NEDERLANDS
INLEIDING
Van harte gefeliciteerd met de aanschaf van uw
B&W DM 300 Serie luidspreker!
Vanaf het allereerste begin in 1966 heeft B&W
altijd gezocht naar de ‘perfekte
geluidsweergave’. Deze zoektocht heeft niet
alleen geleid tot hoge investeringen in
audiotechnologie en -innovaties maar
(geïnspireerd door de inmiddels overleden
oprichter John Bowers) ook in een permanente
waardering voor muziek: dit garandeert namelijk
dat al die technologie maximaal en op de juiste
manier wordt gebruikt.
Het achterpaneel van de DM™305 bestaat uit
een wigformige constructie dat qua ontwerp veel
lijkt op de binnenzijde van een akoestisch dode
ruimte. De normale rechthoekige
binnenafmetingen worden door deze constructie
zodanig sterk ‘verstoord’ dat er geen inwendige
staande golven meer kunnen ontstaan en de
bijbehorende geluidskleuring dus ontbreekt. De
laag/midden eenheid met conus van
gehomogeniseerde vezels zorgt voor een
minimale kleuring en een maximale definitie. De
hoogeenheid met zachte ‘dome’-vormige conus
gebruikt magnetische vloeistof als koeling: voor
een maximale definitie en dynamiek bij de
hoogste geluidsniveaus.
Echter: hoe goed de luidspreker op zich ook is,
hij moet goed werken in de luisterruimte. De tijd
die u daarom spendeert aan een zo goed
mogelijke plaatsing zal uiteindelijk resulteren in
vele uren luisterplezier. Lees daarom deze
gebruiksaanwijzing helemaal door, de informatie
helpt u de weergavekwaliteit van uw
audiosysteem te optimaliseren.
B&W luidsprekers worden verkocht in meer dan
50 landen over de hele wereld. B&W heeft een
internationaal netwerk van zorgvuldig
uitgezochte importeurs die u de beste service
zullen geven. Als u op een bepaald moment
problemen heeft die uw leverancier niet kan
oplossen, kan de importeur u altijd verder
helpen.
UITPAKKEN
(figuur 1)
• Het eenvoudigste is om eerst de doosflappen
geheel terug te vouwen, dan de doos om te
keren, waarna u alleen de doos voorzichtig
omhoog trekt. De luidsprekers blijven dan op
hun plaats staan.
• Verwijder het verpakkingsmateriaal van de
luidsprekers.
• In een van de polystyreen verpakkingsstukken
zijn vier ‘spikes’ en vier klemmoeren
vastgeplakt.
We adviseren u om het verpakkingsmateriaal te
bewaren. Wanneer u eventueel in de toekomst
de luidsprekers moet vervoeren, komt de
originele verpakking van pas.
AANSLUITEN
(figuur 2)
Voordat u ook maar iets gaat aansluiten, moet u
alle apparatuur UIT schakelen!
Er zijn twee paar aansluitklemmen op het
achterpaneel: een paar voor de laageenheid en
een paar voor het hoog. De luidspreker kan
hierdoor volgens de Bi-Wiring of Bi-Amping
methode worden aangesloten. Af fabriek zijn de
twee paar doorverbonden met een
verbindingsplaatje van verguld koper zodat de
luidspreker met een normale 2-aderige kabel kan
worden aangesloten.
De positieve (+/rode) klem van de versterker
moet u aansluiten op de positieve (+/rode) klem
van de luidspreker en de negatieve (–/zwart) op
de andere luidsprekerklem (figuur 2). Het is
belangrijk om de juiste polariteit te handhaven
bij het aansluiten van een luidsprekerpaar. Een
foutje veroorzaakt een vaag stereobeeld en
vreemde fase-effekten.
Als u de luidspreker volgens de Bi-Wiring
methode wilt aansluiten draai dan eerst de
klemschroeven los en verwijder het koperen
verbindingsplaatje. Sluit de luidsprekeruitgang
van de versterker nu met twee aparte 2-aderige
kabels aan op de aansluitklemmen: een voor het
hoog en een voor het laag (figuur 3). Hierbij is
de juiste polariteit dubbel zo belangrijk: zowel
voor de frequentieweergave van elke
luidsprekereenheid op zich als de juiste balans
tussen de linker en rechter luidspreker. Dankzij
de aparte kabels verbetert de weergave van
geluidsdetails vooral bij lagere geluidsvolumes.
De onderlinge beïnvloeding tussen de
verschillende wisselfiltersekties wordt namelijk
verminderd en ook kan voor elk frequentiegebied
de meest optimale kabel worden gekozen.
Draai de schroefklemmen altijd stevig vast, zelfs
als u banaanstekers gebruikt: ze kunnen namelijk
gaan rammelen en meetrillen!
Gebruik tussen versterker en luidsprekers kabels
met een zo laag mogelijke serieweerstand (het
liefst minder dan 0,2 ohm heen en terug). Vooral
de kabel naar de hoogeenheid moet een lage
inductie hebben, anders wordt het hoog
verzwakt. Uw B&W-leverancier kan u adviseren:
de beste kabel hangt namelijk af van de te
gebruiken lengte.
PLAATSING
(figuur 4)
Het loont de moeite om te experimenteren met
de plaatsing van de luidsprekers om de beste
samenwerking te krijgen tussen de luidsprekers
onderling en van elk met de luisterruimte. Om te
beginnen moet u op de volgende zaken letten:
Monteer de ‘spikes’ pas nadat u de beste en
definitieve luidsprekerpositie heeft gevonden.
De luidsprekers en de luisterpositie moeten
ongeveer de hoekpunten vormen van een
gelijkzijdige driehoek.
De luidsprekers moeten wel tenminste op 1,5 m
afstand van elkaar staan anders is geen echte
stereoweergave mogelijk.
De luidsprekers moeten daarom rondom vrij
staan en tenminste 0,5 m van de muur. Als de
luidsprekers te dicht bij een muur staan wordt het
laag meer versterkt dan het midden en dat
veroorzaakt een ‘boemend’ geluid.
LET OP: De DM™305 heeft een statisch
magnetisch veld dat ook buiten de behuizing
aanwezig is. Daarom moet de DM 305 op
tenminste 0,5 m afstand staan van alle
apparatuur die beïnvloed kan worden door zo’n
veld, zoals bijvoorbeeld het beeldscherm van TV
en computer.
AFREGELEN
Voordat u de installatie gaat afregelen moet u
nogmaals de polariteit en stevigheid van de
aansluitingen kontroleren.
Als de laagweergave onevenwichtig is dan
wordt dit meestal veroorzaakt door sterke
resonanties in de luisterruimte.
Zelfs een kleine plaatsverandering van de
luidsprekers heeft dan een hoorbaar effekt op de
weergavekwaliteit omdat zodoende andere
resonanties worden geactiveerd. Het laag zal in
het algemeen gelijkmatiger zijn wanneer de
afstanden tot de twee dichtstbijzijnde muren
ongelijk zijn. Een afstandsverhouding van 1 : 3
voor die twee muren kan uitstekende resultaten
geven. Probeer de luidsprekers ook eens voor
een andere muur te plaatsen. Zelfs het
verschuiven van enkele grotere meubels kan
invloed hebben.
Als het laag te sterk is, kunt u de luidsprekers
verder van de muur plaatsen. Omgekeerd, als
het laag te zwak is, dan zet u de luidsprekers
dichter bij de muur. Meer ruimte achter de
luidsprekers geeft trouwens een betere
‘dieptewerking’, vooral bij zeer goed
opgenomen muziek.
Als het stereobeeld te vaag is, zet dan de
luidsprekers minder ver uit elkaar of richt ze meer
naar binnen: precies op of net vóór de
luisterpositie (figuur 5).
Als het geluid te ‘scherp’ is, kunt u meer zachte
materialen in de luisterruimte aanbrengen, zoals
bijvoorbeeld dikkere gordijnen. Als het geluid
echter te dof is, moet u juist zachte materialen
verwijderen.
Kontroleer of er flutter echo’s voorkomen: deze
verminderen de weergavedefinitie aanzienlijk.
Klap daarvoor één maal in uw handen en luister
of u snel opeenvolgende echo’s hoort. U
voorkomt ze met behulp van onregelmatig
gevormde oppervlakten zoals bijvoorbeeld
boekenkasten of grote meubelstukken.
6