Zodra de koersinformatie verschijnt, is het kompas
gekalibreerd en kunt u de koers uitlijnen (optioneel).
8
Selecteer een optie.
• Als u de koers wilt uitlijnen met de voorkant van de boot,
gaat u door naar de volgende stap.
• Als u de koers niet wilt uitlijnen, stopt u met draaien en
houdt u de boot stil. De koersinformatie verdwijnt en wordt
binnen twee minuten weer weergegeven. Als de
koersinformatie opnieuw verschijnt, moet het kompas
worden gekalibreerd en mag er geen koerscorrectie
worden toegepast.
OPMERKING: Als er een ongewenste koersafwijking
wordt toegepast, herhaalt u de kalibratieprocedure.
9
Blijf gedurende tien seconden op dezelfde snelheid in
dezelfde richting draaien tot de koersinformatie van het
scherm verdwijnt .
10
Draai de boot recht als dat veilig mogelijk is en vaar in een
rechte lijn op kruissnelheid (minstens 6,4 km/u (4 mijl/u))
tot de koersinformatie verschijnt .
Zodra de koers verschijnt, is het kompas gekalibreerd en de
koers uitgelijnd op de antenne.
11
Test de resultaten van de kalibratie en herhaal zo nodig deze
procedure.
De magnetische-koersgegevens uitschakelen
Als het niet mogelijk is de antenne op een ideale locatie voor
magnetische koers en GPS-prestaties te monteren, kunt u de
magnetische-koersgegevens uitschakelen.
1
Vaar met de boot naar een locatie met rustig, open water.
2
Stel het scherm in om de koersinformatie van de antenne te
bekijken.
3
Koppel de antenne los van de voeding.
4
Wacht tot de boot waterpas ligt en stilligt.
5
Schakel de voeding van de antenne in en wacht tot de
koersinformatie op het scherm verschijnt .
6
Voltooi binnen drie minuten voorzichtig twee volledige, kleine
cirkels . Zorg er daarbij voor dat u de boot zo stabiel en
waterpas mogelijk houdt.
Koersgegevens verdwijnen om aan te geven dat de antenne
het begin van de procedure heeft gedetecteerd.
Mogelijk ontvangt u een foutbericht dat de koersinformatie
verdwenen is. U kunt dit bericht negeren.
7
Breng de boot tot een volledige stop en laat de boot twee
minuten stilliggen.
Na twee minuten verschijnen de koersgegevens opnieuw met
een vaste waarde van 123 graden om aan te geven dat
voorliggende koers bij de volgende stroomcyclus wordt
uitgeschakeld.
OPMERKING: Als de magnetische koers wordt
weergegeven, is de vaste waarde 123 graden. Als de
werkelijke koers wordt weergegeven, kan de vaste waarde
afwijken vanwege correcties van de magnetische variatie.
8
Koppel de antenne los van de voeding.
9
Schakel de antenne in en controleer of voorliggende koers is
uitgeschakeld .
De bijwerkfrequentie van de antenne beperken
De antenne werkt standaard tien keer per seconde
positiegegevens bij met een seriële communicatiesnelheid van
38.400 bps. Door de meegeleverde weerstandskabel te
installeren, kan de positie-bijwerkfrequentie van de antenne
worden beperkt tot één keer per seconde met een seriële
communicatiesnelheid van 4800 bps.
1
Monteer de antenne volgens deze instructies (De antenne
bevestigen, pagina 1).
2
Knip de kabel zo nodig af op de juiste lengte voor de
installatie.
3
Soldeer de meegeleverde bijwerkfrequentiekabel op de
oranje Accessory On-draad.
4
Gebruik de krimpkous rond de gesoldeerde verbindingen.
5
Als u de antenne nog niet hebt aangesloten, sluit u de
voedings- en gegevenskabel aan (NMEA 0183 bedrading
voor tweewegscommunicatie, pagina 4).
De behuizing schoonmaken
LET OP
Vermijd chemische schoonmaakmiddelen en oplosmiddelen die
de kunststofonderdelen kunnen beschadigen.
1
Maak de behuizing van het toestel schoon met een doek die
is bevochtigd met een mild schoonmaakmiddel.
2
Veeg het toestel vervolgens droog.
Appendix
Software-update
U moet de Garmin kaartplotter-software bijwerken als u dit
toestel installeert. Raadpleeg voor instructies over het bijwerken
van de software de gebruikershandleiding van uw kaartplotter
op support.garmin.com.
Specificaties
Afmetingen (diameter x
hoogte)
3
19
/
32
× 1
15
/
16
inch (91,6 × 49,5 mm)
Gewicht 201 g (7,1 oz.)
Kabellengte 9,14 m (30 ft.)
Temperatuurbereik Van -30° tot 80°C (van -22° tot 176°F)
Materiaal behuizing Volledig afgedicht, schokbestendige plas-
ticlegering
Waterbestendigheid IEC 60529 IPX6 en IPX7
1
Kompasveilige afstand 12,7 mm (0,5 in.)
Voedingsbron 8 tot 32 V gelijkstroom, ongereguleerd
1
Het toestel weerstaat incidentele blootstelling aan water tot maximaal 1 m diepte
gedurende maximaal 30 minuten en is beschermd tegen krachtige waterstralen.
Ga voor meer informatie naar www.garmin.com/waterrating.
5