9
Aanwijzingen voor de installateur
De volgende gebruiksaanwijzingen zijn tot een gekwalificeerd technicus gericht,
die de installatie uitvoert, zodat hij de installatie en de verbindingen op de juiste
manier kan uitvoeren, de huidige wetten en normen in acht nemende.
Iedere tussenkomst na aansluiting dient te worden uitgevoerd met afgekoppelde
of uitgeschakelde stroomtoevoer.
De installatie en de elektrische aansluiting van het apparaat moeten door een
erkend vakman gebeuren.
Bij het gebruik van het toestel wordt er bij de verbranding van aardgas zuurstof onttrokken
uit de lucht. Zorg daarom voor voldoende ventilatie, zie GAVO 1078.
De aansluiting moet volgens NEN 1078 gemaakt worden.
De kookplaat is vanuit de fabriek gemaakt en ingesteld voor de gassoort zoals
aangegeven op het typeplaatje.
Overtuig u ervan dat deze gegevens overeenkomen met de geleverde gassoort in de
woning.
Ventilatie
Bij het gebruik van het apparaat wordt er bij de verbranding van aardgas zuurstof onttrokken aan
de lucht. Zorg daarom voor voldoende ventilatie, zie GAVO 1078.
Gasaansluiting
De aansluiting moet volgens NEN 1078 gemaakt
worden.
De kookplaat is vanuit de fabriek gemaakt en ingesteld
voor de gassoort zoals aangegeven op het typeplaatje.
Overtuig u ervan dat deze gegevens overeenkomen met
de geleverde gassoort in de woning.
Een haakse fitting met 1/2" wartel A (NEN 3258) en
ringetje worden meegeleverd.
Schroef de onderdelen eerst losjes in elkaar, bepaal de
juiste richting en draai de wartel daarna stevig vast.
Indien de koppeling van de gasslang niet past
op de schroefdraad van de meegeleverde haakse
fitting, gebruik dan de met de kookplaat meegele-
verde adapter.
A - Aansluitpijp met wartel
B - Ringetje
C - Draaibare messing elleboog
FO 2365
afb. 3
WAARSCHUWING
Om te controleren of alle verbindingen naar het apparaat goed gasdicht zijn, dienen
de aansluitingen met een zeep-oplossing op dichtheid gecontroleerd te worden,
nooit met een vlam.