Het programma begint niet.
Het indicatielampje
De vuldeur is niet gesloten
Controleer of er wasgoed beklemd is
geraakt.
Ęstartklaar" knippert.
Vuldeur sluiten (tot u een klik hoort).
Het programma begint niet. De toets Ę3" is niet
ingedrukt.
Toets Ę3" indrukken.
Er stroomt geen water inhet
De kraan is niet open. Kraan opendraaien.
apparaat of hetwasmiddel
De toevoerslang is geknikt of zit klem.
.
Het indicatielampje
Ęin bedrijf" knippert.
De zeven in de
wateraansluiting zijn
verstopt.
Zeven schoonmaken, zie blz. 27 en
verder.
Het wasmiddel uit bakje
wordt niet ingespoeld.
Programma zonder
voorwasgekozen.
Kies ĘBonte was 60 °C met voorwas".
Het water in de trommelis
niet te zien.
Niets aan de hand.Het water bevindt
zich onderinen is daardoor niet te zien.
Het sop wordt niet volledig
afgepompt. Het
Vreemde voorwerpen
blokkeren de afvoerpomp.
Afvoerpomp schoonmaken, zie blz. 26 en
verder.
indicatielampje Ęklaar"
knippert.
Er werd erg pluizend
wasgoedop hoge
temperaturen gewassen.
fvoerpijp of
afvoerslangverstopt.
Afvoerpijp en/of afvoerslang
schoonmaken.
Er loopt water onder de
wasmachine uit.
De schroefkoppeling van de
toevoerslang lekt.
Schroefkoppeling vastdraaien.
De afvoerslang lekt. Afvoerslang vervangen.
Er komt schuim uit de
wasmiddellade.
Te veel wasmiddel gebruikt
1 eetlepel wasverzachter met 1/2 liter
water vermengen en in wasmiddelbakje
van de wasmiddellade gieten.
Bij de volgende wasbeurt de dosering
van het wasmiddel verminderen.
Meermaals aanloopĆ
centrifugeren.
Niets aan de hand. Het onbalansĆ
controlesysteem probeert de onbalans
op teheffen door meermaals
aanloopĆ centrifugeren.