
¢1
Als u beelden maakt met een donker
landschap op de achtergrond, maakt deze
functie de sluitertijd langzamer zodra de
flits geactiveerd wordt, zodat het donkere
landschap op de achtergrond helder zal
worden. Tegelijkertijd vermindert het
rode-ogeneffect.
Gebruik deze functie wanneer u
opnamen maakt van personen op een
donkere achtergrond.
: Flits vast ingesteld op UIT
De flits wordt in geen enkele
opnameconditie geactiveerd.
Gebruik deze functie om opnamen te
maken op plekken waar het gebruik
van een flits niet toegestaan is.
¢1 De flits wordt twee keer geactiveerd.
Het object mag niet bewegen totdat
de tweede flits geactiveerd is.
Beschikbare flitsinstellingen voor de
opnamefuncties
De beschikbare flitsinstellingen zijn
afhankelijk van de opnamefuncties.
(±: Beschikbaar, —: Niet beschikbaar,
¥: Begininstelling)
1
2
Gevorderd (Opnamen maken)
37
VQT1B94
¢2 De flits wordt vast ingesteld op AAN
[ ] als de achtergrondcompensatie
geactiveerd wordt.
De flitsinstellingen kunnen veranderen als
de opnamefunctie verander wordt. Stel de
flitsinstelling opnieuw in indien nodig.
De flitsinstelling wordt opgeslagen ook als
u de camera uit zet. De flits krijgt wel weer
de oorspronkelijke instelling als u de
scènefunctie wijzigt.
Het beschikbare flitsbereik om
opnamen te maken
Het beschikbare flitsbereik is correct bij
benadering.
Het beschikbare focusbereik varieert
afhankelijk van de opnamefunctie. (P113)
Als u de flits gebruikt en de
ISO-gevoeligheid staat op [AUTO] of als
de hoogste ISO-gevoeligheid op een
andere waarde staat dan [ISO400] in de
slimme ISO-gevoeligheidsfunctie [ ]
(P42) neemt de ISO-gevoeligheid
automatisch toe tot een maximum van
[ISO640]. (Maximum [ISO400] in
[BABY1]/[BABY2] (P48) en [HUISDIER]
(P48) in de scènefunctie).
Als u een opname maakt met de flits in
een kort bereik wanneer de zoom bij [W]
(1k) staat, kunnen de hoeken van de
opname donker worden. Verdraai de
zoomhendel een beetje en maak dan de
opname.
Beschikbaar flitsbereik in de slimme
ISO-gevoeligheidsfunctie
ISO-gevoeligheid
Beschikbaar
flitsbereik
[AUTO]
Breed
60 cm tot 5,0 m
Tele
30 cm tot 2,5 m
[ISO100]
Breed
60 cm tot 2,0 m
Tele
30 cm tot 1,0 m
[ISO200]
Breed
60 cm tot 2,8 m
Tele
30 cm tot 1,4 m
[ISO400]
Breed
60 cm tot 4,0 m
Tele
40 cm tot 2,0 m
[ISO800]
Breed
80 cm tot 5,6 m
Tele
60 cm tot 2,8 m
[ISO1250]
Breed
1,0 m tot 5,6 m
Tele
80 cm tot 2,8 m
Hoogste ISO-
gevoeligheid
(P43)
Beschikbaar flitsbereik
Breed Tele
ISO400 Ongeveer
60 cm tot
ongeveer
4,0 m
Ongeveer
30 cm tot
ongeveer
2,0 m
ISO800 Ongeveer
60 cm tot
ongeveer
5,0 m
Ongeveer
30 cm tot
ongeveer
2,5 m
ISO1250
Gevorderd (Opnamen maken)
38
VQT1B94
Sluitertijd voor elke flitsfunctie
¢1 De sluitertijd wijzigt afhankelijk van de
langzame sluiterinstelling. (P67)
¢2 Eenvoudige opnamefunctie [ ]
¢3 Slimme ISO-gevoeligheidsfunctie [ ]
(P42)/[SPORT] (P46), [BABY1]/
[BABY2] (P48) en [HUISDIER] (P48) in
de scènefunctie
¢2, ¢3: De sluitertijd wordt maximum
1 seconde in de volgende gevallen.
Als de optische beeldstabilisator op
[OFF] staat.
Als de camera een beetje jitter vaststelt
terwijl de optische beeldstabilisator op
[MODE1] of [MODE2] staat.
Er kunnen verschillen zijn in de
bovenstaande sluitertijden in de volgende
scènefuncties.
[NACHTL. SCHAP] (P46):
8 seconden op 1/2000ste van een
seconde
[STERRENHEMEL] (P49):
15 seconden, 30 seconden,
60 seconden
[VUURWERK] (P50):
1/4 ste van een seconde, 2 seconden
Kijk nooit recht in de flits als deze
werkt.
Als u de flits te dicht bij een voorwerp
brengt, kan dit vervormd of verkleurd
worden door de hitte of het licht van de
flits.
In bezuinigingsfunctie, gaat de
LCD-monitor uit en gaat de
statusindicator branden terwijl de flits
aan het opladen is. [Dit gebeurt niet
wanneer u de AC-adapter (DMW-AC5E;
optioneel) gebruikt.] Als de resterende
batterijstroom laag is, kan de tijdsduur
dat de LCD-monitor uitgaat om op te
laden langer worden.
Als u een opname maakt buiten het bereik
van de flits, kan het object verkeerd
belicht zijn en de opname te donker of te
licht zijn.
Tijdens het opladen van de flits knippert
het lampje van de flitsaanduiding en wordt
het rood; u kunt in dit geval geen opname
maken, zelfs niet wanneer u de
ontspanknop helemaal indrukt.
De witbalans kan eventueel niet goed
worden geregeld als de flits niet sterk
genoeg is voor het voorwerp. (P59)
Wanneer de sluitertijd snel is, zou het
flitseffect niet voldoende kunnen zijn.
Het kan even duren om de flits op te laden
als u een tweede opname wil maken.
Maak de opname pas als het flitslampje
weer aan gaat.
Het effect van de rode-ogenreductie
verschilt van mens tot mens. Als de
persoon bovendien ver van de camera
stond of niet naar de eerste flits keek, kan
dit effect ook minder evident zijn.
U kunt maar 1 opname tegelijk maken met
de flits.
Flitsinstelling Sluitertijd (Sec.)
:AUTO
1/30 tot 1/2000
:AUTO/
Rode-ogenre
ductie
: Vast
ingesteld
op AAN
: Vast
ingesteld
op AAN/
Rode-ogenre
ductie
: Langzame
synchr/Rode-
ogenreductie
1/8
¢1
tot 1/2000
: Vast
ingesteld op UIT
1/8
¢1
tot 1/2000
1/8
¢
1
of 1 tot
1/2000
¢
2
1/4 of 1 tot 1/2000
¢
3
Gevorderd (Opnamen maken)
39
VQT1B94
Opnamen maken met
de zelfontspanner
1 Op 2 [ ] drukken.
2
Druk op
3
/
4
om de functie te kiezen.
U kunt ook op 2 [ ] drukken om te
selecteren.
3 Op [MENU/SET] drukken.
U kunt ook de ontspanknop tot de
helft indrukken om het menu te
sluiten.
Het menuscherm verschijnt na
ongeveer 5 seconden. Nu wordt het
geselecteerde item automatisch
ingesteld.
4 Druk de ontspanknop half in om
scherp te stellen en druk de knop
helemaal in om de opname te
maken.
A: De ontspanknop tot de helft
indrukken om scherp te stellen.
B: De ontspanknop helemaal
indrukken om de opname te
maken.
Het lampje van de zelfontspanner C
knippert en de sluiter wordt na
10 seconden geactiveerd (of na
2 seconden).
Als u tijdens het instellen van de
zelfontspanner op [MENU/SET] drukt,
wordt de instelling van de
zelfontspanner geannuleerd.
Wanneer u een statief of dergelijke enz.
gebruikt, is de instelling van de
zelfontspanner op 2 seconden handig om
de beweging die veroorzaakt wordt door
het indrukken van de ontspanknop te
vermijden.
Wanneer u éénmaal de ontspanknop
helemaal indrukt, wordt er automatisch op
het object scherpgesteld net voor de
opname. Op donkere plekken zal het
zelfontspannerlampje knipperen en kan
het helder gaan schijnen om als AF-lamp
te werken (P66) zodat het toestel beter op
het object scherp kan stellen.
De zelfontspanner is vast ingesteld op
10 seconden in de eenvoudige
opnamefunctie [ ] en op 2 seconden in
[ZELFPORTRET] (P45) in de
scènefunctie.
Wanneer u de zelfontspanner instelt in de
burstfunctie, begint het toestel een beeld
te maken 2 of 10 seconden nadat de
ontspanknop ingedrukt wordt. Het aantal
tegelijk gemaakte opnamen is vast
ingesteld op 3.
We raden het gebruik van een statief aan
wanneer u opneemt met de
zelfontspanner.
De zelfontspanner kan niet worden
gebruikt in [ONDER WATER] in de
scènefunctie.
UIT
INST.
SELEC
MENU
2
SEC.
10
SEC.
ZELFONTSPANNER
ANNUL
3
MENU
Gevorderd (Opnamen maken)
40
VQT1B94
Belichtingscompensatie
Gebruik deze functie wanneer u de
geschikte belichting niet kunt verkrijgen
wegens het verschil in helderheid tussen
het object en de achtergrond. Zie de
volgende voorbeelden.
Onderbelichting
De belichting positief compenseren.
Juiste belichting
Overbelichting
De belichting negatief compenseren.
1 Druk op 3 [ ] totdat
[BELICHTING] verschijnt en
corrigeer de belichting met 2/1.
U kunt compenseren vanaf [j2 EV] tot
[i2 EV] in stappen van [1/3 EV].
Kies [0 EV] om terug te keren naar de
originele belichting.
2 Op [MENU/SET] drukken om te
eindigen.
U kunt ook de ontspanknop half
indrukken om af te sluiten.
EV is een afkorting voor “Exposure Value”
(Belichtingswaarde). Het is de
hoeveelheid licht die door de lensopening
en de sluitertijd naar de CCD gestuurd
wordt.
De belichtingscompensatiewaarde
verschijnt links onderaan op het scherm.
De ingestelde belichtingswaarde wordt
opgeslagen zelfs als het toestel uit wordt
gezet.
Het compensatiebereik van de belichting
wordt beperkt door de helderheid van het
object.
De belichting kan niet gecompenseerd
worden wanneer u [STERRENHEMEL] in
de scènefunctie gebruikt.
BELICHTING
SELEC
EXIT
MENU
Gevorderd (Opnamen maken)
41
VQT1B94
Beelden maken Auto
Bracket
In deze functie, worden 3 opnamen
automatisch gemaakt in het gekozen bereik
van de belichtingscompensatie telkens als
de ontspanknop ingedrukt wordt. U kunt
het beeld met de beste belichting kiezen uit
de 3 opnamen met verschillende
belichtingen.
1 Druk enkele keren op 3 []
totdat [AUTO BRACKET]
verschijnt, stel de
belichtingscorrectie in met 2/1.
U kunt [OFF] (0), [d1/3 EV], [d2/3 EV]
of [d1 EV] kiezen.
Wanneer u de auto bracket niet
gebruikt, kiest u [OFF] (0).
2 Op [MENU/SET] drukken om te
eindigen.
U kunt ook de ontspanknop half
indrukken om af te sluiten.
Als u auto bracket instelt, verschijnt de
auto bracket-aanduiding [ ] links
onderaan op het scherm.
Wanneer u opnamen maakt met auto
bracket nadat u het bereik van de
belichtingscompensatie hebt ingesteld,
wordt voor de opnamen de gekozen
belichtingscompensatie gebruikt.
Wanneer de belichting gecompenseerd is,
verschijnt de waarde van de
belichtingscompensatie links onderaan op
het scherm.
De instelling op auto bracket wordt
geannuleerd als u de camera uit zet of de
energiebesparingsfunctie hebt
ingeschakeld.
Wanneer de auto bracket en de
burstfunctie tegelijkertijd worden
ingesteld, zal de auto bracket voorrang
hebben.
Wanneer de auto bracket ingesteld is,
wordt de automatische overzichtsfunctie
geactiveerd, ongeacht de instelling van
deze functie. (Het beeld wordt niet
vergroot.) U kunt de automatische
overzichtsfunctie niet instellen in het
[SET-UP] menu.
Wanneer auto bracket geactiveerd is, kan
[AUDIO OPNAME] niet gebruikt worden.
De belichting zou niet gecompenseerd
kunnen worden met auto bracket
afhankelijk van de helderheid van het
object.
Wanneer de flits geactiveerd is of het
aantal opneembare beelden 2 of minder
is, kunt u slechts 1 beeld maken.
De automatische bracket kan niet worden
ingesteld in [STERRENHEMEL] in de
scènefunctie.
AUTO BRACKET
SELEC EXIT
MENU
Gevorderd (Opnamen maken)
42
VQT1B94
De gevoeligheid
aanpassen aan de
beweging van het
opgenomen onderwerp
Het toestel spoort de beweging van het
onderwerp op in de buurt van het midden
van het scherm en zet vervolgens de
optimale ISO-gevoeligheid en sluitertijd in
afhankelijk van de beweging en de
helderheid van het onderwerp.
1 Op [MENU/SET] drukken.
2 Druk op 3/4 om [ISO-LIMIET] te
kiezen en vervolgens op 1.
3 Op 3/4 drukken om het
onderdeel te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
Hoe hoger de ingestelde
ISO-gevoeligheid is, hoe minder jitter u
zult hebben. De beeldruis neemt echter
wel toe.
Golfstoring wordt vermeden wanneer u
beelden binnen maakt van een bewegend
onderwerp door de ISO-gevoeligheid te
vergroten en de sluitertijd sneller te
maken.
Ruis wordt vermeden wanneer er binnen
beelden gemaakt worden van een
onderwerp zonder beweging door de
ISO-gevoeligheid te vergroten.
Als u de ontspanknop half indrukt,
verschijnt [ ] A. Als u de ontspanknop
helemaal indrukt, verschijnen de sluitertijd
en de ISO-gevoeligheid even.
Het focusbereik wordt hetzelfde als de
macrofunctie. [5 cm (Breed)/30 cm (Tele)
tot ]
Als de flits werkt, neemt de
ISO-gevoeligheid automatisch toe tot een
maximum van [ISO640]. (Als de hoogste
ISO-gevoeligheid op een andere dan
[ISO400] is ingesteld.)
Lees P37 voor informatie over het
beschikbare flitsbereik.
Onderdeel Instellingen
400
De ISO-gevoeligheid neemt
automatisch toe tot op de
ingestelde waarde afhankelijk
van de bewegingen en de
helderheid van een voorwerp.
800
1250
400
800
1250
SELEC
AUTO
FOTO RES.
ASPECTRATIO
AWB
WITBALANS
OPNAME
1
/
3
KWALITEIT
MENU
INST.
800
1250
ISO-LIMIET
ISO
MAX
400
F2.8
1/125 ISO800
F2.8
1/30 ISO200
F2.8
Gevorderd (Opnamen maken)
43
VQT1B94
Afhankelijk van de helderheid en de
snelheid van het onderwerp kunt u storing
door beweging niet vermijden.
Het toestel kan niet in staat zijn de
beweging op te sporen van het onderwerp
in de volgende gevallen.
Wanneer het onderwerp klein is
Wanneer het bewegend onderwerp zich
aan de rand van het scherm bevindt
Wanneer het onderwerp begint met
bewegen op het moment dat de
ontspanknop helemaal ingedrukt wordt
Om beeldruis te voorkomen, raden wij aan
de [ISO-LIMIET] lager in te stellen of
[KLEURFUNCTIE] op [NATURAL] in te
stellen. (P67)
De volgende functies kunt u niet
gebruiken.
[DIG. ZOOM]
[SLUITER LANG]
Close-up’s maken
Met deze functie kunt u close-up’s maken
van een object, bijv. wanneer u opnamen
van bloemen maakt. U kunt opnamen
maken van een object tot op een afstand
van 5 cm van de lens door het
zoomhendeltje zo ver mogelijk naar Breed
te zetten (1k).
Focusbereik
We raden het gebruik van een statief en
de zelfontspanner aan (P39) in de
macrofunctie.
Wanneer een object dichtbij het toestel is,
is het effectieve focusbereik (velddiepte)
aanzienlijk minder breed. Daarom kan, als
de afstand tussen het toestel en het object
gewijzigd is na het scherpstellen, het
moeilijk worden om er opnieuw op scherp
te stellen.
Als de afstand tussen het toestel en het
object buiten het focusbereik van het
toestel ligt, zou het beeld niet op de juiste
manier scherpgesteld kunnen worden
zelfs als de focusaanduiding brandt.
De macrofunctie zal voorrang geven aan
elk object dat zich dicht bij de camera
bevindt. Als dus de afstand tussen de
camera en het object meer dan 50 cm
bedraagt,duurt het langer om scherp te
stellen op dit object in de macrofunctie
dan in de normale opnamefunctie.
Het beschikbare flitsbereik is ongeveer
60 cm tot 5,0 m (Breed). (Wanneer de
ISO-gevoeligheid ingesteld is op [AUTO].)
Wij raden aan de flits op Gedwongen UIT
te zetten [ ] als u van heel dicht bij
opnamen maakt.
Wanneer u opnamen maakt in een dicht
bereik in macrofunctie, kan de resolutie
van de buitenkant van het beeld enigszins
afnemen. Dit is geen storing.
T
W
5 cm
30 cm
Gevorderd (Opnamen maken)
44
VQT1B94
Opnamefuncties kiezen
die passen bij de scène
die u opneemt
(Scènefuncties)
Als u een scènefunctie kiest om een
opname te maken van een beeld in een
bepaalde situatie zal de camera
automatisch de optimale belichting
instellen en aanpassen voor de gewenste
opname.
Lees P45 tot 51 en “Over de informatie
voor details over elke scènefunctie.
1 Druk op 1 voor het
[SCÈNE MODE] menu.
2 Op 3/4/2/1 drukken om het
gewenste scènemenu te kiezen.
Druk op 4 in A om over te schakelen
naar het volgende menuscherm.
U kunt ook tussen de schermen kiezen
in elk willekeurig onderdeel door aan
het zoomhendeltje te draaien.
3 Druk op [MENU/SET] om in te
stellen.
De menupagina schakelt over naar de
opnamepagina in de gekozen
scènefunctie.
Druk op [MENU/SET] en voer dan de
stappen
1, 2 en 3 uit om een andere
scènefunctie te kiezen.
Over de informatie
Als u op [DISPLAY] drukt terwijl u een
scènefunctie kiest in stap
2 verschijnt er
uitleg over elke afgebeelde scènefunctie.
(Als u opnieuw op [DISPLAY] drukt, keert
het [SCÈNE MODE] menu terug op het
scherm.)
Lees P38 voor informatie over het
instellen van de.
Als u een andere scènefunctie instelt,
worden de instellingen voor de flits en de
witbalans weer zoals ze waren op het
ogenblik van de aankoop.
Als u een opname maakt met een
scènefunctie die niet geschikt is voor de
werkelijke condities, kan de tint van het
beeld verschillen van de werkelijke scène.
Als u op 2 drukt terwijl u [PORTRET] of
[STERRENHEMEL] in stap
2 kiest,
verschijnt het [SCÈNE MODE] menu
[ ]. Als u dan het [OPNAME] menu
[ ] of het [SET-UP] menu [ ] kiest, kunt
u de gewenste onderdelen instellen. (P16)
De volgende functies kunnen niet worden
gebruikt in de scènefunctie omdat het
toestel ze automatisch optimaal instelt.
[GEVOELIGHEID]
[KLEURFUNCTIE]
SCN
MENU
SCN
MENU
SCÈNE MODE
1
/
2
SCÈNE MODE
2
/
2
INST.
INST.
SELEC
SELEC
DISPLAY
DISPLAY
21
BABY1
STERRENHEMEL
INFORMATIE
ANNUL INST.
MENU
DISPLAY
BABY1
Voor foto's van baby's.
De leefijd kan weergegeven
worden als de
geboortedatum ingesteld
wordt.
Gevorderd (Opnamen maken)
45
VQT1B94
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
menu af te beelden en de scènefunctie te
kiezen. (P44)
De persoon steekt beter af op de achtergrond
en heeft een gezondere huidskleur.
Technieken voor portretten
Deze functie doeltreffender maken:
1 Het zoomhendeltje zo ver mogelijk op
Tele zetten.
2 Ga dicht bij het object staan om deze
functie beter te laten werken.
Deze functie is alleen geschikt wanneer u
opnamen buiten en overdag maakt.
De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op
[ISO100].
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
menu af te beelden en de scènefunctie te
kiezen. (P44)
Hiermee kunt u een zachtere huidtint
krijgen dan in [PORTRET].
Technieken voor de
zachte-huidfunctie
Deze functie doeltreffender maken:
1 Het zoomhendeltje zo ver mogelijk op
Tele zetten.
2 Ga dicht bij het object staan om deze
functie beter te laten werken.
Deze functie is alleen geschikt wanneer u
opnamen buiten en overdag maakt.
Als er een gedeelte van de achtergrond
e.d.enz. erg lijkt op de huidskleur, wordt
dit gedeelte ook verzacht.
Deze functie kan minder doeltreffend
werken als het beeld onvoldoende helder
is.
De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op
[ISO100].
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
menu af te beelden en de scènefunctie te
kiezen. (P44)
Kies dit om opnamen van uzelf te maken.
Zelfportrettechnieken
Druk de ontspanknop half in om scherp te
stellen. De zelfontspanneraanduiding begint
te branden als u scherp in beeld staat. Houd
de camera stil en druk de ontspanknop
helemaal in om de foto te maken.
Het object is niet scherpgesteld als de
zelfontspanneraanduiding knippert. Druk
de ontspanknop opnieuw half in om
scherp te stellen.
De opname verschijnt automatisch op de
LCD-monitor om deze opnieuw te
bekijken. Raadpleeg P28 voor informatie
over de terugspeelfunctie.
Als de opname wazig is door de langzame
sluitertijd raden wij het gebruik aan van de
2 seconden zelfontspanner. (P39)
Het beschikbare focusbereik is ongeveer
30 cm tot 70 cm.
U kunt opnamen van uzelf maken met
geluid (P63). Als u dit doet, zal de
zelfontspanneraanduiding gaan branden
terwijl u het geluid opneemt. (P39)
Als u [ZELFPORTRET] kiest, wordt de
zoomuitvergroting automatisch ingesteld
op Breed (1k).
De zelfontspanner kan alleen worden
ingesteld op uit of op 2 seconden (P39).
Als u de timer instelt op 2 seconden blijft
deze instelling gelden totdat u de camera
uitzet, de scènefunctie wijzigt of aan de
instelknop draait.
De stabilisatorfunctie is vast ingesteld op
[MODE2]. (P64)
De AF-functie is vast ingesteld op [ ]. (P63)
De AF-lamp is uitgeschakeld.
[PORTRET]
[GAVE HUID]
/SET
MENU
/SET
MENU
[ZELFPORTRET]
/SET
MENU
Gevorderd (Opnamen maken)
46
VQT1B94
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
menu af te beelden en de scènefunctie te
kiezen. (P44)
Hiermee kunt u opnamen maken van een
landschap.
Het focusbereik is 5 m tot .
De Flitsinstelling is vast ingesteld op UIT
[].
De instelling op de AF-lamp is buiten
werking gesteld.
U kunt de witbalans niet instellen.
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
menu af te beelden en de scènefunctie te
kiezen. (P44)
Daar instellen wanneer u beelden wilt
maken van sportscènes of andere
snelbewegende evenementen.
Deze functie is geschikt voor het maken
van beelden van onderwerpen op een
afstand van 5 m of meer.
Als u opnamen maakt van een snel
bewegend onderwerp binnenshuis wordt
de ISO-gevoeligheid dezelfde als die van
de slimme ISO-gevoeligheidsfunctie [ ]
wordt ingesteld op de hoogste
ISO-gevoeligheid van [ISO800]. (P42)
De volgende functies kunt u niet
gebruiken.
[DIG. ZOOM]
[SLUITER LANG]
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
menu af te beelden en de scènefunctie te
kiezen. (P44)
Hiermee kunt u opnamen maken van een
persoon en de achtergrond met een zo
goed als levensechte helderheid.
Technieken voor nachtportretten
De flits gebruiken.
Aangezien de sluitertijd langzamer wordt,
raden we het gebruik van een statief en
de zelfontspanner (P39) aan om opnamen
te maken.
Het object gedurende ongeveer
1 seconde stil laten staan nadat u de
opname gemaakt hebt.
We raden aan het zoomhendeltje op
Breed (1k) te zetten en ongeveer 1,5 m
van het object af te staan wanneer u een
opname maakt.
Het focusbereik is 1,2 m tot 5 m. (Lees
P37 voor het beschikbare flitsbereik om
opnamen te maken.)
De ontspanner kan gesloten blijven (max.
ongeveer 1 sec.) nadat u de opname hebt
gemaakt voor de signaalverwerking. Dit is
geen storing.
Er kan ruis zichtbaar worden wanneer u
opnamen maakt op donkere plekken.
Wanneer u de flits gebruikt, wordt de
Langzame synch./Rode-ogenreductie
[ ] gekozen en wordt de flits telkens
geactiveerd.
U kunt de witbalans niet instellen.
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
menu af te beelden en de scènefunctie te
kiezen. (P44)
Hiermee kunt u levendige opnamen maken
van nachtscènes.
Technieken voor nachtlandschappen
Aangezien de sluitertijd langzamer wordt
(tot ongeveer 8 sec.) dient u een statief te
gebruiken. We raden verder het gebruik
van de zelfontspanner aan (P39) om deze
opnamen te maken.
[LANDSCHAP]
[SPORT]
[NACHTPORTRET]
/SET
MENU
/SET
MENU
/SET
MENU
[NACHTL. SCHAP]
/SET
MENU
Gevorderd (Opnamen maken)
47
VQT1B94
Het focusbereik is 5 m tot .
De ontspanner kan gesloten blijven (max.
ongeveer 8 sec.) nadat u de opname hebt
gemaakt voor de signaalverwerking. Dit is
geen storing.
Er kan ruis zichtbaar worden wanneer u
opnamen maakt op donkere plekken.
De flits is vast ingesteld op UIT [ ].
De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op
[ISO100].
De AF-lamp is uitgeschakeld.
U kunt geen langzame ontspanner
instellen.
U kunt de witbalans niet instellen.
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
menu af te beelden en de scènefunctie te
kiezen. (P44)
Met deze functie kunt u opnamen maken
van bijvoorbeeld voedsel dat er natuurlijk
uitziet zonder de hinderlijke invloed van
omgevingslicht in restaurants enz.
Het focusbereik wordt hetzelfde als in de
macrofunctie. [5 cm (Breed)/30 cm (Tele)
tot ]
U kunt de witbalans niet instellen.
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
menu af te beelden en de scènefunctie te
kiezen. (P44)
Kies dit als u opnamen wil maken op een
huwelijksreceptie, een feestje binnenshuis
enzovoort. U kunt hiermee opnamen
maken van personen en achtergronden
met een zo goed als levensechte
helderheid.
Technieken voor opnamen van
feesten
De flits gebruiken.
We raden het gebruik van een statief en
de zelfontspanner (P39) aan voor deze
opnamen.
We raden aan het zoomhendeltje op
Breed (1k) te zetten en ongeveer 1,5 m
van het object af te staan wanneer u
opnamen maakt.
De flitsinstelling kan ingesteld worden op
Langzame synch./Rode-ogenreductie
[ ] of Gedwongen AAN/
Rode-ogenreductie [ ].
U kunt de witbalans niet instellen.
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
menu af te beelden en de scènefunctie te
kiezen. (P44)
Met deze functie kunt u opnamen maken bij
kaarslicht.
Technieken voor de opnamen bij
kaarslicht
Als u het kaarslicht goed gebruikt, kunt u
mooie opnamen maken zonder de flits.
We raden het gebruik van een statief en
de zelfontspanner (P39) aan voor deze
opnamen.
Het focusbereik wordt hetzelfde als de
macrofunctie. [5 cm (Breed)/30 cm (Tele)
tot ]
De flits kan ingesteld worden op
Langzame synch./Rode-ogenreductie
[ ] of Vast ingesteld op AAN/
Rode-ogenreductie [ ].
U kunt de witbalans niet instellen.
[VOEDSEL]
[PARTY]
/SET
MENU
/SET
MENU
[KAARSLICHT]
/SET
MENU
Gevorderd (Opnamen maken)
48
VQT1B94
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
menu af te beelden en de scènefunctie te
kiezen. (P44)
Met deze functie kunt u opnamen maken
van een baby met mooi kleurtje. Als u de
flits gebruikt, zal het licht ervan zwakker
zijn dan normaal.
U kunt twee verschillende geboortedatums
instellen met [BABY1] en [BABY2]. U kunt
de ingestelde datum weergeven als u
opnamen afspeelt en de leeftijd laten
afdrukken op de beelden met
[DATUM AFDR.] (P78).
De leeftijd kan ook afgedrukt worden met
het programma [LUMIX Simple Viewer] of
[PHOTOfunSTUDIO-viewer-] die op de
CD-ROM (meegeleverd) staat. (Voor
informatie over afdrukken, de aparte
gebruiksaanwijzingen voor aansluiting op
de PC raadplegen.)
Het afbeelden van de leeftijd instellen
Om de leeftijd weer te geven, stelt u eerst
de geboortedatum in. Controleer dan of u
[MET LEEFTIJD] hebt ingesteld voordat u
opnamen maakt.
Geboortedatum instellen
1 Op 3/4 drukken om
[INST. GEB DATUM] te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET] drukken.
2 Als een melding verschijnt, drukt u op 2/
1 om de menuonderdelen te kiezen
(jaar, maand, dag). Druk dan op 3/4
om deze gegevens te bevestigen.
3 Op [MENU/SET] drukken om het
instellen te eindigen.
Het focusbereik wordt hetzelfde als in de
macrofunctie. [5 cm (Breed)/30 cm (Tele)
tot ]
De ISO-gevoeligheid wordt dezelfde als
wanneer de slimme ISO-gevoeligheidsfunctie
[]
is ingesteld op de hoogste
ISO-gevoeligheid van [ISO400]. (P42)
Als u het toestel aanzet in [BABY1]/
[BABY2], verschijnen de leeftijd en
huidige tijd ongeveer 5 seconden
onderaan op het scherm.
De stijl van de geboortedatum op het
scherm verschilt naar gelang van de
taalinstelling in de opnamefunctie.
Als de leeftijd niet juist afgebeeld wordt,
controleert u de klok en de
geboortedatuminstellingen.
Als het toestel ingesteld is op
[ZONDER LEEFTIJD], wordt de leeftijd
niet opgenomen zelfs als de tijd en
geboortedatum ingesteld zijn. Dit betekent
dat de leeftijd niet ingesteld kan worden
zelfs als het toestel ingesteld is op
[MET LEEFTIJD] na het maken van
opnamen.
U kunt de geboortedatum wijzigen met
[RESETTEN]. (P20)
De volgende functies kunt u niet gebruiken.
[DIG. ZOOM]
[SLUITER LANG]
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
menu af te beelden en de scènefunctie te
kiezen. (P44)
Kies dit als u opnamen wenst te maken van
een huisdier (kat of hond).
Hiermee kunt u de geboortedatum van uw
huisdier instellen. U kunt deze datum
weergeven terwijl u opnamen afspeelt of op
de opnamen laten afdrukken met
[DATUM AFDR.] (P78).
De leeftijd kan ook afgedrukt worden met
het programma [LUMIX Simple Viewer] of
[PHOTOfunSTUDIO-viewer-] die op de
CD-ROM (meegeleverd) staat. (Voor
informatie over afdrukken, de aparte
gebruiksaanwijzingen voor de aansluiting
op de PC raadplegen.)
Lees [BABY1]/[BABY2] (P48) voor
informatie over het instellen van de
leeftijdweergave en van de geboortedatum.
De begininstelling van de AF-lamp is
[OFF]. (P66)
Lees [BABY1]/[BABY2] voor meer
informatie over deze functie.
[BABY1]/
[BABY2]
1
2
/SET
MENU
BABY1
ZONDER LEEFTIJD
INST. GEB DATUM
MET LEEFTIJD
SELEC INST.
MENU
ANNUL
1
[HUISDIER]
/SET
MENU
Gevorderd (Opnamen maken)
49
VQT1B94
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
menu af te beelden en de scènefunctie te
kiezen. (P44)
Kies dit als u een opname wil maken van
een zonsopgang. Hiermee maakt u
levendige opnamen van een sterrenhemel
of een donker onderwerp.
De Flitsinstelling is vast ingesteld op UIT
[].
De instelling op de AF-lamp is buiten
werking gesteld.
De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op
[ISO100].
U kunt de witbalans niet instellen.
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
menu af te beelden en de scènefunctie te
kiezen. (P44)
Dit initieert hoge-gevoeligheidprocessering
en stelt onderwerpen in staat om op de foto
te komen op de ISO3200 gevoeligheid.
De resolutie neemt enigszins af met de
hoge-gevoeligheidsfunctie. Dit is geen
storing.
Het focusbereik wordt hetzelfde als in de
macrofunctie.
[5 cm (Breed)/30 cm (Tele) tot ]
U kunt beelden maken die geschikt zijn
voor 4qk6q/10k15 cm afdrukken.
De flits is vast ingesteld op UIT [ ].
De extra optische zoom en de digitale
zoom kunnen niet gebruikt worden.
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
menu af te beelden en de scènefunctie te
kiezen. (P44)
Hiermee maakt u levendige opnamen van
een sterrenhemel of een donker onderwerp.
De sluitertijd instellen
Kies een sluitertijd van [15 SEC.],
[30 SEC.] of [60 SEC.].
1 Op 3/4 drukken om het
menuonderdeel te kiezen en vervolgens
op [MENU/SET] drukken.
Als u de seconden wenst te wijzigen,
drukt u op [MENU/SET] en dan weer op
1 om [STERRENHEMEL] te kiezen en
stelt u het aantal seconden weer in.
2 Opnamen maken.
Druk de ontspanknop helemaal in om de
aftelpagina te openen. Het toestel niet
bewegen als dit scherm afgebeeld wordt.
Wanneer het aftellen eindigt, verschijnt
[AUB WACHTEN ...] net zolang als de
ingestelde sluitertijd duurt om de signalen
te verwerken.
Druk op [MENU/SET] om te stoppen met
de opname terwijl de aftelling op het
scherm staat.
Technieken voor opnamen van
sterrenhemels
De ontspanner opent zich gedurende 15,
30 of 60 seconden. Gebruik een statief.
Wij raden verder aan de opnamen te
maken met de zelfontspanner. (P39)
[ZONSONDERG.]
[H. GEVOELIGH.]
/SET
MENU
/SET
MENU
[STERRENHEMEL]
/SET
MENU
STERRENHEMEL
30 SEC.
60 SEC.
15 SEC.
SELEC INST.
MENU
ANNUL
15
ANNUL
MENU
Gevorderd (Opnamen maken)
50
VQT1B94
• De LCD-monitor wordt automatisch donker.
Histogrammen worden altijd oranje
afgebeeld. (P33)
De flitsinstelling is vast ingesteld op UIT
[].
De optische beeldstabilisator is vast
ingesteld op [OFF].
De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op
[ISO100].
De volgende functies werken niet.
[BELICHTING]
[WITBALANS]
[AUTO BRACKET]
[BURSTFUNCTIE]
[AUDIO OPNAME]
[SLUITER LANG]
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
menu af te beelden en de scènefunctie te
kiezen. (P44)
Met deze functie kunt u mooie opnamen
maken van vuurwerk tegen een nachthemel.
Technieken voor opnamen van
vuurwerk
Omdat de sluitertijd langzamer wordt,
raden we het gebruik van een statief aan.
Deze functie werkt het beste wanneer het
object 10 m of meer van het toestel
verwijderd is.
De sluitersnelheden worden als volgt
ingesteld.
Als u [OFF] instelt in de
stabilisatorfunctie voor optische
beelden: Vast op 2 seconden
Als u [MODE1] of [MODE2] instelt in de
stabilisatorfunctie voor optische
beelden:
1/4de van een seconde of 2 seconden
(De sluitertijd wordt 2 seconden alleen
als de camera bepaalt dat er weinig
golfbeweging is zoals wanneer u een
statief gebruikt enz.)
Histogrammen worden altijd oranje
afgebeeld. (P33)
De flits is vast ingesteld op UIT [ ].
U kunt de AF-functie niet instellen.
De AF-zone verschijnt niet.
De AF-lamp is uitgeschakeld.
De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op
[ISO100].
U kunt geen langzame ontspanner
instellen.
U kunt de witbalans niet instellen.
Druk op [ ] om het [SCÈNE MODE] menu
te openen kies deze functie. (P44)
Hiermee kunt u nog betere opnamen
maken van een helderblauwe hemel, de
zee enzovoort. Met deze functie voorkomt
u onderbelichte mensen in sterk zonnelicht.
Raak de camera niet aan met natte handen.
Zand of zeewater kunnen de camera
beschadigen. Laat geen zand of zeewater
in de lens of op de aansluitingen komen.
U kunt de witbalans niet instellen.
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
menu af te beelden en de scènefunctie te
kiezen. (P44)
Hiermee kunt u opnamen maken met een
zo wit mogelijke sneeuw op een skipiste of
een met sneeuw bedekte berg.
U kunt de witbalans niet instellen.
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
menu af te beelden en de scènefunctie te
kiezen. (P44)
Met deze functie maakt u foto’s terwijl u in
het vliegtuig zit.
[VUURWERK]
/SET
MENU
[STRAND]
[SNEEUW]
[LUCHTFOTO]
/SET
MENU
/SET
MENU
/SET
MENU
Gevorderd (Opnamen maken)
51
VQT1B94
Techniek voor Luchtfoto’s
Wij raden aan deze techniek te gebruiken
als u moeilijk kunt scherpstellen en u
opnamen wenst te maken van wolken en
dergelijke. Richt de camera op iets met
een hoog contrast, druk de ontspanknop
half in om de scherpstelling vast te zetten,
richt dan de camera op het object en druk
de ontspanknop helemaal in om de
opname te maken.
Zet de camera uit terwijl het vliegtuig
opstijgt of landt.
Als u de camera wenst te gebruiken,
dient u alle instructies van het
vliegtuigpersoneel te volgen.
Wees voorzichtig met weerkaatsing op het
raampje.
De flits is vast ingesteld op UIT [ ].
De AF-lamp is uitgeschakeld.
U kunt de witbalans niet instellen.
Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE]
menu af te beelden en de scènefunctie te
kiezen. (P44)
Gebruik de onderwaterhoes
(DMW-MCFX30; optioneel). Hiermee kunt
u opnamen maken met natuurlijke kleuren.
De witbalans instellen
[WB INSTELLEN]
U kunt de tinten aanpassen aan de
waterdiepte en het weer.
1 Druk drie keer op
3[ ] om [WB
INSTELLEN] weer te geven.
2 Druk op 2/1 om de witbalans te
regelen.
2 [ROOD]: Indrukken wanneer de tint
blauwachtig is.
1 [BLAUW]: Indrukken wanneer de tint
roodachtig is.
Als u de witbalans afstelt, wordt de
melding [ ] rood of blauw op het
scherm weergegeven.
Kies [0] als u de witbalans niet fijn
wenst af te stellen.
Onderwater scherpstellen (AF Lock)
U kunt de scherpstelling vastzetten voordat
u een opname maakt met vergrendelde AF.
Dit is handig als u opnamen wenst te
maken van bijvoorbeeld een heel snel
bewegend object.
1 De AF-zone op het object richten.
2 Druk op 2 om de scherpstelling vast in
te stellen.
Het symbool van de AF-vergrendeling
A verschijnt als het object
scherpgesteld is.
Druk opnieuw op 2 om de
AF-vergrendeling te annuleren.
Als u aan de zoomhendel draait,
annuleert u de AF-vergrendeling. In dit
geval dient u opnieuw scherp te stellen
en de scherpstelling te vergrendelen.
Het focusbereik wordt hetzelfde als in de
macrofunctie.
[5 cm (Breed)/30 cm (Tele) tot ]
De zelfontspanner kan niet ingesteld
worden.
U kunt de witbalans niet instellen.
[ONDER WATER]
/SET
MENU
BLAUWROOD
WB INSTELLEN
SELEC
EXIT
MENU
AWB
AWB
3
AWB
AF VERGR.
3
AF VERGR.
Gevorderd (Opnamen maken)
52
VQT1B94
Bewegende beelden
1
Druk de opspanknop half in om
scherp te stellen en druk hem dan
helemaal in om opnamen te maken.
A: Geluidsopname
De beschikbare opnametijd B
verschijnt op het display rechts boven
en de voorbije opnametijd C staat
onderaan rechts.
Is de scherpte ingesteld dan gaat de
betreffende aanduiding branden.
De scherpstelling, zoom en
openingswaarde zijn vast ingesteld op
de instelling die geldt tijdens het starten
van de opname (de eerste frame).
De beschikbare opnametijd en de
voorbije opnametijd zijn correct bij
benadering.
Geluid wordt met dit toestel gelijktijdig
opgenomen via de ingebouwde
microfoon. (Bewegende beelden kunnen
niet zonder geluid opgenomen worden).
Als u de stabilisatorfunctie gebruikt,
staat deze vast ingesteld op [MODE1].
2 De ontspanknop helemaal
indrukken om de opname te
stoppen.
Als de kaart vol raakt tijdens het
opnemen, stopt het toestel automatisch
met opnemen.
De aspectratio en de beeldkwaliteit
wijzigen
1 Op [MENU/SET] drukken.
2 Op 3/4 drukken om
[ASPECTRATIO] te kiezen en
vervolgens op 1 drukken.
3
Op
3/4
drukken om het
onderdeel te kiezen en vervolgens
op [MENU/SET] drukken.
4 Op 3/4 drukken om
[FOTOMODE] te kiezen en
vervolgens op 1 drukken.
5
Op
3/4
drukken om het
onderdeel te kiezen en vervolgens
op [MENU/SET] drukken.
Als u [ ] hebt gekozen in het scherm
van stap
2
Als u [ ] hebt gekozen in het scherm
van stap
2
R
3
Onderdeel Beeldresolutie fps
[30fpsVGA]
640k480 pixels
30
[10fpsVGA] 10
[30fpsQVGA]
320k240 pixels
30
[10fpsQVGA]
10
Onderdeel Beeldresolutie fps
[30fps16:9]
848k480 pixels
30
[10fps16:9] 10
AWB
WITBALANS
OPNAME
1
/
2
AF MODE
FOTO MODE
MODE1
SELEC INST.
MENU
ASPECTRATIO
STABILISATIE
AWB
WITBALANS
OPNAME
1
/
2
AF MODE
ON
SELEC INST.
MENU
ASPECTRATIO
FOTO MODE
STABILISATIE
Gevorderd (Opnamen maken)
53
VQT1B94
fps “frames per seconde”; Dit verwijst
naar het aantal frames gebruikt in
1 seconde.
U kunt zachtere beeldopnamen maken
met “30 fps”.
U kunt langere beeldopnamen maken
met “10 fps” maar de kwaliteit is wel
minder.
Met [10fpsQVGA] blijft het bestand
klein. Daarom is deze grootte geschikt
voor verzending per e-mail.
U kunt alleen bewegende beelden
opnemen met het ingebouwde
geheugen als de [ASPECTRATIO]
ingesteld is op [ ] en de
beeldgrootte op [30fpsQVGA] of
[10fpsQVGA] (320k240 pixels).
6 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
U kunt ook de ontspanknop tot de
helft indrukken om het menu te
sluiten.
Het focusbereik wordt hetzelfde als in de
macrofunctie. [5 cm (Breed)/30 cm (Tele)
tot ]
P112 raadplegen voor informatie over de
beschikbare opnametijd.
De beschikbare opnametijd die afgebeeld
wordt op het scherm zou niet op
regelmatige wijze af kunnen lopen.
Dit apparaat kan geen bewegende
beelden opslaan op MultiMediaCard.
Wanneer u de beeldkwaliteit instelt op
[30fpsVGA] of [30fps16:9] raden we het
gebruik aan van een
high-speedf-SD-geheugenkaart met
“10MB/s” of meer (op de verpakking).
Afhankelijk van het type geheugenkaart
kan het opnemen halverwege stoppen.
We raden het gebruik aan van een
SD-geheugenkaart/
SDHC-geheugenkaart van Panasonic.
Afhankelijk van het type
SD-geheugenkaart of
SDHC-geheugenkaart kan de
kaarttoegangsaanduiding even
verschijnen na het opnemen van
bewegende beelden. Dit is geen storing.
U kunt tot 15 minuten lang continu
bewegende beelden opnemen.
De maximale continue opnametijd (tot
15 minuten) verschijnt op het scherm.
Als bewegende beelden die met dit toestel
opgenomen zijn, teruggespeeld worden
op andere apparatuur, kan het zijn dat de
kwaliteit van beelden en geluiden
achteruit gaat of dat beelden niet
teruggespeeld kunnen worden. Het kan
ook gebeuren dat bepaalde
opslaginformatie niet correct op het
scherm wordt weergegeven.
In de bewegende-beeldenfunctie [ ],
kunt u de richtingfunctie en de
overzichtsfunctie niet gebruiken.
U kunt in [MODE2] de optische stabilisator
niet instellen.
De bijbehorende software bevat
QuickTime om bestanden met
bewegende beelden die opgenomen zijn
met dit toestel terug te spelen op een PC.
Gevorderd (Opnamen maken)
54
VQT1B94
De dag van uw vakantie
opslaan waarop u de
foto maakt
Als u de vertrekdatum op voorhand instelt,
wordt het aantal dagen dat is verstreken
vanaf de vertrekdatum (de dag van uw
vakantie dus) opgenomen terwijl u
opnamen maakt. U kunt het aantal
verstreken dagen weergeven als u
opnamen afspeelt en deze laten afdrukken
op de opnamen met [DATUM AFDR.]
(P78).
A: Het aantal dagen dat verstreken is sinds
de vertrekdatum
Het aantal dagen dat verstreken is sinds
de vertrekdatum kan ook afgedrukt
worden op elke foto met het programma
[LUMIX Simple Viewer] of
[PHOTOfunSTUDIO-viewer-] die op de
CD-ROM (meegeleverd) staan. (Voor
informatie over afdrukken, de aparte
gebruiksinstructies voor aansluiting op de
PC raadplegen.)
De vertrek/terugkeerdatum instellen
(bijvoorbeeld: Hierna volgen voorbeelden
van het scherm met de normale
opnamefunctie [ ].)
1 Druk op [MENU/SET] en dan op
2.
2 Op 4 drukken om het [SET-UP]
menupictogram [ ] te kiezen en
vervolgens op 1 drukken.
3 Op 3/4 drukken om
[REISDATUM] te kiezen en
vervolgens op 1 drukken.
4 Druk op 4 om [SET] te kiezen en
dan op [MENU/SET].
5 Druk op 3/4/2/1 om de
terugkeerdatum in te stellen en
dan op [MENU/SET].
2/1: Selecteer het gewenste
onderdeel.
3/4: Stel het jaar, de maand en de
datum in.
1/3
10:00 2.DEC.2007
1E DAG
100
_
0001
/SET
MENU
SET-UP
OFF
0
n
LCD SCHERM
WERELDTIJD
RICHTLIJNEN
KLOKINST.
1
/
4
INST.
MENU
SELEC
SET
OFF
REISDATUM
DEC
12 2007
..
REISDATUM
SELEC INST.
MENU
GELIEVE DE
VERTREKDATUM INSTELLEN
/SET
MENU
Gevorderd (Opnamen maken)
55
VQT1B94
6 Druk op 3/4/2/1 om de
terugkeerdatum in te stellen en
dan op [MENU/SET].
2/1: Selecteer het gewenste
onderdeel.
3/4: Stel het jaar, de maand en de
datum in.
De reisdatum wordt geannuleerd als de
huidige datum na de terugkeerdatum valt.
Als u de terugkeerdatum niet wenst in te
stellen, drukt u op [MENU/SET]
terwijl
de datumbalk op het scherm staat.
7 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
8 Een opname maken.
A:Het aantal dagen dat verstreken is sinds
de vertrekdatum
Het aantal dagen dat is verstreken
sinds het vertrek wordt ongeveer
5 seconden lang weergegeven telkens
als het toestel wordt aangezet
enzovoort als een vertrekdatum is
ingesteld.
Als u een vertrekdatum instelt,
verschijnt [ ] onderaan rechts op het
scherm. (Dit verschijnt niet als de
huidige datum later is dan de
terugkeerdatum.)
De vertrekdatum wissen
De reisdatum wordt automatisch
geannuleerd als de huidige datum later is
dan de terugkeerdatum. Als u de reisdatum
wil annuleren voordat u vakantie eindigt,
kiest u [OFF] op de pagina van stap
4
waarna u [MENU/SET] twee keer indrukt.
De reisdatum wordt berekend aan de
hand van de manier waarop de klok is
ingesteld (P17) en de vertrekdatum die u
hebt ingevoerd. Als u [WERELDTIJD]
(P56) instelt op de reisbestemming, wordt
de reisdatum berekend aan de hand van
de datum in de klokinstelling en de
reisbestemminginstelling.
De ingestelde vertrekdatum wordt
opgeslagen zelfs als het toestel uit wordt
gezet.
Als u een vertrekdatum hebt ingevoerd en
u maakt een opname op een datum voor
deze vertrekdatum, verschijnt een oranje
[-] (minteken) en wordt de dag van de
vakantie waarop u deze opname hebt
gemaakt, niet opgeslagen.
Als u een vertrekdatum instelt en de
klokinstelling wijzigt op de datum en tijd
van uw reisbestemming, verschijnt een wit
[-] (minteken) en wordt de dag van de
vakantie waarop u deze opname hebt
gemaakt, niet opgeslagen als de datum
van uw reisbestemming bijvoorbeeld één
dag vroeger valt dan bijvoorbeeld de
ingestelde vertrekdatum.
Als de [REISDATUM] is ingesteld op
[OFF] zal het aantal dagen dat verstrijkt
sinds de vertrekdatum niet worden
opgeslagen, ook niet als u de reisdatum of
terugkeerdatum instelt. Ook als u
[REISDATUM] instelt op [SET] nadat u
opnamen hebt gemaakt, zal op het
scherm niet vermeld worden op welke dag
van de vakantie u deze opnamen hebt
gemaakt.
Stel de klok in als de melding [AUB KLOK
INSTELLEN] verschijnt. (P14)
De [REISDATUM] instelling beïnvloedt
tevens de eenvoudige functie [ ].
..
REISDATUM
SELEC EXIT
STEL DE
TERUGDATUM IN.
MENU
/SET
MENU
3
10:00 2.DEC.2007
1E DAG
Gevorderd (Opnamen maken)
56
VQT1B94
De tijd van uw
reisbestemming
weergeven
(World Time)
Als u uw eigen woongebied instelt en het
gebeid van uw reisbestemming als u
bijvoorbeeld in het buitenland reist, kunt u
de plaatselijke tijd op de plaats van uw
vakantie afbeelden op het scherm en op de
opnamen.
• Kies [KLOKINST.] om de huidige datum
en tijd op voorhand in te stellen. (P14)
1 Druk op [MENU/SET] en dan op
2.
2 Druk op 4 om het [SET-UP]
menupictogram [ ] te kiezen en
vervolgens op 1.
3 Druk op 3/4 om [WERELDTIJD]
te kiezen en vervolgens op 1
.
.
Als u de wereldtijd voor het eerst instelt,
verschijnt de melding [GELIEVE DE
THUISZONE INSTELLEN]. Als deze
melding verschijnt, drukt u op [MENU/
SET] en begint u met instellen in het
scherm dat u in de stap 2 ziet in
“Woongebied instellen [HOME]”.
Woongebied instellen [HOME]
(Voer de stappen
1, 2 en 3 uit.)
1 Druk op 4 om [HOME] te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET].
2 Druk op 2/1 om uw huidige
verblijfplaats te kiezen en dan op
[MENU/SET].
De actuele tijd wordt afgebeeld
linksboven op het scherm en het
tijdverschil met GMT “Greenwich Mean
Time” wordt linksonder op het scherm
afgebeeld.
Als in uw eigen gebied het zomeruur
wordt gebruikt [ ], drukt u op 3.
Druk opnieuw op 3 om terug te keren
naar de originele tijd.
Als u het zomeruur instelt voor uw
woongebied, betekent dit niet dat de
huidige tijd een uur vooruit wordt gezet.
Zet zelf de klok één uur vooruit. (P14)
SET-UP
EXIT
MENU
SELEC
OFF
REISDATUM
0
n
LCD SCHERM
RICHTLIJNEN
KLOKINST.
1
/
4
WERELDTIJD
WERELDTIJD
INST.
ANNUL
SELEC
MENU
BESTEMMING
HOME
10:00 1.DEC.2007
/SET
MENU
10:00
MENU
GMT+1:00
Berlin
Paris
Rome
Madrid
/SET
MENU
SELEC INST.
ANNUL
Gevorderd (Opnamen maken)
57
VQT1B94
Het instellen van het woongebied
afronden
Als u uw woongebied voor het eerst
instelt, keert het scherm terug naar het
scherm dat u ziet in de stap 1 van de
functie “Woongebied instellen [HOME]”
als u op [MENU/SET] drukt om uw huidige
locatie in te stellen. Druk op 2 om terug
te keren naar het scherm van stap
3 en
druk dan op [MENU/SET] om het menu te
sluiten.
Als u uw woongebied een volgende keer
instelt, keert het scherm van stap
3 terug
als u [MENU/SET] indrukt om uw huidige
locatie in te stellen. Druk opnieuw op
[MENU/SET] om het menu te sluiten.
De reisbestemming instellen
(Voer hiervoor de stappen
1, 2 en 3 uit.)
1 Druk op 3 om [BESTEMMING] te
kiezen en vervolgens op [MENU/SET].
.
A: Afhankelijk van de instelling
verschijnt de tijd in uw
vakantiebestemmingsgebied of uw
eigen woongebied op het scherm.
Als u het gebied van uw
reisbestemming voor het eerst instelt,
worden de datum en de tijd afgebeeld
zoals u op de schermafbeelding
hierboven ziet.
2 Druk op 2/1 om de zone van uw
reisbestemming te kiezen en dan op
[MENU/SET].
De huidige tijd die geldt voor de
gekozen reisbestemming verschijnt
rechts bovenaan op het scherm terwijl
het verschil tussen de tijd in uw eigen
woongebied en het gebied van uw
reisbestemming onderaan links op het
scherm staat.
Als de daglichtbesparingstijd [ ]
gebruikt wordt op de reisbestemming,
op 3 drukken. (De tijd wordt één uur
vooruit gezet.) Opnieuw op 3 drukken
om de originele tijd terug te zetten.
3 Druk op [MENU/SET] om te sluiten.
Het pictogram [ ] wordt [ ] als u de
reisbestemming hebt ingesteld.
Zet de instelling weer op [HOME] als uw
vakantie afgelopen is met de stappen
1, 2, 3 en de stappen 1 en 2 van de
functie “Woongebied instellen [HOME]”.
(P56)
Als uw reisbestemming niet in de lijst van
gebieden op het scherm staat, stelt u het
tijdverschil tussen uw eigen zone en uw
reisbestemming in.
De [WERELDTIJD] instelling beïnvloedt
tevens de eenvoudige functie [ ].
Het pictogram van de reisbestemming
[ ] verschijnt als u opnamen afspeelt
die u tijdens uw reis hebt gemaakt.
WERELDTIJD
INST.
ANNUL
SELEC
MENU
HOME
BESTEMMING
--
:
--
--
.
--
.
----
/SET
MENU
Seoul
Tokyo
10:00 18:00
MENU
+8:00
/SET
MENU
SELEC INST.
ANNUL
/SET
MENU
SET-UP
EXIT
MENU
SELEC
OFF
REISDATUM
0
n
LCD SCHERM
RICHTLIJNEN
KLOKINST.
1
/
4
WERELDTIJD
Gevorderd (Opnamen maken)
58
VQT1B94
Het functiemenu
[OPNAME] gebruiken
De opnamemogelijkheden verhogen door
kleureffecten, witbalans enzovoort in te
stellen. De instelbare menufuncties hangen
af van de opnamewijze.
Instellen met de menupagina
Druk op [MENU/SET] om het [OPNAME]
menu te openen en kies dan het onderdeel.
(P16)
Onderdelen die u kunt instellen
(Opnemen met de normale
opnamefunctie [ ])
Snel instellen
U kunt [FUNC] gebruiken om snel de
volgende onderdelen in te stellen tijdens
het opnemen.
Optische beeldstabilisator
Burstfunctie
Witbalans
ISO-gevoeligheid
Aantal pixels
Kwaliteit
A: Cursorknoppen
B: [MENU/SET] knop
C: [FUNC] knop
1 Druk op [FUNC] en houd dit
ingedrukt tijdens het opnemen.
2 Druk op 3/4/2/1 om het
menuonderdeel en de instelling te
kiezen en druk dan op [MENU/
SET] om het menu te sluiten.
U kunt het menu ook sluiten met
[FUNC].
De [ ] (Witinstelling) instelling
verschijnt niet als u de snelle instellingen
gebruikt.
Menupa-
gina
Onderdeel
1/3
: [WITBALANS] (P59)
: [GEVOELIGHEID] (P61)
: [ASPECTRATIO] (P61)
: [FOTO RES.] (P62)
: [KWALITEIT] (P62)
2/3
: [AUDIO OPNAME]
(P63)
: [AF MODE] (P63)
: [STABILISATIE] (P64)
: [BURSTFUNCTIE]
(P65)
: [AF ASS. LAMP] (P66)
3/3
: [SLUITER LANG] (P67)
: [DIG. ZOOM] (P27)
: [KLEURFUNCTIE]
(P67)
: [KLOKINST.] (P14)
SELEC
EXIT
3
MENU
FUNC
AWBOFF AUTO
AWB
SELEC
EXIT
3
MENU
/SET
MENU
AWB AUTO
AUTO
ISO
100
ISO
400
ISO
200
ISO
1250
ISO
800
OFF
Gevorderd (Opnamen maken)
59
VQT1B94
Op [ ] drukken om het [OPNAME] functie
menu af te beelden en het in te stellen
onderdeel te kiezen. (P58)
Met deze functie kunt u een witte kleur
produceren die dichter is bij de echte kleur in
met zonlicht, halogeenbelichting, enz.
gemaakte opnamen waarin het witte licht
roodachtig of blauwachtig kan lijken. Kies een
instelling die past bij de opnamecondities.
1 De automatische witbalans zal met dit
bereik werken.
2 Blauwe lucht
3 Bewolkte lucht (Regen)
4 Schaduw
5 TV scherm
6 Zonlicht
7 Wit fluorescerend licht
8Gloeilamp
9 Zonsopgang en zonsondergang
10 Kaarslicht
Kl Kelvintemperatuur en kleuren
De automatische witbalans
Het beschikbare witbalansbereik ziet u op
de bovenstaande afbeelding.
Wanneer u een beeld maakt dat buiten het
beschikbare witbalansbereik valt, kan het
beeld roodachtig of blauwachtig lijken.
Zelfs binnen de grenzen van het bereik, zal
de automatische witbalans niet juist werken
als er veel lichtbronnen zijn of als er geen
kleur die in de buurt van wit komt is. In deze
gevallen, de witbalans op een andere
functie dan [AWB] zetten.
De witbalans handmatig instellen
1 Kies [ ] en druk dan op
[MENU/SET].
2 Richt de camera op een wit stuk papier
of iets dergelijks zodat het frame in het
middel gevuld is met het witte object en
druk dan op [MENU/SET].
3 Twee keer op [MENU/SET] drukken om
het menu te sluiten.
U kunt ook de ontspanknop tot de helft
indrukken om het menu te sluiten.
[WITBALANS]
Tinten corrigeren voor meer
natuurlijke opnamen
[AWB]
(Automatische
witbalans)
voor de automatische
instelling
(Daglicht)
voor buitenopnamen
op een heldere dag
(Bewolkt)
voor buitenopnamen
op een bewolkte dag
(Schaduw)
voor het maken van
opnames buiten in de
schaduw
(Halogeen)
voor opname bij
halogeen licht
(Witinstelling)
voor gebruik van de
vooringestelde
witbalans
(Witinstelling)
voor het opnieuw
instellen van de
witbalans
/SET
MENU
1)
2)
3)
4)
5)
6)
7)
8)
9)
10)
WIT INSTELLEN
INST.ANNUL
MENU
Gevorderd (Opnamen maken)
60
VQT1B94
De witbalans fijn afstellen [ ]
Gebruik deze functie om de witbalans
handmatig in te stellen.
Stel de witbalans in op
[ ]/[ ]/[ ]/[ ]/[ ]. (P59)
U kunt de witbalans zelfs gebruiken voor
[ONDER WATER] opnamen.
1 Druk op 3 [ ], meerdere keren,
totdat [WB INSTELLEN]
verschijnt en druk dan op 2/1
om de witbalans fijn in te stellen.
2 [ROOD]: Indrukken wanneer de tint
blauwachtig is.
1 [BLAUW]: Indrukken wanneer de tint
roodachtig is.
Kies [0] om de oorspronkelijke
witbalans weer in te stellen.
2 Op [MENU/SET] drukken om te
eindigen.
U kunt ook de ontspanknop tot de
helft indrukken om het menu te
sluiten.
De witbalansaanduiding op het scherm
wordt rood of blauw.
Over de witbalans
Als u een opname maakt met de flits, kan
de witbalans niet correct aangepast zijn
als de flits niet sterk genoeg is voor het
object dat u fotografeert.
De witbalansinstelling blijft opgeslagen,
ook als de camera wordt uitgezet. De
witbalansinstelling voor een bepaalde
opnamefunctie wordt weer [AWB] als u
een andere opnamefunctie kiest.
De witbalans kan niet worden ingesteld in
de volgende gevallen.
Simpele functie [ ]
In [LANDSCHAP], [NACHTPORTRET],
[NACHTL. SCHAP], [VOEDSEL],
[PARTY], [KAARSLICHT],
[ZONSONDERG.], [STERRENHEMEL],
[VUURWERK], [STRAND], [SNEEUW],
[LUCHTFOTO] en [ONDER WATER] in
de scènefunctie.
Over het fijn afstellen van de witbalans
U kunt de witbalans onafhankelijk
nauwkeurig afstellen voor elke
witbalansfunctie.
• De instelling voor het nauwkeurig afstellen
van de witbalans wordt door het beeld
gebruikt wanneer u de flits gebruikt.
De fijnafstelling van de witbalans blijft ook
opgeslagen als u de camera uitzet.
Het niveau van de instelling voor het
nauwkeurig afstellen van de witbalans in
[ ] keert terug naar [0] wanneer u de
witbalans opnieuw instelt met behulp van
[].
U kunt de witbalans niet nauwkeurig
afstellen wanneer [KLEURFUNCTIE]
(P67) is ingesteld op [COOL], [WARM],
[B/W] of [SEPIA].
BLAUWROOD
WB INSTELLEN
SELEC
EXIT
MENU
Gevorderd (Opnamen maken)
61
VQT1B94
Op [ ] drukken om het [OPNAME] functie
menu af te beelden en het in te stellen
onderdeel te kiezen. (P58)
ISO is een maat voor de gevoeligheid voor
licht. Hoe hoger de gevoeligheid is, hoe
minder licht u nodig hebt voor een opname:
de camera wordt beter geschikt voor
opnamen op donkere plaatsen.
Wanneer ingesteld op [AUTO], wordt de
ISO-gevoeligheid automatisch afgesteld
op een maximum van [ISO200] volgens
de helderheid. (Deze kan afgesteld
worden tot een maximum van [ISO640]
wanneer u de flits gebruikt.)
De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op
[ISO3200] in [H. GEVOELIGH.] (P49) in
de scènefunctie.
Om beeldruis te voorkomen, raden wij aan
de hoogste ISO-gevoeligheid in te stellen
of [KLEURFUNCTIE] in te stellen op
[NATURAL]. (P67)
De ISO-gevoeligheid wordt op
[ISO-LIMIET] gezet in de slimme
ISO-gevoeligheidsfunctie [ ]. (P42)
De ISO-gevoeligheid kan niet ingesteld
worden in de volgende gevallen.
Simpele functie [ ]
Bewegende beeldfunctie [ ]
Scènefunctie
Op [ ] drukken om het [OPNAME] functie
menu af te beelden en het in te stellen
onderdeel te kiezen. (P58)
Als u de aspectratio wijzigt, kunt u een
hoek (standpunt) kiezen die past bij het
object.
In de functie voor bewegende beelden
[ ] u kunt [ ] niet kiezen. (P52)
De uiteinden van de opgenomen
opnamen kunnen afgeknipt worden bij het
afdrukken. (P108)
[GEVOELIGHEID]
De lichtgevoeligheid instellen
ISO-gevoeligheid
100 1250
Gebruiken op
heldere plekken
(b.v. buiten)
Geschikt
Niet
geschikt
Gebruiken op
donkere plekken
Niet
geschikt
Geschikt
Sluitertijd Langzaam Snel
Ruis Minder Verhoogd
/SET
MENU
[ASPECTRATIO]
De aspectratio instellen
Kiezen om opnamen te maken
met dezelfde aspectratio als een
4:3 TV of een computermonitor.
Kiezen om opnamen te maken
met dezelfde 3:2 aspect ratio als
een 35 mm film.
Dit is geschikt voor landschappen
etc. waar een breed zicht
wensbaar is. Dit is ook geschikt
voor het terugspelen van beelden
op een breedbeeld TV, hoge
definitie TV etc.
/SET
MENU
Gevorderd (Opnamen maken)
62
VQT1B94
Op [ ] drukken om het [OPNAME] functie
menu af te beelden en het in te stellen
onderdeel te kiezen. (P58)
Een digitaal beeld is samengesteld uit
ontelbare punten die pixels heten. Ook al
ziet u het verschil op het scherm van het
toestel niet, hoe meer pixels, hoe mooier
het beeld wanneer dit afgedrukt wordt op
een groot stuk papier of op een
computermonitor. Beeldresolutie verwijst
naar de compressiewaarde die gebruikt
wordt om digitale opnamen op te slaan.
A Heel veel pixels (Fijn)
B Weinig pixels (Grof)
¢ Deze opnamen zijn voorbeelden van dit
effect.
Aantal pixels
U kunt opnamen duidelijker afdrukken
wanneer er een grotere beeldresolutie
[ ] (7M) gekozen is.
Wanneer er een kleinere beeldresolutie
[ ] (0,3M EZ) gekozen is, kunt u meer
opnamen opnemen en deze via e-mail als
bijlage verzenden of ze op een website
zetten omdat ze klein genoeg zijn.
Aspectratio [ ].
Aspectratio [ ].
Aspectratio [ ].
Kwaliteit
Het aantal pixels dat gekozen kan worden
verschilt afhankelijk van de aspectratio.
Als u de aspectratio wijzigt, stelt u de
beeldresolutie in.
“EZ” is een afkorting voor
“Extra optical Zoom”. (P26)
De verengde optische zoom werkt niet in
[H. GEVOELIGH.] in de scènefunctie,
daarom wordt de grootte voor [EZ] niet
afgebeeld.
Beelden kunnen mozaïsch lijken
afhankelijk van het object en de
opnamecondities.
P110 lezen voor informatie over het
aantal opnamen.
Het aantal opnamen hangt af van het
object.
Het op het scherm afgebeelde aantal
resterende opnamen valt eventueel niet
samen met de opgenomen beelden.
In de eenvoudige functie [ ] worden de
instellingen als volgt.
[ ENLARGE]:
: (7M)/
–[ 4qk6q/10k15cm]:
: (2,5M EZ)/
–[ E-MAIL]:
: (0,3M EZ)/
[FOTO RES.]/[KWALITEIT]
Een beeldresolutie en –kwaliteit
kiezen die overeenkomen met uw
eigen gebruik
(7M) 3072k2304 pixels
(5M EZ) 2560k1920 pixels
(3M EZ) 2048k1536 pixels
(2M EZ) 1600k1200 pixels
(1M EZ) 1280k960 pixels
(0,3M EZ) 640k480 pixels
/SET
MENU
(6M) 3072k2048 pixels
(2,5M EZ) 2048k1360 pixels
(5,5M) 3072k1728 pixels
(2M EZ) 1920k1080 pixels
Fijn (Lage comprimering):
Dit type geeft voorrang aan de
beeldkwaliteit.
De beeldkwaliteit zal hoog zijn.
Standaard (Hoge comprimering):
Dit type geeft voorrang aan het
aantal opnamen. Er zullen
standaard kwaliteit opnamen
gemaakt worden.
Gevorderd (Opnamen maken)
63
VQT1B94
Op [ ] drukken om het [OPNAME] functie
menu af te beelden en het in te stellen
onderdeel te kiezen. (P58)
U kunt geluid opnemen met stilstaande
opnamen als deze functie ingesteld is op
[ON]. Dit betekent dat u de conversatie
tijdens de opname of een uitleg bij het
beeld kunt opnemen.
[ ] verschijnt op het scherm wanneer u
[AUDIO OPNAME] op [ON] instelt.
Scherpstellen op het object en op de
ontspanknop drukken om de opname te
starten. De opname zal automatisch
stoppen na ongeveer 5 seconden. U hoeft
de ontspanknop niet de hele tijd in te
drukken.
Het geluid wordt opgenomen met de
ingebouwde microfoon.
Als u op [MENU/SET] drukt tijdens het
geluidsopname, wordt het geluidsopname
geannuleerd. Het geluid wordt niet
opgenomen.
U kunt geen opnamen maken met geluid
in auto bracket, burstfunctie of
[STERRENHEMEL] in de scènefunctie.
De volgende functies kunt u niet
gebruiken.
[DATUM AFDR.]
[NW. RS.]
–[BIJSNIJD.]
[ASPECT CONV.]
Druk op [ ] om het [OPNAME] functie
menu weer te geven en kies dan het in te
stellen onderdeel. (P58)
De functie kiezen die overeenkomt met de
opnamecondities en de samenstelling.
[AUDIO OPNAME]
Stilstaande beelden opnemen met
geluid
/SET
MENU
[AF MODE]
De scherpstellingsfocusmethode
instellen
5-zone-focussing:
Het toestel stelt scherp
op één van de
5 focuszones. Dit werkt
wanneer het object zich
niet in het midden van
het scherm bevindt.
3-zone-focussing (Hoge snelheid):
Het toestel stelt snel
scherp op één van de
3 punten van de
focuszones. d.w.z.
links, rechts of in het
midden. Dit werkt
wanneer het object
zich niet in het midden van het scherm
bevindt.
1-
zone-focussing (Hoge snelheid):
Het toestel stelt snel
scherp es op het object
in de AF-zone in het
midden van het
scherm.
1-zone-focussing:
Het toestel stelt scherp
op het object in de
AF-zone in het midden
van het scherm.
Punt-focussing:
Het toestel stelt scherp
op een beperkte en
nauwe zone op het
scherm.
/SET
MENU
Gevorderd (Opnamen maken)
64
VQT1B94
Over [] of []
U kunt sneller scherpstellen op het object
dan in de andere AF- functies.
Het beeld kan even stoppen met bewegen
voordat er scherpgesteld wordt wanneer u
de ontspanknop tot de helft indrukt. Dit is
geen storing.
De afgebeelde AF-zone is groter dan
normaal als u opnamen in het donker
maakt of de digitale zoom gebruik. De
AF-zone die verschijnt in het midden van
het scherm kan ook groter zijn dan
normaal als u onderwateropnamen
maakt.
Het toestel focust op alle AF-zones
wanneer veelvoudige AF-zones (max.
5 zones) op het zelfde moment gaan
branden.
De focusstand wordt niet vooraf bepaald.
Deze wordt ingesteld op de stand die het
toestel automatisch bepaalt op het
moment dat u scherpstelt. Als u de
focusstand wilt bepalen om opnamen te
maken, schakelt u de AF-functie naar
[ ], [] of [].
Als u de AF-functie instelt op [ ] of
[ ] verschijnt de AF-zone niet op het
scherm totdat het hele beeld scherp is.
De AF-functie naar [ ] of [ ]
schakelen als het moeilijk is scherp te
stellen met behulp van [ ].
• De AF-functie kan niet ingesteld worden in
de eenvoudige functie [ ],
[ZELFPORTRET] of [VUURWERK] in de
scènefunctie.
Druk op [ ] om het [OPNAME] functie
menu weer te geven en kies dan het in te
stellen onderdeel. (P58)
Over de demo van de waarschuwing
voor camerabeweging
Druk op 1 om [JITTER, DEMO BEW.
ONDW.] weer te geven als [STABILISATIE]
op het scherm staat. (U kunt geen
opnamen maken als de [JITTER, DEMO
BEW. ONDW.] pagina verschijnt.)
Druk opnieuw op 1 om deze pagina te
sluiten.
A: Demo voor jitter
B: Demo voor beweging
De camera spoort automatisch jitter en
beweging van het voorwerp op en
signaleert dit.
1/60F5.6
[STABILISATIE]
Jitter of camerabeweging meten en
compenseren
[MODE1]
()
De stabilisator werkt continu en
helpt bij de fotocompositie.
[MODE2]
()
De beweging van de
camerabeweging wordt
gecompenseerd wanneer de
ontspanknop ingedrukt wordt.
Er is een groter
stabilisatoreffect.
[OFF]
()
Wanneer de stabilisator niet
gewenst is.
/SET
MENU
JITTER, DEMO BEW. ONDW.
EXIT
AFSPELEN KAN NIET IN
OPNAMEFUNCTIE
A
B
Gevorderd (Opnamen maken)
65
VQT1B94
Wij raden een helder object met een groot
contrast aan om de opname met een
bewegend object te demonstreren.
De demo over jitter/camerabeweging is
slechts een voorbeeld.
De camera gebruikt de beweging van het
onderwerp ook om de automatische
ISO-gevoeligheid in de slimme
ISO-gevoeligheidsfunctie [ ] (P42) en
[SPORT] (P46), [BABY1]/[BABY2] (P48)
en [HUISDIER] (P48) in te stellen in de
eenvoudige scènefunctie.
De stabilisatorfunctie kan niet voldoende
werken in de volgende gevallen.
Wanneer er veel camerabeweging is.
Als de zoomuitvergroting erg hoog is.
In het digitale zoombereik.
– Wanneer u opnamen maakt terwijl u een
bewegend object volgt.
Als de sluitertijd langzamer wordt om
binnenshuis opnamen te maken of op
donkere plaatsen.
Houd de camera stilbeweging wanneer u
de ontspanknop indrukt.
Dit is vast ingesteld op [MODE2] in de
eenvoudige opnamefunctie [ ] en op
[ZELFPORTRET] (P45) in de
scènefunctie en vast ingesteld op [OFF] in
[STERRENHEMEL] (P49) in de
scènefunctie.
In de bewegende beeldenfunctie [ ],
kan [MODE2] niet ingesteld worden.
Druk op [ ] om het [OPNAME] functie
menu weer te geven en kies dan het in te
stellen onderdeel. (P58)
Aantal opnamen gemaakt met de
burstfunctie
¢ De burstsnelheid is constant ongeacht
de transfersnelheid van de kaart.
Het aantal opnamen dat aangeduid wordt,
verwijst naar een sluitertijd die sneller dan
1/60 is en een niet geactiveerde flits.
De burstsnelheid (beelden per seconde)
kan afnemen afhankelijk van de
opname-omgeving zoals op donkere
plaatsen of als u een hoge
ISO-gevoeligheid hebt ingesteld.
De ontspanknop helemaal ingedrukt
houden om de burstfunctie te activeren.
Wanneer de flits geactiveerd is, kunt u
slechts 1 beeld maken.
Burstfunctie ingesteld op onbegrensd
De burstsnelheid wordt half zo snel.
De exacte timing hangt af van het
kaarttype, de beeldgrootte en -kwaliteit.
U kunt opnamen maken totdat het
ingebouwde vermogen of de kaart vol is.
De focus wordt vast ingesteld tijdens de
eerste opname.
[BURSTFUNCTIE]
Opnamen maken met de
burstfunctie
Burstsnelheid
(opnamen/
seconde)
Aantal opnamen
(opnamen)
3
¢
max. 5 max. 7
2
¢
Ongeveer 2
Hangt af van de resterende
ruimte in het ingebouwde
geheugen/de kaart.
/SET
MENU
Gevorderd (Opnamen maken)
66
VQT1B94
De belichting en de witbalans variëren
afhankelijk van de burstinstellingen.
Wanneer de burstfunctie ingesteld is op
[ ], worden ze vast ingesteld op de
waarde voor het eerste beeld.
Wanneer de burstsnelheid ingesteld is op
[ ] of [ ], worden ze aangepast
telkens als u een opnameopname maakt.
Als u een bewegend onderwerp volgt in
een landschap, binnenshuis, buitenshuis
enzovoort, waar een groot verschil is
tussen licht en schaduw, kan het even
duren voordat de belichting vastligt. Als u
intussen de burstfucntie gebruikt, kan de
belichting niet erg optimaal zijn.
Met de zelfontspanner is het aantal
opnamen met de burstfunctie vast
ingesteld op 3.
De burstfunctie wordt niet geannuleerd
wanneer het toestel uitgezet wordt.
Wanneer de auto bracket en de
burstfunctie tegelijk ingesteld zijn, zal de
auto bracket voorrang krijgen.
Wanneer de burstfunctie ingesteld wordt,
wordt de automatische overzichtsfunctie
geactiveerd ongeacht de instelling van het
automatische overzicht. (Het beeld wordt
niet vergroot.) U kunt de automatische
overzichtfunctie niet instellen in het
[SET-UP] menu.
Wanneer de burstfunctie geactiveerd
wordt, kan [AUDIO OPNAME] niet
gebruikt worden.
U kunt burst niet instellen in de
eenvoudige opnamefunctie [ ] en
[STERRENHEMEL] in de scènefunctie.
Op [ ] drukken om het [OPNAME] functie
menu af te beelden en het in te stellen
onderdeel te kiezen. (P58)
Het object verlichten maakt het makkelijker
scherp te stellen wanneer u bij weinig licht
aan het opnemen bent en scherp wilt
stellen, wat moeilijk is bij weinig licht.
Als de AF-lamp ingesteld
is op [ON], wordt er een
AF-zone afgebeeld met
een grootte die breder is
dan normaal en gaat de
AF-lamp A aan wanneer u de
ontspanknop tot de helft indrukt op
donkere plekken enz.
Voorzichtig zijn met de volgende
handelingen wanneer u de AF-lamp
gebruikt.
Niet direct in de AF-lamp kijken.
De AF-lamp niet met uw vingers of
andere voorwerpen bedekken.
Wanneer u de AF-lamp niet wenst te
gebruiken (b.v. wanneer u opnamen
maakt van dieren op een donkere plek),
de [AF ASS. LAMP] op [OFF] zetten. In dit
geval zal het moeilijker worden scherp te
stellen.
De instelling voor [AF ASS. LAMP] staat
vast op [ON] in de eenvoudige functie
[].
De instelling voor de [AF ASS. LAMP]
staat vast op [OFF] in [ZELFPORTRET]
(P45), [LANDSCHAP] (P46),
[NACHTL. SCHAP] (P46),
[ZONSONDERG.] (P49), [VUURWERK]
(P50), en [LUCHTFOTO] (P50) in de
scènefunctie.
De begininstelling voor [HUISDIER] (P48)
in de opnamefunctie is [OFF].
[AF ASS. LAMP]
Scherpstellen bij weinig licht wordt
makkelijker
/SET
MENU
[ON] De AF-lamp gaat aan bij weinig
licht. Zodra dit gebeurt, verschijnt
het pictogram van de AF-lamp
[ ] op het scherm. Het effectieve
bereik van de AF-lamp is 1,5 m.
[OFF] De AF-lamp gaat niet aan.
Gevorderd (Opnamen maken)
67
VQT1B94
Op [ ] drukken om het [OPNAME] functie
menu af te beelden en het in te stellen
onderdeel te kiezen. (P58)
Wanneer u beelden maakt op donkere
plaatsen met weinig licht, kunt u beelden
maken die helderder zijn dan normaal door
een instelling te selecteren die nog
langzamer is dan de langzaamste instelling
van de sluitertijd.
De langzame sluitertijden die u kunt
kiezen zijn: [1/8 –], [1/4 –], [1/2] en [1 –].
Dit werkt als u heldere opnamen wilt
maken van zowel een nachtlandschap als
een object met [NACHTPORTRET] (P46)
in de scènefunctie.
Deze moet normaal gesproken ingesteld
zijn op [1/8 –] om opnamen te maken.
(Wanneer u een langzame sluitertijd kiest
die niet [1/8–] is, verschijnt [ ] links
onderaan op de LCD-monitor.)
Wanneer de sluitertijd langzamer
gemaakt is met [SLUITER LANG], kunt u
camerabeweging krijgen. We raden het
gebruik van een statief en van de
zelfontspanner (P39) aan.
U kunt geen langzame sluitertijd instellen
in de Slimme ISO-gevoeligheidsfunctie
[ ] en de eenvoudige opnamefunctie
[ ] en [SPORT], [NACHTL. SCHAP],
[BABY1]/[BABY2], [HUISDIER],
[STERRENHEMEL] en [VUURWERK] in
de scènefunctie.
Op [ ] drukken om het [OPNAME] functie
menu af te beelden en het in te stellen
onderdeel te kiezen. (P58)
Verschillende instellingen kiezen voor de
opnamecondities en de manier waarop u
zich het beeld voorstelt.
Wanneer u opnamen maakt op donkere
plekken, kan er ruis optreden. Om ruis te
voorkomen, raden wij aan
[KLEURFUNCTIE] in te stellen op
[NATURAL].
[SLUITER LANG]
Heldere opnamen maken op
donkere plekken
Langzame
sluitertijdinstelling
1/8– 1–
Helderheid Donkerder Helderder
Beweging Minder Meer
/SET
MENU
[KLEURFUNCTIE]
Kleureffecten en beeldkwaliteiten
instellen voor opnamen
[NATURAL] Het beeld wordt zachter.
[VIVID] Het beeld wordt scherper.
[COOL] Het beeld wordt
blauwachtig.
[WARM] Het beeld wordt roodachtig.
[B/W] Het beeld wordt zwart-wit.
[SEPIA] Het beeld wordt sepia.
/SET
MENU
Gevorderd (Afspelen)
68
VQT1B94
Gevorderd (Afspelen)
Meervoudige
schermen afbeelden
(Meervoudig terugspelen)
1 Het zoomhendeltje in de richting
van [ ] [W] zetten om
meervoudige schermen af te
beelden.
(Scherm wanneer er 9 schermen
afgebeeld worden)
: 1 scherm>9 schermen>
25 schermen> Schermdisplay
(P69)
Zet het zoomhendeltje naar [ ] [T] om
terug te keren naar het vorige scherm.
2 Op 3/4/2/1 drukken om een
beeld te kiezen.
A: Het aantal gekozen beelden en het
totaal opgenomen beelden
Afhankelijk van het opgenomen beeld
en de instellingen, kunnen de volgende
pictogrammen verschijnen.
[ ] (Favorieten)
[ ] (Bewegend beeld)
[ ][ ]([BABY1]/[BABY2]/
[HUISDIER] in scènefunctie)
[ ] (Vertrekdatum)
[ ] (Reisbestemming)
[ ] (Beelden met vastgelegde
[DATUM AFDR.])
Voorbeelden van 25 schermen
Om terug te keren naar normaal
terugspelen
Op [ ] [T] zetten of op [MENU/SET] drukken.
Het beeld dat u gekozen hebt, verschijnt.
Een beeld wissen tijdens meervoudig
terugspelen
1 Op 3/4/2/1 drukken om een beeld te
kiezen en vervolgens op [ ] drukken.
2 Op 3 drukken om [JA] te kiezen.
3 Op [MENU/SET] drukken.
De opname-informatie enzovoort die op
de LCD-monitor verschijnt, kan niet
worden geannuleerd tijdens het afspelen
van meerdere beelden, ook niet als u op
[DISPLAY] drukt.
Beelden zullen niet afgebeeld worden in
de gedraaide richting zelfs als
[LCD ROTEREN] ingesteld is op [ON].
(P77)
1.DEC .
2007
1/26
W
T
ANNUL
MENU
T
W
W
T
ANNUL
MENU
5/261.DEC.
2007
W
MENU
CAL
T
1/26
ANNUL
1. DEC.
2007
Gevorderd (Afspelen)
69
VQT1B94
Beelden afspelen
volgens opnamedatum
(Kalenderplayback)
Met de kalenderplaybackfunctie kunt u
opnamen afspelen volgens de
opnamedatum.
1 Draai het zoomhendeltje
meerdere keren naar [ ] [W]
zetten om de kalenderpagina te
openen.
De opnamedatum van de opname die u
op het scherm kiest wordt de gekozen
datum als u eerst het kalenderscherm
afbeeldt.
Als er meerdere opnamen zijn met
dezelfde datum, verschijnt eerst de
eerst gemaakte opname van die datum.
2 Op 3/4/2/1 drukken om de
datum te kiezen.
3/4: Kies de maand
2/1: Kies de datum
Als er geen opnamen tijdens een
bepaalde maand zijn gemaakt,
verschijnt deze maand niet.
3 Druk op [MENU/SET] om de
opnamen af te beelden die u op
de gekozen datum hebt gemaakt.
Zet het zoomhendeltje naar [ ] [W]
om terug te keren naar het
kalenderscherm.
4 Druk op 3/4/2/1 om een
opname te kiezen en druk dan op
[MENU/SET].
Het beeld dat u gekozen hebt,
verschijnt.
Terugkeren naar het playbackscherm.
Als de kalender op het scherm staat, draait
u de zoomhendel op [ ] [T] om
25 schermen af te beelden, 9 schermen en
1 scherm. (P68)
De opnamen worden afgebeeld zonder
gedraaid te worden ook als u
[LCD ROTEREN] op [ON] hebt ingesteld.
(P77)
U kunt de kalender weergeven van januari
2000 tot december 2099.
Als de opnamedatum van de opname die
u hebt gekozen in het terugspeelmenu
het terugspeelmenu met 25 schermen
niet tussen januari 2000 en december
2099 valt, zal de camera automatisch de
oudste datum weergeven.
Afbeeldingen die u bewerkt op de PC
hebben andere data dan de werkelijke
opnamedata.
Als u de datum van de camera niet hebt
ingesteld (P17), is de opnamedatum
ingesteld op 1 januari 2007.
Als u opnamen maakt nadat u de
reisbestemming hebt ingesteld in
[WERELDTIJD] (P55), worden deze
opnamen afgebeeld met de data van de
reisbestemming in de
kalenderterugspeelfunctie.
SUN
MON
TUE
WED
THU FRI SAT
2007
DAG INST.
MENU
MAAND
345 7
10 12 13 14
17 18 19 20 21
24 25 26 27 28
6
11
31
8
15
22
29
1
2
9
16
23
30
T
W
1/10
ANNUL
MENU
W
CAL
MENU
/SET
1.DEC.
2007
Gevorderd (Afspelen)
70
VQT1B94
De terugspeelzoom
gebruiken
1 Het zoomhendeltje op [ ] [T]
zetten om het beeld te vergroten.
•:1k>2k>4k>8k>16k
Wanneer u het zoomhendeltje op [ ]
[W] zet nadat het beeld vergroot is,
wordt de vergroting minder. Wanneer u
het zoomhendeltje naar [ ] [T] zet,
verhoogt de vergroting.
Wanneer u de vergroting wijzigt,
verschijnt de aanduiding van de
zoomstand A gedurende ongeveer
1 seconde om de stand van de
vergrootte sectie te controleren.
2 Op 3/4/2/1 drukken om de
stand te wijzigen.
Wanneer u de af te beelden positie
verplaatst, verschijnt de aanduiding van
de zoomstand gedurende ongeveer
1 seconde.
De terugspeelzoom annuleren
Naar [ ] [W] zetten of op [MENU/SET]
drukken.
Een opname wissen tijdens de
terugspeelzoom
1 Op [ ] drukken.
2 Op 3 drukken om [JA] te kiezen.
3 Op [MENU/SET] drukken.
U kunt de opname-informatie enzovoort
die op de LCD-monitor staat ook
annuleren tijdens het zoomen tijdens het
afspelen door op [DISPLAY] te drukken.
Hoe meer het beeld vergroot wordt, hoe
slechter de kwaliteit ervan wordt.
Gebruik de bijwerkfunctie om het vergrote
beeld op te slaan. (P84)
Het kan zijn dat de terugspeelzoom niet
werkt als de opnamen met andere
apparatuur zijn gemaakt.
ANNUL
4X
2X
WISSEN
T
W
ANNUL
4X
2X
WISSEN
Gevorderd (Afspelen)
71
VQT1B94
Bewegende beelden
terugspelen/Beelden
met geluid
Bewegende beelden
Druk op 2/1 om een beeld te
kiezen met het pictogram van een
bewegend beeld[ ]/[ ]/
[ ]/[ ]/[ ]/[ ] en
druk op 4 om dit af te spelen.
A: Bewegende-beeldenopname
B: Pictogram van een bewegend beeld
Als het terugspelen start, verdwijnt de
opnametijd en verschijnt de verstreken
terugspeeltijd rechts boven op het display.
8 minuten en 30 seconden verschijnen
bijvoorbeeld op het scherm als [8m30s].
De cursor die afgebeeld wordt
tijdens het terugspelen is
dezelfde als 3/4/2/1.
Bewegende beelden stoppen tijdens het
afspelen
Druk op 4.
Snel vooruit spoelen/Snel achteruit
spoelen
Blijven drukken op 2/1 tijdens het
terugspelen van bewegende beelden.
2: Snel achteruit
1: Snel vooruit
Het toestel keert terug naar de normale
terugspeelfunctie van bewegende
beelden als 2/1 vrijgegeven wordt.
Pauze invoeren
Op 3 drukken tijdens het terugspelen van
bewegende beelden.
Druk opnieuw op 3 om pauze te wissen.
Frame per frame afspelen vooruit/frame
per frame terugspelen
Druk op 2/1 tijdens een pauze.
Beelden met geluid
Op 2/1 drukken om het beeld te
kiezen met het geluidspictogram
[ ] en vervolgens op 4 drukken
om het beeld met geluid terug te
spelen.
Lees [AUDIO OPNAME] (P63) en
[AUDIO DUB.] (P83) voor informatie over
hoe u niet bewegende opnamen maakt
met geluid.
U kunt het geluid horen uit de speaker.
Lees [VOLUME] (P19) voor informatie
over hoe u het volume regelt in het
[SET-UP] menu.
Het formaat dat met dit toestel
teruggespeeld kan worden is QuickTime
Motion JPEG.
Vergeet niet dat het programma
QuickTime meegeleverd wordt om
bestanden van bewegende beelden die
gemaakt zijn met het toestel terug te
spelen op een PC. (P90)
Sommige QuickTime Motion
JPEG-bestanden die opgenomen zijn met
een PC of andere apparatuur kunnen niet
met dit toestel teruggespeeld worden.
WEERG. BEW.
BEELDEN
10:00 1. DEC.2007
1/3
5s
AUDIO
10:00 1.DEC.2007
1/3
AFSPELEN
Gevorderd (Afspelen)
72
VQT1B94
Als u bewegende beelden terugspeelt die
opgenomen zijn met andere apparatuur
kan de beeldkwaliteit slechter worden of
kunnen de opnamen niet teruggespeeld
worden.
Met een hoge-vermogenskaart is het
mogelijk dat de
snel-achteruitterugspoelfunctie langzamer
dan normaal gaat.
De volgende functies kunt u niet
gebruiken met bewegende beelden en
opnamen met geluid:
Terugspeelzoom
(pauze tijdens opname of afspelen van
bewegende beelden)
[LCD ROTEREN]/[ROTEREN]/
[AUDIO DUB.] (Bewegend beeld)
[DATUM AFDR.]/[NW. RS.]/[BIJSNIJD.]/
[ASPECT CONV.]
Stilstaande beelden
maken van een
bewegend beeld
U kunt één stilstaand beeld maken (met 1
weergavescherm of 9 schermen) van een
opname van bewegende beelden.
Dit is handig als u bijvoorbeeld de
beweging aandachtig wilt bekijken van
iemand die sport doet.
1 Druk op 2/1 om een beeld te
kiezen met het pictogram van een
bewegend beeld [ ]/[ ]/
[ ]/[ ]/[ ]/[ ] en
druk op 4 om dit af te spelen.
2 Druk op 3 om het bewegende
beeld te stoppen tijdens het
afspelen.
Druk weer op 3 om het afspelen te
hernemen.
Druk op 2/1 tijdens de onderbreking
om beeld per beeld af te spelen.
Als u op de ontspanknop drukt, kunt u
de stilstaande beelden als afzonderlijke
opname opslaan. (Met de stappen
3)
Een stilstaand beeld vastleggen met
de 9 schermen van een
bewegende-beeldenopname
Draai het zoomhendeltje naar [ ] [W]
om het scherm met 9 afbeeldingen te
openen.
Draai het zoomhendeltje verder naar
[] [W] om over te schakelen naar
[ ]/[ ]/[ ] (A).
1/3
5s
WEERG. BEW.
BEELDEN
10:00 1.DEC.2007
W
5s
OPSL.
SELEC
OPSL.
T
W
Gevorderd (Afspelen)
73
VQT1B94
Als u een bewegende opname hebt
gekozen met
[ ], [ ] of [ ]
hebt gekozen
Voor elke opname van bewegende beelden
maakt het toestel 30 stilstaande beelden
per seconde.
[ ]: Alle frames of beelden van de
bewegende opname worden
getoond als stilstaande beelden (met
een interval van 1/30e van een
seconde)
[ ]: 1 frame wordt overgeslagen/elk
tweede frame wordt getoond als
stilstaand beeld (interval van 1/15e
van een seconde)
[ ]: 2 frames worden overgeslagen/elk
derde frame wordt getoond als
stilstaand beeld (met een interval
van 1/10e van een seconde)
[ ]: 5 frames worden overgeslagen/elk
zesde frame wordt getoond als
stilstaand beeld (met een interval
van 1/5e seconde)
Als u een bewegend beeld met
[],
[ ] of [ ] hebt gekozen
Het opgenomen bewegende beeld wordt
aangemaakt met 10 stilstaande beelden of
frames per seconde.
[ ]: Alle frames van de bewegende
opname worden getoond als
stilstaande beelden (met een interval
van 1/10e seconde)
[ ]: 1 frame wordt overgeslagen/elk
tweede frame wordt getoond als
stilstaand beeld (met een interval
van 1/5e seconde)
U kunt beeld per beeld (vooruit)
afspelen met 3/4/2/1.
3/4: Verplaats 3 frames tegelijkertijd
naar voor/achter.
2/1: Verplaats 1 frame tegelijkertijd
naar voor/achter.
3 Op de ontspanknop drukken.
De melding [DEZE NEGEN BEELDEN
OPSLAAN ALS ÉÉN BEELD ?]
verschijnt. Ook de melding [ALS EEN
APART BEELD OPSLAAN ?] verschijnt
als u de opname hebt opgeslagen in
stap
2.
4 Beweeg 3 om [JA] te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
De negen beelden worden opgeslagen
als één beeld.
Het afspeelscherm met 9 schermen
stoppen
Nadat de 9 schermen zijn afgebeeld, draait
u de zoomhendel enkele keren op [ ] [T]
of drukt u op [MENU/SET]. Op het scherm
verschijnt weer het scherm met de
onderbroken bewegende beelden.
Beeldresolutie
[KWALITEIT] (P62) staat vast ingesteld
op [ ].
Stilstaande beelden die gemaakt zijn in
een film met andere apparatuur kunt u
wellicht niet opslaan.
Onderdeel
1 beeld 9 beelden
[30fpsVGA] 0,3M 2M
[10fpsVGA] 0,3M 2M
[30fpsQVGA]
0,3M 1M
[10fpsQVGA]
0,3M 1M
[30fps16:9] 2M 2M
[10fps16:9] 2M 2M
DEZE NEGEN BEELDEN
OPSLAAN ALS ÉÉN BEELD ?
NEE
JA
SELEC INST.
MENU
/SET
MENU
Gevorderd (Afspelen)
74
VQT1B94
Gebruik van het
[AFSPELEN]
functiemenu
U kunt verschillende functies gebruiken in
terugspeelfunctie om opnamen terug te
spoelen, de beveiliging in te stellen voor
deze opnamen, enz.
1 Op [MENU/SET] drukken.
2 Op 3/4 drukken om het
gewenste menuonderdeel te
kiezen en vervolgens op 1
drukken.
Druk op 4 in A om het volgende
menuscherm te openen.
U kunt ook naar de menuschermen
overschakelen in een menu-onderdeel
door het zoomhendeltje te verplaatsen.
Nadat u de stappen
1 en 2
uitgevoerd heeft, de beschrijving van
het menuonderdeel in de
gebruiksaanwijzing lezen en deze
vervolgens instellen.
Onderdelen die u in kunt stellen
Op [ ] drukken om het [AFSPELEN]
functiemenu af te beelden en het in te
stellen onderdeel te kiezen. (P74)
Dit wordt aangeraden wanneer u opnamen
terugspeelt op een TV-scherm. U kunt
ongewenste opnamen overslaan als
[FAVORIETEN] (P76) ingesteld is.
Als [FAVORIETEN] is ingesteld op [ON]
> stap
1.
Als [FAVORIETEN] is ingesteld op [OFF]
> stap
2.
AFSPELEN
1
/
3
ON
OFF
EXIT
MENU
SELEC
FAVORIETEN
LCD ROTEREN
ROTEREN
DIASHOW
AFSPELEN
2
/
3
EXIT
MENU
SELEC
NW. RS.
BIJSNIJD.
AUDIO DUB.
BEVEILIGEN
DATUM AFDR.
DPOF PRINT
Menu
pagina
Onderdeel
1/3
: [DIASHOW] (P74)
: [FAVORIETEN] (P76)
: [LCD ROTEREN] (P77)
: [ROTEREN] (P77)
: [DATUM AFDR.] (P78)
2/3
: [DPOF PRINT] (P80)
: [BEVEILIGEN] (P82)
: [AUDIO DUB.] (P83)
: [NW. RS.] (P83)
: [BIJSNIJD.] (P84)
3/3
: [ASPECT CONV.] (P85)
: [KOPIE] (P86)
: [FORMATEREN] (P88)
[DIASHOW]
Beelden achtereenvolgens
terugspelen voor een vastgestelde
tijd
/SET
MENU
Gevorderd (Afspelen)
75
VQT1B94
1 Op 3/4 drukken om [ALLE] of
[ ] te kiezen en vervolgens op
[MENU/SET] drukken.
Als geen enkele van de opnamen
afgebeeld [ ] is, kunt u [ ] niet
kiezen, zelfs als [FAVORIETEN]
ingesteld is op [ON].
2 Op 3 drukken om [START] te
kiezen en vervolgens op [MENU/
SET] drukken.
(Scherm wanneer [ALLE] gekozen is)
De cursor die verschijnt tijdens een
diavoorstelling A of als u een
diavoorstelling onderbreekt B of tijdens
een [MANUAL] diavoorstelling C is
dezelfde als 3/4/2/1.
•Op 3 drukken om een pauze in de
diavoorstelling in te lassen. Opnieuw op
3 drukken om de pauze te annuleren.
• Druk op
2/1
tijdens de onderbreking om
de vorige of volgende dia te bekijken.
3 Op 4 drukken om te eindigen.
Instelling van het geluid, de duur en
het effect
Selecteer [DUUR], [EFFECT] of [AUDIO] op
het scherm zoals afgebeeld in stap
2
en stel
in.
U kunt alleen [MANUAL] kiezen
wanneer [ ] gekozen is in stap
1.
•Op 2/1 drukken om het vorige of het
volgende beeld af te beelden wanneer
[MANUAL] gekozen is.
[ALLE] Hiermee beeldt u alle
opnamen af.
[] Hiermee beeldt u alleen de
opnamen af die ingesteld zijn
als favorieten (P76).
AFSPELEN
1
/
3
ON
OFF
INST.
MENU
FAVORIETEN
LCD ROTEREN
ROTEREN
ALLE
DIASHOW
SELEC
/SET
MENU
DATUM AFDR.
VOLLEDIGE DIASHOW
INST.SELEC
MENU
ANNUL
STA RT
EFFECT
AUDIO
2 SEC.
OFF
OFF
DUUR
/SET
MENU
[DUUR] Kan ingesteld worden op
[1SEC.], [2SEC.],
[3SEC.], [5SEC.] of
[MANUAL] (handmatig
terugspelen).
[EFFECT] Er kan een
diashow-effect
geselecteerd worden.
[OFF]:Geen effect
:
Nieuwe beelden
schuiven over het
scherm heen.
: Huidige beelden
verdwijnen
langzaam en
nieuwe beelden
verschijnen.
: Nieuwe beelden
vullen
langzamerhand
het scherm vanuit
het centrum.
: Er wordt een
willekeurig effect
geselecteerd.
Als u [DURATION]
instelt op [MANUAL]
worden de instellingen
in [EFFECT] buiten
werking gesteld.
[AUDIO] Indien ingesteld op [ON],
wordt het geluid van de
opnamen met geluid
afgespeeld.
Gevorderd (Afspelen)
76
VQT1B94
Als u [AUDIO] instelt op [ON] en
vervolgens een beeld met geluid
terugspeelt, zal het volgende beeld
afgebeeld worden nadat het geluid
geëindigd is.
U kunt geen bewegende beelden
terugspelen en de energiebesparing
gebruiken in de diavoorstellingsfunctie.
(De energiebesparing is in elk geval vast
ingesteld op [10MIN.] voor handmatige
diavoorstellingen of onderbreking van een
diavoorstelling.)
Op [ ] drukken om het [AFSPELEN]
functiemenu af te beelden en het in te
stellen onderdeel te kiezen. (P74)
U kunt het volgende doen als er een
markering toegevoegd is aan opnamen en
deze ingesteld zijn als favorieten.
Alle opnamen wissen die niet ingesteld
zijn als favorieten.
([ALLES WISSEN BEHALVE ]) (P30)
De opnamen die ingesteld zijn als
favorieten alleen als diavoorstelling
afspelen. (P74)
1 Druk op 4 om [ON] te kiezen en
dan op [MENU/SET].
U kunt geen opnamen als favorieten
instellen als [FAVORIETEN] ingesteld is
op [OFF]. De favorieten met het
favorietenpictogram [ ] zullen
bovendien niet verschijnen wanneer
[FAVORIETEN] ingesteld is op [OFF] zelfs
als deze functie eerder op [ON] stond.
U kunt [ANNUL] niet kiezen als bij geen
enkel beeld [ ] staat.
2 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
3 Op 2/1 drukken om het beeld te
kiezen en vervolgens op 3
drukken.
Herhaal de bovenstaande procedure.
•Als 3 ingedrukt is terwijl het [ ]
favorietenpictogram A afgebeeld
wordt, wordt [ ] geleegd en wordt de
favorieteninstelling geannuleerd.
U kunt tot en met 999 opnamen als
favorieten instellen.
Alle favorieten wissen
1 [ANNUL] op het scherm dat getoond
wordt in stap
1 kiezen en vervolgens op
[MENU/SET] drukken.
2 Op 3 drukken om [JA] te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET] drukken.
3 Op [MENU/SET] drukken om het menu
te sluiten.
Wanneer u opnamen af laat drukken door
een fotograaf is
[ALLES WISSEN BEHALVE ] (P30)
handig omdat hiermee alleen de
opnamen die u af wenst te laten drukken
op de kaart blijven staan.
[LUMIX Simple Viewer] of
[PHOTOfunSTUDIO-viewer-] op de
CD-ROM (meegeleverd) gebruiken om
favorieten in te stellen, te bevestigen of te
wissen. (Voor informatie hierover de
aparte gebruikshandleiding voor
aansluiting op de PC raadplegen.)
Het kan zijn dat u opnamen die met
andere apparatuur gemaakt zijn niet als
favorieten in kunt stellen.
[FAVORIETEN]
Favoriete opnamen instellen
/SET
MENU
AFSPELEN
1
/
3
ON
OFF
INST.
MENU
LCD ROTEREN
ROTEREN
DIASHOW
ON
OFF
ANNUL
FAVORIETEN
SELEC
/SET
MENU
DATUM AFDR.
1/3
10:00 1.DEC.2007
Gevorderd (Afspelen)
77
VQT1B94
Op [ ] drukken om het [AFSPELEN]
functiemenu af te beelden en het in te
stellen onderdeel te kiezen. (P74)
Met deze functie kunt u automatisch
opnamen verticaal afbeelden als deze
gemaakt werden met een verticaal
gehouden toestel of opnamen handmatig
draaien met stappen van 90°.
Display draaien
(Het beeld wordt automatisch
gedraaid en afgebeeld.)
1 Op 4 drukken om [ON] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
De opnamen worden afgebeeld zonder
gedraaid te worden wanneer u [OFF]
kiest.
Lees P29 voor informatie over hoe u
opnamen terug kunt spelen.
2 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
Draaien
(Het beeld wordt handmatig
gedraaid.)
1 Op 2/1 drukken om het beeld te
kiezen en vervolgens op 4
drukken.
De [ROTEREN] functie wordt
uitgeschakeld wanneer
[LCD ROTEREN] ingesteld is op [OFF].
Bewegende beelden en beveiligde
opnamen kunnen niet gedraaid worden.
2 Op 3/4 drukken om de richting
te kiezen waarin u het beeld
wenst te draaien en vervolgens
op [MENU/SET] drukken.
3 Twee keer op [MENU/SET]
drukken om het menu te sluiten.
Als u opnamen maakt door de camera op
en neer te bewegen, kan het zijn dat deze
opnamen niet verticaal worden afgebeeld.
(P24)
Het beeld kan enigszins wazig zijn
wanneer het toestel op de TV aangesloten
is met de AV-kabel (bijgeleverd) en
verticaal teruggespeeld worden.
Wanneer u opnamen terugspeelt op een
PC, zouden deze niet afgebeeld kunnen
worden in de gedraaide richting tenzij het
OS of de software compatibel is met Exif.
Exif is een formaat voor stilstaande
opnamen waarmee opnameinformatie
enz. toegevoegd kan worden. Dit werd
vastgesteld door “JEITA (Japan
Electronics and Information Technology
Industries Association)”.
[LCD ROTEREN]/[ROTEREN]
Om het beeld gedraaid af te
beelden
/SET
MENU
AFSPELEN
1
/
3
ON
OFF
INST.
MENU
OFF
ON
FAVORIETEN
LCD ROTEREN
ROTEREN
DIASHOW
SELEC
/SET
MENU
DATUM AFDR.
ROTEREN
SELEC
INST.
1/3
EXIT
MENU
De opname draait rechtsom in
stappen van 90°.
De opname draait linksom in
stappen van 90°.
ROTEREN
SELEC INST.
MENU
ANNUL
/SET
MENU
Gevorderd (Afspelen)
78
VQT1B94
Gedraaide opnamen worden gedraaid
weergegeven als u ze terugspeelt met de
terugspeelfunctie en de terugspeelzoom,
maar worden niet gedraaid weergegeven
als u ze afspeelt met de meervoudige
terugspeelfunctie.
Het kan zijn dat u opnamen die met
andere apparatuur gemaakt zijn, niet kunt
draaien.
Druk op [ ] om het [AFSPELEN]
functiemenu te openen en kies het
onderdeel. (P74)
U kunt de datum en tijd van de opname, de
leeftijd en de reisdatum op opnamen laten
afdrukken.
Geschikt voor printen van beelden met een
normale grootte. (Beelden die groter zijn
dan [ ] worden verkleind als er
gegevens zoals de datum worden op
afgedrukt.)
Druk op 3/4 om [ENKEL] te
kiezen of op [MULTI] en druk
vervolgens op [MENU/SET].
De datum kan niet worden afgedrukt in
de volgende gevallen.
Opnamen maken zonder ingestelde
klok
Op beelden die zijn opgenomen met
andere apparatuur
Op beelden die al worden afgedrukt
met [DATUM AFDR.]
Bewegende beelden
Beelden met geluid
Enkele instelling
1 Druk op 2/1 om het beeld te
kiezen en vervolgens op 4.
2 Druk op 3/4/2/1 om
[OPNAMEDATUM], [LEEFTIJD] of
[REISDATUM] te kiezen en druk
dan op [MENU/SET] om de
instellingen te bevestigen.
[OPNAMEDATUM]
[LEEFTIJD] (P48)
Als dit op [ON] staat, wordt de leeftijd
afgebeeld op opnamen die gemaakt zijn
met de camera ingesteld op
[MET LEEFTIJD].
[REISDATUM] (P54)
Als dit op [ON] staat, wordt de reisdatum
afgebeeld op opnamen die gemaakt zijn
met [REISDATUM] ingesteld op [ON].
[DATUM AFDR.]
Informatie vastleggen voor een
opname (datumafdruk)
/SET
MENU
AFSPELEN
1
/
3
ON
OFF
INST.
MENU
FAVORIETEN
LCD ROTEREN
ROTEREN
DIASHOW
SELEC
DATUM AFDR.
ENKEL
MULTI
/SET
MENU
[ZON. TIJD] Het jaar, de maand en de
dag afdrukken.
[MET TIJD] Het jaar, de maand, de
dag, het uur en de
minuten afdrukken.
1/14
DATUM
SELEC
INST. EXIT
MENU
AFDR.
DATUM AFDR.
INST.
SELEC
MENU
ANNUL
REISDATUM
LEEFTIJD
OFF
ZON. TIJD
OFF
/SET
MENU
OPNAMEDATUM
Gevorderd (Afspelen)
79
VQT1B94
3 Druk op [MENU/SET].
Als u [DATUM AFDR.] instelt voor een
opname die groter is dan [ ] zal de
beeldgrootte kleiner worden dan wat u
hieronder ziet.
4 Druk op 3/4 om [JA] of [NEE] te
kiezen en vervolgens op
[MENU/SET].
(De hier getoonde pagina verschijnt als u
een beeld kiest dat is opgenomen met
een [ ] beeldgrootte.)
De melding
[ORIGINELE FOTO WISSEN?]
verschijnt als de opname is gemaakt
met een beeldgrootte van [ ] of
minder.
Het beeld wordt overschreven wanneer
u [JA] kiest. Beelden met een datum die
moet worden afgedrukt, kunnen niet
worden opgeslagen als ze worden
vervangen.
Er wordt een nieuw beeld met
datumafdruk aangemaakt als u [NEE]
kiest.
Als de eerste opname beveiligd is, kunt
u deze niet vervangen. Kies [NEE] en
maak een nieuwe opname met een af
te drukken datum.
5 Druk twee keer op [MENU/SET]
om het menu te sluiten.
Het pictogram voor de datumafdruk
[] A verschijnt op het scherm als
de datumafdruk voor het beeld is
vastgelegd.
Gebruik de afspeelzoom (P70) om de
informatie over deze datum te
bekijken B.
Meervoudige instelling
1 Druk op 2/1 om de afbeelding te
kiezen en dan op 4 om te
bevestigen/annuleren.
Herhaal deze stap.
2 Druk op [MENU/SET].
Na stap 2, voert u stap 2 uit in “Enkele
instelling”.
Als u beelden met een datumafdruk
uitprint, zal de datum over de
datumafdruk worden geprint als u
datum afdrukken hebt bepaald door uw
fotograaf of voor uw printer.
De aspectratio
instellen
Beeldgrootte
/ >
>
>
DATUM AFDR.
W. AFGEDRUKT OVER
BEELD AANGEPAST OP .
ORIGINEEL BEELD WISSEN?
SELECANNUL INST.
NEE
JA
MENU
/SET
MENU
[INST.] Het [DATUM AFDR.] A
pictogram verschijnt.
[ANNUL]
Het [DATUM AFDR.] A
pictogram verdwijnt.
1/
14
10:00 1.DEC.2007
1/DEC/2007
DATUM AFDR.
INST./ANNUL
SELEC
INST.
7 9
8
11 1210
MENU
ANNUL
Gevorderd (Afspelen)
80
VQT1B94
Wij raden aan datumafdruk in te stellen
als u genoeg ruimte hebt op de kaart of in
het ingebouwde geheugen.
U kunt tot 50 beelden tegelijkertijd
instellen met [MULTI].
Als u [JA] kiest in stap
4 en bij de beelden
die u hebt gekozen in [MULTI] zijn ook
beveiligde beelden, verschijnt een
boodschap en alleen de beveiligde
beelden kunnen niet worden afgedrukt
met de vastgelegde datum.
Afhankelijk van uw printer kunnen
sommige letters niet worden geprint.
Controleer dit eerst.
U kunt de volgende functies niet
gebruiken als de datuminformatie op het
beeld is vastgelegd.
–[DATUMAFDR.]
De [PRINT MET DAT.] instelling voor
DPOF-print
[NW. RS.]
[BIJSNIJD.]
[ASPECT CONV.]
Op [ ] drukken om het [AFSPELEN]
functiemenu af te beelden en het in te
stellen onderdeel te kiezen. (P74)
DPOF “Digital Print Order Format” is een
systeem waarmee de gebruiker kan kiezen
welke opnamen hij afdrukt, hoeveel
exemplaren van elk beeld hij afdrukt en of
de opnamedatum wel of niet afgedrukt
moet worden met een DPOF-compatibele
fotoprinter of fotograaf. Voor details
raadpleegt u uw fotograaf.
Wanneer u foto-opnamen af wenst te laten
drukken door een fotograaf die op het
ingebouwde geheugen staan, dient u deze
naar een kaart te kopiëren (P86) en
vervolgens de DPOF in te stellen.
Op 3/4 drukken om [ENKEL],
[MULTI] of [ANNUL] te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
U kunt [ANNUL] niet kiezen als er geen
afdrukken ingesteld zijn in de
DPOF-printsettings.
Enkele instelling
1 Druk op 2/1 om de af te drukken
opname te kiezen en druk dan op
3/4 om het aantal afdrukken in
te stellen.
• De aanduiding van het aantal afdrukken
[] A verschijnt.
Het aantal afdrukken kan ingesteld
worden op een cijfer van 0 tot 999. De
DPOF-printinstelling wordt geannuleerd
als het aantal afdrukken ingesteld wordt
op [0].
2 Twee keer op [MENU/SET]
drukken om het menu te sluiten.
[DPOF PRINT]
Het af te drukken beeld en het
aantal afdrukken instellen
/SET
MENU
/SET
MENU
AFSPELEN
2
/
3
SELEC
NW. RS.
BIJSNIJD.
AUDIO DUB.
ENKEL
MULTI
ANNUL
INST.
MENU
BEVEILIGEN
DPOF PRINT
DATUM
DISPLAY
1
DPOF INST.
AANTAL
1
SELEC
1/14
EXIT
MENU
Gevorderd (Afspelen)
81
VQT1B94
Meervoudige instelling
1 Op 2/1 drukken om het af te
drukken beeld te kiezen en
vervolgens op 3/4 drukken om
het aantal afdrukken in te stellen.
De aanduiding van het aantal afdrukken
[] B verschijnt.
Herhaal de bovenstaande procedure.
(U kunt niet alle opnamen tegelijkertijd
instellen.)
Het aantal afdrukken kan ingesteld
worden op een cijfer tussen 0 en 999.
Als het aantal afdrukken ingesteld is op
[0] wordt de DPOF printinstelling
geannuleerd.
2 Twee keer op [MENU/SET]
drukken om het menu te sluiten.
Alle instellingen wissen
1 Op 3 drukken om [JA] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
2 Op [MENU/SET] drukken om het
menu te sluiten.
DPOF-printinstellingen in het
ingebouwde geheugen worden
geannuleerd als er een kaart in het
toestel wordt gedaan. DPOF-instelling
op een kaart worden geannuleerd als
de kaart eruit wordt gehaald.
De datum afdrukken
Na het instellen van het aantal afdrukken,
kunt u het afdrukken met de opnamedatum
instellen/annuleren door op [DISPLAY] te
drukken.
De aanduiding van de datumafdruk [ ]
C verschijnt.
Wanneer u naar een fotograaf voor
digitaal afdrukken gaat, dient u het
afdrukken van de datum apart te bestellen
indien u dat wenst.
Afhankelijk van de fotograaf of de printer,
zou de datum niet afgedrukt kunnen
worden zelfs als u instelt op het afdrukken
van de datum. Voor verdere informatie
raadpleegt u uw fotograaf of de
gebruiksaanwijzing van uw printer.
U kunt de datumafdruk niet instellen als u
de datum hebt vsatgelegd op uw beelden.
Als u [DATUM AFDR.] instelt voor beelden
waarvoor u de datumafdruk hebt
vastgelegd, wordt het afdrukken van de
datum geannulleerd.
DPOF is een afkorting van “Digital Print
Order Format”. Met deze functie kunt u
afdrukinformatie opslaan en deze
informatie vervolgens te gebruiken op een
systeem dat DPOF verwerkt.
DPOF-printinstelling is een handige
functie als u opnamen wil afdrukken met
een printer die PictBridge verwerkt. Bij het
afdrukken van de datum, kan de instelling
op de printer voorrang krijgen op de
datuminstelling op het toestel. Controleer
dus ook de instelling voor de afgedrukte
datum op de printer zelf. (P92)
U moet alle eerder DPOF-printinformatie
die met andere apparatuur gemaakt is,
wissen wanneer u DPOF-printinstellingen
instelt op uw toestel.
Voor bestanden die niet voldoen aan de
DCF-standaard kan de DPOF-print niet
ingesteld worden.
DATUM
DISPLAY
AANTAL
1
DPOF INST. MULTI
SELEC EXIT
MENU
7 9
8
11 1210
1
ANNULLER ALLE DPOF
ALLE DPOF
PRINTINSTELLINGEN
ANNULEREN ?
SELEC INST.
NEE
JA
MENU
/SET
MENU
DATUM
DISPLAY
DPOF INST.
1
AANTAL
1
1/14
SELEC EXIT
MENU
DATE
DATE
Gevorderd (Afspelen)
82
VQT1B94
Op [ ] drukken om het [AFSPELEN]
functiemenu af te beelden en het in te
stellen onderdeel te kiezen. (P74)
U kunt een beveiliging instellen voor
opnamen waarvan u niet wilt dat ze per
ongeluk gewist kunnen worden.
Op 3/4 drukken om [ENKEL],
[MULTI] of [ANNUL] te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
Enkele instelling
1 Druk op 2/1 om de afbeelding te
kiezen en dan op4 om te
bevestigen/annuleren.
2 Twee keer op [MENU/SET]
drukken om het menu te sluiten.
Meervoudige instelling/Alle
instellingen wissen
Voer dezelfde handeling uit als in
“[DPOF PRINT] Het af te drukken beeld en
het aantal afdrukken instellen”. (P80 tot 81)
Als u op [MENU/SET] drukt terwijl u de
beveiliging annuleert, zal het annuleren
halverwege stoppen.
De beveiliging werkt eventueel niet op
andere apparatuur.
Indien u beveiligde opnamen wenst te
wissen, dient u de beveiliging te
annuleren.
Zelfs als u opnamen in het ingebouwde
geheugen of op een kaart beveiligt, zullen
ze gewist worden als het ingebouwde
geheugen of de kaart geformatteerd
wordt. (P88)
Zelfs als u de beelden niet beschermt op
een SD-geheugenkaart of een
SDHC-geheugenkaart, kunnen ze niet
gewist worden wanneer de
Schrijfbeschermingschakelaar van de
kaarten B ingesteld is op [LOCK].
De volgende functies kunnen niet gebruikt
worden met beveiligde opnamen.
[ROTEREN]
[AUDIO DUB.]
[BEVEILIGEN]
Per ongeluk opnamen wissen
voorkomen
[INST.] De beschermingsaanduiding
[] A verschijnt.
[ANNUL] De beschermingsaanduiding
[] A verdwijnt.
/SET
MENU
/SET
MENU
AFSPELEN
2
/
3
SELEC
NW. RS.
BIJSNIJD.
AUDIO DUB.
ENKEL
MULTI
ANNUL
DPOF PRINT
INST.
MENU
BEVEILIGEN
INST./ANNUL
BEVEILIG
SELEC
1/14
EXIT
MENU
2
Gevorderd (Afspelen)
83
VQT1B94
Op [ ] drukken om het [AFSPELEN]
functiemenu af te beelden en het in te
stellen onderdeel te kiezen. (P74)
U kunt geluid toevoegen nadat u een beeld
gemaakt heeft.
1 Op 2/1 drukken om het beeld te
kiezen en vervolgens op 4
drukken om de geluidsopname te
starten.
De melding
[AUDIOGEGEVENS OVERSCHRIJVEN?]
verschijnt als u al geluid hebt
opgenomen. Druk op 3 om [JA] te
kiezen en dan op [MENU/SET] om de
geluidsopname te starten. (De opname
wordt over de vorige geluidsopname
geschreven.)
Audiodubbing kan niet gebruikt worden
met de volgende opnamen.
Bewegende beelden
Beveiligde opnamen
2 Op 4 drukken om te stoppen met
opnemen.
De geluidsopname stopt automatisch
als 4 niet ingedrukt wordt na ongeveer
10 seconden.
3 Twee keer op [MENU/SET]
drukken om het menu te sluiten.
Audiodubbing zou niet kunnen goed
kunnen werken voor opnamen die
gemaakt zijn met andere apparatuur.
Op [ ] drukken om het [AFSPELEN]
functiemenu af te beelden en het in te
stellen onderdeel te kiezen. (P74)
Deze functie is nuttig als u de
bestandsgrootte van een beeld wilt
reduceren om deze via e-mail als bijlage te
versturen of naar een website wilt
uploaden.
1 Op 2/1 drukken om het beeld te
kiezen en vervolgens op 4
drukken.
De volgende opnamen kunnen geen
nieuw formaat krijgen.
Bewegende beelden
Beelden met geluid
Beelden met vastgelegde
[DATUM AFDR.]
[AUDIO DUB.]
Geluid toevoegen aan opnamen
/SET
MENU
AUDIO
DUB.
STA RT
SELEC
1/3
EXIT
MENU
AU
DI
O
DUB.
STOP
1/3
[NW. RS.]
Een beeld kleiner maken
De aspectratio
instellen
Beeldgrootte
/SET
MENU
NW. RS.
EXITINST.
SELEC
1/3
MENU
Gevorderd (Afspelen)
84
VQT1B94
2
Op
2/1
drukken om de grootte te
kiezen en vervolgens op
4
drukken.
Formaten kleiner dan het opgenomen
beeld worden afgebeeld.
De melding
[ORIGINELE FOTO WISSEN?]
verschijnt.
3 Op 3/4 drukken om [JA] of
[NEE] te kiezen en vervolgens op
[MENU/SET] drukken.
Het beeld wordt overschreven wanneer
u [JA] kiest. Van nieuwe grootte
voorziene opnamen kunnen niet
teruggebracht worden naar hun
oorspronkelijk grootte wanneer deze
overschreven zijn.
Een van nieuwe grootte voorzien beeld
wordt als nieuw aangemaakt wanneer u
[NEE] kiest.
Als de vorige opname beveiligd is, kunt
u deze niet vervangen. Kies [NEE] en
maak een nieuwe opname met een
nieuwe grootte.
4 Twee keer op [MENU/SET]
drukken om het menu te sluiten.
Het kan zijn dat u geen nieuw formaat
kunt toekennen aan opnamen die met
andere apparatuur gemaakt zijn.
Op [ ] drukken om het [AFSPELEN]
functiemenu af te beelden en het in te
stellen onderdeel te kiezen. (P74)
U kunt eerst uitvergroten en dan een
belangrijk deel van de opname kiezen.
1 Op 2/1 drukken om het beeld te
kiezen en vervolgens op 4
drukken.
De volgende opnamen kunnen niet
bijgewerkt worden.
Bewegende beelden
Beelden met geluid
Beelden met vastgelegde
[DATUM AFDR.]
2 Vergroot of verklein delen die u
wil bewerken met de zoomhendel.
De aspectratio
instellen
Beeldgrootte
///
/
NW. RS.
EXITNW. RS.
SELEC
1/3
MENU
NW. RS.
ORIGINELE FOTO
WISSEN ?
NEE
JA
INST.
MENU
SELECANNUL
/SET
MENU
[BIJSNIJD.]
Een beeld vergroten en bijwerken
/SET
MENU
BIJSNIJD.
EXIT
SELEC
INST.
1/3
MENU
ZOOM EXIT
BIJSNIJD.
1/3
MENU
T
W
Gevorderd (Afspelen)
85
VQT1B94
3 Druk op 3/4/2/1 om het deel
dat u wil bewerken te verplaatsen.
4 Op de ontspanknop drukken.
De melding
[ORIGINELE FOTO WISSEN?]
verschijnt.
5 Op 3/4 drukken om [JA] of
[NEE] te kiezen en vervolgens op
[MENU/SET] drukken.
Het beeld wordt overschreven wanneer
u [JA] kiest. De bijgewerkte opnamen
kunnen niet teruggebracht worden naar
hun originele staat wanneer ze
overschreven worden.
Een bijgewerkt beeld wordt als nieuw
aangemaakt wanneer u [NEE] kiest.
Als de vorige opname beveiligd is, kunt
u deze niet vervangen. Kies [NEE] en
maak een nieuwe bewerkte opname.
6 Twee keer op [MENU/SET]
drukken om het menu te sluiten.
• De beeldresolutie van het bijgewerkte beeld
zou kleiner kunnen worden dan die van het
origineel afhankelijk van de snijgrootte.
De beeldkwaliteit van het bijgewerkte
beeld zal slechter worden.
Opnamen die met andere apparatuur
opgenomen zijn kunnen wellicht niet
bijgewerkt worden.
Op [ ] drukken om het [AFSPELEN]
functiemenu af te beelden en het in te
stellen onderdeel te kiezen. (P74)
U kunt opnamen converteren die gemaakt
zijn met een [ ] aspectratio in een
[ ] of [ ] aspect ratio.
1 Op 3/4 drukken om [ ] of
[ ] te kiezen en vervolgens op
[MENU/SET] drukken.
De volgende opnamen kunnen niet
geconverteerd worden.
Beelden met geluid
Bewegende beelden
Beelden met vastgelegde
[DATUM AFDR.]
2 Op 2/1 drukken om een beeld te
kiezen en vervolgens op 4
drukken.
Als u een beeld kiest of instelt met een
aspectratio anders dan [ ],
verschijnt de melding [KAN OP DEZE
FOTO NIET INGESTELD WORDEN]
op het scherm.
BIJSN.:SLUITER
ZOOM
EXIT
BIJSNIJD.
1/3
MENU
/SET
MENU
ORIGINELE FOTO
WISSEN ?
BIJSNIJD.
NEE
SELEC INST.
MENU
ANNUL
JA
[ASPECT CONV.]
De aspectratio van een 16:9 beeld
wijzigen
/SET
MENU
AFSPELEN
3
/
3
INST.
MENU
SELEC
ASPECT CONV.
FORMATEREN
KOPIE
/SET
MENU
ASPECT CONV.
ASPECT
CONV.
1/9
INST.SELEC EXIT
MENU
Gevorderd (Afspelen)
86
VQT1B94
3 Druk op 2/1 om de horizontale
stand te bepalen en dan op de
opspanknop om deze te
bevestigen.
Gebruik 3/4 om de framestand te
bepalen voor verticaal gedraaide
opnamen.
De melding
[ORIGINELE FOTO WISSEN?]
verschijnt.
4 Op 3/4 drukken om [JA] of
[NEE] te kiezen en vervolgens op
[MENU/SET] drukken.
De opname wordt vervangen als u [JA]
kiest. Als u de aspectratio van een
beeld converteert en dit dan vervangt,
kunt u het oude beeld niet meer
ophalen.
Er wordt een nieuw beeld aangemaakt
met de geconverteerde aspectratio als
u [NEE] kiest.
Als de vorige opname beveiligd is, kunt
u deze niet vervangen. Kies [NEE] en
maak een nieuw beeld met de
geconverteerde aspectratio.
5 Twee keer op [MENU/SET]
drukken om het menu te sluiten.
Nadat de aspectratio is geconverteerd,
kan het beeld groter worden dan het
originele.
Bestanden die niet voldoen aan de
DCF-standaard, kunnen niet worden
geconverteerd.
Beelden die gemaakt zijn met andere
apparatuur kunt u wellicht niet converteren.
Op [ ] drukken om het [AFSPELEN]
functiemenu af te beelden en het in te
stellen onderdeel te kiezen. (P74)
U kunt beeldgegevens in het ingebouwde
geheugen naar een kaart of andersom
kopiëren.
1 Op 3/4 drukken om het
menu-onderdeel te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
•:
Alle beeldgegevens die in het
ingebouwde geheugen zijn opgeslagen,
worden in één keer gekopieerd op de
kaart. > stap
3.
•:
Er wordt één beeld tegelijk gekopieerd
van de kaart naar het ingebouwde
geheugen. > stap
2.
2 Op 2/1 drukken om het beeld te
kiezen en vervolgens op 4
drukken.
(Alleen als [ ] is gekozen)
INST.:SLUITER
CORR.
EXIT
MENU
ASPECT CONV.
NEE
JA
/SET
MENU
SELEC INST.
MENU
ANNUL
ORIGINELE FOTO
WISSEN ?
[KOPIE]
Beeldgegevens kopiëren
/SET
MENU
AFSPELEN
3
/
3
INST.
MENU
SELEC
ASPECT CONV.
FORMATEREN
KOPIE
/SET
MENU
Gevorderd (Afspelen)
87
VQT1B94
3 Op 3 drukken om [JA] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
(De illustratie toont het scherm wanneer
opnamen gekopieerd worden van het
ingebouwde geheugen naar een kaart.)
Het bericht [FOTO NAAR INTERN
GEHEUGEN KOPIËREN?] verschijnt
wanneer u opnamen kopieert van de
kaart naar het ingebouwde geheugen.
Als u op [MENU/SET] drukt terwijl
gegevens van het geheugen op de
kaart worden gekopieerd, zal het
kopiëren halverwege stoppen.
Het toestel niet uitzetten en ook geen
andere handelingen uitvoeren voordat
het kopiëren geëindigd is. De gegevens
op het ingebouwde geheugen of de
kaart kunnen beschadigd raken of
verloren gaan.
4 Verschillende keren op [MENU/
SET] drukken om het menu te
sluiten.
Als u beeldgegevens van het geheugen
op een kaart kopieert, keert
automatisch het terugspeelscherm
terug als alle gegevens gekopieerd zijn.
Als u beeldgegevens kopieert van het
ingebouwde geheugen naar een kaart
waarop niet genoeg ruimte is, zullen de
gegevens maar half worden gekopieerd.
Wij raden aan een kaart te gebruiken met
meer ruimte dan er in het ingebouwde
geheugen is (ongeveer 27 MB).
Als een beeld met dezelfde naam als het
te kopiëren beeld in de kopiebestemming
bestaat, zal het beeld niet gekopieerd
worden. (P103)
Het kan even duren om de gegevens te
kopiëren.
Alleen met een Panasonic digitale camera
(LUMIX) opgenomen opnamen zullen
gekopieerd worden.
(Zelfs als de opnamen opgenomen
werden met een Panasonic digitale
camera, zou u niet in staat kunnen zijn de
opnamen te kopiëren als ze bewerkt zijn
met een PC.)
DPOF-instellingen van de originele
beeldgegevens zullen niet gekopieerd
worden. De DPOF-instellingen opnieuw
instellen nadat het kopiëren voltooid is.
(P80)
KOPIE
SELEC INST.
MENU
KOPIE VAN INTERN
GEHEUGEN NAAR
KAART?
NEE
JA
/SET
MENU
Gevorderd (Afspelen)
88
VQT1B94
Op [ ] drukken om het [AFSPELEN]
functiemenu af te beelden en het in te
stellen onderdeel te kiezen. (P74)
Normaal gesproken is het niet nodig het
ingebouwde geheugen en de kaart te
formatteren. Formatteer de kaart of het
geheugen wanneer het bericht
[FOUT INT. GEHEUGEN] of [STORING
GEHEUGENKAART] verschijnt.
Op 3 drukken om [JA] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
(De illustratie toont het scherm wanneer
het ingebouwde geheugen
geformatteerd wordt.)
Als er geen kaart in het toestel zit, kunt
u het ingebouwde geheugen
formatteren. Als er een kaart in het
toestel zit, kunt u de kaart formatteren.
Als u op [MENU/SET] drukt terwijl u het
ingebouwde geheugen formatteert, zal
het formatteren halverwege stoppen.
(Alle opnamen zullen echter gewist
zijn.)
Formatteren wist onherroepelijk alle
gegevens, inclusief beveiligde opnamen.
Controleer de gegevens zorgvuldig
voordat u formatteert.
Als de kaart is geformatteerd op een PC
of andere apparatuur, formatteert u dan
de kaart opnieuw op het toestel.
Een batterij met voldoende batterijstroom
(P21) of de AC-adapter (DMW-AC5E;
optioneel) gebruiken als u formatteert.
Het toestel niet uitzetten tijdens het
formatteren.
Het kan langer duren om het ingebouwde
geheugen te formatteren dan de kaart.
(Max. ongeveer 15 sec.)
U kunt een SD-geheugenkaart of een
SDHC-geheugenkaart niet formatteren
wanneer de Schrijf-
Beschermingschakelaar van de kaart A
ingesteld is op [LOCK].
Kan de kaart niet geformatteerd worden,
dan raadpleegt u het dichtstbijzijnde
servicecentrum.
[FORMATEREN]
Het ingebouwde geheugen of een
kaart initialiseren of formatteren
/SET
MENU
FORMATEREN
GEGEVENS OP
INTERN GEHEUGEN
WISSEN?
NEE
JA
SELEC INST.
MENU
/SET
MENU
2
Aansluiten op andere apparatuur
89
VQT1B94
Aansluiten op andere apparatuur
Aansluiten op de PC
U kunt opnamen op een PC zetten door het
toestel en de PC met elkaar te verbinden.
Met het programma [LUMIX Simple Viewer]
of [PHOTOfunSTUDIO-viewer-]
(voor Windows
®
) op de CD-ROM
(meegeleverd) kunt u gemakkelijk
opnamen op een PC zetten, afdrukken en
per e-mail verzenden.
Als u “Windows
98/98SE”, gebruikt, het
USB-stuurprogramma installeren en
vervolgens op de computer aansluiten.
Voor informatie over de programma's op de
CD-ROM (meegeleverd) en over het
installeren ervan, leest u de
gebruiksaanwijzing voor aansluiting op de
PC.
A: USB-kabel (bijgeleverd)
B: AC-adapter (DMW-AC5E; optioneel)
Een batterij met voldoende batterijstroom
of de AC-adapter (DMW-AC5E; optioneel)
gebruiken.
Het toestel uitzetten voordat u de kabel
erin doet of verwijdert voor de AC-adapter
(DMW-AC5E; optioneel).
Stel een andere functie in dan [ ].
1 Zet het toestel en de PC aan.
2
Sluit het toestel aan op een PC met
de USB-kabel
A
(bijgeleverd).
De USB-kabel aansluiten met de [ ]
markering in de richting van de [2]
markering op de [DIGITAL] aansluiting.
• De USB-kabel op
C
houden en recht erin
doen of eruit halen. (Als u de USB-kabel
er al wrikkend scheef of op zijn kop indoet
kunt u de aansluitingsuiteinden
vervormen en het toestel of de
aangesloten apparatuur beschadigen.)
D: Dit bericht verschijnt tijdens de
gegevensoverdracht.
[Windows]
Het stuurprogramma zit in de
[My Computer] map.
Is het de eerste keer dat u het toestel op
de PC aansluit, dan wordt het benodigde
stuurprogramma automatisch
geïnstalleerd zodat het toestel door de
“Windows Plug and Play” herkend kan
worden. Vervolgens wordt het
stuurprogramma weergegeven in de
[My Computer] map.
[Macintosh]
Het stuurprogramma wordt weergegeven
op het scherm.
Het stuurprogramma wordt afgebeeld als
[LUMIX] als u het toestel zonder kaart erin
aansluit.
Het stuurprogramma wordt afgebeeld als
[NO_NAME] of [Untitled] wanneer u het
toestel aansluit terwijl er een kaart in het
toestel zit.
DIGITAL
AV OUT
DC IN
TOEGANG
Aansluiten op andere apparatuur
90
VQT1B94
Over het terugspelen van bewegend
beeld op een PC
Gebruik de software “QuickTime” (voor
Windows 2000/XP) in de CD-ROM
(bijgeleverd) om bewegende beelden terug
te spelen die op dit toestel opgenomen zijn
op een PC.
Als u “Windows 98/98SE/Me”, gebruikt,
“QuickTime 6.5.2 for PC” downloaden van
de volgende site, en deze installeren.
http://www.apple.com/support/quicktime/
Deze software is geïnstalleerd als
standaard op een “Macintosh OS”.
Mapsamenstelling
De mappen zien eruit als op de volgende
afbeelding.
1 Mapnummer
2 Bestandsnummer
3 JPG: opnamen
MOV: bewegende beelden
MISC: Mappen met bestanden
waarvoor de
DPOF-printinstellingen zijn
vastgelegd
De gegevens voor 1 tot en met 999
opnamen die opgenomen zijn met het
toestel kunnen in 1 map gezet worden.
Als het aantal opnamen meer is dan 999,
wordt er een andere map aangemaakt.
Om het bestandsnummer of het
mapnummer opnieuw in te stellen,
[NR.RESET] in het [SET-UP] menu
kiezen. (P19)
Condities waarin er een ander
mapnummer gebruikt wordt
In de volgende gevallen wordt het beeld
niet in dezelfde map opgenomen als het
eerder opgenomen beeld. Het wordt
opgenomen in een map met een nieuw
nummer.
1 Wanneer de map waarin net een beeld in
opgenomen is een beeldbestand bevat
met het nummer 999 erin
(voorbeeld: P1000999.JPG).
2 Als de net opgenomen kaart bijvoorbeeld
een map bevat met het nummer 100
[100_PANA] erop en u verwijdert deze
kaart en vervangt deze door een kaart
met een mapnummer 100 dat
opgenomen is met een andere camera
van een andere fabrikant (100XXXXX,
met XXXXX als fabrikant) en dan een
beeld op deze kaart opslaat.
3 Wanneer u opneemt nadat u kiezen
[NR.RESET] hebt gekozen (P19) in het
[SET-UP] menu. (Beelden zullen
opgenomen worden in een nieuwe map
met een nummer dat volgt op de map
waar onmiddellijk daarvoor in
opgenomen is. Door [NR.RESET] te
gebruiken op een kaart die geen
mappen of opnamen bevat, zoals een
net geformatteerde, kan het mapnummer
teruggezet worden naar 100.)
Over de PTP-connectie
Als het OS “Windows XP” of “Mac OS X” is,
kunt u in PTP-functie verbinden als u het
toestel instelt op [ ]-functiedan en aan
uw PC verbindt.
Beelden kunnen alleen afgelezen worden
op het toestel. Ze kunnen niet op een
kaart geschreven worden of gewist
worden.
Wanneer er 1000 of meer opnamen op
een kaart staan, zouden de opnamen niet
geïmporteerd kunnen worden.
100_PANA
101_PANA
999_PANA
DCIM
MISC
P1000001.JPG
P1000002.JPG
P1000999.JPG
100_PANA
Ingebouwde
geheugen
Kaart
Aansluiten op andere apparatuur
91
VQT1B94
Geen enkele andere USB-kabel
gebruiken dan de meegeleverde kabel.
De USB-kabel niet losmaken terwijl
[TOEGANG] afgebeeld wordt.
Wanneer er veel beelden op de kaart
staan, kan het even duren om deze te
verplaatsen.
U zou niet in staat kunnen zijn bewegende
beelden correct terug te spelen op de
kaart wanneer het toestel verbonden is
aan een PC. Importeer de bewegende
beeldenfiles naar de PC en speel ze dan
terug.
Als de batterijstroom laag is terwijl het
toestel en de PC communiceren, kunnen
de opgenomen gegevens beschadigd
raken. Wanneer u de fotocamera op de
PC aansluit, een batterij gebruiken met
voldoende stroom (P21) of de AC-adapter
(DMW-AC5E; optioneel).
Als de resterende batterijstroom laag
wordt terwijl het toestel en de PC
communiceren, knippert het statuslampje
en hoort u een alarm. In dit geval
onderbreekt u de communicatie met de
PC onmiddellijk.
Wanneer u het toestel op een
“Windows 2000” OS PC aansluit met
de USB-kabel, de kaart niet vervangen
terwijl het toestel en de PC verbonden
zijn. De informatie op de kaart kan
beschadigd worden. Gebruik
“Hardware veilig verwijderen” in de
takenbalk van uw PC als u de kaart
wenst te vervangen.
Opnamen die bewerkt of omgedraaid zijn
op een PC kunnen zwart op het scherm
worden in de terugspeelfunctie (P29), de
meervoudige terugspeelfunctie (P68) en
de kalenderterugspeelfunctie (P69).
De gebruiksaanwijzingen voor de PC
lezen
.
Als er geen kaart in het toestel zit
wanneer dit op de PC aangesloten is, kunt
u de beeldgegevens op het ingebouwde
geheugen bewerken of openen. Als er
een kaart in zit, kunt u de beeldgegevens
op de kaart openen of bewerken.
U kunt niet schakelen tussen het
ingebouwde geheugen en de kaart terwijl
het toestel aangesloten is op de PC. Als u
van het ingebouwde geheugen naar de
kaart wil overschakelen, maakt u de
USB-kabel los, steekt u de kaart in het
toestel (of verwijdert u deze) en sluit u
vervolgens de USB-kabel opnieuw aan op
de PC.
De melding [SLUIT DE PRINTER
OPNIEUW AAN.] verschijnt als u de
keuzeknop op [ ] zet terwijl de camera
en de PC verbonden zijn. Als u het toestel
aansluit op een printer zet u de functie op
een andere dan [ ] en controleert u
daarna of er geen gegevens worden
uitgewisseld. ([TOEGANG] verschijnt op
het LCD-scherm van de camera als
gegevens worden overgeschreven.)
Aansluiten op andere apparatuur
92
VQT1B94
Beelden afdrukken
Door het toestel direct op een printer aan te
sluiten die PictBridge verwerkt via de
USB-kabel (bijgeleverd), kunt u de af te
drukken opnamen kiezen of starten met
afdrukken op het scherm van het toestel.
Afdrukinstellingen zoals de afdrukkwaliteit
op de printer vooraf instellen. (De
gebruiksaanwijzing van de printer lezen.)
A: USB-kabel (bijgeleverd)
B: AC-adapter (DMW-AC5E; optioneel)
Het kan tijd vergen om bepaalde
opnamen af te drukken. Batterijen met
voldoende stroom (P21) of de AC-adapter
(DMW-AC5E; optioneel) gebruiken als u
wenst af te drukken.
Het toestel uitzetten voordat u de kabel
erin doet of verwijdert voor de AC-adapter
(DMW-AC5E; optioneel).
1 Het toestel en de printer
aanzetten.
2 Stel de functieknop in op [ ].
3 Het toestel op een printer
aansluiten via de USB-kabel A
(bijgeleverd).
De USB-kabel aansluiten op de [ ]
markering in de richting van de [2]
markering op de [DIGITAL] aansluiting.
De USB-kabel op C houden en deze er
recht indoen of er uitnemen.
Geen enkele andere USB-kabel
gebruiken dan de meegeleverde kabel.
Als de functieknop niet op [ ] staat en u
sluit de camera aan op de printer, maakt u
eerst de USB-kabel los, u zet de
functieknop op [ ] en sluit dan de
USB-kabel weer aan. (Afhankelijk van de
printer kan het zijn dat u ook deze eerst uit
en dan weer aan moet zetten).
Als er geen kaart in het toestel zit
wanneer dit op de PC aangesloten wordt,
kunt u de beeldgegevens op het
ingebouwde geheugen bewerken of
openen. Als er een kaart in het toestel zit,
kunt u de beeldgegevens erop bewerken
of openen.
U kunt niet overschakelen van het
ingebouwde geheugen naar de kaart
terwijl het toestel op de printer
aangesloten is. Als u wenst over te
schakelen van het ingebouwde geheugen
naar de kaart, maakt u de USB-kabel los,
doet u de kaart in het toestel (of verwijdert
u deze) en sluit u vervolgens de
USB-kabel opnieuw aan op de printer.
DIGITAL
AV OUT
DC IN
Aansluiten op andere apparatuur
93
VQT1B94
Als u de leeftijd van [BABY1]/[BABY2]
(P48) of [HUISDIER] (P48) in de
scènefunctie wenst af te drukken of het
aantal dagen dat is verstreken sinds de
vertrekdatum van [REISDATUM] (P54)
gebruikt u hiervoor het programma
[LUMIX Simple Viewer] of
[PHOTOfunSTUDIO-viewer-] op de
CD-ROM (meegeleverd) en print u met de
PC. Voor informatie hierover raadpleegt u
de handleiding voor aansluiting op de PC.
Om meer te weten over printers die
PictBridge verwerken, neemt u contact op
met uw plaatselijke dealer.
Een beeld kiezen en afdrukken
1 Op 2/1 drukken om het beeld te
kiezen en vervolgens op
[MENU/SET] drukken.
Het bericht verdwijnt binnen ongeveer
2 seconden.
2 Op 3 drukken om [PRINT START]
te kiezen en vervolgens op
[MENU/SET] drukken.
Druk op [MENU/SET] om het afdrukken
te annuleren.
3 De USB-kabel losmaken na het
afdrukken.
Meerdere beelden kiezen en
afdrukken
1 Op 3 drukken.
2 Druk op 3/4 om het onderdeel te
kiezen en vervolgens op
[MENU/SET].
¢Dit verschijnt alleen als [FAVORIETEN]
(P76) op [ON] staat. (Ook al staat op
geen enkel beeld [ ] kunt u deze niet
kiezen ook als [FAVORIETEN] op [ON]
staat.)
SELECTEER DE
FOTO OM TE PRINTEN
PictBridge
1/3
PRINTEN
SELEC
VEELV. AFDR.
MENU
/SET
MENU
OFF
ENKELVOUDIG SELECT.
AANTAL PRINTS
1
PRINT MET DAT.
PAPIERAFMETING
LAY-OUT PAGINA
SELEC
ANNUL INST.
MENU
PRINT STA RT
/SET
MENU
OFF
[MULTI
SELECTEREN]
Er worden meerdere
beelden tegelijkertijd
afgedrukt.
Kies eerst [MULTI
SELECTEREN]en
druk dan op
2/1 om de af te
drukken beelden te
kiezen. Druk dan op
4. Het pictogram
[ ] verschijnt op de
beelden die worden
afgedrukt. (Druk
opnieuw op 4 om de
instelling te wissen.)
Druk op [MENU/SET]
nadat u hebt
ingesteld.
[ALLES
SELECTEREN]
Alle opgeslagen
beelden afdrukken.
[DPOF FOTO] Drukt alleen de in
[DPOF] ingestelde
beelden af (P80).
[FAVORIETEN]
¢
Drukt alleen de als
favorieten ingestelde
beelden af (P76).
OFF
PictBridge
DPOF FOTO
ALLE
S SELECTEREN
FAVORIETEN
SELEC ANNUL
INST.
MENU
MULTI SELECTEREN
/SET
MENU
Aansluiten op andere apparatuur
94
VQT1B94
3 Druk op 3 om [PRINT START] te
kiezen en vervolgens op
[MENU/SET].
[PRINT MET DAT.] en
[AANTAL PRINTS] verschijnen niet als
[DPOF FOTO] ingesteld is.
De DPOF-instellingen verschijnen als u
[DPOF FOTO] hebt gekozen. Als u
DPOF-instellingen hebt gekozen, leest
u P80 om deze aan te passen.
Op [MENU/SET] drukken om het
afdrukken te annuleren.
Als u [MULTI SELECTEREN], [ALLES
SELECTEREN] of [FAVORIETEN]
kiest, verschijnt een
printbevestigingsscherm. Kies [JA] en
druk af.
De melding [## FOTO’S AAN HET
PRINTEN. VERDERGAAN ?] verschijnt
op de printinfopagina als het aantal
afdrukken meer dan 1000 bedraagt.
4 De USB-kabel losmaken na het
afdrukken.
Het afdrukken van de datum, het
aantal afdrukken, het formaat en de
paginaopmaak instellen
Elke onderdeel kiezen in stap
3.
Wanneer u opnamen wilt afdrukken op
een papierformaat of met een opmaak die
niet verwerkt worden door het toestel, stelt
u [PAPIERAFMETING] of
[LAY-OUT PAGINA] in op [ ] en stelt u
vervolgens het papierformaat of de
opmaak in op de printer. (Voor details de
handleiding van de printer raadplegen.)
[PRINT MET DAT.]
Als de printer geen datum afdrukt, kan
de datum niet op de foto afgedrukt
worden.
[AANTAL PRINTS]
Stel het aantal afdrukken in.
U kunt tot en met 999 afdrukken maken.
[PAPIERAFMETING]
(Papierformaten die ingesteld kunnen
worden voor dit toestel)
De papierformaten staan op de pagina’s
1/2 en 2/2. Op 4 drukken om te kiezen.
¢Deze onderdelen kunnen niet afgebeeld
worden als de printer de papierformaten
niet verwerkt.
OFF
MULTI SELECTEREN
AANTAL PRINTS
1
PRINT MET DAT.
PAPIERAFMETING
LAY-OUT PAGINA
SELEC
ANNUL INST.
MENU
PRINT STA RT
/SET
MENU
OFF
[OFF] Datum wordt niet afgedrukt.
[ON] Datum wordt afgedrukt.
1/2
De printerinstellingen
hebben voorrang.
[L/3.5qk5q]
89 mm
k
127 mm
[2L/5qk7q] 127 mmk178 mm
[POSTCARD] 100 mm
k148 mm
[A4] 210 mm
k297 mm
2/2
¢
[CARD SIZE]
54 mm
k
85,6 mm
[10k15cm] 100 mmk150 mm
[4q
k6q] 101,6 mmk152,4 mm
[8q
k10q] 203,2 mmk254 mm
[LETTER] 216 mm
k279,4 mm
Aansluiten op andere apparatuur
95
VQT1B94
•[LAY-OUTPAGINA]
(Paginaopmaken die ingesteld kunnen
worden met dit toestel)
U kunt geen enkel onderdeel kiezen als
de paginaopmaak niet verwerkt kan
worden door de printer.
Het afdrukken van de datum instellen
met vooraf ingestelde DPOF-print
We raden aan de DPOF-print voor de
datum op voorhand in te stellen met
[DPOF PRINT] (P81) wanneer de printer
dit verwerkt. Als u [DPOF FOTO] kiest,
start het afdrukken en wordt de datum
afgedrukt.
Opmaakafdrukken
Wanneer u een beeld verschillende
keren afdrukt op 1 vel papier
Als u bijvoorbeeld een beeld 4 keer wilt
afdrukken op 1 vel papier,
[LAY-OUT PAGINA] instellen op [ ] en
vervolgens [AANTAL PRINTS] instellen
op 4.
Wanneer u verschillende opnamen
afdrukt op 1 vel papier
Als u bijvoorbeeld 4 verschillende
opnamen wilt afdrukken op 1 vel papier,
[LAY-OUT PAGINA] instellen op [ ] en
vervolgens [AANTAL] in [DPOF PRINT]
(P80) instellen op 1 voor elk van de
4 opnamen.
Maak de USB-kabel niet los terwijl het
waarschuwingspictogram [ ] op het
scherm staat. (Afhankelijk van de printer
wordt dit pictogram al dan niet
weergegeven.)
Als de resterende batterijstroom te laag
wordt terwijl het toestel en de printer
aangesloten zijn, knippert het
statuslampje en hoort u een alarm. Als dit
gebeurt tijdens het afdrukken, op [MENU/
SET] drukken en het afdrukken
onmiddellijk stopzetten. Als u niet aan het
afdrukken bent, de USB-kabel losmaken.
Het toestel ontvangt een bericht van de
printer wanneer de [¥] aanduiding oranje
wordt tijdens het afdrukken. Nadat het
afdrukken voltooid is, controleren of er
problemen zijn met de printer.
Als u veel DPOF-afdrukken maakt of veel
DPOF-opnamen afdrukt, kunnen
opnamen meerdere keren afgedrukt
worden. Het op het scherm aangeduide
resterende aantal afdrukken kan
verschillen van de aantalinstelling. Dit is
geen storing.
Bij het afdrukken van de datum, kan de
instelling op de printer de voorrang geven
aan de instelling op het toestel. Controleer
daarom ook de instelling voor het
afdrukken van de datum op de printer.
De melding [USB MODE GEWIJZIGD.
VERWIJDER DE USB-KABEL.] verschijnt
als u de keuzeknop op een andere functie
dan [ ] zet terwijl de camera en de
printer verbonden zijn met elkaar. Zet de
knop op [ ] en maak dan de USB-kabel
los. Als dit gebeurt tijdens het afdrukken,
stopt u met afdrukken en maakt u de
USB-kabel los.
Instellingen op de printer zijn
voorzien van prioriteiten.
1 beeld zonder frame op 1 pagina
1 beeld met een frame op 1 pagina
2 beelden op 1 pagina
4 beelden op 1 pagina
Aansluiten op andere apparatuur
96
VQT1B94
Opnamen terugspelen
op een TV-scherm
Opnamen terugspelen met de
AV-kabel (bijgeleverd)
De [TV-ASPECT] instellen (P20)
Zet het toestel en de televisie uit.
1 De AV-kabel A (bijgeleverd)
aansluiten op de [AV OUT]
aansluiting op het toestel.
De AV-kabel aansluiten met de [ ]
markering in de richting van de [2]
markering op de [AV OUT] aansluiting.
De AV-kabel op B houden en deze er
recht indoen of uithalen.
2 De AV-kabel aansluiten op de
video- en geluidaansluitingen op
de TV.
1 Geel:naar de videoaansluiting
2 Wit: naar het geluidsaansluiting
3 De televisie aanzetten en “externe
aansluiting” kiezen.
4 Zet het toestel aan.
Afhankelijk van de aspectinstellingen
kunnen zwarte stroken boven en onder of
links en rechts van de beelden
verschijnen.
Geen andere AV-kabels gebruiken dan de
meegeleverde kabel.
Geluid terugspelen gebeurt in mono.
De gebruiksaanwijzing van de TV lezen.
Als u een beeld verticaal terugspeelt, kan
het wazig zijn.
U kunt opnamen bekijken op TV’s in
andere landen of plaatsen met een NTSC
of PAL-systeem als u [VIDEO UIT] in het
[SET-UP] menu instelt.
Opnamen terugspelen op een TV met
een slot voor een SD-geheugenkaart
Stilstaande opnamen die gemaakt zijn met
een SD-geheugenkaart kunnen
teruggespeeld worden op een TV met een
SD-geheugenkaartslot.
Afhankelijk van het TV-model kunnen de
opnamen misschien niet afgespeeld
worden op het hele scherm.
Bewegende beelden kunnen niet
teruggespeeld worden. Om bewegende
beelden terug te spelen, het toestel op de
TV aansluiten met de AV-kabel
(bijgeleverd).
MultiMediaCard kunnen wellicht niet
afgespeeld worden.
DIGITAL
AV OUT
DC IN
Overige
97
VQT1B94
Overige
Schermdisplay
In opname
Opnemen met de normale
opnamefunctie [ ] (Begininstelling)
1 Opnamefunctie
2 Flitsfunctie (P35)
3 AF-zone (P22)
4 Focus (P22)
5 Beeldresolutie (P62)
6 Kwaliteit (P62)
: Waarschuwingsbeweging (P24)
7 Batterij-aanduiding (P21)
8 Aantal opnamen (P110)
9 Ingebouwd geheugen (P13)
: Kaart (P13)
10 Opnamestaat
11 AF-Puntzone (P63)
12 Sluitertijd (P22)
13 Lensopening (P22)
14 Optische beeldstabilisator (P64)
Tijdens de opname (na de instellingen)
15 Burstfunctie (P65)
: Geluidsopname (P52, 63)
16 Witbalans (P59)
17 ISO-gevoeligheid (P61)
/ / : ISO-limiet (P42)
18 Kleurfunctie (P67)
19 Opnamefunctie (P52)
/// (4:3)
/ (16:9)
20 Beschikbare opnametijd (P52):
21 Histogram (P33)
22 Leeftijd (P48)
Dit verschijnt ongeveer 5 seconden
lang als u het toestel aan zet in de
[BABY1]/[BABY2] of [HUISDIER] in de
scènefunctie.
Het aantal dagen dat verstreken is
sinds de reisdatum (P54)
23 Reisdatum (P54)
24 Verstreken opnametijd (P52)
25 Huidige datum en tijd/
De reisbestemming instellen (P56):
Dit wordt gedurende ongeveer
5 seconden afgebeeld wanneer het
toestel aan wordt gezet, na het instellen
van de klok en na het overschakelen
van de terugspeelfunctie naar de
opnamefunctie.
Zoom (P26)/Extra optische zoom (P26)/
Digitale zoom (P27):
26 Intelligente ISO-gevoeligheidsfunctie
(P42)
27 Belichtingscompensatie (P40)
28 Auto Bracket (P41)
29 Langzame sluiter (P67)
30 Hoge-hoekfunctie (P34)/
: LCD-versterking (P34)
31 Zelfontspannerfunctie (P39)
32 AF-lamp (P66)
34 5 6
10
13
14
7
8
9
11
12
12
7
1/30F2.8
5s
21
16
24
22
23
17
31
32
28
25
19
30
20
18
15
NATURAL
R50s
ISO
100
26
29
27
ISOMAX
400
ISOMAX
800
ISOMAX
1250
R8
m
30
s
W
T
1X
W
Overige
98
VQT1B94
Opnemen in de eenvoudige functie
1 Flitsfunctie (P35)
2 Focus (P22)
3 Opnamefunctie (P24)
: Waarschuwingsbeweging (P24)
4 Batterij-aanduiding (P21)
5 Aantal opnamen
6 Ingebouwd geheugen (P13)
: Kaart (P13)
7 Opnamestaat
8 AF-zone (P22)
9 Reisdatum (P54)
10 Achtergrondverlichting compenseren
(P26)
11 Huidige datum en tijd
Dit wordt gedurende ongeveer
5 seconden afgebeeld wanneer het
toestel aan wordt gezet, na het
instellen van de klok en na het
overschakelen van de
terugspeelfunctie naar de eenvoudige
functie.
Zoom (P26)/Extra optische zoom (P26):
12 Het aantal dagen dat verstreken is
sinds de reisdatum (P54)
13 Compensatie achtergrondverlichting
(P26)
14 LCD-versterking (P34)
15 Zelfontspanner functie (P39)
16 AF-lamp (P66)
BACKLIGHT
3
123
1011
12
13
5
9
8
15
16
14
4
7
6
W
T
1X
Overige
99
VQT1B94
In terugspelen
1 Terugspeelfunctie (P29)
2 Aantal DPOF-prints (P80)
3 Beveiligd beeld (P82)
4 Beeld met geluid/Bewegende beelden
(
P71
)
5 Beeldresolutie (P62)
6 Kwaliteit (P62)
In de bewegende-beeldenfunctie (P71)
/// (4:3)
/ (16:9)
In de eenvoudige functie (P24)
:ENLARGE
:4qk6q/10k15cm
:E-MAIL
7 Batterij-aanduiding (P21)
8 Map/bestandsnummer (P90)
Ingebouwd geheugen (P13)
: Kaart (P13)
9 Beeldnummer/Totaal opnamen
10 Waarschuwingspictogram
kabelaansluiting (P95)
Bewegende-beeldenopname (P71):
11 Histogram (P33)
12 Opname-informatie
13 Favoriete instellingen (P76)/Verstreken
terugspeeltijd (P71):
14 Opgenomen datum en tijd/De
reisbestemming instellen (P56)
15 Leeftijd (P48)
16 LCD-versterking (P34)
17 Het aantal dagen dat verstreken is
sinds de reisdatum (P54)
18 Geluid terugpelen (P71)
: In Bewegende
beeldenfunctie (P71)
19 Vastgelegde datumafdruk (P78)
20 Favorieten (P76)
8
9
12
13
100
_
0001
1
12 34 6 75
18
15
ISO
100
AWB
19
20
17
F2.8 1/30
1/3
14
10:00 1.DEC. 2007
16
11
10
AUDIO
1E DAG
AFSPELEN
8
m
30
s
8
m
30
s
WEERG. BEW.
BEELDEN
Overige
100
VQT1B94
Voorzorgsmaatregelen
bij het gebruik
Wat u wel en niet moet doen met dit
toestel
Laat het toestel niet vallen, klop er niet
mee en oefen er geen zware kracht op uit.
Erop letten de tas/hoes waar het toestel
inzit nergens tegen aan te stoten en niet
te laten vallen aangezien dit schade zou
kunnen opleveren aan het toestel, de lens
of de LCD-monitor.
Geen andere spullen aan de polsband
hangen die bij het toestel wordt geleverd.
Bij het opbergen zou er anders iets tegen
de LCD-monitor kunnen komen en zou
deze zo beschadigd kunnen worden.
Geen papieren zak gebruiken voor het
toestel aangezien een papieren zak
makkelijk stuk kan gaan en het toestel zo
kan vallen en kapot kan gaan.
We raden het sterk aan dat u een goede
toesteltas/goed toestelkistje aanschaft bij
uw plaatselijke dealer om uw toestel te
beschermen.
Houd het toestel uit de buurt van
magnetische apparatuur (zoals
magnetrons, televisie, videospelletjes,
enz.).
Indien u het toestel op of naast een
televisie gebruikt, kunnen de opnamen en
de audio onderbroken worden door de
straling van de elektromagnetische
golven.
Gebruik het toestel niet in de buurt van
een mobiele telefoon omdat het geluid
kan ervan een nadelige invloed kan
hebben op de opnamen en de geluiden.
Opgenomen gegevens kunnen
beschadigd worden of beelden kunnen
vervormd worden, als gevolg van sterke
magnetische velden die gecreëerd
worden door luidsprekers of zware
motoren.
De straling van elektromagnetische
golven die door een microprocessor
gegenereerd wordt, kan een nadelige
invloed hebben op het toestel en
storingen van beelden en geluiden
veroorzaken.
Als het toestel de invloed van
magnetische geladen apparatuur
ondergaat en vervolgens niet naar
behoren werkt, dient u het toestel uit te
schakelen en de batterij te verwijderen, of
de netspanningsadapter (DMW-AC5E;
optioneel) los te maken, en vervolgens de
batterij weer terug te plaatsen of de
netspanningsadapter weer aan te sluiten.
Hierna schakelt u het toestel weer in.
Gebruik de digitale fotocamera niet in
de nabijheid van hoogspanningsdraden
of hoogspanningsleidingen.
Opnemen in de buurt van
hoogspanningsdraden of
hoogspanningsleidingen kan nadelige
gevolgen hebben voor de opnamen of
geluiden.
Altijd de meegeleverde snoeren en
kabels gebruiken. Ook voor optionele
accessoires gebruikt u altijd de
meegeleverde snoeren en kabels.
De snoeren of de kabels niet langer
maken.
Het toestel niet bespuiten met
insectenverdelgers of chemische
middelen.
Wordt het toestel met chemische
middelen bespoten dan kan het
beschadigd raken en de afwerkingslaag
er van af gaan.
Vermijd langdurig contact van de digitale
fotocamera met rubber of plastic.
Gebruik geen benzine, verdunners of
alcohol om de camera te reinigen.
Voordat u het toestel schoonmaakt, de
batterijen verwijderen of de AC-adapter
(DMW-AC5E; optioneel) uit het
stopcontact halen.
Het toestel kan beschadigd raken en de
afwerkingslaag kan eraf gaan.
Veeg stof of vingerafdrukken weg met een
droge en zachte doek.
Reinig het toestel niet met
vaatwasproducten of chemisch
behandelde doekjes.
Overige
101
VQT1B94
Over de LCD-monitor
Niet met grote kracht op de
LCD-monitor drukken. Ongelijke
kleuren kunnen op de LCD-monitor
verschijnen en dit kan voor storing
zorgen.
Als het toestel koud is wanneer u het
aanzet, kan het beeld op de LCD-monitor
aanvankelijk een beetje donkerder dan
normaal zijn. Het beeld zal echter weer
normaal helder worden zodra het toestel
zelf opgewarmd is.
Over de Lens
Niet hard op de lens drukken.
Het toestel niet met de lens naar de zon
toe laten aangezien dit voor het slecht
gaan werken van het toestel kan zorgen.
Verder voorzichtig zijn wanneer u het
toestel buiten laat of dicht bij een raam.
Batterij
De batterij is een oplaadbare
lithium-ionbatterij. De stroom wordt
opgewekt door de chemische reactie in
de batterij. Deze reactie wordt beïnvloed
door de temperatuur en de vochtigheid.
Door te hoge of te lage temperaturen
gaan batterijen minder lang mee.
Haal de batterij altijd uit het toestel na
gebruik.
Steek de batterij in de meegeleverde
batterijhouder.
Als u de batterijen per ongeluk laat
vallen, controleert u of de batterijen en
de aansluitingen beschadigd zijn.
Door een beschadigde batterij in het
toestel te doen zal het toestel stukgaan.
Opgeladen reservebatterijen meenemen
wanneer u op stap gaat.
U dient eraan te denken dat de
levensduur van de batterijen korter wordt
bij lage temperaturen zoals op skipistes.
Als u op reis gaat, vergeet dan niet de
batterijlader in te pakken (bijgeleverd)
zodat u de batterij kunt opladen tijdens uw
reis.
Onbruikbare batterijen weggooien.
Batterijen hebben een beperkte
levensduur.
Batterijen niet in open vuur gooien, dit kan
ontploffing veroorzaken.
De batterijaansluitingen niet aanraken
met metalen voorwerpen (zoals
kettingen, haarpinnen, enz.).
Dit kan kortsluiting of hitte veroorzaken en
u zou uzelf ernstig kunnen verbranden als
u de batterij aanraakt.
De LCD-monitor wordt geproduceerd
met hoge-precisietechnologie. Toch
kunnen er donkere of lichte punten op
het scherm staan (rood, blauw of
groen). Dit is geen defect. De
LCD-monitors hebben meer dan
99,99% effectieve pixels met nauwelijks
0,01% van de pixels die niet actief zijn
of altijd oplichten. De punten zullen niet
opgenomen worden op beelden op het
ingebouwde geheugen of een kaart.
Overige
102
VQT1B94
Oplader
Als u de batterijoplader in de buurt van
een radio gebruikt, kan de radio-ontvangst
verstoord zijn. De oplader 1 m of meer
van een radio weghouden.
De oplader kan ruis maken wanneer deze
gebruikt wordt. Dit is geen storing.
Na het gebruik, haalt u de AC-kabel uit het
stopcontact. (Er gaat nog steeds een heel
klein beetje stroom door deze kabels als u
ze aangesloten laat.)
De aansluitingen van de oplader en de
batterij schoon houden.
Kaart
De kaart niet op plaatsen met een hoge
temperatuur bewaren, waar makkelijk
elektromagnetische golven of statische
elektriciteit opgewekt kunnen worden,
of op plaatsen die blootgesteld zijn aan
direct zonlicht.
De kaart niet plooien of laten vallen.
De kaart kan beschadigd worden of de
opgenomen inhoud zou beschadigd of
uitgewist kunnen worden.
De kaart in de kaarthoes of het zakje
doen na gebruik en wanneer u de kaart
opslaat of vervoert.
Laat de kaart niet vuil worden en zorg
ervoor dat er geen vuil, stof of water op de
aansluitingen achterop de kaart komen.
Raak de aansluitingen niet aan met uw
vingers.
Wanneer u het toestel niet gebruikt
gedurende een lange tijdsperiode
De batterij in een koele en droge plaats
met een relatief stabiele temperatuur
opbergen.
[Aanbevolen temperatuur:
15 oC tot 25 oC,
Aanbevolen vochtigheid: 40% tot 60%]
De batterijen en de kaart altijd uit het
toestel verwijderen.
Als de batterijen in het toestel gelaten
worden zullen ze ontladen zelfs als het
tostel uitstaat. Als de batterijen nog langer
in het toestel blijven, zullen ze te veel leeg
raken en kunnen ze onbruikbaar worden,
zelfs wanneer ze opgeladen worden.
Wanneer de batterijen voor een lange tijd
opgeslagen worden, raden we aan ze
eens per jaar op te laden. De batterijen uit
het toestel verwijderen en ze weer
opslaan nadat ze helemaal leeg geraakt
zijn.
We raden aan het toestel op te slaan met
een droogmiddel (kwartsglas gel)
wanneer u deze in een kast bewaart.
Overige
103
VQT1B94
Waarschuwingen op
het scherm
Soms verschijnen op het scherm
bevestigingen of foutmeldingen.
De belangrijkste meldingen worden
hieronder beschreven.
[GEHEUGENKAART VERGRENDELD]
De Schrijfbeschermingschakelaar op de
SD-geheugenkaart en de
SDHC-geheugenkaart worden naar
[LOCK] verplaatst. Verschuif de schakelaar
terug om deze te ontgrendelen. (P13, 82,
88)
[GEEN JUISTE FOTO OM WEER TE GEV
EN]
Een beeld opnemen of een kaart in het
toestel doen met een opgenomen beeld en
dit vervolgens afspelen.
[DEZE FOTO IS BEVEILIGD]
Het beeld wissen of erover heen schrijven
nadat de beveiliging geannuleerd is. (P82)
[DEZE FOTO IS BEVEILIGD]/
[BEVEILIGDE FOTO’S WORDEN NIET
GEWIST]
Beelden die niet voldoen aan de
DCF-standaard kunnen niet gewist worden.
Als u bepaalde opnamen wilt wissen, de kaart
formatteren nadat de nodige gegevens op
een PC enz. opgeslagen zijn. (P88
)
[ER KUNNEN GEEN EXTRA
WISSELECTIES GEMAAKT WORDEN]
U hebt meer opnamen gemaakt dan in één
keer kunnen worden ingesteld met [MULTI]
in [DATUM AFDR.] of [MULTI WISSEN].
Wijzig de ingestelde beelden of leg
datumafdruk vast voor deze beelden en
herhaal de stap voor de resterende
beelden.
Er zijn meer dan 999 favorieten ingesteld.
[KAN OP DEZE FOTO NIET INGESTELD
WORDEN]
DPOF-printen kan niet worden ingesteld
voor beelden die niet voldoen aan de
DCF-standaard.
[NIET VOLDOENDE RUIMTE INTERN
GEHEUGEN]/[NIET VOLDOENDE
GEHEUGEN OP DE KAART]
Er is geen ruimte over in het ingebouwde
geheugen of op de kaart.
Wanneer u opnamen kopieert van het
ingebouwde geheugen op de
geheugenkaart (batchkopie), worden de
opnamen gekopieerd totdat de kaart vol
is.
[DIV. FOTO’S KUNNEN NIET GEKOP.
WORDEN]/
[KOPIE KAN NIET VOLTOOID WORDEN]
De volgende opnamen kunnen niet
gekopieerd worden.
Wanneer er een beeld met dezelfde naam
als het te kopiëren beeld in de
kopiebestemming bestaat.
Bestanden die niet voldoen aan de
DCF-standaard.
Verder kunnen opnamen die gemaakt of
bijgewerkt zijn met andere apparatuur
eventueel niet gekopieerd worden.
[FOUT INT. GEHEUGEN
FOTM. INT. GEH.?]
Dit bericht zal verschijnen als u het
ingebouwde geheugen op uw PC
formatteert of de batterijen verwijdert
zonder het toestel uit te zetten. Het
ingebouwde geheugen op het toestel
formatteren. (P88) De gegevens in het
ingebouwde geheugen zullen gewist
worden.
[STORING GEHEUGENKAART
KAART FORMATEREN?]
Het kaartformaat kan niet herkend worden
door het toestel. De kaart opnieuw
formatteren met het toestel nadat de
nodige gegevens opgeslagen zijn op een
PC enz. (P88)
[AUB CAMERA UIT- EN INSCHAKELEN]
Deze waarschuwing zal verschijnen als u
op de lens duwt met uw hand of andere
voorwerpen of als de camera niet naar
behoren werkt. Het toestel uit- en
aanzetten. Indien het bericht opnieuw
verschijnt, contact opnemen met de
leverancier of met het dichtstbijzijnde
servicecentrum.
Overige
104
VQT1B94
[PARAMETERFOUT GEHEUGENKAART]
Gebruik een kaart die geschikt is voor dit
toestel. (P4, 13)
U kunt alleen een SDHC-geheugenkaart
gebruiken als u kaarten gebruikt met
4 GB of meer vermogen.
[STORING GEHEUGENKAART
CONTROLEER DE GEHEUGENKAART]
Fout tijdens het openen van de kaart.
Steek de kaart opnieuw in het toestel.
[LEESFOUT
CONTROLEER DE GEHEUGENKAART]
Er heeft zich een fout voorgedaan bij het
aflezen van de gegevens.
Voer de kaart opnieuw in. Controleer of de
kaart goed in het toestel zit en speel
vervolgens opnieuw af.
[SCHRIJFFOUT
CONTROLEER DE GEHEUGENKAART]
Er heeft zich een fout voorgedaan tijdens
het schrijven van de gegevens.
Het toestel uitzetten en de kaart eruit
halen. De kaart er opnieuw indoen en het
toestel weer aanzetten. Het toestel moet uit
staan voordat u de kaart erin doet of eruit
haalt omdat u anders de kaart kunt
beschadigen.
[OPNAME BEW. BEELDEN GEANN.
SCHRIJFSNELHEID KAART TE
BEPERKT]
Wanneer u de beeldkwaliteit instelt op
[30fpsVGA] of [30fps16:9], raden we het
gebruik aan van een
high-speed-SD-geheugenkaart met
“10MB/s” of meer.
Afhankelijk van het type
SD-geheugenkaart of
SDHC-geheugenkaart kan het opnemen
halverwege stoppen.
[CREËREN VAN EEN MAP NIET
MOGELIJK ]
U kunt geen map aanmaken omdat er geen
mapnummers meer zijn. (P90)
De kaart formatteren nadat de nodige
gegevens op een PC enz. opgeslagen zijn.
(P88)
Als u [NR.RESET] in het [SET-UP] menu
kiest na het formatteren, wordt de
mapnummer weer op 100 gezet. (P19)
[BEELD WORDT WEERGEGEVEN VOOR
4:3 TV]/[BEELD WORDT
WEERGEGEVEN VOOR 16:9 TV]
De AV-kabel is aangesloten op de
camera. Druk op [MENU/SET] als u deze
melding wenst te annuleren.
Kies [TV-ASPECT] in het [SET-UP] menu
om het TV-aspect te wijzigen. (P20)
Deze melding verschijnt ook als de
USB-kabel alleen in de camera zit.
Sluit het andere eind van de USB-kabel in
dit geval aan op een PC of een printer.
(P89, 92)
[SLUIT DE PRINTER OPNIEUW AAN.]
Deze melding verschijnt als u de
keuzeknop op de printfunctie zet [ ]
terwijl het toestel is aangesloten op de PC.
Als u het toestel aansluit op een printer zet
u de functie op een andere dan [ ] en
controleert u daarna of er geen gegevens
worden uitgewisseld.
([TOEGANG] verschijnt op de
LCD-monitor van dit toestel als gegevens
worden verzonden).
[USB MODE GEWIJZIGD. VERWIJDER
DE USB-KABEL.]
Deze melding verschijnt als u de
keuzeknop op een andere dan de
printfunctie zet [ ] terwijl het toestel is
aangesloten op de printer.
Zet de keuzeknop weer op [ ] en maak
de USB-kabel los. Als u aan het printen
bent, stopt u met printen en maakt u dan de
USB-kabel los.
Overige
105
VQT1B94
Problemen oplossen
De menu-instellingen resetten, kan veel
problemen oplossen.
[RESETTEN] in het [SET-UP] menu
kiezen. (P20)
Batterijen en stroom
1: Het toestel kan niet bediend worden
zelfs wanneer het aanstaat.
Zitten de batterijen goed in het toestel?
Controleer de richting van de batterij.
(P12)
Is de batterij voldoende opgeladen?
Gebruik een batterij die voldoende
opgeladen is.
2: De LCD-monitor gaat uit terwijl het
toestel aanstaat.
Is de energiebesparingsfunctie (P18) of
de besparingsfunctie (P18)
geactiveerd?
Tot de helft op de ontspanknop
drukken om deze functies te
annuleren.
Zijn de batterijen leeg?
Gebruik een batterij die voldoende
opgeladen is.
3: Het toestel gaat uit onmiddellijk nadat
het aangezet is.
Is de batterij voldoende geladen om de
fotocamera te doen werken?
Gebruik een batterij die voldoende
opgeladen is.
Als u het toestel aan laat staan, zullen
de batterijen leeg raken. Het toestel
vaak uitzetten met de
besparingsfunctie (P18), de
energiebesparingsfunctie enz.
Opnemen
1: Heet beeld kan niet opgenomen
worden.
Is de functieknop correct ingesteld?
Is er nog ruimte over in het ingebouwde
geheugen of op de kaart?
Voordat u opneemt, enkele opnamen
uitwissen. (P29)
2: Het opgenomen beeld is witachtig.
De lens is vuil.
Het beeld kan witachtig worden als er
vuil, bijv. vingerafdrukken, op de lens
zit. Als de lens vuil is, zet u de camera
uit, u trekt de lenscilinder uit (P8) en
wrijft de lens voorzichtig schoon met
een droge doek.
3: De opname is te licht of te donker.
Controleer de instelling van de
belichtingscompensatie. (P40)
4: Er worden 2 of 3 beelden één voor één
genomen.
Is de auto bracket (P41) of de
burstfunctie ingesteld? (P65)
5: Het object is niet goed scherp.
Het focusbereik varieert afhankelijk van
de opnamefunctie.
De functieknop gebruiken om de juiste
functie in te stellen voor de afstand tot
het object.
Is het object uit het focusbereik? (P22,
43)
Hebt u een opname met beweging
gemaakt?
6: Het opgenomen beeld is wazig. De
beeldstabilisator werkt niet.
De sluitertijd zal langzamer worden en
de functie optische beeldstabilisator kan
niet goed werken wanneer er opnamen
gemaakt worden vooral op donkere
plekken. In dit geval raden we aan het
toestel stevig vast te houden met beide
handen wanneer u opnamen maakt.
(
P22
)
Wij raden aan de zelfontspanner
te gebruiken (P39) voor opnamen met
een lange sluitertijd.
Overige
106
VQT1B94
7: Het opgenomen beeld ziet er ruw uit.
Er verschijnt ruis op het beeld.
Is de ISO-gevoeligheid hoog of de
sluitertijd langzaam?
(De ISO-gevoeligheid is ingesteld op
[AUTO] wanneer het toestel vervoerd
wordt. Daarom neemt de
ISO-gevoeligheid toe als u binnenshuis
opnamen maakt enz.)
De ISO-gevoeligheid verminderen.
(P61)
[KLEURFUNCTIE] op [NATURAL]
instellen. (P67)
Beelden op heldere plekken maken.
In [H. GEVOELIGH.] (P49) in de
scènefunctie wordt de resolutie van een
opname iets minder door de hoge
gevoeligheid.
Dit is geen storing.
8: De helderheid of de kleuren van de
opname kunnen verschillen van wat u
echt ziet.
Als u opneemt in fluorlicht kunnen
helderheid en kleuren lichtjes wijzigen
als de sluitertijd korter wordt. Dit wordt
veroorzaakt door het fluorlicht en is
geen storing van het toestel.
9: Een rode verticale lijn verschijnt op
de LCD-monitor als u de ontspanknop
half indrukt of als u bewegende
beelden opneemt.
• Dit effect heet “smear”.
Het is kenmerkend
voor CCD en treedt op
als een voorwerp een
zeer helder gedeelte
heeft. Er kunnen ook
zwarte of groene lijnen verschijnen of
zelfs verschillende kleuren rondom de
smear. Dit is echter geen storing. Het
treedt op in bewegende beelden, niet in
stilstaande.
10:Opnemen van bewegende beelden
stopt halverwege.
Gebruikt u een MultiMediaCard?
Dit apparaat verwerkt geen
MultiMediaCard.
Wanneer u de beeldkwaliteit instelt op
[30fpsVGA] of [30fps16:9] raden we het
gebruik aan van een high-speed
SD-geheugenkaart met “10MB/s” of meer.
Afhankelijk van het type
SD-geheugenkaart of
SDHC-geheugenkaart kan het
opnemen halverwege stoppen.
LCD-monitor
1: De LCD-monitor gaat soms uit terwijl
het toestel aanstaat.
Hebt u de besparingsfunctie ingesteld?
(P18)
In de besparingsfunctie gaat de
LCD-monitor uit terwijl de flits
opgeladen wordt.
2: De LCD-monitor wordt even
donkerder of helderder.
Dit gebeurt als u tot de helft op de
ontspanknop drukt om de lensopening
in te stellen en heeft geen invloed op de
opnamen.
3: De LCD-monitor knippert
binnenshuis.
De LCD-monitor kan enkele seconden
lang knipperen als u de camera
binnenshuis aanzet in fluorescerend
licht.
Dit is geen storing.
4: De LCD-monitor is te helder of te
donker.
Stel de helderheid van het scherm af.
(P19)
Zijn de LCD-versterkings functie of de
hoge-hoekfunctie geactiveerd?
5: Er verschijnen zwarte, rode, blauwe
en groene stippen op de LCD-monitor.
Deze pixels beïnvloeden de
opgenomen opnamen niet.
Dit is geen storing.
Overige
107
VQT1B94
6: Ruis op de LCD-monitor.
Op donkere plekken kan ruis optreden
om de helderheid van de LCD-monitor
te behouden.
Dit heeft geen invloed op de opnamen
die u aan het maken bent.
Flits
1: De flits is niet geactiveerd.
De flitsinstelling is vast ingesteld op UIT
[]?
De flitsinstelling wijzigen. (P35)
De flits is niet geactiveerd wanneer de
bewegende-beeldenfunctie [ ] (P52),
[LANDSCHAP] (P46),
[NACHTL. SCHAP] (P46),
[ZONSONDERG.] (P49),
[H. GEVOELIGH.] (P49),
[STERRENHEMEL] (P49),
[VUURWERK] (P50) of [LUCHTFOTO]
(P50) in de scènefunctie gekozen is.
2: De flits wordt 2 keer geactiveerd.
Wanneer u rode-ogenreductie (P36)
kiest, wordt de flits één keer geactiveerd
vóór de eigenlijke opname om het
rode-ogeneffect (ogen van het object
zien er rood uit op het beeld) te
reduceren en wordt vervolgens opnieuw
geactiveerd voor de eigenlijke opname.
Terugspelen
1: Het beeld dat teruggespeeld wordt, is
gedraaid en wordt afgebeeld in een
onverwachte richting.
Het toestel draait automatisch de
weergave van opnamen die verticaal met
de camera gemaakt zijn. (Als u opnamen
maakt door het toestel naar boven of
naar beneden te richten, kan het toestel
dit herkennen als “verticaal”.)
U kunt de opnamen afbeelden zonder
dat deze gedraaid worden wanneer u
[LCD ROTEREN] (P77) instelt op [OFF].
U kunt opnamen draaien met de
[ROTEREN] functie. (P77)
2: De opname wordt niet teruggespeeld.
Is de functieknop op terugspelen gezet
[]?
Staat er een beeld op het ingebouwde
geheugen of op de kaart?
De opnamen in het ingebouwde
geheugen verschijnen als er geen kaart
in het toestel zit. De beeldgegevens op
een kaart verschijnen alleen als er een
kaart in het toestel zit. (P13)
3: Het mapnummer en het
bestandsnummer worden afgebeeld
als [—] en het scherm wordt zwart.
Is het beeld bewerkt met een PC of
opgenomen met een digitaal toestel
van een andere fabrikant?
Dit kan ook gebeuren als de batterijen
onmiddellijk eruit gehaald worden na
het opnemen of als u opneemt met lege
batterijen.
De gegevens formatteren om de
hierboven genoemde opnamen (P88)
te wissen. (Het formatteren wist alle
gegevens definitief, inclusief alle
andere opnamen. Controleer de
gegevens aandachtig voordat u
formatteert.)
4: De opname verschijnt met een andere
datum dan de datum die opgeslagen
is in de kalenderterugspeelfunctie.
Is het beeld bewerkt met een PC of
opgenomen met een digitaal toestel
van een andere fabrikant?
Dit soort opnamen kan een andere
datum hebben dan de huidige
opnamedatum die geldt voor de
kalenderterugspeelfunctie. (P69)
Hebt u de klok eerst op het juiste uur
gezet voordat u de opnamen hebt
gemaakt? (P14)
Al de klok van de camera bijvoorbeeld
ingesteld is op een andere datum en tijd
dan die van de PC en u slaat opnamen
in de PC op die u met de camera hebt
gemaakt, waarna u deze opnamen
weer op de kaart zet, kunnen de data
op de opnamen verschillen van de data
in de kalenderterugspeelfunctie.
Overige
108
VQT1B94
TV, PC en printer
1: Het beeld verschijnt niet op de
televisie.
Is het toestel correct op de TV
aangesloten?
De TV-input instellen op extern.
2: De displayzones op het TV scherm en
de LCD-monitor van het toestel
verschillen.
Afhankelijk van het TV model, kan de
displayzone kleiner zijn zodat het beeld
horizontaal of verticaal uitgerekt wordt
en kunnen de bovenkant en de
onderkant of de linker- en de rechterkant
eraf geknipt worden. Dit is een
eigenschap van de TV en is geen
storing.
3: Bewegende beelden kunnen niet op
een TV afgespeeld worden.
• Probeert u bewegende beelden terug af
te spelen door de kaart rechtstreeks in
een kaartingang op de TV te steken?
Sluit de camera aan op de TV met de
AV-kabel (bijgeleverd) en speel dan
de beelden af die op de camera
staan.
(P96)
4: Het beeld verschijnt niet helemaal op
de TV.
Stel het TV-aspect in op de camera.
(P20)
5: Het beeld kan verplaatst worden
wanneer het toestel aangesloten is op
een PC.
Is het toestel correct aangesloten op de
PC?
Wordt het toestel correct herkend door
de PC?
6: De kaart wordt niet herkend door de PC.
(Het ingebouwde geheugen wordt
herkend. )
De USB-kabel losmaken. Maak de
kabel pas vast als de kaart in het
toestel zit.
7: Het beeld kan niet afgedrukt worden
wanneer het toestel op een printer
aangesloten is.
Verwerkt de printer PictBridge?
Stel de functie weer in op [ ]. (P92)
8: De uiteinden van de opnamen worden
eraf geknipt bij het afdrukken.
Wanneer u een printer gebruikt met een
bijwerkfunctie of een kantenvrije
afdrukfunctie, dient u deze functie te
annuleren voordat u afdrukt. (Voor
details, de gebruiksaanwijzing lezen
van de printer.)
Wanneer u de opnamen laat afdrukken,
dient u te vragen of de opnamen
afgedrukt kunnen worden met beide
uiteinden.
Overige
1: Er werd per ongeluk een onleesbare
taal gekozen.
Druk op [MENU/SET], kies het
[SET-UP] menupictogram [ ] en kies
dan het [ ] pictogram om de
gewenste taal in te stellen. (P20)
2: De instelling voor de automatische
overzichtsfunctie is uitgeschakeld.
Bent u opnamen aan het maken met
auto bracket (P41)? Staat het toestel in
burstfunctie (P65) of
bewegende-beeldenfunctie [ ] (P52)
of [ZELFPORTRET] (P45)? Is
[AUDIO OPNAME] ingesteld op [ON]
(P63)?
In deze gevallen kunt u de
automatische overzichtsfunctie in het
[SET-UP] menu niet instellen.
3: Een rode lamp gaat soms aan
wanneer de ontspanknop tot de helft
ingedrukt wordt.
Op donkere plekken gaat de AF-lamp
(P66) branden om gemakkelijker op het
object scherp te stellen.
Overige
109
VQT1B94
4: De AF-lamp gaat niet aan.
Is [AF ASS. LAMP] in het [OPNAME]
functiemenu ingesteld op [ON]? (P66)
Maakt u opnamen op een donkere
plek?
De AF-lamp gaat niet aan op heldere
plekken.
De AF-lamp gaat niet aan als u
[ZELFPORTRET] (P45), [LANDSCHAP]
(P46), [NACHTL. SCHAP] (P46),
[ZONSONDERG.] (P49),
[VUURWERK] (P50) of [LUCHTFOTO]
(P50) hebt ingesteld in de scènefunctie.
5: Het toestel wordt warm.
Het oppervlak van het toestel kan warm
worden tijdens het gebruik. Dit heeft
geen invloed op de prestaties of de
kwaliteit van het toestel.
6: De lens klikt.
Wanneer de helderheid wijzigt wegens
bewegen met de zoom of het toestel
enz., kan de lens een klikkend geluid
maken en kan het beeld op het scherm
drastisch wijzigen. Dit heeft echter geen
invloed op het beeld.
Dit geluid wordt veroorzaakt door de
automatische afstelling van de lens.
Dit is geen storing.
7: De klok is opnieuw ingesteld.
Als u het toestel gedurende lange tijd niet
gebruikt, kan het zijn dat de klok opnieuw
ingesteld wordt. Wanneer het bericht
[AUB KLOK INSTELLEN] verschijnt, stel
dan de klok opnieuw in. (P14)
Wanneer u een opname maakt voordat
de klok is ingesteld, wordt
[0:00 0. 0. 0] opgeslagen.
8: De beeldweergave is lichtjes anders
dan normaal.
Afhankelijk van de zoomuitvergroting
kan het beeld er anders uitzien dan
normaal. Dit heet beeldvertekening.
Hoe dichter u bij een onderwerp komt
om opnamen met breedhoek te maken,
hoe erger het beeld vertekend zal zijn.
Dit is echter geen storing.
9: Er verschijnen kleuren op het beeld
die er niet in de werkelijke scène
waren.
Afhankelijk van de zoomuitvergroting
kan het beeld gekleurde randen
rondom het object hebben. Dit heet
chromatische aberratie en kan
zichtbaarder zijn in het geval van ver
verwijderde objecten. Dit is echter geen
storing.
10:De bestandsnummers zijn niet op
volgorde opgenomen.
Wanneer u een handeling uitvoert na
een bepaalde actie, kunnen de
opnamen opgeslagen worden in
mappen met nummers die anders zijn
dan de nummers die vóór deze
handeling gebruikt werden. (P90)
11:De mapnummers worden in
toenemende volgorde opgeslagen.
Als de batterij in het toestel wordt
gestoken of eruit wordt gehaald terwijl
de camera niet uit staat, verliest u de
mapnummers. Als u echter de camera
weer aan zet en opnamen maakt,
zullen de opgeslagen mapnummers
verschillen van de vorige
mapnummers.
12: De opname wordt zwart afgebeeld.
Opnamen die bewerkt of omgedraaid
zijn met een PC kunnen zwart
afgebeeld worden tijdens het
terugspelen (P29), in de meervoudige
terugspeelfunctie (P68) en in de
kalenderterugspeelfunctie (P69).
Overige
110
VQT1B94
Overige
Aantal mogelijke opnamen en beschikbare
opnametijd
Het aantal mogelijke opnamen en de opnametijd zijn correct bij benadering.
(Ze wijzigen afhankelijk van de opnamecondities en het kaarttype.)
Het aantal resterende opnamen en de beschikbare opnametijd varieert naar gelang van
de opgenomen objecten.
De nummers binnen de dikke zwarte lijn staan voor het aantal mogelijke opnamen inde
eenvoudige functie [ ]. (P24)
Aantal mogelijke opnamen
Aspectratio
Beeldresolutie
/ (7M):
(3072k2304 pixels)
(5M EZ):
(2560k1920 pixels)
(3M EZ):
(2048k1536 pixels)
Kwaliteit
/
Ingebouwd geheugen
(Ongeveer 27 MB)
7 1410211633
Kaart
16 MB 3 7 5 10 8 16
32MB7 1611231836
64 MB 16 34 24 48 38 75
128 MB 35 69 50 99 78 150
256 MB 68 135 98 190 150 290
512 MB 135 270 195 380 300 590
1 GB 270 540 390 770 600 1180
2 GB 550 1090 790 1530 1220 2360
4 GB 1090 2150 1560 3010 2410 4640
Aspectratio
Beeldresolutie
(2M EZ):
(1600k1200 pixels)
(1M EZ):
(1280k960 pixels)
/
(0,3M EZ):
(640k480 pixels)
Kwaliteit
/
Ingebouwd geheugen
(Ongeveer 27 MB)
27 53 41 78 133 216
Kaart
16 MB 13 27 21 40 68 110
32 MB 29 58 45 85 145 230
64 MB 61 120 93 175 290 480
128 MB 125 240 190 350 600 970
256 MB 240 470 370 690 1170 1900
512 MB 480 940 730 1370 2320 3770
1 GB 970 1880 1470 2740 4640 7550
2 GB 1920 3610 2920 5120 8780 12290
4 GB 3770 7090 5740 10050 17240 24130
Overige
111
VQT1B94
Aspectratio
Beeldresolutie
(6M):
(3072k2048 pixels)
/ (2,5MEZ):
(2048k1360 pixels)
Kwaliteit
/
Ingebouwd geheugen
(Ongeveer 27 MB)
8 161937
Kaart
16 MB 3 8 9 18
32MB8 182040
64 MB 19 38 43 83
128 MB 39 78 88 165
256 MB 77 150 170 330
512 MB 150 300 340 650
1 GB 300 600 680 1310
2 GB 620 1220 1360 2560
4 GB 1230 2410 2680 5020
Aspectratio
Beeldresolutie
(5,5M):
(3072k1728 pixels)
(2M EZ):
(1920k1080 pixels)
Kwaliteit
Ingebouwd geheugen
(Ongeveer 27 MB)
9 192548
Kaart
16MB4 101225
32 MB 10 21 27 53
64 MB 22 45 57 105
128 MB 46 92 115 220
256 MB 91 180 230 430
512 MB 180 350 450 860
1 GB 360 710 910 1720
2 GB 730 1420 1800 3410
4 GB 1450 2800 3540 6700
Overige
112
VQT1B94
Beschikbare opnametijd (Als u bewegende beelden opneemt)
¢ U kunt tot 15 minuten lang continu bewegende beelden opnemen.
De maximale continue opnametijd (tot 15 minuten) verschijnt op het scherm.
De resterende opnametijd en het resterende aantal mogelijke opnamen die op de
LCD-monitor verschijnen, kunnen eventueel niet in de goede volgorde afnemen.
Dit toestel slaat geen bewegende beelden op MultiMediaCard op.
De extra optische zoom werkt niet in [H. GEVOELIGH.] (P49) in de scènefunctie, daarom
wordt de beeldgrootte voor [EZ] niet afgebeeld.
Aspectratio
Instelling beeldkwaliteit
30fps
VGA
10fps
VGA
30fps
QVGA
10fps
QVGA
30fps
16:9
10fps
16:9
Ingebouwd geheugen)
(Ongeveer 27 MB)
jj 53 s
2min
40 s
jj
Kaart
16 MB
6s 26s 26s 1min 23s 5s 22s
32 MB
17 s 59 s 59 s 2 min 55 s 14 s 50 s
64 MB 39 s 2 min 2 min 6 min 33 s 1 min 46 s
128 MB
1 min 23 s 4 min 10 s 4 min 10 s 12 min 20 s 1 min 11 s 3 min 35 s
256 MB
¢
2min 45s 8min 10s 8min 10s 24min 2min 20s 7min
512 MB
¢
5 min 30 s 16 min 20 s 16 min 20 s 47 min 50 s 4 min 40 s 14 min
1GB
¢
11 min 32 min 50 s 32 min 50 s 1 h 35 min 9 min 20 s 28 min 10 s
2GB
¢
22 min 30 s
1h 7min 1h 7min 3h 15min
19 min 20 s 57 min 30 s
4GB
¢
44 min 20 s 2 h 11 min 2 h 11 min 6 h 22 min 38 min 1 h 53 min
Overige
113
VQT1B94
Specificaties
Digitale Camera: Informatie voor uw veiligheid
Toesteleffectieve pixels
: 7.200.000 pixels
Beeldsensor: 1/2,5q CCD, totaal pixelaantal 7.380.000 pixels, Primair
kleurfilter
Lens: Optisch 3,6k zoom, fl4,6 mm tot 16,4 mm (35 mm filmcamera
equivalent: 28 mm tot 100 mm)/F2.8 tot F5.6
Digitale zoom: Max. 4k
Extra optische zoom
: Max. 5,3k
Focus: Normale/Macro,5-zone-focussing/
3-zone-focussing (Hoge snelheid)/1-zone-focussing (Hoge
snelheid)/1-zone-focussing/Punt-focussing
Focusbereik: Normale: 50 cm tot
Macro/Eenvoudige/Bewegend beelden/Slimme
ISO-gevoeligheid: 5 cm (Breed)/30 cm (Tele) tot
Scènefunctie: de instellingen kunnen anders zijn dan
hierboven.
Ontspannersysteem: Elektronische ontspanneriMechanische ontspanner
Bewegend
beeldopname: Wanneer de instelling van de aspectratio [ ]
640k480 pixels (Alleen met een geheugenkaart)/
320k240 pixels
Wanneer de instelling van de aspectratio [ ]
848k480 pixels (Alleen met een geheugenkaart)
30 of 10 frames/seconde met geluid.
Burstopname
Bursttijd:
3 beelden/seconde (Hoge
snelheid
),
2 beelden/seconde (Lage snelheid),
Ongeveer 2 beelden/seconde
(Onbegrensd)
Aantal opneembare
beelden: Max. 7 beelden (Standaard), max. 5 beelden (Fijn),
Afhankelijk van het resterende vermogen van het ingebouwde
geheugen of de kaart (Onbegrensd).
(Prestatie in burstopname bestaat alleen met
SD-geheugenkaart/SDHC-geheugenkaart.
MultiMediaCard-prestatie zal minder zijn.)
ISO-gevoeligheid: AUTO/
100/200/400/800/1250
[H. GEVOELIGH.] functie: 3200
Stroom: DC 5,1 V
Stroomverbruik: 1,6 W (Wanneer u opneemt)
0,8 W (Wanneer u terugspeelt)
Overige
114
VQT1B94
Sluitertijd: 8 seconden tot 1/2000ste van een seconde
[STERRENHEMEL] functie: 15 seconden, 30 seconden,
60 seconden
Bewegend beeldfunctie: 1/30ste van een seconde tot 1/6400ste
van een seconde
Witbalans: Automatische witbalans/Daglicht/Bewolkt/Schaduw/Halogeen/
Witinstelling
Belichting (AE): Programma AE
Belichtingscompensatie (1/3 EV-stap, j2EV tot i2EV)
Meteringfunctie: Veelvoudig
LCD-monitor: 2,5q lage-temperatuur polykristallijn TFT LCD
(Ongeveer 207.000 pixels) (gezichtsveldratio ongeveer 100%)
Flits: Flitsbereik: [ISO AUTO]
Ongeveer 60 cm tot 5 m (Breed)
AUTO, AUTO/Rode-ogen-reductie, Gedwongen AAN
(Gedwongen AAN/Rode-ogenreductie), Langzame synch./
Rode-ogenreductie, Gedwongen UIT
Microfoon: Monauraal
Speaker: Monauraal
Opnamemedia: Ingebouwd geheugen (Ongeveer 27 MB)/SD-geheugenkaart/
SDHC-geheugenkaart/MultiMediaCard (Alleen stilstaande
beelden)
Beeldgrootte
Stilstaand beeld: Wanneer de instelling van de aspectratio [ ] is
3072k2304 pixels, 2560k1920 pixels, 2048k1536 pixels,
1600k1200 pixels, 1280k960 pixels, 640k480 pixels
Wanneer de instelling van de aspectratio [ ] is
3072k2048 pixels, 2048k1360 pixels
Wanneer de instelling van de aspectratio [ ] is
3072k1728 pixels, 1920k1080 pixels
Bewegende beelden: Wanneer de instelling van de aspectratio [ ] is
640k480 pixels (Alleen met een geheugenkaart),
320k240 pixels
Wanneer de instelling van de aspectratio [ ] is
848k480 pixels (Alleen met een geheugenkaart)
Kwaliteit: Fijn/Standaard
Opname-fileformaat
Stilstaand beeld: JPEG (gebaseerd op “Design rule for Camera File system”,
gebaseerd op “Exif 2.21” standaard)/DPOF-overeenkomstig
Beeld met geluid: JPEG (gebaseerd op “Design rule for Camera File system”,
gebaseerd op “Exif 2.21” standaard)i“QuickTime”
(beeld met geluid)
Bewegende beelden: “QuickTime Motion JPEG” (bewegende beelden met geluid)
Overige
115
VQT1B94
Interface
Digitaal: “USB 2.0” (Volledige Snelheid)
Analoog
video/audio: NTSC/PAL Composiet (Geschakeld door menu),
Geluidslijn-output (monauraal)
Terminal
[AV OUT/DIGITAL]: Toegewijde jack (8 pin)
[DC IN]: Toegewijde jack
Afmetingen: Ongeveer 94,9 mm (W)k51,9 mm (H)k22,0 mm (D)
(het uitstekende deel niet meegerekend)
Massa: Ongeveer 132 g (de kaart en batterij niet meegerekend),
Ongeveer 154 g (met kaart en batterij)
Werkingstemperatuur:
0 oC tot 40 oC
Werkingsvochtigheid: 10% tot 80%
Batterijoplader
(Panasonic DE-A40A): Informatie voor uw veiligheid
Batterijpakket (lithium-ion)
(Panasonic DMW-BCE10E):Informatie voor uw veiligheid
Input: 110 V tot 240 V 50/60 Hz, 0,2 A
Output: LADING 4,2 V 0,8 A
Stroom/capaciteit: 3,6 V, 1000 mAh
Matsushita Electric Industrial Co., Ltd.
Web Site: http://panasonic.net
VQT1B94
C
F0107Kh0 ( 23000 A)
Du
QuickTime en het QuickTime-logo zijn handelsmerken of
geregistreerde handelsmerken van Apple Computer, Inc.,
gebruikt onder licentie.
Du

Documenttranscriptie

Gebruiksaanwijzing Digitale Camera Model Nr. DMC-FX30 Gelieve deze gebruiksaanwijzing volledig door te lezen alvorens dit apparaat in gebruik te nemen. Web Site: http://www.panasonic-europe.com EG VQT1B94 Voor Gebruik Voor Gebruik Geachte Klant, Wij willen van de gelegenheid gebruik maken u te bedanken voor de aanschaf van deze Panasonic Digitale Fotocamera. Lees deze handleiding met aandacht en bewaar hem binnen handbereik voor toekomstige raadpleging. Informatie voor Uw Veiligheid WAARSCHUWING: OM HET RISICO VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF PRODUCTBESCHADIGING TE VERKLEINEN, • STELT U DIT APPARAAT NIET BLOOT AAN REGEN, VOCHT, DRUPPELS OF SPETTERS, EN MAG U GEEN VOORWERPEN WAARIN EEN VLOEISTOF ZIT BOVENOP HET APPARAAT PLAATSEN. • GEBRUIKT U UITSLUITEND DE AANBEVOLEN ACCESSOIRES. • VERWIJDERT U NIET DE AFDEKKING (OF HET ACHTERPANEEL). ER BEVINDEN ZICH GEEN ONDERDELEN IN HET APPARAAT DIE DOOR DE GEBRUIKER MOETEN WORDEN ONDERHOUDEN. LAAT ONDERHOUD OVER AAN VAKBEKWAAM ONDERHOUDSPERSONEEL. Neem zorgvuldig het auteursrecht in acht. Het opnemen van reeds beschreven banden of schijven, of ander gepubliceerd of uitgezonden materiaal, voor andere doeleinden dan persoonlijk gebruik, kunnen een overtreding van het auteursrecht vormen. Zelfs voor privégebruik kan het opnemen van bepaald 2 VQT1B94 materiaal aan beperkingen onderhevig zijn. • Houdt u er rekening mee dat de huidige bedieningselementen, de onderdelen, de menuopties enz. van uw Digitale Camera enigszins af kunnen wijken van de illustraties die in deze Handleiding voor Gebruik opgenomen zijn. • SDHC Logo is een handelsmerk. • Leica is een gedeponeerd handelsmerk van Leica Microsystems IR GmbH. • Elmarit is een gedeponeerd handelsmerk van Leica Camera AG. • Andere namen, bedrijfsnamen en productnamen die in deze handleiding voorkomen, zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de betreffende bedrijven. HET STOPCONTACT MOET IN DE NABIJHEID VAN HET APPARAAT GEÏNSTALLEERD WORDEN EN MAKKELIJK BEREIKBAAR ZIJN. GEVAAR Explosiegevaar wanneer de batterij op onjuiste wijze vervangen wordt. Vervang alleen door een zelfde soort batterij of equivalent, die door de fabrikant aanbevolen worden. Gooi de gebruikte batterijen weg zoals door de fabrikant voorgeschreven wordt. Waarschuwing Gevaar voor brand, explosie en vuur. Niet uit elkaar halen, verhitten boven 60 xC of verassen. Het productidentificatielabel bevindt zich aan de onderkant van de apparaten. Voor Gebruik ∫ Opmerking betreffende lithiumbatterijen ≥Bij dit product zijn lithiumbatterijen geleverd. Wanneer deze verbruikt zijn, mag u deze niet weggooien maar moet u deze inleveren als klein chemisch afval. ≥Dit apparaat bevat een lithiumbatterij als stroomvoorziening voor de klok. ≥Raadpleeg uw leverancier over het verwijderen van de lithiumbatterij op het moment dat u het apparaat aan het einde van de levensduur vervangt. ≥Verzekert u ervan dat de ingebouwde lithiumbatterij door vakbekwaam servicepersoneel wordt verwijderd. ∫ Alleen voor servicepersoneel: Schroevendraaier Printplaat Lithiumbatterij ≥Verwijder de lithiumbatterij van de Gedrukte Bedradingsplaat met behulp van de schroevendraaier etc. zoals het figuur hierboven. ≥De vorm van de Gedrukte Bedradingsplaat en de positie van de lithiumbatterij kunnen verschillen afhankelijk van het model van de digitale fotocamera. Informatie over het weggooien van elektrische en elektronische apparatuur (particulieren) Dit symbool betekent in Europa dat gebruikte elektrische en elektronische producten niet bij het normale huishoudelijke afval mogen. Lever deze producten in bij de aangewezen inzamelingspunten, waar ze gratis worden geaccepteerd en op de juiste manier worden verwerkt, teruggewonnen en hergebruikt. In Nederland kunt u uw producten bij uw winkelier inleveren bij de aanschaf van een vergelijkbaar nieuw product. Wanneer u dit product op de juiste manier als afval inlevert, spaart u waardevolle hulpbronnen en voorkomt u potentiële negatieve gevolgen voor de volksgezondheid en het milieu, die anders kunnen ontstaan door een onjuiste verwerking van afval. Neem contact op met uw gemeente voor meer informatie over het dichtstbijzijnde inzamelingspunt of raadpleeg www.nvmp.nl, www.ictoffice.nl of www.stibat.nl. Voor zakelijke gebruikers in de Europese Unie Neem voor het weggooien van elektrische en elektronische apparatuur contact op met uw leverancier voor verdere informatie. Informatie over verwijdering van afval in landen buiten de Europese Unie Dit symbool is alleen geldig in de Europese Unie. Neem wanneer u dit product wilt weggooien, contact op met de lokale overheid of uw leverancier en vraag wat de juiste verwijderingsmethode is. 3 VQT1B94 Voor Gebruik ∫ Over de batterijoplader WAARSCHUWING! • OM EEN GOEDE VENTILATIE TE VERZEKEREN, DIT APPARAAT NIET IN EEN BOEKENKAST, EEN INGEBOUWDE KAST OF EEN ANDERE GESLOTEN RUIMTE INSTALLEREN OF GEBRUIKEN. ZORG ERVOOR DAT DE VENTILATIEWEGEN NIET DOOR GORDIJNEN OF ANDERE MATERIALEN WORDEN AFGESLOTEN, OM GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK OF BRAND TEN GEVOLGE VAN OVERVERHITTING TE VOORKOMEN. • ZORG DAT DE VENTILATIEOPENINGEN VAN HET APPARAAT NIET GEBLOKKEERD WORDEN DOOR KRANTEN, TAFELKLEEDJES, GORDIJNEN, OF IETS DERGELIJKS. • ZET GEEN OPEN VUUR, ZOALS BRANDENDE KAARSEN, OP HET APPARAAT. • DOE LEGE BATTERIJEN WEG OP EEN MILIEUVRIENDELIJKE MANIER. • De batterijlader gaat in stand-by staan als de AC-adapter wordt gebruikt. Het primaire circuit is altijd onder spanning zo lang als de batterijlader op het net is aangesloten. ∫ Zorgdragen voor de fotocamera • Schud of stoot niet met het toestel. De camera kan slecht gaan werken, geen opnamen meer maken of de lens kan worden beschadigd. • We raden het sterk aan het toestel niet in uw broekzak te laten wanneer u zit en het ook niet in een volle of te kleine tas te proppen, etc. Dit zou schade aan de LCD-monitor of persoonlijk letsel tot gevolg kunnen hebben. • Wees heel voorzichtig op de volgende plaatsen waar de camera beschadigd kan raken. – Plaatsen met heel veel zand of stof. 4 VQT1B94 – Plaatsen waar water in de camera kan komen zoals op regendagen of op een strand. • Als er zeewaterdruppels op het toestel komen, een droge doek gebruiken om het toestellichaam voorzichtig af te drogen. ∫ Over condens (Als de lens bedampt is) • Als de omgeving heel warm is of de vochtigheidsgraad wijzigt, kan er condens in de camera komen. Op condens letten omdat het vlekken op de lens, schimmel of storing veroorzaakt. • Als er zich condensatie voordoet, het toestel uitzetten en het ongeveer 2 uren met rust laten. De mist zal op natuurlijke wijze verdwijnen wanneer de temperatuur van het toestel dicht in de buurt komst van die van de omgevingstemperatuur. ∫ Lees ook de “Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik”. (P100) ∫ Over kaarten die gebruikt kunnen worden in dit apparaat U kunt een SD-geheugenkaart, een SDHCgeheugenkaart en een MultiMediaCard gebruiken. • Wanneer de term kaart gebruikt wordt in deze gebruiksaanwijzing verwijst dit naar de volgende types Geheugenkaarten. – SD-geheugenkaart (8 MB tot 2 GB) – SDHC-geheugenkaart (4 GB) – MultiMediaCard Meer specifieke informatie over kaarten die gebruikt kunnen worden met dit apparaat. • U kunt alleen een SDHC-geheugenkaart gebruiken als u kaarten gebruikt met 4 GB of meer vermogen. • Een 4 GB-geheugenkaart zonder een SDHC-logo is niet gebaseerd op de SDstandaard en zal niet in dit product werken. OK 4 4 • Een MultiMediaCard is alleen geschikt voor stilstaande beelden. Inhoud Voor Gebruik Informatie voor Uw Veiligheid ................... 2 Voorbereiding Standaard accessoires ............................. 7 Namen van de onderdelen ....................... 7 Beknopte gebruiksaanwijzingen ............... 9 De batterij opladen met de oplader......... 10 Over de batterij (Opladen/Aantal opnamen) ................. 11 De kaart (optioneel)/batterij in het toestel doen en eruit halen ............................. 12 Over het ingebouwde geheugen/ de kaart (optioneel) ............................. 13 De datum en de tijd instellen (Klokinstelling)..................................... 14 • Het veranderen van de klokinstelling ..................................... 14 De Instelknop.......................................... 15 Het menu instellen .................................. 16 Over het set-up Menu ............................. 17 LCD-monitor/de LCD-monitor omschakelen ....................................... 21 Basiskennis Opnamen maken .................................... 22 Beelden maken met de eenvoudige functie.................................................. 24 Beelden maken met de zoom ................. 26 • De optische zoom gebruiken/De optische zoom gebruiken (EZ) ......... 26 • De digitale zoom gebruiken De zoom verder uitbreiden ............... 27 De opnamen controleren (Overzicht)...... 28 Beelden wissen/afspelen ........................ 29 Gevorderd (Opnamen maken) Over de LCD-monitor.............................. 32 • De afgebeelde informatie wijzigen.... 32 • De LCD-monitor helderder maken (LCD-versterking/Hoge-hoekfunctie) ... 34 Beelden maken met de ingebouwde flits ... 35 Opnamen maken met de zelfontspanner ... 39 Belichtingscompensatie .......................... 40 Beelden maken Auto Bracket .................41 De gevoeligheid aanpassen aan de beweging van het opgenomen onderwerp ........................................... 42 Close-up’s maken ................................... 43 Opnamefuncties kiezen die passen bij de scène die u opneemt (Scènefuncties) ................................... 44 – [PORTRET] ................................... 45 – [GAVE HUID]................................. 45 – [ZELFPORTRET]........................... 45 – [LANDSCHAP]............................... 46 – [SPORT] ........................................ 46 – [NACHTPORTRET] ....................... 46 – [NACHTL. SCHAP]........................ 46 – [VOEDSEL].................................... 47 – [PARTY]......................................... 47 – [KAARSLICHT] .............................. 47 – [BABY1]/ [BABY2] ......................................... 48 – [HUISDIER] ................................... 48 – [ZONSONDERG.].......................... 49 – [H. GEVOELIGH.].......................... 49 – [STERRENHEMEL] ....................... 49 – [VUURWERK]................................ 50 – [STRAND]...................................... 50 – [SNEEUW]..................................... 50 – [LUCHTFOTO]............................... 50 – [ONDER WATER].......................... 51 Bewegende beelden ............................... 52 De dag van uw vakantie opslaan waarop u de foto maakt.......................54 De tijd van uw reisbestemming weergeven (World Time) .....................56 Het functiemenu [OPNAME] gebruiken ..... 58 • [WITBALANS] Tinten corrigeren voor meer natuurlijke opnamen ......................... 59 • [GEVOELIGHEID] De lichtgevoeligheid instellen ........... 61 5 VQT1B94 • [ASPECTRATIO] De aspectratio instellen .................... 61 • [FOTO RES.]/[KWALITEIT] Een beeldresolutie en –kwaliteit kiezen die overeenkomen met uw eigen gebruik .............................. 62 • [AUDIO OPNAME] Stilstaande beelden opnemen met geluid................................................ 63 • [AF MODE] De scherpstellingsfocusmethode instellen ............................................ 63 • [STABILISATIE] Jitter of camerabeweging meten en compenseren.................................... 64 • [BURSTFUNCTIE] Opnamen maken met de burstfunctie....................................... 65 • [AF ASS. LAMP] Scherpstellen bij weinig licht wordt makkelijker ....................................... 66 • [SLUITER LANG] Heldere opnamen maken op donkere plekken ............................................. 67 • [KLEURFUNCTIE] Kleureffecten en beeldkwaliteiten instellen voor opnamen .................... 67 Gevorderd (Afspelen) Meervoudige schermen afbeelden (Meervoudig terugspelen) ................... 68 Beelden afspelen volgens opnamedatum (Kalenderplayback) ............................. 69 De terugspeelzoom gebruiken................ 70 Bewegende beelden terugspelen/ Beelden met geluid ............................. 71 Stilstaande beelden maken van een bewegend beeld.................................. 72 Gebruik van het [AFSPELEN] functiemenu......................................... 74 • [DIASHOW] Beelden achtereenvolgens terugspelen voor een vastgestelde tijd................... 74 • [FAVORIETEN] Favoriete opnamen instellen ............ 76 6 VQT1B94 • [LCD ROTEREN]/[ROTEREN] Om het beeld gedraaid af te beelden............................................. 77 • [DATUM AFDR.] Informatie vastleggen voor een opname (datumafdruk) ..................... 78 • [DPOF PRINT] Het af te drukken beeld en het aantal afdrukken instellen ........................... 80 • [BEVEILIGEN] Per ongeluk opnamen wissen voorkomen........................................ 82 • [AUDIO DUB.] Geluid toevoegen aan opnamen ...... 83 • [NW. RS.] Een beeld kleiner maken.................. 83 • [BIJSNIJD.] Een beeld vergroten en bijwerken.... 84 • [ASPECT CONV.] De aspectratio van een 16:9 beeld wijzigen............................................. 85 • [KOPIE] Beeldgegevens kopiëren.................. 86 • [FORMATEREN] Het ingebouwde geheugen of een kaart initialiseren of formatteren ....... 88 Aansluiten op andere apparatuur Aansluiten op de PC ............................... 89 Beelden afdrukken.................................. 92 Opnamen terugspelen op een TV-scherm........................................... 96 Overige Schermdisplay ........................................ 97 Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik ..... 100 Waarschuwingen op het scherm .......... 103 Problemen oplossen ............................. 105 Aantal mogelijke opnamen en beschikbare opnametijd .................... 110 Specificaties.......................................... 113 Voorbereiding Voorbereiding Standaard accessoires Controleer of alle accessoires aanwezig zijn voordat u het toestel gebruikt. 1 2 DMW-BCE10E 3 DE-A40A 4 K2CQ2CA00006 5 K1HA08CD0013 6 K1HA08CD0014 7 (In de tekst wordt deze aangeduid als batterij) 2 Batterijoplader (In de tekst wordt deze aangeduid als oplader) 3 AC-Kabel 4 USB-Kabel 5 AV-Kabel 6 CD-ROM 7 Draagriem 8 Batterijhouder • Worden de SD-geheugenkaart, de SDHC-geheugenkaart en de MultiMediaCard aangeduid als kaart in de tekst. • De kaart is optioneel. U kunt opnamen opnemen of terugspelen met het ingebouwde geheugen als u geen kaart gebruikt. (P13) • Raadpleeg uw dealer of het dichtstbijzijnde servicecentrum als u meegeleverde accessoires verliest. (U kunt de accessoires apart aanschaffen.) NL 8 VFC4090 1 Batterijpakket VYQ3914 Bij dit product zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA. Namen van de onderdelen 1 2 3 1 Flits (P35) 2 Lens (P4, 101) 3 Zelfontspannerlampje (P39) AF-lamp (P66) 7 VQT1B94 Voorbereiding 4 5 10 11 12 13 6 7 89 4 LCD-monitor (P21, 32, 97) 5 Cursorknoppen 2/Zelfontspannerknop (P39) 4/[REV] knop (P28) 1/Flitsinstelknop (P35) 3/Belichtingscompensatie (P40)/Auto bracket (P41)/Witbalansafstelling (P60)/ Compensatie achtergrondverlichting in de eenvoudige functie (P26) In deze gebruiksinstructies wordt het gebruik van de cursorknop beschreven met illustraties. b.v.: Wanneer u op de 4 knop 6 Statuslampje (P18, 21) 7 [MENU/SET] knop (P14) 8 [DISPLAY/LCD MODE] knop (P32, 34) 9 [FUNC] (P58)/Wisknop (P29) 10 11 12 13 14 15 14 15 Toestel ON/OFF (P14) Zoomhendeltje (P26) Speaker (P71) Microfoon (P52, 63, 83) Ontspanknop (P22, 52) Instelknop (P15) 16 17 18 19 16 Lusje voor draagriem 17 Objectiefcilinder 18 [AV OUT/DIGITAL] aansluiting (P89, 92, 96) 19 [DC IN] aansluiting (P89, 92) • Gebruik altijd een originele Panasonic AC (DMW-AC5E; optioneel). • U kunt de batterij niet in de camera opladen, ook niet als de AC-adapter (DMW-AC5E; optioneel) erop aan is gesloten. 20 21 22 20 Statiefbevestiging • Zet het statief goed vast als u het toestel erop bevestigt. 21 Kaart/Batterijklep (P12) 22 Vrijgavehendeltje (P12) 8 VQT1B94 Voorbereiding Beknopte gebruiksaanwijzingen 3 Zet het toestel aan om opnamen te maken. • Stel de klok in. (P14) Dit is een beknopt overzicht van hoe u opnamen opneemt en terugspeelt met het toestel. Bij elke stap controleert u de pagina's waarnaar verwezen wordt en die tussen haakjes staan. OFF ON 1 De batterij opladen. (P10) 1 Stel de functieknop in op [ ]. 2 Druk de ontspanknop in om opnamen te maken. (P22) • De batterij wordt niet opgeladen voor de verzending. Laad de batterij dus eerst op. 4 Speel de opnamen terug af. 2 Doe de batterij en de kaart in het toestel. (P12) 1 Stel de functieknop in op [ ]. 2 Kies de opname die u wil bekijken. (P29) • Als u geen kaart gebruikt, kunt u opnamen opnemen of terugspelen met het ingebouwde geheugen; (P13). P13 raadplegen als u een kaart gebruikt. 9 VQT1B94 Voorbereiding De batterij opladen met de oplader 3 Maak de batterij los als deze opgeladen is. De batterij wordt niet opgeladen voor de verzending. Laad dus de batterij eerst op. 1 Steek de batterij in de goede richting. 2 Sluit de AC-kabel aan. • De AC-kabel gaat niet helemaal in de AC-aansluiting. Er blijft een stukje over zoals op de afbeelding. • Het laden start als het lampje [CHARGE] A groen oplicht. • Het laden is gedaan als het lampje [CHARGE] A uitgaat (na ongeveer 120 minuten). • Als het [CHARGE] lampje knippert, leest u P11. 10 VQT1B94 • Haal de AC-kabel uit het stopcontact als de batterij opgeladen is. • De batterij wordt warm na het gebruik/ laden of tijdens het laden. Ook de fotocamera wordt warm tijdens het gebruik. Dit is echter geen storing. • Een volle batterij raakt leeg als u deze lang niet gebruikt. Laad de batterij opnieuw op. • De batterij kan opgeladen worden zelfs als deze niet helemaal leeg is. • Gebruik hiervoor de oplader. • Laad de batterij op met de oplader. • De oplader niet uit elkaar halen of er iets aan wijzigen. Voorbereiding Over de batterij (Opladen/Aantal opnamen) ∫ Levensduur van de batterij Het aantal opnamen (Volgens CIPA-standaard in normale beeldfunctie [ ]) Aantal opnamen Ongeveer 280 opnamen (Ongeveer 140 min) Opnamevoorwaarden volgens CIPA-standaard • Temperatuur: 23 °C/ Vochtigheid: 50% wanneer de LCD-monitor aan staat.¢ • Met een Panasonic SD-geheugenkaart (16 MB). • De geleverde batterij gebruiken. • Opnemen begint 30 seconden nadat de fotocamera aangezet is. (Als de optische beeldstabilisator ingesteld is op [MODE1].) • Om de 30 seconden opnemen, met volle flits om de tweede opname. • Het zoomhendeltje van Tele naar Breed of andersom zetten bij elke opname. • Zet de camera om de 10 opnamen uit en laat hem uit totdat de batterijen afgekoeld zijn. ¢ Het aantal foto’s dat u kunt maken, neemt af in de LCD-versterkingsfunctie of in de breedhoekfunctie (P34). • CIPA is een afkorting van [Camera & Imaging Products Association]. Terugspeeltijd Terugspeeltijd Ongeveer 300 min Het aantal opnamen en de terugspeeltijd zal variëren afhankelijk van de werkingsomstandigheden en opslagcondities van de batterij. ∫ Opladen Oplaadtijd Ongeveer 120 min Oplaadtijd en aantal mogelijke opnamen met het optionele batterijpakket (DMW-BCE10E) zijn dezelfde als hierboven. • Als het opladen start, brandt de [CHARGE] aanduiding. ∫ Als het [CHARGE] lampje knippert • Als de batterij te warm of te koud is, zal het lampje [CHARGE] gaan knipperen en de laadtijd zal langer duren dan normaal. • De polen op de lader of op de batterij zijn vuil. Wrijf ze in dit geval schoon met een droge doek. • Wanneer de bedrijfstijd van de camera extreem kort wordt zelfs als de batterij goed opgeladen is, zou de levensduur van de batterij aan zijn eind kunnen zijn. Koop een nieuwe batterij. ∫ Opnamecondities • Laad de batterij op bij in een temperatuur tussen 10 oC en 35 oC. (Dit moet ook de temperatuur van de batterij zelf zijn.) • De prestatie van de batterij kan tijdelijk verminderen en de bedrijfstijd kan korter worden bij lagere temperaturen (b.v. skiën/snowboarden). Het aantal opnamen verschilt afhankelijk van de pauzetijd van de opname. Als de pauzetijd tussen de opnamen langer wordt, neemt het aantal mogelijke opnamen af. [bijv. Als u om de 2 minuten opnamen maakt, neemt het aantal mogelijke opnamen af tot ongeveer 70.] 11 VQT1B94 Voorbereiding De kaart (optioneel)/ batterij in het toestel doen en eruit halen • Controleer of het toestel uit staat. • Leg een kaart (optioneel) klaar. • U kunt opnamen maken of terugspelen met het ingebouwde geheugen als u geen kaart gebruikt. (P13) B: Raak de aansluitingen op de achterkant van de kaart niet aan. • De kaart kan beschadigd worden als ze niet goed in het toestel zit. 3 1 Sluit de kaart/batterijklep. 2 Zet de vrijgavehendeltje in de richting van de pijl. 1 Zet de vrijgavehendeltje in de richting van de pijl en open het dekseltje op de kaart/batterij. • Als u de kaart/batterijklep niet helemaal kunt sluiten, haalt u de kaart eruit, controleert u de richting en steekt u deze er weer in. • Altijd echte Panasonic batterijen gebruiken (DMW-BCE10E). • Bij gebruik van andere accu’s kunnen wij de kwaliteit van dit product niet garanderen. 2 Batterij: Steek de kaart er precies en in de goede richting in. Trek de hendel A in de richting van de pijl om de batterij eruit te halen. Kaart: Duw totdat u een klik hoort en steek de kaart in de goede richting erin. Druk de kaart in totdat u een klik hoort en trek de kaart er vervolgens recht uit. A B 12 VQT1B94 • Haal de batterij uit het toestel na gebruik. De batterij opslaan in de batterijhouder (bijgeleverd). • De batterij niet verwijderen totdat de LCD-monitor en het statuslampje (groen) uit zijn gegaan omdat anders de instellingen verkeerd opgeslagen kunnen worden. • De geleverde batterij is alleen bedoeld voor dit toestel. Gebruik de batterij niet voor andere apparatuur. • Verwijder of plaats geen kaart of batterij terwijl de camera aan staat. U kunt hiermee de gegevens in het ingebouwde geheugen of op de kaart beschadigen. Wees bijzonder voorzichtig als u gegevens in ingebouwde geheugen of op de kaart leest. (P21) • Wij raden de kaarten van Panasonic aan. Voorbereiding Over het ingebouwde geheugen/de kaart (optioneel) Het ingebouwde geheugen kan gebruikt worden als tijdelijke opslagruimte als de kaart vol wordt. ∫ Ingebouwd geheugen [ ] • U kunt beelden opnemen of afspelen met het ingebouwde geheugen. (Het ingebouwde geheugen kan niet gebruikt worden als er een kaart in het toestel zit.) • Het ingebouwde geheugenvermogen is ongeveer 27 MB. • De beeldresolutie is vast ingesteld op QVGA (320k240 pixels) voor bewegende beelden met het ingebouwde geheugen geschreven. (P52) ∫ Kaart [ ] U kunt opnamen maken of terugspelen met een kaart. ∫ Kaart (optioneel) • De SD-geheugenkaart, SDHC-geheugenkaart en MultiMediaCard zijn klein, lichtgewicht, verwijderbare externe kaarten. Lees P4 voor informatie over de kaarten die geschikt zijn voor dit apparaat. • De SDHC-geheugenkaart is een geheugenkaartstandaard die bepaald is door de SD-associatie in 2006 voor hoog vermogen-geheugenkaarten die meer dan 2 GB kunnen bevatten. • De lees/schrijfsnelheid van een SD-geheugenkaart en een SDHC-geheugenkaart is groot. Beide types kaarten zijn uitgerust met een Schrijfbeschermingschakelaar A die het overschrijven en formatteren van de kaart tegengaat. (Als de schakelaar naar de [LOCK]-kant geschoven wordt, is het niet mogelijk gegevens op de kaart te schrijven of te wissen en deze te formatteren. Wanneer de schakelaar naar de andere kant geschoven wordt, worden deze functies beschikbaar.) 2 • Dit toestel (compatibel met SDHC) is compatibel met de SD-geheugenkaarten die voldoen aan de SD-geheugenkaartspecificaties en zijn geformatteerd in FAT12 en FAT16. Het is ook compatibel met SDHC-geheugenkaarten die voldoen aan de SD-geheugenkaartspecificaties en zijn geformatteerd in FAT32. • U kunt een SDHC-geheugenkaart gebruiken in toestellen die compatibel zijn met SDHC-geheugenkaarten maar u kunt geen SDHC-geheugenkaart gebruiken in toestellen die alleen compatibel zijn met SD-geheugenkaarten. (Lees altijd eerst de gebruiksaanwijzing van het toestel. Als u uw foto’s laat afdrukken, vraag dit dan ook eerst aan de fotograaf.) Gelieve deze informatie op de volgende website bevestigen. http://panasonic.co.jp/pavc/global/cs (Deze site is alleen in het Engels.) • Voor informatie over het aantal opneembare beelden en de beschikbare opnametijd voor elke kaart, P110 raadplegen. • We raden het gebruik van Hoge Snelheid-SD-geheugenkaarten/ SDHC-geheugenkaarten aan wanneer u bewegende beelden opneemt. (P52) • De gegevens op het ingebouwde geheugen of de kaart kunnen beschadigd raken of verloren gaan door elektromagnetische golven of statische elektriciteit of omdat het toestel of de kaart stuk is. We raden aan belangrijke gegevens op een PC enz. op te slaan. • Formatteer de kaart niet op de PC of andere apparatuur. Formatteer de kaart alleen op het toestel zelf zodat er niets kan mislopen. (P88) • Hou de geheugenkaart buiten het bereik van kinderen om inslikken ervan te voorkomen. 13 VQT1B94 Voorbereiding De datum en de tijd instellen (Klokinstelling) • 2/1: Kies het gewenste onderdeel. • 3/4: De afbeeldingvolgorde voor de datum en tijd instellen. • : Annuleren zonder de klok in te stellen. 3 Druk op [MENU/SET] om in te stellen. ∫ Begininstelling De klok is niet ingesteld zodat het volgende scherm verschijnt wanneer u het toestel aanzet. OFF • Zet de camera uit nadat u de klok hebt ingesteld. Zet dan de functieknop op een opnamefunctie om de camera weer aan te zetten en controleer of de klok juist loopt. ∫ Het veranderen van de klokinstelling 1 Op [MENU/SET] drukken. 2 Op 3/4 drukken om [KLOKINST.] te selecteren. (P58) 3 Op 1 drukken en vervolgens de stappen 2 en 3 uitvoeren om de klok in te stellen. 4 Op [MENU/SET] drukken om het menu te sluiten. • U kunt de klok ook in het [SET-UP] menu instellen. (P17) ON AUB KLOK INSTELLEN KLOKINST. MENU A: [MENU/SET] knop B: Cursorknoppen C: Instelknop 1 Op [MENU/SET] drukken. 2 Druk op 3/4/2/1 om de datum en de tijd te kiezen. : : KLOKINST. 00 : 00 11 . JAN . 2007 D/M/J SELEC INST. ANNUL EXIT MENU A: De tijd in uw woongebied B: De tijd in uw reisbestemmingsgebied (P55) 14 VQT1B94 • Wanneer helemaal opgeladen batterijen in het toestel hebben gezeten gedurende meer dan 24 uren, wordt de klokinstelling opgeslagen in het toestel voor ongeveer 3 maanden zelfs als u de batterijen eruit haalt. Haal de batterijen uit het toestel na gebruik. (Als u een batterij met onvoldoende stroom in het toestel doet, kan ook de tijdspanne die normaal geldt voor het klokgeheugen korter worden.) In elk geval worden de klokinstellingen geannuleerd na deze tijd. In dit geval dient u de klok opnieuw in te stellen. • U kunt het jaar instellen tussen 2000 en 2099. Er wordt gebruik gemaakt van het 24 uren systeem. • Als de klok niet is ingesteld, zal de correcte datum niet kunnen worden afgedrukt als u de datum vastlegt voor opnamen met de functie [DATUM AFDR.] (P78) of door een fotograaf door wie u de opnamen laat afdrukken. (P81) Voorbereiding De Instelknop Als u de camera aan zet en dan aan de keuzeknop draait, kunt u niet alleen overschakelen van opnemen naar afspelen en andersom, maar kunt u ook de macrofunctie kiezen om close-ups te maken of een scènefunctie kiezen die past bij de opnamecondities. ∫ Een functie kiezen Lijn de gewenste functie uit met deel A. Draai de keuzeknop langzaam maar zeker op elke functie. (Zet dit niet op delen zonder functie.) ∫ Basiskennis : Normale opnamefunctie (P22) Deze functie voor gewoon opnemen gebruiken. : Simpele functie (P24) Dit is de aangeraden functie voor beginners. : Terugspeelfunctie (P29) Deze functie laat het u toe opgenomen opnamen terug te spelen. ∫ Gevorderd : Slimme ISO-gevoeligheidbediening (P42) Hiermee kunt u de optimale ISO-gevoeligheid instellen en een sluitertijd die past bij de bewegingen en de helderheid van het onderwerp. : Macrofunctie (P43) Met deze functie kunt u close-ups maken van een onderwerp. SCN : Scènefunctie (P44) Deze functie laat het u toe opnamen te maken die afhangen van de opnamescènes. SCN NORMALE FOTO : Bewegende beeldenfunctie (P52) Hiermee kunt u opnamen maken die passen bij de scène die u opneemt. : Afdrukfunctie (P92) Gebruik dit om beelden af te drukken. • De bovenstaande pagina B verschijnt op de LCD-monitor als u aan de keuzeknop draait. (P20) De functie die u hebt gekozen, verschijnt op de LCD-monitor als u de camera aan zet. 15 VQT1B94 Voorbereiding Het menu instellen 1 Druk op 3/4 om het menuonderdeel te kiezen. ∫ Menupagina’s op het scherm afbeelden bijvoorbeeld: De eerste van een totaal van 3 pagina’s wordt afgebeeld. OPNAME 1/3 A Menupictogrammen B Huidige pagina C Menuonderdelen en instellingen • Draai aan de zoomhendel terwijl u het menuonderdeel kiest om vlot over te schakelen naar de vorige/volgende pagina. • De menupictogrammen en –onderdelen die op het scherm verschijnen, hangen af van de stand van de keuzeknop. OFF AUDIO OPNAME AF MODE MODE1 STABILISATIE OFF BURSTFUNCTIE ON AF ASS. LAMP SELEC EXIT MENU • Druk op 4 in A om de volgende pagina te openen. 2 Druk op 1. ]/ [SCÈNE MODE] menu (P44): Dit verschijnt als de keuzeknop op [ staat. ] [SET-UP] menu (P17): Dit verschijnt als de keuzeknop op [ [ ]/[ ]/[ ]/[ ]/[ ] staat. ]/ 2/3 OPNAME AUDIO OPNAME AF MODE STABILISATIE BURSTFUNCTIE AF ASS. LAMP SELEC [AFSPELEN] keuzemenu (P74): Dit verschijnt als de keuzeknop op [ ] staat. INST. OFF ON MODE1 OFF ON MENU 3 Druk op 3/4 om het beeld te kiezen. 2/3 OPNAME AUDIO OPNAME AF MODE STABILISATIE BURSTFUNCTIE AF ASS. LAMP SELEC INST. OFF ON MODE1 OFF ON MENU 4 Druk op [MENU/SET] om in te stellen. ∫ Menuonderdelen instellen • Het voorbeeld hieronder toont hoe u [AUDIO OPNAME] instelt als u de normale beeldfunctie [ ] hebt gekozen. VQT1B94 2/3 OPNAME MENU 16 AWB WITBALANS GEVOELIGHEID AUTO ASPECTRATIO FOTO RES. KWALITEIT SELEC EXIT MENU AWB WITBALANS GEVOELIGHEID AUTO ASPECTRATIO FOTO RES. KWALITEIT SELEC EXIT ∫ Over de menupictogrammen [OPNAME] keuzemenu (P58): Dit verschijnt als de keuzeknop op [ [ ]/[ ]/[ ]/[ ] staat. 1/3 OPNAME Druk op [MENU/SET]. OPNAME 2/3 ON AUDIO OPNAME AF MODE MODE1 STABILISATIE OFF BURSTFUNCTIE ON AF ASS. LAMP EXIT SELEC MENU MENU /SET Voorbereiding ∫ De menupagina sluiten Op [MENU/SET] drukken. • Als u de keuzeknop op [ ]/[ ]/ [ ]/[ ]/[ ] zet, kunt u de menupagina ook sluiten door de ontspanknop half in te drukken. ∫ Overschakelen naar het [SET-UP] menu 1 Druk op 2 in een menupagina. OPNAME 1/3 AWB WITBALANS GEVOELIGHEID AUTO ASPECTRATIO FOTO RES. KWALITEIT SELEC EXIT MENU 2 Druk op 4 om het menupictogram [SET-UP] te kiezen. SET-UP 1/4 KLOKINST. WERELDTIJD P0 LCD SCHERM RICHTLIJNEN OFF REISDATUM EXIT SELEC MENU 3 Druk op 1. SET-UP 1/4 KLOKINST. WERELDTIJD P0 LCD SCHERM RICHTLIJNEN OFF REISDATUM EXIT SELEC MENU • Kies dan een menuonderdeel en stel het in. Over het set-up Menu • De onderdelen instellen zoals vereist. (P17 tot 20 raadplegen voor elk menuonderdeel.) • [RESETTEN] in het menu kiezen om terug te keren naar de begininstellingen die u aantreft bij aankoop. (P20) • [KLOKINST.], [AUTO REVIEW], [BATT. BESP.] en [BESPARING] zijn belangrijke onderdelen. Controleer deze instellingen voordat u ze gebruikt. [KLOKINST.] (Datum en tijd wijzigen.) Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P16) Datum en tijd wijzigen. (P14) MENU /SET [AUTO REVIEW] (De opname afspelen.) Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P16) Stel de tijd in die moet verlopen nadat de opname is gemaakt. [OFF] [1SEC.] [3SEC.] [ZOOM]: Het beeld verschijnt 1 seconde lang, wordt dan 4k vergroot en nog een 1 seconde lang afgebeeld. • De automatische overzichtsfunctie is niet geactiveerd in bewegende beeldenfunctie [ ]. • Wanneer beelden opgenomen zijn in de eenvoudige functie (P41), burstfunctie (P65) of auto bracket, wordt de automatische overzichtsfunctie geactiveerd ongeacht de instelling op de automatische overzichtsfunctie. (Het beeld wordt niet vergroot.) • De automatische overzichtsfunctie wordt geactiveerd terwijl beelden met geluid (P63) opgenomen worden ongeacht de MENU /SET 17 VQT1B94 Voorbereiding instelling ervan. (Het beeld wordt niet vergroot.) • De automatische overzichtsfunctie wordt uitgeschakeld wanneer auto bracket of burstfunctie gebruikt wordt, in de bewegende beeldenfunctie [ ] of wanneer [AUDIO OPNAME] of [ZELFPORTRET] in scènefunctie op [ON] gezet is. [BATT. BESP.] (De camera automatisch uit zetten.) Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P16) De energiebesparingsfunctie wordt geactiveerd (het toestel wordt automatisch uitgezet om de batterijlevensduur te sparen) als u het toestel net zo lang niet gebruikt als ingesteld is in de besparingsfunctie. [1MIN.], [2MIN.], [5MIN.], [10MIN.], [OFF] • Druk de ontspanknop half in of zet het toestel uit- en weer aan om de energiebesparingsfunctie te annuleren. • De energiebesparing is vast ingesteld op [2MIN.] als u de besparingsfunctie instelt en op [5MIN.] in de eenvoudige opnamefunctie [ ]. • De energiebesparingsfunctie werkt niet in de volgende gevallen. – Als u de AC-adapter (DMW-AC5E; optioneel) gebruikt. – Als u het toestel aansluit op een PC of een printer. – Als u bewegende beelden opneemt of afspeelt. – Tijdens een diavoorstelling (P74) MENU /SET [BESPARING] (De LCD-monitor automatisch uit laten gaan.) Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P16) Om de batterij te sparen wordt de LCD-monitor minder helder en gaat deze MENU /SET 18 VQT1B94 automatisch uit als u de camera niet gebruikt. [LEVEL 1]: De LCD-monitor gaat uit als het toestel niet gebruikt wordt gedurende ongeveer 15 seconden in opnamefunctie. [LEVEL 2]: De LCD-monitor gaat uit als het toestel niet gebruikt wordt gedurende ongeveer 15 seconden in opnamefunctie of gedurende ongeveer 5 seconden nadat er een beeld gemaakt is. [OFF]: Besparingsfunctie kan niet geactiveerd worden. • De LCD-monitor gaat uit als de flits wordt opgeladen. • De statusaanduiding licht op als de LCD-monitor uit wordt gezet. Druk op een willekeurige knop om de LCD-monitor weer aan te zetten. • De energiebesparing is vast ingesteld op [2MIN.]. [De energiebesparingsfunctie is niet geactiveerd wanneer de AC-adapter (DMW-AC5E; optioneel) gebruikt wordt.] • De helderheid van de LCD-monitor wordt niet gereduceerd in de LCD-stroomfunctie en in de breedhoekfunctie. • De energiebesparingsfunctie werkt niet in de volgende gevallen. – In de eenvoudige opnamefunctie [ ] – Als u de AC-adapter (DMW-AC5E; optioneel) gebruikt. – Als er een menupagina op het scherm staat. – Als de zelfontspanner aan staat. – Als u opnamen maakt van bewegende beelden. [WERELDTIJD] (P55) Druk op [ ] om het [SET-UP] menu te openen en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P16) Uw woongebied en reisbestemming in het buitenland enz. instellen. [ ]: Woongebied MENU /SET Voorbereiding [ ]: Reisbestemming [LCD SCHERM] Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P16) De helderheid van de LCD-monitor in 7 stappen aanpassen. MENU /SET [RICHTLIJNEN] Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P16) Stel het patroon van de richtlijnen in die afgebeeld worden wanneer u beelden maakt. (P32, 33) U kunt ook instellen of u de opnameinformatie en het histogram afgebeeld wilt hebben wanneer de richtlijnen afgebeeld worden. [OPNAME INFO.]: [ON]/[OFF] [HISTOGRAM]: [ON]/[OFF] [PATROON]: [ ]/[ ] MENU /SET [REISDATUM] (P54) Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P16) De vertrek- en terugkeerdatum van uw vakantie instellen. [SET], [OFF] MENU /SET [TOON] Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P16) Hiermee stelt u een bieptoon in. [TOONNIVEAU]: [ ]: Geen werkingsgeluid [ ]: Zacht werkingsgeluid [ ]: Hard werkingsgeluid [PIEPTOON]: 1 / 2 / 3 MENU /SET [ONTSPANNER] Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P16) Hiermee stelt u het sluitergeluid in. [SHUTTER VOL.] [ ]: Geen sluitergeluid [ ]: Zacht sluitergeluid [ ]: Hard sluitergeluid [SHUTTER TOON]: 1 / 2 / 3 MENU /SET [VOLUME] Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P16) U kunt het speakervolume regelen in 7 stappen van 6 tot 0. • Als u de camera aansluit op een TV wijzigt dit het volume van de TV-speakers niet. MENU /SET [NR.RESET] Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P16) Zet het bestandsnummer van de volgende opname op 0001. • Het mapnummer wordt vernieuwd en het bestandsnummer start vanaf 0001. (P90) • U kunt een mapnummer tussen 100 en 999 toewijzen. Wanneer u het mapnummer 999 bereikt, kunt u niet verder instellen. Wij raden aan de kaart te formatteren nadat u de gegevens op een PC of ergens anders opgeslagen hebt. • Om het mapnummer opnieuw op 100 te zetten, formatteert u eerst het ingebouwde geheugen of de kaart (P88) gebruikt u vervolgens deze functie om het bestandnummer opnieuw aan te maken. Er verschijnt een resetscherm voor het mapnummer. [JA] kiezen om het mapnummer opnieuw in te stellen. MENU /SET 19 VQT1B94 Voorbereiding [RESETTEN] Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P16) De [OPNAME] of [SET-UP] menu-instellingen worden weer teruggezet naar de begininstellingen. • [FAVORIETEN] (P76) is vast ingesteld op [OFF] en [LCD ROTEREN] (P77) is vast ingesteld op [ON]. • Als u de [SET-UP] menu-instellingen reset, worden ook de volgende instellingen gereset. – De geboortedatum instellen voor [BABY1]/[BABY2] (P48) en [HUISDIER] (P48) in de scènefunctie. – Het aantal dagen dat verstreken is sinds de vertrekdatum in [REISDATUM]. (P54) – De [WERELDTIJD] (P56) instellen. • Het mapnummer en de klokinstelling worden niet gewijzigd. MENU /SET [VIDEO UIT] (Alleen in de terugspeelfunctie) (P96) Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P16) Stel dit in voor het kleurentelevisiesysteem in elk land. [NTSC]: Video-output wordt op NTSC systeem ingesteld. [PAL]: Video-output wordt op PAL systeem ingesteld. MENU /SET [TV-ASPECT] (Alleen in de terugspeelfunctie) Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P16) Instellen voor het gebruikte TV-type. [ ]: Als u aansluit op een 16:9 TV-scherm. [ ]: Als u aansluit op een 4:3 TV-scherm. MENU /SET 20 VQT1B94 [SCÈNEMENU] Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P16) De pagina instellen die verschijnt als u de functieknop op [ ] zet. [AUTO]: Het [SCÈNE MODE] menuscherm verschijnt. [OFF]: De opnamepagina voor de op dat ogenblik ingestelde scènefunctie verschijnt. MENU /SET [KEUZEDISPLAY] Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P16) Instellen of u het keuzemenu al dan niet wenst af te beelden als u de keuzeknop verzet. [ON], [OFF] MENU /SET [TAAL] Op [ ] drukken om het [SET-UP] menu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P16) De taal instellen voor de afbeeldingen op het scherm. [ENGLISH], [DEUTSCH], [FRANÇAIS], [ESPAÑOL], [ITALIANO], [POLSKI], [ČEŠTINA], [MAGYAR], [NEDERLANDS], [TÜRKÇE], [PORTUGUÊS], [ ] • Als u per ongeluk een andere taal instelt, kiest u [ ] in het pictogrammenmenu om de gewenste taal in te stellen. MENU /SET Voorbereiding LCD-monitor/de LCD-monitor omschakelen • De kaartaanduiding wordt rood als er opnamen met het ingebouwde geheugen worden gemaakt (of met de kaart). – Als u het ingebouwde geheugen gebruikt ∫ Paginaweergave in de normale functie [ ] (op het ogenblik van de aankoop) 12 – Als u de kaart gebruikt 34 5 6 7 13 7 8 9 10 F2.8 1/30 12 11 1 Opnamefunctie 2 Flitsfunctie (P35) • Als u de ontspanknop half indrukt terwijl de flits is ingeschakeld, wordt het flitspictogram rood. 3 AF-zone (P22) • De weergegeven AF-zone is groter dan normaal als u opnamen maakt in het donker. 4 Focus (P22) • De volgende handelingen kunnen niet als het kaartlampje brandt. De kaart of de gegevens die erop staan, kunnen worden beschadigd en het toestel kan slecht beginnen te werken. – Het toestel uitzetten. – De batterij of de kaart (als u die gebruikt) eruit halen. – Met het toestel schudden of ermee slaan. – De AC-adapter losmaken. (DMW-AC5E; optioneel) (Als u een AC-adapter gebruikt) • Doe de hier beschreven handelingen niet als u gegevens op de kaart afleest of wist of als u het ingebouwde geheugen (of de kaart) formatteert (P88). • De tijd om het ingebouwde geheugen te openen kan langer zijn dan de tijd die nodig is voor een kaart. 5 Beeldresolutie (P62) 11 Sluitertijd (P22) 6 Kwaliteit (P62) : Waarschuwing voor beweging (P24) 12 Lensopening (P22) • Als de belichting niet goed is, worden de diafragmawaarde en de sluitertijd rood. (Deze worden niet rood als de flits werkt.) 7 Batterijaanduiding • Het lampje wordt rood en knippert als de batterij bijna leeg is. (Het lampje knippert als de LCD-monitor wordt uit gezet.) Laad de batterij op of vervang deze door een volle. • Dit gebeurt niet als u de camera gebruikt met de AC-adapter (DMW-AC5E; optioneel). 8 Aantal opnamen (P110) 9 Opnamestaat 10 Ingebouwd geheugen/Kaart 13 Optische beeldstabilisator (P64) • Lees P97 voor informatie over andere pagina’s op het scherm. ∫ Andere paginaweergave instellen U kunt overschakelen naar andere paginaweergaven als u op [DISPLAY] drukt. U kunt hiermee informatie op het scherm afbeelden terwijl u opnamen maakt, zoals de afmetingen van de afbeelding of het aantal opnamen dat u nog kunt maken, of opnamen maken zonder informatie op het scherm. Lees P32 voor meer details. 21 VQT1B94 Basiskennis Basiskennis Opnamen maken 3 De ontspanknop tot de helft indrukken om scherp te stellen. Het toestel stelt automatisch de sluitertijd en de lensopening in volgens de helderheid van het object. F2.8 1: Ontspanknop • Het lampje 3 gaat ongeveer 1 seconde aan als u het toestel aan zet 2. 1 Houd het toestel voorzichtig vast met beide handen, houd uw armen stil en spreid uw benen een beetje. 1/30 • Het focuslampje 2 en de witte AF-zone 1 worden groen. 3: Lensopening 4: Sluitertijd • Het focusbereik is 50 cm tot ¶. • Het onderwerp is onscherp in de volgende gevallen. – Het focuslampje knippert (groen). – De witte AF-zone wordt rood of er is geen AF-zone. – U hoort 4 focusbieptonen. • Als de afstand buiten het focusbereik valt, kan het beeld onscherp zijn ook als het focuslampje groen is. 4 Druk de half ingedrukte ontspanknop helemaal in om de opname te maken. A: Flits B: AF-lamp C: Als u het toestel verticaal houdt 2 De AF-zone op het punt richten waarop u scherp wil stellen. ∫ De flits gebruiken Als de camera bepaalt dat de plaats waar u de opname maakt te donker is, zal de flits werken als u de ontspanknop helemaal indrukt. (Als de flits op AUTO [ ]/ AUTO/Roge-ogenreductie [ ] staat.) • U kunt de flitsinstellingen aanpassen aan uw opnamen. (P35) • Als u de ontspanknop indrukt, kan de LCD-monitor een ogenblik helder of donker worden maar dit beïnvloedt de opname niet. • Houd de camera stil terwijl u de ontspanknop indrukt. 22 VQT1B94 Basiskennis • De flits of de AF-lamp niet bedekken met uw vingers of andere voorwerpen. • De voorkant van de lens niet aanraken. ∫ Belichting (P40) • Als u de normale opnamefunctie [ ] kiest, wordt de belichting automatisch aangepast (AE=Auto Exposure). In bepaalde omstandigheden en afhankelijk van bijvoorbeeld het achtergrondlicht, kan de opname echter te donker zijn. Pas in dit geval de belichting aan om minder donkere opnamen te maken. ∫ Scherpstellen (P23, 43) • Als u de normale opnamefunctie [ ] kiest, stelt het toestel automatisch scherp (AF= Auto Focus). Sommige delen van de opname kunnen echter onscherp zijn. Het focusbereik is 50 cm tot ¶. – Als er zowel voorwerpen dichtbij als ver weg zijn. – Als er vuil of stof op het glas zit tussen de lens en het voorwerp. – Als er verlichte of schitterende voorwerpen rondom het object zijn. – Als u opnamen maakt op donkere plaatsen. – Als het onderwerp snel beweegt. – Als er te weinig contrast in de scène is. – Als het voorwerp heel fel gekleurd is. – Als u close-up’s maakt. – Als het toestel beweegt. Probeer met de AF/AE-vergrendeling of de macrofunctie. ∫ Kleuren (P59) • De kleur van het onderwerp hangt af van het licht eromheen zoals zonlicht of het licht van halogeenlampen. Het toestel zal echter automatisch een kleur kiezen die zo dicht mogelijk een levensechte kleur benadert. (automatische witbalans) Stel de witbalans in als u de kleur die u met de automatische witbalans krijgt, wil wijzigen. ∫ Wanneer u een object dat zich buiten de AF-zone bevindt, wenst te nemen (AF/AE Lock) Wanneer u een opname maakt van personen met een compositie zoals het volgende beeld, zult u het toestel niet kunnen scherpstellen op het object omdat de personen buiten de AF-zone vallen. 7 In dit geval, 1 De AF-zone op het object richten. 2 De ontspanknop half indrukken om scherp te stellen en de belichting in te stellen. • De focusaanduiding gaat branden wanneer het object scherpgesteld is. 3 De ontspanknop half ingedrukt houden als u het toestel beweegt om het beeld samen te stellen. 4 De ontspanknop helemaal indrukken. • U kunt herhaaldelijk de AF/AE Lock proberen voordat u de ontspanknop volledig indrukt. F4.5 1/125 F4.5 1/125 23 VQT1B94 Basiskennis ∫ Richtingfunctie Beelden die opgenomen zijn met een verticaal gehouden toestel worden verticaal (gedraaid) teruggespeeld. (Alleen wanneer [LCD ROTEREN] (P77) ingesteld is op [ON]) • Het beeld wordt misschien niet verticaal afgebeeld als u het gemaakt hebt met een naar boven of naar beneden gericht toestel. • Bewegende beelden die met een verticaal gehouden toestel gemaakt zijn worden niet verticaal afgebeeld. Beelden maken met de eenvoudige functie ∫ Golfstoring (camerabeweging) • Op bewegingbeweging letten wanneer u de ontspanknop indrukt. • Als het toestel beweegt door een langzame sluitertijd, verschijnt de bewegingswaarschuwing A. ∫ Basismenu-instellingen Met deze functie kunnen beginners gemakkelijker opnamen maken. Alleen de basisfuncties verschijnen in het menu om de handelingen eenvoudig te houden. 1 Op [MENU/SET] drukken. 2 Op 3/4 drukken om het gewenste menuonderdeel te kiezen en vervolgens op 1 drukken. EENVOUDIGE MODE FOTOMODE ENLARGE AUTO REVIEW 4"k6"/10k15cm TOON E-MAIL KLOKINST. F2.8 1/10 • Wanneer deze waarschuwing verschijnt, raden wij aan een statief te gebruiken. Als u geen statief kunt gebruiken, let u goed op de manier waarop u het toestel vasthoudt (P22). Het gebruik van de zelfontspanner voorkomt toestelbeweging die veroorzaakt wordt door op de ontspanknop te drukken als u een statief gebruikt (P39). • De sluitertijd zal vooral in de volgende gevallen langzamer zijn. Houdt het toestel stil vanaf het moment dat u de ontspanknop indrukt totdat het beeld op het scherm verschijnt. We raden in dit geval het gebruik van een statief aan. – Langzame synchr./Reductie rode-ogeneffect (P35) – [NACHTPORTRET] (P46) – [NACHTL. SCHAP] (P46) – [PARTY] (P47) – [KAARSLICHT] (P47) – [STERRENHEMEL] (P49) – [VUURWERK] (P50) – Als de sluitertijd langzamer wordt in [SLUITER LANG] (P67) 24 VQT1B94 SELEC INST. MENU 3 Op 3/4 drukken om de gewenste instelling te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken. 4 Op [MENU/SET] drukken om het menu te sluiten. • U kunt ook de ontspanknop tot de helft indrukken om het menu te sluiten. Basiskennis ∫ Instellingen in de eenvoudige functie [FOTOMODE] [ENLARGE] Geschikt om de opnamen te vergroten tot 8qk10q grootte, lettergrootte enz. Geschikt voor afdrukken met een normale grootte. [4qk6q/ 10k15cm] Geschikt voor het versturen van beelden als bijlage van een e-mail of om beelden op websites te plaatsen. [E-MAIL] [AUTO REVIEW] [UIT] Het opgenomen beeld verschijnt niet automatisch. [AAN] Het opgenomen beeld verschijnt automatisch op het scherm gedurende ongeveer 1 seconde. [TOON] [UIT] Geen werkingsgeluid [LAAG] Zacht werkingsgeluid [HOOG] Hard werkingsgeluid [KLOKINST.] Datum en tijd wijzigen. (P14) 4qk6q/10k15cm] of [ E-MAIL] • Als [ is ingesteld in [FOTOMODE], werkt de extra optische zoom. (P26) • De instellingen voor [TOON] en [KLOKINST.] in de eenvoudige functie worden ook toegepast op andere opnamefuncties. • De instellingen voor [WERELDTIJD] (P18), [LCD SCHERM] (P19), [REISDATUM] (P19), [TOON] (P19), [ONTSPANNER] (P19), [NR.RESET] (P19) en [TAAL] (P20) in het [SET-UP] menu worden toegepast op de eenvoudige functie. ∫ Andere instellingen in de eenvoudige functie In de eenvoudige functie worden andere instellingen als volgt vastgesteld. Voor meer informatie over elke instelling raadpleegt u de pagina waarnaar wordt verwezen. • Focusbereik: 30 cm tot ¶ (Tele) 5 cm tot ¶ (Breed) • [BATT. BESP.] (P18): [5MIN.] • [BESPARING] (P18): [OFF] • Zelfontspanner (P39): 10 seconden • Optische beeldstabilisator (P64): [MODE2] • [WITBALANS] (P59): [AWB] • [GEVOELIGHEID] (P61): De instelling wordt dezelfde als wanneer u de ISO-gevoeligheid op [ISO800] hebt ingesteld in de slimme ISO-gevoeligheidsfunctie [ ]. (P42) • [ASPECTRATIO]/[FOTO RES.]/ [KWALITEIT] (P61, 62): –[ ENLARGE]: : (7M)/ –[ 4qk6q/10k15cm]: : (2,5M EZ)/ –[ E-MAIL]: : (0,3M EZ)/ • [AF MODE] (P63): [ ] • [AF ASS. LAMP] (P66): [ON] 25 VQT1B94 Basiskennis • U kunt de volgende functies echter niet gebruiken. – Hoge-hoekfunctie – Witbalans, fijnafstelling – Belichtingscompensatie – Auto Bracket – [AUDIO OPNAME] – [DIG. ZOOM] – [BURSTFUNCTIE] – [SLUITER LANG] – [KLEURFUNCTIE] – [RICHTLIJNEN] • In de eenvoudige functie kunt u de volgende functies niet gebruiken. – [REISDATUM] – [WERELDTIJD] ∫ Compensatie van de achtergrondverlichting Achtergrondverlichting treedt op wanneer er licht achter het object is. In dit geval wordt het onderwerp (zoals een persoon) donker zodat u met deze functie het achtergrondlicht compenseert door het hele beeld lichter te maken. Beelden maken met de zoom De optische zoom gebruiken/De optische zoom gebruiken (EZ) U kunt mensen en voorwerpen dichterbij doen lijken en breedhoekopnamen maken van landschappen met de 3,6k optische zoom. (35 mm filmcamera-equivalent 28 mm tot 100 mm) Om voorwerpen nog dichterbij te halen (maximum 5,3k) kiest u voor de aspectratio’s niet de grootste beeldafmetingen ( / / ). ∫ Gebruikobject (Tele) om het object dichterbij te laten lijken Het zoomhendeltje op Tele zetten. Druk op 3. • Als de achtergrondlichtcompensatie is ingeschakeld, [ ] verschijnt de (aanduiding “achtergrondlichtcompensatie AAN” A). Druk opnieuw op 3 om de functie uit te schakelen. 7 BACKLIGHT 7 BACKLIGHT • Wij raden aan om de flits te gebruiken als u de achtergrondlichtcompensatie gebruikt. (De flits wordt vast ingesteld op AAN [ ].) • De flits is vast ingesteld op AUTO/ Rode-ogenreductie [ ] als de achtergrondcompensatie ingesteld is op [OFF]. 26 VQT1B94 W T ∫ Gebruik (Breed) om objecten verder weg te doen lijken Het zoomhendeltje op Breed zetten. W T Basiskennis ∫ Beeldresolutie en maximum zoomvergroting (±: Beschikbaar, —: Niet beschikbaar) Aspect Beeldresolutie ratio (P25, 62) (P61) / Maximum zoomuitvergroting (Tele) Geactiveerde optische zoom 3,6k — 4,3k ± (7M) (6M) (5,5M) (5M EZ) (3M EZ) • Als u een beeldresolutie instelt die de extra optische zoom activeert, verschijnt het pictogram van de extra optische zoom [ ] op het scherm als u de zoomfunctie gebruikt. • De zoom zal heel even stoppen met bewegen dichtbij [W] (1k) als u de extra optische zoom gebruikt. Dit is geen storing. • De aangegeven zoomuitvergroting is correct bij benadering. • In de bewegende beeldenfunctie [ ] en [H. GEVOELIGH.] in de scènefunctie werkt de extra optische zoom niet. (2M EZ) De digitale zoom gebruiken (1M EZ) / (0,3M EZ) De zoom verder uitbreiden 5,3k ± / (2,5M EZ) (2M EZ) ∫ Het mechanisme van de extra optische zoom Wanneer u de beeldresolutie instelt op [ ] (3M EZ) (3 miljoen pixels), is de 7M (7 miljoen pixels) CCD-zone samengeperst naar de centrum 3M (3 miljoen pixels) -zone, zo een beeld toelatend met een hoger zoomeffect. • De optische zoom is ingesteld op Breed (1k) wanneer het toestel aanstaat. • Als u de zoomfunctie gebruikt nadat u op het object scherpgesteld hebt, stelt u opnieuw scherpobject. • De objectiefcilinder (P8) wordt automatisch uit- of ingetrokken afhankelijk van de zoomstand. Onderbreek de beweging van de objectiefcilinder niet terwijl u het zoomhendeltje verplaatst. • In de bewegende beeldenfunctie [ ] is de zoomuitvergroting vast ingesteld op de waarde die aan het begin van de opname ingesteld is. • “EZ” is een afkorting van “Extra optical Zoom”. Een maximum van 14,3k zoom kan bereikt worden met de 3,6k optische zoom en de 4k digitale zoom wanneer [DIG. ZOOM] ingesteld wordt op [ON] in het [OPNAME] menu. Als er een beeldresolutie gekozen wordt die de extra optische zoom gebruikt, kan er een maximum van 21,4k zoom bereikt worden met de 5,3k extra optische zoom en de 4k digitale zoom. ∫ Menuhandeling 1 Op [MENU/SET] drukken. • Als u een scènefunctie kiest, kiest u het [OPNAME] menu ( ) en drukt u op 1. 2 Op 3/4 drukken om [DIG. ZOOM] te kiezen en vervolgens op 1. 3 Op 4 drukken om [ON] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken. 3/3 OPNAME SLUITER LANG 1/8㧙 DIG. ZOOM OFF KLEURFUNCTIE ON KLOKINST. SELEC INST. MENU MENU /SET 27 VQT1B94 Basiskennis 4 Op [MENU/SET] drukken om het menu te sluiten. • U kunt ook de ontspanknop half indrukken om het menu te sluiten. ∫ Het digitale zoombereik instellen De zoomaanduiding op het scherm kan tijdelijk stoppen met bewegen als u het zoomhendeltje op de uiterste Telestand zet. U kunt het digitale zoombereik instellen door het zoomhendeltje continu op Tele te zetten of het zoomhendeltje één keer los te laten en het vervolgens weer op Tele te zetten. ≥[OFF]: W ≥[ON]: W W 1 Op 4 [REV] drukken. OVERZICHT1X EXIT T T • De AF-zone (P63) wordt groter als u de digitale zoom gebruikt. In dit geval kan ook de stabilisator niet werken. • Voor de digitale zoom geldt dat hoe groter het beeld is, hoe lager de beeldkwaliteit wordt. • Wanneer u de digitale zoom gebruikt, raden wij het gebruik van een statief en de zelfontspanner (P39) aan om opnamen te maken. • De aangegeven zoomuitvergroting is correct bij benadering. • De digitale zoom werkt niet in de volgende gevallen: – In simpele functie [ ]. – In intelligent ISO sensitivity mode [ ]. – In [SPORT], [BABY1]/[BABY2], [HUISDIER] and [H. GEVOELIGH.] in scene mode. VQT1B94 U kunt de opnamen controleren terwijl het toestel nog in de [OPNAME] functie staat. T (Als u tegelijkertijd de digitale zoom en de extra optische zoom [ ] (3M EZ) gebruikt.) 1 Optische zoom 2 Digitale zoom 3 Geactiveerde optische zoom 28 De opnamen controleren (Overzicht) 4X WISSEN • De laatst gemaakte opname verschijnt 10 seconden lang. • Het overzicht wordt geannuleerd wanneer de ontspanknop tot de helft ingedrukt wordt of 4 [REV] opnieuw ingedrukt wordt. 2 Druk op 2/1 om het beeld te kiezen. OVERZICHT1X EXIT 4X WISSEN 2: De vorige opname terugspelen 1: De volgende opname terugspelen ∫ Het beeld uitvergroten 1 Draai de zoomhendel op [ ] [T]. • Het zoomhendeltje op [ ] [T] zetten voor een 4k vergroting en het vervolgens nog verder zetten voor een 8k vergroting. Wanneer u het zoomhendeltje in de richting van [ ] [W] zet nadat het beeld vergroot is, wordt de vergroting kleiner. Basiskennis 2 Op 3/4/2/1 drukken om de stand te wijzigen. Beelden wissen/ afspelen OVERZICHT4X 1X 8X WISSEN • Als u de uitvergroting of de afbeelding op het scherm wijzigt of verplaatst, verschijnt de zoomstandaanduiding A ongeveer 1 seconde lang. ∫ Het opgenomen beeld wissen tijdens het overzicht (Snel wissen) U kunt tijdens het afspelen één beeld, meerdere beelden of alle beelden wissen. Lees P29 voor 30 informatie over het wissen van beelden. • Wanneer [LCD ROTEREN] ingesteld is op [ON] worden opnamen die gemaakt zijn met een verticaal gehouden toestel, verticaal teruggespeeld (gedraaid). De beeldgegevens in het ingebouwde geheugen wissen of afspelen zonder kaart. Beeldgegevens op de kaart wissen of afspelen met kaart. (P13) Gewiste beelden kunnen niet worden hersteld. Controleer elk beeld afzonderlijk en wis dan de beelden die u niet wenst te behouden. ∫ Opnamen terugspelen Op 2/1 drukken om het beeld te kiezen. 1/3 10:00 1.DEC.2007 2: De vorige opname terugspelen 1: De volgende opname terugspelen ∫ Snel vooruit spoelen/Snel achteruit spoelen Houd 2/1 ingedrukt tijdens het terugspelen. 1/3 10:00 1.DEC.2007 2: Snel achteruit 1: Snel vooruit • Het bestandsnummer A en het beeldnummer B wijzigen alleen elk afzonderlijk. 2/1 loslaten zodra het nummer van het gewenste terug te spelen beeld verschijnt om het beeld terug te spelen. 29 VQT1B94 Basiskennis • Als u op 2/1 blijft drukken, neemt het aantal vooruit of achteruit afgespeelde beelden toe. • In de functie overzicht terugdraaien in de opnamefunctie en in meervoudig terugdraaien, kunnen de opnamen alleen één voor één verder of teruggedraaid worden. (P68) ∫ Een enkel beeld wissen 1 Druk op [ ] terwijl de opname wordt afgespeeld. 2 Op 3 drukken om [JA] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken. APART WISSEN • Dit toestel voldoet aan de DCF standaard “Design rule for Camera File system” van de “JEITA (Japan Electronics and Information Technology Industries Association)”. • Op de LCD-monitor kunnen soms niet alle details van de opgenomen beelden verschijnen. Gebruik de terugspeelzoom (P70) om deze details te bekijken. • Als u opnamen terugspeelt die gemaakt zijn met andere apparatuur kan de kwaliteit slechter worden. (De opnamen worden afgebeeld als [WEERGAVE THUMBNAIL] op het scherm.) • Als u een mapnaam of bestandnaam op uw PC wijzigt, kan het onmogelijk worden deze opnamen op het toestel terug te spelen. • Als u een bestand wilt terugspelen dat buiten de standaard valt, dan wordt het map-/bestandnummer aangegeven met [—] en kan het scherm zwart worden. • Er kan een rand op het scherm verschijnen afhankelijk van het object. Dit wordt “moire” genoemd. Dit is geen storing. 30 VQT1B94 DEZE FOTO WISSEN ? JA NEE SELEC INST. MENU MULTI/ALLES MENU /SET • Terwijl het beeld gewist wordt, verschijnt [ ] op het scherm. ∫ Om te wissen [MULTI WISSEN]/ [ALLES ANNULEREN] 1 Twee keer op [ ] drukken. 2 Op 3/4 drukken om [MULTI WISSEN] of [ALLES ANNULEREN] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken. MULTI/ALLES WISSEN MULTI WISSEN ALLES ANNULEREN SELEC INST. MENU ANNUL MENU /SET • [MULTI WISSEN] > stap 3. • [ALLES ANNULEREN] > stap 5. • [ALLES WISSEN BEHALVE ] (Alleen als [FAVORIETEN] (P76) is ingesteld) > stap 5. (U kunt dit niet kiezen als bij geen enkel beeld [ ] staat.) Basiskennis 3 Op 2/1 drukken om het beeld te kiezen en vervolgens op 4 drukken. (Alleen wanneer u [MULTI WISSEN] kiest) MULTI WISSEN 7 8 10 11 SELEC MARK./ANNUL. 9 12 WISSEN EXIT MENU • Herhaal de bovenstaande procedure. • [ ] verschijnt op de gekozen opnamen. Als u opnieuw op 4 drukt, wordt de instelling gewist. • Het pictogram [ ] knippert en wordt rood als het gekozen beeld beveiligd is en niet gewist kan worden. De beveiliging annuleren en vervolgens het beeld wissen. (P82) 4 Op [ ] drukken. 5 Op 3 drukken om [JA] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken. (Scherm wanneer [MULTI WISSEN] gekozen wordt) MULTI WISSEN ALLE GEMARKEERDE FOTO'S WISSEN ? JA NEE SELEC INST. MENU SET MENU /SET • [ALLE FOTO’S IN HET INTERNE GEHEUGEN WISSEN ?] of [ALLE FOTO’S OP DE GEHEUGENKAART WISSEN ?] verschijnt als u [ALLES ANNULEREN] gebruikt en [ALLES WISSEN BEHALVE ?] verschijnt als u [ALLES WISSEN BEHALVE ] gebruikt. • Als u op [MENU/SET] drukt terwijl u opnamen wist met [ALLES ANNULEREN] of [ALLES WISSEN BEHALVE ] zal het wissen halverwege stoppen. • Het toestel niet uitzetten. • Wanneer u opnamen wist, batterijen gebruiken met voldoende batterijstroom (P21) of de AC-adapter (DMW-AC5E; optioneel) gebruiken. • Het is mogelijk om tot 50 opnamen tegelijkertijd te wissen [MULTI WISSEN]. • Hoe meer opnamen, hoe langer het duurt ze te wissen. • Als er beveiligde opnamen zijn [ ] (P82), of opnamen die niet voldoen aan de DCF-standaard (P30) of op een kaart staan met de schrijfbescherming op [LOCK] (P13) worden deze opnamen niet gewist ook niet als [ALLES ANNULEREN] of [ALLES WISSEN BEHALVE ] gekozen worden. • Als u beelden wist, kunt u alleen beelden in het ingebouwde geheugen of op de kaart wissen. (U kunt niet tegelijkertijd beelden in het geheugen en op de kaart wissen). 31 VQT1B94 Gevorderd (Opnamen maken) Gevorderd (Opnamen maken) Over de LCD-monitor De afgebeelde informatie wijzigen DISPLAY/LCD MODE A LCD-monitor (LCD) Druk op [DISPLAY] om te wijzigen. • Wanneer het menuscherm verschijnt, wordt de [DISPLAY] knop niet geactiveerd. Tijdens de terugspeelzoomfunctie (P70), als u bewegende beelden terugspoelt (P71) en tijdens een diavoorstelling (P74), kunt u alleen kiezen tussen “Normaal display H” of “Non-display J”. In Eenvoudige functie [ D Normaal display E Display met histogram F Non-display (Opnamerichtlijn)¢2 G Non-display ¢1 Histogram ¢2 Het patroon van de richtlijnen die afgebeeld worden door de instelling [RICHTLIJNEN] in [SET-UP] menu instellen. (P19) U kunt ook instellen of u de opnameinformatie en het histogram wel of niet afgebeeld wilt hebben wanneer de richtlijnen afgebeeld worden. In terugspeelfunctie 1/3 1E DAG 9 mnd. 10 dg. 10:00 1.DEC.2007 3 4 1/3 ] F2.8 1/30 ISO100 AWB 10:00 1.DEC.2007 3 BACKLIGHT B Normaal display C Non-display In opnamefunctie H Normaal display I Display met opname-informatie en histogram J Non-display ¢3 Verschijnt als [INST. GEB DATUM] en [MET LEEFTIJD] ingesteld worden in [BABY1]/[BABY2] (P48) of [HUISDIER] (P48) in de scènefunctie voordat u opneemt. ¢4 De dagen die verstreken zijn sinds de vertrekdatum verschijnen op het display als u [REISDATUM] (P54) ingesteld hebt voordat u opnamen begon te maken. • In [NACHTPORTRET] (P46), [NACHTL. SCHAP] (P46), [STERRENHEMEL] (P49) en [VUURWERK] (P50) in scènefunctie, is de richtlijn grijs. 32 VQT1B94 Gevorderd (Opnamen maken) ∫ Opnamerichtlijn Wanneer u het object uitlijnt op de horizontale en verticale richtlijnen of het kruispunt van deze lijnen, kunt u opnamen maken met goed ontworpen compositie door de grootte, de helling en de balans van het object te bekijken. C Wanneer de waarden aan de rechterkant geconcentreerd zijn, is de opname overbelicht. Voorbeeld van histogram 1/3 F2.8 1/200 ISO100 AWB 10:00 1.DEC.2007 1/3 F2.8 1/100 ISO100 AWB 10:00 1.DEC.2007 A [ B [ ]: Dit wordt gebruikt wanneer het hele scherm verdeeld wordt in 3k3 voor het maken van beelden met een goed gebalanceerde samenstelling. ]: Dit wordt gebruikt wanneer u het onderwerp precies in het midden wilt positioneren. ∫ Histogram Een Histogram is een grafiek die helderheid langs de horizontale as (zwart of wit) en het aantal pixels bij elk helderheidniveau op de verticale as afbeeld. Hiermee controleert u snel de belichting van een beeld. • Het is zeer nuttig als handmatige afstellingen van de lensopening en sluitertijd beschikbaar zijn, vooral in die situaties waar automatische belichting moeilijk kan zijn wegens oneven belichting. Met gebruik van de histogramfunctie zal u de beste prestatie van het toestel krijgen. A Wanneer de waarden aan de linkerkant geconcentreerd zijn, is de opname onderbelicht. B Wanneer de waarde gelijkelijk verdeeld zijn, is de belichting juist en de helderheid goed uitgebalanceerd. 1/3 F2.8 1/50 ISO100 AWB 10:00 1.DEC.2007 A Onderbelicht B Juist belicht C Overbelicht ¢Histogram • Wanneer u opnamen maakt met de flits of op donkere plekken, wordt het histogram oranje afgebeeld omdat het opgenomen beeld en het histogram niet met elkaar overeenkomen. • Het histogram is een benadering in de opnamefunctie. • Het histogram van een beeld zou niet overeen kunnen komen in opnamefunctie en terugspeelfunctie. • Het histogram dat afgebeeld wordt in dit toestel komt niet overeen met histogrammen die afgebeeld worden door beeldbewerkende software voor PC’s enz. • Het histogram verschijnt niet in de eenvoudige functie [ ] of in de bewegende-beeldenfunctie [ ] en tijdens het meervoudig terugspelen of de kalenderterugspeelfunctie en met de terugspeelzoom. 33 VQT1B94 Gevorderd (Opnamen maken) De LCD-monitor helderder maken (LCD-versterking/Hoge-hoekfunctie) • Als de functieknop is ingesteld op [ ] en [ ], kan alleen de LCD-versterkingsfunctie worden gebruikt. 1 Druk één seconde op [LCD MODE]. DISPLAY/LCD MODE [ ]: De LCD-monitor wordt [SPANNING LCD] helderder en gemakkelijker zichtbaar tijdens het opnemen ook buiten. De LCD-monitor is beter [ ]: [GR. KIJKHOEK] zichtbaar als u opnamen maakt met de camera hoog boven uw hoofd. Dit is handig als u niet dicht bij een object kunt komen omdat er mensen in de weg staan. (Als u er recht op kijkt, wordt het op deze manier wel moeilijker om iets te zien.) 2 Druk op 3/4 om de functie te kiezen. LCD LCD MODE UIT SPANNING LCD GR. KIJKHOEK [UIT] SELEC INST. MENU De LCD-monitor krijgt weer zijn normale helderheid. 3 Op [MENU/SET] drukken. 3 • Het [SPANNING LCD] A of [GR. KIJKHOEK] B pictogram verschijnt. 34 VQT1B94 3 Gevorderd (Opnamen maken) ∫ De Hoge-hoekfunctie of LCD-versterking uitschakelen • Als u [LCD MODE] indrukt en opnieuw 1 seconde ingedrukt houdt, verschijnt het scherm van stap 2. Kies [UIT] om de LCD-versterkingsfunctie of Hoge-hoekfunctie uit te schakelen. • De Hoge-hoekfunctie wordt ook geannuleerd als u de camera uitzet of de energiebesparingsfunctie hebt ingeschakeld. • U regelt de helderheid van opnamen op de LCD-monitor terwijl de LCD-versterkingsfunctie of hoge-hoekfunctie actief zijn. Daarom kunnen de objecten op de LCD-monitor er anders uitzien. Dit heeft echter geen gevolg voor de opnamen. • De LCD-monitor wordt weer normaal helder na 30 seconden als u opneemt met de LCD-versterkingsfunctie. Druk op een willekeurige knop om de LCD-monitor weer helder te maken. • Als u niets op de LCD-monitor ziet door zonlicht of ander licht dat erop schijnt, raden wij aan het licht af te schermen met uw hand of iets anders. • De hoge hoekfunctie is niet geactiveerd in de volgende gevallen. – In Eenvoudige functie [ ] – In terugspeelfunctie [ ] – In de printfunctie [ ] – Terwijl het menuscherm afgebeeld is – Terwijl het terugspeelscherm afgebeeld is Beelden maken met de ingebouwde flits A: Fotoflits Deze niet met uw vinger of andere voorwerpen bedekken. ∫ Naar de geschikte flitsinstelling schakelen De flits instellen voor opnamen. 1 Op 1 [ ] drukken. 2 Druk op 3/4 om de functie te kiezen. FLITSER AUTO AUTO/RODE-OG FLITS ALTIJD AAN LNGZ. SY./RODE-OG GEDWONGEN UIT SELEC INST. MENU • U kunt ook op 1 [ ] drukken om te selecteren. • Voor informatie over flitsinstellingen die gekozen kunnen worden, “Beschikbare flitsinstellingen voor de opnamefuncties” (P36) raadplegen. 3 Op [MENU/SET] drukken. • U kunt ook de ontspanknop tot de helft indrukken om het menu te sluiten. • Het menuscherm verschijnt na ongeveer 5 seconden. Nu wordt het geselecteerde item automatisch ingesteld. 35 VQT1B94 Gevorderd (Opnamen maken) : AUTO De flits wordt automatisch geactiveerd wanneer dit nodig is voor de opnamecondities. ¢1 : AUTO/Rode-ogenreductie De flits wordt automatisch geactiveerd wanneer dit nodig is voor de opnamecondities. De flits wordt een keer geactiveerd vóór de eigenlijke opname om het rode-ogeneffect (ogen van het object die rood worden op het beeld) te verminderen en vervolgens opnieuw geactiveerd voor de eigenlijke opname. • Gebruik deze functie wanneer u opnamen maakt van personen in slecht belichte omstandigheden. • Gebruik deze functie om opnamen te maken op plekken waar het gebruik van een flits niet toegestaan is. ¢1 De flits wordt twee keer geactiveerd. Het object mag niet bewegen totdat de tweede flits geactiveerd is. ∫ Beschikbare flitsinstellingen voor de opnamefuncties De beschikbare flitsinstellingen zijn afhankelijk van de opnamefuncties. (±: Beschikbaar, —: Niet beschikbaar, ¥: Begininstelling) : Vast ingesteld op AAN De flits wordt altijd geactiveerd ongeacht de opnamecondities. • Gebruik deze functie wanneer uw object achtergrondbelichting heeft of onder fluorescent licht staat. : Flits vast ingesteld op AAN/ Rode-ogenreductie¢1 • De flitsinstelling is alleen vast ingesteld op AAN/Rode-ogenreductie wanneer u [PARTY] (P47) of [KAARSLICHT] (P47) in de scènefunctie instelt. : Langzame synchr/Reductie rode-ogeneffect¢1 Als u beelden maakt met een donker landschap op de achtergrond, maakt deze functie de sluitertijd langzamer zodra de flits geactiveerd wordt, zodat het donkere landschap op de achtergrond helder zal worden. Tegelijkertijd vermindert het rode-ogeneffect. • Gebruik deze functie wanneer u opnamen maakt van personen op een donkere achtergrond. : Flits vast ingesteld op UIT De flits wordt in geen enkele opnameconditie geactiveerd. 36 VQT1B94 1 2 Gevorderd (Opnamen maken) ¢2 De flits wordt vast ingesteld op AAN [ ] als de achtergrondcompensatie geactiveerd wordt. • De flitsinstellingen kunnen veranderen als de opnamefunctie verander wordt. Stel de flitsinstelling opnieuw in indien nodig. • De flitsinstelling wordt opgeslagen ook als u de camera uit zet. De flits krijgt wel weer de oorspronkelijke instelling als u de scènefunctie wijzigt. ∫ Het beschikbare flitsbereik om opnamen te maken ISO-gevoeligheid [AUTO] Beschikbaar flitsbereik Breed 60 cm tot 5,0 m Tele 30 cm tot 2,5 m [ISO100] Breed 60 cm tot 2,0 m Tele 30 cm tot 1,0 m [ISO200] Breed 60 cm tot 2,8 m • Het beschikbare flitsbereik is correct bij benadering. • Het beschikbare focusbereik varieert afhankelijk van de opnamefunctie. (P113) • Als u de flits gebruikt en de ISO-gevoeligheid staat op [AUTO] of als de hoogste ISO-gevoeligheid op een andere waarde staat dan [ISO400] in de slimme ISO-gevoeligheidsfunctie [ ] (P42) neemt de ISO-gevoeligheid automatisch toe tot een maximum van [ISO640]. (Maximum [ISO400] in [BABY1]/[BABY2] (P48) en [HUISDIER] (P48) in de scènefunctie). • Als u een opname maakt met de flits in een kort bereik wanneer de zoom bij [W] (1k) staat, kunnen de hoeken van de opname donker worden. Verdraai de zoomhendel een beetje en maak dan de opname. ∫ Beschikbaar flitsbereik in de slimme ISO-gevoeligheidsfunctie Hoogste ISO- Beschikbaar flitsbereik gevoeligheid Breed Tele (P43) ISO400 Ongeveer 60 cm tot ongeveer 4,0 m Ongeveer 30 cm tot ongeveer 2,0 m ISO800 Ongeveer 60 cm tot ongeveer 5,0 m Ongeveer 30 cm tot ongeveer 2,5 m Tele 30 cm tot 1,4 m [ISO400] Breed 60 cm tot 4,0 m Tele 40 cm tot 2,0 m [ISO800] ISO1250 Breed 80 cm tot 5,6 m Tele 60 cm tot 2,8 m [ISO1250] Breed 1,0 m tot 5,6 m Tele 80 cm tot 2,8 m 37 VQT1B94 Gevorderd (Opnamen maken) ∫ Sluitertijd voor elke flitsfunctie Flitsinstelling Sluitertijd (Sec.) : AUTO : AUTO/ Rode-ogenre ductie : Vast ingesteld op AAN : Vast ingesteld op AAN/ Rode-ogenre ductie 1/30 tot 1/2000 : Langzame synchr/Rodeogenreductie 1/8¢1 tot 1/2000 : Vast ingesteld op UIT 1/8¢1 tot 1/2000 1/8¢1 of 1 tot 1/2000¢2 1/4 of 1 tot 1/2000¢3 ¢1 De sluitertijd wijzigt afhankelijk van de langzame sluiterinstelling. (P67) ¢2 Eenvoudige opnamefunctie [ ] ¢3 Slimme ISO-gevoeligheidsfunctie [ ] (P42)/[SPORT] (P46), [BABY1]/ [BABY2] (P48) en [HUISDIER] (P48) in de scènefunctie • ¢2, ¢3: De sluitertijd wordt maximum 1 seconde in de volgende gevallen. – Als de optische beeldstabilisator op [OFF] staat. – Als de camera een beetje jitter vaststelt terwijl de optische beeldstabilisator op [MODE1] of [MODE2] staat. • Er kunnen verschillen zijn in de bovenstaande sluitertijden in de volgende scènefuncties. – [NACHTL. SCHAP] (P46): 8 seconden op 1/2000ste van een seconde – [STERRENHEMEL] (P49): 15 seconden, 30 seconden, 60 seconden – [VUURWERK] (P50): 1/4 ste van een seconde, 2 seconden 38 VQT1B94 • Kijk nooit recht in de flits als deze werkt. • Als u de flits te dicht bij een voorwerp brengt, kan dit vervormd of verkleurd worden door de hitte of het licht van de flits. • In bezuinigingsfunctie, gaat de LCD-monitor uit en gaat de statusindicator branden terwijl de flits aan het opladen is. [Dit gebeurt niet wanneer u de AC-adapter (DMW-AC5E; optioneel) gebruikt.] Als de resterende batterijstroom laag is, kan de tijdsduur dat de LCD-monitor uitgaat om op te laden langer worden. • Als u een opname maakt buiten het bereik van de flits, kan het object verkeerd belicht zijn en de opname te donker of te licht zijn. • Tijdens het opladen van de flits knippert het lampje van de flitsaanduiding en wordt het rood; u kunt in dit geval geen opname maken, zelfs niet wanneer u de ontspanknop helemaal indrukt. • De witbalans kan eventueel niet goed worden geregeld als de flits niet sterk genoeg is voor het voorwerp. (P59) • Wanneer de sluitertijd snel is, zou het flitseffect niet voldoende kunnen zijn. • Het kan even duren om de flits op te laden als u een tweede opname wil maken. Maak de opname pas als het flitslampje weer aan gaat. • Het effect van de rode-ogenreductie verschilt van mens tot mens. Als de persoon bovendien ver van de camera stond of niet naar de eerste flits keek, kan dit effect ook minder evident zijn. • U kunt maar 1 opname tegelijk maken met de flits. Gevorderd (Opnamen maken) Opnamen maken met de zelfontspanner 1 Op 2 [ • Het lampje van de zelfontspanner C knippert en de sluiter wordt na 10 seconden geactiveerd (of na 2 seconden). ] drukken. 2 Druk op 3/4 om de functie te kiezen. • Als u tijdens het instellen van de zelfontspanner op [MENU/SET] drukt, wordt de instelling van de zelfontspanner geannuleerd. ZELFONTSPANNER UIT 10 SEC. 2 SEC. SELEC • U kunt ook op 2 [ selecteren. INST. MENU ] drukken om te 3 Op [MENU/SET] drukken. • U kunt ook de ontspanknop tot de helft indrukken om het menu te sluiten. • Het menuscherm verschijnt na ongeveer 5 seconden. Nu wordt het geselecteerde item automatisch ingesteld. 4 Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen en druk de knop helemaal in om de opname te maken. 3 ANNUL MENU • A: De ontspanknop tot de helft indrukken om scherp te stellen. • B: De ontspanknop helemaal indrukken om de opname te maken. • Wanneer u een statief of dergelijke enz. gebruikt, is de instelling van de zelfontspanner op 2 seconden handig om de beweging die veroorzaakt wordt door het indrukken van de ontspanknop te vermijden. • Wanneer u éénmaal de ontspanknop helemaal indrukt, wordt er automatisch op het object scherpgesteld net voor de opname. Op donkere plekken zal het zelfontspannerlampje knipperen en kan het helder gaan schijnen om als AF-lamp te werken (P66) zodat het toestel beter op het object scherp kan stellen. • De zelfontspanner is vast ingesteld op 10 seconden in de eenvoudige opnamefunctie [ ] en op 2 seconden in [ZELFPORTRET] (P45) in de scènefunctie. • Wanneer u de zelfontspanner instelt in de burstfunctie, begint het toestel een beeld te maken 2 of 10 seconden nadat de ontspanknop ingedrukt wordt. Het aantal tegelijk gemaakte opnamen is vast ingesteld op 3. • We raden het gebruik van een statief aan wanneer u opneemt met de zelfontspanner. • De zelfontspanner kan niet worden gebruikt in [ONDER WATER] in de scènefunctie. 39 VQT1B94 Gevorderd (Opnamen maken) Belichtingscompensatie Gebruik deze functie wanneer u de geschikte belichting niet kunt verkrijgen wegens het verschil in helderheid tussen het object en de achtergrond. Zie de volgende voorbeelden. 1 Druk op 3 [ ] totdat [BELICHTING] verschijnt en corrigeer de belichting met 2/1. BELICHTING SELEC Onderbelichting EXIT MENU • U kunt compenseren vanaf [j2 EV] tot [i2 EV] in stappen van [1/3 EV]. • Kies [0 EV] om terug te keren naar de originele belichting. De belichting positief compenseren. 2 Op [MENU/SET] drukken om te eindigen. • U kunt ook de ontspanknop half indrukken om af te sluiten. Juiste belichting Overbelichting De belichting negatief compenseren. 40 VQT1B94 • EV is een afkorting voor “Exposure Value” (Belichtingswaarde). Het is de hoeveelheid licht die door de lensopening en de sluitertijd naar de CCD gestuurd wordt. • De belichtingscompensatiewaarde verschijnt links onderaan op het scherm. • De ingestelde belichtingswaarde wordt opgeslagen zelfs als het toestel uit wordt gezet. • Het compensatiebereik van de belichting wordt beperkt door de helderheid van het object. • De belichting kan niet gecompenseerd worden wanneer u [STERRENHEMEL] in de scènefunctie gebruikt. Gevorderd (Opnamen maken) Beelden maken Auto Bracket In deze functie, worden 3 opnamen automatisch gemaakt in het gekozen bereik van de belichtingscompensatie telkens als de ontspanknop ingedrukt wordt. U kunt het beeld met de beste belichting kiezen uit de 3 opnamen met verschillende belichtingen. 1 Druk enkele keren op 3 [ ] totdat [AUTO BRACKET] verschijnt, stel de belichtingscorrectie in met 2/1. AUTO BRACKET SELEC EXIT MENU • U kunt [OFF] (0), [d1/3 EV], [d2/3 EV] of [d1 EV] kiezen. • Wanneer u de auto bracket niet gebruikt, kiest u [OFF] (0). 2 Op [MENU/SET] drukken om te eindigen. • U kunt ook de ontspanknop half indrukken om af te sluiten. • Als u auto bracket instelt, verschijnt de auto bracket-aanduiding [ ] links onderaan op het scherm. • Wanneer u opnamen maakt met auto bracket nadat u het bereik van de belichtingscompensatie hebt ingesteld, wordt voor de opnamen de gekozen belichtingscompensatie gebruikt. Wanneer de belichting gecompenseerd is, verschijnt de waarde van de belichtingscompensatie links onderaan op het scherm. • De instelling op auto bracket wordt geannuleerd als u de camera uit zet of de energiebesparingsfunctie hebt ingeschakeld. • Wanneer de auto bracket en de burstfunctie tegelijkertijd worden ingesteld, zal de auto bracket voorrang hebben. • Wanneer de auto bracket ingesteld is, wordt de automatische overzichtsfunctie geactiveerd, ongeacht de instelling van deze functie. (Het beeld wordt niet vergroot.) U kunt de automatische overzichtsfunctie niet instellen in het [SET-UP] menu. • Wanneer auto bracket geactiveerd is, kan [AUDIO OPNAME] niet gebruikt worden. • De belichting zou niet gecompenseerd kunnen worden met auto bracket afhankelijk van de helderheid van het object. • Wanneer de flits geactiveerd is of het aantal opneembare beelden 2 of minder is, kunt u slechts 1 beeld maken. • De automatische bracket kan niet worden ingesteld in [STERRENHEMEL] in de scènefunctie. 41 VQT1B94 Gevorderd (Opnamen maken) De gevoeligheid aanpassen aan de beweging van het opgenomen onderwerp Het toestel spoort de beweging van het onderwerp op in de buurt van het midden van het scherm en zet vervolgens de optimale ISO-gevoeligheid en sluitertijd in afhankelijk van de beweging en de helderheid van het onderwerp. • Golfstoring wordt vermeden wanneer u beelden binnen maakt van een bewegend onderwerp door de ISO-gevoeligheid te vergroten en de sluitertijd sneller te maken. F2.8 1/125 ISO800 • Ruis wordt vermeden wanneer er binnen beelden gemaakt worden van een onderwerp zonder beweging door de ISO-gevoeligheid te vergroten. 1 Op [MENU/SET] drukken. 2 Druk op 3/4 om [ISO-LIMIET] te kiezen en vervolgens op 1. OPNAME 1/3 WITBALANS ISO MAX ISO-LIMIET ASPECTRATIO FOTO RES. KWALITEIT AWB SELEC INST. 400 AUTO 400 800 800 1250 1250 MENU F2.8 1/30 ISO200 • Als u de ontspanknop half indrukt, verschijnt [ ] A. Als u de ontspanknop helemaal indrukt, verschijnen de sluitertijd en de ISO-gevoeligheid even. 3 Op 3/4 drukken om het onderdeel te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken. Onderdeel Instellingen 400 De ISO-gevoeligheid neemt automatisch toe tot op de ingestelde waarde afhankelijk van de bewegingen en de helderheid van een voorwerp. 800 1250 • Hoe hoger de ingestelde ISO-gevoeligheid is, hoe minder jitter u zult hebben. De beeldruis neemt echter wel toe. 42 VQT1B94 F2.8 • Het focusbereik wordt hetzelfde als de macrofunctie. [5 cm (Breed)/30 cm (Tele) tot ¶] • Als de flits werkt, neemt de ISO-gevoeligheid automatisch toe tot een maximum van [ISO640]. (Als de hoogste ISO-gevoeligheid op een andere dan [ISO400] is ingesteld.) • Lees P37 voor informatie over het beschikbare flitsbereik. Gevorderd (Opnamen maken) • Afhankelijk van de helderheid en de snelheid van het onderwerp kunt u storing door beweging niet vermijden. • Het toestel kan niet in staat zijn de beweging op te sporen van het onderwerp in de volgende gevallen. – Wanneer het onderwerp klein is – Wanneer het bewegend onderwerp zich aan de rand van het scherm bevindt – Wanneer het onderwerp begint met bewegen op het moment dat de ontspanknop helemaal ingedrukt wordt • Om beeldruis te voorkomen, raden wij aan de [ISO-LIMIET] lager in te stellen of [KLEURFUNCTIE] op [NATURAL] in te stellen. (P67) • De volgende functies kunt u niet gebruiken. – [DIG. ZOOM] – [SLUITER LANG] Close-up’s maken Met deze functie kunt u close-up’s maken van een object, bijv. wanneer u opnamen van bloemen maakt. U kunt opnamen maken van een object tot op een afstand van 5 cm van de lens door het zoomhendeltje zo ver mogelijk naar Breed te zetten (1k). ∫ Focusbereik • We raden het gebruik van een statief en de zelfontspanner aan (P39) in de macrofunctie. • Wanneer een object dichtbij het toestel is, is het effectieve focusbereik (velddiepte) aanzienlijk minder breed. Daarom kan, als de afstand tussen het toestel en het object gewijzigd is na het scherpstellen, het moeilijk worden om er opnieuw op scherp te stellen. • Als de afstand tussen het toestel en het object buiten het focusbereik van het toestel ligt, zou het beeld niet op de juiste manier scherpgesteld kunnen worden zelfs als de focusaanduiding brandt. • De macrofunctie zal voorrang geven aan elk object dat zich dicht bij de camera bevindt. Als dus de afstand tussen de camera en het object meer dan 50 cm bedraagt,duurt het langer om scherp te stellen op dit object in de macrofunctie dan in de normale opnamefunctie. • Het beschikbare flitsbereik is ongeveer 60 cm tot 5,0 m (Breed). (Wanneer de ISO-gevoeligheid ingesteld is op [AUTO].) • Wij raden aan de flits op Gedwongen UIT te zetten [ ] als u van heel dicht bij opnamen maakt. • Wanneer u opnamen maakt in een dicht bereik in macrofunctie, kan de resolutie van de buitenkant van het beeld enigszins afnemen. Dit is geen storing. 30 cm T 5 cm W 43 VQT1B94 Gevorderd (Opnamen maken) Opnamefuncties kiezen die passen bij de scène die u opneemt (Scènefuncties) Als u een scènefunctie kiest om een opname te maken van een beeld in een bepaalde situatie zal de camera automatisch de optimale belichting instellen en aanpassen voor de gewenste opname. • Lees P45 tot 51 en “Over de informatie ” voor details over elke scènefunctie. 1 Druk op 1 voor het [SCÈNE MODE] menu. 2 Op 3/4/2/1 drukken om het gewenste scènemenu te kiezen. 2 BABY1 SELEC DISPLAY INST. MENU 2/2 SCÈNE MODE SCN STERRENHEMEL SELEC DISPLAY INST. MENU • Druk op 4 in A om over te schakelen naar het volgende menuscherm. • U kunt ook tussen de schermen kiezen in elk willekeurig onderdeel door aan het zoomhendeltje te draaien. 44 VQT1B94 • De menupagina schakelt over naar de opnamepagina in de gekozen scènefunctie. • Druk op [MENU/SET] en voer dan de stappen 1, 2 en 3 uit om een andere scènefunctie te kiezen. ∫ Over de informatie • Als u op [DISPLAY] drukt terwijl u een scènefunctie kiest in stap 2 verschijnt er uitleg over elke afgebeelde scènefunctie. (Als u opnieuw op [DISPLAY] drukt, keert het [SCÈNE MODE] menu terug op het scherm.) INFORMATIE BABY1 Voor foto's van baby's. De leefijd kan weergegeven worden als de geboortedatum ingesteld wordt. ANNUL DISPLAY INST. MENU 1/2 SCÈNE MODE SCN 1 3 Druk op [MENU/SET] om in te stellen. • Lees P38 voor informatie over het instellen van de. • Als u een andere scènefunctie instelt, worden de instellingen voor de flits en de witbalans weer zoals ze waren op het ogenblik van de aankoop. • Als u een opname maakt met een scènefunctie die niet geschikt is voor de werkelijke condities, kan de tint van het beeld verschillen van de werkelijke scène. • Als u op 2 drukt terwijl u [PORTRET] of [STERRENHEMEL] in stap 2 kiest, verschijnt het [SCÈNE MODE] menu [ ]. Als u dan het [OPNAME] menu [ ] of het [SET-UP] menu [ ] kiest, kunt u de gewenste onderdelen instellen. (P16) • De volgende functies kunnen niet worden gebruikt in de scènefunctie omdat het toestel ze automatisch optimaal instelt. – [GEVOELIGHEID] – [KLEURFUNCTIE] Gevorderd (Opnamen maken) [PORTRET] Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE] menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P44) De persoon steekt beter af op de achtergrond en heeft een gezondere huidskleur. MENU /SET ∫ Technieken voor portretten Deze functie doeltreffender maken: 1 Het zoomhendeltje zo ver mogelijk op Tele zetten. 2 Ga dicht bij het object staan om deze functie beter te laten werken. • Deze functie is alleen geschikt wanneer u opnamen buiten en overdag maakt. • De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op [ISO100]. [GAVE HUID] Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE] menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P44) Hiermee kunt u een zachtere huidtint krijgen dan in [PORTRET]. MENU /SET ∫ Technieken voor de zachte-huidfunctie Deze functie doeltreffender maken: 1 Het zoomhendeltje zo ver mogelijk op Tele zetten. 2 Ga dicht bij het object staan om deze functie beter te laten werken. • Deze functie is alleen geschikt wanneer u opnamen buiten en overdag maakt. • Als er een gedeelte van de achtergrond e.d.enz. erg lijkt op de huidskleur, wordt dit gedeelte ook verzacht. • Deze functie kan minder doeltreffend werken als het beeld onvoldoende helder is. • De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op [ISO100]. [ZELFPORTRET] Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE] menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P44) Kies dit om opnamen van uzelf te maken. MENU /SET ∫ Zelfportrettechnieken Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen. De zelfontspanneraanduiding begint te branden als u scherp in beeld staat. Houd de camera stil en druk de ontspanknop helemaal in om de foto te maken. • Het object is niet scherpgesteld als de zelfontspanneraanduiding knippert. Druk de ontspanknop opnieuw half in om scherp te stellen. • De opname verschijnt automatisch op de LCD-monitor om deze opnieuw te bekijken. Raadpleeg P28 voor informatie over de terugspeelfunctie. • Als de opname wazig is door de langzame sluitertijd raden wij het gebruik aan van de 2 seconden zelfontspanner. (P39) • Het beschikbare focusbereik is ongeveer 30 cm tot 70 cm. • U kunt opnamen van uzelf maken met geluid (P63). Als u dit doet, zal de zelfontspanneraanduiding gaan branden terwijl u het geluid opneemt. (P39) • Als u [ZELFPORTRET] kiest, wordt de zoomuitvergroting automatisch ingesteld op Breed (1k). • De zelfontspanner kan alleen worden ingesteld op uit of op 2 seconden (P39). Als u de timer instelt op 2 seconden blijft deze instelling gelden totdat u de camera uitzet, de scènefunctie wijzigt of aan de instelknop draait. • De stabilisatorfunctie is vast ingesteld op [MODE2]. (P64) • De AF-functie is vast ingesteld op [ ]. (P63) • De AF-lamp is uitgeschakeld. 45 VQT1B94 Gevorderd (Opnamen maken) [LANDSCHAP] Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE] menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P44) Hiermee kunt u opnamen maken van een landschap. MENU /SET • Het focusbereik is 5 m tot ¶. • De Flitsinstelling is vast ingesteld op UIT [ ]. • De instelling op de AF-lamp is buiten werking gesteld. • U kunt de witbalans niet instellen. [SPORT] Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE] menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P44) Daar instellen wanneer u beelden wilt maken van sportscènes of andere snelbewegende evenementen. MENU /SET • Deze functie is geschikt voor het maken van beelden van onderwerpen op een afstand van 5 m of meer. • Als u opnamen maakt van een snel bewegend onderwerp binnenshuis wordt de ISO-gevoeligheid dezelfde als die van de slimme ISO-gevoeligheidsfunctie [ ] wordt ingesteld op de hoogste ISO-gevoeligheid van [ISO800]. (P42) • De volgende functies kunt u niet gebruiken. – [DIG. ZOOM] – [SLUITER LANG] [NACHTPORTRET] Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE] menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P44) Hiermee kunt u opnamen maken van een persoon en de achtergrond met een zo goed als levensechte helderheid. MENU /SET 46 VQT1B94 ∫ Technieken voor nachtportretten • De flits gebruiken. • Aangezien de sluitertijd langzamer wordt, raden we het gebruik van een statief en de zelfontspanner (P39) aan om opnamen te maken. • Het object gedurende ongeveer 1 seconde stil laten staan nadat u de opname gemaakt hebt. • We raden aan het zoomhendeltje op Breed (1k) te zetten en ongeveer 1,5 m van het object af te staan wanneer u een opname maakt. • Het focusbereik is 1,2 m tot 5 m. (Lees P37 voor het beschikbare flitsbereik om opnamen te maken.) • De ontspanner kan gesloten blijven (max. ongeveer 1 sec.) nadat u de opname hebt gemaakt voor de signaalverwerking. Dit is geen storing. • Er kan ruis zichtbaar worden wanneer u opnamen maakt op donkere plekken. • Wanneer u de flits gebruikt, wordt de Langzame synch./Rode-ogenreductie [ ] gekozen en wordt de flits telkens geactiveerd. • U kunt de witbalans niet instellen. [NACHTL. SCHAP] Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE] menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P44) Hiermee kunt u levendige opnamen maken van nachtscènes. MENU /SET ∫ Technieken voor nachtlandschappen • Aangezien de sluitertijd langzamer wordt (tot ongeveer 8 sec.) dient u een statief te gebruiken. We raden verder het gebruik van de zelfontspanner aan (P39) om deze opnamen te maken. Gevorderd (Opnamen maken) • Het focusbereik is 5 m tot ¶. • De ontspanner kan gesloten blijven (max. ongeveer 8 sec.) nadat u de opname hebt gemaakt voor de signaalverwerking. Dit is geen storing. • Er kan ruis zichtbaar worden wanneer u opnamen maakt op donkere plekken. • De flits is vast ingesteld op UIT [ ]. • De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op [ISO100]. • De AF-lamp is uitgeschakeld. • U kunt geen langzame ontspanner instellen. • U kunt de witbalans niet instellen. ∫ Technieken voor opnamen van feesten • De flits gebruiken. • We raden het gebruik van een statief en de zelfontspanner (P39) aan voor deze opnamen. • We raden aan het zoomhendeltje op Breed (1k) te zetten en ongeveer 1,5 m van het object af te staan wanneer u opnamen maakt. • De flitsinstelling kan ingesteld worden op Langzame synch./Rode-ogenreductie [ ] of Gedwongen AAN/ Rode-ogenreductie [ ]. • U kunt de witbalans niet instellen. [VOEDSEL] Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE] menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P44) Met deze functie kunt u opnamen maken van bijvoorbeeld voedsel dat er natuurlijk uitziet zonder de hinderlijke invloed van omgevingslicht in restaurants enz. MENU /SET • Het focusbereik wordt hetzelfde als in de macrofunctie. [5 cm (Breed)/30 cm (Tele) tot ¶] • U kunt de witbalans niet instellen. [PARTY] Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE] menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P44) Kies dit als u opnamen wil maken op een huwelijksreceptie, een feestje binnenshuis enzovoort. U kunt hiermee opnamen maken van personen en achtergronden met een zo goed als levensechte helderheid. MENU /SET [KAARSLICHT] Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE] menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P44) Met deze functie kunt u opnamen maken bij kaarslicht. MENU /SET ∫ Technieken voor de opnamen bij kaarslicht • Als u het kaarslicht goed gebruikt, kunt u mooie opnamen maken zonder de flits. • We raden het gebruik van een statief en de zelfontspanner (P39) aan voor deze opnamen. • Het focusbereik wordt hetzelfde als de macrofunctie. [5 cm (Breed)/30 cm (Tele) tot ¶] • De flits kan ingesteld worden op Langzame synch./Rode-ogenreductie [ ] of Vast ingesteld op AAN/ Rode-ogenreductie [ ]. • U kunt de witbalans niet instellen. 47 VQT1B94 Gevorderd (Opnamen maken) 1 2 [BABY1]/ [BABY2] Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE] menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P44) Met deze functie kunt u opnamen maken van een baby met mooi kleurtje. Als u de flits gebruikt, zal het licht ervan zwakker zijn dan normaal. U kunt twee verschillende geboortedatums instellen met [BABY1] en [BABY2]. U kunt de ingestelde datum weergeven als u opnamen afspeelt en de leeftijd laten afdrukken op de beelden met [DATUM AFDR.] (P78). • De leeftijd kan ook afgedrukt worden met het programma [LUMIX Simple Viewer] of [PHOTOfunSTUDIO-viewer-] die op de CD-ROM (meegeleverd) staat. (Voor informatie over afdrukken, de aparte gebruiksaanwijzingen voor aansluiting op de PC raadplegen.) MENU /SET ∫ Het afbeelden van de leeftijd instellen • Om de leeftijd weer te geven, stelt u eerst de geboortedatum in. Controleer dan of u [MET LEEFTIJD] hebt ingesteld voordat u opnamen maakt. 1 BABY1 MET LEEFTIJD ZONDER LEEFTIJD INST. GEB DATUM ANNUL SELEC INST. MENU ∫ Geboortedatum instellen 1 Op 3/4 drukken om [INST. GEB DATUM] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken. 2 Als een melding verschijnt, drukt u op 2/ 1 om de menuonderdelen te kiezen (jaar, maand, dag). Druk dan op 3/4 om deze gegevens te bevestigen. 3 Op [MENU/SET] drukken om het instellen te eindigen. • Het focusbereik wordt hetzelfde als in de macrofunctie. [5 cm (Breed)/30 cm (Tele) tot ¶] • De ISO-gevoeligheid wordt dezelfde als wanneer de slimme ISO-gevoeligheidsfunctie [ ] is ingesteld op de hoogste ISO-gevoeligheid van [ISO400]. (P42) 48 VQT1B94 • Als u het toestel aanzet in [BABY1]/ [BABY2], verschijnen de leeftijd en huidige tijd ongeveer 5 seconden onderaan op het scherm. • De stijl van de geboortedatum op het scherm verschilt naar gelang van de taalinstelling in de opnamefunctie. • Als de leeftijd niet juist afgebeeld wordt, controleert u de klok en de geboortedatuminstellingen. • Als het toestel ingesteld is op [ZONDER LEEFTIJD], wordt de leeftijd niet opgenomen zelfs als de tijd en geboortedatum ingesteld zijn. Dit betekent dat de leeftijd niet ingesteld kan worden zelfs als het toestel ingesteld is op [MET LEEFTIJD] na het maken van opnamen. • U kunt de geboortedatum wijzigen met [RESETTEN]. (P20) • De volgende functies kunt u niet gebruiken. – [DIG. ZOOM] – [SLUITER LANG] [HUISDIER] Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE] menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P44) Kies dit als u opnamen wenst te maken van een huisdier (kat of hond). Hiermee kunt u de geboortedatum van uw huisdier instellen. U kunt deze datum weergeven terwijl u opnamen afspeelt of op de opnamen laten afdrukken met [DATUM AFDR.] (P78). • De leeftijd kan ook afgedrukt worden met het programma [LUMIX Simple Viewer] of [PHOTOfunSTUDIO-viewer-] die op de CD-ROM (meegeleverd) staat. (Voor informatie over afdrukken, de aparte gebruiksaanwijzingen voor de aansluiting op de PC raadplegen.) Lees [BABY1]/[BABY2] (P48) voor informatie over het instellen van de leeftijdweergave en van de geboortedatum. MENU /SET • De begininstelling van de AF-lamp is [OFF]. (P66) • Lees [BABY1]/[BABY2] voor meer informatie over deze functie. Gevorderd (Opnamen maken) [ZONSONDERG.] Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE] menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P44) Kies dit als u een opname wil maken van een zonsopgang. Hiermee maakt u levendige opnamen van een sterrenhemel of een donker onderwerp. MENU /SET • De Flitsinstelling is vast ingesteld op UIT [ ]. • De instelling op de AF-lamp is buiten werking gesteld. • De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op [ISO100]. • U kunt de witbalans niet instellen. [STERRENHEMEL] Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE] menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P44) Hiermee maakt u levendige opnamen van een sterrenhemel of een donker onderwerp. MENU /SET ∫ De sluitertijd instellen • Kies een sluitertijd van [15 SEC.], [30 SEC.] of [60 SEC.]. 1 Op 3/4 drukken om het menuonderdeel te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken. STERRENHEMEL 15 SEC. 30 SEC. 60 SEC. ANNUL [H. GEVOELIGH.] Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE] menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P44) Dit initieert hoge-gevoeligheidprocessering en stelt onderwerpen in staat om op de foto te komen op de ISO3200 gevoeligheid. MENU /SET SELEC INST. MENU • Als u de seconden wenst te wijzigen, drukt u op [MENU/SET] en dan weer op 1 om [STERRENHEMEL] te kiezen en stelt u het aantal seconden weer in. 2 Opnamen maken. 15 • De resolutie neemt enigszins af met de hoge-gevoeligheidsfunctie. Dit is geen storing. • Het focusbereik wordt hetzelfde als in de macrofunctie. [5 cm (Breed)/30 cm (Tele) tot ¶] • U kunt beelden maken die geschikt zijn voor 4qk6q/10k15 cm afdrukken. • De flits is vast ingesteld op UIT [ ]. • De extra optische zoom en de digitale zoom kunnen niet gebruikt worden. ANNUL MENU • Druk de ontspanknop helemaal in om de aftelpagina te openen. Het toestel niet bewegen als dit scherm afgebeeld wordt. Wanneer het aftellen eindigt, verschijnt [AUB WACHTEN ...] net zolang als de ingestelde sluitertijd duurt om de signalen te verwerken. • Druk op [MENU/SET] om te stoppen met de opname terwijl de aftelling op het scherm staat. ∫ Technieken voor opnamen van sterrenhemels • De ontspanner opent zich gedurende 15, 30 of 60 seconden. Gebruik een statief. Wij raden verder aan de opnamen te maken met de zelfontspanner. (P39) 49 VQT1B94 Gevorderd (Opnamen maken) • De LCD-monitor wordt automatisch donker. • Histogrammen worden altijd oranje afgebeeld. (P33) • De flitsinstelling is vast ingesteld op UIT [ ]. • De optische beeldstabilisator is vast ingesteld op [OFF]. • De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op [ISO100]. • De volgende functies werken niet. – [BELICHTING] – [WITBALANS] – [AUTO BRACKET] – [BURSTFUNCTIE] – [AUDIO OPNAME] – [SLUITER LANG] [VUURWERK] Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE] menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P44) Met deze functie kunt u mooie opnamen maken van vuurwerk tegen een nachthemel. MENU /SET ∫ Technieken voor opnamen van vuurwerk • Omdat de sluitertijd langzamer wordt, raden we het gebruik van een statief aan. • Deze functie werkt het beste wanneer het object 10 m of meer van het toestel verwijderd is. • De sluitersnelheden worden als volgt ingesteld. – Als u [OFF] instelt in de stabilisatorfunctie voor optische beelden: Vast op 2 seconden – Als u [MODE1] of [MODE2] instelt in de stabilisatorfunctie voor optische beelden: 1/4de van een seconde of 2 seconden (De sluitertijd wordt 2 seconden alleen als de camera bepaalt dat er weinig golfbeweging is zoals wanneer u een statief gebruikt enz.) 50 VQT1B94 • Histogrammen worden altijd oranje afgebeeld. (P33) • De flits is vast ingesteld op UIT [ ]. • U kunt de AF-functie niet instellen. • De AF-zone verschijnt niet. • De AF-lamp is uitgeschakeld. • De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op [ISO100]. • U kunt geen langzame ontspanner instellen. • U kunt de witbalans niet instellen. [STRAND] Druk op [ ] om het [SCÈNE MODE] menu te openen kies deze functie. (P44) Hiermee kunt u nog betere opnamen maken van een helderblauwe hemel, de zee enzovoort. Met deze functie voorkomt u onderbelichte mensen in sterk zonnelicht. MENU /SET • Raak de camera niet aan met natte handen. • Zand of zeewater kunnen de camera beschadigen. Laat geen zand of zeewater in de lens of op de aansluitingen komen. • U kunt de witbalans niet instellen. [SNEEUW] Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE] menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P44) Hiermee kunt u opnamen maken met een zo wit mogelijke sneeuw op een skipiste of een met sneeuw bedekte berg. MENU /SET • U kunt de witbalans niet instellen. [LUCHTFOTO] Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE] menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P44) Met deze functie maakt u foto’s terwijl u in het vliegtuig zit. MENU /SET Gevorderd (Opnamen maken) ∫ Techniek voor Luchtfoto’s • Wij raden aan deze techniek te gebruiken als u moeilijk kunt scherpstellen en u opnamen wenst te maken van wolken en dergelijke. Richt de camera op iets met een hoog contrast, druk de ontspanknop half in om de scherpstelling vast te zetten, richt dan de camera op het object en druk de ontspanknop helemaal in om de opname te maken. • Zet de camera uit terwijl het vliegtuig opstijgt of landt. • Als u de camera wenst te gebruiken, dient u alle instructies van het vliegtuigpersoneel te volgen. • Wees voorzichtig met weerkaatsing op het raampje. • De flits is vast ingesteld op UIT [ ]. • De AF-lamp is uitgeschakeld. • U kunt de witbalans niet instellen. [ONDER WATER] Op [ ] drukken om het [SCÈNE MODE] menu af te beelden en de scènefunctie te kiezen. (P44) Gebruik de onderwaterhoes (DMW-MCFX30; optioneel). Hiermee kunt u opnamen maken met natuurlijke kleuren. • Als u de witbalans afstelt, wordt de melding [ AWB ] rood of blauw op het scherm weergegeven. AWB 3 AF VERGR. • Kies [0] als u de witbalans niet fijn wenst af te stellen. ∫ Onderwater scherpstellen (AF Lock) U kunt de scherpstelling vastzetten voordat u een opname maakt met vergrendelde AF. Dit is handig als u opnamen wenst te maken van bijvoorbeeld een heel snel bewegend object. 1 De AF-zone op het object richten. 2 Druk op 2 om de scherpstelling vast in te stellen. • Het symbool van de AF-vergrendeling A verschijnt als het object scherpgesteld is. 3 MENU /SET ∫ De witbalans instellen [WB INSTELLEN] U kunt de tinten aanpassen aan de waterdiepte en het weer. [WB 1 Druk drie keer op 3[ ] om INSTELLEN] weer te geven. 2 Druk op 2/1 om de witbalans te regelen. WB INSTELLEN ROOD BLAUW AWB SELEC EXIT MENU • 2 [ROOD]: Indrukken wanneer de tint blauwachtig is. • 1 [BLAUW]: Indrukken wanneer de tint roodachtig is. AF VERGR. • Druk opnieuw op 2 om de AF-vergrendeling te annuleren. • Als u aan de zoomhendel draait, annuleert u de AF-vergrendeling. In dit geval dient u opnieuw scherp te stellen en de scherpstelling te vergrendelen. • Het focusbereik wordt hetzelfde als in de macrofunctie. [5 cm (Breed)/30 cm (Tele) tot ¶] • De zelfontspanner kan niet ingesteld worden. • U kunt de witbalans niet instellen. 51 VQT1B94 Gevorderd (Opnamen maken) Bewegende beelden ∫ De aspectratio en de beeldkwaliteit wijzigen 1 Op [MENU/SET] drukken. 1 Druk de opspanknop half in om scherp te stellen en druk hem dan helemaal in om opnamen te maken. 2 Op 3/4 drukken om [ASPECTRATIO] te kiezen en vervolgens op 1 drukken. WITBALANS ASPECTRATIO FOTO MODE AF MODE STABILISATIE R 3s SELEC 2s A: Geluidsopname • De beschikbare opnametijd B verschijnt op het display rechts boven en de voorbije opnametijd C staat onderaan rechts. • Is de scherpte ingesteld dan gaat de betreffende aanduiding branden. • De scherpstelling, zoom en openingswaarde zijn vast ingesteld op de instelling die geldt tijdens het starten van de opname (de eerste frame). • De beschikbare opnametijd en de voorbije opnametijd zijn correct bij benadering. • Geluid wordt met dit toestel gelijktijdig opgenomen via de ingebouwde microfoon. (Bewegende beelden kunnen niet zonder geluid opgenomen worden). • Als u de stabilisatorfunctie gebruikt, staat deze vast ingesteld op [MODE1]. 2 De ontspanknop helemaal indrukken om de opname te stoppen. • Als de kaart vol raakt tijdens het opnemen, stopt het toestel automatisch met opnemen. VQT1B94 INST. AWB MODE1 MENU 3 Op 3/4 drukken om het onderdeel te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken. 4 Op 3/4 drukken om [FOTOMODE] te kiezen en vervolgens op 1 drukken. 1/2 OPNAME WITBALANS ASPECTRATIO FOTO MODE AF MODE STABILISATIE SELEC INST. AWB ON MENU 5 Op 3/4 drukken om het onderdeel te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken. Als u [ ] hebt gekozen in het scherm van stap 2 Onderdeel [30fpsVGA] [10fpsVGA] [30fpsQVGA] [10fpsQVGA] Beeldresolutie 640k480 pixels 320k240 pixels fps 30 10 30 10 Als u [ ] hebt gekozen in het scherm van stap 2 Onderdeel Beeldresolutie fps [30fps16:9] 30 [10fps16:9] 52 1/ 2 OPNAME 848k480 pixels 10 Gevorderd (Opnamen maken) • fps “frames per seconde”; Dit verwijst naar het aantal frames gebruikt in 1 seconde. • U kunt zachtere beeldopnamen maken met “30 fps”. • U kunt langere beeldopnamen maken met “10 fps” maar de kwaliteit is wel minder. • Met [10fpsQVGA] blijft het bestand klein. Daarom is deze grootte geschikt voor verzending per e-mail. • U kunt alleen bewegende beelden opnemen met het ingebouwde geheugen als de [ASPECTRATIO] ingesteld is op [ ] en de beeldgrootte op [30fpsQVGA] of [10fpsQVGA] (320k240 pixels). 6 Op [MENU/SET] drukken om het menu te sluiten. • U kunt ook de ontspanknop tot de helft indrukken om het menu te sluiten. • Het focusbereik wordt hetzelfde als in de macrofunctie. [5 cm (Breed)/30 cm (Tele) tot ¶] • P112 raadplegen voor informatie over de beschikbare opnametijd. • De beschikbare opnametijd die afgebeeld wordt op het scherm zou niet op regelmatige wijze af kunnen lopen. • Dit apparaat kan geen bewegende beelden opslaan op MultiMediaCard. • Wanneer u de beeldkwaliteit instelt op [30fpsVGA] of [30fps16:9] raden we het gebruik aan van een high-speedf-SD-geheugenkaart met “10MB/s” of meer (op de verpakking). • Afhankelijk van het type geheugenkaart kan het opnemen halverwege stoppen. • We raden het gebruik aan van een SD-geheugenkaart/ SDHC-geheugenkaart van Panasonic. • Afhankelijk van het type SD-geheugenkaart of SDHC-geheugenkaart kan de kaarttoegangsaanduiding even verschijnen na het opnemen van bewegende beelden. Dit is geen storing. • U kunt tot 15 minuten lang continu bewegende beelden opnemen. De maximale continue opnametijd (tot 15 minuten) verschijnt op het scherm. • Als bewegende beelden die met dit toestel opgenomen zijn, teruggespeeld worden op andere apparatuur, kan het zijn dat de kwaliteit van beelden en geluiden achteruit gaat of dat beelden niet teruggespeeld kunnen worden. Het kan ook gebeuren dat bepaalde opslaginformatie niet correct op het scherm wordt weergegeven. • In de bewegende-beeldenfunctie [ ], kunt u de richtingfunctie en de overzichtsfunctie niet gebruiken. • U kunt in [MODE2] de optische stabilisator niet instellen. • De bijbehorende software bevat QuickTime om bestanden met bewegende beelden die opgenomen zijn met dit toestel terug te spelen op een PC. 53 VQT1B94 Gevorderd (Opnamen maken) De dag van uw vakantie opslaan waarop u de foto maakt ∫ De vertrek/terugkeerdatum instellen (bijvoorbeeld: Hierna volgen voorbeelden van het scherm met de normale opnamefunctie [ ].) 1 Druk op [MENU/SET] en dan op 2. Als u de vertrekdatum op voorhand instelt, wordt het aantal dagen dat is verstreken vanaf de vertrekdatum (de dag van uw vakantie dus) opgenomen terwijl u opnamen maakt. U kunt het aantal verstreken dagen weergeven als u opnamen afspeelt en deze laten afdrukken op de opnamen met [DATUM AFDR.] (P78). 100_0001 1/3 2 Op 4 drukken om het [SET-UP] menupictogram [ ] te kiezen en vervolgens op 1 drukken. 3 Op 3/4 drukken om [REISDATUM] te kiezen en vervolgens op 1 drukken. 4 Druk op 4 om [SET] te kiezen en dan op [MENU/SET]. KLOKINST. WERELDTIJD LCD SCHERM RICHTLIJNEN REISDATUM 1E DAG 10:00 2.DEC.2007 A: Het aantal dagen dat verstreken is sinds de vertrekdatum • Het aantal dagen dat verstreken is sinds de vertrekdatum kan ook afgedrukt worden op elke foto met het programma [LUMIX Simple Viewer] of [PHOTOfunSTUDIO-viewer-] die op de CD-ROM (meegeleverd) staan. (Voor informatie over afdrukken, de aparte gebruiksinstructies voor aansluiting op de PC raadplegen.) 1/4 SET-UP SELEC INST. n0 OFF SET OFF MENU MENU /SET 5 Druk op 3/4/2/1 om de terugkeerdatum in te stellen en dan op [MENU/SET]. REISDATUM GELIEVE DE VERTREKDATUM INSTELLEN 12 . DEC . 2007 SELEC INST. MENU MENU /SET 2/1: Selecteer het gewenste onderdeel. 3/4: Stel het jaar, de maand en de datum in. 54 VQT1B94 Gevorderd (Opnamen maken) 6 Druk op 3/4/2/1 om de terugkeerdatum in te stellen en dan op [MENU/SET]. REISDATUM STEL DE TERUGDATUM IN. . ∫ De vertrekdatum wissen De reisdatum wordt automatisch geannuleerd als de huidige datum later is dan de terugkeerdatum. Als u de reisdatum wil annuleren voordat u vakantie eindigt, kiest u [OFF] op de pagina van stap 4 waarna u [MENU/SET] twee keer indrukt. . SELEC EXIT MENU MENU /SET 2/1: Selecteer het gewenste onderdeel. 3/4: Stel het jaar, de maand en de datum in. • De reisdatum wordt geannuleerd als de huidige datum na de terugkeerdatum valt. • Als u de terugkeerdatum niet wenst in te stellen, drukt u op [MENU/SET] terwijl de datumbalk op het scherm staat. 7 Op [MENU/SET] drukken om het menu te sluiten. 8 Een opname maken. 3 1E DAG 10:00 2.DEC.2007 A: Het aantal dagen dat verstreken is sinds de vertrekdatum • Het aantal dagen dat is verstreken sinds het vertrek wordt ongeveer 5 seconden lang weergegeven telkens als het toestel wordt aangezet enzovoort als een vertrekdatum is ingesteld. • Als u een vertrekdatum instelt, verschijnt [ ] onderaan rechts op het scherm. (Dit verschijnt niet als de huidige datum later is dan de terugkeerdatum.) • De reisdatum wordt berekend aan de hand van de manier waarop de klok is ingesteld (P17) en de vertrekdatum die u hebt ingevoerd. Als u [WERELDTIJD] (P56) instelt op de reisbestemming, wordt de reisdatum berekend aan de hand van de datum in de klokinstelling en de reisbestemminginstelling. • De ingestelde vertrekdatum wordt opgeslagen zelfs als het toestel uit wordt gezet. • Als u een vertrekdatum hebt ingevoerd en u maakt een opname op een datum voor deze vertrekdatum, verschijnt een oranje [-] (minteken) en wordt de dag van de vakantie waarop u deze opname hebt gemaakt, niet opgeslagen. • Als u een vertrekdatum instelt en de klokinstelling wijzigt op de datum en tijd van uw reisbestemming, verschijnt een wit [-] (minteken) en wordt de dag van de vakantie waarop u deze opname hebt gemaakt, niet opgeslagen als de datum van uw reisbestemming bijvoorbeeld één dag vroeger valt dan bijvoorbeeld de ingestelde vertrekdatum. • Als de [REISDATUM] is ingesteld op [OFF] zal het aantal dagen dat verstrijkt sinds de vertrekdatum niet worden opgeslagen, ook niet als u de reisdatum of terugkeerdatum instelt. Ook als u [REISDATUM] instelt op [SET] nadat u opnamen hebt gemaakt, zal op het scherm niet vermeld worden op welke dag van de vakantie u deze opnamen hebt gemaakt. • Stel de klok in als de melding [AUB KLOK INSTELLEN] verschijnt. (P14) • De [REISDATUM] instelling beïnvloedt tevens de eenvoudige functie [ ]. 55 VQT1B94 Gevorderd (Opnamen maken) De tijd van uw reisbestemming weergeven (World Time) ∫ Woongebied instellen [HOME] (Voer de stappen 1, 2 en 3 uit.) 1 Druk op 4 om [HOME] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET]. WERELDTIJD BESTEMMING HOME 10:00 1.DEC.2007 Als u uw eigen woongebied instelt en het gebeid van uw reisbestemming als u bijvoorbeeld in het buitenland reist, kunt u de plaatselijke tijd op de plaats van uw vakantie afbeelden op het scherm en op de opnamen. • Kies [KLOKINST.] om de huidige datum en tijd op voorhand in te stellen. (P14) 1 Druk op [MENU/SET] en dan op 2. ANNUL 3 Druk op 3/4 om [WERELDTIJD] te kiezen en vervolgens op 1. . SET-UP 1/4 KLOKINST. WERELDTIJD n0 LCD SCHERM RICHTLIJNEN OFF REISDATUM EXIT SELEC MENU • Als u de wereldtijd voor het eerst instelt, verschijnt de melding [GELIEVE DE THUISZONE INSTELLEN]. Als deze melding verschijnt, drukt u op [MENU/ SET] en begint u met instellen in het scherm dat u in de stap 2 ziet in “Woongebied instellen [HOME]”. 56 VQT1B94 INST. MENU MENU /SET 2 Druk op 2/1 om uw huidige verblijfplaats te kiezen en dan op [MENU/SET]. 10:00 Berlin Paris Rome Madrid GMT+1:00 SELEC 2 Druk op 4 om het [SET-UP] menupictogram [ ] te kiezen en vervolgens op 1. SELEC ANNUL INST. MENU MENU /SET • De actuele tijd wordt afgebeeld linksboven op het scherm en het tijdverschil met GMT “Greenwich Mean Time” wordt linksonder op het scherm afgebeeld. • Als in uw eigen gebied het zomeruur wordt gebruikt [ ], drukt u op 3. Druk opnieuw op 3 om terug te keren naar de originele tijd. • Als u het zomeruur instelt voor uw woongebied, betekent dit niet dat de huidige tijd een uur vooruit wordt gezet. Zet zelf de klok één uur vooruit. (P14) Gevorderd (Opnamen maken) ∫ Het instellen van het woongebied afronden • Als u uw woongebied voor het eerst instelt, keert het scherm terug naar het scherm dat u ziet in de stap 1 van de functie “Woongebied instellen [HOME]” als u op [MENU/SET] drukt om uw huidige locatie in te stellen. Druk op 2 om terug te keren naar het scherm van stap 3 en druk dan op [MENU/SET] om het menu te sluiten. • Als u uw woongebied een volgende keer instelt, keert het scherm van stap 3 terug als u [MENU/SET] indrukt om uw huidige locatie in te stellen. Druk opnieuw op [MENU/SET] om het menu te sluiten. ∫ De reisbestemming instellen (Voer hiervoor de stappen 1, 2 en 3 uit.) 1 Druk op 3 om [BESTEMMING] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET]. • De huidige tijd die geldt voor de gekozen reisbestemming verschijnt rechts bovenaan op het scherm terwijl het verschil tussen de tijd in uw eigen woongebied en het gebied van uw reisbestemming onderaan links op het scherm staat. • Als de daglichtbesparingstijd [ ] gebruikt wordt op de reisbestemming, op 3 drukken. (De tijd wordt één uur vooruit gezet.) Opnieuw op 3 drukken om de originele tijd terug te zetten. 3 Druk op [MENU/SET] om te sluiten. SET-UP KLOKINST. WERELDTIJD LCD SCHERM RICHTLIJNEN REISDATUM SELEC 1/4 n0 MENU /SET OFF EXIT MENU • Het pictogram [ ] wordt [ ] als u de reisbestemming hebt ingesteld. . WERELDTIJD BESTEMMING HOME --:-- --. --.---ANNUL SELEC INST. MENU MENU /SET A: Afhankelijk van de instelling verschijnt de tijd in uw vakantiebestemmingsgebied of uw eigen woongebied op het scherm. • Als u het gebied van uw reisbestemming voor het eerst instelt, worden de datum en de tijd afgebeeld zoals u op de schermafbeelding hierboven ziet. • Zet de instelling weer op [HOME] als uw vakantie afgelopen is met de stappen 1, 2, 3 en de stappen 1 en 2 van de functie “Woongebied instellen [HOME]”. (P56) • Als uw reisbestemming niet in de lijst van gebieden op het scherm staat, stelt u het tijdverschil tussen uw eigen zone en uw reisbestemming in. • De [WERELDTIJD] instelling beïnvloedt tevens de eenvoudige functie [ ]. • Het pictogram van de reisbestemming [ ] verschijnt als u opnamen afspeelt die u tijdens uw reis hebt gemaakt. 2 Druk op 2/1 om de zone van uw reisbestemming te kiezen en dan op [MENU/SET]. 10:00 18:00 Seoul Tokyo +8:00 SELEC ANNUL INST. MENU MENU /SET 57 VQT1B94 Gevorderd (Opnamen maken) Het functiemenu [OPNAME] gebruiken De opnamemogelijkheden verhogen door kleureffecten, witbalans enzovoort in te stellen. De instelbare menufuncties hangen af van de opnamewijze. ∫ Snel instellen • U kunt [FUNC] gebruiken om snel de volgende onderdelen in te stellen tijdens het opnemen. – Optische beeldstabilisator – Burstfunctie – Witbalans – ISO-gevoeligheid – Aantal pixels – Kwaliteit ∫ Instellen met de menupagina Druk op [MENU/SET] om het [OPNAME] menu te openen en kies dan het onderdeel. (P16) Onderdelen die u kunt instellen (Opnemen met de normale opnamefunctie [ ]) Menupagina Onderdeel A: Cursorknoppen B: [MENU/SET] knop C: [FUNC] knop 1 Druk op [FUNC] en houd dit ingedrukt tijdens het opnemen. : [WITBALANS] (P59) OFF AWB AUTO AWB : [GEVOELIGHEID] (P61) 1/3 FUNC : [ASPECTRATIO] (P61) : [FOTO RES.] (P62) : [KWALITEIT] (P62) : [AUDIO OPNAME] (P63) : [AF MODE] (P63) 2/3 : [STABILISATIE] (P64) : [BURSTFUNCTIE] (P65) 3 SELEC OFF AWB AUTO AUTO ISO100 ISO200 ISO400 ISO800 ISO1250 : [SLUITER LANG] (P67) : [DIG. ZOOM] (P27) : [KLEURFUNCTIE] (P67) : [KLOKINST.] (P14) MENU 2 Druk op 3/4/2/1 om het menuonderdeel en de instelling te kiezen en druk dan op [MENU/ SET] om het menu te sluiten. : [AF ASS. LAMP] (P66) 3/3 EXIT SELEC 3 EXIT MENU MENU /SET • U kunt het menu ook sluiten met [FUNC]. • De [ ] (Witinstelling) instelling verschijnt niet als u de snelle instellingen gebruikt. 58 VQT1B94 Gevorderd (Opnamen maken) [WITBALANS] 2) Tinten corrigeren voor meer natuurlijke opnamen 3) 4) 5) 6) 1) 7) Op [ ] drukken om het [OPNAME] functie menu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P58) Met deze functie kunt u een witte kleur produceren die dichter is bij de echte kleur in met zonlicht, halogeenbelichting, enz. gemaakte opnamen waarin het witte licht roodachtig of blauwachtig kan lijken. Kies een instelling die past bij de opnamecondities. MENU /SET [AWB] (Automatische witbalans) voor de automatische instelling (Daglicht) voor buitenopnamen op een heldere dag (Bewolkt) voor buitenopnamen op een bewolkte dag (Schaduw) (Halogeen) voor het maken van opnames buiten in de schaduw voor opname bij halogeen licht (Witinstelling) voor gebruik van de vooringestelde witbalans (Witinstelling) voor het opnieuw instellen van de witbalans 1 De automatische witbalans zal met dit bereik werken. 2 Blauwe lucht 3 Bewolkte lucht (Regen) 4 Schaduw 5 TV scherm 6 Zonlicht 7 Wit fluorescerend licht 8 Gloeilamp 9 Zonsopgang en zonsondergang 10 Kaarslicht 8) 9) 10) Kl Kelvintemperatuur en kleuren ∫ De automatische witbalans Het beschikbare witbalansbereik ziet u op de bovenstaande afbeelding. Wanneer u een beeld maakt dat buiten het beschikbare witbalansbereik valt, kan het beeld roodachtig of blauwachtig lijken. Zelfs binnen de grenzen van het bereik, zal de automatische witbalans niet juist werken als er veel lichtbronnen zijn of als er geen kleur die in de buurt van wit komt is. In deze gevallen, de witbalans op een andere functie dan [AWB] zetten. ∫ De witbalans handmatig instellen 1 Kies [ ] en druk dan op [MENU/SET]. 2 Richt de camera op een wit stuk papier of iets dergelijks zodat het frame in het middel gevuld is met het witte object en druk dan op [MENU/SET]. WIT INSTELLEN ANNUL INST. MENU 3 Twee keer op [MENU/SET] drukken om het menu te sluiten. • U kunt ook de ontspanknop tot de helft indrukken om het menu te sluiten. 59 VQT1B94 Gevorderd (Opnamen maken) ∫ De witbalans fijn afstellen [ ] Gebruik deze functie om de witbalans handmatig in te stellen. • Stel de witbalans in op [ ]/[ ]/[ ]/[ ]/[ ]. (P59) • U kunt de witbalans zelfs gebruiken voor [ONDER WATER] opnamen. 1 Druk op 3 [ ], meerdere keren, totdat [WB INSTELLEN] verschijnt en druk dan op 2/1 om de witbalans fijn in te stellen. WB INSTELLEN ROOD SELEC BLAUW EXIT MENU • 2 [ROOD]: Indrukken wanneer de tint blauwachtig is. • 1 [BLAUW]: Indrukken wanneer de tint roodachtig is. • Kies [0] om de oorspronkelijke witbalans weer in te stellen. 2 Op [MENU/SET] drukken om te eindigen. • U kunt ook de ontspanknop tot de helft indrukken om het menu te sluiten. • De witbalansaanduiding op het scherm wordt rood of blauw. 60 VQT1B94 Over de witbalans • Als u een opname maakt met de flits, kan de witbalans niet correct aangepast zijn als de flits niet sterk genoeg is voor het object dat u fotografeert. • De witbalansinstelling blijft opgeslagen, ook als de camera wordt uitgezet. De witbalansinstelling voor een bepaalde opnamefunctie wordt weer [AWB] als u een andere opnamefunctie kiest. • De witbalans kan niet worden ingesteld in de volgende gevallen. – Simpele functie [ ] – In [LANDSCHAP], [NACHTPORTRET], [NACHTL. SCHAP], [VOEDSEL], [PARTY], [KAARSLICHT], [ZONSONDERG.], [STERRENHEMEL], [VUURWERK], [STRAND], [SNEEUW], [LUCHTFOTO] en [ONDER WATER] in de scènefunctie. Over het fijn afstellen van de witbalans • U kunt de witbalans onafhankelijk nauwkeurig afstellen voor elke witbalansfunctie. • De instelling voor het nauwkeurig afstellen van de witbalans wordt door het beeld gebruikt wanneer u de flits gebruikt. • De fijnafstelling van de witbalans blijft ook opgeslagen als u de camera uitzet. • Het niveau van de instelling voor het nauwkeurig afstellen van de witbalans in [ ] keert terug naar [0] wanneer u de witbalans opnieuw instelt met behulp van [ ]. • U kunt de witbalans niet nauwkeurig afstellen wanneer [KLEURFUNCTIE] (P67) is ingesteld op [COOL], [WARM], [B/W] of [SEPIA]. Gevorderd (Opnamen maken) [GEVOELIGHEID] [ASPECTRATIO] De lichtgevoeligheid instellen De aspectratio instellen Op [ ] drukken om het [OPNAME] functie menu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P58) ISO is een maat voor de gevoeligheid voor licht. Hoe hoger de gevoeligheid is, hoe minder licht u nodig hebt voor een opname: de camera wordt beter geschikt voor opnamen op donkere plaatsen. • Wanneer ingesteld op [AUTO], wordt de ISO-gevoeligheid automatisch afgesteld op een maximum van [ISO200] volgens de helderheid. (Deze kan afgesteld worden tot een maximum van [ISO640] wanneer u de flits gebruikt.) MENU /SET ISO-gevoeligheid 100 Gebruiken op heldere plekken (b.v. buiten) Geschikt Niet geschikt Gebruiken op donkere plekken Niet geschikt Geschikt Sluitertijd Ruis 1250 Langzaam Snel Minder Verhoogd • De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op [ISO3200] in [H. GEVOELIGH.] (P49) in de scènefunctie. • Om beeldruis te voorkomen, raden wij aan de hoogste ISO-gevoeligheid in te stellen of [KLEURFUNCTIE] in te stellen op [NATURAL]. (P67) • De ISO-gevoeligheid wordt op [ISO-LIMIET] gezet in de slimme ISO-gevoeligheidsfunctie [ ]. (P42) • De ISO-gevoeligheid kan niet ingesteld worden in de volgende gevallen. – Simpele functie [ ] – Bewegende beeldfunctie [ ] – Scènefunctie Op [ ] drukken om het [OPNAME] functie menu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P58) Als u de aspectratio wijzigt, kunt u een hoek (standpunt) kiezen die past bij het object. MENU /SET Kiezen om opnamen te maken met dezelfde aspectratio als een 4:3 TV of een computermonitor. Kiezen om opnamen te maken met dezelfde 3:2 aspect ratio als een 35 mm film. Dit is geschikt voor landschappen etc. waar een breed zicht wensbaar is. Dit is ook geschikt voor het terugspelen van beelden op een breedbeeld TV, hoge definitie TV etc. • In de functie voor bewegende beelden [ ] u kunt [ ] niet kiezen. (P52) • De uiteinden van de opgenomen opnamen kunnen afgeknipt worden bij het afdrukken. (P108) 61 VQT1B94 Gevorderd (Opnamen maken) [FOTO RES.]/[KWALITEIT] Een beeldresolutie en –kwaliteit kiezen die overeenkomen met uw eigen gebruik Op [ ] drukken om het [OPNAME] functie menu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P58) Een digitaal beeld is samengesteld uit ontelbare punten die pixels heten. Ook al ziet u het verschil op het scherm van het toestel niet, hoe meer pixels, hoe mooier het beeld wanneer dit afgedrukt wordt op een groot stuk papier of op een computermonitor. Beeldresolutie verwijst naar de compressiewaarde die gebruikt wordt om digitale opnamen op te slaan. MENU /SET A Heel veel pixels (Fijn) B Weinig pixels (Grof) ¢ Deze opnamen zijn voorbeelden van dit effect. ∫ Aantal pixels U kunt opnamen duidelijker afdrukken wanneer er een grotere beeldresolutie [ ] (7M) gekozen is. Wanneer er een kleinere beeldresolutie [ ] (0,3M EZ) gekozen is, kunt u meer opnamen opnemen en deze via e-mail als bijlage verzenden of ze op een website zetten omdat ze klein genoeg zijn. ∫ Aspectratio [ ]. (7M) 3072k2304 pixels (5M EZ) 2560k1920 pixels (3M EZ) 2048k1536 pixels (2M EZ) 1600k1200 pixels (1M EZ) 1280k960 pixels (0,3M EZ) 62 VQT1B94 640k480 pixels ∫ Aspectratio [ ]. (6M) 3072k2048 pixels (2,5M EZ) 2048k1360 pixels ∫ Aspectratio [ ]. (5,5M) 3072k1728 pixels (2M EZ) 1920k1080 pixels ∫ Kwaliteit Fijn (Lage comprimering): Dit type geeft voorrang aan de beeldkwaliteit. De beeldkwaliteit zal hoog zijn. Standaard (Hoge comprimering): Dit type geeft voorrang aan het aantal opnamen. Er zullen standaard kwaliteit opnamen gemaakt worden. • Het aantal pixels dat gekozen kan worden verschilt afhankelijk van de aspectratio. Als u de aspectratio wijzigt, stelt u de beeldresolutie in. • “EZ” is een afkorting voor “Extra optical Zoom”. (P26) • De verengde optische zoom werkt niet in [H. GEVOELIGH.] in de scènefunctie, daarom wordt de grootte voor [EZ] niet afgebeeld. • Beelden kunnen mozaïsch lijken afhankelijk van het object en de opnamecondities. • P110 lezen voor informatie over het aantal opnamen. • Het aantal opnamen hangt af van het object. • Het op het scherm afgebeelde aantal resterende opnamen valt eventueel niet samen met de opgenomen beelden. • In de eenvoudige functie [ ] worden de instellingen als volgt. –[ ENLARGE]: : (7M)/ –[ 4qk6q/10k15cm]: : (2,5M EZ)/ –[ E-MAIL]: : (0,3M EZ)/ Gevorderd (Opnamen maken) [AUDIO OPNAME] [AF MODE] Stilstaande beelden opnemen met geluid De scherpstellingsfocusmethode instellen Op [ ] drukken om het [OPNAME] functie menu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P58) U kunt geluid opnemen met stilstaande opnamen als deze functie ingesteld is op [ON]. Dit betekent dat u de conversatie tijdens de opname of een uitleg bij het beeld kunt opnemen. MENU /SET •[ ] verschijnt op het scherm wanneer u [AUDIO OPNAME] op [ON] instelt. • Scherpstellen op het object en op de ontspanknop drukken om de opname te starten. De opname zal automatisch stoppen na ongeveer 5 seconden. U hoeft de ontspanknop niet de hele tijd in te drukken. • Het geluid wordt opgenomen met de ingebouwde microfoon. • Als u op [MENU/SET] drukt tijdens het geluidsopname, wordt het geluidsopname geannuleerd. Het geluid wordt niet opgenomen. • U kunt geen opnamen maken met geluid in auto bracket, burstfunctie of [STERRENHEMEL] in de scènefunctie. • De volgende functies kunt u niet gebruiken. – [DATUM AFDR.] – [NW. RS.] – [BIJSNIJD.] – [ASPECT CONV.] Druk op [ ] om het [OPNAME] functie menu weer te geven en kies dan het in te stellen onderdeel. (P58) De functie kiezen die overeenkomt met de opnamecondities en de samenstelling. MENU /SET 5-zone-focussing: Het toestel stelt scherp op één van de 5 focuszones. Dit werkt wanneer het object zich niet in het midden van het scherm bevindt. 3-zone-focussing (Hoge snelheid): Het toestel stelt snel scherp op één van de 3 punten van de focuszones. d.w.z. links, rechts of in het midden. Dit werkt wanneer het object zich niet in het midden van het scherm bevindt. 1-zone-focussing (Hoge snelheid): Het toestel stelt snel scherp es op het object in de AF-zone in het midden van het scherm. 1-zone-focussing: Het toestel stelt scherp op het object in de AF-zone in het midden van het scherm. Punt-focussing: Het toestel stelt scherp op een beperkte en nauwe zone op het scherm. 63 VQT1B94 Gevorderd (Opnamen maken) ∫ Over [ ] of [ ] • U kunt sneller scherpstellen op het object dan in de andere AF- functies. • Het beeld kan even stoppen met bewegen voordat er scherpgesteld wordt wanneer u de ontspanknop tot de helft indrukt. Dit is geen storing. • De afgebeelde AF-zone is groter dan normaal als u opnamen in het donker maakt of de digitale zoom gebruik. De AF-zone die verschijnt in het midden van het scherm kan ook groter zijn dan normaal als u onderwateropnamen maakt. F5.6 1/60 • Het toestel focust op alle AF-zones wanneer veelvoudige AF-zones (max. 5 zones) op het zelfde moment gaan branden. De focusstand wordt niet vooraf bepaald. Deze wordt ingesteld op de stand die het toestel automatisch bepaalt op het moment dat u scherpstelt. Als u de focusstand wilt bepalen om opnamen te maken, schakelt u de AF-functie naar [ ], [ ] of [ ]. • Als u de AF-functie instelt op [ ] of [ ] verschijnt de AF-zone niet op het scherm totdat het hele beeld scherp is. • De AF-functie naar [ ] of [ ] schakelen als het moeilijk is scherp te stellen met behulp van [ ]. • De AF-functie kan niet ingesteld worden in de eenvoudige functie [ ], [ZELFPORTRET] of [VUURWERK] in de scènefunctie. 64 VQT1B94 [STABILISATIE] Jitter of camerabeweging meten en compenseren Druk op [ ] om het [OPNAME] functie menu weer te geven en kies dan het in te stellen onderdeel. (P58) MENU /SET [MODE1] De stabilisator werkt continu en ( ) helpt bij de fotocompositie. [MODE2] De beweging van de ( ) camerabeweging wordt gecompenseerd wanneer de ontspanknop ingedrukt wordt. Er is een groter stabilisatoreffect. [OFF] ( ) Wanneer de stabilisator niet gewenst is. ∫ Over de demo van de waarschuwing voor camerabeweging Druk op 1 om [JITTER, DEMO BEW. ONDW.] weer te geven als [STABILISATIE] op het scherm staat. (U kunt geen opnamen maken als de [JITTER, DEMO BEW. ONDW.] pagina verschijnt.) Druk opnieuw op 1 om deze pagina te sluiten. JITTER, DEMO BEW. ONDW. A B AFSPELEN KAN NIET IN OPNAMEFUNCTIE EXIT A: Demo voor jitter B: Demo voor beweging • De camera spoort automatisch jitter en beweging van het voorwerp op en signaleert dit. Gevorderd (Opnamen maken) • Wij raden een helder object met een groot contrast aan om de opname met een bewegend object te demonstreren. • De demo over jitter/camerabeweging is slechts een voorbeeld. • De camera gebruikt de beweging van het onderwerp ook om de automatische ISO-gevoeligheid in de slimme ISO-gevoeligheidsfunctie [ ] (P42) en [SPORT] (P46), [BABY1]/[BABY2] (P48) en [HUISDIER] (P48) in te stellen in de eenvoudige scènefunctie. • De stabilisatorfunctie kan niet voldoende werken in de volgende gevallen. – Wanneer er veel camerabeweging is. – Als de zoomuitvergroting erg hoog is. – In het digitale zoombereik. – Wanneer u opnamen maakt terwijl u een bewegend object volgt. – Als de sluitertijd langzamer wordt om binnenshuis opnamen te maken of op donkere plaatsen. Houd de camera stilbeweging wanneer u de ontspanknop indrukt. • Dit is vast ingesteld op [MODE2] in de eenvoudige opnamefunctie [ ] en op [ZELFPORTRET] (P45) in de scènefunctie en vast ingesteld op [OFF] in [STERRENHEMEL] (P49) in de scènefunctie. • In de bewegende beeldenfunctie [ ], kan [MODE2] niet ingesteld worden. [BURSTFUNCTIE] Opnamen maken met de burstfunctie Druk op [ ] om het [OPNAME] functie menu weer te geven en kies dan het in te stellen onderdeel. (P58) ∫ Aantal opnamen gemaakt met de burstfunctie MENU /SET Burstsnelheid (opnamen/ seconde) 3¢ 2¢ Ongeveer 2 Aantal opnamen (opnamen) max. 5 max. 7 Hangt af van de resterende ruimte in het ingebouwde geheugen/de kaart. ¢ De burstsnelheid is constant ongeacht de transfersnelheid van de kaart. • Het aantal opnamen dat aangeduid wordt, verwijst naar een sluitertijd die sneller dan 1/60 is en een niet geactiveerde flits. • De burstsnelheid (beelden per seconde) kan afnemen afhankelijk van de opname-omgeving zoals op donkere plaatsen of als u een hoge ISO-gevoeligheid hebt ingesteld. • De ontspanknop helemaal ingedrukt houden om de burstfunctie te activeren. • Wanneer de flits geactiveerd is, kunt u slechts 1 beeld maken. • Burstfunctie ingesteld op onbegrensd – De burstsnelheid wordt half zo snel. De exacte timing hangt af van het kaarttype, de beeldgrootte en -kwaliteit. – U kunt opnamen maken totdat het ingebouwde vermogen of de kaart vol is. • De focus wordt vast ingesteld tijdens de eerste opname. 65 VQT1B94 Gevorderd (Opnamen maken) • De belichting en de witbalans variëren afhankelijk van de burstinstellingen. Wanneer de burstfunctie ingesteld is op [ ], worden ze vast ingesteld op de waarde voor het eerste beeld. Wanneer de burstsnelheid ingesteld is op [ ] of [ ], worden ze aangepast telkens als u een opnameopname maakt. • Als u een bewegend onderwerp volgt in een landschap, binnenshuis, buitenshuis enzovoort, waar een groot verschil is tussen licht en schaduw, kan het even duren voordat de belichting vastligt. Als u intussen de burstfucntie gebruikt, kan de belichting niet erg optimaal zijn. • Met de zelfontspanner is het aantal opnamen met de burstfunctie vast ingesteld op 3. • De burstfunctie wordt niet geannuleerd wanneer het toestel uitgezet wordt. • Wanneer de auto bracket en de burstfunctie tegelijk ingesteld zijn, zal de auto bracket voorrang krijgen. • Wanneer de burstfunctie ingesteld wordt, wordt de automatische overzichtsfunctie geactiveerd ongeacht de instelling van het automatische overzicht. (Het beeld wordt niet vergroot.) U kunt de automatische overzichtfunctie niet instellen in het [SET-UP] menu. • Wanneer de burstfunctie geactiveerd wordt, kan [AUDIO OPNAME] niet gebruikt worden. • U kunt burst niet instellen in de eenvoudige opnamefunctie [ ] en [STERRENHEMEL] in de scènefunctie. [AF ASS. LAMP] Scherpstellen bij weinig licht wordt makkelijker Op [ ] drukken om het [OPNAME] functie menu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P58) Het object verlichten maakt het makkelijker scherp te stellen wanneer u bij weinig licht MENU /SET 66 VQT1B94 aan het opnemen bent en scherp wilt stellen, wat moeilijk is bij weinig licht. • Als de AF-lamp ingesteld is op [ON], wordt er een AF-zone afgebeeld met een grootte die breder is dan normaal en gaat de AF-lamp A aan wanneer u de ontspanknop tot de helft indrukt op donkere plekken enz. [ON] De AF-lamp gaat aan bij weinig licht. Zodra dit gebeurt, verschijnt het pictogram van de AF-lamp [ ] op het scherm. Het effectieve bereik van de AF-lamp is 1,5 m. [OFF] De AF-lamp gaat niet aan. • Voorzichtig zijn met de volgende handelingen wanneer u de AF-lamp gebruikt. – Niet direct in de AF-lamp kijken. – De AF-lamp niet met uw vingers of andere voorwerpen bedekken. • Wanneer u de AF-lamp niet wenst te gebruiken (b.v. wanneer u opnamen maakt van dieren op een donkere plek), de [AF ASS. LAMP] op [OFF] zetten. In dit geval zal het moeilijker worden scherp te stellen. • De instelling voor [AF ASS. LAMP] staat vast op [ON] in de eenvoudige functie [ ]. • De instelling voor de [AF ASS. LAMP] staat vast op [OFF] in [ZELFPORTRET] (P45), [LANDSCHAP] (P46), [NACHTL. SCHAP] (P46), [ZONSONDERG.] (P49), [VUURWERK] (P50), en [LUCHTFOTO] (P50) in de scènefunctie. • De begininstelling voor [HUISDIER] (P48) in de opnamefunctie is [OFF]. Gevorderd (Opnamen maken) [SLUITER LANG] [KLEURFUNCTIE] Heldere opnamen maken op donkere plekken Kleureffecten en beeldkwaliteiten instellen voor opnamen Op [ ] drukken om het [OPNAME] functie menu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P58) Wanneer u beelden maakt op donkere plaatsen met weinig licht, kunt u beelden maken die helderder zijn dan normaal door een instelling te selecteren die nog langzamer is dan de langzaamste instelling van de sluitertijd. • De langzame sluitertijden die u kunt kiezen zijn: [1/8 –], [1/4 –], [1/2 –] en [1 –]. • Dit werkt als u heldere opnamen wilt maken van zowel een nachtlandschap als een object met [NACHTPORTRET] (P46) in de scènefunctie. MENU /SET Langzame 1/8 – sluitertijdinstelling Helderheid Beweging 1– Donkerder Helderder Minder Meer Op [ ] drukken om het [OPNAME] functie menu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P58) Verschillende instellingen kiezen voor de opnamecondities en de manier waarop u zich het beeld voorstelt. MENU /SET [NATURAL] Het beeld wordt zachter. [VIVID] Het beeld wordt scherper. [COOL] Het beeld wordt blauwachtig. [WARM] Het beeld wordt roodachtig. [B/W] Het beeld wordt zwart-wit. [SEPIA] Het beeld wordt sepia. • Wanneer u opnamen maakt op donkere plekken, kan er ruis optreden. Om ruis te voorkomen, raden wij aan [KLEURFUNCTIE] in te stellen op [NATURAL]. • Deze moet normaal gesproken ingesteld zijn op [1/8 –] om opnamen te maken. (Wanneer u een langzame sluitertijd kiest die niet [1/8 –] is, verschijnt [ ] links onderaan op de LCD-monitor.) • Wanneer de sluitertijd langzamer gemaakt is met [SLUITER LANG], kunt u camerabeweging krijgen. We raden het gebruik van een statief en van de zelfontspanner (P39) aan. • U kunt geen langzame sluitertijd instellen in de Slimme ISO-gevoeligheidsfunctie [ ] en de eenvoudige opnamefunctie [ ] en [SPORT], [NACHTL. SCHAP], [BABY1]/[BABY2], [HUISDIER], [STERRENHEMEL] en [VUURWERK] in de scènefunctie. 67 VQT1B94 Gevorderd (Afspelen) Gevorderd (Afspelen) Meervoudige schermen afbeelden • Afhankelijk van het opgenomen beeld en de instellingen, kunnen de volgende pictogrammen verschijnen. (Meervoudig terugspelen) 1 Het zoomhendeltje in de richting van [ ] [W] zetten om meervoudige schermen af te beelden. (Scherm wanneer er 9 schermen afgebeeld worden) 1.DEC .2007 –[ ] (Favorieten) –[ ] (Bewegend beeld) –[ ][ –[ –[ –[ ]([BABY1]/[BABY2]/ [HUISDIER] in scènefunctie) ] (Vertrekdatum) ] (Reisbestemming) ] (Beelden met vastgelegde [DATUM AFDR.]) ∫ Voorbeelden van 25 schermen 1. DEC . 2007 W T CAL W • T ANNUL • Zet het zoomhendeltje naar [ ] [T] om terug te keren naar het vorige scherm. 2 Op 3/4/2/1 drukken om een beeld te kiezen. W T 5/26 ANNUL MENU A: Het aantal gekozen beelden en het totaal opgenomen beelden 68 VQT1B94 W T ANNUL MENU MENU : 1 scherm>9 schermen> 25 schermen> Schermdisplay (P69) 1.DEC.2007 1/26 1/26 ∫ Om terug te keren naar normaal terugspelen Op [ ] [T] zetten of op [MENU/SET] drukken. • Het beeld dat u gekozen hebt, verschijnt. ∫ Een beeld wissen tijdens meervoudig terugspelen 1 Op 3/4/2/1 drukken om een beeld te kiezen en vervolgens op [ ] drukken. 2 Op 3 drukken om [JA] te kiezen. 3 Op [MENU/SET] drukken. • De opname-informatie enzovoort die op de LCD-monitor verschijnt, kan niet worden geannuleerd tijdens het afspelen van meerdere beelden, ook niet als u op [DISPLAY] drukt. • Beelden zullen niet afgebeeld worden in de gedraaide richting zelfs als [LCD ROTEREN] ingesteld is op [ON]. (P77) Gevorderd (Afspelen) Beelden afspelen volgens opnamedatum (Kalenderplayback) • Zet het zoomhendeltje naar [ om terug te keren naar het kalenderscherm. ] [W] 4 Druk op 3/4/2/1 om een opname te kiezen en druk dan op [MENU/SET]. • Het beeld dat u gekozen hebt, verschijnt. Met de kalenderplaybackfunctie kunt u opnamen afspelen volgens de opnamedatum. 1 Draai het zoomhendeltje meerdere keren naar [ ] [W] zetten om de kalenderpagina te openen. ∫ Terugkeren naar het playbackscherm. Als de kalender op het scherm staat, draait u de zoomhendel op [ ] [T] om 25 schermen af te beelden, 9 schermen en 1 scherm. (P68) SUN MON TUE WED THU FRI SAT 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 DAG T W 2007 MAAND INST. MENU • De opnamedatum van de opname die u op het scherm kiest wordt de gekozen datum als u eerst het kalenderscherm afbeeldt. • Als er meerdere opnamen zijn met dezelfde datum, verschijnt eerst de eerst gemaakte opname van die datum. 2 Op 3/4/2/1 drukken om de datum te kiezen. 3/4: Kies de maand 2/1: Kies de datum • Als er geen opnamen tijdens een bepaalde maand zijn gemaakt, verschijnt deze maand niet. 3 Druk op [MENU/SET] om de opnamen af te beelden die u op de gekozen datum hebt gemaakt. 1.DEC .2007 1/10 • De opnamen worden afgebeeld zonder gedraaid te worden ook als u [LCD ROTEREN] op [ON] hebt ingesteld. (P77) • U kunt de kalender weergeven van januari 2000 tot december 2099. • Als de opnamedatum van de opname die u hebt gekozen in het terugspeelmenu het terugspeelmenu met 25 schermen niet tussen januari 2000 en december 2099 valt, zal de camera automatisch de oudste datum weergeven. • Afbeeldingen die u bewerkt op de PC hebben andere data dan de werkelijke opnamedata. • Als u de datum van de camera niet hebt ingesteld (P17), is de opnamedatum ingesteld op 1 januari 2007. • Als u opnamen maakt nadat u de reisbestemming hebt ingesteld in [WERELDTIJD] (P55), worden deze opnamen afgebeeld met de data van de reisbestemming in de kalenderterugspeelfunctie. MENU /SET CAL W ANNUL MENU 69 VQT1B94 Gevorderd (Afspelen) ∫ De terugspeelzoom annuleren Naar [ ] [W] zetten of op [MENU/SET] drukken. De terugspeelzoom gebruiken 1 Het zoomhendeltje op [ ] [T] zetten om het beeld te vergroten. 2X W 4X ANNUL T WISSEN • : 1k>2k>4k>8k>16k • Wanneer u het zoomhendeltje op [ ] [W] zet nadat het beeld vergroot is, wordt de vergroting minder. Wanneer u het zoomhendeltje naar [ ] [T] zet, verhoogt de vergroting. • Wanneer u de vergroting wijzigt, verschijnt de aanduiding van de zoomstand A gedurende ongeveer 1 seconde om de stand van de vergrootte sectie te controleren. 2 Op 3/4/2/1 drukken om de stand te wijzigen. 2X 4X ANNUL WISSEN • Wanneer u de af te beelden positie verplaatst, verschijnt de aanduiding van de zoomstand gedurende ongeveer 1 seconde. 70 VQT1B94 ∫ Een opname wissen tijdens de terugspeelzoom 1 Op [ ] drukken. 2 Op 3 drukken om [JA] te kiezen. 3 Op [MENU/SET] drukken. • U kunt de opname-informatie enzovoort die op de LCD-monitor staat ook annuleren tijdens het zoomen tijdens het afspelen door op [DISPLAY] te drukken. • Hoe meer het beeld vergroot wordt, hoe slechter de kwaliteit ervan wordt. • Gebruik de bijwerkfunctie om het vergrote beeld op te slaan. (P84) • Het kan zijn dat de terugspeelzoom niet werkt als de opnamen met andere apparatuur zijn gemaakt. Gevorderd (Afspelen) Bewegende beelden terugspelen/Beelden met geluid Pauze invoeren Op 3 drukken tijdens het terugspelen van bewegende beelden. • Druk opnieuw op 3 om pauze te wissen. Frame per frame afspelen vooruit/frame per frame terugspelen Druk op 2/1 tijdens een pauze. ∫ Bewegende beelden Druk op 2/1 om een beeld te kiezen met het pictogram van een bewegend beeld[ ]/[ ]/ [ ]/[ ]/[ ]/[ ] en druk op 4 om dit af te spelen. WEERG. BEW. BEELDEN 1/3 ∫ Beelden met geluid Op 2/1 drukken om het beeld te kiezen met het geluidspictogram [ ] en vervolgens op 4 drukken om het beeld met geluid terug te spelen. AUDIO AFSPELEN 1/3 5s 10:00 1.DEC.2007 10:00 1. DEC.2007 A: Bewegende-beeldenopname B: Pictogram van een bewegend beeld • Als het terugspelen start, verdwijnt de opnametijd en verschijnt de verstreken terugspeeltijd rechts boven op het display. 8 minuten en 30 seconden verschijnen bijvoorbeeld op het scherm als [8m30s]. • De cursor die afgebeeld wordt tijdens het terugspelen is dezelfde als 3/4/2/1. Bewegende beelden stoppen tijdens het afspelen Druk op 4. Snel vooruit spoelen/Snel achteruit spoelen Blijven drukken op 2/1 tijdens het terugspelen van bewegende beelden. 2: Snel achteruit 1: Snel vooruit • Het toestel keert terug naar de normale terugspeelfunctie van bewegende beelden als 2/1 vrijgegeven wordt. • Lees [AUDIO OPNAME] (P63) en [AUDIO DUB.] (P83) voor informatie over hoe u niet bewegende opnamen maakt met geluid. • U kunt het geluid horen uit de speaker. Lees [VOLUME] (P19) voor informatie over hoe u het volume regelt in het [SET-UP] menu. • Het formaat dat met dit toestel teruggespeeld kan worden is QuickTime Motion JPEG. • Vergeet niet dat het programma QuickTime meegeleverd wordt om bestanden van bewegende beelden die gemaakt zijn met het toestel terug te spelen op een PC. (P90) • Sommige QuickTime Motion JPEG-bestanden die opgenomen zijn met een PC of andere apparatuur kunnen niet met dit toestel teruggespeeld worden. 71 VQT1B94 Gevorderd (Afspelen) • Als u bewegende beelden terugspeelt die opgenomen zijn met andere apparatuur kan de beeldkwaliteit slechter worden of kunnen de opnamen niet teruggespeeld worden. • Met een hoge-vermogenskaart is het mogelijk dat de snel-achteruitterugspoelfunctie langzamer dan normaal gaat. • De volgende functies kunt u niet gebruiken met bewegende beelden en opnamen met geluid: – Terugspeelzoom (pauze tijdens opname of afspelen van bewegende beelden) – [LCD ROTEREN]/[ROTEREN]/ [AUDIO DUB.] (Bewegend beeld) – [DATUM AFDR.]/[NW. RS.]/[BIJSNIJD.]/ [ASPECT CONV.] Stilstaande beelden maken van een bewegend beeld U kunt één stilstaand beeld maken (met 1 weergavescherm of 9 schermen) van een opname van bewegende beelden. Dit is handig als u bijvoorbeeld de beweging aandachtig wilt bekijken van iemand die sport doet. 1 Druk op 2/1 om een beeld te kiezen met het pictogram van een bewegend beeld [ ]/[ ]/ [ ]/[ ]/[ ]/[ ] en druk op 4 om dit af te spelen. WEERG. BEW. BEELDEN 10:00 1.DEC.2007 72 VQT1B94 1/3 5s 2 Druk op 3 om het bewegende beeld te stoppen tijdens het afspelen. OPSL. 5s W • Druk weer op 3 om het afspelen te hernemen. • Druk op 2/1 tijdens de onderbreking om beeld per beeld af te spelen. • Als u op de ontspanknop drukt, kunt u de stilstaande beelden als afzonderlijke opname opslaan. (Met de stappen 3) ∫ Een stilstaand beeld vastleggen met de 9 schermen van een bewegende-beeldenopname • Draai het zoomhendeltje naar [ ] [W] om het scherm met 9 afbeeldingen te openen. W SELEC T OPSL. • Draai het zoomhendeltje verder naar [ ] [W] om over te schakelen naar [ 15 ]/[ 10 ]/[ 5 ] (A). Gevorderd (Afspelen) Als u een bewegende opname hebt gekozen met [ ], [ ] of [ ] hebt gekozen Voor elke opname van bewegende beelden maakt het toestel 30 stilstaande beelden per seconde. [ ]: Alle frames of beelden van de bewegende opname worden getoond als stilstaande beelden (met een interval van 1/30e van een seconde) [ 15 ]: 1 frame wordt overgeslagen/elk tweede frame wordt getoond als stilstaand beeld (interval van 1/15e van een seconde) [ 10 ]: 2 frames worden overgeslagen/elk derde frame wordt getoond als stilstaand beeld (met een interval van 1/10e van een seconde) [ 5 ]: 5 frames worden overgeslagen/elk zesde frame wordt getoond als stilstaand beeld (met een interval van 1/5e seconde) ], Als u een bewegend beeld met [ [ ] of [ ] hebt gekozen Het opgenomen bewegende beeld wordt aangemaakt met 10 stilstaande beelden of frames per seconde. [ [ 10 5 ]: Alle frames van de bewegende opname worden getoond als stilstaande beelden (met een interval van 1/10e seconde) ]: 1 frame wordt overgeslagen/elk tweede frame wordt getoond als stilstaand beeld (met een interval van 1/5e seconde) • U kunt beeld per beeld (vooruit) afspelen met 3/4/2/1. 3/4: Verplaats 3 frames tegelijkertijd naar voor/achter. 2/1: Verplaats 1 frame tegelijkertijd naar voor/achter. 3 Op de ontspanknop drukken. • De melding [DEZE NEGEN BEELDEN OPSLAAN ALS ÉÉN BEELD ?] verschijnt. Ook de melding [ALS EEN APART BEELD OPSLAAN ?] verschijnt als u de opname hebt opgeslagen in stap 2. 4 Beweeg 3 om [JA] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken. DEZE NEGEN BEELDEN OPSLAAN ALS ÉÉN BEELD ? JA NEE SELEC INST. MENU MENU /SET • De negen beelden worden opgeslagen als één beeld. ∫ Het afspeelscherm met 9 schermen stoppen Nadat de 9 schermen zijn afgebeeld, draait u de zoomhendel enkele keren op [ ] [T] of drukt u op [MENU/SET]. Op het scherm verschijnt weer het scherm met de onderbroken bewegende beelden. ∫ Beeldresolutie Onderdeel 1 beeld 9 beelden [30fpsVGA] 0,3 M 2M [10fpsVGA] 0,3 M 2M [30fpsQVGA] 0,3 M 1M [10fpsQVGA] 0,3 M 1M [30fps16:9] 2M 2M [10fps16:9] 2M 2M • [KWALITEIT] (P62) staat vast ingesteld op [ ]. • Stilstaande beelden die gemaakt zijn in een film met andere apparatuur kunt u wellicht niet opslaan. 73 VQT1B94 Gevorderd (Afspelen) Gebruik van het [AFSPELEN] functiemenu Onderdelen die u in kunt stellen Menu pagina Onderdeel : [DIASHOW] (P74) : [FAVORIETEN] (P76) 1/3 : [ROTEREN] (P77) U kunt verschillende functies gebruiken in terugspeelfunctie om opnamen terug te spoelen, de beveiliging in te stellen voor deze opnamen, enz. 1 Op [MENU/SET] drukken. 2 Op 3/4 drukken om het gewenste menuonderdeel te kiezen en vervolgens op 1 drukken. DIASHOW FAVORIETEN LCD ROTEREN ROTEREN DATUM AFDR. SELEC OFF ON EXIT MENU 2/3 AFSPELEN DPOF PRINT BEVEILIGEN AUDIO DUB. NW. RS. BIJSNIJD. SELEC EXIT MENU • Druk op 4 in A om het volgende menuscherm te openen. • U kunt ook naar de menuschermen overschakelen in een menu-onderdeel door het zoomhendeltje te verplaatsen. • Nadat u de stappen 1 en 2 uitgevoerd heeft, de beschrijving van het menuonderdeel in de gebruiksaanwijzing lezen en deze vervolgens instellen. 74 VQT1B94 : [DATUM AFDR.] (P78) : [DPOF PRINT] (P80) : [BEVEILIGEN] (P82) 2/3 : [AUDIO DUB.] (P83) : [NW. RS.] (P83) : [BIJSNIJD.] (P84) : [ASPECT CONV.] (P85) 3/3 : [KOPIE] (P86) : [FORMATEREN] (P88) 1/3 AFSPELEN : [LCD ROTEREN] (P77) [DIASHOW] Beelden achtereenvolgens terugspelen voor een vastgestelde tijd Op [ ] drukken om het [AFSPELEN] functiemenu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P74) Dit wordt aangeraden wanneer u opnamen terugspeelt op een TV-scherm. U kunt ongewenste opnamen overslaan als [FAVORIETEN] (P76) ingesteld is. • Als [FAVORIETEN] is ingesteld op [ON] > stap 1. • Als [FAVORIETEN] is ingesteld op [OFF] > stap 2. MENU /SET Gevorderd (Afspelen) 1 Op 3/4 drukken om [ALLE] of [ ] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken. 1/3 AFSPELEN DIASHOW FAVORIETEN LCD ROTEREN ROTEREN DATUM AFDR. SELEC INST. ALLE OFF [DUUR] Kan ingesteld worden op [1SEC.], [2SEC.], [3SEC.], [5SEC.] of [MANUAL] (handmatig terugspelen). [EFFECT] Er kan een diashow-effect geselecteerd worden. [OFF]:Geen effect : Nieuwe beelden schuiven over het scherm heen. : Huidige beelden verdwijnen langzaam en nieuwe beelden verschijnen. : Nieuwe beelden vullen langzamerhand het scherm vanuit het centrum. : Er wordt een willekeurig effect geselecteerd. • Als u [DURATION] instelt op [MANUAL] worden de instellingen in [EFFECT] buiten werking gesteld. [AUDIO] Indien ingesteld op [ON], wordt het geluid van de opnamen met geluid afgespeeld. ON MENU /SET MENU [ALLE] Hiermee beeldt u alle opnamen af. [ Hiermee beeldt u alleen de opnamen af die ingesteld zijn als favorieten (P76). ] ∫ Instelling van het geluid, de duur en het effect Selecteer [DUUR], [EFFECT] of [AUDIO] op het scherm zoals afgebeeld in stap 2 en stel in. • Als geen enkele van de opnamen afgebeeld [ ] is, kunt u [ ] niet kiezen, zelfs als [FAVORIETEN] ingesteld is op [ON]. 2 Op 3 drukken om [START] te kiezen en vervolgens op [MENU/ SET] drukken. (Scherm wanneer [ALLE] gekozen is) VOLLEDIGE DIASHOW START DUUR EFFECT AUDIO ANNUL 2 SEC. OFF OFF SELEC INST. MENU MENU /SET • De cursor die verschijnt tijdens een diavoorstelling A of als u een diavoorstelling onderbreekt B of tijdens een [MANUAL] diavoorstelling C is dezelfde als 3/4/2/1. • Op 3 drukken om een pauze in de diavoorstelling in te lassen. Opnieuw op 3 drukken om de pauze te annuleren. • Druk op 2/1 tijdens de onderbreking om de vorige of volgende dia te bekijken. • U kunt alleen [MANUAL] kiezen wanneer [ ] gekozen is in stap 1. • Op 2/1 drukken om het vorige of het volgende beeld af te beelden wanneer [MANUAL] gekozen is. 3 Op 4 drukken om te eindigen. 75 VQT1B94 Gevorderd (Afspelen) • Als u [AUDIO] instelt op [ON] en vervolgens een beeld met geluid terugspeelt, zal het volgende beeld afgebeeld worden nadat het geluid geëindigd is. • U kunt geen bewegende beelden terugspelen en de energiebesparing gebruiken in de diavoorstellingsfunctie. (De energiebesparing is in elk geval vast ingesteld op [10MIN.] voor handmatige diavoorstellingen of onderbreking van een diavoorstelling.) 2 Op [MENU/SET] drukken om het menu te sluiten. 3 Op 2/1 drukken om het beeld te kiezen en vervolgens op 3 drukken. 1/3 10:00 1.DEC.2007 [FAVORIETEN] Favoriete opnamen instellen Op [ ] drukken om het [AFSPELEN] functiemenu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P74) U kunt het volgende doen als er een markering toegevoegd is aan opnamen en deze ingesteld zijn als favorieten. • Alle opnamen wissen die niet ingesteld zijn als favorieten. ([ALLES WISSEN BEHALVE ]) (P30) • De opnamen die ingesteld zijn als favorieten alleen als diavoorstelling afspelen. (P74) MENU /SET 1 Druk op 4 om [ON] te kiezen en dan op [MENU/SET]. 1/3 AFSPELEN DIASHOW FAVORIETEN LCD ROTEREN ROTEREN DATUM AFDR. SELEC INST. MENU OFF OFF ON ON ANNUL MENU /SET • U kunt geen opnamen als favorieten instellen als [FAVORIETEN] ingesteld is op [OFF]. De favorieten met het favorietenpictogram [ ] zullen bovendien niet verschijnen wanneer [FAVORIETEN] ingesteld is op [OFF] zelfs als deze functie eerder op [ON] stond. • U kunt [ANNUL] niet kiezen als bij geen enkel beeld [ ] staat. 76 VQT1B94 • Herhaal de bovenstaande procedure. • Als 3 ingedrukt is terwijl het [ ] favorietenpictogram A afgebeeld wordt, wordt [ ] geleegd en wordt de favorieteninstelling geannuleerd. • U kunt tot en met 999 opnamen als favorieten instellen. ∫ Alle favorieten wissen 1 [ANNUL] op het scherm dat getoond wordt in stap 1 kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken. 2 Op 3 drukken om [JA] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken. 3 Op [MENU/SET] drukken om het menu te sluiten. • Wanneer u opnamen af laat drukken door een fotograaf is [ALLES WISSEN BEHALVE ] (P30) handig omdat hiermee alleen de opnamen die u af wenst te laten drukken op de kaart blijven staan. • [LUMIX Simple Viewer] of [PHOTOfunSTUDIO-viewer-] op de CD-ROM (meegeleverd) gebruiken om favorieten in te stellen, te bevestigen of te wissen. (Voor informatie hierover de aparte gebruikshandleiding voor aansluiting op de PC raadplegen.) • Het kan zijn dat u opnamen die met andere apparatuur gemaakt zijn niet als favorieten in kunt stellen. Gevorderd (Afspelen) [LCD ROTEREN]/[ROTEREN] Om het beeld gedraaid af te beelden Op [ ] drukken om het [AFSPELEN] functiemenu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P74) Met deze functie kunt u automatisch opnamen verticaal afbeelden als deze gemaakt werden met een verticaal gehouden toestel of opnamen handmatig draaien met stappen van 90°. MENU /SET • De [ROTEREN] functie wordt uitgeschakeld wanneer [LCD ROTEREN] ingesteld is op [OFF]. • Bewegende beelden en beveiligde opnamen kunnen niet gedraaid worden. 2 Op 3/4 drukken om de richting te kiezen waarin u het beeld wenst te draaien en vervolgens op [MENU/SET] drukken. ROTEREN ∫ Display draaien (Het beeld wordt automatisch gedraaid en afgebeeld.) 1 Op 4 drukken om [ON] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken. 1/3 AFSPELEN DIASHOW FAVORIETEN LCD ROTEREN ROTEREN DATUM AFDR. SELEC INST. ON MENU /SET MENU 2 Op [MENU/SET] drukken om het menu te sluiten. ∫ Draaien (Het beeld wordt handmatig gedraaid.) 1 Op 2/1 drukken om het beeld te kiezen en vervolgens op 4 drukken. ROTEREN 1/3 INST. EXIT SELEC INST. MENU MENU /SET De opname draait rechtsom in stappen van 90°. De opname draait linksom in stappen van 90°. OFF ON OFF • De opnamen worden afgebeeld zonder gedraaid te worden wanneer u [OFF] kiest. • Lees P29 voor informatie over hoe u opnamen terug kunt spelen. SELEC ANNUL 3 Twee keer op [MENU/SET] drukken om het menu te sluiten. • Als u opnamen maakt door de camera op en neer te bewegen, kan het zijn dat deze opnamen niet verticaal worden afgebeeld. (P24) • Het beeld kan enigszins wazig zijn wanneer het toestel op de TV aangesloten is met de AV-kabel (bijgeleverd) en verticaal teruggespeeld worden. • Wanneer u opnamen terugspeelt op een PC, zouden deze niet afgebeeld kunnen worden in de gedraaide richting tenzij het OS of de software compatibel is met Exif. Exif is een formaat voor stilstaande opnamen waarmee opnameinformatie enz. toegevoegd kan worden. Dit werd vastgesteld door “JEITA (Japan Electronics and Information Technology Industries Association)”. MENU 77 VQT1B94 Gevorderd (Afspelen) • Gedraaide opnamen worden gedraaid weergegeven als u ze terugspeelt met de terugspeelfunctie en de terugspeelzoom, maar worden niet gedraaid weergegeven als u ze afspeelt met de meervoudige terugspeelfunctie. • Het kan zijn dat u opnamen die met andere apparatuur gemaakt zijn, niet kunt draaien. ∫ Enkele instelling 1 Druk op 2/1 om het beeld te kiezen en vervolgens op 4. DATUM AFDR. 1/14 SELEC INST. EXIT MENU [DATUM AFDR.] Informatie vastleggen voor een opname (datumafdruk) Druk op [ ] om het [AFSPELEN] functiemenu te openen en kies het onderdeel. (P74) U kunt de datum en tijd van de opname, de leeftijd en de reisdatum op opnamen laten afdrukken. Geschikt voor printen van beelden met een normale grootte. (Beelden die groter zijn dan [ ] worden verkleind als er gegevens zoals de datum worden op afgedrukt.) MENU /SET Druk op 3/4 om [ENKEL] te kiezen of op [MULTI] en druk vervolgens op [MENU/SET]. 1/3 AFSPELEN DIASHOW FAVORIETEN LCD ROTEREN ROTEREN DATUM AFDR. SELEC INST. MENU OFF ON ENKEL MULTI MENU /SET • De datum kan niet worden afgedrukt in de volgende gevallen. – Opnamen maken zonder ingestelde klok – Op beelden die zijn opgenomen met andere apparatuur – Op beelden die al worden afgedrukt met [DATUM AFDR.] – Bewegende beelden – Beelden met geluid 78 VQT1B94 2 Druk op 3/4/2/1 om [OPNAMEDATUM], [LEEFTIJD] of [REISDATUM] te kiezen en druk dan op [MENU/SET] om de instellingen te bevestigen. DATUM AFDR. OPNAMEDATUM LEEFTIJD REISDATUM ANNUL SELEC ZON. TIJD OFF OFF INST. MENU MENU /SET [OPNAMEDATUM] [ZON. TIJD] Het jaar, de maand en de dag afdrukken. [MET TIJD] Het jaar, de maand, de dag, het uur en de minuten afdrukken. [LEEFTIJD] (P48) Als dit op [ON] staat, wordt de leeftijd afgebeeld op opnamen die gemaakt zijn met de camera ingesteld op [MET LEEFTIJD]. [REISDATUM] (P54) Als dit op [ON] staat, wordt de reisdatum afgebeeld op opnamen die gemaakt zijn met [REISDATUM] ingesteld op [ON]. Gevorderd (Afspelen) 3 Druk op [MENU/SET]. • Als u [DATUM AFDR.] instelt voor een opname die groter is dan [ ] zal de beeldgrootte kleiner worden dan wat u hieronder ziet. De aspectratio instellen Beeldgrootte / > 5 Druk twee keer op [MENU/SET] om het menu te sluiten. • Het pictogram voor de datumafdruk [ ] A verschijnt op het scherm als de datumafdruk voor het beeld is vastgelegd. • Gebruik de afspeelzoom (P70) om de informatie over deze datum te bekijken B. > > 1/14 4 Druk op 3/4 om [JA] of [NEE] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET]. (De hier getoonde pagina verschijnt als u een beeld kiest dat is opgenomen met een [ ] beeldgrootte.) DATUM AFDR. W. AFGEDRUKT OVER BEELD AANGEPAST OP . ORIGINEEL BEELD WISSEN? 10:00 1.DEC.2007 ∫ Meervoudige instelling 1 Druk op 2/1 om de afbeelding te kiezen en dan op 4 om te bevestigen/annuleren. JA NEE ANNUL SELEC 1/DEC/2007 DATUM AFDR. INST. MENU MENU /SET • De melding [ORIGINELE FOTO WISSEN?] verschijnt als de opname is gemaakt met een beeldgrootte van [ ] of minder. • Het beeld wordt overschreven wanneer u [JA] kiest. Beelden met een datum die moet worden afgedrukt, kunnen niet worden opgeslagen als ze worden vervangen. • Er wordt een nieuw beeld met datumafdruk aangemaakt als u [NEE] kiest. • Als de eerste opname beveiligd is, kunt u deze niet vervangen. Kies [NEE] en maak een nieuwe opname met een af te drukken datum. 7 8 10 11 SELEC INST./ANNUL 9 12 ANNUL INST. MENU [INST.] Het [DATUM AFDR.] A pictogram verschijnt. [ANNUL] Het [DATUM AFDR.] A pictogram verdwijnt. • Herhaal deze stap. 2 Druk op [MENU/SET]. • Na stap 2, voert u stap 2 uit in “Enkele instelling”. • Als u beelden met een datumafdruk uitprint, zal de datum over de datumafdruk worden geprint als u datum afdrukken hebt bepaald door uw fotograaf of voor uw printer. 79 VQT1B94 Gevorderd (Afspelen) • Wij raden aan datumafdruk in te stellen als u genoeg ruimte hebt op de kaart of in het ingebouwde geheugen. • U kunt tot 50 beelden tegelijkertijd instellen met [MULTI]. • Als u [JA] kiest in stap 4 en bij de beelden die u hebt gekozen in [MULTI] zijn ook beveiligde beelden, verschijnt een boodschap en alleen de beveiligde beelden kunnen niet worden afgedrukt met de vastgelegde datum. • Afhankelijk van uw printer kunnen sommige letters niet worden geprint. Controleer dit eerst. • U kunt de volgende functies niet gebruiken als de datuminformatie op het beeld is vastgelegd. – [DATUM AFDR.] – De [PRINT MET DAT.] instelling voor DPOF-print – [NW. RS.] – [BIJSNIJD.] – [ASPECT CONV.] [DPOF PRINT] Het af te drukken beeld en het aantal afdrukken instellen Op [ ] drukken om het [AFSPELEN] functiemenu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P74) DPOF “Digital Print Order Format” is een systeem waarmee de gebruiker kan kiezen welke opnamen hij afdrukt, hoeveel exemplaren van elk beeld hij afdrukt en of de opnamedatum wel of niet afgedrukt moet worden met een DPOF-compatibele fotoprinter of fotograaf. Voor details raadpleegt u uw fotograaf. Wanneer u foto-opnamen af wenst te laten drukken door een fotograaf die op het ingebouwde geheugen staan, dient u deze naar een kaart te kopiëren (P86) en vervolgens de DPOF in te stellen. MENU /SET 80 VQT1B94 Op 3/4 drukken om [ENKEL], [MULTI] of [ANNUL] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken. 2/3 AFSPELEN DPOF PRINT BEVEILIGEN AUDIO DUB. NW. RS. BIJSNIJD. SELEC INST. ENKEL MULTI ANNUL MENU /SET MENU • U kunt [ANNUL] niet kiezen als er geen afdrukken ingesteld zijn in de DPOF-printsettings. ∫ Enkele instelling 1 Druk op 2/1 om de af te drukken opname te kiezen en druk dan op 3/4 om het aantal afdrukken in te stellen. DPOF INST. 1 1/14 AANTAL SELEC 1 DATUM DISPLAY EXIT MENU • De aanduiding van het aantal afdrukken [ ] A verschijnt. • Het aantal afdrukken kan ingesteld worden op een cijfer van 0 tot 999. De DPOF-printinstelling wordt geannuleerd als het aantal afdrukken ingesteld wordt op [0]. 2 Twee keer op [MENU/SET] drukken om het menu te sluiten. Gevorderd (Afspelen) ∫ Meervoudige instelling 1 Op 2/1 drukken om het af te drukken beeld te kiezen en vervolgens op 3/4 drukken om het aantal afdrukken in te stellen. ∫ De datum afdrukken Na het instellen van het aantal afdrukken, kunt u het afdrukken met de opnamedatum instellen/annuleren door op [DISPLAY] te drukken. DPOF INST. 1 1/14 DATE DPOF INST. MULTI 1 8 7 10 AANTAL 9 11 1 SELEC AANTAL SELEC 12 DATUM DISPLAY EXIT MENU • De aanduiding van het aantal afdrukken [ ] B verschijnt. • Herhaal de bovenstaande procedure. (U kunt niet alle opnamen tegelijkertijd instellen.) • Het aantal afdrukken kan ingesteld worden op een cijfer tussen 0 en 999. Als het aantal afdrukken ingesteld is op [0] wordt de DPOF printinstelling geannuleerd. 2 Twee keer op [MENU/SET] drukken om het menu te sluiten. ∫ Alle instellingen wissen 1 Op 3 drukken om [JA] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken. ANNULLER ALLE DPOF ALLE DPOF PRINTINSTELLINGEN ANNULEREN ? JA NEE SELEC INST. MENU MENU /SET 2 Op [MENU/SET] drukken om het menu te sluiten. • DPOF-printinstellingen in het ingebouwde geheugen worden geannuleerd als er een kaart in het toestel wordt gedaan. DPOF-instelling op een kaart worden geannuleerd als de kaart eruit wordt gehaald. 1 DATUM DISPLAY EXIT MENU • De aanduiding van de datumafdruk [ DATE ] C verschijnt. • Wanneer u naar een fotograaf voor digitaal afdrukken gaat, dient u het afdrukken van de datum apart te bestellen indien u dat wenst. • Afhankelijk van de fotograaf of de printer, zou de datum niet afgedrukt kunnen worden zelfs als u instelt op het afdrukken van de datum. Voor verdere informatie raadpleegt u uw fotograaf of de gebruiksaanwijzing van uw printer. • U kunt de datumafdruk niet instellen als u de datum hebt vsatgelegd op uw beelden. • Als u [DATUM AFDR.] instelt voor beelden waarvoor u de datumafdruk hebt vastgelegd, wordt het afdrukken van de datum geannulleerd. • DPOF is een afkorting van “Digital Print Order Format”. Met deze functie kunt u afdrukinformatie opslaan en deze informatie vervolgens te gebruiken op een systeem dat DPOF verwerkt. • DPOF-printinstelling is een handige functie als u opnamen wil afdrukken met een printer die PictBridge verwerkt. Bij het afdrukken van de datum, kan de instelling op de printer voorrang krijgen op de datuminstelling op het toestel. Controleer dus ook de instelling voor de afgedrukte datum op de printer zelf. (P92) • U moet alle eerder DPOF-printinformatie die met andere apparatuur gemaakt is, wissen wanneer u DPOF-printinstellingen instelt op uw toestel. • Voor bestanden die niet voldoen aan de DCF-standaard kan de DPOF-print niet ingesteld worden. 81 VQT1B94 Gevorderd (Afspelen) [BEVEILIGEN] Per ongeluk opnamen wissen voorkomen Op [ ] drukken om het [AFSPELEN] functiemenu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P74) U kunt een beveiliging instellen voor opnamen waarvan u niet wilt dat ze per ongeluk gewist kunnen worden. MENU /SET Op 3/4 drukken om [ENKEL], [MULTI] of [ANNUL] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken. 2/3 AFSPELEN DPOF PRINT BEVEILIGEN AUDIO DUB. NW. RS. BIJSNIJD. INST. SELEC ENKEL MULTI ANNUL MENU /SET MENU ∫ Enkele instelling 1 Druk op 2/1 om de afbeelding te kiezen en dan op4 om te bevestigen/annuleren. ∫ Meervoudige instelling/Alle instellingen wissen Voer dezelfde handeling uit als in “[DPOF PRINT] Het af te drukken beeld en het aantal afdrukken instellen”. (P80 tot 81) • Als u op [MENU/SET] drukt terwijl u de beveiliging annuleert, zal het annuleren halverwege stoppen. • De beveiliging werkt eventueel niet op andere apparatuur. • Indien u beveiligde opnamen wenst te wissen, dient u de beveiliging te annuleren. • Zelfs als u opnamen in het ingebouwde geheugen of op een kaart beveiligt, zullen ze gewist worden als het ingebouwde geheugen of de kaart geformatteerd wordt. (P88) • Zelfs als u de beelden niet beschermt op een SD-geheugenkaart of een SDHC-geheugenkaart, kunnen ze niet gewist worden wanneer de Schrijfbeschermingschakelaar van de kaarten B ingesteld is op [LOCK]. BEVEILIG 1/14 SELEC INST./ANNUL EXIT MENU [INST.] De beschermingsaanduiding [ ] A verschijnt. [ANNUL] De beschermingsaanduiding [ ] A verdwijnt. 2 Twee keer op [MENU/SET] drukken om het menu te sluiten. 82 VQT1B94 2 • De volgende functies kunnen niet gebruikt worden met beveiligde opnamen. – [ROTEREN] – [AUDIO DUB.] Gevorderd (Afspelen) [AUDIO DUB.] Geluid toevoegen aan opnamen Op [ ] drukken om het [AFSPELEN] functiemenu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P74) U kunt geluid toevoegen nadat u een beeld gemaakt heeft. MENU /SET 1 Op 2/1 drukken om het beeld te kiezen en vervolgens op 4 drukken om de geluidsopname te starten. AUDIO DUB. 1/3 SELEC START EXIT MENU • De melding [AUDIOGEGEVENS OVERSCHRIJVEN?] verschijnt als u al geluid hebt opgenomen. Druk op 3 om [JA] te kiezen en dan op [MENU/SET] om de geluidsopname te starten. (De opname wordt over de vorige geluidsopname geschreven.) • Audiodubbing kan niet gebruikt worden met de volgende opnamen. – Bewegende beelden – Beveiligde opnamen 2 Op 4 drukken om te stoppen met opnemen. • Audiodubbing zou niet kunnen goed kunnen werken voor opnamen die gemaakt zijn met andere apparatuur. [NW. RS.] Een beeld kleiner maken Op [ ] drukken om het [AFSPELEN] functiemenu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P74) Deze functie is nuttig als u de bestandsgrootte van een beeld wilt reduceren om deze via e-mail als bijlage te versturen of naar een website wilt uploaden. MENU /SET 1 Op 2/1 drukken om het beeld te kiezen en vervolgens op 4 drukken. NW. RS. 1/3 SELEC INST. EXIT MENU • De volgende opnamen kunnen geen nieuw formaat krijgen. De aspectratio instellen Beeldgrootte AUDIO DUB. 1/3 STOP – Bewegende beelden – Beelden met geluid – Beelden met vastgelegde [DATUM AFDR.] • De geluidsopname stopt automatisch als 4 niet ingedrukt wordt na ongeveer 10 seconden. 3 Twee keer op [MENU/SET] drukken om het menu te sluiten. 83 VQT1B94 Gevorderd (Afspelen) 2 Op 2/1 drukken om de grootte te kiezen en vervolgens op 4 drukken. 4 Twee keer op [MENU/SET] drukken om het menu te sluiten. NW. RS. • Het kan zijn dat u geen nieuw formaat kunt toekennen aan opnamen die met andere apparatuur gemaakt zijn. 1/3 SELEC NW. RS. EXIT MENU • Formaten kleiner dan het opgenomen beeld worden afgebeeld. De aspectratio instellen / / / 3 Op 3/4 drukken om [JA] of [NEE] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken. NW. RS. JA NEE SELEC INST. MENU MENU /SET • Het beeld wordt overschreven wanneer u [JA] kiest. Van nieuwe grootte voorziene opnamen kunnen niet teruggebracht worden naar hun oorspronkelijk grootte wanneer deze overschreven zijn. • Een van nieuwe grootte voorzien beeld wordt als nieuw aangemaakt wanneer u [NEE] kiest. • Als de vorige opname beveiligd is, kunt u deze niet vervangen. Kies [NEE] en maak een nieuwe opname met een nieuwe grootte. VQT1B94 BIJSNIJD. 1/3 SELEC INST. ORIGINELE FOTO WISSEN ? 84 Op [ ] drukken om het [AFSPELEN] functiemenu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P74) U kunt eerst uitvergroten en dan een belangrijk deel van de opname kiezen. 1 Op 2/1 drukken om het beeld te kiezen en vervolgens op 4 drukken. • De melding [ORIGINELE FOTO WISSEN?] verschijnt. ANNUL Een beeld vergroten en bijwerken MENU /SET Beeldgrootte / [BIJSNIJD.] EXIT MENU • De volgende opnamen kunnen niet bijgewerkt worden. – Bewegende beelden – Beelden met geluid – Beelden met vastgelegde [DATUM AFDR.] 2 Vergroot of verklein delen die u wil bewerken met de zoomhendel. BIJSNIJD. 1/3 W ZOOM EXIT MENU T Gevorderd (Afspelen) 3 Druk op 3/4/2/1 om het deel dat u wil bewerken te verplaatsen. BIJSNIJD. EXIT MENU 4 Op de ontspanknop drukken. • De melding [ORIGINELE FOTO WISSEN?] verschijnt. 5 Op 3/4 drukken om [JA] of [NEE] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken. BIJSNIJD. ORIGINELE FOTO WISSEN ? SELEC INST. Op [ ] drukken om het [AFSPELEN] functiemenu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P74) U kunt opnamen converteren die gemaakt zijn met een [ ] aspectratio in een [ ] of [ ] aspect ratio. 1 Op 3/4 drukken om [ ] of [ ] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken. MENU MENU /SET • Het beeld wordt overschreven wanneer u [JA] kiest. De bijgewerkte opnamen kunnen niet teruggebracht worden naar hun originele staat wanneer ze overschreven worden. • Een bijgewerkt beeld wordt als nieuw aangemaakt wanneer u [NEE] kiest. • Als de vorige opname beveiligd is, kunt u deze niet vervangen. Kies [NEE] en maak een nieuwe bewerkte opname. 3/3 AFSPELEN ASPECT CONV. KOPIE FORMATEREN SELEC JA NEE ANNUL De aspectratio van een 16:9 beeld wijzigen MENU /SET 1/3 ZOOM BIJSN.:SLUITER [ASPECT CONV.] INST. MENU /SET MENU • De volgende opnamen kunnen niet geconverteerd worden. – Beelden met geluid – Bewegende beelden – Beelden met vastgelegde [DATUM AFDR.] 2 Op 2/1 drukken om een beeld te kiezen en vervolgens op 4 drukken. ASPECT CONV. 1/9 6 Twee keer op [MENU/SET] drukken om het menu te sluiten. SELEC • De beeldresolutie van het bijgewerkte beeld zou kleiner kunnen worden dan die van het origineel afhankelijk van de snijgrootte. • De beeldkwaliteit van het bijgewerkte beeld zal slechter worden. • Opnamen die met andere apparatuur opgenomen zijn kunnen wellicht niet bijgewerkt worden. INST. EXIT MENU • Als u een beeld kiest of instelt met een aspectratio anders dan [ ], verschijnt de melding [KAN OP DEZE FOTO NIET INGESTELD WORDEN] op het scherm. 85 VQT1B94 Gevorderd (Afspelen) 3 Druk op 2/1 om de horizontale stand te bepalen en dan op de opspanknop om deze te bevestigen. CORR. INST.:SLUITER EXIT • Nadat de aspectratio is geconverteerd, kan het beeld groter worden dan het originele. • Bestanden die niet voldoen aan de DCF-standaard, kunnen niet worden geconverteerd. • Beelden die gemaakt zijn met andere apparatuur kunt u wellicht niet converteren. MENU • Gebruik 3/4 om de framestand te bepalen voor verticaal gedraaide opnamen. • De melding [ORIGINELE FOTO WISSEN?] verschijnt. 4 Op 3/4 drukken om [JA] of [NEE] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken. ASPECT CONV. ORIGINELE FOTO WISSEN ? [KOPIE] Beeldgegevens kopiëren Op [ ] drukken om het [AFSPELEN] functiemenu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P74) U kunt beeldgegevens in het ingebouwde geheugen naar een kaart of andersom kopiëren. MENU /SET 1 Op 3/4 drukken om het menu-onderdeel te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken. ANNUL SELEC INST. MENU ASPECT CONV. KOPIE FORMATEREN MENU /SET • De opname wordt vervangen als u [JA] kiest. Als u de aspectratio van een beeld converteert en dit dan vervangt, kunt u het oude beeld niet meer ophalen. • Er wordt een nieuw beeld aangemaakt met de geconverteerde aspectratio als u [NEE] kiest. • Als de vorige opname beveiligd is, kunt u deze niet vervangen. Kies [NEE] en maak een nieuw beeld met de geconverteerde aspectratio. 5 Twee keer op [MENU/SET] drukken om het menu te sluiten. SELEC VQT1B94 INST. MENU MENU /SET • : Alle beeldgegevens die in het ingebouwde geheugen zijn opgeslagen, worden in één keer gekopieerd op de kaart. > stap 3. • : Er wordt één beeld tegelijk gekopieerd van de kaart naar het ingebouwde geheugen. > stap 2. 2 Op 2/1 drukken om het beeld te kiezen en vervolgens op 4 drukken. (Alleen als [ 86 3/3 AFSPELEN JA NEE ] is gekozen) Gevorderd (Afspelen) 3 Op 3 drukken om [JA] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken. (De illustratie toont het scherm wanneer opnamen gekopieerd worden van het ingebouwde geheugen naar een kaart.) KOPIE KOPIE VAN INTERN GEHEUGEN NAAR KAART? JA NEE SELEC INST. MENU MENU /SET • Het bericht [FOTO NAAR INTERN GEHEUGEN KOPIËREN?] verschijnt wanneer u opnamen kopieert van de kaart naar het ingebouwde geheugen. • Als u op [MENU/SET] drukt terwijl gegevens van het geheugen op de kaart worden gekopieerd, zal het kopiëren halverwege stoppen. • Het toestel niet uitzetten en ook geen andere handelingen uitvoeren voordat het kopiëren geëindigd is. De gegevens op het ingebouwde geheugen of de kaart kunnen beschadigd raken of verloren gaan. • Als u beeldgegevens kopieert van het ingebouwde geheugen naar een kaart waarop niet genoeg ruimte is, zullen de gegevens maar half worden gekopieerd. Wij raden aan een kaart te gebruiken met meer ruimte dan er in het ingebouwde geheugen is (ongeveer 27 MB). • Als een beeld met dezelfde naam als het te kopiëren beeld in de kopiebestemming bestaat, zal het beeld niet gekopieerd worden. (P103) • Het kan even duren om de gegevens te kopiëren. • Alleen met een Panasonic digitale camera (LUMIX) opgenomen opnamen zullen gekopieerd worden. (Zelfs als de opnamen opgenomen werden met een Panasonic digitale camera, zou u niet in staat kunnen zijn de opnamen te kopiëren als ze bewerkt zijn met een PC.) • DPOF-instellingen van de originele beeldgegevens zullen niet gekopieerd worden. De DPOF-instellingen opnieuw instellen nadat het kopiëren voltooid is. (P80) 4 Verschillende keren op [MENU/ SET] drukken om het menu te sluiten. • Als u beeldgegevens van het geheugen op een kaart kopieert, keert automatisch het terugspeelscherm terug als alle gegevens gekopieerd zijn. 87 VQT1B94 Gevorderd (Afspelen) [FORMATEREN] Het ingebouwde geheugen of een kaart initialiseren of formatteren Op [ ] drukken om het [AFSPELEN] functiemenu af te beelden en het in te stellen onderdeel te kiezen. (P74) Normaal gesproken is het niet nodig het ingebouwde geheugen en de kaart te formatteren. Formatteer de kaart of het geheugen wanneer het bericht [FOUT INT. GEHEUGEN] of [STORING GEHEUGENKAART] verschijnt. MENU /SET Op 3 drukken om [JA] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken. (De illustratie toont het scherm wanneer het ingebouwde geheugen geformatteerd wordt.) FORMATEREN • Formatteren wist onherroepelijk alle gegevens, inclusief beveiligde opnamen. Controleer de gegevens zorgvuldig voordat u formatteert. • Als de kaart is geformatteerd op een PC of andere apparatuur, formatteert u dan de kaart opnieuw op het toestel. • Een batterij met voldoende batterijstroom (P21) of de AC-adapter (DMW-AC5E; optioneel) gebruiken als u formatteert. • Het toestel niet uitzetten tijdens het formatteren. • Het kan langer duren om het ingebouwde geheugen te formatteren dan de kaart. (Max. ongeveer 15 sec.) • U kunt een SD-geheugenkaart of een SDHC-geheugenkaart niet formatteren wanneer de SchrijfBeschermingschakelaar van de kaart A ingesteld is op [LOCK]. GEGEVENS OP INTERN GEHEUGEN WISSEN? JA NEE SELEC INST. MENU MENU /SET • Als er geen kaart in het toestel zit, kunt u het ingebouwde geheugen formatteren. Als er een kaart in het toestel zit, kunt u de kaart formatteren. • Als u op [MENU/SET] drukt terwijl u het ingebouwde geheugen formatteert, zal het formatteren halverwege stoppen. (Alle opnamen zullen echter gewist zijn.) 88 VQT1B94 2 • Kan de kaart niet geformatteerd worden, dan raadpleegt u het dichtstbijzijnde servicecentrum. Aansluiten op andere apparatuur Aansluiten op andere apparatuur Aansluiten op de PC U kunt opnamen op een PC zetten door het toestel en de PC met elkaar te verbinden. Met het programma [LUMIX Simple Viewer] of [PHOTOfunSTUDIO-viewer-] (voor Windows®) op de CD-ROM (meegeleverd) kunt u gemakkelijk opnamen op een PC zetten, afdrukken en per e-mail verzenden. Als u “Windows 98/98SE”, gebruikt, het USB-stuurprogramma installeren en vervolgens op de computer aansluiten. Voor informatie over de programma's op de CD-ROM (meegeleverd) en over het installeren ervan, leest u de gebruiksaanwijzing voor aansluiting op de PC. • Een batterij met voldoende batterijstroom of de AC-adapter (DMW-AC5E; optioneel) gebruiken. • Het toestel uitzetten voordat u de kabel erin doet of verwijdert voor de AC-adapter (DMW-AC5E; optioneel). • Stel een andere functie in dan [ ]. 1 Zet het toestel en de PC aan. 2 Sluit het toestel aan op een PC met de USB-kabel A (bijgeleverd). • De USB-kabel aansluiten met de [ ] markering in de richting van de [2] markering op de [DIGITAL] aansluiting. • De USB-kabel op C houden en recht erin doen of eruit halen. (Als u de USB-kabel er al wrikkend scheef of op zijn kop indoet kunt u de aansluitingsuiteinden vervormen en het toestel of de aangesloten apparatuur beschadigen.) TOEGANG D: Dit bericht verschijnt tijdens de gegevensoverdracht. AV OUT DIGITAL DC IN A: USB-kabel (bijgeleverd) B: AC-adapter (DMW-AC5E; optioneel) [Windows] Het stuurprogramma zit in de [My Computer] map. • Is het de eerste keer dat u het toestel op de PC aansluit, dan wordt het benodigde stuurprogramma automatisch geïnstalleerd zodat het toestel door de “Windows Plug and Play” herkend kan worden. Vervolgens wordt het stuurprogramma weergegeven in de [My Computer] map. [Macintosh] Het stuurprogramma wordt weergegeven op het scherm. • Het stuurprogramma wordt afgebeeld als [LUMIX] als u het toestel zonder kaart erin aansluit. • Het stuurprogramma wordt afgebeeld als [NO_NAME] of [Untitled] wanneer u het toestel aansluit terwijl er een kaart in het toestel zit. 89 VQT1B94 Aansluiten op andere apparatuur ∫ Over het terugspelen van bewegend beeld op een PC Gebruik de software “QuickTime” (voor Windows 2000/XP) in de CD-ROM (bijgeleverd) om bewegende beelden terug te spelen die op dit toestel opgenomen zijn op een PC. • Als u “Windows 98/98SE/Me”, gebruikt, “QuickTime 6.5.2 for PC” downloaden van de volgende site, en deze installeren. http://www.apple.com/support/quicktime/ • Deze software is geïnstalleerd als standaard op een “Macintosh OS”. ∫ Mapsamenstelling De mappen zien eruit als op de volgende afbeelding. Ingebouwde geheugen Kaart DCIM 100_PANA 100_PANA P1000001.JPG P1000002.JPG P1000999.JPG 101_PANA 999_PANA MISC 1 Mapnummer 2 Bestandsnummer 3 JPG: opnamen MOV: bewegende beelden MISC: Mappen met bestanden waarvoor de DPOF-printinstellingen zijn vastgelegd • De gegevens voor 1 tot en met 999 opnamen die opgenomen zijn met het toestel kunnen in 1 map gezet worden. Als het aantal opnamen meer is dan 999, wordt er een andere map aangemaakt. • Om het bestandsnummer of het mapnummer opnieuw in te stellen, [NR.RESET] in het [SET-UP] menu kiezen. (P19) 90 VQT1B94 ∫ Condities waarin er een ander mapnummer gebruikt wordt In de volgende gevallen wordt het beeld niet in dezelfde map opgenomen als het eerder opgenomen beeld. Het wordt opgenomen in een map met een nieuw nummer. 1 Wanneer de map waarin net een beeld in opgenomen is een beeldbestand bevat met het nummer 999 erin (voorbeeld: P1000999.JPG). 2 Als de net opgenomen kaart bijvoorbeeld een map bevat met het nummer 100 [100_PANA] erop en u verwijdert deze kaart en vervangt deze door een kaart met een mapnummer 100 dat opgenomen is met een andere camera van een andere fabrikant (100XXXXX, met XXXXX als fabrikant) en dan een beeld op deze kaart opslaat. 3 Wanneer u opneemt nadat u kiezen [NR.RESET] hebt gekozen (P19) in het [SET-UP] menu. (Beelden zullen opgenomen worden in een nieuwe map met een nummer dat volgt op de map waar onmiddellijk daarvoor in opgenomen is. Door [NR.RESET] te gebruiken op een kaart die geen mappen of opnamen bevat, zoals een net geformatteerde, kan het mapnummer teruggezet worden naar 100.) ∫ Over de PTP-connectie Als het OS “Windows XP” of “Mac OS X” is, kunt u in PTP-functie verbinden als u het toestel instelt op [ ]-functiedan en aan uw PC verbindt. • Beelden kunnen alleen afgelezen worden op het toestel. Ze kunnen niet op een kaart geschreven worden of gewist worden. • Wanneer er 1000 of meer opnamen op een kaart staan, zouden de opnamen niet geïmporteerd kunnen worden. Aansluiten op andere apparatuur • Geen enkele andere USB-kabel gebruiken dan de meegeleverde kabel. • De USB-kabel niet losmaken terwijl [TOEGANG] afgebeeld wordt. • Wanneer er veel beelden op de kaart staan, kan het even duren om deze te verplaatsen. • U zou niet in staat kunnen zijn bewegende beelden correct terug te spelen op de kaart wanneer het toestel verbonden is aan een PC. Importeer de bewegende beeldenfiles naar de PC en speel ze dan terug. • Als de batterijstroom laag is terwijl het toestel en de PC communiceren, kunnen de opgenomen gegevens beschadigd raken. Wanneer u de fotocamera op de PC aansluit, een batterij gebruiken met voldoende stroom (P21) of de AC-adapter (DMW-AC5E; optioneel). • Als de resterende batterijstroom laag wordt terwijl het toestel en de PC communiceren, knippert het statuslampje en hoort u een alarm. In dit geval onderbreekt u de communicatie met de PC onmiddellijk. • Wanneer u het toestel op een “Windows 2000” OS PC aansluit met de USB-kabel, de kaart niet vervangen terwijl het toestel en de PC verbonden zijn. De informatie op de kaart kan beschadigd worden. Gebruik “Hardware veilig verwijderen” in de takenbalk van uw PC als u de kaart wenst te vervangen. • Opnamen die bewerkt of omgedraaid zijn op een PC kunnen zwart op het scherm worden in de terugspeelfunctie (P29), de meervoudige terugspeelfunctie (P68) en de kalenderterugspeelfunctie (P69). • De gebruiksaanwijzingen voor de PC lezen. • Als er geen kaart in het toestel zit wanneer dit op de PC aangesloten is, kunt u de beeldgegevens op het ingebouwde geheugen bewerken of openen. Als er een kaart in zit, kunt u de beeldgegevens op de kaart openen of bewerken. • U kunt niet schakelen tussen het ingebouwde geheugen en de kaart terwijl het toestel aangesloten is op de PC. Als u van het ingebouwde geheugen naar de kaart wil overschakelen, maakt u de USB-kabel los, steekt u de kaart in het toestel (of verwijdert u deze) en sluit u vervolgens de USB-kabel opnieuw aan op de PC. • De melding [SLUIT DE PRINTER OPNIEUW AAN.] verschijnt als u de keuzeknop op [ ] zet terwijl de camera en de PC verbonden zijn. Als u het toestel aansluit op een printer zet u de functie op een andere dan [ ] en controleert u daarna of er geen gegevens worden uitgewisseld. ([TOEGANG] verschijnt op het LCD-scherm van de camera als gegevens worden overgeschreven.) 91 VQT1B94 Aansluiten op andere apparatuur Beelden afdrukken 1 Het toestel en de printer aanzetten. 2 Stel de functieknop in op [ Door het toestel direct op een printer aan te sluiten die PictBridge verwerkt via de USB-kabel (bijgeleverd), kunt u de af te drukken opnamen kiezen of starten met afdrukken op het scherm van het toestel. Afdrukinstellingen zoals de afdrukkwaliteit op de printer vooraf instellen. (De gebruiksaanwijzing van de printer lezen.) AV OUT DIGITAL DC IN A: USB-kabel (bijgeleverd) B: AC-adapter (DMW-AC5E; optioneel) • Het kan tijd vergen om bepaalde opnamen af te drukken. Batterijen met voldoende stroom (P21) of de AC-adapter (DMW-AC5E; optioneel) gebruiken als u wenst af te drukken. • Het toestel uitzetten voordat u de kabel erin doet of verwijdert voor de AC-adapter (DMW-AC5E; optioneel). 92 VQT1B94 ]. 3 Het toestel op een printer aansluiten via de USB-kabel A (bijgeleverd). • De USB-kabel aansluiten op de [ ] markering in de richting van de [2] markering op de [DIGITAL] aansluiting. • De USB-kabel op C houden en deze er recht indoen of er uitnemen. • Geen enkele andere USB-kabel gebruiken dan de meegeleverde kabel. • Als de functieknop niet op [ ] staat en u sluit de camera aan op de printer, maakt u eerst de USB-kabel los, u zet de functieknop op [ ] en sluit dan de USB-kabel weer aan. (Afhankelijk van de printer kan het zijn dat u ook deze eerst uit en dan weer aan moet zetten). • Als er geen kaart in het toestel zit wanneer dit op de PC aangesloten wordt, kunt u de beeldgegevens op het ingebouwde geheugen bewerken of openen. Als er een kaart in het toestel zit, kunt u de beeldgegevens erop bewerken of openen. • U kunt niet overschakelen van het ingebouwde geheugen naar de kaart terwijl het toestel op de printer aangesloten is. Als u wenst over te schakelen van het ingebouwde geheugen naar de kaart, maakt u de USB-kabel los, doet u de kaart in het toestel (of verwijdert u deze) en sluit u vervolgens de USB-kabel opnieuw aan op de printer. Aansluiten op andere apparatuur • Als u de leeftijd van [BABY1]/[BABY2] (P48) of [HUISDIER] (P48) in de scènefunctie wenst af te drukken of het aantal dagen dat is verstreken sinds de vertrekdatum van [REISDATUM] (P54) gebruikt u hiervoor het programma [LUMIX Simple Viewer] of [PHOTOfunSTUDIO-viewer-] op de CD-ROM (meegeleverd) en print u met de PC. Voor informatie hierover raadpleegt u de handleiding voor aansluiting op de PC. • Om meer te weten over printers die PictBridge verwerken, neemt u contact op met uw plaatselijke dealer. ∫ Een beeld kiezen en afdrukken 1 Op 2/1 drukken om het beeld te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken. ∫ Meerdere beelden kiezen en afdrukken 1 Op 3 drukken. 2 Druk op 3/4 om het onderdeel te kiezen en vervolgens op [MENU/SET]. PictBridge MULTI SELECTEREN ALLES SELECTEREN DPOF FOTO FAVORIETEN SELEC [DPOF FOTO] Drukt alleen de in [DPOF] ingestelde beelden af (P80). • Het bericht verdwijnt binnen ongeveer 2 seconden. ENKELVOUDIG SELECT. PRINT START PRINT MET DAT. AANTAL PRINTS PAPIERAFMETING LAY-OUT PAGINA ANNUL SELEC OFF 1 OFF INST. MENU MENU /SET • Druk op [MENU/SET] om het afdrukken te annuleren. 3 De USB-kabel losmaken na het afdrukken. MENU /SET Alle opgeslagen beelden afdrukken. MENU /SET 2 Op 3 drukken om [PRINT START] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken. MENU [ALLES SELECTEREN] 1/3 MENU INST. Er worden meerdere beelden tegelijkertijd afgedrukt. • Kies eerst [MULTI SELECTEREN]en druk dan op 2/1 om de af te drukken beelden te kiezen. Druk dan op 4. Het pictogram [ ] verschijnt op de beelden die worden afgedrukt. (Druk opnieuw op 4 om de instelling te wissen.) Druk op [MENU/SET] nadat u hebt ingesteld. SELECTEER DE FOTO OM TE PRINTEN PRINTEN OFF [MULTI SELECTEREN] PictBridge SELEC VEELV. AFDR. ANNUL 1秒 [FAVORIETEN]¢ Drukt alleen de als favorieten ingestelde beelden af (P76). ¢Dit verschijnt alleen als [FAVORIETEN] (P76) op [ON] staat. (Ook al staat op geen enkel beeld [ ] kunt u deze niet kiezen ook als [FAVORIETEN] op [ON] staat.) 93 VQT1B94 Aansluiten op andere apparatuur 3 Druk op 3 om [PRINT START] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET]. MULTI SELECTEREN PRINT START PRINT MET DAT. AANTAL PRINTS PAPIERAFMETING LAY-OUT PAGINA ANNUL SELEC 1秒 OFF 1 OFF INST. MENU MENU /SET • [PRINT MET DAT.] en [AANTAL PRINTS] verschijnen niet als [DPOF FOTO] ingesteld is. • De DPOF-instellingen verschijnen als u [DPOF FOTO] hebt gekozen. Als u DPOF-instellingen hebt gekozen, leest u P80 om deze aan te passen. • Op [MENU/SET] drukken om het afdrukken te annuleren. • Als u [MULTI SELECTEREN], [ALLES SELECTEREN] of [FAVORIETEN] kiest, verschijnt een printbevestigingsscherm. Kies [JA] en druk af. • De melding [## FOTO’S AAN HET PRINTEN. VERDERGAAN ?] verschijnt op de printinfopagina als het aantal afdrukken meer dan 1000 bedraagt. ∫ Het afdrukken van de datum, het aantal afdrukken, het formaat en de paginaopmaak instellen Elke onderdeel kiezen in stap 3. • Wanneer u opnamen wilt afdrukken op een papierformaat of met een opmaak die niet verwerkt worden door het toestel, stelt u [PAPIERAFMETING] of [LAY-OUT PAGINA] in op [ ] en stelt u vervolgens het papierformaat of de opmaak in op de printer. (Voor details de handleiding van de printer raadplegen.) • [PRINT MET DAT.] [OFF] Datum wordt niet afgedrukt. [ON] Datum wordt afgedrukt. • Als de printer geen datum afdrukt, kan de datum niet op de foto afgedrukt worden. • [AANTAL PRINTS] Stel het aantal afdrukken in. • U kunt tot en met 999 afdrukken maken. • [PAPIERAFMETING] (Papierformaten die ingesteld kunnen worden voor dit toestel) De papierformaten staan op de pagina’s 1/2 en 2/2. Op 4 drukken om te kiezen. 1/2 4 De USB-kabel losmaken na het afdrukken. De printerinstellingen hebben voorrang. [L/3.5qk5q] 89 mmk127 mm [2L/5qk7q] 127 mmk178 mm [POSTCARD] 100 mmk148 mm [A4] 210 mmk297 mm 2/2¢ [CARD SIZE] 54 mmk85,6 mm [10k15cm] 100 mmk150 mm [4qk6q] 101,6 mmk152,4 mm [8qk10q] 203,2 mmk254 mm [LETTER] 216 mmk279,4 mm ¢Deze onderdelen kunnen niet afgebeeld worden als de printer de papierformaten niet verwerkt. 94 VQT1B94 Aansluiten op andere apparatuur • [LAY-OUT PAGINA] (Paginaopmaken die ingesteld kunnen worden met dit toestel) Instellingen op de printer zijn voorzien van prioriteiten. 1 beeld zonder frame op 1 pagina 1 beeld met een frame op 1 pagina 2 beelden op 1 pagina 4 beelden op 1 pagina • U kunt geen enkel onderdeel kiezen als de paginaopmaak niet verwerkt kan worden door de printer. ∫ Het afdrukken van de datum instellen met vooraf ingestelde DPOF-print We raden aan de DPOF-print voor de datum op voorhand in te stellen met [DPOF PRINT] (P81) wanneer de printer dit verwerkt. Als u [DPOF FOTO] kiest, start het afdrukken en wordt de datum afgedrukt. ∫ Opmaakafdrukken • Wanneer u een beeld verschillende keren afdrukt op 1 vel papier Als u bijvoorbeeld een beeld 4 keer wilt afdrukken op 1 vel papier, [LAY-OUT PAGINA] instellen op [ ] en vervolgens [AANTAL PRINTS] instellen op 4. • Wanneer u verschillende opnamen afdrukt op 1 vel papier Als u bijvoorbeeld 4 verschillende opnamen wilt afdrukken op 1 vel papier, [LAY-OUT PAGINA] instellen op [ ] en vervolgens [AANTAL] in [DPOF PRINT] (P80) instellen op 1 voor elk van de 4 opnamen. • Maak de USB-kabel niet los terwijl het waarschuwingspictogram [ ] op het scherm staat. (Afhankelijk van de printer wordt dit pictogram al dan niet weergegeven.) • Als de resterende batterijstroom te laag wordt terwijl het toestel en de printer aangesloten zijn, knippert het statuslampje en hoort u een alarm. Als dit gebeurt tijdens het afdrukken, op [MENU/ SET] drukken en het afdrukken onmiddellijk stopzetten. Als u niet aan het afdrukken bent, de USB-kabel losmaken. • Het toestel ontvangt een bericht van de printer wanneer de [¥] aanduiding oranje wordt tijdens het afdrukken. Nadat het afdrukken voltooid is, controleren of er problemen zijn met de printer. • Als u veel DPOF-afdrukken maakt of veel DPOF-opnamen afdrukt, kunnen opnamen meerdere keren afgedrukt worden. Het op het scherm aangeduide resterende aantal afdrukken kan verschillen van de aantalinstelling. Dit is geen storing. • Bij het afdrukken van de datum, kan de instelling op de printer de voorrang geven aan de instelling op het toestel. Controleer daarom ook de instelling voor het afdrukken van de datum op de printer. • De melding [USB MODE GEWIJZIGD. VERWIJDER DE USB-KABEL.] verschijnt als u de keuzeknop op een andere functie dan [ ] zet terwijl de camera en de printer verbonden zijn met elkaar. Zet de knop op [ ] en maak dan de USB-kabel los. Als dit gebeurt tijdens het afdrukken, stopt u met afdrukken en maakt u de USB-kabel los. 95 VQT1B94 Aansluiten op andere apparatuur Opnamen terugspelen op een TV-scherm ∫ Opnamen terugspelen met de AV-kabel (bijgeleverd) • De [TV-ASPECT] instellen (P20) • Zet het toestel en de televisie uit. • Afhankelijk van de aspectinstellingen kunnen zwarte stroken boven en onder of links en rechts van de beelden verschijnen. • Geen andere AV-kabels gebruiken dan de meegeleverde kabel. • Geluid terugspelen gebeurt in mono. • De gebruiksaanwijzing van de TV lezen. • Als u een beeld verticaal terugspeelt, kan het wazig zijn. • U kunt opnamen bekijken op TV’s in andere landen of plaatsen met een NTSC of PAL-systeem als u [VIDEO UIT] in het [SET-UP] menu instelt. AV OUT DIGITAL DC IN 1 De AV-kabel A (bijgeleverd) aansluiten op de [AV OUT] aansluiting op het toestel. • De AV-kabel aansluiten met de [ ] markering in de richting van de [2] markering op de [AV OUT] aansluiting. • De AV-kabel op B houden en deze er recht indoen of uithalen. 2 De AV-kabel aansluiten op de video- en geluidaansluitingen op de TV. • 1 Geel:naar de videoaansluiting • 2 Wit: naar het geluidsaansluiting 3 De televisie aanzetten en “externe aansluiting” kiezen. 4 Zet het toestel aan. 96 VQT1B94 ∫ Opnamen terugspelen op een TV met een slot voor een SD-geheugenkaart Stilstaande opnamen die gemaakt zijn met een SD-geheugenkaart kunnen teruggespeeld worden op een TV met een SD-geheugenkaartslot. • Afhankelijk van het TV-model kunnen de opnamen misschien niet afgespeeld worden op het hele scherm. • Bewegende beelden kunnen niet teruggespeeld worden. Om bewegende beelden terug te spelen, het toestel op de TV aansluiten met de AV-kabel (bijgeleverd). • MultiMediaCard kunnen wellicht niet afgespeeld worden. Overige Overige Schermdisplay 1 2 3 4 5 6 Tijdens de opname (na de instellingen) 15 Burstfunctie (P65) : Geluidsopname (P52, 63) 7 14 16 Witbalans (P59) 7 F2.8 1/30 13 12 8 9 10 11 17 ISO-gevoeligheid (P61) ISOMAX / ISOMAX / ISOMAX : ISO-limiet (P42) 400 800 1250 18 Kleurfunctie (P67) 19 Opnamefunctie (P52) / / / / (16:9) (4:3) In opname 20 Beschikbare opnametijd (P52): R8m30s Opnemen met de normale opnamefunctie [ ] (Begininstelling) 21 Histogram (P33) 1 Opnamefunctie 2 Flitsfunctie (P35) 3 AF-zone (P22) 4 Focus (P22) 5 Beeldresolutie (P62) 22 Leeftijd (P48) • Dit verschijnt ongeveer 5 seconden lang als u het toestel aan zet in de [BABY1]/[BABY2] of [HUISDIER] in de scènefunctie. Het aantal dagen dat verstreken is sinds de reisdatum (P54) 6 Kwaliteit (P62) : Waarschuwingsbeweging (P24) 23 Reisdatum (P54) 7 Batterij-aanduiding (P21) 25 Huidige datum en tijd/ De reisbestemming instellen (P56): • Dit wordt gedurende ongeveer 5 seconden afgebeeld wanneer het toestel aan wordt gezet, na het instellen van de klok en na het overschakelen van de terugspeelfunctie naar de opnamefunctie. 8 Aantal opnamen (P110) 9 Ingebouwd geheugen (P13) : Kaart (P13) 10 Opnamestaat 11 AF-Puntzone (P63) 12 Sluitertijd (P22) 24 Verstreken opnametijd (P52) Zoom (P26)/Extra optische zoom (P26)/ Digitale zoom (P27): 13 Lensopening (P22) W 14 Optische beeldstabilisator (P64) T 1X 26 Intelligente ISO-gevoeligheidsfunctie (P42) 15 16 17 18 19 27 Belichtingscompensatie (P40) ISO100 NATURAL R50s 20 28 Auto Bracket (P41) 29 Langzame sluiter (P67) 32 31 30 29 28 5s 27 26 21 22 23 24 25 30 Hoge-hoekfunctie (P34)/ : LCD-versterking (P34) 31 Zelfontspannerfunctie (P39) 32 AF-lamp (P66) 97 VQT1B94 Overige 1 2 3 4 3 5 16 6 15 14 7 8 9 13 11 Huidige datum en tijd • Dit wordt gedurende ongeveer 5 seconden afgebeeld wanneer het toestel aan wordt gezet, na het instellen van de klok en na het overschakelen van de terugspeelfunctie naar de eenvoudige functie. Zoom (P26)/Extra optische zoom (P26): 12 11 10 BACKLIGHT Opnemen in de eenvoudige functie 1 Flitsfunctie (P35) 2 Focus (P22) 3 Opnamefunctie (P24) : Waarschuwingsbeweging (P24) W T 1X 12 Het aantal dagen dat verstreken is sinds de reisdatum (P54) 13 Compensatie achtergrondverlichting (P26) 14 LCD-versterking (P34) 4 Batterij-aanduiding (P21) 15 Zelfontspanner functie (P39) 5 Aantal opnamen 16 AF-lamp (P66) 6 Ingebouwd geheugen (P13) : Kaart (P13) 7 Opnamestaat 8 AF-zone (P22) 9 Reisdatum (P54) 10 Achtergrondverlichting compenseren (P26) 98 VQT1B94 Overige 1 2 20 19 18 17 16 15 14 3 4 5 6 1 AUDIO AFSPELEN 7 100 _ 0001 1/3 1E DAG F2.8 1/30 ISO100 10 Waarschuwingspictogram kabelaansluiting (P95) AWB 10:00 1.DEC. 2007 8 9 10 11 12 13 In terugspelen Bewegende-beeldenopname (P71): 8m30s 11 Histogram (P33) 12 Opname-informatie 13 Favoriete instellingen (P76)/Verstreken terugspeeltijd (P71): 8m30s 1 Terugspeelfunctie (P29) 14 Opgenomen datum en tijd/De reisbestemming instellen (P56) 2 Aantal DPOF-prints (P80) 15 Leeftijd (P48) 3 Beveiligd beeld (P82) 16 LCD-versterking (P34) 4 Beeld met geluid/Bewegende beelden (P71) 17 Het aantal dagen dat verstreken is sinds de reisdatum (P54) 5 Beeldresolutie (P62) 18 Geluid terugpelen (P71) WEERG. BEW. : In Bewegende BEELDEN beeldenfunctie (P71) 6 Kwaliteit (P62) In de bewegende-beeldenfunctie (P71) / / / (4:3) / (16:9) 19 Vastgelegde datumafdruk (P78) 20 Favorieten (P76) In de eenvoudige functie (P24) : ENLARGE : 4qk6q/10k15cm : E-MAIL 7 Batterij-aanduiding (P21) 8 Map/bestandsnummer (P90) Ingebouwd geheugen (P13) : Kaart (P13) 9 Beeldnummer/Totaal opnamen 99 VQT1B94 Overige Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik ∫ Wat u wel en niet moet doen met dit toestel Laat het toestel niet vallen, klop er niet mee en oefen er geen zware kracht op uit. • Erop letten de tas/hoes waar het toestel inzit nergens tegen aan te stoten en niet te laten vallen aangezien dit schade zou kunnen opleveren aan het toestel, de lens of de LCD-monitor. • Geen andere spullen aan de polsband hangen die bij het toestel wordt geleverd. Bij het opbergen zou er anders iets tegen de LCD-monitor kunnen komen en zou deze zo beschadigd kunnen worden. • Geen papieren zak gebruiken voor het toestel aangezien een papieren zak makkelijk stuk kan gaan en het toestel zo kan vallen en kapot kan gaan. • We raden het sterk aan dat u een goede toesteltas/goed toestelkistje aanschaft bij uw plaatselijke dealer om uw toestel te beschermen. Houd het toestel uit de buurt van magnetische apparatuur (zoals magnetrons, televisie, videospelletjes, enz.). • Indien u het toestel op of naast een televisie gebruikt, kunnen de opnamen en de audio onderbroken worden door de straling van de elektromagnetische golven. • Gebruik het toestel niet in de buurt van een mobiele telefoon omdat het geluid kan ervan een nadelige invloed kan hebben op de opnamen en de geluiden. • Opgenomen gegevens kunnen beschadigd worden of beelden kunnen vervormd worden, als gevolg van sterke magnetische velden die gecreëerd worden door luidsprekers of zware motoren. • De straling van elektromagnetische golven die door een microprocessor gegenereerd wordt, kan een nadelige invloed hebben op het toestel en storingen van beelden en geluiden veroorzaken. 100 VQT1B94 • Als het toestel de invloed van magnetische geladen apparatuur ondergaat en vervolgens niet naar behoren werkt, dient u het toestel uit te schakelen en de batterij te verwijderen, of de netspanningsadapter (DMW-AC5E; optioneel) los te maken, en vervolgens de batterij weer terug te plaatsen of de netspanningsadapter weer aan te sluiten. Hierna schakelt u het toestel weer in. Gebruik de digitale fotocamera niet in de nabijheid van hoogspanningsdraden of hoogspanningsleidingen. • Opnemen in de buurt van hoogspanningsdraden of hoogspanningsleidingen kan nadelige gevolgen hebben voor de opnamen of geluiden. Altijd de meegeleverde snoeren en kabels gebruiken. Ook voor optionele accessoires gebruikt u altijd de meegeleverde snoeren en kabels. De snoeren of de kabels niet langer maken. Het toestel niet bespuiten met insectenverdelgers of chemische middelen. • Wordt het toestel met chemische middelen bespoten dan kan het beschadigd raken en de afwerkingslaag er van af gaan. • Vermijd langdurig contact van de digitale fotocamera met rubber of plastic. Gebruik geen benzine, verdunners of alcohol om de camera te reinigen. • Voordat u het toestel schoonmaakt, de batterijen verwijderen of de AC-adapter (DMW-AC5E; optioneel) uit het stopcontact halen. • Het toestel kan beschadigd raken en de afwerkingslaag kan eraf gaan. • Veeg stof of vingerafdrukken weg met een droge en zachte doek. • Reinig het toestel niet met vaatwasproducten of chemisch behandelde doekjes. Overige ∫ Over de LCD-monitor • Niet met grote kracht op de LCD-monitor drukken. Ongelijke kleuren kunnen op de LCD-monitor verschijnen en dit kan voor storing zorgen. • Als het toestel koud is wanneer u het aanzet, kan het beeld op de LCD-monitor aanvankelijk een beetje donkerder dan normaal zijn. Het beeld zal echter weer normaal helder worden zodra het toestel zelf opgewarmd is. De LCD-monitor wordt geproduceerd met hoge-precisietechnologie. Toch kunnen er donkere of lichte punten op het scherm staan (rood, blauw of groen). Dit is geen defect. De LCD-monitors hebben meer dan 99,99% effectieve pixels met nauwelijks 0,01% van de pixels die niet actief zijn of altijd oplichten. De punten zullen niet opgenomen worden op beelden op het ingebouwde geheugen of een kaart. ∫ Over de Lens • Niet hard op de lens drukken. • Het toestel niet met de lens naar de zon toe laten aangezien dit voor het slecht gaan werken van het toestel kan zorgen. Verder voorzichtig zijn wanneer u het toestel buiten laat of dicht bij een raam. ∫ Batterij De batterij is een oplaadbare lithium-ionbatterij. De stroom wordt opgewekt door de chemische reactie in de batterij. Deze reactie wordt beïnvloed door de temperatuur en de vochtigheid. Door te hoge of te lage temperaturen gaan batterijen minder lang mee. Steek de batterij in de meegeleverde batterijhouder. Als u de batterijen per ongeluk laat vallen, controleert u of de batterijen en de aansluitingen beschadigd zijn. • Door een beschadigde batterij in het toestel te doen zal het toestel stukgaan. Opgeladen reservebatterijen meenemen wanneer u op stap gaat. • U dient eraan te denken dat de levensduur van de batterijen korter wordt bij lage temperaturen zoals op skipistes. • Als u op reis gaat, vergeet dan niet de batterijlader in te pakken (bijgeleverd) zodat u de batterij kunt opladen tijdens uw reis. Onbruikbare batterijen weggooien. • Batterijen hebben een beperkte levensduur. • Batterijen niet in open vuur gooien, dit kan ontploffing veroorzaken. De batterijaansluitingen niet aanraken met metalen voorwerpen (zoals kettingen, haarpinnen, enz.). • Dit kan kortsluiting of hitte veroorzaken en u zou uzelf ernstig kunnen verbranden als u de batterij aanraakt. Haal de batterij altijd uit het toestel na gebruik. 101 VQT1B94 Overige ∫ Oplader • Als u de batterijoplader in de buurt van een radio gebruikt, kan de radio-ontvangst verstoord zijn. De oplader 1 m of meer van een radio weghouden. • De oplader kan ruis maken wanneer deze gebruikt wordt. Dit is geen storing. • Na het gebruik, haalt u de AC-kabel uit het stopcontact. (Er gaat nog steeds een heel klein beetje stroom door deze kabels als u ze aangesloten laat.) • De aansluitingen van de oplader en de batterij schoon houden. ∫ Kaart De kaart niet op plaatsen met een hoge temperatuur bewaren, waar makkelijk elektromagnetische golven of statische elektriciteit opgewekt kunnen worden, of op plaatsen die blootgesteld zijn aan direct zonlicht. De kaart niet plooien of laten vallen. • De kaart kan beschadigd worden of de opgenomen inhoud zou beschadigd of uitgewist kunnen worden. • De kaart in de kaarthoes of het zakje doen na gebruik en wanneer u de kaart opslaat of vervoert. • Laat de kaart niet vuil worden en zorg ervoor dat er geen vuil, stof of water op de aansluitingen achterop de kaart komen. Raak de aansluitingen niet aan met uw vingers. 102 VQT1B94 ∫ Wanneer u het toestel niet gebruikt gedurende een lange tijdsperiode • De batterij in een koele en droge plaats met een relatief stabiele temperatuur opbergen. [Aanbevolen temperatuur: 15 oC tot 25 oC, Aanbevolen vochtigheid: 40% tot 60%] • De batterijen en de kaart altijd uit het toestel verwijderen. • Als de batterijen in het toestel gelaten worden zullen ze ontladen zelfs als het tostel uitstaat. Als de batterijen nog langer in het toestel blijven, zullen ze te veel leeg raken en kunnen ze onbruikbaar worden, zelfs wanneer ze opgeladen worden. • Wanneer de batterijen voor een lange tijd opgeslagen worden, raden we aan ze eens per jaar op te laden. De batterijen uit het toestel verwijderen en ze weer opslaan nadat ze helemaal leeg geraakt zijn. • We raden aan het toestel op te slaan met een droogmiddel (kwartsglas gel) wanneer u deze in een kast bewaart. Overige Waarschuwingen op het scherm Soms verschijnen op het scherm bevestigingen of foutmeldingen. De belangrijkste meldingen worden hieronder beschreven. [GEHEUGENKAART VERGRENDELD] De Schrijfbeschermingschakelaar op de SD-geheugenkaart en de SDHC-geheugenkaart worden naar [LOCK] verplaatst. Verschuif de schakelaar terug om deze te ontgrendelen. (P13, 82, 88) [GEEN JUISTE FOTO OM WEER TE GEV EN] Een beeld opnemen of een kaart in het toestel doen met een opgenomen beeld en dit vervolgens afspelen. [DEZE FOTO IS BEVEILIGD] Het beeld wissen of erover heen schrijven nadat de beveiliging geannuleerd is. (P82) [DEZE FOTO IS BEVEILIGD]/ [BEVEILIGDE FOTO’S WORDEN NIET GEWIST] Beelden die niet voldoen aan de DCF-standaard kunnen niet gewist worden. Als u bepaalde opnamen wilt wissen, de kaart formatteren nadat de nodige gegevens op een PC enz. opgeslagen zijn. (P88) [ER KUNNEN GEEN EXTRA WISSELECTIES GEMAAKT WORDEN] U hebt meer opnamen gemaakt dan in één keer kunnen worden ingesteld met [MULTI] in [DATUM AFDR.] of [MULTI WISSEN]. Wijzig de ingestelde beelden of leg datumafdruk vast voor deze beelden en herhaal de stap voor de resterende beelden. Er zijn meer dan 999 favorieten ingesteld. [KAN OP DEZE FOTO NIET INGESTELD WORDEN] DPOF-printen kan niet worden ingesteld voor beelden die niet voldoen aan de DCF-standaard. [NIET VOLDOENDE RUIMTE INTERN GEHEUGEN]/[NIET VOLDOENDE GEHEUGEN OP DE KAART] Er is geen ruimte over in het ingebouwde geheugen of op de kaart. • Wanneer u opnamen kopieert van het ingebouwde geheugen op de geheugenkaart (batchkopie), worden de opnamen gekopieerd totdat de kaart vol is. [DIV. FOTO’S KUNNEN NIET GEKOP. WORDEN]/ [KOPIE KAN NIET VOLTOOID WORDEN] De volgende opnamen kunnen niet gekopieerd worden. • Wanneer er een beeld met dezelfde naam als het te kopiëren beeld in de kopiebestemming bestaat. • Bestanden die niet voldoen aan de DCF-standaard. Verder kunnen opnamen die gemaakt of bijgewerkt zijn met andere apparatuur eventueel niet gekopieerd worden. [FOUT INT. GEHEUGEN FOTM. INT. GEH.?] Dit bericht zal verschijnen als u het ingebouwde geheugen op uw PC formatteert of de batterijen verwijdert zonder het toestel uit te zetten. Het ingebouwde geheugen op het toestel formatteren. (P88) De gegevens in het ingebouwde geheugen zullen gewist worden. [STORING GEHEUGENKAART KAART FORMATEREN?] Het kaartformaat kan niet herkend worden door het toestel. De kaart opnieuw formatteren met het toestel nadat de nodige gegevens opgeslagen zijn op een PC enz. (P88) [AUB CAMERA UIT- EN INSCHAKELEN] Deze waarschuwing zal verschijnen als u op de lens duwt met uw hand of andere voorwerpen of als de camera niet naar behoren werkt. Het toestel uit- en aanzetten. Indien het bericht opnieuw verschijnt, contact opnemen met de leverancier of met het dichtstbijzijnde servicecentrum. 103 VQT1B94 Overige [PARAMETERFOUT GEHEUGENKAART] Gebruik een kaart die geschikt is voor dit toestel. (P4, 13) • U kunt alleen een SDHC-geheugenkaart gebruiken als u kaarten gebruikt met 4 GB of meer vermogen. [STORING GEHEUGENKAART CONTROLEER DE GEHEUGENKAART] • Fout tijdens het openen van de kaart. Steek de kaart opnieuw in het toestel. [LEESFOUT CONTROLEER DE GEHEUGENKAART] Er heeft zich een fout voorgedaan bij het aflezen van de gegevens. Voer de kaart opnieuw in. Controleer of de kaart goed in het toestel zit en speel vervolgens opnieuw af. [SCHRIJFFOUT CONTROLEER DE GEHEUGENKAART] Er heeft zich een fout voorgedaan tijdens het schrijven van de gegevens. Het toestel uitzetten en de kaart eruit halen. De kaart er opnieuw indoen en het toestel weer aanzetten. Het toestel moet uit staan voordat u de kaart erin doet of eruit haalt omdat u anders de kaart kunt beschadigen. [OPNAME BEW. BEELDEN GEANN. SCHRIJFSNELHEID KAART TE BEPERKT] • Wanneer u de beeldkwaliteit instelt op [30fpsVGA] of [30fps16:9], raden we het gebruik aan van een high-speed-SD-geheugenkaart met “10MB/s” of meer. • Afhankelijk van het type SD-geheugenkaart of SDHC-geheugenkaart kan het opnemen halverwege stoppen. 104 VQT1B94 [CREËREN VAN EEN MAP NIET MOGELIJK ] U kunt geen map aanmaken omdat er geen mapnummers meer zijn. (P90) De kaart formatteren nadat de nodige gegevens op een PC enz. opgeslagen zijn. (P88) Als u [NR.RESET] in het [SET-UP] menu kiest na het formatteren, wordt de mapnummer weer op 100 gezet. (P19) [BEELD WORDT WEERGEGEVEN VOOR 4:3 TV]/[BEELD WORDT WEERGEGEVEN VOOR 16:9 TV] • De AV-kabel is aangesloten op de camera. Druk op [MENU/SET] als u deze melding wenst te annuleren. • Kies [TV-ASPECT] in het [SET-UP] menu om het TV-aspect te wijzigen. (P20) • Deze melding verschijnt ook als de USB-kabel alleen in de camera zit. Sluit het andere eind van de USB-kabel in dit geval aan op een PC of een printer. (P89, 92) [SLUIT DE PRINTER OPNIEUW AAN.] Deze melding verschijnt als u de keuzeknop op de printfunctie zet [ ] terwijl het toestel is aangesloten op de PC. Als u het toestel aansluit op een printer zet u de functie op een andere dan [ ] en controleert u daarna of er geen gegevens worden uitgewisseld. ([TOEGANG] verschijnt op de LCD-monitor van dit toestel als gegevens worden verzonden). [USB MODE GEWIJZIGD. VERWIJDER DE USB-KABEL.] Deze melding verschijnt als u de keuzeknop op een andere dan de printfunctie zet [ ] terwijl het toestel is aangesloten op de printer. Zet de keuzeknop weer op [ ] en maak de USB-kabel los. Als u aan het printen bent, stopt u met printen en maakt u dan de USB-kabel los. Overige Problemen oplossen De menu-instellingen resetten, kan veel problemen oplossen. [RESETTEN] in het [SET-UP] menu kiezen. (P20) ∫ Batterijen en stroom 1: Het toestel kan niet bediend worden zelfs wanneer het aanstaat. • Zitten de batterijen goed in het toestel? – Controleer de richting van de batterij. (P12) • Is de batterij voldoende opgeladen? – Gebruik een batterij die voldoende opgeladen is. 2: De LCD-monitor gaat uit terwijl het toestel aanstaat. • Is de energiebesparingsfunctie (P18) of de besparingsfunctie (P18) geactiveerd? – Tot de helft op de ontspanknop drukken om deze functies te annuleren. • Zijn de batterijen leeg? – Gebruik een batterij die voldoende opgeladen is. 3: Het toestel gaat uit onmiddellijk nadat het aangezet is. • Is de batterij voldoende geladen om de fotocamera te doen werken? – Gebruik een batterij die voldoende opgeladen is. – Als u het toestel aan laat staan, zullen de batterijen leeg raken. Het toestel vaak uitzetten met de besparingsfunctie (P18), de energiebesparingsfunctie enz. ∫ Opnemen 1: Heet beeld kan niet opgenomen worden. • Is de functieknop correct ingesteld? • Is er nog ruimte over in het ingebouwde geheugen of op de kaart? – Voordat u opneemt, enkele opnamen uitwissen. (P29) 2: Het opgenomen beeld is witachtig. De lens is vuil. • Het beeld kan witachtig worden als er vuil, bijv. vingerafdrukken, op de lens zit. Als de lens vuil is, zet u de camera uit, u trekt de lenscilinder uit (P8) en wrijft de lens voorzichtig schoon met een droge doek. 3: De opname is te licht of te donker. • Controleer de instelling van de belichtingscompensatie. (P40) 4: Er worden 2 of 3 beelden één voor één genomen. • Is de auto bracket (P41) of de burstfunctie ingesteld? (P65) 5: Het object is niet goed scherp. • Het focusbereik varieert afhankelijk van de opnamefunctie. De functieknop gebruiken om de juiste functie in te stellen voor de afstand tot het object. • Is het object uit het focusbereik? (P22, 43) • Hebt u een opname met beweging gemaakt? 6: Het opgenomen beeld is wazig. De beeldstabilisator werkt niet. • De sluitertijd zal langzamer worden en de functie optische beeldstabilisator kan niet goed werken wanneer er opnamen gemaakt worden vooral op donkere plekken. In dit geval raden we aan het toestel stevig vast te houden met beide handen wanneer u opnamen maakt. (P22) Wij raden aan de zelfontspanner te gebruiken (P39) voor opnamen met een lange sluitertijd. 105 VQT1B94 Overige 7: Het opgenomen beeld ziet er ruw uit. Er verschijnt ruis op het beeld. • Is de ISO-gevoeligheid hoog of de sluitertijd langzaam? (De ISO-gevoeligheid is ingesteld op [AUTO] wanneer het toestel vervoerd wordt. Daarom neemt de ISO-gevoeligheid toe als u binnenshuis opnamen maakt enz.) – De ISO-gevoeligheid verminderen. (P61) – [KLEURFUNCTIE] op [NATURAL] instellen. (P67) – Beelden op heldere plekken maken. • In [H. GEVOELIGH.] (P49) in de scènefunctie wordt de resolutie van een opname iets minder door de hoge gevoeligheid. Dit is geen storing. 8: De helderheid of de kleuren van de opname kunnen verschillen van wat u echt ziet. • Als u opneemt in fluorlicht kunnen helderheid en kleuren lichtjes wijzigen als de sluitertijd korter wordt. Dit wordt veroorzaakt door het fluorlicht en is geen storing van het toestel. 9: Een rode verticale lijn verschijnt op de LCD-monitor als u de ontspanknop half indrukt of als u bewegende beelden opneemt. • Dit effect heet “smear”. Het is kenmerkend voor CCD en treedt op als een voorwerp een zeer helder gedeelte heeft. Er kunnen ook zwarte of groene lijnen verschijnen of zelfs verschillende kleuren rondom de smear. Dit is echter geen storing. Het treedt op in bewegende beelden, niet in stilstaande. 106 VQT1B94 10:Opnemen van bewegende beelden stopt halverwege. • Gebruikt u een MultiMediaCard? – Dit apparaat verwerkt geen MultiMediaCard. • Wanneer u de beeldkwaliteit instelt op [30fpsVGA] of [30fps16:9] raden we het gebruik aan van een high-speed SD-geheugenkaart met “10MB/s” of meer. • Afhankelijk van het type SD-geheugenkaart of SDHC-geheugenkaart kan het opnemen halverwege stoppen. ∫ LCD-monitor 1: De LCD-monitor gaat soms uit terwijl het toestel aanstaat. • Hebt u de besparingsfunctie ingesteld? (P18) – In de besparingsfunctie gaat de LCD-monitor uit terwijl de flits opgeladen wordt. 2: De LCD-monitor wordt even donkerder of helderder. • Dit gebeurt als u tot de helft op de ontspanknop drukt om de lensopening in te stellen en heeft geen invloed op de opnamen. 3: De LCD-monitor knippert binnenshuis. • De LCD-monitor kan enkele seconden lang knipperen als u de camera binnenshuis aanzet in fluorescerend licht. Dit is geen storing. 4: De LCD-monitor is te helder of te donker. • Stel de helderheid van het scherm af. (P19) • Zijn de LCD-versterkings functie of de hoge-hoekfunctie geactiveerd? 5: Er verschijnen zwarte, rode, blauwe en groene stippen op de LCD-monitor. • Deze pixels beïnvloeden de opgenomen opnamen niet. Dit is geen storing. Overige 6: Ruis op de LCD-monitor. • Op donkere plekken kan ruis optreden om de helderheid van de LCD-monitor te behouden. Dit heeft geen invloed op de opnamen die u aan het maken bent. ∫ Flits 1: De flits is niet geactiveerd. • De flitsinstelling is vast ingesteld op UIT [ ]? – De flitsinstelling wijzigen. (P35) • De flits is niet geactiveerd wanneer de bewegende-beeldenfunctie [ ] (P52), [LANDSCHAP] (P46), [NACHTL. SCHAP] (P46), [ZONSONDERG.] (P49), [H. GEVOELIGH.] (P49), [STERRENHEMEL] (P49), [VUURWERK] (P50) of [LUCHTFOTO] (P50) in de scènefunctie gekozen is. 2: De flits wordt 2 keer geactiveerd. • Wanneer u rode-ogenreductie (P36) kiest, wordt de flits één keer geactiveerd vóór de eigenlijke opname om het rode-ogeneffect (ogen van het object zien er rood uit op het beeld) te reduceren en wordt vervolgens opnieuw geactiveerd voor de eigenlijke opname. ∫ Terugspelen 1: Het beeld dat teruggespeeld wordt, is gedraaid en wordt afgebeeld in een onverwachte richting. Het toestel draait automatisch de weergave van opnamen die verticaal met de camera gemaakt zijn. (Als u opnamen maakt door het toestel naar boven of naar beneden te richten, kan het toestel dit herkennen als “verticaal”.) • U kunt de opnamen afbeelden zonder dat deze gedraaid worden wanneer u [LCD ROTEREN] (P77) instelt op [OFF]. • U kunt opnamen draaien met de [ROTEREN] functie. (P77) 2: De opname wordt niet teruggespeeld. • Is de functieknop op terugspelen gezet [ ]? • Staat er een beeld op het ingebouwde geheugen of op de kaart? De opnamen in het ingebouwde geheugen verschijnen als er geen kaart in het toestel zit. De beeldgegevens op een kaart verschijnen alleen als er een kaart in het toestel zit. (P13) 3: Het mapnummer en het bestandsnummer worden afgebeeld als [—] en het scherm wordt zwart. • Is het beeld bewerkt met een PC of opgenomen met een digitaal toestel van een andere fabrikant? Dit kan ook gebeuren als de batterijen onmiddellijk eruit gehaald worden na het opnemen of als u opneemt met lege batterijen. – De gegevens formatteren om de hierboven genoemde opnamen (P88) te wissen. (Het formatteren wist alle gegevens definitief, inclusief alle andere opnamen. Controleer de gegevens aandachtig voordat u formatteert.) 4: De opname verschijnt met een andere datum dan de datum die opgeslagen is in de kalenderterugspeelfunctie. • Is het beeld bewerkt met een PC of opgenomen met een digitaal toestel van een andere fabrikant? Dit soort opnamen kan een andere datum hebben dan de huidige opnamedatum die geldt voor de kalenderterugspeelfunctie. (P69) • Hebt u de klok eerst op het juiste uur gezet voordat u de opnamen hebt gemaakt? (P14) Al de klok van de camera bijvoorbeeld ingesteld is op een andere datum en tijd dan die van de PC en u slaat opnamen in de PC op die u met de camera hebt gemaakt, waarna u deze opnamen weer op de kaart zet, kunnen de data op de opnamen verschillen van de data in de kalenderterugspeelfunctie. 107 VQT1B94 Overige ∫ TV, PC en printer 1: Het beeld verschijnt niet op de televisie. • Is het toestel correct op de TV aangesloten? • De TV-input instellen op extern. 2: De displayzones op het TV scherm en de LCD-monitor van het toestel verschillen. Afhankelijk van het TV model, kan de displayzone kleiner zijn zodat het beeld horizontaal of verticaal uitgerekt wordt en kunnen de bovenkant en de onderkant of de linker- en de rechterkant eraf geknipt worden. Dit is een eigenschap van de TV en is geen storing. 3: Bewegende beelden kunnen niet op een TV afgespeeld worden. • Probeert u bewegende beelden terug af te spelen door de kaart rechtstreeks in een kaartingang op de TV te steken? – Sluit de camera aan op de TV met de AV-kabel (bijgeleverd) en speel dan de beelden af die op de camera staan. (P96) 4: Het beeld verschijnt niet helemaal op de TV. • Stel het TV-aspect in op de camera. (P20) 5: Het beeld kan verplaatst worden wanneer het toestel aangesloten is op een PC. • Is het toestel correct aangesloten op de PC? • Wordt het toestel correct herkend door de PC? 6: De kaart wordt niet herkend door de PC. (Het ingebouwde geheugen wordt herkend. ) • De USB-kabel losmaken. Maak de kabel pas vast als de kaart in het toestel zit. 108 VQT1B94 7: Het beeld kan niet afgedrukt worden wanneer het toestel op een printer aangesloten is. • Verwerkt de printer PictBridge? • Stel de functie weer in op [ ]. (P92) 8: De uiteinden van de opnamen worden eraf geknipt bij het afdrukken. • Wanneer u een printer gebruikt met een bijwerkfunctie of een kantenvrije afdrukfunctie, dient u deze functie te annuleren voordat u afdrukt. (Voor details, de gebruiksaanwijzing lezen van de printer.) • Wanneer u de opnamen laat afdrukken, dient u te vragen of de opnamen afgedrukt kunnen worden met beide uiteinden. ∫ Overige 1: Er werd per ongeluk een onleesbare taal gekozen. • Druk op [MENU/SET], kies het [SET-UP] menupictogram [ ] en kies dan het [ ] pictogram om de gewenste taal in te stellen. (P20) 2: De instelling voor de automatische overzichtsfunctie is uitgeschakeld. • Bent u opnamen aan het maken met auto bracket (P41)? Staat het toestel in burstfunctie (P65) of bewegende-beeldenfunctie [ ] (P52) of [ZELFPORTRET] (P45)? Is [AUDIO OPNAME] ingesteld op [ON] (P63)? – In deze gevallen kunt u de automatische overzichtsfunctie in het [SET-UP] menu niet instellen. 3: Een rode lamp gaat soms aan wanneer de ontspanknop tot de helft ingedrukt wordt. • Op donkere plekken gaat de AF-lamp (P66) branden om gemakkelijker op het object scherp te stellen. Overige 4: De AF-lamp gaat niet aan. • Is [AF ASS. LAMP] in het [OPNAME] functiemenu ingesteld op [ON]? (P66) • Maakt u opnamen op een donkere plek? – De AF-lamp gaat niet aan op heldere plekken. • De AF-lamp gaat niet aan als u [ZELFPORTRET] (P45), [LANDSCHAP] (P46), [NACHTL. SCHAP] (P46), [ZONSONDERG.] (P49), [VUURWERK] (P50) of [LUCHTFOTO] (P50) hebt ingesteld in de scènefunctie. 5: Het toestel wordt warm. • Het oppervlak van het toestel kan warm worden tijdens het gebruik. Dit heeft geen invloed op de prestaties of de kwaliteit van het toestel. 6: De lens klikt. • Wanneer de helderheid wijzigt wegens bewegen met de zoom of het toestel enz., kan de lens een klikkend geluid maken en kan het beeld op het scherm drastisch wijzigen. Dit heeft echter geen invloed op het beeld. Dit geluid wordt veroorzaakt door de automatische afstelling van de lens. Dit is geen storing. 7: De klok is opnieuw ingesteld. • Als u het toestel gedurende lange tijd niet gebruikt, kan het zijn dat de klok opnieuw ingesteld wordt. Wanneer het bericht [AUB KLOK INSTELLEN] verschijnt, stel dan de klok opnieuw in. (P14) • Wanneer u een opname maakt voordat de klok is ingesteld, wordt [0:00 0. 0. 0] opgeslagen. 9: Er verschijnen kleuren op het beeld die er niet in de werkelijke scène waren. • Afhankelijk van de zoomuitvergroting kan het beeld gekleurde randen rondom het object hebben. Dit heet chromatische aberratie en kan zichtbaarder zijn in het geval van ver verwijderde objecten. Dit is echter geen storing. 10:De bestandsnummers zijn niet op volgorde opgenomen. • Wanneer u een handeling uitvoert na een bepaalde actie, kunnen de opnamen opgeslagen worden in mappen met nummers die anders zijn dan de nummers die vóór deze handeling gebruikt werden. (P90) 11:De mapnummers worden in toenemende volgorde opgeslagen. • Als de batterij in het toestel wordt gestoken of eruit wordt gehaald terwijl de camera niet uit staat, verliest u de mapnummers. Als u echter de camera weer aan zet en opnamen maakt, zullen de opgeslagen mapnummers verschillen van de vorige mapnummers. 12: De opname wordt zwart afgebeeld. • Opnamen die bewerkt of omgedraaid zijn met een PC kunnen zwart afgebeeld worden tijdens het terugspelen (P29), in de meervoudige terugspeelfunctie (P68) en in de kalenderterugspeelfunctie (P69). 8: De beeldweergave is lichtjes anders dan normaal. • Afhankelijk van de zoomuitvergroting kan het beeld er anders uitzien dan normaal. Dit heet beeldvertekening. Hoe dichter u bij een onderwerp komt om opnamen met breedhoek te maken, hoe erger het beeld vertekend zal zijn. Dit is echter geen storing. 109 VQT1B94 Overige Overige Aantal mogelijke opnamen en beschikbare opnametijd • Het aantal mogelijke opnamen en de opnametijd zijn correct bij benadering. (Ze wijzigen afhankelijk van de opnamecondities en het kaarttype.) • Het aantal resterende opnamen en de beschikbare opnametijd varieert naar gelang van de opgenomen objecten. • De nummers binnen de dikke zwarte lijn staan voor het aantal mogelijke opnamen inde eenvoudige functie [ ]. (P24) ∫ Aantal mogelijke opnamen Aspectratio / (7M): (3072k2304 pixels) Beeldresolutie (3M EZ): (2048k1536 pixels) / Kwaliteit Ingebouwd geheugen (Ongeveer 27 MB) 7 14 10 21 16 33 3 7 5 10 8 16 32 MB 7 16 11 23 18 36 64 MB 16 34 24 48 38 75 128 MB 35 69 50 99 78 150 256 MB 68 135 98 190 150 290 16 MB Kaart (5M EZ): (2560k1920 pixels) 512 MB 135 270 195 380 300 590 1 GB 270 540 390 770 600 1180 2 GB 550 1090 790 1530 1220 2360 4 GB 1090 2150 1560 3010 2410 4640 Aspectratio (2M EZ): (1600k1200 pixels) Beeldresolutie (1M EZ): (1280k960 pixels) / (0,3M EZ): (640k480 pixels) / Kwaliteit Ingebouwd geheugen (Ongeveer 27 MB) Kaart 110 VQT1B94 27 53 41 78 133 216 16 MB 13 27 21 32 MB 29 58 45 40 68 110 85 145 64 MB 61 120 93 230 175 290 480 128 MB 125 240 190 350 600 970 256 MB 240 470 370 690 1170 1900 512 MB 480 940 730 1370 2320 3770 1 GB 970 1880 1470 2740 4640 7550 2 GB 1920 3610 2920 5120 8780 12290 4 GB 3770 7090 5740 10050 17240 24130 Overige Aspectratio (6M): (3072k2048 pixels) Beeldresolutie / (2,5M EZ): (2048k1360 pixels) / Kwaliteit Ingebouwd geheugen (Ongeveer 27 MB) Kaart 8 16 19 37 16 MB 3 8 9 18 32 MB 8 18 20 40 64 MB 19 38 43 83 128 MB 39 78 88 165 256 MB 77 150 170 330 512 MB 150 300 340 650 1 GB 300 600 680 1310 2 GB 620 1220 1360 2560 4 GB 1230 2410 2680 5020 Aspectratio (5,5M): (3072k1728 pixels) Beeldresolutie (2M EZ): (1920k1080 pixels) Kwaliteit Ingebouwd geheugen (Ongeveer 27 MB) Kaart 9 19 25 48 16 MB 4 10 12 25 32 MB 10 21 27 53 64 MB 22 45 57 105 128 MB 46 92 115 220 256 MB 91 180 230 430 512 MB 180 350 450 860 1 GB 360 710 910 1720 2 GB 730 1420 1800 3410 4 GB 1450 2800 3540 6700 111 VQT1B94 Overige ∫ Beschikbare opnametijd (Als u bewegende beelden opneemt) Aspectratio Instelling beeldkwaliteit Ingebouwd geheugen) (Ongeveer 27 MB) Kaart 30fps VGA 10fps VGA j j 30fps QVGA 10fps QVGA 53 s 2 min 40 s 30fps 16:9 10fps 16:9 j j 16 MB 6s 26 s 26 s 1 min 23 s 5s 22 s 32 MB 17 s 59 s 59 s 2 min 55 s 14 s 50 s 2 min 64 MB 39 s 2 min 6 min 33 s 1 min 46 s 128 MB 1 min 23 s 4 min 10 s 4 min 10 s 12 min 20 s 1 min 11 s 3 min 35 s 256 MB¢ 2 min 45 s 8 min 10 s 8 min 10 s 24 min 2 min 20 s 7 min 512 MB¢ 5 min 30 s 16 min 20 s 16 min 20 s 47 min 50 s 4 min 40 s 14 min 1 GB¢ 2 GB¢ 11 min 32 min 50 s 32 min 50 s 1 h 35 min 22 min 30 s 1 h 7 min 1 h 7 min 9 min 20 s 28 min 10 s 3 h 15 min 19 min 20 s 57 min 30 s 4 GB¢ 44 min 20 s 2 h 11 min 2 h 11 min 6 h 22 min 38 min 1 h 53 min ¢ U kunt tot 15 minuten lang continu bewegende beelden opnemen. De maximale continue opnametijd (tot 15 minuten) verschijnt op het scherm. • De resterende opnametijd en het resterende aantal mogelijke opnamen die op de LCD-monitor verschijnen, kunnen eventueel niet in de goede volgorde afnemen. • Dit toestel slaat geen bewegende beelden op MultiMediaCard op. • De extra optische zoom werkt niet in [H. GEVOELIGH.] (P49) in de scènefunctie, daarom wordt de beeldgrootte voor [EZ] niet afgebeeld. 112 VQT1B94 Overige Specificaties Digitale Camera: Stroom: Stroomverbruik: Informatie voor uw veiligheid DC 5,1 V 1,6 W (Wanneer u opneemt) 0,8 W (Wanneer u terugspeelt) Toesteleffectieve pixels: 7.200.000 pixels Beeldsensor: 1/2,5q CCD, totaal pixelaantal 7.380.000 pixels, Primair kleurfilter Lens: Optisch 3,6k zoom, fl4,6 mm tot 16,4 mm (35 mm filmcamera equivalent: 28 mm tot 100 mm)/F2.8 tot F5.6 Digitale zoom: Max. 4k Extra optische zoom: Max. 5,3k Focus: Normale/Macro,5-zone-focussing/ 3-zone-focussing (Hoge snelheid)/1-zone-focussing (Hoge snelheid)/1-zone-focussing/Punt-focussing Focusbereik: Normale: 50 cm tot ¶ Macro/Eenvoudige/Bewegend beelden/Slimme ISO-gevoeligheid: 5 cm (Breed)/30 cm (Tele) tot ¶ Scènefunctie: de instellingen kunnen anders zijn dan hierboven. Ontspannersysteem: Elektronische ontspanneriMechanische ontspanner Bewegend beeldopname: Wanneer de instelling van de aspectratio [ ] 640k480 pixels (Alleen met een geheugenkaart)/ 320k240 pixels Wanneer de instelling van de aspectratio [ ] 848k480 pixels (Alleen met een geheugenkaart) 30 of 10 frames/seconde met geluid. Burstopname 3 beelden/seconde (Hoge snelheid), Bursttijd: 2 beelden/seconde (Lage snelheid), Ongeveer 2 beelden/seconde (Onbegrensd) Aantal opneembare beelden: Max. 7 beelden (Standaard), max. 5 beelden (Fijn), Afhankelijk van het resterende vermogen van het ingebouwde geheugen of de kaart (Onbegrensd). (Prestatie in burstopname bestaat alleen met SD-geheugenkaart/SDHC-geheugenkaart. MultiMediaCard-prestatie zal minder zijn.) ISO-gevoeligheid: AUTO/ 100/200/400/800/1250 [H. GEVOELIGH.] functie: 3200 113 VQT1B94 Overige Sluitertijd: Witbalans: Belichting (AE): Meteringfunctie: LCD-monitor: Flits: Microfoon: Speaker: Opnamemedia: Beeldgrootte Stilstaand beeld: 8 seconden tot 1/2000ste van een seconde [STERRENHEMEL] functie: 15 seconden, 30 seconden, 60 seconden Bewegend beeldfunctie: 1/30ste van een seconde tot 1/6400ste van een seconde Automatische witbalans/Daglicht/Bewolkt/Schaduw/Halogeen/ Witinstelling Programma AE Belichtingscompensatie (1/3 EV-stap, j2 EV tot i2 EV) Veelvoudig 2,5q lage-temperatuur polykristallijn TFT LCD (Ongeveer 207.000 pixels) (gezichtsveldratio ongeveer 100%) Flitsbereik: [ISO AUTO] Ongeveer 60 cm tot 5 m (Breed) AUTO, AUTO/Rode-ogen-reductie, Gedwongen AAN (Gedwongen AAN/Rode-ogenreductie), Langzame synch./ Rode-ogenreductie, Gedwongen UIT Monauraal Monauraal Ingebouwd geheugen (Ongeveer 27 MB)/SD-geheugenkaart/ SDHC-geheugenkaart/MultiMediaCard (Alleen stilstaande beelden) Wanneer de instelling van de aspectratio [ ] is 3072k2304 pixels, 2560k1920 pixels, 2048k1536 pixels, 1600k1200 pixels, 1280k960 pixels, 640k480 pixels Wanneer de instelling van de aspectratio [ ] is 3072k2048 pixels, 2048k1360 pixels Wanneer de instelling van de aspectratio [ ] is 3072k1728 pixels, 1920k1080 pixels Bewegende beelden: Wanneer de instelling van de aspectratio [ ] is 640k480 pixels (Alleen met een geheugenkaart), 320k240 pixels Wanneer de instelling van de aspectratio [ ] is 848k480 pixels (Alleen met een geheugenkaart) Kwaliteit: Fijn/Standaard Opname-fileformaat Stilstaand beeld: JPEG (gebaseerd op “Design rule for Camera File system”, gebaseerd op “Exif 2.21” standaard)/DPOF-overeenkomstig Beeld met geluid: JPEG (gebaseerd op “Design rule for Camera File system”, gebaseerd op “Exif 2.21” standaard)i“QuickTime” (beeld met geluid) Bewegende beelden: “QuickTime Motion JPEG” (bewegende beelden met geluid) 114 VQT1B94 Overige Interface Digitaal: Analoog video/audio: Terminal [AV OUT/DIGITAL]: [DC IN]: Afmetingen: Massa: Werkingstemperatuur: Werkingsvochtigheid: Batterijoplader (Panasonic DE-A40A): Input: Output: “USB 2.0” (Volledige Snelheid) NTSC/PAL Composiet (Geschakeld door menu), Geluidslijn-output (monauraal) Toegewijde jack (8 pin) Toegewijde jack Ongeveer 94,9 mm (W)k51,9 mm (H)k22,0 mm (D) (het uitstekende deel niet meegerekend) Ongeveer 132 g (de kaart en batterij niet meegerekend), Ongeveer 154 g (met kaart en batterij) 0 oC tot 40 oC 10% tot 80% Informatie voor uw veiligheid 110 V tot 240 V LADING 4,2 V 50/60 Hz, 0,2 A 0,8 A Batterijpakket (lithium-ion) (Panasonic DMW-BCE10E):Informatie voor uw veiligheid Stroom/capaciteit: 3,6 V, 1000 mAh 115 VQT1B94 QuickTime en het QuickTime-logo zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van Apple Computer, Inc., gebruikt onder licentie. Du VQT1B94 F0107Kh0 ( 23000 A) C Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. Web Site: http://panasonic.net Du
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116

Panasonic Lumix DMC-FX30EG-S de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor