wasprestaties, maar helpt ook om verspilling te
voorkomen en het milieu te beschermen:
• Gebruik uitsluitend wasmiddelen en andere
middelen die speciaal bedoeld zijn voor
wasmachines. Volg eerst deze algemene regels:
– waspoeder voor alle soorten weefsels, met
uitzondering van fijne was. Kies bij voorkeur
voor waspoeder met bleekmiddel voor witte
was en hygiënisch wassen,
– vloeibare wasmiddelen, voor
wasprogramma's op lage temperatuur (max.
60 °C) voor alle weefselsoorten of speciale
middelen voor wollen artikelen.
• De keuze en hoeveelheid wasmiddel zal
afhangen van: type stof (delicaat, wollen,
katoen, enz.), de kleur van de kleding, de grootte
van de lading, de mate van vervuiling,
wastemperatuur en hardheid van het gebruikte
water.
• Volg de aanwijzingen op de verpakking van het
wasmiddel of de andere toevoegingen zonder
het aangegeven maximumniveau ( ) te
overschrijden.
• Vermeng geen verschillende soorten wasmiddel
met elkaar.
• Gebruik minder wasmiddel als:
– u een kleine lading wast,
– het wasgoed licht vervuild is,
– er grote hoeveelheden schuim zijn tijdens
het wassen.
• Bij het gebruik van wasmiddeltabletten of -pods,
plaatst u ze altijd in de trommel, niet in het
wasmiddeldoseerbakje.
Onvoldoende wasmiddel kan leiden tot de
volgende dingen:
• onbevredigende wasresultaten,
• het wasgoed dat grijs wordt,
• vettige kleding,
• schimmel in het apparaat.
Overmatig wasmiddel kan leiden tot de
volgende dingen:
• schuimen,
• verminderd waseffect,
• ontoereikend spoelen,
• een grotere impact op het milieu.
MILIEUTIPS
Om water en energie te besparen en om het milieu
te helpen beschermen, raden wij u aan de volgende
tips ter harte te nemen:
• Normaal vuile was kan zonder voorwas
worden gewassen om wasmiddel, water en tijd
te besparen (ook het milieu wordt zo
beschermd!)
• Door het apparaat te laden tot de maximale
capaciteit die voor elk programma is
aangegeven, wordt het energie- en
waterverbruik verminderd.
• Met de juiste voorbehandeling kunnen vlekken
en vuil worden verwijderd; het wasgoed kan dan
op een lagere temperatuur worden gewassen.
• Om de juiste hoeveelheid wasmiddel te
gebruiken, raadpleegt u de hoeveelheid
voorgesteld door de producent van het
wasmiddel en controleert u de waterhardheid
van uw huishoudelijk systeem. Zie
"Waterhardheid".
WATERHARDHEID
Als de waterhardheid in uw gebied hoog of
gemiddeld is, raden we u het gebruik van
waterverzachter voor wasautomaten aan. In
gebieden waar de waterhardheid zacht is, is het
gebruik van een waterverzachter niet nodig.
Neem contact op met het plaatselijke
waterleidingbedrijf voor de waterhardheid in uw
gebied.
Gebruik de juiste hoeveelheid van de
waterverzachter. Volg altijd de instructies die u vindt
op de verpakking van het product.
DE DROOGFASE VOORBEREIDEN
• Draai de waterkraan open.
• Controleer of de afvoerslang goed is
aangesloten. Zie het hoofdstuk over de
installatie voor meer informatie.
• Raadpleeg voor informatie over de maximale
wasgoedlading bij droogprogramma's de
droogprogrammatabel.
ITEMS DIE NIET GESCHIKT ZIJN VOOR DE
DROGER
Stel voor dit wasgoed geen droogprogramma
in:
• Synthetische gordijnen.
• Kledingstukken met metalen invoegstukken.
• Nylon kousen.
• Dekbedden.
• Bedspreien.
• Dekbedovertrekken.
• Anoraks.
• Slaapzakken.
• Stoffen met restjes haarspray, nagellakremover
of iets dergelijks.
• Kledingstukken met schuimrubber of met
materialen die hierop lijken.
WASVOORSCHRIFTEN IN DE KLEDING
Bij het drogen van uw wasgoed moet u zich
houden aan de voorschriften van de fabrikant:
26