Vega VEGACAL 66 Handleiding

Type
Handleiding
Handleiding
Capacitieve kabelmeetsonde voor
continue niveaumeting
VEGACAL 66
4 … 20 mA/HART - tweedraads
Document ID: 30036
2
Inhoudsopgave
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
Inhoudsopgave
1 Over dit document
1.1 Functie ............................................................................................................................. 4
1.2 Doelgroep ........................................................................................................................ 4
1.3 Gebruikte symbolen ......................................................................................................... 4
2 Voor uw veiligheid
2.1 Geautoriseerd personeel .................................................................................................. 5
2.2 Correct gebruik ................................................................................................................. 5
2.3 Waarschuwing voor misbruik ............................................................................................ 5
2.4 Algemene veiligheidsinstructies ....................................................................................... 5
2.5 Veiligheidsmarkering op het instrument ............................................................................ 6
2.6 EU-conformiteit ................................................................................................................ 6
2.7 Voldoet aan NAMUR-aanbevelingen ................................................................................ 6
2.8 Installatie en bedrijf in de USA en Canada ....................................................................... 6
2.9 Veiligheidsinstructies voor Ex-omgeving .......................................................................... 6
2.10 Milieuvoorschriften ........................................................................................................... 7
3 Productbeschrijving
3.1 Constructie ....................................................................................................................... 8
3.2 Werking ............................................................................................................................ 9
3.3 Bediening ....................................................................................................................... 10
3.4 Verpakking, transport en opslag ..................................................................................... 11
3.5 Toebehoren en reserve-onderdelen ............................................................................... 11
4 Monteren
4.1 Algemene instructies ...................................................................................................... 13
4.2 Montage-instructies ........................................................................................................ 15
5 Op de voedingsspanning aansluiten
5.1 Aansluiting voorbereiden ................................................................................................ 17
5.2 Aansluitstappen ............................................................................................................. 18
5.3 Aansluitschema eenkamerbehuizing .............................................................................. 19
5.4 Aansluitschema tweekamerbehuizing ........................................................................... 21
5.5 Aansluitschema Ex-d-tweekamerbehuizing ................................................................... 23
5.6 Aansluitschema - uitvoering IP 66/IP 68, 1 bar ............................................................... 25
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM
6.1 Korte beschrijving ........................................................................................................... 26
6.2 Aanwijs- en bedieningsmodule inzetten ......................................................................... 26
6.3 Bedieningssysteem ........................................................................................................ 27
6.4 Inbedrijfnamestappen .................................................................................................... 28
6.5 Menuschema ................................................................................................................. 38
6.10 Opslaan van de parameters ........................................................................................... 39
7 In bedrijf nemen met PACTware en andere bedieningsprogramma's
7.1 De PC aansluiten ........................................................................................................... 40
7.2 Parametrering met PACTware ......................................................................................... 41
7.3 Parametrering met AMS™ en PDM ................................................................................ 42
7.4 Opslaan van de parameters ........................................................................................... 43
8 Service en storingen oplossen
8.1 Onderhoud ..................................................................................................................... 44
3
Inhoudsopgave
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
8.2 Storingen oplossen ........................................................................................................ 44
8.3 Elektronica vervangen ................................................................................................... 46
8.4 Procedure in geval van reparatie .................................................................................... 46
9 Demonteren
9.1 Demontagestappen ........................................................................................................ 48
9.2 Afvoeren ......................................................................................................................... 48
10 Bijlage
10.1 Technische gegevens ..................................................................................................... 49
10.2 Afmetingen ..................................................................................................................... 55
10.3 Industrieel octrooirecht ................................................................................................... 59
10.4 Handelsmerken .............................................................................................................. 59
Overige documentatie
Informatie:
Afhankelijk van de bestelde uitvoering hoort aanvullende documenta-
tie tot de levering. Deze vindt u in hoofdstuk "Productbeschrijving".
Handleidingen voor toebehoren en reserve-onderdelen
Tip:
Voor het veilig gebruik van uw VEGACAL 66 bieden wij toebehoren en
reserve-onderdelen aan. De bijbehorende documentatie is:
27720 - VEGADIS 61
30531 - Elektronica VEGACAL serie 60
34296 - zonnekap
31088 - Flens conform DIN-EN-ASME-JIS
Uitgave: 2017-04-06
4
1 Over dit document
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
1 Over dit document
1.1 Functie
Deze handleiding geeft u de benodigde informatie over de mon-
tage, aansluiting en inbedrijfname van het instrument. Deze bevat
bovendien belangrijke instructies voor het onderhoud, het oplossen
van storingen, het vervangen van onderdelen en de veiligheid van de
gebruiker. Lees deze daarom door voor de inbedrijfname en bewaar
deze handleiding als onderdeel van het product in de directe nabij-
heid van het instrument.
1.2 Doelgroep
Deze gebruiksaanwijzing is bedoeld voor gekwaliceerd vakper-
soneel. De inhoud van deze handleiding moet aan het personeel
beschikbaar worden gesteld.
1.3 Gebruikte symbolen
Informatie, tip, instructie
Dit symbool markeert nuttige aanvullende informatie.
Voorzichtig: bij niet aanhouden van deze waarschuwing kunnen
storingen of foutief functioneren ontstaan.
Waarschuwing: bij niet aanhouden van deze waarschuwingen kan
persoonlijk letsel en/of zware materiële schade ontstaan.
Gevaar: bij niet aanhouden van deze waarschuwing kan ernstig
persoonlijk letsel en/of onherstelbare schade aan het instrument
ontstaan.
Ex-toepassingen
Dit symbool markeert bijzondere instructies voor Ex-toepassingen.
SIL-toepassingen
Dit symbool markeert instructies betreende de functionele veiligheid,
die bij veiligheidsrelevante toepassing bijzonder zorgvuldig moeten
worden aangehouden.
Lijst
De voorafgaande punt markeert een lijst zonder dwingende volgorde.
→
Handelingsstap
Deze pijl markeert een afzonderlijke handeling.
1 Handelingsvolgorde
Voorafgaande getallen markeren opeenvolgende handelingen.
Afvoeren batterij
Dit symbool markeert bijzondere instructies voor het afvoeren van
batterijen en accu's.
5
2 Voor uw veiligheid
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
2 Voor uw veiligheid
2.1 Geautoriseerd personeel
Alle in deze gebruiksaanwijzing beschreven handelingen mogen
alleen door opgeleid en door de eigenaar van de installatie geautori-
seerd vakpersoneel worden uitgevoerd.
Bij werkzaamheden aan en met het instrument moet altijd de beno-
digde persoonlijke beschermende uitrusting worden gedragen.
2.2 Correct gebruik
De VEGACAL 66 is een sensor voor continue niveaumeting.
Gedetailleerde informatie over het toepassingsgebied is in hoofdstuk
"Productbeschrijving" opgenomen.
De bedrijfsveiligheid van het instrument is alleen bij correct gebruik
conform de specicatie in de gebruiksaanwijzing en in de evt. aanvul-
lende handleidingen gegeven.
Handelingen die verder gaan dan hetgeen beschreven in de ge-
bruiksaanwijzing mogen uit veiligheids- en garantie-overwegingen
alleen door personeel worden uitgevoerd dat is geautoriseerde door
de leverancier. Eigenmachtig ombouwen of veranderen is uitdrukkelijk
verboden.
2.3 Waarschuwing voor misbruik
Bij ondeskundig of verkeerd gebruik kunnen van dit instrument
toepassingsspecieke gevaren uitgaan, zoals bijvoorbeeld overlopen
van de tank of schade aan installatiedelen door verkeerde montage
of instelling. Dit kan materiële, persoonlijke of milieuschade tot gevolg
hebben. Bovendien kunnen daardoor de veiligheidsspecicaties van
het instrument worden beïnvloed.
2.4 Algemene veiligheidsinstructies
Het instrument voldoet aan de laatste stand van de techniek rekening
houdend met de geldende voorschriften en richtlijnen. Het mag alleen
in technisch optimale en bedrijfsveilige toestand worden gebruikt. De
exploitant is voor het storingsvrije bedrijf van het instrument verant-
woordelijk. Bij gebruik in agressieve of corrosieve media, waarbij een
storing van het instrument tot een gevaarlijke situatie kan leiden, moet
de exploitant door passende maatregelen de correcte werking van
het instrument waarborgen.
De operator is verder verplicht, tijdens de gehele toepassingsduur de
overeenstemming van de benodigde bedrijfsveiligheidsmaatregelen
met de actuele stand van de betreende instituten vast te stellen en
nieuwe voorschriften aan te houden.
Door de gebruiker moeten de veiligheidsinstructies in deze handlei-
ding, de nationale installatienormen en de geldende veiligheidsbepa-
lingen en ongevallenpreventievoorschriften worden aangehouden.
Ingrepen anders dan die welke in de handleiding zijn beschreven mo-
gen uit veiligheids- en garantie-overwegingen alleen door personeel
6
2 Voor uw veiligheid
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
worden uitgevoerd, dat daarvoor door de fabrikant is geautoriseerd.
Eigenmachtige ombouw of veranderingen zijn uitdrukkelijk verboden.
Uit veiligheidsoverwegingen mogen alleen de door de fabrikant goed-
gekeurde toebehoren worden gebruikt.
Om gevaren te voorkomen, moeten de op het instrument aange-
brachte veiligheidsmarkeringen en -instructies worden aangehouden
en moet de betekenis daarvan in deze handleiding worden opge-
zocht.
2.5 Veiligheidsmarkering op het instrument
De veiligheidssymbolen en -instructies die op het instrument zijn
aangebracht moeten worden aangehouden.
2.6 EU-conformiteit
Het instrument voldoet aan de wettelijke eisen van de geldende
EU-richtlijnen. Met de CE-markering bevestigen wij de succesvolle
beproeving.
De EU-conformiteitsverklaring vindt u op onze homepage onder
www.vega.com/downloads.
2.7 Voldoet aan NAMUR-aanbevelingen
Namur is de belangenvereniging automatiseringstechniek binnen de
procesindustrie in Duitsland. De uitgegeven NAMUR-aanbevelingen
gelden als norm voor de veldinstrumentatie.
Het instrument voldoet aan de eisen van de volgende NAMUR-aan-
bevelingen:
NE 21 – elektromagnetische compatibiliteit van bedrijfsmaterieel
NE 43 – signaalniveau voor uitvalinformatie van meetversterkers
NE 53 – compatibiliteit van veldinstrumenten en aanwijs-/bedie-
ningscomponenten
Zie voor meer informatie www.namur.de.
2.8 Installatie en bedrijf in de USA en Canada
Deze instructies zijn uitsluitend geldig voor de USA en Canada. Daar-
om is de volgende tekst alleen beschikbaar in het Engels.
Installations in the US shall comply with the relevant requirements of
the National Electrical Code (ANSI/NFPA 70).
Installations in Canada shall comply with the relevant requirements of
the Canadian Electrical Code
2.9 Veiligheidsinstructies voor Ex-omgeving
Houdt in geval van Ex-toepassingen de Ex-specieke veiligheidsin-
structies aan. Deze zijn een onderdeel van dit bedrijfsvoorschrift en
worden bij ieder instrument met Ex-toelating meegeleverd.
7
2 Voor uw veiligheid
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
2.10 Milieuvoorschriften
De bescherming van de natuurlijke levensbronnen is een van de be-
langrijkste taken. Daarom hebben wij een milieumanagementsysteem
ingevoerd met als doel, de bedrijfsmatige milieubescherming con-
stant te verbeteren. Het milieumanagementsysteem is gecerticeerd
conform DIN EN ISO 14001.
Help ons, te voldoen aan deze eisen en houdt rekening met de mi-
lieu-instructies in deze handleiding.
Hoofdstuk "Verpakking, transport en opslag"
Hoofdstuk "Afvoeren"
8
3 Productbeschrijving
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
3 Productbeschrijving
3.1 Constructie
De levering bestaat uit:
Niveausensor VEGACAL 66
Documentatie
Deze gebruiksaanwijzing
Safety Manual "Functionele veiligheid (SIL)" (optie)
Aanvullende handleiding "Verwarming voor display- en bedie-
ningsmodule" (optie)
Aanvullende handleiding "Connector voor continu metende
sensoren" (optie)
Ex-specieke "Veiligheidsinstructies" (bij Ex-uitvoeringen)
Evt. andere certicaten
De VEGACAL 66 bestaat uit de componenten:
Procesaansluiting met meetsonde
Behuizing met elektronica
Deksel behuizing, optioneel met display- en bedieningsmodule
1
2
3
Fig. 1: VEGACAL 66 - kabelversie met kunststof behuizing
1 Deksel behuizing met daaronder liggende display- en bedieningsmodule
(optie)
2 Behuizing met elektronica
3 Procesaansluiting
Leveringsomvang
Componenten
9
3 Productbeschrijving
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
De typeplaat bevat de belangrijkste gegevens voor de identicatie en
toepassing van het instrument:
2
1
11
13
12
14
15
10
9
3
6
4
5
7
8
Fig. 2: Opbouw van de typeplaat (voorbeeld)
1 Instrumenttype
2 Productcode
3 Toelatingen
4 Proces- en omgevingstemperatuur, procesdruk
5 Voeding en signaaluitgang elektronica
6 Beschermingsgraad
7 Sondelengte
8 Opdrachtnummer
9 Serienummer van het instrument
10 Materiaal onderdelen in aanraking met medium
11 Symbool voor instrumentveiligheidsklasse
12 Aanwijzing voor het aanhouden van de instrumentdocumentatie
13 ID-nummers instrumentdocumentatie
14 Erkend instituut voor de CE-markering
15 Toelatingsrichlijnen
Met de serienummers is het mogelijk via "www.vega.com", "VEGA
Tools" en "Instrument zoeken" de uitleveringsgegevens van het in-
strument op te roepen. Naast op de typeplaat op het instrument vindt
u het serienummer ook intern in het instrument.
3.2 Werking
De VEGACAL 66 is een niveausensor voor toepassing in niet abra-
sieve vloeistoen en stortgoederen.
De kabelmeetsonde is volledig geïsoleerd. De bewezen mechanisch
constructie zorgt voor een hoge bedrijfszekerheid.
Meetelektrode, product en tankwand vormen een elektrische con-
densator. De capaciteit van de condensator wordt in wezen door drie
factoren beïnvloed.
Typeplaat
T
oepassingsgebied
Werkingsprincipe
10
3 Productbeschrijving
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
1
2
3
Fig. 3: Werkingsprincipe - plaatcondensator
1 Afstand elektrodenvlakken
2 Grootte elektrodenvlakken
3 Soort diëlektricum tussen de elektroden
De elektrode en de tankwand zijn daarbij de condensatorplaten.
Het product en de isolatie zijn het diëlektricum. Vanwege de hogere
diëlektrische constante van de isolatie en het geleidende medium
ten opzichte van lucht neemt de capaciteit van de condensator bij
toenemende bedekking van de elektrode toe.
De capaciteitsverandering en de weerstandsverandering worden door
de elektronica in een ninveauproportioneel signaal omgevormd.
4 … 20 mA/HART-tweedraadselektronica voor voedingsspanning en
meetwaarde-overdracht over dezelfde kabel.
Het voedingsspanningsbereik kan afhankelijk van de uitvoering van
het instrument variëren.
De specicaties betreende voedingsspanning vindt u in hoofdstuk
"Technische gegevens".
De achtergrondverlichting van de display- en bedieningsmodule
wordt door de sensor gevoed. Voorwaarde is hierbij een bepaald ni-
veau van de bedrijfsspanning. De exacte spanningsspecicaties vindt
u in de "Technische gegevens".
De optionele verwarming vereist een eigen voeding. Details hierom-
trent vindt u in de aanvullende handleiding "Verwarming display- en
bedieningsmodule".
Deze functie is voor toegelaten instrumenten over het algemeen niet
beschikbaar.
3.3 Bediening
Het instrument heeft de volgende bedieningsmogelijkheden:
Met de display- en bedieningsmodule
Met de passende VEGA-DTM in combinatie met een bedienings-
software conform de FDT/DTM-norm, bijv. PACTware en PC
Met het bedieningsprogramma AMS™ of PDM van de leverancier
Met een HART-handterminal
Voedingsspanning
11
3 Productbeschrijving
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
3.4 Verpakking, transport en opslag
Uw instrument werd op weg naar de inbouwlocatie beschermd door
een verpakking. Daarbij zijn de normale transportbelastingen door
een beproeving verzekerd conform ISO 4180.
Bij standaard instrumenten bestaat de verpakking uit karton; deze is
milieuvriendelijke en herbruikbaar. Bij speciale uitvoeringen wordt ook
PE-schuim of PE-folie gebruikt. Voer het overblijvende verpakkings-
materiaal af via daarin gespecialiseerde recyclingbedrijven.
Het transport moet rekening houdend met de instructies op de trans-
portverpakking plaatsvinden. Niet aanhouden daarvan kan schade
aan het instrument tot gevolg hebben.
De levering moet na ontvangst direct worden gecontroleerd op volle-
digheid en eventuele transportschade. Vastgestelde transportschade
of verborgen gebreken moeten overeenkomstig worden behandeld.
De verpakkingen moeten tot aan de montage gesloten worden
gehouden en rekening houdend met de extern aangebrachte opstel-
lings- en opslagmarkeringen worden bewaard.
Verpakkingen, voor zover niet anders aangegeven, alleen onder de
volgende omstandigheden opslaan:
Niet buiten bewaren
Droog en stofvrij opslaan
Niet aan agressieve media blootstellen
Beschermen tegen directe zonnestralen
Mechanische trillingen vermijden
Opslag- en transporttemperatuur zie "Appendix - Technische
gegevens - Omgevingscondities"
Relatieve luchtvochtigheid 20 … 85 %.
Bij een gewicht van instrumenten meer dan 18 kg (39,68 lbs) moeten
voor het tillen en dragen daarvoor geschikte inrichtingen worden
gebruikt.
3.5 Toebehoren en reserve-onderdelen
De display- en bedieningsmodule PLICSCOM is bedoeld voor
meetwaarde-aanwijzing, bediening en diagnose. Deze kan op ieder
willekeurig moment in de sensor worden geplaatst of daaruit worden
weggenomen.
De geïntegreerde Bluetooth-module (optie) maakt de draadloze
bediening via standaard bedieningsapparaten mogelijk.
1)
Smartphone/Tablet (iOS- of Android-besturingssysteem)
PC/Notebook met Bluetooth-USB-adapter (Windows-besturings-
systeem)
Meer informatie vindt u in de handleiding "Display- en bedieningsmo-
dule PLICSCOM" (document-ID 27835).
Verpakking
T
ranspor
t
Transportinspectie
Opslag
Opslag- en transporttem-
peratuur
Tillen en dragen
PLICSCOM
1)
Bluetooth-functie bij VEGADIS 82 pas op een later tijdstip bruikbaar.
12
3 Productbeschrijving
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
Met de interface-adapter VEGACONNECT kan een communicatief in-
strument op de USB-poort van een PC worden aangesloten. Voor de
parametrering van dit instrument is de bedieningssoftware PACTware
met VEGA-DTM nodig.
Meer informatie vindt u in de handleiding "Interface-adapter VEGA-
CONNECT" (document-ID 32628).
De VEGADIS 82 is geschikt voor meetwaarde-aanwijzing en bedie-
ning van sensoren met HART-protocol. Deze wordt in het 4 … 20 mA/
HART-signaalcircuit opgenomen.
Meer informatie vindt u in de handleiding "VEGADIS 82 4...20 mA/
HART" (document-ID 45300).
De beschermkap beschermt het sensorhuis tegen vervuiling en ster-
ke opwarming door zonnestralen.
Meer informatie vindt u in de extra handleiding "Beschermkap" (docu-
ment-ID 34296).
Schroefdraadenzen staan in verschillende uitvoeringen ter beschik-
king conform de volgende normen: DIN 2501, EN 1092-1, BS 10,
ASME B 16.5, JIS B 2210-1984, GOST 12821-80.
Meer informatie vindt u in de extra handleiding "Flenzen conform DIN-
EN-ASME-JIS".
VEGACONNECT
VEGADIS 82
Beschermkap
Flenz
en
13
4 Monteren
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
4 Monteren
4.1 Algemene instructies
Waarborg, dat alle onderdelen van het apparaat die zich in het proces
bevinden, in het bijzonder sensorelement, procesafdichting en pro-
cesaansluiting, geschikt zijn voor de betreende procesomstandighe-
den. Daartoe behoren in het bijzonder de procesdruk, procestempe-
ratuur en de chemische eigenschappen van het medium.
De specicaties daarvoor vindt u in hoofdstuk "Technische gegevens"
en op de typeplaat.
Het instrument is geschikt voor normale en aanvullende omgevings-
condities conform DIN/EN/IEC/ANSI/ISA/UL/CSA 61010-1.
Kies de montagepositie zo mogelijk zodanig, dat u het instrument bij
het monteren en aansluiten en bij het later inbouwen van een display-
en bedieningsmodule goed kunt bereiken. Hiervoor kan de behuizing
zonder gereedschap met 330° worden verdraaid. Bovendien kunt u
de display- en bedieningsmodule in stappen van 90° verdraaien.
Neem voor het uitvoeren van laswerkzaamheden aan de silo de
elektronica uit de sensor. U voorkomt daarmee beschadigingen aan
de elektronica door inductieve koppeling.
Aard de meetsonde voor het lassen direct op de staaf resp. de kabel.
Bij schroefdraaduitvoeringen mag de behuizing niet worden gebruikt
voor inschroeven van het instrument! Het vastdraaien kan op die ma-
nier schade aan het draaimechaniek van de behuizing veroorzaken.
Gebruik voor het inschroeven het daarvoor bedoelde zeskant.
Gebruik de aanbevolen kabel (zie hoofdstuk "Op de voedingsspan-
ning aansluiten") en draai de kabelwartel vast aan.
U beschermt uw instrument extra tegen het binnendringen van vocht
door de aansluitkabel voor de kabelwartel naar beneden te leiden.
Regen- en condenswater kan dan afdruipen. Dit geldt vooral bij bui-
tenopstelling of in ruimten waar met een hoge vochtigheid rekening
moet worden gehouden (bijv. vanwege reinigingsprocessen) of op
gekoelde resp. verwarmde tanks.
Waarborg voor het behoud van de beschermingsklasse van het in-
strument, dat de deksel van de behuizing tijdens bedrijf altijd gesloten
en eventueel geborgd is.
Waarborg, dat de in hoofdstuk "Technische gegevens" aangegeven
vervuilingsgraad bij de aanwezige omstandigheden past.
Geschiktheid voor de
pr
ocesomstandigheden
Geschiktheid voor de om-
gevingsomstandigheden
Inbouwpositie
Laswerkzaamheden
Gebruik
Vochtigheid
14
4 Monteren
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
Fig. 4: Maatregelen tegen het binnendringen van vocht
Bij over- of onderdruk in de tank moet u de procesaansluiting afdich-
ten. Controleer vooraf of het afdichtingsmateriaal bestendig is tegen
het product en de procestemperatuur.
De maximaal toelaatbare druk vindt u in het hoofdstuk "Technische
gegevens" of op de typeplaat van de sensor.
Isolerende maatregelen, zoals bijv. het omwikkelen van het schroef-
draad met teonband, kunnen bij metalen tanks de noodzakelijke
elektrische verbinding onderbreken. Aard daarom de meetsonde op
de tank of gebruik geleidend afdichtingsmateriaal.
Metalen silo
Let erop, dat de mechanische aansluiting van de meetsonde met de
tank elektrisch geleidend is, om voldoende massa te waarborgen.
Gebruik geleidende pakkingen zoals bijv. koper en lood. Isolerende
maatregelen, zoals bijv. het omwikkelen van het schroefdraad met
teon band, kunnen bij metalen tanks de noodzakelijke verbinding
onderbreken. Aardt daarom de meetsonde aan de tank of gebruik
geleidend afdichtingsmateriaal.
Niet geleidende silo
Bij niet geleidende tanks, bijv. kunststoftanks, moet de tweede pool
van de condensator afzonderlijk worden gerealiseerd.
De capacitieve meetsonde moet zo mogelijk verticaal resp. parallel
t.o.v. een tegenelektrode zijn gemonteerd. Dit geldt vooral bij niet-ge-
leidend medium.
In liggende cilindrische tanks, kogeltanks of andere asymmetrische
tankvormen ontstaan vanwege de variërende afstand tot de tankwand
alineaire niveauwaarden.
Gebruik in niet-geleidende media een omhullingsbuis of lineariseer
het meetsignaal.
Wanneer aan het dak van de tank condens wordt gevormd, kan de af-
druipende vloeistof een brug vormen en zo meetfouten veroorzaken.
Gebruik daarom een beschermbuis. De lengte van de beschermbuis
is afhankelijk van de condensatiehoeveelheid en het gedrag van het
product.
Druk/vacuüm
T
ankmateriaal
Tankvormen
Condensaatvorming
15
4 Monteren
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
Metrisch schroefdraad
Bij instrumentbehuizingen met metrisch schroefdraad zijn de ka-
belwartels af fabriek ingeschroefd. Deze zijn met kunststof pluggen
afgesloten als transportbeveiligingen.
U moet deze pluggen verwijderen voordat de elektrische aansluitin-
gen worden gemaakt.
NPT-schroefdraad
Bij instrumentbehuizingen met zelfafdichtende NPT-schroefdraad
kunnen de kabelwartels niet af fabriek worden ingeschroefd. De vrije
openingen van de kabeldoorvoeren zijn daarom met rode stofbe-
schermdoppen afgesloten als transportbeveiliging.
De beschermdoppen moeten voor de inbedrijfname door toegela-
ten kabelwartels worden vervangen of met geschikte blindpluggen
worden afgesloten.
4.2 Montage-instructies
De meetsonde mag tijdens bedrijf geen ingebouwde onderdelen of
de tankwand aanraken. Bovendien kan de meetwaarde veranderen,
wanneer de afstand tot de tankwand sterk varieert. Indien nodig, moet
u daarom het uiteinde van de sonde isolerende vastzetten.
Afhankelijk van de grootte van de procesaansluiting is daarvoor in het
spangewicht een schroefdraad (M12) voor bevestiging van bijv. een
ringbout aanwezig of een boring voor bevestiging van de kabel. Het
spangewicht is ten opzichte van het meetdeel geïsoleerd.
Let erop dat de meetsondekabel niet te strak wordt gespannen. Voor-
kom trekbelastingen op de kabel.
21
3
Fig. 5: Meetsonde xeren
1 Spangewicht - procesaansluiting schroefdraad ≤ 2", ens ≤ DN 50
2 Spangewicht - procesaansluiting schroefdraad > 2", ens > DN 50
3 oog M12
Bij tanks met een conische bodem kan het een voordeel zijn, de
sensor in het midden van de tank te monteren, omdat de meting dan
tot op de bodem mogelijk is.
Kabelinvoeren -
NPT-schroe
fdraad
Kabelwartels
Inbouwpositie
16
4 Monteren
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
Opgelet:
Op het spangewicht kan niet worden gemeten. Het meetbereik van de
meetsonde eindigt daarom aan de bovenkant van het spangewicht.
Wanneer het instrument in de vulstroom is ingebouwd, kan dit onge-
wenste foutieve metingen tot gevolg hebben. Monteer het instrument
daarom op een plaats in de tank, waar geen storende invloeden,
zoals bijv. van vulopeningen, roerwerken enz. kunnen optreden.
Dit geldt vooral voor uitvoeringen met lange elektroden.
Fig. 6: Instromend medium
Instromend medium
17
5 Op de voedingsspanning aansluiten
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
5 Op de voedingsspanning aansluiten
5.1 Aansluiting voorbereiden
Let altijd op de volgende veiligheidsinstructies:
Waarschuwing:
Alleen in spanningsloze toestand aansluiten.
De elektrische aansluiting mag alleen door opgeleide en door de
eigenaar geautoriseerde vakspecialisten worden uitgevoerd.
Indien overspanningen kunnen worden verwacht, moeten over-
spanningsbeveiligingen worden geïnstalleerd.
De voedingsspanning en het stroomsignaal worden via dezelfde
twee-aderige kabel overgedragen. De bedrijfsspanning kan afhanke-
lijk van de uitvoering van het instrument variëren.
De specicaties betreende voedingsspanning vindt u in hoofdstuk
"Technische gegevens".
Zorg voor een veilige scheiding van het voedingscircuit van de net-
voedingscircuits conform DIN EN 61140 VDE 0140-1
Voed het instrument via een energiebegrensd stroomcircuit conform
DIN/EN/IEC/ANSI/ISA/UL/CSA 61010-1, bijv. via een Class 2-voe-
ding conform UL 1310 of een SELV-voeding met geschikte externe
stroombegrenzing.
2)
Houdt rekening met de volgende extra invloeden voor de voedings-
spanning:
Lagere uitgangsspanning van het voedingsapparaat onder nomi-
nale belasting (bijv. bij een sensorstroom van 20,5 mA of 22 mA bij
storingsmelding)
Invloed van andere apparaten in het circuit (zie belastingswaarde
in het hoofdstuk "Technische gegevens")
Het instrument word met standaard 2-aderige kabel zonder afscher-
ming aangesloten. Indien elektromagnetische instrooiingen worden
verwacht, die boven de testwaarden van de EN 61326-1 voor industri-
ele omgeving liggen, moet afgeschermde kabel worden gebruikt.
Waarborg, dat de gebruikte kabel de voor de maximaal optredende
omgevingstemperatuur benodigde temperatuurbestendigheid en
brandveiligheid heeft.
Gebruik kabels met ronde doorsnede bij instrument met behuizing
en kabelwartel. Controleer voor welke kabeldiameter de kabelwartel
geschikt is, om de afdichtende werking van de kabelwartel te waar-
borgen (IP-beschermingsklasse).
Gebruik een bij de kabeldiameter passende kabelwartel.
Veiligheidsinstructies
Voedingsspanning
Verbindingskabel
2)
Class 2-voeding: begrensd spannings- en vermogensniveau, bijzondere
isolatie tegen stroomcircuits met hogere spanning. SELV (Safety Extra Low
Voltage)-voeding: begrensd spanningsniveau, bijzondere isolatie tegen
stroomcircuits met hogere spanning
18
5 Op de voedingsspanning aansluiten
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
In HART-Multidropbedrijf bevelen wij u aan, afgeschermde kabel te
gebruiken.
Metrisch schroefdraad
Bij instrumentbehuizingen met metrisch schroefdraad zijn de ka-
belwartels af fabriek ingeschroefd. Deze zijn met kunststof pluggen
afgesloten als transportbeveiligingen.
U moet deze pluggen verwijderen voordat de elektrische aansluitin-
gen worden gemaakt.
NPT-schroefdraad
Bij instrumentbehuizingen met zelfafdichtende NPT-schroefdraad
kunnen de kabelwartels niet af fabriek worden ingeschroefd. De vrije
openingen van de kabeldoorvoeren zijn daarom met rode stofbe-
schermdoppen afgesloten als transportbeveiliging.
De beschermdoppen moeten voor de inbedrijfname door toegela-
ten kabelwartels worden vervangen of met geschikte blindpluggen
worden afgesloten.
Bij kunststofbehuizingen moet de NPT-kabelwartel resp. de cond-
uit-stalen buis zonder vet in het schroefdraadelement worden
geschroefd.
Wanneer afgeschermde kabel noodzakelijk is, adviseren wij, de kabe-
lafscherming aan beide zijden op het aardpotentiaal aan te sluiten. In
de sensor moet de afscherming direct op de interne aardklem worden
aangesloten. De externe aardklem op de behuizing moet laagohmig
met het aardpotentiaal zijn verbonden.
Bij Ex-installaties aarden conform de installatievoorschriften.
Bij galvanische installaties en bij installaties voor kathodische
corrosiebescherming moet er rekening mee worden gehouden, dat
aanmerkelijke potentiaalverschillen bestaan. Dit kan bij tweezijdige
afschermingsaarde ontoelaatbare hoge stromen door de afscherming
tot gevolg hebben.
Informatie:
De metalen delen van het instrument (procesaansluiting, behuizing,
enz.) zijn geleidend met de aardklem verbinden.
Bij Ex-toepassingen moeten de bijbehorende installatievoorschriften
worden aangehouden. Vooral moet worden gewaarborgd, dat er geen
potentiaalvereeningsstromen via de kabelafscherming ontstaan. Dit
kan worden gerealiseerd bij aarding aan beide zijden door toepassing
van een condensator of via een separate potentiaalvereening.
5.2 Aansluitstappen
Ga als volgt tewerk:
1. Deksel behuizing afschroeven
2. Eventueel aanwezige display- en bedieningsmodule door draaien
naar links uitnemen.
3. Wartelmoer van de kabelwartel losmaken en de afsluitplug uitne-
men
Kabelwartels
Kabelafscherming en
aarding
19
5 Op de voedingsspanning aansluiten
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
4. Aansluitkabel ca. 10 cm ontdoen van de mantel, aderuiteinde ca.
1 cm ontdoen van de isolatie.
5. Kabel door de kabelwartel in de sensor schuiven
6. Openingshefboom van de klemmen met een schroevendraaier
optillen (zie guur hierna).
7. Aderuiteinden conform aansluitschema in de open klemmen
steken
Fig. 7: Aansluitstappen 6 en 7
8. Openingshefboom van de klemmen naar beneden drukken, de
klemveer sluit hoorbaar.
9. Controleer of de kabels goed in de klemmen zijn bevestigd door
licht hieraan te trekken
10. Afscherming op de interne aardklem aansluiten, de externe aard-
klem met de potentiaalvereening verbinden
11. Wartelmoer van de kabelwartel vast aandraaien. De afdichtring
moet de kabel geheel omsluiten
12. Deksel behuizing vastschroeven
De elektrische aansluiting is zo afgerond.
5.3 Aansluitschema eenkamerbehuizing
De afbeeldingen hierna gelden zowel voor de niet-Ex-, als ook voor
de Ex-ia-uitvoering.
20
5 Op de voedingsspanning aansluiten
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
5
5
5
5
1 2
4
3
Fig. 8: Materiaalvarianten eenkamerbehuizing
1 Kunststof
2 Aluminium
3 RVS (jngietmetaal)
4 RVS (geanodiseerd)
5 Filterelement voor luchtdrukcompensatie voor alle materiaaluitvoeringen.
Blindplug bij uitvoering IP 66/IP 68, 1 bar voor aluminium en RVS
I
²
C
Display
12 5678
3
4
1
2
Fig. 9: Elektronica- en aansluitruimte - eenkamerbehuizing
1 Connector voor VEGACONNECT (I²C-interface).
2 Veerklemmen voor aansluiting van het externe display VEGADIS 61.
3 Aardklem voor aansluiting van de kabelafscherming.
4 Veerkrachtklemmen voor de voedingsspanning
Overzicht behuizingen
Elektronica- en aansluit-
ruimte
21
5 Op de voedingsspanning aansluiten
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
I
2
C
Display
1
12 5 678
Fig. 10: Aansluitschema - eenkamerbehuizing
1 Voedingsspanning, signaaluitgang
5.4 Aansluitschema tweekamerbehuizing
De afbeeldingen hierna gelden zowel voor de niet-Ex-, als ook voor
de Ex-ia-uitvoering.
1 2 3
4
5
Fig. 11: Tweekamerbehuizing
1 Deksel behuizing aansluitruimte
2 Blindpluggen of aansluitstekker M12 x 1 voor VEGADIS 61 (optie)
3 Deksel behuizing elektronicaruimte
4 Filterelement voor drukcompensatie
5 Kabelwartel
Aansluitschema
Overzicht behuizingen
22
5 Op de voedingsspanning aansluiten
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
1
3
2
Display
12 5678
I
²
C
Fig. 12: Elektronicaruimte - tweekamerbehuizing
1 Connector voor VEGACONNECT (I²C-interface).
2 Interne verbindingskabel naar aansluitruimte
3 Aansluitklemmen voor VEGADIS 81
1
2
3
Display
12
I
2
C
Fig. 13: Aansluitruimte - tweekamerbehuizing
1 Veerkrachtklemmen voor de voedingsspanning
2 Connector voor VEGACONNECT (I²C-interface).
3 Aardklem voor aansluiting van de kabelafscherming.
Elektronicaruimte
Aansluitruimte
23
5 Op de voedingsspanning aansluiten
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
I
2
C
1
12
Fig. 14: Aansluitschema - tweekamerbehuizing
1 Voedingsspanning, signaaluitgang
5.5 Aansluitschema Ex-d-tweekamerbehuizing
1 2 3
4
5
Fig. 15: Tweekamerbehuizing
1 Deksel behuizing aansluitruimte
2 Blindpluggen of aansluitstekker M12 x 1 voor VEGADIS 61 (optie)
3 Deksel behuizing elektronicaruimte
4 Filterelement voor drukcompensatie
5 Kabelwartel
Aansluitschema
Overzicht behuizingen
24
5 Op de voedingsspanning aansluiten
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
1
3
2
Display
12 5678
I
²
C
Fig. 16: Elektronicaruimte - tweekamerbehuizing
1 Connector voor VEGACONNECT (I²C-interface).
2 Interne verbindingskabel naar aansluitruimte
3 Aansluitklemmen voor VEGADIS 81
1
2
12
Fig. 17: Aansluitruimte Ex-d-ia-tweekamerbehuizing
1 Veerklemmen voor de voedingsspanning en kabelafscherming.
2 Aardklem voor aansluiting van de kabelafscherming.
Elektronicaruimte
Aansluitruimte
25
5 Op de voedingsspanning aansluiten
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
1
12
Fig. 18: Aansluitschema Ex-d-ia-tweekamerbehuizing
1 Voedingsspanning, signaaluitgang
5.6 Aansluitschema - uitvoering IP 66/IP 68, 1 bar
1
2
Fig. 19: Aderbezetting aansluitkabel
1 Br (+) en bl (-) voor voedingsspanning resp. naar meetversterker.
2 Afscherming
Aansluitschema
Aderbezetting aansluit-
kabel
26
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
6 In bedrijf nemen met de display- en
bedieningsmodule PLICSCOM
6.1 Korte beschrijving
De aanwijs- en bedieningsmodule is bedoeld voor meetwaarde-aan-
wijzing, bediening en diagnose. Deze kan in de volgende behuizings-
varianten en instrumenten worden toegepast:
Alle sensoren uit de plics
®
-instrumentfamilie, zowel in één- als
tweekamerbehuizing (naar keuze in elektronica- of aansluitruimte)
Externe display- en bedieningseenheid VEGADIS 61
6.2 Aanwijs- en bedieningsmodule inzetten
De display- en bedieningsmodule kan te allen tijde in de sensor wor-
den geplaatst en weer worden verwijderd. Een onderbreking van de
voedingsspanning is hiervoor niet nodig.
Ga als volgt tewerk:
1. Deksel behuizing afschroeven
2. Display- en bedieningsmodule in de gewenste positie op de
elektronica plaatsen (vier posities, 90° verdraaid naar keuze)
3. Display- en bedieningsmodule op de elektronica plaatsen en iets
naar rechts verdraaien tot deze borgt
4. Deksel behuizing met venster vastschroeven
De demontage volgt in omgekeerde volgorde
De display- en bedieningsmodule wordt door de sensor gevoed,
andere aansluitingen zijn niet nodig.
Fig. 20: Aanwijs- en bedieningsmodule inzetten
Functie/opbouw
Aanwijs- en bedienings-
module in-/uitbouwen
27
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
Opmerking:
Indien u naderhand het instrument met een display- en bedienings-
module voor permanente meetwaarde-aanwijzing wilt uitrusten, dan
is een verhoogd deksel met venster nodig.
6.3 Bedieningssysteem
1
2
Fig. 21: Aanwijs- en bedieningselementen
1 LC-display
2 Aanwijzing van het menupuntnummer
3 Bedieningstoetsen
[OK]-toets:
Naar menu-overzicht gaan
Gekozen menu bevestigen
Parameter wijzigen
Waarde opslaan
[->]-toets voor keuze van:
Menuwisseling
Lijstpositie kiezen
Te wijzigen positie kiezen
[+]-toets:
Waarde van een parameter veranderen
[ESC]-toets:
Invoer onderbreken
Naar bovenliggend menu terugspringen
U bedient het instrument via de vier toetsen van de display- en bedie-
ningsmodule. Op het LC-display worden de afzonderlijke menupun-
ten getoond. De functies van de afzonderlijke toetsen vindt u in de
afbeelding hiervoor.
Toetsfuncties
Bedieningssysteem
28
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
Bij eenmalig bedienen van de [+]- en [->]-toetsen wijzigt de bewerkte
waarde of de cursor met een positie. Bij bediening langer dan 1 s
verloopt de verandering continu.
Gelijktijdig bedienen van de [OK]- en [ESC]-toetsen langer dan 5 s
zorgt voor terugkeer naar het basismenu. Daarbij wordt de menutaal
naar "Engels" omgeschakeld.
Ca. 60 minuten na de laatste toetsbediening wordt een automatische
terugkeer naar de meetwaarde-aanwijzing uitgevoerd. Daarbij gaan
de nog niet met [OK] bevestigde waarden verloren.
6.4 Inbedrijfnamestappen
Na de aansluiting van de VEGACAL 66 op de voedingsspanning resp.
na terugkeer van de voedingsspanning voert het instrument eerst
gedurende ca. 30 seconden een zelftest uit.
Interne test van de elektronica.
Aanwijzing van het type instrument, de rmwareversie en het
sensor-tagnummer (sensoridenticatie).
Uitgangssignaal verspringt kort (ca. 10 s) naar de ingestelde
storingsstroom.
Daarna wordt de bijbehorende stroom op de kabel uitgestuurd (de
waarde komt overeen met het actuele niveau en de al uitgevoerde
instellingen, bijv. de fabrieksinregeling).
Bij HART-multidropbedrijf (meerdere sensoren op een ingang) moet
voor de parametrering eerst de adressering worden ingesteld. Een
nadere beschrijving hiervan vindt u in de gebruiksaanwijzing "Display-
en bedieningsmodule" of in de online-help van PACTware resp. DTM.
HART mode
Standard
Address 0
De VEGACAL 66 meet de capaciteit van het betreende medium. Om
het eigenlijke niveau te kunnen geven, moet de gemeten capaciteit
aan de procentuele hoogte worden toegekend. Om deze inregeling
uit te voeren wordt de capaciteit bij lege en volle tank ingevoerd.
Wanneer de tank niet compleet kan worden geleegd of gevuld, dan
kunt u de inregeling ook uitvoeren met twee andere bekende niveaus;
bijvoorbeeld met 10% en met 90%. De niveaus voor de leeg- en volin-
regeling moeten echter zo ver mogelijk uit elkaar liggen.
Aan de hand van deze instellingen wordt dan het eigenlijke niveau
berekend.
De VEGACAL 66 moet daarvoor zijn ingebouwd. Voor deze inregeling
is verandering van het niveau noodzakelijk.
In het hoofdmenupunt "Basisinstelling" moeten voor de optimale
instelling van de meting de afzonderlijke submenupunten opeenvol-
gend worden gekozen en worden voorzien van de juiste parameters.
Tijdfuncties
Inschak
elfase
A
dresinstelling
HART-multidrop
Parametrering
29
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
Tip:
Wanneer de display- en bedieningsmodule als aanwijzing op de
meetsonde blijft, verdient het aanbeveling, de sensorgegevens in de
display- en bedieningsmodule op te slaan.
Gebruik hiervoor de kopieerfunctie "sensorgegevens kopiëren".
Begin nu uw parametrering met de volgende menupunten van de
basisinstelling:
Protocolleer voor de zekerheid de inregelwaarden voor de vol- en
leeginregeling. Indien een inregelprocedure mislukt, moet u de vul-
graad van de tank niet meer veranderen.
In geval van vervanggen van de elektronica, kunnen deze waarden
nogmaals nuttig zijn.
% Waarde
Leeginregeling
Volinregeling
Tab. 1: Inregelprotocol
Tip:
Voor de min. inregeling moet de tank eenmaal zo veel mogelijk zijn
geleegd en voor de max. inregeling zo veel mogelijk gevuld. Wanneer
de tank al gevuld is, begint u met de max.-inregeling.
Opmerking:
De tank moet bij de min.-inregeling zo leeg mogelijk zijn.
Ga als volgt tewerk:
1. Ga van de meetwaarde-aanwijzing naar het hoofdmenu door
[OK] in te drukken.
Basic adjustment
Display
Diagnostics
Service
Info
2. Het menupunt "Basisinstelling" met [->] kiezen en met [OK]
bevestigen. Nu wordt het menupunt "Min.-inregeling" getoond.
Min. adjustment
0.00 %
=
0.0 pF
54.5 pF
3. Met [OK] de inregelwaarde voorbereiden voor bewerken. Met
[OK] naar het keuzevenster overgegaan.
Min. adjustment
Accept current measured
value?
Accept?
Edit?
Min.-inregeling uitvoeren
30
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
4. De actuele meetwaarde overnemen of met "bewerken" in het
bewerkingsvenster veranderen. voor het bewerken de cursor
met [->] op de gewenste positie plaatsen. de gewenste procen-
tuele waarde met [+] instellen en met [OK] opslaan. De cursor
verspringt nu naar de capaciteitswaarde.
5. Passend bij de procentuele waarde de onder getoonde capaci-
teitswaarde in pF voor de lege tank invoeren.
6. Sla uw instellingen op met [OK] en ga met [->] naar max.-inrege-
ling.
Vul de tank tot een zo hoog mogelijk niveau.
Opmerking:
De tank moet bij max. inregeling zo vol mogelijk zijn. Daardoor wordt
de inregeling nauwkeuriger.
Ga als volgt tewerk:
Max. adjustment
100.00 %
=
1000 pF
327.4 pF
1. Met [OK] de inregelwaarde voorbereiden voor bewerken. Met
[OK] naar het keuzevenster overgegaan.
Min.-inregeling
Actuele meetwaarde over-
nemen?
Overnemen?
Bewerken?
2. De actuele meetwaarde overnemen of met "bewerken" in het
bewerkingsvenster veranderen. voor het bewerken de cursor
met [->] op de gewenste positie plaatsen. de gewenste procen-
tuele waarde met [+] instellen en met [OK] opslaan. De cursor
verspringt nu naar de capaciteitswaarde.
3. Passend bij de procentuele waarde de onder getoonde capaci-
teitswaarde in pF voor de volle tank invoeren.
4. Sla de instellingen op met [OK].
Om variaties in de meetwaarde-aanwijzing bijv. door onrustige
mediumoppervlakken te onderdrukken, kan een demping worden
ingesteld. Deze tijd mag tussen 0 en 999 seconden liggen. Let erop,
dat daarmee echter ook de reactietijd van de gehele meting groter
wordt en de sensor op snelle meetwaardeveranderingen vertraagd
reageert. In de regel is een tijd van enkele seconden voldoende, om
de meetwaarde-aanwijzing verregaand te stabiliseren.
Damping
0 s
Max.-inregeling uitvoeren
Basisinstelling - demping
31
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
Voer de gewenste parameter in via de betreende toetsen, sla uw
instellingen op en [->]-toets naar het volgende menupunt.
Een linearisatie is bij alle tanks nodig, waarbij het tankvolume niet
lineair toeneemt met de vulhoogte - bijv. bij een liggende cilindrische
tank of een kogeltank - en de aanwijzing of uitsturing van het volume
gewenst is. Voor deze tanks zijn bijbehorende linearisatiecurves op-
genomen. Deze geven de verhouding tussen het procentuele niveau
en het tankvolume aan. Door activering van de passende curve wordt
het procentuele tankvolume correct aangewezen. Indien het volume
niet in procenten, maar bijvoorbeeld in liters of kilogram moet worden
aangewezen, kan ook nog een schaalverdeling onder het menupunt
"Display" worden ingesteld.
Linearisation curve
Lineair
Voer de gewenste parameter in via de betreende toetsen, sla uw
instellingen op en [->]-toets naar het volgende menupunt.
Opgelet:
Bij toepassing van de VEGACAL 66 met bijbehorende toelating als
onderdeel van een overvulbeveiliging conform WHG moet op het
volgende worden gelet:
Wanneer een linearisatiecurve wordt gekozen, dan is het meetsignaal
niet meer altijd lineair met het niveau. Hiermee moet de gebruiker
rekening houden, in het bijzonder bij de instelling van het schakelpunt
op de grenswaardesignalering.
In dit menupunt kan aan de sensor een eenduidige naam worden
gegeven, bijv. de meetplaatsnaam of de tank- resp. productnaam. In
digitale systemen en voor de documentatie van grotere installaties
moet voor een nauwkeurige identicatie van de meetplaatsen een
eenduidige naam worden ingevoerd.
Sensor-TAG
Sensor
Met dit menupunt is de basisinstelling afgerond en u kunt nu met de
[ESC]-toets terugkeren naar het hoofdmenu.
In het menu "Display" bepaalt u, hoe de meetwaarde op het display
wordt weergegeven.
De volgende aanwijswaarden staan ter beschikking:
Hoogte
Afstand
Stroom
Op schaal
Procent
Lin. procent
Basisinstelling - linearisa-
tiecurve
Basisinstelling - sen-
sor-TAG
Display - aanwijswaarde
32
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
De keuze Op schaal" opent de menupunten "Aanwijseenheid" en
"Schaalverdeling". In "Aanwijseenheid" bestaan de volgende keuze-
mogelijkheden:
Hoogte
Massa
Debiet
Volume
Zonder eenheid
Afhankelijk van de keuze staan weer verschillende eenheden ter
beschikking.
In het menupunt "Schaalverdeling" wordt de gewenste getalswaarde
met decimale punt voor 0 % en 100 % van de meetwaarde ingevoerd.
Tussen de aanwijswaarde in het menu "Display" en de inregelwaarde
in het menu "Basisinstellingen" bestaat de volgende relatie:
Aanwijswaarde "Afstand": weergave van de meetwaarde in de
gekozen inregeleenheid, bijvoorbeeld m(d)
Displayed value
Scaled
Display unit
Volume
l
Scaling
0 % = 0.0 l
100 % = 100.0 l
Een af fabriek geïntegreerde achtergrondverlichting kan via het
bedieningsmenu worden ingeschakeld. De functie is afhankelijk van
de hoogte van de voedingsspanning. Zie "Technische gegevens/voe-
dingsspanning".
Backlight
In de defaultinstelling is de verlichting uitgeschakeld.
In de sensor worden steeds de minimale en maximale meetwaarde
opgeslagen. In het menupunt "Sleepaanwijzer" worden de waarden
getoond.
Min.- en max.-afstand in m(d)
Min.- en max.-temperatuur
Display - verlichting
Diagnose - aanwijzing
33
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
Peak value indicator
In dit menupunt wordt de instrumentstatus getoond. Wanneer door
de sensor geen fout wordt herkend, dan volgt de aanwijzing "OK".
Wanneer een fout wordt geconstateerd, dan volgt sensorspeciek
een knipperende foutmelding, bijv. "E013". De fout wordt bovendien in
tekst weergegeven bijv. "Geen meetwaarde aanwezig".
Informatie:
De foutmelding en de tekstaanwijzing worden tevens op het meet-
waardedisplay getoond.
Meas. certainty
Sensor status
Met de start van een "Trendcurve" worden afhankelijk van de sensor
tot maximaal 3000 meetwaarden geregistreerd. De waarden kunnen
aansluitend op een tijdas worden weergegeven. De telkens oudste
meetwaarden worden weer gewist.
De getoonde meetwaarden hebben als eenheid pF.
Trend recording
Presentation of the trend
curve
Informatie:
Bij de uitlevering af fabriek is de trendregistratie niet actief. Deze moet
door de gebruiker via het menupunt "Trendcurve starten" worden
gestart.
Onder het menupunt "Stroomuitgang" bepaalt u het gedrag van de
stroomuitgang tijdens bedrijf en bij storingen. De volgende tabel toont
de keuzemogelijkheden.
Stroomuitgang
Karakteristiek 4 … 20 mA
20 … 4 mA
Diagnose - instrument-
status
Trendregistratie
Service - stroomuitgang
34
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
Storingsmodus
3)
Hold value
20,5 mA
22 mA
< 3,6 mA
Min. stroom
4)
3,8 mA
4 mA
Max. stroom
5)
20 mA
20,5 mA
De vet getoonde waarden staan voor de defaultinstelling.
Bij de bedrijfsstand HART-Multidrop is de stroom constant 4 mA. De
waarde verandert ook bij storingen niet.
Current output
Characteristic: 4-20 mA
Failure mode: 22 mA
Min. current 3.8 mA
Met dit menupunt simuleert u willekeurige niveau- en drukwaarden via
de stroomuitgang. Daarmee kan de signaalweg, bijv. via nagescha-
kelde aanwijsinstrumenten of de ingangskaart van het besturingssy-
steem worden getest.
De volgende simulatiegrootheden staan ter beschikking:
Procent
Stroom
Druk (bij druktransmitters)
Afstand (bij radar en geleide microgolf)
Bij Probus PA-sensoren volgt de keuze van de gesimuleerde waarde
via het "Channel" in het menu "Basisinstellingen".
Zo start u de simulatie:
1. [OK] indrukken
2. Met [->] de gewenste simulatiegrootheid kiezen en met [OK]
bevestigen.
3. Met [+] en [->] de gewenste getalswaarde instellen.
4. [OK] indrukken
De simulatie loopt nu, daarbij wordt bij 4 … 20 mA/HART een stroom
resp. bij Probus PA of Foundation Fieldbus een digitale waarde
uitgestuurd.
Zo onderbreekt u de simulatie:
[ESC] indrukken
Informatie:
10 minuten na de laatste toetsbediening wordt de simulatie automa-
tisch afgebroken.
Service/simulatie
3)
Waarde van de stroomuitgang bij storing, bijv.: wanneer geen geldige meet-
waarde wordt geleverd.
4)
Deze waarde wordt tijdens bedrijf niet onderschreden.
5)
Deze waarde wordt tijdens bedrijf niet overschreden
35
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
Simulation
Start simulation?
Basisinstelling
Wanneer de functie "Reset" wordt uitgevoerd, zet de sensor alle
instellingen terug naar de fabrieksinstelling.
De volgende waarden worden gereset:
Functie Resetwaarde
Max.-inregeling
3000 pF
Min.-inregeling 0 pF
Demping ti 0 s
Linearisatie Lineair
Sensor-TAG Sensor
Display %
Stroomuitgang - karakteristiek
4 … 20 mA
Stroomuitgang - max. stroom 20,5 mA
Stroomuitgang - min. stroom 3,8 mA
Stroomuitgang - storing < 3,6 mA
Speciale parameter
Alle speciale parameters worden naar de uitleveringstoestand terug-
gezet.
Sleepaanwijzer
De min.- en max.-waarden worden naar de actuele waarden gereset.
De sensor is af fabriek op de taal van het land van bestelling inge-
steld. In dit menupunt kiest u een andere taal. De volgende talen
staan bijv. in de softwareversie 3.50 ter beschikking:
Deutsch
English
Français
Espanõl
Pycckuu
Italiano
Netherlands
Japanese
Chinese
Taal
Duits
HART biedt de bedrijfsstanden Standard en Multidrop.
Reset
Service - taal
Service - HART-Bedrijfs-
stand
36
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
De bedrijfsstand Standard met het vaste adres 0 betekent uitsturen
van de meetwaarde als 4 … 20 mA-signaal.
In de bedrijfsstand Multidrop kunnen max. 15 sensoren op een
2-draadskabel worden aangesloten. Iedere sensor moet een adres
tussen 1 en 15 krijgen toegekend.
6)
In dit menupunt bepaalt u de HART-bedrijfsstand en geeft u de adres-
sen bij Multidrop aan.
HART mode
Standard
Address 0
De defaultinstelling is standaard met adres 0.
Met deze functie worden:
Parametreerdata uit de sensor in de display- en bedieningsmodule
gelezen
Parametreerdata ui de display- en bedieningsmodule in de sensor
geschreven
De data worden in een EEPROM-geheugen in de display- en bedie-
ningsmodule permanent opgeslagen en blijven ook behouden bij
uitval van de voedingsspanning. Deze kunnen van daaruit in één of
meerdere sensoren worden geschreven of als data-backup voor een
eventuele latere vervanging van de sensor worden bewaard.
Het type en de omvang van de gekopieerde data hangt af van de
betreende sensor.
Informatie:
Voor het schrijven van de data in de sensor wordt gecontroleerd, of
de data bij de sensor passen. Indien de data niet passen, dan volgt
een foutmelding resp. de functie wordt geblokkeerd. Bij het schrijven
van de data in de sensor wordt weergegeven, van welk apparaattype
de data komen en welk tagnummer deze sensor heeft.
De volgende punten worden gecontroleerd:
Softwareversie
WHG-toelating
SIL geactiveerd
Meetprincipe
Signaaluitgang
Copy sensor data
Sensordata kopiëren?
In dit menupunt wordt de PIN permanent geactiveerd/gedeactiveerd.
Met de invoer van een 4-cijferige PIN beschermt u de data tegen
Sensordata kopiëren
Service - PIN
6)
Het 4 … 20 mA-signaal van de sensor wordt uitgeschakeld, de sensor neemt
een constante stroom van 4 mA op. Het meetsignaal wordt uitsluitend als
digitaal HART-signaal overgedragen.
37
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
ongeautoriseerde toegang en onbedoelde veranderingen. Wanneer
de PIN permanent is geactiveerd, dan kan deze in ieder menupunt
tijdelijk (d.w.z. gedurende ca. 60 minuten) worden gedeactiveerd. De
PIN bij uitlevering is 0000.
PIN
Disable permanently?
Bij een actieve PIN zijn alleen nog de volgende functies toegestaan:
Menupunten kiezen en data weergeven
Data uit de sensor in de display- en bedieningsmodule inlezen
In dit menu kunt u de belangrijkste sensorinformatie uitlezen:
Instrumenttype
Serienummer: 8-cijferig getal, bijv. 12345678
Instrument type
Serial number
Kalibratiedatum: datum van de fabriekskalibratie
Software-versie: uitgave van de sensorsoftware
Date of manufacture
Software version
Laatste verandering via PC: de datum van de laatste verandering
van sensorparameters via PC
Last change using PC
Sensorkenmerken, bijv. toelating, procesaansluiting, afdichting,
meetcel, meetbereik, elektronica, behuizing, kabelwartel, stekker,
kabellengte, enz.
Sensor characteristics
Display now?
Info
38
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
6.5 Menuschema
Basisinstelling
Basic adjustment 1
Display
Diagnostics
Service
Info
Min. adjustment 1.1
0.00 %
=
0.0 pF
82.5 pF
Max. adjustment 1.2
100.00 %
=
1000.0 pF
327.4 pF
Damping 1.3
0 s
Linearisation curve 1.4
Linear
Sensor-TAG 1.5
Sensor
Display
Basic adjustment 2
Display
Diagnostics
Service
Info
Displayed value scaled 2.1 Unit 2.2
Volume
hl
Scaling 2.3
0 % = 000.5 hl
100 % = 005.0 hl
Backlight 2.4
Switched on
Diagnose
Basic adjustment 3
Display
Diagnostics
Service
Info
Peak value indicator 3.1
Capacit. min.: 65.7 pF
Capacit. max.: 782.4 pF
Sensor status 3.2
OK
Trend recording 3.3
Presentation of the trend
curve
39
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule PLICSCOM
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
Service
Basic adjustment 4
Display
Diagnostics
Service
Info
Current output 4.1
Characteristic: 4-20 mA
Fail.mode: < 3.6 mA
min. current: 4 mA
Simulation 4.2
Start simulation?
Reset 4.3
Select reset?
Language 4.4
Deutsch
HART mode 4.5
Standard
Address 0
Copy sensor data 4.6
Copy sensor data?
PIN 4.7
Enable?
Info
Basic adjustment 5
Display
Diagnostics
Service
Info
Instrument type 5.1
Serial number
12345678
Date of manufacture 5.2
06. February 2012
Software version
1.30
Last change using PC 5.3
05. March 2012
Sensor characteristics 5.4
Display now?
6.10 Opslaan van de parameters
Het verdient aanbeveling, de ingestelde waarden te noteren, bijv.
in deze handleiding, en aansluitend te archiveren. Deze kunnen
daardoor nogmaals worden gebruikt en zijn beschikbaar voor bijv.
servicedoeleinden.
Wanneer de VEGACAL 66 is uitgerust met een display- en bedie-
ningsmodule, dan kunnen de belangrijkste data uit de sensor in de
display- en bedieningsmodule worden ingelezen. De procedure wordt
beschreven in de handleiding "Display- en bedieningsmodule" onder
het menupunt "Sensordata worden". De data blijven daar permanent
opgeslagen, ook bij uitval van de voedingsspanning.
Wanneer vervanging van de sensor noodzakelijk is, dan wordt de
display- en bedieningsmodule in het vervangende apparaat geplaatst
en de data worden via het menupunt "Sensorgegevens kopiëren" in
de sensor geschreven.
40
7 In bedrijf nemen met PACTware en andere bedieningsprogramma's
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
7 In bedrijf nemen met PACTware en andere
bedieningsprogramma's
7.1 De PC aansluiten
3
1
2
Fig. 22: Aansluiting van de PC via VEGACONNECT direct op de sensor
1 USB-kabel naar PC
2 VEGACONNECT
3 Sensor
1
2
3
4
OPEN
TWIST
USB
LOCK
Fig. 23: Aansluiting via VEGACONNECT extern
1 I²C-Bus (com.)-interface op sensor
2 I²C-aansluitkabel van de VEGACONNECT
3 VEGACONNECT
4 USB-kabel naar PC
Benodigde componenten:
VEGACAL 66
PC met PACTware en passende VEGA-DTM
VEGACONNECT direct op
sensor
VEGACONNE
CT extern
41
7 In bedrijf nemen met PACTware en andere bedieningsprogramma's
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
VEGACONNECT
Voedingsapparaat of meetversterkersysteem
4
1
2
3
Fig. 24: Aansluiting van de PC via HART op de signaalkabel
1 VEGACAL 66
2 HART-weerstand 250 Ω (optie afhankelijk van verwerking)
3 Aansluitkabel met 2 mm pennen en klemmen
4 Meetversterkersysteem/PLC/voedingsspanning
Benodigde componenten:
VEGACAL 66
PC met PACTware en passende VEGA-DTM
VEGACONNECT
HART-weerstand ca. 250 Ω
Voedingsapparaat of meetversterkersysteem
Opmerking:
Bij voedingsapparaten met geïntegreerde HART-weerstand (inwen-
dige weerstand ca. 250 Ω) is geen extra externe weerstand nodig. Dit
geldt bijv. voor de VEGA-instrumenten VEGATRENN 149A, VEGADIS
371, VEGAMET 381. Ook op de markt leverbare Ex-voedingsschei-
ders zijn meestal uitgerust met een voldoende grote stroombegren-
zingsweerstand. In deze gevallen kan de VEGACONNECT 4 parallel
aan de 4 … 20 mA-kabel worden aangesloten.
7.2 Parametrering met PACTware
Voor de parametrering van het instrument via een Windows-PC is
de conguratiesoftware PACTware en een passende instrument-
driver (DTM) conform de FDT-standaard nodig. De meest actuele
PACTware-versie en alle beschikbare DTM's zijn in een DTM Collec-
tion opgenomen. Bovendien kunnen de DTM's in andere applicaties
conform FDT-standaard worden opgenomen.
Opmerking:
Om de ondersteuning van alle instrumentfuncties te waarborgen,
moet u altijd de nieuwste DTM Collection gebruiken. Bovendien zijn
niet alle beschreven functies in oudere rmwareversies opgenomen.
De nieuwste instrumentsoftware kunt u van onze homepage down-
loaden. Een beschrijving van de update-procedure is ook op internet
beschikbaar.
VEGACONNECT via HART
Voorwaarden
42
7 In bedrijf nemen met PACTware en andere bedieningsprogramma's
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
De verdere inbedrijfname wordt in de gebruiksaanwijzing "DTM-Col-
lection/PACTware" beschreven, die met iedere DTM Collection wordt
meegeleverd en via internet kan worden gedownload. Een aanvullen-
de beschrijving is in de online-help van PACTware en de VEGA-DTM's
opgenomen.
Fig. 25: Voorbeeld van een DTM-aanzicht
Alle instrument-DTM's zijn leverbaar als gratis standaard versie en als
volledige versie tegen betaling. In de standaard versie zijn alle func-
ties voor een complete inbedrijfname opgenomen. Een assistent voor
eenvoudige projectopbouw vereenvoudigt de bediening aanmerkelijk.
Ook het opslaan/afdrukken van het project en een import-/exportfunc-
tie zijn onderdeel van de standaard versie.
In de volledige versie is bovendien een uitgebreide afdrukfunctie
beschikbaar voor de volledige projectdocumentatie en het opslaan
van meetwaarde- en echocurven. Bovendien is hier een tankbereke-
ningsprogramma en een multiviewer voor weergave en analyse van
de opgeslagen meetwaarde- en echocurven beschikbaar.
De standaardversie kan onder www.vega.com/downloads worden
gedownload. De volledige versie kunt u op een CD krijgen via uw
vertegenwoordiging.
7.3 Parametrering met AMS™ en PDM
Voor VEGA-sensoren staan ook instrumentbeschrijvingen als DD
resp. EDD voor het bedieningsprogramma AMS™ en PDM ter be-
schikking. De instrumentbeschrijvingen zijn in de actuele versies van
AMS™ en PDM al opgenomen.
Bij oudere versies van AMS™ en PDM kunnen deze kosteloos via het
internet worden gedownload. Ga hiervoor naar www.vega.com.
Standaard-/volledige
versie
43
7 In bedrijf nemen met PACTware en andere bedieningsprogramma's
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
7.4 Opslaan van de parameters
Het verdient aanbeveling de parameters te documenteren resp. op
te slaan. Deze kunnen daardoor nogmaals worden gebruikt en staan
voor servicedoeleinden ter beschikking.
De VEGA-DTM-Collection en PACTware in de gelicenseerde, pro-
fessionele versie biedt u een geschikte tool voor een systematische
projectdocumentatie en -opslag.
44
8 Service en storingen oplossen
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
8 Service en storingen oplossen
8.1 Onderhoud
Bij correct gebruik is bij normaal bedrijf geen bijzonder onderhoud
nodig.
8.2 Storingen oplossen
Het is de verantwoordelijkheid van de eigenaar van de installatie,
geschikte maatregelen voor het oplossen van optredende storingen
te nemen.
De VEGACAL 66 biedt een hoge mate aan functionele betrouwbaar-
heid. Toch kunnen er tijdens bedrijf storingen optreden. Deze kunnen
bijv. worden veroorzaakt door het volgende:
Sensor
Proces
Voedingsspanning
Signaalverwerking
De eerste maatregelen zijn de controle van het uitgangssignaal en de
verwerking van foutmeldingen via de aanwijs- en bedieningsmodule.
De procedure wordt hierna beschreven. Meer omvangrijke diagno-
semogelijkheden biedt een PC met de software PACTware en de
passende DTM. In veel gevallen kunnen de oorzaken op deze manier
worden vastgesteld en kunnen de storingen worden opgelost.
Wanneer deze maatregelen echter geen resultaat hebben, neem dan
in dringende gevallen contact op met de VEGA service-hotline onder
tel.nr.
+49 1805 858550.
De hotline staat ook buiten kantoortijden 7 dagen per week, 24 uur
per dag ter beschikking. Omdat wij deze service wereldwijd aanbie-
den, wordt deze in de Engelse taal verleend. De service is gratis,
alleen de normale telefoonkosten komen voor uw rekening.
Sluit volgens het aansluitschema een handmultimeter aan met een
passend meetbereik.
Fout Oorzaak Oplossen
4 … 20 mA-signaal niet
stabiel
Niveauvariaties Demping via de aanwijs- en bedieningsmodule instel-
len
4 … 20 mA-signaal ont-
breekt
Verkeerde aansluiting Aansluiting conform hoofdstuk "Aansluitstappen" con-
troleren en evt. conform hoofdstuk "Aansluitschema"
corrigeren
Geen voedingsspanning Kabels controleren op breuk, eventueel repareren
Voedingsspanning te laag
resp. belastingsweerstand
te hoog
Controleren, evt. aanpassen
Gedrag bij storingen
Storingsoorzaken
Storingen verhelpen
24-uurs service hotline
4 … 20 mA-signaal con-
troleren
45
8 Service en storingen oplossen
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
Fout Oorzaak Oplossen
Stroomsignaal groter dan
22 mA of kleiner dan 3,6
mA.
Kortsluiting binnen de sen-
sor, bijv. door vocht in de
behuizing.
Elektronica uit de meetsonde verwijderen. Weerstand
tussen de stekkeraansluitingen controleren. Zie de vol-
gende instructies.
Elektronica defect Instrument vervangen resp. voor reparatie inzenden
Elektronica uit de meetsonde verwijderen. Weerstand tussen de
stekkeraansluitingen controleren.
Tussen geen van de aansluitingen mag een verbinding bestaan
(hoogohmig). Indien wel een verbinding bestaat, het instrument ver-
vangen of ter reparatie verzenden.
1 2 3
Fig. 26: Weerstand binnen de sensor controleren
1 Afscherming
2 Meetsonde
3 Aardpotentiaal
Bij Ex/toepassingen moeten de voorschriften voor het schakelen van
intrinsiekveilige circuits worden aangehouden.
Fout Oorzaak Oplossen
E013 Geen meetwaarde aan-
wezig
Elektrodenisolatie beschadigd, kortsluiting door
binnengedrongen, geleidend medium.
Instrument vervangen resp. voor reparatie inzenden
Kortsluiting binnen de sen-
sor, bijv. door vocht in de
behuizing.
Elektronica uit de meetsonde verwijderen en de
weerstand controleren tussen de gemarkeerde stek-
keraansluitingen conform de afbeelding in paragraaf
"Weerstand binnen de meetsonde controleren".
Tussen geen van de aansluitingen mag een verbin-
ding bestaan (hoogohmig)
Wanneer echter een verbinding bestaat, instrument
vervangen resp. ter reparatie opsturen.
E017 Inregelbereik te klein Inregeling opnieuw uitvoeren, daarbij de afstand tussen
min.- en max.-inregeling vergroten.
Weerstand binnen de
sensor controleren
Foutmeldingen via de
display- en bedienings-
module
46
8 Service en storingen oplossen
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
Fout Oorzaak Oplossen
E036 Geen goede sensorsoft-
ware
Software-update uitvoeren resp. instrument ter repara-
tie opsturen
Afhankelijk van de oorzaak van de storing en de getroen maatrege-
len moeten eventueel de in het hoofdstuk "In bedrijf nemen" beschre-
ven handelingen weer worden uitgevoerd.
8.3 Elektronica vervangen
Bij een defect kan de elektronica door de gebruiker worden vervan-
gen.
Bij Ex-toepassingen mag slechts één instrument en één elektronica
met bijbehorende Ex-toelating worden ingezet.
Indien ter plekke geen elektronica beschikbaar is, kan deze via uw
VEGA-dealer worden besteld.
De nieuwe elektronica moet met de opdrachtgegevens van de sensor
geladen worden. Hiervoor bestaan de volgende mogelijkheden:
Af fabriek door VEGA
Lokaal door de gebruiker
In beide gevallen is opgave van het sensorserienummer nodig. Het
serienummer vindt u op de typeplaat van het instrument of op de
pakbon.
Informatie:
Bij het locaal laden moeten vooraf de opdrachtgegevens van het
internet worden gedownload (zie handleiding "elektronica").
De elektronica is op de betreende sensor afgestemd en verschilt
bovendien voor wat betreft de signaaluitgang resp. de voeding. De
passende elektronica vindt u in het volgende overzicht.
De elektronica verschilt alleen voor wat betreft de signaaluitgang en
past voor alle sensoren uit de serie 60.
Daarbij zijn de volgende typen leverbaar:
CL-E60H (4 … 20 mA/HART)
CL-E60P (Probus PA)
CL-E60F (Foundation Fieldbus)
Bij Ex-toepassingen mag slechts één elektronica met bijbehorende
Ex-toelating worden ingezet.
8.4 Procedure in geval van reparatie
Een formulier voor retourzenden van het instrument en gedetailleerde
informatie over de procedure vindt u in het downloadgedeelte van
www.vega.com.
U helpt on zo, de reparatie snel en zonder tijdverlies vanwege vragen
uit te voeren.
Gedrag na oplossen
storing
Sensorserienummer
Toekenning
47
8 Service en storingen oplossen
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
Wanneer een reparatie nodig is, gaat u als volgt te werk:
Omschrijving van de opgetreden storing.
Het instrument schoonmaken en goed inpakken
Het ingevulde formulier en eventueel een veiligheidsspecicatie-
blad buiten op de verpakking aanbrengen.
Vraag het adres voor de retourzending op bij uw vertegenwoordi-
ging. Deze vindt u op onze homepage www.vega.com.
48
9 Demonteren
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
9 Demonteren
9.1 Demontagestappen
Waarschuwing:
Let voor het demonteren goed op gevaarlijke procesomstandigheden
zoals bijv. druk in de tank of leiding, hoge temperaturen, agressieve of
toxische media enz.
Houdt de hoofdstukken "Monteren" en "Op de voedingsspanning
aansluiten" aan en voer de daar genoemde handelingen uit in omge-
keerde volgorde.
9.2 Afvoeren
Het instrument bestaat uit materialen die door gespecialiseerde recy-
clingbedrijven weer kunnen worden hergebruikt. Wij hebben daarom
de elektronica eenvoudig demonteerbaar ontworpen en gebruiken
recyclebare materialen.
WEEE-richtlijn 2002/96/EG
Dit instrument valt niet onder de WEEE-richtlijn 2002/96/EG en de
betreende nationale wetgeving. Voer het instrument af direct naar
een gespecialiseerd recyclingbedrijf en gebruik daarvoor niet de
gemeentelijke vuilophaaldiensten. Deze mogen alleen voor privé
producten conform de WEEE-richtlijn worden gebruikt.
Een deskundige afvoer voorkomt negatieve eecten op mens en
milieu en maakt hergebruik van waardevolle grondstoen mogelijk.
Materialen: zie hoofdstuk "Technische gegevens"
Wanneer u niet de mogelijkheid heeft, het ouder instrument goed af te
voeren, neem dan met ons contact op voor terugname en afvoer.
49
10 Bijlage
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
10 Bijlage
10.1 Technische gegevens
Algemenespecicaties
Materiaal 316 L komt overeen met 1.4404 of 1.4435.
Materialen, in aanraking met medium
Ʋ Procesaansluiting - schroefdraad 316L, St C22.8 (1.0460)
Ʋ Procesaansluiting - ens 316L
Ʋ Procesafdichting Klingersil C-4400
Ʋ Isolatie (volledig geïsoleerd) PTFE
Ʋ Spangewicht 316L, Duplex-staal (1.4462)
Ʋ Mantelbuis 316L, Duplex-staal (1.4462)
Materialen, niet in aanraking met medium
Ʋ Elektrode (kabel PTFE-volledig geïso-
leerd: ø 8 mm/0.315 in)
316L
Ʋ Kunststof behuizing Kunststof PBT (polyester)
Ʋ Gietaluminium behuizing Gietaluminium AlSi10Mg, poedergecoat (basis: polyes-
ter)
Ʋ RVS-behuizing (jngietstaal) 316L
Ʋ RVS-huis (geëlektropoleerd) 316L
Ʋ Afdichting tussen behuizing en deksel
behuizing
Siliconen
Ʋ Aardklem 316L
Ʋ Kabelwartel PA, roestvast staal, messing
Ʋ Afdichting kabelwartel NBR
Ʋ Afsluitplug kabelwartel PA
Procesaansluitingen
Ʋ Pijpschroefdraad, cilindrisch (DIN
3852-A)
G1, G1½
Ʋ Schroefdraad, conisch (ASME
B1.20.1)
1 NPT, 1½ NPT
Ʋ Flenzen DIN vanaf DN 40, ASME vanaf 2"
Gewicht
Ʋ Gewicht instrument (afhankelijk van
procesaansluiting)
0,8 … 4 kg (0.18 … 8.82 lbs)
Ʋ Spangewicht 900 g (32 oz)
Ʋ Kabelgewicht: ø 8 mm (0.315 in) 180 g/m (1.9 oz/ft)
Sensorlengte (L) 0,4 … 35 m (1.312 … 114.8 ft)
Max. trekbelasting (kabel)
Ʋ PTFE-volledig geïsoleerd: ø 8 mm
(0.315 in)
10 KN (2248 lbf)
Max. aandraaimoment (procesaanslui-
ting - schroefdraad)
100 Nm (74 lbf ft)
50
10 Bijlage
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
Aandraaimoment voor NPT-kabelwartels en conduit-buizen
Ʋ Kunststof behuizing max. 10 Nm (7.376 lbf ft)
Ʋ Aluminium/RVS-behuizing max. 50 Nm (36.88 lbf ft)
Uitgangsgrootheid
Uitgangssignaal
4 … 20 mA/HART
HART-uitgangswaarde
Ʋ HART-waarde (Primary Value) Capaciteit
Ʋ HART-waarde (Secondary Value) Capaciteit - geschaald
Resolutie
1,6 µA
Uitvalsignaal stroomuitgang (instelbaar) mA-waarde onveranderd 20,5 mA, 22 mA, < 3,6 mA
(instelbaar)
Stroombegrenzing
22 mA
Last Zie belastingsdiagram in voedingsspanning
Demping (63 % van de ingangsgroot-
heid)
0 … 999 s, instelbaar
Responsietijd 500 ms (ti: 0 s, 0 … 100 %)
Voldoet aan NAMUR-aanbeveling NE 43
Ingangsgrootheden
Meeteenheid Niveau van geleidende vloeistoen en stortgoederen
Meetprincipe Faseselectieve admittantie-analyse (PSA)
Meetbereik
0 … 3000 pF
Meetfrequentie 270 kHz
Meetnauwkeurigheid (volgens DIN EN 60770-1)
Referentie-omstandigheden conform DIN EN 61298-1
Ʋ Temperatuur +18 … +30 °C (+64 … +86 °F)
Ʋ Relatieve luchtvochtigheid 45 … 75 %
Ʋ Luchtdruk 860 … 1060 mbar/86 … 106 kPa (12.5 … 15.4 psig)
Temperatuurfout
Ʋ < 120 pF < 1 pF
Ʋ > 120 pF 1% van de actuele meetwaarde
Lineariteitsfout
< 0,25 % van het totale meetbereik
Omgevingscondities
Omgevings-, opslag- en transporttem-
peratuur
-40 … +80 °C (-40 … +176 °F)
Procescondities
Procesdruk
-1 … 40 bar/-100 … 4000 kPa (-14.5 … 580 psig)
Procestemperatuur VEGACAL 66 van
316L
-50 … +150 °C (-58 … +302 °F)
51
10 Bijlage
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
Procestemperatuur VEGACAL 66 van St
C22.8
-20 … +150 °C (-4 … +302 °F)
1
2
-50°C
(-58°F)
50°C
(122°F)
40°C
(104°F)
-40°C
(-40°F)
80°C
(176°F)
0°C
(32°F)
100°C
(212°F)
150°C
(302°F)
Fig. 27: Omgevingstemperatuur - procestemperatuur
1 Procestemperatuur
2 Omgevingstemperatuur
Diëlektrische constante ≥ 1,5
Elektromechanische gegevens - uitvoering IP 66/IP 67 en IP 66/IP 68; 0,2 bar
Kabeldoorvoer/stekker
7)
Ʋ Eenkamerbehuizing 1 x kabelwartel M20 x 1,5 (kabel: ø 5 … 9 mm), 1 x
blindplug M20 x 1,5
of:
1 x afsluitkap M20 x 1,5; 1 x blindplug M20 x 1,5
of:
1 x afsluitkap ½ NPT, 1 x blindplug ½ NPT
of:
1 x connector (afhankelijk van uitvoering), 1 x blind-
plug M20 x 1,5
Ʋ Tweekamerbehuizing 1 x kabelwartel M20 x 1,5 (kabel: ø 5 … 9 mm), 1 x
blindplug M20 x 1,5; 1 x blindplug M16 x 1,5 resp.
optie 1 x stekker M12 x 1 voor externe display- en
bedieningseenheid.
of:
1 x afsluitkap ½ NPT, 1 x blindplug ½ NPT, 1 x blind-
plug M16 x 1,5 resp. optioneel 1 x stekker M12 x 1
voor externe display- en bedieningseenheid
of:
1 x stekker (afhankelijk van uitvoering), 1 x blindplug
M20 x 1,5; 1 x blindplug M16 x 1,5 resp. optie 1 x
stekker M12 x 1 voor externe display- en bedienings-
module
Veerkrachtklemmen voor aderdiameter
< 2,5 mm² (AWG 14)
7)
Afhankelijk van de uitvoering M12 x 1, conform DIN 43650, Harting, 7/8" FF.
52
10 Bijlage
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
Elektromechanische gegevens - uitvoering IP 66/IP 68 (1 bar)
Kabelinvoer
Ʋ Eenkamerbehuizing 1 x IP 68-kabelwartel M20 x 1,5; 1 x blindplug M20 x 1,5
Ʋ Tweekamerbehuizing 1 x IP 68-kabelwartel M20 x 1,5; 1 x blindplug M20 x 1,5;
1 x blindplug M16 x 1,5
Verbindingskabel
Ʋ Aderdiameter 0,5 mm² (AWG 20)
Ʋ Aderweerstand < 0,036 Ω/m (0.011 Ω/ft)
Ʋ Trekvastheid < 1200 N (270 lbf)
Ʋ Standaard lengte 5 m (16.4 ft)
Ʋ Max. lengte 1000 m (3280 ft)
Ʋ Min. buigstraal 25 mm (0.984 in) bij 25 °C (77 °F)
Ʋ Diameter ca. 8 mm (0.315 in)
Ʋ Kleur - standaard PE Zwart
Ʋ Kleur - standaard PUR Blauw
Ʋ Kleur - Ex-uitvoering Blauw
Display- en bedieningsmodule
Voedingsspanning en data-overdracht Door de sensor
Weergave LC-display in dotmatrix
Bedieningselementen 4 toetsen
Beschermingsgraad
Ʋ Los IP 20
Ʋ Ingebouwd in sensor zonder deksel IP 40
Omgevingstemperatuur - display- en
bedieningsmodule
-20 … +70 °C (-4 … +158 °F)
Materiaal
Ʋ Behuizing ABS
Ʋ Venster Polyesterfolie
Voedingsspanning
Bedrijfsspanning U
B
Ʋ Niet-Ex instrument 12 … 36 V DC
Ʋ Ex-ia-instrument 12 … 30 V DC
Ʋ Ex-d-ia instrument 18 … 36 V DC
Bedrijfsspanning U
B
- verlichte display- en bedieningsmodule
Ʋ Niet-Ex instrument 20 … 36 V DC
Ʋ Ex-ia-instrument 20 … 36 V DC
Ʋ Ex-d-ia instrument Verlichting niet mogelijk
Ompoolbeveiliging Geïntegreerd
53
10 Bijlage
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
1000
750
500
250
12 18
1614 20 22 24 26 28 30 32 34 36
V
4
1
2
3
Fig. 28: Spanningsdiagram
1 HART-belasting
2 Spanningsgrenzen Ex ia-instrument
3 Spanningsgrenzen niet-Ex/Ex-d-ia-instrument
4 Bedrijfsspanning
Toelaatbare rimpelspanning
Ʋ < 100 Hz U
ss
< 1 V
Ʋ 100 Hz … 10 kHz U
ss
< 10 mV
Last Zie diagram
Potentiaalverbindingen en elektrische scheidingsmaatregelen in het instrument
Elektronica Niet potentiaalgebonden
Aardklem Galvanisch gekoppeld met de metalen procesaansluiting
Galvanische scheiding tussen elektronica en metalen instrumentcomponenten.
Ʋ Nominale spanning 500 V AC
Elektrische veiligheidsmaatregelen
Beschermingsgraad
Materiaal behuizing Uitvoering IP-beschermingsklasse NEMA-beschermings-
klasse
Kunststof Eenkamer
IP 66/IP 67 Type 4X
Tweekamer IP 66/IP 67 Type 4X
Aluminium Eenkamer IP 66/IP 68 (0,2 bar)
IP 68 (1 bar)
Type 6P
Type 6P
Tweekamer IP 66/IP 67
IP 66/IP 68 (0,2 bar)
IP 68 (1 bar)
Type 4X
Type 6P
Type 6P
RVS (geanodiseerd) Eenkamer IP 66/IP 68 (0,2 bar) Type 6P
RVS (jngietmetaal) Eenkamer IP 66/IP 68 (0,2 bar)
IP 68 (1 bar)
Type 6P
Type 6P
Tweekamer IP 66/IP 67
IP 66/IP 68 (0,2 bar)
IP 68 (1 bar)
Type 4X
Type 6P
Type 6P
54
10 Bijlage
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
Aansluiting van de voedingsadapter Netwerken met overspanningscategorie III
Toepassingshoogte boven zeeniveau
Ʋ Standaard bis 2000 m (6562 ft)
Ʋ met voorgeschakelde overspannings-
beveiliging
tot 5000 m (16404 ft)
Vervuilingsgraad
8)
4
Veiligheidsklasse
II (IEC 61010-1)
Functionele veiligheid (SIL)
Bij instrumenten met SIL-kwalicatie af fabriek is de functionele veiligheid al geactiveerd. Bij
instrumenten zonder SIL-kwalicatie af fabriek moet voor toepassingen conform SIL de functione-
le veiligheid door de gebruiker via de display- en bedieningsmodule resp. via PACTware worden
geactiveerd.
Functionele veiligheid conform IEC 61508-4
Ʋ Eenkanaals architectuur (1oo1D) Tot SIL2
Ʋ Tweekanaals diversitair redundante
architectuur (1oo2D)
Tot SIL3
Gedetailleerde informatie vindt u in de meegeleverde Safety Manual van de instrumentserie resp.
onder "www.vega.com", "Downloads", "Toelatingen".
Toelatingen
Instrumenten met toelatingen kunnen afhankelijk van de uitvoering verschillende technische speci-
caties hebben.
Bij deze moeten daarom de bijbehorende toelatingsdocumenten worden aangehouden. Deze zijn
in de leveringsomvang opgenomen of kunnen via www.vega.com, "Instrument zoeken (serienum-
mer)" en via de algemene download-sectie worden gedownload.
8)
Bij toepassing met voldoende beschermingsklasse
55
10 Bijlage
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
10.2 Afmetingen
Behuizing in beschermingsklasse IP 66/IP 68 (0,2 bar)
~ 69 mm
(2.72")
ø 77 mm
(3.03")
112 mm (4
13
/
32
")
M20x1,5/
½ NPT
~ 69 mm
(2.72")
ø 77 mm
(3.03")
117 mm (4.61")
M20x1,5/
½ NPT
~ 87 mm (3.43")
M16x1,5
ø 84 mm
(3.31")
120 mm (4.72")
M20x1,5/
½ NPT
~ 87 mm (3.43")
M16x1,5
ø 84 mm
(3.31")
120 mm (4.72")
M20x1,5/
½ NPT
~ 116 mm (4.57")
ø 84 mm (3.31")
116 mm (4.57")
M20x1,5M20x1,5/
½ NPT
~ 59 mm
(2.32")
ø 80 mm
(3.15")
112 mm (4.41")
M20x1,5/
½ NPT
1
5
3
6
2
4
Fig. 29: Huisuitvoeringen in beschermingsklasse IP 66/IP 68, (0,2 bar) - met ingebouwde display- en bedienings-
module wordt het huis 9 mm hoger
1 Kunststof éénkamer (IP 66/IP 67)
2 Aluminium - eenkamer
3 Aluminium - tweekamer
4 RVS-éénkamer (elektrolytisch gepolijst)
5 RVS-éénkamer (jngietmetaal)
6 RVS-tweekamer (jngietmetaal)
56
10 Bijlage
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
Behuizing in beschermingsklasse IP 66/IP 68 (1 bar)
117 mm (4.61")
~ 103 mm
(4.06")
ø 77 mm
(3.03")
116 mm (4.57")
~ 150 mm (5.91")
ø 84 mm (3.31")
120 mm (4.72")
~ 105 mm (4.13")
ø 84 mm
(3.31")
M20x1,5
2
M20x1,5/
½ NPT
M16x1,5
3
M20x1,5M20x1,5
1
Fig. 30: Huisuitvoeringen in beschermingsklasse IP 66/IP 68 (1 bar) met ingebouwde display- en bedieningsmodu-
le wordt het huis 9 mm hoger
1 Aluminium - eenkamer
2 RVS-éénkamer (jngietmetaal)
2 RVS-tweekamer (jngietmetaal)
57
10 Bijlage
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
177 mm
(7.87")
ø 8 mm
(0.32")
L
G 1
G 1½
56 mm
(2.21")
ø 12 mm
(0.47")
ø 20 mm
(0.79")
ø 36 mm
(1.42")
ø 30 mm
(1.18")
22 mm
(0.87")
1
2
Fig. 31: VEGACAL 66, schroefdraaduitvoering G1 (ISO 228 T1)
L Sensorlengte, zie hoofdstuk "Technische gegevens"
1 Spangewicht - procesaansluiting schroefdraad ≤ 2", ens ≤ DN 50
2 Spangewicht - procesaansluiting schroefdraad > 2", ens > DN 50
58
10 Bijlage
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
ø 16 mm
(0.63")
ø 27 mm
(1.06")
L
7 mm
(0.28")
Fig. 32: VEGACAL 66, beschermbuis, bijv. tegen sterke condensvorming
L Lengte van de beschermbuisadapter, zie hoofdstuk "Technische gegevens"
59
10 Bijlage
VEGACAL 66 • 4 … 20 mA/HART - tweedraads
30036-NL-170523
10.3 Industrieel octrooirecht
VEGA product lines are global protected by industrial property rights. Further information see
www.vega.com.
VEGA Produktfamilien sind weltweit geschützt durch gewerbliche Schutzrechte.
Nähere Informationen unter www.vega.com.
Les lignes de produits VEGA sont globalement protégées par des droits de propriété intellectuel-
le. Pour plus d'informations, on pourra se référer au site www.vega.com.
VEGA lineas de productos están protegidas por los derechos en el campo de la propiedad indu-
strial. Para mayor información revise la pagina web www.vega.com.
Линии продукции фирмы ВЕГА защищаются по всему миру правами на интеллектуальную
собственность. Дальнейшую информацию смотрите на сайте www.vega.com.
VEGA系列产品在全球享有知识产权保护。
进一步信息请参见网站<www.vega.com
10.4 Handelsmerken
Alle gebruikte merken en handels- en bedrijfsnamen zijn eigendom van hun rechtmatige eigenaar/
auteur.
Printing date:
VEGA Grieshaber KG
Am Hohenstein 113
77761 Schiltach
Germany
30036-NL-170523
De gegevens omtrent leveromvang, toepassing, gebruik en bedrijfsomstandighe-
den van de sensoren en weergavesystemen geeft de stand van zaken weer op het
moment van drukken.
Wijzigingen voorbehouden
© VEGA Grieshaber KG, Schiltach/Germany 2017
Phone +49 7836 50-0
Fax +49 7836 50-201
www.vega.com
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60

Vega VEGACAL 66 Handleiding

Type
Handleiding