Whirlpool WITL 105 de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

1
NL
Nederlands,1
Inhoud
Installatie, 2-3
Uitpakken en waterpas zetten, 2
Water- en elektrische aansluiting, 2-3
Eerste wasprogramma, 3
Technische gegevens, 3
Beschrijving van de wasmachine, 4-5
Bedieningspaneel, 4
Hoe openen en sluiten van de trommel, 5
Controlelampjes, 5
Start en programma's, 6
In het kort: een programma starten, 6
Tabel van de programma's, 6
Persoonlijk instellen, 7
Instellen van de temperatuur, 7
Instellen van de centrifuge, 7
Functies, 7
Wasmiddel en wasgoed, 8
Wasmiddellaatje, 8
Bleekprogramma, 8
Prepareren van het wasgoed, 8
Speciale stukken, 8
Voorzorgsmaatregelen en raadgevingen, 9
Algemene veiligheid, 9
Het afvoeren, 9
Bezuiniging en bescherming van het milieu, 9
Onderhoud, 10
Afsluiten van water en stroom, 10
Schoonmaken van de wasmachine, 10
Het wasmiddellaatje schoonmaken, 10
Reinigen van deur en trommel, 10
Reinigen van de pomp, 10
Controleer de slang van de watertoevoer, 10
Hoe reinigt u het wasmiddellaatje, 10
Storingen en oplossingen, 11
Service, 12
Voordat u er de installateur bijhaalt, 12
NL
WASMACHINE
WITL 105
Instructies voor het gebruik
Magyar, 13
ES
HU
Românã, 49
RO
Polski, 61
ES
PL
CZ
Èeský, 25
Slovenský, 37
SK
2
NL
Het is belangrijk dit boekje te bewaren zodat u het
kunt raadplegen wanneer u maar wilt. In het geval dat u
de machine verkoopt, of u verhuist, moet het boekje bij
de machine blijven zodat de nieuwe gebruiker de
functies en betreffende raadgevingen kan leren kennen.
Lees de instructies met aandacht: u vindt er belang-
rijke informatie betreffende het installeren, gebruik en
veiligheid.
Uitpakken en waterpas zetten
Uitpakken
1. Pak de wasmachine
uit.
2. Controleer of de
wasmachine geen
schade heeft geleden
gedurende het
vervoer. Indien dit wel
het geval is moet hij
niet worden
aangesloten en moet
u contact opnemen
met de handelaar.
3. Verwijder de vier
transportbouten met
de rubberen ring en
bijbehorende afstandstukken die zich aan de achter-
kant bevinden (zie afbeelding).
4. Sluit de gaten af met de bijgeleverde plastic doppen.
5. Bewaar alle stukken: mocht de wasmachine ooit
worden vervoerd, dan moeten deze weer worden
aangebracht.
Belangrijk: bij hergebruik moeten de kortere
schroeven aan de bovenkant worden gemonteerd.
Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor
kinderen.
Waterpassen
1. Installeer de
wasmachine op een
rechte en stevige vloer
en laat hem niet leunen
tegen een muur,
meubel of dergelijken.
2. Als de vloer niet perfect
horizontaal is kunt u de
onregelmatigheid opheffen
door de stelvoetjes aan de voorkant in- of uit te schroeven
(zie afbeelding); de hoek, gemeten ten opzichte van de
aanrecht, mag de niet overschrijden.
Een correcte waterpas geeft de machine stabiliteit en
vermijdt trillingen, lawaai en het zich verplaatsen
gedurende het functioneren van de machine. In het
geval van vaste vloerbedekking of een tapijt regelt u
de stelvoetjes zodanig dat onder de wasmachine
genoeg plaats is voor ventilatie.
Plaatsen, verplaatsen.
Als uw wasmachine is uitgerust met speciale in-en
uitklapbare wielen, kunt u
de wasmachine makkelijk
verpla atsen. Om dit
onderstel tevoorschijn te
halen en de machine
zonder moeite te kunnen
verplaatsen, trekt u aan
de hendel linksonder
onder de plint. Zodra u
de machine verplaatst
heeft, moet u hem weer
waterpas zetten. Daarna staat de machine stevig op
zijn plaats (zie afbeelding).
Water- en elektrische aansluiting
Aansluiting van de watertoevoerslang
1. Plaats de pakking A op
het uiteinde van de
waterslang en schroef
hem op een koud-
waterkraan met een
mondstuk met schroef-
draad van 3/4 gas (zie
afbeelding).
Voordat u hem aansluit
moet u het water laten
lopen totdat het helder is.
2. Verbind de slang aan
de wasmachine door
hem op de betreffende
watertoevoer aan te
schroeven, rechtsboven
aan de achterkant (zie
afbeelding).
3. Let erop dat er geen
knellingen of kronkels in
de slang zijn.
De waterdruk van de kraan moet binnen de waar-
den van de tabel Technische Gegevens liggen (zie
bladzijde hiernaast).
Als de slang niet lang genoeg is moet u zich
wenden tot een gespecialiseerde handelaar of een
bevoegde installateur.
Installatie
A
3
NL
Aansluiting van de afvoerbuis
Verbind de buis, zonder
hem te buigen, aan een
afvoerleiding of aan een
afvoer in de muur
tussen 65 en 100 cm
van de grond af;
of hang hem op de
rand van een wasbak
of bad, en bind de
bijgeleverde leiding aan
de kraan (zie
afbeelding). Het
uiteinde van de afvoer-
slang mag niet onder
water hangen.
Gebruik geen verlengstuk voor de slang ; indien dit
niet te vermijden is moet het verlengstuk dezelfde
doorsnee hebben als de originele slang en hij mag niet
langer zijn dan 150 cm.
Elektrische aansluiting
Voordat u de stekker in het stopcontact steekt moet
u zich ervan verzekeren dat:
het stopcontact geaard is en voldoet aan de gel-
dende normen;
het stopcontact het maximum vermogen van de
machine kan verdragen, zoals aangegeven in de
tabel Technische Gegevens (zie hiernaast);
het voltage correspondeert met de waarden die zijn
aangegeven in de tabel Technische Gegevens (zie
hiernaast);
het stopcontact geschikt is voor de stekker van de
machine. Indien dit niet zo is moet de stekker of het
stopcontact vervangen worden.
De wasmachine mag niet buiten worden geinstalleerd,
ook niet op een plaats die beschut is, aangezien het
gevaarlijk is hem aan regen en onweer bloot te stellen.
Als de wasmachine is geinstalleerd moet het
stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn.
Gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers.
Het snoer mag niet in bochten of geknikt liggen.
De voedingskabel mag alleen door een bevoegde
installateur worden vervangen.
Belangrijk! De fabrikant is niet aansprakelijk wanneer
deze normen niet gerespecteerd zijn.
Eerste wasprogramma
Voordat u de machine gaat gebruiken moet u hem een
wascycle laten uitvoeren met wasmiddel maar zonder
wasgoed, met het programma van 90° zonder
voorwassen.
ServiceStoringen
Voorzorgs-
maatregelen
OnderhoudProgramma's WasmiddelInstallatie Beschrijving
Technische gegevens
Model
WITL 105
Afmetingen
breedte cm 40
hoogte cm 85
diepte cm 60
Ver mo g e n
van 1 tot 5 kg
Elektrische
aansluitingen
spanning 220/230 Volt 50 Hz
max. aansluitwaarde 1850 W
Aansluiting
waterleiding
max. druk 1 MPa (10 bar)
min. druk 0,05 MPa (0,5 bar)
Inhoud trommel 42 liters
Snelheid
centrifuge
tot 1000 toeren per minuut
Controle-program-
ma's volgens de
norm IEC456
programma 2; temperatuur 60°C;
uitgevoerd met 5 kg lading.
Deze apparatuur voldoet aan de
volgende EEC voorschriften:
-73/23/EEC van 19/02/73
(Laagspanning) en successievelijke
modificaties
-89/336/EEC van 03/05/89
(Elektromagnetische compatiabiliteit)
en successievelijke modificaties
65 - 100 cm
4
NL
Bedieningspaneel
Beschrijving
van de wasmachine
Controlelampje AAN/KLEP GEBLOKKEERD:
Als het controlelampje brandt dan betekent dit dat de klep geblokkeerd is. Dit om te voorkomen dat hij per
ongeluk geopend zou worden; om schade te voorkomen moet u wachten tot het controlelampje knippert. Dan
pas kunt u de deur opentrekken.
Als het controlelampje van AAN/KLEP GEBLOKKEERD snel knippert tegelijkertijd met minstens één ander
controlelampje dan betekent dit dat er een storing is. Bel de Installateur.
AAN/UIT
knop
START/RESET
knop
TEMPERATUUR
knop
PROGRAMMA
knop
FUNCTIE
knoppen
Controlelampje
AAN/KLEP
GEBLOKKEERD
Controlelampjes
Wasmiddellaatje: voor wasmiddel en verdere
toevoegingen (zie blz. 8).
Controlelampjes: voor het volgen van het verloop
van het wasprogramma.
Als de functie Delay Timer is ingesteld, wordt de
resterende tijd aangegeven tot het starten van het
programma (zie blz. 5).
FUNCTIE knoppen: voor het kiezen van de func-
ties. De knop van de gekozen functie blijft verlicht.
TEMPERATUUR knop: voor het instellen van de
temperatuur of koud wassen (zie blz. 7)
CENTRIFUGE knop: voor het instellen of uitscha-
kelen van de centrifuge (zie blz. 7).
AAN/UIT knop: voor het in- en uitschakelen van de
wasmachine.
START/RESET knop: voor het starten van de
programma's of voor het annuleren als u per onge-
luk verkeerd heeft ingesteld.
Controlelampje AAN/KLEP GEBLOKKEERD: geeft
aan of de wasmachine aan is en of de deur geopend
kan worden (zie blz. 4).
PROGRAMMA knop: voor het kiezen van de
programma's. De knoppen zijn van het verzonken
soort: om ze naar voren te halen drukt u licht op het
midden. Gedurende het programma blijft de knop
stilstaan (zie blz. 6).
CENTRIFUGE
knop
5
NL
ServiceStoringenOnderhoudProgramma's WasmiddelInstallatie Beschrijving
Voorzorgs-
maatregelen
Fase die bezig is:
Gedurende het verloop van het wasprogramma gaan
de controlelampjes een voor een aan om aan te
tonen met welk programmaonderdeel de machin
bezig is:
Voorwas
Was
Spoelen
Centrifuge
N.B.: gedurende het afpompen gaat het controle-
lampje dat bij de fase Centrifuge hoort branden.
Funtie-knoppen
De FUNCTIE-KNOPPEN dienen ook als controle-
lampjes.
Als u een functie kiest wordt de bijbehorende knop
verlicht.
Als de gekozen functie niet bij het ingestelde pro-
gramma hoort gaat de knop knipperen en de functie
wordt niet geactiveerd.
Als een functie wordt ingesteld die niet past bij een
andere eerder ingestelde functie, dan blijft alleen de
laatste keuze actief.
Controlelampjes
De controlelampjes geven belangrijke informatie.
Ze geven aan:
Uitgestelde start ingesteld:
Als de functie Delay Timer is geactiveerd (zie blz. 7),
nadat het programma is gestart, gaat het controle-
lampje dat bij de uitgestelde start hoort knipperen:
Naar gelang de terugloop van de tijd wordt , met het
knipperen van het betreffende controlelampje de
resterende tijd aangegeven:
Als de gekozen wachttijd is afgelopen gaat het
knipperende controlelampje uit en begint het inge-
stelde programma te lopen.
Afb. 1
Afb. 2
A) Openen (Afb. 1). Licht het deksel van de wasmachine op en
zet het helemaal open.
B) Open daarna met twee handen de trommel
zoals op Afb. 2) te zien is:
- druk op de knop die in Afb. 2 met de pijl wordt aangege-
geven. Terwijl u de knop langzaam naar beneden drukt,
houdt u met uw andere hand de kleppen tegen, zodat
u uw vingers niet bezeert als de kleppen onverwachts
opengaan;
- houd de kleppen tegen wanneer deeze moeiteloos
loskomen en opengaan.
C) Stop het wasgoed in de trommel. (Afd 3).
D) Sluiten (Afb 4).
- sluit de trommel goed af door eerst de voorste en
daarna de achterste klep naar beneden te brengen;
- zorg ervoor dat de sluitingen van de vorste klep goed in
de daarvoor bestemde ruimtes van de achterste klep
vallen;
- controleer, nadat u de Klik van de sluiting hebt
gehoord, of de twee kleppen niet losschieten wanneer
u er lichtjes op drukt;
- sluit uiteindelijk ook het deksel van de wasmachine.
Hoe openen en sluiten van de trommel
Afb. 3
Afb. 4
6
NL
.
N.B.-Bij de programma´s 7 - 8 is het beter de machine met niet meer dan 3,5 kg wasgoed te beladen.
-Bij programma 13 raden wij aan een lading van niet meer dan 2 kg te wassen.
-Kijk voor de beschrijving van kreukvrij: Zie Gemakkelijk Strijken, bladzijde hiernaast. De gevens in de tabel
hebben een indicatieve waarde.
Speciaal programma
Dagelijks 30' (programma 11 voor synthetische stoffen) is bedoeld voor het snel wassen van kledingstukken die weinig
vuil zijn: het duurt slechts 30 minuten en bespaart dus elektriciteit en tijd. Met programma (11 met 30 °C) kunt u
verschillende soorten stoffen tesamen wassen (behalve zijde en wol) met een lading van max. 3 kg.
Het beste is om hierbij vloeibaar wasmiddel te gebruiken.
Start en Programma's
Soort stof en vuil
Program-
ma's
Te m p e -
ratuur
Wasmiddel
Wasverz-
achter
Optie
Ontvlekken/
Bleekmiddel
Duur van
het
wasprogra-
mma (min.)
Beschrijving wasprogramma
voor-
was
Hoof-
dwas
Standaard
Zeer vuile witte was
(lakens, tafellakens enz.)
1
90°C
137
Voorwas, hoofdwas, spoelingen,
tussen - en eindcentrifuge
Zeer vuile witte was
(lakens, tafellakens enz.)
2
90°C
Delicaat /
Traditioneel
129
H
oofdw as, spo elingen,
tussen - en eindcentrifuge
Zeer vuil wit en gekleurd
wasgoed
2
60°C
Delicaat /
Traditioneel
144
H
oofdw as, spo elingen,
tussen - en eindcentrifuge
Zeer vuile witte en gekleurde
fijne w as
2
40°C
Delicaat /
Traditioneel
135
H
oofdw as, spo elingen,
tussen - en eindcentrifuge
W ein ig vu il w it w asgoed en
fijn gekleurd w asgoed
(overhemden, truien enz.)
3
40°C
Delicaat /
Traditioneel
78
H
oofdw as, spo elingen,
tussen - en eindcentrifuge
Zeer vu ile kleurvaste stoffen
(babygoed enz.)
4
60°C Delicaat
79
Hoofdwas, spoelingen,
kreukvrij of delicate centrifuge
Zeer vu ile kleurvaste stoffen
(babygoed enz.)
4
40°C Delicaat
65
Hoofdwas, spoelingen,
kreukvrij of delicate centrifuge
Licht gekleurde stoffen (ieder
soort w einig vuil w asgoed)
5
40°C Delicaat
70
Hoofdwas, spoelingen,
kreukvrij of delicate centrifuge
wol
6
40°C Delicaat
45
Hoofdwas, spoelingen en
delicate cen trifu ge
Speciaal fijn e stoffen
(gordijn en, zijde, viscose enz.)
7
30°C
50
Hoofdwas, spoelingen,
kreukvrij of afpompen
Tim e 4 U
Zeer vuil wit en gekleurd
wasgoed
8
60°C
60
Hoofdwas, spoelingen, tussen-
en eindcentrifuge.
W ein ig vu il w it w asgoed en
fijn gekleurd w asgoed
(overhemden, truien enz.)
9
40°C
50
Hoofdwas, spoelingen, tussen-
en eindcentrifuge.
Licht gekleurde stoffen (ieder
soort w einig vuil w asgoed)
10
40
°C

40
Hoofdwas,
spoelingen en
delicate cen trifu ge
Licht gekleurde stoffen (ieder
soort w einig vuil w asgoed)
11
30°C 30
Hoofdwas,
spoelingen en
delicate cen trifu ge
Sport
Sportschoenen
(MAX. 2 paar.)
12
30
°C
 50
Koude was (zonder wasmiddel),
wassen, spoelen en delicate
centrifuge
Stoffen voor sportkleding
(jogginpakken, shorts enz.)
13
30°C 60
Hoofdwas, spoelingen,
tussen -en eindcentrifuge
PROGRAMMA ONDERDELEN
Spoelen
Delicaat /
Traditioneel
Spoelingen en centrifuge
Centrifuge
ren
Afpompen en centrifuge
Afpompen Afpompen
In het kort: een programma starten
1. Schakel de wasmachine in met de knop . Alle
controlelampjes branden gedurende enkele seconden,
gaan vervolgens uit en het controlelampje AAN/KLEP
GEBLOKKEERD gaat knipperen.
2. Belaadt de wasmachine, voeg het wasmiddel en
eventuele wasverzachter toe (zie blz. 8), en sluit de
wastrommel en klep.
3. Stel het gewenste programma in met de knop
PROGRAMMA'S.
4. Stel de wastemperatuur in (zie blz. 7).
5. Stel de centrifugesnelheid in (zie blz. 7).
6. Start het programma met de START/RESET
knop.
Voor het annuleren houdt u de START/RESET
knop minstens 2 seconden ingedrukt.
7. Aan het einde van het programma gaat het
controlelampje AAN/KLEP GEBLOKKEERD knippe-
ren hetgeen betekent dat de deur geopend kan
worden. Haal het wasgoed eruit en laat de kleppen
op een kier staan zodat de trommel kan drogen.
Schakel de wasmachine uit met de knop .
Tabel van de programma's
7
NL
Instellen van de temperatuur
Door aan de TEMPERATUUR-knop te draaien stelt u de temperatuur van het wassen in (zie Tabel van de program-
ma's op blz. 6).
De temperatuur kan verlaagd worden tot aan koud ( ).
Instellen van de centrifuge
Door aan de CENTRIFUGE-knop te draaien stelt u de snelheid van de centrifuge van het gekozen programma in.
De maximum snelheden voorzien voor de programma's zijn:
Programma's Maximum snelheid
Katoen 1000 toeren per minuut
Synthetisch 800 toeren per minuut
Wol 600 toeren per minuut
Zijde geen
U kunt de snelheid van de centrifuge verminderen, of het centrifugeren uitschakelen met het symbool .
De machine voert geen centrifugesnelheid uit dat niet overeenkomt met de maximale centrifugesnelheid van het
te centrifugeren soort weefsel.
Functies
De verschillende functies van de wasmachine zorgen voor een heldere en witte was zoals door u gewenst. Voor
het activeren van de functies:
1. druk op de knop die bij de gewenste functie hoort, volgens de hiervolgende tabel;
2. het oplichten van de betreffende knop geeft aan dat de functie actief is.
N.B.: Snel knipperen van de knop geeft aan dat de bijbehorende functie van het ingestelde programma niet
gekozen kan worden.
Persoonlijk instellen
Service
Storingen
Onderhoud
Programma's
Wasmiddel
Installatie Beschrijving
Voorzorgs-
maatregelen
C
Functies Effect Notities voor het gebruik Actief bij de
programma's:
Delay
Timer
Stelt de start van
de machine uit
tot aan 9 uren.
Druk meerdere malen op de knop totdat het controlelampje
dat bij de gewenste uitgestelde start hoort verlicht wordt.
Bij de vijfde druk op de knop wordt de functie gedeactiveerd.
N.B.: Als de Start/Reset knop eenmaal ingedrukt is dan kan
de uitgestelde tijd alleen verkort worden.
Allen
Bleken
Bleekprogramma
in staat de meest
hardnekkige
vlekken te
verwijderen.
Vergeet niet bleekwater in het hiervoor bestemde bakje 4 te
gieten
(zie blz 8)
.
Deze functie is niet geschikt voor de MINDER STRIJKEN.
2, 3, 4, 5,
6, 7, 8
Spoelingen.
Minder
strijken
Vermindert het
kreuken van de
stoffen en
vergemakkelijkt
het strijken.
Door deze functie in te stellen worden de programma's 3, 4
5, 6, 7, 8, 9, 10 en Delicate spoeling onderbroken, ( wasgoed
blijft in water= spoelstop) (Kreukvrij), en het controlelampje
van de fase Spoelen gaat knipperen:
- voor het afmaken van de cycle drukt u op de START/RESET
knop;
- voor alleen waterafvoer zet u de knop op het symbool
en drukt u op de START/RESET knop.
Deze functie is niet geschikt voor de optie BLEKEN.
3, 4, 5, 6, 7,
8, 9, 10
Spoelingen
Extra
Spoeling
Vermeerdert het
resultaat van het
spoelen.
Aangeraden voor volle lading wasgoed of met extra veel
wasmiddel.
1, 2, 3, 4,
5, 8, 9, 10,
12, 13
Spoelingen.
8
NL
Wasmiddellaatje
Een goed resultaat van de was hangt ook af van
een juiste dosis wasmiddel: te veel maakt het
wassen niet beter en blijft in het wasgoed hangen
terwijl het slecht is voor het milieu.
Trek het laatje naar
voren en giet het
wasmiddel en/of de
verdere toevoegingen
erin als volgt.
bakje 1: voorwasmiddel (poeder)
bakje 2: wasmiddel (poeder of vloeibaar)
Het vloeibare wasmiddel wordt erin gegoten vlak voor
de start.
 Gebruik nooit middelen voor handwas aangezien
die te veel schuim vormen.
bakje 3: Naspoelmiddelen (wasverzachter enz.)
Wanneer u de wasverzachter in vakje 3 giet, let er
dan op dat u het "max" niveau niet overschrijdt.
De wasverzachter wordt automatisch in de machine
toegevoegd gedurende de laatste spoeling. Aan het
einde van het programma blijft er in vakje 3 een
laagje water staan. Dit water dient voor het gebruik
van erg dikke wasverzachters, oftewel voor het
verdunnen van geconcentreerde wasverzachters.
Als in vakje 3 meer water blijft staan dan normaal,
dan betekent dit dat de afvoer is verstopt.
Schoonmaken van de machine zie blz.10.
extra bakje 4: Bleekwater
Bleekprogramma
Het traditionele bleekmiddel kan alleen voor
stevig wit wasgoed gebruikt worden, terwijl het
delicate bleekmiddel geschikt is voor gekleurde
stoffen, synthetische stoffen en wol.
Plaats het bijgeleverde extra bakje 4 in bakje 1.
Let er bij het gieten van het bleekwater op dat het
niveau "max", aangegeven op de centrale pin, niet
wordt overschreden (zie afb.).
Als u alleen wilt bleken giet u het bleekmiddel in het
extra bakje 4 en stelt u het programma Spoelen in
(voor katoenen stoffen) en druk knop Bleken in.
Verdeel het wasgoed volgens:
- het soort stof / het symbool op het etiket.
- de kleuren: scheid gekleurd goed van de witte was.
Maak de zakken leeg en controleer de knopen.
Ga niet boven het aangegeven gewicht, berekend
voor droog wasgoed:
stevige stoffen: max 5 kg
synthetische stoffen max 2,5 kg
fijne stoffen max 2 kg
Wol: max 1 kg
Hoeveel weegt het wasgoed?
1 laken 400-500 gr.
1 sloop 150-200 gr.
1 tafelkleed 400-500 gr.
1 badjas 900-1200 gr.
1 handdoek 150-200 gr.
Speciale stukken
Gordijnen: vouw de gordijnen nauwkeurig en doe
ze in een kussensloop of net. Was ze apart zonder
ooit de halve lading te overschrijden. Gebruik
programma 7 dat automatisch de centrifuge uitsluit.
Donzen dekbedden en met dons gevulde
windjacks: als de vulling uit ganzenveren of
eendendons bestaat kunt u ze wassen in de
wasmachine. Keer de stukken binnenste buiten en
ga niet boven een max. lading van 2-3 kg; herhaal
de spoeling een of twee keer en gebruik de delicate
centrifuge.
Tennisschoenen: verwijder modder. Ze kunnen
tegelijk met jeans en sterke stoffen worden gewas-
sen, maar niet tegelijk met de witte was.
Wol: Gebruik voor de beste resultaten een wasmid-
del dat speciaal voor wol is bestemd en laad niet
meer dan 1kg wollen goed in de machine.
Wasmiddel en wasgoed
9
NL
Voorzorgsmaatregelen en
raadgevingen
ServiceStoringenOnderhoudProgramma's WasmiddelInstallatie Beschrijving
Voorzorgs-
maatregelen
De wasmachine is ontworpen en geproduceerd
volgens de internationale veiligheidsnormen. Deze
aanwijzingen worden voor uw eigen veiligheid gege-
ven en zij moeten met aandacht worden gelezen.
Algemene veiligheid
De wasmachine mag alleen door volwassen perso-
nen en volgens de instructies in dit boekje worden
gebruikt.
Raak de machine niet aan als u blootsvoets bent of
met natte of vochtige handen of voeten.
Trek de stekker nooit aan het snoer uit het stopcon-
tact, maar altijd door de stekker aan te pakken.
Open het wasmiddellaatje niet terwijl de machine in
werking is.
Raak het afvoerwater niet aan aangezien het nogal
warm kan zijn.
Forceer nooit de deur: het veiligheidsmechanisme,
dat tegen per ongeluk openen beschermt, kan
beschadigd worden.
Probeer in geval van storingen nooit zelf interne
mechanismen van de machine te repareren.
Zorg ervoor dat kleine kinderen niet te dicht bij de
machine komen als deze in werking is.
Als de machine verplaatst moet worden doe dit
dan met twee of drie personen en met grote
voorzichtigheid. Nooit alleen want de machine is
zwaar.
Voordat u het wasgoed in de machine laadt, contro-
leer dat hij leeg is.
Het afvoeren
Het afvoeren van het verpakkingsmateriaal:
houd u zich aan de plaatselijke normen zodat het
materiaal gerecycled kan worden.
Het afvoeren van de oude wasmachine:
maak hem eerst onbruikbaar door de kabel door te
snijden en de deur te verwijderen.
Bezuiniging en bescherming van het milieu
Bezuinigen op wasmiddel, water, energie en tijd
Teneinde geen energiebronnen te verkwisten moet
de machine altijd met maximum lading worden
gebruikt. U spaart 50% energie met een volle lading
i.p.v. twee half volle ladingen.
Voorwassen is alleen nodig voor erg vuil wasgoed.
Door dit te vermijden bespaart u wasmiddel, tijd,
water en ongeveer 5 tot 15% energie.
Door vlekken met een ontvlekkingsmiddel te
behandelen of in de week te zetten kunt u met
minder hoge temperaturen wassen. Een pro-
gramma op 60°C in plaats van op 90°C of op
40°C in plaats van 60°C zorgt voor een besparing
van 50% aan energie.
Doseer het wasmiddel op basis van de hardheid
van het water, de vuilheidsgraad en de hoeveelheid
wasgoed, zo vermijd u onnodig energieverbruik en
beschermt u het milieu. ook al zijn de wasmiddelen
biologisch afbreekbaar, toch bevatten ze elementen
die het evenwicht in de natuur verstoren. Bovendien
moet u zoveel mogelijk wasverzachters vermijden.
Door zoveel mogelijk te wassen met goedkope
stroomtarieven (s´nachts) werkt u mee aan het
reduceren van de belasting van de elektrische
centrale.
De optie Delay Timer (zie blz. 7) is van groot
belang voor de uitvoering van het wasprogramma
gedurende de nacht.
Als u na het wassen het wasgoed in een dryer
wilt drogen, kunt u een hoge snelheid centrifuge
kiezen. Weinig water in het wasgoed spaart tijd
en energie bij het droogprogramma.
10
NL
Onderhoud
Afsluiten van water en stroom
Doe de kraan dicht na iedere wasbeurt. Hiermee
reduceert u de kans op lekkage.
Sluit altijd eerst de stroom af voordat u de was-
machine gaat schoonmaken en gedurende
onderhoudswerkzaamheden.
Schoonmaken van de wasmachine
De buitenkant en de rubber onderdelen kunnen met
een spons en lauw sopje worden schoongemaakt.
Nooit schuurmiddelen of oplosmiddelen gebruiken!
Het wasmiddellaatje schoonmaken
Verwijder het laatje door het op te lichten en naar
voren te trekken (zie afbeelding).
Was het onder stromend water: dit moet u regelma-
tig doen.
Reinigen van kleppe en trommel
Laat de deur altijd op een kier staan om muffe
lucht te vermijden.
Reinigen van de pomp
De wasmachine is voorzien van een zelfreinigende
pomp en hoeft dus niet te worden schoongemaakt.
Het kan echter gebeuren dat kleine voorwerpen
(geldstukken, knopen) in het voorvakje terecht
komen dat de pomp beschermt en zich aan de
onderkant bevindt.
Verzeker u ervan dat het wasprogramma klaar is
en trek de stekker uit het stopcontact
Om de voorwerpen die in de voorkamer zijn gevallen
te ontruimen:
1. verwijder het
paneeltje aan de
voorkant van de
wasmachine met
behulp van een
schroevendraaier
(zie afbeelding);
2. draai de deksel
eraf, tegen de klok in
draaiend (zie
afbeelding): het is
normaal dat er een
beetje water uit komt;
3. maak de
binnenkant goed
schoon;
4. schroef de deksel
er weer op;
5. monteer het
paneeltje weer, met
de haakjes in de
betreffende openingen voordat u het paneeltje
tegen de machine aan drukt.
Controleer de slang van de
watertoevoer
Controleer minstens eens per jaar de slang van de
watertoevoer. Als er barstjes in zitten moet hij
vervangen worden: gedurende het wassen kan de
hoge waterdruk onverwachts scheurtjes
veroorzaken.
Nooit reeds eerder gebruikte slangen gebruiken.
Hoe reinigt u het wasmiddellaatje
Reinigen:
Reinig het laatje onder de kraan (afb. 3) met een oude
tandenborstel. Haal de beide sifonnetjes uit het bovenste
gedeelte van vakje 1 en 2 (afb. 4) los, controleer of deze
niet verstopt zijn en spoel ze schoon.
Hermonteren:
Vergeet niet de sifonnetjes
weer op de juiste plaats
terug te doen en haak het
laatje uiteindelijk terug in de
wasmachine (afb. 4, 2, 1).
Demonteren:
Druk licht op de grote knop
aan de voorkant van het
wasmiddellaatje en trek hem
naar boven (afb. 1).
Afb. 1
Afb. 2
Afb. 3
Afb. 4
11
NL
Het kan gebeuren dat de machine niet werkt. Voordat u de installateur opbelt (zie blz. 12), controleert u of het
een storing betreft die gemakkelijk te verhelpen is met behulp van de volgende lijst.
Storingen en oplossingen
Storingen:
De wasmachine
gaat niet aan.
Het wasprogramma
start niet.
De wasmachine neemt geen
water.
De wasmachine blijft water
aan- en afvoeren.
De wasmachine pompt het water
niet af of centrifugeert niet.
De machine trilt erg tijdens het
centirfugeren.
De wasmachine lekt.
Het controlelampje AAN/DEUR
GEBLOKKEERD knippert snel
tegelijkertijd met minstens één
ander controlelampje.
Er ontstaat teveel schuim.
Mogelijke oorzaken / Oplossing:
De stekker is niet in het stopcontact of niet ver genoeg ingestoken
om contact te maken.
Er is geen stroom.
De klep is niet goed dicht. Het lampje klep knippert.
De knop is niet ingedrukt.
De START/RESET knop is niet ingedrukt.
De waterkraan is niet open.
Uitgestelde start is ingesteld (Delay Timer, zie blz. 7).
De watertoevoerslang is niet aangesloten aan de kraan.
De slang ligt gekneld.
De kraan is niet open.
In huis mankeert het water.
Er is geen voldoende druk.
De START/RESET knop is niet ingedrukt.
De afvoerslang is niet geinstalleerd op 65 tot 100 cm afstand van de
grond (zie blz. 3).
Het uiteinde van de afvoerslang ligt onder water (zie blz. 3).
De afvoer in de muur heeft geen ontluchting.
Als na deze controle het probleem niet is opgelost, doet u de water-
kraan dicht, de machine uit en belt u de installateur. Als u op een van
de hoogste verdiepingen van een flatgebouw woont kan zich een
probleem met het hevelen voordoen, waarbij de machine voortdurend
water aan- en afvoert. Om deze storing te verhelpen bestaan er
speciale in de handel verkrijgbare ventielen.
Het programma voorziet niet in afvoer: bij enkele programma's
moet dit met de hand worden gestart (zie blz. 6).
De optie 'Minder strijken' is actief: voor het afmaken van het
programma drukt u op de START/RESET knop (zie blz. 7).
De afvoerslang ligt gekneld (zie blz. 3).
De afvoerleiding is verstopt.
De trommel is bij het installeren niet op de juiste wijze ontgrendeld (zie blz. 2).
De wasmachine staat niet recht (zie blz. 2).
De wasmachine staat te nauw tussen meubel en muur (zie blz. 2).
De slang van de watertoevoer is niet goed aangeschroefd (zie blz. 2).
Het wasmiddellaatje is verstopt (voor schoonmaken zie blz. 10).
De afvoerslang is niet goed bevestigd (zie blz. 3).
Bel de Installateur want dit geeft een storing aan.
Het wasmiddel is niet bedoeld voor wasmachines (er moet "voor
wasmachine", "handwas en wasmachine", of dergelijke op staan).
De dosering is te veel.
ServiceStoringenOnderhoudProgramma's WasmiddelInstallatie Beschrijving
Voorzorgs-
maatregelen
12
NL
Voordat u er de installateur bijhaalt:
Kijk eerst even of u het probleem zelf kunt oplossen (zie blz. 11);
Start het programma om te controleren of de storing is verholpen;
Is dit niet het geval dan neemt u contact op met de bevoegde dichtsbijzijnde Technische Dienst via
het telefoonnummer dat op het garantiebewijs/gebruiksaanwijzing staat.
Nooit een niet-bevoegde installateur erbij halen.
Vermeld:
het soort storing;
het model van de machine (Mod.);
het serienummer (S/N).
Deze informatie vindt u op het typeplaatje aan de achterkant van de wasmachine.
Service
Service

Documenttranscriptie

Instructies voor het gebruik WASMACHINE Inhoud NL HU ES Nederlands,1 Magyar, 13 SK Slovenský, 37 RO Românã, 49 CZ Èeský, 25 PL ES Polski, 61 NL Installatie, 2-3 Uitpakken en waterpas zetten, 2 Water- en elektrische aansluiting, 2-3 Eerste wasprogramma, 3 Technische gegevens, 3 Beschrijving van de wasmachine, 4-5 Bedieningspaneel, 4 Hoe openen en sluiten van de trommel, 5 Controlelampjes, 5 Start en programma's, 6 In het kort: een programma starten, 6 Tabel van de programma's, 6 Persoonlijk instellen, 7 WITL 105 Instellen van de temperatuur, 7 Instellen van de centrifuge, 7 Functies, 7 Wasmiddel en wasgoed, 8 Wasmiddellaatje, 8 Bleekprogramma, 8 Prepareren van het wasgoed, 8 Speciale stukken, 8 Voorzorgsmaatregelen en raadgevingen, 9 Algemene veiligheid, 9 Het afvoeren, 9 Bezuiniging en bescherming van het milieu, 9 Onderhoud, 10 Afsluiten van water en stroom, 10 Schoonmaken van de wasmachine, 10 Het wasmiddellaatje schoonmaken, 10 Reinigen van deur en trommel, 10 Reinigen van de pomp, 10 Controleer de slang van de watertoevoer, 10 Hoe reinigt u het wasmiddellaatje, 10 Storingen en oplossingen, 11 Service, 12 Voordat u er de installateur bijhaalt, 12 1 Installatie NL  Het is belangrijk dit boekje te bewaren zodat u het kunt raadplegen wanneer u maar wilt. In het geval dat u de machine verkoopt, of u verhuist, moet het boekje bij de machine blijven zodat de nieuwe gebruiker de functies en betreffende raadgevingen kan leren kennen.  Lees de instructies met aandacht: u vindt er belangrijke informatie betreffende het installeren, gebruik en veiligheid. Uitpakken en waterpas zetten Uitpakken 1. Pak de wasmachine uit. 2. Controleer of de wasmachine geen schade heeft geleden gedurende het vervoer. Indien dit wel het geval is moet hij niet worden aangesloten en moet u contact opnemen met de handelaar. 3. Verwijder de vier transportbouten met de rubberen ring en bijbehorende afstandstukken die zich aan de achterkant bevinden (zie afbeelding). (zie afbeelding); de hoek, gemeten ten opzichte van de aanrecht, mag de 2° niet overschrijden. Een correcte waterpas geeft de machine stabiliteit en vermijdt trillingen, lawaai en het zich verplaatsen gedurende het functioneren van de machine. In het geval van vaste vloerbedekking of een tapijt regelt u de stelvoetjes zodanig dat onder de wasmachine genoeg plaats is voor ventilatie. Plaatsen, verplaatsen. Als uw wasmachine is uitgerust met speciale in-en uitklapbare wielen, kunt u de wasmachine makkelijk verpla atsen. Om dit onderstel tevoorschijn te halen en de machine zonder moeite te kunnen verplaatsen, trekt u aan de hendel linksonder onder de plint. Zodra u de machine verplaatst heeft, moet u hem weer waterpas zetten. Daarna staat de machine stevig op zijn plaats (zie afbeelding). Water- en elektrische aansluiting Aansluiting van de watertoevoerslang 4. Sluit de gaten af met de bijgeleverde plastic doppen. 5. Bewaar alle stukken: mocht de wasmachine ooit worden vervoerd, dan moeten deze weer worden aangebracht. Belangrijk: bij hergebruik moeten de kortere schroeven aan de bovenkant worden gemonteerd.  Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinderen. Waterpassen 1. Installeer de wasmachine op een rechte en stevige vloer en laat hem niet leunen tegen een muur, meubel of dergelijken. 2. Als de vloer niet perfect horizontaal is kunt u de onregelmatigheid opheffen door de stelvoetjes aan de voorkant in- of uit te schroeven 2 A 1. Plaats de pakking A op het uiteinde van de waterslang en schroef hem op een koudwaterkraan met een mondstuk met schroefdraad van 3/4 gas (zie afbeelding). Voordat u hem aansluit moet u het water laten lopen totdat het helder is. 2. Verbind de slang aan de wasmachine door hem op de betreffende watertoevoer aan te schroeven, rechtsboven aan de achterkant (zie afbeelding). 3. Let erop dat er geen knellingen of kronkels in de slang zijn.  De waterdruk van de kraan moet binnen de waarden van de tabel Technische Gegevens liggen (zie bladzijde hiernaast).  Als de slang niet lang genoeg is moet u zich wenden tot een gespecialiseerde handelaar of een bevoegde installateur. Aansluiting van de afvoerbuis NL  Het snoer mag niet in bochten of geknikt liggen.  De voedingskabel mag alleen door een bevoegde installateur worden vervangen. Belangrijk! De fabrikant is niet aansprakelijk wanneer deze normen niet gerespecteerd zijn. Voordat u de stekker in het stopcontact steekt moet u zich ervan verzekeren dat: • het stopcontact geaard is en voldoet aan de geldende normen; • het voltage correspondeert met de waarden die zijn aangegeven in de tabel Technische Gegevens (zie hiernaast);  De wasmachine mag niet buiten worden geinstalleerd,  Als de wasmachine is geinstalleerd moet het stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn. Afmetingen breedte cm 40 hoogte cm 85 diepte cm 60 Vermogen van 1 tot 5 kg Elektrische aansluitingen spanning 220/230 Volt 50 Hz max. aansluitwaarde 1850 W Aansluiting waterleiding max. druk 1 MPa (10 bar) min. druk 0,05 MPa (0,5 bar) Inhoud trommel 42 liters Snelheid centrifuge tot 1000 toeren per minuut Controle-programma's volgens de norm IEC456 programma 2; temperatuur 60°C; uitgevoerd met 5 kg lading. Deze apparatuur voldoet aan de volgende EEC voorschriften: -73/23/EEC van 19/02/73 (Laagspanning) en successievelijke modificaties -89/336/EEC van 03/05/89 (Elektromagnetische compatiabiliteit) en successievelijke modificaties Service ook niet op een plaats die beschut is, aangezien het gevaarlijk is hem aan regen en onweer bloot te stellen. WITL 105 Storingen • het stopcontact geschikt is voor de stekker van de machine. Indien dit niet zo is moet de stekker of het stopcontact vervangen worden. Model Onderhoud • het stopcontact het maximum vermogen van de machine kan verdragen, zoals aangegeven in de tabel Technische Gegevens (zie hiernaast); Technische gegevens Voorzorgsmaatregelen Elektrische aansluiting Wasmiddel  Gebruik geen verlengstuk voor de slang ; indien dit niet te vermijden is moet het verlengstuk dezelfde doorsnee hebben als de originele slang en hij mag niet langer zijn dan 150 cm. Voordat u de machine gaat gebruiken moet u hem een wascycle laten uitvoeren met wasmiddel maar zonder wasgoed, met het programma van 90° zonder voorwassen. Programma's of hang hem op de rand van een wasbak of bad, en bind de bijgeleverde leiding aan de kraan (zie afbeelding). Het uiteinde van de afvoerslang mag niet onder water hangen. Beschrijving Eerste wasprogramma Installatie 65 - 100 cm Verbind de buis, zonder hem te buigen, aan een afvoerleiding of aan een afvoer in de muur tussen 65 en 100 cm van de grond af;  Gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers. 3 Beschrijving van de wasmachine NL Bedieningspaneel START/RESET knop Controlelampje AAN/KLEP GEBLOKKEERD FUNCTIE knoppen AAN/UIT knop Controlelampjes CENTRIFUGE knop TEMPERATUUR knop PROGRAMMA knop Wasmiddellaatje: voor wasmiddel en verdere toevoegingen (zie blz. 8). AAN/UIT knop: voor het in- en uitschakelen van de wasmachine. Controlelampjes: voor het volgen van het verloop van het wasprogramma. Als de functie Delay Timer is ingesteld, wordt de resterende tijd aangegeven tot het starten van het programma (zie blz. 5). START/RESET knop: voor het starten van de programma's of voor het annuleren als u per ongeluk verkeerd heeft ingesteld. FUNCTIE knoppen: voor het kiezen van de functies. De knop van de gekozen functie blijft verlicht. TEMPERATUUR knop: voor het instellen van de temperatuur of koud wassen (zie blz. 7) CENTRIFUGE knop: voor het instellen of uitschakelen van de centrifuge (zie blz. 7). Controlelampje AAN/KLEP GEBLOKKEERD: geeft aan of de wasmachine aan is en of de deur geopend kan worden (zie blz. 4). PROGRAMMA knop: voor het kiezen van de programma's. De knoppen zijn van het verzonken soort: om ze naar voren te halen drukt u licht op het midden. Gedurende het programma blijft de knop stilstaan (zie blz. 6). Controlelampje AAN/KLEP GEBLOKKEERD: Als het controlelampje brandt dan betekent dit dat de klep geblokkeerd is. Dit om te voorkomen dat hij per ongeluk geopend zou worden; om schade te voorkomen moet u wachten tot het controlelampje knippert. Dan pas kunt u de deur opentrekken.  Als het controlelampje van AAN/KLEP GEBLOKKEERD snel knippert tegelijkertijd met minstens één ander controlelampje dan betekent dit dat er een storing is. Bel de Installateur. 4 Hoe openen en sluiten van de trommel A) Openen (Afb. 1). Licht het deksel van de wasmachine op en Afb. 2 C) Stop het wasgoed in de trommel. (Afd 3). Controlelampjes De controlelampjes geven belangrijke informatie. Ze geven aan: Voorwas Voorzorgsmaatregelen Uitgestelde start ingesteld: Als de functie Delay Timer is geactiveerd (zie blz. 7), nadat het programma is gestart, gaat het controlelampje dat bij de uitgestelde start hoort knipperen: Fase die bezig is: Gedurende het verloop van het wasprogramma gaan de controlelampjes een voor een aan om aan te tonen met welk programmaonderdeel de machin bezig is: Wasmiddel Afb. 4 Programma's Afb. 3 D) Sluiten (Afb 4). - sluit de trommel goed af door eerst de voorste en daarna de achterste klep naar beneden te brengen; - zorg ervoor dat de sluitingen van de vorste klep goed in de daarvoor bestemde ruimtes van de achterste klep vallen; - controleer, nadat u de “Klik” van de sluiting hebt gehoord, of de twee kleppen niet losschieten wanneer u er lichtjes op drukt; - sluit uiteindelijk ook het deksel van de wasmachine. Beschrijving Afb. 1 B) Open daarna met twee handen de trommel zoals op Afb. 2) te zien is: - druk op de knop die in Afb. 2 met de pijl wordt aangegegeven. Terwijl u de knop langzaam naar beneden drukt, houdt u met uw andere hand de kleppen tegen, zodat u uw vingers niet bezeert als de kleppen onverwachts opengaan; - houd de kleppen tegen wanneer deeze moeiteloos loskomen en opengaan. Installatie zet het helemaal open. NL Was Onderhoud Spoelen Centrifuge Funtie-knoppen De FUNCTIE-KNOPPEN dienen ook als controlelampjes. Als u een functie kiest wordt de bijbehorende knop verlicht. Als de gekozen functie niet bij het ingestelde programma hoort gaat de knop knipperen en de functie wordt niet geactiveerd. Als een functie wordt ingesteld die niet past bij een andere eerder ingestelde functie, dan blijft alleen de laatste keuze actief. 5 Service Als de gekozen wachttijd is afgelopen gaat het knipperende controlelampje uit en begint het ingestelde programma te lopen. N.B.: gedurende het afpompen gaat het controlelampje dat bij de fase Centrifuge hoort branden. Storingen Naar gelang de terugloop van de tijd wordt , met het knipperen van het betreffende controlelampje de resterende tijd aangegeven: Start en Programma's In het kort: een programma starten NL 5. Stel de centrifugesnelheid in (zie blz. 7). 6. Start het programma met de START/RESET knop. Voor het annuleren houdt u de START/RESET knop minstens 2 seconden ingedrukt. 7. Aan het einde van het programma gaat het controlelampje AAN/KLEP GEBLOKKEERD knipperen hetgeen betekent dat de deur geopend kan worden. Haal het wasgoed eruit en laat de kleppen op een kier staan zodat de trommel kan drogen. Schakel de wasmachine uit met de knop . 1. Schakel de wasmachine in met de knop . Alle controlelampjes branden gedurende enkele seconden, gaan vervolgens uit en het controlelampje AAN/KLEP GEBLOKKEERD gaat knipperen. 2. Belaadt de wasmachine, voeg het wasmiddel en eventuele wasverzachter toe (zie blz. 8), en sluit de wastrommel en klep. 3. Stel het gewenste programma in met de knop PROGRAMMA'S. 4. Stel de wastemperatuur in (zie blz. 7). Tabel van de programma's Soort stof e n vu il P rogra m - Te m p e m a 's ra tuur Wa sm id d e l Wasverzachter vo o rw as Ho o fdw as • • • D uur va n O p tie he t Be sc hrijving w a sp rogra m m a O ntvle k k e n/ w a sp rogra Ble e k m id d e l m m a (m in .) S tan d aard Zeer vu ile w itte w as (laken s, tafellakens en z.) Zeer vu ile w itte w as (laken s, tafellakens en z.) Zeer vu il w it en gekleu rd w asgoed Zeer vu ile w itte en gekleurde fijne w as W ein ig vu il w it w asg oed en fijn g ekleu rd w as g oed (o verh em den , tru ien en z.) Zeer vu ile kleu rvaste stoffen (babygoed en z.) Zeer vu ile kleu rvaste stoffen (babygoed en z.) L ich t gekleu rde stoffen (ieder soort w ein ig vu il w asgoed) 1 9 0 °C 2 9 0 °C • • 2 6 0 °C • • 2 4 0 °C • • 3 4 0 °C • • 4 6 0 °C • 4 4 0 °C 5 w ol Speciaal fijn e stoffen (gordijn en , zijde, viscose en z.) 137 D elicaat / Trad itio n eel D elicaat / Trad itio n eel D elicaat / Trad itio n eel 129 Voorw as, hoofdw as, spoelingen, tussen - en eindcentrifuge H oofdw as, spoelin gen , tussen - en eindcentrifuge 144 H oofdw as, spoelin gen , tussen - en eindcentrifuge 135 H oofdw as, spoelin gen , tussen - en eindcentrifuge D elicaat / Trad itio n eel 78 H oofdw as, spoelin gen , tussen - en eindcentrifuge • D elicaat 79 • • D elicaat 65 4 0 °C • • D elicaat 70 6 4 0 °C • • D elicaat 45 7 3 0 °C • • 50 8 6 0 °C • • 60 Hoofdw as, spoelin gen, tussen en eindcen trifuge. 9 4 0 °C • • 50 Hoofdw as, spoelin gen, tussen en eindcen trifuge. 10 4 0 °C • • 40 11 3 0 °C • • 30 S po rts ch o en en (M A X. 2 paar.) 12 3 0 °C • • 50 Stoffen voor sportkleding (jogginpakken , sh orts en z.) 13 3 0 °C • • 60 H o o fd w as , s p o elin g en , kreu kvrij o f d elicate cen trifu g e H o o fd w as , s p o elin g en , kreu kvrij o f d elicate cen trifu g e H o o fd w as , s p o elin g en , kreu kvrij o f d elicate cen trifu g e H o o fd w as , s p o elin g en en d elicate cen trifu g e H o o fd w as , s p o elin g en , kreu kvrij o f afp o m p en Tim e 4 U Zeer vu il w it en gekleu rd w asgoed W ein ig vu il w it w asg oed en fijn g ekleu rd w as g oed (o verh em den , tru ien en z.) L ich t gekleu rde stoffen (ieder soort w ein ig vu il w asgoed) L ich t gekleu rde stoffen (ieder soort w ein ig vu il w asgoed) H o o fd w as , s p o elin g en en d elicate cen trifu g e H o o fd w as , s p o elin g en en d elicate cen trifu g e S p o rt Koude w as (zonder w asmiddel), w assen, spoelen en delicate centrifuge H o o fd w as , s p o elin g en , tu s s en -en ein dcen trifu g e PR OGR AM M A ONDE R DE LE N S po elen • D elicaat / Trad itio n eel S po elin g en en cen trifu g e C en trifu g e ren A fpo m pen en cen trifu g e A fpo m pen A fpo m pen . N.B.-Bij de programma´s 7 - 8 is het beter de machine met niet meer dan 3,5 kg wasgoed te beladen. -Bij programma 13 raden wij aan een lading van niet meer dan 2 kg te wassen. -Kijk voor de beschrijving van kreukvrij: Zie Gemakkelijk Strijken, bladzijde hiernaast. De gevens in de tabel hebben een indicatieve waarde. Speciaal programma Dagelijks 30' (programma 11 voor synthetische stoffen) is bedoeld voor het snel wassen van kledingstukken die weinig vuil zijn: het duurt slechts 30 minuten en bespaart dus elektriciteit en tijd. Met programma (11 met 30 °C) kunt u verschillende soorten stoffen tesamen wassen (behalve zijde en wol) met een lading van max. 3 kg. Het beste is om hierbij vloeibaar wasmiddel te gebruiken. 6 Persoonlijk instellen C Instellen van de temperatuur NL Instellen van de centrifuge Door aan de CENTRIFUGE-knop te draaien stelt u de snelheid van de centrifuge van het gekozen programma in. De maximum snelheden voorzien voor de programma's zijn: Maximum snelheid 1000 toeren per minuut 800 toeren per minuut 600 toeren per minuut geen Beschrijving Programma's Katoen Synthetisch Wol Zijde Functies N.B.: Snel knipperen van de knop geeft aan dat de bijbehorende functie van het ingestelde programma niet gekozen kan worden. Actief bij de programma's: Stelt de start van de machine uit tot aan 9 uren. Druk meerdere malen op de knop totdat het controlelampje dat bij de gewenste uitgestelde start hoort verlicht wordt. Bij de vijfde druk op de knop wordt de functie gedeactiveerd. N.B.: Als de Start/Reset knop eenmaal ingedrukt is dan kan de uitgestelde tijd alleen verkort worden. Allen Bleekprogramma in staat de meest hardnekkige vlekken te verwijderen. Vergeet niet bleekwater in het hiervoor bestemde bakje 4 te gieten (zie blz 8). 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 Spoelingen. Vermindert het kreuken van de stoffen en vergemakkelijkt het strijken. 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10 Spoelingen Deze functie is niet geschikt voor de optie BLEKEN. Vermeerdert het resultaat van het spoelen. Aangeraden voor volle lading wasgoed of met extra veel wasmiddel. 1, 2, 3, 4, 5, 8, 9, 10, 12, 13 Spoelingen. 7 Service Extra Spoeling Door deze functie in te stellen worden de programma's 3, 4 5, 6, 7, 8, 9, 10 en Delicate spoeling onderbroken, ( wasgoed blijft in water= spoelstop) (Kreukvrij), en het controlelampje van de fase Spoelen gaat knipperen: - voor het afmaken van de cycle drukt u op de START/RESET knop; - voor alleen waterafvoer zet u de knop op het symbool en drukt u op de START/RESET knop. Storingen Minder strijken Deze functie is niet geschikt voor de MI NDER STRI JKEN. Onderhoud Bleken Notities voor het gebruik Voorzorgsmaatregelen Delay Timer Effect Wasmiddel De verschillende functies van de wasmachine zorgen voor een heldere en witte was zoals door u gewenst. Voor het activeren van de functies: 1. druk op de knop die bij de gewenste functie hoort, volgens de hiervolgende tabel; 2. het oplichten van de betreffende knop geeft aan dat de functie actief is. Programma's U kunt de snelheid van de centrifuge verminderen, of het centrifugeren uitschakelen met het symbool . De machine voert geen centrifugesnelheid uit dat niet overeenkomt met de maximale centrifugesnelheid van het te centrifugeren soort weefsel. Functies Installatie Door aan de TEMPERATUUR-knop te draaien stelt u de temperatuur van het wassen in (zie Tabel van de programma's op blz. 6). De temperatuur kan verlaagd worden tot aan koud ( ). Wasmiddel en wasgoed NL Wasmiddellaatje Een goed resultaat van de was hangt ook af van een juiste dosis wasmiddel: te veel maakt het wassen niet beter en blijft in het wasgoed hangen terwijl het slecht is voor het milieu. Trek het laatje naar voren en giet het wasmiddel en/of de verdere toevoegingen erin als volgt. • Verdeel het wasgoed volgens: - het soort stof / het symbool op het etiket. - de kleuren: scheid gekleurd goed van de witte was. • Maak de zakken leeg en controleer de knopen. • Ga niet boven het aangegeven gewicht, berekend voor droog wasgoed: stevige stoffen: max 5 kg synthetische stoffen max 2,5 kg fijne stoffen max 2 kg Wol: max 1 kg Hoeveel weegt het wasgoed? 1 1 1 1 1 bakje 1: voorwasmiddel (poeder) bakje 2: wasmiddel (poeder of vloeibaar) Het vloeibare wasmiddel wordt erin gegoten vlak voor de start.  Gebruik nooit middelen voor handwas aangezien die te veel schuim vormen. bakje 3: Naspoelmiddelen (wasverzachter enz.) Wanneer u de wasverzachter in vakje 3 giet, let er dan op dat u het "max" niveau niet overschrijdt. De wasverzachter wordt automatisch in de machine toegevoegd gedurende de laatste spoeling. Aan het einde van het programma blijft er in vakje 3 een laagje water staan. Dit water dient voor het gebruik van erg dikke wasverzachters, oftewel voor het verdunnen van geconcentreerde wasverzachters. Als in vakje 3 meer water blijft staan dan normaal, dan betekent dit dat de afvoer is verstopt. Schoonmaken van de machine zie blz.10. extra bakje 4: Bleekwater Bleekprogramma  Het traditionele bleekmiddel kan alleen voor stevig wit wasgoed gebruikt worden, terwijl het delicate bleekmiddel geschikt is voor gekleurde stoffen, synthetische stoffen en wol. Plaats het bijgeleverde extra bakje 4 in bakje 1. Let er bij het gieten van het bleekwater op dat het niveau "max", aangegeven op de centrale pin, niet wordt overschreden (zie afb.). Als u alleen wilt bleken giet u het bleekmiddel in het extra bakje 4 en stelt u het programma Spoelen in (voor katoenen stoffen) en druk knop Bleken in. 8 laken 400-500 gr. sloop 150-200 gr. tafelkleed 400-500 gr. badjas 900-1200 gr. handdoek 150-200 gr. Speciale stukken Gordijnen: vouw de gordijnen nauwkeurig en doe ze in een kussensloop of net. Was ze apart zonder ooit de halve lading te overschrijden. Gebruik programma 7 dat automatisch de centrifuge uitsluit. Donzen dekbedden en met dons gevulde windjacks: als de vulling uit ganzenveren of eendendons bestaat kunt u ze wassen in de wasmachine. Keer de stukken binnenste buiten en ga niet boven een max. lading van 2-3 kg; herhaal de spoeling een of twee keer en gebruik de delicate centrifuge. Tennisschoenen: verwijder modder. Ze kunnen tegelijk met jeans en sterke stoffen worden gewassen, maar niet tegelijk met de witte was. Wol: Gebruik voor de beste resultaten een wasmiddel dat speciaal voor wol is bestemd en laad niet meer dan 1kg wollen goed in de machine. Voorzorgsmaatregelen en raadgevingen Algemene veiligheid Bezuinigen op wasmiddel, water, energie en tijd • Teneinde geen energiebronnen te verkwisten moet de machine altijd met maximum lading worden gebruikt. U spaart 50% energie met een volle lading i.p.v. twee half volle ladingen. • De wasmachine mag alleen door volwassen personen en volgens de instructies in dit boekje worden gebruikt. • Voorwassen is alleen nodig voor erg vuil wasgoed. Door dit te vermijden bespaart u wasmiddel, tijd, water en ongeveer 5 tot 15% energie. • Raak de machine niet aan als u blootsvoets bent of met natte of vochtige handen of voeten. • Door vlekken met een ontvlekkingsmiddel te behandelen of in de week te zetten kunt u met minder hoge temperaturen wassen. Een programma op 60°C in plaats van op 90°C of op 40°C in plaats van 60°C zorgt voor een besparing van 50% aan energie. Beschrijving volgens de internationale veiligheidsnormen. Deze aanwijzingen worden voor uw eigen veiligheid gegeven en zij moeten met aandacht worden gelezen. • Trek de stekker nooit aan het snoer uit het stopcontact, maar altijd door de stekker aan te pakken. • Open het wasmiddellaatje niet terwijl de machine in werking is. • Forceer nooit de deur: het veiligheidsmechanisme, dat tegen per ongeluk openen beschermt, kan beschadigd worden. • Zorg ervoor dat kleine kinderen niet te dicht bij de machine komen als deze in werking is. • Voordat u het wasgoed in de machine laadt, controleer dat hij leeg is. • Als u na het wassen het wasgoed in een dryer wilt drogen, kunt u een hoge snelheid centrifuge kiezen. Weinig water in het wasgoed spaart tijd en energie bij het droogprogramma. Onderhoud • Als de machine verplaatst moet worden doe dit dan met twee of drie personen en met grote voorzichtigheid. Nooit alleen want de machine is zwaar. • Door zoveel mogelijk te wassen met goedkope stroomtarieven (s´nachts) werkt u mee aan het reduceren van de belasting van de elektrische centrale. De optie Delay Timer (zie blz. 7) is van groot belang voor de uitvoering van het wasprogramma gedurende de nacht. Voorzorgsmaatregelen • Probeer in geval van storingen nooit zelf interne mechanismen van de machine te repareren. Wasmiddel • Raak het afvoerwater niet aan aangezien het nogal warm kan zijn. • Doseer het wasmiddel op basis van de hardheid van het water, de vuilheidsgraad en de hoeveelheid wasgoed, zo vermijd u onnodig energieverbruik en beschermt u het milieu. ook al zijn de wasmiddelen biologisch afbreekbaar, toch bevatten ze elementen die het evenwicht in de natuur verstoren. Bovendien moet u zoveel mogelijk wasverzachters vermijden. Programma's Bezuiniging en bescherming van het milieu Installatie NL  De wasmachine is ontworpen en geproduceerd Het afvoeren Storingen • Het afvoeren van het verpakkingsmateriaal: houd u zich aan de plaatselijke normen zodat het materiaal gerecycled kan worden. Service • Het afvoeren van de oude wasmachine: maak hem eerst onbruikbaar door de kabel door te snijden en de deur te verwijderen. 9 Onderhoud NL Afsluiten van water en stroom • Doe de kraan dicht na iedere wasbeurt. Hiermee reduceert u de kans op lekkage. • Sluit altijd eerst de stroom af voordat u de wasmachine gaat schoonmaken en gedurende onderhoudswerkzaamheden. Om de voorwerpen die in de voorkamer zijn gevallen te ontruimen: 1. verwijder het paneeltje aan de voorkant van de wasmachine met behulp van een schroevendraaier (zie afbeelding); Schoonmaken van de wasmachine De buitenkant en de rubber onderdelen kunnen met een spons en lauw sopje worden schoongemaakt. Nooit schuurmiddelen of oplosmiddelen gebruiken! 2. draai de deksel eraf, tegen de klok in draaiend (zie afbeelding): het is normaal dat er een beetje water uit komt; Het wasmiddellaatje schoonmaken Verwijder het laatje door het op te lichten en naar voren te trekken (zie afbeelding). Was het onder stromend water: dit moet u regelmatig doen. 3. maak de binnenkant goed schoon; Reinigen van kleppe en trommel • Laat de deur altijd op een kier staan om muffe lucht te vermijden. Reinigen van de pomp De wasmachine is voorzien van een zelfreinigende pomp en hoeft dus niet te worden schoongemaakt. Het kan echter gebeuren dat kleine voorwerpen (geldstukken, knopen) in het voorvakje terecht komen dat de pomp beschermt en zich aan de onderkant bevindt.  Verzeker u ervan dat het wasprogramma klaar is en trek de stekker uit het stopcontact 4. schroef de deksel er weer op; 5. monteer het paneeltje weer, met de haakjes in de betreffende openingen voordat u het paneeltje tegen de machine aan drukt. Controleer de slang van de watertoevoer Controleer minstens eens per jaar de slang van de watertoevoer. Als er barstjes in zitten moet hij vervangen worden: gedurende het wassen kan de hoge waterdruk onverwachts scheurtjes veroorzaken.  Nooit reeds eerder gebruikte slangen gebruiken. Hoe reinigt u het wasmiddellaatje Demonteren: Druk licht op de grote knop aan de voorkant van het wasmiddellaatje en trek hem naar boven (afb. 1). Reinigen: Reinig het laatje onder de kraan (afb. 3) met een oude tandenborstel. Haal de beide sifonnetjes uit het bovenste gedeelte van vakje 1 en 2 (afb. 4) los, controleer of deze niet verstopt zijn en spoel ze schoon. Afb. 1 Afb. 2 10 Afb. 3 Hermonteren: Vergeet niet de sifonnetjes weer op de juiste plaats terug te doen en haak het laatje uiteindelijk terug in de wasmachine (afb. 4, 2, 1). Afb. 4 Storingen en oplossingen Het kan gebeuren dat de machine niet werkt. Voordat u de installateur opbelt (zie blz. 12), controleert u of het een storing betreft die gemakkelijk te verhelpen is met behulp van de volgende lijst. De wasmachine gaat niet aan. • De stekker is niet in het stopcontact of niet ver genoeg ingestoken om contact te maken. • Er is geen stroom. Het wasprogramma start niet. • • • • • De klep is niet goed dicht. Het lampje klep knippert. De knop is niet ingedrukt. De START/RESET knop is niet ingedrukt. De waterkraan is niet open. Uitgestelde start is ingesteld (Delay Timer, zie blz. 7). De wasmachine neemt geen water. • • • • • • De watertoevoerslang is niet aangesloten aan de kraan. De slang ligt gekneld. De kraan is niet open. In huis mankeert het water. Er is geen voldoende druk. De START/RESET knop is niet ingedrukt. De wasmachine blijft water aan- en afvoeren. • De afvoerslang is niet geinstalleerd op 65 tot 100 cm afstand van de grond (zie blz. 3). • Het uiteinde van de afvoerslang ligt onder water (zie blz. 3). • De afvoer in de muur heeft geen ontluchting. Als na deze controle het probleem niet is opgelost, doet u de waterkraan dicht, de machine uit en belt u de installateur. Als u op een van de hoogste verdiepingen van een flatgebouw woont kan zich een probleem met het hevelen voordoen, waarbij de machine voortdurend water aan- en afvoert. Om deze storing te verhelpen bestaan er speciale in de handel verkrijgbare ventielen. De wasmachine pompt het water niet af of centrifugeert niet. • Het programma voorziet niet in afvoer: bij enkele programma's moet dit met de hand worden gestart (zie blz. 6). • De optie 'Minder strijken' is actief: voor het afmaken van het programma drukt u op de START/RESET knop (zie blz. 7). • De afvoerslang ligt gekneld (zie blz. 3). • De afvoerleiding is verstopt. De machine trilt erg tijdens het centirfugeren. • De trommel is bij het installeren niet op de juiste wijze ontgrendeld (zie blz. 2). • De wasmachine staat niet recht (zie blz. 2). • De wasmachine staat te nauw tussen meubel en muur (zie blz. 2). De wasmachine lekt. • De slang van de watertoevoer is niet goed aangeschroefd (zie blz. 2). • Het wasmiddellaatje is verstopt (voor schoonmaken zie blz. 10). • De afvoerslang is niet goed bevestigd (zie blz. 3). Het controlelampje AAN/DEUR GEBLOKKEERD knippert snel tegelijkertijd met minstens één ander controlelampje. • Bel de Installateur want dit geeft een storing aan. Er ontstaat teveel schuim. • Het wasmiddel is niet bedoeld voor wasmachines (er moet "voor wasmachine", "handwas en wasmachine", of dergelijke op staan). • De dosering is te veel. Beschrijving Mogelijke oorzaken / Oplossing: Installatie Storingen: NL Programma's Wasmiddel Voorzorgsmaatregelen Onderhoud Storingen Service 11 Service Voordat u er de installateur bijhaalt: • Kijk eerst even of u het probleem zelf kunt oplossen (zie blz. 11); • Start het programma om te controleren of de storing is verholpen; • Is dit niet het geval dan neemt u contact op met de bevoegde dichtsbijzijnde Technische Dienst via het telefoonnummer dat op het garantiebewijs/gebruiksaanwijzing staat.  Nooit een niet-bevoegde installateur erbij halen. NL Vermeld: • het soort storing; • het model van de machine (Mod.); • het serienummer (S/N). Deze informatie vindt u op het typeplaatje aan de achterkant van de wasmachine. Service 12
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72

Whirlpool WITL 105 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor