AEG L82470BI Handleiding

Type
Handleiding
L 82470 BI NL Gebruiksaanwijzing 2
FR Notice d'utilisation 37
INHOUD
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
3. TECHNISCHE INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
4. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
5. BEDIENINGSPANEEL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
6. WASPROGRAMMA'S . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
7. VERBRUIKSWAARDEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
8. HET EERSTE GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
9. DAGELIJKS GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
10. AANWIJZINGEN EN TIPS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
11. ONDERHOUD EN REINIGING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
12. PROBLEEMOPLOSSING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
13. MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
14. INBOUWEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren
uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen
maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd
om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en
onderhoudsinformatie:
www.aeg.com
Registreer uw product voor een betere service:
www.aeg.com/productregistration
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan.
Zorg er als u contact opneemt met de klantenservice voor dat u de volgende gegevens bij de
hand hebt.
De informatie staat op het typeplaatje. model, productnummer, serienummer.
Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
2
www.aeg.com
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor in-
stallatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt
door een foutieve installatie. Bewaar de instructies van
het apparaat voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente inva-
liditeit.
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van
8 jaar en ouder en door mensen met beperkte licha-
melijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over
het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kin-
deren.
Houd alle reinigingsmiddelen uit de buurt van kinde-
ren.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het ap-
paraat als de deur open is.
Als het apparaat is uitgerust met een kinderbeveili-
ging, raden wij aan dit te activeren.
Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd
door kinderen zonder toezicht.
1.2 Algemene veiligheid
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het
stopcontact voordat u onderhoudshandelingen ver-
richt.
NEDERLANDS 3
De specificatie van het apparaat mag niet worden
veranderd.
Respecteer het maximale laadvermogen van 7 kg
(raadpleeg hoofdstuk “Programmaschema”).
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabri-
kant of diens technische dienst of een gekwalificeerd
persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situ-
aties te voorkomen.
De waterdruk (minimaal en maximaal) moet liggen
tussen 0,5 bar (0,05 MPa) en 8 bar (0,8 MPa)
De ventilatie-openingen in de onderkant (indien van
toepassing) mogen niet worden afgedekt door tapijt
Het apparaat moet met de nieuwe slangset worden
aangesloten op een kraan. Oude slangsets mogen
niet opnieuw worden gebruikt.
2.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Montage
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Bewaar de transportbouten. Als u het
apparaat gaat verplaatsen, moet de
trommel worden geblokkeerd.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Gebruik of installeer het apparaat niet
als de temperatuur lager is dan 0 °C of
als het is blootgesteld aan het weer.
Volg de installatie-instructies op die
zijn meegeleverd met het apparaat.
Zorg ervoor dat de vloer van de plaats
waar u het apparaat installeert, vlak,
stabiel, hittebestendig en schoon is.
Plaats het apparaat niet op een plek
waar de deur niet helemaal open kan.
Wees voorzichtig met het verplaatsen
van het apparaat, het is zwaar. Draag
altijd veiligheidshandschoenen.
Zorg dat er lucht tussen het apparaat
en de vloer kan circuleren.
Pas de stelvoeten aan om de nodige
ruimte tussen het apparaat en de
vloerbedekking te creëren.
Aansluiting op het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische
schokken.
Dit apparaat moet worden geaard.
Controleer of de elektrische informatie
op het typeplaatje overeenkomt met
de stroomvoorziening. Zo niet, neem
dan contact op met een elektromon-
teur.
Gebruik altijd een correct geïnstal-
leerd, schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Zorg dat u de hoofdstekker en kabel
niet beschadigt. Indien de voedings-
kabel moet worden vervangen, dan
MOET dit gebeuren door onze Klan-
tenservice.
4
www.aeg.com
Steek de stekker pas in het stopcon-
tact als de installatie is voltooid. Zorg
ervoor dat het netsnoer na installatie
bereikbaar is.
Trek niet aan het aansluitnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
Raak de stroomkabel of stekker niet
aan met natte handen.
Dit apparaat voldoet aan de EU-richt-
lijnen.
Aansluiting aan de
waterleiding
Zorg dat u de waterslangen niet be-
schadigt.
Het apparaat moet met de nieuwe
slangset worden aangesloten op een
kraan. Oude slangsets mogen niet op-
nieuw worden gebruikt.
Laat het water stromen tot het schoon
is voordat u het apparaat aansluit op
nieuwe leidingen of leidingen die lang
niet zijn gebruikt.
Zorg dat er geen lekkages zijn als u
het apparaat de eerste keer gebruikt.
2.2 Gebruik van het apparaat
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, elektrische
schokken, brand, brandwonden
en schade aan het apparaat.
Gebruik dit apparaat in een huishou-
delijke omgeving.
De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
Volg de veiligheidsinstructies op de
verpakking van het vaatwasmiddel op.
Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door ontvlamba-
re producten in, bij of op het appa-
raat.
Raak het glas van de deur niet aan als
een programma in werking is. Het glas
kan heet worden.
Zorg dat u alle metalen onderdelen uit
het wasgoed verwijdert.
Plaats geen bak om mogelijke water-
lekkage op te vangen onder het appa-
raat. Neem contact op met de service-
dienst om te raadplegen welke acces-
soires gebruikt mogen worden.
2.3 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of schade aan
het apparaat.
Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
Gebruik geen waterstralen of stoom
om het apparaat te reinigen.
Maak het apparaat schoon met een
vochtige, zachte doek. Gebruik alleen
neutrale schoonmaakmiddelen. Ge-
bruik geen schuurmiddelen, schuur-
sponsjes, oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
2.4 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
Verwijder de deurgreep om te voorko-
men dat kinderen en huisdieren opge-
sloten raken in het apparaat.
3. TECHNISCHE INFORMATIE
Afmetingen Breedte / hoogte / diep-
te
596 / 820 / 544 mm
Totale diepte 560 mm
NEDERLANDS 5
Aansluiting aan het elek-
triciteitsnet:
Voltage
Totale stroom
Zekering
Frequentie
220-230 V
2000 W
10A
50 Hz
De beschermkap biedt bescherming tegen vaste
stoffen en vochtigheid, behalve op de plaatsen
waar de lage spanningsapparatuur geen bescher-
ming heeft tegen vocht
IPX4
Waterdruk Minimaal 0,5 bar (0,05 MPa)
Maximaal 8 bar (0,8 MPa)
Watertoevoer
1)
Koud water
Maximale belading Katoen 7 kg
Centrifugeersnelheid Maximaal 1400 toeren per minuut
1)
Sluit de slang aan op een kraan met 3/4”-schroefdraad.
4. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
7 8 9
10
1 2
3
4
5
6
1
Wasmiddeldoseerlade
2
Bedieningspaneel
3
Deurgreep
4
Typeplaatje
5
Afvoerpomp
6
Stelvoetjes
7
Afvoerslang
8
Netsnoer
9
Wateraansluiting
10
Stelvoetjes
6
www.aeg.com
4.1 Accessoires
1 2
34
1
Moersleutel
Om de transportbouten te verwijde-
ren.
2
Plastic dopjes
Voor het afdichten van de gaten aan
de achterzijde van het apparaat na-
dat u de transportbouten hebt ver-
wijderd.
3
Toevoerslang met geïntegreerd
beschermingssysteem tegen wa-
teroverlast
Om mogelijke wateroverlast te voor-
komen.
4
Plastic slanggeleider
Om een afvoerslang op de rand van
een gootsteen te bevestigen.
4.2 Kinderbeveiliging
Als u deze beveiliging activeert, kunt u
de deur niet sluiten. Dit voorkomt dat
u kinderen of huisdieren in de trom-
mel opsluit. Voor het inschakelen van
de kinderbeveiliging verplaatst u het
draaigedeelte met een muntstuk
rechtsom totdat de groef horizontaal
staat. Voor het uitschakelen van de
kinderbeveiliging verplaatst u het
draaigedeelte met een muntstuk links-
om totdat de groef weer verticaal
staat.
5. BEDIENINGSPANEEL
1 2 3 4 5 6 7 8 9
1
Programmakeuzeknop
2
Toets TEMPERATUUR
3
Toets CENTRIFUGEREN
4
Toets OPTIES
5
Ok -toets
6
Toets TIJDBESPARING
NEDERLANDS 7
7
Display
8
Toets START/PAUZE
9
Toets UITGESTELDE START
5.1 Display
C
I H G F E
A B D
A
Temperatuurlampje en het symbool voor KOUD
B
Lampje voor de centrifugeersnelheid, symbool voor SPOELSTOP
en NACHTCYCLUS
C
Weergave van de programmavoortgang: VOORWAS , HOOFD-
WAS
, SPOELEN , CENTRIFUGEREN , POMPEN ,
OVERDOSERING
Het programmavoortgangsdisplay toont de verschillende fasen van
het gekozen programma.
Tijdens het wassen knippert er een zwarte streep onder het sym-
bool van de lopende fase. Na afloop van elke fase stopt het knip-
peren en brandt het streepje continu.
Als het symbool aan gaat, wordt hiermee aangegeven dat
er teveel wasmiddel is gebruikt.
D
Symbool voor KINDERSLOT .
E
Symbool voor UITGESTELDE START .
8
www.aeg.com
F
Het display toont de volgende informatie:
Duur van het gekozen programma
Nadat u een programma hebt ingesteld, wordt de tijdsduur in
uren en minuten weergegeven (bijvoorbeeld
).
Na de start van het programma wordt de resterende tijd elke mi-
nuut bijgewerkt.
Uitgestelde start
Bij het instellen van een uitgestelde start wordt de tijd van het
uitstel (max. 20 uur) ongeveer 3 seconden weergegeven (bijvoor-
beeld
). Daarna verschijnt de duur van het programma weer
op het display.
De waarde van de uitgestelde tijd neemt elk uur met eenheden
van een uur af. Daarna, wanneer er nog 1 uur resteert, neemt de
tijd af met eenheden van één minuut.
Onjuiste optie-instelling
Bij een verkeerde instelling verschijnt het bericht Err op het dis-
play en begint het gele lampje van toets 8 te knipperen.
Alarmcodes
Als er problemen met de werking optreden, geeft het display
soms alarmcodes weer, zoals bijvoorbeeld
(zie hoofdstuk
«Probleemoplossing»).
Einde van het programma
Aan het einde van het programma verschijnt er een knipperende
nul
, verdwijnt het symbool en kan de deur worden geo-
pend.
G Optiesymbool TIJDBESPARING .
H
Symbool DEUR .
Dit symbool geeft aan of de deur geopend kan worden:
Het symbool is aan: de deur kan niet geopend worden. Het ap-
paraat voert een wasprogramma uit.
Het symbool is uit: de deur kan geopend worden. Het waspro-
gramma is afgelopen.
I
Beschikbare opties: VOORWAS , VLEKKEN , BEHOEDZAAM
, EXTRA SPOELEN
5.2 Geluidssignalen
De wasautomaat is voorzien van een
akoestisch alarm, dat in de volgende ge-
vallen te horen is:
Aan het einde van een programma
In geval van problemen met de werk-
ing
Door enkele seconden tegelijkertijd op
de toets 3 en 4 te drukken, wordt het
geluidssignaal uitgeschakeld (behalve in
het geval van problemen met de werk-
ing). Door nogmaals op deze twee toet-
sen te drukken, wordt het geluidssignaal
weer geactiveerd.
5.3 Kinderslot
Met deze voorziening kunt u het appa-
raat onbeheerd achterlaten, u hoeft zich
dan geen zorgen te maken dat kinderen
gewond raken of het apparaat schade
toebrengen.
Deze functie blijft ingeschakeld, ook als
de wasautomaat niet in werking is.
Er zijn twee manieren om deze optie in
te stellen:
NEDERLANDS 9
Voordat u op toets 8 drukt, is het on-
mogelijk om het apparaat te starten.
Na het indrukken van toets 8 is het on-
mogelijk om een ander programma of
een andere optie te kiezen.
Om deze optie in- of uit te schakelen,
drukt u ongeveer 6 seconden tegelijker-
tijd op de toets 4 en 5 tot het symbool
aan gaat of uit het display verdwijnt.
5.4 Optie EXTRA SPOELEN
Met deze functie kunt u de extra spoel-
functie permanent aan laten als u een
nieuw programma instelt.
Voor het inschakelen van de functie
drukt u tegelijkertijd op toets 2 en 3
tot het display het symbool
weer-
geeft.
Druk, om de functie uit te schakelen
tegelijkertijd op toets 2 en 3 tot het
symbool
uit gaat.
6. WASPROGRAMMA'S
Programma
Maximale en minimale temperatuur
Type wasgoed
Maximale belading
Program-
mabeschrij-
ving
Options (Opties)
Katoen
95°- Koud
Max. belading 7 kg - gereduceerde bela-
ding 3 kg
Wit en bont katoen (normaal vervuilde ar-
tikelen).
Hoofdwas
Spoelgan-
gen
Lang centri-
fugeren
AANPASSEN TOE-
RENTAL
NACHTCYCLUS
SPOELSTOP
VOORWAS
1)
VLEKKEN
2)
GEVOELIG
EXTRA SPOELEN
TIJDBESPARING
3)
EXTRA SPOELEN
Synthetica
60° - Koud
Max. belading 3 kg - gereduceerde bela-
ding 2 kg
Synthetische of gemengde stoffen: on-
dergoed, gekleurde kledingstukken, krimp-
vrije overhemden, blouses.
Hoofdwas
Spoelgan-
gen
Kort centri-
fugeren
AANPASSEN TOE-
RENTAL
NACHTCYCLUS
SPOELSTOP
VOORWAS
1)
VLEKKEN
2)
TIJDBESPARING
3)
EXTRA SPOELEN
10
www.aeg.com
Programma
Maximale en minimale temperatuur
Type wasgoed
Maximale belading
Program-
mabeschrij-
ving
Options (Opties)
Strijkvrij
60° - Koud
Max. belading 1 kg
Synthetische stoffen die voorzichtig ge-
wassen en gecentrifugeerd moeten wor-
den.
Het wasgoed wordt behoedzaam gewassen
en gecentrifugeerd om kreukels te voorko-
men. Bovendien zal het apparaat extra
spoelgangen uitvoeren.
Hoofdwas
Spoelgan-
gen
Kort centri-
fugeren
AANPASSEN TOE-
RENTAL
SPOELSTOP
VOORWAS
1)
EXTRA SPOELEN
Fijne Was
40° - Koud
Max. belading 3 kg - gereduceerde bela-
ding 2 kg
Fijne was: acryl, viscose, polyester.
Hoofdwas
Spoelgan-
gen
Kort centri-
fugeren
AANPASSEN TOE-
RENTAL
NACHTCYCLUS
SPOELSTOP
VOORWAS
1)
VLEKKEN
2)
TIJDBESPARING
3)
EXTRA SPOELEN
Wol/zijde
40° - Koud
Max. belading 2 kg
Wol die in de machine kan worden gewas-
sen en met de hand wasbare wol en fijne
stoffen.
Opmerking: Een enkel of groot stuk was-
goed kan een verkeerd evenwicht van de
trommel tot gevolg hebben. Als het appa-
raat de laatste centrifugefase niet uitvoert,
moet u meer stukken toevoegen, de lading
opnieuw handmatig verspreiden en dan het
centrifugeprogramma selecteren.
Hoofdwas
Spoelgan-
gen
Kort centri-
fugeren
AANPASSEN TOE-
RENTAL
NACHTCYCLUS
SPOELSTOP
Tweedjassen
40° - Koud
Max. belading 2.5 kg
Sportkleding. Gebruik geen wasverzachter.
Hoofdwas
Spoelgan-
gen
Kort centri-
fugeren
AANPASSEN TOE-
RENTAL
NACHTCYCLUS
SPOELSTOP
NEDERLANDS
11
Programma
Maximale en minimale temperatuur
Type wasgoed
Maximale belading
Program-
mabeschrij-
ving
Options (Opties)
Anti-Allergie
60°
Max. belading 7 kg
Witte katoenen kleding.
Dit programma verwijdert micro-organis-
mes dankzij het wassen op 60° en voegt
een extra spoelgang toe. Op die manier is
het wassen effectiever.
Doe een speciaal nabehandelingsmiddel
voor hygiëne in het vlekkenvakje en stel de
functie Vlekken in.
Hoofdwas
Spoelgan-
gen
Lang centri-
fugeren
AANPASSEN TOE-
RENTAL
SPOELSTOP
VOORWAS
1)
VLEKKEN PLUS
Draaien
Max. belading 7 kg
Aparte centrifugegang voor katoenen kle-
dingstukken die met de hand gewassen zijn
en na programma's waarbij de optie Spoel-
stop gekozen is.
Draai de programmakeuzeknop naar
voordat u dit programma instelt.
Verlaag de centrifugeersnelheid zo nodig.
Pompen
Lang centri-
fugeren
AANPASSEN TOE-
RENTAL
Pompen
Max. belading 7 kg
Om het laatste spoelwater af te voeren bij
programma's met de spoelstopoptie.
Water af-
pompen
Behoedzaam spoelen
Max. belading 7 kg
Programma voor spoelen en centrifugeren
van wasgoed dat met de hand is gewassen.
Het apparaat voert enkele spoelgangen uit,
gevolgd door een laatste centrifugegang.
De centrifugeersnelheid kan verlaagd wor-
den.
Spoelgan-
gen
Lang centri-
fugeren
AANPASSEN TOE-
RENTAL
NACHTCYCLUS
SPOELSTOP
EXTRA SPOELEN
Jeans
60° - Koud
Max. belading 3 kg
Alle wasgoed van spijkerstof. Stoffen van
jersey met hi-techmaterialen.
Hoofdwas
Spoelgan-
gen
Kort centri-
fugeren
AANPASSEN TOE-
RENTAL
NACHTCYCLUS
SPOELSTOP
VOORWAS
1)
20 Min. - 3 kg
30°
Max. belading 3 kg
Snelle was voor sportkleding of katoenen
en synthetische licht vervuilde of slechts
eenmaal gedragen kleding.
Hoofdwas
Spoelgan-
gen
Kort centri-
fugeren
AANPASSEN TOE-
RENTAL
12
www.aeg.com
Programma
Maximale en minimale temperatuur
Type wasgoed
Maximale belading
Program-
mabeschrij-
ving
Options (Opties)
SUPER ECO
Koud
Max. belading 3 kg
Gemengde stoffen (katoen en synthetische
weefsels)
4)
.
Hoofdwas
Spoelgan-
gen
Kort centri-
fugeren
AANPASSEN TOE-
RENTAL
SPOELSTOP
EXTRA SPOELEN
ECO
5)
Katoen Eco
60° - 40°
Max. belading 7 kg
Wit en kleurecht katoen.
Normaal vervuilde katoenen artikelen
Het apparaat verlaagt de temperatuur en
verlengt de wastijd teneinde efficiënt te
wassen en zodoende energie te besparen.
Hoofdwas
Spoelgan-
gen
Lang centri-
fugeren
AANPASSEN TOE-
RENTAL
NACHTCYCLUS
SPOELSTOP
VOORWAS
1)
VLEKKEN PLUS
EXTRA SPOELEN
Uit
Het apparaat verlaagt de temperatuur en verlengt de wastijd teneinde efficiënt
te wassen en zodoende energie te besparen.
1)
Als u vloeibare wasmiddelen gebruikt, moet u een programma zonder voorwas
selecteren.
2)
De optie Vlekken kan alleen worden ingesteld bij een temperatuur van 40°C of hoger.
3)
Als u de optie Extra kort instelt (toets 6), raden we u aan de maximale belading te
beperken, zoals aangegeven. Maximale belading is wel mogelijk, maar de wasresultaten
zullen minder goed zijn.
4)
Gebruik een speciaal wasmiddel voor zeer lage temperatuur.
5)
Standaardprogramma's voor de Energielabel verbruikswaarden Volgens de
regulering 1061/2010 zijn deze programma's respectievelijk het “standaard 60°
katoenprogramma” en het “standaard 40° katoenprogramma”. Dit zijn de meest
efficiënte programma's qua elektriciteits- en waterverbruik bij het wassen van normaal
vervuild katoenen wasgoed.
Stel dit programma in voor een goed wasresultaat en om het stroomverbruik te
verlagen. De tijd van het wasprogramma wordt verlengd.
De watertemperatuur van de wasfase kan verschillen van de temperatuur die is
aangegeven voor het geselecteerde programma.
7. VERBRUIKSWAARDEN
De gegevens van deze tabel zijn gemiddelden. Verschillende oorzaken kun-
nen de gegevens wijzigen: de hoeveelheid en het type wasgoed, het water
en de omgevingstemperatuur.
NEDERLANDS 13
Programma’s Lading
(kg)
Energiever-
bruik (kWh)
Waterver-
bruik (liter)
Gemiddel-
de pro-
gramma-
duur (minu-
ten)
Resterend
vocht
(%)
1)
Katoen 60 °C 7 1.2 53 140 52
Katoen 40 °C 7 0.7 53 130 52
Synthetische
stoffen 40 °C
3 0.5 40 80 35
Fijne was 40
°C
3 0.55 55 65 35
Wol/Handwas
30 °C
2 0.25 58 50 30
Standaard katoenprogramma's
Standaard 60
°C katoen
7 0.86 46 189 52
Standaard 60
°C katoen
3.5 0.77 36 177 52
Standaard 40
°C katoen
3.5 0.51 38 160 52
1)
Aan het einde van de centrifugeerfase.
Uit-modus (W) Modus aan laten (W)
0.1 0.98
De gegevens in de bovenstaande grafieken komen overeen met de regelge-
ving van de Europese commissie 1015/2010 implementatierichtlijn 2009/125/
EC.
8. HET EERSTE GEBRUIK
1.
Giet 2 liter water in het vakje voor
het hoofdwasmiddel van de wasmid-
dellade om het afvoersysteem te ac-
tiveren.
2.
Giet een klein beetje wasmiddel in
het vakje van het hoofdwasmiddel
van de wasmiddellade. Stel het pro-
gramma voor katoen in op de hoog-
ste temperatuur zonder wasgoed en
start het programma. Dit verwijdert
al het mogelijke vuil uit de trommel
en de kuip.
14
www.aeg.com
9. DAGELIJKS GEBRUIK
9.1 Wasgoed in de machine
doen
1.
Open de deur van het apparaat.
2.
Plaats het wasgoed een voor een in
de trommel. Schud de items voor u
ze in de wasautomaat plaatst. Zorg
ervoor dat u niet te veel was in de
trommel plaatst.
3.
Sluit de deur.
Zorg ervoor dat er geen wasgoed tussen
de deur blijft klemmen. Er kan waterlek-
kage of beschadigd wasgoed ontstaan.
9.2 Wasmiddel en additieven (wasverzachter, vlekkenmiddel)
toevoegen
MAX
Het doseerbakje voor de voorwasfase, het inweekprogramma
en voor de vlekkenfunctie.
Voeg inweek-, vlekken- en voorwasmiddelen toe voordat u het
programma start.
Het vakje voor het wasmiddel van de wasfase.
Als u een vloeibaar wasmiddel gebruikt, dient u dit direct voor
het starten van het programma te plaatsen.
Vakje voor vloeibare nabehandelingsmiddelen (wasverzachter,
stijfsel).
Plaats het product in het vakje voordat u het programma start.
Dit is het maximale niveau voor vloeibare nabehandelingsmid-
delen.
Volg altijd de instructies op de verpakking van de wasmiddelen.
NEDERLANDS 15
9.3 Het programma instellen
(knop 1 )
Draai de programmakeuzeknop naar het
gewenste programma.
Met de programmakeuzeknop bepaalt u
het soort wasprogramma (bijv. waterpeil,
beweging van de trommel, aantal spoel-
gangen) en de wastemperatuur afhanke-
lijk van het soort wasgoed.
Het controlelampje van toets 8 gaat
knipperen.
De programmakeuzeknop kan met de
klok mee of tegen de klok in worden ge-
draaid.
= programma resetten / apparaat
uitschakelen
Als u de programmakeuzeknop
op een ander programma zet
terwijl het apparaat in werking is,
knippert het gele controlelampje
van toets 8 3 keer. Op het dis-
play verschijnt het bericht Err om
aan te geven dat deze selectie
niet mogelijk is. Het apparaat
voert het zojuist ingestelde pro-
gramma niet uit.
9.4 DE TEMPERATUUR
INSTELLEN (toets 2)
Bij het instellen van een pro-
gramma stelt het apparaat auto-
matisch de standaardtempera-
tuur voor dat programma voor.
Druk herhaaldelijk op de toets 2 om de
temperatuur te verhogen of te verlagen,
als u wilt dat uw wasgoed wordt gewas-
sen op een andere temperatuur.
De koude was wordt aangegeven met - -
en het symbool
.
Zie voor de beschikbare maxima-
le en minimale waswatertempe-
ratuur, «Wasprogramma's»
9.5 DE
CENTRIFUGEERSNELHEID
INSTELLEN (toets 3)
Wanneer een programma wordt
ingesteld, stelt het apparaat au-
tomatisch de maximale centrifu-
geersnelheid voor dat program-
ma voor.
Druk herhaaldelijk op de toets 3 om de
centrifugeersnelheid te wijzigen.
SPOELSTOP
Als u deze optie instelt, wordt het laatste
spoelwater niet weggepompt om te
voorkomen dat het wasgoed kreukelt.
Aan het einde van het programma ver-
schijnen
en het symbool op het
display. Het symbool
blijft bran-
den, het controlelampje van toets 8 gaat
uit en de deur is vergrendeld om aan te
geven dat het water moet worden afge-
voerd.
NACHTCYCLUS
Als u deze optie instelt, voert het appa-
raat het water van de laatste spoeling
niet af, zodat het wasgoed niet kreukt.
Alle centrifugeerfasen worden onder-
drukt, zodat het wasprogramma geruis-
loos wordt en 's nachts kan worden inge-
steld, of tijdens de goedkoopste ener-
gietarieven. Bij sommige programma's
wordt voor de spoelingen meer water
gebruikt.
Aan het einde van het programma ver-
schijnen
en het symbool op het
display. Het symbool
blijft bran-
den, het controlelampje van toets 8 gaat
uit en de deur is vergrendeld om aan te
geven dat het water moet worden afge-
voerd.
Zie voor het wegpompen van het wa-
ter hoofdstuk «Aan het einde van het
programma».
9.6 DE OPTIES INSTELLEN
(TOETS 4)
Afhankelijk van het programma, kunnen
er verschillende functies gecombineerd
worden.
Niet alle opties kunnen onderling
worden gecombineerd. De sym-
bolen van de opties die niet ge-
combineerd kunnen worden, ver-
dwijnen.
Indien een optie gekozen is die
niet gecombineerd kan worden
met het ingestelde wasprogram-
ma, verschijnt de melding Err ge-
durende enkele seconden en be-
gint het gele controlelampje van
toets 8 te knipperen.
Stel de opties in nadat u het programma
hebt ingesteld, maar voordat u op toets
16
www.aeg.com
8 drukt. Druk op de toets 4: alle optie-
symbolen verschijnen op het display.
Om door alle beschikbare opties te bla-
deren, drukt u op toets 4. Het overeen-
komstige symbool verschijnt op het dis-
play en begint te knipperen.
Zie voor de mogelijke combina-
ties van wasprogramma's en op-
ties het hoofdstuk «Wasprogram-
ma's».
UW KEUZE BEVESTIGEN
(TOETS 5)
Druk op toets 5 om uw keuze te active-
ren en te bevestigen. Er verschijnt een
zwart streepje onder het gekozen sym-
bool om aan te geven dat deze optie in-
gesteld is. Druk op de toets 5 om de op-
tie uit te schakelen.
Na het instellen van de opties wacht u
enkele seconden tot het display is terug-
gekeerd naar de standaardstatus. De
symbolen van de ingestelde opties ver-
schijnen op het display.
9.7 VOORWAS-optie
Stel de VOORWAS-optie in om uw was-
goed voorafgaande aan de hoofdwas,
eerst op 30°C voor te wassen. De voor-
was eindigt met kort centrifugeren bij
programma's voor katoen en syntheti-
sche stoffen, terwijl bij het programma
voor fijne was alleen het water wordt
weggepompt
Het symbool
verschijnt op het dis-
play.
De voorwasoptie wordt aanbevolen voor
sterk vervuild wasgoed.
9.8 VLEKKEN-optie
Stel de VLEKKEN-optie in om sterk ver-
vuild wasgoed of wasgoed met vlekken
te behandelen met vlekkenverwijderaar
(verlengde hoofdwas met tijdgeoptimali-
seerde vlekkenbehandelingsfase). Het
symbool
verschijnt op het display.
Deze optie is niet beschikbaar bij een
temperatuur lager dan 40°C.
Als u een programma wilt draaien met
de optie VLEKKEN, voegt u vlekkenver-
wijderaar aan het vakje
toe.
De optie VOORWAS en VLEKKEN kun-
nen niet worden gecombineerd.
9.9 Optie BEHOEDZAAM
Stel de optie BEHOEDZAAM in om de
intensiteit van het wassen te verlagen.
Het symbool
verschijnt op het dis-
play. Het apparaat voegt een extra
spoelgang toe.
De optie BEHOEDZAAM kan niet wor-
den gekozen in combinatie met de optie
EXTRA SPOELEN.
De optie BEHOEDZAAM wordt aanbe-
volen voor het wassen van niet kleurech-
te artikelen en voor artikelen die vaak
gewassen worden.
9.10 Optie EXTRA SPOELEN
Dit apparaat is ontworpen om water te
besparen. Voor mensen met een erg ge-
voelige huid (allergisch voor wasmidde-
len) kan het echter noodzakelijk zijn om
het wasgoed met een extra hoeveelheid
water te spoelen Het symbool
ver-
schijnt op het display.
9.11 Optie TIJDBESPARING
INSTELLEN (toets 6)
Met deze optie verandert u de wastijd
die de wasautomaat automatisch heeft
voorgesteld.
Druk een keer op de toets 6 .
Het symbool verschijnt op het
display. De wastijd wordt verkort om
dagelijks wasgoed te wassen.
Druk twee keer op de toets 6 .
De wastijd wordt verkort om licht
vervuild wasgoed of artikelen die
slechts korte tijd gebruikt of gedra-
gen zijn, te wassen.
Op het display verschijnt de kortere
tijdsduur van het wasprogramma.
9.12 HET PROGRAMMA
STARTEN (toets 8)
Druk op de toets 8 om het programma
te starten. Het rode lampje van toets 8
houdt op met knipperen.
Het symbool
verschijnt op het dis-
play om aan te geven dat het apparaat
NEDERLANDS 17
in werking is getreden en dat de deur
vergrendeld is.
Om een lopend programma te onder-
breken, drukt u op toets 8: het rode
lampje van toets 8 gaat knipperen.
Om het programma opnieuw te starten
vanaf het punt waarop het werd onder-
broken, drukt u nogmaals op toets 8. Als
u een uitgestelde start hebt gekozen,
begint het apparaat af te tellen.
Als er een onjuiste optie is gekozen,
knippert het gele controlelampje van
toets 8 3 keer en wordt de melding Err
gedurende enkele seconden weergege-
ven.
9.13 UITGESTELDE START
INSTELLEN (toets 9)
Als u voor het starten van het pro-
gramma de start wilt uitstellen, drukt u
herhaaldelijk op toets 9 om het gewen-
ste uitstel in te stellen.
Het symbool
verschijnt op het dis-
play. Het hoofdwasprogramma kan wor-
den uitgesteld met 30 min - 60 min - 90
min, 2 uur en vervolgens steeds met 1
uur tot een maximum van 20 uur.
De ingestelde waarde van de uitgestel-
de start verschijnt gedurende ongeveer
3 seconden op het display. Daarna ver-
schijnt de duur van het programma
weer.
Stel deze optie in nadat u het program-
ma hebt ingesteld en voordat u op toets
8 drukt.
Voordat u op de toets 8 drukt, kunt u de
uitgestelde start op elk moment wijzigen
of annuleren.
De deur blijft gedurende de uitgestelde
start vergrendeld. Als u later, tijdens de
startuitstel, nog wasgoed in de trommel
wilt stoppen, drukt u op toets 8 om het
apparaat op pauze te zetten. Wanneer
het symbool
verdwijnt, kan de
deur geopend worden. Voeg het was-
goed toe, sluit de deur en druk nog-
maals op toets 8.
De uitgestelde start instellen
Stel het programma en de gewenste
opties in.
Selecteer de uitgestelde start.
Druk op toets 8: het apparaat begint
in uren af te tellen. Het programma
begint als het gekozen uitstel is afge-
lopen.
Uitgestelde start annuleren
Druk op toets 8 om het apparaat in te
stellen op PAUZE.
Druk op toets 9 totdat het symbool
wordt weergegeven.
Druk nogmaals op toets 8 om het pro-
gramma te starten.
Het geselecteerde uitstel kan al-
leen worden veranderd nadat u
het wasprogramma opnieuw
hebt gekozen.
De uitgestelde start kan niet worden in-
gesteld in combinatie met het program-
ma voor pompen.
9.14 Een optie of lopend
programma wijzigen
Het is mogelijk om een optie te verande-
ren voordat het programma deze uit-
voert. Voordat u iets kunt veranderen,
drukt u op toets 8 om het apparaat te
pauzeren.
U kunt een lopend programma alleen
veranderen door het te resetten.
Draai de programmakeuzeknop eerst
naar
en dan naar de stand van het
nieuwe programma.
Druk nogmaals op toets 8 om het nieu-
we programma weer te starten. Het wa-
ter in de trommel zal niet worden afge-
voerd.
9.15 Een programma
onderbreken
Druk op toets 8 om een lopend pro-
gramma te onderbreken. Het bijbeho-
rende controlelampje gaat knipperen.
Druk nogmaals op de toets om het pro-
gramma opnieuw te starten.
9.16 Een programma
annuleren
Draai de keuzeknop naar om een lo-
pend programma te annuleren. U kunt
nu een nieuw programma kiezen.
18
www.aeg.com
9.17 De deur openen nadat
het programma is gestart
Druk eerst op toets 8 om het apparaat in
te stellen op pauze.
Als het symbool
verdwijnt, kan
de deur geopend worden.
Als het symbool
niet uit gaat,
betekent dit dat het apparaat al aan
het opwarmen is, of dat het waterni-
veau te hoog is. In dat geval kan de
deur niet worden geopend;
Als u de deur niet kunt openen terwijl
dit toch nodig is, schakelt u het appa-
raat uit door de keuzeschakelaar naar
/Uit te draaien. Na enkele minuten
kan de deur worden geopend (let op
het waterniveau en de tempera-
tuur!).
Als u de deur hebt gesloten, moet u het
programma opnieuw instellen en op de
toets 8 drukken.
9.18 Aan het einde van het
programma
Het apparaat stopt automatisch en het
lampje van toets 8 gaat uit. Er verschijnt
een knipperende
op het display en
het geluidssignaal weerklinkt enkele mi-
nuten. Het symbool
verschijnt.
Als u een programma of optie hebt ge-
kozen waarbij het water in de trommel
blijft staan, volgt u onderstaande aanwij-
zing op om het water af te voeren. De
trommel blijft met regelmatige tussen-
pozen lopen tot het water is afgepompt.
Het water wegpompen
Draai de programmakeuzeschakelaar
naar
/Uit.
Stel het programma POMPEN of
CENTRIFUGEREN in.
Druk zo nodig op toets 3 om de cen-
trifugeersnelheid te verlagen.
Druk op toets 8.
Als het programma is afgelopen, ver-
schijnt op het display een knipperen-
de
. Het symbool verschijnt.
De deur kan nu geopend worden.
Draai de programmakeuzeschakelaar op
/Uit om het apparaat uit te schake-
len. Verwijder het wasgoed uit de trom-
mel en controleer goed of de trommel
leeg is.
Als u niet van plan bent om nog een was
te draaien, sluit u de waterkraan. Laat de
deur open staan om vorming van schim-
mel en onaangename luchtjes te voorko-
men.
Stand-by: als het programma is vol-
tooid, wordt na een paar minuten het
energiebesparende systeem ingescha-
keld. De helderheid van het display
wordt verlaagd. Door op een willekeuri-
ge toets te drukken, haalt u het apparaat
uit de energiebesparende stand.
10. AANWIJZINGEN EN TIPS
10.1 Wasgoed sorteren
Verdeel het wasgoed in: wit, bont,
synthetisch, fijne was en wol.
Volg de wasinstructies die u op de
waslabels van het wasgoed vindt.
Was witte en bonte artikelen niet sa-
men.
Sommige bonte weefsels kunnen uit-
lopen als zij de eerste keer worden ge-
wassen. We raden daarom aan om dit
soort kleding de eerste keer dan ook
apart te wassen.
Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen,
haakjes en drukknopen. Maak riemen
vast.
Maak alle zakken leeg en vouw alle ar-
tikelen open.
Draai meerlagige stoffen, wollen en
kleding met geverfde opdrukken bin-
nenstebuiten.
Verwijder hardnekkige vlekken.
Was delen met zware vervuiling met
een speciaal wasmiddel.
Wees voorzichtig met de gordijnen.
Verwijder de haken of stop de gordij-
nen in een zak of kussensloop.
Niet in de machine wassen:
Wasgoed zonder zomen of met
scheuren
Beugelbeha's.
NEDERLANDS 19
Gebruik een waszakje om kleine
stuk wasgoed te wassen.
Een zeer kleine lading kan problemen
veroorzaken bij de centrifugefase. Als
dit gebeurt, kunt u de artikelen hand-
matig verdelen in de trommel en de
centrifugefase opnieuw starten.
10.2 Hardnekkige vlekken
Voor sommige vlekken is water en was-
middel niet voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te ver-
wijderen voordat u deze artikelen in de
machine stopt.
Er zijn speciale vlekverwijderaars ver-
krijgbaar. Gebruik een speciale vlekver-
wijderaar die geschikt is voor het type
vlek en stof.
10.3 Wasmiddelen en
nabehandelingsmiddelen
Gebruik alleen wasmiddelen en nabe-
handelingsproducten die bedoeld zijn
voor gebruik in een wasautomaat.
Vermeng geen verschillende soorten
wasmiddel met elkaar.
Gebruik niet meer dan de benodigde
hoeveelheid wasmiddel om het milieu
te beschermen.
Volg altijd de instructies die u vindt op
de verpakking van deze producten.
Gebruik de juiste producten voor het
type en de kleur stof, de programma-
temperatuur en de mate van vervui-
ling.
Stel geen voorwasfase in als u vloeiba-
re wasmiddelen gebruikt.
Als uw machine geen wasmiddellade
heeft met klepje, voeg dan het vloei-
bare wasmiddel toe met een doseer-
bal.
10.4 Waterhardheid
Als de waterhardheid in uw gebied hoog
of gemiddeld is, raden we u het gebruik
van waterverzachter voor wasautomaten
aan. In gebieden waar de waterhardheid
zacht is, is het gebruik van een waterver-
zachter niet nodig.
Neem contact op met de plaatselijke
waterautoriteit voor de waterhardheid in
uw gebied.
Volg altijd de instructies die u vindt op
de verpakking van de producten.
Gelijkwaardige eenheden meten de wa-
terhardheid:
Duitse graden (°dH).
Franse graden (°TH)
mmol/l (millimol per liter - een interna-
tionale eenheid voor de hardheid van
water).
Clarke-graden.
Waterhardheidstabel
Niveau Type
Waterhardheid
°dH °TH mmol/l Clarke
1 zacht 0-7 0-15 0-1.5 0-9
2 medium 8-14 16-25 1.6-2.5 10-16
3 hard 15-21 26-37 2.6-3.7 17-25
4 erg hard > 21 > 37 >3.7 >25
11. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Haal de stekker uit het stopcontact voor-
dat u het apparaat reinigt.
11.1 Ontkalken
Het water dat wij gebruiken, bevat kalk.
Als het nodig is dient u waterverzachter
20
www.aeg.com
te gebruiken om deze kalk te verwijde-
ren.
Gebruik een speciaal product voor was-
automaten. Volg altijd de instructies die
u vindt op de verpakking van de produ-
cent.
Doe dit apart van het wassen van was-
goed.
11.2 Buitenkant reinigen
Het apparaat alleen schoonmaken met
zeep en warm water. Maak alle opper-
vlakken volledig droog.
LET OP!
Gebruik geen brandspiritus, op-
losmiddelen of chemische pro-
ducten.
11.3 Deurrubber
Controleer het deurrubber regelmatig
en verwijder voorwerpen uit de binnen-
kant.
11.4 Trommel
Controleer de trommel regelmatig om
kalk en roestdeeltjes te voorkomen.
Gebruik alleen speciale producten om
roestdeeltjes uit de trommel te verwijde-
ren.
Ga als volgt te werk:
Reinig de trommel met een speciaal
product voor roestvrij staal.
Start een kort programma voor katoen
op de maximale temperatuur met een
kleine hoeveelheid wasmiddel.
11.5 Wasmiddeldoseerlade
De wasmiddeldoseerlade reinigen:
MAX
1
2
1.
Druk op de hendel.
2.
Trek de doseerlade naar buiten.
MAX
3.
Verwijder het bovenste gedeelte
van het vakje voor vloeibare nabe-
handelingsmiddelen.
4.
Maak alle onderdelen schoon met
water.
NEDERLANDS 21
5.
Maak de ruimte van de wasmiddel-
doseerlade schoon met een borstel.
6.
Plaats de wasmiddeldoseerlade te-
rug in de ruimte.
11.6 Afvoerpomp
De pomp moet regelmatig worden ge-
controleerd en in het bijzonder als:
de machine niet pompt en/of niet cen-
trifugeert;
de machine tijdens het pompen een
abnormaal geluid maakt als gevolg
van veiligheidsspelden, munten, enz.
die de pomp blokkeren;
een probleem met de waterafvoer
wordt gedetecteerd (zie hoofdstuk
"Probleemoplossing" voor meer infor-
matie).
WAARSCHUWING!
Schakel het apparaat uit en trek
de stekker uit het stopcontact
voordat u de pompafdekking los-
schroeft.
Ga als volgt te werk:
1.
Trek de stekker uit het stopcontact.
2.
Wacht indien nodig tot het water is
afgekoeld.
A
B
3.
Plaats een opvangbak dichtbij de
pomp om het vrijkomende water op
te vangen.
4.
Maak de noodafvoerslang los ( B),
hang hem in de opvangbak en ver-
wijder de stop ervan.
5.
Als er geen water meer naar buiten
komt, schroef dan het deksel van de
pomp los (A) door deze naar links te
draaien en verwijder het filter. Ge-
bruik indien nodig een tang.
Houd altijd een oude doek bij de
hand om het eventueel gemorste
water te kunnen opvegen. Maak het
filter schoon onder een kraan om al-
le pluis te verwijderen.
22
www.aeg.com
6.
Verwijder vreemde materialen en
waspoeder van het filter en het
schoepenrad.
7.
Controleer voorzichtig of de pom-
protor draait (de rotor draait schok-
kerig). Als hij niet draait, neemt u
contact op met uw klantenservice.
8.
Plaats de dop terug op de noodaf-
voerslang en zet de slang terug op
zijn plaats.
9.
Plaats het filter terug in de pomp
door het goed in de speciale gelei-
dingen te plaatsen. Schroef het dek-
sel van de pomp goed vast door het
rechtsom te draaien.
WAARSCHUWING!
Als het apparaat in werking is en afhan-
kelijk van het gekozen programma kan
er heet water in de pomp aanwezig zijn.
Verwijder het pompdeksel nooit tijdens
een wascyclus, wacht altijd tot de machi-
ne de cyclus heeft afgemaakt en u het
wasgoed uit de trommel heeft gehaald.
Wanneer u het deksel weer vastschroeft,
dient u goed te controleren of het stevig
is vastgezet om lekkages te voorkomen
en te voorkomen dat jonge kinderen het
kunnen verwijderen.
11.7 Het filter van de
toevoerslang en het klepfilter
Het kan nodig zijn filters te reinigen als:
Het apparaat niet met water wordt ge-
vuld.
De machine langdurig water vult.
Het lampje van toets
8
knippert en
de display het bijbehorende alarm
weergeeft. Raadpleeg 'Probleemop-
lossing'.
WAARSCHUWING!
Trek de stekker uit het stopcon-
tact.
NEDERLANDS 23
De watertoevoerfilters schoonmaken:
1.
Draai de waterkraan dicht.
2.
Verwijder de watertoevoerslang van
de kraan.
3.
Reinig het filter in de toevoerslang
met een harde borstel.
4.
Verwijder de toevoerslang achter de
machine.
5.
Reinig het filter in de klep met een
harde borstel of een handdoek.
45°
20°
6.
Installeer de watertoevoerslang op-
nieuw. Zorg ervoor dat de koppelin-
gen stevig vast zitten om lekkage te
voorkomen.
7.
Draai de waterkraan open.
11.8 Apparaat legen in geval
van nood
Ga, als het water niet wordt afgevoerd,
als volgt te werk om het apparaat leeg
te laten lopen:
1.
Trek de stekker uit het stopcontact.
2.
Draai de waterkraan dicht.
3.
Wacht zo nodig totdat het water is
afgekoeld.
4.
Plaats een opvangbak op de grond.
5.
Plaats het uiteinde van de noodaf-
voerslang in de bak.
6.
Trek de stop eruit. Het water zou
door de zwaartekracht in de opvang-
bak moeten lopen. Plaats als de op-
vangbak vol is, de stop terug op de
slang. Maak de opvangbak leeg.
Herhaal deze procedure totdat er
geen water meer uit de slang komt.
7.
Reinig de pomp zo nodig, volgens
bovenstaande beschrijving.
8.
Plaats de stop terug op de noodaf-
voerslang en breng de slang weer
op zijn plaats aan.
9.
Schroef de pomp weer vast.
11.9 Voorzorgsmaatregelen
bij vorst
Als het apparaat op een plaats staat
waar de temperatuur tot beneden het
vriespunt kan dalen, gaat u als volgt te
werk:
1.
Draai de waterkraan dicht.
2.
Schroef de watertoevoerslang los
van de kraan.
3.
Plaats het uiteinde van de noodaf-
voerslang en van de toevoerslang in
een op de vloer geplaatste opvang-
bak. Laat het water weglopen.
4.
Schroef de watertoevoerslang weer
op de kraan.
24
www.aeg.com
5.
Plaats de dop weer terug op de
noodafvoerslang.
6.
Plaats de noodafvoerslang weer op
zijn plek.
Hierdoor wordt evt. in de wasautomaat
achtergebleven water verwijderd en
wordt de vorming van ijs en daardoor
beschadiging van het apparaat voorko-
men.
Als u de wasautomaat weer wilt gebrui-
ken, controleert u of de omgevingstem-
peratuur boven de 0°C ligt.
12. PROBLEEMOPLOSSING
Bepaalde problemen zijn het gevolg van
een gebrek aan eenvoudig onderhoud
of onoplettendheid. Dit soort proble-
men kunnen gemakkelijk zonder de hulp
van een monteur worden opgelost. Con-
troleer voordat u contact opneemt met
onze serviceafdeling eerst de onder-
staande checklist.
Tijdens de werking van het apparaat kan
het gele controlelampje van toets 8
gaan knipperen, verschijnt een van de
volgende alarmcodes op het display en
klinken er tegelijkertijd om de 20 secon-
den enkele geluidssignalen waarmee
wordt aangegeven dat het apparaat niet
werkt:
: probleem met de watertoevoer
: probleem met de waterafvoer
: deur open
: anti-overloopsysteem geacti-
veerd
Druk, nadat het probleem is verholpen,
op toets 8 om het programma opnieuw
te starten. Als het probleem zich na alle
controles nog steeds voordoet, neemt u
contact op met onze serviceafdeling.
Probleem Mogelijke oorzaak/oplossing
Het apparaat start
niet:
De deur is niet goed gesloten.
Doe de deur stevig dicht.
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
Steek de stekker in het stopcontact.
Er staat geen spanning op het stopcontact.
Controleer de elektrische installatie in uw woning.
De hoofdzekering is doorgebrand.
Vervang de zekering.
De programmakeuzeknop is niet goed ingesteld en
er is niet op toets 8 gedrukt.
Draai de keuzeknop en druk nogmaals op toets 8.
De uitgestelde start is ingesteld.
Als het wasgoed meteen gewassen moet worden,
annuleert u de uitgestelde start.
Het kinderslot is geactiveerd.
Schakel deze functie uit.
NEDERLANDS 25
Probleem Mogelijke oorzaak/oplossing
Het apparaat wordt
niet met water gevuld:
De waterkraan is gesloten.
Draai de waterkraan open.
De toevoerslang is bekneld of geknikt.
Controleer de aansluiting van de watertoevoers-
lang.
Het filter in de toevoerslang of het inlaatklepfilter is
verstopt.
Reinig de watertoevoerfilters.
De deur is niet goed gesloten.
Doe de deur stevig dicht.
Er stroomt water in
het apparaat en dat
loopt meteen weer
weg:
Het uiteinde van de afvoerslang hangt te laag.
Zie de betreffende paragraaf in het hoofdstuk
«Waterafvoer».
Het apparaat pompt
het water niet weg en/
of centrifugeert niet:
De afvoerslang is bekneld of geknikt.
Controleer de aansluiting van de afvoerslang.
Het afvoerfilter is verstopt.
Maak het afvoerfilter schoon.
U hebt een optie of programma ingesteld waarbij
het water in de trommel niet wordt weggepompt of
waarbij alle spoelfasen worden geannuleerd.
Selecteer het pomp- of centrifugeerprogramma.
Het wasgoed is niet gelijkmatig in de trommel ver-
deeld.
Verdeel het wasgoed opnieuw.
Er ligt water op de
vloer:
U hebt teveel of ongeschikt wasmiddel gebruikt
(creëert teveel schuim).
Verminder de hoeveelheid wasmiddel of gebruik
een ander middel.
Controleer of een van de koppelingen van de toe-
voerslang lekkage vertoont. Dit is niet altijd gemak-
kelijk te zien, omdat het water langs de slang naar
beneden loopt; controleer of de slang vochtig is.
Controleer de aansluiting van de watertoevoers-
lang.
De watertoevoerslang is beschadigd.
Vervang deze door een nieuwe.
De dop op de noodafvoerslang is na het schoonma-
ken niet teruggeplaatst of het filter is niet goed vast-
geschroefd.
Zet de dop terug op de noodafvoerslang en draai
het filter volledig aan.
26
www.aeg.com
Probleem Mogelijke oorzaak/oplossing
Onbevredigende was-
resultaten:
U hebt te weinig of ongeschikt wasmiddel gebruikt.
Gebruik meer wasmiddel of gebruik een ander
middel.
Hardnekkige vlekken zijn niet voor aanvang van het
wassen behandeld.
Gebruik normaal in de handel verkrijgbare pro-
ducten om hardnekkige vlekken te behandelen.
Er is een verkeerde temperatuur gekozen.
Controleer of u de juiste temperatuur hebt geko-
zen.
Te veel wasgoed in de trommel.
Haal wat wasgoed uit de trommel.
De deur gaat niet
open:
Het programma loopt nog.
Wacht tot het wasprogramma is afgelopen.
De deur is niet ontgrendeld.
Wacht tot het symbool
uit is.
Er staat water in de trommel.
Stel het programma voor pompen of centrifuge-
ren in om het water af te voeren.
Het apparaat staat te
schudden of maakt la-
waai:
U hebt de transportbouten en het verpakkingsmate-
riaal niet verwijderd.
Controleer of het apparaat correct geïnstalleerd
is.
De pootjes zijn niet goed afgesteld.
Controleer of het apparaat goed waterpas staat.
Het wasgoed is niet gelijkmatig in de trommel ver-
deeld.
Verdeel het wasgoed opnieuw.
Mogelijk bevat de trommel te weinig wasgoed.
Plaats meer wasgoed in de trommel.
Centrifugeren begint
traag of het apparaat
centrifugeert helemaal
niet:
De elektronische voorziening voor het detecteren
van onbalans is ingeschakeld, omdat het wasgoed
niet gelijkmatig in de trommel is verdeeld. Het was-
goed wordt opnieuw verdeeld doordat de trommel
van het apparaat in de tegenovergestelde richting
draait. Dit kan verschillende keren nodig zijn voordat
de verkeerde balans verdwijnt en het normale centri-
fugeren kan worden hervat. Als het wasgoed na en-
kele minuten nog steeds niet gelijkmatig in de trom-
mel is verdeeld, kan het apparaat niet centrifugeren.
Het kan zijn dat er te weinig wasgoed in de trom-
mel zit. Voeg wasgoed toe, verdeel de lading met
de hand en kies dan het programma voor centrifu-
geren.
NEDERLANDS 27
Probleem Mogelijke oorzaak/oplossing
Er is geen water zicht-
baar in de trommel:
Apparaten die zijn gebaseerd op moderne technolo-
gie, werken erg zuinig en verbruiken weinig water
zonder dat dit van invloed is op de prestatie van de
machine.
Op het display ver-
schijnt de alarmcode
:
Anti-overloopsysteem geactiveerd.
Trek de stekker uit het stopcontact, draai de wa-
terkraan dicht en neem contact op met onze servi-
ceafdeling.
13. MONTAGE
13.1 Uitpakken
1.
Gebruik de handschoenen. De ex-
terne folie eraf trekken. Gebruik zo
nodig een mes.
2.
Verwijder de kartonnen deksel.
3.
Verwijder de piepschuim verpak-
kingsmaterialen.
4.
De interne folie eraf trekken.
28
www.aeg.com
5.
Open de deur. Verwijder het piep-
schuim blok van de deur en alle an-
dere onderdelen uit de trommel.
6.
Plaats het piepschuim verpakkings-
materiaal op de vloer achter het ap-
paraat. Plaats het apparaat met de
achterzijde voorzichtig op het kar-
tonnen deksel. Zorg dat u de slan-
gen niet beschadigt.
1
2
7.
Verwijder de piepschuim bescher-
ming van de onderkant.
8.
Zet het apparaat weer rechtop.
9.
Verwijder het aansluitsnoer en de
afvoerslang van de slanghouders.
NEDERLANDS 29
10.
Draai de drie transportbouten los.
Gebruik de bij het apparaat gelever-
de moersleutel.
11.
Trek de bouten met de plastic tus-
senstukken eruit.
12.
Doe de plastic dopjes in de gaatjes.
U vindt deze doppen in de zak van
de gebruikershandleiding.
WAARSCHUWING!
Verwijder alle transportbouten
en verpakking voordat u het ap-
paraat installeert.
Wij raden u aan om alle trans-
portbouten en verpakking te be-
waren voor als u het apparaat
gaat verplaatsen.
13.2 Plaatsing en waterpas zetten
Installeer het apparaat op een vlakke
harde vloer.
Zorg ervoor dat de luchtcirculatie
rondom de wasautomaat niet wordt
belemmerd door tapijt, vloerbedek-
king, enz.
Zet het apparaat zorgvuldig waterpas
door de stelvoetjes in of uit te draaien.
30
www.aeg.com
Als het apparaat waterpas is gezet,
draait u de sluitmoeren vast.
Het apparaat moet waterpas en sta-
biel staan.
Leg nooit karton, hout of iets
dergelijks onder het apparaat om
oneffenheden van de vloer te
compenseren.
Als het onvermijdelijk is om de wasauto-
maat naast een gasfornuis of kolenka-
chel te plaatsen, moet er een isolatie-
plaat bedekt met aluminiumfolie aan de
kant van het fornuis of de kachel tussen
beide apparaten geplaatst worden.
Voordat u het apparaat op kleine tegels
plaatst, brengt u een rubbermat aan.
De toevoer- en afvoerslang mogen niet
geknikt zijn.
LET OP!
Het apparaat mag niet worden
geïnstalleerd in ruimtes waar de
temperatuur onder 0°C kan ko-
men.
13.3 De toevoerslang
20
O
20
O
20
O
45
O
45
O
45
O
Sluit de slang aan op het apparaat.
Draai de toevoerslang alleen naar links
of rechts. Maak de ringmoer los om
hem in de juiste stand te zetten.
Sluit de watertoevoerslang aan op een
koudwaterkraan met 3/4-schroef-
draad.
LET OP!
Zorg ervoor dat de koppelingen
niet lekken.
NEDERLANDS 31
Gebruik geen verlengslang als
de toevoerslang te kort is. Neem
contact op met de klantenservice
voor vervanging van de toevoers-
lang.
Waterstop
A
De watertoevoerslang is voorzien van
een waterstop. Dit toestel voorkomt lek-
kage in de slang door natuurlijke slijta-
ge. Het rode gedeelte in het venster «A»
toont deze storing.
Als dit gebeurt, draait u de kraan dicht
en neemt u contact op met de klanten-
service om de slang te laten vervangen.
13.4 Waterafvoer
Er zijn verschillende procedures om de
afvoerslang aan te sluiten:
Met de plastic slanggeleider.
Op de rand van een gootsteen.
Zorg dat de plastic geleider niet kan
bewegen als het apparaat water af-
voert. Bevestig de geleider op de wa-
terkraan of wand.
32
www.aeg.com
Op een standpijp met ventilatieope-
ning.
Raadpleeg de illustratie. Rechtstreeks
in een afvoerpijp op een hoogte van
niet minder dan 60 cm en niet meer
dan 100 cm. Het einde van de afvoers-
lang moet altijd geventileerd zijn,
d.w.z. dat de binnendiameter van de
afvoerpijp groter moet zijn dan de bui-
tendiameter van de afvoerslang.
Zonder de plastic slanggeleider.
Op een gootsteenafvoer.
Raadpleeg de illustratie. Plaats de af-
voerslang in de gootsteenafvoer en
draai vast met een clip. Zorg dat de af-
voerslang een bocht maakt om te
voorkomen dat resterende deeltjes uit
de gootsteen in het apparaat komen.
Direct op een ingebouwde afvoer-
pomp in de kamerwand en zet vast
met een klem.
U kunt de afvoerslang maximaal
400 cm verlengen. Neem contact
op met de klantenservice voor
de andere afvoerslang en het
verlengstuk.
NEDERLANDS 33
14. INBOUWEN
14.1 Inbouwen
600 mm
555 mm
596 mm
170 mm
75 mm
100 mm
60 mm
min.
820 mm
min.
560 mm
818 mm
Dit apparaat is ontworpen om in een
keuken ingebouwd te kunnen worden.
De uitsparingen moeten de afmetin-
gen hebben die in afbeelding 1 wor-
den weergegeven.
Afb. 1
Voorbereiding en montage van de deur
Het apparaat is in de fabriek voorbe-
reid voor een montage van een deur
die van rechts naar links opent (afbeel-
ding 2).
Afb. 2
Ø 35 mm
14 mm
16-22 mm
22±1,5 mm
416
mm
X
595-598 mm
Deur
De deur moet de volgende afmetin-
gen hebben:
Breedte 595-598 mm
Dikte 16-22 mm
De hoogte X is afhankelijk van de
afmetingen van de aansluitende
kastjes (afbeelding 3).
Afb. 3
34
www.aeg.com
1
2
Scharnieren
Om de scharnieren te monteren,
boort u twee gaten (diameter 35 mm,
diepte 12,5-14 mm afhankelijk van de
diepte van de kastdeur) aan de bin-
nenkant van de deur. De afstand tus-
sen de middelpunten van de gaten
moet 416 mm bedragen
De afstand van de bovenrand van de
deur naar het midden van de gaten
hangt af van de afmetingen van de
aansluitende kastjes.
De scharnieren worden aan de deur
bevestigd door middel van twee hout-
schroeven 1 en 2 (afbeelding 4), die
met het apparaat zijn meegeleverd.
Afb. 4
B
A
De deur monteren
Bevestig de scharnieren door middel
van de M5x15-schroeven. De scharnie-
ren kunnen zodanig worden afgesteld
dat ze eventuele oneffenheden in de
dikte van de deur compenseren.
Om de deur perfect te laten aanslui-
ten op de andere kastjes, moet u de
schroef losdraaien, de deur afstellen
en de schroef A weer aandraaien (af-
beelding 5).
Schroef B (afbeelding 5) mag
niet worden verwijderd.
Afb. 5
A
B
C
Tegenmagneet
Het apparaat is in de fabriek zo inge-
steld dat de deur magnetisch sluit.
Om de juiste werking van dit apparaat
mogelijk te maken, moet u de tegen-
magneet A (stalen schijf + rubberen
ring) aan de binnenkant van de deur
schroeven.
De positie ervan moet overeenkomen
met de magneet B op het apparaat
(afbeelding 6).
U mag schroef C niet verwijde-
ren.
Afb. 6
NEDERLANDS 35
A
B
C
E
D
Als de deur van links naar rechts geo-
pend moet worden, draait u de stand
van de platen E , de magneet D en de
plaat C om. Monteer de tegenmagneet
D en de scharnieren A zoals hierboven
beschreven (afbeelding 7).
LET OP!
U mag schroef B niet verwijde-
ren.
Afb. 7
15. MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het
symbool
. Gooi de verpakking in
een geschikte verzamelcontainer om
het te recyclen.
Help om het milieu en de
volksgezondheid te beschermen en
recycle het afval van elektrische en
elektronische apparaten. Gooi
apparaten gemarkeerd met het
symbool
niet weg met het
huishoudelijk afval. Breng het
product naar het milieustation bij u
in de buurt of neem contact op met
de gemeente.
36
www.aeg.com

Documenttranscriptie

L 82470 BI NL Gebruiksaanwijzing FR Notice d'utilisation 2 37 2 www.aeg.com INHOUD 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. VEILIGHEIDSINFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 TECHNISCHE INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 BEDIENINGSPANEEL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 WASPROGRAMMA'S . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 VERBRUIKSWAARDEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 HET EERSTE GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 DAGELIJKS GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 AANWIJZINGEN EN TIPS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 ONDERHOUD EN REINIGING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 PROBLEEMOPLOSSING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 INBOUWEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 VOOR PERFECTE RESULTATEN Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren. Ga naar onze website voor: Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en onderhoudsinformatie: www.aeg.com Registreer uw product voor een betere service: www.aeg.com/productregistration Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat: www.aeg.com/shop KLANTENSERVICE Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan. Zorg er als u contact opneemt met de klantenservice voor dat u de volgende gegevens bij de hand hebt. De informatie staat op het typeplaatje. model, productnummer, serienummer. Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie. Algemene informatie en tips Milieu-informatie Wijzigingen voorbehouden. NEDERLANDS 3 1. VEILIGHEIDSINFORMATIE Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt door een foutieve installatie. Bewaar de instructies van het apparaat voor toekomstig gebruik. 1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen WAARSCHUWING! Gevaar voor verstikking, letsel of permanente invaliditeit. • Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. • Laat kinderen niet met het apparaat spelen. • Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen. • Houd alle reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen. • Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als de deur open is. • Als het apparaat is uitgerust met een kinderbeveiliging, raden wij aan dit te activeren. • Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht. 1.2 Algemene veiligheid • Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht. 4 www.aeg.com • De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd. • Respecteer het maximale laadvermogen van 7 kg (raadpleeg hoofdstuk “Programmaschema”). • Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant of diens technische dienst of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen. • De waterdruk (minimaal en maximaal) moet liggen tussen 0,5 bar (0,05 MPa) en 8 bar (0,8 MPa) • De ventilatie-openingen in de onderkant (indien van toepassing) mogen niet worden afgedekt door tapijt • Het apparaat moet met de nieuwe slangset worden aangesloten op een kraan. Oude slangsets mogen niet opnieuw worden gebruikt. 2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 2.1 Montage • Verwijder alle verpakkingsmaterialen. • Bewaar de transportbouten. Als u het apparaat gaat verplaatsen, moet de trommel worden geblokkeerd. • Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat. • Gebruik of installeer het apparaat niet als de temperatuur lager is dan 0 °C of als het is blootgesteld aan het weer. • Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat. • Zorg ervoor dat de vloer van de plaats waar u het apparaat installeert, vlak, stabiel, hittebestendig en schoon is. • Plaats het apparaat niet op een plek waar de deur niet helemaal open kan. • Wees voorzichtig met het verplaatsen van het apparaat, het is zwaar. Draag altijd veiligheidshandschoenen. • Zorg dat er lucht tussen het apparaat en de vloer kan circuleren. • Pas de stelvoeten aan om de nodige ruimte tussen het apparaat en de vloerbedekking te creëren. Aansluiting op het elektriciteitsnet WAARSCHUWING! Gevaar voor brand en elektrische schokken. • Dit apparaat moet worden geaard. • Controleer of de elektrische informatie op het typeplaatje overeenkomt met de stroomvoorziening. Zo niet, neem dan contact op met een elektromonteur. • Gebruik altijd een correct geïnstalleerd, schokbestendig stopcontact. • Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren. • Zorg dat u de hoofdstekker en kabel niet beschadigt. Indien de voedingskabel moet worden vervangen, dan MOET dit gebeuren door onze Klantenservice. NEDERLANDS • Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is. • Trek niet aan het aansluitnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker. • Raak de stroomkabel of stekker niet aan met natte handen. • Dit apparaat voldoet aan de EU-richtlijnen. Aansluiting aan de waterleiding 5 re producten in, bij of op het apparaat. • Raak het glas van de deur niet aan als een programma in werking is. Het glas kan heet worden. • Zorg dat u alle metalen onderdelen uit het wasgoed verwijdert. • Plaats geen bak om mogelijke waterlekkage op te vangen onder het apparaat. Neem contact op met de servicedienst om te raadplegen welke accessoires gebruikt mogen worden. 2.3 Onderhoud en reiniging • Zorg dat u de waterslangen niet beschadigt. • Het apparaat moet met de nieuwe slangset worden aangesloten op een kraan. Oude slangsets mogen niet opnieuw worden gebruikt. • Laat het water stromen tot het schoon is voordat u het apparaat aansluit op nieuwe leidingen of leidingen die lang niet zijn gebruikt. • Zorg dat er geen lekkages zijn als u het apparaat de eerste keer gebruikt. 2.2 Gebruik van het apparaat WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel, elektrische schokken, brand, brandwonden en schade aan het apparaat. • Gebruik dit apparaat in een huishoudelijke omgeving. • De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd. • Volg de veiligheidsinstructies op de verpakking van het vaatwasmiddel op. • Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlamba- WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of schade aan het apparaat. • Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht. • Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te reinigen. • Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen. 2.4 Verwijdering WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of verstikking. • Haal de stekker uit het stopcontact. • Snijd het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg. • Verwijder de deurgreep om te voorkomen dat kinderen en huisdieren opgesloten raken in het apparaat. 3. TECHNISCHE INFORMATIE Afmetingen Breedte / hoogte / diepte Totale diepte 596 / 820 / 544 mm 560 mm 6 www.aeg.com Aansluiting aan het elek- Voltage triciteitsnet: Totale stroom Zekering Frequentie 220-230 V 2000 W 10A 50 Hz De beschermkap biedt bescherming tegen vaste stoffen en vochtigheid, behalve op de plaatsen waar de lage spanningsapparatuur geen bescherming heeft tegen vocht Waterdruk IPX4 Minimaal 0,5 bar (0,05 MPa) Maximaal 8 bar (0,8 MPa) Koud water Watertoevoer 1) Maximale belading Katoen 7 kg Centrifugeersnelheid Maximaal 1400 toeren per minuut 1) Sluit de slang aan op een kraan met 3/4”-schroefdraad. 4. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT 1 2 7 8 9 3 4 5 6 10 1 Wasmiddeldoseerlade 6 Stelvoetjes 2 Bedieningspaneel 3 Deurgreep 7 Afvoerslang 4 Typeplaatje 9 Wateraansluiting 10 Stelvoetjes 5 Afvoerpomp 8 Netsnoer NEDERLANDS 7 4.1 Accessoires 1 1 Moersleutel 2 4 Om de transportbouten te verwijderen. 2 Plastic dopjes Voor het afdichten van de gaten aan de achterzijde van het apparaat nadat u de transportbouten hebt verwijderd. 3 Toevoerslang met geïntegreerd beschermingssysteem tegen wateroverlast Om mogelijke wateroverlast te voorkomen. 4 Plastic slanggeleider Om een afvoerslang op de rand van een gootsteen te bevestigen. 3 om totdat de groef weer verticaal staat. 4.2 Kinderbeveiliging • Als u deze beveiliging activeert, kunt u de deur niet sluiten. Dit voorkomt dat u kinderen of huisdieren in de trommel opsluit. Voor het inschakelen van de kinderbeveiliging verplaatst u het draaigedeelte met een muntstuk rechtsom totdat de groef horizontaal staat. Voor het uitschakelen van de kinderbeveiliging verplaatst u het draaigedeelte met een muntstuk links- 5. BEDIENINGSPANEEL 1 2 3 4 5 6 1 Programmakeuzeknop 4 2 5 Ok -toets 3 Toets TEMPERATUUR Toets CENTRIFUGEREN 6 7 8 9 Toets OPTIES Toets TIJDBESPARING 8 www.aeg.com 7 Display 8 9 Toets UITGESTELDE START Toets START/PAUZE 5.1 Display A B C I D H G F E A Temperatuurlampje en het symbool voor KOUD B Lampje voor de centrifugeersnelheid, symbool voor SPOELSTOP en NACHTCYCLUS C Weergave van de programmavoortgang: VOORWAS , HOOFDWAS , SPOELEN , CENTRIFUGEREN , POMPEN , OVERDOSERING • Het programmavoortgangsdisplay toont de verschillende fasen van het gekozen programma. • Tijdens het wassen knippert er een zwarte streep onder het symbool van de lopende fase. Na afloop van elke fase stopt het knipperen en brandt het streepje continu. Als het symbool aan gaat, wordt hiermee aangegeven dat er teveel wasmiddel is gebruikt. D Symbool voor KINDERSLOT E Symbool voor UITGESTELDE START . . NEDERLANDS F Het display toont de volgende informatie: • Duur van het gekozen programma – Nadat u een programma hebt ingesteld, wordt de tijdsduur in uren en minuten weergegeven (bijvoorbeeld ). – Na de start van het programma wordt de resterende tijd elke minuut bijgewerkt. • Uitgestelde start – Bij het instellen van een uitgestelde start wordt de tijd van het uitstel (max. 20 uur) ongeveer 3 seconden weergegeven (bijvoor). Daarna verschijnt de duur van het programma weer beeld op het display. – De waarde van de uitgestelde tijd neemt elk uur met eenheden van een uur af. Daarna, wanneer er nog 1 uur resteert, neemt de tijd af met eenheden van één minuut. • Onjuiste optie-instelling – Bij een verkeerde instelling verschijnt het bericht Err op het display en begint het gele lampje van toets 8 te knipperen. • Alarmcodes – Als er problemen met de werking optreden, geeft het display (zie hoofdstuk soms alarmcodes weer, zoals bijvoorbeeld «Probleemoplossing»). • Einde van het programma – Aan het einde van het programma verschijnt er een knipperende en kan de deur worden geonul , verdwijnt het symbool pend. G Optiesymbool TIJDBESPARING H Symbool DEUR . • Dit symbool geeft aan of de deur geopend kan worden: – Het symbool is aan: de deur kan niet geopend worden. Het apparaat voert een wasprogramma uit. – Het symbool is uit: de deur kan geopend worden. Het wasprogramma is afgelopen. I Beschikbare opties: VOORWAS , EXTRA SPOELEN 5.2 Geluidssignalen De wasautomaat is voorzien van een akoestisch alarm, dat in de volgende gevallen te horen is: • Aan het einde van een programma • In geval van problemen met de werking Door enkele seconden tegelijkertijd op de toets 3 en 4 te drukken, wordt het geluidssignaal uitgeschakeld (behalve in het geval van problemen met de werking). Door nogmaals op deze twee toet- 9 . , VLEKKEN , BEHOEDZAAM sen te drukken, wordt het geluidssignaal weer geactiveerd. 5.3 Kinderslot Met deze voorziening kunt u het apparaat onbeheerd achterlaten, u hoeft zich dan geen zorgen te maken dat kinderen gewond raken of het apparaat schade toebrengen. Deze functie blijft ingeschakeld, ook als de wasautomaat niet in werking is. Er zijn twee manieren om deze optie in te stellen: 10 www.aeg.com • Voordat u op toets 8 drukt, is het onmogelijk om het apparaat te starten. • Na het indrukken van toets 8 is het onmogelijk om een ander programma of een andere optie te kiezen. Om deze optie in- of uit te schakelen, drukt u ongeveer 6 seconden tegelijkertijd op de toets 4 en 5 tot het symbool • Voor het inschakelen van de functie drukt u tegelijkertijd op toets 2 en 3 weertot het display het symbool geeft. • Druk, om de functie uit te schakelen tegelijkertijd op toets 2 en 3 tot het uit gaat. symbool aan gaat of uit het display verdwijnt. 5.4 Optie EXTRA SPOELEN Met deze functie kunt u de extra spoelfunctie permanent aan laten als u een nieuw programma instelt. 6. WASPROGRAMMA'S Programma Maximale en minimale temperatuur Type wasgoed Maximale belading Katoen 95°- Koud Max. belading 7 kg - gereduceerde belading 3 kg Wit en bont katoen (normaal vervuilde artikelen). Synthetica 60° - Koud Max. belading 3 kg - gereduceerde belading 2 kg Synthetische of gemengde stoffen: ondergoed, gekleurde kledingstukken, krimpvrije overhemden, blouses. Programmabeschrijving Options (Opties) Hoofdwas Spoelgangen Lang centrifugeren AANPASSEN TOERENTAL NACHTCYCLUS SPOELSTOP VOORWAS1) VLEKKEN2) GEVOELIG EXTRA SPOELEN TIJDBESPARING 3) EXTRA SPOELEN Hoofdwas Spoelgangen Kort centrifugeren AANPASSEN TOERENTAL NACHTCYCLUS SPOELSTOP VOORWAS1) VLEKKEN 2) TIJDBESPARING 3) EXTRA SPOELEN NEDERLANDS Programma Maximale en minimale temperatuur Type wasgoed Maximale belading Strijkvrij 60° - Koud Max. belading 1 kg Synthetische stoffen die voorzichtig gewassen en gecentrifugeerd moeten worden. Het wasgoed wordt behoedzaam gewassen en gecentrifugeerd om kreukels te voorkomen. Bovendien zal het apparaat extra spoelgangen uitvoeren. Fijne Was 40° - Koud Max. belading 3 kg - gereduceerde belading 2 kg Fijne was: acryl, viscose, polyester. Wol/zijde 40° - Koud Max. belading 2 kg Wol die in de machine kan worden gewassen en met de hand wasbare wol en fijne stoffen. Opmerking: Een enkel of groot stuk wasgoed kan een verkeerd evenwicht van de trommel tot gevolg hebben. Als het apparaat de laatste centrifugefase niet uitvoert, moet u meer stukken toevoegen, de lading opnieuw handmatig verspreiden en dan het centrifugeprogramma selecteren. Tweedjassen 40° - Koud Max. belading 2.5 kg Sportkleding. Gebruik geen wasverzachter. 11 Programmabeschrijving Options (Opties) Hoofdwas Spoelgangen Kort centrifugeren AANPASSEN TOERENTAL SPOELSTOP VOORWAS1) EXTRA SPOELEN Hoofdwas Spoelgangen Kort centrifugeren AANPASSEN TOERENTAL NACHTCYCLUS SPOELSTOP VOORWAS1) VLEKKEN2) TIJDBESPARING3) EXTRA SPOELEN Hoofdwas Spoelgangen Kort centrifugeren AANPASSEN TOERENTAL NACHTCYCLUS SPOELSTOP Hoofdwas Spoelgangen Kort centrifugeren AANPASSEN TOERENTAL NACHTCYCLUS SPOELSTOP 12 www.aeg.com Programma Maximale en minimale temperatuur Type wasgoed Maximale belading Anti-Allergie 60° Max. belading 7 kg Witte katoenen kleding. Dit programma verwijdert micro-organismes dankzij het wassen op 60° en voegt een extra spoelgang toe. Op die manier is het wassen effectiever. Doe een speciaal nabehandelingsmiddel voor hygiëne in het vlekkenvakje en stel de functie Vlekken in. Programmabeschrijving Options (Opties) Hoofdwas Spoelgangen Lang centrifugeren AANPASSEN TOERENTAL SPOELSTOP VOORWAS1) VLEKKEN PLUS Pompen AANPASSEN TOEDraaien Lang centri- RENTAL Max. belading 7 kg fugeren Aparte centrifugegang voor katoenen kledingstukken die met de hand gewassen zijn en na programma's waarbij de optie Spoelstop gekozen is. Draai de programmakeuzeknop naar voordat u dit programma instelt. Verlaag de centrifugeersnelheid zo nodig. Pompen Max. belading 7 kg Om het laatste spoelwater af te voeren bij programma's met de spoelstopoptie. Water afpompen SpoelganAANPASSEN TOEBehoedzaam spoelen gen RENTAL Max. belading 7 kg Lang centri- NACHTCYCLUS Programma voor spoelen en centrifugeren fugeren SPOELSTOP van wasgoed dat met de hand is gewassen. EXTRA SPOELEN Het apparaat voert enkele spoelgangen uit, gevolgd door een laatste centrifugegang. De centrifugeersnelheid kan verlaagd worden. Jeans 60° - Koud Max. belading 3 kg Alle wasgoed van spijkerstof. Stoffen van jersey met hi-techmaterialen. 20 Min. - 3 kg 30° Max. belading 3 kg Snelle was voor sportkleding of katoenen en synthetische licht vervuilde of slechts eenmaal gedragen kleding. Hoofdwas Spoelgangen Kort centrifugeren AANPASSEN TOERENTAL NACHTCYCLUS SPOELSTOP VOORWAS1) Hoofdwas Spoelgangen Kort centrifugeren AANPASSEN TOERENTAL NEDERLANDS 13 Programma Maximale en minimale temperatuur Type wasgoed Maximale belading Programmabeschrijving SUPER ECO Koud Max. belading 3 kg Gemengde stoffen (katoen en synthetische weefsels)4). Hoofdwas Spoelgangen Kort centrifugeren AANPASSEN TOERENTAL SPOELSTOP EXTRA SPOELEN 5) ECO Katoen Eco 60° - 40° Max. belading 7 kg Wit en kleurecht katoen. Normaal vervuilde katoenen artikelen Het apparaat verlaagt de temperatuur en verlengt de wastijd teneinde efficiënt te wassen en zodoende energie te besparen. Hoofdwas Spoelgangen Lang centrifugeren AANPASSEN TOERENTAL NACHTCYCLUS SPOELSTOP VOORWAS1) VLEKKEN PLUS EXTRA SPOELEN Options (Opties) Uit Het apparaat verlaagt de temperatuur en verlengt de wastijd teneinde efficiënt te wassen en zodoende energie te besparen. 1) Als u vloeibare wasmiddelen gebruikt, moet u een programma zonder voorwas selecteren. 2) De optie Vlekken kan alleen worden ingesteld bij een temperatuur van 40°C of hoger. 3) Als u de optie Extra kort instelt (toets 6), raden we u aan de maximale belading te beperken, zoals aangegeven. Maximale belading is wel mogelijk, maar de wasresultaten zullen minder goed zijn. 4) Gebruik een speciaal wasmiddel voor zeer lage temperatuur. 5) Standaardprogramma's voor de Energielabel verbruikswaarden Volgens de regulering 1061/2010 zijn deze programma's respectievelijk het “standaard 60° katoenprogramma” en het “standaard 40° katoenprogramma”. Dit zijn de meest efficiënte programma's qua elektriciteits- en waterverbruik bij het wassen van normaal vervuild katoenen wasgoed. Stel dit programma in voor een goed wasresultaat en om het stroomverbruik te verlagen. De tijd van het wasprogramma wordt verlengd. De watertemperatuur van de wasfase kan verschillen van de temperatuur die is aangegeven voor het geselecteerde programma. 7. VERBRUIKSWAARDEN De gegevens van deze tabel zijn gemiddelden. Verschillende oorzaken kunnen de gegevens wijzigen: de hoeveelheid en het type wasgoed, het water en de omgevingstemperatuur. 14 www.aeg.com Programma’s Lading Energiever(kg) bruik (kWh) Waterverbruik (liter) Gemiddel- Resterend de provocht gramma(%)1) duur (minuten) Katoen 60 °C 7 1.2 53 140 52 Katoen 40 °C 7 0.7 53 130 52 Synthetische stoffen 40 °C 3 0.5 40 80 35 Fijne was 40 °C 3 0.55 55 65 35 Wol/Handwas 30 °C 2 0.25 58 50 30 Standaard katoenprogramma's Standaard 60 °C katoen 7 0.86 46 189 52 Standaard 60 °C katoen 3.5 0.77 36 177 52 Standaard 40 °C katoen 3.5 0.51 38 160 52 1) Aan het einde van de centrifugeerfase. Uit-modus (W) Modus aan laten (W) 0.1 0.98 De gegevens in de bovenstaande grafieken komen overeen met de regelgeving van de Europese commissie 1015/2010 implementatierichtlijn 2009/125/ EC. 8. HET EERSTE GEBRUIK Giet 2 liter water in het vakje voor het hoofdwasmiddel van de wasmiddellade om het afvoersysteem te activeren. 2. Giet een klein beetje wasmiddel in het vakje van het hoofdwasmiddel 1. van de wasmiddellade. Stel het programma voor katoen in op de hoogste temperatuur zonder wasgoed en start het programma. Dit verwijdert al het mogelijke vuil uit de trommel en de kuip. NEDERLANDS 15 9. DAGELIJKS GEBRUIK 9.1 Wasgoed in de machine doen 1. 2. Open de deur van het apparaat. Plaats het wasgoed een voor een in de trommel. Schud de items voor u ze in de wasautomaat plaatst. Zorg ervoor dat u niet te veel was in de trommel plaatst. 3. Sluit de deur. Zorg ervoor dat er geen wasgoed tussen de deur blijft klemmen. Er kan waterlekkage of beschadigd wasgoed ontstaan. 9.2 Wasmiddel en additieven (wasverzachter, vlekkenmiddel) toevoegen MAX Het doseerbakje voor de voorwasfase, het inweekprogramma en voor de vlekkenfunctie. Voeg inweek-, vlekken- en voorwasmiddelen toe voordat u het programma start. Het vakje voor het wasmiddel van de wasfase. Als u een vloeibaar wasmiddel gebruikt, dient u dit direct voor het starten van het programma te plaatsen. Vakje voor vloeibare nabehandelingsmiddelen (wasverzachter, stijfsel). Plaats het product in het vakje voordat u het programma start. Dit is het maximale niveau voor vloeibare nabehandelingsmiddelen. Volg altijd de instructies op de verpakking van de wasmiddelen. 16 www.aeg.com 9.3 Het programma instellen (knop 1 ) Draai de programmakeuzeknop naar het gewenste programma. Met de programmakeuzeknop bepaalt u het soort wasprogramma (bijv. waterpeil, beweging van de trommel, aantal spoelgangen) en de wastemperatuur afhankelijk van het soort wasgoed. Het controlelampje van toets 8 gaat knipperen. De programmakeuzeknop kan met de klok mee of tegen de klok in worden gedraaid. = programma resetten / apparaat uitschakelen Als u de programmakeuzeknop op een ander programma zet terwijl het apparaat in werking is, knippert het gele controlelampje van toets 8 3 keer. Op het display verschijnt het bericht Err om aan te geven dat deze selectie niet mogelijk is. Het apparaat voert het zojuist ingestelde programma niet uit. 9.4 DE TEMPERATUUR INSTELLEN (toets 2) Bij het instellen van een programma stelt het apparaat automatisch de standaardtemperatuur voor dat programma voor. Druk herhaaldelijk op de toets 2 om de temperatuur te verhogen of te verlagen, als u wilt dat uw wasgoed wordt gewassen op een andere temperatuur. De koude was wordt aangegeven met - . en het symbool Zie voor de beschikbare maximale en minimale waswatertemperatuur, «Wasprogramma's» 9.5 DE CENTRIFUGEERSNELHEID INSTELLEN (toets 3) Wanneer een programma wordt ingesteld, stelt het apparaat automatisch de maximale centrifugeersnelheid voor dat programma voor. Druk herhaaldelijk op de toets 3 om de centrifugeersnelheid te wijzigen. SPOELSTOP Als u deze optie instelt, wordt het laatste spoelwater niet weggepompt om te voorkomen dat het wasgoed kreukelt. Aan het einde van het programma verop het schijnen en het symbool display. Het symbool blijft branden, het controlelampje van toets 8 gaat uit en de deur is vergrendeld om aan te geven dat het water moet worden afgevoerd. NACHTCYCLUS Als u deze optie instelt, voert het apparaat het water van de laatste spoeling niet af, zodat het wasgoed niet kreukt. Alle centrifugeerfasen worden onderdrukt, zodat het wasprogramma geruisloos wordt en 's nachts kan worden ingesteld, of tijdens de goedkoopste energietarieven. Bij sommige programma's wordt voor de spoelingen meer water gebruikt. Aan het einde van het programma verop het schijnen en het symbool display. Het symbool blijft branden, het controlelampje van toets 8 gaat uit en de deur is vergrendeld om aan te geven dat het water moet worden afgevoerd. Zie voor het wegpompen van het water hoofdstuk «Aan het einde van het programma». 9.6 DE OPTIES INSTELLEN (TOETS 4) Afhankelijk van het programma, kunnen er verschillende functies gecombineerd worden. Niet alle opties kunnen onderling worden gecombineerd. De symbolen van de opties die niet gecombineerd kunnen worden, verdwijnen. Indien een optie gekozen is die niet gecombineerd kan worden met het ingestelde wasprogramma, verschijnt de melding Err gedurende enkele seconden en begint het gele controlelampje van toets 8 te knipperen. Stel de opties in nadat u het programma hebt ingesteld, maar voordat u op toets NEDERLANDS 8 drukt. Druk op de toets 4: alle optiesymbolen verschijnen op het display. Om door alle beschikbare opties te bladeren, drukt u op toets 4. Het overeenkomstige symbool verschijnt op het display en begint te knipperen. Zie voor de mogelijke combinaties van wasprogramma's en opties het hoofdstuk «Wasprogramma's». UW KEUZE BEVESTIGEN (TOETS 5) Druk op toets 5 om uw keuze te activeren en te bevestigen. Er verschijnt een zwart streepje onder het gekozen symbool om aan te geven dat deze optie ingesteld is. Druk op de toets 5 om de optie uit te schakelen. Na het instellen van de opties wacht u enkele seconden tot het display is teruggekeerd naar de standaardstatus. De symbolen van de ingestelde opties verschijnen op het display. 9.7 VOORWAS-optie Stel de VOORWAS-optie in om uw wasgoed voorafgaande aan de hoofdwas, eerst op 30°C voor te wassen. De voorwas eindigt met kort centrifugeren bij programma's voor katoen en synthetische stoffen, terwijl bij het programma voor fijne was alleen het water wordt weggepompt verschijnt op het disHet symbool play. De voorwasoptie wordt aanbevolen voor sterk vervuild wasgoed. 9.8 VLEKKEN-optie Stel de VLEKKEN-optie in om sterk vervuild wasgoed of wasgoed met vlekken te behandelen met vlekkenverwijderaar (verlengde hoofdwas met tijdgeoptimaliseerde vlekkenbehandelingsfase). Het verschijnt op het display. symbool Deze optie is niet beschikbaar bij een temperatuur lager dan 40°C. Als u een programma wilt draaien met de optie VLEKKEN, voegt u vlekkenvertoe. wijderaar aan het vakje De optie VOORWAS en VLEKKEN kunnen niet worden gecombineerd. 17 9.9 Optie BEHOEDZAAM Stel de optie BEHOEDZAAM in om de intensiteit van het wassen te verlagen. verschijnt op het disHet symbool play. Het apparaat voegt een extra spoelgang toe. De optie BEHOEDZAAM kan niet worden gekozen in combinatie met de optie EXTRA SPOELEN. De optie BEHOEDZAAM wordt aanbevolen voor het wassen van niet kleurechte artikelen en voor artikelen die vaak gewassen worden. 9.10 Optie EXTRA SPOELEN Dit apparaat is ontworpen om water te besparen. Voor mensen met een erg gevoelige huid (allergisch voor wasmiddelen) kan het echter noodzakelijk zijn om het wasgoed met een extra hoeveelheid verwater te spoelen Het symbool schijnt op het display. 9.11 Optie TIJDBESPARING INSTELLEN (toets 6) Met deze optie verandert u de wastijd die de wasautomaat automatisch heeft voorgesteld. Druk een keer op de toets 6 . Het symbool verschijnt op het display. De wastijd wordt verkort om dagelijks wasgoed te wassen. Druk twee keer op de toets 6 . De wastijd wordt verkort om licht vervuild wasgoed of artikelen die slechts korte tijd gebruikt of gedragen zijn, te wassen. Op het display verschijnt de kortere tijdsduur van het wasprogramma. 9.12 HET PROGRAMMA STARTEN (toets 8) Druk op de toets 8 om het programma te starten. Het rode lampje van toets 8 houdt op met knipperen. Het symbool verschijnt op het display om aan te geven dat het apparaat 18 www.aeg.com in werking is getreden en dat de deur vergrendeld is. Om een lopend programma te onderbreken, drukt u op toets 8: het rode lampje van toets 8 gaat knipperen. Om het programma opnieuw te starten vanaf het punt waarop het werd onderbroken, drukt u nogmaals op toets 8. Als u een uitgestelde start hebt gekozen, begint het apparaat af te tellen. Als er een onjuiste optie is gekozen, knippert het gele controlelampje van toets 8 3 keer en wordt de melding Err gedurende enkele seconden weergegeven. 9.13 UITGESTELDE START INSTELLEN (toets 9) Als u voor het starten van het programma de start wilt uitstellen, drukt u herhaaldelijk op toets 9 om het gewenste uitstel in te stellen. verschijnt op het disHet symbool play. Het hoofdwasprogramma kan worden uitgesteld met 30 min - 60 min - 90 min, 2 uur en vervolgens steeds met 1 uur tot een maximum van 20 uur. De ingestelde waarde van de uitgestelde start verschijnt gedurende ongeveer 3 seconden op het display. Daarna verschijnt de duur van het programma weer. Stel deze optie in nadat u het programma hebt ingesteld en voordat u op toets 8 drukt. Voordat u op de toets 8 drukt, kunt u de uitgestelde start op elk moment wijzigen of annuleren. De deur blijft gedurende de uitgestelde start vergrendeld. Als u later, tijdens de startuitstel, nog wasgoed in de trommel wilt stoppen, drukt u op toets 8 om het apparaat op pauze te zetten. Wanneer verdwijnt, kan de het symbool deur geopend worden. Voeg het wasgoed toe, sluit de deur en druk nogmaals op toets 8. De uitgestelde start instellen • Stel het programma en de gewenste opties in. • Selecteer de uitgestelde start. • Druk op toets 8: het apparaat begint in uren af te tellen. Het programma begint als het gekozen uitstel is afgelopen. Uitgestelde start annuleren • Druk op toets 8 om het apparaat in te stellen op PAUZE. • Druk op toets 9 totdat het symbool wordt weergegeven. • Druk nogmaals op toets 8 om het programma te starten. Het geselecteerde uitstel kan alleen worden veranderd nadat u het wasprogramma opnieuw hebt gekozen. De uitgestelde start kan niet worden ingesteld in combinatie met het programma voor pompen. 9.14 Een optie of lopend programma wijzigen Het is mogelijk om een optie te veranderen voordat het programma deze uitvoert. Voordat u iets kunt veranderen, drukt u op toets 8 om het apparaat te pauzeren. U kunt een lopend programma alleen veranderen door het te resetten. Draai de programmakeuzeknop eerst en dan naar de stand van het naar nieuwe programma. Druk nogmaals op toets 8 om het nieuwe programma weer te starten. Het water in de trommel zal niet worden afgevoerd. 9.15 Een programma onderbreken Druk op toets 8 om een lopend programma te onderbreken. Het bijbehorende controlelampje gaat knipperen. Druk nogmaals op de toets om het programma opnieuw te starten. 9.16 Een programma annuleren Draai de keuzeknop naar om een lopend programma te annuleren. U kunt nu een nieuw programma kiezen. NEDERLANDS 9.17 De deur openen nadat het programma is gestart Druk eerst op toets 8 om het apparaat in te stellen op pauze. • Als het symbool verdwijnt, kan de deur geopend worden. • Als het symbool niet uit gaat, betekent dit dat het apparaat al aan het opwarmen is, of dat het waterniveau te hoog is. In dat geval kan de deur niet worden geopend; • Als u de deur niet kunt openen terwijl dit toch nodig is, schakelt u het apparaat uit door de keuzeschakelaar naar /Uit te draaien. Na enkele minuten kan de deur worden geopend (let op het waterniveau en de temperatuur!). Als u de deur hebt gesloten, moet u het programma opnieuw instellen en op de toets 8 drukken. 9.18 Aan het einde van het programma Het apparaat stopt automatisch en het lampje van toets 8 gaat uit. Er verschijnt een knipperende op het display en het geluidssignaal weerklinkt enkele minuten. Het symbool verschijnt. Als u een programma of optie hebt gekozen waarbij het water in de trommel 19 blijft staan, volgt u onderstaande aanwijzing op om het water af te voeren. De trommel blijft met regelmatige tussenpozen lopen tot het water is afgepompt. Het water wegpompen • Draai de programmakeuzeschakelaar /Uit. naar • Stel het programma POMPEN of CENTRIFUGEREN in. • Druk zo nodig op toets 3 om de centrifugeersnelheid te verlagen. • Druk op toets 8. • Als het programma is afgelopen, verschijnt op het display een knipperende . Het symbool verschijnt. De deur kan nu geopend worden. Draai de programmakeuzeschakelaar op /Uit om het apparaat uit te schakelen. Verwijder het wasgoed uit de trommel en controleer goed of de trommel leeg is. Als u niet van plan bent om nog een was te draaien, sluit u de waterkraan. Laat de deur open staan om vorming van schimmel en onaangename luchtjes te voorkomen. Stand-by: als het programma is voltooid, wordt na een paar minuten het energiebesparende systeem ingeschakeld. De helderheid van het display wordt verlaagd. Door op een willekeurige toets te drukken, haalt u het apparaat uit de energiebesparende stand. 10. AANWIJZINGEN EN TIPS 10.1 Wasgoed sorteren • Verdeel het wasgoed in: wit, bont, synthetisch, fijne was en wol. • Volg de wasinstructies die u op de waslabels van het wasgoed vindt. • Was witte en bonte artikelen niet samen. • Sommige bonte weefsels kunnen uitlopen als zij de eerste keer worden gewassen. We raden daarom aan om dit soort kleding de eerste keer dan ook apart te wassen. • Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen, haakjes en drukknopen. Maak riemen vast. • Maak alle zakken leeg en vouw alle artikelen open. • Draai meerlagige stoffen, wollen en kleding met geverfde opdrukken binnenstebuiten. • Verwijder hardnekkige vlekken. • Was delen met zware vervuiling met een speciaal wasmiddel. • Wees voorzichtig met de gordijnen. Verwijder de haken of stop de gordijnen in een zak of kussensloop. • Niet in de machine wassen: – Wasgoed zonder zomen of met scheuren – Beugelbeha's. 20 www.aeg.com – Gebruik een waszakje om kleine stuk wasgoed te wassen. • Een zeer kleine lading kan problemen veroorzaken bij de centrifugefase. Als dit gebeurt, kunt u de artikelen handmatig verdelen in de trommel en de centrifugefase opnieuw starten. 10.2 Hardnekkige vlekken Voor sommige vlekken is water en wasmiddel niet voldoende. We raden u aan om deze vlekken te verwijderen voordat u deze artikelen in de machine stopt. Er zijn speciale vlekverwijderaars verkrijgbaar. Gebruik een speciale vlekverwijderaar die geschikt is voor het type vlek en stof. 10.3 Wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen • Gebruik alleen wasmiddelen en nabehandelingsproducten die bedoeld zijn voor gebruik in een wasautomaat. • Vermeng geen verschillende soorten wasmiddel met elkaar. • Gebruik niet meer dan de benodigde hoeveelheid wasmiddel om het milieu te beschermen. • Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van deze producten. • Gebruik de juiste producten voor het type en de kleur stof, de programmatemperatuur en de mate van vervuiling. • Stel geen voorwasfase in als u vloeibare wasmiddelen gebruikt. • Als uw machine geen wasmiddellade heeft met klepje, voeg dan het vloeibare wasmiddel toe met een doseerbal. 10.4 Waterhardheid Als de waterhardheid in uw gebied hoog of gemiddeld is, raden we u het gebruik van waterverzachter voor wasautomaten aan. In gebieden waar de waterhardheid zacht is, is het gebruik van een waterverzachter niet nodig. Neem contact op met de plaatselijke waterautoriteit voor de waterhardheid in uw gebied. Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van de producten. Gelijkwaardige eenheden meten de waterhardheid: • Duitse graden (°dH). • Franse graden (°TH) • mmol/l (millimol per liter - een internationale eenheid voor de hardheid van water). • Clarke-graden. Waterhardheidstabel Niveau Type 1 zacht 2 3 4 Waterhardheid °dH °TH mmol/l Clarke 0-7 0-15 0-1.5 0-9 medium 8-14 16-25 1.6-2.5 10-16 hard 15-21 26-37 2.6-3.7 17-25 erg hard > 21 > 37 >3.7 >25 11. ONDERHOUD EN REINIGING WAARSCHUWING! Haal de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat reinigt. 11.1 Ontkalken Het water dat wij gebruiken, bevat kalk. Als het nodig is dient u waterverzachter NEDERLANDS te gebruiken om deze kalk te verwijderen. Gebruik een speciaal product voor wasautomaten. Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van de producent. Doe dit apart van het wassen van wasgoed. 21 11.2 Buitenkant reinigen Het apparaat alleen schoonmaken met zeep en warm water. Maak alle oppervlakken volledig droog. LET OP! Gebruik geen brandspiritus, oplosmiddelen of chemische producten. 11.3 Deurrubber Controleer het deurrubber regelmatig en verwijder voorwerpen uit de binnenkant. 11.4 Trommel Controleer de trommel regelmatig om kalk en roestdeeltjes te voorkomen. Gebruik alleen speciale producten om roestdeeltjes uit de trommel te verwijderen. Ga als volgt te werk: • Reinig de trommel met een speciaal product voor roestvrij staal. • Start een kort programma voor katoen op de maximale temperatuur met een kleine hoeveelheid wasmiddel. 11.5 Wasmiddeldoseerlade De wasmiddeldoseerlade reinigen: 1 1. 2. Druk op de hendel. Trek de doseerlade naar buiten. 3. Verwijder het bovenste gedeelte van het vakje voor vloeibare nabehandelingsmiddelen. Maak alle onderdelen schoon met water. MAX 2 4. MAX 22 www.aeg.com 5. 6. WAARSCHUWING! Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u de pompafdekking losschroeft. 11.6 Afvoerpomp De pomp moet regelmatig worden gecontroleerd en in het bijzonder als: • de machine niet pompt en/of niet centrifugeert; • de machine tijdens het pompen een abnormaal geluid maakt als gevolg van veiligheidsspelden, munten, enz. die de pomp blokkeren; • een probleem met de waterafvoer wordt gedetecteerd (zie hoofdstuk "Probleemoplossing" voor meer informatie). A Maak de ruimte van de wasmiddeldoseerlade schoon met een borstel. Plaats de wasmiddeldoseerlade terug in de ruimte. Ga als volgt te werk: Trek de stekker uit het stopcontact. Wacht indien nodig tot het water is afgekoeld. 1. 2. 3. Plaats een opvangbak dichtbij de pomp om het vrijkomende water op te vangen. 4. Maak de noodafvoerslang los ( B), hang hem in de opvangbak en verwijder de stop ervan. 5. Als er geen water meer naar buiten komt, schroef dan het deksel van de pomp los (A) door deze naar links te draaien en verwijder het filter. Gebruik indien nodig een tang. Houd altijd een oude doek bij de hand om het eventueel gemorste water te kunnen opvegen. Maak het filter schoon onder een kraan om alle pluis te verwijderen. B NEDERLANDS 6. Verwijder vreemde materialen en waspoeder van het filter en het schoepenrad. 7. Controleer voorzichtig of de pomprotor draait (de rotor draait schokkerig). Als hij niet draait, neemt u contact op met uw klantenservice. 8. Plaats de dop terug op de noodafvoerslang en zet de slang terug op zijn plaats. Plaats het filter terug in de pomp door het goed in de speciale geleidingen te plaatsen. Schroef het deksel van de pomp goed vast door het rechtsom te draaien. 9. WAARSCHUWING! Als het apparaat in werking is en afhankelijk van het gekozen programma kan er heet water in de pomp aanwezig zijn. Verwijder het pompdeksel nooit tijdens een wascyclus, wacht altijd tot de machine de cyclus heeft afgemaakt en u het wasgoed uit de trommel heeft gehaald. Wanneer u het deksel weer vastschroeft, dient u goed te controleren of het stevig is vastgezet om lekkages te voorkomen en te voorkomen dat jonge kinderen het kunnen verwijderen. 11.7 Het filter van de toevoerslang en het klepfilter Het kan nodig zijn filters te reinigen als: 23 • Het apparaat niet met water wordt gevuld. • De machine langdurig water vult. • Het lampje van toets 8 knippert en de display het bijbehorende alarm weergeeft. Raadpleeg 'Probleemoplossing'. WAARSCHUWING! Trek de stekker uit het stopcontact. 24 www.aeg.com De watertoevoerfilters schoonmaken: Draai de waterkraan dicht. Verwijder de watertoevoerslang van de kraan. 3. Reinig het filter in de toevoerslang met een harde borstel. 1. 2. 4. 5. 6. 7. 20° Verwijder de toevoerslang achter de machine. Reinig het filter in de klep met een harde borstel of een handdoek. Installeer de watertoevoerslang opnieuw. Zorg ervoor dat de koppelingen stevig vast zitten om lekkage te voorkomen. Draai de waterkraan open. 45° 11.8 Apparaat legen in geval van nood Ga, als het water niet wordt afgevoerd, als volgt te werk om het apparaat leeg te laten lopen: 1. Trek de stekker uit het stopcontact. 2. Draai de waterkraan dicht. 3. Wacht zo nodig totdat het water is afgekoeld. 4. Plaats een opvangbak op de grond. 5. Plaats het uiteinde van de noodafvoerslang in de bak. 6. Trek de stop eruit. Het water zou door de zwaartekracht in de opvangbak moeten lopen. Plaats als de opvangbak vol is, de stop terug op de slang. Maak de opvangbak leeg. Herhaal deze procedure totdat er geen water meer uit de slang komt. 7. Reinig de pomp zo nodig, volgens bovenstaande beschrijving. Plaats de stop terug op de noodafvoerslang en breng de slang weer op zijn plaats aan. 9. Schroef de pomp weer vast. 8. 11.9 Voorzorgsmaatregelen bij vorst Als het apparaat op een plaats staat waar de temperatuur tot beneden het vriespunt kan dalen, gaat u als volgt te werk: 1. Draai de waterkraan dicht. 2. Schroef de watertoevoerslang los van de kraan. 3. Plaats het uiteinde van de noodafvoerslang en van de toevoerslang in een op de vloer geplaatste opvangbak. Laat het water weglopen. 4. Schroef de watertoevoerslang weer op de kraan. NEDERLANDS 5. Plaats de dop weer terug op de noodafvoerslang. 6. Plaats de noodafvoerslang weer op zijn plek. Hierdoor wordt evt. in de wasautomaat achtergebleven water verwijderd en 25 wordt de vorming van ijs en daardoor beschadiging van het apparaat voorkomen. Als u de wasautomaat weer wilt gebruiken, controleert u of de omgevingstemperatuur boven de 0°C ligt. 12. PROBLEEMOPLOSSING Bepaalde problemen zijn het gevolg van een gebrek aan eenvoudig onderhoud of onoplettendheid. Dit soort problemen kunnen gemakkelijk zonder de hulp van een monteur worden opgelost. Controleer voordat u contact opneemt met onze serviceafdeling eerst de onderstaande checklist. Tijdens de werking van het apparaat kan het gele controlelampje van toets 8 gaan knipperen, verschijnt een van de volgende alarmcodes op het display en klinken er tegelijkertijd om de 20 seconden enkele geluidssignalen waarmee wordt aangegeven dat het apparaat niet werkt: • : probleem met de watertoevoer • : probleem met de waterafvoer • : deur open • : anti-overloopsysteem geactiveerd Druk, nadat het probleem is verholpen, op toets 8 om het programma opnieuw te starten. Als het probleem zich na alle controles nog steeds voordoet, neemt u contact op met onze serviceafdeling. Probleem Mogelijke oorzaak/oplossing Het apparaat start niet: De deur is niet goed gesloten. • Doe de deur stevig dicht. De stekker zit niet goed in het stopcontact. • Steek de stekker in het stopcontact. Er staat geen spanning op het stopcontact. • Controleer de elektrische installatie in uw woning. De hoofdzekering is doorgebrand. • Vervang de zekering. De programmakeuzeknop is niet goed ingesteld en er is niet op toets 8 gedrukt. • Draai de keuzeknop en druk nogmaals op toets 8. De uitgestelde start is ingesteld. • Als het wasgoed meteen gewassen moet worden, annuleert u de uitgestelde start. Het kinderslot is geactiveerd. • Schakel deze functie uit. 26 www.aeg.com Probleem Mogelijke oorzaak/oplossing De waterkraan is gesloten. • Draai de waterkraan open. De toevoerslang is bekneld of geknikt. • Controleer de aansluiting van de watertoevoersHet apparaat wordt lang. niet met water gevuld: Het filter in de toevoerslang of het inlaatklepfilter is verstopt. • Reinig de watertoevoerfilters. De deur is niet goed gesloten. • Doe de deur stevig dicht. Er stroomt water in het apparaat en dat loopt meteen weer weg: Het uiteinde van de afvoerslang hangt te laag. • Zie de betreffende paragraaf in het hoofdstuk «Waterafvoer». De afvoerslang is bekneld of geknikt. • Controleer de aansluiting van de afvoerslang. Het afvoerfilter is verstopt. • Maak het afvoerfilter schoon. Het apparaat pompt U hebt een optie of programma ingesteld waarbij het water niet weg en/ het water in de trommel niet wordt weggepompt of of centrifugeert niet: waarbij alle spoelfasen worden geannuleerd. • Selecteer het pomp- of centrifugeerprogramma. Het wasgoed is niet gelijkmatig in de trommel verdeeld. • Verdeel het wasgoed opnieuw. Er ligt water op de vloer: U hebt teveel of ongeschikt wasmiddel gebruikt (creëert teveel schuim). • Verminder de hoeveelheid wasmiddel of gebruik een ander middel. Controleer of een van de koppelingen van de toevoerslang lekkage vertoont. Dit is niet altijd gemakkelijk te zien, omdat het water langs de slang naar beneden loopt; controleer of de slang vochtig is. • Controleer de aansluiting van de watertoevoerslang. De watertoevoerslang is beschadigd. • Vervang deze door een nieuwe. De dop op de noodafvoerslang is na het schoonmaken niet teruggeplaatst of het filter is niet goed vastgeschroefd. • Zet de dop terug op de noodafvoerslang en draai het filter volledig aan. NEDERLANDS 27 Probleem Mogelijke oorzaak/oplossing Onbevredigende wasresultaten: U hebt te weinig of ongeschikt wasmiddel gebruikt. • Gebruik meer wasmiddel of gebruik een ander middel. Hardnekkige vlekken zijn niet voor aanvang van het wassen behandeld. • Gebruik normaal in de handel verkrijgbare producten om hardnekkige vlekken te behandelen. Er is een verkeerde temperatuur gekozen. • Controleer of u de juiste temperatuur hebt gekozen. Te veel wasgoed in de trommel. • Haal wat wasgoed uit de trommel. De deur gaat niet open: Het programma loopt nog. • Wacht tot het wasprogramma is afgelopen. De deur is niet ontgrendeld. • Wacht tot het symbool uit is. Er staat water in de trommel. • Stel het programma voor pompen of centrifugeren in om het water af te voeren. Het apparaat staat te schudden of maakt lawaai: U hebt de transportbouten en het verpakkingsmateriaal niet verwijderd. • Controleer of het apparaat correct geïnstalleerd is. De pootjes zijn niet goed afgesteld. • Controleer of het apparaat goed waterpas staat. Het wasgoed is niet gelijkmatig in de trommel verdeeld. • Verdeel het wasgoed opnieuw. Mogelijk bevat de trommel te weinig wasgoed. • Plaats meer wasgoed in de trommel. Centrifugeren begint traag of het apparaat centrifugeert helemaal niet: De elektronische voorziening voor het detecteren van onbalans is ingeschakeld, omdat het wasgoed niet gelijkmatig in de trommel is verdeeld. Het wasgoed wordt opnieuw verdeeld doordat de trommel van het apparaat in de tegenovergestelde richting draait. Dit kan verschillende keren nodig zijn voordat de verkeerde balans verdwijnt en het normale centrifugeren kan worden hervat. Als het wasgoed na enkele minuten nog steeds niet gelijkmatig in de trommel is verdeeld, kan het apparaat niet centrifugeren. • Het kan zijn dat er te weinig wasgoed in de trommel zit. Voeg wasgoed toe, verdeel de lading met de hand en kies dan het programma voor centrifugeren. 28 www.aeg.com Probleem Mogelijke oorzaak/oplossing Er is geen water zichtbaar in de trommel: Apparaten die zijn gebaseerd op moderne technologie, werken erg zuinig en verbruiken weinig water zonder dat dit van invloed is op de prestatie van de machine. Op het display verschijnt de alarmcode : Anti-overloopsysteem geactiveerd. • Trek de stekker uit het stopcontact, draai de waterkraan dicht en neem contact op met onze serviceafdeling. 13. MONTAGE 13.1 Uitpakken 1. Gebruik de handschoenen. De externe folie eraf trekken. Gebruik zo nodig een mes. 2. 3. Verwijder de kartonnen deksel. Verwijder de piepschuim verpakkingsmaterialen. 4. De interne folie eraf trekken. NEDERLANDS 29 5. Open de deur. Verwijder het piepschuim blok van de deur en alle andere onderdelen uit de trommel. 6. Plaats het piepschuim verpakkingsmateriaal op de vloer achter het apparaat. Plaats het apparaat met de achterzijde voorzichtig op het kartonnen deksel. Zorg dat u de slangen niet beschadigt. 7. Verwijder de piepschuim bescherming van de onderkant. Zet het apparaat weer rechtop. 8. 1 2 9. Verwijder het aansluitsnoer en de afvoerslang van de slanghouders. 30 www.aeg.com 10. Draai de drie transportbouten los. Gebruik de bij het apparaat geleverde moersleutel. 11. Trek de bouten met de plastic tussenstukken eruit. 12. Doe de plastic dopjes in de gaatjes. U vindt deze doppen in de zak van de gebruikershandleiding. WAARSCHUWING! Verwijder alle transportbouten en verpakking voordat u het apparaat installeert. Wij raden u aan om alle transportbouten en verpakking te bewaren voor als u het apparaat gaat verplaatsen. 13.2 Plaatsing en waterpas zetten • Installeer het apparaat op een vlakke harde vloer. • Zorg ervoor dat de luchtcirculatie rondom de wasautomaat niet wordt belemmerd door tapijt, vloerbedekking, enz. • Zet het apparaat zorgvuldig waterpas door de stelvoetjes in of uit te draaien. NEDERLANDS 31 • Als het apparaat waterpas is gezet, draait u de sluitmoeren vast. • Het apparaat moet waterpas en stabiel staan. Leg nooit karton, hout of iets dergelijks onder het apparaat om oneffenheden van de vloer te compenseren. Als het onvermijdelijk is om de wasautomaat naast een gasfornuis of kolenkachel te plaatsen, moet er een isolatieplaat bedekt met aluminiumfolie aan de kant van het fornuis of de kachel tussen beide apparaten geplaatst worden. Voordat u het apparaat op kleine tegels plaatst, brengt u een rubbermat aan. De toevoer- en afvoerslang mogen niet geknikt zijn. LET OP! Het apparaat mag niet worden geïnstalleerd in ruimtes waar de temperatuur onder 0°C kan komen. 13.3 De toevoerslang • Sluit de slang aan op het apparaat. Draai de toevoerslang alleen naar links of rechts. Maak de ringmoer los om hem in de juiste stand te zetten. 20 O 45 O • Sluit de watertoevoerslang aan op een koudwaterkraan met 3/4-schroefdraad. LET OP! Zorg ervoor dat de koppelingen niet lekken. 32 www.aeg.com Gebruik geen verlengslang als de toevoerslang te kort is. Neem contact op met de klantenservice voor vervanging van de toevoerslang. Waterstop De watertoevoerslang is voorzien van een waterstop. Dit toestel voorkomt lekkage in de slang door natuurlijke slijtage. Het rode gedeelte in het venster «A» toont deze storing. Als dit gebeurt, draait u de kraan dicht en neemt u contact op met de klantenservice om de slang te laten vervangen. A 13.4 Waterafvoer Er zijn verschillende procedures om de afvoerslang aan te sluiten: Met de plastic slanggeleider. • Op de rand van een gootsteen. • Zorg dat de plastic geleider niet kan bewegen als het apparaat water afvoert. Bevestig de geleider op de waterkraan of wand. NEDERLANDS 33 • Op een standpijp met ventilatieopening. Raadpleeg de illustratie. Rechtstreeks in een afvoerpijp op een hoogte van niet minder dan 60 cm en niet meer dan 100 cm. Het einde van de afvoerslang moet altijd geventileerd zijn, d.w.z. dat de binnendiameter van de afvoerpijp groter moet zijn dan de buitendiameter van de afvoerslang. Zonder de plastic slanggeleider. • Op een gootsteenafvoer. Raadpleeg de illustratie. Plaats de afvoerslang in de gootsteenafvoer en draai vast met een clip. Zorg dat de afvoerslang een bocht maakt om te voorkomen dat resterende deeltjes uit de gootsteen in het apparaat komen. • Direct op een ingebouwde afvoerpomp in de kamerwand en zet vast met een klem. U kunt de afvoerslang maximaal 400 cm verlengen. Neem contact op met de klantenservice voor de andere afvoerslang en het verlengstuk. 34 www.aeg.com 14. INBOUWEN 14.1 Inbouwen • Dit apparaat is ontworpen om in een keuken ingebouwd te kunnen worden. De uitsparingen moeten de afmetingen hebben die in afbeelding 1 worden weergegeven. 600 mm min. 596 mm 560 mm 555 mm min. 820 mm 818 mm 75 mm 60 mm 100 mm 170 mm Afb. 1 Voorbereiding en montage van de deur • Het apparaat is in de fabriek voorbereid voor een montage van een deur die van rechts naar links opent (afbeelding 2). Afb. 2 16-22 mm X Ø 35 mm 416 mm 22±1,5 mm 14 mm 595-598 mm Afb. 3 • Deur De deur moet de volgende afmetingen hebben: – Breedte 595-598 mm – Dikte 16-22 mm – De hoogte X is afhankelijk van de afmetingen van de aansluitende kastjes (afbeelding 3). NEDERLANDS 1 2 35 • Scharnieren Om de scharnieren te monteren, boort u twee gaten (diameter 35 mm, diepte 12,5-14 mm afhankelijk van de diepte van de kastdeur) aan de binnenkant van de deur. De afstand tussen de middelpunten van de gaten moet 416 mm bedragen De afstand van de bovenrand van de deur naar het midden van de gaten hangt af van de afmetingen van de aansluitende kastjes. De scharnieren worden aan de deur bevestigd door middel van twee houtschroeven 1 en 2 (afbeelding 4), die met het apparaat zijn meegeleverd. Afb. 4 • De deur monteren Bevestig de scharnieren door middel van de M5x15-schroeven. De scharnieren kunnen zodanig worden afgesteld dat ze eventuele oneffenheden in de dikte van de deur compenseren. Om de deur perfect te laten aansluiten op de andere kastjes, moet u de schroef losdraaien, de deur afstellen en de schroef A weer aandraaien (afbeelding 5). A B Schroef B (afbeelding 5) mag niet worden verwijderd. Afb. 5 A B C • Tegenmagneet Het apparaat is in de fabriek zo ingesteld dat de deur magnetisch sluit. Om de juiste werking van dit apparaat mogelijk te maken, moet u de tegenmagneet A (stalen schijf + rubberen ring) aan de binnenkant van de deur schroeven. De positie ervan moet overeenkomen met de magneet B op het apparaat (afbeelding 6). U mag schroef C niet verwijderen. Afb. 6 36 www.aeg.com D A Als de deur van links naar rechts geopend moet worden, draait u de stand van de platen E , de magneet D en de plaat C om. Monteer de tegenmagneet D en de scharnieren A zoals hierboven beschreven (afbeelding 7). LET OP! U mag schroef B niet verwijderen. C E B Afb. 7 15. MILIEUBESCHERMING Recycle de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte verzamelcontainer om het te recyclen. Help om het milieu en de volksgezondheid te beschermen en recycle het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72

AEG L82470BI Handleiding

Type
Handleiding

in andere talen