AEG L7WE96ES Handleiding

Type
Handleiding
USER
MANUAL
NL Gebruiksaanwijzing
Was-droogcombinatie
L7WE96ES
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE.........................................................................................3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN.................................................................................6
3. MONTAGE ..................................................................................................................7
4. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT......................................................................12
5. BEDIENINGSPANEEL............................................................................................... 13
6. DRAAIKNOP EN KNOPPEN.....................................................................................15
7. PROGRAMMA’S ....................................................................................................... 17
8. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT....................23
9. INSTELLINGEN..........................................................................................................23
10. DAGELIJKS GEBRUIK - ALLEEN WASSEN........................................................... 24
11. DAGELIJKS GEBRUIK - WASSEN & DROGEN.....................................................29
12. DAGELIJKS GEBRUIK - ALLEEN DROGEN...........................................................30
13. PLUISJES OP KLEDING.......................................................................................... 31
14. AANWIJZINGEN EN TIPS...................................................................................... 32
15. ONDERHOUD EN REINIGING...............................................................................34
16. PROBLEEMOPLOSSING.........................................................................................38
17. VERBRUIKSGEGEVENS.......................................................................................... 42
18. TECHNISCHE GEGEVENS..................................................................................... 43
19. ACCESSOIRES.........................................................................................................43
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen
om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het
leven gemakkelijker helpen maken met functies die gewone apparaten wellicht
niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er
optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en
onderhoudsinformatie:
www.aeg.com/webselfservice
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens
bij de hand hebt: model, productnummer, serienummer.
Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
www.aeg.com
2
Wijzigingen voorbehouden.
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt
door een verkeerde installatie of verkeerd gebruik.
Bewaar de instructies altijd op een veilige en
toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente
invaliditeit.
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens
of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Kinderen van 3 jaar en jonger moeten tijdens de
werking van dit apparaat altijd uit te buurt worden
gehouden.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en
gooi het op passende wijze weg.
Houd reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als de deur open is.
Als het apparaat is voorzien van een kinderbeveiliging,
dan dient dit geactiveerd te worden.
Reiniging en onderhoud van het apparaat mag niet
worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht.
NEDERLANDS
3
1.2 Algemene veiligheid
De specificatie van het apparaat mag niet worden
veranderd.
Het apparaat dient geïnstalleerd te worden als een
vrijstaand product of onder het aanrecht als daar
genoeg ruimte voor is.
Installeer het apparaat niet achter een vergrendelbare
deur, een schuifdeur of een deur met een scharnier
aan de tegenovergestelde zijde, waardoor de deur
van het apparaat niet volledig geopend kan worden.
Steek de stekker pas in het stopcontact als de
installatie is voltooid. Zorg ervoor dat de hoofdstekker
na installatie toegankelijk is.
De ventilatie-openingen in de onderkant (indien van
toepassing) mogen niet worden afgedekt door tapijt,
een mat of andere soorten vloerbedekking.
WAARSCHUWING: Het apparaat mag niet van stroom
worden voorzien door een extern schakelapparaat,
zoals een tijdklok, of aangesloten worden op een
circuit dat door het elektriciteitsbedrijf regelmatig aan
en uit wordt geschakeld.
Zorg voor een goede luchtventilatie in de ruimte waar
het apparaat geïnstalleerd is, om het terugstromen
van ongewenste gassen van apparaten in de ruimte
die op gas of andere brandstoffen werken, zoals open
haarden, te voorkomen.
De lucht mag niet worden afgevoerd via een kanaal
dat wordt gebruikt voor uitlaatgassen van apparaten
die gas of andere brandstoffen verbranden.
De waterdruk bij het watertoevoerpunt van de
aansluiting moet liggen tussen 0,5 bar (0,05 MPa) en 8
bar (0,8 MPa).
Overschrijd het maximale laadvermogen van 9 kg niet
(raadpleeg hoofdstuk "Programmaschema").
Het apparaat moet op de waterleiding worden
aangesloten met de nieuwe meegeleverde slangsets,
www.aeg.com
4
of andere nieuwe slangsets geleverd door het
geautoriseerd servicecentrum.
Oude slangsets mogen niet opnieuw worden
gebruikt.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant,
een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd
persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties
te voorkomen.
Veeg eventuele pluisjes of verpakkingsafval die zich
rondom het apparaat hebben opgehoopt, weg.
Artikelen die zijn bevuild met stoffen als plantaardige
of minerale olie, aceton, alcohol, benzine, kerosine,
vlekkenverwijderaars, terpentine, boenwas en
boenwasverwijderaars dienen alvorens in de was/
droogcombinatie te worden gedroogd, afzonderlijk te
worden gewassen met een extra hoeveelheid
wasmiddel.
Het apparaat mag niet worden gebruikt als de items
vervuild zijn met industriële chemische
reinigingsmiddelen.
Droog geen ongewassen artikelen in de wasdroger.
Artikelen van schuimrubber (latexschuim),
douchemutsjes, waterdichte kleding, artikelen met
een rubberen binnenkant en kleding of kussens met
een vulling van schuimrubber dienen niet in de was/
droogcombinatie te worden gedroogd.
Wasverzachters of soortgelijke producten dienen te
worden gebruikt zoals aangegeven in de instructies
van de fabrikant van het product.
Verwijder alle voorwerpen van items die een
ontstekingsbron kunnen zijn zoals aanstekers of
lucifers.
Stop een was/droogcombinatie nooit voor het einde
van een droogcyclus, tenzij alle voorwerpen snel uit
de trommel verwijderd en uitgehangen worden, zodat
de restwarmte snel verdwijnt.
Het laatste deel van een was/droogcombinatiecyclus
vindt plaats zonder warmte (koelcyclus) om ervoor te
NEDERLANDS
5
zorgen dat de artikelen uiteindelijk een temperatuur
hebben waarbij is gewaarborgd dat de artikelen niet
worden beschadigd.
Gebruik geen waterstralen onder druk en/of stoom
om het apparaat te reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige doek.
Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het
stopcontact voordat u onderhoudshandelingen
verricht.
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Montage
Volg de installatie-instructies op die
zijn meegeleverd met het apparaat.
Het apparaat moet bij het verplaatsen
altijd rechtop worden gehouden.
Zorg dat er lucht tussen het apparaat
en de vloer kan circuleren.
Verwijder de verpakking en de
transportbouten.
Zorg ervoor dat de vloer van de plaats
waar u het apparaat installeert, vlak,
stabiel, hittebestendig en schoon is.
Bewaar de transportbouten op een
veilige plaats. Als het apparaat
verplaatst moet worden in de
toekomst, moeten ze opnieuw
bevestigd worden om de trommel te
vergrendelen om interne schade te
voorkomen.
Wees altijd voorzichtig bij het
verplaatsen van het apparaat omdat
het zwaar is. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten
schoeisel.
Installeer en gebruik geen
beschadigd apparaat.
Plaats het apparaat niet op een plek
waar de deur niet helemaal open kan.
Pas de stelvoeten aan om de nodige
ruimte tussen het apparaat en de
vloer te creëren.
Als het apparaat op zijn permanente
plaats is, moet u nagaan of het
waterpas staat. Is dit niet het geval,
stel de stelpootjes dan
overeenkomstig af.
2.2 Aansluiting aan het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
Raak de stroomkabel of stekker niet
aan met natte handen.
Dit apparaat voldoet aan de EU-
richtlijnen.
2.3 Wateraansluiting
Beschadig de waterslangen niet.
Indien buizen lang niet zijn gebruikt,
er reparaties hebben plaatsgevonden
of er nieuwe apparaten zijn geplaatst
(watermeters, enz.), moet u, voordat
de nieuwe buizen worden
aangesloten, het water laten stromen
tot het schoon en helder is.
www.aeg.com
6
Zorg ervoor dat er geen zichtbare
waterlekken zijn tijdens en na het
eerste gebruik van het apparaat.
2.4 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel,
elektrische schokken, brand,
brandwonden en schade aan
het apparaat.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
voor huishoudelijk gebruik.
Plaats geen ontvlambare producten
of gerechten die vochtig zijn gemaakt
met ontvlambare producten in, bij of
op het apparaat.
Raak het glas van de deur niet aan als
een programma in werking is. Het
glas kan heet worden.
Droog geen beschadigde
(gescheurde, gerafelde) kleding met
vulling of voering.
Als het wasgoed is gewassen met een
vlekkenverwijderaar, voer dan een
extra spoelgang uit voordat u met
een droogcyclus begint.
Zorg ervoor dat alle metalen
voorwerpen uit het wasgoed
verwijderd zijn.
Droog uitsluitend stoffen die geschikt
zijn om in de wasdroogcombinatie te
drogen. Volg de instructies op het
wasvoorschrift in de kleding.
Voorwerpen van kunststof die niet
hittebestendig zijn.
Als u een wasbol heeft gebruikt,
verwijder deze dan voordat u een
droogprogramma start.
Gebruik geen wasbol wanneer u
een non-stopprogramma instelt.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of schade
aan het apparaat.
Ga niet op de open deur zitten of
staan.
Droog geen druipnatte
kledingstukken in het apparaat.
2.5 Verwijdering
Haal de stekker uit het stopcontact en
koppel het apparaat los van de
watertoevoer.
Snijd het netsnoer vlak bij het
apparaat af en gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling om
te voorkomen dat kinderen of
huisdieren binnen in de trommel vast
komen te zitten.
Gooi het apparaat weg conform de
lokale voorschriften voor de
verwijdering van elektrische en
elektronische apparatuur (AEEA).
3.
MONTAGE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
3.1 Uitpakken
WAARSCHUWING!
Verwijder de verpakking en
de transportbouten
helemaal voordat u het
apparaat installeert.
WAARSCHUWING!
Gebruik de handschoenen.
1. Verwijder de uitwendige film.
Gebruik indien nodig een
snijgereedschap.
2. Verwijder de kartonnen bovenzijde
en het verpakkingsmateriaal van
polystyreen.
NEDERLANDS
7
3. Verwijder de inwendige film.
4. Open de klep en verwijder het
polystyreenstuk van de
klepvergrendeling en alle
voorwerpen van de trommel.
5. Trek het apparaat voorzichtig omlaag
met de achterzijde erop.
6. Plaats het voorste
polystyreenverpakkingselement op
de vloer onder het apparaat.
Let op dat u de slangen
niet beschadigt.
7. Verwijder de
polystyreenbescherming van de
bodem.
1
2
8. Trek het apparaat omhoog in
verticale positie.
9. Verwijder de elektrische
voedingskabel en de afvoerslang van
de slanghouders.
U ziet mogelijk water dat
uit de afvoerslang loopt.
Dit komt doordat het
apparaat in de fabriek
met water is getest.
www.aeg.com8
10. Verwijder de drie bouten met de
sleutel die bij het apparaat geleverd
is.
11. Trek de plastic vulstukken uit.
12. Plaats de plastic doppen die u in de
zak met de gebruiksaanwijzing vindt
in de openingen.
We adviseren om de
verpakking en de
transportbouten te bewaren
voor mogelijk later gebruik.
3.2 Plaatsing en waterpas
zetten
1. Installeer het apparaat op een vlakke
harde vloer.
Zorg ervoor dat de
vloerbedekking de
luchtcirculatie onder het
apparaat niet stopt.
Zorg ervoor dat het
apparaat geen muren of
andere apparaten raakt.
2. Gebruik de stelvoetjes om het
apparaat waterpas te zetten.
WAARSCHUWING!
Plaats geen karton, hout of
vergelijkbare materialen
onder de voeten van het
apparaat om deze waterpas
te stellen.
x4
Het apparaat moet waterpas en stabiel
staan.
Een juiste afstelling van het
apparaat voorkomt trillingen
en lawaai en het bewegen
van het apparaat als deze in
bedrijf is.
3.3 De toevoerslang
1. Sluit de watertoevoerslang aan op de
achterkant van het apparaat.
NEDERLANDS
9
2. Plaats hem naar rechts of links
afhankelijk van de positie van de
waterkraan.
20
O
20
O
45
O
45
O
Zorg ervoor dat de
toevoerslang niet verticaal is
geplaatst.
3. Maak indien nodig de ringmoer los
om hem in de juiste stand te zetten.
4. Sluit de watertoevoerslang aan op
een koudwaterkraan met 3/4"-
schroefdraad.
LET OP!
Zorg ervoor dat de
koppelingen niet lekken.
Gebruik geen verlengslang
als de toevoerslang te kort
is. Neem contact op met de
klantenservice voor
vervanging van de
toevoerslang.
3.4 Waterstop
De watertoevoerslang is voorzien van
een waterstop. Dit toestel voorkomt
lekkage in de slang door natuurlijke
slijtage.
Het rode gedeelte in het venster «
A»
toont deze storing.
A
Als dit gebeurt, draait u de kraan dicht
en neemt u contact op met de erkende
klantenservice om de slang te laten
vervangen.
3.5 Waterafvoer
De afvoerslang moet rechtstreeks in een
afvoerpijp op een hoogte van niet
minder dan 60 cm en niet meer dan 100
cm worden geplaatst.
U kunt de afvoerslang
maximaal 400 cm verlengen.
Neem contact op met de
erkende klantenservice voor
de andere afvoerslang en
het verlengstuk.
De afvoerslang kan op verschillende
manieren worden aangesloten:
1. Maak een U-vorm van de afvoerslang
en plaats hem rond de plastic
slanggeleider.
2. Aan de rand van een gootsteen -
Maak de geleider vast aan de
waterkraan of aan de wand.
Zorg dat de plastic geleider
niet kan bewegen als het
apparaat water afvoert.
www.aeg.com10
Zorg ervoor dat het uiteinde
van de afvoerslang niet in
water is ondergedompeld.
Er kan een vuil water
teruglopen in het apparaat.
3. Op een staande leiding met een
ventilatiegat - Steek de afvoerslang
direct in een afvoerleiding. Zie de
illustratie.
Het einde van de
afvoerslang moet altijd
geventileerd zijn, d.w.z. dat
de binnendiameter van de
afvoerpijp (min. 38 mm -
min. 1.5") groter moet zijn
dan de buitendiameter van
de afvoerslang.
4. Als het uiteinde van de afvoerslang
er zo uitziet (zie de afbeelding), dan
kunt u het direct in de standpijp
plaatsen.
5. Zonder de plastic slanggeleider
aan een gootsteenafvoer - Doe de
afvoerslang in de gootsteenafvoer en
zet deze vast met een klem. Zie de
illustratie.
Zorg dat de afvoerslang een
bocht maakt om te
voorkomen dat deeltjes uit
de gootsteen in het
apparaat komen.
6. Plaats de slang direct op een
ingebouwde afvoerleiding in de
kamerwanden zet vast met een
klem.
NEDERLANDS
11
4. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
4.1 Overzicht van het apparaat
1 2 3
9
5
6
7
4
10
8
11 12
1
Bovenblad
2
Wasmiddellade
3
Bedieningspaneel
4
Handgreep
5
Typeplaatje
6
Filter afvoerpomp
7
Voetjes voor het waterpas zetten van
het apparaat
8
Afvoerslang
9
Aansluiting van de
watertoevoerslang
10
Netsnoer
11
Transportbouten
12
Slangensteun
www.aeg.com12
5. BEDIENINGSPANEEL
5.1 Beschrijving bedieningspaneel
2
3
6
12 11 10 8
1
4
5
7
9
1
Programmadraaiknop
2
Display
3
Droogtijdtoets (Tijd)
4
Droogniveautoets (Droogtegraad)
5
Tiptoets was- en droogmodus
(Modus)
Wassen
Drogen
6
Start/Pauze tiptoets (Start/Pauze)
7
Tiptoets antivlekbehandeling en
voorwas (Vlekken/Voorwas)
Vlekken
Voorwas
8
Startuitstel tiptoets (Startuitstel )
9
Tiptoets tijdsbesparing (Tijd
besparen)
10
Kort centrifugeren-aanraaktoets
(TPM)
Pompen
Centrifugeren
11
Temperatuuraanraaktoets (Temp.)
12
Drukknop aan/uit (Aan/Uit)
5.2 Display
NEDERLANDS 13
Controlelampje maximum belading. Het symbool knippert tijdens
het schatten van de wasgoedbelading (zie het hoofdstuk 'PROSENSE-
beladingsdetectie').
Controlelampje wasgoedgewicht. Knippert als de wasgoedbelading de
maximum toegestane belading van het geselecteerde programma
overschrijdt. Als u een programma draait terwijl de trommel is overla-
den, knippert aan het einde van het programma ook .
Droogtijdindicatielampje.
Controlelampje klep gesloten.
Het controlelampje kan aangeven:
Programmaduurtijd (bijv. , was- en/of droogfase).
Vertragingstijd (bijv. of ).
Einde cyclus ( ).
Waarschuwingscode (bijv. ).
Aanduiding wasfase: deze knippert tijdens de voorwas en de wasfase.
Spoelfase-indicatielampje. Deze knippert tijdens de spoelfase.
De permanente optie Extra spoelen:
- een extra spoelbeurt.
- twee extra spoelbeurten.
Controlelampje centrifugeer- en aftapgang. Knippert tijdens het centri-
fugeren en aftappen.
Controlelampje stoomgang.
Droogfase-indicatielampje.
Controlelampje kinderbeveiliging.
Controlelampje temperatuur. Het controlelampje gaat branden als
koude was gekozen is.
Controlelampje centrifugetoerental.
Strijkdroogindicatielampje.
Kastdroogindicatielampje.
Extradroogindicatielampje.
www.aeg.com14
6. DRAAIKNOP EN KNOPPEN
6.1 Aan/Uit
Druk een paar seconden op deze knop
te drukken kunt u het apparaat in- of
uitschakelen. Er klinken twee
verschillende geluiden als het apparaat
in- of uitgeschakeld wordt.
Omdat de stand-by-functie het apparaat
automatisch uitschakelt om het
energiegebruik in een aantal gevallen te
beperken, moet u het apparaat wellicht
weer inschakelen.
Raadpleeg de paragraaf over stand-by in
het hoofdstuk 'Dagelijks gebruik' voor
meer informatie.
6.2 Inleiding
Niet alle opties en functies
zijn beschikbaar voor alle
wasprogramma's.
Controleer de
verenigbaarheid van de
opties en functies met de
wasprogramma's in het
'Programmaoverzicht'. Een
optie of functie kan een
andere uitsluiten. In zo'n
geval staat het apparaat niet
toe dat u de onverenigbare
opties of functies samen
instelt.
6.3 Temp.
Wanneer het gewenste programma is
gekozen, stelt uw machine automatisch
een standaard temperatuur voor.
Raak deze toets herhaaldelijk aan totdat
de gewenste temperatuur op het display
verschijnt.
Als het display de volgende
aanduidingen en weergeeft,
verwarmt het apparaat het water niet.
6.4 TPM
Als u een programma instelt, stelt het
apparaat automatisch de maximaal
toegestane centrifugeersnelheid in.
Raak deze toets herhaaldelijk aan om:
Het centrifugeersnelheid in te
stellen.
De display toont alleen
de centrifugesnelheden
die voor het ingestelde
programma beschikbaar
zijn.
Stel de optie Pompen in (overslaan
van de was-, spoel- en
centrifugeerfasen) .
Het apparaat voert alleen de
pompfase van het gekozen
wasprogramma uit.
Het display toont de aanduiding
(koud), en de aanduiding (niet
centrifugeren) en de aanduiding .
Stel de optie Centrifugeren in
(overslaan van de was- en
spoelfasen) .
Het apparaat voert alleen de
centrifugeerfase van het gekozen
wasprogramma uit.
Het display toont de aanduiding
(koud), en de faseaanduiding en
de centrifugeersnelheid.
Kies een programma met
een lagere
centrifugeersnelheid als
standaard als het
noodzakelijk is de
centrifugeersnelheid te
verminderen.
6.5 Vlekken/Voorwas
Druk meerdere malen op deze knop om
een van de twee opties te activeren.
De overeenkomstige indicatie verschijnt
op het display.
Vlekken
Kies deze optie om een fase voor
vlekken aan het programma toe te
voegen en het zwaar vervuilde of
bevlekte wasgoed met
vlekkenverwijderaar te behandelen.
Doe de vlekkenverwijderaar in het vak
. De vlekkenverwijderaar wordt in
de geschikte fase van het
wasprogramma toegevoegd.
NEDERLANDS
15
Deze optie is niet
beschikbaar bij een
temperatuur lager dan 40
°C.
Voorwas
Gebruik deze functie om een
voorwasfase op 30°C toe te voegen
voor de wasfase.
Deze optie wordt aanbevolen voor
zwaar vervuild wasgoed, met in het
bijzonder zand, stof, modder en
andere vaste deeltjes.
Deze optie kan de duur van
het programma verlengen.
6.6 Startuitstel
Met deze optie kunt u het starten van
een programma uitstellen naar een
handiger tijdstip.
Tik herhaaldelijk op de knop om de
gewenste uitsteltijd in te stellen. De tijd
wordt met stappen van 30 minuten
verhoogd tot 90' en van 2 tot maximaal
20 uur.
Na het starten van de cyclus met de
knop Start/Pauze geeft het display de
gekozen uitsteltijd weer en begint het
apparaat met aftellen.
6.7 Tijd besparen
Met deze optie kunt u de
programmaduur inkorten.
Bij normaal of licht vervuild wasgoed
wordt het aanbevolen het
wasprogramma in te korten. Raak
deze knop eenmaal aan om de
tijdsduur te verminderen.
Raak bij een kleinere lading deze
knop tweemaal aan om een extra
kort programma in te stellen.
Op het display wordt de programmaduur
overeenkomstig aangepast.
Als deze knop wordt ingesteld, gaat het
led boven de knop branden.
Deze optie kan ook worden
gebruikt om de duur van het
Stoom-programma te
verkorten.
6.8 Tijd
Druk op deze toets om op basis van de
stofsoort in te stellen hoe lang de was
moet drogen (raadpleeg tabel
"Tijddrogen"). De ingestelde waarde
wordt in het display weergegeven.
Telkens als u deze toets indrukt wordt de
droogtijd met 5 minuten verlengd.
U kunt niet alle tijdwaarden
voor de verschillende
stofsoorten instellen.
6.9 Droogtegraad
Druk op deze toets om automatisch het
droogniveau van uw wasgoed in te
stellen.
Op het display gaat de relevante
droogindicator branden:
Strijkdroog: wasgoed dat
wordt gestreken.
Kastdroog: wasgoed dat
wordt opgeborgen.
Extra droog: wasgoed
wordt volledig gedroogd.
U kunt niet alle niveaus
voor alle stofsoorten
automatisch instellen.
6.10 Modus
Dankzij deze knop kan een cyclus het
volgende uitvoeren:
Alleen wassen : Het lampje Wassen
brandt.
Wassen en drogen : lampjes Wassen
en Drogen gaan branden.
Alleen drogen : Het lampje Drogen
brandt.
6.11 Start/Pauze
Raak toets Start/Pauze aan om het
draaiende programma te starten, te
pauzeren of te onderbreken.
www.aeg.com
16
7. PROGRAMMA’S
7.1 Programmaoverzicht
Programma Programmabeschrijving
Wasprogramma's
Katoen
Wit en bont katoen. Normaal vervuild en licht vervuild.
Katoen Eco
Wit en bont katoen. Normaal vervuild en licht vervuild.
Katoen ECO programma. Dit programma op 60°C met een la-
ding van 9 kg is het referentieprogramma voor de gegevens
die op het energielabel staan, in overeenstemming met de EG
92/75-normen. Stel dit programma in voor een goed wasresul-
taat en om het stroomverbruik te verlagen. De tijd van het was-
programma wordt verlengd.
Synthetica
Synthetische of gemengde stoffen. Normale vervuiling.
Fijne was
Fijne stoffen zoals acryl, viscose en gemengde stoffen heb-
ben een milde wasbeurt nodig. Normale vervuiling.
Wol/Handwas
Machinewasbestendige wol, handwasbestendige wol en
andere stoffen voorzien van het symbool «handwas».
1)
Outdoor
Gebruik geen wasverzachter en zorg ervoor
dat er geen wasverzachter resten in de was-
middeldoseerlade achter zijn gebleven.
Buitenkleding, technische kleding, sportkleding, waterbe-
stendige en ademende jassen, jassen met een verwijderba-
re fleecelaag of binnenvoering.
Door een non-stop was- en droogprogramma
te draaien, dient de droogfase ook als een
hersteller van de waterafstootbaarheid. Zorg
ervoor dat het verzorgingsetiket aangeeft dat
het kledingstuk mag worden gedroogd in de
wasdroger.
Anti-Allergie
Witte katoenen kleding. Dit programma verwijdert micro-or-
ganismes dankzij een wasfase met een temperatuur die gedu-
rende een aantal minuten boven de 60°C wordt gehouden. Dit
helpt in de verwijdering van ziektekiemen, bacteriën, micro-or-
ganismen en andere deeltjes. Een extra spoelbeurt zorgt voor
een juiste verwijdering van wasmiddelresten en pollen/allergie
veroorzakende stoffen. Op die manier is het wassen effectie-
ver.
Was- en droogprogramma
NEDERLANDS 17
Programma Programmabeschrijving
NonStop 60min
Compleet programma samengesteld uit wasfase en droogfase
voor een kleine lading met gemengde stoffen (katoenen en
synthetische stoffen).
Ook verschijnt de indicator op het display.
Stoomprogramma
Stoom
Stoomprogramma's
2)
Stoom kan worden gebruikt voor droge, gewassen of een-
maal gedragen wasgoed. Deze programma's kunnen kreu-
kels en luchtjes verminderen en het wasgoed zachter ma-
ken.
Gebruik nooit een wasmiddel. Verwijder vlekken indien no-
dig door te wassen of plaatselijk vlekkenverwijderaar te ge-
bruiken.
Stoomprogramma's hebben geen hygiënische cyclus.
Stel het stoomprogramma niet in voor dit type kleding:
Kleding die bij een temperatuur lager dan 40°C gewassen
moet worden.
Kleding waar op het wasvoorschrift niet staat of het ge-
schikt is voor de droger.
Kleding met stukjes plastic, metaal, hout of dergelijke ma-
terialen.
Extra programma´s
Spoelen
Om het wasgoed te spoelen en te centrifugeren. Alle stoffen,
behalve wol en zeer delicate stoffen. Verlaag de centrifugeer-
snelheid afhankelijk van het type wasgoed.
1)
Tijdens deze cyclus draait de trommel langzaam om voorzichtig te wassen. Het kan lijken alsof de
trommel niet draait of niet goed draait. Dit is echter normaal voor dit programma.
2)
Als u een stoomprogramma instelt met gedroogde was, zal de was aan het eind van de cyclus vochtig
aanvoelen. Het is beter om de kleren ongeveer 10 minuten in de frisse lucht te drogen om de vochtig-
heid te laten verdampen. Voor optimaal resultaat dient u het wasgoed na afloop van het programma me-
teen uit de trommel te halen. Na een stoomcyclus kunt u de items toch nog strijken, maar dan uiteraard
met veel minder moeite.
Programmatemperatuur, maximum centrifugetoerental en maximum belading
Programma Standaard tem-
peratuur
Temperatuurbe-
reik
Maximale centrifu-
geersnelheid
Bereik centrifugeer-
snelheid
Maximale lading
Wasprogramma's
www.aeg.com18
Programma Standaard tem-
peratuur
Temperatuurbe-
reik
Maximale centrifu-
geersnelheid
Bereik centrifugeer-
snelheid
Maximale lading
Katoen
40 °C
95 °C - Koud
1600 tpm
1600 tpm - 400 tpm
9 kg
Katoen Eco
40°C
60°C - 40 °C
1600 tpm
1600 tpm - 400 tpm
9 kg
Synthetica
40 °C
60 °C - Koud
1200 tpm
1200 tpm - 400 tpm
4 kg
Fijne was
40 °C
40 °C - Koud
1200 tpm
1200 tpm - 400 tpm
4 kg
Wol/Handwas
40 °C
40 °C - Koud
1200 tpm
1200 tpm - 400 tpm
1.5 kg
Outdoor
30 °C
40 °C - Koud
1200 tpm
1200 tpm - 400 tpm
2 kg
Anti-Allergie
60 °C
1600 tpm
1600 tpm - 400 tpm
9 kg
NonStop 60min
30 °C
40 °C - 30 °C
1200 tpm
1200 tpm - 1000 tpm
1 kg
Stoom
1.5 kg
Spoelen
1600 tpm
1600 tpm - 400 tpm
9 kg
Toepasbaarheid programma-opties
Programma
Katoen
Katoen Eco
Synthetica
Fijne was
Wol/Handwas
Outdoor
Anti-Allergie
NonStop 60min
Stoom
Spoelen
Opties
TPM
NEDERLANDS 19
Programma
Katoen
Katoen Eco
Synthetica
Fijne was
Wol/Handwas
Outdoor
Anti-Allergie
NonStop 60min
Stoom
Spoelen
Opties
Pompen
Centrifugeren
Extra Spoelen
Voorwas
Vlekken
1)
Startuitstel
Tijd besparen
2)
Tijd
Droogtegraad
1)
Deze optie is niet beschikbaar bij een temperatuur lager dan 40°C.
2)
Als u een kortste cyclusduur instelt, adviseren wij u de grootte van de lading te verminderen. Het is
mogelijk om de volledige lading te gebruiken, maar het wasresultaat kan dan minder bevredigend zijn.
www.aeg.com20
7.2 Woolmark Apparel Care -
Blauw
De wolwascyclus van de machine is
goedgekeurd door Woolmark voor
het wassen van wollen kleding met
een wasetiket voor de handwas, mits
de kledingstukken worden gewassen
volgens de instructies op het etiket in
het kledingstuk en die van de
fabrikant van deze wasmachine.
M1230
De droogcyclus voor wol van deze
machine is getest en goedgekeurd
door de Woolmark Company. De
cyclus is geschikt voor wollen kleding
die volgens het etiket op de hand
moet worden gewassen op
voorwaarde dat de kleding op een
door Woolmark aangeraden manier
op de hand gewassen is en gedroogd
wordt volgens de instructies van de
fabrikant. M1224
In het VK, Ierland, Hong Kong en India is
het Woolmark-symbool is een
certificeringshandelsmerk.
7.3 Automatisch drogen
Droogheidsniveau Soort stof Lading
Extra droog
Artikelen van badstof
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoeken,
etc.)
tot 6 kg
Kastdroog
1)
Voor spullen die opgeruimd worden
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoeken,
etc.)
tot 6 kg
Synthetische en gemengde
stoffen
(truien, blouses, ondergoed,
huishoudlinnen)
tot 4 kg
Fijne stoffen
(acryl, viscose en fijne ge-
mengde stoffen)
tot 2 kg
Wollen artikelen
(wollen truien)
tot 1 kg
Buitensportkleding
(buitenkleding, technische
en sportkleding, waterproof
en ademende jassen, jacks)
tot 2 kg
NEDERLANDS 21
Droogheidsniveau Soort stof Lading
Strijkdroog
Geschikt voor artikelen die gestre-
ken moeten worden
Katoen en linnen
(lakens, tafellakens, over-
hemden, etc.)
tot 6 kg
1)
Aanwijzingen voor testinstituten Testprestaties, volgens EN 50229, moeten worden uitgevoerd met
de EERSTE drooglading van de maximale droogcapaciteit (samenstelling volgens EN61121) door selec-
tie van het programma AUTOMATISCH KASTDROOG voor katoen eco. De TWEEDE drooglading met de
restlading moet worden getest door selectie van het programma AUTOMATISCH KASTDROOG voor
katoen eco.
7.4 Ingestelde droogtijd
Droogheidsni-
veau
Soort stof Bela-
ding
(kg)
Cen-
trifu-
gesnel-
heid
(tpm)
Voorge-
stelde
duur
(min)
Extra droog
Artikelen van
badstof
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoeken, etc.)
6 1600 245 - 265
4 1600 165 - 185
2 1600 125 - 135
Kastdroog
Voor spullen die
opgeruimd wor-
den
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoeken, etc.)
6 1600 235 - 255
4 1600 155 - 175
2 1600 115 - 125
Synthetische en gemengde stoffen
(truien, blouses, ondergoed, huishoudlin-
nen)
4 1200 135 - 145
1 1200 40 - 50
Fijnwas
(acryl, viscose en fijne gemengde stoffen)
2 1200 150
Wol
(wollen truien)
1 1200 110 - 130
Buitensportkleding
(buitenkleding, technische en sportkle-
ding, waterproof en ademende jassen,
jacks)
2 1200 160
Strijkdroog
Geschikt voor ar-
tikelen die ge-
streken moeten
worden
Katoen en linnen
(lakens, tafellakens, overhemden, etc.)
6 1600 170 - 190
4 1600 105 - 125
2 1600 75 - 85
www.aeg.com22
8. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE
KEER GEBRUIKT
1. Zorg ervoor dat alle transportbouten
uit het apparaat zijn verwijderd.
2. Zorg ervoor dat er stroom aanwezig
is er dat de waterkraan openstaat.
3. Giet 2 liter water in het vakje voor het
hoofdwasmiddel dat wordt
aangegeven met .
Deze handeling activeert het
afvoersysteem.
4. Giet een kleine hoeveelheid
wasmiddel in het vak dat wordt
aangegeven met .
5. Stel het programma voor katoen in
op de hoogste temperatuur zonder
wasgoed in de trommel en start het
programma.
Dit verwijdert al het mogelijke vuil uit de
trommel en de kuip.
9. INSTELLINGEN
9.1 Kinderslot
Met deze optie kunt u voorkomen dat
kinderen met het bedieningspaneel
spelen.
Voor het inschakelen/uitschakelen
van deze optie raakt u tegelijkertijd
Vlekken/Voorwas en TPM aan tot het
indicatielampje aan/uit gaat.
U kunt deze optie inschakelen:
Nadat u toets Start/Pauze aanraakt:
alle knoppen en de programmaknop
worden uitgeschakeld (behalve de
toets Aan/Uit).
Voordat u toets Start/Pauze aanraakt:
kan het apparaat niet starten.
Het apparaat behoudt de keuze van
deze optie nadat u het heeft
uitgeschakeld.
9.2 Geluidssignalen
Dit apparaat is uitgevoerd met
verschillende geluidssignalen, die
werken als:
u het apparaat activeert (speciale
korte toon).
u het apparaat deactiveert (speciale
korte toon).
u een toets aanraakt (klikgeluid).
u een foutieve keuze maakt (3 korte
tonen).
Het programma voltooid is
(gedurende 2 minuten
opeenvolgende geluiden).
Het apparaat een storing ondergaat
(gedurende 5 minuten
opeenvolgende geluiden).
Voor het uitschakelen/inschakelen van
de geluidssignalen raakt u gedurende 6
seconden tegelijkertijd toets Startuitstel
en Vlekken/Voorwas aan.
Als u de geluidssignalen
uitschakelt, werken ze wel
als er een storing optreedt.
9.3 Permanent extra spoelen
Met deze optie kunt iedere keer u een
nieuw programma instelt een of twee
extra spoelbeurten laten draaien.
Raak de knoppen Temp. en TPM
tegelijkertijd eenmaal aan om een
extra spoelbeurt toe te voeren.
verschijnt op het display.
Raak de knoppen Temp. en TPM
tegelijkertijd tweemaal aan om twee
extra spoelbeurten toe te voeren.
verschijnt op het display.
Raak de knoppen Temp. en TPM
tegelijkertijd driemaal aan om de
extra spoelbeurten te verwijderen.
Het display toont alleen
.
NEDERLANDS
23
10. DAGELIJKS GEBRUIK - ALLEEN WASSEN
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
10.1 Het apparaat inschakelen
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Draai de waterkraan open.
3. Druk een paar seconden op de knop
voor Aan/Uit om het apparaat in te
schakelen. Het lampje van de knop
Start/Pauze begint te knipperen.
De programmakeuzeknop staat
automatisch ingesteld op het
katoenprogramma en alleen het
indicatielampje Wassen is aan dat zich
boven de Modus-knop bevindt.
Het display geeft de maximale lading
aan, de standaardtemperatuur, het
maximale centrifugeertoerental, de
faseaanduidingen die het programma
heeft en de cyclusduur.
10.2 Wasgoed in de machine
doen
1. Open de deur van het apparaat.
2. Schud de items voor u ze in de
wasautomaat plaatst.
3. Plaats het wasgoed stuk voor stuk in
de trommel.
Zorg ervoor dat u niet te veel was in de
trommel plaatst.
4. Doe de deur stevig dicht.
LET OP!
Zorg ervoor dat er geen
wasgoed tussen de deur
blijft klemmen. Er kan
waterlekkage of beschadigd
wasgoed ontstaan.
10.3 Vullen met wasmiddel en
toevoegingen
Vakje voor voorwasmiddel,
weekprogramma of
vlekkenverwijderaar.
Wasmiddelvakje voor wasfase.
Vakje voor vloeibare toevoegingen
(textielversteviger, stijfsel).
Dit is het maximale niveau voor
vloeibare toevoegingen.
Klep voor waspoeder of vloeibaar
wasmiddel.
Volg altijd de instructies op
die u op de verpakking van
het wasmiddel aantreft. We
raden u wel aan het
maximaal aangegeven
niveau niet te overschrijden
( ). Deze hoeveelheid zal
u echter de beste
wasresultaten geven.
Verwijder na de wascyclus
indien vereist
achtergebleven wasmiddel
uit het wasmiddelvakje.
www.aeg.com24
10.4 De stand van de klep
controleren
1. Trek de wasmiddeldoseerlade uit tot
deze niet meer verder kan.
2. Druk de hendel in om de lade uit te
trekken.
1
2
3. Draai de klep omhoog om
poederwasmiddel te gebruiken.
4. Draai de klep omlaag om vloeibaar
wasmiddel te gebruiken.
Met de klep in de stand
OMLAAG:
Gebruik geen
gelatineachtige of
dikke vloeibare
wasmiddelen.
Giet niet meer
vloeibaar wasmiddel
in het vakje dan de
limiet op de klep.
Stel de voorwasfase
niet in.
Stel de
startuitstelfunctie niet
in.
5. Meet het wasmiddel en
wasverzachter af.
6. Sluit de wasmiddeldoseerlade
voorzichtig.
Zorg bij het sluiten van de lade dat de
klep geen blokkering veroorzaakt.
10.5 Een programma instellen
1. Draai de programmaknop op het
gewenste wasprogramma. Het
bijbehorende indicatielampje gaat
branden.
Het lampje van de knop Start/Pauze
knippert.
Het display toont de maximaal bepaalde
lading voor het programma, de
standaardtemperatuur, het maximale
centrifugeertoerental, de
wasfaseaanduidingen (indien aanwezig)
en een indicatieve programmaduur.
2. Om de temperatuur en/of de
centrifugesnelheid te wijzigen, raakt
u de bijbehorende toetsen aan.
3. Stel indien gewenst een of meer
opties in door de desbetreffende
knoppen aan te raken. De bijhorende
NEDERLANDS
25
aanduidingen gaan vervolgens aan in
het display en de aangegeven
informatie wijzigt.
Om alleen te wassen, dient u
ervoor te zorgen dat alleen
de aanduiding Wassen aan
is die zich boven de Modus-
knop bevindt.
Als een keuze niet mogelijk
is gaat de aanwijzing niet
aan en klinkt er en
geluidssignaal.
10.6 Een programma starten
Raak toets Start/Pauze aan om het
programma te starten.
Het bijbehorende indicatielampje stopt
met knipperen en blijft branden.
Op het display begint de aanduiding van
de werkingsfase te knipperen en gaat de
aanduiding van maximale lading uit.
Het programma start en de deur wordt
vergrendeld. Op het display verschijnt
het indicatielampje
.
De afvoerpomp gaat in
werking kort voordat het
apparaat zich met water vult.
10.7 Een programma starten
met een uitgestelde start
1. Druk herhaaldelijk op de toets
Startuitstel totdat het display de
gewenste uitsteltijd weergeeft. Het
indicatielampje Startuitstel gaat uit.
2. Raak de Start/Pauze-knop aan.
Het aftellen van de uitgestelde start
wordt op het display weergegeven.
Als het aftelproces voltooid is, wordt het
programma gestart.
De schatting voor
PROSENSE begint nadat het
aftellen is beëindigd.
Het annuleren van de
uitgestelde start als het
afstellen is begonnen
De uitgestelde start annuleren:
1. Druk op Start/Pauze om het apparaat
te pauzeren. Het bijbehorende
indicatielampje knippert.
2. Druk herhaaldelijk op de knop
Startuitstel tot het display
toont.
3. Druk nogmaals op toets Start/Pauze
om het programma onmiddellijk te
starten.
Het wijzigen van de
uitgestelde start als het
afstellen is begonnen
De uitgestelde start wijzigen:
1. Druk op Start/Pauze om het apparaat
te pauzeren. Het bijbehorende
indicatielampje knippert.
2. Druk herhaaldelijk op de toets
Startuitstel totdat het display de
gewenste uitsteltijd weergeeft.
3. Druk nogmaals op toets Start/Pauze
om het aftellen opnieuw te laten
beginnen.
10.8 De ladingdetectie
ProSense
De programmaduur in het
display is van toepassing op
een middelmatige/grote
lading.
Na aanraking van de toets Start/Pauze
gaat de aanduiding voor de maximaal
bepaalde lading uit, knippert de
aanduiding en begint ProSense met
detectie van het wasgoed:
1. Het apparaat zal de lading nu
gedurende 30 seconden waarnemen:
de aanduiding en de tijdstippen
knipperen en de trommel draait kort
rond.
2. Aan het einde van de ladingdetectie
gaat de aanduiding
uit en
stoppen de tijdstippen
met
knipperen. De programmaduur
wordt overeenkomstig aangepast en
kan worden verlengd of verkort. En
na 30 seconden gaat de
watertoevoer stromen.
In het geval er na de ladingdetectie een
overladen trommel blijkt, gaat de
www.aeg.com
26
aanduiding in het display
knipperen:
In dit geval is het gedurende 30
seconden mogelijk het apparaat te
pauzeren en de overtollige
kledingstukken te verwijderen.
Raak na eenmaal de overtollige kleding
te hebben verwijderd toets Start/Pauze
aan om het programma weer te starten.
De fase ProSense kan tot driemaal toe
worden herhaald (zie punt 1).
Belangrijk! Als het wasgoed niet wordt
verminderd, gaat het wasprogramma
ondanks teveel lading toch van start. In
dit geval kunt u niet de beste
wasresulaten verwachten.
Circa 20 minuten na de start
van het programma kan de
programmaduur afhankelijk
van de capaciteit van de
wateropname van de stoffen
weer worden aangepast.
De waarneming ProSense
wordt alleen uitgevoerd met
volledige wasprogramma´s
(zonder gekozen
overslafase).
10.9 Programmafase-
indicatielampjes
Als het programma start, knippert de
aanduiding van de draaiende fase en de
andere faseaanduidingen branden.
De was- of voorwasfase is bijv. bezig:
.
Als de fase is voltooid, stopt de
bijhorende aanduiding met knipperen en
gaat continu branden. De volgende
aanduiding begint te knipperen.
De spoelfase is bijv. bezig:
.
Indien u het programma Stoom kiest,
gaat de stoomfase-indicator
branden.
10.10 Een programma
onderbreken en de opties
wijzigen
U kunt als een programma bezig is maar
een paar opties wijzigen:
1. Druk op toets Start/Pauze.
Het bijbehorende indicatielampje
knippert.
2. Wijzig de opties. De weergegeven
informatie in het display wijzigt
overeenkomstig.
3. Druk nogmaals op toets Start/Pauze.
Het wasprogramma gaat verder.
10.11 Een actief programma
annuleren
1. Druk op de toets Aan/Uit om het
programma te annuleren en om het
apparaat uit te schakelen.
2. Druk opnieuw op de toets Aan/Uit
om het apparaat in te schakelen.
U kunt nu een nieuw wasprogramma
kiezen.
Als de fase ProSense al is
uitgevoerd en de toevoer
van water al stroomt, begint
het nieuwe programma
zonder de fase ProSense te
herhalen. Het water en het
wasmiddel worden niet
weggepompt om verspilling
te voorkomen. Het display
toont de maximale
programmaduur en werkt
deze na circa 20 minuten
nadat het nieuwe
programma is gestart bij.
10.12 De deur openen
Als de temperatuur en het
waterniveau in de trommel
te hoog zijn en/of de
trommel nog draait, kunt u
de deur niet openen.
Als een programma of het startuitstel in
werking is, is de deur van de wasmachine
vergrendeld.
1. Druk op toets Start/Pauze.
Op het display gaat het indicatielampje
van de deurvergrendeling uit.
NEDERLANDS
27
2. Open de deur van het apparaat.
Indien nodig kunt u items toevoegen
of uitnemen.
3. Sluit de deur van de machine en druk
op de toets Start/Pauze.
Het programma of startuitstel gaat
verder.
10.13 Einde van het
programma
Wanneer het programma is voltooid,
stopt het apparaat automatisch. De
geluidssignalen weerklinken (als ze actief
zijn).
In het display gaat alle
wasfaseaanduidingen continu branden
en toont de tijdzone .
Het lampje van de toets Start/Pauze gaat
uit.
Het deur ontgrendelt en de aanduiding
gaat uit.
knippert aan het einde van het
programma als de trommel overladen is.
1. Druk op de Aan/Uit-knop om het
apparaat uit te zetten.
Vijf minuten na afloop van het
programma schakelt
energiebesparingsfuncie het apparaat
automatisch uit.
Als u het apparaat weer
inschakelt, wordt het einde
van het als laatste gekozen
programma in het display
weergegeven. Draai aan de
programmaknop om een
nieuwe cyclus in te stellen.
2. Haal het wasgoed uit het apparaat.
3. Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
4. Laat de deur en het
wasmiddeldoseerbakje iets open
staan om de vorming van schimmel
en onaangename luchtjes te
voorkomen.
5. Draai de waterkraan dicht.
10.14 Laat het water
weglopen na afloop van de
cyclus
Indien u een programma heeft gekozen
of een optie die het water van de laatste
spoelbeurt niet wegpompt, wordt het
programma voltooid, maar:
Op het display verschijnt de
aanduiding voor gesloten deur
De trommel draait nog regelmatig om
kreukvorming van het wasgoed te
voorkomen.
De deur blijft vergrendeld.
U moet het water afvoeren om de
deur te kunnen openen:
1. Raak indien nodig de toets TPM aan
om het centrifugeertoerental dat
door het apparaat wordt voorgesteld
te verlagen.
2. Druk op Start/Pauze om het
programma voort te zetten
3. Als het programma is voltooid, gaat
het deurvergrendelingssymbool
uit en kunt u de deur openen.
4. Druk een paar seconden op de knop
voor Aan/Uit om het apparaat uit te
schakelen.
Het apparaat zal hoe dan
ook het water na circa 18 uur
automatisch uit het apparaat
wegpompen.
10.15 Stand-by-optie
De stand-by-functie schakelt het
apparaat automatisch uit om stroom te
besparen als:
Het apparaat is 5 minuten voordat u
op de knop Start/Pauze drukt niet
gebruikt.
Druk opnieuw op de toets Aan/Uit om
het apparaat in te schakelen.
5 minuten na afloop van het
wasprogramma
Druk opnieuw op de toets Aan/Uit om
het apparaat in te schakelen.
De tijd van het laatst ingestelde
programma wordt weergegeven op
het display.
Draai aan de programmaknop om
een nieuwe cyclus in te stellen.
www.aeg.com
28
Als u een programma of
optie instelt die eindigt met
water in de trommel, wordt
het apparaat niet door de
stand-by-functie
gedeactiveerd om u eraan
te herinneren het water weg
te pompen.
11. DAGELIJKS GEBRUIK - WASSEN & DROGEN
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
11.1 NON-STOP-programma -
Wassen en drogen
Niet alle programma´s zijn
compatibel met de
droogfunctie. Het
programma NonStop 60min
is al een compeet was- en
droogprogramma.
U kunt uw wasgoed wassen en drogen
met een 'non-stop programma'. Ga
hiervoor als volgt te werk:
1. Druk een paar seconden op de knop
voor Aan/Uit om het apparaat in te
schakelen.
2. Plaats de was een voor een in het
apparaat.
3. Vul de bakjes met wasmiddel en
additieven.
4. Draai de programmaknop op het
wasprogramma. Op de display
verschijnt de standaard temperatuur
en centrifugesnelheid. Indien nodig
aanpassen aan uw wasgoed. Het
display toont ook de maximaal
aanbevolen lading voor de wasfase.
5. Stel de gewenste opties in als die
beschikbaar zijn.
6. Druk eenmaal op de toets Modus om
ook de droogfunctie in te schakelen.
De indicatielampjes Wassen en
Drogen gaan branden. De
indicatielampjes
en
verschijnen op het display. Het
display geeft ook de maximaal
aanbevolen lading aan voor een was-
en droogprogramma (bijv. 6 kg voor
katoen).
11.2 Wassen en drogen -
automatische niveaus
1. Tik toets Droogtegraad herhaaldelijk
aan tot het display de gewenste
droogte weergeeft. De lampjes in
het display branden als volgt:
a. Strijkdroog: voor
katoenen kleding;
b. Kastdroog: voor katoen
en synthetische stoffen;
c.
Extra droog: voor
katoenen kleding.
De tijdswaarde op het display is de
duur van de was- en droogfasen,
berekend aan de hand van een
standaard wasgoedlading.
Voor een goede droging
met verbruik van minder
energie in een kortere tijd
laat het apparaat u niet toe
een lage
centrifugeersnelheid in te
stellen voor de te wassen en
drogen items.
2. Raak toets Start/Pauze aan om het
programma te starten. De schatting
PROSENSE gaat van start.
In het display gaat het indicatielampje
voor vergrendelde deur aan en het
indicatielampje van de lopende fase
begint te knipperen.
Op het display wordt ook de resterende
programmatijd weergegeven.
NEDERLANDS
29
11.3 Wassen en op tijd drogen
1. Tik herhaaldelijk op de knop Tijd om
de gewenste tijd in te stellen (zie de
"Drogen op tijd"-tabel in het
hoofdstuk "Programma´s"). Het
indicatielampje van het droogniveau
gaat uit en de indicatie gaat aan.
Telkens als u deze toets aantikt wordt de
droogtijd met 5 minuten verlengd. Op
de display verschijnt de nieuwe
ingestelde tijdwaarde.
2. Raak Start/Pauze aan om het
programma te starten. De schatting
PROSENSE gaat van start.
In het display gaat het indicatielampje
voor vergrendelde deur aan en het
indicatielampje van de lopende fase
begint te knipperen.
Op het display wordt ook de resterende
programmatijd weergegeven.
11.4 Aan het einde van het
programma
Het apparaat stopt automatisch.
De geluidssignalen weerklinken (als ze
actief zijn).
In het display gaat het symbool aan.
Het lampje van toets Start/Pauze gaat
uit. De deur vergrendeld gaat uit
Druk een paar seconden op de knop
Aan/Uitom het apparaat uit te
schakelen.
Een paar minuten na
afloop van het
programma schakelt de
energiebesparende
functie het apparaat
automatisch uit.
1. Haal het wasgoed uit het apparaat.
2. Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
Na de droogfase reinigt u
de trommel, de pakking en
de binnenkant van de deur
met een natte doek.
12. DAGELIJKS GEBRUIK - ALLEEN DROGEN
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
12.1 Voorbereiding op het
drogen
1. Druk een paar seconden op de knop
voor Aan/Uit om het apparaat in te
schakelen.
Met een programma waarin
alleen wordt gedroogd,
toont het display de
maximale lading niet en is
de schatting PROSENSE
uitgeschakeld.
2. Plaats de was een voor een in het
apparaat.
3. Draai de programmaknop naar het
programma dat geschikt is voor het
drogen van het wasgoed.
4. Tik tweemaal op de knop Modus om
wassen uit te schakelen en alleen te
drogen. Het Drogen-lampje brandt.
De indicatielampjes en
verschijnen op het display.
Bij het drogen van veel
wasgoed moet u er voor
goede droogprestaties voor
zorgen dat het wasgoed niet
is opgerold en dat het
gelijkmatig in de trommel
verdeeld is.
12.2 Drogen - automatische
niveaus
1. Tik toets Droogtegraad herhaaldelijk
aan tot het display de gewenste
droogte weergeeft. De lampjes in
het display branden als volgt:
a.
Strijkdroog: voor
katoenen kleding;
b.
Kastdroog: voor katoen
en synthetische stoffen;
www.aeg.com
30
c. Extra droog: voor
katoenen kleding.
Het display geeft de duur van het
droogprogramma weer.
Voor een goede droging
met verbruik van minder
energie in een kortere tijd
laat het apparaat u niet toe
een lage
centrifugeersnelheid in te
stellen voor de te wassen en
drogen items.
2. Raak toets Start/Pauze aan om het
programma te starten.
In het display gaat het indicatielampje
voor vergrendelde deur aan en het
indicatielampje van de lopende fase
begint te knipperen.
Op het display wordt ook de resterende
programmatijd weergegeven.
12.3 Ingesteld tijddrogen
1. Tik herhaaldelijk op de knop Tijd om
de gewenste tijd in te stellen (zie de
"Drogen op tijd"-tabel in het
hoofdstuk "Programma´s"). Het
indicatielampje van het droogniveau
gaat uit en de indicatie
gaat aan.
Telkens als u deze toets aantikt wordt de
droogtijd met 5 minuten verlengd. Op
de display verschijnt de nieuwe
ingestelde tijdwaarde.
2. Raak Start/Pauze aan om het
programma te starten.
In het display gaat het indicatielampje
voor vergrendelde deur
aan en het
indicatielampje van de lopende fase
begint te knipperen.
Op het display wordt ook de resterende
programmatijd weergegeven.
12.4 Aan het einde van het
programma
Het apparaat stopt automatisch.
De geluidssignalen weerklinken (als ze
actief zijn).
In het display gaat het symbool aan.
Het lampje van toets Start/Pauze gaat
uit. De deur vergrendeld gaat uit
Druk een paar seconden op de knop
Aan/Uitom het apparaat uit te
schakelen.
Een paar minuten na
afloop van het
programma schakelt de
energiebesparende
functie het apparaat
automatisch uit.
1. Haal het wasgoed uit het apparaat.
2. Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
Na de droogfase reinigt u
de trommel, de pakking en
de binnenkant van de deur
met een natte doek.
13. PLUISJES OP KLEDING
Tijdens de was- en/of droogfase geven
bepaalde soorten stoffen (spons, wol,
sweaterstof) pluisjes af.
Deze afgegeven pluisjes kunnen tijdens
de volgende cyclus aan de stoffen
kleven.
Dit nadeel verergert bij technische
stoffen.
Ter voorkoming van pluisjes in uw
wasgoed, bevelen wij u het volgende
aan:
Was geen donkere stoffen na het
wassen en drogen van lichte stoffen
(nieuwe spons, wol en sweaterstof) en
vice versa.
Laat dit soort stoffen in de openlucht
drogen wanneer ze voor het eerst
gewassen zijn.
Reinig het afvoerfilter.
Na de droogfase reinigt u de
luchtfilters, de lege trommel, de
pakking en de deur grondig met een
natte doek.
Voor het verwijderen van pluisjes in de
trommel, stelt u een speciaal
programma in:
Maak de trommel leeg.
Maak de trommel, pakking en deur
grondig schoon met een natte doek.
Stel het spoelprogramma in.
NEDERLANDS
31
Druk tegelijkertijd op de knoppen
TPM en Tijd besparen totdat het
display CLE weergeeft om de
reinigingsfunctie te activeren.
Raak toets Start/Pauze aan om het
programma te starten.
Gebruik als het apparaat
veelvuldig wordt gebruikt,
regelmatig het programma
CLE.
14. AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
14.1 Voor u het wasgoed in de
trommel doet
Verdeel het wasgoed in: wit, bont,
synthetisch, fijne was en wol.
Volg de wasinstructies die u op de
waslabels van het wasgoed vindt.
Was witte en bonte artikelen niet
samen.
Sommige bonte weefsels kunnen
uitlopen als zij de eerste keer worden
gewassen. We raden daarom aan om
dit soort kleding de eerste keren dan
ook apart te wassen.
Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen,
haakjes en drukknopen. Rol riemen
op.
Maak alle zakken leeg en vouw alles
open.
Draai meerlagige stoffen, wollen en
kleding met opdrukken
binnenstebuiten.
Behandel hardnekkige vlekken voor.
Was delen met zware vervuiling met
een speciaal wasmiddel.
Wees voorzichtig met gordijnen.
Verwijder de haken of stop de
gordijnen in een waszak of
kussensloop.
Was geen wasgoed zonder zomen of
met scheuren. Gebruik een waszakje
om kleine items te wassen (Bijv.
beugelbh's, riemen, panty's, etc.).
Een zeer kleine lading kan problemen
veroorzaken bij de centrifugefase die
leiden tot overmatige trillingen. Als
dit voorkomt:
a. onderbreek het programma en
open de deur (zie 'Openen van
de deur als er een programma
draait of de uitgestelde start
staat ingesteld');
b. herverdeel de lading met de
hand zodat de items gelijkmatig
over de trommel zijn verdeeld;
c. druk op de toets Start/Pauze. De
centrifugeerfase gaat door.
14.2 Hardnekkige vlekken
Voor sommige vlekken is water en
wasmiddel niet voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te
behandelen voordat u deze artikelen in
de machine stopt.
Er zijn speciale vlekkenverwijderaars
verkrijgbaar. Gebruik een speciale
vlekkenverwijderaar die geschikt is voor
het type vlek en stof.
14.3 Wasmiddelen en andere
behandelingen
Gebruik uitsluitend wasmiddelen en
andere middelen die speciaal
bedoeld zijn voor wasmachines:
waspoeder voor alle
weefselsoorten,
waspoeder voor fijne was (max.
40°C) en wollen artikelen,
vloeibare wasmiddelen, voor
wasprogramma's op lage
temperatuur (max. 60 °C) voor alle
weefselsoorten of speciale
middelen voor wollen artikelen.
Gebruik de verschillende soorten
wasmiddelen niet tegelijkertijd.
Denk aan het milieu en gebruik niet
meer dan de aanbevolen hoeveelheid
wasmiddel.
Volg de aanwijzingen op de
verpakking van het wasmiddel of de
andere toevoegingen zonder het
aangegeven maximumniveau ( )
te overschrijden.
Gebruik de aanbevolen wasmiddelen
voor het type en de kleur van het
wasgoed, voor de
www.aeg.com
32
programmatemperatuur en voor de
mate van vervuiling.
14.4 Milieutips
Stel een programma in zonder de
voorwasfase om wasgoed dat
normaal vervuild is te wassen.
Start een wasprogramma altijd met
de maximum toegestane hoeveelheid
wasgoed.
Als u de vlekken voorbehandelt, kunt
u een vlekkenverwijderaar gebruiken
als u een programma op een lage
temperatuur gebruikt.
Controleer de waterhardheid van uw
plaatselijke systeem om de juiste
hoeveelheid wasmiddel te gebruiken.
Zie "Waterhardheid".
14.5 Waterhardheid
Als de waterhardheid in uw gebied hoog
of gemiddeld is, raden we u het gebruik
van waterontharder voor wasautomaten
aan. In gebieden waar de waterhardheid
zacht is, is het gebruik van een
waterontharder niet nodig.
Neem contact op met het plaatselijke
waterleidingbedrijf voor de
waterhardheid in uw gebied.
Gebruik de juiste hoeveelheid van de
waterontharder. Volg altijd de instructies
die u vindt op de verpakking van het
product.
14.6 Tips voor het drogen
De droogfase voorbereiden
Draai de waterkraan open.
Controleer of de afvoerslang goed is
aangesloten. Zie het hoofdstuk over
de installatie voor meer informatie.
Raadpleeg voor informatie over de
maximale wasgoedlading bij
droogprogramma's de
droogprogrammatabel.
14.7 Items die niet geschikt
zijn voor de droger
Stel voor dit wasgoed geen
droogprogramma in:
Zeer fijne was.
Synthetische gordijnen.
Kledingstukken met metalen
invoegstukken.
Nylon kousen.
Dekbedden.
Bedspreien.
Dekbedovertrekken.
Anoraks.
Slaapzakken.
Stoffen met restjes haarspray,
nagellakremover of iets dergelijks.
Kledingstukken met schuimrubber of
met materialen die hierop lijken.
14.8 Wasvoorschriften in de
kleding
Bij het drogen van uw wasgoed moet u
zich houden aan de voorschriften van de
fabrikant:
= Het artikel is geschikt voor de
droogtrommel
= Droogprogramma op hoge
temperatuur
= Droogprogramma op lage
temperatuur
= Het artikel is niet geschikt voor
de droogtrommel.
14.9 Duur van het
droogprogramma
De droogtijd kan variëren afhankelijk
van:
snelheid van de laatste keer
centrifugeren
droogheidsniveau
soort wasgoed
het gewicht van het wasgoed
14.10 Extra drogen
Als het wasgoed aan het einde van het
droogprogramma nog steeds vochtig is,
stelt u nogmaals een korte droogfase in.
WAARSCHUWING!
Om kreuken en krimpen te
voorkomen dient u het
wasgoed niet te lang te
drogen.
NEDERLANDS 33
14.11 Algemene tips
Raadpleeg de tabel
"Droogprogramma's" om de
gemiddelde droogtijden op te zoeken.
Het drogen van wasgoed zal beter gaan
naarmate u het vaker doet. Houd bij hoe
lang uw droogprogramma's duren.
Statische lading na het drogen
voorkomen:
1. Gebruik wasverzachter tijdens de
wasfase.
2. Gebruik speciale wasverzachter voor
droogautomaten.
Na afloop van het droogprogramma
dient u het wasgoed meteen uit de
trommel te halen.
15. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
15.1 Buitenkant reinigen
Het apparaat alleen schoonmaken met
milde zeep en warm water. Maak alle
oppervlakken volledig droog.
LET OP!
Gebruik geen alcohol,
oplosmiddelen of chemische
producten.
LET OP!
Reinig de metalen
oppervlakken niet met een
reinigingsmiddel op
chloorbasis.
15.2 Ontkalken
Als de waterhardheid in uw
gebied hoog of gemiddeld
is, raden we u het gebruik
van waterontharder voor
wasautomaten aan.
Controleer de trommel regelmatig op
kalkaanslag.
De normale wasmiddelen bevatten al
wateronthardende middelen, maar we
raden aan af en toe een cyclus te draaien
met een lege trommel en een
ontkalkingsproduct.
Volg altijd de instructies die
u vindt op de verpakking van
het product.
15.3 Onderhoudswas
Bij herhaaldelijke en voortdurend
gebruik van programma´s bij lage
temperaturen kunnen er
wasmiddelresten en pluizen achterblijven
en kan er bacteriëngroei in de trommel
en de kuip ontstaan. Dit kan slechte
geurtjes en meeldauw veroorzaken.
Draai om deze resten te verwijderen en
de binnenkant van het apparaat
hygiënisch te reinigen regelmatig een
onderhoudswasbeurt (minstens eenmaal
per maand):
1. Haal al het wasgoed uit de trommel.
2. Draai een katoenprogramma op de
hoogste temperatuur met een
geringe hoeveelheid waspoeder.
15.4 Deurrubber
Controleer het deurrubber regelmatig en
verwijder voorwerpen uit de binnenkant.
15.5 De trommel reinigen
Controleer de trommel regelmatig om
roestdeeltjes te voorkomen.
Voor een complete reiniging:
1. Reinig de trommel met speciale
producten voor roestvrij staal.
www.aeg.com
34
Volg altijd de instructies die
u vindt op de verpakking van
het product.
2. Draai een kort katoenprogramma op
een hoge temperatuur met een lege
trommel en een kleine hoeveelheid
waspoeder om achtergebleven
resten weg te spoelen.
15.6 Het
wasmiddeldoseerbakje
reinigen
Om mogelijke afzetting van opgedroogd
wasmiddel of geklonterde wasverzachter
en/of schimmelvorming in de
wasmiddellade te voorkomen dient u af
en toe de volgende reinigingsprocedure
uit te voeren:
1. Open de lade. Duw de pal zoals
aangegeven in de afbeelding naar
beneden en trek de lade uit.
1
2
2. Verwijder het bovenste gedeelte van
het vak voor toevoegingen om het
reinigen te vereenvoudigen en spoel
het af onder de kraan met warm
water om resten van opgehoopt
wasmiddel te verwijderen. Plaats het
bovenste gedeelte na reiniging terug
op zijn plek.
3. Zorg ervoor dat alle wasmiddelresten
van de boven- en onderkant van de
uitsparing zijn verwijderd. Reinig de
uitsparing met gebruik van een
kleine borstel.
4. Steek de wasmiddellade in de
geleiderail en sluit hem. Draai het
spoelprogramma zonder wasgoed in
de trommel te plaatsen.
15.7 Afvoerpomp reinigen
WAARSCHUWING!
Haal de netstekker uit het
stopcontact.
Controleer het filter van de
afvoerpomp regelmatig en
houd het schoon.
Reinig de afvoerpomp wanneer:
Het water niet wordt afgepompt uit
de machine.
De trommel niet ronddraait.
De machine abnormale geluiden
maakt wegens blokkering van de
afvoerpomp.
Het display de alarmcode
toont.
NEDERLANDS
35
WAARSCHUWING!
Verwijder het filter niet
als de machine in werking
is.
Reinig de pomp niet
zolang het water in de
machine heet is. Wacht
tot het water is afgekoeld
Reinig de pomp als volgt:
1. Open het pompdeksel.
1
2
2. Plaats een geschikte bak onder de
afvoerpompopening om het
afgepompte water op te vangen.
3. Knijp de twee hendels samen en trek
het afvoerkanaal vooruit op het te
openen.
4. Laat het water wegstromen.
5. Als de bak vol is, sluit u het
afvoerkanaal weer en maakt u de bak
leeg.
6. Herhaal stap 4 en 5 tot er geen water
meer wegstroomt.
7. Sluit het afvoerkanaal en draai het
filter tegen de klok in om het te
verwijderen.
8. Verwijder indien noodzakelijk pluizen
en andere voorwerpen uit de
filterholte.
9. Verzeker u ervan dat de pompwaaier
onbelemmerd kan ronddraaien. Als
hij niet roteert: neem contact op met
een erkend servicecentrum.
10. Reinig het filter onder de waterkraan.
www.aeg.com
36
11. Zet het filter terug in de speciaal
geleidingen door hem met de klok
mee te draaien. Zorg ervoor dat u
het filter goed vastdraait om lekkage
te voorkomen.
12. Sluit de pompopening.
2
1
Als u het water afpompt met
gebruikmaking van de
noodafpompprocedure, moet u het
aftapsysteem opnieuw activeren:
a. Giet 2 liter water in het wasvak
van de wasmiddellade.
b. Start het programma om het
water af te pompen.
15.8 Het filter van de
toevoerslang en het klepfilter
reinigen
Het wordt aanbevolen beide filters van
de toevoerslang en -klep geregeld te
reinigen ter verwijdering van aanslag dat
met de tijd opgehoopt:
1. Verwijder de toevoerslang van de
kraan en reinig het filter.
2. Verwijder de toevoerslang van het
apparaat door de ringmoer los te
draaien.
3. Reinig het klepfilter aan de
achterzijde van het apparaat met een
tandenborstel.
4. Draai de slang bij het weer aansluiten
op het apparaat naar links of rechts
NEDERLANDS
37
(niet in verticale positie) afhankelijk
van de positie van uw waterkraan.
45°
20°
15.9 Noodafvoer
Als het apparaat het water niet kan
wegpompen, voert u dezelfde procedure
uit zoals die is beschreven in de
paragraaf 'Reinigen van het afvoerfilter'.
Maak de pomp zo nodig schoon.
Als u het water afvoert met de
noodafvoerprocedure, dient u het
afvoersysteem opnieuw te activeren:
1. Giet 2 liter water in het vakje voor het
hoofdwasmiddel van de
wasmiddeldoseerbakje.
2. Start het programma om water af te
voeren.
15.10 Voorzorgsmaatregelen
bij vorst
Als het apparaat is geïnstalleerd op een
plek waar de temperatuur 0°C of
daaronder kan bereiken, dan dient u het
resterende water uit de afvoerslang en
de afvoerpomp te verwijderen.
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Draai de waterkraan dicht.
3. Plaats de twee uiteinden van de
toevoerslang in een bak en laat het
water uit de slang stromen.
4. Leeg de afvoerpomp. Raadpleeg de
noodafvoerprocedure.
5. Als de afvoerpomp leeg is, installeert
u de toevoerslang opnieuw.
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat de
temperatuur hoger is dan
0°C voordat u het apparaat
opnieuw gebruikt.
De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor
schade die door lage
temperaturen is veroorzaakt.
16. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
16.1 Introductie
Het apparaat start of stopt niet tijdens de
werking.
Probeer eerst het probleem zelf op te
lossen (zie tabel). Als het probleem
aanhoudt, neemt u contact op met de
Servicedienst.
In geval van ernstige problemen klinkt
het geluidssignaal, geeft het display
een alarmcode weer en kan de toets
Start/Pauze voortdurend knipperen:
- Het apparaat wordt niet goed
gevuld met water.
- Het apparaat pompt geen
water weg.
- De deur is open of niet goed
gesloten. Controleer de deur!
Als het apparaat
overladen is, neemt u wat
voorwerpen uit de
trommel en/of duwt u
tegen de deur en drukt u
tegelijkertijd op de knop
Start/Pauze totdat de
aanduiding stopt
met knipperen (zie de
afbeelding hieronder).
www.aeg.com38
- De stroomtoevoer is onstabiel.
Wacht tot de stroomtoevoer stabiel is.
- Geen communicatie tussen de
elektronische elementen van het
apparaat. Schakel het uit en terug
aan.
- Het beschermingssysteem
tegen waterlekkage is in werking
getreden. Koppel het apparaat los en
draai de waterkraan dicht. Neem
contact op met de erkende
servicedienst.
WAARSCHUWING!
Voordat u een handeling
verricht, de stekker uit het
stopcontact trekken.
16.2 Mogelijke storingen
Probleem Mogelijke oplossing
Het programma start
niet.
Verzeker u ervan dat de netstekker is aangesloten op het
stopcontact.
Verzeker u ervan dat de klep van het apparaat gesloten is.
Verzeker u ervan dat er geen beschadigde zekering in het
zekeringenkastje is.
Verzeker u ervan dat Start/Pauze bediend is.
Als uitgestelde start gekozen is: annuleer de instelling of
wacht op het einde van de aftelprocedure.
Schakel het kinderslot uit.
Het apparaat wordt niet
goed met water gevuld.
Verzeker u ervan dat de waterkraan geopend is.
Ga na of de druk van de watervoorziening niet te laag is.
Neem voor deze informatie contactpersoon op met uw
plaatselijke waterleidingsbedrijf.
Verzeker u ervan dat de waterkraan niet verstopt is.
Controleer of er geen knikken of bochten in de watertoe-
voerslang aanwezig zijn.
Verzeker u ervan dat de aansluiting van de waterinlaatslang
in orde is.
Verzeker u ervan dat het filter van de inlaatslang en het fil-
ter van het ventiel niet verstopt zijn. Zie 'Onderhoud en rei-
niging'.
Het apparaat wordt met
water gevuld maar dat
wordt onmiddellijk afge-
tapt
Verzeker u ervan dat de aftapslang in de juiste positie is. De
slang kan te laag hangen. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
NEDERLANDS 39
Probleem Mogelijke oplossing
Het water niet wordt af-
gepompt uit de machine.
Verzeker u ervan dat de gootsteenafvoer niet verstopt is.
Verzeker u ervan dat de aftapslang geen knikken of boch-
ten heeft.
Verzeker u ervan dat het afvoerfilter niet verstopt is. Reinig
indien nodig het filter. Zie 'Onderhoud en reiniging'.
Verzeker u ervan dat de aansluiting van de aftapslang in or-
de is.
Kies het aftapprogramma als u een programma zonder af-
pompfase kiest.
Kies het afpompprogramma als u een programma kiest dat
eindigt met water in de trommel.
De centrifugeerfase
werkt niet of de wasfase
duurt langer dan nor-
maal.
Kies het centrifugeerprogramma.
Verzeker u ervan dat het afvoerfilter niet verstopt is. Reinig
indien nodig het filter. Zie 'Onderhoud en reiniging'.
Verdeel het wasgoed met de hand in de trommel en start
de centrifugeerfase opnieuw. Dit probleem kan veroorzaakt
zijn door evenwichtsproblemen.
Er is water op de vloer.
Verzeker u ervan dat de koppelingen van de waterslangen
goed afgedicht zijn en dat er geen waterlekkage is.
Zorg ervoor dat de watertoevoer- en afvoerslangen niet be-
schadigd zijn.
Zorg ervoor dat u het juiste wasmiddel in de juiste hoeveel-
heid gebruikt.
U kunt de klep van de
machine niet openen.
Ga na of een wasprogramma is gekozen dat eindigt met
water in de trommel.
Controleer of het wasprogramma is voltooid.
Kies het afpomp- of centrifugeerprogramma als er water in
de trommel is.
Verzeker u ervan dat er elektrische stroom op de machine
staat.
Dit probleem kan veroorzaakt zijn door een storing in de
machine, Neem contact op met een erkend servicecen-
trum. Als u de klep moet openen: lees de informatie onder
'Klep openen in noodgeval'
De machine maakt ab-
normale geluiden en trilt.
Zorg ervoor dat de machine goed waterpas staat. Raad-
pleeg 'Montage-instructies'.
Verzeker u ervan dat de verpakking en/of de transportbou-
ten verwijderd zijn. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
Leg meer wasgoed in de trommel. De belading kan te ge-
ring zijn.
De programmaduur
neemt toe of neemt af
tijdens het draaien van
het programma.
De functie ProSense kan de duur van het programma aan-
passen aan het type en de hoeveelheid wasgoed. Zie 'Bela-
dingsdetectie ProSense onder het hoofdstuk 'Dagelijks ge-
bruik.
www.aeg.com40
Probleem Mogelijke oplossing
De wasresultaten laten te
wensen over.
Gebruik meer wasmiddel of gebruik een ander wasmiddel.
Gebruik speciale producten voor het verwijderen van hard-
nekkige vlekken voordat u het wasgoed wast.
Verzeker u ervan dat u de juiste temperatuur gekozen
heeft.
Verminder de wasgoedbelading.
Te veel schuim in de
trommel tijdens de was-
cyclus.
Verminder de hoeveelheid wasmiddel.
Na de wascyclus is er wat
wasmiddel achtergeble-
ven in de wasmiddellade.
Ga na of de flap in de juiste positie is (OMHOOG voor was-
poeder - OMLAAG voor vloeibaar wasmiddel).
Verzeker u ervan dat u het wasmiddelvakje heeft gebruikt
volgens de instructie in deze gebruiksaanwijzing.
De machine droogt niet
of droogt niet correct.
Draai de waterkraan open.
Controleer of het afvoerfilter niet verstopt is.
Verminder de wasgoedbelading.
Verzeker u ervan dat u de juiste cyclus gekozen heeft. Kies
indien noodzakelijk weer een korte droogtijd.
Het wasgoed zit vol met
pluizen in verschillende
kleuren.
Het wasgoed dat in de vorige cyclus gewassen is, heeft pluizen
van een andere kleur losgelaten:
De droogfase helpt om pluizen te verwijderen.
Reinig de kleding met een pluisjesverwijderaar.
Als er buitensporige hoeveelheden pluizen in de trommel zijn:
kies het speciale programma om de trommel te reinigen (zie
onder 'Pluisjes op de weefsels' voor meer informatie.
Schakel na de controle de machine in. Het programma wordt voortgezet vanaf het punt van
onderbreking.
Als het probleem zich nogmaals voordoet: neem contact op met een erkend
servicecentrum.
Als het display andere alarmcodes toont. Schakel de machine uit en zet hem weer aan. Als
het probleem zich blijft voordoen: neem contact op met een erkend servicecentrum.
16.3 Nooddeuropening
In het geval van een stroomstoring of
apparaatstoring blijft de deur van het
apparaat vergrendeld. Het
wasprogramma gaat verder als er weer
stroom is. Als de deur door een storing
vergrendeld blijft, is het mogelijk om de
deur te openen met een
noodontgrendeling.
Voor het openen van de deur:
LET OP!
Gevaar voor brandwonden!
Zorg ervoor dat de
watertemperatuur niet te
hoog is en dat het
wasgoed niet heet is.
Wacht indien nodig tot de
watertemperatuur en het
wasgoed zijn afgekoeld.
NEDERLANDS 41
LET OP!
Gevaar voor letsel! Zorg
ervoor dat de trommel niet
draait. Wacht indien nodig
tot de trommel stopt met
draaien.
Zorg ervoor dat het
waterpeil in de trommel
niet te hoog is. Voer indien
nodig een
noodafvoerprocedure uit
(zie "Water afvoeren in
een noodgeval" in het
hoofdstuk "Onderhoud en
reiniging").
Ga als volgt te werk om de deur te
openen:
1. Druk op de knop Aan/Uit om het
apparaat uit te schakelen.
2. Trek de stekker uit het stopcontact.
3. Open de filterklep.
4. Trek de noodontgrendeling omlaag
en open tegelijkertijd de deur van
het apparaat.
5. Haal het wasgoed uit de trommel en
sluit de deur van het apparaat.
6. Sluit het klepje.
17. VERBRUIKSGEGEVENS
De aangewezen waarden zijn verkregen onder laboratoriumcondities
met relevante standaarden. Verschillende oorzaken kunnen de gege-
vens wijzigen: de hoeveelheid en het type wasgoed en de omgevings-
temperatuur. De waterdruk, netvoeding en de temperatuur van het toe-
voerwater kunnen de duur van het wasprogramma ook beïnvloeden.
De technische specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving
worden gewijzigd om de kwaliteit van het product te verbeteren.
Tijdens het wasprogramma kan de technologie Prosense de wasduur en
de verbruikwaarden laten variëren. Raadpleeg voor meer informatie de
paragraaf 'De ladingdetectie Prosense' in het hoofdstuk 'Dagelijks ge-
bruik'.
Programma’s Bela-
ding
(kg)
Energie-
verbruik
(kWh)
Waterver-
bruik (liter)
Geschatte program-
maduur (minuten)
Katoen 60°C 9 1.65 80 200
Energiebesparingsprogram-
ma katoen 60°C
1)
9 0.85 56 295
Katoen 40°C 9 1.25 80 200
www.aeg.com42
Programma’s Bela-
ding
(kg)
Energie-
verbruik
(kWh)
Waterver-
bruik (liter)
Geschatte program-
maduur (minuten)
Synthetische was 40°C 4 0.78 55 130
Fijne was 40°C 4 0.60 63 91
Wol/handwas 30°C 1.5 0.35 57 60
1)
«Het energiebesparingsprogramma voor katoen» bij 60°C bij een belading van 9 kg is het referentie-
programma voor de in het energielabel vermelde gegevens, overeenkomstig de EEG-norm 92/75.
18. TECHNISCHE GEGEVENS
Afmetingen Breedte / Hoogte/ Diep-
te/ Totale diepte
600 mm/ 850 mm/ 630 mm/ 660 mm
Aansluiting op het elek-
triciteitsnet
Spanning
Totaal vermogen
Zekering
Frequentie
230 V
2200 W
10 A
50 Hz
Niveau van bescherming tegen het binnendringen
van vaste deeltjes en vocht gewaarborgd door het
beschermdeksel, behalve wanneer de laagspan-
ningsapparatuur geen bescherming tegen vocht
heeft
IPX4
Druk watertoevoer Minimum
Maximum
0,5 bar (0,05 MPa)
8 bar (0.8 MPa)
Maximale belading was-
goed
Katoen 9 kg
Maximale belading
droog wasgoed
Katoen
Synthetica
6 kg
4 kg
Centrifugeersnelheid Maximum 1600 tpm
19. ACCESSOIRES
19.1 Verkrijgbaar op
www.aeg.com/shop of bij uw
geautoriseerde verkooppunt
Alleen geschikte accessoires
die door AEG zijn
goedgekeurd waarborgen
de veiligheidsnormen van
het apparaat. Als niet-
goedgekeurde onderdelen
worden gebruikt, worden
alle claims ongeldig
verklaard.
19.2 Set bevestigingsplaatjes
Zet het apparaat goed vast met de
bevestigingsplaatjes als u het apparaat
op een plint plaatst.
Lees de met het accessoire
meegeleverde instructies zorgvuldig
door.
NEDERLANDS 43
19.3 Tussenstuk
De droogtrommel kan uitsluitend op de
wasautomaat worden gezet met gebruik
van het juiste tussenstuk dat is
vervaardigd en goedgekeurd door
AEG.
Controleer of het tussenstuk
compatibel is door de
diepte van uw apparaten op
te meten.
Het tussenstuk kan uitsluitend worden
gebruikt met de apparaten die worden
gespecificeerd in de folder die zich bij de
accessoires bevindt.
Lees de met de accessoires en het
apparaat meegeleverde instructies
zorgvuldig door.
WAARSCHUWING!
Zet de droogtrommel niet
onder de wasautomaat.
19.4 Voetstuk met de lade
Door uw apparaat op te tillen maakt het
in- en uitladen van wasgoed
eenvoudiger.
De lade kan worden gebruikt voor het
opbergen van wasproducten bijv.:
handdoeken, wasmiddelen enz.
Lees de met het accessoire
meegeleverde instructies zorgvuldig
door.
20.
MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen.
Help om het milieu en de
volksgezondheid te beschermen en
recycle het afval van elektrische en
elektronische apparaten. Gooi apparaten
gemarkeerd met het symbool niet weg
met het huishoudelijk afval. Breng het
product naar het milieustation bij u in de
buurt of neem contact op met de
gemeente.
*
www.aeg.com
44
NEDERLANDS 45
www.aeg.com46
NEDERLANDS 47
www.aeg.com/shop
157009770-B-212017
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48

AEG L7WE96ES Handleiding

Type
Handleiding