Brandt CM1928, CM1930 Gebruikershandleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Brandt CM1928 Gebruikershandleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
8
FR
4 UTILISATION DE VOTRE CONGÉLATEUR
GUIDE DE CONGÉLATION
Légumes
Nous vous conseillons de blanchir les légumes à la vapeur.
Fruits
Les fruits devront être recouverts de sucre ou de sirop, suivant
les cas. La quantité de sucre à utiliser pour la conservation est
d’environ 250 gr. pour 1 kilo de fruits. Les sirops sont utilisés
dans des pourcentages variables ; on les prépare en faisant
bouillir de l’eau sucrée. Les différentes concentrations sont les
suivantes : osolution à 30%, sucre 450 gr. par litre d’eau ;
osolution à 40%, sucre 650 gr. par litre d’eau ;
osolution à 50%, sucre 800 gr. par litre d’eau ;
Pour que la couleur des fruits ne soit pas altérée, mettez-les
dans du jus de citron avant de les recouvrir de sucre, ou bien
versez du jus de citron dans le sirop. Les récipients de fruits à
congeler devront rester une heure au réfrigérateur avant
d’être introduits dans le congélateur. Les fruits devront être
entièrement recouverts de sirop.
Pain
On peut le conserver 2 mois. Décongelez au four à 50 °C, en
l’allumant après y avoir mis le pain.
Beurre et fromage
Congelez le beurre et le fromage en les divisant par
morceaux pour une consommation hebdomadaire. Le
beurre et les fromages durs (ex. parmesan) se conservent 8
mois, les autres fromages 4 mois. On doit les décongeler
dans le réfrigérateur en veillant à la condensation qui se
formera sur ces produits.
DÉCONGÉLATION DES ALIMENTS
Vous pouvez décongeler des aliments de cinq façons différentes :
en les mettant plusieurs heures dans la partie réfrigérateur
de votre appareil
en les laissant décongeler doucement à température
ambiante
au four traditionnel à température très douce (40/50°C)
•au four à micro-ondes
en les cuisant directement
La décongélation dans le réfrigérateur est la méthode la plus
lente mais la plus sûre.
Attention :
Ne re-congelez jamais des aliments qui ont été
décongelés, même partiellement, sans les avoir cuisinés
au préalable.
Nous vous déconseillons de porter directement à la
bouche des produits à peine sortis du congélateur (glaces,
glaçons…), ils sont alors à une température très basse et
vous risqueriez des brûlures de froid.
Evitez de toucher des aliments congelés ou surgelés avec
des mains mouillées, elles risqueraient de rester collées.
Nous vous conseillons de ne décongeler vos aliments que
pour une utilisation immédiate.
DÉGIVRAGE DU CONGÉLATEUR
Le système de dégivrage du congélateur est manuel. Vous
pouvez de temps en temps éliminer la couche de glace qui
s’est formée à l’aide d’une raclette ou de tout autre
instrument en plastique.
Attention :
Ne jamais utiliser d’instrument métallique ou d’appareil
électrique pour dégivrer votre appareil.
Ne jamais utiliser d’appareils électriques tels que sèche-
cheveux, thermoventilateurs ou dispositifs auxiliaires à
flamme vive pour dégivrer l’appareil.
Afin de permettre au congélateur de fonctionner
correctement, il est nécessaire de procéder au dégivrage au
moins 1 fois par an ou lorsque la couche de glace est
supérieure à 5-6 mm :
1. Choisissez une période où votre congélateur n’est pas
trop chargé.
2. Activez la touche “Super Congélation” 24h à l’avance afin
que les denrées congelées soient à la plus basse
température possible.
3. Sortez les denrées, enveloppez les soigneusement et placez
les dans le réfrigérateur ou dans un endroit très frais.
4. Débranchez le congélateur. Placez un récipient adapté
sous l’appareil. Certains modèles sont équipés d’un
plateau de dégivrage.
5. Décollez le givre avec une raclette en bois ou en matière
plastique.
6. Enlevez le bouchon de vidange et
positionnez le comme indiqué sur
le schéma ci-contre. Lavez à l’eau
tiède légèrement savonneuse.
N’utilisez JAMAIS de poudre
abrasive, d’éponge abrasive ou de
produits agressifs (alcool,
diluants.).
7. Rincez à l’eau claire, séchez
soigneusement et laissez le
couvercle entrouvert quelques
minutes.
8. Après avoir replacé le bouchon
ainsi que le plateau, rebranchez
l’appareil et activez la “Super congélation”. Replacez vos
denrées dans le congélateur.
9. Le dégivrage doit être effectué le plus rapidement
possible afin d’éviter un réchauffement important des
aliments déjà congelés, ce qui pourrait diminuer leur
durée de conservation.
Produit Validité
Asperges 12 mois
Chou-fleur 6 mois
Artichauts 12 mois
Haricots
Haricots verts
Champignons
Aubergines
Poivrons
Petits pois / tomates
Persil/ Basilic 8 mois
Epinards 12 mois
Produit Validité
Abricots 8 mois
Ananas
10 moisOranges
Cerises
Fraises
12 mois
Melon
Pêches 8 mois
Pamplemousse 12 mois
Jus d’agrumes 10 mois
Prunes
12 mois
Raisin
Myrtilles, mûres, cassis, framboises, groseilles 10 mois
29
GEBRUIKSAANWIJZING NL
2.Het apparaat maakt erg veel lawaai.
Is het apparaat perfect waterpas geïnstalleerd?
Staat het apparaat tegen andere meubels of voorwerpen
aan die trillingen kunnen veroorzaken?
Is de verpakking van het onderstel van de vriezer
verwijderd?
Opmerking: De circulatie van het koelgas kan een zacht
geluid maken, ook nadat de compressor stopgezet is. Dit is
geheel normaal.
3.Het groene lampje (indien aanwezig) is uit en het
apparaat werkt niet.
Is de stroom uitgevallen?
Zit de stekker goed in het stopcontact?
Is de voedingskabel niet beschadigd?
4.Het groene lampje (indien aanwezig) is uit, maar het
apparaat werkt gewoon.
Het groene lampje is kapot. Neem contact op met de
Klantenservice voor vervanging.
5.De compressor werkt onafgebroken.
Heeft u misschien warm voedsel in de vriezer gezet?
Is de deur van de vriezer langdurig open geweest?
Staat het apparaat in een te warme ruimte of in de buurt
van een warmtebron?
Staat de thermostaat in de goede stand?
Heeft u per ongeluk de snelvriestoets ingedrukt
(indien aanwezig)?
6.Te veel ijsvorming op de bovenranden.
Zijn de doppen van het afvoerkanaal voor het dooiwater
correct geplaatst?
Is de deur van het apparaat goed dicht?
Is de afdichting van de deur van het apparaat beschadigd of
vervormd? (Zie hoofdstuk “Installatie”)
Zijn de vier beschermdelen verwijderd? (Zie hoofdstuk
“Installatie”)
7. Er vormt zich condens aan de buitenkant van de vriezer.
Condensvorming is normaal onder bepaalde
klimatologische omstandigheden (luchtvochtigheid hoger
dan 85%) of als het apparaat geïnstalleerd is in vochtige en
slecht geventileerde ruimtes. Dit heeft echter geen
negatieve invloed op de prestaties van de vriezer.
8. De ijslaag op de binnenwanden van de vriezer is niet
overal even dik.
Dit is normaal.
MILIEUTIPS
1.Verpakking
Het verpakkingsmateriaal is voor 100% recyclebaar en draagt
het recyclingssymbool. Voor de verwerking moeten de
plaatselijke voorschriften worden nageleefd.
Het verpakkingsmateriaal (plastic zakken, stukken polystyreen
enz.) moet buiten het bereik van kinderen worden gehouden,
omdat het een bron van gevaar kan vormen.
2.Afdanken van het apparaat
Het product is vervaardigd van materiaal dat kan worden
gerecycled . Dit apparaat is in overeenstemming
verklaard met de Europese Richtlijn 2002/96/CE, Afgedankte
elektrische en elektronische apparaten (AEEA).
Door ervoor te zorgen dat dit product op de juiste manier als
afval wordt verwerkt, helpt u mogelijk negatieve consequenties
voor het milieu en de menselijke gezondheid te voorkomen.
Het symbool op het product of op de bijbehorende
documentatie geeft aan dat dit product niet als huishoudelijk
afval mag worden behandeld. In plaats daarvan moet het
worden afgegeven bij een verzamelpunt voor recycling van
elektrische en elektronische apparaten.
Maak het apparaat op het moment dat het wordt afgedankt
onbruikbaar door de voedingskabel door te snijden en de
deuren en schappen te verwijderen, zodat kinderen niet
gemakkelijk in het apparaat kunnen kruipen.
Volg bij het afdanken van het apparaat de plaatselijke
voorschriften voor afvalverwerking. Lever het apparaat in bij
een erkend verzamelpunt; laat het apparaat zelfs niet voor
enkele dagen onbewaakt achter, omdat het een bron van
gevaar voor kinderen is. Voor nadere informatie over de
behandeling, terugwinning en recycling van dit product
wordt u verzocht contact op te nemen met het stadskantoor
in uw woonplaats, uw afvalophaaldienst of de winkel waar u
het product heeft aangeschaft.
Gegevens:
Dit apparaat bevat geen CFK. Het koelcircuit bevat R134a
(HFC) of R600a (HC), zie het serienummerplaatje in het
apparaat.
Voor apparaten met isobutaan (R600a):
Isobutaan is een natuurlijk gas dat geen invloed heeft op het
milieu, maar wel ontvlambaar is. Het is daarom noodzakelijk
te controleren of de leidingen van het koelcircuit niet
beschadigd zijn.
Dit product bevat gefluorideerd broeikasgas dat onder het
Protocol van Kyoto valt; het koelgas zit in een hermetisch
verzegeld systeem.
Koelgas: R134a heeft een globaal verwarmingsvermogen
(GWP) van 1300.
Conformiteitsverklaring
Dit apparaat is bestemd voor het conserveren van
voedingsmiddelen en is vervaardigd in overeenstemming
met de Europese Richtlijn 90/128/CEE, 02/72/CE en met
het reglement (CE) N. 1935/2004
Dit apparaat is ontwikkeld, gefabriceerd en op de markt
gebracht in overeenstemming met:
- de veiligheidsvereisten van de laagspanningsrichtlijn
2006/95/EG (die de richtlijn 73/23/EEG en latere
wijzigingen vervangt);
- de veiligheidsvereisten van de "EMC"-richtlijn
89/336/CEE, gewijzigd door de Richtlijn 93/68/CEE.
De elektrische veiligheid is alleen gewaarborgd wanneer het
op de juiste wijze op een efficiënte werkende installatie is
aangesloten, die volgens de wettelijke voorschriften is geaard.
KLANTENSERVICE
Voordat u contact opneemt met de Klantenservice:
1. Ga na of u de storingen niet zelf kunt verhelpen.
2. Zet het apparaat opnieuw aan om te zien of het ongemak
is verholpen. Is dit niet het geval, schakel het apparaat dan
opnieuw uit en herhaal de handeling na een uur.
3. Als het probleem aanhoudt, neem dan contact op met de
Klantenservice.
Vermeld de volgende gegevens:
de aard van de storing,
•het model,
het servicenummer (nummer achter het woord SERVICE
op het typeplaatje op de achterkant van het apparaat)
uw volledige adres en
uw telefoonnummer.
28
NL
GEBRUIKSAANWIJZING
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN
ADVIEZEN
Zorg ervoor dat het product na de installatie niet op
de voedingskabel staat.
Bewaar geen dranken in glas in de vriezer, omdat deze
kunnen barsten.
Eet geen ijsblokjes of waterijsjes die net uit de vriezer
komen, omdat deze zo koud zijn dat ze brandwonden
kunnen veroorzaken.
Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de
stroomtoevoer af voordat u met reinigings- of
onderhoudswerkzaamheden begint.
Installeer de vriezer niet op plaatsen waar deze aan direct
zonlicht blootstaat of in de buurt van warmtebronnen;
hierdoor neemt het energieverbruik toe.
Bewaar of gebruik geen benzine of andere gassen en licht
ontvlambare stoffen in de buurt van de vriezer of andere
elektrische huishoudelijke apparatuur. De dampen die
hieruit voortkomen kunnen brand of explosies veroorzaken.
Installeer het product waterpas op een vloer die het
gewicht kan dragen en in een ruimte die geschikt is voor de
afmetingen en het gebruik van het product.
Plaats het apparaat in een droge en goed geventileerde
ruimte. Het apparaat is afgesteld om te werken in ruimten
waarin de temperatuur binnen de volgende waarden ligt,
die gebaseerd zijn op de klimaatklasse die op het
typeplaatje staat aangegeven. Het is mogelijk dat het
apparaat niet goed functioneert als het voor een lange tijd
in een ruimte wordt gelaten met een hogere of lagere
temperatuur dan het genoemde bereik.
Het is raadzaam het apparaat aangesloten te laten, ook als
het voor korte tijd leeg is.
Let er bij het verplaatsen van het apparaat op dat de vloer
niet beschadigd wordt (bv. parket).
Gebruik geen andere mechanische systemen of middelen
die het ontdooiproces versnellen dan door de fabrikant zijn
aanbevolen.
Gebruik geen elektrische apparaten aan de binnenkant van
het apparaat, behalve als dit aanbevolen is door de fabrikant.
Dit apparaat is niet bestemd om gebruikt te worden door
personen (met inbegrip van kinderen) met beperkte
fysieke, sensorische of mentale vermogens, of zonder
ervaring of kennis van het apparaat, behalve als zij tijdens
het gebruik instructies ontvangen van of begeleid worden
door een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid. Kinderen moeten in de gaten gehouden worden
om te voorkomen dat zij met het apparaat gaan spelen.
Om het risico van verstikking en opsluiting in de koelkast te
vermijden, mag het kinderen niet worden toegestaan in het
apparaat te spelen of zich erin te verstoppen.
De voedingskabel mag uitsluitend worden vervangen door
een bevoegd technicus.
Gebruik geen verlengsnoeren of meervoudige adapters.
Het apparaat moet van het elektriciteitsnet kunnen
worden afgekoppeld door de stekker uit het stopcontact te
trekken of via de tweepolige schakelaar die voor het
stopcontact is geplaatst.
Controleer of de spanning op het typeplaatje overeenkomt
met de spanning in uw woning.
Slik de (niet-giftige) vloeistof uit de vrieselementen niet in
(indien bijgeleverd).
Open het deksel van het apparaat zo weinig mogelijk.
ONTDOOIEN VAN DE VRIEZER
Wij raden u aan de vriezer te ontdooien wanneer het ijs op
de wanden 5-6 mm dik is geworden.
Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact.
Haal de levensmiddelen uit de vriezer, wikkel ze strak tegen
elkaar in kranten en berg ze op op een koele plaats of in een
isolerende tas.
Laat de deur van de vriezer openstaan.
Verwijder de binnendop van het afvoerkanaal
(indien aanwezig).
Verwijder de buitendop van het
afvoerkanaal (indien aanwezig)
en plaats hem zoals aangegeven
op de afbeelding.
Zet een bak onder het
afvoerkanaal om het restwater
op te vangen. Gebruik indien
beschikbaar de afscheider.
U kunt het ontdooien versnellen
door met een spatel het ijs op de
wanden van de vriezer los te
maken.
Verwijder het ijs van de bodem van de vriezer.
Gebruik, om onherstelbare schade aan het vriesvak
te voorkomen, geen puntige of scherpe metalen
voorwerpen om het ijs te verwijderen.
Gebruik geen schuurmiddelen en verwarm het
vriesvak niet kunstmatig.
Maak de binnenkant van de vriezer zorgvuldig droog.
Plaats na afloop van het ontdooien de dop weer in zijn
behuizing.
REINIGING EN ONDERHOUD
Verwijder het ijs op de bovenste randen (zie Opsporen van
storingen).
Reinig na het ontdooien de binnenkant met een vochtige
spons met lauw water en/of een neutraal
schoonmaakmiddel.
Reinig het ventilatierooster aan de zijkant (indien
aanwezig).
Verwijder het stof van de condensator aan de achterkant
van het apparaat.
Voordat u begint met het onderhoud van uw apparaat,
dient u de stekker uit het stopcontact te halen.
Gebruik geen schuurpasta's of schuursponsjes,
vlekkenmiddelen (bv. aceton, trichloorethyleen) of
azijn om het product te reinigen.
Om het apparaat optimaal te laten functioneren,
wordt geadviseerd om het tenminste eenmaal per jaar
te reinigen en te onderhouden.
VERVANGEN VAN HET
DEURLAMPJE (INDIEN
AANWEZIG)
Haal de stekker van het
apparaat uit het stopcontact.
Verwijder de melkglazen kap
aan de hand van de
aanwijzingen van de afbeelding
en in de aangegeven volgorde.
Draai het lampje los en vervang het door een nieuw lampje
met dezelfde spanning en hetzelfde vermogen.
Breng de melkglazen kap weer aan en sluit het apparaat aan
op het elektriciteitsnet.
OPSPOREN VAN STORINGEN
1.Het rode lampje (indien aanwezig) blijft branden.
Is de stroom uitgevallen?
Bent u begonnen met ontdooien?
Is de deur van het apparaat goed dicht?
Staat het apparaat in de buurt van een warmtebron?
Staat de thermostaat in de goede stand?
Zijn het ventilatierooster en de condensator schoon?
9
5 ENTRETIEN DE VOTRE APPAREIL
FR
CET APPAREIL RESPECTE LES DIRECTIVES CEE
73/23, 93/68, 89/336, 96/57, 92/31, 94/62
NETTOYAGE ET ENTRETIEN
Attention :
Avant toute opération d’entretien, débranchez votre
appareil. Ne tirez pas sur le cordon d’alimentation, mais
saisissez directement la fiche.
Nous vous conseillons, pour une meilleure hygiène et une
conservation des aliments en toute sécurité, de nettoyer et
désinfecter régulièrement votre appareil.
Retirez de votre appareil tous les produits qu’il contient.
Placez les dans des sacs isothermes ou emballez-les dans du
papier journal et mettez-les dans un lieu frais.
Nettoyez l’intérieur et l’extérieur de votre appareil avec du
bicarbonate de soude dissout dans de l’eau (1 cuillère à
soupe pour 4 litres d’eau). N’utilisez pas d’alcool, de poudres
abrasives ou de détergents qui pourraient abîmer les
surfaces. Rincez à l’eau, essuyez avec un chiffon.
Attention :
N’utilisez pas de nettoyeur à jet vapeur haute pression. La
vapeur brûlante pourrait endommager les surfaces et les
circuits électriques. Vous seriez exposés à un risque
d’électrocution.
N’oubliez pas, de temps à autre, de nettoyer le condenseur
qui se trouve à l’arrière de l’appareil. Utilisez pour cela un
pinceau sec ou, encore mieux, votre aspirateur.
L’expertise des professionnels au
service des particuliers
Pour préserver votre appareil, nous vous recommandons
d’utiliser les produits d’entretien Clearit.
Clearit vous propose des produits professionnels et des
solutions adaptées pour l’entretien quotidien de vos
appareils électroménagers et de vos cuisines.
Vous les trouverez en vente chez votre revendeur habituel,
ainsi que toute une ligne de produits accessoires et
consommables.
ECLAIRAGE INTERNE
Un interrupteur est incorporé dans les appareils avec
éclairage intérieur. A l’ouverture de la porte, l’éclairage
s’allume automatiquement et s’éteint à la fermeture.
L’ampoule à incandescence est protégée par un couvercle
transparent.
REMPLACEMENT DE L’AMPOULE
Attention :
Débranchez votre réfrigérateur avant de procéder au
changement de l’ampoule.
Utilisez exclusivement des ampoules de rechange de
15 W maximum.
1. Débranchez l’appareil ou éteindre l’interrupteur principal
de l’installation domestique.
2. Enlevez le couvercle de protection de l’ampoule en
suivant les indications de la figure ci-dessous et en
respectant l’ordre indiqué.
3. Remplacez l’ampoule par une nouvelle ampoule d’une
puissance maximale de 15 W.
4. Replacez le capot de la lampe.
10
FR
6 ANOMALIES DE FONCTIONNEMENT
PROBLÈMES DE FONCTIONNEMENT
Il existe des bruits qui sont tout à fait normaux dans un réfrigérateur :
Le gaz réfrigérant peut produire un bouillonnement en circulant dans les circuits
Le compresseur peut produire des ronronnements qui peuvent s’accentuer au démarrage
Le “crac” produit par les dilatations et les contractions des matériaux utilisés
Attention :
Le fabricant décline toute responsabilité en cas d’éventuels dommages dérivant, directement ou indirectement, de
personnes, d’objets ou d’animaux domestiques suite à l’inobservation de toutes les consignes données dans le mode
d’emploi.
SERVICE D’ASSISTANCE TECHNIQUE
Si vous avez déjà réalisé les vérifications indiquées et que votre problème persiste, NE RÉALISEZ AUCUNE
RÉPARATION VOUS-MÊME. Mettez-vous en contact avec le Service d’Assistance Technique le plus proche.
Les éventuelles interventions sur votre appareil doivent être effectuées par un professionnel qualifié dépositaire de la marque.
Lors de votre appel, mentionnez la référence complète de votre appareil (modèle, type, numéro de série) :
ces renseignements figurent sur votre certificat de garantie et sur la plaque signalétique.
PROBLÈME SOLUTION
L’appareil ne fonctionne pas (le voyant vert est éteint) - Vérifiez que la fiche est bien connectée, que le fusible n’a pas fondu
ou que le disjoncteur n’a pas sauté.
- Vérifiez que le cordon d’alimentation n’est pas endommagé
L’appareil fonctionne mais le voyant vert est éteint - Le voyant vert est défectueux. Faites appel au service Aprèsvente
pour effectuer le remplacement.
Le congélateur vibre ou fait du bruit - Vérifiez qu’il est bien à niveau. Réglez les pieds.
- Vérifiez qu’il ne touche pas le mur.
- Avez-vous bien retiré l’emballage de la base du congélateur ?
Le compresseur fonctionne en permanence - Y a t’il des aliments chauds dans le congélateur ?
- La porte du congélateur est-elle restée longtemps ouverte ?
- L’appareil est-il installé dans une pièce trop chaude ou proche d’une
source de chaleur ?
- Le thermostat est-il réglé sur la bonne position ?
- Avez-vous appuyé par inadvertance sur la touche Supercongélation ?
Le congélateur refroidit trop/pas assez - Vérifiez la position du thermostat et réglez-le sur une température
plus adéquate.
- Vérifiez que la porte n’est pas restée ouverte
Formation excessive de givre sur les bords supérieurs - Les bouchons d’évacuation de l’eau de dégivrage sont-ils placés
correctement ?
- La porte du congélateur est-elle fermée correctement ?
- Le joint de la porte du congélateur est-il endommagé ou déformé ?
(Voir le chapitre “Installation”)
- Avez-vous retirez les 4 entretoises ? (Voir le chapitre “Installation”)
L’ampoule du réfrigérateur ne s’allume pas - Vérifiez l’ampoule et changez-la le cas échéant. Si le problème
persiste, vérifiez que votre appareil soit bien branché
La couche de givre n’est pas uniforme - Ce phénomène est tout à fait normal
Le compresseur ne redémarre pas après un changement de
température
- Cela est normal, le compresseur redémarre après un certain temps.
27
GEBRUIKSAANWIJZING NL
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
Het product dat u heeft aangeschaft is uitsluitend bedoeld
voor huishoudelijk gebruik en voor de conservering van
diepvriesproducten, het invriezen van verse levensmiddelen
en voor het maken van ijsblokjes.
De aarding van het apparaat is wettelijk verplicht. De
fabrikant aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid
voor eventueel letsel aan personen, dieren of voor
schade aan voorwerpen die veroorzaakt is door het
niet in acht nemen van deze voorschriften.
1. Controleer na het uitpakken van het apparaat of het niet
beschadigd is, of de deur perfect sluit en of de afdichting
niet vervormd is. Uw leverancier dient binnen 24 uur
vanaf de levering van het product van eventuele schade
op de hoogte te worden gesteld.
2. Wacht minstens twee uur alvorens het apparaat in
werking te stellen, om het koelcircuit perfect te kunnen
laten functioneren.
3. Zorg ervoor dat de installatie en de elektrische
aansluiting door een gekwalificeerd technicus worden
verricht overeenkomstig de aanwijzingen van de
fabrikant en de plaatselijke veiligheidsvoorschriften.
4. Reinig de binnenkant van het product alvorens het in
gebruik te nemen.
Controleer voordat u het apparaat op het elektriciteitsnet
aansluit, of de spanning overeenkomt met de gegevens op
het serienummerplaatje op de achterkant van het
apparaat.
Houd u aan de plaatselijke voorschriften voor de
elektrische aansluiting.
INVRIEZEN VAN LEVENSMIDDELEN
Klaarmaken van verse levensmiddelen om in te
vriezen
Wikkel en verzegel de in te vriezen verse levensmiddelen
in: aluminiumfolie, plastic folie, waterdichte plastic zakjes
of diepvriesbakken met deksel.
De levensmiddelen moeten vers, rijp en van een zeer
goede kwaliteit zijn.
Verse groenten en fruit zo mogelijk direct na de oogst
invriezen, om de voedingsstoffen, de consistentie, de kleur
en de smaak te behouden.
Laat warme levensmiddelen altijd afkoelen voordat u ze in
de vriezer zet.
Invriezen van verse levensmiddelen
Plaats de in te vriezen
levensmiddelen direct tegen de
verticale wanden van de vriezer:
A) - in te vriezen levensmiddelen,
B) - reeds ingevroren
levensmiddelen.
Plaats de in te vriezen
levensmiddelen niet direct tegen
de al ingevroren levensmiddelen
aan.
Voor beter en sneller invriezen
raden wij aan de levensmiddelen
in kleine pakjes te verdelen; dit
zal ook van pas komen bij het gebruiken van het
ingevroren voedsel.
1. Druk, tenminste 24 uur voordat u vers voedsel in de
vriezer gaat invriezen, op de snelvriesknop. Bij apparaten
zonder deze knop zet u de thermostaat op stand .
2. Plaats de in te vriezen levensmiddelen in de vriezer en houd
de deur van het apparaat 24 uur gesloten. Schakel na afloop
van deze periode de snelvriesfunctie uit (indien aanwezig).
A
B
CONSERVERING VAN LEVENSMIDDELEN
Raadpleeg de tabel op het apparaat (indien aanwezig)
Indeling van de ingevroren levensmiddelen
Zet de ingevroren
levensmiddelen in de
vriezer en deel ze in;
het is raadzaam om de
invriesdatum op de
verpakking aan te
geven, om te zorgen
dat het product tijdig
geconsumeerd wordt.
Tips voor het
bewaren van diepvriesproducten
Bij de aankoop van diepvriesproducten moet u op de
volgende punten letten:
•de verpakking moet intact zijn, omdat voedsel in
beschadigde verpakkingen in kwaliteit achteruitgegaan kan
zijn. Als een pakje bol staat of als er vochtplekken op
zitten, is het niet onder optimale omstandigheden
bewaard en kan het al gedeeltelijk zijn ontdooid.
De diepvriesproducten moeten als laatste worden
gekocht en in isolerende tassen worden vervoerd.
Zet de diepvriesproducten bij thuiskomst meteen in de
vriezer.
Variaties in temperatuur moeten vermeden worden of tot
een minimum worden beperkt. De uiterste
houdbaarheidsdatum op de verpakking moet worden
gerespecteerd.
De instructies op de verpakking voor het conserveren van
diepvriesproducten moeten altijd worden opgevolgd.
Opmerking:
Ontdooide of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen
moeten onmiddellijk worden geconsumeerd. Vries ze
niet opnieuw in, tenzij het ontdooide levensmiddel
gebruikt wordt voor de bereiding van een gerecht dat
gekookt wordt. Nadat het ontdooide levensmiddel
gekookt is, mag het opnieuw worden ingevroren.
Als de stroom gedurende langere tijd uitvalt:
Open de deur van de vriezer niet, behalve om de
vrieselementen (indien beschikbaar) boven op het
ingevroren voedsel aan de rechter- en linkerkant van
de vriezer te plaatsen. Op deze manier kunt u de
snelheid waarmee de temperatuur stijgt beperken.
MAANDEN
VOEDSEL
26
NL
GEBRUIKSAANWIJZING
1. Handgreep.
2. Veiligheidssluiting (indien aanwezig).
3. Afdichting.
4. Dop afvoerkanaal voor dooiwater (indien aanwezig)
5. Bedieningspaneel.
6. Mandje (indien aanwezig).
7. Condensator (aan de achterkant).
INSTALLATIE
Raadpleeg het hoofdstuk “Alvorens het apparaat te
gebruiken”.
Haal het apparaat uit de verpakking.
Verwijder de vier beschermdelen tussen de deur en
het product.
Belangrijk: twee van de vier beschermdelen moeten
in de daarvoor bestemde ruimte in de plastic steunen
van de condensator worden geplaatst, die u op de
achterwand van het product vindt.
Dit handigheidje is noodzakelijk om de juiste afstand tussen
het product en de muur te garanderen.
Controleer of de dop voor de afvoer van het dooiwater (indien
aanwezig) op de juiste manier geplaatst is (4).
Om de maximale prestaties te verkrijgen en schade te
voorkomen bij het openen van de deur van het apparaat,
dient een afstand van tenminste 7 cm van de achterwand en
7 cm van de zijkanten te worden vrijgelaten.
Breng de bijgeleverde accessoires aan (indien aanwezig).
1. Thermostaat: voor de regeling van de
binnentemperatuur van de vriezer.
2. Rood lampje (indien aanwezig): wanneer dit lampje
brandt is de binnentemperatuur van het apparaat nog niet
laag genoeg.
3. Groen lampje (indien aanwezig): wanneer dit lampje
brandt, functioneert het apparaat.
4. Geel lampje (indien aanwezig): wanneer dit brandt,
is de snelvriesfunctie ingeschakeld.
5. Snelvriesknop (indien aanwezig): voor het starten van
de snelvriesfunctie.
Ingebruikneming van het apparaat
De temperatuur van het apparaat is in de fabriek ingesteld om
te functioneren bij de aanbevolen temperatuur van -18°C.
Sluit het apparaat aan op het stopcontact.
Het groene lampje gaat branden (indien aanwezig).
Ook het rode lampje gaat branden (indien aanwezig), omdat
de temperatuur in de vriezer nog niet laag genoeg is om de
levensmiddelen erin te zetten. Het lampje gaat gewoonlijk
binnen zes uur na het inschakelen van de vriezer weer uit.
Nadat u het apparaat heeft aangesloten en de juiste
temperatuur is bereikt (na ongeveer een uur,
waarin u de deur niet mag openen), controleert u of
de snelvriesfunctie uitgeschakeld is (het gele lampje,
indien aanwezig, is uit)
Zet de levensmiddelen pas in de vriezer wanneer het rode
lampje (indien aanwezig) uit is.
De afdichting sluit de vriezer hermetisch af, dus u kunt de deur
van het apparaat niet onmiddellijk na sluiting weer openen.
Wacht enkele minuten voordat u de deur van het apparaat
opnieuw opent.
Regeling van de temperatuur
Selecteer de juiste temperatuur met de thermostaat.
Om de temperatuur van het apparaat te regelen gaat u als
volgt te werk:
Draai de thermostaatknop
op stand 1 voor een minder koude
bewaartemperatuur.
Draai de thermostaatknop op stand 6 / voor een koudere
bewaartemperatuur.
Als de vriezer niet helemaal vol is, wordt geadviseerd om
de thermostaat op een lagere stand te zetten (in de buurt
van de "E", wanneer die aangegeven is op de
schaalverdeling van de thermostaat).
Klimaatklasse Omg. temp. (°C) Omg. temp. (°F)
SN Van 10 tot 32 Van 50 tot 90
N Van 16 tot 32 Van 61 tot 90
ST Van 16 tot 38 Van 61 tot 100
T Van 16 tot 43 Van 61 tot 110
11
7 SERVICE APR
È
S-VENTE
FR
•INTERVENTIONS
Les éventuelles interventions sur votre appareil doivent être effectuées par un professionnel qualifié dépositaire de la marque.
Lors de votre appel, mentionnez la référence complète de votre appareil (modèle, type, numéro de série).
Ces renseignements figurent sur la plaque signalétique.
•PIÈCES D’ORIGINE
Lors d’une intervention d’entretien, demandez l’utilisation exclusive de pièces détachées certifiées
d’origine.
•RELATIONS CONSOMMATEURS
Pour en savoir plus sur tous les produits de la marque :
informations, conseils, les points de vente, les spécialistes après-vente.
Pour communiquer :
nous sommes à l’écoute de toutes vos remarques, suggestions, propositions auxquelles nous vous répondrons
personnellement.
> Vous pouvez nous écrire :
Service Consommateurs BRANDT BP 9526
95069 CERGY PONTOISE CEDEX
> ou nous téléphoner au :
* Service fourni par FagorBrandt SAS, société par actions simplifiée au capital de 20 000 000 euros
5/7 avenue des Béthunes, 95310 Saint Ouen L’Aumône - RCS Pontoise 440 303 196
1/20