Hilti TE 60 Handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
Handleiding
*427747*
427747
TE 60 /
TE 60-ATC-AVR
Bedienungsanleitung de
Operating instructions en
Mode d’emploi fr
Istruzioni d’uso it
Manual de instrucciones es
Manual de instruções pt
Gebruiksaanwijzing nl
Brugsanvisning da
Bruksanvisning no
Käyttöohje
Οδηγιεςχρησεως el
Lietošanaspamācība lv
Instrukcija lt
Kasutusjuhend et
Printed: 23.11.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071041 / 000 / 04
1
Printed: 23.11.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071041 / 000 / 04


23
4
5
67
8
Printed: 23.11.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071041 / 000 / 04
OORSPRONKELIJKE GEBRUIKSAANWIJZING
TE 60 / TE 60‑ATC‑AVR Combihamer
Lees de handleiding vóór het eerste gebruik
beslist door.
Bewaar deze handleiding altijd bij het appa-
raat.
Geef het apparaat alleen samen met de hand-
leiding aan andere personen door.
Inhoud Pagina
1 Algemene opmerkingen 84
2 Beschrijving 85
3 Gereedschap, toebehoren,
verbruiksmateriaal 87
4 Technische gegevens 88
5 Veiligheidsinstructies 89
6 Inbedrijfneming 92
7 Bediening 92
8 Verzorging en onderhoud 94
9 Foutopsporing 95
10 Afval voor hergebruik recyclen 96
11 Fabrieksgarantie op apparatuur 96
12 EG-conformiteitsverklaring (origineel) 97
1 Deze nummers verwijzen naar afbeeldingen. De afbeel-
dingen zijn te vinden aan het begin van de handleiding.
In de tekst van deze handleiding wordt met »het appa-
raat« altijd de combihamer TE 60 / TE 60‑ATC bedoeld.
Onderdelen, bedienings- en indicatie-elementen 1
@
Gereedschapopname
;
Functiekeuzeschakelaar
=
Regelschakelaar
%
Voedingssnoer
&
Zijhandgreep
(
Diepte-aanslag (optioneel)
)
Service-indicatie
+
Aanduiding diefstalbeveiliging (optioneel)
§
Arrêt voor regelschakelaar
/
Weergave van half vermogen (optioneel)
:
Toets voor half vermogen (optioneel)
1 Algemene opmerkingen
1.1 Signaalwoorden en hun betekenis
GEVAAR
Voor een direct dreigend gevaar dat tot ernstig letsel of
tot de dood leidt.
WAARSCHUWING
Voor een eventueel gevaarlijke situatie die tot ernstig
letsel of tot de dood kan leiden.
ATTENTIE
Voor een eventueel gevaarlijke situatie die tot licht letsel
of tot materiële schade kan leiden.
AANWIJZING
Voor gebruikstips en andere nuttige informatie.
1.2 Verklaring van de pictogrammen en overige
aanwijzingen
Waarschuwingstekens
Waarschu-
wing voor
algemeen
gevaar
Waarschu-
wing voor
gevaarlijke
elektrische
spanning
Waarschu-
wing voor
heet
oppervlak
nl
84
Printed: 23.11.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071041 / 000 / 04
Gebodstekens
Vóór het
gebruik de
handleiding
lezen
Veiligheids-
bril
dragen
Helm dragen Oorbescher-
mers
dragen
Werkhand-
schoenen
dragen
Licht
stofmasker
dragen
Symbolen
Materialen
afvoeren
voor
recycling
Hamerboren Beitelen Beitel
positioneren
Volt Ampère Watt Wissel-
stroom
Hertz Nominaal
nullasttoe-
rental
Omwentelin-
gen per
minuut
Diameter
Dubbel
geïsoleerd
Verwijzing
naar
beveiliging
tegen
diefstal
Slotsymbool
Plaats van de identificatiegegevens op het apparaat
De typeaanduiding is op het typeplaatje en het serie-
nummer op de zijkant van het motorhuis aangebracht.
Neem deze gegevens over in uw handleiding en geef ze
altijd door wanneer u onze vertegenwoordiging of ons
servicestation om informatie vraagt.
Type:
Generatie: 03
Serienr.:
2 Beschrijving
2.1 Gebruik volgens de voorschriften
Het apparaat is een elektrisch aangedreven combihamer met pneumatisch slagmechanisme. De ATC-functie van de
TE 60‑ATC (Active Torque Control) biedt de gebruiker extra comfort bij het boren.
Het apparaat is bestemd voor boorwerkzaamheden in beton, metselwerk, metaal en hout en kan daarnaast voor
beitelwerkzaamheden worden gebruikt.
Het apparaat is uitgerust met een elektronische overbelastingsbeveiliging. Bij een permanente overbelasting van
het apparaat wordt het motortoerental automatisch gereduceerd en de motor zo nodig zelfs stopgezet. Wordt de
regelschakelaar losgelaten en weer ingedrukt, dan heeft de motor meteen weer zijn volle vermogen. Bij het opnieuw
starten dient er daarom op te worden gelet dat het apparaat stevig met beide handen wordt vastgehouden.
Het apparaat is onder bepaalde voorwaarden geschikt om te roeren (zie Gereedschap, toebehoren en bediening).
Het apparaat is bestemd voor de professionele gebruiker en mag alleen door geautoriseerd, onderricht personeel
bediend, onderhouden en gerepareerd worden. Dit personeel moet speciaal op de hoogte zijn gesteld van de mogelijke
gevaren. Het apparaat en de bijbehorende hulpmiddelen kunnen gevaar opleveren als ze door ongeschoolde personen
onjuist of niet volgens de voorschriften worden gebruikt.
Materialen die schadelijk zijn voor de gezondheid (bijv. asbest) mogen niet worden bewerkt.
De werkomgeving kan zijn: bouwplaats, werkplaats, renovatie, verbouw of nieuwbouw.
Het apparaat mag alleen in een droge omgeving worden gebruikt.
Houd rekening met de omgevingsinvloeden. Gebruik het apparaat niet op plaatsen waar het risico van explosie en
brand bestaat.
Het apparaat mag uitsluitend worden gebruikt met de netspanning en -frequentie die op het typeplaatje staan
aangegeven.
Neem de specificaties in de handleiding betreffende het gebruik, de verzorging en het onderhoud in acht.
Gebruik ter voorkoming van letsel alleen originele Hilti toebehoren en apparaten.
nl
85
Printed: 23.11.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071041 / 000 / 04
Aanpassingen of veranderingen aan het apparaat zijn niet toegestaan.
2.2 Gereedschapopname
Snelwissel-klik-gereedschapopname TE‑Y (SDS max.) TE 60 / TE 60‑ATC
2.3 Schakelaar
Instelbare regelschakelaar om zacht aan te boren/beitelen.
Functiekeuzeschakelaar: boorhameren, beitelfunctie, beitelinstelfunctie (24 posities)
Kiezen tussen volledig of half vermogen (ATC)
Regelschakelaar in beitelfunctie vergrendelbaar
2.4 Handgrepen
Trillingsgedempte, zwenkbare zijhandgreep
Trillingsgedempte handgreep (ATC)
2.5 Afscherming
Mechanische slipkoppeling
Elektronische aanloopblokkering tegen het onbedoeld aanlopen van het apparaat na een stroomonderbreking (zie
hoofdstuk "Foutopsporing").
ATC "Active Torque Control" (TE 60‑ATC)
2.6 Smering
Overbrenging en slagmechanisme met gescheiden smeerkamers
2.7 Active Vibration Reduction (ATC)
Het apparaat is uitgerust met een "Active Vibration Reduction" (AVR) systeem, waardoor de trilling ten opzichte van
de waarde zonder AVR significant wordt gereduceerd.
2.8 Diefstalbeveiliging TPS (ATC)
Het apparaat kan optioneel met de functie "Diefstalbeveiliging TPS" zijn uitgerust.Ishetapparaatmetdezefunctie
uitgerust, dan kan het alleen met de bijbehorende vrijschakelsleutel worden vrijgeschakeld en gebruikt.
2.9 Aanduidingen met lichtsignaal
Service-indicatie met lichtsignaal (zie het hoofdstuk "Verzorging en onderhoud/Service-indicatie")
Aanduiding van diefstalbeveiliging (ATC) (zie het hoofdstuk "Bediening/Diefstalbeveiliging TPS (optioneel)")
Aanduiding voor half vermogen (zie hoofdstuk "Bediening/Boorhameren/Beitelen")
2.10 Inbegrepen bij de standaard leveringsomvang van de standaarduitrusting zijn
1 Apparaat met zijhandgreep
1Vet
1Poetsdoek
1Handleiding
1 Hilti koffer
2.11 Gebruik van verlengsnoeren
Gebruik alleen verlengsnoeren die voor de toepassing zijn toegestaan en een voldoende diameter hebben. Anders kan
vermogensverlies van het apparaat en oververhitting van het snoer optreden. Controleer het verlengsnoer regelmatig
op beschadigingen. U dient beschadigde verlengsnoeren te vervangen.
Aanbevolen minimale diameters en max. snoerlengtes:
Snoerdiameter
1,5 mm² 2,0 mm² 2,5 mm² 3,5 mm²
Netspanning 100 V 20 m 40 m
Netspanning 110‑127 V 20 m 25 m 30 m 40 m
nl
86
Printed: 23.11.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071041 / 000 / 04
Snoerdiameter
1,5 mm² 2,0 mm² 2,5 mm² 3,5 mm²
Netspanning 220-240 V 30 m 50 m
Gebruik geen verlengsnoer met een snoerdiameter van 1,25 mm².
2.12 Verlengsnoer buiten
Gebruik buiten alleen voor dit doel goedgekeurde en overeenkomstig gekenmerkte verlengsnoeren.
2.13 Het gebruik van een generator of transformator
Dit apparaat kan door een generator of transformator van de bouwplaats worden gevoed, wanneer aan de volgende
voorwaarden is voldaan: Het afgegeven vermogen in watt is minstens het dubbele van wat op het typeplaatje van het
apparaat staat aangegeven, de bedrijfsspanning dient altijd binnen de +5% en ‑15% ten opzichte van de nominale
spanning te liggen en de frequentie moet 50 tot 60 Hz en mag nooit meer dan 65 Hz bedragen, en er dient een
automatische spanningsregelaar met aanloopversterking voorhanden te zijn.
Bij gebruik van een generator/transformator in geen geval gelijktijdig andere apparaten aansluiten en gebruiken. Het
in- en uitschakelen van andere apparaten kan onderspannings- en/of overspanningspieken veroorzaken, waardoor
het apparaat beschadigd kan raken.
3 Gereedschap, toebehoren, verbruiksmateriaal
Omschrijving
Afkorting Beschrijving
Hamerboren TE 60 / TE 60‑ATC 12…40 mm
Boor voor doorvoerboringen TE 60 / TE 60‑ATC 40…80 mm
Hamerboorkroon TE 60 / TE 60‑ATC 45…100 mm
Diamantboorkroon PCM TE 60-ATC 42…102 mm
Beitel TE 60 / TE 60‑ATC Puntbeitel, platte beitel en vormbeitel
met TE-Y insteekeinde
Houtboren 10…32 mm
Metaalboren Max. 20 mm
Omschrijving
Afkorting Artikelnummer, beschrijving
Zijhandgreep compleet
Diepte-aanslag compleet 2021281
Insteekgereedschap TE 60 / TE 60‑ATC Insteekgereedschap met TE-Y in-
steekeinde
Boorkophouder TE FY‑BA‑C Adapter
Beveiliging tegen diefstal TPS
(Theft Protection System) met
Company Card, Company Remote
en vrijschakelsleutel TPS‑K
206999, Optioneel
Snelspanopname Voor hout- en metaalboren met cilin-
drische schacht of zeskant
Roerapparaat voor niet-brandbare
stoffen met cilindrische schacht of
zeskant
80…120 mm
Stofafzuiging TEDRSB,TEDRSS,TEDRSBK
nl
87
Printed: 23.11.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071041 / 000 / 04
De TE 60 (3) is geschikt voor het indrijven van HDA zelfachterinsnijdende ankers bij gebruik van het aangegeven
insteekgereedschap
Grootte
verzinkt
HDA‑P,
HDA‑T,
verzinkt
HDA‑PF,
HDA‑TF,
sheradiseerd
HDA‑PR,
HDA‑TR,
roestvast
staal
Insteekge-
reedschap
M10
xxxx
TE‑Y‑HDA‑ST
20 M10
M12
xxxx
TE‑Y‑HDA‑ST
22 M12
4 Technische gegevens
Technische wijzigingen voorbehouden!
AANWIJZING
Het apparaat is verkrijgbaar in verschillende nominale spanningen. De nominale spanning en het nominaal opgenomen
vermogen van uw apparaat staan vermeld op het typeplaatje.
Apparaat
TE 60 / TE 60‑ATC
Nominaal opgenomen vermogen (zoals aangetoond) 1.300 W
Nominale spanning/Nominale stroom Nominale spanning 100 V: 14,5 A
Nominale spanning 110 V: 14,8 A
Nominale spanning 127 V: 12,8 A
Nominale spanning 220 V: 6,7 A
Nominale spanning 230 V: 6,9 A
Nominale spanning 240 V: 7,0 A
Netfrequentie 50…60 Hz
Gewicht conform EPTA‑procedure 01/2003 TE 60 6,4 kg
Gewicht conform EPTA‑procedure 01/2003 TE 60‑ATC 7,5 kg
Afmetingen (L x B x H) TE 60 480 mm x 115 mm x 274 mm
Afmetingen (L x B x H) TE 60-ATC 490 mm x 115 mm x 293 mm
Toerental bij boorhameren 350/min
Indrijfenergie overeenkomstig EPTA-procedure 05/2009
(vol vermogen)
7,3 J
Indrijfenergie volgens EPTA-procedure 05/2009 (half
vermogen) TE 60‑ATC
3,6 J
AANWIJZING
Dit apparaat voldoet aan de geldende norm onder de voorwaarde, dat de maximaal toegestane netimpedantie Zmax
op het aansluitpunt van de schakelkast met het openbare net kleiner dan of gelijk aan 0,378+j0,236 Ω is. Het is de
verantwoordelijkheid van de installateur of de gebruiker van het apparaat om ervoor te zorgen, eventueel na overleg
met het stroombedrijf, dat dit apparaat alleen wordt aangesloten op een aansluitpunt met een impedantie kleiner dan
of gelijk aan Zmax.
Informatie over het apparaat en het gebruik ervan
Gereedschapopname TE 60 / TE 60‑ATC TE‑Y
Veiligheidsklasse volgens EN Veiligheidsklasse II (dubbel geïsoleerd)
AANWIJZING
Het in deze aanwijzingen aangegeven trillingsniveau is overeenkomstig een in EN 60745 genormeerd meetproces
gemeten en kan worden gebruikt voor een onderlinge vergelijking van elektrisch gereedschap. Het is ook geschikt
voor een voorlopige inschatting van de trillingsbelasting. Het aangegeven trillingsniveau is representatief voor de
belangrijkste gebruiksgebieden van het elektrisch gereedschap. Als het elektrisch gereedschap echter wordt gebruikt
voor andere toepassingen, met afwijkende gereedschappen of als het onvoldoende wordt onderhouden, kan het
nl
88
Printed: 23.11.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071041 / 000 / 04
trillingsniveau afwijken. Hierdoor kan de trillingsbelasting over de gehele gebruiksperiode duidelijk worden verhoogd.
Voor een nauwkeurige inschatting van de trillingsbelasting moet ook rekening worden gehouden met de tijden
waarin het apparaat is uitgeschakeld of weliswaar draait maar niet wordt gebruikt. Hierdoor kan de trillingsbelasting
over de gehele gebruiksperiode duidelijk verminderen. Leg de overige veiligheidsmaatregelen ter bescherming van
de gebruiker tegen trillingen ook vast, zoals: Onderhoud van het elektrisch gereedschap en de gereedschappen,
warmhouden van handen, organisatie van de werkzaamheden.
Geluids- en trillingsinformatie (gemeten volgensEN 60745‑2‑6):
Typisch A-gekwalificeerd geluidsvermogensniveau
TE 60 (met ATC)
112 dB (A)
Typisch A-gekwalificeerd geluidsemissieniveau TE 60
(met ATC)
101 dB (A)
Typisch A‑gekwalificeerd geluidsvermogensniveau
TE 60
107 dB (A)
Typisch A-gekwalificeerd geluidsemissieniveau TE 60 96 dB (A)
Onzekerheid voor het genoemde geluidsdrukniveau 3 dB (A)
Triaxiale trillingswaarden TE 60 (met ATC) (trillingsvectorsom)
Boorhameren in beton, a
h, HD
11 m/s²
Beitelen, a
h, Cheq
10,5 m/s²
Onzekerheid (K) voor triaxiale trillingswaarden 1,5 m/s²
Triaxiale trillingswaarden TE 60 (trillingsvectorsom)
Boorhameren in beton, a
h, HD
18,5 m/s²
Beitelen, a
h, Cheq
15,5 m/s²
Onzekerheid (K) voor triaxiale trillingswaarden 1,5 m/s²
5 Veiligheidsinstructies
AANWIJZING
De veiligheidsinstructies in hoofdstuk 5.1 bevatten de
algemene veiligheidsinstructies voor elektrisch gereed-
schap die volgens de van toepassing zijnde normen in de
handleiding moeten worden vermeld. Ze kunnen dus aan-
wijzingen bevatten die voor dit apparaat niet van belang
zijn.
5.1 Algemene veiligheidsaanwijzingen voor
elektrische gereedschappen
a)
WAARSCHUWING
Lees alle aanwijzingen en veiligheidsvoorschrif-
ten. Wanneer de veiligheidsvoorschriften en aanwij-
zingen niet in acht worden genomen, kan dit een
elektrische schok, brand en/of ernstig letsel tot ge-
volg hebben. Bewaar alle veiligheidsinstructies en
voorschriften goed. Het in de veiligheidsvoorschrif-
ten gebruikte begrip "elektrisch gereedschap" heeft
betrekking op elektrische gereedschappen met net-
voeding (met aansluitkabel) en op accu-aangedreven
elektrische gereedschappen (zonder aansluitkabel).
5.1.1 Veiligheid op de werkplek
a) Houd uw werkomgeving schoon en goed verlicht.
Een rommelige of onverlichte werkomgeving kan tot
ongevallen leiden.
b) Werk niet met het apparaat in een explosieve om-
geving waarin zich brandbare vloeistoffen, gas-
sen of stoffen bevinden. Elektrische gereedschap-
penveroorzakenvonkendiehetstofofdedampen
tot ontsteking kunnen brengen.
c) Houd kinderen en andere personen tijdens het
gebruik van het elektrische gereedschap uit de
buurt. Wanneer u wordt afgeleid, kunt u de controle
over het apparaat verliezen.
5.1.2 Elektrische veiligheid
a) De aansluitstekker van het elektrisch gereed-
schap moet in het stopcontact passen. De stek-
ker mag in geen geval worden veranderd. Gebruik
geen adapterstekkers in combinatie met geaarde
elektrische gereedschappen. Onveranderde stek-
kers en passende stopcontacten beperken het risico
van een elektrische schok.
b) Voorkom aanraking van het lichaam met geaarde
oppervlakken, bijvoorbeeld van buizen, verwar-
mingen, fornuizen en koelkasten. Er bestaat een
verhoogd risico door een elektrische schok wanneer
uw lichaam geaard is.
c) Houd het elektrisch gereedschap uit de buurt van
regen en vocht. Het binnendringen van water in het
elektrische gereedschap vergroot het risico van een
elektrische schok.
nl
89
Printed: 23.11.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071041 / 000 / 04
d) Gebruik de kabel niet voor een verkeerd doel, om
het elektrisch gereedschap te dragen of op te
hangen of om de stekker uit het stopcontact te
trekken. Houd de kabel uit de buurt van hitte, olie,
scherpe randen en bewegende gereedschapsde-
len. Beschadigde of in de war geraakte kabels ver-
groten het risico van een elektrische schok.
e) Wanneer u buitenshuis met elektrisch gereed-
schap werkt, dient u alleen verlengkabels te ge-
bruiken die voor gebruik buitenshuis zijn goedge-
keurd. Het gebruik van een voor gebruik buitenshuis
geschikte verlengkabel beperkt het risico van een
elektrische schok.
f) Als het gebruik van het elektrisch gereedschap in
een vochtige omgeving absoluut noodzakelijk is,
gebruik dan een lekstroomschakelaar. Het gebruik
van een lekstroomschakelaar verkleint het risico op
stroomschokken.
5.1.3 Veiligheid van personen
a) Wees alert, let goed op wat u doet en ga met
verstand te werk bij het gebruik van het elektri-
sche gereedschap. Gebruik het elektrisch gereed-
schap niet wanneer u moe bent of onder invloed
staat van drugs, alcohol of medicijnen. Een mo-
ment van onoplettendheid bij het gebruik van het
elektrisch gereedschap kan tot ernstig letsel leiden.
b) Draag een persoonlijke beschermende uitrusting
en altijd een veiligheidsbril. Het dragen van een per-
soonlijke beschermende uitrusting, zoals een stof-
masker, slipvaste werkschoenen, een veiligheids-
helm of gehoorbescherming, afhankelijk van de aard
en het gebruik van het elektrische gereedschap, ver-
mindert het risico op letsel.
c) Voorkom per ongeluk inschakelen. Controleer of
het elektrisch gereedschap is uitgeschakeld voor-
dat u de stekker in het stopcontact steekt en/of
de accu aanbrengt, of het gereedschap optilt of
draagt. Wanneer u bij het dragen van het elektrisch
gereedschap uw vinger aan de schakelaar hebt of
wanneer u het gereedschap ingeschakeld op de
stroomvoorziening aansluit, kan dit tot ongevallen
leiden.
d) Verwijder instelgereedschappen of schroefsleu-
tels voordat u het elektrisch gereedschap inscha-
kelt. Instelgereedschap of een sleutel in een draaiend
deel van het gereedschap kan tot letsel leiden.
e) Neem geen ongewone lichaamshouding aan.
Zorg ervoor dat u stevig staat en steeds in
evenwicht blijft. Daardoor kunt u het elektrisch
gereedschap in onverwachte situaties beter onder
controle houden.
f) Draag geschikte werkkleding. Draag geen loshan-
gende kleding of sieraden. Houd haren, kleding en
handschoenen uit de buurt van bewegende delen.
Loshangende kleding, sieraden en lange haren kun-
nen door bewegende delen worden meegenomen.
g) Wanneer stofafzuig- of stofopvangvoorzieningen
kunnen worden gemonteerd, dient u zich ervan
te verzekeren dat deze zijn aangesloten en juist
worden gebruikt. Het gebruik van een stofafzuig-
systeem kan de gevaren door stof beperken.
5.1.4 Gebruik en hantering van het elektrisch
gereedschap
a) Overbelast het apparaat niet. Gebruik voor uw
werkzaamheden het daarvoor bestemde elektri-
sche gereedschap. Met het passende elektrische
gereedschap werkt u beter en veiliger binnen het
aangegeven vermogensbereik.
b) Gebruik geen elektrisch gereedschap waarvan de
schakelaar defect is. Elektrisch gereedschap dat
niet meer kan worden in- of uitgeschakeld, is gevaar-
lijk en moet worden gerepareerd.
c) Trek de stekker uit het stopcontact en/of de accu
uit het apparaat voordat u het gereedschap in-
stelt, toebehoren wisselt of het apparaat weglegt.
Deze voorzorgsmaatregel voorkomt onbedoeld star-
ten van het elektrisch gereedschap.
d)
Bewaar niet-gebruikte elektrische gereedschap-
pen buiten bereik van kinderen. Laat het gereed-
schap niet gebruiken door personen die er niet
mee vertrouwd zijn en deze aanwijzingen niet
hebben gelezen. Elektrische gereedschappen zijn
gevaarlijk wanneer deze door onervaren personen
worden gebruikt.
e) Ga zorgvuldig met het elektrisch apparaat om.
Controleer of bewegende delen correct functio-
neren en niet vastklemmen en of onderdelen ge-
broken of zodanig beschadigd zijn dat de werking
van het apparaat nadelig wordt beïnvloed. Laat
beschadigde delen repareren voordat u het appa-
raat gebruikt. Veel ongevallen hebben hun oorzaak
in slecht onderhouden elektrische gereedschappen.
f) Houd snijdende inzetgereedschappen scherp en
schoon. Zorgvuldig onderhouden snijdende inzet-
gereedschappen met scherpe snijkanten klemmen
minder snel vast en zijn gemakkelijker te geleiden.
g) Gebruik elektrisch gereedschap, toebehoren, in-
zetgereedschappen enz. als voor dit apparaat
is voorgeschreven. Let daarbij op de arbeidsom-
standigheden en de uit te voeren werkzaamhe-
den. Het gebruik van elektrische gereedschappen
voor andere dan de voorziene toepassingen kan tot
gevaarlijke situaties leiden.
5.1.5 Service
a) Laat het apparaat alleen repareren door gekwa-
lificeerd en vakkundig personeel en alleen met
originele vervangingsonderdelen. Daarmee wordt
gewaarborgd dat de veiligheid van het elektrisch ge-
reedschap in stand blijft.
5.2 Veiligheidsaanwijzingen voor hamers
a) Draag oorbeschermers. De inwerking van geluid
kan gehoorbeschadiging veroorzaken.
b) Gebruik de extra handgreep die bij de levering van
het apparaat is inbegrepen. Verlies van controle kan
tot lichamelijk letsel leiden.
c) Houd het apparaat alleen vast aan de geïso-
leerde greepgedeelten, wanneer u werkzaamhe-
den uitvoert waarbij het inzetgereedschap ver-
dekte stroomleidingen of het eigen netsnoer kan
raken. Door het contact met een spanningvoerende
nl
90
Printed: 23.11.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071041 / 000 / 04
leiding kunnen ook metalen delen van apparaten
onder spanning komen te staan, hetgeen tot een
elektrische schok kan leiden.
5.3 Aanvullende veiligheidsvoorschriften
5.3.1 Veiligheid van personen
a) Houd het apparaat altijd met beide handen vast
aan de daarvoor bestemde handgrepen. Houd de
handgrepen droog, schoon en vrij van olie en vet.
b) Wanneer het apparaat zonder stofafzuiging wordt
gebruikt, dient u bij werkzaamheden waarbij stof
vrijkomt een licht stofmasker te dragen.
c) Neem pauzes en doe ontspannings- en vingeroe-
feningen, voor een betere doorbloeding van uw
vingers.
d) Raak geen roterende delen aan. Schakel het ap-
paraat pas in het werkgebied in. Het aanraken van
roterende delen, met name roterend gereedschap,
kan lichamelijk letsel tot gevolg hebben.
e) Leid het net- en het verlengsnoer tijdens het werk
altijd naar achteren van het apparaat weg. Dit
vermindert het risico om over het snoer te vallen.
f) Zet de functiekeuzeschakelaar om te roeren in de
stand "Hamerboren" en draag werkhandschoe-
nen.
g) Kinderen moet duidelijk worden gemaakt dat het
apparaat geen speelgoed is.
h) Het apparaat is niet bedoeld voor gebruik door
kinderen of door zwakke, ongeschoolde perso-
nen.
i) Stof van materiaal zoals loodhoudende verf, som-
mige houtsoorten, mineralen en metaal kunnen scha-
delijk voor de gezondheid zijn. Het in contact komen
met of het inademen van dit stof kan leiden tot aller-
gische reacties en/of aandoeningen van de luchtwe-
gen bij de gebruiker of personen die zich in de buurt
bevinden. Bepaalde stoffen, zoals eiken- of beuken-
stof, staan bekend als kankerverwekkend, in het bij-
zonder in combinatie met houtbewerkingsmiddelen
(chromaat, houtbeschermingsmiddelen). Asbesthou-
dend materiaal mag alleen door vakkundig personeel
worden bewerkt. Zo mogelijk gebruik maken van
stofafzuiging. Om een betere stofafzuiging te ver-
krijgen, gebruikmaken van een geschikte, door
Hilti aanbevolen en op dit elektrisch apparaat af-
gestemde mobiele stofafzuiging voor hout- en/of
mineraalstof. Zorg voor een goede ventilatie van
de werkruimte. Het wordt geadviseerd een adem-
masker met filterklasse P2 te dragen. De in uw
land geldende voorschriften bij de te bewerken
materialen in acht nemen.
5.3.2 Gebruik en onderhoud van elektrisch
gereedschap
a) Borg het werkstuk. Gebruik spaninrichtingen of
een bankschroef om het werk vast te zetten. Op
deze manier zit het beter vast dan met de hand, en
bovendien heeft u beide handen vrij om het apparaat
te bedienen.
b) Controleer of het gereedschap het bij het appa-
raat passende opnamesysteem heeft en correct
in de gereedschapopname vergrendeld is.
5.3.3 Elektrische veiligheid
a) Controleer het werkgebied voordat u begint te
werken op verdekt liggende elektrische leidingen,
gas- en waterleidingen, bijv. met een metaalde-
tector. Externe metalen delen van het apparaat kun-
nen onder spanning komen te staan als u per ongeluk
bijv. een elektrische leiding beschadigt. Dit vormt een
ernstig gevaar van een elektrische schok.
b) Controleer regelmatig het voedingssnoer van het
apparaat, en laat dit in geval van beschadiging
vernieuwen door een erkend vakman. Wanneer
het netsnoer van het elektrisch gereedschap be-
schadigd is, dient dit door een speciaal vervaar-
digd en goedgekeurd netsnoer te worden vervan-
gen. Dit kan verkregen worden bij de klantenser-
vice. Controleer de verlengsnoeren regelmatig en
vervang deze in geval van beschadiging. Wordt
het net- of verlengsnoer tijdens de werkzaam-
heden beschadigd, dan mag u het snoer niet
aanraken. Haal de stekker uit het stopcontact.
Beschadigde voedings- en verlengsnoeren houden
het risico van een elektrische schok in.
c) Laat vuile apparaten bij een veelvuldige bewer-
king van geleidend materiaal regelmatig door de
Hilti-service controleren. Vocht of stof dat zich aan
het oppervlak van het apparaat hecht, met name van
geleidend materiaal, kan onder ongunstige omstan-
digheden tot een elektrische schok leiden.
d) Wanneer u buiten met elektrisch gereedschap
werkt, zorg er dan voor dat het apparaat met
behulp van een lekstroombeveiligingschakelaar
(RCD) met maximaal 30 mA afschakelstroom
op het net is aangesloten. Het gebruik van een
lekstroombeveiligingschakelaar vermindert het risico
van een elektrische schok.
e) In principe wordt het gebruik van een lekstroom-
beveiligingschakelaar (RCD) met maximaal 30 mA
afschakelstroom aanbevolen.
5.3.4 Werkruimte
a) Zorg voor een goede ventilatie van de werkom-
geving. Slecht geventileerde werkruimtes kunnen als
gevolg van de stofbelasting schadelijk zijn voor de
gezondheid.
b) Bij doorbraakwerkzaamheden dient u het gebied
aan de overzijde van de werkzaamheden af te zet-
ten. Er kunnen brokstukken naar buiten en / of naar
beneden vallen, waardoor andere personen mogelijk
letsel oplopen.
nl
91
Printed: 23.11.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071041 / 000 / 04
5.3.5 Persoonlijke veiligheidsuitrusting
De gebruiker en personen die zich in de buurt bevin-
den, moeten tijdens het gebruik van het apparaat een
geschikte veiligheidsbril, een helm, oorbeschermers,
werkhandschoenen en een licht stofmasker dragen.
6 Inbedrijfneming
6.1 Zijhandgreep monteren en positioneren 2
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Open de houder van de zijhandgreep door aan de
greep te draaien.
3. Schuif de zijhandgreep (spanband) over de gereed-
schapopname op de schacht.
4. Draai de zijhandgreep in de gewenste positie.
5. ATTENTIE Let erop dat het spanband in de daar-
voor bestemde gleuf van het apparaat ligt.
Zet de zijhandgreep stevig vast door aan de greep
te draaien.
6.2 Diepte-aanslag (optioneel) monteren
1. Open de houder van de zijhandgreep door aan de
greep te draaien.
2. De diepte-aanslag over de houder (spanband) van
de zijhandgreep in de twee geleideboringen schui-
ven.
3. Zet de zijhandgreep vast door aan de greep te
draaien. Hierdoor wordt tegelijkertijd de diepte-
aanslag bevestigd.
6.3 Apparaat vrijschakelen
Zie hoofdstuk "Bediening/Diefstalbeveiliging TPS (ATC)".
6.4 Gebruik van verlengsnoer en generator of
transformator
Zie het hoofdstuk "Beschrijving/toepassing van verleng-
kabel".
7Bediening
ATTENTIE
Het apparaat heeft overeenkomstig zijn gebruiksdoelen
een hoog toerental. Gebruik de zijhandgreep en werk
altijd met twee handen aan het apparaat. De gebruiker
moet voorbereid zijn op plotseling blokkerend gereed-
schap.
ATTENTIE
Erop letten dat altijd de correcte functie van de func-
tiekeuzeschakelaar is ingesteld.
ATTENTIE
Zet losse werkstukken vast met een spaninrichting of
een bankschroef.
ATTENTIE
Controleer het gereedschap voor elk gebruik op be-
schadigingen en onregelmatige slijtage.
7.1 Voorbereiden
ATTENTIE
Draag bij het wisselen van gereedschap werkhand-
schoenen, omdat het gereedschap heet wordt door
het gebruik.
7.1.1 Diepteaanslag instellen
1. Draai de schroef op de diepteaanslag los.
2. Stel de diepteaanslag en de gewenste boordiepte
in.
3. Draai de schroef op de diepteaanslag vast.
nl
92
Printed: 23.11.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071041 / 000 / 04
7.1.2 Gereedschap aanbrengen 3
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Controleer of het insteekeinde van het gereedschap
schoon en licht ingevet is. Zo nodig dient u het
insteekeinde te reinigen en in te vetten.
3. Controleer of de afdichtingslip van de stofkap
schoon is en in goede toestand verkeert. Maak zo
nodig de stofkap schoon of vervang deze ingeval
de afdichtingslip beschadigd is.
4. Breng het gereedschap aan in de gereedschapop-
name en draai het onder lichte druk, tot het in de
geleidingsgroef vergrendelt.
5. Druk het gereedschap in de gereedschapopname
tot het hoorbaar vergrendelt.
6. Controleer of het gereedschap goed vergrendeld is
door er aan te trekken.
7.1.3 Gereedschap verwijderen 4
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Open de gereedschapopname door de gereed-
schapsvergrendeling terug te trekken.
3. Trek het gereedschap uit de gereedschapopname.
7.2 Gebruik
ATTENTIE
Door de bewerking van de ondergrond kan er materi-
aal afsplinteren. Draag een veiligheidsbril, werkhand-
schoenen en, wanneer u geen stofafzuiging gebruikt,
een licht stofmasker. Afgesplinterd materiaal kan licha-
melijk letsel en oogletsel veroorzaken.
ATTENTIE
Tijdens het werkproces wordt geluid geproduceerd.
Draag oorbeschermers. Te hard geluid kan het gehoor
beschadigen.
ATTENTIE
Neem pauzes en doe ontspannings- en vingeroefenin-
gen, voor een betere doorbloeding van uw vingers.
7.2.1 Diefstalbeveiliging TPS (ATC)
AANWIJZING
Het ATC-apparaat kan optioneel met de functie "Dief-
stalbeveiliging" zijn uitgerust. Is het apparaat met deze
functie uitgerust, dan kan het alleen met de bijbehorende
vrijschakelsleutel worden vrijgeschakeld en gebruikt.
7.2.1.1 Apparaat vrijschakelen 5
1. Steek de stekker van het apparaat in het stopcon-
tact. De gele lamp voor diefstalbeveiliging knippert.
Het apparaat is nu gereed om signalen te ontvangen
van de vrijschakelsleutel.
2. Breng de vrijschakelsleutel direct op het slotsym-
bool. Zodra de gele lamp tegen diefstalbeveiliging
uitgaat, is het apparaat vrijgeschakeld.
AANWIJZING Wordt de stroomtoevoer onderbro-
ken, bijv. bij een wisseling van de werkruimte of
bij netuitval, dan kan het apparaat nog ongeveer
20 minuten functioneren. Bij langere onderbrekin-
gen moet het apparaat m.b.v. de vrijschakelsleutel
opnieuw worden vrijgeschakeld.
7.2.1.2 Activering van de diefstalbeveiligingsfunctie
voor het apparaat
AANWIJZING
Meer gedetailleerde informatie over de activering en het
gebruik van de diefstalbeveiliging vindt u in de handlei-
ding "Beveiliging tegen diefstal".
7.2.2 Boorhameren 6
AANWIJZING
Werken bij lage temperaturen: om het slagmechanisme
van het apparaat te laten werken, is een minimale bedrijfs-
temperatuur nodig. Om de minimale bedrijfstemperatuur
te bereiken, plaatst u het apparaat kort op de ondergrond
en laat u het in nullast draaien. Zo nodig herhaalt u dit tot
het slagmechanisme werkt.
1. Draai de functiekeuzeschakelaar in de stand "Boor-
hameren" tot hij vergrendelt. Tijdens bedrijf mag
er niet aan de functiekeuzeschakelaar worden ge-
draaid.
2. Breng de zijhandgreep in de gewenste positie en
zorg ervoor dat hij op de juiste wijze gemonteerd en
volgens voorschrift bevestigd is.
3. Steek de stekker in het stopcontact.
4. Vastleggen van het boorvermogen (optioneel).
AANWIJZING Nadat de stekker in het stopcontact
is gestoken, is het apparaat altijd ingesteld op het
volledige boorvermogen.
AANWIJZING Om het halve boorvermogen in te
stellen, drukt u op de toets "half vermogen", waarna
de boorvermogensindicatie verlicht is. Door op-
nieuw op de toets "half vermogen" te drukken scha-
kelt het apparaat weer over naar het volledige boor-
vermogen.
5. Plaats het apparaat met de boor op het gewenste
boorpunt.
6. Druk langzaam op de regelschakelaar (werk met
een laag toerental, tot de boor in het boorgat ge-
centreerd is).
7. Om met volledig vermogen verder te werken, dient
de regelschakelaar volledig te worden doorgedrukt.
8. Oefen geen overmatige aandrukkracht uit. De slag-
capaciteit wordt daardoor niet verhoogd. Wanneer
de aandrukkracht geringer is, is de levensduur van
het gereedschap langer.
9. Om splinteren te voorkomen dient u bij het boren
van gaten het toerental kort voor de doorslag te
reduceren.
nl
93
Printed: 23.11.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071041 / 000 / 04
7.2.3 ATC "Active Torque Control" (TE 60‑ATC)
Het apparaat is naast de mechanische slipkoppeling uit-
gerust met het ATC (Active Torque Control) systeem. Dit
systeem biedt extra comfort in het boorbereik dankzij
de sneluitschakeling bij plotselinge draaibewegingen van
het apparaat om de booras. Deze bewegingen kunnen
zich bijv. voordoen wanneer de boor beklemd raakt door-
dat de wapening wordt geraakt of bij het onopzettelijk
kantelen van het apparaat. Als het ATC-systeem is ge-
activeerd het apparaat weer in gebruik nemen door de
regelschakelaar los te laten en weer te bedienen nadat
de motor tot stilstand is gekomen (een "klik"-geluid geeft
aan dat het apparaat weer gereed voor gebruik is). Al-
tijd een werkhouding kiezen waarin het apparaat linksom
(vanuit de gebruiker gezien) vrij kan draaien. Wanneer dit
niet mogelijk is, kan het ATC niet reageren.
7.2.4 Beitelen 7
AANWIJZING
De beitel kan in 24 verschillende posities (in stappen
van 15°) worden gepositioneerd. Hierdoor kan met platte
beitels en vormbeitels altijd in een optimale houding
worden gewerkt.
ATTENTIE
Werk niet in de stand "Beitel positioneren".
1. Om de beitel te positioneren draait u de functiekeu-
zeschakelaar in de stand "Beitel positioneren" tot hij
vergrendelt.
2. Breng de zijhandgreep in de gewenste positie en
zorg ervoor dat hij op de juiste wijze gemonteerd en
volgens voorschrift bevestigd is.
3. Draaidebeitelindegewenstepositie.
4. Om de beitel vast te zetten draait u de functiekeuze-
schakelaar in de stand "Beitelen" tot hij vergrendelt.
Tijdens bedrijf mag er niet aan de functiekeuzescha-
kelaar worden gedraaid.
5. Om te beitelen steekt u de stekker in het stopcon-
tact.
6. Leg het beitelvermogen vast (ATC).
AANWIJZING Wanneer de stekker in het stopcon-
tact is gestoken, is het apparaat altijd ingesteld op
het volledige beitelvermogen.
AANWIJZING Omhethalvebeitelvermogeninte
stellen, drukt u op de toets "half vermogen", waarna
de beitelvermogenindicatie verlicht is. Door opnieuw
op de toets "half vermogen" te drukken schakelt het
apparaat over naar het volledige beitelvermogen.
7. Plaats het apparaat met de beitel op het gewenste
beitelpunt.
8. Druk de regelschakelaar volledig in.
7.2.5 Boren zonder slag
Het boren zonder slag is mogelijk met gereedschap met
een speciaal insteekeinde. In het gereedschapsassorti-
ment van Hilti zijn deze gereedschappen beschikbaar.
Met de snelspanboorkop kunnen bijvoorbeeld hout- of
staalboren met gewone ronde schacht worden ingespan-
nen en kan zonder slag worden geboord. De functie-
keuzeschakelaar moet hierbij in de stand boorhameren
vergrendeld zijn.
7.2.6 Regelschakelaarvergrendeling 8
In de beitelfunctie kunt u de regelschakelaar in de inge-
stelde toestand vastzetten.
1. Schuif de regelschakelaarvergrendeling boven de
handgreep naar voren.
2. Druk de regelschakelaar volledig in.
Hetapparaatisnuingesteldopcontinuwerking.
3. Om het terug te stellen schuift u de regelschakelaar-
vergrendeling terug.
Het apparaat schakelt uit.
7.2.7 Roeren
1. Draai de functiekeuzeschakelaar in de stand "Ha-
merboren" tot hij inklikt.
2. Steek de snelspanopname in de gereedschapop-
name.
3. Breng het roergereedschap in.
4. Controleer of het gereedschap goed vergrendeld is
door er aan te trekken.
5. Breng de zijhandgreep in de gewenste stand en
zorg ervoor dat hij op de juiste wijze gemonteerd en
volgens voorschrift bevestigd is.
6. Steek de stekker van het apparaat in het stopcon-
tact.
7. Houd het roergereedschap in de container met het
roermateriaal.
8. Druk om met roeren te beginnen langzaam op de
regelschakelaar.
9. Om met volledig vermogen verder te werken, dient
de regelschakelaar volledig te worden doorgedrukt.
10. Leid het roergereedschap op zo'n manier dat het
medium niet naar buiten wordt geslingerd.
8 Verzorging en onderhoud
ATTENTIE
Haal de stekker uit het stopcontact.
8.1 Verzorging van de gereedschappen en metalen
onderdelen
Verwijder vastzittend vuil en bescherm het oppervlak
van uw gereedschap en de gereedschapsopname tegen
corrosie door ze af en toe in te wrijven met een in olie
gedrenkte poetsdoek.
nl
94
Printed: 23.11.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071041 / 000 / 04
8.2 Reiniging van het apparaat
ATTENTIE
Het apparaat, in het bijzonder de greepgedeelten,
schoon en vrij van olie en vet houden. Gebruik geen
siliconenhoudende reinigingsmiddelen.
Gebruik het apparaat nooit met verstopte ventilatiesleu-
ven! Reinig de ventilatiesleuven voorzichtig met een
droge borstel. Voorkom dat er vreemd materiaal in het
apparaat binnendringt. Reinig de buitenkant van het ap-
paraat regelmatig met een licht bevochtigde poetsdoek.
Gebruik geen sproeiapparaat, stoomstraalapparaat of
stromend water voor het reinigen! De elektrische veilig-
heid van het apparaat kan daardoor in gevaar komen.
8.3 Service-indicatie
AANWIJZING
Het apparaat is uitgerust met een service-indicatie.
Aanduiding Is rood verlicht De looptijd voor een service is bereikt.
Het apparaat kan vanaf dat de aandui-
ding gaat branden nog voor enkele uren
echte looptijd worden gebruikt voordat
het apparaat automatisch wordt uitge-
schakeld. Breng het apparaat tijdig naar
de Hilti Service, zodat het altijd bedrijfs-
klaar is.
Knippert rood Zie het hoofdstuk Foutopsporing.
8.4 Reparaties
WAARSCHUWING
Reparaties aan elektrische onderdelen mogen alleen
door een elektrotechnicus worden uitgevoerd.
Controleer regelmatig alle uitwendige delen van het ap-
paraat op beschadigingen en ga na of alle bedieningsele-
menten correct functioneren. Gebruik het apparaat niet
wanneer er onderdelen beschadigd zijn of bedieningsele-
menten niet correct functioneren. Laat het apparaat door
de Hilti-service repareren.
8.5 Controle na schoonmaak- en
reparatiewerkzaamheden
Na schoonmaak- en reparatiewerkzaamheden dient te
worden nagegaan of veiligheidsinrichtingen correct en
foutloos functioneren.
9 Foutopsporing
Fout Mogelijke oorzaak
Oplossing
Apparaat start niet. Netstroomvoorziening onderbroken. Ander elektrisch gereedschap inbren-
gen, functie controleren.
Netsnoer of stekker defect. Door een elektrotechnicus laten con-
troleren en eventueel vervangen.
Generator met Sleep Mode. Generator met tweede verbruiker
(bijv. bouwplaatslamp) belasten.
Hierna het apparaat uit- en weer
inschakelen.
Ander elektrisch defect Door een elektrotechnicus laten con-
troleren.
De elektronische startblokkering na
een stroomonderbreking is geacti-
veerd.
Schakel het apparaat uit en weer aan.
Regelschakelaar defect. Door een elektrotechnicus laten con-
troleren en eventueel vervangen.
Slagmechanisme werkt niet. Apparaat is te koud. Apparaat op de minimale bedrijfstem-
peratuur brengen
Zie hoofdstuk: 7.2.2 Boorhameren 6
Apparaat start niet en de indica-
tie knippert rood.
Schade aan het apparaat Laat het apparaat door de
Hilti-service repareren.
nl
95
Printed: 23.11.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071041 / 000 / 04
Fout Mogelijke oorzaak
Oplossing
Apparaat start niet en de indica-
tie is rood verlicht.
Koolborstels versleten Door een elektrotechnicus laten con-
troleren en eventueel vervangen.
Apparaatwerktnietendeindi-
catie knippert geel.
Apparaat is niet vrijgeschakeld (bij ap-
paraat met diefstalbeveiliging, ATC).
Apparaat vrijschakelen met de vrij-
schakelsleutel.
Apparaat heeft geen volledig
vermogen.
Verlengsnoer te lang en / of met te
geringe diameter.
Verlengsnoer met toegestane lengte
en / of met voldoende diameter ge-
bruiken.
Regelschakelaar niet helemaal door-
gedrukt.
Regelschakelaar tot de aanslag door-
drukken.
Toets "half vermogen" ingeschakeld
(ATC).
Druk op de toets "Half vermogen"
Stroomvoorziening heeft te lage
spanning.
Apparaat op andere stroomvoorzie-
ning aansluiten.
Boor draait niet. Functiekeuzeschakelaar is niet ver-
grendeld of bevindt zich in de stand
"Beitelen" of in de stand "Beitel posi-
tioneren".
Functiekeuzeschakelaar tijdens stil-
stand in de positie "Hamerboren"
brengen.
Boor/beitel kan niet uit de ver-
grendeling worden gehaald.
Gereedschapopnamenietvolledig
teruggetrokken.
Gereedschapvergrendeling tot de
aanslag terugtrekken en het gereed-
schap uitnemen.
Zijhandgreep niet correct gemon-
teerd.
Zijhandgreep losmaken en op de
juiste wijze monteren, zodat de span-
band en de zijhandgreep in de uitdie-
ping zijn ingeklikt.
10 Afval voor hergebruik recyclen
Hilti-apparaten zijn voor een groot deel vervaardigd uit materiaal dat kan worden gerecycled. Voor hergebruik is een
juiste materiaalscheiding noodzakelijk. In veel landen is Hilti er al op ingesteld om uw oude apparaat voor recycling
terug te nemen. Vraag hierover informatie bij de klantenservice van Hilti of bij uw verkoopadviseur.
Alleen voor EU-landen
Geef elektrisch gereedschap niet met het huisvuil mee!
Overeenkomstig de Europese richtlijn inzake oude elektrische en elektronische apparaten en de toe-
passing daarvan binnen de nationale wetgeving, dient gebruikt elektrisch gereedschap gescheiden te
worden ingezameld en te worden afgevoerd naar een recyclingbedrijf dat voldoet aan de geldende
milieu-eisen.
11 Fabrieksgarantie op apparatuur
Neem bij vragen over de garantievoorwaarden contact
op met uw lokale HILTI dealer.
nl
96
Printed: 23.11.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071041 / 000 / 04
12 EG-conformiteitsverklaring (origineel)
Omschrijving: Combihamer
Type: TE 60 / TE 60‑ATC‑AVR
Generatie: 03
Bouwjaar: 2010
Als de uitsluitend verantwoordelijken voor dit product
verklaren wij dat het voldoet aan de volgende voorschrif-
ten en normen: tot 19 april 2016: 2004/108/EG, vanaf
20 april 2016: 2014/30/EU, 2006/42/EG, 2011/65/EU,
EN 60745‑1, EN 60745‑2‑6, EN ISO 12100.
Hilti Corporation, Feldkircherstrasse 100,
FL‑9494 Schaan
Paolo Luccini Tassilo Deinzer
Head of BA Quality and Process Mana-
gement
Executive Vice President
Business Area Electric Tools & Acces-
sories
Business Unit Power
Tools & Accessories
05/2015 05/2015
Technische documentatie bij:
Hilti Entwicklungsgesellschaft mbH
Zulassung Elektrowerkzeuge
Hiltistrasse 6
86916 Kaufering
Deutschland
nl
97
Printed: 23.11.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071041 / 000 / 04
*427747*
427747
Hilti Corporation
LI-9494 Schaan
Tel.: +423/234 21 11
Fax: +423/234 29 65
www.hilti.com
Hilti = registered trademark of Hilti Corp., Schaan
Pos. 1 | 20150929
Printed: 23.11.2015 | Doc-Nr: PUB / 5071041 / 000 / 04
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18

Hilti TE 60 Handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
Handleiding