9
NEDERLANDS
Veiligheid
Zorg ervoor dat u de handleiding van
het voertuig en deze instructies leest en
begrijpt voordat u de verticuteermachine
gebruikt. Voordat andere gebruikers de
verticuteermachine mogen bedienen, moet
u altijd eerst instructies geven.
Symbolen voor montage
Nog niet vastdraaien
Nu stevig vastdraaien
Vastdraaien, vervolgens losser
maken, tot net op het punt dat u de
onderdelen kunt bewegen
Bediening
Letselgevaar
• U mag nooit kinderen de
verticuteermachine laten bedienen.
• U mag niet toelaten dat iemand op de
verticuteermachine meerijdt.
• De veertanden zijn scherp! Wees altijd
voorzichtig als u met of vlak bij de
veertanden werkt.
• Draag altijd veiligheidsschoenen
als u aan het werk bent met de
verticuteermachine.
• Zorg ervoor dat er geen andere mensen
en dieren op het terrein zijn waar u de
verticuteermachine gebruikt.
Omkiepgevaar
• De aankoppeling van dit gereedschap
kan het afremmen en de stabiliteit van
een trekvoertuig beïnvloeden. Neem
de veiligheidsregels over veilig rijden
op heuvels in de handleiding van het
voertuig goed door.
• Rijd op een heuvel altijd naar boven en
beneden en nooit dwars over.
• Werk niet op steilere hellingen dan 10°.
• Rijd langzaam en voorzichtig, vooral als
u een draai maakt op oneffen grond.
• U mag met dit gereedschap niet
op snelwegen of andere drukke
verkeerswegen rijden.
Vóór de eerste ingebruikname
(Figuur 13)
• Parkeer het trekvoertuig en de
verticuteermachine op vlakke grond.
• Bevestig de verticuteermachine aan de
koppelhaak.
• Duw de hefstang met de pijl mee tot de
wielen van de grond komen.
• Draai de moeren en bouten (15, 19)
los, stel de tandenhouder zo af dat alle
veertanden de grond raken.
• Draai de moeren en bouten weer vast.
• Duw de hefstang van de pijl af tot deze
in de inkeping valt.
16
17
Figuur 13
Extra gewicht toevoegen
(Figuur 14)
• Als de verticuteermachine lijkt te
‘springen’ tijdens gebruik, mag u
(maximaal 32 kg) extra gewicht leggen
op de tandenhouder.
• Zet, bij voorkeur, betonblokken met
rubberbinders vast aan iedere zijde van
de tandenhouder.
Figuur 14
De transportfunctie gebruiken
• Gebruik de transportfunctie als u over
een wegdek rijdt of over een deel van
een terrein dat u niet wilt verticuteren.
• Duw de hefstang van de pijl af tot deze
in de inkeping valt.
• In de transportstand raken de wielen
de grond en hangen alle veertanden
erboven.
Onderhoud
Controleer vóór elk gebruik of alle bouten
en moeren goed vastzitten, draai ze indien
nodig vast.
Als er roestvlekken ontstaan, schuurt
u deze licht op en brengt u een laagje
autolak erop aan.
Smeer indien nodig de wiellager door.
Stallen
Dit gereedschap op een droge plaats
stallen.
Smeer kale, ongelakte metalen
onderdelen licht in met smeerolie, voordat
u het gereedschap lange tijd (bijv. voor de
winter) stalt.