• Open de plastic zak en schuif hem iets
naar boven zodat de rand helemaal vrij
is.
• Zet nu de luidspreker weer rechtop,
verwijder het laatste stuk piepschuim
en trek de plastic zak er helemaal af.
• Verwijder de transportklem op de
achterkant van de luidspreker: volg
daarbij de instructies op het label.
We adviseren u om het
verpakkingsmateriaal te bewaren. Wanneer
u eventueel in de toekomst de
luidspreker(s) moet vervoeren, komt de
originele verpakking uitstekend van pas.
In de doos vindt u behalve deze
gebruiksaanwijzing:
• 4 schuimplastic pluggen.
• 2 doorluskabels.
• 1 reinigingsdoek.
Hout is een natuurproduct en de
fineerafwerking kan daarom nooit exakt
gelijk zijn. Hoewel de luidsprekers per stuk
worden geleverd, is van een paar met
opeenvolgend serienummer (waarbij het
oneven nummer lager moet zijn) het fineer
op identiek uiterlijk en structuur
geselecteerd. Koopt u echter meer dan
twee luidsprekers dan kan B&W niet 100%
garanderen dat ze allemaal exakt dezelfde
fineerafwerking hebben.
Plaatsing (figuur 2)
Wacht met het monteren van de spikes
totdat u de juiste plaats voor uw
luidsprekers gevonden hebt.
De optimale plaats in de ruimte vindt u pas
na enig experimenteren, maar goede
uitgangspunten zijn:
• De luidsprekers en de luisterpositie
moeten ongeveer de hoekpunten
vormen van een gelijkzijdige driehoek.
• De luidsprekers moeten wel op
tenminste 2 m afstand van elkaar
staan, anders is geen echte
stereoweergave mogelijk.
De afstand tussen de luidspreker en de
muren heeft invloed op de
weergavekwaliteit. Meer informatie vindt u
verderop in het stukje “Afregelen”.
Vervormen van TV-beelden
LET OP: De luidspreker heeft een statisch
magnetisch veld dat ook buiten de
behuizing aanwezig is. Daarom moet de
luidspreker op tenminste 0,5 m afstand
staan van alle apparatuur die beïnvloed kan
worden door zo’n veld, zoals bijvoorbeeld
het beeldscherm van TV en computer,
floppy disks, videobanden, credit cards,
etc.
Aansluiten (figuur 3)
Voordat u ook maar iets gaat aansluiten,
moet u alle apparatuur UIT schakelen!
Er zijn twee paar vergulde aansluitklemmen
op het achterpaneel: één paar voor de
laag-/middeneenheid en één paar voor het
hoog. De luidspreker kan hierdoor volgens
de Bi-Wiring of Bi-Amping methode worden
aangesloten.
De klemmen zijn geïsoleerd en beschermen
u zo tegen een mogelijke elektrische schok,
zelfs bij de krachtigste versterkers. De
klemmen zijn geschikt voor verschillende
aansluitmethodes en toepassingen.
Gebruik bij voorkeur de Bi-Wiring
aansluitmethode en sluit elk paar klemmen
met een eigen kabel aan op de
eindversterker. Deze scheiding van
signaalwegen geeft een betere weergave,
vooral van de kleinste details. Bovendien
kunt u nu voor elk frequentiegebied de
meest optimale kabelsoort gebruiken.
Het kan zijn dat u de Bi-Wiring methode
niet wilt gebruiken, bijvoorbeeld tijdens de
eerste inregelprocedure of omdat u zo
weinig mogelijk kabels in “het zicht” wilt
hebben. In dat geval kunt u met de
meegeleverde korte kabels de twee
positieve en negatieve klemmen
doorverbinden.
Schuif de platte connector in de opening
aan de zijkant van de ene klem en de pen
in het ronde gat aan de zijkant van de
andere klem. Er blijft voldoende ruimte over
om een platte connector (van de kabel die
komt van de versterker) in dezelfde klem te
schuiven als waar de pen al zit.
De positieve (+/rode) klem van de
versterker moet u aansluiten op de
positieve (+/rode) klem van de luidspreker
en de negatieve (-/zwart) op de andere
luidsprekerklem. Het is belangrijk om de
juiste polariteit te handhaven bij het
aansluiten van een luidsprekerpaar. Een
foutje veroorzaakt een vaag stereobeeld en
een zwak laag.
Gebruikt u wel de Bi-Wiring methode, dan
is de juiste polariteit dubbel zo belangrijk:
zowel voor de frequentieweergave van elke
luidsprekereenheid op zich als voor de
juiste balans tussen de linker en rechter
luidspreker. In dit geval mag u de
doorluskabels niet gebruiken: ze sluiten de
uitgang namelijk kort en kunnen de
versterker beschadigen.
Afregelen
Voordat u de installatie gaat afregelen moet
u nogmaals de polariteit en stevigheid van
de aansluitingen kontroleren.
Plaats de luidsprekers in eerste instantie op
de meest redelijke plaats en beluister ze
dan enkele dagen. Als het geluid nog niet
helemaal bevalt, verschuift u de
luidsprekers telkens een klein stukje tot het
meest optimale resultaat is bereikt. Als het
laag te sterk is, kunt u de luidsprekers
verder van de muur plaatsen. Omgekeerd,
als het laag te zwak is, zet u de
luidsprekers dichter bij de muur. Meer
ruimte achter de luidsprekers geeft
trouwens ook een betere “dieptewerking”
vooral bij zeer goed opgenomen muziek.
Een onevenwichtige laagweergave wordt
meestal veroorzaakt door sterke
resonanties in de luisterruimte. Zelfs een
kleine verschuiving van de luidsprekers
heeft dan een hoorbaar effekt op de
weergavekwaliteit omdat zodoende andere
resonanties worden geaktiveerd. Het laag
zal in het algemeen gelijkmatiger zijn
wanneer de afstanden tot de twee
dichtstbijzijnde muren ongelijk zijn. Een
afstandsverhouding van 1:3 voor die twee
muren kan uitstekende resultaten geven.
Probeer de luidsprekers ook eens voor een
andere muur te plaatsen. Zelfs het
verschuiven van enkele grotere meubels
kan invloed hebben.
Als het stereobeeld te vaag is, zet de
luidsprekers dan minder ver uit elkaar of
richt ze meer naar binnen: precies op of net
vóór de luisterpositie (figuur 4).
Als het geluid te “scherp” is, kunt u meer
zachte materialen in de luisterruimte
aanbrengen (zoals bijvoorbeeld dikkere
gordijnen). Is het geluid echter te dof, dan
moet u juist zachte materialen verwijderen.
Kontroleer of er flutterecho’s voorkomen:
deze verminderen de weergavedefinitie
aanzienlijk. Klap daarvoor één keer kort in
uw handen en luister of u snel
opeenvolgende echo’s hoort.
U voorkomt deze met behulp van
onregelmatig gevormde oppervlakken zoals
bijvoorbeeld boekenkasten of grote
meubelstukken.
Kontroleer of de luidsprekers stevig op de
vloer staan. Als de luidsprekers eenmaal op
de juiste plaats staan, gebruik dan bij
voorkeur de “spikes”. Deze prikken door
het tapijt en rusten op de vloer eronder.
Draai eerst de klemmoeren helemaal op de
spikes en draai dan de spikes geheel in de
luidsprekeronderkant. Staat de behuizing
niet stabiel, draai dan de twee spikes die
de vloer niet raken naar buiten totdat de
behuizing stevig staat. Zet dan alle spikes
vast door de klemmoeren tegen de
behuizing vast te draaien. Heeft u geen
tapijt – en wilt u krassen op de vloer
voorkomen – gebruik dan een
beschermplaatje tussen vloer en spikes.
Een andere en betere mogelijkheid is om
zogenaamde “pucks” (bijvoorbeeld van
Transrotor) is gebruiken. Deze voorkomen
zowel koppeling van luidsprekertrillingen
met de vloer als beschadiging van de
behuizing. Uw dealer kan u adviseren over
de beste oplossing voor uw situatie.
De beste weergavekwaliteit krijgt u door de
met stof beklede grille te verwijderen zoals
staat beschreven in het hoofdstukje
“Onderhoud”. De hoogeenheid is bijzonder
kwetsbaar en daarom moet deze grille
blijven zitten. De klemring van de grille is
echter speciaal ontworpen om de
hoogeenheid een optimale akoestische
omgeving te geven: de weergave zal dus
zonder grille juist minder goed zijn.
Inspeelperiode
Gedurende de eerste luisterperiode zal de
weergave van de luidspreker subtiel
veranderen. Als de luidspreker bijvoorbeeld
in een koude omgeving is opgeslagen
geweest, zullen de dempende materialen
en de conusophangingen pas na een tijdje
hun oorspronkelijke mechanische
eigenschappen terugkrijgen. Na enkele
speeluren zullen de conusophangingen ook
soepeler worden. Hoe lang het duurt
voordat de luidspreker zijn maximale
prestaties levert, hangt af van hoe hij is
opgeslagen geweest en hoe hij wordt
gebruikt. Ruwweg duurt het een week
voordat de temperatuursinvloed is
verdwenen en ongeveer 15 uur van
14