Zanussi ZWF0143BWH Handleiding

Type
Handleiding
GETTING
STARTED?
EASY.
User Manual
ZWF 0143BWH
NL Gebruiksaanwijzing 2
Wasautomaat
FR Notice d'utilisation 19
Lave-linge
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en
gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor letsel of schade veroorzaakt door een verkeerde installatie of
verkeerd gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige en
toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.
VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE
MENSEN
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen vanaf 8 jaar en
ouder en door personen met beperkingen, mits ze zijn
voorgelicht over het veilige gebruik van het apparaat en de
potentiële gevaren en/of ze onder toezicht staan.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij voortdurend onder
toezicht staan, bij het apparaat uit de buurt te worden
gehouden.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het op
passende wijze weg.
Houd wasmiddelen uit de buurt van kinderen.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als
de deur open is.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
ALGEMENE VEILIGHEID
De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd.
Overschrijd het maximale laadvermogen van 10 kg niet
(raadpleeg hoofdstuk "Programmaschema").
De waterdruk bij het watertoevoerpunt van de aansluiting moet
liggen tussen 0,5 bar (0,05 MPa) en 8 bar (0,8 MPa).
De ventilatie-openingen in de onderkant (indien van toepassing)
mogen niet worden afgedekt door tapijt, een mat of andere
soorten vloerbedekking.
2
Het apparaat moet op de waterleiding worden aangesloten met
de nieuwe meegeleverde slangsets, of andere nieuwe
slangsets geleverd door het geautoriseerd servicecentrum.
Oude slangsets mogen niet opnieuw worden gebruikt.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende
serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen
teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact
voordat u onderhoudshandelingen verricht.
Gebruik geen waterstralen onder druk en/of stoom om het
apparaat te reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige doek. Gebruik
alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
INSTALLATIE
Verwijder de verpakking en de transportbouten.
Bewaar de transportbouten op een veilige plek.
Indien het apparaat in de toekomst moet worden
verplaatst, moeten ze worden bevestigd om de
trommel vast te zetten en te voorkomen dat deze
schade veroorzaakt.
Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat,
want het is zwaar. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Gebruik of installeer het apparaat niet op
plekken waar de temperatuur onder de 0°C
komt of waar het wordt blootgesteld aan
weersomstandigheden.
De vloer waar het apparaat wordt geïnstalleerd
moet vlak, stabiel, hittebestendig en schoon zijn.
Zorg dat er lucht tussen het apparaat en de
vloer kan circuleren.
Pas de stelvoeten aan om de nodige ruimte
tussen het apparaat en de vloer te creëren.
Plaats het apparaat niet op een plek waar de
deur niet helemaal open kan.
AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET
Dit apparaat moet worden aangesloten op een
geaard stopcontact.
Gebruik altijd een correct geïnstalleerd,
schokbestendig stopcontact.
Controleer of de elektrische informatie op het
typeplaatje overeenkomt met de
stroomvoorziening. Zo niet, neem dan contact
op met een elektromonteur.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Zorg dat u de hoofdstekker en kabel niet
beschadigt. Indien de voedingskabel moet
worden vervangen, dan moet dit gebeuren door
onze Klantenservice.
Steek de stekker pas in het stopcontact als de
installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
Raak de stroomkabel of stekker niet aan met
natte handen.
Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los
te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
Dit apparaat voldoet aan de EEG-richtlijnen.
AANSLUITING AAN DE WATERLEIDING
Beschadig de waterslangen niet.
Indien buizen lang niet zijn gebruikt, er
reparaties hebben plaatsgevonden of er nieuwe
apparaten zijn geplaatst (watermeters, enz.),
moet u, voordat de nieuwe buizen worden
aangesloten, het water laten stromen tot het
schoon en helder is.
3
Zorg ervoor dat er geen zichtbare waterlekken
zijn tijdens en na het eerste gebruik van het
apparaat.
GEBRUIK
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel, elektrische schokken, brand,
brandwonden en schade aan het
apparaat.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor
huishoudelijk gebruik.
Volg de veiligheidsinstructies op de verpakking
van het wasmiddel op.
Plaats geen ontvlambare producten of
gerechten die vochtig zijn gemaakt met
ontvlambare producten in, bij of op het
apparaat.
Zorg ervoor dat alle metalen voorwerpen van het
wasgoed zijn verwijderd.
Plaats geen bak om mogelijke waterlekkage op
te vangen onder het apparaat. Neem contact op
met het geautoriseerd servicecentrum om te
raadplegen welke accessoires gebruikt mogen
worden.
Raak tijdens de werking van een programma de
glazen deur niet aan. Het glas kan heet worden.
SERVICEDIENST
Neem contact op met een erkende
servicedienst voor reparatie van het apparaat.
Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.
VERWIJDERING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact en koppel
het apparaat los van de watertoevoer.
Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en
gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling om te
voorkomen dat kinderen of huisdieren binnen in
de trommel vast komen te zitten.
Gooi het apparaat weg conform de lokale
voorschriften voor de verwijdering van
elektrische en elektronische apparatuur (AEEA).
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
APPARAATOVERZICHT
1 2 3
5
6
4
1
Bovenblad
2
Wasmiddellade
3
Bedieningspaneel
4
Handgreep
5
Typeplaatje
6
Voetjes voor het waterpas zetten van het
apparaat
4
BEDIENINGSPANEEL
BESCHRIJVING BEDIENINGSPANEEL
97621 3 4 5 8
1
Aan/Uit-toets (Aan/Uit Marche/Arrêt)
2
Programma-tiptoets
3
Tiptoets Temperatuur
4
Tiptoets centrifugeerselectie
5
Optieselectie tiptoets
6
Tiptoets Start/Pauze
7
Tiptoets Klaar binnen... (Klaar Over/Fini
Dans)
8
Display
9
Deur vergrendeld-indicatielampje
WEERGAVE
A
DB
C
A. Het tijdgedeelte:
: de programmaduur
: de "klaar binnen..." tijd
: de alarmcodes
: de foutmelding
: het programma is voltooid.
B. Het indicatielampje kinderslot:
Het indicatielampje gaat aan als u dit
apparaat inschakelt.
C. Het indicatielampje extra spoelgang:
Het indicatielampje gaat aan als u deze
optie inschakelt.
D. De tiptoets Klaar Over/Fini Dans.
5
PROGRAMMATABEL
Programma
Temperatuurbereik
Maximale bela-
ding
Maximale centri-
fugeersnelheid
Programmabeschrijving
(Type lading en vervuiling)
30'@30°
30°C
3 kg
800 tpm
Een korte cyclus voor synthetische en delicate stoffen
met lichte bevuiling of voor op te frissen kledij.
Katoen/Coton
90°C - Koud
10 kg
1400 tpm
Wit en bont katoen. Normaal vervuild en licht vervuild.
Katoen/
Coton ECO
1)
60°C - 40°C
10 kg
1400 tpm
Wit katoen en kleurvast katoen. Normale vervuiling.
Het energieverbruik daalt en de duurtijd van het waspro-
gramma neemt toe.
Synthetica/
Synthétiques
60°C - Koud
4 kg
1200 tpm
Synthetische of gemengde stoffen. Normale vervui-
ling.
Fijne Was/Déli-
cats
40°C - Koud
4 kg
1200 tpm
Delicate stoffen zoals acryl, viscose en polyester.
Normale vervuiling.
Wol/Laine
40°C - Koud
1,5 kg
1200 tpm
Machinewasbestendige wol, handwasbestendige
wol en delicate stoffen voorzien van het symbool
«handwas».
2)
Dekbed/Couette
60°C - Koud
3 kg
800 tpm
Speciaal programma voor één synthetische deken,
dekbed, sprei enz.
Mix 20°/Mixtes
20°
20°C
2 kg
1200 tpm
Speciaal programma voor katoenen, synthetische en ge-
mengde stoffen die licht vervuild zijn. Stel dit programma
in om het energieverbruik te verminderen. Zorg ervoor dat
het wasmiddel geschikt is voor lage temperaturen om
goede wasresultaten te krijgen
3)
.
1) Standaardprogramma's voor de Energielabel verbruikswaarden. Volgens de regelgeving
1061/2010 zijn deze programma's respectievelijk het «standaard 60°C katoenprogramma» en het «stan-
daard 40°C katoenprogramma». Dit zijn de meest efficiënte programma's qua elektriciteits- en waterver-
bruik bij het wassen van normaal vervuild katoenen wasgoed.
De watertemperatuur van de wasfase kan verschillen van de temperatuur die is aangegeven
voor het geselecteerde programma.
2) Tijdens deze cyclus draait de trommel langzaam om voorzichtig te wassen. Het kan lijken alsof de trom-
mel niet draait of niet goed draait. Dit is echter normaal voor dit programma.
3) Er is geen temperatuuraanduiding aan
6
Toepasbaarheid programma-opties
Programma
Snel/Rapide
1)
Intensief/Intensif
Anti-kreuk/Anti-froissage
Spoelen/Rinçage
Pompen/Centrifugeren Vidange/Essorage
30'@30°
Katoen/
Coton
Katoen/
Coton ECO
Synthetica/
Synthéti-
ques
Fijne Was/
Délicats
Wol/Laine
Dekbed/
Couette
Mix 20°/
Mixtes 20°
1) Als u gebruik maakt van deze optie, raden we aan om de hoeveelheid wasgoed te beperken. Het is mo-
gelijk om de volledige lading te gebruiken, maar een goed wasresultaat kan niet worden gegarandeerd.
Aanbevolen lading: katoen: 5 kg, synthetische en delicate stoffen: 2,5 kg.
VERBRUIKSWAARDEN
De gegevens van deze tabel zijn gemiddelden. Verschillende variabelen kunnen van in-
vloed zijn op de gegevens: de hoeveelheid en het type wasgoed, het water en de omge-
vingstemperatuur.
7
Bij start van het programma toont het display de programmaduur voor de maximale laad-
capaciteit.
Tijdens de wasfase wordt de programmaduur automatisch berekend en deze kan flink
worden verlaagd als de wasgoedlading lager is dan de maximale laadcapaciteit (bijv. ka-
toen 60°C, maximale laadcapaciteit 10 kg, de programmaduur is langer dan 2 uur, werke-
lijke lading 1 kg, de programmaduur is minder dan 1 uur).
Als het apparaat de echte programmaduur berekent, knippert er een punt in het display.
Programma’s Lading (kg)
Energiever-
bruik (kWh)
Waterverbruik
(liter)
Gemiddelde
programma-
duur (minuten)
Resterend
vocht (%)
1)
Katoen/Coton 60°C 10 2,04 87 240 52
Katoen/Coton 40°C 10 1,40 83 210 52
Synthetica/Synthéti-
ques 40°C
4 0,80 61 140 35
Fijne Was/Délicats
40°C
4 0,56 75 95 35
Wol/Laine 30°C
2)
1,5 0,42 62 75 30
Standaard katoenprogramma's
Standaard 60°C ka-
toen
10 1,02 57 252 52
Standaard 60°C ka-
toen
5 0,75 46 205 52
Standaard 40°C ka-
toen
5 0,67 46 205 52
1) Aan het einde van de centrifugeerfase.
2) Niet beschikbaar voor sommige modellen.
Uit-modus (W) Modus aan laten (W)
0.48 0.48
De gegevens in de bovenstaande grafiek zijn in overeenstemming met de EU verordening 1015/2010
die richtlijn 2009/125/EC implementeert.
OPTIES
TEMPERATUUR
Met deze optie kunt u de standaardtemperatuur
wijzigen.
Aanduiding = koud water.
Het controlelampje van de ingestelde temperatuur
gaat branden.
8
CENTRIFUGEREN
Met deze optie kunt u de standaard
centrifugeersnelheid wijzigen.
Het controlelampje van de ingestelde snelheid gaat
branden.
Extra centrifugeeropties:
Niet centrifugeren
Stel deze optie in om alle centrifugeerfasen uit
te schakelen. Alleen de afvoerfase is
beschikbaar.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
Stel deze optie in voor fijne was.
De spoelfase verbruikt meer water voor
sommige wasprogramma's.
Spoelstop
Stel deze optie in om kreukvorming in stoffen te
voorkomen.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
Als het programma afgerond is, zit er water in
de trommel.
De trommel draait regelmatig om kreukvorming
van het wasgoed te voorkomen.
De deur blijft vergrendeld. U moet het water
afvoeren om de deur te kunnen openen.
Zie om het water weg te pompen 'Aan
het einde van het programma'.
SNEL/RAPIDE
Met deze optie kunt u de programmaduur inkorten.
Gebruik deze optie voor wasgoed met lichte
vervuiling of om wasgoed op te frissen.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
INTENSIEF/INTENSIF
Met deze optie kunt u erg vervuild wasgoed
wassen.
De wascyclus duurt langer met deze optie.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
ANTI-KREUK/ANTI-FROISSAGE
Het apparaat wast en centrifugeert het wasgoed
voorzichtig om te voorkomen dat het wasgoed
kreukt.
Het apparaat vertraagt de centrifugeersnelheid,
gebruikt meer water en past de programmaduur
aan het type wasgoed aan.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
SPOELEN/RINÇAGE
Met deze optie kunt u alleen de laatste spoeling van
een geselecteerd wasprogramma uitvoeren.
Als u ook de optie Extra spoelgangen ( )
selecteert, voegt het apparaat twee of meer
spoelgangen uit.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
POMPEN/CENTRIFUGEREN VIDANGE/
ESSORAGE
Met deze optie kunt u de centrifugeer- en
afvoercyclus uitvoeren.
De centrifugeerfase is geschikt voor het ingestelde
wasprogramma.
Als u ook de optie Niet centrifugeren
( ) selecteert, dan voert het apparaat
alleen de afvoercyclus uit.
KLAAR OVER/FINI DANS
Met deze optie kunt u instellen binnen hoeveel uren
u wenst dat het wasprogramma klaar is.
U kunt deze optie instellen tussen minimum 3 en
maximum 20 uren.
Het display toont het aantal uren en het
indicatielampje boven de toets brandt.
EXTRA SPOELING
Met deze optie kunt u spoelingen toevoegen aan
een wasprogramma.
Gebruik deze optie voor personen die allergisch zijn
voor wasmiddelen en in gebieden waar het water
erg zacht is.
Het betrokken indicatielampje gaat branden.
1)
INSTELLINGEN
PERMANENT EXTRA SPOELEN
Met deze optie kunt bij elke programma
automatisch een extra spoelbeurt instellen.
Voor het inschakelen/uitschakelen van deze
optie, drukt u tegelijkertijd op en tot het
indicatielampje aan/uit gaat.
1) Raadpleeg "Instellingen" voor meer informatie over het activeren van deze optie.
9
KINDERSLOT
Met deze optie kunt u voorkomen dat kinderen met
het bedieningspaneel spelen.
Voor het inschakelen/uitschakelen van deze
optie, drukt u tegelijkertijd op en tot het
indicatielampje aan/uit gaat.
Activeer deze optie na het indrukken van de toets
: de toetsen worden vergrendeld (behalve toets
) .
Deze optie blijft actief, zelfs als u het
apparaat uitschakelt.
GELUIDSSIGNALEN
De geluidssignalen weerklinken wanneer:
Het programma is voltooid.
Er een storing in het apparaat optreedt.
Voor het uitschakelen/inschakelen van de
geluidssignalen raakt u gedurende 4 seconden
tegelijkertijd toets
en aan.
Als u de geluidssignalen uitschakelt,
werken ze wel als er een storing
optreedt.
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
1. Doe een klein beetje wasmiddel in het
doseervakje voor de wasfase.
2. Stel het programma voor katoen in op de
hoogste temperatuur zonder wasgoed en start
het programma.
Dit verwijdert al het mogelijke vuil uit de trommel en
de kuip.
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
WASGOED IN DE MACHINE DOEN
Draai de waterkraan open. Steek de stekker in het
stopcontact.
1. Trek aan de deurhendel om de deur van het
apparaat te openen.
2. Plaats het wasgoed een voor een in de
trommel.
3. Schud de items voor u ze in de wasautomaat
plaatst.
Zorg ervoor dat u niet te veel was in de trommel
plaatst. Raadpleeg de maximale ladingen in de
"Programmatabel".
4. Sluit de deur.
LET OP!
Zorg ervoor
dat er geen
wasgoed
tussen de
deur blijft
klemmen. Er
kan water-
lekkage of
beschadigd
wasgoed
ontstaan.
WASMIDDEL EN TOEVOEGINGEN
GEBRUIKEN
1. Meet het wasmiddel
en wasverzachter af.
2. Doe het wasmiddel
en de wasverzachter
in de compartimen-
ten.
3. Sluit de wasmiddel-
doseerlade voorzich-
tig.
10
WASMIDDELDOSEERBAKJES
Wasmiddelvakje voor wasfase.
Als u een vloeibaar wasmiddel
gebruikt, dient u dit direct voor
het starten van het programma te
plaatsen.
Vakje voor vloeibare toevoegin-
gen (wasverzachter, stijfsel).
LET OP! Vul de
bakjes nooit tot bo-
ven het niveau
MAX.
Klep voor waspoeder of vloei-
baar wasmiddel.
VLOEIBAAR WASMIDDEL OF POEDER
A
De standaardpositie van
de klep is A (waspoeder).
Om vloeibaar wasmiddel
te gebruiken:
1. Verwijder de lade. Duw
de rand van de lade op
de plaats van de pijl
(PUSH) om de lade mak-
kelijk te verwijderen.
B
2. Zet de klep in stand B.
3. Plaats de wasmiddel-
doseerlade terug in de
ruimte.
Wanneer u vloeibaar wasmiddel ge-
bruikt:
Gebruik geen gelatineachtige of
dikke vloeibare wasmiddelen.
Gebruik niet meer dan 120 ml.
Stel de startuitstelfunctie niet in.
A
Wanneer de klep zich in
stand B bevindt en u
waspoeder wenst te ge-
bruiken:
1. Verwijder de lade.
2. Zet de klep in stand
A.
3. Plaats de wasmiddel-
doseerlade terug in
de ruimte.
Meet het wasmiddel en wasverzachter af.
Doe het wasmiddel en de wasverzachter in de
compartimenten.
Sluit de wasmiddeldoseerlade voorzichtig.
HET APPARAAT INSCHAKELEN
Houd de toets enkele seconden ingedrukt om
het apparaat in of uit te schakelen.
Er klinkt een geluid als het apparaat wordt
ingeschakeld. Het apparaat toont een
opstartanimatie. De animatie toont snel elk
wasprogramma en de standaardtemperatuur en
centrifugeerinstellingen.
Het display toont het woord AAN.
EEN PROGRAMMA INSTELLEN
1. Druk op programmatoets en stel het
volgende programma in:
Het lampje van de toets knippert.
Het display geeft de programmaduur weer.
2. Indien nodig, wijzig de temperatuur en de
centrifugeersnelheid of voeg extra opties toe.
Als u een optie activeert, gaat het
indicatielampje van de ingestelde optie
branden.
Als u iets niet goed instelt, toont het
display de melding .
EEN PROGRAMMA STARTEN ZONDER DE
OPTIE KLAAR OVER/FINI DANS
Druk op toets .
Het indicatielampje
stopt met
knipperen en blijft branden.
Het programma start, de deur wordt
vergrendeld, het lampje brandt
Bij het begin van een wascyclus kan de
afvoerpomp een tijdje werken.
11
Na ongeveer 15 minuten na de start
van het programma:
Het apparaat past automatisch de
programmaduur aan aan de
wasgoedbelading.
Op de display verschijnt de nieuwe
waarde.
EEN PROGRAMMA STARTEN MET DE OPTIE
KLAAR OVER/FINI DANS
1. Druk herhaaldelijk op de toets om het
aantal uren voor het einde van de wascyclus te
selecteren.
Het display toont het aantal uren dat u ingesteld
hebt (bijv. ) en het indicatielampje boven de
toets brandt om aan te geven dat deze optie
actief is.
2. Druk op toets :
De deur blijft vergrendeld.
De machine begint de tijd af te tellen.
Nadat het aftelproces voltooid is, wordt het
wasprogramma automatisch gestart.
U kunt de instelling van de optie Klaar
Over/Fini Dans annuleren of wijzigen
voordat u op drukt. Na het
indrukken van de toets kunt u de
optie Klaar Over/Fini Dans alleen nog
annuleren.
Om de optie Klaar Over/Fini Dans te annuleren:
a. Druk op toets om het apparaat in te
stellen op de pauzestand. Het
indicatielampje van toets knippert.
b. Druk op de toets
tot het indicatielampje
boven deze toets dooft.
Druk nogmaals op toets om het
programma onmiddellijk te starten.
EEN PROGRAMMA ONDERBREKEN EN DE
OPTIES WIJZIGEN
U kunt slechts enkele functies wijzigen voordat ze
gaan werken.
1. Tik op
.
Het lampje van deze toets knippert.
2. Wijzig de opties. Als u een optie wijzigt, zal de
Klaar Over/Fini Dans optie (indien
geselecteerd) worden uitgeschakeld.
3. Druk nogmaals op .
Het wasprogramma gaat verder.
EEN PROGRAMMA ANNULEREN
1. Druk een paar seconden op de toets om
het programma te annuleren en om het
apparaat uit te schakelen.
2. Druk weer op dezelfde toets om het apparaat in
te schakelen. U kunt nu een nieuw
wasprogramma kiezen.
Het apparaat voert het water af
voordat u een nieuw programma start.
Zorg er in dit geval voor dat het
wasmiddel nog in het doseerbakje zit,
zo niet vul het dan bij.
DE DEUR OPENEN
Als een programma (of ) in werking is, is de deur
van de wasmachine vergrendeld. Het -lampje
brandt.
LET OP! Als de temperatuur en het
waterniveau in de trommel te hoog zijn,
kunt u de deur niet openen.
Om de deur tijdens de eerste minuten van de
cyclus te openen (of wanneer in werking
is) :
1. Druk op
om het apparaat te pauzeren.
2. Wacht tot het lampje dooft.
3. U kunt de deur openen.
4. Sluit de deur van de machine en nogmaals druk
op de toets
. Het programma (of de )
gaat verder.
AAN HET EINDE VAN HET PROGRAMMA
Het apparaat stopt automatisch.
Als het geluidssignaal actief is, weerklinkt het
signaal.
In het display gaat het symbool aan.
Het lampje van toets gaat uit.
Het deurvergrendelingssymbool gaat uit.
U kunt de deur openen.
Haal het wasgoed uit het apparaat. Zorg ervoor
dat de trommel leeg is.
Druk een paar seconden op de knop voor
om het apparaat uit te schakelen.
Draai de waterkraan dicht.
Laat de deur iets open staan om de vorming van
schimmel en onaangename luchtjes te
voorkomen.
Het wasprogramma is voltooid, maar er staat
water in de trommel:
12
De trommel draait regelmatig om kreukvorming
van het wasgoed te voorkomen.
Het indicatielampje knippert om u eraan te
herinneren het water af te voeren.
Het indicatielampje van de deur brandt. Het
indicatielampje van toets
knippert. De deur
blijft vergrendeld.
U moet het water afvoeren om de deur te
kunnen openen.
Het water afvoeren:
1. Om het water weg te pompen.
Druk op toets . Het apparaat pompt het
water weg en centrifugeert met maximale
centrifugeersnelheid voor het geselecteerde
wasprogramma.
Of, druk op de toets om de
centrifugeersnelheid aan te passen en druk
dan op toets . Het apparaat voert het
water af en centrifugeert. Als u instelt,
pompt het apparaat alleen.
2. Als het programma is voltooid, gaat het
deurvergrendelingssymbool uit en kunt u
de deur openen.
3. Druk een paar seconden op de knop voor
om het apparaat uit te schakelen.
Na ongeveer 18 uur begint het
apparaat automatisch met het afvoeren
van water en centrifugeren (behalve bij
het wolprogramma).
AUTO-UIT OPTIE
De AUTO UIT-optie schakelt het apparaat
automatisch uit om het energieverbruik te beperken.
Alle indicatielampjes en het display doven als:
U het apparaat niet gebruikt binnen 5 minuten
na het aanraken van de toets .
Druk opnieuw op de toets om het apparaat
in te schakelen.
5 minuten na afloop van het wasprogramma.
Druk opnieuw op de toets om het apparaat
in te schakelen.
De tijd van het laatst ingestelde programma
wordt weergegeven op het display
Druk op de toets als u een nieuwe cyclus
wenst in te stellen.
AANWIJZINGEN EN TIPS
VOOR U HET WASGOED IN DE TROMMEL
DOET
Verdeel het wasgoed in: wit, bont, synthetisch,
fijne was en wol.
Volg de wasinstructies die u op de waslabels
van het wasgoed vindt.
Was witte en bonte artikelen niet samen.
Sommige bonte weefsels kunnen uitlopen als zij
de eerste keer worden gewassen. We raden
daarom aan om dit soort kleding de eerste keer
dan ook apart te wassen.
Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen, haakjes
en drukknopen. Rol riemen op.
Maak alle zakken leeg en vouw alle artikelen
open.
Draai meerlagige stoffen, wollen en kleding met
geverfde opdrukken binnenstebuiten.
Verwijder hardnekkige vlekken.
Was delen met zware vervuiling met een
speciaal wasmiddel.
Wees voorzichtig met gordijnen. Verwijder de
haken of stop de gordijnen in een zak of
kussensloop.
Was geen wasgoed zonder zomen of met
scheuren. Gebruik een waszakje om kleine
items te wassen (Bijv. beugelbh's, riemen,
panty's, etc.).
Een zeer kleine lading kan problemen
veroorzaken bij de centrifugefase. Als dit
gebeurt, kunt u de artikelen handmatig verdelen
in de trommel en de centrifugefase opnieuw
starten.
HARDNEKKIGE VLEKKEN
Voor sommige vlekken is water en wasmiddel niet
voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te behandelen
voordat u deze artikelen in de machine stopt.
Er zijn speciale vlekkenverwijderaars verkrijgbaar.
Gebruik een speciale vlekkenverwijderaar die
geschikt is voor het type vlek en stof.
WASMIDDELEN EN
NABEHANDELINGSMIDDELEN
Gebruik alleen wasmiddelen en
nabehandelingsproducten die bedoeld zijn voor
gebruik in een wasautomaat:
waspoeder voor alle soorten weefsels,
waspoeder voor delicate stoffen (40 °C
max) en wol,
13
vloeibare wasmiddelen, bij voorkeur voor
wasprogramma's op lage temperatuur (60
°C max.) voor alle soorten weefsels, of
speciaal voor alleen wol.
Vermeng geen verschillende soorten wasmiddel
met elkaar.
Gebruik niet meer dan de benodigde
hoeveelheid wasmiddel om het milieu te
beschermen.
Volg altijd de instructies die u vindt op de
verpakking van deze producten.
Gebruik de juiste producten voor het type en de
kleur stof, de programmatemperatuur en de
mate van vervuiling.
Als uw machine geen wasmiddeldoseerbakje
heeft met klepje, voeg dan het vloeibare
wasmiddel toe met een doseerbol (meegeleverd
bij het wasmiddel).
MILIEUTIPS
Stel een programma in zonder de voorwasfase
om wasgoed dat normaal vervuild is te wassen.
Start een wasprogramma altijd met de maximum
toegestane hoeveelheid wasgoed.
Gebruik indien nodig een vlekkenverwijderaar
als u een programma met een lage temperatuur
instelt.
Controleer de waterhardheid van uw plaatselijke
systeem om de juiste hoeveelheid wasmiddel te
gebruiken. Zie "Waterhardheid".
WATERHARDHEID
Als de waterhardheid in uw gebied hoog of
gemiddeld is, raden we u het gebruik van
waterverzachter voor wasautomaten aan. In
gebieden waar de waterhardheid zacht is, is het
gebruik van een waterverzachter niet nodig.
Neem contact op met het plaatselijke
waterleidingbedrijf voor de waterhardheid in uw
gebied.
Gebruik de juiste hoeveelheid van de
waterverzachter. Volg altijd de instructies die u
vindt op de verpakking van het product.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
BUITENKANT REINIGEN
Het apparaat alleen schoonmaken met zeep en
warm water. Maak alle oppervlakken volledig droog.
LET OP! Gebruik geen brandspiritus,
oplosmiddelen of chemische
producten.
ONTKALKEN
Als de waterhardheid in uw gebied hoog of
gemiddeld is, raden we u het gebruik van
waterontharder voor wasautomaten aan.
Controleer de trommel regelmatig om kalk en
roestdeeltjes te voorkomen.
Gebruik alleen speciale producten voor
wasmachines om roestdeeltjes te verwijderen. Doe
dit apart van het wassen van wasgoed.
Volg altijd de instructies die u vindt op
de verpakking van het product.
ONDERHOUDSWASBEURT
Bij programma's met lage temperaturen is het
mogelijk dat er wat wasmiddel achterblijft in de
trommel. Voer regelmatig een onderhoudswasbeurt
uit. Ga als volgt te werk:
Haal al het wasgoed uit de trommel.
Kies het katoenprogramma met de hoogste
temperatuur met een kleine hoeveelheid
wasmiddel.
DEURRUBBER
Controleer het deurrub-
ber regelmatig en verwij-
der voorwerpen uit de
binnenkant.
14
HET AFWASMIDDELDOSEERBAKJE REINIGEN
1 2 3 4
5 6
HET FILTER VAN DE TOEVOERSLANG EN HET KLEPFILTER REINIGEN
1
2
3
1 2 3
45°
20°
4
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ VORST
Als het apparaat is geïnstalleerd in een gebied waar
de temperatuur lager is dan 0 °C, dan dient u het
resterende water uit de afvoerslang en de
afvoerpomp te verwijderen.
Voer deze procedure ook uit als u de
noodafvoer wilt gebruiken.
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder de watertoevoerslang.
3. Schroef de afvoerslang los van de achtersteun
en maak de slang los van de gootsteen of tap.
4. Leg de uiteinden van de afvoer- en
toevoerslang in een opvangbak. Laat het water
uit de slangen stromen.
5. Als er geen water meer stroomt, plaats de
toevoerslang en de afvoerslang terug.
WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat
de temperatuur hoger is dan 0 °C
voordat u het apparaat opnieuw
gebruikt. De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor schade die door
lage temperaturen is veroorzaakt.
15
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
INTRODUCTIE
Het apparaat start of stopt niet tijdens de werking.
Probeer eerst het probleem zelf op te lossen (zie
tabel). Als het probleem aanhoudt, neemt u contact
op met de Servicedienst.
Bij sommige problemen werken de
geluidssignalen en toont de display een
alarmcode:
- Het apparaat wordt niet goed gevuld
met water.
- Het apparaat pompt geen water weg.
- De deur is open of niet goed gesloten.
Controleer de deur!
Als het apparaat overladen is,
neemt u wat voorwerpen uit de
trommel en/of duwt u tegen de
deur en drukt u tegelijkertijd op de
knop totdat de aanduiding
stopt met knipperen (zie de
afbeelding hieronder).
- De stroomtoevoer is onstabiel. Wacht
tot de stroomtoevoer stabiel is.
- Geen communicatie tussen de
elektronische elementen van het apparaat.
Schakel uit en terug aan.
- Het beschermingssysteem tegen
waterlekkage is in werking getreden. Koppel het
apparaat los en draai de waterkraan dicht.
Neem contact op met de erkende servicedienst.
WAARSCHUWING! Schakel het
apparaat uit voordat u controles
uitvoert.
MOGELIJKE FOUTEN
Probleem Mogelijke oplossing
Het programma start niet. Zorg dat de stekker in het stopcontact zit.
Zorg dat de deur van het apparaat is gesloten.
Zorg dat er geen zekering in de zekeringenkast is doorgebrand.
Zorg dat de knop Start/Pauze is ingedrukt.
Als de uitgestelde start is ingesteld, annuleert u deze functie of
wacht u tot de afloop van de afteltijd.
Schakel het kinderslot uit.
Het apparaat wordt niet
goed gevuld met water.
Controleer of de waterkraan is geopend.
Zorg dat de waterdruk niet te laag is. Neem hiervoor zo nodig con-
tact op met uw lokale waterleidingbedrijf.
Controleer of de waterkraan niet verstopt is.
Zorg dat de filter van de toevoerslang en de filter van de klep niet
verstopt zijn. Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
Controleer of er geen knikken of bochten in de watertoevoerslang
aanwezig zijn.
Zorg dat de positie van de watertoevoerslang correct is.
16
Probleem Mogelijke oplossing
Het apparaat pompt geen
water weg.
Controleer of de gootsteenafvoer niet verstopt is.
Controleer of er geen knikken of bochten in de waterafvoerslang
aanwezig zijn.
Zorg dat de aansluiting van de waterafvoerslang correct is.
Stel het afvoerprogramma in als u een programma zonder afvoerfa-
se instelt.
Stel het afvoerprogramma in als u een optie instelt waarbij water in
de trommel blijft.
Als hogervermelde oplossingen niet helpen, neem dan contact met
de Servicedienst (aangezien de filter van de afvoerpomp verstopt
kan zijn).
De centrifugeerfase werkt
niet of de wascyclus duurt
langer dan normaal.
Verdeel het wasgoed handmatig in de trommel en start de centrifu-
geerfase opnieuw. Dit probleem wordt mogelijk veroorzaakt door
problemen met de balans.
Stel de centrifugeersnelheid in.
Stel het afvoerprogramma in als u een optie instelt waarbij water in
de trommel blijft.
Verdeel het wasgoed handmatig in de trommel en start de centrifu-
geerfase opnieuw. Dit probleem wordt mogelijk veroorzaakt door
problemen met de balans.
Als hogervermelde oplossingen niet helpen, neem dan contact met
de Servicedienst (aangezien de filter van de afvoerpomp verstopt
kan zijn).
Er ligt water op de vloer. Zorg dat de aansluitingen van de waterslangen goed vast zitten en
dat er geen lekken zijn.
Zorg ervoor dat de watertoevoer- en afvoerslangen niet beschadigd
zijn.
Zorg dat u het juiste wasmiddel en de juiste hoeveelheid gebruikt.
U kunt de deur van het ap-
paraat niet openen.
Zorg dat het wasprogramma voltooid is.
Stel het afvoer- of centrifugeerprogramma in als er zich water in de
trommel bevindt.
Houd u zich aan de noodafvoerprocedure. Zie "Voorzorgsmaatre-
gelen bij vorst" (in het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging").
Het apparaat maakt een
abnormaal geluid.
Zorg dat het apparaat waterpas staat. Raadpleeg 'Montage-instruc-
ties'.
Zorg dat de verpakking en/of de transportbouten verwijderd zijn.
Raadpleeg 'Montage-instructies'.
Voeg meer wasgoed aan de trommel toe. De lading is te klein.
Het apparaat vult zich met
water en pompt dit direct
weg.
Zorg dat de afvoerslang zich op de juiste hoogte bevindt. Het uit-
einde van de afvoerslang bevindt zich te laag. Raadpleeg 'Montage-
instructies'.
De cyclus is korter dan de
weergegeven tijd.
Het apparaat berekent een nieuwe tijd aan de hand van de was-
goedlading. Zie het hoofdstuk "Verbruikswaarden".
De cyclus is langer dan de
weergegeven tijd.
Een wasgoedlading die niet in balans is verlengt de duur. Dit is nor-
maal gedrag van het apparaat.
17
Probleem Mogelijke oplossing
Het wasresultaat is niet
bevredigend.
Gebruik meer wasmiddel of gebruik een ander middel.
U hebt de hardnekkige vlekken niet voor het wassen uit het was-
goed gehaald.
Zorg dat u de juiste temperatuur instelt.
Verminder de hoeveelheid wasgoed.
U kunt geen optie instellen. Zorg dat u alleen op de gewenste tiptoets(en) drukt.
Schakel het apparaat na de controle in. Het
programma gaat verder vanaf het punt waar het
werd onderbroken.
Als het probleem opnieuw optreedt, neemt u
contact op met het geautoriseerd servicecentrum.
Als de display andere alarmcodes aangeeft. Het
apparaat uit en weer aanzetten. Als het probleem
opnieuw optreedt, neemt u contact op met de
Servicedienst.
SERVICE
Wij raden altijd het gebruik van originele
onderdelen aan.
Zorg dat u deze gegevens bij de hand hebt als u
met de servicedienst contact opneemt. U vindt
deze op het classificatieplaatje: model,
productnummer en serienummer. (Mod., Prod. No.,
Ser. No.)
TECHNISCHE GEGEVENS
Afmetingen Breedte / hoogte / diepte /
totale diepte
600 mm/ 850 mm/ 600 mm/ 660 mm
Aansluiting op het elektri-
citeitsnet
Spanning
Totale stroom
Zekering
Frequentie
230 V
2200 W
10 A
50 Hz
Het beschermdeksel biedt bescherming tegen vaste stof-
fen en vochtigheid, behalve op plaatsen waar de laag-
spanningsapparatuur geen bescherming tegen vocht
biedt
IPX4
Watertoevoerdruk Minimum
Maximum
0,5 bar (0,05 MPa)
8 bar (0.8 MPa)
Watertoevoer
1) Koud water
Maximale belading Katoen (Cotton) 10 kg
Energiebesparingsklasse A+++ -20%
Centrifugeersnelheid Maximum 1400 tpm
1) Sluit de watertoevoerslang aan op een kraan met 3/4" schroefdraad.
MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool . Gooi
de verpakking in een geschikte verzamelcontainer
om het te recyclen. Help om het milieu en de
volksgezondheid te beschermen en recycle het
afval van elektrische en elektronische apparaten.
Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het
product naar het milieustation bij u in de buurt of
neem contact op met de gemeente.
18

Documenttranscriptie

User Manual GETTING STARTED? EASY. ZWF 0143BWH NL Gebruiksaanwijzing Wasautomaat FR Notice d'utilisation Lave-linge 2 19 VEILIGHEIDSINFORMATIE Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt door een verkeerde installatie of verkeerd gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige en toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik. VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE MENSEN • • • • • • • Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen vanaf 8 jaar en ouder en door personen met beperkingen, mits ze zijn voorgelicht over het veilige gebruik van het apparaat en de potentiële gevaren en/of ze onder toezicht staan. Laat kinderen niet met het apparaat spelen. Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij voortdurend onder toezicht staan, bij het apparaat uit de buurt te worden gehouden. Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het op passende wijze weg. Houd wasmiddelen uit de buurt van kinderen. Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als de deur open is. Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren. ALGEMENE VEILIGHEID • • • • 2 De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd. Overschrijd het maximale laadvermogen van 10 kg niet (raadpleeg hoofdstuk "Programmaschema"). De waterdruk bij het watertoevoerpunt van de aansluiting moet liggen tussen 0,5 bar (0,05 MPa) en 8 bar (0,8 MPa). De ventilatie-openingen in de onderkant (indien van toepassing) mogen niet worden afgedekt door tapijt, een mat of andere soorten vloerbedekking. • • • • • • Het apparaat moet op de waterleiding worden aangesloten met de nieuwe meegeleverde slangsets, of andere nieuwe slangsets geleverd door het geautoriseerd servicecentrum. Oude slangsets mogen niet opnieuw worden gebruikt. Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen. Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht. Gebruik geen waterstralen onder druk en/of stoom om het apparaat te reinigen. Maak het apparaat schoon met een vochtige doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN INSTALLATIE • Verwijder de verpakking en de transportbouten. • Bewaar de transportbouten op een veilige plek. Indien het apparaat in de toekomst moet worden verplaatst, moeten ze worden bevestigd om de trommel vast te zetten en te voorkomen dat deze schade veroorzaakt. • Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel. • Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat. • Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat. • Gebruik of installeer het apparaat niet op plekken waar de temperatuur onder de 0°C komt of waar het wordt blootgesteld aan weersomstandigheden. • De vloer waar het apparaat wordt geïnstalleerd moet vlak, stabiel, hittebestendig en schoon zijn. • Zorg dat er lucht tussen het apparaat en de vloer kan circuleren. • Pas de stelvoeten aan om de nodige ruimte tussen het apparaat en de vloer te creëren. • Plaats het apparaat niet op een plek waar de deur niet helemaal open kan. AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET • Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. • • • • • • • • Gebruik altijd een correct geïnstalleerd, schokbestendig stopcontact. Controleer of de elektrische informatie op het typeplaatje overeenkomt met de stroomvoorziening. Zo niet, neem dan contact op met een elektromonteur. Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren. Zorg dat u de hoofdstekker en kabel niet beschadigt. Indien de voedingskabel moet worden vervangen, dan moet dit gebeuren door onze Klantenservice. Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is. Raak de stroomkabel of stekker niet aan met natte handen. Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker. Dit apparaat voldoet aan de EEG-richtlijnen. AANSLUITING AAN DE WATERLEIDING • Beschadig de waterslangen niet. • Indien buizen lang niet zijn gebruikt, er reparaties hebben plaatsgevonden of er nieuwe apparaten zijn geplaatst (watermeters, enz.), moet u, voordat de nieuwe buizen worden aangesloten, het water laten stromen tot het schoon en helder is. 3 • Zorg ervoor dat er geen zichtbare waterlekken zijn tijdens en na het eerste gebruik van het apparaat. GEBRUIK WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel, elektrische schokken, brand, brandwonden en schade aan het apparaat. • • • • • Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik. Volg de veiligheidsinstructies op de verpakking van het wasmiddel op. Plaats geen ontvlambare producten of gerechten die vochtig zijn gemaakt met ontvlambare producten in, bij of op het apparaat. Zorg ervoor dat alle metalen voorwerpen van het wasgoed zijn verwijderd. Plaats geen bak om mogelijke waterlekkage op te vangen onder het apparaat. Neem contact op met het geautoriseerd servicecentrum om te raadplegen welke accessoires gebruikt mogen worden. • Raak tijdens de werking van een programma de glazen deur niet aan. Het glas kan heet worden. SERVICEDIENST • Neem contact op met een erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat. • Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen. VERWIJDERING WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of verstikking. • • • • Haal de stekker uit het stopcontact en koppel het apparaat los van de watertoevoer. Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en gooi het weg. Verwijder de deurvergrendeling om te voorkomen dat kinderen of huisdieren binnen in de trommel vast komen te zitten. Gooi het apparaat weg conform de lokale voorschriften voor de verwijdering van elektrische en elektronische apparatuur (AEEA). BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT APPARAATOVERZICHT 1 2 1 Bovenblad 2 Wasmiddellade 3 3 Bedieningspaneel 4 Handgreep 4 5 6 4 5 Typeplaatje 6 Voetjes voor het waterpas zetten van het apparaat BEDIENINGSPANEEL BESCHRIJVING BEDIENINGSPANEEL 1 1 Aan/Uit-toets 2 3 (Aan/Uit Marche/Arrêt) 4 5 6 7 8 6 Tiptoets Start/Pauze 7 Tiptoets Klaar binnen... Dans) 8 Display 2 Programma-tiptoets 3 Tiptoets Temperatuur 4 Tiptoets centrifugeerselectie 9 (Klaar Over/Fini 9 Deur vergrendeld-indicatielampje 5 Optieselectie tiptoets WEERGAVE A. Het tijdgedeelte: A • : de programmaduur • : de "klaar binnen..." tijd • : de alarmcodes • : de foutmelding • : het programma is voltooid. B. Het indicatielampje kinderslot: • Het indicatielampje gaat aan als u dit apparaat inschakelt. C. Het indicatielampje extra spoelgang: • Het indicatielampje gaat aan als u deze optie inschakelt. D. De tiptoets Klaar Over/Fini Dans. B D C 5 PROGRAMMATABEL Maximale belaProgramma ding Temperatuurbereik Maximale centrifugeersnelheid Programmabeschrijving (Type lading en vervuiling) 30'@30° 30°C 3 kg 800 tpm Een korte cyclus voor synthetische en delicate stoffen met lichte bevuiling of voor op te frissen kledij. Katoen/Coton 90°C - Koud 10 kg 1400 tpm Wit en bont katoen. Normaal vervuild en licht vervuild. Katoen/ Coton ECO1) 60°C - 40°C 10 kg 1400 tpm Wit katoen en kleurvast katoen. Normale vervuiling. Het energieverbruik daalt en de duurtijd van het wasprogramma neemt toe. Synthetica/ Synthétiques 60°C - Koud 4 kg 1200 tpm Synthetische of gemengde stoffen. Normale vervuiling. Fijne Was/Délicats 40°C - Koud 4 kg 1200 tpm Delicate stoffen zoals acryl, viscose en polyester. Normale vervuiling. Wol/Laine 40°C - Koud 1,5 kg 1200 tpm Machinewasbestendige wol, handwasbestendige wol en delicate stoffen voorzien van het symbool «handwas».2) Dekbed/Couette 60°C - Koud 3 kg 800 tpm Speciaal programma voor één synthetische deken, dekbed, sprei enz. Mix 20°/Mixtes 20° 20°C 2 kg 1200 tpm Speciaal programma voor katoenen, synthetische en gemengde stoffen die licht vervuild zijn. Stel dit programma in om het energieverbruik te verminderen. Zorg ervoor dat het wasmiddel geschikt is voor lage temperaturen om goede wasresultaten te krijgen3). 1) Standaardprogramma's voor de Energielabel verbruikswaarden. Volgens de regelgeving 1061/2010 zijn deze programma's respectievelijk het «standaard 60°C katoenprogramma» en het «standaard 40°C katoenprogramma». Dit zijn de meest efficiënte programma's qua elektriciteits- en waterverbruik bij het wassen van normaal vervuild katoenen wasgoed. De watertemperatuur van de wasfase kan verschillen van de temperatuur die is aangegeven voor het geselecteerde programma. 2) Tijdens deze cyclus draait de trommel langzaam om voorzichtig te wassen. Het kan lijken alsof de trommel niet draait of niet goed draait. Dit is echter normaal voor dit programma. 3) Er is geen temperatuuraanduiding aan 6 30'@30° ■ Pompen/Centrifugeren Vidange/Essorage Spoelen/Rinçage Anti-kreuk/Anti-froissage Programma Intensief/Intensif Snel/Rapide1) Toepasbaarheid programma-opties ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ Katoen/ Coton ■ ■ ■ ■ Katoen/ Coton ECO ■ ■ ■ ■ Synthetica/ Synthétiques ■ ■ ■ ■ ■ Fijne Was/ Délicats ■ ■ ■ ■ ■ Wol/Laine ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ Dekbed/ Couette Mix 20°/ Mixtes 20° ■ ■ ■ ■ ■ ■ 1) Als u gebruik maakt van deze optie, raden we aan om de hoeveelheid wasgoed te beperken. Het is mogelijk om de volledige lading te gebruiken, maar een goed wasresultaat kan niet worden gegarandeerd. Aanbevolen lading: katoen: 5 kg, synthetische en delicate stoffen: 2,5 kg. VERBRUIKSWAARDEN De gegevens van deze tabel zijn gemiddelden. Verschillende variabelen kunnen van invloed zijn op de gegevens: de hoeveelheid en het type wasgoed, het water en de omgevingstemperatuur. 7 Bij start van het programma toont het display de programmaduur voor de maximale laadcapaciteit. Tijdens de wasfase wordt de programmaduur automatisch berekend en deze kan flink worden verlaagd als de wasgoedlading lager is dan de maximale laadcapaciteit (bijv. katoen 60°C, maximale laadcapaciteit 10 kg, de programmaduur is langer dan 2 uur, werkelijke lading 1 kg, de programmaduur is minder dan 1 uur). Als het apparaat de echte programmaduur berekent, knippert er een punt in het display. Programma’s Lading (kg) Gemiddelde Energiever- Waterverbruik programmabruik (kWh) (liter) duur (minuten) Resterend vocht (%)1) Katoen/Coton 60°C 10 2,04 87 240 52 Katoen/Coton 40°C 10 1,40 83 210 52 Synthetica/Synthétiques 40°C 4 0,80 61 140 35 Fijne Was/Délicats 40°C 4 0,56 75 95 35 Wol/Laine 30°C 2) 1,5 0,42 62 75 30 10 1,02 57 252 52 5 0,75 46 205 52 5 0,67 46 205 52 Standaard katoenprogramma's Standaard 60°C katoen Standaard 60°C katoen Standaard 40°C katoen 1) Aan het einde van de centrifugeerfase. 2) Niet beschikbaar voor sommige modellen. Uit-modus (W) 0.48 Modus aan laten (W) 0.48 De gegevens in de bovenstaande grafiek zijn in overeenstemming met de EU verordening 1015/2010 die richtlijn 2009/125/EC implementeert. OPTIES TEMPERATUUR Met deze optie kunt u de standaardtemperatuur wijzigen. 8 Aanduiding = koud water. Het controlelampje van de ingestelde temperatuur gaat branden. CENTRIFUGEREN Met deze optie kunt u de standaard centrifugeersnelheid wijzigen. Het controlelampje van de ingestelde snelheid gaat branden. Extra centrifugeeropties: Niet centrifugeren • Stel deze optie in om alle centrifugeerfasen uit te schakelen. Alleen de afvoerfase is beschikbaar. • Het bijbehorende indicatielampje gaat branden. • Stel deze optie in voor fijne was. • De spoelfase verbruikt meer water voor sommige wasprogramma's. Spoelstop • Stel deze optie in om kreukvorming in stoffen te voorkomen. • Het bijbehorende indicatielampje gaat branden. • Als het programma afgerond is, zit er water in de trommel. • De trommel draait regelmatig om kreukvorming van het wasgoed te voorkomen. • De deur blijft vergrendeld. U moet het water afvoeren om de deur te kunnen openen. Zie om het water weg te pompen 'Aan het einde van het programma'. SNEL/RAPIDE Met deze optie kunt u de programmaduur inkorten. Gebruik deze optie voor wasgoed met lichte vervuiling of om wasgoed op te frissen. Het bijbehorende indicatielampje gaat branden. INTENSIEF/INTENSIF Met deze optie kunt u erg vervuild wasgoed wassen. De wascyclus duurt langer met deze optie. Het bijbehorende indicatielampje gaat branden. ANTI-KREUK/ANTI-FROISSAGE Het apparaat wast en centrifugeert het wasgoed voorzichtig om te voorkomen dat het wasgoed kreukt. Het apparaat vertraagt de centrifugeersnelheid, gebruikt meer water en past de programmaduur aan het type wasgoed aan. Het bijbehorende indicatielampje gaat branden. SPOELEN/RINÇAGE Met deze optie kunt u alleen de laatste spoeling van een geselecteerd wasprogramma uitvoeren. Als u ook de optie Extra spoelgangen ( ) selecteert, voegt het apparaat twee of meer spoelgangen uit. Het bijbehorende indicatielampje gaat branden. POMPEN/CENTRIFUGEREN VIDANGE/ ESSORAGE Met deze optie kunt u de centrifugeer- en afvoercyclus uitvoeren. De centrifugeerfase is geschikt voor het ingestelde wasprogramma. Als u ook de optie Niet centrifugeren ( ) selecteert, dan voert het apparaat alleen de afvoercyclus uit. KLAAR OVER/FINI DANS Met deze optie kunt u instellen binnen hoeveel uren u wenst dat het wasprogramma klaar is. U kunt deze optie instellen tussen minimum 3 en maximum 20 uren. Het display toont het aantal uren en het indicatielampje boven de toets brandt. EXTRA SPOELING Met deze optie kunt u spoelingen toevoegen aan een wasprogramma. Gebruik deze optie voor personen die allergisch zijn voor wasmiddelen en in gebieden waar het water erg zacht is. Het betrokken indicatielampje gaat branden.1) INSTELLINGEN PERMANENT EXTRA SPOELEN Met deze optie kunt bij elke programma automatisch een extra spoelbeurt instellen. • Voor het inschakelen/uitschakelen van deze optie, drukt u tegelijkertijd op indicatielampje en tot het aan/uit gaat. 1) Raadpleeg "Instellingen" voor meer informatie over het activeren van deze optie. 9 KINDERSLOT Met deze optie kunt u voorkomen dat kinderen met het bedieningspaneel spelen. • Voor het inschakelen/uitschakelen van deze optie, drukt u tegelijkertijd op en tot het indicatielampje aan/uit gaat. Activeer deze optie na het indrukken van de toets : de toetsen worden vergrendeld (behalve toets ). GELUIDSSIGNALEN De geluidssignalen weerklinken wanneer: • Het programma is voltooid. • Er een storing in het apparaat optreedt. Voor het uitschakelen/inschakelen van de geluidssignalen raakt u gedurende 4 seconden tegelijkertijd toets en aan. Als u de geluidssignalen uitschakelt, werken ze wel als er een storing optreedt. Deze optie blijft actief, zelfs als u het apparaat uitschakelt. VOOR HET EERSTE GEBRUIK 1. Doe een klein beetje wasmiddel in het doseervakje voor de wasfase. 2. Stel het programma voor katoen in op de hoogste temperatuur zonder wasgoed en start het programma. Dit verwijdert al het mogelijke vuil uit de trommel en de kuip. DAGELIJKS GEBRUIK WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. WASGOED IN DE MACHINE DOEN Draai de waterkraan open. Steek de stekker in het stopcontact. 1. Trek aan de deurhendel om de deur van het apparaat te openen. 2. Plaats het wasgoed een voor een in de trommel. 3. Schud de items voor u ze in de wasautomaat plaatst. Zorg ervoor dat u niet te veel was in de trommel plaatst. Raadpleeg de maximale ladingen in de "Programmatabel". 4. Sluit de deur. 10 LET OP! Zorg ervoor dat er geen wasgoed tussen de deur blijft klemmen. Er kan waterlekkage of beschadigd wasgoed ontstaan. WASMIDDEL EN TOEVOEGINGEN GEBRUIKEN 1. Meet het wasmiddel en wasverzachter af. 2. Doe het wasmiddel en de wasverzachter in de compartimenten. 3. Sluit de wasmiddeldoseerlade voorzichtig. WASMIDDELDOSEERBAKJES Vakje voor vloeibare toevoegingen (wasverzachter, stijfsel). LET OP! Vul de bakjes nooit tot boven het niveau MAX. Klep voor waspoeder of vloeibaar wasmiddel. VLOEIBAAR WASMIDDEL OF POEDER De standaardpositie van de klep is A (waspoeder). A Wanneer de klep zich in stand B bevindt en u waspoeder wenst te gebruiken: 1. Verwijder de lade. 2. Zet de klep in stand A. 3. Plaats de wasmiddeldoseerlade terug in de ruimte. Meet het wasmiddel en wasverzachter af. Doe het wasmiddel en de wasverzachter in de compartimenten. Sluit de wasmiddeldoseerlade voorzichtig. A Wasmiddelvakje voor wasfase. Als u een vloeibaar wasmiddel gebruikt, dient u dit direct voor het starten van het programma te plaatsen. • • • HET APPARAAT INSCHAKELEN Houd de toets enkele seconden ingedrukt om het apparaat in of uit te schakelen. Er klinkt een geluid als het apparaat wordt ingeschakeld. Het apparaat toont een opstartanimatie. De animatie toont snel elk wasprogramma en de standaardtemperatuur en centrifugeerinstellingen. Het display toont het woord AAN. EEN PROGRAMMA INSTELLEN Om vloeibaar wasmiddel te gebruiken: 1. Verwijder de lade. Duw de rand van de lade op de plaats van de pijl (PUSH) om de lade makkelijk te verwijderen. B 2. Zet de klep in stand B. 3. Plaats de wasmiddeldoseerlade terug in de ruimte. 1. Druk op programmatoets volgende programma in: • Het lampje van de toets knippert. • Het display geeft de programmaduur weer. 2. Indien nodig, wijzig de temperatuur en de centrifugeersnelheid of voeg extra opties toe. Als u een optie activeert, gaat het indicatielampje van de ingestelde optie branden. Als u iets niet goed instelt, toont het display de melding . EEN PROGRAMMA STARTEN ZONDER DE OPTIE KLAAR OVER/FINI DANS Druk op toets • • Wanneer u vloeibaar wasmiddel gebruikt: • Gebruik geen gelatineachtige of dikke vloeibare wasmiddelen. • Gebruik niet meer dan 120 ml. • Stel de startuitstelfunctie niet in. en stel het • . stopt met Het indicatielampje knipperen en blijft branden. Het programma start, de deur wordt vergrendeld, het lampje brandt Bij het begin van een wascyclus kan de afvoerpomp een tijdje werken. 11 Na ongeveer 15 minuten na de start van het programma: • Het apparaat past automatisch de programmaduur aan aan de wasgoedbelading. • Op de display verschijnt de nieuwe waarde. EEN PROGRAMMA ANNULEREN 1. Druk een paar seconden op de toets om het programma te annuleren en om het apparaat uit te schakelen. 2. Druk weer op dezelfde toets om het apparaat in te schakelen. U kunt nu een nieuw wasprogramma kiezen. Het apparaat voert het water af voordat u een nieuw programma start. Zorg er in dit geval voor dat het wasmiddel nog in het doseerbakje zit, zo niet vul het dan bij. EEN PROGRAMMA STARTEN MET DE OPTIE KLAAR OVER/FINI DANS 1. Druk herhaaldelijk op de toets om het aantal uren voor het einde van de wascyclus te selecteren. Het display toont het aantal uren dat u ingesteld hebt (bijv. ) en het indicatielampje boven de toets brandt om aan te geven dat deze optie actief is. 2. Druk op toets : • De deur blijft vergrendeld. • De machine begint de tijd af te tellen. • Nadat het aftelproces voltooid is, wordt het wasprogramma automatisch gestart. DE DEUR OPENEN Als een programma (of Om de deur tijdens de eerste minuten van de cyclus te openen (of wanneer is) : voordat u op 1. Druk op drukt. Na het indicatielampje van toets knippert. tot het indicatielampje b. Druk op de toets boven deze toets dooft. Druk nogmaals op toets om het programma onmiddellijk te starten. EEN PROGRAMMA ONDERBREKEN EN DE OPTIES WIJZIGEN U kunt slechts enkele functies wijzigen voordat ze gaan werken. . 1. Tik op Het lampje van deze toets knippert. 2. Wijzig de opties. Als u een optie wijzigt, zal de Klaar Over/Fini Dans optie (indien geselecteerd) worden uitgeschakeld. 3. Druk nogmaals op . Het wasprogramma gaat verder. in werking om het apparaat te pauzeren. 2. Wacht tot het lampje dooft. 3. U kunt de deur openen. 4. Sluit de deur van de machine en nogmaals druk op de toets gaat verder. Om de optie Klaar Over/Fini Dans te annuleren: a. Druk op toets om het apparaat in te stellen op de pauzestand. Het -lampje LET OP! Als de temperatuur en het waterniveau in de trommel te hoog zijn, kunt u de deur niet openen. U kunt de instelling van de optie Klaar Over/Fini Dans annuleren of wijzigen indrukken van de toets kunt u de optie Klaar Over/Fini Dans alleen nog annuleren. 12 ) in werking is, is de deur van de wasmachine vergrendeld. Het brandt. . Het programma (of de ) AAN HET EINDE VAN HET PROGRAMMA • Het apparaat stopt automatisch. • Als het geluidssignaal actief is, weerklinkt het signaal. • In het display gaat het symbool • Het lampje van toets • • • Het deurvergrendelingssymbool gaat uit. U kunt de deur openen. Haal het wasgoed uit het apparaat. Zorg ervoor dat de trommel leeg is. • aan. gaat uit. Druk een paar seconden op de knop voor om het apparaat uit te schakelen. • Draai de waterkraan dicht. • Laat de deur iets open staan om de vorming van schimmel en onaangename luchtjes te voorkomen. Het wasprogramma is voltooid, maar er staat water in de trommel: • De trommel draait regelmatig om kreukvorming van het wasgoed te voorkomen. • Het indicatielampje knippert om u eraan te herinneren het water af te voeren. • Het indicatielampje van de deur • Druk op toets . Het apparaat pompt het water weg en centrifugeert met maximale centrifugeersnelheid voor het geselecteerde wasprogramma. Of, druk op de toets om de centrifugeersnelheid aan te passen en druk dan op toets Na ongeveer 18 uur begint het apparaat automatisch met het afvoeren van water en centrifugeren (behalve bij het wolprogramma). brandt. Het indicatielampje van toets knippert. De deur blijft vergrendeld. • U moet het water afvoeren om de deur te kunnen openen. Het water afvoeren: 1. Om het water weg te pompen. • 3. Druk een paar seconden op de knop voor om het apparaat uit te schakelen. AUTO-UIT OPTIE De AUTO UIT-optie schakelt het apparaat automatisch uit om het energieverbruik te beperken. Alle indicatielampjes en het display doven als: • U het apparaat niet gebruikt binnen 5 minuten na het aanraken van de toets • Druk opnieuw op de toets om het apparaat in te schakelen. 5 minuten na afloop van het wasprogramma. Druk opnieuw op de toets om het apparaat in te schakelen. De tijd van het laatst ingestelde programma wordt weergegeven op het display . Het apparaat voert het water af en centrifugeert. Als u instelt, pompt het apparaat alleen. 2. Als het programma is voltooid, gaat het deurvergrendelingssymbool de deur openen. . als u een nieuwe cyclus Druk op de toets wenst in te stellen. uit en kunt u AANWIJZINGEN EN TIPS VOOR U HET WASGOED IN DE TROMMEL DOET • Verdeel het wasgoed in: wit, bont, synthetisch, fijne was en wol. • Volg de wasinstructies die u op de waslabels van het wasgoed vindt. • Was witte en bonte artikelen niet samen. • Sommige bonte weefsels kunnen uitlopen als zij de eerste keer worden gewassen. We raden daarom aan om dit soort kleding de eerste keer dan ook apart te wassen. • Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen, haakjes en drukknopen. Rol riemen op. • Maak alle zakken leeg en vouw alle artikelen open. • Draai meerlagige stoffen, wollen en kleding met geverfde opdrukken binnenstebuiten. • Verwijder hardnekkige vlekken. • Was delen met zware vervuiling met een speciaal wasmiddel. • Wees voorzichtig met gordijnen. Verwijder de haken of stop de gordijnen in een zak of kussensloop. • Was geen wasgoed zonder zomen of met scheuren. Gebruik een waszakje om kleine • items te wassen (Bijv. beugelbh's, riemen, panty's, etc.). Een zeer kleine lading kan problemen veroorzaken bij de centrifugefase. Als dit gebeurt, kunt u de artikelen handmatig verdelen in de trommel en de centrifugefase opnieuw starten. HARDNEKKIGE VLEKKEN Voor sommige vlekken is water en wasmiddel niet voldoende. We raden u aan om deze vlekken te behandelen voordat u deze artikelen in de machine stopt. Er zijn speciale vlekkenverwijderaars verkrijgbaar. Gebruik een speciale vlekkenverwijderaar die geschikt is voor het type vlek en stof. WASMIDDELEN EN NABEHANDELINGSMIDDELEN • Gebruik alleen wasmiddelen en nabehandelingsproducten die bedoeld zijn voor gebruik in een wasautomaat: – waspoeder voor alle soorten weefsels, – waspoeder voor delicate stoffen (40 °C max) en wol, 13 • • • • • – vloeibare wasmiddelen, bij voorkeur voor wasprogramma's op lage temperatuur (60 °C max.) voor alle soorten weefsels, of speciaal voor alleen wol. Vermeng geen verschillende soorten wasmiddel met elkaar. Gebruik niet meer dan de benodigde hoeveelheid wasmiddel om het milieu te beschermen. Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van deze producten. Gebruik de juiste producten voor het type en de kleur stof, de programmatemperatuur en de mate van vervuiling. Als uw machine geen wasmiddeldoseerbakje heeft met klepje, voeg dan het vloeibare wasmiddel toe met een doseerbol (meegeleverd bij het wasmiddel). MILIEUTIPS • Stel een programma in zonder de voorwasfase om wasgoed dat normaal vervuild is te wassen. • • • Start een wasprogramma altijd met de maximum toegestane hoeveelheid wasgoed. Gebruik indien nodig een vlekkenverwijderaar als u een programma met een lage temperatuur instelt. Controleer de waterhardheid van uw plaatselijke systeem om de juiste hoeveelheid wasmiddel te gebruiken. Zie "Waterhardheid". WATERHARDHEID Als de waterhardheid in uw gebied hoog of gemiddeld is, raden we u het gebruik van waterverzachter voor wasautomaten aan. In gebieden waar de waterhardheid zacht is, is het gebruik van een waterverzachter niet nodig. Neem contact op met het plaatselijke waterleidingbedrijf voor de waterhardheid in uw gebied. Gebruik de juiste hoeveelheid van de waterverzachter. Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van het product. ONDERHOUD EN REINIGING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. BUITENKANT REINIGEN Het apparaat alleen schoonmaken met zeep en warm water. Maak alle oppervlakken volledig droog. LET OP! Gebruik geen brandspiritus, oplosmiddelen of chemische producten. ONTKALKEN Als de waterhardheid in uw gebied hoog of gemiddeld is, raden we u het gebruik van waterontharder voor wasautomaten aan. Controleer de trommel regelmatig om kalk en roestdeeltjes te voorkomen. Gebruik alleen speciale producten voor wasmachines om roestdeeltjes te verwijderen. Doe dit apart van het wassen van wasgoed. Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van het product. 14 ONDERHOUDSWASBEURT Bij programma's met lage temperaturen is het mogelijk dat er wat wasmiddel achterblijft in de trommel. Voer regelmatig een onderhoudswasbeurt uit. Ga als volgt te werk: • Haal al het wasgoed uit de trommel. • Kies het katoenprogramma met de hoogste temperatuur met een kleine hoeveelheid wasmiddel. DEURRUBBER Controleer het deurrubber regelmatig en verwijder voorwerpen uit de binnenkant. HET AFWASMIDDELDOSEERBAKJE REINIGEN 1 2 5 6 3 4 HET FILTER VAN DE TOEVOERSLANG EN HET KLEPFILTER REINIGEN 1 1 2 3 4 2 45° 3 20° VOORZORGSMAATREGELEN BIJ VORST Als het apparaat is geïnstalleerd in een gebied waar de temperatuur lager is dan 0 °C, dan dient u het resterende water uit de afvoerslang en de afvoerpomp te verwijderen. Voer deze procedure ook uit als u de noodafvoer wilt gebruiken. 1. Trek de stekker uit het stopcontact. 2. Verwijder de watertoevoerslang. 3. Schroef de afvoerslang los van de achtersteun en maak de slang los van de gootsteen of tap. 4. Leg de uiteinden van de afvoer- en toevoerslang in een opvangbak. Laat het water uit de slangen stromen. 5. Als er geen water meer stroomt, plaats de toevoerslang en de afvoerslang terug. WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat de temperatuur hoger is dan 0 °C voordat u het apparaat opnieuw gebruikt. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die door lage temperaturen is veroorzaakt. 15 PROBLEEMOPLOSSING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. INTRODUCTIE Het apparaat start of stopt niet tijdens de werking. Probeer eerst het probleem zelf op te lossen (zie tabel). Als het probleem aanhoudt, neemt u contact op met de Servicedienst. Bij sommige problemen werken de geluidssignalen en toont de display een alarmcode: • • • - Het apparaat wordt niet goed gevuld met water. - Het apparaat pompt geen water weg. - De deur is open of niet goed gesloten. Controleer de deur! Als het apparaat overladen is, neemt u wat voorwerpen uit de trommel en/of duwt u tegen de deur en drukt u tegelijkertijd op de • - De stroomtoevoer is onstabiel. Wacht tot de stroomtoevoer stabiel is. • - Geen communicatie tussen de elektronische elementen van het apparaat. Schakel uit en terug aan. • - Het beschermingssysteem tegen waterlekkage is in werking getreden. Koppel het apparaat los en draai de waterkraan dicht. Neem contact op met de erkende servicedienst. WAARSCHUWING! Schakel het apparaat uit voordat u controles uitvoert. knop totdat de aanduiding stopt met knipperen (zie de afbeelding hieronder). MOGELIJKE FOUTEN Probleem Het programma start niet. Mogelijke oplossing • • • • • • Het apparaat wordt niet goed gevuld met water. • • • • • • 16 Zorg dat de stekker in het stopcontact zit. Zorg dat de deur van het apparaat is gesloten. Zorg dat er geen zekering in de zekeringenkast is doorgebrand. Zorg dat de knop Start/Pauze is ingedrukt. Als de uitgestelde start is ingesteld, annuleert u deze functie of wacht u tot de afloop van de afteltijd. Schakel het kinderslot uit. Controleer of de waterkraan is geopend. Zorg dat de waterdruk niet te laag is. Neem hiervoor zo nodig contact op met uw lokale waterleidingbedrijf. Controleer of de waterkraan niet verstopt is. Zorg dat de filter van de toevoerslang en de filter van de klep niet verstopt zijn. Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging". Controleer of er geen knikken of bochten in de watertoevoerslang aanwezig zijn. Zorg dat de positie van de watertoevoerslang correct is. Probleem Het apparaat pompt geen water weg. Mogelijke oplossing • • • • • • De centrifugeerfase werkt niet of de wascyclus duurt langer dan normaal. • • • • • Er ligt water op de vloer. • • • U kunt de deur van het apparaat niet openen. • • • Het apparaat maakt een abnormaal geluid. • • • Controleer of de gootsteenafvoer niet verstopt is. Controleer of er geen knikken of bochten in de waterafvoerslang aanwezig zijn. Zorg dat de aansluiting van de waterafvoerslang correct is. Stel het afvoerprogramma in als u een programma zonder afvoerfase instelt. Stel het afvoerprogramma in als u een optie instelt waarbij water in de trommel blijft. Als hogervermelde oplossingen niet helpen, neem dan contact met de Servicedienst (aangezien de filter van de afvoerpomp verstopt kan zijn). Verdeel het wasgoed handmatig in de trommel en start de centrifugeerfase opnieuw. Dit probleem wordt mogelijk veroorzaakt door problemen met de balans. Stel de centrifugeersnelheid in. Stel het afvoerprogramma in als u een optie instelt waarbij water in de trommel blijft. Verdeel het wasgoed handmatig in de trommel en start de centrifugeerfase opnieuw. Dit probleem wordt mogelijk veroorzaakt door problemen met de balans. Als hogervermelde oplossingen niet helpen, neem dan contact met de Servicedienst (aangezien de filter van de afvoerpomp verstopt kan zijn). Zorg dat de aansluitingen van de waterslangen goed vast zitten en dat er geen lekken zijn. Zorg ervoor dat de watertoevoer- en afvoerslangen niet beschadigd zijn. Zorg dat u het juiste wasmiddel en de juiste hoeveelheid gebruikt. Zorg dat het wasprogramma voltooid is. Stel het afvoer- of centrifugeerprogramma in als er zich water in de trommel bevindt. Houd u zich aan de noodafvoerprocedure. Zie "Voorzorgsmaatregelen bij vorst" (in het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging"). Zorg dat het apparaat waterpas staat. Raadpleeg 'Montage-instructies'. Zorg dat de verpakking en/of de transportbouten verwijderd zijn. Raadpleeg 'Montage-instructies'. Voeg meer wasgoed aan de trommel toe. De lading is te klein. Het apparaat vult zich met water en pompt dit direct weg. • Zorg dat de afvoerslang zich op de juiste hoogte bevindt. Het uiteinde van de afvoerslang bevindt zich te laag. Raadpleeg 'Montageinstructies'. De cyclus is korter dan de weergegeven tijd. • Het apparaat berekent een nieuwe tijd aan de hand van de wasgoedlading. Zie het hoofdstuk "Verbruikswaarden". De cyclus is langer dan de weergegeven tijd. • Een wasgoedlading die niet in balans is verlengt de duur. Dit is normaal gedrag van het apparaat. 17 Probleem Het wasresultaat is niet bevredigend. U kunt geen optie instellen. Mogelijke oplossing • • • • Gebruik meer wasmiddel of gebruik een ander middel. U hebt de hardnekkige vlekken niet voor het wassen uit het wasgoed gehaald. Zorg dat u de juiste temperatuur instelt. Verminder de hoeveelheid wasgoed. • Zorg dat u alleen op de gewenste tiptoets(en) drukt. Schakel het apparaat na de controle in. Het programma gaat verder vanaf het punt waar het werd onderbroken. Als het probleem opnieuw optreedt, neemt u contact op met het geautoriseerd servicecentrum. Als de display andere alarmcodes aangeeft. Het apparaat uit en weer aanzetten. Als het probleem opnieuw optreedt, neemt u contact op met de Servicedienst. SERVICE Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan. Zorg dat u deze gegevens bij de hand hebt als u met de servicedienst contact opneemt. U vindt deze op het classificatieplaatje: model, productnummer en serienummer. (Mod., Prod. No., Ser. No.) TECHNISCHE GEGEVENS Afmetingen Breedte / hoogte / diepte / totale diepte 600 mm/ 850 mm/ 600 mm/ 660 mm Aansluiting op het elektriciteitsnet Spanning Totale stroom Zekering Frequentie 230 V 2200 W 10 A 50 Hz Het beschermdeksel biedt bescherming tegen vaste stoffen en vochtigheid, behalve op plaatsen waar de laagspanningsapparatuur geen bescherming tegen vocht biedt IPX4 Watertoevoerdruk 0,5 bar (0,05 MPa) 8 bar (0.8 MPa) Minimum Maximum Koud water Watertoevoer 1) Maximale belading Katoen (Cotton) Energiebesparingsklasse Centrifugeersnelheid 10 kg A+++ -20% Maximum 1400 tpm 1) Sluit de watertoevoerslang aan op een kraan met 3/4" schroefdraad. MILIEUBESCHERMING Recycle de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte verzamelcontainer om het te recyclen. Help om het milieu en de volksgezondheid te beschermen en recycle het afval van elektrische en elektronische apparaten. 18 Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40

Zanussi ZWF0143BWH Handleiding

Type
Handleiding

in andere talen