Zanussi ZWDN863TW Handleiding

Type
Handleiding
GETTING
STARTED?
EASY.
User Manual
ZWDN863TW
NL Gebruiksaanwijzing
Was-droogcombinatie
GA NAAR ONZE WEBSITE VOOR:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, service- en reparatie-informa-
tie:
www.zanussi.com/support
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en
gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor verwondingen of schade die voortvloeit uit de onjuiste
installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de instructies altijd op
een veilige, toegankelijke plek voor toekomstig gebruik.
VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE
MENSEN
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente invaliditeit.
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en
ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of
verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis,
indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen
over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met zware en
complexe beperkingen dienen altijd uit de buurt van het
apparaat te worden gehouden, tenzij ze voortdurend onder
toezicht staan.
Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij voortdurend onder
toezicht staan, bij het apparaat uit de buurt te worden
gehouden.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en verwijder
ze op gepaste wijze.
Houd reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als
de deur open is.
2
Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient dit te
worden geactiveerd.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
ALGEMENE VEILIGHEID
De specificatie van dit apparaat niet wijzigen.
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik in huishoudelijke en
soortgelijke toepassingen, zoals:
Keukenruimten van personeel in winkels, kantoren en andere
werkruimten;
door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts- en andere
woonomgevingen;
ruimtes voor gemeenschappelijk gebruik in gebouwen of
flats of in wasserettes.
Het apparaat dient geïnstalleerd te worden als een vrijstaand
product of onder het aanrecht als daar genoeg ruimte voor is.
Installeer het apparaat niet achter een vergrendelbare deur, een
schuifdeur of een deur met een scharnier aan de
tegenovergestelde zijde, waardoor de deur van het apparaat
niet volledig geopend kan worden.
Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat de hoofdstekker na installatie
toegankelijk is.
De ventilatie-openingen in de onderkant mogen niet worden
afgedekt door tapijt, een mat of andere soorten vloerbedekking.
LET OP: Het apparaat mag niet van stroom worden voorzien
door een extern schakelapparaat, zoals een tijdklok, of
aangesloten worden op een circuit dat door het
elektriciteitsbedrijf regelmatig aan en uit wordt geschakeld.
Zorg voor een goede luchtventilatie in de ruimte waar het
apparaat geïnstalleerd is, om het terugstromen van ongewenste
gassen van apparaten in de ruimte die op gas of andere
brandstoffen werken, zoals open haarden, te voorkomen.
De lucht mag niet worden afgevoerd via een kanaal dat wordt
gebruikt voor uitlaatgassen van apparaten die gas of andere
brandstoffen verbranden.
3
De waterdruk bij het watertoevoerpunt van de aansluiting moet
liggen tussen 0,5 bar (0,05 MPa) en 8 bar (0,8 MPa).
Overschrijd het maximale laadvermogen van 8 kg niet
(raadpleeg hoofdstuk "Programmaschema").
Het apparaat moet op de waterleiding worden aangesloten met
de nieuwe meegeleverde slangsets, of andere nieuwe
slangsets geleverd door het geautoriseerd servicecentrum.
Oude slangsets mogen niet opnieuw worden gebruikt.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende
serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen
teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
Veeg eventuele pluisjes of verpakkingsafval die zich rondom het
apparaat hebben opgehoopt, weg.
Artikelen die zijn bevuild met stoffen als plantaardige of
minerale olie, aceton, alcohol, benzine, kerosine,
vlekkenverwijderaars, terpentine, boenwas en
boenwasverwijderaars dienen alvorens in de was/
droogcombinatie te worden gedroogd, afzonderlijk te worden
gewassen met een extra hoeveelheid wasmiddel.
Het apparaat mag niet worden gebruikt als de items vervuild
zijn met industriële chemische reinigingsmiddelen.
Droog geen ongewassen artikelen in de wasdroger.
Artikelen van schuimrubber (latexschuim), douchemutsjes,
waterdichte kleding, artikelen met een rubberen binnenkant en
kleding of kussens met een vulling van schuimrubber dienen
niet in de was/droogcombinatie te worden gedroogd.
Wasverzachters of soortgelijke producten dienen te worden
gebruikt zoals aangegeven in de instructies van de fabrikant van
het product.
Verwijder alle voorwerpen van items die een ontstekingsbron
kunnen zijn zoals aanstekers of lucifers.
Stop een was/droogcombinatie nooit voor het einde van een
droogcyclus, tenzij alle voorwerpen snel uit de trommel
verwijderd en uitgehangen worden, zodat de restwarmte snel
verdwijnt.
Het laatste deel van een was/droogcombinatiecyclus vindt
plaats zonder warmte (koelcyclus) om ervoor te zorgen dat de
4
artikelen uiteindelijk een temperatuur hebben waarbij is
gewaarborgd dat de artikelen niet worden beschadigd.
Gebruik geen waterstralen onder druk en/of stoom om het
apparaat te reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige doek. Gebruik
alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact
voordat u onderhoudshandelingen verricht.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
INSTALLATIE
De installatie moet voldoen aan de
relevante nationale voorschriften.
Volg de installatie-instructies die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Gebruik of installeer het apparaat niet op
plekken waar de temperatuur onder de 0°C
komt of waar het wordt blootgesteld aan
weersomstandigheden.
Houd het apparaat tijdens het verplaatsen altijd
verticaal.
Zorg dat er lucht tussen het apparaat en de
vloer kan circuleren.
Verwijder de verpakking en de transportbouten.
Zorg ervoor dat de vloer van de plaats waar u
het apparaat installeert, vlak, stabiel,
hittebestendig en schoon is.
Bewaar de transportbouten op een veilige plek.
Als het apparaat verplaatst moet worden in de
toekomst, moeten ze opnieuw bevestigd worden
om de trommel te vergrendelen om interne
schade te voorkomen.
Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat,
want het is zwaar. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
Plaats het apparaat niet op een plek waar de
deur niet helemaal open kan.
Pas de stelvoeten aan om de nodige ruimte
tussen het apparaat en de vloer te creëren.
Als het apparaat op zijn permanente plaats
wordt geplaatst, moet u nagaan of het waterpas
staat. Is dit niet het geval, stel de stelpootjes
hier dan op af.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
brand en elektrische schokken.
Dit apparaat moet worden aangesloten op een
geaard stopcontact.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen adapters met meerdere stekkers
en verlengkabels.
Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los
te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
Raak de stroomkabel of stekker niet aan met
natte handen.
WATERAANSLUITING
Beschadig de waterslangen niet.
Indien buizen lang niet zijn gebruikt, er
reparaties hebben plaatsgevonden of er nieuwe
apparaten zijn geplaatst (watermeters, enz.),
moet u, voordat de nieuwe buizen worden
aangesloten, het water laten stromen tot het
schoon en helder is.
Zorg ervoor dat er geen zichtbare waterlekken
zijn tijdens en na het eerste gebruik van het
apparaat.
GEBRUIK
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel, elektrische schokken, brand,
brandwonden en schade aan het
apparaat.
Plaats geen ontvlambare producten of items die
vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of
op het apparaat.
5
Raak de glazen deur niet aan als een
programma in werking is. Het glas kan heet
worden.
Droog geen beschadigde (gescheurde,
gerafelde) kleding met vulling of voering.
Indien wasgoed is gewassen met een
vlekkenverwijderaar, dient er een extra
spoelcyclus te worden uitgevoerd voordat u
gaat drogen.
Zorg ervoor dat alle metalen voorwerpen van het
wasgoed zijn verwijderd.
Droog uitsluitend textiel dat in het apparaat mag
worden gedroogd. Volg de instructies op het
wasvoorschrift in de kleding.
Ga niet op de open deur zitten of staan
Droog geen druipnatte kledingstukken in het
apparaat.
Zet geen hete items op de kunststofonderdelen
van het apparaat.
Verwijder een wasbol (indien gebruikt) voor het
starten van het droogprogramma.
Gebruik geen wasbol wanneer u een non-
stopprogramma instelt.
BINNENVERLICHTING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel.
Met betrekking tot de lamp(en) in dit product en
reservelampen die afzonderlijk worden verkocht:
Deze lampen zijn bedoeld om bestand te zijn
tegen extreme fysieke omstandigheden in
huishoudelijke apparaten, zoals temperatuur,
trillingen, vochtigheid, of zijn bedoeld om
informatie te geven over de operationele status
van het apparaat. Ze zijn niet bedoeld voor
gebruik in andere toepassingen en zijn niet
geschikt voor verlichting in huishoudelijke
ruimten.
Neem contact op met het service-centrum om
de binnenverlichting te vervangen.
SERVICE
Neem contact op met de erkende servicedienst
voor reparatie van het apparaat. Gebruik
uitsluitend originele reserveonderdelen.
Houd er rekening mee dat zelfreparatie of niet-
professionele reparatie gevolgen kan hebben
voor de veiligheid en de garantie kan doen
vervallen.
De volgende reserveonderdelen zijn
beschikbaar gedurende 10 jaar nadat het model
is stopgezet: motor- en motorborstels,
transmissie tussen motor en trommel, pompen,
schokdempers en veren, wastrommel,
trommelspin en aanverwante kogellagers,
verwarmers en verwarmingselementen, inclusief
warmtepompen, leidingen en aanverwante
apparatuur, waaronder slangen, kleppen, filters
en aquastops, printplaten, elektronische
displays, drukschakelaars, thermostaten en
sensoren, software en firmware met inbegrip
van resetsoftware, deur, deurscharnier en
afdichtingen, andere afdichtingen,
deurvergrendelingsassemblage, plastic
randapparatuur zoals wasmiddeldispensers.
Houd er rekening mee dat sommige van deze
reserveonderdelen alleen beschikbaar zijn voor
professionele reparateurs en dat niet alle
reserveonderdelen relevant zijn voor alle
modellen.
VERWIJDERING
Haal de stekker uit het stopcontact en koppel
het apparaat los van de watertoevoer.
Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en
gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling om te
voorkomen dat kinderen of huisdieren binnen in
de trommel vast komen te zitten.
Gooi het apparaat weg conform de lokale
voorschriften voor de verwijdering van
elektrische en elektronische apparatuur (AEEA).
6
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
APPARAATOVERZICHT
1 2 3
5
6
7
4
1
Bovenblad
2
Wasmiddellade
3
Bedieningspaneel
4
Handgreep
5
Typeplaatje
6
Snelherinneringsticker
7
Filter afvoerpomp
8
Voetjes voor het waterpas zetten van het
apparaat
00000000
00A
Mod.
xxxxxxxxx
000V ~ 00Hz 0000 W
910000000
00
A
B
C
Prod.No.
D
Het typeplaatje vermeldt de modelnaam (A),
het productnummer (B), de elektrische classifi-
caties (C) en het serienummer (D).
TECHNISCHE GEGEVENS
Afmeting Breedte / hoogte / totale
diepte
59.7 cm /84.7 cm /55.7 cm
Elektrische aansluiting Spanning (Voltage)
Totaal vermogen
Zekering
Frequentie
230 V
2200 W
10 A
50 Hz
Het beschermdeksel biedt bescherming tegen vaste stof-
fen en vochtigheid, behalve op plaatsen waar de laag-
spanningsapparatuur geen bescherming tegen vocht
biedt
IPX4
Watertoevoer
1) Koud water
Watertoevoerdruk Minimum
Maximum
0,5 bar (0,05 MPa)
8 bar (0,8 MPa)
Maximale belading was-
goed
Katoen 8 kg
Maximale belading droog
wasgoed
Katoen
Synthetische was
4 kg
3 kg
7
Centrifugeersnelheid Maximale centrifugeersnel-
heid
1551 rpm
1) Sluit de waterinlaatslang aan op een waterkraan met een 3/4'' -schroefdraad.
MONTAGE
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
UITPAKKEN
WAARSCHUWING! Verwijder alle
verpakking en de transportbouten
voordat je het apparaat installeert.
1. Gebruik de handschoenen. Verwijder de
externe folie. Gebruik indien nodig een mesje.
2. Verwijder de kartonnen bovenkant. Verwijder
het polystyreen-verpakkingsmateriaal.
3. Verwijder de interne folie.
4. Open de deur. Verwijder het polystyreen van de
klepvergrendeling en haal alle kledingstukken
uit de trommel.
5. Plaats een van de polystyreen-
verpakkingselementen op de grond achter het
apparaat. Plaats het apparaat voorzichtig met
de achterkant erop. Zorg ervoor dat je de
slangen niet beschadigt.
6. Verwijder de polystyreenbescherming van de
bodem. Zet het apparaat verticaal naar boven.
1
2
8
7. Verwijder de elektrische voedingskabel en de
afvoerslang uit de slanghouders.
8. Verwijder de drie bouten. Gebruik de met het
apparaat meegeleverde sleutel. Verwijder de
kunststof afstandhouders.
9. Plaats de plastic dopjes in de gaten. Je vindt
deze doppen in de zak van de
gebruikershandleiding.
We adviseren om de verpakking en de
transportbouten te bewaren voor
mogelijke verplaatsingen van het
apparaat.
.
INFORMATIE OVER INSTALLATIE
Plaatsing en waterpas zetten
Zet het apparaat goed neer om trilling, lawaai en
verplaatsing van het apparaat tijdens de werking te
voorkomen.
1. Installeer het apparaat op een vlakke harde vloer.
Het apparaat moet waterpas en stabiel staan. Zorg
ervoor dat het apparaat geen wand of andere
onderdelen raakt en dat zich onder het apparaat
luchtcirculatie kan plaatsvinden.
2. Gebruik de stelvoetjes om het apparaat waterpas
te zetten. Alle pootjes moeten stevig op de grond
staan.
WAARSCHUWING! Plaats geen
karton, hout of vergelijkbare materialen
onder de voeten van het apparaat om
deze waterpas te stellen.
De toevoerslang
LET OP! Zorg ervoor dat de slangen
geen beschadigingen vertonen en dat
de koppelingen niet lekken. Gebruik
geen verlengslang als de toevoerslang
te kort is. Neem contact op met de
klantenservice voor vervanging van de
toevoerslang.
1. Sluit de watertoevoerslang aan op de achterkant
van het apparaat.
20º20º
45º45º
2. Plaats hem naar rechts of links afhankelijk van de
positie van de waterkraan. Zorg ervoor dat de
toevoerslang niet verticaal is geplaatst.
3. Maak indien nodig de ringmoer los om hem in de
juiste stand te zetten.
4. Sluit de watertoevoerslang aan op een
koudwaterkraan met 3/4"-schroefdraad.
Waterafvoer
De afvoerslang moet rechtstreeks in een afvoerpijp
op een hoogte van niet minder dan 60 cm en niet
meer dan 100 cm worden geplaatst.
9
U kunt de afvoerslang maximaal 400
cm verlengen. Neem contact op met
de erkende klantenservice voor de
andere afvoerslang en het verlengstuk.
De afvoerslang kan op verschillende manieren
worden aangesloten:
1. Maak een U-vorm van de afvoerslang en plaats
hem rond de plastic slanggeleider.
2. Aan de rand van een gootsteen - Maak de
geleider vast aan de waterkraan of aan de wand.
Zorg ervoor dat de kunststof geleider
niet kan bewegen als het apparaat
pompt en het uiteinde van de
afvoerslang niet in water is
ondergedompeld. Er kan een vuil
water teruglopen in het apparaat.
3. Als het uiteinde van de afvoerslang er zo uitziet
(zie de afbeelding), dan kunt u het direct in de
standpijp plaatsen.
4. Op een staande leiding met een ventilatiegat -
Steek de afvoerslang direct in een afvoerleiding. Zie
de illustratie.
Het einde van de afvoerslang moet
altijd geventileerd zijn, d.w.z. dat de
binnendiameter van de afvoerpijp (min.
38 mm - min. 1.5") groter moet zijn
dan de buitendiameter van de
afvoerslang.
5. Zonder de plastic slanggeleider aan een
gootsteenafvoer - Doe de afvoerslang in de
gootsteenafvoer en zet deze vast met een klem. Zie
de illustratie.
Zorg dat de afvoerslang een bocht maakt om te
voorkomen dat deeltjes uit de gootsteen in het
apparaat komen.
ø16
1
W011
2
Bevestig de afvoerslang aan de gootsteenafvoer en
zet hem vast met een klem. Zorg dat de afvoerslang
een bocht maakt om te voorkomen dat deeltjes uit
de gootsteen in het apparaat komen.
10
6. Plaats de slang direct op een ingebouwde
afvoerleiding in de kamerwand en zet vast met een
klem.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Aan het einde van de installatie kunt u de stekker in
het stopcontact steken.
Het typeplaatje en het hoofdstuk 'Technische
gegevens' geven de benodigde elektrische
waarden aan. Zorg ervoor dat ze compatibel zijn
met de netvoeding.
Controleer of de elektrische installatie in uw woning
geschikt is voor het maximale vereiste vermogen;
houd hierbij rekening met andere apparaten die in
gebruik zijn.
Sluit het apparaat aan op een geaard
stopcontact.
Het aansluitsnoer moet na de installatie van het
apparaat toegankelijk zijn.
Neem voor alle elektrische werkzaamheden die
nodig zijn om dit apparaat te installeren contact op
met ons geautoriseerde servicecentrum.
De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden
voor schade of letsel die voortkomt uit het niet
opvolgen van bovengenoemde
veiligheidsvoorschriften.
BEDIENINGSPANEEL
BESCHRIJVING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
20°
90°
40°
30°
1000
60°
1200
1600
800
Kort 20min
Fijne was
Katoen
Temp.
Centrif.
Flexi Time
Startuitstel
Droogtijd
Droogte-
graad
Extra
spoelen
Voorwas
Eco 40-60
Synthetica
Wol
Pompen
Centrifugeren
Stoom
Spoelen
Katoen
Synthetica
Wol
Nonstop
60min
1 2 3 4
91011
7
6
8
5
1
Programmaknop
2
Verlaging centrifugesnelheid (Centrifugeren)
3
Temperatuurselectie (Temp.)
4
Scherm
5
Selectie droogtijd (Droogtijd)
6
Voorwasfase (Voorwas)
7
Extra spoelgang (Extra spoelen)
8
Automatisch droogniveau (Droogtegraad)
9
Start/Pauze
10
Instelling startuitstel (Startuitstel)
11
Tijdbesparing (FlexTime)
11
DISPLAY
A B
E DFGH
C
A
Tijdsbereik
: Duur programma
: Geselecteerde droogtijd
: Uitgestelde start
: Alarmcodes
: Foutmelding
: Programma is voltooid.
Controlelampjes programma-
tijd
: Controlelampje normale tijdsduur
: Controlelampje Snel
: Controlelampje Supersnel
B Controlelampje uitgestelde start
C
Controlelampje kinderbeveiliging
D
Controlelampje deurvergrendeling
E
, ,
Controlelampjes droogheidsniveau
F
Controlelampje stoomgang
G
Controlelampje droogfase
H
Controlelampje wasfase
12
PROGRAMMA’S
PROGRAMMATABEL
Programma
Temperatuurbereik
Maximale lading
Referentie centrifu-
geersnelheid
Programmabeschrijving
(Soort lading en mate van vervuiling)
Eco 40-60 (Alleen was-
sen-modus)
40 °C
1)
60 °C
2)
- 30 °C
8 kg
1600 tpm
Wit katoen en kleurvast katoen. Normaal
vervuilde was.
Eco 40-60 + Kastdroogni-
veau (modus Wassen en
drogen)
40 °C
3)
60°C - 30°C
4 kg
1600 tpm
Eco 40-60 + Kastdroogni-
veau (Alleen drogen-mo-
dus)
4)
4 kg
Wit katoen en kleurvast katoen.
Katoen
90 °C - Koud
8 kg
1600 tpm
Wit katoen en bont katoen. Voor normaal,
zwaar en licht bevuild wasgoed.
Synthetica
60 °C - Koud
3 kg
1200 tpm
Synthetische of gemengde stoffen.. Nor-
maal vervuilde kledingstukken.
Wol
40 °C - Koud
1.5 kg
1200 tpm
Machinewasbestendige wol, handwasbe-
stendige wol en andere stoffen met «hand-
was»-symbool
5)
.
Fijne was
40 °C - Koud
2 kg
1200 tpm
Fijne stoffen zoals acryl, viscose en ge-
mengde stoffen hebben een milde was-
beurt nodig. Voor normaal en licht bevuild
wasgoed.
Kort 20min
40°C - 30°C 3 kg
1200 tpm
Een zeer korte cyclus voor licht vervuilde ka-
toenen en synthetische kledingstukken of
voor kledingstukken die slechts één keer gedra-
gen zijn.
Spoelen
8 kg
6)
1600 tpm
7)
Het wasgoed spoelen en centrifugeren. Alle
stoffen, behalve wol en zeer delicate stoffen.
Verlaag de centrifugeersnelheid afhankelijk van
het type wasgoed.
Pompen
8 kg
Om het water in de trommel af te voeren. Alle
stoffen.
Centrifugeren
8 kg
6)
1600 tpm
7)
Alle stoffen, behalve wol en zeer delicate
stoffen. Om het wasgoed te centrifugeren en
het water uit de trommel af te voeren.
13
Programma
Temperatuurbereik
Maximale lading
Referentie centrifu-
geersnelheid
Programmabeschrijving
(Soort lading en mate van vervuiling)
Wol
1 kg
Droogprogramma voor wol.
Synthetica
3 kg
Droogprogramma voor synthetische stoffen.
Katoen
4 kg
Droogprogramma voor katoenen kleding-
stukken.
NonStop 60min
40°C - 30°C 1 kg
1200 tpm
Compleet programma samengesteld uit wasfa-
se en droogfase voor een kleine lading met ge-
mengde stoffen (katoenen en synthetische stof-
fen).
Stoom
1 kg
Stoomprogramma´s kunnen worden gebruikt
voor het verminderen van kreuken en geuren
8)
uit kleding die alleen maar opgefrist hoeven te
worden, om wassen te voorkomen. De stofve-
zels worden versoepeld waardoor strijken daar-
na moeiteloos gaat. Haal het wasgoed nadat
het programma is voltooid snel uit de trommel
9)
.
Stoomprogramma's hebben geen hygiënische
cyclus. Stel dit programma niet in met het vol-
gende soort items:
Items die niet geschikt zijn voor drogen in de
wasdroger.
Artikelen met label "Alleen chemisch reini-
gen".
14
Programma
Temperatuurbereik
Maximale lading
Referentie centrifu-
geersnelheid
Programmabeschrijving
(Soort lading en mate van vervuiling)
Uit-stand
1) In overeenstemming met Verordening van de Commissie EU 2019/2023. Dit programma bij
standaard temperatuur en centrifugeersnelheid, in wasmodus, met een nominale capaciteit van 8 kg, is in
staat normaal bevuild katoenen wasgoed dat wasbaar is verklaard bij 40 °C of 60 °C, samen in dezelfde
cyclus te reinigen.
Voor de bereikte temperatuur in het wasgoed, de duur van het programma en andere gege-
vens wordt verwezen naar het hoofdstuk 'Verbruikswaarden'.
De meest efficiënte programma's op het gebied van energieverbruik zijn over het algemeen
programma's die presteren bij lagere temperaturen en een langere duur.
2) Katoen Eco-programma. Dit programma op 60ºC met een lading van 8 kg is het referentieprogram-
ma voor de gegevens die op het energielabel staan, in overeenstemming met de richtlijnen EG 96/60. Stel
dit programma in om goede wasresultaten te krijgen en het energieverbruik te verminderen. De tijd van het
afwasprogramma is verlengd.
3) In overeenstemming met Verordening van de Commissie EU 2019/2023. Dit programma bij
standaard temperatuur en centrifugeersnelheid, in was- en droogmodus, met nominaal vermogen van 4 kg
en Kastdroog-niveau voert de was- en droogcyclus uit die geschikt is voor het reinigen van normaal be-
vuild katoenen wasgoed dat wasbaar is verklaard bij 40 °C of 60 °C, samen in dezelfde cyclus en, na de
droogfase, kan het wasgoed onmiddellijk in een kast worden opgeslagen.
4) Dit programma is het droogreferentieprogramma voor de gegevens die op het energielabel staan, in
overeenstemming met de richtlijnen EG 96/60. Testprestaties, volgens EN 50229, moeten worden uitge-
voerd met de EERSTE drooglading van de maximale droogcapaciteit (samenstelling volgens EN61121)
door selectie van het programma AUTOMATISCH KASTDROOG voor Eco 40-60. De TWEEDE droogla-
ding met de restlading moet worden getest door selectie van het programma AUTOMATISCH KAST-
DROOG voor Eco 40-60.
5) Tijdens deze cyclus draait de trommel langzaam om te zorgen voor een zacht wasproces. Het kan lijken
alsof de trommel niet draait of niet goed draait, maar dat is normaal voor dit programma.
6) De maximale lading heeft betrekking op katoenen wasgoed. Verminder de lading dienovereenkomstig in
het geval van ander type wasgoed.
7) De maximale centrifugeersnelheid heeft betrekking op katoenen wasgoed. Stel de centrifugeersnelheid
in. Zorg ervoor dat deze overeenkomt met het wasgoed.
8) Stoomprogramma´s verwijderen geen zeer intensieve geuren
9) Na de stoombehandeling kan het wasgoed vochtig zijn. Hang items een aantal minuten uit
Compatibiliteit van programmaopties
Programma
Centrifugeren
FlexTime
Startuitstel
Eco 40-60
1)
Katoen
15
Programma
Centrifugeren
FlexTime
Startuitstel
Synthetica
Wol
Fijne was
Kort 20min
Spoelen
Pompen
Centrifugeren
Wol
Synthetica
Katoen
NonStop 60min
Stoom
1) Alleen de optie SNEL is beschikbaar.
Geschikte wasmiddelen voor elk programma
Programma
Universeel
poeder
1)
Universele
vloeistof (Li-
quid Universal)
Vloeistof voor
gekleurde was
Fijne was en
wol
Speciaal
Eco 40-60 -- --
Katoen -- --
Synthetica -- --
Fijne was -- -- --
Wol -- -- --
Kort 20min -- -- --
16
Programma
Universeel
poeder
1)
Universele
vloeistof (Li-
quid Universal)
Vloeistof voor
gekleurde was
Fijne was en
wol
Speciaal
NonStop
60min
-- -- --
1) Bij een temperatuur hoger dan 60 °C wordt het gebruik van waspoeder aanbevolen.
= Aanbevolen -- = Niet aanbevolen
AUTOMATISCH DROGEN
Droogheidsniveau Soort stof Lading
Extra droog
Artikelen van badstof
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoeken,
etc.)
tot 4 kg
Kastdroog
Voor spullen die opgeruimd worden
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoeken,
etc.)
tot 4 kg
Synthetische en gemengde
stoffen
(truien, blouses, ondergoed,
huishoudlinnen en bedde-
ngoed)
tot 3 kg
Wollen kledingstukken (wol-
len truien)
tot 1 kg
Strijkdroog
Geschikt voor artikelen die gestreken
moeten worden
Katoen en linnen
(lakens, tafellakens, overhem-
den, etc.)
tot 4 kg
TIJDGESTUURD DROGEN
Droogheidsniveau Soort stof
Lading
(kg)
Centrifu-
gesnelheid
(rpm)
Voorgestelde
duur (min)
Extra droog
Artikelen van badstof
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoeken,
etc.)
4 1600 165 - 180
2 1600 90 - 100
1 1600 60 - 70
Kastdroog
Voor spullen die opge-
ruimd worden
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoeken,
etc.)
4 1600 155 - 170
2 1600 80 - 90
1 1600 50 - 60
17
Droogheidsniveau Soort stof
Lading
(kg)
Centrifu-
gesnelheid
(rpm)
Voorgestelde
duur (min)
Kastdroog
Voor spullen die opge-
ruimd worden
Synthetische en gemengde
stoffen
(truien, blouses, ondergoed,
huishoudlinnen en bedde-
ngoed)
3 1200 90 - 105
1 1200 40 - 50
Wol
(wollen truien)
1 1200 80 - 100
Strijkdroog
Geschikt voor artikelen
die gestreken moeten
worden
Katoen en linnen
(lakens, tafellakens, overhem-
den, etc.)
4 1600 110 - 125
2 1600 65 - 75
1 1600 40 - 50
OPTIES
TEMP.
Stel deze optie in om de standaardtemperatuur te
wijzigen.
Aanduiding = koud water.
Het display geeft de ingestelde temperatuur weer.
CENTRIFUGEREN
Met deze optie kunt u de standaard
centrifugeersnelheid wijzigen.
Het controlelampje van de ingestelde snelheid gaat
branden.
Extra centrifugeeropties:
Niet centrifugeren
Stel deze optie in om alle centrifugeerfasen uit
te schakelen. Alleen de afvoerfase is
beschikbaar.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
Stel deze optie in voor fijne was.
De spoelfase verbruikt meer water voor
sommige wasprogramma's.
Spoelstop
Stel deze optie in om kreuken in stoffen te
voorkomen.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
Als het programma afgerond is, zit er water in
de trommel.
De trommel draait regelmatig om kreukvorming
van het wasgoed te voorkomen.
De deur blijft vergrendeld. U moet het water
afvoeren om de deur te kunnen openen.
Zie om het water weg te pompen "Aan
het einde van het programma".
DROOGTIJD
Met deze optie kun je de tijd instellen voor de
stoffen die je moet drogen. Het display toont de
ingestelde waarde.
Telkens als je op deze toets drukt, wordt de
tijdswaarde met 5 minuten verlengd.
Je kunt niet alle tijdwaarden instellen
voor verschillende soorten stoffen.
DROOGTEGRAAD
Met deze optie kun je een automatisch droogniveau
voor het wasgoed instellen. Het display toont het
symbool van het ingestelde niveau.
Extra droog niveau voor katoenen artikelen
Kastdroog niveau voor katoen en
synthetica
Strijkdroog niveau voor katoenen artikelen
VOORWAS
Met deze optie kun je een voorwasfase toevoegen
aan een wasprogramma.
Gebruik deze optie voor zwaar bevuild serviesgoed.
Als je deze optie instelt, wordt de programmaduur
verlengd.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
18
EXTRA SPOELEN
Met deze optie kun je een aantal spoelgangen
toevoegen aan een wasprogramma.
Gebruik deze optie voor personen die allergisch zijn
voor wasmiddelen en in gebieden waar het water
erg zacht is.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
STARTUITSTEL
Met deze optie kun je de start van een programma
uitstellen van 30 minuten tot 20 uur.
Het display toont het bijbehorende indicatielampje.
FLEXTIME
Druk op FlexTime om de tijd van het programma te
verlagen.
Je kunt selecteren:
SNEL: om normaal vuil wasgoed te
wassen.
SUPERSNEL: om wasgoed met bijna geen
vuil snel te wassen.
Sommige programma's laten slechts
een van deze opties toe.
INSTELLINGEN
KINDERSLOT
Met deze optie kunt u voorkomen dat kinderen met
het bedieningspaneel spelen.
Voor het inschakelen/uitschakelen van deze
optie, drukt u tegelijkertijd op en tot het
indicatielampje
aan/uit gaat.
U kunt deze optie inschakelen:
Nadat u op heeft gedrukt: worden de opties
en de programmaknop vergrendeld.
Voordat u op heeft gedrukt: kan het
apparaat niet starten.
PERMANENT EXTRA SPOELEN
Met deze optie kunt u permanent een extra
spoelbeurt instellen wanneer u een nieuw
programma instelt.
Voor het inschakelen/uitschakelen van deze
optie, drukt u tegelijkertijd op en tot het
indicatielampje aan/uit gaat.
GELUIDSSIGNALEN
De geluidssignalen weerklinken wanneer:
Het programma is voltooid
Er een storing in het apparaat optreedt.
Voor het uitschakelen/inschakelen van de
geluidssignalen, drukt u tegelijkertijd op
en
gedurende 6 seconden.
Als u de geluidssignalen uitschakelt,
werken ze wel als er een storing
optreedt.
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
Tijdens de installatie of voordat u het
apparaat voor het eerst gebruikt, kunt
u wat water in het apparaat
waarnemen. Dit is restwater dat in het
apparaat is achtergebleven nadat in de
fabriek een volledige functietest werd
uitgevoerd om te garanderen dat het
apparaat in perfect functionerende
staat aan de klant wordt geleverd en is
geen reden voor ongerustheid.
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Draai de waterkraan open.
3. Giet 2 liter water in het wasmiddeldoseerbakje
voor de wasfase.
Dit activeert het afvoersysteem.
4. Doe een klein beetje wasmiddel in het
doseervakje voor de wasfase.
5. Stel het programma voor katoen in op de
hoogste temperatuur zonder wasgoed en start
het programma.
Dit verwijdert al het mogelijke vuil uit de trommel en
de kuip.
19
DAGELIJKS GEBRUIK - ALLEEN WASSEN
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
WASGOED IN DE MACHINE DOEN
1. Open de deur van het apparaat.
2. Maak de zakken leeg en zorg ervoor dat de
items niet opgevouwen zijn voordat u ze in het
apparaat plaatst.
3. Doe de was in de trommel, één item tegelijk.
Doe niet te veel wasgoed in de trommel.
4. Doe de deur stevig dicht.
LET OP! Zorg dat er geen wasgoed
tussen de deur klemt om het risico op
waterlekkage en schade aan het
wasgoed te voorkomen.
Het wassen van hele vette of
olieachtige vlekken kan schade aan de
rubberen delen van de wasmachine
veroorzaken.
VULLEN MET WASMIDDEL EN
TOEVOEGINGEN
1. Meet het wasmiddel en de wasverzachter op.
2. Doe het wasmiddel en de wasverzachter in de
vakken.
Volg altijd de instructies op die u
op de verpakking van het
wasmiddel aantreft. We raden u
wel aan het maximaal aangegeven
niveau niet te overschrijden. Deze
hoeveelheid zal u echter de beste
wasresultaten geven.
3. Sluit de wasmiddellade zorgvuldig.
DE STAND VAN DE WASMIDDELKLEP
CONTROLEREN
1. Trek de wasmiddeldoseerlade uit tot deze niet
meer verder kan.
2. Druk de hendel in om de lade uit te trekken.
3. Draai de klep omhoog om poederwasmiddel te
gebruiken.
4. Draai de klep omlaag om vloeibaar wasmiddel
te gebruiken.
Met de klep in de stand OMLAAG:
Gebruik geen gelatineachtige of dikke
vloeibare wasmiddelen.
De vloeibarewasmiddeldosis die op de klep
staat aangeduid niet overschrijden.
Stel de voorwasfase niet in.
Stel de startuitstelfunctie niet in.
20
5. Meet het wasmiddel en wasverzachter af.
6. Sluit de wasmiddeldoseerlade voorzichtig.
Zorg bij het sluiten van de lade dat de klep geen
blokkering veroorzaakt.
EEN PROGRAMMA KIEZEN
1. Draai aan de programmaknop om de machine
aan te zetten en kies het gewenste programma:
Het controlelampje gaat knipperen.
Het display toont het niveau van de
tijdmanager, de duur van het programma en
de controlelampjes voor de fasen van het
programma.
2. Wijzig indien nodig de temperatuur en het
centrifugetoerental of selecteer extra opties die
beschikbaar zijn. Als u een optie activeert, gaat
het controlelampje van de geselecteerde optie
branden.
Als u iets verkeerd hebt ingesteld,
toont het display het bericht .
EEN PROGRAMMA STARTEN ZONDER EEN
UITGESTELDE START
Druk op .
Het indicatielampje stopt met
knipperen en blijft branden.
Het indicatielampje begint te
knipperen.
Het programma start, de deur is
vergrendeld en het display toont de
weergave .
De afvoerpomp kan even werken als het
apparaat gevuld wordt met water.
Na ongeveer 15 minuten na de start
van het programma:
Het apparaat past automatisch de
programmaduur aan aan de
wasgoedbelading.
Op de display verschijnt de nieuwe
waarde.
EEN PROGRAMMA STARTEN MET EEN
UITGESTELDE START
1. Druk nogmaals op tot op het display het
gewenste startuitstel verschijnt.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden op
het display.
2. Druk op :
De machine begint de tijd af te tellen.
De deur wordt vergrendeld, het display
toont de aanduiding .
Nadat het aftelproces voltooid is, wordt het
programma automatisch gestart.
U kunt de instelling van het startuitstel
annuleren of wijzigen voordat u op
drukt. De uitgestelde start annuleren:
Druk op om het apparaat
op pauze te zetten.
Druk op tot op het '
verschijnt.
Druk weer op om het
programma direct te starten.
EEN PROGRAMMA ONDERBREKEN EN DE
OPTIES WIJZIGEN
U kunt slechts enkele functies wijzigen voordat ze
gaan werken.
1. Druk op .
Het indicatielampje knippert.
2. Wijzig de opties.
3. Druk weer op .
Het wasprogramma gaat verder.
EEN ACTIEF PROGRAMMA ANNULEREN
1. Druk de programmaknop naar om het
programma te annuleren en om het apparaat uit
te schakelen.
2. Druk opnieuw op de programmaknop om het
apparaat in te schakelen. U kunt nu een nieuw
wasprogramma kiezen.
21
Het apparaat voert het water af
voordat u een nieuw programma start.
Zorg er in dit geval voor dat het
wasmiddel nog in het doseerbakje zit,
zo niet vul het dan bij.
DE DEUR OPENEN
LET OP! Als de temperatuur en het
waterniveau in de trommel te hoog zijn
en de trommel nog draait, kunt u de
deur niet openen.
Als een programma of het startuitstel in werking is,
is de deur van het apparaat vergrendeld en op het
display staat het symbool .
De deur van het apparaat openen wanneer
het programma of het startuitstel in werking
is:
1. Druk op om het apparaat te pauzeren.
2. Wacht tot het indicatielampje van de
deurvergrendeling dooft.
3. Open de deur.
4. Sluit de deur en druk weer op de toets .
Het programma of het startuitstel blijft werken.
AAN HET EINDE VAN HET PROGRAMMA
Het apparaat stopt automatisch.
Het signaal weerklinkt (als het geluidssignaal
actief is).
In het display gaat het symbool aan.
Het lampje van gaat uit.
Het deurvergrendelingssymbool gaat uit.
U kunt de deur openen.
Haal het wasgoed uit het apparaat. Zorg ervoor
dat de trommel leeg is.
Draai de waterkraan dicht.
Draai de programmaknop op om het
apparaat uit te schakelen.
Laat de deur iets open staan om de vorming van
schimmel en onaangename luchtjes te
voorkomen.
Het wasprogramma is voltooid, maar er staat
water in de trommel:
De trommel draait regelmatig om kreukvorming
van het wasgoed te voorkomen.
Het deurvergrendelingssymbool
brandt.
Het indicatielampje knippert. De deur blijft
vergrendeld.
U moet het water afvoeren om de deur te
kunnen openen.
Om het water weg te pompen:
1. De centrifugeersnelheid zo nodig verlagen. Als
u
instelt, pompt het apparaat alleen.
2. Druk op . Het apparaat voert het water af
en centrifugeert.
3. Als het programma is voltooid, gaat het
deurvergrendelingssymbool uit en kunt u
de deur openen.
4. Draai de programmaknop op om het
apparaat uit te schakelen.
Na ongeveer 18 uur begint het
apparaat automatisch met het afvoeren
van water en centrifugeren (behalve bij
het wolprogramma).
STAND-BY
Enkele minuten na het einde van het
wasprogramma wordt de energiezuinige modus
geactiveerd, wanneer u het apparaat niet
uitschakelt.
Hierdoor wordt het energieverbruik beperkt
wanneer het apparaat in de standby-stand staat.
Alle indicatielampjes en de display gaan uit.
Het indicatielampje van
knippert langzaam
Druk op een van de opties om de energiezuinige
modus te deactiveren.
Als u een programma of optie instelt
die eindigt met water in de trommel,
wordt de energiebesparingsfunctie
niet geactiveerd om u eraan te
herinneren het water weg te pompen.
DAGELIJKS GEBRUIK - ALLEEN DROGEN
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
Dit apparaat is een automatische
wasdroogcombinatie.
INSTELLING DROGEN
WAARSCHUWING! Controleer of
de waterkraan geopend is.
1. Draai de programmaknop naar het gewenste
programma om het apparaat aan te zetten.
22
2. Plaats de te drogen items een voor een in de
trommel.
3. Draai de programmakeuzeknop op het
programma dat geschikt is voor het drogen.
Het display toont de droogindicatie .
Voor goede droogprestaties niet de
maximale droogladingen overschrijden
die in de gebruikershandleiding
worden aanbevolen. Stel geen
centrifugeersnelheid in die lager is dan
de automatische snelheid van het
ingestelde programma.
DROGEN BIJ AUTOMATISCHE NIVEAUS
Het wasgoed kan worden gedroogd op vooraf
ingestelde droogniveaus:
1. Druk herhaaldelijk op tot op het display een
van de droogtegraad-indicator wordt
weergegeven:
: Aanduiding STRIJKDROOG-niveau
voor katoenen artikelen
: Aanduiding KASTDROOG-niveau voor
katoen en synthetica
: Aanduiding EXTRA DROOG-niveau
voor katoenen artikelen
Het display toont een tijdswaarde, berekend op de
standaardlading. Als de hoeveelheid wasgoed meer
of minder is dan de standaardafmetingen, past het
apparaat automatisch de tijdswaarde tijdens de
cyclus aan.
2. Druk op om het programma te starten.
Het display toont de aanduiding deur vergrendeld
. De droogaanduiding gaat knipperen.
Je kunt niet alle droogniveaus
gebruiken voor ieder type wasgoed.
TIJDGESTUURD DROGEN
Het wasgoed kan ook worden gedroogd met een
handmatig tijdgestuurd droogprogramma:
1. Blijf op de toets drukken om de tijdwaarde
in te stellen (zie de tabel «Programma voor
ingestelde droogtijd»).
Het display toont 10 minuten. Telkens als je
op deze toets drukt, wordt de tijdswaarde
met 5 minuten verlengd.
Het display toont de ingestelde tijdwaarde:
bijvoorbeeld – .
Na een paar seconden toont het display
een nieuwe tijdswaarde: . Het apparaat
berekent ook de duur van de anti-
kreukbeveiliging en de koelfasen.
2. Druk op om het programma te starten.
Het display toont regelmatig een nieuwe
tijdswaarde.
Het drooglampje gaat knipperen.
Op het display verschijnt de aanduiding
voor deur vergrendeld .
Als je slechts 10 minuten droogt, voert
het apparaat alleen een afkoelfase uit.
Als het wasgoed niet voldoende droog
is, stel dan een korte droogtijd in.
EINDE VAN HET DROOGPROGRAMMA
De machine stopt vanzelf.
De geluidssignalen worden geactiveerd (als ze
actief zijn).
In het display verschijnt .
Het controlelampje gaat uit.
De laatste minuten van de droogcyclus voert de
machine een koel- en anti-kreukfase uit. De deur
blijft vergrendeld.
Wanneer de deurvergrendeling in het display
uitgaat, kunt u de deur openen.
1. Draai de programmaknop naar om de
machine uit te zetten.
Enkele minuten na afloop van het programma
schakelt de energiebesparingsfunctie de machine
automatisch uit.
2. Haal het wasgoed uit de machine.
Controleer of de trommel leeg is.
3. Laat de deur op een kier staan om schimmel en
geurtjes te voorkomen.
4. Draai de waterkraan dicht.
DAGELIJKS GEBRUIK - WASSEN & DROGEN
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
Dit apparaat is een automatische
wasdroogcombinatie.
23
NON-STOPPROGRAMMA
1. Draai de programmaknop naar het gewenste
programma om het apparaat aan te zetten.
2. Plaats de te drogen items een voor een in de
trommel.
Voor goede droogprestaties niet de
maximale droogladingen overschrijden
die in de gebruikershandleiding
worden aanbevolen. Stel geen
centrifugeersnelheid in die lager is dan
de automatische snelheid van het
ingestelde programma.
3. Doe het wasmiddel en de aanvullende
middelen in het juiste vakje.
4. Draai de programmaknop naar het
wasprogramma.
Het display toont de indicatielampjes van de
verschillende wasfases.
5. Stel de beschikbare opties in.
WASSEN EN AUTOMATISCH DROGEN
1. Druk herhaaldelijk op tot op het display een
van de droogtegraad-indicator wordt
weergegeven:
: Aanduiding STRIJKDROOG-niveau
voor katoenen artikelen
: Aanduiding KASTDROOG-niveau voor
katoen en synthetica
: Aanduiding EXTRA DROOG-niveau
voor katoenen artikelen
Op het display verschijnt het indicatielampje . De
tijdswaarde op het display is de duur van de was-
en droogcycli, berekend op een standaard lading.
Om een goed droogresultaat te
krijgen, is het niet mogelijk om een te
lage centrifugeersnelheid in te stellen
voor de kledingstukken die moeten
worden gewassen en gedroogd.
2. Druk op om het programma te starten.
Op het display blijft het indicatielampje van het
ingestelde droogniveau branden.
De aanduiding deur vergrendeld gaat branden.
Het display toont regelmatig een nieuwe
tijdswaarde.
De laatste minuten van de droogcyclus
voert het apparaat de anti-
kreukbeveiliging en de koelfasen uit.
WASSEN EN TIJDGESTUURD DROGEN
Voor een goede droging laat het apparaat jou niet
een te lage centrifugeersnelheid instellen voor de te
wassen en te drogen kledingstukken.
1. Druk op om de droogtijdwaarde in te
stellen. Het display toont 10 minuten.
Het indicatielampje verschijnt op het display.
Het display toont de ingestelde droogwaarde.
Bijvoorbeeld: .Na enkele seconden toont het
display de definitieve tijdwaarde , d.w.z. de
totale duurtijd van de was- en droogcycli (wassen
+ drogen + anti-kreuk + koelfasen).
Als je na het wassen slechts 10
minuten droogtijd instelt, berekent het
apparaat ook de duur van de anti-
kreukbeveiliging en de koelfasen.
2. Druk op om het programma te starten.
Op het display verschijnt het lampje . De deur
wordt vergrendeld. Het display toont regelmatig
een nieuwe tijdswaarde.
EINDE VAN HET PROGRAMMA
Het apparaat stopt automatisch. De geluidssignalen
weerklinken (als ze actief zijn).
Voor meer informatie, raadpleeg "Aan het einde van
het droogprogramma" van het vorige hoofdstuk.
1. Haal het wasgoed uit het apparaat.
Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
2. Laat de deur iets open staan om de vorming
van schimmel en onaangename luchtjes te
voorkomen.
3. Draai de waterkraan dicht.
PLUISJES OP KLEDING
Tijdens de was- en/of droogfase geven bepaalde
soorten stoffen (spons, wol, sweaterstof) pluisjes
af.
Deze afgegeven pluisjes kunnen tijdens de
volgende cyclus aan de stoffen kleven.
Ter voorkoming van pluisjes in uw wasgoed,
bevelen wij u het volgende aan:
Was geen donkere stoffen na het wassen en
drogen van lichte stoffen (nieuwe spons, wol en
sweaterstof) en vice versa.
24
Laat dit soort stoffen in de openlucht drogen
wanneer ze voor het eerst gewassen zijn.
Maak het afvoerfilter schoon.
Na de droogfase reinigt u de lege trommel, de
pakking en de deur grondig met een natte doek.
HOE VERWIJDERT U PLUISJES VAN
KLEDINGSTUKKEN?
Voor het verwijderen van pluisjes in de trommel,
stelt u een speciaal programma in:
1. Maak de trommel leeg.
2. Maak de trommel, pakking en deur grondig
schoon met een natte doek.
3. Stel het spoelprogramma in.
4. Druk om de reinigingsfunctie in te schakelen,
tegelijkertijd toets en in totdat CLE op
het display verschijnt.
5. Druk op om het programma te starten.
AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
BELADEN MET WASGOED
Verdeel het wasgoed in: wit, gekleurd,
synthetisch, fijne was en wol.
Volg de wasinstructies op de waslabels van het
wasgoed.
Was witte en bonte artikelen niet samen.
Sommige bonte items kunnen verkleuren met de
eerste wasbeurt. We raden je aan om ze de
eerste keer apart te wassen.
Draai meerlagige stoffen, wollen en kleding met
geverfde opdrukken binnenstebuiten.
Was en behandel zware vlekken met een
geschikt wasmiddel voordat je het wasgoed in
de trommel doet.
Wees voorzichtig met de gordijnen. Verwijder de
haken en plaats de gordijnen in een waszak of
kussensloop.
Was geen wasgoed zonder zomen of met
scheuren. Gebruik een waszakje om kleine items
te wassen (bijv. beugel-bh's, riemen, panty's,
veters, linten, etc.).
Een zeer kleine lading kan problemen
veroorzaken bij de centrifugefase die leiden tot
overmatige trillingen. Als dit voorkomt:
- onderbreek het programma en open de deur
(raadpleeg hoofdstuk 'Dagelijks gebruik');
-herverdeel de lading met de hand zodat de
items gelijkmatig over de trommel zijn verdeeld;
- druk op de Start/Pauze-toets . De
centrifugeerfase gaat door.
Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen, haken en
drukknopen. Bind riemen, koorden, veters, linten
en andere losse elementen vast.
Maak de zakken leeg en vouw de artikelen open.
HARDNEKKIGE VLEKKEN
Voor sommige vlekken is water en wasmiddel niet
voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te behandelen
voordat u deze artikelen in de machine stopt.
Er zijn speciale vlekkenverwijderaars verkrijgbaar.
Gebruik een speciale vlekkenverwijderaar die
geschikt is voor het type vlek en stof.
Spuit geen vlekkenverwijderaar op kledingstukken
in de buurt van het apparaat, omdat het corrosief is
voor de plastic onderdelen.
TYPE EN HOEVEELHEID WASMIDDEL.
De keuze van het wasmiddel en het gebruik van de
juiste hoeveelheden beïnvloedt niet alleen uw
25
wasprestaties, maar helpt ook om verspilling te
voorkomen en het milieu te beschermen:
Gebruik uitsluitend wasmiddelen en andere
middelen die speciaal bedoeld zijn voor
wasmachines. Volg eerst deze algemene regels:
waspoeder voor alle soorten weefsels, met
uitzondering van fijne was. Kies bij voorkeur
voor waspoeder met bleekmiddel voor witte
was en hygiënisch wassen,
vloeibare wasmiddelen, voor
wasprogramma's op lage temperatuur (max.
60 °C) voor alle weefselsoorten of speciale
middelen voor wollen artikelen.
De keuze en hoeveelheid wasmiddel zal
afhangen van: type stof (delicaat, wollen,
katoen, enz.), de kleur van de kleding, de grootte
van de lading, de mate van vervuiling,
wastemperatuur en hardheid van het gebruikte
water.
Volg de aanwijzingen op de verpakking van het
wasmiddel of de andere toevoegingen zonder
het aangegeven maximumniveau ( ) te
overschrijden.
Vermeng geen verschillende soorten wasmiddel
met elkaar.
Gebruik minder wasmiddel als:
u een kleine lading wast,
het wasgoed licht vervuild is,
er grote hoeveelheden schuim zijn tijdens
het wassen.
Bij het gebruik van wasmiddeltabletten of -pods,
plaatst u ze altijd in de trommel, niet in het
wasmiddeldoseerbakje.
Onvoldoende wasmiddel kan leiden tot de
volgende dingen:
onbevredigende wasresultaten,
het wasgoed dat grijs wordt,
vettige kleding,
schimmel in het apparaat.
Overmatig wasmiddel kan leiden tot de
volgende dingen:
schuimen,
verminderd waseffect,
ontoereikend spoelen,
een grotere impact op het milieu.
MILIEUTIPS
Om water en energie te besparen en om het milieu
te helpen beschermen, raden wij u aan de volgende
tips ter harte te nemen:
Normaal vuile was kan zonder voorwas
worden gewassen om wasmiddel, water en tijd
te besparen (ook het milieu wordt zo
beschermd!)
Door het apparaat te laden tot de maximale
capaciteit die voor elk programma is
aangegeven, wordt het energie- en
waterverbruik verminderd.
Met de juiste voorbehandeling kunnen vlekken
en vuil worden verwijderd; het wasgoed kan dan
op een lagere temperatuur worden gewassen.
Om de juiste hoeveelheid wasmiddel te
gebruiken, raadpleegt u de hoeveelheid
voorgesteld door de producent van het
wasmiddel en controleert u de waterhardheid
van uw huishoudelijk systeem. Zie
"Waterhardheid".
WATERHARDHEID
Als de waterhardheid in uw gebied hoog of
gemiddeld is, raden we u het gebruik van
waterverzachter voor wasautomaten aan. In
gebieden waar de waterhardheid zacht is, is het
gebruik van een waterverzachter niet nodig.
Neem contact op met het plaatselijke
waterleidingbedrijf voor de waterhardheid in uw
gebied.
Gebruik de juiste hoeveelheid van de
waterverzachter. Volg altijd de instructies die u vindt
op de verpakking van het product.
DE DROOGFASE VOORBEREIDEN
Draai de waterkraan open.
Controleer of de afvoerslang goed is
aangesloten. Zie het hoofdstuk over de
installatie voor meer informatie.
Raadpleeg voor informatie over de maximale
wasgoedlading bij droogprogramma's de
droogprogrammatabel.
ITEMS DIE NIET GESCHIKT ZIJN VOOR DE
DROGER
Stel voor dit wasgoed geen droogprogramma
in:
Synthetische gordijnen.
Kledingstukken met metalen invoegstukken.
Nylon kousen.
Dekbedden.
Bedspreien.
Dekbedovertrekken.
Anoraks.
Slaapzakken.
Stoffen met restjes haarspray, nagellakremover
of iets dergelijks.
Kledingstukken met schuimrubber of met
materialen die hierop lijken.
WASVOORSCHRIFTEN IN DE KLEDING
Bij het drogen van uw wasgoed moet u zich
houden aan de voorschriften van de fabrikant:
26
= Het artikel is geschikt voor de
droogtrommel
= Droogprogramma op hoge temperatuur
= Droogprogramma op lage temperatuur
= Het artikel is niet geschikt voor de
droogtrommel.
DUUR VAN HET DROOGPROGRAMMA
De droogtijd kan variëren afhankelijk van:
snelheid van de laatste keer centrifugeren
droogheidsniveau
soort wasgoed
het gewicht van het wasgoed
EXTRA DROGEN
Als het wasgoed aan het einde van het
droogprogramma nog steeds vochtig is, stelt u
nogmaals een korte droogfase in.
WAARSCHUWING! Om kreuken
en krimpen te voorkomen dient u
het wasgoed niet te lang te
drogen.
ALGEMENE TIPS
Raadpleeg de tabel "Droogprogramma's" om de
gemiddelde droogtijden op te zoeken.
Het drogen van wasgoed zal beter gaan naarmate u
het vaker doet. Houd bij hoe lang uw
droogprogramma's duren.
Statische lading na het drogen voorkomen:
1. Gebruik wasverzachter tijdens de wasfase.
2. Gebruik speciale wasverzachter voor
droogautomaten.
Na afloop van het droogprogramma dient u het
wasgoed meteen uit de trommel te halen.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
SCHEMA PERIODIEKE REINIGING
Periodieke reiniging helpt de levensduur van
uw apparaat te verlengen.
Houd na elke cyclus de deur en de
wasmiddeldispenser een beetje op een kier om
luchtcirculatie te krijgen en de vochtigheid in het
apparaat te drogen: dit voorkomt schimmels en
geurtjes.
Als het apparaat lange tijd niet wordt gebruikt: sluit
de waterkraan en trek de stekker uit het
stopcontact.
Indicatief schema periodieke reiniging:
Ontkalken Twee keer per jaar
Onderhoudswas-
beurt
Eenmaal ter maand
Deurafdichting reini-
gen
Iedere twee maan-
den
Trommel reinigen Iedere twee maan-
den
Pluis in de trommel
verwijderen
Twee keer per
maand
1)
Wasmiddeldoseer-
bakje reinigen
Iedere twee maan-
den
De filter van de af-
voerpomp reinigen
Twee keer per jaar
De filter van de toe-
voerslang en de klep-
filter reinigen
Twee keer per jaar
1) raadpleegt u het hoofdstuk ''Pluis in de stoffen''.
In de volgende paragrafen wordt uitgelegd hoe u
elk onderdeel moet reinigen.
VREEMDE VOORWERPEN VERWIJDEREN
Zorg ervoor dat de zakken leeg zijn en
dat alle losse elementen zijn
vastgebonden voordat u uw cyclus
uitvoert. Raadpleeg 'De waslading' in
'Aanwijzingen en tips'.
Verwijder alle vreemde voorwerpen (zoals metalen
clip, knoppen, munten, enz.) die u kunt vinden in de
deurafdichting, de filters en de trommel. Raadpleeg
de paragrafen 'Deurafdichting met dubbele lip', 'De
trommel reinigen', 'De afvoerpomp reinigen' en 'De
filter van de toevoerslang en de klepfilter reinigen'.
Neem indien nodig contact op met een erkend
servicecentrum.
BUITENKANT REINIGEN
Het apparaat alleen schoonmaken met zeep en
warm water. Maak alle oppervlakken volledig droog.
Gebruik geen schuursponsjes of krassend
materiaal.
27
LET OP! Gebruik geen alcohol,
oplosmiddelen of chemische
producten.
LET OP! Gebruik de metalen
oppervlakken niet met een
reinigingsmiddel op chloorbasis.
ONTKALKEN
Als de waterhardheid in uw gebied hoog of
gemiddeld is, raden we u het gebruik van
waterontharder voor wasautomaten aan.
Controleer de trommel regelmatig om kalk en
roestdeeltjes te voorkomen.
Gebruik alleen speciale producten voor
wasmachines om roestdeeltjes te verwijderen. Doe
dit apart van het wassen van wasgoed.
Volg altijd de instructies die u vindt op
de verpakking van het product.
ONDERHOUDSWAS
Bij programma's met lage temperaturen is het
mogelijk dat er wat wasmiddel achterblijft in de
trommel. Voer regelmatig een onderhoudswasbeurt
uit. Ga als volgt te werk:
Haal al het wasgoed uit de trommel.
Kies het katoenprogramma met de hoogste
temperatuur met een kleine hoeveelheid
wasmiddel.
DEURAFDICHTING MET VAL MET DUBBELE
LIP
Dit apparaat is ontworpen met een zelfreinigend
afvoersysteem, waardoor lichte pluisvezels die
van de kleding vallen met het water kunnen worden
afgevoerd. Controleer regelmatig de afdichting.
Munten, knoppen en andere kleine voorwerpen
kunnen aan het einde van de cyclus worden
teruggevonden.
Maak schoon indien nodig met een
ammoniakmiddel zonder het oppervlak van de
afdichting te bekrassen.
Volg altijd de instructies die u vindt op
de verpakking van het product.
HET WASMIDDELBAKJE REINIGEN
1.
2.
28
3. 4.
HET AFVOERFILTER REINIGEN
Reinig het afvoerfilter niet als het water in het apparaat heet is.
Herhaal stap 2 en 3 tot er geen water meer wegstroomt.
Houd altijd een doek bij de hand om eventueel morsen van water op te nemen.
1. 2.
180°
3.
2
1
4.
29
5. 6.
7.
8.
Controleer het filter van de afvoerpomp regelmatig en houd het schoon.
Controleer of de pompwaaier onbelemmerd kan ronddraaien. Als deze niet roteert, neem dan
contact op met onze servicedienst. Zorg er ook voor dat je het filter goed vastdraait om lekka-
ge te voorkomen.
HET FILTER VAN DE TOEVOERSLANG EN HET KLEPFILTER REINIGEN
1.
1
2
3
2.
30
3. 4.
45°
20°
NOODAFVOER
Het apparaat kan geen water afvoeren door een
storing.
Als dit optreedt, voert u stappen (1) tot (8) uit van
"Het afvoerfilter reinigen". Maak de pomp zo nodig
schoon.
Als u het water afpompt met gebruikmaking van de
noodafpompprocedure, moet u het aftapsysteem
opnieuw activeren:
1. Giet 2 liter water in het wasvak van de
wasmiddellade.
2. Start het programma om het water af te
pompen.
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ VORST
Als het apparaat is geïnstalleerd in een gebied waar
de temperatuur lager is dan 0° C, dan dient u het
resterende water uit de afvoerslang en de
afvoerpomp te verwijderen.
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Draai de waterkraan dicht.
3. Plaats de twee uiteinden van de toevoerslang
in een bak en laat het water uit de slang
stromen.
4. Leeg de afvoerpomp. Raadpleeg de
noodafvoerprocedure.
5. Als de afvoerpomp leeg is, installeert u de
toevoerslang opnieuw.
WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat
de temperatuur hoger is dan 0°C
voordat u het apparaat opnieuw
gebruikt.
De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor schade die door lage
temperaturen is veroorzaakt.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
ALARMCODES EN MOGELIJKE STORINGEN
Het apparaat start niet of stopt tijdens de werking. Probeer eerst het probleem zelf op te lossen (zie tabel-
len).
WAARSCHUWING! Voordat je controles uitvoert, moet je de stekker uit het stopcontact
trekken.
Bij enkele problemen geeft het display een alarmcode weer en kan de
Start/Pauze -knop continu knipperen:
Probleem Mogelijke oplossing
31
Het apparaat wordt niet
goed gevuld met water.
Controleer of de waterkraan geopend is.
Controleer of de druk van de watervoorziening niet te laag is. Neem
voor deze informatie contact op met je plaatselijke waterleidingbedrijf.
Controleer of de waterkraan niet verstopt is.
Controleer of er geen knikken, beschadigingen of bochten in de water-
toevoerslang aanwezig zijn.
Zorg ervoor dat de aansluiting van de watertoevoerslang correct is.
Zorg ervoor dat het filter van de toevoerslang en het filter van de klep
niet verstopt zijn. Raadpleeg 'Onderhoud en reiniging'.
De machine pompt
geen water weg.
Controleer of de gootsteenafvoer niet verstopt is.
Controleer of de afvoerslang geen knikken of bochten heeft.
Zorg ervoor dat het afvoerfilter niet verstopt is. Reinig het filter indien
nodig. Raadpleeg 'Onderhoud en reiniging'.
Zorg ervoor dat de aansluiting van de afvoerslang correct is.
Stel het afvoerprogramma in als je een optie instelt die eindigt met wa-
ter in de kuip.
De deur is open of niet
goed gesloten.
Controleer of de deur goed gesloten is.
Interne fout. Geen com-
municatie tussen de
elektronische elementen
van het apparaat.
Het programma werd niet juist voltooid of het apparaat is te vroeg ge-
stopt. Schakel het apparaat uit en weer aan.
Als de alarmcode weer wordt weergegeven, neem je contact op met
een erkende servicedienst.
De stroomtoevoer is
niet stabiel.
Wacht totdat de stroomtoevoer stabiel is.
Als de display andere alarmcodes aangeeft, schakel je het apparaat uit en weer
in. Als het probleem aanhoudt, neem je contact op met de erkende service-
dienst.
Raadpleeg onderstaande tabel voor mogelijke oplossingen in geval van een an-
der probleem met de wasmachine.
Probleem Mogelijke oplossing
Het programma start
niet.
Controleer of de stekker is aangesloten op het stopcontact.
Controleer of de deur van het apparaat gesloten is.
Controleer of er geen beschadigde zekering in het zekeringenkastje is.
Verzeker je ervan dat Start/Pauze bediend is.
Als de optie voor uitgestelde start ingesteld is, annuleer je de instel-
ling of wacht je tot het aftellen voorbij is.
Schakel de kinderbeveiliging uit, als deze actief is.
Controleer de stand van de knop op het gekozen programma.
Het apparaat wordt met
water gevuld, maar dat
wordt onmiddellijk afge-
tapt.
Zorg ervoor dat de afvoerslang zich in de juiste positie bevindt. De
slang kan te laag hangen. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
32
Probleem Mogelijke oplossing
De centrifugeerfase
werkt niet of de wasfase
duurt langer dan nor-
maal.
Zorg ervoor dat het afvoerfilter niet verstopt is. Reinig het filter indien
nodig. Raadpleeg 'Onderhoud en reiniging'.
Pas de kleding in de kuip handmatig aan en start de centrifugeerfase
opnieuw. Dit probleem kan worden veroorzaakt door problemen met
de balans.
Er is water op de vloer.
Verzeker je ervan dat de koppelingen van de waterslangen stevig vast-
zitten en dat er geen waterlekkage is.
Verzeker je ervan dat de watertoevoerslang en de afvoerslang niet be-
schadigd zijn.
Zorg ervoor dat je het juiste wasmiddel en in de juiste hoeveelheid ge-
bruikt.
Je kunt de deur van het
apparaat niet openen.
Verzeker je ervan dat er geen wasprogramma is gekozen dat eindigt
met water in de trommel.
Verzeker je ervan dat het afwasprogramma is afgelopen.
Verzeker je ervan dat het apparaat elektriciteit krijgt.
Dit probleem kan worden veroorzaakt door een storing in het appa-
raat. Neem contact op met de erkende servicedienst.
Als je de deur moet openen, lees je zorgvuldig 'Nooddeuropening'.
De machine maakt ab-
normale geluiden en trilt.
Verzeker je ervan dat deze waterpas staat. Raadpleeg 'Montage-in-
structies'.
Verzeker je ervan dat de verpakking en/of de transportbouten verwij-
derd zijn. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
Voeg meer wasgoed toe aan de trommel. De lading is mogelijk te
klein.
De programmaduur
neemt toe of af tijdens
het draaien van het pro-
gramma.
Het TimeCare System kan de duur van het programma aanpassen aan
het type en de hoeveelheid wasgoed. Zie 'Beladingsdetectie TimeCa-
re System' onder het hoofdstuk 'Dagelijks gebruik'.
De wasresultaten zijn
niet bevredigend.
Verhoog de hoeveelheid wasmiddel of gebruik een ander wasmiddel.
Gebruik speciale producten om hardnekkige vlekken te verwijderen
voordat je het wasgoed wast.
Zorg ervoor dat je de juiste temperatuur instelt.
Verminder de wasgoedlading.
Te veel schuim in de
trommel tijdens de was-
cyclus.
Verminder de hoeveelheid wasmiddel.
Na de wascyclus is er
wat wasmiddel achter-
gebleven in de wasmid-
dellade.
Ga na of de klep zich in de juiste positie bevindt (OMHOOG voor
waspoeder - OMLAAG voor vloeibaar wasmiddel).
Verzeker je ervan dat je het wasmiddelvakje hebt gebruikt volgens de
instructies in deze gebruiksaanwijzing.
Het apparaat droogt
niet of droogt niet goed.
Draai de waterkraan aan.
Verzeker je ervan dat het afvoerfilter niet verstopt is.
Verminder de wasgoedlading.
Verzeker je ervan dat je de juiste cyclus hebt ingesteld. Stel zo nodig
een korte droogtijd opnieuw in.
33
Probleem Mogelijke oplossing
Het wasgoed zit vol met
verschillende kleuren.
De stoffen die zijn gewassen in de vorige cyclus hebben pluisjes van een
andere kleur afgegeven:
De droogfase helpt bij het verwijderen van pluisjes.
Reinig de kleding met een pluisjesverwijderaar.
Als er veel pluis in de trommel zit, moet je het speciale programma ge-
bruiken om deze te reinigen (zie 'Pluisjes in de stoffen' voor meer informa-
tie).
Schakel na de controle de machine in. Het programma wordt voortgezet vanaf
het punt van onderbreking.
Als het probleem opnieuw optreedt, neem je contact op met een erkende servi-
cedienst.
De contactgegevens van de servicedienst staan op het typeplaatje.
NOODDEUROPENING
In het geval van een stroomstoring of
apparaatstoring blijft de deur van het apparaat
vergrendeld. Het wasprogramma gaat verder als er
weer stroom is. Als de deur door een storing
vergrendeld blijft, is het mogelijk om de deur te
openen met een noodontgrendeling.
Voor het openen van de deur:
LET OP! Zorg ervoor dat de
watertemperatuur en het
wasgoed niet heet zijn. Wacht
indien nodig tot de
watertemperatuur en het
wasgoed zijn afgekoeld.
LET OP! Zorg ervoor dat de
trommel niet draait. Wacht indien
nodig tot de trommel stopt met
draaien.
Zorg ervoor dat het waterpeil in
de trommel niet te hoog is. Voer
indien nodig een
noodafvoerprocedure uit (zie
“Water afvoeren in een
noodgeval” in het hoofdstuk
“Onderhoud en reiniging”).
Ga als volgt te werk om de deur te openen:
1. Draai de programmakeuzeknop op
om het
apparaat uit te schakelen.
2. Trek de stekker uit het stopcontact.
3. Open de filterklep.
4. Trek de noodontgrendeling omlaag en open
tegelijkertijd de deur van het apparaat.
5. Haal het wasgoed uit de trommel en sluit de
deur van het apparaat.
6. Sluit het klepje.
34
VERBRUIKSWAARDEN
INLEIDING
Deze gebruikershandleiding rapporteert twee verschillende tabellen
om een geleidelijke overgang van een verordening naar de andere
te bevorderen:
Verordening 96/60/EC, geldig tot 28 februari 2021, heeft be-
trekking op een energielabel met de energie-efficiëntieklassen
van A tot G voor was- en droogcycli.
Verordening EU 2019/2023, geldig vanaf 1 maart 2021, heeft
betrekking op een energielabel dat de energie-efficiëntieklassen
rapporteert, als dubbele schaal van A tot G, voor de volledige
was- en droogcyclus en alleen voor de wascyclus, zoals vastge-
steld in Verordening EU 2019/2014.
Zie de link www.theenergylabel.eu voor gedetailleerde informa-
tie over het energielabel.
De QR-code op het energielabel dat bij het apparaat wordt gele-
verd, biedt een weblink naar de informatie gerelateerd aan de pres-
taties van het apparaat in de EU-EPREL-database. Bewaar het
energielabel ter referentie samen met de gebruikershandleiding en
alle andere documenten die bij dit apparaat worden geleverd.
Het is ook mogelijk om dezelfde informatie in EPREL te vinden via
de link https://eprel.ec.europa.eu en de modelnaam en het pro-
ductnummer die u vindt op het typeplaatje van het apparaat. Raad-
pleeg het hoofdstuk 'Productbeschrijving' voor de positie van het
typeplaatje.
LEGENDA
kg Wasgoed. u:mm Programmaduur.
kWh Energieverbruik. °C Temperatuur in de was.
Liter Waterverbruik. rpm Centrifugeersnelheid.
% Resterend vocht aan het einde van de cyclus. Hoe hoger de centrifugeersnelheid, hoe ho-
ger het geluid en hoe lager het resterende vocht aan het einde van de wascyclus.
Waarden en programmaduur kunnen verschillen afhankelijk van verschillende omstandigheden
(bijv. kamertemperatuur, watertemperatuur en -druk, ladinggrootte en type wasgoed, voe-
dingsspanning) en ook als u de standaardinstelling van een programma wijzigt.
35
VOLGENS VERORDENING (EU) 2019/2023
VAN DE COMMISSIE
Alleen wassen
Eco 40-60 program-
ma
kg kWh Liter u:mm % °C
rpm
1)
Volledige belading 8 1.180 60 3:30 50 46 1551
Halve belading 4 0.780 45 2:40 50 40 1551
Kwartbelading 2 0.475 35 2:40 54 33 1551
1) Maximale centrifugesnelheid.
Was- en droogcyclus
Eco 40-60 program-
ma en kastdroogni-
veau
kg kWh Liter u:mm % °C
rpm
1)
Volledige belading 4 3.215 68 6:15 0 41 1551
Halve belading 2 1.825 48 4:35 0 37 1551
1) Maximale centrifugesnelheid.
OVEREENKOMSTIG RICHTLIJN 96/60/EG
Katoen Eco-programma Lading (kg)
Energiever-
bruik (kWh)
Waterverbruik
(liter)
Gemiddelde
programma-
duur (minuten)
Eco 40-60 bij 60 °C 8 1.08 63 241
VEELVOORKOMENDE PROGRAMMA'S -
ALLEEN WASSEN
Deze waarden zijn slechts indicatief.
Programma kg kWh Liter u:mm % °C
rpm
1)
Katoen
2)
90°C
8 2.15 90 3:25 44 85 1600
36
Programma kg kWh Liter u:mm % °C
rpm
1)
Katoen
60°C
8 1.25 85 3:00 44 55 1600
Katoen
3)
20°C
8 0.35 85 2:45 44 20 1600
Synthetica
40°C
3 0.65 50 1:45 35 40 1200
Fijne was
4)
30°C
2 0.30 40 1:25 35 30 1200
Wol
30°C
1.5 0.25 60 1:05 30 30 1200
1) Referentie-indicator van de centrifugeersnelheid.
2) Geschikt voor het wassen van zwaar vervuild textiel.
3) Geschikt voor het wassen van licht vervuild katoen.
4) Het werkt ook als een snelle wascyclus voor licht vervuild wasgoed.
VEELVOORKOMENDE PROGRAMMA'S -
WASSEN EN DROGEN
Deze waarden zijn slechts indicatief.
Programma kg kWh Liter u:mm % °C
rpm
1)
Synthetica
40°C
3 2.00 75 4:00 1 40 1200
1) Referentie-indicator van de centrifugeersnelheid.
MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het symbool . Gooi
de verpakking in een geschikte afvalcontainer om
het te recycleren. Bescherm het milieu en de
volksgezondheid en recycleer op een correcte
manier het afval van elektrische en elektronische
apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het
symbool niet weg met het huishoudelijk afval.
Breng het product naar het milieustation bij u in de
buurt of neem contact op met de gemeente.
37
*
WWW.ZANUSSI.COM/SHOP
157033510-A-402020
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40

Zanussi ZWDN863TW Handleiding

Type
Handleiding