11. ▼-toets: wordt gebruikt om naar de volgend menuoptie te gaan of de waarde van een parameter te
verlagen.
12. ENCODER: gebruikt om gemakkelijk enkele
handige functies te bedienen:
• DMX-modus: Druk op de encoder om
de output op 100% in te stellen
gedurende 10 seconden. Zeer handig
voor het uitlijnen en afstellen van de
lichtbundel in een theater!
• MANUAL-modus: zie de afbeelding om gemakkelijk te begrijpen hoe de encoder te gebruiken:
• DIMMER LEVEL aanpassen: draai de encoder om de lichtopbrengst handmatig te
wijzigen. Druk kort op de encoder als u de nieuwe lichtopbrengst wilt opslaan voor
toekomstig gebruik.
• CCT aanpassen: druk op de encoder tot op de display [LED CCT] verschijnt. Draai aan
de encoder om de gewenste CCT te selecteren. Druk kort op de encoder als u de
nieuwe CCT wilt opslaan voor toekomstig gebruik. Druk de encoder opnieuw gedurende
+/-2 seconden in om terug te keren naar het dimmerniveau.
13. HANDVAT: gebruikt voor het richten van de schijnwerper. Kan ook gebruikt worden om de
veiligheidskabel te bevestigen tijdens de installatie, zie paragraaf " hangende installatie ")
14. OPHANGBEUGEL: met aan beide kanten een knop om het apparaat in de gewenste positie vast te
zetten. U kunt het gat in het midden van de beugel gebruiken om een haak of trussklem te bevestigen.
15. VERGRENDELKLEM: De klem wordt gebruikt om de barndoor en het kleurenframe op hun plaats te
houden. Druk de klem opzij om hem te openen.
16. BARNDOORS: ze ondersteunen het vormen van de lichtbundel van het armatuur en voorkomen dat de
kenmerkende verstrooiing van licht, die door de Fresnellens wordt veroorzaakt, terechtkomt op plaatsen
waar deze niet is gewenst, zoals de ogen van leden van het publiek. Draai de bladen van de barndoor
gewoon in de gewenste stand.
HOOG HIJSEN
• Belangrijk: De installatie mag alleen door gekwalificeerd onderhoudspersoneel worden uitgevoerd.
Onjuiste installatie kan leiden tot ernstig letsel en/of schade aan eigendommen. Hoog hijsen
vereist veel ervaring! Belastingslimieten dienen in acht te worden genomen; er dienen
gecertificeerde installatiematerialen te worden gebruikt; het geïnstalleerde apparaat dient
regelmatig te worden gecontroleerd op veiligheid.
• Zorg ervoor dat er zich tijdens het takelen, onttakelen en het onderhoud geen ongewenste personen in het
gebied onder de installatieplaats bevinden.
• Plaats het armatuur op een goed geventileerde plaats, uit de buurt van brandbare materialen en/of
vloeistoffen. Het armatuur moet op tenminste 50 cm vanaf omringende muren worden bevestigd.
• Het apparaat dient buiten het bereik van mensen en buiten gebieden waar personen kunnen lopen of
zitten te worden geïnstalleerd.
• Controleer voor het hijsen of de installatieplaats een minimale puntbelasting van 10 keer het gewicht van
het apparaat kan dragen.
• Gebruik bij het installeren van het apparaat altijd een gecertificeerde veiligheidskabel
die 12 keer het gewicht van het apparaat kan dragen. Deze secundaire
veiligheidsbevestiging dient op een zodanige wijze te worden geïnstalleerd dat er
geen enkel onderdeel van de installatie meer dan 20 cm kan vallen als de
hoofdbevestiging het begeeft.
• Het apparaat dient goed te worden bevestigd; een vrij slingerende montage is
gevaarlijk en mag niet worden overwogen!
• Bedek geen ventilatieopeningen, omdat dit tot oververhitting kan leiden.
• De exploitant moet ervoor zorgen dat de aan veiligheid gerelateerde en machinetechnische installaties
door een deskundige zijn goedgekeurd voordat deze voor de eerste keer in gebruik worden genomen. De
installaties dienen jaarlijks door een vakman te worden geïnspecteerd, om er zeker van te zijn dat de
veiligheid nog steeds optimaal is.