Nikon COOLPIX AW130 Referentie gids

Type
Referentie gids
DIGITALE CAMERA
Naslaggids
Nl
Inleiding
i
Inhoudsopgave
xx
Onderdelen van de camera
1
De opname voorbereiden
6
Basisbewerkingen voor opname en weergave
12
Opnamefuncties
21
Weergavefuncties
59
Films opnemen en weergeven
71
Menu's gebruiken
78
Locatiegegevensfuncties gebruiken/kaarten weergeven
132
De Wi-Fi (draadloos LAN)-functie gebruiken
146
De camera aansluiten op een televisie, printer of computer
150
Technische opmerkingen
159
i
Inleiding
Inleiding
Om het maximum uit dit product van Nikon te halen, leest u aandachtig “Voor uw
veiligheid” (Avi–viii), “<Belangrijk> Schokbestendig, waterdicht, stofdicht,
condensatie” (Aix), “<Belangrijk> Opmerkingen over locatiegegevensfuncties
(GPS/GLONASS, elektronisch kompas)” (Axv) en “Wi-Fi (draadloos LAN-netwerk)”
(Axviii) en alle andere instructies en bewaart u deze waar ze worden gelezen door
iedereen die de camera gebruikt.
Als u de camera onmiddellijk wilt gebruiken, raadpleegt u “De opname
voorbereiden” (A6) en “Basisbewerkingen voor opname en weergave” (A12).
Andere informatie
Symbolen en conventies
SD-, SDHC- en SDXC-geheugenkaarten worden in deze handleiding
“geheugenkaarten” genoemd.
Met “standaardinstelling” wordt de instelling bij aankoop bedoeld.
De namen van de menuopties die op de cameramonitor verschijnen en de
namen van knoppen of meldingen die op de computermonitor verschijnen,
worden vet weergegeven.
In sommige schermvoorbeelden in deze handleiding zijn afbeeldingen
weggelaten om aanduidingen op de monitor duidelijker weer te geven.
Lees dit eerst
Symbool Beschrijving
B
Dit symbool staat bij waarschuwingen en informatie die moeten
worden gelezen voordat u de camera gaat gebruiken.
C
Dit symbool staat bij opmerkingen en informatie die moeten
worden gelezen voordat u de camera gaat gebruiken.
A
Dit pictogram verwijst naar andere pagina's met relevante
informatie.
ii
Inleiding
De camerariem bevestigen voor gebruik op het land
Verwijder de riem voor gebruik op het land voor u de camera onder water gebruikt.
iii
Inleiding
Informatie en voorzorgsmaatregelen
Permanente kennisoverdracht
Als onderdeel van Nikon's streven naar “permanente kennisoverdracht” via continue
productondersteuning en -informatie is er altijd nieuwe, bijgewerkte informatie online
beschikbaar op de volgende websites:
Voor gebruikers in de VS: http://www.nikonusa.com/
Voor gebruikers in Europa: http://www.europe-nikon.com/support/
Voor gebruikers in Azië, Oceanië, het Midden-Oosten en Afrika:
http://www.nikon-asia.com/
Bezoek deze sites voor de nieuwste productinformatie, tips, antwoorden op veelgestelde
vragen (FAQ's) en algemeen advies over digitale beeldverwerking en fotografie. Neem voor
meer informatie contact op met de dichtstbijzijnde Nikon-vertegenwoordiger. Bezoek de
onderstaande website voor de contactgegevens.
http://imaging.nikon.com/
Gebruik uitsluitend elektronische accessoires van het merk
Nikon
Nikon COOLPIX-camera's zijn ontwikkeld volgens de hoogste technologische standaarden
en bevatten complexe elektronische circuits. Alleen elektronische accessoires van het merk
Nikon (inclusief batterijladers, accu's, lichtnetlaadadapters, lichtnetadapters en USB-kabels),
die door Nikon speciaal zijn gecertificeerd voor gebruik met deze digitale camera van
Nikon, zijn ontwikkeld om binnen de operationele eisen en veiligheidseisen van deze
elektronische circuits te werken en zijn met het oog daarop getest en goedgekeurd.
HET GEBRUIK VAN ELEKTRONISCHE ACCESSOIRES DIE NIET DOOR NIKON ZIJN
VERVAARDIGD, KAN DE CAMERA BESCHADIGEN EN DE
NIKON-GARANTIE DOEN
VERVALLEN.
Het gebruik van oplaadbare Li-ionbatterijen van derden die het Nikon holografische zegel
niet dragen, kan de normale werking van de camera verstoren of ertoe leiden dat de accu's
oververhit raken, ontbranden, barsten of lekken.
Neem voor meer informatie over originele Nikon-accessoires contact op met een door
Nikon erkende leverancier.
Voordat u belangrijke foto's gaat maken
Voordat u foto's gaat maken van belangrijke gelegenheden (zoals een huwelijk of een reis),
kunt u best enkele proefopnamen maken om te controleren of de camera goed werkt.
Nikon is niet aansprakelijk voor schade of gederfde inkomsten als gevolg van een defect
aan uw camera.
Holografisch zegel: Dit zegel duidt aan
dat dit apparaat een origineel Nikon-
product is.
iv
Inleiding
Over de handleidingen
Geen enkel onderdeel van de bij dit product geleverde handleidingen mag worden
gereproduceerd, overgedragen, getranscribeerd, worden opgeslagen in een
archiefsysteem of in enige vorm worden vertaald naar enige taal, met enig middel,
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Nikon.
De illustraties en monitorinhoud in deze handleiding kunnen afwijken van het eigenlijke
product.
Nikon behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande aankondiging de specificaties
van de hardware en software die in deze handleidingen worden beschreven op elk
gewenst moment te wijzigen.
Nikon is niet aansprakelijk voor enige schade die voortvloeit uit het gebruik van dit
product.
Nikon heeft alles in het werk gesteld om te zorgen dat de informatie in deze
handleidingen juist en volledig is en zou het op prijs stellen als u de Nikon-importeur op
de hoogte brengt van eventuele onjuistheden of omissies (zie de overige documentatie
voor de adresgegevens).
Mededelingen over het verbod op kopiëren of reproduceren
Houd er rekening mee dat alleen al het bezit van materiaal dat digitaal is gekopieerd of
gereproduceerd met behulp van een scanner, digitale camera of ander apparaat wettelijk
strafbaar kan zijn.
Materiaal dat niet mag worden gekopieerd of gereproduceerd
Kopieer of reproduceer geen papiergeld, munten, waardepapieren of obligaties van
(plaatselijke) overheden, zelfs niet als dergelijke kopieën of reproducties zijn voorzien van
een stempel “Voorbeeld” of “Specimen”. Het kopiëren of reproduceren van papiergeld,
munten of waardepapieren die in het buitenland in omloop zijn, is verboden. Tenzij vooraf
door de overheid toestemming is verleend, is het kopiëren of reproduceren van
ongebruikte, door de overheid uitgegeven postzegels of briefkaarten verboden.
Het kopiëren of reproduceren van door de overheid uitgegeven (post)zegels en
gecertificeerde wettelijke documenten is verboden.
Waarschuwingen met betrekking tot bepaalde kopieën en reproducties
De overheid heeft waarschuwingen uitgevaardigd met betrekking tot het kopiëren of
reproduceren van waardepapieren uitgegeven door commerciële instellingen (aandelen,
wissels, cheques, cadeaubonnen en dergelijke), vervoerspassen of coupons, behalve
wanneer het gaat om een minimaal benodigd aantal kopieën voor zakelijk gebruik door
een bedrijf. Evenmin toegestaan is het kopiëren of reproduceren van door de overheid
uitgegeven paspoorten, door overheidsinstanties en andere instellingen afgegeven
vergunningen, identiteitsbewijzen en kaartjes, zoals pasjes en maaltijdbonnen.
Auteursrechten
Het kopiëren of reproduceren van auteursrechtelijk beschermde creatieve werken, zoals
boeken, muziek, schilderijen, houtgravures, kaarten, tekeningen, films en foto's, wordt
gereguleerd door de nationale en internationale auteurswetgeving. Gebruik dit product
niet voor het maken van illegale kopieën of voor andere activiteiten die het auteursrecht
schenden.
v
Inleiding
Wegwerpen van opslagmedia
Houd er rekening mee dat bij het wissen van foto's of het formatteren van opslagmedia,
zoals geheugenkaarten of het interne camerageheugen, de oorspronkelijke beeldgegevens
niet volledig worden verwijderd. Met behulp van in de handel verkrijgbare software is het
soms mogelijk verwijderde bestanden op weggeworpen opslagmedia alsnog te herstellen,
wat misbruik van persoonlijke beeldgegevens tot gevolg kan hebben. De gebruiker is zelf
verantwoordelijk voor de privacybescherming met betrekking tot dergelijke gegevens.
Wis alle gegevens met behulp van speciale software, alvorens een opslagmedium weg te
werpen of aan een ander over te dragen. U kunt ook Locatiegegevens opnemen in
Optiesmenu locatiegeg. in het optiemenu met locatiegegevens (A78) instellen op Uit
nadat u het medium heeft geformatteerd en het medium vervolgens geheel vullen met
beelden die geen persoonlijke informatie bevatten (bijvoorbeeld beelden van de lucht).
Wees voorzichtig bij het fysiek vernietigen van opslagmedia en voorkom letsel en
beschadiging van eigendommen.
Voor de COOLPIX AW130 worden de op de geheugenkaart opgeslagen loggegevens op
dezelfde manier behandeld als andere gegevens. Om de loggegevens te wissen die
verkregen zijn maar niet opgeslagen zijn op de geheugenkaart, selecteert u Log
aanmaken M Alle logs beëindigen M Logs wissen.
Om de Wi-Fi-instellingen te verwijderen, selecteert u Standaardw. herstellen in het Wi-Fi-
optiemenu (A78).
Conformiteitsmarkering
Volg de onderstaande procedure om een aantal conformiteitsmarkeringen weer te geven
waaraan de camera voldoet.
Druk op de d-knop M z-menupictogram M Conformiteitsmarkering M k-knop
vi
Inleiding
Om schade aan uw Nikon-product of letsel bij uzelf of anderen te voorkomen,
verzoeken wij u de volgende veiligheidsvoorschriften goed door te lezen alvorens dit
product in gebruik te nemen. Bewaar deze veiligheidsinstructies op een plaats waar
alle gebruikers van dit product deze kunnen lezen.
De mogelijke gevolgen van het niet in acht nemen van de in dit hoofdstuk vermelde
veiligheidsvoorschriften worden aangeduid door middel van het volgende symbool:
WAARSCHUWINGEN
Zet de camera bij storing uit
Indien er rook of een ongewone geur uit de camera of de lichtnetlaadadapter komt,
koppel de lichtnetlaadadapter dan los en verwijder de accu onmiddellijk. Let hierbij
op dat u geen brandwonden oploopt. Als u de camera blijft gebruiken, kan dit tot
letsel leiden. Nadat de accu is verwijderd resp. de stekker uit het stopcontact is
gehaald, dient het apparaat door een door Nikon erkende servicedienst te worden
nagekeken.
Demonteer het apparaat niet
Het aanraken van de interne delen van de camera of lichtnetlaadadapter kan leiden
tot letsel. Reparaties mogen uitsluitend door bevoegde technici worden uitgevoerd.
Als de camera of de lichtnetlaadadapter door een val of ander ongeluk openbreekt,
haalt u de stekker uit het stopcontact en/of verwijdert u de accu en laat u het
product nakijken door een door Nikon erkende servicedienst.
Gebruik de camera of lichtnetlaadadapter niet in de buurt van
ontvlambare gassen
Gebruik elektronische apparatuur niet in de buurt van ontvlambare gassen, omdat
dit kan leiden tot ontploffingen of brand.
Verwijder de riem wanneer u de camera onder water gebruikt
Wanneer de camerariem rond de nek gedraaid raakt, kan dit tot verstikking leiden.
Wees voorzichtig met de camerariem
Hang de camerariem nooit om de nek van een baby of kind.
Buiten bereik van kinderen houden
Zorg ervoor dat kleine kinderen de accu of andere kleine onderdelen niet in hun
mond kunnen stoppen.
Voor uw veiligheid
Dit symbool staat bij waarschuwingen die moeten worden gelezen voordat dit
Nikon-product in gebruik wordt genomen, zodat mogelijk letsel wordt
voorkomen.
vii
Inleiding
Vermijd langdurig contact met de camera, lichtnetlaadadapter of
lichtnetadapter terwijl de apparaten zijn ingeschakeld of in gebruik
zijn
Delen van de apparaten worden heet. Als u de apparaten langere tijd in direct
contact met de huid laat komen, dan kan dat lichte brandwonden tot gevolg
hebben.
Laat het product niet achter op plaatsen waar het blootstaat aan
extreem hoge temperaturen, zoals een afgesloten auto of in direct
zonlicht
Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dat schade of brand
veroorzaken.
Gebruik de geschikte stroombron (batterij, lichtnetlaadadapter,
lichtnetadapter, USB-kabel)
Wanneer u een stroombron gebruikt die niet door Nikon wordt geleverd of verkocht,
kan dit schade of storingen veroorzaken.
Ga voorzichtig om met de accu
Bij onjuist gebruik kan de accu gaan lekken, oververhit raken of ontploffen. Let op de
volgende punten bij het gebruik van de accu in combinatie met dit product:
Schakel het apparaat uit voordat u de accu verwisselt. Wanneer u de
lichtnetlaadadapter/lichtnetadapter gebruikt, dient u zeker te zijn dat de stekker is
uitgetrokken.
Gebruik enkel een oplaadbare Li-ionbatterij EN-EL12 (meegeleverd). Laad de accu
op door een camera te gebruiken die het opladen van accu's ondersteunt.
Daartoe gebruikt u de lichtnetlaadadapter EH-71P/EH-73P (meegeleverd) en
USB-kabel UC-E21 (meegeleverd). De batterijlader MH-65 (apart verkrijgbaar) kan
ook worden gebruikt om de accu zonder camera op te laden.
Probeer de accu niet ondersteboven of achterstevoren in de camera te plaatsen.
U mag de accu niet kortsluiten of uit elkaar halen, of de isolatie of het omhulsel
verwijderen of openbreken.
Stel de accu niet bloot aan vuur of buitensporige hitte.
Dompel de accu niet onder in water en zorg dat deze niet vochtig wordt.
Plaats de accu in een plastic zak enz. om de aansluiting te isoleren voordat u deze
transporteert. Vervoer of bewaar de accu niet bij metalen voorwerpen, zoals
halskettingen of haarspelden.
Een volledig ontladen accu kan gaan lekken. Om schade aan het product te
voorkomen, dient u de accu te verwijderen wanneer deze leeg is.
Stop onmiddellijk met het gebruik van de accu wanneer zich een verandering
voordoet, zoals verkleuring of vervorming.
Spoel kleding of huid die in contact is gekomen met vloeistof uit een
beschadigde accu onmiddellijk af met veel water.
Neem bij gebruik van de lichtnetlaadadapter de onderstaande
voorzorgsmaatregelen in acht
Houd de lichtnetlaadadapter droog. Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht
neemt, kan dit leiden tot brand of een elektrische schok.
viii
Inleiding
Verwijder stof op of bij de metalen onderdelen van de stekker met een droge
doek. Als u dit nalaat en het product blijft gebruiken, kan dit brand veroorzaken.
Raak de stekker niet aan en blijf uit de buurt van de lichtnetlaadadapter tijdens
onweer. Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit leiden tot een
elektrische schok.
Voorkom beschadigingen of veranderingen aan de USB-kabel. Trek de kabel niet
met kracht los en buig deze niet. Plaats geen zware voorwerpen op de kabel en
stel de kabel niet bloot aan hitte of vuur. Als de isolatie beschadigd raakt en de
draden bloot komen te liggen, laat de kabel dan door een door Nikon erkende
servicedienst nakijken. Als u deze voorzorgsmaatregelen niet in acht neemt, kan
dit brand of een elektrische schok veroorzaken.
Raak de stekker of de lichtnetlaadadapter niet met natte handen aan. Als u deze
voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit leiden tot een elektrische schok.
Gebruik geen converters of adapters om van de ene spanning naar de andere
spanning om te schakelen en gebruik geen DC-naar-AC-omvormers. Het niet in
acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan het product beschadigen of leiden
tot oververhitting of brand.
Gebruik de juiste kabels
Gebruik voor aansluitingen uitsluitend de voor dit doel meegeleverde of bij Nikon
verkrijgbare kabels, zodat wordt voldaan aan de productvoorschriften.
Wees voorzichtig met de bewegende delen
Pas op dat uw vingers of andere voorwerpen niet bekneld raken tussen de
bewegende delen.
Als u een flitser dichtbij de ogen van een te fotograferen persoon
gebruikt, kan dat tijdelijk oogletsel veroorzaken
De flitser mag niet minder dan 1 m van het onderwerp worden gehouden.
Wees extra voorzichtig bij het fotograferen van kleine kinderen.
Flits niet als het flitsvenster met een persoon of voorwerp in aanraking
komt
Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dat brand of brandwonden
veroorzaken.
Volg de instructies van het personeel van de luchtvaartmaatschappij
of het ziekenhuis
Raak de camera bij lage temperaturen van 0 °C of lager niet gedurende
lange tijd direct aan
Als de huid in contact komt met metalen delen enz., kan dit letsel aan de huid
veroorzaken. Draag handschoenen enz.
Let op wanneer u de filmlamp gebruikt
Kijk niet direct in de filmlamp. Dit kan tot oogletsel of verminderd zicht leiden.
ix
Inleiding
Lees de volgende instructies alsook de instructies in “Verzorging van het product”
(A160).
Info over schokbestendigheid
Deze camera is geslaagd in de interne Nikon-test (valtest van een hoogte van 210 cm
op een multiplexpaneel van 5 cm) dik overeenkomstig MIL-STD 810F Method 516.5-
Shock*.
Deze test waarborgt niet de waterdichte prestaties van de camera, noch dat de
camera in alle omstandigheden vrij zal zijn van schade of storingen.
Wijzigingen in het uitzicht, zoals afpellende lak en vervorming van het
valschokgedeelte, maken geen deel uit van de interne Nikon-test.
* Standaard testmethode van het Amerikaanse Ministerie van Defensie.
Tijdens deze valtest vallen 5 camera's in 26 richtingen (8 randen, 12 hoeken en
6 voorzijden) van een hoogte van 122 cm, om zeker te zijn dat een op de vijf camera's in
de test slaagt (als een defect tijdens de test wordt vastgesteld, worden nog eens vijf
camera's getest om zeker te zijn dat een op de vijf camera's aan de testcriteria voldoet).
Stel de camera niet bloot aan overmatige schokken, vibratie of druk door de
camera te laten vallen, erop te slaan of er een zwaar voorwerp op te
plaatsen.
Als u geen rekening houdt met deze voorzorgsmaatregel, kan de camera vervormd
raken, kunnen de luchtdichte afdichtingen beschadigd raken of kan er water in de
camera sijpelen, waardoor de werking van de camera gestoord raakt.
Gebruik de camera onder water niet dieper dan 30 m.
Stel de camera niet bloot aan waterdruk door hem onder stromend water te
houden.
Ga niet zitten terwijl de camera in uw broekzak zit.
Pers de camera niet met geweld in een tas.
Opmerkingen over waterdichtheid en stofdichtheid
De camera voldoet aan JIS/IEC-waterdichtheidskwaliteit 8 (IPX8) en JIS/IEC-
stofdichtheidskwaliteit 6 (IP6X) en laat gedurende 60 minuten opnames onder water
toe op een diepte van 30 m.*
Deze waarde vormt geen garantie voor de waterdichte prestaties van de camera,
noch dat de camera in alle omstandigheden vrij zal zijn van schade of storingen.
* Deze waarde geeft aan dat de camera dusdanig ontworpen is dat hij gedurende de
vermelde tijd bestand is tegen de vermelde waterdruk wanneer de camera wordt
gebruikt overeenkomstig de door Nikon gedefinieerde methoden.
<Belangrijk> Schokbestendig, waterdicht,
stofdicht, condensatie
x
Inleiding
Als de camera wordt blootgesteld aan overmatige schokken, vibratie of
druk door de camera te laten vallen, erop te slaan of er een zwaar voorwerp
op te plaatsen, kan de waterdichtheid niet worden gewaarborgd.
Als de camera werd blootgesteld aan schokken, is het aan te bevelen de
waterdichtheid te laten nakijken door uw verkoper of een door Nikon
geautoriseerde servicevertegenwoordiger (tegen betaling).
- Laat de camera niet vallen, sla de camera niet tegen een hard voorwerp zoals een
rots, of gooi de camera niet op het wateroppervlak.
- Gebruik de camera onder water niet dieper dan 30 m.
- Stel de camera niet bloot aan waterdruk door hem in een stroomversnelling of
onder een waterval te houden.
- Uw Nikon-garantie dekt mogelijk geen storingen die worden veroorzaakt door
water dat in de camera binnensijpelt ten gevolge van een verkeerde hantering
van de camera.
Als er water in de camera binnensijpelt, dient u het gebruik van de camera
onmiddellijk te stoppen. Veeg het vocht van de camera en breng de camera
onmiddellijk naar uw door Nikon geautoriseerde servicevertegenwoordiger.
De waterdichtheid van deze camera geldt alleen voor zoet water (zwembaden,
rivieren en meren) en zeewater.
Het inwendige gedeelte van deze camera is niet waterdicht. Water dat in de
camera binnensijpelt, kan roest veroorzaken aan de componenten, wat hoge
herstellingskosten of onherstelbare schade tot gevolg heeft.
De accessoires zijn niet waterdicht.
Als een vloeistof zoals waterdruppels op
de buitenzijde van de camera valt of in
het deksel van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf, dient u deze
vloeistof onmiddellijk weg te vegen met
een zachte droge doek. Plaats geen natte
geheugenkaart of accu in de camera.
Als het deksel van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf wordt geopend of
gesloten in natte omstandigheden aan
een oever of onder water, kan er water in
de camera binnensijpelen of kan de camera gestoord raken.
Open of sluit het deksel niet met natte handen. Daardoor kan er water in de
camera binnensijpelen of kan de camera gestoord raken.
xi
Inleiding
Als een vreemd voorwerp zich aan de
buitenzijde van de camera of in het deksel
van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf
vasthecht (bijvoorbeeld aan de gele
waterdichte pakking, aan scharnieren, de
geheugenkaartsleuf of aansluitingen),
dient u dit onmiddellijk te verwijderen met
een blaasbalgje. Als een vreemde stof zich
vasthecht op de waterdichte pakking
binnenin het deksel van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf, dient u deze stof te verwijderen met de meegeleverde
borstel. Gebruik de meegeleverde borstel uitsluitend om de waterdichte pakking
te reinigen.
Als een vreemde stof, zoals zonneolie, zonnecrème, badproduct, detergent, zeep,
organisch solvent, olie of alcohol, zich aan de camera vasthecht, dient u dit
onmiddellijk weg te vegen. Hierdoor kan de buitenzijde van de camera aangetast
worden.
Laat de camera niet gedurende lange tijd achter bij lage temperatuur in gebieden
met koud klimaat, of bij hoge temperaturen van 40 °C of meer (met name op een
plaats die blootstaat aan direct zonlicht, in een wagen, op een boot, aan het
strand of in de buurt van verwarmingstoestellen). Dit kan de waterdichtheid van
de camera aantasten.
Voor de camera onder water wordt gebruikt
Verwijder de riem voor gebruik op het land voor u de camera onder water gebruikt.
1. Controleer of er zich geen vreemde stoffen in het deksel van het
batterijvak/de geheugenkaartsleuf bevinden.
Vreemde stoffen zoals zand, stof of haar in het deksel van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf, moeten worden verwijderd met een blaasbalgje.
Vloeistoffen zoals waterdruppels in het deksel van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf, dient u af te vegen met een zachte droge doek.
2. Controleer of de waterdichte pakking van het deksel van het batterijvak/
de geheugenkaartsleuf niet gebarsten of vervormd is.
De waterdichtheid van de waterdichte pakking kan na één jaar afnemen.
Als de kwaliteit van de waterdichte pakking afneemt, dient u contact op te
nemen met uw verkoper of een door Nikon geautoriseerde
servicevertegenwoordiger.
Controleer of de waterdichte pakking niet losgekomen is van de camera.
3. Controleer of het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf
stevig gesloten is.
Draai de grendel van het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf tot
deze vastklikt. Zorg ervoor dat het dunne snoer van de camerariem niet gekneld
raakt.
Controleer of de grendelaanduiding de toestand “Dicht” aangeeft.
xii
Inleiding
Opmerkingen voor het gebruik van de camera onder
water
Houd rekening met de volgende voorzorgsmaatregelen om te voorkomen
dat er water in de camera binnensijpelt.
Duik met de camera niet in water dat dieper is dan 30 m.
Gebruik de camera niet continu gedurende 60 minuten of langer onder water.
Gebruik de camera in water met een temperatuur van 0 °C tot 40 °C wanneer u de
camera onder water gebruikt.
Gebruik de camera niet in warmtebronnen.
Open of sluit het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet onder
water.
Stel de camera niet bloot aan schokken wanneer u deze onder water gebruikt.
Spring niet in het water met de camera en stel de camera niet bloot aan hoge
waterdruk zoals in een stroomversnelling of onder een waterval.
Deze camera drijft niet in water. Laat de camera onder water niet vallen.
Reiniging na gebruik van de camera onder water
Binnen de 60 minuten nadat u de camera onder water of aan het strand heeft
gebruikt, veegt u alle zand, stof of zout af met een zachte doek die lichtjes werd
bevochtigd met zoet water, waarna u de camera grondig droogt.
Als u de camera in natte toestand achterlaat waarbij zoutdeeltjes of andere vreemde
stoffen zich aan de camera kunnen vasthechten, kan dit leiden tot schade,
verkleuring, corrosie, een slechte geur of afname van de waterdichtheid.
De hierna beschreven reinigingsprocedure is aanbevolen om lang te kunnen
genieten van uw camera.
Voor u de camera reinigt, dient u waterdruppels, zand, zoutdeeltjes of andere
vreemde stoffen grondig te verwijderen van uw handen, lichaam en haar.
Het is aan te bevelen de camera binnenshuis te reinigen, zodat de camera niet
kan blootstaan aan waterspatten of zand.
Open het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet vooraleer alle
vreemde voorwerpen afgespoeld zijn met water en alle vocht afgeveegd is.
xiii
Inleiding
1. Houd het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf gesloten en
spoel de camera af met zoet water.
Dompel de camera gedurende 10
minuten onder in een ondiep
waterbekken dat gevuld is met zoet
water (bijvoorbeeld leidingwater of
bronwater dat geen zout bevat).
Als de knoppen of schakelaars niet
goed werken, kunnen er zich
vreemde stoffen hebben afgezet.
Omdat dit een storing kan
veroorzaken, dompelt u de camera
onder in zoet water en schudt u er
goed mee in het water om alle vreemde stoffen van de camera te verwijderen.
Wanneer de camera in water wordt ondergedompeld, kunnen er enkele
luchtbellen uit de waterafvoergaten van de camera komen, zoals openingen in
de microfoon of luidsprekers. Dit is geen defect.
2. Veeg waterdruppels af met een zachte doek en droog de camera op een
goed geventileerde en schaduwrijke plaats.
Leg de camera op een droge doek om deze te drogen.
Er zal water uit de openingen in de microfoon of de luidsprekers lopen.
Droog de camera niet met warme lucht van een haardroger of kledingdroger.
Gebruik geen chemicaliën (zoals benzine, thinner, alcohol of reinigingsmiddel),
zeep of neutrale detergenten.
Als de waterdichte pakking of de camerabody vervormd raken, neemt de
waterdichtheid af.
3. Nadat u heeft gecontroleerd dat er geen waterdruppels meer op de
camera zitten, opent u het deksel van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf en veegt u alle water of zand in de camera weg met
een droge zachte doek.
Als u het deksel opent voor de camera volledig droog is, kunnen er
waterdruppels op de geheugenkaart of op de accu vallen.
De waterdruppels kunnen ook binnensijpelen in het deksel van het batterijvak/
de geheugenkaartsleuf (bijvoorbeeld aan de waterdichte pakking, scharnieren,
geheugenkaartsleuf of aansluitingen).
In dit geval veegt u het water af met een droge zachte doek.
Als het deksel wordt gesloten terwijl de binnenzijde vochtig is, kan er
condensatie of een storing optreden.
Als de microfoon- of luidsprekeropeningen verstopt zitten met waterdruppels,
kan de geluidskwaliteit afnemen of vervormd raken.
- Veeg het water af met een droge zachte doek.
- Prik niet in de microfoon- of luidsprekeropeningen met een scherp voorwerp.
Als de binnenzijde van de camera beschadigd raakt, neemt de
waterdichtheid af.
Zie “Reinigen” (A164) voor meer informatie.
xiv
Inleiding
Info over bedrijfstemperatuur, vocht en condensatie
Deze camera werd getest bij temperaturen van −10 °C tot +40 °C.
Wanneer u de camera in koude streken of op grote hoogtes gebruikt, dient u
rekening te houden met de volgende voorzorgsmaatregelen.
De prestaties van de accu's (aantal opgenomen beelden en opnametijd) zullen
tijdelijk afnemen. Houd de camera en accu's warm in een koudebestendige
recipiënt of onder uw kledij voor u deze gebruikt.
Als de camera zich in een zeer koude toestand bevindt, kunnen de prestaties
tijdelijk afnemen. Zo kan de monitor donkerder worden dan normaal onmiddellijk
nadat de camera wordt ingeschakeld of kunnen er spookbeelden optreden.
Wanneer er zich sneeuw of waterdruppels op de buitenzijde van de camera
vasthechten, dient u deze onmiddellijk weg te vegen.
- Als de knoppen of schakelaars bevroren zijn, werken ze mogelijk niet vlot.
- Als de microfoon- of luidsprekeropeningen verstopt zitten met waterdruppels,
kan de geluidskwaliteit afnemen of vervormd raken.
Omgevingsvoorwaarden zoals temperatuur en
vochtigheid kunnen waasvorming (condensatie)
veroorzaken aan de binnenzijde van de monitor of het
objectief. Dit is geen storing of defect van de camera.
Omgevingsvoorwaarden die waarschijnlijk
condensatie in de camera zullen veroorzaken
Waasvorming (condensatie) kan in de volgende omstandigheden bij sterke
temperatuurschommelingen of hoge vochtigheid optreden aan de binnenzijde van
de monitor of het objectief.
De camera wordt plots ondergedompeld in koud water nadat de camera zich bij
hoge temperatuur op het land bevond, bijvoorbeeld aan het strand of in direct
zonlicht.
De camera wordt naar een warme plek gebracht, bijvoorbeeld in een gebouw,
vanuit koude buitentemperaturen.
Het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf wordt geopend of gesloten
in een omgeving met hoge vochtigheid.
Waasvorming verwijderen
Open het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf nadat u de camera
heeft uitgeschakeld op een plaats waar de omgevingstemperatuur stabiel is
(vermijd plaatsen met hoge temperatuur of vochtigheid, zand of stof).
Om de waas te verhelpen, verwijdert u de accu en de geheugenkaart en laat u de
camera met geopend deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf liggen,
zodat de camera zich kan aanpassen aan de omgevingstemperatuur.
Als de waas niet kan worden verholpen, neemt u contact op met uw verkoper of
met een door Nikon geautoriseerde servicevertegenwoordiger.
xv
Inleiding
Kaart-/locatienaamgegevens van deze camera
Voor u locatiegegevensfuncties gebruikt, dient u de
“GEBRUIKERSLICENTIEOVEREENKOMST VOOR KAARTGEGEVENS EN
LOCATIENAAMGEGEVENS” (A187) te lezen en dient u zich akkoord te verklaren met
de voorwaarden.
De kaart- en locatienaaminformatie (Points of Interest: POI) gelden voor april 2014.
De kaart- en locatienaaminformatie wordt niet bijgewerkt.
De details van geologische formaties worden vereenvoudigd weergegeven
overeenkomstig de schaal van de kaart. De schaal van de kaart en de
detailleringsgraad van de locatiegegevens zijn afhankelijk van het land en de
regio.
Naarmate de geografische breedte toeneemt, kunnen de horizontale en verticale
schalen op de monitor variëren, waardoor weergegeven geologische formaties
afwijken van de realiteit. Gebruik de kaart- en locatienaaminformatie alleen als
richtlijn.
De gedetailleerde kaartgegevens en locatienaaminformatie (Points of Interest:
POI) van de Volksrepubliek China (“China”) en de Republiek Korea worden niet
aangeboden voor de COOLPIX AW130.
Opmerkingen over functies voor het opnemen van locatiegegevens en
logregistratie
Wanneer Locatiegeg. opnemen in Optiesmenu locatiegeg. in het
optiesmenu locatiegegevens is ingesteld op Aan of wanneer logs worden
opgenomen, blijven de functies voor het opnemen van locatiegegevens en logs
verder werken, ook als de camera uitgeschakeld is (A132).
Een persoon kan worden geïdentificeerd op basis van foto's of films die met
locatiegegevens werden opgenomen. Wees voorzichtig wanneer u foto's of films
die met locatiegegevens werden opgenomen, of logs overdraagt aan andere
personen of ze uploadt naar een netwerk zoals het Internet, waar iedereen ze kan
zien. Lees in elk geval “Wegwerpen van opslagmedia” (Av).
<Belangrijk> Opmerkingen over
locatiegegevensfuncties (GPS/GLONASS,
elektronisch kompas)
xvi
Inleiding
Opmerkingen over meetfuncties
De COOLPIX AW130 is een camera. Gebruik deze camera niet als navigatietoestel of
meetinstrument.
Gebruik informatie (zoals richting, hoogte en waterdiepte) die door de camera
werd gemeten, alleen als richtlijn. Gebruik deze informatie niet voor de navigatie
van een vliegtuig, wagen of persoon en ook niet voor landmetingen.
Wanneer u de camera gebruikt tijdens bergbeklimmen, op trektochten of onder
water, dient u een afzonderlijke kaart, navigatietoestel of meetinstrument mee te
nemen.
De camera in het buitenland gebruiken
Voor u de camera met locatiegegevensfuncties meeneemt naar het buitenland,
dient u informatie in te winnen bij uw reisagentschap of de ambassade van het
land dat u bezoekt om na te gaan of daar gebruiksbeperkingen van toepassing
zijn.
In China mag u mag bijvoorbeeld geen locatiegegevenslogs opnemen zonder
toelating van de overheid.
Stel Locatiegeg. opnemen in op Uit.
De locatiegegevens werken mogelijk niet goed in China en aan de grenzen van
China en de buurlanden (december 2014).
xvii
Inleiding
Mededeling voor Europese klanten
OPGELET
GEVAAR VOOR ONTPLOFFING ALS DE ACCU WORDT VERVANGEN DOOR EEN
VERKEERD TYPE.
DOE GEBRUIKTE ACCU'S VOLGENS DE INSTRUCTIES WEG.
Dit pictogram geeft aan dat elektrische en elektronische apparaten via
gescheiden inzameling moet worden afgevoerd.
Het volgende is alleen van toepassing op gebruikers in Europese landen:
Dit product moet gescheiden van het overige afval worden
ingeleverd bij een daarvoor bestemd inzamelingspunt. Gooi dit
product niet weg als huishoudafval.
Gescheiden inzameling en recycling helpt bij het behoud van natuurlijke bronnen
en voorkomt negatieve consequenties voor mens en milieu die kunnen ontstaan
door onjuist weggooien van afval.
Neem voor meer informatie contact op met de leverancier of de gemeentelijke
reinigingsdienst.
Dit symbool op de accu duidt aan dat de accu afzonderlijk moet worden
ingezameld.
Het volgende is alleen van toepassing op gebruikers in Europese landen:
Alle accu's, al dan niet voorzien van dit symbool, moeten afzonderlijk
worden ingezameld op een geschikt inzamelpunt. Gooi niet samen
met het huishoudelijk afval weg.
Neem voor meer informatie contact op met de leverancier of de gemeentelijke
reinigingsdienst.
Mededelingen
xviii
Inleiding
Dit product valt onder de exportvoorschriften van de Verenigde Staten; u dient
toelating te verkrijgen van de regering van de Verenigde Staten als u dit product
exporteert of opnieuw exporteert naar een land waarvoor de Verenigde Staten een
embargo heeft afgekondigd. De volgende landen waren onderworpen aan een
embargo: Cuba, Iran, Noord-Korea, Soedan en Syrië. Omdat deze lijst met landen kan
wijzigen, dient u voor de recentste informatie contact op te nemen met het
Ministerie van Handel van de Verenigde Staten.
Beperkingen voor draadloze apparaten
De draadloze zender/ontvanger in dit product voldoet aan de voorschriften voor
draadloze toepassingen in het land van verkoop en is niet bedoeld voor gebruik in
andere landen (producten die in de EU of EFTA werden aangeschaft, kunnen gelijk
waar in de EU en EFTA worden gebruikt). Nikon is niet aansprakelijk voor gebruik in
andere landen. Gebruikers die niet zeker weten wat het originele land van aankoop
is, dienen contact op te nemen met hun lokaal Nikon-servicecenter of met een door
Nikon geautoriseerde servicevertegenwoordiger. Deze beperking geldt alleen voor
draadloos gebruik en niet voor enig ander gebruik van het product.
Conformiteitsverklaring (Europa)
Hierbij verklaart Nikon Corporation dat de COOLPIX AW130 in overeenstemming is
met de essentiële eisen en de andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG.
De conformiteitsverklaring kan worden geraadpleegd op
http://imaging.nikon.com/support/pdf/DoC_AW130.pdf.
Wi-Fi (draadloos LAN-netwerk)
xix
Inleiding
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van radiotransmissies
Hou er altijd rekening mee dat gegevens die via radiogolven worden verzonden of
ontvangen, kunnen worden onderschept door derden. Merk op dat Nikon niet
verantwoordelijk is voor gegevens- of informatielekken die tijdens de
gegevensoverdracht kunnen optreden.
Persoonlijke informatie en disclaimer
Gebruikersinformatie die op het product is geregistreerd en geconfigureerd, zoals
verbindingsinstellingen voor draadloos LAN en andere persoonlijke informatie,
kan worden gewijzigd en verloren gaan ten gevolge van bedieningsfouten,
statische elektriciteit, ongevallen, storingen, herstellingen of andere
gebeurtenissen. Bewaar altijd afzonderlijke kopieën van belangrijke informatie.
Nikon is niet verantwoordelijk voor directe of indirecte schade of winstderving ten
gevolge van verandering of verlies van inhoud die niet toe te schrijven is aan
Nikon.
Voor u dit product weggooit of het overdraagt aan een andere eigenaar, voert u
Standaardwaarden in het setup-menu (A78) uit om alle in het product
geregistreerde en geconfigureerde gebruikersinformatie te verwijderen, zoals
verbindingsinstellingen voor draadloos LAN en andere persoonlijke informatie.
xx
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
Inleiding......................................................................................................................... i
Lees dit eerst................................................................................................................................. i
Andere informatie ........................................................................................................................................ i
De camerariem bevestigen voor gebruik op het land ......................................................... ii
Informatie en voorzorgsmaatregelen ............................................................................................ iii
Voor uw veiligheid .................................................................................................................. vi
WAARSCHUWINGEN ................................................................................................................................. vi
<Belangrijk> Schokbestendig, waterdicht, stofdicht, condensatie ...................... ix
Info over schokbestendigheid ............................................................................................................ ix
Opmerkingen over waterdichtheid en stofdichtheid.......................................................... ix
Voor de camera onder water wordt gebruikt ........................................................................... xi
Opmerkingen voor het gebruik van de camera onder water....................................... xii
Reiniging na gebruik van de camera onder water............................................................... xii
Info over bedrijfstemperatuur, vocht en condensatie...................................................... xiv
<Belangrijk> Opmerkingen over locatiegegevensfuncties (GPS/GLONASS,
elektronisch kompas) ............................................................................................................ xv
Mededelingen........................................................................................................................ xvii
Wi-Fi (draadloos LAN-netwerk)....................................................................................... xviii
Onderdelen van de camera ................................................................................... 1
De camerabody ......................................................................................................................... 1
De monitor .................................................................................................................................. 3
Opnamestand ................................................................................................................................................ 3
Weergavestand ............................................................................................................................................. 5
De opname voorbereiden...................................................................................... 6
Plaats de accu en de geheugenkaart................................................................................. 6
De accu of geheugenkaart verwijderen ........................................................................................ 7
Geheugenkaarten en intern geheugen......................................................................................... 7
De accu opladen ....................................................................................................................... 8
Schakel de camera in en stel de weergavetaal, datum en tijd in .......................... 10
Basisbewerkingen voor opname en weergave............................................ 12
Opnemen met de stand Autom. scènekeuzekn.......................................................... 12
De zoom gebruiken................................................................................................................................. 14
De ontspanknop........................................................................................................................................ 14
Beelden afspelen..................................................................................................................... 15
Beelden wissen ........................................................................................................................ 16
xxi
Inhoudsopgave
De opnamestand wijzigen .................................................................................................. 18
De flitser, zelfontspanner enz. gebruiken ...................................................................... 19
Films opnemen........................................................................................................................ 19
Actiecontrole............................................................................................................................ 20
Het vorige of volgende beeld weergeven in de schermvullende weergavestand
.............................................................................................................................................................................. 20
Actiemenu gebruiken ............................................................................................................................ 20
De kaartweergave aanpassen ........................................................................................................... 20
Opnamefuncties...................................................................................................... 21
x (Autom. scènekeuzekn.)-stand.................................................................................... 21
Onderwerpstand (Opname voor vastgestelde onderwerpen) .............................. 23
Tips en opmerkingen.............................................................................................................................. 24
Intervalfilms opnemen........................................................................................................................... 28
Opnemen met eenvoudig panorama ......................................................................................... 30
Weergave met eenvoudig panorama.......................................................................................... 32
Stand speciale effecten (effecten toepassen tijdens opname).............................. 33
Stand Slim portret (Menselijke gezichten verbeteren bij opname) ..................... 34
Glimlachtimer gebruiken ..................................................................................................................... 35
Gebruik van Zelf-collage....................................................................................................................... 36
Stand Korte filmvoorstelling (filmclips combineren om korte films te maken)
....................................................................................................................................................... 38
A (auto)-stand....................................................................................................................... 42
De creatieve instelknop gebruiken................................................................................................ 43
Flitsstand.................................................................................................................................... 44
Zelfontspanner ........................................................................................................................ 46
Macro-stand (nemen van close-upfoto's) ...................................................................... 47
Belichtingscompensatie (Helderheid aanpassen) ...................................................... 48
Standaardinstellingen (flitser, zelfontspanner enz.) .................................................. 49
Scherpstellen............................................................................................................................ 51
Gezichtsherkenning gebruiken........................................................................................................ 51
De functie Huid verzachten gebruiken ....................................................................................... 52
AF met doelopsporing gebruiken.................................................................................................. 53
Onderwerpen die niet geschikt zijn voor Autofocus.......................................................... 54
Scherpstelvergrendeling...................................................................................................................... 55
Functies die bij opname niet tegelijk kunnen worden gebruikt........................... 56
Weergavefuncties ................................................................................................... 59
Zoomweergave ....................................................................................................................... 59
Miniatuurweergave/Kalenderweergave ........................................................................ 60
Stand Sorteer op datum....................................................................................................... 61
Beelden die continu werden vastgelegd (reeks) weergeven en wissen ............ 62
xxii
Inhoudsopgave
Beelden in een reeks weergeven.................................................................................................... 62
Beelden in een reeks wissen .............................................................................................................. 63
Beelden bewerken (foto's)................................................................................................... 64
Voor beelden worden bewerkt........................................................................................................ 64
Sneleffecten: Tint of stemming wijzigen .................................................................................. 64
Snel retoucheren: Contrast en verzadiging verbeteren .................................................. 65
D-Lighting: Helderheid en contrast verbeteren .................................................................... 66
Rode-ogencorrectie: Rode ogen corrigeren bij opname met flitser ....................... 66
Glamour-retouchering: Menselijke gezichten verbeteren.............................................. 67
Gegevens afdrukken: Informatie zoals hoogte en richting, gemeten door het
elektronische kompas, afdrukken op beelden ...................................................................... 68
Kleine afbeelding: Het beeldformaat verkleinen................................................................... 69
Uitsnede: Een uitgesneden kopie maken.................................................................................. 70
Films opnemen en weergeven........................................................................... 71
Foto's vastleggen tijdens filmopname ........................................................................... 74
Bediening tijdens filmweergave ....................................................................................... 75
Films bewerken ....................................................................................................................... 76
Alleen het gewenste gedeelte uit een opgenomen film halen.................................. 76
Eén beeld van een film als foto opslaan..................................................................................... 77
Menu's gebruiken.................................................................................................... 78
Het opnamemenu (voor stand A (Automatisch)).................................................... 80
Beeldmodus (Beeldformaat en beeldkwaliteit)...................................................................... 80
Witbalans (Tint aanpassen) ................................................................................................................. 82
Continu-opnamen ................................................................................................................................... 84
ISO-waarde.................................................................................................................................................... 87
AF-veldstand ................................................................................................................................................ 88
Autofocus-stand ........................................................................................................................................ 91
Het menu Slim portret .......................................................................................................... 92
Zelf-collage .................................................................................................................................................. 92
Knipperdetectie ......................................................................................................................................... 93
Het Weergavemenu............................................................................................................... 94
Mark. voor upload. via Wi-Fi .............................................................................................................. 94
Diashow .......................................................................................................................................................... 95
Beveiligen....................................................................................................................................................... 96
Beeld draaien .............................................................................................................................................. 96
Kopiëren (Kopiëren tussen geheugenkaart en intern geheugen) ............................. 97
Reeksweergaveopties ............................................................................................................................ 98
Het beeldselectiescherm ..................................................................................................................... 99
Het filmmenu ........................................................................................................................ 100
Filmopties ................................................................................................................................................... 100
xxiii
Inhoudsopgave
AF-veldstand ............................................................................................................................................. 104
Autofocus-stand ..................................................................................................................................... 105
Film VR .......................................................................................................................................................... 106
Filmlicht ...................................................................................................................................................... 106
Windruisreductie.................................................................................................................................... 107
Beeldsnelheid .......................................................................................................................................... 107
Het Wi-Fi-optiesmenu ........................................................................................................ 108
Toetsenbord tekstinvoer bedienen............................................................................................ 109
Het Optiesmenu locatiegegevens................................................................................. 110
Optiesmenu locatiegeg. .................................................................................................................... 110
Afstandseenheden ............................................................................................................................... 111
Afstand berekenen................................................................................................................................ 112
Points of interest (POI) (Locatienaaminformatie opnemen en weergeven)..... 113
Log aanmaken ......................................................................................................................................... 114
Log weergeven ....................................................................................................................................... 115
Klok instellen via satelliet ................................................................................................................. 115
Elektronisch kompas ............................................................................................................................ 116
Hoogte-/diepteopties......................................................................................................................... 118
Het setup-menu ................................................................................................................... 119
Tijdzone en datum ................................................................................................................................ 119
Monitorinstellingen .............................................................................................................................. 121
Datumstempel......................................................................................................................................... 123
Foto VR.......................................................................................................................................................... 124
AF-hulplicht ............................................................................................................................................... 125
Digitale zoom .......................................................................................................................................... 125
Geluidsinstellingen ............................................................................................................................... 126
Onderwaterflitser .................................................................................................................................. 126
Gevoeligh. actiecontrole ................................................................................................................... 127
Weergave actiecontrole ................................................................................................................... 127
Kaartacties................................................................................................................................................... 128
Automatisch uit ..................................................................................................................................... 128
Geheugenkaart form./Geheug. formatteren ........................................................................ 129
Taal/Language ........................................................................................................................................ 129
Opladen via computer........................................................................................................................ 130
Standaardwaarden................................................................................................................................ 131
Conformiteitsmarkering ................................................................................................................... 131
Firmware-versie ...................................................................................................................................... 131
Locatiegegevensfuncties gebruiken/kaarten weergeven .................... 132
Opnamelocatiegegevens op beelden opnemen.............................................................. 132
Logs opnemen ........................................................................................................................................ 132
Een kaart weergeven ........................................................................................................................... 132
xxiv
Inhoudsopgave
Locatiegegevens bij beelden opnemen...................................................................... 133
De opnamelocatie tonen (weergavestand) .......................................................................... 136
De huidige positie op een kaart weergeven (opnamestand).................................... 138
Hoogtemeter en dieptemeter gebruiken ................................................................... 140
Logs met bewegingsgegevens opnemen.................................................................. 141
Logopname beëindigen en logs opslaan op een geheugenkaart......................... 143
De opgenomen locatiegegevens weergeven op een kaart....................................... 144
Hoogte-/dieptelogs als een grafiek weergeven................................................................. 145
De Wi-Fi (draadloos LAN)-functie gebruiken ............................................. 146
De software installeren op het smart-apparaat........................................................ 146
Het smart-apparaat verbinden met de camera ........................................................ 147
Vooraf beelden op de camera selecteren die u naar een smart-apparaat wil
overzetten .............................................................................................................................. 149
De camera aansluiten op een televisie, printer of computer............... 150
De camera aansluiten op een televisie (beelden weergeven op een televisie)
.................................................................................................................................................... 152
De camera op een printer aansluiten (Direct Print) ................................................ 153
De camera op een printer aansluiten........................................................................................ 153
Beelden één voor één afdrukken ................................................................................................. 154
Meerdere beelden afdrukken......................................................................................................... 155
Gebruik van ViewNX 2 (Beelden naar een computer overzetten) ..................... 157
Installeren ViewNX 2 ............................................................................................................................ 157
Beelden naar een computer overzetten ................................................................................. 157
Technische opmerkingen.................................................................................. 159
Verzorging van het product............................................................................................. 160
De camera .................................................................................................................................................. 160
De accu......................................................................................................................................................... 161
De lichtnetlaadadapter....................................................................................................................... 162
Geheugenkaarten.................................................................................................................................. 163
Reinigen en opbergen ....................................................................................................... 164
Reinigen ....................................................................................................................................................... 164
Opslag........................................................................................................................................................... 164
Foutmeldingen..................................................................................................................... 165
Problemen oplossen........................................................................................................... 170
Bestandsnamen.................................................................................................................... 180
Optionele accessoires ........................................................................................................ 182
De onderwater-speedlight bevestigen.................................................................................... 183
xxv
Inhoudsopgave
GEBRUIKERSLICENTIEOVEREENKOMST VOOR KAARTGEGEVENS EN
LOCATIENAAMGEGEVENS ................................................................................................ 187
Specificaties ........................................................................................................................... 192
Goedgekeurde geheugenkaarten............................................................................................... 197
Index......................................................................................................................................... 199
xxvi
1
Onderdelen van de camera
Onderdelen van de camera
De camerabody
8
2
1345 67
10
15
14
13
1112 9
1
Oogje voor camerariem.......................... ii
2
Ontspanknop.............................................. 13
3
Hoofdschakelaar/camera-aan-lampje
............................................................................. 10
4
Positioneringsantenne....................... 133
5
Flitser................................................................44
6
Zelfontspannerlampje .......................... 46
AF-hulpverlichting
Filmlicht....................................................... 106
7
Objectief
8
Microfoon (stereo)........................... 38, 71
9
N-Mark (NFC-antenne).............147, 149
10
Grendel deksel batterijvak/
geheugenkaartsleuf...................................6
11
Ontgrendeling deksel batterijvak/
geheugenkaartsleuf...................................6
12
Waterdichte pakking ...............................xi
13
Scharnier..........................................................xi
14
Micro-USB-aansluiting........................150
15
HDMI-micro-aansluiting
(Type D) .......................................................150
2
Onderdelen van de camera
* In deze handleiding ook de “monitor” genoemd.
11
2
134
56 7
1213141516
8
10 9
1
Oogje voor camerariem.......................... ii
2
OLED-monitor (monitor)*......................3
3
Zoomknop.................................................... 14
f : groothoek................................14
g : tele...............................................14
h : miniatuurweergave........... 60
i : zoomweergave..................... 59
j : help.............................................. 23
4
Laadlampje......................................................8
Flitserlampje................................................ 44
5
b (e filmopname)-knop................. 19
6
c (weergave)-knop..............................15
7
k (selectie toepassen)-knop ........... 78
8
Multi-selector..............................................78
9
l (wissen)-knop.......................................16
10
d (menu)-knop....................................78
11
A (opnamestand)-knop
...............................18, 21, 23, 33, 34, 38, 42
12
Statiefaansluiting
13
Luidspreker
14
V (actie)-knop...........................................20
15
Z (Wi-Fi)-knop ............................147, 149
16
U (kaart)-knop..............................136, 138
3
Onderdelen van de camera
De informatie die op de monitor wordt weergegeven tijdens opname en weergave
is afhankelijk van de instellingen en de gebruikstoestand van de camera.
Standaard wordt informatie weergegeven wanneer de camera wordt ingeschakeld
en wanneer u de camera bedient; de informatie verdwijnt na enkele seconden
(wanneer Foto-informatie is ingesteld op Automatische info in
Monitorinstellingen (A121)).
Opnamestand
De monitor
1010hPa
1010hPa
1010hPa
15m
15m
15m
40
10
0
-10
30
20
999
999
29
m
0s
29
m
0s
AF
AF
1
22
23
21
20
19
18
4
17 16
15
13
14
235
6
7
8
9
10
11
12
1
Opnamestand
..............................18, 21, 23, 33, 34, 38, 42
2
Flitsstand........................................................44
3
Macro-stand ................................................47
4
Zoomaanduiding............................. 14, 47
5
Scherpstelaanduiding...........................13
6
Filmopties (films met normale
snelheid) ..................................................... 100
7
Filmopties (HS-films)........................... 101
8
Beeldmodus ................................................ 80
9
Eenvoudig panorama............................30
10
Pictogram vibratiereductie...106, 124
11
Windruisreductie................................... 107
12
Onderwaterflitser .................................. 126
13
Kompasweergave (richtingsmeter)
...........................................................................116
14
Kompasweergave (kompas)...........116
15
Logweergave (hoogte/waterdiepte)
...........................................................................141
16
Hoogte/waterdiepte...........................140
17
Atmosferische druk..............................140
18
Wi-Fi-communicatieaanduiding
...........................................................................147
19
Locatie opslaan...................................... 138
20
Logweergave (locatiegegevens)
...........................................................................141
21
Ontvangst van locatiegegevens
...........................................................................132
22
Hoogte-/dieptemeter.........................140
23
Locatienaaminformatie
(POI-informatie)......................................135
4
Onderdelen van de camera
999
999
29
m
0s
29
m
0s
F2.81/250
1/250
+ 1.0
+1.0
400
400 F2.8
10
10
HDR
HDR
999
999
9999
9999
313233
34
353637
27
26
25
24
3938
43
44 45
40
41
42
46
47
48
49
52 53 54 55 56
50
51
28
30
29
24
Scherpstelveld (onderwerp volgen)
.....................................................................89, 90
25
Scherpstelveld (gezichtsherkenning,
dierherkenning)..................27, 35, 51, 88
26
Scherpstelveld (handmatig of
centrum).........................................55, 88, 89
27
Scherpstelveld (AF met
doelopsporing).................................. 53, 89
28
Belichtingscorrectiewaarde
..............................................................34, 43, 48
29
Resterende filmopnametijd...............72
30
Aantal resterende opnamen
(foto's).............................................................. 11
31
Aanduiding intern geheugen .......... 11
32
Diafragmawaarde.....................................14
33
Sluitertijd........................................................14
34
ISO-waarde...................................................87
35
Aanduiding batterijniveau .................11
36
Aansluitaanduiding
lichtnetlaadadapter
37
Datumstempel........................................ 123
38
Aanduiding “Datum niet ingesteld”
.......................................................................... 171
39
Pictogram Reisbestemming........... 119
40
Zacht ................................................................34
41
Foundation...................................................34
42
Witbalansstand..........................................82
43
Levendigheid......................................34, 43
44
Huid verzachten........................................34
45
Kleurtoon.......................................................43
46
Speciale effecten ......................................38
47
Continu-opnamestand.........................84
48
Interval film...................................................28
49
Uit de hand/statief...........................24, 25
50
Tegenlicht (HDR).......................................26
51
Pictogram Knipperdetectie................93
52
Aanduiding zelfontspanner...............46
53
Glimlachtimer.............................................35
54
Dierenp. autom. ontsp..........................27
55
Zelf-collage...................................................36
56
Foto's vastleggen (tijdens
filmopname)................................................74
5
Onderdelen van de camera
Weergavestand
15
/
11
/
2015 15:30
15
/
11
/
2015 15:30
9999.
JPG
9999.
JPG
999
/
999
999
/
999
1010hPa
1010hPa
1010hPa
15m
15m
15m
29
m
00s
29
m
00s
29
m
00s
29
m
00s
999
/
999
999
/
999
9999
/
9999
9999
/
9999
24
25
26
27
28
29
12
13
14
10
11
21 3 45678
1718
20
16
15
19
9
21
23
22
1
Pictogram Sorteer op datum............ 61
2
Beveiligingspictogram..........................96
3
Reeksweergave (wanneer
Individuele foto's is geselecteerd)
............................................................................. 98
4
Pictogram Glamour-retouchering
............................................................................. 67
5
Pictogram Sneleffecten........................ 64
6
Pictogram D-Lighting............................66
7
Pictogram Snel retoucheren............ 65
8
Rode-ogencorrectie................................ 66
9
Aanduiding intern geheugen
10
Nummer huidig beeld/
totaal aantal beelden
11
Filmduur of verstreken weergavetijd
12
Beeldmodus ................................................ 80
13
Eenvoudig panorama............................32
14
Filmopties .................................................. 100
15
Pictogram Kleine afbeelding............. 69
16
Uitsnede-pictogram .......................59, 70
17
Volumeaanduiding..........................40, 75
18
Gids Sneleffecten
19
Gids weergave eenvoudig panorama
Gids reeksweergave
Gids filmweergave
20
Opnametijd
21
Opnamedatum
22
Aansluitaanduiding
lichtnetlaadadapter
23
Aanduiding batterijniveau..................11
24
Bestandsnummer en -type..............180
25
Aanduiding opgenomen
locatiegegevens.....................................135
26
Atmosferische druk..............................140
27
Hoogte/waterdiepte...........................140
28
Kompasweergave (kompas)
.................................................................116, 132
29
Locatienaaminformatie
(POI-informatie)......................................113
6
De opname voorbereiden
De opname voorbereiden
Druk op de ontgrendeling van het deksel van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf (1) en draai de grendel van het deksel van het batterijvak/
de geheugenkaartsleuf (2) om het deksel (3) te openen.
Met de positieve en negatieve polen van de accu op de goede plaats, verplaatst u
de oranje batterijvergrendeling (4) en plaatst u de accu volledig in het vak (5).
Schuif de geheugenkaart in de sleuf tot deze op zijn plaats klikt (6).
Let op dat u de accu of geheugenkaart niet ondersteboven of omgekeerd plaatst;
dit kan tot een storing leiden.
Sluit het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf (7) en, terwijl u deze
stevig tegen de camera duwt zodat het rode gedeelte van de zijkant van de
afdekking verborgen is, draait u de grendel van het deksel van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf tot deze op zijn plaats klikt (8).
Zorg ervoor dat het deksel degelijk vergrendeld is.
B Een geheugenkaart formatteren
De eerste keer dat u een geheugenkaart in deze camera plaatst die eerder in een ander
apparaat werd gebruikt, dient u deze kaart met deze camera te formatteren. Plaats de
geheugenkaart in de camera, druk op de d-knop en selecteer Geheugenkaart form. in
het setup-menu (A78).
B Opmerkingen over het sluiten van het deksel zonder de camerariem of
het snoer vast te knellen
Als het snoer van de camerariem vastgekneld raakt in het deksel van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf wanneer dit wordt gesloten, kan het deksel beschadigd raken. Voor u
het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf sluit, dient u na te gaan of de riem of
het snoer niet gekneld raakt.
Plaats de accu en de geheugenkaart
Batterijvergrendeling Geheugenkaartsleuf
7
De opname voorbereiden
B Het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf openen/sluiten
Open en sluit het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet in een zanderige of
stofrijke omgeving of met natte handen. Als het deksel wordt gesloten zonder vreemde
deeltjes te verwijderen, kan er water in de camera binnensijpelen of kan de camera
beschadigd raken.
Als er vreemde deeltjes in het deksel of de camera terechtkomen, dient u deze
onmiddellijk te verwijderen met een blaasbalgje of borstel.
Als er vloeistof zoals water in het deksel of de camera terechtkomt, dient u dit
onmiddellijk af te vegen met een zachte en droge doek.
De accu of geheugenkaart verwijderen
Zet de camera uit en controleer of het camera-aan-lampje en de monitor zijn
uitgeschakeld en open het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf.
Verplaats de batterijvergrendeling om de accu eruit te halen.
Duw de geheugenkaart voorzichtig in de camera om de geheugenkaart
gedeeltelijk uit te werpen.
Wees voorzichtig bij het hanteren van de camera, accu en geheugenkaart
onmiddellijk na het gebruik van de camera, want zij kunnen heel warm worden.
Geheugenkaarten en intern geheugen
Cameragegevens, zoals beelden en films, kunnen worden opgeslagen in het interne
geheugen van de camera of op een geheugenkaart. Om het interne geheugen van
de camera te gebruiken, dient u de geheugenkaart te verwijderen.
8
De opname voorbereiden
1 Als de accu op zijn plaats zit, sluit u de camera op het lichtnet
aan.
Als een stekkeradapter* bij uw camera is meegeleverd, bevestigt u hem op de
lichtnetlaadadapter. Zodra deze twee aan elkaar vast zitten, kan het product
beschadigd raden als u de stekkeradapter met geweld probeert los te maken.
* De vorm van de stekkeradapter is afhankelijk van het land of de regio waar de
camera werd aangeschaft. Deze stap kan worden overgeslagen als de
stekkeradapter permanent op de lichtnetlaadadapter bevestigd is.
Het laadlampje knippert traag groen om aan te geven dat de accu wordt
opgeladen.
Wanneer het laden is voltooid, wordt het laadlampje uitgeschakeld. Het duurt
ongeveer 2 uur en 20 minuten om een volledig lege accu op te laden.
De accu kan niet worden opgeladen wanneer het laadlampje snel groen knippert,
mogelijk wegens een van de hieronder beschreven redenen.
- De omgevingstemperatuur is niet geschikt om op te laden.
- De USB-kabel of lichtnetlaadadapter is niet goed aangesloten.
- De accu is beschadigd.
2 Koppel de lichtnetlaadadapter los van het stopcontact en
koppel daarna de USB-kabel los.
De accu opladen
USB-kabel (meegeleverd)
Laadlampje
Stopcontact
Lichtnetlaadadapter
9
De opname voorbereiden
B Opmerkingen over de USB-kabel
Gebruik geen andere USB-kabel dan de UC-E21. Als u een andere USB-kabel dan de
UC-E21 gebruikt, kan dit tot oververhitting, brand of elektrische schok leiden.
Houd bij het aansluiten de pluggen in de juiste stand. Probeer niet de pluggen onder een
hoek in te steken of uit te trekken wanneer u ze aansluit of loskoppelt.
B Opmerkingen over het laden van de accu
De camera kan worden gebruikt terwijl de accu wordt opgeladen, maar de oplaadtijd
neemt toe.
Als de accu zo goed als leeg is, kunt u de camera niet gebruiken terwijl de accu wordt
opgeladen.
Gebruik in geen geval een lichtnetadapter van een ander merk of model dan de
lichtnetlaadadapter EH-71P/EH-73P, en gebruik geen in de handel verkrijgbare USB-
lichtnetadapter of batterijlader voor een mobiele telefoon. Als u deze waarschuwing niet
in acht neemt, kan dat leiden tot oververhitting van of schade aan de camera.
C Opladen met een computer of batterijlader
U kunt de accu ook opladen door de camera aan te sluiten op een computer.
U kunt de batterijlader MH-65 (apart verkrijgbaar) gebruiken om de accu op te laden
zonder de camera te gebruiken.
10
De opname voorbereiden
Wanneer de camera voor het eerst wordt ingeschakeld, verschijnt het
taalkeuzescherm en het instelscherm voor de datum en de tijd voor de cameraklok.
1 Druk op de hoofdschakelaar om de
camera aan te zetten.
De monitor schakelt in.
Druk nogmaals op de hoofdschakelaar om de
camera uit te zetten.
Merk op dat de hoofdschakelaar wordt
geactiveerd enkele seconden nadat de accu werd geplaatst. Wacht enkele
seconden voor u op de hoofdschakelaar drukt.
2 Gebruik HI van de
multi-selector om de
gewenste taal te
selecteren en druk op
de k-knop.
3 Selecteer Ja en druk op de k-knop.
4 Selecteer uw eigen
tijdzone en druk op de
k-knop.
Druk op H om W weer te
geven boven de kaart en de
zomertijd in te schakelen.
Druk op I om de zomertijd
uit te schakelen.
5 Gebruik HI om de datumnotatie te selecteren en druk op de
k-knop.
Schakel de camera in en stel de
weergavetaal, datum en tijd in
Taal/Language
Annuleren
TerugTerug
11
De opname voorbereiden
6 Stel de datum en tijd in en druk op
de k-knop.
Gebruik JK om een veld te selecteren, en
gebruik vervolgens HI om de datum en tijd
in te stellen.
Selecteer het minutenveld en druk op de
k-knop om de instelling te bevestigen.
7 Wanneer het bevestigingsvenster verschijnt, gebruikt u HI
om Ja te selecteren, waarna u op de k-knop drukt.
8 Lees het bericht over
waterdichtheid en druk op K.
Er zijn zeven berichtschermen.
Druk op de k-knop nadat u het laatste bericht
heeft bevestigd.
Het opnamescherm wordt weergegeven en u
kunt foto's nemen in Autom. scènekeuzekn.-
modus.
Aanduiding batterijniveau
b: Het batterijniveau is hoog.
B: Het batterijniveau is laag.
Aantal resterende opnamen
C wordt weergegeven wanneer er geen geheugenkaart in de camera is geplaatst;
beelden worden opgeslagen in het interne geheugen.
C De instelling voor de taal of de datum en tijd wijzigen
U kunt deze instellingen wijzigen met de instellingen Taal/Language en Tijdzone en
datum in het setup-menu z (A78).
U kunt de zomertijd in- of uitschakelen in het z setup-menu door Tijdzone en datum
en vervolgens Tijdzone te selecteren. Druk op K en vervolgens op H van de multi-
selector om de zomertijd in te schakelen en de klok een uur vooruit te zetten, of druk op
I om de zomertijd uit te schakelen en de klok een uur achteruit te zetten.
C De klokaccu
De cameraklok wordt gevoed door een ingebouwde reserveaccu.
De reserveaccu laadt op wanneer de hoofdaccu in de camera is geplaatst of wanneer de
camera is verbonden met een optionele lichtnetadapter, en kan na ongeveer 10 uur
laden gedurende enkele dagen de klok van stroom voorzien.
Als de reserveaccu van de camera leeg raakt, verschijnt het instelscherm voor de datum
en de tijd wanneer de camera wordt ingeschakeld. Stel de datum en de tijd opnieuw in
(A10).
Datum en tijd
D
M
J
2015
01
01
00
00
u m
Bewerk.
25
m
0s25
m
0s
880880
40
10
0
-10
30
20
1010hPa1010hPa1010hPa
15m15m15m
Aanduiding batterijniveau
Aantal resterende opnamen
12
Basisbewerkingen voor opname en weergave
Basisbewerkingen voor opname
en weergave
1 Houd de camera stevig vast.
Let op dat uw vingers en overige voorwerpen
zich niet voor het objectief, de flitser, de AF-
hulpverlichting, de microfoon of de luidspreker
bevinden.
Als u opnamen in de portretstand (“staand”)
maakt, draait u de camera op zo'n manier dat
de flitser zich boven het objectief bevindt.
2 Kadreer de foto.
Verplaats de zoomknop om de zoompositie
van het objectief te veranderen.
Wanneer de camera de onderwerpstand
herkent, verandert het pictogram voor de
opnamestand dienovereenkomstig.
Opnemen met de stand Autom. scènekeuzekn.
Inzoomen
Uitzoomen
40
10
0
-10
30
20
1010hPa1010hPa1010hPa
15m15m15m
25
m
0s25
m
0s
880880
Pictogram opnamestand
13
Basisbewerkingen voor opname en weergave
3 Druk de ontspanknop half in.
Zodra het onderwerp scherp is, wordt
scherpstelveld of de scherpstelaanduiding
in groen weergegeven.
Wanneer u de digitale zoom gebruikt, stelt
de camera scherp in het midden van het
beeld en wordt het scherpstelveld niet
weergegeven.
Als het scherpstelveld of de
scherpstelaanduiding knippert, kan de
camera niet scherpstellen. Wijzig de
compositie en probeer de ontspanknop
opnieuw half in te drukken.
4 Druk, zonder uw vinger op te heffen,
de ontspanknop helemaal in.
B Opmerkingen over het opslaan van beelden of films
De aanduiding die het aantal resterende opnamen aangeeft of de aanduiding die de
resterende tijd aangeeft, knippert terwijl beelden of films worden opgeslagen. Open het
deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet en verwijder de accu of de
geheugenkaart niet terwijl een aanduiding knippert. Dit zou tot verlies van gegevens
kunnen leiden of tot schade aan de camera of de geheugenkaart.
C De functie Automatisch uit
Wanneer gedurende ongeveer een minuut geen handelingen worden uitgevoerd, wordt
de monitor uitgeschakeld, gaat de camera in stand-bymodus en vervolgens knippert het
camera-aan-lampje. De camera wordt uitgeschakeld nadat hij ongeveer drie minuten in
stand-bymodus is gebleven.
Om de monitor opnieuw in te schakelen terwijl de camera in stand-bymodus is, voert u
een handeling uit zoals drukken op de hoofdschakelaar of ontspanknop.
C Wanneer u een statief gebruikt
Het is aan te bevelen een statief te gebruiken om de camera te stabiliseren in de
volgende omstandigheden:
- Wanneer u bij weinig licht opnamen maakt met de flitsstand (
A
19) ingesteld op
W
(uit)
- Wanneer de zoom op een telepositie staat
Wanneer u een statief gebruikt om de camera tijdens de opname te stabiliseren, stelt u
Foto VR in op Uit in het setup-menu (A78) om mogelijke fouten door deze functie te
voorkomen.
14
Basisbewerkingen voor opname en weergave
De zoom gebruiken
Wanneer u de zoomknop verplaatst, verandert de
zoompositie van het objectief.
Om in te zoomen: Verplaats naar g
Om uit te zoomen: Verplaats naar f
Als u de camera inschakelt, gaat de zoom naar
de maximale groothoekstand.
Een zoomaanduiding verschijnt op het
opnamescherm zodra de zoomknop wordt
verplaatst.
De digitale zoom, waarmee u het onderwerp
verder kunt vergroten tot ca. 4× de maximale
optische zoomverhouding, kan worden
geactiveerd door de zoomknop naar g te verplaatsen en vast te houden wanneer
de camera is ingezoomd naar de maximale optische zoomstand.
C Digitale zoom
De zoomaanduiding wordt blauw wanneer de digitale zoom wordt geactiveerd, en wordt
geel wanneer de zoomvergroting verder toeneemt.
Zoomaanduiding is blauw: De beeldkwaliteit is niet merkbaar gedaald door gebruik te
maken van de dynamische fijne zoom.
Zoomaanduiding is geel: Er zijn gevallen waarin de beeldkwaliteit merkbaar is gedaald.
De aanduiding blijft blauw over een breder gebied wanneer het beeldformaat kleiner is.
De ontspanknop
Half indrukken
Om de scherpstelling en de belichting (sluitertijd en
diafragmawaarde) in te stellen, drukt u de ontspanknop
zachtjes in tot u een lichte weerstand voelt. De
scherpstel- en belichtingsinstellingen blijven
geblokkeerd zolang u de ontspanknop half ingedrukt
houdt.
Helemaal
indrukken
Druk de ontspanknop helemaal in om de sluiter te
ontspannen en een foto te maken.
Oefen niet te veel kracht uit wanneer u de
ontspanknop indrukt, want dit kan leiden tot
cameratrilling en onscherpe beelden. Druk voorzichtig
op de knop.
Tele
Groothoek
Optische
zoom
Digitale
zoom
15
Basisbewerkingen voor opname en weergave
1 Druk op de c (weergave)-
knop om naar de
weergavestand te gaan.
Als u de c-knop indrukt en
ingedrukt houdt terwijl de camera
uitgeschakeld is, schakelt de camera
in met de weergavestand.
2 Gebruik de multi-selector om het
weer te geven beeld te selecteren.
Houd HIJK ingedrukt om snel door de
beelden te bladeren.
Om terug te keren naar de opnamestand drukt
u op de A-knop of op de ontspanknop.
Wanneer e wordt weergegeven in de
schermvullende weergavestand, kunt u op de
k-knop drukken om een effect toe te passen
op het beeld.
Verplaats de zoomknop naar
g (i) in de schermvullende
weergavestand om in te
zoomen op een beeld.
Verplaats de zoomknop in de
schermvullende
weergavestand naar f (h)
om te schakelen naar
miniatuurweergavestand en
meerdere beelden op het
scherm weer te geven.
Beelden afspelen
Het vorige beeld weergeven
Het volgende beeld weergeven
1010hPa
1010hPa
1010hPa
15m
15m
15m
15
/
11
/
2015 15:30
15
/
11
/
2015 15:30
0004.
JPG
0004.
JPG
4
/
4
4
/
4
3.0
3.0
1
/
20
1
/
20
16
Basisbewerkingen voor opname en weergave
1 Druk op de l (wissen)-knop
om het beeld te wissen dat
momenteel op de monitor
wordt weergegeven.
2 Gebruik HI van de multi-selector
om de gewenste wismethode te
selecteren en druk op de k-knop.
Om te sluiten zonder te verwijderen, drukt u op
de d-knop.
3 Selecteer Ja en druk op de k-knop.
Eenmaal gewiste beelden kunt u niet meer
terughalen.
B Beelden die continu werden vastgelegd (reeks) wissen
Beelden die continu werden vastgelegd worden als
een reeks opgeslagen, en alleen het eerste beeld van
de reeks (de hoofdfoto) wordt in weergavestand
weergegeven (standaardinstelling).
Als u op de knop l drukt terwijl een hoofdfoto wordt
weergegeven voor een reeks beelden, worden alle
beelden in de reeks gewist.
Om individuele beelden in een reeks te wissen, drukt
u op de k-knop om ze een voor een weer te geven
en drukt u op de l-knop.
C Het vastgelegde beeld wissen in de opnamestand
Wanneer u de opnamestand gebruikt, drukt u op de l-knop om het laatst opgeslagen
beeld te wissen.
Beelden wissen
Wissen
Huidig beeld
Wis gesel. beeld(en)
Alle beelden
Ja
Nee
1 beeld wissen?
17
Basisbewerkingen voor opname en weergave
Het scherm Wis gesel. beeld(en) gebruiken
1 Gebruik JK van de multi-selector
om het te wissen beeld te
selecteren, en gebruik H om K
weer te geven.
Om de selectie ongedaan te maken, drukt u op
I om K te verwijderen.
Verplaats de zoomknop (A2) naar g (i) om
naar de schermvullende weergave te gaan, of
naar f (h) om naar de miniatuurweergave te gaan.
2 Voeg K toe aan alle beelden die u wilt wissen en druk op de
k-knop om de selectie te bevestigen.
Er verschijnt een bevestigingsscherm. Volg de instructies op het scherm om de
handelingen te voltooien.
Wis gesel. beeld(en)
Terug
18
Basisbewerkingen voor opname en weergave
De volgende opnamestanden zijn beschikbaar.
x Autom. scènekeuzekn.
De camera herkent automatisch het onderwerp van de opname wanneer u een
beeld kadreert, zodat u nog eenvoudiger beelden kunt maken met instellingen
die aangepast zijn aan het onderwerp.
b Onderwerpstand
De camera-instellingen worden geoptimaliseerd voor het onderwerp dat u
selecteert.
O Speciale effecten
Effecten kunnen tijdens het fotograferen op beelden worden toegepast.
F Slim portret
Gebruik glamour-retouchering om menselijke gezichten te verbeteren tijdens de
opname, en gebruik de glimlachtimer- of zelf-collage-functie om foto's te nemen.
M Korte filmvoorstelling
De camera maakt een korte film die tot 30 seconden lang is (e 1080/30p of
S 1080/25p) door meerdere filmclips die enkele seconden lang zijn, op te
nemen en automatisch met elkaar te combineren.
A Autostand
Gebruikt voor algemene opnamen. De instellingen kunnen worden gewijzigd
overeenkomstig de opnameomstandigheden en het gewenste type opname.
1 Wanneer het opnamescherm
wordt weergegeven, drukt u
op de A (opnamestand)-
knop.
2 Gebruik HI van de
multi-selector om een
opnamestand te
selecteren, en druk op
de k-knop.
Wanneer de onderwerpstand
of speciale effectenstand is
geselecteerd, selecteert u K
om een onderwerpstand of effect te selecteren vooraleer u op de k-knop drukt.
De opnamestand wijzigen
Autom. scènekeuzekn.
19
Basisbewerkingen voor opname en weergave
Wanneer het opnamescherm wordt weergegeven, kunt u op H (m) J (n) I (p)
K (o) van de multi-selector drukken om de volgende functies in te stellen.
m Flitsstand
U kunt een flitsstand selecteren overeenkomstig de opnameomstandigheden.
n Zelfontspanner
De camera ontspant de sluiter 10 seconden of 2 seconden nadat u op de
ontspanknop hebt gedrukt.
p Macro-stand
Gebruik de macro-stand om close-upfoto's te maken.
o Belichtingscompensatie
U kunt de algemene helderheid van het beeld aanpassen.
De functies die kunnen worden ingesteld verschillen naargelang de opnamestand.
Geef het opnamescherm weer en druk op de b (e
filmopname)-knop om de filmopname te starten.
Druk opnieuw op de b (e)-knop om de opname te
beëindigen.
Om een film af te spelen, selecteert u een film in
schermvullende weergavestand en drukt u op de
k-knop.
De flitser, zelfontspanner enz. gebruiken
Films opnemen
20
Basisbewerkingen voor opname en weergave
De hierna vermelde bewerkingen kunnen worden uitgevoerd door de camera te
schudden of te kantelen.
Het vorige of volgende beeld weergeven in de
schermvullende weergavestand
Schud de camera in de schermvullende
weergavestand omhoog/omlaag om het volgende
beeld weer te geven, of vooruit/achteruit om het
vorige beeld weer te geven (wanneer Weergave
actiecontrole in het setup-menu (A78) is ingesteld
op Aan).
Houd de camera stevig vast met de camerariem
rond uw hand en gebruik uw pols om de camera
zoals in de illustratie te schudden.
Actiemenu gebruiken
Druk op de V (actie)-knop om
het actiemenu weer te geven.
Schud de camera om een
van de hierna vermelde
opties te selecteren, en druk
op de V-knop om de
handeling uit te voeren.
Terwijl het actiemenu wordt weergegeven, kunnen alleen handelingen worden
uitgevoerd met behulp van de V-knop, de ontspanknop, de hoofdschakelaar of de
Z-knop.
De kaartweergave aanpassen
U kunt in de weergegeven kaart bladeren door de camera te kantelen terwijl u de
V-knop indrukt.
U kunt inzoomen op de weergegeven kaart door de camera één keer te
schudden, en uitzoomen door twee keer te schudden (wanneer Kaartacties in
het setup-menu is ingesteld op Aan).
Actiecontrole
Optie Beschrijving
Opnamestand
selecteren
Selecteer een opnamestand (beperkt tot bepaalde
opnamestanden).
q Filmopname starten Druk op de V-knop om een film op te nemen/te beëindigen.
K Snelle weergave Geef een beeld weer in de schermvullende weergavestand.
U Huidige stand
Geef de huidige positie op een kaart weer (alleen wanneer de
locatiegegevens met succes werden berekend (A132)).
f Sluiten Sluit het actiemenu.
Bevest.
Autom. scènekeuzekn.
Actiemenu
21
Opnamefuncties
Opnamefuncties
De camera herkent automatisch het onderwerp van de opname wanneer u een
beeld kadreert, zodat u nog eenvoudiger beelden kunt maken met instellingen die
aangepast zijn aan het onderwerp.
Wanneer de camera automatisch het onderwerp van de opname herkent, verandert
het pictogram voor de opnamestand op het opnamescherm dienovereenkomstig.
*
De camera schakelt naar de onderwaterstand wanneer de camera in water wordt
ondergedompeld.
Wanneer de camera detecteert dat deze zich onder water bevindt terwijl
Locatiegegevens opnemen in Optiesmenu locatiegeg. in het optiesmenu
locatiegegevens is ingesteld op Aan en wanneer positionering is uitgevoerd, verschijnt
het scherm om te bepalen of locatiegegevens moeten worden opgenomen bij het
beeld dat onder water wordt gemaakt. Wanneer u Ja of Nee selecteert en op de
k-knop drukt, wordt het opnamescherm weergegeven.
B Opmerkingen over stand x (Autom. scènekeuzekn.)
Afhankelijk van de opnameomstandigheden selecteert de camera mogelijk niet de
gewenste onderwerpstand. Selecteer in dit geval een andere opnamestand (A18).
Wanneer de digitale zoom wordt gebruikt, verandert het pictogram van de opnamestand
in d.
x (Autom. scènekeuzekn.)-stand
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M x (autom.
scènekeuzekn.) stand M k-knop
e Portret (om close-up-portretten van een of twee mensen te maken)
b
Portret (om portretten van een grote groep mensen of beelden met veel
achtergrond te maken)
f Landschap
h Nachtportret (om close-up-portretten van een of twee mensen te maken)
c
Nachtportret (om portretten van een grote groep mensen of beelden met
veel achtergrond te maken)
g Nachtlandschap
i Close-up
j Tegenlicht (om foto's te maken van andere onderwerpen dan mensen)
d Tegenlicht (om portretfoto's te maken)
a Onder water*
d Andere onderwerpen
22
Opnamefuncties
B Nadat de camera uit het water werd gehaald
Nadat u de camera uit het water heeft gehaald, schakelt de camera soms niet automatisch
naar een andere stand vanuit de stand Onder water.
Borstel eventuele waterdruppeltjes voorzichtig met uw hand van de camera of veeg ze af
met een zachte en droge doek. Zie “Reiniging na gebruik van de camera onder water”
(Axii) voor meer informatie over de verzorging van de camera.
Beschikbare functies in de stand x (Autom. scènekeuzekn.)
Flitsstand (A44)
Zelfontspanner (A46)
Belichtingscorrectie (A48)
Beeldmodus (A80)
23
Opnamefuncties
Wanneer een onderwerp is geselecteerd, worden de camera-instellingen
automatisch geoptimaliseerd voor het geselecteerde onderwerp.
* Het pictogram van het laatst geselecteerde onderwerp wordt weergegeven.
1
De camera stelt scherp op oneindig.
2
De camera stelt scherp op het gebied in het midden van het beeld.
3
Het gebruik van een statief is aanbevolen omdat de sluitertijd lang is. Stel Foto VR
(A124) in op Uit in het setup-menu als u een statief gebruikt om de camera bij
opname te stabiliseren.
Een beschrijving voor elke onderwerpstand weergeven
(Helpscherm)
Selecteer een onderwerp en zet de zoomknop
(A2) naar g (j) om een beschrijving van dat
onderwerp te bekijken. Om terug te keren naar het
vorige scherm verplaatst u de zoomknop opnieuw
naar g (j).
Onderwerpstand (Opname voor
vastgestelde onderwerpen)
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M b (tweede pictogram
van boven*) M K M HI M selecteer een onderwerp M k-knop
b Portret (standaardinstelling) i Schemering
1, 2, 3
c Landschap
1, 2
j Nachtlandschap
1, 2
(A25)
N Interval film (A28) k Close-up (A25)
d Sport
2
(A24) u Voedsel (A25)
e Nachtportret (A24) m Vuurwerk
1, 3
(A26)
f Party/binnen
2
(A24) o Tegenlicht
2
(A26)
Z Strand
2
p Eenvoudig panorama (A30)
z Sneeuw
2
O Dierenportret (A27)
h Zonsondergang
2, 3
C Onder water
2
(A27)
Eenvoudig panorama
24
Opnamefuncties
Tips en opmerkingen
Terwijl de ontspanknop helemaal ingedrukt wordt gehouden, maakt de camera continu
ongeveer 5 beelden met een snelheid van ongeveer 7,0 bps (als de beeldmodus is
ingesteld op P).
De beeldsnelheid bij continuopnamen hangt af van de huidige instelling voor de
beeldstand, de gebruikte geheugenkaart of de opnameomstandigheden.
Scherpstelling, belichting en tint worden ingesteld op de waarden bepaald voor het
eerste beeld in elke reeks.
In het scherm dat verschijnt nadat u e Nachtportret heeft geselecteerd, selecteert u
u Uit de hand of w Statief.
u Uit de hand (standaardinstelling):
- Wanneer het pictogram e op het opnamescherm groen wordt weergegeven, drukt u
de ontspanknop helemaal in om een reeks beelden vast te leggen die zullen worden
gecombineerd tot een enkel beeld, dat vervolgens wordt opgeslagen.
- Zodra de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, dient u de camera stevig vast te
houden tot een foto wordt weergegeven. Nadat een foto werd gemaakt, mag u de
camera niet uitschakelen voor het opnamescherm weer op de monitor verschijnt.
- Als het onderwerp beweegt terwijl de camera continu opneemt, kan het beeld
vervormd zijn, overlappen of onscherp zijn.
w Statief:
- Eén beeld wordt met een lange sluitertijd vastgelegd wanneer de ontspanknop
helemaal wordt ingedrukt.
- Vibratiereductie is uitgeschakeld, zelfs als Foto VR (A124) in het setup-menu is
ingesteld op Aan.
Om de effecten van cameratrilling te vermijden, dient u de camera stevig vast te houden.
Stel Foto VR (A124) in op Uit in het setup-menu als u een statief gebruikt om de
camera bij opname te stabiliseren.
d Sport
e Nachtportret
f Party/binnen
25
Opnamefuncties
In het scherm dat verschijnt nadat j Nachtlandschap is geselecteerd, selecteert u
u Uit de hand of w Statief.
u Uit de hand (standaardinstelling):
- Wanneer het pictogram j op het opnamescherm groen wordt weergegeven, drukt u
de ontspanknop helemaal in om een reeks beelden vast te leggen die zullen worden
gecombineerd tot een enkel beeld, dat vervolgens wordt opgeslagen.
- Zodra de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, dient u de camera stevig vast te
houden tot een foto wordt weergegeven. Nadat een foto werd gemaakt, mag u de
camera niet uitschakelen voor het opnamescherm weer op de monitor verschijnt.
- De beeldhoek (m.a.w. het gebied dat zichtbaar is in het beeld) in het opgeslagen beeld
is smaller dan de beeldhoek in de monitor tijdens de opname.
w Statief:
- Eén beeld wordt met een lange sluitertijd vastgelegd wanneer de ontspanknop
helemaal wordt ingedrukt.
- Vibratiereductie is uitgeschakeld, zelfs als Foto VR (A124) in het setup-menu is
ingesteld op Aan.
Macro-stand (A47) is ingeschakeld en de camera zoomt automatisch naar de
dichtstbijzijnde positie waarop kan worden scherpgesteld.
U kunt het scherpstelveld verplaatsen. Druk op de k-knop, gebruik HIJK van de
multi-selector om het scherpstelveld te verplaatsen en druk op de k-knop om de
instelling toe te passen.
Macro-stand (A47) is ingeschakeld en de camera zoomt automatisch naar de
dichtstbijzijnde positie waarop kan worden scherpgesteld.
U kunt de tint aanpassen met HI van de multi-
selector. De instelling voor de tint blijft opgeslagen in
het geheugen van de camera, ook wanneer de
camera wordt uitgeschakeld.
U kunt het scherpstelveld verplaatsen. Druk op de
k-knop, gebruik HIJK van de multi-selector om
het scherpstelveld te verplaatsen en druk op de
k-knop om de instelling toe te passen.
j Nachtlandschap
k Close-up
u Voedsel
1010hPa
1010hPa
1010hPa
15m
15m
15m
25
m
0s
25
m
0s
880
880
40
10
0
-10
30
20
26
Opnamefuncties
De sluitertijd is vast ingesteld op vier seconden.
In het scherm dat wordt weergegeven nadat o Tegenlicht is geselecteerd, selecteert u
ON of OFF om de functie hoog dynamisch bereik (HDR) in of uit te schakelen
overeenkomstig het type beeld dat u wilt vastleggen.
OFF (standaardinstelling): De flitser gaat af om te voorkomen dat het onderwerp in de
schaduw verborgen is.
- Wanneer de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, wordt één beeld vastgelegd.
ON: Gebruik deze functie om foto's te maken met zeer heldere en donkere gebieden in
hetzelfde beeld.
- Wanneer de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, maakt de camera continu
beelden met hoge snelheid en worden de volgende twee beelden opgeslagen:
- Een niet-HDR samengesteld beeld
- Een HDR samengesteld beeld waarin het verlies van details in hoge lichten of
schaduwen tot een minimum beperkt is
- Als er slechts voldoende geheugen is om één beeld op te slaan, is een beeld dat door
D-Lighting (A66) tijdens de opname werd verwerkt om donkere gedeelten van het
beeld te corrigeren, het enige beeld dat wordt opgeslagen.
- Zodra de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, dient u de camera stevig vast te
houden tot een foto wordt weergegeven. Nadat een foto werd gemaakt, mag u de
camera niet uitschakelen voor het opnamescherm weer op de monitor verschijnt.
- De beeldhoek (m.a.w. het gebied dat zichtbaar is in het beeld) in het opgeslagen beeld
is smaller dan de beeldhoek in de monitor tijdens de opname.
m Vuurwerk
o Tegenlicht
27
Opnamefuncties
Wanneer u de camera op een hond of kat richt, herkent de camera het gezicht van het
dier en stelt hierop scherp. De camera herkent standaard het gezicht van een hond of kat
en laat automatisch de sluiter los (dierenp. autom. ontsp.).
In het scherm dat verschijnt nadat O Dierenportret is geselecteerd, selecteert u
U Enkelvoudig of V Continu.
- U Enkelvoudig: De camera legt één beeld vast waarin het gezicht van een hond of
kat is herkend.
- V Continu: De camera legt continu drie beelden vast waarin het gezicht van een
hond of kat is herkend.
B Dierenp. autom. ontsp.
Druk op J (n) van de multi-selector om de instelling voor Dierenp. autom. ontsp. te
wijzigen.
- Y: De camera herkent het gezicht van een hond of kat en laat automatisch de sluiter
los.
- OFF: De camera laat de sluiter niet automatisch los, zelfs als het gezicht van een hond
of kat wordt gedetecteerd. Druk de ontspanknop in. De camera detecteert ook
menselijke gezichten wanneer OFF is geselecteerd.
Dierenp. autom. ontsp. is ingesteld op OFF nadat vijf serieopnamen werden gemaakt.
Opnemen is ook mogelijk door de ontspanknop in te drukken, ongeacht de instelling
voor Dierenp. autom. ontsp..
B Scherpstelveld
Wanneer de camera een gezicht detecteert, wordt
het gezicht weergegeven in een gele rand. Wanneer
de camera scherpstelt op een gezicht binnen een
dubbele rand (scherpstelveld), wordt de dubbele
rand groen. Als geen gezichten worden herkend, stelt
de camera scherp op het onderwerp in het midden
van het beeld.
In bepaalde opnameomstandigheden kan het
gezicht van een dier mogelijk niet worden
gedetecteerd en kunnen andere onderwerpen binnen een rand worden weergegeven.
Als u Onder water selecteert, worden schermen weergegeven over het opnemen van
locatiegegevens (A135) en de kalibratie van de waterdiepte, gevolgd door berichten
over de waterdichtheid. Het volgende bericht verschijnt wanneer u op K van de multi-
selector drukt nadat u de berichten heeft gelezen. Wanneer de ontspanknop wordt
ingedrukt, gaat de camera naar de opnamestand zonder een van de volgende schermen
weer te geven.
Zie “<Belangrijk> Schokbestendig, waterdicht, stofdicht, condensatie” (Aix) voor meer
informatie over opnemen onder water.
O Dierenportret
C Onder water
40
10
0
-10
30
20
1010hPa
10 10h Pa
1010hPa
15m
15 m
15m
25
m
0s
25
m
0s
880
880
28
Opnamefuncties
Intervalfilms opnemen
De camera kan automatisch 300 foto's in een bepaald interval vastleggen om
intervalfilms te maken (e 1080/30p), die ca. 10 seconden lang zijn.
* Het pictogram van het laatst geselecteerde onderwerp wordt weergegeven.
1
Geschikt om de beweging van sterren op te nemen. De scherpstelling wordt vastgezet
op oneindig.
2
De beweging van de sterren wordt door de beeldverwerking weergegeven als
lichtlijnen. De scherpstelling wordt vastgezet op oneindig.
1 Gebruik HI van de multi-selector
om een type te selecteren, en druk
op de k-knop.
2 Selecteer of de belichting
(helderheid) al dan niet moet
worden vastgezet, en druk op de
k-knop (behalve voor R en S).
Wanneer AE-L aan is geselecteerd, wordt de
belichting vastgezet op basis van het eerste
beeld.
Selecteer AE-L uit wanneer u opneemt in
omstandigheden met extreme wijzigingen in de helderheid, bijvoorbeeld tijdens
een zonsondergang.
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M b (tweede pictogram
van boven*) M K M HI M N (interval film) M k-knop
Type Intervaltijd Opnametijd
O Stadsgezicht (10 minuten)
(standaardinstelling)
2 seconden 10 minuten
P Landschap (25 minuten) 5 seconden 25 minuten
Q Zonsondergang (50 min.) 10 seconden 50 minuten
R Nachtlucht (150 minuten)
1
30 seconden 2 uur 30 minuten
S Sterrensporen (150 min.)
2
30 seconden 2 uur 30 minuten
Stadsgezicht (10 minuten)
AE-L uit
29
Opnamefuncties
3 Stabiliseer de camera met een hulpmiddel zoals een statief.
4 Druk op de ontspanknop om het
eerste beeld vast te leggen.
Stel de belichtingscorrectie (A48) in voor u
de sluiter ontspant voor het eerste beeld. De
belichtingscorrectie kan niet worden gewijzigd
nadat het eerste beeld werd vastgelegd. De
scherpstelling en de tint worden vastgezet
wanneer het eerste beeld wordt gemaakt.
De sluiter wordt automatisch ontspannen voor
het tweede en volgende beelden.
De monitor kan uitschakelen terwijl de camera geen beelden vastlegt.
De opname eindigt automatisch wanneer 300 beelden zijn vastgelegd.
Druk op de k-knop om de opname te beëindigen voor de opgegeven
opnametijd verstreken is en sla de intervalfilm op.
Audio en foto's kunnen niet worden opgeslagen.
B Opmerkingen over intervalfilms
De camera kan geen beelden vastleggen als er geen geheugenkaart geplaatst is. Vervang
de geheugenkaart niet zolang de opname niet voltooid is.
Gebruik een accu die volledig geladen is om te voorkomen dat de camera onverwacht
uitschakelt.
Intervalfilms kunnen niet worden opgenomen door op de b (e filmopname)-knop te
drukken.
Vibratiereductie is uitgeschakeld, zelfs als Foto VR (A124) in het setup-menu is
ingesteld op Aan.
30
Opnamefuncties
Opnemen met eenvoudig panorama
* Het pictogram van het laatst geselecteerde onderwerp wordt weergegeven.
1 Selecteer W Normaal of
X Breed als opnamebereik en
druk op de k-knop.
Wanneer de camera klaar wordt gehouden in
de horizontale positie, is het beeldformaat als
volgt (breedte × hoogte):
- W Normaal: 4800 × 920 bij horizontale
beweging, 1536 × 4800 bij verticale
beweging
- X Breed: 9600 × 920 bij horizontale beweging, 1536 × 9600 bij verticale
beweging
2 Kadreer de eerste rand van het
panoramaonderwerp en druk
vervolgens de ontspanknop half in
om scherp te stellen.
De zoomstand is vastgesteld op groothoek.
De camera stelt scherp in het midden van het
beeld.
3 Druk de ontspanknop helemaal in
en haal uw vinger dan van de
ontspanknop.
KLJI wordt weergegeven om de richting
aan te geven waarin de camera moet
bewegen.
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M b (tweede pictogram
van boven*) M K M HI M p (eenvoudig panorama) M k-knop
Normaal
40
10
0
-10
30
20
1010hPa
1010hPa
1010hPa
15m
15m
15m
25
m
0s
25
m
0s
880
880
31
Opnamefuncties
4 Verplaats de camera in een van de
vier richtingen tot de
gidsaanduiding het einde bereikt.
Wanneer de camera detecteert in welke
richting hij wordt verplaatst, begint de
opname.
De opname eindigt wanneer de camera het
opgegeven opnamebereik vastlegt.
De scherpstelling en belichting worden
vergrendeld tot de opname is beëindigd.
Voorbeeld van camerabeweging
Gebruik uw lichaam als rotatieas om de camera langzaam in een boog te
bewegen in de richting van de markering (KLJI).
De opname stopt als de gids de rand niet bereikt binnen ongeveer 15 seconden
(wanneer W Normaal is geselecteerd) of binnen ongeveer 30 seconden
(wanneer X Breed is geselecteerd) nadat de opname start.
B Opmerkingen over opname met eenvoudig panorama
Het bereik van het beeld dat zichtbaar is in het opgeslagen beeld, is smaller dan het
beeld dat zichtbaar is op de monitor tijdens de opname.
Als de camera te snel wordt bewogen of te veel trilt, of als het onderwerp te gelijkvormig
is (bijvoorbeeld een muur of duisternis), kan er zich een fout voordoen.
Wanneer de opname wordt gestopt voor de camera halverwege het panoramabereik is
gekomen, wordt het panoramabeeld niet opgeslagen.
Als meer dan de helft van het panoramabereik is vastgelegd maar de opname wordt
beëindigd voor de rand van het bereik wordt bereikt, wordt het niet vastgelegde bereik
opgenomen en grijs weergegeven.
Gids
32
Opnamefuncties
Weergave met eenvoudig panorama
Ga naar de weergavestand (A15), geef een beeld
dat met eenvoudig panorama werd opgenomen,
weer in de schermvullende weergavestand en druk
vervolgens op de k-knop om het beeld in de
richting te bladeren die tijdens de opname werd
gebruikt.
De bedieningsknoppen worden tijdens de
weergave op de monitor weergegeven.
Gebruik JK van de multi-selector om een knop te
selecteren en druk vervolgens op de k-knop om
de hierna beschreven bewerkingen uit te voeren.
B Opmerkingen over beelden met eenvoudig panorama
De beelden kunnen niet op deze camera worden bewerkt.
Deze camera kan de weergave mogelijk niet bladeren van, of inzoomen op, beelden die
werden gemaakt met eenvoudig panorama en werden vastgelegd met een ander merk
of model digitale camera.
B Opmerkingen over het afdrukken van panoramabeelden
Het volledige beeld kan mogelijk niet worden afgedrukt, afhankelijk van de instellingen van
de printer. Bovendien is het afdrukken eventueel onmogelijk, afhankelijk van de printer.
Functie Pictogram Beschrijving
Terugspoelen A
Houd de k-knop ingedrukt om snel achteruit te
bladeren.
Vooruitspoelen B
Houd de k-knop ingedrukt om snel vooruit te
bladeren.
Pauzeren E
Afspelen pauzeren. De hierna vermelde bewerkingen
kunnen tijdens pauze worden uitgevoerd.
C
Houd de k-knop ingedrukt om terug te
spoelen.
D Houd de k-knop ingedrukt om te bladeren.
F Automatisch bladeren hervatten.
Einde G Terug naar de schermvullende weergavestand.
33
Opnamefuncties
Effecten kunnen tijdens het fotograferen op beelden worden toegepast.
* Het pictogram van het laatst geselecteerde effect wordt weergegeven.
De camera stelt scherp op het gebied in het midden van het beeld.
Wanneer Selectieve kleur of Cross-process is
geselecteerd, gebruikt u HI van de multi-
selector om de gewenste kleur te selecteren,
waarna u op de k-knop drukt om de kleur toe
te passen. Om de kleurselectie te wijzigen, drukt
u nogmaals op de k-knop.
Stand speciale effecten (effecten toepassen
tijdens opname)
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M O (derde
pictogram van boven*) M K M HI M selecteer een effect M k-knop
Type Beschrijving
O Zacht
(standaardinstelling)
Verzacht het beeld door een lichte waas aan het volledige
beeld toe te voegen.
P Nostalgisch
sepia
Voegt een sepia toon toe en vermindert het contrast om de
eigenschappen van een oude foto te simuleren.
F Hoogcontrast
monochr.
Verandert het beeld in zwart-wit en geeft het een scherp
contrast.
I Selectieve kleur
Maakt een zwart-wit-beeld waarin alleen de opgegeven kleur
behouden blijft.
l Pop
Verhoogt de kleurverzadiging van het volledige beeld om een
helder uitzicht te creëren.
o Cross-process
Geeft het beeld een mysterieus uitzicht op basis van een
specifieke kleur.
m Speelgoedcamera-
eff. 1
Geeft het volledige beeld een geelachtige tint en maakt de
rand van het beeld donkerder.
n Speelgoedcamera-
eff. 2
Vermindert de kleurverzadiging van het volledige beeld en
maakt de rand van het beeld donkerder.
Opslaan
34
Opnamefuncties
U kunt een foto nemen met de functie Glamour-retouchering om menselijke
gezichten te verbeteren.
1 Druk op K van de multi-selector.
2 Pas een effect toe.
Gebruik JK om een effect te selecteren.
Gebruik HI om de intensiteit van het effect
aan te passen.
U kunt meerdere effecten tegelijk toepassen.
B Huid verzachten, l Foundation,
Q Zacht, G Levendigheid, o Helderheid
(Bel. +/-)
Selecteer y Sluiten om de schuifknop te
verbergen.
Druk op de k-knop nadat u de instellingen
voor alle effecten hebt gecontroleerd.
3 Kadreer de foto en druk de ontspanknop in.
B Opmerkingen over de stand Slim portret
De intensiteit van het effect kan verschillen tussen het beeld op het opnamescherm en het
opgeslagen beeld.
C Instellingen Glamour-retouchering
Er verschijnt een histogram wanneer u Helderheid (Bel. +/-) selecteert. Zie A48 voor
meer informatie.
Stand Slim portret (Menselijke gezichten
verbeteren bij opname)
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M F Slim portret-stand
Mk-knop
Huid verzachten
Schuifknop
Effect
35
Opnamefuncties
Beschikbare functies in de stand Slim portret
Glamour-retouchering (A34)
Glimlachtimer (A35)
Zelf-collage (A36)
Flitsstand (A44)
Zelfontspanner (A46)
Menu Slim portret (A92)
Glimlachtimer gebruiken
Wanneer u op J van de multi-selector drukt om
a Glimlachtimer te selecteren en daarna op de
k-knop drukt, ontspant de camera de sluiter
automatisch wanneer deze een glimlachend
gezicht detecteert.
Stel de functie Glamour-retouchering in voor u
Glimlachtimer selecteert (A34).
Wanneer u op de ontspanknop drukt om een
foto te nemen, wordt Glimlachtimer beëindigd.
B Opmerkingen over glimlachtimer
In bepaalde opnameomstandigheden kan de camera gezichten of een glimlach niet
herkennen (A51). De ontspanknop kan ook worden gebruikt om op te nemen.
C Wanneer het zelfontspannerlampje knippert
Wanneer u de glimlachtimer gebruikt, knippert het zelfontspannerlampje wanneer de
camera een gezicht detecteert; het lampje knippert snel onmiddellijk nadat de sluiter werd
ontspannen.
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M F Slim portret-stand
M k-knop
Glimlachtimer
36
Opnamefuncties
Gebruik van Zelf-collage
De camera kan een reeks in intervallen van vier of
negen beelden registreren en deze opslaan als één
beeld (een collagebeeld).
1 Druk op J van de multi-selector om
n Zelf-collage te selecteren en
druk op de k-knop.
Er verschijnt een bevestigingsscherm.
Wanneer u op de d-knop drukt en Zelf-
collage selecteert voor u op J drukt, kunt u
de instellingen configureren voor Aantal
opnamen, Interval en Sluitergeluid (A92).
Als u tijdens het opnemen Glamour-
retouchering wilt toepassen, moet u het effect
instellen voor u Zelf-collage (A34) selecteert.
2 Neem een foto.
Wanneer u de ontspanknop indrukt, start een
aftelling (ongeveer vijf seconden) en wordt de
sluiter automatisch ontspannen.
De camera ontspant de sluiter automatisch
voor de resterende foto's. Een aftelling start
ongeveer drie seconden voor de opname.
Het aantal opnamen wordt aangeduid door U
in de monitor. Het wordt tijdens opname
groen weergegeven en wijzigt naar wit na de opname.
Wanneer de camera klaar is met het nemen van het aantal opgegeven opnamen,
wordt het collagebeeld opgeslagen.
Elk geregistreerd beeld wordt opgeslagen als een individueel beeld, afzonderlijk
van het collagebeeld. De individuele beelden worden als een reeks opgeslagen, en
een collage van één beeld wordt gebruikt als de hoofdfoto (A62).
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M F Slim portret-stand
M k-knop
1010hPa
1010hPa
1010hPa
15m
15m
15m
15
/
11
/
2015 15:30
15
/
11
/
2015 15:30
0005.
JPG
0005.
JPG
5
/
5
5
/
5
Zelf-collage
2
37
Opnamefuncties
B Opmerkingen over Zelf-collage
Als u de ontspanknop indrukt voor de camera het opgegeven aantal opnamen gemaakt
heeft, wordt de opname geannuleerd en wordt er geen collagebeeld opgeslagen. De
foto's die genomen werden voor de opname geannuleerd werd, worden opgeslagen als
afzonderlijke afbeeldingen.
Deze functie kan mogelijk niet worden gebruikt in combinatie met andere functies
(A56).
38
Opnamefuncties
De camera maakt een korte film die tot 30 seconden lang is (e 1080/30p of
S 1080/25p) door meerdere filmclips die enkele seconden lang zijn, op te
nemen en automatisch met elkaar te combineren.
1 Druk op de d (menu)-knop en
configureer de instellingen om films
op te nemen.
Aantal opnamen: Stel het aantal filmclips in
dat door de camera moet worden
opgenomen, alsook de opnametijd voor elke
filmclip. Standaard neemt de camera 15
filmclips op die elk 2 seconden lang zijn, om
een korte film van 30 seconden te maken.
Speciale effecten (A33): Pas tijdens de opname diverse effecten op films toe.
De effecten kunnen voor elke filmclip worden gewijzigd.
Achtergrondmuziek: Selecteer de achtergrondmuziek. U kunt een voorbeeld
bekijken door de zoomknop (A2) naar g (i) te verplaatsen.
Als de instellingen voltooid zijn, drukt u op de d-knop of op de ontspanknop
om het menu te sluiten.
2 Druk op de b (e filmopname)-
knop om een filmclip op te nemen.
De camera stopt de opname van de filmclip
automatisch wanneer de in stap 1 opgegeven
tijd verstreken is.
De opname van filmclips kan tijdelijk worden
gepauzeerd.
Zie “Filmopname pauzeren” (A41).
Stand Korte filmvoorstelling (filmclips
combineren om korte films te maken)
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M M Korte
filmvoorstelling-stand M k-knop
Aantal opnamen
Speciale effecten
Achtergrondmuziek
Opname stoppen
40
10
0
-10
30
20
1010hPa
1010hPa
1010hPa
15m
15m
15m
25
m
0s
25
m
0s
880
880
0
15
39
Opnamefuncties
3 Controleer de opgenomen filmclip
of verwijder deze.
Om deze te controleren, drukt u op de k-knop.
Om deze te verwijderen, drukt u op de l-knop.
De laatst opgenomen filmclip of alle filmclips
kunnen worden verwijderd.
Om verder te gaan met het opnemen van
filmclips herhaalt u de handeling in stap 2.
Om de effecten te wijzigen, keert u terug naar
stap 1.
4 Sla de korte filmvoorstelling op.
De korte filmvoorstelling wordt opgeslagen wanneer de camera klaar is met het
opnemen van het ingestelde aantal filmclips.
Om een korte filmvoorstelling op te slaan vooraleer de camera klaar is met het
opnemen van het ingestelde aantal filmclips, drukt u op de d-knop wanneer
het opname-stand-byscherm wordt weergegeven, waarna u Opname stoppen
selecteert.
De filmclips worden verwijderd wanneer een korte filmvoorstelling wordt
opgeslagen.
40
10
0
-10
30
20
1010hPa
1010hPa
1010hPa
15m
15m
15m
Voorbeeld
2 4
m
3 6
s
24
m
36
s
8 80
880
12
15
Aantal opgenomen filmclips
40
Opnamefuncties
Bediening tijdens weergave van filmclips
Om het volume aan te passen, verplaatst u de
zoomknop terwijl een filmclip wordt weergegeven
(A2).
De bedieningsknoppen worden op de monitor
weergegeven.
De hierna vermelde handelingen kunnen worden
uitgevoerd met JK van de multi-selector om een
knop te selecteren, waarna u op de k-knop drukt.
B Opmerkingen over het opnemen van een korte filmvoorstelling
De camera kan geen films opnemen als er geen geheugenkaart geplaatst is.
Vervang de geheugenkaart niet vooraleer een korte filmvoorstelling opgeslagen is.
Functie Pictogram Beschrijving
Terugspoelen A
Houd de k-knop ingedrukt om de film terug te
spoelen.
Vooruitspoelen B
Houd de k-knop ingedrukt om de film vooruit te
spoelen.
Pauzeren E
Afspelen pauzeren. De hierna vermelde bewerkingen
kunnen worden uitgevoerd terwijl de film gepauzeerd
is.
C
Spoel de film één beeld terug. Houd de
k-knop ingedrukt om continu terug te
spoelen.
D
Spoel de film één beeld vooruit. Houd de
k-knop ingedrukt om continu vooruit te
spoelen.
F Weergave hervatten.
Weergave
stoppen
G Terug naar het opnamescherm.
Opname
stoppen
p
Sla de korte filmvoorstelling op met de opgenomen
filmclips.
16s
16s
Bedieningsknoppen
41
Opnamefuncties
C Filmopname pauzeren
Een foto (l 4608×2592) kan worden vastgelegd als u op de ontspanknop drukt terwijl
het opname-stand-byscherm wordt weergegeven.
U kunt de filmopname pauzeren en beelden weergeven of naar een andere
opnamestand gaan om foto's te maken. De filmopname wordt hervat wanneer u
opnieuw naar de stand Korte filmvoorstelling gaat.
Beschikbare functies in de stand Korte filmvoorstelling
Zelfontspanner (A46)
Macro-stand (A47)
Belichtingscorrectie (A48)
Menu Korte filmvoorstelling (A38)
Menu Filmopties (A100)
42
Opnamefuncties
Gebruikt voor algemene opnamen. De instellingen kunnen worden aangepast
overeenkomstig de opnameomstandigheden en het gewenste type opname.
U kunt de manier wijzigen waarop de camera het scherp te stellen gebied van het
beeld selecteert, door de instelling voor AF-veldstand te wijzigen (A88).
De standaardinstelling is AF met doelopsporing (A53).
Beschikbare functies in de stand A (auto)
Creatieve instelknop (A43)
Flitsstand (A44)
Zelfontspanner (A46)
Macro-stand (A47)
Opnamemenu (A80)
A (auto)-stand
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M A (auto)-stand M
k-knop
43
Opnamefuncties
De creatieve instelknop gebruiken
U kunt tijdens de opname de helderheid (belichtingscorrectie), levendigheid en tint
aanpassen.
1 Druk op K van de multi-selector.
2 Gebruik JK om een item te
selecteren.
F Kleurtoon: hiermee kunt u de tint (rood/
blauw) van het volledige beeld aanpassen.
G Levendigheid: hiermee kunt u de
levendigheid van het volledige beeld
aanpassen.
o Helderheid (Bel. +/-): hiermee kunt u de
helderheid van het volledige beeld aanpassen.
3
Gebruik
HI
om het niveau aan te
passen.
U kunt een voorbeeld van de resultaten
bekijken op de monitor.
Om een ander item in te stellen, keert u terug
naar stap 2.
Selecteer y Sluiten om de schuifknop te
verbergen.
Selecteer P Herstel en druk op de k-knop
om alle instellingen te annuleren. Keer terug
naar stap 2 en pas de instellingen opnieuw aan.
4 Druk op de k-knop als de instelling voltooid is.
De instellingen worden toegepast en de camera keert terug naar het
opnamescherm.
C Instellingen van de creatieve instelknop
Deze functie kan mogelijk niet worden gebruikt in combinatie met andere functies
(A56).
De instellingen voor de helderheid (belichtingscorrectie), levendigheid en tint blijven
opgeslagen in het geheugen van de camera, zelfs als de camera uitgezet is.
Zie “Het histogram gebruiken” (A48) voor meer informatie.
Ga naar de opnamestand
M
A
(opnamestand)-knop
M
A
(auto)-stand
M
k
-knop
Helderheid (Bel. +/-)
Schuifknop
Histogram
Helderheid (Bel. +/-)
44
Opnamefuncties
U kunt een flitsstand selecteren overeenkomstig de opnameomstandigheden.
1 Druk op H (m) van de multi-selector.
2 Selecteer de gewenste flitsstand
(A45) en druk op de k-knop.
Als de instelling niet wordt toegepast door
binnen enkele seconden op de k-knop te
drukken, wordt de selectie geannuleerd.
C Het flitserlampje
De status van de flitser kan worden gecontroleerd
door de ontspanknop half in te drukken.
- Aan: De flitser gaat af wanneer u de ontspanknop
helemaal indrukt.
- Knippert: De flitser wordt opgeladen. De camera
kan geen beelden maken.
- Uit: De flitser gaat niet af wanneer een foto wordt
gemaakt.
Als de accu bijna leeg is, schakelt de monitor uit terwijl de flitser wordt opgeladen.
Flitsstand
Automatisch
45
Opnamefuncties
Beschikbare flitsstanden
C De flitsstandinstelling
De instelling is mogelijk niet beschikbaar in bepaalde opnamestanden (A49).
De instelling die wordt gebruikt in de stand A (auto), wordt opgeslagen in het
geheugen van de camera, zelfs als de camera uitgezet is.
C Rode-ogenreductie
Er wordt voorafgaandelijk meerdere keren met lage intensiteit geflitst vooraleer de
hoofdflitser afgaat, om het rode-ogen effect te verminderen. Als de camera rode ogen
vaststelt terwijl een beeld wordt opgeslagen, wordt het gebied in kwestie bewerkt om rode
ogen te verminderen voor het beeld wordt opgeslagen.
Houd rekening met het volgende tijdens de opname:
Omdat er voorafgaandelijk wordt geflitst, is er een korte vertraging tussen het indrukken
van de ontspanknop en het maken van het beeld.
Er is meer tijd nodig om beelden op te slaan.
Rode-ogenreductie zal in sommige situaties niet het gewenste resultaat opleveren.
In uitzonderlijke gevallen kan de rode-ogenreductie nodeloos worden toegepast op
andere delen van het beeld. In deze gevallen selecteert u een andere flitsstand en neemt
u de foto opnieuw.
U
Automatisch
De flitser gaat af wanneer dit nodig is, bijvoorbeeld als er weinig licht is.
Het pictogram voor de flitsstand op het opnamescherm wordt alleen direct
na het uitvoeren van de instelling weergegeven.
V
Autom. met rode-ogenred.
Minder “rode ogen” in portretten ten gevolge van de flitser.
W
Uit
De flitser gaat niet af.
Het is aan te bevelen een statief te gebruiken om de camera te stabiliseren
wanneer u in donkere omgevingen fotografeert.
X
Invulflits
De flitser wordt bij elke foto gebruikt. Gebruik deze stand om schaduwen en
onderwerpen in tegenlicht “in te vullen” (te verlichten).
Y
Lange sluitertijd
Geschikt voor avond- en nachtportretten met achtergronddecors. De flitser
gaat indien nodig af om het hoofdonderwerp te verlichten. De lange sluitertijd
wordt gebruikt om in het donker of bij weinig licht de achtergrond vast te
leggen.
46
Opnamefuncties
De camera is voorzien van een zelfontspanner, die de sluiter ongeveer 10 seconden
of 2 seconden na het indrukken van de ontspanknop ontspant.
Stel Foto VR (A124) in op Uit in het setup-menu als u een statief gebruikt om de
camera bij opname te stabiliseren.
1 Druk op J (n) van de multi-selector.
2 Selecteer n10s of n2s en druk op
de k-knop.
n10s (10 seconden): voor belangrijke
gelegenheden, zoals bruiloften.
n2s (2 seconden): om cameratrilling te
voorkomen.
Als de instelling niet wordt toegepast door
binnen enkele seconden op de k-knop te
drukken, wordt de selectie geannuleerd.
Wanneer de opnamestand de onderwerpstand Dierenportret is, wordt
Y (dierenp. autom. ontsp.) weergegeven (A27). De zelfontspanner kan niet
worden gebruikt.
Wanneer de opnamestand Slim portret is, kunt u naast de zelfontspanner ook
a Glimlachtimer (A35) en n Zelf-collage (A36) gebruiken.
3 Kadreer de foto en druk de ontspanknop half in.
De scherpstelling en de belichting zijn ingesteld.
4 Druk de ontspanknop
helemaal in.
Het aftellen begint. Het
zelfontspannerlampje knippert en
licht daarna constant gedurende
ongeveer één seconde op voor de
sluiter wordt ontspannen.
Zodra de sluiter is ontspannen,
wordt de zelfontspanner weer op
OFF gezet.
Om de aftelling te stoppen, drukt u
nogmaals op de ontspanknop.
Zelfontspanner
Zelfontspanner
F2.8
F2.8
1/ 2 50
1/250
9
9
47
Opnamefuncties
Gebruik de macro-stand om close-upfoto's te nemen.
1 Druk op I (p) van de multi-selector.
2 Selecteer ON en druk op de k-knop.
Als de instelling niet wordt toegepast door
binnen enkele seconden op de k-knop te
drukken, wordt de selectie geannuleerd.
3 Verplaats de zoomknop om de
zoomfactor op een positie te zetten
waarbij F en de zoomaanduiding
groen worden weergegeven.
Wanneer de zoomfactor is ingesteld op een positie waarbij de zoomaanduiding
groen wordt weergegeven, kan de camera scherpstellen op onderwerpen tot op
ca. 10 cm van het objectief.
Wanneer de zoom op een positie staat waar G wordt weergegeven, kan de
camera scherpstellen op onderwerpen tot op circa 1 cm van het objectief.
B Opmerkingen over het gebruik van de flitser
De flitser kan mogelijk het volledige onderwerp niet verlichten op afstanden van minder
dan 50 cm.
C De instelling Macro-stand
De instelling is mogelijk niet beschikbaar in bepaalde opnamestanden (A49).
Als de instelling wordt gebruikt in de stand A (auto), blijft deze opgeslagen in het
geheugen van de camera, zelfs als de camera uitgezet is.
Macro-stand (nemen van close-upfoto's)
Macro-stand
40
48
Opnamefuncties
U kunt de algemene helderheid van het beeld aanpassen.
1 Druk op K (o) van de multi-selector.
2 Selecteer een correctiewaarde en
druk op de k-knop.
Om het beeld helderder te maken, stelt u een
positieve (+) waarde in.
Om het beeld donkerder te maken, stelt u een
negatieve (–) waarde in.
De correctiewaarde wordt toegepast, ook
zonder de k-knop in te drukken.
Wanneer de opnamestand Slim portret is,
wordt het scherm Glamour-retouchering
weergegeven in plaats van het belichtingscorrectiescherm (A34).
Wanneer de opnamestand A (auto) is, wordt de creatieve instelknop
weergegeven in plaats van het belichtingscorrectiescherm (A43).
C Waarde voor belichtingscorrectie
De instelling is mogelijk niet beschikbaar in bepaalde opnamestanden (A49).
Wanneer de belichtingscorrectie is ingesteld terwijl de flitser wordt gebruikt, wordt de
correctie toegepast op zowel de achtergrondverlichting als op de flitseruitvoer.
C Het histogram gebruiken
Een histogram is een grafiek die de toonverdeling van een beeld weergeeft. U kunt het
histogram gebruiken als leidraad wanneer u belichtingscorrectie gebruikt en opnames
maakt zonder de flitser.
De horizontale as toont de pixelhelderheid, met links de donkere tonen en rechts de
lichte tonen. De verticale as toont het aantal pixels.
Als u de belichtingscorrectiewaarde verhoogt, wordt de verdeling van toonwaarden naar
rechts verplaatst. Bij een verlaging wordt de verdeling naar links verplaatst.
Belichtingscompensatie (Helderheid
aanpassen)
Belichtingscompensatie
Histogram
49
Opnamefuncties
De standaardinstellingen voor elke opnamestand worden hierna vermeld.
Standaardinstellingen (flitser,
zelfontspanner enz.)
Flitser
(A44)
Zelfontspanner
(A46)
Macro
(A47)
Belichtingscompensatie
(A48)
x (autom.
scènekeuzekn.)
U
1
Uit
Uit
2
0,0
C (onderwerp)
b (portret) V Uit
Uit
3
0,0
c (landschap)
W
3
Uit
Uit
3
0,0
N (interval film)
W
3
Uit
Uit
3
0,0
4
d (sport)
W
3
Uit
3
Uit
3
0,0
e (nachtportret)
V
5
Uit
Uit
3
0,0
f (party/binnen)
V
6
Uit
Uit
3
0,0
Z (strand) U Uit
Uit
3
0,0
z (sneeuw) U Uit
Uit
3
0,0
h (zonsondergang)
W
3
Uit
Uit
3
0,0
i (schemering)
W
3
Uit
Uit
3
0,0
j (nachtlandschap)
W
3
Uit
Uit
3
0,0
k (close-up) W Uit
Aan
3
0,0
u (voedsel)
W
3
Uit
Aan
3
0,0
m (vuurwerk)
W
3
Uit
3
Uit
3
0,0
3
o (tegenlicht)
X/W
7
Uit
Uit
3
0,0
p (eenvoudig
panorama)
W
3
Uit
3
Uit
3
0,0
O (dierenportret)
W
3
Y
8
Uit 0,0
C (onder water) W Uit Uit 0,0
50
Opnamefuncties
1
De camera selecteert automatisch de flitsstand die geschikt is voor het onderwerp dat de
camera heeft geselecteerd. W (uit) kan handmatig worden geselecteerd.
2
Kan niet worden gewijzigd. De camera gaat naar de macro-stand wanneer i is
geselecteerd.
3
Kan niet worden gewijzigd.
4
Kan niet worden gewijzigd wanneer Nachtlucht (150 minuten) of Sterrensporen
(150 min.) is geselecteerd.
5
Kan niet worden gewijzigd. De flitsstand is vastgezet op invulflits met rode-ogenreductie
wanneer Statief is ingesteld.
6
Synchronisatie met lange sluitertijd met rode-ogenreductie kan worden gebruikt.
7
De flitser is vast ingesteld op X (invulflits) wanneer HDR is ingesteld op OFF, en is
vastgezet op W (uit) wanneer HDR is ingesteld op ON.
8
De zelfontspanner kan niet worden gebruikt. Dierenp. autom. ontsp. kan worden in- of
uitgeschakeld (A27).
9
a Glimlachtimer (A35) en n Zelf-collage (A36) kunnen naast de zelfontspanner
gebruikt worden.
10
Glamour-retouchering wordt weergegeven (A34).
11
De creatieve instelknop wordt weergegeven (A43).
R (speciale effecten) W Uit Uit 0,0
F (slim portret) U Uit
9
Uit
3
10
M (korte
filmvoorstelling)
W
3
Uit Uit 0,0
A (auto) U Uit Uit
11
Flitser
(A44)
Zelfontspanner
(A46)
Macro
(A47)
Belichtingscompensatie
(A48)
51
Opnamefuncties
Het scherpstelveld is afhankelijk van de opnamestand.
Gezichtsherkenning gebruiken
In de volgende opnamestanden gebruikt de
camera gezichtsherkenning om automatisch
scherp te stellen op menselijke gezichten.
x (autom. scènekeuzekn.)-stand (A21)
Onderwerpstand Portret of Nachtportret
(A23)
Slim portret-stand (A34)
Wanneer AF-veldstand (A88) in de stand
A (auto) (A42) is ingesteld op
Gezichtprioriteit.
Wanneer de camera meer dan één gezicht herkent, wordt een dubbele rand
weergegeven rond het gezicht waarop de camera scherpstelt, en wordt een enkele
rand weergegeven rond de andere gezichten.
Als de ontspanknop half wordt ingedrukt wanneer geen gezichten worden herkend:
In de stand x (autom. scènekeuzekn.) verandert het scherpstelveld afhankelijk
van het onderwerp.
In de onderwerpstanden Portret en Nachtportret of in de stand Slim portret
stelt de camera scherp in het midden van het beeld.
In de stand A (auto) selecteert de camera het scherpstelveld met het onderwerp
dat zich het dichtst bij de camera bevindt.
B Opmerkingen over gezichtsherkenning
De mate waarin de camera gezichten kan detecteren, is afhankelijk van diverse factoren,
waaronder de richting waarin de gezichten kijken.
In de volgende situaties kan de camera geen gezichten detecteren:
- Als een gezicht deels verscholen gaat achter een zonnebril of een ander voorwerp
- Als een gezicht te veel of te weinig ruimte beslaat in het beeld
C Gezichtsherkenning tijdens filmopname
Wanneer AF-veldstand (A104) in het filmmenu is ingesteld op Gezichtprioriteit, stelt
de camera tijdens de filmopname scherp op menselijke gezichten. Als de b (e
filmopname)-knop is ingedrukt en er geen gezichten worden herkend, stelt de camera
scherp op het gebied in het midden van het beeld.
Scherpstellen
40
10
0
-10
30
20
1010hPa
1010hPa
1010hPa
15m
15m
15m
25
m
0s
25
m
0s
880
880
52
Opnamefuncties
De functie Huid verzachten gebruiken
Wanneer de sluiter wordt ontspannen terwijl een van de hierna vermelde
onderwerpstanden wordt gebruikt, detecteert de camera menselijke gezichten en
wordt het beeld verwerkt om de huidtinten te verzachten (tot drie gezichten).
Stand Slim portret (A34)
- De mate van het Huid verzachten-effect kan worden aangepast.
x (autom. scènekeuzekn.)-stand (A21)
Onderwerpstand Portret of Nachtportret (A23)
Bewerkingsfuncties zoals Huid verzachten kunnen worden toegepast op
opgeslagen beelden met behulp van Glamour-retouchering (A67), zelfs na de
opname.
B Opmerkingen over Huid verzachten
Het kan langer duren dan normaal om beelden na de opname op te slaan.
In bepaalde opnameomstandigheden worden de gewenste resultaten van de functie
Huid verzachten niet verkregen en kan de functie Huid verzachten worden toegepast op
delen van het beeld zonder gezichten.
53
Opnamefuncties
AF met doelopsporing gebruiken
Wanneer AF-veldstand (A88) in de stand A (auto) is ingesteld op AF met
doelopsporing, stelt de camera scherp op de hierna beschreven wijze wanneer u
de ontspanknop half indrukt.
De camera detecteert het hoofdonderwerp en
stelt hierop scherp. Zodra het onderwerp scherp
is, wordt het scherpstelveld in groen
weergegeven. Als een menselijk gezicht wordt
gedetecteerd, stelt de camera hierop
automatisch de scherpstelprioriteit in.
Wanneer geen hoofdonderwerp wordt
gedetecteerd, selecteert de camera automatisch
een of meer van de negen scherpstelvelden met
het onderwerp dat zich het dichtst bij de camera
bevindt. Wanneer het onderwerp scherp is,
worden de scherpstelvelden die scherp zijn in
groen weergegeven.
B Opmerkingen over AF met doelopsporing
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kan het onderwerp dat de camera als
hoofdonderwerp bepaalt, variëren.
Het hoofdonderwerp kan bij bepaalde instellingen voor de Witbalans mogelijk niet
worden gedetecteerd.
De camera kan in de volgende situaties het hoofdonderwerp mogelijk niet detecteren:
- Wanneer het onderwerp zeer donker of helder is
- Wanneer het hoofdonderwerp geen duidelijk gedefinieerde kleuren heeft
- Wanneer de opname dusdanig wordt gekadreerd, dat het hoofdonderwerp zich aan
de rand van de monitor bevindt
- Wanneer het hoofdonderwerp bestaat uit een terugkerend patroon
40
10
0
-10
30
20
1010hPa
1010hPa
1010hPa
15m
15m
15m
25
m
0s
25
m
0s
880
880
Scherpstelvelden
1/ 2 50
1/250
F2.8
F2.8
Scherpstelvelden
54
Opnamefuncties
Onderwerpen die niet geschikt zijn voor Autofocus
De camera stelt in de volgende situaties mogelijk niet scherp zoals verwacht. In
uitzonderlijke gevallen wordt het onderwerp mogelijk niet scherpgesteld ondanks
het feit dat het scherpstelveld of de scherpstelaanduiding in groen wordt
weergegeven:
Het onderwerp is zeer donker
Er zijn voorwerpen met sterk verschillende helderheid in het onderwerp
(bijvoorbeeld wanneer de zon achter het onderwerp staat en het onderwerp
daardoor zeer donker wordt)
Er is geen contrast tussen het onderwerp en de omgeving (bijvoorbeeld wanneer
de persoon op de foto een wit overhemd draagt en voor een witte muur staat)
Meerdere voorwerpen bevinden zich op verschillende afstanden van de camera
(bijvoorbeeld wanneer het onderwerp in een kooi zit)
Onderwerpen met terugkerende patronen (vensterjaloezieën, gebouwen met
meerdere rijen ramen met dezelfde vorm enz.)
Het onderwerp beweegt snel
Druk in bovengenoemde situaties de ontspanknop enkele malen half in om
opnieuw scherp te stellen, of stel scherp op een ander onderwerp dat zich op
dezelfde afstand van de camera bevindt als het gewenste onderwerp, en gebruik de
scherpstelvergrendeling (A55).
55
Opnamefuncties
Scherpstelvergrendeling
Opnemen met scherpstelvergrendeling wordt aanbevolen wanneer de camera het
scherpstelveld met het gewenste onderwerp niet activeert.
1 Stel AF-veldstand in op Centrum in de stand A (auto)
(A88).
2 Positioneer het onderwerp
in het midden van het beeld
en druk de ontspanknop
half in.
De camera stelt scherp op het
onderwerp en het scherpstelveld
wordt in groen weergegeven.
De belichting wordt ook
vergrendeld.
3 Pas de compositie van de foto aan
zonder uw vinger op te heffen.
De afstand tussen de camera en het
onderwerp mag niet veranderen.
4 Druk de ontspanknop helemaal in
om de foto te maken.
1/ 2 50
1/250
F2.8
F2.8
56
Opnamefuncties
Bepaalde functies kunnen niet met andere menu-opties worden gebruikt.
Functies die bij opname niet tegelijk kunnen
worden gebruikt
Beperkte functie Optie Beschrijving
Flitsstand
Continu (A84)
Wanneer een andere instelling dan
Enkelvoudig is geselecteerd, kan de
flitser niet worden gebruikt.
Knipperdetectie (A93)
Wanneer Knipperdetectie is
ingesteld op Aan, kan de flitser niet
worden gebruikt.
Onderwaterflitser
(A126)
Wanneer Onderwaterflitser is
ingesteld op Aan, kan Autom. met
rode-ogenred. niet worden
geselecteerd. Als Autom. met rode-
ogenred. voordien werd
geselecteerd, verandert de instelling
in Automatisch.
Zelfontspanner AF-veldstand (A88)
Wanneer Onderwerp volgen is
geselecteerd, kan de zelfontspanner
niet worden gebruikt.
Macro-stand AF-veldstand (A88)
Wanneer Onderwerp volgen is
geselecteerd, kan de macro-stand niet
worden gebruikt.
Beeldmodus Continu (A84)
Beeldmodus is als volgt ingesteld,
afhankelijk van de instelling voor
continu-opnamen:
Vooropnamecache: M
(beeldformaat: 1280 × 960 pixels).
Continu H: 120 bps: O
(beeldformaat: 640 × 480 pixels)
Continu H: 60 bps: M
(beeldformaat: 1280 × 960 pixels)
Witbalans
Kleurtoon (De creatieve
instelknop gebruiken)
(A43)
Wanneer Kleurtoon aangepast
wordt met de creatieve instelknop, is
de instelling Witbalans niet
beschikbaar in het opnamemenu.
Continu Zelfontspanner (A46)
Als de zelfontspanner wo
rdt gebruikt
wanneer Vo
oropnamecache is
geselecteerd, is de instelling vast
ingesteld op Enkelvoudig.
57
Opnamefuncties
ISO-waarde Continu (A84)
Wanneer Vooropnamecache,
Continu H: 120 bps, of Continu H:
60 bps is geselecteerd, is ISO-
waarde vast ingesteld op
Automatisch.
AF-veldstand Witbalans (A82)
Wanneer een andere instelling dan
Automatisch is geselecteerd voor
Witbalans in de stand AF met
doelopsporing, detecteert de
camera het hoofdonderwerp niet.
Knipperdetectie Zelf-collage (A36)
Wanneer Zelf-collage is ingesteld, is
Knipperdetectie uitgeschakeld.
Datumstempel
Continu (A84)
Wanneer een andere instelling dan
Enkelvoudig is geselecteerd, kunnen
de datum en tijd niet op beelden
worden gestempeld.
Knipperdetectie (A93)
Wanneer Knipperdetectie is
ingesteld op Aan, kunnen de datum
en tijd niet worden afgedrukt op
beelden.
Foto VR
Flitsstand (A44)
Als de flitser afgaat wanneer Aan
(hybride) is geselecteerd, maakt
Foto VR gebruik van de instelling
Aan.
Zelfontspanner (A46)
Als de zelfontspanner wordt gebruikt
wanneer Aan (hybride) is
geselecteerd, werkt Foto VR met de
instelling Aan.
Continu (A84)
Als Continu is ingesteld op een
andere instelling dan Enkelvoudig
wanneer Aan (hybride) is
geselecteerd, maakt Foto VR gebruik
van de instelling Aan.
ISO-waarde (A87)
Als ISO-waarde
is
ingesteld op Vast
bereik automatisch of ISO 400 of
hoger wanneer Aan (hybride) is
geselecteerd, maakt Foto VR gebruik
van de instelling Aan.
Beperkte functie Optie Beschrijving
58
Opnamefuncties
B Opmerkingen over digitale zoom
Afhankelijk van de opnamestand of de huidige instellingen is de digitale zoom mogelijk
niet beschikbaar (A125).
Wanneer digitale zoom geactiveerd is, stelt de camera scherp op het midden van het
beeld.
Digitale zoom AF-veldstand (A88)
Wanneer Onderwerp volgen is
geselecteerd, kan de digitale zoom
niet worden gebruikt.
Sluitergeluid Continu (A84)
Wanneer een andere instelling dan
Enkelvoudig is geselecteerd, is het
sluitergeluid uitgeschakeld.
Beperkte functie Optie Beschrijving
59
Weergavefuncties
Weergavefuncties
Verplaats de zoomknop naar g (i zoomweergave) in de schermvullende
weergavestand (A15) om in te zoomen op het beeld.
U kunt de zoomfactor wijzigen door de zoomknop te verplaatsen naar f (h) of
g (i).
Om een ander gedeelte van het beeld te zien, drukt u op HIJK van de multi-
selector.
Wanneer een ingezoomd beeld wordt weergegeven, drukt u op de k-knop om
terug te keren naar de schermvullende weergavestand.
C Beelden uitsnijden
Wanneer een ingezoomd beeld wordt weergegeven, kunt u op de d-knop drukken om
het beeld uit te snijden, zodat alleen het zichtbare gedeelte wordt opgeslagen als een
afzonderlijk bestand (A70).
Zoomweergave
15
/
11
/
2015 15 :30
0004.
JPG
0004.
JPG
4
/
4
4
/
4
15
/
11
/
2015 15:30
1010hPa
1010 hPa
1010hPa
15m
15m
15m
3.0
3.0
g
(i)
f
(h)
Beeld wordt ingezoomd.Schermvullende
weergave
Gids weergegeven gebied
60
Weergavefuncties
Door de zoomknop naar f (h miniatuurweergave) te verplaatsen in de
schermvullende weergavestand (A15), worden beelden als miniaturen
weergegeven.
U kunt het aantal weergegeven miniaturen wijzigen door de zoomknop te
verplaatsen naar f (h) of g (i).
Wanneer de miniatuurweergavestand wordt gebruikt, drukt u op HIJK van
de multi-selector om een beeld te selecteren, waarna u op de k-knop drukt om
dat beeld in de schermvullende weergavestand weer te geven.
Wanneer u de kalenderweergavestand gebruikt, drukt u op HIJK om een
datum te selecteren, waarna u op de k-knop drukt om de beelden weer te
geven die op die datum werden vastgelegd.
B Opmerkingen over kalenderweergave
Beelden die werden vastgelegd toen de datum van de camera nog niet was ingesteld,
worden beschouwd als beelden die werden vastgelegd op 1 januari 2015.
Miniatuurweergave/Kalenderweergave
1
/
201
/
20
15
/
11
/
2015 15:30
0004 .
JPG
0004.
JPG
15
/
11
/
2015 15:30
1010hPa1010h Pa1010hPa
15m15m15m
1
/
201
/
20
Sun
M
on
Tue
W
ed
Thu
F
ri
Sat
303 030
292 929
282 828
272 727
262 626
252 525242424
232 323
222 222
212121
202020
191919
181818
171 717
161 616151 515
141 414
131 313
121 212111111
101 010
99
88
77665544
33
22
11
4
4
11
2015
MiniatuurweergaveSchermvullende
weergave
Kalenderweergave
g
(i)
f
(h)
g
(i)
f
(h)
61
Weergavefuncties
Gebruik HI van de multi-selector om een datum
te selecteren en druk op de k-knop om de
beelden weer te geven die op de geselecteerde
datum werden vastgelegd.
Functies in het weergavemenu (A94) kunnen
worden gebruikt voor de beelden van de
geselecteerde opnamedatum (behalve
Kopiëren).
De volgende bewerkingen zijn mogelijk terwijl
het selectiescherm voor de opnamedatum wordt weergegeven.
- d-knop: De volgende functies zijn beschikbaar.
Diashow
Beveiligen*
* Dezelfde instellingen kunnen worden toegepast op alle beelden die op de
geselecteerde datum werden vastgelegd.
- l-knop: Verwijdert alle beelden die op de geselecteerde datum werden
vastgelegd.
B Opmerkingen bij de stand Sorteer op datum
De camera kan de 29 meest recente datums selecteren. Als er beelden voor meer dan
29 datums zijn, worden alle beelden die vroeger werden opgeslagen dan de 29 recentste
datums, gecombineerd onder Overige.
De 9.000 recentste beelden kunnen worden weergegeven.
Beelden die werden vastgelegd toen de datum van de camera nog niet was ingesteld,
worden beschouwd als beelden die werden vastgelegd op 1 januari 2015.
Stand Sorteer op datum
Druk op de c-knop (weergavestand) M c-knop M C Sorteer op datum M
k-knop
Sorteer op datum
20/11/2015
15/11/2015
10/11/2015
05/11/2015
62
Weergavefuncties
Beelden in een reeks weergeven
Beelden die continu of met de functie zelf-collage werden vastgelegd worden als
een reeks opgeslagen.
Het eerste beeld van een reeks wordt als hoofdfoto
gebruikt en stelt de reeks voor wanneer deze wordt
weergegeven in de schermvullende weergavestand
of in de miniatuurweergavestand
(standaardinstelling). Voor de functie zelf-collage
wordt een collagebeeld gebruikt als hoofdfoto.
Om elk beeld in de reeks afzonderlijk weer te geven,
drukt u op de k-knop.
Als u op de k-knop heeft gedrukt, zijn de volgende
bewerkingen mogelijk:
Om het vorige of volgende beeld weer te geven,
drukt u op JK van de multi-selector.
Om beelden weer te geven die niet opgenomen
zijn in de reeks, drukt u op H om terug te keren
naar de weergave met de hoofdfoto.
Om beelden in een reeks als miniaturen weer te
geven of ze weer te geven in een diashow, stelt
u Reeksweergaveopties in op Individuele foto's in het weergavemenu
(A98).
B Reeksweergaveopties
Beelden die continu werden vastgelegd met andere camera's dan deze camera, kunnen
niet als een reeks worden weergegeven.
C Beschikbare opties in het weergavemenu bij gebruik van reeksen
Wanneer beelden in een reeks in de schermvullende weergavestand worden
weergegeven, drukt u op de d-knop om functies in het weergavemenu te selecteren
(A94).
Wanneer u op de d-knop drukt wanneer een hoofdfoto wordt weergegeven, kunnen
de volgende instellingen worden toegepast op alle beelden in de reeks:
- Mark. voor upload. via Wi-Fi, Beveiligen, Kopiëren
Beelden die continu werden vastgelegd
(reeks) weergeven en wissen
15
/
11
/
2015 15:30
15
/
11
/
2015 15:30
0004.
JPG
0004.
JPG
4
/
5
4
/
5
15/11/2015
15
:
30
15/11/2015
15
:
30
Terug
63
Weergavefuncties
Beelden in een reeks wissen
Wanneer de l (wissen)-knop wordt ingedrukt voor beelden in een reeks, zijn de
beelden die worden gewist afhankelijk van de manier waarop de reeksen worden
weergegeven.
Wanneer de hoofdfoto wordt weergegeven:
Wanneer beelden in een reeks worden weergegeven in de schermvullende
weergavestand:
- Huidig beeld: Alle beelden in de weergegeven reeks worden
verwijderd.
- Wis gesel. beeld(en): Wanneer een hoofdfoto geselecteerd is in het
selectiescherm om beelden te wissen (A17),
worden alle beelden in die reeks gewist.
- Alle beelden: Alle beelden op de geheugenkaart of in het
interne geheugen worden gewist.
- Huidig beeld: Het momenteel weergegeven beeld wordt
gewist.
- Wis gesel. beeld(en): Beelden die geselecteerd zijn in de reeks
worden gewist.
- Volledige reeks: Alle beelden in de weergegeven reeks worden
verwijderd.
64
Weergavefuncties
Voor beelden worden bewerkt
U kunt beelden heel eenvoudig op deze camera bewerken. Bewerkte kopieën
worden als aparte bestanden opgeslagen.
Bewerkte kopieën worden met dezelfde opnamedatum en -tijd opgeslagen als het
origineel.
C Beperkingen voor beelden bewerken
Een beeld kan tot 10 keer worden bewerkt.
U kunt mogelijk geen beelden van een bepaald formaat of met bepaalde
bewerkingsfuncties bewerken.
Sneleffecten: Tint of stemming wijzigen
1 Geef het beeld waarop u een effect
wilt toepassen, weer in de
schermvullende weergavestand en
druk op de k-knop.
2 Gebruik HIJK van de multi-
selector om het gewenste effect te
selecteren en druk op de k-knop.
Verplaats de zoomknop (A2) naar g (i) om
naar de schermvullende weergave te gaan, of
naar f (h) om naar de miniatuurweergave
te gaan.
Om te sluiten zonder het bewerkte beeld op te
slaan, drukt u op de d-knop.
Beelden bewerken (foto's)
Type Sneleffecten Beschrijving
Schilderij/Foto-illustratie/Zacht portret/
Portret (kleur + Z/W)/Fisheye/
Ster/Miniatuureffect
Verwerkt beelden met diverse
effecten.
Waas verwijderen
Vermindert waasvorming van
beelden veroorzaakt door opname
onder water.
0004.
JPG
0004.
JPG
15
/
11
/
2015 15:30
15
/
11
/
2015 15:30
Sneleffecten
Schilderij Foto-illustratie Zacht portret
Portret
(kleur + Z/W)
Fisheye Ster
Annuleren
65
Weergavefuncties
3 Selecteer Ja en druk op de k-knop.
Een bewerkte kopie wordt gemaakt.
Snel retoucheren: Contrast en verzadiging
verbeteren
Gebruik HI van de multi-selector om
de intensiteit van het toegepaste effect
te selecteren en druk op de k-knop.
De bewerkte versie wordt rechts weergegeven.
Als u wilt sluiten zonder de kopie op te slaan, drukt u
op J.
Druk op de c-knop (weergavestand) M selecteer een beeld M d-knop M
Snel retoucheren M k-knop
Snel retoucheren
Waarde
Normaal
66
Weergavefuncties
D-Lighting: Helderheid en contrast verbeteren
Gebruik HI van de multi-selector om
Uitvoeren te selecteren en druk op de
k-knop.
De bewerkte versie wordt rechts weergegeven.
Om te sluiten zonder de kopie op te slaan, selecteert
u Annuleren en drukt u op de k-knop.
Rode-ogencorrectie: Rode ogen corrigeren bij
opname met flitser
Bekijk een voorbeeld van het resultaat
en druk op de k-knop.
Als u wilt sluiten zonder de kopie op te slaan, drukt u
op J van de multi-selector.
B Opmerkingen over rode-ogencorrectie
Rode-ogencorrectie kan alleen worden toegepast op beelden wanneer rode ogen
worden gedetecteerd.
De rode-ogencorrectie kan worden toegepast op huisdieren (honden of katten), zelfs als
hun ogen niet rood zijn.
Rode-ogencorrectie zal niet bij alle beelden het gewenste resultaat opleveren.
In uitzonderlijke gevallen kan de rode-ogencorrectie nodeloos worden toegepast op
andere delen van het beeld.
Druk op de c-knop (weergavestand) M selecteer een beeld M d-knop M
D-Lighting M k-knop
Druk op de c-knop (weergavestand) M selecteer een beeld M d-knop M
Rode-ogencorrectie M k-knop
D-Lighting
Uitvoeren
Annuleren
Opslaan
Terug
Rode-ogencorrectie
67
Weergavefuncties
Glamour-retouchering: Menselijke gezichten
verbeteren
1 Gebruik HIJK van de multi-
selector om het gezicht te
selecteren dat u wilt retoucheren, en
druk op de k-knop.
Wanneer er slechts één gezicht wordt
gedetecteerd, gaat u naar stap 2.
2 Gebruik JK om het effect te
selecteren, gebruik HI om het
effectniveau te selecteren en druk
op de k-knop.
U kunt meerdere effecten tegelijk toepassen.
Wijzig of controleer de instellingen voor alle
effecten voor u op de k-knop drukt.
F (Klein gezicht), B (Huid verzachten),
l (Foundation), m (Glansreductie), E (Wallen onder ogen verbergen),
A (Grote ogen), G (Ogen witter maken), n (Oogschaduw), o (Mascara),
H (Tanden witter maken), p (Lippenstift), D (Wangen roder maken)
Druk op de d-knop om terug te keren naar het scherm om een persoon te
selecteren.
3 Bekijk een voorbeeld van het
resultaat en druk op de k-knop.
Om de instellingen te wijzigen, drukt u op J
om terug te keren naar stap 2.
Om te sluiten zonder het bewerkte beeld op te
slaan, drukt u op de d-knop.
Druk op de c-knop (weergavestand) M selecteer een beeld M d-knop M
Glamour-retouchering M k-knop
Onderwerpselectie
Terug
3
2
1
Klein gezicht
Terug
Voorbeeld
Opslaan
68
Weergavefuncties
4 Selecteer Ja en druk op de k-knop.
Een bewerkte kopie wordt gemaakt.
B Opmerkingen over Glamour-retouchering
Er kan slechts een gezicht tegelijk worden bewerkt. Om een ander gezicht in hetzelfde
beeld te retoucheren, selecteert u de bewerkte kopie van het beeld en brengt u
bijkomende wijzigingen aan.
Afhankelijk van de richting waarin de gezichten kijken, of van de helderheid van de
gezichten, kan de camera de gezichten mogelijk niet nauwkeurig detecteren of werkt de
functie Glamour-retouchering niet zoals verwacht.
Als er geen gezichten worden gedetecteerd, wordt een waarschuwing getoond en
verschijnt het weergavemenu weer op het scherm.
De functie Glamour-retouchering is alleen beschikbaar voor beelden die werden
vastgelegd met een ISO-waarde van 1600 of minder.
Gegevens afdrukken: Informatie zoals hoogte en
richting, gemeten door het elektronische kompas,
afdrukken op beelden
Gebruik HI van de multi-selector om
Uitvoeren te selecteren en druk op de
k-knop.
De informatie die op beelden wordt afgedrukt,
omvat de hoogte of waterdiepte, de
atmosferische druk, de richting die door het
elektronische kompas werd gemeten, de
datum/tijd en de breedte- en lengtegraad die
bij de beelden zijn opgenomen (A119, 132, 140).
Om te sluiten zonder de kopie op te slaan, selecteert u Annuleren en drukt u op
de k-knop.
B Opmerkingen over Gegevens afdrukken
Alleen de informatie die bij beelden is opgenomen, wordt op de beelden afgedrukt.
De informatie is mogelijk moeilijk leesbaar als het beeldformaat klein is.
Druk op de c-knop (weergavestand) M selecteer een beeld M d-knop M
Gegevens afdrukken M k-knop
Ja
Nee
Opslaan OK?
Gegevens afdrukken
Uitvoeren
Annuleren
15/11/2015
69
Weergavefuncties
Kleine afbeelding: Het beeldformaat verkleinen
1 Gebruik HI van de multi-selector
om het gewenste kopieformaat te
selecteren en druk op de k-knop.
Beelden die werden vastgelegd met een
beeldmodus-instelling van l 4608×2592
worden opgeslagen met een formaat 640 × 360,
terwijl beelden die werden gemaakt met een
beeldmodus-instelling van s 3456×3456
worden opgeslagen bij 480 × 480. Druk op de k-knop om verder te gaan met
stap 2.
2 Selecteer Ja en druk op de k-knop.
Een bewerkte kopie wordt gemaakt
(compressieverhouding van ongeveer 1:8).
Druk op de c-knop (weergavestand) M selecteer een beeld M d-knop M
Kleine afbeelding M k-knop
Kleine afbeelding
640×480
320×240
160×120
Ja
Nee
Kleine kopie maken?
70
Weergavefuncties
Uitsnede: Een uitgesneden kopie maken
1 Verplaats de zoomknop om het beeld te vergroten (A59).
2 Pas het beeld aan zodat alleen het
gedeelte dat u wil behouden wordt
weergegeven en druk vervolgens
op de d (menu)-knop.
Verplaats de zoomknop naar g (i) of f (h)
om de zoomfactor aan te passen. Stel een
zoomfactor in waarin u wordt
weergegeven.
Gebruik HIJK van de multi-selector om te bladeren naar het gedeelte van het
beeld dat u wil weergeven.
3 Bevestig het gebied dat u wil
behouden en druk op de k-knop.
4 Selecteer Ja en druk op de k-knop.
Een bewerkte kopie wordt gemaakt.
C Beeldformaat
De beeldverhouding (horizontale en verticale verhouding) van een uitgesneden beeld is
dezelfde als die van het originele beeld.
Een beeld dat bijgesneden wordt tot een formaat van 320 × 240 of kleiner, wordt klein
weergegeven op het weergavescherm.
3 . 0
3.0
Ja
Nee
Dit beeld opslaan als
getoond?
71
Films opnemen en weergeven
Films opnemen en weergeven
1 Geef het opnamescherm weer.
Controleer de resterende opnametijd voor
films.
2 Druk op de b (e filmopname)-knop
om de filmopname te starten.
Het scherpstelveld voor autofocus is verschillend
afhankelijk van de instelling voor AF-veldstand
(A104).
Druk op K van de multi-selector om de
opname te pauzeren, druk opnieuw op K om
de opname te hervatten (behalve wanneer
een HS-filmoptie geselecteerd is in
Filmopties). De opname eindigt automatisch
als ze gedurende ongeveer vijf minuten
gepauzeerd blijft.
U kunt een foto vastleggen door op de
ontspanknop te drukken terwijl u een film
opneemt (A74).
3 Druk opnieuw op de b (e filmopname)-knop om de
opname te beëindigen.
4 Selecteer een film in
schermvullende weergavestand en
druk op de k-knop om hem af te
spelen.
Een beeld met een pictogram van filmopties is
een film.
40
10
0
-10
30
20
1010hPa
1010hPa
1010hPa
15m
15m
15m
25
m
0s
25
m
0s
880
880
Resterende filmopnametijd
14
m
3
0s
14
m
3
0s
1010hPa
1010hPa
1010hPa
15m
15m
15m
15
/
11
/
2015 15:30
15
/
11
/
2015 15:30
0010.
MOV
0010.
MOV
10s
10s
Filmopties
72
Films opnemen en weergeven
Gebied vastgelegd in films
Het gebied dat is vastgelegd in een film verschilt afhankelijk van de Filmopties-
instellingen in het filmmenu.
Als Foto-informatie in Monitorinstellingen (A121) in het setup-menu is
ingesteld op Filmbeeld+autom. info, kunt u het gebied bevestigen dat in een
film zal worden vastgelegd voordat u de opname start.
Maximale filmopnametijd
Individuele filmbestanden kunnen niet groter zijn dan 4 GB of niet langer duren dan
29 minuten, zelfs als er voldoende vrije ruimte is op de geheugenkaart voor een
langere opname.
De resterende opnameduur voor één film wordt weergegeven op het
opnamescherm.
De effectieve resterende opnameduur kan verschillen afhankelijk van de inhoud
van de film, de bewegingen van het onderwerp of het type geheugenkaart.
Geheugenkaarten met een SD Speed Class-classificatie van 6 of sneller worden
aanbevolen om films op te nemen (A197). De filmopname kan onverwachts
stoppen wanneer geheugenkaarten met een lagere Speed Class-waarde worden
gebruikt.
B Opmerkingen over cameratemperatuur
De camera kan heet worden bij het langdurig opnemen van films of als de camera wordt
gebruikt op een hete locatie.
Als de binnenzijde van de camera zeer heet wordt tijdens het opnemen van films, stopt
de camera de opname automatisch.
De resterende tijd tot de camera stopt met opnemen (B10s) wordt weergegeven.
Als de camera gestopt is met opnemen, schakelt hij zichzelf uit.
Laat de camera uitgeschakeld tot de binnenzijde van de camera afgekoeld is.
Opmerkingen over filmopname
B Opmerkingen over het opslaan van beelden of films
De aanduiding die het aantal resterende opnamen aangeeft of de aanduiding die de
resterende tijd aangeeft, knippert terwijl beelden of films worden opgeslagen. Open het
deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet en verwijder de accu of
de geheugenkaart niet terwijl een aanduiding knippert. Dit zou tot verlies van
gegevens kunnen leiden of tot schade aan de camera of de geheugenkaart.
Wanneer u het interne geheugen van de camera gebruikt, kan het opnemen van films
enige tijd duren.
Afhankelijk van de bestandsgrootte van een film is het eventueel niet mogelijk om de film
in het interne geheugen op te nemen of van de geheugenkaart naar het interne
geheugen te kopiëren.
73
Films opnemen en weergeven
B Opmerking over opgenomen films
Wanneer de digitale zoom wordt gebruikt, kan de beeldkwaliteit lichtjes dalen.
Het geluid van de zoomknop, het zoomen, bewegingen van de objectiefaandrijving
tijdens autofocus, filmvibratiereductie en diafragma wanneer de helderheid wijzigt, kan
worden opgenomen.
De volgende fenomenen kunnen op de monitor worden vastgesteld terwijl films worden
opgenomen. Deze fenomenen worden opgeslagen in de opgenomen films.
- In beelden die werden gemaakt bij TL-licht, kwikdamplampen of natriumdamplampen
kan er bandvorming optreden.
- Onderwerpen die zich snel van de ene kant van het beeld naar de andere kant
verplaatsen, zoals een trein of wagen, kunnen er scheef uitzien.
- Het volledige filmbeeld kan scheef zijn wanneer de camera wordt gezwenkt.
- Verlichting of andere heldere gebieden kunnen spookbeelden geven wanneer de
camera wordt verplaatst.
Afhankelijk van de afstand tot het onderwerp of de intensiteit van de toegepaste zoom
kunnen onderwerpen met terugkerende patronen (stoffen, vensters met lattenwerk enz.)
gekleurde strepen vertonen tijdens de filmopname en -weergave. Dit doet zich voor
wanneer het patroon in het onderwerp en de indeling van de beeldsensor elkaar storen;
dit is geen defect.
B Opmerkingen over vibratiereductie tijdens filmopname
Wanneer Film VR (A106) in het filmmenu is ingesteld op Aan (hybride), wordt de
beeldhoek (m.a.w. het gebied dat zichtbaar is in het beeld) smaller tijdens filmopname.
Wanneer u een statief gebruikt om de camera tijdens de opname te stabiliseren, stelt u
Film VR in op Uit om mogelijke fouten door deze functie te voorkomen.
B Opmerkingen over autofocus voor filmopname
De autofocus levert mogelijk niet het gewenste resultaat (A54). In dit geval probeert u het
volgende:
1. Stel AF-veldstand in op Centrum en Autofocus-stand op Enkelvoudige AF
(standaardinstelling) in het filmmenu voor u de filmopname start.
2. Kadreer een ander onderwerp (op dezelfde afstand van de camera als het gewenste
onderwerp) in het midden van het beeld, druk op de b (e filmopname)-knop om de
opname te starten en wijzig vervolgens de compositie.
74
Films opnemen en weergeven
Als de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt
tijdens een filmopname, wordt één beeld
opgeslagen als foto. De filmopname gaat verder
terwijl de foto wordt opgeslagen.
Wanneer y in de monitor wordt weergegeven,
kunnen foto's worden vastgelegd. Wanneer z
wordt weergegeven, kunnen geen foto's
worden vastgelegd.
De grootte van het vastgelegde beeld is
afhankelijk van de instelling Filmopties (A100).
B Opmerkingen over het vastleggen van foto's tijdens filmopname
Foto's kunnen in de volgende situaties niet worden vastgelegd tijdens een filmopname:
- Wanneer de filmopname wordt gepauzeerd
- Wanneer de resterende filmopnametijd minder dan 5 seconden bedraagt
- Wanneer Filmopties is ingesteld op Z 1080/60i, U 1080/50i, g 480/30p,
W 480/25p of HS-film
De beelden van een film die werden opgenomen terwijl een foto werd genomen,
worden mogelijk niet vloeiend weergegeven.
Het geluid van het indrukken van de ontspanknop kan in de film worden opgenomen.
Als de camera beweegt terwijl de ontspanknop wordt ingedrukt, kan het beeld onscherp
zijn.
Foto's vastleggen tijdens filmopname
14
m
3
0s
14
m
3
0s
75
Films opnemen en weergeven
Om het volume aan te passen, verplaatst u de
zoomknop terwijl een film wordt weergegeven
(A2).
De bedieningsknoppen worden op de monitor
weergegeven.
De hierna vermelde handelingen kunnen worden
uitgevoerd met JK van de multi-selector om een
knop te selecteren, waarna u op de k-knop drukt.
Bediening tijdens filmweergave
Functie Pictogram Beschrijving
Terugspoelen A Houd de k-knop ingedrukt om de film terug te spoelen.
Vooruitspoelen B
Houd de k-knop ingedrukt om de film vooruit te
spoelen.
Pauzeren E
Afspelen pauzeren. De hierna vermelde bewerkingen
kunnen worden uitgevoerd terwijl de film gepauzeerd is.
C
Spoel de film één beeld terug. Houd de k-knop
ingedrukt om continu terug te spoelen.
D
Spoel de film één beeld vooruit. Houd de
k-knop ingedrukt om continu vooruit te
spoelen.
F Weergave hervatten.
I
Sla het gewenste deel van een film op als een
apart bestand.
H
Haal één beeld uit een film en sla het als een
foto op.
Beëindigen G Terugkeren naar de schermvullende weergavestand.
Volumeaanduiding
Wanneer gepauzeerd
76
Films opnemen en weergeven
Alleen het gewenste gedeelte uit een opgenomen
film halen
Het gewenste gedeelte van een opgenomen film kan als een afzonderlijk bestand
worden opgeslagen.
1 Speel een film af en pauzeer bij het beginpunt van het
gedeelte dat u wilt uitlichten (A75).
2 Gebruik JK van de multi-selector
om I in de bedieningsknoppen te
selecteren, en druk vervolgens op
de k-knop.
3 Gebruik HI om M (kies beginpunt)
in de bedieningsknoppen te
selecteren.
Gebruik JK om het beginpunt te verplaatsen.
Om de bewerking te annuleren, selecteert u
O (terug) en drukt u op de k-knop.
4 Gebruik HI om N (kies eindpunt)
te selecteren.
Gebruik JK om het eindpunt te verplaatsen.
Om een voorbeeld van het opgegeven
gedeelte te bekijken, selecteert u G waarna u
op de k-knop drukt. Druk nogmaals op de
k-knop om het voorbeeld te stoppen.
5 Gebruik HI om m (opslaan) te
selecteren en druk op de k-knop.
Volg de instructies op het scherm om de film
op te slaan.
Films bewerken
1
m
30
s
1
m
30
s
Kies beginpunt
Kies eindpunt
Opslaan
77
Films opnemen en weergeven
B Opmerkingen over filmbewerking
Gebruik een accu die voldoende geladen is om te voorkomen dat de camera tijdens de
bewerking uitschakelt. Wanneer de aanduiding batterijniveau wordt aangegeven als B,
is filmbewerking niet mogelijk.
Een film die door bewerking werd gecreëerd, kan niet opnieuw worden bijgesneden.
Het effectief bijgesneden gedeelte van een film kan lichtjes verschillend zijn van het
gedeelte dat werd geselecteerd met de start- en eindpunten.
Films kunnen niet dusdanig worden bijgesneden dat ze minder dan twee seconden lang
zijn.
Eén beeld van een film als foto opslaan
Het gewenste beeld van een opgenomen film kan worden uitgelicht en als foto
worden opgeslagen.
Pauzeer een film en geef het uit te lichten beeld
weer (A75).
Gebruik JK van de multi-selector om de
bedieningsknop H te selecteren en druk op de
k-knop.
Selecteer Ja wanneer een bevestigingsvenster
verschijnt, en druk op de k-knop om het beeld
op te slaan.
De beeldkwaliteit van de opgenomen foto is
normaal (compressieverhouding ca. 1:8). Het
beeldformaat wordt bepaald door het type
(beeldformaat) (A100) van de originele film.
Voorbeeld: een foto die werd opgeslagen op
basis van een film die werd opgenomen met
e 1080/30p (of S 1080/25p) is n (1920 × 1080 pixels) groot.
B Opmerkingen over het opslaan van foto's
Beelden van films die werden opgenomen met Z 1080/60i, U 1080/50i,
g 480/30p, W 480/25p of HS-films (A101), kunnen niet als foto's worden
opgeslagen.
1
m
30
s
1
m
30
s
Ja
Nee
Dit beeld als stilstaand beeld
kopiëren?
78
Menu's gebruiken
Menu's gebruiken
U kunt de volgende menu's instellen door op de d (menu)-knop te drukken.
A Opnamemenu
Beschikbaar door op de d-knop te drukken wanneer het opnamescherm
wordt weergegeven.
Hiermee kunt u het beeldformaat en de kwaliteit, instellingen van continue
opname enzovoort wijzigen.
G Weergavemenu
Beschikbaar door op de d-knop te drukken wanneer u beelden in
schermvullende weergavestand of miniatuurweergavestand bekijkt.
Hiermee kunt u beelden bewerken, diashows afspelen enz.
D Filmmenu
Beschikbaar door op de d-knop te drukken wanneer het opnamescherm
wordt weergegeven.
Hiermee kunt u instellingen van filmopname wijzigen.
J Wi-Fi-optiesmenu
Hiermee kunt u de Wi-Fi-instellingen configureren om de camera en een
smartapparaat te verbinden.
z Optiesmenu locatiegeg.-menu
Hiermee kunt u de opties aanpassen voor de locatiegegevensfuncties.
z Setup-menu
Hiermee kunt u de basisfuncties van de camera aanpassen, zoals datum en tijd,
weergavetaal enz.
1 Druk op de d (menu)-
knop.
Het menu wordt weergegeven.
2 Druk op J van de
multi-selector.
Het huidige menupictogram
wordt geel weergegeven.
1010hPa
101 0hPa
1010hPa
15m
15m
15m
25
m
0s
25
m
0s
880
880
40
10
0
-10
30
20
Menupictogrammen
79
Menu's gebruiken
3 Selecteer een
menupictogram en
druk op de k-knop.
De menuopties kunnen
worden geselecteerd.
4 Selecteer een menu-
optie en druk op de
k-knop.
Bepaalde menu-opties
kunnen, afhankelijk van de
huidige opnamestand of de
toestand van de camera, niet
worden ingesteld.
5 Selecteer een instelling
en druk op de k-knop.
De geselecteerde instelling
wordt toegepast.
Als u klaar bent met het
menu, drukt u op de
d-knop.
Wanneer een menu wordt
weergegeven, schakelt u naar de opnamestand door op de ontspanknop, de
A-knop of de b (e)-knop te drukken.
Tijdzone en datum
Monitorinstellingen
Datumstempel
Foto VR
AF-hulplicht
Digitale zoom
Set-up
Tijdzone en datum
Monitorinstellingen
Datumstempel
Foto VR
AF-hulplicht
Digitale zoom
Datumstempel
Datum
Uit
Datum en tijd
80
Menu's gebruiken
Beeldmodus (Beeldformaat en beeldkwaliteit)
* Deze instelling kan ook worden gewijzigd in andere opnamestanden dan Automatisch.
De gewijzigde instelling wordt ook toegepast op andere opnamestanden.
Selecteer de combinatie van beeldformaat en compressieverhouding die moet
worden gebruikt tijdens het opslaan van beelden.
Hoe groter de instelling voor de beeldmodus, hoe sterker vergroot beelden kunnen
worden afgedrukt, en hoe lager de compressieverhouding, hoe hoger de kwaliteit
van de beelden, maar het aantal beelden dat kan worden opgeslagen is kleiner.
* De numerieke waarden wijzen op het aantal vastgelegde pixels.
Voorbeeld: P 4608×3456 = circa 16 megapixels, 4608 × 3456 pixels
Het opnamemenu (voor stand
A (Automatisch))
Ga naar de opnamestand * M d-knop M Beeldmodus M k-knop
Optie*
Compressieverhouding
Beeldverhouding
(horizontaal t.o.v.
verticaal)
Q 4608×3456P Circa 1:4 4:3
P 4608×3456 (standaardinstelling) Circa 1:8 4:3
R 3264×2448 Circa 1:8 4:3
r 2272×1704 Circa 1:8 4:3
q 1600×1200 Circa 1:8 4:3
O 640×480 Circa 1:8 4:3
l 4608×2592 Circa 1:8 16:9
s 3456×3456 Circa 1:8 1:1
81
Menu's gebruiken
B Opmerkingen over beelden afdrukken met een beeldverhouding 1:1
Verander de printerinstelling in “Rand” wanneer u beelden afdrukt met een
beeldverhouding 1:1. Sommige printers kunnen geen beelden afdrukken met een
beeldverhouding van 1:1.
B Opmerkingen over de beeldmodus
Deze functie kan mogelijk niet worden gebruikt in combinatie met andere functies (A56).
C Aantal beelden dat kan worden opgeslagen
Het aantal beelden dat bij benadering kan worden opgeslagen, kunt u tijdens de
opname op de monitor controleren (A11).
Merk op dat vanwege de JPEG-compressie het aantal beelden dat kan worden
opgeslagen, sterk afhankelijk is van de beeldinhoud, zelfs wanneer geheugenkaarten met
dezelfde capaciteit en dezelfde instelling voor de beeldmodus worden gebruikt.
Bovendien kan het aantal beelden dat kan worden opgeslagen, sterk verschillen volgens
het merk van de geheugenkaart.
Als het aantal resterende opnamen 10.000 of meer bedraagt, wordt het aantal resterende
opnamen weergegeven als “9999”.
82
Menu's gebruiken
Witbalans (Tint aanpassen)
Pas de witbalans aan overeenkomstig de lichtbron of de weersomstandigheden,
zodat de kleuren in de beelden eruit zien zoals u ze met uw oog waarneemt.
B Opmerkingen over Witbalans
Zet de flitsstand op W (uit) wanneer de witbalans is ingesteld op een andere instelling
dan Automatisch en Flitser (A44).
Deze functie kan mogelijk niet worden gebruikt in combinatie met andere functies
(A56).
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M A (auto)-stand M
k-knop M d-knop M Witbalans M k-knop
Optie Beschrijving
a Automatisch
(standaardinstelling)
De witbalans wordt automatisch aangepast.
b Handm.
voorinstelling
Wanneer het gewenste resultaat niet wordt verkregen met
Automatisch, Gloeilamplicht enz. (A83).
c Daglicht Voor opname bij zonlicht.
d Gloeilamplicht Voor opnamen bij gloeilamplicht.
e TL-licht Voor opnamen bij TL-verlichting.
f Bewolkt Voor opnamen bij bewolkt weer.
g Flitser Voor opnamen met de flitser.
83
Menu's gebruiken
Handm. voorinstelling gebruiken
Gebruik de volgende procedure om de witbalanswaarde te meten bij het licht dat
tijdens de opname zal worden gebruikt.
1 Plaats een wit of grijs referentievoorwerp onder de verlichting
die voor de foto wordt gebruikt.
2 Gebruik HI van de multi-selector
om Handm. voorinstelling te
selecteren in het Witbalans-menu
en druk op de k-knop.
De camera zoomt in naar de positie om de
witbalans te meten.
3 Selecteer Meten.
Om de laatst gemeten waarde toe te passen,
selecteert u Annuleren en drukt u op de
k-knop.
4 Kadreer het witte of grijze
referentievoorwerp in het
meetvenster en druk op de k-knop
om de waarde te meten.
De sluiter wordt ontspannen en de meting
wordt uitgevoerd (er wordt geen beeld
opgeslagen).
B Opmerkingen over Handm. voorinstelling
Een waarde voor de flitserbelichting kan niet worden gemeten met Handm.
voorinstelling. Wanneer u met behulp van de flitser opneemt, dient u Witbalans in te
stellen op Automatisch of Flitser.
Witbalans
Automatisch
Automatisch
Automatisch
Handm. voorinstelling
Daglicht
Daglicht
Daglicht
Gloeilamplicht
Gloeilamplicht
Gloeilamplicht
TL-licht
TL-licht
TL-licht
Bewolkt
Bewolkt
Bewolkt
Handm. voorinstelling
Annuleren
Meten
Handm. voorinstelling
Annuleren
Meten
Meetvenster
84
Menu's gebruiken
Continu-opnamen
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M A (auto)-stand M
k-knop M d-knop M Continu M k-knop
Optie Beschrijving
U Enkelvoudig
(standaardinstelling)
Er wordt één beeld vastgelegd telkens wanneer de
ontspanknop wordt ingedrukt.
k Continu H
Wanneer de ontspanknop helemaal ingedrukt wordt
gehouden, worden beelden continu vastgelegd.
De beeldsnelheid voor continu-opnamen bedraagt circa
7,0 bps en het maximale aantal continu-opnamen
bedraagt circa 5 (wanneer de beeldmodus is ingesteld op
P 4608×3456).
m Continu L
Wanneer de ontspanknop helemaal ingedrukt wordt
gehouden, worden beelden continu vastgelegd.
De beeldsnelheid voor continu-opnamen bedraagt circa
2,2 bps en het maximale aantal continu-opnamen
bedraagt circa 10 (wanneer de beeldmodus is ingesteld op
P 4608×3456).
q Vooropnamecache
Wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt, begint de
opname met vooropnamecache. Wanneer de ontspanknop
volledig wordt ingedrukt, slaat de camera het huidige beeld
op, alsook de beelden die werden vastgelegd net voordat de
knop werd ingedrukt (A86). Op die manier mist u de
opname niet.
De beeldsnelheid voor continu-opnamen bedraagt circa
15,1 bps en het maximale aantal continu-opnamen
bedraagt 25, inclusief maximaal 5 beelden die worden
vastgelegd in de vooropnamecache.
Beeldmodus is vast ingesteld op M (beeldformaat:
1280 × 960 pixels).
n Continu H:
120 bps
Telkens wanneer de ontspanknop volledig wordt ingedrukt,
worden beelden vastgelegd met hoge snelheid.
De beeldsnelheid voor continu-opnamen bedraagt circa
120 bps en het maximale aantal continu-opnamen
bedraagt 50.
Beeldmodus is vast ingesteld op O (beeldformaat:
640 × 480 pixels).
j Continu H: 60 bps
Telkens wanneer de ontspanknop volledig wordt ingedrukt,
worden beelden vastgelegd met hoge snelheid.
De beeldsnelheid voor continu-opnamen bedraagt circa
60 bps en het maximale aantal continu-opnamen
bedraagt 25.
Beeldmodus is vast ingesteld op M (beeldformaat:
1280 × 960 pixels).
85
Menu's gebruiken
B Opmerkingen bij Continu-opnames
Scherpstelling, belichting en witbalans worden ingesteld op de waarden bepaald voor
het eerste beeld in elke reeks.
Het kan even duren om de beelden na de opname op te slaan.
Wanneer de ISO-waarde wordt verhoogd, kan er ruis in de vastgelegde beelden
optreden.
De beeldsnelheid bij continuopnamen hangt af van de huidige instelling voor de
beeldstand, de gebruikte geheugenkaart of de opnameomstandigheid.
Wanneer Vooropnamecache, Continu H: 120 bps of Continu H: 60 bps wordt
gebruikt, kan er zich bandvorming of een variatie in helderheid of tint voordoen in
beelden die werden gemaakt bij verlichting die met hoge snelheid flikkert, zoals TL-licht,
kwikdamplampen of natriumdamplampen.
Deze functie kan mogelijk niet worden gebruikt in combinatie met andere functies
(A56).
86
Menu's gebruiken
C Vooropnamecache
Wanneer de ontspanknop half of volledig wordt ingedrukt, worden beelden als volgt
opgeslagen.
Het pictogram voor de vooropnamecache (Q) op het opnamescherm wordt groen
wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt.
Beelden opgeslagen voor de
ontspanknop volledig wordt
ingedrukt
Opgeslagen beelden door de
ontspanknop volledig in te
drukken
Half indrukken Volledig indrukken
87
Menu's gebruiken
ISO-waarde
Met een hogere ISO-waarde kunnen donkere onderwerpen worden vastgelegd.
Bovendien kunnen, zelfs bij onderwerpen met gelijke helderheid, foto's met kortere
sluitertijden worden gemaakt, waardoor waasvorming ten gevolge van
cameratrilling en bewegingen van het onderwerp kan worden beperkt.
Wanneer een hogere ISO-waarde wordt ingesteld, kunnen de beelden ruis
bevatten.
B Opmerking over ISO-waarde
Deze functie kan mogelijk niet worden gebruikt in combinatie met andere functies (A56).
C Weergave van ISO-waarde op het opnamescherm
Wanneer Automatisch is geselecteerd, wordt E weergegeven als de
ISO-waarde automatisch toeneemt.
Wanneer Vast bereik automatisch is geselecteerd, wordt de maximumwaarde
voor de ISO-waarde weergegeven.
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M A (auto)-stand M
k-knop M d-knop M ISO-waarde M k-knop
Optie Beschrijving
a Automatisch
(standaardinstelling)
De gevoeligheid wordt automatisch geselecteerd tussen
ISO 125 tot 1600.
I Vast bereik
automatisch
Selecteer het bereik waarin de camera automatisch de
ISO-waarde aanpast, uit ISO 125-400 of ISO 125-800.
125, 200, 400, 800, 1600,
3200, 6400
De waarde wordt vergrendeld op de vastgestelde waarde.
88
Menu's gebruiken
AF-veldstand
Gebruik deze optie om te bepalen hoe de camera het scherpstelveld voor autofocus
selecteert wanneer foto's worden opgenomen.
Ga naar de opnamestand
M
A
(opnamestand)-knop
M
A
(auto)-stand
M
k
-knop
M
d
-knop
M
AF-veldstand
M
k
-knop
Optie Beschrijving
a Gezichtprioriteit
Wanneer de camera een
menselijk gezicht
detecteert, stelt deze scherp
op dat gezicht.
Zie “Gezichtsherkenning
gebruiken” (A51) voor
meer informatie.
Wanneer een compositie
zonder menselijke
onderwerpen of
gedetecteerde gezichten
wordt gekadreerd, selecteert
de camera automatisch een
of meer van de negen
scherpstelvelden met het
onderwerp dat zich het
dichtst bij de camera bevindt
wanneer de ontspanknop
half wordt ingedrukt.
x Handmatig
Gebruik HIJK van de
multi-selector om het
scherpstelveld te verplaatsen
naar het gebied waarop u
wilt scherpstellen.
Om de multi-selector te
gebruiken om de
flitsstand of andere
instellingen te
configureren, drukt u op
de k-knop. Om terug te
keren naar het
verplaatsen van het
scherpstelveld, drukt u
nogmaals op de k-knop.
40
10
0
-10
30
20
1010hPa
1010hPa
1010hPa
15m
15m
15m
880
880
25
m
0s
25
m
0s
Scherpstelveld
F2.81/ 2 50
1/250 F2.8
Scherpstelvelden
Bereik van verplaatsbaar
scherpstelveld
Scherpstelveld
89
Menu's gebruiken
B Opmerkingen over de AF-veldstand
Wanneer de digitale zoom geactiveerd is, stelt de camera scherp in het midden van het
beeld, ongeacht de instelling voor AF-veldstand.
Deze functie kan mogelijk niet worden gebruikt in combinatie met andere functies
(A56).
C AF-veldstand voor filmopname
De AF-veldstand voor filmopname kan worden ingesteld met AF-veldstand (A104) in
het filmmenu.
y Centrum
De camera stelt scherp op
het onderwerp in het
midden van het beeld.
s Onderwerp
volgen
Gebruik deze functie om
foto's te maken van
bewegende onderwerpen.
Registreer het onderwerp
waarop de camera
scherpstelt. Het
scherpstelveld verplaatst
zich automatisch om het
onderwerp te volgen. Zie
“Onderwerp volgen
gebruiken” (A90) voor meer informatie.
M AF met
doelopsporing
(standaardinstelling)
Wanneer de camera het
hoofdonderwerp
detecteert, stelt deze scherp
op dat onderwerp.
Zie “AF met doelopsporing
gebruiken” (A53) voor
meer informatie.
Optie Beschrijving
1010hPa
1010hPa
1010hPa
15m
15m
15m
25
m
0s
25
m
0s
880
880
40
10
0
-10
30
20
Scherpstelveld
40
10
0
-
10
30
20
8 80
880
Start
40
10
0
-10
30
20
1010hPa
1010hPa
1010hPa
15m
15m
15m
25
m
0s
25
m
0s
880
880
Scherpstelvelden
90
Menu's gebruiken
Onderwerp volgen gebruiken
1 Een onderwerp registreren.
Lijn het onderwerp dat u wilt volgen, uit met
de rand in het midden van de monitor en druk
op de k-knop.
Wanneer het onderwerp geregistreerd is,
wordt er een gele rand (scherpstelveld) rond
weergegeven en begint de camera het
onderwerp te volgen.
Als het onderwerp niet kan worden
geregistreerd, wordt de rand rood
weergegeven. Wijzig de compositie en probeer het onderwerp opnieuw te
registreren.
Om het registreren van het onderwerp te annuleren, drukt op de k-knop.
Als de camera het geregistreerde onderwerp niet meer kan volgen, verdwijnt het
scherpstelveld. Registreer het onderwerp opnieuw.
2 Druk de ontspanknop volledig in
om de foto te maken.
Wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt
terwijl het scherpstelveld niet wordt
weergegeven, stelt de camera scherp op het
onderwerp in het midden van het beeld.
B Opmerkingen bij Onderwerp volgen
Als u handelingen zoals inzoomen uitvoert terwijl de camera het onderwerp volgt, wordt
de registratie geannuleerd.
Het onderwerp kan in bepaalde opnameomstandigheden niet worden gevolgd.
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M A (auto)-stand M
k-knop M d-knop M AF-veldstand M k-knop M s Onderwerp volgen
M k-knop M d-knop
40
10
0
-
10
30
20
Start
F 2 . 81 / 2 50
1/250 F2.8
91
Menu's gebruiken
Autofocus-stand
Bepaal hoe de camera scherpstelt wanneer foto's worden gemaakt.
C Autofocus-stand voor filmopname
De autofocus-stand voor filmopname kan worden ingesteld met Autofocus-stand
(A105) in het filmmenu.
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M A (auto)-stand M
k-knop M d-knop M Autofocus-stand M k-knop
Optie Beschrijving
A Enkelvoudige AF
De camera stelt alleen scherp wanneer de ontspanknop
half wordt ingedrukt.
B Fulltime-AF
De camera stelt continu scherp zelfs wanneer de
ontspanknop niet half wordt ingedrukt. U hoort het geluid
van de objectiefmotor terwijl de camera scherpstelt.
a Pre-scherpstelling
(standaardinstelling)
Zelfs wanneer de ontspanknop niet half wordt ingedrukt,
stelt de camera automatisch scherp als de compositie van
het gekadreerde beeld sterk wijzigt.
92
Menu's gebruiken
Zie “Beeldmodus (Beeldformaat en beeldkwaliteit)” (A80) voor meer informatie
over Beeldmodus.
Zelf-collage
Het menu Slim portret
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M F Slim portret-stand
M k-knop M d-knop M Zelf-collage M k-knop
Optie Beschrijving
Aantal opnamen
Stel het aantal opnamen in dat de camera automatisch vastlegt
(aantal vastgelegde beelden voor een samengesteld beeld).
4 (standaardinstelling) of 9 kan worden geselecteerd.
Interval
Stelt de intervaltijd tussen elke opname in.
Kort, Middelmatig (standaardinstelling) of Lang kan
worden geselecteerd.
Sluitergeluid
Bepaal of het sluitergeluid moet worden geactiveerd bij
opname met de functie Zelf-collage.
Standaard, SLR, Magisch (standaardinstelling) of Uit kan
worden geselecteerd.
Dezelfde instelling die werd gespecificeerd voor
Sluitergeluid in Geluidsinstellingen in het setup-menu
wordt niet op deze instelling toegepast.
93
Menu's gebruiken
Knipperdetectie
B Opmerkingen over Knipperdetectie
Deze functie kan mogelijk niet worden gebruikt in combinatie met andere functies (A56).
Ga naar de opnamestand M A (opnamestand)-knop M F Slim portret-stand
M k-knop M d-knop M Knipperdetectie M k-knop
Optie Beschrijving
y Aan
De camera ontspant de
sluiter automatisch twee
keer bij elke opname en
slaat één beeld op waarin
de ogen van het onderwerp
geopend zijn.
Als de camera een beeld
heeft opgeslagen waarin
de ogen van het
onderwerp mogelijk
gesloten zijn, verschijnt het dialoogvenster rechts
gedurende enkele seconden.
De flitser kan niet gebruikt worden.
Uit
(standaardinstelling)
Schakelt de knipperdetectie uit.
Er werd geknipperd op de foto
die zojuist werd genomen.
94
Menu's gebruiken
Zie “Beelden bewerken (foto's)” (A64) voor informatie over
beeldbewerkingsfuncties.
Mark. voor upload. via Wi-Fi
Selecteer op voorhand beelden in de camera die u naar een slim apparaat wilt
overdragen voordat u ze overdraagt.
Op het beeldselectiescherm (A99) selecteert u beelden of heft u hun selectie op
voor de functie Mark. voor upload. via Wi-Fi.
Merk op dat wanneer u Standaardwaarden (A131) selecteert in het setup-menu
of Standaardw. herstellen (A108) in het Wi-Fi-optiesmenu, de door u gemaakte
Mark. voor upload. via Wi-Fi-instellingen worden geannuleerd.
Het Weergavemenu
Druk op de c-knop (weergavestand) M d-knop M Mark. voor upl. via Wi-Fi
M k-knop
95
Menu's gebruiken
Diashow
Geef beelden een voor een weer in een automatische “diashow”. Wanneer
filmbestanden in de diashow worden weergegeven, wordt alleen het eerste beeld
van elke film getoond.
1 Gebruik HI van de multi-selector
om Start te selecteren en druk op de
k-knop.
De diashow begint.
Om het interval tussen de beelden te wijzigen,
selecteert u Tussenpauze, druk op de k-knop
en geef het gewenste interval in voor u Start
selecteert.
Om de diashow automatisch te herhalen, selecteert u Herhalen en drukt u op de
k-knop voor u Start selecteert.
De maximale afspeelduur bedraagt ongeveer 30 minuten, zelfs als Herhalen is
ingeschakeld.
2 Beëindig de diashow of start hem
opnieuw.
Het scherm rechts wordt weergegeven als de
diashow ten einde is of wordt gepauzeerd. Om
de diashow te sluiten, selecteert u G en drukt
u op de k-knop. Om de diashow te hervatten,
selecteert u F en drukt u op de k-knop.
Handelingen tijdens weergave
Gebruik JK van de multi-selector om het vorige/volgende beeld weer te geven.
Houd de knop ingedrukt om snel vooruit/achteruit te spoelen.
Druk op de k-knop om de diashow te pauzeren of te beëindigen.
Druk op de c-knop (weergavestand) M d-knop M Diashow M k-knop
Diashow
Tussenpauze
Start
Herhalen
PauzerenPauzeren
96
Menu's gebruiken
Beveiligen
De camera beveiligt geselecteerde beelden tegen ongewild wissen.
Selecteer beelden die u wilt beveiligen of annuleer de beveiliging van de beelden in
het beeldselectiescherm (A99).
Merk op dat door het formatteren van de geheugenkaart of het interne geheugen
van de camera alle gegevens inclusief beveiligde bestanden permanent worden
gewist (A129).
Beeld draaien
Geef de richting op waarin de opgeslagen beelden worden weergegeven. U kunt
beelden 90 graden rechtsom of 90 graden linksom draaien.
Selecteer een beeld in het beeldselectiescherm (A99). Wanneer het scherm Beeld
draaien verschijnt, drukt u op JK van de multi-selector om het beeld 90 graden te
draaien.
Druk op de k-knop om de oriëntatie van de weergave te voltooien en deze
oriëntatie-informatie samen met het beeld op te slaan.
Druk op de c-knop (weergavestand) M d-knop M Beveiligen M k-knop
Druk op de c-knop (weergavestand) M d-knop M Beeld draaien M
k-knop
Beeld draaien
Terug Draaien
Beeld draaien
Ter ug Draaien
Beeld draaien
Terug Draaien
90 graden linksom
draaien
90 graden rechtsom
draaien
97
Menu's gebruiken
Kopiëren (Kopiëren tussen geheugenkaart en intern
geheugen)
Beelden kunnen worden gekopieerd tussen een geheugenkaart en het interne
geheugen.
Wanneer een geheugenkaart zonder beelden is geplaatst en de camera in
weergavestand staat, wordt Geheugen bevat geen beelden. weergegeven.
Druk in dit geval op de d-knop om Kopiëren te selecteren.
1 Gebruik HI van de multi-selector
om een bestemmingsoptie te
selecteren waarnaar beelden
worden gekopieerd, en druk op de
k-knop.
2 Selecteer een kopieeroptie en druk op
de k-knop.
Als u Geselecteerde beelden kiest, gebruikt u
het beeldselectiescherm om beelden te
specificeren (A99).
Wanneer u de optie Kaart camera selecteert,
is Alle beelden niet beschikbaar.
B Opmerkingen over het kopiëren van beelden
Alleen bestanden in formaten die door deze camera kunnen worden opgenomen,
kunnen worden gekopieerd.
De werking wordt niet gegarandeerd voor beelden die met een camera van een ander
merk werden gemaakt of die werden aangepast op een computer.
C Beelden in een reeks kopiëren
Als u een hoofdfoto van een reeks selecteert in Geselecteerde beelden, worden alle
beelden in de reeks gekopieerd.
Als u op de d-knop drukt terwijl beelden in een reeks worden weergegeven, is alleen
de kopieeroptie Kaart camera beschikbaar. Alle beelden in de reeks worden
gekopieerd als u Huidige reeks selecteert.
Druk op de c-knop (weergavestand) M d-knop M Kopiëren M k-knop
Camera kaart
Kaart camera
Kopiëren
Geselecteerde beelden
Alle beelden
Camera kaart
98
Menu's gebruiken
Reeksweergaveopties
Selecteer de methode waarmee beelden in de reeks moeten worden weergegeven
(A62).
De instellingen worden toegepast op alle reeksen en de instelling wordt opgeslagen
in het geheugen van de camera, zelfs als de camera wordt uitgezet.
Druk op de c-knop (weergavestand) M d-knop M Reeksweergaveopties
M k knop
Optie Beschrijving
Q Individuele foto's
Toont elk beeld in een reeks een voor een. F wordt
weergegeven in het weergavescherm.
C Enkel hoofdfoto
(standaardinstelling)
Toont alleen de hoofdfoto voor beelden in een reeks.
99
Menu's gebruiken
Het beeldselectiescherm
Wanneer een beeldselectiescherm zoals rechts
hiernaast wordt weergegeven terwijl de camera
wordt bediend, volgt u de hierna beschreven
procedures om de beelden te selecteren.
1 Gebruik JK van de multi-selector
om een beeld te selecteren.
Verplaats de zoomknop (A2) naar g (i) om
naar de schermvullende weergave te gaan, of
naar f (h) om naar de miniatuurweergave
te gaan.
Er kan slechts één beeld worden geselecteerd
voor Beeld draaien. Ga verder met stap 3.
2 Gebruik HI om de selectie uit te
voeren of op te heffen (of het aantal
kopieën op te geven).
Wanneer een beeld wordt geselecteerd,
verschijnt een pictogram onder het beeld.
Herhaal stappen 1 en 2 om bijkomende
beelden te selecteren.
3 Druk op de k-knop om de beeldselectie toe te passen.
Wanneer een bevestigingsvenster wordt weergegeven, volgt u de instructies op
het scherm om de handeling uit te voeren.
Beveiligen
Terug
Beveiligen
Terug
100
Menu's gebruiken
Filmopties
Selecteer de gewenste filmoptie voor de opname. Selecteer filmopties voor normale
snelheid om bij normale snelheid op te nemen, of HS-filmopties (A101) om op te
nemen in slow of fast motion. De filmopties die kunnen worden geselecteerd
verschillen afhankelijk van de Beeldsnelheid-instelling (A107).
Geheugenkaarten met een SD Speed Class-classificatie van 6 of sneller worden
aanbevolen om films op te nemen (A197).
Filmopties voor normale snelheid
* Het interlaced-formaat gebruikt Velden per seconde.
Het filmmenu
Ga naar de opnamestand M d-knop M D-menupictogram M Filmopties M
k-knop
Optie
(Beeldformaat/
beeldsnelheid*,
bestandsformaat)
Beeldformaat
Beeldverhouding
(horizontaal t.o.v. verticaal)
e 1080/30p
S 1080/25p
(standaardinstelling)
1920 × 1080 16:9
Z 1080/60i
U 1080/50i
1920 × 1080 16:9
f 720/30p
V 720/25p
1280 × 720 16:9
g 480/30p
W 480/25p
640 × 480 4:3
101
Menu's gebruiken
HS-filmopties
Opgenomen films worden weergegeven in fast of slow motion.
Zie “Films opnemen in slow motion en fast motion (HS-film)” (A103).
* Terwijl films worden opgenomen, kan de camera worden omgeschakeld van
filmopname met normale snelheid naar filmopname voor slow motion of fast motion.
De weergegeven maximale opnametijd geldt alleen voor het deel van de film dat is
opgenomen in slow motion of fast motion.
B Opmerkingen over HS-film
Geluid wordt niet opgenomen.
De zoomstand, scherpstelling, belichting en witbalans worden vastgezet wanneer de
filmopname start.
Optie
Beeldformaat
Beeldverhouding
(horizontaal t.o.v.
verticaal)
Beschrijving
h
a
HS 480/4×
640 × 480
4:3
1/4-films voor slow motion
Max. opnametijd*:
15 seconden (weergavetijd:
1minuut)
j
Y
HS 1080/0,5×
1920 × 1080
16:9
2×-films voor fast motion
Max. opnametijd*: 2 minuten
(weergavetijd: 1 minuut)
102
Menu's gebruiken
C Weergave in slow motion en fast motion
Bij opname met normale snelheid:
Bij opname met h HS 480/4× (a HS 480/4×):
Films worden opgenomen met 4× de normale snelheid.
Ze worden in slow motion weergegeven met 4× tragere snelheid.
Bij opname met j HS 1080/0,5× (Y HS 1080/0,5×):
Films worden opgenomen met 1/2 van de normale snelheid.
Ze worden in fast motion weergegeven met 2× hogere snelheid.
Opnametijd
10 sec.
Weergavetijd
10 sec.
Opnametijd
10 sec.
Weergave in slow motion
Weergavetijd
40 sec.
Opnametijd
10 sec.
Weergave in fast motion
Weergavetijd
5 sec.
103
Menu's gebruiken
Films opnemen in slow motion en fast motion (HS-film)
Films die werden opgenomen met HS-film, kunnen worden weergegeven in slow
motion met 1/4 van de normale weergavesnelheid, of in fast motion met een
snelheid die twee keer hoger ligt dan de normale weergavesnelheid.
1 Gebruik HI van de multi-selector
om een HS-filmoptie te selecteren
(A101) en druk op de k-knop.
Als de optie is toegepast, drukt u op de
d-knop om terug te keren naar het
opnamescherm.
2 Druk op de b (e filmopname)-
knop om de opname te starten.
De camera start de opname van een HS-film.
De camera schakelt tussen filmopname met
normale snelheid en HS-filmopname telkens
wanneer u op de k-knop drukt.
Het pictogram voor de filmopties wijzigt
wanneer wordt omgeschakeld tussen HS-
filmopname en filmopname met normale
snelheid.
Wanneer de maximale opnametijd voor HS-films (A101) is bereikt, gaat de
camera automatisch naar filmopname met normale snelheid.
3 Druk op de b (e filmopname)-knop om de opname te
beëindigen.
Ga naar de opnamestand M d-knop M D-menupictogram M Filmopties M
k-knop
Filmopties
1080/30p
1080/60i
720/30p
480/30p
HS 480/4×
HS 1080/0,5×
5s
5s
104
Menu's gebruiken
AF-veldstand
Gebruik deze optie om te bepalen hoe de camera het scherpstelveld voor autofocus
tijdens filmopname selecteert.
Wanneer een HS-filmoptie is geselecteerd in Filmopties, is de instelling vast
ingesteld op Centrum.
Wanneer Film VR is ingesteld op Aan (hybride) en Filmopties is ingesteld op
Z 1080/60i of U 1080/50i, wordt de instelling vastgezet op Centrum.
Ga naar de opnamestand M d-knop M D-menupictogram M AF-veldstand
Mk-knop
Optie Beschrijving
a Gezichtprioriteit
(standaardinstelling)
Wanneer de camera een menselijk gezicht detecteert, stelt
deze scherp op dat gezicht (A51).
Wanneer Autofocus-stand in het filmmenu is ingesteld op
Enkelvoudige AF, stelt de camera scherp op het
onderwerp in het midden van het beeld, zelfs als
Gezichtprioriteit is geselecteerd.
y Centrum
De camera stelt scherp op het onderwerp in het midden van
het beeld.
105
Menu's gebruiken
Autofocus-stand
Stel in hoe de camera scherpstelt in de filmstand.
Wanneer een HS-filmoptie is geselecteerd in Filmopties, is de instelling vast
ingesteld op Enkelvoudige AF.
Ga naar de opnamestand M d-knop M D-menupictogram M
Autofocus-stand M k-knop
Optie Beschrijving
A Enkelvoudige AF
(standaardinstelling)
Het scherpstellen wordt vergrendeld wanneer de
filmopname start.
Selecteer deze optie wanneer de afstand tussen de
camera en het onderwerp vrij constant blijft tijdens de
filmopname.
B Fulltime-AF
De camera stelt continu scherp tijdens de filmopname.
Selecteer deze optie wanneer de afstand tussen de
camera en het onderwerp sterk wijzigt tijdens de opname.
In de opgenomen film kunt u mogelijk het geluid horen
van de camera die scherpstelt. Het gebruik van
Enkelvoudige AF is aanbevolen om te voorkomen dat
het geluid van de scherpstellende camera de opname
stoort.
106
Menu's gebruiken
Film VR
Selecteer de instelling voor de vibratiereductie tijdens het opnemen van films.
Selecteer Uit wanneer u een statief gebruikt om de camera tijdens de opname te
stabiliseren.
B Opmerkingen over film VR
De effecten van cameratrilling kunnen in bepaalde situaties niet volledig worden
vermeden.
Alleen lens-shift VR wordt gebruikt om cameratrilling te corrigeren wanneer Filmopties
is ingesteld op HS-films, zelfs als Film VR is ingesteld op Aan (hybride).
Filmlicht
Schakel het filmlicht in of uit, dat helpt om films op te nemen op donkere plaatsen.
Ga naar de opnamestand M d-knop M D-menupictogram M Film VR M
k-knop
Optie Beschrijving
V Aan (hybride)
(standaardinstelling)
Voert optische correctie uit voor cameratrilling met
behulp van lens-shift VR en voert tegelijk elektronische VR
uit met behulp van beeldverwerking. De beeldhoek
(m.a.w. het gebied dat zichtbaar is in het beeld) wordt
smaller.
g Aan
Voert correctie voor cameratrilling uit met behulp van
lens-shift VR.
Uit Er wordt geen correctie uitgevoerd.
Ga naar de opnamestand M d-knop M D-menupictogram M Filmlicht M
k-knop
Optie Beschrijving
Aan
Het filmlicht wordt ingeschakeld voor verlichting wanneer
films worden opgenomen.
Uit
(standaardinstelling)
Het filmlicht is uitgeschakeld.
107
Menu's gebruiken
Windruisreductie
Wanneer een HS-filmoptie is geselecteerd in Filmopties, is de instelling vast
ingesteld op Uit.
Beeldsnelheid
Selecteer de beeldsnelheid (velden per seconde voor het interlaced-formaat) die
wordt gebruikt bij filmopname. Wanneer de instelling voor de beeldsnelheid wordt
geschakeld, veranderen de opties die kunnen worden ingesteld bij Filmopties
(A100).
Ga naar de opnamestand M d-knop M D-menupictogram M
Windruisreductie Mk-knop
Optie Beschrijving
Y Aan
Vermindert het geluid dat optreedt wanneer de wind
tijdens filmopname over de microfoon blaast. Andere
geluiden kunnen tijdens de weergave moeilijk te horen
zijn.
Uit (standaardinstelling) Windruisreductie is uitgeschakeld.
Ga naar de opnamestand M d-knop M D-menupictogram M
Beeldsnelheid Mk-knop
Optie Beschrijving
30 bps (30p/60i)
Geschikt voor weergave op een televisie met de NTSC-
standaard.
25 bps (25p/50i)
Geschikt voor weergave op een televisie met de PAL-
standaard.
108
Menu's gebruiken
Configureer de Wi-Fi (draadloos LAN)-instellingen om de camera en een smarttoestel
te verbinden.
Het Wi-Fi-optiesmenu
Druk op de d-knop M J-menupictogram M k-knop
Optie Beschrijving
Verbind. met
smart app.
Selecteer dit tijdens draadloos verbinden van de camera met een smart-
toestel.
Zie “De Wi-Fi (draadloos LAN)-functie gebruiken” (A146) voor meer
informatie.
Uploaden
vanaf camera
Selecteer dit tijdens draadloos verbinden van de camera met een smart-
toestel. Zie “De Wi-Fi (draadloos LAN)-functie gebruiken” (A146) voor
meer informatie.
De over te dragen beelden kunnen worden geselecteerd op het
beeldselectiescherm voordat u een Wi-Fi-verbinding tot stand brengt
(A99). De SSID en het wachtwoord van de camera worden op het
scherm weergegeven nadat de beelden zijn geselecteerd.
Wi-Fi
uitschakelen
Selecteer dit om de draadloze verbinding tussen de camera en een
smart-toestel te verbreken. Zie “De Wi-Fi (draadloos LAN)-functie
gebruiken” (A146) voor meer informatie.
Opties
SSID: Wijzig de SSID. De geconfigureerde SSID wordt weergegeven op
het smart-toestel. Stel een alfanumerieke SSID in van 1-24 karakters.
Verificatie/encryptie: Selecteer of de communicatie tussen de camera
en het verbonden smart-toestel al dan niet moet worden beveiligd. De
communicatie wordt niet beveiligd als Open (standaardinstelling) is
geselecteerd.
Wachtwoord: Stel het wachtwoord in. Stel een alfanumeriek
wachtwoord in van 8-16 karakters.
Kanaal: Selecteer het kanaal dat wordt gebruikt voor draadloze
verbindingen.
Subnetmasker:
Gebruik de standaardinstelling (255.255.255.0) in normale
omstandigheden.
DHCP-server IP-adres:
Gebruik de standaardinstelling (192.168.0.10) in normale
omstandigheden.
Huidige
instellingen
Geef de huidige instellingen weer.
Standaardw.
herstellen
Herstel de Wi-Fi-instellingen naar de standaardwaarden.
109
Menu's gebruiken
Toetsenbord tekstinvoer bedienen
Tekeninvoer voor SSID en Wachtwoord
Gebruik HIJK van de multi-selector om
alfanumerieke karakters te selecteren. Druk op
de k-knop om het geselecteerde karakter in het
tekstveld in te voeren en beweeg de cursor naar
de volgende ruimte.
Selecteer N of O op het toetsenbord en druk
op de k-knop om de cursor in het tekstveld te
bewegen.
Druk op de l-knop om een karakter te wissen.
Selecteer P op het toetsenbord en druk op de
k-knop voor het toepassen van de instelling.
Tekeninvoer voor Kanaal, Subnetmasker en DHCP-server IP-adres
Gebruik HI van de multi-selector om de cijfers
in te stellen. Om naar het volgende teken te
gaan, drukt u op K of op de k-knop. Om terug
te keren naar het vorige teken, drukt u op J.
Om de instelling toe te passen selecteert u het
laatste teken en drukt u op de k-knop.
SSID
Terug Verwijderen
Tekstveld
Toetsenbord
1 92
.
168
..
010
DHCP-server IP-adres
Bewerk.
110
Menu's gebruiken
Geef het optiesmenu locatiegegevens direct weer door op de d-knop te
drukken terwijl een kaart wordt weergegeven.
Optiesmenu locatiegeg.
Het A-GPS-bestand updaten
Download het recentste A-GPS-bestand van onderstaande website en gebruik dit
om het bestand bij te werken.
http://nikonimglib.com/agps3/
Het A-GPS-bestand voor de COOLPIX AW130 is alleen beschikbaar op de
hierboven vermelde website.
1 Download het recentste A-GPS-bestand naar de computer
vanaf deze website.
Het Optiesmenu locatiegegevens
Druk op de d-knop M z (opties locatiegegevens)-menupictogram M
Optiesmenu locatiegeg. M k-knop
Optie Beschrijving
Locatiegeg. opnemen
Wanneer de instelling Aan wordt gebruikt, worden signalen
ontvangen van de navigatiesatellieten en de navigatie start
(A133).
Standaardinstelling: Uit
A-GPS-best. bijwerken
Een geheugenkaart wordt gebruikt om het A-GPS-bestand
(Assist GPS) bij te werken. Met behulp van het recentste A-GPS-
bestand is er minder tijd nodig om de locatiegegevens te
berekenen.
Zie “Het A-GPS-bestand updaten” (A110) voor meer
informatie.
Locatiegegevens
wissen
De locatiegegevens en POI-informatie die bij de beelden
worden opgenomen, worden gewist. Voor u op de d-knop
drukt, selecteert u de beelden met de locatiegegevens of POI-
informatie die u wilt verwijderen.
De gewiste locatiegegevens of POI-informatie kunnen niet
worden gerecupereerd.
De locatiegegevens van beelden die werden vastgelegd
met andere camera's dan deze camera, kunnen niet worden
gewist.
111
Menu's gebruiken
2 Gebruik een kaartlezer of een ander apparaat om het
gedownloade bestand te kopiëren naar de map “NCFL” van de
geheugenkaart.
De map “NCFL” bevindt zich direct onder de rootmap van de geheugenkaart. Als
de geheugenkaart geen map “NCFL” heeft, maakt u een nieuwe map aan.
3 Plaats de geheugenkaart met het gekopieerde bestand in de
camera.
4 Schakel de camera in.
5 Druk op de d-knop om het optiesmenu locatiegegevens
weer te geven, en gebruik de multi-selector om Optiesmenu
locatiegeg. te selecteren.
6 Selecteer A-GPS-best. bijwerken en werk het bestand bij.
Het duurt ongeveer twee minuten om het A-GPS-bestand bij te werken.
B Opmerkingen over het bijwerken van het A-GPS-bestand
Het A-GPS-bestand is uitgeschakeld wanneer een positie voor het eerst na aankoop van
de camera wordt bepaald. Het A-GPS-bestand wordt actief wanneer voor de tweede keer
een locatie wordt bepaald.
De geldigheidsduur van het A-GPS-bestand kan worden gecontroleerd op het
updatescherm. Als de geldigheidsduur verstreken is, wordt het grijs weergegeven.
Als de geldigheidsduur van het A-GPS-bestand verstreken is, wordt de berekening van de
locatiegegevens niet sneller. Het is aan te bevelen het A-GPS-bestand bij te werken voor
de locatiegegevensfuncties worden gebruikt.
Afstandseenheden
De afstandseenheden van de kaartweergave kunnen worden geselecteerd uit
km (m) (kilometer, meter) (standaardinstelling) of mi (yd) (mijl, yard).
Druk op de d-knop M z (opties locatiegegevens)-menupictogram M
Afstandseenheden M k-knop
112
Menu's gebruiken
Afstand berekenen
Bereken de lineaire afstand van de huidige positie naar de opnamelocatie van het
beeld of tussen de opnamelocatie van twee beelden.
1 Gebruik HI van de multi-selector
om de gewenste optie te selecteren
om de afstand te berekenen en druk
op de k-knop.
Wanneer Positie nubeeld is geselecteerd,
start de camera de berekening van de huidige
positie. Ga verder met stap 3.
2 Gebruik JK om het beeld te
selecteren dat het beginpunt vormt,
en druk op de k-knop.
Om de schaal van de kaart aan te passen,
gebruikt u de zoomknop (f (h)/g (i)).
3 Druk op JK om het beeld te
selecteren dat het eindpunt moet
worden.
Telkens wanneer een beeld wordt
geselecteerd, wordt de afstand weergegeven
op het scherm.
Om de afstandsberekening te beëindigen,
drukt u op de k-knop.
B Opmerkingen over afstandsberekening
Als de locatiegegevens niet opgenomen zijn bij het beeld, kan de afstand niet worden
berekend.
Om de afstand te berekenen met Positie nubeeld, moet de huidige positie met
succes berekend zijn (A132).
Druk op de c-knop (weergavestand) M geef een kaart weer (A136) M
d-knop M z (optiesmenu locatiegegevens)-menupictogram M
Afstand berekenen M k-knop
Afstand berekenen
Kies beginpunt
Terug Beeld selecteren
Afstand
Beeld selecteren
Kies eindpunt
Terug
113
Menu's gebruiken
Points of interest (POI) (Locatienaaminformatie
opnemen en weergeven)
Configureer de POI-instellingen (Points of Interest, locatienaaminformatie).
C POI weergeven
Als er geen locatienaaminformatie op het ingestelde weergaveniveau is, wordt de
locatienaaminformatie mogelijk niet weergegeven of kan “---” worden weergegeven.
Druk op de d-knop M z (opties locatiegegevens)-menupictogram M
Points of interest (POI) M k-knop
Optie Beschrijving
POI inbedden
Bepaal of de locatienaaminformatie al dan niet wordt
opgenomen bij de te maken beelden.
Standaardinstelling: Uit
De locatienaaminformatie kan worden opgenomen bij
foto's en films.
POI weergeven
Bepaal of de locatienaaminformatie al dan niet wordt
weergegeven op het opnamescherm of weergavescherm
(A3, 5).
Als POI inbedden ingesteld was op Aan wanneer een
beeld werd gemaakt, wordt de locatienaaminformatie voor
het beeld weergegeven op het weergavescherm.
Standaardinstelling: Uit
Detailleringsniveau
Stel het weergaveniveau in voor de locatienaaminformatie.
Een hoger weergaveniveau toont meer gedetailleerde
regionale informatie.
Ingesteld op niveau 1: landnamen worden weergegeven.
Ingesteld op niveau 2 tot 5: de weergegeven informatie is
afhankelijk van het land.
Ingesteld op niveau 6: namen van oriëntatiepunten worden
weergegeven.
POI bewerken
Voor u op de d-knop drukt, selecteert u het beeld om de
locatienaaminformatie te wijzigen.
POI bijwerken: De locatienaaminformatie die op het beeld
werd opgenomen, kan worden gewijzigd.
- Wanneer niveau 6 is geselecteerd, drukt u op JK van de
multi-selector om de naam van het oriëntatiepunt te
wijzigen.
- Om het POI-informatieniveau te wijzigen, drukt u op
HI van de multi-selector.
POI verwijderen: De locatienaaminformatie die bij het
beeld is opgenomen, wordt verwijderd.
114
Menu's gebruiken
Log aanmaken
Start of stop de opname van logs en sla ze op (A141).
* Kan niet worden geselecteerd als er een nog niet opgeslagen log bestaat. Selecteer Alle
logs beëindigen, Locatielog beëindigen, of Dieptelog beëindigen en bewaar of
verwijder het log.
Druk op de d-knop M z (opties locatiegegevens)-menupictogram M Log
aanmaken M k-knop
Optie Beschrijving
Alle logs starten*
De camera neemt logs op voor de locatie, de hoogte en de
waterdiepte.
Selecteer een interval en tijdsduur waarmee de camera
logs opneemt. De standaardinstelling is 15 sec. voor
interval en Geg. vr. volg. 24 u loggen voor tijdsduur.
Locatielog starten*
De camera neemt een locatielog op.
Selecteer een interval en tijdsduur waarmee de camera
logs opneemt. De standaardinstelling is 15 sec. voor
interval en Geg. vr. volg. 24 u loggen voor tijdsduur.
Dieptelog starten*
De camera neemt een log voor de waterdiepte op.
Selecteer een interval dat de camera voor de logopname
gebruikt. De standaardinstelling is 1min. voor interval; de
tijdsduur is vast ingesteld op één uur.
115
Menu's gebruiken
Log weergeven
Controleer of wis de loggegevens die op de geheugenkaart zijn opgeslagen, met
Log aanmaken (A114).
Klok instellen via satelliet
Signalen van de navigatiesatellieten worden gebruikt om de datum en tijd van de
interne cameraklok in te stellen. Controleer de positioneringsstatus voor u de klok
met deze optie instelt.
B Opmerkingen over het instellen van de klok via satelliet
Om de interne klok van de camera in te stellen, moet de positionering met succes
uitgevoerd zijn (A132).
Datum-/tijdaanpassing met Klok instellen via satelliet is ingesteld overeenkomstig de
tijdzone die is ingesteld in Tijdzone en datum (A119) in het setup-menu. Controleer
de tijdzone voor u Klok instellen via satelliet instelt.
De datum/tijd die wordt ingesteld met Klok instellen via satelliet, is niet zo
nauwkeurig als een radioklok. Gebruik Tijdzone en datum in het setup-menu om de tijd
in te stellen als de tijd niet nauwkeurig is in Klok instellen via satelliet.
Druk op de d-knop M z (opties locatiegegevens)-menupictogram M Log
weergeven M k-knop
Optie Beschrijving
Locatielogs
Selecteer een log (datum) dat u wilt weergeven en druk op de
k-knop om een locatielog op een kaart weer te geven
(A144).
Druk op de l (wissen)-knop om het geselecteerde log of
alle opgeslagen locatielogs te verwijderen.
Hoogte-/dieptelogs
Selecteer een log (datum) dat u wilt weergeven en druk op de
k-knop om de hoogte- of waterdieptegegevens als grafiek
weer te geven (A145).
Druk op de l (wissen)-knop om het geselecteerde log of
alle opgeslagen hoogte-/dieptelogs te verwijderen.
Druk op de d-knop M z (opties locatiegegevens)-menupictogram M Klok
instellen via satelliet M k-knop
116
Menu's gebruiken
Elektronisch kompas
Druk op de d-knop M z (opties locatiegegevens)-menupictogram M
Elektronisch kompas M k-knop
Optie Beschrijving
Kompasweergave
Bepaal of al dan niet een kompas wordt weergegeven op het
opnamescherm.
Standaardinstelling: Uit
De richting waarin de camera kijkt, wordt weergegeven op
basis van gemeten richtingsinformatie.
Wanneer het cameraobjectief omlaag gericht is, schakelt de
kompasweergave naar een cirkelvormig kompas met een
rode pijl die naar het noorden wijst.
- Weergavestijl: noord, oost, zuid en west
- Weergavebereik: 16 windstreken
De richting die door het elektronisch kompas is gemeten,
kan worden afgedrukt op beelden met behulp van
Gegevens afdrukken in het weergavemenu (A68).
Kompascorrectie
Corrigeer het kompas wanneer de kompasrichting niet correct
wordt weergegeven.
Wanneer het scherm rechts
wordt weergegeven,
beweegt u de camera in de
vorm van een cijfer acht in
de lucht terwijl u uw pols
draait om de camera
vooruit en achteruit, van de
ene zijde naar de andere
zijde of omhoog en omlaag
te richten.
Kompascorrectie
Camera in vorm van acht
verplaatsen.
117
Menu's gebruiken
B Opmerkingen over het gebruik van het elektronisch kompas
Het elektronisch kompas wordt niet weergegeven wanneer het cameraobjectief naar
boven is gericht.
Gebruik het elektronisch kompas in deze camera niet wanneer u deelneemt aan
bergbeklimmen of andere gespecialiseerde activiteiten. De weergegeven informatie is
alleen als algemene richtlijn bedoeld.
De richting wordt mogelijk niet correct gemeten in de omgeving van de volgende
objecten:
magneten, metalen voorwerpen, elektromotoren, elektrische huishoudtoestellen of
elektriciteitskabels.
De richting wordt mogelijk niet correct gemeten op de volgende plaatsen:
in een auto, trein, schip, vliegtuig, in een gebouw of in een ondergrondse winkelcentrum.
De richting wordt mogelijk niet correct gemeten als de locatiegegevens niet kunnen
worden berekend.
118
Menu's gebruiken
Hoogte-/diepteopties
B Opmerkingen over Hoogte-/diepteopties
Om de hoogte of waterdiepte te corrigeren met behulp van Locatiegeg. gebruiken
van Hoogte-/dieptecorrectie, moet Locatiegeg. opnemen in Optiesmenu
locatiegeg. in het optiesmenu locatiegegevens worden ingesteld op Aan. Bovendien
moet de positionering uitgevoerd zijn op basis van signalen die afkomstig zijn van
minstens vier satellieten (A132).
Wanneer Hoogte-/dieptemeter is ingesteld op Aan, worden de hoogtemeter of
dieptemeter, de hoogte of waterdiepte en de atmosferische druk weergegeven zelfs
wanneer Info verbergen is geselecteerd voor Foto-informatie in
Monitorinstellingen in het setup-menu (A78).
Druk op de d-knop M z (opties locatiegegevens)-menupictogram M
Hoogte-/diepteopties M k-knop
Optie Beschrijving
Hoogte-/dieptemeter
Bepaal of de hoogtemeter of dieptemeter al dan niet op het
opnamescherm wordt weergegeven.
Standaardinstelling: Aan
Hoogte-/
dieptecorrectie
De hoogte- of waterdieptewaarde wordt gecompenseerd.
Locatiegeg. gebruiken: De hoogte wordt gecompenseerd
met behulp van de functie locatiegegevens opnemen.
- Wanneer het bevestigingsscherm verschijnt, selecteert u
Ja en drukt u op de k-knop. De hoogte wordt
gecompenseerd met behulp van de weergegeven
waarde.
- De gegevens worden onder water niet gecompenseerd.
Handmatig corrigeren: Voer de hoogte of waterdiepte in
om de gegevens te corrigeren.
-Gebruik HI van de multi-selector om de waarde te
wijzigen, en gebruik JK om de invoerpositie van de
tekens te wijzigen.
- Wanneer de cursor op het teken uiterst rechts staat, drukt
u op de k-knop om deze waarde in te stellen.
Herstel: De correctie die werd ingesteld met Locatiegeg.
gebruiken of Handmatig corrigeren, wordt geannuleerd.
- Wanneer het dialoogvenster voor het annuleren van de
correctie verschijnt, selecteert u Ja en drukt u op de
k-knop. De gecompenseerde waarde wordt
geannuleerd.
Hoogte-/diepte-
eenhed.
Stel de afstandseenheid voor de weergave van de hoogte of
waterdiepte in op m (meter) (standaardinstelling) of ft (feet).
119
Menu's gebruiken
Tijdzone en datum
Stel de cameraklok in.
Tijdzone instellen
1 Gebruik HI van de multi-selector
om Tijdzone te selecteren en druk
op de k-knop.
Het setup-menu
Druk op de d-knop M z-menupictogram M Tijdzone en datum M k-knop
Optie Beschrijving
Datum en tijd
Selecteer een veld: druk op
JK van de multi-selector.
Wijzig de datum en tijd: Druk
op HI.
Pas de instelling toe:
Selecteer de minuut-
instelling en druk op de
k-knop.
Datumnotatie
Selecteer Jaar/maand/dag, Maand/dag/jaar of Dag/maand/
jaar.
Tijdzone
Stel de tijdzone en de zomertijd in.
Wanneer Reisbestemming (x) wordt ingesteld nadat u de
eigen tijdzone (w) heeft ingesteld, wordt het tijdverschil tussen
de reisbestemming en de eigen tijdzone automatisch berekend
en de datum en tijd voor de geselecteerde regio worden
opgeslagen.
2015
1115 15 10
Datum en tijd
D M
J
um
Bewerk.
Tijdzone en datum
Datum en tijd
Datumnotatie
Tijdzone
15/11/2015 15:30
120
Menu's gebruiken
2 Selecteer w Eigen tijdzone of
x Reisbestemming en druk op de
k-knop.
De datum en tijd die op de monitor worden
weergegeven, veranderen naarmate de eigen
tijdzone of de reisbestemming is geselecteerd.
3 Druk op K.
4 Gebruik JK om de tijdzone te
selecteren.
Druk op H om de zomertijdfunctie in te
schakelen, waarna W wordt weergegeven.
Druk op I om de zomertijdfunctie uit te
schakelen.
Druk op de k-knop om de tijdzone toe te
passen.
Als de juiste tijd niet wordt weergegeven voor
de instelling van de eigen tijdzone of de tijdzone van de reisbestemming, stelt u
de juiste tijd in bij Datum en tijd.
Tijdzone
Eigen tijdzone
Reisbestemming
15/11/2015 15:30
Tijdzone
Eigen tijdzone
Reisbestemming
15/11/2015 15:30
10:30
Terug
121
Menu's gebruiken
Monitorinstellingen
Foto-informatie
Druk op de d-knop M z-menupictogram M Monitorinstellingen M k-knop
Optie Beschrijving
Foto-informatie Bepaal of informatie op de monitor wordt weergegeven.
Beeld terugspelen
Bepaal of het vastgelegde beeld onmiddellijk na de opname wel of
niet wordt weergegeven.
Standaardinstelling: Aan
Helderheid
Pas de helderheid aan.
Standaardinstelling: 3
Opnamestand Weergavestand
Info tonen
Automatische info
(standaardinstelling)
Dezelfde informatie als in Info tonen wordt weergegeven, en
wordt verborgen zoals in Info verbergen als gedurende enkele
seconden geen handelingen worden uitgevoerd. De informatie
wordt opnieuw weergegeven wanneer een handeling wordt
uitgevoerd.
Info verbergen
1010hPa101 0hPa1010hPa
15m15m15m
25
m
0s25
m
0s
880880
40
10
0
-10
30
20
1010hPa
1010 hPa
1010hPa
15m
15m
15m
4
/
4
4
/
4
15
/
11
/
2015 15 :30
0004.
JPG
0004.
JPG
15
/
11
/
2015 15:30
1010hPa
1010 hPa
1010hPa
15m
15m
15m
40
10
0
-10
30
20
122
Menu's gebruiken
Raster+autom.
info
Naast de informatie die
weergegeven is in
Automatische info, verschijnt
een raster om foto's beter te
kunnen kadreren.
Het raster wordt niet
weergegeven wanneer films
worden opgenomen.
Hetzelfde als Automatische
info.
Filmbeeld+autom.
info
Naast de informatie die
aangegeven is in
Automatische info, wordt
voor de filmopname begint een
raster weergegeven dat het
gebied aangeeft dat zal worden
vastgelegd wanneer films
worden opgenomen.
Het filmraster wordt niet
weergegeven wanneer films
worden opgenomen.
Hetzelfde als Automatische
info.
Opnamestand Weergavestand
40
10
0
-10
30
20
1010hPa
1010 hPa
1010hPa
15m
15m
15m
25
m
0s
25
m
0s
880
880
1010hPa
1010 hPa
1010hPa
15m
15m
15m
4
/
4
4
/
4
15
/
11
/
2015 15 :30
0004.
JPG
0004.
JPG
15
/
11
/
2015 15:30
40
10
0
-10
30
20
1010hPa
1010 hPa
1010hPa
15m
15m
15m
25
m
0s
25
m
0s
880
880
1010hPa
1010 hPa
1010hPa
15m
15m
15m
4
/
4
4
/
4
15
/
11
/
2015 15 :30
0004.
JPG
0004.
JPG
15
/
11
/
2015 15:30
123
Menu's gebruiken
Datumstempel
De opnamedatum en -tijd kunnen tijdens opname
op beelden worden gestempeld. De informatie kan
zelfs worden afgedrukt wanneer u een printer
gebruikt die de functie datum afdrukken niet
ondersteund.
B Opmerkingen over Datumstempel
De in het beeld gestempelde datum vormt een permanent onderdeel van de
beeldgegevens en kan niet worden verwijderd. De datum en tijd kunnen niet op beelden
worden gestempeld nadat ze werden vastgelegd.
De datum en tijd kunnen niet worden gestempeld in de volgende situaties:
- Wanneer de onderwerpstand Sport, Nachtportret (wanneer Uit de hand is
geselecteerd), Nachtlandschap (wanneer Uit de hand is geselecteerd), Tegenlicht
(wanneer HDR is ingesteld), Eenvoudig panorama of Dierenportret (wanneer
Continu is geselecteerd) wordt gebruikt
- Wanneer continue opname (A84) is ingesteld op een andere instelling dan
Enkelvoudig
- Wanneer films worden opgenomen
- Wanneer foto's worden opgeslagen tijdens filmopname
De gestempelde datum en tijd kunnen moeilijk leesbaar zijn wanneer een klein
beeldformaat wordt gebruikt.
C Een opnamedatum afdrukken op beelden zonder datumstempel
U kunt beelden naar een computer overzetten en de ViewNX 2-software (A157)
gebruiken om de opnamedatum op de beelden te stempelen wanneer ze worden
afgedrukt.
Druk op de d-knop M z-menupictogram M Datumstempel M k-knop
Optie Beschrijving
f Datum De datum wordt gestempeld op de beelden.
S Datum en tijd De datum en tijd worden gestempeld op de beelden.
Uit (standaardinstelling) De datum en tijd worden niet gestempeld op de beelden.
15 .11. 2015
15.11.2015
124
Menu's gebruiken
Foto VR
Selecteer de instelling voor de vibratiereductie tijdens het opnemen van foto's.
Selecteer Uit wanneer u een statief gebruikt om de camera tijdens de opname te
stabiliseren.
B Opmerkingen over Foto VR
Na het inschakelen van de camera of nadat werd omgeschakeld van de weergavestand
naar de opnamestand, wacht u tot het scherm voor de opnamestand volledig wordt
weergegeven voor u foto's maakt.
Beelden in de monitor van de camera kunnen onmiddellijk na opname wazig worden
weergegeven.
De effecten van cameratrilling kunnen in bepaalde situaties niet volledig worden
vermeden.
Wanneer de sluitertijd extreem lang is, kunnen beelden niet worden gecompenseerd
met behulp van beeldverwerking, zelfs wanneer Aan (hybride) is ingesteld.
Druk op de d-knop M z-menupictogram M Foto VR M k-knop
Optie Beschrijving
V Aan (hybride)
Voert optische correctie voor cameratrilling uit met
behulp van de lens-shift-methode. In de volgende
omstandigheden wordt ook elektronische VR uitgevoerd
met behulp van beeldverwerking.
Flitser: treedt niet in werking
Sluitertijd: langer dan 1/30 seconde in de maximale
groothoekstand en 1/60 seconde in de maximale
telestand
Zelfontspanner: OFF
Continu-instelling: Enkelvoudig
ISO-waarde: ISO 200 of minder
De opnametijd voor beelden kan langer zijn dan
gebruikelijk.
g Aan
(standaardinstelling)
Correctie voor cameratrilling wordt uitgevoerd met
behulp van lens-shift VR.
Uit Er wordt geen correctie uitgevoerd.
125
Menu's gebruiken
AF-hulplicht
Digitale zoom
B Opmerkingen over digitale zoom
De digitale zoom kan niet worden gebruikt in de volgende opnamestanden:
-Onderwerpstand Portret, Nachtportret, Nachtlandschap, Tegenlicht (wanneer
HDR is ingesteld), Eenvoudig panorama, Dierenportret of Onder water
- Stand Slim portret
De digitale zoom kan niet worden gebruikt in andere opnamestanden bij gebruik van
bepaalde instellingen (A58).
Druk op de d-knop M z-menupictogram M AF-hulplicht M k-knop
Optie Beschrijving
a Automatisch
(standaardinstelling)
De AF-hulpverlichting licht automatisch op wanneer u bij
weinig licht op de ontspanknop drukt. De verlichting
heeft een bereik van ongeveer 3,0 m in de maximale
groothoekstand en ongeveer 3,0 m in de maximale
telestand.
Merk op dat voor bepaalde opnamestanden of
scherpstelvelden de AF-hulpverlichting mogelijk niet
oplicht.
Uit De AF-hulpverlichting gaat niet aan.
Druk op de d-knop M z-menupictogram M Digitale zoom M k-knop
Optie Beschrijving
Aan (standaardinstelling) Digitale zoom is ingeschakeld.
Uit Digitale zoom is uitgeschakeld.
126
Menu's gebruiken
Geluidsinstellingen
Onderwaterflitser
Selecteer Aan wanneer u onder water opneemt met behulp van een SB-N10
onderwater-speedlight (apart verkrijgbaar) (A183). De standaardinstelling is Uit.
B Opmerking over onderwaterflitser
Deze functie kan mogelijk niet worden gebruikt in combinatie met andere functies (A56).
Druk op de d-knop M z-menupictogram M Geluidsinstellingen M k-knop
Optie Beschrijving
Knopgeluid
Wanneer Aan (standaardinstelling) is geselecteerd, geeft
de camera één pieptoon wanneer bewerkingen worden
uitgevoerd, twee pieptonen wanneer de camera heeft
scherpgesteld op het onderwerp en drie pieptonen
wanneer er zich een fout voordoet. Het opstartgeluid
wordt ook weergegeven.
Geluiden zijn uitgeschakeld wanneer de
onderwerpstand Dierenportret wordt gebruikt.
Sluitergeluid
Wanneer Aan (standaardinstelling) is geselecteerd, wordt
het sluitergeluid weergegeven wanneer de sluiter wordt
ontspannen.
Het sluitergeluid wordt niet weergegeven in de
continu-opnamestand, wanneer films worden
opgenomen of wanneer de onderwerpstand
Dierenportret wordt gebruikt.
Druk op de d-knop M z-menupictogram M Onderwaterflitser M k-knop
127
Menu's gebruiken
Gevoeligh. actiecontrole
Stel de gevoeligheid in van de uitgevoerde bewerking wanneer de camera wordt
geschud (actiecontrole) (A20). Wanneer deze optie is ingesteld op Hoog, wordt de
bewerking uitgevoerd, zelfs als de camerabeweging klein is. Wanneer deze optie is
ingesteld op Laag, wordt de bewerking uitgevoerd als de camerabeweging groot is.
De standaardinstelling is Middelmatig.
B Opmerking over de gevoeligheid van actiecontrole
Wanneer u beelden bekijkt met Snelle weergave voor actiecontrole of in de
schermvullende weergavestand, is de bewerkingsgevoeligheid voor het selecteren van
beelden vast ingesteld.
Weergave actiecontrole
B Opmerkingen over de weergave van actiecontrole
Wanneer Weergave actiecontrole is ingesteld op Aan, worden de weergegeven beelden
niet automatisch gedraaid, zelfs wanneer de oriëntatie van de camera wordt gewijzigd.
Druk op de d-knop M z-menupictogram M Gevoeligh. actiecontrole M
k-knop
Druk op de d-knop M z-menupictogram M Weergave actiecontrole M
k-knop
Optie Beschrijving
Aan
(standaardinstelling)
Een beeld kan worden geselecteerd door de camera in de
schermvullende weergavestand te schudden.
Uit
Het beeld kan niet worden geselecteerd door de camera te
schudden.
128
Menu's gebruiken
Kaartacties
B Opmerkingen over kaartacties
Als de V (actie)-knop wordt ingedrukt, kunt u alleen met behulp van de zoomknop in- en
uitzoomen op kaarten (A2).
Automatisch uit
Stel de tijd in die verstrijkt voor de camera naar de stand-bystand gaat (A13).
U kunt 30 sec., 1min. (standaardinstelling), 5min. of 30 min. selecteren.
C De functie Automatisch uit instellen
De tijd die verstrijkt voordat de camera naar de stand-bystand gaat, ligt vast in de volgende
situaties:
Wanneer een menu wordt weergegeven: 3 minuten (wanneer automatisch uit is
ingesteld op 30 sec. of 1min.)
Bij opname met Dierenp. autom. ontsp.: 5 minuten (wanneer automatisch uit is
ingesteld op 30 sec. of 1min.)
Bij opname met Glimlachtimer: 5 minuten (wanneer automatisch uit is ingesteld op
30 sec. of 1min.)
Wanneer de lichtnetadapter EH-62F is aangesloten: 30 minuten
Wanneer een HDMI-kabel is aangesloten: 30 minuten
Druk op de d-knop M z-menupictogram M Kaartacties M k-knop
Optie Beschrijving
Aan
(standaardinstelling)
U kunt in- en uitzoomen op kaarten door de camera te
schudden (A20).
Uit
U kunt niet in- en uitzoomen op kaarten door de camera te
schudden.
Druk op de d-knop M z-menupictogram M Automatisch uit M k-knop
129
Menu's gebruiken
Geheugenkaart form./Geheug. formatteren
Gebruik deze optie om een geheugenkaart of het interne geheugen te formatteren.
Als u de geheugenkaarten of het interne geheugen formatteert, worden alle
gegevens permanent gewist. Gegevens die werden gewist, kunnen niet
worden hersteld. Sla belangrijke beelden op een computer op voordat u gaat
formatteren.
Een geheugenkaart formatteren
Plaats een geheugenkaart in de camera.
Selecteer Geheugenkaart form. in het setup-menu en druk vervolgens op de
k-knop.
Het interne geheugen formatteren
Haal de geheugenkaart uit de camera.
Selecteer Geheug. formatteren in het setup-menu en druk vervolgens op de
k-knop.
Om het formatteren te starten, selecteert u Formatteren op het weergegeven
scherm en drukt u op de k-knop.
Zet de camera niet uit en open het deksel van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf niet tijdens het formatteren.
Deze instelling kan niet worden geselecteerd zolang Wi-Fi is verbonden.
Taal/Language
Selecteer een taal voor de weergave van cameramenu's en berichten.
Druk op de d-knop M z-menupictogram M Geheugenkaart form./Geheug.
formatteren M k-knop
Druk op de d-knop M z-menupictogram M Taal/Language M k-knop
130
Menu's gebruiken
Opladen via computer
B Opmerkingen over het laden met een computer
Bij aansluiting op een computer schakelt de camera in en begint hij op te laden. Als de
camera wordt uitgeschakeld, stopt het opladen.
Het duurt ongeveer 4 uur en 10 minuten om een volledig lege accu op te laden. De
laadtijd wordt groter wanneer beelden worden overgespeeld terwijl de accu wordt
geladen.
De camera schakelt automatisch uit als er gedurende 30 minuten geen communicatie
met de computer plaatsvindt nadat de accu volledig was geladen.
B Wanneer het laadlampje snel groen knippert
Opladen is niet mogelijk, waarschijnlijk wegens een van de hierna beschreven redenen.
De omgevingstemperatuur is niet geschikt om op te laden. Laad de accu binnenshuis op
bij een omgevingstemperatuur van 5 °C tot 35 °C.
De USB-kabel is niet correct aangesloten of de accu is defect. Zorg ervoor dat de USB-
kabel correct is aangesloten of vervang de accu indien nodig.
De computer staat in de slaapstand en levert geen stroom. Haal de computer uit de
slaapstand.
De accu kan niet worden opgeladen omdat de computer geen stroom naar de camera
kan sturen ten gevolge van de instellingen of specificaties van de computer.
Druk op de d-knop M z-menupictogram M Opladen via computer M
k-knop
Optie Beschrijving
a Automatisch
(standaardinstelling)
Wanneer de camera wordt aangesloten op een
ingeschakelde computer (A150), wordt de in de camera
geplaatste accu automatisch opgeladen met de
stroombron van de computer.
Uit
De in de camera geplaatste accu wordt niet opgeladen
wanneer de camera is aangesloten op een computer.
131
Menu's gebruiken
Standaardwaarden
Wanneer Standaard is geselecteerd, worden de camera-instellingen gereset naar
de standaardwaarden.
Bepaalde instellingen zoals Tijdzone en datum of Taal/Language worden niet
gereset.
Deze instelling kan niet worden geselecteerd zolang Wi-Fi is verbonden.
C Bestandsnummering resetten
Als u de bestandsnummering wil terugzetten op “0001”, wist u alle beelden die op de
geheugenkaart of in het interne geheugen zijn opgeslagen (A16) voordat u
Standaardwaarden selecteert.
Conformiteitsmarkering
Bekijk een aantal conformiteitsmarkeringen waaraan de camera voldoet.
Firmware-versie
Bekijk de huidige firmwareversie van de camera.
Deze instelling kan niet worden geselecteerd zolang Wi-Fi is verbonden.
Druk op de d-knop M z-menupictogram M Standaardwaarden M k-knop
Druk op de d-knop M z-menupictogram M Conformiteitsmarkering M
k-knop
Druk op de d-knop M z-menupictogram M Firmware-versie M k-knop
132
Locatiegegevensfuncties gebruiken/kaarten weergeven
Locatiegegevensfuncties
gebruiken/kaarten weergeven
De camera begint signalen te ontvangen van navigatiesatellieten wanneer
Locatiegegevens opnemen in Optiesmenu locatiegeg. in het z (optiesmenu
locatiegegevens) (A78) is ingesteld op Aan.
U kunt de ontvangststatus controleren op het
opnamescherm.
n of o: De camera ontvangt signalen van drie of
meer satellieten en berekent de locatiegegevens.
z: De camera ontvangt signalen, maar kan geen
positionering uitvoeren.
y: De camera ontvangt geen signalen.
Opnamelocatiegegevens op beelden opnemen
De camera neemt locatiegegevens (breedte- en lengtegraad) op bij beelden
tijdens de opname terwijl de camera bezig is met positioneren.
Wanneer Kompasweergave in Elektronisch kompas in het optiesmenu
locatiegegevens is ingesteld op Aan, wordt ook de opnamerichting bij
benadering opgenomen.
Logs opnemen
Wanneer de camera bezig is met positioneren en Log aanmaken in het
optiesmenu locatiegegevens is ingesteld op Alle logs starten, kunt u locatie-,
hoogte- en waterdieptegegevens in opgegeven intervallen opnemen terwijl u
zich met de camera verplaatst.
Opgenomen logs (bewegingsinformatie zoals locatiegegevens, hoogte of
waterdiepte) kunnen worden opgeslagen op een geheugenkaart en kunnen
worden weergegeven als een kaart of grafiek wanneer Log weergeven in het
optiesmenu locatiegegevens is geselecteerd. Om een log op te slaan, selecteert u
Log aanmaken en stopt u de opname, waarna u Logs opslaan selecteert.
Een kaart weergeven
De huidige positie wordt op een kaart weergegeven wanneer u op de U-knop
(kaart) drukt terwijl het opnamescherm wordt weergegeven en de camera bezig
is met positioneren.
De opnamelocatie van het beeld wordt weergegeven wanneer u een beeld met
opgenomen locatiegegevens weergeeft en op de U-knop drukt.
0
-10
1010hPa
1010hPa
1010hPa
15m
15m
15m
133
Locatiegegevensfuncties gebruiken/kaarten weergeven
Stel Tijdzone en datum (A119) correct in voor u de locatiegegevensfuncties
gebruikt.
1 Stel Locatiegeg. opnemen in op
Aan.
Druk op de d-knop of op de ontspanknop
om het menuscherm te verlaten als de
instelling is uitgevoerd.
Bedien de camera in openlucht voor een
betere ontvangst.
2 Controleer de ontvangststatus op
het opnamescherm.
n of o: De camera ontvangt signalen van
drie of meer satellieten en berekent de
locatiegegevens. De locatiegegevens worden
opgenomen bij beelden.
z: Signalen worden ontvangen van de
satellieten maar positionering is niet mogelijk.
De locatiegegevens worden niet opgenomen
bij beelden.
y: Signalen kunnen niet van de satellieten
worden ontvangen en positionering is niet mogelijk. De locatiegegevens worden
niet opgenomen bij beelden.
Druk op de U-knop terwijl de camera
positioneert om de huidige positie op een
kaart te controleren (A138).
3 Maak een foto terwijl de camera
positioneert.
De locatiegegevens worden opgenomen op
het vastgelegde beeld.
Opgenomen locatiegegevens kunt u
controleren op de kaart (A136).
Locatiegegevens bij beelden opnemen
Druk op de d-knop M z (opties locatiegegevens)-menupictogram M
Optiesmenu locatiegeg. M k-knop
Optiesmenu locatiegeg.
Locatiegeg. opnemen
A-GPS-best. bijwerken
Locatiegegevens wissen
40
10
0
-10
30
20
1010hPa
1010hPa
1010hPa
15m
15m
15m
25
m
0s
25
m
0s
880
880
Ontvangst van
locatiegegevens
134
Locatiegegevensfuncties gebruiken/kaarten weergeven
B Opmerkingen over locatiegegevensfuncties
Voor u de locatiegegevensfuncties gebruikt, leest u “<Belangrijk> Opmerkingen over
locatiegegevensfuncties (GPS/GLONASS, elektronisch kompas)” (Axv).
Het duurt enkele minuten om locatiegegevens te berekenen wanneer de positionering
voor het eerst wordt uitgevoerd, nadat de positionering gedurende een lange tijd niet
kon worden uitgevoerd of net na het vervangen van de accu.
U kunt de tijd die nodig is voor het berekenen van de locatiegegevens, verkorten door
gebruik te maken van het recentste A-GPS-bestand (A110).
De positie van navigatiesatellieten verandert constant.
Afhankelijk van uw locatie en het tijdstip kunt u de positie eventueel niet bepalen of kan
dit enige tijd duren.
Om de locatiegegevensfuncties te gebruiken, gebruikt u de camera in openlucht met
weinig hindernissen in de lucht.
De signaalontvangst is beter als de positioneringsantenne (A1) naar de lucht gericht is.
De volgende locaties, die signalen blokkeren of weerkaatsen, kunnen aanleiding geven
tot een mislukte of onnauwkeurige positionering.
- In gebouwen of ondergrondse locaties
- Tussen hoge gebouwen
-Onder bruggen
- In tunnels
- Nabij hoogspanningslijnen
-Tussen bomen
-Onder water
Wanneer een mobiele telefoon in de 1,5 GHz-band in de buurt van deze camera wordt
gebruikt, kan de positionering verstoord raken.
Wanneer u de camera met u mee draagt terwijl de positionering wordt uitgevoerd, mag
u de camera niet in een metalen zak plaatsen.
De positionering kan niet worden uitgevoerd als de camera bedekt is met metalen
voorwerpen.
Wanneer er een groot verschil is in de signalen van de navigatiesatellieten, kan er een
afwijking van meerdere honderden meter zijn.
Let op uw omgeving tijdens het positioneren.
De opnamedatum en -tijd die worden getoond wanneer beelden worden weergegeven,
worden op het tijdstip van de opname bepaald door de interne klok van de camera.
De tijd waarop de camera de locatiegegevens heeft berekend, wordt bij de beelden
opgenomen, maar wordt niet weergegeven op het camerascherm.
De locatiegegevens voor het eerste beeld worden geregistreerd bij een reeks beelden
die werden opgenomen met continue opname.
B Batterijverbruik tijdens opname van locatiegegevens en logs
Wanneer Locatiegeg. opnemen is ingesteld op Aan, blijven de functies voor het
opnemen van locatiegegevens gedurende ca. zes uur werken met het opgegeven
interval, zelfs nadat de camera werd uitgeschakeld. De functies voor het opnemen van
locatiegegevens en logs blijven ook werken terwijl logs worden opgenomen (A141),
zelfs nadat de camera werd uitgeschakeld.
Wanneer Locatiegeg. opnemen is ingesteld op Aan of wanneer logs worden
opgenomen, raakt de accu sneller leeg dan gebruikelijk. Controleer het niveau van de
accu met name wanneer u een log opneemt met Alle logs starten of Dieptelog
starten.
135
Locatiegegevensfuncties gebruiken/kaarten weergeven
C Informatie van Points of interest (POI)
POI-informatie is locatienaaminformatie voor
oriëntatiepunten in de omgeving en andere details.
Wanneer POI weergeven in Points of interest
(POI) (A113) in het optiesmenu locatiegegevens
is ingesteld op Aan, wordt de informatie voor de
dichtstbijgelegen locatienaam voor de huidige
positie weergegeven tijdens de opname (alleen
wanneer de camera positioneert).
Wanneer POI inbedden is ingesteld op Aan, kan
locatienaaminformatie tijdens de opname bij het
beeld worden opgenomen (alleen wanneer de
camera positioneert).
Als de locatienaaminformatie tijdens de opname op het beeld werd opgenomen, wordt
deze informatie getoond wanneer POI weergeven tijdens de weergave is ingesteld op
Aan.
De locatienaaminformatie wordt mogelijk niet weergegeven, afhankelijk van het
instelniveau in Detailleringsniveau in Points of interest (POI). Ook kan de naam van
bepaalde oriëntatiepunten niet geregistreerd zijn of kan de naam van het oriëntatiepunt
verschillend zijn.
C Locatiegegevens onder water opnemen
Het scherm rechts verschijnt als u de onderwerpstand
Onder water selecteert of wanneer u de stand
x (autom. scènekeuzekn.) selecteert en de camera
vervolgens onder water dompelt terwijl
locatiegegevens werden berekend.
Wanneer u Ja selecteert en op de k-knop drukt,
worden de locatiegegevens die voorafgaand aan de
opname onder water werden berekend, opgenomen
bij de beelden die onder water zullen worden
opgenomen.
C Beelden met opgenomen locatiegegevens
Het z-pictogram wordt getoond tijdens de weergave van beelden waarbij
locatiegegevens werden opgenomen (A5).
De locatiegegevens die bij een beeld opgenomen zijn, kunnen op een kaart worden
gecontroleerd met ViewNX 2 nadat het beeld naar een computer werd overgezet
(A157).
De effectieve opnamelocatie kan afwijken van de in de beeldbestanden opgenomen
locatiegegevens ten gevolge van de nauwkeurigheid van de berekende locatiegegevens
en verschillen in het gebruikte geodetische systeem.
De bij beelden opgenomen locatiegegevens en POI-informatie kan worden gewist met
behulp van Locatiegegevens wissen in Optiesmenu locatiegeg. (A110). De
gewiste informatie kan niet worden hersteld.
40
10
0
-10
30
20
1010hPa
1010hPa
1010hPa
15m
15m
15m
25
m
0s
25
m
0s
880
880
Locatienaaminformatie
(POI-informatie)
Onder water
Wilt u de laatst voor het duiken
verkregen locatiegegevens gebruiken?
Deze gegevens worden bij elke
opname geregistreerd tot u weer
bovenkomt.
Ja
Nee
136
Locatiegegevensfuncties gebruiken/kaarten weergeven
De opnamelocatie tonen (weergavestand)
*Het z-pictogram wordt getoond tijdens de weergave van beelden waarbij
locatiegegevens werden opgenomen (A5).
Opnamelocatie: De opnamelocatie van het
beeld met opgenomen locatiegegevens wordt
op een kaart getoond. De opnamelocatie van
het beeld dat u heeft geselecteerd voor u op de
U-knop heeft gedrukt, wordt geel
weergegeven.
De opnamerichting wordt bij benadering
aangegeven met C voor beelden die werden
vastgelegd terwijl Kompasweergave ingesteld
was op Aan (A116). C (wijst naar de
bovenkant van het scherm) geeft het noorden
aan.
Miniatuurweergave: Als opnamelocaties op de
kaart verschijnen, worden beelden als miniaturen weergegeven.
De hierna vermelde bewerkingen kunnen worden uitgevoerd terwijl een kaart
wordt weergegeven.
Kaartbewerkingen
1
Actiecontrole kan worden gebruikt (A20).
2
Uitgeschakeld wanneer er geen opnamelocaties op de getoonde kaart zijn.
Druk op de c-knop (weergavestand) M selecteer een beeld waarbij
locatiegegevens werden opgenomen* M U-knop
Handeling Beschrijving
Multi-selector
1
Verplaats de kaartweergave (in acht richtingen).
Zoomknop
1
g (i): Inzoomen op de kaartweergave.
f (h): Uitzoomen uit de kaartweergave.
U-knop Terug naar het weergavescherm.
k-knop
2
Selecteer beelden in de miniatuurweergavestand. Zie “Bewerkingen
wanneer miniatuurbeelden geselecteerd zijn” (A137).
500m
Opnamelocatie
Miniatuurweergave
137
Locatiegegevensfuncties gebruiken/kaarten weergeven
Bewerkingen wanneer miniatuurbeelden geselecteerd zijn
* Alleen Hoogte-/dieptelogs kan worden geselecteerd als de camera een hoogte-/
dieptelog aan het opnemen was toen de geselecteerde beelden werden gemaakt.
Alleen Scrollen door kaarten kan worden geselecteerd als de camera geen hoogte-/
dieptelog aan het opnemen was.
B Opmerkingen over kaartweergave
Kaarten kunnen niet worden weergegeven terwijl de camera wordt opgeladen met de
lichtnetlaadadapter.
De kaartweergave kan niet worden gedraaid. Alleen weergave met het noorden
bovenaan (de bovenzijde van het scherm geeft het noorden aan) is beschikbaar.
De kaartschaal varieert afhankelijk van het land dat op de kaart wordt weergegeven.
Wanneer op de d-knop wordt gedrukt wanneer de kaart wordt weergegeven, kunnen
Tijdzone en datum, Geheugenkaart form./Geheug. formatteren, Taal/Language
en Standaardwaarden in het setup-menu (A119) niet worden geselecteerd.
Handeling Beschrijving
Multi-selector
Gebruik JK om naar het geselecteerde miniatuurbeeld te gaan.
De opnamelocatie van het geselecteerde beeld wordt geel op de
kaart.
Zoomknop
g (i): Toon het geselecteerde beeld in de schermvullende
weergavestand.
Gebruik JK om het vorige/volgende beeld weer te geven.
f (h): Terug naar de kaartweergave.
U-knop Terug naar het weergavescherm.
k-knop
Er verschijnt een menu en de hierna beschreven opties kunnen
worden geselecteerd.
Scrollen door
kaarten*
Terug naar het kaartbedieningsscherm en een
kaart weergeven met de opnamelocatie van het
geselecteerde beeld in het midden.
Hoogte-/
dieptelogs*
Een grafiek op basis van hoogte-/dieptelogs
weergeven (A145). Druk op de k-knop terwijl
de grafiek wordt weergegeven om terug te keren
naar het kaartbedieningsscherm.
Locatie opslaan
De opnamelocatie van het geselecteerde beeld
opslaan.
Centrum op
opgeslagen
locatie
Rechtstreeks naar de opgeslagen locatie gaan. Zie
“Kaartbewerkingen van opgeslagen locaties”
(A139) voor meer informatie.
138
Locatiegegevensfuncties gebruiken/kaarten weergeven
De huidige positie op een kaart weergeven
(opnamestand)
1 Zie “Locatiegegevens bij beelden opnemen” (A133) voor meer informatie.
2 Een wereldkaart wordt getoond wanneer u op de U-knop drukt terwijl de camera niet
positioneert.
De huidige positie wordt weergegeven in het
midden van de kaart. U kunt een locatie opslaan
en de opgenomen kaart met de opgeslagen
locatie weergeven.
Wanneer het camera-objectief omlaag gericht is,
wordt een kompas weergegeven.
De voordien getoonde kaart wordt
weergegeven wanneer de camera de tweede en
volgende keer wordt ingeschakeld.
De hierna vermelde bewerkingen kunnen
worden uitgevoerd terwijl een kaart wordt
weergegeven.
1
Actiecontrole kan worden gebruikt (A20).
2
Kan niet worden geselecteerd wanneer de camera niet positioneert.
Ga naar de opnamestand terwijl de camera positioneert
1
M U-knop
2
Handeling Beschrijving
Multi-selector
1
Verplaats de kaartweergave (in acht richtingen).
Zoomknop
1
g (i): Inzoomen op de kaartweergave.
f (h): Uitzoomen uit de kaartweergave.
U-knop
Geef een scherm weer waar informatie zoals de richting wordt
getoond (A139). Druk nogmaals op de knop om terug te keren naar
het opnamescherm.
k-knop
Er verschijnt een menu en de hierna beschreven opties kunnen
worden geselecteerd.
Centrum op
huidige
locatie
2
Toont de huidige positie in het midden van de kaart.
Locatie
opslaan
Gebruik de multi-selector om een locatie te selecteren en
druk vervolgens op de k-knop om de locatie op te slaan
(maximaal 30 locaties).
Selecteer Nee in het bevestigingsvenster om het
registratiescherm te sluiten.
Centrum op
opgeslagen
locatie
Rechtstreeks naar de opgeslagen locatie gaan.
Zie “Kaartbewerkingen van opgeslagen locaties”
(A139) voor meer informatie.
Huidige stand
Kompas
Huidige stand
139
Locatiegegevensfuncties gebruiken/kaarten weergeven
C Opmerkingen over de weergave van richtings- en locatiegegevens
Richtings- of locatiegegevens enz. worden getoond wanneer een kaart wordt
weergegeven in de opnamestand of wanneer de U-knop ingedrukt wordt gehouden
terwijl de stroomtoevoer uitgeschakeld is.
1 Datum en tijd
2 Ontvangst locatiegegevens
3 Weergave log aanmaken (locatiegegevens)
4 Weergave log aanmaken (hoogte/waterdiepte)
5 Hoogte
6 Atmosferische druk
7 Richting
8 Lengtegraad en breedtegraad
9 Locatienaaminformatie (Points of Interest: POI)*
10 Kompasweergave
* “----” kan worden weergegeven voor de locatienaaminformatie, afhankelijk van het
instellingsniveau in Detailleringsniveau van Points of interest (POI).
C Kaartbewerkingen van opgeslagen locaties
Als u op de k-knop drukt en Centrum op
opgeslagen locatie selecteert terwijl een kaart wordt
weergegeven (A136, 138) of een miniatuur is
geselecteerd (A144), bladert de kaart naar de
opgeslagen locatie die zich het dichtst bij het centrum
van het scherm bevindt.
Gebruik HIJK van de multi-selector om naar
andere opgeslagen locaties te gaan.
Druk op de l-knop om het opslaan van een locatie
te annuleren.
- Huidige locatie: Annuleer het opslaan van de geselecteerde locatie.
- Geselecteerde locaties: Verwijder een groep opgeslagen locaties. Gebruik de multi-
selector om een opgeslagen locatie te selecteren, en druk op de l-knop. Druk
nogmaals op de l-knop om de selectie op te heffen. Druk op de k-knop als u klaar
bent met het selecteren van de locaties.
- Alle locaties: Verwijder alle opgeslagen locaties tegelijk.
Druk op de k-knop om het bedieningsscherm te sluiten.
15
/
11
/
2015 15:30
24
º
19’
21”
124
º
04’
37”
1010
NNE
1554
m
N
E
hPa
1 2 4
5
6
8
9
7
3
10
500m
140
Locatiegegevensfuncties gebruiken/kaarten weergeven
U kunt de atmosferische druk, de hoogte of de waterdiepte van de huidige positie
op het scherm bekijken, en de weergegeven waarden opnemen bij de vastgelegde
beelden.
De hoogte, waterdiepte en atmosferische druk die opgenomen zijn bij de
beelden, kunnen worden afgedrukt op de beelden met Gegevens afdrukken
(A68) in het weergavemenu.
Vastgelegde beelden en bijbehorende logs kunnen worden getoond als u de
opnamefuncties voor hoogte- of waterdieptelogs gebruikt (A145).
B Opmerkingen over hoogtemeter en dieptemeter
Gebruik Hoogte-/dieptecorrectie in Hoogte-/diepteopties (A118) in het
optiesmenu locatiegegevens om de hoogte of waterdiepte vooraf te corrigeren.
Vooraleer u de camera onder water gebruikt, dient u de gegevens aan het oppervlak van
het water in te stellen op 0 m.
Gebruik de hoogtemeter of dieptemeter in deze camera niet voor gespecialiseerde
toepassingen, zoals bergbeklimmen of duiken. De weergegeven informatie is alleen als
algemene richtlijn bedoeld.
Omdat de hoogte wordt berekend met behulp van de barometer in de camera, worden
de gegevens in bepaalde klimaatomstandigheden mogelijk niet correct weergegeven.
Wanneer de schaal van de dieptemeter groter is dan 25 m , wordt de dieptemeter oranje
weergegeven. Wanneer de schaal van de dieptemeter groter is dan 30 m , wordt de
dieptemeter rood weergegeven.
C Hoogte/waterdiepte
De hoogtemeter of dieptemeter kan worden
weergegeven wanneer Hoogte-/
dieptemeter in Hoogte-/diepteopties in
het optiesmenu locatiegegevens is ingesteld
op Aan (standaardinstelling).
De dieptemeter en waterdiepte worden
weergegeven wanneer u de onderwerpstand
Onder water selecteert of wanneer u de stand
x (autom. scènekeuzekn.) selecteert en de
camera onder water dompelt. Als de camera
niet onder water wordt gebruikt wanneer
Onder water is geselecteerd, geeft de
dieptemeter 0 m weer.
Het weergavebereik van de hoogte is –300 m
tot +4500 m; het weergavebereik van de waterdiepte is 0 m tot 35 m.
Wanneer de hoogte of waterdiepte correct is, wordt i weergegeven naast de hoogte of
waterdiepte.
Hoogtemeter en dieptemeter gebruiken
40
10
0
-10
30
20
1010hPa
1010hPa
1010hPa
15m
15m
15m
25
m
0s
25
m
0s
880
880
Atmosferische druk
Hoogte of waterdiepte
Hoogte- of dieptemeter
141
Locatiegegevensfuncties gebruiken/kaarten weergeven
1 Gebruik HI van de multi-selector
om het type van het op te nemen
log te selecteren, en druk op de
k-knop.
Alle logs starten: Logs voor locatie, hoogte
en waterdiepte worden opgenomen.
Locatielog starten: Een log met
locatiegegevens wordt opgenomen.
Dieptelog starten: Een log voor de waterdiepte wordt opgenomen.
2 Selecteer het interval voor de
logopname en druk op de k-knop.
De intervallen die kunnen worden ingesteld,
zijn afhankelijk van het type log dat wordt
opgenomen.
Als Dieptelog starten werd geselecteerd,
start de logopname (de tijdsduur is vast
ingesteld op één uur).
3 Selecteer de duur van de
logopname en druk op de k-knop.
De logopname start. Druk op de d-knop om
het menuscherm te sluiten.
D wordt weergegeven op het
opnamescherm tijdens de logopname (A3).
De logopname eindigt automatisch wanneer
de opgegeven tijd verstreken is, de
loggegevens worden tijdelijk opgenomen op de camera. Sla de loggegevens op
een geheugenkaart op wanneer de logopname voltooid is (A143).
Logs die opgeslagen zijn op een geheugenkaart, kunnen worden weergegeven
op een kaart of als een grafiek (A144, 145).
Logs met bewegingsgegevens opnemen
Druk op de d-knop M z (opties locatiegegevens)-menupictogram M Log
aanmaken M k-knop
Log aanmaken
Alle logs starten
Alle logs beëindigen
Locatielog starten
Locatielog beëindigen
Dieptelog starten
Dieptelog beëindigen
Loginterval
15 sec.
30 sec.
1 min.
3 min.
5 min.
10 min.
Log starten
Geg. vr. volg. 6 u loggen
Geg. vr. volg. 12 u loggen
Geg. vr. volg. 24 u loggen
Geg. vr. volg. 72 u loggen
142
Locatiegegevensfuncties gebruiken/kaarten weergeven
B Opmerkingen over logopname
Als de datum en tijd niet ingesteld zijn, kan het log niet worden opgenomen.
Wanneer alle logs of een waterdieptelog worden opgenomen, corrigeert u de hoogte of
waterdiepte met behulp van Hoogte-/dieptecorrectie in Hoogte-/diepteopties
(A118) in het optiesmenu locatiegegevens voor de logopname begint.
Gebruik een accu die volledig opgeladen is, om te voorkomen dat de camera tijdens de
logopname uitschakelt. Wanneer de accu leeg raakt, eindigt de logopname.
Terwijl het hoogtelog of waterdieptelog wordt opgenomen, loopt de accu veel sneller
leeg. Let goed op het resterende niveau van de accu.
Loggegevens kunnen niet worden opgenomen terwijl de camera niet positioneert, zelfs
als de logopname reeds werd gestart.
Ook wanneer de camera wordt uitgeschakeld maar er nog tijd overblijft voor de
logopname, gaat de logopname continu verder tot de vooringestelde tijd verstreken is.
De logopname eindigt ten gevolge van de hierna beschreven handelingen, ook wanneer
er nog tijd over is voor de logopname.
- De accu wordt verwijderd
- Locatiegeg. opnemen in Optiesmenu locatiegeg. is ingesteld op Uit (behalve
wanneer Dieptelog starten wordt gebruikt om de opname van een dieptelog te
starten)
- Standaardwaarden in het setup-menu wordt uitgevoerd
- De instelling van de interne klok (tijdzone of datum en tijd) wordt gewijzigd
- Een optie om de logopname te beëindigen, is geselecteerd in Log aanmaken in het
optiesmenu locatiegegevens (A143)
De logopname wordt gepauzeerd tijdens de volgende handelingen.
- Tijdens continue opname
- Tijdens filmopname
- Wanneer de aansluiting is uitgevoerd met een USB-kabel of HDMI-kabel
De logopname wordt hervat wanneer de handelingen hierboven ten einde zijn.
De loggegevens worden tijdelijk opgeslagen in de camera. Nieuwe logs kunnen niet
worden opgenomen als er nog loggegevens in de camera zitten. Na het opnemen van
loggegevens dient u deze op een geheugenkaart op te slaan (A143).
143
Locatiegegevensfuncties gebruiken/kaarten weergeven
Logopname beëindigen en logs opslaan op een
geheugenkaart
Opgenomen logs moeten worden opgeslagen op een geheugenkaart, zodat ze
kunnen worden weergegeven op een kaart of als een grafiek.
1 Wanneer de logopname voltooid is,
selecteert u het log om de opname
te beëindigen en drukt u op de
k-knop.
U kunt het log waarvan de opname moet
worden beëindigd, selecteren voor de
opgegeven tijdsduur verstreken is.
2 Selecteer Logs opslaan en druk op
de k-knop.
De loggegevens worden opgeslagen op een
geheugenkaart.
B Opmerkingen over loggegevens
Er worden geen loggegevens opgeslagen als de camera geen locatiegegevens kan
berekenen tussen het tijdstip waarop de logopname begint en eindigt.
Zie “Loggegevens opgeslagen op geheugenkaarten” (A181) voor meer informatie.
C Loggegevens wissen
Selecteer Logs wissen in stap 2 om de loggegevens te wissen die tijdelijk opgeslagen
zijn in de camera.
Om de loggegevens te wissen die opgeslagen zijn op de geheugenkaart, selecteert u
Locatielogs (A144) of Hoogte-/dieptelogs (A145) in Log weergeven en drukt u
op de l-knop.
Druk op de d-knop M z (opties locatiegegevens)-menupictogram M Log
aanmaken M k-knop
Log aanmaken
Alle logs starten
Alle logs beëindigen
Locatielog starten
Locatielog beëindigen
Dieptelog starten
Dieptelog beëindigen
Alle logs beëindigen
Logs opslaan
Logs wissen
144
Locatiegegevensfuncties gebruiken/kaarten weergeven
De opgenomen locatiegegevens weergeven op een
kaart
Wanneer u een log (datum) selecteert dat u wilt
weergeven en op de k-knop drukt, wordt de
route van het opgenomen log weergegeven op
een kaart.
Druk op de l-knop wanneer het loglijstscherm
wordt weergegeven om het geselecteerde log of
alle opgeslagen locatielogs te verwijderen.
De hierna vermelde bewerkingen kunnen worden
uitgevoerd terwijl een kaart wordt weergegeven.
* Actiecontrole kan worden gebruikt (A20).
C Locatieloggegevens
De loggegevens voldoen aan de NMEA-indeling. De loggegevens worden echter niet
gewaarborgd weergegeven in alle software of camera's die voldoen aan de NMEA-indeling.
Druk op de d-knop M z (optiesmenu locatiegegevens)-menupictogram M
Log weergeven M k-knop M Locatielogs M k-knop
Handeling Beschrijving
Multi-selector* Verplaats de kaartweergave (in acht richtingen).
Zoomknop*
g (i): Inzoomen op de kaartweergave.
f (h): Uitzoomen uit de kaartweergave.
l-knop Het weergegeven log verwijderen.
k-knop
Er verschijnt een menu en de hierna beschreven opties kunnen
worden geselecteerd.
Locatielogs Terug naar het loglijstscherm.
Locatie
opslaan
Gebruik de multi-selector om een locatie te
selecteren en druk vervolgens op de k-knop om de
locatie op te slaan (maximaal 30 locaties).
Selecteer Nee in het bevestigingsvenster om het
registratiescherm te sluiten.
Centrum op
opgeslagen
locatie
Rechtstreeks naar de opgeslagen locatie gaan.
Zie “Kaartbewerkingen van opgeslagen locaties”
(A139) voor meer informatie.
500m
Locatielog
145
Locatiegegevensfuncties gebruiken/kaarten weergeven
Hoogte-/dieptelogs als een grafiek weergeven
Selecteer een log (datum) dat u wilt
weergeven en druk op de k-knop om de
hoogte- of waterdieptegegevens als grafiek
weer te geven.
- De horizontale as van de grafiek toont de
totale tijd van de logopname, terwijl de
verticale as van de grafiek de totale variaties
in hoogte/diepte aangeeft tijdens de
logopname.
- Als beelden werden vastgelegd terwijl het
log werd opgenomen, worden ze als
miniaturen weergegeven en worden de
opnamepunten aangegeven op een
grafiek.
Druk op de l-knop wanneer het loglijstscherm wordt weergegeven om het
geselecteerde log of alle opgeslagen hoogte-/dieptelogs te verwijderen.
De hierna vermelde bewerkingen kunnen worden uitgevoerd terwijl een grafiek
wordt weergegeven.
Druk op de d-knop M z (optiesmenu locatiegegevens)-menupictogram M
Log weergeven M k-knop M Hoogte-/dieptelogs M k-knop
Handeling Beschrijving
d-knop Terug naar het loglijstscherm.
Multi-selector
Gebruik JK om de gele selectiezone te verplaatsen.
De gele selectiezone wordt weergegeven wanneer de camera
meer dan 30 opgenomen logs heeft.
Zoomknop
Verplaats naar g (i) om in te zoomen op het gebied in de
selectiezone.
Gebruik JK om naar de weergegeven zone te gaan.
Zet f (h) vooruit om terug te keren naar de volledige
grafiekweergave.
k-knop
Miniatuurbeelden zijn geselecteerd en de hierna beschreven
handelingen kunnen worden uitgevoerd.
Multi-
selector
Gebruik JK om het geselecteerde beeld te schakelen.
Het opnamepunt van het geselecteerde beeld
wordt geel op de grafiek.
Zoomknop
g (i): Toon het geselecteerde beeld in de
schermvullende weergavestand.
Gebruik JK om het vorige/volgende beeld weer te
geven.
f (h): Terug naar de grafiekweergave.
k-knop Terug naar het grafiekbedieningsscherm.
m / time
0 10 20 30 40 50 60
15/11/2015 [2] 15:30
20
40
60
80
100
0
Selectiezone
Opnamepunt
Miniatuurweergave
146
De Wi-Fi (draadloos LAN)-functie gebruiken
De Wi-Fi (draadloos LAN)-functie
gebruiken
U kunt de volgende functies uitvoeren wanneer u de bijbehorende software
“Wireless Mobile Utility” installeert op uw smart-apparaat dat draait op Android OS of
iOS en dit aansluit op de camera.
Neem foto's
U kunt foto's vastleggen met behulp van de twee hieronder beschreven methoden.
Ontspan de sluiter op de camera en sla de genomen foto's op een smart-apparaat
op.
Gebruik een smart-apparaat om de camerasluiter op afstand te ontspannen en
foto's op te slaan op een smart-apparaat.
Bekijk foto's
Beelden die in de geheugenkaart van de camera worden opgeslagen worden
overgezet naar en bekeken op uw smart-apparaat. U kunt ook vooraf beelden op de
camera selecteren die u naar uw smart-apparaat wil overzetten.
B Opmerkingen
Beveiligingsinstellingen zoals het wachtwoord zijn bij aankoop niet geconfigureerd. De
gebruiker moet indien nodig zelf de gewenste beveiligingsinstellingen configureren in
Opties in het Wi-Fi-optiesmenu (A78).
1 Gebruik uw smart-apparaat om te verbinden met Google Play
Store, App Store of andere online apps en te zoeken naar
“Wireless Mobile Utility”.
Controleer de bij het smart-apparaat geleverde gebruikshandleiding voor meer
informatie.
2 Controleer de beschrijving en de overige informatie en
installeer de software.
C Gebruikshandleiding voor Wireless Mobile Utility
Download de gebruikshandleiding van de onderstaande website.
Android OS: http://nikonimglib.com/ManDL/WMAU/
iOS: http://nikonimglib.com/ManDL/WMAU-ios/
De software installeren op het smart-apparaat
Om een verbinding tot stand te brengen met de camera, drukt u op de Z (Wi-Fi)-knop
op de camera, schakel de Wi-Fi functie van het smart-apparaat in en start vervolgens de
“Wireless Mobile Utility” op het smart-apparaat terwijl “Bezig met onderhandelen... Even
wachten alstublieft.” wordt weergegeven op de camera.
147
De Wi-Fi (draadloos LAN)-functie gebruiken
1 Druk op de Z (Wi-Fi)-knop op de
camera.
Het scherm rechts wordt weergegeven.
Wanneer binnen drie minuten geen
verbindingsbevestiging is ontvangen van het
smart-apparaat, wordt Geen toegang.
weergegeven en keert de camera terug naar
het scherm Wi-Fi-opties.
U kunt ook Verbind. met smart app.
selecteren in het Wi-Fi-optiesmenu om het
scherm rechts weer te geven.
2 Zet de Wi-Fi-instelling op het smart-apparaat in de stand Aan.
Controleer de bij het smart-apparaat geleverde gebruikshandleiding voor meer
informatie.
Nadat de netwerknamen (SSID's) worden weergegeven die kunnen worden
gebruikt voor het smart-apparaat, selecteert u de op de camera weergegeven SSID.
Wanneer Verificatie/encryptie in het Wi-Fi-optiesmenu ingesteld is op WPA2-
PSK-AES, wordt het bericht voor het invoeren van het wachtwoord weergegeven.
Voer het wachtwoord in dat weergegeven wordt op de camera.
3 Terwijl “Bezig met onderhandelen... Even wachten alstublieft.”
wordt weergegeven op de camera, start u de “Wireless Mobile
Utility” die op het smart-apparaat is geïnstalleerd.
Het scherm voor selecteren van “Neem foto's” of “Bekijk foto's” wordt weergegeven.
Wanneer het bericht “Kan geen verbinding met de camera maken.” wordt
weergegeven, ga dan terug naar stap 1 en herhaal de procedure.
“De software installeren op het smart-apparaat” (A146).
C Met een niet NFC-compatibel smart-apparaat de camera aanraken voor
een Wi-Fi-verbinding
Wanneer u een Android OS smart-apparaat gebruikt dat
compatibel is met Near Field Communication (NFC)-functies,
kunt u een Wi-Fi-verbinding tot stand brengen en de “Wireless
Mobile Utility” starten door de NFC-antenne van het smart-
apparaat in contact te brengen met de Y (N-Mark) op de
camera.
Het smart-apparaat verbinden met de
camera
Verbinden met smart apparaat
XXXXXX
SSID:
XXXXXXXXXXXXXXXXXX
Annuleren
148
De Wi-Fi (draadloos LAN)-functie gebruiken
De Wi-Fi-verbinding verbreken
Voer een van de volgende handelingen uit.
Schakel de camera uit.
Selecteer Wi-Fi uitschakelen in het menu Wi-Fi-opties op de camera (behalve wanneer
de camera wordt bediend via de afstandsbediening).
Zet de Wi-Fi-instelling op het smart-apparaat in de stand Uit.
B Opmerkingen over Wi-Fi-verbinding
Handelingen van de Wi-Fi-verbinding worden in de volgende gevallen uitgeschakeld:
- Wanneer de camera wordt aangesloten op een tv, computer of printer
- Wanneer films worden opgenomen
- Wanneer de camera gegevens verwerkt zoals bij het opslaan van beelden of opnemen
van films
- Wanneer de camera wordt aangesloten op een smart-apparaat
Selecteer Wi-Fi uitschakelen op plaatsen waar het gebruik van radiogolven verboden
is.
Wanneer een Wi-Fi-verbinding tot stand is gebracht, wordt Automatisch uit
uitgeschakeld.
Wanneer een Wi-Fi-verbinding tot stand is gebracht, zal de accu eerder leegraken dan
normaal.
Wi-Fi wordt in de volgende situaties verbroken:
- Als het batterijniveau laag is
- Als de filmopname start in de stand korte film
C Beveiligingsinstellingen
Als geen beveiligingsinstellingen (codering en wachtwoord) zijn geconfigureerd voor de
Wi-Fi-functie van de camera, kunnen onbevoegden toegang krijgen tot het netwerk en
schade aanrichten. Daarom wordt ten strengste aangeraden de benodigde
beveiligingsinstellingen uit te voeren alvorens de Wi-Fi-functie te gebruiken.
Gebruik Opties in het menu Wi-Fi-opties (A108) om de beveiligingsinstellingen uit te
voeren.
149
De Wi-Fi (draadloos LAN)-functie gebruiken
U kunt vooraf beelden op de camera selecteren die u naar een smart-apparaat wil
overzetten. Films kunnen niet op voorhand worden geselecteerd voor overdracht.
1 Selecteer de beelden die u wil overzetten.
U kunt in de volgende menu's vooraf de beelden selecteren die u wil overzetten naar
een smart-apparaat:
Mark. voor upload. via Wi-Fi in het weergavemenu (A94)
Uploaden vanaf camera in het Wi-Fi-optiesmenu (A108)
Wanneer u Uploaden vanaf camera gebruikt, worden de SSID en het wachtwoord
van de camera weergegeven nadat de beelden zijn geselecteerd.
2 Verbind de camera en het smart-apparaat (A147).
Wanneer u in de “Wireless Mobile Utility” op “Bekijk foto's” tikt, wordt het
bevestigingsscherm weergegeven en worden de gespecificeerde beelden overgezet
naar het smart-apparaat.
B Vooraf beelden selecteren voor overdracht tijdens weergave
Wanneer de camera in weergavestand staat, drukt u op de Z (Wi-Fi)-knop of gebruikt u de
NFC-functie om een Wi-Fi-verbinding tot stand te brengen, en selecteert u vooraf de
weergegeven beelden die u wil overzetten.
In de schermvullende weergavestand kunt u één beeld tegelijk toevoegen. Wanneer een
hoofdfoto geselecteerd is, worden alle beelden in die reeks toegevoegd.
In de miniatuurweergavestand kunt u één beeld toevoegen dat met de cursor
geselecteerd is.
In de kalenderweergavestand kunt u alle beelden toevoegen die opgenomen werden op
de geselecteerde datum.
Deze handeling is niet beschikbaar wanneer u Verbinden met smart apparaat gebruikt
in het menu Wi-Fi-opties om een Wi-Fi-verbinding tot stand te brengen.
Vooraf beelden op de camera selecteren die
u naar een smart-apparaat wil overzetten
150
De camera aansluiten op een televisie, printer of computer
De camera aansluiten op een
televisie, printer of computer
U kunt extra genieten van foto's en films door de camera aan te sluiten op een
televisie, printer of computer.
Voordat u de camera aan een extern toestel aansluit, dient u er zeker van te zijn
dat het resterende batterijniveau voldoende is, waarna u de camera uitschakelt.
Open bovendien het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf en
controleer of er binnenin geen waterdruppels zitten. Veeg alle vocht weg met
een zachte, droge doek voor u de camera op het apparaat aansluit. Voor u de
verbinding verbreekt, dient u de camera uit te zetten.
Als de lichtnetadapter EH-62F (apart verkrijgbaar) wordt gebruikt, kan deze
camera worden gevoed via een stopcontact. Gebruik geen lichtnetadapter van
een ander merk of model, omdat dat kan leiden tot oververhitting van of een
defect aan de camera.
Voor informatie over de aansluitmethodes en daaropvolgende handelingen,
raadpleeg naast dit document ook de documentatie die met het toestel werd
meegeleverd.
Voer de plug recht in.
HDMI-micro-aansluiting
(Type D)
Micro-USB-aansluiting
Open het deksel van het
batterijvak/de
geheugenkaartsleuf (A6).
151
De camera aansluiten op een televisie, printer of computer
Beelden bekijken op een televisie A152
Beelden en films die werden vastgelegd met de camera, kunnen
worden weergegeven op een televisie.
Aansluitmethode: Sluit een in de handel verkrijgbare HDMI-kabel
aan op de HDMI-ingangsaansluiting van de televisie.
Beelden afdrukken zonder computer A153
Als u de camera aansluit op een PictBridge-compatibele printer,
kunt u beelden afdrukken zonder een computer te gebruiken.
Aansluitmethode: Sluit de camera rechtstreeks op de USB-poort
van de printer aan met de USB-kabel.
Beelden bekijken en organiseren op een computer A157
U kunt beelden overzetten naar een computer om beeldgegevens
eenvoudig te retoucheren en te beheren.
Aansluitmethode: Sluit de camera met de USB-kabel aan op de
USB-poort van de computer.
Voor u verbinding maakt met een computer, dient u ViewNX 2
op de computer te installeren (A157).
Als er USB-toestellen zijn aangesloten die stroom krijgen van de
computer, koppel ze dan van de computer los voordat u de
camera erop aansluit. Wanneer u tegelijk de camera en andere
USB-toestellen op dezelfde computer aansluit, kan er een
storing optreden of kan er te veel stroom van de computer
worden gevoerd, waardoor de camera of de geheugenkaart
beschadigd kan raken.
152
De camera aansluiten op een televisie, printer of computer
1 Schakel de camera uit en sluit hem aan op de televisie.
Houd bij het aansluiten de pluggen in de juiste stand. Probeer niet de pluggen
onder een hoek in te steken of uit te trekken wanneer u ze aansluit of loskoppelt.
2 Stel de ingang van de televisie in op externe invoer.
Raadpleeg de handleiding van uw televisie voor meer informatie.
3 Houd de c (weergave)-knop
ingedrukt om de camera aan te
zetten.
Beelden worden weergegeven op de televisie.
De monitor van de camera schakelt niet in.
De camera aansluiten op een televisie
(beelden weergeven op een televisie)
HDMI-micro-aansluiting (Type D)
naar HDMI-aansluiting
153
De camera aansluiten op een televisie, printer of computer
Gebruikers van een PictBridge-compatibele printer kunnen de camera rechtstreeks
op de printer aansluiten en beelden afdrukken zonder gebruik te maken van een
computer.
De camera op een printer aansluiten
1 Zet de printer aan.
2 Schakel de camera uit en sluit hem aan op de printer met de
USB-kabel.
Houd bij het aansluiten de pluggen in de juiste stand. Probeer niet de pluggen
onder een hoek in te steken of uit te trekken wanneer u ze aansluit of loskoppelt.
3 De camera wordt automatisch ingeschakeld.
Het PictBridge-opstartscherm (1) verschijnt op de monitor van de camera,
gevolgd door het Afdrukselectie-scherm (2).
De camera op een printer aansluiten (Direct
Print)
Afdrukselectie
15/11/2015
12
154
De camera aansluiten op een televisie, printer of computer
B Als het PictBridge-opstartscherm niet wordt weergegeven
Wanneer Automatisch is geselecteerd voor Opladen via computer (A130), kunnen
beelden eventueel niet worden afgedrukt wanneer de camera rechtstreeks aangesloten is
op bepaalde printers. Als het PictBridge-opstartscherm niet verschijnt nadat de camera
werd ingeschakeld, zet u de camera uit en ontkoppelt u de USB-kabel. Stel Opladen via
computer in op Uit en sluit de camera opnieuw aan op de printer.
Beelden één voor één afdrukken
1 Gebruik JK van de multi-selector
om het gewenste beeld te
selecteren en druk op de k-knop.
Verplaats de zoomknop naar f (h) om naar
de miniatuurweergave te gaan, of naar g (i)
om naar de schermvullende weergave te gaan.
2 Gebruik HI om Kopieën te
selecteren en druk op de k-knop.
Gebruik HI om het gewenste aantal kopieën
(maximaal negen) in te stellen en druk op de
k-knop.
3 Selecteer Papierformaat en druk
op de k-knop.
Selecteer het gewenste papierformaat en druk
op de k-knop.
Om af te drukken met de instelling voor het
papierformaat die op de printer is
geconfigureerd, selecteert u Standaard.
De op de camera beschikbare opties voor het
papierformaat zijn afhankelijk van de printer die u gebruikt.
4 Selecteer Afdrukken starten en
druk op de k-knop.
Het afdrukken begint.
Afdrukselectie
15/11/2015
PictBridge
1
Kopieën
Papierformaat
Afdrukken starten
afdrukken
PictBridge
4
Kopieën
Papierformaat
Afdrukken starten
afdrukken
PictBridge
4
Kopieën
Papierformaat
Afdrukken starten
afdrukken
155
De camera aansluiten op een televisie, printer of computer
Meerdere beelden afdrukken
1 Wanneer het Afdrukselectie-
scherm wordt weergegeven, drukt u
op de d (menu)-knop.
2 Gebruik HI van de multi-selector
om Papierformaat te selecteren en
druk op de k-knop.
Selecteer het gewenste papierformaat en druk
op de k-knop.
Om af te drukken met de instelling voor het
papierformaat die op de printer is
geconfigureerd, selecteert u Standaard.
De op de camera beschikbare opties voor het papierformaat zijn afhankelijk van de
printer die u gebruikt.
Om het afdrukmenu te sluiten, drukt u op de d-knop.
3 Selecteer Afdrukselectie of Druk
alle beelden af en druk op de
k-knop.
Afdrukselectie
15/11/2015
Afdrukmenu
Afdrukselectie
Druk alle beelden af
Papierformaat
Afdrukmenu
Afdrukselectie
Druk alle beelden af
Papierformaat
156
De camera aansluiten op een televisie, printer of computer
Afdrukselectie
Selecteer de beelden (maximaal 99) en het
aantal kopieën (maximaal 9) voor elk beeld.
Gebruik JK van de multi-selector om
beelden te selecteren en gebruik HI om
het aantal afdrukken op te geven.
Beelden die zijn geselecteerd voor
afdrukken, herkent u aan M en het aantal af
te drukken kopieën. Om de afdrukselectie
te annuleren, stelt u het aantal kopieën in
op 0.
Verplaats de zoomknop naar g (i) om naar de schermvullende weergave te
gaan, of naar f (h) om naar de miniatuurweergave te gaan.
Druk op de k-knop als de instelling voltooid is. Wanneer het scherm voor de
bevestiging van het aantal kopieën wordt weergegeven, selecteert u
Afdrukken starten en drukt u op de k-knop om de afdruk te starten.
Druk alle beelden af
Er wordt een kopie afgedrukt van alle beelden die opgeslagen zijn in het interne
geheugen of op de geheugenkaart.
Wanneer het scherm voor de bevestiging van het aantal kopieën wordt
weergegeven, selecteert u Afdrukken starten en drukt u op de k-knop om
de afdruk te starten.
Afdrukselectie
311
10
Terug
157
De camera aansluiten op een televisie, printer of computer
Installeren ViewNX 2
ViewNX 2 is gratis software waarmee u beelden en films naar uw computer kunt
overzetten zodat u ze kunt bekijken, bewerken of delen. Om ViewNX 2 te installeren,
downloadt u op onderstaande website het installatieprogramma van ViewNX 2 en
volgt u de installatie-instructies op het scherm.
http://nikonimglib.com/nvnx/
Voor de systeemvereisten en andere informatie raadpleegt u de Nikon-website voor
uw regio.
Beelden naar een computer overzetten
1 Maak een geheugenkaart klaar die beelden bevat.
U kunt elk van de volgende methoden gebruiken om beelden van een
geheugenkaart naar een computer over te zetten.
SD-geheugenkaartsleuf/kaartlezer: Plaats de geheugenkaart in de kaartsleuf
van uw computer of de kaartlezer (in de handel verkrijgbaar) die op de computer is
aangesloten.
Directe USB-aansluiting: Schakel de camera uit en zorg ervoor dat de
geheugenkaart in de camera is geplaatst. Sluit de camera aan op de computer met
de USB-kabel.
De camera wordt automatisch ingeschakeld.
Om beelden over te zetten die opgeslagen zijn in het interne geheugen van de
camera, haalt u de geheugenkaart uit de camera voordat u de camera aansluit op
de computer.
Gebruik van ViewNX 2 (Beelden naar een
computer overzetten)
158
De camera aansluiten op een televisie, printer of computer
Als een bericht wordt weergegeven dat u vraagt om een programma te kiezen,
selecteert u Nikon Transfer 2.
Bij gebruik van Windows 7
Als het dialoogvenster rechts
wordt weergegeven, dient u de
volgende stappen te volgen om
Nikon Transfer 2 te selecteren.
1Klik onder Afbeeldingen en
video's importeren op
Ander programma. Een
dialoogvenster verschijnt
waarin u een programma kunt selecteren; selecteer Bestand importeren met
Nikon Transfer 2 en klik op OK.
2 Dubbelklik op Bestand importeren.
Als de geheugenkaart een groot aantal beelden bevat, kan het enige tijd duren
voordat Nikon Transfer 2 start. Wacht tot Nikon Transfer 2 start.
B Opmerkingen over het aansluiten van de USB-kabel
De werking is niet gegarandeerd als de camera via een USB-hub op de computer is
aangesloten.
2 Zodra Nikon Transfer 2 start, klikt u op Overspelen starten.
De beeldoverdracht begint. Wanneer de beeldoverdracht voltooid is, start
ViewNX 2 en worden de overgezette beelden weergegeven.
Raadpleeg de online-help voor meer informatie over het gebruik van ViewNX 2.
3 Beëindig de verbinding.
Als u een kaartlezer of kaartsleuf gebruikt, kies dan de gepaste optie in het
besturingssysteem van de computer om de verwisselbare schijf die overeenstemt
met de geheugenkaart uit te werpen en haal de geheugenkaart uit de kaartlezer of
kaartsleuf.
Wanneer de camera op een computer is aangesloten, schakelt u de camera uit en
koppelt u de USB-kabel los.
Overspelen starten
Technische opmerkingen
159
Technische opmerkingen
Verzorging van het product..............................................................................160
De camera........................................................................................................160
De accu.............................................................................................................161
De lichtnetlaadadapter...............................................................................162
Geheugenkaarten.........................................................................................163
Reinigen en opbergen.........................................................................................164
Reinigen ...........................................................................................................164
Opslag...............................................................................................................164
Foutmeldingen ......................................................................................................165
Problemen oplossen ............................................................................................170
Bestandsnamen .....................................................................................................180
Optionele accessoires..........................................................................................182
GEBRUIKERSLICENTIEOVEREENKOMST VOOR KAARTGEGEVENS EN
LOCATIENAAMGEGEVENS..................................................................................187
Specificaties.............................................................................................................192
Goedgekeurde geheugenkaarten..........................................................197
Index ..........................................................................................................................199
Technische opmerkingen
160
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht naast de waarschuwingen in “Voor
uw veiligheid” (Avi–viii) en “<Belangrijk> Schokbestendig, waterdicht, stofdicht,
condensatie” (Aix) wanneer u dit apparaat gebruikt of opbergt.
De camera
Zorg ervoor dat de camera niet onderhevig is aan sterke schokken
Als de camera wordt blootgesteld aan sterke schokken of vibratie, kan deze defect raken.
Raak daarnaast het objectief niet aan en oefen er geen kracht op uit.
Vermijd plotselinge temperatuurverschillen
Plotselinge temperatuurverschillen, die bijvoorbeeld kunnen optreden als u op een koude
dag een verwarmd gebouw binnengaat of verlaat, kunnen condensatie in de camera
veroorzaken. U voorkomt condensatie door de camera in de cameratas of in een plastic tas
te doen voordat u deze aan plotselinge temperatuurverschillen blootstelt.
Houd de camera uit de buurt van sterke magnetische velden
U mag deze camera niet gebruiken of opbergen in de buurt van apparatuur die een sterke
elektromagnetische straling of magnetische velden produceert. Als u dit toch doet, kan dit
leiden tot verlies van gegevens of een defecte camera.
Richt het objectief niet gedurende langere tijd op een sterke lichtbron
Richt het objectief niet gedurende langere tijd op de zon of een andere sterke lichtbron
wanneer u de camera gebruikt of opbergt. Blootstelling aan intens licht kan beschadiging
van de beeldsensor tot gevolg hebben of foto's een witte zweem geven.
Schakel de camera uit voordat u de stroombron of de geheugenkaart
verwijdert of loskoppelt
Verwijder de accu niet terwijl de camera aanstaat of terwijl beelden worden opgeslagen of
gewist. Het onderbreken van de stroom kan in dat geval leiden tot gegevensverlies of
beschadiging van de interne schakelingen of het geheugen.
Verzorging van het product
Technische opmerkingen
161
Opmerkingen over de monitor
Monitoren en elektronische zoekers worden met een extreme mate van precisie
gemaakt; minimaal 99,99 % van de pixels zijn werkende, en minder dan 0,01 % ontbreekt
of is defect. Het kan voorkomen dat deze schermen pixels bevatten die altijd oplichten
(wit, rood, blauw of green) of altijd uitstaan (zwart), dit is geen defect en heeft geen effect
op de afbeeldingen vastgelegd door het apparaat.
Wegens de algemene karakteristieken van OLED-monitors kan langdurige of herhaalde
weergave van hetzelfde scherm of beeld tot scherminbranding leiden.
Scherminbranding kunt u herkennen aan delen van de monitor die minder helder zijn, of
aan vlekken in de weergave. In sommige gevallen kan scherminbranding permanent
worden. Beelden worden echter op geen enkele wijze beïnvloed door
scherminbranding.
Om scherminbranding te voorkomen, stelt u de helderheid van de monitor niet hoger
dan noodzakelijk in en geeft u hetzelfde scherm of beeld niet gedurende lange tijd weer.
Bij helder licht zijn de beelden op de monitor mogelijk niet goed te zien.
Oefen geen druk uit op de monitor. Dit kan tot schade of een defect leiden. Als de
monitor breekt, dient u erop te letten dat u zich niet verwondt aan de glassplinters.
De accu
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik
De accu kan zeer warm worden na gebruik.
Gebruik de accu niet bij een omgevingstemperatuur onder –10 °C of boven 40 °C want
dit kan leiden tot schade of een defect.
Als u onregelmatigheden opmerkt zoals buitensporige hitte, rook of een ongebruikelijke
geur die van de accu komt, stop dan onmiddellijk met het gebruik en raadpleeg uw
leverancier of een door Nikon erkende servicedienst.
Nadat u de accu uit de camera of de optionele batterijlader heeft gehaald, dient u de
accu in een plastic tas enz. te plaatsen om deze te isoleren.
De accu opladen
Controleer het batterijniveau voordat u de camera gaat gebruiken en laad de accu zo nodig
op.
Laad de accu binnenshuis op bij een omgevingstemperatuur van 5 °C tot 35 °C voor u
deze gebruikt.
Als de accu heel warm wordt, laadt deze mogelijk niet goed of volledig op en kan dit
nadelig zijn voor de prestaties van de accu. De accu kan zeer warm worden na gebruik.
Laat de accu afkoelen voordat u deze oplaadt.
Wanneer u de accu in deze camera oplaadt met de lichtnetlaadadapter of een computer,
wordt de accu niet opgeladen bij batterijtemperaturen onder 0 °C of boven 45 °C.
Verwijder de accu uit de lader zodra deze volledig is opgeladen. Doet u dat niet, dan is
dat nadelig voor de prestaties van de accu.
De accu kan tijdens het opladen warm worden. Dit is echter geen defect.
Technische opmerkingen
162
Reserveaccu's meenemen
Neem waar mogelijk volledig geladen reserveaccu's mee wanneer u beelden wil maken
van belangrijke gebeurtenissen.
Een koude accu gebruiken
Bij koud weer neemt de accucapaciteit gewoonlijk af. Als een lege accu bij lage
temperatuur wordt gebruikt, schakelt de camera mogelijk niet in. Houd reserveaccu's bij de
hand op een warme plaats en verwissel ze zo nodig. Een koude accu die weer op
temperatuur is gekomen, kan soms een deel van de lading terugkrijgen.
Contactpunten van de accu
Vuil op de contactpunten kan ertoe leiden dat de camera niet werkt. Als de contactpunten
van de accu vuil worden, veegt u deze voor gebruik af met een schone, droge doek.
Een lege accu opladen
Als u de camera in- of uitschakelt terwijl een lege accu in de camera is geplaatst, kan dit de
gebruiksduur van de accu verkorten. Laad de lege accu vóór gebruik op.
De accu opbergen
Haal de accu altijd uit de camera of uit de optionele batterijlader wanneer deze niet
wordt gebruikt. Wanneer de accu in de camera zit, worden er minieme hoeveelheden
energie aan onttrokken, zelfs als de camera niet wordt gebruikt. Hierdoor kan de accu te
ver leeglopen en kan deze eventueel niet meer werken.
Laad de accu minstens één keer om de zes maanden op en laat deze volledig leeglopen
voor u deze weer opbergt.
Plaats de accu in een plastic zak enz. om deze te isoleren en berg deze op in een koele
plaats. De accu moet worden bewaard op een droge plaats met een
omgevingstemperatuur van 15 °C tot 25 °C. Bewaar de accu niet op hete of extreem koude
plekken.
Gebruiksduur van de accu
Als de tijd die nodig is voordat een volledig opgeladen accu leeg is aanzienlijk afneemt bij
gebruik op kamertemperatuur betekent dit dat de accu moet worden vervangen. Koop een
nieuwe accu.
Gebruikte accu's recyclen
Vervang de accu als deze niet meer kan worden opgeladen. Gebruikte accu's bevatten
kostbare grondstoffen. Recycleer gebruikte accu's volgens de plaatselijke voorschriften voor
klein chemisch afval.
De lichtnetlaadadapter
De lichtnetlaadadapter EH-71P/EH-73P is enkel bedoeld voor gebruik met compatibele
toestellen. Gebruik hem niet met een apparaat van een ander merk of model.
Gebruik geen enkele andere USB-kabel dan de UC-E21. Als u een andere USB-kabel dan
de UC-E21 gebruikt, kan dit tot oververhitting, brand of elektrische schok leiden.
Gebruik in geen geval een lichtnetadapter van een ander merk of model dan de
lichtnetlaadadapter EH-71P/EH-73P, en gebruik geen in de handel verkrijgbare USB-
lichtnetadapter of batterijlader voor een mobiele telefoon. Als u deze waarschuwing niet
in acht neemt, kan dat leiden tot oververhitting van of schade aan de camera.
De EH-71P/EH-73P is compatibel met stopcontacten voor 100 V–240 V AC, 50/60 Hz. Bij
gebruik in andere landen dient u eventueel een stekkeradapter (in de handel
verkrijgbaar) te gebruiken. Neem voor meer informatie over stekkeradapters contact op
met uw reisbureau.
Technische opmerkingen
163
Geheugenkaarten
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik
Gebruik uitsluitend SD-geheugenkaarten (Secure Digital). Zie “Goedgekeurde
geheugenkaarten” (A197) voor de aanbevolen geheugenkaarten.
Houd rekening met de voorzorgsmaatregelen die vermeld zijn in de documentatie bij de
geheugenkaart.
Plak geen labels of stickers op geheugenkaarten.
Formatteren
Formatteer de geheugenkaart niet met een computer.
De eerste keer dat u een geheugenkaart in deze camera plaatst die eerder in een ander
apparaat werd gebruikt, dient u deze kaart met deze camera te formatteren. Het is aan te
bevelen nieuwe geheugenkaarten met deze camera te formatteren voor u ze met deze
camera gebruikt.
Tijdens het formatteren van een geheugenkaart worden alle beelden en andere
gegevens op de geheugenkaart permanent verwijderd. Maak kopieën van beelden
die u wilt behouden voor u de geheugenkaart formatteert.
Als het bericht Ongeformatteerde kaart. Kaart formatteren? wordt weergegeven
wanneer de camera wordt ingeschakeld, moet u de geheugenkaart formatteren. Als er
gegevens zijn die u niet wilt verwijderen, selecteert u Nee. Kopieer de vereiste gegevens
naar een computer enz. Als u de geheugenkaart wil formatteren, selecteert u Ja. Het
bevestigingsvenster verschijnt. Om het formatteren te starten, drukt u op de k-knop.
Doe het volgende niet tijdens formatteren, terwijl gegevens worden geschreven naar of
verwijderd van de geheugenkaart of tijdens gegevensoverdracht naar een computer. Dit
zou tot verlies van gegevens kunnen leiden of tot schade aan de camera of de
geheugenkaart:
- Het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf openen om de accu of de
geheugenkaart te verwijderen/te plaatsen.
- De camera uitschakelen.
- De lichtnetadapter loskoppelen.
Technische opmerkingen
164
Reinigen
Gebruik geen alcohol, thinner of andere vluchtige chemicaliën.
Opslag
Verwijder de accu als de camera voor langere tijd niet wordt gebruikt. Haal de
camera minstens eenmaal per maand uit de opslag om schimmel te voorkomen.
Schakel de camera in en druk een aantal keer op de ontspanknop alvorens de
camera weer op te bergen. Bewaar de camera niet op de volgende plaatsen:
Slecht geventileerde plaatsen of plaatsen met een vochtigheid van meer dan
60 %
Blootgesteld aan temperaturen boven 50 °C of onder –10 °C
In de nabijheid van apparaten die sterke elektromagnetische velden genereren,
zoals televisie- of radiotoestellen
Om de accu op te bergen, houdt u rekening met de voorzorgsmaatregelen in “De
accu” (A161) in “Verzorging van het product” (A160).
Reinigen en opbergen
Objectief
Raak glazen onderdelen niet met uw vingers aan. Verwijder stof of
pluisjes met een blaasbalgje (gewoonlijk een rubberen bal met een
spuitmondje waaruit lucht wordt geblazen). Vingerafdrukken en ander
vuil dat niet met een blaasbalgje kan worden verwijderd, kunt u met een
zachte doek van het objectief vegen, waarbij u een ronddraaiende
beweging maakt vanuit het midden van het objectief naar de randen
toe. Als u het objectief op deze manier niet kunt reinigen, veegt u het
objectief schoon met een doek die licht is bevochtigd met
objectiefreiniger.
Monitor
Verwijder vuil en stof met behulp van een blaasbalgje. Verwijder
vingerafdrukken en andere vlekken van de monitor met een zachte,
droge doek, waarbij u erop let dat u geen druk op de monitor uitoefent.
Camerabody
Verwijder vuil, stof of zand met behulp van een blaasbalgje en veeg
de camerabody voorzichtig af met een zachte, droge doek.
Prik niet in de microfoon- of luidsprekeropeningen met een scherp
voorwerp. Als de binnenzijde van de camera beschadigd raakt, neemt
de waterdichtheid af.
Zie “Opmerkingen over waterdichtheid en stofdichtheid” (Aix) en
“Reiniging na gebruik van de camera onder water” (Axii) voor meer
informatie.
Let erop dat vuil of stof in de camera schade kan veroorzaken die niet
door de garantie wordt gedekt.
Technische opmerkingen
165
Raadpleeg de volgende tabel als een foutmelding verschijnt.
Foutmeldingen
Melding Oorzaak/Oplossing
A
De batterijtemperatuur is
te hoog. De camera wordt
uitgeschakeld.
De camera schakelt automatisch uit. Wacht
tot de camera of de accu afgekoeld is voor u
deze weer gebruikt.
De camera schakelt uit om
oververhitting te
voorkomen.
Geheugenkaart
beschermd tegen
overschrijven.
De beveiligingsschakelaar is vergrendeld
(“lock”). Schuif de beveiligingsschakelaar naar
de schrijfstand (“write”).
Deze kaart kan niet
gebruikt worden.
Er heeft zich een fout voorgedaan tijdens
toegang tot de geheugenkaart.
Gebruik een goedgekeurde
geheugenkaart.
Controleer of de aansluitingen schoon
zijn.
Controleer of de geheugenkaart correct is
geplaatst.
6, 197
Deze geheugenkaart kan
niet gelezen worden.
Ongeformatteerde kaart.
Kaart formatteren?
De geheugenkaart is niet geformatteerd
voor gebruik in de camera.
Formatteren wist alle gegevens die op de
geheugenkaart opgeslagen zijn. Als u
kopieën van beelden wilt behouden, dient u
Nee te selecteren en de kopieën op een
computer of een ander medium op te slaan
voor u de geheugenkaart formatteert.
Selecteer Ja en druk op de k-knop om de
geheugenkaart te formatteren.
163
Geen geheugen meer.
Wis beelden of plaats een nieuwe
geheugenkaart.
6, 16
Beeld kan niet worden
opgeslagen.
Er heeft zich een fout voorgedaan tijdens het
opslaan van het beeld.
Plaats een nieuwe geheugenkaart of
formatteer de geheugenkaart of het interne
geheugen.
129
De camera kan geen nieuwe
bestandsnummers genereren.
Plaats een nieuwe geheugenkaart of
formatteer de geheugenkaart of het interne
geheugen.
129
Er is onvoldoende ruimte om de kopie op te
slaan.
Wis beelden van het doelmedium.
16
Technische opmerkingen
166
Eerder opgenomen
gegevens opslaan als
intervalfilm?
De camera kan worden uitgeschakeld terwijl
een intervalfilm wordt opgenomen.
Selecteer Ja om een intervalfilm te maken
met de voordien vastgelegde beelden.
Selecteer Nee om de onvolledige
gegevens te verwijderen.
Beeld kan niet worden
gewijzigd.
Controleer of de beelden kunnen worden
bewerkt.
64, 175
Kan film niet opnemen.
Er heeft zich een time-out fout voorgedaan
tijdens het opslaan van de film op de
geheugenkaart.
Gebruik een snellere geheugenkaart.
72, 197
Geheugen bevat geen
beelden.
Er staan geen beelden in het interne
geheugen of op de geheugenkaart.
Verwijder de geheugenkaart om beelden
in het interne geheugen weer te geven.
Om beelden die opgeslagen zijn in het
interne geheugen van de camera, te
kopiëren naar de geheugenkaart, drukt u
op de d-knop om Kopiëren in het
weergavemenu te selecteren.
7
97
Bestand bevat geen
beeldgegevens.
Het bestand werd niet gemaakt of bewerkt
met deze camera.
Het bestand kan niet worden weergegeven
op deze camera.
Bekijk het bestand met een computer of het
apparaat dat werd gebruikt om dit bestand
te maken of bewerken.
Dit bestand kan niet
weergegeven worden.
Alle beelden zijn
verborgen.
Er zijn geen beelden beschikbaar voor een
diashow enz.
95
Dit beeld kan niet gewist
worden.
Het beeld is beveiligd.
Schakel de beveiliging uit.
96
Kan klok niet instellen op
basis van satelliet.
De cameraklok was niet correct ingesteld.
Wijzig de locatie of tijd en bepaal de locatie
opnieuw.
Geen A-GPS-bestand
gevonden op de kaart.
Een A-GPS-bestand dat kan worden
bijgewerkt, werd niet gevonden op de
geheugenkaart.
Controleer het volgende:
Of de geheugenkaart geplaatst is
Of het A-GPS-bestand op de
geheugenkaart opgeslagen is
Of het A-GPS-bestand dat op de
geheugenkaart is opgeslagen, recenter is
dan het A-GPS-bestand dat in de camera
is opgeslagen
Of het A-GPS-bestand nog geldig is
Melding Oorzaak/Oplossing
A
Technische opmerkingen
167
Bijwerken mislukt.
Het A-GPS-bestand kan niet worden
bijgewerkt.
Het A-GPS-bestand kan beschadigd zijn.
Download het bestand nogmaals van de
website.
110
Kan huidige positie niet
bepalen.
De camera kan de huidige positie niet
bepalen wanneer de afstand wordt
berekend.
Wijzig de locatie of tijd en bepaal de locatie
opnieuw.
Kan niet opslaan op kaart.
Er is geen geheugenkaart geplaatst.
Plaats een geheugenkaart.
6
Geen loggegevens opgenomen. 143
Het maximale aantal loggebeurtenissen dat
per dag kan worden opgeslagen, is
overschreden.
Locatielogs: tot 36 loggebeurtenissen per
dag
Hoogte- en waterdieptelogs: tot 34
loggebeurtenissen per dag
181
Het maximale aantal loggebeurtenissen dat
op één geheugenkaart kan worden
opgeslagen, is overschreden.
Locatielogs: tot 100 loggebeurtenissen
Hoogtelog en waterdieptelog: in totaal
100 loggebeurtenissen
Vervang de geheugenkaart door een nieuwe
geheugenkaart of verwijder loggegevens
van de geheugenkaart die u niet langer
nodig heeft.
143, 181
Kan kompas niet
corrigeren.
De camera kan het elektronisch kompas niet
kalibreren.
Beweeg de camera in de vorm van een cijfer
acht in de buitenlucht terwijl u uw pols
draait om de camera vooruit en achteruit,
van de ene zijde naar de andere zijde of
omhoog en omlaag te richten.
116
Melding Oorzaak/Oplossing
A
Technische opmerkingen
168
Geen toegang.
De camera kan het signaal van het smart-
apparaat niet ontvangen. Breng de
draadloze verbinding opnieuw tot stand.
Druk op de Z (Wi-Fi)-knop.
Raak met een NFC-compatibel smart-
apparaat de camera aan.
Selecteer Verbinden met smart
apparaat in het menu Wi-Fi-opties.
108, 147
Kan geen verbinding
maken.
De camera kan geen verbinding maken
terwijl signalen van het smart-apparaat
worden ontvangen. Stel een ander kanaal in
bij Kanaal onder Opties in het menu Wi-Fi-
opties en breng de draadloze verbinding
opnieuw tot stand.
108, 147
Wi-Fi-verbinding
beëindigd.
De Wi-Fi-verbinding wordt in de volgende
situaties verbroken:
Als de ontvangst zwak is
Als het batterijniveau laag is
Wanneer een kabel wordt aangesloten of
losgekoppeld, of wanneer een
geheugenkaart wordt verwijderd of
geplaatst
Gebruik een volledig geladen accu, koppel
de televisie, computer en printer los van de
camera en breng de draadloze verbinding
opnieuw tot stand.
108, 147
Objectieffout. Zet de
camera uit en weer aan en
probeer het opnieuw.
Als de fout zich blijft voordoen, neemt u
contact op met uw leverancier of met een
door Nikon erkende servicedienst.
170
Communicatiefout
Er is een fout opgetreden tijdens de
communicatie met de printer.
Schakel de camera uit en sluit de USB-kabel
weer aan.
153
Systeemfout
Er is een fout opgetreden in de interne
schakelingen van de camera.
Zet de camera uit, verwijder de accu en
plaats deze terug, en zet de camera weer
aan. Als de fout zich blijft voordoen, neemt u
contact op met uw leverancier of met een
door Nikon erkende servicedienst.
170
Melding Oorzaak/Oplossing
A
Technische opmerkingen
169
* Raadpleeg de printerhandleiding voor meer instructies en informatie.
Printerfout: controleer
printerstatus
Als het probleem opgelost is, selecteert u
Hervatten en drukt u op de k-knop om
het afdrukken te hervatten.*
Printerfout: controleer
papier.
Plaats papier van het gewenste formaat,
selecteer Hervatten en druk op de k-knop
om het afdrukken te hervatten.*
Printerfout: papierstoring.
Verwijder het vastgelopen papier, selecteer
Hervatten en druk op de k-knop om het
afdrukken te hervatten.*
Printerfout: geen papier.
Plaats papier van het gewenste formaat,
selecteer Hervatten en druk op de k-knop
om het afdrukken te hervatten.*
Printerfout: controleer inkt.
Er is een probleem met de inkt van de
printer.
Controleer de inkt, selecteer Hervatten en
druk op de k-knop om het afdrukken te
hervatten.*
Printerfout: geen inkt.
Vervang de inktpatroon, selecteer
Hervatten en druk op de k-knop om het
afdrukken te hervatten.*
Printerfout: beschadigd
bestand.
Er is een probleem met het af te drukken
beeldbestand.
Selecteer Annuleren en druk op de
k-knop om het afdrukken te annuleren.
Melding Oorzaak/Oplossing
A
Technische opmerkingen
170
Als de camera niet naar behoren functioneert, raadpleeg dan eerst de volgende
algemene problemen voordat u zich tot de leverancier of tot een door Nikon
erkende servicedienst wendt.
Problemen met de stroomvoorziening, het scherm,
instellingen
Problemen oplossen
Probleem Oorzaak/Oplossing A
De camera is
ingeschakeld, maar
reageert niet.
Wacht totdat de opname beëindigd is.
Als het probleem zich blijft voordoen, zet u de camera
uit.
Als de camera niet uitschakelt, verwijder dan de batterij
of batterijen en plaats ze terug, of, als u een
lichtnetadapter gebruikt, koppel de lichtnetadapter dan
los en sluit hem vervolgens weer aan.
Merk op dat ondanks het feit dat alle gegevens die op
dat moment worden opgenomen verloren zullen gaan,
gegevens die al werden geregistreerd niet beïnvloed
zullen worden door het verwijderen of loskoppelen van
de stroombron.
De camera kan niet
worden
ingeschakeld.
De accu is leeg.
De hoofdschakelaar wordt enkele seconden na het
plaatsen van de accu geactiveerd. Wacht enkele
seconden voor u op de hoofdschakelaar drukt.
6, 8, 162
De camera gaat
zonder
waarschuwing uit.
De camera schakelt automatisch uit om stroom te
sparen (automatische uitschakelfunctie).
De camera en de accu werken mogelijk niet goed bij
lage temperaturen.
De binnenzijde van de camera is heet geworden.
Laat de camera rusten tot de binnenzijde van de
camera afgekoeld is en probeer daarna opnieuw.
13
161
De monitor geeft
geen beeld.
De camera staat uit.
De camera schakelt automatisch uit om stroom te
sparen (automatische uitschakelfunctie).
Het flitserlampje knippert terwijl de flitser wordt
opgeladen. Wacht tot het opladen voltooid is.
De camera is aangesloten op een televisie of
computer.
De camera en het smart-apparaat zijn verbonden via
een Wi-Fi-verbinding en de camera wordt met de
afstandsbediening bediend.
10
13
De camera wordt
heet.
De camera kan heet worden bij het langdurig opnemen
van films of wanneer de camera wordt gebruikt op een
hete locatie; dit is geen storing.
Technische opmerkingen
171
De in de camera
geplaatste accu
kan niet worden
opgeladen.
Controleer alle aansluitingen.
Wanneer de camera aangesloten is op een
computer, wordt de camera mogelijk niet opgeladen
wegens een van de hierna beschreven redenen.
- Uit is geselecteerd voor Opladen via computer
in het setup-menu.
- Het opladen stopt als de camera wordt
uitgeschakeld.
- De accu kan niet worden opgeladen als de
schermtaal en de datum en tijd van de camera
niet werden ingesteld, of als de datum en tijd
werden gereset nadat de klokaccu van de camera
leeggeraakt was. Gebruik de lichtnetlaadadapter
om de accu op te laden.
- Het laden van de accu kan stoppen wanneer de
computer naar de slaapstand gaat.
- Afhankelijk van de computerspecificaties, de
instellingen en de status kan de accu mogelijk niet
worden opgeladen.
8
78, 130
10, 11
Het beeld op de
monitor is niet
goed leesbaar.
Pas de helderheid van de monitor aan.
De monitor is vuil. Reinig de monitor.
121
164
O knippert op het
scherm.
Als de cameraklok niet werd ingesteld, knippert O
op het opnamescherm en worden vóór het instellen
van de klok beelden en films opgeslagen met als
datum respectievelijk “00/00/0000 00:00” en “01/01/
2015 00:00”. Stel de juiste datum en het juiste tijdstip
in voor Tijdzone en datum in het setup-menu.
De cameraklok is niet zo nauwkeurig als gewone
uurwerken of klokken. Vergelijk de tijd van de
cameraklok nu en dan met de tijd van een meer
nauwkeurige klok en pas de tijd indien nodig aan.
4, 119
Datum en tijd van
de opname zijn
onjuist.
Er zijn geen
aanduidingen op
de monitor te zien.
Info verbergen is geselecteerd voor Foto-informatie
in Monitorinstellingen van het setup-menu.
121
Datumstempel
niet beschikbaar.
Tijdzone en datum werd niet ingesteld in het setup-
menu.
119
De datum wordt
niet op beelden
gestempeld, zelfs
wanneer
Datumstempel is
ingeschakeld.
De huidige opnamestand ondersteunt de functie
Datumstempel niet.
De datum kan niet worden gestempeld op films.
123
Probleem Oorzaak/Oplossing A
Technische opmerkingen
172
Opnameproblemen
Het scherm voor
het instellen van de
tijdzone en de
datum wordt
weergegeven
wanneer de
camera wordt
ingeschakeld.
De klokaccu is leeg; alle standaardwaarden zijn hersteld. 10, 11
De
standaardwaarden
zijn hersteld.
De camera maakt
geluid.
Wanneer Autofocus-stand is ingesteld op Fulltime-
AF of in bepaalde opnamestanden is het mogelijk dat
de camera een hoorbaar scherpstelgeluid produceert.
18, 91,
105
Probleem Oorzaak/Oplossing A
Kan niet
overschakelen naar
de opnamestand.
Koppel de HDMI-kabel of USB-kabel los. 150
Kan geen foto's
nemen of films
opnemen.
Wanneer de camera zich in de weergavestand
bevindt, drukt u op de A-knop, de ontspanknop of
de b (e)-knop.
Wanneer menu's worden weergegeven, drukt u op
de d-knop.
De flitser laadt op zolang het flitserlampje knippert.
De accu is leeg.
1, 15
78
44
6, 8, 162
De camera kan niet
scherpstellen.
Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Probeer op te
nemen in de stand autom. scènekeuzekn., de
onderwerpstand Close-up of de macro-stand.
Er kan moeilijk worden scherpgesteld op het
onderwerp.
Stel AF-hulplicht in het setup-menu in op
Automatisch.
Zet de camera uit en weer aan.
18, 19,
21, 25,
47
54
125
Beelden zijn
onscherp.
Gebruik de flitser.
Verhoog de ISO-waarde.
Schakel Foto VR in bij opname van foto's. Schakel
Film VR in wanneer u films opneemt.
Gebruik een statief om de camera te stabiliseren (als
u tegelijk de zelfontspanner gebruikt, zijn de
resultaten nog beter).
44
87
106, 124
46
Probleem Oorzaak/Oplossing A
Technische opmerkingen
173
Er worden heldere
vlekken
weergegeven in
beelden die
werden vastgelegd
met de flitser.
Het flitslicht wordt weerkaatst door deeltjes in de lucht.
Stel de instelling voor de flitsstand in op W (uit).
44
Flitser treedt niet in
werking.
De flitsstand is ingesteld op W (uit).
Er werd een onderwerpstand geselecteerd die de
flitser beperkt.
Een functie die de flitser blokkeert, is ingeschakeld.
44
49
56
Digitale zoom kan
niet worden
gebruikt.
Digitale zoom is ingesteld op Uit in het setup-
menu.
De digitale zoom kan niet worden gebruikt in
bepaalde opnamestanden of bij gebruik van
bepaalde instellingen in andere functies.
125
58, 125
Beeldmodus niet
beschikbaar.
Een functie die de Beeldmodus beperkt, is
ingeschakeld.
56
Geen geluid
wanneer de sluiter
ontspant.
Uit is geselecteerd voor Sluitergeluid in
Geluidsinstellingen van het setup-menu. In bepaalde
opnamestanden en instellingen hoort u geen geluid,
zelfs als Aan geselecteerd is.
126
AF-hulpverlichting
gaat niet aan.
Uit is geselecteerd voor AF-hulplicht in het setup-
menu. De AF-hulpverlichting gaat, afhankelijk van de
positie van het scherpstelveld of de opnamestand,
eventueel niet aan, zelfs wanneer Automatisch is
geselecteerd.
125
Beelden zijn
vlekkerig.
Het objectief is vuil. Reinig het objectief. 164
Kleuren zijn
onnatuurlijk.
De witbalans of de tint is niet goed aangepast.
25, 43,
82
Willekeurig
verspreide pixels
(“ruis”) worden in
het beeld
weergegeven.
Het onderwerp is donker en de sluitertijd is te lang of de
ISO-waarde is te groot. U kunt ruis op de volgende
manieren verminderen:
De flitser gebruiken
Een lagere ISO-waarde instellen
44
87
Beelden zijn te
donker
(ond
erbe
licht).
De flitsstand is ingesteld op W (uit).
Het flitsvenster is afgedekt.
Het onderwerp bevindt zich buiten het bereik van de
flitser.
Pas belichtingscorrectie aan.
Verhoog de ISO-waarde.
Het onderwerp wordt langs achter verlicht. Selecteer
de onderwerpstand Tegenlicht of stel de instelling
voor de flitsstand in op X (invulflits).
44
12
193
48
87
26, 44
Probleem Oorzaak/Oplossing A
Technische opmerkingen
174
Beelden zijn te
helder
(overbelicht).
Pas belichtingscorrectie aan. 48
Onverwachte
resultaten wanneer
de flitser is
ingesteld op
V (automatisch
met rode-
ogenreductie).
Gebruik een andere onderwerpstand dan
Nachtportret en wijzig de flitsstand in een andere
instelling dan V (automatisch met rode-
ogenreductie) en probeer de foto opnieuw te maken.
44, 49
Huidtinten worden
niet verzacht.
In bepaalde opnameomstandigheden kunnen
huidtinten van gezichten niet worden verzacht.
Voor beelden met vier of meer gezichten probeert u
het effect Huid verzachten in Glamour-
retouchering te gebruiken in het weergavemenu.
52
67
Het opslaan van
beelden neemt
enige tijd in beslag.
Het opslaan van beelden kan langer duren in de
volgende situaties:
Wanneer de functie ruisonderdrukking actief is,
bijvoorbeeld wanneer in een donkere omgeving
wordt opgenomen
Wanneer de flitsstand is ingesteld op
V (automatisch met rode-ogenreductie)
Wanneer beelden worden gemaakt in de volgende
onderwerpstanden:
- Uit de hand in Nachtportret
- Uit de hand in Nachtlandschap
- HDR is ingesteld op ON in Tegenlicht
- Eenvoudig panorama
Wanneer de functie Huid verzachten wordt
toegepast tijdens de opname
Wanneer de continu-opnamestand wordt gebruikt
45
24
25
26
30
52
84
Een ringvormige
band of
regenboogkleurige
streep verschijnt in
de monitor of in de
beelden.
Wanneer u opneemt met tegenlicht of wanneer een
zeer sterke lichtbron (bijvoorbeeld zonlicht) in het beeld
voorkomt, kan er een ringvormige band of een
regenboogkleurige streep (beeldschaduwen) zichtbaar
zijn. Wijzig de positie van de lichtbron of kadreer de foto
dusdanig, dat de lichtbron buiten het beeld valt en
probeer opnieuw.
Probleem Oorzaak/Oplossing A
Technische opmerkingen
175
Weergaveproblemen
Probleem Oorzaak/Oplossing A
Bestand kan niet
worden
weergegeven.
Deze camera kan mogelijk geen beelden weergeven
die werden opgeslagen met een digitale camera van
een ander merk of model.
Deze camera kan mogelijk geen films weergeven die
werden opgenomen met een digitale camera van
een ander merk of model.
Deze camera kan mogelijk geen gegevens
weergeven die werden bewerkt op een computer.
Kan niet op beeld
inzoomen.
De zoomweergave kan niet worden gebruikt met
films.
Wanneer wordt ingezoomd op een klein beeld, kan
de zoomfactor die op het scherm wordt
aangegeven, verschillend zijn van de effectieve
zoomfactor van het beeld.
Deze camera kan mogelijk niet inzoomen op
beelden die werden vastgelegd met een digitale
camera van een ander merk of model.
Beelden kunnen
niet worden
bewerkt.
Sommige beelden kunnen niet worden bewerkt.
Beelden die reeds werden bewerkt, kunnen niet
opnieuw worden bewerkt.
Er is onvoldoende vrije ruimte op de geheugenkaart
of in het interne geheugen.
Deze camera kan geen beelden bewerken die met
een andere camera vastgelegd zijn.
Bewerkingsfuncties die voor beelden worden
gebruikt, zijn niet beschikbaar voor films.
32, 64
Kan het beeld niet
draaien.
Deze camera kan geen beelden draaien die werden
vastgelegd met een digitale camera van een ander
merk of model.
Beelden die werden bewerkt met Gegevens
afdrukken, kunnen niet worden gedraaid.
68
Beelden worden
niet weergegeven
op een televisie.
Een computer of printer is op de camera
aangesloten.
De geheugenkaart bevat geen beelden.
Verwijder de geheugenkaart om beelden in het
interne geheugen weer te geven.
7
Technische opmerkingen
176
Nikon Transfer 2
start niet als de
camera is
aangesloten op
een computer.
De camera staat uit.
De accu is leeg.
De USB-kabel is niet correct aangesloten.
De camera wordt niet herkend door de computer.
De computer is niet ingesteld om Nikon Transfer 2
automatisch te starten. Voor meer informatie over
Nikon Transfer 2 raadpleegt u de helpinformatie in
ViewNX 2.
130, 150
150, 157
Het PictBridge-
opstartscherm
wordt niet
weergegeven als
de camera
aangesloten is op
een printer.
Bij bepaalde PictBridge-compatibele printers wordt het
PictBridge-opstartscherm mogelijk niet weergegeven
en kunnen geen beelden worden afgedrukt wanneer
Automatisch geselecteerd is voor Opladen via
computer in het setup-menu. Stel Opladen via
computer in op Uit en sluit de camera opnieuw aan op
de printer.
78, 130
Voor afdrukken
gemarkeerde
beelden worden
niet weergegeven.
De geheugenkaart bevat geen beelden.
Verwijder de geheugenkaart om beelden in het
interne geheugen af te drukken.
7
Kan het
papierformaat niet
selecteren met de
camera.
De camera kan niet worden gebruikt om in de volgende
situaties het papierformaat te selecteren, zelfs als u
afdrukt op een PictBridge-compatibele printer. Gebruik
de printer om het papierformaat te selecteren.
De printer ondersteunt de papierformaten niet die
door de camera worden opgegeven.
De printer selecteert het papierformaat automatisch.
Probleem Oorzaak/Oplossing A
Technische opmerkingen
177
Locatiegegevensfuncties
Probleem Oorzaak/Oplossing A
Kan de locatie niet
identificeren of het duurt
lang om de locatie te
identificeren.
De camera kan de locatie in bepaalde
opnameomgevingen mogelijk niet
identificeren. Om de locatiegegevensfuncties te
gebruiken, dient u de camera zoveel mogelijk in
openlucht te gebruiken.
Wanneer u voor het eerst positioneert of als de
positionering gedurende ongeveer twee uur
niet kon worden uitgevoerd, duurt het enkele
minuten om de locatiegegevens te berekenen.
134
Locatiegegevens kunnen
niet worden opgenomen
bij gemaakte beelden.
Wanneer z of y wordt weergegeven op het
opnamescherm, worden de locatiegegevens niet
opgenomen. Voor u beelden maakt, controleert u
de ontvangst van de locatiegegevens.
132
Verschil tussen de
effectieve
opnamelocatie en de
opgenomen
locatiegegevens.
De vastgelegde locatiegegevens kunnen in
bepaalde opnameomgevingen afwijken. Wanneer
er een groot verschil is in de signalen van de
navigatiesatellieten, kan er een afwijking van
meerdere honderden meter zijn.
134
De opgenomen
locatienaam is
verschillend van de
gewenste locatienaam of
wordt niet weergegeven.
De gewenste naam van een oriëntatiepunt kan
niet worden geregistreerd, of de naam van een
andere oriëntatiepunt kan geregistreerd zijn.
Kan het A-GPS-bestand
niet bijwerken.
Controleer het volgende:
- Of de geheugenkaart geplaatst is
- Of het A-GPS-bestand op de geheugenkaart
opgeslagen is
- Of het A-GPS-bestand dat op de
geheugenkaart is opgeslagen, recenter is
dan het A-GPS-bestand dat in de camera is
opgeslagen
- Of het A-GPS-bestand nog geldig is
Het A-GPS-bestand kan beschadigd zijn.
Download het bestand nogmaals van de
website.
110
Kan de kaart niet
weergeven.
Kaarten kunnen niet worden weergegeven terwijl
de camera wordt opgeladen met de
lichtnetlaadadapter, zelfs als de U (kaart)-knop
wordt ingedrukt.
Technische opmerkingen
178
Kan de hoogtemeter of
dieptemeter niet
uitschakelen.
Wanneer Hoogte-/dieptemeter van Hoogte-/
diepteopties in het optiesmenu locatiegegevens
is ingesteld op Aan, wordt de hoogtemeter of
dieptemeter altijd weergegeven, ongeacht de
instelling Monitorinstellingen in het setup-
menu.
Om de hoogtemeter of dieptemeter uit te
schakelen, stelt u Hoogte-/dieptemeter in op
Uit.
118
De pictogrammen voor
hoogte/waterdiepte en
atmosferische druk
worden nog steeds
weergegeven op het
opnamescherm.
Stel Foto-informatie van Monitorinstellingen
in het setup-menu in op Info verbergen.
121
Kan de hoogtemeter of
dieptemeter niet
weergeven, hoewel
Hoogte-/dieptemeter
is ingesteld op Aan.
Zelfs wanneer Hoogte-/dieptemeter is ingesteld
op Aan, wordt de hoogtemeter of dieptemeter
niet weergegeven in de volgende situaties:
Wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt
Tijdens opname in de onderwerpstand
Eenvoudig panorama
Tijdens filmopname
Wanneer een onderwerp wordt geregistreerd
met Onderwerp volgen van AF-veldstand
Wanneer een bericht wordt weergegeven
30
71
88
De waterdiepte wordt
aangegeven als 0 m
De waterdiepte wordt als 0 m aangegeven als de
camera niet onder water is gedompeld terwijl de
onderwerpstand Onder water is geselecteerd.
27
Kan Locatiegeg.
gebruiken van Hoogte-
/dieptecorrectie niet
selecteren in het
optiesmenu
locatiegegevens.
Locatiegeg. opnemen in het optiesmenu
locatiegegevens is ingesteld op Uit.
U kunt deze functie niet selecteren tenzij
signalen van vier of meer satellieten worden
ont
vange
n en de positionering uitgevoerd is.
De camera is onder water gedompeld. U kunt
deze functie niet selecteren tijdens opnamen
onder water.
110
132
Kan Log aanmaken niet
selecteren in het
optiesmenu
locatiegegevens.
De cameraklok werd niet ingesteld.
Stel de datum en tijd in.
Locatiegeg. opnemen in het optiesmenu
locatiegegevens is ingesteld op Uit.
119
110
Probleem Oorzaak/Oplossing A
Technische opmerkingen
179
Kan Alle logs starten of
Locatielog starten niet
selecteren.
De camera neemt loggegevens op. Om een nieuw
log op te nemen, selecteert u Alle logs
beëindigen of Locatielog beëindigen en
beëindigt u het log dat momenteel wordt
opgenomen.
114, 143
Kan geen loggegevens
opslaan.
Controleer of een geheugenkaart in de camera
is geplaatst.
Er kunnen per dag maximaal 36
loggebeurtenissen worden opgenomen voor
locatiegegevenslogs en telkens 34
loggebeurtenissen voor hoogtelogs en
waterdieptelogs.
Het totale aantal loggebeurtenissen dat op één
geheugenkaart kan worden opgeslagen,
bedraagt 200, samengesteld uit maximaal 100
loggebeurtenissen voor locatiegegevenslogs
en maximaal 100 loggebeurtenissen voor de
combinatie van hoogtelogs en
waterdieptelogs. Verwijder loggegevens die u
niet langer nodig heeft, van de geheugenkaart
of vervang de geheugenkaart.
6, 143,
181
Kan Klok instellen via
satelliet niet selecteren
in het optiesmenu
locatiegegevens.
Locatiegeg. opnemen in het optiesmenu
locatiegegevens is ingesteld op Uit.
110
Probleem Oorzaak/Oplossing A
Technische opmerkingen
180
De bestandsnamen van beelden of films zijn op de volgende manier opgebouwd.
Bestandsnaam: DSCN
0001 .JPG
(1) (2) (3)
Bestandsnamen
(1) Identificatie
Niet getoond op het scherm van de camera.
DSCN: Originele foto's, films
SSCN: Kopieën van kleine foto
RSCN: Uitgesneden kopieën
FSCN: Beelden die werden gemaakt met een andere
beeldbewerkingsfunctie dan uitsnede en kleine afbeelding,
films die werden gemaakt met de filmbewerkingsfunctie
(2) Bestandsnummer
Toegewezen in stijgende volgorde, beginnend met “0001” en
eindigend met “9999”.
(3) Extensie
Geeft het bestandsformaat aan.
.JPG: Foto's
.MOV: Films
Technische opmerkingen
181
C Loggegevens opgeslagen op geheugenkaarten
De loggegevens worden opgeslagen in de map “NCFL”.
Locatiegegevenslogs: Tot 36 bestanden kunnen per dag worden opgenomen en
tot 100 bestanden kunnen op een geheugenkaart worden opgenomen.
Hoogte-/waterdieptelogs: Tot 34 bestanden kunnen voor elk soort log per dag
worden opgenomen; een combinatie van 100 bestanden kan op een
geheugenkaart worden opgenomen.
(1) Datum
De datum (laatste twee cijfers van het jaar, en de maand en
dag in de vorm JJMMDD) waarop de logopname werd gestart,
wordt automatisch toegewezen.
(2)
Identificatienummer
Om loggebeurtenissen die op dezelfde datum werden
opgenomen, te kunnen beheren, worden automatisch
identificatienummers toegewezen in oplopende volgorde, te
beginnen bij “0”, in de volgorde waarin ze worden
opgenomen.
Locatiegegevenslogs: In totaal 36 alfanumerieke tekens
bestaande uit de cijfers 0 tot 9 of de letters A tot Z.
Hoogte-/waterdieptelogs: In totaal 34 alfanumerieke
tekens, bestaande uit de cijfers 0 tot 9 of de letters A tot Z,
behalve I en O.
(3) Extensie
Geeft het bestandstype aan
.log Locatiegegevenslogs
.lga Hoogtelogs
.lgb Waterdieptelogs
Bestandsnaam: N151115 0 .log
(1) (2) (3)
Technische opmerkingen
182
De beschikbaarheid is afhankelijk van het land of de regio.
Raadpleeg onze website of brochures voor de recentste informatie.
Optionele accessoires
Batterijlader
Batterijlader MH-65
Het duurt ongeveer 2 uur en 30 minuten om een volledig lege accu op
te laden.
Lichtnetadapter
Lichtnetadapter EH-62F
(aansluiten zoals aangegeven)
Zorg ervoor dat de kabel van de stroomaansluiting volledig in de sleuf
van de stroomaansluiting zit voordat u de lichtnetadapter in het
batterijvak voert.
Wanneer u de lichtnetadapter gebruikt, kan het deksel van het
batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet worden gesloten. Trek niet
aan het snoer van de lichtnetadapter.
Als u aan het snoer trekt, wordt de verbinding tussen de camera en de
stroombron verbroken en schakelt de camera uit.
Onderwater-
Speedlight
SB-N10 Onderwater-Speedlight
Om deze op de COOLPIX AW130 te bevestigen, kunt u een SR-CP10A-
adapter onderwater-glasvezelkabel (apart verkrijgbaar) gebruiken, een
SC-N10A-onderwater-glasvezelkabel (apart verkrijgbaar) en een
SK-N10A-onderwaterbeugel (apart verkrijgbaar). Zie A183 voor
bevestigingsinstructies.
Technische opmerkingen
183
De onderwater-speedlight bevestigen
U kunt een SB-N10 onderwater-speedlight gebruiken die op de COOLPIX AW130
bevestigd is om onder water met flitser op te nemen. Stel Onderwaterflitser
(A126) in het setup-menu in op Aan tijdens opname.
123
6
7
8
4
5
9
10
13 12 11
SK-N10A-onderwaterbeugel
(apart verkrijgbaar)
SC-N10A-onderwater-glasvezelkabel
(apart verkrijgbaar)
SR-CP10A-adapter onderwater-glasvezelkabel (apart verkrijgbaar)
1
Bevestigingsgids
2
Steun
3
Gripborgschroef
4
Grip
5
Riemhaak
6
Borgschroef huis/adapter
7
M4-zeskantsleutel
8
Aansluiting (verbinding met SB-N10)
9
Kabel
10
Aansluiting (verbinding met
SR-CP10A)
11
Borgschroef camera
12
Glasvezelaansluiting
13
Adapter borgschroefaansluiting
Technische opmerkingen
184
Controleer of de camera en de onderwater-speedlight uitgeschakeld zijn voor u de
bevestiging uitvoert.
1 Bevestig de camera op de adapter
van de onderwater-glasvezelkabel.
Lijn de cameraborgschroef van de
kabeladapter uit met de statiefaansluiting van
de camera en draai de schroef goed vast.
B Opmerkingen
Draai de borgschroef van de adapter degelijk in
de adapter van de statiefaansluiting van de
camera, maar oefen niet te veel kracht uit tijdens
het aandraaien. Anders kan de statiefaansluiting
beschadigd raken.
2 Bevestig de onderwater-speedlight
op de greep van de
onderwaterbeugel.
Draai de bevestigingsbout van de
onderwater-speedlight stevig vast.
3 Terwijl de camera vastgezet is,
bevestigt u de kabeladapter op de
onderwaterbeugel.
Lijn de borgschroef van het huis/de adapter
van de beugel uit met de
borgschroefaansluiting van de kabeladapter
en draai de schroef lichtjes vast zodat de
adapter en de beugel niet kunnen bewegen.
Technische opmerkingen
185
4 Bevestig de onderwater-
glasvezelkabel op de kabeladapter.
Verbind het uiteinde van de kabel met het
lange rechte gedeelte (het uiteinde dat wordt
aangesloten op de SR-CP10A) met de
glasvezelaansluiting van de kabeladapter.
Als de aansluiting uitgevoerd is, steekt u de
kabel door de twee kabelhouders van de
adapter.
5 Verschuif de kabeladapter die op
de camera bevestigd is en de kabel
tot contact wordt gemaakt met de
bevestigingsgids van de steun.
Zorg ervoor dat de kabel niet loskomt van de
kabelhouders.
6 Zet de borgschroef van het huis/de
adapter van de beugel goed vast
om de kabeladapter te borgen.
7 Steek de onderwater-
glasvezelkabel van onder naar
boven door de greep van de
beugel.
Technische opmerkingen
186
8 Open het sensordeksel van de
onderwater-speedlight.
9 Verbind één uiteinde van de kabel
(het uiteinde dat wordt
aangesloten op SB-N10) met de
glasvezelaansluiting van de
onderwater-speedlight.
Om de onderwater-speedlight of de camera los te maken van de
onderwaterbeugel, voert u de bovenstaande procedure in omgekeerde volgorde
uit.
Technische opmerkingen
187
De kaartgegevens en locatienaamgegevens die op deze digitale camera zijn opgeslagen
(“Gegevens”) zijn uitsluitend bedoeld voor persoonlijk, intern gebruik en niet voor
wederverkoop. Deze gegevens zijn beschermd door copyright en zijn onderworpen aan de
volgende algemene voorwaarden die door u, enerzijds, en door Nikon Corporation
(“Nikon”) en haar licentiegevers
(met inbegrip van hun licentiegevers en leveranciers) anderzijds, zijn overeengekomen.
Voorwaarden
Uitsluitend voor persoonlijk gebruik. U komt overeen deze Gegevens in combinatie met
deze digitale camera en de fotogegevens die door deze digitale camera zijn vastgelegd
uitsluitend te gebruiken voor de persoonlijke, niet-commerciële doeleinden waarvoor u
een licentie hebt gekregen en niet voor servicebureau-activiteiten, gezamenlijke of andere
soortgelijke doeleinden. Dienovereenkomstig, maar onderworpen aan de hiernavolgende
bepalingen, komt u overeen niets van deze Gegevens te verveelvoudigen, te kopiëren, te
wijzigen, te decompileren, te disassembleren of daarop reverse-engineering toe te passen,
noch mag u de Gegevens in enige vorm of voor enig doel, anders dan in zoverre
toegestaan door toepasselijk recht, overdragen of verspreiden.
Beperkingen. Tenzij u hiertoe uitdrukkelijk toestemming hebt gekregen door Nikon en zonder
afbreuk te doen aan hetgeen hiervoor is bepaald, mag u deze Gegevens niet gebruiken (a)
met producten, systemen of toepassingen die zijn geïnstalleerd of anderszins zijn aangesloten
op of in verbinding staan met vervoermiddelen met autonavigatie, positiebepaling,
zendmogelijkheden, realtime routebegeleiding, beheer van wagenparken of soortgelijke
toepassingen; of (b) met of wanneer deze in verbinding staan met apparaten voor
positiebepaling of mobiele of draadloze elektronische of computerapparatuur, met inbegrip
van, maar niet beperkt tot mobiele telefoons, palmtops en handhelds, pagers en PDA’s.
Waarschuwing. De Gegevens kunnen onnauwkeurige of onvolledige informatie bevatten
doordat het verstrijken van tijd, veranderende omstandigheden, gebruikte bronnen en het
verzamelen van complexe geografische gegevens, factoren zijn die op zichzelf onjuiste
resultaten kunnen opleveren.
Geen garantie.
Deze Gegevens worden aan u verstrekt “zoals ze zijn” en u komt overeen
deze voor eigen risico te gebruiken. Nikon en haar licentiegevers (en hun licentiegevers en
leveranciers) geven geen garanties, verklaringen of waarborgen van enig soort, uitdrukkelijk
of impliciet, op grond van de wet of anderszins, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, de
inhoud, kwaliteit, nauwkeurigheid, volledigheid, doeltreffendheid, betrouwbaarheid,
geschiktheid voor een specifiek doel, bruikbaarheid of toepassing of ten aanzien van de
resultaten die op basis van de Gegevens kunnen worden verkregen of dat de Gegevens of
server ononderbroken of vrij van fouten zal zijn.
Uitsluiting van garantie:
NIKON EN HAAR LICENTIEGEVERS (MET INBEGRIP VAN HUN
LICENTIEGEVERS EN LEVERANCIERS) SLUITEN ALLE GARANTIES UIT, UITDRUKKELIJK OF
IMPLICIET, TEN AANZIEN VAN DE KWALITEIT, PRESTATIES, VERHANDELBAARHEID,
GESCHIKTHEID VOOR EEN SPECIFIEK DOEL OF VAN NIET-INBREUK. In sommige staten,
staatsgebieden en landen is uitsluiting van garantie niet toegestaan en indien zulks het
geval is, is bovengenoemde uitsluiting mogelijk niet op u van toepassing.
GEBRUIKERSLICENTIEOVEREENKOMST
VOOR KAARTGEGEVENS EN
LOCATIENAAMGEGEVENS
Technische opmerkingen
188
Uitsluiting van aansprakelijkheid: NIKON EN HAAR LICENTIEGEVERS (MET INBEGRIP VAN
HUN LICENTIEGEVERS EN LEVERANCIERS) ZIJN NIET AANSPRAKELIJK JEGENS U: MET
BETREKKING TOT ELKE CLAIM, EIS OF RECHTSVORDERING, ONGEACHT DE AARD VAN DE
AANLEIDING VAN DE CLAIM, EIS OF RECHTSVORDERING, VOOR VERMEENDE VERLIEZEN,
LETSEL OF SCHADE, DIRECT OF INDIRECT, DIE KAN VOORTVLOEIEN UIT HET GEBRUIKEN OF
HET BEZITTEN VAN DE INFORMATIE, OF VOOR VERLIES VAN WINST, INKOMSTEN,
CONTRACTEN OF OPBRENGSTEN OF VOOR ELKE ANDERE DIRECTE, INDIRECTE,
INCIDENTELE, SPECIFIEKE SCHADE OF GEVOLGSCHADE DIE VOORTVLOEIT UIT HET
GEBRUIKEN VAN OF HET NIET KUNNEN GEBRUIKEN VAN DEZE INFORMATIE, UIT EEN
OMISSIE IN DE INFORMATIE OF HET SCHENDEN VAN DEZE ALGEMENE VOORWAARDEN,
HETZIJ IN EEN CONTRACTUELE VORDERING, EEN ONRECHTMATIGE DAAD OF GEBASEERD
OP EEN GARANTIE, ZELFS ALS NIKON OF HAAR LICENTIEGEVERS ZIJN GEWEZEN OP DE
MOGELIJKHEID VAN DERGELIJKE SCHADE. In sommige staten, staatsgebieden en landen is
uitsluiting van aansprakelijkheid niet toegestaan en indien zulks het geval is, is
bovengenoemde uitsluiting mogelijk niet op u van toepassing.
Exportbeperking.
U komt overeen om vanaf geen enkele locatie niets van de Gegevens of
een rechtstreeks afgeleid product uit te voeren, tenzij in overeenstemming met, en met alle
vereiste licenties en goedkeuringen, onder toepasselijke exportwetten, regels en
voorschriften, met inbegrip van, maar niet beperkt tot de wetten, regels en voorschriften
die zijn gepubliceerd door de Office of Foreign Assets Control van de U.S. Department of
Commerce en het Bureau of Industry and Security van de U.S. Department of Commerce.
Indien Nikon en de licentiegevers van Nikon op grond van exportwet- en regelgeving niet
kunnen voldoen aan hun verplichtingen, zijn zij gevrijwaard tegen aansprakelijkheid en
houdt het niet-nakomen van hun verplichtingen, geen schending in van deze
Overeenkomst.
Volledige Overeenkomst
Deze voorwaarden vormen de volledige overeenkomst tussen
Nikon (en haar licentiegevers, met inbegrip van hun licentiegevers en leveranciers) en u ten
aanzien van het onderhavige onderwerp, en vervangen in hun volledigheid elke en alle
schriftelijke of mondelinge overeenkomst(en) tussen ons met betrekking tot dit onderwerp.
Heersend recht.
Bovengenoemde voorwaarden worden beheerst door Japans recht en zijn
niet (i) strijdig met wettelijke bepalingen of (ii) het Verdrag der Verenigde Naties inzake
internationale koopovereenkomsten betreffende roerende zaken, dat uitdrukkelijk wordt
uitgesloten; op voorwaarde dat, indien om enige reden Japans recht niet van toepassing
wordt geacht voor deze Overeenkomst in het land waar u de Gegevens hebt verkregen,
deze Overeenkomst zal worden beheerst door het land waar u de Gegevens hebt
verkregen. U verklaart zich te zullen onderwerpen aan de jurisdictie van Japan voor elk(e) en
alle geschillen, claims en rechtsvorderingen die voortvloeien uit of in verband staan met de
Gegevens die ingevolge deze overeenkomst aan u zijn verstrekt.
Technische opmerkingen
189
Government End Users. If the Data supplied by HERE is being acquired by or on behalf of
the United States government or any other entity seeking or applying rights similar to those
customarily claimed by the United States government, the Data is a “commercial item” as
that term is defined at 48 C.F.R. ("FAR") 2.101, is licensed in accordance with the End-User
Terms under which this Data was provided, and each copy of the Data delivered or
otherwise furnished shall be marked and embedded as appropriate with the following
“Notice of Use,” and shall be treated in accordance with such Notice:
If the Contracting Officer, federal government agency, or any federal official refuses to use
the legend provided herein, the Contracting Officer, federal government agency, or any
federal official must notify HERE prior to seeking additional or alternative rights in the Data.
Aankondigingen m.b.t. gelicentieerde software
copyrighthouders.
Kaartgegevens en locatienaamgegevens voor Japan
Kaartgegevens en locatienaamgegevens met uitzondering van Japan
© 2014 ZENRIN CO., LTD. All rights reserved.
Deze service maakt gebruik van kaart- en POI-data van
ZENRIN CO., LTD.
“ZENRIN” is a registered trademark of ZENRIN CO., LTD.
© 1987-2014 HERE
All rights reserved.
NOTICE OF USE
CONTRACTOR (MANUFACTURER/ SUPPLIER) NAME:
HERE
CONTRACTOR (MANUFACTURER/ SUPPLIER) ADDRESS:
425 West Randolph Street, Chicago, Illinois 60606
This Data is a commercial item as defined in
FAR 2.101 and is subject to the End-User
Terms under which this Data was provided.
©
2014 HERE - All rights reserved.
Technische opmerkingen
190
Austria: Bundesamt für Eich- und Vermessungswesen
Belgium: - Distribution & Copyright CIRB
Croatia/Cyprus/Estonia/Latvia/Lithuania/Moldova/Poland/Slovenia/Ukraine:
EuroGeographics
Denmark: Contains data that is made available by the Danish Geodata Agency (FOT) Retrieved by
HERE 01/2014
Finland: Contains data from the National Land Survey of Finland Topographic Database 06/2012.
(Terms of Use available at
(
http://www.maanmittauslaitos.fi/en/
NLS_open_data_licence_version1_20120501
)
).
Contains data that is made available by Itella in accordance with the terms available at
(
http://
www.itella.fi/liitteet/palvelutjatuotteet/yhteystietopalvelut/
uusi_postal_code_services_service_description_and_terms_of_use.pdf
)
. Retrieved by HERE 09/2013
France: source: IGN 2009 – BD TOPO
Germany: Die Grundlagendaten wurden mit Genehmigung der zuständigen Behörden entnommen
Contains content of „ BayrischeVermessungsverwaltung –
(
www.geodaten.bayern.de
)
“, licensed in
accordance with
(
http://creativecommons.org/licenses/by/3.0/legalcode
)
Contains content of “LGL,
(
www.lgl-bw.de
)
“, licensed in accordance with
(
http://
creativecommons,.org/licenses/by/3.0/legalcode
)
Contains content of “Stadt Köln – offenedaten-koeln.de”, licensed in accordance with
(
http://
creativecommons.org/licenses/by/3.0/legalcode
)
Contains Content of “Geoportal Berlin / ATKIS Basis-DLM”, licensed in accordance with
(
http://
www.stadtentwicklung.berlin.de/geoinformation/download/nutzIII.pdf
)
Contains Content of “Geoportal Berlin / Karte von Berlin 1:5000 (K5-Farbausgabe)”, licensed in
accordance with
(
http://www.stadtentwicklung.berlin.de/geoinformation/download/nutzIII.pdf
)
Great Britain: Contains Ordnance Survey data Crown copyright and database right 2010
Contains Royal Mail data Royal Mail copyright and database right 2010
Greece: Copyright Geomatics Ltd.
Italy: La Banca Dati Italiana è stata prodotta usando quale riferimento anche cartografia numerica ed
al tratto prodotta e fornita dalla Regione Toscana.
Contains data from Trasporto Passeggeri Emilia-Romagna- S.p.A.
Includes content of Comune di Bologna licensed under
(
http://creativecommons.org/licenses/by/3.0/
legalcode
)
and updated by licensee July 1, 2013.
Includes content of Comune di Cesena licensed under
(
http://creativecommons.org/licenses/by/3.0/
legalcode
)
and updated by licensee July 1, 2013.
Includes contents of Ministero della Salute, and Regione Sicilia, licensed under
(
http://www.formez.it/
iodl/
)
and updated by licensee September 1, 2013.
Includes contents of Provincia di Enna, Comune di Torino, Comune di Pisa, Comune di Trapani,
Comune di Vicenza, Regione Lombardia, Regione Umbria, licensed under
(
http://www.dati.gov.it/
iodl/2.0/
)
and updated by licensee September 1, 2013.
Includes content of GeoforUs, licensed in accordance with
(
http://creativecommons.org/licenses/by/
3.0/legalcode
)
.
Includes content of Comune di Milano, licensed under
(
http://creativecommons.org/licenses/by/2.5/
it/legalcode
)
and updated by licensee November 1, 2013.
Includes content of the “Comunità Montana della Carnia”, licensed under
(
http://www.dati.gov.it/iodl/
2.0/
)
and updated by licensee December 1, 2013.
Includes content of “Agenzia per la mobilità” licensed under
(
http://creativecommons.org/licenses/
by/3.0/legalcode
)
and updated by licensee January 1, 2014.
Includes content of Regione Sardegna, licensed under
(
http://www.dati.gov.it/iodl/2.0/
)
and updated
by licensee May 1, 2014.
Includes content of CISIS, licensed under
(
http://creativecommons.org/licenses/by/2.5/legalcode
)
.
Norway: Copyright 2000; Norwegian Mapping Authority
Includes data under the Norwegian licence for Open Government data (NLOD), available at
(
http://
data.norge.no/nlod/en/1.0
)
Technische opmerkingen
191
Contains information copyrighted by Kartverket, made available in accordance with
(
http://
creativecommons.org/licenses/by/3.0/no/
)
.
Contains data under the Norwegian licence for Open Government data (NLOD) distributed by
Norwegian Public Roads Administration (NPRA)
Portugal: Source: IgeoE – Portugal
Spain: Información geográfica propiedad del CNIG
Contains data that is made available by the Generalitat de Catalunya Government in accordance with
the terms available at
(
http://www.gencat.cat/web/eng/avis_legal.htm
)
. Retrieved by HERE 05/2013.
Contains content of Centro Municipal de Informatica – Malaga, licensed in accordance with
(
http://
creativecommons.org/licenses/by /3.0/legalcode
)
.
Contains content of Administración General de la Comunidad Autónoma de Euskadi, licensed in
accordance with
(
http://creativecommons.org/licenses/by/3.0/legalcode
)
Contains data made available by the Ayuntamiento de Santander, licensed in accordance with
(
http://
creativecommons.org/licenses/by/3.0/es/legalcode.es
)
Contains data of Ajuntament de Sabadell, licensed per
(
http://creativecommons.org/licences/by/3.0/
legalcode
)
, updated 4/2013
Sweden: Based upon electronic data National Land Survey Sweden.
Contains public data, licensed under Go Open v1.0, available at
(
http://data.goteborg.se/goopen/
Avtal%20GoOpen%201.0.0.pdf
)
Switzerland: Topografische Grundlage: Bundesamt für Landestopographie
United Kingdom: Contains public sector information licensed under the Open Government Licence
v1.0 (see for the license
(
http://www.nationalarchives.gov.uk/doc/open-government-licence/
)
)
Adapted from data from the office for National Statistics licensed under the Open Government
Licence v.1.0
Canada: This data includes information taken with permission from Canadian authorities, including
© Her Majesty, Queen's Printer for Ontario, Canada Post, GeoBase, Department of Natural
Resources Canada. All rights reserved.
Mexico: Fuente: INEGI (Instituto Nacional de Estadística y Geografía.)
United States: ©United States Postal Service 2013. Prices are not established, controlled or
approved by the United States Postal Service. The following trademarks and registrations are
owned by the USPS: United States Postal Service, USPS, and ZIP+4.
Includes data available from the U.S. Geological Survey.
Australia: Copyright. Based on data provided under license from PSMA Australia Limited
(www.psma.com.au).
Product incorporates data which is 2013 Telstra Corporation Limited, Intelematics Australia Pty Ltd
and HERE International LLC.
Nepal: Copyright Survey Department, Government of Nepal.
Sri Lanka: This product incorporates original source digital data obtained from the Survey
Department of Sri Lanka
2009 Survey Department of Sri Lanka
The data has been used with the permission of the Survey Department of Sri Lanka
Israel: Survey of Israel data source
Jordan: Royal Jordanian Geographic Centre.
Mozambique: Certain Data for Mozambique provided by Cenacarta 2013 by Cenacarta
Nicaragua: The Pacific Ocean and Caribbean Sea maritime borders have not been entirely defined.
Northern land border defined by the natural course of the Coco River (also known as Segovia River or
Wangki River) corresponds to the source of information available at the moment of its representation.
Réunion: source: IGN 2009 - BD TOPO
Ecuador: INSTITUTO GEOGRAFICO MILITAR DEL ECUADRO
AUTORIZACION N° IGM-2011-01- PCO-01 DEL 25 DE ENERO DE 2011
Guadeloupe: source: IGN 2009 - BD TOPO
Guatemala: Aprobado por el INSTITUTO GEOGRAFICO NACIONAL – Resolución del IGN No 186-2011
French Guiana: source: IGN 2009 - BD TOPO
Martinique: source: IGN 2009 - BD TOPO
Technische opmerkingen
192
Nikon COOLPIX AW130 digitale camera
Specificaties
Type
Digitale compactcamera
Aantal effectieve pixels
16,0 miljoen (beeldverwerking kan het aantal effectieve
pixels beperken)
Beeldsensor
1
/2,3 inch type CMOS; totaal aantal pixels:
circa 16,76 miljoen
Objectief
NIKKOR-objectief met 5× optische zoom
Brandpuntsafstand
4,3–21,5 mm (beeldhoek komt overeen met die van een
24–120 mm objectief in 35mm-kleinbeeldformaat
[135])
f/-waarde
f/2,8–4,9
Constructie
12 elementen in 10 groepen (2 ED-objectiefelementen)
Zoomfactor digitale zoom
Tot 4× (beeldhoek komt overeen met die van een circa
480 mm objectief in 35mm-kleinbeeldformaat [135])
Vibratiereductie
Lens-shift en elektronische VR
Autofocus (AF)
Contrastdetectie-AF
Scherpstelbereik
[W]: Circa 50 cm–,
[T]: Circa 50 cm–
Macro-stand: Circa 1 cm– (groothoekpositie)
(Alle afstanden gemeten vanaf het midden van het
voorvlak van het objectief)
Selectie scherpstelveld
Gezichtprioriteit, handmatig met 99 scherpstelvelden,
centrum, onderwerp volgen, AF met doelopsporing
Monitor
7,5 cm (3 inch), circa 921.000 beeldpunten, OLED-
groothoek-monitor met anti-reflectiecoating en
aanpasbare helderheid in 5 niveaus
Beelddekking
(opnamestand)
Circa 98 % horizontaal en verticaal (vergeleken met de
effectieve foto)
Beelddekking
(weergavestand)
Circa 100 % horizontaal en verticaal (vergeleken met de
effectieve foto)
Technische opmerkingen
193
Opslag
Media
Intern geheugen (circa 473 MB), SD/SDHC/SDXC-
geheugenkaart
Bestandssysteem
Voldoet aan DCF en Exif 2.3
Bestandsindelingen
Foto's: JPEG
Films: MOV (video: H.264/MPEG-4 AVC, audio: LPCM
stereo)
Beeldformaat
(pixels)
16M (Hoog) [4608 × 3456P]
16M [4608 × 3456]
8M [3264 × 2448]
4M [2272 × 1704]
2M [1600 × 1200]
VGA [640 × 480]
16:9 (12M) [4608 × 2592]
1:1 [3456 × 3456]
ISO-waarde
(standaard
uitvoergevoeligheid)
ISO 125–1600
ISO 3200, 6400 (beschikbaar wanneer de Autostand
wordt gebruikt)
Belichting
Lichtmeetstand
Matrixmeting, centrumgericht (bij digitale zoom minder
dan 2×), spotmeting (digitale zoom 2× of meer)
Belichtingsregeling
Geprogrammeerde automatische belichting en
belichtingscorrectie
(–2,0–+2,0 EV in stappen van
1
/3 EV)
Sluiter
Mechanische en CMOS elektronische sluiter
Snelheid
1
/1500–1 sec.
1
/4000 sec. (maximale snelheid tijdens continue
opnamen met hoge snelheid)
4 sec. (onderwerpstand Vuurwerk)
Diafragma
Elektronisch gestuurd, vooringesteld diafragma (–1 AV)
en ND-filter (–2 AV)
Bereik
3 stappen (f/2,8, f/4,1, f/8,2 [W])
Zelfontspanner
Kan worden geselecteerd uit 10 sec. en 2 sec.
Flitser
Bereik (circa)
(ISO-waarde:
Automatisch)
[W]: 0,5–5,2 m
[T]: 0,5–4,5 m
Flitserregeling
DDL automatisch flitsen met monitorvoorflitsen
Technische opmerkingen
194
Interface
USB-aansluiting
Micro-USB-aansluiting (gebruik geen andere USB-kabel
dan de UC-E21), Hi-Speed USB
Ondersteunt Direct Print (PictBridge)
HDMI-uitvoeraansluiting
HDMI-micro-aansluiting (Type D)
Wi-Fi (Draadloos LAN)
Standaards
IEEE 802.11b/g/n (standaard draadloos LAN-protocol)
Bereik (kijklijn)
Circa 10 m
Bedrijfsfrequentie
2412–2462 MHz (1-11 kanalen)
Gegevenssnelheden
(effectief gemeten
waarden)
IEEE 802.11b: 5 Mbps
IEEE 802.11g: 17 Mbps
IEEE 802.11n: 17 Mbps
Beveiliging
OPEN/WPA2
Toegangsprotocollen
Infrastructuur
Elektronisch kompas
16 windstreken (positiecorrectie met acceleratiesensor
in 3 assen, automatische correctie voor de
afwijkingshoek en automatische offset-aanpassing)
Locatiegegevens
GPS
Ontvangstfrequentie: 1575.42 MHz
Geodetisch systeem: WGS 84
GLONASS
Ontvangstfrequentie: 1598.0625 - 1605.3750 MHz
Geodetisch systeem: WGS 84
Barometer Weergavebereik: Circa 500–4600 hPa
Hoogtemeter Weergavebereik: Circa −300–+4500 m
Dieptemeter Weergavebereik: Circa 0–35 m
Ondersteunde talen
Arabisch, Bengaals, Bulgaars, Chinees (Vereenvoudigd
en Traditioneel), Tsjechisch, Deens, Nederlands, Engels,
Fins, Frans, Duits, Grieks, Hindi, Hongaars, Indonesisch,
Italiaans, Japans, Koreaans, Marathi, Noors, Perzisch,
Pools, Portugees (Europees en Braziliaans), Roemeens,
Russisch, Servisch, Spaans, Zweeds, Tamil, Telugu, Thai,
Turks, Oekraïens, Vietnamees
Voedingsbronnen
Eén oplaadbare Li-ionbatterij EN-EL12 (meegeleverd)
Lichtnetadapter EH-62F (apart verkrijgbaar)
Oplaadtijd
Circa 2 uur 20 minuten (wanneer de lichtnetlaadadapter
EH-71P/EH-73P wordt gebruikt en er geen lading
beschikbaar is)
Technische opmerkingen
195
Tenzij anders vermeld, gelden alle cijfers voor een volledig geladen accu en een
omgevingstemperatuur van 23 ±3 °C, zoals voorgeschreven door de Camera and
Imaging Products Association (CIPA).
1
De gebruiksduur van de accu is afhankelijk van de gebruiksomstandigheden, zoals het
interval tussen opnamen of de tijd die menu's en beelden worden weergegeven.
2
Individuele filmbestanden kunnen niet groter zijn dan 4 GB of niet langer dan
29 minuten. De opname kan eindigen voor deze limiet wordt bereikt als de temperatuur
van de camera te hoog wordt.
3
Val van een hoogte van 210 cm op een oppervlak van 5 cm dik multiplex (wijzigingen in
uitzicht, zoals afpellen van lak en vervorming van het aan de schok blootgestelde
gedeelte en de waterdichtheid maken geen deel uit van de test).
Deze tests waarborgen niet dat de camera in alle omstandigheden vrij zal zijn van
schade of storingen.
Gebruiksduur van de accu
1
Foto's
Circa 370 opnamen bij gebruik van EN-EL12
Films (effectieve
gebruiksduur van de accu
voor opname)
2
Circa 1 h 10 min (1080/30p) bij gebruik van EN-EL12
Circa 1 h 20 min (1080/25p) bij gebruik van EN-EL12
Statiefaansluiting
1/4 (ISO 1222)
Afmetingen (B × H × D)
Circa 110,4 × 66,0 × 26,8 mm (exclusief uitstekende
delen)
Gewicht
Circa 221 g (inclusief accu en geheugenkaart)
Gebruiksomstandigheden
Temperatuur
−10 °C–+40 °C (voor gebruik op het land)
0 °C–40 °C (voor gebruik onder water)
Luchtvochtigheid
85 % of minder (geen condens)
Waterdicht
JIS/IEC-beschermingsklasse 8 (IPX8) equivalent (in onze
testomstandigheden)
Mogelijkheid om beelden onder water te maken tot een
diepte van 30 m en gedurende 60 minuten
Stofdicht
JIS/IEC-beschermingsklasse 6 (IP6X) equivalent (in onze
testomstandigheden)
Schokbestendig
Voldoet aan onze testvoorwaarden
3
overeenkomstig
MIL-STD 810F Method 516.5-Shock
Technische opmerkingen
196
Oplaadbare Li-ionbatterij EN-EL12
Lichtnetlaadadapter EH-71P
Lichtnetlaadadapter EH-73P
Nikon kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele fouten in deze handleiding.
Het uiterlijk en de specificaties van dit product kunnen zonder kennisgeving worden
gewijzigd.
Type Oplaadbare lithium-ion batterij
Nominale capaciteit 3,7 V DC, 1050 mAh
Gebruikstemperatuur 0 °C–40 °C
Afmetingen (B × H × D) Circa 32 × 43,8 × 7,9 mm
Gewicht Circa 22,5 g
Nominale invoer 100–240 V AC, 50/60 Hz, MAX 0,2 A
Nominale uitvoer 5,0 V DC, 1,0 A
Gebruikstemperatuur 0 °C–40 °C
Afmetingen (B × H × D) Circa 55 × 22 × 54 mm (exclusief stekkeradapter)
Gewicht Circa 48 g (exclusief stekkeradapter)
Nominale invoer 100–240 V AC, 50/60 Hz, MAX 0,14 A
Nominale uitvoer 5,0 V DC, 1,0 A
Gebruikstemperatuur 0 °C–40 °C
Afmetingen (B × H × D) Circa 55 × 22 × 54 mm (exclusief stekkeradapter)
Gewicht Circa 51 g (exclusief stekkeradapter)
Technische opmerkingen
197
Goedgekeurde geheugenkaarten
De volgende Secure Digital (SD)-geheugenkaarten zijn getest en goedgekeurd voor
gebruik met deze camera.
Geheugenkaarten met een SD Speed Class-classificatie van 6 of sneller worden
aanbevolen om films op te nemen. Wanneer u een geheugenkaart met een
lagere Speed Class-waarde gebruikt, kan de filmopname onverwachts stoppen.
Neem contact op met de fabrikant voor meer informatie over bovenvermelde kaarten.
We kunnen de prestaties van de camera niet garanderen wanneer geheugenkaarten van
andere fabrikanten worden gebruikt.
Als u een kaartlezer gebruikt, zorg er dan voor dat deze compatibel is met uw
geheugenkaart.
Informatie over handelsmerken
Windows is een geregistreerd handelsmerk of handelsmerk van Microsoft
Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Adobe, het logo van Adobe en Reader zijn handelsmerken of geregistreerde
handelsmerken van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/
of andere landen.
De SDXC-, SDHC- en SD-logo's zijn handelsmerken van SD-3C, LLC.
PictBridge is een handelsmerk.
HDMI, het HDMI-logo en High-Definition Multimedia Interface zijn
handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
SD-
geheugenkaart
SDHC-geheugenkaart
SDXC-
geheugenkaart
SanDisk 4 GB, 8 GB, 16 GB, 32 GB 64 GB, 128 GB
TOSHIBA 4 GB, 8 GB, 16 GB, 32 GB 64 GB
Panasonic 2 GB 4 GB, 8 GB, 16 GB, 32 GB 64 GB
Lexar 8 GB, 16 GB, 32 GB 64 GB, 128 GB
Technische opmerkingen
198
Wi-Fi en het Wi-Fi-logo zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken
van de Wi-Fi Alliance.
Android en Google Play zijn handelsmerken of geregistreerde
handelsmerken van Google, Inc.
De N-Mark is een handelsmerk of geregistreerd handelsmerk van NFC Forum,
Inc. in de Verenigde Staten en in andere landen.
Alle overige handelsnamen die in deze handleiding of in andere
documentatie bij uw Nikon-product worden vermeld, zijn handelsmerken of
geregistreerde handelsmerken van hun respectieve eigenaars.
AVC Patent Portfolio-licentie
Dit product is gelicentieerd onder de AVC Patent Portfolio-licentie voor
persoonlijk en niet-commercieel gebruik van een consument om (i) video te
coderen die voldoet aan de AVC-standaard (“AVC-video”) en/of (ii) AVC-video te
decoderen die werd gecodeerd door een consument die betrokken is bij een
persoonlijke en niet-commerciële activiteit en/of werd verkregen van een
videoleverancier die een licentie heeft om AVC-video te leveren. Er wordt geen
licentie voor andere toepassingen verleend of ingesloten. Meer informatie vindt
u bij MPEG LA, L.L.C.
Zie http://www.mpegla.com.
FreeType-licentie (FreeType2)
Delen van deze software zijn beschermd door het auteursrecht © 2012 The
FreeType Project (http://www.freetype.org). Alle rechten voorbehouden.
MIT-licentie (HarfBuzz)
Delen van deze software zijn beschermd door het auteursrecht © 2015 The
HarfBuzz Project (http://www.freedesktop.org/wiki/Software/HarfBuzz).
Alle rechten voorbehouden.
Technische opmerkingen
199
Symbolen
x Stand Autom. scènekeuzekn.
................................................................. 12, 21
C Onderwerpstand .......................... 23
R Stand speciale effecten............. 33
F Stand Slim portret ...................... 34
M Stand Korte filmvoorstelling
......................................................................... 38
A Autostand....................................... 42
c Weergavestand............................. 15
C Stand Sorteer op datum........... 61
J Wi-Fi-optiesmenu
................................................. 78, 108, 147
z Optiesmenu locatiegegevens
.............................................................. 78, 110
z Setup-menu............................ 78, 119
g (Tele)....................................................... 14
f (Groothoek)...................................... 14
i Zoomweergave............................... 59
h Miniatuurweergave................... 60
j Help....................................................... 23
A Opnamestandknop .............. 2, 18
c Weergaveknop......................... 2, 15
b (e filmopname)-knop
........................................................ 19, 38, 71
d Menu-knop ................... 2, 70, 78
k Selectie toepassen-knop............. 2
l Wissen-knop ................................ 2, 16
m Flitsstand ............................................. 44
n
Zelfontspanner.............................. 46
p M
ac
ro-stand .................................... 47
o Belichtingscompensatie.......... 48
U Kaartknop............ 2, 132, 136, 138
Z Wi-Fi-knop................... 2, 147, 149
V Actieknop .................................... 2, 20
Y N-Mark ......................................... 1, 147
A
Aanduiding batterijniveau............... 11
Aanduiding intern geheugen.... 4, 5
Aantal opnamen .................................. 92
Aantal resterende opnamen
................................................................. 11, 81
Accu................................................... 6, 8, 11
Actiecontrole.......................................... 20
Actieknop............................................ 2, 20
AF met doelopsporing............. 53, 89
Afdrukken......................... 151, 154, 155
AF-hulplicht .......................................... 125
Afstand berekenen........................... 112
Afstandseenheden ............................ 111
AF-veldstand .............................. 88, 104
A-GPS-bestand.................................... 110
Atmosferische druk ......................... 140
Autofocus...................... 51, 73, 91, 105
Autofocus-stand ....................... 91, 105
Autom. met rode-ogenred............ 45
Automatisch flitsen ............................ 45
Automatisch uit.......................... 13, 128
Autostand ........................................ 18, 42
B
Batterijlader ..................................... 9, 182
Batterijvak............................................... 182
Batterijvergrendeling ........................... 6
Beeld draaien ......................................... 96
Beeld terugspelen............................. 121
Beelden bewerken.............................. 64
Beelden kopiëren ................................ 97
Beeldformaat.......................................... 80
Beeldmodus............................................ 80
Beeldsnelheid ...................................... 107
Belichtingscompensatie.................. 48
Bestandsnamen................................. 180
Index
Technische opmerkingen
200
Beveiligen ................................................ 96
Bewolkt....................................................... 82
C
Camera-aan-lampje....................... 1, 20
Close-up k.................................... 23, 25
Compressieverhouding .................. 80
Computer..................................... 151, 157
Continu...................................................... 84
Continue hoge snelheid................. 84
Creatieve instelknop ......................... 43
Cross-process o................................. 33
D
Daglicht...................................................... 82
Datum en tijd............................... 10, 119
Datumnotatie.............................. 10, 119
Datumstempel.................................... 123
Deksel batterijvak/
geheugenkaartsleuf ......................... 1, 6
Diafragmawaarde ................................ 14
Diashow..................................................... 95
Dieptemeter......................................... 140
Dierenp. autom. ontsp...................... 27
Dierenportret O ......................... 23, 27
Digitale zoom.............................. 14, 125
Direct Print ............................................ 153
D-Lighting ............................................... 66
Draadloos LAN.................................... 146
E
Eenvoudig panorama p....... 23, 30
EH-71P/EH-73P................................... 196
Elektronisch kompas........................ 116
EN-EL12 ................................................... 196
Enkelvoudig............................................ 84
Enkelvoudige AF........................ 91, 105
F
Film VR ..................................................... 106
Filmbewerking.............................. 75, 76
Filmlicht.................................................. 106
Filmmenu...................................... 78, 100
Filmopname .................................... 19, 71
Filmopties.............................................. 100
Films voor slow motion opnemen
........................................................... 101, 103
Firmware-versie .................................. 131
Flitser...................................................... 1, 44
Flitser uit.................................................... 45
Flitserlampje ..................................... 2, 44
Flitsstand.......................................... 44, 45
Formatteren.................................... 6, 129
Foto VR.................................................... 124
Foto's vastleggen tijdens
filmopname ............................................ 74
Foto-informatie................................... 121
Fulltime-AF ................................... 91, 105
Functies die niet tegelijk kunnen
worden gebruikt .................................. 56
G
Gegevens afdrukken.......................... 68
Geheugenkaart.................. 6, 163, 197
Geheugenkaarten formatteren
................................................................ 6, 129
Geheugenkaartsleuf ............................. 6
Geluidsinstellingen........................... 126
Gevoeligh. actiecontrole............... 127
Gezichtprioriteit........................ 88, 104
Gezichtsherkenning............................ 51
Glamour-retouchering............ 34, 67
Glimlachtimer ......................................... 35
Gloeilamplicht ....................................... 82
Groothoek................................................. 14
H
Half indrukken ........................................ 14
Handm. voorinstelling...................... 83
HDMI-kabel................................. 151, 152
Technische opmerkingen
201
HDMI-micro-aansluiting
...................................................... 1, 150, 152
HDR............................................................... 26
Helderheid.............................................. 121
Help .............................................................. 23
Histogram ....................................... 43, 48
Hoofdschakelaar.............................. 1 , 20
Hoogcontrast monochr. F........... 33
Hoogte..................................................... 140
Hoogte-/diepteopties..................... 118
Hoogtelog .................................. 141, 145
Hoogtemeter....................................... 140
HS-film .......................................... 101, 103
Huid verzachten.................................... 52
Huidige instellingen........................ 108
I
In-/uitzoomen........................................ 14
Intern geheugen ..................................... 7
Intern geheugen formatteren... 129
Interval ........................................................ 92
Interval film N.............................. 23, 28
Invulflits..................................................... 45
ISO-waarde............................................... 87
K
Kaartacties .................................... 20, 128
Kaartweergave........................ 132, 144
Kalenderweergave ............................. 60
Kleine afbeelding ................................ 69
Klok instellen via satelliet............... 115
Knipperdetectie .................................... 93
Knopgeluid ........................................... 126
L
Laadlampje ........................................... 2, 8
Landschap c......................................... 23
Lange sluitertijd ................................... 45
Lichtnetadapter ...................... 150, 182
Lichtnetlaadadapter........................ 196
Log aanmaken.......................... 114, 141
Log weergeven............ 115, 144, 145
Luidspreker.................................................. 2
M
Macro-stand............................................ 47
Mark. voor upload. via Wi-Fi
............................................................ 94, 149
Menu Korte filmvoorstelling
................................................................ 38, 78
Menu Slim portret...................... 78, 92
Microfoon..................................................... 1
Microfoon (stereo) .................................. 1
Micro-USB-aansluiting............... 1, 150
Miniatuurweergave............................ 60
Monitor ........................................ 2, 3, 164
Monitorinstellingen ......................... 121
Multi-selector.................................... 2, 78
N
Nachtlandschap j.................... 23, 25
Nachtportret e .......................... 23, 24
NFC............................................ 1, 147, 149
Nikon Transfer 2.................................. 158
Nostalgisch sepia P ................. 33
O
Objectief............................................. 1, 192
Onder water C............................. 23, 27
Onderwaterflitser................... 126, 183
Onderwerp volgen.................... 89, 90
Onderwerpstanden............................ 23
Ontspanknop..................................... 1, 14
Oogje voor camerariem ................. 1, 2
Oplaadbare Li-ionbatterij ............ 196
Opladen via computer................... 130
Opname ............................................. 12, 18
Opnamedatums afdrukken......... 123
Opnamemenu.............................. 78, 80
Opnamestand......................................... 18
Technische opmerkingen
202
Opties....................................................... 108
Optiesmenu locatiegeg..... 110, 132
Optionele accessoires.................... 182
Optische zoom ...................................... 14
P
Papierformaat........................... 154, 155
Party/binnen f........................... 23, 24
PictBridge..................................... 151, 153
Points of interest (POI) ......... 113, 135
Polsriem ........................................................ ii
Pop l...................................................... 33
Portret b................................................... 23
Printer............................................. 151, 153
R
Reeksweergaveopties .............. 62, 98
Resterende filmopnametijd
................................................................. 71, 72
Riem voor gebruik op het land ...... ii
Rode-ogencorrectie .......................... 66
S
Schemering i...................................... 23
Schermvullende weergave............ 15
Scherpstelaanduiding.................. 3, 13
Scherpstellen ...................... 51, 88, 104
Scherpstelveld .......................... 4, 13, 51
Scherpstelvergrendeling................. 55
SD-geheugenkaart.......... 6, 163, 197
Selectieve kleur I.............................. 33
Setup-menu ................................. 78, 119
Sluitergeluid ................................ 92, 126
Sluitertijd ................................................... 14
Sneeuw z............................................... 23
Snel retoucheren.................................. 65
Sneleffecten............................................ 64
Speelgoedcamera-eff. 1 m.......... 33
Speelgoedcamera-eff. 2 n.......... 33
Sport d............................................. 23, 24
Stand Autom. scènekeuzekn.
................................................................. 12, 21
Stand Korte filmvoorstelling......... 38
Stand Slim portret............................... 34
Stand Sorteer op datum .................. 61
Stand speciale effecten .................... 33
Standaardwaarden........................... 131
Standaardwaarden herstellen
..................................................................... 108
Statiefaansluiting ......................... 2, 195
Strand Z.................................................. 23
T
Taal/Language .................................... 129
Tegenlicht o................................. 23, 26
Tele................................................................ 14
Televisies...................................... 151, 152
Tijdsverschil........................................... 119
Tijdzone............................................ 11, 119
Tijdzone en datum ................... 10, 119
TL-licht........................................................ 82
U
Uitsnede.................................................... 70
Uploaden vanaf camera.... 108, 149
USB-kabel ................... 8, 151, 153, 157
V
Vast bereik automatisch.................. 87
Verbinden met smart-apparaten
.......................................................... 108, 147
ViewNX 2................................................. 157
Voedsel u......................................... 23, 25
Volume.............................................. 40, 75
Vooropnamecache.................... 84, 86
Vuurwerk m ................................... 23, 26
W
Waterdiepte......................................... 140
Waterdieptelog....................... 141, 145
Weergave .................................................. 15
Technische opmerkingen
203
Weergave actiecontrole....... 20, 127
Weergave Eenvoudig panorama
......................................................................... 32
Weergavemenu .......................... 78, 94
Weergavestand ..................................... 15
Wi-Fi verbreken ...................... 108, 148
Wi-Fi-knop ................................. 147, 149
Wi-Fi-optiesmenu ........ 78, 108, 147
Windruisreductie............................... 107
Wireless Mobile Utility.................... 146
Wissen................................................ 16, 63
Witbalans................................................... 82
Z
Zacht O............................................ 33
Zelf-collage ..................................... 36, 92
Zelfontspanner..................................... 46
Zelfontspannerlampje ........ 1, 38, 46
Zomertijd ................................ 10, 11, 119
Zonsondergang h ............................ 23
Zoomknop ......................................... 2, 14
Zoomweergave..................................... 59
YP6A02(1F)
6MN5471F-02
Deze handleiding mag op geen enkele manier volledig of
gedeeltelijk (behalve voor korte citaten in kritische artikelen of
besprekingen) worden gereproduceerd zonder de schriftelijke
toestemming van NIKON CORPORATION.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232

Nikon COOLPIX AW130 Referentie gids

Type
Referentie gids