Yamaha R-S300 Handleiding

Categorie
Auto media-ontvangers
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

i Nl
1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale
prestaties uit uw toestel haalt, dient u deze handleiding
zorgvuldig door te lezen. Bewaar de handleiding op een
veilige plek zodat u er later nog eens iets in kunt
opzoeken.
2 Installeer dit geluidssysteem op een goed geventileerde,
koele, droge en schone plek uit de buurt van direct
zonlicht, warmtebronnen, trillingen, stof, vocht, en/of kou.
Houd de volgende minimumruimte rond het toestel aan
voor ventilatiedoeleinden.
Boven: 30 cm
Achter: 20 cm
Zijkanten: 20 cm
3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische
apparatuur, motoren of transformatoren om storend
gebrom te voorkomen.
4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge
temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats
het toestel niet in een omgeving met een hoge
vochtigheidsgraad (bijv. in een ruimte met een
luchtbevochtiger) om te voorkomen dat zich binnenin het
toestel condens vormt, wat zou kunnen leiden tot
elektrische schokken, brand, schade aan dit toestel en/of
persoonlijk letsel.
5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel
kunnen vallen, of waar het toestel blootstaat aan
druppelende of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende
dingen niet bovenop dit toestel:
Andere componenten, daar deze schade kunnen
veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen
doen verkleuren.
Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze
brand, schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel
kunnen veroorzaken.
Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische
schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit
toestel kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof
daaruit in het toestel terecht komt.
6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn
enz. zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de
temperatuur binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit
leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk
letsel.
7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als
alle aansluitingen gemaakt zijn.
8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is
geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken, wat kan
leiden tot schade.
9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars,
knoppen en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan
de stekker zelf trekken, niet aan het snoer.
11 Maak dit toestel niet schoon met chemische
oplosmiddelen; dit kan de afwerking beschadigen.
Gebruik alleen een schone, droge doek.
12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage.
Gebruik van dit toestel bij een hoger voltage dan
aangegeven is gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade
aan het toestel en/of persoonlijk letsel. Yamaha aanvaardt
geen aansprakelijkheid voor enige schade veroorzaakt
door gebruik van dit toestel met een ander voltage dan
aangegeven staat.
13 Om schade door blikseminslag te voorkomen, dient u de
stekker uit het stopcontact te halen wanneer het onweert.
14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen
of het te repareren. Neem contact op met erkend Yamaha
servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel
reparatie behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open
te maken.
15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken
(bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te
halen.
16 Lees het hoofdstuk "VERHELPEN VAN STORINGEN"
over veel voorkomende vergissingen bij de bediening
voor u de conclusie trekt dat het toestel een storing of
defect vertoont.
17 Voor u het toestel verplaatst, dient u op A te drukken om
het toestel uit te schakelen en vervolgens de stekker uit het
stopcontact te halen.
18 Er zal zich condens vormen wanneer de
omgevingstemperatuur plotseling verandert. Haal de
stekker uit het stopcontact en laat het toestel met rust.
19 Wanneer het toestel langere tijd achter elkaar gebruikt
wordt, kan het warm worden. Schakel de stroom uit en
laat het toestel afkoelen.
20 Installeer dit toestel in de buurt van een stopcontact op een
plek waar u de stekker gemakkelijk kunt bereiken.
21 De batterijen mogen niet worden blootgesteld aan hitte,
zoals door direct zonlicht, vuur of iets dergelijks.
22 Een te hoge geluidsdruk (volume) van een oortelefoon of
hoofdtelefoon kan leiden tot gehoorschade.
Dit etiket moet op het product worden aangebracht
wanneer de bovenkant heet kan worden tijdens gebruik.
LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK NEEMT.
Zolang het toestel op de netvoeding is aangesloten, is het niet
losgekoppeld van de voeding, zelfs als het toestel uitgeschakeld is
met A of als u het in wachtstand hebt gezet met de A-toets op de
afstandsbediening. In deze toestand is het toestel ontworpen om
een uiterst kleine hoeveelheid stroom te verbruiken.
WAARSCHUWING
OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF ELEKTRISCHE
SCHOKKEN TE VERMINDEREN, MAG U DIT TOESTEL IN
GEEN GEVAL BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN.
1 Nl
VOORBEREIDINGEN
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
BASISBEDIENING
NUTTIGE FUNCTIES ......................................... 2
MEEGELEVERDE ACCESSOIRES .................. 3
REGELAARS EN HUN FUNCTIES ................... 4
Voorpaneel ................................................................ 4
Voorpaneelscherm .................................................... 6
Achterpaneel ............................................................. 7
Afstandsbediening .................................................... 8
De afstandsbediening gebruiken ............................... 9
AANSLUITINGEN ............................................. 10
Luidsprekers en broncomponenten aansluiten ........ 10
De FM- en AM-antennes aansluiten ....................... 12
Het netsnoer aansluiten ........................................... 12
AFSPELEN EN OPNEMEN .............................. 13
Een bron afspelen ................................................... 13
De klankkwaliteit bijregelen ................................... 14
Een bron opnemen .................................................. 16
De sluimerklok gebruiken ....................................... 16
AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO ................. 17
Automatisch afstemmen ......................................... 17
Handmatig afstemmen ............................................ 18
Automatische instelling van voorkeuzestations
(alleen FM-stations) .......................................... 19
Handmatige instelling van voorkeuzestations ........ 20
Voorkeuzestations terugroepen .............................. 21
Een voorkeuzestation wissen.................................. 21
Alle voorkeuzestations wissen ................................ 22
Radio Data System-gegevens ontvangen
(alleen FM-stations) ........................................... 23
TP-zoekfunctie (alleen FM-stations) ...................... 24
MUZIEK AFSPELEN VANAF UW iPhone/
iPod/Bluetooth™-COMPONENT .................. 25
Een Universele Dock voor iPod gebruiken ............ 26
Een draadloos systeem voor iPod gebruiken .......... 27
Een Bluetooth draadloze audio-ontvanger
gebruiken ............................................................ 28
HET OPTIEMENU INSTELLEN VOOR
INVOERBRONNEN ........................................30
Optiemenu-onderdelen ........................................... 30
GEAVANCEERDE INSTELLINGEN ..............32
De menuparameters voor ADVANCED SETUP
wijzigen .............................................................. 32
VERHELPEN VAN STORINGEN ....................33
SPECIFICATIES .................................................38
INHOUD
INLEIDING
VOORBEREIDINGEN
BASISBEDIENING
GEAVANCEERDE BEDIENING
AANVULLENDE INFORMATIE
NUTTIGE FUNCTIES
2 Nl
Met dit toestel kunt u:
*
Optioneel Yamaha-product vereist
iPhone/iPod
iPhone, iPod, iPod classic, iPod nano en iPod touch zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de V.S. en
andere landen.
Bluetooth™
Bluetooth is een gedeponeerd handelsmerk van Bluetooth SIG en wordt gebruikt door Yamaha overeenkomstig een
licentie-overeenkomst.
y geeft een bedieningstip aan.
Sommige handelingen kunnen zowel met de toetsen op het voorpaneel van het toestel zelf als met de toetsen op de afstandsbediening
worden uitgevoerd. In de gevallen waar de namen van toetsen op het toestel zelf verschillen van de namen op de afstandsbediening,
worden de namen van de toetsen op de afstandsbediening tussen haakjes weergegeven.
Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd werd. Het ontwerp en de specificaties kunnen mogelijk worden gewijzigd
als gevolg van verbeteringen en dergelijke. Indien er verschillen zijn tussen de handleiding en het product, heeft het product voorrang.
NUTTIGE FUNCTIES
De geluidskwaliteit verbeteren met de functie Pure Direct
pag. 14
Muziek afspelen vanaf uw iPhone/iPod
*
of Bluetooth-component
*
pag. 25
Naar FM- en AM-radiostations luisteren
pag. 17
Radio Data System-informatie ontvangen en weergeven
pag. 23
De bassen versterken door een subwoofer (lagetonenluidspreker)
aan te sluiten
pag. 10
Met de afstandsbediening van het toestel een Yamaha cd-speler
bedienen
pag. 8
Energie besparen met de automatische uitschakelfunctie
pag. 32
INLEIDING
MEEGELEVERDE ACCESSOIRES
3 Nl
INLEIDING
Nederlands
Controleer of u alle volgende onderdelen ontvangen heeft.
Opmerkingen over de afstandsbediening en batterijen
Mors geen water of andere vloeistoffen op de afstandsbediening.
Laat de afstandsbediening niet vallen.
Laat de afstandsbediening niet liggen en bewaar hem niet op de volgende plaatsen:
zeer vochtige plaatsen, bijvoorbeeld bij een bad
zeer warme plekken, zoals bij een kachel of fornuis
zeer koude plaatsen
stoffige plaatsen
Gebruik AA-, R6-, UM-3-batterijen voor de afstandsbediening.
Plaats de batterijen in overeenstemming met de polariteitsmarkeringen (+ en -).
Vervang alle batterijen als u merkt dat het werkingsbereik van de afstandsbediening kleiner wordt.
Als de batterijen leeg raken, haal ze dan onmiddellijk uit de afstandsbediening om ontploffing of zuurlekkage te voorkomen.
Als u lekkende batterijen vindt, doe de batterijen dan onmiddellijk weg waarbij u ervoor zorgt dat u het weggelekte materiaal niet
aanraakt. Als het weggelekte materiaal in contact komt met uw huid, uw ogen of uw mond, spoel het dan onmiddellijk weg en
raadpleeg een arts. Maak het batterijvak goed schoon voordat u nieuwe batterijen plaatst.
Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar. Hierdoor kan de levensduur van de nieuwe batterijen verkort worden of kunnen
de oude batterijen gaan lekken.
Gebruik geen verschillende types batterijen door elkaar (zoals alkaline- en mangaanbatterijen). Batterijen die er hetzelfde uitzien,
kunnen een verschillende specificatie hebben.
Voordat u nieuwe batterijen plaatst, dient u het batterijvak schoon te vegen.
Voer batterijen af volgens de plaatselijke wet- en regelgeving.
MEEGELEVERDE ACCESSOIRES
Afstandsbediening
FM-binnenantenne
AM-ringantenne
Batterijen (x2)
(AA, R6, UM-3)
REGELAARS EN HUN FUNCTIES
4 Nl
1 A (aan/uit)
Schakelt het toestel in en uit (zie bladzijde 13).
Ingedrukt: toestel is aan
Uitstekend: toestel is uit
Zelfs indien het toestel in wachtstand staat, verbruikt het nog een
kleine hoeveelheid stroom.
2 Aan/uitlampje
Brandt als volgt:
Helder brandend: toestel staat aan
Gedempt: wachtstand
Uit: toestel staat uit
Als een iPhone/iPod wordt opgeladen terwijl het toestel in
wachtstand staat, brandt het aan/uitlampje helder.
3 SPEAKERS A/B
Schakelt telkens als de overeenkomstige knop wordt
ingedrukt de luidsprekerset in of uit die aangesloten is op
de SPEAKERS A- en/of SPEAKERS B-aansluitingen op
het achterpaneel (zie bladzijde
13
).
4 TP
Zoekt automatisch naar een station dat verkeersinformatie
uitzendt (TP - Traffic Program - verkeersprogramma)
(zie bladzijde 24).
5 INFO
Schakelt de Radio Data System-weergavemodus in en
wijzigt die wanneer TUNER is geselecteerd als
ingangsbron (zie bladzijde 23).
Wijzigt de afspeelinformatie die wordt weergegeven voor
het nummer dat wordt afgespeeld op de iPhone/iPod
wanneer DOCK is geselecteerd als ingangsbron
(zie bladzijde 26).
Afspeelgegevens kunnen alleen worden weergegeven voor een
iPhone/iPod die is aangesloten met een Universele Dock voor
iPod.
6 MEMORY
Slaat het huidige FM/AM-station op als voorkeuze
wanneer TUNER is geselecteerd als ingangsbron
(zie bladzijde 20).
7 CLEAR
Wist het huidige FM/AM-voorkeuzestation wanneer
TUNER is geselecteerd als ingangsbron (zie bladzijde 21).
8 Voorpaneelscherm
Geeft informatie weer over de status van het toestel.
9 PRESET j / i
Selecteert een FM/AM-voorkeuzestation wanneer
TUNER is geselecteerd als ingangsbron (zie bladzijde 21).
0 FM, AM
Stelt de FM/AM-tunerband in op FM of AM wanneer
TUNER is geselecteerd als ingangsbron (zie bladzijde 17).
REGELAARS EN HUN FUNCTIES
Voorpaneel
Opmerking
Opmerking
Opmerking
REGELAARS EN HUN FUNCTIES
5 Nl
INLEIDING
Nederlands
A TUNING jj / ii
Selecteert de afstemfrequentie wanneer TUNER is
geselecteerd als ingangsbron (zie bladzijde 17).
B Sensor voor de afstandsbediening
Ontvangt infrarode signalen van de afstandsbediening.
C PURE DIRECT en -lampje
Hiermee kunt u naar een geluidsbron luisteren met het
puurst mogelijke geluid (zie bladzijde 14). Het lampje
erboven gaat branden en het voorpaneelscherm gaat uit
wanneer u deze functie inschakelt.
D PHONES-aansluiting
Voert audio uit naar uw hoofdtelefoon zodat u privé kunt
luisteren.
Druk op SPEAKER A/B zodat de lampjes SP A/B uitgaan
voordat u uw hoofdtelefoon aansluit op de PHONES-uitgang.
E BASS-regelaar
Verhoogt of verlaagt de versterking van de lage tonen. De
middelste stand levert een vlakke versterking op
(zie bladzijde 14).
F TREBLE-regelaar
Verhoogt of verlaagt de versterking van de hoge tonen. De
middelste stand levert een vlakke versterking op
(zie bladzijde 14).
G BALANCE-regelaar
Regelt de geluidsbalans van de linker- en
rechterluidsprekers om onevenwichtig geluid te
compenseren dat wordt veroorzaakt door de plaatsing van
de luidsprekers of door omstandigheden in de kamer waar
er wordt geluisterd (zie bladzijde 14).
H LOUDNESS-regelaar
Behoudt het volledige klankspectrum bij alle
volumeniveaus, door het verlies aan gevoeligheid van het
menselijk oor voor hoge en lage frequenties bij een laag
volume te compenseren (zie bladzijde 15).
I INPUT-keuzeknop
Hiermee kiest u de ingangsbron waar u wilt naar luisteren.
J VOLUME-regelaar
Verhoogt of verlaagt het geluidsniveau.
Dit is niet van invloed op het uitgangsniveau van de
REC-uitgangen.
Opmerking
Opmerking
REGELAARS EN HUN FUNCTIES
6 Nl
1 SP (SPEAKERS) A/B-lampjes
Branden afhankelijk van welke luidsprekers u hebt
geselecteerd.
Beide lampjes branden als beide luidsprekersets zijn
geselecteerd.
2 Ingangsbronlampjes
Branden afhankelijk van welke ingangsbron u hebt
geselecteerd.
3 PRESET-lampje
Brandt wanneer u een voorkeuzeradiostation terugroept.
Knippert als de automatische zoekfunctie voor
voorkeuzestations bezig is met het registreren van
FM-stations als voorkeuzestations.
4 MEMORY-lampje
Brandt of knippert wanneer u een FM/AM-station opslaat
als voorkeuze.
5 TUNED-lampje
Brandt wanneer het toestel is afgestemd op een FM- of
AM-station.
6 STEREO-lampje
Brandt wanneer het toestel een sterk signaal ontvangt van
een FM-stereo-uitzending.
7 TP-lampje
Brandt wanneer het toestel is afgestemd op een station met
verkeersinformatie (TP - Traffic Program). Knippert
tijdens het zoeken naar een station met
verkeersinformatie.
8 SLEEP-lampje
Brandt als de sluimerklok ingeschakeld is.
9 MUTE-lampje
Knippert als de MUTE-functie ingeschakeld is.
0 P-lampje
Brandt als u een voorkeuzenummer hebt geselecteerd.
Knippert als u een voorkeuzeradiostation registreert.
A Multi-infoscherm
Geeft gegevens weer tijdens het aanpassen of wijzigen
van instellingen.
B Volumelampje
Geeft het huidige volumeniveau weer.
Voorpaneelscherm
REGELAARS EN HUN FUNCTIES
7 Nl
INLEIDING
REGELAARS EN HUN FUNCTIES
Nederlands
Achterpaneel
1 GND-aansluiting
Hier sluit u een platenspeler aan (zie bladzijde 10).
2 TAPE-aansluitingen
Hier sluit u een bandrecorder aan (zie bladzijde 10).
3 Antenne-aansluitingen
Hier sluit u FM- en AM-antennes aan (zie bladzijde 12).
4 DOCK-aansluiting
Hier sluit u een optionele Yamaha Universele Dock voor
iPod (zoals de YDS-12), een draadloos systeem voor iPod
(YID-W10) of een draadloze Bluetooth audio-ontvanger
(YBA-10) aan (zie bladzijde 25).
5 Netsnoer
Om het toestel aan te sluiten op een stopcontact
(zie bladzijde 12).
6 PHONO-aansluitingen
Hier sluit u een platenspeler aan (zie bladzijde 10).
7 CD-aansluitingen
Hier sluit u een cd-speler aan (zie bladzijde 10).
8 LINE 1-2-aansluitingen
Hier sluit u audiocomponenten aan (zie bladzijde 10).
9 SUBWOOFER OUT-uitgang
Hier sluit u een subwoofer (lagetonenluidspreker) met
ingebouwde versterker aan (zie bladzijde 10).
y
De SUBWOOFER OUT-uitgang dempt signalen boven 90 Hz.
0 POWER MANAGEMENT-schakelaar
Hiermee schakelt u de automatisch uitschakelfunctie in en
uit. Wanneer de functie is ingeschakeld, gaat het toestel in
wachtstand wanneer het een bepaalde tijd lang niet wordt
bediend (3 instellingen mogelijk, zie bladzijde 32).
A SPEAKERS-aansluitingen
Hier sluit u luidsprekers aan (zie bladzijde 10).
B IMPEDANCE SELECTOR-schakelaar
Hiermee selecteert u de impedantie-instelling
(zie bladzijde 11).
REGELAARS EN HUN FUNCTIES
8 Nl
In dit gedeelte worden de functies van de toetsen op de
afstandsbediening beschreven waarmee u het toestel of
een Yamaha cd-speler bedient.
Algemene toetsen
De volgende toetsen kunt u gebruiken, ongeacht welke
ingangsbron u hebt geselecteerd.
1 Infraroodsignaalzender
Verzendt infrarode signalen.
2 A (aan/uit)
Schakelt het toestel aan of zet het in wachtstand.
Deze toets werkt alleen wanneer de knop A (aan/uit) op het
voorpaneel is ingedrukt.
3 DIMMER
Wijzigt de helderheid van het voorpaneelscherm. Kies de
helderheid uit 3 niveaus door herhaaldelijk op deze toets
te drukken.
y
Deze instelling wordt behouden, zelfs als u dit toestel uitschakelt.
4 SLEEP
Stelt de sluimerklok in (zie bladzijde 16).
5 Invoerkeuzetoetsen
Hiermee kiest u de ingangsbron waar u wilt naar luisteren.
y
De namen van de ingangsbronnen stemmen overeen met de
namen van de aansluitingen op het achterpaneel.
Als u op de afstandsbediening TUNER wilt selecteren als
invoerbron, druk dan op FM of op AM.
6 OPTION
Schakelt het OPTION-menu in en uit (zie bladzijde 30).
7 SPEAKERS A/B
Schakelt de luidsprekers in en uit die zijn aangesloten op
de aansluitingen SPEAKERS A en/of SPEAKERS B op
het achterpaneel van het toestel wanneer u op de
betreffende toets drukt.
8 MUTE
Hiermee onderbreekt u de uitvoer van geluid. Druk nog
eens op deze toets om de geluidsweergave te hervatten op
het oorspronkelijke volumeniveau.
9 VOLUME +/
Verhoogt of verlaagt het geluidsniveau.
Dit is niet van invloed op het uitgangsniveau van de
REC-uitgangen.
0 RETURN
Keert terug naar het vorige menu of verlaat het menu
wanneer u het optiemenu gebruikt (zie bladzijde 30).
A B / C / D / E / ENTER
Selecteert en bevestigt onderdelen in het optiemenu (zie
bladzijde 30).
Afstandsbediening
Opmerking
Opmerking
REGELAARS EN HUN FUNCTIES
9 Nl
INLEIDING
Nederlands
FM/AM-toetsen
De volgende toetsen kunt u gebruiken als u TUNER hebt
geselecteerd als ingangsbron.
B TP
Zoekt automatisch naar een station dat verkeersinformatie
uitzendt (TP - Traffic Program - verkeersprogramma)
(zie bladzijde 24).
C PRESET j / i
Selecteert een FM/AM-voorkeuzestation wanneer
TUNER is geselecteerd als ingangsbron (zie bladzijde 21).
D FM, AM
Selecteert TUNER als invoerbron en stelt de
FM/AM-tunerband in op FM of AM (zie bladzijde 17).
E INFO
Schakelt de Radio Data System-weergavemodus in en
wijzigt die wanneer TUNER is geselecteerd als
ingangsbron (zie bladzijde 23).
iPod-toetsen
De volgende toetsen kunnen worden gebruikt wanneer u DOCK
hebt geselecteerd als ingangsbron om naar een iPhone/iPod te
luisteren. Voor meer informatie, zie bladzijde 25.
0 REPEAT
A MENU/ Ee / b / a / ENTER
E INFO
F SHUFFLE
G B
H C
Toetsen voor Yamaha cd-spelers
Met de volgende toetsen kunt u een Yamaha cd-speler
bedienen als CD is geselecteerd als invoerbron.
I Bedieningstoetsen Yamaha-cd-speler
s Stopt het afspelen
e Pauzeert het afspelen
p Start het afspelen
DISC SKIP Springt naar de volgende cd in een
cd-wisselaar
b Springt terug
a Springt vooruit
Voert de schijf uit
w Spoelt terug
f Speelt versneld vooruit
Ook al gebruikt u een Yamaha-cd-speler, toch zijn bepaalde
componenten en functies misschien niet beschikbaar. Raadpleeg
de gebruiksaanwijzing bij uw component voor nadere informatie.
Batterijen plaatsen Werkingsbereik
De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal uit.
Richt de afstandsbediening rechtstreeks op de
afstandsbedieningssensor op het voorpaneel van het
toestel als u het toestel wilt bedienen.
Opmerking
De afstandsbediening gebruiken
AA-, R6-, UM-3-batterijen
Ongeveer
6 m
Afstandsbediening
AANSLUITINGEN
10 Nl
Sluit dit toestel of andere componenten pas op het lichtnet aan nadat alle aansluitingen tussen componenten gemaakt zijn.
Alle aansluitingen moeten correct zijn: L (links) op L, R (rechts) op R, "+" op "+" en "–" op "–". Als de aansluitingen
niet kloppen, wordt er geen geluid weergegeven via de luidsprekers en als de polariteit van de luidspreker-
aansluitingen niet correct is, klinkt de weergave onnatuurlijk met te weinig lage tonen. Raadpleeg de
gebruikershandleiding van elk van uw componenten.
Gebruik RCA-kabels voor audiocomponenten (behalve voor de luidsprekeraansluitingen en de DOCK-uitgangen).
De IMPEDANCE SELECTOR moet in de juiste stand staan voordat u luidsprekers aansluit. Zie bladzijde 11 voor
meer informatie.
Laat blootliggende luidsprekerdraden niet met elkaar of met metalen onderdelen van het toestel in contact komen.
Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd raken.
y
De PHONO-aansluitingen zijn bedoeld voor een platenspeler met MM-cassette.
Verbind uw platenspeler met de GND-aansluiting om ruis in het signaal te verminderen. Bij sommige platenspelers hoort u juist
minder ruis zonder de GND-aansluiting.
AANSLUITINGEN
Luidsprekers en broncomponenten aansluiten
LET OP
Platenspeler
Audio-
uitgang
Cd-recorder,
enz.
Dvd-speler,
enz.
Bandrecorder
GND
Audio-
uitgang
Luidsprekers A
Subwoofer
Voor informatie over
andere componenten
die u kunt aansluiten op
dit toestel raadpleegt zie
bladzijde 25.
Audio-
ingang
Audio-
uitgang
Audio-
uitgang
Audio-
ingang
Audio-
uitgang
Luidsprekers B
Cd-speler
VOORBEREIDINGEN
11 Nl
AANSLUITINGEN
Nederlands
VOORBEREIDINGEN
IMPEDANCE SELECTOR-schakelaar
Zet de IMPEDANCE SELECTOR-schakelaar niet in een
andere stand terwijl het toestel is ingeschakeld. Als u dat
wel doet, kan het toestel beschadigd worden.
Indien het toestel inschakelen niet lukt, is het mogelijk dat
de IMPEDANCE SELECTOR-schakelaar zich niet
volledig in een van de standen bevindt. In dat geval
verwijdert u het netsnoer en schuift u de schakelaar
helemaal naar de goede stand.
Bepaal de stand van de schakelaar (LOW of HIGH) aan de
hand van de impedantie van de luidsprekers in uw
systeem.
Luidsprekerkabels aansluiten
Wanneer u luidsprekerkabels in de luidsprekeraansluitingen
steekt, steek dan alleen de blootliggende luidsprekerdraad in. Als
u geïsoleerde kabel insteekt, kan de verbinding slecht zijn en
hoort u geen geluid.
Dubbel bedrade aansluiting
Een dubbel bedrade aansluiting scheidt de woofer
(lagetonenluidspreker) van het gecombineerde deel voor
de middentonen en de tweeters (hogetonenluidsprekers).
Een luidsprekerkast voor dubbele bedrading heeft vier
klemaansluitingen. Door twee sets van aansluitingen is de
luidsprekerkast opgedeeld in twee onafhankelijke delen.
Met deze verbindingen wordt de reproductie van de
midden- en hoge tonen via de ene set aansluitingen geleid
en die van de lage tonen via een andere set aansluitingen.
Sluit de andere luidspreker op dezelfde manier aan op de
andere set aansluitingen.
Wanneer u dubbel bedrade aansluitingen maakt, zet dan de
schakelaar IMPEDANCE SELECTOR op HIGH of LOW,
afhankelijk van de impedantie van uw luidsprekers:
8 Ω of hoger: HIGH
4 Ω of hoger: LOW
Zie bladzijde 11 voor meer informatie over de
IMPEDANCE SELECTOR-schakelaar.
Bij het maken van dubbel bedrade aansluitingen dient u de
kortsluitbruggen of kabels van de luidspreker te verwijderen.
y
Wilt u dubbel bedrade aansluitingen gebruiken, druk dan op
SPEAKERS A en SPEAKERS B op het voorpaneel of op de
afstandsbediening zodat zowel SP A als SP B gaan branden op
het voorpaneelscherm.
LET OP
Stand van
schakelaar
Impedantieniveau
HIGH
Indien u één set gebruikt (A of B), dan moet
de impedantie van elke luidspreker 8
Ω of
hoger zijn.
Indien u twee sets gebruikt (A en B), dan moet
de impedantie van elke luidspreker 16
Ω of
hoger zijn.
Indien u dubbele bedrade aansluitingen maakt,
dan moet de impedantie van elke luidspreker 8
Ω of hoger zijn. Zie bladzijde 11 voor Dubbel
bedrade aansluitingen.
LOW
Indien u één set gebruikt (A of B), dan moet
de impedantie van elke luidspreker 4
Ω of
hoger zijn.
Indien u twee sets gebruikt (A en B), dan moet
de impedantie van elke luidspreker 8
Ω of
hoger zijn.
Indien u dubbele bedrade aansluitingen maakt,
dan moet de impedantie van elke luidspreker
4
Ω of hoger zijn. Zie bladzijde 11 voor
Dubbel bedrade aansluitingen.
Opmerking
Verwijder
ongeveer 10 mm
van de isolatie van
het einde van de
luidsprekerkabels.
LET OP
Opmerking
Dit toestel
Luidspreker
SPEAKERS A/B
SPEAKERS A/B
12 Nl
AANSLUITINGEN
Bij dit toestel zijn binnenantennes meegeleverd voor FM- en AM-uitzendingen. In het algemeen zouden deze antennes
voldoende signaalsterkte moeten leveren. Sluit de antennes aan op de daarvoor bedoelde aansluitingen.
Als u last heeft van een slechte ontvangst, kunt u een buitenantenne installeren. Vraag bij uw dichtstbijzijnde erkende Yamaha-verkoper
of -servicecentrum naar de mogelijkheden met buitenantennes.
De meegeleverde AM-ringantenne in
elkaar zetten
De draad van de AM-ringantenne
aansluiten
Steek het netsnoer in het stopcontact nadat u alle andere
aansluitingen hebt gemaakt.
De FM- en AM-antennes aansluiten
Opmerking
FM-
binnenantenne
(meegeleverd)
AM-buitenantenne
Gebruik 5 tot 10 meter met
plastic geïsoleerd draad dat u
uit een raam naar buiten
spant.
FM-buitenantenne
Aarde (GND-aansluiting)
Voor de grootst mogelijke veiligheid en zo min mogelijk storing dient u de
antenne-GND-aansluiting goed te aarden. Een goede aarding wordt bijvoorbeeld
verzorgd door een metalen staaf die in vochtige grond gedreven is.
De AM-ringantenne moet
altijd aangesloten blijven,
zelfs als er een AM-
buitenantenne op dit toestel
is aangesloten.
De AM-ringantenne moet
niet te dicht bij het toestel
geplaatst worden.
AM-ringantenne
(meegeleverd)
Het netsnoer aansluiten
Naar
stopcontact met
meegeleverd
netsnoer
AFSPELEN EN OPNEMEN
13 Nl
Nederlands
BASISBEDIENING
Let heel goed op wanneer u cd’s afspeelt die zijn opgenomen met DTS.
Als u een cd afspeelt die is gecodeerd met DTS in een cd-speler die DTS niet ondersteunt, hoort u alleen ruis en deze ruis
kan uw luidsprekers beschadigen. Controleer of uw cd-speler cd’s ondersteunt die zijn gecodeerd met DTS. Controleer
ook het geluidsniveau van uw cd-speler voordat u een cd gaat afspelen die is gecodeerd met DTS.
1 Druk A (aan/uit) in op het voorpaneel om het
toestel aan te zetten.
2 Draai aan de INPUT-keuzeknop op het
voorpaneel (of druk op een van de
invoerkeuzetoetsen of op FM of AM op de
afstandsbediening) om de ingangsbron te
kiezen waarnaar u wilt luisteren.
3 Druk op SPEAKERS A en/of SPEAKERS B op
het voorpaneel of op de afstandsbediening
om luidsprekers A en/of B te kiezen.
Wanneer luidsprekerset A of luidsprekerset B zijn
ingeschakeld, wordt SP A of SP B op het
voorpaneelscherm weergegeven (zie bladzijde 6).
Wanneer u één set luidsprekers hebt aangesloten met dubbele
bedrading of wanneer u twee luidsprekersets tegelijkertijd
(A en B) gebruikt, let er dan op dat SP A en SP B beide worden
weergegeven op het voorpaneelscherm.
Wanneer u luistert met een hoofdtelefoon, zet dan de
luidsprekers uit.
4 Speel de bron af.
5 Draai aan de VOLUME-regelaar op het
voorpaneel (of druk op VOLUME +/– op de
afstandsbediening) om het
geluidsuitvoerniveau te regelen.
y
U kunt de klankkwaliteit bijregelen met behulp van de regelaars
voor BASS, TREBLE, BALANCE en LOUDNESS of de PURE
DIRECT-schakelaar op het voorpaneel (zie bladzijde 14).
6 Als u klaar bent met luisteren, druk dan op
A (aan/uit) op het voorpaneel om het toestel
uit te zetten.
y
Als u op de afstandsbediening op de toets A (aan/uit) drukt terwijl
de knop A (aan/uit) op het voorpaneel is ingedrukt, dan gaat het
toestel in wachtstand. Druk nogmaals op A (aan/uit) om het
toestel weer aan te zetten.
AFSPELEN EN OPNEMEN
LET OP
Een bron afspelen
A (aan/uit)
SPEAKERS A/B INPUT-keuzeknop
VOLUME
A (aan/uit)
Invoerkeuzeto
etsen
SPEAKERS A/B
VOLUME +/–
FM, AM
Opmerkingen
BASISBEDIENING
14 Nl
AFSPELEN EN OPNEMEN
De PURE DIRECT-schakelaar gebruiken
Leidt ingangssignaal uit uw audiobronnen voorbij de
BASS-, TREBLE-, BALANCE- en LOUDNESS-
regelaars, waardoor het audiosignaal niet wordt beïnvloed
en het puurst mogelijke geluid wordt gecreëerd.
De PURE DIRECT-lamp gaat branden en het
voorpaneelscherm gaat na een paar seconden uit.
De BASS-, TREBLE-, BALANCE- en LOUDNESS-regelaars
werken niet wanneer de functie PURE DIRECT is
ingeschakeld.
Deze instelling wordt behouden, zelfs als u dit toestel
uitschakelt.
De regelaars voor BASS en TREBLE
bijregelen
Met de BASS- en TREBLE-regelaars past u de
frequentierespons voor lage en hoge tonen aan.
De middelste stand levert een vlakke klank op.
BASS
Wanneer u vindt dat er niet genoeg bas (geluid met lage
frequenties) is, draai de knop dan naar rechts. Wanneer u
vindt dat er te veel bas is, draai de knop dan naar links.
Bedieningsbereik: –10 dB tot +10 dB (20 Hz)
TREBLE
Wanneer u vindt dat er niet genoeg hoog (geluid met hoge
frequenties) is, draai de knop dan naar rechts. Wanneer u
vindt dat er te veel hoog is, draai de knop dan naar links.
Bedieningsbereik: –10 dB tot +10 dB (20 kHz)
De BALANCE-regelaar bijregelen
Met de BALANCE-regelaar regelt u de geluidsbalans van
de linker en rechter luidsprekers om onevenwichtig geluid
te compenseren dat wordt veroorzaakt door de plaatsing
van de luidsprekers of door omstandigheden in de kamer
waar er wordt geluisterd.
De klankkwaliteit bijregelen
Opmerkingen
Schakelaar PURE DIRECT
BASS
TREBLE
BALANCE
15 Nl
AFSPELEN EN OPNEMEN
Nederlands
BASISBEDIENING
De LOUDNESS-regelaar bijregelen
Behoud het volledige klankspectrum bij alle
volumeniveaus, door het verlies van het menselijk oor aan
gevoeligheid voor hoge en lage frequenties bij een laag
volume te compenseren.
Als de PURE DIRECT-schakelaar wordt ingeschakeld
terwijl de LOUDNESS-regelaar op een bepaald niveau is
ingesteld, dan gaan de ingevoerde signalen niet langer
langs de LOUDNESS-regelaar, wat een plotse toename in
het geluidsuitvoerniveau met zich meebrengt. Om te
voorkomen dat uw oren of de luidsprekers beschadigd
raken, dient u de PURE DIRECT-schakelaar pas in te
drukken nadat u het geluidsuitvoerniveau hebt verlaagd of
nadat u de LOUDNESS-regelaar correct hebt ingesteld.
1 Stel de LOUDNESS-regelaar in op de
FLAT-stand.
2 Draai aan de VOLUME-regelaar op het
voorpaneel (of druk op VOLUME +/– op de
afstandsbediening) om het
geluidsuitvoerniveau in te stellen op het
luidste niveau waarnaar u zou willen
luisteren.
3 Draai aan de LOUDNESS-regelaar tot het
gewenste volume is bereikt.
y
Nadat u de LOUDNESS-regelaar hebt ingesteld, kunt u genieten
van muziek op het volume naar uw keuze. Indien het effect van
de LOUDNESS-regelaar te sterk of te zwak is, pas dan de
LOUDNESS-regelaar opnieuw aan.
LET OP
LOUDNESS VOLUME
VOLUME +/–
16 Nl
AFSPELEN EN OPNEMEN
Het geluid van de huidige invoerbron wordt uitgevoerd naar de
aansluitingen TAPE REC en LINE 1 REC. Wanneer u TAPE
hebt geselecteerd, wordt het geluid alleen naar de aansluitingen
LINE 1 REC uitgevoerd. Wanneer u LINE 1 hebt geselecteerd,
wordt het geluid alleen naar de aansluitingen TAPE REC
uitgevoerd.
Het toestel moet aan staan om te kunnen opnemen.
De regelaars voor VOLUME, BASS, TREBLE, BALANCE en
LOUDNESS en de PURE DIRECT-schakelaar hebben geen
effect op de bron die wordt opgenomen.
Raadpleeg de wetgeving m.b.t. auteursrechten voor het
opnemen van platen, cd’s, radio, enz. Het opnemen van
materiaal dat auteursrechtelijk beschermd is, kan een inbreuk
vormen op de wetgeving m.b.t. auteursrechten.
1 Draai aan de INPUT-keuzeknop op het
voorpaneel (of druk op een van de
invoerkeuzetoetsen of op FM of AM op de
afstandsbediening) om de bron te kiezen die
u wilt opnemen.
2 Speel de bron af en begin op te nemen op het
opnameapparaat dat aangesloten is op de
REC-uitgangsaansluitingen (TAPE en/of LINE 1)
op het achterpaneel. Zie bladzijde 10.
Gebruik deze functie om het toestel automatisch in
wachtstand te zetten na een bepaalde tijdsduur. De
sluimerklok is nuttig als u gaat slapen terwijl het toestel
een bron afspeelt of opneemt.
De sluimerklok kan alleen worden ingesteld met de
afstandsbediening.
1 Druk herhaaldelijk op SLEEP om de tijdsduur
in te stellen voordat het toestel in wachtstand
gaat.
Voor elke keer dat u op SLEEP drukt, wijzigt het
voorpaneelscherm als hieronder weergegeven.
De SLEEP-lamp knippert terwijl u de tijdsduur voor
de sluimerklok instelt.
Als de sluimerklok is ingesteld, gaat SLEEP op het
voorpaneelscherm branden.
y
Wilt u de sluimerklok onderbreken, kies dan een van de volgende
methoden:
Selecteer "Sleep Off" (sluimer uit).
Druk op A (aan/uit) op de afstandsbediening om het toestel in
wachtstand te zetten.
Druk op A (aan/uit) op het voorpaneel om het toestel uit te
zetten.
Een bron opnemen
Opmerkingen
INPUT-keuzeknop
FM, AM
Invoerkeuzetoetsen
De sluimerklok gebruiken
Opmerking
A (aan/uit)
A (aan/uit)
SLEEP
AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO
17 Nl
Nederlands
BASISBEDIENING
Er zijn 2 manieren van afstemmen; automatisch en handmatig. Selecteer een methode, afhankelijk van uw voorkeur en de
sterkte van het stationssignaal.
Automatisch afstemmen gaat goed wanneer u sterke
signalen ontvangt en er weinig storing is.
1 Draai aan de INPUT-invoerknop op het
voorpaneel (of druk op FM of AM op de
afstandsbediening) om TUNER als
invoerbron te selecteren.
Als u op FM of AM op de afstandsbediening drukt om TUNER
als invoerbron te selecteren, wordt ook de bijbehorende band
geselecteerd; u kunt stap 2 dan overslaan.
2 Druk op FM of AM op het voorpaneel (of op
FM of AM op de afstandsbediening) om de
ontvangstband te selecteren (FM of AM).
FM of AM wordt weergegeven op het
voorpaneelscherm.
3 Houd TUNING jj / ii meer dan 1 seconde
lang ingedrukt om automatisch afstemmen te
starten.
Druk op ii om af te stemmen op een hogere
frequentie.
Druk op jj om af te stemmen op een lagere
frequentie.
Wanneer u op een station afstemt, wordt de frequentie van het
station weergegeven op het voorpaneelscherm.
Als de afstemfunctie niet stopt op het gewenste station omdat
het signaal te zwak is, gebruik dan de handmatige
afstemmethode.
Automatische uitzetfunctie
Wanneer u luistert naar een FM-radiostation wordt de
uitvoer automatisch uitgezet wanneer het radiosignaal
zwak is en u had afgestemd op het station door:
de automatische afstemfunctie te gebruiken;
een voorkeuze terug te roepen die was geregistreerd
met de automatische voorkeuzeregistratie.
Wilt u luisteren naar een station met een zwak signaal,
stem dan handmatig af op het station.
AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO
Automatisch afstemmen
Opmerking
FM, AM
TUNING jj / ii
INPUT-keuzeknop
FM, AM
Opmerkingen
18 Nl
AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO
Handmatig afstemmen is effectief wanneer het
stationssignaal zwak is.
1 Draai aan de INPUT-invoerknop op het
voorpaneel (of druk op FM of AM op de
afstandsbediening) om TUNER als
invoerbron te selecteren.
Als u op FM of AM op de afstandsbediening drukt om TUNER
als invoerbron te selecteren, wordt ook de bijbehorende band
geselecteerd; u kunt stap 2 dan overslaan.
2 Druk op FM of AM op het voorpaneel (of op
FM of AM op de afstandsbediening) om de
ontvangstband te selecteren (FM of AM).
FM of AM wordt weergegeven op het
voorpaneelscherm.
3 Druk op TUNING jj / ii op het voorpaneel om
handmatig af te stemmen op het gewenste
station.
Wanneer u op een station afstemt, wordt de frequentie van het
station weergegeven op het voorpaneelscherm.
FM-ontvangst verbeteren
Als het signaal van het station zwak is en de geluidskwaliteit
is niet goed, stel dan de FM-radio-ontvangstmodus in op
mono om de ontvangst te verbeteren.
1 Druk op OPTION (optie) op de
afstandsbediening wanneer het toestel is
afgestemd op een FM-radiostation.
Het optiemenu voor TUNER wordt weergegeven
(zie bladzijde 30).
2 Druk op B / C op de afstandsbediening om
"FM Mode" (FM-modus) te selecteren en druk
op ENTER (invoer).
y
Wilt u de handeling annuleren en terugkeren naar het optiemenu,
druk dan op RETURN (teruggaan) op de afstandsbediening.
3 Druk op D / E op de afstandsbediening om
"STEREO" (automatische stereomodus) of
"MONO" (monomodus) te selecteren.
Wanneer u MONO selecteert, worden FM-
uitzendingen weergegeven in mono.
Wanneer u STEREO selecteert en u stemt af op een
FM-station met een stereo-uitzending, wordt de
uitzending in stereo weergegeven.
4 U verlaat het optiemenu door op OPTION of
RETURN te drukken op de afstandsbediening.
STEREO gaat branden op het voorpaneel als u naar een station in
stereo luistert.
Handmatig afstemmen
Opmerking
Opmerking
FM, AM
TUNING jj / ii
INPUT-keuzeknop
FM, AM
Opmerking
OPTION
RETURN
B / C / D / E
ENTER
19 Nl
AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO
Nederlands
BASISBEDIENING
Met de automatische voorkeuzefunctie kunt u FM-stations
automatisch registreren als voorkeuzes. Met deze functie kan
het toestel automatisch afstemmen op FM-stations met een
sterk signaal en 40 van dergelijke station op volgorde
opslaan. U kunt dan gemakkelijk zo’n voorkeuzestation
terugroepen door het voorkeuzenummer te selecteren.
Als u een station registreert naar een voorkeuzenummer waar al
een station op is geregistreerd, dan wordt het eerder
geregistreerde station overschreven.
Als het station dat u wilt opslaan een zwak signaal heeft,
probeer dan de handmatige voorkeuzeafstemmethode.
y
FM-stations die zijn geregistreerd als voorkeuze met de
automatische voorkeuzeregistratie klinken in stereo.
1 Draai aan INPUT op het voorpaneel (of druk
op FM op de afstandsbediening) om TUNER
als invoerbron te selecteren.
Als u op FM op de afstandsbediening drukt om TUNER als
invoerbron te selecteren, wordt ook de bijbehorende band
geselecteerd; u kunt stap 2 dan overslaan.
2 Druk op FM op het voorpaneel (of op FM op
de afstandsbediening) om FM als
ontvangstband te selecteren.
FM wordt weergegeven op het voorpaneelscherm.
3 Druk op OPTION op de afstandsbediening.
Het optiemenu voor TUNER wordt weergegeven
(zie bladzijde 30).
4 Druk op B / C op de afstandsbediening om
"Auto Preset" (automatische voorkeuze) te
selecteren en druk op ENTER (invoer).
Het toestel zoekt ongeveer 5 seconden later de
FM-band af vanaf de laagste frequentie omhoog.
y
Voordat het zoeken begint, kunt u het eerste voorkeuzenummer
opgeven door op PRESET j / i te drukken op het voorpaneel
(of op PRESET j / i of B/C op de afstandsbediening).
Wilt u het zoeken annuleren, druk dan op FM of AM op het
voorpaneel (of op FM of AM of RETURN op de
afstandsbediening).
Wanneer voorkeuzes zijn geregistreerd, wordt
informatie weergegeven op het voorpaneelscherm
zoals hierboven weergegeven.
Wanneer het zoeken klaar is, verschijnt "FINISH"
(klaar) en keert het scherm terug naar het optiemenu.
Om terug te keren naar de oorspronkelijke status
drukt u op OPTION of RETURN op de
afstandsbediening.
Automatische instelling van
voorkeuzestations (alleen
FM-stations)
Opmerkingen
Opmerking
PRESET j / i
FM
INPUT-keuzeknop
PRESET j / i
FM
OPTION
B / C
ENTER
RETURN
Voorkeuzenummer Frequentie
20 Nl
AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO
U kunt handmatig 40 FM/AM-stations registreren (40 in
totaal). U kunt dan gemakkelijk zo’n voorkeuzestation
terugroepen door het voorkeuzenummer te selecteren.
y
Wanneer u stations handmatig registreert, wordt de FM-modus
(mono of stereo) ten tijde van registratie ook geregistreerd.
Controleer de FM-modus (zie bladzijde 18) voordat u stations
handmatig registreert.
1 Stem af op het gewenste FM/AM-station.
Zie bladzijden 17 en 18 voor aanwijzingen over het
afstemmen op een station.
2 Druk op MEMORY (geheugen) op het
voorpaneel.
"MANUAL PRESET" (handmatige voorkeuze)
wordt kort weergegeven op het voorpaneelscherm en
vervolgens wordt het voorkeuzenummer waarop het
station gaat worden geregistreerd weergegeven.
y
Houdt u MEMORY op het voorpaneel meer dan 2 seconden
ingedrukt, dan kunt u de volgende stappen overslaan en
automatisch het geselecteerde station registreren naar een leeg
voorkeuzenummer (d.w.z. het voorkeuzenummer dat volgt op het
laatste gebruikte voorkeuzenummer).
3 Druk op PRESET j / i op het voorpaneel (of
op PRESET j / i op de afstandsbediening)
om het voorkeuzenummer te selecteren waar
u het station wilt registreren.
Wanneer u een voorkeuzenummer selecteert
waarvoor geen station is geregistreerd, wordt
"EMPTY" (leeg) weergegeven. Wanneer u een
voorkeuzenummer selecteert waarvoor al een station
is geregistreerd, wordt de frequentie van het station
weergegeven.
4 Druk op MEMORY (geheugen) op het
voorpaneel.
Wanneer de registratie voltooid is, keert het scherm
terug naar de oorspronkelijke status.
y
Wilt u het registreren annuleren, druk dan op RETURN op de
afstandsbediening of doe ongeveer 30 seconden lang niets.
Handmatige instelling van
voorkeuzestations
MEMORY
PRESET j / i
PRESET j / i
RETURN
Voorkeuzenummer
21 Nl
AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO
Nederlands
BASISBEDIENING
U kunt voorkeuzestations terugroepen die zijn
geregistreerd met de automatische of de handmatige
voorkeuzemethode.
1 Druk op PRESET j / i op het voorpaneel (of
op PRESET j / i op de afstandsbediening)
om een voorkeuzenummer te selecteren.
y
Voorkeuzenummers waarvoor geen stations zijn geregistreerd,
worden overgeslagen.
"NO PRESETS" (geen voorkeuzes) wordt weergegeven als er
geen stations zijn geregistreerd.
Volg onderstaande stappen om een voorkeuzestation te
wissen.
1 Selecteer het gewenste voorkeuzenummer.
Zie "Voorkeuzestations terugroepen" op bladzijde 21.
2 Druk op CLEAR (wissen) op het voorpaneel.
Het geselecteerde voorkeuzenummer knippert op het
voorpaneelscherm.
y
Wilt u het wissen van het voorkeuzestation annuleren, druk dan
op RETURN op de afstandsbediening of doe 30 seconden lang
niets met het toestel.
3 Druk op CLEAR op het voorpaneel om te
bevestigen.
"PXX: CLEARED" (PXX gewist, waarbij XX het
voorkeuzenummer is) wordt weergegeven op het
voorpaneelscherm dat vervolgens terugkeert naar de
oorspronkelijke staat.
Voorkeuzestations terugroepen
PRESET j / i
PRESET j / i
Een voorkeuzestation wissen
CLEAR
RETURN
22 Nl
AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO
Volg onderstaande stappen om alle voorkeuzestations te
wissen.
1 Draai aan de INPUT-invoerknop op het
voorpaneel (of druk op FM of AM op de
afstandsbediening) om TUNER als
invoerbron te selecteren.
2 Druk op OPTION op de afstandsbediening.
Het optiemenu voor TUNER wordt weergegeven
(zie bladzijde 30).
3 Druk op B / C op de afstandsbediening om
"Clr All Preset" (alle voorkeuzes wissen) te
selecteren en druk op ENTER (invoer).
y
Wilt u de handeling annuleren en terugkeren naar het optiemenu,
druk dan op RETURN (teruggaan) op de afstandsbediening.
4 Druk op D / E op de afstandsbediening om
"YES" (Ja) te selecteren en druk op ENTER
(invoer).
y
Wilt u het wissen van de voorkeuzes annuleren, selecteer dan
"NO" (nee).
Wanneer alle voorkeuzes zijn gewist, wordt
"PRESET CLEARED" (voorkeuze gewist)
weergegeven en keert het scherm terug naar het
optiemenu.
5 U verlaat het optiemenu door op OPTION of
RETURN te drukken op de afstandsbediening.
Alle voorkeuzestations wissen
INPUT-keuzeknop
FM, AM
RETURN
B / C / D / E
ENTER
OPTION
23 Nl
AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO
Nederlands
BASISBEDIENING
Radio Data System is een systeem voor
gegevensoverdracht dat door FM-stations in een groot
aantal landen worden gebruikt. Met dit toestel kunt u vier
typen Radio Data System-gegevens ontvangen:
Programmaservice, Programmatype, Radiotekst en
Kloktijd.
1 Stem af op het gewenste Radio Data System-
station.
2 Druk herhaaldelijk op INFO op het
voorpaneel (of INFO op de
afstandsbediening) om de gewenste Radio
Data System-weergavemodus te selecteren.
Wanneer u "PRG TYPE" selecteert, worden de volgende
programmatypenamen weergegeven.
Radio Data System-gegevens
ontvangen (alleen FM-stations)
Keuze Beschrijving
PRG SERVICE
(programmaservice)
Standaardinstelling. Het toestel
geeft de naam weer van het
Radio Data System-programma
waar u naar luistert.
PRG TYPE
(programmatype)
Het toestel geeft het type Radio
Data System-programma weer
waar u naar luistert.
RADIO TEXT
(radiotekst)
Het toestel geeft informatie
over het Radio Data System-
programma weer waar u naar
luistert.
CLOCK TIME
(kloktijd)
Het toestel geeft de huidige tijd
weer.
FREQUENCY
(frequentie)
Het toestel geeft de frequentie
van het huidige station weer.
INFO
INFO
Programmatype Beschrijving
NEWS Nieuws
AFFAIRS Actualiteiten
INFO Algemene informatie
SPORT Sport
EDUCATE Educatief
DRAMA Drama
CULTURE Cultuur
SCIENCE Wetenschap
VARIED Licht amusement
POP M Popmuziek
ROCK M Rockmuziek
M.O.R. M Middle-of-the-road
muziek (easy-listening)
LIGHT M Licht klassiek
CLASSICS Ernstig klassiek
OTHER M Overige muziek
24 Nl
AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO
Het kan even duren voor dit toestel alle Radio Data System-
gegevens heeft ontvangen van het station in kwestie.
Als de signalen niet goed genoeg kunnen worden ontvangen, is
het mogelijk dat het toestel geen gebruik kan maken van de
Radio Data System-gegevens. Vooral de "RADIO TEXT"-
functie vergt een grote hoeveelheid gegevens en het is daarom
mogelijk dat deze functie niet beschikbaar is zelfs wanneer de
andere Radio Data System-functies wel beschikbaar zijn.
Als de ontvangst matig is, stel dan de FM-modus in op
"MONO" (zie bladzijde 18).
Als het signaal externe storing ondervindt terwijl het toestel de
Radio Data System-gegevens aan het ontvangen is, kan de
ontvangst onverwacht onderbroken worden.
Wanneer u de "RADIO TEXT"-functie selecteert, kan dit
toestel maximaal 128 alfanumerieke tekens (inclusief trema’s)
aan programmagegevens op het scherm tonen. Tekens die niet
kunnen worden weergegeven worden vervangen door een "_"
(onderstreping). De weergeven informatie wordt continu lopend
weergegeven.
Met dit toestel kunt u automatisch zoeken naar Radio Data
System-stations die verkeersinformatie (TP - Traffic
Program) uitzenden.
1 Druk op TP op het voorpaneel (of op TP op
de afstandsbediening) om naar TP-stations
te zoeken.
"TP SEARCH" wordt 3 seconden weergegeven op
het voorpaneelscherm en het toestel start het zoeken.
Wanneer er een station met verkeersinformatie wordt
gevonden, gaat het TP-lampje branden en wordt het
zoeken beëindigd.
y
Wilt u het volgende station met verkeersinformatie zoeken, druk
dan op TP.
Druk tijdens het zoeken naar verkeersinformatie op TP als u het
zoeken wilt annuleren.
Als er geen stations met verkeersinformatie worden gevonden,
verschijnt "TP NOT FOUND" (verkeersinfo niet gevonden) op
het voorpaneelscherm en keert het toestel terug naar de staat
waarin het zich bevond voor het zoeken begon.
Opmerkingen
TP-zoekfunctie (alleen FM-stations)
Opmerkingen
TP
TP
TP-lampje
MUZIEK AFSPELEN VANAF UW IPHONE/IPOD/BLUETOOTH™-COMPONENT
25 Nl
Nederlands
BASISBEDIENING
Hebt u een optionele Yamaha Universele Dock voor iPod (zoals de YDS-12), een draadloos systeem voor iPod
(YID-W10) of een Bluetooth draadloze audio-ontvanger (YBA-10) aangesloten op de DOCK-aansluiting op het
achterpaneel van het toestel, dan kunt u genieten van afspelen op uw iPhone/iPod of Bluetooth-component met de
afstandsbediening die bij het toestel is meegeleverd.
Ter voorkoming van ongelukken trekt u het netsnoer van het toestel los voordat u een Universele Dock voor iPod, een
draadloos systeem voor iPod of een Bluetooth draadloze audio-ontvanger aansluit.
Als de iPhone die is aangesloten op de YID-W10 een oproep ontvangt wanneer het toestel in wachtstand staat, schakelt het toestel
automatisch in en hoort u de beltoon via het toestel. Als u niet wilt dat het toestel aan gaat wanneer u wordt opgebeld, stel dan de iPhone
in op stille modus.
MUZIEK AFSPELEN VANAF UW iPhone/iPod/Bluetooth™-
COMPONENT
Universele Dock voor iPod
Draadloos systeem voor
iPod
Bluetooth draadloze
audio-ontvanger
Model
(Per juli 2010)
YDS-12
YDS-11
YDS-10
YID-W10 YBA-10
Bediend door
Afstandsbediening
iPhone/iPod aangesloten op het
dok
iPhone/iPod aangesloten op de
YID-W10-zender
Afstandsbediening
Bluetooth-componenten
Ondersteunde iPhone/
iPod
(Per juli 2010)
•iPod touch
iPod (vierde
generatie/
vijfde generatie/
classic)
iPod nano
•iPod mini
•iPhone
•iPhone 3G
•iPhone 3GS
iPod touch
iPod (vijfde
generatie/
classic)
iPod nano
•iPhone
•iPhone 3G
•iPhone 3GS
Opmerkingen
Opladen van iPhone/iPod wordt
ook ondersteund.
De YDS-10/YDS-11 ondersteunt
geen iPhone-verbinding.
Opladen van iPhone/iPod wordt ook
ondersteund.
LET OP
Opmerking
Plaats het aangesloten
apparaat zo ver mogelijk
van het toestel weg.
Bijvoorbeeld
YDS-12
YID-W10 YBA-10
26 Nl
MUZIEK AFSPELEN VANAF UW iPhone/iPod/Bluetooth™-COMPONENT
Uw iPhone/iPod bedienen
Hebt u uw iPhone/iPod in het dok geplaatst, draai dan aan de keuzeknop INPUT op het voorpaneel (of druk op DOCK op
de afstandsbediening) om DOCK te selecteren als invoerbron om uw iPhone/iPod af te spelen.
Terwijl u kijkt naar de informatie die op uw iPhone/iPod wordt weergegeven, gebruikt u de toetsen op de
afstandsbediening om uw iPhone/iPod te bedienen (afspelen, pauzeren, overslaan enz.).
Sommige willekeurige en herhaalmodi zijn misschien niet beschikbaar, afhankelijk van het model of de softwareversie van uw iPhone/iPod.
y
Wanneer het toestel aan staat of in wachtstand staat, kan uw iPhone/iPod automatisch worden opgeladen als hij is aangesloten op een
Universele Dock voor iPod. Als een iPhone/iPod wordt opgeladen terwijl het toestel in wachtstand staat, brandt het aan/uitlampje
helder.
Een Universele Dock voor iPod gebruiken
Afstandsbediening Bediening
MENU
Geeft het menu weer.
ENTER
Als een onderdeel is geselecteerd: bevestigt het onderdeel en geeft het volgende scherm weer.
Als een muziekstuk is geselecteerd: speelt het muziekstuk af.
B
Omhoog bladeren.
C
Omlaag bladeren.
Ee
Als een muziekstuk wordt afgespeeld: pauzeert het muziekstuk.
Als een muziekstuk wordt gepauzeerd: speelt het muziekstuk verder af.
a
Als een muziekstuk wordt afgespeeld of gepauzeerd: springt naar het begin van het volgende muziekstuk.
Indien langere tijd ingedrukt: vooruit zoeken.
b
Als een muziekstuk wordt afgespeeld of gepauzeerd: springt naar het begin van het huidige muziekstuk.
Wanneer u meerdere keren drukt, springt u elke keer een muziekstuk verder terug.
Indien langere tijd ingedrukt: achteruit zoeken.
Schakelt tussen de willekeurige modi (Uit Nummers Albums Uit).
Schakelt tussen de herhalingsmodi (Uit Eén Alles Uit).
INFO
Schakelt tussen de onderdelen die worden weergegeven op het voorpaneelscherm van het toestel
(Nummer van muziekstuk en verlopen tijd Nummers Artiesten Albums Nummer van
muziekstuk en verlopen tijd).
Opmerking
DOCK
B
MENU/ Ee / b / a
ENTER
C
INFO
27 Nl
MUZIEK AFSPELEN VANAF UW iPhone/iPod/Bluetooth™-COMPONENT
Nederlands
BASISBEDIENING
Wanneer u een draadloos systeem voor iPod aansluit op
dit toestel, kunt u muziekstukken vanaf uw iPhone/iPod
afspelen en beluisteren over een draadloze verbinding.
y
U kunt de iPhone/iPod bedienen met de afstandsbediening. Voor
meer informatie, zie bladzijde 26.
Wanneer u een iPhone/iPod afspeelt met een draadloos systeem
voor iPod, wordt er geen afspeelinformatie weergegeven op het
voorpaneelscherm.
Een draadloze verbinding opbouwen
Als de iPhone/iPod is aangesloten op de YID-W10-zender
en het afspelen start, duurt het ongeveer 5 seconden
voordat er audio te horen is. In deze tijd wordt de
draadloze verbinding tussen de YID-W10-zender
en -ontvanger opgebouwd.
De status van de draadloze verbinding tussen de
YID-W10-zender en -ontvanger wordt aangegeven door
de betreffende lampjes.
Het toestel bedienen met uw iPhone/
iPod
Wanneer het afspelen begint op een iPhone/iPod die is
aangesloten op een YID-W10-zender en de
YID-W10-zender is binnen het bereik van de
YID-W10-ontvanger, gedraagt het toestel zich als volgt:
Als het toestel al aan staat wanneer het afspelen
begint: de invoerbron wijzigt in DOCK.
Als het toestel in wachtstand staat wanneer het
afspelen begint: het toestel gaat aan en de
invoerbron wijzigt in DOCK.
In de volgende situaties wordt de draadloze verbinding
tussen zender en ontvanger verbroken. Na 30 seconden
schakelt het toestel automatisch in wachtstand.
De iPhone/iPod wordt niet bediend binnen
30–120 seconden nadat het afspelen is gepauzeerd.
De sluimerklok van de iPhone/iPod is geactiveerd.
De iPhone/iPod is losgekoppeld van de
YID-W10-zender.
Het batterijniveau van de iPhone/iPod daalt tot een
niveau waarop er niet genoeg stroom meer is voor
de YID-W10-zender.
De YID-W10-zender wordt buiten het bereik van de
YID-W10-ontvanger geplaatst.
Communicatie tussen de YID-W10-zender
en -ontvanger wordt gestoord door interferentie van
andere draadloze LAN-apparaten, draadloze
telefoons, magnetronovens enz.
y
Deze functies kunnen worden uitgeschakeld door "Interlock" op
"OFF" in te stellen in het optiemenu (zie bladzijde 31).
Wanneer u het volume aanpast op de iPhone/iPod, past
u het ook aan op het toestel. De iPhone/iPod kan het
volume verhogen tot 0 dB (of de waarde die is
ingesteld voor "MaxVol" in het optiemenu). Wilt u het
volume nog verder verhogen, pas het volume dan aan
met de VOLUME-regelaar op het toestel of de
afstandsbediening.
y
Wanneer het toestel wordt aangezet of in wachtstand staat,
wordt uw iPhone/iPod automatisch opgeladen als de
YID-W10-zender waarop uw iPhone/iPod is aangesloten, in de
YID-W10-ontvanger is geplaatst. Als een iPhone/iPod wordt
opgeladen terwijl het toestel in wachtstand staat, brandt het aan/
uitlampje helder.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de YID-W10 voor meer
informatie.
Een draadloos systeem voor iPod
gebruiken
Opmerking
Status van
verbinding
YID-W10-
zenderlampje
YID-W10-
ontvangerlampje
Geen verbinding Uit Uit
Verbinding wordt
bevestigd
Groen, flikkerend Blauw, flikkerend
Verbonden Groen, brandend Blauw, brandend
YID-W10-ontvanger
YID-W10-zender
28 Nl
MUZIEK AFSPELEN VANAF UW iPhone/iPod/Bluetooth™-COMPONENT
Het toestel ondersteunt A2DP (Advanced Audio Distribution
Profile - geavanceerd audiodistributieprofiel) en AVRCP
(Audio and Video Remote Control Profile - audio- en
videoafstandsbedieningsprofiel) van het Bluetooth-profiel.
Bluetooth™-componenten koppelen
Koppel altijd de Bluetooth draadloze audio-ontvanger en
de Bluetooth-component wanneer u voor het eerst
verbinding maakt of wanneer instellingen zijn gewist.
Raadpleeg zo nodig de gebruiksaanwijzing bij uw
Bluetooth-component om het koppelen uit te voeren.
De Bluetooth draadloze audio-ontvanger kan gekoppeld worden
met acht Bluetooth-componenten. Wanneer u een negende
apparaat koppelt, worden de koppelinstellingen verwijderd van
het apparaat dat u het langst niet hebt gebruikt.
1 Draai aan INPUT op het voorpaneel (of druk
op DOCK op de afstandsbediening) om
DOCK als invoerbron te selecteren.
2 Zet de Bluetooth-component aan die u wilt
koppelen en stel hem in op koppelmodus.
3 Druk op OPTION op de afstandsbediening.
Het optiemenu voor DOCK wordt weergegeven
(zie bladzijde 30).
4 Druk op B / C op de afstandsbediening om
"Pairing" (koppelen) te selecteren en druk op
ENTER (invoer).
"Searching..." (zoeken) wordt weergegeven en het
koppelen begint.
y
Om het koppelen te annuleren, drukt u op RETURN op de
afstandsbediening.
5 Controleer of de Bluetooth-component de
Bluetooth draadloze audio-ontvanger
herkent.
Wanneer de component wordt herkend, wordt hij
weergegeven in de Bluetooth-componentenlijst,
bijvoorbeeld als "YBA-10 YAMAHA".
6 Selecteer de Bluetooth draadloze audio-
ontvanger in de Bluetooth-componentenlijst
en voer een wachtwoord "0000" in op de
Bluetooth-component.
Wanneer het koppelen is voltooid, verschijnt
"Completed" (voltooid) op het voorpaneelscherm.
Druk op OPTION op de afstandsbediening om het
optiemenu te verlaten.
y
Wanneer de invoerbron wordt ingesteld op DOCK, kunt u het
koppelen ook starten door MEMORY ingedrukt te houden op het
voorpaneel (of ENTER op de afstandsbediening).
Een Bluetooth draadloze audio-
ontvanger gebruiken
Opmerking
Opmerking
INPUT-keuzeknop
DOCK
MEMORY
OPTION
RETURN
B / C
ENTER
29 Nl
MUZIEK AFSPELEN VANAF UW iPhone/iPod/Bluetooth™-COMPONENT
Nederlands
BASISBEDIENING
Afspelen met Bluetooth
TM
-componenten
Wanneer het koppelen is voltooid, voert u de volgende
stappen uit om een draadloze verbinding op te bouwen
tussen het toestel en de Bluetooth-component.
Wanneer de draadloze verbinding is opgebouwd, kunt u
genieten van afspelen vanaf Bluetooth-componenten.
Afhankelijk van de Bluetooth-component, wordt een draadloze
verbinding automatisch opgebouwd of wanneer de Bluetooth-
component wordt bediend. In dergelijke gevallen is het niet nodig
om de volgende stappen uit te voeren.
1 Draai aan INPUT op het voorpaneel (of druk
op DOCK op de afstandsbediening) om
DOCK als invoerbron te selecteren.
2 Druk op OPTION op de afstandsbediening.
Het optiemenu voor DOCK wordt weergegeven
(zie bladzijde 30).
3 Druk op B / C op de afstandsbediening om
"Connect" (verbinden) te selecteren en druk
op ENTER (invoer).
Wanneer de draadloze verbinding is opgebouwd,
verschijnt "Connected" (verbonden) op het
voorpaneelscherm.
Druk op OPTION op de afstandsbediening om het
optiemenu te verlaten.
"Not found" (niet gevonden) wordt weergegeven als er een
verbindingsfout optreedt. Controleer of aan volgende
voorwaarden is voldaan en probeer opnieuw een draadloze
verbinding op te bouwen.
Het toestel en de Bluetooth-component zijn beide gekoppeld.
De Bluetooth-component staat aan.
De Bluetooth-component bevindt zich binnen 10 meter van de
Bluetooth draadloze audio-ontvanger.
4 Bedien de Bluetooth-component om af te
spelen.
Terwijl de Bluetooth-component afspeelt, wordt
"BLUETOOTH" weergegeven op het
voorpaneelscherm.
Wilt u een draadloze verbinding verbreken, herhaal dan deze
stappen en selecteer "Disconnect" (verbreken) bij stap 3.
y
Wanneer de invoerbron is ingesteld op DOCK, kunt u een
draadloze verbinding ook opbouwen door MEMORY ingedrukt te
houden op het voorpaneel (of ENTER op de afstandsbediening).
Opmerking
INPUT-keuzeknop
DOCK
MEMORY
OPTION
B / C
ENTER
Opmerking
Opmerking
HET OPTIEMENU INSTELLEN VOOR INVOERBRONNEN
30 Nl
In het optiemenu kunt u allerlei instellingen configureren voor de diverse invoerbronnen en deze instellingen automatisch
doen terugroepen wanneer u een invoerbron selecteert. U kunt ook de signaalgegevens voor bepaalde invoerbronnen
bekijken.
Hieronder wordt beschreven hoe u optiemenu-onderdelen instelt.
1 Draai aan de INPUT-keuzeknop op het
voorpaneel (of druk op een van de
invoerkeuzetoetsen of op FM of AM op de
afstandsbediening) om de gewenste
ingangsbron te kiezen.
2 Druk op OPTION op de afstandsbediening.
Als u de invoerbron wijzigt terwijl het optiemenu wordt
weergegeven, verlaat u het optiemenu op het voorpaneelscherm
en geeft u het de geselecteerde invoerbron weer.
3 Druk op B / C op de afstandsbediening om
het gewenste menu-onderdeel te selecteren
en druk op ENTER.
4 Druk op B / C / D / E op de afstandsbediening
om de instellingen te wijzigen.
y
Bij bepaalde menu-onderdelen moet u op ENTER drukken om de
nieuwe instelling op te slaan.
5 U verlaat het optiemenu door op OPTION te
drukken op de afstandsbediening.
U gaat terug naar het vorige menu door op RETURN
te drukken op de afstandsbediening.
Als B / C / D / E op de afstandsbediening of andere toetsen niet
werken nadat u het optiemenu hebt afgesloten, draai dan aan de
INPUT-keuzeknop op het voorpaneel (of druk op een van de
invoerkeuzetoetsen of op FM of AM op de afstandsbediening)
om de huidige invoerbron opnieuw te selecteren.
De volgende menu-onderdelen zijn beschikbaar voor de
diverse invoerbronnen.
*1
“Volume” is een gemeenschappelijk menu-item voor alle
invoerbronnen.
*2
“Interlock” wordt alleen weergegeven in het optiemenu
wanneer u een draadloos systeem voor iPod gebruikt.
HET OPTIEMENU INSTELLEN VOOR INVOERBRONNEN
Opmerking
INPUT-keuzeknop
Invoerkeuzetoetsen
OPTION
B / C / D / E
ENTER
RETURN
FM, AM
Opmerking
Optiemenu-onderdelen
Invoerbron Menu-onderdelen
PHONO, CD, TAPE,
LINE 1-2 Vo l u m e *
1
TUNER (FM/AM) FM Mode,
Auto Preset,
Clr All Preset
DOCK (iPhone/iPod)
Interlock*
2
DOCK (Bluetooth) Connect,
Disconnect,
Pairing
Opmerkingen
GEAVANCEERDE BEDIENING
31 Nl
HET OPTIEMENU INSTELLEN VOOR INVOERBRONNEN
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Hieronder vindt u nadere informatie over de menu-
onderdelen. De configuratie wordt doorgevoerd op de
huidige geselecteerde invoerbron.
y
De standaardinstellingen zijn aangegeven met "*".
Volume
Stelt onderdelen voor volumes in.
MaxVol (maximaal volume)
Stelt het maximale volumeniveau in zodat het volume niet
per ongeluk boven een bepaald niveau kan worden
ingesteld. U kunt bijvoorbeeld het volume aanpassen tussen
–89,5 dB en –5,0 dB (of Mute - uit) wanneer u deze
parameter instelt op "–5.0dB". Het volume kan worden
verhoogd tot het maximumniveau wanneer u deze
parameter instelt op +16,5 dB (standaard).
IniVol (startvolume)
Stelt het volume in dat gebruikt wordt als het toestel wordt
aangezet. Wanneer deze parameter is ingesteld op "Off"
(uit), wordt het volumeniveau toegepast dat was ingesteld
toen het toestel in wachtstand ging.
Als "MaxVol" is ingesteld op een waarde lager dan die van
"IniVol", heeft de instelling voor "MaxVol" prioriteit over de
instelling "IniVol". Als u bijvoorbeeld "MaxVol" instelt op
"–30.0dB" en "IniVol" op "0.0dB", wordt het volume
automatisch ingesteld op "–30.0dB" wanneer u de volgende
keer het toestel aanzet.
FM Mode
Stelt de FM-ontvangstmodus in (zie bladzijde 18).
"FM Mode" (FM-modus) wordt alleen weergegeven in het
optiemenu wanneer u TUNER selecteert als invoerbron.
Auto Preset
Detecteert automatisch FM-radiostations en registreert ze
als voorkeuzestations (zie bladzijde 19).
"Auto Preset" (automatische voorkeuze) wordt alleen
weergegeven in het optiemenu wanneer u TUNER
selecteert als invoerbron.
Clr All Preset
Wist alle voorkeuzestations (zie bladzijde 22).
"Clr All Preset" (wis alle voorkeuzes) wordt alleen
weergegeven in het optiemenu als u TUNER hebt
geselecteerd als invoerbron.
Interlock
Wanneer een iPhone/iPod is aangesloten op het toestel met
een draadloos systeem voor iPod, kan de iPhone/iPod
gebruikt worden om het toestel aan te zetten, in
wachtstand te zetten of DOCK als invoerbron te
selecteren.
"Interlock" wordt alleen weergegeven in het optiemenu
wanneer u een draadloos systeem voor iPod gebruikt en
DOCK hebt geselecteerd als invoerbron.
Connect/Disconnect
Maakt verbinding of verbreekt de verbinding met een
Bluetooth-component (zie bladzijde 29).
"Connect/Disconnect" (verbinding maken/verbreken)
wordt alleen weergegeven in het optiemenu wanneer u
DOCK (Bluetooth) selecteert als invoerbron.
Pairing
Koppelt de Bluetooth draadloze audio-ontvanger met een
Bluetooth-component (zie bladzijde 28).
"Pairing" (koppelen) wordt alleen weergegeven in het
optiemenu wanneer u DOCK (Bluetooth) selecteert als
invoerbron.
Submenu’s: MaxVol, IniVol
Aanpasbaar bereik
(MaxVol): –30,0dB tot +15,0dB, +16,5dB*
(stappen van 5,0 dB)
Aanpasbaar bereik
(IniVol): Off*, Mute, –89,5dB tot +16,5dB
(stappen van 0,5 dB)
Opmerking
Keuzes: STEREO*, MONO
Keuzes: ON*, OFF
ON Dit toestel reageert op bepaalde handelingen op
de iPhone/iPod.
OFF Deze functie wordt uitgeschakeld.
GEAVANCEERDE INSTELLINGEN
32 Nl
Menuparameters ADVANCED SETUP
Wijzig de aanvankelijke instellingen zodat ze beter passen
bij uw luisteromgeving.
y
De standaardinstellingen zijn aangegeven met "*".
APD (Automatic Power Down) TIMER
Keuzes: 4H (4 uur), 8H* (8 uur), 12H (12 uur)
Wanneer de schakelaar POWER MANAGEMENT
(energiebeheer) op het achterpaneel van het toestel
(zie bladzijde 7) is ingesteld op ON (aan), gaat het toestel
automatisch in wachtstand wanneer u het gedurende de
opgegeven tijd niet bediend.
Wanneer de schakelaar POWER MANAGEMENT is ingesteld
op OFF (uit), wordt "APD TIMER -OFF" (sluimerklok uit)
weergegeven.
INITIALIZE
Keuzes: NO*, YES
Stelt alle parameters terug op de fabrieksinstellingen.
Selecteer NO (nee) om te annuleren zonder de
parameters op de fabrieksinstellingen terug te stellen.
Selecteer YES (ja) om all parameters terug te stellen op
hun fabrieksinstellingen.
Als u "YES" selecteert, worden de parameters teruggesteld de
volgende keer dat u het toestel aanzet.
Het menu ADVANCED SETUP (geavanceerde
instellingen) wordt weergegeven op het
voorpaneelscherm.
y
Audio-uitvoer staat uit wanneer u parameters instelt in het menu
ADVANCED SETUP.
Terwijl u parameters instelt in het menu ADVANCED SETUP,
zijn de meeste knoppen op het voorpaneel uitgeschakeld; alleen
A (aan/uit), de INPUT-keuzeknop en INFO werken.
1 Houd INFO ingedrukt op het voorpaneel en
druk A (aan/uit) in.
Het toestel gaat aan en het menu ADVANCED
SETUP verschijnt op het voorpaneelscherm.
2 Draai aan de INPUT-keuzeknop op het
voorpaneel om de parameter te kiezen die u
wilt wijzigen.
Zie "Menuparameters ADVANCED SETUP" op
bladzijde 32 voor een volledige lijst met beschikbare
parameters.
3 Druk herhaaldelijk op INFO op het
voorpaneel om de geselecteerde
parameterinstelling te wijzigen.
Wilt u andere instellingen wijzigen, herhaal dan de
stappen 2 en 3.
4 Druk A (aan/uit) op het voorpaneel om het
toestel uit te zetten en uw instelling te
bevestigen.
De instellingen worden van kracht wanneer u het toestel de
volgende keer aanzet.
GEAVANCEERDE INSTELLINGEN
Opmerking
Opmerking
De menuparameters voor
ADVANCED SETUP wijzigen
Opmerking
A (aan/uit) INFO INPUT-keuzeknop
VERHELPEN VAN STORINGEN
33 Nl
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Raadpleeg de tabel hieronder indien dit toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder vermeld
staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het toestel dan uit, haal de stekker uit het stopcontact en
neem contact op met uw dichtstbijzijnde Yamaha-dealer of -servicecentrum.
Algemeen
VERHELPEN VAN STORINGEN
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Het toestel kan niet
worden ingeschakeld.
Het netsnoer of de stekker is niet of niet
goed aangesloten.
Sluit het netsnoer stevig aan.
De impedantie is verkeerd ingesteld. Stel de impedantie in overeenstemming met uw
luidsprekers in.
11
De beveiliging is in werking getreden
door een kortsluiting, enz.
Controleer of de luidsprekerdraden elkaar niet raken
en zet dan het toestel opnieuw aan.
10
De IMPEDANCE SELECTOR-
schakelaar op het achterpaneel staat niet
helemaal naar een kant.
Stel de IMPEDANCE SELECTOR-schakelaar naar
één kant terwijl het toestel uit staat.
11
Het toestel heeft blootgestaan aan een
sterke, externe elektrische schok
(bijvoorbeeld een blikseminslag of een
ontlading van statische elektriciteit).
Zet het toestel uit, haal de stekker uit het stopcontact,
steek hem na 30 seconden weer terug en gebruik het
toestel vervolgens normaal.
Geen geluid Invoer- of uitvoerkabels verkeerd
aangesloten.
Verbind de kabels correct. Als dit het probleem niet
verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de
kabels.
10
Er is geen geschikte ingangsbron
geselecteerd.
Kies een geschikte ingangsbron met de INPUT-
keuzeknop op het voorpaneel (of een van de
invoerkeuzetoetsen of FM of AM op de
afstandbediening).
13
De SPEAKERS A/B-schakelaars zijn
niet correct ingesteld.
Zet de juiste luidsprekers aan (SPEAKERS A of
SPEAKERS B).
13
De luidsprekeraansluitingen zitten niet
goed vast.
Zet de aansluitingen goed vast.
10
Uitvoer is uitgeschakeld. Schakel de uitvoer in.
8
MaxVol of IniVol is te laag ingesteld. Stel de instelling in op een hoger niveau.
30
De component die hoort bij de gekozen
invoerkeuzetoets is uitgeschakeld of
speelt niet af.
Zet de component aan en zorg ervoor dat hij afspeelt.
Het geluid valt
plotseling weg.
De beveiliging is in werking getreden
door een kortsluiting, enz.
Controleer of de schakelaar IMPEDANCE
SELECTOR correct is ingesteld.
11
Controleer of de luidsprekerdraden elkaar niet raken
en zet dan het toestel opnieuw aan.
10
Het toestel is te warm geworden. Let erop dat de openingen in het bovenpaneel niet
worden geblokkeerd.
De automatische sluimerfunctie heeft het
toestel uitgezet.
Wijzig de instelling voor de automatische
sluimerfunctie ("APD TIMER" in het menu
Advanced Setup) in een langere tijd of schakel de
automatische uitschakelfunctie uit door de schakelaar
POWER MANAGEMENT op het achterpaneel op
OFF in te stellen.
32
AANVULLENDE INFORMATIE
34 Nl
VERHELPEN VAN STORINGEN
Er komt slechts aan
één kant geluid uit de
luidspreker.
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Verbind de kabels correct. Als dit het probleem niet
verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de
kabels.
10
De BALANCE-regelaar is verkeerd
ingesteld.
Stel de BALANCE-regelaar in op de geschikte stand.
14
De lage tonen klinken
te zwak en de
weergave is
sfeerloos.
De plus- en min-kabels (+ en –) zijn
verkeer om aangesloten op de versterker
of de luidsprekers.
Sluit de luidsprekerkabels aan op de juiste fase
(+ en –).
10
U hoort een "brom". Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Sluit de audiostekers stevig aan. Als dit het probleem
niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de
kabels.
10
De platenspeler is niet verbonden met de
GND-aansluiting.
Verbind de platenspeler met de GND-aansluiting van
dit toestel.
10
Het volumeniveau is
laag bij het afspelen
van een plaat.
De plaat wordt afgespeeld op een
platenspeler met een MC-cassette.
De platenspeler moet aangesloten zijn op dit toestel
via de MC-voorversterker.
Het volumeniveau kan
niet verhoogd worden
of het geluid is
vervormd.
De component die is aangesloten op de
uitgangen TAPE REC of LINE 1 REC
staat uitgeschakeld.
Schakel de component in.
Het geluid is van
mindere kwaliteit
wanneer u luistert
met een
hoofdtelefoon
verbonden met de
cd-speler of het
cassettedeck die op
dit toestel
aangesloten zijn.
De stroom van het toestel is
uitgeschakeld of het toestel staat in
wachtstand.
Schakel het toestel in.
13
Het geluidsniveau is
laag.
De Loudness-regelaarfunctie staat aan. Draai het volume omlaag, stel de LOUDNESS-
regelaar op FLAT (vlak) en pas het volume opnieuw
aan.
15
Het gebruik van de
BASS-, TREBLE-,
BALANCE- en
LOUDNESS-regelaars
beïnvloedt de
klankkwaliteit niet.
De PURE DIRECT-schakelaar is
ingeschakeld.
De PURE DIRECT-schakelaar moeten uitgeschakeld
zijn om deze regelaars te gebruiken.
14
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
35 Nl
VERHELPEN VAN STORINGEN
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Tuner
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
FM
Veel ruis in de FM
stereo-ontvangst.
Dit probleem is inherent aan FM-stereo-
uitzendingen wanneer de zender te ver
weg is of het ontvangstsignaal dat
binnenkomt via de antenne niet sterk
genoeg is.
Controleer de aansluitingen van de antenne.
Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige
FM-antenne.
12
Schakel over op mono.
18
Er is vervorming
en ook een betere
FM-antenne zorgt
niet voor een
betere ontvangst.
U ondervindt interferentie doordat
hetzelfde signaal op verschillende
manieren ontvangen wordt.
Verander de opstelling van de antenne zodat u van
deze interferentie geen last meer hebt.
Er kan niet
automatisch
worden
afgestemd op de
gewenste zender.
Het radiosignaal is te zwak. Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige
FM-antenne.
12
Stem met de hand af.
18
Radio Data
System-
gegevens
verschijnen niet.
Het radiostation biedt geen Radio Data
System aan.
Het radiosignaal is te zwak. Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige
FM-antenne.
FM/
AM
NO PRESETS
verschijnt.
Er zijn geen voorkeuzestations
geregistreerd.
Registreer stations waarnaar u wilt luisteren als
voorkeuzestations.
19
AM
Er kan niet
automatisch
worden
afgestemd op de
gewenste zender.
Het signaal is te zwak of de antenne-
aansluitingen zitten los.
Controleer de aansluitingen van de AM-ringantenne
en stel deze zo op dat u de beste ontvangst verkrijgt.
Stem met de hand af.
18
Automatisch
voorkeuzestation
werkt niet.
Automatische voorkeuzestations zijn
niet beschikbaar voor AM.
Gebruik handmatige voorkeuzestations.
20
U hoort
doorlopend
gekraak en gesis.
Deze geluiden kunnen het gevolg zijn
van bliksem, tl-verlichting, motoren,
thermostaten en andere elektrische
apparatuur.
Gebruik een buitenantenne en een goede aarding.
Dit kan in sommige gevallen helpen, maar het blijft
moeilijk om alle storingsbronnen te elimineren.
U hoort gezoem
en gefluit.
Er wordt in de buurt van het toestel een
tv gebruikt.
Zet het toestel verder bij de tv vandaan.
36 Nl
VERHELPEN VAN STORINGEN
iPhone/iPod
In bepaalde omstandigheden kunnen de volgende meldingen verschijnen op het voorpaneelscherm.
Melding Status/oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Connect error Er is een probleem met het signaalpad
van uw iPhone/iPod naar het toestel.
Zet het toestel uit en sluit het Universele Dock voor
iPod opnieuw aan op de DOCK-aansluiting van het
toestel.
25
Verwijder uw iPhone/iPod uit het Universele Dock
voor iPod en plaats hem vervolgens terug in het dok.
25
Unknown iPod De gebruikte iPhone/iPod wordt niet
ondersteund door het toestel.
Sluit een iPhone/iPod aan die wordt ondersteund
door het toestel.
25
Connected Uw iPhone/iPod is correct in het
Universele Dock voor iPod geplaatst.
Uw iPhone/iPod is correct geplaatst in
het draadloze systeem voor iPod en
verbonden met het toestel via een
draadloze verbinding.
27
Disconnected Uw iPhone/iPod is verwijderd uit het
Universele Dock voor iPod.
De draadloze verbinding tussen uw
iPhone/iPod en het toestel is verbroken.
De draadloze verbinding is zwak. Plaats de YID-W10-ontvanger zo ver mogelijk van
het toestel vandaan.
25
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Bij gebruik van het
Universele Dock voor
iPod:
Uw iPhone/iPod laadt
niet op, terwijl hij wel
is aangesloten op het
Universele Dock voor
iPod.
Het toestel staat niet aan. Schakel het toestel aan of zet het in wachtstand.
4, 8
De iPhone/iPod is niet goed aangesloten. Sluit de iPhone/iPod goed aan op het Universele
Dock voor iPod.
Bij gebruik van het
draadloos systeem
voor iPod:
Uw iPhone/iPod laadt
niet op terwijl de
YID-W10-zender die is
aangesloten op uw
iPhone/iPod in de
YID-W10-ontvanger
zit.
Het toestel staat niet aan. Schakel het toestel aan of zet het in wachtstand.
4, 8
De YID-W10-zender zit niet goed in de
YID-W10-ontvanger.
Plaats de YID-W10-zender die is aangesloten op uw
iPhone/iPod goed in de YID-W10-ontvanger.
37 Nl
VERHELPEN VAN STORINGEN
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Bluetooth™
In bepaalde omstandigheden kunnen de volgende meldingen verschijnen op het voorpaneelscherm.
Afstandsbediening
Melding Status/oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Searching... De Bluetooth draadloze audio-ontvanger
en de Bluetooth-component zijn bezig
met koppelen.
De Bluetooth draadloze audio-ontvanger
en de Bluetooth-component zijn bezig
met verbinding maken.
Completed Het koppelen is voltooid.
Canceled Het koppelen is geannuleerd.
Connected De verbinding tussen de Bluetooth
draadloze audio-ontvanger en de
Bluetooth-component is tot stand
gebracht.
Disconnected De verbinding tussen de Bluetooth-
component en de Bluetooth draadloze
audio-ontvanger is verbroken.
Not found De Bluetooth-component is niet
gevonden.
Tijdens het koppelen:
- u moet tegelijkertijd de Bluetooth-component en
het toestel koppelen. Controleer of de Bluetooth-
component in koppelmodus staat.
Tijdens het verbinden:
- controleer of de Bluetooth-component aan staat.
- controleer of de Bluetooth-component zich
binnen 10 m van de Bluetooth draadloze audio-
ontvanger bevindt.
Het koppelen is misschien niet gelukt. Probeer opnieuw te koppelen.
28
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
De afstandsbediening
werkt niet correct.
Verkeerde afstand of hoek. De afstandbediening werkt binnen een maximaal
bereik van 6 m en binnen een hoek van
30 graden ten opzichte van het voorpaneel.
9
Direct zonlicht of sterke verlichting
(van fluorescentielampen met een
voorschakelapparaat, enz.) valt op de
afstandsbedieningssensor van dit toestel.
Verplaats het toestel.
De batterijen zijn bijna leeg. Vervang alle batterijen.
9
SPECIFICATIES
38 Nl
AUDIOGEDEELTE
Minimaal RMS-uitgangsvermogen
(8 Ω, 20 Hz tot 20 kHz, 0,04% THV) ..................... 50 W + 50 W
Dynamisch vermogen (IHF)
(8/6/4/2 Ω) ........................................................... 70/77/89/100 W
Max. vermogen per kanaal [alleen Europees model]
(1 kHz, 0,7% THV, 4 Ω) ...................................................... 55 W
IEC-vermogen [alleen Europees model]
(1 kHz, 0,04% THV, 8 Ω) .................................................... 52 W
Spanningsvariatie
(0,06% THV, 25 W, 8 Ω) .................................... 10 Hz tot 50 kHz
Dempingsfactor (SPEAKERS A)
1 kHz, 8 Ω .................................................................. 150 of meer
Maximaal effectief uitgangsvermogen (JEITA)
[alleen modellen voor Azië en Midden/Zuid-Amerika]
(1 kHz, 10% THV, 8 Ω) ....................................................... 85 W
Ingangsgevoeligheid/ingangsimpedantie
PHONO (MM) ....................................................... 3,5 mV/47 kΩ
Cd, enz. ................................................................. 200 mV/47 kΩ
Maximaal ingangssignaal
PHONE (MM) (1 kHz, 0,003% THV) .................. 60 mV of meer
Cd, enz. (1 kHz, 0,5% THV) ................................... 2,2 V of meer
Uitgangsniveau/uitgangsimpedantie
Cd, enz. (Invoer 1 kHz, 200 mV)
REC ................................................................... 200 mV/1,0 kΩ
Cd enz. (Invoer 1 kHz, 200 mV, 8 Ω)
PHONES ............................................................ 340 mV/470 Ω
Frequentierespons
Cd, enz. (20 Hz tot 20 kHz) ......................................... 0 ± 0,5 dB
Cd, enz., PURE DIRECT aan (10 Hz tot 100 kHz) ..... 0 ± 1,0 dB
RIAA-aanpassingsafwijking
PHONO (MM) ................................................................ ± 0,5 dB
Totale harmonische vervorming
PHONO (MM) naar REC
(20 Hz tot 20 kHz, 3 V) .................................... 0,025% of minder
CD, enz. naar SPEAKERS
(20 Hz tot 20 kHz, 25 W, 8 Ω) ......................... 0,015% of minder
Signaal-ruisverhouding (IHF-A-netwerk)
PHONE (MM) (5 mV ingang kortgesloten) .......... 87 dB of meer
CD, enz., PURE DIRECT aan
(200 mV ingang kortgesloten) ............................. 100 dB of meer
Overblijvende ruis (IHF-A-netwerk) ..................................... 30 µV
Kanaalscheiding
Cd, enz. (5,1 kΩ ingang kortgesloten, 1/10 kHz)
......................................................................... 65/50 dB of meer
Toonregelingskarakteristieken
BASS
Versterken/verzwakken (50 Hz) .................................... ± 10 dB
Wisselfrequentie .............................................................. 350 Hz
TREBLE
Versterken/verzwakken (20 kHz) .................................. ± 10 dB
Wisselfrequentie ............................................................. 3,5 kHz
Continue loudness-regeling
Demping (1 kHz) ................................................................ –30 dB
Versterkingsvolgfout (0 tot –99 dB) ...................... 0,5 dB of minder
FM-GEDEELTE
•Afstembereik
[modellen voor V.S. en Canada] ..................... 87,5 tot 107,9 MHz
[modellen voor Azië en Midden/Zuid-Amerika]
................................................ 87,5/87,50 tot 107,9/108,00 MHz
[modellen voor Europa, Rusland en Australië]
.................................................................. 87,50 tot 108,00 MHz
50 dB dempingsgevoeligheid (IHF, 1 kHz, 100% MOD.)
Mono ................................................................ 3,0 µV (20,8 dBf)
Signaal-ruisverhouding (IHF)
Mono/stereo .............................................................. 74 dB/70 dB
Harmonische vervorming (1 kHz)
Mono/stereo ................................................................. 0,3%/0,3%
AM-GEDEELTE
Afstembereik
[modellen voor V.S. en Canada] ........................ 530 tot 1710 kHz
[modellen voor Azië en Midden/Zuid-Amerika]
......................................................... 530/531 tot 1710/1611 kHz
[modellen voor Europa, Rusland en Australië]
..........................................................................531 tot 1611 kHz
ALGEMEEN
Voeding
[model voor V.S. en Canada] ............. 120 V wisselstroom, 60 Hz
[modellen voor Midden/Zuid-Amerika]
.............................. 110-120/220-240 V wisselstroom, 50/60 Hz
[model voor Australië] ....................... 240 V wisselstroom, 50 Hz
[model voor Europa en Rusland] ....... 230 V wisselstroom, 50 Hz
[Model voor Azië] ................. 220-240 V wisselstroom, 50/60 Hz
Stroomverbruik ...................................................................... 150 W
Stroomverbruik in wachtstand ............................... 0,5 W of minder
Stroomverbruik in wachtstand YID-W10
(YID-W10-aansluiting) ...................................... 1,2 W of minder
Stroomverbruik bij opladen van iPod ..................... 30 W of minder
Maximaal stroomverbruik
[alleen modellen voor Midden/Zuid-Amerika]
(8 Ω , 1 kHz, 10% THV) .................................................... 280 W
Afmetingen (B × H × D) ................................. 435 × 151 × 387 mm
Gewicht ................................................................................... 8,8 kg
* Technische gegevens kunnen zonder kennisgeving gewijzigd
worden.
SPECIFICATIES
39 Nl
Informatie voor gebruikers over inzameling en verwijdering van oude
apparaten en gebruikte batterijen
Deze tekens op de producten, verpakkingen en/of bijgaande documenten betekenen dat gebruikte
elektrische en elektronische producten en batterijen niet mogen worden gemengd met algemeen
huishoudelijk afval.
Breng alstublieft voor de juiste behandeling, herwinning en hergebruik van oude producten en gebruikte
batterijen deze naar daarvoor bestemde verzamelpunten, in overeenstemming met uw nationale wetgeving
en de instructies 2002/96/EC en 2006/66/EC.
Door deze producten en batterijen correct te verwijderen, helpt u natuurlijke rijkdommen te beschermen en
voorkomt u mogelijke negatieve effecten op de menselijke gezondheid en de omgeving, die zich zouden
kunnen voordoen door ongepaste afvalverwerking.
Voor meer informatie over het inzamelen en hergebruik van oude producten en batterijen kunt u contact
opnemen met uw plaatselijke gemeentebestuur, uw afvalverwerkingsbedrijf of het verkooppunt waar u de
artikelen heeft gekocht.
[Informatie over verwijdering in andere landen buiten de Europese Unie]
Deze symbolen zijn alleen geldig in de Europese Unie. Mocht u artikelen weg willen gooien, neem dan
alstublieft contact op met uw plaatselijke overheidsinstantie of dealer en vraag naar de juiste manier van
verwijderen.
Opmerking bij het batterijteken (onderste twee voorbeelden):
Dit teken wordt mogelijk gebruikt in combinatie met een scheikundig symbool. In dat geval voldoet het aan
de eis en de richtlijn, die is opgesteld voor het betreffende chemisch product.

Documenttranscriptie

LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK NEEMT. 1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er later nog eens iets in kunt opzoeken. 2 Installeer dit geluidssysteem op een goed geventileerde, koele, droge en schone plek uit de buurt van direct zonlicht, warmtebronnen, trillingen, stof, vocht, en/of kou. Houd de volgende minimumruimte rond het toestel aan voor ventilatiedoeleinden. Boven: 30 cm Achter: 20 cm Zijkanten: 20 cm 3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te voorkomen. 4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad (bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel. 5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel kunnen vallen, of waar het toestel blootstaat aan druppelende of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet bovenop dit toestel: – Andere componenten, daar deze schade kunnen veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen doen verkleuren. – Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand, schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen veroorzaken. – Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het toestel terecht komt. 6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz. zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel. 7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle aansluitingen gemaakt zijn. 8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken, wat kan leiden tot schade. 9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen en/of snoeren. 10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de stekker zelf trekken, niet aan het snoer. 11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen; dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone, droge doek. 12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel. Yamaha aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige schade veroorzaakt door gebruik van dit toestel met een ander voltage dan aangegeven staat. i Nl 13 Om schade door blikseminslag te voorkomen, dient u de stekker uit het stopcontact te halen wanneer het onweert. 14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of het te repareren. Neem contact op met erkend Yamaha servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken. 15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken (bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen. 16 Lees het hoofdstuk "VERHELPEN VAN STORINGEN" over veel voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont. 17 Voor u het toestel verplaatst, dient u op A te drukken om het toestel uit te schakelen en vervolgens de stekker uit het stopcontact te halen. 18 Er zal zich condens vormen wanneer de omgevingstemperatuur plotseling verandert. Haal de stekker uit het stopcontact en laat het toestel met rust. 19 Wanneer het toestel langere tijd achter elkaar gebruikt wordt, kan het warm worden. Schakel de stroom uit en laat het toestel afkoelen. 20 Installeer dit toestel in de buurt van een stopcontact op een plek waar u de stekker gemakkelijk kunt bereiken. 21 De batterijen mogen niet worden blootgesteld aan hitte, zoals door direct zonlicht, vuur of iets dergelijks. 22 Een te hoge geluidsdruk (volume) van een oortelefoon of hoofdtelefoon kan leiden tot gehoorschade. Zolang het toestel op de netvoeding is aangesloten, is het niet losgekoppeld van de voeding, zelfs als het toestel uitgeschakeld is met A of als u het in wachtstand hebt gezet met de A-toets op de afstandsbediening. In deze toestand is het toestel ontworpen om een uiterst kleine hoeveelheid stroom te verbruiken. WAARSCHUWING OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN, MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN. Dit etiket moet op het product worden aangebracht wanneer de bovenkant heet kan worden tijdens gebruik. INHOUD GEAVANCEERDE BEDIENING NUTTIGE FUNCTIES ......................................... 2 MEEGELEVERDE ACCESSOIRES .................. 3 REGELAARS EN HUN FUNCTIES ................... 4 HET OPTIEMENU INSTELLEN VOOR INVOERBRONNEN ........................................30 Voorpaneel ................................................................ 4 Voorpaneelscherm .................................................... 6 Achterpaneel ............................................................. 7 Afstandsbediening .................................................... 8 De afstandsbediening gebruiken ............................... 9 GEAVANCEERDE INSTELLINGEN ..............32 AANSLUITINGEN ............................................. 10 De menuparameters voor ADVANCED SETUP wijzigen .............................................................. 32 AANVULLENDE INFORMATIE VERHELPEN VAN STORINGEN ....................33 SPECIFICATIES .................................................38 Luidsprekers en broncomponenten aansluiten ........ 10 De FM- en AM-antennes aansluiten ....................... 12 Het netsnoer aansluiten ........................................... 12 VOORBEREIDINGEN VOORBEREIDINGEN Optiemenu-onderdelen ........................................... 30 INLEIDING INLEIDING BASISBEDIENING BASISBEDIENING AFSPELEN EN OPNEMEN .............................. 13 Een bron afspelen ................................................... 13 De klankkwaliteit bijregelen ................................... 14 Een bron opnemen .................................................. 16 De sluimerklok gebruiken ....................................... 16 AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO ................. 17 GEAVANCEERDE BEDIENING Automatisch afstemmen ......................................... 17 Handmatig afstemmen ............................................ 18 Automatische instelling van voorkeuzestations (alleen FM-stations) .......................................... 19 Handmatige instelling van voorkeuzestations ........ 20 Voorkeuzestations terugroepen .............................. 21 Een voorkeuzestation wissen.................................. 21 Alle voorkeuzestations wissen ................................ 22 Radio Data System-gegevens ontvangen (alleen FM-stations) ........................................... 23 TP-zoekfunctie (alleen FM-stations) ...................... 24 AANVULLENDE INFORMATIE MUZIEK AFSPELEN VANAF UW iPhone/ iPod/Bluetooth™-COMPONENT .................. 25 Een Universele Dock voor iPod gebruiken ............ 26 Een draadloos systeem voor iPod gebruiken .......... 27 Een Bluetooth draadloze audio-ontvanger gebruiken ............................................................ 28 Nederlands 1 Nl INLEIDING NUTTIGE FUNCTIES NUTTIGE FUNCTIES Met dit toestel kunt u: * De geluidskwaliteit verbeteren met de functie Pure Direct ➡ pag. 14 Muziek afspelen vanaf uw iPhone/iPod* of Bluetooth-component* ➡ pag. 25 Naar FM- en AM-radiostations luisteren ➡ pag. 17 Radio Data System-informatie ontvangen en weergeven ➡ pag. 23 De bassen versterken door een subwoofer (lagetonenluidspreker) aan te sluiten ➡ pag. 10 Met de afstandsbediening van het toestel een Yamaha cd-speler bedienen ➡ pag. 8 Energie besparen met de automatische uitschakelfunctie ➡ pag. 32 Optioneel Yamaha-product vereist iPhone/iPod iPhone, iPod, iPod classic, iPod nano en iPod touch zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de V.S. en andere landen. Bluetooth™ Bluetooth is een gedeponeerd handelsmerk van Bluetooth SIG en wordt gebruikt door Yamaha overeenkomstig een licentie-overeenkomst. • y geeft een bedieningstip aan. • Sommige handelingen kunnen zowel met de toetsen op het voorpaneel van het toestel zelf als met de toetsen op de afstandsbediening worden uitgevoerd. In de gevallen waar de namen van toetsen op het toestel zelf verschillen van de namen op de afstandsbediening, worden de namen van de toetsen op de afstandsbediening tussen haakjes weergegeven. • Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd werd. Het ontwerp en de specificaties kunnen mogelijk worden gewijzigd als gevolg van verbeteringen en dergelijke. Indien er verschillen zijn tussen de handleiding en het product, heeft het product voorrang. 2 Nl MEEGELEVERDE ACCESSOIRES MEEGELEVERDE ACCESSOIRES Controleer of u alle volgende onderdelen ontvangen heeft. AM-ringantenne FM-binnenantenne INLEIDING Afstandsbediening Batterijen (x2) (AA, R6, UM-3) ■ • • • • • • • • • • 3 Nl Nederlands • • Opmerkingen over de afstandsbediening en batterijen Mors geen water of andere vloeistoffen op de afstandsbediening. Laat de afstandsbediening niet vallen. Laat de afstandsbediening niet liggen en bewaar hem niet op de volgende plaatsen: – zeer vochtige plaatsen, bijvoorbeeld bij een bad – zeer warme plekken, zoals bij een kachel of fornuis – zeer koude plaatsen – stoffige plaatsen Gebruik AA-, R6-, UM-3-batterijen voor de afstandsbediening. Plaats de batterijen in overeenstemming met de polariteitsmarkeringen (+ en -). Vervang alle batterijen als u merkt dat het werkingsbereik van de afstandsbediening kleiner wordt. Als de batterijen leeg raken, haal ze dan onmiddellijk uit de afstandsbediening om ontploffing of zuurlekkage te voorkomen. Als u lekkende batterijen vindt, doe de batterijen dan onmiddellijk weg waarbij u ervoor zorgt dat u het weggelekte materiaal niet aanraakt. Als het weggelekte materiaal in contact komt met uw huid, uw ogen of uw mond, spoel het dan onmiddellijk weg en raadpleeg een arts. Maak het batterijvak goed schoon voordat u nieuwe batterijen plaatst. Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar. Hierdoor kan de levensduur van de nieuwe batterijen verkort worden of kunnen de oude batterijen gaan lekken. Gebruik geen verschillende types batterijen door elkaar (zoals alkaline- en mangaanbatterijen). Batterijen die er hetzelfde uitzien, kunnen een verschillende specificatie hebben. Voordat u nieuwe batterijen plaatst, dient u het batterijvak schoon te vegen. Voer batterijen af volgens de plaatselijke wet- en regelgeving. REGELAARS EN HUN FUNCTIES REGELAARS EN HUN FUNCTIES Voorpaneel 1 A (aan/uit) Schakelt het toestel in en uit (zie bladzijde 13). Ingedrukt: toestel is aan Uitstekend: toestel is uit Opmerking Zelfs indien het toestel in wachtstand staat, verbruikt het nog een kleine hoeveelheid stroom. 2 Aan/uitlampje Brandt als volgt: Helder brandend: toestel staat aan Gedempt: wachtstand Uit: toestel staat uit Opmerking Als een iPhone/iPod wordt opgeladen terwijl het toestel in wachtstand staat, brandt het aan/uitlampje helder. 5 INFO Schakelt de Radio Data System-weergavemodus in en wijzigt die wanneer TUNER is geselecteerd als ingangsbron (zie bladzijde 23). Wijzigt de afspeelinformatie die wordt weergegeven voor het nummer dat wordt afgespeeld op de iPhone/iPod wanneer DOCK is geselecteerd als ingangsbron (zie bladzijde 26). Opmerking Afspeelgegevens kunnen alleen worden weergegeven voor een iPhone/iPod die is aangesloten met een Universele Dock voor iPod. 6 MEMORY Slaat het huidige FM/AM-station op als voorkeuze wanneer TUNER is geselecteerd als ingangsbron (zie bladzijde 20). 3 SPEAKERS A/B Schakelt telkens als de overeenkomstige knop wordt ingedrukt de luidsprekerset in of uit die aangesloten is op de SPEAKERS A- en/of SPEAKERS B-aansluitingen op het achterpaneel (zie bladzijde 13). 7 CLEAR Wist het huidige FM/AM-voorkeuzestation wanneer TUNER is geselecteerd als ingangsbron (zie bladzijde 21). 4 TP Zoekt automatisch naar een station dat verkeersinformatie uitzendt (TP - Traffic Program - verkeersprogramma) (zie bladzijde 24). 9 PRESET j / i Selecteert een FM/AM-voorkeuzestation wanneer TUNER is geselecteerd als ingangsbron (zie bladzijde 21). 8 Voorpaneelscherm Geeft informatie weer over de status van het toestel. 0 FM, AM Stelt de FM/AM-tunerband in op FM of AM wanneer TUNER is geselecteerd als ingangsbron (zie bladzijde 17). 4 Nl REGELAARS EN HUN FUNCTIES A TUNING jj / ii Selecteert de afstemfrequentie wanneer TUNER is geselecteerd als ingangsbron (zie bladzijde 17). INLEIDING B Sensor voor de afstandsbediening Ontvangt infrarode signalen van de afstandsbediening. C PURE DIRECT en -lampje Hiermee kunt u naar een geluidsbron luisteren met het puurst mogelijke geluid (zie bladzijde 14). Het lampje erboven gaat branden en het voorpaneelscherm gaat uit wanneer u deze functie inschakelt. D PHONES-aansluiting Voert audio uit naar uw hoofdtelefoon zodat u privé kunt luisteren. Opmerking Druk op SPEAKER A/B zodat de lampjes SP A/B uitgaan voordat u uw hoofdtelefoon aansluit op de PHONES-uitgang. E BASS-regelaar Verhoogt of verlaagt de versterking van de lage tonen. De middelste stand levert een vlakke versterking op (zie bladzijde 14). F TREBLE-regelaar Verhoogt of verlaagt de versterking van de hoge tonen. De middelste stand levert een vlakke versterking op (zie bladzijde 14). G BALANCE-regelaar Regelt de geluidsbalans van de linker- en rechterluidsprekers om onevenwichtig geluid te compenseren dat wordt veroorzaakt door de plaatsing van de luidsprekers of door omstandigheden in de kamer waar er wordt geluisterd (zie bladzijde 14). H LOUDNESS-regelaar Behoudt het volledige klankspectrum bij alle volumeniveaus, door het verlies aan gevoeligheid van het menselijk oor voor hoge en lage frequenties bij een laag volume te compenseren (zie bladzijde 15). I INPUT-keuzeknop Hiermee kiest u de ingangsbron waar u wilt naar luisteren. J VOLUME-regelaar Verhoogt of verlaagt het geluidsniveau. Opmerking Dit is niet van invloed op het uitgangsniveau van de REC-uitgangen. Nederlands 5 Nl REGELAARS EN HUN FUNCTIES Voorpaneelscherm 1 SP (SPEAKERS) A/B-lampjes Branden afhankelijk van welke luidsprekers u hebt geselecteerd. Beide lampjes branden als beide luidsprekersets zijn geselecteerd. 2 Ingangsbronlampjes Branden afhankelijk van welke ingangsbron u hebt geselecteerd. 3 PRESET-lampje Brandt wanneer u een voorkeuzeradiostation terugroept. Knippert als de automatische zoekfunctie voor voorkeuzestations bezig is met het registreren van FM-stations als voorkeuzestations. 4 MEMORY-lampje Brandt of knippert wanneer u een FM/AM-station opslaat als voorkeuze. 5 TUNED-lampje Brandt wanneer het toestel is afgestemd op een FM- of AM-station. 6 STEREO-lampje Brandt wanneer het toestel een sterk signaal ontvangt van een FM-stereo-uitzending. 7 TP-lampje Brandt wanneer het toestel is afgestemd op een station met verkeersinformatie (TP - Traffic Program). Knippert tijdens het zoeken naar een station met verkeersinformatie. 8 SLEEP-lampje Brandt als de sluimerklok ingeschakeld is. 9 MUTE-lampje Knippert als de MUTE-functie ingeschakeld is. 0 P-lampje Brandt als u een voorkeuzenummer hebt geselecteerd. Knippert als u een voorkeuzeradiostation registreert. 6 Nl A Multi-infoscherm Geeft gegevens weer tijdens het aanpassen of wijzigen van instellingen. B Volumelampje Geeft het huidige volumeniveau weer. REGELAARS EN EN HUN HUN FUNCTIES FUNCTIES REGELAARS Achterpaneel INLEIDING 1 GND-aansluiting Hier sluit u een platenspeler aan (zie bladzijde 10). A SPEAKERS-aansluitingen Hier sluit u luidsprekers aan (zie bladzijde 10). 2 TAPE-aansluitingen Hier sluit u een bandrecorder aan (zie bladzijde 10). B IMPEDANCE SELECTOR-schakelaar Hiermee selecteert u de impedantie-instelling (zie bladzijde 11). 3 Antenne-aansluitingen Hier sluit u FM- en AM-antennes aan (zie bladzijde 12). 4 DOCK-aansluiting Hier sluit u een optionele Yamaha Universele Dock voor iPod (zoals de YDS-12), een draadloos systeem voor iPod (YID-W10) of een draadloze Bluetooth audio-ontvanger (YBA-10) aan (zie bladzijde 25). 5 Netsnoer Om het toestel aan te sluiten op een stopcontact (zie bladzijde 12). 6 PHONO-aansluitingen Hier sluit u een platenspeler aan (zie bladzijde 10). 7 CD-aansluitingen Hier sluit u een cd-speler aan (zie bladzijde 10). 8 LINE 1-2-aansluitingen Hier sluit u audiocomponenten aan (zie bladzijde 10). 9 SUBWOOFER OUT-uitgang Hier sluit u een subwoofer (lagetonenluidspreker) met ingebouwde versterker aan (zie bladzijde 10). y De SUBWOOFER OUT-uitgang dempt signalen boven 90 Hz. Nederlands 0 POWER MANAGEMENT-schakelaar Hiermee schakelt u de automatisch uitschakelfunctie in en uit. Wanneer de functie is ingeschakeld, gaat het toestel in wachtstand wanneer het een bepaalde tijd lang niet wordt bediend (3 instellingen mogelijk, zie bladzijde 32). 7 Nl REGELAARS EN HUN FUNCTIES Afstandsbediening In dit gedeelte worden de functies van de toetsen op de afstandsbediening beschreven waarmee u het toestel of een Yamaha cd-speler bedient. 3 DIMMER Wijzigt de helderheid van het voorpaneelscherm. Kies de helderheid uit 3 niveaus door herhaaldelijk op deze toets te drukken. y Deze instelling wordt behouden, zelfs als u dit toestel uitschakelt. 4 SLEEP Stelt de sluimerklok in (zie bladzijde 16). 5 Invoerkeuzetoetsen Hiermee kiest u de ingangsbron waar u wilt naar luisteren. y • De namen van de ingangsbronnen stemmen overeen met de namen van de aansluitingen op het achterpaneel. • Als u op de afstandsbediening TUNER wilt selecteren als invoerbron, druk dan op FM of op AM. 6 OPTION Schakelt het OPTION-menu in en uit (zie bladzijde 30). 7 SPEAKERS A/B Schakelt de luidsprekers in en uit die zijn aangesloten op de aansluitingen SPEAKERS A en/of SPEAKERS B op het achterpaneel van het toestel wanneer u op de betreffende toets drukt. 8 MUTE Hiermee onderbreekt u de uitvoer van geluid. Druk nog eens op deze toets om de geluidsweergave te hervatten op het oorspronkelijke volumeniveau. 9 VOLUME +/– Verhoogt of verlaagt het geluidsniveau. Opmerking Dit is niet van invloed op het uitgangsniveau van de REC-uitgangen. 0 RETURN Keert terug naar het vorige menu of verlaat het menu wanneer u het optiemenu gebruikt (zie bladzijde 30). ■ Algemene toetsen De volgende toetsen kunt u gebruiken, ongeacht welke ingangsbron u hebt geselecteerd. 1 Infraroodsignaalzender Verzendt infrarode signalen. 2 A (aan/uit) Schakelt het toestel aan of zet het in wachtstand. Opmerking Deze toets werkt alleen wanneer de knop A (aan/uit) op het voorpaneel is ingedrukt. 8 Nl A B / C / D / E / ENTER Selecteert en bevestigt onderdelen in het optiemenu (zie bladzijde 30). REGELAARS EN HUN FUNCTIES ■ FM/AM-toetsen ■ iPod-toetsen B TP Zoekt automatisch naar een station dat verkeersinformatie uitzendt (TP - Traffic Program - verkeersprogramma) (zie bladzijde 24). 0 REPEAT De volgende toetsen kunt u gebruiken als u TUNER hebt geselecteerd als ingangsbron. D FM, AM Selecteert TUNER als invoerbron en stelt de FM/AM-tunerband in op FM of AM (zie bladzijde 17). E INFO Schakelt de Radio Data System-weergavemodus in en wijzigt die wanneer TUNER is geselecteerd als ingangsbron (zie bladzijde 23). INLEIDING C PRESET j / i Selecteert een FM/AM-voorkeuzestation wanneer TUNER is geselecteerd als ingangsbron (zie bladzijde 21). De volgende toetsen kunnen worden gebruikt wanneer u DOCK hebt geselecteerd als ingangsbron om naar een iPhone/iPod te luisteren. Voor meer informatie, zie bladzijde 25. A MENU/ Ee / b / a / ENTER E INFO F SHUFFLE G B H C ■ Toetsen voor Yamaha cd-spelers Met de volgende toetsen kunt u een Yamaha cd-speler bedienen als CD is geselecteerd als invoerbron. I Bedieningstoetsen Yamaha-cd-speler • s Stopt het afspelen • e Pauzeert het afspelen • p Start het afspelen • DISC SKIP Springt naar de volgende cd in een cd-wisselaar • b Springt terug • a Springt vooruit • • w • f Voert de schijf uit Spoelt terug Speelt versneld vooruit Opmerking Ook al gebruikt u een Yamaha-cd-speler, toch zijn bepaalde componenten en functies misschien niet beschikbaar. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij uw component voor nadere informatie. De afstandsbediening gebruiken ■ Batterijen plaatsen ■ Werkingsbereik De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal uit. Richt de afstandsbediening rechtstreeks op de afstandsbedieningssensor op het voorpaneel van het toestel als u het toestel wilt bedienen. AA-, R6-, UM-3-batterijen Ongeveer 6m Nederlands Afstandsbediening 9 Nl VOORBEREIDINGEN AANSLUITINGEN AANSLUITINGEN Luidsprekers en broncomponenten aansluiten LET OP • Sluit dit toestel of andere componenten pas op het lichtnet aan nadat alle aansluitingen tussen componenten gemaakt zijn. • Alle aansluitingen moeten correct zijn: L (links) op L, R (rechts) op R, "+" op "+" en "–" op "–". Als de aansluitingen niet kloppen, wordt er geen geluid weergegeven via de luidsprekers en als de polariteit van de luidsprekeraansluitingen niet correct is, klinkt de weergave onnatuurlijk met te weinig lage tonen. Raadpleeg de gebruikershandleiding van elk van uw componenten. • Gebruik RCA-kabels voor audiocomponenten (behalve voor de luidsprekeraansluitingen en de DOCK-uitgangen). • De IMPEDANCE SELECTOR moet in de juiste stand staan voordat u luidsprekers aansluit. Zie bladzijde 11 voor meer informatie. • Laat blootliggende luidsprekerdraden niet met elkaar of met metalen onderdelen van het toestel in contact komen. Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd raken. Platenspeler Bandrecorder Audiouitgang Audiouitgang Cd-speler GND Dvd-speler, enz. Luidsprekers A Audioingang Audiouitgang Audiouitgang Voor informatie over andere componenten die u kunt aansluiten op dit toestel raadpleegt zie bladzijde 25. Audioingang Audiouitgang Cd-recorder, enz. Subwoofer Luidsprekers B y • De PHONO-aansluitingen zijn bedoeld voor een platenspeler met MM-cassette. • Verbind uw platenspeler met de GND-aansluiting om ruis in het signaal te verminderen. Bij sommige platenspelers hoort u juist minder ruis zonder de GND-aansluiting. 10 Nl AANSLUITINGEN ■ IMPEDANCE SELECTOR-schakelaar LET OP Stand van schakelaar Impedantieniveau HIGH • Indien u één set gebruikt (A of B), dan moet de impedantie van elke luidspreker 8 Ω of hoger zijn. • Indien u twee sets gebruikt (A en B), dan moet de impedantie van elke luidspreker 16 Ω of hoger zijn. • Indien u dubbele bedrade aansluitingen maakt, dan moet de impedantie van elke luidspreker 8 Ω of hoger zijn. Zie bladzijde 11 voor Dubbel bedrade aansluitingen. LOW • Indien u één set gebruikt (A of B), dan moet de impedantie van elke luidspreker 4 Ω of hoger zijn. • Indien u twee sets gebruikt (A en B), dan moet de impedantie van elke luidspreker 8 Ω of hoger zijn. • Indien u dubbele bedrade aansluitingen maakt, dan moet de impedantie van elke luidspreker 4 Ω of hoger zijn. Zie bladzijde 11 voor Dubbel bedrade aansluitingen. ■ Luidsprekerkabels aansluiten Verwijder ongeveer 10 mm van de isolatie van het einde van de luidsprekerkabels. Een dubbel bedrade aansluiting scheidt de woofer (lagetonenluidspreker) van het gecombineerde deel voor de middentonen en de tweeters (hogetonenluidsprekers). Een luidsprekerkast voor dubbele bedrading heeft vier klemaansluitingen. Door twee sets van aansluitingen is de luidsprekerkast opgedeeld in twee onafhankelijke delen. Met deze verbindingen wordt de reproductie van de midden- en hoge tonen via de ene set aansluitingen geleid en die van de lage tonen via een andere set aansluitingen. Dit toestel Luidspreker VOORBEREIDINGEN Zet de IMPEDANCE SELECTOR-schakelaar niet in een andere stand terwijl het toestel is ingeschakeld. Als u dat wel doet, kan het toestel beschadigd worden. Indien het toestel inschakelen niet lukt, is het mogelijk dat de IMPEDANCE SELECTOR-schakelaar zich niet volledig in een van de standen bevindt. In dat geval verwijdert u het netsnoer en schuift u de schakelaar helemaal naar de goede stand. Bepaal de stand van de schakelaar (LOW of HIGH) aan de hand van de impedantie van de luidsprekers in uw systeem. ■ Dubbel bedrade aansluiting Sluit de andere luidspreker op dezelfde manier aan op de andere set aansluitingen. LET OP Wanneer u dubbel bedrade aansluitingen maakt, zet dan de schakelaar IMPEDANCE SELECTOR op HIGH of LOW, afhankelijk van de impedantie van uw luidsprekers: 8 Ω of hoger: HIGH 4 Ω of hoger: LOW Zie bladzijde 11 voor meer informatie over de IMPEDANCE SELECTOR-schakelaar. Opmerking Bij het maken van dubbel bedrade aansluitingen dient u de kortsluitbruggen of kabels van de luidspreker te verwijderen. y Wilt u dubbel bedrade aansluitingen gebruiken, druk dan op SPEAKERS A en SPEAKERS B op het voorpaneel of op de afstandsbediening zodat zowel SP A als SP B gaan branden op het voorpaneelscherm. Opmerking Wanneer u luidsprekerkabels in de luidsprekeraansluitingen steekt, steek dan alleen de blootliggende luidsprekerdraad in. Als u geïsoleerde kabel insteekt, kan de verbinding slecht zijn en hoort u geen geluid. SPEAKERS A/B 11 Nl Nederlands SPEAKERS A/B AANSLUITINGEN De FM- en AM-antennes aansluiten Bij dit toestel zijn binnenantennes meegeleverd voor FM- en AM-uitzendingen. In het algemeen zouden deze antennes voldoende signaalsterkte moeten leveren. Sluit de antennes aan op de daarvoor bedoelde aansluitingen. Opmerking Als u last heeft van een slechte ontvangst, kunt u een buitenantenne installeren. Vraag bij uw dichtstbijzijnde erkende Yamaha-verkoper of -servicecentrum naar de mogelijkheden met buitenantennes. FM-buitenantenne AM-buitenantenne Gebruik 5 tot 10 meter met plastic geïsoleerd draad dat u uit een raam naar buiten spant. FMbinnenantenne (meegeleverd) AM-ringantenne (meegeleverd) • De AM-ringantenne moet altijd aangesloten blijven, zelfs als er een AMbuitenantenne op dit toestel is aangesloten. • De AM-ringantenne moet niet te dicht bij het toestel geplaatst worden. Aarde (GND-aansluiting) Voor de grootst mogelijke veiligheid en zo min mogelijk storing dient u de antenne-GND-aansluiting goed te aarden. Een goede aarding wordt bijvoorbeeld verzorgd door een metalen staaf die in vochtige grond gedreven is. ■ De meegeleverde AM-ringantenne in elkaar zetten ■ De draad van de AM-ringantenne aansluiten Het netsnoer aansluiten Steek het netsnoer in het stopcontact nadat u alle andere aansluitingen hebt gemaakt. 12 Nl Naar stopcontact met meegeleverd netsnoer BASISBEDIENING AFSPELEN EN OPNEMEN AFSPELEN EN OPNEMEN LET OP Let heel goed op wanneer u cd’s afspeelt die zijn opgenomen met DTS. Als u een cd afspeelt die is gecodeerd met DTS in een cd-speler die DTS niet ondersteunt, hoort u alleen ruis en deze ruis kan uw luidsprekers beschadigen. Controleer of uw cd-speler cd’s ondersteunt die zijn gecodeerd met DTS. Controleer ook het geluidsniveau van uw cd-speler voordat u een cd gaat afspelen die is gecodeerd met DTS. Een bron afspelen 3 Druk op SPEAKERS A en/of SPEAKERS B op het voorpaneel of op de afstandsbediening om luidsprekers A en/of B te kiezen. Wanneer luidsprekerset A of luidsprekerset B zijn ingeschakeld, wordt SP A of SP B op het voorpaneelscherm weergegeven (zie bladzijde 6). Opmerkingen INPUT-keuzeknop VOLUME A (aan/uit) 4 Speel de bron af. SPEAKERS A/B 5 Draai aan de VOLUME-regelaar op het voorpaneel (of druk op VOLUME +/– op de afstandsbediening) om het geluidsuitvoerniveau te regelen. Invoerkeuzeto etsen FM, AM BASISBEDIENING SPEAKERS A/B A (aan/uit) • Wanneer u één set luidsprekers hebt aangesloten met dubbele bedrading of wanneer u twee luidsprekersets tegelijkertijd (A en B) gebruikt, let er dan op dat SP A en SP B beide worden weergegeven op het voorpaneelscherm. • Wanneer u luistert met een hoofdtelefoon, zet dan de luidsprekers uit. y U kunt de klankkwaliteit bijregelen met behulp van de regelaars voor BASS, TREBLE, BALANCE en LOUDNESS of de PURE DIRECT-schakelaar op het voorpaneel (zie bladzijde 14). VOLUME +/– 6 Als u klaar bent met luisteren, druk dan op A (aan/uit) op het voorpaneel om het toestel uit te zetten. y Als u op de afstandsbediening op de toets A (aan/uit) drukt terwijl de knop A (aan/uit) op het voorpaneel is ingedrukt, dan gaat het toestel in wachtstand. Druk nogmaals op A (aan/uit) om het toestel weer aan te zetten. Druk A (aan/uit) in op het voorpaneel om het toestel aan te zetten. 2 Draai aan de INPUT-keuzeknop op het voorpaneel (of druk op een van de invoerkeuzetoetsen of op FM of AM op de afstandsbediening) om de ingangsbron te kiezen waarnaar u wilt luisteren. Nederlands 1 13 Nl AFSPELEN EN OPNEMEN De klankkwaliteit bijregelen ■ De regelaars voor BASS en TREBLE bijregelen ■ De PURE DIRECT-schakelaar gebruiken Leidt ingangssignaal uit uw audiobronnen voorbij de BASS-, TREBLE-, BALANCE- en LOUDNESSregelaars, waardoor het audiosignaal niet wordt beïnvloed en het puurst mogelijke geluid wordt gecreëerd. De PURE DIRECT-lamp gaat branden en het voorpaneelscherm gaat na een paar seconden uit. Schakelaar PURE DIRECT TREBLE BASS Met de BASS- en TREBLE-regelaars past u de frequentierespons voor lage en hoge tonen aan. De middelste stand levert een vlakke klank op. Opmerkingen • De BASS-, TREBLE-, BALANCE- en LOUDNESS-regelaars werken niet wanneer de functie PURE DIRECT is ingeschakeld. • Deze instelling wordt behouden, zelfs als u dit toestel uitschakelt. BASS Wanneer u vindt dat er niet genoeg bas (geluid met lage frequenties) is, draai de knop dan naar rechts. Wanneer u vindt dat er te veel bas is, draai de knop dan naar links. Bedieningsbereik: –10 dB tot +10 dB (20 Hz) TREBLE Wanneer u vindt dat er niet genoeg hoog (geluid met hoge frequenties) is, draai de knop dan naar rechts. Wanneer u vindt dat er te veel hoog is, draai de knop dan naar links. Bedieningsbereik: –10 dB tot +10 dB (20 kHz) ■ De BALANCE-regelaar bijregelen BALANCE Met de BALANCE-regelaar regelt u de geluidsbalans van de linker en rechter luidsprekers om onevenwichtig geluid te compenseren dat wordt veroorzaakt door de plaatsing van de luidsprekers of door omstandigheden in de kamer waar er wordt geluisterd. 14 Nl AFSPELEN EN OPNEMEN ■ De LOUDNESS-regelaar bijregelen 3 Draai aan de LOUDNESS-regelaar tot het gewenste volume is bereikt. y LOUDNESS VOLUME Nadat u de LOUDNESS-regelaar hebt ingesteld, kunt u genieten van muziek op het volume naar uw keuze. Indien het effect van de LOUDNESS-regelaar te sterk of te zwak is, pas dan de LOUDNESS-regelaar opnieuw aan. VOLUME +/– BASISBEDIENING Behoud het volledige klankspectrum bij alle volumeniveaus, door het verlies van het menselijk oor aan gevoeligheid voor hoge en lage frequenties bij een laag volume te compenseren. LET OP Als de PURE DIRECT-schakelaar wordt ingeschakeld terwijl de LOUDNESS-regelaar op een bepaald niveau is ingesteld, dan gaan de ingevoerde signalen niet langer langs de LOUDNESS-regelaar, wat een plotse toename in het geluidsuitvoerniveau met zich meebrengt. Om te voorkomen dat uw oren of de luidsprekers beschadigd raken, dient u de PURE DIRECT-schakelaar pas in te drukken nadat u het geluidsuitvoerniveau hebt verlaagd of nadat u de LOUDNESS-regelaar correct hebt ingesteld. Stel de LOUDNESS-regelaar in op de FLAT-stand. 2 Draai aan de VOLUME-regelaar op het voorpaneel (of druk op VOLUME +/– op de afstandsbediening) om het geluidsuitvoerniveau in te stellen op het luidste niveau waarnaar u zou willen luisteren. Nederlands 1 15 Nl AFSPELEN EN OPNEMEN Een bron opnemen De sluimerklok gebruiken Opmerkingen • Het geluid van de huidige invoerbron wordt uitgevoerd naar de aansluitingen TAPE REC en LINE 1 REC. Wanneer u TAPE hebt geselecteerd, wordt het geluid alleen naar de aansluitingen LINE 1 REC uitgevoerd. Wanneer u LINE 1 hebt geselecteerd, wordt het geluid alleen naar de aansluitingen TAPE REC uitgevoerd. • Het toestel moet aan staan om te kunnen opnemen. • De regelaars voor VOLUME, BASS, TREBLE, BALANCE en LOUDNESS en de PURE DIRECT-schakelaar hebben geen effect op de bron die wordt opgenomen. • Raadpleeg de wetgeving m.b.t. auteursrechten voor het opnemen van platen, cd’s, radio, enz. Het opnemen van materiaal dat auteursrechtelijk beschermd is, kan een inbreuk vormen op de wetgeving m.b.t. auteursrechten. Gebruik deze functie om het toestel automatisch in wachtstand te zetten na een bepaalde tijdsduur. De sluimerklok is nuttig als u gaat slapen terwijl het toestel een bron afspeelt of opneemt. A (aan/uit) SLEEP INPUT-keuzeknop A (aan/uit) Opmerking De sluimerklok kan alleen worden ingesteld met de afstandsbediening. 1 Invoerkeuzetoetsen Druk herhaaldelijk op SLEEP om de tijdsduur in te stellen voordat het toestel in wachtstand gaat. Voor elke keer dat u op SLEEP drukt, wijzigt het voorpaneelscherm als hieronder weergegeven. FM, AM De SLEEP-lamp knippert terwijl u de tijdsduur voor de sluimerklok instelt. 1 Draai aan de INPUT-keuzeknop op het voorpaneel (of druk op een van de invoerkeuzetoetsen of op FM of AM op de afstandsbediening) om de bron te kiezen die u wilt opnemen. Als de sluimerklok is ingesteld, gaat SLEEP op het voorpaneelscherm branden. y 2 Speel de bron af en begin op te nemen op het opnameapparaat dat aangesloten is op de REC-uitgangsaansluitingen (TAPE en/of LINE 1) op het achterpaneel. Zie bladzijde 10. 16 Nl Wilt u de sluimerklok onderbreken, kies dan een van de volgende methoden: • Selecteer "Sleep Off" (sluimer uit). • Druk op A (aan/uit) op de afstandsbediening om het toestel in wachtstand te zetten. • Druk op A (aan/uit) op het voorpaneel om het toestel uit te zetten. AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO Er zijn 2 manieren van afstemmen; automatisch en handmatig. Selecteer een methode, afhankelijk van uw voorkeur en de sterkte van het stationssignaal. Automatisch afstemmen 3 Automatisch afstemmen gaat goed wanneer u sterke signalen ontvangt en er weinig storing is. Houd TUNING jj / ii meer dan 1 seconde lang ingedrukt om automatisch afstemmen te starten. Druk op ii om af te stemmen op een hogere frequentie. Druk op jj om af te stemmen op een lagere frequentie. Opmerkingen INPUT-keuzeknop TUNING jj / ii FM, AM • Wanneer u op een station afstemt, wordt de frequentie van het station weergegeven op het voorpaneelscherm. • Als de afstemfunctie niet stopt op het gewenste station omdat het signaal te zwak is, gebruik dan de handmatige afstemmethode. Wanneer u luistert naar een FM-radiostation wordt de uitvoer automatisch uitgezet wanneer het radiosignaal zwak is en u had afgestemd op het station door: • de automatische afstemfunctie te gebruiken; • een voorkeuze terug te roepen die was geregistreerd met de automatische voorkeuzeregistratie. Wilt u luisteren naar een station met een zwak signaal, stem dan handmatig af op het station. BASISBEDIENING ■ Automatische uitzetfunctie FM, AM 1 Draai aan de INPUT-invoerknop op het voorpaneel (of druk op FM of AM op de afstandsbediening) om TUNER als invoerbron te selecteren. Opmerking Als u op FM of AM op de afstandsbediening drukt om TUNER als invoerbron te selecteren, wordt ook de bijbehorende band geselecteerd; u kunt stap 2 dan overslaan. 2 Druk op FM of AM op het voorpaneel (of op FM of AM op de afstandsbediening) om de ontvangstband te selecteren (FM of AM). FM of AM wordt weergegeven op het voorpaneelscherm. Nederlands 17 Nl AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO ■ FM-ontvangst verbeteren Handmatig afstemmen Handmatig afstemmen is effectief wanneer het stationssignaal zwak is. Als het signaal van het station zwak is en de geluidskwaliteit is niet goed, stel dan de FM-radio-ontvangstmodus in op mono om de ontvangst te verbeteren. B/C/D/E ENTER RETURN INPUT-keuzeknop TUNING jj / ii FM, AM OPTION 1 Druk op OPTION (optie) op de afstandsbediening wanneer het toestel is afgestemd op een FM-radiostation. Het optiemenu voor TUNER wordt weergegeven (zie bladzijde 30). 2 Druk op B / C op de afstandsbediening om "FM Mode" (FM-modus) te selecteren en druk op ENTER (invoer). FM, AM 1 Draai aan de INPUT-invoerknop op het voorpaneel (of druk op FM of AM op de afstandsbediening) om TUNER als invoerbron te selecteren. Opmerking y Wilt u de handeling annuleren en terugkeren naar het optiemenu, druk dan op RETURN (teruggaan) op de afstandsbediening. 3 Als u op FM of AM op de afstandsbediening drukt om TUNER als invoerbron te selecteren, wordt ook de bijbehorende band geselecteerd; u kunt stap 2 dan overslaan. 2 3 Druk op FM of AM op het voorpaneel (of op FM of AM op de afstandsbediening) om de ontvangstband te selecteren (FM of AM). FM of AM wordt weergegeven op het voorpaneelscherm. Druk op TUNING jj / ii op het voorpaneel om handmatig af te stemmen op het gewenste station. Opmerking Wanneer u op een station afstemt, wordt de frequentie van het station weergegeven op het voorpaneelscherm. 18 Nl Druk op D / E op de afstandsbediening om "STEREO" (automatische stereomodus) of "MONO" (monomodus) te selecteren. • Wanneer u MONO selecteert, worden FMuitzendingen weergegeven in mono. • Wanneer u STEREO selecteert en u stemt af op een FM-station met een stereo-uitzending, wordt de uitzending in stereo weergegeven. 4 U verlaat het optiemenu door op OPTION of RETURN te drukken op de afstandsbediening. Opmerking STEREO gaat branden op het voorpaneel als u naar een station in stereo luistert. AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO Automatische instelling van voorkeuzestations (alleen FM-stations) Met de automatische voorkeuzefunctie kunt u FM-stations automatisch registreren als voorkeuzes. Met deze functie kan het toestel automatisch afstemmen op FM-stations met een sterk signaal en 40 van dergelijke station op volgorde opslaan. U kunt dan gemakkelijk zo’n voorkeuzestation terugroepen door het voorkeuzenummer te selecteren. Opmerkingen 2 Druk op FM op het voorpaneel (of op FM op de afstandsbediening) om FM als ontvangstband te selecteren. FM wordt weergegeven op het voorpaneelscherm. 3 Druk op OPTION op de afstandsbediening. Het optiemenu voor TUNER wordt weergegeven (zie bladzijde 30). 4 Druk op B / C op de afstandsbediening om "Auto Preset" (automatische voorkeuze) te selecteren en druk op ENTER (invoer). • Als u een station registreert naar een voorkeuzenummer waar al een station op is geregistreerd, dan wordt het eerder geregistreerde station overschreven. • Als het station dat u wilt opslaan een zwak signaal heeft, probeer dan de handmatige voorkeuzeafstemmethode. y FM-stations die zijn geregistreerd als voorkeuze met de automatische voorkeuzeregistratie klinken in stereo. y • Voordat het zoeken begint, kunt u het eerste voorkeuzenummer opgeven door op PRESET j / i te drukken op het voorpaneel (of op PRESET j / i of B/C op de afstandsbediening). • Wilt u het zoeken annuleren, druk dan op FM of AM op het voorpaneel (of op FM of AM of RETURN op de afstandsbediening). FM BASISBEDIENING Het toestel zoekt ongeveer 5 seconden later de FM-band af vanaf de laagste frequentie omhoog. INPUT-keuzeknop PRESET j / i FM PRESET j / i B/C ENTER Voorkeuzenummer Frequentie Wanneer voorkeuzes zijn geregistreerd, wordt informatie weergegeven op het voorpaneelscherm zoals hierboven weergegeven. Wanneer het zoeken klaar is, verschijnt "FINISH" (klaar) en keert het scherm terug naar het optiemenu. Om terug te keren naar de oorspronkelijke status drukt u op OPTION of RETURN op de afstandsbediening. RETURN OPTION 1 Nederlands Draai aan INPUT op het voorpaneel (of druk op FM op de afstandsbediening) om TUNER als invoerbron te selecteren. Opmerking Als u op FM op de afstandsbediening drukt om TUNER als invoerbron te selecteren, wordt ook de bijbehorende band geselecteerd; u kunt stap 2 dan overslaan. 19 Nl AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO Handmatige instelling van voorkeuzestations U kunt handmatig 40 FM/AM-stations registreren (40 in totaal). U kunt dan gemakkelijk zo’n voorkeuzestation terugroepen door het voorkeuzenummer te selecteren. 1 Stem af op het gewenste FM/AM-station. Zie bladzijden 17 en 18 voor aanwijzingen over het afstemmen op een station. 2 Druk op MEMORY (geheugen) op het voorpaneel. "MANUAL PRESET" (handmatige voorkeuze) wordt kort weergegeven op het voorpaneelscherm en vervolgens wordt het voorkeuzenummer waarop het station gaat worden geregistreerd weergegeven. y Wanneer u stations handmatig registreert, wordt de FM-modus (mono of stereo) ten tijde van registratie ook geregistreerd. Controleer de FM-modus (zie bladzijde 18) voordat u stations handmatig registreert. y Houdt u MEMORY op het voorpaneel meer dan 2 seconden ingedrukt, dan kunt u de volgende stappen overslaan en automatisch het geselecteerde station registreren naar een leeg voorkeuzenummer (d.w.z. het voorkeuzenummer dat volgt op het laatste gebruikte voorkeuzenummer). PRESET j / i MEMORY 3 PRESET j / i Druk op PRESET j / i op het voorpaneel (of op PRESET j / i op de afstandsbediening) om het voorkeuzenummer te selecteren waar u het station wilt registreren. Wanneer u een voorkeuzenummer selecteert waarvoor geen station is geregistreerd, wordt "EMPTY" (leeg) weergegeven. Wanneer u een voorkeuzenummer selecteert waarvoor al een station is geregistreerd, wordt de frequentie van het station weergegeven. RETURN Voorkeuzenummer 4 Druk op MEMORY (geheugen) op het voorpaneel. Wanneer de registratie voltooid is, keert het scherm terug naar de oorspronkelijke status. y Wilt u het registreren annuleren, druk dan op RETURN op de afstandsbediening of doe ongeveer 30 seconden lang niets. 20 Nl AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO Voorkeuzestations terugroepen U kunt voorkeuzestations terugroepen die zijn geregistreerd met de automatische of de handmatige voorkeuzemethode. Een voorkeuzestation wissen Volg onderstaande stappen om een voorkeuzestation te wissen. CLEAR PRESET j / i BASISBEDIENING RETURN PRESET j / i 1 Druk op PRESET j / i op het voorpaneel (of op PRESET j / i op de afstandsbediening) om een voorkeuzenummer te selecteren. 1 Selecteer het gewenste voorkeuzenummer. Zie "Voorkeuzestations terugroepen" op bladzijde 21. 2 Druk op CLEAR (wissen) op het voorpaneel. Het geselecteerde voorkeuzenummer knippert op het voorpaneelscherm. y • Voorkeuzenummers waarvoor geen stations zijn geregistreerd, worden overgeslagen. • "NO PRESETS" (geen voorkeuzes) wordt weergegeven als er geen stations zijn geregistreerd. y Wilt u het wissen van het voorkeuzestation annuleren, druk dan op RETURN op de afstandsbediening of doe 30 seconden lang niets met het toestel. 3 Druk op CLEAR op het voorpaneel om te bevestigen. "PXX: CLEARED" (PXX gewist, waarbij XX het voorkeuzenummer is) wordt weergegeven op het voorpaneelscherm dat vervolgens terugkeert naar de oorspronkelijke staat. Nederlands 21 Nl AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO Alle voorkeuzestations wissen 4 Volg onderstaande stappen om alle voorkeuzestations te wissen. Druk op D / E op de afstandsbediening om "YES" (Ja) te selecteren en druk op ENTER (invoer). y Wilt u het wissen van de voorkeuzes annuleren, selecteer dan "NO" (nee). INPUT-keuzeknop Wanneer alle voorkeuzes zijn gewist, wordt "PRESET CLEARED" (voorkeuze gewist) weergegeven en keert het scherm terug naar het optiemenu. FM, AM B/C/D/E ENTER RETURN OPTION 1 Draai aan de INPUT-invoerknop op het voorpaneel (of druk op FM of AM op de afstandsbediening) om TUNER als invoerbron te selecteren. 2 Druk op OPTION op de afstandsbediening. Het optiemenu voor TUNER wordt weergegeven (zie bladzijde 30). 3 Druk op B / C op de afstandsbediening om "Clr All Preset" (alle voorkeuzes wissen) te selecteren en druk op ENTER (invoer). y Wilt u de handeling annuleren en terugkeren naar het optiemenu, druk dan op RETURN (teruggaan) op de afstandsbediening. 22 Nl 5 U verlaat het optiemenu door op OPTION of RETURN te drukken op de afstandsbediening. AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO Radio Data System-gegevens ontvangen (alleen FM-stations) Radio Data System is een systeem voor gegevensoverdracht dat door FM-stations in een groot aantal landen worden gebruikt. Met dit toestel kunt u vier typen Radio Data System-gegevens ontvangen: Programmaservice, Programmatype, Radiotekst en Kloktijd. INFO Wanneer u "PRG TYPE" selecteert, worden de volgende programmatypenamen weergegeven. Programmatype Beschrijving Nieuws AFFAIRS Actualiteiten INFO Algemene informatie SPORT Sport EDUCATE Educatief DRAMA Drama CULTURE Cultuur SCIENCE Wetenschap VARIED Licht amusement POP M Popmuziek ROCK M Rockmuziek M.O.R. M Middle-of-the-road muziek (easy-listening) LIGHT M Licht klassiek CLASSICS Ernstig klassiek OTHER M Overige muziek BASISBEDIENING NEWS INFO 1 Stem af op het gewenste Radio Data Systemstation. 2 Druk herhaaldelijk op INFO op het voorpaneel (of INFO op de afstandsbediening) om de gewenste Radio Data System-weergavemodus te selecteren. Keuze PRG SERVICE (programmaservice) PRG TYPE (programmatype) RADIO TEXT (radiotekst) Nederlands CLOCK TIME (kloktijd) FREQUENCY (frequentie) Beschrijving Standaardinstelling. Het toestel geeft de naam weer van het Radio Data System-programma waar u naar luistert. Het toestel geeft het type Radio Data System-programma weer waar u naar luistert. Het toestel geeft informatie over het Radio Data Systemprogramma weer waar u naar luistert. Het toestel geeft de huidige tijd weer. Het toestel geeft de frequentie van het huidige station weer. 23 Nl AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO Opmerkingen • Het kan even duren voor dit toestel alle Radio Data Systemgegevens heeft ontvangen van het station in kwestie. • Als de signalen niet goed genoeg kunnen worden ontvangen, is het mogelijk dat het toestel geen gebruik kan maken van de Radio Data System-gegevens. Vooral de "RADIO TEXT"functie vergt een grote hoeveelheid gegevens en het is daarom mogelijk dat deze functie niet beschikbaar is zelfs wanneer de andere Radio Data System-functies wel beschikbaar zijn. • Als de ontvangst matig is, stel dan de FM-modus in op "MONO" (zie bladzijde 18). • Als het signaal externe storing ondervindt terwijl het toestel de Radio Data System-gegevens aan het ontvangen is, kan de ontvangst onverwacht onderbroken worden. • Wanneer u de "RADIO TEXT"-functie selecteert, kan dit toestel maximaal 128 alfanumerieke tekens (inclusief trema’s) aan programmagegevens op het scherm tonen. Tekens die niet kunnen worden weergegeven worden vervangen door een "_" (onderstreping). De weergeven informatie wordt continu lopend weergegeven. TP-zoekfunctie (alleen FM-stations) Met dit toestel kunt u automatisch zoeken naar Radio Data System-stations die verkeersinformatie (TP - Traffic Program) uitzenden. TP TP 1 Druk op TP op het voorpaneel (of op TP op de afstandsbediening) om naar TP-stations te zoeken. "TP SEARCH" wordt 3 seconden weergegeven op het voorpaneelscherm en het toestel start het zoeken. Wanneer er een station met verkeersinformatie wordt gevonden, gaat het TP-lampje branden en wordt het zoeken beëindigd. TP-lampje y Wilt u het volgende station met verkeersinformatie zoeken, druk dan op TP. Opmerkingen • Druk tijdens het zoeken naar verkeersinformatie op TP als u het zoeken wilt annuleren. • Als er geen stations met verkeersinformatie worden gevonden, verschijnt "TP NOT FOUND" (verkeersinfo niet gevonden) op het voorpaneelscherm en keert het toestel terug naar de staat waarin het zich bevond voor het zoeken begon. 24 Nl MUZIEK AFSPELEN VANAF UW IPHONE/IPOD/BLUETOOTH™-COMPONENT MUZIEK AFSPELEN VANAF UW iPhone/iPod/Bluetooth™COMPONENT Hebt u een optionele Yamaha Universele Dock voor iPod (zoals de YDS-12), een draadloos systeem voor iPod (YID-W10) of een Bluetooth draadloze audio-ontvanger (YBA-10) aangesloten op de DOCK-aansluiting op het achterpaneel van het toestel, dan kunt u genieten van afspelen op uw iPhone/iPod of Bluetooth-component met de afstandsbediening die bij het toestel is meegeleverd. Bijvoorbeeld YDS-12 YID-W10 YBA-10 Plaats het aangesloten apparaat zo ver mogelijk van het toestel weg. Draadloos systeem voor iPod Bluetooth draadloze audio-ontvanger Model (Per juli 2010) • YDS-12 • YDS-11 • YDS-10 YID-W10 YBA-10 • Afstandsbediening • iPhone/iPod aangesloten op het dok • iPhone/iPod aangesloten op de YID-W10-zender • Afstandsbediening Bluetooth-componenten Bediend door • iPod touch • iPod (vierde generatie/ vijfde generatie/ classic) • iPod nano • iPod touch • iPod (vijfde generatie/ classic) • iPod nano Ondersteunde iPhone/ iPod (Per juli 2010) Opmerkingen • • • • iPod mini iPhone iPhone 3G iPhone 3GS • Opladen van iPhone/iPod wordt ook ondersteund. • De YDS-10/YDS-11 ondersteunt geen iPhone-verbinding. BASISBEDIENING Universele Dock voor iPod • iPhone • iPhone 3G • iPhone 3GS Opladen van iPhone/iPod wordt ook ondersteund. LET OP Ter voorkoming van ongelukken trekt u het netsnoer van het toestel los voordat u een Universele Dock voor iPod, een draadloos systeem voor iPod of een Bluetooth draadloze audio-ontvanger aansluit. Opmerking Als de iPhone die is aangesloten op de YID-W10 een oproep ontvangt wanneer het toestel in wachtstand staat, schakelt het toestel automatisch in en hoort u de beltoon via het toestel. Als u niet wilt dat het toestel aan gaat wanneer u wordt opgebeld, stel dan de iPhone in op stille modus. Nederlands 25 Nl MUZIEK AFSPELEN VANAF UW iPhone/iPod/Bluetooth™-COMPONENT Een Universele Dock voor iPod gebruiken ■ Uw iPhone/iPod bedienen Hebt u uw iPhone/iPod in het dok geplaatst, draai dan aan de keuzeknop INPUT op het voorpaneel (of druk op DOCK op de afstandsbediening) om DOCK te selecteren als invoerbron om uw iPhone/iPod af te spelen. DOCK INFO B MENU/ Ee / b / a ENTER C Terwijl u kijkt naar de informatie die op uw iPhone/iPod wordt weergegeven, gebruikt u de toetsen op de afstandsbediening om uw iPhone/iPod te bedienen (afspelen, pauzeren, overslaan enz.). Afstandsbediening Bediening MENU Geeft het menu weer. ENTER • Als een onderdeel is geselecteerd: bevestigt het onderdeel en geeft het volgende scherm weer. • Als een muziekstuk is geselecteerd: speelt het muziekstuk af. B Omhoog bladeren. C Omlaag bladeren. Ee • Als een muziekstuk wordt afgespeeld: pauzeert het muziekstuk. • Als een muziekstuk wordt gepauzeerd: speelt het muziekstuk verder af. a • Als een muziekstuk wordt afgespeeld of gepauzeerd: springt naar het begin van het volgende muziekstuk. • Indien langere tijd ingedrukt: vooruit zoeken. b • Als een muziekstuk wordt afgespeeld of gepauzeerd: springt naar het begin van het huidige muziekstuk. • Wanneer u meerdere keren drukt, springt u elke keer een muziekstuk verder terug. • Indien langere tijd ingedrukt: achteruit zoeken. Schakelt tussen de willekeurige modi (Uit → Nummers → Albums → Uit). Schakelt tussen de herhalingsmodi (Uit → Eén → Alles → Uit). INFO Schakelt tussen de onderdelen die worden weergegeven op het voorpaneelscherm van het toestel (Nummer van muziekstuk en verlopen tijd → Nummers → Artiesten → Albums → Nummer van muziekstuk en verlopen tijd). Opmerking Sommige willekeurige en herhaalmodi zijn misschien niet beschikbaar, afhankelijk van het model of de softwareversie van uw iPhone/iPod. y Wanneer het toestel aan staat of in wachtstand staat, kan uw iPhone/iPod automatisch worden opgeladen als hij is aangesloten op een Universele Dock voor iPod. Als een iPhone/iPod wordt opgeladen terwijl het toestel in wachtstand staat, brandt het aan/uitlampje helder. 26 Nl MUZIEK AFSPELEN VANAF UW iPhone/iPod/Bluetooth™-COMPONENT Een draadloos systeem voor iPod gebruiken Wanneer u een draadloos systeem voor iPod aansluit op dit toestel, kunt u muziekstukken vanaf uw iPhone/iPod afspelen en beluisteren over een draadloze verbinding. y U kunt de iPhone/iPod bedienen met de afstandsbediening. Voor meer informatie, zie bladzijde 26. Opmerking Wanneer u een iPhone/iPod afspeelt met een draadloos systeem voor iPod, wordt er geen afspeelinformatie weergegeven op het voorpaneelscherm. YID-W10-ontvanger ■ Een draadloze verbinding opbouwen Als de iPhone/iPod is aangesloten op de YID-W10-zender en het afspelen start, duurt het ongeveer 5 seconden voordat er audio te horen is. In deze tijd wordt de draadloze verbinding tussen de YID-W10-zender en -ontvanger opgebouwd. De status van de draadloze verbinding tussen de YID-W10-zender en -ontvanger wordt aangegeven door de betreffende lampjes. Status van verbinding YID-W10zenderlampje YID-W10ontvangerlampje Geen verbinding Uit Uit Verbinding wordt bevestigd Groen, flikkerend Blauw, flikkerend Verbonden Groen, brandend Blauw, brandend • Wanneer het afspelen begint op een iPhone/iPod die is aangesloten op een YID-W10-zender en de YID-W10-zender is binnen het bereik van de YID-W10-ontvanger, gedraagt het toestel zich als volgt: – Als het toestel al aan staat wanneer het afspelen begint: de invoerbron wijzigt in DOCK. – Als het toestel in wachtstand staat wanneer het afspelen begint: het toestel gaat aan en de invoerbron wijzigt in DOCK. • In de volgende situaties wordt de draadloze verbinding tussen zender en ontvanger verbroken. Na 30 seconden schakelt het toestel automatisch in wachtstand. – De iPhone/iPod wordt niet bediend binnen 30–120 seconden nadat het afspelen is gepauzeerd. – De sluimerklok van de iPhone/iPod is geactiveerd. – De iPhone/iPod is losgekoppeld van de YID-W10-zender. – Het batterijniveau van de iPhone/iPod daalt tot een niveau waarop er niet genoeg stroom meer is voor de YID-W10-zender. – De YID-W10-zender wordt buiten het bereik van de YID-W10-ontvanger geplaatst. – Communicatie tussen de YID-W10-zender en -ontvanger wordt gestoord door interferentie van andere draadloze LAN-apparaten, draadloze telefoons, magnetronovens enz. y BASISBEDIENING YID-W10-zender ■ Het toestel bedienen met uw iPhone/ iPod Deze functies kunnen worden uitgeschakeld door "Interlock" op "OFF" in te stellen in het optiemenu (zie bladzijde 31). • Wanneer u het volume aanpast op de iPhone/iPod, past u het ook aan op het toestel. De iPhone/iPod kan het volume verhogen tot 0 dB (of de waarde die is ingesteld voor "MaxVol" in het optiemenu). Wilt u het volume nog verder verhogen, pas het volume dan aan met de VOLUME-regelaar op het toestel of de afstandsbediening. y • Wanneer het toestel wordt aangezet of in wachtstand staat, wordt uw iPhone/iPod automatisch opgeladen als de YID-W10-zender waarop uw iPhone/iPod is aangesloten, in de YID-W10-ontvanger is geplaatst. Als een iPhone/iPod wordt opgeladen terwijl het toestel in wachtstand staat, brandt het aan/ uitlampje helder. • Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de YID-W10 voor meer informatie. Nederlands 27 Nl MUZIEK AFSPELEN VANAF UW iPhone/iPod/Bluetooth™-COMPONENT Een Bluetooth draadloze audioontvanger gebruiken Opmerking Het toestel ondersteunt A2DP (Advanced Audio Distribution Profile - geavanceerd audiodistributieprofiel) en AVRCP (Audio and Video Remote Control Profile - audio- en videoafstandsbedieningsprofiel) van het Bluetooth-profiel. 1 Draai aan INPUT op het voorpaneel (of druk op DOCK op de afstandsbediening) om DOCK als invoerbron te selecteren. 2 Zet de Bluetooth-component aan die u wilt koppelen en stel hem in op koppelmodus. 3 Druk op OPTION op de afstandsbediening. Het optiemenu voor DOCK wordt weergegeven (zie bladzijde 30). 4 Druk op B / C op de afstandsbediening om "Pairing" (koppelen) te selecteren en druk op ENTER (invoer). "Searching..." (zoeken) wordt weergegeven en het koppelen begint. ■ Bluetooth™-componenten koppelen MEMORY INPUT-keuzeknop y Om het koppelen te annuleren, drukt u op RETURN op de afstandsbediening. 5 Controleer of de Bluetooth-component de Bluetooth draadloze audio-ontvanger herkent. Wanneer de component wordt herkend, wordt hij weergegeven in de Bluetooth-componentenlijst, bijvoorbeeld als "YBA-10 YAMAHA". 6 Selecteer de Bluetooth draadloze audioontvanger in de Bluetooth-componentenlijst en voer een wachtwoord "0000" in op de Bluetooth-component. Wanneer het koppelen is voltooid, verschijnt "Completed" (voltooid) op het voorpaneelscherm. Druk op OPTION op de afstandsbediening om het optiemenu te verlaten. DOCK B/C ENTER RETURN OPTION Koppel altijd de Bluetooth draadloze audio-ontvanger en de Bluetooth-component wanneer u voor het eerst verbinding maakt of wanneer instellingen zijn gewist. Raadpleeg zo nodig de gebruiksaanwijzing bij uw Bluetooth-component om het koppelen uit te voeren. Opmerking De Bluetooth draadloze audio-ontvanger kan gekoppeld worden met acht Bluetooth-componenten. Wanneer u een negende apparaat koppelt, worden de koppelinstellingen verwijderd van het apparaat dat u het langst niet hebt gebruikt. 28 Nl y Wanneer de invoerbron wordt ingesteld op DOCK, kunt u het koppelen ook starten door MEMORY ingedrukt te houden op het voorpaneel (of ENTER op de afstandsbediening). MUZIEK AFSPELEN VANAF UW iPhone/iPod/Bluetooth™-COMPONENT ■ Afspelen met BluetoothTM-componenten MEMORY 3 Druk op B / C op de afstandsbediening om "Connect" (verbinden) te selecteren en druk op ENTER (invoer). Wanneer de draadloze verbinding is opgebouwd, verschijnt "Connected" (verbonden) op het voorpaneelscherm. Druk op OPTION op de afstandsbediening om het optiemenu te verlaten. INPUT-keuzeknop Opmerking DOCK 4 B/C ENTER Bedien de Bluetooth-component om af te spelen. Terwijl de Bluetooth-component afspeelt, wordt "BLUETOOTH" weergegeven op het voorpaneelscherm. BASISBEDIENING "Not found" (niet gevonden) wordt weergegeven als er een verbindingsfout optreedt. Controleer of aan volgende voorwaarden is voldaan en probeer opnieuw een draadloze verbinding op te bouwen. • Het toestel en de Bluetooth-component zijn beide gekoppeld. • De Bluetooth-component staat aan. • De Bluetooth-component bevindt zich binnen 10 meter van de Bluetooth draadloze audio-ontvanger. OPTION Wanneer het koppelen is voltooid, voert u de volgende stappen uit om een draadloze verbinding op te bouwen tussen het toestel en de Bluetooth-component. Wanneer de draadloze verbinding is opgebouwd, kunt u genieten van afspelen vanaf Bluetooth-componenten. Opmerking Opmerking Wilt u een draadloze verbinding verbreken, herhaal dan deze stappen en selecteer "Disconnect" (verbreken) bij stap 3. y Wanneer de invoerbron is ingesteld op DOCK, kunt u een draadloze verbinding ook opbouwen door MEMORY ingedrukt te houden op het voorpaneel (of ENTER op de afstandsbediening). Afhankelijk van de Bluetooth-component, wordt een draadloze verbinding automatisch opgebouwd of wanneer de Bluetoothcomponent wordt bediend. In dergelijke gevallen is het niet nodig om de volgende stappen uit te voeren. Draai aan INPUT op het voorpaneel (of druk op DOCK op de afstandsbediening) om DOCK als invoerbron te selecteren. 2 Druk op OPTION op de afstandsbediening. Het optiemenu voor DOCK wordt weergegeven (zie bladzijde 30). Nederlands 1 29 Nl GEAVANCEERDE BEDIENING HET OPTIEMENU INSTELLEN VOOR INVOERBRONNEN HET OPTIEMENU INSTELLEN VOOR INVOERBRONNEN In het optiemenu kunt u allerlei instellingen configureren voor de diverse invoerbronnen en deze instellingen automatisch doen terugroepen wanneer u een invoerbron selecteert. U kunt ook de signaalgegevens voor bepaalde invoerbronnen bekijken. Hieronder wordt beschreven hoe u optiemenu-onderdelen instelt. INPUT-keuzeknop 3 Druk op B / C op de afstandsbediening om het gewenste menu-onderdeel te selecteren en druk op ENTER. 4 Druk op B / C / D / E op de afstandsbediening om de instellingen te wijzigen. y Bij bepaalde menu-onderdelen moet u op ENTER drukken om de nieuwe instelling op te slaan. 5 U verlaat het optiemenu door op OPTION te drukken op de afstandsbediening. U gaat terug naar het vorige menu door op RETURN te drukken op de afstandsbediening. Invoerkeuzetoetsen Opmerking FM, AM Als B / C / D / E op de afstandsbediening of andere toetsen niet werken nadat u het optiemenu hebt afgesloten, draai dan aan de INPUT-keuzeknop op het voorpaneel (of druk op een van de invoerkeuzetoetsen of op FM of AM op de afstandsbediening) om de huidige invoerbron opnieuw te selecteren. Optiemenu-onderdelen B/C/D/E ENTER De volgende menu-onderdelen zijn beschikbaar voor de diverse invoerbronnen. Invoerbron RETURN OPTION 1 Draai aan de INPUT-keuzeknop op het voorpaneel (of druk op een van de invoerkeuzetoetsen of op FM of AM op de afstandsbediening) om de gewenste ingangsbron te kiezen. PHONO, CD, TAPE, LINE 1-2 Druk op OPTION op de afstandsbediening. Opmerking Als u de invoerbron wijzigt terwijl het optiemenu wordt weergegeven, verlaat u het optiemenu op het voorpaneelscherm en geeft u het de geselecteerde invoerbron weer. 30 Nl Volume*1 TUNER (FM/AM) FM Mode, Auto Preset, Clr All Preset DOCK (iPhone/iPod) Interlock*2 DOCK (Bluetooth) Connect, Disconnect, Pairing Opmerkingen *1 2 Menu-onderdelen “Volume” is een gemeenschappelijk menu-item voor alle invoerbronnen. *2 “Interlock” wordt alleen weergegeven in het optiemenu wanneer u een draadloos systeem voor iPod gebruikt. HET OPTIEMENU INSTELLEN VOOR INVOERBRONNEN Hieronder vindt u nadere informatie over de menuonderdelen. De configuratie wordt doorgevoerd op de huidige geselecteerde invoerbron. y De standaardinstellingen zijn aangegeven met "*". Volume Submenu’s: MaxVol, IniVol Aanpasbaar bereik (MaxVol): –30,0dB tot +15,0dB, +16,5dB* (stappen van 5,0 dB) Aanpasbaar bereik (IniVol): Off*, Mute, –89,5dB tot +16,5dB (stappen van 0,5 dB) Stelt onderdelen voor volumes in. MaxVol (maximaal volume) Stelt het maximale volumeniveau in zodat het volume niet per ongeluk boven een bepaald niveau kan worden ingesteld. U kunt bijvoorbeeld het volume aanpassen tussen –89,5 dB en –5,0 dB (of Mute - uit) wanneer u deze parameter instelt op "–5.0dB". Het volume kan worden verhoogd tot het maximumniveau wanneer u deze parameter instelt op +16,5 dB (standaard). Keuzes: ON*, OFF Wanneer een iPhone/iPod is aangesloten op het toestel met een draadloos systeem voor iPod, kan de iPhone/iPod gebruikt worden om het toestel aan te zetten, in wachtstand te zetten of DOCK als invoerbron te selecteren. "Interlock" wordt alleen weergegeven in het optiemenu wanneer u een draadloos systeem voor iPod gebruikt en DOCK hebt geselecteerd als invoerbron. ON OFF Dit toestel reageert op bepaalde handelingen op de iPhone/iPod. Deze functie wordt uitgeschakeld. Connect/Disconnect Maakt verbinding of verbreekt de verbinding met een Bluetooth-component (zie bladzijde 29). "Connect/Disconnect" (verbinding maken/verbreken) wordt alleen weergegeven in het optiemenu wanneer u DOCK (Bluetooth) selecteert als invoerbron. Pairing Koppelt de Bluetooth draadloze audio-ontvanger met een Bluetooth-component (zie bladzijde 28). "Pairing" (koppelen) wordt alleen weergegeven in het optiemenu wanneer u DOCK (Bluetooth) selecteert als invoerbron. GEAVANCEERDE BEDIENING IniVol (startvolume) Stelt het volume in dat gebruikt wordt als het toestel wordt aangezet. Wanneer deze parameter is ingesteld op "Off" (uit), wordt het volumeniveau toegepast dat was ingesteld toen het toestel in wachtstand ging. Interlock Opmerking Als "MaxVol" is ingesteld op een waarde lager dan die van "IniVol", heeft de instelling voor "MaxVol" prioriteit over de instelling "IniVol". Als u bijvoorbeeld "MaxVol" instelt op "–30.0dB" en "IniVol" op "0.0dB", wordt het volume automatisch ingesteld op "–30.0dB" wanneer u de volgende keer het toestel aanzet. FM Mode Keuzes: STEREO*, MONO Stelt de FM-ontvangstmodus in (zie bladzijde 18). "FM Mode" (FM-modus) wordt alleen weergegeven in het optiemenu wanneer u TUNER selecteert als invoerbron. Auto Preset Detecteert automatisch FM-radiostations en registreert ze als voorkeuzestations (zie bladzijde 19). "Auto Preset" (automatische voorkeuze) wordt alleen weergegeven in het optiemenu wanneer u TUNER selecteert als invoerbron. Nederlands Clr All Preset Wist alle voorkeuzestations (zie bladzijde 22). "Clr All Preset" (wis alle voorkeuzes) wordt alleen weergegeven in het optiemenu als u TUNER hebt geselecteerd als invoerbron. 31 Nl GEAVANCEERDE INSTELLINGEN GEAVANCEERDE INSTELLINGEN ■ Menuparameters ADVANCED SETUP Wijzig de aanvankelijke instellingen zodat ze beter passen bij uw luisteromgeving. y De standaardinstellingen zijn aangegeven met "*". APD (Automatic Power Down) TIMER Keuzes: 4H (4 uur), 8H* (8 uur), 12H (12 uur) Wanneer de schakelaar POWER MANAGEMENT (energiebeheer) op het achterpaneel van het toestel (zie bladzijde 7) is ingesteld op ON (aan), gaat het toestel automatisch in wachtstand wanneer u het gedurende de opgegeven tijd niet bediend. De menuparameters voor ADVANCED SETUP wijzigen Het menu ADVANCED SETUP (geavanceerde instellingen) wordt weergegeven op het voorpaneelscherm. y • Audio-uitvoer staat uit wanneer u parameters instelt in het menu ADVANCED SETUP. • Terwijl u parameters instelt in het menu ADVANCED SETUP, zijn de meeste knoppen op het voorpaneel uitgeschakeld; alleen A (aan/uit), de INPUT-keuzeknop en INFO werken. Opmerking Wanneer de schakelaar POWER MANAGEMENT is ingesteld op OFF (uit), wordt "APD TIMER -OFF" (sluimerklok uit) weergegeven. INITIALIZE Keuzes: NO*, YES Stelt alle parameters terug op de fabrieksinstellingen. • Selecteer NO (nee) om te annuleren zonder de parameters op de fabrieksinstellingen terug te stellen. • Selecteer YES (ja) om all parameters terug te stellen op hun fabrieksinstellingen. A (aan/uit) INPUT-keuzeknop 1 Houd INFO ingedrukt op het voorpaneel en druk A (aan/uit) in. Het toestel gaat aan en het menu ADVANCED SETUP verschijnt op het voorpaneelscherm. 2 Draai aan de INPUT-keuzeknop op het voorpaneel om de parameter te kiezen die u wilt wijzigen. Zie "Menuparameters ADVANCED SETUP" op bladzijde 32 voor een volledige lijst met beschikbare parameters. 3 Druk herhaaldelijk op INFO op het voorpaneel om de geselecteerde parameterinstelling te wijzigen. Wilt u andere instellingen wijzigen, herhaal dan de stappen 2 en 3. 4 Druk A (aan/uit) op het voorpaneel om het toestel uit te zetten en uw instelling te bevestigen. Opmerking Als u "YES" selecteert, worden de parameters teruggesteld de volgende keer dat u het toestel aanzet. INFO Opmerking De instellingen worden van kracht wanneer u het toestel de volgende keer aanzet. 32 Nl AANVULLENDE INFORMATIE VERHELPEN VAN STORINGEN VERHELPEN VAN STORINGEN Raadpleeg de tabel hieronder indien dit toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder vermeld staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het toestel dan uit, haal de stekker uit het stopcontact en neem contact op met uw dichtstbijzijnde Yamaha-dealer of -servicecentrum. ■ Algemeen Probleem Het toestel kan niet worden ingeschakeld. Geen geluid Oplossing Zie bladzijde Het netsnoer of de stekker is niet of niet goed aangesloten. Sluit het netsnoer stevig aan. De impedantie is verkeerd ingesteld. Stel de impedantie in overeenstemming met uw luidsprekers in. 11 De beveiliging is in werking getreden door een kortsluiting, enz. Controleer of de luidsprekerdraden elkaar niet raken en zet dan het toestel opnieuw aan. 10 De IMPEDANCE SELECTORschakelaar op het achterpaneel staat niet helemaal naar een kant. Stel de IMPEDANCE SELECTOR-schakelaar naar één kant terwijl het toestel uit staat. Het toestel heeft blootgestaan aan een sterke, externe elektrische schok (bijvoorbeeld een blikseminslag of een ontlading van statische elektriciteit). Zet het toestel uit, haal de stekker uit het stopcontact, steek hem na 30 seconden weer terug en gebruik het toestel vervolgens normaal. Invoer- of uitvoerkabels verkeerd aangesloten. Verbind de kabels correct. Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels. 10 Er is geen geschikte ingangsbron geselecteerd. Kies een geschikte ingangsbron met de INPUTkeuzeknop op het voorpaneel (of een van de invoerkeuzetoetsen of FM of AM op de afstandbediening). 13 De SPEAKERS A/B-schakelaars zijn niet correct ingesteld. Zet de juiste luidsprekers aan (SPEAKERS A of SPEAKERS B). 13 De luidsprekeraansluitingen zitten niet goed vast. Zet de aansluitingen goed vast. Uitvoer is uitgeschakeld. Schakel de uitvoer in. 8 MaxVol of IniVol is te laag ingesteld. Stel de instelling in op een hoger niveau. 30 De component die hoort bij de gekozen invoerkeuzetoets is uitgeschakeld of speelt niet af. Zet de component aan en zorg ervoor dat hij afspeelt. De beveiliging is in werking getreden door een kortsluiting, enz. Controleer of de schakelaar IMPEDANCE SELECTOR correct is ingesteld. 11 Controleer of de luidsprekerdraden elkaar niet raken en zet dan het toestel opnieuw aan. 10 Het toestel is te warm geworden. Let erop dat de openingen in het bovenpaneel niet worden geblokkeerd. — De automatische sluimerfunctie heeft het toestel uitgezet. Wijzig de instelling voor de automatische sluimerfunctie ("APD TIMER" in het menu Advanced Setup) in een langere tijd of schakel de automatische uitschakelfunctie uit door de schakelaar POWER MANAGEMENT op het achterpaneel op OFF in te stellen. 32 — 11 — 10 — AANVULLENDE INFORMATIE Het geluid valt plotseling weg. Oorzaak Nederlands 33 Nl VERHELPEN VAN STORINGEN Probleem Oorzaak Oplossing Zie bladzijde Bedrading niet op de juiste manier aangesloten. Verbind de kabels correct. Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels. De BALANCE-regelaar is verkeerd ingesteld. Stel de BALANCE-regelaar in op de geschikte stand. De lage tonen klinken te zwak en de weergave is sfeerloos. De plus- en min-kabels (+ en –) zijn verkeer om aangesloten op de versterker of de luidsprekers. Sluit de luidsprekerkabels aan op de juiste fase (+ en –). U hoort een "brom". Bedrading niet op de juiste manier aangesloten. Sluit de audiostekers stevig aan. Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels. 10 De platenspeler is niet verbonden met de GND-aansluiting. Verbind de platenspeler met de GND-aansluiting van dit toestel. 10 Het volumeniveau is laag bij het afspelen van een plaat. De plaat wordt afgespeeld op een platenspeler met een MC-cassette. De platenspeler moet aangesloten zijn op dit toestel via de MC-voorversterker. Het volumeniveau kan niet verhoogd worden of het geluid is vervormd. De component die is aangesloten op de uitgangen TAPE REC of LINE 1 REC staat uitgeschakeld. Schakel de component in. Het geluid is van mindere kwaliteit wanneer u luistert met een hoofdtelefoon verbonden met de cd-speler of het cassettedeck die op dit toestel aangesloten zijn. De stroom van het toestel is uitgeschakeld of het toestel staat in wachtstand. Schakel het toestel in. Het geluidsniveau is laag. De Loudness-regelaarfunctie staat aan. Het gebruik van de BASS-, TREBLE-, BALANCE- en LOUDNESS-regelaars beïnvloedt de klankkwaliteit niet. De PURE DIRECT-schakelaar is ingeschakeld. Er komt slechts aan één kant geluid uit de luidspreker. 34 Nl 10 14 10 — — 13 Draai het volume omlaag, stel de LOUDNESSregelaar op FLAT (vlak) en pas het volume opnieuw aan. 15 De PURE DIRECT-schakelaar moeten uitgeschakeld zijn om deze regelaars te gebruiken. 14 VERHELPEN VAN STORINGEN ■ Tuner Probleem FM/ AM AM Oplossing Zie bladzijde Dit probleem is inherent aan FM-stereouitzendingen wanneer de zender te ver weg is of het ontvangstsignaal dat binnenkomt via de antenne niet sterk genoeg is. Controleer de aansluitingen van de antenne. Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige FM-antenne. 12 Schakel over op mono. 18 Er is vervorming en ook een betere FM-antenne zorgt niet voor een betere ontvangst. U ondervindt interferentie doordat hetzelfde signaal op verschillende manieren ontvangen wordt. Verander de opstelling van de antenne zodat u van deze interferentie geen last meer hebt. Er kan niet automatisch worden afgestemd op de gewenste zender. Het radiosignaal is te zwak. Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige FM-antenne. Radio Data Systemgegevens verschijnen niet. Het radiostation biedt geen Radio Data System aan. Het radiosignaal is te zwak. Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige FM-antenne. — NO PRESETS verschijnt. Er zijn geen voorkeuzestations geregistreerd. Registreer stations waarnaar u wilt luisteren als voorkeuzestations. 19 Er kan niet automatisch worden afgestemd op de gewenste zender. Het signaal is te zwak of de antenneaansluitingen zitten los. Controleer de aansluitingen van de AM-ringantenne en stel deze zo op dat u de beste ontvangst verkrijgt. — Automatisch voorkeuzestation werkt niet. Automatische voorkeuzestations zijn niet beschikbaar voor AM. Gebruik handmatige voorkeuzestations. U hoort doorlopend gekraak en gesis. Deze geluiden kunnen het gevolg zijn van bliksem, tl-verlichting, motoren, thermostaten en andere elektrische apparatuur. Gebruik een buitenantenne en een goede aarding. Dit kan in sommige gevallen helpen, maar het blijft moeilijk om alle storingsbronnen te elimineren. U hoort gezoem en gefluit. Er wordt in de buurt van het toestel een tv gebruikt. Zet het toestel verder bij de tv vandaan. Veel ruis in de FM stereo-ontvangst. FM Oorzaak — Stem met de hand af. 12 18 — Stem met de hand af. 18 20 — AANVULLENDE INFORMATIE — Nederlands 35 Nl VERHELPEN VAN STORINGEN ■ iPhone/iPod In bepaalde omstandigheden kunnen de volgende meldingen verschijnen op het voorpaneelscherm. Melding Connect error Status/oorzaak Er is een probleem met het signaalpad van uw iPhone/iPod naar het toestel. Oplossing Zie bladzijde Zet het toestel uit en sluit het Universele Dock voor iPod opnieuw aan op de DOCK-aansluiting van het toestel. 25 Verwijder uw iPhone/iPod uit het Universele Dock voor iPod en plaats hem vervolgens terug in het dok. 25 Sluit een iPhone/iPod aan die wordt ondersteund door het toestel. 25 Unknown iPod De gebruikte iPhone/iPod wordt niet ondersteund door het toestel. Connected Uw iPhone/iPod is correct in het Universele Dock voor iPod geplaatst. — Uw iPhone/iPod is correct geplaatst in het draadloze systeem voor iPod en verbonden met het toestel via een draadloze verbinding. 27 Uw iPhone/iPod is verwijderd uit het Universele Dock voor iPod. — De draadloze verbinding tussen uw iPhone/iPod en het toestel is verbroken. — Disconnected De draadloze verbinding is zwak. Probleem Oorzaak Plaats de YID-W10-ontvanger zo ver mogelijk van het toestel vandaan. Oplossing Bij gebruik van het Universele Dock voor iPod: Uw iPhone/iPod laadt niet op, terwijl hij wel is aangesloten op het Universele Dock voor iPod. Het toestel staat niet aan. Schakel het toestel aan of zet het in wachtstand. De iPhone/iPod is niet goed aangesloten. Sluit de iPhone/iPod goed aan op het Universele Dock voor iPod. Bij gebruik van het draadloos systeem voor iPod: Uw iPhone/iPod laadt niet op terwijl de YID-W10-zender die is aangesloten op uw iPhone/iPod in de YID-W10-ontvanger zit. Het toestel staat niet aan. Schakel het toestel aan of zet het in wachtstand. De YID-W10-zender zit niet goed in de YID-W10-ontvanger. Plaats de YID-W10-zender die is aangesloten op uw iPhone/iPod goed in de YID-W10-ontvanger. 36 Nl 25 Zie bladzijde 4, 8 — 4, 8 — VERHELPEN VAN STORINGEN ■ Bluetooth™ In bepaalde omstandigheden kunnen de volgende meldingen verschijnen op het voorpaneelscherm. Melding Status/oorzaak Oplossing Zie bladzijde De Bluetooth draadloze audio-ontvanger en de Bluetooth-component zijn bezig met koppelen. — De Bluetooth draadloze audio-ontvanger en de Bluetooth-component zijn bezig met verbinding maken. — Completed Het koppelen is voltooid. — Canceled Het koppelen is geannuleerd. — Connected De verbinding tussen de Bluetooth draadloze audio-ontvanger en de Bluetooth-component is tot stand gebracht. — De verbinding tussen de Bluetoothcomponent en de Bluetooth draadloze audio-ontvanger is verbroken. — Searching... Disconnected Not found De Bluetooth-component is niet gevonden. Het koppelen is misschien niet gelukt. Tijdens het koppelen: - u moet tegelijkertijd de Bluetooth-component en het toestel koppelen. Controleer of de Bluetoothcomponent in koppelmodus staat. Tijdens het verbinden: - controleer of de Bluetooth-component aan staat. - controleer of de Bluetooth-component zich binnen 10 m van de Bluetooth draadloze audioontvanger bevindt. — Probeer opnieuw te koppelen. 28 ■ Afstandsbediening Probleem Verkeerde afstand of hoek. Oplossing De afstandbediening werkt binnen een maximaal bereik van 6 m en binnen een hoek van 30 graden ten opzichte van het voorpaneel. Direct zonlicht of sterke verlichting (van fluorescentielampen met een voorschakelapparaat, enz.) valt op de afstandsbedieningssensor van dit toestel. Verplaats het toestel. De batterijen zijn bijna leeg. Vervang alle batterijen. Zie bladzijde 9 — AANVULLENDE INFORMATIE De afstandsbediening werkt niet correct. Oorzaak 9 Nederlands 37 Nl SPECIFICATIES SPECIFICATIES AUDIOGEDEELTE • Minimaal RMS-uitgangsvermogen (8 Ω, 20 Hz tot 20 kHz, 0,04% THV) ..................... 50 W + 50 W • Dynamisch vermogen (IHF) (8/6/4/2 Ω) ........................................................... 70/77/89/100 W • Max. vermogen per kanaal [alleen Europees model] (1 kHz, 0,7% THV, 4 Ω) ...................................................... 55 W • IEC-vermogen [alleen Europees model] (1 kHz, 0,04% THV, 8 Ω) .................................................... 52 W • Spanningsvariatie (0,06% THV, 25 W, 8 Ω) .................................... 10 Hz tot 50 kHz • Dempingsfactor (SPEAKERS A) 1 kHz, 8 Ω .................................................................. 150 of meer • Maximaal effectief uitgangsvermogen (JEITA) [alleen modellen voor Azië en Midden/Zuid-Amerika] (1 kHz, 10% THV, 8 Ω) ....................................................... 85 W • Ingangsgevoeligheid/ingangsimpedantie PHONO (MM) ....................................................... 3,5 mV/47 kΩ Cd, enz. ................................................................. 200 mV/47 kΩ • Maximaal ingangssignaal PHONE (MM) (1 kHz, 0,003% THV) .................. 60 mV of meer Cd, enz. (1 kHz, 0,5% THV) ................................... 2,2 V of meer • Uitgangsniveau/uitgangsimpedantie Cd, enz. (Invoer 1 kHz, 200 mV) REC ................................................................... 200 mV/1,0 kΩ Cd enz. (Invoer 1 kHz, 200 mV, 8 Ω) PHONES ............................................................ 340 mV/470 Ω • Frequentierespons Cd, enz. (20 Hz tot 20 kHz) ......................................... 0 ± 0,5 dB Cd, enz., PURE DIRECT aan (10 Hz tot 100 kHz) ..... 0 ± 1,0 dB • RIAA-aanpassingsafwijking PHONO (MM) ................................................................ ± 0,5 dB • Totale harmonische vervorming PHONO (MM) naar REC (20 Hz tot 20 kHz, 3 V) .................................... 0,025% of minder CD, enz. naar SPEAKERS (20 Hz tot 20 kHz, 25 W, 8 Ω) ......................... 0,015% of minder • Signaal-ruisverhouding (IHF-A-netwerk) PHONE (MM) (5 mV ingang kortgesloten) .......... 87 dB of meer CD, enz., PURE DIRECT aan (200 mV ingang kortgesloten) ............................. 100 dB of meer • Overblijvende ruis (IHF-A-netwerk) ..................................... 30 µV • Kanaalscheiding Cd, enz. (5,1 kΩ ingang kortgesloten, 1/10 kHz) ......................................................................... 65/50 dB of meer • Toonregelingskarakteristieken BASS Versterken/verzwakken (50 Hz) .................................... ± 10 dB Wisselfrequentie .............................................................. 350 Hz TREBLE Versterken/verzwakken (20 kHz) .................................. ± 10 dB Wisselfrequentie ............................................................. 3,5 kHz • Continue loudness-regeling Demping (1 kHz) ................................................................ –30 dB • Versterkingsvolgfout (0 tot –99 dB) ...................... 0,5 dB of minder FM-GEDEELTE • Afstembereik [modellen voor V.S. en Canada] ..................... 87,5 tot 107,9 MHz [modellen voor Azië en Midden/Zuid-Amerika] ................................................ 87,5/87,50 tot 107,9/108,00 MHz [modellen voor Europa, Rusland en Australië] .................................................................. 87,50 tot 108,00 MHz • 50 dB dempingsgevoeligheid (IHF, 1 kHz, 100% MOD.) Mono ................................................................ 3,0 µV (20,8 dBf) • Signaal-ruisverhouding (IHF) Mono/stereo .............................................................. 74 dB/70 dB 38 Nl • Harmonische vervorming (1 kHz) Mono/stereo ................................................................. 0,3%/0,3% AM-GEDEELTE • Afstembereik [modellen voor V.S. en Canada] ........................ 530 tot 1710 kHz [modellen voor Azië en Midden/Zuid-Amerika] ......................................................... 530/531 tot 1710/1611 kHz [modellen voor Europa, Rusland en Australië] .......................................................................... 531 tot 1611 kHz ALGEMEEN • Voeding [model voor V.S. en Canada] ............. 120 V wisselstroom, 60 Hz [modellen voor Midden/Zuid-Amerika] .............................. 110-120/220-240 V wisselstroom, 50/60 Hz [model voor Australië] ....................... 240 V wisselstroom, 50 Hz [model voor Europa en Rusland] ....... 230 V wisselstroom, 50 Hz [Model voor Azië] ................. 220-240 V wisselstroom, 50/60 Hz • Stroomverbruik ...................................................................... 150 W • Stroomverbruik in wachtstand ............................... 0,5 W of minder • Stroomverbruik in wachtstand YID-W10 (YID-W10-aansluiting) ...................................... 1,2 W of minder • Stroomverbruik bij opladen van iPod ..................... 30 W of minder • Maximaal stroomverbruik [alleen modellen voor Midden/Zuid-Amerika] (8 Ω , 1 kHz, 10% THV) .................................................... 280 W • Afmetingen (B × H × D) ................................. 435 × 151 × 387 mm • Gewicht ................................................................................... 8,8 kg * Technische gegevens kunnen zonder kennisgeving gewijzigd worden. Informatie voor gebruikers over inzameling en verwijdering van oude apparaten en gebruikte batterijen Deze tekens op de producten, verpakkingen en/of bijgaande documenten betekenen dat gebruikte elektrische en elektronische producten en batterijen niet mogen worden gemengd met algemeen huishoudelijk afval. Breng alstublieft voor de juiste behandeling, herwinning en hergebruik van oude producten en gebruikte batterijen deze naar daarvoor bestemde verzamelpunten, in overeenstemming met uw nationale wetgeving en de instructies 2002/96/EC en 2006/66/EC. Door deze producten en batterijen correct te verwijderen, helpt u natuurlijke rijkdommen te beschermen en voorkomt u mogelijke negatieve effecten op de menselijke gezondheid en de omgeving, die zich zouden kunnen voordoen door ongepaste afvalverwerking. Voor meer informatie over het inzamelen en hergebruik van oude producten en batterijen kunt u contact opnemen met uw plaatselijke gemeentebestuur, uw afvalverwerkingsbedrijf of het verkooppunt waar u de artikelen heeft gekocht. [Informatie over verwijdering in andere landen buiten de Europese Unie] Deze symbolen zijn alleen geldig in de Europese Unie. Mocht u artikelen weg willen gooien, neem dan alstublieft contact op met uw plaatselijke overheidsinstantie of dealer en vraag naar de juiste manier van verwijderen. Opmerking bij het batterijteken (onderste twee voorbeelden): Dit teken wordt mogelijk gebruikt in combinatie met een scheikundig symbool. In dat geval voldoet het aan de eis en de richtlijn, die is opgesteld voor het betreffende chemisch product. 39 Nl
1 / 1