Hilti TE 60-ATC-AVR Handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

OORSPRONKELIJKE GEBRUIKSAANWIJZING
TE 60 / TE 60‑ATC‑AVR Combihamer
Lees de handleiding vóór het eerste gebruik
beslist door.
Bewaar deze handleiding altijd bij het appa-
raat.
Geef het apparaat alleen samen met de hand-
leiding aan andere personen door.
Inhoud Pagina
1 Algemene opmerkingen 84
2 Beschrijving 85
3 Gereedschap, toebehoren,
verbruiksmateriaal 87
4 Technische gegevens 88
5 Veiligheidsinstructies 89
6 Inbedrijfneming 92
7 Bediening 92
8 Verzorging en onderhoud 94
9 Foutopsporing 95
10 Afval voor hergebruik recyclen 96
11 Fabrieksgarantie op apparatuur 96
12 EG-conformiteitsverklaring (origineel) 97
1 Deze nummers verwijzen naar afbeeldingen. De afbeel-
dingen zijn te vinden aan het begin van de handleiding.
In de tekst van deze handleiding wordt met »het appa-
raat« altijd de combihamer TE 60 / TE 60‑ATC bedoeld.
Onderdelen, bedienings- en indicatie-elementen 1
@
Gereedschapopname
;
Functiekeuzeschakelaar
=
Regelschakelaar
%
Voedingssnoer
&
Zijhandgreep
(
Diepte-aanslag (optioneel)
)
Service-indicatie
+
Aanduiding diefstalbeveiliging (optioneel)
§
Arrêt voor regelschakelaar
/
Weergave van half vermogen (optioneel)
:
Toets voor half vermogen (optioneel)
1 Algemene opmerkingen
1.1 Signaalwoorden en hun betekenis
GEVAAR
Voor een direct dreigend gevaar dat tot ernstig letsel of
tot de dood leidt.
WAARSCHUWING
Voor een eventueel gevaarlijke situatie die tot ernstig
letsel of tot de dood kan leiden.
ATTENTIE
Voor een eventueel gevaarlijke situatie die tot licht letsel
of tot materiële schade kan leiden.
AANWIJZING
Voor gebruikstips en andere nuttige informatie.
1.2 Verklaring van de pictogrammen en overige
aanwijzingen
Waarschuwingstekens
Waarschu-
wing voor
algemeen
gevaar
Waarschu-
wing voor
gevaarlijke
elektrische
spanning
Waarschu-
wing voor
heet
oppervlak
nl
84
Printed: 23.11.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071043 / 000 / 04
Gebodstekens
Vóór het
gebruik de
handleiding
lezen
Veiligheids-
bril
dragen
Helm dragen Oorbescher-
mers
dragen
Werkhand-
schoenen
dragen
Licht
stofmasker
dragen
Symbolen
Materialen
afvoeren
voor
recycling
Hamerboren Beitelen Beitel
positioneren
Volt Ampère Watt Wissel-
stroom
Hertz Nominaal
nullasttoe-
rental
Omwentelin-
gen per
minuut
Diameter
Dubbel
geïsoleerd
Verwijzing
naar
beveiliging
tegen
diefstal
Slotsymbool
Plaats van de identificatiegegevens op het apparaat
De typeaanduiding is op het typeplaatje en het serie-
nummer op de zijkant van het motorhuis aangebracht.
Neem deze gegevens over in uw handleiding en geef ze
altijd door wanneer u onze vertegenwoordiging of ons
servicestation om informatie vraagt.
Type:
Generatie: 03
Serienr.:
2 Beschrijving
2.1 Gebruik volgens de voorschriften
Het apparaat is een elektrisch aangedreven combihamer met pneumatisch slagmechanisme. De ATC-functie van de
TE 60‑ATC (Active Torque Control) biedt de gebruiker extra comfort bij het boren.
Het apparaat is bestemd voor boorwerkzaamheden in beton, metselwerk, metaal en hout en kan daarnaast voor
beitelwerkzaamheden worden gebruikt.
Het apparaat is uitgerust met een elektronische overbelastingsbeveiliging. Bij een permanente overbelasting van
het apparaat wordt het motortoerental automatisch gereduceerd en de motor zo nodig zelfs stopgezet. Wordt de
regelschakelaar losgelaten en weer ingedrukt, dan heeft de motor meteen weer zijn volle vermogen. Bij het opnieuw
starten dient er daarom op te worden gelet dat het apparaat stevig met beide handen wordt vastgehouden.
Het apparaat is onder bepaalde voorwaarden geschikt om te roeren (zie Gereedschap, toebehoren en bediening).
Het apparaat is bestemd voor de professionele gebruiker en mag alleen door geautoriseerd, onderricht personeel
bediend, onderhouden en gerepareerd worden. Dit personeel moet speciaal op de hoogte zijn gesteld van de mogelijke
gevaren. Het apparaat en de bijbehorende hulpmiddelen kunnen gevaar opleveren als ze door ongeschoolde personen
onjuist of niet volgens de voorschriften worden gebruikt.
Materialen die schadelijk zijn voor de gezondheid (bijv. asbest) mogen niet worden bewerkt.
De werkomgeving kan zijn: bouwplaats, werkplaats, renovatie, verbouw of nieuwbouw.
Het apparaat mag alleen in een droge omgeving worden gebruikt.
Houd rekening met de omgevingsinvloeden. Gebruik het apparaat niet op plaatsen waar het risico van explosie en
brand bestaat.
Het apparaat mag uitsluitend worden gebruikt met de netspanning en -frequentie die op het typeplaatje staan
aangegeven.
Neem de specificaties in de handleiding betreffende het gebruik, de verzorging en het onderhoud in acht.
Gebruik ter voorkoming van letsel alleen originele Hilti toebehoren en apparaten.
nl
85
Printed: 23.11.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071043 / 000 / 04
Aanpassingen of veranderingen aan het apparaat zijn niet toegestaan.
2.2 Gereedschapopname
Snelwissel-klik-gereedschapopname TE‑Y (SDS max.) TE 60 / TE 60‑ATC
2.3 Schakelaar
Instelbare regelschakelaar om zacht aan te boren/beitelen.
Functiekeuzeschakelaar: boorhameren, beitelfunctie, beitelinstelfunctie (24 posities)
Kiezen tussen volledig of half vermogen (ATC)
Regelschakelaar in beitelfunctie vergrendelbaar
2.4 Handgrepen
Trillingsgedempte, zwenkbare zijhandgreep
Trillingsgedempte handgreep (ATC)
2.5 Afscherming
Mechanische slipkoppeling
Elektronische aanloopblokkering tegen het onbedoeld aanlopen van het apparaat na een stroomonderbreking (zie
hoofdstuk "Foutopsporing").
ATC "Active Torque Control" (TE 60‑ATC)
2.6 Smering
Overbrenging en slagmechanisme met gescheiden smeerkamers
2.7 Active Vibration Reduction (ATC)
Het apparaat is uitgerust met een "Active Vibration Reduction" (AVR) systeem, waardoor de trilling ten opzichte van
de waarde zonder AVR significant wordt gereduceerd.
2.8 Diefstalbeveiliging TPS (ATC)
Het apparaat kan optioneel met de functie "Diefstalbeveiliging TPS" zijn uitgerust.Ishetapparaatmetdezefunctie
uitgerust, dan kan het alleen met de bijbehorende vrijschakelsleutel worden vrijgeschakeld en gebruikt.
2.9 Aanduidingen met lichtsignaal
Service-indicatie met lichtsignaal (zie het hoofdstuk "Verzorging en onderhoud/Service-indicatie")
Aanduiding van diefstalbeveiliging (ATC) (zie het hoofdstuk "Bediening/Diefstalbeveiliging TPS (optioneel)")
Aanduiding voor half vermogen (zie hoofdstuk "Bediening/Boorhameren/Beitelen")
2.10 Inbegrepen bij de standaard leveringsomvang van de standaarduitrusting zijn
1 Apparaat met zijhandgreep
1Vet
1Poetsdoek
1Handleiding
1 Hilti koffer
2.11 Gebruik van verlengsnoeren
Gebruik alleen verlengsnoeren die voor de toepassing zijn toegestaan en een voldoende diameter hebben. Anders kan
vermogensverlies van het apparaat en oververhitting van het snoer optreden. Controleer het verlengsnoer regelmatig
op beschadigingen. U dient beschadigde verlengsnoeren te vervangen.
Aanbevolen minimale diameters en max. snoerlengtes:
Snoerdiameter
1,5 mm² 2,0 mm² 2,5 mm² 3,5 mm²
Netspanning 100 V 20 m 40 m
Netspanning 110‑127 V 20 m 25 m 30 m 40 m
nl
86
Printed: 23.11.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071043 / 000 / 04
Snoerdiameter
1,5 mm² 2,0 mm² 2,5 mm² 3,5 mm²
Netspanning 220-240 V 30 m 50 m
Gebruik geen verlengsnoer met een snoerdiameter van 1,25 mm².
2.12 Verlengsnoer buiten
Gebruik buiten alleen voor dit doel goedgekeurde en overeenkomstig gekenmerkte verlengsnoeren.
2.13 Het gebruik van een generator of transformator
Dit apparaat kan door een generator of transformator van de bouwplaats worden gevoed, wanneer aan de volgende
voorwaarden is voldaan: Het afgegeven vermogen in watt is minstens het dubbele van wat op het typeplaatje van het
apparaat staat aangegeven, de bedrijfsspanning dient altijd binnen de +5% en ‑15% ten opzichte van de nominale
spanning te liggen en de frequentie moet 50 tot 60 Hz en mag nooit meer dan 65 Hz bedragen, en er dient een
automatische spanningsregelaar met aanloopversterking voorhanden te zijn.
Bij gebruik van een generator/transformator in geen geval gelijktijdig andere apparaten aansluiten en gebruiken. Het
in- en uitschakelen van andere apparaten kan onderspannings- en/of overspanningspieken veroorzaken, waardoor
het apparaat beschadigd kan raken.
3 Gereedschap, toebehoren, verbruiksmateriaal
Omschrijving
Afkorting Beschrijving
Hamerboren TE 60 / TE 60‑ATC ∅ 12…40 mm
Boor voor doorvoerboringen TE 60 / TE 60‑ATC ∅ 40…80 mm
Hamerboorkroon TE 60 / TE 60‑ATC ∅ 45…100 mm
Diamantboorkroon PCM TE 60-ATC ∅ 42…102 mm
Beitel TE 60 / TE 60‑ATC Puntbeitel, platte beitel en vormbeitel
met TE-Y insteekeinde
Houtboren ∅ 10…32 mm
Metaalboren ∅ Max. 20 mm
Omschrijving
Afkorting Artikelnummer, beschrijving
Zijhandgreep compleet
Diepte-aanslag compleet 2021281
Insteekgereedschap TE 60 / TE 60‑ATC Insteekgereedschap met TE-Y in-
steekeinde
Boorkophouder TE FY‑BA‑C Adapter
Beveiliging tegen diefstal TPS
(Theft Protection System) met
Company Card, Company Remote
en vrijschakelsleutel TPS‑K
206999, Optioneel
Snelspanopname Voor hout- en metaalboren met cilin-
drische schacht of zeskant
Roerapparaat voor niet-brandbare
stoffen met cilindrische schacht of
zeskant
∅ 80…120 mm
Stofafzuiging TEDRS‑B,TEDRS‑S,TEDRS‑BK
nl
87
Printed: 23.11.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071043 / 000 / 04
De TE 60 (3) is geschikt voor het indrijven van HDA zelfachterinsnijdende ankers bij gebruik van het aangegeven
insteekgereedschap
Grootte
verzinkt
HDA‑P,
HDA‑T,
verzinkt
HDA‑PF,
HDA‑TF,
sheradiseerd
HDA‑PR,
HDA‑TR,
roestvast
staal
Insteekge-
reedschap
M10
xxxx
TE‑Y‑HDA‑ST
20 M10
M12
xxxx
TE‑Y‑HDA‑ST
22 M12
4 Technische gegevens
Technische wijzigingen voorbehouden!
AANWIJZING
Het apparaat is verkrijgbaar in verschillende nominale spanningen. De nominale spanning en het nominaal opgenomen
vermogen van uw apparaat staan vermeld op het typeplaatje.
Apparaat
TE 60 / TE 60‑ATC
Nominaal opgenomen vermogen (zoals aangetoond) 1.300 W
Nominale spanning/Nominale stroom Nominale spanning 100 V: 14,5 A
Nominale spanning 110 V: 14,8 A
Nominale spanning 127 V: 12,8 A
Nominale spanning 220 V: 6,7 A
Nominale spanning 230 V: 6,9 A
Nominale spanning 240 V: 7,0 A
Netfrequentie 50…60 Hz
Gewicht conform EPTA‑procedure 01/2003 TE 60 6,4 kg
Gewicht conform EPTA‑procedure 01/2003 TE 60‑ATC 7,5 kg
Afmetingen (L x B x H) TE 60 480 mm x 115 mm x 274 mm
Afmetingen (L x B x H) TE 60-ATC 490 mm x 115 mm x 293 mm
Toerental bij boorhameren 350/min
Indrijfenergie overeenkomstig EPTA-procedure 05/2009
(vol vermogen)
7,3 J
Indrijfenergie volgens EPTA-procedure 05/2009 (half
vermogen) TE 60‑ATC
3,6 J
AANWIJZING
Dit apparaat voldoet aan de geldende norm onder de voorwaarde, dat de maximaal toegestane netimpedantie Zmax
op het aansluitpunt van de schakelkast met het openbare net kleiner dan of gelijk aan 0,378+j0,236 Ω is. Het is de
verantwoordelijkheid van de installateur of de gebruiker van het apparaat om ervoor te zorgen, eventueel na overleg
met het stroombedrijf, dat dit apparaat alleen wordt aangesloten op een aansluitpunt met een impedantie kleiner dan
of gelijk aan Zmax.
Informatie over het apparaat en het gebruik ervan
Gereedschapopname TE 60 / TE 60‑ATC TE‑Y
Veiligheidsklasse volgens EN Veiligheidsklasse II (dubbel geïsoleerd)
AANWIJZING
Het in deze aanwijzingen aangegeven trillingsniveau is overeenkomstig een in EN 60745 genormeerd meetproces
gemeten en kan worden gebruikt voor een onderlinge vergelijking van elektrisch gereedschap. Het is ook geschikt
voor een voorlopige inschatting van de trillingsbelasting. Het aangegeven trillingsniveau is representatief voor de
belangrijkste gebruiksgebieden van het elektrisch gereedschap. Als het elektrisch gereedschap echter wordt gebruikt
voor andere toepassingen, met afwijkende gereedschappen of als het onvoldoende wordt onderhouden, kan het
nl
88
Printed: 23.11.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071043 / 000 / 04
trillingsniveau afwijken. Hierdoor kan de trillingsbelasting over de gehele gebruiksperiode duidelijk worden verhoogd.
Voor een nauwkeurige inschatting van de trillingsbelasting moet ook rekening worden gehouden met de tijden
waarin het apparaat is uitgeschakeld of weliswaar draait maar niet wordt gebruikt. Hierdoor kan de trillingsbelasting
over de gehele gebruiksperiode duidelijk verminderen. Leg de overige veiligheidsmaatregelen ter bescherming van
de gebruiker tegen trillingen ook vast, zoals: Onderhoud van het elektrisch gereedschap en de gereedschappen,
warmhouden van handen, organisatie van de werkzaamheden.
Geluids- en trillingsinformatie (gemeten volgensEN 60745‑2‑6):
Typisch A-gekwalificeerd geluidsvermogensniveau
TE 60 (met ATC)
112 dB (A)
Typisch A-gekwalificeerd geluidsemissieniveau TE 60
(met ATC)
101 dB (A)
Typisch A‑gekwalificeerd geluidsvermogensniveau
TE 60
107 dB (A)
Typisch A-gekwalificeerd geluidsemissieniveau TE 60 96 dB (A)
Onzekerheid voor het genoemde geluidsdrukniveau 3 dB (A)
Triaxiale trillingswaarden TE 60 (met ATC) (trillingsvectorsom)
Boorhameren in beton, a
h, HD
11 m/s²
Beitelen, a
h, Cheq
10,5 m/s²
Onzekerheid (K) voor triaxiale trillingswaarden 1,5 m/s²
Triaxiale trillingswaarden TE 60 (trillingsvectorsom)
Boorhameren in beton, a
h, HD
18,5 m/s²
Beitelen, a
h, Cheq
15,5 m/s²
Onzekerheid (K) voor triaxiale trillingswaarden 1,5 m/s²
5 Veiligheidsinstructies
AANWIJZING
De veiligheidsinstructies in hoofdstuk 5.1 bevatten de
algemene veiligheidsinstructies voor elektrisch gereed-
schap die volgens de van toepassing zijnde normen in de
handleiding moeten worden vermeld. Ze kunnen dus aan-
wijzingen bevatten die voor dit apparaat niet van belang
zijn.
5.1 Algemene veiligheidsaanwijzingen voor
elektrische gereedschappen
a)
WAARSCHUWING
Lees alle aanwijzingen en veiligheidsvoorschrif-
ten. Wanneer de veiligheidsvoorschriften en aanwij-
zingen niet in acht worden genomen, kan dit een
elektrische schok, brand en/of ernstig letsel tot ge-
volg hebben. Bewaar alle veiligheidsinstructies en
voorschriften goed. Het in de veiligheidsvoorschrif-
ten gebruikte begrip "elektrisch gereedschap" heeft
betrekking op elektrische gereedschappen met net-
voeding (met aansluitkabel) en op accu-aangedreven
elektrische gereedschappen (zonder aansluitkabel).
5.1.1 Veiligheid op de werkplek
a) Houd uw werkomgeving schoon en goed verlicht.
Een rommelige of onverlichte werkomgeving kan tot
ongevallen leiden.
b) Werk niet met het apparaat in een explosieve om-
geving waarin zich brandbare vloeistoffen, gas-
sen of stoffen bevinden. Elektrische gereedschap-
penveroorzakenvonkendiehetstofofdedampen
tot ontsteking kunnen brengen.
c) Houd kinderen en andere personen tijdens het
gebruik van het elektrische gereedschap uit de
buurt. Wanneer u wordt afgeleid, kunt u de controle
over het apparaat verliezen.
5.1.2 Elektrische veiligheid
a) De aansluitstekker van het elektrisch gereed-
schap moet in het stopcontact passen. De stek-
ker mag in geen geval worden veranderd. Gebruik
geen adapterstekkers in combinatie met geaarde
elektrische gereedschappen. Onveranderde stek-
kers en passende stopcontacten beperken het risico
van een elektrische schok.
b) Voorkom aanraking van het lichaam met geaarde
oppervlakken, bijvoorbeeld van buizen, verwar-
mingen, fornuizen en koelkasten. Er bestaat een
verhoogd risico door een elektrische schok wanneer
uw lichaam geaard is.
c) Houd het elektrisch gereedschap uit de buurt van
regen en vocht. Het binnendringen van water in het
elektrische gereedschap vergroot het risico van een
elektrische schok.
nl
89
Printed: 23.11.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071043 / 000 / 04
d) Gebruik de kabel niet voor een verkeerd doel, om
het elektrisch gereedschap te dragen of op te
hangen of om de stekker uit het stopcontact te
trekken. Houd de kabel uit de buurt van hitte, olie,
scherpe randen en bewegende gereedschapsde-
len. Beschadigde of in de war geraakte kabels ver-
groten het risico van een elektrische schok.
e) Wanneer u buitenshuis met elektrisch gereed-
schap werkt, dient u alleen verlengkabels te ge-
bruiken die voor gebruik buitenshuis zijn goedge-
keurd. Het gebruik van een voor gebruik buitenshuis
geschikte verlengkabel beperkt het risico van een
elektrische schok.
f) Als het gebruik van het elektrisch gereedschap in
een vochtige omgeving absoluut noodzakelijk is,
gebruik dan een lekstroomschakelaar. Het gebruik
van een lekstroomschakelaar verkleint het risico op
stroomschokken.
5.1.3 Veiligheid van personen
a) Wees alert, let goed op wat u doet en ga met
verstand te werk bij het gebruik van het elektri-
sche gereedschap. Gebruik het elektrisch gereed-
schap niet wanneer u moe bent of onder invloed
staat van drugs, alcohol of medicijnen. Een mo-
ment van onoplettendheid bij het gebruik van het
elektrisch gereedschap kan tot ernstig letsel leiden.
b) Draag een persoonlijke beschermende uitrusting
en altijd een veiligheidsbril. Het dragen van een per-
soonlijke beschermende uitrusting, zoals een stof-
masker, slipvaste werkschoenen, een veiligheids-
helm of gehoorbescherming, afhankelijk van de aard
en het gebruik van het elektrische gereedschap, ver-
mindert het risico op letsel.
c) Voorkom per ongeluk inschakelen. Controleer of
het elektrisch gereedschap is uitgeschakeld voor-
dat u de stekker in het stopcontact steekt en/of
de accu aanbrengt, of het gereedschap optilt of
draagt. Wanneer u bij het dragen van het elektrisch
gereedschap uw vinger aan de schakelaar hebt of
wanneer u het gereedschap ingeschakeld op de
stroomvoorziening aansluit, kan dit tot ongevallen
leiden.
d) Verwijder instelgereedschappen of schroefsleu-
tels voordat u het elektrisch gereedschap inscha-
kelt. Instelgereedschap of een sleutel in een draaiend
deel van het gereedschap kan tot letsel leiden.
e) Neem geen ongewone lichaamshouding aan.
Zorg ervoor dat u stevig staat en steeds in
evenwicht blijft. Daardoor kunt u het elektrisch
gereedschap in onverwachte situaties beter onder
controle houden.
f) Draag geschikte werkkleding. Draag geen loshan-
gende kleding of sieraden. Houd haren, kleding en
handschoenen uit de buurt van bewegende delen.
Loshangende kleding, sieraden en lange haren kun-
nen door bewegende delen worden meegenomen.
g) Wanneer stofafzuig- of stofopvangvoorzieningen
kunnen worden gemonteerd, dient u zich ervan
te verzekeren dat deze zijn aangesloten en juist
worden gebruikt. Het gebruik van een stofafzuig-
systeem kan de gevaren door stof beperken.
5.1.4 Gebruik en hantering van het elektrisch
gereedschap
a) Overbelast het apparaat niet. Gebruik voor uw
werkzaamheden het daarvoor bestemde elektri-
sche gereedschap. Met het passende elektrische
gereedschap werkt u beter en veiliger binnen het
aangegeven vermogensbereik.
b) Gebruik geen elektrisch gereedschap waarvan de
schakelaar defect is. Elektrisch gereedschap dat
niet meer kan worden in- of uitgeschakeld, is gevaar-
lijk en moet worden gerepareerd.
c) Trek de stekker uit het stopcontact en/of de accu
uit het apparaat voordat u het gereedschap in-
stelt, toebehoren wisselt of het apparaat weglegt.
Deze voorzorgsmaatregel voorkomt onbedoeld star-
ten van het elektrisch gereedschap.
d)
Bewaar niet-gebruikte elektrische gereedschap-
pen buiten bereik van kinderen. Laat het gereed-
schap niet gebruiken door personen die er niet
mee vertrouwd zijn en deze aanwijzingen niet
hebben gelezen. Elektrische gereedschappen zijn
gevaarlijk wanneer deze door onervaren personen
worden gebruikt.
e) Ga zorgvuldig met het elektrisch apparaat om.
Controleer of bewegende delen correct functio-
neren en niet vastklemmen en of onderdelen ge-
broken of zodanig beschadigd zijn dat de werking
van het apparaat nadelig wordt beïnvloed. Laat
beschadigde delen repareren voordat u het appa-
raat gebruikt. Veel ongevallen hebben hun oorzaak
in slecht onderhouden elektrische gereedschappen.
f) Houd snijdende inzetgereedschappen scherp en
schoon. Zorgvuldig onderhouden snijdende inzet-
gereedschappen met scherpe snijkanten klemmen
minder snel vast en zijn gemakkelijker te geleiden.
g) Gebruik elektrisch gereedschap, toebehoren, in-
zetgereedschappen enz. zó als voor dit apparaat
is voorgeschreven. Let daarbij op de arbeidsom-
standigheden en de uit te voeren werkzaamhe-
den. Het gebruik van elektrische gereedschappen
voor andere dan de voorziene toepassingen kan tot
gevaarlijke situaties leiden.
5.1.5 Service
a) Laat het apparaat alleen repareren door gekwa-
lificeerd en vakkundig personeel en alleen met
originele vervangingsonderdelen. Daarmee wordt
gewaarborgd dat de veiligheid van het elektrisch ge-
reedschap in stand blijft.
5.2 Veiligheidsaanwijzingen voor hamers
a) Draag oorbeschermers. De inwerking van geluid
kan gehoorbeschadiging veroorzaken.
b) Gebruik de extra handgreep die bij de levering van
het apparaat is inbegrepen. Verlies van controle kan
tot lichamelijk letsel leiden.
c) Houd het apparaat alleen vast aan de geïso-
leerde greepgedeelten, wanneer u werkzaamhe-
den uitvoert waarbij het inzetgereedschap ver-
dekte stroomleidingen of het eigen netsnoer kan
raken. Door het contact met een spanningvoerende
nl
90
Printed: 23.11.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071043 / 000 / 04
leiding kunnen ook metalen delen van apparaten
onder spanning komen te staan, hetgeen tot een
elektrische schok kan leiden.
5.3 Aanvullende veiligheidsvoorschriften
5.3.1 Veiligheid van personen
a) Houd het apparaat altijd met beide handen vast
aan de daarvoor bestemde handgrepen. Houd de
handgrepen droog, schoon en vrij van olie en vet.
b) Wanneer het apparaat zonder stofafzuiging wordt
gebruikt, dient u bij werkzaamheden waarbij stof
vrijkomt een licht stofmasker te dragen.
c) Neem pauzes en doe ontspannings- en vingeroe-
feningen, voor een betere doorbloeding van uw
vingers.
d) Raak geen roterende delen aan. Schakel het ap-
paraat pas in het werkgebied in. Het aanraken van
roterende delen, met name roterend gereedschap,
kan lichamelijk letsel tot gevolg hebben.
e) Leid het net- en het verlengsnoer tijdens het werk
altijd naar achteren van het apparaat weg. Dit
vermindert het risico om over het snoer te vallen.
f) Zet de functiekeuzeschakelaar om te roeren in de
stand "Hamerboren" en draag werkhandschoe-
nen.
g) Kinderen moet duidelijk worden gemaakt dat het
apparaat geen speelgoed is.
h) Het apparaat is niet bedoeld voor gebruik door
kinderen of door zwakke, ongeschoolde perso-
nen.
i) Stof van materiaal zoals loodhoudende verf, som-
mige houtsoorten, mineralen en metaal kunnen scha-
delijk voor de gezondheid zijn. Het in contact komen
met of het inademen van dit stof kan leiden tot aller-
gische reacties en/of aandoeningen van de luchtwe-
gen bij de gebruiker of personen die zich in de buurt
bevinden. Bepaalde stoffen, zoals eiken- of beuken-
stof, staan bekend als kankerverwekkend, in het bij-
zonder in combinatie met houtbewerkingsmiddelen
(chromaat, houtbeschermingsmiddelen). Asbesthou-
dend materiaal mag alleen door vakkundig personeel
worden bewerkt. Zo mogelijk gebruik maken van
stofafzuiging. Om een betere stofafzuiging te ver-
krijgen, gebruikmaken van een geschikte, door
Hilti aanbevolen en op dit elektrisch apparaat af-
gestemde mobiele stofafzuiging voor hout- en/of
mineraalstof. Zorg voor een goede ventilatie van
de werkruimte. Het wordt geadviseerd een adem-
masker met filterklasse P2 te dragen. De in uw
land geldende voorschriften bij de te bewerken
materialen in acht nemen.
5.3.2 Gebruik en onderhoud van elektrisch
gereedschap
a) Borg het werkstuk. Gebruik spaninrichtingen of
een bankschroef om het werk vast te zetten. Op
deze manier zit het beter vast dan met de hand, en
bovendien heeft u beide handen vrij om het apparaat
te bedienen.
b) Controleer of het gereedschap het bij het appa-
raat passende opnamesysteem heeft en correct
in de gereedschapopname vergrendeld is.
5.3.3 Elektrische veiligheid
a) Controleer het werkgebied voordat u begint te
werken op verdekt liggende elektrische leidingen,
gas- en waterleidingen, bijv. met een metaalde-
tector. Externe metalen delen van het apparaat kun-
nen onder spanning komen te staan als u per ongeluk
bijv. een elektrische leiding beschadigt. Dit vormt een
ernstig gevaar van een elektrische schok.
b) Controleer regelmatig het voedingssnoer van het
apparaat, en laat dit in geval van beschadiging
vernieuwen door een erkend vakman. Wanneer
het netsnoer van het elektrisch gereedschap be-
schadigd is, dient dit door een speciaal vervaar-
digd en goedgekeurd netsnoer te worden vervan-
gen. Dit kan verkregen worden bij de klantenser-
vice. Controleer de verlengsnoeren regelmatig en
vervang deze in geval van beschadiging. Wordt
het net- of verlengsnoer tijdens de werkzaam-
heden beschadigd, dan mag u het snoer niet
aanraken. Haal de stekker uit het stopcontact.
Beschadigde voedings- en verlengsnoeren houden
het risico van een elektrische schok in.
c) Laat vuile apparaten bij een veelvuldige bewer-
king van geleidend materiaal regelmatig door de
Hilti-service controleren. Vocht of stof dat zich aan
het oppervlak van het apparaat hecht, met name van
geleidend materiaal, kan onder ongunstige omstan-
digheden tot een elektrische schok leiden.
d) Wanneer u buiten met elektrisch gereedschap
werkt, zorg er dan voor dat het apparaat met
behulp van een lekstroombeveiligingschakelaar
(RCD) met maximaal 30 mA afschakelstroom
op het net is aangesloten. Het gebruik van een
lekstroombeveiligingschakelaar vermindert het risico
van een elektrische schok.
e) In principe wordt het gebruik van een lekstroom-
beveiligingschakelaar (RCD) met maximaal 30 mA
afschakelstroom aanbevolen.
5.3.4 Werkruimte
a) Zorg voor een goede ventilatie van de werkom-
geving. Slecht geventileerde werkruimtes kunnen als
gevolg van de stofbelasting schadelijk zijn voor de
gezondheid.
b) Bij doorbraakwerkzaamheden dient u het gebied
aan de overzijde van de werkzaamheden af te zet-
ten. Er kunnen brokstukken naar buiten en / of naar
beneden vallen, waardoor andere personen mogelijk
letsel oplopen.
nl
91
Printed: 23.11.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071043 / 000 / 04
5.3.5 Persoonlijke veiligheidsuitrusting
De gebruiker en personen die zich in de buurt bevin-
den, moeten tijdens het gebruik van het apparaat een
geschikte veiligheidsbril, een helm, oorbeschermers,
werkhandschoenen en een licht stofmasker dragen.
6 Inbedrijfneming
6.1 Zijhandgreep monteren en positioneren 2
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Open de houder van de zijhandgreep door aan de
greep te draaien.
3. Schuif de zijhandgreep (spanband) over de gereed-
schapopname op de schacht.
4. Draai de zijhandgreep in de gewenste positie.
5. ATTENTIE Let erop dat het spanband in de daar-
voor bestemde gleuf van het apparaat ligt.
Zet de zijhandgreep stevig vast door aan de greep
te draaien.
6.2 Diepte-aanslag (optioneel) monteren
1. Open de houder van de zijhandgreep door aan de
greep te draaien.
2. De diepte-aanslag over de houder (spanband) van
de zijhandgreep in de twee geleideboringen schui-
ven.
3. Zet de zijhandgreep vast door aan de greep te
draaien. Hierdoor wordt tegelijkertijd de diepte-
aanslag bevestigd.
6.3 Apparaat vrijschakelen
Zie hoofdstuk "Bediening/Diefstalbeveiliging TPS (ATC)".
6.4 Gebruik van verlengsnoer en generator of
transformator
Zie het hoofdstuk "Beschrijving/toepassing van verleng-
kabel".
7Bediening
ATTENTIE
Het apparaat heeft overeenkomstig zijn gebruiksdoelen
een hoog toerental. Gebruik de zijhandgreep en werk
altijd met twee handen aan het apparaat. De gebruiker
moet voorbereid zijn op plotseling blokkerend gereed-
schap.
ATTENTIE
Erop letten dat altijd de correcte functie van de func-
tiekeuzeschakelaar is ingesteld.
ATTENTIE
Zet losse werkstukken vast met een spaninrichting of
een bankschroef.
ATTENTIE
Controleer het gereedschap voor elk gebruik op be-
schadigingen en onregelmatige slijtage.
7.1 Voorbereiden
ATTENTIE
Draag bij het wisselen van gereedschap werkhand-
schoenen, omdat het gereedschap heet wordt door
het gebruik.
7.1.1 Diepteaanslag instellen
1. Draai de schroef op de diepteaanslag los.
2. Stel de diepteaanslag en de gewenste boordiepte
in.
3. Draai de schroef op de diepteaanslag vast.
nl
92
Printed: 23.11.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071043 / 000 / 04
7.1.2 Gereedschap aanbrengen 3
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Controleer of het insteekeinde van het gereedschap
schoon en licht ingevet is. Zo nodig dient u het
insteekeinde te reinigen en in te vetten.
3. Controleer of de afdichtingslip van de stofkap
schoon is en in goede toestand verkeert. Maak zo
nodig de stofkap schoon of vervang deze ingeval
de afdichtingslip beschadigd is.
4. Breng het gereedschap aan in de gereedschapop-
name en draai het onder lichte druk, tot het in de
geleidingsgroef vergrendelt.
5. Druk het gereedschap in de gereedschapopname
tot het hoorbaar vergrendelt.
6. Controleer of het gereedschap goed vergrendeld is
door er aan te trekken.
7.1.3 Gereedschap verwijderen 4
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Open de gereedschapopname door de gereed-
schapsvergrendeling terug te trekken.
3. Trek het gereedschap uit de gereedschapopname.
7.2 Gebruik
ATTENTIE
Door de bewerking van de ondergrond kan er materi-
aal afsplinteren. Draag een veiligheidsbril, werkhand-
schoenen en, wanneer u geen stofafzuiging gebruikt,
een licht stofmasker. Afgesplinterd materiaal kan licha-
melijk letsel en oogletsel veroorzaken.
ATTENTIE
Tijdens het werkproces wordt geluid geproduceerd.
Draag oorbeschermers. Te hard geluid kan het gehoor
beschadigen.
ATTENTIE
Neem pauzes en doe ontspannings- en vingeroefenin-
gen, voor een betere doorbloeding van uw vingers.
7.2.1 Diefstalbeveiliging TPS (ATC)
AANWIJZING
Het ATC-apparaat kan optioneel met de functie "Dief-
stalbeveiliging" zijn uitgerust. Is het apparaat met deze
functie uitgerust, dan kan het alleen met de bijbehorende
vrijschakelsleutel worden vrijgeschakeld en gebruikt.
7.2.1.1 Apparaat vrijschakelen 5
1. Steek de stekker van het apparaat in het stopcon-
tact. De gele lamp voor diefstalbeveiliging knippert.
Het apparaat is nu gereed om signalen te ontvangen
van de vrijschakelsleutel.
2. Breng de vrijschakelsleutel direct op het slotsym-
bool. Zodra de gele lamp tegen diefstalbeveiliging
uitgaat, is het apparaat vrijgeschakeld.
AANWIJZING Wordt de stroomtoevoer onderbro-
ken, bijv. bij een wisseling van de werkruimte of
bij netuitval, dan kan het apparaat nog ongeveer
20 minuten functioneren. Bij langere onderbrekin-
gen moet het apparaat m.b.v. de vrijschakelsleutel
opnieuw worden vrijgeschakeld.
7.2.1.2 Activering van de diefstalbeveiligingsfunctie
voor het apparaat
AANWIJZING
Meer gedetailleerde informatie over de activering en het
gebruik van de diefstalbeveiliging vindt u in de handlei-
ding "Beveiliging tegen diefstal".
7.2.2 Boorhameren 6
AANWIJZING
Werken bij lage temperaturen: om het slagmechanisme
van het apparaat te laten werken, is een minimale bedrijfs-
temperatuur nodig. Om de minimale bedrijfstemperatuur
te bereiken, plaatst u het apparaat kort op de ondergrond
en laat u het in nullast draaien. Zo nodig herhaalt u dit tot
het slagmechanisme werkt.
1. Draai de functiekeuzeschakelaar in de stand "Boor-
hameren" tot hij vergrendelt. Tijdens bedrijf mag
er niet aan de functiekeuzeschakelaar worden ge-
draaid.
2. Breng de zijhandgreep in de gewenste positie en
zorg ervoor dat hij op de juiste wijze gemonteerd en
volgens voorschrift bevestigd is.
3. Steek de stekker in het stopcontact.
4. Vastleggen van het boorvermogen (optioneel).
AANWIJZING Nadat de stekker in het stopcontact
is gestoken, is het apparaat altijd ingesteld op het
volledige boorvermogen.
AANWIJZING Om het halve boorvermogen in te
stellen, drukt u op de toets "half vermogen", waarna
de boorvermogensindicatie verlicht is. Door op-
nieuw op de toets "half vermogen" te drukken scha-
kelt het apparaat weer over naar het volledige boor-
vermogen.
5. Plaats het apparaat met de boor op het gewenste
boorpunt.
6. Druk langzaam op de regelschakelaar (werk met
een laag toerental, tot de boor in het boorgat ge-
centreerd is).
7. Om met volledig vermogen verder te werken, dient
de regelschakelaar volledig te worden doorgedrukt.
8. Oefen geen overmatige aandrukkracht uit. De slag-
capaciteit wordt daardoor niet verhoogd. Wanneer
de aandrukkracht geringer is, is de levensduur van
het gereedschap langer.
9. Om splinteren te voorkomen dient u bij het boren
van gaten het toerental kort voor de doorslag te
reduceren.
nl
93
Printed: 23.11.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071043 / 000 / 04
7.2.3 ATC "Active Torque Control" (TE 60‑ATC)
Het apparaat is naast de mechanische slipkoppeling uit-
gerust met het ATC (Active Torque Control) systeem. Dit
systeem biedt extra comfort in het boorbereik dankzij
de sneluitschakeling bij plotselinge draaibewegingen van
het apparaat om de booras. Deze bewegingen kunnen
zich bijv. voordoen wanneer de boor beklemd raakt door-
dat de wapening wordt geraakt of bij het onopzettelijk
kantelen van het apparaat. Als het ATC-systeem is ge-
activeerd het apparaat weer in gebruik nemen door de
regelschakelaar los te laten en weer te bedienen nadat
de motor tot stilstand is gekomen (een "klik"-geluid geeft
aan dat het apparaat weer gereed voor gebruik is). Al-
tijd een werkhouding kiezen waarin het apparaat linksom
(vanuit de gebruiker gezien) vrij kan draaien. Wanneer dit
niet mogelijk is, kan het ATC niet reageren.
7.2.4 Beitelen 7
AANWIJZING
De beitel kan in 24 verschillende posities (in stappen
van 15°) worden gepositioneerd. Hierdoor kan met platte
beitels en vormbeitels altijd in een optimale houding
worden gewerkt.
ATTENTIE
Werk niet in de stand "Beitel positioneren".
1. Om de beitel te positioneren draait u de functiekeu-
zeschakelaar in de stand "Beitel positioneren" tot hij
vergrendelt.
2. Breng de zijhandgreep in de gewenste positie en
zorg ervoor dat hij op de juiste wijze gemonteerd en
volgens voorschrift bevestigd is.
3. Draaidebeitelindegewenstepositie.
4. Om de beitel vast te zetten draait u de functiekeuze-
schakelaar in de stand "Beitelen" tot hij vergrendelt.
Tijdens bedrijf mag er niet aan de functiekeuzescha-
kelaar worden gedraaid.
5. Om te beitelen steekt u de stekker in het stopcon-
tact.
6. Leg het beitelvermogen vast (ATC).
AANWIJZING Wanneer de stekker in het stopcon-
tact is gestoken, is het apparaat altijd ingesteld op
het volledige beitelvermogen.
AANWIJZING Omhethalvebeitelvermogeninte
stellen, drukt u op de toets "half vermogen", waarna
de beitelvermogenindicatie verlicht is. Door opnieuw
op de toets "half vermogen" te drukken schakelt het
apparaat over naar het volledige beitelvermogen.
7. Plaats het apparaat met de beitel op het gewenste
beitelpunt.
8. Druk de regelschakelaar volledig in.
7.2.5 Boren zonder slag
Het boren zonder slag is mogelijk met gereedschap met
een speciaal insteekeinde. In het gereedschapsassorti-
ment van Hilti zijn deze gereedschappen beschikbaar.
Met de snelspanboorkop kunnen bijvoorbeeld hout- of
staalboren met gewone ronde schacht worden ingespan-
nen en kan zonder slag worden geboord. De functie-
keuzeschakelaar moet hierbij in de stand boorhameren
vergrendeld zijn.
7.2.6 Regelschakelaarvergrendeling 8
In de beitelfunctie kunt u de regelschakelaar in de inge-
stelde toestand vastzetten.
1. Schuif de regelschakelaarvergrendeling boven de
handgreep naar voren.
2. Druk de regelschakelaar volledig in.
Hetapparaatisnuingesteldopcontinuwerking.
3. Om het terug te stellen schuift u de regelschakelaar-
vergrendeling terug.
Het apparaat schakelt uit.
7.2.7 Roeren
1. Draai de functiekeuzeschakelaar in de stand "Ha-
merboren" tot hij inklikt.
2. Steek de snelspanopname in de gereedschapop-
name.
3. Breng het roergereedschap in.
4. Controleer of het gereedschap goed vergrendeld is
door er aan te trekken.
5. Breng de zijhandgreep in de gewenste stand en
zorg ervoor dat hij op de juiste wijze gemonteerd en
volgens voorschrift bevestigd is.
6. Steek de stekker van het apparaat in het stopcon-
tact.
7. Houd het roergereedschap in de container met het
roermateriaal.
8. Druk om met roeren te beginnen langzaam op de
regelschakelaar.
9. Om met volledig vermogen verder te werken, dient
de regelschakelaar volledig te worden doorgedrukt.
10. Leid het roergereedschap op zo'n manier dat het
medium niet naar buiten wordt geslingerd.
8 Verzorging en onderhoud
ATTENTIE
Haal de stekker uit het stopcontact.
8.1 Verzorging van de gereedschappen en metalen
onderdelen
Verwijder vastzittend vuil en bescherm het oppervlak
van uw gereedschap en de gereedschapsopname tegen
corrosie door ze af en toe in te wrijven met een in olie
gedrenkte poetsdoek.
nl
94
Printed: 23.11.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071043 / 000 / 04
8.2 Reiniging van het apparaat
ATTENTIE
Het apparaat, in het bijzonder de greepgedeelten,
schoon en vrij van olie en vet houden. Gebruik geen
siliconenhoudende reinigingsmiddelen.
Gebruik het apparaat nooit met verstopte ventilatiesleu-
ven! Reinig de ventilatiesleuven voorzichtig met een
droge borstel. Voorkom dat er vreemd materiaal in het
apparaat binnendringt. Reinig de buitenkant van het ap-
paraat regelmatig met een licht bevochtigde poetsdoek.
Gebruik geen sproeiapparaat, stoomstraalapparaat of
stromend water voor het reinigen! De elektrische veilig-
heid van het apparaat kan daardoor in gevaar komen.
8.3 Service-indicatie
AANWIJZING
Het apparaat is uitgerust met een service-indicatie.
Aanduiding Is rood verlicht De looptijd voor een service is bereikt.
Het apparaat kan vanaf dat de aandui-
ding gaat branden nog voor enkele uren
echte looptijd worden gebruikt voordat
het apparaat automatisch wordt uitge-
schakeld. Breng het apparaat tijdig naar
de Hilti Service, zodat het altijd bedrijfs-
klaar is.
Knippert rood Zie het hoofdstuk Foutopsporing.
8.4 Reparaties
WAARSCHUWING
Reparaties aan elektrische onderdelen mogen alleen
door een elektrotechnicus worden uitgevoerd.
Controleer regelmatig alle uitwendige delen van het ap-
paraat op beschadigingen en ga na of alle bedieningsele-
menten correct functioneren. Gebruik het apparaat niet
wanneer er onderdelen beschadigd zijn of bedieningsele-
menten niet correct functioneren. Laat het apparaat door
de Hilti-service repareren.
8.5 Controle na schoonmaak- en
reparatiewerkzaamheden
Na schoonmaak- en reparatiewerkzaamheden dient te
worden nagegaan of veiligheidsinrichtingen correct en
foutloos functioneren.
9 Foutopsporing
Fout Mogelijke oorzaak
Oplossing
Apparaat start niet. Netstroomvoorziening onderbroken. Ander elektrisch gereedschap inbren-
gen, functie controleren.
Netsnoer of stekker defect. Door een elektrotechnicus laten con-
troleren en eventueel vervangen.
Generator met Sleep Mode. Generator met tweede verbruiker
(bijv. bouwplaatslamp) belasten.
Hierna het apparaat uit- en weer
inschakelen.
Ander elektrisch defect Door een elektrotechnicus laten con-
troleren.
De elektronische startblokkering na
een stroomonderbreking is geacti-
veerd.
Schakel het apparaat uit en weer aan.
Regelschakelaar defect. Door een elektrotechnicus laten con-
troleren en eventueel vervangen.
Slagmechanisme werkt niet. Apparaat is te koud. Apparaat op de minimale bedrijfstem-
peratuur brengen
Zie hoofdstuk: 7.2.2 Boorhameren 6
Apparaat start niet en de indica-
tie knippert rood.
Schade aan het apparaat Laat het apparaat door de
Hilti-service repareren.
nl
95
Printed: 23.11.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071043 / 000 / 04
Fout Mogelijke oorzaak
Oplossing
Apparaat start niet en de indica-
tie is rood verlicht.
Koolborstels versleten Door een elektrotechnicus laten con-
troleren en eventueel vervangen.
Apparaatwerktnietendeindi-
catie knippert geel.
Apparaat is niet vrijgeschakeld (bij ap-
paraat met diefstalbeveiliging, ATC).
Apparaat vrijschakelen met de vrij-
schakelsleutel.
Apparaat heeft geen volledig
vermogen.
Verlengsnoer te lang en / of met te
geringe diameter.
Verlengsnoer met toegestane lengte
en / of met voldoende diameter ge-
bruiken.
Regelschakelaar niet helemaal door-
gedrukt.
Regelschakelaar tot de aanslag door-
drukken.
Toets "half vermogen" ingeschakeld
(ATC).
Druk op de toets "Half vermogen"
Stroomvoorziening heeft te lage
spanning.
Apparaat op andere stroomvoorzie-
ning aansluiten.
Boor draait niet. Functiekeuzeschakelaar is niet ver-
grendeld of bevindt zich in de stand
"Beitelen" of in de stand "Beitel posi-
tioneren".
Functiekeuzeschakelaar tijdens stil-
stand in de positie "Hamerboren"
brengen.
Boor/beitel kan niet uit de ver-
grendeling worden gehaald.
Gereedschapopnamenietvolledig
teruggetrokken.
Gereedschapvergrendeling tot de
aanslag terugtrekken en het gereed-
schap uitnemen.
Zijhandgreep niet correct gemon-
teerd.
Zijhandgreep losmaken en op de
juiste wijze monteren, zodat de span-
band en de zijhandgreep in de uitdie-
ping zijn ingeklikt.
10 Afval voor hergebruik recyclen
Hilti-apparaten zijn voor een groot deel vervaardigd uit materiaal dat kan worden gerecycled. Voor hergebruik is een
juiste materiaalscheiding noodzakelijk. In veel landen is Hilti er al op ingesteld om uw oude apparaat voor recycling
terug te nemen. Vraag hierover informatie bij de klantenservice van Hilti of bij uw verkoopadviseur.
Alleen voor EU-landen
Geef elektrisch gereedschap niet met het huisvuil mee!
Overeenkomstig de Europese richtlijn inzake oude elektrische en elektronische apparaten en de toe-
passing daarvan binnen de nationale wetgeving, dient gebruikt elektrisch gereedschap gescheiden te
worden ingezameld en te worden afgevoerd naar een recyclingbedrijf dat voldoet aan de geldende
milieu-eisen.
11 Fabrieksgarantie op apparatuur
Neem bij vragen over de garantievoorwaarden contact
op met uw lokale HILTI dealer.
nl
96
Printed: 23.11.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071043 / 000 / 04
12 EG-conformiteitsverklaring (origineel)
Omschrijving: Combihamer
Type: TE 60 / TE 60‑ATC‑AVR
Generatie: 03
Bouwjaar: 2010
Als de uitsluitend verantwoordelijken voor dit product
verklaren wij dat het voldoet aan de volgende voorschrif-
ten en normen: tot 19 april 2016: 2004/108/EG, vanaf
20 april 2016: 2014/30/EU, 2006/42/EG, 2011/65/EU,
EN 60745‑1, EN 60745‑2‑6, EN ISO 12100.
Hilti Corporation, Feldkircherstrasse 100,
FL‑9494 Schaan
Paolo Luccini Tassilo Deinzer
Head of BA Quality and Process Mana-
gement
Executive Vice President
Business Area Electric Tools & Acces-
sories
Business Unit Power
Tools & Accessories
05/2015 05/2015
Technische documentatie bij:
Hilti Entwicklungsgesellschaft mbH
Zulassung Elektrowerkzeuge
Hiltistrasse 6
86916 Kaufering
Deutschland
nl
97
Printed: 23.11.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071043 / 000 / 04

Documenttranscriptie

OORSPRONKELIJKE GEBRUIKSAANWIJZING TE 60 / TE 60‑ATC‑AVR Combihamer Lees de handleiding vóór het eerste gebruik beslist door. Bewaar deze handleiding altijd bij het apparaat. Geef het apparaat alleen samen met de handleiding aan andere personen door. nl Inhoud 1 Algemene opmerkingen 2 Beschrijving 3 Gereedschap, toebehoren, verbruiksmateriaal 4 Technische gegevens 5 Veiligheidsinstructies 6 Inbedrijfneming 7 Bediening 8 Verzorging en onderhoud 9 Foutopsporing 10 Afval voor hergebruik recyclen 11 Fabrieksgarantie op apparatuur 12 EG-conformiteitsverklaring (origineel) Pagina 84 85 87 88 89 92 92 94 95 96 96 97 1 Deze nummers verwijzen naar afbeeldingen. De afbeeldingen zijn te vinden aan het begin van de handleiding. In de tekst van deze handleiding wordt met »het apparaat« altijd de combihamer TE 60 / TE 60‑ATC bedoeld. Onderdelen, bedienings- en indicatie-elementen 1 @ Gereedschapopname ; Functiekeuzeschakelaar = Regelschakelaar % Voedingssnoer & Zijhandgreep ( Diepte-aanslag (optioneel) ) Service-indicatie + Aanduiding diefstalbeveiliging (optioneel) § Arrêt voor regelschakelaar / Weergave van half vermogen (optioneel) : Toets voor half vermogen (optioneel) 1 Algemene opmerkingen 1.1 Signaalwoorden en hun betekenis GEVAAR Voor een direct dreigend gevaar dat tot ernstig letsel of tot de dood leidt. WAARSCHUWING Voor een eventueel gevaarlijke situatie die tot ernstig letsel of tot de dood kan leiden. ATTENTIE Voor een eventueel gevaarlijke situatie die tot licht letsel of tot materiële schade kan leiden. AANWIJZING Voor gebruikstips en andere nuttige informatie. 84 Printed: 23.11.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071043 / 000 / 04 1.2 Verklaring van de pictogrammen en overige aanwijzingen Waarschuwingstekens Waarschuwing voor algemeen gevaar Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning Waarschuwing voor heet oppervlak Gebodstekens Vóór het gebruik de handleiding lezen Werkhandschoenen dragen Veiligheidsbril dragen Helm dragen Nominaal nullasttoerental Omwentelingen per minuut Dubbel geïsoleerd Verwijzing naar beveiliging tegen diefstal Slotsymbool Licht stofmasker dragen Symbolen Materialen afvoeren voor recycling Hertz Oorbeschermers dragen Hamerboren Beitelen Beitel positioneren Diameter Plaats van de identificatiegegevens op het apparaat De typeaanduiding is op het typeplaatje en het serienummer op de zijkant van het motorhuis aangebracht. Neem deze gegevens over in uw handleiding en geef ze altijd door wanneer u onze vertegenwoordiging of ons servicestation om informatie vraagt. Type: Generatie: 03 Serienr.: Volt Ampère Watt Wisselstroom 2 Beschrijving 2.1 Gebruik volgens de voorschriften Het apparaat is een elektrisch aangedreven combihamer met pneumatisch slagmechanisme. De ATC-functie van de TE 60‑ATC (Active Torque Control) biedt de gebruiker extra comfort bij het boren. Het apparaat is bestemd voor boorwerkzaamheden in beton, metselwerk, metaal en hout en kan daarnaast voor beitelwerkzaamheden worden gebruikt. Het apparaat is uitgerust met een elektronische overbelastingsbeveiliging. Bij een permanente overbelasting van het apparaat wordt het motortoerental automatisch gereduceerd en de motor zo nodig zelfs stopgezet. Wordt de regelschakelaar losgelaten en weer ingedrukt, dan heeft de motor meteen weer zijn volle vermogen. Bij het opnieuw starten dient er daarom op te worden gelet dat het apparaat stevig met beide handen wordt vastgehouden. Het apparaat is onder bepaalde voorwaarden geschikt om te roeren (zie Gereedschap, toebehoren en bediening). Het apparaat is bestemd voor de professionele gebruiker en mag alleen door geautoriseerd, onderricht personeel bediend, onderhouden en gerepareerd worden. Dit personeel moet speciaal op de hoogte zijn gesteld van de mogelijke gevaren. Het apparaat en de bijbehorende hulpmiddelen kunnen gevaar opleveren als ze door ongeschoolde personen onjuist of niet volgens de voorschriften worden gebruikt. Materialen die schadelijk zijn voor de gezondheid (bijv. asbest) mogen niet worden bewerkt. De werkomgeving kan zijn: bouwplaats, werkplaats, renovatie, verbouw of nieuwbouw. Het apparaat mag alleen in een droge omgeving worden gebruikt. Houd rekening met de omgevingsinvloeden. Gebruik het apparaat niet op plaatsen waar het risico van explosie en brand bestaat. Het apparaat mag uitsluitend worden gebruikt met de netspanning en -frequentie die op het typeplaatje staan aangegeven. Neem de specificaties in de handleiding betreffende het gebruik, de verzorging en het onderhoud in acht. Gebruik ter voorkoming van letsel alleen originele Hilti toebehoren en apparaten. 85 Printed: 23.11.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071043 / 000 / 04 nl Aanpassingen of veranderingen aan het apparaat zijn niet toegestaan. 2.2 Gereedschapopname Snelwissel-klik-gereedschapopname TE‑Y (SDS max.) TE 60 / TE 60‑ATC 2.3 Schakelaar Instelbare regelschakelaar om zacht aan te boren/beitelen. Functiekeuzeschakelaar: boorhameren, beitelfunctie, beitelinstelfunctie (24 posities) Kiezen tussen volledig of half vermogen (ATC) Regelschakelaar in beitelfunctie vergrendelbaar 2.4 Handgrepen Trillingsgedempte, zwenkbare zijhandgreep Trillingsgedempte handgreep (ATC) nl 2.5 Afscherming Mechanische slipkoppeling Elektronische aanloopblokkering tegen het onbedoeld aanlopen van het apparaat na een stroomonderbreking (zie hoofdstuk "Foutopsporing"). ATC "Active Torque Control" (TE 60‑ATC) 2.6 Smering Overbrenging en slagmechanisme met gescheiden smeerkamers 2.7 Active Vibration Reduction (ATC) Het apparaat is uitgerust met een "Active Vibration Reduction" (AVR) systeem, waardoor de trilling ten opzichte van de waarde zonder AVR significant wordt gereduceerd. 2.8 Diefstalbeveiliging TPS (ATC) Het apparaat kan optioneel met de functie "Diefstalbeveiliging TPS" zijn uitgerust. Is het apparaat met deze functie uitgerust, dan kan het alleen met de bijbehorende vrijschakelsleutel worden vrijgeschakeld en gebruikt. 2.9 Aanduidingen met lichtsignaal Service-indicatie met lichtsignaal (zie het hoofdstuk "Verzorging en onderhoud/Service-indicatie") Aanduiding van diefstalbeveiliging (ATC) (zie het hoofdstuk "Bediening/Diefstalbeveiliging TPS (optioneel)") Aanduiding voor half vermogen (zie hoofdstuk "Bediening/Boorhameren/Beitelen") 2.10 Inbegrepen bij de standaard leveringsomvang van de standaarduitrusting zijn 1 Apparaat met zijhandgreep 1 Poetsdoek 1 1 1 Vet Handleiding Hilti koffer 2.11 Gebruik van verlengsnoeren Gebruik alleen verlengsnoeren die voor de toepassing zijn toegestaan en een voldoende diameter hebben. Anders kan vermogensverlies van het apparaat en oververhitting van het snoer optreden. Controleer het verlengsnoer regelmatig op beschadigingen. U dient beschadigde verlengsnoeren te vervangen. Aanbevolen minimale diameters en max. snoerlengtes: Snoerdiameter 1,5 mm² Netspanning 100 V Netspanning 110‑127 V 86 Printed: 23.11.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071043 / 000 / 04 2,0 mm² 2,5 mm² 3,5 mm² 30 m 40 m 20 m 20 m 25 m 40 m Snoerdiameter 1,5 mm² Netspanning 220-240 V 30 m 2,0 mm² 2,5 mm² 3,5 mm² 50 m Gebruik geen verlengsnoer met een snoerdiameter van 1,25 mm². 2.12 Verlengsnoer buiten Gebruik buiten alleen voor dit doel goedgekeurde en overeenkomstig gekenmerkte verlengsnoeren. 2.13 Het gebruik van een generator of transformator Dit apparaat kan door een generator of transformator van de bouwplaats worden gevoed, wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan: Het afgegeven vermogen in watt is minstens het dubbele van wat op het typeplaatje van het apparaat staat aangegeven, de bedrijfsspanning dient altijd binnen de +5% en ‑15% ten opzichte van de nominale spanning te liggen en de frequentie moet 50 tot 60 Hz en mag nooit meer dan 65 Hz bedragen, en er dient een automatische spanningsregelaar met aanloopversterking voorhanden te zijn. Bij gebruik van een generator/transformator in geen geval gelijktijdig andere apparaten aansluiten en gebruiken. Het in- en uitschakelen van andere apparaten kan onderspannings- en/of overspanningspieken veroorzaken, waardoor het apparaat beschadigd kan raken. 3 Gereedschap, toebehoren, verbruiksmateriaal Omschrijving Afkorting Beschrijving Hamerboren TE 60 / TE 60‑ATC ∅ 12…40 mm Boor voor doorvoerboringen TE 60 / TE 60‑ATC ∅ 40…80 mm Hamerboorkroon TE 60 / TE 60‑ATC ∅ 45…100 mm Diamantboorkroon PCM TE 60-ATC ∅ 42…102 mm Beitel TE 60 / TE 60‑ATC Houtboren Puntbeitel, platte beitel en vormbeitel met TE-Y insteekeinde ∅ 10…32 mm Metaalboren ∅ Max. 20 mm Omschrijving Afkorting Artikelnummer, beschrijving Zijhandgreep compleet Diepte-aanslag compleet 2021281 Insteekgereedschap TE 60 / TE 60‑ATC Boorkophouder TE FY‑BA‑C 206999, Optioneel Beveiliging tegen diefstal TPS (Theft Protection System) met Company Card, Company Remote en vrijschakelsleutel TPS‑K Snelspanopname Roerapparaat voor niet-brandbare stoffen met cilindrische schacht of zeskant Stofafzuiging Insteekgereedschap met TE-Y insteekeinde Adapter Voor hout- en metaalboren met cilindrische schacht of zeskant ∅ 80…120 mm TE DRS‑B, TE DRS‑S, TE DRS‑BK 87 Printed: 23.11.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071043 / 000 / 04 nl De TE 60 (3) is geschikt voor het indrijven van HDA zelfachterinsnijdende ankers bij gebruik van het aangegeven insteekgereedschap Insteekgereedschap x HDA‑PR, HDA‑TR, roestvast staal x x x TE‑Y‑HDA‑ST 20 M10 TE‑Y‑HDA‑ST 22 M12 Grootte verzinkt HDA‑P, HDA‑T, verzinkt HDA‑PF, HDA‑TF, sheradiseerd M 10 x x M 12 x x 4 Technische gegevens nl Technische wijzigingen voorbehouden! AANWIJZING Het apparaat is verkrijgbaar in verschillende nominale spanningen. De nominale spanning en het nominaal opgenomen vermogen van uw apparaat staan vermeld op het typeplaatje. Apparaat TE 60 / TE 60‑ATC Nominaal opgenomen vermogen (zoals aangetoond) 1.300 W Nominale spanning/Nominale stroom Nominale spanning 100 V: 14,5 A Nominale spanning 110 V: 14,8 A Nominale spanning 127 V: 12,8 A Nominale spanning 220 V: 6,7 A Nominale spanning 230 V: 6,9 A Nominale spanning 240 V: 7,0 A 50…60 Hz Netfrequentie Gewicht conform EPTA‑procedure 01/2003 TE 60 6,4 kg Gewicht conform EPTA‑procedure 01/2003 TE 60‑ATC 7,5 kg Afmetingen (L x B x H) TE 60 480 mm x 115 mm x 274 mm Afmetingen (L x B x H) TE 60-ATC 490 mm x 115 mm x 293 mm Toerental bij boorhameren 350/min Indrijfenergie overeenkomstig EPTA-procedure 05/2009 (vol vermogen) Indrijfenergie volgens EPTA-procedure 05/2009 (half vermogen) TE 60‑ATC 7,3 J 3,6 J AANWIJZING Dit apparaat voldoet aan de geldende norm onder de voorwaarde, dat de maximaal toegestane netimpedantie Zmax op het aansluitpunt van de schakelkast met het openbare net kleiner dan of gelijk aan 0,378+j0,236 Ω is. Het is de verantwoordelijkheid van de installateur of de gebruiker van het apparaat om ervoor te zorgen, eventueel na overleg met het stroombedrijf, dat dit apparaat alleen wordt aangesloten op een aansluitpunt met een impedantie kleiner dan of gelijk aan Zmax. Informatie over het apparaat en het gebruik ervan Gereedschapopname TE 60 / TE 60‑ATC Veiligheidsklasse volgens EN TE‑Y Veiligheidsklasse II (dubbel geïsoleerd) AANWIJZING Het in deze aanwijzingen aangegeven trillingsniveau is overeenkomstig een in EN 60745 genormeerd meetproces gemeten en kan worden gebruikt voor een onderlinge vergelijking van elektrisch gereedschap. Het is ook geschikt voor een voorlopige inschatting van de trillingsbelasting. Het aangegeven trillingsniveau is representatief voor de belangrijkste gebruiksgebieden van het elektrisch gereedschap. Als het elektrisch gereedschap echter wordt gebruikt voor andere toepassingen, met afwijkende gereedschappen of als het onvoldoende wordt onderhouden, kan het 88 Printed: 23.11.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071043 / 000 / 04 trillingsniveau afwijken. Hierdoor kan de trillingsbelasting over de gehele gebruiksperiode duidelijk worden verhoogd. Voor een nauwkeurige inschatting van de trillingsbelasting moet ook rekening worden gehouden met de tijden waarin het apparaat is uitgeschakeld of weliswaar draait maar niet wordt gebruikt. Hierdoor kan de trillingsbelasting over de gehele gebruiksperiode duidelijk verminderen. Leg de overige veiligheidsmaatregelen ter bescherming van de gebruiker tegen trillingen ook vast, zoals: Onderhoud van het elektrisch gereedschap en de gereedschappen, warmhouden van handen, organisatie van de werkzaamheden. Geluids- en trillingsinformatie (gemeten volgensEN 60745‑2‑6): Typisch A-gekwalificeerd geluidsvermogensniveau 112 dB (A) TE 60 (met ATC) Typisch A-gekwalificeerd geluidsemissieniveau TE 60 101 dB (A) (met ATC) Typisch A‑gekwalificeerd geluidsvermogensniveau 107 dB (A) TE 60 Typisch A-gekwalificeerd geluidsemissieniveau TE 60 96 dB (A) Onzekerheid voor het genoemde geluidsdrukniveau 3 dB (A) nl Triaxiale trillingswaarden TE 60 (met ATC) (trillingsvectorsom) 11 m/s² Boorhameren in beton, ah, HD Beitelen, ah, Cheq Onzekerheid (K) voor triaxiale trillingswaarden Triaxiale trillingswaarden TE 60 (trillingsvectorsom) Boorhameren in beton, ah, HD Beitelen, ah, Cheq Onzekerheid (K) voor triaxiale trillingswaarden 10,5 m/s² 1,5 m/s² 18,5 m/s² 15,5 m/s² 1,5 m/s² 5 Veiligheidsinstructies AANWIJZING De veiligheidsinstructies in hoofdstuk 5.1 bevatten de algemene veiligheidsinstructies voor elektrisch gereedschap die volgens de van toepassing zijnde normen in de handleiding moeten worden vermeld. Ze kunnen dus aanwijzingen bevatten die voor dit apparaat niet van belang zijn. 5.1 Algemene veiligheidsaanwijzingen voor elektrische gereedschappen a) WAARSCHUWING Lees alle aanwijzingen en veiligheidsvoorschriften. Wanneer de veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen niet in acht worden genomen, kan dit een elektrische schok, brand en/of ernstig letsel tot gevolg hebben. Bewaar alle veiligheidsinstructies en voorschriften goed. Het in de veiligheidsvoorschriften gebruikte begrip "elektrisch gereedschap" heeft betrekking op elektrische gereedschappen met netvoeding (met aansluitkabel) en op accu-aangedreven elektrische gereedschappen (zonder aansluitkabel). 5.1.1 Veiligheid op de werkplek a) Houd uw werkomgeving schoon en goed verlicht. Een rommelige of onverlichte werkomgeving kan tot ongevallen leiden. b) Werk niet met het apparaat in een explosieve omgeving waarin zich brandbare vloeistoffen, gassen of stoffen bevinden. Elektrische gereedschappen veroorzaken vonken die het stof of de dampen tot ontsteking kunnen brengen. c) Houd kinderen en andere personen tijdens het gebruik van het elektrische gereedschap uit de buurt. Wanneer u wordt afgeleid, kunt u de controle over het apparaat verliezen. 5.1.2 Elektrische veiligheid De aansluitstekker van het elektrisch gereedschap moet in het stopcontact passen. De stekker mag in geen geval worden veranderd. Gebruik geen adapterstekkers in combinatie met geaarde elektrische gereedschappen. Onveranderde stekkers en passende stopcontacten beperken het risico van een elektrische schok. b) Voorkom aanraking van het lichaam met geaarde oppervlakken, bijvoorbeeld van buizen, verwarmingen, fornuizen en koelkasten. Er bestaat een verhoogd risico door een elektrische schok wanneer uw lichaam geaard is. c) Houd het elektrisch gereedschap uit de buurt van regen en vocht. Het binnendringen van water in het elektrische gereedschap vergroot het risico van een elektrische schok. a) 89 Printed: 23.11.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071043 / 000 / 04 nl d) Gebruik de kabel niet voor een verkeerd doel, om het elektrisch gereedschap te dragen of op te hangen of om de stekker uit het stopcontact te trekken. Houd de kabel uit de buurt van hitte, olie, scherpe randen en bewegende gereedschapsdelen. Beschadigde of in de war geraakte kabels vergroten het risico van een elektrische schok. e) Wanneer u buitenshuis met elektrisch gereedschap werkt, dient u alleen verlengkabels te gebruiken die voor gebruik buitenshuis zijn goedgekeurd. Het gebruik van een voor gebruik buitenshuis geschikte verlengkabel beperkt het risico van een elektrische schok. f) Als het gebruik van het elektrisch gereedschap in een vochtige omgeving absoluut noodzakelijk is, gebruik dan een lekstroomschakelaar. Het gebruik van een lekstroomschakelaar verkleint het risico op stroomschokken. 5.1.3 Veiligheid van personen Wees alert, let goed op wat u doet en ga met verstand te werk bij het gebruik van het elektrische gereedschap. Gebruik het elektrisch gereedschap niet wanneer u moe bent of onder invloed staat van drugs, alcohol of medicijnen. Een moment van onoplettendheid bij het gebruik van het elektrisch gereedschap kan tot ernstig letsel leiden. b) Draag een persoonlijke beschermende uitrusting en altijd een veiligheidsbril. Het dragen van een persoonlijke beschermende uitrusting, zoals een stofmasker, slipvaste werkschoenen, een veiligheidshelm of gehoorbescherming, afhankelijk van de aard en het gebruik van het elektrische gereedschap, vermindert het risico op letsel. c) Voorkom per ongeluk inschakelen. Controleer of het elektrisch gereedschap is uitgeschakeld voordat u de stekker in het stopcontact steekt en/of de accu aanbrengt, of het gereedschap optilt of draagt. Wanneer u bij het dragen van het elektrisch gereedschap uw vinger aan de schakelaar hebt of wanneer u het gereedschap ingeschakeld op de stroomvoorziening aansluit, kan dit tot ongevallen leiden. d) Verwijder instelgereedschappen of schroefsleutels voordat u het elektrisch gereedschap inschakelt. Instelgereedschap of een sleutel in een draaiend deel van het gereedschap kan tot letsel leiden. e) Neem geen ongewone lichaamshouding aan. Zorg ervoor dat u stevig staat en steeds in evenwicht blijft. Daardoor kunt u het elektrisch gereedschap in onverwachte situaties beter onder controle houden. f) Draag geschikte werkkleding. Draag geen loshangende kleding of sieraden. Houd haren, kleding en handschoenen uit de buurt van bewegende delen. Loshangende kleding, sieraden en lange haren kunnen door bewegende delen worden meegenomen. g) Wanneer stofafzuig- of stofopvangvoorzieningen kunnen worden gemonteerd, dient u zich ervan te verzekeren dat deze zijn aangesloten en juist worden gebruikt. Het gebruik van een stofafzuigsysteem kan de gevaren door stof beperken. a) 90 Printed: 23.11.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071043 / 000 / 04 5.1.4 Gebruik en hantering van het elektrisch gereedschap Overbelast het apparaat niet. Gebruik voor uw werkzaamheden het daarvoor bestemde elektrische gereedschap. Met het passende elektrische gereedschap werkt u beter en veiliger binnen het aangegeven vermogensbereik. b) Gebruik geen elektrisch gereedschap waarvan de schakelaar defect is. Elektrisch gereedschap dat niet meer kan worden in- of uitgeschakeld, is gevaarlijk en moet worden gerepareerd. c) Trek de stekker uit het stopcontact en/of de accu uit het apparaat voordat u het gereedschap instelt, toebehoren wisselt of het apparaat weglegt. Deze voorzorgsmaatregel voorkomt onbedoeld starten van het elektrisch gereedschap. d) Bewaar niet-gebruikte elektrische gereedschappen buiten bereik van kinderen. Laat het gereedschap niet gebruiken door personen die er niet mee vertrouwd zijn en deze aanwijzingen niet hebben gelezen. Elektrische gereedschappen zijn gevaarlijk wanneer deze door onervaren personen worden gebruikt. e) Ga zorgvuldig met het elektrisch apparaat om. Controleer of bewegende delen correct functioneren en niet vastklemmen en of onderdelen gebroken of zodanig beschadigd zijn dat de werking van het apparaat nadelig wordt beïnvloed. Laat beschadigde delen repareren voordat u het apparaat gebruikt. Veel ongevallen hebben hun oorzaak in slecht onderhouden elektrische gereedschappen. f) Houd snijdende inzetgereedschappen scherp en schoon. Zorgvuldig onderhouden snijdende inzetgereedschappen met scherpe snijkanten klemmen minder snel vast en zijn gemakkelijker te geleiden. g) Gebruik elektrisch gereedschap, toebehoren, inzetgereedschappen enz. zó als voor dit apparaat is voorgeschreven. Let daarbij op de arbeidsomstandigheden en de uit te voeren werkzaamheden. Het gebruik van elektrische gereedschappen voor andere dan de voorziene toepassingen kan tot gevaarlijke situaties leiden. a) 5.1.5 Service a) Laat het apparaat alleen repareren door gekwalificeerd en vakkundig personeel en alleen met originele vervangingsonderdelen. Daarmee wordt gewaarborgd dat de veiligheid van het elektrisch gereedschap in stand blijft. 5.2 Veiligheidsaanwijzingen voor hamers Draag oorbeschermers. De inwerking van geluid kan gehoorbeschadiging veroorzaken. b) Gebruik de extra handgreep die bij de levering van het apparaat is inbegrepen. Verlies van controle kan tot lichamelijk letsel leiden. c) Houd het apparaat alleen vast aan de geïsoleerde greepgedeelten, wanneer u werkzaamheden uitvoert waarbij het inzetgereedschap verdekte stroomleidingen of het eigen netsnoer kan raken. Door het contact met een spanningvoerende a) leiding kunnen ook metalen delen van apparaten onder spanning komen te staan, hetgeen tot een elektrische schok kan leiden. 5.3 Aanvullende veiligheidsvoorschriften 5.3.1 Veiligheid van personen Houd het apparaat altijd met beide handen vast aan de daarvoor bestemde handgrepen. Houd de handgrepen droog, schoon en vrij van olie en vet. b) Wanneer het apparaat zonder stofafzuiging wordt gebruikt, dient u bij werkzaamheden waarbij stof vrijkomt een licht stofmasker te dragen. c) Neem pauzes en doe ontspannings- en vingeroefeningen, voor een betere doorbloeding van uw vingers. d) Raak geen roterende delen aan. Schakel het apparaat pas in het werkgebied in. Het aanraken van roterende delen, met name roterend gereedschap, kan lichamelijk letsel tot gevolg hebben. e) Leid het net- en het verlengsnoer tijdens het werk altijd naar achteren van het apparaat weg. Dit vermindert het risico om over het snoer te vallen. f) Zet de functiekeuzeschakelaar om te roeren in de stand "Hamerboren" en draag werkhandschoenen. g) Kinderen moet duidelijk worden gemaakt dat het apparaat geen speelgoed is. h) Het apparaat is niet bedoeld voor gebruik door kinderen of door zwakke, ongeschoolde personen. i) Stof van materiaal zoals loodhoudende verf, sommige houtsoorten, mineralen en metaal kunnen schadelijk voor de gezondheid zijn. Het in contact komen met of het inademen van dit stof kan leiden tot allergische reacties en/of aandoeningen van de luchtwegen bij de gebruiker of personen die zich in de buurt bevinden. Bepaalde stoffen, zoals eiken- of beukenstof, staan bekend als kankerverwekkend, in het bijzonder in combinatie met houtbewerkingsmiddelen (chromaat, houtbeschermingsmiddelen). Asbesthoudend materiaal mag alleen door vakkundig personeel worden bewerkt. Zo mogelijk gebruik maken van stofafzuiging. Om een betere stofafzuiging te verkrijgen, gebruikmaken van een geschikte, door Hilti aanbevolen en op dit elektrisch apparaat afgestemde mobiele stofafzuiging voor hout- en/of mineraalstof. Zorg voor een goede ventilatie van de werkruimte. Het wordt geadviseerd een ademmasker met filterklasse P2 te dragen. De in uw land geldende voorschriften bij de te bewerken materialen in acht nemen. a) 5.3.2 Gebruik en onderhoud van elektrisch gereedschap a) b) Controleer of het gereedschap het bij het apparaat passende opnamesysteem heeft en correct in de gereedschapopname vergrendeld is. 5.3.3 Elektrische veiligheid Controleer het werkgebied voordat u begint te werken op verdekt liggende elektrische leidingen, gas- en waterleidingen, bijv. met een metaaldetector. Externe metalen delen van het apparaat kunnen onder spanning komen te staan als u per ongeluk bijv. een elektrische leiding beschadigt. Dit vormt een ernstig gevaar van een elektrische schok. b) Controleer regelmatig het voedingssnoer van het apparaat, en laat dit in geval van beschadiging vernieuwen door een erkend vakman. Wanneer het netsnoer van het elektrisch gereedschap beschadigd is, dient dit door een speciaal vervaardigd en goedgekeurd netsnoer te worden vervangen. Dit kan verkregen worden bij de klantenservice. Controleer de verlengsnoeren regelmatig en vervang deze in geval van beschadiging. Wordt het net- of verlengsnoer tijdens de werkzaamheden beschadigd, dan mag u het snoer niet aanraken. Haal de stekker uit het stopcontact. Beschadigde voedings- en verlengsnoeren houden het risico van een elektrische schok in. c) Laat vuile apparaten bij een veelvuldige bewerking van geleidend materiaal regelmatig door de Hilti-service controleren. Vocht of stof dat zich aan het oppervlak van het apparaat hecht, met name van geleidend materiaal, kan onder ongunstige omstandigheden tot een elektrische schok leiden. d) Wanneer u buiten met elektrisch gereedschap werkt, zorg er dan voor dat het apparaat met behulp van een lekstroombeveiligingschakelaar (RCD) met maximaal 30 mA afschakelstroom op het net is aangesloten. Het gebruik van een lekstroombeveiligingschakelaar vermindert het risico van een elektrische schok. e) In principe wordt het gebruik van een lekstroombeveiligingschakelaar (RCD) met maximaal 30 mA afschakelstroom aanbevolen. a) 5.3.4 Werkruimte Zorg voor een goede ventilatie van de werkomgeving. Slecht geventileerde werkruimtes kunnen als gevolg van de stofbelasting schadelijk zijn voor de gezondheid. b) Bij doorbraakwerkzaamheden dient u het gebied aan de overzijde van de werkzaamheden af te zetten. Er kunnen brokstukken naar buiten en / of naar beneden vallen, waardoor andere personen mogelijk letsel oplopen. a) Borg het werkstuk. Gebruik spaninrichtingen of een bankschroef om het werk vast te zetten. Op deze manier zit het beter vast dan met de hand, en bovendien heeft u beide handen vrij om het apparaat te bedienen. 91 Printed: 23.11.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071043 / 000 / 04 nl 5.3.5 Persoonlijke veiligheidsuitrusting geschikte veiligheidsbril, een helm, oorbeschermers, werkhandschoenen en een licht stofmasker dragen. De gebruiker en personen die zich in de buurt bevinden, moeten tijdens het gebruik van het apparaat een nl 6 Inbedrijfneming 6.2 Diepte-aanslag (optioneel) monteren 1. 2. 6.1 Zijhandgreep monteren en positioneren 2 1. 2. 3. 4. 5. Haal de stekker uit het stopcontact. Open de houder van de zijhandgreep door aan de greep te draaien. Schuif de zijhandgreep (spanband) over de gereedschapopname op de schacht. Draai de zijhandgreep in de gewenste positie. ATTENTIE Let erop dat het spanband in de daarvoor bestemde gleuf van het apparaat ligt. Zet de zijhandgreep stevig vast door aan de greep te draaien. 3. Open de houder van de zijhandgreep door aan de greep te draaien. De diepte-aanslag over de houder (spanband) van de zijhandgreep in de twee geleideboringen schuiven. Zet de zijhandgreep vast door aan de greep te draaien. Hierdoor wordt tegelijkertijd de diepteaanslag bevestigd. 6.3 Apparaat vrijschakelen Zie hoofdstuk "Bediening/Diefstalbeveiliging TPS (ATC)". 6.4 Gebruik van verlengsnoer en generator of transformator Zie het hoofdstuk "Beschrijving/toepassing van verlengkabel". 7 Bediening ATTENTIE Controleer het gereedschap voor elk gebruik op beschadigingen en onregelmatige slijtage. ATTENTIE Het apparaat heeft overeenkomstig zijn gebruiksdoelen een hoog toerental. Gebruik de zijhandgreep en werk altijd met twee handen aan het apparaat. De gebruiker moet voorbereid zijn op plotseling blokkerend gereedschap. ATTENTIE Erop letten dat altijd de correcte functie van de functiekeuzeschakelaar is ingesteld. ATTENTIE Zet losse werkstukken vast met een spaninrichting of een bankschroef. 92 Printed: 23.11.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071043 / 000 / 04 7.1 Voorbereiden ATTENTIE Draag bij het wisselen van gereedschap werkhandschoenen, omdat het gereedschap heet wordt door het gebruik. 7.1.1 Diepteaanslag instellen 1. 2. 3. Draai de schroef op de diepteaanslag los. Stel de diepteaanslag en de gewenste boordiepte in. Draai de schroef op de diepteaanslag vast. 7.1.2 Gereedschap aanbrengen 3 1. 2. 3. 4. 5. 6. Haal de stekker uit het stopcontact. Controleer of het insteekeinde van het gereedschap schoon en licht ingevet is. Zo nodig dient u het insteekeinde te reinigen en in te vetten. Controleer of de afdichtingslip van de stofkap schoon is en in goede toestand verkeert. Maak zo nodig de stofkap schoon of vervang deze ingeval de afdichtingslip beschadigd is. Breng het gereedschap aan in de gereedschapopname en draai het onder lichte druk, tot het in de geleidingsgroef vergrendelt. Druk het gereedschap in de gereedschapopname tot het hoorbaar vergrendelt. Controleer of het gereedschap goed vergrendeld is door er aan te trekken. 7.1.3 Gereedschap verwijderen 4 1. 2. 3. Haal de stekker uit het stopcontact. Open de gereedschapopname door de gereedschapsvergrendeling terug te trekken. Trek het gereedschap uit de gereedschapopname. 7.2 Gebruik 2. 7.2.1.2 Activering van de diefstalbeveiligingsfunctie voor het apparaat AANWIJZING Meer gedetailleerde informatie over de activering en het gebruik van de diefstalbeveiliging vindt u in de handleiding "Beveiliging tegen diefstal". 7.2.2 Boorhameren 6 AANWIJZING Werken bij lage temperaturen: om het slagmechanisme van het apparaat te laten werken, is een minimale bedrijfstemperatuur nodig. Om de minimale bedrijfstemperatuur te bereiken, plaatst u het apparaat kort op de ondergrond en laat u het in nullast draaien. Zo nodig herhaalt u dit tot het slagmechanisme werkt. 1. ATTENTIE Door de bewerking van de ondergrond kan er materiaal afsplinteren. Draag een veiligheidsbril, werkhandschoenen en, wanneer u geen stofafzuiging gebruikt, een licht stofmasker. Afgesplinterd materiaal kan lichamelijk letsel en oogletsel veroorzaken. 2. 3. 4. ATTENTIE Tijdens het werkproces wordt geluid geproduceerd. Draag oorbeschermers. Te hard geluid kan het gehoor beschadigen. ATTENTIE Neem pauzes en doe ontspannings- en vingeroefeningen, voor een betere doorbloeding van uw vingers. 7.2.1 Diefstalbeveiliging TPS (ATC) AANWIJZING Het ATC-apparaat kan optioneel met de functie "Diefstalbeveiliging" zijn uitgerust. Is het apparaat met deze functie uitgerust, dan kan het alleen met de bijbehorende vrijschakelsleutel worden vrijgeschakeld en gebruikt. 5. 6. 7. 8. 7.2.1.1 Apparaat vrijschakelen 5 1. Steek de stekker van het apparaat in het stopcontact. De gele lamp voor diefstalbeveiliging knippert. Het apparaat is nu gereed om signalen te ontvangen van de vrijschakelsleutel. Breng de vrijschakelsleutel direct op het slotsymbool. Zodra de gele lamp tegen diefstalbeveiliging uitgaat, is het apparaat vrijgeschakeld. AANWIJZING Wordt de stroomtoevoer onderbroken, bijv. bij een wisseling van de werkruimte of bij netuitval, dan kan het apparaat nog ongeveer 20 minuten functioneren. Bij langere onderbrekingen moet het apparaat m.b.v. de vrijschakelsleutel opnieuw worden vrijgeschakeld. 9. Draai de functiekeuzeschakelaar in de stand "Boorhameren" tot hij vergrendelt. Tijdens bedrijf mag er niet aan de functiekeuzeschakelaar worden gedraaid. Breng de zijhandgreep in de gewenste positie en zorg ervoor dat hij op de juiste wijze gemonteerd en volgens voorschrift bevestigd is. Steek de stekker in het stopcontact. Vastleggen van het boorvermogen (optioneel). AANWIJZING Nadat de stekker in het stopcontact is gestoken, is het apparaat altijd ingesteld op het volledige boorvermogen. AANWIJZING Om het halve boorvermogen in te stellen, drukt u op de toets "half vermogen", waarna de boorvermogensindicatie verlicht is. Door opnieuw op de toets "half vermogen" te drukken schakelt het apparaat weer over naar het volledige boorvermogen. Plaats het apparaat met de boor op het gewenste boorpunt. Druk langzaam op de regelschakelaar (werk met een laag toerental, tot de boor in het boorgat gecentreerd is). Om met volledig vermogen verder te werken, dient de regelschakelaar volledig te worden doorgedrukt. Oefen geen overmatige aandrukkracht uit. De slagcapaciteit wordt daardoor niet verhoogd. Wanneer de aandrukkracht geringer is, is de levensduur van het gereedschap langer. Om splinteren te voorkomen dient u bij het boren van gaten het toerental kort voor de doorslag te reduceren. 93 Printed: 23.11.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071043 / 000 / 04 nl 7.2.3 ATC "Active Torque Control" (TE 60‑ATC) Het apparaat is naast de mechanische slipkoppeling uitgerust met het ATC (Active Torque Control) systeem. Dit systeem biedt extra comfort in het boorbereik dankzij de sneluitschakeling bij plotselinge draaibewegingen van het apparaat om de booras. Deze bewegingen kunnen zich bijv. voordoen wanneer de boor beklemd raakt doordat de wapening wordt geraakt of bij het onopzettelijk kantelen van het apparaat. Als het ATC-systeem is geactiveerd het apparaat weer in gebruik nemen door de regelschakelaar los te laten en weer te bedienen nadat de motor tot stilstand is gekomen (een "klik"-geluid geeft aan dat het apparaat weer gereed voor gebruik is). Altijd een werkhouding kiezen waarin het apparaat linksom (vanuit de gebruiker gezien) vrij kan draaien. Wanneer dit niet mogelijk is, kan het ATC niet reageren. nl 7.2.4 Beitelen 7 AANWIJZING De beitel kan in 24 verschillende posities (in stappen van 15°) worden gepositioneerd. Hierdoor kan met platte beitels en vormbeitels altijd in een optimale houding worden gewerkt. ATTENTIE Werk niet in de stand "Beitel positioneren". 1. 2. 3. 4. 5. 6. Om de beitel te positioneren draait u de functiekeuzeschakelaar in de stand "Beitel positioneren" tot hij vergrendelt. Breng de zijhandgreep in de gewenste positie en zorg ervoor dat hij op de juiste wijze gemonteerd en volgens voorschrift bevestigd is. Draai de beitel in de gewenste positie. Om de beitel vast te zetten draait u de functiekeuzeschakelaar in de stand "Beitelen" tot hij vergrendelt. Tijdens bedrijf mag er niet aan de functiekeuzeschakelaar worden gedraaid. Om te beitelen steekt u de stekker in het stopcontact. Leg het beitelvermogen vast (ATC). AANWIJZING Wanneer de stekker in het stopcontact is gestoken, is het apparaat altijd ingesteld op het volledige beitelvermogen. AANWIJZING Om het halve beitelvermogen in te stellen, drukt u op de toets "half vermogen", waarna de beitelvermogenindicatie verlicht is. Door opnieuw op de toets "half vermogen" te drukken schakelt het apparaat over naar het volledige beitelvermogen. 7. 8. Plaats het apparaat met de beitel op het gewenste beitelpunt. Druk de regelschakelaar volledig in. 7.2.5 Boren zonder slag Het boren zonder slag is mogelijk met gereedschap met een speciaal insteekeinde. In het gereedschapsassortiment van Hilti zijn deze gereedschappen beschikbaar. Met de snelspanboorkop kunnen bijvoorbeeld hout- of staalboren met gewone ronde schacht worden ingespannen en kan zonder slag worden geboord. De functiekeuzeschakelaar moet hierbij in de stand boorhameren vergrendeld zijn. 7.2.6 Regelschakelaarvergrendeling 8 In de beitelfunctie kunt u de regelschakelaar in de ingestelde toestand vastzetten. 1. Schuif de regelschakelaarvergrendeling boven de handgreep naar voren. 2. Druk de regelschakelaar volledig in. Het apparaat is nu ingesteld op continuwerking. 3. Om het terug te stellen schuift u de regelschakelaarvergrendeling terug. Het apparaat schakelt uit. 7.2.7 Roeren 1. Draai de functiekeuzeschakelaar in de stand "Hamerboren" tot hij inklikt. 2. Steek de snelspanopname in de gereedschapopname. 3. Breng het roergereedschap in. 4. Controleer of het gereedschap goed vergrendeld is door er aan te trekken. 5. Breng de zijhandgreep in de gewenste stand en zorg ervoor dat hij op de juiste wijze gemonteerd en volgens voorschrift bevestigd is. 6. Steek de stekker van het apparaat in het stopcontact. 7. Houd het roergereedschap in de container met het roermateriaal. 8. Druk om met roeren te beginnen langzaam op de regelschakelaar. 9. Om met volledig vermogen verder te werken, dient de regelschakelaar volledig te worden doorgedrukt. 10. Leid het roergereedschap op zo'n manier dat het medium niet naar buiten wordt geslingerd. 8 Verzorging en onderhoud ATTENTIE Haal de stekker uit het stopcontact. 8.1 Verzorging van de gereedschappen en metalen onderdelen Verwijder vastzittend vuil en bescherm het oppervlak van uw gereedschap en de gereedschapsopname tegen 94 Printed: 23.11.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071043 / 000 / 04 corrosie door ze af en toe in te wrijven met een in olie gedrenkte poetsdoek. 8.2 Reiniging van het apparaat ATTENTIE Het apparaat, in het bijzonder de greepgedeelten, schoon en vrij van olie en vet houden. Gebruik geen siliconenhoudende reinigingsmiddelen. Gebruik het apparaat nooit met verstopte ventilatiesleuven! Reinig de ventilatiesleuven voorzichtig met een droge borstel. Voorkom dat er vreemd materiaal in het apparaat binnendringt. Reinig de buitenkant van het apparaat regelmatig met een licht bevochtigde poetsdoek. Gebruik geen sproeiapparaat, stoomstraalapparaat of stromend water voor het reinigen! De elektrische veiligheid van het apparaat kan daardoor in gevaar komen. 8.3 Service-indicatie AANWIJZING Het apparaat is uitgerust met een service-indicatie. Aanduiding Is rood verlicht De looptijd voor een service is bereikt. Het apparaat kan vanaf dat de aanduiding gaat branden nog voor enkele uren echte looptijd worden gebruikt voordat het apparaat automatisch wordt uitgeschakeld. Breng het apparaat tijdig naar de Hilti Service, zodat het altijd bedrijfsklaar is. Zie het hoofdstuk Foutopsporing. Knippert rood 8.4 Reparaties WAARSCHUWING Reparaties aan elektrische onderdelen mogen alleen door een elektrotechnicus worden uitgevoerd. Controleer regelmatig alle uitwendige delen van het apparaat op beschadigingen en ga na of alle bedieningselementen correct functioneren. Gebruik het apparaat niet wanneer er onderdelen beschadigd zijn of bedieningselementen niet correct functioneren. Laat het apparaat door de Hilti-service repareren. 8.5 Controle na schoonmaak- en reparatiewerkzaamheden Na schoonmaak- en reparatiewerkzaamheden dient te worden nagegaan of veiligheidsinrichtingen correct en foutloos functioneren. 9 Foutopsporing Fout Mogelijke oorzaak Oplossing Apparaat start niet. Netstroomvoorziening onderbroken. Ander elektrisch gereedschap inbrengen, functie controleren. Door een elektrotechnicus laten controleren en eventueel vervangen. Generator met tweede verbruiker (bijv. bouwplaatslamp) belasten. Hierna het apparaat uit- en weer inschakelen. Door een elektrotechnicus laten controleren. Schakel het apparaat uit en weer aan. Netsnoer of stekker defect. Generator met Sleep Mode. Ander elektrisch defect De elektronische startblokkering na een stroomonderbreking is geactiveerd. Regelschakelaar defect. Slagmechanisme werkt niet. Apparaat is te koud. Apparaat start niet en de indicatie knippert rood. Schade aan het apparaat Door een elektrotechnicus laten controleren en eventueel vervangen. Apparaat op de minimale bedrijfstemperatuur brengen Zie hoofdstuk: 7.2.2 Boorhameren 6 Laat het apparaat door de Hilti-service repareren. 95 Printed: 23.11.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071043 / 000 / 04 nl nl Fout Mogelijke oorzaak Oplossing Apparaat start niet en de indicatie is rood verlicht. Apparaat werkt niet en de indicatie knippert geel. Apparaat heeft geen volledig vermogen. Koolborstels versleten Door een elektrotechnicus laten controleren en eventueel vervangen. Apparaat vrijschakelen met de vrijschakelsleutel. Verlengsnoer met toegestane lengte en / of met voldoende diameter gebruiken. Regelschakelaar tot de aanslag doordrukken. Druk op de toets "Half vermogen" Boor draait niet. Boor/beitel kan niet uit de vergrendeling worden gehaald. Apparaat is niet vrijgeschakeld (bij apparaat met diefstalbeveiliging, ATC). Verlengsnoer te lang en / of met te geringe diameter. Regelschakelaar niet helemaal doorgedrukt. Toets "half vermogen" ingeschakeld (ATC). Stroomvoorziening heeft te lage spanning. Functiekeuzeschakelaar is niet vergrendeld of bevindt zich in de stand "Beitelen" of in de stand "Beitel positioneren". Gereedschapopname niet volledig teruggetrokken. Zijhandgreep niet correct gemonteerd. Apparaat op andere stroomvoorziening aansluiten. Functiekeuzeschakelaar tijdens stilstand in de positie "Hamerboren" brengen. Gereedschapvergrendeling tot de aanslag terugtrekken en het gereedschap uitnemen. Zijhandgreep losmaken en op de juiste wijze monteren, zodat de spanband en de zijhandgreep in de uitdieping zijn ingeklikt. 10 Afval voor hergebruik recyclen Hilti-apparaten zijn voor een groot deel vervaardigd uit materiaal dat kan worden gerecycled. Voor hergebruik is een juiste materiaalscheiding noodzakelijk. In veel landen is Hilti er al op ingesteld om uw oude apparaat voor recycling terug te nemen. Vraag hierover informatie bij de klantenservice van Hilti of bij uw verkoopadviseur. Alleen voor EU-landen Geef elektrisch gereedschap niet met het huisvuil mee! Overeenkomstig de Europese richtlijn inzake oude elektrische en elektronische apparaten en de toepassing daarvan binnen de nationale wetgeving, dient gebruikt elektrisch gereedschap gescheiden te worden ingezameld en te worden afgevoerd naar een recyclingbedrijf dat voldoet aan de geldende milieu-eisen. 11 Fabrieksgarantie op apparatuur Neem bij vragen over de garantievoorwaarden contact op met uw lokale HILTI dealer. 96 Printed: 23.11.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071043 / 000 / 04 12 EG-conformiteitsverklaring (origineel) Omschrijving: Type: Combihamer TE 60 / TE 60‑ATC‑AVR Generatie: 03 Bouwjaar: 2010 Als de uitsluitend verantwoordelijken voor dit product verklaren wij dat het voldoet aan de volgende voorschriften en normen: tot 19 april 2016: 2004/108/EG, vanaf 20 april 2016: 2014/30/EU, 2006/42/EG, 2011/65/EU, EN 60745‑1, EN 60745‑2‑6, EN ISO 12100. Hilti Corporation, Feldkircherstrasse 100, FL‑9494 Schaan Paolo Luccini Head of BA Quality and Process Management Business Area Electric Tools & Accessories 05/2015 Tassilo Deinzer Executive Vice President Business Unit Power Tools & Accessories 05/2015 Technische documentatie bij: Hilti Entwicklungsgesellschaft mbH Zulassung Elektrowerkzeuge Hiltistrasse 6 86916 Kaufering Deutschland nl 97 Printed: 23.11.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071043 / 000 / 04
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192

Hilti TE 60-ATC-AVR Handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor