ZANKER CFR2950 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Waschvollautomat ZANKER CFR 2950
Wasvolautomaat
Machine à laver automatique
Gebrauchsanweisung
Gebruiksaanwijzing
Mode d’emploi
UW NIEUWE WASAUTOMAAT
18
Deze machine gebruikt heel weinig energie, gaat
voorzichtig met uw wasgoed om, is gemakkelijk te
bedienen en eenvoudig te onderhouden.
Een automatische verlenging van het wasproces
van circa 10 minuten met bewegende trommel, bij de
programma’s voor katoen op 40°C en op 60°C zorgt
voor een optimaal wasresultaat bij lage en gemiddel-
de temperaturen.
Het delicate wasritme van het wolwasprogramma
zorgt ervoor dat uw fijnste wasgoed veilig gewassen
kan worden.
Het waterstop-systeem beschermt tegen waterscha-
de.
Een schuimcontrole resp. de verwijdering van het
schuim tijdens het spoelen zorgt voor uitstekende
spoelresultaten.
Tips voor zuinig wassen
n
De programma’s zonder voorwas zijn bedoeld voor
normaal vuil wasgoed. Ze besparen wasmiddel en
water in vergelijking met een programma met voor-
was.
n
U wast het zuinigst met een volle trommel.
n
Door een geschikte voorbehandeling kunnen vlek-
ken en lichte verontreinigingen verwijderd worden.
n
Doseer het wasmiddel altijd volgens de aanwijzin-
gen van de wasmiddelenfabrikant.
AFDANKEN
n
Maak het oude apparaat dat u, in afwachting van
het weghalen of wegbrengen zolang terzijde zet
onbruikbaar. Knip het netsnoer eraf en verwijder
de deursluiting. Informeer bij de gemeente wie het
oude apparaat ophaalt of waar u het moet bezor-
gen, teneinde er zeker van te zijn dat het apparaat
zorgvuldig verschrot of gerecycled wordt.
n
Alle gebruikte materialen zijn “milieu-vriendelijk”.
Ze kunnen zonder bezwaar bij het afval worden
gezet.
De kunststoffen kunnen hergebruikt worden en
hebben de volgende aanduidingen:
>PE< voor polyethyleen
>PS< voor polystyreen
>PP< voor polypropyleen
Wij adviseren u, het karton in een container voor
oud papier te deponeren.
INHOUD
19
NEDERLANDS
Waarschuwingen .......................blz. 20
Installatie ..........................blz. 21
Transportbeveiliging ......................blz. 21
Plaatsen .........................blz. 21
Watertoevoer ........................blz. 21
Waterstop-systeem ......................blz. 22
Waterafvoer ........................blz. 22
Elektrische aansluiting .....................blz. 22
Vóór het in gebruik nemen ....................blz. 22
Technische gegevens ......................blz. 23
Gebruik ..........................blz. 24
Bedieningspaneel ......................blz. 24
Beschrijving van de bedieningselementen................blz. 25
Adviezen en tips voor het wassen ..................blz. 26
Was niet te lang opsparen ...................blz. 26
Sorteren.........................blz. 26
Temperaturen .......................blz. 26
Hoeveel wasgoed in de trommel? .................blz. 26
Vóór u het wasgoed in de trommel doet ...............blz. 26
Welke wasmiddelen gebruiken? ..................blz. 27
Traditionele poeder-wasmiddelen .................blz. 27
Vloeibare wasmiddelen ....................blz. 27
Geconcentreerde poeder-wasmiddelen................blz. 27
Wasverzachter.......................blz. 27
Waterontharder ......................blz. 28
Textielbehandelingssymbolen ...................blz. 29
Adviesprogramma’s ......................blz. 30-31
Volgorde van handelingen ....................blz. 32
Onderhoud .........................blz. 33
De buitenkant ........................blz. 33
De wasmiddelhouder......................blz. 33
Voorzorgsmaatregelen bij vriestemperaturen ...............blz. 33
Het toevoerfiltertje ......................blz. 33
Zelfreinigende afvoerpomp ....................blz. 33
Eenvoudige storingen ......................blz. 34
WAARSCHUWINGEN
20
Het is uiterst belangrijk dat het bij het apparaat
behorende instructieboekje bewaard blijft. Zou het
apparaat door u aan iemand anders gegeven of
verkocht worden, of zou het apparaat in het huis
van waaruit u verhuist achterblijven, dan dient de
nieuwe gebruik(st)er over het instructieboekje en
de daarin opgenomen waarschuwingen te kunnen
beschikken.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en
andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen
te hebben, alvorens u het apparaat installeert
en/of in gebruik neemt.
n
Indien u tijdens de aflevering een schade aan het
apparaat vastgesteld hebt, meldt u dit dan, vóór u
het apparaat installeert en/of in gebruik neemt,
direct aan uw leverancier.
ALGEMENE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
n
Dit apparaat is bedoeld en gemaakt voor het
gebruik door volwassenen. Het is gevaarlijk om
kinderen het apparaat te laten bedienen of als
speelgoed te laten gebruiken.
n
De glasdeur (voorlader) kan tijdens het gebruik
zeer heet worden. Houd kinderen uit de buurt van
het apparaat zolang het in werking is.
INSTALLATIE
n
Alle delen die tot de transportbeveiliging behoren
moeten beslist verwijderd zijn, alvorens het appa-
raat in gebruik te nemen. Ernstige schade aan het
apparaat of andere zaken kan het gevolg zijn van
het niet of niet geheel verwijderen van de trans-
portbeveiliging.
n
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de elek-
trische huisinstallatie ten behoeve van de installa-
tie van dit apparaat, mag uitsluitend door een daar-
toe bevoegd persoon uitgevoerd worden.
n
Een eventueel noodzakelijke wijziging van de wa-
tertoe- en/of afvoervoorzieningen ten behoeve van
de installatie van dit apparaat mag uitsluitend door
een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden.
n
Overtuig u ervan dat het apparaat na de installatie
of het verplaatsen niet op het aansluitsnoer staat.
GEBRUIK
n
Was geen artikelen in de wasautomaat die hier niet
voor geschikt zijn. Raadpleeg het textielonder-
houdsetiket.
n
Overlaad het apparaat niet. Raadpleeg de betref-
fende adviezen in de gebruiksaanwijzing.
n
Met vluchtige stoffen, zoals spiritus, benzine, terpenti-
ne en dergelijke, gereinigde artikelen mogen niet in de
wasautomaat. Indien zulke reinigingsmiddelen
gebruikt werden om voortijds vlekken te verwijderen,
dan moet met het wassen in de wasautomaat
gewacht worden tot het artikel volledig uitgedampt is.
n
Was kleine artikelen, zoals babysokjes, ceintuurs
en dergelijke in een sloop. Zulke kleine artikelen
kunnen tussen de trommel en de kuip slippen.
n
Overtuig u ervan dat, vóór u een kledingstuk in de
wasautomaat doet, de borst- en broekzakken leeg
zijn, ritssluitingen gesloten zijn en eventueel loshan-
gende knopen verwijderd of eerst aangenaaid zijn.
Was geen rafelig of gescheurd goed;
herstel het
voortijds. Verwijder voortijds verf-, inkt-,
roest- en
grasvlekken. Was bh’s met beugels niet in de was-
automaat.
n
Objecten zoals munten, veiligheidsspelden, naal-
den, spijkers, schroeven en andere harde of scher-
pe materialen behoren niet in de wasautomaat; zij
kunnen aanzienlijke schade veroorzaken.
n
Wees voorzichtig met wasverzachter. Een te grote
dosering kan schade aan het wasgoed toebren-
gen. Raadpleeg de instructies van de fabrikant van
de wasverzachter.
n
Kijk, vóór u de vuldeur (voorlader) opent, altijd eerst
of het water weggepompt is. Indien dat niet het geval
is, laat de machine dan eerst het water afpompen.
Raadpleeg in twijfelgeval de gebruiksaanwijzing.
n
Kleine huisdieren hebben de gewoonte in de trom-
mel van de wasautomaat (voorlader) te kruipen.
Hebt u zo’n huisdier, controleer dan eerst en sluit
daarna pas de vuldeur.
n
Laat de vuldeur (voorlader) op een kier staan
indien het apparaat niet gebruikt wordt. Dat is beter
voor de rubbermanchet en u voorkomt het ont-
staan van een muffe lucht.
n
Schakel na het gebruik altijd de stroomtoevoer af
door, afhankelijk van de wijze van installatie, de ste-
ker uit het stopcontact te nemen of de badkamer-
trekschakelaar op de UlT-stand te schakelen. Draai
na het gebruik altijd de watertoevoerkraan dicht.
SERVICE - REPARATIES
n
Tracht, in geval van een storing of defect, dit appa-
raat niet zelf te repareren. Reparaties welke door
niet-deskundige personen uitgevoerd worden, kun-
nen tot schade of letsel leiden. Raadpleeg
ELGROEP SERVICE.
INSTALLATIE
21
NEDERLANDS
Plaatsen
Plaats de machine op een vlakke, harde vloer. Laat
een houten vloer met een 5 cm dikke hardhoutenplaat
versterken, over tenminste twee draagbalken. De ver-
stevigingsplaat moet aan alle kanten enkele centime-
ters buiten de machine steken.
Indien de machine op een bovenverdieping geplaatst
wordt, neem dan zodanige maatregelen dat bij een
eventuele lekkage het water niet naar de verdieping eron-
der kan lekken. Raadpleeg uw leverancier/installateur.
Zorg ervoor dat de machine niet tegen de muur of
andere keukenmeubels kan leunen.
Wij gaan er van uit dat de waterkraan, de afvoermo-
gelijkheid en de elektriciteitsvoorziening zich binnen
het bereik van de machineslangen en het aansluit-
snoer bevinden. Als dat niet zo is, dan adviseren wij u
uw installateur de kraan en/of de afvoer en/of het
stopcontact te laten verplaatsen.
Stel de machine waterpas op. Dat doet u door middel
van het in- of uitdraaien van een of twee van de ver-
stelbare voetjes. Als de machine op tapijt staat, stel
de voeten dan zodanig in dat de lucht vrij kan circule-
ren. Zorg ervoor dat de machine op alle vier de voet-
jes stevig op de vloer staat: ook dat is zeer belangrijk.
Draai, na het waterpas stellen, de contramoeren van
alle vier de voetjes stevig tegen de machinebodem.
Gebruik hiervoor een schroevendraaier.
Watertoevoer
Draai de wartel van de meegeleverde toevoerslang
stevig op de 3/4" schroefdraad van de kraan.
De toevoerslang mag niet verlengd worden. Mocht de
slang te kort zijn en wilt u de kraan niet laten verplaat-
sen, koop dan een langere, complete, hogedrukslang
welke speciaal voor dit doel gemaakt is.
Het andere eind van de toevoerslang, aan de machi-
nekant, kan naar alle richtingen verdraaid worden.
Wartel iets losdraaien, haakse bocht verdraaien en
wartel weer stevig vastdraaien.
P0021
P0351
P0509
P0254
Transportbeveiliging
Het is beslist noodzakelijk dat u de transportbeveiligin-
gen verwijdert voor u de machine in gebruik neemt.
Wij adviseren u de verwijderde delen te bewaren; in
geval van verhuizing moeten ze wederom aange-
bracht worden.
U gaat als volgt te werk:
Schroef met de meege-
leverde sleutel de recht-
se schroef aan de ach-
terkant van de machine
los.
Leg de machine voor-
zichtig op z’n achterkant;
zodanig dat de slangen
niet kunnen beschadi-
gen.
Het plakband verwijderen waarmee de 2 plastic zak-
ken aan de voorkant van het apparaat bevestigd zijn.
Trek voorzichtig de rechter plastic zak (1) uit de
machine, terwijl hij naar het midden van de machine
getrokken wordt.
Trek nu ook de linker plastic zak (2) uit de machine.
Zet de machine rechtop en verwijder de 2 overige
schroeven uit de achterwand.
Verwijder de drie plastic afstandshulzen uit de gaten
waar de schroeven in zaten.
Dicht de vrijgekomen gaten af met de, bij de gebruiks-
aanwijzing verpakte, stopsels.
P0020
P0256
P0233
2
1
P0648
P0255
22
Waterstop-systeem
De watertoevoerslang is
met een «waterstop-sys-
teem» uitgerust. Zou,
door natuurlijke veroude-
ring, de binnenslang lek
raken, dan blokkeert het
systeem de watertoevoer.
Het optreden van deze
storing kunt u zien aan
een rode sektor in het
venstertje «A».
Sluit de waterkraan en vervang de slang in z’n geheel
tegen een nieuwe.
Waterafvoer
De bocht, aan het eind van de afvoerslang, kunt u op
drie manieren plaatsen:
Over de rand van een
wasbak. U moet er dan
voor zorgen dat de bocht
niet, door het snel uit-
stromende water, van de
rand kan schieten. Bij-
voorbeeld door de bocht
met een touwtje aan de
kraan of aan een haak in
de muur op te hangen.
In een aftakking van de wasbakafvoer. Die aftak-
king moet boven de siphon (stankafsluiter) zitten en
zodanig dat de bocht van de slang zich op tenminste
60 cm van de vloer bevindt.
In een afvoerpijp. Wij adviseren een standpijp van
65 cm hoogte; in ieder geval niet lager dan 60 cm en
niet hoger dan 90 cm.
Het eind van de afvoerslang moet altijd belucht zijn,
dat wil zeggen dat de binnendiameter van de pijp gro-
ter moet zijn dan de buitendiameter van het slang-
eind.
De afvoerslang legt u vanaf de machinekant over de
vloer en laat u pas bij de afvoermogelijkheid omhoog
lopen.
P0023
P0022
A
P0352
Elektrische aansluiting
De machine is voor 220-230V / 50Hz gemaakt.
De machine is voorzien van een drie-aderig aansluit-
snoer en steker met aardcontacten.
De steker mag u uitsluitend plaatsen in een stopcon-
tact met (aangesloten en functionerende) aardcontac-
ten; de machine dient deugdelijk geaard te zijn.
Het aansluitsnoer mag u niet verlengen. Indien het
snoer te kort blijkt te zijn, laat uw installateur dan of
een langer snoer aan de machine monteren of het
stopcontact verplaatsen.
Het gebruik van een verlengsnoer of kabelhaspel is
niet toegestaan.
In bad- of doucheruimten moet doorgaans een zoge-
heten «vaste aansluiting» gemaakt worden; raadpleeg
uw installateur.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade of
letsel, ontstaan door het niet voldoen aan boven-
staande veiligheidsvoorschriften.
Vóór het in gebruik nemen
Voer een wasgang zonder wasgoed uit, opdat vetres-
ten (die bij de fabricage zijn ontstaan) in de wastrom-
mel en de kuip verwijderd worden. Programma: bonte
was 60°C, met een halve maatbeker wasmiddel.
23
NEDERLANDS
TECHNISCHE GEGEVENS
Afmetingen hoogte 85 cm
breedte 60 cm
diepte 32 cm
Nettogewicht 53 kg
Netspanning/-Frequentie 220-230 V / 50 Hz
Aansluitwaarde 1750 W
Zekeren met minimaal 10 A
Waterleidingdrukgrenzen minimum 05 N/cm
2
maximum 80 N/cm
2
Maximum vulgewicht Katoen 3,0 kg
Synthetika 1,0 kg
Wol 0,8 kg
Centrifugeertoerental maximum 900/min.
Dit toestel voldoet aan de EG-richtlijn 89/336/EEG, 73/23/EEG
GEBRUIK
24
Bedieningspaneel
6754321
Ein/Aus Tür-
öffnung
Temperatur Programm Betrieb900
650
1 Wasmiddelhouder en programmakaart
2 AAN/UIT-toets
3 Toets “verlagen centrifugeertoerental”
4 Deuropener
5 Draaiknop voor temperatuurkeuze
6 Draaiknop voor programmakeuze
7 Controlelampje “lichtnet”
900
650
25
NEDERLANDS
Beschrijving van de bedieningselementen
1 Wasmiddelhouder en programmakaart
Symbolen
Voorwasmiddel
Hoofdwasmiddel
Wasverzachter
Op de voorzijde van de wasmiddelhouder ziet u een
programmakaart in het duits.
Om deze kaart te wisselen tegen een andere (meege-
leverde) taal, schuift u de kaart naar rechts uit de hou-
der. De andere kaart schuift u dan, van rechts naar
links, in de houder.
2 AAN/UIT-toets
Door het indrukken van deze toets schakelt u de machi-
ne AAN; het controlelampie (7) brandt. Met dezelfde
toets schakelt u de machine ook UIT.
3 Toets “verlagen centrifugeertoerental”
Door het voortijds indrukken van deze toets verlaagt u
het centrifugeertoerental van 900 tot 650/min in de pro-
gramma’s voor katoen en linnen en van 650 tot 550/min
in de programma’s voor synthetika, fijnwas en wol (pro-
gramma N).
4 Deuropener
Door de toets in te drukken opent u de vuldeur.
900
650
P0785
5 Draaiknop voor temperatuurkeuze
Knop links- of rechtsom instellen. U kunt ook met de
temperatuur van het ingekomen leidingwater wassen,
door de knop op «l» in te stellen
6 Draaiknop voor programmakeuze
Met de programmaknop kiest u rechtsom draaiend, het
gewenste programma.
7 Controlelampje “lichtnet”
Het controlelampje gaat branden wanneer de machine
in bedrijf is.
26
Adviezen en tips voor het wassen.
Was niet te lang opsparen
In de eerste plaats adviseren wij u wasgoed niet al te lang
op te sparen, in ieder geval niet als het vochtig is want het
gaat dan schimmelen en veroorzaakt een muffe geur.
Men zegt ook wel dat «het weer er in gekomen is»;
weervlekken krijgt u er niet meer uit.
Sorteren
Neemt u vooral even de tijd om de in dit boekje afge-
drukte kaart voor de behandelingssymbolen aandach-
tig te lezen.
Een streep onder de tobbe betekent dat u het artikel
niet in de krachtige katoen-programma’s mag was-
sen.
Was gekleurd goed, met name donker gekleurd, eerst
een keer apart. De kans is groot dat het kleur afgeeft.
Sterke kreukherstellende stoffen, zoals polyester/
katoen, vallen onder «synthetika».
Tere stoffen, zoals acryl en meestal ook vitrages, val-
len onder «fijnwas».
Het wolwasprogramma is een speciaal programma
voor «zuivere scheerwol». Bij alle andere wolsoorten
en mengsels kan niet worden uitgesloten dat deze
krimpen en/of vervilten in de wasmachine.
Temperaturen
In principe kiest u voor een bepaalde wasbeurt de
soptemperatuur niet hoger dan het gevoeligste stuk
wasgoed nog kan verdragen.
95°C: voor witte- of kookecht-gekleurde katoen en lin-
nen, zoals beddegoed, tafellakens, theedoeken, hand-
doeken, zakdoeken en ondergoed.
Gemakshalve wordt deze groep vaak “kookwas”
genoemd.
60°C: voor normaal vuile kookwas, voor lichtgekleurde
bontwas en voor witte- en lichtgekleurde synthetika.
40°C: vrijwel alle textielsoorten kunnen op 40°C
gewassen worden.
U kiest deze tempertuur ten eerste als dit door het
wasetiket aangegeven wordt, bijvoorbeeld voor don-
kergekleurde textiel en fijne was.
Daarnaast kiest u 40°C als het wasgoed zo weinig vuil
is dat het met een lage temperatuur ook nog schoon
wordt.
30°C: alhoewel machine-wasbare wol als regel zon-
dermeer op 40°C gewassen mag worden, zult u op
het etiket, voorzichtigheidshalve, toch vaak 30°C
tegenkomen. Ook bij teer wasgoed, de fijnwas, is dat
vaak het geval.
Wij adviseren u zich altijd aan de etiket-temperatuur te
houden.
Hoeveel wasgoed in de trommel?
Wilt u optimale resultaten bereiken, dan adviseren wij
u, naast het kiezen van het juiste programma, ook de
maximaal toegestane belading van de trommel niet te
overschrijden.
Wasgoed droog wegen voor u het in de trommel doet,
is erg omslachtig, dus helpen wij u op een andere
manier op weg:
n
Volle belading (maar niet proppen) voor katoen en
linnen.
n
Halfvolle of iets meer dan half-volle belading voor
sterke synthetika en mengsels. Ook zogeheten
“kreukherstellende stoffen vallen onder synthetika.
n
Eenderde van de trommel voor fijnwas en machi-
ne-wasbare wol.
In het onderstaand tabelletje geven wij u een indruk
wat wasgoed, bestaande uit katoen en linnen, onge-
veer weegt.
Voor synthetika, mengsels en fijnwas is het onmoge-
lijk om gewichten op te geven, daar deze stoffen zeer
verschillend van aard zijn.
Voor machine-wasbare wol geven wij doorgaans een
maximum van 1 kilogram op, maar feitelijk bedoelen
we dat u wol in “ruim sop” moet wassen.
Tweepersoons laken 700 - 1000 g
Kussensloop 125 - 0200 g
Tafellaken 350 - 0500 g
Servet 70 - 0120 g
Theedoek 75 - 0100 g
Badhanddoek 150 - 0200 g
Badlaken 700 - 1000 g
Overhemd 200 - 0300 g
Schort 150 - 0200 g
Vóór u het wasgoed in de trommel doet
Herstel scheuren, gaten en halen voortijds.
Naai loshangende knopen eerst aan of knip ze af.
Sluit drukknopen en ritssluitingen.
Was geen rafelig goed; herstel eerst de zomen.
Haal de haken uit vitrage en doe de vitrage in een
sloop of linnen zak.
Verwijder voortijds achtergebleven kleine voorwerpen
uit borst- en broekzakken.
LET OP
- Objecten zoals flippo’s, munten, veiligheids-
spelden, schroeven en andere harde materialen
behoren niet in de wasautomaat; zij kunnen
aanzienlijke schade veroorzaken.
- Was bh’s met beugels niet in de wasautomaat.
Behandel voortijds vlekken die er in de wasautomaat
moeilijk of in het geheel niet uit zullen gaan:
Was- en kaarsvet. Zoveel mogelijk met een bot mes
voorzichtig afschrapen. Tussen twee papieren zak-
doekjes de overgebleven was met de warme strijkbout
er uit strijken. Niet te heet bij synthetische stoffen.
Inkt en ballpoint: Deppen met spiritus. De kleur van
de stof kan aangetast worden door zowel de inkt als
de spiritus.
Weer- en schroeivlekken. Bleken met een verdunde
oplossing van bleekwater of chloorbleekmiddel.
27
NEDERLANDS
Roest. Verwijderen met citroenzuur of een speciaal
behandelingsmiddel. Eerst koud spoelen en daarna
wassen. Geen wasmiddel met bleekmiddel gebruiken.
Kauwgom. Wegwrijven met ijsblokjes. Restant verwij-
deren met nagellak-remover. Pas op met remover bij
synthetische stoffen.
Verf. Geef de vlek geen kans om op te drogen. Met
witte schone katoenen doek en een oplosmiddel (ter-
pentine, wasbenzine of thinner) behandelen.
Lippenstift. Deppen met spiritus. Met fijnwasmiddel
nawassen.
Nagellak. Verwijderen met nagellak-remover. Dit is
niet mogelijk bij stoffen als acetaat, triacetaat en
chloorvezel.
Olie en teer. Met boter insmeren en laten intrekken.
Daarna met terpentine deppen.
Gras. Met spiritus vochtig maken en met een zeepop-
lossing deppen. Als de kleur of de stof er tegen kan,
nableken met bleekwater.
Chocolade, thee, wijn, koffie en vruchtensap.
Voorweken in warm water met een biologisch voor-
weekmiddel. Als het nodig is en de kleur of de stof er
tegen kan, nableken met bleekwater.
Vuile kragen of manchetten. Aanstrijken met zeep of
een speciaal daarvoor bedoelde spray of pasta. Dan
gewoon wassen.
Bloed. Verse vlekken met lauw water uitspoelen.
Oude vlekken voorweken met met een biologisch
voorweekmiddel.
Transpiratie- en deodorantvlekken. Verse vlekken
met sodawater deppen. Oude vlekken met azijn of
spiritus deppen.
Hars. Met een speciale vlekkenoplosser behandelen.
Sterke stoffen, zoals katoen en linnen, met terpentine,
wasbenzine of spiritus behandelen.
Het gebruik van verdampende middelen, zoals terpen-
tine, wasbenzine, spiritus, thinner, aceton en dergelij-
ke is gevaarlijk; niet roken en geen open vuur gebrui-
ken.
Doe het karweitje buiten en laat het kledingstuk eerst
uitdampen voor u het in de wasautomaat of de droog-
automaat doet.
De fabrikant van uw was- of droogautomaat is niet
aansprakelijk voor schade of letsel ontstaan door het
gebruik van gevaarlijke stoffen.
Welke wasmiddelen gebruiken?
Een gouden regel is: gebruik altijd machine-wasmidde-
len, dus nooit handwasmiddel of zeep in de machine.
Een nauwelijks minder belangrijke regel is: probeer
gewoon uit welk wasmiddel u het beste bevalt.
Houdt u aanvankelijk aan de doseringen die de fabrikant
van het wasmiddel op z'n verpakking aangeeft en let
daarbij op de waterhardheid (kunt u opvragen bij het
waterleidingbedrijf). Het is de moeite waard om daarna
uit te proberen of bij minder doseren uw wasgoed ook
nog voldoende schoon wordt. In ieder geval kunt u bij
een klein wasje aanzienlijk minder doseren.
Er zijn totaal-wasmiddelen voor kook- of bontwas,
bleekvrije wasmiddelen voor bontwas, speciale fijnwas-
middelen, machine-wolwasmiddelen en biologische
voorwas- of voorweekmiddelen.
Traditionele poeder-wasmiddelen
Deze wasmiddelen doet u in de vakjes voor de
voorwas en voor de hoofdwas.
Vloeibare wasmiddelen
Gebruikt u een vloeibaar wasmiddel, dan mag u dat, mits u
geen voorwas doet, direkt in het vakje voor het hoofd-
wasmiddel gieten. Wel meteen daarna de machine starten.
Vloeibare wasmiddelen zijn zeer geschikt voor lage
wastemperaturen, dus 30°C en 40°C. Voor hogere
temperaturen, 60°C tot 95°C, adviseren wij u een poe-
dervormig wasmiddel te gebruiken.
Gebruik, omdat uw nieuwe machine ook (heet) kan
drogen nooit een doseerbol of andere doseermid-
delen welke door de hitte kunnen smelten.
Geconcentreerde poeder-wasmiddelen (ULTRA’s,
MICRO’s en dergelijke).
Geconcentreerde wasmiddelen kunt u op dezelfde
manier als vloeibare wasmiddelen doseren. Uiteraard
past u de hoeveelheid aan, omdat u van deze was-
middelen minder nodig hebt.
Uw nieuwe machine is van een sopcirculatiesysteem
voorzien, waardoor het wasmiddel uitstekend en zon-
der verspilling verdeeld wordt.
Wasverzachter
Tijdens de laatste spoelgang doseert de machine
automatisch een hoeveelheid vloeibare wasverzach-
ter. U hoeft geen wasverzachter te gebruiken maar dit
kan soms toch wenselijk zijn.
Bijvoorbeeld als u katoen binnenshuis droogt: het
wasgoed voelt dan minder stug aan. Of als u synthe-
tisch wasgoed in de machine droogt: het wordt dan
niet statisch (knetteren, kleven).
Houdt u aan de aanwijzingen van de fabrikant van de
wasverzachter, maar de hoeveelheid wasverzachter
mag nooit hoger dan het filternet in het doseervakje of
de maximum aanduiding komen.
Erg dikke vloeistof voortijds met wat water verdunnen.
28
Waterontharder
Water is «harder» naarmate er meer calcium en mag-
nesium in voorkomt. In Nederland wordt de hardheid
aangegeven in «DH» (Duitse graden). Op de verpak-
king van het wasmiddel vindt u, in drie globale zones
verdeeld, hoeveel wasmiddel u moet doseren. U ziet
dat dat meer is naarmate de hardheid hoger is.
Kalk slaat uit het water neer op zowel het wasgoed als
op machinedelen. Bekend is onder andere het stug
worden van wasgoed en het verkalken van het ver-
warmingselement.
Om dat te voorkomen doet de wasmiddelfabrikant een
«kalkbindende» stof in het wasmiddel. Voorheen was
dat fosfaat. Tegenwoordig, om redenen van milieutech-
nische aard, een fosfaatvervanger.
Het wasmiddel bestaat echter uit vele ingrediënten. Gaat
u meer doseren, dan doet u dat feitelijk slechts om
meer kalkbindende stoffen aan het water toe te voegen.
Automatisch doseert u dan eigenlijk teveel van al die
andere actieve stoffen. U kunt dat verhelpen door
minder wasmiddel te doseren en het verschil op te
vangen door een onthardingsmiddel, zoals Calgon,
mee te doseren. Houdt u zich aan de aanwijzingen
van de fabrikant van het onthardingsmiddel.
Bereik
1
2
3
4
zacht
middelmatig
hard
zeer hard
00-07
08-14
15-21
meer dan 21
00-15
16-25
26-37
meer dan 37
Eigenschap
Duitse
schaal
Franse
schaal
Waterhardheid
40
40
40
60
60
95
95
A
P
F
P
F
30
Adviesprogramma’s voor katoen en linnen
Max. belading 3 kg
Voor elk programma wordt de meest geschikte temperatuur aangegeven. De temperatuurkeuze is afhankelijk van
het soort wasgoed en de vuilgraad hiervan.
De verbruikswaarden (energie en tijd) hebben betrekking op de hoogste soptemperatuur welke voor het betreffen-
de programma voorzien is en zijn bij een leidingwatertemperatuur van 15°C gemeten.
Progr.
A
Temp.
Programma
voor
Beschrijving
Keuze-
toets
60°-95°
Kookwas
met voorwas
(erg vuil)
Voorwassen 40°C
Wassen 60°-95°C
4 maal spoelen
Centrifugeren
Energie
kWh
Water
liter
Tijd
min.
1,8 69 140
B
60°-95°
Kookwas
zonder voorwas
(normaal vuil)
Wassen 60°-95°C
4 maal spoelen
Centrifugeren
1,6 58 125
C
30°-60°
Bonte was
(normaal vuil)
Wassen 30°-60°C
4 maal spoelen
Centrifugeren
1,05 55 120
D
Spoelen
Compleet spoelprogramma
Centrifugeren
0,08 49 40
F
Wasverzachten
1 maal spoelen met was-
verzachter
Centrifugeren
/1615
G
Centrifugeren Lang centrifugeren / / 8
31
NEDERLANDS
Adviesprogramma’s voor synthetika, fijnwas en wol
Max. belading 1 kg, wol 0,8 kg
Het laatste spoelwater wordt niet automatisch afgepompt, teneinde kreukvorming te voorkomen indien het was-
goed niet na het beëindigen van het programma uit de machine zou worden genomen. Om het water af te pompen
kiest u het programma N of P.
Progr. Temp.
Programma
voor
Beschrijving
Keuze-
toets
Energie
kWh
Water
liter
Tijd
min.
H
40°-60°
Synthetika
zonder voorwas
(normaal vuil)
Wassen 40°-60°C
3 maal spoelen
Spoelstop
0,65 45 75
L
30°
Kort programma
(licht vuile was)
Wassen 30°C
3 maal spoelen
Spoelstop
0,25 45 40
K
30°-40°
Wol
Wassen 30°-40°C
3 maal spoelen
Spoelstop
0,4
45 55
J
30°-40°
Fijne was
Wassen 30°-40°C
3 maal spoelen
Spoelstop
0,4 45 50
M
Spoelen
Compleet
spoelprogramma
Spoelstop
0,02 34 20
N
Centrifugeren Kort centrifugeren / / 3,5
P
Afpompen Water afvoeren / / 1,5
Voor elk programma wordt de meest geschikte temperatuur aangegeven. De temperatuurkeuze is afhankelijk van
het soort wasgoed en de vuilgraad hiervan.
De verbruikswaarden (energie en tijd) hebben betrekking op de hoogste soptemperatuur welke voor het betreffen-
de programma voorzien is en zijn bij een leidingwatertemperatuur van 15°C gemeten.
32
1 Doe het wasgoed in de trommel
Open de vuldeur (toets
indrukken). Doe de
stukken wasgoed één
voor één in de trommel.
Haal opgevouwen was-
goed eerst uit elkaar.
Sluit de vuldeur; druk
hem goed in het slot.
2 Doe wasmiddel in het vakje
Trek de wasmiddelhou-
der uit het bedieningspa-
neel tot hij stuit.
Meet de gewenste hoe-
veelheid wasmiddel in
een maatbekertje af en
giet het in het vakje voor
het hoofdwasmiddel .
Gaat u ook voorwassen,
doe dan een biologisch
voorwasmiddel in het
vakje .
3 Doe, eventueel, wasverzachter in het
vakje
Giet, indien gewenst, was-
verzachter in het daarvoor
bestemde vakje .
Overschrijd het nivo MAX
niet.
4 Druk, indien noodzakelijk, toets in.
P0604
Cl
P0602
P0004
5 Stel de temperatuur in
Draai de draaiknop voor
de temperatuurregeling op
de gewenste temperatuur.
6 Kies het gewenste programma en start
de machine
Draai de programmaknop op het gewenste programma.
Druk op de AAN/UIT-toets: het lichtnet-controlelampje
brandt en de machine werkt het gekozen programma
automatisch af.
7 De machine is klaar
De machine stopt automatisch.
Heeft u de machine een programma voor synthetika, fijn-
was of wol laten doen, dan moet het laatste spoelwater
afgepompt worden.
Schakel de machine UIT door de AAN/UIT-toets in te
drukken. Het controlelampje gaat uit.
Wacht één tot twee minuten alvorens de vuldeur te ope-
nen; die tijd heeft de elektrische deurvergrendeling nodig
om te ontgrendelen.
Draai de kraan dicht en neem de steker uit het stopcon-
tact of trek de badkamertrekschakelaar op UIT.
Open de vuldeur en neem het wasgoed uit de trommel.
Controleert u of de trommel helemaal leeg is, anders zou
wasgoed bij de volgende wasbeurt kunnen beschadigen
(bijv. doorlopen) of op ander wasgoed kunnen afgeven.
Laat de vuldeur enige tijd op een kier staan, zodat de
machine uit kan dampen.
P0830
B
P0608
95
P0750
Volgorde van handelingen
ONDERHOUD
33
NEDERLANDS
De buitenkant
De buitenkant van de machine kunt u, naar behoefte,
reinigen met een vochtige doek en een neutraal huis-
houdschoonmaakmiddel. Moderne schoonmaakmid-
delen drogen doorgaans streeploos op.
Nalappen met schoon water en daarna droogzemen.
Belangrijk: Gebruik nooit spiritus, terpentine en der-
gelijke oplosmiddelen.
De wasmiddelhouder
Wasmiddelen en wasverzachter koeken na verloop
van tijd aan.
Maak de wasmiddelhouder af en toe schoon onder de
stromende kraan.
U kunt daartoe de houder geheel uit
de machine nemen door op de pal, links achterin, te
drukken.
De bovenkant van het vakje voor de wasverzachter
kunt u, ten behoeve van het schoonmaken, verwijde-
ren.
Ook in de behuizing van
de wasmiddelhouder kan
zich op den duur wasmid-
del verzamelen. Maak de
binnenkant met een oude
tandenborstel schoon.
Plaats de houder terug in
z'n behuizing en laat de
machine, zonder was-
goed, een spoelgang doen.
Voorzorgsmaatregelen bij vorst
Indien de wasautomaat wordt blootgesteld aan tempe-
raturen onder 0°C moeten enkele voorzorgsmaatrege-
len worden getroffen.
- Draai de waterkraan dicht en schroef de toevoer-
slang los.
- Stel een willekeurig wasprogramma in en zet de
machine enkele seconden lang aan.
- Leg het uiteinde van de afvoerslang in een kom en
laat de machine enkele seconden lang afpompen.
- Controleer, wanneer u de wasautomaat opnieuw
wil gebruiken, of de omgevingstemperatuur hoger
dan 0°C is.
P0038
PO605
P0760
Het toevoerfiltertje
Wanneer u merkt dat de machine langer over het
wateropnemen gaat doen, verdient het aanbeveling
om het toevoerfiltertje te controleren op verstopping.
Daartoe draait u eerst de kraan dicht en vervolgens
draait u de slangwartel van de kraan af.
Reinig het filtertje met een borsteltje. Draai de wartel
weer stevig op de kraan.
Zelfreinigende afvoerpomp
Deze wasautomaat is van een zelfreinigende afvoer-
pomp voorzien. De machine is zodoende niet van een
afvoerfilter voorzien. De pomp behoeft geen onder-
houd.
EENVOUDIGE STORINGEN
34
Het wasresultaat is niet als gewoonlijk
n
Misschien hebt u te weinig of te veel wasmiddel
gedoseerd.
Onderdosering leidt tot vergrauwing van het was-
goed en tot kalkaanslag in het toestel.
Nauwkeuriger doseren!
n
Hebt u bijzondere vlekken voorbehandeld?
n
Hebt u het juiste programma en de juiste tempera-
tuur gekozen?
n
Is de machine overladen?
De deur kan niet geopend worden
n
Is de machine in bedrijf?
n
Is de deur nog vergrendeld?
Kunt u de storing niet zelf opsporen of verhelpen,
raadpleegt u dan de servicedienst.
Noteer, voor u gaat telefoneren, even merk, model-
nummer en aankoopdatum van uw machine; de servi-
cedienst zal u er om vragen.
De machine start niet
n
Kijk of u de vuldeur goed gesloten hebt.
n
Kijk of de betreffende groepzekering heel is.
n
Kijk of u de programmaknop juist ingesteld en de
AAN/UIT-toets ingedrukt hebt.
De machine neemt geen water op:
n
Staat de waterkraan open?
n
Geeft de kraan water? Probeert u dat even uit.
n
Toevoerslang bekneld of geknikt geraakt?
n
Toevoerfiltertje verstopt?
n
Vuldeur goed gesloten?
De machine neemt wel water op, maar dat
stroomt er door de afvoer weer uit:
n
Het uitstroomeind van de afvoerslang bevindt zich
op een te laag punt, ten opzichte van de vloer
waarop de machine staat. Raadpleeg het betref-
fende hoofdstuk.
De machine pompt niet af en/of centrifu-
geert niet:
n
Afvoerslang bekneld of geknikt geraakt?
n
Programma met spoelstop gekozen?
n
Wasgoed niet goed verdeeld in de trommel?
Het centrifugeren begint vertraagd
n
Het stabilisatie-controlesysteem is in werking
getreden.
Het wasgoed wordt, doordat de draairichting van de
trommel gewijzigd wordt, losgemaakt, beter verdeeld
en er wordt opnieuw met centrifugeren begonnen. Dit
kan herhaaldelijk het geval zijn, totdat de onbalans
opgeheven is en het centrifugeren definitief afgewerkt
kan worden.
Het losmaken duurt ongeveer 10 minuten. Als na
deze tijd het wasgoed niet losgemaakt is, centrifu-
geert de machine niet.
Er ligt water op de vloer:
n
Teveel wasmiddel gebruikt?
n
Wasmiddel is ongeschikt omdat het teveel schuimt?
Teveel schuim veroorzaakt lekkage.
n
Een van de toevoerslangwartels lekt? U ziet nau-
welijks dat er water langs de slang loopt; voelt u
dus even of de slang nat is.
n
Is de wasmiddelhouder schoon?
De machine dreunt of is erg luidruchtig:
n
Zijn alle transportbeveiligingen verwijderd?
n
Leunt de machine ergens tegenaan?
n
Staan alle stelvoeten stevig op de vloer en zijn de
contramoeren goed tegen de machinebodem
gedraaid?
n
Wasgoed niet goed verdeeld in de trommel?
Mod. ..........
Prod. No. ...........
Ser. No. .........
P0042
Typeplaatje
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18

ZANKER CFR2950 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor