GROHE 29 083 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

10
NL
Deze kraan van GROHE kunt u in combinatie met een
boiler of een c.v.-ketel gebruiken.
Het werken met lagedrukboilers ( = open
warmwatertoestellen) is niet mogelijk.
Om de kraan correct te kunnen gebruiken, moet de
stromingsdruk tussen 1 en 5 bar liggen.
Bij hogere stromingsdrukwaarden raden wij u aan een
drukreduceerventiel in te bouwen.
Bij het installeren vóór en na de montage de
koud- en warmwaterleidingen doorspoelen
totdat het water geheel helder en schoon is.
Eventuele bezinksels uit de leidingen zouden
anders de kraan verstoppen en het drinkwater
verontreinigen.
Let erop dat u de oppervlakken bij de installatie
niet met het gereedschap beschadigt. Daarom
in geen geval getande tangen gebruiken.
Bij alle inbouwmengkranen mogen achter de
uitgang (mengwaterleiding) geen afsluiters zijn
gemonteerd.
1 - 9 = Nummer van afbeelding
Breng in de inbouwwand het gat voor de kraan en de
sleuven voor de buisleidingen aan.
1 Kraan met een waterpas uitlijnen. De pijlen op de
inbouwsjabloon A moeten naar boven wijzen.
2 Kraan met de inbouwsjabloon B monteren Het
afgewerkte wandoppervlak C moet in het gebied X
van de inbouwsjabloon liggen.
3 Dicht de koud-, warm- en mengwateraanvoerbuizen
op basis van uw gehele installatie af. Schroef de
aanvoerbuizen vóór het monteren van de kraan in het
kraanhuis.
- Aanvoerbuizen op de gehele installatie aansluiten.
Maak beslist geen soldeerverbindingen, om te
voorkomen dat ingebouwde pakkingen kunnen
worden beschadigd.
Open de koud- en warmwatertoevoer en
controleer de aansluitingen op lekkages.
- Sluit de koud- en warmwatertoevoer weer af.
- Verwijder de inbouwsjabloon pas nadat alles is
gemonteerd en afgewerkt.
- Bepleister en betegel de wand.
Deze kraan is voorzien van een kardoes met een
volumebegrenzer. Daardoor is een traploze individuele
doorstroombeperking mogelijk.
In de fabriek wordt de maximale capaciteit afgesteld.
In combinatie met c.v.-ketels met
warmwatervoorziening en geisers is het gebruik
van de doorstroombeperking aan de
warmwaterkant niet aan te raden, i.v.m. de
tapdrempel van de geiser/combiketel.
4 Verander de capaciteit door de inbusbout met een
inbussleutel van 2,5mm te draaien.
5 Schroef afsluitbout D los en monteer omstelling E.
6 Schroef de kap G met de pakking erop. Vet de
pakking H in. Schuif de afdekplaat I erop en bevestig
deze met de schroeven I1. Schuif de rozet J erop.
Als u de rozet niet ver genoeg over kap G kunt
schuiven, moet u een verlengstuk inbouwen, zie
Reserveonderdelen, pagina 1 (46 191 = 25mm
of 46 343 = 50mm). Bij oneffen wandoppervlakken
moet u de bovenrand van de rozet bovendien met
siliconen afdichten.
7 Steek het isolatiestuk K op de stelhendel van de
kardoes en bevestig deze met schroef L.
Schuif de greep M erop, bevestig deze met het losjes
aangebrachte tapeind N en breng de plug O aan.
8 Bediening van de kraan.
9 Bediening van de omstelling.
Storing: hoeveelheid water duidelijk minder.
1. Aanvoerdruk niet voldoende:
Voorgeschakelde installatie controleren.
Storing: lekkage in kraanhuis
1. Bevestigingsbouten van de kardoes (46 048) zijn los:
Bevestigingsbouten van kardoes beurtelings
natrekken.
2. Pakkingen op bodem kardoes beschadigd of
verontreinigingen op afdichtvlakken: Koud- en
warmwatertoevoer afsluiten. Afdichtvlakken
controleren en reinigen of kardoes compleet
vervangen.
3. Ontoelaatbare gebruiksomstandigheden, zoals
warmwatertemperatuur boven 80 °C, of drukstoten in
voorgeschakelde installatie: Voor goede
gebruiksomstandigheden zorgen. Indien nodig
kardoes compleet vervangen.
Neem bij eventuele andere storingen contact op met uw
installateur.
De aanwijzingen voor de reiniging vindt u in het
bijgaande onderhoudsvoorschrift. De kraan conform de
geldende nationale voorschriften afvoeren.
Vóór de installatie
Installatie vooraf, pagina 3
Volumebegrenzer, pagina 3
Eindassemblage, pagina 4
Storingen verhelpen, pagina 1
Onderhoud en recycling

Documenttranscriptie

Vóór de installatie Volumebegrenzer, pagina 3 Deze kraan is voorzien van een kardoes met een volumebegrenzer. Daardoor is een traploze individuele doorstroombeperking mogelijk. In de fabriek wordt de maximale capaciteit afgesteld. In combinatie met c.v.-ketels met warmwatervoorziening en geisers is het gebruik van de doorstroombeperking aan de warmwaterkant niet aan te raden, i.v.m. de tapdrempel van de geiser/combiketel. 4 Verander de capaciteit door de inbusbout met een inbussleutel van 2,5mm te draaien. Deze kraan van GROHE kunt u in combinatie met een boiler of een c.v.-ketel gebruiken. Het werken met lagedrukboilers ( = open warmwatertoestellen) is niet mogelijk. Om de kraan correct te kunnen gebruiken, moet de stromingsdruk tussen 1 en 5 bar liggen. Bij hogere stromingsdrukwaarden raden wij u aan een drukreduceerventiel in te bouwen. Bij het installeren vóór en na de montage de koud- en warmwaterleidingen doorspoelen totdat het water geheel helder en schoon is. Eventuele bezinksels uit de leidingen zouden anders de kraan verstoppen en het drinkwater verontreinigen. Let erop dat u de oppervlakken bij de installatie niet met het gereedschap beschadigt. Daarom in geen geval getande tangen gebruiken. Bij alle inbouwmengkranen mogen achter de uitgang (mengwaterleiding) geen afsluiters zijn gemonteerd. Eindassemblage, pagina 4 5 Schroef afsluitbout D los en monteer omstelling E. 6 Schroef de kap G met de pakking erop. Vet de pakking H in. Schuif de afdekplaat I erop en bevestig deze met de schroeven I1. Schuif de rozet J erop. Als u de rozet niet ver genoeg over kap G kunt schuiven, moet u een verlengstuk inbouwen, zie Reserveonderdelen, pagina 1 (46 191 = 25mm of 46 343 = 50mm). Bij oneffen wandoppervlakken moet u de bovenrand van de rozet bovendien met siliconen afdichten. 7 Steek het isolatiestuk K op de stelhendel van de kardoes en bevestig deze met schroef L. Schuif de greep M erop, bevestig deze met het losjes aangebrachte tapeind N en breng de plug O aan. 8 Bediening van de kraan. Installatie vooraf, pagina 3 1 - 9 = Nummer van afbeelding Breng in de inbouwwand het gat voor de kraan en de sleuven voor de buisleidingen aan. 1 Kraan met een waterpas uitlijnen. De pijlen op de inbouwsjabloon A moeten naar boven wijzen. 2 Kraan met de inbouwsjabloon B monteren Het afgewerkte wandoppervlak C moet in het gebied X van de inbouwsjabloon liggen. 3 Dicht de koud-, warm- en mengwateraanvoerbuizen op basis van uw gehele installatie af. Schroef de aanvoerbuizen vóór het monteren van de kraan in het kraanhuis. - Aanvoerbuizen op de gehele installatie aansluiten. 9 Bediening van de omstelling. Storingen verhelpen, pagina 1 Storing: hoeveelheid water duidelijk minder. 1. Aanvoerdruk niet voldoende: Voorgeschakelde installatie controleren. Storing: lekkage in kraanhuis 1. Bevestigingsbouten van de kardoes (46 048) zijn los: Bevestigingsbouten van kardoes beurtelings natrekken. 2. Pakkingen op bodem kardoes beschadigd of verontreinigingen op afdichtvlakken: Koud- en warmwatertoevoer afsluiten. Afdichtvlakken controleren en reinigen of kardoes compleet vervangen. 3. Ontoelaatbare gebruiksomstandigheden, zoals warmwatertemperatuur boven 80 °C, of drukstoten in voorgeschakelde installatie: Voor goede gebruiksomstandigheden zorgen. Indien nodig kardoes compleet vervangen. Neem bij eventuele andere storingen contact op met uw installateur. Maak beslist geen soldeerverbindingen, om te voorkomen dat ingebouwde pakkingen kunnen worden beschadigd. Open de koud- en warmwatertoevoer en controleer de aansluitingen op lekkages. - Sluit de koud- en warmwatertoevoer weer af. Verwijder de inbouwsjabloon pas nadat alles is gemonteerd en afgewerkt. Bepleister en betegel de wand. Onderhoud en recycling De aanwijzingen voor de reiniging vindt u in het bijgaande onderhoudsvoorschrift. De kraan conform de geldende nationale voorschriften afvoeren. NL 10
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30

GROHE 29 083 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor