Makita DHP453 de handleiding

Categorie
Boormachines
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

GB Cordless Hammer Driver Drill Instruction manual
F Perceuse à percussion sans fil Manuel d’instructions
D Akku-Schlagbohrschrauber Betriebsanleitung
I Trapano avvitatore a batterie Istruzioni per l’uso
con percussione
NL
Accuschroef-boorhamermachine
Gebruiksaanwijzing
E Taladro atornillador con
Manual de instrucciones
percusión a batería
P Martelo perfurador sem fios Manual de instruções
DK Ledningsfri slagboremaskine Brugsanvisning
GR Κρουστικό δραπανοκατσάβιδο Οδηγίες χρήσης
μπαταρίας
DHP343
DHP453
009083
24
NEDERLANDS (Originele instructies)
Verklaring van algemene gegevens
TECHNISCHE GEGEVENS
Als gevolg van ons doorlopende onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma, zijn de technische gegevens van dit
gereedschap onderhevig aan veranderingen zonder voorafgaande kennisgeving.
Specificaties en accu’s kunnen van land tot land verschillen.
Gewicht, inclusief de accu, volgens de EPTA-procedure 01/2003
Gebruiksdoeleinden
ENE039-1
Het gereedschap is bedoeld voor hamerboren in
baksteen, beton en steen, en tevens voor boren zonder
slagwerking in hout, metaal, keramiek en kunststof.
Algemene
veiligheidswaarschuwingen voor
elektrisch gereedschap
GEA010-1
WAARSCHUWING Lees alle
veiligheidswaarschuwingen en alle instructies. Het
niet volgen van de waarschuwingen en instructies kan
leiden tot elektrische schokken, brand en/of ernstig letsel.
Bewaar alle waarschuwingen en
instructies om in de toekomst te
kunnen raadplegen.
VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN
SPECIFIEK VOOR EEN
ACCUSCHROEF-
BOORHAMERMACHINE
GEB056-4
1. Draag gehoorbescherming tijdens het gebruik van
een slagschroevendraaier/boorhamer. Blootstelling
aan harde geluiden kan leiden tot
gehoorbeschadiging.
2. Gebruik de hulphandgrepen, als deze bij het
gereedschap werden geleverd. Als u de controle
over het gereedschap verliest, kan dit leiden tot
persoonlijk letsel.
3. Houd het elektrisch gereedschap vast aan het
geïsoleerde oppervlak van de handgrepen
wanneer u werkt op plaatsen waar het
booraccessoire met verborgen bedrading in
aanraking kan komen. Wanneer het accessoire in
aanraking komen met onder spanning staande
draden, zullen de niet-geïsoleerde metalen delen van
het gereedschap onder spanning komen te staan
zodat de gebruiker een elektrische schok kan krijgen.
4. Houd het elektrisch gereedschap vast aan het
geïsoleerde oppervlak van de handgrepen
wanneer u werkt op plaatsen waar het
bevestigingsmateriaal met verborgen bedrading in
aanraking kan komen. Wanneer
bevestigingsmaterialen in aanraking komen met onder
spanning staande draden, zullen de niet-geïsoleerde
metalen delen van het gereedschap onder spanning
komen te staan zodat de gebruiker een elektrische
schok kan krijgen.
5. Zorg er altijd voor dat u stevig staat.
Zorg ervoor dat er niemand zich onder u bevindt
wanneer u het gereedschap op een hoge plaats
gebruikt.
6. Houd het gereedschap stevig vast.
7. Houd uw handen uit de buurt van draaiende delen.
1. Rode deel
2. Knop
3. Accu
4. Ster-merkteken
5. Aan/uit-schakelaar
6. Omkeerschakelaarknop
7. Snelheidsinstelknop
8. Instelring
9. Werkingsfunctie-keuzering
10. Schaalverdeling
11. Pijlpunt
12. Bus
13. Blaasbalgje
Model DHP343 DHP453
Vermogen
Beton 10 mm 13 mm
Staal 10 mm 13 mm
Hout 25 mm 36 mm
Houtschroef 5,1 mm x 63 mm 6 mm x 75 mm
Machineschroef 6 mm
Geen lading snelheid
(min
-1
)
Hoog (2) 0 - 1.300
Laag (1) 0 - 400
Aantal slagen/minuut
(min
-1
)
Hoog (2) 0 - 19.500
Laag (1) 0 - 6.000
Totale lengte 211 mm 232 mm
Netto gewicht 1,4 kg 1,7 kg
Nominale spanning 14,4 V gelijkstroom 18 V gelijkstroom
25
8. Laat het gereedschap niet ingeschakeld liggen.
Bedien het gereedschap alleen wanneer u het
vasthoudt.
9. Raak de bit en het werkstuk niet onmiddellijk na
gebruik aan. Zij kunnen bijzonder heet zijn en
brandwonden op uw huid veroorzaken.
10. Sommige materialen bevatten chemische stoffen
die giftig kunnen zijn. Neem
voorzorgsmaatregelen tegen het inademen van
stof en contact met de huid. Volg de
veiligheidsinstructies van de leverancier van het
materiaal op.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES.
WAARSCHUWING:
Laat u NIET misleiden door een vals gevoel van
comfort en bekendheid met het gereedschap (na
veelvuldig gebruik) en neem alle
veiligheidsvoorschriften van het betreffende product
altijd strikt in acht. VERKEERD GEBRUIK of het niet
volgen van de veiligheidsinstructies in deze
gebruiksaanwijzing kan leiden tot ernstig persoonlijk
letsel.
BELANGRIJKE
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
ENC007-7
VOOR ACCU’S
1. Alvorens de accu in gebruik te nemen, leest u
eerst alle instructies en
waarschuwingsopschriften op (1) de acculader, (2)
de accu en (3) het apparaat waarin de accu wordt
aangebracht.
2. Haal de accu niet uit elkaar.
3. Als de gebruikstijd aanzienlijk korter is geworden,
stopt u onmiddellijk met het gebruik. Anders kan
dit leiden tot kans op oververhitting, mogelijke
brandwonden en zelfs een explosie.
4. Als de elektrolyt in uw ogen komt, wast u deze uit
met schoon water en raadpleegt u onmiddellijk
een arts. Dit kan leiden tot verlies van
gezichtsvermogen.
5. Sluit de accu niet kort:
(1) Raak de accupolen niet aan met enig
geleidend materiaal.
(2) Bewaar de accu niet op een plaats waar deze
in aanraking kan komen met andere metalen
voorwerpen, zoals spijkers, munten, enz.
(3) Stel de accu niet bloot aan water of regen.
Kortsluiting van de accu kan leiden tot een hoge
stroomsterkte, oververhitting, mogelijke
brandwonden en zelfs een defect.
6. Bewaar het gereedschap en de accu niet op
plaatsen waar de temperatuur kan oplopen tot
50 °C of hoger.
7. Werp de accu niet in een vuur, zelfs niet als deze
al ernstig beschadigd of helemaal versleten is. De
accu kan in een vuur exploderen.
8. Wees voorzichtig dat u de accu niet laat vallen of
ergens tegenaan stoot.
9. Gebruik nooit een beschadigde accu.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES.
Tips voor een lange levensduur van de
accu
1. Laad de accu op voordat deze volledig leeg is.
Wanneer u merkt dat het gereedschap minder
vermogen heeft, stopt u met het gebruik ervan en
laadt u eerst de accu op.
2. Laad nooit een volledig opgeladen accu op.
Te lang opladen verkort de levensduur van de
accu.
3. Laad de accu op bij een omgevingstemperatuur
van 10 °C tot 40 °C. Laat een warme accu eerst
afkoelen voordat u deze oplaadt.
4. Laad de accu ieder half jaar op als u deze
gedurende een lange tijd niet gebruikt.
BESCHRIJVING VAN DE
FUNCTIES
LET OP:
Zorg ervoor dat het gereedschap is uitgeschakeld en
dat de accu is verwijderd voordat u de werking van het
gereedschap aanpast of controleert.
De accu aanbrengen en verwijderen (zie
afb. 1)
Schakel het gereedschap altijd uit voordat u de accu
aanbrengt of verwijdert.
Om de accu te verwijderen verschuift u de knop aan de
voorkant van de accu en schuift u tegelijkertijd de accu
van het gereedschap af.
Om de accu aan te brengen lijnt u de lip op de accu uit
met de groef in de behuizing en duwt u de accu op zijn
plaats. Steek de accu zo ver mogelijk in het
gereedschap tot u een klikgeluid hoort. Als u het rode
deel aan de bovenkant van de knop kunt zien, is de
accuadapter niet goed aangebracht. Breng de
accuadapter zo ver mogelijk aan tot het rode deel niet
meer zichtbaar is. Als u dit niet doet, kan de accu per
ongeluk uit het gereedschap vallen en u of anderen in
uw omgeving verwonden.
Oefen geen grote kracht uit bij het aanbrengen van de
accu. Als de accu niet gemakkelijk erin kan worden
geschoven, wordt deze niet goed aangebracht.
Accubeveiligingssysteem (lithiumionaccu
met een ster-merkteken) (zie afb. 2)
Lithiumionaccu’s met een ster-merkteken zijn uitgerust
met een beveiligingssysteem. Dit systeem schakelt
automatisch de voeding naar het gereedschap uit om de
levensduur van de accu te verlengen.
Het gereedschap zal tijdens gebruik automatisch stoppen
wanneer het gereedschap en/of de accu zich in een van
de volgende omstandigheden bevinden:
Overbelasting:
Het gereedschap wordt gebruikt op een manier die
ertoe leidt dat een abnormaal hoge stroomsterkte uit
de accu wordt getrokken.
Laat in die situatie de aan/uit-schakelaar van het
gereedschap los en stop het gebruik dat ertoe leidde
dat het gereedschap overbelast werd. Knijp daarna
26
opnieuw de aan/uit-schakelaar in om het
gereedschap weer in te schakelen.
Als het gereedschap niet wordt ingeschakeld, is de
accu oververhit. In die situatie laat u de accu eerst
afkoelen voordat u opnieuw de aan/uit-schakelaar
inknijpt.
Lage accuspanning:
De resterende acculading is te laag en het
gereedschap wordt niet ingeschakeld. Verwijder in
die situatie de accu en laad hem op.
Aan/uit-schakelaar (zie afb. 3)
LET OP:
Controleer altijd, voordat u de accu in het gereedschap
steekt, of de aan/uit-schakelaar op de juiste manier
schakelt en weer terugkeert naar de uit-stand nadat
deze is losgelaten.
Om het gereedschap in te schakelen, knijpt u gewoon de
aan/uit-schakelaar in. De draaisnelheid van het
gereedschap neemt toe naarmate u meer druk uitoefent
op de aan/uit-schakelaar. Laat de aan/uit-schakelaar los
om het gereedschap te stoppen
Werking van de omkeerschakelaar (zie
afb. 4)
Dit gereedschap is uitgerust met een omkeerschakelaar
waarmee u de draairichting kunt omkeren. Druk op de
omkeerschakelaar vanaf kant A voor de draairichting
rechtsom, of vanaf kant B voor de draairichting linksom.
Wanneer de omkeerschakelaar in de middenstand staat,
kunt u de aan/uit-schakelaar niet inknijpen.
LET OP:
Controleer altijd de draairichting alvorens het
gereedschap te gebruiken.
Gebruik de omkeerschakelaar alleen nadat het
gereedschap volledig tot stilstand is gekomen. Als u de
draairichting verandert voordat het gereedschap
volledig stilstaat, kan het gereedschap worden
beschadigd.
Als u het gereedschap niet gebruikt, zet u de
omkeerschakelaar altijd in de middenstand.
De draaisnelheid veranderen (zie afb. 5)
Om de draaisnelheid van het gereedschap te veranderen,
schakelt u eerst het gereedschap uit en verschuift u
daarna de snelheidsinstelknop naar stand “2” voor een
hoge draaisnelheid, of naar stand “1” voor een lage
draaisnelheid. Zorg ervoor dat de snelheidsinstelknop in
de juiste stand staat alvorens het gereedschap te
bedienen. Gebruik de juiste draaisnelheid voor uw klus.
LET OP:
Zet de snelheidsinstelknop altijd volledig in de
gewenste stand. Als u het gereedschap bedient terwijl
de snelheidsinstelknop halverwege de standen “1” en
“2” staat, kan het gereedschap worden beschadigd.
Bedien de snelheidsinstelknop niet terwijl het
gereedschap draait. Het gereedschap kan hierdoor
worden beschadigd.
De werkingsfunctie kiezen (zie afb. 6)
Dit gereedschap is uitgerust met een werkingsfunctie-
keuzering. Kies met deze keuzering uit de drie
beschikbare werkingsfuncties degene die het meest
geschikt is voor uw klus.
Voor alleen ronddraaien, draait u de keuzering zodat de
pijlpunt op het gereedschap op het symbool op de ring
staat.
Voor ronddraaien met slagwerking, draait u de keuzering
zodat de pijlpunt op het gereedschap op het symbool
op de ring staat.
Voor ronddraaien met slipkoppeling, draait u de keuzering
zodat de pijlpunt op het gereedschap op het symbool
op de ring staat.
LET OP:
Stel de keuzering altijd in op het symbool van de juiste
stand voor uw klus. Als u het gereedschap bedient met
de keuzering ingesteld tussen twee symbolen in, kan
het gereedschap worden beschadigd.
Het draaikoppel instellen (zie afb. 7)
Het draaikoppel kan in 16 stappen worden ingesteld door
de instelring te draaien zodat de gewenste stand op de
schaalverdeling is uitgelijnd met de pijlpunt op de
behuizing van het gereedschap. Het draaikoppel is
minimaal wanneer stand 1 is uitgelijnd met de pijlpunt, en
maximaal wanneer het symbool is uitgelijnd met de
pijlpunt.
Bepaal het juiste draaikoppelniveau door bij wijze van
proef een schroef in het materiaal of een stuk
gelijkwaardig materiaal te draaien, alvorens het
gereedschap voor de daadwerkelijke klus te gebruiken.
ONDERDELEN AANBRENGEN/
VERWIJDEREN
LET OP:
Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
en de accu is verwijderd alvorens enige
werkzaamheden aan het gereedschap te verrichten.
Het schroefbit of boorbit aanbrengen en
verwijderen (zie afb. 8)
Draai de mof linksom om de klauwen in de spankop te
openen. Steek de boor zo ver mogelijk in de boorkop.
Draai de mof rechtsom om de spankop te sluiten.
Om het bit te verwijderen, draait u de mof linksom.
BEDIENING
Gebruik als boorhamer
LET OP:
Op het moment dat het boorgat doorbreekt, het
boorgat verstopt raakt met schilfertjes of
metaaldeeltjes, of de boorhamer de bewapening in het
beton raakt, wordt een enorme kracht uitgeoefend op
het gereedschap/de boor.
Draai eerst de werkingsfunctie-keuzering zodat de pijlpunt
op de behuizing van het gereedschap op het symbool
staat. De instelring kan bij deze werkingsfunctie worden
ingesteld op ieder draaikoppelniveau.
Zorg ervoor dat u een bit met een hardmetalen punt
gebruikt.
Plaats de punt van de boor op de gewenste plaats waar
geboord moet worden en trek vervolgens de schakelaar
in. Forceer het gereedschap niet. Een lichte druk geeft de
27
beste resultaten. Houd het gereedschap stevig vast en
zorg dat het niet uitglijdt.
Oefen geen grotere druk uit wanneer het boorgat verstopt
raakt met schilfertjes of metaaldeeltjes. Laat in zo’n geval
het gereedschap langzaam lopen en verwijder de boor
gedeeltelijk uit het boorgat. Wanneer dit verschillende
keren wordt herhaald, zal het boorgat schoon worden en
kunt u normaal verder boren.
Luchtblazer (los verkrijgbaar) (zie afb. 9)
Gebruik na het boren het blaasbalgje om het stof uit het
boorgat te blazen.
Gebruik als schroevendraaier (zie afb. 10)
Draai eerst de werkingsfunctie-keuzering zodat de pijlpunt
op de behuizing van het gereedschap op het symbool
staat. Stel de instelring in op het juiste draaikoppelniveau
voor uw klus.
Ga daarna als volgt te werk.
Plaats de punt van het schroefbit in de schroefkop en
oefen druk uit op het gereedschap. Start het gereedschap
op lage snelheid en voer vervolgens de snelheid
geleidelijk op. Laat de aan/uit-schakelaar los zodra de
koppeling begint te slippen.
LET OP:
Zorg ervoor dat het schroefbit recht op de schroefkop
staat omdat anders de schroef en/of het bit kunnen
worden beschadigd.
OPMERKING:
Bij het schroeven van houtschroeven moet u de
boorgaten voorboren om het schroeven te
vergemakkelijken en te voorkomen dat het werkstuk
splijt. Zie de tabel.
006421
Gebruik als boor
Draai eerst de instelring zodat de pijlpunt op het symbool
staat. Ga daarna als volgt te werk.
LET OP:
Het boren zal niet sneller verlopen als u hard op het
gereedschap drukt. In feite zal dergelijk duwen alleen
maar leiden tot beschadiging van de boor, verlagen
van de prestaties van het gereedschap, en verkorten
van de levensduur van het gereedschap.
Op het moment dat het boorgat doorbreekt wordt een
enorme kracht uitgeoefend op het gereedschap/bit.
Houd het gereedschap stevig vast en let goed op
wanneer het boortje door het werkstuk breekt.
Een vastgelopen boor kan eenvoudigweg worden
verwijderd door de omkeerschakelknop in de stand
voor achteruitdraaien te zetten om de boor te
verwijderen. Het gereedschap kan echter plotseling
achteruit komen als u het niet stevig vasthoudt.
Zet kleine werkstukken altijd vast in een bankschroef of
soortgelijk bevestigingsmiddel.
Als het gereedschap continu wordt bediend totdat de
accu leeg is, laat u het gereedschap gedurende
15 minuten liggen alvorens verder te werken met een
volle accu.
Boren in hout
Bij het boren in hout verkrijgt u de beste resultaten met
houtboren voorzien van een geleideschroef. De
geleideschroef zorgt ervoor dat het boren gemakkelijker
verloopt door het bit in het werkstuk te trekken.
Boren in metaal
Om te voorkomen dat bij het beginnen van het boren het
bit wegglijdt, maakt u een putje met een centerpons en
hamer op het punt waar u wilt boren. Plaats de punt van
het bit in het putje en begin te boren.
Gebruik bij het boren in metaal een snijolie als
smeermiddel. De uitzonderingen hierop zijn ijzer en
messing, die droog moeten worden geboord.
ONDERHOUD
LET OP:
Zorg er altijd voor dat de machine is uitgeschakeld en
de accu is verwijderd, voordat u een inspectie of
onderhoud uitvoert.
Gebruik nooit benzine, wasbenzine, thinner, alcohol,
enz. Dit kan leiden tot verkleuren, vervormen of
barsten.
Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van het
gereedschap te handhaven, dienen alle reparaties,
onderhoud en afstellingen te worden uitgevoerd door een
erkend Makita-servicecentrum, en altijd met
gebruikmaking van originele Makita-
vervangingsonderdelen.
VERKRIJGBARE ACCESSOIRES
LET OP:
Deze accessoires of hulpstukken worden aanbevolen
voor gebruik met het Makita-gereedschap dat in deze
gebruiksaanwijzing wordt beschreven. Het gebruik van
andere accessoires of hulpstukken kan gevaar voor
persoonlijk letsel opleveren. Gebruik de accessoires of
hulpstukken uitsluitend voor de aangegeven
gebruiksdoeleinden.
Mocht u meer informatie willen hebben over deze
accessoires, dan kunt u contact opnemen met uw
plaatselijke Makita-servicecentrum.
Boorbits
Boorhamerbit met hardmetalen punt
Kruiskopschroevendraaierbit
Platkopschroevendraaierbit
Dopsleutelbit
Blaasbalgje
Veiligheidsbril
Diverse types originele Makita-accu’s en acculaders
Rubberen accessoire
Wollen accessoire
Nominale diameter van
houtschroef (mm)
Aanbevolen diameter
voorgeboord gat (mm)
3,1 2,0 - 2,2
3,5 2,2 - 2,5
3,8 2,5 - 2,8
4,5 2,9 - 3,2
4,8 3,1 - 3,4
5,1 3,3 - 3,6
5,5 3,7 - 3,9
5,8 4,0 - 4,2
6,1 4,2 - 4,4
28
Schuimrubberen polijstaccessoire
Kunststoffen draagdoos
OPMERKING:
Sommige items op de lijst kunnen zijn inbegrepen in de
doos van het gereedschap als standaard toebehoren.
Zij kunnen van land tot land verschillen.
Geluid
ENG905-1
De typische, A-gewogen geluidsniveaus zijn gemeten
volgens EN60745:
Model DHP343
Geluidsdrukniveau (L
pA
): 80 dB (A)
Onzekerheid (K): 3 dB (A)
Het geluidsniveau kan tijdens gebruik hoger worden dan
80 dB (A).
Model DHP453
Geluidsdrukniveau (L
pA
): 83 dB (A)
Geluidsvermogenniveau (L
WA
): 94 dB (A)
Onzekerheid (K): 3 dB (A)
Draag gehoorbescherming.
Trilling
ENG900-1
De totale trillingswaarde (triaxiale vectorsom) zoals
vastgesteld volgens EN60745:
Model DHP343
Gebruikstoepassing: hamerboren in beton
Trillingsemissie (a
h, ID
): 10,0 m/s
2
Onzekerheid (K): 2,5 m/s
2
Gebruikstoepassing: boren in metaal
Trillingsemissie (a
h, D
): 2,5 m/s
2
of minder
Onzekerheid (K): 1,5 m/s
2
Model DHP453
Gebruikstoepassing: hamerboren in beton
Trillingsemissie (a
h, ID
): 10,0 m/s
2
Onzekerheid (K): 1,5 m/s
2
Gebruikstoepassing: boren in metaal
Trillingsemissie (a
h, D
): 2,5 m/s
2
of minder
Onzekerheid (K): 1,5 m/s
2
ENG901-1
De opgegeven trillingsemissiewaarde is gemeten
volgens de standaardtestmethode en kan worden
gebruikt om dit gereedschap te vergelijken met andere
gereedschappen.
De opgegeven trillingsemissiewaarde kan ook worden
gebruikt voor een beoordeling vooraf van de
blootstelling.
WAARSCHUWING:
De trillingsemissie tijdens het gebruik van het elektrisch
gereedschap in de praktijk kan verschillen van de
opgegeven trillingsemissiewaarde afhankelijk van de
manier waarop het gereedschap wordt gebruikt.
Zorg ervoor dat veiligheidsmaatregelen worden
getroffen ter bescherming van de operator die zijn
gebaseerd op een schatting van de blootstelling onder
praktijkomstandigheden (rekening houdend met alle
fasen van de bedrijfscyclus, zoals de tijdsduur
gedurende welke het gereedschap is uitgeschakeld en
stationair draait, naast de ingeschakelde tijdsduur).
Alleen voor Europese landen
ENH101-17
EU-verklaring van conformiteit
Makita verklaart dat de volgende machine(s):
Aanduiding van de machine:
Accuschroef-boorhamermachine
Modelnr./Type: DHP343, DHP453
Voldoen aan de volgende Europese richtlijnen:
2006/42/EG
Deze zijn gefabriceerd in overeenstemming met de
volgende normen of genormaliseerde documenten:
EN60745
Het technische bestand volgens 2006/42/EG is
verkrijgbaar bij:
Makita, Jan-Baptist Vinkstraat 2, 3070, België
31. 12. 2013
Yasushi Fukaya
Directeur
Makita, Jan-Baptist Vinkstraat 2, 3070, België

Documenttranscriptie

GB Cordless Hammer Driver Drill Instruction manual F Perceuse à percussion sans fil Manuel d’instructions D Akku-Schlagbohrschrauber Betriebsanleitung I Trapano avvitatore a batterie con percussione Istruzioni per l’uso NL Accuschroef-boorhamermachine Gebruiksaanwijzing E Taladro atornillador con percusión a batería Manual de instrucciones P Martelo perfurador sem fios Manual de instruções DK Ledningsfri slagboremaskine Brugsanvisning GR Κρουστικό δραπανοκατσάβιδο μπαταρίας Οδηγίες χρήσης DHP343 DHP453 009083 NEDERLANDS (Originele instructies) Verklaring van algemene gegevens 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. Rode deel Knop Accu Ster-merkteken Aan/uit-schakelaar Omkeerschakelaarknop Snelheidsinstelknop Instelring Werkingsfunctie-keuzering Schaalverdeling 11. Pijlpunt 12. Bus 13. Blaasbalgje TECHNISCHE GEGEVENS Model DHP343 DHP453 Beton 10 mm 13 mm Staal 10 mm 13 mm Hout 25 mm 36 mm Houtschroef 5,1 mm x 63 mm Vermogen 6 mm x 75 mm Machineschroef 6 mm Geen lading snelheid (min-1) Hoog (2) 0 - 1.300 Laag (1) 0 - 400 Aantal slagen/minuut (min-1) Hoog (2) 0 - 19.500 Laag (1) 0 - 6.000 Totale lengte 211 mm Netto gewicht 1,4 kg 232 mm 1,7 kg Nominale spanning 14,4 V gelijkstroom 18 V gelijkstroom • Als gevolg van ons doorlopende onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma, zijn de technische gegevens van dit gereedschap onderhevig aan veranderingen zonder voorafgaande kennisgeving. • Specificaties en accu’s kunnen van land tot land verschillen. • Gewicht, inclusief de accu, volgens de EPTA-procedure 01/2003 Gebruiksdoeleinden ENE039-1 Het gereedschap is bedoeld voor hamerboren in baksteen, beton en steen, en tevens voor boren zonder slagwerking in hout, metaal, keramiek en kunststof. Algemene veiligheidswaarschuwingen voor GEA010-1 elektrisch gereedschap WAARSCHUWING Lees alle veiligheidswaarschuwingen en alle instructies. Het niet volgen van de waarschuwingen en instructies kan leiden tot elektrische schokken, brand en/of ernstig letsel. Bewaar alle waarschuwingen en instructies om in de toekomst te kunnen raadplegen. VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN SPECIFIEK VOOR EEN ACCUSCHROEFGEB056-4 BOORHAMERMACHINE 1. Draag gehoorbescherming tijdens het gebruik van een slagschroevendraaier/boorhamer. Blootstelling aan harde geluiden kan leiden tot gehoorbeschadiging. 24 2. Gebruik de hulphandgrepen, als deze bij het gereedschap werden geleverd. Als u de controle over het gereedschap verliest, kan dit leiden tot persoonlijk letsel. 3. Houd het elektrisch gereedschap vast aan het geïsoleerde oppervlak van de handgrepen wanneer u werkt op plaatsen waar het booraccessoire met verborgen bedrading in aanraking kan komen. Wanneer het accessoire in aanraking komen met onder spanning staande draden, zullen de niet-geïsoleerde metalen delen van het gereedschap onder spanning komen te staan zodat de gebruiker een elektrische schok kan krijgen. 4. Houd het elektrisch gereedschap vast aan het geïsoleerde oppervlak van de handgrepen wanneer u werkt op plaatsen waar het bevestigingsmateriaal met verborgen bedrading in aanraking kan komen. Wanneer bevestigingsmaterialen in aanraking komen met onder spanning staande draden, zullen de niet-geïsoleerde metalen delen van het gereedschap onder spanning komen te staan zodat de gebruiker een elektrische schok kan krijgen. 5. Zorg er altijd voor dat u stevig staat. Zorg ervoor dat er niemand zich onder u bevindt wanneer u het gereedschap op een hoge plaats gebruikt. 6. Houd het gereedschap stevig vast. 7. Houd uw handen uit de buurt van draaiende delen. 8. Laat het gereedschap niet ingeschakeld liggen. Bedien het gereedschap alleen wanneer u het vasthoudt. 9. Raak de bit en het werkstuk niet onmiddellijk na gebruik aan. Zij kunnen bijzonder heet zijn en brandwonden op uw huid veroorzaken. 10. Sommige materialen bevatten chemische stoffen die giftig kunnen zijn. Neem voorzorgsmaatregelen tegen het inademen van stof en contact met de huid. Volg de veiligheidsinstructies van de leverancier van het materiaal op. BEWAAR DEZE INSTRUCTIES. WAARSCHUWING: Laat u NIET misleiden door een vals gevoel van comfort en bekendheid met het gereedschap (na veelvuldig gebruik) en neem alle veiligheidsvoorschriften van het betreffende product altijd strikt in acht. VERKEERD GEBRUIK of het niet volgen van de veiligheidsinstructies in deze gebruiksaanwijzing kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel. BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES ENC007-7 VOOR ACCU’S 1. Alvorens de accu in gebruik te nemen, leest u eerst alle instructies en waarschuwingsopschriften op (1) de acculader, (2) de accu en (3) het apparaat waarin de accu wordt aangebracht. 2. Haal de accu niet uit elkaar. 3. Als de gebruikstijd aanzienlijk korter is geworden, stopt u onmiddellijk met het gebruik. Anders kan dit leiden tot kans op oververhitting, mogelijke brandwonden en zelfs een explosie. 4. Als de elektrolyt in uw ogen komt, wast u deze uit met schoon water en raadpleegt u onmiddellijk een arts. Dit kan leiden tot verlies van gezichtsvermogen. 5. Sluit de accu niet kort: (1) Raak de accupolen niet aan met enig geleidend materiaal. (2) Bewaar de accu niet op een plaats waar deze in aanraking kan komen met andere metalen voorwerpen, zoals spijkers, munten, enz. (3) Stel de accu niet bloot aan water of regen. Kortsluiting van de accu kan leiden tot een hoge stroomsterkte, oververhitting, mogelijke brandwonden en zelfs een defect. 6. Bewaar het gereedschap en de accu niet op plaatsen waar de temperatuur kan oplopen tot 50 °C of hoger. 7. Werp de accu niet in een vuur, zelfs niet als deze al ernstig beschadigd of helemaal versleten is. De accu kan in een vuur exploderen. 8. Wees voorzichtig dat u de accu niet laat vallen of ergens tegenaan stoot. 9. Gebruik nooit een beschadigde accu. BEWAAR DEZE INSTRUCTIES. Tips voor een lange levensduur van de accu 1. Laad de accu op voordat deze volledig leeg is. Wanneer u merkt dat het gereedschap minder vermogen heeft, stopt u met het gebruik ervan en laadt u eerst de accu op. 2. Laad nooit een volledig opgeladen accu op. Te lang opladen verkort de levensduur van de accu. 3. Laad de accu op bij een omgevingstemperatuur van 10 °C tot 40 °C. Laat een warme accu eerst afkoelen voordat u deze oplaadt. 4. Laad de accu ieder half jaar op als u deze gedurende een lange tijd niet gebruikt. BESCHRIJVING VAN DE FUNCTIES LET OP: • Zorg ervoor dat het gereedschap is uitgeschakeld en dat de accu is verwijderd voordat u de werking van het gereedschap aanpast of controleert. De accu aanbrengen en verwijderen (zie afb. 1) • Schakel het gereedschap altijd uit voordat u de accu aanbrengt of verwijdert. • Om de accu te verwijderen verschuift u de knop aan de voorkant van de accu en schuift u tegelijkertijd de accu van het gereedschap af. • Om de accu aan te brengen lijnt u de lip op de accu uit met de groef in de behuizing en duwt u de accu op zijn plaats. Steek de accu zo ver mogelijk in het gereedschap tot u een klikgeluid hoort. Als u het rode deel aan de bovenkant van de knop kunt zien, is de accuadapter niet goed aangebracht. Breng de accuadapter zo ver mogelijk aan tot het rode deel niet meer zichtbaar is. Als u dit niet doet, kan de accu per ongeluk uit het gereedschap vallen en u of anderen in uw omgeving verwonden. • Oefen geen grote kracht uit bij het aanbrengen van de accu. Als de accu niet gemakkelijk erin kan worden geschoven, wordt deze niet goed aangebracht. Accubeveiligingssysteem (lithiumionaccu met een ster-merkteken) (zie afb. 2) Lithiumionaccu’s met een ster-merkteken zijn uitgerust met een beveiligingssysteem. Dit systeem schakelt automatisch de voeding naar het gereedschap uit om de levensduur van de accu te verlengen. Het gereedschap zal tijdens gebruik automatisch stoppen wanneer het gereedschap en/of de accu zich in een van de volgende omstandigheden bevinden: • Overbelasting: Het gereedschap wordt gebruikt op een manier die ertoe leidt dat een abnormaal hoge stroomsterkte uit de accu wordt getrokken. Laat in die situatie de aan/uit-schakelaar van het gereedschap los en stop het gebruik dat ertoe leidde dat het gereedschap overbelast werd. Knijp daarna 25 opnieuw de aan/uit-schakelaar in om het gereedschap weer in te schakelen. Als het gereedschap niet wordt ingeschakeld, is de accu oververhit. In die situatie laat u de accu eerst afkoelen voordat u opnieuw de aan/uit-schakelaar inknijpt. • Lage accuspanning: De resterende acculading is te laag en het gereedschap wordt niet ingeschakeld. Verwijder in die situatie de accu en laad hem op. Aan/uit-schakelaar (zie afb. 3) LET OP: • Controleer altijd, voordat u de accu in het gereedschap steekt, of de aan/uit-schakelaar op de juiste manier schakelt en weer terugkeert naar de uit-stand nadat deze is losgelaten. Om het gereedschap in te schakelen, knijpt u gewoon de aan/uit-schakelaar in. De draaisnelheid van het gereedschap neemt toe naarmate u meer druk uitoefent op de aan/uit-schakelaar. Laat de aan/uit-schakelaar los om het gereedschap te stoppen Werking van de omkeerschakelaar (zie afb. 4) Dit gereedschap is uitgerust met een omkeerschakelaar waarmee u de draairichting kunt omkeren. Druk op de omkeerschakelaar vanaf kant A voor de draairichting rechtsom, of vanaf kant B voor de draairichting linksom. Wanneer de omkeerschakelaar in de middenstand staat, kunt u de aan/uit-schakelaar niet inknijpen. LET OP: • Controleer altijd de draairichting alvorens het gereedschap te gebruiken. • Gebruik de omkeerschakelaar alleen nadat het gereedschap volledig tot stilstand is gekomen. Als u de draairichting verandert voordat het gereedschap volledig stilstaat, kan het gereedschap worden beschadigd. • Als u het gereedschap niet gebruikt, zet u de omkeerschakelaar altijd in de middenstand. De draaisnelheid veranderen (zie afb. 5) Om de draaisnelheid van het gereedschap te veranderen, schakelt u eerst het gereedschap uit en verschuift u daarna de snelheidsinstelknop naar stand “2” voor een hoge draaisnelheid, of naar stand “1” voor een lage draaisnelheid. Zorg ervoor dat de snelheidsinstelknop in de juiste stand staat alvorens het gereedschap te bedienen. Gebruik de juiste draaisnelheid voor uw klus. LET OP: • Zet de snelheidsinstelknop altijd volledig in de gewenste stand. Als u het gereedschap bedient terwijl de snelheidsinstelknop halverwege de standen “1” en “2” staat, kan het gereedschap worden beschadigd. • Bedien de snelheidsinstelknop niet terwijl het gereedschap draait. Het gereedschap kan hierdoor worden beschadigd. De werkingsfunctie kiezen (zie afb. 6) Dit gereedschap is uitgerust met een werkingsfunctiekeuzering. Kies met deze keuzering uit de drie 26 beschikbare werkingsfuncties degene die het meest geschikt is voor uw klus. Voor alleen ronddraaien, draait u de keuzering zodat de pijlpunt op het gereedschap op het symbool op de ring staat. Voor ronddraaien met slagwerking, draait u de keuzering zodat de pijlpunt op het gereedschap op het symbool op de ring staat. Voor ronddraaien met slipkoppeling, draait u de keuzering zodat de pijlpunt op het gereedschap op het symbool op de ring staat. LET OP: • Stel de keuzering altijd in op het symbool van de juiste stand voor uw klus. Als u het gereedschap bedient met de keuzering ingesteld tussen twee symbolen in, kan het gereedschap worden beschadigd. Het draaikoppel instellen (zie afb. 7) Het draaikoppel kan in 16 stappen worden ingesteld door de instelring te draaien zodat de gewenste stand op de schaalverdeling is uitgelijnd met de pijlpunt op de behuizing van het gereedschap. Het draaikoppel is minimaal wanneer stand 1 is uitgelijnd met de pijlpunt, en maximaal wanneer het symbool is uitgelijnd met de pijlpunt. Bepaal het juiste draaikoppelniveau door bij wijze van proef een schroef in het materiaal of een stuk gelijkwaardig materiaal te draaien, alvorens het gereedschap voor de daadwerkelijke klus te gebruiken. ONDERDELEN AANBRENGEN/ VERWIJDEREN LET OP: • Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld en de accu is verwijderd alvorens enige werkzaamheden aan het gereedschap te verrichten. Het schroefbit of boorbit aanbrengen en verwijderen (zie afb. 8) Draai de mof linksom om de klauwen in de spankop te openen. Steek de boor zo ver mogelijk in de boorkop. Draai de mof rechtsom om de spankop te sluiten. Om het bit te verwijderen, draait u de mof linksom. BEDIENING Gebruik als boorhamer LET OP: • Op het moment dat het boorgat doorbreekt, het boorgat verstopt raakt met schilfertjes of metaaldeeltjes, of de boorhamer de bewapening in het beton raakt, wordt een enorme kracht uitgeoefend op het gereedschap/de boor. Draai eerst de werkingsfunctie-keuzering zodat de pijlpunt op de behuizing van het gereedschap op het symbool staat. De instelring kan bij deze werkingsfunctie worden ingesteld op ieder draaikoppelniveau. Zorg ervoor dat u een bit met een hardmetalen punt gebruikt. Plaats de punt van de boor op de gewenste plaats waar geboord moet worden en trek vervolgens de schakelaar in. Forceer het gereedschap niet. Een lichte druk geeft de beste resultaten. Houd het gereedschap stevig vast en zorg dat het niet uitglijdt. Oefen geen grotere druk uit wanneer het boorgat verstopt raakt met schilfertjes of metaaldeeltjes. Laat in zo’n geval het gereedschap langzaam lopen en verwijder de boor gedeeltelijk uit het boorgat. Wanneer dit verschillende keren wordt herhaald, zal het boorgat schoon worden en kunt u normaal verder boren. Luchtblazer (los verkrijgbaar) (zie afb. 9) Gebruik na het boren het blaasbalgje om het stof uit het boorgat te blazen. Gebruik als schroevendraaier (zie afb. 10) Draai eerst de werkingsfunctie-keuzering zodat de pijlpunt op de behuizing van het gereedschap op het symbool staat. Stel de instelring in op het juiste draaikoppelniveau voor uw klus. Ga daarna als volgt te werk. Plaats de punt van het schroefbit in de schroefkop en oefen druk uit op het gereedschap. Start het gereedschap op lage snelheid en voer vervolgens de snelheid geleidelijk op. Laat de aan/uit-schakelaar los zodra de koppeling begint te slippen. LET OP: • Zorg ervoor dat het schroefbit recht op de schroefkop staat omdat anders de schroef en/of het bit kunnen worden beschadigd. OPMERKING: • Bij het schroeven van houtschroeven moet u de boorgaten voorboren om het schroeven te vergemakkelijken en te voorkomen dat het werkstuk splijt. Zie de tabel. Nominale diameter van houtschroef (mm) Aanbevolen diameter voorgeboord gat (mm) 3,1 2,0 - 2,2 3,5 2,2 - 2,5 3,8 2,5 - 2,8 4,5 2,9 - 3,2 4,8 3,1 - 3,4 5,1 3,3 - 3,6 5,5 3,7 - 3,9 5,8 4,0 - 4,2 6,1 4,2 - 4,4 006421 Gebruik als boor Draai eerst de instelring zodat de pijlpunt op het symbool staat. Ga daarna als volgt te werk. LET OP: • Het boren zal niet sneller verlopen als u hard op het gereedschap drukt. In feite zal dergelijk duwen alleen maar leiden tot beschadiging van de boor, verlagen van de prestaties van het gereedschap, en verkorten van de levensduur van het gereedschap. • Op het moment dat het boorgat doorbreekt wordt een enorme kracht uitgeoefend op het gereedschap/bit. Houd het gereedschap stevig vast en let goed op wanneer het boortje door het werkstuk breekt. • Een vastgelopen boor kan eenvoudigweg worden verwijderd door de omkeerschakelknop in de stand voor achteruitdraaien te zetten om de boor te verwijderen. Het gereedschap kan echter plotseling achteruit komen als u het niet stevig vasthoudt. • Zet kleine werkstukken altijd vast in een bankschroef of soortgelijk bevestigingsmiddel. • Als het gereedschap continu wordt bediend totdat de accu leeg is, laat u het gereedschap gedurende 15 minuten liggen alvorens verder te werken met een volle accu. Boren in hout Bij het boren in hout verkrijgt u de beste resultaten met houtboren voorzien van een geleideschroef. De geleideschroef zorgt ervoor dat het boren gemakkelijker verloopt door het bit in het werkstuk te trekken. Boren in metaal Om te voorkomen dat bij het beginnen van het boren het bit wegglijdt, maakt u een putje met een centerpons en hamer op het punt waar u wilt boren. Plaats de punt van het bit in het putje en begin te boren. Gebruik bij het boren in metaal een snijolie als smeermiddel. De uitzonderingen hierop zijn ijzer en messing, die droog moeten worden geboord. ONDERHOUD LET OP: • Zorg er altijd voor dat de machine is uitgeschakeld en de accu is verwijderd, voordat u een inspectie of onderhoud uitvoert. • Gebruik nooit benzine, wasbenzine, thinner, alcohol, enz. Dit kan leiden tot verkleuren, vervormen of barsten. Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van het gereedschap te handhaven, dienen alle reparaties, onderhoud en afstellingen te worden uitgevoerd door een erkend Makita-servicecentrum, en altijd met gebruikmaking van originele Makitavervangingsonderdelen. VERKRIJGBARE ACCESSOIRES LET OP: • Deze accessoires of hulpstukken worden aanbevolen voor gebruik met het Makita-gereedschap dat in deze gebruiksaanwijzing wordt beschreven. Het gebruik van andere accessoires of hulpstukken kan gevaar voor persoonlijk letsel opleveren. Gebruik de accessoires of hulpstukken uitsluitend voor de aangegeven gebruiksdoeleinden. Mocht u meer informatie willen hebben over deze accessoires, dan kunt u contact opnemen met uw plaatselijke Makita-servicecentrum. • Boorbits • Boorhamerbit met hardmetalen punt • Kruiskopschroevendraaierbit • Platkopschroevendraaierbit • Dopsleutelbit • Blaasbalgje • Veiligheidsbril • Diverse types originele Makita-accu’s en acculaders • Rubberen accessoire • Wollen accessoire 27 • Schuimrubberen polijstaccessoire • Kunststoffen draagdoos OPMERKING: • Sommige items op de lijst kunnen zijn inbegrepen in de doos van het gereedschap als standaard toebehoren. Zij kunnen van land tot land verschillen. Geluid ENG905-1 De typische, A-gewogen geluidsniveaus zijn gemeten volgens EN60745: Model DHP343 Geluidsdrukniveau (LpA): 80 dB (A) Onzekerheid (K): 3 dB (A) Het geluidsniveau kan tijdens gebruik hoger worden dan 80 dB (A). Model DHP453 Geluidsdrukniveau (LpA): 83 dB (A) Geluidsvermogenniveau (LWA): 94 dB (A) Onzekerheid (K): 3 dB (A) Draag gehoorbescherming. Trilling ENG900-1 De totale trillingswaarde (triaxiale vectorsom) zoals vastgesteld volgens EN60745: Model DHP343 Gebruikstoepassing: hamerboren in beton Trillingsemissie (ah, ID): 10,0 m/s2 Onzekerheid (K): 2,5 m/s2 Gebruikstoepassing: boren in metaal Trillingsemissie (ah, D): 2,5 m/s2 of minder Onzekerheid (K): 1,5 m/s2 Model DHP453 Gebruikstoepassing: hamerboren in beton Trillingsemissie (ah, ID): 10,0 m/s2 Onzekerheid (K): 1,5 m/s2 Gebruikstoepassing: boren in metaal Trillingsemissie (ah, D): 2,5 m/s2 of minder Onzekerheid (K): 1,5 m/s2 ENG901-1 • De opgegeven trillingsemissiewaarde is gemeten volgens de standaardtestmethode en kan worden gebruikt om dit gereedschap te vergelijken met andere gereedschappen. • De opgegeven trillingsemissiewaarde kan ook worden gebruikt voor een beoordeling vooraf van de blootstelling. WAARSCHUWING: • De trillingsemissie tijdens het gebruik van het elektrisch gereedschap in de praktijk kan verschillen van de opgegeven trillingsemissiewaarde afhankelijk van de manier waarop het gereedschap wordt gebruikt. • Zorg ervoor dat veiligheidsmaatregelen worden getroffen ter bescherming van de operator die zijn gebaseerd op een schatting van de blootstelling onder praktijkomstandigheden (rekening houdend met alle fasen van de bedrijfscyclus, zoals de tijdsduur gedurende welke het gereedschap is uitgeschakeld en stationair draait, naast de ingeschakelde tijdsduur). 28 Alleen voor Europese landen ENH101-17 EU-verklaring van conformiteit Makita verklaart dat de volgende machine(s): Aanduiding van de machine: Accuschroef-boorhamermachine Modelnr./Type: DHP343, DHP453 Voldoen aan de volgende Europese richtlijnen: 2006/42/EG Deze zijn gefabriceerd in overeenstemming met de volgende normen of genormaliseerde documenten: EN60745 Het technische bestand volgens 2006/42/EG is verkrijgbaar bij: Makita, Jan-Baptist Vinkstraat 2, 3070, België 31. 12. 2013 Yasushi Fukaya Directeur Makita, Jan-Baptist Vinkstraat 2, 3070, België
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14

Makita DHP453 de handleiding

Categorie
Boormachines
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor

in andere talen