Garmin GPS 24xd Installatie gids

Type
Installatie gids

Deze handleiding is ook geschikt voor

GPS 24XD HVS NMEA
®
0183
INSTALLATIE-INSTRUCTIES
Belangrijke veiligheidsinformatie
VOORZICHTIG
Draag altijd een veiligheidsbril, oorbeschermers en een
stofmasker tijdens het boren, zagen en schuren.
LET OP
Controleer voordat u gaat boren of zagen wat zich aan de
andere kant van het oppervlak bevindt.
Voor de beste prestaties en om schade aan uw boot te
voorkomen moet u alle installatie-instructies lezen voordat u
verdergaat. Installeer het toestel volgens deze instructies.
Gebruik de juiste bevestigingsmiddelen, gereedschappen en
steunen, die bij de meeste watersportwinkels verkrijgbaar zijn.
De zeer gevoelige Garmin
®
GPS 24xd HVS (NMEA 0183) GPS-
antenne levert positiegegevens via NMEA 0183. De GPS 24xd
kan worden aangesloten op een Garmin kaartplotter of een
ander NMEA 0183 compatibel toestel.
Ga voor meer informatie naar garmin.com.
Benodigde materialen
Boormachine
3,2 mm (1/8 in.) boortje
19 mm (3/4 in.) boortje voor een kabelgat bij paalmontage
25 mm (1 inch) gatenzaag voor een kabelgat bij dekmontage
Verzinkboor voor montage op glasvezel
Schroeven voor montage onder het dek
Schroevendraaier, geschikt voor het schroeftype
Watervaste kit (optioneel)
Soldeermiddel en krimpkous voor alle draadverbindingen bij
het beperken van de antenne tot 1 Hz (De bijwerkfrequentie
van de antenne beperken, pagina 5).
De antenne bevestigen
Overwegingen bij montage van antenne
VOORZICHTIG
Installeer of bewaar de antenne niet in de buurt van sterke
magneten, luidsprekers inbegrepen. Sterke magnetische velden
kunnen de antenne beschadigen.
U kunt de antenne monteren op een vlak oppervlak of
bevestigen aan een standaardpaal met een diameter van 1 inch
en een schroefdraad met 14 draden per inch (niet
meegeleverd). U kunt de kabel buiten de paal om of door de
paal heen geleiden. Overweeg voor optimale prestaties de
volgende richtlijnen wanneer u de montagelocatie voor de
antenne kiest.
Voor een optimale ontvangst kunt u de antenne het beste
monteren op een plek met in alle richtingen vrij zicht op de
hemel .
Plaats de antenne niet in de schaduw van de opbouw , een
antennedome of een mast.
Plaats de antenne niet in de buurt van de motor of andere
bronnen van elektromagnetische interferentie (EMI) .
Monteer de antenne niet in de buurt van bekende
ijzerhoudende, metalen voorwerpen, zoals een
gereedschapskist of kompas.
U moet een handkompas gebruiken om op magnetische
interferentie te testen in de zone waar u de antenne wilt
monteren. Tijdens de test moeten uw boot, motoren en
toestellen zijn ingeschakeld.
Als op de plaats waar u van plan bent de antenne te
installeren de naald van het handkompas beweegt, is daar
sprake van magnetische interferentie. Kies een andere plaats
en voer de controle opnieuw uit.
De antenne wordt geleverd met montageschroeven. Als u
andere bevestigingsmaterialen gebruikt dan de
meegeleverde schroeven, dient u materiaal te gebruiken van
hoogwaardig roestvrijstaal of koper om magnetische
interferentie met de antenne te voorkomen.
OPMERKING: Controleer met een handkompas dat er geen
magnetische velden aanwezig zijn in het
bevestigingsmateriaal.
Als u een radar hebt, kunt u de antenne het beste monteren
boven het pad van de radar
. Zo nodig kunt u de antenne
monteren onder het pad van de radar .
U kunt de antenne beter niet direct in het pad van de radar
monteren.
De antenne mag niet binnen 1 m (3 ft.) van een VHF-
radioantenne of het pad van een radar worden
gemonteerd.
GUID-04C0F16F-F9A7-4EAC-96FC-C8DF7618E2D8 v2November 2020
De montagelocatie testen
1
Bevestig de antenne tijdelijk op de gewenste locatie en test
de werking.
2
Verplaats de antenne naar een andere locatie als u
interferentie met andere elektronica ervaart. Test de antenne
vervolgens opnieuw.
3
Herhaal de stappen 1–2 tot u een volledige of acceptabele
signaalsterkte hebt.
4
Bevestig de antenne permanent.
De antenne op het montageoppervlak bevestigen
LET OP
Als u de beugel met schroeven bevestigt op glasvezel, kunt u
het beste bij het boren met een kleine verzinkboor alleen in de
bovenste gellaag een kleine verdieping aanbrengen. U voorkomt
hiermee dat er scheuren in de gellaag ontstaan als de
schroeven worden aangedraaid.
Voordat u de antenne permanent bevestigt, moet u testen of
deze goed werkt op de montagelocatie (De montagelocatie
testen, pagina 2).
1
Markeer de locatie van de drie boorgaten met behulp van de
meegeleverde oppervlaktemontagesteun als uw
montagesjabloon en zoek het kabelgat in het midden van de
steun.
2
Leg de oppervlakmontagesteun opzij.
Boor niet door de beugel.
3
Boor drie voorboorgaten van 3,2 mm (
1
/
8
inch).
4
Boor het kabelgat van 19 mm (
3
/
4
in.) in het midden.
5
Bevestig de oppervlakmontagesteun met de meegeleverde
M4-schroeven op het oppervlak.
6
Leid de kabel door het gat in het midden en sluit deze aan
op de antenne.
7
Controleer of de grote pakking is aangebracht aan de
onderkant van antenne, plaats de antenne op de
oppervlaktemontagesteun en draai de antenne naar rechts
totdat deze stevig vastzit.
8
Bevestig de antenne met de meegeleverde M3-schroef
aan de montagesteun.
9
Leid de kabel weg van bronnen van elektronische
interferentie.
De antenne aan een paal monteren
De antenne bevestigen met de kabel buiten de paal geleid
Voordat u de antenne permanent bevestigt, moet u testen of
deze goed werkt op de montagelocatie (De montagelocatie
testen, pagina 2).
1
Leid de kabel door de paalmontageadapter en plaats de
kabel in de verticale uitsparing naast de basis van de
paalmontageadapter.
2
Draai de paalmontageadapter op een standaardpaal met een
buitendiameter van 1 inch en een schroefdraad met 14
slagen per inch (niet meegeleverd).
Draai de adapter niet te strak vast aan de paal.
3
Verbind de kabel met de antenne.
4
Plaats de antenne op de paalmontagesteun en draai de
antenne naar rechts om deze goed op zijn plaats te zetten.
5
Bevestig de antenne met de meegeleverde M3-schroef aan
de adapter .
6
Nadat de antenne aan de paalmontagesteun is bevestigd,
kunt u de rest van het verticale kabelgat opvullen met
watervaste kit (optioneel).
7
Bevestig de paal aan de boot als dit nog niet is gebeurd.
8
Leid de kabel weg van bronnen van elektronische
interferentie.
De antenne bevestigen met de kabel door de paal geleid
Voordat u de antenne permanent bevestigt, moet u testen of
deze goed werkt op de montagelocatie (De montagelocatie
testen, pagina 2).
1
Plaats een standaardpaal met een buitendiameter van 1 inch
en een schroefdraad met 14 slagen per inch (niet
meegeleverd) op de geselecteerde locatie en markeer het
globale middelpunt van de paal.
2
Maak een gat met een boor van 19 mm (
3
/
4
inch) om de
kabel doorheen te geleiden.
3
Bevestig de paal aan de boot.
4
Draai de paalmontageadapter op de paal.
Draai de adapter niet te stevig aan.
5
Leid de kabel door de paal en sluit deze aan op de antenne.
6
Plaats de antenne op de paalmontagesteun en draai de
antenne naar rechts om deze goed op zijn plaats te zetten.
7
Bevestig de antenne met de meegeleverde M3-schroef aan
de adapter .
2
8
Vul het verticale kabelgat op met watervaste kit (optioneel)
zodra de antenne aan de paalmontagesteun is bevestigd.
9
Leid de kabel weg van bronnen van elektronische
interferentie.
De antenne onder een oppervlak monteren
LET OP
Controleer of de meegeleverde schroeven het oppervlak niet
kunnen penetreren voordat u de onder-dekmontagesteun
installeert. Als de meegeleverde schroeven te lang zijn, gebruikt
u in plaats daarvan schroeven die geschikt zijn voor het
oppervlak.
Omdat de antenne geen signalen kan ontvangen door metaal
heen, kan deze alleen worden gemonteerd onder een
glasvezeloppervlak.
1
Kies en test de locatie onder een glasvezeloppervlak waar u
de antenne wilt monteren (De montagelocatie testen,
pagina 2).
2
Plaats de plakstroken op de onder-dekmontagesteun .
3
Plaats de antenne in de onder-dekmontagesteun.
4
Bevestig de onder-dekmontagesteun op het
montageoppervlak.
5
Maak de onder-dekmontagesteun aan het montageoppervlak
vast met schroeven.
6
Verbind de kabel met de antenne .
7
Leid de kabel weg van bronnen van elektronische
interferentie.
De antenne aansluiten
Voeding en NMEA 0183 bedrading
De antenne moet zijn aangesloten op een voedingsbron en op
een NMEA 0183 compatibel toestel. De schema's tonen hoe u
de antenne correct kunt aansluiten. U kunt maximaal drie NMEA
0183 compatibele toestellen aansluiten om gegevens van één
antenne te ontvangen.
Draad Kleur Functie Pen
Rood Vermogen (zekering van 1 A) 3
Zwart Aarding 2
Oranje Accessoire ingeschakeld 4
Grijs Tx/A (Out +) 6
Wit/rood Tx/B (Out -) 5
Wit Rx/A (In +) 1
Wit/oranje Rx/B (In -) 7
Paars Puls per seconde (PPS) 8
Pin 1
Pin 2
Pin 8
Aansluiting van de antenne op een Garmin kaartplotter
(single-ended)
Onderdeel Beschrijving
Antenne
Zekering van 1 A
Voedingsbron
Garmin NMEA 0183 compatibele kaartplotter
3
GPS
24xd
draad
Kleur GPS 24xd draad-
functie
Kaartplot-
terdraad
Functie van
kaartplotter-
draad
Rood Vermogen
(zekering van 1
A)
Aan/uit
Zwart Aarding Aarding
Wit/oranje
(massa)
Rx/B (In -)
Wit Rx/A (In +) Tx/A (Out +)
Grijs Tx/A (Out +) Rx/A (In +)
Wit/rood
(niet aange-
sloten)
Tx/B (Out -)
Oranje Accessoire inge-
schakeld
Accessoire
ingeschakeld
NMEA 0183 bedrading voor tweewegscommunicatie
Onderdeel Beschrijving
Antenne
Zekering van 1 A
Voedingsbron
Garmin NMEA 0183 compatibele kaartplotter
GPS 24xd
draad
Kleur Kaartplotter-
draad
Functie van
kaartplotter-
draad
Rood Voeding (+)
Zwart Aarding (-)
Wit/oranje
(massa)
Tx/B (Out -)
Wit Tx/A (Out +)
Grijs Rx/A (In +)
Wit/rood (niet
aangesloten)
Rx/B (In -)
Oranje Accessoire inge-
schakeld
NMEA 0183 verbinding - uitzonderingen
VOORZICHTIG
De oranje Accessory On-draad wordt gebruikt wanneer u de
antenne verbindt met een Garmin kaartplotter of een ander
NMEA 0183 toestel met een speciale signaaldraad voor
accessoires. Als u de antenne verbindt met een toestel zonder
signaaldraad voor accessoires, sluit u de oranje draad van de
antenne aan op de massa en sluit u de voedingsdraad van de
antenne aan op het contact, of installeer een in-line schakelaar.
Als de antenne niet is aangesloten op een schakelaar, raakt de
accu van de boot leeg.
Als uw NMEA 0183 compatibele toestel slechts één
ontvangende draad (Rx) heeft, sluit deze dan aan op de
grijze draad (Tx/A (Out +)) van de antenne en laat de witte/
rode draad (Tx/B (Out -)) van de antenne onaangesloten.
Als uw NMEA 0183 compatibele toestel slechts één
verzendende draad (Tx) heeft, sluit deze dan aan op de witte
draad (Rx/A (In +)) van de antenne en verbind de witte/oranje
draad (Rx/B (In -)) van de antenne met de massa.
Koerskalibratie
Nadat de installatie is voltooid, moet u de voorliggende koers
kalibreren en de automatische koersuitlijning uitvoeren om
magnetische-koersgegevens te ontvangen.
De basiskalibratie uitvoeren
U moet de koersinformatie van de antenne op de verbonden
kaartplotter of het scheepsinstrument kunnen zien voordat u de
basiskalibratie kunt uitvoeren. Als u de koersinformatie niet kunt
bekijken op het aangesloten scherm, controleert u de
stroomaansluitingen en de NMEA 0183 instellingen van het
scherm.
Bij het uitvoeren van de basiskalibratie kalibreert u eerst het
kompas en lijnt u vervolgens de voorliggende koers uit in één
continue procedure.
OPMERKING: De boot moet een kruissnelheid van minstens
6,4 km/u (4 mijl/u) kunnen bereiken om de koers te kunnen
uitlijnen.
1
Vaar met de boot naar een locatie met rustig, open water.
2
Stel het scherm in om de koersinformatie van de verbonden
antenne te bekijken.
OPMERKING: U mag GPS Course Over Ground (COG) niet
gebruiken om een basiskalibratie uit te voeren.
3
Koppel de antenne los van de voeding.
4
Wacht tot de boot waterpas ligt en stilligt.
5
Schakel de voeding van de antenne in en wacht tot de
koersinformatie op het scherm verschijnt .
OPMERKING: Als u na een herstel van fabrieksinstellingen
een eerste basiskalibratie uitvoert, is de voorliggende koers
leeg.
6
Voltooi binnen drie minuten voorzichtig twee volledige, kleine
cirkels . Zorg er daarbij voor dat u de boot zo stabiel en
waterpas mogelijk houdt.
Zorg dat de boot tijdens het kalibreren niet overhelt.
Als de antenne klaar is om het kompas te kalibreren,
verdwijnt de koersinformatie van het scherm
Mogelijk ontvangt u een foutbericht dat de koersinformatie
verdwenen is. U kunt dit bericht negeren.
7
Blijf doorgaan met draaien in dezelfde richting op dezelfde
snelheid en voer ongeveer 1
1
/
2
rotatie uit tot de
koersinformatie wordt weergegeven .
4
Zodra de koersinformatie verschijnt, is het kompas
gekalibreerd en kunt u de koers uitlijnen (optioneel).
8
Selecteer een optie.
Als u de koers wilt uitlijnen met de voorkant van de boot,
gaat u door naar de volgende stap.
Als u de koers niet wilt uitlijnen, stopt u met draaien en
houdt u de boot stil. De koersinformatie verdwijnt en wordt
binnen twee minuten weer weergegeven. Als de
koersinformatie opnieuw verschijnt, moet het kompas
worden gekalibreerd en mag er geen koerscorrectie
worden toegepast.
OPMERKING: Als er een ongewenste koersafwijking
wordt toegepast, herhaalt u de kalibratieprocedure.
9
Blijf gedurende tien seconden op dezelfde snelheid in
dezelfde richting draaien tot de koersinformatie van het
scherm verdwijnt .
10
Draai de boot recht als dat veilig mogelijk is en vaar in een
rechte lijn op kruissnelheid (minstens 6,4 km/u (4 mijl/u))
tot de koersinformatie verschijnt .
Zodra de koers verschijnt, is het kompas gekalibreerd en de
koers uitgelijnd op de antenne.
11
Test de resultaten van de kalibratie en herhaal zo nodig deze
procedure.
De magnetische-koersgegevens uitschakelen
Als het niet mogelijk is de antenne op een ideale locatie voor
magnetische koers en GPS-prestaties te monteren, kunt u de
magnetische-koersgegevens uitschakelen.
1
Vaar met de boot naar een locatie met rustig, open water.
2
Stel het scherm in om de koersinformatie van de antenne te
bekijken.
3
Koppel de antenne los van de voeding.
4
Wacht tot de boot waterpas ligt en stilligt.
5
Schakel de voeding van de antenne in en wacht tot de
koersinformatie op het scherm verschijnt .
6
Voltooi binnen drie minuten voorzichtig twee volledige, kleine
cirkels . Zorg er daarbij voor dat u de boot zo stabiel en
waterpas mogelijk houdt.
Koersgegevens verdwijnen om aan te geven dat de antenne
het begin van de procedure heeft gedetecteerd.
Mogelijk ontvangt u een foutbericht dat de koersinformatie
verdwenen is. U kunt dit bericht negeren.
7
Breng de boot tot een volledige stop en laat de boot twee
minuten stilliggen.
Na twee minuten verschijnen de koersgegevens opnieuw met
een vaste waarde van 123 graden om aan te geven dat
voorliggende koers bij de volgende stroomcyclus wordt
uitgeschakeld.
OPMERKING: Als de magnetische koers wordt
weergegeven, is de vaste waarde 123 graden. Als de
werkelijke koers wordt weergegeven, kan de vaste waarde
afwijken vanwege correcties van de magnetische variatie.
8
Koppel de antenne los van de voeding.
9
Schakel de antenne in en controleer of voorliggende koers is
uitgeschakeld .
De bijwerkfrequentie van de antenne beperken
De antenne werkt standaard tien keer per seconde
positiegegevens bij met een seriële communicatiesnelheid van
38.400 bps. Door de meegeleverde weerstandskabel te
installeren, kan de positie-bijwerkfrequentie van de antenne
worden beperkt tot één keer per seconde met een seriële
communicatiesnelheid van 4800 bps.
1
Monteer de antenne volgens deze instructies (De antenne
bevestigen, pagina 1).
2
Knip de kabel zo nodig af op de juiste lengte voor de
installatie.
3
Soldeer de meegeleverde bijwerkfrequentiekabel op de
oranje Accessory On-draad.
4
Gebruik de krimpkous rond de gesoldeerde verbindingen.
5
Als u de antenne nog niet hebt aangesloten, sluit u de
voedings- en gegevenskabel aan (NMEA 0183 bedrading
voor tweewegscommunicatie, pagina 4).
De behuizing schoonmaken
LET OP
Vermijd chemische schoonmaakmiddelen en oplosmiddelen die
de kunststofonderdelen kunnen beschadigen.
1
Maak de behuizing van het toestel schoon met een doek die
is bevochtigd met een mild schoonmaakmiddel.
2
Veeg het toestel vervolgens droog.
Appendix
Software-update
U moet de Garmin kaartplotter-software bijwerken als u dit
toestel installeert. Raadpleeg voor instructies over het bijwerken
van de software de gebruikershandleiding van uw kaartplotter
op support.garmin.com.
Specificaties
Afmetingen (diameter x
hoogte)
3
19
/
32
× 1
15
/
16
inch (91,6 × 49,5 mm)
Gewicht 201 g (7,1 oz.)
Kabellengte 9,14 m (30 ft.)
Temperatuurbereik Van -30° tot 80°C (van -22° tot 176°F)
Materiaal behuizing Volledig afgedicht, schokbestendige plas-
ticlegering
Waterbestendigheid IEC 60529 IPX6 en IPX7
1
Kompasveilige afstand 12,7 mm (0,5 in.)
Voedingsbron 8 tot 32 V gelijkstroom, ongereguleerd
1
Het toestel weerstaat incidentele blootstelling aan water tot maximaal 1 m diepte
gedurende maximaal 30 minuten en is beschermd tegen krachtige waterstralen.
Ga voor meer informatie naar www.garmin.com/waterrating.
5
Max. ingangsstroom 200 mA bij 12 V gelijkstroom
Gebruikelijke ingangs-
stroom
150 mA bij 12 V gelijkstroom
Conformiteitsverklaring
Hierbij verklaart Garmin dat dit product voldoet aan de richtlijn
2014/53/EU. De volledige tekst van deze EU-
conformiteitsverklaring is beschikbaar op de volgende website:
garmin.com/compliance.
Beperkte garantie
Op dit accessoire is de standaard beperkte garantie van Garmin
van toepassing. Ga voor meer informatie naar www.garmin.com
/support/warranty.
© 2020 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen
support.garmin.com
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6

Garmin GPS 24xd Installatie gids

Type
Installatie gids
Deze handleiding is ook geschikt voor