Pioneer DEX-P99RS Handleiding

Categorie
Auto media-ontvangers
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Aansluiten van de toestellen ............... 2
Aansluitschema stroomkabel ......................... 4
Systeem aansluitvoorbeeld 1 .......................... 6
Systeem aansluitvoorbeeld 2 .......................... 8
Installatie ............................................... 10
DIN Voor/achter montage ............................. 10
Verwijderen of bevestigen van
de afwerkingsrand ................................................. 10
DIN Voor-montage .................................................. 11
DIN Achter-montage .............................................. 11
Vastzetten van het voorpaneel ...................... 11
Installeren van de
stuurafstandsbediening .................................12
Installeren van de stuureenheid ....................13
WAARSCHUWING
Let op het volgende wanneer u gebruik
maakt van de automatische gelijkrichter
en equalizer (Auto TA&EQ).
Sluit de luidspreker voor de hoge tonen
(tweeter of supertweeter) alleen aan op de
uitgangsaansluiting voor de hoge tonen.
Om de akoestische eigenschappen van het
interieur van het voertuig te kunnen meten,
wordt er een hard geluid geproduceerd door de
automatische gelijkrichter en equalizer (Auto
TA&EQ). Als de luidspreker voor de hoge tonen
(tweeter of supertweeter) wordt aangesloten op
een andere luidsprekeraansluiting dan die voor de
hoge tonen, kan de luidspreker beschadigd raken
door de meettonen, die ook lage frequenties
bevatten. Daarom is het belangrijk dat u de
luidspreker voor de hoge tonen aansluit op de
luidsprekeraansluiting voor de hoge tonen.
Voorzorgen bij het aansluiten van een
tweeter of supertweeter
Gebruik het crossover-netwerk van de
supertweeter.
De Auto TA&EQ functie wordt mogelijk niet
correct ingesteld. Maak indien nodig met
de hand de vereiste instellingen.
Opmerking
Dit toestel kan niet worden geïnstalleerd in een
voertuig zonder ACC (accessoire) stand op de
contactschakelaar.
A
C
C
O
N
S
T
A
R
T
O
F
F
O
N
S
T
A
R
T
O
F
F
ACC stand Geen ACC stand
Gebruik van dit toestel onder andere dan de
volgende omstandigheden kan leiden tot brand of
storingen.
Voertuigen met een negatief geaarde 12 V
accu.
Om kortsluiting, oververhitting of andere
storingen te voorkomen moet u de onderstaande
instructies opvolgen.
Koppel de negatieve pool van de accu los voor
u begint met de installatie.
Inhoud
Aansluiten van de toestellen
2
Nederlands
Aansluiten van de toestellen
Zet alle bedrading vast met kabelklemmen
of isolatieband. Ter bescherming van de
bedrading dient u deze te omwikkelen met
isolatieband waar de bedrading met metalen
onderdelen in aanraking komt.
Houd alle bedrading uit de buurt
van bewegende onderdelen, zoals de
versnellingspook en de stoelenrails.
Houd de bedrading uit de buurt van
zeer warme plekken, zoals bij een
verwarmingsrooster.
Leid de gele draad niet door een gat naar het
motorcompartiment om aan te sluiten op de
accu.
Plak eventuele losse aansluitingen,
draadeinden of stekkers netjes af met
isolatieband.
Maak de kabels niet korter.
Tap in geen geval de stroomkabel voor dit
toestel af om andere apparatuur van stroom
te voorzien. Het vermogen van de draad is
beperkt.
Gebruik een zekering met het voorgeschreven
vermogen.
Sluit de negatieve luidsprekerdraden in geen
geval direct op aarde aan.
Via de blauw/witte draad wordt een stuursignaal
geproduceerd wanneer dit toestel is ingeschakeld.
Verbind deze met de systeemafstandsbediening
van een externe eindversterker, of met de
stuuraansluiting voor het relais van de antenne
van het voertuig (max. 300 mA, 12 V gelijkstroom).
Als het voertuig een ruitantenne heeft, dient u
deze draad te verbinden met de stroomaansluiting
van de antennesignaalversterker (booster).
Verbind de blauw/witte draad in geen geval met de
stroomaansluiting van een externe eindversterker.
Verbind deze draad ook in geen geval met de
stroomaansluiting zelf van de antenne van de
auto. Doet u dit toch, dan kan de accu leeglopen
of kunnen zich andere storingen voordoen.
IP-BUS stekkers zijn kleurgecodeerd. Let erop
dat u alleen stekkers van dezelfde kleur op elkaar
aansluit.
De zwarte draad is de aarding. Deze draad en de
aardingen van andere apparatuur (in het bijzonder
producten met een hoog vermogen, zoals een
eindversterker), moeten onafhankelijk van elkaar
worden aangesloten. Doet u dit niet, dan kan er
brand ontstaan of kunnen zich storingen voordoen
wanneer de bedrading onbedoeld los raakt.
Raadpleeg de handleiding in kwestie voor details
omtrent het aansluiten van de eindversterker
en andere apparatuur en maak de vereiste
verbindingen.
Als de RCA (tulpstekker) aansluiting van het
toestel niet wordt gebruikt, kunt u de doppen er
beter op laten zitten.
Wanneer u een tweeter aansluit, moet u
van tevoren het bruikbare frequentiebereik
van de tweeter controleren. Wanneer u de
afsnijfrequentie instelt, dient u deze hoger in te
stellen dan de laagste bruikbare frequentie van de
tweeter.
Auto TA maakt gebruik van een hoger bereik
dan 10 kHz voor het meten. Als er daarom een
tweeter wordt gebruikt die het frequentiebereik
rond de 10 kHz niet kan weergeven, kan de
tweeter beschadigd raken. Wanneer u Auto
TA&EQ gebruikt, moet u niet vergeten de juiste
afsnijfrequentie in te stellen. En gebruik dus
een tweeter die als laagste bruikbare frequentie
tenminste signalen van 10 kHz kan weergeven.
3
<CRD4427-B> <74>
Aansluitschema stroomkabel
Geel/zwart (MUTE)
Als u apparatuur met een dempingsfunctie (mute)
gebruikt, kunt u deze draad verbinden met de Audio
Mute draad van die apparatuur. Als dat niet het geval is,
moet u niets aansluiten op de Audio Mute dempings-
draad.
Geel/zwart (DOOR MUTE)
Sluit deze aan op de draad die het openen van het
portier detecteert. Meestal kunt u deze aansluiten
op de stuurdraad voor de interieurverlichting.
Antennebuchse
Hoog/Midden/Laag/Subwoofer uitgang
20 cm 1,5 m
15 cm
Geel (+ Accu)
Verbinden met de continue
12 V stroomaansluiting.
Rood (ACC)
Verbinden met een elektrische
aansluiting die aangestuurd wordt via
het contactslot (12 V gelijkstroom).
Oranje/wit (ILL)
Verbinden met de aansluiting van de verlichtingsschakelaar.
Zwart (chassis aarde)
Aansluiten op een schone, blank metalen plek.
Zekering (7,5A)
Zekering
Zekering
Zekering
Blauw/wit (SYSTEM REMOTE CONTROL)
Verbinden met de systeembedieningsaansluiting
van de eindversterker of de stuuraansluiting van
het auto-antennerelais (max. 300 mA 12 V
gelijkstroom).
IP-BUS ingangsaansluiting (Blauw)
Dit product
Afstandsbediening met draad
Er kan een adapter voor een afstandsbediening
met draad worden aangesloten (los verkrijgbaar).
USB-kabel
Sluit deze aan op los verkrijgbare
USB-apparatuur
USB-ingangsaansluiting
Aansluitmethode
2. Knijp de klem stevig
dicht met een smalle
tang.
1. Zet de klem op de
draad.
Opmerking:
De plaatsing van de handremschakelaar hangt af van het model auto. Voor details
dient u het instructieboekje of de dealer te raadplegen.
Stuurdraad
interieurverlichting
Aansluiten van de toestellen
4
Nederlands
Hoog/Midden/Laag/Subwoofer uitgang
20 cm 1,5 m
Zekering
Blauw/wit (SYSTEM REMOTE CONTROL)
Verbinden met de systeembedieningsaansluiting
van de eindversterker of de stuuraansluiting van
het auto-antennerelais (max. 300 mA 12 V
gelijkstroom).
IP-BUS ingangsaansluiting (Blauw)
Dit product
Afstandsbediening met draad
Er kan een adapter voor een afstandsbediening
met draad worden aangesloten (los verkrijgbaar).
USB-kabel
Sluit deze aan op los verkrijgbare
USB-apparatuur
USB-ingangsaansluiting
Aansluiten van de toestellen
5
Systeem aansluitvoorbeeld 1
Hoge tonen uitgang
(HIGH RANGE OUTPUT)
15 cm
15 cm
23 cm
23 cm
Middentonen uitgang
(MID RANGE OUTPUT)
Lage tonen uitgang
(LOW RANGE OUTPUT)
Subwoofer uitgang
(SUBWOOFER OUTPUT)
IP-BUS-kabel
IP-BUS ingangsaansluiting (Blauw)
Blauw/wit (SYSTEM REMOTE CONTROL)
Verbinden met de systeembedieningsaansluiting
van de eindversterker of de stuuraansluiting van
het auto-antennerelais (max. 300 mA 12 V
gelijkstroom).
Opmerking:
Als er geen luidspreker is aangesloten, moet u de
juiste luidsprekerinstelling selecteren in het
standaardmenu.
Om de Auto TA&EQ functie te kunnen gebruiken,
moet de luidspreker aangesloten worden op de
uitgangsaansluiting voor de middentonen.
Multi CD-wisselaar
(los verkrijgbaar)
Hoge tonen uitgang
(HIGH RANGE OUTPUT)
15 cm
15 cm
23 cm
23 cm
Middentonen uitgang
(MID RANGE OUTPUT)
Lage tonen uitgang
(LOW RANGE OUTPUT)
Subwoofer uitgang
(SUBWOOFER OUTPUT)
IP-BUS-kabel
IP-BUS ingangsaansluiting (Blauw)
Blauw/wit (SYSTEM REMOTE CONTROL)
Verbinden met de systeembedieningsaansluiting
van de eindversterker of de stuuraansluiting van
het auto-antennerelais (max. 300 mA 12 V
gelijkstroom).
Opmerking:
Als er geen luidspreker is aangesloten, moet u de
juiste luidsprekerinstelling selecteren in het
standaardmenu.
Om de Auto TA&EQ functie te kunnen gebruiken,
moet de luidspreker aangesloten worden op de
uitgangsaansluiting voor de middentonen.
Multi CD-wisselaar
(los verkrijgbaar)
Aansluiten van de toestellen
6
Systeem aansluitvoorbeeld 2
Hoge tonen uitgang
(HIGH RANGE OUTPUT)
15 cm
15 cm
23 cm
23 cm
Middentonen uitgang
(MID RANGE OUTPUT)
Lage tonen uitgang
(LOW RANGE OUTPUT)
Subwoofer uitgang
(SUBWOOFER OUTPUT)
IP-BUS-kabel
IP-BUS ingangsaansluiting (Blauw)
Niet gebruikt
Blauw/wit (SYSTEM REMOTE CONTROL)
Verbinden met de systeembedieningsaansluiting
van de eindversterker of de stuuraansluiting van
het auto-antennerelais (max. 300 mA 12 V
gelijkstroom).
Opmerking:
De Auto TA&EQ functie maakt automatisch instellingen voor luidsprekersystemen met meerdere
luidsprekers (bijvoorbeeld een systeem met tweeters, middentonen luidsprekers, woofers en een
subwoofer). Als u de Auto TA&EQ functie uitvoert met een volledig luidsprekersysteem zoals in dit
voorbeeld, dient u de volgende procedure te volgen;
1. Geef aan welke luidsprekers daadwerkelijk aangesloten zijn in het menu voor de begininstellingen.
2. Stel met de hand crossover-waarden in via het audiomenu aan de hand van de gegevens voor de
aangesloten subwoofer en luidsprekers met het volledige toonbereik.
3. Start de Auto TA&EQ functie op en selecteer “Custom N/W” in het menu.
4. Voltooi de Auto TA&EQ functie.
Multi CD-wisselaar
(los verkrijgbaar)
Aansluiten van de toestellen
8
Installatie
Opmerking
Controleer alle aansluitingen en systemen voor de
uiteindelijke installatie.
Gebruik geen ongeautoriseerde onderdelen.
Gebruik van niet-goedgekeurde onderdelen kan
leiden tot storingen.
Raadpleeg uw dealer als u voor de installatie
gaten moet boren of andere wijzigingen aan het
voertuig zelf moet aanbrengen.
Installeer dit toestel in geen geval op een locatie
waar:
— het de besturing van het voertuig kan
hinderen.
— het een passagier zou kunnen verwonden bij
een noodstop.
De halfgeleider laser zal kapot gaan als deze
oververhit raakt. Installeer dit toestel niet in de
buurt van zeer warme plekken, zoals bij een
verwarmingsrooster.
De optimale prestaties worden verkregen wanneer
het toestel geïnstalleerd wordt onder een hoek van
minder dan 60º.
DIN Voor/achter montage
Dit toestel kan op de juiste manier worden
vastgemaakt aan de voorkant (conventionele
DIN montage) of aan de achterkant
(DIN achtermontage, met behulp van de
schroefgaatjes aan de zijkanten van het chassis
van het toestel). Voor details verwijzen we u
naar de volgende installatiemethoden.
Verwijderen of bevestigen van
de afwerkingsrand
1.
Buig de bovenkant en de onderkant
van de afwerkingsrand naar buiten om
deze te verwijderen.
Druk de afwerkingsrand op het toestel tot
deze vastklikt wanneer u de afwerkingsrand
weer vast maakt. (Als de afwerkingsrand
ondersteboven gehouden wordt, zal deze niet
goed passen.)
De afwerkingsrand is makkelijker los te maken
wanneer het voorpaneel verwijderd is.
Afwerkingsrand
10
Nederlands
Installatie
DIN Voor-montage
Installatie met het rubber tussenstuk
1. Steek de bevestigingskraag in het
dashboard.
Gebruik een andere bevestigingskraag bij
installatie op een relatief ondiepe locatie. Als
er genoeg ruimte achter het toestel is, kunt u
de standaard meegeleverde bevestigingskraag
gebruiken.
2. Zet de bevestigingskraag vast door
met behulp van een schroevendraaier
de metalen lipjes te verbuigen (90°).
3. Installeer het toestel zoals u kunt zien
op de afbeelding.
Bevestigingskraag
Dashboard
Rubber tussenstuk
Schroef
4. Bevestig de afwerkingsrand.
Opmerking
Bevestig de afwerkingsrand met de gegroefde
kant naar beneden.
Verwijderen van het toestel
1. Steek de meegeleverde
ontgrendelingsstrips in beide
zijkanten van het toestel tot deze
vastklikken.
2. Trek het toestel uit het dashboard.
DIN Achter-montage
1. Bepaal welke gaatjes in de beugel
en in de zijkant van het toestel met
elkaar overeenkomen.
2. Gebruik twee schroeven aan elke kant.
Gebruik schroeven met platte kop (5 mm ×
8 mm) of verzinkbare kop (5 mm × 9 mm),
afhankelijk van de vorm van de schroefgaatjes
in de beugel.
Schroef
Fabrieksmontagebeugel of-steun
voor bevestiging radio e.d.
Dashboard of
console
Vastzetten van het voorpaneel
Als u het voorpaneel niet wilt kunnen
verwijderen, kunt u het vastzetten met de
daartoe meegeleverde schroef.
Bevestigingsschroef
Ontgrendeling
11
Installatie
Installeren van de
stuurafstandsbediening
WAARSCHUWING
Installeer de stuurafstandsbediening niet
op plaatsen waar deze de werking van
veiligheidsmechanismen, bijvoorbeeld een airbag,
zou kunnen hinderen. Een verkeerde plaats kan
ernstige ongelukken veroorzaken.
Installeer dit toestel niet op een plek waar het
de besturing van het voertuig en met name de
bediening van het stuur en de versnelling kan
hinderen, want dit kan leiden tot ongelukken.
LET OP
Voor het installeren van deze
stuurafstandsbediening is ervaring vereist. Laat
het installeren derhalve over aan uw handelaar of
de plaats van aankoop.
Installeer deze stuurafstandsbediening uitsluitend
met de bijgeleverde onderdelen. Het gebruik van
andere onderdelen kan de stuurafstandsbediening
beschadigen of de stuurafstandsbediening zou bij
het gebruik van verkeerde onderdelen los kunnen
schieten met ongelukken tot gevolg.
Installeer de stuurafstandsbediening zoals in deze
gebruiksaanwijzing wordt beschreven. Dit nalaten
kan ongelukken veroorzaken.
Installeer de stuurafstandsbediening niet in de
buurt van de portieren waar deze gemakkelijk
aan regenwater wordt blootgesteld. Vocht in de
stuurafstandsbediening veroorzaakt mogelijk rook
of brand.
WAARSCHUWING
Bevestig de stuurafstandsbediening stevig aan
het stuur met gebruik van de riem. Een loszittende
stuurafstandsbediening kan het besturen van
de auto hinderen met mogelijk ongelukken tot
gevolg.
Bevestig de stuurafstandsbediening niet aan
de buitenrand van het stuur. Dit zou namelijk
het besturen van de auto hinderen met
mogelijk ongelukken tot gevolg. Bevestig de
stuurafstandsbediening altijd aan de binnenrand
van het stuurzoals u in de afbeelding ziet.
Opmerking
Plaats de stuurafstandsbediening niet ergens
waar het deze zicht van de bestuurder zou kunnen
verslechteren.
Omdat het interieur van uw auto afhangt van
het type, is de ideale installatieplek ook daarvan
afhankelijk. Kies bij de installatie van het toestel
een plek die een optimale transmissie van
signalen van de afstandsbediening naar dit toestel
waarborgt.
12
Nederlands
Installatie
Installeren van de
stuureenheid
1. Haak de riem op de houder vast.
2. Bevestig de houder aan de binnenste
rand van het stuur zodat de houder in
de richting van de bestuurder wijst.
1 Wikkel de riem rond de buitenste rand
van het stuur en plaats het uiteinde door
de gleuf in de houder.
2 PTrek de riem aan en zet hem vervolgens
met de twee overige haken aan de
houder vast.
3.
3
Knip het overtollige gedeelte van
de riem af.
4. Plaats de stuurafstandsbediening in
de houder.
Vergrendeling
Markering
Controleer voor de installatie of de
vergrendeling zich bij de markering bevindt.
5. Verschuif de vergrendeling aan de
onderkant totdat deze inklikt om de
afstandsbediening vast te zetten.
13
Installatie
Installatie met dubbelzijdig
plakband op de console
1. Zet de houder vast met het
meegeleverde dubbelzijdige
plakband.
Verwijderen van de
afstandsbediening
Schuif de afstandsbediening van de houder af
zoals hieronder staat aangegeven.
Afstandsbediening
Houder
Dubbelzijdig
plakband
Houder
14
Nederlands
15

Documenttranscriptie

Inhoud Aansluiten van de toestellen............... 2 Aansluitschema stroomkabel ......................... 4 Systeem aansluitvoorbeeld 1 .......................... 6 Systeem aansluitvoorbeeld 2 .......................... 8 Installatie ............................................... 10 DIN Voor/achter montage ............................. 10 Verwijderen of bevestigen van de afwerkingsrand ................................................. 10 DIN Voor-montage .................................................. 11 DIN Achter-montage .............................................. 11 Vastzetten van het voorpaneel ...................... 11 Installeren van de stuurafstandsbediening ................................. 12 Installeren van de stuureenheid .................... 13 Aansluiten van de toestellen WAARSCHUWING Let op het volgende wanneer u gebruik maakt van de automatische gelijkrichter en equalizer (Auto TA&EQ). Sluit de luidspreker voor de hoge tonen (tweeter of supertweeter) alleen aan op de uitgangsaansluiting voor de hoge tonen. Om de akoestische eigenschappen van het interieur van het voertuig te kunnen meten, wordt er een hard geluid geproduceerd door de automatische gelijkrichter en equalizer (Auto TA&EQ). Als de luidspreker voor de hoge tonen (tweeter of supertweeter) wordt aangesloten op een andere luidsprekeraansluiting dan die voor de hoge tonen, kan de luidspreker beschadigd raken door de meettonen, die ook lage frequenties bevatten. Daarom is het belangrijk dat u de luidspreker voor de hoge tonen aansluit op de luidsprekeraansluiting voor de hoge tonen. Voorzorgen bij het aansluiten van een tweeter of supertweeter • Gebruik het crossover-netwerk van de supertweeter. • De Auto TA&EQ functie wordt mogelijk niet correct ingesteld. Maak indien nodig met de hand de vereiste instellingen. Opmerking T 2 F O STAR STAR ACC stand OF O T ACC N F N OF • Dit toestel kan niet worden geïnstalleerd in een voertuig zonder ACC (accessoire) stand op de contactschakelaar. Geen ACC stand • Gebruik van dit toestel onder andere dan de volgende omstandigheden kan leiden tot brand of storingen. — Voertuigen met een negatief geaarde 12 V accu. • Om kortsluiting, oververhitting of andere storingen te voorkomen moet u de onderstaande instructies opvolgen. — Koppel de negatieve pool van de accu los voor u begint met de installatie. Aansluiten van de toestellen — Zet alle bedrading vast met kabelklemmen of isolatieband. Ter bescherming van de bedrading dient u deze te omwikkelen met isolatieband waar de bedrading met metalen onderdelen in aanraking komt. — Houd alle bedrading uit de buurt van bewegende onderdelen, zoals de versnellingspook en de stoelenrails. — Houd de bedrading uit de buurt van zeer warme plekken, zoals bij een verwarmingsrooster. — Leid de gele draad niet door een gat naar het motorcompartiment om aan te sluiten op de accu. — Plak eventuele losse aansluitingen, draadeinden of stekkers netjes af met isolatieband. — Maak de kabels niet korter. — Tap in geen geval de stroomkabel voor dit toestel af om andere apparatuur van stroom te voorzien. Het vermogen van de draad is beperkt. — Gebruik een zekering met het voorgeschreven vermogen. — Sluit de negatieve luidsprekerdraden in geen geval direct op aarde aan. • Wanneer u een tweeter aansluit, moet u van tevoren het bruikbare frequentiebereik van de tweeter controleren. Wanneer u de afsnijfrequentie instelt, dient u deze hoger in te stellen dan de laagste bruikbare frequentie van de tweeter. • Auto TA maakt gebruik van een hoger bereik dan 10 kHz voor het meten. Als er daarom een tweeter wordt gebruikt die het frequentiebereik rond de 10 kHz niet kan weergeven, kan de tweeter beschadigd raken. Wanneer u Auto TA&EQ gebruikt, moet u niet vergeten de juiste afsnijfrequentie in te stellen. En gebruik dus een tweeter die als laagste bruikbare frequentie tenminste signalen van 10 kHz kan weergeven. Nederlands • Via de blauw/witte draad wordt een stuursignaal geproduceerd wanneer dit toestel is ingeschakeld. Verbind deze met de systeemafstandsbediening van een externe eindversterker, of met de stuuraansluiting voor het relais van de antenne van het voertuig (max. 300 mA, 12 V gelijkstroom). Als het voertuig een ruitantenne heeft, dient u deze draad te verbinden met de stroomaansluiting van de antennesignaalversterker (booster). • Verbind de blauw/witte draad in geen geval met de stroomaansluiting van een externe eindversterker. Verbind deze draad ook in geen geval met de stroomaansluiting zelf van de antenne van de auto. Doet u dit toch, dan kan de accu leeglopen of kunnen zich andere storingen voordoen. • IP-BUS stekkers zijn kleurgecodeerd. Let erop dat u alleen stekkers van dezelfde kleur op elkaar aansluit. • De zwarte draad is de aarding. Deze draad en de aardingen van andere apparatuur (in het bijzonder producten met een hoog vermogen, zoals een eindversterker), moeten onafhankelijk van elkaar worden aangesloten. Doet u dit niet, dan kan er brand ontstaan of kunnen zich storingen voordoen wanneer de bedrading onbedoeld los raakt. • Raadpleeg de handleiding in kwestie voor details omtrent het aansluiten van de eindversterker en andere apparatuur en maak de vereiste verbindingen. • Als de RCA (tulpstekker) aansluiting van het toestel niet wordt gebruikt, kunt u de doppen er beter op laten zitten. 3 Aansluiten van de toestellen Aansluitschema stroomkabel 15 cm Antennebuchse Aansluitmethode 1. Zet de klem op de draad. 2. Knijp de klem stevig dicht met een smalle tang. Opmerking: • De plaatsing van de handremschakelaar hangt af van het model auto. Voor details dient u het instructieboekje of de dealer te raadplegen. Stuurdraad interieurverlichting Geel/zwart (DOOR MUTE) Sluit deze aan op de draad die het openen van het portier detecteert. Meestal kunt u deze aansluiten op de stuurdraad voor de interieurverlichting. Geel/zwart (MUTE) Als u apparatuur met een dempingsfunctie (mute) gebruikt, kunt u deze draad verbinden met de Audio Mute draad van die apparatuur. Als dat niet het geval is, moet u niets aansluiten op de Audio Mute dempingsdraad. Geel (+ Accu) Verbinden met de continue 12 V stroomaansluiting. Zekering (7,5A) Rood (ACC) Zekering Verbinden met een elektrische aansluiting die aangestuurd wordt via het contactslot (12 V gelijkstroom). Oranje/wit (ILL) Zekering Verbinden met de aansluiting van de verlichtingsschakelaar. Zwart (chassis aarde) Aansluiten op een schone, blank metalen plek. 4 Aansluiten van de toestellen Hoog/Midden/Laag/Subwoofer uitgang 20 cm USB-kabel Sluit deze aan op los verkrijgbare USB-apparatuur 1,5 m USB-ingangsaansluiting IP-BUS ingangsaansluiting (Blauw) Dit product Afstandsbediening met draad Er kan een adapter voor een afstandsbediening met draad worden aangesloten (los verkrijgbaar). Zekering Blauw/wit (SYSTEM REMOTE CONTROL) Verbinden met de systeembedieningsaansluiting van de eindversterker of de stuuraansluiting van het auto-antennerelais (max. 300 mA 12 V gelijkstroom). Nederlands 5 Aansluiten van de toestellen Systeem aansluitvoorbeeld 1 15 cm Hoge tonen uitgang (HIGH RANGE OUTPUT) 15 cm Middentonen uitgang (MID RANGE OUTPUT) 23 cm Lage tonen uitgang (LOW RANGE OUTPUT) 23 cm Subwoofer uitgang (SUBWOOFER OUTPUT) IP-BUS ingangsaansluiting (Blauw) IP-BUS-kabel Multi CD-wisselaar (los verkrijgbaar) Blauw/wit (SYSTEM REMOTE CONTROL) Verbinden met de systeembedieningsaansluiting van de eindversterker of de stuuraansluiting van het auto-antennerelais (max. 300 mA 12 V gelijkstroom). Opmerking: Als er geen luidspreker is aangesloten, moet u de juiste luidsprekerinstelling selecteren in het standaardmenu. Om de Auto TA&EQ functie te kunnen gebruiken, moet de luidspreker aangesloten worden op de uitgangsaansluiting voor de middentonen. 6 Aansluiten van de toestellen Systeem aansluitvoorbeeld 2 Niet gebruikt 15 cm Hoge tonen uitgang (HIGH RANGE OUTPUT) 15 cm Middentonen uitgang (MID RANGE OUTPUT) 23 cm Lage tonen uitgang (LOW RANGE OUTPUT) 23 cm Subwoofer uitgang (SUBWOOFER OUTPUT) IP-BUS ingangsaansluiting (Blauw) IP-BUS-kabel Multi CD-wisselaar (los verkrijgbaar) Blauw/wit (SYSTEM REMOTE CONTROL) Verbinden met de systeembedieningsaansluiting van de eindversterker of de stuuraansluiting van het auto-antennerelais (max. 300 mA 12 V gelijkstroom). Opmerking: De Auto TA&EQ functie maakt automatisch instellingen voor luidsprekersystemen met meerdere luidsprekers (bijvoorbeeld een systeem met tweeters, middentonen luidsprekers, woofers en een subwoofer). Als u de Auto TA&EQ functie uitvoert met een volledig luidsprekersysteem zoals in dit voorbeeld, dient u de volgende procedure te volgen; 1. Geef aan welke luidsprekers daadwerkelijk aangesloten zijn in het menu voor de begininstellingen. 2. Stel met de hand crossover-waarden in via het audiomenu aan de hand van de gegevens voor de aangesloten subwoofer en luidsprekers met het volledige toonbereik. 3. Start de Auto TA&EQ functie op en selecteer “Custom N/W” in het menu. 4. Voltooi de Auto TA&EQ functie. 8 Installatie Opmerking • Controleer alle aansluitingen en systemen voor de uiteindelijke installatie. • Gebruik geen ongeautoriseerde onderdelen. Gebruik van niet-goedgekeurde onderdelen kan leiden tot storingen. • Raadpleeg uw dealer als u voor de installatie gaten moet boren of andere wijzigingen aan het voertuig zelf moet aanbrengen. • Installeer dit toestel in geen geval op een locatie waar: — het de besturing van het voertuig kan hinderen. — het een passagier zou kunnen verwonden bij een noodstop. • De halfgeleider laser zal kapot gaan als deze oververhit raakt. Installeer dit toestel niet in de buurt van zeer warme plekken, zoals bij een verwarmingsrooster. • De optimale prestaties worden verkregen wanneer het toestel geïnstalleerd wordt onder een hoek van minder dan 60º. DIN Voor/achter montage Dit toestel kan op de juiste manier worden vastgemaakt aan de voorkant (conventionele DIN montage) of aan de achterkant (DIN achtermontage, met behulp van de schroefgaatjes aan de zijkanten van het chassis van het toestel). Voor details verwijzen we u naar de volgende installatiemethoden. Verwijderen of bevestigen van de afwerkingsrand 1. Buig de bovenkant en de onderkant van de afwerkingsrand naar buiten om deze te verwijderen. • Druk de afwerkingsrand op het toestel tot deze vastklikt wanneer u de afwerkingsrand weer vast maakt. (Als de afwerkingsrand ondersteboven gehouden wordt, zal deze niet goed passen.) • De afwerkingsrand is makkelijker los te maken wanneer het voorpaneel verwijderd is. Afwerkingsrand 10 Installatie DIN Voor-montage DIN Achter-montage Installatie met het rubber tussenstuk 1. Steek de bevestigingskraag in het dashboard. 1. Bepaal welke gaatjes in de beugel en in de zijkant van het toestel met elkaar overeenkomen. • Gebruik een andere bevestigingskraag bij installatie op een relatief ondiepe locatie. Als er genoeg ruimte achter het toestel is, kunt u de standaard meegeleverde bevestigingskraag gebruiken. 2. Zet de bevestigingskraag vast door met behulp van een schroevendraaier de metalen lipjes te verbuigen (90°). 3. Installeer het toestel zoals u kunt zien op de afbeelding. Dashboard 2. Gebruik twee schroeven aan elke kant. • Gebruik schroeven met platte kop (5 mm × 8 mm) of verzinkbare kop (5 mm × 9 mm), afhankelijk van de vorm van de schroefgaatjes in de beugel. Schroef Rubber tussenstuk Bevestigingskraag Schroef 4. Bevestig de afwerkingsrand. Opmerking • Bevestig de afwerkingsrand met de gegroefde kant naar beneden. Verwijderen van het toestel Dashboard of console Vastzetten van het voorpaneel Als u het voorpaneel niet wilt kunnen verwijderen, kunt u het vastzetten met de daartoe meegeleverde schroef. Nederlands 1. Steek de meegeleverde ontgrendelingsstrips in beide zijkanten van het toestel tot deze vastklikken. 2. Trek het toestel uit het dashboard. Fabrieksmontagebeugel of-steun voor bevestiging radio e.d. Bevestigingsschroef Ontgrendeling 11 Installatie Installeren van de stuurafstandsbediening WAARSCHUWING • Installeer de stuurafstandsbediening niet op plaatsen waar deze de werking van veiligheidsmechanismen, bijvoorbeeld een airbag, zou kunnen hinderen. Een verkeerde plaats kan ernstige ongelukken veroorzaken. • Installeer dit toestel niet op een plek waar het de besturing van het voertuig en met name de bediening van het stuur en de versnelling kan hinderen, want dit kan leiden tot ongelukken. LET OP • Voor het installeren van deze stuurafstandsbediening is ervaring vereist. Laat het installeren derhalve over aan uw handelaar of de plaats van aankoop. • Installeer deze stuurafstandsbediening uitsluitend met de bijgeleverde onderdelen. Het gebruik van andere onderdelen kan de stuurafstandsbediening beschadigen of de stuurafstandsbediening zou bij het gebruik van verkeerde onderdelen los kunnen schieten met ongelukken tot gevolg. • Installeer de stuurafstandsbediening zoals in deze gebruiksaanwijzing wordt beschreven. Dit nalaten kan ongelukken veroorzaken. • Installeer de stuurafstandsbediening niet in de buurt van de portieren waar deze gemakkelijk aan regenwater wordt blootgesteld. Vocht in de stuurafstandsbediening veroorzaakt mogelijk rook of brand. WAARSCHUWING • Bevestig de stuurafstandsbediening stevig aan het stuur met gebruik van de riem. Een loszittende stuurafstandsbediening kan het besturen van de auto hinderen met mogelijk ongelukken tot gevolg. • Bevestig de stuurafstandsbediening niet aan de buitenrand van het stuur. Dit zou namelijk het besturen van de auto hinderen met mogelijk ongelukken tot gevolg. Bevestig de stuurafstandsbediening altijd aan de binnenrand van het stuurzoals u in de afbeelding ziet. 12 Opmerking • Plaats de stuurafstandsbediening niet ergens waar het deze zicht van de bestuurder zou kunnen verslechteren. • Omdat het interieur van uw auto afhangt van het type, is de ideale installatieplek ook daarvan afhankelijk. Kies bij de installatie van het toestel een plek die een optimale transmissie van signalen van de afstandsbediening naar dit toestel waarborgt. Installatie Installeren van de stuureenheid 3. 3 Knip het overtollige gedeelte van de riem af. 1. Haak de riem op de houder vast. 4. Plaats de stuurafstandsbediening in de houder. 2. Bevestig de houder aan de binnenste rand van het stuur zodat de houder in de richting van de bestuurder wijst. Vergrendeling Markering Controleer voor de installatie of de vergrendeling zich bij de markering bevindt. 5. Verschuif de vergrendeling aan de onderkant totdat deze inklikt om de afstandsbediening vast te zetten. 13 Nederlands 1 Wikkel de riem rond de buitenste rand van het stuur en plaats het uiteinde door de gleuf in de houder. 2 PTrek de riem aan en zet hem vervolgens met de twee overige haken aan de houder vast. Installatie Installatie met dubbelzijdig plakband op de console 1. Zet de houder vast met het meegeleverde dubbelzijdige plakband. Afstandsbediening Houder Dubbelzijdig plakband Verwijderen van de afstandsbediening Schuif de afstandsbediening van de houder af zoals hieronder staat aangegeven. Houder 14 Nederlands 15
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99

Pioneer DEX-P99RS Handleiding

Categorie
Auto media-ontvangers
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor