AEG 41886GT-WN Handleiding

Type
Handleiding
USER
MANUAL
NL Gebruiksaanwijzing
Fornuis
41886GT-wn
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE.........................................................................................3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN.................................................................................5
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT........................................................................9
4. VOOR HET EERSTE GEBRUIK....................................................................................9
5. KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK......................................................................10
6. KOOKPLAAT - AANWIJZINGEN EN TIPS...............................................................11
7. KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING.......................................................12
8. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK .................................................................................13
9. OVEN - KLOKFUNCTIES...........................................................................................14
10. OVEN - GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES...........................................................14
11. OVEN - AANWIJZINGEN EN TIPS........................................................................ 15
12. OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING................................................................ 20
13. PROBLEEMOPLOSSING.........................................................................................23
14. MONTAGE ..............................................................................................................24
15. ENERGIEZUINIGHEID.............................................................................................30
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen
om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het
leven gemakkelijker helpen maken met functies die gewone apparaten wellicht
niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er
optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en
onderhoudsinformatie:
www.aeg.com/webselfservice
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens
bij de hand hebt: model, productnummer, serienummer.
Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
www.aeg.com
2
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt
door een verkeerde installatie of verkeerd gebruik.
Bewaar de instructies altijd op een veilige en
toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente
invaliditeit.
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens
of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en
gooi het op passende wijze weg.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat
is heet.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat
uitvoeren.
1.2
Algemene veiligheid
Alleen een erkende installatietechnicus mag het
apparaat installeren en de kabel vervangen.
Het apparaat kan worden gebruikt tot een maximum
van 2000 m boven zeeniveau.
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik op schepen,
boten of vaartuigen.
NEDERLANDS
3
Installeer het apparaat ter voorkoming van
oververhitting niet achter een decoratieve deur.
Installeer het apparaat niet op een platform.
Bedien het apparaat niet met een externe timer of
een apart afstandbedieningssysteem.
WAARSCHUWING: Zonder toezicht koken op een
kookplaat met vet of olie kan gevaarlijk zijn en
brandgevaar opleveren.
Probeer brand NOOIT met water te blussen, maar
schakel in plaats daarvan het apparaat uit en bedek
de vlam bijv. met een deksel of blusdeken.
LET OP: Er dient toezicht te worden gehouden op het
bereidingsproces. Een kort bereidingsproces moet
onder constant toezicht staan.
WAARSCHUWING: Brandgevaar: Bewaar geen
voorwerpen op de kookplaten.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon
te maken.
Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of
scherpe metalen schrapers om de glazen deur of de
glazen afdekplaat van de kookplaat schoon te maken.
Deze kunnen krassen veroorzaken op het oppervlak,
waardoor het glas zou kunnen breken.
Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op de kookplaat worden
geplaatst, aangezien ze heet kunnen worden.
Verwijder voedselresten van het deksel voordat u het
opent. Laat de kookplaat afkoelen voordat u het
deksel sluit.
WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U
dient op te passen dat u de verwarmingselementen
niet aanraakt. Houd kinderen jonger dan 8 jaar uit de
buurt of onder permanent toezicht.
Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of
kookgerei te plaatsen of verwijderen.
Zet de stroomtoevoer uit alvorens onderhoud te
plegen.
www.aeg.com
4
Zorg ervoor dat het apparaat is uitgeschakeld voordat
u de lamp vervangt om elektrische schokken te
voorkomen.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant,
een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd
persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties
te voorkomen.
Wees voorzichtig als u de opslaglade aanraakt. Deze
kan heet worden.
WAARSCHUWING: Gebruik alleen
kookplaatbeschermers die door de fabrikant van het
kookapparaat zijn ontworpen of door de fabrikant van
het apparaat in de gebruiksinstructies als geschikt zijn
aangegeven of kookplaatbeschermers die in het
apparaat zijn geïntegreerd. Het gebruik van
ongeschikte kookplaatbeschermers kan ongelukken
veroorzaken.
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Dit apparaat is geschikt voor de
volgende markten: NL
2.1 Installatie
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende
installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen
beschadigd apparaat.
Volg de installatie-instructies op die
zijn meegeleverd met het apparaat.
Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik
altijd veiligheidshandschoenen en
gesloten schoeisel.
Trek het apparaat nooit aan de
handgreep van zijn plaats.
De afmetingen van de keukenkast en
de uitsparing moeten kloppen.
Houd de minimumafstand naar
andere apparaten en units in acht.
Zorg ervoor dat het apparaat onder
en naast veilige installaties wordt
geïnstalleerd.
Delen van het apparaat staan onder
stroom. Sluit het apparaat met
meubel om te voorkomen dat de
gevaarlijke delen worden aangeraakt.
De zijkanten van het apparaat moeten
naast apparaten of units staan van
dezelfde hoogte.
Installeer het apparaat niet naast een
deur of onder een raam. Dit voorkomt
dat heet kookgerei van het apparaat
valt als de deur of het raam wordt
geopend.
Installeer een stabilisator om te
voorkomen dat het apparaat kantelt.
Raadpleeg de installatiegids.
2.2 Aansluiting aan het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
NEDERLANDS 5
Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd
elektromonteur worden gemaakt.
Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
Controleer of de elektrische
informatie op het typeplaatje
overeenkomt met de
stroomvoorziening. Zo niet, neem dan
contact op met een elektromonteur.
Gebruik altijd een correct
geïnstalleerd, schokbestendig
stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Laat de stroomkabel niet in aanraking
komen met de deur van het apparaat,
met name niet als deze heet is.
De schokbescherming van delen
onder stroom en geïsoleerde delen
moet op zo'n manier worden
bevestigd dat het niet zonder
gereedschap kan worden verplaatst.
Steek de stekker pas in het
stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
Sluit de stroomstekker niet aan op
een losse stroomaansluiting.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
Gebruik alleen de juiste isolatie-
apparaten: stroomonderbrekers,
zekeringen (schroefzekeringen
moeten uit de houder worden
verwijderd), aardlekschakelaars en
contactgevers.
De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor
het apparaat volledig van het lichtnet
afgesloten kan worden. Het
isolatieapparaat moet een
contactopening hebben met een
minimale breedte van 3 mm.
Sluit de deur van het apparaat
volledig voordat u de stekker in het
stopcontact steekt.
2.3 Gasaansluiting
Alle gasaansluitingen moeten door
een gediplomeerd elektromonteur
worden gemaakt.
Controleer vóór de installatie of de
plaatselijke
distributieomstandigheden (gassoort
en -druk) en de afstelling van het
apparaat met elkaar te combineren
zijn.
Zorg ervoor dat er koude
luchtcirculatie in het apparaat
aanwezig is.
Op het typeplaatje staat informatie
over de gastoevoer.
Dit apparaat mag niet aangesloten
worden op een inrichting dat
producten afvoert voor verbranding.
Sluit het apparaat aan volgens de
geldende installatieregels. Let op de
vereisten voor voldoende ventilatie.
2.4 Gebruik
WAARSCHUWING!
Risico op letsel en
brandwonden.
Gevaar voor elektrische
schokken!
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
voor huishoudelijk gebruik.
De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
Zorg ervoor dat de
ventilatieopeningen niet geblokkeerd
zijn.
Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
Schakel het apparaat telkens na
gebruik uit.
Wees voorzichtig met het openen van
de deur van het apparaat als het
apparaat aan staat. Er kan hete lucht
ontsnappen.
Bedien het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
Het apparaat mag niet worden
gebruikt als werkblad of aanrecht.
WAARSCHUWING!
Risico op brand en explosie
Verhitte vetten en olie kunnen
ontvlambare damp afgeven. Houd
vlammen of verwarmde voorwerpen
uit de buurt van vet en olie als u er
mee kookt.
www.aeg.com
6
De dampen die hete olie afgeeft
kunnen spontane ontbranding
veroorzaken.
Gebruikte olie die voedselresten
bevat kan brand veroorzaken bij een
lagere temperatuur dan olie die voor
de eerste keer wordt gebruikt.
Plaats geen ontvlambare producten
of gerechten die vochtig zijn gemaakt
met ontvlambare producten in, bij of
op het apparaat.
Houd vonken of open vlammen uit de
buurt van het apparaat bij het openen
van de deur.
Open de deur van het apparaat
voorzichtig. Als u alcoholische
toevoegingen gebruikt, kan er
alcohol-luchtmengsel ontstaan.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het
apparaat.
Om schade of verkleuring van het
email te voorkomen:
zet geen kookgerei of andere
voorwerpen direct op de bodem
van het apparaat.
plaats geen water direct in het
hete apparaat.
haal vochthoudende schotels en
eten uit het apparaat als u klaar
bent met koken.
wees voorzichtig bij het
verwijderen of bevestigen van
accessoires.
Verkleuring van het email heeft geen
ongewenst effect op de werking van
het apparaat.
Gebruik een diepe pan voor vochtige
taarten. Fruitsappen kunnen
permanente vlekken maken.
Zet geen heet kookgerei op het
bedieningspaneel.
Laat kookgerei niet droogkoken.
Laat geen voorwerpen of kookgerei
op het apparaat vallen. Het oppervlak
kan beschadigen.
Activeer de kookzones niet met lege
pannen of zonder pannen erop.
Leg geen aluminiumfolie op het
apparaat of direct op de bodem van
het apparaat.
Pannen van gietijzer, aluminium of
met beschadigde bodems kunnen
krassen veroorzaken. Til deze
voorwerpen altijd op als u ze moet
verplaatsen op de kookplaat.
Zorg voor een goede ventilatie in de
ruimte waar het apparaat is
geïnstalleerd.
Gebruik alleen stabiel kookgerei met
de juiste vorm en een diameter groter
dan de afmetingen van de branders.
Zorg dat de vlam niet uit gaat als u de
knop snel van de maximale stand naar
de minimale stand draait.
Gebruik alleen de accessoires die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Plaats geen vlamverdeler op de
brander.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
om mee te koken. Het mag niet
worden gebruikt voor andere
doeleinden, zoals het verwarmen van
een kamer.
2.5 Reiniging en onderhoud
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brand en
schade aan het apparaat.
Schakel het apparaat voor onderhoud
uit.
Trek de stekker uit het stopcontact.
Zorg ervoor dat het apparaat is
afgekoeld. Er bestaat een risico dat
de glasplaten kunnen breken.
Vervang direct de glazen deurpanelen
als deze beschadigd zijn. Neem
contact op met de erkende
servicedienst.
Wees voorzichtig als u de deur van
het apparaat verwijdert. De deur is
zwaar!
Achterblijvend vet of voedsel in het
apparaat kan brand veroorzaken.
Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
Reinig het apparaat met een vochtige
zachte doek. Gebruik alleen neutrale
reinigingsmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
Raadpleeg als u een ovenspray
gebruikt eerst de aanwijzingen op de
verpakking.
NEDERLANDS
7
Reinig niet het katalytisch email
(indien van toepassing) met een
schoonmaakmiddel.
De branders niet in de afwasautomaat
reinigen.
2.6 Deksel
De specificatie van de deksel mag
niet worden veranderd.
Maak de deksel regelmatig schoon.
Open de deksel niet als er is
geknoeid op het oppervlak.
Schakel alle branders uit voordat u de
deksel sluit.
Sluit het deksel niet tot de kookplaat
en de oven volledig zijn afgekoeld.
Glazen deksels kunnen breken als ze
warm worden (indien van toepassing).
2.7 Binnenverlichting
De gloeilampen of halogeenlampen
in dit apparaat zijn uitsluitend
bedoeld voor gebruik in
huishoudelijke apparaten. Gebruik
deze niet voor andere doeleinden.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische
schokken!
Voordat u het lampje vervangt, dient
u de stekker van het apparaat uit het
stopcontact te halen.
Gebruik alleen lampjes met dezelfde
specificaties.
2.8 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of
verstikking.
Neem contact met uw plaatselijke
overheid voor informatie m.b.t.
correcte afvalverwerking van het
apparaat.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer vlak bij het
apparaat af en gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling om
te voorkomen dat kinderen of
huisdieren binnen in het apparaat vast
komen te zitten.
Maak de externe gasleidingen plat.
2.9 Servicedienst
Neem contact op met een erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat.
Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
www.aeg.com
8
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Algemeen overzicht
3 4 5
6
21
7
9
8
10
1
2
3
4
1
Knop voor de vonkontsteking
2
Toetsen voor de kookplaat
3
Knop voor de kookwekker
4
Knop voor de temperatuur
5
Temperatuurindicator / symbool
6
Knop voor de ovenfuncties
7
Verwarmingselement
8
Lampje
9
Ventilator
10
Roosterhoogtes
3.2 Indeling kookplaat
1 2 3
5 4
1
Sudderbrander
2
Stoomuitlaat - aantal en positie
afhankelijk van het model
3
Normale brander
4
Normale brander
5
Driekronenbrander
3.3 Accessoires
Bakrooster
Voor kookgerei, bak- en
braadvormen.
Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
Bewaarlade
Onder de ovenruimte bevindt zich
een bewaarlade.
4. VOOR HET EERSTE GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
NEDERLANDS 9
4.1 Eerste reiniging
Verwijder alle onderdelen van het
apparaat.
Zie het hoofdstuk
'Onderhoud en reiniging'.
Reinig het apparaat en de accessoires
voor het eerste gebruik.
Zet de accessoires terug in de
beginstand.
4.2 Voorverwarmen
Verwarm het apparaat voor om het
resterende vet weg te branden.
1. Stel de functie en de
maximumtemperatuur in.
2. Laat het apparaat een uur werken.
3. Stel de functie
en stel de
maximumtemperatuur in. Maximale
temperatuur voor deze functie is 210
°C.
4. Laat het apparaat 15 minuten
werken.
5. Stel de functie en stel de
maximumtemperatuur in.
6. Laat het apparaat 15 minuten
werken.
Accessoires kunnen heter worden dan
normaal. Het apparaat kan een vreemde
geur en rook afgeven. Dit is normaal.
Zorg dat er voldoende luchtcirculatie in
de ruimte is.
5. KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
5.1 Ontsteking van de
fornuisbrander
Ontvlam de brander altijd
vóór u het kookgerei erop
plaatst.
WAARSCHUWING!
Ga voorzichtig te werk bij
het gebruik van branders
(open vuur) in de keuken. De
fabrikant kan niet
aansprakelijk gesteld
worden in geval van onjuist
gebruik van de vlam.
1.
Houd de vonkontstekingsknop
ingedrukt.
2. Draai tegelijkertijd de knop voor de
kookplaat linksom naar de maximale
gasstand en druk deze naar
beneden om de brander te
ontsteken.
3. Laat de vonkontstekingsknop los als
de brander brandt, maar houd de
bedieningsknop 10 seconden of
korter ingedrukt zodat het
thermokoppel kan opwarmen.
Anders zal de gastoevoer worden
onderbroken.
4. Stel de vlam af zodra deze
regelmatig brandt.
WAARSCHUWING!
Houd de knop niet langer
dan 15 seconden ingedrukt.
Als de brander na 15
seconden nog niet brandt,
de knop loslaten en
minstens 1 minuut wachten
voordat u opnieuw probeert
de vlam te ontsteken.
Als de brander na enkele
pogingen niet aan gaat,
controleer dan of de kroon
en het branderdeksel goed
op hun plaats zitten.
www.aeg.com10
Als er geen elektriciteit is
kunt u de brander zonder de
elektrische voorziening
aansteken. Breng een vlam
dichtbij de brander, druk de
bijbehorende knop in en
draai de knop naar de
maximale stand. Houd de
controleknop ingedrukt
gedurende 10 seconden of
minder om het
thermokoppel voor te
verwarmen.
Draai als de brander per
ongeluk uit gaat de knop
naar de uit stand en probeer
na minimaal 1 minuut de
brander weer aan te steken.
De vonkontsteking kan
automatisch starten wanneer
u de stekker in het
stopcontact steekt, na de
installatie of na een
stroomonderbreking. Dat is
normaal.
5.2 Branderoverzicht
A
B
D
C
C
D
A
B
A. Branderdeksel
B. Branderkroon
C. Ontstekingsbougie
D. Thermokoppeling
5.3 De brander uitschakelen
Om de vlam te doven, de knop naar de
off-positie draaien .
WAARSCHUWING!
Draai de vlam altijd lager of
schakel hem uit voordat u de
pan van de brander haalt
6. KOOKPLAAT - AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
6.1 Kookgerei
WAARSCHUWING!
Zet één pan niet op twee
branders.
NEDERLANDS 11
WAARSCHUWING!
Zet geen instabiele of
beschadigde pannen op de
brander om morsen en letsel
te voorkomen.
LET OP!
Zorg dat de handvaten van
de pot niet boven de
voorste rand van het
werkblad komen.
LET OP!
Zorg dat de potten zich in
het midden van de brander
bevinden, voor een
maximum aan stabiliteit en
lager gasverbruik.
6.2 Diameter van de pannen
WAARSCHUWING!
Gebruiken alleen kookgerei
met een bodemdiameter die
geschikt is voor de afmeting
van de plaat.
Brander Diameter van de
pannen (mm)
Driekronenbrander 160 - 240
Normale brander 140 - 240
Sudderbrander 120 - 180
7. KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
7.1 Algemene informatie
Maak de kookplaat na ieder gebruik
schoon.
Gebruik altijd pannen met een schone
bodem.
Krassen of donkere vlekken op de
oppervlakte hebben geen invloed op
de werking van de kookplaat.
Gebruik een specifiek
schoonmaakmiddel voor het
oppervlak van de kookplaat.
Was de onderdelen van roestvrij staal
af met water en droog ze vervolgens
met een zachte doek.
7.2 De kookplaat
schoonmaken
Verwijder direct: gesmolten plastic,
gesmolten folie, suiker en
suikerhoudende gerechten. Anders
kan het vuil de kookplaat
beschadigen. Doe voorzichtig om
brandwonden te voorkomen.
Verwijder nadat de kookplaat
voldoende is afgekoeld: kalk- en
waterkringen, vetspatten en
metaalachtig glanzende
verkleuringen. Reinig de kookplaat
met een vochtige doek en een beetje
niet-schurend reinigingsmiddel.
Droog de kookplaat na reiniging af
met een zachte doek.
Was de geëmailleerde delen, deksel
en kroon met een warm sopje en laat
ze goed drogen alvorens ze terug te
plaatsen.
7.3 Reinigen van de
ontstekingsknop
Dit onderdeel is uitgerust met een
keramische ontstekingsbougie met een
metalen elektrode. Reinig deze
onderdelen altijd grondig, om
moeilijkheden bij het aansteken te
voorkomen, en controleer of de
branderkroonopeningen niet verstopt
zijn.
7.4 Pannendragers
De pansteunen zijn niet
bestand tegen afwassen in
een afwasautomaat. Ze
moeten met de hand
worden afgewassen.
1. U kunt de pansteunen verwijderen
voor een gemakkelijke reiniging van
het kookplaat.
www.aeg.com
12
Ga zeer voorzichtig te
werk bij het vervangen
van de pannendrager,
dit om schade aan het
oppervlak van de
kookplaat te vermijden.
2. De emaillelaag kan scherpe randen
hebben, dus wees voorzichtig tijdens
het met de hand afwassen en
afdrogen. Verwijder hardnekkige
vlekken zo nodig met een
pastareiniger.
3. Zorg er na het reinigen van de
pansteunen voor dat u ze in de juiste
stand terugplaatst.
4. Om ervoor te zorgen dat de brander
goed werkt, moeten de armen van
de pannendrager in het midden van
de brander worden geplaatst.
7.5 Periodiek onderhoud
Raadpleeg regelmatig uw lokale
serviceafdeling, om de staat van de
gastoevoerleiding en de drukregelaar
(indien gemonteerd) te controleren.
8. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
8.1 Het apparaat aan- en
uitzetten
Het hangt van het model
of uw apparaat
knopsymbolen,
indicatielampjes of lampjes
heeft:
Het lampje gaat aan als
het apparaat in werking
is.
Het symbool geeft aan of
de knop de kookzones,
de ovenfuncties of de
temperatuur bedient.
Het indicatielampje gaat
aan wanneer de oven
opwarmt.
1. Zet de functieknop van de oven op
een ovenfunctie.
2. Draai de temperatuurknop om een
temperatuur te kiezen.
3. Draai om het apparaat uit te
schakelen, de knop voor de
ovenfuncties en de knop voor de
temperatuur in de uit-stand.
8.2 Veiligheidsthermostaat
Een onjuiste bediening van het apparaat
of defecte componenten kunnen
gevaarlijke oververhitting veroorzaken.
Om dit te voorkomen is de oven
voorzien van een veiligheidsthermostaat
die de stroomtoevoer onderbreekt.
Zodra de temperatuur is gedaald, wordt
de oven automatisch weer ingeschakeld.
8.3 Ovenfuncties
Sym-
bool
Ovenfuncties Applicatie
Uit-stand Het apparaat staat uit.
Boven + Onderwarmte Voor het bakken en braden op een ovenniveau.
NEDERLANDS 13
Sym-
bool
Ovenfuncties Applicatie
Onderwarmte Voor het bakken van taarten met een knapperige bo-
dem en het inmaken van voedsel.
Licht koken Om te bakken in bakblikken en te drogen op één ni-
veau bij lage temperatuur.
Grillen Om plat voedsel te grillen en brood te roosteren.
Maximale temperatuur voor deze functie is 210 °C.
Multi Hetelucht Om op twee ovenniveaus te bakken of om voedsel
te drogen.Stel de temperatuur 20 - 40°C lager in dan
voor Boven + Onderwarmte
Ontdooien Deze functie kan gebruikt worden om bevroren
voedsel te ontdooien zoals groente en fruit. De ont-
dooitijd hangt af van de hoeveelheid en dikte van
het voedsel.
9. OVEN - KLOKFUNCTIES
9.1 Kookwekker
Gebruik de kookwekker voor het
instellen van een afteltijd.
Deze functie heeft geen
invloed op de werking van
het apparaat.
1. Stel een ovenfunctie en de
temperatuur in.
2. Draai de knop van de timer zover als
mogelijk is en draai de knop dan
terug tot aan de benodigde tijd.
Als deze tijd is verstreken, hoort u een
geluidssignaal.
10. OVEN - GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
10.1 De accessoires plaatsen
Bakrooster:
Het rooster heeft een
speciale vorm aan de
achterkant waardoor de
warmtecirculatie wordt
bevorderd.
Plaats het rooster in de roosterstand.
Zorg ervoor dat het de achterwand van
de oven niet raakt.
Plaat:
www.aeg.com14
Duw de bakplaat niet
helemaal tot de achterwand
van de oven. Dit zal
voorkomen dat de warmte
rondom de bakplaat kan
circuleren. Het gerecht kan
verbranden, vooral aan de
achterzijde van de bakplaat.
Plaats het blik of de diepe plaat op het
ovenniveau. Zorg ervoor dat het de
achterwand van de oven niet raakt.
11. OVEN - AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
De temperaturen en
baktijden in de tabellen zijn
slechts als richtlijn bedoeld.
Deze zijn afhankelijk van de
recepten en de kwaliteit en
de hoeveelheid van de
gebruikte ingrediënten.
11.1 Algemene informatie
Het apparaat heeft vier inzetniveaus.
Tel de inzetniveaus vanaf de bodem
van het apparaat.
Het apparaat heeft een speciaal
systeem dat de lucht circuleert en
voor doorlopende recycling van
stoom zorgt. Dankzij dit systeem is
het mogelijk om voedsel te bereiden
in een atmosfeer met stoom en
worden de gerechten zacht van
binnen en knapperig van buiten.
Bovendien worden de bereidingstijd
en het energieverbruik tot een
minimum beperkt.
Vocht kan in het apparaat of op de
glazen deurpanelen condenseren. Dit
is normaal. Ga altijd iets terug staan
van het apparaat als u de deur van het
apparaat tijdens de werking opent.
Om de condens te verminderen,
dient u het apparaat 10 minuten te
laten voorverwarmen.
Veeg na elk gebruik het vocht van het
apparaat.
Plaats geen voorwerpen direct op de
bodem van het apparaat en bedek de
bodem tijdens de bereiding niet met
aluminiumfolie. Dit kan de
bakresultaten veranderen en de
emaillelaag beschadigen.
11.2 Bakken
Het kan gebeuren dat uw oven anders
bakt of braadt dan het apparaat dat u
vroeger had. Pas de instellingen
(temperatuur, kooktijden) en de
rekstand die u gewoon was aan
volgens de waarden in de tabellen.
De fabrikant raadt u aan de eerste
keer een lagere temperatuur in te
stellen.
Als u geen concrete aanwijzingen
kunt vinden voor een speciaal recept,
kijkt u bij een soortgelijk product.
Bij het bereiden van cake op
meerdere niveaus kan de baktijd ca.
10 - 15 minuten langer zijn.
Als het gebak niet overal even hoog
is, wordt het gebak in het begin van
het bakproces niet overal even bruin.
Verander in dit geval de
temperatuurinstelling niet. De
NEDERLANDS
15
verschillen verminderen tijdens het
bakproces.
Bij langere baktijden kunt u de oven
ca. 10 minuten voor het einde van de
baktijd uitschakelen en profiteren van
de restwarmte.
Wanneer u bevroren gerechten gebruikt,
kunnen de bakplaten in de oven tijdens
het bakken vervormen. Wanneer de
bakplaten afkoelen, verdwijnt de
vervorming.
11.3 Voor de bereiding van
gebak
De ovendeur mag pas worden
geopend als driekwart van de baktijd
is verstreken.
Als u twee bakplaten tegelijkertijd
gebruikt, dient u één niveau ertussen
leeg te laten.
11.4 Voor de bereiding van
vlees en vis
Gebruik een diepe bak voor erg vet
voedsel om te oven te behoeden
voor blijvende vetvlekken.
Laat het vlees ongeveer 15 minuten
rusten voordat u het aansnijdt, zodat
het vleessap er niet uit stroomt.
Om te veel rook tijdens het braden in
de oven te vermijden, kunt u een
beetje water in de lekbak gieten. Om
rook te vermijden, voegt u water toe
wanneer het is opgedroogd.
11.5 Bereidingstijden
De bereidingsduur is afhankelijk van het
soort voedsel, de samenstelling en het
volume.
Houd in eerste instantie het
bereidingsproces in de gaten. Zoek bij
het gebruik van dit apparaat de beste
instellingen (temperatuur,
bereidingsduur, etc.) voor uw kookgerei,
recepten en hoeveelheden.
11.6 Boven + onderwarmte
Gerecht Gewicht (g) Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Accessoires
Deegreepjes
voor op vlaaien/
taarten
250 150 25 - 30 3 bakblik
Platte cake
1)
1000 160 - 170 30 - 35 2 bakblik
Koffiebroodjes
met appel en
gist
2000 170 - 190 40 - 50 3 bakblik
Appeltaart
2)
1200 + 1200 180 - 200 50 - 60 1 2 ronde alumini-
um bakplaten
(diameter: 20 cm)
Kleine cakejes
1)
500 160 - 170 25 - 30 2 bakblik
Biscuittaart zon-
der vet
1)
350 160 - 170 25 - 30 1 1 ronde alumini-
um bakplaat (dia-
meter: 26 cm)
www.aeg.com16
Gerecht Gewicht (g) Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Accessoires
Pannenkoek 1500 160 - 170
45 - 55
3)
2 bakblik
Hele kip 1350 200 - 220 60 - 70 2 rooster
1 bakblik
Halve kip 1300 190 - 210 35 + 30 3 rooster
1 bakblik
Gebraden var-
kenskotelet
600 190 - 210 30 - 35 3 Bakrooster
1 bakblik
Broodtaart
4)
800 230 - 250 10 - 15 2 bakblik
Gevulde gistca-
ke
5)
1200 170 - 180 25 - 35 2 bakblik
Pizza 1000 200 - 220 25 - 35 2 bakblik
Kwarktaart 2600 170 - 190 60 - 70 2 bakblik
Zwitserse appel-
flan
5)
1900 200 - 220 30 - 40 1 bakblik
Kerstcake
5)
2400 170 - 180
55 - 65
6)
2 bakblik
Quiche Lorrai-
ne
5)
1000 220 - 230 40 - 50 1 1 ronde alumini-
um bakplaat (dia-
meter: 26 cm)
Boerenbrood
7)
750 + 750 180 - 200 60 - 70 1 2 aluminium bak-
platen (lengte: 20
cm)
Roemeense bis-
cuittaart
1)
600 + 600 160 - 170 40 - 50 2 2 aluminium bak-
platen (lengte: 25
cm) op dezelfde
hoogte
Roemeense bis-
cuittaart - tradi-
tioneel
600 + 600 160 - 170 30 - 40 2 2 aluminium bak-
platen (lengte: 25
cm) op dezelfde
hoogte
Gistbroodjes
5)
800 200 - 210 10 - 15 2 bakblik
Opgerolde cake
met jam
1)
500 150 - 170 15 - 20 1 bakblik
Schuimpjes 400 100 - 120 40 - 50 2 bakblik
NEDERLANDS 17
Gerecht Gewicht (g) Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Accessoires
Kruimeltaart
5)
1500 180 - 190 25 - 35 3 bakblik
Biscuitgebak
1)
600 160 - 170 25 - 35 3 bakblik
Botertaart
1)
600 180 - 200 20 - 25 2 bakblik
1)
Verwarm de oven 10 minuten voor.
2)
Verwarm de oven 15 minuten voor.
3)
Nadat u het apparaat hebt uitgeschakeld, laat u de cake nog 7 minuten in de oven.
4)
Verwarm de oven 20 minuten voor.
5)
Verwarm de oven 10-15 minuten voor.
6)
Nadat u het apparaat hebt uitgeschakeld, laat u de cake nog 10 minuten in de oven.
7)
Stel de temperatuur in op 250 °C en warm de oven 18 minuten voor.
11.7 Multi hetelucht
Gerecht Gewicht (g) Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Accessoires
Deegreepjes
1)
250 155 20 3 bakblik
Deegreepjes
1)
250 + 250 150 20 1 + 3 bakblik
Platte cake
1)
1000 155 35 2 bakblik
Platte cake
1)
1000 + 1000 145 50 1 + 3 bakblik
Koffiebroodjes
met appel
1)
2000 170 - 180 40 - 50 3 bakblik
Appeltaart
1)
1200 + 1200 175 55 1 2 ronde alu-
minium bak-
platen (dia-
meter: 20 cm)
Kleine cakejes
1)
500 150 35 3 bakblik
Kleine cakejes
1)
500 + 500 145 30 1 + 3 bakblik
Biscuittaart zon-
der vet
1)
350 160 30 3 1 ronde alu-
minium bak-
plaat (diame-
ter: 26 cm)
Pannenkoek 1200 150 - 160
40 - 50
2)
3 bakblik
www.aeg.com18
Gerecht Gewicht (g) Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Accessoires
Hele kip 1400 200 50 2 rooster
1 bakblik
Gebraden var-
kenskotelet
600 180 - 200 30 - 40 2 rooster
1 bakblik
Broodtaart
3)
800 230 - 250 10 - 15 2 bakblik
Gevulde gistca-
ke
1200 160 - 170 20 - 30 3 bakblik
Kwarktaart 2600 150 - 170 60 - 70 2 bakblik
Zwitserse appel-
flan
3)
1900 180 - 200 50 - 40 3 bakblik
Kerstcake
1)
2400 150 - 170
50 - 60
4)
3 bakblik
Quiche Lorrai-
ne
3)
1000 210 - 230 35 - 45 2 1 ronde alu-
minium bak-
plaat (diame-
ter: 26 cm)
Boerenbrood
5)
750 + 750 180 - 190 50 - 60 3 bakblik
Roemeense bis-
cuittaart
1)
600 + 600 150 - 170 40 - 50 2 2 aluminium
bakplaten
(lengte: 25
cm) op de-
zelfde hoogte
Roemeense bis-
cuittaart - tradi-
tioneel
600 + 600 160 - 170 30 - 40 2 2 aluminium
bakplaten
(lengte: 25
cm) op de-
zelfde hoogte
Gistbroodjes
1)
800 190 15 3 bakblik
Gistbroodjes
1)
800 + 800 200 15 1 + 3 bakblik
Opgerolde cake
met jam
1)
500 150 - 170 10 - 15 3 bakblik
Schuimpjes 400 100 - 120 50 - 60 2 bakblik
Schuimpjes 400 + 400 100 - 120 55 - 65 1 + 3 bakblik
Kruimeltaart
1)
1500 170 - 180 20 - 30 2 bakblik
NEDERLANDS 19
Gerecht Gewicht (g) Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Accessoires
Biscuitgebak
1)
600 150 - 170 20 - 30 2 bakblik
Botertaart
1)
600 + 600 150 - 170 20 - 30 1 + 3 bakblik
1)
Verwarm de oven 10 minuten voor.
2)
Nadat u het apparaat hebt uitgeschakeld, laat u de cake nog 7 minuten in de oven.
3)
Verwarm de oven 15 minuten voor.
4)
Nadat u het apparaat hebt uitgeschakeld, laat u de cake nog 10 minuten in de oven.
5)
Stel de temperatuur in op 230 °C en warm de oven 15 minuten voor.
11.8 Licht koken
Gerecht Gewicht (g) Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Accessoires
Deegreepjes
1)
250 150 - 160 20 - 25 2 bakblik
Platte cake
1)
500 160 - 170 35 - 40 2 bakblik
Pizza
1)
1000 200 - 210 30 - 40 2 bakblik
Opgerolde cake
met jam
1)
500 160 - 170 20 - 30 2 bakblik
Meringue
2)
400 110 - 120 50 - 60 2 bakblik
Biscuitgebak
1)
600 160 - 170 25 - 30 2 bakblik
Botercake
1)
600 160 - 170 25 - 30 2 bakblik
Hele kip 1200 220 - 230 45 - 55 2 rooster
1 bakblik
1)
Stel de temperatuur in op 250 °C en warm de oven 20 minuten voor.
2)
Stel de temperatuur in op 250 °C en warm de oven 10 minuten voor.
12. OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
12.1 Opmerkingen over
schoonmaken
Maak de voorkant van het apparaat
schoon met een zachte doek en een
warm sopje.
Gebruik voor metalen oppervlakken
een specifiek reinigingsmiddel.
Reinig de binnenkant van het
apparaat na elk gebruik. Vetophoping
of andere voedingsresten kunnen
brand veroorzaken.
Verwijder hardnekkig vuil met een
speciale ovenreiniger.
Reinig alle accessoires na elk gebruik
en laat ze drogen. Gebruik een zachte
www.aeg.com20
doek met een warm sopje en een
reinigingsmiddel.
Toebehoren met antiaanbaklaag
mogen niet worden schoongemaakt
met een agressief reinigingsmiddel,
voorwerpen met scherpe randen of
een afwasautomaat. Dit kan de
antiaanbaklaag beschadigen.
12.2 Apparaten van roestvrij
staal of aluminium
Maak de ovendeur alleen
met een vochtige doek of
natte spons schoon. Droog
maken met een zachte doek.
Vermijd het gebruik van
staalwol, zure of schurende
producten, deze kunnen de
oppervlakken van de oven
beschadigen. Maak het
bedieningspaneel van de
oven net zo voorzichtig
schoon.
12.3 De ovendeur reinigen
De ovendeur heeft twee glazen panelen.
U kunt de ovendeur en interne glasplaat
verwijderen om ze te reinigen.
De ovendeur kan dichtslaan
als u de interne glasplaat
probeert te verwijderen als
de deur nog gemonteerd is.
LET OP!
Gebruik het apparaat nooit
zonder de interne glasplaat.
1. Open de deur volledig en houd de
twee deurscharnieren vast.
2. Til de hendels op de twee
scharnieren omhoog en draai ze.
3. Sluit de ovendeur halverwege tot de
eerste openingsstand. Trek hem
daarna naar voren en haal hem uit
zijn zitting.
4. Leg de deur op een zachte doek op
een stabiele ondergrond.
NEDERLANDS
21
5. Ontgrendel het
vergrendelingssysteem om de
interne glasplaat te verwijderen.
6. Draai de twee bevestigingen 90° en
verwijder ze uit hun houders.
90°
7. De glasplaat voorzichtig optillen en
verwijderen.
1
2
8. Reinig de glasplaat met een sopje.
Droog de glasplaat voorzichtig af.
Als u ze gereinigd hebt, monteer dan de
glasplaat en de ovendeur. Voer
bovenstaande stappen in omgekeerde
volgorde uit.
De bedrukte zone moet naar de
binnenkant van de deur gericht zijn. Zorg
ervoor dat het oppervlak van de
glasplaat op de bedrukte zijde na de
installatie niet ruw aanvoelt.
Zorg ervoor dat u de interne glasplaat
correct in de uitsparingen plaatst.
12.4 De lade verwijderen
WAARSCHUWING!
Bewaar geen ontvlambare
dingen in de lade (bijv.
schoonmaakmiddelen,
plastic zakken,
ovenhandschoenen, papier,
reinigingssprays, enz). Als u
de oven gebruikt, kan de
lade heet worden. Er kan
brand ontstaan.
De lade onder de oven kan worden
verwijderd om gemakkelijker te worden
schoongemaakt.
1. Trek de lade volledig naar buiten, tot
deze niet verder kan.
www.aeg.com
22
2. Til de lade langzaam op.
3. Trek de lade volledig uit.
Voer de bovenstaande stappen in
omgekeerde volgorde uit om de lade te
installeren.
12.5 Het lampje vervangen
Leg een doek op de bodem van de
binnenkant van het apparaat. Dit
voorkomt schade aan het afdekglas en
de ovenruimte.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrocutie!
Maak de zekering los
voordat u de lamp vervangt.
De lamp en het afdekglas
kunnen heet zijn.
1. Schakel het apparaat uit.
2. Verwijder de zekeringen in de
zekeringenkast, of schakel de
stroomonderbreker uit.
Het achterste lampje
1. Draai het afdekglas van de lamp naar
rechts en verwijder het.
2. Reinig het afdekglas.
3. Vervang de lamp door een geschikte
300 °C hittebestendige lamp.
4. Plaats het afdekglas terug.
13. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
13.1 Problemen oplossen
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Er is geen vonk als u de
vonkgenerator tracht te acti-
veren.
De kookplaat is niet aange-
sloten op een stopcontact of
is niet goed geïnstalleerd.
Controleer of de kookplaat
goed is aangesloten op het
elektriciteitsnet. Raadpleeg
het aansluitingsschema.
Er is geen vonk als u de
vonkgenerator tracht te acti-
veren.
De zekering is doorgesla-
gen.
Controleer of de zekering de
oorzaak van de storing is. Als
de zekeringen keer op keer
doorslaan, neemt u contact
op met een erkende installa-
teur.
Er is geen vonk als u de
vonkgenerator tracht te acti-
veren.
De branderdeksel en kroon
zitten niet goed op hun
plaats.
Plaats de branderdeksel en
kroon op de juiste plaats.
De vlam gaat uit onmiddel-
lijk na de ontsteking.
Het thermokoppel is niet
voldoende opgewarmd.
Na het ontsteken van de
vlam de knop circa 10 sec.
ingedrukt houden
NEDERLANDS 23
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De vlammenring is niet ge-
lijkmatig.
De branderkroon is verstopt
met etensresten.
Controleer of de inspuiter
niet verstopt is en of de
branderkroon schoon is.
De branders werken niet. Er is geen gastoevoer. Controleer de gasaanslui-
ting.
De vlamkleur is oranje of
geel.
De vlam kan op bepaalde
plaatsen van de brander
oranje of geel zijn. Dit is nor-
maal.
Het lampje brandt niet. Het lampje is stuk. Vervang het lampje.
Stoom en condens slaan
neer op de gerechten en in
de ovenruimte.
Het gerecht heeft te lang in
de oven gestaan.
Laat gerechten na het berei-
den niet langer dan 15 - 20
minuten in de oven staan.
De oven wordt niet warm. De benodigde kookstanden
zijn niet ingesteld.
Zorg ervoor dat de instellin-
gen juist zijn.
De bereiding van de gerech-
ten duurt te lang of de ge-
rechten worden te snel gaar.
De temperatuur is te laag of
te hoog.
Pas indien nodig de tempe-
ratuur aan. Volg het advies
in de handleiding op.
13.2 Onderhoudgegevens
Als u niet zelf het probleem kunt
verhelpen, neem dan contact op met uw
verkoper of de serviceafdeling.
De contactgegevens van het
servicecentrum staan op het typeplaatje.
Het typeplaatje bevindt zich voor aan de
binnenkant van het apparaat. Verwijder
het typeplaatje niet uit de ovenruimte.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................
14. MONTAGE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
14.1 Locatie van het apparaat
U kunt uw vrijstaand apparaat met kasten
aan een of twee zijden en in de hoek
plaatsen.
Houd een afstand van
ongeveer 1 cm tussen het
apparaat en de achterwand
zodat de deksel open kan.
Zie voor minimale afstanden de tabel.
www.aeg.com24
A
C
B
Minimum afstanden
Afmetingen mm
A 400
B 650
Afmetingen mm
C 150
14.2 Technische gegevens
Spanning 220 – 240 V
Frequentie 50 / 60 Hz
Apparaatklasse 1
Afmetingen mm
In hoogte 857
Breedte 600
Diepte 600
14.3 Overige technische gegevens
Categorie apparaat: II2EK3B/P
II2L3B/P
Gas origineel: G25.3 (2EK) 25 mbar
G25 (2L) 25 mbar
Gasvervanging: G30/G31 (3B/P) 30/30 mbar
G20 (2E) 20 mbar
14.4 Bypassdiameters
BRANDER
Ø BYPASS
1)
1/100 mm
Sudderbrander 29 / 30
Normale brander 32
Driekronenbrander 67
1)
Type bypass is afhankelijk van het model.
14.5 Gasbranders voor AARDGAS G20 20 mbar
BRANDER NORMAAL VER-
MOGEN kW
1)
BEPERKT VERMOGEN
kW
1)
INSPUITERMARKE-
RING 1/100 mm
Driekronenbran-
der
4.0 1.80 146
Normale brander 2.0 / 1.9 0.43 / 0.45 96
NEDERLANDS 25
BRANDER NORMAAL VER-
MOGEN kW
1)
BEPERKT VERMOGEN
kW
1)
INSPUITERMARKE-
RING 1/100 mm
Sudder 1.0 0.35 70
1)
Kraantype is afhankelijk van het model.
14.6 Gasbranders voor AARDGAS G25.3 25 mbar / G25 25 mbar
BRANDER NORMAAL VER-
MOGEN kW
BEPERKT VERMOGEN
kW
INSPUITERMARKE-
RING 1/100 mm
Driekronenbran-
der
3.8 1.7 147
Normale brander 1.9 0.43 100
Sudder 0.95 0.35 70
14.7 Gasbranders voor LPG G30 30 mbar
BRANDER NORMAAL
VERMOGEN
kW
BEPERKT VER-
MOGEN kW
INSPUITERMAR-
KERING 1/100
mm
NOMINALE GAS-
STROMING g/h
Driekronen-
brander
4.0 1.80 101 291
Normale
brander
2.0 0.43 71 145
Sudderbran-
der
1.0 0.35 50 73
14.8 Gasbranders voor LPG G31 30 mbar
BRANDER NORMAAL
VERMOGEN
kW
1)
BEPERKT VERMO-
GEN kW
1)
INSPUITER-
MARKERING
1/100 mm
NOMINALE GAS-
STROMING g/h
Driekronen-
brander
3.5 1.6 101 250
Normale
brander
1.7 0.38 71 121
Sudder 0.85 0.31 50 61
1)
Kraantype is afhankelijk van het model.
www.aeg.com26
14.9 Gasaansluiting
WAARSCHUWING!
De volgende instructies over
de installatie en het
onderhoud moeten
opgevolgd worden door
vakkundig personeel in
overeenstemming met de
geldende voorschriften.
Gebruik vaste aansluitingen of een
flexibele leiding van roestvrij staal, in
overeenstemming met de voorschriften
die van kracht zijn. Als u flexibele
metalen leidingen gebruikt, moet u
opletten dat deze niet in aanraking
komen met bewegende onderdelen, of
dat ze niet vastgeklemd worden.
De verbinding moet worden aangelegd
in overeenstemming met NEN 1078.
Controleer of de
gastoevoerdruk van het
apparaat voldoet aan de
aanbevolen waarden. De
verstelbare aansluiting wordt
op de uitbreidingsbrug
bevestigd met behulp van
een schroefdraadmoer G
1/2" (NEN 3258). Schroef de
onderdelen vast zonder
kracht, stel de verbinding in
de nodige richting af en
draai alles vast.
WAARSCHUWING!
De gasleiding mag het deel
van het apparaat niet raken
zoals getoond in de
afbeelding.
14.10 Aansluiting van flexibele
niet-metalen leidingen
Als u eenvoudig toegang heeft tot de
aansluiting, dan kunt u een flexibele
leiding gebruiken. De flexibele leiding
moet goed worden aangespannen door
klemmen.
Gebruik bij montage altijd de
leidinghouder en de pakking. De
flexibele pijp is correct als:
ze niet meer kan worden opgewarmd
dan kamertemperatuur, hoger dan 30
°C;
niet langer is dan 1.500 mm;
nergens nauw is;
niet gedraaid is;
niet in aanraking komt met scherpe
randen of hoeken;
de staat eenvoudig kan worden
gecontroleerd.
Zorg er bij het controleren van de
flexibele pijp voor dat:
de leiding geen barsten, sneden,
vlekken of brandsporen vertoont op
de twee uiteinden en over de
volledige lengte;
het materiaal niet gehard is, maar de
juiste elasticiteit vertoont;
de bevestigingsklemmen niet verroest
zijn;
de vervaldatum niet is verstreken.
Als er één of meerdere defecten
waarneembaar zijn, mag de leiding niet
worden gerepareerd, maar moet deze
worden vervangen.
WAARSCHUWING!
Controleer waneer de
installatie is voltooid of elke
leidingfitting goed is
afgedicht. Gebruik een
zeepoplossing, geen vlam.
De gastoevoer bevindt zich aan de
achterkant van het bedieningspaneel.
WAARSCHUWING!
Trek voordat u het gas
aansluit eerst de stekker uit
het stopcontact of schakel
de zekering uit.Sluit de
primaire klep van de
gastoevoer.
NEDERLANDS 27
14.11 Aanpassing aan
verschillende types gas
Alleen bevoegde personen
mogen de afstelling aan
verschillende types gas
uitvoeren.
Als het apparaat is ingesteld
voor aardgas, dan kunt u dit
met de geschikte injectors
wijzigen naar vloeibaar gas.
De hoeveelheid gas wordt
aangepast.
WAARSCHUWING!
Voordat u de injectors
vervangt, moet u ervoor
zorgen dat de gasknoppen
zich in de UIT-stand
bevinden. Trek de stekker uit
het stopcontact. Laat het
apparaat afkoelen. U kunt
letsel oplopen.
Het apparaat is ingesteld op
standaardgas. Om de
instelling te wijzigen moet u
altijd de afdichtpakking
gebruiken.
A B C
A. Uiteinde van as met moer
B. Pakking
C. Elleboog (indien nodig)
14.12 Vervangen van
kookplaatinjectors
Vervang de injectors wanneer u het
gastype wijzigt.
1. Verwijder de pannendrager.
2. Verwijder de branderkappen en -
kronen.
3. Maak de injectors los met een sleutel
van 7 mm en verwijder deze.
4.
Vervang ze door de injectors die
nodig zijn voor het type gas dat u
gebruikt.
5. Vervang het typeplaatje (naast de
gastoevoerleiding) door het plaatje
voor het nieuwe type gastoevoer.
U kunt het plaatje vinden
in de zak die bij het
apparaat geleverd is.
Als de druk van de gastoevoer niet
constant is of verschilt van de vereiste
druk, moet u een geschikte drukregelaar
op de gastoevoerleiding monteren.
14.13 Aanpassen van de
minimale gasstand op de
fornuisbrander
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder de knop voor de
kookplaat. Demonteer als de bypass-
schroef niet toegankelijk is eerst het
bedieningspaneel voor de afstelling.
3. Stel de stand van de bypass-schroef
A af met een dunne en platte
schroevendraaier.
Het model bepaalt de positie van de
bypass-schroef A.
www.aeg.com
28
Omzetten van aardgas naar
vloeibaar gas
1. Draai de bypass-schroef volledig
vast.
2. Doe de knop terug.
Omzetten van vloeibaar gas
naar aardgas
1. Draai de stand van de bypass-schroef
A één draai los.
2. Plaats de knop voor de kookplaat
terug.
3. Sluit het apparaat aan op het
stopcontact.
WAARSCHUWING!
Steek de stekker pas in
het stopcontact wanneer
alle onderdelen terug op
hun oorspronkelijke
plaats zitten. U kunt
letsel oplopen.
4.
Steek de brander aan.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Kookplaat
- Dagelijks gebruik'.
5. Draai de knop voor de kookplaat
naar een laagste stand.
6. Verwijder de knop voor de kookplaat
weer.
7. Draai de bypass-schroef langzaam
vast tot de vlam klein en stabiel
wordt.
8. Plaats de knop voor de kookplaat
weer terug.
14.14 Het apparaat waterpas
zetten
Gebruik kleine pootjes aan de onderkant
van het apparaat om het kookoppervlak
aan de bovenkant waterpas met andere
oppervlakken te brengen.
14.15 Anti-kantelbescherming
Stel de correcte hoogte in en bepaal
waar op het apparaat u de anti-
kantelbescherming gaat plaatsen.
LET OP!
Zorg dat u de anti-
kantelbescherming op de
correcte hoogte installeert.
Zorg ervoor dat het
oppervlak achter het
apparaat glad is.
U moet de anti-kantelbescherming
installeren. Als u dat niet doet, kan het
apparaat kantelen.
Uw apparaat is voorzien van het symbool
weergegeven in de afbeelding (indien
van toepassing) om u te herinneren aan
de montage van de anti-
kantelbescherming.
1. Installeer de anti-kantelbescherming
232-237 mm onder het bovenvlak van
het apparaat en 110-115 mm van de
zijkant van het apparaat in de ronde
opening op een steun. Schroef de
beveiliging stevig in solide materiaal
of gebruik geschikte versteviging
(muur).
NEDERLANDS
29
110-115
mm
232- 237
mm
2. U vindt het gat aan de
linkerachterkant van het apparaat. Til
de voorkant van het apparaat op en
plaats dit in het midden van de
ruimte tussen de kastjes. Als de
afstand tussen de aanrechtkastjes
groter is dan de breedte van het
apparaat, moet u de zijmaten
aanpassen als u het apparaat wilt
centreren.
Als u de afmetingen van het
fornuis hebt gewijzigd, dan
moet u de anti-
kantelbescherming correct
uitlijnen.
LET OP!
Als de afstand tussen de
aanrechtkastjes groter is dan
de breedte van het
apparaat, moet u de
zijmaten aanpassen als u het
apparaat wilt centreren.
14.16 Elektrische installatie
WAARSCHUWING!
De fabrikant is niet
verantwoordelijk indien u
deze veiligheidsmaatregelen
uit hoofdstuk
'Veiligheidsinformatie' niet
opvolgt.
Dit apparaat wordt geleverd met stekker
en netsnoer.
WAARSCHUWING!
De stroomkabel mag het
onderdeel van het apparaat
dat getoond wordt in de
illustratie niet raken.
15. ENERGIEZUINIGHEID
15.1 Productinformatie voor kookplaat volgens EU-richtlijn
66/2014
Modelidentifi-
catie
41886GT-wn
Type kooktoe-
stel
Kookplaat in vrijstaand fornuis
Aantal gas-
branders
4
Energiezuinig-
heid per gas-
brander (EE
gas burner)
Linksachter - Sudderbrander niet van toepassing
Rechtsachter - Normale brander 55.0%
Rechtsvoor - Normale brander 55.0%
Linksvoor - Driekronenbrander 52.5%
www.aeg.com30
Energie-efficiëntie voor de gaskookplaat (EE gas hob) 54.2%
EN 30-2-1: Huishoudelijke kooktoestellen
op gas - Deel 2-1 : Energieverbruik -
Algemeen
15.2 Kookplaat -
Energiebesparing
U kunt elke dag energie besparen tijdens
het koken door de onderstaande tips te
volgen.
Warm alleen de hoeveelheid water op
die u nodig heeft.
Doe indien mogelijk altijd een deksel
op de pan.
Zorg er voor gebruik voor dat de
branders en pannendragers goed
worden geplaatst.
De bodem van het kookgerei moet
de juiste diameter hebben voor de
brandermaat.
Zet het kookgerei meteen op de
brander en in het midden.
Wanneer de vloeistof begint te koken,
draait u de vlam omlaag, totdat de
vloeistof zachtjes pruttelt.
Gebruik indien mogelijk een
hogedrukpan. Zie de
gebruikshandleiding van de
hogedrukpan.
15.3 Productkaart en informatie voor ovens volgens EU
65-66/2014
Naam leverancier AEG
Modelidentificatie 41886GT-wn
Energie-efficiëntie Index 96.2
Energie-efficiëntieklasse A
Energieverbruik bij een standaardbelasting, stand
boven + onderwarmte
0,84 kWh/cyclus
Energieverbruik bij een standaardbelasting, stand
hetelucht
0,76 kWh/cyclus
Aantal ruimten 1
Warmtebron Electriciteit
Volume 57 l
Soort oven Oven in vrijstaand fornuis
Massa 42.0 kg
EN 60350-1 - Elektrische huishoudelijke
kookapparaten - deel 1: Range-ovens,
ovens, stoomovens en grills - Methoden
voor prestatiemeting.
15.4 Oven - Energie besparen
Dit apparaat bevat functies
die u helpen energie te
besparen tijdens het
dagelijks koken.
NEDERLANDS 31
Algemene tips
Zorg ervoor dat de ovendeur goed is
gesloten als het apparaat werkt en houd
de deur tijdens de bereiding zo veel
mogelijk gesloten.
Gebruik metalen schalen om meer
energie te besparen.
Indien mogelijk de oven niet
voorverwarmen voordat u er voedsel in
plaatst.
Verlaag bij een bereidingsduur langer
dan 30 minuten de oventemperatuur met
minimaal 3 - 10 minuten, afhankelijk van
de bereidingsduur voordat de kooktijd
verstrijkt. De restwarmte in de oven zorgt
ervoor dat het gerecht wordt voltooid.
U kunt de restwarmte gebruiken om
andere maaltijden op te warmen.
Bereiding met hete lucht
Gebruik indien mogelijk de
bereidingsfuncties met hete lucht om
energie te besparen.
Eten warm houden
Kies de laagst mogelijke
temperatuurinstelling om de restwarmte
te gebruiken en een maaltijd warm te
houden.
16. MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen.
Help om het milieu en de
volksgezondheid te beschermen en
recycle het afval van elektrische en
elektronische apparaten. Gooi apparaten
gemarkeerd met het symbool niet weg
met het huishoudelijk afval. Breng het
product naar het milieustation bij u in de
buurt of neem contact op met de
gemeente.
*
www.aeg.com
32
NEDERLANDS 33
www.aeg.com34
NEDERLANDS 35
www.aeg.com/shop
867342194-B-392017
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36

AEG 41886GT-WN Handleiding

Type
Handleiding