ZBB28465SA

Zanussi ZBB28465SA Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Zanussi ZBB28465SA Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en
gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor letsel of schade veroorzaakt door een verkeerde installatie of
verkeerd gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige en
toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.
VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE
MENSEN
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen vanaf 8 jaar en
ouder en door personen met beperkingen, mits ze zijn
voorgelicht over het veilige gebruik van het apparaat en de
potentiële gevaren en/of ze onder toezicht staan.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het op
passende wijze weg.
ALGEMENE VEILIGHEID
Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik of
gelijksoortige toepassingen zoals:
Boerderijen, personeelskeukens in winkels, kantoren of
andere werkomgevingen
Door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en andere
woonomgevingen
Houd de ventilatieopeningen altijd vrij van obstructies; dit geldt
zowel voor losstaande als ingebouwde modellen.
Gebruik geen mechanische of andere middelen om het
ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen die door de
fabrikant zijn aanbevolen.
Let op dat u het koelcircuit niet beschadigt.
Gebruik geen elektrische apparaten in de koelkast, tenzij deze
door de fabrikant worden aanbevolen.
Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te
reinigen.
2
Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte doek.
Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
Bewaar geen explosieve substanties zoals spuitbussen met
drijfgas in dit apparaat.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze
vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
MONTAGE
WAARSCHUWING! Alleen een
erkende installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
Verwijder de verpakking en de transportbouten.
Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat,
want het is zwaar. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
Zorg ervoor dat rond het apparaat lucht kan
circuleren.
Wacht ten minste 4 uur alvorens het apparaat
aan de netstroom aan te sluiten. Hierdoor kan
de olie terug in de compressor stromen.
Installeer het apparaat niet in de nabijheid van
radiators, fornuizen, ovens of kookplaten.
De achterzijde van het apparaat moet tegen de
muur worden geplaatst.
Installeer het apparaat niet op een plaats met
direct zonlicht.
Gebruik dit apparaat niet in gebieden die te
vochtig of te koud zijn, zoals bijgebouwen,
garages of kelders.
Til de voorkant van het apparaat op als u hem
wilt verplaatsen, om krassen op de vloer te
voorkomen.
AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET
WAARSCHUWING! Gevaar voor
brand en elektrische schokken.
Dit apparaat moet worden aangesloten op een
geaard stopcontact.
Controleer of de elektrische informatie op het
typeplaatje overeenkomt met de
stroomvoorziening. Zo niet, neem dan contact
op met een elektromonteur.
Gebruik altijd een correct geïnstalleerd,
schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Zorg dat u de elektrische onderdelen
(hoofdstekker, kabel, compressor) niet
beschadigt. Neem contact met de erkende
servicedienst of een elektricien om de
elektrische onderdelen te wijzigen.
De stroomkabel moet lager blijven dan het
niveau van de stopcontact.
Steek de stekker pas in het stopcontact als de
installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los
te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
GEBRUIK
WAARSCHUWING! Gevaar op letsel,
brandwonden of elektrische schokken.
De specificatie van het apparaat mag niet
worden veranderd.
Plaats geen elektrische apparaten (bijv.
ijsmachines) in het apparaat tenzij uitdrukkelijk
geschikt verklaard door de fabrikant.
Zorg ervoor dat u het koelcircuit niet
beschadigt. Het bevat isobutaan (R600a),
aardgas met een hoge ecologische
compatibiliteit. Dit gas is ontvlambaar.
Als er schade aan het koelcircuit optreedt, zorg
er dan voor dat er zich geen vlammen en andere
ontstekingsbronnen in de kamer bevinden.
Ventileer de kamer goed.
Zet geen hete items op de kunststofonderdelen
van het apparaat.
3
Plaats geen koolzuurhoudende dranken in het
vriesvak. Dit zal extra druk in de drankfles
veroorzaken.
Bewaar geen ontvlambare gassen en
vloeistoffen in het apparaat.
Plaats geen ontvlambare producten of items die
vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij
of op het apparaat.
Raak de compressor of condensator niet aan.
Ze zijn heet.
Zorg ervoor dat u nooit met natte of vochtige
handen items uit het vriesvak verwijderd of
aanraakt.
Vries ontdooide voedingswaren nooit opnieuw
in.
Bewaar de voedingswaren volgens de
instructies op de verpakking.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of schade aan het apparaat.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit
het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
Het koelcircuit van dit apparaat bevat
koolwaterstoffen. Enkel bevoegde personen
mogen de eenheid onderhouden en herladen.
Controleer regelmatig de afvoer van het
apparaat en reinig het indien nodig. Indien de
afvoer verstopt is, zal er water op de bodem van
het apparaat liggen.
VERWIJDERING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit
weg.
Verwijder de deur om te voorkomen dat
kinderen en huisdieren opgesloten raken in het
apparaat.
Het koelcircuit en de isolatiematerialen van dit
apparaat zijn ozonvriendelijk.
Het isolatieschuim bevat ontvlambare gassen.
Neem contact met uw plaatselijke overheid voor
informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van
het apparaat.
Veroorzaak geen schade aan het deel van de
koeleenheid dat zich naast de warmtewisselaar
bevindt.
BEDIENING
BEDIENINGSPANEEL
1 2
4 3
1
Temperatuurindicatie LED
2
QuickFreeze-indicatielampje
3
QuickFreeze-toets
4
Temperatuurknop
AAN-/UITtoets
INSCHAKELEN
1. Steek dan de stekker in het stopcontact.
2. Raak de toets van de temperatuurregelaar aan
als alle LED's uit zijn.
UITSCHAKELEN
Blijf de toets van de temperatuurregelaar 3
seconden aanraken.
Alle indicatielampjes zijn uit.
4
TEMPERATUURREGELAAR
Druk om het apparaat te bedienen op de
temperatuurregelaar totdat de LED die bij de
vereiste temperatuur hoort oplicht. De selectie
loopt van 2°C tot 8°C.
Koudste instelling: +2°C.
Warmste instelling: +8°C.
Een gemiddelde instelling is over het
algemeen het meest geschikt.
Houd bij de instellingskeuze rekening met het feit
dat de temperatuur in het apparaat afhankelijk is
van:
de kamertemperatuur
de frequentie waarmee de deur wordt geopend
de hoeveelheid etenswaren die wordt bewaard
de plek van het apparaat.
1. Raak de temperatuurregelaar aan.
Het huidige temperatuurindicatielampje knippert. Bij
elke aanraking van de temperatuurregelaar gaat de
instelling een stand vooruit. Het relevante LED
knippert een tijdje.
2. Druk op de temperatuurregalaar tot de vereiste
temperatuur is geselecteerd.
QUICKFREEZE-FUNCTIE
U kunt de QuickFreeze-functie inschakelen door te
drukken op de QuickFreeze-knop.
De LED die bij het symbool QuickFreeze hoort gaat
branden.
U kunt de QuickFreeze-functie inschakelen door te
drukken op de QuickFreeze-knop.
Het QuickFreeze-indicatielampje gaat branden.
Deze functie stopt automatisch na 52
uur.
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
DE BINNENKANT SCHOONMAKEN
Voordat u het apparaat voor de eerste keer
gebruikt, wast u de binnenkant en de interne
accessoires met lauwwarm water en een beetje
neutrale zeep om de typische geur van een nieuw
product weg te nemen. Droog daarna grondig af.
LET OP! Gebruik geen oplosmiddelen
of schuurmiddelen. Deze beschadigen
de lak.
HET PLAATSEN VAN DE DEURPLATEAUS
Om het bewaren van voedselverpakkingen van
verschillende afmetingen mogelijk te maken, kunnen
de schappen op verschillende hoogtes worden
geplaatst.
1. Trek het plateau geleidelijk in de richting van de
pijlen totdat het los komt.
2. Opnieuw plaatsen zoals gewenst.
2
1
3
VERPLAATSBARE SCHAPPEN
De wanden van de koelkast zijn voorzien van een
aantal glijschoenen zodat de schappen op de
gewenste plaats gezet kunnen worden.
Verwijder de glasplaat boven de
groentelade niet om een goede
luchtcirculatie te garanderen.
LUCHTKOELING
Schakel de ventilator in als de
kamertemperatuur hoger dan 25° C is.
Met de Dynamic Air Cooling- (DAC)-ventilator
wordt voedsel snel gekoeld en wordt de
temperatuur in het koelvak gelijkmatiger.
Druk op de schakelaar (A) om de ventilator aan te
zetten.
5
A
Het groene lampje gaat aan.
VERS VOEDSEL INVRIEZEN
Het vriesvak is geschikt voor het invriezen van vers
voedsel en om diepvriesvoedsel langere tijd te
bewaren.
Activeer om vers voedsel in te vriezen de functie
QuickFreeze en leg het in te vriezen voedsel in het
vriesvak.
Activeer om vers voedsel in te vriezen de functie
QuickFreeze minimaal 24 uur voordat u deze in het
vriesvak legt.
Plaats het verse in te vriezen voedsel in het
middelste vak.
De maximale hoeveelheid voedsel die in 24 uur
ingevroren kan worden is vermeld op het
typeplaatje, een etiket dat aan de binnenkant van
het apparaat zit.
Het invriesproces duurt 24 uur: voeg tijdens deze
periode geen ander voedsel toe om in te vriezen.
Wanneer het invriesproces is voltooid, de vereiste
temperatuur weer instellen (zie "QuickFreeze
functie").
In deze conditie komt de temperatuur
in het koelkastgedeelte mogelijk onder
de 0°C. Als dit het geval is, stelt u de
thermostaatknop weer in op een
warmere instelling.
HET BEWAREN VAN INGEVROREN VOEDSEL
Als u het apparaat voor het eerst of na een periode
dat het niet gebruikt is inschakelt, dient u het
apparaat minstens 2 uur te laten werken met de
QuickFreeze functie ingeschakeld.
In het geval van onbedoelde
ontdooiing, bijvoorbeeld als de stroom
langer is uitgevallen dan de duur die
op de kaart met technische kenmerken
onder "tijdsduur" is vermeld, moet het
ontdooide voedsel snel geconsumeerd
worden of onmiddellijk bereid worden
en dan weer worden ingevroren (nadat
het afgekoeld is).
ONTDOOIEN
Diepgevroren of ingevroren voedsel kunt u, voordat
het gebruikt wordt, in het koelvak of op
kamertemperatuur laten ontdooien, afhankelijk van
de hoeveelheid tijd die hiervoor nodig is.
Kleine stukken kunnen zelfs rechtstreeks vanuit de
vriezer gekookt worden als ze nog bevroren zijn: in
dat geval zal de bereiding iets langer duren.
HET MAKEN VAN IJSBLOKJES
Dit apparaat is uitgerust met een of meer bladen
voor het maken van ijsblokjes
Gebruik geen metalen instrumenten
om de laden uit de vriezer te halen
1. Vul de bakjes met water.
2. Zet de ijsbakjes in het vriesvak.
AANWIJZINGEN EN TIPS
NORMALE BEDRIJFSGELUIDEN:
De volgende geluiden zijn normaal tijdens de
werking:
Een zacht gorgelend en borrelend geluid als het
koelmiddel door leidingen wordt gepompt.
Een zoemend en kloppend geluid van de
compressor als het koelmiddel wordt
rondgepompt.
Een plotseling krakend geluid uit de binnenkant
van het apparaat veroorzaakt door thermische
uitzetting (een natuurlijk en ongevaarlijk
natuurkundig fenomeen).
Een zacht klikkend geluid van de thermostaat als
de compressor aan of uit gaat.
TIPS VOOR ENERGIEBESPARING
De deur niet vaker openen of open laten staan
dan strikt noodzakelijk.
Als de omgevingstemperatuur hoog is, de
thermostaatknop op een lage temperatuur staat
en het apparaat volledig gevuld is, kan de
compressor continu aan staan waardoor er ijs
op de verdamper ontstaat. Als dit gebeurt, zet u
de thermostaatknop naar een warmere instelling
6
om de koelkast automatisch te laten ontdooien
en zo elektriciteitsverbruik te besparen.
TIPS VOOR HET KOELEN VAN VERS
VOEDSEL
Om de beste prestatie te verkrijgen:
zet geen warm voedsel of verdampende
vloeistoffen in de koelkast
dek het voedsel af of verpak het, in het bijzonder
als het een sterke geur heeft
plaats het voedsel zodanig dat de lucht er
vrijelijk omheen kan circuleren
TIPS VOOR HET KOELEN
Nuttige tips:
Vlees (alle soorten): in plastic zakken verpakken
en op het glazen schap leggen, boven de
groentelade. Bewaar vlees maximaal 1-2 dagen.
Gekookte etenswaren, koude gerechten:
bedekken en op een schap leggen.
Fruit en groeten: goed wassen en in een
speciale lade leggen. Bananen, aardappelen,
uien en knoflook moeten als deze niet verpakt
zijn niet in de koelkast worden bewaard.
Boter en kaas: in speciale luchtdichte bakjes
leggen of in aluminiumfolie of plastic zakjes
wikkelen om zoveel mogelijk lucht uit te sluiten.
Flessen: afsluiten met een dop en in de deur
plaatsen of (indien beschikbaar) in het
flessenrek.
TIPS VOOR HET INVRIEZEN
Om u te helpen het voedsel zo goed mogelijk in te
vriezen, volgen hier een paar belangrijke tips:
de maximale hoeveelheid voedsel die in 24 uur
ingevroren kan worden, staat vermeld op het
typeplaatje;
het invriesproces duurt 24 uur. Tijdens deze
periode moet er geen ander in te vriezen
voedsel worden toegevoegd;
vries alleen vers en grondig schoongemaakte
levensmiddelen van uitstekende kwaliteit in;
bereid het voedsel in kleine porties voor, zo kan
het snel en volledig worden ingevroren en zo
kunt u later alleen die hoeveelheid laten
ontdooien die u nodig heeft;
wikkel het voedsel in aluminiumfolie of plastic en
zorg ervoor dat de pakjes luchtdicht zijn;
leg vers, nog niet ingevroren voedsel niet tegen
het al ingevroren voedsel, om te voorkomen dat
dit laatste warm wordt;
mager voedsel kan beter worden ingevroren dan
vet voedsel. Zout zorgt dat het voedsel in de
vriezer minder lang goed blijft;
water bevriest, als dit rechtstreeks uit het
vriesvak geconsumeerd wordt, kan het aan de
huid vastvriezen;
het is aan te bevelen de invriesdatum op elk
pakje te vermelden, dan kunt u zien hoe lang het
al bewaard is.
TIPS VOOR HET BEWAREN VAN
INGEVROREN VOEDSEL
Om de beste resultaten van dit apparaat te
verkrijgen, dient u
verzeker u ervan dat de commercieel ingevroren
levensmiddelen op geschikte wijze door de
detailhandelaar werden opgeslagen;
zorg ervoor dat de ingevroren levensmiddelen zo
snel mogelijk van de winkel naar uw vriezer
gebracht worden;
de deur niet vaker te openen of open te laten
staan dan strikt noodzakelijk;
als voedsel eenmaal ontdooid is, bederft het
snel en kan het niet opnieuw worden ingevroren;
bewaar het voedsel niet langer dan de door de
fabrikant aangegeven bewaarperiode.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
ALGEMENE WAARSCHUWINGEN
LET OP! Voordat u welke
onderhoudshandeling dan ook verricht,
de stekker uit het stopcontact trekken.
Dit apparaat bevat koolwaterstoffen in
de koeleenheid. Onderhoud en
hervullen mag alleen uitgevoerd
worden door bevoegde technici.
De toebehoren en onderdelen van het
apparaat zijn niet geschikt om in een
afwasmachine gewassen te worden.
7
PERIODIEKE REINIGING
LET OP! Trek niet aan leidingen en/of
kabels aan de binnenkant van de kast
en verplaats of beschadig ze niet.
LET OP! Zorg ervoor dat u het
koelsysteem niet beschadigt.
LET OP! Til de voorkant van de
koelkast op als u hem wilt verplaatsen,
om krassen op de vloer te voorkomen.
Het apparaat moet regelmatig worden
schoongemaakt:
1. Maak de binnenkant en de accessoires schoon
met lauw water en wat neutrale zeep.
2. Controleer de afdichtingen regelmatig en wrijf
ze schoon om u ervan te verzekeren dat ze
schoon en vrij van restjes zijn.
3. Spoel ze af en maak ze grondig droog.
4. Maak indien toegankelijk de condensor en de
compressor aan de achterkant van het
apparaat schoon met een borstel.
Deze handeling zal de prestatie van het
apparaat verbeteren en het elektriciteitsverbruik
besparen.
HET ONTDOOIEN VAN DE KOELKAST
Rijp wordt elke keer als de compressormotor
tijdens normale werking stopt, automatisch van de
verdamper van het koelvak verwijderd. Het
dooiwater loopt via een gootje in een speciale
opvangbak aan de achterkant van het apparaat,
boven de compressormotor, waar het verdampt.
Het is belangrijk om het afvoergaatje van het
dooiwater in het midden van het koelvak regelmatig
schoon te maken om te voorkomen dat het water
overloopt en op het voedsel in de koelkast gaat
druppelen.
DE VRIEZER ONTDOOIEN
LET OP! Gebruik nooit scherpe
metalen hulpmiddelen om de rijp van
de verdamper te krabben, deze zou
beschadigd kunnen raken. Gebruik
geen mechanische of andere middelen
om het ontdooiproces te versnellen,
behalve die middelen die door de
fabrikant zijn aanbevolen. Een
temperatuurstijging tijdens het
ontdooien van de ingevroren
levensmiddelen, kan de veilige
bewaartijd verkorten.
Stel ongeveer 12 uur voordat u gaat
ontdooien een lagere temperatuur in
om voldoende koudereserve op te
bouwen voor de onderbreking tijdens
de werking.
Een zekere hoeveelheid rijp zal zich altijd vormen op
de schappen van de vriezer en rond het bovenste
vak.
Ontdooi de vriezer wanneer de rijplaag een dikte
van ongeveer 3-5 mm bereikt heeft.
1. Trek de stekker uit het stopcontact of schakel
het apparaat uit.
2. Verwijder al het ingevroren voedsel, wikkel het
in een paar lagen krantenpapier en leg het op
een koele plaats.
WAARSCHUWING! Raak
ingevroren voedsel niet met natte
handen aan. Uw handen kunnen
dan aan de producten vastvriezen.
3. Laat de deur open staan.
Om het ontdooiproces te versnellen kunt u een
bak warm water in het vriesvak zetten.
Verwijder bovendien stukken ijs die afbreken
voordat het ontdooien voltooid is.
4. Na afloop van het ontdooien de binnenkant
grondig droog maken en de schraper bewaren
voor toekomstig gebruik.
5. Zet het apparaat aan.
Plaats na drie uur het eerder verwijderde voedsel
terug in het vriesvak.
PERIODES DAT HET APPARAAT NIET
GEBRUIKT WORDT
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen als het
apparaat gedurende lange tijd niet gebruikt wordt:
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder al het voedsel.
3. Ontdooi het apparaat en toebehoren (indien
nodig) en maak alles schoon.
4. Maak het apparaat en alle toebehoren schoon.
8
5. Laat de deur/deuren open staan om
onaangename luchtjes te voorkomen.
WAARSCHUWING! Als u uw
apparaat ingeschakeld wilt laten, vraag
dan iemand om het zo nu en dan te
controleren, om te voorkomen dat het
bewaarde voedsel bederft, als de
stroom uitvalt.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
WAT MOET U DOEN ALS…
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat werkt niet. Het apparaat is uitgescha-
keld.
Zet het apparaat aan.
De stekker zit niet goed in
het stopcontact.
Steek de stekker goed in het
stopcontact.
Er staat geen spanning op
het stopcontact.
Sluit een ander elektrisch appa-
raat op het stopcontact aan.
Neem contact op met een gek-
walificeerd elektricien.
Het apparaat maakt lawaai. Het apparaat is niet stevig en
stabiel geplaatst.
Controleer of het apparaat sta-
biel staat.
Het lampje werkt niet. Het lampje staat in de stand-
by stand.
Sluit en open de deur.
Het lampje werkt niet. Het lampje is stuk. Neem contact op met de dichtst-
bijzijnde klantenservice.
De compressor werkt continu. De temperatuur is goed in-
gesteld.
Zie 'Bediening'.
Er worden veel producten te-
gelijk geplaatst.
Wacht een paar uur en control-
eer dan nogmaals de tempera-
tuur.
De omgevingstemperatuur is
te hoog.
Zie het typeplaatje voor de kli-
maatklasse.
Het voedsel dat in het appa-
raat werd geplaatst, was te
warm.
Laat voedsel afkoelen tot kamer-
temperatuur voordat u het be-
waart.
De deur is niet goed geslo-
ten.
Zie 'De deur sluiten'.
De QuickFreeze is ingescha-
keld.
Zie 'QuickFreeze '.
9
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Er is te veel rijp en ijs. De deur is niet correct
gesloten of de deurpakking
is vervormd/vies.
Zie 'De deur sluiten'.
De dop van de waterafvoer
bevindt zich niet op de juiste
plaats.
Plaats de dop voor de waterafvo-
er op de juiste manier.
De producten zijn niet op de
juiste wijze verpakt.
Pak de producten beter in.
De temperatuur is goed in-
gesteld.
Zie 'Bediening'.
De compressor start niet on-
middellijk na het drukken op
QuickFreeze of na het veran-
deren van de temperatuur.
Dit is normaal, er is geen
storing.
De compressor start na enige
tijd.
Er loopt water over de achter-
kant van de koelkast.
Tijdens het automatische
ontdooiproces, ontdooit de
rijp tegen de achterwand.
Dit is juist.
Er loopt water in de koelkast. De waterafvoer is verstopt. Reinig de waterafvoer.
Producten verhinderen dat
het water in de waterop-
vangbak loopt.
Zorg ervoor dat de producten de
achterwand niet raken.
Er ligt water op de vloer. De dooiwaterafvoer is niet
aangesloten op de verdam-
perbak boven de compres-
sor.
Maak de dooiwaterafvoer vast op
de verdamperbak.
De temperatuur in het apparaat
is te laag/hoog.
De temperatuurknop is niet
goed ingesteld.
Stel een hogere/lagere tempera-
tuur in.
De deur is niet goed geslo-
ten.
Zie 'De deur sluiten'.
De temperatuur van het
voedsel is te hoog.
Laat het voedsel afkoelen tot ka-
mertemperatuur voordat u het
conserveert.
Er worden veel producten te-
gelijk bewaard.
Conserveer minder producten te-
gelijk.
De dikte van de rijp is meer
dan 4-5 mm.
Ontdooi het apparaat.
De deur is te vaak geopend. Open de deur alleen als het no-
dig is.
Er is geen koude luchtcircu-
latie in het apparaat aanwe-
zig.
Zorg ervoor dat er koude lucht-
circulatie in het apparaat aanwe-
zig is.
10
Bel, wanneer het advies niet tot
resultaten leidt, de dichtstbijzijnde
klantenservice voor dit merk.
HET LAMPJE VERVANGEN
Het apparaat is uitgerust met een LED-
binnenlampje dat een lange levensduur heeft.
Alleen een onderhoudsmonteur mag de verlichting
vervangen. Neem contact op met de klantenservice.
DE DEUR SLUITEN
1. Maak de afdichtingen van de deur schoon.
2. Stel de deur, indien nodig, af. Raadpleeg de
montageaanwijzingen.
3. Vervang, indien nodig, de defecte
deurafdichtingen. Neem contact op met de
erkende servicedienst.
MONTAGE
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
LOCATIE
Raadpleeg de montage-instructies
voor de installatie.
Installeer, om de beste prestatie te garanderen, het
apparaat van hittebronnen vandaan, zoals
radiatoren, boilers, direct zonlicht enz. Zorg er voor
dat lucht vrij aan de achterkant van het apparaat
kan circuleren.
PLAATSING
Installeer het apparaat op een droge, goed
geventileerde plaats binnen waar de
omgevingstemperatuur overeenkomt met de
klimaatklasse die vermeld is op het typeplaatje van
het apparaat.
Klimaat-
klasse
Omgevingstemperatuur
SN +10°C tot + 32°C
N +16°C tot + 32°C
ST +16°C tot + 38°C
T +16°C tot + 43°C
Bij bepaalde modeltypes kunnen er
functionele problemen ontstaan als
deze temperaturen niet worden
gerespecteerd. De juiste werking van
het apparaat kan enkel gegarandeerd
worden als het opgegeven
temperatuurbereik wordt
gerespecteerd. Als u twijfels hebt over
waar het apparaat te installeren,
raadpleeg dan de verkoper, de
klantenservice of de dichstsbijzijnde
erkende servicedienst.
AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET
Zorg er vóór het aansluiten voor dat het voltage
en de frequentie op het typeplaatje
overeenkomen met de stroomtoevoer in uw huis.
Dit apparaat moet worden aangesloten op een
geaard stopcontact. De netsnoerstekker is
voorzien van een contact voor dit doel Als het
stopcontact niet geaard is, sluit het apparaat
dan aan op een afzonderlijk aardepunt, in
overeenstemming met de geldende regels,
raadpleeg hiervoor een gekwalificeerd
elektricien
De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld
worden als bovenstaande
veiligheidsvoorschriften niet opgevolgd worden.
Dit apparaat voldoet aan de EEG-richtlijnen.
VENTILATIEVEREISTEN
De luchtcirculatie achter het apparaat moet
voldoende zijn.
11
5 cm
min. 200cm
2
min.
200cm
2
TECHNISCHE INFORMATIE
TECHNISCHE GEGEVENS
Afmetingen van de inbouw
Hoogte mm 1780
Breedte mm 560
Diepte mm 550
Maximale bewaartijd bij stroomuitval Uur 22
Spanning Volt 230 - 240
Frequentie Hz 50
De technische gegevens staan op het typeplaatje
aan de binnen- of buitenkant van het apparaat en
op het energielabel.
MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool . Gooi
de verpakking in een geschikte verzamelcontainer
om het te recyclen. Help om het milieu en de
volksgezondheid te beschermen en recycle het
afval van elektrische en elektronische apparaten.
Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het
product naar het milieustation bij u in de buurt of
neem contact op met de gemeente.
12
/