Smeg PGF 32 C de handleiding

Type
de handleiding
Downloaded from www.vandenborre.be
123
Inhoudsopgave
DEZE AANWIJZINGEN ZIJN ENKEL GELDIG VOOR DE LANDEN VAN BESTEMMING
WAARVAN DE IDENTIFICATIESYMBOLEN AANGEDUID WORDEN OP DE COVER
VAN DEZE HANDLEIDING.
AANWIJZINGEN VOOR DE GEBRUIKER: hier vindt u advies betreffende het
gebruik, de beschrijving van de bedieningen en de correcte handelingen
voor de reiniging en het onderhoud van het toestel.
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATEUR: deze zijn bedoeld voor de
gekwalificeerde technicus die de installatie, de indienststelling en de
keuring van het toestel moet uitvoeren.
Surf voor meer informatie over de producten naar www.smeg.com
@
1. GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN ................................................................. 124
2. WAARSCHUWINGEN BETREFFENDE DE VEILIGHEID......................... 126
3. ZORG VOOR HET MILIEU ........................................................................ 128
4. MAAK U VERTROUWD MET UW TOESTEL ............................................ 129
5. HET GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT....................................................... 130
6. REINIGING EN ONDERHOUD.................................................................. 146
7. PLAATSING IN HET WERKBLAD............................................................. 149
Downloaded from www.vandenborre.be
Algemene waarschuwingen
124
1. GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN
DEZE HANDLEIDING IS EEN INTEGREREND DEEL VAN HET TOESTEL. ZE MOET
INTEGER EN BINNEN HANDBEREIK BEWAARD WORDEN VOOR DE VOLLEDIGE
GEBRUIKSDUUR VAN HET TOESTEL.
DEZE GEBRUIKSAANWIJZING EN ALLE AANWEZIGE AANDUIDINGEN MOETEN
AANDACHTIG DOORGELEZEN WORDEN VOORDAT HET TOESTEL IN GEBRUIK
WORDT GENOMEN. DE INSTALLATIE MOET UITGEVOERD WORDEN DOOR
GEKWALIFICEERD PERSONEEL, EN DOOR DE VAN KRACHT ZIJNDE NORMEN TE
RESPECTEREN. DIT TOESTEL IS BESTEMD VOOR HUISHOUDELIJK GEBRUIK EN
IS CONFORM DE EEG-RICHTLIJNEN DIE ACTUEEL VAN KRACHT ZIJN. HET
TOESTEL WERD GEBOUWD VOOR DE VOLGENDE FUNCTIE: DE BEREIDING VAN
VOEDSEL; ELK ANDER GEBRUIK MOET ALS ONEIGENLIJJK BESCHOUWD
WORDEN.
DE FABRIKANT KAN NIET AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR ANDERE
DAN DE VERMELDE GEBRUIKSTOEPASSINGEN.
WANNEER HET TOESTEL IN BOTEN OF CARAVANS GEÏNSTALLEERD WORDT, MAG
HET NIET GEBRUIKT WORDEN OM DE OMGEVINGEN TE VERWARMEN.
GEBRUIK DIT TOESTEL NOOIT VOOR DE VERWARMING VAN DE WONING.
DIT TOESTEL IS VOORZIEN VAN HET MERKTEKEN VOLGENS DE EUROPESE
RICHTLIJN 2002/96/EG IN VERBAND MET ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE
TOESTELLEN (WASTE ELECTRICAL AND ELECTRONIC EQUIPMENT - WEEE).
DEZE RICHTLIJN BEPAALT DE NORMEN VOOR HET INZAMELEN EN RECYCLEREN
VAN AFGEDANKTE TOESTELLEN, EN GELDT VOOR HET VOLLEDIGE
GRONDGEBIED VAN DE EUROPESE UNIE.
HET IDENTIFICATIEPLAATJE MET DE TECHNISCHE GEGEVENS, HET
SERIENUMMER EN DE MARKERING IS ZICHTBAAR AANGEBRACHT OP HET
TOESTEL.
DIT PLAATJE MAG NOOIT VERWIJDERD WORDEN.
VOORDAT U HET TOESTEL IN WERKING STELT, MOET U VERPLICHT ALLE
BESCHERMENDE FOLIES VAN HET TOESTEL VERWIJDEREN.
ER WORDT AANBEVOLEN OM VOOR ELKE HANDELING SPECIALE THERMISCHE
HANDSCHOENEN TE DRAGEN.
GEBRUIK ABSOLUUT GEEN STALEN SPONZEN OF SCHERPE
KRABBERS ZODAT DE VLAKKEN NIET WORDEN BESCHADIGD.
GEBRUIK NORMALE EN NIET-SCHURENDE PRODUCTEN, EN
EVENTUEEL HOUTEN OF PLASTIC KEUKENGEREI. SPOEL
ZORGVULDIG, EN DROOG MET EEN ZACHTE DOEK OF EEN DOEK IN
MICROFIBER.
Downloaded from www.vandenborre.be
Algemene waarschuwingen
125
LAAT HET TOESTEL NIET ONBEWAAKT ACHTER TIJDENS BEREIDINGEN WAAR
VETTEN EN OLIES KUNNEN VRIJKOMEN.
DE VETTEN EN DE OLIES KUNNEN VLAM VATTEN.
CONTROLEER NA ELK GEBRUIK STEEDS OF DE BEDIENINGSKNOPPEN IN
POSITIE
O (UIT) STAAN.
PLAATS NOOIT PANNEN DIE GEEN PERFECT EFFEN EN REGELMATIGE BODEM
HEBBEN OP DE ROOSTERS VAN DE KOOKPLAAT.
GEBRUIK GEEN RECIPIËNTEN DIE GROTER ZIJN DAN DE BUITENOMTREK VAN DE
KOOKPLAAT.
ZORG ERVOOR DAT DE OPENINGEN EN DE SPLETEN VOOR DE VENTILATIE EN
DE WARMTE-AFVOER NIET VERSTOPT RAKEN.
(ENKEL VOOR DE MODELLEN MET INDUCTIE)
LET ERVOOR OP DAT U TIJDENS DE BEREIDING GEEN SUIKER OF
ZOETE MENGSELS OP DE KOOKPLAAT MORST, OF ER MATERIALEN OP
PLAATST DIE ZOUDEN KUNNEN SMELTEN (PLASTIC OF
ALUMINIUMFOLIE); INDIEN DIT MOCHT GEBEUREN, DAN MOET U, OM
DE STAAT VAN HET OPPERVLAK NIET TE BESCHADIGEN, DE VERWARMING
UITSCHAKELEN EN DE PLAAT MET DE BIJGEVOEGDE SCHRAPER REINIGEN
ZOLANG DE PLAAT NOG LAUWWARM IS. WANNEER DE INDUCTIEKOOKPLAAT
NIET ONMIDDELLIJK GEREINIGD WORDT, BESTAAT HET RISICO DAT KORSTEN
GEVORMD WORDEN DIE NIET MEER VERWIJDERD KUNNEN WORDEN EENS DE
PLAAT AFGEKOELD IS.
Downloaded from www.vandenborre.be
Algemene waarschuwingen
126
2. WAARSCHUWINGEN BETREFFENDE DE VEILIGHEID
RAADPLEEG DE AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE VOOR DE
VEILIGHEIDSNORMEN VOOR ELEKTRISCHE TOESTELLEN OF TOESTELLEN OP
GAS, EN VOOR DE VENTILATIEFUNCTIES.
IN HET BELANG VAN UW VEILIGHEID WERD BIJ WET BEPAALD DAT DE
INSTALLATIE EN DE ASSISTENTIE VAN ALLE ELEKTRISCHE TOESTELLEN MOET
UITGEVOERD WORDEN DOOR BEVOEGD PRSONEEL, MET INACHTNEMING VAN
DE VAN KRACHT ZIJNDE NORMEN.
ONZE ERKENDE INSTALLATEURS GARANDEREN HET BESTE RESULTAAT.
ELEKTRISCHE OF GASAPPARATEN MOETEN STEEDS DOOR EXPERTS WORDEN
LOSGEKOPPELD.
CONTROLEER VOORDAT HET TOESTEL AANGESLOTEN WORDT OP HET
STROOMNET OF DE GEGEVENS DIE AANGEDUID WORDEN OP HET PLAATJE
OVEREENKOMEN MET DIEGENE VAN HET STROOMNET ZELF.
HET IDENTIFICATIEPLAATJE MET DE TECHNISCHE GEGEVENS, HET
SERIENUMMER EN
DE MERKING IS GOED ZICHTBAAR AANGEBRACHT ONDER DE BESCHERMKAP.
HET PLAATJE OP DE BEHUIZING MAG NOOIT VERWIJDERD WORDEN.
VOORDAT DE HANDELINGEN VAN DE INSTALLATIE / ONDERHOUD UITGEVOERD
WORDEN, MOET GECONTROLEERD WORDEN OF HET TOESTEL NIET VAN
STROOM WORDT VOORZIEN.
DE STEKKER DIE AANGESLOTEN MOET WORDEN OP DE STROOMKABEL EN HET
RELATIEVE STOPCONTACT MOETEN VAN HETZELFDE TYPE EN CONFORM DE
VAN KRACHT ZIJNDE NORMEN ZIJN.
HET STOPCONTACT MOET BEREIKBAAR BLIJVEN NA INBOUW VAN HET TOESTEL.
TREK NOOIT AAN DE KABEL OM DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE
VERWIJDEREN.
ALS DE STROOMKABEL BESCHADIGD IS, MOET ONMIDDELLIJK DE TECHNISCHE
ASSISTENTIEDIENST GECONTACTEERD WORDEN DIE VOOR DE VERVANGING
VAN DE KABEL ZAL ZORGEN.
DE AARDING MOET VERPLICHT AANGEBRACHT WORDEN VOLGENS DE
VOORZIENE VEILIGHEIDSNORMEN VAN DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE.
VOER ONMIDDELLIJK NA DE INSTALLATIE EEN KORTE KEURING VAN HET
TOESTEL UIT, VOLGENS DE AANWIJZINGEN DIE VERDER WORDEN AANGEDUID.
ALS HET TOESTEL NIET WERKT, MOET HET LOSGEKOPPELD WORDEN VAN HET
ELEKTRICITEITSNET EN MOET U HET DICHTSTBIJZIJNDE TECHNISCHE
ASSISTENTICENTRUM CONTACTEREN.
PROBEER NOOIT OM HET TOESTEL ZELF TE HERSTELLEN.
HET TOESTEL WORDT TIJDENS HET GEBRUIK ZEER HEET. LET OP DAT U DE
WARMTE-ELEMENTEN NIET AANRAAKT.
DIT TOESTEL MAG NIET WORDEN GEBRUIKT DOOR PERSONEN (KINDEREN
INBEGREPEN) MET VERMINDERDE FYSISCHE OF PSYCHISCHE VERMOGENS, OF
DOOR PERSONEN DIE GEEN ERVARING HEBBEN MET HET GEBRUIK VAN
ELEKTRISCHE APPARATUUR, TENZIJ DIT GEBEURT ONDER TOEZICHT OF
INSTRUCTIE VAN VOLWASSENEN DIE VOOR HUN VEILIGHEID INSTAAN.
Downloaded from www.vandenborre.be
Algemene waarschuwingen
127
HOU KINDEREN UIT DE BUURT VAN HET TOESTEL WANNEER HET
AANGESCHAKELD IS, EN LAAT ZE ER NIET MEE SPELEN.
PLAATS GEEN METALEN EN PUNTIGE VOORWERPEN (BESTEK OF
GEREEDSCHAPPEN) IN DE SPLETEN VAN HET TOESTEL.
GEBRUIK GEEN STOOMSTRAAL OM HET TOESTEL TE REINIGEN.
DE STOOM ZOU DE ELEKTRISCHE DELEN KUNNEN BEREIKEN, ZODAT DEZE
BESCHADIGD KUNNEN WORDEN EN KORTSLUITING KUNNEN VEROORZAKEN.
VOER GEEN WIJZIGINGEN AAN DIT TOESTEL UIT.
DE VETTEN EN DE OLIE KUNNEN VLAM VATTEN ALS ZE OVERVERHIT RAKEN. WE
RADEN U DUS AAN OM NIET WEG TE GAAN TIJDENS DE BEREIDING VAN
VOEDSEL DAT OLIE OF VETTEN BEVAT. ALS DE OLIE OF DE VETTEN VLAM
VATTEN, MAG ER GEEN WATER WORDEN GEBRUIKT OM TE BLUSSEN! PLAATS
HET DEKSEL OP DE PAN EN SCHAKEL DE KOOKZONE UIT.
ALS U EEN BARST OF EEN SCHEUR OPMERKT IN HET OPPERVLAK VAN DE
INDUCTIEPLAAT, MOET U HET TOESTEL ONMIDDELLIJK UITSCHAKELEN EN MOET
U ZICH WENDEN TOT EEN ERKEND SERVICECENTRUM.
GEBRUIK GEEN SPUITBUSSEN NABIJ HET TOESTEL WANNEER HET IN WERKING
IS.
GEBRUIK GEEN SPUITBUSSEN WANNEER HET TOESTEL NOG WARM IS.
MENSEN MET EEN PACEMAKER OF EEN GELIJKSOORTIG TOESTEL MOETEN
CONTROLEREN OF DE WERKING VAN DEZE TOESTELLEN NIET WORDT
BEÏNVLOED DOOR HET INDUCTIEVELD, WAARVAN HET FREQUENTIEBEREIK
TUSSEN 20 EN 50 KHZ LIGT.
DE ELEKTROMAGNETISCHE INDUCTIEKOOKPLAAT BEHOORT OVEREENKOMSTIG
DE BEPALINGEN BETREFFENDE DE ELEKTROMAGNETISCHE COMPATIBILITEIT
TOT GROEP 2 EN KLASSE B
De constructeur kan niet aansprakelijk gesteld worden voor letsels aan
personen of materiële schade die wordt veroorzaakt door het niet in acht nemen
van deze voorschriften, of door het onklaar maken van zelfs maar een enkel
onderdeel van het toestel, of door het gebruik van niet-originele
reserveonderdelen.
Downloaded from www.vandenborre.be
Waarschuwingen voor de afvalverwerking
128
3. ZORG VOOR HET MILIEU
3.1 Onze zorg voor het milieu
Aldus de Richtlijnen 2002/95/EG, 2002/96/EG, 2003/108/EG in verband met de
beperking van het gebruik van gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische
toestellen, en ook de verwerking van afval. Het symbool van de doorkruiste
vuilbak, aangebracht op de apparatuur, duidt aan dat het product op het einde
van zijn gebruiksduur gescheiden ingezameld moet worden. De gebruiker moet
de apparatuur dus op het einde van de gebruiksduur toekennen aan geschikte
centra voor de gescheiden inzameling van elektrisch en elektronisch afval, of
overhandigen aan de verkoper wanneer een nieuw overeenkomstig toestel
wordt gekocht. Een gepaste gescheiden afvalinzameling voor de volgende
recyclage van de apparatuur en voor de behandeling en de ecologisch
compatibele verwerking draagt bij tot het vermijden van mogelijke negatieve
gevolgen voor het milieu en voor de gezondheid, en bevordert het recycleren
van het materiaal waarvan de apparatuur gemaakt is. Wanneer de gebruiker het
product illegaal verwerkt, zullen administratieve sancties getroffen worden.
Het product bevat geen delen die als gevaarlijk voor de gezondheid en het
milieu worden beschouwd, conform de actuele Europese Richtlijnen.
3.2 Uw zorg voor het milieu
Voor het verpakken van onze producten worden niet-vervuilende materialen
gebruikt die het milieu niet belasten, en die recycleerbaar zijn. Wij verzoeken om
hieraan mee te werken, en om te zorgen voor een correcte verwerking van de
verpakking. Vraag bij uw verkoper of bij de bevoegde diensten naar de
adressen van inzamel-, afvalverwerkings- en recyclagecentra.
Gooi de verpakking, of delen ervan, niet zomaar weg. Deze kunnen voor
kinderen gevaar op verstikking vormen; vooral plastic zakken zijn gevaarlijk.
Ook uw oude toestel moet correct verwerkt worden.
Belangrijk: lever het toestel in bij de plaatselijke dienst of zaak die
verantwoordelijk is voor de inzameling van afgedankte huishoudtoestellen. Met
een correcte verwerking kunnen kostbare materialen gerecupereerd worden.
Voordat u het toestel weggooit, is het belangrijk dat u de deuren verwijdert en de
werkvlakken niet verwijdert; dit om te vermijden dat kinderen zich al spelend in
de oven zouden kunnen opsluiten. Bovendien moet de stroomkabel
doorgesneden worden en samen met de stekker verwijderd worden.
Downloaded from www.vandenborre.be
Instructies voor de gebruiker
129
4. MAAK U VERTROUWD MET UW TOESTEL
Kleine glaskeramische
plaat
Grote inductiekookzone
Grote glaskeramische
plaat
Weerstand barbecue
Controlelampen van de
restwarmte
Controlelamp thermostaat
weerstand barbecue
Kleine inductiekookzone Teppan yaki bakplaat
Wanneer de elektrische platen of de barbecue (indien voorzien) voor het eerst
worden gebruikt, wordt aangeraden om op te warmen tot de maximum
temperatuur, en dit lang genoeg zodat eventuele oliehoudende productieresten
verbrand worden die aan het voedsel een onaangename geur zouden kunnen
verlenen.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
1
2
3
4
5
6
7
8
9
2
1
3 3
5
4
1
2
3
4
5
6
7
8
9
6
7
50°
100°
160°
200°
P
50°
100°
160°
200°
P
8
1
5
2
6
3
7
4
8
Downloaded from www.vandenborre.be
Instructies voor de gebruiker
130
5. HET GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT
5.1 Glaskeramische plaat
Het toestel heeft twee kookzones met verschillende
diameters en vermogens.
De posities zijn duidelijk aangeduid door cirkels, en de
verwarming gebeurt enkel binnen de diameters die
aangeduid worden op de plaat. De stralingszones
worden na enkele seconden ingeschakeld, en de
verwarming wordt geregeld met de regelknop.
Om de kookzones in te schakelen stelt u de regelknop
op een positie in tussen 1 en 9.
De regeling is progressief, dus alle waarden tussen de
aangeduide cijfers kunnen gebruikt worden. De
controlelampen naast de draaiknoppen duiden de
restwarmte aan: ze lichten op wanneer de elektrische
platen 50°C overschrijden, en worden uitgeschakeld
wanneer ze onder die waarde dalen. Voor de reiniging
moet de paragraaf "6.2 Reiniging van de onderdelen
van de kookplaat" geraadpleegd worden.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Downloaded from www.vandenborre.be
Instructies voor de gebruiker
131
5.1.1 Tabel voor de bereidingen
In de onderstaande tabel staan de in te stellen vermogenswaarden
weergegeven, en bij iedere waarde wordt het type te bereiden voedsel vermeld.
De waarden kunnen variëren afhankelijk van de hoeveelheid voedsel en de
smaak van de consument.
Positie van de
draaiknop
Geschikt type van bereiding
1 Om boter, chocolade en dergelijke te smelten.
2 - 3
Om voedsel te verwarmen, kleine hoeveelheden water
aan de kook te houden, om sauzen met eidooiers of boter
te kloppen.
4 - 5
Om vaste en vloeibare voedingsmiddelen te verwarmen,
water aan de kook te houden, diepvriesproducten te
ontdooien, voor omeletten van 2-3 eieren, om fruit- en
groentegerechten te bereiden, verschillende bereidingen.
6
Het stoven van vlees, vis, groenten, gerechten met meer
of minder water, bereiding van jam enz.
7 - 8
Gebraden vlees of vis, biefstuk, lever, gestoofd vlees en
vis, eieren, enz.
9
Bakken van aardappelen enz., het snel aan de kook
brengen van water.
Voor een goed rendement en een juist energieverbruik mogen alleen pannen
worden gebruikt die geschikt zijn voor gebruik op elektrische kookzones:
• De bodem van de pannen moet erg dik en perfect vlak zijn en moet
bovendien rein en droog zijn, zoals ook de kookplaat zelf.
Gebruik geen gietijzeren pannen of pannen met een ruwe bodem omdat
deze het oppervlak van de kookplaat zouden kunnen krassen.
De diameter van de bodem van de pannen moet gelijk zijn aan de diameter van
de getekende cirkel op de kookzones; als deze niet overeenkomen, wordt
energie verspild.
Downloaded from www.vandenborre.be
Instructies voor de gebruiker
132
5.2 Inductieplaat
Metalen voorwerpen, zoals bestek of deksels, mogen niet op de kookplaat
geplaatst worden omdat ze heet zouden kunnen worden.
5.2.1 Kookzones
Het toestel is voorzien van twee kookzones met
verschillende diameters en vermogens. Hun positie
wordt duidelijk aangeduid door cirkels, en de warmte
wordt beperkt binnen de getekende diameters op het
glas.
Onder elke kookzone bevindt zich een inductiespoel
die gevoed wordt door een elektronisch systeem, en
die een variabel magnetisch veld creëert. Wanneer in
een dergelijke magnetisch veld een pan wordt
geplaatst, richten de hoogfrequentiestromen zich
rechtstreeks op de pan en wordt de warmte
geproduceerd die nodig is voor de bereiding van het
voedsel.
Het symbool naast de bedieningsknoppen geeft aan
welke kookzone door deze knop wordt geregeld. Om
de zone in te schakelen, drukt u de knop in en
verdraait u deze tot op de gewenste positie. De
regeling gebeurt continu; daardoor is ook elke
tussenpositie instelbaar. Om de zone uit te schakelen
zet u de knop op
0.
Op de twee displays naast de kookzones ziet u
informatie over het verbruikte vermogen en de
speciale functies “Booster” en “Automatische
opwarming”.
Downloaded from www.vandenborre.be
Instructies voor de gebruiker
133
5.2.2 De functie Booster
De inductieplaat beschikt over een boosterfunctie, aangewezen voor gebruik bij
braadpannen en kookpotten gevuld met water, waarmee een bepaalde
temperatuur snel kan worden bereikt. Deze booster genereert tijdelijk een
vermogen dat hoger is dan dat van de zone zelf.
U schakelt de booster in door de knop in wijzerzin naar de positie P te
verdraaien. Vervolgens ziet u naast de kookzone het symbool verschijnen
om aan te geven dat de booster is ingeschakeld.
De booster blijft gedurende maximaal 10 minuten actief en wordt vervolgens
uitgeschakeld. Op het display ziet u de maximale verwarmingsduur [9]. Tijdens
de laatste 3 seconden van de boost knippert het symbool om aan te geven
dat de functie zo dadelijk zal worden uitgeschakeld.
De functie kan ook worden uitgeschakeld doordat de plaat een te hoge
temperatuur heeft bereikt, of door de geïntegreerde vermogensregelaar.
Indien de knop opnieuw op de positie P wordt geplaatst terwijl de booster nog in
werking is, verschijnt op het display de waarde voor het maximumvermogen [9].
De functie kan eveneens worden uitgeschakeld door de knop in tegenwijzerzin
naar een lagere waarde te verdraaien.
5.2.3 Automatische bediening van de opwarming
De automatische bediening van de opwarming wordt gebruikt voor de afgifte
van het maximale vermogen aan een kookzone gedurende een tijdsduur die
afhangt van het gekozen vermogen. Zodra de automatische opwarming is
uitgevoerd, schakelt de functie zich weer uit en ziet u op het display het
vermogen dat u vooraf hebt ingesteld.
Om deze functie te activeren draait u de knop in tegenwijzerzin tot op de positie
A, waarna op het display het symbool verschijnt. Kies vervolgens binnen 10
seconden het gewenste vermogen. Daarna treedt de automatische bediening
van de opwarming in werking en wordt het symbool weergegeven tot de
functie wordt uitgeschakeld.
Na het voltooien van de automatische opwarming ziet u op het display het
vermogen dat u vooraf hebt ingesteld.
De automatische opwarming kan worden beëindigd door de knop op een lager
of hoger vermogen te plaatsen, of door de booster in te schakelen.
Downloaded from www.vandenborre.be
Instructies voor de gebruiker
134
5.2.4 Werkingsvermogens
Hier volgt een tabel met het verbruik van de platen die in werking zijn.
Zonenummer
Diameter van de
Zone
Geabsorbeerd vermogen
1
210 mm
Normale werking: 1850 W
Met de functie Booster: 2500 W
2
140 mm
Normale werking: 1400 W
Met de functie Booster: 1800 W
Wanneer de plaat voor het eerst wordt gebruikt, wordt aangeraden om op te
warmen tot de maximum temperatuur, en dit lang genoeg zodat eventuele
oliehoudende productieresten verbrand worden die aan het voedsel een
onaangename geur zouden kunnen verlenen.
5.3 Types van pannen
Voor dit type van toestel zijn speciale pannen nodig.
De bodem van de pan moet in ijzer of staal/ijzer zijn, zodat het magnetisch veld
geproduceerd kan worden dat nodig is voor de verwarming.
De volgende recipiënten zijn niet geschikt:
• glas;
• keramiek:
• terracotta;
staal, aluminium of koper zonder magnetische bodem;
Om te controleren of de pan geschikt is, kan u een magneet op de bodem
plaatsen: wanneer deze aangetrokken wordt, is de pan geschikt voor de
inductieplaat. Wanneer u niet over een magneet beschikt, giet u een beetje
water in de pan, plaats u ze op een kookzone, en schakelt u de plaat aan.
Wanneer op het display het symbool verschijnt in plaats van het vermogen,
is de pan niet geschikt of niet correct geplaatst.
De pannen die gebruikt worden voor de bereiding moeten een minimum
diameter hebben zodat de correcte werking gegarandeerd wordt.
Hier volgt een tabel met de minimum diameters van de pannen in functie van de
kookzones.
Downloaded from www.vandenborre.be
Instructies voor de gebruiker
135
KOOKZONES
VAN DE KOOKPLAAT
4 Kleine inductiezone
5 Grote inductiezone
Ø min. (in cm)
9
14
U kan ook pannen gebruiken die groter zijn dan de kookzones, maar er moet dan
wel opgelet worden dat de bodem van de pan niet in contact komt met andere
kookzones en dat de pan altijd goed in het midden van de kookzone wordt
geplaatst.
Gebruik uitsluitend recipiënten die ontworpen werden voor gebruik op
inductieplaten, die een dikke en volledig platte bodem hebben. U kan ook
recipiënten gebruiken met een bodem zonder welvingen (holle of bolle bodems).
5
4
Downloaded from www.vandenborre.be
Instructies voor de gebruiker
136
5.3.1 Potdetectie
Elke kookzone heeft een mechanisme dat de aanwezigheid van de pan
detecteert en dat de bereiding enkel toelaat wanneer een geschikt en correct
geplaatst recipiënt aanwezig is op die plaat.
Wanneer het recipiënt niet correct geplaatst is of wanneer het uit ongeschikt
materiaal bestaat, en u wil de plaat toch inschakelen, zal op het display enkele
seconden na de inschakeling het symbool verschijnen, dat de fout aanduidt.
5.3.2 Restwarmte
Elke plaat heeft een mechanisme dat de restwarmte meldt. Op het display kan
na de uitschakeling van een plaat een knipperende worden weergegeven.
Dit signaal wijst erop dat die kookzone nog zeer heet is. Ook als de nog
knippert, kunt u de bereiding van het voedsel hervatten.
5.3.3 Blokkering van de bedieningsknoppen
Wanneer de plaat niet in werking gesteld is, kunnen de bedieningsknoppen
geblokkeerd worden zodat toevallige inschakeling door kinderen vermeden kan
worden.
Draai beide draaiknoppen naar het symbool A en houd de knoppen daar
gedurende ongeveer 2 seconden wanneer de platen uitgeschakeld zijn, tot op
het vermogensdisplay de symbolen verschijnen; laat de knoppen daarna los.
Deze functie kan ook worden geactiveerd door slechts één knop tot op het
symbool A te verdraaien en daar gedurende minstens 5 seconden te laten
staan.
Herhaal dezelfde handeling om de deblokkering uit te voeren: de displays van
de platen zullen het cijfer 0 tonen, wat aanduidt dat de blokkering van de platen
gedesactiveerd werd.
5.3.4 Foutmelding
De functies van alle bedieningsknoppen worden gemonitord. Wanneer zich in
een bepaalde zone een fout voordoet, wordt de werking van de kookzones
waarin de fout niet optreedt, niet onderbroken. De kookzone waarin zich de fout
voordoet, wordt automatisch uitgeschakeld en op het display verschijnt het
symbool .
Downloaded from www.vandenborre.be
Instructies voor de gebruiker
137
5.3.5 Warmtebescherming van de elektronische kaart
Het toestel heeft een mechanisme dat voortdurend de temperatuur van de
elektronische kaart meet.
Wanneer de temperatuur een bepaalde waarde overschrijdt, activeert het
mechanisme bepaalde functies om de temperatuur te verlagen zodat de
glaskeramische plaat correct kan blijven werken.
Hier volgt een tabel met handelingen die automatisch geactiveerd worden, met
de relatieve begintemperatuur:
Handeling
Temperatuur van
ingreep
Inschakeling ventilator aan lage snelheid 50° C
Inschakeling ventilator aan hoge snelheid 60° C
Terugkeer van de ventilator naar de lage
snelheid
55° C
Uitschakeling van de ventilator 45° C
Beperking van het werkingsvermogen van de
booster naar 9
76° C
Beperking van het vermogen met een punt voor
elke kookzone
85° C
Uitschakeling van alle kookzones 90° C
Herinschakeling van de kookzones met beperkt
vermogen
85° C
Normale werking van alle kookzones 80° C
Elke ingreep van dit type wordt op de kookplaat aangeduid door een knippering
van de vermogensdisplays.
5.3.6 Warmtebescherming van de glaskeramische plaat
Elke kookzone heeft een mechanisme dat de temperatuur constant meet.
Wanneer de temperatuur een bepaalde waarde overschrijdt, activeert het
mechanisme bepaalde functies om de temperatuur te verlagen zodat de
glaskeramische plaat correct kan blijven werken.
Hier volgt een tabel met handelingen die automatisch geactiveerd worden, met
de relatieve begintemperatuur:
Downloaded from www.vandenborre.be
Instructies voor de gebruiker
138
Handeling
Temperatuur van
ingreep
Beperking van het werkingsvermogen van
Power naar 9
250° C
Beperking van het vermogen met een punt 280° C
Uitschakeling van de kookzone 300° C
Terugkeer van het vermogen naar de
ingestelde waarde
250° C
Elke ingreep van dit type wordt op de kookplaat aangeduid door een knippering
van de vermogensdisplays.
5.3.7 Verwarmingsfunctie
Het doel van deze functie is het regelen van de temperatuur van de bodem van
de pan op ongeveer 70?. Hierdoor wordt het voedsel warm gehouden, met een
optimaal energetisch niveau, en wordt het delicaat opgewarmd. De maximum
duur van de verwarmingsfunctie wordt beperkt tot 2 uur.
De verwarmingsfunctie ligt tussen [0] en [1], en wordt aangeduid door het
symbool op de kookzones
5.4 Barbecueplaat
De regeling van het vermogen van de barbecueplaat
gebeurt door middel van de bedieningsknop tussen
de gewenste positie van 1 tot 9 te plaatsen.
De regeling is progressief, dus alle waarden tussen
de aangeduide cijfers kunnen gebruikt worden.
Het oplichten van de controlelamp duidt erop dat de
plaat aan het opwarmen is. Wanneer de controlelamp
uitgeschakeld wordt, werd het ingestelde
vermogensniveau bereikt.
Wanneer het regelmatig knippert, wordt het
vermogen van de plaat constant op het ingestelde
niveau gehouden. Raadpleeg voor de verwijdering
van het rooster en de reiniging de paragraaf "6.3
Reiniging van de barbecue".
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Downloaded from www.vandenborre.be
Instructies voor de gebruiker
139
U kan de roosters gebruiken om te grillen, te gratineren , of als barbecue.
In de kuip onder de weerstand kan het volgende geplaatst worden:
water om de vetten afkomstig van de bereiding op te vangen (giet maximum
1,5 liter water in het kuipje), of;
een laag lavastenen zodat de warmte langer behouden wordt, waardoor de
bereidingstijden korter worden en de kwaliteit van de bereiding verbeterd
wordt.
In beide gevallen moet opgelet worden dat de rand van het bakje niet
overschreden wordt.
Voordat het water ingegoten wordt of de lavastenen geplaatst, moet de
weerstand geblokkeerd worden zoals aangeduid wordt in de afbeelding.
AANDACHT!
De kantelende weerstand moet, als deze omhoog staat, steeds geblokkeerd
worden met het daarvoor bestemde mechanisme.
Voordat de weerstand omhoog wordt geplaatst, moet gecontroleerd worden
of hij koud is. Gevaar op verbranding!
Wanneer de weerstand omhoog staat, mag het bedieningsmechanisme niet
in werking gesteld worden. Gevaar op verbranding!
Downloaded from www.vandenborre.be
Instructies voor de gebruiker
140
5.5 Teppan yaki kookplaat
Deze kookplaat laat toe gerechten rechtstreeks op de plaat zelf te bereiden of
op te warmen, met of zonder olie. Het principe waarop deze bereidingsvorm
steunt, is de werking met temperaturen die nooit het rookpunt van de
voedingsmiddelen overschrijden (dit is de temperatuur waarop eten aanbrandt)
en met uiterst snelle kooktijden.
U kunt tevens gebruik maken van kookpotten of ander kookgerei, maar in dat
geval duurt het vanzelfsprekend langer om de gewenste temperatuur te
bereiken. Raadpleeg punt “5.9 Voorzorgen bij het gebruik van de teppan yaki
plaat” voor meer informatie over het gebruik van kookgerei.
Het toestel is voorzien van twee kookzones met een
gelijk oppervlak en vermogen. De positie stemt
ongeveer overeen met de voorste en achterste helft
van de plaat.
Onder elke kookzone bevindt zich een inductiespoel
die gevoed wordt door een elektronisch systeem, en
die een variabel magnetisch veld creëert. Op de
bodem van de teppan yaki plaat, die zich binnen dit
magnetisch veld bevindt, worden de hoge
frequentiestromen geconcentreerd en wordt zo de
nodige warmte geproduceerd voor het opwarmen en
bereiden van voedingsmiddelen.
Het symbool naast de knop duidt aan welke kookzone
wordt bediend. Draai de knop op de gewenste stand
om de plaat aan te schakelen. De warmteregeling
gebeurt doorlopend en dus werkt het toestel ook op
alle tussenstanden. Plaats de knop op de stand
0 om
de plaat uit te schakelen.
5.6 Display
De twee displays aan de zijkant van de knoppen
geven informatie weer over het kookvermogen, de
opwarming en afkoeling van de plaat en over de
speciale “Booster” functie.
Op de displays ziet u de temperatuurniveaus, met
cijfers van 1 tot 9. De overeenstemming tussen de
niveaus en de nominale waarde van de temperatuur
wordt vermeld in de waardentabel in punt “5.8
Werkingstemperaturen”.
50°
100°
160°
200°
P
50°
100°
160°
200°
P
Downloaded from www.vandenborre.be
Instructies voor de gebruiker
141
5.6.1 Opwarming
Door de knop in te stellen op een hogere
waarde dan de beginwaarde start de
opwarmingsfase. Tijdens de opwarming
van een kookzone worden op de display
afwisselend (ongeveer elke seconde) de
betreffende symbolen weergegeven, onderbroken door een display zonder
weergave.
5.6.2 Afkoeling
Door de knop in te stellen op een lagere
waarde dan de beginwaarde start de
afkoelingsfase. Tijdens de afkoeling van
een kookzone worden op de display
afwisselend (ongeveer elke seconde) de
betreffende symbolen weergegeven, onderbroken door een display zonder
weergave.
5.6.3 Het bereiken van de temperatuur
Wanneer de kookzone de ingestelde temperatuur heeft bereikt, wordt
op de display 5 seconden het symbool ernaast vast weergegeven.
5.6.4 Afwisseling van de weergave van de symbolen
Tijdens het instellen van het temperatuurniveau, en ongeveer 5 seconden lang
na de laatste instelling, geeft de display het gekozen niveau weer (van 1 tot 9).
Vervolgens, naargelang de plaat opwarmt of afkoelt, worden de
symboolsequenties voor opwarming of afkoeling van de zone weergegeven.
Wanneer de temperatuur is bereikt, verschijnt ongeveer 5 seconden lang het
sysmbool , daarna geeft de display terug het temperatuurniveau weer.
Downloaded from www.vandenborre.be
Instructies voor de gebruiker
142
5.6.5 Boosterfunctie
De inductieplaat beschikt over een boosterfunctie om de gewenste temperatuur
snel te bereiken, aangewezen voor gebruik bij kookpotten en braadpannen met
water. De booster genereert tijdelijk een vermogen dat hoger is dan het
nominaal vermogen van de zone zelf.
U schakelt de booster in door de draaiknop in wijzerzin op stand P in te stellen.
De ingeschakelde boosterfunctie wordt aangeduid door het symbool op de
display van de betreffende kookzone.
De booster blijft maximaal 10 minuten actief en wordt daarna uitgeschakeld. De
display geeft de maximale kookwaarde weer [9]. Tijdens de laatste 3 seconden
van de boosterfunctie, knippert het symbool om aan te geven dat de functie
zo dadelijk zal worden uitgeschakeld.
De functie kan ook automatisch worden uitgeschakeld wanneer de plaat een te
hoge temperatuur bereikt, of door de geïntegreerde vermogensregelaar.
Indien de knop opnieuw op de stand P wordt geplaatst terwijl de booster nog in
werking is, verschijnt op de display de waarde voor het maximumvermogen [9].
De functie kan eveneens worden uitgeschakeld door de knop in tegenwijzerzin
op een lagere waarde in te stellen.
5.6.6 Restwarmte
Elke plaat is voorzien van een mechanisme dat de restwarmte aanduidt. Op de
display kan, na het uitschakelen van eender welke kookzone, een knipperende
worden weergegeven. Dit signaal wijst erop dat de betreffende kookzone
nog zeer heet is. Ook als de nog knippert kunt terug verder koken.
5.6.7 Blokkering van de plaatbedieningen
Wanneer de plaat niet in werking is gesteld, kunnen de bedieningen worden
geblokkeerd zodat toevallige inschakeling door kinderen vermeden wordt.
Draai en houd wanneer de platen zijn uitgeschakeld beide knoppen ongeveer 2
seconden op het symbool , tot op de vermogensdisplay het symbool
verschijnt. Laat de knoppen daarna los.
De functie kan ook worden ingeschakeld door één enkele knop minstens 5
seconden lang op het symbool te draaien en te houden.
Herhaal dezelfde handeling om de bediening(en) te deblokkeren: de displays
van de platen geven het cijfer 0 weer, waarmee wordt aangeduid dat de
blokkering van de platen werd opgeheven.
Downloaded from www.vandenborre.be
Instructies voor de gebruiker
143
5.7 Gebruik van vetten en olie
Wanneer u kookt met vetten of olie moet u weten op welke temperaturen u kunt
werken. Door het instellen van de juiste temperatuur behouden deze hun
eigenschappen. Indien de temperatuur te hoog is, zullen de vetten en olie
beginnen roken (rookpunt) en vervolgens verbranden.
Vet - olie
Maximale
temperatuur (°C)
Rookpunt (°C)
Boter 130 150
Reuzel 170 200
Rundervet 180 210
Olijfolie 180 200
Zonnebloemolie 200 220
Arachideolie 200 235
5.8 Werkingstemperaturen
Hierna vindt u een tabel met de temperaturen die overeenstemmen met de
opwarmingsniveaus van de plaat.
Stand Temperatuur (°C)
0 -
1 50
2 80
3 100
4 130
5 160
6 180
7 200
8 220
9 230
De temperaturen zijn indicatief, de reële waarde kan ± 10° verschillen van de
aangeduide waarde.
De gegevens in de tabel zijn indicatief en gelden voor een voorverwarmd
toestel. De waarden kunnen variëren naargelang het soort en de hoeveelheid
voedsel. Plaats de te bereiden voedingsmiddelen slechts op de plaat na afloop
van de voorverwarming.
Downloaded from www.vandenborre.be
Instructies voor de gebruiker
144
5.8.1 Teppan yaki thermische bescherming
Elke kookzone is voorzien van een mechanisme dat constant de temperatuur
meet. Wanneer de temperatuur een bepaalde waarde overschrijdt, activeert het
mechanisme bepaalde functies om de temperatuur te verlagen, zodat de teppan
yaki plaat correct kan blijven werken. Hierna volgt een tabel met handelingen
die automatisch geactiveerd worden, en hun betreffende begintemperatuur:
Handeling
Temperatuur bij
tussenkomst
Beperking van het werkingsvermogen van
Power naar 9
250 °C
Beperking van het vermogen met één punt 280 °C
Uitschakeling van de kookzone 300 °C
Terugkeer van het vermogen naar de
ingestelde waarde
250 °C
Elke tussenkomst van dit type wordt op de kookplaat aangeduid door een
knippering van de vermogensdisplays.
5.8.2 Warmtebescherming van de elektronische kaart
Het toestel beschikt over een mechanisme dat voortdurend de temperatuur van
de elektronische kaart meet. Wanneer de temperatuur een bepaalde waarde
overschrijdt, activeert het mechanisme bepaalde functies om de temperatuur te
verlagen, zodat de teppan yaki plaat correct kan blijven werken. Hierna volgt
een tabel met handelingen die automatisch geactiveerd worden en hun
betreffende begintemperatuur:
Downloaded from www.vandenborre.be
Instructies voor de gebruiker
145
Handeling
Temperatuur bij
tussenkomst
Inschakeling ventilator aan lage snelheid 50 °C
Inschakeling ventilator aan hoge snelheid 60 °C
Terugkeer van de ventilator naar de lage
snelheid
55 °C
Uitschakeling van de ventilator 45 °C
Beperking van het werkingsvermogen van
booster naar 9
76 °C
Beperking van het vermogen met één punt voor
elke kookzone
85 °C
Uitschakeling van alle kookzones 90 °C
Herinschakeling van de kookzones met beperkt
vermogen
85 °C
Normale werking van alle kookzones 80 °C
Elke tussenkomst van dit type wordt op de kookplaat aangeduid door een
knippering van de vermogensdisplays.
5.9 Voorzorgen bij het gebruik van de teppan yaki plaat
Indien u kookpotten gebruikt voor het bereiden van het voedsel dient u het
volgende te weten:
De plaat is niet bestemd voor het bereiden van voedsel met kookpotten of
ander kookgerei. Het energetisch verbruik en verlies zal dus beduidend
hoger liggen dan normaal.
• De diameter van de gebruikte kookpotten mag niet groter zijn dan de
afmetingen van de plaat.
De kookpotten moeten binnen de grenzen van de plaat worden geplaatst.
Elk recipiënt dat op de plaat wordt gebruikt moet volledig van metaal zijn en
geen plastic delen bevatten. De hoge temperaturen die worden bereikt
zouden deze kunnen doen smelten.
Ook al is het stalen kookoppervlak uiterst gebruiksbestendig en gepolijst, toch
kunnen er na verloop van tijd bij normaal gebruik tekenen van slijtage
voorkomen. Dit doet geenszins afbreuk aan het gebruik van de plaat. Een lichte
geelachtige ontkleuring van het stalen oppervlak is absoluut normaal.
Vermijd voedingsmiddelen te snijden met messen op het kookvlak zodat dit niet
wordt bekrast. Gebruik spatels en geen puntige voorwerpen om de
voedingswaren om te draaien. Deze voorzorgsmaatregelen voorkomen de
vorming van inkervingen op de teppan yaki.
Downloaded from www.vandenborre.be
Instructies voor de gebruiker
146
6. REINIGING EN ONDERHOUD
Vóór elke handeling moet de stroomtoevoer van het toestel uitgeschakeld
worden.
GEBRUIK GEEN STOOMSTRAAL OM HET TOESTEL TE REINIGEN.
6.1 Reiniging van roestvrij staal
Om het roestvrij staal in goede staat te houden, moet het na elk gebruik
gereinigd worden nadat het afgekoeld is.
6.1.1 Gewone dagelijkse reiniging
Gebruik voor het reinigen en bewaren van de roestvrije stalen oppervlakken
alleen specifieke producten, die geen schurende of zure stoffen op chloorbasis
bevatten.
Gebruiksaanwijzing: giet het product op een vochtige doek en wrijf het over de
oppervlakken, spoel zorgvuldig, en droog met een zachte doek of met een
zeemvel.
6.1.2 Voedselvlekken of -resten
Gebruik absoluut geen metalen sponzen of scherpe krabbers zodat
de oppervlakken niet worden beschadigd.
Gebruik normale en niet-schurende producten voor staal, en
eventueel houten of plastic gereedschappen.
Spoel goed, en droog met een zachte doek of met een zeemvel.
6.2 Reiniging van de onderdelen van de kookplaat
De glaskeramische plaat moet regelmatig gereinigd worden, het liefst na elk
gebruik, nadat de controlelampen van de restwarmte uit zijn.
Eventuele lichtgekleurde strepen, veroorzaakt door
pannen met een aluminium bodem, kunnen worden
verwijderd met een in azijn vochtig gemaakte doek. Als
er na het gebruik van de kookplaat verbrande resten
achterblijven, moeten deze worden verwijderd met het
bijgeleverde schrapertje. Afnemen met water en goed
afdrogen met een schone doek.
Downloaded from www.vandenborre.be
Instructies voor de gebruiker
147
Als het schrapertje constant wordt gebruikt, wordt het gebruik van chemische
producten voor de dagelijkse reiniging van de plaat aanzienlijk teruggebracht.
Gebruik in geen geval schurende of bijtende middelen (bijv. producten in
poedervorm, ovensprays, vlekkenmiddelen en metalen sponsjes).
Gebruik geen dampstraal om het toestel te reinigen.
6.3 Reiniging van de barbecue
Laat het rooster afkoelen en verwijder hem vervolgens uit het toestel. Reinig
hem met een gewoon reinigingsmiddel en een niet-schurende spons. Om het
bakje onder de weerstand van de barbecue te verwijderen:
1 Verwijder het rooster zoals hierboven beschreven;
2 Hef de weerstand op, en blokkeer hem door de blokkering naar rechts te
verschuiven (zoals aangeduid wordt in de afbeelding);
3 Verwijder het bakje door gebruik te maken van de twee handgrepen, en voer
de reiniging uit door gebruik te maken van specifieke reinigingsmiddelen
voor roestvrij staal en van een niet-schurende spons.
*
AANDACHT:
Voordat de weerstand omhoog wordt geplaatst, moet gecontroleerd worden
of hij koud is. Gevaar op verbranding!
Wanneer de weerstand omhoog staat, mag het bedieningsmechanisme niet
in werking gesteld worden. Gevaar op verbranding!
Downloaded from www.vandenborre.be
Instructies voor de gebruiker
148
6.4 Reiniging van de teppan yaki plaat
Het is aanbevolen het toestel na elk gebruik te reinigen, anders kan het uiterst
moeilijk worden om ingebakken kookresten te verwijderen.
Reinig de plaat niet wanneer deze nog warm is, laat de plaat minstens 15
minuten afkoelen.
Verwijder het meeste vuil met een spatel. Om de reiniging te vergemakkelijken
is het aanbevolen ijsblokjes te gebruiken waar een paar druppeltjes
afwasmiddel zijn aan toegevoegd. Laat het vuil weken (maximaal 1 uur)
alvorens het te verwijderen.
AANDACHT:
Giet geen water uit over een hete kookplaat, er kan zich damp vormen of het
water kan heet wegspatten.
Naargelang het soort voedsel dat werd bereid op de plaat, kunnen er witte
vlekken achterblijven. Deze vlekken kunnen worden verwijderd met citroensap,
azijn of een zachte ontkalker. Gebruik nooit schoonmaakmiddelen die
schurende bestanddelen, zuren of chloor bevatten. Veeg de plaat vervolgens af
met een vochtige doek.
Reinig de rand van de plaat met een zachte doek of spons en afwasmiddel.
Klop of schraap niet met de spatels. Droog de plaat goed af na reiniging.
Gebruik geen schuur- of staalsponsjes, metaalborstels e.d.
Controleer na het reigingen en voor hergebruik of alle resten van
schoonmaakmiddel zijn verwijderd.
6.4.1 Zelfreiniging
De teppan yaki plaat beschikt ook over een zelfreinigende functie in aanvulling
op de manuele reiniging. Schakel het toestel in en plaats beide draaiknoppen op
de zelfreinigingsfunctie . Veeg de plaat vervolgens af met een vochtige
doek.
Downloaded from www.vandenborre.be
Instructies voor de installateur
149
7. PLAATSING IN HET WERKBLAD
Dit is een toestel klasse 3 (inbouw)
De volgende ingreep vergt metsel- en/of timmerwerk, en moet dus uitgevoerd
worden door een bevoegd technicus.
De installatie is mogelijk op structuren van verschillende materialen, zoals
metselwerk, metaal, massief hout en met plastic gelamineerd hout, als het maar
hittebestendig is (T 90°C).
7.1 Inbouwafmetingen
AFSTANDEN A B C D E H
MINIMUM 292 mm 494 mm 20 mm 110 mm 50 mm 750 mm
MAXIMUM 292 mm 494 mm 70 mm - - -
A
B
D
C
E
H
D
Downloaded from www.vandenborre.be
Instructies voor de installateur
150
7.2 Bevestiging op de steunende structuur
Plaats zorgvuldig de bijgeleverde isolerende
pakking op de externe omtrek van het gat dat
gemaakt werd in het bovenblad zoals wordt
getoond in de tekening hiernaast, en zorg
ervoor dat het goed hecht door er op te
drukken met uw vingers.
De pakking moet op een afstand van 3-4 mm
van de buitenrand van het gat in het werkblad
worden geplaatst.
Hierna moet het werkblad op de isolerende
pakking worden geplaatst en met
bevestigingsbeugels aan de draagconstructie
worden vastgemaakt zodat het perfect vlak is.
Snij de rand van de pakking die te veel is
zorgvuldig af.
3-4 mm
Downloaded from www.vandenborre.be
Instructies voor de installateur
151
Waarschuwing: de temperatuur van het onderoppervlak van de kookplaat kan
meer dan 125°C bedragen. Sluit de toegang tot het onderoppervlak voldoende
af om gevaarlijke situaties te voorkomen. Zie hiervoor de montage-instructies.
BELANGRIJK: wanneer het toestel op een meubel gemonteerd is, moet u een
scheidend vlak installeren zoals wordt afgebeeld in de figuur.
Wanneer het apparaat zich daarentegen boven een onder de plaat
geïnstalleerde oven bevindt is een dergelijk schap niet nodig.
Wanneer de kookplaat boven een oven wordt geïnstalleerd, moet deze voorzien
worden van een ventilator voor de koeling.
Max
150 mm
Max
100 mm
Min. 20 mm
Downloaded from www.vandenborre.be
Instructies voor de installateur
152
7.3 Elektrische aansluiting
Controleer of het voltage en de afmetingen van de stroomtoevoerlijn
overeenstemmen met de kenmerken die aangeduid worden op de plaat die zich
onder de carter van het toestel bevindt. Dit plaatje mag nooit verwijderd worden.
De stekker van de stroomkabel en het stopcontact moeten van hetzelfde type
en conform de van kracht zijnde normen betreffende de elektrische installaties
zijn. Controleer of de stroomtoevoerlijn voorzien is van een geschikte aarding.
Wanneer een vaste aansluiting gebruikt wordt, moet op de toevoerlijn van het
toestel een omnipolair onderbrekingsmechanisme aanwezig zijn met
openingsafstand van de contacten die gelijk of groter is dan 3 mm, op een
positie die makkelijk bereikbaar is en die zich nabij het toestel bevindt.
Vermijdt het gebruik van adapters, reducties of aftakkingen.
Ingeval de stroomkabel wordt vervangen,
mag de doorsnede van de draden van de
nieuwe kabel niet kleiner zijn dan 1.5 mm²
(kabel van 3 x 1.5), door er rekening mee te
houden dat het uiteinde dat op de oven
moet worden aangesloten een aardedraad
moet hebben (geel-groen) die
minstens 20 mm langer is. Gebruik uitsluitend een kabel van het type H05V2V2-
F of gelijkaardig en die bestand is tegen een maximumtemperatuur van 90°C.
De vervanging moet uitgevoerd worden door een bevoegd technicus, die de
aansluiting op het net moet uitvoeren volgens het onderstaande schema.
L = bruin
N = blauw
= geel-groen
De constructeur kan niet aansprakelijk gesteld worden voor persoonlijke letsels
of materiële schade als gevolg van het niet in acht nemen van die voorschriften
of door het onklaar maken van een afzonderlijk deel van het toestel.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30

Smeg PGF 32 C de handleiding

Type
de handleiding