Du-8
● BEDIENINGSINSTRUCTIES ●
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Indien u deze punten heeft gecontroleerd maar de airconditioner nog
niet juist functioneert, gebruik de airconditioner dan niet meer en
raadpleeg uw leverancier.
Symptoom Uitleg en controlepunten
Binnenunit
De unit kan niet worden
bediend.
• Is de netschakelaar aangezet?
• Is de stekker in het stopcontact gestoken?
• Is de ON-timer ingesteld? Blz. 6
Na het opnieuw inschakelen
werkt de unit ongeveer 3
minuten niet.
• Dit gebeurt op aangeven van de micro-
processor ter bescherming van de unit.
Wacht even.
De ventilator stopt tijdens de
DRY-werkingsstand.
• In de werkingsstand DRY (DROGEN)
gebruikt de eenheid hetzelfde koelmid-
delcircuit als in de werkingsstand COOL
(KOELEN). De tijd dat de airconditioner
in de werkingsstand DRY (DROGEN)
staat, moet worden verkort zodat de
luchtvochtigheid kan afnemen zonder
dat de kamertemperatuur te ver daalt.
Daarom stopt de compressor soms, terwijl
tegelijkertijd ook de binnenventilator stopt.
Zo wordt voorkomen dat water dat op
de warmtewisselaar is gecondenseerd
opnieuw verdampt.
Er komt damp uit de luchtuit-
laat van de binnenunit.
• De koele lucht uit de unit zorgt ervoor dat
vocht in de lucht binnen de ruimte snel
afkoelt en in dampvorm overgaat.
De zwenkfunctie van de
HORIZONTALE SCHOEP
stopt even en start daarna
weer.
• Hierdoor gaat de zwenkfunctie van de
HORIZONTALE SCHOEP weer normaal
werken.
Tijdens de werking verandert
de luchtstroomrichting.
De richting van de horizon-
tale schoep kan niet worden
aangepast met de afstands-
bediening.
• Als de unit in de stand COOL of DRY
werkt en dat 0,5 tot 1 uur lang doet met
de lucht naar beneden gericht, dan wordt
de luchtstroomrichting automatisch in de
horizontale positie gezet om te voorkomen
dat water condenseert en naar beneden
drupt.
• Indien tijdens verwarmen de temperatuur
van de luchtstroom te laag is of het ap-
paraat aan het ontdooien is, dan wordt
de horizontale schoep automatisch in
horizontale positie gezet.
In de bedrijfsstand verwarmen
wordt de werking ongeveer
10 minuten lang gestopt.
• De buitenunit wordt ontdooid.
Dit is in 10 minuten voltooid; wacht daarom
even. (Wanneer de buitentemperatuur te
laag is en de vochtigheid te hoog, wordt ijs
gevormd.)
De unit start automatisch
wanneer de netspanning
wordt ingeschakeld, maar kan
niet met de afstandsbediening
worden bediend.
• Deze modellen zijn uitgerust met een
functie voor automatisch opnieuw starten.
Wanneer de netspanning uitgeschakeld
wordt zonder de unit met de afstands-
bediening uit te zetten en vervolgens de
netspanning weer wordt ingeschakeld,
dan start de unit automatisch opnieuw in
de stand die met de afstandsbediening
was ingesteld toen de stroomtoevoer werd
onderbroken.
Raadpleeg “Automatische herstartfunctie”
blz. 4 .
Multisysteemfunctie
De binnenunit die niet in
werking is, wordt warm en
er is een geluid dat lijkt op
stromend water, in de unit te
horen.
• Door een binnenunit die niet in werking is,
blijft toch een kleine hoeveelheid koelmid-
del stromen.
Als de stand verwarmen
wordt geselecteerd, zal de
unit niet direct met verwar-
men beginnen.
• Als het verwarmen wordt gestart tijdens
het ontdooien van van de buitenunit,
dan duurt het enkele minuten (max. 10
minuten) voordat er warme lucht uit de unit
wordt geblazen.
Buitenunit
De buitenunit lekt water. • Tijdens COOL en DRY worden leidingen
en hun koppelingen afgekoeld, waardoor
op hun buitenkant condens kan ontstaan.
• Tijdens verwarmen kan condenswater
op de warmtewisselaar ontstaan en naar
beneden druppen.
• Tijdens verwarmen zorgt de ontdooifunctie
ervoor dat ijs op de buitenunit smelt en als
water naar beneden drupt.
Er komt witte rook uit de
buitenunit.
• Tijdens verwarmen ontstaat door het
ontdooien stoom, die op witte rook lijkt.
Symptoom Uitleg en controlepunten
Afstandsbediening
Het display van de afstands-
bediening is niet zichtbaar
of is vaag. De binnenunit
reageert niet op het signaal
van de afstandsbediening.
• Zijn de batterijen leeg? Blz. 3
• Zijn de polen (+, -) van de batterijen verwis-
seld? Blz. 3
• Wordt er op toetsen van de afstandsbedi-
ening van andere elektrische apparaten
gedrukt?
Koelt of verwarmt niet
De airconditioner koelt of
verwarmt niet voldoende.
• Is de juiste temperatuur ingesteld?
Blz. 4
• Is de juiste ventilatorsnelheid ingesteld?
Verhoog de ventilatorsnelheid.
• Zijn de fi lters schoon? Blz. 7
• Is de ventilator of de warmtewisselaar van
de binnenunit schoon?
• Wordt de luchtinlaat of -uitlaat van de bin-
nen- of buitenunit geblokkeerd?
• Staat er een raam of deur open?
• Als u in een ruimte een ventilator of
gasfornuis gebruikt, wordt het koelsysteem
zwaarder belast. Hierdoor kan het koelend
vermogen mogelijk onvoldoende zijn.
• Als de buitentemperatuur erg hoog is,
kan het koelend vermogen mogelijk niet
voldoende zijn.
• Als de buitentemperatuur erg laag is, kan
de verwarmingscapaciteit mogelijk niet
voldoende zijn.
In de bedrijfsstand verwar-
men wordt de lucht niet snel
uitgeblazen.
• Wacht even totdat de airconditioner gereed
is om warme lucht uit te blazen.
Luchtstroom
De lucht uit de binnenunit
ruikt vreemd.
• Zijn de fi lters schoon? Blz. 7
• Is de ventilator of de warmtewisselaar van
de binnenunit schoon?
• De airconditioner kan geuren opnemen van
muren, vloerkleden, meubilair, kleding e.d.
en deze samen met de lucht uitblazen.
Geluid
Een krakend geluid is te
horen.
• Dit geluid ontstaat doordat onderdelen
zoals het voorpaneel uitzetten en krimpen
vanwege temperatuursveranderingen.
U hoort een "borrelend"
geluid.
• Dit geluid hoort u wanneer bij het inschake-
len van afzuiging of ventilator buitenlucht
wordt aangezogen via de afvoerslang,
waardoor water dat zich in de afvoerslang
bevindt naar buiten spuit.
U hoort dit geluid ook wanneer buitenlucht
in de afvoerslang wordt geblazen door
sterke wind.
De binnenunit maakt mecha-
nische geluiden.
• Dit geluid ontstaat wanneer de ventilator of
de compressor wordt in- of uitgeschakeld.
Het stromen van water is te
horen.
• Dit geluid ontstaat wanneer er koelmiddel of
gecondenseerd water in de airconditioner
stroomt.
Zet in de volgende gevallen de airconditioner uit en raadpleeg uw lever-
ancier.
• Wanneer water uit de binnenunit lekt of druppelt.
• Wanneer de linker bedieningsindicator knippert.
• Wanneer de netschakelaar vaak uit gaat.
• De signalen van de afstandsbediening worden mogelijk niet goed ontvangen
in een ruimte waar TL-verlichting (bijv. van het invertertype) wordt gebruikt.
• De werking van de airconditioner stoort de radio- en tv-ontvangst. Voor het
betreffende apparaat kan een antenneversterker nodig zijn.
• Wanneer er een abnormaal geluid te horen is.
JG79A171H01_du.indd 8 10/30/2008 9:12:37 AM